Jaarverslag
STICHTING VOOR RK, PC EN INTERCONFESSIONEEL VOORTGEZET ONDERWIJS VOOR UTRECHT EN OMSTREKEN
2007
Vooraf Goed onderwijs is van groot belang voor de toekomst van kinderen en jongeren. Op onze scholen zetten de medewerkers zich daar dag in dag uit voor in. Als College van Bestuur zijn we verantwoordelijk voor een aantal voorwaarden hiervoor. In dit jaarverslag informeren we u over het beleid op stichtingsniveau, de bereikte resultaten en uitgevoerde activiteiten. Het College van Bestuur André de Jong en Marja Blom
WILLIBRORD JAARVERSLAG 2007
1
Grenzen verkennen, grenzen verleggen Het Gerrit Rietveld College heeft van het Ministerie van VROM een driejarige subsidie gekregen voor het project “grenzen verkennen, grenzen verleggen”. Het doel van het project is te zorgen dat het Gerrit Rietveld een gemengde school blijft waar allochtone en allochtone leerlingen en de ouders elkaar ontmoeten in een multiculturele omgeving. In de afgelopen jaren is geconstateerd dat het aantal nieuw aangemelde autochtone leerlingen langzaam maar zeker afneemt. Beoogd wordt om het aantal leerlingen van autochtone afkomst structureel te verhogen door het versterken van de school als ontmoetingsplek en door diverse projecten.
Ambitie, missie en organisatie Ambitie De Willibrord Stichting heeft veertien scholen voor voortgezet onderwijs in de regio Utrecht, waar dagelijks meer dan 10.000 leerlingen onderwijs volgen, verzorgd door een kleine 1100 medewerkers. Willibrord is daarmee de grootste organisatie voor voortgezet onderwijs in de regio. Willibrord wil met haar activiteiten een waardenrijke bijdrage leveren aan de maatschappij door ontplooiing van talenten bij jongeren en bij medewerkers. Missie De Willibrord Stichting wil in de regio Utrecht een toonaangevende organisatie zijn voor het verzorgen van voortgezet onderwijs, midden in de samenleving staande en handelend vanuit een christelijke inspiratie. Willibrord-scholen: • streven naar een praktische vertaling van christelijk geïnspireerde waarden en normen, zoals respect, zorgzaamheid en tolerantie in een pluriforme samenleving. • zien als hoogste doel de optimale ontplooiing van elke leerling als geheel mens tot het niveau van zijn/haar potenties van hoofd, hart en handen, met een goede balans tussen individuele ontplooiing en maatschappelijke verantwoordelijkheid. • streven ernaar dat elke leerling voor wie de school een verantwoordelijkheid heeft genomen een diploma of tenminste een startkwalificatie in de maatschappij behaalt. Organisatie De rectoren/directeuren hebben de integrale verantwoordelijkheid voor hun school. Zij worden daarbij ondersteund door een management team bestaande uit één of meer conrectoren/adjunctdirecteuren/sectordirecteuren en/of afdelingsleiders. Enkele scholen hebben meer vestigingen c.q. locaties met een vestigings- respectievelijk locatiedirecteur. Willibrord heeft een stichtingsbreed strategisch beleidsplan voor de periode 2006-2009. Jaarlijks worden de doelen voor het komende jaar geformuleerd. Iedere school beschikt over een wettelijk verplicht schoolplan voor vier jaar, waarin missie, strategie en doelstellingen staan. Van het schoolplan worden verschillende (jaar)plannen afgeleid. Het College van Bestuur is het bevoegd gezag van de stichting en stuurt de rectoren/directeuren
WILLIBRORD JAARVERSLAG 2007
3
aan. Het College van Bestuur en de scholen worden ondersteund door het bestuursbureau (Bureau Christelijk Onderwijs Utrecht). De Raad van Toezicht toetst hoe de organisatie wordt bestuurd en of de doelstellingen worden gerealiseerd. De raad keurt de beleidsplannen, de begroting en de jaarrekening goed.
Veiligheidsbeleid in de praktijk Liefland College Het Liefland College is in het schooljaar 2007/2008 begonnen met het afronden van de activiteiten die in het veiligheidsplan genoemd worden. Het veiligheidsplan is verder geactualiseerd. De brandweer heeft controles uitgevoerd. De opmerkingen die uit deze controles naar voren zijn gekomen, zijn omgezet in acties. Enkele maatregelen, activiteiten en geldende afspraken zijn: • De vertrouwensleerlingen hebben een training ondergaan zodat zij nog beter in staat zijn om conflicten tussen leerlingen onderling op te lossen. • Het zorgadviesteam komt op regelmatige basis samen en bespreekt de gemaakte handelingsplannen. • De leerlingen uit klas één hebben een training sociale vaardigheden gevolgd. • Alle bedrijfshulpverleners hebben een opfriscursus gehad. • Een arbo-adviseur heeft een inventarisatie gemaakt van knelpunten binnen het gebouw. Het gebouw is op deze punten inmiddels aangepast. • Het gebouw is voorzien van vluchtplannen. De noodverlichtingen, brandblussers en brandslangen zijn gecontroleerd. • Voor de komende periode staat een tweetal ontruimingsoefeningen gepland. • Met de invoering van het schooladministratiesysteem Magister
• •
• •
is het registreren van incidenten gedigitaliseerd. Een bijkomend voordeel is dat er nu preventief actie kan worden ondernomen. Er zijn verschillende protocollen vastgesteld. Een volgende stap is het bespreken van deze protocollen zodat elke medewerker en leerling op de hoogte is van de gemaakte afspraken. Het ‘inhuizen’ van de Kopklas (een extra jaar basisonderwijs voor allochtone leerlingen die aan het eind van de basisschool nog veel achterstanden hebben op het gebied van de Nederlandse taal) en de TOV (Tijdelijke opvang voortijdige schoolverlaters) heeft tot een aanpassing van het veiligheidsprotocol geleid. Er zijn met de betrokken leidinggevenden afspraken gemaakt om het gevoel van veiligheid te vergroten. Zo heeft het TOV een andere pauze dan het Liefland College en de Kopklas. Voor de leerlingen van het TOV en de Kopklas gelden dezelfde schoolregels als voor de leerlingen van het Liefland College. Het pauzeren gebeurt in verband met passerend verkeer niet meer aan de voorkant van het gebouw. De leerlingen pauzeren aan de zijkant van het gebouw. Dit schooljaar heeft een aantal kluisjescontroles plaatsgevonden. Er zijn geen bijzonderheden aangetroffen.
Anna Bencivini Projectmedewerker vmbo-scholen Willibrord
WILLIBRORD JAARVERSLAG 2007
5
Strategie en beleid De Willibrord Stichting heeft haar strategie en beleid vastgelegd in het meerjarenbeleidsplan. Hierin is de koers voor de periode 2006-2009 beschreven. Jaarlijks leiden we de doelen voor het komende jaar hiervan af. Deze zijn onderverdeeld in drie hoofdonderwerpen: identiteit, kwaliteit en continuïteit. Het College van Bestuur legt hierover aan het einde van het jaar verantwoording af aan de Raad van Toezicht. Identiteit Ook in 2007 zijn onze scholen er in geslaagd om op waardevolle wijze invulling te geven aan de identiteit. Binnen de stichting is een identiteitscommissie actief. Op 20 maart 2007 hield de commissie een identiteitsconferentie met het thema ‘De inspiratie van verhalen’. Kwaliteit Mede op grond van de in 2007 verzamelde gegevens concludeert het College van Bestuur dat aandacht voor de kwaliteit van de scholen blijvend nodig is. Het gaat daarbij om enkele scholen in het bijzonder en om een aantal cruciale aspecten het merendeel van de scholen betreffende. Versterking van het leiderschap door de gehele organisatie heen is daarbij noodzakelijk. In onze organisatie waren het afgelopen jaar onderwijsopbrengsten (sturing op resultaten) en veiligheid belangrijke onderwerpen. Meer dan ooit is van belang dat de kwaliteit van het onderwijs inzichtelijk wordt gemaakt voor de maatschappelijke omgeving van de scholen. Een actuele ontwikkeling is de wijziging in het onderwijstoezicht van de Inspectie. De Inspectie richt zich vanaf 2008 vooral op de scholen waar het risico op onvoldoende kwaliteit het grootst is. Het College van Bestuur is meer dan voorheen het aanspreekpunt voor de Inspectie omdat het verantwoordelijk is voor de kwaliteit van het onderwijs op de scholen. In de relatie met de schoolleiders richt de aandacht van het College van Bestuur zich om die reden steeds meer op de sturing op onderwijsopbrengsten.
6
WILLIBRORD JAARVERSLAG 2007
Periodiek Kwalititeitsonderzoek Inspectie van het Onderwijs De Inspectie houdt vooral toezicht op de naleving van wettelijke vereisten, op onderwijsprocessen, onderwijsopbrengsten en de daarbij behorende kwaliteitszorg. De Inspectie heeft in de periode van oktober 2006 tot mei 2007 op alle scholen een Periodiek Kwaliteitsonderzoek uitgevoerd. De Inspectie heeft haar bevindingen per school met de betreffende schoolleiding besproken en nadat alle onderzoeken hebben plaats gehad de resultaten van alle scholen met het College van Bestuur. De Inspectie heeft daarbij enkele aandachtspunten genoemd die voor een aantal scholen van toepassing zijn: • De waarborging van de kwaliteit van leren en onderwijzen. • Het didactische handelen van de docenten en de actieve, zelfstandige rol van leerlingen. • De verdere ontwikkeling van kwaliteitszorg op de scholen. • Het voldoen aan de wettelijk voorgeschreven onderwijstijd. • Het leerstofaanbod en de onderwijsresultaten op de vmbo-scholen. Kwaliteitszorg De Willibrord Stichting heeft in samenwerking met onderzoeksbureau Oberon een systeem voor kwaliteitszorg ontwikkeld, dat vanaf het schooljaar 2005/2006 in gebruik is. Het systeem kent een vijftal instrumenten: een kwaliteitsmatrix voor directie en management, een vragenlijst zelfevaluatie docenten en waarderingsvragenlijsten voor respectievelijk leerlingen, ouders en personeel. Inmiddels zijn de genoemde instrumenten allemaal tenminste één keer afgenomen. Collegiale visitaties In de eerste helft van 2007 heeft op iedere school een collegiale visitatie plaats gehad. Hiervan is een rapport gemaakt met een beschrijving van de onderzoeksvraag(a)g(en), de bevindingen van de commissie en een aantal aanbevelingen. Uit een evaluatie van de schoolleiders komt naar voren dat men de visitaties als positief en waardevol heeft ervaren. Enkele algemene aandachtspunten: • De veranderingsbereidheid en veranderingscapaciteit van de scholen. • Het belang van het onderwijskundig leiderschap van de schoolleider. • De uitvoering van personeelsbeleid.
WILLIBRORD JAARVERSLAG 2007
7
Kwaliteitsmeter Willibrord Stichting Samenvatting gegevens waarderingsonderzoeken 2007 aspect Beleidsvoerend vermogen school
niet tevreden x
neutraal
tevreden
x
Docenten ontevreden, directie wel tevreden
Begeleiden en stimuleren personeel
x
Visie op ontwikkeling en onderwijs Identiteit
x x
Cultuur en klimaat
x
Sfeer en veiligheid
Huisvesting
x
x
Onderwijsleerproces ICT/activerende werkvormen
x
x
Duidelijk en ondersteunend Personeel en ouders tevreden, leerlingen minder Sfeer goed; verbeteringen mogelijk op gebied van discipline/ voorkomen pesten Ouders positief, leerlingen en medewerkers kritisch; grote verschillen per school
x
x
Directie en ouders tevredener dan docenten en leerlingen
x
x
Directie en ouders zijn tevredener dan docenten en leerlingen. Afstemming vervolgonderwijs en arbeidsmarkt kan beter
x
Grote verschillen per deelindicator; leerlingen minder tevreden
x
Verschillen per doelgroep; aanpak moet planmatiger
x
Onderwijsaanbod
Begeleiding schoolloopbaan Begeleiding zorgleerlingen
x
Leertijd
x
Leerlingparticipatie
x
Ouderbetrokkenheid
x
Waardering personeel
x
Werkomstandigheden
opmerking
x
Rapportcijfer 7; verschillen per deelindicator
x
Omgang met leerlingen en collega’s
x
Waardering leerlingen
x
Rapportcijfer 7
Waardering ouders
x
Rapportcijfer 7,4
Taalmonitor voortgezet onderwijs Onderzoeksbureau Oberon heeft in het kader van de monitor Utrechtse Onderwijsagenda onderzoek gedaan naar de taalprestaties in het Utrechtse voortgezet onderwijs in het schooljaar 2006/2007. Op grond van de gegevens van vooral de vmbo-scholen is de conclusie dat bij leerlingen met zwakke taalprestaties de kans op schoolloopbaanproblemen groot is. Een mogelijke verklaring voor de lage scores op de toetsen Woordenschat is dat een relatief groot deel van de Utrechtse leerlingen thuis geen Nederlands spreekt. De vraag is gerechtigd of de betreffende scholen voldoende rekening houden met het lage woordenschatniveau en met de discrepantie tussen woordenschatniveau en leesvaardigheid. Het advies is dat de scholen hun onderwijs zodanig inrichten dat de ontwikkeling van de woordenschat meer bevorderd wordt. Mogelijk is een gezamenlijke aanpak zinvol: bundelen van kennis en financiële inzet en extra investeren in taalbeleid. Naast bovenstaande algemene bevindingen is er voor iedere school een rapportage met meer specifieke gegevens en aanbevelingen. Utrechtse Onderwijsagenda Binnen de gemeente Utrecht heeft de samenwerking tussen de gemeente enerzijds en de schoolbesturen anderzijds geresulteerd in de Utrechtse Onderwijsagenda. Daarin is voor de periode 2006-2010 het Utrechtse onderwijsbeleid beschreven. De hoofdthema’s zijn: • Utrecht onderwijsstad. • Een goede schoolloopbaan voor iedereen. • Onderwijs, spil in de wijk. Het College van Bestuur heeft zitting in de stuurgroep Utrechtse Onderwijsagenda. Begin juli 2007 hebben vertegenwoordigers van de gemeente, schoolbesturen en welzijnsorganisaties zich uitgesproken voor een verdere gezamenlijke aanpak. In het najaar 2007 zijn twee programmamanagers benoemd om de plannen vorm te geven.
WILLIBRORD JAARVERSLAG 2007
9
Continuïteit Het is voor de continuïteit van de Willibrord Stichting voor de lange termijn nodig dat de inkomsten en uitgaven met elkaar in evenwicht zijn. Tevens zijn, om eventuele financiële tegenvallers te kunnen opvangen, een gezonde solvabiliteit en voldoende weerstandvermogen van belang. Over een reeks van jaren heeft de stichting te maken met een daling van het aantal leerlingen en met (te) hoge personeelslasten. Het College van Bestuur heeft zich in 2007 ingespannen voor een gezonde (financiële) bedrijfsvoering van de stichting. Dat betekent dat een aantal maatregelen is uitgevoerd om de personele formatie op stichtingsniveau terug te brengen. Het College van Bestuur heeft voor 2008 en de daaropvolgende jaren maatregelen genomen die moeten leiden tot een blijvende gezonde financiële situatie. Deze is immers de basis voor kwalitatief goed en aantrekkelijk onderwijs. Zo is, in samenwerking met de schoolleiders en het bestuursbureau, sprake van permanente monitoring op financieel gebied. Een belangrijke factor voor de continuïteit van de stichting is de ontwikkeling van het aantal leerlingen. In de komende jaren wordt groei van het leerlingenaantal verwacht in Leidsche Rijn en Breukelen. In de oude stad staan de aantallen van het Gerrit Rietveld College en de vmbo-scholen onder druk. De belangstelling voor het Christelijk Gymnasium en het Sint Bonifatius College nemen toe. Het marktaandeel van de Willibrord Stichting is in de stad Utrecht 57% van alle daadwerkelijk in Utrecht op school gaande leerlingen. Als rekening gehouden wordt met de zogenoemde witte vlucht is het marktaandeel 46% van alle in Utrecht wonende leerlingen. Onderzoek organisatiestructuur en beleidsthema’s De Willibrord Stichting en Stichting PCOU verzorgen voortgezet, respectievelijk primair onderwijs voor leerlingen in de regio Utrecht. Beide stichtingen hebben eenzelfde College van Bestuur doch afzonderlijke Raden van Toezicht. De stichtingen hebben voor gezamenlijke rekening een ondersteunend bureau. 10
WILLIBRORD JAARVERSLAG 2007
Op grond van de uitkomsten van de in 2007 gehouden collegiale visitaties en de kwalititeitsonderzoeken van de Inspectie van het Onderwijs heeft het College van Bestuur besloten om van een aantal beleidsthema’s de stand van zaken op te maken. Daarnaast acht het College van Bestuur mede in het licht van gewijzigde omstandigheden een herijking noodzakelijk van de organisatiestructuur van de stichtingen evenals een herziening van de inrichting van het bestuursbureau. Samengevat heeft het College van Bestuur medio 2007 een externe onderzoeker/adviseur de opdracht gegeven om onderzoek te doen naar de organisatiestructuur en enkele beleidsonderwerpen en op basis hiervan een aantal aanbevelingen te doen. Het onderzoeksrapport is in januari 2008 beschikbaar gekomen. Onderwijsplatform G4 Het College van Bestuur heeft evenals voorgaande jaren deelgenomen aan het Onderwijsplatform G4, dat zich sterk maakt voor investeringen in het onderwijs in de vier grote steden. Het vele werk van de stuurgroep heeft niet geleid tot extra middelen in de rijksbegroting 2008, wel tot een gemeenschappelijk standpunt van en wederzijds begrip tussen de gemeentebesturen van Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Den Haag enerzijds en de schoolbesturen uit die steden anderzijds. Op één gebied hebben de inspanningen succes gehad: de overheid heeft met de G4 afspraken gemaakt voor meer investeringen in de bestrijding van het voortijdige school verlaten. Samenwerking Willibrord Stichting – ROC ASA Sinds 2004 werken ROC ASA en de Willibrord Stichting samen aan het realiseren van een betere aansluiting tussen het vmbo- en het mbo-onderwijs. Deze aansluiting wordt door middel van doorlopende leerlijnen, de zogenoemde U-tracks, bevorderd. De samenwerking heeft in 2007 een nieuwe impuls gekregen door het verwerven van een aanzienlijke subsidie, mede dank zij de inspanningen van een schoolleider en een lid van het College van Bestuur.
WILLIBRORD JAARVERSLAG 2007
11
D el ta
12 WILLIBRORD JAARVERSLAG 2007
ol le
G
O
rit
tre er
U
R
tv
t-Z ie
ch
C
d d
ui el
ol
ol
le
le
ge
ge
m
ol
2500
C
C
ho
ne
ge
ge
ge
ge
nd
ge
eu
sc Ly c
rg
le
le
le
le
la
le
um
an
ol
ol
ol
ol
D
C
e
s
bu
D
nd
eu
en
la
ad
an
Am
Kr
ck
ol
si
ef
C
Li
tC
ke
ch
la
rli
ar
s
o/
riu
av
go
M
na
sc
ym
tiu
G
ifa
k
te
oe
os
ift
re
la
N
.G
el
Br
St
aj
lij
on
te
.B
is
St M
n/
s
tij
du
ar
ar
/M
er
ge
.G
hr
0
C
St
C
Feiten en cijfers Leerlingtelling per 1 oktober 2007 2005 (totaal 10.616 leerlingen)
2006 (totaal 10.502 leerlingen)
2007 (totaal 10.394 leerlingen)
2250
2000
1750
1500
1250
1000
750
500
250
U tre t-Z
d
C
ol
le
ef
ol
ol
ol
ol
pa
C
C
sc
C
la
le
le
le
le
an
ge
ge
ge
ge
n
ge
aa
le
yl
ol
Ke
C
in
en
ge
an
N
ge
um
le
si
ol
Vi
ro
nd
s
Eu
la ge
Li
riu
tiu
nd
ifa
la
go
on
re
.B
.G
St
ke
ge
de
la
L.
ar
ck
ge
ift
oe
le
Br
ol
N
C
na
ge
d
le
le
ol
ol
tC
tC
ch
ym
el
G
tv
k
ie
lij
R
te
ch
rli
St
C
ui
ta
is
rit
rli
te
er
hr
te
os
os
el
ch
D
O
O
G
C
Feiten en cijfers Slagingspercentage 2007
100
80
60 gymnasium
40 atheneum
vwo
20 havo
mavo
vmbo-tl
0 vmbo-kader
vmbo-basis
WILLIBRORD JAARVERSLAG 2007
13
Amadeus Lyceum Het Amadeus Lyceum heeft een subsidie verworven van het Innovatieplatform Durven Delen Doen, bestemd om ‘cultuurgebaseerd onderwijs’ te ontwikkelen. Met cultuurgebaseerd onderwijs (CGO) wordt onderwijs bedoeld dat is gebaseerd op het leren vanuit een museumobject, cultureel erfgoed, natuurwetenschappen of verschillende kunstdisciplines. Het Amadeus Lyceum wil de komende jaren een curriculum opzetten dat gebaseerd is op CGO, waarbij vakoverstijgende projecten worden ontwikkeld in samenwerking met verschillende culturele instellingen in de regio Utrecht. Als één van de pilots voor het schooljaar 2007/2008 is een lessenserie
ontwikkeld over het thema Jodendom. De leerlingen hebben lessen gehad over het Jodendom vanuit levensbeschouwelijke invalshoek. Naast de religieuze aspecten is tevens aandacht besteed aan de geschiedenis van het volk. De leerlingen van VWO-4 en HAVO-4 hebben een excursie gemaakt naar Amsterdam. Hier hebben zij de Joodse buurt, de Portugese Synagoge en het Joods Historisch Museum bezocht. Vervolgens hebben de leerlingen in groepjes een zelf gekozen vakoverstijgend onderzoek uitgevoerd naar aanleiding van een object dat zij tijdens de excursie gezien hebben. Als afsluiting van de lessenserie hebben eindpresentaties plaats gehad
Toezicht De Raad van Toezicht heeft een toezichthoudende en raadgevende taak ten opzichte van het College van Bestuur en beoordeelt jaarlijks mede aan de hand van een door het College van Bestuur opgestelde evaluatie het handelen van het College van Bestuur. In het verslagjaar heeft de Raad van Toezicht gesproken met de Raad van Toezicht van PCOU over een intensievere samenwerking en over de rolopvatting van de beide raden. Onderwerpen van bespreking waren onder meer het stellen van doelen op basis van het strategische beleid, eenheid in aansturing en toezicht en de informatievoorziening ten behoeve van de Raden van Toezicht. De Raad van Toezicht heeft op 7 februari 2007 de gewijzigde begroting 2007 goedgekeurd. Op 12 april 2007 is de raad akkoord gegaan met de uitvoering van een aantal projecten op grond van de meerjareninvesteringsbegroting; op 28 juni 2007 heeft de raad goedkeuring verleend aan het Financieel Jaarverslag 2006. Op 13 december 2007 heeft de Raad van Toezicht de exploitatiebegroting 2008 goedgekeurd. Op 13 december 2007 heeft de Raad van Toezicht de evaluatie van het College van Bestuur over het verslagjaar besproken. De Raad van Toezicht heeft in verslagjaar het voorgenomen besluit genomen om de heer Drs. A.H.M. (André) de Jong met ingang van 1 januari 2008 te benoemen als voorzitter van het College van Bestuur van de Willibrord Stichting. Mevrouw Dr. M. Vernooy-Gerritsen en de heer T.G.A. Woertman RA RE zijn in het verslagjaar teruggetreden als lid van de Raad van Toezicht.
Op 7 februari 2008 hebben de Willibrord Stichting en Stichting PCOU met een symposium in de Sint Janskerk afscheid genomen van Jan Gispen. Hij ontving uit handen van wethouder Rinda den Besten een stedelijke onderscheiding vanwege zijn verdiensten voor het Utrechtse onderwijs. Op 25 april 2008 ontving Jan Gispen een Koninklijke Onderscheiding. Hij werd benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau.
WILLIBRORD JAARVERSLAG 2007
15
Veiligheidsbeleid in de praktijk Delta College Het Delta College heeft in het schooljaar 2007/2008 het veiligheidsbeleid herzien en het veiligheidsplan geactualiseerd. Enkele maatregelen, activiteiten en geldende afspraken zijn: • Het plaatsen van een centrale balie heeft meer rust en overzicht in het gebouw gebracht. Bezoekers weten waar zij zich kunnen melden en leerlingen weten dat zij, letterlijk en figuurlijk, gezien worden. • In het kader van de veiligheid is er altijd een directielid aanwezig dat als achterwacht dienst doet. Het betreffende directielid kan zo nodig direct inspringen in voorkomende situaties zodat de rust op school bewaard blijft. • De mentor speelt een belangrijke rol binnen de school. Tijdens de mentorlessen worden veel zaken besproken met de leerlingen. Het veilig omgaan met internet is een voorbeeld hiervan. • Wekelijks is een medewerker van schoolmaatschappelijk werk een aantal uren beschikbaar voor gesprekken met leerlingen. • Incidenten worden gemeld en geregistreerd. Mentoren bespreken deze incidenten met leerlingen en/of ouders. Bij incidenten die een intimiderend of gewelddadig karakter hebben, wordt contact met de politie opgenomen. Er is periodiek contact met de wijkagent. • Het afgelopen schooljaar is een aantal kluisjescontroles uitgevoerd. Tijdens deze controles zijn geen ontoelaatbare zaken gevonden. • Er is een inventarisatie gemaakt van een aantal aspecten van veiligheid. Het betreft het aantal bedrijfshulpverleners (BHV- ers), de bereikbaarheid van nooduitgangen, controle van brandslangen en brandblussers. • Een aantal ruimtes wordt aangepast en heringericht om de leerlingen die in 2008 van de locatie Europalaan komen, te kunnen huisvesten. Na deze verbouwingen zal in het nieuwe schooljaar (2008/2009) een uitgebreide ronde plaatsvinden op het gebied van nooduitgangen, noodplannen en noodverlichtingen. • Het verhuren van ruimten heeft tot een aanpassing en update van het alarmsysteem geleid. Anna Bencivini Projectmedewerker vmbo-scholen Willibrord
Inspanningen en resultaten Veiligheid Het College van Bestuur heeft vanuit het oogpunt van goed bestuur en op basis van wet- en regelgeving, zoals de Arbowet, plichten op het gebied van veiligheid, gezondheid en welzijn van medewerkers en leerlingen. Het heeft in 2007 een kader voor veiligheidsbeleid ontwikkeld dat naast de hoofdlijnen van het veiligheidsbeleid de relevante wettelijke regelingen beschrijft. Het kader bevat bovendien een aantal richtlijnen en instrumenten voor het veiligheidsplan waarover iedere school dient te beschikken. Als zodanig is het de basis voor het veiligheidsbeleid op de scholen en voor de noodzakelijke documenten en instrumenten. Vrijwel alle schoolgebouwen zijn inmiddels door de brandweer geïnspecteerd. Een gebruiksvergunning is door de gemeente verleend of de aanvraag is in behandeling. De gemeente Utrecht heeft hiervoor middelen beschikbaar gesteld Kwaliteitszorg Visitatieronde Kwaliteitszorg wint aan waarde als men zijn eigen oordeel over zijn prestaties toetst aan het oordeel van buitenstaanders. Daarom heeft de stuurgroep kwaliteitszorg van de stichting in 2007 collegiale visitaties voor de scholen georganiseerd. Een tweede overweging daarbij was dat degenen die de visitatie uitvoeren zelf veel leren van het kijkje in andermans keuken. Uitgangspunt was dat alle scholen aan deze ronde zouden deelnemen. Allereerst is intern een training ontwikkeld die twee mensen uit elke school erop voorbereidde op te treden als visitator in een van de te vormen commissies. Op deze manier zijn 32 mensen getraind: directeuren, conrectoren, afdelingsleiders, docenten, ouders en leerlingen. Er zijn evenveel commissies samengesteld als er te bezoeken scholen waren. Een onafhankelijk voorzitter zat de commissies voor en een beleidsmedewerker trad op als ambtelijk secretaris. De commissies bestonden daarnaast elke keer uit drie (steeds wisselende) visitatoren. Deze waren zo gekozen dat er steeds twee waren die het schooltype van de te bezoeken school goed kenden en
WILLIBRORD JAARVERSLAG 2007
17
één uit een ander schooltype. De variatie in achtergrond van de commissieleden had tot doel om zowel met kennis van zaken als met een frisse blik naar de onderzoeksvraag te kunnen kijken. De te visiteren school legde aan de visitatiecommissie een onderzoeksvraag voor, bij voorkeur onderbouwd met een zelfevaluatierapport op basis van de uitkomsten uit de docentenzelfevaluatie en de tevredenheidsonderzoeken. De commissie deed (vooraf) onderzoek door middel van het bestuderen van schooldocumenten, waaronder de uitkomsten uit de enquêtes en - indien aanwezig - het zelfevaluatierapport, bezocht tijdens de visitatie een aantal lessen, hield panelgesprekken met ouders, docenten en/of leerlingen en een gesprek met leden van de directie. Opbrengst en vervolg De collegiale visitaties zijn uitgevoerd in de eerste helft van 2007. De visitaties hebben veel informatie opgeleverd over de stand van zaken m.b.t. kwaliteitszorg, beleidsvoerend vermogen en personeelsbeleid op de scholen. Op grond hiervan is nader onderzoek gedaan om tot verbetering te komen. Een van de conclusies is dat scholen meer vrijheid verdienen om – binnen door het bestuur aangereikte kaders - hun eigen kwaliteitszorgbeleid gestalte te geven. Bij een dergelijke aanpak past geen stuurgroep en deze is inmiddels dan ook opgeheven. Het College van Bestuur heeft het voornemen om faciliterend en ondersteunend op te treden. Een werkgroep kwaliteitszorg adviseert het College van Bestuur daarover. Degenen die zijn opgetreden als visitator hebben allen aangegeven veel te hebben geleerd van het bezoek aan een andere school. Ook is de terughoudendheid op sommige scholen om in hun school te laten kijken verminderd. Met deze visitatieronde is de basis gelegd voor een houding van ‘leren van elkaar’. Integratie/segregatie Op initiatief van het College van Bestuur heeft een studiedag plaats gehad over het vraagstuk van integratie en segregatie. Door de inleiding van Prof. M. Verkuyten werd het vraagstuk verdiept en genuanceerd. Een greep uit zijn bevindingen: 18
WILLIBRORD JAARVERSLAG 2007
• Mengen van groepen draagt enigszins bij aan integratie. • Als je alleen maar aandacht besteedt aan culturele verschillen, wordt de integratie niet bevorderd. • Als je kleurenverschillen negeert (“kleurenblind onderwijs”) ontken je de eigenheid van grote groepen leerlingen. Utrechtse Kansen Het project Utrechtse Kansen is bedoeld om het dreigende lerarentekort als gevolg van de vergrijzing tegen te gaan. In het project werkt de Willibrord Stichting samen met de Hogeschool van Utrecht en NUOVO. Ook het Wellant College en De Passie doen mee. Het project, met een looptijd van drie jaar, is geëindigd in 2007. Het heeft er aan bijgedragen dat het Utrechtse voortgezet onderwijs voor leerlingen, onderwijsmedewerkers en onderwijsmedewerkers in opleiding een inspirerende plek is waar ze met plezier kunnen leren én werken. Hiertoe is gedurende de periode 2004-2007 een groot aantal activiteiten ontplooid en uitgevoerd. • Professionele ontwikkeling van docenten door hen gedurende twee jaar in staat te stellen (125 uur per jaar) om hieraan te werken. De helft van degenen die hiervan gebruik hebben gemaakt heeft een masteropleiding gevolgd. • Trainingen in het kader van leeftijdsbewust personeelsbeleid. Circa vijftig docenten hebben hieraan deelgenomen. Ook waren er werkbijeenkomsten over dit thema met (midden)managers. • Vier leerwerkgroepen (met in totaal circa twintig docenten en lerarenopleiders) hebben nieuw onderwijs ontwikkeld. • Training ‘O.O.P. als pedagoog’ waaraan door twintig O.O.P.-ers (medewerkers onderwijsondersteunend personeel) is deelgenomen. • Werving en opleiding van nieuwe medewerkers. • De ‘scholenwaaier’ www.utrechtseklasse.nl en andere communicatieactiviteiten. • Een manifestatie (op 6 juni 2007) waarbij ’s middags enkele honderden leerlingen in de Utrechtse binnenstad op pad gingen om ‘een leraar te scoren’. ‘s Avonds was er een stedelijk debat over het leraarschap.
WILLIBRORD JAARVERSLAG 2007
19
De samenwerking tussen de deelnemende organisaties/besturen zal de komende jaren worden voortgezet en worden uitgebreid naar de andere onderwijssectoren en naar de regio. Met de Gemeente Utrecht en in het Regionaal Platform Onderwijsarbeidsmarkt zijn hiertoe afspraken gemaakt. Het belangrijkste succes zit in het pakket aan maatregelen, dat uitgaat van de professionals zelf en dat de samenhang en samenwerking van onderwijsmensen in de stad een grote stimulans heeft gegeven. Meer en meer wordt werkelijkheid dat je ‘iedereen ziet leren’, zowel leerling als aanstaand docent, als ervaren docent, als… et cetera. Opleiden in de School Investeren in medewerkers betekent investeren in de organisatie als geheel. Medewerkers zijn immers het belangrijkste kapitaal. Op welke wijze heeft de stichting in 2007 geïnvesteerd in haar medewerkers? Docenten In 2007 was er een leergang voor beginnende docenten. De belangrijkste opbrengsten hiervan zijn: • Vergroting van inzicht en de deskundigheid op het gebied van klassenmanagement. • Herkenning en erkenning van problemen bij andere starters in het onderwijs. • Analyse van de problemen die zich voordoen. • Uitwisseling van ervaringen. Management De Willibrord Stichting heeft enige jaren geleden beleid ingezet voor de scholing van het middenmanagement. In 2007 is er voor het eerst een coproductie geweest tussen de Willibrord Stichting, Stichting PCOU en het bestuursbureau (BCOU). Middenmanagers van Willibrord, bouwcoördinatoren van PCOU en teamleiders van BCOU hebben samen met het bureau Impact vorm gegeven aan ‘de Academie’.
20
WILLIBRORD JAARVERSLAG 2007
Het programma Module 1 - Visie en missie van de Willibrord Stichting/PCOU Module 2 - Persoonlijke effectiviteit Module 3 - Personeelsinstrumenten en coachend leidinggeven Module 4 - Resultaatgericht sturen en organisatiekunde Module 5 - Projectmatig werken Module 6 - Belemmerende en bevorderende factoren bij persoonlijke verandering Opbrengsten op stichtingsniveau • Kennismaking met de andere scholen. Er is er over eigen grenzen heen gekeken en er heeft collegiale consultatie plaats gehad. • Kennismaking met de missie en visie van de stichting. Versterken van de binding met de centrale organisatie en het College van Bestuur. • Belangstelling om als leidinggevende op een andere Willibrordschool te gaan werken. • Intervisiegroepen met deelnemers van de verschillende scholen die na de leergang als intervisiegroep blijven doorgaan. Ontstaan van meer ‘lerend gedrag’. Opbrengsten op individueel niveau • Persoonlijke ontwikkeling en groei; inzicht in wat een leidinggevende functie inhoudt en hoe de positie van een leidinggevende in te nemen binnen de eigen groep medewerkers. • Zicht op de variëteit in managementstijlen; kunnen beschikken over meerdere stijlen van leidinggeven; vergroting van effectiviteit en professionaliteit. • Verbetering van persoonlijke communicatie: afhankelijk van het doel van het gesprek meer stijlen kunnen hanteren. • Vanuit een metapositie naar de rol van leidinggevende kijken. • Bewustzijn van opbrengst- en resultaatgericht werken. • De deelnemers beschouwen deelname aan de leergang als een gewaardeerde beloning.
WILLIBRORD JAARVERSLAG 2007
21
Totaal % ZV docenten
Ziekteverzuim (ZV) medewerkers 2007
ZV-% 2004-2005 ZV-% 2005-2006
16
ZV-% 2006-2007
14 12 10 8 6 4
ne
D
D
e
ol C
nd
an
ge le
ge le
ol
la
ck
oe
Br
tre
ch
t-Z
ui
d
C
yl
aa
n)
ge
U
D
el
ta
C
ol
le
ge
(L
.d
e
Ke
tC
ol
si O
os
te
rli
ch
na
le
um
ge G
ym
ol
k lij
te is
hr
C
G
er
rit
R
ie
tv
el
d
C
C
ol
le
ge le
ge
ke la
ar ift
N
.B
on
ifa
tiu
s
s
C
C
ol
ol
le
le
ge
ol ho
riu
St
St
.G
re
go
bu
rg
sc
ce
Ly Kr
an
en
s eu
ad
Am
Li
ef
la
nd
C
ol
le
ge
0
um
2
Ziekteverzuim Het gemiddelde ziekteverzuim van het totaal aantal medewerkers van Willibrord (onderwijzend en onderwijsondersteunend personeel) was in het schooljaar 2006-2007 5,83%. Er is sprake van een dalende trend; deze is een aantal jaar geleden ingezet en duurt nog altijd voort. Het verzuimpercentage van Willibrord ligt iets hoger dan het landelijke gemiddelde, een bekend gegeven voor scholen in stedelijke gebieden en met veel achterstandsleerlingen. Om een vergelijking met de landelijke cijfers te maken, moet gekeken worden naar het verzuimpercentage onder het onderwijzend personeel. In het schooljaar 2006-2007 lag dat voor Willibrord op 5,38 %, terwijl het op landelijk niveau 5,00% was. 22
WILLIBRORD JAARVERSLAG 2007
Aantal medewerkers Willibrord Stichting naar leeftijdsgroep 2007
450 400 350 300 250 200 150 100
Totaal aantal medewerkers 2005: 1.386
50 0
<25 jaar
25-35
35-45
45-55
55-60
>60 jaar
2006: 1.288 2007: 1.291
WILLIBRORD JAARVERSLAG 2007
23
Delta College opleidingsschool voor nieuwe collega’s Het principe van opleiden op de werkplek is niet nieuw. Sterker nog, het is misschien wel de oudste vorm van opleiden in een beroep. Ook veel onderwijsgevenden zullen als stagiaire de eerste stappen in hun loopbaan hebben gezet. Al enige jaren bestaat er een samenwerking tussen het Instituut Archimedes (Hogeschool van Utrecht) en het Delta College waarbij collega’s in opleiding (CIO’s) vanaf dag één van hun opleidingstraject daadwerkelijk deel uitmaken van de schoolformatie. Onder de noemer ‘Samen op Scholen’ is het Delta College een opleidingsschool en is opleiden op de werkvloer niet meer weg te denken uit de schoolorganisatie. In 2007 is die opleidingsschool volwassen geworden. Waar het opleiden in de jaren daarvoor nog erg leek op begeleiden, is een omslag gemaakt naar het heuse opleiden van de CIO’s. Er is een schoolgebonden opleidingsplan waarin de visie en structuur zijn beschreven en waarin protocollen zijn opgenomen. In het jaarlijkse evaluatieverslag is te lezen hoe de ontwikkeling van de opleidingsschool verloopt, wat de streefpunten zijn en hoe het lerend vermogen vorm krijgt. Om enig idee te geven over de omvang van de opleidingsschool: het cursusjaar 2007-2008 is gestart met 25 CIO’s. De opleidingsschool heeft op de locatie Lieven de Keylaan een eigen ruimte. Deze studentenkelder - Delta-Baja - heeft zijn nut inmiddels bewezen als rustige werkplek voor studenten en coaches. Er wordt daar wat afgepraat: bijeenkomsten met coaches (vergadering, coachopleiding, intervisie) en bijeenkomsten met CIO’s (evaluatiegesprekken, beoordelingsgesprekken, coachgesprekken, intervisie, groepssupervisie en feedbackgesprekken met behulp van camera en TV). Het Instituut Archimedes is mede verantwoordelijk voor het opleiden van deze nieuwe collega’ s. Het zwaartepunt van deze vorm van opleiden ligt letterlijk op de vmbo-locatie. Daardoor ligt er ook een grote verantwoordelijkheid bij de opleidingsschool: zorgen voor en bewaken van kwaliteit. Daarom ook wordt de opleidingsschool tweejaarlijks bevraagd op de kwaliteit van deze vorm van opleiden. Kritische externe deskundigen onderzoeken vorm en inhoud van het opleiden op school. Het kwaliteitskeurmerk is een vereiste om als opleidingsschool te mogen blijven opereren. Het spreekt voor zich dat, na de uitverkiezing ‘Opleidingsschool van het jaar 2007’, de toewijzing van het kwaliteitskeurmerk een volgende mijlpaal is. Guus Peek Locatiedirecteur Delta College
ICT De stuurgroep ICT adviseert het College van Bestuur en de schoolleiders en doet (beleids)voorstellen. Daarnaast fungeren onder meer de kwaliteitskring ICT, de werkgroep schooladministratiesystemen en het overleg van systeembeheerders. Het jaar heeft in het teken gestaan van de oriëntatie en advisering op het gebied van schooladministratie- en managementinformatiesystemen, vooral de overstap van @VO naar Magister. Er heeft een aantal besprekingen plaats gevonden die aan het eind van 2007 voor alle scholen tot het besluit hebben geleid om over te stappen op Magister. Elke school blijft verantwoordelijk voor een eigen Magister-database. In de loop van het jaar hebben drie scholen gekozen voor ‘hosting’ en is de vraag naar voren gekomen of een centrale hosting in eigen beheer een optie is. Via contacten met het CPS wordt getracht te komen tot een goed Management Informatie Systeem. Dit wordt meer en meer belangrijk voor zaken als schooluitval, verzuim en opbrengsten. De beveiligingsaspecten vragen eveneens de nodige aandacht. Hierin kiezen scholen voor verschillende oplossingen. De stuurgroep wijst in een notitie op een aantal risico’s met als belangrijk nevendoel de medewerkers daarop te blijven attenderen. De stuurgroep heeft een advies uitgebracht over het in eigen beheer nemen van een webversie van de kwaliteitsmeter. Besloten is om deze te blijven hosten. De stuurgroep heeft in 2007 een beleidsplan ICT opgesteld. Het plan bevat de (algemene) doelstellingen op het gebied van ICT-beleid en dient als kader voor de voorbereiding, ontwikkeling, uitvoering en evaluatie van het ICT-beleid van de Willibrordscholen. Daarnaast beschrijft het een aantal ondersteunende activiteiten die op centraal niveau plaats vinden. Het College van Bestuur en de directeuren/rectoren hebben hun goedkeuring aan het beleidsplan gegeven. Op het terrein van de hardware blijft het gezamenlijk aanschaffen van materialen een belangrijke rol spelen in allerlei besprekingen. De aanschaf van computers is vooral nog een zaak van de afzonderlijke
WILLIBRORD JAARVERSLAG 2007
25
scholen. In 2007 is daarin geen verandering opgetreden. Wel wordt algemeen gebruik gemaakt van de overeenkomst die bestaat tussen de Willibrordscholen en de firma Dell. De scholen tonen zich in een evaluatie tevreden over de kwaliteit en de verhouding prijs/kwaliteit. De aanleg van glasvezelkabel is een onderwerp van bespreking. Het Sint Gregorius College doet op dit terrein mee aan een pilot. Magister Begin 2007 hebben gesprekken plaats gehad met SIMAC en met Schoolmaster om definitief de overstap te maken van het schooladministratiesysteem @VO naar Magister. Deze besprekingen zijn gevoerd door vertegenwoordigers van de pilotschool, het Oosterlicht College, BCOU en de voorzitter van de stuurgroep ICT. Het Sint Gregorius College heeft als eerste school de overstap naar Magister gemaakt. Bij de overstap zijn voor de Willibrord Stichting de volgende punten van belang: • De financiële afwikkeling van de contracten met Simac; • De benodigde investeringen in verband met de aanschaf van nieuwe hardware en nieuwe software; • De cursusmogelijkheden die door Magister geboden worden; • De koppeling van het nieuwe schooladministratiesysteem met Afas. Eind 2007 zijn de meeste scholen overgestapt op Magister. Het Christelijk Gymnasium en het Sint Bonifatius College zullen volgen in 2008. De aandacht van de werkgroep heeft zich in de loop van 2007 in toenemende mate gericht op de inhoudelijke kant van een schooladministratiesysteem: de facturering, de inrichting en het gebruik van een elektronische leeromgeving en de inrichting van een leerlingvolgsysteem. Christelijk Gymnasium Het jaar 2007 is voor het Christelijk Gymnasium een cruciaal jaar geweest. Na jaren van omzwervingen en aanbiedingen van mogelijke en onmogelijke behuizingen, heeft de school als ‘definitieve’ 26
WILLIBRORD JAARVERSLAG 2007
oplossing van haar ruimteprobleem het gebouw van het voormalige Dr. F.H. de Bruijne Lyceum in de Koningsbergerstraat toegewezen gekregen. De vestiging op de campus van University College werd opgeheven en de bovenbouwleerlingen en enkele docenten begonnen als kwartiermakers in de Koningsbergerstraat. Intussen werden plannen gemaakt voor de verbouwing van dit schoolgebouw. In april 2007 begon de verbouwing en aan het begin van het nieuwe schooljaar konden de lessen starten. Intussen werd het pand aan de Oudegracht verkocht zodat wij nu in de binnenstad alleen nog het gebouw in de Diaconessenstraat hebben. Dit stelde ons voor een aantal vragen: welke leerlingen gaan naar welk gebouw? Is dat een vrije keuze, gebeurt dat door loting, moet dat van de postcode afhangen, gaat de verdeling per klas of per individuele leerling, komen broertjes en zusjes in hetzelfde gebouw? Kortom: vragen genoeg waarmee we nog weinig ervaring hadden. Uiteindelijk is ervoor gekozen om de leerlingen naar regio te verdelen en de aanmelding van nieuwe leerlingen vrij te laten. We hebben een beroepscommissie in het leven geroepen waar leerlingen en ouders een officieel bezwaar konden indienen. Dat is in negen gevallen gebeurd, waarvan er vijf in het gelijk zijn gesteld. Voor de medewerkers gold dat ze zo weinig mogelijk zouden pendelen, maar op basis van kwaliteit en ervaring konden de vaksecties zelf een verdeling maken. Uiteraard was voor leerlingen en medewerkers de splitsing ook een vorm van verlies, maar tot dan toe zaten we in drie gebouwen zodat de teruggang naar twee, objectief gezien, toch als een verbetering kon worden gezien. Aan beide zijden van het spoor leven nog wel enige nostalgische gevoelens, maar tegelijkertijd zie je ook, zeker bij de leerlingen, een sterkere identificatie met hun ‘eigen’ gebouw. Het CGU is het oudste kind van de Willibrord Stichting en daarmee werd het in het verslagjaar geconfronteerd tijdens zijn tweeëntwintigste lustrum. Feestelijke dagen, vooraf gegaan door de niet minder leuke reünistendag waar dit jaar meer dan een derde van alle leerlingen die ooit leerling zijn geweest bij ons, acte de présence gaf. Het zijn niet alleen je eigen leerlingen die je inspireren, het zijn ook de gewezen generaties die je in een traditie plaatsen waardoor het besef dat een gymnasium
WILLIBRORD JAARVERSLAG 2007
27
De praktijk van de werving van een schoolleider Het Oosterlicht College was in het voorjaar op zoek naar een nieuwe rector. Mijn reactie, als één van een mij onbekend totaal aantal sollicitaties, bleek voldoende om de eerste schriftelijke ronde door te komen. De uitnodiging voor een eerste gesprek volgde en enkele dagen later werd ik op het bestuursbureau in Utrecht ontvangen door een selectiecommissie van acht personen! Los van de gezonde dosis sollicitatiespanning en de ovale tafel waaraan we zaten, was het geen eenvoudige opgave met alle acht contact te maken. Iets wat je wel wilt omdat ze er vast allemaal met een goede reden waren aangeschoven. Het criteriumgerichte interview leidde tot het bord ‘Ronde twee’. De twee overgebleven kandidaten kregen de opdracht om voor het voltallige personeel van de school een presentatie te verzorgen over het zojuist verschenen Inspectierapport. Ik vond dat een logische én lastige opgave. Logisch gegeven de inhoud van het rapport en lastig omdat je niet als een olifant door de cultuurkast van de school heen wilt stampen. Op dit laatste kom ik nog terug. De presentatie ging naar tevredenheid. Toch had de commissie behoefte aan een (extra) derde gesprek. Het bestuur was bij dit gesprek niet aanwezig en dat leverde, gekoppeld aan de tijd die we inmiddels met elkaar hadden doorgebracht, een andere toon op. Ik suggereer hiermee niet ‘beter’, wel persoonlijker en schoolspecifieker. Het daarop volgende assessment gaf opnieuw groen licht, waarna de laatste etappe in beeld kwam: de adviesbevoegdheid van de medezeggenschapsraad. Na vijf kwartier kennismaken zag de MR voldoende grond voor een unaniem positief advies en daarmee liep de procedure na twee maanden af. Met vooraf de geruststelling dat het binnen het Oosterlicht College nergens ruikt naar gebakken peren terug naar de vraag hoe ik op de procedure terugkijk. Begrijpelijk lang en uitgebreid, maar het had korter gekund en gemogen. Laten we eens kritisch kijken naar wie, wanneer, welke rol toegekend krijgt. Daarnaast dub ik nog over de vraag - ook los van deze procedure - hoe je in een selectieproces meer evenwicht kunt brengen tussen vraag en aanbod. “Willen wij deze docent én wil zij ons?, “willen wij deze rector én wil hij ons?”. Die vragen raken aan de cultuur en het wezen van de school, zijn belangrijk en worden – gegeven de situatie op de onderwijsarbeidsmarkt en de schooleigen keuzes – steeds belangrijker. Ik kom daar nog niet goed uit. Ondertussen is er ongeveer een jaar voorbij en reken ik erop dat de procedure op het Oosterlicht - aangepast of niet - een mooie tijd in de kast blijft liggen. Joost Kentson rector Oosterlicht College (sinds 1 augustus 2007)
alleen maar kan bestaan als het de tekenen des tijds verstaat en daar naar handelt, je daadwerkelijk bij de les houdt. Welgelegen Welgelegen is de naam voor een vmbo-school in oprichting. Het is een multifunctioneel gebouw waar meerdere partners een plaats gaan krijgen. Onderwijs (Delta College) en sport (Stichting Welgelegen) zullen de hoofdbewoners zijn naast de Leo Stichting (jeugdzorg) en de VSU (Vereniging Sport Utrecht). Samenwerking op velerlei vlakken is een noodzaak wil dit gebouw voor deelnemers en omgeving meerwaarde hebben. Zodoende wordt hard gewerkt aan een dienstverleningsconcept en een beherende instelling. In januari 2007 ging het voorlopige ontwerp van de nieuwbouw terug naar de tekentafel van de architect. Het vervolg: er komt een volledige verdieping tussen beide sporthallen in plaats van een enkele vloer, het gebouw wordt hierdoor hoger en er komt circa 2000 m2 vloeroppervlak bij. De vertraging die hierdoor ontstaat is jammer, maar het biedt de kans ROC ASA in het gebouw te laten participeren en daardoor in één gebouw echt een doorlopende leerlijn VMBO - MBO te ontwikkelen. Het definitieve ontwerp is in de zomer van het verslagjaar gereed gekomen en in september 2007 kon de (Europese) aanbesteding plaatsvinden. De start van de bouw was gepland in november 2007 maar omdat de aanbesteding financieel uit de pas loopt met de begroting bleek opnieuw overleg en tijd nodig. Maar na twee maanden is het dan zo ver. Men is er uit en de start van de bouw komt in zicht. Een project dat circa acht jaar geleden is begonnen dat een gebouw zal opleveren op een prachtige plek in de stad waar iedereen met plezier naar zal kijken en naartoe zal komen. Begin 2008 is de eerste paal de grond ingegaan. De oplevering is gepland in de zomer van 2009. Limes College: verleg(t) je grenzen In het jaar 2007 is door de kerngroep Meerweijde hard gewerkt aan het onderwijsconcept van deze nieuwe vmbo-school in oprichting in Leidsche Rijn. Bezoeken in het land en gesprekken met belang-
WILLIBRORD JAARVERSLAG 2007
29
hebbenden resulteerden in een ontwerp voor een nieuw onderwijsconcept: Ondernemend Leren. De werktitel van de toekomstige school - Meerweijde College - voldeed hierdoor niet langer en de nieuwe naam werd Limes College. De Limes was de grens van het Romeinse Rijk. Dit gebied werd destijds gekenmerkt door levendige economische activiteit. Het motto van de school lag dan ook voor de hand: ‘Limes College: verleg(t) je grenzen’. In twee sessies werd het concept besproken met het College van Bestuur van de Willibrord Stichting. Op 18 oktober 2007 presenteerde de kerngroep het concept aan een groep van circa vijftig stakeholders. Vertegenwoordigers van basisscholen uit Vleuten- De Meern, vervolgopleidingen, docenten uit het voortgezet onderwijs en uiteraard ondernemers bogen zich deze avond over het concept. De reacties waren zeer positief en de aanbevelingen werden met graagte ontvangen. De aanwezigen werden door hun belangstelling en bijdrage direct gevraagd Educatief Aandeelhouder te worden van het Limes College. Voor het Limes College is het contact met de directe omgeving van groot belang en het vormt een rode draad in het concept. Het onderwijsconcept werd daarop verder uitgewerkt en het Liefland College werd toegevoegd aan de conceptontwikkeling van de Ondernemende School. In november 2007 werd het bijgestelde concept als basis gebruikt voor een subsidieaanvraag bij het Ministerie van Economische Zaken onder de naam: ‘Liefland/Limes, van ondernemen als profiel tot ondernemen als schoolconcept’. Deze subsidieaanvraag bleek een schot in de roos: een subsidie van ruim 450.000 euro werd toegekend voor de looptijd van vier jaar: 2009-2013. Tegelijkertijd werd aan het onderwijsconcept een plan van eisen voor het gebouw toegevoegd. In het voorjaar van 2008 is duidelijk geworden dat tot 2015 aanzienlijke overcapaciteit bestaat in het Utrechtse vmbo-onderwijs. Om die reden is besloten om de geplande nieuwbouw van het Limes College voor onbepaalde tijd uit te stellen. Momenteel wordt samen met de gemeente Utrecht onderzoek gedaan naar de mogelijkheden om het innovatieve onderwijsconcept van het Limes College de komende jaren vorm te geven.
WILLIBRORD JAARVERSLAG 2007
31
Financiën Samenvatting Het resultaat uit de gewone bedrijfsvoering bedraagt in 2007 € 314.081 negatief. Aan incidentele baten en lasten is een negatief resultaat geboekt van € 425.634. Het resultaat wordt verder beïnvloed door de boekwinst op de verkoop in 2007 van het gebouw Oude Gracht (€ 1.832.767). Het exploitatieresultaat komt daarmee uit op een winst van € 1.093.054 (verlies 2006: € 932.533). Het begrote resultaat was een winst van € 100.000. Gang van zaken gedurende het verslagjaar Het jaar 2007 is afgesloten met een resultaat uit de gewone bedrijfsvoering van € 314.081 verlies. Daarmee is het resultaat beter dan in 2006, maar slechter dan begroot. Naast een vermindering van de rijksbekostiging als gevolg van lagere leerlingaantallen is sprake van een vermindering van incidentele subsidies van het Ministerie van OC&W en de gemeente Utrecht. Deze trend zal zich voortzetten. De personele lasten zijn structureel hoger dan op grond van de huidige en toekomstige leerlingaantallen gewenst is. De afschrijvingen en huisvestingslasten waren fors hoger dan begroot. Het aantal leerlingen is teruggelopen met 1,0% tot 10.392 per 1 oktober 2007. Het aantal VAVO-leerlingen is aanmerkelijk toegenomen. De groei van de formatie bij dalende leerlingaantallen kent verschillende oorzaken: er wordt meer gebruik gemaakt van stagiaires en vervangers tegen relatief lage loonkosten. Verder is vanwege de handhaving van de onderwijstijd extra formatie ingezet zonder dat daar bekostiging tegenover stond. Het aandeel van geoormerkte subsidies in de totale baten is licht gegroeid, waardoor extra projectmedewerkers konden worden ingezet. De maatregelen gericht op het terugdringen van de personele formatie en deze in overeenstemming brengen met de ontwikkeling van het leerlingenaantal hebben nog onvoldoende effect gehad. In 2008 wordt hierop extra beleid gevoerd. Waarderingsgrondslagen Het Ministerie van OC&W schrijft een wijziging voor van de waarderingsgrondslagen per 1 januari 2008 (RJ660). Het College van Bestuur heeft de keuze gemaakt om deze nieuwe waarderingsgrondslagen in de Jaarrekening 2007 toe te passen. Zij heeft gekozen voor transparantie. Dit heeft geleid 32
WILLIBRORD JAARVERSLAG 2007
tot een herwaardering van passiva en ten gevolge daarvan een directe vermogensmutatie van € 3.855.430 negatief. De mutatie betreft: vordering OC&W (negatief € 3.900.780), voorziening personele risico’s (positief € 681.350), voorziening jubileumgratificaties (negatief € 468.000) en voorziening vakantierechten (negatief € 168.000). Ten gevolge van deze nieuwe waarderingsgrondslagen is opnieuw gekeken naar de onderbouwing van een aantal voorzieningen. Dit heeft geleid tot de aanpassing van de onderhoudsvoorziening met als gevolg een vrijval van € 1.195.000 ten gunste van het resultaat 2007. Ook was het nodig om de voorziening flexibele BAPO te herijken. Deze voorziening is de tegenwaarde van het recht van medewerkers die gebruik maken van de regeling flexibele BAPO. Aangezien de regeling meer wordt gebruikt dan eerder werd voorzien en de loonkosten voor de werkgever hoger zijn dan eerder werd aangenomen is de voorziening opgehoogd. Dit heeft geleid tot een last van € 2.064.521. Financiële kengetallen Het Ministerie van OC&W introduceert in de zogenoemde Governancebrief het begrip weerstandsvermogen als eigen vermogen/totale baten inclusief rentebaten. Wij hanteren dit kengetal, weerstandsvermogen, zodat scholen - ook landelijk - onderling beter zijn te vergelijken. Het gaat om het vermogen dat kan worden vrijgemaakt om calamiteiten die de continuïteit van de stichting bedreigen op te vangen. Het eigen vermogen van de Willibrord Stichting (geconsolideerd) is met € 2.762.376 gedaald tot € 10,3 miljoen. Dit valt binnen de norm van het Ministerie van OC&W, maar het eigen vermogen dient verder versterkt te worden teneinde het investeringsprogramma voor de komende jaren te kunnen financieren.
WILLIBRORD JAARVERSLAG 2007
33
Kengetallen Kengetallen financiële positie
2007
2006
Toelichting
Liquiditeit (current ratio) (Vlottende activa gedeeld door kortlopende schulden)
1,26
1,41
Geeft aan in hoeverre de organisatie haar kortlopende schulden kan voldoen (1jaar)
Solvabiliteit (exclusief voorzieningen) (Eigen vermogen plus egalisatierekening investeringssubsidies gedeeld door totaal vermogen)
0,38
0,41
Geeft aan in hoeverre de organisatie aan haar verplichtingen kan voldoen
Solvabiliteit (inclusief voorzieningen) (Eigen vermogen plus egalisatierekening investeringssubsidies en voorzieningen gedeeld door totaal vermogen)
0,66
0,67
Geeft aan in hoeverre de organisatie aan haar verplichtingen kan voldoen
Vermogensbuffer (Eigen vermogen gedeeld door totaal baten x 100%)
15%
19%
Geeft een indicatie van het risicomanagement door de organisatie
Weerstandsvermogen (Eigen vermogen gedeeld door totaal baten en rentebaten)
14%
19%
Norm Ministerie OCW 10-40%
Beleidsmatige kengetallen
2007
2006
Rentabiliteit in % (Resultaat gewone bedrijfsvoering gedeeld door totaal baten gewone bedrijfsvoering)
-1%
-1%
Verhouding personele lasten t.o.v. totale lasten (Personele lasten gedeeld door de totale lasten)
84%
83%
Verhouding personele lasten t.o.v. totale baten (Personele lasten gedeeld door de totale baten)
86%
83%
Verhouding Rijksbijdragen (Rijksbijdragen gedeeld door de totale baten)
92%
92%
Toekomstige ontwikkelingen en signalering mogelijke risico’s Voor 2008 is een tekort uit de gewone bedrijfsvoering begroot. Ten gevolge van het afstoten van activa in 2008 is een boekwinst gerealiseerd van € 2,8 miljoen die zal worden geïnvesteerd in het kader van de uitwerking van het Masterplan VO. Hiermee wordt de financiële positie verbeterd. De risico’s voor de gewone bedrijfsvoering zijn vooral gelegen in de personele kosten en de toekomstige afschrijvingslasten t.g.v. het investeringsprogramma. 34
WILLIBRORD JAARVERSLAG 2007
De in 2005 gestarte maatregelen ter beheersing van de personele en materiële kosten (o.a. opstarten mobiliteitscentrum, aanscherping administratieve procedures, tijdelijke opschorting uitbreidingsinvesteringen) gaan onverminderd verder. Voor het begrotingsjaar 2008 is aan scholen met een sluitende exploitatie een aanvullende taakstelling opgelegd ter medefinanciering van de kwantitatieve en kwalitatieve frictie bij de vmbo-scholen in Utrecht en de ontwikkelingskosten van het Amadeus Lyceum (Leidsche Rijn). Ook het bestuursbureau ontkomt niet aan efficiencymaatregelen. Voor deze maatregelen zijn reorganisatiekosten te verwachten in 2008. De ontwikkeling van het leerlingaantal is van grote invloed op de ontwikkeling van de financiële ruimte. Het totale aantal leerlingen dat aan scholen van de Willibrord Stichting onderwijs geniet zal in eerste instantie verder dalen. Afhankelijk van de ontwikkelingen in Leidsche Rijn zal op termijn sprake kunnen zijn van groei, waarbij vooral door de kwantitatieve en kwalitatieve frictie bij de stadsscholen een beroep zal worden gedaan doen op onderwijskundige kwaliteiten en stuurmanskunst. Bovendien zullen de structurele overheidsbijdragen na 2007 dalen en is niet duidelijk of het onderwijsbeleid van de regering leidt tot het beschikbaar stellen van aanvullende middelen voor onderwijsontwikkeling en vermindering van werkdruk. De noodzaak blijft om het percentage personele kosten terug te brengen naar ten minste het landelijke gemiddelde. Met het gereedkomen van het Masterplan VO heeft de stichting in samenspraak met de andere besturen voor voortgezet onderwijs en de gemeente Utrecht zich voor de periode tot 2012 vastgelegd om een ambitieus huisvestingprogramma te realiseren. Tevens zijn afspraken gemaakt over de verdeling van nieuwe leerlingen. Daarbij is duidelijk dat de stichting voor het in stand houden van haar voorhoedepositie op het gebied van huisvesting in substantiële mate eigen middelen ter beschikking zal moeten stellen, die een beslag leggen op de toekomstige exploitatie. Wij trachten met private partijen samen te werken om de negatieve effecten hiervan op de vermogens- en liquiditeitspositie van de stichting te mitigeren. (geredigeerde tekst uit Bestuursverslag in Financieel Jaarverslag 2007)
WILLIBRORD JAARVERSLAG 2007
35
Raad van Toezicht, College van Bestuur, bestuursbureau en scholen Raad van Toezicht Mr J.J.M. van Elderen Drs. H.A.P. de Greef Drs. E.J. Overkamp (voorzitter) B.J. Schouten Mr. M.J.G.H. Verviers College van Bestuur Drs. J. (Jan) Gispen (voorzitter tot en met 31 december 2007) Drs. A.H.M. (André) de Jong (voorzitter vanaf 1 januari 2008) Mevr. Drs. M.T.C. (Marja) Blom Bureau Christelijk Onderwijs Utrecht
[email protected] www.bcou.nl
WILLIBRORD-SCHOLEN Amadeus Lyceum www.amadeuslyceum.nl
Kranenburgschool www.pro-kranenburg.nl
Broeckland College www.broeckland.nl
Liefland College www.lieflandcollege.nl
Christelijk Gymnasium www.cgu.nl
Niftarlake College www.niftarlake.nl
De Danne www.dedannepro.nl
Oosterlicht College www.oosterlicht.nl
Delta College www.delta-college.nl
Sint Bonifatius College www.boni.nl
Gerrit Rietveld College www.gerritrietveldcollege.nl
Sint Gregorius College www.gregorius.nl
Samenstelling en coördinatie: Laura van Gorp en Koos Kool. Fotografie: Pieter Troost, Studio Sanhaveld, Bilthoven. Vormgeving en druk: www.sanhaveld.nl
36
WILLIBRORD JAARVERSLAG 2007