INDEX VOOR DE RAADSVERGADERING VAN 25 JUNI 2011
1. Opening................................................................................................................................................. 80 2. Kerntakendiscussie. .............................................................................................................................. 80 3. Financiële kadernota 2012. ................................................................................................................... 80 4. Sluiting................................................................................................................................................ 130
Openbare raadsvergadering, gehouden op 25 juni 2011
VIERDE VERGADERING
Aanwezig: de heer H.M.J.M. van Beers, burgemeester; de heer J. Vervuurt, griffier; de dames W.H.M.A. van Beers (S.P.), M. Faber-Doornebosch (P.v.d.A.), M.H. Pilz-van Elven (D.S.), M.A.J. Smitsmans-Burhenne (GroenLinks), K.C.J. Straus (V.V.D.), E.M. Thissen-Heynen (P.v.d.A.) en A.P.H. Waajen-Crins (C.D.A.) en de heren H.J.M. Achten (V.V.D.), Ö.F. Aslankurt (C.D.A.), A. Bayrak (P.v.d.A.), H. Boots (B.B.R.), J.T.M. Breugelmans (C.D.A.), L.W.M. Coenen (Stadspartij Roermond), L.J.M. Daamen (D.S), T.A.K.H.G. Dohmen (V.V.D.), D.W.H. Franssen (V.V.D.), L.G.A. Guffens (C.D.A.), P.G.M.A.B. Heijnen (B.B.R.), H.M. Hutjens (V.V.D.), M.J. Huurdeman (V.V.D.), H.J.A. Jacobs (C.D.A.), S. Kabakci (V.V.D.), C.T.P. Moison (GroenLinks), E.M.A. Oele (V.V.D.), S. Öztürk (P.v.d.A.), A.C.P. Peters (V.V.D.), F.J. Pleyte (D66), J. Puper (V.V.D.) en E.K. Ramdani (P.V.D.E.), leden. Tevens aanwezig: mevrouw R.L. Moussaoui (V.V.D.) en de heren W.A.J. Kemp (C.D.A.), J.F.B. van Rey (V.V.D.), G. IJff (P.v.d.A.) en V.G.J. Zwijnenberg (V.V.D.), wethouders. Afwezig: mevrouw P.T.G.J Beeren-Adriaans (S.P.) en de heer E.F.J.M. Lomans (V.V.D.). Secretaris: de heer U. Weyergraf, wnd gemeentesecretaris.
80
1. Opening. De voorzitter (de heer Van Beers) opent te 09.36 uur de vergadering en verzoekt een moment stilte om eenieder in de gelegenheid te stellen tot een gebed of overweging. Hierna spreekt hij als volgt: Dames en heren. Ik heet u van harte welkom, niet alleen in deze raadzaal, maar ook degenen die via het medium tv met ons zijn verbonden. Een jaar kent vele bijzondere dagen en niemand zal ontkennen dat ook dit een bijzonder moment is. Wij staan aan het begin van een boeiende discussie en ik wens iedereen daarbij heel veel succes. Heel Roermond kijkt over onze schouders mee: samen op weg naar de toekomst. (Het technisch voorzitterschap wordt overgedragen aan de heer A.C.P. Peters.) De voorzitter: Dames en heren. Ook ik heet u allen van harte welkom op deze bijzondere dag; het is bij mijn weten de eerste keer dat we een politiek debat gaan voeren op zaterdag. Bericht van verhindering is ontvangen van mevrouw Beeren en de heer Lomans. De heer Ramdani heeft helemaal achter in de zaal plaatsgenomen, niet omdat hij er niet bij zou willen horen, maar omdat hij ernstig ziek is en daarom dichtbij het toilet wil zitten. Ik prijs hem dat hij desondanks in deze belangrijke vergadering aanwezig wil zijn. Voor deze vergadering zijn slechts twee agendapunten geagendeerd. Ik stel u voor deze beide agendapunten gezamenlijk in behandeling te nemen, omdat het één met het ander te maken heeft. Aldus wordt besloten. 2. Kerntakendiscussie. Tegelijk hiermede wordt aan de orde gesteld: 3. Financiële kadernota 2012. De voorzitter: Dames en heren. Op uw tafels is een zogenaamde oplegmotie gedeponeerd, een mij onbekend begrip, dat ik ook in Van Dale niet heb kunnen terugvinden, maar misschien wordt dit wel een nieuw woord voor 2011. In deze oplegmotie, die in goed overleg tussen alle fractievoorzitters afgelopen donderdag is opgesteld, zijn alle zaken die bij de verschillende partijen aan de orde waren, gebundeld. De motie is nagenoeg unaniem, op een enkele zaak na, waarmee partijen om hun moverende redenen niet kunnen instemmen. In de loop van deze vergadering zal vanzelf wel blijken tot welke uitkomst dit leidt. Voorts deel ik u mede dat de motie van de PVDE inzake afbouw subsidie aan zelforganisaties gisteren in overleg met de portefeuillehouder is aangepast. Staande deze vergadering zal u hiervoor een nieuw document worden uitgereikt. De heer Moison: Mijnheer de voorzitter. Vooraf wil ik u nog het volgende vragen. Deze week hebben we ook gesproken over het gebouw aan het Kazernevoorterrein… De voorzitter: Dat onderwerp is weliswaar begrepen in de kerntakendiscussie, maar zal in een speciale vergadering worden besproken en derhalve vandaag niet aan de orde worden gesteld. Als straks een besluit wordt genomen, is dat dus met uitzondering van het Kazernevoorterrein, tenzij iemand daartegen bezwaar zou hebben… De heer Coenen: Op zichzelf heb ik daartegen geen bezwaar, maar we zullen het er natuurlijk wel over hebben.
81
De voorzitter: Dat is uw goed recht. Het zal echter geen onderdeel uitmaken van de besluitvorming. De heer Moison: Dat betekent wel dat in het kerntakenboek een tekort resteert van € 2,5 miljoen. De voorzitter: Dat is juist. Het woord is thans aan de raad en anders dan te doen gebruikelijk beginnen we met de grootste oppositiepartij. De heer Daamen: Mijnheer de voorzitter. Vandaag wordt ons gevraagd de eindversie van het kerntakenboek vast te stellen als richtinggevend kader. Al in de commissievergadering heeft Demokraten Swalmen erop gewezen dat over de vraag welke taken wel en welke niet tot de kerntaken behoren, eigenlijk geen discussie is gevoerd. Een kader dat als uitgangspunt dient voor de financiële planning is ons inziens dan ook niet echt geschapen. Er is wel een discussie geweest, maar die heeft zich behalve in de kerntakencafés niet met keuzes beziggehouden. Wij hebben die keuzes dus ook nog niet gemaakt en daarom spreken wij liever over een tussenrapportage. Voorts constateren wij dat het kerntakenboek voornamelijk uit bezuinigingsvoorstellen bestaat. Heel veel moet nog uitgewerkt en vooral geconcretiseerd worden, opdat verantwoorde en definitieve keuzes gemaakt kunnen worden. In het kerntakenboek worden een aantal zaken genoemd waarvan nu al gesteld wordt dat ze afgestoten dan wel afgebouwd worden: de voetbalclub Boekoel (pagina 12), de jumelages (pagina 36), waarmee overigens slechts een bedrag is gemoeid van € 4.321,64, sluiting van diverse accommodaties (pagina 25), het Trefpunt, de woonkamers in de Componistenbuurt en de Lunastraat, accommodaties die alle een zeer belangrijke wijkfunctie vervullen. Op de pagina’s 45 en 46 van het kerntakenboek wordt duidelijk gemaakt waar de euro’s worden gehaald en waar de meeste pijn geleden zal worden. Ik noem bijvoorbeeld de Sociale Stad en het ambtelijk apparaat, al is nog niet helemaal duidelijk op welke manier dat zal gebeuren. Op pagina 5 wordt al rekening gehouden met de herhuisvesting, maar dat kan ik na de woorden van de voorzitter zojuist nu overslaan; a.s. dinsdag zal het nader aan de orde worden gesteld in de commissievergadering en daarna in de raadsvergadering van 7 juli. Vele instellingen en verenigingen hebben met verbazing en ongeloof gereageerd op de eindversie van het kerntakenboek. Ik noem er een paar: Swalm en Roer, Alfonsusschool, Ankertje Kompas, sportraad, cultuurcoördinatie, voortgezet onderwijs, seniorenraad, Bevrijdingsfestival en de VV Boekoel. Dat er bezuinigd moet worden, is ook Demokraten Swalmen duidelijk, maar dat moet wel in evenredigheid. Overleg met alle instanties die moeten bezuinigen en probeer dan samen alternatieven te zoeken en de maat van de bezuiniging te bepalen, zonder dat het verenigingen of instellingen onmogelijk wordt gemaakt voort te bestaan. De gemeente is inderdaad niet de oplossing van alle problemen, maar kan er wel aan bijdragen dat iedereen in gelijke mate en naar rato iets inlevert. Wij hebben sterk de indruk dat bepaalde kernen meer dan andere getroffen worden door bezuinigingen en onevenredig zwaar worden belast. Kijk ik naar de kern Swalmen, en daar wonen de meeste mensen die ons hebben gekozen, dan noem ik allereerst de sluiting van het Servicepunt. In de vergadering van a.s. dinsdag kom ik hierop terug, maar ik verzoek de wethouder voordien een degelijk onderbouwd beeld te schetsen van de uitgaven die gemoeid zijn met het Servicepunt Swalmen en niet, zoals in de commissievergadering, te volstaan met slechts de mededeling dat de uitgaven per bezoeker vijf keer zo hoog zijn als in Roermond. Zorgen maken wij ons voorts over de brandweerpost, niet zozeer over het gebouw, want dat is recent voor bijna € 600.000,- gerenoveerd, als wel over de vraag waar we bij sluiting hiervan met onze vrijwillige brandweer naartoe moeten, zorgen die overigens door de portefeuillehouder gedeeld worden. Voorlopig kan geld uitgespaard worden als de sloop van het huis voor de ka-
82
zerne niet wordt uitgevoerd; dat kan altijd later nog, als de besluiten omtrent de brandweer genomen zijn. In de commissievergadering is op deze tip van mij niet ingegaan, vandaag wil ik wel graag een reactie horen op het aangedragen alternatief. Ander punt van zorg is het afstoten van de sportclub Boekoel, terwijl daarmee toch duidelijke afspraken waren gemaakt. Tijdens het Sprekersplein heeft de heer Hendriks duidelijk gemaakt dat de winst die de gemeente hiermee dacht te behalen voorlopig niet aan de orde zal zijn. Inmiddels is door burgers in Boukoul verontrust gereageerd op het voornemen. Uw mailbox zal daar waarschijnlijk ook van getuigen, net als de mijne: ongeveer 76 mailtjes en dan heb ik nog niet eens de onderliggende aantallen geteld. Ik heb nog eens opgezocht welke afspraken hierover waren gemaakt en ik verwijs u daarvoor naar uitvoeringspunt 23 in de concept-uitvoeringsnota sportaccommodaties Roermond. Ook tijdens de raadsvergadering van 16 december 2010 zijn hierover afspraken gemaakt. Over dit onderwerp dienen wij dan ook een motie in. Vervolgens noem ik de sluiting van de bibliotheek, hoewel dat niet met zoveel woorden gezegd wordt: een bibliotheek die in 2007 naar het gemeentehuis moest. De bibliotheek had een eigen onderkomen, maar kon het beste worden geherhuisvest in het gemeentehuis; de huur was toch al voor vele jaren vooruit vastgelegd en op die manier was de exploitatie gemakkelijker. Nu zou om deze redenen, en zonder alternatieven, de bibliotheek daar weg moeten. En dan de afbouw van de subsidie voor het zwembad. Al vele malen hebben wij beargumenteerd dat juist het zwembad volledig past in het scenario van de Regisseur, waar 250 vrijwilligers voldoen aan het adagium van de Regisseur dat subsidie in de toekomst verdiend moet worden, een voorbeeld voor velen hoe het ook kan. Kijk bijvoorbeeld naar het Trefpunt, waar eigenlijk sprake is van een zelfde situatie met zoveel vrijwilligers, evenals bij de seniorenraad. In de commissievergadering werd ook door andere partijen aangegeven dat van sluiting geen sprake kon zijn. Wethouder IJff beweerde zelfs dat van sluiting nooit sprake is geweest. Welnu, in de uitvoeringsnota sportaccommodaties 2010 staat op pagina 32: “Uitvoering gevend aan het vastgestelde visiedocument sportaccommodaties 2020, waarbij als uitgangspunt geldt dat binnen een gemeente met de omvang van Roermond toekomstig één openluchtzwembad aanwezig is.” Ik ben overigens heel blij dat aan deze visie geen uitvoering wordt gegeven. Hieraan hebben we ook geen motie verbonden, omdat in de commissievergadering al is toegezegd dat aandacht aan de voortgang van het zwembad zal worden besteed. Ook hierover zijn in het verleden afspraken gemaakt. Laten we tevreden zijn met wat we hebben en met z’n allen de pijn verdelen. Ontzie de zwakkeren in onze gemeente en zij die jarenlang iets hebben opgebouwd. Overleg en faseer, creëer draagvlak vanuit die overleggen, bevries grote projecten en pak die op als de economie weer aantrekt. Communiceer de stappen naar de burgers, niet alleen via de Trompetter, maar huis aan huis en via aparte mededelingen. Op pagina 7 staat beschreven dat het doel van de ‘leane’ werkorganisatie moet zijn om bij de koplopers in Nederland te behoren. Demokraten Swalmen zegt daarvan: prima, maar het doel van deze hele discussie moet zijn dat, als er al een lijstje kerntakendiscussie gemaakt zou worden, wij bij de koplopers van die gemeenten in Nederland moeten behoren die erin slagen samen met de inwoners naar tevredenheid de bezuinigingen aan te pakken, de pijn gelijk verdelen en de zwaksten uit de wind houden. Omdat de financiële kaders nu ook aan de orde zijn, wil ik daarover tenslotte het volgende opmerken. Het voorstel geeft inzicht in de ontwikkelingen in de periode 2012-2015, zij het ook hier met de nodige kanttekeningen en aannamen. Er zijn nog heel veel onduidelijkheden en in die zin komt dit stuk gewoon te vroeg. De kerntakendiscussie moet hierna nog worden afgerond. De mei-circulaire is er nog niet in verwerkt en van de zijde van het rijk zijn er ook nog veel onduidelijkheden, financieel en beleidsmatig. In de toelichting op de risicoparagraaf geeft u aan dat de gemeente een aantal risico’s loopt. Ik citeer: “De risico’s vormen een onzekerheid voor de begroting.” Hierop wil ik graag een toelichting hebben. Ook in de bijlagen worden maar enke-
83
le financiële en beleidsmatige consequenties vermeld. Al met al: over hoeveel en welke onduidelijkheden vraagt u een besluit? Hoe sterk zijn deze kaders? De voorzitter: Het woord is thans aan de woordvoerder van de grootste coalitiepartij. De heer Puper: Mijnheer de voorzitter. Vandaag zijn wij bijeen om over een kerntakenboek te discussiëren. Iedereen kent waarschijnlijk mijn leeftijd en ik heb hierbij moeten terugdenken aan de periode waarin mijn politieke interesse vorm begon te krijgen. Amerika kreeg toen een nieuwe president: Kennedy. In de aanloop naar zijn verkiezing zei hij: het gaat er niet zozeer om wat het land voor u kan doen als wel wat u voor het land kunt doen. U kunt zich voorstellen dat ik daaraan moest denken toen wij, al bijna een jaar geleden, met elkaar begonnen te praten over de manier waarop wij een kerntakendiscussie zouden organiseren en wat daaruit uiteindelijk zou kunnen voortkomen. Een gemeenteraad die zichzelf respecteert moet een kerntakendiscussie voeren. Wat ons betreft hoeft dat niet in iedere bestuurlijke periode te gebeuren, want dan zou het wel erg onoverzichtelijk kunnen worden, maar zo eens in de zes tot acht jaar is het wel goed dat het gebeurt. Vandaag mogen we vaststellen dat het, wat ook de uitkomst is van deze dag, goed is over de kerntaken van onze gemeente te praten. In de vorige periode hebben wij de toekomstvisie Roermond 2020 vastgesteld. Wij hebben toen geprobeerd de spiegels tien jaar vooruit te zetten en te kijken naar de beelden waarmee Roermond zijn vorm en inhoud zou bepalen. Die toekomstvisie, en het gesloten coalitieakkoord 2010-2014, is voor de VVD mede bepalend in relatie tot de kerntakendiscussie die we nu voeren. Het is dus goed dat het gebeurt, maar er is wel iets wonderlijks: we voeren deze discussie op het moment waarop, ook met instemming van in ieder geval mijn politieke partij, veel taken van het rijk naar de gemeenten worden overgeheveld. Door financiële omstandigheden, die wij allemaal kennen, zijn minder gelden beschikbaar. Burgers en bedrijfsleven hebben een hoog verwachtingspatroon, mede veroorzaakt door wat de gemeente tot op heden al gedaan heeft en voeg daarbij dat de gemeente Roermond een hoog ambitieniveau heeft als het gaat om het bevorderen van veiligheid voor de burgers in hun woonen leefomgeving. Waar aan de sociale kant van het beleid door decentralisatie veel door de gemeenten gedaan moet worden, is er aan de kant van veiligheid een ander beeld. De politie wordt weer een nationale politie, met aan het hoofd minister Opstelten, ook wel de burgemeester van Nederland genoemd, en de bevoegdheden van de gemeenteraad in relatie tot brandweer, zorg en veiligheid worden geminimaliseerd. Uit de aan deze raadsvergadering voorafgegane uitgebreide commissievergadering is ons een bijzonder beeld bijgebleven: de striptease die de SP uitvoerde met twee poppen. Daarmee suggereerde zij een totale ontkleding van sociale zekerheden, ook van die welke door de gemeente moeten worden uitgevoerd. Mijn collega’s uit de fractie bieden nu namens de coalitie de SP twee poppen aan die niet uitgekleed kúnnen worden. Daarmee willen wij duidelijk maken dat deze coalitie sociale zekerheden niet zal gaan uitkleden. Het college heeft de raad zijn versie aangeboden van het kerntakenboek. De VVD heeft er vanaf het voornemen tot het voeren van een kerntakendiscussie veel energie in gestoken. Met twee leden hebben wij geparticipeerd in de klankbordgroep, die in onze ogen veel goed werk heeft gedaan en waarvan wij met spijt afscheid hebben moeten nemen; iedereen weet waarom. Ik wil het nu niet meer hebben over de procedure, maar over de inhoud. Het is immers de inhoud waar het ons om gaat, en dat geldt ook voor onze burgers, individueel of collectief in verenigings- of samenwerkingsverbanden. Voor het bedrijfsleven geldt het eveneens, want ook dat wil weten waar het met Roermond en zijn bestuur aan toe is. De VVD vindt het een goede zaak dat in het kader van deze belangrijke en veelomvattende kerntakendiscussie op veel terreinen al overeenstemming is bereikt. De oplegmotie met 24 moties geeft nog maar eens aan dat deze raad buitengewoon gemotiveerd is om met elkaar oplossingen te vinden. Wij doen dat in een kerntakendebat, dat richtingen aangeeft voor de begro-
84
tingsbehandeling, waarin wij de financiële vertaalslag zullen terugvinden van alles wat wij vinden. In de gezamenlijke commissievergadering van vorige week zijn al heel wat punten genoemd, ik zal er nu een paar herhalen en er nog een enkele aan toevoegen Zoals reeds gezegd, besluiten wij vandaag niet over de aankoop van het kantoorpand op het Kazernevoorterrein. Terecht is echter opgemerkt dat het wel deel uitmaakt van datgene waarvoor wij de komende tijden staan. Wat de VVD betreft gaat het om een keuze tussen het huren van een pand met de daarbij behorende kosten of het aankopen van een pand, met eveneens de daarbij behorende kosten. De afweging die dan moeten worden gemaakt is: wat betalen we aan huur en rechtstreekse kosten en wat betalen we aan afschrijving, rentelasten en onderhoudskosten? Wij zullen die discussie heel zuiver voeren langs deze lijnen: wat biedt het ons, wat kost het ons en wat is de beste oplossing, ook gelet op de afspraak die wij in het coalitieakkoord hebben vastgelegd dat er een goed punt moet zijn waar publiek terecht kan en dat goed bereikbaar moet zijn? Aan de hand daarvan zullen wij ons oordeel formuleren als wij op 7 juli over dit specifieke punt gaan praten. Tevreden is de VVD met de toezegging dat het college onderzoek zal doen naar aanpassingen van het bestemmingsplan rondom het zwembadterrein de Bosberg in Swalmen. Uitbreiding van activiteiten daar kan ertoe leiden dat de exploitatie in een beter daglicht komt te staan, dat de tekorten voor de gemeente kleiner worden en dat daarmee de exploitatie voor langere tijd verzekerd is. Belangrijk vinden wij ook dat in de gesprekken die wij hierover hebben gevoerd is gebleken dat de vrijwilligersorganisatie in Swalmen en de professionele organisatie in Roermond voor wat de Roerdomp betreft eigenlijk veel te weinig samenwerken. Zou die samenwerking verbeterd kunnen worden op een aantal onderdelen van de bedrijfsvoering, dan zijn ook daaruit voordelen te behalen, niet alleen voor het zwembad de Bosberg, maar ook voor de Roerdomp. In een van de moties wordt er bij het college op aangedrongen onderzoek te doen naar een mogelijke privatisering van de gemeentelijke sporthal in Swalmen. Ooit is deze sporthal gerealiseerd omdat het toenmalige Burgemeester Bootscollege, tegenwoordig Bisschoppelijk College Broekhin, daarvan op de dagelijkse uren gebruik maakt voor sportbeoefening; daarmee werd de exploitatie financieel rond gemaakt. We moeten vaststellen dat het aantal leerlingen geweldig is afgenomen, waarmee ook de sporthal op de dagelijkse uren minder wordt gebruikt. We moeten gaan onderzoeken hoe de sporthal behouden kan blijven voor de oorspronkelijke doelgroepen, de school en de sportverenigingen die er nu gebruik van maken, maar er moet meer mogelijk zijn en privatisering zou daarvoor in onze ogen een mogelijkheid zijn. Het onderzoek zal dat straks moeten uitwijzen. Natuurlijk steunt de VVD het voorstel dat in eerste instantie door de PvdA is ingebracht via een motie waar het betreft het gratis openstellen van de fietsenstallingen. Veel mensen komen gemotoriseerd naar onze stad en onze eigen inwoners kunnen dan beter op de fiets gaan als ze het centrum willen bezoeken. Het is volstrekt legitiem dat de fietsenstalling dan gratis blijft. Wat wij wel graag zien, en dat is een vorm van normale bedrijfsvoering, is dat een onderzoek wordt gedaan naar de bezetting en naar de vraag of wij op alle momenten de diensten volledig moeten blijven leveren in alle fietsenstallingen. Vraag en aanbod mogen hier ook een criterium zijn. Vanuit de verantwoordelijkheid van het gekozen raadslidmaatschap vinden wij het volstrekt normaal dat raadsleden die deel uitmaken van een stembureau, voor welke verkiezing dan ook, daarvoor geen aparte vergoeding meer ontvangen. Het hoort bij de taak van een volksvertegenwoordiger. Die vergoedingen kunnen wat ons betreft dus achterwege blijven. Wij vinden het een buitengewoon sympathiek voorstel om voor de herplant van de 40 bomen die uit de plannen zijn weggevallen in de vorm van een adoptie een bijdrage te leveren. Dat moet op meer plekken en momenten kunnen; zelfs Staatsbosbeheer doet nu een beroep op organisaties om het op een zelfde wijze te doen. Laten wij het ook zo doen en laat het niet bij die 40 bomen en bij dit ene moment. Senioren maken een groot deel uit van onze bevolking. We kunnen ook vaststellen dat heel veel senioren uit andere gemeenten naar onze stad komen om te profiteren van en te participe-
85
ren in de voorzieningen die wij hebben. Dat is een goede zaak. Toch zijn een aantal zaken niet meer vol te houden. In het verleden hebben we al meegemaakt dat gymnastiek voor 55+’ers niet meer wordt aangeboden, maar dat men het wel kan blijven doen als men er zelf voor wil meebetalen. De instructeurs met wie wij hebben gesproken hebben ook gezegd dat de doelgroep dit volstrekt acceptabel vindt. De moties over het seniorenwerk spreken verder voor zich. Wij staan er van harte achter. In de motie over het beheer van rioleringswerken vragen wij volledige inzet van het college om het onderzoek te doen en ons daarover te rapporteren. Wij gaan niet van zekerheden uit, maar van omstandigheden die ook elders gelden en onderzocht moeten worden om te zien wat het voor onze gemeente kan betekenen. Na alle publicaties van de laatste tijd lijkt het wel of in onze gemeente alleen maar sprake is van slechte onderwijshuisvesting, maar dat is zeker niet zo. Waar is wel dat op korte termijn een oplossing zal moeten worden gevonden voor de Alfonsusschool. We gaan hier niet zwartepieten, maar hoe het zo gekomen is, moet wel worden opgelost. Vanuit Maasniel wordt onze fractie enorm benaderd met de vraag of de twee scholen nu werkelijk tot één school moeten worden, zoals het voornemen is van het schoolbestuur. Ik wil u allen hier wel zeggen dat de uitnodigingen die onze fractie bereiken van ouders om met hen over dit onderwerp te spreken door ons zeker gehonoreerd zullen worden. Over het wijkgebouw het Trefpunt treft u ook een motie aan. Bij de motie over het bibliotheekwerk willen wij graag de suggestie meegeven dat ook in de vorm van een bibliobus veel te halen is. In de gemeente Venlo bijvoorbeeld worden 50 scholen in de hele gemeente heel actief benaderd. Men kan online bestellingen aanleveren, die vervolgens worden bezorgd. Het is een heel actieve benadering van een speciale doelgroep. Het bereik in onze gemeente wordt ook groter, want er is nu wel een bibliotheek in Swalmen en één in Roermond, maar denk ook eens aan Herten en omgeving, waar dat niet het geval is. Afsluitend stel ik een heikel punt aan de orde: volkshuisvesting. Graag zouden wij met raad en college eens een discussie willen voeren over het voorraadbestand van onze sociale huurwoningen. Een behoorlijk aantal van die sociale huurwoningen is kwalitatief niet geweldig te noemen en verkeert daardoor in een prijssegment waarin ze gemakkelijk bereikbaar zijn. Onze sociale diensten spannen zich geweldig in om uitstroom te genereren van mensen die een beroep moeten doen op welke vorm van sociale bijstand of ondersteuning dan ook, en daarmee wordt goed gescoord. De uitstroom is goed en dat verdient waardering. Wat we nu zien is dat er weer een gelijkmatige instroom komt van mensen die vaak van buiten onze regio afkomstig zijn. Natuurlijk, we zijn een centrumgemeente en hebben een verantwoordelijkheid op het gebied van de volkshuisvesting, maar wij willen dit toch nog eens ten principale aan de orde stellen. De kadernota loopt wat ons betreft mee met de hele kerntakendiscussie. Op de momenten die daarvoor geëigend zijn, zullen wij daarop terugkomen, want de financiële consequenties worden dan beter vertaald dan in het stuk dat nu voorligt. De voorzitter: Voordat ik de volgende spreker het woord geef, wil ik ten behoeve van degenen die misschien zich afvragen in welke volgorde hier het woord wordt gevoerd, even toelichten dat afwisselend iemand van een coalitiepartij en iemand van een oppositiepartij het woord zal voeren. Tot de mensen thuis zou ik willen opmerken dat voor deze beraadslagingen 24 moties zijn verzameld, die alle zoveel mogelijk worden ondersteund door de hele gemeenteraad. De moties kunnen pas worden voorgelezen als iedereen aan de beurt is geweest, omdat we dan pas weten hoe het precies in elkaar zit. Het woord is aan Burger Belangen Roermond. De heer Moison: Deze volgorde begrijp ik toch niet helemaal, voorzitter. De voorzitter: Het woord wordt afwisselend gevoerd door iemand van de coalitie en iemand van de oppositie, en wel in volgorde van grootte van de partijen. Ik zie nu overigens wat u be-
86
doelt: Ik had GroenLinks vóór Burger Belangen Roermond het woord moeten geven, neem me niet kwalijk! De heer Moison: Ik gun het de heer Boots wel dat hij vóór mij het woord voert, als ik dan straks maar aan bod kom! De voorzitter: Akkoord. De heer Boots: De volgende keer draaien we het wel om, meneer Moison! Mijnheer de voorzitter. De kerntakendiscussie staat wat ons betreft in het teken van twee belangrijke punten. Het eerste vat ik samen in de woorden ‘afspraak is afspraak’, ondanks het feit dat nood ook wetten kan breken, zoals ik wethouder Van Rey eens heb horen zeggen, en dat is ook een waarheid als een koe; daarop kom ik later nog terug. Het tweede is de eensgezindheid van deze raad. Ondanks de verschillende visies die bij de partijen leven, hebben wij elkaar toch kunnen vinden in de oplegmotie, waarmee de raad vandaag een bepaalde eensgezindheid uitstraalt. Vandaag sluiten wij de discussie over de kerntaken van de gemeente af, maar we zijn er natuurlijk nog niet. Vele zaken moeten nog worden ingevuld en een van de in het oog springende zaken is de bezuiniging met betrekking tot het personeel. Miljoenen zijn reeds ingeboekt, maar het moet allemaal nog concreet worden. Hier zal een zorgvuldige procedure gevolgd moeten worden, uiteraard in samenspraak met het personeel. Wij vragen u hierbij de maximale zorgvuldigheid in acht te nemen. Over de sociale paragraaf hebben wij maar één opmerking te maken, maar die zegt meteen ook alles. Wij dringen aan op extra aandacht voor de sociaal zwakkeren in onze samenleving. We komen uit een tijd waarin iedereen praktisch verzorgd werd van de wieg tot het graf, nu wordt van de inwoners van Roermond, maar overigens ook van alle Nederlanders, zelfwerkzaamheid verwacht, zelfredzaamheid en gooi er nog maar een paar termen bovenop. Dat kan niet van vandaag op morgen gerealiseerd worden en de gemeente zal er veel moeite voor moeten doen om de mensen die dat niet kunnen extra te helpen. Dit gezegd hebbend, wil ik ook nog even terugkomen op de procedure die is gevolgd. Iedereen in deze zaal weet dat wij bepaald niet gecharmeerd zijn van die procedure. Wij zijn ronduit van mening dat het externe bureau steken heeft laten vallen. Vooral het maatschappelijk debat is daardoor in de knel gekomen en de vraag is gewettigd of de daarbij aanwezige afvaardigingen uit de Roermondse samenleving wel representatief waren, een afspiegeling van de Roermondse bevolking. Burger Belangen Roermond vindt dit echt niet kunnen en heeft dan ook de conclusie getrokken dat dit niet voor herhaling vatbaar is. Graag wil ik nu wat uitgebreider op een aantal onderwerpen ingaan en zoals ik zojuist tegen collega Daamen zei, heb ik me erop betrapt dat die veelal op Swalmen betrekking hebben. Allereerst de Bosberg. Als er één bestuur is dat ten voorbeeld kan worden gesteld voor hoe het moet en dat getuigt van inzicht in de materie, is het wel het bestuur van de vrijwilligersorganisatie van de Bosberg. Als ik zo de geluiden hoor, lijkt het erop alsof de raad van mening zou zijn dat er de laatste tijd op de Bosberg weinig of niets gebeurd is. Uit eigen ervaring weet ik dat niets minder waar is. Daarmee doet men de vrijwilligers en bestuurders van de Bosberg schromelijk tekort. Het bestuur streeft er al jaren naar eigen inkomsten te verwerven en te vergroten, nog vóór de bezuinigingen hier aan de orde waren. Een onvolledige opsomming: Er is samenwerking gezocht met het zwembad Roermond; er wordt kennis uitgewisseld, bovendien is er centrale inkoop (Chloor), met de Heidemij is contact gezocht voor de uitbreiding van de speeltuin, inmiddels gerealiseerd, het voornemen bestaat om het Natuurleerpad op te knappen, zodat met name scholen hier terecht kunnen voor educatie-activiteiten, de vijver in het park wordt momenteel opgeknapt, gewacht wordt alleen totdat de gemeente Roermond aan het uitbaggeren is, en het naastgelegen voetbalterrein is het bestuur aangeboden om tijdens de
87
zomermaanden dienst te kunnen doen als overlap van een camping. Dit bestuur begrijpt dat ook de Bosberg niet aan bezuinigingen kan ontkomen. Ik verzoek het college de gesprekken met het bestuur van de Bosberg voort te zetten, in overleg te komen tot reductie van kosten en de subsidiëring in afgeslankte vorm voort te zetten. Wie naar aanleiding van de kerntakendiscussie van zich heeft doen spreken, is de VV Boekoel, positief, maar zeer zeker ook negatief. Wij vragen ons af hier met een bombardement van mailtjes, waardoor althans mijn box verstopt raakte, het doel niet uit het oog verloren is. Wat onze fractie betreft, voegden deze mails na het goede betoog van de voorzitter op het Sprekersplein niets toe aan de bekende gegevens. Wij hebben dit dan ook als zeer negatief ervaren. Begonnen ben ik met de woorden ‘afspraak is afspraak’. In de sportnota hebben wij afgesproken dat Roermond op termijn naar vier locaties voor voetbal zal streven, wat betekent dat naast Maasniel, de Kemp en Herten nog één locatie overblijft, t.w. in Swalmen. Ik wil benadrukken dat dit een terechte keuze van de gemeenteraad is geweest. De gronden hiervoor wil ik hier ook even memoreren. Wij subsidiëren de jeugd van VV Boekoel, niet de senioren, maar de junioren. Welnu, bekijk ik die junioren, dan kom ik tot de ontdekking dat 54 van de 106 junioren maar uit Boukoul zelf afkomstig zijn en 39 uit Swalmen. Bedenken we daarbij dat Swalmen één voetbalveld te veel heeft, dan zou een overplaatsing te rechtvaardigen zijn. Echter, bij de totstandkoming van de sportnota en de uitvoeringsnota hebben wij afgesproken dat in 2014 een onderzoek komt, en daar willen wij aan vasthouden. Ik citeer: “Ten aanzien van het aanbod van de georganiseerde voetbalsport in het gebied Leeuwen, Asenray, Swalmen en Boukoul wordt de haalbaarheid onderzocht van een sportpark voor voetbal, dat zoveel mogelijk recht doet aan de kaders zoals gesteld in het visiedocument sportaccommodaties 2020.” Voorts wordt gesteld dat de voetbalverenigingen actief worden betrokken bij dit onderzoek. Wij vragen het college dan ook de toezegging in de sportnota en uitvoeringsnota dat in 2014 een onderzoek komt als betrouwbare partner na te komen. Van sluiting kan op dit moment naar onze mening dan ook geen sprake zijn. Daarbij zullen zeker de financiële consequenties, zoals ook door VV Boekoel zijn geschetst in haar bijdrage op het Sprekersplein, een voorname rol moeten spelen. Misschien gaat zo de gedachte van de voorzitter van VV Boekoel op het Sprekersplein toch nog op, dat alles zich misschien vanzelf oplost richting 2020. Tenslotte de Alfonsusschool en de brede maatschappelijke voorziening in Maasniel. Allereerst de Alfonsusschool. De GGD heeft de Alfonsusschool onderzocht. De resultaten waren bedroevend en niet alleen het binnenmilieu was beneden alle peil. De Alfonsusschool was daarbij de naam van de school waar adequaat onderwijs wordt gegeven niet meer waardig. Wij hebben zelf een kijkje mogen nemen in deze school. Als je de erbarmelijke toestand van deze school ziet, vraag je je af hoe het zo ver heeft kunnen komen. Wij zijn van mening dat renovatie van deze school, waarvan steeds is uitgegaan, meer zal kosten dan nieuwbouw. Wat de Alfonsusschool betreft, maar ook wat de brede maatschappelijke voorziening betreft, hebben wij verschillende informatie gekregen. Wat mij opvalt, is dat het zwartepieten al is begonnen. Dat grote mensen over de hoofden van onze kinderen die daar naar school moeten gaan elkaar de schuld in de schoenen geven, vind ik een bespottelijke zaak. De GGD heeft ook de Laurentiusschool onderzocht. Ook hier was het binnenmilieu niet in orde. Al jarenlang wordt gesproken over een brede maatschappelijke voorziening in Maasniel. Naast het Roermondse Veld, Swalmen en Kemp-Kitskensberg zou dan ook Maasniel aan de beurt komen voor een BMV, hetgeen ook in Maasniel broodnodig is. Burger Belangen Roermond is van mening dat de problematiek van de BMV in Maasniel is ondergesneeuwd in het geheel van de huisvestingsproblematiek. Wellicht zal men ook in Maasniel de barricaden op moeten! Over beide scholen zijn wij voorgelicht door de Stichting Swalm en Roer op het laatstgehouden Sprekersplein, en bovenal door de informatiemap die wij hebben ontvangen. Bovendien hebben wij op de valreep een raadsinformatiebrief ontvangen, die werd gevolgd door een weerwoord van de Stichting Swalm en Roer. De vele gesprekken die in het kader van bovenstaande materie hebben plaatsgevonden lijken in 2008/2009 in een impasse te zijn geraakt. Immers, men
88
was toen uiteindelijk tot een package deal gekomen, die de mogelijkheid inhield om beide voorzieningen te realiseren, maar daarnaast ook de problemen van andere scholen, de Balans en de Spoorzoeker, aan te pakken en op te lossen. Wij zouden graag zien dat het college bij deze package deal de draad met Swalmen weer oppakt en in gezamenlijkheid tot een oplossing komt, zodat beide wijken binnen niet al te lange tijd gebruik kunnen maken van de nieuwe huisvesting. Wij hebben dienaangaande een motie ingediend, zoals u in het stuk kunt zien. Over de moties die aan de oplegnotitie hangen, hebben wij het nog niet gehad; daarop komen we straks terug. De voorzitter: Na deze bijdrage van Burger Belangen Roermond is het woord weer aan een coalitiepartij, het CDA, en daarna aan GroenLinks. De heer Breugelmans: Mijnheer de voorzitter. De maatschappij verandert en daardoor zullen ook de rol en de taak van de overheid, in het bijzonder de rol en de taak van de gemeentelijke overheid, veranderen. Zo heeft de ICT-techniek zijn intrede gedaan en vergrijst onze samenleving harder dan wij wensen. De huidige overheid past niet meer bij deze samenleving. Verder heeft die overheid zich ontwikkeld als een vangnet voor jan-en-alleman. De gemeente is voor velen verworden tot de oplosser van alle problemen, zonder dat daarbij een beroep wordt gedaan op de eigen verantwoordelijkheid van onze burgers. En natuurlijk is er bovenal de financiële werkelijkheid, die ons dwingt keuzen te maken, om ook in de toekomst als een betrouwbare overheid met een optimale dienstverlening te kunnen blijven functioneren. In de optiek van de CDA-fractie heeft de gemeentelijke overheid twee hoofdtaken. Zij is de hoeder van de veiligheid en zij beschermt de zwaksten in onze samenleving. Voor ons geldt daarbij het principe dat de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen. Daarbij gaan wij uit van onze CDA-kernwaarden: gespreide verantwoordelijkheid, rentmeesterschap, solidariteit en gerechtigheid. We hebben een overheid nodig die stimuleert, in plaats van alle problemen oplost, die het zelfoplossend vermogen van burgers faciliteert, maar burgers ook op hun maatschappelijke verantwoordelijkheid aanspreekt. Het CDA ziet een overheid voor zich die verbindt en die mensen bij elkaar brengt, zodat zij zich weerbaarder en veiliger gaan voelen en beter kunnen inspelen op onverwachte omstandigheden. Maar het CDA is ook van mening dat particuliere initiatieven, zoals verenigingen, sport- en jeugdactiviteiten, die burgers verbinden, op de steun van de overheid moeten kunnen blijven rekenen. Het maatschappelijk beeld is dat steeds meer verantwoordelijkheid gedragen moet worden door de burger zelf. Burgers moeten daartoe wel in staat zijn. Een faciliterende overheid kan dat bewerkstelligen door goede scholing, door goede sociale contacten en door het scheppen van duidelijkheid. Voor burgers die niet in staat zijn die eigen verantwoordelijkheid te nemen, moet er een goed vangnet zijn, dat ervoor zorgt dat zij optimaal kunnen deelnemen aan de maatschappij. Misbruik van dat vangnet moet overigens zeer hard worden gestraft. De uitgangspunten van het gekozen scenario, de Regisseur, kan het CDA onderschrijven. Een overheid die terugtreedt en een beroep doet op de actieve participerende en zelfredzame burger spreekt ons aan, maar daar waar wij geen beroep kunnen doen op die burger, omdat hij daartoe niet in staat is, dient de gemeente de burger in staat te stellen zelfredzaam te worden, of de gemeente moet faciliteren. In de praktijk betekent dit dat er heel veel gaat veranderen voor onze burgers. Waar vroeger gedacht werd dat de overheid het wel zou oplossen, wordt nu een beroep gedaan op de eigen verantwoordelijkheid van onze burgers. Dat zal niet zonder slag of stoot gaan. Alle burgers zullen dat gaan merken. Het is eerlijk om dat te zeggen. Overal zal het pijn doen en in sommige gevallen niet zo’n beetje ook. De gemeentelijke belastingen zullen worden verhoogd, verenigingen zullen moeten gaan samenwerken om hun hoofd boven water te houden en in sommige gevallen zullen subsidies en uitkeringen verminderen, misschien zelfs verdwijnen. Het onderhoud van de openbare ruimte zal niet op het huidige niveau gehandhaafd kunnen worden. Hoe zorgvuldig alles ook is geformuleerd in het kerntakenboek,
89
de raad en het bestuur van onze stad ontkomen niet aan pijnlijke keuzen, keuzen die overal in deze samenleving voelbaar zullen zijn. Nood breekt wet, zei wethouder Van Rey in de commissievergadering. Dat is een spreekwoord dat maar al te waar is in ons geval. In ieder huishouden moet bij minder inkomen de tering naar de nering worden gezet. Ook in de gemeentelijke huishouding is dat zo. Zoals het er nu naar uitziet, zal de uitkering van het gemeentefonds aanzienlijk dalen. Deze nood ontslaat ons echter niet van de verplichting om een zo betrouwbaar mogelijke overheid te zijn. Afspraken die we hebben gemaakt, moeten we, bijna ten koste van alles, proberen na te komen. Dat geldt ook voor de afspraken over de vernieuwbouw van de scholen in Maasniel en Kapel in ’t Zand. Het CDA is van mening dat wij niet kunnen en mogen toelaten dat onze kinderen in gebouwen les krijgen die niet meer aan de bouwkundige en pedagogische eisen van deze tijd voldoen, gebouwen die niet misstaan in het Rusland van 1920. Daarbij gaan wij ervan uit dat iedere partner in het onderhoud zijn verantwoordelijkheid neemt, dus ook het schoolbestuur. De bezuiniging op de ZAT-teams moet nog maar eens goed worden bekeken, want voor ons is het de vraag of wij met deze bezuiniging niet meer kosten op onze hals halen dan we met de bezuinigingen binnenhalen. Onderwijs is immers de basis voor een zelfredzame en verantwoordelijke burger. In het kerntakenboek is het voornemen opgenomen het sportpark op de Boukoul te sluiten. Uit de vele reacties die het CDA heeft mogen ontvangen uit Boukoul, blijkt dat men daar vreest voor aantasting van de leefbaarheid. De voetbalclub heeft bij monde van haar voorzitter aangegeven dat er alternatieven zijn en dat de door ons ingeboekte bezuinigingen wel eens niet zo groot zouden kunnen zijn als nu is geprognosticeerd. Voor het CDA zijn dit motieven om onze bezuiniging nog eens te heroverwegen en op zoek te gaan naar alternatieven. Zou het mogelijk zijn een nieuw terrein aan te leggen waarvan zowel de voetbalclub uit Swalmen als die van Boukoul gebruik kunnen maken? De bezuinigingen op de huiskamers in de Componistenbuurt en de Sterrenburg en op het wijkgebouw het Trefpunt vinden wij niet passen in het scenario van de Regisseur. Juist hier nemen de bewoners zelf verantwoordelijkheid voor de ontwikkeling van hun buurt. Zij laten zien dat zij op eigen kracht mensen kunnen betrekken bij de ontwikkelingen die anders aan de zijkant zouden blijven staan. Juist die kleinschaligheid en de enorme intimiteit van de huiskamers wekt bij deze mensen zoveel vertrouwen, dat zij zich gaan inzetten voor hun buurt, een groot goed dat het CDA niet verloren wil laten gaan, zeker omdat het ook precies past in het wijkontwikkelingsplan Donderberg. In Roermond is het ouderenbeleid het afgelopen jaar buitengewoon succesvol geweest. MFC ’t Paradies deed haar naam eer aan. Vraag het maar aan alle gasten daar. Het is een multifunctioneel centrum waarin vele senioren een plekje gevonden hebben. In het kerntakenboek wordt aangekondigd dat een versobering van de uitvoeringstaken noodzakelijk is. Dit is een grote verandering, die wij graag gefaseerd willen invoeren, zowel organisatorisch als financieel. Dit delen wij van harte met de VVD. Het Servicepunt Swalmen, de bibliotheek en het zwembad de Bosberg lijken niet te kunnen ontkomen aan bezuinigingen. De bibliotheek en het gemeentelijk servicepunt zijn gevestigd in hetzelfde pand. Het CDA wil laten onderzoeken of samenwerking tussen beide kan leiden tot een kostenbeperking. Hierdoor zouden beide vitale functies binnen de kern Swalmen behouden kunnen blijven en zouden wij ook nog bezuinigingen kunnen inboeken. Dit soort oplossingen zouden we mogelijk ook in andere gevallen en in andere delen van Roermond moeten proberen te vinden. Synergie verbindt en bespaart kosten. Voor wat betreft het zwembad de Bosberg zou het goed zijn als gekeken kan worden naar opties om de exploitatiemogelijkheden te vergroten, waardoor de gemeentelijke bijdrage zou kunnen verminderen. In de gemeente Roermond kennen we een goed functionerend sportservicepunt. Het servicepunt organiseert in de wijken allerlei activiteiten voor jongeren. Het CDA vindt dat onderzocht moet worden op welke wijze deze activiteiten gewaarborgd kunnen worden. Sport en activitei-
90
ten van jeugdorganisaties hebben naar de mening van het CDA een buitengewoon belangrijke maatschappelijke functie. Zij zijn de voorkant van ons veiligheidsbeleid en daarom zijn wij van mening dat zelfs in tijden van forse bezuinigingen moet worden geïnvesteerd in het verenigingsleven. Het verenigingsleven verbindt, geeft mensen eigenwaarde en zorgt voor maatschappelijke acceptatie. Alle bezuinigingen die wij willen doorvoeren vragen om goede communicatie. Alle middelen op dat gebied moeten worden ingezet. Niet alleen de geschreven media, maar ook internet en de lokale omroep hebben hierin volgens het CDA een rol en een taak. Ook de persoonlijke benadering, door het houden van informatieavonden, hoort wat het CDA betreft tot de instrumenten die door het college moeten worden gebruikt. Draagvlak en begrip in de samenleving is van groot belang bij de operatie, willen we die laten slagen. Het is verstandig niet meer uit te geven dan er binnenkomt. Dat geldt voor ieder huishouden en dat geldt ook voor onze gemeente. Net zoals in ieder gezin moet ook de gemeente nagaan of zij functies zo kan combineren dat er efficiënter en goedkoper gewerkt kan worden, maar er moet ook gekeken worden naar mogelijke bronnen om onze inkomsten te vergroten. Wat het CDA betreft zal heel goed gekeken moeten worden naar de mogelijkheden die wij hebde ben bij het plannen van projecten. Na ieder jaar blijkt dat 1/3 deel van de geplande kredieten moet worden verschoven naar het volgend jaar. Gemiddeld is er een bedrag mee gemoeid van tussen € 20 miljoen en € 25 miljoen. Een nauwkeurige planning van werkzaamheden en kredieten biedt dus mogelijkheden tot bezuiniging. Het temporiseren en fasegewijs uitvoeren van grote projecten zou in onze ogen ruimte in de begroting kunnen opleveren. Voorts vragen wij ons nogmaals af of het niet verstandiger is over te gaan op chemisch schoffelen. In de ogen van het CDA levert dat een heleboel besparingen op. Het is goedkoper dan de momenteel gehanteerde methode en deze methode verwijdert het onkruid ook nog eens grondiger, terwijl bovendien het straatmeubilair niet zo wordt beschadigd als met borstelen. Verder zijn er in de ogen van het CDA milieutechnisch geen bezwaren, omdat gewasbeschermingsmiddelen kunnen worden gebruikt zonder residuwaarde. Het CDA concludeert afsluitend dat het kerntakenboek een zorgvuldig opgesteld en nauwkeurig geformuleerd document is dat als richtinggevend kader kan dienen voor de komende begrotingsbehandeling. Geen bezuinigingen op het armoedebeleid, verantwoordelijkheden leggen waar ze horen en burgers weer aanspreken op hun eigen mogelijkheden en vaardigheden en als faciliterende en stimulerende overheid acteren, kan op de instemming van het CDA rekenen. Het scenario de Regisseur steunt op de kernwaarden van het CDA die wij in ieder geval in alle gevallen overeind willen houden. Daarom dienen we drie moties in, één over de scholen, één over de bibliotheek en het servicepunt in Swalmen en één over het Trefpunt en de huiskamers in de Lunastraat en in de Mozartstraat. De heer Moison: Mijnheer de voorzitter. De heer Breugelmans zei zojuist dat het CDA drie moties heeft ingediend. Bij mijn weten hebben we de moties gezamenlijk ingediend als oppositie en coalitie… De heer Breugelmans: Dank voor de correctie. De heer Moison: Beste leden van de raad en college. U zult zich wel afvragen waarom Marianne hier niet staat. Ik kan u geruststellen: er is geen crisis in GroenLinks. Ik sta hier omdat ik van het begin af aan op het onderdeel kerntaken gefocust ben. Ik heb er mij met de achterban en de fractie van GroenLinks steeds mee beziggehouden. Vandaag is het politieke hoogtepunt van 2011. Om onze goede wil te tonen, vergaderen we vandaag op zaterdag, onze vrije dag. Op 22 april 2010 heeft de raad een motie aangenomen waarin het college werd gevraagd een kerntakendiscussie te voeren met de raad en aan de hand van de uitkomsten daarvan te komen tot een herijking van het coalitieakkoord, c.q. Colle-
91
ge-Uitvoeringsprogramma. Het coalitieakkoord 2010-2014 kent de volgende uitgangspunten: nieuw beleid wordt gedekt tot en met 2011, daarna wordt een overweging gemaakt, geen nieuw beleid zonder inruil van oud beleid, binnen elk thema en iedere portefeuille wordt een brede heroverweging gestart over het totale beleid ten aanzien van de inzet van mensen en middelen, zonder uitsluiting vooraf – wat die uitsluiting vooraf betreft, hebben wij in de commissievergadering tot uitdrukking gebracht dat wij ten opzichte van het personeel in de gemeentelijke organisatie wat duidelijker zullen moeten zijn met betrekking tot de toekomstverwachtingen – en indien op doeluitkeringen van het rijk wordt bezuinigd, kan niet automatisch sprake zijn van compensatie door de lokale overheid. Gaat het college met het vaststellen van dit kerntakenboek nu een richting geven aan het coalitieakkoord en daarmee aan het College-Uitvoeringsprogramma? Wanneer gaat het college daarmee dan beginnen en is het kerntakenboek daarvoor voldoende? Laat ik eerst eens een overpeinzing meegeven. Twee oorlogsschepen die voor een oefening deel uitmaakten van een eskader, waren al dagen bezig met manoeuvres in zwaar weer. Het was avond. Flarden mist belemmerden het zicht. De kapitein bleef daarom zelf ook op de brug. Vlak nadat de duisternis was gevallen, meldde de wacht licht aan stuurboord, gevaar voor een aanvaring. De kapitein riep tegen de seiner: sein ‘aanvaring dreigt, verander uw koers 20 graden’. Er werd terug geseind: ‘advies aan u, verander uw koers 20 graden’. De kapitein werd woest. Hij schreeuwde: ‘sein dit is een oorlogsschip, verander uw koers 20 graden’. Daarop kwam het signaal terug: ‘dit is een vuurtoren’. Het oorlogsschip veranderde van koers. Zo ziet GroenLinks de kerntakendiscussie ook. De realiteit is dat er bezuinigd moet worden. Waarop is nog de vraag, omdat we het effect van de bezuinigingen nog niet kunnen overzien. De fractie van GroenLinks is het laatste halfjaar een groot voorstander van een echte kerntakendiscussie in de raad geweest. Daartoe hebben wij verschillende keren een aanzet gegeven, maar we zijn er nog lang niet mee klaar. Wat ons betreft, gaan we nog een paar maanden door om elkaar inzicht te geven in de consequenties en wij roepen het college op daaraan gehoor te geven. Wij vernemen graag van de overige fracties hoe zij daarmee willen omgaan. De fractie van GroenLinks heeft drie punten van zorg. Ten eerste hopen wij dat de ambities die verwoord zijn, waargemaakt kunnen worden, dus: levendige stad, veilige stad, regiostad, sociale stad, en nog enkele andere onderdelen, maar hierop leggen wij de accenten. Iedereen in deze raad heeft daarover een eigen mening. Hoe daaraan invulling wordt gegeven, weten we nog niet. De woorden zeggen al genoeg, alleen weet ik nog niet hoe we er een meetlat naast kunnen leggen. Moeten we een socialere stad worden dan we al zijn, of kan het beter? Hoe dan, wanneer en op welke manier? Het eindproduct zou men kunnen samenvatten in een tabel met twee kolommen. Kolom 1 vertegenwoordigt wél kerntaken en kolom 2 vertegenwoordigt de nietkerntaken, met potentiële bezuinigingen of beleidsombuigingen. GroenLinks ziet dat nog niet duidelijk en verzoekt het college dit de komende maanden voor de begroting op verschillende onderdelen aan te geven. Voor ons is nog steeds niet duidelijk wat we wel of niet als kerntaak moeten zien, maar misschien kan het college deze opdeling wel maken, en waarom zetten we dat dan niet in het kerntakenboek? Ons tweede punt van zorg heeft betrekking op de eindversie van het kerntakenboek, een document dat zou moeten doorgaan als een breed gedragen visie van de raad als het gaat om kerntaken. GroenLinks vreesde dat het met tien verschillende partijen met ieder hun eigen en zeer uiteenlopende ideologische achtergrond tot een compromis-visiedocument zou kunnen komen waarin iedereen zich herkent. Het raadsbesluit geeft aan dat we het kerntakenboek als richtinggevend kader moeten zien. Het woordje ‘kader’ is voor GroenLinks een te grote stap. We zijn bang dat in de realiteit besluiten zullen worden genomen waarvan we de effecten niet goed kunnen overzien. Daarom hechten wij veel waarde aan het woord ‘richtinggevend’ en zijn wij bang dat het college aan het woord ‘kader’ te veel waarde geeft. Wij verzoeken het college dan ook te ontzorgen en ons inzicht te geven in de consequenties en de wijze waarop de ombuigingen zullen plaatsvinden.
92
Ons derde en laatste punt van zorg was dat de coalitiepartijen zich achter elkaar zouden scharen en dat van een open debat, waarin alle argumenten, ook van oppositiepartijen, worden meegenomen en meegewogen, behalve dan formeel, geen sprake zou zijn en dat het uiteindelijke document de visie zou vertegenwoordigen waarin voornamelijk de coalitiepartijen zich kunnen herkennen en dat de oppositiepartijen leuk hebben meegedaan voor de vorm. GroenLinks heeft dan ook op een open en constructieve wijze geprobeerd deel te nemen aan de voorbereidingen, zij het met een gezonde dosis scepsis. GroenLinks maakt zich onder meer zorgen over de volgende ombuigingen: het stimuleren van de sport (€ 130.000,-), sportaccommodaties (€ 280.000,-), ondersteunen van culturele activiteiten (€ 130.000,-), subsidies vrijwilligersorganisaties (€ 50.000,-), ondersteuning openbare bibliotheek (€ 100.000,-), jeugdgezondheidszorg (€ 100.000,-), seniorenbeleid (€ 200.000,-), kinderopvang (€ 300.000,-), gehandicaptenvoorzieningen (€ 400.000,-), schoolzwemmen (€ 100.000,-), onderwijsbeleid (€ 200.000,-) – de sociale stad Roermond. Gezamenlijk met de verschillende oppositie- en coalitiepartijen hebben wij moties opgesteld om het college op te roepen aan de verschillende onderdelen die ik zojuist genoemd heb een nadere uitwerking te geven en in gesprek te gaan met de betrokken instanties om het effect van de ombuigingen inzichtelijk te maken. Wij, GroenLinks, roepen het college op de moties met alle zorgvuldigheid nader uit te werken, met de raad in gesprek te blijven en de effecten inzichtelijk te maken, om zo de ambities van Roermond – sociale, veilige, leefbare en schone stad – te kunnen waarmaken. Ten aanzien van de financiële kadernota 2012 sluit ik me aan bij de woordvoering van de heer Daamen. De heer Puper heeft speciaal aandacht geschonken aan de sociale woningbouw. Wij zijn het met hem eens dat de sociale woningbouw kwalitatief niet zo geweldig is, maar niet dat sprake zou moeten zijn van afbouw van sociale woningbouw. In het verleden hebben wij de uitspraak gedaan dat Roermond gemengde wijken dient te hebben waarin verschillende groeperingen uit onze maatschappij in een goede omgeving en in harmonie met elkaar kunnen wonen. Voorkomen moet worden dat we te maken krijgen met een tweedeling in onze maatschappij. Ik ga graag een debat aan over afbouw van de sociale woningbouw, maar ben er geen voorstander van, wél van een kwalitatieve verbetering daarin. De woorden van de heer Boots over de Alfonsusschool en de brede maatschappelijke voorziening in Maasniel kan ik onderschrijven. Het CDA heeft gepleit voor chemisch schoffelen. Bij GroenLinks komt dat ‘chemisch’ aan. Ik wil de chemie zien van hoe het gaat. De discussie is nog niet afgerond. Van het college verneem ik graag hoe het wil omgaan met de gezamenlijke moties van oppositie en coalitie en hoe we de komende maanden gezamenlijk een goede kerntakendiscussie kunnen voeren die ertoe leidt dat we de sociale stad kunnen handhaven. De voorzitter: Het woord is thans weer aan een coalitiepartij, de PvdA. De heer Öztürk: Mijnheer de voorzitter. Een snel veranderende samenleving vraagt ook van de lokale overheid dat ze van tijd tot tijd haar beleid bijstelt naar de vraag van de samenleving en dat doen we door met z’n allen een kerntakendiscussie aan te gaan. De hele raad heeft al maandenlang gezamenlijk nagegaan hoe op de vraag van de burger antwoord kan worden gegeven. Daarbij komt dat we € 10 miljoen moeten bezuinigen. Heel veel burgers vragen zich af waarom dat moet. Laat ik zeggen dat dat niet door ons komt, niet door het college, niet door de ambtenaren en ook niet door de raad. Het zijn externe factoren waarmee de gemeenteraad van Roermond te maken heeft. Bezuinigingen zullen pijn doen en die pijn proberen wij evenredig over iedereen te verdelen. In ons beleid proberen wij een balans te vinden waardoor iedereen mee kan. De PvdA hanteert bij de kerntakendiscussie als uitgangspunt dat we niet aan de sociaal zwakkeren komen en dat de sterkste schouders de zwaarste lasten behoren te dragen. Bij het door-
93
nemen van het kerntakenboek treffen we heel wat zinnen aan in die trant. Wij zijn blij dat de sociaal zwakkeren in onze samenleving door de hele raad worden ondersteund. Zij hoeven zich gelukkig minder zorgen te maken en dat hoort ook zo. Wij hebben gekeken naar een OZBverhoging, zodat iedereen mee draagt, ambtelijk wordt heel veel bezuinigd, er gaan wat minder ambtenaren aan de slag en we gaan investeren in ICT, zodat we burgers sneller kunnen helpen. Gaan we bezuinigen, dan moet dat evenredig gebeuren. Kijken we dan naar Swalmen, dan moeten we vaststellen dat daar een onevenredigheid tot stand komt. Op vijf, zes aspecten worden daar bezuinigingen doorgevoerd, en dat kan niet. Met betrekking tot het zwembad de Bosberg, stellen wij ons op het standpunt dat dat niet gesloten mag worden. Het college moet maar voor oplossingen zorgen door goed samen te werken met Roerdomp, te kijken naar alternatieven in het bestemmingsplan en ervoor te zorgen dat de regisseursrol die wij op ons hebben genomen in deze omgeving goed tot stand komt. Over de voetbalclub Boekoel heb ik ook vele mails ontvangen, maar dat vond ik niet erg, omdat hieruit blijkt dat de gemeenschap opkomt voor deze club. Het college roepen wij via een motie op eind 2013, begin 2014 een oplossing te presenteren. Ook met betrekking tot de bibliotheek in Swalmen zal met het bestuur aan de slag moeten worden gegaan om ervoor te zorgen dat de bibliotheek open blijft. Weinig mensen heb ik tot nu toe gehoord over het jeugdhonk in Swalmen, en dat vind ik jammer. Het is het enige jeugdhonk in Swalmen voor 8.000 mensen. Wij vragen het college alles in het werk te stellen om, als het enigszins mogelijk is, hiervoor in de toekomst een oplossing te vinden. Veel senioren hebben ons benaderd met de vraag of, als er bezuinigd wordt op het seniorenwerk, de sociaal zwakkeren de eigen bijdrage nog wel kunnen betalen en mee kunnen blijven doen. Het kan in onze ogen niet zo zijn dat de eigen bijdrage voor sommigen niet meer te betalen is, waardoor ze niet mee kunnen doen. Op het gebied van het onderwijs is in een tweetal moties aandacht gevraagd voor de huisvesting van scholen. Wie ook gelijk heeft en hoe het ook gebeurd is, het kan niet zo zijn dat onze jeugdigen op die manier naar school gaan. Ook hiervoor vragen wij concrete, snelle oplossingen. Hetzelfde geldt voor Maasniel. Roermond is ‘booming’. Heel veel mensen van buiten Roermond komen met de auto naar onze stad en dat zorgt voor files, waarvan ook onze burgers last hebben. Tegelijkertijd zien we dat het voornemen bestaat onze burgers te laten betalen voor de fietsenstalling. Dat kan niet. Als wij onze burgers vragen met de fiets te komen, kan het niet bestaan dat wij hen laten betalen voor het stallen van hun fiets. Met de bezuinigingen vragen wij ook heel veel van onze burgers. Kunnen we echter alles bij de burgers droppen en verlangen dat alle problemen door hen worden opgevangen? Als we met de regisseursrol werken, moeten we ook hier een balans zoeken. Van het CDA hoor ik dat het chemisch zou willen schoffelen. Wij zijn het daarmee niet eens en zijn van mening dat ook in tijden van bezuinigingen het milieu overeind moet worden gehouden. Door de verruiming van de kapvergunning kunnen mensen wat sneller kappen. De gemeente plantte tot nu toe elk jaar 40 bomen ter compensatie van door particulieren gekapte bomen. In het kerntakenboek wordt voorgesteld dat niet meer te doen. Wij zijn het daarmee niet eens en hebben ter zake een motie ingediend. De oppositie, dit keer onder leiding van de heer Moison, heeft tijdens het fractievoorzittersoverleg voorgesteld de kerntakendiscussie gezamenlijk en eensgezind aan te gaan en de onderzoeksvragen bij het college in te dienen, zodat het zich zou kunnen voorbereiden op de algemene beschouwingen. Ik dank de heer Moison daarvoor. Het heeft geholpen en ertoe geleid dat wij hier vandaag eensgezind staan voor de belangen van Roermond. Een motie hebben wij ook ingediend voor het instandhouden van speelvoorzieningen. Het college wil daarop bezuinigen. Wij zijn het daarmee niet eens omdat hierdoor de veiligheid van de kinderen in het geding zou kunnen komen.
94
De voorzitter: Het woord is aan de SP. Mevrouw Van Beers: Mijnheer de voorzitter. Na maanden van workshoppen, debatteren, onderhandelen, invullen en lezen, zijn we nu in de afrondende fase van de kerntakendiscussie gekomen. Wij hebben een eindversie van het intussen beroemde kerntakenboek ontvangen met voorstellen voor ombuigingen. Dit zou vandaag het huzarenstukje van deze raadsperiode moeten worden. Wij zijn echter teleurgesteld, niet alleen in de keuzen die gemaakt worden en de vaagheid waarmee dat gebeurt, maar voornamelijk omdat wij dit geen kerntakendiscussie vinden. Wij hadden verwacht dat nu echt eens zou worden nagegaan hoe de gemeente in elkaar zit en hoe ze naar de mening van de politiek in elkaar zou moeten zitten. Wij hebben het formulierenboek serieus ingevuld, in de veronderstelling dat daarin de echte keuzen zouden worden gemaakt. Wij zien hierin echter vooral een hoop geklets in de ruimte over een regierol en een vangnet. Ja, zo’n gemeente wil elke gemeente wel zijn. Echter, in de beleidsombuigingen vinden we weinig terug van hoe de gemeente dit denkt te bewerkstelligen. Wij zijn een groot voorstander van gemeenschapszin, vrijwilligerswerk, eigen verantwoordelijkheid en een sociaal vangnet. Je zou dus zeggen dat wij dit stuk zouden moeten omarmen. Toch fronsen wij onze wenkbrauwen, omdat wij denken dat het zo allemaal niet gaat werken. Neem het vrijwilligerswerk, iets prachtigs, waar iedereen aan zou moeten doen. Toch krijg ik in mijn omgeving vooral de reactie: ik werk de hele dag, de kinderen hebben het net zo druk als ik en als ik op de bank plof ’s avonds, ben ik kapot. Wij denken dat dit een direct gevolg is van beleid dat op verschillende niveaus gemaakt is. Niet een probleem dat wij hier zomaar op kunnen lossen, of wel? Zouden wij dan de eerste gemeente zijn die wel vrijwilligers per blik kan leveren waar ze nodig zijn? Wij denken van niet. De gemeenschapszin bevorderen, is in ieder geval op de goede weg. De aangekondigde ombuigingen hebben er in ieder geval voor gezorgd dat mensen zich hebben verenigd, getuige de volle mailboxen van alle raadsleden. Wij hebben bewondering en respect voor deze bezorgde burgers die opkomen voor dingen die zij belangrijk vinden. Wij vragen ons wel af of dit was wat het college in gedachten had. Onze conclusie is dat op dit moment het gehele plaatje niet de schoonheidsprijs verdient. En dan te bedenken hoeveel geld het heeft gekost om deze discussie te voeren! Toch wil ik afsluiten met een positieve noot. Het doet mij in ieder geval deugd vandaag te horen dat de gehele raad zijn best doet om voor de belangen van de burgers in Roermond op te komen. Bezuinigingen zijn noodzakelijk en bezuinigingen doen pijn. Toch is het onze taak vandaag de pijn eerlijk te verdelen en het geld op de goede plaatsen te halen. Natuurlijk willen wij graag een discussie over sociale huurwoningen voeren, dat willen wij namelijk al jaren, en wie weet komen we in de volgende periode wel toe aan het voeren van een echte kerntakendiscussie. De voorzitter: Het woord is aan de heer Ramdani van de Partij voor de Eenheid. De heer Ramdani: Mijnheer de voorzitter. De meerjarenbegroting geeft aan dat bij ongewijzigd beleid de gemeente Roermond te kampen zal krijgen met miljoenentekorten. Maatregelen zullen derhalve nodig zijn om de financiële huishouding op orde te houden. Ook een meerjarenbegroting is echter niet meer dan een momentopname. In de komende jaren zullen zich, net als in het verleden, allerlei ontwikkelingen voordoen waarvan wij de impact nog niet kennen. Ongetwijfeld zullen deze in positieve, maar ook in negatieve zin de jaarbegrotingen beïnvloeden. Voor de Partij voor de Eenheid is het duidelijk dat er bezuinigd moet worden, maar nu botweg met de bijl gaan hakken, moet voorkomen worden. Het mag niet zo zijn dat wij vandaag op zaken gaan bezuinigen waarvan over enkele jaren blijkt dat het helemaal niet nodig was geweest. Kortom, de Partij voor de Eenheid pleit ervoor met verstand en niet overhaast te besluiten. Als wij het er vandaag over eens worden op welke beleidsterreinen bezuinigd moet worden en hoe hoog de bedragen moeten zijn, zien wij in de uitvoeringsnota’s de voorstellen tegemoet waarover de raad zich dan te zijner tijd zal moeten buigen. Bezuinigen betekent minder uitgaven,
95
minder doen en ergens zal dat altijd gevoeld worden. Iedereen die met bezuinigingen te maken krijgt, zal dan ook altijd, en meestal terecht, argumenten hebben waarom juist op zijn terrein, gebied of activiteit niet bezuinigd mag worden. Dat maakt het vraagstuk dat vandaag voorligt ook zo moeilijk. De Partij voor de Eenheid vraagt vandaag uw aandacht voor een zestal onderwerpen; het hadden er natuurlijk ook 25 kunnen zijn. Ik begin in Boukoul. De voetbalvereniging met maar liefst 300 leden hangt de dreiging boven het hoofd dat zij noodgedwongen moet verhuizen naar elders. VV Boekoel is een financieel gezonde vereniging en uitermate belangrijk voor de leefbaarheid van het dorp. Als je twee verenigingen bij elkaar voegt, loop je altijd het risico dat 1 + 1 niet 3 is, maar 1,5. Veel leden haken af omdat ze zich niet meer herkennen in de nieuwe, grote vereniging, zoals eerder ook is gebleken bij een andere vereniging. Wij dienen daarom een motie in, waarin wij het college oproepen geen stappen te ondernemen om het sportpark Hoenderberg af te stoten en de resultaten van het eerder afgesproken onderzoek af te wachten. Wellicht kan een ander alternatief een betere uitkomst bieden. De organisatie van sportactiviteiten in de wijken tijdens de zomerperiode en de activiteiten tijdens de overige schoolvakanties dreigen door ombuigingen rondom sportstimulering niet meer mogelijk te zijn. De sportraad heeft daarover zijn zorgen geuit op het Sprekersplein. Via een motie roepen wij het college op ervoor zorg te dragen dat Sportservice deze belangrijke activiteiten ook in de toekomst kan blijven voortzetten. Het belang van sportactiviteiten voor jeugdigen mag niet onderschat worden. Het is gezond en verbindt mensen en culturen. Met grote bezorgdheid hebben wij kennis genomen van de aankondiging van het kabinet om minderhedengroepen voor hun integratieactiviteiten geen subsidie meer te verstrekken, temeer bezorgd omdat deze zelforganisaties juist een belangrijke rol vervullen bij het creëren van zelfredzaamheid en betrokkenheid van de burger. De Partij voor de Eenheid vindt dat de maatregel niet bevorderlijk is voor een goede, succesvolle integratie van burgers van allochtone afkomst, integendeel: het is de opmaat voor een verdere tweedeling in de samenleving en opheffing van specifieke allochtonengroeperingen. Wij vrezen dat de allochtone gemeenschap dit gaat zien als miskenning van jarenlange inspanningen van talloze vrijwilligers van allochtone organisaties op cultureel-maatschappelijk gebied. Tevens vindt de PVDE het een ontkenning van de belangrijke rol die deze organisaties vervullen op het gebied van integratie, zelfeducatie en verbondenheid. Daarnaast is het ook een ontkenning van het belang van behoud van een stukje eigen cultuur voor allochtone medeburgers. De gemeente gaat meer vragen van burgers en vrijwilligers en appelleert nadrukkelijk aan zelfredzaamheid en verantwoordelijkheidsbesef. Stopzetting van de al beperkte financiële middelen voor allochtone vrijwilligersorganisaties die een cruciale rol spelen in deze processen, is naar onze overtuiging een onjuist signaal, dat een grote kloof zal veroorzaken. Het college heeft in zijn vergadering van 7 juni besloten de beleidsregel nietwesterse allochtonen in te trekken, wat er naar verwachting toe zal leiden dat de betrokken zelforganisaties geen of fors minder subsidie kunnen krijgen. Daar waar voorheen ontmoetingsactiviteiten ook voor subsidie in aanmerking kwamen, zegt deze regel nu dat het belang ervan wordt erkend, maar dat we dat moeten zien als eigen verantwoordelijkheid. Om een en ander wat meer te verduidelijken een voorbeeld uit de praktijk. Een van de zelforganisaties heeft ervoor gezorgd dat 25 analfabete vrouwen een laagdrempelige computercursus hebben gevolgd en recent uit handen van wethouder Kemp daarvoor een certificaat hebben mogen ontvangen. Door in eerste instantie activiteiten in eigen kring te organiseren, werden deze vrouwen, boven de 55, uit het isolement gehaald, om zich vervolgens voor te bereiden voor deze integratiebevorderende activiteit, die heeft plaatsgevonden in het Paradiesgebouw. Voor ons is het een voorbeeld hoe het moet zijn, maar vooral hoe het ook moet blijven. Misschien kan de wethouder ons vertellen hoe hij dit zelf heeft ervaren. Via een motie roepen wij het college op het schrappen van de beleidsregel niet-westerse allochtonen te heroverwegen.
96
De PVDE is voorstander van het snel aanpakken van de problemen die tal van onze scholen in de stad ondervinden. Burger Belangen Roermond dient hierover een motie in, die mede door ons wordt gesteund. Het is niet alleen een zaak van de gemeente, zoals velen vermoeden, maar wel degelijk ook van het schoolbestuur. Het kan en mag niet zo zijn dat kinderen jarenlang les krijgen in lokalen met achterstallig onderhoud en waar bijvoorbeeld de luchtcirculatie niet of onvoldoende is. Een paar maanden geleden heeft de Partij voor de Eenheid voor een andere school alhier veel aandacht gevraagd. De Partij voor de Eenheid zal het op prijs stellen dat, wanneer een school toe is aan renovatie, of zelfs nieuwbouw, de gemeente Roermond ook eisen mag stellen, bijvoorbeeld dat er ruimte komt voor andere geloofsovertuigingen. De roep om islamitisch onderwijs kan behoorlijk afnemen als ook met hun wensen rekening wordt gehouden. Ons inziens moet een school die het eerst overstag gaat, in dezen ook voorrang krijgen. Van wethouder Kemp willen wij graag weten wat het totale scholenplan zal kosten en wat zijn mening is over het op een ruimhartige manier geven van onderwijs zoals zojuist aangegeven en of hij daarin een bemiddelende rol kan spelen. Net als de maatschappelijke instellingen en verenigingen zijn wij blij dat het armoedebeleid gehandhaafd wordt. Tot slot vragen wij aandacht voor de kern Swalmen. Het eventuele verlies van de bibliotheek, het gemeentelijk steunpunt, de slechte staat van wegen en trottoirs, gebrekkige en onveilige verkeersvoorzieningen zijn zomaar een aantal zaken die mensen in Swalmen zorgen baren. De Partij voor de Eenheid bereiken geluiden van Swalmenaren die vrezen dat Swalmen de volgende achterstandswijk gaat worden. Aan ons de taak om het niet zo ver te laten komen. De voorzitter: U hebt vragen gesteld aan verschillende collegeleden. Afgesproken is echter dat straks één antwoord zal volgen. De rest krijgt u later op schrift. Het woord is aan de heer Pleyte van D66, waarna de heer Coenen van de Stadspartij Roermond de rij sprekers zal afsluiten. De heer Pleyte: Mijnheer de voorzitter. Laat ik beginnen met enige ondersteuning van het bibliotheekwerk door een verhaal aan te halen van Mark Twain, een Amerikaans schrijver van zo’n eeuw geleden. Het is het verhaal over een witte schutting, u wellicht bekend, een witte schutting die een bijzondere middag veroorzaakte, maar daarna gewoon weer als witte schutting achterbleef. Wat wil het geval? De hoofdpersoon van het verhaal, ene Tom, wil natuurlijk het liefst op die middag met zijn vrienden naar de rivier wat rondhangen; er is niets nieuws onder de zon. Is dat gevaarlijk of problematisch? Helemaal niet, want bij de rivier zijn voldoende muskieten, dus dat regelt zich allemaal vanzelf. Een natuurlijk evenwicht wordt gewoon bereikt, daar hebben we niks chemisch bij nodig, zelfs niets kunstmatigs. Maar goed, Tom krijgt van zijn tante de opdracht – de doelstelling, zouden we tegenwoordig zeggen – om de schutting te gaan witten. Dat vindt hij uiteraard helemaal niet leuk, hij was liever naar de rivier gegaan, maar hij weet het zo te draaien – te spinnen, zouden we tegenwoordig zeggen – dat hij het gaat presenteren als een uitdaging. Hij weet zijn vrienden zo ver te krijgen dat ze allemaal een stukje van de schutting gaan witten, dan hoeft hij het niet te doen; hij vraagt er zelfs geld voor en krijgt dat ook nog. Kortom, het werd een levendige middag in het dorp en daarna ging alles weer over tot de orde van de dag. Zo zal na vandaag het kerntakenboek ook achterblijven als de zoveelste nota, waar even veel over te doen was en die daarna gewoon op de stapel terecht kwam, en dat is jammer, want het was zo’n mooie kans. Nederland leek er klaar voor. Het kon anders. Er was immers geen geld, hadden we bedacht, er moest worden bezuinigd. Zo simpel was het toch? Dwars tegen die hoofdstroom in zegt D66: nee, het is niet zo simpel, geld is niet het grootste probleem. Wij hebben het achtste opeenvolgende kwartaal in Nederland van economische groei en we vinden allemaal dat Roermond het in Nederland lang niet zo slecht doet. Is het geld dan het grootste probleem? Ik denk dat het meer de vraag is hoe we ermee omgaan, hoe we het besteden, wel-
97
ke keuzen we maken. We zijn met elkaar nog rijk genoeg om de dingen te doen die we zouden moeten doen, als we maar de juiste keuzes maken. Dat is het teleurstellende deel van deze nota, die de kans voorbij laat gaan om die keuzes te maken en opnieuw de kaasschaaf hanteert: zo'n 60 posten die allemaal wel wat minder kunnen, wat meteen 24 moties oplevert om van dat ‘wat minder’ weer wat minder minder te maken. D66 is het met het college eens dat het een zaak is van de begroting om daar definitieve besluiten bij te nemen, wat ons betreft vandaag dus niet. Dat geldt voor de eventuele nieuwe huisvesting, maar het geldt net zo hard voor al die andere bezuinigingsvoorstellen die genoemd worden. Is dat dan het enige? Nee, de coalitie heeft een poging gedaan om de toekomst te schetsen in een scenario dat ‘de Regisseur’ is genoemd. Kenmerken: de actieve burger draagt actief bij, de burger is zelfredzaam en de gemeentelijke organisatie doet hetzelfde, maar dan anders en voor de helft van het geld. Nu hebben we bij D66 al wat langer nagedacht over bestuurlijke verandering en daarom plaats ik hier een paar kanttekeningen bij. Als Roermond alleen maar bestond uit actieve, zelfredzame burgers, was dit een alleraardigst scenario geweest, maar ik laat het aan uw verbeelding over of aan die voorwaarde wordt voldaan. Het grootste deel van de bezuinigingen zou natuurlijk terecht moeten komen bij de ambtelijke organisatie. Kan een gemeentelijke organisatie op een korte termijn haar cultuur veranderen, andere taken gaan uitvoeren, op een andere manier gaan werken, op een andere manier gaan reorganiseren, met op de achtergrond de kans op banenverlies en functieverlies, en daarbij ook nog aanzienlijke bezuinigingen realiseren én op een hoog niveau blijven presteren? Ik laat het weer aan uw verbeelding over of aan die voorwaarden kan worden voldaan, Kortom, er zijn nogal wat op- en aanmerkingen te maken. De uiteindelijke keus hangt natuurlijk af van de voorstellen die nu voorliggen, om tot enige verandering daarin te komen en tot aanvullingen te komen. Ik licht er een paar uit. Er wordt een voorstel gedaan om een nader onderzoek te doen naar mogelijkheden om de inkomsten van de gemeente te vergroten. We zijn tenslotte een gemeente met een coalitie die zo vol is van ondernemerschap dat hier een uitdaging moet liggen die men zou moeten kunnen invullen. Er komt een voorstel om explicieter te maken hoe de vrijwillige bijdragen vergroot kunnen worden, waarbij we natuurlijk beginnen met een achterstand, want er zijn een heleboel initiatieven in Roermond, er zijn een heleboel vrijwilligers actief en in deze plannen zien we juist dat de bestaande vrijwilligers in de problemen komen door op hun activiteiten te gaan korten. Er komt een voorstel om nader onderzoek te doen naar de mogelijkheid concreter te worden op het punt van de zelfredzaamheid. Gezegd kan dan wel worden dat de zwaksten zullen worden ontzien, maar er wordt niet ingegaan op de vraag hoe voorkomen kan worden dat mensen in die categorie zwaksten terechtkomen, terwijl aan iedereen steeds hogere eisen worden gesteld en zo uiteraard de kans groter wordt dat daaraan niet meer kan worden voldaan, iets wat we in de praktijk en in de statistieken al heel duidelijk zien. Tenslotte komt er nog een voorstel om concreter aan te geven hoe de onmogelijke opgave die aan de ambtelijke organisatie wordt opgelegd, ingevuld zou moeten worden. Speciale aandacht moet dan uitgaan naar de gemeenschappelijke wijsheid van deze raadsleden van nog maar een paar maanden geleden, toen gesteld werd dat al dit soort maatregelen op korte termijn alleen maar leidt tot kostenverhoging, terwijl het nu gepresenteerd wordt als een bezuiniging die al in 2012 kan worden gerealiseerd. Met deze aanvullingen wil D66 best het kerntakendebat voortzetten. De heer Coenen: Mijnheer de voorzitter. De heer Pleyte zei het zo juist wat anders dan wij. Wij vinden deze discussie pet als het gaat om wat we verwachten. Veel burgers en bedrijven kijken met spanning uit naar de manier waarop de bezuinigingen die eraan komen en al liggen, verdeeld zullen worden. Daar kunnen we niet omheen, ook de Stadspartij Roermond niet. De beeldspraak van een pet gebruik ik in de zin van: prachtig, en dan? Je zou overigens ook kun-
98
nen denken dat ik het letterlijk bedoel, namelijk dat de gemeente met de pet rondgaat, want dat gaan we straks ook doen, of dat ik ermee wil vragen ‘past deze pet jou ook?’, want dat verwachten we van heel veel burgers en ondernemers als dit straks doorgaat. Ik spreek me niet uit over de vraag of dat terecht is of niet, want natuurlijk: de lasten moeten verdeeld worden. Vanuit mijn achtergrond en overtuiging vind ik met een aantal andere fracties dat de sterkste schouders dit moeten dragen en dat er een ondergrens is. Het vorig jaar heb ik tijdens de algemene beschouwingen opgemerkt dat een tweedeling, die er al is en steeds groter dreigt te worden, hoe dan ook voorkomen moet worden. Hoe kunnen we nu mensen die al als vrijwilliger bezig zijn, goed bezig houden en hoe kunnen we ervoor zorgen dat zij voor het verenigingsleven en de gemeenschap nog meer kunnen betekenen? Zoals de heer Pleyte zojuist ook zei, is er ergens een grens tot hoe ver je met je activiteiten kunt gaan. Je energie houdt een keer op en niet iedereen is zelfredzaam genoeg om goed als burger in de wereld te staan. De gemeente, de verenigingen en ook wij als raadsleden hebben de taak die mensen te ondersteunen. Ik vond het een geweldig idee van jonge ambtenaren in Rotterdam om een 24 uurs-actie te houden. Zij kwamen met het idee de cliënten van de WWB, de bijstand, te coachen. Je kunt er heel lacherig over doen, maar in feite zit er een kern van positivisme in. Als wij dingen anders gaan doen met elkaar, kunnen we heel veel bereiken. Ik zal proberen nu wat concreter te worden. Waarom zei ik: dit is pet, prachtig en dan? Van de kerntakendiscussie wordt iets verwacht. De strategische visie ligt eronder, het coalitieakkoord en het College-Uitvoeringsprogramma, en afgesproken is een herziening te maken. Het vorig jaar heb ik al gezegd dat we hoe dan ook fors moeten bezuinigen, € 12 miljoen tot € 18 miljoen. Op basis van de huidige gegevens ligt nu € 10 miljoen voor en dat gaat pijn kosten. Wij verwachten dat bij de begrotingsbehandeling 2012 keuzen gemaakt zullen worden. We kunnen niet met de kaasschaaf blijven doorgaan. Het is heel lastig voor alle politieke partijen, voor de coalitie, maar zeker ook voor de oppositie. Wat dat betreft ben ik ook zelf over een grens gegaan. Sommigen noemen dat een verzuurde grens, maar in deze moeilijke tijd probeer ik in eensgezindheid op te treden, niet alleen met de oppositie, maar ook met de coalitie, en zeker geen spelletjes te spelen. Er moeten nog veel zaken worden uitgewerkt en geconcretiseerd en in evenwicht worden gebracht; daarvan zijn inmiddels al verschillende voorbeelden genoemd. Van een aantal zaken die zijn afgesproken met bijvoorbeeld het onderwijs en de sportverenigingen heeft onder andere het CDA gezegd dat we een betrouwbare partner moeten zijn. Iedereen in deze zaal zal dat onderschrijven. Ik ga daar specifiek op in. Iedereen weet dat ik graag werk voor het onderwijs. Bij het bespreken van het spreidingsplan hebben wij onder andere gezegd dat veel scholen onderbedeeld zijn qua investeringen. In het verleden hebben we het daarover vaker gehad en ook de rekenkamer heeft gezegd dat we het vroeg of laat zullen merken als de raad geen kaders geeft en de gelden niet doorsluist waarvoor ze zijn bedoeld. De Alfonsusschool heb ik in deze periode niet bezocht, maar een aantal jaren geleden wel en ook toen al zag het er belabberd uit. Heb ik daarover dan niets gezegd? Wel degelijk! Ik heb het ook gezegd toen het klimaat in de noodlokalen in Hoogvonderen aan bod was. Ik ga niet alles herhalen wat ik daarover in een discussie met wethouder Kemp heb gezegd en ik wil ook de schuld niet toeschuiven naar óf de gemeente, óf het schoolbestuur. Beide hebben hier een taak laten liggen. Hoe kunnen wij anderen in een gebruikersvergunning opdragen zich aan een aantal zaken te houden, als wij zelf niet met één, maar met twee ogen naar opzij kijken bij de vraag wie de beurs moet trekken? Het rijksbeleid zorgt ervoor dat de algemene uitkering uit het gemeentefonds omlaag gaat; wat en hoe zal later nog moeten blijken. Ook wat dat betreft – de heer Daamen gaf het ook terecht aan – is de financiële kadernota niet helder genoeg. De uitkomsten van de meicirculaire zijn in dat opzicht van belang. Ook de provincie heeft in haar aanbevelingen voor de begroting meegegeven dat de uitkomsten van de meicirculaire aan bod moeten komen. Er zijn ook specifieke uitkeringen en die liggen veelal op het sociale vlak: de Wmo, de AWBZ, de jeugdzorg, de Wet werken naar vermogen, enz. Daarin gaat heel veel gesnoeid worden en dat raakt de sociale
99
stad. Het overkomt ons, daar hebben we mee te maken, zou je kunnen zeggen. Onze visie is altijd geweest, en daar zal ik voor strijden zo lang ik in deze raad zit, en ook daarna, dat de sociale stad er moet zijn en vooral moet blijven. Natuurlijk wordt dan gezegd dat daarvoor de werkgelegenheid moet worden vergroot, want werkgelegenheid levert welzijn op, maar dan zeg ik: heel veel ondernemers hebben het heel goed. Op het Sprekersplein hebben wij van een aantal ondernemers gehoord hoe geweldig zij het doen en wat het allemaal oplevert. Trek dan ook de beurs nu het wat moeilijker gaat, zeg ik dan, als het gaat om een aantal inkomsten die ze kunnen vergroten, of als het erom gaat de gemeentelijke inkomsten te ontzien. Een risicoparagraaf ontbreekt. Een accountant heb ik onlangs horen zeggen dat we in de risicoparagraaf vooral moeten kijken naar de grondexploitatie en naar het participatiefonds. De komende tijd zullen we dat zeker gaan doen. De risicoparagraaf zal ook vergroot moeten worden. Vandaag mag niet gediscussieerd worden over de aankoop van het kantoor, terwijl het hierbij wel degelijk wordt betrokken. Daarom heb ik in het begin ook de vraag gesteld of het invloed heeft. Dat heeft het inderdaad, het staat ook letterlijk in het kerntakenboek. Weet dat hier € 2,5 miljoen wordt geboekt als bezuiniging. Ik heb ergens gelezen dat de gemeente aanjager is van een aantal zaken, makelaar enz. Wij moeten volgens mij nog meer makelaar worden als wij hier zoveel winst gaan bereiken door kantoren aan te kopen. De komende tijd zullen wij dan ook vragen – ik zeg het nu al – de onderbouwing steviger te maken. Wat mij betreft zal nog meer materiaal naar voren moeten worden gebracht om te kunnen beoordelen of het koop of huur zal moeten worden, zeker met het vooruitzicht dat we straks met het nieuwe werken te maken krijgen: anders en kleiner, maar wel volgens een bepaald concept, waarvan we overigens nog te weinig weten. De OR heeft dat ook terecht aangegeven: de mensen werken hier met bibberen en beven omdat ze niet weten wat hun overkomt. Aan ons is de taak dat duidelijker te maken. In dat nieuwe concept zal waarschijnlijk met een kleinere organisatie op een goede manier moeten worden gewerkt. Kom dan niet alleen met het motto dat de bereikbaarheid niet goed genoeg is op deze plek. Het zal nog een stevige discussie worden. De moties zullen, naar ik heb begrepen, later nog worden voorgelezen. Bij enkele daarvan wil ik nu alvast wat kanttekeningen plaatsen. Voor de gemeenschap, en vooral voor kleine kernen, is het van belang dat er alles aan wordt gedaan om verenigingen en vrijwilligers overeind te houden. Het is terecht dat de voetbalvereniging Boekoel daarvoor alles uit de kast haalt en ook mijn mailbox vol pleurt met allerlei mails. Het geeft aan hoe betrokken men in die gemeenschap is. Dat is een hele goede zaak, want daar moeten we het uiteindelijk van hebben. Ik heb dat liever dan verenigingen waar men alles door een paar vrijwilligers laat gebeuren, en die zijn er ook. Maatschappelijk rendement wordt gevraagd van verenigingen en van burgers. Inderdaad, de mensen die dat kunnen en willen, moeten daarin beloond worden. Ik heb dat zelf bij een vereniging gemerkt waar men zich de zolen onder de voeten loopt om een goede vereniging overeind te houden. Wat de sporthallen betreft, is door de VVD terecht opgemerkt dat de mogelijkheden vergroot zouden kunnen worden door privatisering. Door de Stichting Wijkaccommodaties Roermond wordt op allerlei manieren nagegaan hoe men beheer en exploitatie van een gemeenschapsvoorziening, een ECI of een sporthal goed kan laten renderen. Al te grote verwachtingen mogen we daarvan overigens niet hebben, want als vrijwilligers het alleen overnemen, zitten er ook een aantal nadelen aan vast. Hoe staat het bijvoorbeeld met de continuïteit? Wat je vandaag hebt, kun je morgen weer kwijt zijn. Is het goedkoper en zijn de betrokkenheid en de professionaliteit groot genoeg? We zullen daar inderdaad beter naar moeten kijken. De meetlat straks bij de keuzes heeft onder andere te maken met efficiency. Ook wordt steeds duidelijker dat we echt niet om krimp heen kunnen. De krimpparagraaf die in de begroting staat wordt, zo heb ik gelezen, door de provincie ook gewoon opgelegd. We kunnen onze ogen daar niet voor sluiten. We merken dat het overal speelt: bij de scholen, bij de sportverenigingen en in
100
kernen. Daarop zullen we nog duidelijker moeten anticiperen en niet doen alsof onze neus bloedt. Vroeg of laat raakt het ook ons. De Alfonsusschool beschikt over een geweldig mooi gebouw, maar de binnenkant kent ontzettend veel achterstallig onderhoud. Ik wil de zwartepiet niet toeschuiven naar deze of gene, maar ik snap niet dat de ouders en het personeel het zo lang laten voortduren. Waarom moet dat nu pas in de krant? MR, let daar beter op. Gedelegeerden van Roermond die in zo’n stichting zitten, kijk asjeblieft ook daarnaar en niet alleen naar de mooie buitenkant. Zorg ervoor dat de mensen die voor onze kinderen zorgen in een fatsoenlijke werkomgeving kunnen werken, net zoals wij in deze zaal. Voor mij had het hier trouwens ook zuiniger gemogen, maar dat is bekend. De PvdA heeft een aantal zaken aangeroerd waar ik van nature veel voor voel, zoals behoud van het milieu en gratis fietsenstallingen voor onze burgers die per fiets naar stad gaan. Wat de communicatie betreft, is al naar voren gebracht dat het proces zoals dat tot nu toe is verlopen, niet geweldig is geweest. Ik hoop dat we tussen nu en de begrotingsbeschouwingen de burgers hierbij op een andere en betere manier zullen betrekken. Zoals de voorzitter van de voetbalvereniging Boekoel heeft gezegd: dit mag ons niet overkomen, net zoals het een raadslid niet mag overkomen dat hij pas om vijf voor twaalf informatie krijgt die hij nodig heeft om een goede beslissing te kunnen nemen. Let er ook goed op dat de signalen van de OR goed worden onderbouwd, want die mensen werken zich een slag in de rondte om de goede dingen die wij doen overeind te houden. Als vakbondsman zeg ik: maak daar meer werk van. Zeg niet alleen dat het een eis is om per 1 januari 2015 een klantcontactcentrum te hebben, want dat weten we al een paar jaar en dat wordt steeds nadrukkelijker neergezet, net zoals het Centrum voor jeugd en gezin, waarvoor we ook pas om vijf voor twaalf oog hadden, maar kijk vooral ook naar de belangen van de mensen die daarin moeten werken, en dat had gisteren al moeten gebeuren. Natuurlijk zijn er ook nog onduidelijkheden, maar maak dat tussentijds ook eerder bekend aan de OR en aan het personeel. Het geeft ook die mensen meer vertrouwen om met de goede dingen door te gaan. De voorzitter: Dames en heren. Na deze eerste termijn van de raad doe ik u voorlezing van de oplegmotie: Oplegmotie “De raad van de gemeente Roermond, in vergadering bijeen op zaterdag 25 juni 2011 bij gelegenheid van de behandeling van het raadsvoorstel kerntakendiscussie; overwegende dat: 1. het college met het kerntakenboek (eindversie) een goede aanzet voor de kerntakendiscussie heeft gegeven; 2. aan het bepaalde in het kerntakenboek nu verder invulling gegeven moet gaan worden; 3. hiervoor nog veel nader onderzoek noodzakelijk is, waarna zaken concreter gemaakt kunnen worden; 4. dit voor het eerst zijn vertaling zal krijgen in de gemeentebegroting 2012; 5. de zaken zoals opgenomen in bijgevoegde moties belangrijk zijn voor de raad, roept het college van burgemeester en wethouders op: de zaken zoals opgenomen in bijgaande moties mee te nemen in het nadere onderzoek dat nodig is voor concretisering van de kerntakendiscussie.”
Voorts zijn 24 moties ingediend, die ik kort even zal langslopen. VV Boekoel: motie van Demokraten Swalmen, PvdA en PVDE, met verzoek om heroverweging, overgenomen door alle andere partijen, met uitzondering van één partij… De heer Coenen: Kunt u die ene partij ook noemen?
101
De voorzitter: Als die partij dat wil, wil ik dat wel aangeven: Burger Belangen Roermond. Het heeft te maken met het feit dat hierover eerder een besluit is genomen in de sportnota 2020 dat hiermee in strijd is. De bibliotheek in Swalmen: motie van de PvdA, met verzoek tot heroverweging, ondersteund door alle andere partijen. Samenwerking van de bibliotheek in Swalmen met het gemeenteloket: motie van het CDA, overgenomen door alle andere partijen Privatisering sporthal Swalmen: motie van de VVD, overgenomen door alle andere partijen. Ouderenwerk: motie van de VVD met verzoek de bezuiniging gefaseerd in te voeren, overgenomen door alle andere partijen. Nieuwe inkomsten genereren: motie van de oppositie, overgenomen door alle andere partijen. Riolering: motie van de VVD, overgenomen door de andere partijen. Bomenbesparing: motie van de PvdA, overgenomen door de andere partijen. Scholen: motie van het CDA, overgenomen door alle partijen, met het verzoek zo snel mogelijk aan de slag te gaan. Onderwijshuisvesting: motie van Burger Belangen Roermond, overgenomen door alle andere partijen. Het Trefpunt: motie van alle partijen, met verzoek tot instandhouding van het wijkgebouw. Huiskamers Mozartstraat-Lunastraat, motie van het CDA met verzoek tot instandhouding, overgenomen door de andere partijen. Afschaffen presentievergoeding raadsleden bij lidmaatschap stembureau, motie van de VVD. Gratis fietsenstalling: motie van de PvdA, overgenomen door alle partijen. Instandhouding speelvoorzieningen: motie van de PvdA, overgenomen door alle partijen. Vrijwillige bijdragen van burgers, bedrijven, enz.: motie van de oppositie, overgenomen door de andere partijen. Nader onderzoek zelfredzaamheid burgers: motie van de oppositie, door iedereen overgenomen. Onderzoek naar het organisatieplan: motie van de oppositie, overgenomen door de rest van de raad. Onderzoek naar mogelijkheid om de bezuiniging op het maatschappelijk werk te schrappen: motie van de SP, overgenomen door de andere partijen. Instandhouden Steunpunt Sportservice: motie van de PVDE, overgenomen door allen. Mobiliteit parkeren: motie van de oppositie, ondersteund door allen. Afbouw subsidie zelforganisaties: motie van de PVDE, overgenomen door allen. Ik schors thans de vergadering voor collegeberaad (11.40 uur). Schorsing De ingediende moties luiden als volgt: Motie 11M04 (Demokraten Swalmen) De raad van de gemeente Roermond, in vergadering bijeen op zaterdag 25 juni; gezien het raadsvoorstel 2011/048/1 inzake de Kerntakendiscussie en het standpunt van het college in de gezamenlijke commissievergadering van 16 juni 2011 te Roermond; overwegende dat bij de vaststelling van de uitvoeringsnota sportaccommodaties 2020 in de raadsvergadering van 16 december 2010 ook besluitvorming heeft plaatsgevonden betreffende de voetbalaccommodatie van de sportclub VV Boekoel (zie uitvoeringsnota sportaccommodaties 2010 gemeente Roermond p.23 uitvoeringspunt 23); verzoekt het college van B&W:
102
1.
de destijds besloten gang van zaken met betrekking tot voetbalclub VV Boekoel gestand te doen en zoals afgesproken in 2014 een onderzoek te starten en geen gedwongen verhuizing van de voetbalclub te bespoedigen, (zie notulen raadsvergadering 16-12-2010 antwoord van wethouder IJff op vragen van mevrouw Pilz);
2. de in het kerntakenboek voorgenomen "afstoting van sportpark Hoenderberg (VV Boekoel)" in elk geval niet uit te voeren totdat de resultaten van dit onderzoek bekend zijn.
Motie 11M05 (PvdA) De raad van de gemeente Roermond, in vergadering bij een op zaterdag 25 juni 2011, bij gelegenheid van de behandeling van de kerntakendiscussie; overwegende dat: 1. VV Boekoel een gezonde vereniging is met ruim 290 leden; 2. deze een belangrijke bijdrage levert aan de leefbaarheid van het kerkdorp Boukoul; 3. de club laagdrempelig is en goed bereikbaar is voor jonge kinderen; 4. eind 2010 de uitvoeringsnota sportaccommodaties door de raad is vastgesteld waarbij is aangegeven dat VV Boekoel niet gedwongen zou worden om te fuseren cq te verplaatsen, maar dat dit op natuurlijke wijze zou moeten gebeuren; 5. VV Boekoel samen met de gemeente wil zoeken naar mogelijkheden om de kosten terug te dringen; verzoekt het college: 1. de leefbaarheid van de kern Boukoul als een belangrijk uitgangspunt te nemen; 2. af te zien van het afstoten op korte termijn van sportpark de Hoenderberg in Boukoul; 3. in overleg te treden met VV Boekoel en VV Swalmen om de mogelijkheden tot het realiseren van het bezuinigingsbedrag te bespreken en eind 2013/begin 2014 met een voorstel in de raad te komen.
Motie 11M06 (PVDE) De raad van de gemeente Roermond, in vergadering bijeen op zaterdag 25 juni 2011; gezien het voorstel van het college van B&W tot vaststelling van het Kerntakenboek (raadsvoorstel no. 2011/048/1; overwegende dat: 1. op blz. 12 van het Kerntakenboek wordt gesteld dat het "afstoten sportpark Hoenderberg (VV Boekoel)" één van de mogelijkheden is om voor een andere uitvoering van taken op het gebied van sport te gaan; 2. iets wat goed draait en bijdraagt aan de leefbaarheid niet wegbezuinigd maar juist gesteund zou moeten worden; 3. dit met VV Boekoel, een bloeiende vereniging met 300 leden, het geval is; 4. de door de voorzitter van VV Boekoel tijdens het sprekersplein aangedragen alternatieven mogelijk soelaas zouden kunnen bieden, wat zou kunnen blijken uit vervolgoverleg tussen VV Boekoel en het college van B&W; 5. in 2010 is afgesproken dat er een onderzoek naar de mogelijkheden omtrent het voortbestaan van sportaccommodaties zou komen, roept het college van B&W op: geen stappen te zetten om sportpark Hoenderberg (VV Boekoel) af te stoten totdat de resultaten van het eerdere afgesproken onderzoek bekend zijn.
Motie 11M07 (PvdA) De raad van de gemeente Roermond, in vergadering bijeen op zaterdag 25 juni 2011, bij gelegenheid van de behandeling van de kerntakendiscussie; overwegende dat:
103
1. de bibliotheek in Swalmen een belangrijke basisvoorziening is voor de Swalmer inwoners, met name voor de jeugd en senioren; 2. deze voorziening een belangrijke bijdrage levert aan de leefbaarheid in Swalmen; 3. het op korte termijn sluiten van deze vestiging geen substantiële besparing oplevert vanwege wachtgeldverplichtingen en langjarige huurkosten; 4. het bestuur van Bibliorura op dit moment bezig is met het ontwikkelen van een visie voor het bibliotheekwerk voor de jaren 2012-2016; verzoekt het college: 1. aan Bibliorura expliciet de opdracht te verstrekken om, indien sluiting van de Swalmer bibliotheek op termijn om financiële reden onafwendbaar blijkt, met een voorstel te komen om de Swalmer inwoners, met name de genoemde doelgroepen, een goede dienstverlening te kunnen blijven bieden 2. niet tot sluiting van de Swalmer bibliotheek over te gaan voordat er een goed alternatief voorhanden is.
Motie 11M08 (CDA) De raad van de gemeente Roermond, in vergadering bijeen op 25 juni 2011; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders betreffende de kerntakendiscussie, raadsvoorstel no.2011/048/1, van 6 juni 2011; overwegende dat: 1. het in het voornemen ligt het servicepunt Swalmen te sluiten; 2. in het pand waar het servicepunt Swalmen is gevestigd ook de bibliotheek een filiaal heeft; 3. de gemeente Roermond het pand waar het servicepunt en de bibliotheek in zijn gevestigd, langjarig heeft gehuurd; van mening zijnde dat: 1. voor burgers in Swalmen het van groot belang is dat het voorzieningenniveau in het dorp zoveel mogelijk gehandhaafd blijft; 2. samenwerking van de gemeente met andere instellingen en instanties ook in andere delen van Roermond mogelijkheden kan bieden de servicegraad te handhaven en de kosten voor de gemeente te beperken; verzoekt het college van burgemeester en wethouders: 1. de mogelijkheden te onderzoeken van samenwerking tussen de bibliotheek en de gemeente Roermond om de dienstverlening in Swalmen te behouden; 2. te onderzoeken of er mogelijkheden zijn om in samenwerking met andere partners synergetische effecten te bereiken waardoor het serviceniveau voor de burgers zoveel mogelijk kan blijven gehandhaafd en de kosten voor de gemeente Roermond beperkt kunnen worden.
Motie 11M09 (VVD) De raad van de gemeente Roermond, in vergadering bijeen op zaterdag 25 juni 2011; overwegende dat: privatisering van de sporthal in Swalmen mogelijk zowel het gebruik van de voorziening ten goede komt (door verbreding van exploitatiemogelijkheden) als een bijdrage kan leveren aan de noodzakelijke bezuinigingen van de gemeente roept het college van burgemeester en wethouders op: 1. een onderzoek uit te voeren naar de mogelijkheden tot privatisering van de gemeentelijke sporthal in Swalmen waarbij het gebruik voor de huidige gebruikers (BC Broekhin en diverse sportverenigingen) wel gewaarborgd dient te zijn; 2. de raad over de uitkomsten van het onderzoek te informeren.
Motie 11M10 (VVD) De raad van de gemeente Roermond, in vergadering bijeen op zaterdag 25 juni 2011 bij gelegenheid van de behandeling van het raadsvoorstel kerntakendiscussie;
104
overwegende dat: 1. in het kerntakenboek staat aangegeven dat het seniorenbeleid selectiever zal worden vormgegeven; 2. er in dat kader versobering van uitvoeringstaken zal plaatsvinden, inclusief vermindering van subsidie ouderenwerk; 3. het college aangeeft dat de taakstelling op ouderenbeleid op verschillende manieren invulling gegeven kan worden en dat eenvoudigweg schrappen niet past bij de taak van de "regisseur"; roept het college van burgemeester en wethouders op: bij de nadere uitwerking van de kerntakendiscussie op het gebied van het seniorenbeleid ervan uit te gaan dat kwaliteit en omvang van het ouderenwerk niet mag verminderen en voor de realisering hiervan -vanuit de gedachte van "de regisseur"- mede een beroep te doen op partners in en voor het ouderenwerk, zowel organisatorisch als financieel.
Motie 11M11 (DS, GroenLinks, D66, Stadspartij Roermond, SP) De raad van de gemeente Roermond, in vergadering bijeen op 25 juni 2011; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders, raadsvoorstel 2011/048/01; overwegende dat: •
het Kerntakenboek met zich mee brengt dat keuzes worden gemaakt die voor langere tijd hun invloed zullen hebben op de Roermondse samenleving;
•
het Kerntakenboek, zoals nu uitgewerkt, in sterke mate een financieel karakter heeft en op termijn en per saldo uitgaat van een te realiseren besparing op uitgaven van circa € 10,4 miljoen;
vaststellende dat: •
een besparing op uitgaven kan worden beperkt door de realisatie van extra inkomsten;
•
het Kerntakenboek een locale financiële lastenverhoging niet afwijst, maar beperkt doorvoert;
•
het Kerntakenboek daarentegen de lasten in tijd en energie van haar burgers onevenredig verdeelt en enkel de vrijwillige schouders de zware lasten laat dragen;
nodigt het college uit om: •
nader onderzoek te doen naar mogelijkheden om inkomsten van de gemeente Roermond te vergroten door verhoging van belastingen en/of heffingen;
•
de raad op de hoogte te stellen van alle alternatieven die het college daarbij in overweging heeft genomen alsmede de eigen beoordeling van deze alternatieven;
•
met de raad, vóór 31 december 2011, in gesprek te gaan over de mogelijkheden om op deze wijze inkomsten van de gemeente Roermond te vergroten.
Motie 11M12 (VVD) De raad van de gemeente Roermond, in vergadering bijeen op zaterdag 25 juni 2011 bij gelegenheid van de behandeling van het raadsvoorstel kerntakendiscussie; overwegende dat: 1. investeringen en onderhoudskosten rondom rioleringen omvangrijk zijn; 2. er in Limburg op dit gebied al drie samenwerkingsverbanden bestaan van gemeenten, het Waterschap en het Waterschapsbedrijf Limburg, om te onderzoeken op welke gebieden besparingen te behalen zijn en waarbij Roermond aansluiting zou kunnen zoeken; 3. op het gebied van rioleringszorg besparingen te behalen zijn op beleidsniveau, operationeel niveau en beheersmatig niveau; 4. deze besparingen landelijk worden ingeschat op circa € 380 miljoen, hetgeen betekent dat voor Roermond waarschijnlijk ook flinke besparingen te behalen zijn; roept het college van burgemeester en wethouders op: 1. een breed onderzoek te starten -mede ook om te bezien bij welke samenwerkingsverbanden Roermond zich zou kunnen aansluiten- om te bezien hoe voor Roermond op rioleringszorg besparingen te behalen zijn;
105
2. over de uitkomsten van dit onderzoek voor de begrotingsbehandeling 2012 te rapporteren aan de commissie Ruimte.
Motie 11M13 PvdA) De raad van de gemeente Roermond, in vergadering bijeen op 25 juni 2011 bij behandeling van de Kerntakennota; overwegende dat: •
de gemeente normaal gesproken elk jaar 40 bomen plant, ter compensatie van door particulieren gekapte bomen waarvoor geen kapvergunning behoeft te worden aangevraagd;
•
het college in het kerntakenboek voorstelt deze herplant niet meer uit te voeren,
roept het college op dit voornemen te heroverwegen en alsnog de jaarlijkse herplant van 40 bomen te handhaven.
Motie 11M14 (CDA) De raad van de gemeente Roermond, in vergadering bijeen op 25 juni 2011; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders betreffende de kerntakendiscussie, raadsvoorstel no.2011/048/1, van 6 juni 2011; overwegende dat: 1. er reeds vergevorderde plannen voor (ver)nieuwbouw zijn om de schoolgebouwen van de Schakel en de St. Laurentiusschool in Maasniel en de Alfonsusschool in de wijk Kapel in ’t Zand; 2. op basis van het huisvestingsplan onderwijs 2010, dat door de raad is vastgesteld op 11 februari 2010, door schoolbestuur Swalm en Roer voor de (ver)nieuwbouw van bovengenoemd scholenprogramma van eisen zijn opgesteld; van mening zijnde dat: 1. de huisvesting van de scholen de Schakel en Laurentius in Maasniel en de Alfonsusschool in de wijk Kapel in 't Zand niet meer voldoet aan de eisen die tegenwoordig zowel onderwijskundig als bouwkundig aan een schoolgebouw worden gesteld; 2. dat (vernieuwbouw noodzakelijk is; verzoekt het college van burgemeester en wethouders: 1. de (ver)nieuwbouw van de basisscholen de Schakel en St. Laurentius te Maasniel en de St. Alfonsusschool aan de Kapel in 't Zand, rekening houdend met de uitkomsten van onder 1 bedoeld onderzoek met voorrang te behandelen bij het opstellen van de investeringsplanning 2012.
Motie 11M15 (BBR) De gemeenteraad van Roermond, in vergadering bijeen op 25 juni 2011; overwegende dat; •
vanwege het feit dat eind 2009 bleek dat het beschikbare huisvestingsbudget van de gemeente niet toereikend was om een aantal huisvestingswensen te realiseren (speciaal onderwijs en primair onderwijs) is er een package-deal met betrokken partijen gesloten;
•
in het door de gemeenteraad op 11 februari 2010 vastgestelde spreidingsplan primair onderwijs besloten is tot renovatie/verbouwing dan wel vervanging van twee schoolgebouwen (realisering van een Brede School in Maasniel en van renovatie van de basisschool St. Alfonsus);
•
het college van burgemeesters ook al geruime tijd in overleg is met de Stichting Swalm en Roer in verband met de renovatie of (ver-)nieuwbouw van de Alfonsusschool;
•
het college van burgemeester en wethouders ook overleggen heeft gevoerd met betrekking tot de realisatie van een Brede School in Maasniel;
vaststellende dat: •
in het kerntakenboek een bezuiniging staat opgenomen door middel van het niet uitvoeren van de renovatie/verbouwing/vervanging van de twee schoolgebouwen (realisering van een Brede School in Maasniel en van renovatie van de basisschool St. Alfonsus).
106
•
de Alfonsusschool in een dusdanige (gebouwelijke) toestand verkeert dat onderwijs geven aan kinderen daar niet op een verantwoorde wijze kan plaatsvinden;
verzoekt het college; •
om het overleg zeer spoedig weer op te pakken op basis van de in 2009 gesloten package-deal, met als doel op korte termijn te komen tot geschikte huisvesting voor basisschool St. Alfonsus en de realisering van de Brede Maatschappelijke Voorziening (BMV) in Maasniel;
•
mogelijkerwijs ook andere locaties te betrekken in het kader van de realisatie van deze plannen;
•
de commissie BS te informeren over de voortgang van dit overleg;
en gaat over tot de orde van de dag.
Motie 11M16 (VVD, CDA, PvdA, DS, GroenLinks, BBR, SP, D66, Stadspartij Roermond, PVDE) De raad van de gemeente Roermond, in vergadering bijeen op zaterdag 25 juni 2011 bij gelegenheid van de behandeling van het raadsvoorstel kerntakendiscussie; overwegende dat: 1. het college het voornemen heeft de subsidie in relatie tot wijkgebouw het Trefpunt af te bouwen; 2. wij onze burgers willen activeren meer zelf te doen; van mening zijnde dat: 1. de wijkaccommodatie nu juist een belangrijk ontmoetingspunt is van burgers en organisaties die een bijdrage willen leveren aan onze Roermondse samenleving; 2. in de accommodatie ook huisvesting kan plaatsvinden van groepen die niet eerder een accommodatie deelden; roept het college van burgemeester en wethouders op: 1. zijn voornemen tot het afbouwen van de subsidie in relatie tot wijkgebouw het Trefpunt te heroverwegen.
Motie 11M17 (CDA) De raad van de gemeente Roermond, in vergadering bijeen op 25 juni 2011; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders betreffende de kerntakendiscussie, raadsvoorstel no.2011/048/1, van 6 juni 2011; overwegende dat: 1. het in het voornemen ligt de huiskamers in de Componistenbuurt en Lunastraat te sluiten; 2. deze onder te brengen in de wijkaccommodatie Donderberg; 3. het wijkontwikkelingsplan aandacht vraagt voor kleinschalige initiatieven om de eigen kracht van de wijk te stimuleren. constaterende dat: 1. de activiteiten in de huiskamers worden bezocht door doelgroepen die niet zo snel naar de wijkaccommodatie zullen gaan. van mening zijnde dat: 1. beide huiskamers activiteiten zijn waarvoor door burgers zelf het initiatief is genomen; 2. de huiskamers een duidelijke rol vervullen in de wijken Sterrenberg en Donderberg; 3. dit huiskamerwerk niet past in een grote wijkaccommodatie, maar juist de intimiteit en geborgenheid nodig heeft om goed te kunnen functioneren. verzoekt het college van burgemeester en wethouders: 1. te onderzoeken of het mogelijk is de huiskamers te behouden in de wijken.
Motie 11M18 (VVD) De raad van de gemeente Roermond, in vergadering bijeen op zaterdag 25 juni 2011 bij gelegenheid van de behandeling van het raadsvoorstel kerntakendiscussie; overwegende dat:
107
1. leden van een stembureau worden benoemd door het college en het gemeenten vrij staat om een presentievergoeding te verstrekken aan de stembureauleden en de hoogte van deze vergoeding te bepalen; 2. ook raadsleden worden benoemd tot lid van een stembureau; van mening zijnde dat een presentievergoeding voor raadsleden die tijdens verkiezingen een stembureau bemensen niet aan de orde dient te zijn; roept het college van burgemeester en wethouders op: raadsleden die tijdens verkiezingen (voor welk volkvertegenwoordigend orgaan dan ook) lid zijn van een stembureau geen presentievergoeding meer te verstrekken voor hun werkzaamheden / aanwezigheid.
Motie 11M19 (PvdA) De raad van de gemeente Roermond, in vergadering bijeen op zaterdag 25 juni 2011, bij gelegenheid van de behandeling van de kerntakendiscussie; overwegende dat: 1. Roermond zich wil profileren als een stad waar het prachtig fietsen Is; 2. de gemeente in dat kader heeft aangegeven meer te willen doen voor fietsers; 3. veel bezoekers de binnenstad per fiets bezoeken; 4. het belangrijk is om een goede stalling van fietsen in de binnenstad te hebben omdat er anders een rommelig straatbeeld ontstaat; 5. dit niet aantrekkelijk is voor Roermond als toeristen- en koopstad; 6. het aantal fietsendiefstallen ook weer zal stijgen doordat minder toezicht is op de gestalde fietsen; verzoekt het college: 1. af te zien van de door haar voorgestelde vergoeding voor de bewaakte fietsenstalling (D5424) en deze stalling ook in de toekomst gratis te laten blijven.
Motie 11M20 (PvdA) De laad van de gemeente Roermond, in vergadering bijeen op zaterdag 25 juni 2011, bij gelegenheid van de behandeling van de kerntakendiscussie; overwegende dat: 1. Roermond een stad is waar veel aandacht is voor de jeugd; 2. er voor de leeftijdcategorie 0-12 jaar speelvoorzieningen zijn aangelegd die een bijdrage leveren aan de sociale en motorische ontwikkeling van kinderen; 3. speelvoorzieningen er tevens voor zorgen dat er iets te doen is in de wijk zodat kinderen zich minder snel gaan vervelen en zo hun toevlucht zullen zoeken tot ongewenst gedrag; 4. het minder onderhouden en minder vervangen van speelvoorzieningen slechts een bezuiniging van € 12.500,- oplevert. verzoekt het college: 1. af te zien van de door haar voorgestelde bezuinigingen op onderhoud en vervanging van speelvoorzieningen (D632).
Motie 11M21 (DS, GroenLinks, D66, Stadspartij Roermond, SP) De raad van de gemeente Roermond, in vergadering bijeen op 25 juni 2011; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders, raadsvoorstel 2011/048/01; overwegende dat: •
het Kerntakenboek met zich mee brengt dat keuzes worden gemaakt die voor langere tijd hun invloed zullen hebben op de Roermondse samenleving;
vaststellende dat:
108
•
de uitvoering van het Kerntakenboek enkel realiseerbaar is indien het mogelijk blijkt om het aandeel van vrijwillige bijdragen - in tijd, geld of energie - van burgers, instanties, ondernemingen en bezoekers aanmerkelijk te vergroten;
•
het Kerntakenboek geen uitgewerkte visie geeft op welke wijze dit cruciale onderdeel van het boek zal worden uitgewerkt en gerealiseerd;
nodigt het college uit om •
nader onderzoek te doen naar mogelijkheden om de vrijwillige bijdragen te vergroten tot op het niveau als voor een succesvolle uitvoering van het Kerntakenboek nodig is,
•
de raad op de hoogte te stellen van alle alternatieven die het college daarbij in overweging heeft genomen alsmede de eigen beoordeling van deze alternatieven,
•
met de raad, vóór 31 december 2011, in gesprek te gaan over de mogelijkheden om de vrijwillige bijdragen te vergroten tot op het niveau ais voor een succesvolle uitvoering van het Kerntakenboek nodig is.
Motie 11M22 (DS, GroenLinks, D66, Stadspartij Roermond, SP) De raad van de gemeente Roermond, in vergadering bijeen op 25 juni 2011; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders, raadsvoorstel 2011/048/01; overwegende dat •
het Kerntakenboek met zich mee brengt dat keuzes worden gemaakt die voor langere tijd hun invloed zullen hebben op de Roermondse samenleving,
vaststellende dat •
de uitvoering van het Kerntakenboek enkel verantwoord is indien de zelfredzaamheid van burgers dusdanig kan worden vergroot dat een beroep op ondersteuning aanmerkelijk wordt verminderd, zonder dat zich daarbij aanmerkelijke persoonlijke en/of maatschappelijke nadelige effecten voordoen;
•
het Kerntakenboek geen uitgewerkte visie geeft op welke wijze dit cruciale onderdeel van het boek zal worden uitgewerkt en gerealiseerd,
nodigt het college uit om •
nader onderzoek te doen naar mogelijkheden om de zelfredzaamheid van burgers tot een dusdanig niveau te vergroten als voor een succesvolle uitvoering van het Kerntakenboek nodig is,
•
de raad op de hoogte te stellen van alle alternatieven die het college daarbij in overweging heeft genomen alsmede de eigen beoordeling van deze alternatieven,
•
met de raad, vóór 31 december 2011, in gesprek te gaan over de mogelijkheden om de zelfredzaamheid van burgers tot een dusdanig niveau te vergroten als voor een succesvolle uitvoering van het Kerntakenboek nodig is.
Motie 11M23 (DS, GroenLinks, D66, Stadspartij Roermond, SP) De raad van de gemeente Roermond, in vergadering bijeen op 25 juni 2011, gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders, raadsvoorstel 2011/048/01; overwegende dat •
het Kerntakenboek met zich mee brengt dat keuzes worden gemaakt die voor langere tijd hun invloed zullen hebben op de Roermondse samenleving,
vaststellende dat •
een succesvolle uitvoering van het Kerntakenboek enkel mogelijk is indien de ondersteuning van het ambtelijk apparaat op voldoende niveau blijft, hetgeen enkel mogelijk is als daar een duidelijke, eenduidige aanpak voor wordt ontwikkeld en met de organisatie zelf wordt besproken en afgesproken;
•
het Kerntakenboek geen uitgewerkte visie geeft op welke wijze dit cruciale onderdeel van het boek zal worden uitgewerkt en gerealiseerd;
nodigt het college uit om
109
•
nader onderzoek te doen naar mogelijkheden om de aangegeven omvorming van het ambtelijk apparaat te realiseren, op een dusdanige wijze dat de aangegeven financiële doelstellingen worden behaald en daarbij tevens een duidelijk, uitgewerkt en realistisch tijdpad te geven voor de in het Kerntakenboek aangegeven organisatorische en functionele wijzigingen;
•
met de ambtelijke organisatie en met de raad, vóór 31 december 2011, in gesprek te gaan over de mogelijkheden om tot deze omvorming te komen alsmede over de daarvoor benodigde tijd en middelen.
Motie 11M24 (DS, GroenLinks, D66, Stadspartij Roermond, SP) De raad van de gemeente Roermond, in vergadering bijeen op donderdag 25 juni 2011; overwegende dat: 1. maatschappelijk werk veel mensen helpt die anders door de gemeente moeten worden geholpen; 2. dit een basis voorziening is in elke stad; 3. deze voorziening ernstig onder druk staat en getroffen wordt door verschillende bezuinigingen; 4. wij zonder aanvullende informatie er vanuit moeten gaan dat er klanten niet meer geholpen zullen worden door deze bezuinigingen. 5. wij voorzien dat deze mensen bij de gemeente aan zullen kloppen waardoor deze maatregel meer geld kost dan bespaart, roept het college van Burgemeester en Wethouders op te onderzoeken of de bezuinigingen voor het maatschappelijk werk van € 100.000,- geschrapt kunnen worden.
Motie 11M25 (PVDE) De raad van de gemeente Roermond, in vergadering bijeen op zaterdag 25 juni 2011; gezien het voorstel van het college van B&W tot vaststelling van het Kerntakenboek (raadsvoorstel no. 2011/048/1); overwegende dat: 1. in het kerntakenboek ombuigingen rondom sportstimulering worden aangeduid; van mening zijnde dat; 1. de organisatie van sportactiviteiten in de zomerperiode in de wijken (en ook de activiteiten in de overige schoolvakanties) daar niet onder mogen lijden; roept het college van B&W op: 1. er zorg voor te dragen dat het steunpunt sportservice deze activiteiten ook in de toekomst kan blijven voortzetten.
Motie 11M26 (DS, GroenLinks, D66, Stadspartij Roermond, SP) De raad van de gemeente Roermond, in vergadering bijeen op 25 juni 2011; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders, raadsvoorstel 2011/048/01; overwegende dat •
het Kerntakenboek met zich mee brengt dat keuzes worden gemaakt die voor langere tijd hun invloed zullen hebben op de Roermondse samenleving,
vaststellende dat •
op vele onderdelen binnen de jaarlijkse begrotingen minder gelden worden uitgegeven voor nieuw beleid;
•
de capaciteit van ons lokale wegennet en parkeervoorzieningen niet toereikend zullen zijn voor de verwachte groei in de mobiliteit;
•
in de toekomst voor alternatieve schone oplossingen weinig gelden beschikbaar gesteld zullen worden;
nodigt het college uit om •
mogelijkheden te onderzoeken om een mobiliteitsfonds op te richten dat specifiek gericht is op het ontwikkelen van een beter openbaarvervoersysteem en langzaamverkeer-voorzieningen;
110
•
met de raad, vóór 30 september 2011, in gesprek te gaan over de mogelijkheden die er onderzocht zijn.
Motie 11M27 (PVDE) De raad van de gemeente Roermond, in vergadering bijeen op zaterdag 25 juni 2011 bij gelegenheid van de behandeling van het raadsvoorstel kerntakendiscussie; overwegende dat: 1. het college in zijn vergadering van 7 juni heeft besloten om de beleidsregel "niet westerse allochtonen" in te trekken en besloten tot invoering van een beleidsregel Integratie; 2. het college weliswaar een afbouwregeling heeft vastgesteld en besloten heeft tot een nieuwe beleidsregel integratie maar dat de intrekking van de beleidsregel er naar verwachting toe zal leiden dat de betrokken zelforganisaties geen (of fors minder) subsidie kunnen krijgen; van mening zijnde dat: 1. de zelforganisaties juist een belangrijke rol vervullen bij het creëren van de zelfredzaamheid van betrokken burgers en, zoals in de kadernota integratie staat aangegeven, ook van belang zijn voor het beleven van de eigen culturele identiteit van waaruit weer stappen naar integratie gezet kunnen worden; 2. de genomen besluiten van het college gevolgen kunnen hebben voor het functioneren van de zelforganisaties; roept het college op: 1. het schrappen van de beleidsregel te heroverwegen.
De voorzitter: Ik heropen de vergadering (12.05 uur). Het woord is aan het college. Wethouder Van Rey: Mijnheer de voorzitter. De raad zeg ik allereerst van harte dank voor de inbreng die hij heeft geleverd, niet alleen in de commissievergadering, maar ook vandaag. In meerdere opzichten is vandaag sprake van een historische raadsvergadering, niet alleen vanwege het zeer belangrijke onderwerp, dat reeds is aangekondigd in het CollegeUitvoeringsprogramma – overigens ben ik benieuwd wie dat vandaag bij zich heeft… De heer Coenen: Het ligt onder mijn kussen! Wethouder Van Rey: U hebt het dus niet bij u? De heer Coenen: Nee. Wethouder Van Rey: Het is gemaakt door onze oud-collega Lodewijk Imkamp, die daarmee blijk heeft gegeven van een vooruitziende blik; er staat een kaasschaaf op, een schaar, een niettang, een rekenmachine, etc. Een historische vergadering is het ook, omdat het voor het eerst is in de geschiedenis van Roermond – ik heb het even door de griffie laten uitzoeken – dat we op zaterdag vergaderen. Een vergadering in het weekend is nooit eerder voorgekomen… De voorzitter: Het is hopelijk ook de laatste keer! Wethouder Van Rey: Gezien de geweldige ambiance stel ik juist voor het vaker te doen! In de commissievergadering van 16 juni jl. heb ik de ambtelijke organisatie een compliment gemaakt, en dat hoort u niet vaak uit mijn mond. Wat ik ook niet vaak doe, is het GroenLinksraadslid Moison citeren, en dat maakt deze vergadering nog historischer; op de metafoor van de oorlogsschepen kom ik overigens straks nog even terug. In de commissievergadering van 16 juni heeft hij feilloos aangegeven waar het vandaag om gaat: een kerntakendiscussie waarover de raad onderling het debat moet aangaan. Dat de raad dat vandaag ook doet, moge blijken uit
111
de 24 moties die voorliggen. Niet de stuurgroep of het college, maar de raad is aan zet om de richting aan te geven. Het proces is begonnen met het College-Uitvoeringsprogramma, waarin letterlijk staat dat wij ons moeten gaan bezinnen op onze kerntaken. Indertijd heeft de raad daarover een motie aangenomen, waarin het college werd opgeroepen daarvoor de voorbereidingen te treffen. Gekozen is voor een interactief proces: er is een klankbordgroep ingesteld, er is een projectgroep aan het werk gegaan onder leiding van mevrouw Franssen, waarin ook de OR is afgevaardigd, er zijn gesprekken gevoerd door de externe adviseurs met de fracties, er zijn workshops georganiseerd, een politiek kerntakencafé. enz. Het is een proces geweest waaraan burgers, bedrijven en instellingen via de fysieke en digitale kerntakenideeënbus en andere zaken aan het Sprekersplein hebben deelgenomen. Ik zeg er overigens bij dat het altijd beter kan. De discussie waaraan we zijn begonnen, eindigt vandaag met deze besluitvormende vergadering, maar natuurlijk blijven we in overleg met de raad. Wij zullen ons beraden op de vraag hoe wij dat, ook in het kader van de informatievoorziening aan de commissies, in de toekomst zullen gaan doen; er zou bijvoorbeeld één commissie voor kunnen worden aangewezen, waaraan iedere keer wordt gerapporteerd. In ieder geval kan de raad een vinger aan de pols houden. Als de raad vanavond conform besluit, zullen wij er de komende weken, maanden, maar ook jaren aan werken, want zoals eerder al gememoreerd, is een cultuurverandering, met name bij overheden, een kwestie van heel lange adem. Ik loop al heel lang mee in bestuurlijk Nederland en cultuurveranderingen duren mij persoonlijk altijd veel te lang, al heb ik er anderzijds ook begrip voor dat het wel eens wat meer tijd kost. In de komende tijd zullen wij in overleg treden met burgers en organisaties en onze regisseursrol ter hand nemen met bedrijven, de ambtelijke organisatie, onze buren, de instellingen en noem iedereen maar op. In november 2008 heeft de raad de strategische visie Roermond 2020 vastgesteld. Daarin zijn de doelen geformuleerd en is beschreven waar de gemeente Roermond in het jaar 2020 moet staan. De middelen om die doelen te bereiken, zijn daarbij nog niet aangegeven en de realiteit van vandaag is dat wij steeds minder keuzen hebben uit instrumenten om de gestelde doelen te bereiken, wat voor een belangrijk deel een financiële reden heeft. Wij zullen daarom anders, creatiever en verstandiger, moeten omgaan met de mogelijkheden die er zijn om de gestelde doelen te bereiken. Laat ik eens een Duitse dichter citeren, Friedrich Rückert die, zoals de heer Pleyte ongetwijfeld weet, leefde van 1788 tot 1866: “De wijze kan men herkennen aan de keuze van zijn doel, de verstandige aan de keuze van de middelen om dat doel te bereiken.” De heer Van der Wel van Rijnconsult heeft de afgelopen maanden een aantal keren een presentatie gehouden op het Sprekersplein en in politieke kerntakencafés, waarin hij visueel maakte dat de samenleving continu aan veranderingen onderhevig is. De samenleving verandert iedere dag, niet specifiek alleen in Roermond, maar mondiaal, zoals de kredietcrisis laat zien. Overal om ons heen zien we dat overheden – bij sommige lagere overheden overigens veel te laat – worstelen met de nieuwe maatschappelijke en vooral ook financiële realiteit. Ik verwijs even naar de opstanden in de Noord-Afrikaanse landen en naar de situatie in Griekenland die nu aan de orde is. Vroeger was iets als de financiële problematiek in Griekenland een ver-vanmijn-bed-show, maar dat is niet meer. Internet en sociale media hebben de afstanden in de wereld verkleind en de mondiale verhoudingen op hun kop gezet. Het verkleinen van de afstanden maakt een probleem in Griekenland ook meteen een probleem voor ons, als lokale overheid. Een Griekse financiële tragedie kan ook gevolgen hebben voor Roermond, voor het middenbestuur en voor de nationale overheid. Er zijn genoeg overheden die in Griekenland hebben geïnvesteerd en als het daar verkeerd loopt, zien we daar ook de gevolgen van. Ik heb niet de illusie, en ik hoop de raad evenmin, dat wij als lokale overheid het tempo van veranderingen altijd kunnen bijhouden. Dat hoeft overigens ook niet, want niet iedere verandering is ook meteen een verbetering. Soms is het goed onze positie in de veranderende samenleving eens tegen het licht te houden en kritisch te beschouwen. Dat heeft geleid tot een keuze voor een nieuwe rol en taakopvatting
112
voor onze gemeente, neergelegd in het beeld dat de Regisseur is gaan heten. Een aantal sprekers heeft er vanochtend al op gewezen dat er niet van mag worden uitgegaan dat de Regisseur van vandaag op morgen realiteit zal zijn en dat ook het volgende college, van welke samenstelling ook, hiermee na 2014 zal moeten leven. Ik deel die opvatting en vind dan ook dat we de tijd moeten nemen om deze nieuwe taakopvatting op een goede en zorgvuldige wijze in te voeren. Zaak is ook daarover aan iedereen duidelijkheid te verschaffen. In de communicatieve sfeer maken wij daarmee komende week al een start via een speciale bijlage in de Trompetter. Voorts zullen wij, zoals in de commissievergadering reeds medegedeeld, bezien of in de aanloop naar de begrotingsbehandeling 2012 nog twee grote burgeravondbijeenkomsten kunnen worden georganiseerd. Ook in financiële zin is het niet noodzakelijk alles van vandaag op morgen te effectueren. De ombuigingen die zijn opgenomen in het kerntakenboek, zullen indien mogelijk in de komende jaren gefaseerd worden uitgevoerd. De begroting 2012 zal dan ook niet alle voorgestelde bezuinigingen bevatten, al zullen de zogenaamde quick wins wel meteen worden meegenomen. Ik noem het bedrag van € 300.000,- wegens de inzet van rijksmiddelen voor de peuterspeelzalen, in plaats van de gemeentelijke subsidie, het niet meer plaatsen van bladkorven in het najaar ad € 70.000,- en natuurlijk het eerste begin van het verhogen van de tarieven van de belastingen. Als eindproduct van de kerntakendiscussie ligt nu het kerntakenboek voor. In het kerntakenboek worden de keuzen weergegeven die we moeten maken, keuzen ook die pijn gaan doen. Bijna iedere woordvoerder heeft vanochtend de woorden ‘pijn’ en ‘pijnlijk’ laten vallen. Het maken van keuzen is urgent, het vooruitschuiven ervan is lang geen optie meer. De kerntakendiscussie is daardoor geen gemakkelijk traject geweest, maar wel een traject dat noodzakelijk was om te komen tot een kerntakenpakket dat bij ons past en gebaseerd is op een gezonde financiële huishouding, nu en in de toekomst. Als de raad vandaag het kerntakenboek vaststelt als richtinggevend kader, kan gestart worden met de implementatie in de komende weken, maanden en jaren, allereerst natuurlijk met de begroting 2012 en de meerjarenbegroting 2013-2015. Het proces eindigt vandaag, maar de echte uitdaging begint nu pas. In de komende tijd moet veel werk worden verzet om onze nieuwe taakopvatting en regisseursrol tot een succes te maken en via nader onderzoek en aanvullende voorstellen inkleuring te geven aan de opdracht die de raad vandaag met deze besluitvorming aan het college geeft. Uit de betogen van de fracties blijkt in het algemeen een groot draagvlak voor deze majeure en ongekende operatie, waarin meer dan € 10 miljoen structureel moet worden omgebogen om tot meerjarig sluitende begrotingen te komen. Ik dank de raad voor zijn positieve, maar ook kritische inbreng. Duidelijk was al – het staat in het raadsvoorstel en in het kerntakenboek en wordt nog eens onderstreept door de moties die zijn ingediend – dat we niet aan het einde, maar aan het begin staan van deze operatie. Een aantal onderdelen uit het kerntakenboek kan op korte termijn worden ingeboekt, maar veel zal nog verder uitgewerkt moeten worden. De 24 moties die vandaag zijn ingediend, zullen daarbij worden betrokken. Het is overigens historisch te noemen dat één oplegmotie is ingediend met 24 bijlagen die, als ze afzonderlijk in stemming zouden worden gebracht, misschien niet allemaal zouden worden aangenomen. Wij nemen de handschoen op en zeggen toe dat wij met alle moties serieus aan de slag zullen gaan. Uit de verschillende bijdragen is gebleken dat men in het algemeen van mening is dat het pakket beleidsombuigingen evenwichtig over de verschillende taakvelden en portefeuilles is verdeeld, zij het dan dat sommigen vinden dat bepaalde kernen wat te veel worden belast. Alvorens in te gaan op de moties, wil ik namens het college reageren op een aantal opmerkingen die vanmorgen zijn gemaakt en ook een aantal toezeggingen doen. Ik doe dat in chronologische volgorde en kom zo als eerste bij de heer Daamen, die heeft opgemerkt dat wij met dit kerntakenboek en het proces dat daarna komt tot de koplopers in Nederland zouden moeten behoren. Collega Moussaoui en ik hebben er met verschillende gemeentebesturen over gesproken en daarbij is gebleken dat wij een van de weinige gemeenten zijn die het op deze grondige wijze hebben aangepakt. Wij hebben ons best gedaan om daarbij iedereen te betrek-
113
ken, maar het kan altijd beter, zoals ik eerder al heb gezegd, en misschien kunnen de twee volgende burgeravonden daaraan bijdragen. Gevraagd is om een specificatie van de kosten van het Servicepunt Swalmen. Naar aanleiding van de opmerking die daarover is gemaakt in de commissie, is door collega Zwijnenberg al een toezegging ter zake gedaan. De heer Puper heeft een citaat van Kennedy aangehaald. Iedere zes à zeven weken vinden in dit huis naturalisatiebijeenkomsten plaats, die gewoonlijk worden geleid door de burgemeester en bij dienst ontstentenis door een van de collega’s. Zelf heb ik het twee keer mogen doen en bij beide gelegenheden heb ik dit zelfde citaat gebruikt: vraag niet wat uw land voor u kan doen, maar ga na wat u voor Nederland, voor Roermond, zou kunnen doen. Wethouder mevrouw Moussaoui: Volgens mij had Kennedy het niet over Remunj! Wethouder Van Rey: Nee, dat klopt, maar met dit citaat geeft de woordvoerder van de VVD wel aan dat wij de eigen verantwoordelijkheid veel meer naar voren moeten brengen. Tussendoor wil ik de VVD een suggestie doen tot aanpassing van motie nr. 11M18. Ik stel voor achter het woord ‘raadsleden’ toe te voegen: en wethouders. Zo kunnen zelfs nog meer bomen, door de heer Öztürk genoemd, gekocht worden. Door de VVD en de PVDE zijn vragen gesteld over een krantenartikel over de bevolkingssamenstelling in sommige wijken. Die vragen zitten dit weekend in de collegemappen ter besluitvorming en daarin kan men lezen dat het college het niet goed vindt voor de integratie dat in sommige wijken in Roermond, op de Donderberg, meer dan 50% niet-westerse allochtonen wonen. De gemengde wijken waarover de heer Moison het had zijn er in Roermond. Het is echter doorgeslagen en omdat wij geen instrumenten hebben om het toewijzingsbeleid met de corporaties om te buigen, zullen wij daarover nieuwe afspraken gaan maken, in de hoop dat die ook gevolgd zullen worden. Op het gebied van de volkshuisvesting gaat het niet meer over kwantiteit, maar over kwaliteit en daarvoor zullen wij samen met de corporaties keihard moeten vechten. De heer Boots begon zijn betoog met de opmerking dat deze kerntakendiscussie wat zijn fractie betreft in het teken staat van twee belangrijke punten: ‘afspraak is afspraak’ en de eensgezindheid in deze raad. Het laatste is vandaag duidelijk geworden, met het eerste werd ook verwezen naar de nota sportaccommodaties, opgesteld in de tijd dat de heer Boots zelf wethouder voor sport was, en ik vind dat daarnaar in onze regisseursrol gekeken zal moeten worden. Mijn mailbox loopt overigens ook over, maar niet met mails over Boekoel; daarover heb ik zelfs helemaal niets gekregen, maar misschien komt dat wel omdat mijn moeder daar meer dan honderd jaar geleden is geboren! Een beetje geschrokken ben ik van de opmerking die de heer Coenen heeft gemaakt over het personeel. Letterlijk zei hij dat de mensen hier werken met bibberen en beven. Als ik in de kamer van de burgemeester kom, bibber ik ook altijd, maar dat ligt niet aan de burgemeester, doch aan de geweldige kou die in die kamer heerst, wat af en toe trouwens ook in deze raadzaal het geval is. Dit overigens als grapje terzijde. Er is niemand in dit huis die hoeft te beven of te bibberen. Ambtenaren in dit land hebben een goudgerande rechtspositie, die voldoende zorgvuldigheid garandeert. Gegeven het feit dat de reacties van de OR positief-kritisch zijn, heb ik er alle vertrouwen in dat wij eruit komen. Ambtenarenorganisaties en ondernemingsraden zijn ervan overtuigd dat ambtenaren meer generalisten moeten worden, maar ook dat heeft tijd nodig. Over de Bosberg zijn in de commissie duidelijke afspraken gemaakt. In onze regisseursrol zullen wij bezien hoe wij dit tot een goed einde kunnen brengen. Aan de onderwijshuisvesting is door vele sprekers aandacht geschonken. Ook het college gaat in dezen niet zwartepieten, al betreuren wij een aantal publicaties die hierover de laatste weken zijn verschenen. Voor het college is dat aanleiding geweest collega Kemp te verzoeken in het
114
zomerreces een informeel stuk op te stellen, dat daarna besproken kan worden in de commissievergadering. De heer Breugelmans heeft twee kernpunten genoemd waaraan de lokale overheid zou moeten voldoen: veiligheid en de bescherming van sociaal zwakkeren. Laat dat nu juist in het coalitieakkoord staan! Vanuit zijn christen-democratische achtergrond heeft de heer Breugelmans vervolgens een bespiegeling gegeven van de manier waarop de lokale overheid deze rol zou moeten vervullen. De kernwoorden die ik daarbij heb genoteerd zijn: faciliterende overheid, sterkste schouders, vangnet en hard straffen bij misbruik. Hij heeft ook gezegd dat er heel veel zal veranderen en dat heb ik in het voorgaande eveneens betoogd. Overigens is nog niet iedereen doordrongen van de wijzigingen die nationaal op ons afkomen. Er worden weliswaar veel publicaties aan gewijd, maar omdat het de burger op dit moment nog niet raakt, is hij er nog niet mee bezig. Op de kwestie van het chemisch schoffelen zal collega IJff in de commissie terugkomen. De heer Moison is door de raad al overladen met complimenten, zodat ik er geen meer aan hoef toe te voegen. Uit het coalitieakkoord heeft hij geciteerd dat geen nieuw beleid zal worden ingevoerd zonder inruil van oud beleid en zich daarbij afgevraagd of wij nu een nieuwe richting opgaan. Voor 2012 hebben wij maar € 180.000,- incidenteel meegenomen, terwijl het coalitieakkoord van veel meer ambitie getuigde. Wij hebben er dus destijds al even een rem op gezet. Uit het raadsvoorstel dat behandeld wordt door mevrouw Moussaoui blijkt voorts dat we met de financiële aspecten van het coalitieakkoord bijna geen rekening meer hebben gehouden. Wij gaan dat dus niet veranderen. Sprekend over het CUP noemde de heer Moison in één adem ook de grondexploitaties. Wat dat betreft, zeg ik hier nogmaals in alle openbaarheid dat wij onze voorgangers dankbaar mogen zijn voor het feit dat zij in het verleden geen grote grondposities hebben ingenomen. In de commissie heb ik het voorbeeld van Almelo genoemd, maar uit een onderzoek van het ministerie van Binnenlandse Zaken blijkt dat ook andere gemeenten van vergelijkbare grootte met bezuinigingsopdrachten worden geconfronteerd, alleen om tegenvallers in de grondexploitatie op te vangen. In Roermond hebben we maar te maken met twee grote grondexploitaties, waarvan één hopelijk binnen enkele jaren is afgelopen. Of we met betrekking tot het RFC-terrein, ons duurste stukje grond, wel of niet de broek zullen scheuren, weet ik niet. Als we dát er nog eens bij hadden gehad, zou in het voorliggende kerntakenboek niet de kaasschaaf zijn gehanteerd, zoals het door sommigen is genoemd, maar zou in een aantal voorzieningen de bijl zijn gezet. Voor het eerst heb ik vandaag een vertegenwoordiger van GroenLinks, waarvan zoals bekend de PSP een van de voorgangers was, over oorlogsschepen horen spreken. Dat was verrassend, minder verrassend dan de rode vuurtoren die in die beeldspraak ter sprake werd gebracht. Wat ermee werd bedoeld heb ik overigens wel begrepen… De heer Moison: Aanvankelijk had ik het handelsschepen willen noemen, maar dat vond ik bij nader inzien toch te hard. Wethouder Van Rey: Vanuit mijn positie vond ik dit al te hard, maar goed. Bij het college is erop aangedrongen te proberen de ambities van levende stad en sociale stad vol te houden. Wij doen dat ook. De eerste fundamentele discussie daarover zal bij de behandeling van de begroting 2012 volgen, want dan zullen over een aantal zaken keuzen moeten worden gemaakt. Genoemd zijn in dit verband sport, cultuur, openbare bibliotheek, senioren en kinderopvang. Wij zullen daarmee heel zorgvuldig omgaan. In mijn inleiding heb ik de externe factoren genoemd en de heer Öztürk heeft vastgesteld dat die externe factoren pijn zullen doen. Ons uitgangspunt, dat door de PvdA wordt onderschreven, is dat die pijn evenredig en evenwichtig zal moeten worden verdeeld. De heer Öztürk drukte het zo uit: aan de sociaal zwakkeren kom je niet, en dat wordt zowel in het coalitieakkoord als in het kerntakenboek onderschreven.
115
Plezierig vond ik dat de heer Öztürk – en daarin was hij tot nu toe de enige – sprekend over de fietsenstallingen ook gewag maakte van een bijdrage van de ondernemers. Mevrouw Van Beers concludeerde dat het kerntakenboek het huzarenstukje van deze raadsperiode had moeten worden, maar dat het wat haar betreft uitblinkt door vaagheid. Een richtinggevend kader kan altijd wel vaag worden genoemd, maar ik meen toch te mogen stellen dat de keuzen die zijn gemaakt evenwichtig zijn verdeeld over de portefeuilles, waarbij rekening is gehouden met gemeenschapszin, eigen verantwoordelijkheid, de vrijwilligers en het vangnet. Het zijn de ijkpunten voor dit college. Wat zouden de verenigingen zijn zonder vrijwilligers en wat zou onze samenleving zijn zonder vrijwilligers? Niet voor niets hebben wij een paar jaar geleden de Vrijwilligersprijs ingesteld. Wij proberen dat te stimuleren en nog meer dan in het verleden zullen wij hierover met de burgers moeten gaan praten. Ook degenen die nog geen vrijwilligerswerk doen, mede vanwege drukke werkzaamheden, zouden hierbij mijns inziens eens stil moeten staan. Het zal u misschien verbazen, maar ik ben van mening dat ook mensen in het openbaar bestuur er vrijwilligerswerk bij zouden moeten doen, zeker in tijden waarin een tandje bij moet worden gezet. Tot de heer Ramdani merk ik op dat wij hier niet de botte bijl hanteren, maar verstandige keuzen maken. De heer Pleyte merkte op dat niet geld het grootste probleem is, maar de vraag hoe wij hiermee omgaan. Hopelijk heb ik in het voorgaande duidelijk kunnen maken dat als gevolg van een aantal externe factoren geld wel degelijk een grote rol speelt. Het komt erop aan dat doelmatiger te besteden. In tijden waarin het water tot over de plinten klotst, om die beeldspraak maar eens te gebruiken, wordt daar niet zo naar gekeken. Het is daarom goed weer met twee benen op de grond te staan en na te gaan hoe daarmee doelmatiger kan worden omgegaan. Volgens de heer Pleyte zal ook dit kerntakenboek net als zoveel nota’s weer gewoon op de stapel terechtkomen. Ik bestrijd dat. Ook ik verbaas me er wel eens over dat veel nota’s die worden uitgebracht, meestal door commissies buiten de volksvertegenwoordiging, in een bureaula worden opgeborgen. Deze nota zal echter de komende jaren een rol blijven spelen, zowel bij begrotingsbehandelingen als bij afzonderlijke voorstellen van het college. We zouden onszelf voor de gek houden als dat niet zo was. De heer Coenen noemde deze discussie pet. Als hij dat bedoelt in de zin van ‘prachtig, en dan?’, zoals hij vervolgens opmerkte, zijn wij het helemaal met elkaar eens. Wij zijn van mening dat keurig werk is geleverd, vooral door de ambtelijke organisatie, en dat dit nu verder moet worden uitgewerkt. De heer Coenen verwees in zijn betoog naar het voorbeeld van Rotterdam voor wat betreft de manier waarop cliënten van de sociale dienst gecoacht worden. Ik stel de griffier nu een stuk ter hand, met het verzoek dat aan de heer Coenen te overhandigen, waaruit blijkt dat wij dat in Roermond al enige tijd doen. Wij beschikken daarvoor over eigen trainers, over het Servicepunt Detailhandel, het Productiehuis, etc. Wat Rotterdam heeft, brengen wij dus al in praktijk en dat deden wij al voordat Rotterdam ermee begon. Het is juist, dat aan het participatiebudget geknibbeld zal worden. Het is daarom zaak met nieuwe creatieve en innovatieve ideeën te komen om te proberen mensen die geen werk hebben naar een arbeidsplaats te begeleiden. Roermond kent momenteel een werkloosheidspercentage van 5,7 en dat is het resultaat van het beleid dat de afgelopen jaren is ingezet. Een risicoparagraaf wordt altijd verstrekt bij de begroting. Hoe de financiële consequenties van een aantal moties moeten worden opgevangen – in een drietal moties is al sprake van veranderingen tot een bedrag van € 600.000,- tot € 700.000,- – zullen wij proberen te vervatten in een paragraaf in het kader van de informatievoorziening aan de commissie. Naar aanleiding van de opmerking die de heer Coenen heeft gemaakt over de aankoop op het Kazerneplein verwijs ik naar het antwoord dat mevrouw Moussaoui in de commissie heeft gegeven (pagina 5 van het verslag).
116
De heer Coenen sloot zijn betoog af met een verwijzing naar de signalen van de OR. Eerder heb ik al gezegd dat de OR in de projectgroep vertegenwoordigd is en dat wij zijn inbreng serieus nemen. Portefeuillehouder Zwijnenberg voert regelmatig overleg met de OR en daarin komen uiteraard ook deze zaken ter sprake. De krimpparagraaf hebben wij op verzoek van de raad in de begroting meegenomen. Wij sluiten onze ogen niet voor de krimp, maar dankzij het feit dat wij arbeidsplaatsen verschaffen – het afgelopen jaar meer dan het jaar daarvoor en in dat jaar ook weer meer dan in het daaraan voorafgaande jaar – blijkt de groei van Roermond gewoon door te gaan, ook dit jaar weer met een paar honderd inwoners. Ik ga thans over tot een reactie op de moties. De moties 11M04, 11M05 en 11M06 hebben betrekking op de VV Boekoel. In de commissie is reeds toegezegd – en ik meen dat collega IJff er al mee bezig is – dat met de VV Boekoel, de VV Swalmen en andere die daarbij horen in gesprek zal worden gegaan, om te bezien hoe het te bezuinigen bedrag gerealiseerd kan worden. Daarbij verwijs ik ook naar de opvatting van de heer Boots daarover. De moties 11M07 en 11M08 betreffen de bibliotheek, in het bijzonder de vestiging in Swalmen. Zoals in het kerntakenboek is opgenomen, wordt Bibliorura een ombuigingstaakstelling opgelegd. Het is aan de bibliotheek zelf te bezien hoe die het beste gerealiseerd kan worden. Inmiddels hebben we een presentatie van een Amerikaans bedrijf gehad dat op dit gebied weer iets nieuws heeft uitgevonden: zoals vroeger in de videotheek videofilms werden gehaald, zou dat nu ook in de bibliotheek kunnen. Ik vond het wel een vernuftig concept, maar of het ook mogelijk is, weet ik niet en daar gaan wij ook niet over. Een onderzoek naar mogelijkheden van privatisering van de gemeentelijke sporthal Swalmen, zoals bepleit in motie 11M09, is weliswaar niet expliciet in het kerntakenboek opgenomen, maar kan ons wel van pas komen. In de raadsvergadering van 16 december 2010 heeft wethouder IJff aangegeven dat deze sporthal nu al onder de norm zit en dat de signalen over leerlingenaantallen bij BC Broekhin niet wijzen op een stijging, wat gevolgen heeft voor de exploitatie. Des te meer reden om een onderzoek te doen naar de mogelijkheid om sporthallen over te dragen aan marktpartijen. Deze motie sluit daar prima bij aan. Motie 11M10 betreft het ouderenwerk. Bij de uitwerking van de ombuiging op het ouderenwerk zullen wij samen met de partners in dezen de mogelijkheden onderzoeken om binnen de gestelde financiële kaders het ouderenwerk in kwalitatief opzicht in stand te houden. Motie 11M11 handelt over het vergroten van de eigen inkomsten. Daarbij gaat het niet alleen om een verhoging van de OZB, maar ook om verhoging van een groot aantal andere lasten en heffingen. In het kader van de begroting 2012 zullen wij een voorstel doen voor een gefaseerde verhoging. De motie maakt ook gewag van de mogelijkheid van nieuwe inkomsten en heffingen. Ook dat willen wij bekijken, al voeg ik er meteen toe dat wij ons dan tevens zullen moeten afvragen of wij dat de burger kunnen of mogen aandoen. Motie 11M12: rioleringszorg. Onlangs is een onderzoek gestart naar samenwerkingsverbanden van waterschappen, WBL en gemeenten. Collega IJff zal daarover mededelingen doen in de commissie. De motie kan worden overgenomen. Motie 11M13, herplant van bomen, kan worden gefinancierd uit motie 11M18 van de VVD, waarvan ik eerder heb voorgesteld in het dictum de woorden ‘en wethouders’ toe te voegen. Op de onderwijshuisvesting, waarop de moties 11M14 en 11M15 betrekking hebben, ben ik zojuist al even ingegaan. Als het in motie 11M14 genoemde bedrag wordt gekapitaliseerd, komt het neer op een investering van € 5 miljoen en als daaraan het inbouwen van infrastructurele werken wordt toegevoegd, die wat worden vertraagd, hebben we het over € 7 miljoen. Ik weet niet of dat de bedoeling is, maar in ieder geval zullen wij de mogelijkheden en alternatieven nadrukkelijk met het schoolbestuur bespreken.
117
De moties 11M16 en 11M17. Hierbij gaat het om besparingsmogelijkheden van € 100.000,-. In onze regisseursrol zullen wij daarmee heel creatief moeten omgaan. Wij zullen de raad daarover rapporteren. Op motie 11M18 ben ik in het voorgaande al ingegaan, evenals op motie 11M19 inzake de fietsenstalling. Bij de uitvoering van motie 11M20 inzake instandhouding speelvoorziening zullen wij dekking zoeken in de beheersplannen. Motie 11M21 gaat over het vergroten van vrijwillige bijdragen en de inzet van vrijwilligers. Eerder heb ik al gezegd dat de rol van regisseur niet van de ene op de andere dag gerealiseerd zal zijn. Wij kunnen daarom niet direct met een overall voorstel komen. Het vereist maatwerk en dat zullen wij ook hier weer proberen te leveren. Motie 11M22: het vergroten van de zelfredzaamheid. In voorbereiding is een kadernota welzijn, waaruit uitvoeringsplannen zullen voortvloeien betrekking hebbend op het bevorderen van zelfredzaamheid en de wijze waarop daaraan nader invulling wordt gegeven. De algemene lijn in het raadsvoorstel en in het kerntakenboek is: eerst kijken wat de burger zelf kan, vervolgens eventueel zijn omgeving, daarna het bieden van een springplank of een trampoline om zelfredzaam te kunnen worden en tenslotte, als dat allemaal niet lukt, een vangnet. Wat in motie 11M23 wordt gevraagd met betrekking tot de omvorming van het ambtelijk apparaat, kan onmogelijk voor het einde van het jaar worden gerealiseerd. Ik verzoek dan ook ons daarvoor wat meer tijd te geven. Naar aanleiding van motie 11M24 zal onzerzijds worden bezien of datgene wat aan ombuigingen wordt gevraagd, kan worden gevonden in efficiencyvoordelen en synergie-effecten. Wij onderschrijven motie 11M25 inzake sportservice-activiteiten, zij het dat het misschien wat te vroeg is om nu al te bepalen welke activiteiten wel of niet in de wijken en in de zomerperiode kunnen worden voortgezet. Motie 11M26: het oprichten van een mobiliteitsfonds, gericht op het ontwikkelen van een beter openbaar-vervoerssysteem en langzaam-verkeersvoorzieningen. Uiteraard onderkennen wij het belang van openbaar vervoer en langzaam-verkeersvoorzieningen, maar dat betreft niet alleen een lokaal belang. Ook in het kader van de Gebiedsontwikkeling Midden-Limburg staan wij hierbij stil. Wij kunnen absoluut niet toezeggen dat de mogelijkheden vóór 30 september 2011 zullen zijn onderzocht. Daarvoor is wat meer tijd nodig. In motie 11M26 wordt het college opgeroepen het schrappen van de beleidsregel niet-westerse allochtonen te heroverwegen. Op 4 juli vindt een informatieavond plaats voor de zelforganisaties. De conclusies uit dat overleg zullen aan het college worden voorgelegd. In onze besluitvorming ter zake zullen wij het standpunt van de raad meenemen. In de verzamelmotie wordt ons en aantal opdrachten meegegeven. Ik hoop duidelijk te hebben gemaakt dat wij daar met een positieve grondhouding naar kijken. De voorzitter: Voor de financiële vragen die zijn gesteld, geef ik thans het woord aan mevrouw Moussaoui. Wethouder mevrouw Moussaoui: Mijnheer de voorzitter. Mijn reactie kan ik beknopt houden. De financiële kadernota is normaal gesproken het instrument om op hoofdlijnen te sturen in de richting van de begroting. Dit jaar is het met name de output van de kerntakendiscussie die voor die begroting als input dient. De voorliggende nota is niet compleet, en dat kan ook niet, omdat we nog steeds wachten op een aantal uitwerkingen van het bestuursakkoord; denk daarbij aan een aantal specifieke uitkeringen als genoemd door de heer Coenen, de AWBZ en de jeugdzorg. Deze zaken zijn op dit moment nog niet bekend, niet voor ons, maar evenmin voor de andere 417 gemeenten. Is de nota dan overbodig? Nee, want er staan ook zaken in die we nu al wel weten. De nota bevat externe ontwikkelingen als de prijsindex en de loonontwikkeling, waarvan we een goede schatting hebben gemaakt. We hebben ook gekeken naar de investe-
118
ringsplanning, waarbij zaken al gefaseerd zijn doorgeschoven, en er zijn andere zaken toegepast om wat meer lucht te creëren. Is het dan te vroeg?, vroeg de heer Daamen zich af. Nee, te vroeg is het niet. We moeten voorbereidingen treffen om tijdig een meerjarenbegroting te kunnen opstellen; dat doen we met de wetenschap die we nu hebben en aan de hand van inschattingen die we op dit moment naar eer en geweten kunnen maken. De meicirculaire is inderdaad niet opgenomen in de kadernota en de reden daarvoor is eenvoudig. Wij zijn al weken bezig met het opstellen van de kadernota en in die tijd was de meicirculaire simpelweg nog niet bekend. Wij hebben de raad echter wel keurig op de hoogte gehouden via een raadsinformatiebrief die begin juni is verstuurd. Daarin is een tabelletje opgenomen met de meest actuele verwerking in het begrotingstekort. De voorzitter: Dames en heren. De vraag die ik u thans wil voorleggen is of u nu een halfuur wilt pauzeren, om daarna nog een uur te vergaderen, of dat u er de voorkeur aan geeft de vergadering nu meteen voort te zetten. Als we vooraf weten dat we nog maar een korte ronde hebben te gaan, zou ik het jammer vinden om de tijd te verdoen van mensen die nog andere verplichtingen hebben. Het is echter aan u en niet aan mij. De heer Ramdani: Mijnheer de voorzitter. Ik voel mij genoodzaakt de vergadering nu te verlaten. De voorzitter: Als ik zo ziek was, was ik niet eens gekomen! Sterkte en bedankt. (De heer Ramdani verlaat hierop de vergadering.) De heer Coenen: Mijnheer de voorzitter. Ik stel voor de vergadering nu een kwartiertje te schorsen. Ik werk de hele week en als ik soms het tankstation bezoek, doe ik die pauze in vijf minuten. Een kwartiertje moet daarom wel lukken. De voorzitter: Ik had voorgesteld helemaal geen pauze in te lassen. De heer Coenen: En ik stel voor dat wel te doen. De heer Puper: Mijnheer de voorzitter. De VVD stelt ook prijs op een korte pauze om onze tweede termijn voor te bereiden. De voorzitter: Akkoord, ik schors de vergadering (12.55 uur). Schorsing De voorzitter: Ik heropen de vergadering (13.15 uur). Het woord is in tweede termijn aan de raad, in dezelfde volgorde als in eerste termijn, met dien verstande dat GroenLinks nu vóór Burger Belangen Roermond het woord krijgt en dat de Stadspartij Roermond de rij sluit, omdat de PVDE niet meer aanwezig is. De heer Daamen: Mijnheer de voorzitter. De heer Van Rey heeft deze dag als een historische dag betiteld, en dat is misschien ook wel zo. Wat in deze discussie in ieder geval duidelijk moet zijn, is dat we er als raad van Roermond samen voor moeten gaan om voor onze burgers het beste te doen. De oppositie heeft geen politieke spelletjes willen spelen en is er evenmin op uit om politieke winst te halen. Net als de andere partijen wil zij ervoor staan om het beste voor Roermond voor elkaar te krijgen. Er zijn 24 moties ingediend, maar het hadden er vanuit onze fractie alleen al zomaar een stuk of zes kunnen zijn. Wij hebben daarvan afgezien en dat geldt ook voor andere partijen. Het was het allerbeste geweest om overal te volstaan met alleen het toevoegen van het logo.
119
Door het college zijn naar aanleiding van de moties een aantal toezeggingen gedaan, maar ik neem aan dat die mogen worden opgevat als korte notities, want in de moties wordt veel uitgebreider aangegeven wat de bedoeling is. De voorzitter: In de notulen komt de volledige tekst te staan. Inmiddels zijn op verzoek van de heer Moison wel korte statements op papier gezet en uitgereikt. De heer Daamen: Goed. De vraag die ik in eerste termijn heb gesteld over de brandweerzorg is door de portefeuillehouder (nog) niet beantwoord. Hij mag dat overigens wat mij betreft ook in de volgende commissievergadering doen. Wat ik er nog wel aan wil toevoegen, is dat het eigenlijk doodzonde is dat wij door het afhaken van Leudal – want zo vertaal ik het maar – onze brandweerpost in Swalmen verliezen. Het heeft in ieder geval te maken met regionale ontwikkelingen en het was dus niet onze keuze. Hierbij kan ik het in tweede termijn laten, voorzitter. De voorzitter: Mag ik nog wel van u weten of u met de twee voorliggende agendapunten akkoord kunt gaan, behoudens de aankoop op het Kazerneplein, die eruit is gehaald? De heer Daamen: Ja, met dien verstande dat het vaststellen van de financiële kadernota volgens mij wel in de geest moet zijn van de beantwoording van de wethouder voor financiën. De voorzitter: Ik leg mevrouw Moussaoui de vraag voor of hierbij op enigerlei wijze een voorbehoud moet worden gemaakt. Wethouder mevrouw Moussaoui: De kaders die in de loop der tijd bekend worden, zullen we natuurlijk meenemen, en dat doen we bij de begroting. De voorzitter: De griffier souffleert mij overigens dat de tekst van de notulen onlosmakelijk onderdeel uitmaakt van het besluit. De heer Puper: Mijnheer de voorzitter. Van belang bij deze kerntakennota, die de titel ‘De Regisseur’ draagt, is betrokkenheid, want dit is niet het einde, maar nog slechts het begin. Wat opvalt, is dat de betrokkenheid van de burgers, behalve in de kerntakencafés, wat laat op gang is gekomen. Die betrokkenheid is pas echt zichtbaar geworden tijdens het Sprekersplein en bij wat er de laatste weken gebeurd is. De VVD vraagt zich af of dat gelegen kan hebben aan het feit dat de ernst van de financiële situatie bij veel burgers wat onderbelicht is gebleven. Na de kabinetscrisis begin vorig jaar is een lange verkiezingscampagne gevolgd met een demissionair kabinet, met daarop volgend een langdurige formatie, waardoor pas in het laatste kwartaal van het vorig jaar met het aantreden van een nieuw kabinet het nodige duidelijk werd. Zo is bij ons voornemen om een kerntakendebat te gaan voeren veel van de financiële noodzaak bij veel van onze burgers, hetzij individueel, hetzij in verenigingsverband, wat onzichtbaar gebleven en pas in de laatste fase ten volle bij iedereen op het netvlies gekomen. Mogelijk is het daaraan te wijten dat de betrokkenheid pas laat op gang is gekomen, maar omdat wij pas aan het begin staan van onze regisseursrol, is dat geen probleem. Het komt er nu op aan de betrokkenheid te behouden. Wethouder Van Rey heeft voorgesteld aan één commissie rapport uit te brengen en met die commissie contacten te onderhouden. De gecombineerde commissievergadering die twee weken geleden heeft plaatsgevonden, heeft de VVD als heel goed ervaren. Het lijkt ons een goede zaak om in ieder geval tot aan de begrotingsbehandeling dit model van een gecombineerde commissievergadering aan te houden, waarbij iedere fractie dan zelf kan uitmaken wie zij daar-
120
in afvaardigt. De eensgezindheid die ontstaan is en waarmee wij allemaal heel blij zijn, heeft mede haar grondslag gevonden in die gecombineerde vergadering, vandaar dit voorstel. In eerste termijn hebben wij een opmerking gemaakt over de volkshuisvesting, en dat was niet zomaar een opmerking. De wethouder heeft daarop gereageerd en gelukkig hebben ook fracties dat gedaan. Toen wij aan het begin stonden van de invoering en implementatie van de Wmo heeft onze fractie al ingebracht dat, willen wij de zelfredzaamheid en de samenhang in wijken bevorderen, niet te veel van hetzelfde bij elkaar gebracht moet worden. Ook in het kader van de overlast die door jongeren wordt veroorzaakt, hebben wij dit al eens aangekaart: hoe komt het nou dat juist op dié plek overlast ervaren wordt? Antwoord: omdat er alleen maar 55+’ers wonen, die een wat andere beleving hebben van overlast dan anderen. Zo moet onze opmerking over het sociale bestand van onze woningvoorraad worden begrepen en gelukkig heeft de wethouder er ook in die zin antwoord op gegeven. De discussie over de wijkaccommodaties heeft zich in dit debat beperkt tot een drietal accommodaties. Er zijn moties over ingediend en die zijn ook van onze handtekening voorzien. Wij willen de wijkaccommodaties in de toekomst echter in een veel breder perspectief bespreken. In de afgelopen twee jaar hebben wij regelmatig geconstateerd dat dit onderwerp ook die aandacht behoeft: hoe gaan we er verder mee en hoe willen wij de verantwoordelijkheid terug leggen in de wijk zelf, aan de basis? Wat het groenonderhoud betreft, herinneren wij aan onze inbreng uit de vorige termijn. Wij willen graag een beroep doen op de buurten, om daar samen de handen uit de mouwen te steken. Toen de heer Pleyte, sprekend over het rijk, opmerkte dat er genoeg geld is, kwam bij mij direct de gedachte op: ja, we zijn wel rijk, maar met geleend geld, en dat moet ons tot nadenken stemmen. In het kerntakenboek staat ook iets over belastingverhoging en dat is iets waarover wij ons in ons verkiezingsprogramma heel genuanceerd hebben uitgelaten. Een belastingverhoging heeft voor ons een grens en die grens is het huidige Limburgse gemiddelde. Roermond zit er ver onder, en daar zijn we altijd blij mee geweest en ook een beetje trots op, maar die grens is wat ons betreft de marge waarbinnen het college ons straks de begroting kan aanbieden. Vrijwilligers en vrijwilligerswerk vinden wij heel belangrijk. Ook in deze zaal zitten veel menen die in het vrijwilligerswerk participeren. Er zijn mensen die vrijwilligerswerk in verenigingen doen en er zijn er ook die het niet willen of kunnen. Wat je daar dan ziet ontstaan, is contributiedifferentiatie en dat is iets wat wij ook in de discussie zullen moeten betrekken. De voorliggende kerntakennota is voor ons duidelijk een richtinggevend kader en zo willen wij dat straks ook in de besluitvorming aan de orde stellen. Wij gaan akkoord met de nuances die in de beantwoording door de wethouder zijn aangegeven waar het betreft de termijnen. De voorzitter: U hebt een oproep gedaan voor een extra vergadering. Als voorzitter van het presidium wil ik daar graag voor waken. Als het noodzakelijk is, is het goed, maar ik zie de discussie nu al voor me en ik wil het liever niet. Het betreft allemaal verschillende punten van verschillende commissies en die kunnen in de reguliere commissievergaderingen aan bod komen. Als het nodig is een extra gecombineerde commissievergadering te beleggen, is het het beste dat gewoon via het presidium te doen. De heer Puper: Het was mijnerzijds een reactie op de suggestie van de wethouder. De voorzitter: Ik wil ook een beetje waken voor de tijd van de mensen. De heer Moison: Mijnheer de voorzitter. Laat ik beginnen met de complimentjes die door verschillende partijen zijn gemaakt aan mijn adres voor de actie van donderdagavond en vanmorgen. Ik was louter en alleen de woordvoerder van de oppositie, die mij heeft gevraagd hierop in te steken en te bezien hoe we eruit zouden kunnen komen. Alle complimenten die zijn gemaakt,
121
zijn dus ook bedoeld voor de andere partijen. Ze hebben allemaal out of the box meegedacht, waarbij de belangen van Roermond voorop stonden. Wat ik donderdag, vanmorgen en de weken daarvoor allemaal heb meegemaakt, zal ik niet meer gaan samenvatten. Het enige wat ik het college op het hart wil drukken, is deze nota, die als richtinggevend is bestempeld, ook echt als richtinggevend te beschouwen. Ga daarover met de partijen en de burgers aan tafel zitten en geef hen inzicht in de onderdelen waar het pijn gaat doen, waardoor ook het begrip voor de taakstelling van € 10 miljoen waarvoor de gemeente staat groter zal worden. Die tactiek zal het college de komende maanden moeten uitvoeren. Als de pijn op bepaalde punten niet kan worden weggehaald en problemen dreigen te ontstaan in het werkveld, zult u de raad moeten melden welke richting we hiermee uit zouden kunnen gaan, waarna de beslissingen ook gezamenlijk kunnen worden genomen. Ik verwacht dat wij over de onderhandelingen regelmatig zullen worden geïnformeerd voor de behandeling van de begroting 2012 en dat die onderhandelingen ook gecommuniceerd worden met de buitenwacht, zodat de burgerij kan zien dat wij het serieus nemen met het oppakken van de bezuinigingen en de pijn zo min mogelijk bij één organisatie neerleggen. GroenLinks heeft het afgelopen halfjaar regelmatig zware discussies gevoerd over onderdelen van bezuinigingen en dat was heel vruchtbaar, want daarin zijn we scherp geworden. We hebben dat ook met de oppositie gedaan en ik heb er vertrouwen in dat we dat nu in het traject van oppositie en coalitie kunnen gaan doen. Misschien kunnen we dan wel één partij worden, de kerntakenpartij geheten! Bij het uitvoering geven aan het beleid van de gemeente Roermond blijft voor GroenLinks een sociale stad voorop staan met gevoelens voor de mensen. Aan de gang nu en we zien wel wat er vóór november van komt. De voorzitter: Aldus Cees Moison van de kerntakenpartij! De heer Breugelmans: Ik neem aan dat de heer Moison een kerntakenpartij zonder kernenergie wil! De heer Moison: Daarvoor heb ik inmiddels een motie ingediend. De heer Breugelmans: Dan praten we nog wel eens over dat schoffelen. Mijnheer de voorzitter. Om te beginnen wil ik nog even terugkomen op wat vandaag gebeurd is met het indienen van een gezamenlijke oplegmotie – een nieuw woord in Van Dale, let op! – waarmee wordt aangegeven dat deze raad gaat voor het belang van de stad en van de mensen in deze stad, zonder onderscheid te maken. Dat is een compliment aan de raad, maar vooral een compliment aan de hele oppositie. Het schept overigens voor ons als raad en als coalitie ook een aantal verplichtingen voor de toekomst. Hoe we daaraan precies invulling zullen geven, weten we nog niet, maar dat we daarover met elkaar in gesprek blijven, is zeker. Als wij op deze manier verder kunnen in dit moeilijke dossier, ziet de toekomst van deze stad er florissant uit. Overstappend naar het onderwijs kan ik u melden dat intussen is uitgezocht waarmee Alfonsus zich zoal bezighield. De heilige Alfonsus is 90 jaar oud geworden zonder renovatie. Hij was patroon en biechtvader van theologen, in het bijzonder van moraaltheologen. Ik zal u daarmee niet verder vermoeien, maar de moraal van het verhaal van Alfonsus is in ieder geval wel dat hij zijn ring verpandde om de armen te helpen. Ik vind dat wij nu onze ring moeten verpanden om de scholen te helpen. Kinderen die onderwijs volgen, moeten daarvan kunnen profiteren op een ongelooflijke manier, want dat is hun toekomst. Ze hebben recht op een gezonde, pedagogischverantwoorde leefomgeving en recht op een gemeenteraad die voor hun belangen opkomt. Ze hebben ook recht op een schoolbestuur dat zorg draagt voor goed onderhoud. Nieuwbouw is geen luxe, maar noodzaak in het belang van de leerlingen. Het gaat om de kwaliteit van het basisonderwijs in de wijken Kapel en Maasniel. De wethouder heeft al gezegd: nood breekt wet,
122
zeker als het gaat om het lichamelijke en pedagogische belang van onze kinderen. Nu wordt van uw college inderdaad daadkracht gevraagd op dit dossier. Het belang van de leerlingen staat bij ons op nr. 1. Dat u de verantwoordelijkheid voor de zaken op de juiste plaats wil leggen, zullen wij ondersteunen, maar wij vinden dat op dit moment van secundair belang. Eerst moeten de leerlingen nu aan een adequate school worden geholpen, eventueel gefaseerd, maar wel met een goed perspectief. Voorts wil ik nog iets zeggen over VV Boekoel. Men vreest dat de leefbaarheid daar ernstig in gevaar komt als het hart uit de vereniging wordt gehaald. Wij delen deze analyse en willen u dan ook vragen er samen met de vereniging uit te komen. Welke bijdrage wie kan leveren, is een vraag die u nog eens zou moeten bespreken met de voetbalverenigingen, en eventueel zelfs met andere verenigingen in Boukoul, omdat dit ook een groot deel uitmaakt van het DOP. Tenslotte nog dit. Wij willen graag dat sprake is van een gespreide verantwoordelijkheid. Bij onze partners in het maatschappelijk verkeer hebben wij heel vaak te maken met enorme instellingen. Kijk naar het maatschappelijk werk, naar Wel.kom, het CK, het schoolbestuur en ik-weetniet-wat. Het CDA heeft in zijn programma staan dat wij voor een gespreide verantwoordelijkheid gaan. Het belang van de voorziening moet dichtbij het bestuur liggen, er moet grote betrokkenheid zijn. Wij zien dat er steeds minder betrokkenheid is als dat bestuur op afstand wordt geplaatst. Daarover zullen wij elkaar een keer in de raad moeten bevragen. Laten wij pleiten voor gespreide verantwoordelijkheid en laten we bezien of door kleinere gehelen te maken een beter bestuur kan worden gevormd. De voorzitter: Mag ik ook van u weten hoe u tegenover de gevraagde besluiten staat? De heer Breugelmans: Daarmee gaan wij akkoord. De heer Boots: Mijnheer de voorzitter. Er zijn 24 moties ingediend en de meeste daarvan vragen om onderzoeken. Uit die onderzoeken zal duidelijk moeten worden of ze een positief of negatief resultaat opleveren. Het is best mogelijk dat wij straks tot de conclusie zullen komen dat niet € 10,5 miljoen bezuinigd moet worden, maar bijvoorbeeld € 11,5 miljoen en daarop zullen wij ons ook moeten prepareren. Dat is de consequentie van de moties. Wij hebben ons vierkant achter de moties geschaard die onder de oplegmotie zijn gehangen, maar behouden ons wel het recht voor – vandaar het voorbehoud dat wij hier en daar hebben laten blijken – om bij het invullen van deze zaken tijdens de begrotingsbehandeling een andere mening naar voren te brengen. Naar aanleiding van de uitspraken van de wethouder over communicatie wil ik het volgende naar voren brengen. Het vorige coalitieprogramma is in Swalmen en Herten aan de bewoners gepresenteerd en met name aan de presentatie in Swalmen bewaar ik heel goede herinneringen. Als wij de communicatie met de burgers willen oppakken, zal het wat mij betreft in die zin moeten gebeuren. Die communicatie kan niet vroeg genoeg worden gestart en zal zo uitgebreid mogelijk moeten zijn. In de SWAR zijn verschillende wijkaccommodaties ondergebracht. Het is mij bekend dat het vorige college in gesprek is geweest met de voorzitter van de stichting, de heer Schouten, over de mogelijkheid om daarin meer voorzieningen onder te brengen, onder ander de Jo Gerrishal, de sporthal Swalmen en het zwembad. Eerder heb ik het idee geopperd een gemeentelijke sportstichting in het leven te roepen en daarbij verwezen naar Amersfoort, waar een heel goed lopend geheel is ontstaan. Het kan ons alleen maar geld opleveren. Ik ben wat dat betreft echter een roepende geweest in de woestijn, net als indertijd met de warmtekrachtkoppeling voor het zwembad, die er uiteindelijk overigens wel is gekomen. Ik zal het, denk ik, wel niet meer meemaken dat ik mijn idee voor een gemeentelijke sportstichting nog eens moet herhalen. Mijn laatste en wat mij betreft ook belangrijkste opmerking betreft de maatregelen die we gaan nemen. Zo gaan we onder andere de OZB verhogen met tweemaal 5%. Ik heb al eens gezegd,
123
en de VVD heeft het zojuist ook gezegd, dat hiermee terughoudend moet worden omgegaan. Ook wij kunnen ermee instemmen dat de OZB wordt opgetrokken tot Limburgs peil. Als we echter twee jaar verder zijn, zullen wij de OZB met 10% hebben verhoogd en zal het Limburgs peil inmiddels hoger zijn geworden. Ik wil dan ook duidelijk stellen dat wij akkoord gaan met tweemaal 5% en verder niets… De heer Puper: Om geen misverstand over mijn woordvoering te laten ontstaan, wil ik er even op wijzen dat ik heb gerefereerd aan het huidige gemiddelde. De heer Boots: Maar dat gemiddelde zal in de loop der tijd natuurlijk oplopen na de verhogingen die wij en ook andere gemeenten toepassen. In verband hiermee wil ik nog op een ander aspect wijzen. Er komen ontzettend veel maatregelen op onze burgers af. Ik noem het PGB, de maatregelen in het kader van de Wmo, en noem maar op. Als gevolg daarvan vindt in de portemonnee van de burger een cumulatie van verhogingen plaats. Ik pleit daarom voor een ruimhartige toepassing van het kwijtscheldingsbeleid. Dat past ook precies in het principe van de sociale stad dat in deze kerntakennota is vastgelegd. Wij gaan akkoord met de financiële kadernota, inclusief de raadsinformatiebrief die hierover is verschenen, en met de kerntakennota, met inachtneming van het voorbehoud dat ik zojuist heb gemaakt. De heer Öztürk: Mijnheer de voorzitter. Gezamenlijk gaan voor het beste voor Roermond, dat heb ik vandaag van veel partijen gehoord en daar staan wij ook voor. Het bedrag van € 10 miljoen, ontstaan door externe factoren, zoals ook de heer Van Rey heeft gezegd, zullen we met z’n allen op een dusdanige manier moeten proberen neer te zetten, dat het zo min mogelijk mensen pijn doet. In zijn antwoord namens het college heeft de portefeuillehouder nogal wat uitspraken van de PvdA herhaald, zoals: ‘de sterkste schouders moeten de zwaarste lasten dragen’ en ‘je komt niet aan de sociaal zwakkeren’. Dat alles deed de heer Van Rey ook nog met een rode stropdas om – die van de heer Zwijnenberg is halfrood, maar hij is dan ook parttime wethouder –, en ik mag dan ook vaststellen dat we de goede richting op gaan! De complimenten die zijn uitgesproken aan het adres van de heer Moison waren niet alleen voor hem bedoeld, maar voor allen die zich hebben ingezet voor het verkrijgen van steun voor alle moties. Niettemin blijven nog enkele zaken over die ik in tweede termijn wil aanroeren. In eerste termijn heb ik aandacht gevraagd voor het jeugdhonk in Swalmen. Daarop is nog niet gereageerd en daarom wil ik er nogmaals aandacht voor vragen, omdat het het enige jeugdhonk in Swalmen is. De moties die wij hebben ingediend zijn door de portefeuillehouder overgenomen. Naar aanleiding van onze motie inzake het herplanten van 40 bomen heeft hij het idee geopperd om dat te bekostigen uit de vergoedingen die de raadsleden ontvingen voor het plaats nemen in een stembureau, en dat ondersteunen wij van harte. Met betrekking tot de motie inzake de bibliotheek is toegezegd, dat gekeken zal worden naar technische mogelijkheden om de bibliotheek open te houden. Voorts is ten aanzien van de motie over de fietsenstalling toegezegd, dat met de ondernemers zal worden nagegaan of hiervoor budgetten kunnen worden gevonden zodat de fietsenstalling voor onze burgers gratis kan zijn. Het zijn allemaal creatieve oplossingen waarin wij ons geheel kunnen vinden. De motie die door het CDA is ingediend over de Alfonsusschool, kunnen wij op zichzelf steunen, zij het dat ik een kanttekening wil plaatsen bij de financiering, waarvoor wordt verwezen naar de investeringsplanning 2012. In die planning zijn ook andere projecten begrepen en die mogen niet in het gedrang komen. Alle toezeggingen die zijn gedaan aan de burgers in de wijken, zullen waargemaakt moeten worden. Ook wat ons betreft geldt hier: afspraak is afspraak. Met inachtneming daarvan kunnen wij instemmen met de motie van het CDA over de Alfonsusschool.
124
De voorzitter: Volgens mij worden alle moties door iedereen ondersteund. Daarover hoeven we het dus niet meer te hebben. De volgende sprekers wil ik dan ook niet meer over de moties horen, want ze worden door ons allen onderschreven. Mevrouw Van Beers: Mijnheer de voorzitter. Om elk misverstand hierover weg te nemen: wij hadden verwacht dat het kerntakenboek een huzarenstukje zou worden, maar daarin zijn wij teleurgesteld. Een richtinggevend kader hoeft naar onze mening niet per se onduidelijk te zijn. De SP heeft namelijk een duidelijk beeld van de richting die de gemeente op zou moeten. Het verheugt ons dat de portefeuillehouder en de raad het eindelijk met ons eens zijn dat gemengde wijken noodzakelijk zijn voor een sociale stad. Wij menen dat de gemeente wel degelijk invloed kan uitoefenen om hieraan mee te werken. Het echte werk kan nu gaan beginnen. Iedereen heeft zijn zegje kunnen doen en wij menen dat alles nu op de uitvoering aan komt. Deze bezuinigingsslag gaat de burgers hard raken. Kijk daarom goed naar de effecten van de verschillende maatregelen. Als voorbeeld wil ik de motie inzake het maatschappelijk werk aanhalen. Als deze bezuiniging op de voorgenomen manier wordt doorgevoerd, zal dat waarschijnlijk betekenen, dat cliënten van het maatschappelijk werk niet meer geholpen zullen worden. Die mensen verdwijnen niet zomaar, maar komen ergens terecht, en zeer waarschijnlijk bij het loket van deze gemeente, wat volgens ons nog meer geld zal kosten. Wij zijn dan ook van mening dat het maatschappelijk werk niet zomaar taakstellend deze bezuiniging moet worden opgelegd. In dit geval zal goedkoop uiteindelijk duurkoop blijken te zijn en wij waarschuwen ervoor dat niet ongestraft gesneden kan worden in dit soort belangrijke voorzieningen. Daar krijg je altijd problemen voor terug. De komende tijd zullen wij zeer kritisch volgen hoe de uitvoering van dit richtinggevende stuk verloopt. Ook in de komende periode zullen wij weer blijven gaan voor voorzieningen in de wijken en een echt goed sociaal vangnet. Wij zijn liever een gezonde, sociale middenmootgemeente dan een sociaal uitgemergelde koploper. De heer Pleyte: Mijnheer de voorzitter. Als bestuur vragen wij aanpassingen van de inwoners, van de bedrijven, van verenigingen, van bezoekers, etc., maar hoe zit het nu met óns, de bestuurders van deze stad? Nemen wij die andere rol op ons? Uit de nota blijkt dat een omslag nodig is. Wij hebben het nu over een kerntakendiscussie, maar als dan door iemand – ik weet niet meer wie – bepleit wordt de veiligheid van speeltoestellen te garanderen, vraag ik mij af of die omslag is gemaakt. Het hoge verwachtingsniveau dat aan de burger wordt toegeschreven, vind ik ook wat te gemakkelijk. Is dat nu iets wat de burger uit zichzelf al had, of zoekt de politiek hier een gemakkelijke uitweg om maar te beloven en voor te spiegelen alsof alles altijd maar voortdurend kan? Wat betreft de vraag of dit kerntakenboek een nota wordt op de stapel, stel ik vast dat het college daarover wat verschillende signalen afgeeft. Zo is gezegd dat het proces vandaag eindigt. Als dat zo zou zijn, ligt het al op de stapel. Er is echter ook gezegd dat wij aan het begin staan van een operatie. Dat zou ook de voorkeur hebben van D66, maar dan zullen de 24 moties wel serieus genomen moeten worden. De tekenen daarover zijn wat mij betreft gemengd. Nog te gemakkelijk wordt namelijk omgegaan met het handen en voeten geven aan de nieuwe aanpak die beschreven wordt. Ik citeer het college: “Als overheid hebben wij niet de illusie dat we het tempo altijd kunnen bijhouden.” Dat vind ik nu niet echt getuigen van de ambitie om een leidende rol in de samenleving te willen spelen, of is het college zo geschrokken van het voor hem kennelijk nieuwe inzicht dat de maatschappij snel verandert? Het is wat dat betreft zorgwekkend dat in de presentatie van het plan bij de verschillende gelegenheden, waaronder het Sprekersplein, gesproken werd over internet, alsof dat een ontwikkeling is die gisteren is begonnen. Een andere vraag: is er genoeg geld? Per definitie niet, zoveel weet ik ook nog wel van economie en van financiën. Het gaat echter wel altijd om de keuze van de besteding en ik wil bena-
125
drukken dat die keuze er inderdaad is. Willen we die rotonde extra, of willen we behoud van sport-, cultuur- en onderwijsvoorzieningen? Die keuze komt in het kerntakenboek wat mij betreft nog niet duidelijk genoeg aan de orde. Kort wil ik tenslotte de voor ons belangrijkste moties nog even aanstippen. Wat zelfredzaamheid betreft, verwijst het college naar de kadernota welzijn. Op zichzelf kan dat, maar dat betekent wat ons betreft ook dat aan die nota door ons zwaardere eisen zullen moeten worden gesteld, omdat ze immers ook antwoord moet geven op hetgeen in deze motie gevraagd wordt. Over de reorganisatie van het ambtelijk apparaat heb ik ook wat verschillende signalen opgevangen. Enerzijds wordt gezegd dat het een traject is dat al lang begonnen is en dat daarmee morgen versneld verder wordt gegaan, anderzijds biedt de motie nog een termijn van zeven maanden. Dat dat te kort zou zijn, vind ik dan wat vreemd. We vragen per slot van rekening niet om geschiedschrijving, maar om een plan. De vrijwilligers zijn qua realisatie voor D66 een kritisch punt. Ik zou bijvoorbeeld niet willen wat Wim Sonneveld in een conferentie beschreef, toen hij het had over een ontmoeting in de Ferdinand Bol. Wim Sonneveld is al enige tijd dood, maar in die tijd had je nog glazenwassers die op en ladder gingen staan. In die Ferdinand Bol stond een glazenwasser op de derde verdieping ramen te lappen. Wim Sonneveld riep hem toe: dat doe je verkeerd! ‘Wat zeg je?”, riep de glazenwasser terug. ‘Je doet dat verkeerd!’ De glazenwasser dacht dat er iets aan de hand was, kwam de hele ladder naar beneden en vroeg: ‘Wat zeg je nou?’ ‘Je doet het verkeerd’, herhaalde Sonneveld. ‘Hoezo dan? Wat doe ik verkeerd?’ Het antwoord: ‘Dat moet je láten doen!’ De voorzitter: Ook deze kan worden nagelezen in de notulen! En de besluitvorming, meneer Pleyte? De heer Pleyte: D66 zal de eensgezindheid van deze raad niet doorbreken. Met enige pijn en enige moeite gaan we akkoord. De voorzitter: Ik heb overigens nog verzuimd dit ook te vragen aan mevrouw Van Beers. Mevrouw Van Beers: Ook wij gaan akkoord, voorzitter. De heer Coenen: Mijnheer de voorzitter. Wij hebben gezegd dat een aantal zaken nog geconcretiseerd moeten worden en daar zijn antwoorden op gekomen. Wat mij nog niet duidelijk is geworden, is hoe we de afspraak die over het onderwijs is gemaakt gaan concretiseren en wat dit betekent voor het ingeboekte bezuinigingsvoorstel rondom de Alfonsusschool en de brede maatschappelijke voorziening in Maasniel. Uit de beantwoording heb ik ook niet kunnen opmaken wat er nu precies gebeurt met de maatregel met betrekking tot Boekoel. Ik wil daarover graag iets meer weten dan alleen ‘we gaan ermee in gesprek’. Met welke bedoeling dan? Het lijkt een beetje op zo’n Limburgse toezegging als ‘we nemen het mee’. Over de verhoging van inkomsten is met name door VVD en Burger Belangen Roermond iets gezegd. Hoe dan ook, links- of rechtsom, zullen keuzen gemaakt moeten worden. Het is allemaal leuk en aardig dat we het vandaag over een groot aantal zaken eens zijn, en die eensgezindheid ga ik ook niet verstoren, maar eens komt de rekening, zoals we zullen merken bij de behandeling van de begroting 2012. Ik ben blij met de toezegging van wethouder Van Rey dat wij in een commissie, of een gecombineerde commissie, op de hoogte zullen worden gehouden van het verloop van het proces. Wij kunnen dan met z’n allen bezien hoe de concreetheid, die er nu nog niet is, gestalte zal krijgen. De heer Daamen heeft terecht opgemerkt dat over het financiële kader nog niets te zeggen valt, omdat er nog te veel onduidelijkheden zijn, die, naar ik heb begrepen, voor een groot gedeelte buiten het college liggen. Daarom kunnen wij dit ook nog niet meteen tot ons eigen product ma-
126
ken. Bij het besluit dat we gaan nemen, hoort ook het voorbehoud dat mevrouw Moussaoui heeft gemaakt, en dat voorbehoud wordt gewaardeerd. Wat de Stadspartij Roermond betreft, staat de leefbaarheid bij alles voorop. We hebben het dan over wijkaccommodaties, sport, onderwijs en cultuur. Over het laatste heb ik nog wat te weinig gehoord. In een beschaafde samenleving heeft cultuur een heel belangrijke functie, laten we dat niet vergeten. Een toezegging heb ik gemist op de motie inzake het Trefpunt. Ik heb alleen horen zeggen dat er in de komende tijd als regisseur creatief mee zal worden omgegaan. In de komende tijd wil ik graag concreet zien wat dit betekent voor die organisatie. U weet misschien dat ik daar ooit mijn schoolse loopbaan ben begonnen. Ik volg de gemeenschap daar zeer nauwlettend, al heeft men dat misschien niet altijd door. Dit is nu zo’n stadswijk waarin je heel goed allerlei sociale initiatieven en mensen tot elkaar kunt brengen. Wat ons betreft heeft dit dan ook een belangrijke functie. Kunt u daarover nog iets zeggen? De kadernota welzijn stelt zwaardere eisen aan de zelfredzaamheid en daarnaar zullen we dan ook zorgvuldig moeten kijken, want er wordt nogal wat gevraagd. Het is een beetje ontstaan vanuit, laat ik het voorzichtig zeggen: een soort liberale gedachte dat de verzorgingsstaat niet te handhaven is en dat we daarom gedwongen zijn meer op onszelf terug te vallen. Door verschillende fracties is inmiddels al aangegeven dat daarbij wel een ondergrens moet worden aangehouden. Wat mij betreft zal daarop zeer zorgvuldig gelet moeten worden. Over de woningtoewijzing heb ik in eerste termijn niets gezegd, maar ik kan mij wat dit betreft vooral aansluiten bij de SP. In deze zaal heb ik het een keer meegemaakt dat gezegd werd dat we mensen boven € 25.000,- hierheen zouden moeten halen. Wat mij betreft is ieder mens gelijk en dat zal voor anderen hopelijk ook gelden. Roermond is een centrumstad met speciale verantwoordelijkheden. Mij is iedere burger even lief. Het kan goed zijn om over de sociale woningbouw in overleg te gaan met de woningbouwcorporaties, en we moeten zeker gemengde wijken proberen te bereiken, maar wat mij betreft mag de stad ook groeien met mensen die het als gevolg van een scheiding, of om welke reden dan ook, op een andere plek niet volhouden. Wij creëren hier voorzieningen voor Roermondenaren maar ook voor mensen die straks misschien vanuit een kleinere gemeente als gevolg van een scheiding hier terechtkomen. Wat het personeel betreft, heeft de heer Pleyte er terecht op gewezen dat organisatieveranderingen niet van vandaag op morgen kunnen worden ingezet. Van een goed werkgever verwacht ik dat mensen tijdig op de hoogte worden gesteld van ontwikkelingen die eraan komen. Als er niets te melden valt, hoort dat ook te worden aangegeven, evenals de reden daarvan. In allerlei gemeenten wordt op de organisatie bezuinigd, maar dat zal wat mij betreft wel een op een zorgvuldige manier moeten gebeuren. Wij hopen dat u daarop alert bent en dat u daarover vroegtijdig zult communiceren. Over communiceren gesproken: het lijk mij heel goed dat straks, op weg naar de begrotingsbeschouwingen, via burgeravonden ook degenen die zich hierbij nog niet direct betrokken hebben gevoeld op de hoogte worden gesteld van wat op hen af komt. Deze mensen kunnen ons ook ideeën en suggesties aan de hand doen om dingen minder pijnlijk te laten zijn. Ten aanzien van de vrijwilligers is door de VVD de suggestie gedaan contributiedifferentiatie toe te passen voor degenen die niet in staat zijn om als bestuurder of als vrijwilliger mee te doen. Je ziet dat bij meer verenigingen: als je dan niet aan die taken meedoet, betaal je iets meer, of sta je een keer extra achter de bar. Er zullen ook mensen zijn die dat niet kunnen, bijvoorbeeld door een gebrek of een handicap. Laten we daar heel zorgvuldig naar kijken. Op een pagina heb ik foto’s gezien van mensen die zich binnen de gemeente bezighouden met een soort coaching. Doen ze dat vanuit hun professie of vanuit hun betrokkenheid als mens? Afsluitend roep ik iedereen op zich te realiseren dat wij voor moeilijke tijden staan en dat we niet alleen puur bureaucratisch moeten kijken naar de regel, maar ook naar de mens die erachter zit, met alle gestapelde effecten van bezuinigingen hier en taken daar waarmee hij te maken krijgt.
127
Natuurlijk wordt mij nu ook gevraagd hoe ik tegenover de besluiten sta. Ik ben over de kritische grens heen om een eigenstandige positie te pakken. De oppositie en de coalitie hebben dit zo gedaan en daarmee ben ik het eens, maar er is nog heel wat te doen. Wethouder Van Rey: Mijnheer de voorzitter. Als ik een suggestieve journalist zou zijn, maar dat ben ik niet, zou de kop van mijn artikel maandag kunnen luiden: oorlogstaal GroenLinks! - niet alleen omdat de heer Moison eerder sprak over oorlogsschepen, maar ook omdat hij zojuist zei dat de oppositie hem had opgeroepen: ‘steek hem er maar in’. Zo heb ik het hem dat horen zeggen. Dit brengt mij ertoe in tweede termijn steekwoorden te gebruiken in de beantwoording van de vragen die gesteld zijn. Iedereen, van de heer Daamen tot de heer Coenen, heeft aandacht gevraagd voor de informatievoorziening. Zoals u weet, hebben in dit traject een stuurgroep gefunctioneerd, onder leiding van ondergetekende, en een ambtelijke projectgroep, waar ook toehoorders bij waren van de OR. Het lijkt het college een goed idee van die ambtelijke projectgroep een task force te maken, onder leiding van de voorzitter van de projectgroep, mevrouw Franssen, die de informatievoorziening gaat verstrekken aan de commissie Bestuur en Middelen. Wij geven de raad dit graag als advies mee… De heer Coenen: Helemaal mee eens! Wethouder Van Rey: In die commissie zouden dan ook de portefeuillehouders en de voorzitter van de task force aanwezig kunnen zijn, zodat de raad bij wijze van spreken van maand tot maand kan volgen hoe datgene wat we nu hebben afgesproken in de praktijk werkt. Los daarvan zullen we de task force vragen hoe de burgeravonden vorm kunnen worden gegeven: of we dat in november doen, in januari, etc. De VVD-fractie heeft gesproken over de regisseursrol in verband met de accommodaties en de heer Boots had het in dit verband over de sportstichting, etc. Laten we die punten er allemaal op die manier bij betrekken; daar is de regisseursrol ook voor. Sprekend over de belastingverhoging, heeft de VVD-fractie verwezen naar het huidige Limburgse gemiddelde. De totale OZB-capaciteit maakt onderdeel uit van de berekening van de algemene uitkering uit het gemeentefonds. Ik ben eerlijk gezegd een beetje bang dat er vandaag of morgen een sluwe vos in Den Haag opstaat, die gaat zeggen dat de feitelijke OZB-tarieven die we thans hebben weliswaar van geen invloed zijn op de algemene uitkering, maar dat dat toch maar zou moeten worden ingevoerd. Jaren geleden heb ik dat wel eens van iemand gehoord die een rode stropdas droeg, meneer Öztürk! In het kader van de afspraken die nu gemaakt zijn, handelen wij heel verstandig en dat zullen we de burger ook moeten uitleggen. Overigens heb ik in de kerntakencafés van de burgers, vrijwilligers en ondernemers gehoord dat Roermond wat te bieden heeft en dat dat ook iets mag kosten. Ik was heel blij dat te horen en heb er vertrouwen in dat wij dit de burgers in de toekomst ook kunnen uitleggen. De heer Boots heeft er terecht op gewezen dat, als alle moties die nu voorliggen voor honderd procent geëffectueerd zouden worden, een bedrag van € 550.000,- à € 600.000,- elders zou moeten worden gezocht. Voorts merkte hij op dat de bezuiniging van € 10,5 miljoen ook wel eens € 11,5 miljoen zou kunnen worden. Het is afhankelijk van de decentralisaties die op ons afkomen, maar ik ben ervan overtuigd dat de manier waarop we het nu doen heel zorgvuldig is. De heer Boots heeft de burgeravond in Swalmen als voorbeeld genoemd voor de manier waarop de communicatie gestalte zou moeten krijgen. Ik neem daar kennis van. Aandacht vroeg hij daarnaast voor de cumulatie. Het lijkt me goed dat we dat zelf in de gaten gaan houden in het kader van de informatievoorziening aan de commissie. In de motie over VV Boekoel wordt het college uitgenodigd met de VV Boekoel, de VV Swalmen e.d. in gesprek te gaan. Wij zullen die motie uitvoeren, zoals ik eerder al heb gezegd. Het CDA maakte terecht een koppeling met de leefbaarheid. Daarom hebben wij ook de informatieavond
128
voor Boukoul gehouden. Alle kernen in Limburg staan onder druk wat de leefbaarheid betreft. Ik vind dat de corporaties daarin een veel grotere rol zouden moeten spelen. Ze bulken niet alleen van het geld, maar besteden het af en toe ook aan verkeerde zaken. Juist de leefbaarheid in de kleine kernen zou mijns inziens voor de corporaties veel meer dan in het verleden een taak moeten zijn. Dat de leerling in het onderwijs altijd voorop behoort te staan, zal door iedereen worden onderschreven. Toch krijg ik uit brieven die ik af en toe lees de indruk dat de leerling niet overal voorop staat, en daar kun je ook politiek verschillend over denken. In de Volkskrant of de NRC is een driedelige serie verschenen over de geweldige waanzin die wij in dit land hebben gecreëerd met de hogescholen. Twintig jaar geleden hadden we in dit land geloof ik 400 hogescholen/stichtingen, nu zijn er nog 80. Die bestuurders hebben nog nooit een leerling gezien! Ik vind dat wij ons ook in het basisonderwijs in Roermond wat dat betreft een spiegel mogen voorhouden en ons afvragen of het allemaal in het belang is van de leerlingen. Meer wil ik er nu niet over zeggen, dat zal collega Kemp wel doen in de commissievergadering. De heer Boots: Toen u zojuist zei dat de woningcorporaties barsten van het geld, had ik verwacht dat u eraan zou toevoegen dat ook de schoolbesturen barsten van het geld. Wethouder Van Rey: In een discussie in het college heb ik dat wel gevraagd, maar ik heb er nog geen antwoord op gekregen, zodat ik dat nu niet durf te zeggen. Wat ik wel weet, is dat ze hele goede salarissen hebben. De heer Coenen: Ik weet dat dat wel eens wordt gezegd, met een verwijzing naar de reserves, maar kijk dan ook naar de grote bezuinigingsslagen, dus naar het totaal. Wethouder Van Rey: Dat geldt voor alles. Ik hoop dat de heer Moison tevreden is met mijn antwoord op de vraag hoe alles wat we vandaag afspreken door de raad gevolgd kan worden, namelijk in één commissie. Het onderdeel communicatie zal daarin ook aan de orde komen. Een van de liedjes van Marco Borsato heet ‘Vandaag is rood’. Enkele maanden nadat hij dat had gezongen in Arnhem, bleek dat hij zelf tot geweldige ombuigingen moest komen! In de vorige raadsvergadering droeg ik een blauwe stropdas en toen heeft de heer Moison daar niets over gezegd. Overigens vind ik dat hij zich zelf de laatste tijd nogal blauw kleedt, vandaag ook weer! Maar alle gekheid op een stokje: ik meen te hebben aangegeven dat, los van welke politieke kleur dan ook, externe factoren een rol spelen, zowel nationaal als internationaal, waarop wij geen enkele invloed kunnen uitoefenen. Wie had jaren geleden kunnen denken dat zelfs de Griekse financiële problematiek een doorvertaling zou krijgen in Roermond. Gehoord de opmerkingen van mevrouw Van Beers – en ook de heer Coenen is erop ingegaan – ben ik blijkbaar niet duidelijk genoeg geweest toen ik het over gemengde wijken had. Gemengde wijken zijn heel goed voor een multiculturele samenleving. De heer Pleyte heeft zich kritisch uitgelaten over de opmerking in het stuk dat wij als overheid niet de illusie hebben dat het tempo van veranderingen in de samenleving altijd bij te houden is. Overheden hebben nog nooit het tempo van burgers en bedrijfsleven kunnen bijhouden; de laatste zijn altijd veel sneller geweest. Ik breng dit ook in relatie tot de wijken. Als wij daar namelijk in het verleden in het kader van de woningtoewijzing een ander beleid hadden gevoerd, was de PVV niet ontstaan en zou die ook niet nodig zijn geweest. Het is echter niet eerlijk verdeeld, ook in deze regio niet. Wij hebben hier wijken met 52% niet-westerse allochtonen, wat absoluut niet goed is voor de integratie, en wij hebben om ons heen ook witte dorpen. Daar zal een keer iets aan gedaan moeten worden. Als dat echter ter sprake komt in de woningvisie, vinden wij geen gehoor. Ik neem toch aan dat mevrouw Van Beers en de heer Coenen het met mij eens zullen zijn dat het niet goed is, noch voor de autochtone, noch voor de allochtone bevolking, dat
129
er wijken zijn met 52% niet-westerse allochtonen. Het zal evenwichtiger moeten worden. Als gezegd wordt dat gemengde wijken noodzakelijk zijn, vind ik dat prima, maar niet in de percentages die Roermond heeft in sommige wijken. De heer Coenen: Sommige percentages zijn inderdaad helemaal uit het lood geslagen. Wij ondersteunen u ook, als wij te horen krijgen hoe transparant op een ander podium over de regionale woonvisie gepraat wordt. Dat bekrachtigen wij net zo goed. Wethouder Van Rey: Het zijn feitelijkheden. Ik heb begrepen dat het aantal stemmen dat de PVV in bepaalde wijken haalt de achtergrond is van de vragen van de PVDE en de VVD. Als men tien, twintig jaar geleden beter had geluisterd naar de burgers en naar sommige bestuurders – het zijn er niet veel geweest die dat hebben gezegd –, hadden we die problemen nu wat minder gehad en zou het resultaat van de integratie ook beter zijn uitgevallen. De heer Coenen: Deze discussie kunnen we niet in twee minuten af maken, maar het is wel verbazingwekkend dat ook in allerlei andere gemeenten een groot deel van de bevolking voor die zelfde club heeft gekozen, terwijl ze daar die percentages niet hebben. Wethouder Van Rey: Maar juist in wijken met een oververtegenwoordiging haalt men heel veel stemmen… De heer Coenen: Dat is duidelijk, maar daar komen we op een zaterdagmiddag als deze niet uit. Wethouder Van Rey: Dat weet ik, maar omdat de heer Pleyte zei dat we wat tempo moeten maken, heb ik willen aantonen dat overheden het tempo van de burgers en van het bedrijfsleven nooit kunnen volgen. Helaas, voeg ik eraan toe, want mijn persoonlijke karakter is er juist een van tempo maken, zorgvuldigheid met snelheid. Het is een discussie die we niet alleen regionaal, maar ook provinciaal moeten aangaan, nu de PVV ook vertegenwoordigd is in het Limburgs parlement, zelfs in het dagelijks bestuur. Ik hoop op de steun van de raad te kunnen rekenen als ik zeg dat we daarop de bestuurders die daar niet van willen horen kritisch moeten aanspreken. In tweede termijn heeft de heer Pleyte opnieuw het beeld geschetst dat deze nota wel eens op de grote stapel terecht zou kunnen komen. Met mijn uitleg hoe we de commissie hierbij gaan betrekken, de burgers zullen informeren en vragen hoe zij erover denken, hoop ik duidelijk te hebben gemaakt dat dat niet zal gebeuren. Het proces van de kerntakendiscussie wordt vandaag echter wel afgesloten, nu gaan we aan de uitwerking beginnen. Over het tempo wil ik tenslotte nog het volgende zeggen. D66 en ook andere partijen, waaronder de VVD, strijden al tientallen jaren voor een kleinere overheid. Hoe kleiner die overheid is, hoe meer snelheid erin kan worden gebracht. De veranderingen die zich in de samenleving voordoen zijn voor de lokale overheid moeilijk bij te houden. Vaak komt er pas wet- of regelgeving op het moment dat het probleem al volledig is uitgekristalliseerd, met alle gevolgen van dien. Met de instrumenten die wij hebben, proberen wij er niettemin zoveel mogelijk snelheid in te brengen. Wat jammer vond ik dat de heer Coenen, sprekend over onze medewerkers, zich afvroeg of zij er ook als mens bij betrokken zijn. Ik verzoek hem dat terug te nemen, want de ambtenaren verdienen meer waardering. Zij zijn er niet alleen als dienstverlener van de publieke zaak bij betrokken, maar uiteraard ook als mens. Mensen die bij de politie of bij de sociale dienst werken, hebben zich natuurlijk aan bepaalde wet- en regelgeving te houden, maar gelukkig zijn er heel veel in dit land die ook als mens handelen, en zo hoort het ook. Voor bestuurders geldt dat ook. Ik spreek af en toe met emotie, juist omdat ik een mens ben.
130
De heer Coenen: Dat geldt voor mij ook. Volgens mij lijken we wat dat betreft wel op elkaar. Als ik het heb over het mens zijn, doel ik op mensen die soms dienstklopperig alleen de regels najagen. Je kunt jezelf echter ook op een bepaalde manier bewijzen door net een stapje meer te doen. Ik hoop vooral die mensen in onze organisatie aan te treffen. Dat wil ik graag meegeven: als mens kun je soms meer dan de regels toelaten. Wethouder Van Rey: Die mensen zijn ook in onze organisatie aanwezig. De afgelopen colleges hebben de medewerkers steeds op het hart gedrukt om, als een burger of ondernemer iets vraagt, vooral na te gaan hoe daaraan tegemoet kan worden gekomen. Het is ‘ja, tenzij’ in plaats van ‘nee, mits’. De heer Coenen heeft tenslotte nog niets over cultuur gezegd. Momenteel vindt daarover in Nederland een geweldige discussie plaats in verband met de macro bezuiniging van € 200 miljoen. Cultuur is beschaving en daarom blijft daarvoor in Nederland ook een heel groot bedrag over. Ook in de stad Roermond hebben wij met de investering in de ECI laten zien dat wij daarvoor onze nek uitsteken. In onze gesprekken met investeerders en in onze acquisitiegesprekken wordt altijd gekeken of er niet alleen een aantrekkelijk werkklimaat is, maar ook een aantrekkelijk klimaat voor wonen, recreatie, cultuur, retail, enz. De voorzitter: De grootste ombuiging die we vandaag hebben meegemaakt, was die van een hysterische naar een historische dag. Aan de orde is thans de besluitvorming, allereerst over de financiële kadernota en de kerntakendiscussie. Ik stel vast dat iedereen daarmee akkoord gaat. Vervolgens is de besluitvorming aan de orde over de 24 moties. Ik ga deze moties niet alle afzonderlijk aftikken, want ze zijn door iedereen ingediend, c.q. onderschreven. Uit de notulen blijkt verder wie ergens een voorbehoud maakt. Ik stel ze daarom als één collectieve motie aan de orde en stel vast dat daarmee unaniem wordt ingestemd. Ik wens iedereen verder een prettige dag. 4. Sluiting. De voorzitter sluit te 14.20 uur de vergadering. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 22 september 2011. De raad der gemeente Roermond, De griffier,
De voorzitter