Stichting voor RK en PC basisonderwijs
Jaarverslag 2015
Inhoud Voorwoord 1. De organisatie 2.1 Passend Onderwijs 2.2 Technologische ontwikkelingen 2. Een blik op de toekomst 2.3 Marktwerking 2.4 Professionalisering van personeel 2.5 Andere trends en ontwikkelingen 3. Voortgang strategische agenda 3.1 Strategische agenda 3.2 Professionalisering 3.2.1 Certificering opleidingsscholen 3.2.2 Opbrengst samenwerking in projectgroep “Starter, goed gestart” 3.2.3 Invoering nieuwe CAO-PO 3.2.4 Functiemix 3.2.5 Professionalisering: overige resultaten 2015 3.2.6 Prestatiebox 3.2.7 Gevoerd beleid inzake beheersing van uitkering na ontslag 3.3 Passend Onderwijs 3.3.1 Samenwerkingsverband Amstelronde 3.3.2 Nieuwkomersklassen 3.4 Technologische ontwikkelingen 3.4.1 ICT en gepersonaliseerd leren 3.5 Verbinding en dialoog met de maatschappelijke omgeving 4. Kwaliteit, huisvesting en beheer 4.1 Kwaliteitszorg 4.1.1 Interne communicatie 4.2 Huisvesting en beheer 4.3 Afhandeling van klachten 4.4 Verslag GMR 5. Financieel beleid 5.1 Jaarrekening 5.2 Bekostigingsgrondslag 5.3 Financiële positie op de balansdatum 5.4 Toelichting op de balans 5.5 Analyse resultaat
4 5 11 11 11 12 12 13 16 16 17 18 18 20 20 21 22 22 23 24 26 27 27 28 30 30 33 34 35 35 38 38 38 39 39 40 Bestuursverslag Inhoudsopgave
|2
5.6 Toelichting resultaat 2015 versus 2014 5.7 Toelichting resultaat 2015 versus begroting 2015 5.8 Investeringen en financieringsbeleid 6. Continuïteitsparagraaf (toekomstparagraaf) 6.1 Toelichting op de balans 6.2 Toelichting op de staat van baten en lasten 6.3 Risico’s 7. Treasuryverslag 8. Kengetallen 9. Verslag Raad van Toezicht 10. Grondslagen voor waardering van activa, passiva en resultaatbepaling 10.1 Balans per 31-12-2015 10.2 Staat van baten en lasten over 2015 10.3 Kasstroomoverzicht 2015 10.4 Vaste activa 10.5 Toelichting bij de balans 10.6 Verantwoording van subsidies 10.7 Niet uit de balans blijkende verplichtingen 10.8 Toelichting staat baten en lasten 11. Overzicht verbonden partijen 12. WNT-verantwoording 2015 13. Bestemming resultaat 14. Gegevens rechtspersonen OCW-bijlage Reserves Controleverklaring onafhankelijke accountant
3 | Inhoudsopgave Bestuursverslag
42 44 46 47 49 51 52 56 57 62 65 73 74 75 77 78 82 83 87 90 91 93 94 95 97 102
Voorwoord We kijken terug op een goed jaar. Als organisatie zijn we verder gegaan met de uitvoering van de strategische agenda voor de periode 2014-2018. We zien de benoemde doelen steeds meer vorm krijgen in de praktijk. Dat blijkt bijvoorbeeld uit de groeiende animo voor het volgen van opleidingen onder onze medewerkers, wat de professionalisering van de organisatie versterkt. Juist als onderwijsorganisatie willen we zelf ook een lerende organisatie zijn. En dat lukt. We zijn blij dat het aantal leernetwerken binnen Amstelland is uitgebreid in 2015. Leren van elkaar: mooi om te zien dat dit groeit, binnen én tussen de scholen. Het jaar 2015 was een jaar van afscheid en van een nieuw begin. De plek van Bob Bijleveld in het College van Bestuur is ingenomen door Marlies Verkuijlen. Zij brengt brede bestuurservaring mee uit zowel onderwijs als zorg. Welkome ervaring, in deze tijd waarin passend onderwijs voor elke leerling een speerpunt is. Dit passend onderwijs was een van de belangrijkste thema’s in 2015. Een goede samenwerking binnen en tussen de scholen is essentieel om elke leerling de nodige uitdaging en zorg te bieden. Medewerkers en andere betrokkenen weten elkaar steeds beter te vinden. Binnen onze eigen organisatie, maar ook in het samenwerkingsverband. Zo kunnen we steeds meer kinderen een veilige en passende plek bieden. Praktisch, maar daarom niet minder belangrijk: in 2015 hebben we meer leerlingen kunnen onderbrengen in een passend, eigentijds schoolgebouw. Ook dat versterkt ons onderwijs en de samenwerking met partners, met name binnen de brede scholen. Waar veel scholen te maken hebben met een krimp in het totaal aantal leerlingen, blijft het totaal aantal leerlingen op scholen van Onderwijsgroep Amstelland groeien. We zijn dankbaar voor het vertrouwen dat ouders en kinderen stellen in onze scholen. Van leerlingen wordt in toenemende mate veel gevraagd. Ze moeten goed kunnen rekenen en vaardig zijn met taal. Daar zetten we ons met hart en ziel voor in. Vanuit onze identiteit willen we kinderen ook minder ‘meetbare’ vaardigheden en waarden meegeven. Vertrouwen in zichzelf en de ander. Openheid. Liefde en respect. Leren van elkaar. Daar staan we voor in de samenwerking met collega’s, partners, ouders en de leerlingen zelf. Dat drijft ons. Wereldwijde ontwikkelingen gaan ook aan onze scholen niet voorbij. Steeds meer vluchtelingen vinden een plek in Nederland en daarmee ook binnen Onderwijsgroep Amstelland. Zo hebben we in 2015 de start van een derde nieuwkomersklas voorbereid. Technologische ontwikkelingen gaan steeds sneller. Op allerlei manieren dringen deze ontwikkelingen onze scholen binnen. Een uitdaging, maar ook een verrijking en een kans. Om al onze leerlingen een goede basis mee te geven, hebben we nog sterker ingezet op ICT-vaardigheden en internetwijsheid. Technologische mogelijkheden benutten we waar mogelijk in ons onderwijs. Dit jaarverslag kijkt terug, maar blikt ook vooruit. We willen zoveel mogelijk anticiperen op trends die we signaleren. Alles in dienst van onze ultieme missie: uitdagend en inspirerend onderwijs te verzorgen voor ieder kind. Onderwijs met een hart. College van Bestuur, Jan Kotterer Marlies Verkuijlen Bestuursverslag Voorwoord
|4
1. De organisatie 1.1 Algemene bestuursgegevens Onderwijsgroep Amstelland is het bevoegd gezag van 11 katholieke en protestants-christelijke scholen in Amstelveen. De rechtsvorm is een stichting, ingeschreven bij de Kamer van Koophandel in Amsterdam (Kvk nr. 41208656). De organisatie is in 2002 ontstaan uit een fusie van Stichting Protestants Christelijk Basisonderwijs en Stichting Katholiek Basisonderwijs Amstelveen e.o. Onderwijsgroep Amstelland heeft een Raad van Toezicht - College van Bestuur model. De essentie van dit besturingsmodel is dat de functies van bestuur en intern toezicht in twee organen zijn ondergebracht en daarmee optimaal zijn gescheiden. Het College van Bestuur wordt gevormd door: De heer J.W. Kotterer Mevrouw M.E. Verkuijlen De Raad van Toezicht bestaat uit: Mevrouw H. Lieftink, voorzitter Mevrouw A. van der Wind De heer R. Klunder De heer K.D. Bruintjes Mevrouw R. Jochems
5 | Bestuursverslag
1.2 De scholen Onderwijsgroep Amstelland met bevoegd gezagnummer 40020 beheert de volgende scholen.
School
brinnr.
adres
postcode/plaats
Directeur
Brede School Omnibus
05FP
Pandora 8
1183 KK Amstelveen
De heer M. Hermeler (interim)
Roelof Venema School
07IX
Laan Rozenburg 17
1181 ER Amstelveen
Mevrouw A. Koetsveld
Brede School Rembrandt
31AW
Mr. P.J.M. Aalberselaan 2
1181 XJ Amstelveen
Mevrouw C. van Meer
Het Palet Zuid
12XL
Benderslaan 2
1185 EK Amstelveen
Mevrouw A. Timmer
De Horizon
10FO
Landtong 8-10
1186 GP Amstelveen
Mevrouw A. le Fèvre
De Cirkel
10WT
Orion 7-9
1188 AM Amstelveen
De heer F. van Oijen
Willem-Alexanderschool
13DK
Orion 15-17
1188 AM Amstelveen
Mevrouw C. Dieleman
De Triangel
23TW
Zeelandiahoeve 5-7
1187 KR Amstelveen
De heer G. van Weezenbeek
Karel Eykman School
24BD
Jane Addamslaan 13
1187 DA Amstelveen
De heer F. Sevriens
Amstelschool
09OV
Reijgershof 4
1191 CS Ouderkerk aan de Amstel
Mevrouw V. Wiersema
Het Kofschip
10KB
Turfstekerspad 2
1191 GW Ouderkerk aan de Amstel
De heer F. Schildkamp (interim)
(voorheen: Joost van den Vondelschool)
1.3 Visie en missie De basis van onze onderwijsgroep wordt gevormd door onze elf scholen. Zij bieden onderscheidend christelijk onderwijs in Amstelveen en omgeving. De elf scholen hebben elk hun eigen karakter, en herkennen zich in de gezamenlijke kernwaarden: vertrouwen, verbondenheid, ontmoeten, gedrevenheid en aandacht. Deze waarden geven wij vorm vanuit onze christelijke traditie en identiteit. Op onze scholen staat de kwaliteit van het onderwijs voorop. Ieder kind is welkom, ongeacht religie, afkomst of beperkingen. Wij willen elk kind helpen zijn of haar talenten te ontdekken en verder te ontwikkelen. De basis voor deze ontwikkeling ligt bij een goede interactie tussen leerling en leerkracht.
Bestuursverslag
|6
Onze missie kunnen we in twee zinnen samenvatten:
• Op onze goed bereikbare en veilige scholen verzorgen wij goed onderwijs vanuit christelijke uitgangspunten. • Wij realiseren passende zorg en opvang voor ieder kind in zijn of haar eigen woonomgeving. Die missie inspireert en stuwt ons vooruit. We weten waarom we onderweg zijn. En dat creëert gedreven en enthousiaste werknemers.
1.4 Kernwaarden en identiteit Onze scholen werken vanuit dezelfde kernwaarden: vertrouwen, verbondenheid, ontmoeten, gedrevenheid en aandacht. Ze hebben oog voor het talent van iedere leerling en willen de leerling meer brengen dan kennis alleen. Dat vatten wij kernachtig samen in onze slogan
“Onderwijs met een hart” Vertrouwen: open staan voor elkaar en open staan voor het onbekende. Verbondenheid: met liefde, zorg en respect met elkaar omgaan Ontmoeten: ontdekken wat mensen ‘bezielt’ en wat hen drijft Gedrevenheid: het beste onderwijs bieden aan al onze leerlingen Aandacht: ruimte maken om na te denken over het leven Op al onze scholen heeft de levenbeschouwelijke vorming een belangrijke plek. Nadenken over het leven helpt om jezelf en de ander beter te begrijpen, vanuit nieuwe perspectieven. Dit inspireert. Daardoor helpt levenbeschouwelijke vorming leerlingen om de kernwaarden dicht bij zichzelf te brengen en zich eigen te maken. De kernwaarden binden ons, maar tegelijk heeft elke school een eigen karakter. Scholen mogen en kunnen een eigen invulling geven aan deze waarden. Een invulling die past bij het team, de geschiedenis van de school en de populatie.
7 | Bestuursverslag
1.5 Organisatiestructuur en personele bezetting
Raad van Toezicht
College van Bestuur
GMR
Stafbureau
Directie
Directie
Directie
Directie
MR
Bestuursverslag
|8
1.6 Interne controle We willen een organisatie zijn die met en van elkaar en leert; een professionele leergemeenschap die samen groeit en verder komt. Om onze gezamenlijke plannen en ideeën voor verbetering daadwerkelijk uit te voeren, hebben we binnen onze organisatie een aantal structuren ingericht. Deze structuren zijn: • Het bestuurlijk toetsingskader (BTK). In dit BTK zijn de richtingsgevende uitspraken vastgelegd voor de periode 2014-2018, gebaseerd op de strategische agenda. Voor elke richtinggevende uitspraak zijn één of meer indicatoren vastgelegd. Deze beschrijven wanneer aan de richtinggevende uitspraak is voldaan. Ook zijn er in het BTK doelen opgenomen voor de dagelijkse gang van zaken. Denk aan de budgetten, het personeelsbeleid, de inrichting van de gesprekkencyclus. Met behulp van het BTK kunnen bestuur en schoolleiding samen vaststellen of de uitvoering van de strategische agenda volgens plan verloopt. • Drie keer per jaar vindt er een gesprek plaats tussen het College van Bestuur en de schooldirecteur. Het BTK wordt van tevoren ingevuld en vormt de basis voor het startgesprek in september. Dan worden ook de doelen voor dat schooljaar bepaald. In februari is er een voortgangsgesprek, met als centrale vraag wat de school nodig heeft om de gestelde doelstellingen te behalen. Ten slotte volgt er in juni een eindgesprek, waarin besproken wordt of en hoe de doelstellingen zijn behaald. De beoordeling van de directeur hangt samen met de uitkomst van dit gesprek. • Rapportage richting de Raad van Toezicht gebeurt via twee halfjaarlijkse rapportages; een over de periode januari tot en met juli, en een over de periode augustus tot en met december. In de rapportages komen de lopende ontwikkelingen aan bod, gebaseerd op het bestuurlijk toetsingskader. Regelmatig worden hieraan extra thema’s toegevoegd, als bepaalde maatschappelijke of stedelijke ontwikkelingen hier om vragen. De schooldirecteuren en de GMR ontvangen een samenvatting van deze rapportage. De GMR richt haar jaaragenda in op basis van de strategische agenda van de Onderwijsgroep. • Op schoolniveau zijn het de directeuren die de gezamenlijke speerpunten van de strategische agenda doorvertalen in schoolplannen. Zij ontvangen hiervoor een format vanuit het bestuur. • Zeven keer per jaar vindt er overleg plaats tussen het College van Bestuur en de schooldirecteuren, binnen het directeurenberaad. Dit beraad is ingericht als professionele leergemeenschap, waar directeuren vooral elkaar inspireren, informeren en van advies voorzien. Daarnaast is er plaats voor informatieoverdracht vanuit het bestuur.
9 | Bestuursverslag
1.6.1 Intern risicobeheersings- en controlesysteem Hieronder vindt u een beschrijving van het interne risicobeheersings- en controlesysteem dat Onderwijsgroep Amstelland hanteert (zie voor meer informatie over risico’s ook paragraaf 6.3 van dit jaarverslag). Hoewel de lumpsum-financiering al geruime tijd zijn intrede heeft gedaan in het PO, is er binnen de organisatie nog een schot tussen enerzijds de materiële zaken en anderzijds de personele zaken. Materiële zaken Jaarlijks wordt er voor alle scholen die vallen onder Onderwijsgroep Amstelland een begroting opgesteld. Deze begrotingen worden besproken door het CvB, samen met de stafmedewerker financiële zaken en de directie van de school. Tijdens dit gesprek worden niet alleen de budgetten besproken en toegekend. Ook worden de investeringswensen van de school besproken op het gebied van het Onderwijsleerpakket, ICT en meubilair. Via de module “Mijn Merces” kunnen scholen de uitputting van de budgetten volgen. Dit kan op elk gewenst tijdstip, 24 uur per dag en zeven dagen per week. Ook het stafbureau volgt de uitputting van deze budgetten op de voet. Indien noodzakelijk, trekt het bureau aan de bel bij de scholen. Drie keer per jaar levert het stafbureau een managementrapportage aan bij het CvB. In deze rapportage staan de financiële resultaten beschreven, voorzien van toelichtende op- en aanmerkingen. Bereikt resultaat: • Weinig tot geen overschrijdingen op de beschikbare materiële budgetten. • Goede monitoring op de meerjareninvesteringsplannen. Personele zaken In april vinden jaarlijks de formatiebesprekingen plaats. Hierin worden de formatiebudgetten voor het komende schooljaar besproken met de directie van de school. Op basis van het huidige leerlingenaantal, de prognose voor komend schooljaar, de groepsindelingen et cetera worden deze middelen toegekend aan de scholen. Dit gebeurt conform het bestuursformatieplan. De stafmedewerker personele zaken verstrekt aan elke school een formatieoverzicht. Dit gebeurt viermaal per jaar en daarnaast op verzoek van de betrokken schooldirecteur. Het CvB ontvangt maandelijks een overzicht van de uitputting van de formatie. Aanstellen van nieuw personeel, uitbreiding van de taakomvang, verandering van functie et cetera vindt uitsluitend plaats na overleg en goedkeuring van de beleidsmedewerker P&O. De stafmedewerker personele zaken voert de daaruit voortvloeiende werkzaamheden uit. Bereikt resultaat: • Geen overschrijdingen van de door het CvB vastgestelde formatiebudgetten. • Korte lijnen en dus snel duidelijkheid tussen personeel/directies en medewerkers stafbureau. Bovenstaande materiële en personele zaken staan beschreven in de voor Onderwijsgroep Amstelland opgestelde Administratieve Organisatie en Interne Controle (AO/IC). Bestuursverslag
| 10
2. Een blik op de toekomst Verschillende trends en ontwikkelingen zijn van invloed op de koers die we varen als onderwijsgroep. In onze strategische agenda 2014-2018 hebben we verwoord hoe we met ons beleid gericht anticiperen op ontwikkelingen die we zien. We onderscheiden hierin vier grote thema’s: • • • •
Passend Onderwijs Technologische ontwikkelingen Marktwerking Professionalisering van het personeel
2.1 Passend Onderwijs Passend Onderwijs heeft inhoudelijke en organisatorische veranderingen gebracht. De zorgplicht voor alle leerlingen is een feit en dit heeft invloed op het onderwijs. Door Passend Onderwijs kunnen niveauverschillen binnen klassen groter zijn dan vroeger. De beweging van hulp van externen naar hulp intern binnen de school zet verder door. Van alle processen rond de ontwikkeling van kinderen is de leerkracht regisseur. Voor wat betreft ondersteuning vanuit (jeugd)zorg is de decentralisatie hiervan naar de gemeenten relevant. Deze overgang vond plaats in 2015. Dit maakt een integrale visie op Zorg voor Jeugd en een goede afstemming noodzakelijker dan ooit. Juist om ook komende jaren passend onderwijs te blijven bieden aan alle leerlingen.
2.2 Technologische ontwikkelingen De ontwikkelingen binnen de ICT gaan snel en blijven snel gaan. De ICT-revolutie zal het leren diepgaand beïnvloeden. Informatie is snel toegankelijk en daardoor heeft parate kennis een andere waarde dan voorheen. Maar informatie wordt ook anders verwerkt. Doordat iedereen eenvoudig online kan publiceren, lopen feiten en opvattingen meer door elkaar. Hoewel de meeste scholen ICT hoog op de agenda hebben staan, blijkt uit onderzoek dat er in de lespraktijk slechts beperkte structurele aandacht bestaat voor digitale vaardigheden. Dit geldt ook voor het primair onderwijs (Thijs, Fisser & van der Hoeven, 2014, aangehaald in Ons Onderwijs 2032). In het voorgezet onderwijs is slechts 30 procent van de tweedejaars leerlingen in staat zelfstandig een computer te gebruiken als instrument om informatie mee te verzamelen en te beheren (Meelissen, Punter & Drent, 2014, aangehaald in Ons Onderwijs 2032). Juist dit soort informatievaardigheden zijn in toenemende mate belangrijk in de samenleving. Onderwijs en leren zien er in de toekomst anders uit. Niet alleen qua leermiddelen, maar ook op het gebied van onderwijsdoelen, werkwijze en zelfs plek van onderwijs.
11 | Bestuursverslag
2.3 Marktwerking Marktwerking is overal in de maatschappij aanwezig en daarmee ook zichtbaar in het onderwijs. Scholen worden met elkaar vergeleken. Ouders vragen ook om andere ‘diensten’ dan alleen onderwijs, zoals dagarrangementen en buitenschoolse opvang. Ouders vragen vaker en sterker om verantwoording; daarnaast verwachten ze meer flexibiliteit van de school. Wisselen van school zonder dat er sprake is van een externe aanleiding (zoals een verhuizing) gebeurt sneller dan vroeger. Om marktwerking kunnen en willen we niet heen; wel kiezen we voor onze eigen benadering. Marktwerking mag geen schade toebrengen aan het vertrouwen, de aandacht, het ontmoeten en de verbondenheid die onze kernwaarden zijn. Niet alle onderwijsoutput is meetbaar. De focus op meetbare doelstellingen kan in onze ogen niet ten koste gaan van minder goed meetbare aspecten, zoals bijvoorbeeld sociale vaardigheden en zelfvertrouwen. Binnen Onderwijsgroep Amstelland beschouwen we marktwerking daarom niet vanuit het oogpunt “u vraagt, wij draaien”. We benaderen deze ontwikkeling vanuit de kernwaarden verbondenheid en ontmoeten. Zo willen we op alle scholen onderwijs en identiteit vormgeven in een directe afstemming op, verbinding en dialoog met haar maatschappelijke omgeving: ouders, de buurt en de samenwerkingspartners. Doel is om samen met deze omgeving optimaal vorm te geven aan voor de leerlingen passende arrangementen op het gebied van onderwijs en zorg. De ouders van de leerlingen en de onderwijsbehoeften van de leerlingen geven ons hierbij richting. In de komende periode zal vooral aandacht uitgaan naar samenwerking met ouders en samenwerking met de buurt en partners. Met ouders gaan we op een constructieve manier de verbinding en dialoog aan. Specifieke expertise van ouders willen we benutten; de communicatie met alle ouders willen we verder versterken. We zien alle ouders als educatieve partners. Ouderbetrokkenheid willen we daarom bevorderen. Vanuit onze eigen identiteit, maar ook vanuit het reële besef dat oudertevredenheid een belangrijke pijler zal blijven voor het aantrekken en behouden van leerlingen. De samenwerking met buurt en partners krijgt het meest zichtbaar gestalte in de brede scholen. Onze brede scholen geven we vorm op een wijze die past bij de behoefte van de leerlingen en hun ouders. Daarin werken we structureel samen met daarbij passende partners, zoals kinderopvang, peuterspeelzalen en jeugdzorg.
2.4 Professionalisering van personeel Passend Onderwijs, de komst van nieuwkomers (vluchtelingenkinderen) en andere ontwikkelingen maken de noodzaak nog groter om snel te kunnen schakelen tussen Bestuursverslag
| 12
uiteenlopende leerling-niveaus binnen klassen. Op flexibiliteit en deskundigheid van de leerkracht wordt een nog groter beroep gedaan dan voorheen. Medewerkers vragen zelf ook om flexibelere contracten en maatwerk. Mobiliteit en ontwikkeling zullen steeds vanzelfsprekender worden, evenals regelmatige omscholing. Binnen Onderwijsgroep Amstelland is in toenemende mate aandacht voor professionalisering. In de gesprekkencyclus tussen medewerker en leidinggevende staat het hoog op de agenda. Dat geldt ook voor de daarmee samenhangende duurzame inzetbaarheid van alle medewerkers. Om kwaliteit en opbrengsten beter te borgen, is het van belang dat er goed geschoold personeel is. De overheid zet sterk in op professionalisering van onderwijsgevend personeel en schoolleiders. Middelen zijn het verhogen van het opleidingsniveau, bekwaamheidsregistratie en peer-review. Ook wil de overheid dat scholen een professionele cultuur hebben.
2.5 Andere trends en ontwikkelingen Met deze vier trends en ontwikkelingen is natuurlijk niet alles meegenomen wat er speelt in de omgeving van Onderwijsgroep Amstelland. Onze agenda stemmen we gericht af op deze vier grote trends, maar we volgen ook andere ontwikkelingen. Als de situatie erom vraagt, zullen we desnoods gedurende de looptijd van de strategische beleidsagenda de prioriteiten heroverwegen. De volgende trends en ontwikkelingen volgen we actief. 1. Globalisering De economie is mondialer aan het worden en dit zorgt voor mondiale economische concurrentie. De Nederlandse overheid wil mee blijven spelen in de top 5 van de landen met een kenniseconomie. Dat vraagt om hoge opleidingsniveaus en vereist specifieke competenties, die ook wel “21st century skills” genoemd worden. Waar het in een meer klassieke opleiding vooral draait om het verwerven van feitenkennis zelf, draait het bij deze nieuwe vaardigheden met name om het kunnen omgaan met kennis. De vaardigheden van de toekomst zijn creatief denken, problemen kunnen oplossen en kritisch denken; ICT-basisvaardigheden en informatievaardigheden worden hier ook onder geschaard. Dat geldt mede voor het ‘computational thinking’ (in het denken rekening houden met de werking en logica van computersystemen; weten hoe deze systemen ingezet kunnen worden; niet alleen vanuit taal denken, maar ook vanuit systemen en symbolen). Mediawijsheid, communiceren, samenwerken, zelfregulering en sociale en culturele vaardigheden maken de rij competenties af. Kortom: in toenemende mate wordt er veel verwacht van leerlingen.
13 | Bestuursverslag
2. Zingeving Ondanks de doorzettende ontkerkelijking is de behoefte aan zingeving niet verdwenen. Juist in een samenleving die complexer wordt, is de vraag naar wat werkelijk van waarde is belangrijk geworden. Meer dan ooit zal op de vormende, pedagogische rol van de leerkracht een beroep gedaan worden. Aan die pedagogische taakstelling zijn normatieve vraagstellingen en waardegedrevenheid onlosmakelijk verbonden. 3. Demografische ontwikkelingen: Nederland en mondiaal Het totaal aantal leerlingen op de scholen van Onderwijsgroep Amstelland groeit licht. De verwachting is dat deze trend komende jaren doorzet. Toch is de krimp van het aantal kinderen in de basisschoolleeftijd wel een landelijke realiteit. De kleinere aantallen leerlingen van nu zullen straks het nationaal inkomen voor velen moeten realiseren. Dat vraagt om een hoge arbeidsparticipatie en arbeidsproductiviteit. Hierdoor kunnen ouders meer verwachten van onderwijsorganisaties. Dat geldt ook voor diensten daaromheen, op het gebied van opvang en opvoeding. Arbeidsmigratie over landsgrenzen kan grote impact hebben; bijvoorbeeld doordat hoger opgeleiden naar opkomende economieën vertrekken, en er een toestroom is van goedkope arbeid uit zwakke economieën. Door conflicten in de wereld groeit ook het aantal vluchtelingen dat zich in Nederland vestigt, met name uit Syrië. Dit is een relatief jonge groep. Uit cijfers van het CBS (10 februari 2016) blijkt, dat 40% van de vluchtelingen is jonger dan 18. Het grootste deel van deze kinderen heeft de basisschoolleeftijd. Op 1 januari 2016 woonden 6.100 Syrische kinderen in de leeftijd van vier tot twaalf jaar in Nederland. Ook deze ontwikkelingen raken de scholen van Onderwijsgroep Amstelland. 4. Opbrengstgericht werken Vanuit de overheid wordt er gestuurd op ‘opbrengstgericht werken’, vanuit de gedachte van meten is weten. Er ligt daarbij een sterke nadruk op taal en rekenen. Aan de andere kant vragen overheid en maatschappij ook om burgers die verder kijken dan dat. Er is een roep om meer aandacht voor creativiteit en algehele vorming van de mens (‘Bildung’). Deze beweging staat voor brede vorming, voor (gedeelde) verantwoordelijkheid en ambachtelijkheid. Dit is terug te zien in recente rapporten als Ons Onderwijs 2032, waarin opgeroepen wordt om kinderen kennis bij te brengen van maatschappelijke verantwoordelijkheid. Hierin draait het onder meer om bereid zijn je in te zetten voor het algemeen belang. 5. Veranderende en lagere bekostiging Door veranderende wetgeving op passend onderwijs zijn de geldstromen voor leerlingen met extra zorg veranderd. Door de economische crisis worden ook bezuinigingen op het onderwijs toegepast. De overheid is extra kritisch op rendement van investeringen. 6. Flexibilisering personeelsbeleid Door de noodzaak om ons onderwijs flexibeler in te richten, ontstaat ook de noodzaak tot maatwerkafspraken tussen werkgever en werknemer (i-deals). Medewerkers vragen ook zelf steeds vaker om flexibelere contracten en maatwerk. We verwachten dat mobiliteit en ontwikkeling steeds vanzelfsprekender worden, net als regelmatige omscholing. Bestuursverslag
| 14
7. Etikettering Kinderen krijgen vanuit medische en psychiatrische hoek vaker dan vroeger een etiket. De maatschappij is afgelopen jaren meer gaan denken in termen van stoornissen. Deze ontwikkeling heeft meerdere kanten. Een medisch label is vrijwel altijd vereist om bepaalde, noodzakelijke hulp vergoed te krijgen. Tegelijk kan een label stigmatiserend werken. Het is goed hier juist in tijden van passend onderwijs alert op te blijven. Zo willen we verder kijken dan de stoornis en het unieke kind blijven zien. 8. Ontwikkelingen binnen de gemeenten Amstelveen en Ouderkerk: • Doorontwikkeling Brede scholen met als gevolg: - Meerdere partners - Voorschools - Andere schooltijden - Ander functiebouwwerk in een school • Stabilisatie leerlingenaantal in Amstelveen • Afname leerlingenaantal in Ouderkerk en samenwerking tussen scholen daar • Andere bestuurlijke partners vanwege Passend Onderwijs. Dit biedt mogelijkheden tot mobiliteit, samenwerking of fusie • Overgang PO-VO vraagt meer aansluiten, aandacht voor techniek (VMBO) maar ook voor excellentie (Science) • Politieke lokale invloed op ‘het onderwijs’: doelsubsidies met eisen rond verantwoording, vraag naar transparantie, nadruk op opbrengsten • Internationalisering in en van Amstelveen: taalklassen, Engels als 2e taal, groei aantal vluchtelingen in de gemeente • Ouders leggen in toenemende mate nadruk op prestaties en opbrengsten op cognitief gebied. Dit uit zich onder andere uit privéles en huiswerkbegeleiding buiten school, zonder dat vanuit school de noodzaak hiervoor wordt onderschreven. 9. Interne ontwikkelingen binnen Onderwijsgroep Amstelland De belangrijkste interne ontwikkeling is dat door allerlei maatregelen meer medewerkers 55 jaar of ouder zijn, en ook langer blijven doorwerken. Deze vergrijzingstendens in het personeelsbestand zet zich naar verwachting verder door. Hierdoor ontstaat de vraag naar de gevolgen voor de onderwijskwaliteit en de noodzaak om ‘een leven lang leren’ vorm te geven. Het bewaken van duurzame en brede inzetbaarheid door professionalisering en gezondheidsmanagement zijn van belang. Hier is in 2015 op ingezet en dit zal ook komende jaren nodig blijven.
15 | Bestuursverslag
3. Voortgang strategische agenda 3.1 Strategische agenda De strategische agenda van Onderwijsgroep Amstelland is vastgesteld voor de periode 2014-2018, na uitgebreide consultatie van medewerkers en partners. Het document kan daardoor rekenen op breed draagvlak binnen de organisatie. In de strategische agenda draait het om vier trends en ontwikkelingen. Dat zijn Professionalisering, Passend Onderwijs, Technologische ontwikkeling en Verbinding en dialoog met de maatschappelijke omgeving. In ons strategisch plan geven we voor deze onderwerpen prioriteiten aan, die het kader vormen voor de schoolplannen. Elke school werkt in het eigen schoolplan de thema’s verder uit. Elk thema kent een aantal speerpunten, zoals hieronder aangegeven. Professionalisering • Professionele ontwikkeling • Platform kennisuitwisseling • Gezondheidsmanagement • Modernisering personeelsbeleid • Met en van elkaar leren Passend onderwijs • Goede samenwerking • Duidelijke communicatie • Onderwijskundige vernieuwing Technologische ontwikkelingen • Internetwijsheid • Inzet van ICT • Technologische mogelijkheden benutten Verbinding en dialoog met de maatschappelijke omgeving • Samenwerking met ouders: - Betrekken bij identiteit - Educatief partnerschap - Ouderbetrokkenheid - Communicatie • Samenwerking met partners: - Brede school ontwikkeling - Kinderopvang, peuterspeelzalen, jeugdzorg
Bestuursverslag
| 16
3.2 Professionalisering
Professionalisering: leernetwerken versterken het onderwijs
Beleidsvoornemens 2014-2018 Het professionele handelen van de leerkracht staat in deze periode centraal. Leraren krijgen bij Onderwijsgroep Amstelland de ruimte zich verder te ontwikkelen in hun vak en in hun rol als regisseur van de processen rond de ontwikkeling van kinderen. Ze mogen zelf kiezen welke trainingen zij willen volgen, mits de gekozen trainingen passen binnen de kaders van de school. Bovendien willen we het mogelijk maken dat onze leraren de nieuwe technologische mogelijkheden benutten in de les.
Het aantal leernetwerken is in 2015 uitgebreid binnen Onderwijsgroep Amstelland. Eén van deze bloeiende netwerken is het leernetwerk Rekenen. Sabine Wirz van de Willem-Alexanderschool is hier sinds het schooljaar 2014-2015 bij betrokken. “Het is goed om van elkaar te leren, zodat je niet allemaal zelf het wiel hoeft uit te vinden.” In het leernetwerk komen de rekenspecialisten regelmatig samen. Dit zijn groepsleerkrachten, die het rekenonderwijs als specialisatie hebben. In 2015 is binnen het netwerk onder meer nagedacht over de vraag, wat exact de taak en rol is van de specialisten. “Het is niet de bedoeling dat je het rekenonderwijs overneemt van collega’s. Wel kun je de vaardigheden van collega-leerkrachten versterken. Als een leerling veel moeite heeft met rekenen, kunnen wij helpen om net iets scherper te krijgen waar het kind dan op afhaakt. Dat helpt, merken we in de praktijk.”
In de huidige beleidsperiode 2014-2018 zijn dit concrete punten die we willen bereiken. • Een platform realiseren waar medewerkers kennis kunnen uitwisselen. • De gesprekscyclus wordt benut om professionele ontwikkeling te bevorderen. • Personeel wordt flexibel ingezet binnen de eigen school en op andere scholen, op basis van de persoonlijke expertise en talenten. • We werken aan een professionele cultuur, die de juiste omgeving schept om met elkaar te spreken en elkaar aan te spreken. • We investeren in gezondheidsmanagement, zodat medewerkers plezier in het werk houden. Duurzame inzetbaarheid is hierin belangrijk. • Talenten en ambities van medewerkers worden optimaal benut. We moderniseren ons personeelsbeleid zodat we werkafspraken op maat kunnen maken.
17 | Bestuursverslag
Niveau optillen door kennis uitwisselen De leernetwerken versterken ook de band tussen de scholen onderling. Sabine: “Door kennis te delen en good practices uit te wisselen, til je op elke school het niveau op. Je voorkomt dat scholen achterblijven in niveau, je versterkt elkaar.” Sabine heeft een dag per week voor haar werk als rekenspecialist. Daarnaast staat ze met veel plezier voor groep acht. Wat boeit haar zo aan juist het rekenonderwijs? “Taal is meer aanwezig; rekenen komt vaak op een tweede plaats.” Dat lijkt begrijpelijk. Taal heb je overal bij nodig, geldt dat niet in mindere mate voor rekenen? Hier reageert Sabine stellig. “Rekenen komt overal in onze maatschappij terug. Van het aflezen van een busnummer tot de ingrediënten bij het koken, tot het wisselgeld in een winkel. Cijfers en rekenen zijn heel sterk verweven met ons dagelijks leven. Juist in de basisschoolleeftijd is het belangrijk om een goede basis te leggen. Ook omdat rekenen op de middelbare school niet meer elke dag terugkomt.” Sabine hoopt voor komende jaren dat het leernetwerk Rekenen nog meer ingebed raakt in de organisatie. “Nu wordt het netwerk nog geleid door een externe kracht. Als we dit zelf gaan oppakken, is het belangrijk dat iedereen ook tijd heeft om het voor te bereiden.” Ook inhoudelijk is het leernetwerk nog lang niet klaar. “Ik zou graag nog dieper in willen gaan op wat de kracht is van het rekenonderwijs zelf. Hoe kunnen we die drie kwartier per dag versterken? Dat is zeker een onderwerp dat interessant is voor 2016.”
Resultaat 2015 Een kenmerk van onze organisatie is ‘leren en ontwikkelen doe je samen’. Onderwijsgroep Amstelland heeft daarom in 2015 ingezet op het versterken van de professionele leergemeenschappen. In deze netwerken delen medewerkers van verschillende scholen kennis met elkaar. Uitbreiding aantal leernetwerken In 2015 zijn twee nieuwe netwerken gestart. Op dit moment kent de organisatie de volgende netwerken. 1. Directeurenberaad 2. Netwerkbijeenkomsten voor innovatie en ICT 3. Rekenen 4. Taal, met name NT2 5. Meer- en hoogbegaafdheid 6. Intern Begeleiders (bovenschools) 7. Techniekcoördinatoren (sinds 2015) 8. Gedragsspecialisten (sinds 2015) Elk netwerk komt vier tot vijf keer per schooljaar bij elkaar. Een aantal leernetwerken krijgt begeleiding van externen. Doel voor komende tijd is dat de netwerken nog meer zelfstandig gaan werken. De verwachting is dat er ook komende tijd nieuwe netwerken bijkomen en dat bestaande netwerken nog meer voor verbinding in de organisatie zullen zorgen. Positief is dat het docenten zelf zijn, die initiatief nemen en nieuwe netwerken vormen. De opgedane kennis blijkt voor hen goed toepasbaar in de praktijk. Daarmee zijn de leernetwerken een waardevolle aanwinst voor de organisatie.
3.2.1 Certificering opleidingsscholen ‘Opleiden in de school’ is een samenwerking tussen de scholen van Onderwijsgroep Amstelland, de Marnix Academie en de iPabo. De samenwerking heeft als doel om de aansluiting tussen opleiding en scholen te verbeteren. Daarmee wordt ook de opleiding van de studenten zelf versterkt. Samen zorgen we ervoor dat studenten in hun studie aansluiten bij de schoolontwikkeling en dat hun onderzoeken betekenisvol zijn voor de scholen en voor henzelf. Het grootste deel van de scholen binnen Onderwijsgroep Amstelland is de afgelopen jaren gecertificeerd als opleidingsschool. In 2015 zijn er drie nieuwe scholen gecertificeerd: De Horizon, De Triangel en De Omnibus. Dat brengt het totaal op zeven. Brede School Rembrandt, de Amstelschool, Het Kofschip en de Karel Eykman School volgen in 2016. De studenten die op onze opleidingsscholen stage lopen, krijgen begeleiding van daarvoor geschoolde mentoren.
3.2.2 Opbrengst samenwerking in projectgroep “Starter, goed gestart” Onze bovenschoolse opleidingscoördinator doet samen met drie andere besturen mee in de projectgroep die tot doel heeft de samenwerking tussen lerarenopleiding en scholen te versterken. Dit project ontvangt subsidie van OCW Bestuursverslag
| 18
Goed begin voor startende leerkracht Ze zijn de spil van het onderwijs: sterke leerkrachten. Zonder hen is het onmogelijk om kwalitatief goed onderwijs te bieden. Juist daarom is het belangrijk om leerkrachten aan het begin van hun loopbaan zo goed mogelijk te begeleiden. Want het is een flinke overgang: van leerling op de PABO naar zelf leerkracht zijn op een basisschool. Dat geeft starters in het onderwijs vaak een “reality shock”. Om de overgang te verzachten, gaan beginnende leerkrachten bij Onderwijsgroep Amstelland een starterstraject in. Daarbij ontvangen zij in principe drie jaar lang extra steun.
Bijeenkomsten en coaching Eén van de deelnemers aan het starterstraject is Tess van der Pol. Zij staat sinds kort voor groep 5 van de Brede School Rembrandt. Tess ervaart het traject als een prettig onderdeel van haar nieuwe werk. “Ik zit samen in het traject met alle leerkrachten van Onderwijsgroep Amstelland die in dezelfde tijd zijn begonnen. Wij komen drie keer per jaar bijeen op het bestuursbureau. In die bijeenkomsten komen allerlei onderwerpen aan bod. We bespreken de dingen waar we tegenaan lopen, we wisselen tips uit, vertellen elkaar hoe we het lesgeven ervaren en welke informatie misschien voor ons allemaal van belang kan zijn.” Daarnaast is er ook meer persoonlijke begeleiding aanwezig. “Iedere starter krijgt een coach toegewezen”, vertelt Tess. “Wanneer je daar behoefte aan hebt, kan de coach tot ongeveer tien keer per jaar bij je langskomen in de klas. Je kunt in het traject ook goed zelf de leiding nemen. Zo kan de coach op jouw verzoek achter in de klas zitten en filmen. Bovendien kun je bij de coach voor alle vragen terecht.”
Goed opgevangen Tot slot krijgt iedere startende leerkracht bij Onderwijsgroep Amstelland budget om een cursus te volgen die goed aansluit op de interesses. Tess: “Het aanbod van trainingen is heel divers. Je kunt bijvoorbeeld kiezen voor goed rekenonderwijs, een cursus over pesten of een training speciaal gericht op kleuters.” Volgend jaar gaat Tess verder in het tweede jaar van het starterstraject. “Ik vind het fijn dat we zo goed worden opgevangen. Vooral de coaching stel ik erg op prijs, want ik weet dat ik alles aan mijn coach kan vragen. En dankzij de bijeenkomsten met mijn beginnende collega’s weet ik dat ik er niet alleen voor sta. We zitten allemaal met dezelfde vraagstukken en kunnen elkaar helpen bij onze ontwikkeling.”
19 | Bestuursverslag
en loopt nog tot begin 2017. Onder de naam “Starter, goed gestart” heeft de projectgroep in 2015 onderzoek gedaan. Uit dit literatuur- en praktijkonderzoek blijkt dat • de begeleiding aan starters op verschillende wijze wordt vorm gegeven; • starters verschillen in behoefte aan begeleiding, maar dat alle starters graag een vorm van begeleiding willen hebben; • er sprake is van een aantal ‘gouden condities’ waaraan een begeleidingsprogramma zou moeten voldoen. Belangrijk in de begeleiding van startende leerkrachten blijken deze condities. • De combinatie van een mentor in de school als vast aanspreekpunt voor praktische vragen, met een coach (begeleider) die begeleidt bij het werken aan afgesproken leerdoelen; • de starter wordt opgenomen in de reguliere cyclus functioneren en beoordelen, waarbij er een duidelijk onderscheid is tussen ontwikkelingsgerichte doelen en beoordelen; • taken en rollen van de begeleiders worden bij aanvang besproken en afgestemd; • de starter wordt door het hele team als een gelijkwaardige collega beschouwd; • de starter wordt ervaren als een collega die het team versterkt, o.a. door het inbrengen van nieuwe kennis en vaardigheden; • de starter krijgt de gelegenheid om zich adequaat en kortdurend te scholen op voor hem/haar belangrijke thema’s. Bovenstaande ‘gouden condities’ heeft de projectgroep onder meer uitgewerkt in twee kwaliteitskaarten voor schoolleider en opleiding. Daarnaast zijn in samenwer-
king met de Marnix Academie verschillende workshops voor startende leerkrachten ontwikkeld. Deze draaien om praktische thema’s als timemanagement. Doel van de projectgroep blijft om de begeleiding voor startende leerkrachten zo goed mogelijk te laten zijn. Zo wordt ook de uitstroom (die in het onderwijs relatief groot is) beperkt. De aanpak die ontwikkeld wordt, richt zich op startende leerkrachten, bestuur en schooldirecties.
3.2.3 Invoering nieuwe CAO-PO Het begin van het schooljaar 2015-2016 is gestart met een nieuwe cao voor het primair onderwijs. Grootste verschil ten opzichte van de oude CAO is, dat de huidige CAO meer ruimte biedt voor maatwerk op verschillende gebieden. Dat geldt voor de verdeling van de werkuren over het jaar, maar ook voor specifieke thema’s als professionalisering en duurzame inzetbaarheid. Schoolbesturen kunnen daarmee een HRM-beleid vormgeven dat meer op hun situatie is toegesneden. De nieuwe CAO is 1 augustus ingegaan. In de eerste helft van 2015 zijn alle schoolteams bezocht. Zij zijn voorgelicht over de gevolgen van de nieuwe cao. Op schoolniveau hebben de directies gesprekken gevoerd over de uitvoering van CAO, met name over de inzet van alle personeelsleden binnen de jaartaak. In de uitvoering van de CAO kan gekozen worden voor een basismodel of een overlegmodel. Alle scholen hebben gekozen voor het zogenoemde overlegmodel. Door deze keuze kan meer rekening worden gehouden met onder meer de zwaarte van de werkzaamheden, de omvang van de groep en de problematiek binnen de groep. In overleg is besproken hoeveel uur leerkrachten voor de klas staan en hoeveel er aan opslagfactor nodig is (uren die besteed worden aan voor- en nawerk). We hebben in 2015 zo een goed begin kunnen maken met het realiseren van dat maatwerk. Binnen Onderwijsgroep Amstelland is een resultaat van de nieuwe CAO geweest, dat er bij de leerkrachten een grotere vraag is ontstaan naar scholing. De vraag naar de invulling van de professionaliseringsuren is duidelijk toegenomen. We streven ernaar het professionaliseringsaanbod zoveel mogelijk te doen op stichtingsniveau en op schoolniveau. Zo kunnen we zaken waar mogelijk combineren en het beschikbare budget zo efficiënt mogelijk inzetten.
3.2.4 Functiemix In 2010 is de functiemix ingevoerd, waarmee het loopbaanperspectief van leraren in het basisonderwijs heeft kunnen verbeteren. Leraren worden uitgedaagd om zich hun hele loopbaan te blijven ontwikkelen. Binnen Onderwijsgroep Amstelland is de invoering van de functiemix de afgelopen jaren niet vlekkeloos verlopen. We hebben eerst actief moeten inzetten op de verbetering van de bekwaamheidsdossiers. In 2015 zijn hier slagen gemaakt. Het digitaal archiveren van de gesprekkencyclus en het be-
Bestuursverslag
| 20
kwaamheidsdossier gaat beter. Bardo blijkt echter een systeem dat voor veel gebruikers lastig is; medewerkers maken er te weinig gebruik van om er bedreven in te worden. In 2015 hebben we tegen het licht gehouden of er een beter alternatief is voor Bardo. Een werkgroep personeel oriënteert zich hierop. Deze werkgroep heeft in 2015 ook de gesprekscyclus opnieuw opgezet.
Amstelland 2015 Amstelland 2014 Landelijk 2015
Landelijk 2014
LA-functie
74,6
82,3 %
75,3
76,5 %
LB-functie
25,4
17,9 %
24,4
21,6 %
Ministerie 40%
Het percentage LB-functie binnen Onderwijsgroep Amstelland is duidelijk gestegen ten opzichte van 2014. De behaalde stijging is sterker dan het landelijk gemiddelde. De streefcijfers van het ministerie zijn in 2015 nog niet behaald. Nog niet op alle scholen is er budget om de gewenste functiemix te realiseren. Wel wordt er een inhaalslag gemaakt. Een belangrijke ontwikkeling is dat er steeds meer specialisten werken op de scholen. De functiemix willen we inzetten om hen een plek te geven binnen de organisatie. We richten ons daarbij met name op specialisten die ook voor de klas staan en daarnaast buiten hun eigen groep een meerwaarde hebben voor het onderwijs, zoals rekenspecialisten en gedragsspecialisten. Dankzij de in 2015 genomen maatregelen hebben we scherper zicht op de (eerder verworven) competenties van onze medewerkers. Daarmee hebben we ook meer focus gekregen op hun ontwikkeling. Professionalisering blijft een van onze speerpunten; ook de functiemix is hier onderdeel van.
3.2.5 Professionalisering: overige resultaten 2015 Ontwikkeling en permanente scholing van medewerkers zijn essentieel voor professionalisering. Dit is geen eiland binnen het personeelsbeleid; we streven naar verbinding met andere projecten, zoals de leernetwerken. Tegelijk blijven ook andere vormen van scholing nodig. Hiervoor is in 2015 het meerjarenscholingsplan opgesteld. De directeuren hebben een eigen ontwikkelplan gemaakt. Deze planningen zijn meegenomen in de begroting van dit jaar 2016. De gesprekscyclus is een belangrijk instrument om professionele ontwikkeling van medewerkers te versterken. In 2015 is een nieuwe cyclus ontwikkeld. Deze bedraagt twee jaar, een jaar korter dan de oude cyclus. De nieuwe gesprekscyclus is ontwikkeld door de werkgroep personeel (drie directeuren, de beleidsmedewerker HRM en een externe adviseur). Doel is om deze nieuwe manier van werken per 1 augustus 2016 in te voeren.
21 | Bestuursverslag
Gezondheidsmanagement Het ziekteverzuim binnen Onderwijsgroep Amstelland is afgelopen schooljaar licht gestegen. Met 3,7% is voor de hele organisatie is het verzuimpercentage nog altijd fors lager dan het landelijke gemiddelde van 4,9% in de onderwijssector (CBS, september 2015).
3.2.6 Prestatiebox In 2015 heeft Onderwijsgroep Amstelland ruim € 358.000 aan middelen ontvangen t.b.v. de prestatiebox. Deze middelen zijn ook afgelopen jaren ontvangen. Ze worden ingezet voor extra activiteiten ter verbetering van de leerprestaties op het terrein van taal, rekenen en de daarop aansluitende werkwijze van opbrengstgericht werken. Onderdeel van de prestatiebox zijn overigens ook extra culturele activiteiten. De specifieke inzet van de gelden wordt op schoolniveau bepaald. Enkele scholen hebben een deel van de middelen toegevoegd aan het FPE-budget. Op deze wijze heeft de school iets meer formatie, welke aangewend wordt voor bovenstaande zaken. Daarnaast worden deze gelden aangewend voor onder meer: extra materialen (leer- en hulpmiddelen), extra scholingskosten, opzetten en uitvoeren van een plusklas en extra (incidentele) personele inzet alsmede onderwijsassistenten. Hieronder een beknopt financieel overzicht van de ingezette middelen.
Ontvangen middelen in 2015
€ 358.262
Toegevoegd aan de formatie
€ 71.139
Diverse uitgaven
€ 195.823
Culturele inzet
€ 43.171
Toegevoegd aan reserve
€ 48.129
3.2.7 Gevoerd beleid inzake beheersing van uitkering na ontslag In 2015 zijn geen personeelsleden uit dienst gegaan d.m.v. ontbinding bij de kantonrechter. Wel zijn twee personen met ontslag gegaan met een vaststellingsovereenkomst. Dit heeft geen consequenties gehad voor de werkgever, daar de wettelijke voorschriften zijn gevolgd. Er is instemming verkregen van het Participatiefonds. Aan beide personen is wel een budget voor outplacement toegekend. Bestuursverslag
| 22
3.3 Passend Onderwijs Beleidsvoornemens 2014-2018 Passend onderwijs gaat in onze visie om de totale ontwikkeling van kinderen: cognitief, sociaal, emotioneel, moreel en creatief. We geven dit voor een groot deel handen en voeten door stevig in te zetten op de rol van de leraar (zoals genoemd bij het onderwerp ‘professionalisering’). Ook richten we ons op de volgende punten. • Goede samenwerking. Dat geldt binnen de scholen, maar ook tussen de scholen van de onderwijsgroep en met organisaties op het gebied van jeugdzorg. Hieruit vloeit het volgende punt voort. • Duidelijke communicatie. Met ouders, met leerlingen zelf, met alle betrokken partners binnen en buiten de school. • Onderwijskundige vernieuwing. We willen juist als onderwijsorganisatie een lerende organisatie zijn. Vernieuwingen nemen we niet klakkeloos over, maar we weten wat er speelt en verwerken bewezen nieuwe inzichten in onze onderwijsaanpak. Samenwerking in het kader van Passend Onderwijs Om passend onderwijs te bieden aan al onze leerlingen, werken we samen met andere onderwijsorganisaties. Dat gebeurt binnen het samenwerkingsverband Amstelronde (45 basisscholen in de regio, met in totaal circa 14.000 leerlingen). In kernoverleg komen directies van scholen, intern begeleiders en de bestuurder van het samenwerkingsverband bij elkaar. Het overleg binnen Amstelronde vindt vijf keer per jaar plaats. Hierover is veel te zeggen, daarom meer hierover in paragraaf 3.3.1. Resultaat 2015 binnen Onderwijsgroep Amstelland zelf Extra aanbod voor begaafde leerlingen maakt ook deel uit van Passend Onderwijs. In 2015 is onder meer de bovenschoolse Plusklas (“Breinsteins”) voortgezet en tot bloei gekomen. De klas startte eind 2014. Hoogbegaafde kinderen van vier verschillende scholen komen eenmaal per week bij elkaar. Door binnen de klas projectmatig te werken, doen we een groot beroep op creatief denken bij deze l eerlingen. Hierdoor ontwikkelen ze effectievere leerstrategieën. Dat versoepelt de overstap naar het voortgezet onderwijs. Binnen de scholen zelf wordt daarnaast extra uitdaging geboden aan meerbegaafde leerlingen.
23 | Bestuursverslag
3.3.1 Samenwerkingsverband Amstelronde Zoals net genoemd: ook in 2015 heeft Onderwijsgroep Amstelland samengewerkt met andere schoolbesturen binnen Amstelronde Passend Onderwijs. Dit samenwerkingsverband bestaat sinds augustus 2014. Vijftien besturen uit de gemeenten Amstelveen, Ouder-Amstel, Aalsmeer en Uithoorn werken hierin samen. Het uitwisselen van ervaringen binnen Amstelronde is in 2015 een effectieve manier gebleken om ‘good practices’ uit te wisselen. Per deelregio is er een specialist (orthopedagoog / psycholoog) als aanspreekpunt voor scholen. De ervaringen met de werkwijze van Amstelronde zijn tot nu toe positief. Scholen kunnen direct de IB’er inschakelen wanneer er iets niet goed loopt met een leerling. Eerste volledige jaar “Passend Onderwijs” Voor Passend Onderwijs was 2015 een cruciaal jaar; het eerste volledige jaar waarin de nog relatief nieuwe wetgeving van kracht was. We lichten er een aantal ontwikkelingen uit. • De ondersteuningsprofielen van alle scholen zijn in 2015 onder de loep genomen. Bij veel scholen is het profiel aangepast. De afgelopen periode hebben de scholen veel ervaring opgedaan en een ontwikkeling doorlopen bij het hanteren van problematiek die voorkomt onder leerlingen. Daardoor is helderder geworden wat de scholen allemaal kunnen betekenen in het ondersteunen van kinderen met een speciale behoefte. Er is meer deskundigheid en expertise binnen de scholen; bij IB’ers, maar ook bij gedragsspecialisten. Kinderen die voorheen moeilijk geplaatst hadden kunnen worden, kunnen daardoor nu vaker wel geplaatst worden. • De afstemming is verbeterd over welke begeleiding gewoon in de klas gegeven kan worden en welke begeleiding buiten de klas nodig is. • Een aantal scholen heeft in 2015 meegedaan aan ‘coaching on the job’. Hierin hebben zij geleerd hoe een ondersteuningsteam kan worden voorbereid, georganiseerd en uitgevoerd. • Een deel van de scholen heeft gekozen voor een andere oplossing d.m.v. interne coaching binnen de eigen school. Een aantal keer zijn cursussen georganiseerd zonder overleg met het samenwerkingsverband. Belangrijk en effectief blijkt het, om met de directeuren onderling en met het samenwerkingsverband goed af te stemmen welke trainingen nodig zijn. Hier valt nog winst te behalen. Voor komende jaren willen we hier dan ook verder op inzetten. • De ‘loketmonitor’ is in 2015 in gebruik genomen. Dit betekent dat de intern begeleiders snel contact kunnen leggen met specialisten binnen Amstelronde, die ze nodig hebben met een bepaalde vraag. Met de loketmonitor kan in kaart gebracht worden welke extra ondersteuning scholen vragen en kunnen bieden en hoeveel en welke Toelaatbaarheidsverklaringen worden toegekend. De werkwijze loopt goed. • De Ambulant Begeleiders hebben zich in 2015 onder meer ingezet voor de voormalige ‘rugzakkinderen’ die begeleiding nodig hadden. De betreffende kinderen hebben de begeleiding gekregen van de begeleiders passend onderwijs. De ‘rugzak’ van de betreffende leerlingen is omgezet in een arrangement. Voor een aantal ‘Rugzakleerlingen’ die gestopt waren, is een arrangement opnieuw aangevraagd. Dit is goed verlopen. • Los van de arrangementen (die meer langdurig / structureel van aard zijn), is een aantal keer incidentele ondersteuning van het SBO gevraagd. • Het zoeken van de samenwerking met de sociale teams van de gemeenten is belangrijk geweest in 2015. Door personele wisselingen bij de gemeente Amstelveen heeft dit meer tijd gekost dan voorzien. Toch is het gelukt om in 2015 structurele afspraken te maken. Doel voor 2016 is om de samenwerking verder te versterken. Bestuursverslag
| 24
• Positief is dat er regelmatig gebruik gemaakt wordt van de elkaars expertise binnen het samenwerkingsverband. Dit gebeurt meer structureel dan voor de invoering van Passend Onderwijs. • De ondersteuningsmiddelen zijn zoals verwacht voor het grootste deel ingezet voor personele inzet (met name voor ondersteuning door interne begeleiders e.a.). Er is ook een budget van 30 euro per leerling per jaar beschikbaar gesteld, waarmee aanvullende ondersteuning is gerealiseerd. Dit is bedoeld voor het inkopen van onder meer faciliteiten en trainingen. Hiervan is in 2015 ook al gebruik gemaakt. Met dit budget kunnen scholen externe begeleiding inhuren. • Het innovatiebudget van 25.000 euro is in 2015 besteed aan een aantal projecten. Het project ‘Wiskunde zonder boek’ is voortgezet. Andere projecten zijn Engels-en-gymnastiek voor groep 8; dit project is gericht op de aansluiting met het voortgezet onderwijs. De bedoeling is om ook de komende periode nog door te gaan metdeze projecten. Daarnaast is er een traject ondersteund met onze twee eigen scholen in Ouderkerk en een andere Ouderkerkse school. Deze drie scholen oriënteren zich op het 5-gelijke-dagenmodel. Dit project loopt door in 2016. Doel is hier voor de zomer een besluit over te nemen. Binnen de organisatie van het samenwerkingsverband Amstelronde waren er in 2015 onder meer de volgende ontwikkelingen. • De inspectie heeft in de eerste helft van 2015 bij Amstelronde aandacht gevraagd voor nog intensievere afstemming tussen de gemeenten om de transitie jeugdhulp/zorg en passend onderwijs mogelijk te maken. Dit verbeterpunt is opgenomen in het activiteitenplan. • De bestuursvorm van Amstelronde is per 1 september aangepast; er is nu een College van Bestuur (directeur-bestuurder), een deelnemersraad (de aangesloten schoolbesturen) en een onafhankelijke Raad van Toezicht (RvT). Doel was een duidelijke scheiding tussen bestuur en toezicht, zoals gebruikelijk en in lijn met de richtlijnen van ‘good governance’ in het onderwijs.
25 | Bestuursverslag
3.3.2 Nieuwkomersklassen In 2015 is de start van een derde nieuwkomersklas voorbereid. Deze is gestart in januari 2016. De instroom van niet-Nederlandstalige leerlingen op onze scholen zet door. Amstelveen staat al langer bekend als gemeente met relatief veel expats. Met name in de tweede helft van 2015 zijn er ook relatief veel vluchtelingenkinderen bijgekomen op de scholen. Bij sommige kinderen thuis worden twee talen gesproken, in andere gezinnen uitsluitend een vreemde taal. Om de Nederlandse taal te verwerven en onderwijs te kunnen volgen op hun eigen niveau hebben deze kinderen specifieke ondersteuning nodig. Die krijgen ze in de nieuwkomersklassen van Onderwijsgroep Amstelland. In deze speciale groepen zitten leerlingen van 6 tot 12 jaar. Zij krijgen twee dagen per week les in de nieuwkomersklas. De overige dagen maken zij deel uit van een gewone groep op de basisschool (hun ‘stamschool’). De klassen tellen maximaal 15 leerlingen en hebben onderdak in een van onze scholen. Bij een deel van de leerlingen met een achtergrond als vluchteling is sprake van trauma. Hulp faciliteren bij traumaverwerking gebeurt vooral op de eigen school. Met name het contact tussen stamgroep en nieuwkomersgroep is hierbij belangrijk. In het schooljaar 2014-2015 is gestart met het maken van ontwikkelingsperspectieven (OPP’s) per kind. Zo houden de leerkrachten de onderwijsbehoeften van de leerlingen bij. Doel is om de ontwikkelingskansen van het kind te optimaliseren. Dit OPP is een
Grote stappen voor de nieuwkomersklassen 2015 was een bewogen jaar voor de nieuwkomersklassen van Onderwijsgroep Amstelland. Deze klassen zijn in 2014 speciaal opgericht voor kinderen die de Nederlandse taal nog niet of nauwelijks beheersen. Twee dagen per week komen de kinderen bij elkaar in groepen van maximaal 15 en worden ze ondergedompeld in de Nederlandse taal. De overige drie dagen gaan zij naar een school van Onderwijsgroep Amstelland bij hen in de buurt, hun ‘stamschool’. De meeste kinderen kunnen na een jaar in de nieuwkomersklas voltijds meedoen met hun eigen klas.
Verschuiving in samenstelling In 2015 kwam er een duidelijke verschuiving in de samenstelling van de groepen. In de eerste instantie bestonden de groepen voornamelijk uit kinderen van expats, die in Nederland een baan kregen. Daar zijn het afgelopen jaar veel vluchtelingenkinderen bij gekomen, uit landen zoals Syrië en Eritrea. “Het verschil merken we vooral in de beginsituatie”, vertelt bovenschools intern begeleider en nieuwkomersklascoördinator Carola Tabak. “Veel van de kinderen moeten bijvoorbeeld het alfabet nog leren.” Tussen de stamscholen en de nieuwkomersklassen is veel contact. Carola: “De leerkrachten van de nieuwkomersklas en de stamschool bespreken met elkaar de ontwikkeling van ieder kind. Het onderwijs wordt op dezelfde manier aangepakt.” Om alle leerkrachten binnen Onderwijsgroep Amstelland te helpen, wordt binnenkort gestart met een traject voor scholing, zegt Carola. “Iedere school heeft een taalcoördinator. Zij worden meegeschoold met de leerkrachten van de nieuwkomersgroepen. Zo wordt de kennis op al onze scholen steeds groter.”
Grote stappen Carola kijkt met trots terug op het vorige jaar. “We hebben grote stappen gezet. We zien bijvoorbeeld dat onze keuze voor twee dagen nieuwkomersklas en drie dagen stamschool goed uitpakt. De kinderen komen op hun stamschool in aanraking met buurtgenootjes en kunnen het Nederlands in de praktijk goed oefenen.” Daarnaast is de nieuwkomersklas twee keer verhuisd. In de eerste instantie verhuisden de klassen mee met basisschool De Triangel. In dat gebouw was het starten van een derde groep echter niet mogelijk. Daarom zitten de drie nieuwkomersklassen nu in De Orion, het gebouw van De Cirkel en de Willem Alexanderschool. In dit gebouw ziet Carola een mooie toekomst. “We hebben nu ruimte voor vier groepen, maar je kunt niet goed voorspellen hoeveel kinderen er in 2016 bij komen. We gaan in ieder geval een mooi jaar tegemoet.”
Bestuursverslag
| 26
gedeeld document van de Nieuwkomersgroep en de stamschool samen. Vier keer per jaar worden de resultaten met elkaar gedeeld en de doelen bijgesteld. Uit toetsen in 2015 (Cito-leestoetsen) blijkt dat de leerlingen uit de nieuwkomersklassen sterk vooruit zijn gegaan in hun leesproces. Bij een klein aantal leerlingen bleef het taalbegrip en de leessnelheid achter. De oorzaak ligt bij sociaal-emotionele problematiek. Deze leerlingen hebben een verlenging gekregen van het onderwijs in de Nieuwkomersgroep. De nieuwkomersklassen worden bekostigd uit drie bronnen: financiën vanuit de stichting zelf, een bijdrage vanuit de Lowan-regeling en een bijdrage van de gemeente Amstelveen.
3.4 Technologische ontwikkelingen Beleidsvoornemens (2014-2018) De technologische ontwikkelingen gaan snel en raken aan elk onderdeel van het onderwijs. Onderwijsgroep Amstelland wil investeren in ICT als techniek en in het veilige gebruik ervan tussen mensen onderling. Daarom zetten we in op: • De onderwijsinhoudelijke kant: internetwijsheid bij leerlingen, aandacht voor de rol van de leraar, technologische mogelijkheden benutten in het onderwijs • De randvoorwaarden: scholen die goed zijn toegerust op het gebied van ICT en ICT-beheer, de juiste scholing van het personeel en ervoor zorgen dat medewerkers onderling hun kennis kunnen delen.
Met de verschillende scholen willen we er ook naartoe groeien, dat ICT ingezet kan worden als verbeterinstrument en als strategisch instrument (als onderdeel van het schoolplan). Deze ambitie is opgenomen in ons bovenschools ICT-beleid. Elke school heeft hier haar eigen beleid van afgeleid en dat beschreven in het schoolplan 2015-2019. De uitwerkingen per school variëren, omdat iedere school een verschillende beginsituatie kende.
3.4.1 ICT en gepersonaliseerd leren Onderwijsgroep Amstelland wil ICT meer integreren in het onderwijs zelf en daarbij inspelen op gepersonaliseerd leren. Bij deze vorm van leren kan de leraar de behoeften van leerlingen beter monitoren. Doel is om elke leerling de ondersteuning en middelen te bieden die hij of zij nodig heeft. ICT doet waar het goed in is; de leerkracht kan zich focussen op het geven van instructie en begeleiding op maat.
27 | Bestuursverslag
Resultaat 2015 Met drie scholen is in september 2015 een project Gepersonaliseerd Leren gestart. Dat wordt extern ondersteund door het Algemeen Pedagogisch Studiecentrum (APS). Per school is een programma op maat gemaakt, waarbij rekening gehouden wordt met de specifieke beginsituatie en wensen van de school. Ook qua randvoorwaarden is een slag gemaakt in 2015 op het gebied van ICT. Alle scholen beschikken inmiddels over WiFi. Hardware is ruimschoots op de scholen aanwezig en bestaat uit desktop computers, aangevuld met laptops en/of tablets. Om het voor medewerkers nog beter mogelijk te maken kennis uit te wisselen, is in 2015 begonnen met de voorbereiding en implementatie van een nieuw ict-systeem. Dit vergemakkelijkt de uitwisseling van documenten. Hierdoor kunnen medewerkers efficiënter samenwerken en zijn zij minder tijd kwijt aan administratie. Kennis delen gebeurt vanzelfsprekend ook binnen de netwerkbijeenkomsten, zoals het netwerk voor innovatie en ICT.
3.5 Verbinding en dialoog met de maatschappelijke omgeving Beleidsvoornemens 2014-2018 Vanuit onze kernwaarden ‘verbinden’ en ‘ontmoeten’ geven onze scholen hun onderwijs en identiteit vorm in dialoog met de omgeving. Dat zijn ouders, de buurt en samenwerkingspartners. Deze en de komende periode geven we aandacht aan: • De samenwerking met ouders: ouders betrekken bij onderwijs en identiteit, educatief partnerschap, bevorderen van ouderbetrokkenheid en investeren in de communicatie tussen ouders en school. • De samenwerking met buurt en partners: brede school ontwikkeling, meer structurele samenwerking met partners als kinderopvang, peuterspeelzalen en jeugdzorg. Resultaat 2015 • De Roelof Venemaschool is van start gegaan als brede school. We willen de samenwerking tussen opvang en onderwijs de komende tijd nog verder laten groeien. Hierop zetten we ook in bij onze andere brede scholen. • Op de scholen in Ouderkerk hebben we ingezet op samenwerking tussen onderwijs en opvang. Komend jaar komt er mogelijk een peuterschool / halve dag opvang in de Amstelschool. Bij Het Kofschip is al sprake van meer intensieve samenwerking. Hier werken we toe naar een IKC (integraal kindcentrum). • De samenwerking met buurt en partners vindt met name op buurtniveau plaats. De belangrijkste samenwerking in de praktijk is op dit moment te zien bij de Willem-Alexanderschool en de Cirkel. Hier wordt samengewerkt met de muziek- en dansschool en met Kinderrijk. Deze samenwerking is ook in 2015 voortgezet. • Op de meeste scholen is de oudergeleding van de MR het belangrijkste aanspreekpunt als het gaat om de samenwerking met ouders. Nieuwe vormen van ouderbetrokkenheid zien we vooral bij de rapportavonden. Op een flink aantal scholen krijgen de rapportavonden meer het karakter van een ontwikkelgesprek. Met name in de bovenbouw zijn de kinderen ook zelf aanwezig bij de 10-minutengesprekken, waardoor het gesprek meer met de kinderen zelf wordt gevoerd in plaats van alleen tussen ouder en leerkracht. Zo willen we kinderen ook mede verantwoordelijk maken voor het leren; hen betrekken bij de stand van zaken. Bestuursverslag
| 28
• Ouderbetrokkenheid is een belangrijk speerpunt binnen de hele organisatie. Dit thema is begin van dit schooljaar daarom ook opgenomen in alle schoolplannen. De scholen zelf geven hier in de praktijk uitvoering aan. Onder meer nieuwe technologische middelen worden ingezet om de samenwerking met ouders te versterken. Zo gebruiken scholen steeds meer social media (school-app) om in directe verbinding met ouders te komen en vice versa. • In het schooljaar 2015-2016 zijn we begonnen met zoeken naar nieuwe vormen van samenwerking tussen ouders en school. Dit doen we samen met ouders en directies. De maximale ontplooiing van het kind staat hierbij centraal.
29 | Bestuursverslag
4. Kwaliteit, huisvesting en beheer 4.1 Kwaliteitszorg Onze eerste prioriteit is en blijft het leveren van uitstekend onderwijs aan al onze leerlingen. Om de kwaliteit van het onderwijs op onze scholen te bepalen, hebben we in 2015 de focus gericht op: 1. De uitslagen van de Cito-eindtoets basisonderwijs 2. De uitstroom naar de verschillende soorten voortgezet onderwijs 3. De leeropbrengsten van het leerlingvolgsysteem 4. De inspectiebezoeken aan enkele scholen 5. Aanpassing ondersteuningsprofielen
Resultaten 2015 Uitslagen van Cito-eindtoets Uit de scores van de scholen van Amstelland op de eindtoetsen van Cito in juni 2015 blijkt dat de gemiddelde vaardigheidsscore van al onze scholen hoger ligt dan de norm van de inspectie. • In vergelijking met schooljaar 2013-2014 zijn op alle vakgebieden ook de gemiddelde vaardigheidsscores van het Bestuur (alle scholen samen) gestegen. Alleen bij Rekenen en Wiskunde groep 5 is de gemiddelde vaardigheidsscore gelijk gebleven. • Begin 2015 scoorden sommige scholen, met name op het gebied van lezen, onder de norm. De resultaten van het leesonderwijs zijn verbeterd. De Eindtoets laat geen uitval meer zien op vaardigheidsscore, in vergelijking met de inspectienorm in groep 4. Twee scholen halen deze gemiddelde norm in groep 3 niet. • De toetsen van begrijpend lezen laten stabiele resultaten zien. Deze toetsen worden alleen in januari afgenomen en kunnen daardoor alleen met het jaar ervoor vergeleken worden.
Bestuursverslag
| 30
Belang eindtoets neemt af Over de Cito-eindtoets valt verder op te merken, dat het belang ervan afneemt voor de overgang naar het Voortgezet Onderwijs. Sinds het afgelopen schooljaar is het basisschooladvies, onderbouwd met resultaten uit het leerlingvolgsysteem, leidend voor de plaatsing in het VO. De Cito-eindtoets moet gebruikt worden als tweede gegeven. Is de score op de eindtoets hoger dan het afgegeven advies, dan moet de basisschool het advies heroverwegen. Dit hoeft overigens niet tot aanpassing van het advies te leiden. Toch hebben we halverwege 2015 gezien dat veel basisscholen in de regio Amstelland, waaronder enkele van onze scholen, het advies hebben verhoogd. Het Voortgezet Onderwijs, dat in deze regio al een gebrek aan lokaalcapaciteit heeft, moest veel moeite doen om deze leerlingen opnieuw te plaatsen. Om dit soepeler te laten verlopen, zijn gemaakte afspraken tussen basisonderwijs en voortgezet onderwijs in de regio opnieuw tegen het licht gehouden. Dit is gebeurd in de kernprocedure 2015-2016, een set van afspraken die de schoolbesturen van het voortgezet onderwijs in de regio Amstelland samen met schoolbesturen van het basisonderwijs hebben gemaakt. Uitslagen van de Cito-eindtoets basisonderwijs 2015 (schooljaar 2014-2015)
school
score
aantal leerlingen
percentage gewichten leerlingen
529,3
12
15
Roelof Venema School
540,8
64
1
Amstelschool
536,8
27
1
De Horizon
536,8
47
4
Het Kofschip
539,1
46
2
De Cirkel
534,9
30
2
Brede School Rembrandt
543,2
40
1
Het Palet-Zuid
538,9
32
5
Willem-Alexanderschool
538,2
52
0
De Triangel
541,8
76
0
Karel Eykman School
539,1
55
0
Brede School Omnibus
31 | Bestuursverslag
(voorheen Joost van den Vondel)
Boven bovengrens schoolvergelijkingsgroep Binnen onder- en bovengrens schoolvergelijkingsgroep Onder ondergrens schoolvergelijkingsgroep
Uitstroom naar VO Aan het einde van schooljaar 2014/2015 hebben 492 leerlingen onze scholen verlaten. Zij gingen naar de volgende vormen van voortgezet onderwijs.
Totaal aantal leerlingen
PRO
Vmbo-b/k
Vmbo-T
Havo
VWO
Overig
Brede School Omnibus
12
0%
52,0%
25%
16,7%
8,3%
Roelof Venema School
64
0%
6,2%
14,1%
35,9%
42,2%
Amstelschool
27
0%
14,8%
33,3%
40,7%
11,1%
De Horizon
51
0%
17,7%
23,5%
39,2%
15,7%
Het Kofschip
48
0%
12,5%
18,8%
29,2%
39,6%
De Cirkel
31
0%
22,6%
29,0%
35,5%
12,9%
Brede School Rembrandt
41
0%
2,4%
14,6%
31,7%
51,2%
Het Palet-Zuid
32
0%
12,6%
21,9%
37,5%
28,1%
Willem-Alexanderschool
53
0%
15,0%
26,4%
26,4%
32,1%
De Triangel
76
0%
7,9%
11,8%
38,2%
42,1%
Karel Eykman School
57
0%
8,8%
17,5%
49,1%
24,6%
Gemiddeld in 2015
492
0%
12,2%
19,7%
36,0%
31,5%
0,6%
Gemiddeld in 2014
510
0%
12%
24%
34%
30%
0%
1,6% 3,9%
Opbrengsten leerlingvolgsysteem Als indicator voor de kwaliteit van het onderwijs gebruiken de scholen de inspectietoetsen. De inspectie waardeert de kwaliteit van het onderwijs met de toetsen voor technisch lezen in groep 3 en 4, de rekentoetsen in groep 4 en 6 en de toets begrijpend lezen in groep 6. Alle scholen hebben in het kader van opbrengstgericht werken en in onderling overleg enige jaren geleden besloten om daarnaast meerdere toetsen te gebruiken om een trendanalyse te kunnen maken. Ze doen dat elk half jaar en gebruiken daarvoor de toetsen op de vakgebieden rekenen voor kleuters, taal voor kleuters, rekenen en wiskunde groep 3 tot en met 8, technisch lezen groep 3 tot en met 6, begrijpend lezen groep 3 tot en met 8 en spelling groep 3 tot en met 8. Voor de trendanalyse maken zij gebruik van een dwarsdoorsnede per vakgebied, de analyse van de afzonderlijke leerjaren en de analyse van iedere leerling gevolgd over vijf jaar. De resultaten worden vervolgens afgezet tegen de inspectienormen en de landelijke norm. De trendanalyse levert de ingrediënten voor het plan van aanpak voor het komende half jaar. Dat wordt Bestuursverslag
| 32
toegespitst per groep, met verwijzing naar de groepsplannen. In deze plannen wordt ook op individueel niveau naar de vaardigheidsscores gekeken. Zo zorgen we ervoor dat iedere leerling op zijn of haar eigen niveau vooruitgang kan boeken. Inspectiebezoeken 2015 In 2015 zijn drie scholen bezocht door de inspectie, de Willem-Alexanderschool (25 augustus) en De Cirkel (31 augustus). Het betrof bij beide scholen een pilot-onderzoek om het nieuwe waarderingskader 2014 van de inspectie te testen. Voor de scholen betekende dit een intensief traject, waarin samen met de inspectie de kwaliteit van de school onder de loep werd genomen. Beiden hebben het basisarrangement behouden. Brede School Omnibus heeft van de inspectie het stempel “zeer zwak” gekregen. Dit kwam onverwacht voor schoolleiding en docenten, vanwege het vele werk dat verzet is in de periode voorafgaand aan het inspectiebezoek. De school krijgt ondersteuning van de ‘Vliegende Brigade’ van de POraad. Binnen Omnibus is sprake van grote niveauverschillen tussen de leerlingen. Dat maakt het geven van instructie gecompliceerder. Op dit onderwerp gaat de PO-raad ondersteunen. Aanpassing ondersteuningsprofielen n.a.v. uitkomsten collegiale visitatie In 2015 is geen sprake geweest van collegiale visitatie zoals in 2014. Naar aanleiding van de visitaties van het jaar ervoor zijn in 2015 wel alle ondersteuningsprofielen van de scholen tegen het licht gehouden en aangepast. Deze zijn ook op de websites van de scholen geplaatst.
4.1.1 Interne communicatie Interne nieuwsbrief en strategische agenda In het schooljaar 2014-2015 zijn we begonnen met het versturen van interne nieuwsbrieven binnen Onderwijsgroep Amstelland. In 2015 is vijf keer een nieuwsbrief verstuurd aan alle medewerkers. Doel is het versterken van de onderlinge betrokkenheid en het delen van kennis binnen de organisatie. Thema’s uit de strategische agenda hebben we verbonden met lopende ontwikkelingen. Onderwerpen waren onder meer de inzet van ICT, maar ook de aansluiting met het voortgezet onderwijs. Daarbij is bijvoorbeeld ingezoomd op die aansluiting in relatie tot passend onderwijs, in een artikel waarin ook het Amstelveen College aan bod kwam. Communicatie intern en extern: websites scholen De schoolwebsites zijn een veelgebruikt middel voor ouders om op de hoogte te blijven van gebeurtenissen op school. Ook is de website een belangrijke bron van informatie voor ouders die zoeken naar een school voor hun kind. Om de kwaliteit te bewaken, hebben we in 2015 de websites van negen scholen laten scannen door een extern communicatiebureau. Gelet is onder meer op gebruikersvriendelijkheid, profilering en het aanwezig zijn van relevante informatie. Op basis van de scan heeft elke school adviezen gekregen om de site te verbeteren. De meeste handreikingen zijn inmiddels opgevolgd.
33 | Bestuursverslag
4.2 Huisvesting en beheer De afgelopen jaren is veel aandacht besteed aan de huisvesting van onze scholen, zowel qua capaciteit als wat betreft de kwaliteit van de gebouwen. Het regulier en groot onderhoud is conform het meerjarenonderhoudsplan uitgevoerd.
Resultaten 2015 Voor het beheer en de uitvoering van het onderhoud van de gebouwen maakt Onderwijsgroep Amstelland al geruime tijd gebruik van de diensten van Bouwzaken van de gemeente Amstelveen. Voor de periode 2014-2017 hebben we een gezamenlijke dienstverleningsovereenkomst afgesloten met Bouwzaken. De belangrijkste ontwikkelingen in 2015 waren de volgende. 1. De Triangel De Triangel is sinds 2015 voor het eerst in haar bestaan volledig gehuisvest in permanente gebouwen. Een mijlpaal voor de school. De verbouwing en uitvoering van het groot onderhoud in het gebouw Zeelandiahoeve 7 is conform de planning verlopen. De oplevering vond voor de zomervakantie plaats, waarna de leerlingen van de Overloop verhuisd zijn naar het vernieuwde hoofdgebouw. De gehele buitenruimte is door de gemeente opnieuw ingericht. Bouwzaken heeft in opdracht van Onderwijsgroep Amstelland het gehele project begeleid. Op 1 oktober 2015 was de officiële openingsbijeenkomst voor genodigden, een week later de opening voor kinderen en hun ouders. (Dit is gecombineerd met de start van de Kinderboekenweek.) 2. Brede School Roelof Venema In augustus 2015 is het nieuwe gebouw van de Roelof Venemaschool in gebruik genomen. Na vele jaren verspreid gehuisvest te zijn, beschikt de school nu eindelijk over een nieuw, licht en ruim gebouw. Hierin zijn alle voorzieningen opgenomen die een brede school nodig heeft. Het gehele bouwproces is naar tevredenheid verlopen. De afstemming met KinderRijk verliep goed en de uitvoering door de aannemers was van hoog niveau. Het onderhoudsbeheer van het gebouw is ondergebracht bij Bouwzaken van de gemeente Amstelveen. 3. Divers onderhoud: Brede School Rembrandt, Palet-Zuid, De Horizon In de zomer van 2015 zijn enkele grote onderhoudsactiviteiten uitgevoerd bij het kleutergebouw van BS Rembrandt, Groen van Prinstererlaan 55a. Het ging om een kleine renovatie: vloerbedekking, plafonds, verlichting en sanitair zijn vervangen, de binnenzijde is geschilderd. Het hoofdgebouw van Het Palet-Zuid is voorzien van nieuwe vloerbedekking. De entree van het hoofdgebouw van de Horizon is volledig gerenoveerd. Bestuursverslag
| 34
4.3 Afhandeling van klachten In 2015 zijn er geen klachten bij de landelijke klachtencommissie ingediend. Wel zijn er verschillende gesprekken gevoerd tussen ouders en directie van scholen. Het bestuur heeft een aantal keer een bemiddelende rol vervuld. Onderwerpen waren conflicten tussen ouders onderling en vraagtekens bij de begeleiding van een leerkracht. Alle onderwerpen zijn na bemiddelende gesprekken weer opgepakt op schoolniveau.
4.4 Verslag GMR De GMR van Stichting Onderwijsgroep Amstelland bestaat uit 23 leden en een ambtelijk secretaris. Van elke school is een ouder en een personeelslid vertegenwoordigd in de GMR (vanuit de Amstelschool zijn twee ouders vertegenwoordigd). Sinds 2013 werkt de GMR met drie adviescommissies. Deze drie adviescommissies hebben zich in 2015 verdiept in de volgende onderwerpen. • Zorgbeleid en Onderwijskwaliteit (op vrijblijvend advies van de RvT is de commissie Zorg uitgebreid met Onderwijskwaliteit) • Personeelsbeleid • Financieel beleid Wanneer het CvB vraagt om advies of instemming op beleidsstukken en andere bestuurlijke documenten, laat de betrokken commissie zich informeren en is er ruimte voor het stellen van vragen ter verduidelijking en het geven van adviezen ter aanvulling. Vervolgens formuleert de commissie een schriftelijk advies aan de voltallige GMR. Hierdoor kan de GMR slagvaardig opereren. De GMR is in 2015 zes keer bij elkaar gekomen. Bij het merendeel van de GMR-vergaderingen is namens het bestuur J. Kotterer aanwezig geweest. In februari 2015 zijn de voorzitters van de MR en bij elkaar gekomen met de GMR-voorzitter. In maart heeft een delegatie van de GMR vergaderd met de Raad van Toezicht. Aan deze thema’s heeft de GMR in 2015 veel aandacht besteed. • Implementatie van de nieuwe CAO; • rol van de GMR in de totstandkoming van het activiteitenplan van de Onderwijsgroep; • de aanvraag voor eigen risicodragerschap bij het Vervangingsfonds. Met de volgende documenten is in 2015 ingestemd. • Beleidsnotitie ICT en innovatie 20-01-2015 • Het cafetariamodel 10-03-2015 • Beleidsnotitie CAO implementatie 10-03-2015 • Bestuursformatieplan 21-04-2015
35 | Bestuursverslag
Naast de ontwikkelingen op de genoemde terreinen heeft de GMR in 2015 aandacht besteed aan de voortgang van de implementatie van Passend Onderwijs. Ook het ICT-beleid, veiligheid en kennisdeling tussen de scholen is besproken. De afgelopen jaren was aanwezigheid van de leden bij de GMR vergaderingen een punt van aandacht. Inmiddels is presentie meer de norm. Het is goed te kunnen constateren dat van alle scholen zowel ouders als het personeel zijn vertegenwoordigd. Voortbouwend op de afgelopen jaren blijft de GMR zich professionaliseren in het uitoefenen van detaken van de Medezeggenschap. De GMR stelt zich positief-kritisch op en werkt hard aan soepele besluitvorming. De GMR wil zich verder blijven ontwikkelen in het zijn van een proactieve, geïnspireerde GMR en ziet de toekomst met vertrouwen tegemoet.
"Hier werken mensen met een hart voor onderwijs" “Onderwijs met een hart. Dat zag ik in de krant staan bij een vacature, toen ik op zoek was naar een nieuwe functie. Ik dacht gelijk: dat vind ik prachtig.” Bestuurder Marlies Verkuijlen hoefde niet lang na te denken over de vraag of ze wel wilde solliciteren bij Onderwijsgroep Amstelland. “Later in het traject bleek dat ook de opdracht bij me paste. Ik houd van uitdaging en vernieuwing. Onderwijsgroep Amstelland is een stevige organisatie die goed in elkaar zit, maar we moeten eraan werken om toekomstbestendig te worden. Als je dat tegen mij zegt, dan denk ik: ik wil meteen beginnen!”. En begonnen is ze, want de klik was wederzijds. Sinds november 2015 vormt Marlies samen met Jan Kotterer het College van Bestuur. “Het is voor mij fijn dat er nog een bestuurder is, die veel historisch besef heeft van Amstelveen en de regio. Het werkt goed samen. We vullen elkaar mooi aan.”
De praktijk: kennismaking met scholen en partners De eerste maanden maakte de nieuwe bestuurder een kennismakingsronde. “Waar ik heel blij mee ben, is de bevestiging van mijn eerste indruk. Dit is echt een organisatie waar mensen werken met het hart op de juiste plek. Je kunt veel aanleren als leerkracht. Maar als je geen liefde voor de kinderen hebt, kun je beter naar huis gaan. Ik heb veel betrokkenheid en inzet gezien. Dat stemt me heel positief. En natuurlijk zag ik ook dingen waarmee we aan de slag kunnen komende maanden.” Wat haar opviel, is de verandering die zich voltrekt in de samenstelling van de leerlingenpopulatie. “Amstelveen was altijd al internationaal, maar ik zie de onder- en middenbouw steeds internationaler worden. Leuk om te zien; tegelijk brengt het ook uitdagingen met zich mee. Het gaat om kinderen met heel verschillende achtergronden. Het wordt gemêleerder.” Bestuursverslag
| 36
Onderwijs, politie en: opnieuw onderwijs Marlies Verkuijlen heeft veel onderwijservaring, maar werkte de afgelopen zeven jaar voor de Nationale Politie. Ze was commissaris en portefeuillehouder Dienstverlening en Jeugd Midden Nederland. “Leidinggeven in combinatie met maatschappelijke betrokkenheid: het was een prachtige ervaring.” Toch kwam Marlies afgelopen najaar terug in de onderwijssector. “Heel eerlijk: ik wilde of zorg, of onderwijs. Dan is voor mij meer de opdracht van belang. Waar Onderwijsgroep Amstelland naar zocht, dat paste bij mij. Ik vind het mooi om terug te zijn in de sector, ik geniet er echt van.” Het grootste verschil met de politie noemt ze de mate waarin je proactief kunt werken. “De politie is 24/7, altijd open. Je moet reageren op wat er gebeurt in de maatschappij. Proactief werken is niet onmogelijk, maar wel heel gecompliceerd. In het onderwijs is meer ruimte om zelf zaken in gang te zetten.”
Bestuurder en toezichthouder Naast het werk voor Onderwijsgroep Amstelland is Marlies lid van de Raad van Toezicht bij twee andere onderwijsinstellingen (CVO ’t Gooi en MBO Utrecht). Dat geeft inzicht in wat er speelt elders in de onderwijssector. Maar de toezichtrol helpt ook in de samenwerking met de RvT van Amstelland. “De afwisseling in werkzaamheden geeft goed zicht op beide rollen. Je denkt niet snel als bestuurder: ´help, we worden gecontroleerd`. De kunst is om samen de onderwijsgroep zo goed mogelijk op de kaart te krijgen. Samen met de RvT, maar ieder vanuit de eigen verantwoordelijkheid.”
Toekomst: versterken mediawijsheid en ouderbetrokkenheid Voor komende jaren heeft Marlies verschillende ambities en doelen. Twee noemt ze alvast concreet. “Ik wil graag de mediawijsheid van kinderen en de ouderbetrokkenheid versterken. Amstelveen is nog aan het groeien. Maar als we nu vijf jaar lang achterover gaan leunen, hebben we over acht jaar een probleem. Dan komen er veel minder kinderen op de scholen; dan zijn we niet mee ontwikkeld met de maatschappij. Dat wil ik voorkomen door onder meer op deze onderwerpen in te zetten.” Terugkijkend op de afgelopen maanden heeft Marlies geen seconde spijt gehad van haar overstap, terug naar het onderwijs. “Binnen Onderwijsgroep Amstelland zie ik veel doorzettingsvermogen, veel energie. Ik ben heel trots op de bevlogenheid waarmee de mensen werken.”
37 | Bestuursverslag
5. Financieel beleid 5.1 Jaarrekening Goed onderwijs verzorgen, dat is de hoogste prioriteit van onze scholen. Daar is ook het financieel beleid op ingericht. Het onderwijs moet ongehinderd doorgang kunnen vinden en de scholen moeten de kansen die zich voordoen, kunnen benutten. Om dit waar te kunnen maken, worden de financiële positie en de continuïteit van het onderwijs op de scholen gewaarborgd.
5.2 Bekostigingsgrondslag Het aantal leerlingen op 1 oktober vormt de grondslag voor de bekostiging. In het kalenderjaar 2015 hebben er ook weer diverse groeitellingen plaatsgevonden, waarvoor aanvullende bekostiging is toegekend. Deze aanvullende bekostiging is ontvangen voor zowel de personele als de materiële instandhouding.
1-10-2014
groeitelling *
1-10-2015
Brede School Omnibus
144
nee
142
Roelof Venema School
561
ja (602)
596
Amstelschool
195
nee
200
De Horizon
299
nee
283
Het Kofschip
297
nee
270
De Cirkel
291
ja (312)
319
Het Palet-Zuid
226
nee
218
Willem-Alexanderschool
424
nee
421
De Triangel
694
ja (731)
702
Karel Eykman School
483
ja (510)
501
Brede School Rembrandt
459
nee
472
Totaal 4.073 * betreft groeitelling voor de materiële instandhouding.
4.124
Financieel verslag
| 38
5.3 Financiële positie op de balansdatum Hieronder vindt u de balans per 31 december 2015. De balans is een momentopname van de vermogensstructuur van onze organisatie. Hierna volgt een overzicht van de financiële situatie op 31 december 2015, vergeleken met de situatie van een jaar eerder. We geven vervolgens een korte toelichting op de belangrijkste wijzigingen in de balans.
Activa
31-12-2015
31-12-2014
Passiva
31-12-2015
31-12-2014
Materiële vaste activa
3.069.866
2.323.421
Eigen vermogen
4.410.079
4.361.116
Voorraden
2.505
0
Voorzieningen
469.129
1.091.816
Vorderingen
924.863
1.320.608
Kortlopende schulden
2.066.460
1.958.639
Liquide middelen
2.948.435
3.767.542
Totaal activa
6.945.668
7.411.571
Totaal passiva
6.945.668
7.411.571
5.4 Toelichting op de balans Activa Materiële vaste activa Ten opzichte van de balans per 31 december 2014 laat de materiële vaste activa een forse stijging zien van bijna € 750.000. Hieronder vindt u de belangrijkste mutaties. • Eigen bijdrage aan het nieuwe schoolgebouw van de Roelof Venemaschool: € 290.000. • Forse investeringen van zo’n € 450.000 met betrekking tot (school-)meubilair en onderwijskundige apparatuur bij alle scholen, met name bij de Roelof Venemaschool en het verbouwde hoofdgebouw van De Triangel. Voorraden Mocht zich een calamiteit voordoen op de scholen, dan heeft Onderwijsgroep Amstelland een tweetal beamers op voorraad. Zo kunnen de scholen hun (digitale) lessen op zeer korte termijn hervatten.
39 | Financieel
verslag
Vorderingen De vorderingen – alle regulier – zijn afgenomen met ruim € 395.000. • In januari 2016 heeft DUO een correctie doorgevoerd naar aanleiding van de verzelfstandiging van de Brede School Rembrandt. Over de periode augustus t/m december 2015 heeft Het Palet-Zuid de volledige bekostiging ontvangen op basis van 685 leerlingen. In januari heeft DUO dit gecorrigeerd naar het werkelijke aantal van 218 leerlingen. • Ultimo december 2015 moeten er van de gemeente Amstelveen nog een drietal afrekeningen ontvangen worden betreffende de verhuiskosten van de Roelof Venema School; nieuwbouw van de brede school KarelRijk en de verbouwingen van De Triangel. Liquide middelen De liquide middelen zijn afgenomen met ruim € 800.000. Zie het kasstroomoverzicht voor een overzicht van de mutaties. Passiva Eigen vermogen Over het kalenderjaar 2015 heeft Onderwijsgroep Amstelland een klein positief resultaat geboekt: € 49.000. Dankzij dit resultaat is het Eigen Vermogen licht toegenomen. Een bedrag van bijna €75.000 is ten laste van de algemene exploitatiereserve gebracht; bijna €159.000 ten gunste van de diverse bestemmingsreserves en € 35.000 ten laste van de bestemmingsreserves privaat. Voorzieningen De voorzieningen van Onderwijsgroep Amstelland zijn afgenomen met bijna € 623.000. Naast de uitgekeerde jubilea-uitkeringen ad ruim € 11.000, betreft dit diverse uitgevoerde werkzaamheden conform het meerjarenonderhoudsplan. Langlopende schulden Er was in 2015 geen sprake meer van langlopende schulden (sinds 31 december 2014). Kortlopende schulden Geen noemenswaardige mutaties.
5.5 Analyse resultaat De begroting van 2015 liet een negatief resultaat zien van € 591.181. Uiteindelijk resulteert een positief resultaat van bijna € 49.000. Het negatief resultaat over het boekjaar 2014 bedroeg € 722.735. Hieronder een vergelijking van 2015 en 2014, met een specificatie van de belangrijkste verschillen.
Financieel verslag
| 40
Realisatie 2015
Begroting 2015
Verschil
Realisatie 2014
Verschil
18.653.380
17.961.855
691.525
17.245.804
1.407.577
Overige overheidsbijdragen
274.634
255.902
18.732
258.640
15.994
Overige baten
1.120.317
923.706
196.611
1.155.181
-34.864
20.048.331
19.141.463
906.868
18.659.625
1.388.706
16.098.185
15.905.330
192.855
15.533.529
564.656
494.129
500.709
-6.580
474.861
19.269
2.037.954
2.091.625
-53.671
2.118.835
-80.881
1.391.463
1.272.305
119.158
1.295.004
96.460
20.021.732
19.769.969
251.763
19.422.228
599.503
Saldo baten en lasten
26.599
-628.506
655.105
-762.604
789.203
Financiële baten en lasten
22.364
37.325
-14.961
39.868
-17.504
Nettoresultaat
48.963
-591.181
640.144
-722.735
771.698
Baten Rijksbijdragen OCW
Totaal baten
Lasten Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige instellingslasten Totaal lasten
41 | Financieel
verslag
5.6 Toelichting resultaat 2015 versus 2014 Het resultaat is ten opzichte van 2014 gestegen met bijna € 772.000. De belangrijkste oorzaken van deze stijging zijn de volgende. Rijksbijdragen OCW In 2015 heeft Onderwijsgroep Amstelland fors meer aan rijksbijdragen ontvangen: ruim 1,4 miljoen euro. Deze mutatie is onder meer veroorzaakt door de volgende factoren. • Ontvangen stichtingskosten nieuwe school: € 12.500 • Bijna € 130.000 is er in 2015 meer aan personele bekostiging ontvangen in verband met de groeitellingen. • Een kleine € 400.000 is er in 2015 meer ontvangen voor de reguliere bekostiging personeel. • Sinds 1 augustus 2014 is de nieuwe CAO van toepassing; in het kalenderjaar 2014 was deze slechts voor de periode augustus - december van toepassing. • Bijna € 400.000 is er in 2015 meer ontvangen aan materiële instandhouding. Deze verhoging is bijna volledig toe te wijzen aan de overheveling buitenonderhoud. Dit resulteerde in een (extra) bedrag van €13,33 per m2 ten opzichte van 2014. De overige subsidies laten een verschil van ruim € 200.000 (nadelig) ten opzichte van 2014 zien. Dit is grotendeels veroorzaakt door het stopzetten per 1 augustus 2014 van de bekostiging van de zogenoemde rugzakleerlingen. Dit in verband met de invoering van Passend Onderwijs. Daarentegen laten de door de betaling van de gelden welke ontvangen worden van het Samenwerkingsverband Amstelronde een stijging zien van ruim € 380.000. Deze regeling is sinds 1 augustus 2014 van toepassing. Overige overheidsbijdragen Kleine stijging van ¤ 16.000. Belangrijkste mutaties: • Bijdrage huur van de gemeente i.v.m. de huur van de gymzalen + € 4.000 (meer leerlingen); • Vrijval beschikbaar gestelde gelden vanwege de kwaliteitsimpuls van de gemeente Amstelveen ( + € 11.000). Overige Baten Daling van ruim ¤ 35.000. Belangrijkste (grootste) mutaties: • Toename inkomsten post verhuur van bijna € 130.000. Dit in verband met uitbreiding van de verhuuractiviteiten bij de Roelof Venema School (nieuw per 1 augustus 2015), alsmede de Brede School KarelRijk. Deze is in 2015 voor 12 maanden in de exploitatie opgenomen. In juli 2014 is deze school in gebruik genomen.
Financieel verslag
| 42
• Detachering personeel. In 2014 ging het om ruim € 9.600; in 2015 geen inkomsten. • Doorbetaling gelden samenwerkingsverband. Staan sinds 1 augustus 2014, conform regelgeving, gerubriceerd onder de Rijksbijdrage OCW. Zie bovenstaand. Verschil t.o.v. 2014: € 197.000 nadelig. • Overgangsmaatregelen diverse instanties in verband met de invoering van de wet Passend Onderwijs. Ruim € 47.000 meer dan 2014; regeling pas van kracht sinds 1 augustus 2014. • Overige personele baten, toename € 38.000. Dit komt onder meer door de toegenomen inzet van TSO-personeel. • Uitkeringen van de reserves van het oude samenwerkingsverband. In 2014 is hier ruim € 159.000 ontvangen; in 2015 nogmaals € 102.000. Het verschil t.o.v. 2014 is € 57.000. Personele lasten Toename van ruim ¤ 564.000. • Sinds 1 augustus 2014 is de nieuwe CAO van toepassing; in het kalenderjaar 2014 was deze slechts voor de periode augustus - december van toepassing. • Personeel niet in loondienst. De toename is hier bijna € 240.000. Dit is onder meer veroorzaakt door aanstelling van interim-directeuren bij Brede School Omnibus alsmede Het Kofschip en door inzet diverse personeelsleden via de Payroll. • Overige personele lasten: ruim € 145.000 meer. Dit bedrag is als volgt tot stand gekomen: - € 43.000 minder inhuur externe ondersteuning, - € 15.000 hogere kosten i.v.m. opleiden in de school, - € 11.000 hogere externe begeleiding op de scholen, - € 26.000 inzet middelen prestatiebox, - € 21.000 scholingskosten directies, - € 50.000 professionalisering leerkrachten, - € 26.000 wervingskosten personeel / RvT, - € 31.000 diverse kosten i.v.m. de werkkostenregeling (dit betreft een herrubricering). • Uitkeringen. Ruim € 300.000 minder dan in 2014. Wel werd er € 74.000 meer van het UWV ontvangen ten behoeve mensen welke afwezig zijn op grond van zwangerschap/bevalling. • In 2015 is er aan vervangingskosten via het Vervangingsfonds geen geld ontvangen. Dit vanwege het feit dat Onderwijsgroep Amstelland sinds 1 januari 2015 eigen risicodrager is voor het Vervangingsfonds. In 2014 werd van het Vervangingsfonds nog een bedrag van € 378.000 ontvangen. Afschrijvingen Toename van bijna ¤ 20.000. Dit komt door investeringen in de huisvesting (Roelof Venema School) en uitbreidingsinvesteringen m.b.t. meubilair/ICT
43 | Financieel
verslag
Huisvestingslasten Afname van bijna ¤ 81.000. Belangrijkste (grootste) mutaties waren de volgende. • € 75.000 hogere huurkosten lokalen/gymzalen (nieuw o.a. de Roelof Venema School alsmede 12 maanden het gebouw KarelRijk), • Dagelijks (tuin)onderhoud + € 7.900, • Ruim € 39.000 lagere energiekosten, • € 38.000 hogere schoonmaakkosten (hoger kwaliteitsniveau alsmede indexatie welke de afgelopen jaren niet was doorgevoerd), • Lagere heffingen (€ 4.500) alsmede • Lagere dotatie voorziening onderhoud (€ 246.000, in 2014 heeft er een extra dotatie plaatsgevonden), • € 87.000 hogere overige huisvestingslasten. Dit onder meer vanwege niet gedekte verhuiskosten en incidentele werkzaamheden bij de diverse schoolgebouwen. Overige instellingslasten Toename ten opzichte van 2014: ruim ¤ 96.000. Belangrijkste (grootste) mutaties: • Toename van de post (digitale) leermiddelen ad bijna € 70,000 (meer leerlingen alsmede uitbreiding digitale leeromgeving), • € 13.000 toename ICT vanwege uitbreiding ICT activiteiten, sneller internet etc, • Overige lasten (+ € 70.000) vanwege inzet TSO-middelen en Brede School activiteiten, • Lagere uitgaven bij de onderdelen kwaliteitsimpuls en feesten en jubilea. Post feesten en jubilea (- € 12.500) is met ingang van het verslagjaar 2015 gerubriceerd onder de overige personele lasten. • Hogere uitgaven betreffende de post communicatie ad € 15.000. • In mei 2015 heeft Onderwijsgroep Amstelland een nieuw collectief kopieercontract. Besparing t.o.v. 2014: € 58.000. De financiële baten en lasten, bestaande uit rentebaten en –lasten, zijn in 2015 opnieuw lager dan in 2014. Onderwijsgroep Amstelland heeft een overeenkomst met het Ministerie van Financiën voor het Schatkistbankieren. De rente die we daarvoor ontvangen op de rekening-courant is de afgelopen jaren gedaald tot een historisch dieptepunt.
5.7 Toelichting resultaat 2015 versus begroting 2015 Het gerealiseerde resultaat wijkt ruim € 640.000 af van het begrote resultaat over 2015. De belangrijkste oorzaken van deze afwijking zijn de volgende factoren. Rijksbijdragen OCW Bij het opstellen van de begroting 2015 werd nog uitgegaan van een ontvangen Rijksbijdragen OCW van 17.960.000. Een kleine € 700.000 is er in 2015 meer ontvangen. Financieel verslag
| 44
Hieronder de (grootste) mutaties: • Ontvangen stichtingskosten Brede School Rembrandt € 12.500. • Extra ontvangen personele bekostiging naar aanleiding groeitellingen: € 191.000. • Aanpassing personele bekostiging 2014/2015 naar aanleiding van Cao-afspraken: bijna € 400.000. Net na het opstellen van de begroting 2015 werd de CAO 2014/2015 bekrachtigd. Overige overheidsbijdragen Afwijking t.o.v. begroting 2015: ruim ¤ 18.000. Dit betreft de vrijval van diverse toegekende Brede School subsidies 204/2015 en schooljaar 2015/2506. Overige baten Afwijking t.o.v. begroting 2015: een kleine ¤ 200.000. Belangrijkste (grootste) mutaties: • Verhuur: € 24.000 i.v.m. verhuur aan KinderRijk bij de Roelof Venema School, • Hogere premierestitutie over schooljaar 2013/2014: € 22.000, • Overige baten op schoolniveau een kleine € 90.000 hoofdzakelijk TSO, • Hogere uitkering van de reserves van het oude samenwerkingsverband Amstelzijde ( + € 53.000) • Alsmede baten diverse schoolorganisaties t.b.v. de kernprocedure (+ € 7.000). Personele lasten Afwijking ten opzichte van de begroting van een kleine ¤ 192.000. • Sinds 1 augustus 2014 is de nieuwe CAO voor het Primair Onderwijs van toepassing. In 2015 heeft dit onder meer tot geleid tot een hogere uitkering met betrekking tot de dag van de leraar. Geen € 200 maar € 528 is er uitgekeerd; verder heeft het personeel in het Primair Onderwijs een eenmalige uitkering ontvangen van € 500 en zijn de salarissen met ingang van 1 september 2015 structureel met 1,25% omhoog gegaan. • Zoals al eerder vermeld in dit jaarverslag, zijn wij met ingang van 1 januari 2015 eigen risicodrager voor het Vervangingsfonds geworden. Eigenrisicodragers kunnen geen vervangingskosten meer declareren. Het af te dragen premiepercentage is met ingang van 2015 geen 6,5% meer maar slechts het verplichte gedeelte van 0,21%. • Per saldo heeft dit geresulteerd in een “besparing” van ruim € 575.000 aan af te dragen premies Vervangingsfonds. • Uiteraard komen de vervangingskosten (2015 ruim € 440.000) wel voor eigen rekening. • Personeel niet in loondienst: ruim € 230.000 meer. Dit is onder meer veroorzaakt door aanstelling van interim-directeuren bij Brede School Omnibus alsmede Het Kofschip. Een andere oorzaak is inzet van diverse personeelsleden via Payroll. • Overige personele lasten. Bijna € 80.000 meer. • Uitkeringen: ruim € 350.000 minder dan in 2015. Wel werd er een kleine € 50.000 meer van het UWV ontvangen, ten behoeve mensen welke afwezig zijn op grond van zwangerschap/bevalling. • Sinds 2015 wordt er van het vervangingskosten geen geld ontvangen. Zie bovenstaand.
45 | Financieel
verslag
Afschrijvingen Geen noemenswaardige afwijkingen ten opzichte van de begroting. Huisvestingslasten Afname van bijna ¤ 108.000. Belangrijkste (grootste) mutaties: • € 20.000 hogere huurkosten lokalen/gymzalen (nieuw o.a. de Roelof Venema School), • Lagere kosten dagelijks (tuin)onderhoud € 44.000, • Ruim € 94.000 lagere energiekosten, • € 8.000 hogere schoonmaakkosten, • Lagere heffingen (€ 9.400). • Daarentegen € 65.000 hogere overige huisvestingslasten. Dit onder meer vanwege niet gedekte verhuiskosten en incidentele werkzaamheden bij de diverse schoolgebouwen. Overige instellingslasten De overige instellingslasten over het kalenderjaar 2015 zijn ruim ¤ 119.000 meer dan begroot. Onderstaande de (grootste) mutaties: • Bijna € 50.000 meer werd er in 2015 besteed aan (digitale) leermiddelen mede ook veroorzaakt door extra toename van het aantal leerlingen. • Daarentegen vielen de kosten van ICT-middelen mee: € 13.500 onder de begroting. • Ruim € 100.000 werd er meer uitgegeven op de post overige lasten. Dit is onder andere veroorzaakt door diverse TSO-mutaties, alsmede diverse uitgaven welke betrekking hebben op de Brede School ontwikkeling. Hier stond uiteraard ook subsidie tegenover. • De kosten met betrekking tot de kwaliteitsimpuls, welke niet waren opgenomen in de begroting, bedroegen bijna € 20.000; • De kosten m.b.t. feesten/jubilea kwamen, mede door een herrubricering € 14.000 lager uit. • Kosten communicatiebeleid € 28.000 hoger. Deze waren ten onrechte niet opgenomen in de begroting. • De post nieuw beleid kwam ruim € 27.000 lager uit dan begroot; • Nieuw was de post lasten kernprocedure ad € 7.000. • In 2015 heeft Onderwijsgroep Amstelland een nieuw collectief kopieercontract afgesloten, zie ook de pagina niet uit de balans blijkende verplichtingen. Ten opzichte van de begroting een besparing van ruim € 34.000.
5.8 Investeringen en financieringsbeleid De gunstige liquiditeit maakt het mogelijk om investeringen uit eigen middelen te doen. Vindt er een te groot beslag op de liquiditeit plaats, dan spreiden we nieuwe investeringen over een bepaalde periode. De investeringen worden bewaakt op basis van de liquiditeitsbegroting en zijn afgestemd op het financieel perspectief in de meerjarenbegroting van Onderwijsgroep Amstelland 2016-2019.
Financieel verslag
| 46
6. Continuïteitsparagraaf (toekomstparagraaf) Kengetallen
Realisatie 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
Begroting 2018
4.124
4.203
4.243
4.273
17
17
17
17
• Personeel primair proces
198
202
204
205
• Ondersteunend personeel
27
28
28
28
Leerlingaantallen per 01-10 Personele bezetting in FTE per 31-12 • Bestuur / Management
Toelichting op de leerlingaantallen: deze vindt u hierboven voor alle scholen bij elkaar. Deze aantallen worden verder uitgesplitst per school onder paragraaf 6.3 (Risico’s). Beleid en begroting Conform artikel 2.7 in de CAO-PO formuleert het bevoegd gezag meerjarenformatiebeleid dat ten minste op de komende 4 jaar betrekking heeft. Dit beleid is gebaseerd op de meerjarenbegroting en wordt jaarlijks geactualiseerd in een bestuursformatieplan. Begroting en bestuursformatieplan zijn dus zeer nauw met elkaar verbonden. Voor de toedeling van de formatiebudgetten per school en de berekening van het feitelijk gebruik ervan, maken we gebruik van het FPE-model van de PO-raad. • Scholen krijgen voor de personele begroting formatie toegewezen op basis van het aantal leerlingen en schoolgewicht per teldatum 1 oktober. • Van het budget voor personeels- en arbeidsmarktbeleid, het PAB-budget, is 45% beschikbaar op schoolniveau. 20% wordt toegevoegd aan het formatiebudget. • Vanuit het samenwerkingsverband Amstelronde ontvangt iedere school sinds 1 augustus 2014 een bedrag per leerling. Voor het schooljaar 2015/2016 wordt er een bedrag van € 120 (2014/2015 € 100) toegevoegd aan het formatiebudget. De inzet van dit budget moet in overeenstemming zijn met de doelen die zijn vastgelegd in het Ondersteuningsplan van samenwerkingsverband Amstelronde. • Niet structurele middelen (projectsubsidies, aanvullende rijksbekostiging, middelen prestatiebox, overheveling materiële bekostiging e.d.) kunnen alleen op tijdelijke basis en na akkoord van het College van Bestuur worden ingezet.
47 | Financieel
verslag
Balans
Activa
Realisatie 31-12-2015
Prognose 31-12-2016
Prognose 31-12-2017
Prognose 31-12-2018
Materiële vaste activa
3.069.866
3.291.462
3.065.462
2.877.562
Totaal vaste activa
3.069.866
3.291.462
3.065.462
2.877.562
2.505
0
0
0
924.863
927.368
927.368
927.368
Liquide middelen
2.948.435
2.449.209
2.679.074
2.490.934
Totaal vlottende activa
3.875.802
3.376.577
3.606.442
3.418.302
6.945.668
6.668.038
6.671.903
6.295.863
Realisatie 31-12-2015
Prognose 31-12-2016
Prognose 31-12-2017
Prognose 31-12-2018
Algemene reserve
1.932.975
1.884.975
1.920.975
1.947.975
Bestemmingsreserves
2.477.105
2.260.105
2.055.105
1.846.105
4.410.079
4.145.079
3.976.079
3.794.079
469.129
456.499
629.364
435.324
Kortlopende schulden
2.066.460
2.066.460
2.066.460
2.066.460
Totaal passiva
6.945.668
6.668.038
6.671.903
6.295.863
Voorraden Vorderingen
Totaal activa
Passiva
Totaal Eigen vermogen Voorzieningen
Financieel verslag
| 48
6.1 Toelichting op de balans De omvang en ontwikkeling van het eigen vermogen worden mede door de omvang van het resultaat bepaald. Naast het resultaat zijn er een aantal andere factoren van belang. In de loop van het jaar zijn er enkele uitgaven die wel zorgen voor vermindering van de omvang van de liquide middelen, maar geen directe invloed hebben op het resultaat. Het gaat hierbij om bijvoorbeeld de investeringen in inventaris en apparatuur. Deze bijbehorende kosten worden verwerkt via de afschrijvingen. Ook gaat het om het groot onderhoud. De bijbehorende kosten hiervan worden verwerkt via de voorziening groot onderhoud. Naast deze uitgaven zijn er kosten die wel invloed hebben op het resultaat, maar geen invloed hebben op de liquide middelen. Het gaat hierbij om toevoegingen aan de voorziening(en) en om de afschrijvingen. In de bovenstaande balans zijn de hierboven genoemde aspecten verwerkt. Er is geen rekening gehouden met de wijzigingen in de omvang van de vorderingen en schulden, aangezien deze lastig te voorspellen zijn en meestal een zeer tijdelijke invloed hebben. Dit aangezien openstaande facturen na balansdatum meestal relatief snel worden betaald.
49 | Financieel
verslag
Staat van baten en lasten
Realisatie 2015
Begroting 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
Begroting 2018
18.653.380
17.961.855
19.802.000
20.089.000
20.483.000
Overige overheidsbijdragen
274.634
255.902
282.000
242.000
234.000
Overige baten
1.120.317
923.706
806.000
810.000
819.000
20.048.331
19.141.463
20.890.000
21.141.000
21.536.000
16.098.185
15.905.330
17.145.000
17.260.000
17.606.000
494.129
500.709
584.000
615.000
608.000
2.037.954
2.091.625
2.175.000
2.206.000
2.239.000
1.391.463
1.272.305
1.269.000
1.237.000
1.268.000
20.021.732
19.769.969
21.173.000
21.318.000
21.721.000
Saldo baten en lasten
26.599
-628.506
-283.000
-177.000
-185.000
Financiële baten en lasten
22.364
37.325
18.000
8.000
3.000
Nettoresultaat
48.963
-591.181
-265.000
-169.000
-182.000
Baten Rijksbijdragen OCenW
Totaal baten
Lasten Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten Totaal lasten
Financieel verslag
| 50
6.2 Toelichting op de staat van baten en lasten De missie, visie en de activiteiten die voortkomen uit de strategische agenda van Onderwijsgroep Amstelland geven richting aan de activiteiten die wij in en met onze scholen ondernemen. Voor de primaire bekostiging van deze activiteiten zijn wij aangewezen op de ons beschikbaar gestelde middelen vanuit het rijk. Deze middelen worden ook volledig ingezet en moeten voldoende zijn. Uitgangspunt van Onderwijsgroep Amstelland is dan ook een sluitende begroting. Dat betekent: geen onttrekking meer aan de algemene exploitatiereserve. Hierbij gelden de volgende uitgangspunten. • Voor de te verwachten inkomsten en voor de begrote uitgaven voor 2016 wordt uitgegaan van de leerlingenaantallen op de teldatum 1 oktober 2015. Voor de jaren 2017 t/m 2019 is gebruik gemaakt van de prognose per school, gebaseerd op basis van de werkelijke inschrijvingen. • De inzet van de rijksbijdrage personeel vindt plaats conform de uitgangspunten zoals vastgelegd in het bestuursformatieplan. • Het leerling-afhankelijke deel van de materiële bekostiging is gemaximaliseerd beschikbaar op schoolniveau, met uitzondering van de component ABB (administratie, beheer en bestuur), BGZ en verzekeringen. • De directeur is verantwoordelijk voor het opstellen van het leerling-afhankelijke deel en het personele deel van de schoolbegroting, inclusief de daaraan gekoppelde meerjareninvesteringsbegrotingen. • Voor een aantal kostenposten worden normbedragen gehanteerd. In voorkomende gevallen kan daar, na overleg met het bestuur, van worden afgeweken. • Het groepsafhankelijke deel van de materiële bekostiging wordt bovenschools beheerd. Dit wordt volledig ingezet voor het beheer en onderhoud van de schoolgebouwen. Om de kwaliteit van de huisvesting op het door ons gewenste niveau te houden, geven wij op dit vlak meer uit dan dat wij aan subsidie ontvangen. • Incidentele budgetten en subsidies worden conform de bestemmingsdoelen ingezet. • De bekostiging voor de Brede School Omnibus is niet toereikend om aan onze basiskwaliteitseisen te voldoen. De meerkosten om daaraan te voldoen, zijn opgenomen in deze begroting. Deze kosten bedragen zo’n € 80.000. • De middelen van de prestatiebox worden zowel op schoolniveau als bovenschools ingezet conform de daaraan verbonden doelen. De totale omvang bedraagt rond de € 300.000. Personele middelen Het grootste deel van de inkomsten en uitgaven betreft de personele component. De inkomsten worden door het rijk genormeerd toegekend op basis van het leerlingenaantal op 1 oktober van het voorafgaande jaar. • De werkelijke gemiddelde personeelslast (GPL) binnen Onderwijsgroep Amstelland is aanzienlijk hoger dan de genormeerde GPL, op basis waarvan de inkomsten worden berekend. De werkelijke bestuurs-GPL voor het schooljaar 2015-2016 bedraagt € 62.500. • Voor het schooljaar 2016-2017 is deze berekend op € 64.550,-. In deze begroting is hiervan uitgegaan.
51 | Financieel
verslag
• De personele inzet op schoolniveau vindt plaats binnen het vastgestelde formatiebudget in fpe’s. Dit wordt vastgesteld in het bestuursformatieplan 2016-2019. De financiële verwerking daarvan vindt bovenschools plaats. • Naast de structurele formatie is er extra inzet van aanvullende formatie mogelijk. Dit betreft o.a. de middelen vanuit het Herfstakkoord en de middelen vanuit het SWV in het kader van de overgangsregeling leerlinggebonden financiering. In de begroting van de salariskosten is ervan uitgegaan dat deze middelen volledig worden ingezet. • Naast het formatiebudget in fpe’s is er binnen de schoolbegroting de component overige personele lasten. Dit betreft budgetten die conform de uitgangspunten van het bestuursformatieplan beschikbaar zijn voor nascholing, schoolbegeleiding en overige personele activiteiten op schoolniveau. Ook het beschikbare budget dat door het rijk wordt toegekend in de zogenaamde prestatiebox maakt hier deel van uit. • Omdat de activiteiten die aan deze budgetten gekoppeld zijn zich vaak uitstrekken over meerdere jaren, wordt op schoolniveau op basis van een meerjarenplanning een meerjarenbegroting opgesteld. Hierbij is het mogelijk de budgetten onderling en over de jaren heen in te zetten. Hiervoor is een bestemmingsreserve overige personele middelen per school gecreëerd. • Binnen de schoolbegrotingen bestaat de mogelijkheid budgetten over te hevelen van personeel naar materieel of omgekeerd. Uitgangspunt hierbij is dat alle voor de school beschikbare middelen ook volledig door de school kunnen worden ingezet. Op schoolniveau kunnen daar ook eigen keuzen in gemaakt worden. Dit gebeurt binnen de kaders die in het bestuursformatieplan en de begroting worden gesteld. Uitvoering Na vaststelling van de begroting zijn de budgethouders gemachtigd om uitgaven conform de begroting en de vastgestelde procedures te doen. De directeuren hebben dagelijks inzagemogelijkheid in actuele uitputtingsoverzichten. Vanuit het stafbureau worden de inkomsten en uitgaven gemonitord. Waar dat nodig is, wordt vanuit het stafbureau bijgestuurd. Hetzelfde vindt plaats m.b.t. de inzet van personeel. Het definitief vastgestelde budget is maximaal beschikbaar voor de school, de directeur is budgethouder en de uitputting wordt gemonitord vanuit het stafbureau.
6.3 Risico’s In een onderzoek, uitgevoerd door PWC, zijn de risico’s in beeld gebracht waarmee elke onderwijsorganisatie te maken kan krijgen. Dit zijn de volgende risico’s. 1. Onverwachte sterke terugloop van het leerlingaantal 2. Arbeidsconflicten 3. Eigen Risicodrager (ERD) 4. Risico’s op overige baten 5. Risico’s op frictiekosten als gevolg van beleidswijzigingen Ook in het rapport van de commissie Don en de onderzoeken die door de inspectie van het onderwijs naar aanleiding van het rapport Don wordt uitgevoerd wordt deze indeling gevolgd.
Financieel verslag
| 52
In 2010 en 2013 heeft het bedrijf Infinite de (financiële) risico’s van Onderwijsgroep Amstelland in beeld gebracht. In 2016 zal er opnieuw een scan plaats gaan vinden van de financiële situatie van Onderwijsgroep Amstelland en de eventuele daaraan verbonden (financiële) risico’s. In 2015 stond deze scan al in de planning, maar deze is doorgeschoven in verband met de aanzienlijke aanpassing in de personele bekostiging en de effecten van het eigen risicodragerschap voor de vervangingen. ad 1: Onverwachte, sterke terugloop van het leerlingenaantal Het risico op grote fluctuaties in het leerlingenaantal wordt laag ingeschat. Onderstaand geven wij een overzicht van de te verwachten leerlingenaantallen voor de komende jaren. In tegenstelling tot grote delen van Nederland laat de prognose van het aantal leerlingen geen daling zien. Overzicht ontwikkeling leerlingenaantallen per 1 oktober
2012
2013
2014
2015
2016
2017
2018
Brede School Omnibus
139
149
144
142
153
147
139
Roelof Venema School
546
560
561
596
602
613
636
Amstelschool
210
202
195
200
192
181
176
De Horizon
298
293
299
283
296
309
319
Het Kofschip
346
324
297
270
252
235
209
De Cirkel
278
282
291
319
340
359
369
Het Palet - zuid
223
218
226
218
218
219
222
Willem-Alexanderschool
390
401
424
421
430
456
469
De Triangel
686
688
694
702
713
723
732
Karel Eykman School
420
454
483
501
527
519
518
Brede School Rembrandt
425
441
459
472
480
482
484
3.961
4.012
4.073
4.124
4.203
4243
4.273
Totaal
53 | Financieel
verslag
In de afgelopen jaren is het totaal aantal leerlingen met gemiddeld 1% per jaar toegenomen. Het afgelopen schooljaar is die groei zelfs verdubbeld. Uit de meest recente prognoses van de gemeenten Amstelveen en Ouder-Amstel blijkt dat deze groei zich naar verwachting nog ten minste acht jaar voortzet. Er is echter wel een verschil tussen de leerlingenaantallen in Amstelveen en die in Ouderkerk aan de Amstel. In Amstelveen zal het totaal aantal basisschoolleerlingen de komende acht jaar nog met 10% toenemen, tot ruim 7300. Het marktaandeel van Onderwijsgroep Amstelland daarin is in de afgelopen jaren gestegen naar rond de 55%. In dezelfde periode zal in Ouderkerk aan de Amstel het totaal aantal basisschoolleerlingen met bijna 19% dalen tot ongeveer 780. Het marktaandeel van Amstelschool en Kofschip samen ligt rond de 50%. De meest recente cijfers geven aan dat het leerlingenaantal van de Amstelschool redelijk stabiel blijft, ondanks daling van het totaal aantal basisschoolleerlingen. Een positieve ontwikkeling. Het leerlingenaantal op Het Kofschip daalt. Dit is conform de verwachting. Bij de scholen in Westwijk, De Triangel en Karel Eykman School, is sprake van sterke groei. In grote lijnen zien we een groei conform de verwachting. ad 2: Arbeidsconflicten Momenteel zijn er binnen Onderwijsgroep Amstelland geen personele knelpunten. Het is echter altijd mogelijk dat deze gedurende een schooljaar kunnen ontstaan. Kosten voortvloeiende uit personele knelpunten zijn moeilijk in te schatten. Mochten deze zaken zich op enig moment voordoen, dan zullen de kosten via de exploitatie van het bestuur ten laste van de bovenschoolse algemene exploitatiereserve worden gebracht. ad 3: Eigen Risicodrager (ERD) Gezien het structureel lage ziekteverzuim binnen Onderwijsgroep Amstelland is in 2014 besloten om uit het vervangingsfonds te stappen. Onderwijsgroep Amstelland heeft gebruik gemaakt van de mogelijkheid die het Vervangingsfonds biedt om Eigen Risicodrager (ERD) te worden. Op 23 april 2015 is bericht ontvangen van het vervangingsfonds dat aan Onderwijsgroep Amstelland de status van eigen risicodrager is toegekend. De keuze voor het eigenrisicodragerschap geldt voor een periode van 2 jaar en 7 maanden. Wat is er nu specifiek veranderd? • Onderwijsgroep Amstelland kan geen vervangingskosten meer declareren. Wij betalen dan ook nog maar slechts een beperkte premie. • De resterende premie wordt afgedragen aan het Vervangingsfonds met name ter dekking van 1. uitvoeringskosten van o.a. flankerend beleid, want besturen die eigenrisicodrager zijn kunnen gebruik blijven maken van de instrumenten en diensten die het Vervangingsfonds op dit vlak aanbiedt; 2. een solidariteitsbijdrage ten behoeve van de besturen die in het fonds blijven. ad 4: Risico’s op overige baten De overige baten, zoals opgenomen in de meerjarenbegroting 2016-2019, bestaan voor het grootste gedeelte uit een tweetal zaken. Dit betreft a. bijdrage vanuit de TSO-organisatie voor de coördinatoren en b. verhuur medegebruiken gebouwen. Voor beide zaken is het risico nihil.
Financieel verslag
| 54
ad 5: Risico’s op frictiekosten als gevolg van beleidswijzigingen Er zijn, onder andere door wetswijzigingen, een aantal nieuwe risico’s ontstaan. Met name de wet Werk en Zekerheid en de wet Modernisering Ziektewet vereisen de aandacht. • De wet Werk en Zekerheid is met name van toepassing op onze tijdelijke medewerkers, waaronder vele incidentele invalkrachten. Bij het niet op tijd toepassen van deze regeling zullen er financiële consequenties volgen. Hieronder vallen het aanbieden van een vast contract na afloop van tijdelijke dienst, of doorbetaling van salaris met een minimum van één maand. • Om dit te voorkomen wordt en zal er, indien nodig, gebruik gemaakt gaan worden van de Payroll-constructie. Per december 2015 staan er 6 personeelsleden op de payroll. Het betreft altijd een kortlopende aanstelling. In totaal is voor deze constructie in de begroting een bedrag opgenomen van € 100.000. • Ook de transitievergoeding valt onder de wet Werk en Zekerheid. Deze vergoeding moet uitgekeerd worden indien de arbeidsovereenkomst van tenminste 24 maanden door de werkgever is opgezegd of ontbonden en geldt ook voor werknemers welke ontslag verleend wordt op basis van arbeidsongeschiktheid. In de begroting 2016 hebben wij hier een bedrag van € 10.000 voor opgenomen. Gezien het huidige personeelsbestand en het feit dat Onderwijsgroep Amstelland weinig tot geen personele problemen kent, is dit een reëel bedrag. • De wet Modernisering Ziektewet zal van toepassing zijn op werknemers welke ziek uit dienst gaan of binnen 4 weken na ontslag ziek worden en een uitkering claimen. De (ex-)werkgever is dan aansprakelijk voor de uitkeringskosten. Momenteel hebben wij geen werknemers in dienst op wie dit van toepassing is.
55 | Financieel
verslag
7. Treasuryverslag Het treasurystatuut is vastgesteld door het bestuur van Onderwijsgroep Amstelland. Door middel van “treasury” groeit Onderwijsgroep Amstelland in het beheersen van de financiële risico’s, waardoor de continuïteit van de organisatie gewaarborgd blijft. Het financieel beheer is echter ondergeschikt en dienend aan de primaire doelstelling. Onderwijsgroep Amstelland heeft een overeenkomst met het Ministerie van Financiën voor het zogenaamde Schatkistbankieren. Hierbij wordt een deel van de tijdelijke liquiditeitsoverschotten op deposito gezet. Het restant staat op de rekening-courant. Beide zaken worden aangehouden bij het Ministerie van Financiën met een subrekening bij de Rabobank. Voor private gelden is dit niet het geval. Dit deel van het vermogen is ondergebracht bij de lokale Rabobank Amstel en Vecht. Onderwijsgroep Amstelland zal ervan verzekerd moeten zijn te allen tijde aan haar verplichtingen te kunnen voldoen en zo nodig ook altijd middelen te kunnen aantrekken. Voor het plannen van de omvang en het tijdstip waarop middelen benodigd zijn, is een goede financiële planning en controlecyclus noodzakelijk. Jaarlijks wordt een liquiditeitsprognose opgesteld om een verantwoorde afweging tussen deposito en rekening-courant te maken. Onderwijsgroep Amstelland belegt niet in aandelen en/of effecten. Hieronder een overzicht van de lopende depositorekeningen.
Bedrag
Looptijd
Percentage
Ingang
Afloop
200.000
8 jaar
4,43%
3-6-2008
3-6-2016
200.000
9 jaar
4,49%
3-8-2008
5-6-2017
Financieel verslag
| 56
8. Kengetallen Met betrekking tot de solvabiliteit, liquiditeit, rentabiliteit en de kapitalisatiefactor vermelden wij hieronder de kengetallen.
2015
2014
Aanbeveling commissie Don:
Indicatoren risicoanalyse onderwijsinspectie
Solvabiliteit (definitie 1)
63,5%
58,8%
ondergrens van 30%
kleiner dan 30%
Liquiditeit
1,9
2,6
tussen 0,5 en 1,5
kleiner dan 1
Rentabiliteit
0,2%
-3,9%
bovengrens van 5%
laatste 3 jaar negatief
Kapitalisatiefactor
31,5%
37,9%
bovengrens van 35%
2014 2015
70,0%
60,0%
50,0%
40,0%
30,0%
20,0%
N.B. In de grafiek hiernaast is het kengetal Liquiditeit niet opgenomen, aangezien dit geen percentage betreft.
10,0%
0,0%
-10,0%
57 | Financieel
verslag
Solvabiliteit (definitie 1)
Rentabiliteit
Kapitalisatiefactor
Hieronder vindt u omschrijving van de kengetallen inclusief berekening. Solvabiliteit De solvabiliteit geeft de verhouding tussen eigen en vreemd vermogen aan en verschaft dus inzicht in de financieringsopbouw. De solvabiliteit geeft ook aan in hoeverre de instelling op langere termijn aan haar verplichtingen kan voldoen. Definitie 1: Eigen vermogen gedeeld door het totale vermogen.
31-12-2015
31-12-2014
€
€
Eigen vermogen
4.410.079
4.361.116
Totaal vermogen
6.945.668
7.411.571
Kengetal 2015:
63,5%
Kengetal 2014:
58,8%
Definitie 2: Eigen vermogen en voorzieningen gedeeld door het totale vermogen
31-12-2015 € • Eigen vermogen • Voorzieningen
31-12-2014 €
€
4.410.079
4.361.116
469.129
1.091.816
€
Som Eigen vermogen en Voorzieningen
4.879.209
5.452.932
Totaal vermogen
6.945.668
7.411.571
Kengetal 2015:
70,2%
Kengetal 2014:
73,6%
Financieel verslag
| 58
Definitie 2 van de solvabiliteit geeft aan dat 70,4% van het totale vermogen uit eigen vermogen ofwel reserves en voorzieningen bestaat, wat inhoudt dat slechts 29,6% van het totale vermogen gefinancierd wordt met vreemd vermogen. Hieruit kan worden geconcludeerd dat de vermogenspositie van de stichting goed is. De stichting is duidelijk in staat om aan haar verplichtingen op langere termijn te kunnen voldoen. De onderwijsinspectie hanteert een ondergrens van 30 %. Liquiditeit De liquiditeit geeft aan in hoeverre de instelling op korte termijn aan haar verplichtingen kan voldoen. Definitie: De verhouding tussen de vlottende activa (som van liquide middelen, vorderingen en voorraden) en de kortlopende schulden.
31-12-2015 € • Liquide middelen • Vorderingen • Voorraden
31-12-2015 €
€
€
2.948.435
3.767.542
924.863
1.320.608
2.505
-
Vlottende activa
3.875.802
5.088.150
Kortlopende schulden
2.066.460
1.958.639
Kengetal 2015:
1,9
Kengetal 2014:
2,6
De liquiditeitsratio geeft aan dat 1,9 keer kan worden voldaan aan de uitstaande kortlopende schulden, bestaande uit kortlopende verplichtingen aan kredietinstellingen, crediteuren, nog te betalen posten en de overlopende passiva. De liquiditeitspositie van de Stichting is hierdoor goed te noemen. In vorenstaande berekening is geen rekening gehouden met de in de voorzieningen opgenomen verplichtingen. De onderwijsinspectie hanteert een ondergrens van 1.
59 | Financieel
verslag
Rentabiliteit De rentabiliteit geeft aan of er sprake is van een positief dan wel negatief bedrijfsresultaat in relatie tot de totale baten. Definitie: Resultaat gedeeld door de totale baten (inclusief financiële baten).
31-12-2015 € Resultaat • Totaal baten
31-12-2014 €
€
€
48.963
-722.735
20.048.331
18.659.625
24.504
42.172
• Financiële baten, bestaande uit Posten 5.1 en 5.3 Som Totaal baten incl. Financiële baten
20.072.835
18.701.797
Kengetal 2015:
0,2%
Kengetal 2014:
-3,9%
In vergelijking met vorig jaar is de ratio toegenomen, wat aangeeft dat in het jaar 2015 procentueel minder kosten zijn verantwoord dan in het voorafgaande jaar 2014. Kapitalisatiefactor De kapitalisatiefactor geeft een indicatie hoe rijk een schoolbestuur is, dit om te signaleren of onderwijsinstellingen misschien een deel van hun kapitaal niet of inefficiënt benutten voor de vervulling van hun taken. Definitie: De activazijde van de balans minus de materiële vaste activa betreffende gebouwen en terreinen, gedeeld door de totale baten (inclusief financiële baten).
Financieel verslag
| 60
31-12-2015 € • Balans totaal
31-12-2014 €
€
6.945.668
7.411.571
617.451
328.443
€
• Materiële vaste activa Gebouwen en terreinen Verschil Balans totaal en MVA geb. en terr. Som totale baten incl. financiële baten
6.328.217
7.083.128
20.072.835
18.701.797
Kengetal 2015:
31,5%
Kengetal 2014:
37,9%
De onderwijsinspectie hanteert een bovengrens van 35 tot 60 %. Daarbij is 35 % de bovengrens voor grote besturen, 60 % de bovengrens voor kleine besturen.
61 | Financieel verslag verslag
9. Verslag Raad van Toezicht Onafhankelijk én betrokken. Dat is onze insteek bij het werk als Raad van Toezicht van Onderwijsgroep Amstelland. Sinds 1 augustus 2010 is Onderwijsgroep Amstelland ingericht volgens het model Raad van Toezicht - College van Bestuur. Het College van Bestuur is in dienst van de stichting en de Raad van Toezicht is belast met het houden van toezicht op het bestuur. De Raad van Toezicht bestaat uit: • Mevrouw H. Lieftink, voorzitter • Mevrouw A. van der Wind • De heer R. Klunder • De heer K.D. Bruintjes • Mevrouw R. Jochems Taken Raad van Toezicht De Raad van Toezicht is ervoor verantwoordelijk om de continuïteit van de Onderwijsgroep te bewaken. In de statuten van de stichting zijn de verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de Raad van Toezicht vastgelegd. Kort samengevat houdt de Raad van Toezicht toezicht op het functioneren van het bestuur. Ook opereert de Raad als sparring partner van het bestuur. Daarnaast is de goedkeuring van de Raad van Toezicht vereist door het vaststellen van de begroting en jaarrekening en essentiële plannen, zoals het strategisch meerjarenbeleidsplan. Ten slotte vervult de Raad van Toezicht de werkgeversrol van het bestuur. In 2015 kwam de Raad van Toezicht in aanwezigheid van het College van Bestuur zeven maal in een reguliere vergadering bijeen (in januari, februari, april, juni, september, november en december). Als Raad van Toezicht werken we inhoudgedreven. We zien toe op een transparant en gedegen financieel beleid, maar zijn bovenal betrokken op het onderwijs. Naast de financiële kwartaalrapportages en de halfjaarlijkse rapportages, waarin het College van Bestuur verantwoording aflegt over de voortgang van alle plannen op stichtingsniveau en op de scholen, kwamen de volgende onderwerpen en thema’s aan bod. • Koers van de stichting • Passend onderwijs, met name hoe dit vorm krijgt in de organisatie • Het jaarverslag en jaarrekening 2014 • Strategische agenda 2014-2018 en de concretisering hiervan in schoolplannen • de kwaliteit van het onderwijs en de nieuwbouw/huisvesting van de scholen Om een goed en onafhankelijk oordeel te kunnen vormen over de financiële situatie van de stichting heeft de Raad van Toezicht (zonder aanwezigheid van het College van Bestuur) overleg gevoerd met de accountant. Het waarborgen van een financieel gezonde stichting is hierin leidend.
Financieel verslag
| 62
Overleg met GMR, scholen en RvT Amstelwijs In 2015 heeft de Raad van Toezicht twee maal vergaderd met de Gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR). Hierin is onder meer gesproken over de wijze waarop de GMR medezeggenschap optimaal kan vormgeven en de vertegenwoordiging van scholen binnen de GMR. Ook heeft de Raad van Toezicht meerdere scholen bezocht. Daarnaast heeft een gezamenlijk overleg plaatsgevonden met de directies van de scholen. Inspirerend was de bijeenkomst die we gehad hebben met de Raad van Toezicht van Amstelwijs (openbaar onderwijs). In dit overleg hebben we ervaringen uitgewisseld over de wijze waarop elke Raad haar rol vervult, de dilemma’s van een Raad en de invulling van de betrokkenheid bij de scholen. Al met al was dit een nuttige en leerzame bijeenkomst, die voor herhaling vatbaar is. Evaluatie functioneren Raad van Toezicht In tegenstelling tot de voorgaande jaren heeft de Raad van Toezicht haar eigen functioneren in 2015 uitgebreid geëvalueerd. Hiervoor is dit keer een extern bureau ingehuurd. In meerdere sessies zijn onderwerpen als de procedures, onze visie op toezicht en onze wijze van omgaan met het College van Bestuur aan de orde geweest. Dit heeft de nodige inzichten en concrete werkafspraken opgeleverd. Zo hebben we onder meer besloten om een andere aanpak te hanteren bij het bezoeken van scholen. Deze nieuwe aanpak is toegepast bij de bezoeken die we in het najaar van 2015 afgelegd hebben. De bezoeken vinden sindsdien onder schooltijd plaats. Daarnaast leggen we de bezoeken niet meer af als volledige Raad van Toezicht. We splitsen ons op, zodat een school bezocht wordt door twee tot drie leden. Dit heeft twee positieve effecten: het bezoek wordt als minder ‘zwaar’ ervaren, doordat de delegatie kleiner is. Hierdoor is het bezoek minder formeel en gaat het gesprek sneller de diepte in. Ook kunnen we op deze manier meer scholen bezoeken. Schoolbezoeken in 2015 Bezoeken aan de scholen hebben ons inzicht gegeven in hoe de strategische agenda 2014-2018 op elke school vorm krijgt. We vinden dit een waardevolle aanvulling op alle informatie die we van het College van Bestuur krijgen. Elke school heeft een eigen profiel en een eigen sfeer. De bezoeken hebben ons laten zien waar elke school bij de vier pijlers van de strategische agenda de accenten legt, wat de ambities van de verschillende scholen zijn en waar zij tegenaan lopen bij de realisatie van beleid. In 2015 hebben we drie scholen bezocht: De Cirkel (februari), Brede school Rembrandt en de Amstelschool (beiden november). De scholen maken zelf het programma voor het bezoek van de Raad van Toezicht, met de bedoeling dat wij een goed beeld krijgen van het profiel van de school. Van de directies van de scholen hebben we begrepen dat deze bezoeken als zeer positief zijn ervaren. Komend jaar gaan we de frequentie van deze bezoeken opvoeren naar zes schoolbezoeken per jaar, zodat we alle scholen eens in de twee jaar kunnen bezoeken. De toenemende internationalisering van Amstelveen zien we terug op meerdere scholen. Dit biedt kansen, maar stelt onze scholen ook voor nieuwe uitdagingen. Juist in deze tijd dat in toenemende mate expatkinderen naar een gewone school gaan (in plaats van naar een internationale school) en dat vluchtelingenkinderen zich melden, vinden we het belangrijk dat Onderwijsgroep Amstelland voor elk kind een passend aanbod van hoge kwaliteit biedt.
63 | Financieel
verslag
Gesprek met College van Bestuur: strategische agenda De strategische agenda is leidend in ons gesprek met het College van Bestuur. Zo hebben we gesproken over onder meer professionalisering: op welke wijze kan dit op alle niveaus in de stichting vorm krijgen, wat voor gevolgen heeft het voor een team en voor de kinderen in de klas en wat hebben de scholen en team hiervoor nodig.
De strategische agenda is een middel om de scholen stichtingbreed uit te dagen om op de vier thema’s concreet beleid te maken. We zien dat de leernetwerken binnen de stichting steeds beter vorm krijgen. Dit leidt tot het delen van expertise en kennis. Onderwijs met een hart moet voelbaar, zichtbaar en beleefbaar zijn. De concrete invulling daarvan zit in de strategische agenda, waaraan elke school op een eigen wijze invulling geeft. Deze agenda verbindt de scholen van de stichting ook onderling. Overige resultaten 2015 en blik op de toekomst Eind september hebben we in een feestelijke bijeenkomst in het Van der Togt Museum afscheid genomen van Bob Bijleveld. Een belangrijke taak van de Raad van Toezicht was het aantrekken van een nieuwe bestuurder. Begin 2015 is de Raad van Toezicht hiermee aan de slag gegaan. Hierbij hebben wij ons laten ondersteunen door een extern bureau. Veel tijd is gestoken in het ontwikkelen van het profiel van het gewenste nieuwe lid van het College van Bestuur. Leidend daarbij waren de antwoorden op deze vragen: wat heeft de stichting de komende tien jaar nodig, welke ontwikkelingen zijn te verwachten, welke aanvullende kwaliteiten wensen wij in de leiding van de stichting? Na inbreng van de directeuren en GMR, is het profiel verder aangescherpt. We zijn blij dat het gelukt is om per 1 november 2015 in de persoon van Marlies Verkuijlen een nieuwe bestuurder te vinden met de gewenste expertise en ervaring om Onderwijsgroep Amstelland samen met de zittende bestuurder verder te leiden. De Raad van Toezicht zelf is in 2015 versterkt met de komst van Ria Jochems. Zij brengt zowel inhoudelijke en strategische onderwijskennis mee, als kennis van samenwerking met andere partijen. Daarmee verrijkt zij de expertise die er op andere gebieden binnen de Raad van Toezicht is. De komende periode wil de Raad van Toezicht zich blijven inzetten voor een solide financieel beleid, dat dienstbaar is aan de continue kwaliteitsverbetering van ons onderwijs. De voortdurende focus op de onderwijskwaliteit, het bieden van uitdagend werk aan medewerkers en het bieden van een inspirerende en veilige leeromgeving voor elk kind is daarbij onze drijfveer. Ook in 2016.
Financieel verslag
| 64
10. Grondslagen voor waardering van activa, passiva en resultaatbepaling Algemeen De grondslagen voor waardering en resultaatbepaling zijn conform de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en de stellige uitspraken van de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving, die uitgegeven is door de Raad voor de Jaarverslaggeving. Deze bepalingen zijn van toepassing op grond van de Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs. De jaarrekening is opgesteld in euro’s. Activa en passiva (met uitzondering van het groepsvermogen) worden in het algemeen gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs of de actuele waarde. Indien geen specifieke waarderingsgrondslag is vermeld, vindt waardering plaats tegen de verkrijgingsprijs. In de balans, de staat van baten en lasten en het kasstroomoverzicht zijn referenties opgenomen. Met deze referenties wordt verwezen naar de toelichting. Voor zover noodzakelijk worden op de vorderingen voorzieningen getroffen voor verwachte oninbaarheid. Materiële vaste activa De materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs plus bijkomende kosten of de vervaardigingsprijs, verminderd met de afschrijvingen. De afschrijvingen vinden lineair en naar tijdsgelang plaats op basis van de verwachte toekomstige gebruiksduur. Er wordt rekening gehouden met de bijzondere waardeverminderingen die op balansdatum worden verwacht. Voor een uiteenzetting ten einde vast te kunnen stellen of voor een materieel vast actief sprake is van een bijzondere waardevermindering, wordt verwezen naar de opgenomen paragraaf Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa. In de volgende tabel worden de afschrijvingstermijnen per categorie weergegeven. Tevens zijn de activeringsgrenzen vermeld. Categorie
afschrijvingstermijn in maanden
afschrijvingspercentage per jaar
activeringsgrens in ¤
Diversen
60
20%
500
Diversen
120
10%
500
Diversen
240
5%
500
120
10%
500
Bureaus en kasten
240
5%
500
Stoelen
120
10%
500
Gebouwen
Installaties Diversen Kantoormeubilair/inventaris
65 | Financieel
verslag
Vervolg tabel afschrijving Categorie
afschrijvingstermijn in maanden
afschrijvingspercentage per jaar
activeringsgrens in ¤
120
10%
500
60
20%
500
Audio/video/beamer
48
25%
500
Koffiemachine
60
20%
500
Projectiemiddelen
96
12,5%
500
Docentensets
180
6,67%
500
Leerlingensets
180
6,67%
500
Schoolborden
240
5%
500
Netwerk
120
10%
500
Kantoormachines
120
10%
500
Computers
60
20%
500
Server
48
25%
500
120
10%
500
96
12,50%
500
Huishoudelijke apparatuur Machines- en hulpmiddelen Keukenapparatuur Overige apparatuur & machines
Schoolmeubilair/inventaris
ICT
Telefooncentrale Leermiddelen Leermethoden
De gebouwen en terreinen worden opgenomen indien sprake is van economisch eigendom. Hiervan is bijvoorbeeld sprake in het geval van eigen investeringen of van doordecentralisatie van de huisvesting. Op terreinen wordt in het principe niet afgeschreven. Uitzondering hierop zijn de hekwerken.
Financieel verslag
| 66
Voor de toekomstige kosten van groot onderhoud aan de bedrijfsgebouwen is een voorziening voor groot onderhoud gevormd. De toevoeging aan de voorziening wordt bepaald op basis van het geschatte bedrag van het onderhoud en de periode die telkens tussen de werkzaamheden van groot onderhoud verloopt. Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa Door de stichting wordt op iedere balansdatum beoordeeld of er aanwijzingen zijn dat eenvast actief aan een bijzondere waardevermindering onderhevig kan zijn. Indien dergelijke indicaties aanwezig zijn, wordt de realiseerbare waarde van het actief vastgesteld. Indien het niet mogelijk is de realiseerbare waarde voor het individuele actief te bepalen, wordt de realiseerbare waarde bepaald van de kasstroomgenererende eenheid waartoe het actief behoort. Van een bijzondere waardevermindering is sprake als de boekwaarde van een actief hoger is dan de realiseerbare waarde. De realiseerbare waarde is de hoogste van de opbrengstwaarde en de bedrijfswaarde. Vlottende activa: vorderingen Vorderingen worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen de reële waarde van de tegenprestatie. Als de ontvangst van de vordering is uitgesteld op grond van een verlengde overeengekomen betalingstermijn, wordt de reële waarde bepaald aan de hand van de contante waarde van de verwachte ontvangsten. Voorzieningen wegens oninbaarheid dienen in mindering te worden gebracht op de boekwaarde van de vordering. Liquide middelen Liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en deposito’s met een looptijd korter dan 12 maanden. Rekening-courantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder kortlopende schulden. Eigen vermogen Het eigen vermogen bestaat uit algemene reserves en bestemmingsreserves en/of -fondsen. Hierin is tevens een segmentatie opgenomen naar publieke en private middelen. De bestemmingsreserves zijn reserves met een beperktere bestedingsmogelijkheid, welke door het bestuur is aangebracht.
Omschrijving
EUR
Overige personele middelen
164.740
In deze bestemmingsreserve zijn de niet bestede gelden m.b.t. scholing, professionalisering leerkrachten, externe begeleiding alsmede overige personele lasten ondergebracht. Deze gelden zijn hier specifiek voor beschikbaar. Op deze manier is het mogelijk om meerjarenbeleid te voeren.
67 | Financieel
verslag
Omschrijving Uitvoering passend onderwijs
EUR 260.242
Per 31 juli 2014 is het samenwerkingsverband Amstelzijde en de Stichting Centrale Dienst opgeheven. In de statuten van de Stichting is bepaald dat de reserves van het samenwerkingsverband bij opheffing naar rato van het aantal leerlingen (S)Bao worden overgemaakt aan de deelnemende schoolbesturen. In 2015 is, na afwikkeling van de jaarrekening 2014 van de Stichting Centrale Dienst, het resterende bedrag overgemaakt: € 102.372. Het bestuur heeft besloten om deze middelen de komende jaren in te zetten in de doorontwikkeling van passend onderwijs op stichtingsniveau: bovenschools IB-netwerk en ondersteuning van individuele scholen.
Omschrijving Reserve Prestatiebox
EUR 263.049
In deze reserve zitten de nog niet ingezette gelden welke ontvangen zijn voor extra activiteiten ter verbetering van leerprestaties op het terrein van taal en rekenen en de daarop aansluitende werkwijze van opbrengst gericht werken.
Omschrijving Reserve projecten overige
EUR 1.189.020
Sinds 2006 heeft Onderwijsgroep Amstelland in de balans een reserve ‘projecten overige’ opgenomen. In deze reserve zijn de gelden ondergebracht, die zijn ontvangen van de gemeente Amstelveen en Ouder-Amstel. Deze gelden dateren uit 2006 en 2009 en zijn ontvangen in verband met de verzelfstandiging van het Openbaar Onderwijs in zowel Amstelveen als in Ouder-Amstel. Deze reserve worden aangewend ter dekking van de afschrijvingslasten voor de digitale schoolborden en voor de kosten van het nieuw uit te voeren beleid.
Financieel verslag
| 68
Omschrijving
EUR
Reserve nulmeting
101.843
Met ingang van 2005 waardeert en verwerkt Onderwijsgroep Amstelland alle materiële vaste activa met betrekking tot inventaris en apparatuur, leermiddelen en overige materiële vaste activa. Tot en met 2004 werden alle investeringen ten laste van de voorzieningen meubilair/inventaris, onderwijsleerpakket en ICT gebracht. Op 1 januari 2005 heeft er een zogenaamde nulmeting plaatsgevonden en zijn alle aanwezige activa gewaardeerd op boekwaarde (de aanschafwaarde minus cumulatieve afschrijving). Voor de per 1 januari 2005 opgenomen activa is een bestemmingsreserve gevormd.
Omschrijving
EUR
Algemene reserve privaat
498.212
In 2008 vond er een herschikking van het stichtingskapitaal plaats. Conform de regelgeving heeft er een splitsing plaatsgevonden in een publiek en een privaat deel. Met ingang van 2008 wordt aan deze algemene reserve ‘privaat’ alleen een bedrag aan gegenereerde rente aan toegevoegd. In 2014 heeft het College van Bestuur besloten om deze middelen onder andere in te zetten in huisvestingszaken welke niet gefinancierd mogen worden met de publieke gelden. Zo is er € 290.000 bijgedragen aan de nieuwbouw van de Roelof Venema School. De jaarlijkse afschrijvingslasten komen ten laste van deze reserve. Het saldo bedraagt per 31 december 2015 bijna € 414.000. In 2010 zijn de opgebouwde gelden van de rekeningen tussenschoolse opvang over de afgelopen jaren gecorrigeerd. Dit gaf een resultaat van ruim € 103.000 aan een opgebouwde reserve. TSO-gelden van de diverse scholen In overleg met de directie en de MR van de scholen wordt een passende bestemming gegeven aan deze gelden. Dit overleg heeft in 2015 al geresulteerd in een afname van deze reserve van bijna € 25.000. Voorzieningen: algemeen Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op de balansdatum bestaan, waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de omvang op betrouwbare wijze is te schatten.
69 | Financieel
verslag
De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen per balansdatum af te wikkelen. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichtingen af te wikkelen, tenzij anders vermeld. Wanneer de verwachting is dat een derde de verplichtingen vergoedt, en wanneer het waarschijnlijk is dat deze vergoeding zal worden ontvangen bij de afwikkeling van de verplichting, dan wordt deze vergoeding als een actief in de balans opgenomen. Voor uitgaven voor groot onderhoud wordt een voorziening gevormd om deze lasten gelijkmatig te verdelen over een aantal boekjaren. Voorzieningen worden onderscheiden naar aard en doel. Toevoegingen aan de voorzieningen vinden plaats door dotaties ten laste van de staat van baten en lasten. De onttrekkingen vinden rechtstreeks plaats ten laste van de betreffende voorziening. Voorziening jubilea De voorziening jubilea is opgenomen voor de verwachte lasten gedurende het dienstverband van de werknemers en is tegen nominale waarde opgenomen. Voorziening onderhoud De voorziening onderhoud wordt opgenomen voor de verwachte lasten voor groot onderhoudaan de gebouwen waarvan Onderwijsgroep Amstelland juridisch eigenaar is. Langlopende schulden Langlopende schulden worden bij de eerste waardering gewaardeerd tegen reële waarde. Schulden worden na eerste verwerking gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs, zijnde het ontvangen bedrag rekening houdend met agio of disagio en onder aftrek van transactiekosten. Onder deze post valt onder meer vooruit ontvangen investeringssubsidies. Deze subsidies moeten zichtbaar in mindering gebracht worden op de materiële vaste activa of als schuld gepresenteerd worden onder vooruit ontvangen investeringssubsidies. Leasing: operationele leasing Bij de stichting kunnen er leasecontracten bestaan waarbij een groot deel van de voor- en nadelen die aan de eigendom verbonden zijn, niet bij de stichting ligt. Deze leasecontracten worden verantwoord als operationele leasing. Verplichtingen uit hoofde van operationele leasing worden, rekening houdend met ontvangen vergoedingen van de lessor, op lineaire basis verwerkt in de staat van baten en lasten over de looptijd van het contract.
Financieel verslag
| 70
Kortlopende schulden De overlopende passiva betreffen de vooruit ontvangen bedragen die aan opvolgende perioden worden toegerekend en/of nog te betalen bedragen, voor zover ze niet onder de andere kortlopende schulden zijn te plaatsen. Baten en lasten Het resultaat wordt bepaald door het verschil tussen de baten en lasten over het verslagjaar, met inachtneming van de hiervoor reeds vermelde waarderingsgrondslagen. Baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Winsten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn verwezenlijkt. Lasten en risico’s die hun oorsprong vinden vóór het einde van het verslagjaar, zijn opgenomen als zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden. Het resultaat van de staat van baten en lasten wordt toegevoegd aan de (bestemde) reserves die door het College van Bestuur zijn bepaald. Rijksbijdragen Rijksbijdragen worden als baten verantwoord in de staat van baten en lasten in het jaar waarop de toekenning betrekking heeft. Overige overheidsbijdragen en –subsidies Exploitatiesubsidies worden als baten verantwoord in de staat van baten en lasten in het jaar waarin gesubsidieerde kosten zijn gemaakt of opbrengsten zijn gederfd, of wanneer een gesubsidieerd exploitatietekort zich heeft voorgedaan. De baten worden verantwoord als het waarschijnlijk is dat deze worden ontvangen. Overige baten Overige bedrijfsopbrengsten bestaan uit baten verhuur, detachering en overige baten. Afschrijvingen De materiële vaste activa worden vanaf het moment van ingebruikneming afgeschreven over de verwachte toekomstige gebruiksduur van het actief. Over terreinen wordt niet afgeschreven. Uitzondering hierop zijn de hekwerken bij de diverse scholen. Indien een schattingswijzigingen plaatsvindt van de toekomstige gebruiksduur, dan worden de toekomstige afschrijvingen aangepast. Financiële baten en lasten Rentebaten en rentelasten worden tijdsevenredig verwerkt, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de betreffende activa en passiva. Bij de verwerking van de rentelasten wordt rekening gehouden met de verantwoorde transactiekosten op de ontvangen leningen die als onderdeel van de berekening van de effectieve rente worden meegenomen.
71 | Financieel
verslag
Personeelsbeloningen Lonen, salarissen en sociale lasten worden op grond van de arbeidsvoorwaarden verwerkt in de staat van baten en lasten, voor zover ze verschuldigd zijn aan werknemers. De stichting heeft de toegezegde-pensioenregelingen bij bedrijfstakpensioenfondsen verwerkt als zou sprake zijn van een toegezegdebijdrageregeling. Voor toegezegde-bijdrageregelingen betaalt de instelling op verplichte, contractuele of vrijwillige basis premies aan pensioenfondsen en verzekeringsmaatschappijen. Behalve de betaling van premies heeft de instelling geen verdere verplichtingen uit hoofde van deze pensioenregelingen. De premies worden verantwoord als personeelskosten indien deze verschuldigd zijn. Vooruitbetaalde premies worden opgenomen als overlopende activa indien dit tot een terugstorting leidt of tot een vermindering van toekomstige betalingen. Eventueel nog niet betaalde premies worden als verplichting op de balans opgenomen. Toelichting kasstroomoverzicht Dit overzicht geeft weer waaraan de in de verslagperiode beschikbaar gekomen gelden zijn besteed. Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit liquide middelen. Bij de indirecte methode wordt het resultaat als basis genomen. In samenhang met de balans en de staat van baten en lasten moet het kasstroomoverzicht bijdragen aan het inzicht in de financiering, de liquiditeit, de solvabiliteit en het vermogen van de instelling om geldstromen te genereren. Financiële instrumenten en risicobeheersing: Rente- en kasstroomrisico Onderwijsgroep Amstelland staat niet bloot aan eventuele rente- en kasstroomrisico’s. Kredietrisico Onderwijsgroep Amstelland heeft geen significante concentraties van kredietrisico.
Financieel verslag
| 72
10.1 Balans per 31-12-2015 Hieronder vindt u de balans van Onderwijsgroep Amstelland op 31 december 2015.
31-12-2015
31-12-2014
€
€
1 ACTIVA Vaste activa 1.2 Materiële vaste activa
3.069.866
Totaal vaste activa
2.323.421 3.069.866
2.323.421
Vlottende activa 1.4 Voorraden 1.5 Vorderingen 1.7 Liquide middelen
2.505
-
924.863
1.320.608
2.948.435
3.767.542
Totaal vlottende activa
3.875.802
5.088.150
TOTAAL ACTIVA
6.945.668
7.411.571
4.410.079
4.361.116
469.129
1.091.816
2.4 Kortlopende schulden
2.066.460
1.958.639
TOTAAL PASSIVA
6.945.668
7.411.571
2 PASSIVA 2.1 Eigen vermogen 2.2 Voorzieningen
73 | Financieel
verslag
10.2 Staat van baten en lasten over 2015 Hieronder vindt u de staat van baten en lasten over 2015.
Realisatie 2015 (in ¤)
Begroting 2015 (in ¤)
Realisatie 2014 (in ¤)
18.653.380
17.961.855
17.245.804
3.2 Overige overheidsbijdragen en -subsidies
274.634
255.902
258.640
3.5 Overige baten
1.120.317
923.706
1.155.181
20.048.331
19.141.463
18.659.625
16.098.185
15.905.330
15.533.529
494.129
500.709
474.861
2.037.954
2.091.625
2.118.835
1.391.463
1.272.305
1.295.004
20.021.732
19.769.969
19.422.228
Saldo baten en lasten
26.599
-628.506
-762.604
5 FINANCIËLE BATEN EN LASTEN
22.364
37.325
39.868
Resultaat
48.963
-591.181
-722.735
6 Belastingen
-
-
-
7 Resultaat deelnemingen
-
-
-
48.963
-591.181
-722.735
-
-
-
48.963
-591.181
-722.735
-
-
-
48.963
-591.181
-722.735
3 BATEN 3.1 Rijksbijdragen
Totaal baten 4 LASTEN 4.1 Personeelslasten 4.2 Afschrijvingen 4.3 Huisvestingslasten 4.4 Overige lasten Totaal lasten
Resultaat na belastingen 8 Aandeel derden in resultaat Netto resultaat 9 Buitengewoon resultaat Totaal resultaat
Financieel verslag
| 74
10.3 Kasstroomoverzicht 2015 Hieronder vindt u het kasstroomoverzicht 2015.
2015 (in ¤)
2014 (in ¤)
Kasstroom uit operationele activiteiten 26.599
Resultaat
-762.604
Aanpassingen voor: • afschrijvingen • mutaties voorzieningen
494.129
474.861
-622.687
411.756 -128.558
886.617
Veranderingen in vlottende middelen: • voorraden (-/-) • vorderingen (-/-) • schulden
2.505
-
-393.198
272.742
107.820
-775.680 498.514
Totaal kasstroom uit bedrijfsoperaties Ontvangen interest Betaalde interest (-/-) Buitengewoon resultaat Totaal kasstroom uit operationele activiteiten
75 | Financieel
verslag
-1.048.422
24.504
42.172
2.140
2.304
-
22.364
39.868
418.920
-884.540
vervolg Kasstroomoverzicht 2015
2015 (in ¤)
2014 (in ¤)
Kasstroom uit investeringsactiviteiten 1.238.027
486.497
Desinvesteringen in materiële vaste activa
-
-
Investeringen in immateriële vaste activa (-/-)
-
-
Desinvesteringen in immateriële vaste activa
-
-
Investeringen in deelnemingen en/of
-
-
Mutaties leningen (-/-)
-
8.380
Overige investeringen in financiële vaste activa (-/-)
-
-
Investeringen in materiële vaste activa (-/-)
samenwerkingsverbanden (-/-)
Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten
-1.238.027
-494.877
Kasstroom uit financieringsactiviteiten Mutatie liquide middelen
-819.107
-1.379.419
Financieel verslag
| 76
10.4 Vaste activa Hieronder vindt u het overzicht van vaste activa.
1.2 Materiële vaste activa 1.2.1 Gebouwen en terreinen 1 ACTIVA
1.2.2 Inventaris en apparatuur
1.2.3 Leermiddelen
1.2.3 Ov. andere vaste bedrijfsmiddelen
Totaal materiële vaste activa
Aanschafprijs
1.103.148
5.292.654
2.325.383
45.806
8.766.990
Cumulatieve afschrijvingen en waardeverminderingen
774.705
3.742.108
1.885.108
41.648
6.443.569
Boekwaarde 01-01-2015
328.443
1.550.546
440.274
4.158
2.323.421
Investeringen
330.903
758.516
148.608
-
1.238.027
-
-
-
-
-
41.895
336.306
112.360
1.019
491.579
1.434.051
6.051.170
2.473.991
45.806
10.005.017
816.599
4.078.414
1.997.469
42.667
6.935.149
617.451
1.972.753
476.522
3.139
3.069.866
Desinvesteringen Afschrijvingen Aanschafprijs Cumulatieve afschrijvingen en waardeverminderingen Boekwaarde 31-12-2015
77 | Financieel
verslag
10.5 Toelichting bij de balans Hieronder vindt u de toelichting behorende tot de balans.
31-12-2015 in ¤
31-12-2014 in ¤
1 ACTIVA 1.4 Voorraden 1.4.1 Gebruiksgoederen • Verkrijgingsprijs gebruiksgoederen
2.505
-
Totaal gebruiksgoederen
2.505
-
Totaal voorraden
2.505
-
31-12-2015 in ¤
31-12-2015 in ¤
1.5 Vorderingen 1.5.1 Debiteuren 1.5.2 OCW / LNV 1.5.6 Overige overheden
66.235
70.804
256.455
988.444
417.607
133.847
1.5.7 Overige vorderingen • Personeel • Overige
3.018
768
68.964
81.963
Totaal overige vorderingen
71.982
82.731
1.5.8 Overlopende activa • Vooruitbetaalde kosten
101.643
28.346
• Nog te ontvangen rente
10.941
16.436
Totaal overlopende activa Totaal vorderingen
112.584
44.782
924.863
1.320.608
Financieel verslag
| 78
31-12-2015 in ¤
31-12-2014 in ¤
1.7 Liquide middelen 1.7.1 Kasmiddelen
2.253
3.574
1.7.2 Tegoeden op bank- en girorekeningen
2.546.182
3.163.968
1.7.3 Deposito’s
400.000
600.000
2.948.435
3.767.542
Totaal liquide middelen
Stand per 01-01-2015
Resultaat
Overige mutaties
Stand per 31-12-2015
2.007.363
-74.389
-
1.932.975
• Bestemmingsreserve overige personele middelen
85.991
78.750
• Bestemmingsreserve projecten overige
1.253.449
-64.429
-
1.189.020
• Bestemmingsreserve uitvoering passend onderwijs
136.709
123.533
-
260.242
• Bestemmingsreserve prestatiebox
214.920
48.129
129.138
-27.296
-
101.843
• Bestemmingsreserve privaat algemeen
424.817
-10.484
-
414.332
• Bestemmingsreserve TSO
108.730
-24.850
-
83.880
4.361.116
48.963
-
4.410.079
2 PASSIVA 2.1 Eigen vermogen 2.1.1 Algemene reserve 2.1.2 Bestemmingsreserve (publiek)
• Bestemmingsreserve nulmeting
164.740
263.049
2.1.3 Bestemmingsreserve (privaat)
Totaal eigen vermogen
79 | Financieel
verslag
Vervolg 2. Passiva
Stand per 01-01-2015
Dotaties
Ontrekkingen
Vrijval
Rente mutatie (bij contante waarde)
Stand per 31-12-2015
2.2.1 Personeelsvoorzieningen
251.649
-
10.692
-
-
240.957
2.2.3 Overige voorzieningen
840.167
407.709
1.019.704
-
-
228.172
1.091.816
407.709
1.030.396
-
-
469.129
2.2 Voorzieningen
Totaal voorzieningen
Voorzieningen 2.3.1 Personeelsvoorzieningen 2.3.3 Overige voorzieningen
Kort-lopend deel, < 1 jaar 18.913
Lang-lopend deel, > 1 jaar 222.045
228.172 247.085
222.045
Financieel verslag
| 80
Vervolg 2. Passiva
31-12-2015 (in ¤)
31-12-2014 (in ¤)
2.4 Kortlopende schulden 2.4.3 Crediteuren 2.4.4 OCW/EL&I
271.950
181.351
-
40.330
2.4.7 Belastingen en premies sociale verzekeringen • Loonheffing • Premies sociale verzekeringen
594.462
540.570
45.923
102.736
Totaal belastingen en premies sociale verzekeringen 2.4.8 Schulden ter zake van pensioenen
640.385
643.306
163.738
187.652
2.4.9 Overige kortlopende schulden Overige schulden
118.602
64.136
Netto salarissen
30.683
7.075
Totaal overige kortlopende schulden
149.285
71.211
2.4.10 De overlopende passiva • Vooruitontvangen bedragen
176.026
139.356
• Vooruitontvangen gemeente
132.732
183.579
• Vooruitontvangen lerarenberus
31.292
21.164
• Vooruitontvangen subsidie OCW niet-geoormerkt
7.500
7.500
493.552
483.189
• Vakantiegeld en -dagen Totaal overlopende passiva Totaal kortlopende schulden
81 | Financieel
verslag
841.101
834.788
2.066.460
1.958.639
10.6 Verantwoording van subsidies Hieronder vindt u de verantwoording van ontvangen subsidies.
G1 Verantwoording van subsidies zonder verrekeningsclausule Toewijzing Omschrijving
Bedrag van de Ontvangen t/m De prestatie is ultimo 2015 conform de subsidiebeschikking Toewijzing
2015
€
€
Kenmerk
Datum
Subs voor studieverlof
707742-1
21-09-15
7.080
7.080
¨
þ
Subs voor studieverlof
707314-1
21-09-15
3.558
3.558
¨
þ
Subs voor studieverlof
708009-1
21-09-15
4.625
4.625
¨
þ
Subs voor studieverlof
709233-1
21-09-15
5.479
5.479
¨
þ
20.743
20.743
Totaal
geheel uitgevoerd en afgerond
nog niet geheel afgerond
G2 Verantwoording van subsidies met verrekeningsclausule G2-A Aflopend per ultimo verslagjaar Toewijzing Omschrijving Kenmerk
Datum
Nvt Totaal
Bedrag van de Ontvangen t/m toewijzing
2015
€
€
Totale kosten
Te verrekenen ultimo 2015
€
€
-
-
-
-
-
-
-
-
Financieel verslag
| 82
Vervolg verantwoording subsidies
G2-B Doorlopend tot in een volgend verslagjaar Omschrijving
Toewijzing Kenmerk
Bedrag van de toewijzing
Saldo 01-01-2015
Ontvangen t/m 2015
Lasten in 2015
Totale kosten 31-12-2015
Saldo nog te besteden ultimo 2015
Datum €
Nvt Totaal
€
€
€
€
€
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
10.7 Niet uit de balans blijkende verplichtingen Hieronder vindt u een overzicht van niet uit de balans blijkende verplichtingen. Duurzame inzetbaarheid Bij het opstellen van de jaarrekening 2015 is nog geen overleg gevoerd over de besteding van de duurzame inzetbaarheidsuren, conform artikel 8A.3 cao PO. Er is dus ook nog geen plan over de uren die voor ouderenverlof gespaard kunnen worden (art. 8A 8 cao). Derhalve is in 2015 nog geen voorziening voor duurzame inzetbaarheid gevormd. Voor de zomervakantie van 2016 zal er overleg gevoerd zijn. Ook is dan een plan opgesteld. Medewerkers welke hiervan gebruik willen gaan maken vanaf het schooljaar 2016/2017, zullen een daartoe door het stafbureau van Onderwijsgroep Amstelland ontwikkeld formulier ondertekend en met akkoord directie dienen te retourneren. De schooljaren 2014/2015 en 2015/2016 heeft geen enkele medewerker van deze mogelijkheid gebruik gemaakt. Op basis van de gegevens 2016/2017 zal vanaf het boekjaar 2016 mogelijk een voorziening gevormd en in de jaarrekening 2016 worden verantwoord. Huurkosten stafbureau 30 oktober 2008 is er een nieuw contract afgesloten met Cuntz makelaardij t.b.v. huur van een kantoorruimte voor het stafbureau. Deze overeenkomst is aangegaan voor de duur van 10 jaar, ingaande op 15 december 2008 en lopende tot en met 15 december 2018. De aanvangshuurprijs van het gehuurde bedraagt op jaarbasis € 47.250. Met ingang van 1 augustus 2014 heeft er aanpassing van de huurprijs plaatsgevonden. Dit in verband met een andere ruimtetoedeling tussen de overige organisaties welke zijn gehuisvest op de 2e verdieping van Bouwerij 102.
83 | Financieel
verslag
Bedrag per tijdvak Leverancier Cuntz
Periode van t/m 15-12-2008
15-12-2018
Looptijd in maanden
Bedrag per maand
< 1 jaar
>= 1 en < 5 jaar
>= 5 jaar
€
€
€
€
120
3.703
44.431
88.862
Lasten 2015 44.845
Huurkosten niet-onderwijsdeel locatie Orion 1b Op 9 juni 2011 is er een contract afgesloten met de gemeente Amstelveen t.b.v. het niet-onderwijsdeel voor het perceel Orion 1b. Deze overeenkomst is aangegaan voor de duur van 5 jaar, ingaande op 1 januari 2011 en lopende tot en met 31 december 2015. In 2015 is besloten om bovengenoemde overeenkomst voort te zetten voor een aansluitende periode van 5 jaar. De aanvangshuurprijs van het gehuurde bedraagt op jaarbasis € 98.000.
Bedrag per tijdvak Leverancier Gemeente Amstelveen
Periode van t/m
1-1-2011
31-12-2020
Looptijd in maanden
Bedrag per maand
< 1 jaar
>= 1 en < 5 jaar
>= 5 jaar
€
€
€
€
60
8.421
101.053
404.210
Lasten 2015
100.450
Huurkosten niet-onderwijsdeel locatie Pandora 8 Op 29 september 2012 is er een nieuw contract afgesloten met de gemeente Amstelveen t.b.v. het niet-onderwijsdeel voor het perceel Pandora 8. Deze overeenkomst is aangegaan voor de duur van 5 jaar, ingaande op 1 oktober 2012 en lopende tot en met 30 september 2017. De aanvangshuurprijs van het gehuurde bedraagt op jaarbasis € 18.100.
Bedrag per tijdvak Leverancier Gemeente Amstelveen
Periode van t/m
1-10-2012
30-9-2017
Looptijd in maanden
60
Bedrag per maand
< 1 jaar
>= 1 en < 5 jaar
>= 5 jaar
€
€
€
€
1.438
17.253
12.940
Lasten 2015
17.218
Financieel verslag
| 84
Huurkosten niet onderwijsdeel locatie Mr. P.J.M. Aalberselaan 2 Op 4 maart 2013 is er een contract afgesloten met de gemeente Amstelveen t.b.v. het niet-onderwijsdeel voor het perceel Mr. P.J.M. Aalberselaan 2. Deze overeenkomst is aangegaan voor de duur van 5 jaar, ingaande op 1 mei 2013 en lopende tot en met 30 april 2018. De aanvangshuurprijs van het gehuurde bedraagt op jaarbasis € 76.879.
Bedrag per tijdvak Leverancier Gemeente Amstelveen
Periode van t/m
1-5-2013
30-4-2018
Looptijd in maanden
Bedrag per maand
< 1 jaar
>= 1 en < 5 jaar
>= 5 jaar
€
€
€
€
60
6.312
75.745
100.993
Lasten 2015
75.495
Huurkosten niet-onderwijsdeel locatie Laan Rozenburg 17 Op 15 december 2015 is er een contract afgesloten met de gemeente Amstelveen t.b.v. het niet-onderwijsdeel voor het perceel Laan Rozenburg 17. Deze overeenkomst is aangegaan voor de duur van 5 jaar, ingaande op 1 augustus 2015 en lopende tot en met 31 december 2020. De aanvangshuurprijs van het gehuurde bedraagt op jaarbasis € 54.960.
Bedrag per tijdvak Leverancier Gemeente Amstelveen
Periode van t/m
1-8-2015
31-12-2020
Looptijd in maanden
65
Bedrag per maand
< 1 jaar
>= 1 en < 5 jaar
>= 5 jaar
€
€
€
€
3.330
39.958
159.833
Lasten 2015
16.550
Raamovereenkomst inzake het huren en onderhouden van MFP’s en printers Deze raamovereenkomst is ingegaan per 1 juni 2015 en heeft een looptijd van 4 jaren tot 1 juni 2019, met daarna de optie van verlening van 1 keer 1 jaar. Totale waarde van het contract bedraagt voor 48 maanden € 178.917 exclusief BTW. Inclusief BTW is dit bedrag € 216.489. Deze raamovereenkomst is tot stand gekomen middels een Europese Aanbesteding. De aanbesteding is begeleid door het bedrijf BIC te Leeuwarden.
85 | Financieel
verslag
Bedrag per tijdvak Leverancier Konica Minolta Business Solutions
Periode van t/m
1-6-2015
1-6-2019
Looptijd in maanden
48
Bedrag per maand
< 1 jaar
>= 1 en < 5 jaar
>= 5 jaar
€
€
€
€
18.041
72.163
130.795
Lasten 2015
26.229
Dienstverleningsovereenkomst Gemeente Amstelveen Deze dienstverleningsovereenkomst bevat werkafspraken tussen Onderwijsgroep Amstelland, Amstelwijs en de afdeling Vastgoed/sectie Bouwzaken van de gemeente Amstelveen. De kosten voor dit abonnement bedragen € 2,87 excl 21% BTW per m2 BVO. Het juiste aantal m2 zal worden bepaald bij het opstellen van het MOP (meerjarenonderhoudsplan). Daarnaast voert, op basis van een vastgesteld percentage, de afdeling vastgoed/sectie Bouwzaken van de gemeente Amstelveen diverse werkzaamheden uit. De looptijd van deze DVO is drie jaar. De overeenkomst is ingegaan op 1 januari 2014.
Financieel verslag
| 86
10.8 Toelichting staat baten en lasten Hieronder vindt u een toelichting bij de staat van baten. Daaronder vindt u de toelichting bij de staat van lasten en het totaaloverzicht van baten en lasten.
2015 (in ¤)
Begroting 2015 (in ¤)
2014 (in ¤)
3 BATEN 3.1 Rijksbijdragen 3.1.1 Rijksbijdragen OCW/EZ • OCW
17.737.384
Totaal rijksbijdragen OCW/EZ
17.136.276 17.737.384
16.502.760 17.136.276
16.502.760
3.1.2 Overige subsidies OCW/EZ • OCW
368.878 368.878
Totaal overige subsidies OCW/EZ 3.1.4 Ontvangen doorbetalingen rijksbijdrage SWV
382.518
547.119
382.518 443.061
18.653.380
Totaal rijksbijdragen
576.502 576.502 166.542 17.961.855
17.245.804
3.2 Overige overheidsbijdragen en -subsidies 3.2.2 Overige overheidsbijdragen en -subsidies
274.634
255.902
258.640
Totaal overige overheidsbijdragen en -subsidies
274.634
255.902
258.640
3.5 Overige baten 3.5.1 Verhuur
588.547
564.645
459.208
-
-
9.615
2.500
2.500
2.500
3.5.6 Overige
529.270
356.561
683.859
Totaal overige baten
1.120.317
923.706
1.155.181
3.5.2 Detachering personeel 3.5.3 Schenking
87 | Financieel
verslag
Hieronder vindt u een toelichting bij de staat van lasten en het totaal van financiële baten en lasten.
2015 (in ¤)
Begroting 2015 (in ¤)
2014 (in ¤)
4 LASTEN 4.1 Personeelslasten 4.1.1 Lonen en salarissen • Brutolonen en salarissen
10.964.941
• Sociale lasten
15.498.228
10.909.637
-
2.651.021
-
1.585.715
2.078.367 • Pensioenpremies 1.986.275 Totaal lonen en salarissen
15.029.583
15.498.228
15.146.373
4.1.2 Overige personele lasten • Personeel niet in loondienst
300.116
70.000
68.756
• Overig
966.771
887.102
821.123
Totaal overige personele lasten
1.266.887
957.102
889.880
198.285
550.000
502.724
16.098.185
15.905.330
15.533.529
4.2.2 Materiële vaste activa
494.129
500.709
474.861
Totaal afschrijvingen
494.129
500.709
474.861
4.1.3 Af: uitkeringen Totaal personele lasten 4.2 Afschrijvingen
Financieel verslag
| 88
Vervolg 4. Lasten
2015 (in ¤)
Begroting 2015 (in ¤)
2014 (in ¤)
4.3 Huisvestingslasten 4.3.1 Huur
637.341
616.845
562.429
4.3.3 Onderhoud
162.000
205.946
154.058
4.3.4 Energie en water
235.332
329.375
274.673
4.3.5 Schoonmaakkosten
448.768
440.650
410.192
12.229
21.600
16.819
407.709
407.709
653.567
134.575
69.500
47.097
2.037.954
2.091.625
2.118.835
261.665
265.019
257.210
584.098
543.992
508.562
545.701
463.294
529.231
1.391.463
1.272.305
1.295.004
4.3.6 Heffingen 4.3.7 Dotatie overige onderhoudsvoorzieningen 4.3.8 Overige Totaal huisvestingslasten 4.4 Overige instellingslasten 4.4.1 Administratie- en beheerslasten 4.4.2 Inventaris, apparatuur en leermiddelen 4.4.4 Overige Totaal overige instellingslasten Uitsplitsing honorarium 4.4.1.1 Onderzoek jaarrekening 4.4.1.2 Andere controleopdrachten 4.4.1.3 Fiscale adviezen 4.4.1.4 Andere niet-controledienst Totaal accountantslasten
12.100
13.500
11.798
1.513
-
-
782
-
-
1.513
-
209
15.907
13.500
12.007
24.504
40.075
42.172
2.140
2.750
2.304
22.364
37.325
39.868
5 FINANCIËLE BATEN EN LASTEN 5.1 Rentebaten 5.5 Rentelasten (-/-) Totaal financiële baten en lasten
89 | Financieel
verslag
11. Overzicht verbonden partijen
Naam Amstelronde, Passend Onderwijs
Juridische vorm 2015
Statutaire zetel
Code activiteiten
Eigen vemogen Resultaat jaar Art 2:403 BW Deelname 31-12-15 (in ¤) 2015 (in ¤) Ja/Nee (in %)
Consolidatie Ja/Nee
stichting
Amstelveen
4
nvt
Nee
nvt
Nee
Nee
Financieel verslag
| 90
12. WNT-verantwoording 2015 Per 1 januari 2013 is de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) ingegaan. Deze verantwoording is opgesteld op basis van de volgende op voor Onderwijsgroep Amstelland van toepassing zijnde regelgeving: het WNT-maximum voor het onderwijs. Het bezoldigingsmaximum in 2015 voor Onderwijsgroep Amstelland is € 178.000. Het weergegeven individuele WNT-maximum is berekend naar rato van de omvang (en voor topfunctionarissen tevens de duur) van het dienstverband, waarbij voor de berekening de omvang van het dienstverband nooit groter kan zijn dan 1,0 fte. Het individuele WNT-maximum voor de leden van Raad van Toezicht bedraagt voor de voorzitter 15% en voor de overige leden 10% van het bezoldigingsmaximum, berekend naar rato van de duur van het dienstverband. Bezoldiging topfunctionarissen Leidinggevende topfunctionarissen bedragen x ¤ 1 Functie(s) Duur dienstverband in 2015 Omvang dienstverband (in fte) Gewezen topfunctionaris? Echte of fictieve dienstbetrekking? Zo niet, langer dan 6 maanden binnen 18 maanden werkzaam? Individueel WNT-maximum
J.W. Kotterer
M.E. Verkuijlen
B.E. Bijleveld
CvB
CvB
CvB
1/1 - 31/12
1/11 - 31/12
1/1 – 30/11
1,0
1,0
1,0
nee
nee
nee
ja
ja
ja
ja/nee
ja/nee
ja/nee
178.000
29.748
162.882
93.410
15.208
79.737
-
-
-
12.523
2.330
10.091
105.933
17.538
89.828
-
-
-
105.933
17.538
89.828
Bezoldiging Beloning Belastbare onkostenvergoedingen Beloningen betaalbaar op termijn Subtotaal1 -/- Onverschuldigd betaald bedrag Totaal bezoldiging
91 | Financieel
verslag
Toezichthoudende topfunctionarissen bedragen x ¤ 1
H. Lieftink
A.H. van der Wind
R. Klunder
K.D. Bruintjes
R. Jochems
Voorzitter RvT
Lid RvT
Lid RvT
Lid RvT
Lid RvT
1/1 - 31/12
1/1 - 31/12
1/1 - 31/12
1/1 - 31/12
1/9 - 31/12
26.700
17.800
17.800
17.800
5.950
5.125
3.417
3.417
3.417
1.250
Belastbare onkostenvergoedingen
-
-
-
-
-
Beloningen betaalbaar op termijn
-
-
-
-
-
5.125
3.417
3.417
3.417
1.250
-
-
-
-
-
5.125
3.417
3.417
3.417
1.250
Functie(s) Duur dienstverband Individueel WNT-maximum Bezoldiging Beloning
Subtotaal -/- Onverschuldigd betaald bedrag Totaal bezoldiging
Uitkeringen wegens beëindiging dienstverband aan topfunctionarissen Niet van toepassing Overige rapportageverplichtingen op grond van de WNT Naast de hierboven vermelde topfunctionarissen zijn er geen overige functionarissen die in 2015 een bezoldiging boven het individuele WNT-maximum hebben ontvangen. Er zijn in 2015 geen ontslaguitkeringen betaald aan overige functionarissen die op grond van de WNT dienen te worden vermeld, of die in eerdere jaren op grond van de WOPT of de WNT vermeld zijn of hadden moeten worden. Bezoldiging of ontslaguitkering niet-topfunctionarissen Niet van toepassing
Financieel verslag
| 92
13. Bestemming resultaat Het resultaat over 2015 wordt als volgt verdeeld.
48.963
Resultaat exploitatie 2015: Resultaatverdeling : • Algemene reserve
-74.389
Bestemmingsreserve publiek • Overige personele middelen • Projecten overige
78.750 -64.429
• Invoering passend onderwijs
123.533
• Prestatiebox • Nulmeting
48.129 -27.296
Bestemmingsreserve privaat: Algemene reserve • TSO
-10.484 -24.850
Er zijn geen noemenswaardige gebeurtenissen na de balansdatum m.b.t. 2015.
93 | Financieel
verslag
14. Gegevens rechtspersonen Naam:
Onderwijsgroep Amstelland, stichting voor RK en PC Basisonderwijs
Adres:
Bouwerij 102
Postcode en Woonplaats:
1185 XX te Amstelveen
Telefoon:
020-3454718
Fax:
geen
Bestuursnummer:
40020
BRIN-nummers:
05FP Brede School Omnibus 07IX Roelof Venema School 09OV Amstelschool 10FO De Horizon 10KB Het Kofschip 10WT De Cirkel 12XL Het Palet-Zuid 13DK Willem-Alexanderschool 23TW De Triangel 24BD Karel Eykman School 31AW Brede School Rembrandt (sinds 1 augustus 2015)
Contactpersoon voor het Jaarverslag:
de heer J.W.Kotterer
Telefoon:
020-3454718
Fax:
geen
E-mail:
[email protected]
Financieel verslag
| 94
OCW-bijlage Bekostigingsjaar
Beschikking(nummer en datum)
Bedrag beschikking (in ¤)
Toegerekend t/m jaar 2015
Ontvangen t/m jaar 2015
Te vorderen 3112-2015
Overlopende post lumpsum Personeel bekostiging regulier Brede School Omnibus
2015/2016
693440-2 d.d. 20-11-2015
521.199
217.166
180.092
37.074
Roelof Venema School
2015/2016
693672-3 d.d. 20-11-2015
1.746.090
727.538
603.334
124.203
Amstelschool
2015/2016
695798-2 d.d. 20-11-2015
628.672
261.947
217.228
44.719
De Horizon
2015/2016
695173-2 d.d. 20-11-2015
941.151
392.146
325.200
66.946
Het Kofschip
2015/2016
696303-2 d.d. 20-11-2015
943.673
393.197
326.072
67.126
De Cirkel
2015/2016
696044-3 d.d. 20-11-2015
949.859
395.775
328.209
67.566
Het Palet-Zuid
2015/2016
697211-3 d.d. 20-11-2015
2.134.421
889.342
737.516
151.826
Het Palet-Zuid
2015/2016
741501-1 d.d. 20-01-2016
-1.421.914
-592.464
-
-592.464
Willem-Alexanderschool
2015/2016
695814-3 d.d. 20-11-2015
1.370.714
571.131
473.629
97.502
De Triangel
2015/2016
697647-2 d.d. 20-11-2015
2.236.812
932.005
772.896
159.109
Karel Eykman School
2015/2016
697711-2 d.d. 20-11-2015
1.569.421
653.925
542.289
111.636
Brede School Rembrandt
2015/2016
706450-5 d.d. 20-01-2016
1.484.624
618.593
528.202
90.391
Het Palet-Zuid
2015/2016
686772-2 d.d. 20-11-2015
325.825
135.760
135.760
0
Het Palet-Zuid
2015/2016
Volgt
-207.440
-86.434
Brede School Rembrandt
2015/2016
706450-5 d.d. 20-01-2016
229.561
95.651
Personeel- en arbeidsmarktknelpunten
95 | Financieel
verslag
-86.434 98.287
-2.636
Prestatiebox Brede School Omnibus
2015/2016
713761-1 d.d. 20-11-2015
11.710
4.879
3.303
1.577
Roelof Venema School
2015/2016
714913-1 d.d. 20-11-2015
45.621
19.009
12.866
6.142
Amstelschool
2015/2016
715859-1 d.d. 20-11-2015
15.857
6.607
4.472
2.135
De Horizon
2015/2016
716090-1 d.d. 20-11-2015
24.315
10.131
6.857
3.274
Het Kofschip
2015/2016
716148-1 d.d. 20-11-2015
24.152
10.063
6.812
3.252
De Cirkel
2015/2016
716304-1 d.d. 20-11-2015
23.664
9.860
6.674
3.186
Het Palet-Zuid
2015/2016
716775-1 d.d. 20-11-2015
55.704
7.658
15.710
-8.053
Willem-Alexanderschool
2015/2016
717479-1 d.d. 20-11-2015
34.480
14.367
9.724
4.642
De Triangel
2015/2016
718952-1 d.d. 20-11-2015
56.436
23.515
15.917
7.598
Karel Eykman School
2015/2016
718820-1 d.d. 20-11-2015
39.278
16.366
11.077
5.288
Brede School Rembrandt
2015/2016
706450-5 d.d. 20-01-2016
38.383
15.993
11.146
4.847
Het Palet-Zuid
2015/2016
741506-1 d.d. 20-01-2016
-110.236
Brede School Rembrandt
2015/2016
706428-3 d.d. 20-01-2016
128.600
128.600
132.361
-3.761
13.840.631
5.872.326
5.505.635
256.455
Materiële instandhouding
Totaal OCW
-110.236
Financieel verslag
| 96
Reserves Mutaties 2015
2.1.1
Algemene reserve (publiek)
99
Stichting
Totaal Algemene reserve
Stand 31-12-2014 (in ¤)
Resultaat (in ¤)
2.007.363
-74.389
2.007.363
-74.389
Overige mutaties (in ¤)
Stand 31-12-2015 (in ¤) 1.932.975
-
1.932.975
2.1.2
Bestemmingsreserves (publiek)
2.1.2.4
Reserve overige personele middelen
05FP
Brede School Omnibus
3.225
10.568
13.823
07IX
Roloef Venema School
23.896
-2.852
21.044
09OV
Amstelschool
0
2.203
2.203
10FO
De Horizon
2.486
6.093
8.579
10KB
Het Kofschip
0
6.517
6.517
10WT
De Cirkel
6.847
-768
6.079
12XL
Het Palet-Zuid
5.727
18.584
24.311
13DK
Willem-Alexanderschool
17.347
739
18.086
23TW
De Triangel
8.471
7.314
15.785
24BD
Karel Eykman School
0
260
260
31AW
Brede School Rembrandt
17.961
30.090
48.051
85.991
78.750
Totaal Reserve overige personele middelen
97 | Financieel
verslag
0
164.740
Vervolg Reserves
Mutaties 2015 Stand 31-12-2014 (in ¤)
Resultaat (in ¤)
Overige mutaties (in ¤)
Stand 31-12-2015 (in ¤)
123.883
81.162
205.045
2.1.2.5
Reserve passend onderwijs
03AJ
Stafbureau
05FP
Brede School Omnibus
325
1.800
2.125
07IX
Roloef Venema School
0
6.334
6.334
09OV
Amstelschool
0
2.438
2.438
10FO
De Horizon
143
3.363
3.505
10KB
Het Kofschip
3.886
3.713
7.598
10WT
De Cirkel
0
3.638
3.638
12XL
Het Palet-Zuid
2.295
2.825
5.120
13DK
Willem-Alexanderschool
10
0
10
23TW
De Triangel
0
8.675
8.675
24BD
Karel Eykman School
2.362
6.015
8.377
31AW
Brede School Rembrandt
3.805
3.572
7.377
136.709
123.533
Totaal Reserve passend onderwijs
0
260.242
Financieel verslag
| 98
Vervolg Reserves
Mutaties 2015 Stand 31-12-2014 (in ¤)
Resultaat (in ¤)
Overige mutaties (in ¤)
Stand 31-12-2015
2.1.2.6
Reserve prestatiebox
03AJ
Stafbureau
13.137
0
13.137
05FP
Brede school Omnibus
4.274
5.926
10.201
07IX
Roloef Venema School
26.876
4.587
31.463
09OV
Amstelschool
27.587
-1.561
26.026
10FO
De Horizon
14.578
8.345
22.923
10KB
Het Kofschip
19.951
4.813
24.764
10WT
De Cirkel
17.616
143
17.759
12XL
Het Palet-Zuid
40.633
6.769
47.402
13DK
Willem-Alexanderschool
13.982
-15.498
-1.516
23TW
De Triangel
22.849
2.693
25.542
24BD
Karel Eykman School
200
23.620
23.820
31AW
Brede School Rembrandt
13.238
8.290
21.528
214.920
48.129
1.253.449
-64.429
1.253.449
-64.429
Totaal Reserve prestatiebox 2.1.2.9
Reserve projecten Overige
99
Stichting
Totaal Reserve projecten Overige
99 | Financieel
verslag
0
263.049
1.189.020 0
1.189.020
Vervolg Reserves
Mutaties 2015 Stand 31-12-2014 (in ¤)
Resultaat (in ¤)
Overige mutaties (in ¤)
Stand 31-12-2015 (in ¤)
2.1.2.10
Reserve nulmeting
05FP
Brede School Omnibus
1.435
-449
986
07IX
Roloef Venema School
9.885
-1.766
8.120
09OV
Amstelschool
1.861
-521
1.340
10FO
De Horizon
3.177
-551
2.626
10KB
Het Kofschip
11.224
-2.805
8.419
10WT
De Cirkel
21.365
-4.415
16.950
12XL
Het Palet-Zuid
20.172
-4.745
15.426
13DK
Willem-Alexanderschool
8.367
-1.993
6.374
23TW
De Triangel
24.020
-6.025
17.995
24BD
Karel Eykman School
27.633
-4.027
23.607
129.138
-27.296
Totaal Reserve nulmeting
0
101.843
Financieel verslag
| 100
Vervolg Reserves
2.1.3
Bestemmingsreserves (privaat) Mutaties 2015 Stand 31-12-2014 (in ¤)
Resultaat (in ¤)
Overige mutaties (in ¤)
Stand 31-12-2015 (in ¤)
2.1.3.1
Algemene reserve privaat
05FP
Brede School Omnibus
TSO
-2.000
1.210
-790
07IX
Roloef Venema School
TSO
4.962
-3.194
1.768
09OV
Amstelschool
TSO
3.380
6.649
10.029
10FO
De Horizon
TSO
74
-74
0
10KB
Het Kofschip
TSO
6.250
-2.885
3.365
10WT
De Cirkel
TSO
9.671
7.068
16.739
12XL
Het Palet-Zuid
TSO
24.733
890
25.623
13DK
Willem-Alexanderschool
TSO
8.393
-4.382
4.011
23TW
De Triangel
TSO
46.429
-37.583
8.846
24BD
Karel Eykman School
TSO
-233
-8.696
-8.930
31AW
Brede School Rembrandt
TSO
7.072
16.146
23.218
99
Stichting
424.817
-10.484
414.332
Totaal Algemene reserve (privaat)
533.547
-35.335
101 | Financieel
verslag
0
498.212
Controleverklaring onafhankelijke accountant
Financieel verslag
| 102
103 | Financieel
verslag
Financieel verslag
| 104
105 | Financieel
verslag
Stichting voor RK en PC basisonderwijs
Onderwijsgroep Amstelland Bouwerij 102 1185 XX Amstelveen