OPTIMUS PRIMAIR ONDERWIJS
Jaarverslag 2014
INHOUDSOPGAVE Inleiding ................................................................................................................. 4 Toelichting op de onderdelen van het jaarverslag.......................................................... 5 Jaarverslag 2014 van de raad van toezicht van OPTIMUS ............................................... 5 Stand van zaken ontwikkelingen OPTIMUS ................................................................... 6 Governance en verantwoording .................................................................................. 6 Optimale inzet van financiën en middelen .................................................................... 6 Strategische opdrachten............................................................................................ 7 Opdracht 1 Ontwikkelingsdoelen leerlingen .................................................................. 7 Opdracht 2 Innovatie in het onderwijs ......................................................................... 9 Opdracht 3 Zorgprofilering en samenwerking ............................................................. 11 Opdracht 4 Het bijzondere kader .............................................................................. 11 Opdracht 5 De ontwikkeling van het beroep leraar ...................................................... 12 Opdracht 6 Professionalisering ................................................................................. 12 Opdracht 7 Verantwoording afleggen over beleid en resultaten ..................................... 12 Opdracht 8 Flexibiliteit en creativiteit in nieuwe organisatievormen ............................... 13 Kerngegevens en kernactiviteiten van de organisatie................................................... 14 Juridische structuur en interne organisatiestructuur .................................................... 15 Kengetallen ........................................................................................................... 17 Leerlingaantallen.................................................................................................... 17 Uitstroomgegevens ................................................................................................ 19 Zorgleerlingen ....................................................................................................... 19 Leerlingenstromen en verzuimpercentages ................................................................ 20 Kwaliteitszorg ........................................................................................................ 21 Personeelsbeleid .................................................................................................... 21 Opdracht 5 De ontwikkeling van het beroep leraar ...................................................... 21 Opdracht 6 Professionalisering ................................................................................. 21 Extra Professionaliseringsbudget .............................................................................. 22 Implementatie beleid 2-jarige gesprekkencyclus ......................................................... 23 Implementatie nieuw Mobiliteitsbeleid ....................................................................... 24 OPTIMUS-dag 26 maart 2014 .................................................................................. 24 Functiemix: LC-profielen ......................................................................................... 24 Inzetbaarheidsbeleid (ziekteverzuim) ........................................................................ 25 Projectstructuur 2014 ............................................................................................. 25 Managementcontract/Jaarplan/Jaarverslag/Schoolplan ................................................ 26 Personele bezetting ................................................................................................ 27 Huisvesting ........................................................................................................... 29 Prestatiebox .......................................................................................................... 30
Jaarverslag 2014
OPTIMUS primair onderwijs
2
Financieel Jaarverslag ............................................................................................. 31 Vergelijking resultaat 2014 met begroting ................................................................. 32 Vergelijking Resultaat 2014 - 2013 ........................................................................... 33 Financiële kengetallen............................................................................................. 34 Verslag treasury commissie ..................................................................................... 36 Continuïteitsparagraaf ............................................................................................ 37 Oriëntatie op de nabije toekomst .............................................................................. 41 Speerpunten van beleid .......................................................................................... 41 Jaarrekening 2014 ................................................................................................. 43 A Grondslagen van de jaarrekening ......................................................................... 43 B Balans (na resultaatbestemming) ......................................................................... 47 C Staat van baten en lasten .................................................................................... 48 D Kasstroomoverzicht ............................................................................................ 49 E Toelichting bij de balans ...................................................................................... 50 F Niet uit de balans blijkende verplichtingen .............................................................. 55 G Verbonden partijen............................................................................................. 55 H Toelichting op Staat van Baten en Lasten .............................................................. 56 I Opgave doelsubsidies (model G) ........................................................................... 59 J Beloning Bestuurders (model H) ............................................................................ 60 K Ondertekening ................................................................................................... 62 Overige gegevens .................................................................................................. 63 Bestemming saldo exploitatie................................................................................... 63 Gebeurtenissen na balansdatum ............................................................................... 63 Controleverklaring .................................................................................................. 64 Bijlage 1: Overzicht Financiële vaste activa (uitgebreid)............................................... 65 Bijlage 2: .............................................................................................................. 66 Jaarverslag 2014 raad van toezicht ........................................................................... 66
Jaarverslag 2014
OPTIMUS primair onderwijs
3
Inleiding Een getrouw beeld geven omtrent de toestand op de balansdatum en de gang van zaken gedurende het boekjaar van de rechtspersoon. Dat is de in het Burgerlijk Wetboek opgenomen definitie van het doel van een jaarverslag. OPTIMUS is als stichting wettelijk verplicht een jaarverslag op te leveren dat hierop getoetst kan worden. Gelukkig is deze wettelijke plicht niet de enige reden waarom het jaarverslag 2014, zoals dat hier voor u ligt, opgesteld is. Bij OPTIMUS werken ruim 600 professionals die onderwijs verzorgen voor bijna 6000 kinderen. Het willen afleggen van verantwoording, het willen laten zien wat je waarom en met welk doel hebt gedaan is voor OPTIMUS vanzelfsprekend. Welke keuzes je op basis van welke argumenten hebt gemaakt en wat dat heeft opgeleverd. Daar staan we voor bij OPTIMUS en dat doen we ondermeer in dit jaarverslag. Daarnaast neemt en claimt OPTIMUS publieke ruimte, maakt aanspraak op 35 miljoen euro gemeenschapsgeld, wil verantwoordelijk zijn voor de kwaliteit van het onderwijs voor 6000 kinderen en wil vooral ook laten zien waarom en hoe dat gebeurt. Ook daarom is dit jaarverslag opgesteld. Voldoende redenen die het waarom verduidelijken van het verantwoordingsdocument dat achter deze inleiding schuil gaat. Wij hopen dat u, net als wij, zult concluderen dat er bij OPTIMUS veel goed gaat en dat de kwaliteit op vele fronten nog steeds verbetert. OPTIMUS wil zich langs de weg van de HPO (High-Performance Organization) steeds verder verbeteren. Een échte lerende organisatie zijn en blijven. En bij alles wat we doen steeds het kind centraal stellen. Alle processen binnen OPTIMUS worden afgestemd met dat ene belang voor ogen. Wij hopen dat u plezier beleeft aan het lezen van dit jaarverslag en niet zult aarzelen om ons over de inhoud te bevragen. Ook uw aanbevelingen om OPTIMUS beter te laten presteren zijn van harte welkom. Michel van den Berg College van Bestuur OPTIMUS primair onderwijs
Jaarverslag 2014
OPTIMUS primair onderwijs
4
Toelichting op de onderdelen van het jaarverslag 2014 is het vierde jaar van de huidige planperiode van 2011 tot 2016. In de koersnotitie “Over morgen” is de koers van de organisatie voor vijf jaar uitgezet en gespiegeld aan maatschappelijke tendensen en ontwikkelingen. Het strategisch beleidsplan “Op weg naar over morgen” geeft vervolgens op onderdelen de ambitie van de organisatie in die periode weer. De organisatie verantwoordt zich binnen het perspectief van de in het strategisch beleidsplan geformuleerde ambitie, deze is verwoord in een aantal opdrachten. In dit jaarverslag wordt op de eerste plaats verwezen naar het jaarverslag van de raad van toezicht (rvt). Vervolgens wordt door het college van bestuur (cvb) teruggeblikt op het vierde jaar van de planperiode aan de hand van de in het plan geformuleerde opdrachten, voorafgegaan door het onderdeel ‘governance en verantwoording’ en ‘optimale inzet van financiën en middelen’. De kerngegevens en kernactiviteiten van OPTIMUS worden vervolgens toegelicht, waarna de juridische structuur en interne organisatiestructuur wordt geschetst. In de paragraaf leerlingen beschrijven we een aantal relevante kengetallen en de ontwikkeling daarin. Het jaarverslag wordt afgesloten met een overzicht van het financieel jaarverslag en het treasuryverslag.
Jaarverslag 2014 van de raad van toezicht van OPTIMUS Het jaarverslag van de rvt is in de bijlage 2 opgenomen.
Jaarverslag 2014
OPTIMUS primair onderwijs
5
Stand van zaken ontwikkelingen OPTIMUS Governance en verantwoording Zoals beschreven in eerdere jaarverslagen is de discussie over het onderscheid tussen toezicht houden, besturen en leidinggeven een steeds terugkerend thema. Dit leidt tot een permanente herbezinning op de uitvoering van de besturingsfilosofie Policy Governance. Waar voorheen het principe van subsidiariteit als vanzelfsprekend werd toegepast, wordt vanaf 2012 gewerkt naar een andere verhouding tussen centrale en decentrale benadering en is dat in het verslagjaar 2014 opnieuw verder geëffectueerd. Het begrip ‘verdiende professionele ruimte’ is geïntroduceerd en verder uitgebouwd. De weg van vanzelfsprekende subsidiariteit naar verdiende professionele ruimte is in 2012 binnen OPTIMUS ingeslagen en in 2014 verder geconcretiseerd, bijvoorbeeld in de vorm van managementgesprekken tussen directeuren en het cvb en daaraan gekoppelde prestatieafspraken. Alle directeuren zijn nu volledig betrokken in de gesprekkencyclus. Een competentieset voor directeuren is vastgesteld en wordt als handvat gebruikt. Ultimo 2014 is de eerste gesprekkencyclus, het beoordelingsgesprek, met alle directeuren afgerond. Bovenstaande betekent dat vanaf 2014 op elk niveau in de organisatie doelen worden geformuleerd en indicatoren gekozen die een aanwijzing geven voor de mate waarin de doelen worden gerealiseerd, en dat er binnen gestelde kaders vrijheid en verantwoordelijkheid bestaat om zelf keuzes te maken met betrekking tot de manier van werken. Het ontwikkelen van een vorm van resultaatverantwoordelijkheid is op alle niveaus nog steeds onderwerp van gesprek. Tussen rvt en cvb zijn ultimo 2014 eveneens resultaatafspraken gemaakt, gegoten in een managementcontract. Maatschappelijke adviesraad OPTIMUS hecht sterk aan de inbreng van het maatschappelijke veld waarin de organisatie opereert. Voor een onderwijsorganisatie die zich wil legitimeren en zich wil kunnen verantwoorden is maatschappelijke verankering immers essentieel. Los van de statutair bepaalde en formeel geregelde systemen waarbinnen zowel de rvt als het cvb als “representant van de samenleving” kunnen optreden, heeft OPTIMUS in 2012 een maatschappelijke adviesraad (MAR) ingericht. De MAR heeft in 2014 haar rol vervuld en het cvb geadviseerd c.q. geklankbord o.a. over de volgende onderwerpen: - Identiteit - Krimp - Brede scholen en IKC’s - Integratie/segregatie
Optimale inzet van financiën en middelen OPTIMUS heeft een duurzaam business model ontwikkeld waardoor middelen en financiën doelmatig en met de juiste maatvoering worden ingezet en waarmee objectief kan worden vastgesteld dat middelen en financiën hebben bijgedragen aan het realiseren van kwalitatief goed en maatschappelijk te verantwoorden onderwijs, verzorgd door vakbekwame en betrokken docenten. Verderop in dit jaarverslag vindt u een uitgebreid financieel verslag met toelichting op het behaalde financiële resultaat. Hieruit blijkt dat OPTIMUS financieel kerngezond is. Nu de financiën op orde zijn en baten en lasten met elkaar in evenwicht zijn gebracht kunnen we
Jaarverslag 2014
OPTIMUS primair onderwijs
6
verder doorpakken op effectiviteit van de inzet van middelen. Dat betekent dat we nu verder willen met het aantonen dat we de middelen ook effectief inzetten. Steeds grotere vraag van directeuren naar steeds meer middelen leiden tot het moeten kunnen afwegen van de meest effectieve inzet. Door de krimp treedt sterke kostenremanentie op die uiteindelijk leidt tot bezuinigingen op personeel. Dat heeft weer consequenties voor het aantal te formeren groepen, dus het aantal leerjaren per groep. OPTIMUS zal extra middelen inzetten om ongewenste groepsverdeling zoveel als mogelijk is te voorkomen. Daarnaast heeft OPTIMUS in haar begroting voor 2014 en 2015 nog substantiële middelen beschikbaar gesteld voor professionalisering van het personeel. Bij elkaar trekt OPTIMUS voor het kalenderjaar 2014 ongeveer € 850.000 uit voor personele inzet en professionalisering. In 2015 zal de Administratieve Organisatie van OPTIMUS opnieuw worden beschreven vanwege het onderbrengen van de back-office in de Mosagroep.
Strategische opdrachten In het Meerjarenperspectief Over Morgen 2011-2016 is een aantal opdrachten opgenomen. Op welke wijze deze opdrachten worden gerealiseerd wordt hieronder toegelicht. De opdracht wordt beschreven (cursief) waarna de stand van zaken wordt toegelicht.
Opdracht 1 Ontwikkelingsdoelen leerlingen Alle scholen binnen OPTIMUS hebben, naast het vormgeven van de wettelijk bepaalde doelen, de gerichte opdracht om zichtbaar aandacht te besteden aan de door OPTIMUS geformuleerde, aanvullende onderwijsdoelen. We hechten belang aan goede prestaties van leerlingen op de kernvakken van het onderwijs. Daarnaast willen we nadrukkelijk leerlingen laten groeien naar ‘zelfverantwoordelijke zelfbepaling’, hetgeen vraagt dat onze leerlingen sociale vaardigheden en een gezond zelfvertrouwen ontwikkelen én leren samenwerken. OPTIMUS hecht belang aan goede prestaties van leerlingen op kernvakken; Laten groeien van leerlingen naar zelfverantwoordelijke zelfbepaling, (sociale vaardigheden, zelfvertrouwen en leren samenwerken). Kader: Voldoen aan WPO en wet referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen.
Jaarverslag 2014
OPTIMUS primair onderwijs
7
Opbrengsten Op basis van de Cito-eindtoetsgegevens in groep 8 is een overzicht van de ontwikkeling van de opbrengsten op de basisvakken te geven. In vergelijking met 2013 is het aantal scholen dat onder de ondergrens scoort verbeterd. Er zijn nog 6 scholen onder de ondergrens. Het aantal scholen dat boven de bovengrens scoort is in tegenstelling tot voorgaande jaren afgenomen. Overzicht 2014
Aantal scholen
Onvoldoende Voldoende Goed
6 19 6
Overzicht 2013
Aantal scholen
Onvoldoende Voldoende Goed
9 13 9
Overzicht 2012
Aantal scholen
Onvoldoende Voldoende Goed
6 20 5
Overzicht 2011
Aantal scholen
Onvoldoende Voldoende Goed
10 17 3
Percentage binnen OPTIMUS 19% 62% 19%
Percentage Landelijk 30 40 30
Percentage binnen OPTIMUS 29% 42% 29%
Percentage Landelijk 30 40 30
Percentage binnen OPTIMUS 19% 65% 16%
Percentage Landelijk 30 40 30
Percentage binnen OPTIMUS 33% 57% 10%
Percentage Landelijk 30 40 30
Alle scholen van OPTIMUS beschikken over een basisarrangement met uitzondering van De Wegwijzer in Grave. Wanneer de OPTIMUS-scholen niet zouden afwijken van de gemiddelde school qua schoolgrootte en percentage gewichtenleerlingen dan is de schatting dat de gemiddelde scores van OPTIMUS zich als volgt tot de landelijke score verhouden: Overzicht Landelijk gemiddelde over heel OPTIMUS (gecorrigeerd naar leerlingengewicht)
2014 2013 2012 2011
Gemiddelde score (gecorrigeerd) 534,8 534,6 535,0 534,5
Landelijke score (gecorrigeerd) 534,6 534,8 535,3 535,3
OPTIMUS als totaal van 31 (zonder SBO-scholen) scholen geeft een beeld dat weinig afwijkt van het Nederlands gemiddelde en waarbij een voorzichtige positieve trend zichtbaar is. Sinds 2013 hanteert OPTIMUS een toetsprotocol. Dit toetsprotocol wordt jaarlijks geactualiseerd. Alle scholen maken gebruik van een Cotan genormeerd instrument om de sociaal emotionele ontwikkeling van leerlingen te volgen en daar gerichte activiteiten op te zetten.
Jaarverslag 2014
OPTIMUS primair onderwijs
8
Binnen OPTIMUS is in relatie naar het beredeneerd aanbod voor de groepen 1 en 2 en het vroegtijdig signaleren van kinderen aandacht besteed aan het gebruik van KIJK! dat nu door 87% van de scholen wordt gebruikt. Excellente scholen De projectgroep Visie op excellente scholen herkent zich in de ontwikkeling van het maatschappelijk debat; de kwaliteit van onderwijs is meer dan de meetbare resultaten op de kernvakken. Onderwijs omvat een breed spectrum aan doelen. De wijze waarop de school deze doelen realiseert en de keuzes die de school daarbij maakt, gegeven haar populatie, vormen een onderdeel van het realiseren van kwaliteit. In de criteria en indicatoren van het Predikaat Excellente scholen vindt de projectgroep een goede onderlegger om de kwaliteit van het onderwijs op de school te duiden. De vijf criteria die bij de uitwerking van het Predikaat gehanteerd worden, raken aan alle elementen die in de visie van de projectgroep van belang zijn: 1 Resultaten (in brede zin) 2 De omstandigheden waarin de school werkt 3 Inrichting van het onderwijsleerproces 4 Verband tussen het onderwijsleerproces en de resultaten 5 Het excellentiebeleid van de school De projectgroep ziet het niet als doel om het Predikaat te halen maar om de criteria en bijbehorende indicatoren te benutten in het managementcontract en in het format voor het nieuwe schoolplan 2015-2019. Dat is inmiddels gerealiseerd.
Opdracht 2 Innovatie in het onderwijs Het cvb is van mening dat OPTIMUS open moet staan voor innovatie. We zien innovatie als een sprongsgewijze verandering, waarbij bestaande denkbeelden, structuren of werkwijzen worden losgelaten en vervangen door iets ‘beters’. Scholen moeten zich bewust zijn van hun omgeving en van de ontwikkelingen van kinderen in deze tijdsperiode. Zij moeten hierop hun aanbod, inhoud en werkwijze laten aansluiten. De organisatie moet daar waar innovatie noodzakelijk of wenselijk is, ook kunnen innoveren. Dit vraagt om een flexibele organisatiestructuur en om medewerkers met een kritische doch open houding ten opzichte van veranderingen. Veranderingen moeten immers wel tot verbeteringen leiden! Veel innovaties vinden plaats op het terrein van nieuwe onderwijstechnologieën, waaronder ICT en sociale media. Het cvb wil ervoor zorgen dat OPTIMUS m.b.t. de toerusting en het gebruik van nieuwe onderwijstechnologieën ‘in de voorhoede van het Nederlandse onderwijs’ opereert en dat de leerresultaten en vaardigheden van haar leerlingen met behulp van het gebruik van deze technologieën bovengemiddeld zullen zijn. Tot slot doet ook de vraag naar andere vormen dan het huidige onderwijsmodel - van half negen tot half vier - een beroep op het innovatief vermogen om nieuwe onderwijs- en opvangvormen in bijvoorbeeld dagarrangementen te organiseren, in samenwerking met andere organisaties in de omgeving. Een flexibele organisatiestructuur; Medewerkers met een kritische, open houding t.o.v. veranderingen; Gebruik van nieuwe onderwijstechnologieën waaronder ICT en Social media; Andere vormen dan het huidige onderwijsmodel van 8.30 – 15.30u (bijvoorbeeld gelijke dagenmodel).
Jaarverslag 2014
OPTIMUS primair onderwijs
9
Innovaties Er is in 2013 een aantal innovatieve projecten gestart: Aanpak leegstand door nieuwe arrangementen Wetenschap en techniek Natuur en techniek in de bovenbouw High five, slimme kleuter Elke ouder een podium, social media Critical Skills Invoering PBS Uit de evaluatie van de innovatieve projecten bleek dat het toekennen van innovatieve gelden een inspirerende en stimulerende werking heeft gehad. Hoewel er verschillen zijn tussen de scholen, is men flink aan de slag gegaan en heeft de uitwerking meer effect gehad dan het project alleen. Leerkrachten zijn in de uitwerking vooral gericht op de praktijk, het is aan de directeur om de verbinding naar het schoolbeleid te maken. IKC-ontwikkelingen Er is op verschillende plaatsen binnen OPTIMUS sprake van de ontwikkeling van een Integraal Kind Centrum. Einde 2014 is basisschool De Vlasgaard verhuisd naar een prachtig nieuw IKC-gebouw waar zij samen met basisschool De Wizzert, kinderopvang Landerd en Zeeland als kernpartners het IKC De Morgenzon vormgeven. Daarnaast kent De Morgenzon een groot aantal medegebruikers betrokken o.a. fysiotherapie, GGD, thuiszorg, muziekvereniging. Ook in Cuijk en Grave zijn er vergaande ontwikkelingen om te komen tot IKC’s. Er is een projectgroep op OPTIMUS-niveau die in kaart brengt op welke wijze een IKC kan worden vormgegeven, op basis van de kennis en ervaring die erop dit moment is en wordt opgebouwd. iXperium In 2014 is er veel beweging gekomen op ICT-gebied. OPTIMUS heeft samen met zes andere besturen (Conexus, Josephscholen, SPOM. SPOG, SPOV, Lijn 83) en de Hogeschool Arnhem Nijmegen de ontwikkeling van een iXperium opgepakt, zoals eerder in de regio Arnhem is gerealiseerd. Doel is om duurzaam onderwijs te realiseren dat recht doet aan verschillen tussen leerlingen met inzet van ICT en daarnaast ICT-geletterde leerlingen aflevert. Daarnaast wordt gezamenlijk kennis ontwikkeld over wat werkt voor wie en waarom. Hierbij gaat het zowel om leren met ICT als doel als om leren met ICT als middel. Het iXperium kent een fysiek lab waar studenten, leraren uit het werkveld en lerarenopleiders de (nieuwste) toepassingen op het gebied van ICT ervaren en onderzoeken, ICTrijke leerarrangementen ontwerpen en samen met groepen leerlingen de arrangementen uitproberen. Door het Centre of Expertise leren met ICT van het Kenniscentrum kwaliteit van leren wordt onderzoek uitgevoerd o.a. in de vorm van ontwikkelkringen waar in samenwerking met scholen aan onderwijskundige vraagstukken rondom de inzet van ICT bij het rechtdoen aan verschillen tussen leerlingen wordt gewerkt. Andere tijden Ook in 2014 is een aantal scholen overgestapt op het vijf-gelijke-dagenmodel. Om inzicht te krijgen in het welbevinden van leerlingen op deze scholen is in 2014 opdracht gegeven tot een onderzoek. In 2015 worden de resultaten verwacht.
Jaarverslag 2014
OPTIMUS primair onderwijs
10
Opdracht 3 Zorgprofilering en samenwerking De onderwijsbehoefte in de samenleving is bepalend voor de breedte van de onderwijszorg op de scholen van OPTIMUS. Het uitgangspunt is dat ieder kind telt en welkom is! Passend onderwijs in een school naar keuze is immers een recht. Elke OPTIMUS-school heeft een eigen zorgprofiel opgesteld en werkt met andere scholen in de regio samen om de leerlingen binnen deze regio een passend onderwijsarrangement te kunnen bieden. Daar waar dat niet mogelijk is vanuit eigen inzet, wordt van de scholen verwacht dat zij samenwerken met andere instellingen die dat wel kunnen bieden. De ambitie van OPTIMUS is om zoveel mogelijk kinderen in het werkgebied een passend onderwijszorgarrangement te kunnen aanbieden. De komende jaren zal de zorgcapaciteit van de organisatie worden verbreed door de zorgprofielen van de scholen op elkaar af te stemmen, met name in gemeenten en op plaatsen waar verschillende scholen zich in elkaars nabijheid bevinden. Passend Onderwijs OPTIMUS participeert in twee samenwerkingsverbanden, namelijk 30.06 (Oss, Uden, Veghel) waarin 20 scholen van OPTIMUS participeren en Stromenland (regio 2507 Nijmegen, Cuijk, Wijchen) waarbij 13 scholen van OPTIMUS uit het land van Cuijk aangesloten zijn. De projectgroep Passend Onderwijs heeft de ontwikkelingen met betrekking tot het tot stand komen van de ondersteuningsplannen in de twee samenwerkingsverbanden gevolgd. Omdat de ontwikkelingen zich ver van de werkvloer afspelen heeft de projectgroep een enquête onder leerkrachten uitgezet om meer zicht te krijgen of leerkrachten op de hoogte zijn van het beleid en welke ondersteuning zij ervaren en voor de toekomst wensen. In een werkconferentie met leerkrachten uit het basis en speciaal basisonderwijs en de bovenschools orthopedagoog heeft aan de hand van casuïstiek verdere verdieping plaatsgevonden: welke arrangementen zijn gewenst om kinderen zo goed mogelijk te ondersteunen in hun ontwikkeling? De projectgroep is gekomen tot een aantal aanbevelingen betreffende: - Vroegsignalering - Kortlopende ondersteuning - Regionale professionalisering - Stabiel SBO De projectgroep zal in 2014-2015 worden voortgezet om een aantal aanbevelingen nader uit te werken. Onderwijs aan hoogbegaafde leerlingen Een afgestemd aanbod is in het kader van passend onderwijs van belang. Voor hoogbegaafde leerlingen kent OPTIMUS plusklassen en een Leonardogroep. De notitie van de projectgroep Beleid excellente en hoogbegaafde leerlingen is beschikbaar gekomen en intern besproken. De voorstellen worden uitgewerkt in 2015.
Opdracht 4 Het bijzondere kader Scholen geven een inhoudelijke invulling aan spiritualiteit, solidariteit en subsidiariteit en handelen hier ook zelf naar. Elke OPTIMUS-school beschrijft in de komende periode waar het ‘bijzondere’ in het onderwijs zichtbaar is en hoe de levensbeschouwelijke identiteit wordt vormgegeven. De vraag van een belanghebbende: “Hoe zie ik nu dat dit een Katholieke of Protestants-Christelijke school is?” kan hierdoor op elke school binnen OPTIMUS helder en herkenbaar beantwoord worden. De projectgroep Identiteit en burgerschap heeft in 2014 een notitie gemaakt waarin een helder kader voor de OPTIMUS-scholen wordt beschreven ten aanzien van Identiteit en burgerschap en waarin mooie praktijkvoorbeelden van OPTIMUS-scholen zijn opgenomen.
Jaarverslag 2014
OPTIMUS primair onderwijs
11
De in 2014 door de directeuren in gezamenlijkheid bepaalde kernwaarden vormen daarbij een belangrijke basis: Kwaliteit Ontwikkeling Resultaat Verantwoordelijkheid Verbondenheid Vertrouwen
Opdracht 5 De ontwikkeling van het beroep leraar (Zie ook pagina 21 Personeelsbeleid)
Scholen hebben de opdracht om te bepalen op welke wijze zij zelf het beroep van leraar zo aantrekkelijk mogelijk kunnen maken. Zij maken hierbij onder andere gebruik van ontwikkelingen op OPTIMUS-niveau, zoals het functiehuis en het werken met de gesprekscyclus. Ook kunnen zij zoeken naar wijzen waarop de talenten binnen de eigen school zo goed mogelijk worden aangesproken. Dit vraagt daadwerkelijke interesse in het ‘zijn en kunnen’ van de personeelsleden en het zoeken naar creatieve manieren om hier meer en beter gebruik van te maken. Op deze manier kunnen scholen hun personeel blijven binden en boeien. Scholen maken onder andere gebruik van ontwikkelingen op OPTIMUS-niveau, zoals het functiehuis en het werken met de gesprekscyclus. Ook kunnen zij zoeken naar wijzen waarop de talenten binnen de eigen school zo goed mogelijk worden aangesproken.
Opdracht 6 Professionalisering (Zie ook pagina 21 Personeelsbeleid)
In de kern ligt de verantwoordelijkheid voor professionalisering bij de leerkrachten zelf. Zij dienen over de houding te beschikken waarbij ze graag willen leren. Vervolgens is het belangrijk dat leraren (en alle overige personeelsleden) de ondersteuning, scholing, coaching en begeleiding krijgen om professioneel te kunnen zijn, worden, blijven en verbeteren. Hierdoor zijn ze in staat het nodige professionele zelfvertrouwen uit te stralen en voelen ze zich gewaardeerd. Het is aan de scholen om enerzijds zelf deze ondersteuning te bieden, dicht op de werkvloer in de nabijheid van de leraar. Anderzijds dienen scholen personeelsleden de ruimte te bieden en te faciliteren om zichzelf te ontwikkelen, onder meer door gebruik te maken van de OPTIMUS-academie. Leerkrachten dienen over een houding te beschikken waarbij ze graag willen leren. Leerkrachten hebben de mogelijkheid om zich te professionaliseren.
Opdracht 7 Verantwoording afleggen over beleid en resultaten Scholen hebben de opdracht om te voldoen aan de verwachtingen van de maatschappij en laten dit aantoonbaar zien in de gesprekscyclus met het cvb als het gaat om de kwaliteit van het onderwijs. Dit vraagt van scholen dat zij zich focussen op de opbrengsten en effectief hun eigen onderwijsprocessen vormgeven. Scholen kunnen onderbouwd aangeven wat zij, met welke reden, welk doel en welke opbrengst hebben gedaan. Hierbij verwacht het cvb dat scholen de keuzes, die zij hierbij gemaakt hebben, middels onderzoek en verwachtingen onder belanghebbenden (o.a. ouders) hebben afgewogen. Deze opdracht wordt duidelijk in de gesprekken die het cvb met de directeuren houdt.
Jaarverslag 2014
OPTIMUS primair onderwijs
12
Opdracht 8 Flexibiliteit en creativiteit in nieuwe organisatievormen Het besluit tot behoud van onderwijsvoorzieningen in kleine kernen kan vergaande consequenties hebben voor de inrichting en organisatie van scholen. Met de terugloop van het aantal leerlingen ontstaat in enkele kernen een situatie waar nog slechts enkele kinderen van een bepaalde leeftijd de school bezoeken. Dit gegeven kan belemmerend zijn voor zowel de cognitieve als sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen. Door scholen te clusteren kan er meer gebruik worden gemaakt van mogelijkheden om bepaalde delen van het leerstofaanbod in gezamenlijkheid aan te bieden of activiteiten te organiseren waaraan kinderen van de verschillende scholen kunnen deelnemen. Intensieve samenwerkingsvormen met andere scholen en organisaties zullen ontstaan. OPTIMUS-scholen zullen hier flexibel en creatief mee om moeten gaan, ten einde de uiteindelijke onderwijskwaliteit, zowel ten aanzien van de opbrengsten als ten aanzien van de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen, te waarborgen. Besluit tot behoud van onderwijsvoorzieningen in kleine kernen. Clusteren van scholen om daarmee de onderwijskwaliteit te borgen en bij voorkeur te vergroten. Hierdoor ontstaan intensieve samenwerkingsvormen van scholen en andere organisaties. De scholen in de kleine kernen blijven behouden. Er is intensieve samenwerking tussen scholen o.a. door een meerschoolse directeur en meerschoolse intern begeleider. In het kader van IKC-vorming wordt bijvoorbeeld in Grave een kleinere school betrokken bij een grotere school wat de mogelijkheid tot samenwerking direct vergroot.
Jaarverslag 2014
OPTIMUS primair onderwijs
13
Kerngegevens en kernactiviteiten van de organisatie OPTIMUS primair onderwijs verzorgt primair onderwijs aan 4 tot 12 jarigen in het spreidingsgebied Oss - Grave - Cuijk - Boxmeer - Landerd vanuit een katholieke / protestants-christelijke grondslag. De missie is in 2013 aangescherpt: In de OPTIMUS onderwijsorganisatie wordt professioneel, dynamisch, vol vertrouwen en in gezamenlijkheid gewerkt aan de ontwikkeling en toekomst van allen die bij OPTIMUS betrokken zijn. Alle kwaliteiten van de leerlingen worden aangesproken en met hen tot ontwikkeling gebracht. De leerlingen ontwikkelen/vormen zich tot burgers met een waardenoriëntatie, die hen – in zelfverantwoordelijke zelfbepaling – verantwoordelijkheid doet nemen om in betrokkenheid met medeburgers, ook die met oriëntaties op andere bronnen van waarden, de samenleving verder ontwikkelen, gericht op het welzijn van de samenleving als geheel. Deze missie dragen wij uit door het aanbieden van onderwijs dat moet voldoen aan de volgende doelstellingen: 1.
2. 3. 4. 5. 6.
De leerlingen beschikken aan het eind van hun basisschooltijd over kennis, inzicht en vaardigheden, die voldoen aan de kerndoelen zoals geformuleerd in de Wet op het Primair Onderwijs. Daarmee hebben ze toegang tot het voor hen geadviseerde vervolgonderwijs. De leerlingen beschikken over het vermogen en de bereidheid om samen te werken en om zelfstandig kennis te verwerven en toe te passen. De leerlingen kunnen goed functioneren in democratisch vormgegeven processen en met die toerusting kunnen zij goed uit de voeten in alledaagse situaties en participeren in discussies over actuele maatschappelijke thema’s. De leerlingen vinden leren aantrekkelijk en noodzakelijk, zij hebben een leerhouding die zich kenmerkt door nieuwsgierigheid en verwondering. De leerlingen hebben motivatie en bereidheid opgebouwd om het beste uit zichzelf te halen. De leerlingen hebben kennis van het uiteenlopen van onderlinge begaafdheden en de mogelijke betekenis daarvan in de maatschappij. Zij kunnen daar respectvol mee omgaan.
In alle gevallen staat voorop dat iedere leerling deze kennis en deze vaardigheden naar eigen vermogen ten volle heeft ontwikkeld. Deze doelstellingen zijn vertaald in tactische en operationele doelstellingen. Voor de scholen zijn schoolplannen opgesteld waarin de visie en missie van de organisatie concreet zijn uitgewerkt.
Jaarverslag 2014
OPTIMUS primair onderwijs
14
Juridische structuur en interne organisatiestructuur OPTIMUS primair onderwijs is een stichting waaronder 32 scholen voor basisonderwijs ressorteren. Het betreft 30 scholen met regulier basisonderwijs en 2 scholen voor speciaal basisonderwijs. Scholen OPTIMUS op BRIN-nummer BRIN-nummer 00EB 03GL 03MA 03QO 04FQ 04VT 05GK 05JE 06VO 06WZ 06XB 06XO 06ZJ 07RI 07RZ 07SL 07UN 07VP 08PW 08QG 08XM 08ZO 08ZT 09WX 10NZ 10YE 11DH 11LT 11PX 16UP 20GB 14VU
School BS Het Telraam PCO BS De Wegwijzer BS Klimop BS ’t Schrijverke BS De Bongerd BS De Zevensprong BS De Waai BS Den Omgang BS De 4 Heemskinderen BS De Linde BS De Akkerwinde BS Sint Jozef BS Sint Antonius Abt BS De Bongerd BS Sint Lambertus BS De Kreek'l BS De Sprankel BS De Regenboog BS Dr. J. de Quay BS Onze Bouwsteen BS De Bakelgeert BS De Regenboog BS De Raamdonk BS De Ester BS De Weijerhof BS Vlasgaard BS De Bolster BS Oventje BS De Schelven BS De Bogaard SG Palet SBO Het Baken
Plaats Oeffelt Grave Megen Herpen Gassel Cuijk Cuijk Schaijk Deursen Macharen Vianen Velp Overlangel Haps Haren Reek Grave Schaijk Beers Boxmeer Boxmeer Cuijk Grave Escharen Boxmeer Zeeland Sambeek Zeeland Boxmeer Ravenstein Boxmeer Oss
De scholen zijn gelegen in de gemeenten Landerd, Oss, Grave, Cuijk en Boxmeer. De rechtspersoonlijkheid van OPTIMUS primair onderwijs is een stichtingsvorm. De stichting is opgericht op 1 januari 2006 en is ontstaan uit een aantal fusies van besturen van scholen voor primair onderwijs in de regio. OPTIMUS primair onderwijs heeft gekozen voor decentralisering van de organisatie: verantwoordelijkheden en bijbehorende bevoegdheden worden zo diep mogelijk in de organisatie gelegd.
Jaarverslag 2014
OPTIMUS primair onderwijs
15
Daaraan ligt de opvatting ten grondslag dat hoogopgeleide medewerkers, zoals leerkrachten, meer bevrediging uit hun werk halen en beter werk leveren naarmate ze meer invloed hebben op de wijze waarop en de condities waaronder ze hun werkzaamheden inrichten. Vanaf 1 januari 2009 werkt OPTIMUS met een tweehoofdig cvb en een rvt. Hiermee is de door de overheid vereiste scheiding tussen besturen en toezichthouden organiek aangebracht. Het cvb is als bevoegd gezag verantwoordelijk voor het realiseren van de doelstellingen van de organisatie. Hierbij wordt het cvb bijgestaan door stafmedewerkers met de portefeuilles personeel, financiën/beheer en onderwijs. De dagelijkse leiding van de scholen ligt in handen van de schooldirecteuren. De taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden zijn vastgelegd in de statuten, de notariële akte en de reglementen van de rvt en het cvb. Schooldirecteuren leggen verantwoording af aan het cvb door middel van rapportages in de formele gesprekscyclus. De rapportages zijn gericht op onderwijskundige ontwikkeling, resultaten van het onderwijs, personeel en financiën. Vanwege vertrek van de voorzitter van het cvb in juli 2014, bestaat het cvb tussen juli 2014 en augustus 2015 uit 1 persoon. De procedure om het college weer compleet te krijgen is inmiddels opgestart.
Jaarverslag 2014
OPTIMUS primair onderwijs
16
Kengetallen Leerlingaantallen Het aantal leerlingen in Noord-Oost-Brabant, en daarmee het aantal OPTIMUS leerlingen, daalt nog steeds. Volgens de teldatum 1 oktober 2014 is het aantal leerlingen als volgt over de scholen verdeeld: 4-7 jaar
8 jaar en ouder
Totaal
00EB
Het Telraam
87
123
210
03GL
De Wegwijzer
26
32
58
03MA
Klimop
47
65
112
03QO
‘t Schrijverke
92
117
209
04FQ
De Bongerd
45
51
96
04VT
De Zevensprong
70
93
163
05GK
De Waai
280
238
518
05JE
Den Omgang
90
140
230
06VO
De 4 Heemskinderen
29
39
68
06VW
De Lindekring
21
38
59
06WZ
De Linde
20
25
45
06XB
De Akkerwinde
43
57
100
06XO
St. Jozef
54
63
117
07RI
De Bongerd
96
122
218
07RZ
St. Lambertus
23
25
48
07SL
De Kreek'l
70
75
145
07UN
De Sprankel
139
139
278
07VP
De Regenboog
187
186
373
08PW
Dr. Jan de Quay
56
56
112
08QG
Onze Bouwsteen
70
85
155
08XM
De Bakelgeert
74
67
141
08ZO
De Regenboog
75
120
195
08ZT
De Raamdonk
135
115
250
09WX
De Ester
42
64
106
10NZ
de Weijerhof
66
66
132
10YE
Vlasgaard
197
174
371
11DH
de Bolster
55
72
127
11LT
Oventje
34
32
66
11PX
de Schelven
58
53
111
14VU
Het Baken
260
260
16UP
De Bogaard
95
216
20GB
SG. Het Palet
105
105
Jaarverslag 2014
121
OPTIMUS primair onderwijs
17
Het aantal leerlingen per 1 oktober 2014 bedroeg 5394. Dat zijn 219 leerlingen minder dan op 1 oktober 2013. De verhouding tussen onderbouwleerlingen ten opzichte van het totaal aantal leerlingen is vanaf 2011 met 45,02%, 45,95% in 2012, 46,08% in 2013, gestegen naar 47,76 % in 2014. Dit is excl. de verhouding onderbouwleerlingen SBO omdat kinderen op deze scholen meestal in hogere groepen instromen. OPTIMUS staat op het standpunt dat krimp niet gelijk staat aan verslechtering. Krimp wordt pas vervelend als de financiële grondslag onder instellingen wordt aangetast, zodanig dat voorzieningen niet meer te handhaven zijn of als instellingen de kwaliteit van hun prestaties niet meer kunnen garanderen. Voor OPTIMUS zijn de volgende twee vragen relevant: • Wat zijn de te verwachten financiële gevolgen van een daling van het aantal leerlingen? • Wat zijn de mogelijke gevolgen van een daling van het aantal leerlingen voor de kwaliteit van het aangeboden onderwijs? De afname van het aantal leerlingen heeft een direct gevolg op de kwaliteit van het aangeboden onderwijs wanneer er te kleine scholen vanuit onderwijskundig oogpunt ontstaan. Scholen die op termijn niet voldoende massa hebben, kunnen hun lange termijnkwaliteit niet voldoende garanderen. Er kan een negatieve spiraal ontstaan rond deze scholen. OPTIMUS heeft vastgelegd dat zij vanuit een maatschappelijke verantwoordelijkheid streeft naar behoud van de huidige onderwijsvoorzieningen. Waar krimp in de verstedelijkte gebieden niet snel tot een significante aantasting van de voorzieningenstructuur zal leiden, kan krimp in de landelijke gebieden op termijn wel tot een verschraling van het aanbod leiden. In bijvoorbeeld de kleine kernen van de gemeente Oss is aandacht geboden met betrekking tot het vraagstuk van kwantiteit en kwaliteit in relatie tot de ambitie van OPTIMUS met betrekking tot bereikbaarheid en beschikbaarheid. In het meerjarenperspectief “Over morgen” geeft het cvb aan dat de onderwijsvoorzieningen in de kleine kernen tot 2016 gehandhaafd blijven. In 2012 is echter, op basis van voortschrijdend inzicht, het voorgenomen besluit genomen om basisschool St. Antonius Abt in Overlangel te sluiten op het eind van het schooljaar 2013-2014. Reden hiervoor is dat de prognoses uitwijzen dat er op middellange termijn nauwelijks nieuwe leerlingen te verwachten zijn terwijl 17 van de 32 kinderen hun basisschoolperiode gaan afsluiten binnen twee jaar. Het cvb van OPTIMUS stelt zich, in de discussie over het al-dan-niet sluiten van een school in een kleine kern, op het standpunt dat het argument van onderwijskwaliteit die gegarandeerd moet kunnen worden, prevaleert boven het argument van mogelijke negatieve effecten voor de leefbaarheid in een kleine kern.
Jaarverslag 2014
OPTIMUS primair onderwijs
18
Uitstroomgegevens Onderstaande tabel bevat een overzicht van de verschillende vormen van voortgezet onderwijs waar de leerlingen van de scholen van OPTIMUS naar zijn uitgestroomd. Net als de voorgaande jaren is in 2012 de trend zichtbaar van een lichte toename in de uitstroom naar HAVO en VWO en een lichte afname in de uitstroom naar de diverse typen van VMBO. Uitstroom percentages
2014
2013
2012
2011
Uitstroom verticaal VWO 18,69% 13,06% 12,95% 12,62% Uitstroom verticaal HAVO 24,88% 28,50% 27,85% 27,22% Uitstroom verticaal VMBO TL 22,86% 26,91% 23,97% 24,18% Uitstroom verticaal VMBO anders 32,02% 31,05% 33,90% 34,27% Bron: CFI Scholen geven advies op basis van de keuzemogelijkheden van VO scholen uit de regio. Kinderen worden bijvoorbeeld geplaatst in een gecombineerde HAVO-VWO groep of een VWO groep. In het bovenstaande overzicht zijn diverse niveaus gecombineerd: “VWO” betreft HAVO - VWO en VWO “HAVO” betreft VMBO GT- HAVO en HAVO “VMBO TL” betreft VMBO KL-GT en VMBO GT VMBO betreft VSO, PRO, VMBO BL, VMBO BL-KL Aangezien OPTIMUS 2 SBO scholen heeft, is de uitstroom “VMBO anders” relatief hoog.
Zorgleerlingen De term zorgleerlingen doet vermoeden dat er een groep leerlingen is die zorg behoeft, alsof dat niet geldt voor alle leerlingen. Vooruitlopend op dat wat “passend onderwijs” gaat betekenen voor schoolbesturen, staat OPTIMUS op het standpunt dat iedere leerling die zorg moet krijgen die nodig is om zich zo goed mogelijk te ontwikkelen. Omdat diverse scholen van OPTIMUS de enige aanbieder van primair onderwijs in dorpen of gemeenschappen zijn, staat OPTIMUS een brede zorgcapaciteit voor. Onderstaand overzicht geeft per school aan voor welke kinderen per 1 augustus 2014 een budget in het kader van Leerling Gebonden Financiering (LGF) is toegekend. Met de komst van passend onderwijs zal het aantal indicaties jaarlijks (sterk) afnemen. Aantal lln 01-10-2014
LGF leerlingen
210
0
58
2
Basisschool Klimop
112
0
03QO
't Schrijverke
209
3
04FQ
Basisschool De Bongerd
96
0
04VT
Basisschool De Zevensprong
164
0
05GK
Basisschool De Waai
518
5
05JE
Basisschool Den Omgang
230
4
06VO
Basisschool De Vier Heemskinderen
67
2
06VW
Jenaplanschool d Lindekring
59
2
06WZ
RK BS De Linde
45
0
06XB
Basisschool de Akkerwinde
100
0
Brin
Naam
00EB
Basisschool Het Telraam
03GL
De Wegwijzer
03MA
Jaarverslag 2014
OPTIMUS primair onderwijs
19
06XO
RK BS St. Jozef
117
1
07RI
Basisschool De Bongerd
218
2
07RZ
Basisschool St. Lambertus
48
0
07SL
De Kreek'l
145
2
07UN
Basisschool De Sprankel
278
4
07VP
Basisschool De Regenboog
373
15
08PW
Dr. Jan De Quayschool
112
0
08QG
Onze Bouwsteen
155
2
08XM
De Bakelgeert
141
2
08ZO
Basisschool De Regenboog
195
3
08ZT
De Raamdonk
251
1
09WX
Basisschool De Ester
106
0
10NZ
De Weijerhof
132
0
10YE
Basisschool Vlasgaard
371
12
127
1
RK Basisschool 't Oventje
66
2
11PX
De Schelven Basisschool
111
0
14VU
SSBO Het Baken
260
0
16UP
Basisschool De Bogaard
216
5
20GB
SSBO Palet
105
0
11DH00 De Bolster 11LT
Leerlingenstromen en verzuimpercentages De doorstroming van de leerlingen op de OPTIMUS-scholen bleef ook in 2014 onder de norm van 4%. Op de teldatum 1 oktober 2014 was 2,03% op de basisscholen 12 jaar of ouder (2,55% in 2013). De verzuimpercentages op de verschillende scholen verhouden zich tot het landelijk gemiddelde en geven daarom geen aanleiding tot opmerkingen in dit jaarverslag. Met betrekking tot de adviezen naar het voortgezet onderwijs blijkt dat leerlingen van de scholen van OPTIMUS in bijna alle gevallen (meer dan 97,6%) zijn toegelaten op de hen geadviseerde vorm van voortgezet onderwijs. Omdat OPTIMUS niet van alle scholen van voortgezet onderwijs de gegevens na drie jaar over de leerlingen krijgt teruggekoppeld is het lastig een algemeen beeld te schetsen van de ‘opstroom’ of ‘afstroom’. De wijze van advisering en volgen van leerlingen krijgt in 2014 aparte aandacht in overleg met de scholen voor voortgezet onderwijs in de regio. Op basis van nieuwe afspraken zal terugkoppeling plaats gaan vinden.
Jaarverslag 2014
OPTIMUS primair onderwijs
20
Kwaliteitszorg Alle scholen onder bestuur van OPTIMUS werken planmatig aan de verbetering van de onderwijskwaliteit. In 2012 is de kwaliteitszorg op de scholen verder gestandaardiseerd en is op alle scholen het instrument WMKPO (werken met kwaliteitskaarten in het primair onderwijs) ingevoerd. In aansluiting op de professionalisering van 2013 hebben ook in 2014 alle directeuren van OPTIMUS, verdeeld over drie groepen, scholing gevolgd en verder gewerkt aan de implementatie van WMKPO. In deze scholingsbijeenkomsten werd ingezoomd op de verschillende beleidsdomeinen. De directeuren gaan rond deze beleidsdomeinen met elkaar aan de slag en bereiden op deze wijze de Quick Scans voor die ze op de eigen school kunnen gebruiken. Iedere school kiest de jaarlijks de Quick Scans en kwaliteitskaarten die passen bij de ontwikkeling van de scholen en de cyclus van kwaliteitszorg.
Personeelsbeleid
Opdrachten Meerjarenperspectief Personeelsbeleid
Opdracht 5 De ontwikkeling van het beroep leraar Scholen hebben de opdracht om te bepalen op welke wijze zij zelf het beroep van leraar zo aantrekkelijk mogelijk kunnen maken. Zij maken hierbij onder andere gebruik van ontwikkelingen op OPTIMUS-niveau, zoals het functiehuis en het werken met de gesprekscyclus. Ook kunnen zij zoeken naar wijzen waarop de talenten binnen de eigen school zo goed mogelijk worden aangesproken. Dit vraagt daadwerkelijke interesse in het ‘zijn en kunnen’ van de personeelsleden en het zoeken naar creatieve manieren om hier meer en beter gebruik van te maken. Op deze manier kunnen scholen hun personeel blijven binden en boeien Scholen maken onder andere gebruik van ontwikkelingen op OPTIMUS-niveau, zoals het functiehuis en het werken met de gesprekscyclus. Ook kunnen zij zoeken naar wijzen waarop de talenten binnen de eigen school zo goed mogelijk worden aangesproken.
Opdracht 6 Professionalisering In de kern ligt de verantwoordelijkheid voor professionalisering bij de leerkrachten zelf. Zij dienen over de houding te beschikken waarbij ze graag willen leren. Vervolgens is het belangrijk dat leraren (en alle overige personeelsleden) de ondersteuning, scholing, coaching en begeleiding krijgen om professioneel te kunnen zijn, worden, blijven en verbeteren. Hierdoor zijn ze in staat het nodige professionele zelfvertrouwen uit te stralen en voelen ze zich gewaardeerd. Het is aan de scholen om enerzijds zelf deze ondersteuning te bieden, dicht op de werkvloer in de nabijheid van de leraar. Anderzijds dienen scholen personeelsleden de ruimte te bieden en te faciliteren om zichzelf te ontwikkelen, onder meer door gebruik te maken van de OPTIMUS-academie. Leerkrachten dienen over een houding te beschikken waarbij ze graag willen leren. Leerkrachten hebben de mogelijkheid om zich te professionaliseren. Om aan opdrachten 5 en 6 invulling te geven op de langere termijn is een HRM Strategisch Beleidsplan opgesteld. In deze paragraaf wordt beschreven welke beleidsplannen met acties er in 2014 zijn ondernomen om het personeelsbeleid verder vorm te geven.
Jaarverslag 2014
OPTIMUS primair onderwijs
21
HRM-Strategisch doel In de komende 3 jaar professionaliseert OPTIMUS zich tot een continu lerende organisatie met als doel het prestatievermogen van de organisatie te verbeteren door de inzet van medewerkers te optimaliseren. 2014 kenschetst wat betreft professionalisering een overgangsperiode: van beweging door aansturing op de basis naar beweging door een meer faciliterende en stimulerende rol. Hieronder volgen de beleidsplannen met acties die in 2014 gestalte hebben gekregen.
Extra Professionaliseringsbudget In 2014 zijn er extra professionaliseringsgelden van € 300.000 uitgetrokken ter besteding in schooljaar 2014-2015 om een extra boost te geven aan het verder professionaliseren van medewerkers. Op verschillende onderdelen zijn deze gelden besteed, zie hieronder. Resultaten - Teamscholing Iedere school heeft een budget van € 4.000,= extra ontvangen t.b.v. teamscholing. Medewerkers en directeuren werden gestimuleerd na te denken over hoe ze deze gelden t.b.v. schoolontwikkeling in kunnen zetten. Alle scholen hebben hiervan gebruik gemaakt door eerst een verantwoording vooraf in te dienen. Voorbeelden zijn: veel scholen hebben medewerkers gefaciliteerd om bij elkaar in de groep te gaan kijken op een gerichte schoolontwikkeling. Andere scholen focussen zich op opbrengst- en handelingsgericht werken, didactische vaardigheden, professionaliseren van cultuur, rekenen, ouderbetrokkenheid, schoolplanontwikkeling, etc. Verschillende trajecten lopen door in de eerste helft van 2015. - Verder professionaliseren directeuren Iedere directeur heeft een persoonlijk opleidingsbudget ontvangen van € 1.000,= (behalve diegenen die al met een opleiding bezig zijn). Voorbeelden hiervan zijn: het inschakelen van een coach met een gerichte vraag, expertise inhuren WMKPO, expertise inhuren m.b.t. onderdelen van het schoolplan, bezoek congressen, symposia over gerichte onderwerpen, etc. Met het team directeuren is een HPO-dag bezocht (H. Owen, A. de Waal, E. Mollema): Hoe bouw je een High Performance Organisatie? Wat zijn struikelblokken? Wat vertelt kennis uit de neurowetenschap ons? En tijdens het middaggedeelte verzorgden bedrijven workshops. Er is daarnaast een bijeenkomst handelingsgericht arrangeren geweest, zowel voor intern begeleiders als voor directeuren door N. Pameijer, M&O groep. Inhuren expertise voor projectgroepen en professionele leergemeenschappen De expertise van M. Lingsma is ingehuurd voor de projectgroep ‘professionele cultuur’, K. Verbeek voor de projectgroep ‘eigenaarschap van leerlingen’. De projectgroep ‘Lean’ is naar een congres geweest waarbij o.a. het onderwijsconcept van en door J. Marino gepresenteerd werd. En W. Scheeren is ingeschakeld door de professionele leergemeenschap ‘lerende organisatie’. Netwerken Het IB-netwerk: Het verder professionaliseren van het intern begeleiders netwerk door mastercourses van P. Wolters over handelings- en opbrengstgericht werken, master-course orthopedagogiek, dag hoogbegaafden en netwerkbijeenkomsten. Netwerk taalcoördinatoren: expertise ingehuurd voor de bijeenkomsten in de persoon van M. Hensgens, Vol van Leren. Netwerk rekencoördinatoren, start: 20 rekencoördinatoren zijn geworven en gaan de opleiding volgen in 2015. Netwerk onderwijsassistenten: in samenspraak met de onderwijsassistenten is er een opleiding (leerlingenzorg door ECLG) gekozen en die start in 2015.
Jaarverslag 2014
OPTIMUS primair onderwijs
22
- Pilot interne coaches schooljaar 2014-2015 Start pilot bovenschools: 2 interne coaches voor 12 uren gedurende dit schooljaar, waarbij School Video Interactie Begeleiding (SVIB) een onderdeel is en daarnaast coaching in algemene zin. Twee talentvolle, opgeleide medewerkers verzorgen de coaching binnen OPTIMUS. - Persoonlijke opleidingsbudgetten stafbureau Ook de stafmedewerkers hebben een persoonlijk opleidingsbudget ontvangen van € 1.000,= om zich verder te professionaliseren. Voorbeelden: deelname aan congressen ouderbetrokkenheid, AVS-bijeenkomsten over professionaliseren schoolleider, bijeenkomst PO Raad: Breinstorm (wat kan PO met de kennis uit de neurowetenschap), bijeenkomsten cao, inschakelen coach, etc. Het werken met persoonlijke opleidingsbudgetten/-uren is een voorloper van de cao voor alle medewerkers, waardoor individuele scholing een boost zal krijgen. Specifiek Deze categorie betreft professionaliseringstrajecten van individuele medewerkers. OPTIMUS-dag 26 maart 2014 Hieronder komt deze dag nog aan bod.
Implementatie beleid 2-jarige gesprekkencyclus Inleiding gesprekkencyclus In 2014 is het tweede jaar van de nieuwe gesprekkencyclus aan bod gekomen, zowel voor de medewerkers als voor de directeuren. Resultaten - Kijkwijzer is zowel door de leerkracht als door de directeur ingevuld aan de hand van geplande bezoeken in de groep. - Algemene gedeelte is ingevuld door zowel de leerkracht als de directeur. - De volgende onderwerpen van gesprek zijn standaard in het functioneringsgesprek opgenomen: opbrengsten, brede inzetbaarheid, mobiliteit, persoonlijke ontwikkeling, loopbaan, welzijn en ziekteverzuim. - Iedere leerkracht heeft een pop en een formeel gesprek gehad (functionerings-, of beoordelings-, of éénmalig een pop-gesprek). - Medewerkers worden uitgedaagd na te denken over genoemde onderwerpen. - Bovenschools creëert WMKPO een overzicht van de competenties van alle leerkrachten. - Aan de hand van dat bovenschools overzicht kunnen we gerichter een opleidingsaanbod doen en directeuren bevragen. - Verplichte scholing heeft plaatsgevonden. Een inhaalslag: er zijn normen opgesteld waaraan medewerkers minimaal dienden te voldoen binnen de pedagogische en didactische vaardigheden. Resultaten gesprekkencyclus directeuren - In 2014 heeft iedere directeur een beoordelingsgesprek gehad en een nieuw pop geformuleerd. - Voor de eerste keer is er gewerkt met een managementcontract. De afspraken die in het pop gemaakt zijn, vormen samen met het managementcontract de basis voor de gesprekkencyclus van directeuren. - Nadat er een evidence-based competentieset voor leerkrachten in 2013 is opgesteld, is in 2014 ook voor het eerst gewerkt met een competentieset voor directeuren. Die competentieset is gebaseerd op het HPO-gedachtegoed, aangevuld met specifieke items gericht op onderwijs. Resultaten gesprekkencyclus LB-functies - In 2014 zijn de LB-competentiesets opgesteld en opgenomen in de pop-omgeving van WMKPO, zodat er ook de 360-graden feedback mogelijk is om desbetreffende persoon te scoren, (inclusief rapportage, gemiddelde scores en eigen scores vergelijken met de scores
Jaarverslag 2014
OPTIMUS primair onderwijs
23
van anderen). Evenals bij de leerkrachten het geval is. - Er is nu een solide basis (functiebeschrijvingen met competenties) om de gesprekkencyclus met de LB-medewerkers te houden en daarin verder te ontwikkelen. Ook hier is het belangrijkste: het gesprek over de uitkomsten en de afspraken hierover in het pop.
Implementatie nieuw Mobiliteitsbeleid Diverse onderzoeken concluderen dat de ontwikkeling van medewerkers gestimuleerd wordt d.m.v. functie- en locatieroulatie (het verhoogt de flexibiliteit en veerkracht van medewerkers en creëert nieuwe ervaringen en kennis). In 2013 is nieuw mobiliteitsbeleid vastgesteld en in 2014 in werking getreden. Resultaten: - Ook 2014 heeft 55 medewerkers in beweging gebracht. Het gesprek met de directeur over mobiliteit/brede inzetbaarheid in de formele gesprekkencyclus en de bovenschoolse aandacht hiervoor, zet medewerkers aan het denken, waardoor er meer medewerkers mobiel zijn geworden vanaf 2012. Voor 2012 lag dit aantal tussen de 15 en 20 medewerkers per jaar. - Het nieuwe mobiliteitsbeleid, vastgesteld in 2013 heeft minder onrust teweeggebracht in 2014 dan andere jaren omdat er uniforme criteria zijn opgesteld bij het onderdeel gedwongen mobiliteit. Er is duidelijkheid en tegelijkertijd ook nog de mogelijkheid per school te differentiëren binnen de categorie ‘expertise’. - OPTIMUS heeft een aantal jonge leerkrachten kunnen aantrekken.
OPTIMUS-dag 26 maart 2014 Doel is het benutten van talenten in de organisatie door ze interactieve workshops te laten geven. Daarnaast werden talenten van verschillende scholen met elkaar verbonden waardoor kennis uitgewisseld en gecreëerd werd. Medewerkers volgden na de inleiding van Berthold Gunster ‘Omdenken’, drie workshops. Resultaten - 10 interactieve workshops werden gegeven door 17 OPTIMUS-talenten: Critical skills, Begrijpend lezen, Interactie met kinderen, Klassenmanagement, Ouderbetrokkenheid, Motorische remedial teaching, Rots en Water, Hoogbegaafdheid, ICT, Aandachttraining; - De gemiddelde waardering van de workshops was een 7,2; - Twee workshops werden gegeven door externen: Smart group: workshop mobiliteit en Impuls: workshop Feedback; - Veel positieve opmerkingen gekregen via de evaluatieformulieren dat de dag met eigen talenten was vormgegeven.
Functiemix: LC-profielen Alleen het functieprofiel LC-excellente leerkracht was beschreven en nog niet de andere LCprofielen. Resultaten - Naast het profiel LC-excellente leerkracht zijn de volgende LC-profielen opgesteld: LC-zorg SBO, LC-management SBO en LC-management regulier; - Deze functieprofielen zijn gewaardeerd volgens FUWASYS; - Na de sollicitatieprocedure zijn 6 medewerkers benoemd in de LC-schaal, waarvan 5 werkzaam in het SBO en één in het regulier basisonderwijs. Hiermee voldoen de SBO-
Jaarverslag 2014
OPTIMUS primair onderwijs
24
scholen aan de norm van 14% LC. Om een solide basis voor de gesprekkencyclus te creëren, zal een competentieprofiel bij de desbetreffende LC-functies in de planning van schooljaar 2015-2016 komen.
Inzetbaarheidsbeleid (ziekteverzuim) Schema ziekteverzuim 2014
Kort verzuim Kort verzuim 2013 0,61
Kort verzuim 2014 0,44
Middel verzuim 2013 0,46
Middel verzuim 2014 0,36
Resultaten - Bovenstaand schema geeft weer dat het ziekteverzuimpercentage gestegen is van 4,9% naar 5,5% omdat het langdurig verzuim gestegen is. OPTIMUS kent in 2014 een aanzienlijk lager ziekteverzuim dan het PO landelijk gemiddelde ziekteverzuim: 6,6% (van 2013 aangezien 2014 nog niet gepubliceerd is) - Het kort verzuim (< 6 weken) is gedaald net als het frequent verzuim en het middellang verzuim.
Projectstructuur 2014 In 2013 is de projectstructuur ontworpen, verschillende rollen beschreven en een organogram van de projectstructuur opgesteld. De projectgroepen zijn in het najaar van 2013 gestart. Implementatie nieuwe overlegstructuur DBO en ‘leren van en met elkaar’ Sinds de oprichting van OPTIMUS wordt er gewerkt met een overlegstructuur bestaande uit cvb en directeuren van de scholen. Het directeurenoverleg kwam 2x per jaar bij elkaar met daarnaast nog een tweedaagse. Dit is veranderd in: 8x per jaar bij elkaar komen (ingegaan per januari 2014). Die 8 bijeenkomsten bestaan uit: 4x een hele dag en 4x een dagdeel. Als het een hele dag betreft dan staat het middagdeel in het teken van ‘leren van en met elkaar’ met als doel elkaar professioneler te maken, kennis uit te wisselen en te creëren.
Jaarverslag 2014
OPTIMUS primair onderwijs
25
De volgende projectgroepen zijn gestart in 2014 en lopen nog of zijn afgerond in 2014: Projectgroep
Status
Afgerond Conceptnotitie Afgerond Nieuwe cao 2014 loopt door Concept-kader Loopt door Afgerond Afgerond Afgerond Afgerond Doorgezet in iXperium Afgerond Afgerond Loopt door Loopt door Afgerond Afgerond
Managementcontract / Jaarplan / Jaarverslag Gedragscode / Protocol zedenzaken Directeuren in Beweging Formatie OPTIMUS Academie 2.0 / Lerende organisatie Duurzame inzetbaarheid OPTIMUS-dag Competenties directeuren Competenties LB-profielen Opstellen LC-profielen en implementeren Uitwerken ICT-beleidsplan Visie op excellente scholen Kennis halen en brengen Doorontwikkeling plusklas en Leonardo Passend onderwijs: overzicht en inzicht Toekomstscenario’s kleine scholen Identiteit en burgerschap
Managementcontract/Jaarplan/Jaarverslag/Schoolplan Er is veel interactie met directeuren geweest over de inhoud van deze 4 formats. Daar is het volgende uitgekomen: Resultaten Er liggen 4 formats die allen dezelfde inhoudsopgave hebben; Directeuren gebruiken het managementcontract als een keuzemenu waarbij ze díe prioriteiten opnemen die het betreffende schooljaar aan bod komen, dit alles in overleg met het cvb. De belangrijkste items uit het jaarplan en –verslag komen dus in het managementcontract. Dit zijn de resultaatafspraken tussen cvb - directeur m.b.t. één schooljaar; Het contract, de competentieset en het pop vormen de basis voor de gesprekkencyclus; Het schoolplan vormt de basis voor de jaarplannen.
Jaarverslag 2014
OPTIMUS primair onderwijs
26
Personele bezetting Omvang medewerkers in FTE per 1 augustus 2014 Directeuren
23,5
MT
9,8
onderwijzend personeel
322
Onderwijs ondersteunend personeel
26,4
Staf
5,5
Cvb
1 388,3
De opbouw van ons personeel, per categorie per 1 augustus 2014 Leeftijdscategorie Classificatie Classificatie Omschrijving 15 tot 25 jaar OP Onderwijzend Personeel 25 tot 35 jaar OOP Onderwijs ondersteunend personeel OP Onderwijzend Personeel 35 tot 45 jaar DIR Directieleden OOP Onderwijs ondersteunend personeel OP Onderwijzend Personeel 45 tot 55 jaar DIR Directieleden OOP Onderwijs ondersteunend personeel OP Onderwijzend Personeel 55 tot 65 jaar DIR Directieleden MT Managementteam OOP Onderwijs ondersteunend personeel OP Onderwijzend Personeel Totaal
Jaarverslag 2014
OPTIMUS primair onderwijs
Vrouw
Man
Totaal
0 6 0 9
0 1 0 0
0 7 0 9
92 0 3 14
6 0 2 0
98 0 5 14
99 0 6 24
5 0 3 3
104 0 9 27
77 0 8 0 14
8 0 14 1 10
85 0 22 1 24
107 459
36 89
143 548
27
Leeftijdsopbouw onderwijzend personeel per 1 augustus 2014 Leeftijdscategorie
Vrouw
Man
Totaal
Percentage
15 tot 25 jaar
6
1
7
2%
25 tot 35 jaar
92
6
98
23 %
35 tot 45 jaar
99
5
104
23 %
45 tot 55 jaar
77
8
85
20 %
55 tot 65 jaar
107
36
143
32 %
Totaal
381
56
437
100 %
Verdeling per man en vrouw per salarisschaal Schaal 0001 0002 0003 0004 0006 0007 0008 0009 0010 0011 0012 0013 AB AC DB DC LA LB Totaal
Jaarverslag 2014
Man/Vrouw Vrouw Vrouw Man Vrouw Man Vrouw Vrouw Vrouw Man Vrouw Vrouw Man Vrouw Man Vrouw Man Man Vrouw Man Vrouw Man Vrouw Man Vrouw Man Vrouw Man Vrouw Man Vrouw
Aantal man/vrouw 16 1 4 1 2 22 4 3 1 5 3 2 1 2 5 2 2 2 3 6 1 1 9 9 5 2 34 262 23 115 548
OPTIMUS primair onderwijs
28
Huisvesting De huisvestingssituatie in 2014 wijkt niet af van die in 2013. Wel kunnen we vermelden dat de diverse projecten voor realisatie van integrale kindcentra (IKC) behoorlijk zijn gevorderd. Het IKC “De Morgenzon” in Zeeland is per 15 december 2014 in gebruik genomen. In Cuijk is het krediet van € 3.700.000,= voor de bouw van een IKC in de wijk Padbroek, in 2013 beschikbaar gesteld. Het wachten is op de wijziging van het bestemmingsplan. Basisschool De Zevensprong is momenteel tijdelijk elders gehuisvest in afwachting van de oplevering van het IKC. Plandatum is nog steeds rond 1 september 2016. Ook in de gemeente Grave heeft de gemeenteraad begin 2014 besluiten genomen over het beschikbaar stellen van een krediet om de plannen voor IKC’s in Grave-West en Grave-Oost te kunnen verwezenlijken. Grave-West wordt momenteel uitgevoerd. De verwachte opleverdatum is 1 december 2015. Grave-Oost wacht nog op enkele nadere uitwerkingspunten. Het cvb van OPTIMUS heeft inmiddels een voorgenomen besluit genomen om het dan leegkomende pand van Hartenaas in eigendom te verwerven en daar het bestuurskantoor te gaan huisvesten. Dat in collegiale samenwerking met de Mosagroep, Invitare, Peelraam en WSNS. Andere ontwikkelingen in het kader van nieuwbouw of gebouwelijke IKC-ontwikkeling zijn er in 2014 niet geweest. Wel vinden met verschillende gemeenten momenteel nog gesprekken plaats over de huisvestingssituatie van een 2-tal van onze scholen op de korte termijn, zeg tot 2017. Voor wat betreft het onderhoud van de 36 onderwijslocaties van OPTIMUS zijn de in 2014 geplande werkzaamheden uitgevoerd. Onderhoud voor lokaties waarvan we zeker weten (of vermoeden) dat daar op de korte of middellange termijn ontwikkelingen zijn te verwachten wordt mondjesmaat uitgevoerd. Wel zal het cvb de leefbaarheid van onze gebouwen steeds goed blijven bewaken. Het cvb is doende te bezien hoe de consequenties voor de overheveling van het buitenonderhoud per 1 januari 2015 kunnen worden ingepast in het bestaande beleid.
Jaarverslag 2014
OPTIMUS primair onderwijs
29
Prestatiebox De 32 OPTIMUS scholen ontvingen in 2014 bijna € 581.000 uit hoofde van de regeling Prestatiebox. Scholen hebben de middelen voor cultuur ingezet op dezelfde wijze als de ‘oude’ middelen voor cultuureducatie. Inclusief de inzet van cultuurcoördinatoren. De middelen voor taal en rekenen zijn door de scholen aangewend om de benodigde investeringen te kunnen doen in lesmethodes, aanschaf van verbruiksmaterialen en de benodigde licentiekosten om zo de opbrengsten van het reken- en taalonderwijs te verbeteren. Daarnaast zijn middelen toegevoegd aan de calamiteitenpot. Vanuit deze calamiteitenpot is extra (structurele)formatie ingezet om de kwaliteit van de het reken- en taalonderwijs te verbeteren en om opbrengstgericht werken mogelijk te maken. Aan professionalisering van de leerkrachten werd daarnaast nog eens € 528.000 uitgegeven. De middelen voor professionalisering schoolleiders zijn ingezet om bovenschoolse educatie voor de schoolleiders te organiseren.
Jaarverslag 2014
OPTIMUS primair onderwijs
30
Financieel Jaarverslag In dit deel van het bestuursverslag zijn voor de leesbaarheid de bedragen in de tekst, behalve voor de analyse van netto loonkosten, afgerond op bedragen van duizenden euro’s, aangevuld met een “k”. Het begrote resultaat bedroeg € 303k negatief. Gerealiseerd werd € 309k positief, derhalve € 612k hoger dan begroot. Deze afwijking is volgens onderstaande tabel te verklaren. X € 1.000 Begroot regulier resultaat Professionalisering personeel Flankerend sociaal beleid Boventalligheid formatie Personele calamiteiten RI&E Onderzoek Totaal resultaat
Begroting 2014 747 -375 -150 -300 -100 -50 -75 -303
Realisatie 2014 1.211 -350 -220 -151 -120 -36 -25 309
X € 1.000 Begroot regulier resultaat Vrijval schuld Vervangingsfonds Opheffing SWV SPOM Extra middelen OCW dec 2014/feb 2015 Begroot regulier resultaat na extra middelen Regulier resultaat gerealiseerd Afwijking
Verschil 464 25 -70 149 -20 14 50 612
2014 747 137 95 231 1.210 1.211 1
De reguliere exploitatie wijkt nauwelijks af van de begroting zoals die door OPTIMUS is gemaakt. Extra lasten zijn gecompenseerd met extra baten.
Jaarverslag 2014
OPTIMUS primair onderwijs
31
Vergelijking resultaat 2014 met begroting X € 1.000 Baten Rijksbijdragen Overige overheid Overige baten Totale baten
29.194 341 3.011 32.546
28.254 259 2.763 31.276
940 82 248 1.270
Lasten Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten Totale lasten
26.772 607 2.234 2.724 32.337
26.867 642 2.262 1.914 31.685
-95 -35 -28 810 652
209 100 309
-409 106 -303
855 -6 612
Saldo baten en lasten Financiële baten/lasten Resultaat
2014
Begroot
Verschil
Het verschil tussen totale baten en overige lasten wordt naast de onvoorziene baten die reeds eerder genoemd zijn grotendeels veroorzaakt door de volgende zaken: 1. Er zijn een aantal projectafwikkelingen geweest die zowel in de baten als de lasten zijn opgenomen en niet begroot. Per saldo hebben die geen invloed op het resultaat. Dit gaat om 146k. 2. De kosten MOSA-groep zijn netto begroot terwijl voor het juiste inzicht in de administratiekosten het totale aandeel van OPTIMUS op de kosten geboekt is. Het aandeel van de overige leden in de door OPTIMUS als penvoerder betaalde kosten is als baten verantwoord. Ook deze post heeft per saldo geen invloed op het resultaat. Dit gaat om 362k. 3. De bijdrage aan de vervangingspool voor de OPTIMUS scholen is nu via een interne boeking verwerk. Ook deze post heeft per saldo geen invloed op het resultaat. Dit gaat om 110k. 4. Het restant van het verschil wordt grotendeels veroorzaakt door ICT kosten. De toenemende digitalisering van de maatschappij heeft ook invloed van de scholen, waar de zelfde trend te bespeuren valt. Deze extra uitgaven zijn gepaard gegaan met besparingen op andere delen van de begroting en heffen elkaar op.
Jaarverslag 2014
OPTIMUS primair onderwijs
32
Vergelijking Resultaat 2014 - 2013 X € 1.000 Baten Rijksbijdragen Overige overheid Overige baten Totaal baten
2014
2013
29.194 341 3.011 32.546
30.370 362 2.920 33.652
-1.176 -21 91 -1.106
Lasten Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten Totaal lasten
26.772 607 2.234 2.724 32.337
27.603 633 2.225 2.336 32.797
-831 -26 9 388 -460
209 100 309
855 112 1.067
-646 -112 -758
Saldo baten en lasten Financiële baten/lasten Resultaat
Verschil
In de vergelijking 2014 – 2013 springt vooral de afname van de vergoedingen bij de post Rijksbijdragen in het oog. In 2013 werd eenmalig 1.335k ontvangen en 2014 was dit 231k, een verschil van 1.104k. Dit verklaart het hele verschil in de baten. Overige verschillen, zoals lagere baten als gevolg van de leerlingendaling en de andere verantwoording van de kosten MOSA-groep heffen elkaar op. In 2013 is er aan flankerend sociaal beleid een bedrag van 978k uitgegeven, in 2014 was dit 150k. Als gevolg van lagere investeringen ten opzichte van reeds afgeschreven activa, zijn de afschrijvingen afgenomen met € 26k. De overige lasten stegen met € 388k. Door de andere wijze van verantwoorden van de kosten van de MOSA-groep in 2014 heeft er een verhoging van zowel de baten als de lasten t.o.v. 2013 plaatsgevonden. De reeds eerder genoemde trend naar digitalisering verklaart de rest van het verschil in de overige lasten.
Jaarverslag 2014
OPTIMUS primair onderwijs
33
Financiële kengetallen Liquiditeit x € 1.000 Vlottende Activa
Korte schuld
%
2014
9.247
3.372
274%
2013
9.282
3.809
244%
2012
5.544
3.355
165%
2011
4.548
3.730
122%
2010
4.066
3.447
118%
De liquiditeit is toegenomen. Het kasstroomoverzicht uit de jaarrekening laat de oorzaken hiervan zien.
Solvabiliteit x € 1.000 Eigen vermogen
Balanstotaal
%
2014
7.656
14.206
54%
2013
7.347
14.108
52%
2013 *
6.012
12.773
47%
2012
6.279
12.646
50%
2011
6.187
12.019
51%
2010
6.924
12.948
53%
De solvabiliteit is als percentage licht gestegen. Het eigen vermogen is gestegen door de bestemming van het resultaat over 2014. Het gestegen resultaat komt door een betaling van OCW achteraf in februari 2015 over 2014. * Kengetal na eliminatie eenmalige uitkering OCW ad 1.355k. Weerstandsvermogen x € 1.000 Eigen vermogen
Totaal baten
%
2014
7.656
32.545
24%
2013
7.347
33.652
22%
2013 *
6.012
32.297
19%
2012
6.279
33.396
19%
2011
6.187
30.332
20%
2010
6.924
30.700
23%
Het weerstandsvermogen is licht gestegen. Dit wordt enerzijds veroorzaakt door de eerdergenoemde nabetaling OCW anderzijds dalen de inkomsten door de leerlingendaling. Hierdoor zou bij overige gelijkblijvende omstandigheden het weerstandsvermogen zo wie zo stijgen. * Kengetal na eliminatie eenmalige uitkering OCW ad 1.355k.
Jaarverslag 2014
OPTIMUS primair onderwijs
34
Kapitalisatiefactor x € 1.000 Totale Balans
Totaal Baten
%
2014
14.206
32.545
44%
2013
14.108
33.652
42%
2013 *
12.773
32.297
40%
2012
12.646
33.396
38%
2011
12.019
30.332
40%
2010
12.948
30.700
42%
De kapitalisatiefactor neemt toe door de stijging van het balanstotaal en de daling van de baten. * Kengetal na eliminatie eenmalige uitkering OCW ad 1.355k. Rentabiliteit x € 1.000 Resultaat 2014
309
Totaal baten 32.545
2013
1.067
33.652
0,9% 3,2%
-288
32.297
-0,9%
2012
-21
33.396
-0,1%
2011
-552
30.332
-1,8%
2010
-373
30.700
-1,2%
2013 *
%
De rentabiliteit is 0,9%. De ontwikkelingen die hiertoe geleid hebben staan in voorgaande paragraaf beschreven. * Kengetal na eliminatie eenmalige uitkering OCW ad 1.355k.
Jaarverslag 2014
OPTIMUS primair onderwijs
35
Verslag treasury commissie In 2014 bestond de treasury commissie uit de portefeuillehouder cvb en de controller van OPTIMUS plus een extern lid, een beleggingsdeskundige van ING. Uitgangspunt van het beleid inzake Belenen en Beleggen is het genereren van extra rendement ten opzichte van een reguliere bankrekening waarbij gelijktijdig recht wordt gedaan aan de relevante wetgeving. Alle beleggingen voldoen per 31 december 2014 aan de eisen van de wet Belenen en Beleggen. Een gedetailleerd overzicht van alle beleggingen is opgenomen als bijlage 1 bij de jaarrekening. Hierin opgenomen zijn gegevens met betrekking tot rating, hoofsomgarantie rentevergoeding en looptijd.
Jaarverslag 2014
OPTIMUS primair onderwijs
36
Continuïteitsparagraaf A1. Kengetal Personele bezetting en leerlingenaantallen Stand per 01-08 2014 2015* 2016* Personele bezetting in FTE 388,3 370,4 351,8 - Management/Directie 33,3 32,4 29,5 - Onderwijzend personeel 322,1 305,7 292,9 - Overige medewerkers 32,9 32,3 29,4
2017 * 342,3 28,6 285,2 28,5
2018 * 336,9 28,2 280,8 27,9
4.910 4.779 Leerlingaantallen ** 5.394 5.206 5.045 ** Leerlingentelling per 01-10 T-1 (vanaf 2016 (01-10-2015) prognose) *Indien achter een jaartal een * staat geeft dit aan dat aantallen in de betreffende kolom prognosegetallen zijn.
Onderbouw Bovenbouw 01-10-2012 2.488 2.913 01-10-2013 2.421 2.796 01-10-2014 2.400 2.629 01-10-2015 2.302 2.549 01-10-2016 2.198 2.498 01-10-2017 2.156 2.411 01-10-2018 2.070 2.373 De daling in 2012 is exclusief Het Baken
SBO 394 380 365 355 349 343 336
personele reductie
Totaal 5.795 5.597 5.394 5.206 5.045 4.910 4.779
Daling -205 -198 -203 -188 -161 -135 -131
natuurlijk verloop
% -3,59% -3,42% -3,63% -3,49% -3,09% -2,68% -2,67%
schooljaar
datum
Verschil
2014-2015
01-08-2014
-16,2
1,8
-14,4
2015-2016
01-08-2015
-17,9
6,6
-11,4
2016-2017
01-08-2016
-18,6
7,9
-10,7
2017-2018
01-08-2017
-9,5
14
4,5
2018-2019
01-08-2019
-5,4
7,3
1,9
De terugloop in FTE is een combinatie van daling van het leerlingenaantal en de kostenremanentie die hierdoor ontstaat. In schooljaar 2017-2018 verwachten we dat de uitstroom op basis van natuurlijk verloop groter is dan de gewenste personele reductie. Realisatie personele reductie Pensioen en keuzepensioen Vaststellingsovereenkomst Ontslag op eigen verzoek Opname Bapo Wtf vermindering totaal Benoemd via het CPV, taakuitbreidingen Reductie
Jaarverslag 2014
OPTIMUS primair onderwijs
-7,6 -8,6 -1,4 -1,8 -6,5 -25,6 9,2 16,4
37
A2 Meerjarenbalans Meerjarenbalans per 31-12 x € 1.000 2014 2015* 2016*
2017*
2018*
Activa Vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa Totaal vaste activa Vlottende activa Totaal activa
3.054 1.906 4.960 9.247 14.207
3.406 0 3.406 11.597 15.003
3.339 0 3.339 12.026 15.365
3.084 0 3.084 13.091 16.175
2.775 0 2.775 13.738 16.514
Passiva Eigen vermogen Algemene reserve Totaal eigen vermogen Voorzieningen Langlopende schulden Kortlopende schulden Totaal passiva
7.656 7.656 3.144 34 3.372 14.207
7.656 7.656 3.941 34 3.372 15.003
7.881 7.881 4.078 34 3.372 15.365
8.204 8.204 4.565 34 3.372 16.175
8.322 8.322 4.786 34 3.372 16.514
Financieringsstructuur Zoals uit bovenstaande meerjarenbalans blijkt kan de financiering van de activa geheel uit eigen middelen betaald worden en zal ook in de toekomst geen extern vermogen aangetrokken behoeven te worden. Materiële vaste activa De investeringsbegroting is opgesteld op basis van de te verwachten investeringen volgens de meerjarenplanningen van de scholen en de bijbehorende afschrijvingen. Als gevolg van de krimp en de digitalisering van leermethoden laat deze een dalende lijn zien. Investeringsbegroting Gebouw Inventaris en apparatuur Leermiddelen Totaal investeringen
2015* 112.975 557.297 299.763 970.035
2016* 18.630 332.498 204.500 555.628
2017* 8.960 225.653 160.000 394.613
2018* 4.960 170.720 147.000 322.680
Financiële vaste activa De financiële vaste activa zijn begin 2015 verkocht en de opbrengst is naar een spaarrekening overgeboekt. Algemene reserve De mutaties in de algemene reserve betreffen het resultaat over het betreffende jaar. x € 1.000 2014 2015* 2016* 2017* 2018* 7.347 7.656 7.656 7.881 8.204 Beginstand 309 0 225 324 117 Mutatie 7.656 7.656 7.881 8.204 8.322 Eindstand
Jaarverslag 2014
OPTIMUS primair onderwijs
38
Voorzieningen De dotaties aan de voorziening onderhoud is gebaseerd op de meerjarenonderhoudsplanning zoals die is opgesteld door OSG. De onttrekkingen komen uit hetzelfde stuk. Deze zijn van 2015 inclusief buitenonderhoud. De voorziening jubilea zal als gevolg van het effect van het dalende personeelsbestand en het stijgende aantal dienstjaren op hetzelfde niveau blijven. x € 1.000
2014 2.886 484 -226 3.144
Beginstand Dotatie Onttrekking Eindstand
2015* 3.144 893 -96 3.941
2017* 4.078 784 -297 4.565
2016* 3.941 809 -672 4.078
Staat van baten en lasten (x € 1.000) 2014 2015* 2016*
2017*
2018*
29.404 222 1.894 31.520
28.743 206 1.841 30.791
28.148 189 1.819 30.157
26.197 618 2.626 2.362 31.803
25.865 623 2.611 2.288 31.387
25.046 649 2.575 2.290 30.559
24.626 632 2.574 2.300 30.131
-92 92 0
133 92 225
232 92 324
25 92 117
Baten Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen Overige baten Totaal baten
29.194 341 3.011 32.546
29.325 287 2.099 31.711
Lasten Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten Totaal lasten
26.772 607 2.234 2.724 32.337 209 100 309
Saldo baten en lasten Financiële baten/lasten Resultaat
2018* 4.565 773 -552 4.786
De voornaamste factor voor wat betreft de inkomsten en de personele lasten zijn de ontwikkelingen in de leerlingenaantallen en de daartoe te nemen maatregelen. Hiertoe verwijzen wij naar onderdeel A1 van de continuïteitsparagraaf. In 2015 zullen bovenop de reguliere begroting een aantal projecten worden uitgevoerd. In onderstaand schema zijn deze uitgaven weergegeven. De volledige onderbouwing is in de meerjarenbegroting weergegeven.
1 2 3 4 5 6 7 8 9
X € 1.000 300 100 75 55 200 75 25 50 10 890
Boventallige formatie Calamiteiten Inhoudelijke personele fricties Professionalisering directeuren Professionalisering personeel Onderzoek Beschrijving AO/IB OPTIMUS Marketing en profilering Summerschool Totaal
Jaarverslag 2014
OPTIMUS primair onderwijs
39
E
êgIMu5
pnmalr
on0erw[s-l
Bedrijfsgebouwen en -terreinen zijn wel juridisch, doch niet economisch eigendom van OPTIMUS. Er zijn nog indicaties dat binnen een afzienbare periode doordecentralisatie gaat komen. Er is in de periode 2OL4-2OL7 wel sprake van nieuwbouw van scholen, doch zal van gemeentewege worden geregeld.
Bl. Interne risicobeheersings- en controle systemen Zoals reeds eerder gesteld is het grootse risico's de krimp en de daaraan verbonden personele reductie. Binnen de stichting wordt per school door middel van een meerjarenbegroting deze risico's per school in beeld gebracht. In deel A is hierover reeds bericht. De huisaccountant heeft een risicoanalyse gemaakt. Op basis van deze analyse is een actielijst gemaakt om de risico's zoveel mogelijk te beperken. In de lijst is visueel zichtbaar gemaakt wat de status is van het betreffende risico. Deze lijst is nagenoeg geheel afgehandeld. Periodiek worden rapportages opgesteld over het verloop van het resultaat gedurende het jaar ten opzichte van de begroting. Vanaf augustus bevatten deze rapportages tevens een raming van het resultaat tot en met einde van het boekjaar. Deze rapportages worden besproken binnen de rvt.
Daarnaast wordt de informatie uit deze overzichten gebruikt of afwijkingen te signaleren en om in een zo vroeg tijdig mogelijk tijdstip in te kunnen grijpen.
82. Beschrijving van de belangrijkste risico's en onzekerheden De belangrijkste ontwikkelingen die we voorzien zijn: - de afname van het aantal leerlingen en de geringere inkomsten door de veranderde gewichtenregeling; - minder middelen vanuit subsidies zoals GOA; - kostenremanentie: door dalende leerlingenaantallen daalt de bekostiging voor materiele zaken, maar de kosten dalen niet evenredig mee; - het hoger worden van de lasten door o.a. invoering van LB-functies en inkorten loonschalen en het niet (volledig) compenseren van kostenstijgingen; - hogere BAPO, hogere werkgevers premies en onvoldoende dekking hiervoor in de GPL.
Bovenstaande ontwikkelingen zijn in de meerjarenbegroting zoveel mogelijk meegenomen. OPTIMUS vangt de daling van inkomsten op met krimpen in het personeelsbestand en beheersing van de overige kosten, Zoals nu te voorzien is gaat ons dat lukken. Zorgen om behoud van de kwaliteit van het onderwijs moet ons nog meer creatief maken. Mogelijke extra, nog niet voorziene tegenvallers worden in eerste instantie opgevangen binnen de begroting. Indien dat niet mogelijk is kan, na goedkeuring vooraf door de rvt, een beroep worden gedaan op de financiële reserves binnen het eigen vermogen van OPTIMUS € 7,656.030. Deze reserves zijn vooralsnog toereikend om tegenvallers op te vangen. De ondergrens van het weerstandsvermogen wordt dan echter overschreden wat zeer ongewenst is.
83. Rapportage toezichthoudend orgaan Hiervoor verwijzen we naar de bijlage van dit verslag.
Jaarverslag 2014
OPTIMUS primair ondenrvijs
40
Oriëntatie op de nabije toekomst Het strategisch beleid van OPTIMUS is begin 2014 geactualiseerd. Actuele ontwikkelingen in de maatschappij en de nieuwe schoolplanperiode vragen om aanscherping van beleid. Het uitgangspunt van OPTIMUS is dat kinderen de school met brede bagage verlaten, zodat zij de uitdagingen van de toekomst aan kunnen gaan. OPTIMUS leerlingen leren: Kennis te hebben van de wereld; Vanuit waarden te handelen; Kritisch te denken; Eigenaar te zijn van hun ontwikkeling en uit zichzelf gemotiveerd zijn om te leren; Effectief te communiceren; Sociaal-emotionele en culturele vaardigheden; Hun creativiteit te benutten; Samen te werken; Oplossingsgericht te werken; ICT-vaardig te zijn. Om dit te realiseren is gekozen voor 5 speerpunten van beleid.
Speerpunten van beleid Speerpunt: Opbrengsten in brede zin Aansluitend op de discussie over onderwijs2032 geven de scholen invulling aan de term brede opbrengsten. Naast het op orde hebben van de basisvakken wordt er breed aan de ontwikkeling van kinderen gewerkt. In de nieuwe planperiode heeft iedere school ook haar excellentiegebied bepaald. Speerpunt: Verbeteren en vernieuwen van het onderwijsleerproces Om ervoor te zorgen dat burgers optimaal kunnen blijven functioneren in deze nieuwe digitale maatschappij, moet het onderwijs leerlingen nieuwe vaardigheden leren die in de 21ste eeuw onmisbaar zijn. Naast de basisvaardigheden rekenen en taal gaat het dan ook om kritisch denken, ICT-geletterdheid, creativiteit, communiceren, sociale en culturele vaardigheden, samenwerken en probleemoplossend vermogen (Voogt & Pareja, Roblin, 2010). Met de komst van het iXperium bestaat er volop de mogelijkheid om aan dit doel te werken zowel op leerling- als leerkrachtniveau. De deelname aan de onderzoekskringen sluit aan bij de wens om onderwijs te optimaliseren door onderzoek. Speerpunt: Professionaliseren Een belangrijk speerpunt betreft de ontwikkeling van de professionaliteit in de organisatie. In 2014 is extra geïnvesteerd in de professionalisering van medewerkers. Dit zal in verschillende vormen in 2015 worden doorgezet. De uitwerking van OPTIMUS Academie als onderlegger voor een lerende organisatie is daar een goed voorbeeld van. Nieuwe vormen van leren (collegiaal leren, netwerkleren, leren door onderzoek) krijgt hierin een plaats. Speerpunt: Ouderbetrokkenheid Uit onderzoek blijkt dat het van groot belang is voor de ontwikkeling van kinderen dat school en ouders samenwerken. In het kader van passend onderwijs zal dit nog meer van belang zijn dan voorheen. Iedere school werkt samen met ouders op het niveau van het kind, de groep en de school.
Jaarverslag 2014
OPTIMUS primair onderwijs
41
Speerpunt: Regionale samenwerking Op 1 augustus 2014 is de invoering van Passend Onderwijs een feit. OPTIMUS maakt deel uit van twee samenwerkingsverbanden. In deze verbanden zijn nieuwe structuren en werkwijzen om te komen tot passend onderwijs ingericht. De relatie naar jeugdzorg zal vanaf 1 januari 2015 gestalte krijgen. De wijze waarop passend onderwijs vorm krijgt zowel in basisschoolarrangementen als in speciale arrangementen vraagt om een goed samenspel tussen de zorg op school-, bestuurs- en samenwerkingsverbandniveau. In de komende periode zal de aandacht mede uitgaan naar doelgroepen als hoogbegaafde leerlingen en NT2-leerlingen.
Jaarverslag 2014
OPTIMUS primair onderwijs
42
Jaarrekening 2014 A Grondslagen van de jaarrekening Algemeen De jaarrekening is opgesteld met inachtneming van de bepalingen opgenomen in de Ministeriële Richtlijn jaarverslaggeving onderwijs. Hierbij wordt aansluiting gezocht bij de bepalingen van Boek 2 titel 9 van het Burgerlijk Wetboek en de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving waaronder Richtlijn 660 Onderwijsinstellingen. De waardering van activa en passiva en de bepaling van het resultaat vinden plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij de desbetreffende grondslag voor de specifieke balanspost anders wordt vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarde. Baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop ze betrekking hebben. Winsten worden slechts opgenomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verplichtingen en mogelijke verliezen die hun oorsprong vinden voor het einde van het verslagjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden. De in de jaarrekening opgenomen bedragen luiden in hele euro's. Vergelijkende cijfers Voor zover van toepassing zijn ter vergelijking de realisatiecijfers opgenomen van het voorgaande jaar, alsmede de cijfers van de meest recente, vastgestelde versie van de begroting van het verantwoordingsjaar. Grondslagen voor de waardering van activa en passiva Materiële vaste activa De materiële vaste activa worden gewaardeerd op verkrijgingprijs onder aftrek van eventuele investeringssubsidies, verminderd met de cumulatieve afschrijvingen en indien van toepassing met bijzondere waardeverminderingen. De afschrijvingen worden gebaseerd op de geschatte economische levensduur en worden berekend op basis van een vast percentage van de verkrijgingprijs, rekening houdend met een eventuele residuwaarde. Er wordt afgeschreven vanaf de eerste dag van de maand volgend op de dag van ingebruikname. Investeringen onder de € 500 worden rechtstreeks ten laste van het resultaat gebracht. Het economisch eigendom van de gebouwen is in handen van de gemeente en het juridisch eigendom berust bij het schoolbestuur. Voor kosten van periodiek groot onderhoud wordt een voorziening gevormd. Deze voorziening is opgenomen onder de overige voorzieningen aan de passiefzijde van de balans. Financiële vaste activa De effecten (beleggingsportefeuille) worden gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs of lagere marktwaarde op balansdatum. De marktwaarde is een representatie van de geamortiseerde kostprijs. Vorderingen en overlopende activa De vorderingen worden opgenomen tegen nominale waarde, voor zover noodzakelijk onder aftrek van een voorziening voor het risico van oninbaarheid. Liquide middelen De liquide middelen staan, voor zover niet anders vermeld in de toelichting op de balans, ter vrije beschikking van het bestuur en worden gewaardeerd tegen nominale waarde.
Jaarverslag 2014
OPTIMUS primair onderwijs
43
Algemene reserve De algemene reserve betreft een buffer ter waarborging van de continuïteit van het bevoegd gezag en wordt opgebouwd uit resultaatbestemming van overschotten welke ontstaan uit het verschil tussen de toegerekende baten en werkelijk gemaakte lasten. In geval van een tekort wordt dit resultaat ten laste van de algemene reserve gebracht. Reserves worden geacht uit publieke middelen te zijn opgebouwd tenzij expliciet anders is vermeld in de toelichting op de balans. Voorzieningen De voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op balansdatum bestaan en waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is, waarvan de hoogte redelijkerwijs geschat kan worden en voor zover deze verplichtingen en risico’s niet op activa in mindering zijn gebracht. Eveneens worden voorzieningen gevormd voor verliezen die naar waarschijnlijkheid in de toekomst zullen worden geboekt maar die voortkomen uit risico’s die op balansdatum aanwezig zijn. Voorzieningen kunnen worden gevormd ter egalisatie van kosten waarbij een deel van de in de toekomst te verwachten uitgaven zijn oorsprong heeft voor balansdatum. Voorziening onderhoud De onderhoudsvoorziening beoogt kostenegalisatie voor de uitgaven van groot planmatig onderhoud aan onroerende zaken die door de jaren heen een onregelmatig verloop hebben. De dotaties aan de voorziening zijn gebaseerd op de meerjarenonderhoudsbegroting die een periode kent van 20 jaar. Het uitgevoerde onderhoud wordt ten laste van deze voorziening gebracht. De voorziening is, rekening houdend met geplande jaarlijkse dotaties, toereikend voor het uit te voeren onderhoud in de periode waarvoor de meerjarenonderhoudsbegroting strekt. Voorziening spaarverlof De voorziening spaarverlof is opgebouwd om de kosten van vervangers te betalen wanneer personeelsleden het gespaarde verlof opnemen. De voorziening is berekend op basis van de werkelijk gespaarde uren tegen de actuele waarde. De in de cao opgenomen bindende genormeerde bedragen zijn hierop van toepassing. Voorziening jubilea De voorziening jubilea is gevormd ter dekking van de kosten van jubileumgratificaties die op grond van de cao dienen te worden betaald. Daarbij wordt rekening gehouden een fictieve indiensttredingsleeftijd van 25 jaar, blijfkanspercentage en een uitkering bij 25- en 40-jarig jubileum conform de cao. De voorziening is gewaardeerd tegen contante waarde, de discontovoet bedraagt 4%. Langlopende schulden Opgenomen rentedragende leningen en schulden worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Kortlopende schulden en overlopende passiva De kortlopende schulden hebben een verwachte looptijd van maximaal één jaar en zijn opgenomen tegen de nominale waarde.
Jaarverslag 2014
OPTIMUS primair onderwijs
44
Grondslagen voor de resultaatbepaling Algemeen Het resultaat wordt bepaald als het verschil tussen de baten en alle hiermee verbonden, aan het verslagjaar toe te rekenen lasten. De baten en lasten worden toegerekend aan de verslagperiode waarop deze betrekking hebben. Rijksbijdragen OCW De ontvangen (normatieve) rijksbijdrage en de niet-geoormerkte OCW-subsidies (vrij besteedbare doelsubsidies zonder verrekeningsclausule) worden in het jaar waarop de toekenningen betrekking hebben volledig verwerkt als bate in de staat van baten en lasten. Geoormerkte OCW-subsidies met een vrij besteedbaar overschot (doelsubsidies waarbij het overschot geen verrekeningsclausule heeft) worden ten gunste van de staat van baten en lasten verantwoord naar rato van de voortgang van de gesubsidieerde activiteiten. Het deel van de subsidies waar nog geen activiteiten voor zijn verricht per balansdatum worden verantwoord onder de overlopende passiva. Geoormerkte OCW-subsidies (doelsubsidies met verrekeningsclausule) worden ten gunste van de staat van baten en lasten verantwoord in het jaar ten laste waarvan de gesubsidieerde lasten komen. Niet bestede middelen worden verantwoord onder de overlopende passiva zolang de bestedingstermijn nog niet is verlopen. Niet bestede middelen worden verantwoord onder de kortlopende schulden zodra de bestedingstermijn is verlopen op balansdatum. Overige overheidsbijdragen Onder de overige overheidsbijdragen worden de vergoedingen opgenomen verstrekt door gemeente of provincie. De overige overheidsbijdragen worden toegerekend aan het verslagjaar waarop ze betrekking hebben. Overige baten Onder de overige baten worden de vergoedingen opgenomen die niet verstrekt zijn door het Ministerie van OCW, gemeenten, provincie of andere overheidsinstellingen. De overige baten worden toegerekend aan het verslagjaar waarop ze betrekking hebben. Personele lasten Onder de personele lasten worden de lasten opgenomen van de personeelsleden die in dienst zijn van de rechtspersoon, alsmede de overige personele lasten die betrekking hebben op o.a. het inhuren van extra personeel, scholingskosten, bedrijfsgezondheidszorg. Afschrijvingen De afschrijvingen zijn gerelateerd aan de verkrijgingsprijs van de desbetreffende (immateriële en) materiële vaste activa. Afschrijvingen vinden plaats volgens de lineaire methode op basis van de geschatte economische levensduur. Er wordt afgeschreven vanaf de eerste dag van de maand volgend op de dag van ingebruikname. Afschrijfpercentages activa Gebouwen
2%
Meubilair
5%
ICT en apparatuur
20 %
Leermiddelen
Jaarverslag 2014
12,5 %
OPTIMUS primair onderwijs
45
Pensioenverplichtingen Stichting OPTIMUS PO heeft voor haar werknemers een toegezegd-pensioenregeling. Hiervoor in aanmerking komende werknemers hebben op de pensioengerechtigde leeftijd recht op een pensioen dat is gebaseerd op het gemiddeld verdiende loon berekend over de jaren dat de werknemer pensioen heeft opgebouwd bij OPTIMUS PO. De verplichtingen, welke voortvloeien uit deze rechten van haar personeel, zijn ondergebracht bij het bedrijfstakpensioenfonds ABP. De pensioenrechten worden jaarlijks geïndexeerd, indien en voor zover de dekkingsgraad van het pensioenfonds (het vermogen van het pensioenfonds gedeeld door haar financiële verplichtingen) dit toelaat. Naar de stand van ultimo december 2014 is de dekkingsgraad van het pensioenfonds 101,1% (bron: website www.abp.nl, d.d. 10-02-2015). De beleggingsdekkingsgraad bedraagt in 2014 104,7%. OPTIMUS PO heeft geen verplichting tot het voldoen van aanvullende bijdragen in geval van een tekort bij het pensioenfonds, anders dan het effect van hogere toekomstige premies. OPTIMUS PO heeft daarom alleen de verschuldigde premies tot en met het einde van het boekjaar in de jaarrekening verantwoord. Grondslagen voor de opstelling van het kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht wordt opgesteld volgens de indirecte methode. De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit liquide middelen en vlottende effecten. Effecten worden als liquide gezien indien deze als vlottend actief worden verantwoord. Ontvangen interest wordt opgenomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten. Betaalde interest wordt opgenomen onder de kasstroom uit financieringsactiviteiten. Transacties waarbij geen ruil van geldmiddelen plaatsvindt, waaronder financiële leasing, worden niet in het kasstroomoverzicht opgenomen. De betaling van de leasetermijnen is opgenomen onder de operationele activiteiten.
Jaarverslag 2014
OPTIMUS primair onderwijs
46
B Balans (na resultaatbestemming) Balans 31-12-2014 Activa
€
31-12-2013 €
€
€
Vaste activa Materiële vaste activa
3.053.585
2.925.663
Financiële vaste activa
1.905.711
1.900.197 4.959.296
4.825.860
Vlottende activa Vorderingen
2.967.827
2.747.246
Liquide middelen
6.279.470
6.534.471
Totaal activa
9.247.297
9.281.717
14.206.593
14.107.577
Balans 31-12-2014 Passiva
31-12-2013
€
€
Eigen vermogen
7.656.030
€ 7.346.921
Voorzieningen Onderhoudsvoorziening Jubilea, spaarverlof
Langlopende schulden Kortlopende schulden Totaal passiva
Jaarverslag 2014
2.610.186
2.359.890
534.234
526.175 3.144.420
2.886.065
34.033
65.352
3.372.110
3.809.239
14.206.593
14.107.577
OPTIMUS primair onderwijs
47
C Staat van baten en lasten Staat van baten en lasten over 2014 Realisatie 2014 Begroot 2014 €
€
€
€
Realisatie 2013 €
€
Baten Rijksbijdragen Overige overheid Overige baten
29.194.254
28.253.356
30.370.381
340.898
259.067
361.529
3.010.682
2.763.182
2.920.318
Totaal baten
32.545.834
31.275.605
33.652.228
Lasten Personeelslasten
26.771.548
26.866.887
27.602.829
607.272
642.141
632.920
Huisvestingslasten
2.234.493
2.262.319
2.225.183
Overige lasten
2.723.801
1.913.815
2.335.758
Afschrijvingen
Totaal lasten Saldo baten en lasten Financiële baten/lasten Resultaat
Jaarverslag 2014
32.337.114
31.685.162
32.796.690
208.720
-409.557
855.538
100.389
106.285
212.175
309.109
-303.272
1.067.713
OPTIMUS primair onderwijs
48
D Kasstroomoverzicht 2014
2013
€
€
€
€
Uit operationele activiteiten Saldo baten en lasten
208.720
855.538
Aanpassingen voor: Afschrijvingen
607.272
632.920
Mutaties voorzieningen
258.355
283.651 865.627
916.571
Verandering in vlottende middelen: Vorderingen
-220.581
68.849
Schulden
-437.129
253.877 -657.710
322.726
416.637
2.094.835
Kasstroom uit bedrijfsoperaties Ontvangen interest/koerswinst
112.740
244.102
Betaalde interest/koersverlies
-12.351
-31.927
Saldo interest
100.389
212.175
Uit investeringsactiviteiten Investeringen MVA
-748.251
-412.503
13.057
7.769
Investeringen FVA
0
-991.845
Des-investeringen FVA
0
3.096.666
-5.514
-56.959
Des-investeringen MVA
Overige mutaties FVA Uit investeringsactiviteiten
-740.708
1.643.128
Uit financieringsactiviteiten Aflossing langlopende schulden
-31.319
-143.681
Uit financieringsactiviteiten Mutatie liquide middelen
-31.319
-143.681
-255.001
3.806.457
Eindstand liquide middelen
6.279.470
6.534.471
Beginstand liquide middelen
6.534.471
2.728.014
Mutatie liquide middelen
Jaarverslag 2014
-255.001
OPTIMUS primair onderwijs
3.806.457
49
E Toelichting bij de balans Materiële vaste activa
Stand 31-12-2013 Verkrijgingswaarde Cumulatieve afschrijving Boekwaarde 31-12-2013 Mutaties 2014 Investeringen Desinvesteringen Afschrijvingen Afschrijving desinvesteringen Saldo mutaties 2014
Gebouwen & terreinen € 91.228 -20.066 71.162
LeermiddelICT en en (PO) apparatuur € € € 3.347.126 1.702.250 1.597.889 -1.656.852 -999.620 -1.136.292 1.690.274 702.630 461.597
Meubilair
Totaal € 6.738.493 -3.812.830 2.925.663
0 0 -1.870
170.556 -63.703 -176.554
167.717 -243.883 -180.744
409.978 -448.961 -248.104
748.251 -756.547 -607.272
0
63.703
232.214
447.573
743.490
-1.870
-5.998
-24.696
160.486
127.922
Stand 31-12-2014 Verkrijgingswaarde Cumulatieve afschrijvingen Boekwaarde 31-12-2014
91.228 -21.936 69.292
3.453.979 -1.769.703 1.684.276
1.626.084 -948.150 677.934
1.558.906 -936.823 622.083
6.730.197 -3.676.612 3.053.585
Afschrijvingspercentage
2%
5%
12,50%
20%
Per 01-01-2014 volledig afgeschreven activa zijn in 2014 als desinvestering afgeboekt. Dit betreft een bedrag van € 686.397 aan afschrijvingen en cumulatieve afschrijvingen. Daarnaast zijn er activa verkocht die nog een opbrengst hebben gehad van € 13.057.
Jaarverslag 2014
OPTIMUS primair onderwijs
50
Financiële vaste activa
Soort obligatie/aandelen 3,750% Bank Ned. Gem 10/20 3,250% Nederland 11/21 3,625% ABN/AMRO 10/20 4,000% ING bank 10/20 4,000% Cades 04/19 2,625% Bank Ned. Gem 10/20 2,750% Europese Investerings Bank 11/21 1,750% Nederland 13/23 2,250% EIB 12/22 2,250% Nederland 12/22 1,875% EFSF 13/23 Totaal financiële vaste activa
Balans waarde 31-12-2013 € 104.920 273.465 107.374 109.795 108.106 104.946 105.260 287.670 201.606 305.295 191.760
Verkocht/ Gekocht € 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
1.900.197
0
0 0 0 0 0 0 0 2.538 0 2.976 0
Balans waarde 31-12-2014 € 104.920 273.465 107.374 109.795 108.106 104.946 105.260 290.208 201.606 308.271 191.760
5.514
1.905.711
Resultaat 2014 €
Bijlage 1 bij de jaarstukken is een uitgebreide versie van bovenstaande tabel, met ondermeer ratings en koerswaarden. Vorderingen 31-12-2014 € Debiteuren Ministerie OC en W (betaalritme lumpsum) Ministerie OC en W extra budget Vervangingsfonds Overige debiteuren Totaal debiteuren Te ontvangen rente/ lopende rente Afrekening MOSAGROEP Belastingdienst WIA/WAO 2013 Nog te ontvangen bedragen Vordering speelzaal Passend Onderwijs Vooruitbetaalde kosten Gemeente vandalisme en inrichting Gemeente bouwbudgetten Gemeente gymzaal Gemeente schoolbegeleiding Gemeente schakelklas Beheerstichting Kindcentrum Zeeland OZB Verkeer Waarborgsommen Totaal overige vorderingen Totaal vorderingen
Jaarverslag 2014
OPTIMUS primair onderwijs
31-12-2013 €
1.399.758 231.430 230.610 507.281 2.369.079
1.457.355 0 427.631 143.219 2.028.205
74.417 0 0 92.255 0 76.308 221.251 7.052 0 25.118 0 30.044 35.000 801 20.092 16.410 598.748
75.704 175.339 105.309 61.594 14.020 0 194.503 3.456 16.462 5.660 17.072 0 0 0 27.272 22.650 719.041
2.967.827
2.747.246
51
Alle vorderingen hebben een resterende looptijd korter dan een jaar. Het vormen van een voorziening wegens oninbaarheid is niet nodig. Liquide middelen 31-12-2014 € 6.131.735 146.115 1.620 6.279.470
Bestuursrekeningen School inzake-bankrekeningen Kasmiddelen Totaal liquide middelen
31-12-2013 € 5.882.600 648.378 3.493 6.534.471
De liquide middelen opgenomen onder de bestuursrekeningen staan volledig ter vrije beschikking van OPTIMUS. Eigen vermogen Het resultaat over 2014 wordt toegevoegd aan de algemene reserve.
Stichtingskapitaal Algemene reserve Totaal eigen vermogen
31-12-2013 € 45 7.346.876 7.346.921
Resultaat € 0 309.109 309.109
Overige € 0 0 0
31-12-2014 € 45 7.655.985 7.656.030
Voorzieningen De voorziening onderhoud is in gebruik ter egalisatie van onderhoudskosten in de loop der jaren. Voorziening onderhoud Stand per 31-12-2013 Dotaties Onttrekkingen Stand per 31-12-2014
€ 2.359.890 435.450 -185.154 2.610.186
Kortlopend deel < 1 jaar Langlopend deel 1-5 jaar Langlopend deel > 5 jaar
93.641 896.391 1.620.154
Jaarverslag 2014
OPTIMUS primair onderwijs
52
De voorziening Spaarverlof betreft de verplichtingen aan personeel uit hoofde van Spaarverlof. Voorziening spaarverlof € Stand per 31-12-2013 Dotatie Onttrekkingen Stand per 31-12-2014
140.493 4.082 -1.105 143.470
Kortlopend deel < 1 jaar Langlopend deel 1-5 jaar Langlopend deel > 5 jaar
22.400 89.600 31.470
De voorziening Jubilea betreft de verplichtingen aan personeel uit hoofde van Jubilea. Voorziening jubilea Stand per 31-12-2013 Dotatie Onttrekkingen Stand per 31-12-2014
€ 385.682 44.772 -39.690 390.764
Kortlopend deel < 1 jaar Langlopend deel 1-5 jaar Langlopend deel > 5 jaar
32.787 121.412 236.565
Langlopende schulden
Lening Gemeente Oss Lening Samenwerkingsverband Primair Onderwijs Maasland Totaal langlopende schulden
31-12-2014 € 34.033 0 34.033
31-12-2013 € 34.033 31.319 65.352
De langlopende schulden betreffen: · Een lening van de gemeente Oss groot € 34.033. Deze lening is renteloos, te allen tijde geheel of gedeeltelijk boetevrij aflosbaar en is niet eerder opeisbaar dan nadat een onroerende zaak aan het onderwijs wordt onttrokken. · Een lening aan Stichting Samenwerkingsverband Primair Onderwijs Maasland. In 2014 is hierop € 31.319 afgelost. Deze lening is in 2008 aangegaan. De rente bedraagt 1,7%. De lening is september 2014 afgelost.
Jaarverslag 2014
OPTIMUS primair onderwijs
53
Kortlopende schulden
Crediteuren Belastingen en sociale premies Pensioenverplichtingen Vervangingsfonds Lonen en salarissen Nog te betalen vakantie-uitkering Nog te betalen bindingstoelage Vooruitontvangen bedragen UWV WAO uitkeringen Gemeente bouwbudgetten Nog te betalen bedragen Flankerend beleid 2013 afwikkeling 2015-2017 Te besteden professionaliseringsbudget 2014 Vervangingsfonds Loyalis Door te betalen vervangingspool Nog te besteden projectsubsidies Totaal kortlopende schulden
Jaarverslag 2014
OPTIMUS primair onderwijs
31-12-2014 € 490.407 1.096.579 324.628 0 40.469 800.543 48.400 6.442 0 16.967 141.248 56.445 103.406 27.229 12.100 152.495 54.752 3.372.110
31-12-2013 € 357.631 1.166.179 390.628 136.751 37.868 838.583 52.000 219.351 33.775 0 506.118 0 0 0 0 0 70.355 3.809.239
54
F Niet uit de balans blijkende verplichtingen Huur Bij ITEC loopt een huurovereenkomst voor de kopieermachines. Dit is een opengebroken overeenkomst uit september 2007. De huurverplichting bedraagt € 16.750 per maand exclusief BTW, voor 600.000 zwart-wit en 40.000 kleur kopieën per maand. Op jaarbasis vindt een afrekening plaats van meer kopieën. De meerkosten bedragen € 0,01 voor een zwart-wit kopie en € 0,07 voor een kleuren kopie. De huurverplichting is aangegaan voor de looptijd van 78 maanden, vanaf 1 januari 2013. Regeling duurzame inzetbaarheid Met ingang van 1 september is de regeling duurzame inzetbaarheid in werking getreden. Ten tijde van het opstellen van de jaarrekening is gebleken dat het onmogelijk is een inschatting te maken van de hier uit voortvloeiende verplichtingen. Wel is duidelijk dat deze verplichtingen per persoon gering zijn en dat het over een relatief gering aantal personeelsleden gaat. Derhalve is besloten voor 2014 geen voorziening te treffen. In 2015 zal er meer duidelijkheid komen over het gebruik van deze regeling en zal bekeken worden wat de financiële consequenties zijn.
G Verbonden partijen Er zijn geen verbonden partijen.
Jaarverslag 2014
OPTIMUS primair onderwijs
55
H Toelichting op Staat van Baten en Lasten In onderstaande opstellingen treft u een vergelijking tussen het in 2014 gerealiseerde resultaat en de begroting, en het resultaat van 2013. De begroting 2014 is door de rvt vastgesteld in haar vergadering van 9 december 2013. (Rijks)bijdragen OCW Personele lumpsum Vergoeding OC&W samenvoeging Materiële instandhouding Prestatiebox Personeels- en arbeidsmarktbeleid Vergoeding geïndiceerde leerlingen Bekostiging impulsgebieden Eerste opvang vreemdelingen Toename asielzoekerskinderen Loonkostensubsidie OOP Normatieve rijksbijdrage Vergoedingen passend onderwijs Geoormerkte subsidies OCW Niet geoormerkte subsidies OCW Totaal rijksbijdragen
Overige overheidsbijdragen Vergoeding gymzalen Overige vergoedingen gemeente Totaal overige overheidsbijdragen
Overige baten Inkomsten samenwerkingsverband Inkomsten @Land van Cuijk Bijdrage ouders Bijdrage overblijven Baten verhuur medegebruik Sponsoring Detacheringen inkomsten Doorbelasting vervangingspool Overige personele baten Overige baten Totaal overige baten
Jaarverslag 2014
Realisatie 2014 20.172.428 55.907 3.939.964 580.697 2.643.992 546.240 193.843 88.812 0 15.605 28.237.488 649.690 0 307.076 29.194.254
Begroting 2014 20.127.309 0 3.874.022 528.073 2.474.038 790.287 196.817 48.752 11.629 9.096 28.060.023 0 0 193.333 28.253.356
Realisatie 2013 20.725.174 0 4.001.432 575.741 2.585.703 899.528 207.892 74.946 0 15.594 29.086.010 0 3.000 1.281.371 30.370.381
Realisatie 2014 97.389 243.509
Begroting 2014 88.420 170.647
Realisatie 2013 72.158 289.371
340.898
259.067
361.529
Realisatie 2014 662.053 89.915 43.392 61.768 134.948 16.772 405.447 309.929 917.678 368.780 3.010.682
Begroting 2014 914.530 94.196 34.025 49.800 105.901 8.350 550.659 375.000 380.562 250.159 2.763.182
Realisatie 2013 1.249.664 94.160 48.520 60.751 137.594 26.523 273.370 371.012 542.302 116.422 2.920.318
OPTIMUS primair onderwijs
56
Personele lasten Lonen en salarissen Sociale lasten Pensioenlasten Salariskosten tlv vervangingsfonds Mutatie verplichting bindingstoelage Kosten inleen vervangingspool Kosten inleen personeel Kosten payrolling Dotatie voorziening spaarverlof Dotatie voorziening jubilea Scholingskosten/nascholing OPTIMUS Academie Kosten arbodienst en BGZ Reis-en verblijfskosten Vrijwilligersvergoeding Overige personeelskosten Kantine kosten Uitkeringen VVF incl. CPV Personele uitkeringen niet-VVF Totaal personele lasten Gemiddeld aantal FTE in dienst in: Totaal Afschrijvingen Gebouwen en terreinen Meubilair en inventaris ICT en apparatuur Onderwijsleerpakket Totaal afschrijvingen
Huisvestingslasten Huur/medegebruik Dotatie voorziening groot onderhoud Beveiliging Klein onderhoud / Inventaris Tuinonderhoud Schoonmaakkosten Energie en Water Heffingen Overige huisvestingskosten Kosten onderhoudsbeheer Totaal huisvestingslasten
Jaarverslag 2014
Realisatie 2014 18.259.858 4.671.305 2.838.534 920.480 -3.600 805.151 239.968 4.444 4.082 44.772 528.340 36.598 78.867 110.564 50.420 230.923 61.591 -1.748.387 -362.362 26.771.548 2014
Begroting 2014 25.908.996 0 0 0 0 737.510 700.121 0 0 0 755.000 45.700 190.000 96.850 51.260 252.350 57.800 -1.741.200 -187.500 26.866.887
Realisatie 2013 19.975.278 4.150.311 2.979.793 0 0 765.813 415.604 61.920 -22.396 41.096 356.224 18.413 518.993 109.591 50.092 134.116 65.722 -1.749.297 -268.444 27.602.829
0,00
2013 421,51
Realisatie 2014 1.870 176.554 248.104 180.744 607.272
Begroting 2014 2.635 178.837 265.565 195.104 642.141
Realisatie 2013 1.870 168.203 274.660 188.187 632.920
Realisatie 2014 183.678 435.450 70.875 201.953 14.729 722.139 508.233 41.980 3.928 51.528 2.234.493
Begroting 2014 162.796 435.450 70.700 160.500 15.700 667.263 539.500 38.510 126.900 45.000 2.262.319
Realisatie 2013 171.684 438.409 97.865 165.642 13.648 723.204 537.606 34.817 0 42.308 2.225.183
OPTIMUS primair onderwijs
57
Overige instellingslasten Kosten MR/OR Verzekeringen Culturele vorming Religieuze vorming Telefoonkosten Abonnementen/lidmaatschappen Leermiddelen / verbruiksmateriaal Licentiekosten onderwijs Kopieerkosten en drukwerk Techniek Schoolreis en sportdagen, kamp Leerlingonderzoeken Uitgaven overblijven Overige school-activiteiten Onderhoud ICT automatisering Kosten administratie Accountantskosten Bestuurskosten Representatiekosten Overige kosten onderwijs Totaal overige instellingslasten
Realisatie 2014 27.006 19.901 44.216 165 52.939 213.453 469.167 140.247 323.492 3.767 46.626 82.875 55.414 13.747 482.320 446.404 9.457 27.194 56.895 208.516 2.723.801
Begroting 2014 25.275 2.280 35.800 1.250 44.400 103.285 465.818 162.625 344.100 7.180 40.975 83.150 52.650 8.250 340.901 84.276 23.000 3.000 22.600 63.000 1.913.815
Realisatie 2013 21.892 7.473 38.920 47 55.495 133.380 448.373 138.534 376.194 3.438 47.978 66.859 66.874 20.228 394.070 207.672 23.999 40.368 28.803 215.161 2.335.758
De accountantskosten zijn vermeld in onderstaand overzicht. Accountantskosten Controle van de jaarrekening Andere controleopdrachten Fiscale adviesdiensten Andere niet controle diensten Totaal Financiële baten en Lasten Rentebaten Bankkosten Baten effecten Lasten effecten Totaal financiële baten en lasten
Jaarverslag 2014
Realisatie 2014 9.457 2.435 0 0 11.892
Realisatie 2013 23.999 0 21.082 0 45.081
Realisatie 2014 61.612 -7.947 51.128 -4.404 100.389
Begroting 2014 55.490 -3.830 58.925 -4.300 106.285
OPTIMUS primair onderwijs
Realisatie 2013 74.183 -6.932 169.919 -24.995 212.175
58
I Opgave doelsubsidies (model G) Verantwoording van doelsubsidies G1. Verantwoording van subsidies zonder verrekeningsclausule Omschrijving Kenmerk Datum
Bedrag toewijzing
Ontvangen t/m verslagjaar 0 0 0
Totaal
0 0 0
G2. Verantwoording van subsidies met verrekeningsclausine Aflopend per ultimo verslagjaar Omschrijving Kenmerk Datum
Bedrag toewijzing 0 0 0
Totaal
Jaarverslag 2014
OPTIMUS primair onderwijs
Totale kosten
Ontvangen t/m verslagjaar 0 0
0 0 0
59
J Beloning Bestuurders (model H) In onderstaande tabel is de beloning van de bestuurders en toezichthouders vermeld op basis van de totale loonkosten. Naam
Voorzitter j/n
M. van Baast M. van den Berg
j n+j (*)
Ingang dienstverband
01-01 01-01
Einde dienstverband
01-08 31-12
Omvan Beloning g dienst- € verband in FTE
1 1
Belastbare vaste en variable onkostenvergoedingen €
76.948 102.871 179.819
0 0 0
Voorzieningen en beloning betaalbaar op termijn €
12.933 17.245 30.178
Uitkering beëindiging dienstverband €
Motiveringen overschrijding norm en andere toelichtingen
75.000 nvt 0 nvt 75.000
ad *: M van den Berg was lid en is na het vertrek van M van Baast voorzitter geworden VERMELDING TOPFUNCTIONARISSEN EN GEWEZEN TOPFUNCTIONARISSEN 2 (vermelding alle bestuurders zonder dienstbetrekking) Voorzieningen Uitkering MotiverinNaam Voorzitter Ingang Einde Omvan Beloning € Belastbare vaste en en beloning beëindiging gen j/n dienst- dienst- g dienstverband variable betaalbaar dienstverband overschrijververin FTE onkostenop termijn € ding norm band band vergoedingen € en andere € toelichtingen nvt
0 0
VERMELDING TOEZICHTHOUDERS (lid van het hoogste toezichtorgaan) Naam Voorzitter Ingang Einde Beloning € j/n funcie- funcievervul- vervulling ling
A. Daalmans Th. van den Hark P. Tijssen M. van Toorenburg M. van Vijfeijken Y. Visser A.van der Vorst
j n n n n n n
01-01 01-01 01-01 01-01 01-01 01-01 01-01
31-12 31-12 31-12 31-12 31-12 31-12 31-12
0 0
Belastbare vaste en variable onkostenvergoedingen €
9.000 4.500 4.500 4.500 4.500 4.500 4.500 36.000
0 0 0 0 0 0 0 0
0 0
Voorzieningen en beloning betaalbaar op termijn €
0 nvt 0
Uitkering beëindiging dienstverband €
0 0 0 0 0 0 0 0
Motiveringen overschrijding norm en andere toelichtingen 0 0 0 0 0 0 0 0
nvt nvt nvt nvt nvt nvt nvt
VERMELDING NIET-TOPFUNCTIONARISSEN (andere functionarissen van wie de bezoldiging c.q. de ontslagvergoeding de norm overschrijdt) Naam
Ingang dienstverband
Einde dienstverband
nvt
VERMELDING NIET-TOPFUNCTIONARISSEN (zelfde Naam Ingang Einde dienst- dienstververband band
nvt
Omvan Beloning € g dienstverband in FTE
Belastbare vaste en variable onkostenvergoedingen €
0 0
0 0
Voorzieningen en beloning betaalbaar op termijn €
Uitkering beëindiging dienstverband €
0 0
opgave als hierboven, maar dan over het voorgaande verslagjaar) Voorzieningen Uitkering Omvan Beloning € Belastbare vaste en en beloning beëindiging g dienstverband variable betaalbaar dienstverband in FTE onkostenop termijn € vergoedingen € € 0
0
0
Motiveringen overschrijding norm en andere toelichtingen 0 nvt 0
Motiveringen overschrijding norm en andere toelichtingen 0 nvt
Het college, bestaande uit de heren Van Baast en Van den Berg, had de dagelijkse leiding in 2014. Per 1 augustus 2014 is de heer Van Baast uitgetreden. De beloning 2014 is op basis van de CAO bestuurders. De bedragen zijn vermeld conform de regeling van 26-02-2014, nummer 2014-000 104920.
Jaarverslag 2014
OPTIMUS primair onderwijs
60
De vergoeding voor de leden van de rvt is exclusief BTW en is gebaseerd op de richtlijnen van de Vereniging voor Toezichthouders van Onderwijsinstellingen (VTOI). In 2014 was dit € 4.500 bruto voor een lid en € 9.000 bruto voor de voorzitter. Er zijn geen bezoldigingen bij OPTIMUS PO die hoger zijn dan de sectorale norm die is afgesproken als uitwerking van de Wet Normering Topinkomens. Deze norm bedraagt over 2014 voor het primair onderwijs € 165.901.
Jaarverslag 2014
OPTIMUS primair onderwijs
61
#iluu K Ondertekening Vaststelllng en goedkeuring jaarrekening Het orb van OPTIMUS prlmair ondenrvljs heeft de Jaarrekenlng 2OL4 vastgesteld In de vergadering van De rvt van OPTIMUS prlmalr ondenrijs heeft de Jaarrekenlng 2Ol4 goedgekeurd in de vergaderlng van 11 mel 2015 ,
Ondcrtckening door lcden van collcgc Yen bcrtuur cn raad van tocrlcht
Ten blljke van de vaststelllng en goedkeurlng ls de Jaarrekenlng Ingevolge artlkel 15 lid 6 van de statuten ondertekend door alle zlttende leden van het college van bestuur en raad van toezlcht dle ook verantwoordlng dragen voor het gevoerde beleld In 2014.
Raad
toezlcht
T/),2
i- Lfo
der Vorst
P.M.V ïJssen
ttafaA
JaaÍvlalrg
van toezlcht
Xl{
OFThillSprh|*odaË
62
Overige gegevens Bestemming saldo exploitatie Het saldo van de exploitatie (positief € 309.109) wordt geheel bestemd ten gunste van de Algemene reserve. Daarmee bedraagt de Algemene reserve na resultaatbestemming € 7.656.030.
Gebeurtenissen na balansdatum Er hebben zich geen gebeurtenissen na balansdatum voorgedaan tot aan de datum van het opmaken van de jaarrekening die nadere informatie geven over de feitelijke situatie op balansdatum.
Jaarverslag 2014
OPTIMUS primair onderwijs
63
Controleverklaring
Jaarverslag 2014
OPTIMUS primair onderwijs
64
Bijlage 1: Overzicht Financiële vaste activa (uitgebreid) Soort obligatie/aandelen
Nominaal
BalansJaar Hoofdsom Rating waarde aanschaf garantie 31-12-2013
€
€
Verkocht c.q. gekocht
Aanschafprijs
€
€
Resultaat 2014 €
Balanswaarde 31-12-2014
Beurswaarde 31-12-2014
€
€
3,750% Bank Ned. Gem 10/20
100.000
2010
Ja
AA+
104.920
0
104.920
0
104.920
117.250
3,250% Nederland 11/21
250.000
2010
Ja
Aaa
273.465
0
273.465
0
273.465
297.775
100.000
2012
Ja
AAA
107.374
0
107.374
0
107.374
117.650
100.000 100.000
2012 2012
Ja Ja
AAA AA+
109.795 108.106
0 0
109.795 108.106
0 0
109.795 108.106
118.675 118.190
100.000
2012
Ja
AA+
104.946
0
104.946
0
104.946
112.655
100.000
2012
Ja
AAA
105.260
0
105.260
0
105.260
115.905
1,750% Nederland 13/23
300.000
2013
Ja
Aaa
287.670
0
290.208
2.538
290.208
329.880
2,250% EIB 12/22
200.000
2013
Ja
AAA
201.606
0
201.606
0
201.606
226.610
2,250% Nederland 12/22
300.000
2013
Ja
Aaa
305.295
0
308.271
2.976
308.271
340.740
1,875% EFSF 13/23 Totaal Financiële vaste activa
200.000
2013
Ja
AA
191.760
0
191.760
0
191.760
220.300
1.900.197
0
1.905.711
5.514
1.905.711
2.115.630
3,625% ABN/AMRO 10/20 4,000% ING bank 10/20 4,000% Cades 04/19 2,625% Bank Ned. Gem 10/20 2,750% Europese Investerings Bank 11/21
Jaarverslag 2014
1.850.000
OPTIMUS primair onderwijs
65
Bijlage 2: Jaarverslag 2014 raad van toezicht
Jaarverslag 2014 raad van toezicht OPTIMUS primair onderwijs
Jaarverslag 2014 rvt
OPTIMUS primair onderwijs
66
Inhoudsopgave 1 1.1 1.2 1.3 1.4
De raad van toezicht, een beschrijving Algemene beschrijving van de rvt Samenstelling van de rvt in 2014 Commissies van de rvt in 2014 Ambtelijk secretariaat van de rvt
2 2.1
Samenvatting van de bevindingen van de uitoefening van het toezicht Zelfevaluatie
3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8
Feiten De vergaderingen van de rvt De vergaderingen van de commissies van de rvt Besluitvorming door de rvt De jaarlijkse evaluatie van de rvt (neven)functies van leden van de rvt Het rooster van aftreden voor de rvt Gerealiseerde goedkeuringstaken en instemmingstaken door de rvt Het oog op de klokkenluidersregeling
4 4.1 4.2 4.3
Bijlagen Jaarverslag van de commissie werkgeversrol Jaarverslag van de commissie onderwijs en identiteit Jaarverslag van de auditcommissie
Jaarverslag 2014 rvt
OPTIMUS primair onderwijs
67
1
De raad van toezicht, een beschrijving
Artikel 12 van de statuten beschrijft integraal de “taken en bevoegdheden” van de rvt. In onderstaande deelparagraaf (1.1) worden deze taken en bevoegdheden in minder ambtelijke taal uiteengezet.
1.1.
Algemene beschrijving van de rvt
De rvt is een onafhankelijk orgaan, dat namens de gemeenschap, toeziet op: Het vervullen van de maatschappelijke functie van de onderwijsorganisatie OPTIMUS, te weten: het realiseren van de, wettelijk vastgelegde en maatschappelijk verlangde, doelen van het primair onderwijs: De beleidsvorming door het cvb en de effectiviteit van het bestuurlijk handelen m.b.t.: De realisatie van het doel van OPTIMUS: leerresultaten, opvoedings- en vormingsresultaten; De vormgeving van de identiteit. De verankering van de onderwijsorganisatie: de samenwerking met ouders en andere belanghebbenden/stakeholders in het perspectief van de gezamenlijke bijdrage aan de maatschappelijke ontwikkelingen en daardoor mede de oplossing van maatschappelijke problemen; De duurzame vormgeving van een bedrijfsvoering welke noodzakelijk is om de doelen te kunnen realiseren, bijvoorbeeld het personeelsbeleid, het financieel beleid, de medezeggenschap, en Het voldoen aan eisen van financiële efficiëncy en verslaggeving De interne controle en risicobeheersing Het naleven van wet- en regelgeving De integriteit van de organisatie. De rvt heeft naast deze toezichttaken (het controlerend toezicht) ook andere taken, te weten: goedkeuringstaken: het strategisch beleidsplan en strategische beslissingen, de begroting; werkgeverstaken: het benoemen, schorsen en ontslaan van het bestuur evenals het optreden als bevoegd werkgever van het bestuur en regeltaken: het zorgdragen voor de regelgeving van de rechtspersoon door het vaststellen van zijn statuten en van het reglement van toezicht en door het goedkeuren van het reglement van het bestuur; en Het regelen van zijn eigen werkzaamheden, zoals zijn informatievoorziening, samenstelling en kwaliteit, deskundigheidsbevordering of honorering. klankbord en adviestaak (het stimulerend toezicht). Over de uitoefening van deze verantwoordelijkheden en bevoegdheden legt de raad verantwoording af in een eigen jaarverslag. Dit verslag wordt aan het jaarverslag van het cvb toegevoegd.
Jaarverslag 2014 rvt
OPTIMUS primair onderwijs
68
7,2. Samenstelling
van de rvt in 2074
1.2.L Statutair is het aantal leden waaruit de rvt bestaat bepaald op ten minste 5 en ten hoogste 7 leden. Op 1 januari 2OL4 bestond de rvt uit 7 leden. L.2.2 Vervolgens streeft de rvt overeenkomstig het bepaalde in de stichtingsstatuten en de betreffende reglementen; én op geleide van een rooster van aftreden en een bezinning daarop, naar een evenwicht in continuïteit en vernieuwing van zijn samenstelling. Op 31 december 2014 treden, volgens het rooster van aftreden, twee leden van de raad van toezicht af. Tevens zal één lid aftreden vanwege het aanvaarden van een andere functie om evt. belangenverstrengeling te vermijden. In de statuten van de stichting OPTIMUS en in het reglement van de raad van toezicht (beide opgenomen in het Handboek van de raad van toezicht), zijn bepalingen opgenomen met betrekking tot de omvang van de raad van toezicht; en hoe te handelen bij gelegenheid van het regulier aftreden van leden van de raad van toezicht. De raad van toezicht moet zich beraden op zijn samenstelling (omvang; maatschappelijke achtergronden; deskundigheden en disciplines; en overige factoren welke leiden tot gewenste d iversiteit). Daarna stelt de raad een specifieke profiel op en richt de daarbij behorende zeggenschap en procedures in, conform het bepaalde in zijn reglement en/of statuten; of op basisvan daarbovenop gegroeide gebruiken. De procedure heeft geleid tot herbenoeming van één lid van de rvt. Voor de andere 2 functies (profielen onderwijs en financiën/bedrijfsvoering) zal extern geworven worden.
1.2.3 De leden van de rvt in 2014 zijn: De heer drs. A.C.M. Daalmans, voorzitter De heer mr. drs. P,M.L. Tijssen, vice voorzitter/secretaris De heer dr. Th.E.M. van den Hark, lid (aftredend per 31 december 20L4) Mevrouw drs. Y.Th.J.M. Visser, lid (aftredend per 31 december 20L4 en herbenoemd) Mevrouw dr. mr. M.M. van Toorenburg, lid Mevrouw drs. M.M. van Vijfeijken, lid (aftredend per 31 december 2014) Mevrouw drs. A.J.H. van der Vorst, lid
1.3.
Commissies van de rvt in 2074
In 2OL4 functioneerden er drie commissies van de rvt, te weten de:
-
de commissie werkgeversrol; de commissie onderwijs (2 subcommissies) en de audit-commissie. Commissies ondersteunen de rvt bij zijn taak. De rvt bepaalt wat er met de producten van het werk van de commissies gebeurt. Leden van de commissie werkgeversrol waren Anke v.d. Vorst (vz.) en Ad Daalmans. Leden van de commissie onderwijs & identiteit waren:
- Subcommissie "bestuur, organisatie, omgeving en levensbeschouwelijke Identiteit": M. v. Toorenburg en A. Daalmans (vz,)
- Subcommissie "leiderschap, opbrengsten, h.r.": Y. Visser (vz.), M. van Vijfeijken
en
A. v.d. Vorst Leden van de audit-commissie waren Th. van de Hark (vz.) en P. Tijssen,
Jaarvenlag 2014
M
OPTIMUS primair onderwijs
69
De jaarverslagen van de commissies zijn als bijlage bij dit jaarverslag gevoegd.
1.4.
Ambtelijk secretariaat van de rvt
De functie van ambtelijk secretaris wordt in een formatieomvang van 0,35 fte formeel uitgevoerd door Brenda Guldemond. De taakomschrijving van de ambtelijk secretaris is opgenomen in het “handboek van de rvt”, uitgave 2012. De taken van deze functionaris zijn m.n. het voorbereiden en notuleren van vergaderingen, de voortgangsbewaking m.b.t. het aanleveren van notities etc. Daarnaast wordt in deze functie de lokale media/dagbladen en de 5 gemeenten gemonitord of er zaken m.b.t. OPTIMUS gepubliceerd/besproken zijn.
Jaarverslag 2014 rvt
OPTIMUS primair onderwijs
70
2
Samenvatting van de bevindingen van de uitoefening van het toezicht
2.1
Zelfevaluatie
1.
De werkwijze van de rvt
Doordat de zelfevaluatie over 2014 eerst kon plaatsvinden in de eerste vergadering van 2015, hebben niet alle rvt-leden uit 2014 hieraan kunnen deelnemen. Daarnaast was één van de rvt leden ziek. De zelfevaluatie is aan de orde geweest in een overleg van vijf leden. In het overleg van 26 januari 2015, leidde de gekozen werkvorm tot een bezinning op de tijdsruimte in plenaire vergaderingen ten behoeve van opiniërend overleg. De conclusie was dat hiertoe een behoefte bestaat. Verder is verkend welke thema’s in 2015 op de agenda zouden moeten worden geplaatst. Het afstemmen van het werken in rvt commissies en de plenaire vergadering wordt besproken. Commissies zijn ingesteld om de rvt te ondersteunen in zijn taak en met name dieper in te gaan op de grote bestuursvraagstukken. Van commissies wordt verwacht dat zij deze onderwerpen met gebruik van een daartoe ontwikkeld format ter bespreking aanbieden. Deze aanbieding moet het mogelijk maken dat de rvt zich snel en op hoofdlijn een beeld kan vormen inzake de kwaliteit van het onderwerp en helder heeft welke aspecten van het onderwerp door de commissie worden aanbevolen voor plenaire bespreking. Als de rvt zo werkt, wordt ruimte in de vergaderingen vrij gemaakt voor opiniërend/ klankbordend overleg over belangrijke onderwerpen, samenhangend met (de maatschappelijke context van) het onderwijs. De wat verder terug liggende ervaring van werken, zonder een voorbereid format, roept in herinnering, verwarring over de plaats van een onderwerp in het tijdsverloop; aansluiting van het onderwerp bij gevormd beleid; communicatie samenhangend met het onderwerp; enz. Gevolg hiervan bleek ook vaak te zijn dat vergaderingen tijdoverschrijdend werden. 2.
Behandeling van de “jaarpresentaties door het bestuur met betrekking tot onderwijs, personeel, financiën en strategische beleidsvorming
De rvt zal naast zijn nauwkeurig toezicht op de beleidsvorming en –realisatie oog willen hebben voor de context waarvoor dat onderwijs in het leven is geroepen. Die context is dynamisch en vraagt dat het onderwijs zich daar continu op oriënteert. Een gedachte om daartoe te komen zou mogelijk ondersteund kunnen worden door een benadering als: materieel formeel onderwerp onderwerp onderwijs
de rapportage, opbrengsten wat wordt aangetroffen
inhoud vanuit missie en visie vanuit grondslag, de dynamische context en identiteit.
personeel
kwantitatieve gegevens
visie op professionaliteit, op
het instrumentarium (prestaties) academie de voorwaarden
onderzoekend leren en pijlers voor intrinsieke motivatie
Jaarverslag 2014 rvt
OPTIMUS primair onderwijs
71
financiën
begroting, jaarrekening rapportages
het voortbestaan v.w.b. middelen en de kwaliteit van de inzet het proces en de effectiviteit
strategie
mjp en jaarplannen
proces: tot stand komen van visie op innovatie koppeling tussen strategie en marketing
3.
Eenheid van visie bij de uitoefening van het toezicht
Gefundeerd in eigen overtuiging, mede gebaseerd op documenten welke zijn taak regelen, wil de rvt blijvend waakzaam zijn voor een eenheid van visie op zijn taak. De rvt oordeelt dat een goede basis voor het bereiken van die eenheid van visie ook gediend wordt door discussie over divergerende inzichten. Bepalingen in documenten betreffen:1.1 bepalingen in de statuten: Raad van toezicht; taken en bevoegdheden Artikel 12 2. De raad van toezicht is verantwoordelijk voor zijn toezicht op het college van bestuur, op het besturen, en op de doelrealisatie, die het college van bestuur verwerkelijkt door middel van zijn strategie, beleid en beheer. De raad van toezicht let daarbij op effecten, processen en belangen. Raad van toezicht; vergadering en werkwijze Artikel 13 5. De leden van het college van bestuur wonen de vergadering van de raad van toezicht bij en hebben een adviserende stem. Ten minste één keer per jaar vergadert de raad van toezicht in afwezigheid van het college van bestuur. In deze vergadering komen het onderlinge functioneren van de raad van toezicht en het college van bestuur aan de orde, alsmede het functioneren van het college van bestuur en de individuele leden van het college van bestuur. De voorzitter van de raad van toezicht doet van de uitkomst van de evaluatie verslag aan (de individuele leden van) het college van bestuur. 1.2
Bepalingen in het reglement van de raad van toezicht:
AFDELING A TOEZICHT Artikel 5 Het toezichthoudende instrument Om het toezicht verantwoord te kunnen uitoefenen werkt de rvt met: a. eenheid van visie van de rvt en het cvb op het realiseren van de doelen van de stichting, het beleid en de strategie; daarbij wordt rekening gehouden met ethiek en geldende normen en waarden; c. de analyse van het realiseren van de doelen, het daartoe gevoerde beleid en ontwikkelde strategie, met oog voor risicofactoren en aandacht voor doelmatigheid, rechtmatigheid, effectiviteit en efficiency; d. een toezichthoudend systeem dat onder meer bestaat uit een jaarlijkse planning en control cyclus, in ieder geval houdende een meerjarig beleidsplan en –begroting; en een jaarverslag met bijbehorende jaarrekening;
Jaarverslag 2014 rvt
OPTIMUS primair onderwijs
72
AFDELING C KLANKBORD Artikel 9 Relatie met het college van bestuur 1. De rvt fungeert als klankbord voor het cvb: zowel door mee te denken als door zijn ervaring, kennis en kunde daartoe ter beschikking te stellen. 2. De voorzitter van de rvt fungeert als communicatiepartner voor het cvb. 3. Elk individueel lid van de rvt kan op incidenteel verzoek van het cvb deze met raadgeving terzijde staan. Het betreffende lid meldt zodanig verzoek aan de rvt of aan zijn voorzitter. 4.
Teamvorming van de rvt
“Instrumenteel” ondersteunend voor teamvorming is de structuur van de jaaragenda Er is of er zijn: - zes vergaderingen per jaar van 2,5 uur - één vergadering van 4 uur - een afscheidsbijeenkomst t.b.v. het/de aftredende rvt-lid/leden - een etentje met partners voor rvt en cvb - een kerstpakket - een vergoedingsregeling naar het model van de VTOI daartoe - een zuinige onkostenvergoeding op declaratiebasis - de ondersteuning door ambtelijk secretariaat In gedrag en bedoelingen (het teamfunctioneren) geldt als waarde: - een houding van elkaar willen begrijpen en de onderlinge verschillen te zien als aanvullende waarden - het inzicht willen opbrengen voor persoonlijke waarden van collega’s, voor hun drijfveren - de rvt-collega’s beoordelen op hun positieve bedoelingen en naar jezelf kijken op basis van ons gedrag 5.
De klankbordfunctie van de rvt
De vz. rvt heeft minimaal een keer vóór en een keer ná een rvt–vergadering een ontmoeting met het cvb. De leden van de rvt hebben in commissieverband overleg met (leden van) het cvb en ook dat overleg heeft in hoge mate een klankbordfunctie. Zowel rvt als cvb beoordelen het vervullen van de klankbordfunctie positief. 6.
De informatievoorziening
De rvt-leden realiseren zich de waarde om bij gelegenheid van hun functioneren met enige regelmaat bronnen als de Toolkit en het referentiekader van de VTOI te gebruiken om de informatiebehoefte en de informatiestroom die hen wordt geboden, te beoordelen op omvattendheid. De rvt-leden nemen referentiegedachten uit “TOOLKIT/Toezicht Onderwijs” van het Nationaal Register commissarissen en toezichthouders ter harte. “Toch is informatievoorziening een complex proces door een tweetal beperkende factoren: de onafhankelijkheidsparadox en de kennis- of informatieasymmetrie. Met de onafhankelijkheidsparadox wordt bedoeld dat degene die toezicht houdt afhankelijk is van de medewerking van degene op wie het toezicht is gericht. Interne toezichthouders hebben daarnaast een natuurlijke achterstand ( de zgn. kennis- of informatieasymmetrie): de bestuurder weet veel meer van de onderwijsinstelling omdat hij/zij er deel van uitmaakt. De intern toezichthouder moet dus in een kort tijdsbestek met beperkte middelen en op afstand informatie verzamelen”.
Jaarverslag 2014 rvt
OPTIMUS primair onderwijs
73
7.
Checks and balances in de organisatie
Uit de bron “NIEUWS” van de VTOI, nr. 41 van september 2014, de passage:: “Ziet de rvt expliciet toe op de aanwezigheid van weerwoord en tegenmacht in de overleg- en besluitvormingscultuur; expliciet toezicht op of en hoe de bestuurder externe feedback en beraadslaging over het eigen functioneren organiseert; het statutair regelen van het eigenstandig recht van de interne controllor/financieel directeur om naar het intern toezichtsorgaan te stappen; het instellen van een klokkenluidersregeling; het sonderen van directie, staf, medezeggenschapsraad en externe betrokkenen over het functioneren van de bestuurder ten behoeve van de jaarlijkse functionerings- en beoordelingsgesprekken” De rvt is van oordeel dat met name het onderwerp genoemd in de eerste drie regels van dit citaat versterking mag krijgen in het toezicht en zal daar in 2015 aandacht aan besteden. 8.
Onderwijs op de agenda van de rvt
Een eerder door de rvt gevoelde en verwoorde behoefte aan het in elke vergadering agenderen van een onderwijsaspect is nog niet tot realiteit geworden. De agenda bood daar technisch gesproken wel de ruimte voor. De behoefte aan onderwijs als gesprekspunt op elke agenda blijft bestaan en het voornemen is er om in 2015 hier invulling aan te geven. 9.
Het werkgeverschap en de samenstelling van het cvb
Op verzoek van de vz. cvb heeft de rvt het mogelijk gemaakt dat hij per 1 oktober 2014 met ontslag kon gaan. De rvt heeft het besluit genomen dat het cvb tweehoofdig moet blijven en heeft vormgegeven aan een wervings- en selectieprocedure, welke qua afronding in 2015 zijn beslag zal vinden. 10.
Verslaglegging
De rvt laat van zijn vergaderingen uitgebreid verslag opstellen. De formats welke in de vergadervoorbereiding worden aangeboden of andere inhoudelijke gespreksartikelen worden gekoppeld aan deze verslaglegging. De ambtelijk secretaris archiveert. De verslagen worden na formele vaststelling door de vz en de secretaris ondertekend. De jaarverslagen van de rvt-adviescommissies zijn opgesteld door de commissies en vastgesteld in de rvt-vergadering. De verslagen maken integraal deel uit van het jaarverslag over 2014 van de rvt. 11.
Naleving statuten en reglementen
11.1 Naleving van statutaire bepalingen De rvt heeft zijn handelen systematisch afgezet tegen de statutaire bepalingen en concludeert dat in 2014 zijn handelen (negatief geformuleerd) nooit in strijd is geweest met de bepalingen in de vigerende statuten van Optimus.
Jaarverslag 2014 rvt
OPTIMUS primair onderwijs
74
11.2 Naleving van reglementsbepalingen: (i.c. “het reglement van de raad van toezicht”) Het beoordelen van het naleven van het reglement, levert de volgende opmerkingen op: 1. Inzake artikel 10, lid 1,2 en 3, houdende “bepalingen betreffende omvang van de rvt; benoeming en benoemingswijze”, wordt gevraagd om de werkwijze en het tijdpad te willen herzien. De vz. rvt zal bij de algehele revisie van het “Handboek van de toezichthouder” hier een voorstel voor ontwikkelen en ter besluitvorming voorleggen aan de rvt. 2. Inzake lid 4, houdende de taak dat “de raad van toezicht op toezichthoudend niveau de behartiging van pastorale en katechetische aspecten van het onderwijs, waarborgt”, merkt de raad van toezicht op dat hij hierin in 2014 geen functie in heeft kunnen vervullen. 3. Inzake artikel 10, houdende het benoemen, beoordelen, evalueren en ontslaan van leden van de raad van toezicht”, merkt de raad van toezicht op dat: ‐ volgens het rooster van aftreden twee leden aftredend waren per einde van het kalenderjaar. Daartoe gebruikte procedures leidden tot herbenoeming van één rvt–lid; en tot het aftreden van één rvt-lid. Hierdoor ontstond per 1januari een vacature “lid rvt met een inmiddels vastgesteld specifiek profiel voor financiën”. ‐ Omdat een van de zittende leden van de raad van toezicht door interne wijziging van haar functie per 1 januari 2015 in een situatie kan geraken van “onverenigbaarheden en tegenstrijdig belang” met de functie van toezichthouder van Optimus, is zij per die datum vrijwillig afgetreden. Ook dat leidde tot een vacature in de raad van toezicht en voor deze vacature is een specifiek profiel “onderwijs” ontwikkeld en vastgesteld. De raad van toezicht concludeert dat zijn handelen in 2014 (negatief geformuleerd) nooit in strijd is geweest met de bepalingen in zijn vigerende reglement.
Jaarverslag 2014 rvt
OPTIMUS primair onderwijs
75
3
Feiten
3.1
De vergaderingen van de
rvt
De vergaderingen zijn in 2014 belegd en gehouden conform de bepalingen daarover in de statuten en het reglement van de rvt.
Het vergaderschema en de presentiegraad in 2OL4: 20 januari
2014
77 maart 2074 19 mei 2014 23 juni 2OL4 6 oktober 2014 17 november 2OL4 8 december 2OL4
presentie presentie presentie presentie presentie presentie presentie
3,2 Vergaderingen Auditcommissie: 24 maart 2Ot4 19 mei 2014 7 juli 2Ot4 26 september 2OL4 28 november 2OL4
100o/o 100o/o 100o/o 100o/o 100o/o
85o/o (vanwege ziekte) 100o/o
van de commrssíes van de mft
presentie presentie presentie presentie presentie
100o/o 100o/o 100o/o 100o/o 100o/o
Commissie Onderwijs & Identiteit: Subcommissie "bestuur, organisatie, omgeving en levensbeschouwelijke Identiteit" Deze commissie is in 2OL4 niet bijeen geweest Subcommissie "leiderschap, opbrengsten, h.r." 10 januari 2014 presentie 100o/o 28 februari 2Ot4 presentie 100o/o presentie 66,7o/o 6 juni 2014 15 september 2074 presentie 100o/o 28 oktober 2014 presentie 100o/o Commissie werkgeversrol presentie 100o/o 11 maart 2014 presentie 100o/o 27 mei 2OL4
3.3 Besluittrorming De besluitvorming in de rvt-vergaderingen kon altijd plaatsvinden op basis van consensus.
3.4 Jaarlijkseevaluatie De
jaarlijkse evaluatie van het functioneren in 2OL4 is besproken in de vergadering van
17 november 2QL4 en B december 2014.
Jaarverslag 20'14
M
OPTIMUS primair ondemijs
/t)
3.5
(Neven)functies van leden van de rvt:
Naam
m/v lft
Ad Daalmans
m
Huidige functie
71 Pensioen
(verleden) ervaring
Discipline
Functie in rvt
Directeursfuncties in MBO en HBO
drs Pedagogiek
vz. rvt
Nevenactiviteit (i.r.t. onderwijs)
rvt-lid cie. Onderwijs
Thijs van den Hark
m
64 Pensioen
Rector VO
dr Wiskunde en Natuurwetenschappen
rvt-lid cie. Werkgeversrol lid rvt
Lid ledenraad Rabobank Maas en Waal Vz. Commissie van Beroep Eindexamens VO in de regio Nijmegen Plv. Vz. Regionale Klachtencommissie VO regio Nijmegen Wnd. Vz. Harmonie Koningin Wilhelmina Wamel
vz. auditcie Madeleine van Toorenburg
v
45 Lid 2e kamer voor het CDA
Peter Tijssen
m
50 directeur/bestuurder Amaliazorg
Advocatuur Directie(lid) Penitentiaire inrichting
dr. mr. Nederlands Europees en internationaal recht
drs Vice vz./secr. rvt beleidswetenschappen en organisatiekunde mr. in Nederlands recht/juridische bestuurskunde
Jaarverslag 2014 rvt
Lid rvt Vivent Zorg (zorg) Lid rvt Reiner van Arkel (GGZ)
lid rvt rvt-lid cie. Onderwijs
OPTIMUS primair onderwijs
rvt-lid auditcie.
77
Marijke van Vijfeijken
v
47 Senior-onderzoek Centrum Kwaliteit van Leren (HAN)
Prakrijkgericht Drs Onderwijskunde onderwijsonderzoek pedagogiek Hogeschooldocent Praktijkervaring bao Docent onderwijskunde
Lid rvt
Lid rvt Skozok
Lid cie onderwijs Yvonne Visser
Anke van der Vorst
v
v
45 Vz. Instituutsdirectie HBO
40 Eigenaar Coachings- en adviespraktijk ‘In Praesentia’ aanwezig in eigen kracht
Instituutsdirecteur PABO
Diverse HRadviesfuncties in het bedrijfsleven en als extern adviseur in het onderwijs en de zorg
drs Onderwijskunde
Drs. Psychologie
Associé GITP HRD adviesbureau
Lid rvt
Lid Sectoraal Advies College Hoger Pedagogisch Onderwijs
Vz. cie Onderwijs Lid rvt
Vz. cie werkgeversrol Lid cie. onderwijs
De nevenfuncties leveren geen risico op tegenstrijdige belangen op.
Jaarverslag 2014 rvt
OPTIMUS primair onderwijs
78
Lid Raad van Advies vd Masteropleiding Leren en Innoveren van Stoas Hogeschool
3.6
Het rooster van aftreden is als volgt:
Datum van aftreden
Lid
31 december 2015
P. Tijssen M. van Toorenburg A. van der Vorst A. Daalmans Y. Visser R. Wingens
31 december 2017 31 december 2018 31 december 2019
3.7
Goedkeurings- en instemmingstaken
20-01-2014 20-01-2014 20-01-2014 17-03-2014 19-05-2014 19-05-2014 19-05-2014 23-06-2014 23-06-2014 06-10-2014 06-10-2014 06-10-2014 06-10-2014 17-11-2014 17-11-2014 17-11-2014 08-12-2014 08-12-2014 08-12-2014 08-12-2014
3.8
Zittingsduur (max. 12 jaar) 01-01-2011 16-04-2012 01-01-2013 01-01-2006 01-01-2010 26-01-2015
Vaststelling besluitenlijst 2013 Vaststelling handboek rvt 2014 Vaststelling kadernota ‘Identiteit’ Goedkeuring actualisatie strategisch beleidsplan Goedkeuring jaarverslag en jaarrekening 2013 (incl. verlenen decharge aan cvb) Besluitvorming omtrent procedurevoorstel afspraken rvt met cvb over 2014-2015 Goedkeuring omtrent aankoop Hartenaas Grave Goedkeuring afspraken rvt met cvb m.b.t. bedrijfsvoering t/m eind 2015 Besluit beëindiging arbeidsovereenkomst vz cvb per 01-10-14 Besluit opstarten benoemingsprocedure vz cvb Vaststellen concept profielschets vz cvb Vaststellen herschreven art. 8 reglement rvt Besluit tot herbenoeming van Y. Visser tot lid rvt Besluit deelname één rvt-lid van Invitare en Peelraam in de vervolgprocedure van werving en selectie vz cvb Vaststellen profielschets voorzitter cvb Vaststellen vergaderschema 2014 Besluit scholenbezoeken individueel Vaststellen profielen 2 rvt-leden Goedkeuring begroting 2015 Vaststellen jaarverslagen 2014 rvt-commissies
Initiatieven gebaseerd op de regeling voor misstanden / de klokkenluidersregeling
De cijfers hiervan zijn pas beschikbaar wanneer het jaarverslag van de vertrouwenspersoon gereed is.
Jaarverslag 2014 rvt
OPTIMUS primair onderwijs
79
4
BIJLAGEN
4.1
Jaarverslag 2014 “Commissie Werkgeversrol”
Leden: Ad Daalmans, Anke van der Vorst Hoofdpunten welke in 2014 aandacht hebben gehad: 1. 1.1 ‐
Formele gesprekscyclus van rvt met cvb: procedureel bezien: Vastgesteld is dat, conform behoefte van het cvb eind van het schooljaar een plangesprek gevoerd zal worden, wat uitgangspunt vormt voor het functioneringsen beoordelingsgesprek. ‐ Vastgesteld is dat naast de primaire focus op resultaat, ook verantwoording omtrent het gevolgde plan van aanpak betreft. 1.2 inhoudelijk bezien: De commissie werkgeversrol hecht eraan te stellen dat het voeren van functioneringsen/of beoordelingsgesprekken door de commissie met het cvb zich afspeelt onder de omvattende paraplu van de jaaragenda van de rvt. In die jaaragenda komen de “majeure” onderwerpen: onderwijs, personeel, organisatie en bedrijfsvoering pregnant op de agenda. Voorbereid door de rvt-commissies, worden deze onderwerpen in de plenaire rvtvergadering besproken, waarbij “de mate waarin het bestuur de output-vereisten van zijn functie bereikt” onderwerp van gesprek vormt. De rvt waardeert/beoordeelt in die vergaderingen het functioneren van het cvb op de dimensies “doelrealisatie bereikt door middel van zijn strategie, beleid en beheer en let daarbij op effecten, processen en belangen” (statuten, art. 12, lid 2). De commissie Werkgeversrol neemt aan dat in de inhoudelijke gesprekken met de resp. commissies ook de randvoorwaarden en leiderschapsvereisten aan de orde komen. Dat geheel kadert de taak en daaruit voortkomende “eigen” gesprekken van de commissies Werkgeversrol met het cvb in, tot (vrij ontleend aan de “Toolkit Toezicht Onderwijs”): De formele coördinatie van profielontwikkeling en op geleide daarvan het bespreken met het cvb en het doen van voorstellen aan de rvt met betrekking tot: diversiteit in de cvbsamenstelling; continuïteit van het bestuur; het gezamenlijke cvb-functioneren; maatschappelijke verankering van het cvb; deskundigheidsbevordering van het cvb; arbeidsvoorwaarden; de overall beoordeling en evaluatie van het functioneren ven het cvb en de leden van het cvb.; het volgen en verwerken van CAO-ontwikkelingen. 2. ‐
‐ ‐
‐ ‐
Wijziging/Continuïteit van bestuur: De raad van toezicht heeft in overleg met de vz. van het cvb het besluit genomen, leidend tot de beëindiging van de arbeidsovereenkomst met de vz. van het cvb per 1 oktober 2014 Flankerend daarbij is de WOPO-regeling gehanteerd. In dit kader zijn gesprekken gevoerd, is de haalbaarheid en de mate waarin deze keuze verantwoord en juridisch onderbouwd kon worden naar in- en externe stakeholders onderzocht. Het vrijkomen van de positie van voorzitter heeft de commissie aangegrepen om de inrichting van het bestuur opnieuw te bezien. Dit heeft geleid tot het opstellen van een concept functieprofiel, wat getoetst is aan de GMR, de MAR, aan een delegatie directeuren en aan de hoofden van twee stafdiensten, waarna het profiel is vastgesteld in de rvt-vergadering van 17 november jl.
Jaarverslag 2014 rvt
OPTIMUS primair onderwijs
80
‐ -
Totdat een nieuwe voorzitter cvb aangesteld zal zijn, zal M. van den Berg, lid cvb, gefaciliteerd worden om de cvb-taken te kunnen verrichten. De commissie bereidt de verdere procedure van werving, selectie en benoeming voor.
3. Profielbeschrijvingen van het cvb en cvb-functies: Concept voor een integraal stuk, eveneens bevattende de cvb-visie op leiderschap, is lopende het jaar opgesteld, uitgaande van het geactualiseerde beleidsplan, met daarin aangepaste profielen voor de cvb-leden en een sluitende gesprekscyclus gericht op evaluatie van de voortgang en beoordeling. Door de ontwikkelingen, genoemd bij punt 2, is hiervan inmiddels het functieprofiel van voorzitter cvb vastgesteld. Het profiel van het lid cvb, alsmede een definitieve versie van een integraal document staat in de planning. 4. Operationalisering visie op leiderschap: De aanzet die hiertoe gemaakt is, zal op een later moment na aanstelling van een nieuwe voorzitter cvb worden opgepakt. Deze dient naast vanzelfsprekend aan te sluiten bij de strategie van OPTIMUS, eveneens passend te zijn bij de behoeften en drijfveren van de beide cvb-leden.
Jaarverslag 2014 rvt
OPTIMUS primair onderwijs
81
4.2
Jaarverslag 2014 “Commissie Onderwijs & Identiteit”
Leden van de commissie: Y. Visser (voorzitter), A. van der Vorst en M. van Vijfeijken Op 10 januari 2014 is de commissie onderwijs bij elkaar gekomen om het jaarplan samen te stellen. Dit jaarplan voor de commissie Onderwijs is op 20 januari 2014 in de vergadering van de rvt vastgesteld. De afspraak is gemaakt dat de thema’s “opbrengsten en professionalisering” bij elke bijeenkomst op de agenda staan. Deze afspraak is door de commissie ook gehandhaafd gebleven. Verder is er een jaarplanning gemaakt voor vijf bijeenkomsten met bijbehorende thema’s. De thema’s die in het jaarplan staan, zijn nagenoeg allemaal aan de orde geweest maar niet iedere keer expliciet geagendeerd. In de commissie is niet expliciet gesproken over de ontwikkelingen van passend onderwijs, daar tijdens de reguliere rvt-vergaderingen deze voortgang is besproken. De doorkijk naar het meerjarenplan is eveneens niet expliciet besproken in de commissie. In plaats daarvan hebben we gesproken over de resultaatafspraken van het cvb inzake de onderwerpen die aan de orde komen bij de commissie Onderwijs. De commissie is dit kalenderjaar vijfkeer bij elkaar gekomen, één keer zonder cvb (20 januari voor maken van jaarplanning) en vier keer met cvb. Bij de tweede bijeenkomst (28 februari 2014) is teruggeblikt op de Cito-eindtoets en de middentoetsen. Er is met het cvb een kritisch gesprek gevoerd over de implementatie van de verbeterplannen. Waarom leiden deze (nog) niet tot de gewenste hogere opbrengsten? In het kader van de professionalisering heeft het cvb ons laten zien op welke manier zij met behulp van een kijkwijzer de kwaliteiten van de individuele leerkrachten en de teams (teamfoto’s) in kaart brengen en tot welke (verplichte) professionaliserings-activiteiten zo’n teamfoto leidt. Het aanbod van de OPTIMUS Academie sluit nauw aan op de teamfoto’s. De commissie heeft aangegeven op termijn professionalisering op gebied van beroepsethiek belangrijk te vinden. De laatste jaren ligt het accent erg op kwalificatie en de meetbaarheid daarvan, het onderwijs heeft echter ook nog twee andere doelen (socialisatie en subjectificatie). Dit vraagt om leraren die zich bewust zijn van hun eigen voorbeeldrol. Tijdens deze bijeenkomst is ook gesproken over de voortgang van de schoolprofielen. Het cvb ziet de meerwaarde van de schoolprofielen maar is zoekende naar een manier om dit uit te zetten bij de organisatie op zo’n manier dat de organisatie de meerwaarde ook ziet. Besloten is om via 2 sporen te werken namelijk het opstellen van een format voor in de schoolgids en betrokkenheid creëren door de projectgroep excellentie een vervolgopdracht te geven over opstellen criteria schoolprofiel. Dit onderwerp is besproken en vastgesteld in de vergadering van de rvt op 17 maart 2014 aangezien dit punt is opgenomen in het vastgestelde managementcontract. Tijdens de derde bijeenkomst (6 juni 2014) heeft het cvb (en Ingrid Veeke) de analyse van de leerresultaten van de OPTIMUS-scholen gegeven. De teams zijn gegroeid in het maken van goede analyses van data en zijn zich ook goed bewust van de noodzaak van het maken van goede analyses. Dit leidt nog maar langzaam tot verbeteringen die leiden tot hogere opbrengsten. Er zit wel groei in de resultaten maar vooralsnog met kleine stapjes. Er is tijdens de bijeenkomst ook gesproken over de motivatie van de leraren om deel te nemen aan de professionaliseringsactiviteiten. Het cvb buigt zich over de vraag hoe ze het voor elkaar krijgen dat de leerkrachten het als een cadeautje ervaren dat ze een scholing mogen volgen in plaats van de verplichting voelen. De vierde bijeenkomst (15 september 2014) heeft in het teken gestaan van het voorbereiden van de onderwijsrapportage aan de voltallige rvt op 6 oktober 2014. Het verzoek vanuit de commissie was om niet alleen te rapporteren in onderwijsopbrengsten
Jaarverslag 2014 rvt
OPTIMUS primair onderwijs
82
maar vanuit volledige maatschappelijke verankering van de onderwijsorganisatie. Dit heeft het cvb goed voorbereid en helder gepresenteerd aan de rvt. De commissie vindt dat het cvb goed zicht heeft op wat op schoolniveau speelt. Duidelijk is dat de acties om tot betere leerresultaten te komen niet altijd direct slagen. In deze bijeenkomst heeft de commissie haar zorg uitgesproken over het beperkte ambitieniveau van leraren binnen OPTIMUS. In de vijfde bijeenkomst (28 oktober 2014) hebben we gesproken over de resultaatafspraken van het cvb voor de nieuwe planperiode 2015-2019. Deze resultaatafspraken zijn gekoppeld aan de speerpunten: (brede) opbrengsten, ouderbetrokkenheid, professionalisering, verbeteren en vernieuwen van het onderwijs en regionale samenwerking. Tevens heeft de HR-medewerker tijdens deze bijeenkomst toegelicht op welke manier de leraren van OPTIMUS worden gestimuleerd en ondersteund om zich op individueel en op teamniveau te professionaliseren. De concept resultaatafspraken zijn op 17 november 2014 aan de voltallige rvt voorgelegd en, met de nadruk dat het document met resultaatafspraken zich nog in een stadium van groeidocument bevindt, vastgesteld. Het komende jaar zullen de hierboven genoemde speerpunten met bijbehorende resultaatafspraken de agenda van commissie Onderwijs bepalen. Algemene bevindingen 1. Het cvb heeft goed zicht op de leeropbrengsten van de scholen. De leerresultaten van de scholen laten ook een lichte stijging zien. Het cvb heeft echter nog weinig grip op welke verbeteractiviteiten daadwerkelijk leiden tot betere resultaten. 2. Er zijn nog geen schoolprofielen. De commissie wil dat het komend jaar blijven monitoren aangezien de meerwaarde hiervan wel door het cvb wordt gezien en is toegezegd dat ze in 2015 gereed zullen zijn. 3. Ander aandachtspunt is de motivatie en ambitie van de leraren om zich te professionaliseren. Op welke manier gaat OPTIMUS hier meer beweging in krijgen?
Jaarverslag 2014 rvt
OPTIMUS primair onderwijs
83
4.3
Jaarverslag 2014 “Auditcommissie”
In 2014 bestond de auditcommissie uit de rvt-leden Peter Tijssen en Thijs van den Hark (voorzitter). In 2014 heeft de commissie viermaal vergaderd in aanwezigheid van Michel van den Berg, cvb-lid OPTIMUS, die zich meestal liet vergezellen door Cor Schakenraad (Hoofd FZ Mosa groep). Vergaderingen vonden plaats op 24 maart, 7 juli, 26 september en 1 december 2014. Van de vergaderingen van de auditcommissie zijn verslagen gemaakt die als bijlage bij het jaarverslag van de rvt zijn gevoegd. Op 19 mei 2014 heeft de auditcommissie de concept-managementletter n.a.v. de controle van de jaarrekening 2013 met de heer Van de Rijdt, accountant van Deloitte, besproken. Aansluitend aan deze vergadering is door de auditcommissie verslag gedaan van de bespreking met de accountant in de vergadering van de rvt van OPTIMUS. In de bijeenkomsten van de auditcommissie is in 2014 een flink aantal onderwerpen besproken. - Een vast onderwerp in elke bijeenkomst is de bespreking van de maandelijkse rapportage van de uitputting van de budgetten zoals die in de jaarbegroting zijn opgenomen alsmede de ontwikkeling van de personeelsformatie rekening houdend met de ontwikkeling van het aantal leerlingen. De rapportages zijn duidelijk en hebben bewezen een betrouwbare indicatie van de ontwikkeling van het jaarresultaat te zijn. Met name door de ingebruikname van de begrotingstool is er permanent een actueel inzicht in de uitgaven en inkomsten op bestuurs- en op schoolniveau. In de begroting is het Baken, de SBO-school die per 1 augustus 2013 bij OPTIMUS kwam, integraal opgenomen. Speciale aandacht is besteed aan de projecten die in de begroting zijn opgenomen met de vraag worden de middelen die begroot zijn daadwerkelijk aangewend en worden daarmee ook de beoogde doelen bereikt. - Een tweede vast onderwerp van bespreking betrof de voortgang van de werkzaamheden van het per 1 januari 2014 gestarte SSC ofwel de Mosa-groep. De auditcommissie heeft zich bezig gehouden met vragen als: hoe is de samenwerking in het bestuurlijke construct, hoe is de kwaliteit van de dienstverlening voor de aangesloten besturen, hoe is administratieve organisatie ingericht bij de Mosa-groep en afgestemd met die bij de partners, hoe is het gesteld met de risico’s verbonden aan de inzet van ICT-middelen? Op verzoek van OPTIMUS is in het kader van de interim-controle door de Mosagroep opdracht aan de accountant gegeven een EDP-audit uit te voeren en via de Mosa-groep te rapporteren aan de besturen. De rapportage wordt in het voorjaar 2014 verwacht. Ook wordt door de Mosa-groep de AO geheel opnieuw uitgeschreven terwijl die van OPTIMUS daarop wordt afgestemd. - Verdere onderwerpen van bespreking: o De activiteiten en resultaten in het kader van treasury. De samenstelling van de portefeuille is binnen de wettelijk voorgeschreven kaders. Het rendement over 2013 lag rond 3%. o Aankoop schoolgebouw in Grave (per 1 januari 2017) als toekomstig onderkomen voor het bestuursbureau. Het voornemen tot aankoop is van een positief advies voorzien. o De financiële risico’s voor OPTIMUS verbonden aan de doordecentralisatie van het buitenonderhoud aan de schoolgebouwen. De risico’s zijn in beeld gebracht en lijken op grond van de nu bekende gegevens beperkt. - De financiële reservepositie van OPTIMUS is onverkort gezond te noemen; verdere toevoegingen zijn de komende jaren geen doel op zich. Wel bestaat er
Jaarverslag 2014 rvt
OPTIMUS primair onderwijs
84
ultimo 2014 zorg over een toereikende compensatie door de Rijksoverheid voor gestegen personele en materiële kosten. De vergaderingen van de auditcommissie zijn constructief en worden vanuit het cvb goed voorbereid.
Jaarverslag 2014 rvt
OPTIMUS primair onderwijs
85