Jaarverslag 2010 QliQ Primair Onderwijs
Voorwoord Onderwijs heeft drie belangrijke functies: het draagt bij aan de persoonlijke ontwikkeling van kinderen, het zorgt voor overdracht van maatschappelijke en culturele verworvenheden en het rust kinderen toe voor participatie in de samenleving. Voor QliQ Primair Onderwijs betekent dit dat we op verschillende terreinen concrete acties hebben ontwikkeld of doorontwikkelen die voortkomen uit het eerder vastgestelde Strategisch Beleidsplan. Graag noemen wij daartoe een aantal voorbeelden: Elke school heeft een concreet uitgewerkt onderwijsconcept op basis van de kerndoelen, de referentieniveaus en het door school vastgestelde streefniveau in relatie tot de leerlingenpopulatie; Binnen QLIQ Primair Onderwijs is er een passend aanbod voor meer- en hoogbegaafde kinderen; Voor alle functies zijn functieprofielen met bijbehorende competenties geformuleerd; Elke medewerker is een teamspeler die in staat is om in professionele dialoog effectief samen te werken met zijn collega‟s; Binnen de scholen functioneren teams, bestaande uit medewerkers in verschillende functies die door bundeling van kennis en vaardigheden verantwoordelijk zijn voor de ontwikkeling van de kinderen op school en hierbij maatwerk leveren; Een aantal scholen heeft zich doorontwikkeld naar Integraal Kind Centrum (IKC); Op alle niveaus binnen QliQ Primair Onderwijs wordt een verantwoord en afgestemd financieel beleid gevoerd dat een slagvaardige en duurzame ontwikkeling mogelijk maakt. Voor u ligt het jaarverslag 2010 van QliQ Primair Onderwijs, een organisatie van 15 basisscholen gevestigd in Helmond. Met dit verslag wil QliQ Primair Onderwijs zich verantwoorden richting de Raad van Toezicht, het ministerie van OCW, de Inspectie van het Onderwijs, de ouders van de kinderen die onze scholen bezoeken, de gemeente Helmond waar onze scholen staan en de overige schoolbesturen in het primair en voortgezet onderwijs in de regio. Daarnaast is het verslag bedoeld voor alle andere belangstellenden die iets van onze organisatie willen weten. Dit jaarverslag concentreert zich op de ontwikkelingen die de organisatie QliQ als geheel heeft doorlopen. Voor informatie over de verschillende ontwikkelingen op onze afzonderlijke scholen verwijzen wij naar de websites van deze scholen (u kunt deze bereiken via www.qliqprimair.nl). Het jaar 2010 was een jaar vol veranderingen en gebeurtenissen waarbij het geven van goed onderwijs altijd het centrale aandachtspunt is gebleven. Een belangrijke verandering in 2010 is de nieuwe naamgeving van de stichting van SKPOH in QliQ Primair Onderwijs. Gekozen is voor een naam die positieve reacties oproept. Die de woorden: Ondernemend, Onderscheidend en Vernieuwend uitstralen! Met vriendelijke groet, College van Bestuur QliQ Primair Onderwijs
Jan van der Heijden Voorzitter College van Bestuur
Adri Vogels lid College van Bestuur
Jaarverslag 2010
2
QliQ Primair Onderwijs
Jaarverslag 2010
3
QliQ Primair Onderwijs
Inhoudsopgave Voorwoord ...............................................................................................................................................2
Bestuursverslag 1.
ALGEMEEN ..................................................................................................................................... 7 1.1. 1.2. 1.3. 1.4. 1.5. 1.6. 1.7. 1.8.
2.
ORGANISATIE ............................................................................................................................. 7 MISSIE EN VISIE .......................................................................................................................... 8 STRATEGISCH BELEIDSPLAN 2010-2013...................................................................................... 9 ROL (GEMEENSCHAPPELIJKE) MEDEZEGGENSCHAPSRAAD .......................................................... 10 KLACHTENREGELING ................................................................................................................ 11 UITBESTEDING PERSONELE EN FINANCIËLE ADMINISTRATIE ......................................................... 11 ONTWIKKELINGEN ICT BINNEN QLIQ ......................................................................................... 11 ONTWIKKELINGEN 2011 EN VERDER .......................................................................................... 12 1.8.1. PASSEND ONDERWIJS ................................................................................................. 12 1.8.2. BREDE SCHOOL EN INTEGRAAL KIND CENTRA (IKC) ...................................................... 13 1.8.3. W ET ONTWIKKELINGSKANSEN DOOR KWALITEIT EN EDUCATIE (W ET OKE) .................... 13 1.8.4. ONDERWIJSBEGELEIDING ............................................................................................. 14 1.8.5. BESTUURLIJK OVERLEG ONDERWIJS ............................................................................ 15 1.8.6. CENTRUM VOOR JEUGD EN GEZIN ................................................................................ 15 1.8.7. UITVOERING ACTIEPLAN LEERKRACHT; INVOERING FUNCTIEMIX ...................................... 15
ONDERWIJS .................................................................................................................................. 16 2.1. ONDERWIJS BINNEN QLIQ ......................................................................................................... 16 2.2. ONDERWIJS BINNEN DE SCHOLEN .............................................................................................. 17 2.2.1. DE KORENAAR ............................................................................................................ 17 2.2.2. DE VLIER .................................................................................................................... 18 2.2.3. TRUDO ........................................................................................................................ 18 2.2.4. MARIABASISSCHOOL .................................................................................................... 19 2.2.5. BREDE BASISSCHOOL DE VUURVOGEL. ........................................................................ 20 2.2.6. BREDE BASISSCHOOL HELMOND-NOORD ...................................................................... 21 2.2.7. DE ZEVENSPRONG....................................................................................................... 22 2.2.8. BASISSCHOOL DEN BONGERD ...................................................................................... 23 2.2.9. BASISSCHOOL „T BAKEN ............................................................................................... 25 2.2.10. DE TROUBADOUR, EEN WERELDSCHOOL! ...................................................................... 26 2.2.11. ST. ODULFUS .............................................................................................................. 27 2.2.12. JORISSCHOOL ............................................................................................................. 29 2.2.13. BASISSCHOOL DIERDONK............................................................................................. 29 2.2.14. DE VENDELIER ............................................................................................................ 30 2.2.15. MONTESSORI KINDCENTRUM BRANDEVOORT ................................................................ 31
3.
PERSONEEL & ORGANISATIE ................................................................................................... 33 3.1 HET BELEID .............................................................................................................................. 33 3.2 DE CIJFERS .............................................................................................................................. 35 3.2.1 PERSONEELSBESTAND ................................................................................................. 35 3.2.2 ZIEKTEVERZUIM ........................................................................................................... 37
4.
HUISVESTING ............................................................................................................................... 39
5.
COMMUNICATIE ........................................................................................................................... 40
6.
FINANCIEEL BELEID.................................................................................................................... 41 6.1 FINANCIËLE POSITIE OP BALANSDATUM ...................................................................................... 41 6.2 ANALYSE RESULTAAT ................................................................................................................ 44 6.2.1 ANALYSE REALISATIE 2010 VERSUS REALISATIE 2009 ................................................... 45
Jaarverslag 2010
4
QliQ Primair Onderwijs
6.3 6.4 6.5 6.6 6.7
6.2.2 ANALYSE REALISATIE 2010 VERSUS BEGROTING 2010................................................... 47 INVESTERINGEN EN FINANCIERINGSBELEID ................................................................................. 51 TOEKOMSTPARAGRAAF ............................................................................................................. 51 RISICOPARAGRAAF ................................................................................................................... 55 TREASURYVERSLAG 2010......................................................................................................... 56 KENGETALLEN 2010 ................................................................................................................. 58
VERSLAG RAAD VAN TOEZICHT ...................................................................................................... 60
Bijlagen Bijlage 1: Overzicht beleggingen 2010
Jaarverslag 2010
5
QliQ Primair Onderwijs
BESTUURSVERSLAG
Jaarverslag 2010
6
QliQ Primair Onderwijs
1. Algemeen 1.1.
Organisatie
QliQ Primair Onderwijs (hierna te noemen QliQ) heeft zonder winstoogmerk ten doel de bevordering van het primair onderwijs in Helmond. Zij beoogt onderwijs te doen geven op katholieke grondslag en wil daarbij handelen volgens de regelingen betreffende het katholiek onderwijs. Zij is opgericht op 18 december 1968 en is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel te Eindhoven onder dossiernummer 41088197. In januari 2010 is door de PO-Raad de Code Goed Bestuur PO vastgesteld. Vooruitlopend op deze code is per 1 augustus 2008 binnen QliQ een scheiding aangebracht tussen bestuur en intern toezicht conform het model zoals beschreven in artikel 5 lid 2a van de code. Dit betekent dat de beide functies in twee verschillende organen van het bevoegd gezag zijn ondergebracht waarbij de functie van bestuur bij het College van Bestuur is ondergebracht en de functie van intern toezicht bij de Raad van Toezicht. De organisatiestructuur is weergegeven in figuur 1.1.1. Raad van Toezicht
College van Bestuur - Voorzitter CvB - Lid CvB
GMR
Stafbureau: - Beleidsmedewerkers - Secretariële ondersteuning
School 1: - Directie -Team
School 2: - Directie - Team
MR
MR
School 3: - Directie - Team
MR
School 13: - Directie - Team
School 14: - Directie - Team
MR
MR
School 15: - Directie - Team
MR
Figuur 1.1.1 Organogram QliQ Primair Onderwijs
Het College van Bestuur bestaat uit de heer J.A.M. van der Heijden (voorzitter) en de heer A.H. Vogels. Zij wordt in haar werkzaamheden ondersteund door het stafbureau. Hier zijn een stafmedewerkster financiën, een bovenschoolse ICT-coördinator, drie systeembeheerders, een coördinator vervangers en twee parttime secretaresses werkzaam. In 2010 is daar tijdelijk een parttime medewerkster personeel aan toegevoegd. De stichting omvat vijftien scholen met elk een eigen integraal verantwoordelijke directeur. Door samenwerking op bovenschools niveau ondersteunen en versterken de scholen elkaar. De directeuren maken deel uit van het Directie Overleg QliQ (DOQ), onder leiding van de voorzitter College van Bestuur. Elke school afzonderlijk heeft een medezeggenschapsraad (MR) en een ouderraad. De MR heeft advies- en instemmingsrecht over verschillende voorgenomen bestuursbesluiten. Voor schooloverstijgende zaken heeft het bestuur overleg met de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR). De stichting heeft op 1 oktober 2010 een leerlingenaantal van 4.432. De ontwikkelingen hierin over de afgelopen vijf jaren zijn in onderstaande tabel weergegeven:
Jaarverslag 2010
7
QliQ Primair Onderwijs
Brinnr. 03UL 06MF 06OF 07UU 08LC 10FM 10IU 11XN 18JH 18LA 18MK 18NR 25KH 27JN 30AZ
School De Korenaar De Vlier St. Trudo Mariabasisschool BBS De Vuurvogel BBS Helmond-Noord De Zevensprong Den Bongerd 't Baken De Troubadour St. Odulfus St. Joris Bs Dierdonk De Vendelier Mondomijn
telling 2006 373 337 290 165 307 301 169 116 222 142 368 223 842 537
telling 2007 389 348 281 168 335 266 162 111 222 126 363 217 860 587
telling 2008 382 340 256 167 371 250 157 117 220 110 364 230 877 616
4.392
4.435
4.457
telling 2009 382 335 223 161 397 222 144 110 230 116 383 215 871 650 5 4.444
telling 2010 372 331 190 146 429 214 148 115 237 117 373 224 825 682 29 4.432
QliQ neemt deel in verschillende overlegorganisaties c.q. samenwerkingsverbanden om het regionaal beleid mede gestalte te geven. Hieronder vallen het Overleg Helmondse Schoolbesturen (OHS) en Weer Samen Naar School (WSNS). Daarnaast onderhoudt de stichting rechtstreekse contacten met de gemeente in het kader van huisvesting, lokale educatieve agenda, onderwijs en onderwijsachterstandenbeleid. 1.2.
Missie en visie
Begin 2010 is het strategisch beleid 2010-2013 vastgesteld. Middels dit plan wil QliQ haar bestaande profiel continueren: ondernemend, onderscheidend en vernieuwend. De statuten zijn in 2009 fundamenteel herzien. Aansluitend op maatschappelijke ontwikkelingen, vormen onderwijs en opvoeding nadrukkelijker de gezamenlijke pijlers van de organisatie. Met het strategische beleidsplan worden belangrijke stappen gezet om haar doel te bereiken: Verbindend Leren, Verbindend Leven. In de missie staat dat elke school van QliQ: • werkt aan de brede vorming van kinderen; • zorgt voor een schoolklimaat waar opvoeding en onderwijs samengaan; • werkt vanuit het QliQ Primair Onderwijs onderwijslabel naar een eigen schoolconcept; • beschouwt ouders/verzorgers als partners (klantgericht); • is pro-actief en investeert in bijzondere mate in de schoolontwikkeling door het verzorgen van scholing van leraren, onderwijsondersteunend personeel en management; • is een afspiegeling van de samenleving en richt zich blijvend op maatschappelijke ontwikkelingen; • werkt aan eigentijds waardegeoriënteerd onderwijs; • investeert in de nieuwe media om het didactisch handelen en het leerproces van leerlingen te ondersteunen; • zorgt ervoor dat kinderen graag naar school gaan. Kortom: een school van QliQ is een waardevolle kwaliteitsschool waar het goed vertoeven is. Op grond van deze missie is de volgende ambitie geformuleerd: QliQ heeft scholen die: • oog hebben voor tevreden en enthousiaste leerlingen die met plezier naar school komen; • de samenwerking met ouders nastreven en daarom laagdrempelig zijn richting ouders; • niet alleen een leerschool zijn maar ook een waardegemeenschap vormen; • de optimale ontwikkeling van kinderen nastreven: kinderen worden geprikkeld het optimale met hun talenten te doen; • educatieve arrangementen aanbieden (d.w.z. alle scholen zijn ingebed in een infrastructuur van minimaal voor-, tussen- en naschoolse opvang).
Jaarverslag 2010
8
QliQ Primair Onderwijs
De visie wordt gedragen door de volgende kernwaarden: 1. Stel het kind centraal: het belang van het kind staat voorop. Ieder kind moet de kans krijgen zijn talenten optimaal te ontwikkelen. Een basisvoorwaarde hiervoor is het bieden van goed onderwijs dat aansluit bij de behoeften en talenten van de leerling. 2. Subsidiariteit: voor zover mogelijk en effectief/ efficiënt worden taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden zo laag mogelijk in de organisatie neergelegd met de daarbij horende verantwoordingsplicht. 3. Solidariteit: er is sprake van solidariteit tussen de scholen ter vergroting van het gezamenlijke beleidsvoerend vermogen en ter voorkoming en spreiding van risico‟s. De onderliggende waarde van het solidariteitsprincipe is dat elk kind, dat onderwijs geniet op een school van QliQ, gelijkwaardige rechten heeft op goed onderwijs. Wanneer door situationele factoren tekorten op enige school ontstaan, biedt het solidariteitsprincipe ruimte en armslag totdat er een structurele oplossing is gevonden. 4. Vrijheid in gebondenheid: het schoolbestuur biedt een normatief kader, waarbinnen veel vrijheid aanwezig is om professionaliteit van schoolleiders en leraren tot uiting te laten komen. Zij zijn bepalend voor het primaire proces. Binnen de grenzen van de uitgesproken kwaliteitsambities en de gemeenschappelijke katholieke identiteit behouden de scholen zoveel mogelijk hun eigen identiteit, cultuur, uitstraling en plaats binnen de gemeenschap. 1.3.
Strategisch beleidsplan 2010-2013
Het strategisch beleidsplan vormt het kader voor de ontwikkeling van alle scholen binnen QliQ. De schoolleiders hebben een belangrijke rol in het vertalen van dit plan naar hun schoolplannen en jaarplannen. Zij doen dit in overleg met hun geledingen. In het jaarverslag leggen scholen verantwoording af over de mate waarin de strategische doelen zijn gerealiseerd. Het bestuur ondersteunt en stuurt hierbij en faciliteert de school in de uitvoering van deze afspraken. Het College van Bestuur draagt als bevoegd gezag de eindverantwoordelijkheid voor de scholen en maakt daartoe plannings- en controleafspraken met de directeuren. Het College van Bestuur doet meer dan het vaststellen van de gekozen strategie voor de komende jaren en het faciliteren van de lopende zaken. Het bestuur initieert, stimuleert en daagt uit om de in het strategisch plan vastgestelde ambities te realiseren. In 2009 is een SWOT-analyse uitgevoerd waarbij de uitkomsten van interne en externe analyses met elkaar in verband zijn gebracht. Daarbij is duidelijk geworden voor welke strategische dilemma's QliQ zich de komende jaren gesteld ziet. Deze SWOT-analyse is de basis geweest voor het vastgestelde strategische beleid. Op basis hiervan zijn een aantal speerpunten van beleid vastgesteld: 1. schoolontwikkeling; 2. verhouding ouders-school; 3. kwaliteitszorg; 4. opleidingen; 5. arbeidsmarkt directeuren; 6. bestuurlijke samenwerking en zorgstructuur Voor de uitwerking van deze speerpunten wordt verwezen naar de notitie “Strategisch beleid 20102013”. In juni 2010 is het strategisch beleidsplan uitgewerkt in een activiteitenplan. In dit plan staat voor de diverse beleidsterreinen de voornemens voor de komende jaren opgenomen. Deze voornemens zijn per actiepunt uitgewerkt in een plan van activiteiten. Voor 2010 zijn de volgende actiepunten opgenomen: 1. Algemeen: a. Besluit over uitbesteden of zelf doen van administratie, schoolbegeleiding en „extra‟ begeleiding aan kinderen; b. Strategische positie in de regio versterken; c. Visie op lokaal onderwijsbeleid formuleren; 2. Profilering en identiteit: naamsbekendheid van QliQ en van de scholen vergroten door actieve benadering van de regionale media. Daarnaast actief adverteren;
Jaarverslag 2010
9
QliQ Primair Onderwijs
3. Onderwijs en kwaliteit: optimaliseren horizontale en verticale verantwoording w.o. het opstellen van jaarplannen en jaarverslagen; 4. Personeel: a. Formuleren en implementeren gezondheidsbeleid waaronder ziekteverzuimbeleid; b. Mobiliteitsbeleid: het faciliteren van ambities van medewerkers, de kwaliteit van het onderwijs vergroten, faciliteren van passende formatie aan scholen en werkgelegenheid voor medewerkers garanderen; c. Opleiding en scholing: het bevorderen van professionele ontwikkeling van medewerkers en het bevorderen van doorstroming van medewerkers; d. Passende kwantitatieve en kwalitatieve invulling van managementfuncties; 5. Materieel en financiën: a. Vastgoedbeleid: faciliterende mogelijkheden van vastgoed benutten en efficiënt en effectief beheer en onderhoud van vastgoed bewerkstelligen; b. Kengetallen en benchmarking: monitoren en sturen van organisatie-aspecten op basis van meetgetallen. Inhoudelijk wordt verderop in het jaarverslag bij deze items stilgestaan. De bovenschoolse beleidsvoorbereiding en uitvoering geschiedt door het College van Bestuur, die daarin wordt bijgestaan door het DOQ en het stafbureau. Het DOQ is in 2010 16 keer bijeengekomen. Vanuit het DOQ zijn werkgroepen samengesteld, die samen met het College van Bestuur beleidsplannen voorbereiden. 1.4.
Rol (gemeenschappelijke) medezeggenschapsraad
De Gemeenschappelijke MedezeggenschapsRaad (GMR) is de formele gesprekspartner van het College van Bestuur van QliQ. De GMR betrekt in zijn besluitvormingstraject de themaraden binnen de GMR. De medezeggenschapsraden van de individuele scholen zijn betrokken bij schoolspecifieke zaken. De contacten met de MR‟en worden onderhouden door de directeur van de school, als integraal schoolleider. Het College van Bestuur is aanwezig tijdens een gedeelte van de GMRvergadering. Toelichting, discussie etc. over beleidsvoornemens en beleidsstukken staat centraal tijdens dit overleg. Over een aantal aspecten wordt conform het reglement instemming dan wel advies gevraagd. In 2010 zijn de volgende items voor advies of instemming, dan wel informatief aan de GMR voorgelegd en als zodanig positief, dan wel negatief geadviseerd of ingestemd: Nieuw tarief Spring Kinderopvang (mandaat MR‟en) instemming Regeling registratie en bewaren personeelsgegevens instemming Regeling gebruik elektronische informatie- en communicatiemiddelen voor medewerkers instemming Regeling gesprekscyclus instemming Functieboek instemming Wijziging conceptstatuten positief advies Procedure benoeming OP en OOP instemming WSNS zorg/activiteitenplan 2010-2011 positief advies Gezondheidsbeleid positief advies Vakantierooster 2011-2012 positief advies Reglement College van Bestuur positief advies Reglement Klokkeluidersregeling positief advies Concept Managementstatuut positief advies Vastgoedbeleid positief advies Reglement Raad van Toezicht positief advies In 2009 is de GMR gaan werken met themaraden en commissies en er is een missie en visie ontwikkeld. In 2010 is gewerkt met een themaraad personeel en een themaraad financiën. Ondanks dat de themaraden een goede bijdrage leveren in de besluitvorming, vraagt de praktijk om een andere samenstelling en werkwijze van de GMR. In 2010 is een start gemaakt met het zoeken naar nieuwe mogelijkheden. Doel is om met een kleinere groep meer expertise binnen de GMR te krijgen zodat er snellere en betere besluitvorming kan plaatsvinden.
Jaarverslag 2010
10
QliQ Primair Onderwijs
1.5.
Klachtenregeling
QliQ had een vastgestelde klachtenprocedure die reeds verschillende jaren van toepassing was. In 2010 is de klachtenprocedure geactualiseerd op basis van landelijke modelregelingen. De nieuwe klachtenregeling is in februari 2011 vastgesteld. Op elke school is deze informatie ter inzage gelegd voor ouders en medewerkers. In de procedure is voorzien in de mogelijkheid om een klacht door het bestuur te laten behandelen. Dit kan een interne of een externe klacht zijn. Er is ook een mogelijkheid om naar een onafhankelijke vertrouwenspersoon toe te gaan. In voorkomende gevallen wordt na bemiddeling van de vertrouwenspersoon met klagers en school gewerkt aan een passende oplossing. In 2010 is er geen formele klacht tegen QliQ ingediend. Naast de klachten die leiden tot een formele procedure, worden ook de overige meldingen en klachten die het bestuur bereiken gemonitord. Ook in 2010 zien we een beperkt aantal items terugkeren, zoals het omgaan met pesten op school en de algemene onderwijskwaliteit binnen de school. 1.6.
Uitbesteding personele en financiële administratie
Op basis van de in 2009 uitgevoerde inventarisatie naar het in- en outsourcen van de financiële en personele administratie en op basis van de ontwikkelingen binnen het huidige administratiekantoor Dyade is in 2010 besloten tot het continuëren van het contract bij Dyade. Bij het opstellen van de begroting 2011-2014 is voor het eerst gebruik gemaakt van de nieuwe planning- en controlmodule van Dyade. Hoewel er verbeteringen wenselijk zijn, zijn de eerste ervaringen positief. In januari 2011 zullen ook de tussentijdse overzichten en rapportages vanuit dit systeem opgesteld worden. Per 1 januari 2011 is een overstap gemaakt van het Caso-salarissysteem naar Raet en is het pakket Verzuimmanager in gebruik genomen. QliQ heeft de ambitie uitgesproken het ziekteverzuim aanzienlijk te verminderen. Daarvoor zijn vanaf 1 januari 2011 een aantal wijzigingen doorgevoerd in de registratie van het ziekteverzuim en de ondersteuning van de casemanagers. Het administratiekantoor heeft daarvoor het alternatief personeelsadministratiesysteem Verzuimmanager ingevoerd waaraan een verzuimregistratiesysteem is gekoppeld. Casemanagers ontvangen informatie en meldingen op casusniveau zodat zij tijdig en adequaat kunnen handelen. Alle gepleegde acties dienen te worden geregistreerd in dit systeem. De medewerkers van de arbodienst hebben tevens toegang tot dit systeem; zowel voor informatie als het invoeren van hun verslagen en acties. Daarmee creëren we een totaaloverzicht op casusniveau dat tevens dossiervorming verzorgd. Op alle niveaus kunnen uit dit systeem kengetallen worden gegenereerd. De afgelopen jaren waren vooral gericht op de bewustwording van alle medewerkers m.b.t. ziekteverzuim, de duur, de aanpak, de effecten en de verantwoordelijkheden van alle betrokkenen. QliQ heeft in dat verband een aantal beleidsdocumenten ontwikkelt. De komende fase dient vooral gekenmerkt te zijn door het oogsten van het succes van de inspanningen dat zichtbaar wordt in een structurele daling van het ziekteverzuim. Het pakket Verzuimmanager moet daar een bijdrage aan leveren. 1.7.
Ontwikkelingen ICT binnen QliQ
Op ICT-gebied is in 2010 weer volop beweging geweest binnen QliQ. Een van de pijlers, dat met behulp van digitale middelen de leeropbrengsten verhoogd kunnen worden, kreeg steeds meer inhoud. Op de interne ICT-bijeenkomsten stond dit steeds hoog op de prioriteitenlijst. Dit resulteerde onder andere in een aantal projecten waarbij leerlingen een eigen notebook ter beschikking kregen om die digitale leermiddelen in het lesprogramma te integreren. Er is voor de tweede keer meegedaan aan de online enquête van “Didaktiek in balans (DIB)” en “Leiderschap in balans (LIB)”. Deze is door alle leerkrachten en nu ook door het management ingevuld. Aansluitend heeft met het management en de ict-begeleiders een gesprek over de resultaten plaatsgevonden. Hierna hebben de scholen dit weer met de leerkrachten besproken en uit deze DIB- en LIB-uitslagen kan het ict-beleid voor de komende jaren mede vorm krijgen. De kennisoverdracht wordt langzamerhand aangevuld met kennisconstructie. Om leren meer dan alleen onder schooltijd te promoten hebben bijna alle scholen een begin gemaakt met een elektronische leeromgeving (ELO) om te kijken of deze manier van werken geschikt is om in te voeren. De eerste reacties van kinderen en leerkrachten zijn positief en enthousiast. Op deze manier kan ervaring opgedaan worden en een indruk worden verkregen van wat we kunnen verwachten en welke eisen we er nog meer aan een ELO kunnen en willen stellen. Samenwerking tussen scholen binnen de stichting maar ook daarbuiten is dit jaar toegenomen. Vooral door goede contacten en inbreng bij het Samen deskundiger platform Zuidoost Brabant en Schoolnet
Jaarverslag 2010
11
QliQ Primair Onderwijs
Brabant zijn verschillende projecten van de grond gekomen. Bijvoorbeeld Dicolab (het werken met meerdere muizen tegelijk op 1 computer of digibord), 1 op 1 met elk kind een notebook in groep 3 en introductie van het project Digitale weerbaarheid bij andere besturen. Het werken met webbased applicaties neemt steeds meer toe. Hierdoor wordt het belang van een goede internetverbinding steeds belangrijker. Vorig jaar heeft de stichting Combivisie getracht om voor alle scholen de mogelijkheid tot een goede glasvezelverbinding mogelijk te maken. De kosten hiervan werden uiteindelijk zo hoog dat dit project is afgeblazen. Schoolnet Brabant heeft dit initiatief inmiddels overgenomen om te kijken of er Brabant breed meer betaalbare mogelijkheden zijn. Op het gebied van communicatie hebben we de sharepoint 2007 bovenschools geïntroduceerd (bestuurskantoor, directies, ict-begeleiders, GMR, RvT). Dit intranetplatform komt in 2011 ook voor de scholen beschikbaar. Het zal de onderlinge communicatie en samenwerking kunnen bevorderen. De digiborden zijn aangevuld met een aantal grotere (55 inch) touchscreentv‟s die ook qua digitale software weer nieuwe gereedschappen met zich meebrachten (Bordwerk, Gynzy). Doordat deze tv‟s ook nog verrijdbaar en in hoogte verstelbaar zijn, bieden ze binnen de klassensituaties meer mogelijkheden om met leerlingen individueel en in groepjes te werken. Op het gebied van techniek en beheer is in opleiding geïnvesteerd. Een systeembeheerder heeft alle modules voor het MCSE (Microsoft Certified Systems Engineer) afgerond om zo de kennis op het beheergebied op peil te houden. We hebben verder stappen gezet om onze servers te virtualiseren, waardoor we flexibeler met onze hardware kunnen omgaan. In dit kader hebben we ook deelgenomen aan een pilot project van Education Alliance Project Agreement Fund (APS IT-diensten, SLBdiensten, Microsoft en SURFdiensten) rondom een nieuwe dienst van Microsoft het zogenaamde MDOP (Microsoft Desktop Optimalisation Package) om te kijken of het beheer zoals QliQ dat zelfstandig uitvoeren tijdwinst kan opleveren. Het zwaartepunt ligt bij het onderdeel App-V: het virtualiseren van applicaties en de centrale implementatie van deze (veelal eduactieve) software. Extra pluspunt van dit project is de opleiding van de systeembeheerders door experts van Wortell. De uitgezette lijnen zullen in 2011 doorgetrokken worden, waarbij als extra aandachtspunt de digitale vaardigheden van het personeel op de agenda komt. 1.8.
Ontwikkelingen 2011 en verder
Naast de in dit jaarverslag beschreven interne ontwikkelingen, krijgen de veranderingen binnen het rijksbeleid steeds meer betekenis op lokaal niveau. Door de langdurige kabinetsformatie in 2010 is er weinig duidelijkheid gekomen omtrent de beleidsvoornemens en bezuinigingsoperaties vanuit het rijk. Dit werkt uiteraard ook door in de gemeentelijke politiek. Er is o.a. onzekerheid over: Invoering Passend Onderwijs en de financiering daarvan; Ontwikkeling naar integrale kindcentra voor opvang van en onderwijs aan kinderen van 0 tot 12 jaar; Continuering onderwijsachterstandenbeleid; Al dan niet doordecentraliseren van verantwoordelijkheden op het gebied van onderwijshuisvesting; Waar binnen de onderwijsbegroting nog meer bezuinigingen doorgevoerd gaan worden; Voortzetting taal- en schakelklassen op gemeentelijk niveau; Voortzetting subsidiëring schoolbegeleiding vanuit gemeente na 1 augustus 2011. Deze onzekerheden maken het lastig om in de toekomst te kijken. Het vastgestelde beleidsplan is uitgangspunt voor de activiteiten binnen de stichting. Ontwikkelingen op landelijk en lokaal niveau kunnen noodzaak zijn tot het bijstellen van deze plannen. Vooralsnog is hier geen reden toe. Een aantal ontwikkelingen worden kort toegelicht: 1.8.1.
Passend Onderwijs
Passend onderwijs betreft de leerlingen die extra zorg nodig hebben. In de huidige situatie zijn een aantal knelpunten gesignaleerd. Centraal hierin staat de zorgplicht. Dit houdt in dat het schoolbestuur verantwoordelijk is om een leerling passend onderwijs aan te bieden. Als een schoolbestuur dit zelf
Jaarverslag 2010
12
QliQ Primair Onderwijs
niet kan moet zij dit in samenspraak met andere scholen realiseren. De positie van de ouders hierin wordt versterkt. De huidige zorgstructuren bestaan uit WSNS, LGF en speciaal onderwijs. Uit evaluatie blijkt dat veel dingen goed gaan, maar dat er ook situaties zijn waarin kinderen tussen wal en schip terechtkomen. Door de schoolbesturen hiervoor verantwoordelijk te maken wil het kabinet deze situatie verbeteren. Zorg in en om de school Binnen de doelstelling van Passend onderwijs (alle kinderen volgen het onderwijs dat bij hen past) is het duidelijk dat het geheel niet kan worden gerealiseerd zonder samenwerking met ketenpartners in en om de school. Om succesvol te zijn op school is meer nodig dan een passende onderwijsplek: kinderen moeten gezond zijn (bijvoorbeeld niet zonder ontbijt naar school) en zich veilig voelen (op school én thuis). In dit kader zijn voor Passend onderwijs twee andere wetgevingstrajecten relevant: de vorming van de Centra voor Jeugd en Gezin (CJG) en de wettelijke borging van zorg in en om de school. Onder zorg in en om de school wordt voor het reguliere onderwijs (po, vo en mbo) verstaan: de preventieve inzet van hulpverlening en zorg (bijv. de inzet van schoolmaatschappelijk werk); de instandhouding van multidisciplinaire casus-overleggen binnen de ZAT (Zorg Advies Team) structuur. Samenwerkingsverband Passend onderwijs. Binnen de regelgeving Passend onderwijs werken het primair en speciaal onderwijs samen in een samenwerkingsverband. Hetzelfde geldt voor het voortgezet onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs. Verbindingen tussen samenwerkingsverbanden PO/SO, VO/VSO en MBO dragen bij aan de doelstelling van Passend onderwijs: alle kinderen succesvol op school. QliQ participeert in het huidige samenwerkingsverband WSNS en zoekt met collega schoolbesturen en samenwerkingsverbanden in de regio naar een dekkend onderwijsaanbod zodat Passend Onderwijs gerealiseerd kan worden. 1.8.2.
Brede school en Integraal Kind Centra (IKC)
Het kabinet wil het aantal brede scholen met aandacht voor sport en cultuur uitbreiden om zoveel mogelijk jongeren vertrouwd te maken met sport en cultuur. Binnen deze brede scholen wil zij combinatiefuncties instellen. Mensen in deze functie werken zowel in het onderwijs als bij een sportvereniging of cultuurinstelling. Het kabinet wil samen met gemeenten en met de onderwijs-, sport- en cultuursector een structurele impuls geven aan de realisering van in totaal 2.500 combinatiefuncties in 2012, waarvan 850 in het primair onderwijs. In 2010 worden impulsgelden besteed in de grote steden. In de jaren daarna kunnen meer gemeenten aanspraak maken op deze gelden. Vanuit de stichting wordt overleg gevoerd met verschillende partners om combinatiefuncties binnen de brede scholen en integraal kind centra te kunnen realiseren de komende jaren. Het IKC omvat in ieder geval de basisschool, de buitenschoolse opvang, de kinderopvang en het peuterspeelzaalwerk. Afhankelijk van de wijk, de wens en behoefte van de maatschappelijke partners kan het concept verder worden uitgebreid. Het IKC zal op wijkniveau worden uitgewerkt. Dit betekent dat op wijkniveau gekomen moet worden tot een sluitende c.q. samenhangende en op elkaar afgestemde voorzieningenstructuur. Hierbij dient sprake te zijn van een wijkgerichte ontwikkeling gebaseerd op overeenstemming tussen betrokken maatschappelijke partners in de wijk. Op deze wijze kan inhoud worden gegeven aan wijkgericht werken. De inhoudelijke samenwerking tussen partijen hoeft niet noodzakelijk te leiden tot gezamenlijke huisvesting. De betrokken instellingen werken samen, maar zijn afzonderlijk gehuisvest. Het geheel aan (kind) voorzieningen in een wijk vormt samen het inhoudelijk en uitvoerend concept van het integraal kindcentrum. Gezien de demografische en onderwijskundige ontwikkelingen in de wijken Rijpelberg, Brouwhuis en Mierlo-Hout (vergrijzing, daling van het aantal leerlingen en veel vraag naar brede onderwijsvoorzieningen) ligt de prioriteit voor het realiseren van integrale kindcentra bij deze drie wijken. 1.8.3.
Wet Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie (Wet OKE)
Op 1 augustus 2010 is de Wet Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie (wet OKE) van kracht geworden. De wet OKE wijzigt drie wetten: de wet Kinderopvang, de wet op het Onderwijstoezicht en de wet op het Primair onderwijs. In de wet Kinderopvang is een kwaliteitskader voor peuterspeelzalen
Jaarverslag 2010
13
QliQ Primair Onderwijs
opgenomen evenals het toezicht van de gemeente daarop met de bijbehorende handhavingsmogelijkheden. Verder worden in deze wet de kwaliteitseisen voor voorschoolse educatie opgenomen. In de wet op het Onderwijstoezicht wordt geregeld dat de Inspectie van het Onderwijs toezicht houdt op de kwaliteit van voorschoolse educatie. In de wet op het Primair Onderwijs wordt de regierol van gemeenten ten aanzien van het onderwijsachterstandenbeleid verstevigd en wordt de verantwoordelijkheid voor het aanbod en de toegankelijkheid van voorschoolse educatie bij de gemeenten neergelegd. In 2010 heeft de inspectie op 4 scholen binnen onze stichting en 4 peuterspeelzalen onder verantwoordelijkheid van Spring Kinderopvang bezocht en beoordeeld op het VVE-aanbod. Daartoe zijn aanbevelingen gemaakt die in 2011 verder worden uitgewerkt. 1.8.4.
Onderwijsbegeleiding
Naast de gelden die vanuit de lumpsumbekostiging voor schoolbegeleiding worden ontvangen, subsidieert de gemeente ook een deel. Door de bezuinigingstaakstellingen wordt de gemeentelijke bijdrage per 1 augustus 2011 afgeschaft. In 2010 werd vanuit de gemeente € 170.000 ontvangen. Als gevolg hiervan zullen er vanaf 1 augustus 2011 minder diensten ingekocht kunnen worden. Dit staat haaks op de invoering van Passend Onderwijs, wat juist vraagt om extra expertise op het gebied van leerlingenzorg die scholen op dit moment (nog) niet in huis hebben. Naast de algemene gelden stelt de gemeente jaarlijks een budget voor lokale prioriteit beschikbaar. Wat deze lokale prioriteit inhoudt wordt in overleg met de schoolbesturen bepaald. In 2009-2010 is door het OHS een subsidie ontvangen voor: Voorbereiden en uitvoeren van het project “Je kan het zelf bedenken” van Halt Oost Brabant. Dit is een programma voor de groepen 7 en 8 en past binnen het thema actief burgerschap en sociale integratie; Coördinatie van de OHS-werkgroep “Onderwijsaanbod aan meer- en hoogbegaafde leerlingen in de gemeente Helmond”. Beide trajecten zijn succesvol uitgevoerd. Voor het project “Je kan het zelf bedenken” heeft Halt Oost-Brabant naar aanleiding van de kernwaarden uit de bepaling van het OCW twee activiteiten ontwikkeld. 1. Preventieactiviteit “Normen & Waarden”: door aan te sluiten bij de waarden en normen van de leerling thuis en op school wordt de activiteit zo dicht mogelijk bij de belevingswereld van de leerling gehouden. Doelstellingen van deze activiteit waren: De leerling kan een definitie geven over waarden en normen en hiervan voorbeelden geven De leerling kan aangeven hoe waarden en normen tot ontwikkeling komen, De leerling kan verschillen in etnische achtergrond, geloof en afkomst en de daarbij behorende waarden en normen benoemen en aangeven wat deze verschillen betekenen in de omgang met elkaar. De leerling weet nu hoe hij mensen met andere normen kan leren begrijpen en accepteren. 2. Preventieactiviteit “ Overlast & Respect”: wanneer is er sprake van overlast, wie heeft er last van. Wanneer gaat Normoverschrijdend gedrag over in crimineel of overlastgevend gedrag. Van belang is dat de leerlingen zich bewust worden dat (het veroorzaken van) overlast en (het gebrek aan) respect met elkaar te maken hebben. Daarom moet worden aangesloten bij de voorbeelden en ervaringen die leerlingen zelf aangeven. Doelstellingen van deze activiteit waren: De leerling weet dat de lesmodule gaat over “de samenhang” tussen overlast en respect, De leerling heeft inzicht in wat overlast is:”kan een eigen definitie geven en verschillende vormen van overlast benoemen, De leerling heeft inzicht in wat “respect”is: kan een eigen definitie geven en benoemen wat “respect tonen”en “overlast veroorzaken”met elkaar te maken hebben. De activiteiten zijn uitgevoerd in 48 groepen op 28 basisscholen. Slechts 2 basisscholen hebben niet deelgenomen aan het project vanwege een overvol lesprogramma. In navolging van de door de OHS-werkgroep opgestelde notitie “Onderwijsaanbod aan meer- en hoogbegaafde leerlingen in de gemeente Helmond” is in het schooljaar 2010-2011 op 4 locaties gestart met het project Hi/level. Ook hiervoor is vanuit de gemeente subsidie vanuit het budget lokale prioriteit ontvangen. Deze bedraagt € 75.000.
Jaarverslag 2010
14
QliQ Primair Onderwijs
1.8.5.
Bestuurlijk Overleg Onderwijs
Het Bestuurlijk Overleg Onderwijs (BOO) is het bestuurlijke platform waarin de samenwerking tussen gemeente en schoolbesturen PO, SO en VO vorm krijgt. Hier wordt de lokale educatieve agenda vastgesteld en afspraken met elkaar gemaakt. In dit overleg, onder voorzitterschap van de wethouder jeugd en onderwijs, wordt vorm gegeven aan de nieuwe bestuurlijke verhoudingen tussen lokale overheid en het onderwijs. In dit overleg worden diverse onderwerpen en activiteiten, waarbij gemeente en scholen elkaar tegenkomen, besproken. Belangrijke beleidsthema‟s die in 2010 aan de orde zijn gekomen: onderwijsachterstandenbeleid (waaronder VVE), kwaliteit van het onderwijs, huisvesting en zorg in en rondom de school. 1.8.6.
Centrum voor Jeugd en Gezin
Ontwikkeling van een volwaardig Centrum voor Jeugd en Gezin in Helmond. Een aantal elementen van het Helmondse Centrum voor Jeugd en Gezin zijn al voorhanden in het bestaande (jeugd)beleid. Aansluiting, informatie, advies en toe leiding worden projectmatig ontwikkeld. Gemeente is regievoerder/projectleider/ontwikkelaar tussen de netwerkorganisaties. Onderwijs is vindplaats voor jeugd, werkgever van professionals en verantwoordelijk voor het bieden van passend onderwijs. Met ingang van 13 januari 2010 is het netwerk versterkt met een CJG dat als inlooppunt, via de website of telefonisch bereikbaar is. Basisscholen ‟t Baken en St. Odulfus hebben meegewerkt aan de pilotfase.
1.8.7.
Uitvoering actieplan leerkracht; invoering functiemix
In de periode 2010 - 2014 worden conform CAO-afspraken de functies leerkracht LA, LB en LC ingevoerd. Landelijk zijn hierover afspraken gemaakt over de inhoud van de functie en omvang van te realiseren formatie. Het gestelde minimumpercentage van de formatie voor leerkracht LB van 6% op schoolniveau en 8% op bestuursniveau dat per 1 augustus 2010 gerealiseerd diende te zijn is ruimschoots behaald. Per 1 augustus 2011 zijn de voorgeschreven minimumpercentages van de formatie voor de functie van leerkracht LB als volgt: schoolniveau 12%, bestuursniveau 14%. Het College van Bestuur wil ook aan deze verplichting voldoen. In het voorjaar van 2011 wordt een besluit genomen over de functie van leerkracht LC. Het te realiseren percentage van 2% van de totale formatie voor deze functie per 2014 zou betekenen dat circa 6 fulltimebanen hiervoor in aanmerking komen. Binnen de afspraken van de CAO kan het bestuur ervoor kiezen om de genoemde 2% leerkracht LC-functies in te wisselen voor 6% leerkracht LB-functies. Deze keuze dient gemaakt te zijn voor 1 augustus 2011 omdat per die datum 1% benoemd moet worden in een LC-functie.
Jaarverslag 2010
15
QliQ Primair Onderwijs
2. Onderwijs 2.1.
Onderwijs binnen QliQ
Op alle scholen binnen de stichting wordt aandacht geschonken aan het verbeteren van het onderwijs. Inspectiebezoeken, gesprekken met de MR en ontwikkelingen van buitenaf zorgen ervoor dat het onderwijs en het onderwijsaanbod regelmatig binnen de school onder de loep worden genomen. De scholen werken samen met ondersteuners als OCGH, Habilis, KPC en APS aan vernieuwingen en verbeteringen binnen het onderwijs. Onderwerpen als Passend Onderwijs, Ontwikkelingsgericht Onderwijs, de Nieuwe Kijk op Leren, Directe Instructie, Coöperatief Leren zijn zowel binnen de teams van de scholen als binnen het directieoverleg in 2010 regelmatig onderwerp van gesprek geweest. Om de kwaliteit te controleren hebben bijna alle scholen in 2009 en 2010 personeels-, leerling- en/of oudertevredenheidsonderzoeken afgenomen. Wat wilden we bereiken in 2010? Cito eindtoetsresultaten op voldoende niveau conform doelgroep scholen (inspectienorm); De scholen inrichten en leerkrachten vaardig maken om kinderen met hoogbegaafdheid, leerproblemen of andere beperkingen goed onderwijs te bieden (passend onderwijs); Alle QliQ-scholen beschikken aan het eind van het schooljaar 2009-2010 over een operationeel digitaal leerlingvolgsysteem. In het systeem worden zaken vastgelegd als handelingsplannen, afspraken tussen ouders-leerling-leerkracht, gespreksverslagen, mogelijke incidenten etc. Het doel is te zorgen voor een betere begeleiding van leerlingen; De school speelt actief in op nieuwe maatschappelijke ontwikkelingen; elke school heeft in haar schoolplan beschreven dat en hoe ze invulling geeft aan haar functie als centrum in de wijk; Kwaliteitszorg – Kwaliteit van het Lesgeven – Afstemming op Onderwijsbehoeften; alle QliQscholen halen op deze drie criteria een ruim voldoende score bij de Inspectie van het Onderwijs. Wat hebben we in 2010 gedaan? De scholen hebben veel aandacht besteed aan de evaluatie van de leeropbrengsten met de focus op de reken- en taalontwikkeling; Keuze is gemaakt voor een z.g. Early Warning Systeem voor de genoemde leeropbrengsten; Het opbrengstgericht werken is gespreksstof geweest binnen de scholen; Tijdens de managementgesprekken tussen College van Bestuur en schooldirecties is passend onderwijs en de concrete invulling daarvan een belangrijk aandachtspunt geweest; Binnen het directeurenoverleg zijn verschillende onderwijsinhoudelijke thema‟s aan de orde gekomen zoals kwaliteit en INK, passend onderwijs, rol inspectie etc.; De stichting heeft zichtbaar deelgenomen binnen de volgende overlegtafels: - Centrum Jeugd en gezin - Platform Passend Onderwijs - WSNS Helmond Mierlo - Lokale Educatieve Agenda - Task force Autisme Wat heeft het opgeleverd? De inspectie heeft in december 2010 (wederom) aangegeven dat het onderwijs op alle 15 scholen van voldoende kwaliteit getuigt en daartoe zijn de scholen opgenomen in het z.g. basisarrangement; Alle QliQ-scholen gebruiken een digitaal leerlingvolgsysteem zijnde Dotcomschool; Bewustwording bij alle betrokkenen ten aanzien van het opbrengstgericht werken; Er vindt steeds meer samenwerking plaats met externe partners in en om de school. Denk aan kinderopvang en peuterspeelzaalwerk, bibliotheek, Voortgezet Onderwijs, Centrum Jeugd en Gezin. Wat gaan we in 2011 doen? Er wordt verder gewerkt aan passend onderwijs. Alle scholen dienen hun „schoolprofiel‟ zichtbaar te maken en in een toekomstontwikkeling te plaatsen; De lokale educatieve agenda: samen met andere schoolbesturen en de gemeente wordt door de stichting inhoud gegeven aan de agendapunten in 2011;
Jaarverslag 2010
16
QliQ Primair Onderwijs
Aandacht voor opbrengstgericht werken vanuit een evidence based methode. Dit wil zeggen dat de uitvoering is gebaseerd op de best beschikbare informatie over doelmatigheid en doeltreffendheid van een bepaalde manier van werken. Het STIVOO early warning systeem zal ons daarbij ondersteunen; Verdere deelname en bijdrage aan de verschillende overlegplatforms; Verdergaande samenwerking met externe partners zowel op stichting- als op schoolniveau. 2.2.
Onderwijs binnen de scholen
2.2.1.
De Korenaar
Wie zijn we? Het onderwijs op Basisschool de Korenaar zorgt ervoor dat kinderen rijker worden in hun ontwikkeling. Zij worden geprikkeld om verder te willen, meer te willen. Wij komen tegemoet aan die natuurlijke drang van: Dit kan ik al, dat wil ik ook kunnen; Dit weet ik al, dat wil ik ook nog weten; Dit ken ik al, dat wil ik ook nog kennen; Dit begrijp ik al, dat wil ik ook begrijpen; Dit voel ik al, dat wil ik ook nog voelen. Het onderwerp/onderwijs moet prikkelend, uitdagend en stimulerend zijn. Je moet er van kunnen groeien. Wat wilden we bereiken in 2010 ? SKT: een goed schooladvies voor de schoolverlaters; Basisontwikkeling, de taalontwikkeling en het verbinden van hoeken; ICT-beleidsplan uitvoeren; Verandering van schooltijden; Plannen en uitvoeren van een schoolproject; Oriënteren op Passend Onderwijs en de 1-zorgroute; Professioneler managementteam; Criteria nieuwe methodes. Wat hebben we gedaan? Om bovenstaande doelen te bereiken, hebben we twee acties ondernomen: we hebben een prioriteitslijst gemaakt met daarop vermeld de doelen, de bijeenkomsten, de studiemomenten en de taak en de rol van het management. Deze lijst hebben we in een jaarplanning omgezet; we hebben gekeken op welke momenten en bij welke doelen we hulp van buiten nodig hebben. Met die instanties is contact gelegd en daar zijn concrete afspraken mee gemaakt. Ook die zijn in de jaarplanning opgenomen. Wat heeft het opgeleverd? SKT: een goed schooladvies voor de schoolverlaters Basisontwikkeling, de taalontwikkeling en het verbinden van hoeken ICT beleidsplan uitvoeren Verandering van schooltijden Plannen en uitvoeren van een schoolproject Oriënteren op Passend Onderwijs en de 1-zorgroute Professioneler managementteam Criteria nieuwe methodes
Behaald Behaald/ in ontwikkeling In ontwikkeling In ontwikkeling Behaald Behaald In ontwikkeling Nog niet gestart
Wat gaan we in 2011 doen? In 2011 gaan we verder met de doelen die niet bereikt zijn. Een doel blijft er uit springen. Dat is Passend Onderwijs en de 1-zorgroute. Binnen dit doel richt je alle aandacht en reflectie op de brede zorg in school. Daarbij komt ook aan bod de keuze voor een sociaal-emotioneel volgsysteem, de
Jaarverslag 2010
17
QliQ Primair Onderwijs
groepsplannen, het vooruit denken in ontwikkelingsmogelijkheden en het vastleggen en uitvoeren van handelingsplannen. Binnen de zorg is er ook aandacht voor het aspect taalverwerving en woordenschat. Over 4 jaar is het streven dat op onze school de leerkrachten taal- en rekenexpert zijn. Daarnaast zijn we op zoek naar een vorm voor een IKC ( Integraal Kind Centrum). 2.2.2.
De Vlier
Wie zijn we? Dagelijks bezoeken ongeveer 340 kinderen verdeeld over 14 groepen de Vlier, gelegen in de wijk Brouwhuis. Het schoolgebouw oogt open en sfeervol. De ronde indeling biedt veel mogelijkheden voor ontmoeting en samenwerking. Het onderwijsconcept is gebaseerd op het jaarklassensysteem met volop ruimte voor differentiatie. De Vlier, betrokken en in beweging. Wat wilden we bereiken in 2010? Implementatie didactische groepsplannen voor rekenen; Meer- en hoogbegaafdheid: kennis vergaren met betrekking tot meer- en hoogbegaafde leerlingen en kennis over het signaleren en handelen bij meer- en hoogbegaafdheid; Keuze standaard observatie-instrument groepen 1-2; Keuze gestructureerd onderwijsaanbod groepen 1-2; Intensieve samenwerking met peuterspeelzaal Haasje Over; Vervanging methodieken lezen groepen 4 t/m 8; Oriënteren op leerstofaanbod voor techniek: daarbij doorgaande leerlijn opstellen voor de groepen 1 t/m 8. Wat hebben we gedaan? Studiedagen/teamvergaderingen over thema‟s met behulp van externe begeleiding; Werkgroep groepsplannen rekenen ingesteld: pilot met compacten en verrijken; Een aantal gezamenlijke studiemomenten gehad met collega‟s van de peuterspeelzaal en de leerkrachten van de groepen 1-2; Informatie vanuit didactisch medewerker Reinders en pilots met nieuwe methodieken draaien; Wat heeft het opgeleverd? Implementatie van groepsplannen n.a.v. groepsoverzichten. Cyclus 3x opgenomen in personeelskalender. Gaat gepaard met groepsbesprekingen leerkracht en Intern begeleider en klassenconsultaties door directie en intern begeleider; Ervaringen met pilot: deze zijn gedeeld met het team. Toepassen compacten en verrijken op gebied rekenen. Zoeken naar uitbreiding op andere leergebieden; Kijk (digitaal observatiesysteem) en de methode Kleuterplein combineert de ontwikkelingsgebieden taal, rekenen, wereldoriëntatie, motoriek, sociaal-emotionele ontwikkeling, muziek en voorbereidend schrijven; Protocol opgesteld i.v.m. de overdracht; Methodekeuze Estafette voor technisch lezen groep 4 t/m 8 en Tekstverwerken als methode begrijpend / studerend lezen groepen 4 t/m 8; Keuze methode techniek wordt gemaakt in voorjaar 2011. Wat gaan we in 2011 doen? Borgen en bewaken implementatie eerder genoemde thema‟s; Implementatieafspraken maken nieuwe methodieken voor voortgezet technisch lezen en begrijpend lezen; Keuze en implementatie methodiek Wetenschap en techniek; Oriëntatie op nieuwe methode voor taal voor de groepen 4 t/m 8; Sterker positioneren van de school in de wijk. Doorgroeien naar een “sterke” school; Zoeken naar samenwerkingsmogelijkheden met andere scholen in de wijk voor de toekomst. 2.2.3.
Trudo
De St. Trudoschool is een katholieke school in de wijk Stiphout. De drie belangrijkste peilers in de visie van onze school zijn vrijheid in gebondenheid, zelfstandigheid en samenwerking. Deze drie kernbegrippen worden zichtbaar in de school middels de doorgaande lijn van takenbord bij de kleuters naar weektaak in de bovenbouw. Verder hebben we rondom dit thema allerlei routines in ons
Jaarverslag 2010
18
QliQ Primair Onderwijs
onderwijs ingebouwd. Voorbeelden daarvan zijn dagritmekaarten, geluidskaarten en kaarten voor het werken op de gang. Alle ontwikkelingen hieromtrent zijn vastgelegd in een ontwikkelingsplan. Dit plan staat net als alle andere beleidsplannen op onze website: www.trudoschoolstiphout.nl. Voor het onderdeel samenwerken van onze visie zijn we op dit moment bezig met het invoeren van coöperatieve werkvormen. Verder is er veel aandacht voor het werken met groepsplannen. Deze zijn ingevoerd voor de vakken rekenen en spelling. We werken daarbij met niveaugroepen op basis van de didactische resultaten en onderwijsbehoeften van leerlingen. In elke groep wordt gewerkt met een instructietafel voor kinderen die een verlengde instructie nodig hebben. Verder hebben we veel aandacht voor de leerlingen die bovengemiddeld scoren. Hiervoor is een beleidsplan meer- en hoogbegaafdheid gemaakt en kunnen kinderen die hiervoor gescreend zijn een ochtend deelnemen aan een interne plusklas. Wat wilden we bereiken in 2010? Groepsplannen rekenen zijn ingevoerd; Coöperatieve werkvormen krijgen een structurele plek binnen ons onderwijs; Nieuwe methode aardrijkskunde is ingevoerd; Plusklas heeft een vaste plek gekregen binnen ons onderwijs. Wat hebben we gedaan? Middels teambijeenkomsten zijn er afspraken gemaakt over hoe we een groepsplan rekenen vormgeven (met ondersteuning door OCGH). Verder zijn er schoolbrede afspraken over hoe we omgaan met remediëring. Leerkrachten krijgen deskundigheidsbevordering in het analyseren van rekenproblemen; In teambijeenkomsten met het OCGH zijn 5 coöperatieve werkvormen uitgekozen die we dit jaar gaan gebruiken in ons onderwijs; Werkgroep heeft twee aardrijkskunde-methodes uitgezocht en voorgelegd aan het team. Daarna is een keuze gemaakt voor de methode de blauwe planeet; Leerlingen zijn gescreend op mogelijke deelname aan de plusklas. Er zijn handelingsplannen geschreven voor deze leerlingen en de plusklas is gestart. Wat heeft het opgeleverd? Betere analyses van rekenproblemen bij leerlingen, groepsplannen waarin de leerlingen verdeeld worden in niveaugroepen en een beleidsplan rekenen met doelstellingen voor het rekenonderwijs; Leerkrachten zijn druk aan de slag met het gebruiken van coöperatieve werkvormen in de klas wat resulteert in enthousiaste leerlingen en een hogere betrokkenheid; Methode De blauwe planeet is aangeschaft en ingevoerd; Afspraken binnen de school over doortoetsen van deze leerlingen zijn verbeterd. Ouders en leerlingen zijn tevreden over het aanbod voor meer- en hoogbegaafde leerlingen. Wat gaan we in 2011 doen? Rekenen wordt goed gevolgd en het onderdeel automatiseren wordt er verder uitgelicht. Hierover worden afspraken op teamniveau gemaakt; Het werken met coöperatieve werkvormen wordt verder uitgebreid; Een werkgroep komt met een voorstel voor een nieuwe methode begrijpend lezen, taal, schrijven en een methode voor de kleuters; Plusklas wordt verder geïmplementeerd. 2.2.4.
Mariabasisschool
Wie zijn we? Ons motto is: “Mariabasisschool: gewoon een goede school.” De Mariabasisschool bestaat al bijna 100 jaar. Onze school vormt een afspiegeling van de maatschappij. Adaptief onderwijs, afgestemd op de behoefte van de kinderen, staat bij ons hoog in het vaandel. Daarnaast zijn we bezig met samenwerkend leren. De komende jaren richten we onze aandacht op het technisch en begrijpend lezen en de uitbreiding van de woordenschat. Natuurlijk is er ook ruimte voor ICT, muziek, techniek, handvaardigheid, sporten, open podium en buitenschoolse activiteiten. Bij ons mogen de kinderen kind zijn en krijgen alle kansen zich optimaal te ontwikkelen.
Jaarverslag 2010
19
QliQ Primair Onderwijs
Wat wilden we bereiken in 2010? Schooljaar 2009/2010: inzetten estafette nieuw; implementatie methode begrijpend lezen; scholing woordenschatdidactiek (en invoering toets woordenschat); visieontwikkeling m.b.t. de toekomstige nieuwe brede school; trendanalyse uitvoeren; leerlingenzorg versterken door betere analyses van toetsen; opzet opbrengstgericht werken; VVE-scholing kleuterleerkrachten; invoering 1-zorgroute. Schooljaar 2010/2011: fusietraject doorlopen met Troubadour (o.a. methodes, leerlingenzorg, 1-zorgroute); keuze van nieuwe methodes zaakvakken wordt gemaakt; tevredenheidsonderzoeken uitvoeren; implementatie directe instructiemodel; implementatie VVE-project Piramide met Troubadour; implementatie opbrengstgericht werken (trendanalyse, leerlijnen herstructureren); versterken studievaardigheden in groep 6-7-8; praktische invulling van de visie voor de nieuwe wijkhuis/ brede school; traject 1-zorgroute: invoering groepsplan. Wat hebben we gedaan? De onderwerpen van 2009/2010 hebben we allen verwerkt, maar een aantal onderwerpen (trendanalyse, leerlingenzorg, opbrengstgericht werken) lopen door in 2010/2011. Wat heeft het opgeleverd? Er is meer onderling overleg tussen de collega‟s over de zorg aan onze kinderen. Woordenschatonderwijs wordt aangeboden volgens het 4taktmodel en wordt ook vakoverstijgend ingezet. Opbrengstgericht werken leeft binnen het team en wordt ook gedragen. Het VVE-traject versterkt de onderlinge samenwerking tussen de teams van beide scholen. Het ingezette fusietraject geeft duidelijkheid over wat er te gebeuren staat. De teams ontmoeten elkaar diverse keren en praten over onderwijsinhoudelijke zaken. De visie wordt per vakgebied praktisch ingevuld, zodat deze voor de leerkrachten steeds meer handen en voeten krijgt. Er is een goede onderlinge sfeer tussen beide teams. Wat gaan we in 2011 doen? De plannen naar aanleiding van de trendanalyse worden voortgezet zodat opbrengstgericht werken steeds meer vorm gaat krijgen. De invoering van de 1-zorgroute wordt gestart met het invoeren van het groepsplan. De leerkracht staat hierin centraal als bepalende factor. Ook het directe instructiemodel blijft centraal staan. Het fusietraject wordt onderwijsinhoudelijk voortgezet. De nieuwe methodes voor de zaakvakken worden gekozen en in het nieuwe schooljaar ingevoerd. Er worden opnieuw tevredenheidsonderzoeken gestart. We nemen besluiten over de schooltijden in de nieuwe school. Beide teams ontmoeten elkaar meerdere keren op formele en informele wijze. 2.2.5.
Brede Basisschool De Vuurvogel.
Wie zijn we? Brede Basisschool De Vuurvogel is gehuisvest in een prachtig gebouw “Wijkhuis Brede school De Fonkel”. De school wordt bezocht door 435 leerlingen. Zij ontvangen onderwijs in zeer modern ingerichte lokalen met o.a. digiborden, computers en prachtig meubilair. Daarnaast kan de school o.a. beschikken over een theaterzaal, computerruimte en crearuimte. De school kenmerkt zich door extra aandacht voor taalonderwijs en een uitgebreide en deskundige zorg voor de leerlingen. In het gebouw zijn verschillende partners aanwezig waarmee nauw wordt samengewerkt (Wijkvereniging, Kinderdagverblijf Up to Four, peuterspeelzaal De Toverhoed, Stichting Welzijn Helmond).
Jaarverslag 2010
20
QliQ Primair Onderwijs
Wat wilden we bereiken in 2010, wat hebben we gedaan, wat heeft het opgeleverd? INK-model gebruiken bij het maken van (meer)jarenplannen en het INK-model ook per bouw gebruiken voor de vormgeving van de bouwplannen. Dit is een levend document wat jaarlijks wordt bijgesteld. Daarnaast is het model gebruikt bij het opstellen van het schoolplan 2010-2011 en meerjarenplan 2010-2014.; e e Verdieping van de 1-zorgroute: de 2 en 3 cyclus zijn uitgevoerd en de 1-zorgroute is een meer definitieve plek gegeven binnen ons onderwijs. Leerkrachten kijken meer en specifieker naar de behoeften van de leerlingen. Ook is de instructie in de groepen aangepakt door gebruik te maken van het directe instructiemodel; Trendanalyses worden structureel toegepast. Het digitale leerlingvolgsysteem van CITO is ingevoerd en we hebben als pilot gewerkt met STIVOO. De leerkrachten zijn zich nu aan het verdiepen is het programma. Meteen blijkt al dat zij meer inzicht krijgen in de resultaten van de leerlingen van de afgelopen periode(s); Keuze maken voor een nieuwe taalmethode. Een werkgroep is bezig geweest om tot een voorstel te komen voor een nieuwe taalmethode. Er is in 2010 nog geen keuze gemaakt omdat het een goede en gedegen voorbereiding vereist. Er is wel een bewustwording dat we de keuze niet veel langer uit kunnen stellen; We wilden financieel gezond blijven. We hebben de keuze gemaakt om niet vanuit de middelen te redeneren, maar om vanuit de behoefte keuzes te maken. Dit heeft ertoe geleid dat we op materieel een tekort zagen ontstaan, maar dat er bij de personele kosten ruimte was die dit tekort op kon vangen. Wat gaan we in 2011 doen? Door de komst van de nieuwe directeur zal de structuur van het management aangepast worden; Meer opbrengst gericht gaan werken met de bewustwording bij leerkrachten dat zij het verschil maken; Leerkrachten bewust laten worden dat hun mentale modellen (kunnen) verschillen en daarmee een rode draad in de sociaal/emotionele ontwikkeling vaststellen; Visie en missie opnieuw vaststellen en van daaruit een Vuurvogel-statuut opstellen; Een grotere bewustwording binnen het team waar we voor staan en gaan; Een keuze voor een kwaliteitszorgsysteem maken; De functionerings- en beoordelingsgesprekken schoolspecifieker maken en met name richten op de behaalde opbrengsten voor zowel de leerkracht als de leerlingen; Een keuze maken voor een nieuwe taalmethode. 2.2.6.
Brede Basisschool Helmond-Noord
Wie zijn we? Brede Basisschool Helmond-Noord is gestart op 01-08-2008 en heeft 2 locaties: locatie Leonardus en locatie De Paardebloem. Schooljaar 2011 – 2012 starten we in ons nieuwe gebouw aan het Nieuwveld / Jan Steenlaan. Uitgaande van de bestuursopdracht dat teamleden, directie en de medezeggenschapsraad een hernieuwde onderwijsvisie moeten ontwikkelen, is gekozen voor een concept waarbij 2 leerkrachten samen een grotere groep kinderen begeleiden. Dat doen zij in een lokaal van dubbele omvang en met een optimale inzet van studenten van ROC Ter Aa. In samenwerking willen wij onze dienstverlening naar ouders en kinderen versterken. Samen met Spring Kinderopvang wordt gewerkt aan de realisatie van een Integraal Kind Centrum bij de start in het nieuwe gebouw. Ter versterking van die dienstverlening wordt samenwerking met het ROC Ter Aa Onderwijsassistent / Helpende Zorg gerealiseerd. Als kindcentrum realiseren we dagarrangementen voor kinderen van 0 – 12 jaar. In een prettige en veilige omgeving richten we ons op talentontwikkeling voor alle kinderen en zorg voor zowel kinderen als ouders. We doen dit in samenwerking met Stichting Welzijn Helmond / LEV Groep en het Centrum voor Jeugd en Gezin. Wat we wilden bereiken in 2010? In het schoolontwikkelingsplan stonden de volgende zaken centraal: De geformuleerde onderwijsvisie vertalen naar onze toekomstige onderwijspraktijk; Voorbereiden realiseren Integraal Kind Centrum bij start in nieuwbouw; Versterken van het onderwijskundige aanbod; Vormgeven 1 zorgroute;
Jaarverslag 2010
21
QliQ Primair Onderwijs
Vormgeven opbrengstgericht werken. Wat we hebben gedaan? Ten aanzien van bovenstaande speerpunten is het volgende gerealiseerd: Verkennen en formuleren van doelen; Met Spring en ROC Ter Aa ons aanbod ontwikkeld; Implementatie taal- en leesmethode. Er is gestart met nieuwe methodes rekenen en expressie; Vanuit 1 zorgroute scholing en realisatie handelingsgericht werken met groepsplannen; Gericht zijn op leerresultaten: inrichting monitoringstrajecten voor entreetoetsen en eindtoets en tevredenheidsonderzoeken kinderen, ouders en personeel. Wat het heeft opgeleverd? Bovenstaande realisatie betekent in de praktijk dat: middels kijkwijzers bij collega-scholen onze plannen zijn getoetst en het vertrouwen is gecreëerd een goede start te kunnen maken in de nieuwbouw; er een goede samenwerking is met partners zodat voortvarend de praktijkuitwerking wordt gerealiseerd; leerkrachten positief zijn over het werken met en leerlingenresultaten van de nieuwe methodes; er in elke groep 2 groepsplannen ten aanzien van taal/spelling, met tussentijdse aanpassing, zijn gerealiseerd; er een basisarrangement van de onderwijsinspectie is verdiend. Wat we gaan in 2011 doen? Het schoolontwikkelingsplan kent onder andere de volgende thema‟s: Optimaliseren van de onderwijspraktijk; Inrichten van het management voor het kindcentrum; Realiseren dagarrangementen in het kindcentrum; Vormgeven passend onderwijs; Optimaliseren opbrengstgericht werken; Realiseren bekendheid kindcentrum; Verhuizen naar nieuwbouw. 2.2.7.
De Zevensprong
Wie zijn we? Midden in de wijk Rijpelberg, verscholen in het groen, staat basisschool De Zevenprong. Een hecht en enthousiast team draagt zorg voor goed kwalitatief onderwijs. Op De Zevenprong gaan dagelijks zo‟n 150 leerlingen met veel plezier naar school. Ouders en kinderen die bij ons op school komen geven aan dat ze de warme, kindvriendelijke en vertrouwelijke sfeer positief waarderen. Naast een gestructureerd aanbod van taal, lezen, rekenen hebben wij speciale aandacht voor techniek, natuur en gezondheid. In uitdagende en uitnodigende leeromgeving waarin kinderen kunnen bewegen, experimenteren en ervaren om zo te ondervinden hoe dingen werken en in elkaar zitten. Het schoolgebouw heeft peuterspeelzaal Kabouterhof en een gymzaal onder één dak. Verder is er de mogelijkheid voor buitenschoolse opvang en een continurooster. Aan de school grenzen een wijkspeeltuin, een speelveld en een bosperceeltje. Wat wilden we bereiken in 2010? Uiteenzetten van visie en beleid voor de komende vier jaren en dit vertalen in het nieuwe schoolplan 2011 – 2015; Optimaliseren van de leerlingenzorg door: - Invoeren van handelingsgericht werken m.b.v. groepsplannen (1-zorgroute); - Optimaliseren van groepsbesprekingen en de rol van IB-er in de begeleiding van leerkrachten; - Uitvoeren van protocol meerbegaafdheid; - IB-er en leerkrachten professionaliseren m.b.t. het maken en analyseren en interpreteren van toetsgegeven (trendanalyses); - Optimaliseren van de digitale verslaglegging (zorg op Arwen);
Jaarverslag 2010
22
QliQ Primair Onderwijs
Verbeteren van voortgezet technisch leesonderwijs in de groepen 4 t/m 8; Teamontwikkeling in professionele communicatie en samenwerking m.b.v. Human Dynamics; Kennis van verschillen in behoefte tussen leerlingen in communicatie en in informatieverwerking (m.b.v. Human Dynamics) en de eigen aanpak en het aanbod, de werk- en verwerkingsvormen daarop aanpassen; Implementatie nieuwe methode Aardrijkskunde groepen 5 t/m 8; Implementatie van KIJK! in de groepen 1-2; Intensiveren samenwerking met peuterspeelzaal Kabouterhof (op organisatie en inhoud). Wat hebben we gedaan en wat heeft het opgeleverd? Teamoverleg, teamscholing en individuele scholing en begeleiding (al dan niet ondersteund door externe expertise) over de verschillende thema‟s heeft geleid tot: Visie Natuurlijk Jij! en beleid vertaald in een nieuw schoolplan 2011 - 2015 (klaar in mei 2011); Invoeren van groepshandelingsplannen op het gebied van rekenen en professionaliseren van leerkrachten in handelingsgericht werken; Coaching en begeleiding van IB-er in het uitvoeren van professionele groepsbesprekingen; Uitvoeren en (tussentijds) evalueren van protocol meerbegaafdheid; Optimaliseren analyse en interpretatie van toetsgegevens Cito-LOVS (m.b.v. trendanalyses) door IB-er (school en groepen) en leerkrachten (groep); Duidelijke afspraken en structuur m.b.t. digitale verslaglegging; Afgestemd en doorlopend aanbod voortgezet technisch lezen gr. 4 t/m 8, scholing opbrengstgericht taalonderwijs (Taalbus) en aanschaf methode Estafette Nieuw; Een professionelere cultuur m.b.t. communicatie en samenwerking; Een gezamenlijk project van kleuters en peuters en een aantal bijeenkomsten waarbij de overdracht van peuters besproken wordt (daarop wordt beleid ontwikkeld). Wat gaan we in 2011 doen? Uitvoeren van visie Natuurlijk Jij!: beleid en jaarplan 2011 - 2012 zoals vastgesteld in nieuwe schoolplan 2011 - 2015; Borgen van en eventueel verdieping in bovenstaande thema‟s en de praktische uitwerking daarvan; Onderwijskundige speerpunten hebben betrekking op optimaliseren resultaten op taal en leesgebied door handelingsgericht en interactief taal- en leesonderwijs m.b.v. groepsplannen, strategieën begrijpend lezen, omgaan met verschillen (vervolgtraject Human Dynamics), verhogen van betrokkenheid en zelfsturing van leerlingen d.m.v. een uitdagende/uitnodigende leeromgeving en stimuleren van eigen verantwoordelijkheid bij het leerproces; Speerpunten m.b.t. zorg zijn analyseren professionaliseren van handelingsplannen (beschrijven van doel en aanpak plus evaluatie), doorgaande lijn in zorg aan leerlingen (leerjaaroverstijgend), fase twee optimaliseren van groepsbesprekingen (inclusief klassenbezoeken); Speerpunten m.b.t. samenwerking peuterspeelzaal Kabouterhof wordt uitgewerkt in een plan van aanpak. We zijn voornemens hiervoor projectgelden aan te vragen zodat dit extern begeleid kan worden; Uitwerken strategische ontwikkeling en keuze mbt IKC Brouwhuis / Rijpelberg, in samenspraak met College van Bestuur QliQ en collega-scholen in de wijk, uitgewerkt in visiedocument met betrekkingen tot onderwijsaanbod in de wijken Brouwhuis / Rijpelberg. 2.2.8.
Basisschool Den Bongerd
Wie zijn we? Rust, structuur en veel sfeer is wat ouders altijd opmerken bij een eerste bezoek. In deze gezellige school, werkt ons enthousiaste team dagelijks aan kwalitatief Daltononderwijs. Behalve de basisvakken en werken met weektaken gaat het Daltononderwijs uit van zelfstandigheid, samenwerken en (keuze)vrijheid in gebondenheid. Een goede relatie en communicatie met kinderen en ouders vinden wij een belangrijke basis om te leren van elkaar. Wat wilden we bereiken in 2010? Schoolprofilering: ontwerp van nieuw logo en profileren van het nieuwe concept in pers, bij ouders enz.;
Jaarverslag 2010
23
QliQ Primair Onderwijs
Daltonconcept: het verder uitwerken van de visie en de praktische organisatie van het Daltononderwijs d.m.v. het “Daltonwerkboek”. Het volgen van Daltonstudiedagen door het team. Aanpassen van de schoolgids en opnemen Daltonvisie; Onderwijs: het kiezen van een nieuwe rekenmethode voor groep 3 t/m 8 en het verder implementeren van een beleidsplan voor techniek. Daarnaast aanvullen van techniekmaterialen voor de hele school en het volgen van het VTB-traject (leerkrachten werken nu structureel met de Techniektorens); Zorg: het verder uitwerken van de 1-zorgroute met de stuurgroep en met ondersteuning van het OCGH. Uitwerken van de visie betreffende het smalle zorgprofiel en de praktische uitwerking hieromtrent voor hele team onder leiding van het OCGH. Evalueren van het document “5 niveaus van zorg”. Het maken van eerste trendanalyses door directie met begeleiding van OCGH. Wat hebben we gedaan? Schoolprofilering: er is een nieuw logo ontworpen en onthuld. Er is een nieuwe huisstijl ontworpen. Er is een brochure ontworpen. Er is extra aandacht aan de website en de opzet van de nieuwsbrief besteed; Daltonconcept: het team heeft verschillende Dalton-studiedagen gevolgd. Naar aanleiding daarvan is o.a. de inloop, het zelfstandig werken, taakborden, taakbrieven en het keuzewerk ontwikkeld en aangepast. Verschillende teamvergaderingen zijn hier aan gewijd. MR en ouders worden op de hoogte gehouden o.a. via de nieuwsbrief; Personeel: in het schooljaar 2010-2011 is 1 formatieplaats ingeleverd, twee leerkrachten zijn met mobiliteit vertrokken. Een leerkracht is in groep 7/8 aangesteld. De conciërge is na een kort ziekbed op 25 juni 2010 overleden. Dit heeft een grote impact op het team gehad. De conciërge van de Zevensprong is in september gestart voor 2 dagen per week, ook een assistent conciërge met een UWV “werkgewenningsplek” is per september gestart; e Onderwijs: er is een nieuwe rekenmethode uitgezocht (Wereld in Getallen, 4 ). Het team heeft een startworkshop gevolgd. Er is een adviesprocedure opgesteld voor groep 8. Deze is goedgekeurd door de MR en ingevoerd. Het anti-pestprotocol is aangepast, ingevoerd en goedgekeurd door de MR; Zorg: de “5 niveaus van zorg” zijn bijgesteld. Ten aanzien van de invoering van de 1-zorgroute zijn bijeenkomsten met de stuurgroep geweest en heeft afstemming plaatsgevonden tussen de 1zorgroute en het Daltonconcept. Met het OCGH is de trendanalyse (nulmeting) gedaan, in het team is een start gemaakt met de oriëntatie op het groepsplan. Er is gewerkt met een vernieuwde werkwijze groepsbesprekingen; Onderhoud: de school is van binnen geschilderd. In de hal en de kleuterlokalen zijn nieuwe keukens geplaatst. Er is in de zandbak een zandtafel en speelwerkplaats geplaatst. M.b.v. de “Vogelaargelden” is een extra speeltoestel en boombank in de speeltuin door de gemeente gerealiseerd. Dit naar aanleiding van een ingediend plan door de school. Wat heeft het opgeleverd? Schoolprofilering: het logo is officieel op 26 februari onthuld door wethouder J. Boetzkes. Dit leverde extra publiciteit voor de school op in de media. De brochure is gemaakt. Er is een kerstmarkt gehouden en een Huiskamer kunstroute. Deze extra inspanningen hebben geleid tot een groei van leerlingen naar 114 op 1 oktober 2010; Daltonconcept: de uitwerking en de ontwikkeling van de Daltonvisie is structureel zichtbaar in de school en is een integraal onderdeel van het dagelijkse programma. (Nieuwe) ouders reageren hier positief op; Personeel: de groei van het aantal leerlingen in de groepen, het teruggaan van 6 naar 5 groepen en 1 fte minder, in combinatie met het ontwikkelen van het Daltonconcept, geeft een enorme verzwaring van de werkdruk; Onderwijs: afronding van het VTB-traject met een certificaat. Het laatste subsidiebedrag is ontvangen. Er wordt nu structureel met de “Techniektorens” gewerkt. De rekenmethode is ingevoerd in de groepen 3 t/m 6; Zorg: de trendanalyse geeft veel inzicht in resultaten en is een goede basis om de 1-zorgroute verder in te voeren. Wat gaan we in 2011 doen? Schoolprofilering: verder profileren van de school door het creëren van “positieve verhalen” en door gebruik van de media. Structurele groei van aantal leerlingen naar 130 op 1 oktober 2011;
Jaarverslag 2010
24
QliQ Primair Onderwijs
Daltonconcept: verder (praktisch) uitwerken van het Daltonconcept (o.a. effectieve instructie, keuzewerk, samenwerkend leren). Onderwerpen uitwerken, werkafspraken en leerlijnen beschrijven in het “Daltonwerkboek”; Verder met het volgen van de Dalton-teamcursus, volgen van de cursus Dalton-coördinator door directeur; Personeel: formeren van een groep 2/3. Tijdelijk aanstellen van een onderwijsassistente voor de onderbouw en verdere uitbreiding in de onderbouw; Onderwijs: verder invoeren van de rekenmethode, ook in de groep 7/8, werkafspraken maken en vastleggen; Zorg: uitwerken van de 1-zorgroute en verder invoeren groepsplannen op het gebied van rekenen, begrijpend- en technisch lezen. Systematisch houden van groepsbesprekingen. Het zorgbeleid vastleggen en borgen; Onderhoud: aanbrengen nieuwe armaturen in de hele school en het vervangen van de sportvloer in de speelzaal; Organisatie: het ontwikkelen van een toekomstvisie op de (onderwijs)ontwikkelingen in de Rijpelberg. 2.2.9.
Basisschool ‘t Baken
Wie zijn we? Wij zijn een basisschool met ongeveer 240 leerlingen. We zijn ervan overtuigd dat een kind pas tot leren komt als het gelooft in eigen kunnen, zelfvertrouwen heeft, als het ervaart dat andere mensen hem waarderen en om hem geven en als het kind het gevoel heeft dat het iets zelf en zelfstandig kan. We willen de kinderen daarbij helpen en stimuleren door ze te ondersteunen bij wat ze nog niet zonder hulp en op eigen kracht kunnen en door vertrouwen te tonen in de goede afloop. Wat wilden we bereiken in 2010? Doelen die dit jaar van belang waren, zijn de volgende: Optimaliseren van het interactief en gedifferentieerd onderwijs. Verdere implementatie van de nieuwe technisch-lezen-methode Estafette en implementatie van de methode begrijpend lezen: Nieuwsbegrip XL; De deskundigheid over het omgaan met diverse (gedrags-)problemen in en buiten de groep en de verkregen deskundigheid over dyslexie, meer- en hoogbegaafdheid, faalangst e.d. inzetten m.b.v. collegiale consultatie; IPB en professioneel handelen: verder toepassen van de gesprekscyclus en het opstellen van een POP door alle leerkrachten (in relatie tot het schoolplan). Het voeren van beoordelingsgesprekken; Verdere invulling geven aan het model voor kwaliteitszorg (INK). Verdere analyse van kwaliteitsgegevens m.b.v. CITO-LOVS en tevredenheidonderzoeken en implementatie in het model van het onderdeel Zorg voor de leerlingen (1-zorgroute); Duidelijkheid en structuur aanbrengen in organisatie en communicatie d.m.v. de vorming van een professioneel handelend MT en een professionele cultuur in de organisatie; Het doorlopen van een PDCA-cyclus binnen het model INK m.b.v. de invulling van de 1-zorgroute; Implementatie van de nieuwe leesmethode: Estafette in groep 7 en 8 en invoering van de methode begrijpend lezen: Nieuwsbegrip XL. Wat hebben we gedaan? Op het gebied van adaptief onderwijs hebben in 2010 de volgende ontwikkelingen plaatsgevonden: Verdere implementatie van de leesmethode is ook gebruikt om het volgende te ontwikkelen; Het verbeteren van het interactief onderwijs met gebruikmaking van het model directe instructie; Het verbeteren van het gedifferentieerd werken in de groepen alsmede de gedifferentieerde instructie en instructietafel (verlengde instructie); Het verbeteren van klassenmanagement en -organisatie; Invoering van de groepsprofielen en groepsplannen vanuit de 1-zorgroute; Verbetering van de structuur en cultuur van de organisatie; Het streven naar een school als lerende organisatie met een cultuur van professionele ontwikkeling, gedrag en communicatie; Een MT dat zich ontwikkelt naar een professioneel team.
Jaarverslag 2010
25
QliQ Primair Onderwijs
Voor scholing van personeel hebben de volgende activiteiten plaatsgevonden: Cursus op maat: Taakspel afgerond in groep 3, 4, 5/6 en 8 met coaching op leerling- en leerkrachtengedrag; Individuele cursussen: opleiding IB-er, opleiding gedrag specialist, opleiding specialist hoog-/meer begaafdheid (2011), middenmanagement, faalangst (2011) en directie-secretaresse (2011). Wat heeft het opgeleverd? Deze activiteiten hebben het volgende resultaat gehad: Dat er een vroege signalering m.b.t. de zorgleerlingen plaatsvindt in de jongste groepen; Dat gedrag (van leerkracht en leerling) kritisch wordt gevolgd op individueel- en groepsniveau en waar nodig interventies worden toegepast (m.b.v. een coach); Dat groeps(handelings)plannen voor zowel educatieve als sociaal-emotionele problemen kritisch worden gemaakt en uitgevoerd in de groep; Dat de zorg voor de leerlingen meer gestructureerd wordt uitgevoerd; Dat er ontwikkeling is in de realisering van totale zorg voor alle leerlingen en de leerkrachten; Dat er op pragmatische wijze gewerkt wordt aan de 1-zorgroute in relatie met het gekozen profiel van een brede zorgschool. Wat gaan we in 2011 doen? Op het gebied van kwaliteitszorg wordt gewerkt aan: Het ontwikkelen en monitoren van ontwikkelingsperspectieven; De verdere uitwerking en invulling van het INK-model gerelateerd aan de diverse vakgebieden en de borging binnen het model; Het invulling geven aan de diverse meet- en analyse- instrumenten; De opzet van een organisatie-structuur waarin de voortgang van ontwikkelingsperspectief goed is te monitoren en tijdig te interveniëren; Het uitvoering geven aan trendanalyses en dwarsdoorsneden; Het werken volgens het PDCA-principe; Het formuleren van een aangescherpte visie/missie en uitwerking in een schoolconcept van een brede zorgschool; Het toepassen van de groepsprofielen en groepsplannen volgens een goed doordacht en praktisch inzetbaar format. Begin 2011 zullen wederom ouder-, leerling- en personeelstevredenheidonderzoeken plaatsvinden en wordt het niveau van de school hierin opnieuw bepaald. Dit onderzoek wordt ook gebruikt als instrument voor de kwaliteitscyclus in het INK-model. 2.2.10. De Troubadour, een wereldschool! Wie zijn we? De Troubadour is een katholieke school, gelegen in Helmond-West. Dagelijks bezoeken ongeveer 120 kinderen uit de wijk onze school. De leerlingpopulatie kenmerkt zich door 34% autochtonen, 66% allochtonen en 64% van de kinderen heeft een leerlinggewicht. Het onderwijs aan deze kinderen is gericht op het aanleren van de basisvaardigheden, waarbij met name aandacht voor taal, rekenen en sociale vaardigheden. De school kent een sterk pedagogisch klimaat, waardoor kinderen rust en orde ervaren en zich vanuit een veilige situatie kunnen ontwikkelen. Wat wilden we bereiken in 2010? Op het gebied van Strategisch beleid: zijn de visie/missie van de school herijkt en afgestemd op de Wijkhuis Brede School (WHBS), er is een SWOT-analyse gemaakt en alle verbeteronderwerpen zijn opgenomen in een nieuw schoolplan 2010-2014; Op onderwijskundig gebied: er is een geregistreerd, beredeneerd aanbod vanuit de Piramidetussendoelen en er zijn voorbereidingen getroffen voor een methodekeuze voor de zaakvakken (uitgesteld tot maart 2011 vanwege eerst opstellen visie WHBS), Techniek is gerealiseerd en de vernieuwde Leefstijl methode is geïmplementeerd; Op het gebied van leerlingenzorg: de voorbereidingsfase van de 1-Zorgroute is gerealiseerd, het plan van aanpak met betrekking tot meerbegaafde kinderen is verder uitgewerkt en er is een start gemaakt met de uitvoering ervan (Onderwijs aan meerbegaafde kinderen wordt meegenomen in
Jaarverslag 2010
26
QliQ Primair Onderwijs
de groepsplannen). Er is een systeem gekozen voor het maken van trendanalyses en er is een trendanalyse gemaakt voor het vak rekenen. Ook voor spelling, begrijpend lezen en technisch lezen zijn trendanalyses gerealiseerd; In het kader van de fusie: er is een vergelijking gemaakt van de meerjaren investeringsplannen van de fusiepartners en zijn er beredeneerde keuzes gemaakt voor de toekomst. Wat heeft het opgeleverd? Vooral de inzichten die verkregen zijn vanuit de trendanalyses hebben richting en sturing gegeven. Ze zijn, samen met de tevredenheidonderzoeken en inspectierapporten, leidend geweest voor de verbeteragenda in het nieuwe Schoolplan 2010-2014. Wat gaan we in 2011 doen? Op het gebied van strategisch beleid: Keuze maken voor een kwaliteitsinstrument en een kindvolgsysteem voor de WHBS; Vaststellen van de verdeling van onderwijstijd en schooltijden van de WHBS; Een start maken om een passende invulling voor de naschoolse periode in de WHBS vorm te geven; Een gezamenlijke begroting voor beide fusiescholen per 2012; Op onderwijskundig gebied: Is een keuze gemaakt voor nieuwe zaakvakmethodes en Begrijpend Lezen en zijn deze methodes geïmplementeerd; Is een doorgaande leerlijn voor zelfstandig werken gerealiseerd; Op het gebied van leerlingenzorg: Zijn er in elke groep groepsplannen gerealiseerd op de vakgebieden Rekenen en Taal; Is de leerlingenzorg herijkt en afgestemd op beide fusiescholen / WHBS; Op het gebied van ICT: Is een gezamenlijke ICT-visie voor de Wijkhuis Brede School vastgesteld en het ICTscholingsplan. 2.2.11. St. Odulfus Wie zijn we? In het samen spelen met elkaar, het samen werken in de groep, het samen „school‟ zijn komen kinderen en leerkrachten elkaar dagelijks tegen. Basisschool St. Odulfus is een katholieke school. Respect voor elkaar, solidariteit, sociale vorming, tolerantie en openstaan voor de „ander‟ vinden wij van groot belang in de dagelijkse omgang met elkaar. Wij zijn niet alleen de school naast de kerk; de kerk neemt ook een belangrijke plaats in binnen onze school en ons onderwijs. Op onze school willen we kinderen de ruimte geven om te groeien in zelfstandigheid en eigen verantwoordelijkheid. Wij willen kinderen waarderen zoals ze zijn en positief zoeken naar de belangstelling en talenten van ieder kind. De school moet een plek zijn waar ieder die er binnenloopt zich thuis voelt en zich gewaardeerd voelt. Wat wilden we bereiken in 2010? Ontwikkelingsvolgmodel is volledig ingevoerd in groep 1 t/m 8; Ontwikkeling van een leerlingrapport wat recht doet aan het individuele kind; Pilot digitale leeromgeving groep 7 en 8; Oriëntatie op en invoering van een nieuwe rekenmethode; Taal op Maat kritisch bekijken en waar nodig aanvullen (o.a. woordenschat); Zelfstandig werken gericht op de ontwikkeling van het individuele kind; Optimaal functioneren van de ondersteuningsgroep, de verrijkingsgroep en de hulpgroep; Implementatie LOVS; Oriëntatie op de methode PAD (programma alternatief denken). Wat hebben we gedaan? Ontwikkelingsvolgmodel (OVM): tijdens diverse teambijeenkomsten is het Ontwikkelingsvolgmodel verder ingevoerd in groep 1 t/m 8. In onderling overleg zijn we gekomen tot 9 ontwikkelingslijnen, gericht op de sociaal-emotionele ontwikkeling. Deze ontwikkelingslijnen worden twee keer per jaar voor alle leerlingen ingevuld;
Jaarverslag 2010
27
QliQ Primair Onderwijs
Optimaal functioneren van de ondersteuningsgroep, de verrijkingsgroep en de hulpgroep. Om onze zorg zo optimaal mogelijk gestalte te geven werken we, naast de drie zorgniveaus in de groep ook met extra ondersteuningsmogelijkheden buiten de groep; Implementatie LOVS: 2010 is gebruikt om alle gegevens met betrekking tot het Cito leerlingvolgsysteem om te zetten naar LOVS. In het team is een presentatie gehouden over de mogelijkheden van het programma; Oriëntatie op de methode PAD: in een teambijeenkomst is de methode voor sociaal-emotionele ontwikkeling PAD toegelicht; Oriëntatie op een nieuwe rekenmethode: een werkgroep is onder leiding van een vertegenwoordiger van Reijnders aan de slag gegaan met het kiezen van een nieuwe rekenmethode. Wat heeft het opgeleverd? Ontwikkelingsvolgmodel (OVM): alle leerkrachten hebben in juni 2010 en in november 2010 de negen ontwikkelingslijnen ingevuld. Deze werkwijze „dwingt‟ leerkrachten om met andere ogen naar leerlingen te kijken. Het zorgt ook voor bewustwording. Daarnaast werkt het goed om bij thema‟s die schoolbreed aangepakt worden, zoals bijvoorbeeld het zelfstandig werken, de desbetreffende ontwikkelingslijn er naast te leggen en deze als startpunt voor een discussie te gebruiken; Optimaal functioneren van de ondersteuningsgroep, de verrijkingsgroep en de hulpgroep: onderwijs gericht op de ontwikkeling van het individuele kind. Voor de kinderen van de verrijkingsgroep een uitdagend onderwijsaanbod waar het „leren leren‟ centraal staat; Implementatie LOVS: bewustwording bij teamleden t.a.v. de noodzakelijkheid van een goed leerlingvolgsysteem. Kennistoename met betrekking tot de mogelijkheden van het programma LOVS, trendanalyses e.d.; Oriëntatie op de methode PAD: bewustwording bij het team van de noodzaak van een goede methode voor sociaal emotionele ontwikkeling. Betrokkenheid en motivatie bij het team om gedurende enkele maanden de instaplessen uit te proberen; Oriëntatie op een nieuwe rekenmethode: van een drietal methodes (Wizz-wijs, Reken Zeker en Alles Telt) zijn zichtzendingen aangevraagd. In alle jaargroepen zijn proeflessen gegeven uit de methodes. Omdat de methodes nog niet voor alle jaargroepen compleet zijn, zal er pas in 2011 een definitieve keuze gemaakt worden. Wat gaan we in 2011 doen? Ontwikkelingsvolgmodel (OVM): het OVM borgen binnen de 1-Zorgroute zodat het zorgsysteem een geheel vormt. Daarnaast kijken of uitbreiding richting didactische leerlijnen mogelijk is. Wij denken dan aan rekenen en taal; Optimaal functioneren van de ondersteuningsgroep, de verrijkingsgroep en de hulpgroep: anticiperen op de ontwikkelingen binnen Passend Onderwijs. De verrijkingsgroep gaat aan de slag met VAL junior excellent, een digitale leeromgeving gericht op kinderen die meer- en hoogbegaafd zijn. Uitbreiding van de ondersteuningsgroep zodat we nog beter kunnen inspelen op de behoeften van individuele kinderen; LOVS, trendanalyses en dwarsdoorsnedes: in samenwerking met het OCHG een rapportage samenstellen naar aanleiding van de gegevens uit het LOVS, zodat er een goed beeld ontstaat van de schoolontwikkeling; Uitproberen en invoeren van de methode PAD: in de periode tot juni 2011 wordt in alle groepen de methode, aan de hand van instaplessen, uitgeprobeerd. In september 2011 zal de methode PAD schoolbreed worden ingevoerd; Invoering nieuwe rekenmethode: na een periode van uitproberen gaat de werkgroep rekenen aan de slag om te komen tot een definitieve keuze voor een nieuwe methode; Daarnaast gaan we in 2011 aan de slag met: Pilot digitale leeromgeving groep 8 en groep 7; Pilot VAL-junior en VAL-junior excellent; Ontwikkeling van een leerlingrapport wat recht doet aan ons onderwijs en de ontwikkeling van het individuele kind; Invoering Entreeformulier en het in beeld brengen van de schoolpopulatie.
Jaarverslag 2010
28
QliQ Primair Onderwijs
2.2.12. Jorisschool Wie zijn we? Dichtbij en betrokken. Sterk in het creëren van een veilig klimaat, een goede sfeer en persoonlijke aandacht. We onderscheiden ons door onze aandacht voor ontwikkelingsgericht onderwijs. We besteden veel aandacht aan taal, lezen en rekenen, aan omgangsvormen en zelfredzaamheid. Met het vak techniek richten we ons op uitdaging en ontdekking. Ook zijn we zeer actief in cultureel creatieve vorming, waaronder beeldende vakken en kunstbeschouwing. Wat wilden we bereiken in 2010? Multidisciplinaire aanpak zorg; Structureren technisch leesonderwijs groepen 5 en 6; Praktische ICT-toepassingen; Optimaliseren infrastructuur ICT, mede i.v.m. de invoering van nieuwe methodieken met softwarepakketten; Profilering school op het gebied van kunst en cultuur; Versterken ononderbroken ontwikkelingslijn 0-6 jarigen. Wat hebben we gedaan? Er is een breed zorgteam geïnstalleerd: introductie School Maatschappelijk Werk; Nieuwe methode voor technisch lezen is geïmplementeerd in de groepen 5 en 6 die uitgaat van de gewenste structurele aanpak (Lekker Lezen); Praktische ICT-toepassingen: installatie Joris Media Groep(digitale schoolkrant), internationaliseringsproject (communicatie in Engels met school in Frankrijk) en deelname lectoraat „Eigentijds beoordelen‟ (digitaal portfolio); Verbetering infrastructuur ICT (snelle breedbandverbinding: UPC, 60 Mbps); Profilering kunst en cultuur: deelname kunstfestival Artimond; Eerste aanzet tot samenwerking Spring Kinderopvang: ontmoeting & kennismaking, deelname aan bovenschoolse denktank. Wat heeft het opgeleverd? Planmatige aanpak van de bovengenoemde deelgebieden, verbetering onderwijs en schoolprofilering. Wat gaan we in 2011 doen? Uitvoeren van tevredenheidsonderzoeken; Continuëring verbetering leesonderwijs (aan de hand van audit lezen), basisontwikkeling/ ontwikkelingsgericht onderwijs, incl. borging; Keuze nieuwe methode bewegingsonderwijs en geïntegreerde kleutermethode; Profilering: opzetten kunstroute Mierlo-Hout.
2.2.13. Basisschool Dierdonk Wie zijn we? We zijn de enige basisschool in de wijk Dierdonk. We telden op 1 oktober 2010 825 leerlingen (op 1 maart 2011 848 leerlingen). We hebben 48 leerkrachten, waarvan 7 LB-leerkrachten. Een daarvan heeft als taak IB (interne begeleider leerlingenzorg). Daarnaast hebben we 2 mensen in de functie van IB. Het managementteam wordt gevormd door de directie, een directeur, 3 adjunct-directeuren en de coördinator huisvesting. Wat wilden we bereiken in 2010? Uitbreiding van het Dierdonk expertisecentrum. Samenwerking met diverse externe specialisten. Met als visie: "zorg dicht bij huis” op een “voor het kind vertrouwde plek". Daarnaast zijn we begonnen met de implementatie van de 1-zorgroute op het vakgebied technisch lezen. Om zorg te kunnen bieden in de groepen werken we met het GIP-model, waaruit voortvloeit het zelfstandig werken en het model
Jaarverslag 2010
29
QliQ Primair Onderwijs
directe instructie. Een speerpunt in school is ook hantering en naleving van de methode “Leefstijl” voor het bevorderen van sociaal-emotionele vaardigheden. In het schooljaar 2009-2010 is een verbeterd rapportagesysteem geïmplementeerd en hebben de eerste evaluaties onder leerkrachten hiervan plaatsgevonden. In schooljaar 2010-2011 is er verder geëvalueerd onder ouders en kinderen. Ook hebben we de techniekmethode „Natuniek‟ aangeschaft. Natuniek is aangevuld met de zogenaamde „techniektorens‟. In schooljaar 2010-2011 hebben we een nieuwe methode voor aardrijkskunde aangeschaft „Meander‟. Ook hebben we dit schooljaar een klas opgestart voor hoogbegaafde kinderen, de plusklas, en een klas voor kinderen met faalangst, de kanjerklas. Wat hebben we gedaan en wat heeft het opgeleverd? Continuering structureel gebruik Leefstijl in alle groepen, de school wordt als veilig ervaren; Pilot ontwikkelingsperspectief, het loslaten van leerlijnen voor moeilijk lerende kinderen; Plusklas, 2 ochtenden per week, hoogbegaafde kinderen komen beter tot hun recht; Kanjerklas, 1 middag per week, kinderen met faalangst bouwen meer zelfvertrouwen op; Nieuw rapportagesysteem geëvalueerd, verbeteringen worden aangebracht; Methode Meander aangeschaft, nieuwe methode levert meer betrokkenheid bij kinderen op; Techniektorens aangeschaft, concrete techniekmaterialen zijn nu direct voorhanden; Evaluatie en check toepassing model directe instructie; Groepsplannen technisch lezen geïntroduceerd en geïmplementeerd; Onderwijsleertijd taal uitgebreid volgens normen PO-raad; In-house orthopedagoog, 2 middagen per week, expertise voor leerkrachten en ouders, rechtstreeks te raadplegen; Studiedagen in het kader van de 1-zorgroute (hoogbegaafdheid, dyslexie, autisme en faalangst), lezen en het model directe instructie. Wat gaan we in 2011 doen? Ouderavond Leefstijl in april; Kwaliteitszorg organiseren middels het INK-model; Kanjerklas continueren; Plusklas continueren en gemeentelijke Hi/level-groep opstarten; Continuering ontwikkelingsperspectief; Inzoomen op speerpunten school: dyslexie, hoogbegaafdheid, autisme en faalangst; Kwaliteitsverbetering n.a.v. personeel-, ouder- en leerling-enquêtes; Verbeteringstraject taalleesonderwijs inclusief taal-audit en workshops; Diverse gezamenlijke en individuele (na)scholingsactiviteiten, gericht op bovenstaande speerpunten; 3 nieuwe methodes aanschaffen en implementeren(voortgezet technisch lezen, schrijven en Engels). 2.2.14. De Vendelier Wie zijn we? Geborgenheid – Respect – Structuur. Op onze school voelt het kind zich veilig en leert het in een prettige sfeer. Samen maken we duidelijke regels en afspraken. Echte aandacht en respect voor elkaar staan hoog in het vaandel. Naast taal, rekenen en lezen, gaan we met het kind de echte wereld verkennen door middel van betekenisvolle activiteiten (ontwikkelingsgericht werken). Wat wilden we bereiken in 2010? Ontwikkelingsgericht werken in de groepen 1-2 optimaliseren; Lees- en schrijfactiviteiten vastleggen in een beleidsdocument; Uitbreiding Taakspel over meerdere leerkrachten en groepen; Implementatie van het maken van groepsplannen in het kader van de 1-zorgroute en Passend Onderwijs; Implementatie coachprofielen bij functionerings- en beoordelingsgesprekken; Vervanging taalmethode; Verandering managementstructuur middels een tweede adjunct-directeur.
Jaarverslag 2010
30
QliQ Primair Onderwijs
Wat hebben we gedaan? Het ontwikkelingsgericht werken is in de groepen 1-2 verder uitgediept (hanteren spelscripts, uitwerking thema‟s middels leerlijnen en koppelen OVM-doelen en OGO-doelen Memelink). Leerkrachten zijn hierin begeleid door externen; In de groepen 3-4 zijn de lees- en schrijfactiviteiten vastgelegd in het Leesplan, wat houvast biedt aan de leerkrachten; In een aantal groepen werken we met het programma Taakspel om de groepssfeer en het werkgedrag positief te bevorderen. Ook wordt in alle groepen gewerkt met de nieuwe methode van Leefstijl; Voor één vakgebied worden schoolbreed groepsplannen gemaakt en uitgevoerd; De nieuwe taalmethode (Taal en Spelling in Beeld) is ingevoerd in de groepen 4; Managementstructuur: de procedure van een tweede adjunct-directeur / zorgcoördinator is afgerond (is gestart per 1-1-2011). Wat heeft het opgeleverd? De inspectie heeft in maart 2010 een onderzoek uitgevoerd. De inspectie beoordeelt de kwaliteit van het onderwijs op de meeste onderzochte gebieden op orde met name de aspecten: opbrengsten, leerstofaanbod, didactisch handelen, schoolklimaat en zorg en begeleiding; De Cito-eindscore bedroeg: 541,2. Dit is het derde jaar op rij, dat de score boven het landelijke gemiddelde ligt; Uitstroom naar SBO en SO is dit jaar niet van toepassing; 2% van de leerlingen zijn geïndiceerd. Wat gaan we in 2011 doen? Opstellen nieuw schoolplan volgens INK-model voor de periode 2011-2015, waarin een meerjarenplanning m.b.t. organisatie- en onderwijsinhoudelijke ontwikkeling zal worden opgenomen; Visieontwikkeling team: aanscherping en verduidelijking de Vendelier-manier; Professionalisering team m.b.t. communicatie en handelen. Het MT zal beleidsmatiger gaan werken. De nieuwe functie van zorgcoördinator zal op het gebied van de totale zorg een kwaliteitsimpuls moeten opleveren; ICT: computergebruik updaten en uitbouwen (website, programma‟s, scholing, verdere digitalisering van toetsen en documenten); In het kader van Passend Onderwijs gaan we verder met de 1-zorgroute waarin de cyclus van handelingsgericht werken centraal staat (o.a. het maken en uitvoeren van groepsplannen binnen één vakgebied en aansluiten bij onderwijsbehoeften leerlingen); Het aanbod voor meer- en hoogbegaafde leerlingen uitbouwen; Vervanging methodes begrijpend lezen, rekenen en catechese (taalmethode zal ook in de overige groepen 6 t/m 8 worden ingevoerd m.i.v. het schooljaar 2011-2012); Voor wereldoriëntatie is er gekozen om thematisch te gaan werken. Daarvoor worden bronnenboeken aangeschaft voor leerkrachten en kinderen. 2.2.15. Montessori Kindcentrum Brandevoort Wie zijn we? Kindcentrum Mondomijn is een samenwerking tussen QliQ Primair Onderwijs en Korein Kinderplein. In de samenwerking maken we gebruik van elkaars kennis en kunde en laten daarbij de kaders in tijd en ruimte los, die -uit traditie- zijn ontstaan. We willen dat er efficiënt met huisvesting en personeel wordt omgegaan. We willen inspelen op de behoefte van kinderen en ouders. Verder zoeken we naar samenwerking met andere organisaties die van toegevoegde waarde kunnen zijn. Wat wilden we bereiken in 2010? Aanbieden van kwalitatief goed onderwijs en opvang volgens de wettelijke normering en regelgeving; Kwalitatief goede huisvesting waarin eigen identiteit zichtbaar is; Huisstijl ontwikkelen en merknaam ontwikkelen; Kaders voor interne organisatie van Mondomijn;
Jaarverslag 2010
31
QliQ Primair Onderwijs
Inhoud geven aan integrale samenwerking tussen onderwijs en opvang; Werken in grote groepen (stamgroepen), genoemd domijnen; 3-jarigen in het onderwijs; Personele samenwerking van leerkracht en pedagogisch medewerker. Wat hebben we gedaan? Alle bovengenoemde doelstellingen zijn uitgezet en in ontwikkeling. Gerealiseerd is de deelname van 3-jarigen aan het onderwijs en de personele samenwerking van leerkracht en pedagogisch medewerker. De overige doelstellingen zijn meerjaren doelstellingen. Wat heeft het opgeleverd? Kindcentrum Mondomijn, een kindcentrum waarin het kind centraal staat en waarin beide organisaties ieder vanuit hun eigen expertise kijken wat een kind nodig heeft. Vanuit dit uitgangspunt is een organisatie gebouwd en een werkwijze gevormd; Voor eenieder die aan Mondomijn verbonden is heeft het kennis, ervaring en nieuwe inzichten opgeleverd; Voor de achterliggende organisaties Korein en QliQ levert Mondomijn het bewijs dat het organisaties zijn die vernieuwend en innovatief zijn; Kinderen en ouders ervaren dat onderwijs en opvang ondersteunend is aan het gezin en dat onderwijs en opvang aansluiten op de persoonlijke ontwikkeling van hun kind(eren). Voor de wijk Brandevoort geeft Mondomijn de mogelijkheid een keuze te hebben in onderwijs en opvang. Wat gaan we in 2011 doen? Marketing: Mondomijn maken tot een sterk merk, verankering in de wijk en omgeving; Groei realiseren en mede daardoor bestaansrecht verwerven; Aantoonbare kwaliteit in onderwijs en opvang realiseren; Kaders bepalen voor interne organisatie Mondomijn; Uitbouwen van integrale samenwerking tussen onderwijs en opvang; Combifuncties implementeren; Gezamenlijke financiële administratie voeren; Uitvoering geven aan Slim-fit traject vanuit innovatie platform.
Jaarverslag 2010
32
QliQ Primair Onderwijs
3. Personeel & Organisatie 3.1
Het beleid
Kwaliteit van onderwijs wordt gemaakt door mensen. Medewerkers bij QliQ Primair Onderwijs zijn de belangrijkste factor om de kwaliteit van het onderwijs te beïnvloeden en te verhogen. Dit vraagt om continue aandacht voor en faciliteren van beleid. Wat wilden we bereiken in 2010? Leeftijdsfasebewust personeelsbeleid is integraal onderdeel in functionerings- en beoordelingsgesprekken; Vaststellen beleid met betrekking tot: functies en functieboek, realiseren eerste fase invoering functiemix, evalueren en aanpassen beleid m.b.t. gesprekscyclus, afspraken over inhoud personeelsdossier en persoonlijk portfolio; Vaststellen gezondheidsbeleid, waaronder ziekteverzuimbeleid; Structureel beschikbaar stellen kengetallen ziekteverzuim; Ziekteverzuimpercentage van de gehele organisatie is per 1-1-2011 lager dan 5%; Inzet interim P&O-er als ondersteuning van casemanagers bij ziekte en om ervaring op te doen met de inzet van een functionaris P&O; Onderzoek naar en keuze van een alternatief personeelsadministratiesysteem met mogelijkheden voor registratie van ziekteverzuim en dossiervorming; Onderzoek naar en keuze van alternatief voor ondersteuning arbodienst; Actualiseren klachtenregeling en beschikbaar stellen informatie over diverse bezwaarregelingen; In het kader van mobiliteitsbeleid werknemers in overleg en naar wederzijdse tevredenheid begeleiden naar een andere werkplek binnen QliQ gedurende het gehele schooljaar; Voldoen aan het criterium van het VervangingsFonds om minimaal 98% inzet van 13,2 fte vervangerspool te realiseren; Faciliteren van de kweekvijver magistrum; In overleg met andere schoolbesturen voorbereiden en implementeren combinatiefuncties voor sport- en spelactiviteiten; Organiseren informatiebijeenkomsten voor medewerkers over pensioen en pensioenmogelijkheden; Ontwikkelen en vaststellen klokkenluidersregeling.
Wat hebben we gedaan in 2010? Beleid m.b.t. gesprekscyclus, inclusief afspraken over dossiervorming en portfolio, is geëvalueerd en aangepast; Functieboek is vastgesteld voor de aanwezige functies en de functiebeschrijvingen zijn ter ondertekening voorgelegd aan alle medewerkers; Gezondheidsbeleid is vastgesteld en ziekteverzuimbeleid geëvalueerd en geactualiseerd; Ziekteverzuimcijfers zijn geëvalueerd en beschikbaar gesteld; Managementafspraken gemaakt tussen schooldirecteur en College van Bestuur m.b.t. doelstelling ziekteverzuimpercentage van de school; In de periode augustus 2010 tot augustus 2011 is een interim P&O-er een dag per week aanwezig op het bestuurskantoor met name ter ondersteuning van casemanagers; In het kader van onderzoek naar en de keuze voor een alternatief voor het personeelsadministratiesysteem zijn een drietal systemen nader onderzocht; Verkennend gesprek gevoerd met ArboUnie over de mogelijkheden van de organisatie passend bij de wens van QliQ voor maatwerk; Inventarisatie en verzamelen informatie m.b.t. geldende klachtenregelingen e.d.; In het kader van mobiliteit zijn een twintigtal medewerkers begeleid naar een andere werkplek; Pilots uitgevoerd m.b.t. reïntegratie van medewerkers op andere werkplekken waarbij tevens de mogelijkheid tot mobiliteit naar een andere werkplek geboden is bij herstelmelding; In het kader van inzet van combinatiefunctionarissen heeft QliQ namens alle schoolbesturen verantwoordelijkheid genomen voor de invoering hiervan;
Jaarverslag 2010
33
QliQ Primair Onderwijs
In het kader van pensioenmogelijkheden zijn diverse bijeenkomsten georganiseerd waarvan circa honderd werknemers gebruik hebben gemaakt;
Wat heeft het opgeleverd? Bewustwording en vergroten alertheid m.b.t. rekening houden met levensfasen van en door medewerkers; Medewerkers zijn zich meer bewust van de eigen verantwoordelijkheid voor hun ontwikkeling, mede door de afspraken dat de medewerker het verslag maakt van het functioneringsgesprek en ieder een eigen portfolio gaat maken; Opbrengstgerichte dialoog tussen leidinggevende en medewerker gefaciliteerd door functiebeschrijving en afspraken over gesprekscyclus en dossiervorming; Duidelijkheid over de verantwoordelijkheden van betrokkenen (medewerker en casemanager) m.b.t. ziekmelding en begeleiding; Analyse van de ziekteverzuimcijfers leidt tot de conclusie dat circa 75% van het ziekteverzuim bij QliQ betrekking heeft op verzuim tot maximaal 7 dagen; Casemanagers zijn alert op de kengetallen van ziekteverzuim en de proceskwaliteit is verbeterd; Het ziekteverzuimpercentage van de gehele organisatie is per 1-1-2011 niet minder als 5%; Het inzetten van een P&O-er betekent directe ondersteuning en vraagbaak voor schooldirecteuren en College van Bestuur bij casussen; Besloten is het personeelsadministratiesysteem van Raet in te voeren per 1-1-2011. Dit wordt uitgevoerd door Dyade; Besloten is een contract met de ArboUnie te sluiten voor ondersteuning bij ziekteverlof van medewerkers; Medio februari 2011 heeft de GMR ingestemd met de klachtenregeling en de benoeming van de door het College van Bestuur voorgedragen vertrouwenspersonen; Door de aanpak van interne vrijwillige mobiliteit wordt dit door medewerkers als positief ervaren. Mobiliteit wordt door een groeiend aantal medewerkers gezien als een kans. In 2010 zijn een twintigtal medewerkers in dit kader succesvol begeleid; Mobiliteit bij reïntegratie heeft geleid tot succesvolle reïntegratie en tot herstelmelding van betrokken medewerker. De pilot in dat kader leidt tot de conclusie dat dit een optie is bij toekomstige casussen; QliQ heeft voldaan aan de eisen die het Vervangingsfonds stelt aan het inzetten van een vervangerspool. Met de vervangerspool kan QliQ structureel mensen inzetten bij ziektevervanging en zwangerschap; Vanuit de kweekvijver Magistrum zijn twee deelnemers intern benoemd in de functie van directeur; vier cursisten hebben de opleiding succesvol afgesloten; Vanaf september 2010 zijn combinatiefunctionarissen ingezet voor sportactiviteiten van kinderen onder en na schooltijd. Gestart is met circa 6 fte en dit zal in 2011 uitgroeien tot maximaal 13 fte. Hiervoor is een onafhankelijke stichting opgericht waar de medewerkers in dienst zijn. Deze wordt gesubsidieerd vanuit de gemeente.
Wat gaan we doen in 2011? Uitvoeren pilot in het kader van leeftijdsfasebewust personeelsbeleid; Evaluatie van eerste fase invoering functiemix en realiseren tweede fase; Benchmarking ziekteverzuim en op basis daarvan afspraken maken op school- en bestuursniveau; Verdere analyse ziekteverzuim en ziekteverzuimcijfers met ondersteuning van het nieuwe personeelsadministratiesysteem. Geconstateerd is reeds dat medewerkers in de leeftijdscategorie van 55 jaar en ouder significant meer ziekteverzuim laten zien. Diezelfde leeftijdscategorie maakt bij QliQ voor 50 procent gebruik van de BAPO-rechten. De vrijwillig gekozen pensioenleeftijd ligt circa 2 jaar na het moment dat pensioen voor deze medewerkers mogelijk is vanuit regelgeving; Evalueren nieuw personeelsadministratiessysteem, registratiesysteem ziekteverzuim en dossiervorming en de ondersteuning door de arbodienst; Onderzoek en keuze m.b.t. werkgelegenheidsbeleid versus ontslagbeleid; Onderzoek en besluitvorming m.b.t. de invoering van een veiligheidsmonitor (fysieke en sociale veiligheid) waaronder RI&E;
Jaarverslag 2010
34
QliQ Primair Onderwijs
Onderzoek en besluitvorming m.b.t. gevolgen en opties stelselwijziging Vervangingsfonds; Onderzoek en besluitvorming m.b.t. detachering medewerkers in Voortgezet Onderwijs; Beschikbaar stellen informatie personeelsbeleid voor alle medewerkers via sharepoint; Besluit m.b.t. structurele inzet P&O-er op bestuursniveau; Evaluatie nieuwe contract ArboUnie en besluitvorming contract vanaf 1-1-2012; De informatie over een vijftal klachten- c.q. bezwaarregelingen wordt beschikbaar en toegankelijk gesteld op alle scholen en op het digitale platform van QliQ Primair Onderwijs. Tevens wordt een kennismakingsbijeenkomst georganiseerd voor contactpersonen en vertrouwenspersonen; Mobiliteit is een structureel gegeven bij QliQ; Mobiliteit bij reïntegratie wordt ingezet als er sprake is van situationele omstandigheden m.b.t. het ziekteverzuim; Voldoen aan de voorwaarden die het Vervangingsfonds stelt aan de inzet van een vervangerspool; Voortzetting kweekvijvertraject Magistrum, waarbij vijf mensen de opleiding in 2011 afsluiten; Inzet van combinatiefunctionarissen evalueren en op basis van behoefte meer of nieuwe activiteiten ontwikkelen. 3.2 3.2.1
De cijfers Personeelsbestand
De personeelsformatie is gestegen van 321,31 fte op 1 januari 2010 naar 327,58 fte op 31 december 2010. Dit is met name het gevolg van de groei van het leerlingenaantal op BBS De Vuurvogel en de inrichting van een volledige en een deeltijd schakelklas per 1 augustus 2010 naast de reeds bestaande schakel- en NT2-klassen. Onderstaande tabel geeft het aantal fte per school opgesplitst naar directie, onderwijzend personeel en onderwijsondersteunend personeel. In afwijking van het voorgaande jaar is nu ook de formatie van de vervangerspool opgenomen in het overzicht: Brinnr.
03UL 06MF 06OF 07UU 08LC 10FM 10IU 11XN 18JH 18LA 18MK 18NR 25KH 27JN 30AZ
School
DIR 1-1-2010
31-12-2010
Bestuurskantoor Bovenschools Vervangerspool Korenaar Vlier St. Trudo Mariabasisschool Vuurvogel BBS Helmond-Noord Zevensprong Den Bongerd 't Baken Troubadour St. Odulfus St. Joris Dierdonk Vendelier Montessori kindcentrum
0,00 2,00
0,00 1,00
2,00 2,00 1,80 1,00 2,00 2,10 1,70 1,70 1,00 1,70 1,97 2,00 3,76 2,00 1,00
Totaal
29,73
OP 1-1-2010
31-12-2010
OOP 1-1-2010
31-12-2010
0,00 2,95 13,28 19,05 16,18 10,77 9,20 38,38 17,91 7,77 4,95 12,44 10,06 18,95 12,45 37,81 32,37 2,49
8,77 0,00
8,77 0,00
2,00 2,00 1,03 1,00 2,00 2,10 1,70 1,70 1,00 1,70 1,97 2,00 3,99 2,00 1,00
0,00 3,56 12,63 19,14 15,06 11,24 10,01 30,62 18,95 7,89 5,95 12,77 9,33 18,54 11,43 39,17 30,11 1,00
1,84 2,20 1,05 1,00 1,28 2,47 1,00 1,00 2,31 1,90 2,29 0,50 4,49 2,10 0,00
28,19
257,37
267,01
34,20
Totaal 1-1-2010
31-12-2010
1,00 1,20 1,05 1,00 1,28 2,47 1,00 0,00 2,42 1,50 2,29 0,50 5,88 1,85 0,17
8,77 5,56 12,63 22,99 19,25 14,09 12,01 33,89 23,52 10,59 8,65 16,09 12,92 22,80 13,93 47,42 34,21 2,00
8,77 3,95 13,28 22,05 19,38 12,86 11,20 41,65 22,49 10,47 6,65 15,86 13,26 23,21 14,95 47,68 36,22 3,65
32,37
321,31
327,58
Het aantal personeelsleden is gestegen van 415 personeelsleden op 1 januari 2010 naar 425 personeelsleden op 31 december 2010. De tabel op de volgende pagina geeft het aantal personeelsleden per school opgesplitst naar directie, onderwijzend personeel en onderwijsondersteunend personeel:
Jaarverslag 2010
35
QliQ Primair Onderwijs
Brinnr.
03UL 06MF 06OF 07UU 08LC 10FM 10IU 11XN 18JH 18LA 18MK 18NR 25KH 27JN 30AZ
School
DIR 1-1-2010
31-12-2010
Bestuurskantoor Bovenschools Vervangerspool Korenaar Vlier St. Trudo Mariabasisschool Vuurvogel BBS Helmond-Noord Zevensprong Den Bongerd 't Baken Troubadour St. Odulfus St. Joris Dierdonk Vendelier Montessori kindcentrum
0 2
0 1
2 2 2 1 2 2 2 2 1 2 2 2 4 2 1
Totaal
31
OP 1-1-2010
31-12-2010
OOP 1-1-2010
31-12-2010
0 4 17 24 22 14 11 41 25 9 7 15 13 29 18 47 47 3
10 0
10 0
2 2 1 1 2 2 2 2 1 2 2 2 4 2 1
0 5 16 24 22 14 12 33 24 10 8 15 13 30 15 47 41 1
2 4 3 1 2 4 1 1 5 4 5 1 7 4 0
29
330
346
54
Totaal 1-1-2010
31-12-2010
1 3 3 1 2 4 1 0 4 3 5 1 8 3 1
10 7 16 28 28 19 14 37 30 13 11 21 19 37 18 58 47 2
10 5 17 27 27 18 13 45 31 12 9 20 18 36 21 59 52 5
50
415
425
Landelijk stijgt het aantal vrouwen en daalt het aantal mannen werkzaam in het onderwijs. Deze trend is ook bij QliQ zichtbaar. De komende jaren zien we binnen QliQ een verdere uitstroom van mannen als gevolg van het bereiken van de FPU-gerechtigde leeftijd. Dit is duidelijk zichtbaar in figuur 3.2.1. 30% 25% 20% 15%
Vrouw
10%
Man
5% 0%
Figuur 3.2.1 Verdeling mannen en vrouwen per leeftijdscategorie per 31-12-2010
10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0
DIR man DIR vrouw
15-25 jaar
25-35 jaar
35-45 jaar
45-55 jaar
55-64 jaar
65+ jaar
Figuur 3.2.2 Verdeling aantal mannen/vrouwen directiefuncties opgesplitst naar leeftijdscategorie per 31-12-2010
Jaarverslag 2010
36
QliQ Primair Onderwijs
120
100 80 60
OP man
40
OP vrouw
20
0 15-25 jaar
25-35 jaar
35-45 jaar
45-55 jaar
55-64 jaar
65+ jaar
Figuur 3.2.3 Verdeling aantal mannen/vrouwen onderwijzend personeel opgesplitst naar leeftijdscategorie per 31-12-2010
16 14
12 10 8
OOP man
6
OOP vrouw
4 2
0 15-25 jaar
25-35 jaar
35-45 jaar
45-55 jaar
55-64 jaar
65+ jaar
Figuur 3.2.4 Verdeling aantal mannen/vrouwen onderwijs ondersteunend personeel opgesplitst naar leeftijdscategorie per 31-12-2010
3.2.2
Ziekteverzuim
QliQ zag zichzelf in de afgelopen jaren geconfronteerd met een relatief hoog ziekteverzuim van ruim 7%. De verzuimcijfers lagen hoger dan het landelijk gemiddelde. In de afgelopen jaren zijn acties gepleegd om het ziekteverzuimpercentage te verminderen. In 2009 zien we voor het eerst een daling e van het ziekteverzuim met ruim 1%. De cijfers over 2010 zijn nog niet beschikbaar. In het 2 kwartaal 2010 zullen deze cijfers bekend gemaakt worden.
Periode Periode Periode Periode
2006 2007 2008 2009
QliQ 7,7 % 7,19 % 7,5 % 6,36 %
Landelijk 5,83 % 6,07 % 6,11 % 6,28 %
Geconstateerd is dat het ziekteverzuim veelal kortdurend is, dit wil zeggen tussen de 1 en 7 dagen. In 2010 was 75% van het aantal ziektegevallen kortdurend.
Jaarverslag 2010
37
QliQ Primair Onderwijs
350
300 250 200 150
297
100 50
68
0
33
5
Lopend
Langer dan 1 jaar
29
Kort (1-7 dgn) Middellang (8- Lang (43-365 42 dgn) dgn)
Figuur 3.2.5 Aantal ziektegevallen 1-1-2010 t/m 31-12-2010
De leeftijdscategorieën 55 tot 65 jaar en 35 tot 45 jaar laten de hoogste verzuimpercentages zien in 2010.
16,00
14,00 12,00 10,00
15-24 jaar
8,00
25-34 jaar
6,00
35-44 jaar
4,00
2,00
45-54 jaar
0,00
55-64 jaar
Figuur 3.2.6 Verzuimpercentages over 2010 per leeftijdscategorie
Jaarverslag 2010
38
QliQ Primair Onderwijs
4. Huisvesting Adequate huisvesting ondersteunt de ambities van de scholen van QliQ. Onderzoek en analyse van de huidige en gewenste situatie is nodig om goede keuzen te kunnen maken. Wat wilden we bereiken in 2010? Vastgoedbeleid QliQ vaststellen en vastgoedplan scholen ontwikkelen; Starten met de bouw van BBS Helmond-Noord met daarin o.a. het nieuwe bestuurskantoor; Start voorbereiding Wijkhuis Brede School Helmond West waarin basisschool Maria en Troubadour als gefuseerde school zullen deelnemen; Programma van eisen (PvE) voor nieuwbouw Mondomijn opstellen; overleg en afstemming met Korein en gemeente Helmond m.b.t. bouwbudget en bouwheerschap; Realiseren verbeteringen binnenklimaat o.b.v. toegekende EBA-subsidie voor een aantal scholen; Realiseren geplande investeringen in huisvesting. Wat hebben we gedaan in 2010? Bouw BBS Helmond-Noord is gestart, oplevering verwacht medio november 2011; Overleg en afstemming met partners in Wijkhuis Brede School Helmond-West ter voorbereiding op realisatie van nieuwbouw; Overleg en afstemming met Korein over visie, ruimtebeslag en PvE voor het Mondomijnkindcentrum; De termijn voor de investeringen ter verbetering van het binnenklimaat is door het ministerie verlengd. Deze investeringen zullen in 2011 worden gedaan. Wat heeft het opgeleverd? Voor Wijkhuis Brede School Helmond-West is op basis van de gezamenlijke pedagogische visie het PvE ontwikkeld en vastgesteld en de architectenselectie gedaan; Voor Mondomijn is het ruimtelijk en technisch PvE voor het nieuwe gebouw opgesteld. Wat gaan we doen in 2011? Via pilot format ontwikkelen voor vastgoedplan per school; Opstellen en vaststellen vastgoedplan per school voor november 2011 zodat de informatie kan worden benut voor het opstellen van de begroting 2012; Onderzoek en besluitvorming over de invoering van een veiligheidsmonitor (fysieke en sociale veiligheid), waaronder RI&E; Schoolplannen analyseren in relatie tot de mogelijkheden voor mantelcontracten (betere prijskwaliteitverhouding realiseren); Ontwikkelen en vaststellen beheer- en onderhoudsovereenkomst met partners in BBS HelmondNoord, mede als pilot voor vergelijkbare situaties; Overleg, besluitvorming en ondertekening van afspraken inzake huisvesting fusieschool in Wijkhuis Brede School Helmond-West; Overleg, besluitvorming en ondertekening van afspraken inzake huisvesting van Mondomijn; Realiseren geplande investeringen in huisvesting; Realiseren verbeteringen binnenklimaat op basis van de toegekende EBA-subsidie voor een aantal scholen.
Jaarverslag 2010
39
QliQ Primair Onderwijs
5. Communicatie Marketing en PR vormen een belangrijk onderdeel in de communicatie met ouders enerzijds en andere externe betrokkenen anderzijds. De stichting wil intern kwaliteit waarborgen en wil ook naar buiten toe kwaliteit en professionaliteit uitstralen. Enerzijds voor het aantrekken van leerlingen en anderzijds om de organisatie te positioneren als serieuze marktpartij (naar gemeente, maatschappelijke instanties en opleidingsinstituten). Naamswijziging Per 1 januari 2010 heeft Stichting Katholiek Primair Onderwijs Helmond (SKPOH) een naamswijziging ondergaan. Vanaf die dag is de stichting verder gegaan onder de naam QliQ Primair Onderwijs. Wat wilden we bereiken in 2010? Het verhaal van onze stichting moet zichtbaar en herkenbaar zijn enerzijds binnen de eigen organisatie en anderzijds naar buiten toe (= Corporate Story); Naamsbekendheid QliQ Primair Onderwijs vergroten; De website dient beter toegankelijk te worden en de communicatiefuntie dient verder ontwikkeld te worden. Wat hebben we gedaan in 2010? De website is naar aanleiding van de nieuwe naam aangepast en herkenbaar gemaakt; Sharepoint is verder uitgebreid als communicatiemiddel voor alle interne betrokkenen; Een voor iedere inwoner gratis opgemaakte QliQ-krant is huis aan huis verspreid. Wat heeft het opgeleverd? Nieuwe uitstraling van de stichting door middel van een nieuwe naam “QliQ Primair Onderwijs” met een nieuw logo en aangepaste huisstijl; De naamsbekendheid van de stichting is geoptimaliseerd; Nieuwe website; Een betere interne communicatie door het gebruik van sharepoint. Wat gaan we in 2011 doen? Verdere implementatie sharepoint als communicatieplatform; Vervolg uitrol om de naamsbekendheid van de stichting te optimaliseren; Een nieuwe QliQ krant wordt uitgebracht PR rondom de nieuwe scholenbouw in Helmond Noord, Helmond West en Brandevoort
Jaarverslag 2010
40
QliQ Primair Onderwijs
6. Financieel beleid De jaarrekening 2010 van QliQ is opgesteld door Dyade Zuid-West Nederland. Deze jaarrekening is gecontroleerd door accountantskantoor BDO Audit & Assurance te Helmond. 6.1
Financiële positie op balansdatum
Onderstaand treft u de balans aan per 31 december 2010 met vergelijkende cijfers per 31 december 2009. Na de balans volgt een korte toelichting op de belangrijkste wijzigingen in de balans. Activa
2010 €
2009 €
€
Passiva €
VASTE ACTIVA Materiële vaste activa Inventaris en apparatuur Leermiddelen (PO) Overige materiële vaste activa
2009 €
€
€
EIGEN VERMOGEN
1.850.633 490.459 2.345
Eigen vermogen Algemene reserve Bestemmingsreserves (publiek) Bestemmingsreserves (privaat)
1.843.705 463.979 3.207 2.343.437
Financiële vaste activa Overige effecten
2010 €
4.862.131 949.332 7.307
2.310.891 TOTAAL EIGEN VERMOGEN
4.704.564
2.941.776 2.886.228 7.307 5.818.770
5.835.311
5.818.770
5.835.311
5.302.764 4.704.564
5.302.764
7.048.001
7.613.655
VREEMD VERMOGEN TOTAAL VASTE ACTIVA
Voorzieningen Personeelsvoorzieningen Overige voorzieningen
VLOTTENDE ACTIVA
338.512 1.097.985
363.904 1.194.713 1.436.497
Vorderingen OCW Overige overheden Overige vorderingen Overlopende activa
975.104 160.663 16.995 350.987
968.584 299.850 0 284.800 1.503.749
Liquide middelen TOTAAL VLOTTENDE ACTIVA
TOTAAL ACTIVA
1.553.234
980.128
883.101
2.483.877
2.436.335
9.531.878
10.049.990
Kortlopende schulden Crediteuren OCW Belastingen en premies soc.verz. Schulden terzake pensioenen Overige kortlopende schulden Overlopende passiva
293.302 49.163 698.763 233.947 0 1.001.436
1.558.617
297.782 23.256 821.530 233.775 21.265 1.258.454 2.276.611
2.656.062
TOTAAL VREEMD VERMOGEN
3.713.108
4.214.679
TOTAAL PASSIVA
9.531.878
10.049.990
Toelichting op de balans: Activa Het totaal van de materiële vaste activa is licht gestegen ten opzichte van 2009. In de begroting 2010 is een bedrag van € 426.500 aan investeringen opgenomen. In werkelijkheid is € 410.500 geïnvesteerd. Investeringen zijn met name gedaan op het gebied van onderwijsmethoden (€ 145.600). In de begroting was uitgegaan van € 186.600. Voor de aanschaf van digiborden is een bedrag van € 48.000 gereserveerd in de begroting terwijl € 80.500 is uitgegeven. De ontwikkelingen op dit gebied gaan erg snel en de nieuwste producten vragen om grotere investeringen dan gepland. De effectenportefeuille is afgenomen. Voor een toelichting wordt verwezen naar paragraaf 6.6 Treasuryverslag 2010. De vorderingen zijn afgenomen met circa € 50.000. De vorderingen hebben in hoofdzaak betrekking op rijk en gemeente. In 2010 zijn van de gemeente gelden ontvangen voor huisvestingsuitbreidingen op De Korenaar en Dierdonk. Deze uitbreidingen zijn in 2008 gerealiseerd, maar zijn door QliQ voorgefinancierd. Passiva Algemene reserve Het jaar 2010 is afgesloten met een negatief resultaat van € 16.541. Het resultaat is in de balans verwerkt door een onttrekking aan de algemene reserve van € 86.500, een storting in de bestemmingsreserve personeel van € 11.500 en een storting in de bestemmingsreserve groeiregeling van € 58.459 (zie toelichting bestemmingsreserves). Eind 2010 is besloten tot het overhevelen van de bestemmingsreserve projecten naar de algemene reserve. Deze reserve is destijds gevormd voor de bouw van een nieuw bestuurskantoor gelijktijdig met de bouw van de nieuwe school in HelmondNoord. Omdat het kantoor gehuurd gaat worden en niet gekocht is besloten om de jaarlijkse huurlast mee te nemen in de bovenschoolse exploitatie en de bestemmingsreserve toe te voegen aan de algemene reserve. Redenen hiervoor zijn: Beperken van onnodige administratieve lasten;
Jaarverslag 2010
41
QliQ Primair Onderwijs
De algemene reserve op bestuursniveau is negatief. Om deze aan te vullen zou een jaarlijkse afdracht van de scholen noodzakelijk zijn. Door middel van deze overheveling samen met de opheffing van de voorziening BAPO (zie toelichting verderop in deze paragraaf) is dit niet nodig. De algemene reserve fungeert als een exploitatiereserve. Dit wil zeggen dat de jaarlijkse exploitatietekorten c.q. -overschotten worden gemuteerd op deze algemene reserve. Daarnaast is door een aantal scholen in het verleden voor specifieke doeleinden de algemene reserve opgebouwd. Het gaat daarbij om: 1. de zgn. groeischolen (BBS De Vuurvogel, Dierdonk en De Vendelier): zij hebben middelen gespaard om in de toekomst de krimp te kunnen bekostigen. Deze scholen hebben namelijk te maken met huisvesting die niet gelijktijdig met de leerlingendaling in omvang kan dalen waardoor een periode overbrugt moet worden. Daarnaast gaan deze scholen op termijn jaarlijks in bekostiging achteruit omdat op een bepaald moment de verhouding onder/bovenbouw wijzigt. Dit is niet altijd te vertalen in minder formatie. Tot slot kan de situatie zich voordoen dat de formatie niet gelijktijdig met de leerlingendaling kan teruglopen omdat mensen niet direct elders geplaatst of ontslagen kunnen worden. De betreffende scholen hebben tezamen een algemene reserve opgebouwd van € 2.848.484. Met de huidige meerjarenbegroting zou tot en met het jaar 2014 een bedrag van € 1.522.978 aan deze reserve onttrokken worden. Dit is een optelsom van de negatieve exploitatieresultaten van Dierdonk en De Vendelier in de jaren 2011 tot en met 2014 uit deze meerjarenbegroting. De sterke terugloop gaat volgens de gemeentelijke prognoses bij Dierdonk door tot circa 2020 en bij De Vendelier tot 2023. Bij BBS De Vuurvogel is nog geen terugloop voorspeld. Met de uitvoering van de opgelegde taakstellingen dient een beter inzicht in de organisatorische en financiële consequenties te worden verkregen. 2. de zgn. fusiescholen (BBS Helmond-Noord, Maria en Troubadour): zij hebben in de afgelopen jaren middelen gespaard vanuit de materiële bekostiging. Met nieuwbouw in het vooruitzicht is de laatste jaren aan de betreffende scholen alleen het noodzakelijke onderhoud gepleegd, waardoor een gedeelte van de huisvestingsbudgetten naar de algemene reserve is gegaan. In Helmond-Noord is de laatste 2 jaar een gedeelte aangewend zodat de 2 locaties in stand konden worden gehouden. Er werd slechts 1 locatie vanuit het rijk bekostigd. De algemene reserves zullen (gedeeltelijk) worden aangewend voor de fusiekosten en voor de inrichting van de nieuwe locaties. De betreffende scholen hebben op dit moment een algemene reserve opgebouwd van € 1.194.576. Dit betekent dat de overige 9 scholen en het bestuur tezamen € 819.017 hebben opgebouwd voor het opvangen van onverwachte tegenvallers en voor het afdekken van risico‟s die niet op een andere wijze zijn afgedekt (bijv. door een verzekering of een opgebouwde reserve / voorziening). Bestemmingsreserve personeel Conform het bestuursbesluit van 21 augustus 2007 wordt jaarlijks een bedrag van € 11.500 toegevoegd aan de bestemmingsreserve personeel. Dit geld wordt aangewend voor de bekostiging van het stichtingsfeest dat om de vijf jaar gehouden wordt. De laatste keer dat het feest gehouden is was in 2008. Bestemmingsreserve groeiregeling De groeiregeling personele bekostiging is per 1 augustus 2010 aangepast. Groeibekostiging vindt niet langer plaats op schoolniveau, maar op bestuursniveau. Dit betekent dat indien een organisatie naast groei- ook krimpscholen heeft, er minder middelen vanuit de groeiregeling beschikbaar zijn voor het bestuur. Voorheen hadden krimpscholen door de t-1 systematiek in de bekostiging 1 jaar de tijd om naar de nieuwe situatie toe te groeien. De nieuwe regeling gaat ervan uit dat de middelen direct vanuit de krimpschool overgaan naar de groeischool. Dit zou betekenen dat je bij het toekennen van middelen niet langer uitgaat van de tellingen op 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het schooljaar, maar van het aantal leerlingen op de eerste schooldag. De overgang naar deze systematiek heeft uiteraard grote consequenties voor de krimpscholen. Daarom is gekeken naar verschillende mogelijkheden en de consequenties daarvan. Dit heeft er toe geleid dat gekozen is voor een overgangsregeling in de schooljaren 2010-2011 en 2011-2012. Met ingang van het schooljaar e 2012-2013 zou overgegaan worden naar de 1 schooldagtelling. Dit wordt bij de begrotingsbehandeling 2012 definitief besloten. De overgangsregeling houdt het volgende in: Groeibekostiging aan de scholen vindt plaats op basis van de oude regeling. Naar verwachting is voor de groeischolen in het schooljaar 2010-2011 € 227.240 nodig;
Jaarverslag 2010
42
QliQ Primair Onderwijs
Vanuit het rijk wordt aan groeibekostiging voor het schooljaar 2010-2011 naar verwachting € 90.620 ontvangen; Het tekort van € 136.620 wordt afgedekt door een afdracht door alle scholen van een vastgesteld percentage van de personele bekostiging. Dit percentage is vastgesteld op 1%; Het verschil tussen de afdracht en wat daadwerkelijk aan groeibekostiging toegekend moet worden wordt gestort in een egalisatiereserve groeibekostiging. Op 31 december bedraagt de reserve € 58.459. Dit betreft de afdracht over de periode augustus tot en met december. Er is in deze maanden nog geen beroep gedaan op de gereserveerde middelen. Bestemmingsreserve BAPO Na jarenlange discussie over het al dan niet vormen van een verplichte BAPO-voorziening is daar begin 2010 duidelijkheid over gekomen. Met ingang van het verslagjaar 2010 mag er geen voorziening BAPO meer gevormd worden. Daardoor valt de voorziening volledig vrij ten gunste van de algemene reserve. Op 31 december 2009 bedroeg deze € 2.402.784. Middels een stelselwijziging is deze per 1 januari 2010 toegevoegd aan de algemene reserve. De jaarlijkse bapolasten worden volledig ten laste van de exploitatie gebracht. Met het huidige personeelsbestand van QliQ wordt de komende jaren een stijging verwacht van de jaarlijkse bapolast. In de personele bekostiging wordt rekening gehouden met een percentage van 2% om de bapolasten te dekken. Dit percentage is vanaf de invoering van lumpsum al ontoereikend om de totale stichtingskosten af te dekken. Dit betekent dat dit ten koste gaat van de formatie op stichtingsniveau. Dit betekent ook dat wanneer deze kosten verder stijgen in de komende jaren formatie ingeleverd zou moeten worden om de kosten af te dekken. Dit wordt niet wenselijk geacht mede door de bezuinigingen die al op ons af zijn gekomen en nog gaan komen. Daarom is eind 2010 besloten tot het vormen van een bestemmingsreserve BAPO. Deze wordt bekostigd vanuit de vrijval van de voorziening. Om de hoogte van de bestemmingsreserve te bepalen is aan de hand van het huidige personeelsbestand geïnventariseerd wat er de komende jaren aan baporechten opgenomen gaat worden. Daarbij is uitgegaan van een deelnamepercentage van 50% (op basis van werkelijke deelnamecijfers). Uit deze inventarisatie is gebleken dat na 2019 de bapolasten weer gaan dalen ten opzichte van de huidige lasten. Er moet een bestemmingsreserve worden gevormd per 1 januari 2011 voor een bedrag van € 833.483. Tot en met 2019 vindt hieruit jaarlijks een onttrekking plaats om de stijging van de bapolasten af te dekken. Na 2019 wordt de bestemmingsreserve opgeheven. Het restant wat vrijkomt door de vrijval van de voorziening wordt toegevoegd aan de algemene reserve op bestuursniveau. Voorzieningen Vanaf 2008 is het opnemen van een voorziening jubilea verplicht. In 2010 is voor een totaalbedrag van € 28.949 aan jubileumuitkeringen uitbetaald. De voorziening onderhoud gebouwen is gebaseerd op het meerjarenonderhoudsplan dat jaarlijks in overleg met Dyade wordt geactualiseerd. Onder de kortlopende schulden hebben geen noemenswaardige wijzigingen plaatsgevonden. Financiële positie De balans is een momentopname van de vermogensstructuur van een organisatie. Op basis van de balans kunnen een aantal kengetallen berekend worden welke een beeld geven van de financiële positie per balansdatum. Hiervoor wordt verwezen naar de paragraaf Kengetallen. Naast deze cijfers dient gekeken te worden naar de meerjarenbegroting 2011-2014 en naar de stand van de reserves en voorzieningen om een goed oordeel over de financiële positie te kunnen geven. De begroting 2011 laat een tekort zien van € 301.863. De daarop volgende jaren is er sprake van een oplopend tekort. Duidelijk is dat bewust keuzes moeten worden gemaakt ten aanzien van het strategisch beleid. Bij nieuwe voorstellen moeten vooraf duidelijke financiële onderbouwingen liggen en genomen besluiten moeten direct een financiële vertaling krijgen in de (meerjaren)begroting. De balanskengetallen geven aan dat de stichting een goede vermogenspositie en liquiditeitspositie heeft (zie paragraaf Kengetallen). Onderstaande tabel geeft de werkelijke cijfers over de jaren 2009 en 2010 en de verwachte cijfers over 2011 tot en met 2014 met betrekking tot rentabiliteit, weerstandsvermogen en de vereiste financiële buffer volgens de Commissie Don. Deze kengetallen hebben betrekking op de exploitatie.
Jaarverslag 2010
43
QliQ Primair Onderwijs
Kengetal
2009
2010
2011
2012
2013
2014
-1,2%
-0,1%
-1,4%
-2,7%
-2,3%
-3,8%
15,0% 17,6%
26,3% 17,5%
25,2% 14,9%
23,2% 12,2%
20,8% 9,5%
16,7% 4,9%
Rentabiliteit*: Resultaat / totale baten (incl. rente)3 Weerstandsvermogen: Eigen Vermogen / Totale baten (incl.rente) 1 en 4 (Eigen Vermogen -/- MVA) / rijksbijdrage OCW 2 en 5 Vereiste financiële buffer volgens Commissie Don 5% van jaarlijkse baten (groot schoolbestuur) stand algemene reserve
€ €
1.100.364 2.941.776
€ €
1.086.886 4.862.131
€ €
1.048.129 4.560.268
€ €
1.011.082 4.011.571
€ €
995.653 3.543.811
€ €
978.860 2.792.564
1. Definitie gehanteerd in het VO 2. Definitie geformuleerd voor het PO door Ernst & Young 3. Grenswaarde: berekend over afgelopen 3 jaar: 0% < R < 5% 4. Grenswaarde: afhankelijk van risicoprofiel tussen 10% en 40% 5. Grenswaarde: afhankelijk van risicoprofiel tussen 5% en 20%
Ondanks dat de rentabiliteit onvoldoende is (er is immers sprake van een structureel tekort in de begroting) geven de overige cijfers aan dat er geen reden is tot zorgen. Er is voldoende buffer om de tekorten af te dekken. Volgens de maatstaven van de Commissie Don is er zelfs te veel buffer opgebouwd: aan het einde van 2014 zou er ondanks de geraamde tekorten nog altijd ruim € 1,8 miljoen te veel in de algemene reserve zitten. Geconcludeerd kan worden dat de stichting over een gezonde financiële positie beschikt. 6.2
Analyse resultaat
De begroting 2010 laat een negatief resultaat zien van € 301.400. In werkelijkheid resulteert een negatief resultaat van € 16.500. Een positief verschil van € 284.900. Het negatieve resultaat over 2009 bedroeg € 257.500. Een positief verschil met de exploitatie 2010 van € 241.000. Ondanks dat met de invoering van lumpsum de schotten tussen de verscheidene bekostigingsbedragen zijn vervallen is voor de analyse een onderscheid gemaakt in de verscheidene budgetten. Reden is het uitgangspunt binnen de stichting dat personele bekostiging wordt besteed aan het primaire proces, het geven van goed onderwijs. Schuiven tussen budgetten is toegestaan, maar alleen op grond van een goed beleidsplan. Daarbij wordt een onderscheid gemaakt in de volgende budgetten: Personeel: dit betreft de loonkosten van het eigen personeel (m.u.v. onderwijsondersteunend personeel en ID-banen) en de kosten van vervangingen welke voor eigen rekening komen. Personeel overig: dit betreft de uitgaven welke ten laste van de budgetten Personeel- en arbeidsmarktbeleid en van Bestuur & management komen zoals de eigen bijdrage aan de IDbanen, OOP, de kosten voor nascholing, maar ook kosten voor schoolbegeleiding en de bijdrage in de bovenschoolse begroting. Materieel: dit betreft de kosten van huisvesting, leermiddelen, investeringen, administratie en overige lasten. Deze kosten worden gedekt vanuit de bekostiging voor materiële instandhouding, gemeentelijke bijdragen voor huisvesting, huuropbrengsten en overige inkomsten.
Jaarverslag 2010
44
QliQ Primair Onderwijs
Begroot 2010 Personeel
Werkelijk 2010
Over/tekort
Werkelijk 2009
Voor-/nadeel 2010-2009
saldo reguliere formatie saldo vervangingen eigen rekening
21.075 -33.764
-24.769 -39.791
-45.844 -6.027
222.579 -124.615
-247.348 84.824
Saldo personeel
-12.689
-64.560
-51.871
97.964
-162.524
Personeel overig Inkomsten
Vergoeding Personeel- en arbeidsmarktbeleid Loonkostensubsidie onderwijsondersteunend personeel Vergoeding Versterking Bestuur & Management Vergoeding WSNS inzake 1-zorgroute Vergoeding gemeente schoolbegeleiding
1.715.279 35.166 137.468 0 122.530 2.010.443
1.760.760 67.517 140.989 23.100 170.200 2.162.566
45.481 32.351 3.521 23.100 47.670 152.123
1.758.113 43.341 229.806 0 128.152 2.159.412
2.647 24.176 -88.817 23.100 42.048 3.154
Uitgaven
Kosten arbo Nascholing Salariskosten onderwijsondersteunend personeel (niet ID) Overige personeelskosten Schoolbegeleiding Bijdrage bovenschools
0 131.700 247.499 59.150 289.451 1.149.381 0 1.877.181
9.207 117.058 253.259 72.592 341.147 985.829 0 1.779.092
-9.207 14.642 -5.760 -13.442 -51.696 163.552 0 98.089
6.352 183.726 182.138 112.462 396.370 1.293.569 0 2.174.617
-2.855 66.668 -71.121 39.870 55.223 307.740 0 395.525
-138.436 0
-85.227 56.796
53.209 56.796
-108.414 0
23.187 56.796
-5.174
355.043
360.217
-123.619
478.662
Saldo ID-banen Nagekomen baten/lasten ID-banen Saldo personeel overig Materieel Inkomsten
Versterking cultuureducatie / VVE Bestemmingsbox: taal en rekenen Innovatie-impuls Vergoeding mat.instandhouding Overige gemeentelijke vergoedingen Ouderbijdragen Huuropbrengsten Overige vergoedingen
48.555 0 0 2.558.077 65.736 90.780 48.350 3.300 2.814.798
50.806 14.964 4.463 2.570.323 178.336 103.006 58.006 86.850 3.066.754
2.251 14.964 4.463 12.246 112.600 12.226 9.656 83.550 251.956
111.490 0 0 2.601.017 175.220 99.805 90.107 92.145 3.169.784
-60.684 14.964 4.463 -30.694 3.116 3.201 -32.101 -5.295 -103.030
Uitgaven
Afschrijvingen Huisvestingslasten Leermiddelen Administratie- en beheerslasten Inventaris en apparatuur Overige instellingslasten Rentelasten
371.949 1.302.546 454.262 438.370 191.300 337.683 2.225 3.098.335
370.897 1.471.187 505.332 470.084 178.453 375.854 1.971 3.373.778
1.052 -168.641 -51.070 -31.714 12.847 -38.171 254 -275.443
371.700 1.440.365 522.473 507.961 219.884 353.199 2.594 3.418.176
803 -30.822 17.141 37.877 41.431 -22.655 623 44.398
-283.537
-307.024
-23.487
-248.393
-58.632
0
0
0
16.509
-16.509
-301.400
-16.541
284.859
-257.539
240.998
Saldo materieel Saldo lokale prioriteit Saldo totaal
Figuur 6.2.1 Analyse resultaat 2010: werkelijk 2010 versus begroting 2010 en werkelijk 2010 versus werkelijk 2009.
In de navolgende paragrafen treft u een toelichting aan op voorgaande tabel. 6.2.1
Analyse realisatie 2010 versus realisatie 2009
Saldo personeel: Het saldo personeel is van een overschot van € 97.700 in 2009 naar een tekort van € 64.600 in 2010 gegaan. Dit wordt enerzijds veroorzaakt door een tekort in de reguliere formatie in 2010 (in 2009 was sprake van een overschot) en anderzijds door een daling van de kosten voor vervangingen in eigen beheer. Bij de reguliere formatie zien we de inkomsten dalen met € 99.900, terwijl de salariskosten zijn gestegen met € 89.700. De inkomsten zijn onder andere gedaald door de 1% afdracht van de personele bekostiging in verband met de nieuwe groeiregeling vanaf 1 augustus 2010. De stijging van de salariskosten wordt ondermeer veroorzaakt door de uitbreiding van het aantal schakelklassen per 1 augustus 2010 en de stijging van de eigen bijdrage hiervoor naar 25%. Op dit moment zijn er binnen QliQ 3 volledige en 1 deeltijd schakelklas ingericht en 3 NT-2 klassen welke eerste opvang bieden aan vreemdelingen die de Nederlandse taal niet spreken. De schakelklassen vragen in totaliteit om een
Jaarverslag 2010
45
QliQ Primair Onderwijs
eigen bijdrage van circa € 44.000. Voor de NT-2 klassen wordt naast de gemeentelijke bijdrage geld van het rijk ontvangen. Deze middelen zijn voldoende voor de personele inzet. In 2010 is een terugbetaling gedaan van bijna € 20.000 aan het ministerie in verband met de uitvoering van artikel 138 van de WPO. In dit artikel is bepaald dat door het bevoegd gezag ontvangen uitkeringen in mindering worden gebracht op de rijksbekostiging. In dit geval ging het om een uitkering uit 2005 aan 2 werknemers welke niet was verrekend met het ministerie. Er is in 2010 een bedrag van € 253.000 uitgegeven aan vervangingen voor eigen rekening, waarvan € 93.000 voor de vervanging van ouderschapsverlof. Deze laatste post wordt gedekt in de schoolbegroting door lagere personele kosten van degene die het ouderschapsverlof geniet. Per saldo komt € 160.000 voor rekening van de scholen. In de begroting was een budget opgenomen van € 101.000. In 2009 kwam € 263.400 voor eigen rekening. Dit verschil wordt veroorzaakt doordat in 2009 een gedeelte van het onderwijzend personeel ondergebracht was bij het Risicofonds waarvan voor de vervanging een uitkering werd ontvangen. Er werd echter pas een uitkering ontvangen na de vijfde ziektedag. Aangezien het grootste gedeelte van de ziektegevallen kortlopend (d.w.z. minder dan 7 dagen) is, heeft dit de stichting in 2009 veel geld gekost. In 2010 is het onderwijzend personeel weer volledig ondergebracht bij het Vervangingsfonds. Saldo personeel overig: In 2009 was sprake van een tekort van € 123.600. In 2010 is sprake van een overschot van € 355.000. Er zijn 4 belangrijke ontwikkelingen te noemen: 1. Beëindiging bekostiging Versterking Bestuur en Management per 1 augustus 2010. Dit leidt tot een nadeel van € 88.800. 2. Stijgende kosten van onderwijsondersteunend personeel door het beëindigen van een aantal IDovereenkomsten. Indien hiervoor iemand in de plaats komt, komen de volledige loonkosten voor rekening van QliQ. Dit leidt tot een kostenstijging van € 47.000. Bij de ID-ers geldt een bijdrage in de loonkosten van 30%. Het overige deel wordt gesubsidieerd dor de gemeente. Daar tegenover staat een daling van de eigen bijdrage van de ID-ers met € 23.000 en in 2010 heeft een nabetaling door de gemeente plaatsgevonden van de ID-banen over 2007 en 2008 van € 56.800. Samengevat leiden deze ontwikkelingen tot een voordeel van € 32.800. 3. Minder uitgaven voor nascholing en schoolbegeleiding. In 2010 is vanuit het rijk en de gemeente € 388.000 ontvangen voor schoolbegeleiding. Hiervan is € 341.000 uitgegeven. In 2009 was € 343.000 ontvangen en € 395.000 uitgegeven. In de begroting 2009 was daar geen rekening mee gehouden. Mede door de onduidelijkheid vanuit de gemeente over continuering van de subsidie en door de overschrijdingen vorig jaar hebben scholen in 2010 de uitgaven goed beheerst. Per saldo leidt dit tot een voordeel ten opzichte van 2009 van € 99.000. Daarnaast is vanuit het WSNS een bijdrage ontvangen voor de invoering van de 1-zorgroute. Voordeel € 23.100. Ook de uitgaven voor nascholing zijn gedaald ten opzichte van het voorgaande jaar. Het gaat om een bedrag van € 67.600. Dit houdt mede verband met de verkregen VVE-subsidie in 2009 (zie toelichting materieel). 4. De bovenschoolse bijdrage is gedaald ten opzichte van 2009 met € 307.740. In de volgende paragraaf wordt dit nader toegelicht Saldo materieel: Het materieel tekort is met € 58.600 toegenomen naar een tekort van € 307.000. Oorzaken zijn: In het schooljaar 2008-2009 is de stimuleringssubsidie Voor- en Vroegschoolse Educatie ontvangen. Deze subsidie mocht tot 31 december 2009 besteed worden. De uitgaven zijn gedaan in nascholing en in leermiddelen. Het wegvallen van de inkomsten in 2010 wordt gecompenseerd door een daling in de uitgaven van beide budgetten. De vergoeding materiële instandhouding vanuit het rijk is € 30.700 gedaald ten opzicht van 2009. Oorzaak is de negatieve bijstelling van de bekostigingsbedragen in 2010. Daarnaast zijn in 2010 194 groepen bekostigd. Dit is 4 minder dan in 2009. Per groep is in 2010 een bedrag van € 4.445 ontvangen. Nadeel € 17.780. Er is een verdere daling van de huuropbrengsten met € 32.100 naar € 58.000. BBS HelmondNoord heeft door het vertrek van het ROC in 2009 € 18.500 minder huurinkomsten en De Vendelier heeft € 15.000 minder huurinkomsten. De huisvestingslasten zijn gestegen met € 30.800. De dotaties in de onderhoudsvoorzieningen zijn gestegen met € 42.000, de kosten voor klein onderhoud zijn gedaald met € 23.000, het gasen elektraverbruik is gestegen met € 34.400 en daarnaast zijn er nog een aantal kleinere over- en onderschrijdingen. Per 1 januari 2011 is een overstap gemaakt naar een nieuwe gas- en een nieuwe elektraleverancier.
Jaarverslag 2010
46
QliQ Primair Onderwijs
De administratielasten zijn gedaald omdat in 2009 door de School Innovatie Groep op een aantal e scholen personeels-, ouder- en leerlingtevredenheidsonderzoeken zijn gehouden. Dit betrof de 2 tranche scholen. In 2010 is een nieuw contract afgesloten waarbij alle scholen jaarlijks een vast bedrag betalen voor het periodiek uitvoeren van bovenstaande onderzoeken. Vanaf 2011 zijn deze budgetten opgenomen in de schoolbegrotingen. De kosten voor kopieer- en drukwerk zijn in 2010 gedaald met € 51.000 en de kosten voor culturele vorming zijn toegenomen met € 23.500. 6.2.2
Analyse realisatie 2010 versus begroting 2010
Saldo personeel: In de begroting is uitgegaan van een tekort van € 12.700. Het werkelijk resultaat is € 64.600 tekort. Dit bestaat uit een tekort van € 24.800 op de reguliere formatie en een tekort van € 39.800 op de vervangingen eigen rekening. Reguliere formatie: dit is inclusief de vervangingen ouderschapsverlof. Deze kosten worden gedekt vanuit de vrijvallende loonkosten van degene die het ouderschapsverlof geniet. Deze kosten worden immers bovenschools verantwoord. De totale kosten ouderschapsverlof bedragen € 73.900. Er is voor € 92.700 vervangen op de scholen. Het verschil is terug te vinden in de eigen bijdrage van de werknemers. Daarmee is het ouderschapsverlof niet van invloed op het resultaat op de reguliere formatie. In totaliteit is in 2010 op stichtingsniveau € 15,7 miljoen aan salariskosten uitbetaald. Begroot was € 15,3 miljoen. Aan de inkomstenkant wordt dit verschil gecompenseerd door hogere personele bekostiging (€ 110.000), hogere inkomsten voor de rugzakjes (€ 82.000), hogere IB-vergoedingen vanuit het WSNS (€ 35.000) en de toekenning van de subsidie schakelklassen per 1 augustus 2010 (€ 114.000). Een analyse van het personele resultaat 2010 vindt op schoolniveau plaats. Meerdere momenten in het jaar vindt een evaluatie van de formatie plaats en wordt bijgestuurd. Bij het opstellen van de begroting 2011-2014 is de personele exploitatie schooljaar 2010-2011 geëvalueerd en bijgesteld. Afspraken zijn gemaakt tussen het College van Bestuur en de schooldirecties over de formatie voor het schooljaar 2011-2012. Vervangingen eigen rekening: de totale vervangingskosten voor eigen rekening bedragen € 160.000. In de begroting was een budget opgenomen van € 101.000. In 2010 zien we een sterke stijging in het aantal vervangingen voor het afnemen van toetsen en testen. In totaliteit is 625 dagen vervangen voor eigen rekening. Daarnaast is er 8.095 dagen vervangen in verband met ziekteverlof en 1.622 dagen in verband met zwangerschapsverlof. Deze kosten worden beide vergoed door het Vervangingsfonds. In figuur 6.2.2 is het aantal aandeel per school in het totaal aantal dagen vervanging in 2010 naar soort verlof opgenomen. In figuur 6.2.3 is het aantal dagen vervanging in 2010 per fte weergegeven naar soort verlof. 18% 16% 14% 12% 10% 8% 6% 4% 2% 0%
Zwangerschaps verlof Ziekte verlof Buitengewoon verlof
Figuur 6.2.2 Aandeel per school in het totaal aantal dagen vervanging in 2010 naar soort verlof
Jaarverslag 2010
47
QliQ Primair Onderwijs
100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0
Zwangerschaps verlof Ziekte verlof
Buitengewoon verlof
Figuur 6.2.3 Aantal dagen vervanging in 2010 per fte en per school naar soort verlof
Saldo personeel overig: In de begroting is uitgegaan van een tekort van € 5.200. Het werkelijk resultaat is een overschot van € 355.000. Een voordelig verschil van € 360.200. Dit verschil heeft een aantal oorzaken: 1. Voordeel aanpassing normbedragen Personeel- en Arbeidsmarktbeleidbudget (PAB) € 45.500 2. Voordeel ID-banen € 110.000 3. Voordeel salariskosten overig OOP € 26.600 4. Voordeel schoolbegeleiding en nascholing € 19.100 5. Lagere bijdrage bovenschoolse exploitatie € 163.600. Ad 1. In juni is de nieuwe regeling Bekostiging personeel PO 2009-2010 en 2010-2011 gepubliceerd. Op grond van de nieuwe regelingen zijn de budgetten bijgesteld. Over 2010 betekent dit een bijstelling van het PAB-budget van € 45.500. Ad 2. In 2019 zijn 3 werknemers met een ID-regeling uitgestroomd. Op dit moment heeft QliQ nog 11 ID-werknemers in dienst die werkzaam zijn op 9 scholen. De eigen bijdragen (30% van de loonkosten) zijn daardoor lager dan begroot. Totaal voordeel € 53.200. Daarnaast zijn in 2010 de afrekeningen 2007 en 2008 van de gemeente ontvangen. Vanwege een onjuiste berekeningssystematiek van de 30%-bijdrage zijn deze afrekeningen in totaliteit € 56.800 voordeliger dan verwacht. Dit voordeel is incidenteel. Ad 3. In 2008 is door het rijk de loonkostensubsidie OOP geïntroduceerd. Scholen konden voor 4 schooljaren een subsidie aanvragen door onderwijsonderwijsondersteunend personeel in dienst te nemen. De subsidie geldt voor de schooljaren 2008-2009 tot en met 2011-2012. In 2010 is een gedeelte van eerder verkregen subsidie vrijgevallen ten gunste van de exploitatie. Dit levert een eenmalig voordeel op van € 32.400. Daar tegenover staat dat de loonkosten van het OOP € 5.800 hoger is dan begroot. Ad 4. Schoolbegeleiding wordt bekostigd vanuit het rijk middels een vergoeding in het PAB-budget van € 49,29 per leerling en vanuit de gemeente met een vast bedrag per school en eveneens een bijdrage per leerling. In 2010 leidt dit tot de volgende exploitatie: In het PAB-budget opgenomen € 217.700 vanuit de gemeente ontvangen € 170.200 Totaal vergoed € 387.900 Ten opzicht van de begroting 2010 is de gemeentelijk bijdrage € 47.700 hoger. Daarnaast is eind 2009 en begin 2010 vanuit het WSNS subsidie ontvangen voor invoering van de 1zorgroute. Deze is bijna volledig in 2010 verantwoord (€ 23.100) en was niet opgenomen in de begroting. Er is in 2010 € 355.000 uitgegeven aan schoolbegeleiding. Dit omvat naast de individuele leerlingbegeleiding ook uitgaven voor school-, team- en managementontwikkeling. In de begroting is uitgegaan van een totale uitgavenpost van € 289.500. Een nadeel van € 65.500. Samengevat is het saldo schoolbegeleiding € 5.300 gunstiger dan begroot. Daarnaast is sprake van minder uitgaven voor nascholing (€ 14.600). Ad 5. De bovenschoolse bijdrage is € 163.500 lager dan begroot. Hiervoor zijn een aantal oorzaken aan te wijzen: a. Personele exploitatie (salariskosten): deze is € 26.700 lager dan begroot.
Jaarverslag 2010
48
QliQ Primair Onderwijs
Enerzijds is het budget voor de reguliere formatie (incl. bovenschools geplaatste medewerkers) overschreden met € 41.300. Oorzaak is een andere inschaling van een tweetal medewerkers als gevolg van de inrichting van het functiehuis en het bovenschools plaatsen van een medewerker doordat het ontslag niet verleend kon worden als gevolg van een procedurefout. Anderzijds is het saldo vervangingen in eigen beheer € 68.000 voordeliger. In de begroting was rekening gehouden met een budget van € 36.300 als eigen bijdrage voor de vervangerspool. De pool omvat 13,2 formatieplaatsen. Uitgangspunt is geweest dat een bezettingsgraad gehaald zou worden van 95% en dat 5% van de loonkosten door QliQ betaald moest worden. Indien poolers ingezet worden voor vervangingen welke niet door het Vervangingsfonds vergoed worden, worden deze doorbelast naar de scholen. Daarnaast worden vervangingen binnen de kaders van het Vervangingsfonds zo efficiënt mogelijk ingezet door de coördinator. Dit leidt in 2010 tot een positief resultaat van € 31.700. b. Personele exploitatie (overige personeelsgerelateerde kosten): dit budget wordt € 4.000 overschreden. Enerzijds is een toename van zichtbaar van het aantal opnamen betaald ouderschapsverlof (nadeel € 9.000), anderzijds wordt het budget voor nascholing niet volledig aangewend( voordeel € 5.000). c. Materiële exploitatie: deze wordt met € 6.200 overschreden door een aantal kleine onderen overschrijdingen. Daarnaast zijn de volgende mutaties opgetreden: In de begroting is een bedrag opgenomen voor de instandhouding voor Den Bongerd en De Zevensprong. De bijdrage aan De Zevensprong is niet noodzakelijk gebleken omdat de school nog voldoende algemene reserve heeft. Bovendien is de bijdrage aan Den Bongerd lager dan verwacht. Dit tezamen leidt tot een voordeel van € 21.000. De administratiekosten zijn aanzienlijk hoger dan in de begroting is meegenomen. Oorzaak is dat bovenschools alleen rekening is gehouden met de caso- en portikosten (€ 25.000). De laatste jaren is de additionele dienstverlening vanuit de afdelingen huisvesting en personeel aanzienlijk toegenomen. Begin 2010 heeft dit geleid tot nieuwe afspraken met Dyade hieromtrent. Dit moet leiden tot een transparante en tijdige informatievoorziening vanuit Dyade naar het College van Bestuur. In 2010 is een budget van € 30.700 benodigd gebleken. Tot voor 2009 werden de accountantskosten opgenomen in het totaalcontract van Dyade. Deze kosten werden dan ook niet afzonderlijk in de begroting van QliQ opgenomen. Met ingang van het verslagjaar 2008 is hier verandering in gekomen en moeten zij afzonderlijk begroot worden. Mede als gevolg van de overstap naar een andere accountant (geen mantelovereenkomst) zijn de kosten in 2009 aanzienlijk gestegen. In 2010 bedragen deze € 24.050. In de begroting 2010 is rekening gehouden het vervolg van het in 2009 opgestarte project voor profilering van de stichting. Onderdeel hiervan was de naamsverandering en de verandering van de huisstijl. Er stond voor 2010 nog een budget van € 34.000. Dit budget is niet meer aangewend. Er zijn alternatieve (minder kostbare) mogelijkheden gevonden om de stichting te profileren (o.a. QliQ-krant). d. Financiële exploitatie: in 2010 zijn een aantal beleggingen afgelost, nieuwe obligaties aangekocht en obligaties verkocht. Voor een specificatie wordt verwezen naar paragraaf 6.6 Treasuryverslag 2010. De kosten van beleggingen (te betalen provisie) zijn te hoog ingeschat (voordeel € 16.500). Door de toename van de beleggingsportefeuille is de te ontvangen couponrente in 2010 hoger dan verwacht (voordeel € 31.000). Ook hiervoor wordt verwezen naar de specificatie. Tot slot is er een koerswinst gerealiseerd van € 28.000. De obligaties worden gewaardeerd tegen marktwaarde. Per saldo is de financiële exploitatie € 75.500 positiever dan begroot. e. Dotatie in bestemmingsreserve groeiregeling: de 1% afdracht van de personele bekostiging die scholen over de periode augustus tot en met december 2010 hebben gedaan voor de groeiregeling is in 2010 niet aangewend. Het saldo dient in de egalisatiereserve groeiregeling te worden gestort. Dit gebeurt na resultaatbestemming en staat nu als inkomst in de bovenschoolse exploitatie opgenomen. In werkelijkheid is het saldo van de bovenschoolse exploitatie daardoor -/- € 1.044.288. Een voordeel ten opzichte van de begroting van € 105.100.
Jaarverslag 2010
49
QliQ Primair Onderwijs
Saldo materieel: De materiële exploitatie laat een tekort zien van € 307.000. Dit is € 23.500 hoger dan begroot. De materiële exploitatie blijft voor veel scholen een knelpunt binnen de begroting. In 2010 is meegedaan aan het onderzoek dat Hevo in opdracht van de PO-raad heeft uitgevoerd naar de exploitatiekosten in het PO over 2009. Uit dit onderzoek is gebleken dat de materiële bekostiging niet aansluit bij de dagelijkse praktijk. Ook uit een verdergaande analyse die door de eigen organisatie is uitgevoerd is dit naar voren gekomen. De analyse geeft een aantal oorzaken aan: De bekostigingsbedragen sluiten niet aan bij het huidige prijstarief. Dit zien we onder meer bij kosten voor gas en elektra, schoonmaakkosten, bij de vergoeding voor administratieve ondersteuning en bij de accountantslasten. In 2010 wordt de begroting voor energielasten met € 62.700 overschreden, de schoonmaakkosten met € 51.000 en de administratielasten met € 26.600. De wet- en regelgeving en de complexiteit van de hedendaagse organisatie vraagt steeds meer om expertise die de stichting zelf niet in huis heeft. De laatste jaren zien we ons genoodzaakt om meer advies in te kopen met name op het gebied van personele aangelegenheden en huisvestingszaken. De vergoeding in de materiële instandhouding weegt niet op tegen de kosten. Daarnaast wordt de rol van de accountant steeds belangrijker en complexer. Het huidige basiscontract overstijgt de vergoeding vanuit het rijk aanzienlijk. Daarnaast wordt vanuit de decentrale overheid gevraagd om accountantsverklaringen bij de verantwoording van subsidiegelden. De kosten die dit met zich meebrengt zijn voor rekening van QliQ. Hoewel hier al de nodige gesprekken over gevoerd zijn met accountant en gemeente blijven deze kosten op de begroting van de stichting drukken. Een groot aantal van de scholen in Helmond is gebouwd in de jaren ‟60 en ‟70. Deze gebouwen vragen gezien de ouderdom en de noodzakelijke aanpassingen aan de eisen van deze tijd om grote investeringen in de nabije toekomst. Om deze investeringen te kunnen bekostigen is voor alle scholen een voorziening groot onderhoud gevormd. De dotatie wordt bepaald op basis van de plannen voor de komende 10 jaren. Voor deze scholen betekent dit een dotatie van een zodanige omvang dat dit een structureel probleem veroorzaakt in de huidige begroting. Dit betekent enerzijds dat plannen bijgesteld moeten worden en anderzijds dat dit onderwerp van gesprek is met de gemeente. Zij zijn immers verantwoordelijk voor een goede huisvesting van scholen. Een gebouw wordt in 40 jaar afgeschreven. Bij langer gebruik vraagt dit om de nodige investeringen. Vraag is of de stichting daarvoor moet opdraaien of de gemeente dit moet opnemen in het integraal huisvestingsplan. In 2010 zijn de dotaties in de voorzieningen groot onderhoud € 47.500 hoger dan begroot. Tot slot is een van de oorzaken van het tekort de leegstand op een aantal scholen. Er zijn 233 onderwijslokalen binnen de stichting. In 2010 is voor 194 lokalen bekostiging ontvangen. In het schooljaar 2009-2010 waren 203 lokalen in gebruik. Dit betekent dat er voor 39 lokalen geen bekostiging is, maar wel kosten gemaakt worden. Denk aan onderhoud, gas- en elektriciteitsverbruik, schoonmaak etc. De gemeentelijke vergoedingen zijn € 112.600 hoger dan begroot. Eind 2009 heeft De Vendelier en e begin 2010 heeft Mondomijn een krediet ontvangen voor 1 inrichting meubilair en/of onderwijsleerpakketten. De investeringen zijn geactiveerd en worden in de komende jaren afgeschreven. Er wordt voor deze methode gekozen, zodat te zijner tijd de vervanging financieel afgedekt is. Consequentie is dat de kredieten niet afgeboekt worden, maar ineens vrijvallen ten gunste van de exploitatie. Dit leidt tot een incidenteel voordeel. Opmerking daarbij is dat zolang er groeischolen binnen de stichting zijn er ook jaarlijks dergelijke “incidentele” voordelen behaald worden. Voor de aanschaf van leermiddelen (niet zijnde investeringen) is in 2010 € 51.000 meer uitgegeven. Dit wordt gecompenseerd door extra inkomsten. Vanuit het rijk is € 15.000 van de subsidie Taal en Rekenen aangewend en vanuit het Platform Beta is € 35.000 ontvangen voor de implementatie van techniekonderwijs. Deze laatste is opgenomen onder de overige vergoedingen. Naast de gelden voor techniek zijn onder deze vergoedingen de BVL-subsidies verantwoord (€ 8.700), subsidie van het Europees Platform € 4.000, een subsidie Aanvullend Pakket van het Vervangingsfonds voor basisschool De Zevensprong (€ 9.500) en overige opbrengsten (€ 30.000; sponsorgelden, vergoedingen etc.). In de begroting was hiervoor maar € 3.300 opgenomen. Het zijn incidentele inkomsten die buiten de begroting blijven. De overige instellingslasten zijn met € 38.000 overschreden. Er zijn aanzienlijk meer uitgaven geweest voor culturele vorming. Dit krijgt een steeds belangrijkere plaats in het onderwijs. Tot slot zijn de kosten voor abonnementen met een bedrag van € 12.600 hoger dan verwacht.
Jaarverslag 2010
50
QliQ Primair Onderwijs
6.3
Investeringen en financieringsbeleid
De schoolgebouwen zijn in eigendom van de gemeente. Investeringen in deze gebouwen zijn opgenomen in het Integraal Huisvestingsplan. Er hebben in 2010 geen investeringen plaatsgevonden in huisvesting vanuit de eigen middelen. Het onderhoud is opgenomen in het meerjarenonderhoudsplan. Dit geldt voor onderhoud dat voor rekening van de gemeente komt en voor het onderhoud dat voor eigen rekening is. Voor de eerste groep dienen aanvragen voor 1 februari voorafgaand aan het uitvoeringsjaar bij de gemeente te worden ingediend. Voor de laatste worden voorzieningen groot onderhoud gevormd op schoolniveau. Voor investeringen in meubilair en inventaris, ICT, onderwijsleerpakketten en apparatuur worden jaarlijks meerjareninvesteringsplannen (MIP) opgesteld. Deze worden opgenomen in de meerjarenbegroting. Wanneer de begroting is goedgekeurd is een directeur bevoegd om investeringen opgenomen in het MIP voor het eerste begrotingsjaar uit te voeren. Zijn er investeringen noodzakelijk buiten het MIP om, dan dient hiervoor afzonderlijk goedkeuring vanuit het College van Bestuur te worden verkregen. Vanwege de gunstige liquiditeitspositie worden alle investeringen uit eigen middelen voldaan. In de liquiditeitsbegroting worden de investeringen opgenomen. 6.4
Toekomstparagraaf
In oktober 2010 is gestart met het opstellen van de meerjarenbegroting 2011-2014. De schoolbegrotingen zijn opgesteld op basis van: leerlingenprognoses 2011-2013 (en daarop gebaseerd de rijksbekostiging); schoolformatieplannen 2011-2014; meerjareninvesteringsplannen 2011-2018; het meerjarenonderhoudsplan; ervaringscijfers uit het verleden. In januari 2011 zijn de stichtingsbegroting en de schoolbegrotingen definitief vastgesteld. In het volgende overzicht is de begroting 2011 en de realisatie 2010 opgenomen.
Jaarverslag 2010
51
QliQ Primair Onderwijs
Werkelijk 2010 Personeel
Begroot 2011
Over/tekort
saldo reguliere formatie saldo vervangingen eigen rekening
-24.769 -39.791
175.836 -97.502
200.605 -57.711
Saldo personeel
-64.560
78.334
142.894
Personeel overig Inkomsten
Vergoeding Personeel- en arbeidsmarktbeleid Loonkostensubsidie onderwijsondersteunend personeel Vergoeding Versterking Bestuur & Management Vergoeding WSNS inzake 1-zorgroute Vergoeding gemeente schoolbegeleiding
1.760.760 67.517 140.989 23.100 170.200 2.162.566
1.751.567 48.953 0 0 94.499 1.895.019
-9.193 -18.564 -140.989 -23.100 -75.701 -267.547
Uitgaven
Kosten arbo Nascholing Salariskosten onderwijsondersteunend personeel (niet ID) Overige personeelskosten Schoolbegeleiding Bijdrage bovenschools
9.207 117.058 253.259 72.592 341.147 985.829 0 1.779.092
0 132.500 317.658 62.200 222.709 1.088.397 1.823.464
9.207 -15.442 -64.399 10.392 118.438 -102.568 0 -44.372
Saldo ID-banen Nagekomen baten/lasten ID-banen
-85.227 56.796
-127.527 0
-42.300 -56.796
Saldo personeel overig
355.043
-55.972
-411.015
Materieel Inkomsten
Versterking cultuureducatie / VVE Bestemmingsbox: taal en rekenen Innovatie-impuls Vergoeding mat.instandhouding Overige gemeentelijke vergoedingen Ouderbijdragen Huuropbrengsten Overige vergoedingen
50.806 14.964 4.463 2.570.323 178.336 103.006 58.006 86.850 3.066.754
48.384 68.886 0 2.594.572 64.815 73.060 63.880 23.500 2.937.097
-2.422 53.922 -4.463 24.249 -113.521 -29.946 5.874 -63.350 -129.657
Uitgaven
Afschrijvingen Huisvestingslasten Leermiddelen Administratie- en beheerslasten Inventaris en apparatuur Overige instellingslasten Rentelasten
370.897 1.471.187 505.332 470.084 178.453 375.854 1.971 3.373.778
402.880 1.382.186 556.861 462.335 181.350 273.750 1.960 3.261.322
-31.983 89.001 -51.529 7.749 -2.897 102.104 11 112.456
-307.024
-324.225
-17.201
-16.541
-301.863
-285.322
Saldo materieel Saldo totaal
De begroting 2011 sluit met een tekort van € 301.900. Een afwijking van de realisatie 2010 van -/€ 285.300. Saldo personeel De personele begroting 2011 sluit met een voordeel van € 78.300. Het voordeel in de personele begroting wordt aangewend om het tekort in de overige personeelskosten af te dekken. Op basis van de leerlingenprognoses worden de formatieplannen voor 4 jaren uitgewerkt en is de vacatureruimte en de verplichte mobiliteit voor de komende 4 jaren in beeld gebracht. Hierbij is rekening gehouden met groei, krimp en met de fpu-uitstroom en het al dan niet kunnen invullen van de vacatureruimte die daardoor ontstaat:
Jaarverslag 2010
52
QliQ Primair Onderwijs
Vacatures Mobiliteit Saldo kalenderjaar kalenderjaar kalenderjaar 2011 2012 2013 2014
3,7795 4,4184 4,2272 3,9919
2,7082 5,8751 5,4167 6,2083
1,0713 -/- 1,4567 -/- 1,1895 -/- 2,2164
Vacatures cumulatief
Mobiliteit cumulatief
Saldo cumulatief
3,7795 8,1979 12,4251 16,4170
2,7082 8,5833 14,0000 20,2083
1,0713 -/- 0,3854 -/- 1,5749 -/- 3,7913
Voor het schooljaar 2011-2012 is het niet nodig om mensen in de RDDF te plaatsen. Daarna is de prognose dat er onvoldoende vacatureruimte is om alle verplichte mobiliteitskandidaten te kunnen plaatsen. Er zijn 3 ontwikkelingen die een grote rol spelen in deze en die ook een grote onzekerheid met zich meedragen. Het gaat om: - De verwachte groei van Mondomijn; van 2 groepen in schooljaar 2010-2011 naar 9 groepen in het schooljaar 2014-2015. - De verwachte krimp van Dierdonk: vanaf 1 augustus 2011 tot 1 augustus 2015 moeten 14 formatieplaatsen verdwijnen indien de huidige prognoses uitkomen. - De verwachte krimp van De Vendelier: vanaf 1 augustus 2011 tot 1 augustus 2015 moeten 7 formatieplaatsen verdwijnen indien de huidige prognoses uitkomen. De huidige prognoses voor Mondomijn zijn zeer voorzichtig. De verwachting is dat in de toekomst personeelsleden daar geplaatst kunnen gaan worden. Omdat voor het lesgeven aan een montessorischool een speciale onderwijsbevoegdheid vereist is, moet daar nu al op ingespeeld worden. In de prognoses voor BBS Helmond-Noord is nauwelijks rekening gehouden met groei. De praktijk wijst uit dat een nieuw schoolgebouw altijd een aantrekkingskracht heeft op de omgeving. Verwacht wordt dan ook dat deze school na ingebruikname van het nieuwe pand eind 2011 een groei in het leerlingenaantal zal realiseren. Door deze onzekerheden is het noodzaak om de ontwikkelingen goed te blijven monitoren, zodat gedwongen ontslagen voorkomen kunnen worden. Invoering functiemix vanaf 1 augustus 2010. Nadeel jaarlijks groeiend met € 55.000 door wijze van bekostiging (25% eigen bijdrage). In de begroting 2011-2014 is uitgegaan van het continueren van de taal- en schakelklassen op BBS De Vuurvogel, BBS Helmond, De Zevensprong en De Troubadour. In de formatie is daar rekening mee gehouden. Indien de subsidie (vroegtijdig) wordt stopgezet zal dit consequenties hebben voor het meerjarenformatieplan. In 2010 is € 216.700 aan subsidie ontvangen. In 2011 wordt € 232.000 ontvangen. Saldo personeel overig Het saldo personeel overig is een tekort van € 56.000. Een afwijking ten opzicht van de realisatie 2010 van € 411.000 door de volgende oorzaken: Incidenteel voordeel Loonkostensubsidie OOP door vrijval in 2010 van eerder verkregen subsidie. Nadeel € 18.600. Per 1 augustus 2012 komt een einde aan de subsidieregeling voor OOP. Voorwaarde in de subsidieregeling was dat mensen een vaste aanstelling moesten krijgen binnen QliQ. Met het wegvallen van de subsidie komen de loonkosten volledig voor rekening van de betreffende scholen. Opheffing bekostiging Versterking Bestuur & Management per 1 augustus 2010. Verlaging van inkomsten met € 141.000. Incidentele ontvangst subsidie WSNS voor de invoering van de 1-zorgroute in schooljaar 20092010. Nadeel € 23.100. Vervallen gemeentelijke subsidie schoolbegeleiding per 1 augustus 2011. Nadeel € 75.700. De begrote uitgaven 2011 zijn gebaseerd op de eerdere geluiden dat de subsidie per 1 januari 2011 zou vervallen. De vermindering van de lasten is daardoor groter dan de teruggang in bekostiging, namelijk € 118.400. Door afname van het aantal werknemers vanuit de ID-regeling stijgen de kosten van onderwijsondersteunend personeel. Nadeel € 64.400. De subsidie loopt tot 31 december 2011. Daarna zal op basis van de vastgestelde loonwaarde van de betreffende werknemers de hoogte van de subsidie worden bepaald. Voor een aantal werknemers zal deze nihil zijn. Dit betekent dat de scholen van een bijdrage in de loonkosten van 30% naar 100% gaan. In de begroting is bij alle scholen uitgegaan een volledige subsidiestop per 1 januari 2012. Indien er alsnog subsidietoekenning plaatsvindt op basis van de loonwaardebepaling, leidt dit tot een voordeel in
Jaarverslag 2010
53
QliQ Primair Onderwijs
de begroting. In bijna alle gevallen leidt het wegvallen van de subsidie tot een knelpunt in de schoolbegroting. In 2010 is ruim € 300.000 aan subsidie ontvangen. De bovenschoolse begroting 2011 is (rekening houdend met de dotatie in de bestemmingsreserve groeiregeling) € 44.100 hoger dan de realisatie 2010. Met ingang van het kalenderjaar 2011 wordt de bovenschoolse begroting niet meer doorbelast op basis van het werkelijke saldo tussen inkomsten en uitgaven, maar op basis van een afdracht vanuit het PAB-budget. Het afdrachtpercentage is voor alle scholen gelijk en is vastgesteld op 67%. Ten opzichte van de oude systematiek heeft dit de volgende voordelen: – Vormen van bovenschoolse egalisatiereserve (= algemene reserve) mogelijk. Hiermee kunnen onverwachte tegenvallers opgevangen worden. – Vooraf is bekend wat de consequenties zijn op schoolniveau – Het is een vaste bijdrage die mee beweegt met de ontwikkelingen van de school in het leerlingenaantal. Het verschil dat ontstaat tussen de afdracht en de bovenschoolse begroting wordt gestort in / onttrokken aan de algemene reserve. Eventuele afwijkingen in de bovenschoolse begroting hebben daardoor geen invloed meer op het exploitatieresultaat. Saldo materieel e De overige vergoedingen van de gemeente (vrijval subsidie 1 aanschaf onderwijsleerpakketten en/of meubilair) en andere instanties (subsidie techniek, BVL-subsidie en sponsorgelden) in 2010 zijn incidenteel. Nadeel € 177.000. De afschrijvingen 2011 zijn berekend op basis van de meerjareninvesteringsplannen en stijgen met € 32.000. De huisvestingslasten zijn in 2011 € 89.000 lager begroot dan de werkelijke uitgaven in 2010. In 2009 heeft QliQ zich aangemeld voor het aanbestedingstraject Energie voor Scholen. Dit is op initiatief van het KBO en wordt uitgevoerd door Hellemans Consultancy. Door de deelname van een groot aantal schoolbesturen wordt een prijsvoordeel gerealiseerd dat op stichtingsniveau niet haalbaar zou zijn. Hiermee is het oude contract met RWE voor gas en elektra per 1-1-2011 opgezegd. In 2010 zijn de nieuwe contracten afgesloten. De levering van gas is gegund aan Dong Energy. De levering van elektra is gegund aan Energie Direct. Voor aardgas levert dit naar verwachting een voordeel op jaarbasis op van circa € 10.250. Voor elektra is dit een voordeel van circa € 12.750. Daarnaast wordt een verlaging van het energieverbruik verwacht na uitvoering van de EBA-maatregelen. Deze EBA-subsidies vragen om een cofinanciering. De eigen investeringen zijn opgenomen in de meerjarenonderhoudsplannen en leidt tot een verhoging van de dotaties. Deze verhoging verdient zich de komende jaren terug door de daling van de energielasten. In hoeverre dit in 2011 al zijn weerslag vindt, is afhankelijk van het tijdstip van uitvoeren. De begrotingsbedragen 2011 lijken daarmee aan de lage kant. Dit geldt ook voor een aantal andere budgetten op huisvestingsgebied. Het afvalinzamelingscontract met Sita is in 2010 opgezegd. Het nieuwe contract met Van Gansewinkel betekent jaarlijks een voordeel van € 6.300 op stichtingsniveau ten opzichte van het oude contract. Het nieuwe contract is ingegaan op 1 januari 2011. Daarnaast hebben zich geen noemenswaardige wijzigingen voorgedaan. De subsidie Versterking cultuureducatie van € 10,90 per leerling is structureel opgenomen in de begroting. Vanaf 2011-2012 zou deze geoormerkte subsidie toegevoegd worden aan de lumpsumbekostiging. Met de bezuinigingstaakstelling van het rijk is het echter onzeker of de subsidie na 1 augustus wordt voortgezet. Dit betekent een risico van € 43.400 in de begroting. De hogere uitgaven voor leermiddelen in 2011 heeft verband met de bekostiging vanuit de bestemmingsbox voor taal en rekenen. Deze vallen tegen elkaar weg. Onder de overige instellinglasten zijn de uitgaven voor o.a. abonnementen en culturele vorming lager begroot. Bij het moeizame begrotingsproces is het eerst gekeken naar dergelijke uitgavenposten waarop het eenvoudigst bespaard kan worden. Belangrijk is om deze budgetten in 2011 nauwlettend te volgen. De begroting 2011-2014 laat een oplopend structureel tekort zien. Dit is geen acceptabele situatie. De begroting is daarom vastgesteld met de onderliggende taakstellingen: 1. Er dient bovenschoolse monitoring plaats te vinden van personele ontwikkelingen (aanvragen mobiliteit, bapo, vermindering WTF, vervroegde uittreding etc.). Daarbij is de medewerking van scholen vereist. 2. Er is een vacaturestop ingesteld voor externe personeel. 3. Een aantal scholen heeft de concrete opdracht gekregen om formatie in te leveren per 1-8-2011.
Jaarverslag 2010
54
QliQ Primair Onderwijs
1e
4. Een aantal scholen heeft de opdracht gekregen om in het kwartaal van 2011 tot planvorming (organisatorisch en financieel) te komen o.b.v. : a. strategische keuzes die gemaakt worden b. gesignaleerde ontwikkelingen (groei, krimp, nieuwbouw, verbouw etc.) met als doel structurele tekorten om te buigen en in 2011 te komen tot een sluitende meerjarenbegroting 2012-2015. Gelijktijdig met de totstandkoming van dit jaarverslag vindt een eerste monitoring plaats over de invulling van deze taakstellingen. 6.5
Risicoparagraaf
In 2010 is gestart met de implementatie van risicomanagement. Er is een startnotitie opgesteld waarin tevens de conclusies uit het rapport van de Commissie Don over het onderzoek naar de vermogensposities bij onderwijsinstelling zijn opgenomen. In 2010 is deelgenomen aan een risicoinventarisatie in samenwerking met de KBO en Marsh Risk Consulting. De risico‟s zijn in beeld gebracht en er is een workshop gevolgd hoe risicomanagement in de organisatie te implementeren. De volgende stap is om de risico‟s te kwantificeren en te inventariseren in hoeverre er al maatregelen getroffen zijn om deze risico‟s te voorkomen, te beheersen en/of financieel af te dekken. Daarbij zal gekeken moeten worden naar de noodzakelijke omvang van de algemene reserves. Tot slot moet er een prioriteitenlijst gemaakt worden welke risico‟s als eerste aangepakt moeten worden. Momenteel wordt geïnventariseerd of externe deskundigen een bijdrage kunnen/moeten leveren in dit proces. Ondanks dat in voorgaande paragrafen gesproken is over de gezonde financiële positie van QliQ en dat een groot aantal risico‟s al genoemd zijn, wordt in deze paragraaf expliciet stilgestaan bij de belangrijkste ontwikkelingen welke in de nabije toekomst van grote invloed kunnen zijn binnen QliQ: Invoering Passend Onderwijs en de financiering daarvan; er is al veel te doen geweest over de invoering van Passend Onderwijs enerzijds en de bezuinigingstaakstelling van OCW van € 300 miljoen anderzijds. Onlangs is door Infinite Financieel B.V. een samenvatting gemaakt van de gevolgen van de bezuinigingen op passend onderwijs. Deze organisatie adviseert onderwijsorganisaties op het gebied van controlling, interne organisatie, financiële sturing, bedrijfsvoering en administratieve processen. De conclusies uit deze rapportage zijn: 1. Elk gemiddeld samenwerkingsverband (SWV; incl. scholen) raakt 17% van z‟n bekostiging kwijt, in geld dan wel in natura (ambulante begeleiding). Dit betreft een bedrag van bijna € 780.000 per SWV. Dit bedrag komt bovenop de bezuiniging op ambulante begeleiding die per 1 augustus 2010 is doorgevoerd (gemiddeld € 100.000 per SWV); 2. Met € 780.00 minder moet het SWV het complete passend onderwijs vorm gaan geven; 3. Er zijn grote personele gevolgen. (Speciale) basisscholen raken al hun rugzakformatie cluster 3 en 4 kwijt, incl. de formatie ambulante begeleiding. Per SWV betreft dit maximaal 39 fte‟s. Afhankelijk van de hoeveelheid middelen die het SWV beschikbaar stelt aan de scholen, kunnen er banen behouden blijven. 4. In de oude situatie was er ruim € 2,3 miljoen beschikbaar voor de rugzakleerlingen. In de nieuwe situatie € 1,6 voor de voormalige rugzakleerlingen én de vormgeving van passend onderwijs. 5. Veel SWV hebben meer leerlingen in SBAO en SO, moeten daarom meer geld verplicht afdragen en houden dus nog (veel) minder geld over. 6. De meeste SWV voldoen niet aan het geschetste gemiddelde beeld. Er zullen naast de bezuinigingen ook grote herverdeeleffecten optreden als gevolg van de verevening. 7. Er zijn ook enkele SWV die in gunstige zin afwijken van het geschetste gemiddelde. In deze SWV is direct vanaf 2012 ruimte om passend onderwijs vorm te geven. Er kan nog niets gezegd worden over de exacte consequenties voor QliQ, maar zoals uit bovenstaande conclusies is af te leiden, zullen de ontwikkelingen niet ongemerkt aan ons voorbijgaan en dienen we zeker rekening te houden met extra uitgaven om passend onderwijs vorm te kunnen geven (p.m.). Stelselwijziging Vervangingsfonds: vanaf augustus 2011 wordt deze gefaseerd ingevoerd. Momenteel geldt een verplichte aansluiting bij het Vervangingsfonds voor het onderwijsgevend personeel. Het is daarmee een personele verzekering. Bij afwezigheid van een medewerker kan vervanging worden gedeclareerd bij het fonds; voor zowel ziekteverzuim als toegestane verlofsituaties. Wanneer de wijziging doorgevoerd wordt en wat deze wijziging inhoudt is afhankelijk van de grootte van het schoolbestuur. Voor QliQ betekent dit een feitelijke wijziging per
Jaarverslag 2010
55
QliQ Primair Onderwijs
1 augustus 2012. Vanaf die datum is de organisatie risicodragend voor alle ziekteverzuim van haar medewerkers voor een ziekteverzuimperiode tot 13 weken. Vervanging van deze mensen kan dan niet meer worden gedeclareerd bij het vervangingsfonds. Vervanging voor ander verlof, waaronder zwangerschapsverlof, kan wel worden gedeclareerd. Ervan uitgaande dat QliQ op 1 januari 2011 een ziekteverzuimpercentage van ruim 7% kende en dat het ziekteverzuim zich met name concentreert in kortdurend verzuim tot 7 dagen (75%) betekent dit dat ruim 5% van het ziekteverzuim niet meer declarabel zal zijn. Dit betreft circa 18 fte. Op jaarbasis een kostenpost van ruim € 1 miljoen. QliQ heeft de keuze om dit voor eigen rekening te nemen dan wel een aanvullende verzekering af te sluiten voor dit risico. Beide opties zullen leiden tot een aanzienlijke financiële kostenpost. In 2011 wordt onderzocht welke keuze voor QliQ de beste optie is. Direct verband hiermee houdt de ingezette koers om het ziekteverzuim terug te dringen. Dit zal verder worden geïntensiveerd. Daarmee wil het bestuur van QliQ bereiken dat medewerkers minder en minder vaak ziek zijn, dat de continuïteit en de kwaliteit van het onderwijs beter is gewaarborgd en dat financiële nadelige gevolgen van het ziekteverzuim zoveel mogelijk worden teruggedrongen. Ontwikkeling leerlingenaantallen binnen de stichting. De terugloop en de groei van leerlingenaantallen blijkt moeilijk in te schatten. De prognoses moeten nauwkeurig gevolgd worden. Afwijkingen kunnen zowel een positief als een negatief effect hebben op de begroting. Ontwikkeling naar integrale kindcentra voor opvang van en onderwijs aan kinderen van 0 tot 12 jaar en de financiering daarvan (p.m.); Continuering onderwijsachterstandenbeleid (Regeling Impulsgebieden € 550.000); Al dan niet doordecentraliseren van verantwoordelijkheden op het gebied van onderwijshuisvesting (p.m.); Waar binnen de onderwijsbegroting nog meer bezuinigingen doorgevoerd gaan worden (o.a. Versterking cultuureducatie € 48.000 en loonkostensubsidie OOP € 49.000); Voortzetting taal- en schakelklassen op gemeentelijk niveau (€ 232.000); Voortzetting subsidiëring schoolbegeleiding vanuit gemeente na 1 augustus 2011 (€ 170.000) Omzetting ID-regeling naar subsidie op basis van loonwaardebepaling (€ 300.000). Bovenstaande ontwikkelingen hebben bijna allemaal rechtstreeks verband met de personele inzet. Eén risico moet dan ook zeker niet onbenoemd blijven: de ontwikkelingen in wet- en regelgeving op het gebied van personeel. Denk bijvoorbeeld aan het verhogen van de pensioengerechtigde leeftijd naar 67 jaar, het al dan niet afschaffen van de BAPO-regeling en wetgeving op het gebied van aanname en ontslag van medewerkers. Deze zaken zijn niet eenvoudig in financiële cijfers te vertalen, maar bepalen wel in grote mate de bewegingsvrijheid op personeel gebied en daarmee de bewegingsvrijheid van QliQ. 6.6
Treasuryverslag 2010
Het beleid Eind 2006 is het Treasurystatuut van QliQ vastgesteld. Sinds de invoering heeft de stichting een groot aantal ontwikkelingen doorgemaakt. Landelijk en regionaal gezien zijn de (financiële) verantwoordelijkheden de afgelopen jaren steeds meer bij de schoolbesturen zelf komen te liggen. Consequentie daarvan is dat de financiële functie verder is ontwikkeld en ingebed in de organisatie. Schoolbesturen krijgen sinds de invoering van lumpsum in 2006 jaarlijks vastgestelde budgetten waaruit alle kosten moeten worden gedekt en waarmee waarborgen voor de 'bedrijfsvoering' op langere termijn geschapen moeten worden. Op basis van een risicoinventarisatie dienen reserves opgebouwd te worden en dienen de geldstromen, financiële posities en financiële risico‟s beheerd te worden. Treasury is daarmee inherent verbonden aan het primaire proces. Op 16 september 2009 is de nieuwe regeling “Beleggen en belenen door instellingen voor onderwijs en onderzoek 2010” vastgesteld. Het treasurystatuut is in 2010 geëvalueerd en is door voorgaande ontwikkelingen en op basis van de nieuwe regeling op een aantal onderdelen aangepast. Het nieuwe statuut moet nog in de GMR behandeld worden en is nog niet vastgesteld. Er wordt wel volgens de nieuwe regels en afspraken gewerkt. Het doel van de regeling is niet veranderd: Het beperken van financiële risico‟s die het primaire proces (het verzorgen van onderwijs) in gevaar kunnen brengen; Een verantwoorde inbedding van het financieel beleid rondom beleggingen o.b.v. de beginselen van een verantwoord beheer. In het statuut wordt beschreven welke treasurytaken en -verantwoordelijkheden van toepassing zijn voor QliQ Primair Onderwijs. Tevens worden de beleidskaders vastgelegd voor diegenen die bij deze
Jaarverslag 2010
56
QliQ Primair Onderwijs
taken en verantwoordelijkheden betrokken zijn en worden afspraken vastgelegd over onderwerpen als beheersing van rentekosten en -risico's, financierings- en beleggingsvraagstukken. Samengevat wordt het beleid op het gebied van treasury geformuleerd en vastgelegd. Het beleid is erop gericht om een zo hoog mogelijk rendement te combineren met een zo laag mogelijk risico. Dit wil zeggen dat beleggingen plaatsvinden waarbij de hoofdsom gegarandeerd is door een financiële instelling of een belegging plaatsvindt in vastrentende waarden uitgegeven door een financiële instelling. De instelling moet minimaal een AA-minusrating hebben. Deze afweging wordt meegenomen in de productkeuze naar aard, looptijd en beschikbaarheid van middelen. Daarnaast zal QliQ een zodanige omvang aan liquide middelen c.q. kredietruimte aanhouden dat zij steeds aan haar korte termijn verplichtingen zal kunnen voldoen. Het plan 2010 Jaarlijks wordt een liquiditeitsbegroting opgesteld. In de liquiditeitsbegroting voor 2010 is naast de reguliere inkomsten en uitgaven rekening gehouden met de uitgaven voor uitvoering van de meerjareninvesteringsplannen, meerjarenonderhoudsplannen en met de voorfinanciering van uitgaven in het kader van het integraal huisvestingsplan van de gemeente Helmond. Getracht wordt om de perioden van voorfinanciering zo kort mogelijk te houden. Uit de liquiditeitsbegroting kan afgeleid worden hoeveel liquide middelen tijdelijk overtollig zijn en dus uitgezet kunnen worden. Periodiek wordt de liquiditeitsbegroting bijgesteld op basis van actuele ontwikkelingen. Minimaal 2 keer per jaar vindt overleg plaats met de externe beleggingsadviseur. Indien de ontwikkelingen vragen om tussentijdse acties wordt tussentijds advies ingewonnen. De beleggingen moeten voldoen aan de eisen gesteld in het treasurystatuut. Dit betekent dat de portefeuille zeer defensief van aard is. Overtollige middelen op de betaalrekening worden tijdelijk op de beleggersrekening geplaatst teneinde een hoger rendement te behalen. Wijzigingen in de beleggingsportefeuille 2010 De beleggingsportefeuille heeft op 31 december 2010 een totale marktwaarde van € 4.842.403. Een overzicht is opgenomen in bijlage 1. In dit overzicht is te zien dat in 2010 een tweetal obligaties zijn afgelost. Daarnaast is op advies van de beleggersadviseur een aantal keren tot koop en verkoop overgegaan. Het betaalritme van het ministerie sluit niet aan bij de werkelijke salarisbetalingen van de stichting. Dit leidt tot problemen in de maanden mei/juni en december/januari in verband met de uitbetaling van vakantiegeldverplichtingen en eindejaarsuitkeringen. De afdracht loonbelasting vindt altijd een maand later plaats dan de uitbetaling van de gelden. Nu de rente op termijndeposito‟s erg laag is, is het op dit moment voordeliger om de gelden weg te zetten in obligaties en deze in mei c.q. december weer te verkopen, dan de gelden het hele jaar op de beleggersrekening te laten staan of weg te zetten in een termijndeposito. Alle verkopen in 2010 zijn uitgevoerd tegen een koers hoger dan de nominale waarde. Kredietcrisis en koersverliezen Omdat er sprake is van een zeer defensieve beleggingsportefeuille met obligaties met vastrentende waarden en gegarandeerde hoofdsommen is de waarde vrij stabiel. Bovendien is er veel belegd bij instanties met een AAA-rating zoals Nederlandse Staatsobligaties. De nominale waarde van de huidige beleggingsportefeuille is € 4.543.000 tegen een marktwaarde op 31 december 2010 van € 4.842.403. De kredietcrisis is nauwelijks van invloed op de waarde van de beleggingsportefeuille van QliQ. De uitvoering In 2010 heeft de uitvoering van het treasurybeleid plaatsgevonden door de voorzitter College van Bestuur. Er is in 2010 meerdere keren, waarvan twee keer bijgestaan door een externe deskundige, overleg gevoerd door de voorzitter College van Bestuur en de stafmedewerkster financiën over de uitvoering van het treasurybeleid. Naar aanleiding van deze gesprekken is een aantal keren besloten om tot koop dan wel verkoop over te gaan (specificatie zie bijlage 1). In 2010 zijn eveneens de Institutionele Garantiefonds verkocht. Het rendement van deze fondsen was te laag in verhouding tot het rendement dat behaald wordt middels het beleggen in obligaties. Voor de aan- en verkoop van obligaties is € 19.500 aan kosten betaald. Aan couponrentes is € 218.900 ontvangen. Over 2010 is een koerswinst gerealiseerd van € 28.230. Het rendement van de beleggingsrekening is over 2010 circa 2,1%. In totaliteit is in 2010 over het totale vermogen een netto rendement behaald van 3%. In 2009 was dit nog 7,29%. Het verschil wordt veroorzaakt door de mutatie in de marktwaarde van de beleggingsportefeuille als gevolg van de hoge rente in het laatste kwartaal van 2010. Deze heeft een negatieve invloed op de marktwaarde van de obligaties.
Jaarverslag 2010
57
QliQ Primair Onderwijs
6.7
Kengetallen 2010
Met betrekking tot de solvabiliteit, liquiditeit, rentabiliteit en het weerstandsvermogen vermelden wij onderstaand de kengetallen: Solvabiliteit: De solvabiliteit geeft de verhouding tussen eigen en vreemd vermogen aan en verschaft dus inzicht in de financieringsopbouw. De solvabiliteit geeft ook aan in hoeverre de instelling op langere termijn aan haar verplichtingen kan voldoen. Definitie 1: Eigen vermogen gedeeld door het totale vermogen (norm ministerie: tussen 10 en 45%) Kengetal 2010: Kengetal 2009:
61,0 % 58,1 %
Definitie 2: Eigen vermogen en voorzieningen gedeeld door het totale vermogen Kengetal 2010: Kengetal 2009:
76,1 % 73,6 %
Definitie 2 van de solvabiliteit geeft aan dat 76,1% van het totale vermogen uit eigen vermogen ofwel reserves en voorzieningen bestaat, hetgeen inhoudt dat slechts 23,9% van het totale vermogen gefinancierd wordt met vreemd vermogen. Hieruit kan worden geconcludeerd dat de vermogenspositie van de stichting goed is. De stichting is duidelijk in staat om aan haar verplichtingen op langere termijn te kunnen voldoen. Liquiditeit: De liquiditeit geeft aan in hoeverre de instelling op korte termijn aan haar verplichtingen kan voldoen. Definitie: De verhouding tussen de vlottende activa (som van liquide middelen, vorderingen en voorraden) en de kortlopende schulden. (norm ministerie: >1) Kengetal 2010: Kengetal 2009:
1,1 0,9
De liquiditeitsratio geeft aan dat 1,1 keer kan worden voldaan aan de uitstaande kortlopende schulden, bestaande uit kortlopende verplichtingen aan kredietinstellingen, crediteuren, nog te betalen posten en de overlopende passiva. De stichting heeft op 31 december 2009 de beschikking over € 980.128 aan liquide middelen en heeft daarnaast € 1.503.749 openstaan aan nog te ontvangen bedragen. De stichting heeft € 0 besteed aan voorraden. Deze bedragen zijn binnen één jaar opeisbaar, waardoor kan worden voldaan aan de openstaande schulden die binnen één jaar voldaan moeten zijn, te weten € 2.276.611. De liquiditeitspositie van de stichting is hierdoor goed te noemen. In bovenstaande berekening is geen rekening gehouden met de in voorzieningen opgenomen verplichtingen voor 2010. Rentabiliteit: De rentabiliteit geeft aan of er sprake is van een positief dan wel negatief bedrijfsresultaat in relatie tot de totale baten. Definitie: Resultaat gedeeld door de totale baten (inclusief rentebaten). (Norm ministerie: tussen -/-3 en +3)
Jaarverslag 2010
58
QliQ Primair Onderwijs
Kengetal 2010: Kengetal 2009:
-0,1 % -1,2 %
De rentabiliteit geeft aan hoeveel procent van de totale opbrengsten omgezet wordt in het uiteindelijke resultaat. De stichting heeft van de totale opbrengsten, te weten € 21.681.796, een resultaat behaald van € -16.541. Dit houdt in dat -0,1% van de baten wordt omgezet in het uiteindelijke resultaat, ofwel van elke euro die wordt ontvangen, wordt € 0,001 extra besteed. Dit houdt in dat er naast de inzet van elke euro die wordt ontvangen, € 0,001 wordt ingeteerd op de reserves. In vergelijking met vorig jaar is de ratio toegenomen, hetgeen aangeeft dat in het jaar 2010 minder aanspraak is gemaakt op de algemene reserve. Kapitalisatiefactor: De kapitalisatiefactor geeft een indicatie hoe rijk een schoolbestuur is, dit om te signaleren of onderwijsinstellingen misschien een deel van hun kapitaal niet of inefficiënt benutten voor de vervulling van hun taken. Definitie: De activazijde van de balans minus de materiële vaste activa betreffende onroerende goederen gedeeld door de totale baten (norm ministerie: bovengrens tussen 35 en 60%). Kengetal 2010: Kengetal 2009:
43,9 % 45,6 %
Weerstandvermogen: Het weerstandvermogen geeft aan het vermogen om niet-voorziene tot de reguliere bedrijfsvoering behorende risico‟s op te vangen. Definitie 1: Het eigen vermogen uitgedrukt in een percentage van de totale baten inclusief de financiële baten. (norm ministerie: tussen 10 en 40%) Kengetal 2010: Kengetal 2009:
17,5 % 17,6 %
Definitie 2: Het eigen vermogen minus de materiële vaste activa, uitgedrukt in een percentage van de rijksbijdrage OCW. Kengetal 2010: Kengetal 2009:
26,3 % 15,0 %
Bij toepassing en verankering van het risicomanagement in de organisatie en het goed functioneren van de planning & control cyclus blijven altijd restrisico‟s achter. Voor het opvangen van de mogelijke financiële effecten moet het bestuur voldoende weerstandsvermogen hebben of opbouwen.
Jaarverslag 2010
59
QliQ Primair Onderwijs
Verslag Raad van Toezicht INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 2. Samenstelling Raad van Toezicht 3. Rooster van aftreden 4. Honorering 5. Vergaderingen 6. Kennismaking/overleg met GMR 7. Jaargesprekken 8. Deskundigheidsbevordering en zelfevaluatie 9. Tenslotte
1. Inleiding Op grond van de statuten van QliQ Primair Onderwijs Helmond heeft de Raad van Toezicht tot taak toezicht te houden op het beleid van het College van Bestuur, op de gang van zaken binnen de stichting en de onder de stichting ressorterende instellingen; een en ander met het oog op de belangen van de stichting. De Raad van Toezicht kan het College van Bestuur gevraagd en ongevraagd adviseren. De Raad van Toezicht oefent voorts die taken en bevoegdheden uit die hem in de statuten zijn opgedragen en toegekend. De Raad van Toezicht is belast met het nemen van de volgende besluiten: - Het benoemen, berispen, schorsen en ontslaan van de leden van het College van Bestuur, alsmede het in verband daarmee voeren van gerechtelijke procedures; - Het benoemen van een externe accountant; - Besluiten ten aanzien van het aantal leden van het College van Bestuur. Onderstaande besluiten van het College van Bestuur zijn eerst rechtsgeldig nadat zij schriftelijk door de Raad van Toezicht zijn goedgekeurd: - Vaststellen of wijzigen van het reglement op het College van Bestuur; - Besluiten tot het vaststellen of wijzigen van de statuten van de stichting; - Besluiten tot bestuursoverdracht, juridische fusie, splitsing of ontbinding van de stichting; - Besluiten tot vaststelling van de strategische plannen en meerjarenbeleidspannen; - De wijziging van de richting van een onder het bevoegd gezag van de stichting staande school, wijziging van de grondslag, opheffing, stichting, overname, overdracht of afsplitsing van een of meer scholen; - Het aanvragen van surseance van betaling of faillissement. 2. Samenstelling Raad van Toezicht De Raad van Toezicht kent een samenstelling die voldoende spreiding van deskundigheden en maatschappelijke achtergronden waarborgt. De Raad van Toezicht heeft in 2010 geen wijziging in de personele samenstelling ondergaan. De samenstelling van de Raad van Toezicht is: Voorzitter: de heer P.J.J. van der Laak (60), directeur Stichting Welzijn Ouderen Helmond; Vice-voorzitter: de heer M.J.F.C. Konings (51), manager bedrijfsvoering St.Anna Zorggroep; Lid: mevrouw H.J.A.M. Bevers (50), directeur Halt Oost-Brabant; Lid: de heer S. Mokadim (45), werkzaam bij het landelijk Samenwerkingsverband van Marokkaanse Nederlanders. 3. Rooster van aftreden Naam: S. Mokadim H.J.A.M. Bevers M.J.F.C. Konings P.J.J. van der Laak
Lid vanaf 01-08-2008 01-08-2008 01-08-2008 01-08-2008
e
1 termijn 01-08-2010 01-08-2011 01-02-2012 01-08-2012
e
2 termijn 01-08-2014 01-08-2015 01-02-2016 01-08-2016
Aftredend 01-08-2014 01-08-2011 01-02-2012 01-08-2012
4. Honorering De VTOI (Vereniging van Toezichthouders in OnderwijsInstellingen) adviseert voor de Raad van Toezicht van QliQ Primair Onderwijs een honorering variërend van circa € 3.000 tot circa € 6.000 per
Jaarverslag 2010
60
QliQ Primair Onderwijs
lid per jaar. De Raad van Toezicht stelde in 2010 de honorering, evenals in 2009, (inclusief onkostenvergoeding) vast op € 1.500 per lid. 5. Vergaderingen De Raad van Toezicht is in 2010 negen maal bijeen geweest met het College van Bestuur. Conform de jaarcyclus zijn de stukken besproken waar de Raad van Toezicht zijn goedkeuring aan moet geven: de (meerjaren)begroting, de jaarrekening en het (externe) jaarverslag. Eveneens legde het College van Bestuur conform een cyclus verantwoording af over onderwerpen/thema‟s als personeel, ouders-leerlingen, begroting, onderwijs algemeen, marktaandelen, imago, opbrengsten onderwijs en evaluatie. 6. Kennismaking/overleg met GMR Op 26 april 2010 vond een kennismakingsgesprek plaats tussen de GMR en de Raad van Toezicht. Extra aandacht ging uit naar de functies, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van beide gremia. 7. Jaargesprekken Door twee leden van de Raad van Toezicht zijn in november de jaarlijkse beoordelingsgesprekken gevoerd met de individuele leden van het College van Bestuur. 8. Deskundigheidsbevordering en zelfevaluatie Leden van de Raad van Toezicht hebben in mei 2010 een training gevolgd die werd verzorgd door de VTOI (Vereniging van Toezichthouders in OnderwijsInstellingen) om adequaat hun taak uit te kunnen voeren. Met enige regelmaat evalueert de Raad van Toezicht zijn eigen functioneren. 9. Tenslotte Van het College van Bestuur, directie en medewerkers wordt veel gevraagd aan visie, professionaliteit en inzet in het belang van de leerlingen en daarmee ook van de samenleving. Dit vereist naast creativiteit en flexibiliteit vooral ook de nodige motivatie. Hieraan te voldoen is slechts mogelijk als de waardering ernaar is, van leerlingen, ouders en de samenleving. De Raad van Toezicht levert hieraan graag een bijdrage door uit te spreken hoezeer hij erkentelijk is voor wat er in het afgelopen jaar door alle QliQ-medewerkers aan betrokkenheid is getoond en aan doelstellingen is gerealiseerd. P.J.J. (Peter) van der Laak Voorzitter Raad van Toezicht
Jaarverslag 2010
61
QliQ Primair Onderwijs
Bijlage 1: Overzicht beleggingen 2010 Fondsnaam
Obligaties AAB Bouwfonds Nederlandse Gemeenten 6% Deutsche Bahn Finance EMNT 4,375% European Investment Bank 3,625% European Investment Bank 4,25% GE Capital European Funding 5,25% GE Capital European Funding 5,375% Nederlandse staat 3,75% Nederlandse staat 4% Nederlandse Waterschaps Bank 3,375% Nederlandse Gasunie 5,125% Nederlandse staat 4,5% OEBB Infrastruktur EMTN 4,875% Rabo Variabele lange rente Rabobank MTN 4,25% Rabobank Nederlandse Bankbrief 4,5% Rodamco Europe Finance MTN 4,375% RWE Finance 5,125% Shell International 4,375% Total Capital EMTN SR 5,125%
Rating 19-1-2011
AA AAA AAA AA AAA AAA AAA AAAAA AAA AAA AAA
AA AA
Nom.waarde 1-1-2010
200.000 0 150.000 340.000 400.000 0 400.000 353.000 450.000 350.000 345.000 0 0 350.000 400.000 250.000 250.000 0 0 4.238.000
Aankopen 2010
Verkopen Aflossingen 2010 2010
200.000 300.000
35.000
150.000
40.000 400.000 50.000 50.000
500.000 250.000
250.000 300.000
50.000 50.000 70.000 50.000
400.000
300.000 260.000
250.000 250.000 50.000 60.000
2.310.000
1.405.000
600.000
Nom.waarde Looptijd 31-12-2010 (jaren)
0 265.000 150.000 450.000 0 450.000 600.000 353.000 400.000 300.000 275.000 200.000 300.000 350.000 0 0 0 250.000 200.000 4.543.000
Beleggingsfondsen (rente wordt herbelegd) ROB IGF NOV/MEI ROB IGF OKT/APR
Totaal beleggingsportefeuille
4.238.000
2.310.000
1.405.000
600.000
4.543.000
10 11 10 10 4 10 14 8 10 8 8 12 10 10 3 6 10 8 14
Einddatum
Aankoopwaarde
Waarde 31-12-2009
Waarde 31-12-2010
2010 2021 2013 2019 2013 2020 2023 2016 2016 2017 2017 2022 2020 2014 2010 2014 2018 2018 2024
226.700 316.440 149.010 354.960 413.812 541.450 387.266 359.096 427.375 381.040 371.285 283.425 300.000 355.895 401.400 235.875 259.375 323.100 296.660
202.840
0 279.443 158.220 484.290 0 473.580 624.240 384.241 409.320 330.930 306.240 218.460 315.000 367.535 0 0 0 267.025 223.880
156.645 355.810 424.080 394.840 372.945 461.250 384.300 375.877
370.440 405.000 256.913 273.500
4.434.440
4.842.403
493.194 510.032 1.003.226
0 0 0
5.437.666
4.842.403