groei
2
PERSONEELSMAGAZINE VAN DE GROEILING | JAARGANG 1 | JUNI 2010
DE GROEILING, STICHTING KATHOLIEK EN INTERCONFESSIONEEL PRIMAIR ONDERWIJS IN GOUDA EN OMSTREKEN
STICHTING VOOR KATHOLIEK EN INTERCONFESSIONEEL PRIMAIR ONDERWIJS
De redactie van de Groeilink wenst u een fijne vakantie.
Tot ziens in het nieuwe schooljaar!
Colofon
Inhoud:
De Groeilink, juni 2010 Dit personeelsmagazine is een uitgave van De Groeiling, Stichting voor katholiek en interconfessioneel primair onderwijs Gouda en omstreken Redactie: Ingeborg Bouwman Harry van de Kant Martine Schonenberg Tom Streng Jolanda Wanschers Redactiesecretariaat: De Groeiling Jolanda Wanschers Aalberseplein 5 Gouda T. 0182 670051 Postbus 95 2800 AB Gouda
[email protected] Vormgeving en productie: The Happy Horseman Rotterdam
Voorwoord
3
Een goede start gewenst
4
Opbrengstgericht werken
6
Kort Nieuws
8
Zeven directeuren stellen zich voor
10
Groeilinks, digitale tips
13
Caspar Steenstra Praamsma, voorzitter van de GMR
14
Ruimte voor talent
16
Eerste hulp bij scheiding, de KIEScoach
18
Kunst in school
20
Oplage: 750 exemplaren
2
Column Els van Elderen
Leren met en van elkaar
4 Een goede start gewenst
6 Opbrengstgericht werken
Drie maanden ben ik inmiddels werkzaam bij De Groeiling. Dan leer je langzamerhand een organisatie kennen. Tijdens de kennismakingsbezoeken aan de scholen, het directeurenberaad, de gesprekken op het bestuursbureau, maar ook tijdens lastige situaties op scholen. Het begint allemaal steeds vertrouwder te voelen. Al blijft het nog wel even wennen aan mijn nieuwe rol. Ook voor de kinderen zo bleek wel. Tijdens een van mijn klassenbezoeken vroeg een van de kinderen zich af of ik de moeder van meester Jan (de directeur) was. Dat was wel even slikken. Ik weet dat ik niet meer piepjong ben,maar toch… Desalniettemin voelde de start binnen De Groeiling goed aan. Hopelijk geldt dat ook voor de nieuwe leerkrachten die op de verschillende scholen zijn begonnen. Zeker als het hun eerste baan is! Goed om te weten dat zij kunnen rekenen op structureel georganiseerde ondersteuning gedurende de eerste twee jaren. Want alleen leren ‘door vallen en opstaan’ lijkt me als methodiek niet zo efficiënt, laat staan erg humaan.
Een hele uitdaging! Maar waar begin je? Gezien mijn opleiding als orthopedagoog kon het niet missen dat ik onder andere de portefeuille Onderwijskwaliteit ga beheren. Een hele uitdaging! Maar waar begin je? Het simpelste leek me te starten met het opvragen van alle eind- en tussenresultaten van alle scholen. Die kon ik dan mooi vergelijken met het toetsingskader van de inspectie, zo was mijn gedachte. Dat bleek makkelijker gezegd dan gedaan: scholen bleken moeite te hebben om de gegevens uit Esis of ParnasSys te halen. En, eerlijk is eerlijk, mij lukte dat, nadat ik de inlogcodes had gekregen, ook niet goed.
16 Ruimte voor talent
Ik was dan ook beslist blij verrast toen de directeur van de WillibrordMiland (Hans Verkley) spontaan het initiatief nam tot het oprichten van een bovenschoolse werkgroep van directeuren rond opbrengstgericht werken. Daar kon ik me mooi bij aansluiten! Met elkaar gaan we nu kijken hoe we dit onderwerp ‘handen en voeten kunnen geven’. We kregen daarbij bovendien ondersteuning van de heer Joustra, de inspecteur Onderwijs, die alle scholen in Midden Holland inspecteert. Voor velen dus geen onbekende. De heer Joustra verzorgde in mei jl. een presentatie over opbrengstgericht werken tijdens het directeurenberaad. In dit nummer schrijft Tom Streng hierover. Verder zullen we in dit nummer opnieuw kunnen kennismaken met een aantal bijzondere personeelsleden, plus de voorzitter van de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad. Zo leren we elkaar steeds beter kennen en wordt de kans steeds groter dat we het talent binnen onze organisatie weten te benutten.
18 De KIEScoach
Ik wens iedereen weer veel leesplezier, en alvast een fijne, zonnige en ontspannen zomervakantie toe! ElS VAN ElDEREN IS lID VAN DE AlGEMENE DIRECTIE VAN DE GROEIlING
3
> TEKST Kees Regtvoort >
Een goede start gewenst! Begeleiding van startende leerkrachten
B
ij de start van mijn eigen loopbaan in het onderwijs heb ik het getroffen om samen te kunnen werken met een inspirerende mentor. Het kleine dorpsschooltje waar ik begon, telde drie combinatiegroepen en er waren enorme niveauverschillen. En daar mogen best nog een aantal startersproblemen bij opgeteld worden. Het was voor mij heel waardevol om samen met mijn mentor die problemen te bespreken en de uitdagingen op te pakken.
Zo’n start wens je elke beginnende leerkracht toe. Temeer omdat, in tegenstelling tot veel andere landen, er van onze starters verwacht wordt dat ze meteen bijna alles aanpakken. Van de ene op de andere dag ben je verantwoordelijk voor alle aspecten van het geven van onderwijs en van veel zaken daar omheen.
Wat wil De Groeiling? We willen er werk van maken om onze startende collega’s te ondersteunen bij hun eerste stappen in hun nieuwe werkomgeving. We willen onze starters begeleiden in een goede overgang van de opleiding naar de zelfstandige baan voor de groep. En we willen hiermee vroegtijdige uitval voorkomen. Over het algemeen is de student tijdens de opleiding nog in de luwte gehouden van wat er allemaal in de school komt kijken. Eenmaal voor de klas blijkt dat er nog veel geleerd moet worden. De eindcompetenties van de Pabo komen overeen met de competenties die van een leerkracht verwacht mogen worden, maar de ervaring ontbreekt en vaak zijn er nog hiaten. Die begeleiding kan vanuit de school geboden worden, maar vraagt wel de nodige beschikbare tijd. Vaak is die niet beschikbaar; collega’s geven zelf ook les waardoor er geen klassenobservaties ge-
4
houden kunnen worden. Als de directeur de mentor wil zijn dan schiet het klassenbezoek er ook (te) vaak bij in door andere werkzaamheden. Op termijn is de begeleiding van een nieuwe collega een taak voor de ‘leraar lB’, maar zover is het nog niet. Die functie wordt pas vanaf augustus 2010 stapsgewijs ingevoerd. Als bovenschoolse begeleider voor startende leraren en in dienst van De Groeiling heb ik inmiddels al de nodige ervaring opgedaan met begeleidingstrajecten voor starters. In onderstaande ga ik hier nader op in.
Van startbekwaam naar vakbekwaam Voor de ontwikkeling van startbekwaam naar vakbekwaam nemen we twee jaar de tijd. Er zijn regelmatig gesprekken en klassenbezoeken, waarbij gebruik gemaakt wordt van een startersmap met diverse hulpmiddelen. De eerste periode is de introductiefase, waarbij de kennismaking met de school in al haar facetten centraal staat. Daarna is er aandacht voor het lesgeven, de leerlingenzorg, het functioneren binnen het team, omgang met ouders en het persoonlijk welbevinden. De werkdruk, het klassenmanagement en de sfeer in de groep zijn ook vaak terugkerende thema’s.
Verder vraagt de begeleiding om maatwerk, want bij iedereen liggen de sterke en zwakke kanten op verschillende vlakken. Ook de leerstijl vraagt om een persoonlijke aanpak. De een heeft meer behoefte aan begeleiding vanuit klassenobservaties, terwijl een ander liever in gesprek gaat om ideeën op te doen en daarmee weer aan de slag te gaat. En ook belangrijk: De mentor bevestigt vooral wat er goed gaat, want iedereen groeit bij complimentjes. Na een aantal maanden is er een evaluatie waarin besproken wordt welke terreinen nog verder uitgediept moeten worden. Er kan een persoonlijk inwerkplan gemaakt worden, waarin wordt vastgesteld waar de starter in ieder geval nog aan moet werken. Welke persoonlijke groei is er nog wenselijk en wat vraagt deze specifieke school? Voor de startende collega’s is het heel zinvol om elkaar te ontmoeten en van elkaar te leren. Een aantal keren per jaren worden er daarom bijeenkomsten georganiseerd om door middel van intervisie, en aan de hand van thema’s met elkaar aan de slag te gaan. Een specifieke groep vormen de startende leerkrachten die een benoeming hebben in een invallerspool . Ook met deze groep komen we regelmatig bij elkaar
om praktische zaken uit te wisselen. We staan er ook bij stil wat invallen in steeds een andere groep met zich meebrengt en hoe je daar zo goed mogelijk mee om kan gaan. Hoe maak je bijvoorbeeld snel onderscheid tussen ‘uitprobeergedrag’ en het gedrag van kinderen die een specifieke aanpak nodig hebben. En verder: Hoe zorg je voor een goede sfeer, en wat rapporteer je?
Wat geven starters zelf aan? Starters zeggen veel baat te hebben bij een mentor/maatje dichtbij op school. Met een begeleider van buitenaf is het soms gemakkelijker om knelpunten te bespreken. Zij willen graag snel op de hoogte zijn van alle afspraken binnen de school, en ze vinden het lastig om te vaak en te onregelmatig collega’s te belasten. De afgelopen jaren hebben starters, die ik heb begeleid, aangegeven het prettig te vinden dat er aandacht en tijd voor ze is, dat er regelmaat zit in de gesprekken en dat de begeleiding op maat is.
Hoe nu verder? Het is een uitdaging om met beperkte middelen de verworvenheden van de afgelo-
pen jaren te borgen. Bij elke nieuwe starter zullen we er bij stil moeten staan hoe de begeleiding wordt georganiseerd. Hoeveel tijd en ervaring kan de school inzetten, en wat kan de bovenschoolse begeleider bete-
Starters zeggen veel baat te hebben bij een mentor dichtbij op school kenen in het begeleidingstraject? Een mentor op schoolniveau is heel goed in staat de introductie te verzorgen en in te gaan op hulpvragen. Maar wordt daar ook tijd voor vrijgemaakt, bijvoorbeeld binnen de taaktoedeling? Heeft de school een interne coach of een opleidingscoördinator die tijd en ervaring heeft om de coachende rol op zich te nemen en klassenbezoeken af te leggen? Hoe kunnen de begeleiding en de beoordeling van elkaar gescheiden blijven? Het is goed om hier elke keer weer goede afspraken over te maken en deze te borgen.
Zoals eerder is aangegeven is hier een belangrijke taak weggelegd voor de leraar lB. Een essentieel onderdeel van de werkzaamheden van deze functionaris is het coachen en begeleiden van nieuwe collega’s. Betrokkene moet hier uiteraard wel de kennis, vaardigheden en ervaring in opbouwen en gefaciliteerd worden. De bovenschoolse begeleider kan ingezet worden voor de situaties waarin een school nog onvoldoende in staat is om de starter te coachen. Bovendien kan deze begeleider ondersteuning bieden aan mentoren en interne coaches, en bijeenkomsten organiseren. Samenwerking tussen diverse scholen is ook denkbaar. Kan je een leraar lB met specialisatie coaching inzetten op een aantal scholen? Kunnen leerkrachten met bepaalde specialismen themabijeenkomsten organiseren voor startende leerkrachten? Er zijn mijns inziens voldoende kansen en mogelijkheden, waarmee we onze starters een goede begeleiding kunnen geven om hun professionaliteit verder te ontwikkelen.
5
Hugo Joustra, inspecteur primair onderwijs, over opbrengstgericht werken:
‘Streef naar het maximale > TEKST Tom Streng <
S
inds kort heeft mijn oudste zoon zijn rijbewijs. Onze auto, een blauwe Ford Focus, wordt dan ook herhaaldelijk uitgeleend voor tochtjes die de jonge sportieveling tot voor kort gewoon per fiets aflegde. Geen enkel probleem, ware het niet dat hij de autoradio steeds overschakelt op het schreeuwerige Radio 538. Dat leidt bij mij tot enige ergernis, want op het moment dat ik de auto start dient er altijd te worden overgeschakeld naar het bij mij favoriete Radio 1. Deze dag vormt de druk op de knop echter de perfecte opmaat voor de presentatie van Hugo Joustra, inspecteur primair onderwijs, over opbrengstgericht werken. De presentatie van de schoolinspecteur wordt gegeven in het zalencentrum De Brug te Reeuwijk tijdens het directeurenoverleg van De Groeiling.
Goedemorgen Nederland De journalist van Goedemorgen Nederland interviewt een directeur van een zwarte school in een Amsterdamse achterstandswijk. Door gericht te werken met de toetsresultaten uit het leerlingvolgsysteem wist deze school in korte tijd de promotie te maken van een zeer zwakke school tot een school die nu een positieve beoordeling heeft gekregen van de inspectie. De genomen maatregelen voor dit huzarenstuk waren ook ingrijpend. In twee jaar tijd werd een aanzienlijk deel van zijn team vervangen door gemotiveerde leerkrachten die met veel ambitie en commitment met de op school gemaakte afspraken aan de slag
Opbrengstgericht werken Opbrengstgericht werken is een belangrijke pijler van de Kwaliteitsagenda PO, maar staat in de praktijk nog in de kinderschoenen. Opbrengstgericht werken betekent dat leraren zich in het bijzonder op leeropbrengsten zouden moeten focussen. Toetsresultaten spelen daarin een rol, maar ook de dagelijkse praktijk van observeren van leerlingen, nakijken van werk en dergelijke. (http://schoolaanzet.nl/opbrengstgerichtwerken)
6
gingen. In de Wierickezaal opent Hugo Joustra zijn betoog met het tonen van een artikel uit de leeuwarder Courant. ‘Gebrek aan ambitie op de basisschool’ kopt de krant uitdagend. Essentie van het artikel is dat het bij scholen vaak ontbreekt aan kennis en vaardigheden om goed om te kunnen gaan met de gegevens over de vorderingen van de leerlingen. ‘De scholen die het wel goed doen, zouden de ambitie moeten hebben om het nog beter te doen’, aldus de in het artikel geciteerde hoofdinspecteur leon Henkes. Dat scholen traditioneel veel voor zwakke leerlingen doen juicht hij toe, maar hij plaatst een kanttekening bij de wijze waarop scholen omgaan met gemiddeld- en goedpresterende leerlingen.
‘Organiseer je successen’ Joustra vindt dat je successen moet organiseren. In dit kader prijst hij De Groeiling, die in het concept van het strategisch beleidsplan een uitvoerige passage heeft staan over opbrengstgericht werken en waar onlangs een werkgroep opbrengstgericht werken in het leven werd geroepen. ‘Ik ben dat nog niet eerder tegengekomen’, prijst hij het bovenschools management van de nog jonge stichting. ‘Successen organiseren betekent dat je ambitie moet tonen. Stel duidelijke doelen, handel en evalueer’, het zijn deze woorden die de kern vormen van de door een Powerpoint ondersteunde presentatie van de
inspecteur uit Etten-leur. Hij is echter ook realistisch: ‘De doelen worden niet altijd volgens verwachting bereikt. Calculeer daarom tegenslagen in.’ Aansluitend bij het geciteerde uit de leeuwarder Courant meldt Hugo Joustra dat de aandacht niet alleen moet uitgaan naar de zwakpresterende kinderen: ‘Streef naar het maximale niveau, kijk welke potentie er in een groep zit en vraag je altijd af of het beter had gekund.’ Om op school een optimaal onderwijsklimaat te creëren moet je naar de weinig discutabele mening van Hugo Joustra de beste leerkrachten in huis hebben, scholing is daartoe uiteraard een middel dat van groot belang is. Toetsresultaten en scores moeten in het team in een open sfeer besproken kunnen worden. ‘Spreek elkaar aan en wees kritisch naar elkaar toe. Je bent met z’n allen bezig met die kinderen.’ Ook met ouders moeten de leerrendementen worden besproken, zodat de school ook aan ‘de klanten’ verantwoording aflegt over z’n onderwijs.
Handelingsplan Het is de bekende strijd tussen intern begeleiders en de collega’s die voor de klas
niveau’ staan. ’Ik zie nergens handelingsplannen’ met als weerwoord ‘Ik heb daar geen tijd voor’. Joustra verschaft duidelijkheid: ‘Handelingsplannen schrijf je voor kinderen met een negatief afbuigend leerrendement. Dit kunnen zowel kinderen met een A-score als kinderen met een E-score zijn. In deze handelingsplannen moeten de doelen concreet omschreven staan, bv. in vaardigheidscore. Voor kinderen die begeleid worden omdat ze bepaalde leerstofonderdelen niet beheersen kan worden volstaan met het maken van korte aantekeningen en hoeft geen handelingsplan opgesteld te worden.’ Het onderwijs moet op maat worden gegeven. Dit kan betekenen dat kleuters al volop bezig zijn met het leesproces. Voor kinderen die een eigen leerlijn volgen dient een toekomstperspectief te worden uitgezet. Bij de kleuters moet een perspectief worden geschetst tot groep 4. Vanaf groep 6 moet er een uitstroomperspectief worden opgesteld. Kinderen die een eigen leerlijn volgen moeten ‘op maat’, dus adaptief, getoetst worden
De praktijk Joustra’s presentatie deed mij terugdenken aan mijn eigen school. In een van de laatste schoolweken van het einde van het vorige schooljaar kregen wij de inspecteur op bezoek. ‘Een routinebezoek, het duurt niet lang’, werd ons tevoren gemeld. Het bezoek van de inspecteur verliep voorspoedig en ik kon de grote, trotse glimlach nog nauwelijks verhullen. Dat veranderde echter toen onze tussenresultaten van het technisch lezen ter sprake kwamen. Veel kinderen toonden volgens de Cito-ontwikkelingslijnen te weinig of zelfs een negatief leerrendement en in sommige groepen was het aantal minderpresterenden opvallend hoog. We hadden dat met elkaar wel eens geconstateerd, maar waren te weinig kritisch geweest. ‘Het is een zwakke groep’, is dan een te snel getrokken conclusie. Daarbij wordt dan al snel vergeten dat ook de rol van de leerkracht in het onderwijsproces zeer essentieel is. Als beloning werd ons een uitgebreid vervolgonderzoek in september in het vooruitzicht gesteld. Na van de eerste schrik te zijn bekomen zijn wij, ons nog volkomen onbewust van Joustra’s woorden, ons eigen succes gaan organiseren. Toetsresultaten werden uitgebreid geëvalueerd en geanalyseerd. Vervolgens werd een projectplan ter verbetering van het technisch lezen opgesteld. In het plan werden ambitieuze tussen- en einddoelen op groepsniveau vastgesteld. Hugo Joustra toonde zich bij zijn vervolgbezoek in september zeer tevreden over de wijze waarop we aan de slag waren gegaan met het technisch lezen. Inmiddels hebben wij kunnen ervaren dat je niet ontkomt aan tegenslagen. Niet alle kinderen toonden het verwachte leerrendement, op groepsniveau hebben we de door ons gestelde tussendoelen echter bereikt. Dit vooral dankzij de enorme inzet van de leerkrachten die zich maximaal hebben ingezet om verandering teweeg te brengen.
Column Ton Hendrickx
Maak van een acht een tien, niet van een vier een zes Vorig jaar scheef ik samen met Olympisch dameshockeycoach en –kampioen Marc lammers het boek “Yes! Een crisis”. Een positief boek over de kansen die een crisis biedt. Want voor je het weet praat je jezelf en anderen in een diepe put. Samen hadden we ons dagenlang opgesloten om het boek te schrijven. Hij vertelde zijn topsportervaringen en ik combineerde dat met mijn bedrijfsadvieswerk. En een van de wonderlijkste kansen die wij voorzagen in tijden van crisis is: Maak van een acht een tien en niet van een vier een zes. laat mensen in organisaties – of dat nou een hockeyteam of een bedrijf is – vooral de dingen doen waar ze goed in zijn. Mensen zijn goed in de dingen die ze leuk vinden. En omgekeerd. Dan zijn ze ook onderscheidend. Dan krijgen ze zelfvertrouwen, dan groeien ze. Iets wat je niet leuk vindt kan een ander altijd beter.
Iets wat je niet leuk vindt kan een ander altijd beter. Onlangs ging ik naar een ouderavond. Ik vraag dan altijd aan mijn kinderen waar zij denken dat ik naartoe moet. Aardrijkskunde? Wiskunde? Frans? Zeg het maar. Mijn zoon zei: “Ga maar naar wiskunde.” Ik vroeg hem waarom en hij zei: “Dat gaat lekker”. Ik dacht “Je hebt helemaal gelijk.” De betreffende docent kon zijn verbazing niet verbergen: “Dit heb ik nog nooit meegemaakt, een ouder die op een ouderavond naar me toe komt en wil weten waarom het zo góed gaat met zijn kind bij wiskunde.” Marc werd er Olympisch kampioen mee in Beijing. En dan te bedenken dat hij zwaar dyslectisch is. “Een zegen”, noemt hij het zelf. “Omdat ik niet kan lezen en schrijven, zie ik meer dan anderen. Op een andere manier.” laat uw vieren voor wat ze zijn, focus op uw achten!
TON HENDRICKx IS bESTUURSLID EN COMMUNICATIEONDERNEMER
Opbrengstgericht werken? Het werkt!
7
KORT NIEUWS Televisie op bezoek bij de Regenboog In het kader van ons schoolproject “Media en techniek” kregen de groepen 6 en 7 van de Regenboog locatie Zuidlaan op donderdag 22 april jl. bezoek van 10 mensen van de NOS. Zo kwamen onder meer Rozemarijn Moggré, één van de ge-
zichten van het NOS Jeugdjournaal, Klokhuis-presentator en nieuwslezer van NOS Headlines Mustafa Marghadi en Wilma Borgman, politiek verslaggever bij het NOS Radio 1 Journaal op bezoek. De ‘mediavips’ kwamen de hele dag op school in het kader van NOS Nieuws on Tour. Dit project bestaat sinds januari 2009, en is eigenlijk bedoeld voor het voortgezet onderwijs, maar men wil er nu
ook mee naar de basisscholen. Wilma Borgman, ouder van 2 kinderen op onze school en politiek verslaggever bij de NOS, wilde graag haar steentje bijdragen aan ons schoolproject en zag dit als een pilot. Spelenderwijs en stapsgewijs werd ingegaan op het journalistieke proces om zo de kinderen ‘mediawijs’ te maken. Van interviewen en presente-
Schuitje varen op de Kind ervriend Afgelopen periode is de Kindervriend actief aan de slag geweest met het thema ‘Schuitje varen’. De opening op 12 april we rd geheel in stijl gedaan. De juffen en meest ers, gekleed als matroos, viswijf of kapitein, brachten enkele zeemansliederen ten gehore onder de bezielende leiding van accordeonist Jaap Mulder. Tijdens de projectweek is er door de kinderen uitgebreid gesproken, gew erkt en geknutseld over de zee, de scheepvaa rt en alles wat daarmee te maken heeft. Het project is een voorlo per op de Goudse havendagen. Vanuit de Bre de School worden er voor een aantal groepen activiteiten georganiseerd rond het project “ Er zit muziek in de museumhaven”.
ren tot filmen en montage: alles wat nodig is bij het maken van een goed nieuwsitem kwam aan bod. Het was een zeer leerzame, geslaagde dag. De resultaten zijn te zien op http://headlines.nos.nl/forum.p hp/nieuwsontour of via de hoofdpagina van www.nosheadlines.nl en dan doorklikken naar de pagina van NOS on Tour.
Nieuwbouw Klavertje 4 en de St. Jozefschool in Oudewater Op 14 juni jl. werd in Oudewater op feestelijke wijze een convenant ondertekend tussen de vertegenwoordigers van de gemeente, Klavertje 4 en de St. Jozefschool. In het convenant is opgenomen welke werkzaamheden en door wie moeten worden uitgevoerd. Ook de wijze van bekostiging en afspraken over betalingen zijn hierin opgenomen. Plaats van handeling was de bouwplaats, waar eind 2011 een nieuw schoolgebouw voor beide scholen zal staan.
8
Verhuizing Gerardus Majellaschool Keuze architect boskoop Er is een aanbestedingsprocedure gestart oor de bouw van de brede school in Boskoop, waarbij De Zevensprong betrokken is. Bijna veertig architectenbureaus schreven in op dit project. Na een selectieprocedure bleven er vijf bureaus over. Die bureaus hebben eerst met alle betrokkenen gesproken om vervolgens een visie op papier te kunnen zetten. Op 18 juni werden deze visies besproken met de selectiecommissie, waarvan ook de algemene directies en de directeuren van de deelnemende scholen deel uit maken. Het bureau waarop de keuze gevallen is mag vervolgens een concreet ontwerp gaan maken. Dit moet komend najaar gereed zijn.
Op 5 juli a.s. mag de Gerardus Majellaschool een nieuw schoolgebouw betrekken in MFA Oude Tol te Reeuwijk. Dat betekent nog een hoop geregel: er moet nieuw meubilair en inventaris worden besteld en afgeleverd, spullen moeten verhuisd worden uit het oude gebouw naar het nieuwe gebouw, lokalen moeten worden ingericht en dat alles in overleg met de beide andere scholen en de kinderopvang. Kortom: het vakantiegevoel is nog even ver weg, maar een nieuw gebouw nabij.
Wat is toeval… Een oud-personeelslid toerde enige tijd geleden met zijn vrouw door Australië. Tot hun grote verbazing zagen ze bij het binnenkomen van de stad Cairns een bordje langs de weg met een verwijzing naar de “St. Gerard Majella School”. Dezelfde naam als de school, waarop deze leerkracht in Reeuwijk ruim 33 jaar heeft lesgegeven. Het verhaal vermeldt verder niet of betrokkene inmiddels weer voor de klas staat…….
Zicht op kunst De Mariaschool stond de afgelopen weken in het teken van de kunst. Met de kinderen zijn we bezig geweest met alle aspecten van de kunst. Er werd gedanst, geschreven, getekend, geschilderd, mime-gespeeld, muziek gemaakt (ook hip-hop en djembé!), Daarbij werd gebruik gemaakt van de begeleiding en inzet van kunstenaars. De extra uitgaven van dit project konden mede mogelijk worden gemaakt dankzij de extra bijdragen van de SOM (Stichting Ondersteuning Mariaschool). Het project werd afgesloten met een heuse tentoonstelling, waarvoor de rode loper uitgelegd werd!
9
Zeven directe Ad van Disseldorp
D
e Groeiling heeft vierentwintig scholen. Eén school (leonardo) wordt geleid door een locatieleider, de andere scholen worden geleid door een directeur. Hier stellen zeven leidinggevenden zich voor. De overige leidinggevenden stellen zich in de volgende nummers van dit personeelsblad voor.
Sinds mei 2003 heeft de St. Michaëlschool in Hazerswoude Dorp mij als directeur. Ik ben Ad van Disseldorp en hoop dit jaar de 6 kruisjes te behalen. Speerpunten zijn voor mij het kunnen geven van goed onderwijs aan alle kinderen en het scheppen van een prettig werkklimaat voor de collega’s. Ondanks de steeds krimpende budgetten vanuit de overheid probeer ik deze speerpunten zoveel mogelijk in stand te houden. Ik erger me wel aan een overheid die probeert voor een dubbeltje op de eerste rang te zitten. Wil je voor de toekomst van je land, gemeente, dorp of gemeenschap iets opbouwen zul je bereid moeten zijn om hier in te investeren. Op korte termijn zal dit wel geld kosten, maar dit betaalt zich uiteindelijk meer dan dubbel terug. Het is meer rendabel dan welke aandelentransactie dan ook. Binnen De Groeiling probeer ik me in te zetten voor een eensgezinde organisatie die kwaliteit en collegialiteit als voornaamste waarden uitstraalt. Op onderwijskundig terrein vind ik het zeer belangrijk dat we uit de kinderen het maximale halen. Hiervoor wordt er op onze school in iedere groep op minimaal 3 niveaus gewerkt. Verder proberen we een RT+ groep in stand te houden en werken we met rugzakjes van uit het ministerie, maar ook vanuit het samenwerkingsverband Rijnstreek. Organisatorisch werken we op de Michaëlschool met een managementsteam, bestaande uit de directeur, de IB-er en 2 bouwcoördinatoren. Zowel de IB-er als de bouwcoördinatoren zijn op onze school functies en deze worden gewaardeerd als een lB functie. Hierdoor ontstaat een zeer stabiele organisatie, die niet afhankelijk is van een persoon. Het doorgaande beleid is op deze manier zo optimaal mogelijk gewaarborgd. Alle mensen van het managementsteam hebben een aantal zaken waar zij voor verantwoordelijk zijn en die zij naar volle tevredenheid uit voeren. Ik hoop nog ruim 5 jaar in volle gezondheid te kunnen werken op de Michaëlschool, waarna ik kan terugtrekken voor een nieuwe uitdaging van actieve gepensioneerde.
Hans de Haas Mijn naam is Hans de Haas. Ik ben gehuwd en vader van 5 kinderen (3 eigen kinderen en 2 pleegkinderen). Vanaf mei 2001 ben ik directeur van de Kameleon, een kleine basisschool in WaddinxveenZuid. Met deze functie maakte ik gelijk een overstap van de toenmalige ‘Groene Waarden” naar het R.K.S.G. In mijn Groene Waarden-periode heb ik gewerkt als leerkracht op de Willibrord, de Speel- en Werkhoeve en parttime op de Pax Christi, daarna werd ik adjunct-directeur op de St. Michaël in Hazerswoude-Dorp. De keuze om directeur te worden van een kleine basisschool had te maken met een combinatie van mijn passie voor het lesgeven en het willen meebepalen van de koers van de school. Het bleek dat het niet gemakkelijk was om voldoening te vinden in deze combinatie. Het goed uit elkaar houden van beide functies is lastig en regelmatig had ik het gevoel dat ik beide dingen half deed. Toen zich in oktober 2003 de mogelijkheid voordeed om mijn lesgevende dagen in te ruilen voor een directeursfunc-
10
tie op de St. Catharina in Haastrecht, heb ik dit gedaan. Vanaf dat moment geef ik leiding aan twee enthousiaste teams. Op maandag en donderdag ben ik op De Kameleon en op de overige dagen op de St. Catharina. De Kameleon is vanaf 2002 de eerste brede school van Waddinxveen. De verschillende wijkorganisaties (buurtvereniging, peuterspeelzaal, welzijn, jeugd en jongerenwerk en de gemeente) ondersteunen en versterken elkaar en hebben de Kameleon tot het middelpunt van de wijk gemaakt. De St. Catharina is een T.O.M.-school. (teamonderwijs op maat). Er wordt enthousiast gewerkt aan onderwijsvernieuwing waarbij de 3 pijlers (personeel, organisatie en leeromgeving) betrokken worden. De ruimte in dit stukje is te beperkt om hier verder op in te gaan, maar als je er meer van wil weten of het in de praktijk wilt zien, ben je van harte welkom.
uren stellen zich voor ... Jan Kaarsgaren Ik ben niet zo’n schrijver en al helemaal niet over mijzelf. Uitgesteld tot de uiterste deadline en nu kom ik er niet meer onderuit. Sinds 1 september 2001 ben ik directeur van ´t Carillon in Goverwelle (Gouda). Ik ben hier gekomen in 1990 als leerkracht voor een halve week en na een baan als adjunct-directeur doorgestroomd naar de directeursfunctie. Een baan die ik met veel plezier vervul. Uiteraard zitten er plezierige en minder plezierige kanten aan, maar de samenwerking met al het personeel en het samen staan voor dat wat je wilt bereiken met je onderwijs geeft mij veel werkplezier. Wat ik wil bereiken? Goed , passend onderwijs bieden aan de kinderen die ons zijn toevertrouwd. Vertrouwen dat we van de ouders hebben gekregen. In onze schoolgids en in de kennismakingsgesprekken die mijn collega Ineke van Zijl of ik met nieuwe ouders voeren scheppen we een beeld van het adaptief onderwijs dat wij geven. Dat beeld samen waar maken in je dagelijkse praktijk, met vallen en opstaan, dat is de uitdaging. Dat doen we
met een grote groep mensen, die gelukkig ook niet allemaal hetzelfde zijn. De balans vinden tussen de persoonlijke ontwikkelingen en passies van de collega ‘s en de onderwijskundige lijn die we als organisatie willen volgen, is een mooie taak. Het ruimte bieden aan je collega ‘s voor nieuwe ontwikkelingen heb ik o.a. geleerd van Piet Steenbergen in de vijf jaar dat ik op de Roncallischool in Oosterwei werkte. Ook de opleiding voor schoolleiders en Human Dynamics hebben me daarin gestimuleerd. De start van mijn loopbaan ligt in Haastrecht, waar ik één jaar kon komen na mijn diensttijd (met dank aan Bianco de leeuw). Daarna heb ik ruim vijf jaar in Bunnik gewerkt,voordat ik naar Gouda kwam. De toekomst? We zijn met een werkgroep bezig het onderwijsconcept voor de leerlandschapschool vorm te geven. Een onderwijsvorm die nog beter aansluit bij de leerlingen van nu en de volwassenen van straks. Een school die uitdaging biedt en leerlingen stimuleert mee te denken over hun ontwikkeling.Een rol spelen bij het ontstaan van die school uit dat sompige Westergouwe (Gouda) klinkt aantrekkelijk, of een directeursbaan binnen een andere school, of een combinatie van die twee? Er valt nog genoeg te doen de komende jaren!
Tony bouwsma Mijn naam is Tony Bouwsma. Ik ben sinds 2003 directeur van basisschool De Akker in het groene boomkwekerdorp Boskoop. Mijn onderwijsloopbaan begon in 1982 in Zoetermeer met een fulltime job van vijf dagen in de week in een eigen groep. Er volgde een periode waarin je, in mijn beleving, dag en nacht met je klas en voor je school bezig was. Niets was te dol en ik had, door het ontbreken van een eigen gezin, ook overal de tijd voor. In 1992 werd ik door de start van WSNS en de behoefte ook buiten de eigen groep steeds meer andere zaken aan te willen pakken intern begeleider. In augustus 1999 fuseerde de school, door de toenemende vergrijzing in Zoetermeer en een daardoor dalend aantal leerlingen, met een collega-school binnen dezelfde wijk. Op de fusiedatum werd ik benoemd tot kersverse adjunct-directeur van de nieuwe school en was tevens locatieleider van de nevenvestiging. Tijdens het volgen van de schoolleidercursus werd ik in het schooljaar 2002-2003 gevraagd als waarnemend directeur. In 2003 waagde ik, na 21 jaar met veel plezier in Zoetermeer gewerkt te hebben en met enige managementervaring rijker, ein-
delijk de grote overstap naar Boskoop, waar ik tot op dit moment met veel plezier een zeer afwisselende baan heb als directeur van De Akker. Onze school heeft zich in de laatste jaren ontwikkeld tot een school met een gedifferentieerd aanbod van de leerstof voor leerlingen bij de kernvakken rekenen, taal, spelling en lezen. Daarnaast kiezen wij steeds vaker voor een meer thematische aanpak van de wereldoriënterende vakken. Met de in 2007 gestarte Kanjertraining werkt De Akker tevens aan een veiliger schoolklimaat. Met ingang van dit schooljaar heeft de school ook een heuse leerlingenraad met grote invloed op de besluitvorming bij zaken die direct met de leerlingen te maken hebben. De Akker bestaat momenteel uit twaalf groepen met in totaal 280 leerlingen en 23 personeelsleden. De naam van de school verwijst naar de houtakker of windakker, een smalle strook grond met dichte begroeiing, die de ernaast gelegen boomkwekerij beschermt waardoor jonge boompjes kunnen uitgroeien tot exemplaren die geschikt zijn voor de verkoop. Hetzelfde principe proberen wij ook toe te passen op onze school. Wij willen op ‘onze Akker’ een zodanig klimaat creëren, dat de leerlingen, ieder naar eigen aard en aanleg, zich zo optimaal mogelijk kan ontwikkelen.
11
Zeven directeuren stellen zich voor ... Saskia van den Akker Ik ben Saskia van den Akker. Sinds januari 2009 ben ik directeur van de Pax Christischool in Bodegraven Binnen De Groeiling is het woord mobiliteit een populair en veel voorkomend woord geworden. Daarom durf ik het bijna niet aan om mijn loopbaan te beschrijven...... Toen ik een zesjarig meisje was, hebben mijn ouders voor de Pax Christischool gekozen. Als Pabostudente kwam ik terug naar de Pax. Bijna afgestudeerd werd ik als leerkracht weer naar de Pax toegetrokken voor een baan en ik wilde niets liever. Ruim negen jaar heb ik vooral in groep 1-2 gewerkt. Na een middenmanagementopleiding kreeg ik de smaak te pakken en werd ik nieuwsgierig naar de functie directeur. Bij Magistrum heb ik de opleiding gevolgd en in januari 2009 mijn diploma gehaald. Ik werk met heel veel plezier op de Pax. Een leuke school met een enthousiast, betrokken en hardwerkend team. Ik ben getrouwd en heb twee kinderen, een dochter van 3 en sinds maart 2010 hebben wij ook een zoon. Naast werken op de school, geef ik ook danslessen aan kinderen, tieners en volwassenen. Dan moet je denken aan jazzdans met invloeden van de musical, freestyle en moderne dans. Een actieve & creatieve uitlaatklep waar ik al mijn energie kwijt kan, maar ook weer kan opladen. Ik was in de afgelopen maanden met zwangerschapsverlof en het was geweldig om dan de tijd te hebben om van de buitenkant je school in te kijken. En niet alleen de school, maar ook de stichting. We zijn allen aan het “Groeien” met De Groeiling. Mijn hart ligt bij de Pax Christi en daar roepen we regelmatig met en tegen elkaar: “ Pax Christi.....dat is tie !”
Arie van Kastel ik ben Arie van Kastel, directeur van de Krullevaar in Schoonhoven, ben 49 jaar, woon in Capelle a/d IJssel en heb 3 kinderen van 10, 13 en 15 jaar. Mijn belangrijkste hobby’s zijn skaten, reizen en badminton. In een inmiddels redelijk grijs verleden heb ik de Pedagogische Academie gedaan. Na wat omtrekkende bewegingen, waaronder vrijwilligerswerk bij “De Nijmeegse Schillenboer” en een half jaar Nederlandse taalen letterkunde, heb ik toch weer het pedagogische terrein opgezocht. M.O.pedagogiek gedaan, gewerkt in kindertehuizen en in leiden orthopedagogiek gestudeerd. Vervolgens heb ik jaren voor de klas gestaan, voornamelijk in groep 8, in Rotterdam en Capelle a/d IJssel. Ter voorlopige afronding van mijn carrière heb ik de studie aspirant-directeur bij Octaaf gevolgd en toen ik eenmaal directeur in Schoonhoven was (ik had via via van de vacature gehoord) nog de eenjarige schoolleidersopleiding bij hetzelfde instituut. Ik hoop de terugloop in leerlingaantal om te kunnen buigen in een opgaande lijn. Dat wil ik door een betere profilering van de school, samen met de ouders, en door een kwaliteitsslag in school te maken. Met het team gaan we de komende jaren met de één-zorgroute aan de slag. leren is een voortdurend proces. Voor alle betrokkenen. Ik kwam laatst een mooie spreuk tegen die dit verwoordt, en eigenlijk ook de essentie van onderwijs benadert: “In feite zouden alle mensen een T-shirt moeten dragen waarop staat: Heb geduld; ik ben nog niet af.” Houdt het dan nooit op? Nee, het houdt nooit op. Gelukkig maar. 12
Hans Verkley Mijn naam is Hans Verkley, woonachtig in buurtschap Tempel te Reeuwijk, getrouwd en drie volwassen kinderen. Mijn onderwijsloopbaan ben ik gestart op De Zevensprong in Boskoop. Nu ben ik al jaren verbonden aan Willibrord/MIland te Bodegraven. De school bestaat uit een hoofdvestiging en een nevenvestiging in het buitengebied van Bodegraven ‘Meije’ genaamd. Aan de school zijn 30 enthousiaste medewerkers verbonden en samen proberen we goed onderwijs te geven onder het motto ‘IEDER KIND TElT’. Onderwijskundige ontwikkelingen ervaar ik als een uitdaging. Hoe kunnen we ons onderwijs verder verbeteren? Wat hebben we daarvoor nodig? Ik zie veel vakmanschap=meesterschap om mij heen. Daarvan profiteren we als een lerende organisatie tijdens studieavonden of studiemiddagen. Onderwerpen waar we ons momenteel mee bezig houden zijn: • Meervoudige intelligentie • Zelfstandig werken en klassenmanagement • Reflecteren met kinderen en werken met portfolio’s Als gevolg van subsidietoezeggingen werken we aan een reken en techniekpilot. Het onderwerp ‘opbrengstgericht werken’ spreekt ons aan en gaan we volgend schooljaar nader uitwerken. Nieuwbouw van de hoofdvestiging en goed onderwijs blijven bieden aan de kleiner wordende nevenvestiging vragen eveneens zijn aandacht! Ik ben heel trots op de leerlingenraad van Willibrord en MIland. Vier jaar geleden zijn we gestart met de leerlingenraad en ik vind het prachtig zoals we kinderen op deze wijze betrekken bij hun eigen school. Het zegt veel over onze visie op kinderen. Ook noem ik ‘de Verrekijker’. Deze groep meerbegaafde kinderen komt wekelijks bijeen en ‘de Verrekijker’ voldoet aan de behoefte om de onderwijszorg breed te benaderen. Tot slot: voor een juiste balans lees ik veel (Stieg larsson is een aanrader!), bezoek ik graag het filmhuis (‘The Reader’ mooiste film van 2009), speel ik volleybal en wandelen mijn vrouw en ik jaarlijks in het buitenland (zie ook www.viaroma.nl).
Groeilinks Digitale tips en trucs door Jack Nowee
Werken met het digibord en meer ...
JACK NOWEE IS lEERKRACHT IN GROEP 8 OP DE AKKER IN BOSKOOP
I
n de eerste ‘Groeilinks’ heb ik een aantal handige Katholiek basisonderwijs Geel zoekmachines de revue laten passeren. Deze keer Soms moet een mens iets verder kijken om wil ik wat meer aandacht besteden aan sites waarmee hele mooie dingen te ontdekken. het werken met een digibord simpelweg een ‘makkie’ www.kabage.be/ict is een website van wordt. Verder gewoon een aantal leuke, leerzame, onze Belgische onderwijscollega’s. Op deze uitgebreide website tref je per leerjaar (klas/groep) allerlei prachtige en nuttige oefemaar vooral handige sites. ningen aan op het gebied van rekenen, taal en wereldoriëntatie. Ook voor de kleuters zijn er op basis van de leeftijd diverse spelletjes en oefeningen te doen.
Cursus Onderwijs en ICT Toen Wim Bielderman, initiatiefnemer van deze fantastische site, met www.schoolbordportaal.nl startte, stonden er alleen wat rekengereedschappen voor het digitale schoolbord op. Wie er nu een kijkje op neemt (en dat zou ik zeker doen!) vindt er een ongelooflijke hoeveelheid gereedschappen, links, sites, oude wandplaten, e.d. om te gebruiken op het digibord. De digibordgereedschappen zijn gerangschikt naar vakgebied. Je treft hier niet alleen dingen voor de bovenbouw aan, maar zeker ook voor de kleuters.
Wie meer wil doen met de mogelijkheden van computers, internet en nieuwe media in het onderwijs, maar nog niet alle mogelijkheden kent, is er de gratis cursus Onderwijs en ICT. In deze cursus worden de cursisten stap voor stap meegenomen langs de belangrijkste toepassingen. De cursus is ontworpen door Serge de Beer en kun je vinden op www.learningtour.nl Zeker een aanrader! Op dit moment staan er al zes verschillende lessen online, waaronder les 6: “Haal meer uit je digitale schoolbord.” Alle lessen zijn als PDF te downloaden. Handig!
Digibord
Leerspelletjes
Andre Gilara, een bevlogen collega en webmaster uit het oosten van het land en werkzaam in het Montessorionderwijs, heeft een twaalftal prachtige en uitgebreide websites gemaakt. Deze sites heeft hij ondergebracht op digibord.weebly.com Een waanzinnige hoeveelheid links rondom de onderwerpen: aarde, dieren, planten, kunst, topo, rekenen, popmuziek, Nederland, bouwwerken, het menselijk lichaam, Afrika en de 10 tijdvakken uit onze geschiedenis. En hij is nog lang niet klaar ….!
Wie op zoek is naar een educatief spelletje, is op www.spelletjesplein.nl op het juiste adres. Een leuk spelletje als afsluiting van een les of zomaar tussendoor. De spelletjes zijn ingedeeld op vakgebied, dus dat zoekt gemakkelijk. Zet de site eens in de weektaak bij het extra werk. De kids zullen razend enthousiast zijn! TIP: Als je zelf gaat kijken, doe dat dan in het weekend of in een vakantie. Je bent zo uren bezig.
bordwerk
Diplomamaker
Er staat weliswaar nog het woordje ‘Beta’ bij, maar deze site heeft zijn waarde in het onderwijs al ruimschoots bewezen. Wie een kijkje op www.bordwerk.nl neemt, treft hier een grote hoeveelheid links naar websites, online gereedschappen, presentaties en video’s. Bordwerk heeft een handige zoekfunctie, die gebruik maakt van filters. Dit vergemakkelijkt het zoeken en u heeft in een handomdraai het juiste filmpje of tooltje bij de gekozen les. Als je lid wordt van Bordwerk, kun je ook zelf van alles toevoegen, bloggen, e.d.
Welk kind verdient er niet af en toe een diploma? Met www.diplomamaker.nl maak je in een handomdraai leuke diploma’s voor allerlei gelegenheden, waarbij je van alles kunt instellen. Er zijn allerlei standaard afbeeldingen, maar per thema (bijvoorbeeld Sinterklaas) worden er extra afbeeldingen aan de site toegevoegd. Eigen afbeeldingen uploaden behoort ook tot de mogelijkheden.
Schoolbordportaal
Vragen, ideeën, opmerkingen? Graag! Mail naar
[email protected]
13
> TEKST Ad van Disseldorp <
In gesprek met de voorzitter van de GMR
Het is belangrijk dat de GMR op volle sterkte kan functioneren C
asper Steenstra Praamsma is sinds september 2009 voorzitter van de GMR van De Groeiling. Voordat hij voorzitter werd is hij lid geweest van de GMR van De Groene Waarden en is hij al 5 jaar lid van de MR van de Gerardus Majellaschool in Reeuwijk, waarvan 3 jaar als voorzitter. Hij is lid geworden van de MR omdat hij naast zijn werk ook op een andere manier maatschappelijk betrokken wilde zijn bij de gemeenschap van Reeuwijk. Toen de GMR van De Groeiling tot stand kwam is hij gevraagd als interim voorzitter, tot aan de verkiezingen. Bij deze verkiezingen is hij tot voorzitter gekozen.
14
De vorming van De Groeiling ziet hij als een proces dat goed op weg is, beter dan menig fusieproces in de andere sectoren van de maatschappij. Casper ziet het komend schooljaar 2010 - 2011 als een mooi ijkpunt om te kijken hoe de organisatie er voor staat. Wel staat voor hem vast CA SPER STEENSTRA PRA AMSMA dat de onderlinge verstandhouding binnen De Groeiling als heel prettig wordt ervaren. Er is plaats voor hoor en wederhoor en de algemene directie laat duidelijk merken dat de inbreng van iedereen op prijs gesteld wordt. Kijkend naar de huidige situatie gebruikt Casper de volgende metafoor: wanneer het 20 graden buiten is, kan het aangenaam zijn. Toch zul je ervoor moeten waken dat het geen 20 graden is en zwaar bewolkt, maar dat minimaal de zon het overwicht heeft.
Moeilijk eerste half jaar Casper stelt dat het eerste half jaar van De Groeiling moeilijk is geweest doordat er onvoldoende sturing en informatie is geweest vanuit de verantwoordelijken. De GMR is toen ook onvoldoende alert geweest om informatie te vragen die nodig was voor een meer soepele start. Nadat de algemeen directeur is aangetreden is hier duidelijk verandering in gekomen en kon er begonnen worden met de bouw van de organisatie. Die werd wel meteen geconfronteerd met een groot financieel tekort. Dit is mede ontstaan doordat er onvoldoende leiding en sturing was. Gelukkig is er een zodanige reserve dat er ruimte is om dit tekort op een fatsoenlijke manier weg te werken. Hoewel de overheid er op aandringt dat – daar waar meer reserve is dan nodig is voor een gezonde bedrijfsvoering - besturen die ook verkleinen, vindt Casper dat er voldoende reserve moet zijn. Deze reserves geven extra inkomsten (rente), waarmee de stichting beleid kan maken. Op dit moment zijn deze inkomsten nodig zodat een deel van de tekorten kunnen worden opgevangen tot de begroting op orde is. Daarna zullen deze inkomsten gebruikt kunnen worden om op die plaatsen, waar een accuut probleem ontstaat, tijdelijk bij te springen.
Scholen zullen ook voor de toekomst rekening moeten houden met bezuinigingen vanuit de overheid. Casper verwacht dat de vergoeding per leerling niet gelijk op zal gaan met de ontwikkeling van de kosten. Hij is van mening dat de algemene directie van De Groeiling de scholen daarbij uitgebreid moet begeleiden. Zodat ondanks de keuzes die gemaakt moeten worden, de kwaliteit van het onderwijs toch op peil zal blijven. De GMR zal hierbij ook een rol moeten spelen. Zij zal door meedenken en gebruik te maken van hun instemmingsrecht dit proces mee vooruit moeten helpen.
Op volle sterkte
sitieve manier wordt besproken door de mensen in de wijk of het dorp. Mond op mond reclame is de beste en goedkoopste manier van public relation. Directies en teamleden zullen hierbij moeten zorgen dat zij uit één mond spreken. Casper vindt het van belang dat eventuele individuele verschillen van mening opzij gezet worden om te komen tot een eensgezind standpunt dat de school ten volle uitdraagt.
Passend onderwijs Een belangrijke onderwijskundige ontwikkeling waar we in de komende jaren mee te maken krijgen is Passend Onderwijs. Casper heeft de indruk dat De Groeiling aardig op weg is om dit te realiseren, maar vraagt zich af of dit ook volledig gerealiseerd wordt. los van de politieke onduidelijkheid die er op dit moment is over dit onderwerp, schat hij ook in dat het aantal leerkrachten per leerling steeds meer zal dalen. Een ambtelijke werkgroep, ingesteld door het vorige kabinet, heeft hierover concrete voorstellen gedaan. Uiteraard moet worden afgewacht of een nieuw kabinet dit uit zal gaan voeren. los van de omvang van het aantal leerkrachten stelt hij dat we bij een dergelijke onderwijskundige ontwikkeling als passend onderwijs afhankelijk zijn van de capaciteit van de individuele leerkrachten om dit te realiseren in steeds groter wordende groepen. Ook hierbij kan de GMR een kritische rol in de organisatie (blijven) vervullen.
Profilering is ook voor de individuele scholen van belang
Hiervoor zal het nodig zijn dat de GMR ook weet wat er speelt op de scholen. Omdat niet iedere individuele school is vertegenwoordigd door een afgevaardigde, zullen de leden van de GMR zich moeten informeren bij de scholen die zij rekenen tot hun cluster. Hiervoor is het belangrijk dat de GMR op volle sterkte kan functioneren. Daarom is het belangrijk dat er zich zo spoedig mogelijk nieuwe kandidaten voor de GMR aanmelden.
Profilering Casper stelt dat een uitdaging voor De Groeiling ligt in een duidelijke profilering, zowel regionaal als landelijk (overheid, sectororganisatie). De organisatie is immers (zeker regionaal) een grote speler. Die profilering is ook voor de individuele scholen van belang. De beste manier om de terugloop van het aantal leerlingen te beperken is er voor te zorgen dat je als school veel op een po-
15
> TEKST Harry van de Kant <
Ruimte voor talent I
n januari jl. is binnen De Groeiling het project Toptalent van start gegaan. Doel van het project, dat een periode van drie jaar omvat, is scholen in staat te stellen om onderwijs te bieden dat aansluit bij de leerbehoefte van meerbegaafde leerlingen. Onder leiding van projectleider Odilia van den Berg zijn werkgroepen gestart om dit doel te realiseren.
De aanleiding Uit een onderzoek van de Onderwijsraad (2007) blijkt dat te veel talent in het onderwijs niet benut wordt. Zo is bij 10% tot 18% in het basisonderwijs sprake van onderpresteren. Uit verschillende internationale onderzoeken blijkt dat er een daling is van het aantal Nederlandse leerlingen dat in staat is om een topniveau te halen. Voor toenmalig staatssecretaris Dijksma (OCW) vormde dit alles aanleiding om meer nadruk op de ontwikkeling van talenten in het onderwijs te leggen. Schoolbesturen werden gestimuleerd om een projectplan in te dienen waarin de ontwikkeling van talenten centraal staat. Ook De Groeiling diende een dergelijk projectplan in. Ondanks het feit dat we net naast een subsidiebedrag grepen is besloten dit project-
ODILIA VAN DEN bERG projectleider
‘TOPTALENT’
plan wel uit te gaan voeren. Daartoe is intern een projectleider aangezocht die vanaf 1 januari jl. gestart is met de uitwerking van het project.
Het projectplan Het project omvat een periode van drie schooljaren (2009 – 2012) en er nemen tien scholen (waaronder de leonardoschool) aan deel. Het projectplan beschrijft per schooljaar wat de doelen, activiteiten, het tijdvak, uitvoerders en de beoogde resultaten zijn. De bekostiging vindt plaats uit de middelen van Weer Samen Naar School en uit de toegekende gift van de Stichting ter bevordering van katholiek onderwijs in Gouda en omstreken. De activiteiten van het projectplan zijn gericht op het bieden van onderwijs aan cognitief getalenteerde leerlingen in de scholen, dat aansluit op hun leerbehoeften. Eén van de gevolgen is de vermindering van plaatsing van leerlingen op de leonardoschool.
De projectleider Projectleider is Odilia van den Berg, werkzaam bij de St. Jozefschool Oudewater. ‘Ik heb hart voor het onderwijs en ben er al vele jaren werkzaam in. In de loop der jaren heb ik mij verdiept in ontwikkelingen in het onderwijs, aanvankelijk binnen de eigen
begripsbepaling - Talent/begaafdheid: geeft aan wat iemand - Cognitief talent: past het begrip ‘intelligenin potentie kan. Is een meervoudig begrip: tie’ bij dat meetbaar is met een IQ-toets. cognitief, muzikaal, sportief, sociaal. - begaafdheid in cognitieve zin: een IQ - Toptalent: op één of meer gebieden uitvan 120 en hoger. zonderlijk getalenteerd zijn in vergelijking - Hoogbegaafdheid in cognitieve zin: een met anderen. IQ van 130 en hoger.
16
groep, vervolgens schoolbreed. Mijn kennis en vaardigheden heb ik vergroot door scholing en studie te volgen. Zo heb ik een studie padagogiek gevolgd, gebaseerd op het levend leren concept. Een belangrijk aspect hiervan is het werken in leerteams (bestaande uit deelnemers uit verschillende onderwijssectoren) en afname van assessments in plaats van toetsen. Na afronding van de studie had ik de behoefte om de opgedane kennis en ervaring schooloverstijgend in te willen zetten. Het project Toptalent biedt mij die mogelijkheid.”
De projectorganisatie Vanuit de tien deelnemende scholen zijn personeelsleden gevraagd deel te willen nemen aan de uitwerking van het projectplan. Zij zullen opgeleid worden tot talentcoach en krijgen daarvoor scholing aangeboden, zodat alle scholen een of meerdere deskundigen hebben op het gebied van getalenteerde kinderen. Zij worden de spil in het opstellen van beleid en de uitvoering daarvan. De deelnemers zijn verdeeld over drie werkgroepen: • Werkgroep nulmeting: aan de hand van een checklist, vragenlijst en een overzicht van gegevens wordt in beeld gebracht
Cijfers Het aantal cognitief begaafde leerlingen in het primair onderwijs is landelijk 10% (=150.000 leerlingen). Van deze 10% is een kwart hoogbegaafd (ongeveer 38.000 leerlingen). Voor De Groeiling komt dit neer op ongeveer 600 leerlingen die cognitief begaafd kunnen zijn, waarvan 150 hoogbegaafd.
hoever elke school nu is op het gebied van onderwijs aan cognitief getalenteerde leerlingen en waar de school naar toe wil. • Werkgroep signalering: de mogelijkheden voor intake, signalering en diagnosticering worden onder de loep genomen om vervolgens tot een keuze voor een instrument te komen waarbij kinderen die meer in hun mars hebben sneller herkend worden. Er wordt een gefundeerd advies gegeven aan alle scholen. • Werkgroep onderwijsarrangementen: inventariseren welke materialen, methodes, werkwijze (in de klas, of in plusklassen) geschikt zijn om cognitief getalenteerde leerlingen de juiste uitdaging te bieden. Vervolgens kan een aanbod van aan alle scholen gedaan worden. Inmiddels zijn alle werkgroepen gestart. De werkgroep nulmeting heeft onlangs ( 9 juni jl.) de bevindingen gepresenteerd. Deze informatie wordt vervolgens door de scholen gebruikt om een ‘op maat’ traject op te zetten.
Relatie met het koersdocument In het concept Strategisch beleidsplan van De Groeiling worden vier thema’s benoemd waar de komende jaren zowel op bovenschools als op schoolniveau (en groepsniveau) aan gewerkt wordt. Naast passend onderwijs, opbrengstgericht werken en de professionele organisatie is dit ‘talentontwikkeling voor leerlingen (en personeel)’. Hierin wordt ook het verband gelegd met het project Toptalent.
Relatie met het advies-, kennis- en begeleidingscentrum Het project Toptalent is verbonden aan het advies-, kennis- en begeleidingscentrum van De Groeiling dat per 1 augustus a.s. van start gaat. Via dit centrum wordt de informatie verstrekt, worden cursussen en scholing aangeboden en hier is de projectorganisatie gehuisvest.
Verstrekken informatie Op de website www.degroeiling.nl wordt onder de button ‘Onderwijs’, bij het balkje ‘Toptalent’, informatie verstrekt die toegankelijk is voor alle geïnteresseerden. Ook kan contact op worden genomen met Odilia van den Berg via de e-mail:
[email protected].
Column Gerard van Hooff
Handige donder tegen wil en dank Als ik na een zestal weken mijn gezicht weer eens laat zien en de penicillinekuur mijn gemoed en mijn fysieke mogelijkheden nog danig dwars zit, ligt er een keurig uitgetikt briefje op me te wachten. Aan de datum die erop staat te oordelen, zijn de erop aangebrachte ongemakken al van een eerder tijdstip. De verlichting van de aula is voor de helft in ongerede geraakt en een reeks lampen weigert welke dienst dan ook. Van plan om het hoger op te zoeken was ik eigenlijk nog niet. Thuis had ik moeten beloven letterlijk niet boven mijn macht te gaan werken. Het aangedragen probleem was echter een buitenkansje om mijn prestige eens danig op te poetsen. Snel haalde ik een van de trappen tevoorschijn, zette hem onder de voorste lampen van de gemeenschapsruimte en drukte de plafondplaat van zijn plek. Meteen ontwaarde ik de witte contactdoos waar vanuit een zwart snoer zich richting Tl-balk nummer één begaf. Bij een van mijn eerdere speurtochten in het geheimzinnige gebied tussen plafondplaten en dakbedekking ter vervanging van Tl-buizen had ik me de eenvoudige constructie waarmee semi-overheidsgebouwen uit de zeventiger jaren werden uitgerust eigen gemaakt. Doorkoppelen met een snoertje volstond in die tijd. Het aanraken van stekkers (mannetje – vrouwtje) volstond om het euvel op te lossen. Het overhalen van de schakelaar bracht een kettingreactie op gang en de daarbij behorende zee van licht. Te snel dichtte ik het gat in het systeemplafond, zette de trap op zijn plek en spoedde me met een uitgestreken gezicht naar het kantoor en na ‘binnen zonder kloppen’ meldde ik de reparatie van de aulaverlichting. Tijd: 2 minuten en 18 seconden. Een gevoel van trots maakte zich van mij meester. In deze financieel barre tijden, waarin ik niets dan rampspoed hoor en zelfs even overwoog mijn baan ‘schaal 4’ als besparingsfactor in te brengen, was ik mijn geld al weer meer dan waard gebleken. Bij vrienden en kennissen die zich erover verwonderen dat ik plezier beleef aan mijn bijbaantje naast het FPU-schap en twijfels uiten aan mijn handigheid vertel ik altijd de waarheid: “De norm ligt in de vergelijking. Binnen het onderwijs zijn ze zo onhandig dat een sukkel als ik er met respect behandeld word”. Thuis mocht ik in mijn jeugd nog geen schroevendraaier pakken op straffe van een fikse schrobbering, nu ben ik plots een handige donder. Het kan verkeren. GERARD VAN HOOFF IS CONCIëRGE OP DORPSSCHOOl DE BRON EN DE SPEEl- EN WERKHOEVE.
17
INTERVIEW JEANNETTE OOSTERWIJK KIEScoach
> TEKST Martine Schonenberg <
Eerste hulp bij scheiding: de KIEScoach E
en klas zonder gescheiden ouders is een grote uitzondering. Een op de zes kinderen krijgt een scheiding te verwerken. Om kinderen te helpen al dat leed aan te kunnen is KIES (Kind In Echtscheiding Situatie) ontwikkeld. Een veelomvattend programma op basis van hulp aan kinderen uit een gebroken gezin. Jeannette Oosterwijk is KIEScoach. “Belangrijk is de focus op positiviteit, een kind kracht geven en het delen van ervaringen met elkaar”.
Wat is je functie binnen De Groeiling? “Sinds een jaar of negen werk ik op basisschool ’t Carillon in Gouda als groepsleerkracht. Dit jaar geef ik les aan een combinatiegroep 4/5 en sta een ochtend in de week voor een kleutergroep, 1/2.”
18
Hoe is KIES op je pad gekomen? “Twee jaar geleden had ik een groep van drieëntwintig leerlingen, van wie zeven uit een gezin met gescheiden ouders. Kinderen in echtscheidingsituaties hadden altijd al mijn interesse. De ouders van mijn beste vriendin gingen scheiden toen wij in groep vijf zaten. Hoewel mijn ouders niet ge-
scheiden zijn, heb ik het van heel dichtbij meegemaakt. Dat heeft veel indruk gemaakt. Ook hoe dat later doorwerkt, als je zelf trouwt en kinderen krijgt. Per toeval zag ik dat er een KIESgroep startte in Gouda. Zoekend op internet las ik op de site van KIES hoe je zelf coach kan worden. ‘Dit is iets voor mij’, dacht ik meteen.”
Wat doet het KIES programma voor kinderen? “Kies is een spel- en praatgroep. Bedoeld om de scheiding te verwerken, een plekje te geven. Kinderen ervaringen te laten delen met lotgenoten zonder dat er iemand partijdig is. Kinderen leren dat ze niet de enige zijn die een dergelijk nare situatie doormaken. Een scheiding is voor een kind een rouwproces. Ze gaan daar vaak alleen doorheen, omdat ze de ouders niet willen belasten. De school is een fijne plek voor kinderen om met KIES te werken. Het is een veilige, vertrouwde omgeving.
Wanneer KIES op school wordt aangeboden, ontvangen alle kinderen van gescheiden ouders een uitnodiging. Nadat er van de ouders toestemming is, worden er groepen gevormd van maximaal vijf kinderen per coach. Kinderen van 4-7 en 8-12 jaar worden apart ingedeeld. Via thema’s worden onderwerpen aangeboden in de vorm van gesprekken, spelletjes, tekenop-
meen bespreek hoe het ging en ik ouders nog tips en informatie kan geven over hoe om te gaan met de gevoelens van hun kinderen rond deze situatie. Voor ouders is het best moeilijk om kinderen over hun privésituatie te laten vertellen. Niemand hangt graag zijn vuile was buiten. Als ouders en coach ga je voor hetzelfde doel, namelijk het kind sterker maken. Daarom
Het is niet de bedoeling over de ouders te praten, maar over de situatie en hoe het kind daar schadevrij uit kan komen. drachten en rollenspelen. Doel is kinderen sterker te maken, ze te laten nadenken over wat zij belangrijk vinden, hoe ze hun gevoelens kunnen uiten. Belangrijk is de focus op positiviteit, een kind kracht geven en het delen van ervaringen met elkaar.Het zijn niet alleen de probleemgevallen met moeilijke scheidingen die bij KIES welkom zijn. Juist kinderen die de scheiding goed hebben doorstaan kunnen nuttige tips en ervaringen delen met hen die daarin minder gelukkig zijn. De scheiding moet minstens een half jaar geleden zijn. Dit omdat materiaal daarop is afgestemd en de situatie, wanneer je er midden in zit, nog niet is te overzien. Als ouders nog in het proces van de scheiding zitten, is het voor kinderen moeilijker om over te praten. Het is te vers. Terugkijken kan dan nog niet. Wel zijn er ook coaches die een praktijk hebben voor individuele begeleiding gericht op kinderen van wie de ouders nog bezig zijn met de scheiding. Rol van de KIEScoach is een begeleider te zijn voor het kind. Iemand die neutraal is en bij wie het zijn verhaal kwijt kan. Die weet wat je meemaakt en met je meeloopt.”
Wat is de rol van de ouders in KIES? “KIES is een programma gericht op de kinderen. De ouders moeten wel toestemming geven, liefst allebei. Het is niet de bedoeling over de ouders te praten, maar over de situatie en hoe het kind daar schadevrij uit kan komen. Op een algemene informatieavond vertel ik aan de ouders wat het programma inhoudt. Daarin vertel ik ook dat wat kinderen vertellen, vertrouwelijk wordt behandeld. Na de bijeenkomsten geef ik een evaluatieavond. Waarin ik alge-
werken ouders toch graag mee.”
Werk je op jouw school al met KIESgroepen? “Momenteel wordt het nog niet aangeboden op ’t Carillon. We praten nog of we dit onder of na schooltijd moeten aanbieden. De mogelijkheid is er en het kan iets zijn waar je je als school mee profileert. Voor kleinere scholen is het organisatorisch makkelijker te realiseren. Ook spelen financiën een rol. In de tijd dat ik als KIEScoach werk op school, is er toch iemand nodig voor mijn groep.”
Heb je tips voor leerkrachten wat betreft kinderen in een scheidingsituatie? “Als leerkracht heb je een belangrijke signaalfunctie. Bekende kenmerken van kinderen in zo’n situatie zijn vermoeidheid, concentratieproblemen en teruggetrokken zijn. Maar ieder kind is anders en reageert op zijn eigen manier. Geef aan de leerling aan dat je weet dat het in een vervelende situatie zit en het bij jou terecht kan als het wil praten. let erop dat je niet ‘papa en mama’ gebruikt wanneer je naar bijvoor-
Nog wat cijfers ...
• Er zijn 260 KIEScoaches in Nederland. • 1 op de 6 kinderen krijgt met een scheiding te maken.
• 1 op de 4 kinderen heeft een jaar na de scheiding geen contact meer met de ouder bij wie het niet woont, meestal de vader. • 80% van de kinderen gaat bij de moeder wonen. • 15% van de ouders heeft co-ouderschap. • 10% van alle kinderen reageert ernstig na een scheiding.
beeld het weekend vraagt. En wees alert bij vader- en moederdag. Het feit dat je er voor het kind bent en geen oordeel hebt, dat is belangrijk. Ook is het goed wanneer de school een protocol heeft rond gescheiden ouders. Geef je bijvoorbeeld twee maandbrieven mee, nodig je ouders indien nodig twee keer uit voor een ouderavond. Daar moet je als school over nadenken, het voorkomt veel onduidelijkheid.”
Heb je wensen voor KIES binnen de Groeiling? “Het zou mooi zijn als KIES een plek zou krijgen op scholen. Zelf zou ik graag bovenschools aangesteld worden. Als ambulant begeleider zou ik er als KIEScoach voor verschillende scholen kunnen zijn. Dat is een mooie droom voor de toekomst.”
Meer weten over KIES? Bezoek de website: www.kiesvoorhetkind.nl of schrijf je in voor de workshop die Jeannette Oosterwijk geeft op de Groeilingdag in oktober.
Resultaten onderzoek Universiteit Utrecht naar KIES (2005 en 2007)
• Met de KIES kinderen gaat het beter dan kinderen in dezelfde situatie zonder KIES. • De communicatie tussen ouders en kind is aantoonbaar verbeterd. • KIES kinderen zagen hun vader vaker. • Moeders en kinderen waarderen KIES met een 8,7, vaders geven een 7,8. • Scholen zijn erg tevreden. • Kinderen voelden zich minder eenzaam en verdrietig. • Kinderen konden hun gevoelens beter uiten en werden weerbaarder.
19
Uit de kunst! I
edere school heeft er wel één. Een kunstwerk met een bijzondere waarde. Gemaakt door leerlingen, gekregen bij een lustrum of speciaal om een heel andere reden.
Dit keer op bezoek bij de bijenkorf in Gouda.
Directeur Harm Hakkoer:
Soort kunstwerk: Een mozaïek in de vorm van een honingraat. Het zijn acht afbeeldingen die een aantal vakgebieden laten zien die we op school aanbieden. Kunstenaar: Het is gemaakt door de leerlingen van de groepen vijf tot en met acht tijdens de creamiddagen in 2007 / 2008 naar het ontwerp van een aantal leerkrachten en een ouder.
”Het kunstwerk is gemaakt door onze eigen leerlingen en het is een van de laatste projecten van de vorige directeur, Aad Heerkens.” Titel: Klassenwerk Materiaal: Wandtegels, trespa. Afmeting: 6x3 meter. In de school sinds: Juni 2008 Plaats in de school: Aan een muur op het schoolplein. Verhaal achter dit kunstwerk: Het bijzondere aan het kunstwerk is dat het door onze eigen leerlingen is gemaakt en het een van de laatste projecten van onze vorige directeur, Aad Heerkens, was.
Ook met een kunstwerk van uw school in ‘Uit de Kunst?’ Mail naar:
[email protected] 20