INDEX VOOR DE RAADSVERGADERING VAN 30 SEPTEMBER 2010 1. Opening............................................................................................................................................... 178 2. Vaststelling van de agenda. ................................................................................................................ 178 3. Notulen van de openbare raadsvergaderingen van 10 juni en 8 juli 2010........................................... 178 4. Ingekomen stukken. ............................................................................................................................ 178 5. Voorstel van het college om in te stemmen met het aanvragen van financiële middelen voor het ruimen van explosieven uit WOII (raadsvoorstel nr. 2010/068/01). .................................................... 179 6. Voorstel van het college om de burgemeester en de wethouders IJff, Kemp en Moussaoui te benoemen in de algemene ledenvergadering van de Euregio Rijn-Maas-Noord (raadsvoorstel nr. 2010/071/01). ................................................................................................................................ 179 7. Voorstel van het college om, wegens de inwerkingtreding van de Wet veiligheidsregio’s, een nieuw gemeentelijke brandbeveiligingsverordening vast te stellen (raadsvoorstel nr. 2010/075/ 01)....................179 8. Voorstel van het college om de financiële consequenties van de junicirculaire 2010 in de gemeentebegroting te verwerken (raadsvoorstel nr. 2010/069/01)..................................................... 179 9. Voorstel van het college om in te stemmen met een begrotingsaanpassing van € 72.000,- voor overdracht eigendommen van woonwagencentra (raadsvoorstel nr. 2010/066/01)............................ 179 10. Voorstel van het college om in te stemmen met aanpassing van de Legesverordening om trouwen op zondag 10-10-2010 mogelijk te maken (raadsvoorstel nr. 2010/055/01).......................... 179 11. Voorstel van het college om een standpunt in te nemen over de ingekomen zienswijzen tegen het ontwerpbestemmingsplan Geluidsscherm N 293 Noord en dit bestemmingsplan gewijzigd vast te stellen (raadsvoorstel nr. 2010/070/01). .................................................................................. 179 12. Voorstel van het college om de benodigde wijzigingen in APV en Legesverordening vast te stellen in het kader van de invoering van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) (raadsvoorstel nr. 2010/073/01). ......................................................................................................... 179 13. Voorstel van het college om een gedeelte van de Daalakkerweg aan het openbaar verkeer te onttrekken (raadsvoorstel nr. 2010/076/01)......................................................................................... 179 14. Voorstel van het college om de Bestuursrapportage 2010 vast te stellen (raadsvoorstel nr. 2010/078/01). ...................................................................................................................................... 179 18. Voorstel van het college over een wijziging van de Bouwverordening (raadsvoorstel nr. 2010/ 082/01). ............................................................................................................................................... 179 15. Voorstel van het college om een aantal verordeningen op de heffing en invordering van een BIZ-bijdrage (Bedrijven InvesteringsZone) vast te stellen (raadsvoorstel nr. 2010/074/1). ................. 179 16. Voorstel van het college om de zienswijzen 1 t/m 6 tegen het Stedenbouwkundig en beeldkwaliteitsplan Roerdelta Fase 1 ontvankelijk en ongegrond te verklaren en het stedenbouwkundig plan en het beeldkwaliteitsplan vast te stellen (raadsvoorstel nr. 2010/067/ 01) ......................................................... 188 17. Voorstel van het college inzake het geactualiseerde welstandsbeleid, omvattende de Nota beeldkwaliteit, het reclamebeleid en het terrassenbeleid (raadsvoorstel nr. 2010/059/01). ................ 191 19. Vragenuur. .......................................................................................................................................... 200 20. Sluiting. ............................................................................................................................................... 200
Openbare raadsvergadering, gehouden op 30 september 2010
ZEVENDE VERGADERING
Aanwezig: de heer A.C.P. Peters, plaatsvervangend voorzitter; de heer J. Vervuurt, griffier; de dames P.T.G.J Beeren-Adriaans (S.P.), W.H.M.A. van Beers (S.P.), M. Faber-Doornebosch (P.v.d.A.), M.H. Pilz-van Elven (D.S.), M.A.J. Smitsmans-Burhenne (GroenLinks), K.C.J. Straus (V.V.D.) E.M. Thissen-Heynen (P.v.d.A.) en A.P.H. Waajen-Crins (C.D.A.) en de heren H.J.M. Achten (V.V.D.), Ö.F. Aslankurt (C.D.A.), A. Bayrak (P.v.d.A.), H. Boots (B.B.R.), J.T.M. Breugelmans (C.D.A.), T.A.K.H.G. Dohmen (V.V.D.), D.W.H. Franssen (V.V.D.), P.G.M.A.B. Heijnen (B.B.R.), H.M. Hutjens (V.V.D.), M.J. Huurdeman (V.V.D.), H.J.A. Jacobs (C.D.A.), S. Kabakci (V.V.D.), C.T.P. Moison (GroenLinks), E.M.A. Oele (V.V.D.), S. Öztürk (P.v.d.A.), A.C.P. Peters (V.V.D.), F.J. Pleyte (D66), J. Puper (V.V.D.), E.K. Ramdani (P.V.D.E.) en G.H.G.M. Smeets (D.S.), leden. Tevens aanwezig: R.L. Moussaoui (V.V.D.) en de heren J.F.B. van Rey (V.V.D.), G. IJff (P.v.d.A.) en V.G.J. Zwijnenberg (V.V.D.), wethouders. Afwezig: de heren L.W.M. Coenen (Stadspartij Roermond), L.G.A. Guffens (C.D.A.) en E.F.J.M. Lomans (V.V.D.), alsmede de heren H.M.J.M. van Beers (burgemeester) en W.A.J. Kemp (wethouder).
178
1. Opening. De plaatsvervangend voorzitter (de heer Peters) opent te 18.00 uur de vergadering en verzoekt een moment stilte om eenieder in de gelegenheid te stellen tot een gebed of overweging. Hierna spreekt hij als volgt: Dames en heren. Hartelijk welkom. Zoals u hebt gemerkt, is de stadsdichter vandaag niet aanwezig. Ook de burgemeester is verhinderd deze vergadering bij te wonen. Hij zal morgen zijn werk weer hervatten en wenst u allen een vruchtbare vergadering toe. In de afgelopen periode zijn er maar liefst drie geboorten geweest waarbij leden van deze raad een rol hebben gespeeld, een productief gezelschap, en het zal u niet verbazen dat zij allen uit de coalitie komen! Ik noem de jonggeborenen even: Berra Elif, dochter van Selçuk Öztürk, geboren op 19 juli 2010, Kayra, zoon van Senol Kabakci, geboren op 30 juli 2010, en Alaine, dochter van Guido Lomans, geboren op 8 september 2010. Ik kan u voorts mededelen dat Guido Lomans op 15 september in het huwelijk is getreden met Carla van Munster, waarvoor bij deze nogmaals van harte proficiat. Op hun trouwdag heeft het bruidspaar van ons een bloemetje gekregen, zoals u zult begrijpen. Dat is overigens niet de reden dat Guido Lomans vandaag niet aanwezig kan zijn; dat heeft met zijn werk te maken. De twee aanwezige trotse vaders bied ik bij dezen een cadeautje aan; de derde zal het thuis bezorgd krijgen. Tenslotte meld ik u dat Leon Guffens wegens familieomstandigheden verhinderd is de vergadering bij te wonen. Wij wensen de familie Guffens van hieruit veel sterkte toe. Ik mis ook onze vriend Coenen, maar van hem hebben wij geen afmelding ontvangen. De heer Puper: Mijnheer de voorzitter. Ik heb de griffier laten weten dat de heer Dohmen momenteel ergens in een file verkeert en later ter vergadering zal komen. De voorzitter: Waarvan acte. Als stemmingsnummer wordt getrokken nr. 6, zodat de heer Bayrak in voorkomend geval het eerst aan de beurt van stemmen is. 2. Vaststelling van de agenda. De voorzitter: Dames en heren. In het presidium is nog onduidelijkheid blijven bestaan over de vraag of over agendapunt 14 vandaag het woord zal worden verlangd. De meeste aanwezigen hadden er geen behoefte aan, vandaar dat ik me kan voorstellen dat het als hamerstuk kan worden afgedaan. Hetzelfde geldt voor agendapunt 18, waarover u een raadsinformatiebrief hebt ontvangen. Ik stel vast dat u daarmee kunt instemmen. De agenda wordt aldus gewijzigd vastgesteld. 3. Notulen van de openbare raadsvergaderingen van 10 juni en 8 juli 2010. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming worden deze notulen achtereenvolgens ongewijzigd vastgesteld. 4. Ingekomen stukken. Mevrouw Pilz-van Elven: Mijnheer de voorzitter. Wij stellen er prijs op een kopie te ontvangen van het antwoord dat het college zal sturen op de subsidieaanvraag van de Stichting Wilskracht en de tennisclub Swalmen. De voorzitter: Akkoord.
179
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna conform de voorgestelde afdoening besloten. Hamerstukken 5. Voorstel van het college om in te stemmen met het aanvragen van financiële middelen voor het ruimen van explosieven uit WOII (raadsvoorstel nr. 2010/068/01). 6. Voorstel van het college om de burgemeester en de wethouders IJff, Kemp en Moussaoui te benoemen in de algemene ledenvergadering van de Euregio Rijn-Maas-Noord (raadsvoorstel nr. 2010/071/01). 7. Voorstel van het college om, wegens de inwerkingtreding van de Wet veiligheidsregio’s, een nieuw gemeentelijke brandbeveiligingsverordening vast te stellen (raadsvoorstel nr. 2010/075/01). 8. Voorstel van het college om de financiële consequenties van de junicirculaire 2010 in de gemeentebegroting te verwerken (raadsvoorstel nr. 2010/069/01). 9. Voorstel van het college om in te stemmen met een begrotingsaanpassing van € 72.000,- voor overdracht eigendommen van woonwagencentra (raadsvoorstel nr. 2010/066/01). 10. Voorstel van het college om in te stemmen met aanpassing van de Legesverordening om trouwen op zondag 10-10-2010 mogelijk te maken (raadsvoorstel nr. 2010/055/01). 11. Voorstel van het college om een standpunt in te nemen over de ingekomen zienswijzen tegen het ontwerpbestemmingsplan Geluidsscherm N 293 Noord en dit bestemmingsplan gewijzigd vast te stellen (raadsvoorstel nr. 2010/070/01). 12. Voorstel van het college om de benodigde wijzigingen in APV en Legesverordening vast te stellen in het kader van de invoering van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) (raadsvoorstel nr. 2010/073/01). 13. Voorstel van het college om een gedeelte van de Daalakkerweg aan het openbaar verkeer te onttrekken (raadsvoorstel nr. 2010/076/01). 14. Voorstel van het college om de Bestuursrapportage 2010 vast te stellen (raadsvoorstel nr. 2010/078/01). 18. Voorstel van het college over een wijziging van de Bouwverordening (raadsvoorstel nr. 2010/082/01). Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig deze voorstellen en de daarbij behorende ontwerpbesluiten. Bespreekstukken. 15. Voorstel van het college om een aantal verordeningen op de heffing en invordering van een BIZ-bijdrage (Bedrijven InvesteringsZone) vast te stellen (raadsvoorstel nr. 2010/074/1). De voorzitter: Dames en heren. Het voorstel is behandeld in de commissie Bestuur en Middelen van 13 september 2001. De commissie bleek met name bezorgd over de negatieve financiële gevolgen van de invoering van deze verordening voor het Roermondse verenigingsleven. Naar aanleiding hiervan zijn een aantal aanpassingen in de afbakening doorgevoerd, waardoor de verenigingen nu en in de toekomst niet in de heffing betrokken zullen worden. Mevrouw Waayen van de CDA-fractie zal zich onthouden van deelname aan de discussie en de besluitvorming over dit onderwerp, omdat zij hierbij beroepsmatig betrokken is. Zij zal derhalve de vergadering tijdelijk verlaten.
180
(Mevrouw Waayen-Crins verlaat te 18.09 uur de vergadering.) De heer Öztürk: Mijnheer de voorzitter. De Bedrijven-Investeringszone is een instrument van, voor en door ondernemers. Het is een experimentenwet en de rol van de gemeente daarin is het innen van de gelden. In de commissie hebben wij er uitvoerig over gesproken. Momenteel zijn er veel ondernemers die niet meedoen, waardoor de inkomsten voor bepaalde zones te gering zijn om bepaalde activiteiten te kunnen ondernemen. Door deze wet worden zogenaamde free lifters, mensen die gebruik of misbruik maken van andere investeerders, aangepakt, waardoor meer geld op tafel komt om in bepaalde zones te kunnen investeren. De PvdA ondersteunt dit idee. Inmiddels heb ik een amendement gezien dat hierover zal worden ingediend. Alvorens daarop in te gaan, wil ik graag de argumentatie van de indieners vernemen. In tweede termijn zal ik er dan op terugkomen. De heer Moison: Mijnheer de voorzitter. Wij hebben eens in den lande rondgekeken, vooral in de gemeenten in onze buurt, Weert en Venlo, en ontdekt dat zij niet zo wild zijn om deze BIZbelasting of -tax te heffen. In de commissie hebben wij er uitgebreid over gesproken en onder andere stilgestaan bij de vraag waarvoor dit is bedoeld en hoe deze verordening eigenlijk is opgesteld. In de groene flap is vervolgens een nadere toelichting verstrekt en zijn een aantal vragen beantwoord. Het stuk is in feite is opgebouwd uit twee delen: het vaststellen van de verordening en een besluit van het college om € 15.000,- beschikbaar te stellen ten behoeve van de werkzaamheden die verband houden met het invorderen van deze tax. Wij hadden verwacht dat ons dan ook een dubbelbesluit zou worden voorgelegd, waarin enerzijds genoemd collegebesluit ter accordering aan ons zou worden voorgelegd en anderzijds een voorstel tot vaststelling van de verordening. Wij verkeren nu enigszins in dubio, omdat wij niet volledig worden geïnformeerd. Ik zeg niet dat we helemaal niet geïnformeerd worden, maar wel dat we niet op een goede manier worden geïnformeerd bij het nemen van dit besluit. In mijn bijdrage zal ik het voorstel daarom opsplitsen in twee delen. In het verleden werden revitaliseringen van bedrijventerreinen door Europese, c.q. provinciale subsidies ondersteund, om zo achterstanden met betrekking tot bedrijventerreinen weg te werken. Die gelden hebben wij binnengehaald en ik ben ervan uitgegaan dat in samenhang daarmee een soort bedrijvenclusters of verenigingen zouden ontstaan om het vervolgtraject in te zetten. Dat is echter niet gebeurd. De ondernemers die wel actief zijn geweest in dit soort trajecten willen nu dat de zogenaamde free lifters of free riders, zoals ze worden genoemd, mee gaan betalen. Ik zou die term overigens niet willen gebruiken, want deze ondernemers hebben misschien bepaalde redenen om niet mee te doen. In de volksmond heten ze dan wel free riders, maar ik vind dat een beetje een vreemde naam. Zij zien er wellicht nut en noodzaak niet van in, terwijl andere ondernemers de uitstraling van een bedrijventerrein wel belangrijk vinden. In de commissie veronderstelden wij dat, voordat zoiets wordt gedaan, eerst een soort peiling onder de ondernemers zou worden gehouden om te weten te komen of er voldoende animo is voor een dergelijke tax. De wethouder heeft ons echter medegedeeld dat dat traject pas zal worden ingezet als de verordening is vastgesteld. Het wordt dus achteraf gedaan en het resultaat daarvan wachten wij met belangstelling af. Ik kom nu bij het tweede deel van het stuk, het besluit van het college, waarover deze raad geen beslissing hoeft te nemen, terwijl hiervoor eigenlijk financiële verantwoording behoort te worden afgelegd, omdat het volgens mij zal leiden tot een wijziging in de begroting. Van de wethouder wil ik graag weten of hij het met ons eens is dat dit aan de raad had moeten worden voorgelegd. Wij hebben in ieder geval enige problemen met dit bedrag van € 15.000,-, omdat het hier een activiteit betreft van, voor en door de ondernemers, zodat die ook door de ondernemers gedragen zou moeten worden. Het is immers in hun belang. Als ik als ondernemer bepaalde investeringen in de omgeving doe, doe ik dat om daaruit voordeel te verkrijgen. De ge-
181
meente kan wel ondersteuning verlenen ten aanzien van de verordening, maar het gaat niet aan dat zij de financiële lasten daarvan voor haar rekening neemt. Bijna alle verenigingen in Roermond hebben begin dit jaar een brief van de gemeente ontvangen met de waarschuwing dat er bezuinigd zal moeten worden en ik had verwacht dat ook de ondernemers zo’n brief zou zijn toegestuurd. GroenLinks hanteert wat dat betreft de stelregel ‘gelijke monniken, gelijke kappen’. Er staan bezuinigingen voor de deur en we zijn bezig met een kerntakendiscussie en tegen die achtergrond gaat het niet aan bepaalde groeperingen geld toe te zeggen, of diensten eigenlijk, die we niet kunnen waarmaken. Mogelijk zal dit verhaal namelijk bij de kerntakendiscussie in juni weer komen te vervallen omdat we moeten bezuinigen. Met dit voorstel kunnen we het dan ook eigenlijk niet eens zijn. Naar aanleiding van uw voorstel om deze verordening vast te stellen hebben wij een amendement opgesteld dat zal worden ingediend door mevrouw Pilz, waarin wij kenbaar maken dat wij het financiële deel van dit verhaal niet willen dragen. Mevrouw Van Beers: Mijnheer de voorzitter. Voor het grootste deel kan ik me aansluiten bij de woorden van collega Moison. Wij vragen ons ernstig af hoe dit voorstel zich verhoudt tot de straks te voeren kerntakendiscussie. Waar we willen teruggaan naar wat een gemeente echt hoort te doen, is het de vraag of we hiertoe wel moeten overgaan. Wat zal hier naar verwachting van de wethouder uitkomen? Voorts vragen wij ons af hoe de steekproef is uitgevoerd waarover de wethouder tijdens de commissievergadering sprak. Hoeveel ondernemers is daarin om hun mening gevraagd? Blij zijn wij overigens dat de verenigingen, clubhuizen e.d. eruit zijn gehaald, want dat was een erg groot struikelblok, en waarschijnlijk niet alleen voor ons. Met het bedrag van € 15.000,- hebben wij echter, net als de heer Moison, grote moeite. De heer Boots: Mijnheer de voorzitter. Laat ik meteen beginnen met het antwoord van het college in de groene flap, want daarin heb ik een tegenstrijdigheid ontdekt. Op pagina 2 schrijft het college dat de verenigingen gespaard worden, met de codes omschreven die eruit gehaald worden, maar op pagina 4 staat iets wat precies het tegenovergestelde is. Mijns inziens is dat fout en had dat eruit gehaald moeten worden. Graag hoor ik van het college een correctie in die zin. In den lande is de BIZ niet nieuw. Er zijn al verschillende BIZ’en gepasseerd en ook afgeblazen, onder andere in Rotterdam en Weert. We moeten dus niet doen alsof wij er al zijn. Er volgt nog een heel nauwgezette procedure voordat de BIZ er is. 50% van de ondernemers moet reageren, de van die 50% moet 2/3 vóór zijn en bovendien moeten ze ook nog eens 50% van de totale WOZ-waarde in hun bezit hebben. Die voorwaarden zijn nog lang niet ingevuld en we moeten maar hopen dat het goed afloopt. In die zin heeft het college nog een opdracht te vervullen, want het creëren van draagvlak zal in alle geheimhouding moeten gebeuren, opdat het straks niet te herleiden is. Tenslotte moet ik zeggen dat het mij verwondert dat niemand het in de commissievergadering over de verenigingen heeft gehad en dat dat onderwerp vanavond pas aan de orde wordt gesteld, maar dat zal wel eigen zijn aan de politiek. Mevrouw Pilz-van Elven: Mijnheer de voorzitter. Bij de woorden van de vorige sprekers kan ik mij aansluiten. Mede namens D66, GroenLinks en de Stadspartij Roermond dien ik thans een amendement in voor wat betreft de kosten die naar onze mening niet voor rekening van de gemeente zouden moeten komen in een tijd waarin wij iedere euro goed kunnen gebruiken. Waar de verenigingen eerder een brief van het college hebben ontvangen met de mededeling dat ze er rekening mee moeten houden dat er iets in de subsidies gaat veranderen, vinden wij het een beetje onverteerbaar dat voor de bedrijven zomaar een bedrag van € 15.000,- beschikbaar wordt gesteld. Wij kunnen ons wel voorstellen dat de bedrijven niet blij zullen zijn met deze kos-
182
ten, maar als het ze het zelf zouden moeten innen zou het waarschijnlijk duurder worden en ook veel meer werk voor hen betekenen. De heer Puper: Mijnheer de voorzitter. De VVD is buitengewoon blij met dit voorstel. In mijn bijdrage wil ik er het licht op laten schijnen vanuit de achtergrond van het bedrijfsleven, waarin ik tot een halfjaar geleden heb mogen verkeren. In het multidisciplinaire bedrijfsleven moesten alle activiteiten die ontwikkeld werden gefinancierd worden door ongeveer 40% van de bedrijven, terwijl dat percentage in het branchaal bedrijfsleven op 60% lag. Dat waren altijd de bedrijven die de lasten droegen voor alles wat in de omgeving van de bedrijven, in welke zin dan ook, georganiseerd of voorbereid werd. Dat in aanmerking nemend, vind ik de BIZ een uitstekend vehikel om een maximale participatie te bereiken van het bedrijfsleven voor het bedrijfsleven. Het college maak ik een compliment voor de antwoorden die zijn gegeven op de gestelde vragen en voor de zorgvuldigheid die op basis van de gedane toezegging is betracht om de kaarten nog eens goed te bekijken. De heer Boots is de eerste geweest die het over de verenigingen heeft gehad, maar het is iets wat bij vele partijen op het netvlies is gekomen: de vraag of dat iets is wat wij erbij willen, wat niet uitsluit dat het voor de verenigingen die op enig moment willen participeren niet is uitgesloten in de toekomst. Wij hebben kennis genomen van het feit dat kerkgebouwen, of gebouwen waarin eucharistie- of soortgelijke diensten worden gehouden, zijn vrijgesteld, en dat is prima. Wij weten echter ook dat organisaties als het bisdom of anderszins onroerend goed in bezit hebben waarin volstrekt andere activiteiten plaatsvinden dan waarvoor een geloofsgemeenschap primair is opgericht. Ik wil graag van het college vernemen of deze net als de kerkgebouwen zijn uitgezonderd. Ik veronderstel van niet, maar ik wil dat graag bevestigd hebben. Als de BIZ er eenmaal is, zijn er nog veel meer mogelijkheden die te baat kunnen worden genomen, maar daarop willen wij later graag nog eens terugkomen. Het is in ieder geval een vehikel dat voor de bedrijven uitstekend kan functioneren op meer gebieden dan wij nu veronderstellen. Zoals op de eerste pagina van het stuk te lezen valt, is hier ook sprake van een ondernemersinitiatief. Wij vinden het belangrijk dat ondernemers de verantwoordelijkheid nemen om zoiets tot stand te brengen en zijn van mening dat zij daarin ondersteund behoren te worden. De redenering die de heer Moison heeft ontvouwd vind ik op onderdelen eerlijk gezegd een beetje wonderlijk. Eerst geeft hij blijk van twijfel aan de participatie en vervolgens gebruikt hij een term als ‘gelijke monniken, gelijke kappen’. Daarvoor is het nu juist bedoeld: om ook wat dat betreft dingen te organiseren. Wij vinden het heel verantwoord deze kosten te nemen om dit tot stand te brengen. Een bedrag van € 15.000,- staat onzes inziens in geen verhouding tot wat wij ermee kunnen bereiken. Op 11 november a.s. kunnen wij wat dat betreft ons licht laten schijnen over de hele begroting voor het jaar 2011. Op het amendement zal ik in tweede termijn terugkomen. Wij zijn in ieder geval blij erg blij met het voorstel en zullen er van harte mee instemmen. Daarmee neem ik al een hypotheek op wat in het amendement staat. De heer Jacobs: Mijnheer de voorzitter. Het hele BIZ-verhaal is iets van en voor ondernemers en dat is zonder meer positief. Het is best moeilijk om zo ver te komen dat hieraan vorm kan worden gegeven, maar het is wel een heel democratisch proces en daar zijn wij heel blij mee. In die zin hebben wij helemaal niet zoveel moeite met dit voorstel. De heer Boots was de enige die in de commissievergadering de verenigingen ten tonele voerde en de vraag stelde hoe het daarmee stond. Verschillende fracties, waaronder ook de onze, moet ik met het schaamrood op mijn kaken erkennen, hebben bij nader inzien moeten concluderen dat de manier waarop het werd voorgesteld niet goed was en wij waren dan ook blij met de opmerkingen van Burger Belangen Roermond in dezen. Tevreden zijn wij ook met de reactie
183
van het college daarop die helemaal in de richting gaat van wat wij in de commissie gevraagd hadden. Wat het amendement betreft dat inmiddels door een aantal partijen is ingediend… De voorzitter: Met uw goedvinden zal ik dat amendement eerst voorlezen – ik had dat eigenlijk al meteen na de woordvoering van mevrouw Pilz moeten doen –, anders weten de kijkers thuis helemaal niet waarop gereageerd wordt. De heer Jacobs: Akkoord. De voorzitter: Het amendement, ingediend door mevrouw Pilz van Demokraten Swalmen, mede ondersteund door GroenLinks, SP, D66 en Stadspartij Roermond luidt als volgt: Amendement nr. 10A04 “De raad van de gemeente Roermond, in vergadering bijeen op donderdag 30 september 2010; gezien het voorstel 2010/074/1 inzake het instellen van diverse BI-zones; in overweging nemende: 1. dat er tijdens de behandeling van dit voorstel in de commissie BM van 13 september 2010 met name ook discussie heeft plaatsgevonden over de uitvoeringskosten van deze regeling, begroot op € 15.000,-; 2. dat de BIZ-regelingen worden gekenmerkt als een instrument ‘van, voor en door ondernemers’; 3. dat het logisch is dat de ondernemers dan ook de kosten voor uitvoering van deze regeling dragen; 4. dat de Experimentenwet BIZ nadrukkelijk de mogelijkheid openlaat om de kosten voor uitvoering van de regeling ten laste van de te innen gelden te laten komen; 5. dat het college van B&W van Roermond echter deze uitvoeringskosten voor rekening van de gemeente wil nemen; 6. dat de gemeente – zeker in deze tijd van financiële krapte – elke euro hard nodig heeft; besluit de uitvoeringskosten van deze heffing niet ten laste van de gemeente te nemen, maar ten laste te brengen van de te innen gelden alvorens deze gelden aan de BIZ-stichtingen worden overgedragen.”
De heer Jacobs: Het amendement spitst zich toe op de financiën, waarbij gerefereerd wordt aan de aanstaande kerntakendiscussie. Die kerntakendiscussie moet nog worden gevoerd en daarop wil ik niet vooruit lopen. Dat de kosten voor rekening van de gemeente komen, vinden wij prima, om twee redenen. Allereerst heeft ook de gemeente voordelen bij deze regeling en ten tweede heeft het bedrijfsleven het al moeilijk. Zeker voor de kleinere zelfstandigen die hieraan meedoen is het goed dat de gemeente de uitvoeringskosten voor haar rekening neemt. Er kan wel een relatie worden gelegd met de brief die de verenigingen van de gemeente hebben ontvangen, maar dan zijn er nog wel 25 andere relaties te leggen. Ik vind dat prematuur; laten we dat vooral in de kerntakendiscussie meenemen. (De heer Dohmen komt te 18.30 uur ter vergadering.) Wethouder mevrouw Moussaoui: Mijnheer de voorzitter. Een poosje geleden richtten ondernemers uit de binnenstad en van bedrijventerreinen zich tot het college met de vraag of zij steun konden krijgen bij het oprichten van een Bedrijven-InvesteringsZone. Als reden daarvoor werden de terugtredende overheid en de komende bezuinigingen aangevoerd. Daarop wilden zij anticiperen en zij vonden – en wij vinden dat ook – dat een Bedrijven-InvesteringsZone daarvoor een goed middel is. Zoals iedereen zal weten, staat ons in het huidige gedoog- en regeerakkoord een bezuiniging te wachten van € 18 miljard. Verder zal het bekend zijn dat wij op dit moment ook overheidssubsidie verstrekken, zowel aan ondernemers op de bedrijventerreinen als aan ondernemers in de binnenstad. De BIZ krijgt vorm via een Experimentenwet, die in 2013
184
zal worden geëvalueerd en pas in 2015 definitief zal worden ingevoerd. Dit experimentele karakter heeft te maken met het feit dat de overheid eerst wil weten wat de ondernemers ervan vinden en hoe dingen in de praktijk werken. Het kan dan ook gebeuren dat er in steden als Venlo en Weert geen BIZ komt, omdat er niet voldoende draagvlak voor is, maar bijvoorbeeld in Hoogeveen en Den Haag, met een half miljoen inwoners, weer wel. In het buitenland is het al een succes en wij menen dat het ook in Roermond een succes kan worden. Omdat het een experimenteel karakter heeft en voortdurend toetsing moet plaatsvinden aan de Experimentenwet kan het voorkomen dat her en der nog wat verbeteringen worden doorgevoerd. Ik ben daarom blij met de opmerkingen die de heer Boots in de commissievergadering heeft gemaakt. Voor ons is dat reden geweest om de verenigingen en stichtingen zonder winstoogmerk er op dit moment uit te halen, zodat die niet onnodig belast worden. Aan de uitvoeringsovereenkomst zal straks een passage worden toegevoegd voor instellingen die een algemeen nut beogen, zijnde instellingen die ter zake een verklaring hebben van de fiscus, en volgens mij vallen daar ook bepaalde kerkelijke instituten onder. Deze instellingen hoeven dus geen bijdrage te betalen, krijgen die althans terug van de BIZ-stichting. Met de stichting is afgesproken dat, als ergens een bijdrage wordt geheven waar dat eigenlijk niet had moeten gebeuren, met die instelling in gesprek zal worden gegaan. Tot slot heeft de gemeente ook nog een discretionaire bevoegdheid, die haar de mogelijkheid biedt in te grijpen als men er niet uit zou komen, wat wij ons overigens niet kunnen voorstellen. Op pagina 4 staat inderdaad een foutje; dat is – alweer – bijzonder scherpzinnig opgemerkt door de heer Boots. Op grond van de Experimentenwet heeft de gemeente de mogelijkheid de kosten bij het innen van de bedragen in te houden en de gelden vervolgens door te storten. In de praktijk hebben alle gemeenten waarin de BIZ tot nu toe een succes is afgezien van het inhouden van de inningskosten die daarbij zijn gemaakt. Den Haag heeft meerdere BIZstichtingen en doet dat niet en Hoogeveen, de eerste BIZ-gemeente in Nederland, doet het evenmin. Sterker nog: Den Haag heeft maar liefst € 1 miljoen gereserveerd om de BIZstichtingen te kunnen steunen en Hoogeveen heeft toegezegd jaarlijks € 40.000,- als extra bijdrage te verstrekken aan de BIZ-stichtingen. De vraag is gesteld waarom de raad in dit geval niet een tweetal voorstellen wordt voorgelegd. Welnu, wij doen dat bij de WOZ en bij de precariobelasting ook niet en het zou daarom een beetje vreemd zou zijn om het nu wel te doen. De heer Moison: Kunt u dat eens wat nader toelichten? De WOZ is een wettelijke belasting, maar hier gaat het om een tax die door de ondernemers zelf geheven en geïnd kan worden en daarvoor wilt u gemeentelijke diensten ter beschikking te stellen voor een prijs van € 15.000,-. Dit is dus een heel andere manier van belasting dan de WOZ, namelijk een belasting die van, voor en door ondernemers is. Wethouder mevrouw Moussaoui: Dat klopt, maar het innen van WOZ- en precariobelasting kost ook geld, dat niet apart wordt gespecificeerd, maar gewoon doorloopt binnen de organisatie. Het zijn geen extra kosten die erbij komen, maar vergt een extra inspanning. De heer Moison: Hier is toch ook sprake van een extra inspanning? Wethouder mevrouw Moussaoui: Maar dit kan gewoon doorlopen binnen het reguliere traject, zoals nu ook gebeurt. Het college kan kosten binnen de reguliere uitvoeringsbudgetten onderbrengen en daarvoor hoeft geen apart voorstel aan de raad te worden voorgelegd. GroenLinks heeft gezegd het jammer te vinden dat pas cijfers bekend zullen worden over de peiling na het vaststellen van de verordening. Deze opmerking klopt niet helemaal. In de commissie heb ik de cijfers bekend gemaakt van de proefdraagvlakmeting. De proefdraagvlakmeting in de binnenstad heeft een respons van 28% opgeleverd, waarvan 71% vóór was en 29%
185
tegen. Ook op de bedrijventerreinen is een proefdraagvlakmeting gehouden, met een respons van 38%, waarbij 75% vóór was en 25% tegen. Het lijkt misschien weinig, maar vergeleken met de proefdraagvlakmetingen in andere gemeenten is het juist ontzettend goed. De meeste ondernemers doen nu nog niet mee omdat zij ervan uitgaan dat zij straks nog kunnen stemmen. De heer Öztürk: Mijnheer de voorzitter. In eerste termijn heb ik de indieners van het amendement gevraagd om een onderbouwing daarvan en dat hebben zij inmiddels keurig netjes gedaan. Wat mij opviel in de woordvoering van de heer Moison was dat hij sprak over ondernemers die in ‘hun’ omgeving zouden gaan investeren, waarvoor de gemeente dan € 15.000,- zou moeten betalen. Daarmee deed hij het voorkomen alsof dat niet ook ónze omgeving zou zijn en met die redenering ben ik het niet eens…. De heer Moison: En als die ondernemers winst draaien, is dat dan ook ónze winst? De heer Öztürk: Als ondernemers samen de veiligheid in hun Bedrijven-Investeringszone verbeteren, de graffiti aanpakken of het onderhoud op een hoger niveau brengen, komt dat ook ons ten goede. Dat is ook de reden waarom de gemeente naar onze mening mag meebetalen in de kosten. Wij betalen overigens nu al € 25.000,- aan bedrijventerreinen en straks betalen we voor de kerstversiering... De heer Moison: Een verhelderende vraag… De voorzitter: Nee, nu even niet. U krijgt in tweede termijn nog alle kans. De heer Öztürk: Wij betalen nu al € 25.000,- voor de bedrijventerreinen, € 30.000,- à € 40.000,voor de kerstversiering en € 175.000,- voor Roermond promotie. Nu, met een terugtredende overheid en bezuinigingen die aanstaande zijn, willen ondernemers een aantal zaken zelf doen. Het amendement dat nu is ingediend kan beter op een andere manier tijdens de kerntakendiscussie aan de orde worden gesteld, om te proberen daar de winst te halen in plaats van hier. Ik vind dat wij deze enthousiaste ondernemers niet tekort moeten doen met dit bedrag van € 15.000,- en dit voorstel volledig moeten ondersteunen. De heer Moison: Mijnheer de voorzitter. De bedragen van € 25.000,-, € 35.000,- en € 175.000,die de heer Öztürk zojuist opsomde komen al uit onze gemeentebegroting en dat vind ik wel voldoende. Moet daar nu nog eens € 15.000,- bij? Ik verkeerde in de veronderstelling dat wij hier in een liberale gemeente wonen, waar de VVD er altijd voor pleit de ondernemers vrij te laten en geen onnodige regeltjes te stellen. Nu gaan we de ondernemers subsidiëren en van allerlei diensten voorzien, om het liberalisme hoogtij te laten vieren. Ik begrijp dan ook niet dat een linkse rakker als de heer Öztürk dit soort trajecten ondersteunt en er dan ook nog aan toevoegt dat het bij de kerntakendiscussie eventueel nog kan worden teruggeschroefd. De heer Puper: Ik ben erg blij dat de heer Moison zich thuis voelt in deze stad, waarin de liberale geest heerst. Hij moet echter niet verleden en toekomst door elkaar gaan halen. In het verleden hebben wij betaald voor een aantal zaken en het is maar zeer de vraag of dat in de toekomst weer zal gebeuren. Daarvoor worden BIZ-gelden gegenereerd en daaruit worden dingen betaald. Wat er was en wat gaat komen moet daarom niet op één hoop worden gegooid. Dat is niet terecht in een objectieve beoordeling van dit voorstel. De heer Moison: Wat gaat komen is nog een verrassing, want we weten niet hoe de bezuinigingen zullen uitpakken.
186
De heer Puper: Dan moet u er ook geen hypotheek op nemen door ze nu te benoemen. De voorzitter: Laten we nu terugkeren tot het agendapunt. De heer Moison: De wethouder heeft in verband met het besluit over het bedrag van € 15.000,een vergelijking gemaakt met de WOZ, die me niet duidelijk is. Ik kan er op dit moment niets aan veranderen, want daarvoor beschik ik nu over onvoldoende kennis, maar ik wil graag nog eens onderzocht hebben of het inderdaad op die manier vergeleken kan worden. Wij zullen ons amendement in ieder geval handhaven, want wij vinden het niet reëel dat deze € 15.000,- ten laste wordt gebracht van de gemeente. Mevrouw Van Beers: Mijnheer de voorzitter. Uiteraard staan ook wij nog steeds achter het amendement. Er wordt nu een beetje gedaan alsof het bedrag van € 15.000,- maar een schijntje is, vergeleken met een gemeente als Den Haag, die er blijkbaar een hoop geld bij legt, maar als ik de bedragen hoor die de heer Öztürk heeft genoemd, schrik ik er een beetje van wat dit ons uiteindelijk meer moet gaan kosten. De heer Öztürk: Ik neem toch aan dat u die bedragen ook kent. U hebt ze zelf mede geaccordeerd. Mevrouw Van Beers: Waar ik van schrik is dat ze nu in een rijtje komen te staan en als ik dan hoor hoeveel bijvoorbeeld de gemeente Den Haag daar nog bij legt, vraag ik mij af hoeveel wij er in de toekomst nog bij zullen moeten leggen. De heer Boots: Mijnheer de voorzitter. Het college zeg ik allereerst dank voor de beantwoording en voor de correctie die inmiddels is doorgevoerd. De wethouder heeft verwezen naar de proef die is gehouden met een draagkrachtmeting. Daaruit is gebleken dat een flink aantal ondernemers niet heeft meegedaan en dat er op dit moment geen meerderheid voor is. Wat dat betreft is er nog werk aan de winkel om ervoor te zorgen dat in ieder geval meer dan 50% van de ondernemers zal meedoen. Naar aanleiding van het amendement dat is ingediend, zou ik kunnen verwijzen naar het standpunt dat wij eerder al eens in deze raad kenbaar hebben gemaakt, dat moties of amendementen die ons dinsdagavond tijdens onze fractievergadering niet bekend zijn niet door ons zullen worden gesteund, maar zo ver wil ik nu niet gaan, al wil ik het wel even in herinnering roepen. Wat mij om te beginnen opvalt, is dat het amendement mede is ingediend door een partij die vanavond niet aanwezig is, en dat is volgens mij juridisch niet mogelijk. Ik verzoek de indieners dan ook dat te corrigeren. De voorzitter: U hebt daarin wederom gelijk. De naam van de heer Coenen zal moeten worden geschrapt. Iemand die niet aanwezig is, kan geen mede-ondertekenaar zijn van een motie of amendement. Mevrouw Smitsmans-Burhenne: Dat verbaast mij, want volgens mij is het nagevraagd en is daarop geantwoord dat het wel zou kunnen. De voorzitter: Wij zullen het opzoeken in ‘het grote boek’ en er direct op terugkomen. De heer Boots: Onze fractie zal tegen het amendement stemmen. Wij zijn van mening dat het goed is de ondernemers deze bijdrage te verstrekken, omdat het opfleuren van de bedrijventerreinen ook ten goede komt aan de gemeente. De heer Öztürk heeft er een plausibele uitleg over gegeven waarbij ik me geheel kan aansluiten. Het is al met al een goede investering, zeker vergeleken met allerlei andere investeringen die niet zoveel nut hebben.
187
De voorzitter: Ik kom nu meteen even terug op de vraag of de naam van de heer Coenen al dan niet onder het amendement mag staan. Het is mij gebleken dat zijn naam onder het amendement is gezet op een moment waarop nog niet zeker was of hij de vergadering zou kunnen bijwonen. Op het moment van indienen moet hij echter wel aanwezig zijn, wil hij als medeondertekenaar kunnen worden aangemerkt. Als we straks gaan stemmen, kunnen we ook niet met zijn stem rekening houden. De heer Moison: Goed, dan wordt de naam van de heer Coenen onder het amendement geschrapt. De voorzitter: Dat hebben we al gedaan; dat hoeft u ons niet te vertellen. Mevrouw Pilz-van Elven: Mijnheer de voorzitter. Wij blijven het amendement steunen. Wij vergelijken dit met een dienst die wordt verleend aan de ondernemers en het is naar mijn weten gebruikelijk dat voor dienstverlening in dit huis betaald wordt. Als je een extra kopie wilt hebben van een tekening, moet daarvoor ook worden betaald. De heer Puper: Mijnheer de voorzitter. In tweede termijn wil ik allereerst even reageren op de woorden van de heer Boots. In het verslag van de commissievergadering hebben wij de vragen gelezen die toen gesteld zijn en de antwoorden die daarop gegeven zijn. Op pagina 2 is het standpunt vermeld dat het college heeft ingenomen nadat die vragen gesteld waren. Dat zien wij niet als een omissie, maar als de uitkomst van de procedure die normaal plaatsvindt. De heer Boots: Ik stel mij op het standpunt dat de hele groene flap het antwoord van het college is. Zo is het hier in de praktijk ook altijd afgehandeld. Het kan niet zo zijn dat het college twee verschillende antwoorden geeft. De heer Puper: Dan stel ik voor dat het college voortaan zijn standpunt verwoordt in de groene flap en dat de vragen en antwoorden uit de commissievergadering een andere kleur papier krijgen, anders gaat dit een leven leiden dat niet terecht is. De voorzitter: De wethouder heeft al toegezegd dat op pagina 4 een correctie zal worden aangebracht. Deze discussie is dus eigenlijk al achterhaald. De heer Puper: Goed. Ingaande op enkele andere opmerkingen die zijn gemaakt, herinner ik eraan dat wel eens gezegd wordt dat Heerenveen het Haagje van het noorden is en Roermond het Haagje van het zuiden. Dat kan nogal wat betekenen voor wat betreft de bijdrage aan de BIZ. Bereidt u zich daar dus maar op voor, zou ik haast zeggen, al voeg ik er meteen aan toe dat zo’n voorstel niet uit onze koker zal komen. In de toekomst zal de heffing voor de BIZ parallel lopen aan de heffing voor de WOZ, wat in onze beleving betekent dat eenmalig software aangepast zal moeten worden om dit gereed te maken. Daarvoor is een bedrag gevraagd en wij kunnen ons niet voorstellen dat dit structureel ieder jaar zal terugkomen. Als de software eenmaal is aangepast, zal dat absoluut niet nodig zijn. Tenslotte kan ik u mededelen, maar dat zal u niet verbazen, dat wij het amendement zeker niet zullen steunen. De heer Jacobs: Mijnheer de voorzitter. Volgens mij worden hier vandaag onwaarheden als waarheden verkocht. Daarnaast kan ik mij niet voorstellen dat de burger van Roermond echt zit te wachten op het debat dat wij hier gehouden hebben. Laat ik voor het overige maar kort zijn: wij zullen het amendement niet steunen.
188
Wethouder mevrouw Moussaoui: Mijnheer de voorzitter. In tweede termijn is onder andere gevraagd of wij niet te licht denken over het bedrag van € 15.000,-. Wij doen dat zeker niet. Bij het opstellen van een dergelijk voorstel moeten wij een schatting maken van de kosten die op ons af kunnen komen. Wij vermoeden dat deze kosten een beetje ruim zijn geraamd, maar ik schat liever wat te ruim dan te krap. Den Haag heeft gemiddeld € 7.000,- als heffingskosten gereserveerd, wij € 15.000,-, maar ik zit liever wat safer. Op de opmerking van de heer Moison dat deze € 15.000,- er nog eens bijkomt, heeft de heer Öztürk al prima antwoord gegeven: het komt er niet bij, maar in plaats van. Voor zover het niet duidelijk mocht zijn, wil ik nog eens benadrukken dat het niet de grote ondernemers, de grote ketens, zijn die hiervan zullen profiteren, maar met name de kleine ondernemers die niet het geld hebben om grote promotionele activiteiten te ontplooien. Juist met het oog op hen willen wij dit doen, want alleen als iedereen betaalt kunnen fantastische dingen worden gedaan. Als liberaal wil ik ook geen grote overheid en steun ik eigen verantwoordelijkheid. Nu deze ondernemers hun verantwoordelijkheid nemen en zelf met goede ideeën komen, wie zijn wij dan om hier ‘nee’ tegen te zeggen? Mevrouw Pilz heeft betoogd dat de dienstverlening in dit huis te allen tijde betaald zal moeten worden. Momenteel zijn wij druk bezig met de voorbereiding van de BIZ in de kern Swalmen. Ik ben benieuwd of mevrouw Pilz van mening is dat deze ondernemers zullen moeten betalen voor alle diensten. Ik herinner eraan dat Demokraten Swalmen zelf in het vorige college de toezegging heeft gedaan om deze € 15.000,- te betalen aan de ondernemers. De voorzitter: Aan de orde is thans de besluitvorming, allereerst over het amendement, daarna over het al dan niet geamendeerde voorstel. Het amendement wordt bij handopsteken in stemming gebracht en met 7 stemmen vóór (Demokraten Swalmen, GroenLinks, SP en D66) en 20 stemmen tegen (VVD, CDA, PvdA, BBR en PVDE) verworpen. Het voorstel van burgemeester en wethouders wordt bij handopsteken in stemming gebracht en met 21 stemmen vóór (VVD, CDA, PvdA, BBR, PVDE en D66) en 6 stemmen tegen (Demokraten Swalmen, GroenLinks en SP) aanvaard. (Mevrouw Waayen-Crins keert te 18.54 uur terug ter vergadering.) 16. Voorstel van het college om de zienswijzen 1 t/m 6 tegen het Stedenbouwkundig en beeldkwaliteitsplan Roerdelta Fase 1 ontvankelijk en ongegrond te verklaren en het stedenbouwkundig plan en het beeldkwaliteitsplan vast te stellen (raadsvoorstel nr. 2010/067/01). Mevrouw Waayen-Crins: Mijnheer de voorzitter. De CDA-fractie heeft in het verleden meerdere malen aangegeven enorm te hechten aan lokale historie. Het behoud van historische en monumentale panden vinden wij dan ook heel belangrijk, maar dat is voor u niet nieuw. Met name het pand Euver ’t Brökske is voor ons erg belangrijk geweest. Deze historische en monumentale panden zijn buitengewoon goed ingepast in het plan en wij kunnen dan ook instemmen met het voorliggende voorstel. De heer Hutjens: Mijnheer de voorzitter. De ontwikkeling van Roerdelta heeft een lange aanloop gekend. In het Masterplan, waarmee voor heel Roerdelta in 2001 door de gemeente Roermond werd ingestemd, werden de ambities vastgelegd om het gebied rondom Roerdelta als een volwaardig stadsdeel aan de stad vast te knopen en zo ‘Roermond, stad aan het water’ verder vorm te geven. Het Masterplan was bedoeld als het kader voor een stapsgewijze uitwerking en uitvoering per deelgebied. Nadien is het project om diverse redenen stil gelegd. In 2007 veranderde dat. De ontwikkeling van de ECI, een van de belangrijkste projecten binnen dit plan,
189
was de aanleiding om de draad weer op te pakken en in ieder geval Roerdelta-Oost, Fase 1, verder uit te werken. Roerdelta werd tot voor kort door bedrijvigheid gekenmerkt, de situatie nu is dat het een gebied betreft zonder duidelijke invulling. De oude industrie is er niet meer, heeft haar functie verloren, of is vertrokken naar elders. Er zijn maar weinig functies voor in de plaats gekomen en het ligt er gewoon verlaten bij. Als je er rondloopt, zie je merendeels een braakliggend terrein dat wordt gebruikt als een soort overloop voor het parkeren in de binnenstad. Er is een aanzet gegeven om enkele kantoren te vestigen binnen het gebied en voor het overige laat de invulling nog op zich wachten. Dat is gewoon zonde, want Roerdelta is een gebied met potentie. Aan de ene kant ligt het tegen de binnenstad aan en aan de andere kant stroomt de Roer. Er is momenteel echter heel weinig contact tussen het centrum van Roermond en de Roer, behalve dan het stuk met de Steenen Brug, die de Voorstad met de stad verbindt. Het doel van het Roerdeltaplan is dit prachtige gebied weer echt bij de stad te betrekken en het zowel een nieuwe functie te geven als een verbinding te leggen tussen de binnenstad en de Roer. Daaraan zijn door de raad een aantal randvoorwaarden verbonden die de kwaliteit van dit gebied tot haar recht laten komen. Het begint bij integrale ontwikkeling, het combineren van woon- werk- en culturele functies: Roerdelta moet voornamelijk een woonfunctie krijgen, het moet een levendig en aantrekkelijk stadsdeel worden, er moet hoogwaardige architectuur en stedenbouw bij betrokken zijn, het moet een trekpleister worden voor cultuur en recreatie, er dient optimale zorg voor de ecologie, milieuwaarden en duurzaamheid te zijn, er moet rekening worden gehouden met de geschiedenis van het gebied, industrieel en cultureel erfgoed moeten herkenbaar ingepast worden en tenslotte moet het financieel haalbaar zijn. Al deze randvoorwaarden zijn in het huidige plan ingevuld. Jarenlang is er met vele partijen aan gewerkt en over gesproken, en dat heeft ook echt iets opgeleverd. Het stedenbouwkundig- en beeldkwaliteitsplan Roerdelta Fase 1 is een plan dat er mag zijn. Het feit dat tijdens de inzageperiode slechts zes zienswijzen zijn ontvangen, die overigens geen aanleiding hebben gegeven om het plan aan te passen, onderschrijft dat de burgers van Roermond zich in de kwaliteit van dit plan kunnen herkennen. Het plan kan in het kort omschreven worden als een plan waarin volop recreatieve, culturele en monumentale elementen aanwezig zijn om een baken te kunnen vormen in de Euregio. Wij vinden dus dat het plan een dikke pluim verdient. De VVD is er dan ook vóór om het stedenbouwkundig plan Roerdelta Fase 1 en het beeldkwaliteitsplan als omschreven vast te stellen als aanvulling op de nota ‘Beeldkwaliteit’. Resten mij nog twee vragen aan mijn collega-raadsleden. Zoals in de groene flap vermeld, maakt de SP zich zorgen over bouwen op vervuilde grond en de natuursteen die gebruikt zal worden. In de commissie heeft wethouder Van Rey daarop geantwoord en de SP uitgenodigd zich door deskundigen te laten voorlichten. Mijn vraag is of daarvan ook gebruik is gemaakt. Dezelfde vraag geldt voor de PvdA, die informeerde of het poppodium geen eigen ingang moet hebben. In de commissie liet wethouder Van Rey weten dat uit deskundigenverklaringen is gebleken dat dat niet nodig zou zijn. Tevens nodigde hij de PvdA uit zich hierover door de desbetreffende deskundigen te laten voorlichten. Is dat ook gebeurd? De voorzitter: Het woord is aan mevrouw Thissen, die ik tevens verzoek in te gaan op deze vraag van de heer Hutjens. Mevrouw Thissen-Heynen: Mijnheer de voorzitter. De PvdA vindt het stedenbouwkundig- en beeldkwaliteitsplan Roerdelta Fase 1 een heel mooi plan en een grote verbetering vergeleken met het eerdere Masterplan. Er is veel meer groen en er komt zelfs een Stadspark, iets waarvoor de PvdA in het verleden al vaker heeft gepleit, weliswaar uit nood geboren, maar toch: het komt er. Bij de start van het plan hebben wij ons ook sterk gemaakt voor de bouw van sociale woningen, zodat ook mensen met een kleinere beurs in deze mooie omgeving zouden kunnen wonen. Ook daarin is voorzien en wij zijn dus heel tevreden.
190
In de commissie Ruimte hebben wij een aantal zorgen uitgesproken, allereerst over het feit dat er geen extra ingang is bij het ECI-complex. Ik zág de voorzitter van de commissie toen denken: wat heeft dat nu met het stedenbouwkundig plan te maken? Welnu, als er ergens een extra ingang zou moeten komen, kan dat zeker consequenties hebben voor het stedenbouwkundig plan. Wethouder Van Rey nodigde ons toen uit samen met de ambtenaar eens naar het plan te kijken en dat hebben wij gedaan. We hebben met z’n tweeën met mevrouw Boonen gesproken, die ons heeft uitgelegd hoe het allemaal in elkaar steekt. Daarmee is onze twijfel echter niet helemaal weggenomen. Wij hebben het idee dat het beter zou zijn als er wel een extra ingang zou komen. Aan de andere kant heeft mevrouw Boonen ons duidelijk gemaakt dat, als zich knelpunten zouden voordoen, zonder extra grote investeringen en zonder aanpassing van het stedenbouwkundig plan die extra ingang alsnog gerealiseerd kan worden. Van de wethouder willen wij graag weten of hij bereid is die optie serieus in overweging te nemen als zich in de praktijk problemen zouden voordoen. Zorgen hebben wij voorts uitgesproken over het parkeren. Een van de insteken van het ECIcomplex is het organiseren van regionale en bovenregionale activiteiten. Als een aantal van die activiteiten samenvallen, mogen we ervan uitgaan dat er heel wat parkeerplaatsen nodig zijn, zeker omdat veel mensen van buitenaf zullen komen. Wij zijn bang dat de mensen voor het parkeren dan de buurwijken intrekken, naar Hammerveld en Roerzicht. Graag willen wij weten of de huidige parkeernorm ook hiervoor voldoende zal zijn. Het college verzoeken wij daaraan bij de uitwerking van het plan de nodige aandacht te schenken. De voorzitter: Ik stel thans mevrouw Van Beers graag in de gelegenheid antwoord te geven op de vraag van de heer Hutjens. Mevrouw Van Beers: Mijnheer de voorzitter. Eerlijk gezegd zie ik niet in wat dat ertoe doet. Ik heb geen woordvoering aangevraagd en kan akkoord gaan met het voorliggende voorstel. Van de wethouder hebben wij een bevredigend antwoord gekregen op onze vraag over de natuursteen die gebruikt zal worden. Hij heeft toegezegd dat daarnaar nog eens heel goed gekeken zal worden, om niet dezelfde toestanden te krijgen als elders in de stad. De afspraak met mevrouw Boonen is inmiddels gemaakt. Wethouder Van Rey: Mijnheer de voorzitter. De heer Hutjens heeft de historie nog eens geschetst en daaraan heb ik niets toe te voegen. In tegenstelling tot de vaak emotionele debatten die in het verleden over Roerdelta zijn gevoerd, speelt de discussie zich nu in alle pais en vree af, waaruit wel blijkt dat wij ook in de bestuurscultuur van Roermond leren van de manier waarop de zaken in het verleden zijn gegaan. We kunnen vaststellen dat de genus loci van het gebied, zoals mevrouw Tegelbeckers, de voorgangster van mevrouw Waayen, het vroeger altijd betitelde, geweldig mooi is teruggekomen; de ECI zelf, de waterkrachtcentrale, de schoorsteen, het Ackrosterrein, het gebouw 1869, de woningen aan de Molenweg en het bruggetje Klein Hellegat. Anderzijds heeft mevrouw Thissen gelijk dat een aantal zaken uit de nood zijn geboren; we moeten zo eerlijk zijn om dat ook te erkennen. In het begin van deze eeuw ging het nog om de kwantiteit, nu gaat het, gelukkig, alleen maar om de kwaliteit. Mevrouw Thissen heeft haar tevredenheid uitgesproken over de sociale woningen waarin is voorzien. Voor alle zekerheid voeg ik hieraan maar even toe dat het sociale koopwoningen betreft, dit om te voorkomen dat ik hiermee later geconfronteerd zou worden. In de commissie had mevrouw Thissen het overigens ook over sociale koopwoningen… Mevrouw Thissen-Heynen: Wij bedoelen ook sociale koopwoningen. Wethouder Van Rey: Akkoord.
191
Van het gesprek dat de PvdA met de ambtenaar heeft gevoerd over de entree heb ik een verslag ontvangen. Het alternatief heb ik reeds bij me. Mocht de hoofdingang van het poppodium echt niet werken, dan zal getracht worden tussen het poppodium en de theaterzaal in de richting van het groene stukje bij de schoorsteen een aparte ingang te maken. Het parkeren voldoet aan het gestelde in de parkeernota. Bij grote evenementen zal gebruik moeten worden gemaakt van het Roercenter en van de parkeergarage die eventueel bij Roerdelta zal komen. Overigens hoop ik diep in mijn hart dat die er niét zal komen. Elders zal ook nog parkeerruimte worden gecreëerd, met name bij het Stationspark en achter het Kazerneterrein, en laten we ook de parkeergarage bij de Oranjerie niet vergeten die op loopafstand is gelegen. Daarbij moet worden bedacht dat de afstanden maar klein zijn. Al met al is na een geschiedenis van zeven, acht jaar nu een geweldig mooi plan voorgelegd en daarvoor maak ik de ambtelijke medewerkers en de externen die hieraan gewerkt hebben graag een compliment. Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad conform het voorstel van burgemeester en wethouders en het daarbij behorende ontwerpbesluit 17. Voorstel van het college inzake het geactualiseerde welstandsbeleid, omvattende de Nota beeldkwaliteit, het reclamebeleid en het terrassenbeleid (raadsvoorstel nr. 2010/059/01). De heer Moison: Mijnheer de voorzitter. Ons wordt gevraagd in te stemmen met het terrassenbeleid, het reclamebeleid en het welstandsbeleid. In de commissie hebben wij hierover een aantal vragen gesteld en daarop antwoorden gekregen van het college, die ons echter niet tevreden hebben gesteld. Het meest schrijnende vinden wij dat, terwijl alle partijen tijdens de verkiezingscampagne de open structuur van politiek voeren zo hoog in het vaandel hadden staan, het betrekken van burgers bij de besluitvorming en het toepassen van hoor en wederhoor bij datgene wat we willen gaan doen, een stuk over het reclamebeleid en het terrassenbeleid tijdens de vakantieperiode ter inzage wordt gelegd. In de commissie hebben wij dit ook ter sprake gebracht en in reactie daarop een aantal zielige opmerkingen te horen gekregen als: ‘Het was niet in de vakantieperiode, maar een week ervoor’ en ‘Als u zes weken op vakantie gaat, had u het maar door bekenden of vrienden moeten laten lezen, en waarom gaat u eigenlijk zes weken op vakantie?’. Waar het om gaat is dat wij als politiek besloten hebben een open structuur van participatie na te streven en de bewoners dichter bij de besluitvorming te betrekken. Als ik dan vraag of dit niet op een ander moment in de inspraak had kunnen worden gebracht, krijg ik te horen dat in het verleden besloten is dat soort inspraaktrajecten alleen bij grote bouwplannen buiten de vakantieperiode in te zetten. GroenLinks is van mening dat in dit soort trajecten actieve participatie moet plaatsvinden, wat onzes inziens betekent dat de mensen met wie in het verleden, misschien wel vier of zes jaar geleden, discussie is gevoerd over het terrassenbeleid, het reclamebeleid of het welstandsbeleid, betrokken behoren te worden bij deze besluitvorming en dienen te worden uitgenodigd om te reageren op deze nota’s. Ik heb niet de indruk dat dat is gebeurd. Ik heb er een aantal groeperingen over gebeld die er in het verleden opmerkingen over hadden gemaakt en zij hadden verwacht dat ze geïnformeerd zouden worden als het beleid zou worden vastgesteld… Wethouder Van Rey: Mag ik vragen wie dat zijn? De heer Moison: Mijn informanten. Wethouder Van Rey: U brengt ze hier ter sprake en dan wil ik graag van u weten welke verenigingen, instellingen of organisaties dat zijn.
192
De heer Moison: Het zijn mijn informanten en die houd ik voor mezelf. Wethouder Van Rey: Dan hoef ik er ook niet op te reageren. De heer Moison: Dat is uw verantwoordelijkheid en dat heet ook weer participatie. U hebt uw informanten, ik heb de mijne en die hebben mij niet gezegd dat ik ze publiekelijk bekend mocht maken. Zij hebben mij geïnformeerd en dat wil ik zo houden; het is een kwestie van vertrouwen. Wij zijn in ieder geval van mening dat u een verkeerd traject bent ingeslagen door geen actieve participatie te laten plaatsvinden. Met betrekking tot het terrassenbeleid is in de groene flap aangegeven dat geen extra paragraaf opgenomen behoeft te worden over de handhaving. Wij constateren echter dat op zaterdagen en doordeweekse dagen de wandelstroken vol met reclameborden staan, terwijl die stroken juist vrij zouden moeten blijven van reclame, zodat voetgangers, rolstoelers en mensen die slecht ter been zijn niet op het middenstuk hoeven te lopen. In de terrassennota hebben wij niet kunnen terugvinden dat u daarop met de Algemene Wet Bestuursrecht kunt handhaven. Naar onze mening dient in de terrassennota te worden opgenomen dat die strook vrij moet blijven van reclame, conform de afspraken die ongeveer twaalf jaar geleden zijn gemaakt bij de herinrichting van de binnenstad. In de commissie deelde de wethouder heel trots mede dat niemand bezwaar had gemaakt tegen het reclamebeleid. Wij hebben daartegen ingebracht dat dat misschien kwam omdat niemand er kennis van heeft kunnen nemen. Op basis van het in het verleden gevoerde reclamebeleid heeft de binnenstad een hele verbetering ondergaan, maar op de hoofdinvalswegen van Roermond is het nu een circus geworden van jewelste. Dat wij de mensen kenbaar willen maken dat wij zulke geweldige bedrijventerreinen hebben, een geweldig retailpark en een geweldig Outlet Center, is tot daar aan toe, maar het gaat om de manier waarop dat gebeurt, en dan vooral ’s nachts als ze met 1000 Watt staan te stralen. Als je vanuit Ool over de stad Roermond heen kijkt, zie je ongeveer een zelfde gloed hangen als een aantal jaren geleden boven Venlo hing als gevolg van de kassen. Als je vervolgens naar links kijkt, zie je de kassen van Nuenen gloeien. Er is nergens meer een donker plekje te ontdekken. Het gevolg hiervan is dat de mensen die in onze recreatiegebieden verblijven hiervan last ondervinden. Mensen die op een natuurcamping in Asenray denken te zitten worden de hele nacht wakker gehouden door die reclamelichten, terwijl ze eigenlijk naar Roermond zijn gekomen voor de mooie natuur die hier is. Dit schrikt af. GroenLinks en andere partijen die achter GroenLinks staan zijn van mening dat deze beeld- en lichtvervuiling in het buitengebied niet voldoende wordt opgevangen in het reclamebeleid en dat daaraan strengere voorwaarden behoren te worden gesteld. De heer Huurdeman: Namens welke andere partijen spreekt u op dit moment? De voorzitter: Die houdt hij geheim, heeft hij net gezegd. De heer Huurdeman: Ik neem toch aan dat hij dit keer partijen in de raad bedoelt! De heer Moison: Er zijn niet alleen politieke partijen in Nederland, er zijn ook andere partijen en die hoef ik hier niet kenbaar te maken. Samen met Demokraten Swalmen, de SP en de Stadspartij Roermond hebben wij een motie opgesteld, waarin wij ons ongenoegen over een en ander kenbaar maken. Voorts dringen wij erop aan het voorstel terug te nemen en pas opnieuw aan de raad voor te leggen nadat een actieve participatie heeft plaatsgevonden. Mevrouw Van Beers: Mijnheer de voorzitter. De opmerkingen van de heer Moison zijn ons grotendeels uit het hart gegrepen. Dat geldt met name voor wat hij heeft gezegd over de camping in Asenray; veel sprekender dan hij kan ik het waarschijnlijk niet zeggen.
193
Als wij de wethouder in de commissie goed hebben begrepen, zal hij er persoonlijk op gaan toezien dat er in de binnenstad geen wanstaltige lichtjeskermis zal komen die ons mooie, historische stadsgezicht zal ontsieren. Daarnaast willen wij nog enkele aspecten benadrukken. Meerdere onderzoeken hebben uitgewezen dat te lichte nachten slecht zijn voor mens en dier. Het leidt tot slaapgebrek en bij dieren zelfs tot het verdwijnen van bepaalde diersoorten. Bekijken we de lichtkaart van Nederland, dan blijkt Roermond een zeer verlichte omgeving te zijn, om het zo maar te zeggen. Wij zijn dan ook van mening dat het college de ambitie zou moeten hebben om in ieder geval de nachten donker te houden, zodat bewoners, bezoekers en dieren in Roermond van een ongestoorde nachtrust kunnen genieten. Wij verzoeken de portefeuillehouder er werk van te maken om in navolging van Amsterdam en Eindhoven de lichtoverlast ’s nachts te beperken en liever nog het licht wat dat betreft helemaal uit te doen. Wat het terrassenbeleid betreft, menen wij dat enige handhaving niet zou misstaan. Als het niet goed gehandhaafd wordt, ontstaan er voor mensen die minder mobiel zijn en gebruik moeten maken van bijvoorbeeld een scootmobiel wezenlijke problemen. Mevrouw Pilz-van Elven: Mijnheer de voorzitter. Naar aanleiding van de commissievergadering heb ik een schriftelijke vraag ingediend die ook is beantwoord. In dat antwoord mis ik echter nog iets. Ik heb verwezen naar de specifieke situatie op de Roerkade, waar aansluitend op het terras van de cafés nog een stukje terras gecreëerd is tussen het fietspad en de weg. Ik heb erop aangedrongen iets te doen aan de veiligheid van de fietsers en van de mensen die over en weer naar en van het terras lopen over het fietspad. De voorzitter: Dames en heren. Alvorens de volgende spreker het woord te geven, doe ik u voorlezing van de motie die is ingediend door GroenLinks, Demokraten Swalmen en SP: Motie nr. 10M07 “De raad van de gemeente Roermond, in vergadering bijeen op donderdag 30 september 2010; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders tot het geactualiseerde welstandsbeleid, omvattende de nota beeldkwaliteit, het reclamebeleid en het terrassenbeleid, vervat in raadsvoorstel 2010/059/1 van 24 augustus 2010, overwegende dat: 1. de nota's die nu tot beleid worden verheven gedurende de vakantieperiode door het college in de inspraak zijn gebracht. 2. de wethouder tijdens de commissievergadering van 14 september 2010 weliswaar aangaf dat er tijdens de inspraakperiode door bewoners en/of ondernemers geen bezwaren tegen dit voorgenomen beleid zijn ingebracht, maar dit mogelijk te wijten is aan het feit dat de inspraak tijdens de vakantieperiode plaatsvond; 3. in de reactie van het college op het commissieadvies (groene flap) kenbaar is gemaakt dat de gevolgde procedure betreffende inspraak gebruikelijk is bij beleidsnota's. van mening zijnde dat: 1. deze nota's een breder draagvlak verdienen en daardoor een actieve participatie met bewoners en/of ondernemers of vertegenwoordigers daarvan gewenst is; 2. de nota's een bredere commissiebehandeling nodig hebben op verschillende onderdelen, zoals terrassenbeleid versus toegankelijkheid mindervaliden, reclamebeleid binnenstad in de openbare ruimte etc.; 3. het reclamebeleid (lichtmasten) op de invalswegen: a. een verstoring van de beleving voor de extensieve recreatie van het buitengebied is; b. hiervan een beeldvervuilende werking uitgaat; c. invloed heeft op de verkeersveiligheid en natuurrust; roept het college van B&W op:
194
1. dit voorstel vooralsnog terug te nemen en pas opnieuw ter besluitvorming aan de raad voor te leggen nadat er een actieve participatie heeft plaatsgevonden; 2. het terrassenbeleid te toetsen op toegankelijkheid en te bespreken met vertegenwoordigers van gehandicapten- en ouderenorganisaties; 3. in het reclamebeleid meer aandacht te schenken aan handhaving om de wildgroei van reclameborden in de binnenstad op loopstroken tegen te gaan; 4. in het reclamebeleid meer aandacht te schenken aan de beeldvervuiling en nachtverstoring bij invalswegen en bedrijventerreinen.”
De heer Huurdeman: Mijnheer de voorzitter. In de commissievergadering hebben wij hierover een andere mening naar voren gebracht. Wij vinden het juist een goed uitgewerkt plan. De bureaucratie neemt af en de beeldkwaliteit neemt toe. Dankzij het beleid dat deze wethouder nu al acht jaar uitvoert, wordt het er ieder jaar beter op en hierdoor zal het waarschijnlijk ook niet slechter worden. GroenLinks heeft ons eerder de vraag voorgelegd of wij een probleem hadden met de vakantieperiode en daarop hebben wij antwoord gegeven, een serieus antwoord naar onze mening, als collega’s onder elkaar, maar blijkbaar waren het in de ogen van GroenLinks zielige antwoorden. Ik vind het heel jammer dat Cees Moison ons als een stelletje zieligen heeft afgeschilderd. Jammer vind ik ook dat, terwijl wij in de commissie in grote meerderheid hebben aangegeven dat wij dat standpunt niet delen, hierover toch een motie wordt ingediend. Dat vind ik eigenlijk een beetje zielig, maar dat is mijn mening. Op 7 juli is het voorstel ter inzage gelegd en voor zover ik weet zijn de schoolvakanties pas 24 juli ingegaan. Al tweeënhalve week vóór de schoolvakanties heeft dit stuk dus ter inzage gelegen en doordat het nog eens aardig is opgeklopt door De Limburger, is het nog eens extra in de publiciteit gekomen; des te meer kans om te reageren dus, naast het feit dat het al in de Trompetter en ‘bla, bla, bla’ gestaan had natuurlijk. Zou het voorstel nu worden teruggekomen, zoals in de motie wordt bepleit, dan krijgen we al meteen met het probleem te maken dat morgen de Wabo ingaat, waardoor we twee verschillende regelingen een beetje door elkaar gaan versjouwen. De motie wordt mede gesteund door SP en Stadspartij Roermond, al is laatstgenoemde nu niet aanwezig zodat ze niet officieel als mede-indiener kan worden aangemerkt. Deze twee partijen hebben nog niet zo lang geleden schriftelijke vragen gesteld over de leegstand van winkelpanden in de binnenstad. Juist door meer regeltjes te stellen, de bureaucratie groter te maken en de ondernemer niet de kans te geven te laten zien waar hij zit, zoals deze motie wil, zal waarschijnlijk alleen maar meer leegstand ontstaan. We moeten ook een beetje rekening houden met de commerciële belangen van de ondernemers. Volgens de motie zou geen enkele reclame-uiting meer mogen worden toegestaan zonder eerst aan heel veel regels te voldoen, en dat vind ik wat vreemd… De heer Moison: Meneer Huurdeman… De heer Huurdeman: Ik heb GroenLinks niet aangesproken, dus ik zou niet weten waarom u mij zou moeten interrumperen. De voorzitter: Laat mij dat nu bepalen, ik ben de voorzitter. De heer Moison voelt zich kennelijk aangesproken? De heer Moison: Ja. De heer Huurdeman zegt nu eigenlijk dat je door schreeuwende reclame publiek naar de stad trekt, maar dat is precies tegengesteld aan wat de wethouder in zijn beleidsnota naar voren brengt. Wat dat betreft begrijp ik hem dus niet zo goed. De heer Huurdeman: Ik heb het woord ‘schreeuwend’ helemaal niet gebruikt. Als je een reclame-uiting hebt die er netjes uitziet, moet je daarvoor wel de mogelijkheid krijgen, maar als je
195
vervolgens eerst een hele stroperige bureaucratische organisatie door moet voordat je een bordje neer mag zetten of een lampje aan het raam mag hangen, houdt het natuurlijk op. Dat is voor de ondernemer geen ondernemen meer. De voorzitter: Laat die lampjes aan de ramen maar weg! De heer Huurdeman: Ik heb een voorbeeld gehoord van blauwe lampen! Volgens de SP zou de verlichting eigenlijk helemaal uit moeten. Ik ben benieuwd of ze daarmee ook de straatverlichting bedoelt; die draagt volgens mij namelijk het meeste bij aan de ‘hotspot’ die je ziet vanaf de satelliet. Wat de handhaving betreft, hebben we volgens mij duidelijk te horen gekregen dat er niet lukraak gehandhaafd zal gaan worden, wat in de volksmond ook wel ‘burgertje pesten’ wordt genoemd, maar dat pas gehandhaafd zal worden, en wel per direct, als er een klacht binnenkomt. Zo is het ambtelijk en door de wethouder toegezegd en dat lijkt mij toch heel duidelijk en concreet. Voor het overige zijn wij heel blij met dit stuk en roepen wij het college op hiermee vooral door te gaan. De motie zullen wij zeker niet steunen. De heer Jacobs: Mijnheer de voorzitter. Af en toe heb ik wel eens moeite met wat hier gebeurt, want waar gaat het eigenlijk over? Volgens mij krijgen wij te maken met de Wabo en hebben wij ook rekening te houden met het Besluit omgevingsrecht, wat betekent dat wij op een aantal gebieden zaken moeten regelen. Er zijn beslist reclame-uitingen waarmee ook het CDA best wat moeite heeft, zoals wij in het verleden ook wel eens hebben aangegeven, maar daarover zijn procedures gevoerd en er hebben stemmingen over plaatsgevonden. Naar ik heb begrepen, zijn niet in de afgelopen raadsperiode, maar in de raadsperiode daarvóór, besluiten genomen over lichtmasten en landmarks. Kennelijk is de heer Moison toen de enige geweest die daarover opmerkingen heeft gemaakt namens de oppositie. Wat dat betreft blijft hij goed en strak in de leer en op zichzelf is het perfect om dat te beleven, maar is het nu nodig het hele reclamebeleid opnieuw aan de orde te stellen? Wat ons betreft niet; laten we dat asjeblieft niet doen, zeker niet omdat nu een aantal bureaucratische regels en toestanden echt beperkt worden en dat lijkt mij een hele goede zaak. Er zijn partijen die ambiëren niet bureaucratisch te zijn, maar in mijn beleving zijn ze juist heel erg bureaucratisch. Ik wil ook best een partij noemen: de SP. De SP is een partij die alles wil controleren en alles wil regelen en daardoor juist heel bureaucratisch wordt. Ik begrijp best dat ze wil controleren, dat is ook haar goed recht, maar laten we ook een beetje de kerk in het midden laten; als CDA’er mag ik dat wel zeggen, neem ik aan! Mevrouw Thissen-Heynen: Mijnheer de voorzitter. Het begin van de woordvoering van de heer Jacobs was ons uit het hart gegrepen. De nota’s die nu voorliggen zijn niet nieuw, maar al in 2008 vastgesteld en er moeten nu een aantal wijzigingen worden doorgevoerd in verband met de Wabo; dat is prima. Wij hebben geen enkel probleem met deze nota’s. In de commissie hebben wij gezegd dat wij het heel belangrijk vinden dat met name in de binnenstad schreeuwerige lichtreclames worden voorkomen, maar onzes inziens wordt dat voldoende gewaarborgd in de nota reclamebeleid. Door andere partijen is veel aandacht geschonken aan de reclame rondom Roermond en in het verleden heeft de PvdA daarover ook wel eens opmerkingen gemaakt. Of we dat nu mooi vinden of niet, het is beleid dat is opgenomen in de nota ‘Landmarks’, en daarover wil ik meteen ook een vraag stellen. De nota ‘Landmarks’ gaat, zoals de naam al zegt, over de landmarks, waarvan er één gerealiseerd is en twee, als het goed is, in de toekomst nog gerealiseerd zullen worden. Waarom is dit geen onderdeel van het reclamebeleid? Tenslotte wil ik iets zeggen over de motie die inmiddels is ingediend. De heer Moison heeft een prachtig verhaal ten beste gegeven over open en heldere discussies die we met elkaar moeten
196
voeren en over het betrekken van de burgers bij de overheid, je krijgt er bijna tranen van in je ogen, maar op dit gebied vinden we het een beetje spijkers op laag water zoeken, want waar hebben we het over? De nota – geen nieuwe nota, maar een aangepaste – heeft zes weken ter inzage gelegen vanaf 7 juli, terwijl de vakantie pas eind juli begon, inmiddels is het zes weken na de einddatum van de terinzagelegging en bij navraag is ons gebleken dat niemand daarover een klacht heeft ingediend. Was dat wel het geval geweest, dan had de heer Moison een punt gehad, maar nu vind ik dat helemaal niet. Wij zijn van mening dat het voldoende ter inzage heeft gelegen en dat mensen voldoende tijd hebben gehad om daarop te reageren. De heer Moison: Vindt u niet dat dit soort zaken wat actiever naar buiten gebracht behoren te worden? Je kunt het wel in een blaadje als de Trompetter ‘bla bla bla’, zoals de heer Huurdeman het noemde, publiceren, maar pas als we de nota’s aan de partijen toesturen en hen uitnodigen daarop een reactie te geven kunnen we echt reacties verwachten en daarover met elkaar in gesprek gaan. Mevrouw Thissen-Heynen: De nota’s zijn al in 2008 vastgesteld en ik heb begrepen dat onder andere over het terrassenbeleid indertijd al is gesproken met vertegenwoordigers van ouderenen gehandicaptenorganisaties. Zo is er al een loopstrook aangelegd. Dat wildgroei van reclameborden op loopstroken in de binnenstad moet worden tegengegaan, zoals de motie onder punt 3 stelt, kunnen wij helemaal onderschrijven, maar zoiets regel je niet in het reclamebeleid. Het handhaven wordt in de APV geregeld. De heer Moison: Als de nota’s in 2008 na een actieve participatie met partijen zijn vastgesteld, is het dan niet onze plicht om bij een aanpassing van die nota’s die zelfde partijen of personen de nota’s toe te sturen, met het verzoek daarop te reageren, zodat zij kunnen nagaan of alles wat toentertijd vermeld is meegenomen of voldoende afgewogen is? De voorzitter: Alle agendapunten die vandaag zijn geagendeerd zijn ook aan de orde geweest op het Sprekersplein op 6 september. In de media is een en ander heel breed uitgemeten en iedereen had toen nog gebruik kunnen maken van de mogelijkheid hierover in te spreken, ook de ondernemers. Wat dat betreft is mijns inziens wel degelijk actieve participatie nagestreefd. Mevrouw Thissen-Heynen: Ik had dat ook tegen de heer Moison willen zeggen, maar ik geloof dat nu alles wel gezegd is wat gezegd zou moeten worden. Wethouder Van Rey: Mijnheer de voorzitter. Met mevrouw Thissen ben ik het eens dat de heer Moison hier blijk heeft gegeven van het zoeken van spijkers op laag water. Toen ik vannacht, met overigens weinig licht aan thuis, kennis nam van de motie en daarin las “van mening zijnde dat deze nota’s een breder draagvlak verdienen en daardoor een actieve participatie met bewoners en/of onderondernemers of vertegenwoordigers daarvan gewenst is”, brak mijn klomp. Maar goed, wij kennen de opstelling van de heer Moison en wij weten hoe hij een debat ingaat, en daarom heb ik vandaag nog eens opgezocht hoe een en ander is verlopen. In 2004 is de nota ‘Beeldkwaliteit’ door de gemeenteraad vastgesteld. Voorafgaande daaraan is op 28 oktober 2003 een informatieavond gehouden en op die informatieavond heeft de voorzitter van de Stichting Ruimte opgemerkt – ik zeg het nu even in mijn eigen woorden –: misschien is de Stichting Ruimte wel overbodig als alles gaat zoals in deze nota staat. De beroepsgroep van architecten merkte de nota aan als een aanmerkelijke verbetering, vergeleken met wat in andere gemeenten kan worden aangetroffen. De beroepsgroep van reclame- en horecamensen reageerde toen op een concrete situatie met reclamemasten in de Neerstraat, die wij later ook hebben laten weghalen omdat wij het ermee eens waren dat dat geen goed besluit was geweest. Die nota, meneer Moison, had ter inzage gelegen van 3 december 2003 tot 9 januari 2004, in de kerstvakantie dus, en op die nota is ingesproken door de commissie Ruimtelijke Kwaliteitszorg, de hui-
197
dige commissie Beeldkwaliteit, de Stichting Ruimte, de Stichting Centrummanagement, de heer Hennekens en De Ley Architecten. In 2004 is de nota in de commissie EZ behandeld, zonder dat GroenLinks er opmerkingen over maakte; het werd als hamerstuk doorgeleid naar de gemeenteraadsvergadering. Toen de nota in 2006 in de commissie EZ aan de orde werd gesteld, is door de heer Boots van de fractie Burger Belangen Roermond aandacht gevraagd voor mensen met een lichamelijke beperking die gebruik maken van bepaalde vervoersvoorzieningen, in relatie tot het terrassenbeleid. Dat heeft ertoe geleid dat hierover in het Gehandicaptenplatform overleg is gevoerd, waarna ter zake wijzigingen in de nota zijn aangebracht. GroenLinks heeft in die commissievergadering geen opmerkingen gemaakt. In het jaar 2008 is de nota uit 2006 geëvalueerd. Op 19 november 2007 heeft een inspraakavond plaatsgevonden, die behalve door de heer Hondelink, als ambtenaar, en mij werd bijgewoond door twee ondernemers, die ik zelf had gebeld om te komen, en twee mensen van de winkeliersvereniging, verder niemand: geen vertegenwoordiger van de vereniging die zich bezighoudt met het cultureel erfgoed, geen vertegenwoordiger van de Bond van Nederlandse architecten e.d. Het stuk werd uiteindelijk als hamerstuk doorgeleid, zonder dat GroenLinks er opmerkingen over had gemaakt. Als de heer Moison zich hierin zou hebben verdiept, zou ik eerder een compliment van hem hebben verwacht, want de nota ‘Beeldkwaliteit’ moet weliswaar volgens de wet door de raad behandeld worden, maar de reclamenota en de terrassennota bevatten beleidsregels van het college en hoef ik niet eens aan de raad ter vaststelling aan te bieden en toch doen we dat. Ik vind het dan een gotspe dat beweerd wordt dat de participatie hier met voeten getreden wordt. Dit is juist een geweldig mooi voorbeeld van de manier waarop wij de afgelopen jaren hebben geopereerd. Naar aanleiding van deze discussie zal ik het college voorstellen de terrassennota en de reclamenota voortaan niet meer aan de raad aan te bieden, maar zelf als beleidsregels vast te stellen, want het beeld dat de heer Moison nu schetst – maar goed dat we hem kennen – is volkomen in strijd met de werkelijkheid. Roermond is niet voor niets de beste binnenstad van Nederland geworden: wij hebben juist geweldige stappen gezet op het gebied van het reclamebeleid. Dit college geeft er, net als het vorige, de voorkeur aan hierover overleg te voeren in plaats van met de politieagent op handhaving uit te gaan. Afgelopen dinsdag hebben we de integrale handhavingsbeleidsnota vastgesteld, ook in het kader van de Wabo, en daarin is de handhaving geregeld. Die nota zal de raad binnenkort worden aangeboden, of is inmiddels zelfs al verstrekt. De motie, die beweert dat een grotere participatie moet worden nagestreefd, vind ik al met al in strijd met de werkelijkheid. De heer Moison zou zich hiervoor eigenlijk moeten schamen, maar goed, we kennen hem en we weten hoe hij opereert…. De heer Moison: De wethouder kan blijkbaar niet lezen. In de motie wordt niet gesproken over grotere participatie, maar over actieve participatie. Ik kan me voorstellen dat de wethouder het verschil daartussen niet kent en daarom zal ik proberen het uit te leggen. Actieve participatie betekent dat je partijen uitnodigt om met je aan de tafel te gaan zitten om overleg te voeren over deze nota’s. Participatie is wat de wethouder doet: hij schrijft in een krantje dat er een voorlichtingsavond wordt gehouden en dat iedereen daar kan komen. Dat is het verschil tussen de actieve participatie die GroenLinks voorstaat en de participatie zoals de wethouder die ziet. Dat wil ik de wethouder eens in zijn oren knopen. Wethouder Van Rey: In het verleden hebben wij een actieve participatie gekend waarover iedereen tevreden was. In dit geval gaat het, zoals de heer Jacobs en anderen terecht hebben opgemerkt, om enkele minimale aanpassingen, die bovendien met waarborgen omgeven zijn. De SP kondigde in samenwerking met het dagblad De Limburger aan dat in het monumentenoverleg door de Stichting Ruimte vragen zouden worden gesteld over deze nota. Over actieve participatie gesproken. Ik ging dus goed voorbereid naar dat overleg, maar ik heb er geen vragen of opmerkingen gehoord. Het is kennelijk leuker in de krant te schrijven dat mij de oren zul-
198
len worden gewassen dan het daadwerkelijk te doen. Wat wij doen is meer dan actieve participatie: wij nodigen de mensen met prikkelende opmerkingen ook uit met voorstellen te komen. Wat de heer Moison met zijn optreden in ieder geval heeft bereikt is dat het reclamebeleid en het terrassenbeleid het volgend jaar niet meer aan de raad zullen worden voorgelegd…. De heer Moison: Ik heb daar toch… Wethouder Van Rey: Ik ben nog midden in mijn zin! De voorzitter: Maakt u uw zin af, dan zal ik daarna de heer Moison gelegenheid geven te interrumperen. Wethouder Van Rey: Hij keek mij zo indringend aan dat ik bang begon te worden! De voorzitter: Ik wil nu toch ook iets in het midden brengen, met alle respect. U richt uw pijlen voortdurend op de heer Moison, maar de motie is mede ingediend door een aantal andere partijen en de heer Moison spreekt namens GroenLinks. Wethouder Van Rey: Ik had het over de woordvoering van de heer Moison, waarin hij het had over een vóór de verkiezingen beleden open structuur van het debat, participatie, hoor en wederhoor. Wij doen niets anders! In het verleden hebt u niet één keer de mond opengedaan over deze nota’s, maar u durft het college er wel van te beschuldigen dat het niet aan actieve participatie doet. Grote flauwekul. De heer Moison: Ik maak bezwaar tegen de wijze waarop de heer Van Rey dit debat aangaat. Het gaat er niet om of ik ergens wel of niet aanwezig ben geweest, want hij weet donders goed dat ik toen… Wethouder Van Rey: Ik heb het over GroenLinks! De heer Moison: U spreekt mij aan en probeert mij in een bepaald daglicht te stellen. Als wij bezwaar hebben tegen een bepaalde wijze van handelen van het college, moeten wij daarover in de raad een discussie kunnen voeren. We kunnen met elkaar van mening verschillen, maar we moeten wel respect hebben voor elkaar. Ik heb respect voor uw handelwijze en verwacht dat ook van uw kant. Het enige wat ik vanavond heb willen zeggen is dat wij anders denken over participatie dan u. Wij zouden het anders hebben gedaan en willen u meegeven dat u eens op een andere manier zou moeten proberen een wat breder draagvlak te verkrijgen door middel van actieve participatie. Uw manier van participeren is niet de onze. De heer Huurdeman: Ik wil hierop ook even reageren. De heer Moison roept nu op respect voor elkaar te hebben, maar zelf heeft hij ons, als collega’s van hem, eerder toegevoegd dat wij zielige antwoorden zouden hebben gegeven. Als we het over respect hebben, zal hij eerst eens naar zichzelf moeten kijken. Wethouder Van Rey: De heer Moison heeft grote woorden gesproken over wat vóór de verkiezingen is gezegd en wat na de verkiezingen in woord en daad wordt gedaan, en daar maak ik bezwaar tegen. Daarmee doet hij het voorkomen alsof wij de burger iets zouden hebben beloofd wat wij niet nakomen. In het chronologische overzicht dat ik eerder heb gegeven heb ik juist laten zien dat wij méér hebben gedaan dan actieve participatie. Het zou hem sieren om dat toe te geven, maar nee: hij blijft zijn pijlen op mij richten door op te merken dat er een nóg actievere participatie moet komen, en dat terwijl wij, zonder daartoe verplicht te zijn, de raad twee nota’s hebben voorgelegd, die ook ter inzage zijn gelegd. Is dat geen actieve participatie?
199
Sprekend over het reclamebeleid, heeft de heer Moison erkend dat de binnenstad een stuk verbeterd is. Ik noem het een geweldige verbetering. Zijn opmerking dat het aan de invalswegen van Roermond nu een circus van jewelste is, is totaal buiten de werkelijkheid. Als je van het zuiden via de Maastrichterweg Roermond binnenkomt, zie je een reclamebord staan waar vroeger het ROC-terrein lag en verder zijn er de driehoeksborden. Wij hebben dat jaren geleden aangepast, maar dat is de heer Moison kennelijk helemaal ontgaan. Ik vind dan ook dat hij de term ‘circus van jewelste’ zou moeten terugnemen. De SP heeft het gehad over te lichte nachten, slaapgebrek e.d. In het verleden is al een procedure gevoerd over lichtvervuiling door reclameobjecten op de stadsrandzones. Daartegen kan worden opgetreden in het kader van de Wet milieubeheer. Er hebben gesprekken over plaatsgevonden en ondernemers doen nu ’s avonds op een bepaald tijdtip de verlichting uit. Het is toch prachtig dat de klagers en degenen om wie het gaat bij elkaar gaan zitten om na te gaan hoe hieruit kan worden gekomen? Overigens moet wel worden bedacht dat in het kader van de sociale veiligheid verlichting op sommige plaatsen absoluut noodzakelijk is. De afgelopen week hebben zich enkele brandstichtingen voorgedaan in Nederland en u hebt kunnen zien dat een actie van de wijkraad aldaar ertoe heeft geleid dat kerken worden beschermd door nog meer verlichting aan te brengen. Als zich problemen voordoen met de uitstalling van terrassen, gaat een van onze medewerkers er naartoe. Als – mevrouw Pilz – een horecagast op een terras zit en zijn stoel over de streep schuift die volgens afspraak de afscheiding van het terras vormt, is dat de verantwoordelijkheid van die persoon en van de betrokken horecaondernemer. Wij krijgen daar wel eens opmerkingen over en dan wordt daarover met de exploitant gesproken. Iedereen heeft echter ook nog een eigen verantwoordelijkheid in dit land en daarom moeten ook anderen hierop letten. De heer Huurdeman heeft de leegstand van winkels ter sprake gebracht. Ook wat dat betreft proberen wij met verlichting de aantrekkelijkheid van bepaalde straten te vergroten. Komend bij de motie, stel ik vast dat het de tweede keer is in deze periode dat door de oppositie om uitstel wordt gevraagd. Eerder was dat bij de MOV het geval. Gevraagd is nu om een uitstel van een maand, maar als een en ander opnieuw ter inzage moet worden gelegd, zal uiteraard een termijn van zes weken in acht moeten worden genomen. Overigens zijn een aantal zaken die in de motie staan in het verleden al uitvoerig aan de orde geweest, waardoor de overwegingen en het dictum absoluut overbodig zijn. Met betrekking tot de landmarks – mevrouw Thissen informeerde ernaar – geldt een aparte beleidsregel die onderdeel uitmaakt van de reclamenota, omdat wij toentertijd vonden dat op zo’n flinke reclame-uiting apart ingesproken zou moeten worden. Ter zake is ook een procedure gevoerd bij de rechtbank, die wij glansrijk hebben gewonnen. Al met al meen ik dat het beleid van de laatste jaren en de minimale wijzigingen die nu worden doorgevoerd ertoe zullen leiden dat de stad Roermond een geweldig mooi voorbeeld zal worden voor andere steden in Nederland en dat vele hier zullen komen kijken hoe wij het doen. Mevrouw Van Beers: Mijnheer de voorzitter. Wij hebben goed naar de wethouder geluisterd en ik hoop dat hij ook goed naar ons heeft geluisterd. Hij vroeg om goede voorstellen en wat ons betreft is een afspraak met ondernemers om het licht op een bepaald tijdstip uit te doen een voorbeeld van zo’n goed voorstel. Aan het adres van de heer Huurdeman merk ik op dat wij echt niet willen dat al het licht uitgaat. Uit onderzoek blijkt echter dat negen van de tien Nederlanders het liefst zouden zien dat sier- en reclameverlichting na twaalf uur ’s nachts uitgaat, en dat willen ook wij voorstellen. Natuurlijk willen wij de straatlantaarns niet uitzetten, want wij begrijpen ook wel dat dat heel onveilig zou zijn. Die andere verlichting kan echter best uit; het zou voor het milieu, de portemonnee van de ondernemers èn de burgers van Roermond waarschijnlijk een stuk prettiger zijn.
200
Mevrouw Pilz-van Elven: Mijnheer de voorzitter. Naar aanleiding van de opmerking die ik in eerste termijn over bepaalde terrassen heb gemaakt, merkte de wethouder op dat het wel eens kan gebeuren dat een horecagast zijn stoel over de grens schuift. Het gaat ons echter om het heen en weer lopen over het fietspad. De bediening moet heen en weer over het fietspad en ook de mensen die van het terras naar de zaak willen moeten over dat zelfde fietspad. Daar ligt een probleem voor de veiligheid. Nergens is een waarschuwing geplaatst dat men met een fietspad te maken heeft. De heer Huurdeman: Mijnheer de voorzitter. Wij zijn tevreden met het antwoord van de wethouder. De heer Jacobs: Mijnheer de voorzitter. In tweede termijn wil ik slechts mededelen dat wij tegen de motie zullen stemmen. De voorzitter: Aan de orde is thans de besluitvorming, eerst over het voorstel als zodanig, daarna over de motie. Het voorstel van burgemeester en wethouders wordt bij handopsteken in stemming gebracht en met 21 stemmen vóór (VVD, CDA, PvdA, BBR, PVDE en D66) en 6 stemmen tegen (Demokraten Swalmen, GroenLinks en SP) aanvaard. De motie wordt bij handopsteken in stemming gebracht en met 21 stemmen tegen (VVD, CDA, PvdA, BBR, PVDE en D66) en 6 stemmen vóór (Demokraten Swalmen, GroenLinks en SP) verworpen. 19. Vragenuur. Van het vragenuur wordt geen gebruik gemaakt. 20. Sluiting. De voorzitter sluit te 20.00 uur de vergadering. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 28 oktober 2010. De raad der gemeente Roermond, De griffier,
De voorzitter