INDEX VOOR DE RAADSVERGADERING VAN 31 MEI 2007 1. Opening. .............................................................................................................................................................. 132 2. Vaststellen van de agenda.................................................................................................................................... 133 3. Notulen van de openbare raadsvergadering van 19 april 2007. ........................................................................... 134 4. Overzicht van brieven gericht aan het Presidium c.q. de gemeenteraad (raadsvoorstel no. 2007/62/1)............... 134 5. Voorstel van burgemeester en wethouders inzake de mededeling van ingekomen stukken (raadsvoorstel no. 2007/83/1)..................................................................................................................................................... 134 6. Voorstel van het college inzake Archiefverordening gemeente Roermond 2007 (raadsvoorstel no. 2007/ 56/1). .................................................................................................................................................................. 134 7. Voorstel van het college inzake verlenging zittingsperiode huidige leden Programmaraad Limburg (raadsvoorstel no. 2007/68/1)....................................................................................................................................... 134 8. Voorstel van het college inzake aanpassing Verordening toeslagen en verlagingen WWB (raadsvoorstel no. 2007/55/1)..................................................................................................................................................... 134 9. Voorstel van het college inzake kredietrapportage per 31 december 2006 (raadsvoorstel no. 2007/57/1). ......... 134 10. Voorstel van het college inzake bestemmingsplan Maasniel (raadsvoorstel no. 2007/598/1).............................. 134 11. Voorstel van het college inzake voorbereidingsbesluit Noordelijke en Oostelijke Stadsrandzone (raadsvoorstel no. 2007/66/1). ...................................................................................................................................... 134 18. Voorstel van het college inzake Verordening leerlingenvervoer (raadsvoorstel no. 2007/58/1). ......................... 134 12. Voorstel van het college inzake beheerplan begraafplaatsen en tarieven lijkbezorging (raadsvoorstel no. 2007/47/1). .......................................................................................................................................................... 134 13. Voorstel van het college inzake onttrekking aan het openbaar verkeer van de Broekveeweg (raadsvoorstel no. 2007/49/1). .................................................................................................................................................... 145 14. Voorstel van het college inzake Meerjarenontwikkelingsprogramma stedelijke vernieuwing 2005-2009 (raadsvoorstel no. 2007/67/1).............................................................................................................................. 150 15. Voorstel van het college inzake voorbereidingsbesluit ‘Tussen de Bergen’ (raadsvoorstel no. 2007/63/1)......... 157 16. Voorstel van het college tot vaststelling van het bestemmingsplan Donderberg-Hoogvonderen (raadsvoorstel no. 2007/39/1)............................................................................................................................................... 158 17. Voorstel van het college inzake Verordening Wet inburgering gemeente Roermond (raadsvoorstel no. 2007/37/1). .......................................................................................................................................................... 162 19. Vragenuur. ........................................................................................................................................................... 181 20. Motie van de Stadspartij Roermond inzake de ontwikkeling van voorzieningen in Herten. ................................ 184 21. Sluiting................................................................................................................................................................. 187
2
Openbare raadsvergadering, gehouden op 31 mei 2007
ZESDE VERGADERING Aanwezig: de heer A.C.P. Peters, plaatsvervangend raadsvoorzitter; de heer J. Vervuurt, griffier; de dames W.H.M.A. van Beers (S.P.), M.A.H. Cox-Tegelbeckers (C.D.A.), M.H. Pilzvan Elven (D.S.), M.A.J. Smitsmans-Burhenne (GroenLinks) en E.M. Thissen-Heynen (P.v.d.A.) en de heren H.J.M. Achten (V.V.D.), F.M.A. van Ballegooij (S.P.), A. Bayrak (P.v.d.A.), F.J.H.J. Becks (V.V.D.), J.T.M. Breugelmans (C.D.A.), L.W.M. Coenen (Stadspartij Roermond), L.J.M. Daamen (D.S), F.J. van Dael (C.D.A.), L.G.A. Guffens (C.D.A.), P.G.M.A.B. Heijnen (B.B.R.), M.J. Huurdeman (V.V.D.), H.J.A. Jacobs (C.D.A.), T.M.M. Janssen Steenberg (S.P.), E.F.J.M. Lomans (V.V.D.), J.F.H. Lucas (B.B.R.), R. Özdemir (GroenLinks), S. Öztürk (P.v.d.A.), A.C.P. Peters (V.V.D.), J.M. Peters (V.V.D.), J. Puper (V.V.D.), H.H. Ramakers (D.S.), E.K. Ramdani (P.v.d.A.) en G.J. van Walsum (P.v.d.A.), leden. Tevens aanwezig: de heren H. Boots B.B.R.), W.A.J. Kemp (C.D.A.), T.J.J.M. Schreurs (V.V.D.), G.H.G.M. Smeets (D.S.), G. IJff (P.v.d.A.) en J.F.B. van Rey (V.V.D.), wethouders. Afwezig: de dames C.A.H.M. Ceulemans (V.V.D.) en R. Moussaoui (V.V.D.) en de heer M.T.A. Werson (B.B.R.), alsmede de heer H.M.J.M. van Beers, waarnemend burgemeester. Secretaris: de heer K. Joosten, waarnemend gemeentesecretaris.
132 1. Opening. De voorzitter opent te 18.05 uur de vergadering en verzoekt een moment stilte om eenieder in de gelegenheid te stellen tot een gebed of overweging. Hierna spreekt hij als volgt: Dames en heren. Aan het begin van deze vergadering wil ik graag een kort woord ter herdenking uitspreken ter eerbiedige nagedachtenis aan de heren Paul Op den Camp en Frans van Eldijk. Paul Op den Camp is plotseling overleden in zijn 56ste levensjaar op 20 april jl. De heer Op den Camp was voor het CDA langdurig actief in de lokale politiek in Swalmen. Van 1990 tot 31 december jl. als raadslid en van 1992 tot 1994 als wethouder na het overlijden van de toenmalige wethouder Pieter Schreinemacher. Na invoering van het duale stelsel was hij plaatsvervangend voorzitter van de raad en lid van het presidium. Van 1992 tot 1994 was hij tevens voorzitter van de monumentencommissie in Swalmen. Ook buiten zijn politieke activiteiten heeft hij zich op bijzondere wijze verdienstelijk gemaakt. Zo was hij voorzitter van het gemengd koor A Capella en van het kerkelijk koor van de St. Lambertusparochie. In Roermond was hij bestuurslid van de Roermondse Reddingsbrigade. Met de heer Op den Camp is een persoonlijkheid heen gegaan die langdurig en betekenisvol inzet heeft getoond voor de Swalmense gemeenschap. Zijn verdiensten zullen in onze erkentelijkheid blijven voortleven. Frans van Eldijk is in zijn 77ste levensjaar overleden aan de gevolgen van een ernstige ziekte op 27 april jl. De heer Van Eldijk was voor de fractie Demokraten Roermond langdurig actief in de lokale politiek, bijna 25 jaar. Van 1978 tot 2002 maakte hij deel uit van onze raad. Ook buiten zijn politieke activiteiten heeft hij zich op bijzondere wijze verdienstelijk gemaakt. Zo was hij voorzitter van de hengelsportvereniging St. Petrus Leeuwen/Roermond, vorst van de carnavalsvereniging De Tuinhagedissen en bestuurslid van de schutterij St. Urbanus. De ouderen onder u zullen ongetwijfeld nog met veel genoegen terugdenken aan de jaarlijkse carnavaleske alternatieve raadsvergaderingen die onder zijn onnavolgbare, humoristische wijze werden georganiseerd. Met de heer Van Eldijk is een betrokken raadslid heen gegaan die zich langdurig heeft ingezet voor de Roermondse gemeenschap. Zijn verdiensten zullen in onze erkentelijkheid blijven voortleven. Mogen beiden rusten in vrede. (Hierna wordt gedurende enige ogenblikken staande een plechtige stilte betracht.) Dames en heren. Ik heet u en degenen die deze vergadering thuis voor de buis volgen van harte welkom. Bericht van verhindering voor deze vergadering is ontvangen van burgemeester Van Beers, van de dames Moussaoui en Ceulemans en van de heer Werson. De heer Werson is zondagavond plotseling in het ziekenhuis opgenomen, waar hij nog steeds verblijft. Wij weten zeker dat hij deze vergadering via de t.v. volgt. Namens u allen wens ik Mart Werson van harte beterschap en een spoedig herstel toe. De heer Heijnen en mevrouw Smitsmans hebben laten weten wat later ter vergadering te zullen komen.
133 Op uw tafels is een pakketje gedeponeerd met moties en amendementen die in de aanloop naar deze raadsvergadering zijn aangekondigd. Ze zijn voorzien van een nummer, corresponderend met het nummer van het desbetreffende agendapunt. Daarmee kan worden voorkomen dat de vergadering steeds moet worden onderbroken om ze te kopiëren. De vergadering kan hierdoor sneller verlopen en dat is alleen maar toe te juichen. Laten we er met z’n allen naar streven hiervan in de toekomst een gewoonte te maken. Van een burger die de raadsvergaderingen trouw thuis voor de t.v. volgt – niet zomaar een burger overigens, maar een oud-raadslid – is het verzoek gericht aan alle raadsleden er toch vooral rekening mee te houden dat mensen thuis de vergadering ook willen begrijpen en daarom niet al te veel vreemde of moeilijke woorden te gebruiken. Als moties en amendementen worden ingediend, zo vervolgt deze burger, leg dan vooral ook even uit wat de kern ervan is, zodat ook buitenstaanders die zich niet dagelijks met gemeentelijke zaken bezighouden kunnen begrijpen waarover het gaat. Als stemmingsnummer voor deze vergadering wordt getrokken nr. 21, zodat eventuele stemmingen zullen aanvangen bij de heer Bayrak. 2. Vaststellen van de agenda. De voorzitter: Dames en heren. De Verordening Leerlingenvervoer is als bespreekstuk vermeld onder agendapunt 18. De beide partijen die in de commissie hadden verzocht dit stuk als bespreekstuk in de raad aan de orde te stellen, PvdA en SP, hebben echter te kennen gegeven ermee te kunnen instemmen dat dit stuk alsnog als hamerstuk wordt afgedaan. De heer Coenen: Mijnheer de voorzitter. Ik wil graag een motie indienen die betrekking heeft op de ontwikkeling van voorzieningen in Herten en de informatie daaromtrent; daarop wil ik desgewenst nu wel een toelichting geven. De voorzitter: De motie wordt aan het einde van de vergadering aan de orde gesteld en kan dan worden toegelicht. Voor het vragenuurtje aan het eind van de vergadering had zich de heer Puper gemeld, maar niet volgens de reglementen. De heer Puper wilde vragen stellen over het verkeersinfarct dat we de laatste dagen meemaken van Swalmen naar Roermond. Ik geef hem in overweging via een beroep op artikel 43, of via bilateraal overleg met wethouder IJff dit probleem aan te kaarten. De heer Puper: Mijnheer de voorzitter. Gegeven het tijdstip waarop een en ander heeft plaatsgevonden en de teksten die ik de griffier heb aangeleverd, ben ik van mening dat ik correct heb gehandeld. Het is volgens mij een kwestie van interpretatie die het in uw ogen anders maakt en dat spijt mij buitengewoon. De voorzitter: Ik neem dat voor kennisgeving aan. Voor een vragenuurtje dient u zich uiterlijk 24 uur voor aanvang van de vergadering te melden en dat is niet gebeurd. De agenda wordt aldus gewijzigd vastgesteld.
134 3. Notulen van de openbare raadsvergadering van 19 april 2007. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming worden deze notulen ongewijzigd vastgesteld. 4. Overzicht van brieven gericht aan het Presidium c.q. de gemeenteraad (raadsvoorstel no. 2007/62/1). Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt ingestemd met de door het Presidium voorgestelde wijze van afhandeling. 5. Voorstel van burgemeester en wethouders inzake de mededeling van ingekomen stukken (raadsvoorstel no. 2007/83/1). Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. Unaniem door de commissie(s) akkoord bevonden voorstellen. 6. Voorstel van het college inzake Archiefverordening gemeente Roermond 2007 (raadsvoorstel no. 2007/56/1). 7. Voorstel van het college inzake verlenging zittingsperiode huidige leden Programmaraad Limburg (raadsvoorstel no. 2007/68/1). 8. Voorstel van het college inzake aanpassing Verordening toeslagen en verlagingen WWB (raadsvoorstel no. 2007/55/1). 9. Voorstel van het college inzake kredietrapportage per 31 december 2006 (raadsvoorstel no. 2007/57/1). 10. Voorstel van het college inzake bestemmingsplan Maasniel (raadsvoorstel no. 2007/598/1). 11. Voorstel van het college inzake voorbereidingsbesluit Noordelijke en Oostelijke Stadsrandzone (raadsvoorstel no. 2007/66/1). 18. Voorstel van het college inzake Verordening leerlingenvervoer (raadsvoorstel no. 2007/58/1). Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming besluit de raad overeenkomstig deze voorstellen en de daarbij behorende ontwerpbesluiten. Portefeuille wethouder G. IJff. 12. Voorstel van het college inzake beheerplan begraafplaatsen en tarieven lijkbezorging (raadsvoorstel no. 2007/47/1). Mevrouw Thissen-Heynen: Mijnheer de voorzitter. Het beheerplan geeft een duidelijk inzicht in de kosten van onderhoud van de vier gemeentelijke begraafplaatsen in Roermond, belangrijk omdat we zodoende de komende vier jaar qua onderhoud en exploitatie niet voor verrassingen komen te staan. Goed is ook dat hierin het zogenaamde
135 PIOBB is opgenomen: het Plan Instandhouding Openbare Bijzondere Begraafplaatsen,
met name voor het behoud van het monumentale karakter van het kerkhof Kapel in ’t Zand, waarbij ook een haalbaarheidsonderzoek hoort naar de renovatie van het lijkenhuisje en het kruithuisje ter plaatse. Over de tarieven is in de commissie uitvoerig gediscussieerd. In de afgelopen drie jaren waren de tarieven zeer hoog, in 2004 zijn ze zelfs twee of drie keer zo hoog geworden, en daarmee kwamen de tarieven uit op een van de hoogste in Limburg. Nu het tarief is verlaagd van ruim € 2.100,- naar € 1.200,- voor een huurgraf van twintig jaar en het tarief voor verlenging met tien jaar van € 1.200,- naar € 600,-, is het college wat ons betreft op de goede weg. Wij kunnen hiermee dan ook instemmen. De heer Ramakers: Mijnheer de voorzitter. Voor ons ligt het eerste beheerplan van de tien die we moeten vaststellen en dat stelt ons beter in staat keuzen te maken. De monumentale status van het Oude Kerkhof speelt hierin een voorname rol, zeker ook gezien het grote achterstallig onderhoud. Wij roepen u op nu voortvarend tewerk te gaan en te zoek naar subsidies, eventueel rijkssubsidies, waaruit de restauratie en de herbestemming van de muur, het kruitgebouwtje en het lijkenhuisje mede gefinancierd kunnen worden. Demokraten Swalmen dringt er daarnaast op aan op de verschillende religies een beroep te doen om als vrijwilliger een bijdrage te leveren aan dit monumentale kerkhof. Dat over twee jaar een evaluatie zal worden uitgevoerd juichen wij toe. De tarieven onder de variant III zijn naar onze mening goed en wij kunnen dan ook akkoord gaan met het voorstel. (Mevrouw Smitsmans-Burhenne komt te 18.20 uur ter vergadering.) De heer Lucas: Mijnheer de voorzitter. In 2004 is in deze raad een besluit genomen waarvan we volgens mij de consequenties voor de voorliggende tarieven niet meteen hebben voorzien. Gezamenlijk hebben we besproken wat daaraan zou kunnen worden gedaan en het college is nu wat Burger Belangen Roermond betreft met een goed alternatief gekomen. Met de voorgestelde variant III kunnen wij dan ook geheel instemmen. In de commissie hebben wij gepleit voor wijziging van de passage in het stuk waarin gesproken wordt over een beperking van de Brummeberg. In de verslaglegging noch in het stuk zelf is die bijdrage van Burger Belangen Roermond terug te vinden. Wellicht kan de wethouder daarop nu nog even ingaan. Hetzelfde geldt voor de begraafplaats Herten. Wij hebben aangegeven dat op die begraafplaats net als op het Oude Kerkhof de mogelijkheid zou moeten worden geboden om graven te adopteren. Ook hierover willen wij graag het standpunt van de wethouder vernemen. Het is mij bekend dat ter zake ook een motie, c.q. een amendement zal worden ingediend, maar daarop kom ik eventueel in tweede instantie nog wel terug. De heer Coenen: Mijnheer de voorzitter. Over dit onderwerp mag ik mede het woord voeren namens GroenLinks en SP. In het voorstel wordt een aantal zaken tegelijk aan de orde gesteld, zoals het feit dat monumentale begraafplaatsen als het Oude Kerkhof en Herten een aparte status verdie-
136 nen. Via een PIOBB zal onder andere worden nagegaan hoe de kosten op een andere manier versleuteld kunnen worden. Wat mij in de betogen van de voorgaande sprekers is opgevallen, is dat men de tarieven van destijds te hoog vond, maar dat men zich nu kennelijk al op voorhand neerlegt bij een tarief van € 1.200,-. In de commissie is erop gewezen dat de tarieven in 2004 met 275% zijn verhoogd. Volgens het college zou het tarief voor een huurgraf van 20 jaar nu kunnen worden teruggebracht tot € 1.200,-, maar wij steken in op een lager tarief, dat overeenkomt met het niveau van 2003, zijnde ongeveer € 600,- à € 700,-, een tarief dat ook door soortgelijke gemeenten in Limburg wordt gehanteerd. Hoewel wij niet al te veel technische vragen over het schema willen stellen, ontkomen wij er niet aan een paar wezenlijke opmerkingen naar voren te brengen. Wij vragen ons nog steeds af hoe men in de berekeningen tot dit soort tarieven is gekomen. In de commissie is geïnformeerd naar de concernkosten die erin zijn opgenomen en daarover is een keurig verhaal verteld, maar omdat de kostenverdeling nog steeds een groot punt van discussie is, zoals eerder ook bij de fietsenstalling op het Kloosterwandplein en bij de keuzen voor het zwembad, menen wij dat een redelijk tarief nog lager moet uitkomen dan € 1.200,-. Ter zake dienen wij een amendement in. Wat wij daarmee onder andere willen voorkomen is dat mensen vanwege de kosten wellicht kiezen voor cremeren in plaats van voor begraven, zoals nu wel gebeurt. Wat ons niet duidelijk is en waarover wij graag wat meer van de wethouder willen horen, is wat de grond ten behoeve van het crematorium oplevert. Wij vinden het zonde dat het crematorium in de ecologische hoofdstructuur is opgenomen; het is toch al een beperkte, smalle strook die daarmee doorbroken dreigt te worden. De voorzitter: Dames en heren. Door de fracties Stadspartij Roermond, GroenLinks en SP is mij het volgende amendement ter hand gesteld: Amendement “De raad van de gemeente Roermond, in vergadering bijeen op donderdag 31 mei 2007; gezien het voorstel van het college van burgemeesters en wethouders inzake het ‘Beheerplan begraafplaatsen - tarieven lijkbezorging’, raadsvoorstel no. 2007/47/1; overwegende dat: • in het verleden kostendekkendheid het uitgangspunt is geweest voor de vaststelling van de hoogte van de tarieven van een huurgraf, waardoor de tarieven inmiddels echter onacceptabel hoog zijn geworden; • op basis van de verhoogde tarieven burgers op basis van een financiële afweging geneigd zijn over te gaan tot crematie i.p.v. begraven of tot een vervroegde ontruiming van het graf van hun overleden familieleden; • sommige religies het ontruimen van graven niet toestaan, waardoor nabestaanden tot in de derde of vierde generatie hoge huurtarieven moeten betalen voor familieleden die zij niet eens gekend hebben; • de tarieven uit de varianten I, II, en III van het college door een meerderheid van de raad nog steeds als te hoog worden bevonden;
137 •
een openbare begraafplaats gezien wordt als een openbare voorziening die voor iedereen toegankelijk, bereikbaar en betaalbaar moet zijn; besluit de tekst van punt 3 in het concept-raadsbesluit te vervangen door de navolgende tekst: de tarieven behorende bij de "Verordening lijkbezorgingsrechten 2007’ vast te stellen conform de bijgevoegde tarieventabel, waarbij echter het tarief voor: 1. een huurgraf voor 20 jaar wordt bepaald op 600 euro; 2. verlenging van een huurgraf met 10 jaar wordt bepaald op 300 euro.” De heer Huurdeman: Mijnheer de voorzitter. In 2003 is ervoor gekozen de kosten die de pan uitrezen een beetje dekkend te maken. De raad had toen niet het idee dat de tarieven zo hoog zouden worden en daarvan zijn we behoorlijk geschrokken. Ruim twee jaar lang heeft de VVD-fractie er in de commissie voor openbare werken en in de commissie voor financiën bij de wethouder op aangedrongen een quickscan uit te voeren, waarop wij helaas heel lang hebben moeten wachten, en aan de hand daarvan een gedegen plan op te stellen. Het is ook op aandringen van de VVD-fractie geweest dat het nu op de agenda staat. Eerder kregen wij daarvoor weinig steun, maar nu gelukkig wel. Het voorstel verheugt ons, want het geeft aan wat wij destijds al wilden: meer kostendekkendheid. In de commissie hebben wij verzocht ook iets te doen aan de te hoge tarieven die tussen 2003 en 2007 zijn betaald voor de mensen die toen begraven zijn. Volgens het college zou dat om belastingtechnische redenen niet mogelijk zijn, maar wij verzoeken u toch de mogelijkheid te onderzoeken van bijvoorbeeld een verlenging, een creditnota of wat dan ook. Daarom dienen wij ter zake een motie in. De voorzitter: Dames en heren. De motie van de VVD-fractie luidt als volgt: Motie “De raad van de gemeente Roermond, in vergadering bijeen op donderdag 31 mei 2007; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 april 2007 inzake tarieven begraafplaatsen, raadsvoorstel no. 2007/47/1; overwegende dat: 1. de tarieven voor grafrechten in Roermond gedurende enkele jaren aan de erg hoge kant zijn geweest; 2. door middel van het onderhavige voorstel de betreffende tarieven gelukkig neerwaarts kunnen worden bijgesteld; 3. dit echter geen oplossing inhoudt voor mensen die in vorige jaren de oude – hoge tarieven hebben betaald; 4. mogelijk compensatie kan worden geboden aan mensen die in de jaren 2004, 2005 en 2006 grafrechten hebben betaald; roept het college van burgemeester en wethouders op: 1. te onderzoeken of het mogelijk is of, en zo ja op welke wijze, compensatie te bieden aan Roermondse burgers die in de jaren 2004, 2005 en 2006 de oude -hoge- tarieven voor grafrechten hebben betaald;
138 2. de commissie voor OW in het derde kwartaal van 2007 te berichten over de uitkomsten van dit onderzoek.” De heer Guffens: Mijnheer de voorzitter. Het CDA vindt dat de kosten voor begraven maatschappelijk verantwoord moeten zijn; niet alleen de VVD of andere zijn die mening dus toegedaan. Op dit gebied is Roermond duur, zoals al is opgemerkt. Wat het college heeft geschetst in variant I gaat ons inziens een heel stuk in de goede richting, maar Maastricht, een stad die twee keer zo groot is als de onze, is dan nog altijd een stuk goedkoper. Op dit moment scoren we nagenoeg gelijk aan Eindhoven, een stad die vijf keer zo groot is. Beter zouden we een vergelijking kunnen maken met Kerkrade, met 54.000 inwoners even groot als Roermond, dat een prijspeil hanteert dat klantvriendelijker is, om het zo maar eens uit te drukken. Misschien zouden we het geheel in ogenschouw moeten nemen en eens moeten berekenen wat we aan WOZ, rioolheffing, enz., per jaar kwijt zijn en ons dan moeten afvragen of Roermond, al die lasten per jaar in acht nemend, duur is of goedkoop, maar als alleen de begraaftarieven in aanmerking worden genomen zijn we inderdaad aan de dure kant. De heer Huurdeman heeft zojuist de vraag gesteld of voor de te hoge tarieven die in het verleden zijn betaald op een of andere manier compensatie zou kunnen worden geboden. Is dat juridisch mogelijk, of wordt daarmee de mensen iets voorgespiegeld wat wellicht onhaalbaar is? Wij vernemen dat graag van de wethouder. Bij de evaluatie over twee jaar, die in de commissie openbare werken is toegezegd, kunnen we een en ander dan nader beoordelen. Wethouder IJff: Mijnheer de voorzitter. De heer Ramakers heeft het belang van de inzet van vrijwilligers benadrukt en daarmee zijn wij het geheel eens. In Kapel in ’t Zand gebeurt dat ook in de vorm van de Stichting Oude Kerkhof, waarmee wij veel zaken gezamenlijk doen. De heer Lucas heeft erop aangedrongen de Brummeberg niet in te perken, om te voorkomen dat er te weinig ruimte is voor mensen uit Herten die er begraven willen worden. In de commissie heb ik aangegeven dat hiernaar een haalbaarheidsonderzoek zal worden ingesteld en dat wij er daarna op zullen terugkomen. Uiteraard is het de bedoeling dat de begraafplaats haar functie blijft behouden. Voor de historische begraafplaats in Herten zal een PIOBB worden opgesteld. In dat kader zal ook herbegraven en adopteren aan de orde komen. De heer Coenen heeft er namens een drietal fracties op aangedrongen de tarieven nog verder te verlagen. Hij verwees in dat opzicht naar 2002 en 2003, waarin de tarieven wel zeer fors zijn verhoogd. Bij mijn weten was destijds ook GroenLinks voorstander van die tariefverhogingen. In de commissie heb ik opgemerkt dat de nu vast te stellen in de ogen van het college redelijk zijn … Mevrouw Smitsmans-Burhenne: Inderdaad is GroenLinks indertijd akkoord gegaan met de tariefverhogingen, maar u weet dat het vorig jaar in één specifiek geval de nodige commotie is ontstaan toen mensen geconfronteerd werden met ontzettend hoge kosten en dat wij toen met z’n allen hebben besloten een en ander te herzien. Heb ik het verder verkeerd begrepen van mijn burgercommissielid, de heer Toine Wuts, dat het
139 CDA en de PvdA in de commissie uitdrukkelijk hebben aangegeven dat wat door het
college werd voorgesteld nog te hoog was en dat de heer Toine Wuts naar aanleiding daarvan met een voorstel is gekomen? Wethouder IJff: In mijn beleving is de discussie door de VVD-fractie al een jaar eerder aangekaart. De discussie van het vorig jaar waaraan u refereert was dus niet nieuw, maar kwam toen wel in volle hevigheid naar voren. Overigens reageerde ik zojuist op de woorden van de heer Coenen, die de redelijkheid van de besluitvorming in 2002 en 2003 aan de kaak stelde. Daarvan heb ik gezegd dat het in die tijd door GroenLinks anders werd beoordeeld. Zoals ik zojuist al zei, is het college overtuigd van de redelijkheid van het voorgestelde tarief, gelet op de kwaliteit die wij daarvoor leveren, maar overigens is elk tarief dat wordt vastgesteld arbitrair. Ik verwijs naar de kostprijs en naar de discussie over de concernkosten. De heer Toine Wuts heeft in de commissie inderdaad een voorstel gedaan, maar volgens mij hebben andere partijen zich daarbij niet aangesloten en is geconcludeerd dat de discussie in de raad aan de orde diende te worden gesteld en dat is ook het geval. Het amendement van de heer Coenen c.s. wordt door mij ontraden, omdat het voorstel van het college een ander voorstel is dan wat hierin wordt beoogd. Wij vinden de tarieven redelijk, gezien de kwaliteit die wij op de diverse begraafplaatsen leveren. De heer Huurdeman heeft een motie ingediend waarin wordt aangedrongen op een onderzoek naar de mogelijkheid van een compensatie voor de in vroeger jaren te hoog berekende tarieven. Zowel voor als na de commissievergadering is daarnaar intern al onderzoek verricht, maar ik ben bereid de vraag nog eens aan een externe fiscalist voor te leggen, al ben ik overtuigd van de juistheid van de ambtelijk uitgebrachte adviezen. In die zin kunnen wij de motie uitvoeren. De heer Guffens heeft betoogd dat de kosten van begraven maatschappelijk verantwoord moeten zijn en dat ben ik uiteraard met hem eens. Zeer terecht heeft hij ook opgemerkt dat het palet aan tarieven in Roermond wel enigszins in onderlinge samenhang moet worden bekeken. Het is best mogelijk dat we met het ene tarief wat aan de hoge kant zitten en met het andere wat aan de lagere kant. In ieder geval weet ik dat wij met de rioolrechten de goedkoopste zijn in heel Limburg en dat de tarieven voor begraven weer wat aan de hoge kant liggen. In de evaluatie over twee jaar zullen ook de tarieven worden betrokken. We zullen dan niet alleen naar de inhoud kijken, maar ook naar de uitgaven. Mevrouw Thissen-Heynen: Mijnheer de voorzitter. Graag wil ik even reageren op de woorden van mevrouw Smitmans. Inderdaad hebben wij in de commissie geconstateerd dat ondanks de verlaging van de tarieven met 50% Roermond nog steeds een redelijk hoog tarief hanteert. Het is natuurlijk heel sympathiek te proberen de tarieven zo laag mogelijk te maken, maar daardoor ontstaat wel onmiddellijk een financieel gat van ongeveer € 150.000,- en dat zal toch op een of andere manier gedicht moeten worden. Een andere reden waarom wij met het collegevoorstel instemmen is dat de tarieven nu vergeleken met voorgaande jaren worden gehalveerd en dat door ze nóg verder te verlagen
140 de mensen die voorheen de hogere tarieven hebben betaald zich misschien nog meer gedupeerd zullen voelen. De motie van de VVD-fractie heeft onze sympathie, ook al is hiernaar al ambtelijk onderzoek gedaan en heb ik begrepen dat het indienen van bezwaar sowieso onmogelijk is omdat een en ander is gebaseerd op een belastingverordening, waartegen geen bezwaar mogelijk is. Wij hebben er geen moeite mee dat alsnog zal worden onderzocht of op een of andere manier compensatie geboden kan worden. Wel zijn wij van mening dat dan van tevoren duidelijk moet zijn dat het resultaat oplevert. De heer Ramakers: Mijnheer de voorzitter. Naar aanleiding van de motie van de VVDfractie vragen wij ons af wat er dan moet gebeuren met de mensen die in 2004, 2005 en 2006 een graf hebben laten ruimen. Daarvoor is geen compensatie mogelijk en dat vinden wij een slechte zaak. Wat het amendement van Stadspartij Roermond, GroenLinks en SP betreft, zou ik willen opmerken dat variant III voor Demokraten Swalmen de eerste stap is naar weer acceptabele tarieven. Over twee jaar vindt een evaluatie plaats en wie weet wat er dan nog in het vat zit. De heer Lucas: Mijnheer de voorzitter. De wethouder dank ik voor de toezeggingen die hij heeft gedaan naar aanleiding van mijn vragen. Met betrekking tot het amendement kan ik de uitleg van de wethouder volgen. Daarbij wil ik nog aantekenen dat mensen gewoonlijk voor begraven verzekerd zijn en dat een huurgraf van 20 jaar in die gevallen door de verzekering wordt betaald. Voor de mensen die niet verzekerd zijn geldt dat echter niet. Wij volgen in ieder geval het voorstel van het college en zullen het amendement dan ook niet steunen. Wat de motie van de VVD-fractie betreft, heeft de heer Ramakers naar mijn mening terecht verwezen naar de mensen die in de afgelopen jaren een graf hebben laten ruimen. Ik wil daaraan nog de vraag toevoegen hoe het moet met mensen die vanwege de hoge tarieven hebben gekozen voor een crematie in plaats van voor een begrafenis. Volgens mij kan dat nog een behoorlijk knelpunt opleveren. Een onderzoek is echter nooit weg en daarom kunnen wij ermee instemmen dat naar de mogelijkheid van een compensatie een onderzoek wordt uitgevoerd. Van tevoren kunnen wij echter nooit weten welk resultaat een onderzoek zal opleveren, daarvoor is het onderzoek juist nodig, en de mening die mevrouw Thissen daarover heeft geventileerd kunnen we dan ook niet delen. Mevrouw Thissen-Heynen: Voor alle duidelijkheid: ik heb gezegd dat wij met een onderzoek kunnen instemmen, maar dat dan wel van tevoren duidelijk moet zijn dat het resultaat oplevert. De heer Lucas: Dat had ik goed begrepen, maar als je niets onderzoekt weet je ook niet of het resultaat oplevert; zoiets kun je van tevoren niet zeggen. De heer Coenen: Mijnheer de voorzitter. Wat ik me na de woordvoering van PvdA, CDA en Burger Belangen Roermond afvraag is wat er in de tijd na de commissievergadering eigenlijk is gebeurd. In de besluitenlijst van de commissie voor openbare werken
141 staat namelijk: “De meeste commissieleden staan positief ten opzichte van het voorstel om het tarief terug te brengen naar € 600,-.” Voorafgaande daaraan was de vraag gesteld, die ik vanavond heb herhaald en die nog steeds niet is beantwoord, waardoor een en ander wordt gefinancierd. Zojuist heb ik ook gevraagd wat de grond ten behoeve van het crematorium oplevert en die vraag is evenmin beantwoord. Eén van de verzekeraars, DELA, heeft er natuurlijk alle belang bij om hier een crematorium neer te zetten in plaats van hoge kosten te betalen voor begraven. Tot mevrouw Thissen zou ik willen opmerken dat de financiering ontbreekt en dat deze zaal te klein zou zijn als wij zoiets zouden voorstellen. Als ik een financiering zou moeten voorstellen, zou ik bijna geneigd zijn te verwijzen naar het superdividend van Essent, waarover wij vanmorgen iets hebben kunnen lezen. Door de heer Guffens, en ook de wethouder, is opgemerkt dat het totaalpakket van belastingen en tarieven in ogenschouw zou moeten worden genomen. Met de OZB en de rioolrechten kunnen we dan misschien vrij laag zitten, zoals is betoogd, maar met de begraaftarieven zitten we ontiegelijk hoog. Door enkele sprekers is in dit verband ook de kostendekkendheid van de tarieven genoemd en in reactie daarop heb ik de wethouder horen zeggen dat vaststelling van tarieven altijd arbitrair is. Feit is echter dat nu 275% meer moet worden betaald dan in 2003 en dat Roermond drieënhalve keer zo duur is als andere gemeenten. Als ik de wethouder dan hoor zeggen dat daarvoor wel kwaliteit wordt geleverd, vraag ik mij af over wat voor soort begraafplaatsen wij beschikken vergeleken met die in andere gemeenten. Wethouder IJff: Als u de stukken goed leest… De voorzitter: U krijgt in tweede termijn nog alle kans, wethouder! Wethouder IJff: Maar ik wil toch even reageren, want er is een aantijging gedaan in de richting van het college. Ik heb gezegd dat een verláging van tarieven altijd arbitrair is, en niet het bedrag als zodanig. De voorzitter: Ik verzoek de heer Coenen zijn betoog te vervolgen en wijs de wethouder erop dat ook hij zich aan de spelregels moet houden. De heer Coenen: Dat zou ik ook denken. Ik zeg toch ook niet dat in Maastricht een geheugenkliniek bestaat waar de wethouder terecht kan om dingen die in de commissie zijn gezegd weer naar boven te halen? Ik verzoek u overigens na de tweede ronde een schorsing in te lassen. De heer Huurdeman: Mijnheer de voorzitter. Gelukkig heeft de VVD-fractie al in de commissie aangegeven dat zij zich kon vinden in het collegevoorstel. Wij hebben ook niet gereageerd op het Sinterklaaseffect van voorstellen tot een nog verdere verlaging van de tarieven. Het amendement kan misschien wel sympathiek klinken, maar het gevolg ervan is wel dat we dan zelfs nog onder het prijsniveau van 2003 uitkomen. We hoeven ook weer niet te veel cadeautjes weg te geven en moeten ook de kostendekkendheid in het oog houden. De heer Coenen kan in dit verband wel verwijzen naar het
142 superdividend van Essent, maar er zijn waarschijnlijk nog wel honderd ideeën om dat dividend op een andere manier te besteden. Onjuist is ook de bewering van de heer Coenen dat we nu te maken zouden hebben met een tariefverhoging van 275% ten opzichte van 2003. Het tarief is redelijk hoog vergeleken met 2003, maar is alweer 100% lager dan eerst. Demokraten Swalmen en Burger Belangen Roermond hebben zich naar aanleiding van onze motie afgevraagd wat er nu moet gebeuren met de mensen die inmiddels graven hebben laten ruimen of gekozen hebben voor een crematie in plaats van voor een begrafenis. Helaas is daaraan niets meer te doen. Het is puur emotie en dat is ook niet in geld uit te drukken. Voor de één is het € 1 miljoen waard, voor de ander is het onbetaalbaar en weer een ander zal misschien zeggen dat hij het sowieso zou hebben gedaan. De heer Guffens: Mijnheer de voorzitter. Mevrouw Smitsmans heeft verwezen naar de commissievergadering van 10 mei, waarin een voorstel is gedaan door de heer Toin Wuts. Gesproken is toen ook over de mogelijkheid van een tarief tussen dat in diens voorstel en dat in het collegevoorstel, zijnde variant III. Intern hebben wij het daarover uitvoerig gehad, maar daarvoor bleek bij een grote groep absoluut geen draagvlak te bestaan. De wethouder heeft toegezegd dat over twee jaar de tariefstelling nog een keer tegen het licht zal worden gehouden en dat vind ik een goede zaak. Nu de wethouder heeft toegezegd dat het onderzoek dat in de motie wordt bepleit zal worden uitgevoerd, vraag ik me af of de motie nog wel nodig is. Wethouder IJff: Mijnheer de voorzitter. De vraag of de belastingwetgeving ruimte biedt om de mensen die in 2004, 2005 en 2006 een hoger tarief hebben betaald tegemoet te komen is al onderzocht. Ik heb nu toegezegd dat ik een extern fiscalist nog eens zal vragen of het in het kader van de fiscale wetgeving mogelijk is hieraan iets te doen. Ik ga ervan uit dat we daarop weer ‘nee’ te horen zullen krijgen, maar in ieder geval zal ik het resultaat aan de commissie voorleggen. Mevrouw Smitsmans-Burhenne: Wat ik niet begrijp is dat de coalitiepartijen, van wie toch verwacht mag worden dat zij vertrouwen hebben in wat het college hier voorstelt, aandringen op een nieuw onderzoek, terwijl in het stuk al staat dat juridisch advies is ingewonnen en dat daaruit is gebleken dat het niet kan. Vindt u het niet vreemd dat uw coalitiegenoten uw woorden en uw onderzoek in twijfel trekken? De heer Huurdeman: Op de groene pagina’s staat alleen dat een compensatie in de vorm van een termijnverlenging waarschijnlijk niet mogelijk is. Wethouder IJff: In de commissie heb ik uitgelegd dat het niet mogelijk is geld terug te geven. Daarna is gevraagd of het dan mogelijk zou zijn de termijn te verlengen en in antwoord daarop heb ik toegezegd de juridische afdeling om advies te zullen vragen en dat antwoord is nu gegeven. Nu gaat het om specifieke fiscale wetgeving en fiscalisten hebben wij niet in huis. Als de VVD-fractie niet 95%, maar 100% zekerheid wil hebben dat het niet kan, ben ik bereid ook over die laatste 5% nog uitsluitsel te geven. Ik ben ervan overtuigd dat we opnieuw een ‘nee’ te horen zullen krijgen en dan doet ook de
143 vraag van de heer Ramakers hoe met allerlei andere complicaties moet worden omgegaan niet meer ter zake. De heer Lucas heeft aangegeven dat het in feite alleen bij verlengingen een rol speelt, omdat de meeste mensen zijn verzekerd en de verzekeringsmaatschappijen een huurgraf van 20 jaar betalen. Met deze verzekeringsmaatschappijen is in 2002/2003 ook overlegd over de verhogingen die toen werden doorgevoerd. De heer Coenen heeft de DELA ter sprake gebracht en gevraagd wat de verkoop van de grond de gemeente oplevert. In het stuk wordt voorgesteld dat geld te gebruiken voor het achterstallig onderhoud van de begraafplaatsen, met name bij Kapel in ’t Zand. De onderhandelingen zijn nog gaande en ik heb nog geen bedrag gehoord. In de commissie heb ik medegedeeld dat ik de commissie lopende de onderhandelingen daarover niet zal informeren. Zodra de onderhandelingen zijn afgerond zal ik het resultaat bekend maken. De ontbrekende dekking in het stuk waarnaar de heer Coenen verwees was voor het college een paar maanden geleden al reden om aan te geven dat de discussie over de beheerplannen tegelijk met de discussie over de voorjaarsnota en het college-uitvoeringsprogramma voor de komende vier jaar zou dienen plaats te vinden. In dat financiële raamwerk komt al dit soort zaken aan de orde. Toen de raad ons indringend verzocht dit onderwerp al in deze vergadering te behandelen, hebben wij daarin bewilligd, maar de dekking komt ter sprake bij de behandeling van de voorjaarsnota en het collegeuitvoeringsprogramma. Zoals ik eerder al bij interruptie aan het adres van de heer Coenen heb opgemerkt, is niet de tariefstelling als zodanig, maar de mate van verlaging arbitrair. We kunnen voor de helft kiezen, maar voor hetzelfde geld kunnen we hoger of lager gaan zitten; daarvoor is niet echt een inhoudelijke argumentatie aan te voeren. Wel zijn wij van mening dat de door ons voorgestelde verlaging redelijk is in het licht van wat in dit opzicht in Nederland gebeurt en van wat wij aan begraafplaatsen hebben en hoe die erbij liggen. (De heer Heijnen komt te 19.00 uur ter vergadering.) De heer Coenen: Mijnheer de voorzitter. Uit de woorden van de wethouder maak ik op dat nu vooruit wordt gelopen op het UP. Volgens mij weten mijn collega’s uit de oppositie daar nog niets van en de collega’s uit de coalitie waarschijnlijk evenmin. Wethouder IJff: Er was gevraagd naar het financiële kader en dat kader is ieder jaar de voorjaarsnota en dit jaar ook het college-uitvoeringsprogramma, met een financiële vertaling van alle beleidsintenties die met de coalitiepartijen zijn afgesproken. In juni is de discussie daarover in de gemeenteraad voorzien. Aanvankelijk was het onze bedoeling dit onderwerp in de raadsvergadering van juni te behandelen, maar op dringend verzoek van de gemeenteraad is de behandeling ervan naar voren gehaald en nu is het weer niet goed! De voorzitter: Inmiddels is door de heer Coenen om een schorsing verzocht. Ik verzoek hem de reden daarvoor toe te lichten, zodat de raad kan beslissen of daarmee akkoord kan worden gegaan.
144 De heer Coenen: Wij willen afwegen wat de geweldige woordvoering en de antwoorden daarop hebben opgeleverd aan nieuwe inzichten met het oog op ons amendement. Daarom vraag ik u om een schorsing. De voorzitter: Dat hoeft u niet aan mij te vragen, maar aan de raad. De heer Coenen: Dat is toch aan u? De voorzitter: Nee, ik leg het verzoek om schorsing voor aan de raad, conform het reglement dat u zelf hebt vastgesteld. De heer Coenen: Dat wil ik dan nog wel eens zien! De voorzitter Dat zal gebeuren, u wordt op uw wenken bediend. Ik leg nu de vraag aan de raad voor of er behoefte bestaat aan een schorsing. De heer Coenen: U maakt de democratie kapot! De voorzitter: Ik verwijs u naar artikel 27 van het reglement van orde. Overigens stel ik vast dat de raad kan instemmen met een schorsing. De vergadering is derhalve geschorst (19.05 uur). Schorsing De voorzitter: Ik heropen de vergadering (19.10 uur) en stel de besluitvorming aan de orde, allereerst over het amendement. Het amendement wordt bij handopsteken in stemming gebracht en met de stemmen van de fracties Stadspartij Roermond, GroenLinks en SP vóór verworpen. De voorzitter: Aan de orde is het collegevoorstel. De heer Coenen: Mijnheer de voorzitter. De Stadspartij Roermond, GroenLinks en SP zijn het ermee eens dat het tarief wordt verlaagd, maar betreuren het dat er geen mogelijkheid is voor een andere variant. Voorts blijft de tarifering ons verbazen. Mevrouw Smitsmans-Burhenne: Mijnheer de voorzitter. Hierop wil ik nog een korte aanvulling geven. De Stadspartij Roermond, GroenLinks en SP zijn voor het voorstel, maar vragen de aantekening dat ze tegen de tariefstelling zijn. Met inachtneming van deze aantekening van de Stadspartij Roermond, GroenLinks en SP besluit de raad zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders en het daarbij behorende ontwerpbesluit. De voorzitter: Tenslotte stel ik vast dat de motie van de VVD-fractie door het college is overgenomen.
145 13. Voorstel van het college inzake onttrekking aan het openbaar verkeer van de Broekveeweg (raadsvoorstel no. 2007/49/1). De voorzitter: Ik constateer dat over dit voorstel het wordt gevraagd door dezelfde sprekers als bij het vorige agendapunt. Ik geef hen in dezelfde volgorde het woord. Het woord is dus eerst aan mevrouw Thissen. De heer Guffens: Mijnheer de voorzitter. Ik verzoek u dit keer de omgekeerde volgorde te hanteren. De voorzitter: Neen, het woord is aan mevrouw Thissen. Mevrouw Thissen-Heynen: Mijnheer de voorzitter. Uw wil is wet, maar in dit geval was het handiger geweest eerst de CDA-fractie het woord te geven, omdat dan meteen de motie toegelicht had kunnen worden. Daarmee hadden we ons wellicht een termijn kunnen besparen. De voorzitter: Ik herinner u aan de presidiumvergadering die aan deze vergadering vooraf is gegaan. Mevrouw Thissen-Heynen: Het onttrekken van de Broekveeweg aan het openbaar verkeer staat, gezien de informatie van het college op de bekende groene flap, niet meer ter discussie. Duidelijk is dat in Herten een heleboel gebeurt en dat ook een heel andere verkeerssituatie ontstaat. In de straks in te dienen motie zal worden gevraagd de verkeersintensiteit en -afwikkeling zo goed mogelijk te monitoren en dat spreekt ons wel aan, maar daarop zal ik in tweede termijn terugkomen. De heer Ramakers: Mijnheer de voorzitter. Wij kunnen instemmen met het voorstel en wachten nu even de motie af. De heer Lucas: Mijnheer de voorzitter. Ik ga het u gemakkelijk maken; ik sluit me bij de vorige spreker aan. De heer Coenen: Mijnheer de voorzitter. De motie die zal worden ingediend is afgezwakt ten opzichte van de vorige, waarin veel zwaarder werd ingezet. Nu wordt in feite alleen gevraagd de verkeerssituatie jaarlijks te monitoren. Waar de verkeersintensiteit erg hoog is, is voortdurend alertheid geboden, zeker in dit drukke gebied met nieuwbouw, maar het kan nooit kwaad om daarnaar nog eens speciaal te kijken. In het verlengde hiervan verzoek ik u ook kort in te gaan op de mogelijkheid om gebruik te maken van de structuurweg. De situatie is nu onduidelijk, want een gedeelte ervan is van strepen voorzien en op een ander deel is met borden aangegeven dat men er niet mag komen. Het verkeer ter plekke is ermee gediend als hierin meer duidelijkheid wordt geschapen. De heer Huurdeman: Mijnheer de voorzitter. Met het voorstel van het college kunnen wij instemmen. De VVD-fractie heeft eerder al vragen gesteld over de veiligheid om en
146 rond Oolder Veste en in de motie van de CDA-fractie wordt er nu op aangedrongen een en ander goed te monitoren. Wij zijn van mening dat het college dat sowieso behoort te doen, gezien de vele veranderingen die in het gebied plaatsvinden. De heer Guffens: Mijnheer de voorzitter. Het onttrekken van verkeer aan de Broekveeweg komt kortweg gezegd neer op het weghalen van een weg uit de omgeving, een weg die sinds jaar en dag de verbinding vormt tussen Ool en Merum. U vraagt ons een besluit te nemen over een zaak waarover eigenlijk al in 2000 is besloten. Het stuk is voor honderd procent gerelateerd aan Oolder Veste. Op de plaats van de weg komen 90 dijkwoningen. In de vergadering van de commissie openbare werken van 10 mei jl. bent u uitvoerig ingegaan op het verloop en op de groene pagina’s is dat nog eens herhaald; mijn dank daarvoor, al was het niet nodig geweest! Ik wil niet onder stoelen of banken steken dat het gebied zoals het er nu bij ligt niet mijn voorkeur had. In 2000 is door de toenmalige raad echter een besluit genomen en dat heb ook ik te respecteren. De situatie is niet meer terug te draaien en daarom moet er nu het beste van worden gemaakt. De verkeerssituatie in de omgeving kan beter, maar dat is op iedere plek het geval. Ons staat maar één ding voor ogen, en ik vermoed dat wij daarin niet alleen staan: het leefbaar houden van de woon-, werk- en leefomgeving, waarbij een goede ontsluiting cruciaal is. Zoals de heer Coenen zojuist al opmerkte, is momenteel sprake van een onduidelijke situatie qua bebording. Op de groene pagina’s schrijft u: “Het deel van de structuurweg van Broekveeweg tot Merumerkerkweg is feitelijk reeds in gebruik.” Er staan echter borden met ‘verboden toegang’ e.d. Hoe zit dat dan? Is dit de definitieve inrichting van de weg, of is het van tijdelijke aard? Op de groene pagina’s gaat u in het geheel niet in op de verlichting, hoewel de CDA-fractie had gevraagd het fietspad dat aan de buitenzijde van de Broekveeweg wordt gesitueerd te voorzien van verlichting. Hetzelfde fietspad is door Burger Belangen Roermond aangehaald in een memo, via de commissie voor financiën als ik het wel heb, en dat sluit goed aan bij het geheel, ware het niet dat het fietspad al was opgenomen in het bouwplan Oolder Veste. Het is echter nooit verkeerd dat aan te halen. Om verkeersinfarcten te voorkomen, vooral in de kern van Merum, moet onderzocht worden of de verkeerscirculatie niet anders of beter kan, omdat het gebied eigenlijk maar via twee wegen ontsloten wordt op de N271, namelijk de structuurweg en de Schepersweg. In de commissie heb ik aangedrongen op een extra ontsluiting via de Broekveeweg. Op de groene pagina’s laat het college weten dat dat onwenselijk is en ook onmogelijk. Om wat meer grip op de situatie te krijgen heb ik een motie opgesteld waarop ik in eerste termijn graag de reactie van de wethouder verneem. In tweede termijn zal ik dan nader op een aantal andere zaken ingaan. De voorzitter: Dames en heren. Door de CDA-fractie is de volgende motie ingediend: Motie “De raad van de gemeente Roermond, in vergadering bijeen op donderdag 31 mei 2007;
147 gezien het voorstel van college van burgemeester en wethouders van 17 april 2007 inzake onttrekking aan het openbaar verkeer Broekveeweg, raadsvoorstelnummer 2007/ 49/1; overwegende dat: 1. het ontrekken aan het openbaar verkeer van de Broekveeweg voortkomt uit een gesloten overeenkomst met Oolderveste b.v; 2. ondanks de aanleg van de structuurweg (Oolderweg) deze onttrekking tot gevolg heeft dat de verkeerssituatie en de verkeersintensiteit in zuidwest-Roermond wijzigt; 3. het noodzakelijk is dat het gebied zuidwest-Roermond goed ontsloten wordt; verzoekt het college van burgemeester en wethouders 1. de verkeerssituatie in zuidwest-Roermond jaarlijks te monitoren; 2. de uitkomsten van deze monitoring zo spoedig mogelijk aan de commissie OW te rapporteren; 3. indien uit de monitoring knelpunten blijken, deze te bespreken met betrokkenen en met hen te zoeken naar adequate oplossingen voor deze knelpunten; 4. zo spoedig mogelijk hiervan verslag te doen aan de commissie OW.” De heer Huurdeman: Mijnheer de voorzitter. De heer Guffens zei zojuist dat hij in tweede termijn op een aantal andere zaken wil ingaan. Hij is echter de laatste spreker en daarom zal ik het op prijs stellen als hij dat in eerste termijn wil doen, anders hebben wij niet meer de gelegenheid daarop te reageren. De heer Guffens: Mijnheer de voorzitter. Ik wil er best op ingaan. Het heeft te maken met de verkeersbelasting op de wegen. In de tweede herziening van het bouwplan, dat momenteel in het college en het ambtelijk apparaat circuleert, is een aantal verkeersbewegingen per etmaal genoemd die dusdanig schrikbarend hoog zijn, dat naar onze mening absoluut een monitoring moet plaatsvinden. De structuurweg vanaf de rijksweg tot aan de Offerkamp heeft een belasting van 10.500 voertuigen per etmaal en vanaf de Offerkamp tot aan de Merumerkerkweg een belasting van 5.920 voertuigen. Daarop zijn de wegen straks ingericht, maar bij mijn weten zijn de Bergstraat, de Merummerkerkweg en de Hoogstraat in Merum daarop niet ingericht. Op die wegen zullen in 2010 7.024 voertuigen per etmaal rijden. Is het college daarvan op de hoogte? Bovendien is een aantal zaken, zoals extra woningbouw op de Rosslag, hierin niet meegenomen. Wethouder IJff: Mijnheer de voorzitter. Veel sprekers zijn ingegaan op de verkeersintensiteit op de diverse wegen in dit gebied. Zoals op de groene flap aangegeven, hebben wij niet de overtuiging dat hier knelpunten zullen worden ervaren. Tegelijkertijd constateren wij dat in het gebied veel wijzigingen zullen plaatsvinden. De heer Guffens heeft er een aantal genoemd en daaraan wil ik nog toevoegen dat ook de komst van de A73 wijzigingen tot gevolg zal hebben. Het is daarom zeker goed alert te blijven. Ik stel me voor dat jaarlijks een overzicht zal worden gegeven van de stand van zaken. De structuurweg zouden wij liever nog vandaag dan morgen open willen hebben en ik neem aan dat wij het daarover allemaal eens zijn. Momenteel lopen nog een aantal juridische procedures ten aanzien van deze structuurweg, waardoor ze niet open kan. Als gevolg daarvan is nu het beeld ontstaan dat er een weg ligt waarvan geen gebruik mag
148 worden gemaakt. Zodra het juridische conflict is beslecht, of in der minne geschikt, zal er samen met de projectontwikkelaar naar worden gestreefd de weg zo snel mogelijk open te stellen. De suggestie die door de CDA-fractie is gedaan voor een verlichting van het fietspad moet ik nog even kortsluiten met de mensen die daarnaar in detail hebben gekeken. Ik kan me voorstellen dat een fietspad op die dijk de nodige lichtpunten zal moeten hebben. Het is anders dan de verlichting in een woonstraat, maar er is wel een soort lint dat aangeeft waar de weg loopt zodat men kan zien waar men heen moet fietsen. Ik ga ervan uit dat het in het plan zal worden meegenomen; zo niet, dan kan het altijd nog worden meegenomen in het verlichtingsplan. Hetzelfde geldt voor het plan dat de heer Mevissen heeft ingediend in een wat bredere context om er een soort toeristische fietsroute van te maken. Over een aantal punten van het tracé zijn wij al in gesprek met diverse partners. Ik heb toegezegd dat ik met de heer Mevissen een gesprek zal hebben en dat zal door het secretariaat worden gearrangeerd. De heer Guffens heeft gezegd dat hij zich met name zorgen maakt over de situatie rond Merum. Wij geloven niet dat er problemen zullen ontstaan, maar natuurlijk zal ook hier goed in de gaten worden gehouden wat er gebeurt en zal actief worden ingegrepen als zich iets voordoet. De motie beschouw ik als een ondersteuning van het algemene beleid dat wij in heel Roermond en Swalmen uitvoeren, maar het kan geen kwaad dat specifiek voor dit gebied nog eens te accentueren. In die zin kunnen we de motie volledig uitvoeren. De heer Guffens is vervolgens ingegaan op een bijlage bij de tweede herziening van het bestemmingsplan Oolder Veste. De verkeerskundigen hebben prognoses gegeven van wat er allemaal wel en niet kan gebeuren. Onze mensen zeggen dat de aantallen haalbaar zijn met de in de pipeline zittende infrastructuur. Wat dat betreft is er dus niets nieuws onder de zon. Uiteraard geldt ook hier dat zal worden ingegrepen als zich iets voordoet, want voorkomen is beter dan genezen. Een verkeerswethouder wil nooit in de pers komen met een verkeersongeval en daarom zal hij er alles aan doen om te voorkomen dat zich iets voordoet. In een raadsinformatiebrief, of een bewonersbrief, heeft men kunnen lezen dat wij, meteen toen er signalen kwamen over knelpunten, met de projectontwikkelaar zijn gaan praten over de verkeerssituatie en het bouwverkeer in Oolder Veste. De heer Ramakers: Mijnheer de voorzitter. Het betreft hier een groot bouwproject en het zal nog vele jaren voordat het helemaal is volgebouwd. Er zijn veel klachten over het bouwverkeer, het ontbreken van trottoirs, enz. In dat verband vragen wij ons af of het geen aanbeveling verdient een klankbordgroep samen te stellen van de huidige bewoners en de nieuwe bewoners, die in regelmatig contact met politie, Oolderveste BV en de uitvoerders acute problemen zou kunnen oplossen. Met de motie kunnen wij instemmen. De heer Lucas: Mijnheer de voorzitter. Ik ben blij met de opmerkingen van de heer Guffens en de reactie daarop van de wethouder. Het verheugt ons ook dat de wethouder
149 het plan dat de heer Mevissen namens Burger Belangen Roermond heeft ingediend met hem wil gaan bespreken. Wij wensen hem veel succes in de onderhandelingen daarover. De motie kunnen wij uiteraard steunen, maar overigens is ze al door het college overgenomen; prima. De heer Coenen: Mijnheer de voorzitter. Ten behoeve van de geschiedschrijving wil ik nog op het volgende attenderen. De heer Cees Moison, verkeersdeskundige van de fractie van GroenLinks, en ondergetekende hebben eerder regelmatig aandacht gevraagd voor de verkeersbewegingen die veel te groot zouden worden. In dit gebied zullen veel moderne, jonge gezinnen komen te wonen, met veel auto’s, scholen en een druk intensief centrum. Bij de wethouder dring ik er daarom op aan een nadere studie te verrichten naar de vraag of de eerdere bewegingen die werden verondersteld wel kloppen, zeker nu de juristen nog aan het bekvechten zijn en kennelijk nog helemaal niet is onderzocht of de structuurweg open moet. Het verlichtingsplan waarover de wethouder zojuist sprak kan natuurlijk ook perspectief bieden voor de mensen in Swalmen. We zijn er onlangs op bezoek geweest en ik kan me herinneren dat er toen regelmatig op werd gewezen dat als gevolg van de A73 wegen intensiever zullen worden gebruikt als sluiproute. Ook daaraan zal iets moeten worden gedaan. Voor het fietspad op de dijk hebben wij eerder al gepleit. Wat er nu aan wordt gewijzigd, is dat het in de toeristische route zou moeten worden opgenomen. Eerder hebben wij het in dat verband gehad over Ool en Merum-Linne. Alles wat daartussen extra toeristisch kan worden, wordt door onze drie partijen van harte gesteund. De voorzitter: Aan de orde is de Broekveeweg, maar nu wordt ook al gesproken over Swalmen en over toeristische fietspladen. Ik hoop dat door andere sprekers niet nog meer zijwegen zullen worden bewandeld en ik verzoek de wethouder alleen in te gaan op de vragen die betrekking hebben op het voorstel. De heer Guffens: Mijnheer de voorzitter. Naar aanleiding van de opmerkingen die de heer Ramakers heeft gemaakt over de klachten die er zijn, zou ik willen opmerken dat naar mijn mening de wijkraad de aangewezen instantie is om daarover met anderen te ‘sparren’. De heer Ramakers: We moeten er rekening mee houden dat er meerdere fasen zijn. De vrije sector zal bijvoorbeeld eerder volgebouwd zijn dan bepaalde straten. Het is daarom belangrijk daaraan aandacht te besteden. De heer Guffens: Dat ben ik helemaal met u eens. Uit de woorden van de wethouder heb ik opgemaakt dat het college geen knelpunten ziet. Ik hoop dat ook uit de monitoring geen nadere knelpunten naar voren zullen komen, maar de cijfers beziende ben ik van mening dat er wel degelijk een probleem is. Als dat inderdaad zo is, verwacht ik van het college adequate acties voor extra ontsluitingen en wat dies meer zij.
150 Wethouder IJff: Mijnheer de voorzitter. De heer Ramakers heeft het idee geopperd een soort klankbordgroep op te richten. De nieuwe bewoners beginnen zich inmiddels wat te organiseren, ze zijn ook bij me geweest en het blijkt dat ze hiermee actief aan de gang willen gaan. Ik heb begrepen dat ze ook gezamenlijk activiteiten willen gaan ondernemen, onder andere naar aanleiding van de suggestie die ik heb gedaan om de kinderen te laten ervaren dat een vrachtwagen gebrekkig zicht heeft, door een vrachtwagen neer te zetten en de kinderen te laten zien wat er gebeurt. Dat idee schijnt nu uitgewerkt te worden en daarbij kan de buurt worden betrokken. Op die manier zal ook gewerkt worden aan gedragsbeïnvloeding van de mensen. Met de projectontwikkelaar is voorts afgesproken dat de verkeerssituatie zal moeten meegroeien met de bewoningsdichtheid. In het begin is er alleen een zandweg, maar langzamerhand wordt het steeds meer bewoond en dan moeten er ook meer voorzieningen worden getroffen. Met meldingen kan men terecht bij de wijkraad, bij het infocentrum van de projectontwikkelaar en last but not least bij de gemeente. De structuurweg is bij uitstek bedoeld als ontsluiting van het gebied, om te voorkomen dat het verkeer zijn weg gaat zoeken op wegen waar het niet thuishoort. Uiteraard zullen we dat in de gaten moeten houden… De heer Coenen: Het is mij bekend dat de structuurweg daarvoor is bedoeld, maar nu kan ze niet als zodanig gebruikt worden. Laat juristen daarom uitzoeken hoe ze zo snel mogelijk geopend kan worden. Wethouder IJff: Die discussie is lopende in de bezwarenprocedure in de richting van de Raad van State. De termijnen die daarmee zijn gemoeid kan ik niet versnellen. Als een minnelijke schikking wordt bereikt, ontstaat een andere situatie en dan zullen we ook zo snel mogelijk doorpakken. De situatie in Swalmen ligt zo ver weg van de Broekveeweg dat ik daarop nu niet inhoudelijk wil ingaan. Ik adviseer de heer Coenen die kwestie in de commissie voor openbare werken aan de orde te stellen. Met het fietspad in de richting Linne zijn we doende, maar er doen zich een aantal knelpunten voor. Achter Solvay is het bijvoorbeeld niet zo eenvoudig, omdat Solvay niet wil meewerken. De voorzitter: Aan de orde is de besluitvorming. De motie is door het college overgenomen en hoeft derhalve niet in stemming te worden gebracht. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. Portefeuille wethouder T. Schreurs. 14. Voorstel van het college inzake meerjarenontwikkelingsprogramma stedelijke vernieuwing 2005-2009 (raadsvoorstel no. 2007/67/1). De heer Janssen Steenberg: Mijnheer de voorzitter. In het voorliggende meerjarenontwikkelingsplan wordt gewag gemaakt van het slopen van 713 woningen tussen 2005 en
151 2009. Ongetwijfeld zal een deel van die woningen inmiddels al tegen de vlakte zijn gegaan. Het verontrust de SP-fractie zeer dat met deze plannen wordt doorgegaan. Daarom willen wij weten welke van deze 713 woningen reeds gesloopt zijn en waar. Ook willen wij weten waar en wanneer het resterende deel van deze woningen zal worden gesloopt. Wat in het meerjarenontwikkelingsplan staat is een koud cijfer, zonder aandacht voor de emotionele gevolgen die sloop, huisuitzetting en zoeken naar een andere leefomgeving en woning met zich brengen. De wethouder voor stadsontwikkeling heeft eerder laten weten dat Roermond te veel sociale – lees: goedkope – woningen telt. Hij wil dit aantal terugbrengen door sloop en door goedkope woningen uit het bestand te halen. Deze benadering van het probleem van achterstandswijken wordt door de SP niet gedeeld. Voor de bewoners van de te slopen woningen betekent het dat ze weg moeten uit hun vertrouwde omgeving en het leidt tot ontwrichting van de sociale infrastructuur en tot gedwongen verhuizing naar andere wijken in Roermond, zoals de Sterrenberg en de Componistenbuurt. De problemen in deze wijken door de nieuwkomers, op zoek naar betaalbare woningen, worden zo alleen maar groter. Gevolg is een versterking van de eenzijdige samenstelling van deze wijken. Een fenomeen dat zich hierbij eveneens voordoet is het vergroten van de armoede. Wonen-Zuid en de huidige portefeuillehouder hebben meerdere malen verklaard dat mensen die door sloop hun woning moeten verlaten ervan moeten uitgaan dat voor de nieuwe woning meer huur moet worden betaald. Door de huurtoeslag wordt dit lang niet in alle gevallen gecompenseerd. Soms moet meer dan 10% van het netto-inkomen aan de huurverhoging worden betaald. Voor mensen die toch al aan de onderkant van onze samenleving de eindjes aan elkaar moeten knopen is dit niet te rijmen met de zorg voor de meest kwetsbaren in onze samenleving. Het is een reden temeer om dit in de besluitvorming te betrekken en niet door te gaan met het slopen van nog meer socialehuurwoningen. Uit een onderzoek van professor André Tomsen van de Universiteit Delft blijkt dat een huurwoning twaalf keer zoveel kans heeft om gesloopt te worden als een koopwoning. Duidelijk is dat het een kwestie van zeggenschap is of een woning al dan niet gesloopt wordt. Het kan niet zo zijn dat bewoners van huurwoningen niets te zeggen hebben over de woning waarin zij wonen. De SP vindt dit een slechte zaak en roept de beleidsmakers in Roermond op meer rekening te houden met de bewoners en minder hun oren te laten hangen naar de wijkraden, zeker zo lang deze raden niet democratisch door de bevolking zijn gekozen. Een argument dat vaak wordt aangevoerd is dat men de samenstelling van een wijk door sloop en herbouw met dure huur- en koopwoningen wil veranderen. Sloop is kennelijk de simpelste manier van spreidingsbeleid. Onvoldoende wordt nagedacht of er ook andere manieren zijn om het spreidingsbeleid, dat overigens door de SP wordt gesteund, gestalte te geven. Te denken valt aan renovatie en op kleine schaal verkopen van huurwoningen aan de bewoners. Zo blijft de wijk in stand en wordt deze ook aantrekkelijk voor andere inwoners van Roermond. Een spreidingsbeleid vorm geven door een ontwikkeling op kleine schaal met maximale inspraak van de bewoners, is ons advies. In de voorliggende nota wordt aangegeven dat het Veld betiteld kan worden als een tuinstad. Een citaat uit de nota: ‘Versterking en behoud van de gedachte van de tuinstad
152 in de vormgeving van het Roermondse Veld levert, naast versterking en behoud van cultuurhistorische waarden, een bijdrage aan de kwaliteit van de openbare ruimte en de leefbaarheid van de wijk.” Afgezien van het wollige taalgebruik is de SP-fractie het helemaal eens met de strekking van deze zin, maar waarom pas nu die erkenning, juist nu een groot deel van deze woningen die van cultuurhistorische waarde worden genoemd reeds in het Veld zijn gesloopt en, naar ik heb begrepen, nog gesloopt zullen worden? Op mijn vraag in de commissie voor financiën of deze passage zo kan worden uitgelegd dat de Julianastraat gespaard blijft, antwoordde de portefeuillehouder dat dit niet het geval is. De SP is van mening dat het van moed getuigt om, mede gezien in het licht van wat in de nota is verwoord, dit beleid aan te passen en verdere sloop van woningen in het Veld op te schorten. De gemeente Roermond beschikt over een aantal wooncomplexen die na de oorlog zijn gebouwd. Enkele van deze complexen hebben een zodanige culturele waarde dat ze zeker behouden moeten blijven. Deze woningen worden in de meeste gevallen bewoond door mensen met een laag inkomen. De SP heeft een onderzoek gestart om dit in kaart te brengen. Zoals gezegd, heeft een huurwoning twaalf maal meer kans om gesloopt worden dan een koopwoning. Indertijd heeft de SP veel contact gehad met de toenmalige en huidige wethouder voor stadsontwikkeling en Wonen-Zuid. Een vaak gehoorde stelling van beide was en is dat de woningen die gesloopt moeten worden te oud zijn en onmogelijk gerenoveerd kunnen worden. Volgens hen is het te duur. Ik kan iedereen verzekeren dat dit niet klopt. De grachtengordel in Amsterdam bestaat voor het grootste deel uit woningen en complexen stammende uit de 17de eeuw. Het is een kwestie van geld dat oude woningen in Roermond niet opgeknapt kunnen worden. De financiële positie van de gemeente is gezond. De gemeente Roermond beschikt over ruime financiële reserves en kan, als de gemeenteraad dit wenst, deze aanwenden voor renovatieprojecten. Laat de gemeenteraad eerst maar eens uitspreken of hij renovatie, en dus behoud, van huurwoningen wil. De SP-fractie stelt voor verdere sloop van huurwoningen op te schorten en heeft dit verwoord in een motie. De voorzitter: Dames en heren. Door de SP-fractie is de volgende motie ingediend: Motie “De raad van de gemeente Roermond, in vergadering bijeen op donderdag 31 mei 2007; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders inzake het Meerjarenontwikkelingsprogramma stedelijke vernieuwing 2005-2009, raadsvoorstel met nummer 2007/67/1 van 17 april 2007; overwegende dat: • bij sloop van woningen de bewoners geconfronteerd worden met de gevolgen van gedwongen verhuizing naar een andere wijk met de daaruit voortkomende ontwrichting van de sociale infrastructuur; • vele Roermondse burgers, gezien de inkomensverhouding in Roermond, gebaat zijn bij een lage woonlast;
153 • bewoners die door sloop van hun woning een andere woning moeten betrekken, geconfronteerd kunnen worden met een drastische huurverhoging, waardoor het besteedbaar inkomen afneemt en daarmee de kans bestaat op complexere financiële problematiek; • sloop, nieuwbouw en de daaraan verbonden impliciete huurverhoging kan betekenen dat mensen met een laag inkomen gedwongen verhuizen naar andere wijken waardoor in deze andere wijken mogelijk een nieuwe concentratie wordt gevormd van mensen met een laag inkomen; • daardoor de gewenste maatschappelijke effecten niet behaald worden en problemen verplaatst worden; • vele sociale huurwoningen van cultuurhistorische waarde zijn voor de stad (bijvoorbeeld het tuinstadmodel in de wijk 't Veld) en sloop gezien kan worden als een historisch onomkeerbaar feit; • renovatie of bijvoorbeeld het op kleine schaal verkopen van huurwoningen in veel gevallen een deugdelijk alternatief vormt voor sloop; roept het college van burgemeester en wethouders op: 1. onafhankelijk en gedegen onderzoek te laten uitvoeren naar de sociaal-maatschappelijke gevolgen van de voorgenomen sloop van een gedeelte van de Roermondse sociale woningbouwvoorraad zoals verwoord in het onderhavige meerjarenontwikkelingsprogramma stedelijke vernieuwing 2005-2009; 2. de commissie financiën in de vergadering van eind augustus 2007 voorstellen inzake mogelijke onderzoeksopdrachten ter bespreking voor te leggen; 3. tot op het moment dat de onderzoeksresultaten bekend zijn en de raad hierover een oordeel heeft kunnen vellen geen medewerking te verlenen aan de sloop van sociale huurwoningen.” Wethouder Schreurs: Mijnheer de voorzitter. Zoals ook in de commissievergadering heeft de SP-fractie vanavond aandacht gevraagd voor het aantal te slopen woningen in de komende periode. Daarbij is verwezen naar pagina 8 van het voorliggende plan en daarop wordt een terugblik gegeven, zoals ook blijkt uit het kopje ‘Resultaten’, alsmede een doorkijk aangaande datgene wat op basis van het besluit van de raad van 2000 en de toenmalige plannen nog zou moeten plaatsvinden. Het aantal van 713 woningen dat de heer Janssen Steenberg noemde is dus niet het aantal woningen dat in de komende planperiode nog zal moeten worden gesloopt. Daarvoor verwijs ik naar wat op pagina 14 onder het kopje ‘Programma’ is vermeld. Het programma voor de komende jaren voorziet in 189 te slopen woningen. In 2006 is gestart met de sloop van de Lovaniostraat en momenteel is de sloop gaande van de Koningin Regentesselaan, de Hendriklaan, een zijde van de Vondelstraat en een stukje van de Mauritsstraat. In de Julianastraat is momenteel nog één gezin woonachtig; alle andere bewoners zijn vertrokken. Als dit ene gezin naar een nieuwe woning is verhuisd – en welke woning dat is, bepaalt het zelf; niemand wijst een woning toe –, zal ook de Julianastraat plat gaan. Dit alles is gebaseerd op de uitspraak die de gemeenteraad van Roermond in december 2005 heeft gedaan over een versnelling van de herstructurering. Om het totaal aantal woningen van 189 te bereiken resten nog vier wo-
154 ningen aan de Keulsebaan en 63 woningen in de St Plechelmusstraat; ook daar is men al bezig en stoppen is dus geen optie meer. De heer Janssen Steenbergen heeft betoogd dat de mensen worden verplicht de wijk, in dit geval met name het Roermondse Veld, te verlaten. Ook dat verdient enige nuancering. Van de mensen die een sloopwoning verlaten hebben heeft 67% een nieuwe woning in het Roermondse Veld betrokken; 7,9% is naar Maasniel gegaan, 4,5% naar het Tegelarijeveld, 6% naar de Donderberg, 4,5% naar de Kemp, 3,5% naar elders in Roermond en 6% naar buiten Roermond. Dat iedereen het Veld moet verlaten, zoals de heer Janssen Steenberg zei, is dus niet waar. Iedereen kiest zelf naar welke woning hij of zij wil verhuizen; men heeft een voorrangspositie, d.w.z. dat men zich kan melden op het moment dat een woning leegkomt en dat men dan een voorkeur kan uitspreken. Als men in het Roermondse Veld wil blijven, kan men daarvoor kiezen. Kijken we naar de nieuwe huurwoningen die recent zijn opgeleverd in de Bredehof, dan blijkt dat meer dan de helft ervan wordt bezet door mensen vanuit het Roermondse Veld. Bijna 30% van de koopwoningen wordt gekocht door mensen uit het Roermondse veld. Nog veel belangrijker is dat ook mensen die voorheen in het Roermondse Veld hebben gewoond en daarna naar andere wijken zijn vertrokken, nu terugkeren naar het Roermondse Veld. De sociale samenhang waarover de heer Janssen Steenberg zich zorgen maakte kan zodoende optimaal worden bereikt. Mensen keren terug naar het Roermondse Veld en dat is ook de inzet geweest van het beleid dat in 1998 is ingezet door de gemeenteraad van Roermond. In het voorgaande heb ik aangetoond dat de eerste overweging in de motie van de SP onwaar is. De tweede overweging luidt dat vele Roermondse burgers, gezien de inkomensverhouding in Roermond, gebaat zijn bij een lage woonlast, en daarmee wordt de zaak mijns inziens omgedraaid. Het gaat toch niet aan dat we mensen met een laag inkomen verplichten in een bepaalde woning te blijven wonen. In plaats daarvan zouden we een tandje bij moeten zetten om te proberen deze mensen op een hoger inkomensniveau te brengen. Laten we dié uitdaging samen oppakken. Een hoger inkomen krijg je als je werkt en als iemand werkt, wil hij ook naar een woon- en leefomgeving met meer kwaliteit, en die wil hij het liefst in zijn eigen omgeving vinden. De heer Coenen: Het is goed mensen een hoger inkomen te gunnen, maar u zult het toch ook met mij eens zijn dat mensen die op een uitkering zijn aangewezen ook graag een kwalitatief betere woning willen hebben, en dan liefst tegen een redelijk huurbedrag? Als de huur hoger wordt door een verhuizing, raakt men netto-inkomen kwijt. Wethouder Schreurs: Zojuist heb ik al uitgelegd dat mensen zélf kiezen naar welke woning zij gaan. Ik heb nog maar weinig mensen gehoord die er achteraf spijt van hadden dat ze een betere kwaliteit woning hebben gekregen dan het huis dat ze verlaten hadden. Wij accepteren beslist niet dat mensen aan de zijkant blijven staan en verplicht worden in een goedkope woning te wonen. Mensen in het Roermondse Veld moeten niet ineens een gigantisch hogere huur betalen voor dezelfde woning… De heer Janssen Steenberg: U doet het nu voorkomen alsof alles op vrijwillige basis gebeurt, en daar heb ik grote moeite mee. De eerste keus – het slopen van de woningen
155 – wordt niet door de bewoners gemaakt, maar door Wonen-Zuid in samenspraak met de gemeente. Wethouder Schreurs: Het ligt ietwat anders dan u nu in één zin propt. Allereerst hebben we te maken met een raadsbesluit uit 1999 en 2000, toen de wijkontwikkelingsplannen werden vastgesteld. Dat is niet eenzijdig gebeurd door de ambtelijke organisatie of door Wonen-Zuid, maar is tot stand gekomen na jarenlange gesprekken met mensen uit het Roermondse Veld en bewoners van de Kemp. De mensen hebben samen erkend dat er iets moest veranderen. Er is daarnaast nog een tweede oorzaak: de problematiek rond de A73. Kortom, ook hier is enige nuancering op haar plaats. Moeite heb ik met de volgende overweging in de motie – en ik hoop maar dat ik het verkeerd begrijp –: “sloop, nieuwbouw en de daaraan verbonden impliciete huurverhoging kan betekenen dat mensen met een laag inkomen gedwongen verhuizen naar andere wijken waardoor in deze andere wijken mogelijk een nieuwe concentratie wordt gevormd van mensen met een laag inkomen”. Als ik deze zin andersom lees, moet ik constateren dat de SP accepteert dat er wijken zijn waarin alleen mensen met een laag inkomen wonen. De heer Janssen Steenberg: Dat is een volstrekt verkeerde interpretatie! De voorzitter: Om een dialoog tussen u en de wethouder te voorkomen, verzoek ik de wethouder zijn betoog te vervolgen. In tweede termijn hebt u alle gelegenheid om hierop terug te komen. Wethouder Schreurs: Als mijn interpretatie onjuist is, concludeer ik dat de SP het met ons eens is dat gestreefd moet worden naar wijken met verschillende woningtypen. In de volgende overweging wordt gewag gemaakt van gewenste maatschappelijke effecten. Die gewenste maatschappelijke effecten kunnen niet alleen worden nagestreefd met de woningvoorraad. We moeten investeren in de mensen die woonachtig zijn in onze wijken en niet alleen in woningtypen. Als érgens rekening is gehouden met cultuurhistorische waarden – ik verwijs naar de volgende overweging – is het wel in het Roermondse Veld. Misschien zou de SP nog wel méér willen, maar wat is blijven staan is monumentaal. Kijk eens naar al die juweeltjes aan de Koningin Regentesselaan, in de omgeving van de Mgr. Evertsstraat en op het Nolensplein en wat eraan wordt toegevoegd dat voldoet aan de huidige maatstaven voor een tuindorp. Laat u verrassen door de nieuwbouwplannen voor de Koningin Regentesselaan, Lovaniostraat en Mauritsstraat. Na de overwegingen van commentaar te hebben voorzien, zal het duidelijk zijn dat de motie door het college wordt ontraden. De fractie van de SP herinner ik eraan dat in het coalitieakkoord is voorzien in een onderzoek naar de woningmarkt en dat een dergelijk onderzoek dus zal worden uitgevoerd als de raad op 28 juni de uitwerking van het coalitieakkoord accordeert. Het is overigens iets dat we zullen moeten doen in samenwerking met de provincie en de regiogemeenten, omdat de Roermondse woningvoorraad samenhangt met de regio.
156 De heer Janssen Steenberg: Mijnheer de voorzitter. In tweede termijn wil ik allereerst iets zeggen over de eenzijdige samenstelling van wijken. Deze week ben ik in de Sterrenberg geweest, een typische wijk, ook wel Planetenbuurt genoemd, die volloopt met mensen met lagere inkomens die afkomstig zijn uit de woningen die gesloopt worden. Men voelt zich daar het afvalputje van Roermond. Letterlijk zeggen die mensen tegen mij: de mensen die uit het Veld moeten en er niet meer terecht kunnen omdat ze onvoldoende inkomen hebben, worden gedumpt in de Sterrenberg. De feiten die ik heb opgedaan in gesprekken met mensen daar liegen er niet om. In diverse wijken heeft de SP een enquête gehouden, niet alleen in achterstandswijken, maar ook in de betere wijken, en een van de dingen die daaruit naar voren kwamen was dat mensen zich heel slecht vertegenwoordigd voelen in de wijkraden. Wij hebben een voorstel in voorbereiding om de wijkraden in de toekomst democratisch te laten kiezen door de bevolking, zodat de betrokkenheid van de mensen versterkt kan worden. Vervolgens wil ik aandacht vragen voor de inkomensval; het zou ook een armoedeval genoemd kunnen worden, maar dan net andersom. De mensen worden gedwongen de woningen te verlaten en moeten dan accepteren – zoals de vorige keer ook in het vragenuurtje aan de orde is geweest – dat een nieuwe schatting wordt gemaakt aan de hand van allerhande punten. In bijna alle gevallen blijkt dan dat ze met een hogere huur worden geconfronteerd. Als wij echt zorg hebben voor de zwakkeren in onze samenleving en werk willen maken van het armoedebeleid, zou ik dit er graag in willen betrekken. Wethouder Schreurs: Mijnheer de voorzitter. Zojuist heb ik al uitgelegd dat de wijkontwikkelingsplannen niet alleen met de wijkraden, maar ook met de bewonersorganisaties tot stand zijn gebracht. Als ik nu zie hoe de bewoners in bijvoorbeeld het Roermondse Veld, maar ook in de Kemp, zijn georganiseerd op straatniveau, kan ik alleen maar concluderen dat men goed bezig is. Ik benadruk overigens dat de wijkbeheergroep die in het Roermondse Veld actief is zeer goed bekend is bij de bewoners. Wat ik in eerste termijn nog heb vergeten te vermelden is dat de gemeenteraad van Roermond in 2001 al ƒ 40 miljoen heeft gereserveerd voor investeringen in het Roermondse Veld, de Kemp en de Donderberg. De oproep om hierin geld te stoppen is dus onnodig, want dat gebeurt al. In het kader van de ISV-discussie is besloten € 5,2 miljoen extra te investeren in deze wijken. Kortom, er wordt al heel wat geld door de gemeente Roermond in deze wijken gestopt. Volgens de heer Janssen Steenberg zouden mensen zich gedumpt voelen in de wijk Sterrenberg. Andersom zijn ook signalen bekend. Vanuit de Sterrenberg hebben al vier gezinnen een huurwoning in het Roermondse Veld gepakt en van de koopwoningen zijn er ook al twee door mensen uit de Sterrenberg betrokken. In totaal zijn in het gehele gebied de Donderberg zes gezinnen uit het Roermondse Veld gehuisvest. De voorzitter: Aan de orde is de besluitvorming, allereerst over de motie. De heer Coenen: Mijnheer de voorzitter. Ik zal voor de motie stemmen en pleit ervoor de ingeslagen weg te heroverwegen. Het is waar dat de wethouder heel veel werk heeft gemaakt van een betere sociaal-economische verdeling in de wijk, maar volgens mij is nu het moment aangebroken om naar voren te halen waarop huren worden bepaald,
157 want ik heb brieven gezien waarin mensen bij het verlaten van hun woning te horen hebben gekregen dat de volgende huur € 200,- of € 300,- hoger zal zijn. Het beste armoedebeleid is mensen zo lang mogelijk in een goedkope woning te laten. De motie van de SP-fractie wordt hierop bij handopsteken in stemming gebracht en met de stemmen van de fracties van SP en Stadspartij Roermond vóór verworpen. Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders en het daarbij behorende ontwerpbesluit, onder aantekening dat de fracties van SP en Stadspartij Roermond geacht willen worden tegen te hebben gemeentestemd. Portefeuille wethouder J. van Rey. 15. Voorstel van het college inzake voorbereidingsbesluit ‘Tussen de Bergen’ (raadsvoorstel no. 2007/63/1). Mevrouw Smitsmans-Burhenne: Mijnheer de voorzitter. Het voorstel heeft betrekking op het oprichten van een crematorium op de begraafplaats Tussen de Bergen. Gezien de aard van de voorgenomen activiteiten, zijn wij van mening dat het hier activiteiten betreft die bij elkaar passen. Regeren is echter vooruitzien en uit de bestudering van de stukken is duidelijk geworden dat wel naar de flora en fauna is gekeken voor het betrokken perceel, maar niet naar de meerwaarde die de begraafplaats Tussen de Bergen in de toekomst zeker zal hebben als verbindingszone tussen Kitskensdal en Roerdal. Het is het groen in de naam GroenLinks die ons ertoe brengt u te vragen hiermee rekening te houden. Wij verzoeken het college bij de verdere uitwerking optimaal aandacht te schenken aan de groene infrastructuur, zodat de externe werking op het ecologisch hoofdstructuurgebied Kitskensdal en het habitatgebied Roerdal een positieve impuls kan krijgen. De noodzakelijke compensatie vanuit het plan, eventueel aangevuld met middelen uit het groene-bomenfonds, kunnen gebruikt worden voor versterking van de groene infrastructuur, zowel tussen Kitskensdal en Roerdal als van Kitskensberg in de richting N293, aansluitend op de aldaar liggende oost-westverbinding. Als ontsluitingsweg moet naar onze mening Kitskensdal dienen. De Ratommerweg kan dan onverhard blijven en onderdeel uitmaken van de groene infrastructuur richting zuidelijke verbindingszone. Wij kunnen instemmen met het voorstel, maar verzoeken de wethouder met het zojuist vermelde rekening te houden. Wethouder Van Rey: Mijnheer de voorzitter. Aan de orde is een voorbereidingsbesluit. Mevrouw Smitsmans is wat verder gegaan en heeft aandacht gevraagd voor de uiteindelijke situering. Zoals bekend, kent dit land regelgeving met betrekking tot de ecologische hoofdstructuur die zeer nauwgezet is. Bij de situering van het gebouw zal rekening worden gehouden met de landschappelijke inpassing. Er zal alleen een kleine doorsnijding plaatsvinden met de verbindingsweg. Met alles wat door mevrouw Smitsmans is genoemd zal maximaal rekening worden gehouden. Een en ander is ook aangegeven in het Provinciaal Omgevingsplan Limburg.
158 Mevrouw Smitsmans-Burhenne: Mijnheer de voorzitter. Ik dank de wethouder voor zijn toezegging. Wethouder Van Rey: Daarvoor hoeft u mij niet te bedanken; ik doe gewoon mijn werk! Mevrouw Smitsmans-Burhenne: Zo ken ik u weer, bescheiden als altijd! Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders en het daarbij behorende ontwerpbesluit. 16. Voorstel van het college tot vaststelling van het bestemmingsplan DonderbergHoogvonderen (raadsvoorstel no. 2007/39/1). Mevrouw Cox-Tegelbeckers: Mijnheer de voorzitter. Op 28 februari jl. hebben wij in de commissie voor economische zaken voor het eerst over dit bestemmingsplan gesproken. Er was een aantal zienswijzen binnengekomen van bewoners van de Kasteel Hillenraedtstraat en de commissie gaf de wethouder opdracht met die bewoners om de tafel te gaan zitten om te proberen tot een oplossing te komen. Het probleem was een groenstrook tussen de school en het kinderdagverblijf die door het kinderdagverblijf in gebruik was genomen als speelplaats. Drie wethouders hebben zich met het probleem bemoeid, eerst wethouder Schreurs en daarna de wethouders Kemp en Van Rey. Zij hebben er heel wat uren ingestoken, maar het resultaat is naar onze mening een goede oplossing. Een aantal zienswijzen is overgenomen, maar we kunnen niet overal aan tegemoet komen, want we hebben ook met het algemeen belang rekening te houden. De groenstrook wordt niet meer gebruikt door het kinderdagverblijf en de speeltoestellen zullen op de speelplaats van de basisschool worden gerealiseerd. Er zijn inmiddels intern al geluidsmetingen verricht, maar het dossier meldt dat ook een extern akoestisch onderzoek zou worden uitgevoerd en daarvan kennen wij de resultaten niet. Kan de wethouder ons vanavond vertellen of dat eventueel andere gegevens heeft opgeleverd? Voor het overige let ons niets om dit bestemmingsplan vast te stellen. Wij gaan derhalve akkoord met het voorstel. De heer Achten: Mijnheer de voorzitter. Toen de VVD-fractie zich met dit bestemmingsplan bezighield, moesten wij denken aan het liedje ’15 miljoen Nederlanders op een heel klein kluitje aarde’. Wij hebben te maken met bewoners en een school en dat kan in potentie tot conflicten leiden. Hoewel wij raadsbreed hebben uitgesproken dat er globale bestemmingsplannen moeten komen, zal in dit geval ook naar het geluid gekeken moeten worden. Het is goed dat dat is gebeurd en nu blijkt dat aan de wettelijke normering wordt voldaan, is het begrijpelijk dat wethouder Kemp via zijn woordvoerster in de krant heeft laten weten dat er geen geluidsscherm kan worden geplaatst. Hoe graag de bewoners ook een andere uitkomst hadden gezien, het gevaar van een precedentwerking laat ons geen andere keus. Als hieraan zou worden toegegeven, zou men hiervoor ook op legio andere plaatsen in Roermond in aanmerking willen komen; nu al hebben zich mensen bij de VVD gemeld met een dergelijke wens.
159 De VVD-fractie wenst een duidelijke scheiding aan te brengen tussen datgene wat tot het bestemmingsplan hoort en hetgeen de bewoners nu nog vragen, c.q. is afgesproken. Wij hebben kennis genomen van een brief, waarin de bewoners herinneren aan de afspraken die met de drie wethouders zijn gemaakt en aanbevelen die afspraken ergens goed vast te leggen. Deelt u onze mening dat het goed is een en ander ergens goed te regelen? Verder vragen de bewoners aandacht voor de geluidsberekening als zodanig. Ik zei al dat wij een scheiding aanbrengen tussen het bestemmingsplan en het geluidsrapport, dat zich buiten het bestemmingsplan afspeelt en zijn eigen weg gaat. Ik ga ervan uit dat het college bij de verdere uitwerking ook nog eens zal nagaan of het geluidsonderzoek wel of niet helemaal correct is verlopen, c.q. of nog enige andere zaken onderzocht hadden moeten worden. Mevrouw Smitsmans-Burhenne: Mijnheer de voorzitter. Eerder hebben wij laten weten dat de vaststelling van dit bestemmingsplan wat ons betreft een hamerstuk kon zijn en aanvankelijk waren wij ook helemaal niet van plan hierover het woord te voeren, totdat ons de bewonersbrief onder ogen kwam. Het is duidelijk dat in een wijk waar mensen wonen ook een school en een kinderopvangvoorziening aanwezig moeten zijn. Dat kinderen geluid maken is ook duidelijk en dat bewoners daarvan last kunnen hebben eveneens. Inmiddels is een geluidsmeting uitgevoerd, daaruit zou zijn gebleken dat er geen sprake is van overlast en dus, is de redenering, hoeft er geen geluidswal te komen. Wij zullen allemaal wel eens het geluid hebben ervaren van die druppel uit de kraan. Ik weet heel zeker dat, als we dat zouden meten, zou blijken dat er geen sprake is van geluidsoverlast, maar iedereen weet hoe irritant het kan zijn. De wethouder verzoeken wij nu allereerst een reactie te geven op de brief van de bewoners. In de afgelopen tijd heeft hij al getoond bereid te zijn in overleg te gaan, maar is hij ook bereid samen met de bewoners te komen tot een goede oplossing? Daarmee doel ik dan niet op een geluidsmeting, maar op het repareren van de kraan, zodat het niet meer druppelt. De heer Van Ballegooij: Mijnheer de voorzitter. Ook onze fractie was aanvankelijk niet van plan over dit onderwerp het woord te voeren. Ik kan me nu aansluiten bij de woorden van de VVD-fractie. Overlast is een subjectief gegeven. Los van het vervelende nieuws over de misdaadmeter heeft Roermond nu ook de landelijke pers gehaald met het bericht ‘Urenlang hoedje van papier naast je huis is ook niet leuk’. ‘Waar winden stedelingen zich over op?’, valt onder andere in dat artikel te lezen: ‘In Roermond willen zes bewoners een geluidswal tegen de herrie van een kinderdagverblijf.’ Natuurlijk kan iets als storend worden ervaren, maar als we Berlijnse muren langs een kinderdagverblijf gaan plaatsen om het geluid te beperken, gaat dat wat mij betreft wat te ver. De heer Lucas: Mijnheer de voorzitter. Het college en met name de drie wethouders die zich hiervoor hebben ingezet, maak ik graag een compliment voor hun inzet. Het is niet gemakkelijk geweest de partijen om de tafel te krijgen, maar het is toch gelukt. Als de burger zich roert, zo blijkt maar weer, gaat de politiek een beetje op z’n kop staan en gaan we het over de postzegel van de enveloppe hebben waarover ik het in de vorige vergadering heb gehad. Ik had willen vragen de brief die de bewoners hebben gestuurd toe te voegen aan de notulen, maar gezien de hoeveelheid vragen en sprekers is dat vol-
160 gens mij niet meer nodig. Wat in de brief staat is nu goed genoeg verwoord. Voor het overige kan ik me aansluiten bij de woordvoering van de heer Achten. Mevrouw Pilz-van Elven: Mijnheer de voorzitter. Demokraten Swalmen was ook niet van plan hierover het woord te voeren en had in de commissie dan ook gezegd dat het wat haar betreft een hamerstuk kon zijn. De laatste brief die van de bewoners is ontvangen heeft echter de vraag doen rijzen of de geluidsmeting correct is uitgevoerd. Het bestemmingsplan kan onze goedkeuring wegdragen, maar los daarvan willen wij graag op de hoogte worden gehouden van de manier waarop deze kwestie met de bewoners van de Kasteel Hillenraedtstraat zal worden behandeld. Wij hopen dat beide partien die hier een rol spelen zoveel mogelijk gecontenteerd zullen kunnen worden. De heer Öztürk: Mijnheer de voorzitter. De PvdA-fractie vindt burgerparticipatie erg belangrijk. Ik was dan ook bijzonder onder de indruk toen op een avond een van de bewoners met een map onder de arm bij mij voor de deur stond – voor degenen die het niet weten: ik woon in Musschenberg – en mij zijn verhaal deed. Het blijkt dat een aantal burgers de wet- en regelgeving heel goed kennen en tot aan de Raad van State kunnen gaan. Op het moment echter dat men geluidswallen wil gaan plaatsen om het geluid van kinderen niet te horen, vraag ik me af waar de grens ligt. Het is goed dat de burgers willen opkomen voor hun belangen, maar moet het zo ver gaan? Wij hebben allemaal kinderen en ik neem aan dat de bewoners in deze straat ook kinderen hebben. Zij zullen toch thuis in kamers ook geen geluidswallen plaatsen om het gehuil van hun kinderen niet te hoeven horen? Wat dat betreft moeten ook het algemeen belang en het belang van de kinderen in het oog worden gehouden; laat ze maar flink schreeuwen, dat hebben wij zelf ook gedaan. De voorzitter: U zegt wel dat wij allemaal kinderen hebben, maar een snelle rondblik leert mij dat dat niet zo is! Wethouder Van Rey: Mijnheer de voorzitter. In de commissievergadering van 28 februari, waarin ik door collega Schreurs werd vervangen, zijn de insprekers aan bod geweest over dit bestemmingsplan en is het college de opdracht gegeven oplossingen te zoeken voor de problemen die waren aangedragen. Vervolgens is veel overleg gevoerd. Een kleine nuance moet ik in dit verband aanbrengen in de opmerking van de heer Lucas dat het niet gemakkelijk is geweest om de mensen aan de tafel te krijgen: daaraan lagen alleen agendaproblemen ten grondslag. Wij hebben goed geluisterd en er alles aan gedaan om tot een adequate oplossing te komen. Het verbaast mij dat niemand ons een compliment heeft gemaakt voor de zeer uitvoerige toelichting die wij de raad in de raadsinformatiebrief hebben doen toekomen; zelden is de raad over een bestemmingsplan dat is aangehouden nog zoveel informatie verstrekt… Mevrouw Smitsmans-Burhenne: Het verbaast mij dat u dit zegt. U doet toch gewoon uw werk!? Wethouder Van Rey: Ja, maar nu had ik er wel graag iets over gehoord!
161 Zoals bekend, worden door ons globale bestemmingsplannen gemaakt waarin per perceel alles is aangegeven en niet per projectje etc. In dit gebied is bijvoorbeeld aan de Donderie de bestemming ‘maatschappelijke doeleinden’ toegekend, die bescheiden detailhandel, horeca en zelfs begeleid wonen mogelijk maakt. Die zelfde bestemming lag op de onderhavige locatie en de bewoners verzochten ons die bestemming te beperken of eraf te halen. Naar mijn mening gaat dat een beetje in tegen het streven naar deregulering, maar om de bewoners tegemoet te komen hebben wij in dit geval ingestemd met een aanpassing, hoewel het zeker was dat een horecafunctie te allen tijde uitgesloten zou zijn. Wat betreft de buitenspeelruimte en de strook tussen de bebouwing en de percelen, hebben wij de bewoners eerder al medegedeeld dat het niet mogelijk zou zijn daaraan een andere bestemming toe te kennen, zonder dat het zou leiden tot planschade e.d. voor de huidige gebruiker. Ook als daaraan een groenbestemming zou worden toegekend is het allerminst zeker dat er ook daadwerkelijk groen zal worden aangelegd. Ergens een bestemming op leggen wil nog niet zeggen dat die ook gerealiseerd wordt. Dat de bewoners daarvoor ook begrip hebben, blijkt mijns inziens uit de volgende passage in hun brief: “Het is van belang om deze status te bereiken en eenduidig vast te leggen. Het is duidelijk geworden dat dit niet overgenomen wordt als onderdeel van het bestemmingsplan.” Het wachten is nu nog op één rapport en daarna zullen wij wederom met de bewoners om de tafel gaan zitten. Het college zal een inspanningsverplichting op zich nemen om afspraken te maken met St. Christoffel en de SKR en die in een verslag vast te leggen. In het raadsvoorstel is aangegeven dat wij intern een geluidsmeting hebben laten uitvoeren. Omdat wij ons wel konden voorstellen dat de bewoners daarnaar met een bepaald oog zouden kijken, hebben wij ook een extern bureau opgedragen metingen uit te voeren. In het rapport dat daarover is uitgebracht wordt geconcludeerd dat het kinderdagverblijf volledig voldoet aan de opgelegde voorschriften. Later is ons echter ambtelijk medegedeeld dat dit rapport niet helemaal ‘to the point’ was en daarom zal nu een nieuw rapport worden uitgebracht. Zodra dat binnen is, zullen wij het met de bewoners bespreken. Ik ga ervan uit dat de bevindingen in dit rapport niet zullen afwijken van die in ons eigen onderzoek. Zelden is aan één zienswijze zoveel aandacht en tijd besteed. Ik hoop dat uiteindelijk alles weer goed zal komen. De heer Coenen: De bewoners hebben in eerdere stukken met een verwijzing naar Roerdalen en naar de nutsbasisschool De Meent in Waalre aangegeven dat zij sterk menen te staan. Was het daarvoor nodig een extern geluidsonderzoek te laten uitvoeren? Wethouder Van Rey: Nee, wij hebben het gedaan omdat ook onze eigen mensen zich kunnen vergissen. Mensen die werken kunnen nu eenmaal fouten maken. Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders en het daarbij behorende ontwerpbesluit.
162 Portefeuille wethouder W. Kemp. 17. Voorstel van het college inzake Verordening Wet inburgering gemeente Roermond (raadsvoorstel no. 2007/37/1). De heer Jacobs: Mijnheer de voorzitter. Inburgering is een hot item, opgelegd door de landelijke politiek, wat betekent dat Roermond en alle andere gemeenten een verordening ter zake moeten opstellen. Dat het een hot item is, moge ook blijken uit het feit dat er drie behandelingen in de commissie welzijn voor nodig waren om tot iets te komen. Conform het VNG-model was een conceptverordening gemaakt, die naar de mening van de commissie blijk gaf van een wat negatieve benadering van de mensen die moeten inburgeren. Wij hebben juist het idee dat er ontzettend veel mensen zijn die graag willen inburgeren en een positieve insteek hebben. Naar onze mening moet er een verordening komen die Roermond-proof is en daarom is gezamenlijk nagegaan of niet een amendement zou zijn te maken waarin wij ons allen zouden kunnen vinden. Dat amendement is er nu, ondertekend door zeven van de acht partijen in deze raad. De handtekening van de SP ontbreekt, maar met die fractie is hierover wel goed overleg gevoerd. Het amendement richt zich vooral op voorzieningen om de inburgering te vergemakkelijken. De boetes worden gehandhaafd, en dat zou eventueel als het negatieve deel kunnen worden bestempeld – als men het al zo zou willen zien –, maar daaraan worden wel een heleboel voorwaarden gekoppeld. De allervoornaamste is dat halfjaarlijks een evaluatie zal worden uitgevoerd in de commissie welzijn, waarbij eventueel tot bijsturing kan worden besloten. Waar zoveel partijen van zowel oppositie als coalitie het amendement onderschrijven, gaan wij ervan uit dat het college er geen probleem mee zal hebben om het over te nemen. Mocht dat wel zo zijn, dan horen wij dat graag. Een amendement is echter niet voldoende. Er zijn nog een aantal andere zaken die wij over de Bühne willen brengen en dat heeft geresulteerd in een tweetal moties. Eén van die moties is door alle partijen in de raad ondertekend en heeft betrekking op het instellen van een cliëntenraad. Ik ga er wederom van uit dat het college geen bezwaar zal hebben tegen het uitvoeren van deze motie. Inburgeren heeft ook een principiële kant. Daarmee bedoel ik dat mensen een redelijk principiële opvatting kunnen hebben over de manier waarom met inburgering behoort te worden omgegaan. Dat aspect komt vooral tot uiting in de tweede motie. In de motie wordt erop aangedrongen de mensen die met succes een inburgeringscursus hebben gevolgd een pakket aan te bieden waarmee een nog wat verdere inburgering kan plaatsvinden. Daarbij rijst de principiële vraag of de mensen die het examen hebben gehaald daarna nog moeten worden beloond. Het pakket dat ons voor ogen staat is vooral gericht op verdere stappen op de weg naar inburgering en wij menen dat het goed zou zijn om hiermee aan de slag te gaan. Bij dit pakket moet vooral worden gedacht aan kaartjes voor een cultureel evenement, een introductiecursus op kunstzinnig of cultureel vlak, het aanbieden van regionale of lokale publicaties, individuele begeleidingstrajecten op het gebied van financiën, gezondheid, sociaal werk, veilig wonen, energie, brandveiligheid enz. Daarnaast kunnen betrokkenen zelf zaken aangeven waarvoor belangstelling bestaat, wederom met het oog op een verdere inburgering in onze maatschappij. Deze motie is ondertekend door vijf partijen.
163 De heer Puper: Mijnheer de voorzitter. Naar de mening van de VVD-fractie is in de discussies in de commissie welzijn en in het circuit van overleg en contact dat buiten de commissie heeft plaatsgevonden door iedereen een buitengewone inspanning aan den dag gelegd, en dat geeft ons een goed gevoel, omdat het duidelijk aangeeft dat de hele politiek in onze gemeente inburgering hoog in het vaandel heeft staan. Het is goed dat wij met elkaar in staat zijn gebleken om dat wat de wet voorschrijft in een verordening vast te leggen. Er is een startdocument gemaakt en dat heeft opgeleverd wat de heer Jacobs hiervoor al heeft uiteengezet, zodat ik dat niet behoef te herhalen. Naar onze waarneming zijn er nu nog een aantal zaken waarin nog niet is voorzien. Degenen die het betreft zijn zeer betrokken geraakt bij het onderwerp – wat dat betreft heeft de discussie in drie termijnen al aan haar doel voldaan – en van daaruit is de vraag naar voren gekomen of het mogelijk is dat inwoners uit EU-lidstaten deelnemen aan de cursussen die worden aangeboden en bereid zijn de kosten die daaraan zijn verbonden te voldoen. Het betreft bijvoorbeeld inwoners uit Duitsland, die zich wel verstaanbaar kunnen maken, maar toch behoefte kunnen hebben aan meer, en uit Frankrijk. Op deze vraag vernemen wij graag een reactie van de wethouder. De motie die betrekking heeft op de invoering van een pakket voor inburgeringsplichtigen die het inburgeringsexamen hebben gehaald raakt, zoals de heer Jacobs zojuist al zei, aan een heel principieel aspect. Er is een wet die wij moeten uitvoeren en door middel van een verordening geven wij daaraan handen en voeten. De VVD-fractie is principieel tegen een categoriale benadering. De vraag die wij ons stellen is of iemand die iets doet wat wettelijk is voorgeschreven en met goed gevolg zijn of haar examen heeft afgelegd een beloning moet worden gegeven. De VVD is een partij die discussie hoog in haar vaandel heeft staan en waarin het mogelijk is – gelukkig, zou ik eraan willen toevoegen – een standpunt in te nemen waardoor er geen unanimiteit is. In dit geval is dat aan de orde. Bij de stemming zal dat blijken en eventueel wil ik hiervan in tweede termijn nog wel een nadere uitleg geven. Wij hebben er zeer uitgebreid over gesproken en bij een aantal leden van onze fractie stuit het toekennen van een beloning voor iets wat wettelijk is voorgeschreven op principiële bezwaren. Mevrouw Smitsmans-Burhenne: Mijnheer de voorzitter. Voor zover ik me kan herinneren is over geen enkel onderwerp in deze raad zo lang gesproken als over dit. Om te beginnen wil ik daarvoor onszelf, deze raad, een compliment maken. Voor het eerst in deze raadsperiode ben ik ontzettend aangenaam verrast door de dualistische houding van nagenoeg alle fracties. Het heeft geresulteerd in een raadsbrede discussie waarin het voor kleine oppositiepartijen als GroenLinks en de Stadspartij Roermond, namens wie ik eveneens mag spreken, zeer aangenaam was zo nadrukkelijk gehoord te worden. Daarvoor zeg ik al mijn collega-raadsleden dank. De Wet op de inburgering vinden wij een gedrocht en over de uitvoering ervan bestaan bij ons grote twijfels. Over drie en vijf jaar zullen we de eerste resultaten zien, maar ik houd mijn hart vast. De wet is niet door ons verzonnen, maar wel door geestverwanten van een groot aantal partijen die in deze raad zijn vertegenwoordigd en die zullen er dan ook op moeten worden aangesproken als het niets wordt….
164 De heer Öztürk: Hierop wil ik even ingaan, voorzitter… De voortzitter: Dat kunt u in uw eigen termijn doen. De heer Öztürk: Nee, dat kan niet, want ik voer hierover namens mijn fractie niet het woord. Ik wil alleen iets verhelderen. Deze wet is in de Tweede Kamer ook door de fractie van GroenLinks aangenomen. Mevrouw Smitsmans-Burhenne: Maar GroenLinks zat niet in het kabinet dat met dit voorstel is gekomen. GroenLinks-Roermond vindt deze wet in ieder geval een gedrocht en ook u had een signaal kunnen afgeven aan uw partijgenoten. Hoewel de heer Jacobs met betrekking tot het amendement namens alle partijen heeft gesproken die het amendement hebben ondertekend, hecht ik eraan te benadrukken dat GroenLinks daarin een grote inbreng heeft gehad en dat wij blij zijn dat een aantal door ons aangedragen zaken zijn overgenomen, met name waar het betreft ondersteuning met betrekking tot informatievoorziening en het zo laag mogelijk maken van de drempel voor de mensen voor wie deze wet een hele klus zal zijn. Uiteraard zullen GroenLinks en de Stadspartij Roermond het amendement steunen. Voor de motie inzake het instellen van een cliëntenraad geldt hetzelfde. Het is een voorstel dat door GroenLinks is ingebracht en het verheugt ons bijzonder dat alle partijen dat kunnen ondersteunen. Vervolgens komen we bij de principiële discussie die verband houdt met de motie inzake het invoeren van een pakket voor inburgeringsplichtigen die hun examen hebben gehaald. Ik kan me herinneren dat het eerste idee, weken geleden, neerkwam op een bonus in de vorm van een geldelijke beloning. GroenLinks en overigens meerdere partijen konden het daarmee absoluut niet eens zijn. Toen ik vorige week mijn mail opende, heb ik er, niet letterlijk, maar wel figuurlijk, even bij zitten huilen, want wat ik daarin vond was een motie die duidelijk maakt dat men maar heeft doorgezaagd totdat er eindelijk een compromis was. Zo althans lees ik de motie en die kunnen wij niet steunen. Voorgesteld wordt mensen die het examen hebben behaald als bonus een pakket toe te kennen dat onder andere kaartjes bevat voor een cultureel evenement en een introductiecursus op kunstzinnig of cultureel vlak. Zijn dat nu werkelijk zaken waarop burgers zitten te wachten? Belangrijker nog is de principiële vraag. De wat oudere raadsleden hier weten dat ik jarenlang gewerkt heb in een omgeving waar allochtone mensen Nederlandse lessen volgen. Heel kort door de bocht – ik weet dat ik nu generaliseer, maar dat maakt zaken wel duidelijk – kan ik u zeggen dat er twee groepen zijn te onderscheiden. Allereerst zijn er de mensen met weinig achtergrond, weinig scholing in eigen land, opgegroeid in een omgeving met weinig boeken, en vaak ook weinig geld. Zij mogen als kansarmen worden aangeduid. Ze doen jarenlang hun best om het Nederlands enigszins te kunnen beheersen. De tweede groep bestaat uit hoogopgeleiden, opgegroeid in een omgeving met boeken en vaak veel geld. Dat zijn de mensen met bagage. Over drieënhalf jaar zal ongetwijfeld blijken dat juist de mensen die al bij voorbaat kansrijk waren worden beloond met een bonus en dat de mensen die bij voorbaat al kansarm waren worden gestraft met de mededeling dat zij niet voor een bonus in aanmerking komen. Ik vind dat onverteerbaar. GroenLinks en de Stadspartij Roermond vinden het verschrikke-
165 lijk dat u tot deze keuze komt. Dat is voor ons het zwaarste argument om ons tegen deze motie uit te spreken. De inhoud van het pakket roept ook de nodige vragen op. Zo zou het ook kaartjes bevatten voor de Oranjerie. Moeten wij nu echt de kansrijken die deze bonus krijgen ook nog met gemeenschapsgeld gaan voorzien van kaartjes voor de Oranjerie? Ik hoop toch werkelijk van niet! Ik roep de indieners van de motie dan ook op dit te herzien. Een ander onderdeel van het pakket bestaat uit begeleidingstrajecten op het gebied van financien, gezondheid, sociaal werk, veilig wonen, enz. Zijn de andere leden van de raad en de wethouder niet met ons van mening dat dit juist onderdeel zou moeten uitmaken van het inburgeringstraject zelf, met name voor de kansarmen? Is het niet absurd de kansrijken te gaan belonen met iets wat ze niet nodig hebben? Het moge duidelijk zijn dat wij het bijzonder betreuren dat deze keuze wordt gemaakt. Wij dringen er daarom nogmaals met klem op aan dit pakket te schrappen. Als men werkelijk van mening is dat er elementen in zitten die zo belangrijk zijn voor kansarmen, laat men dan de verordening amenderen om dat deel van het pakket in de verordening in te brengen. De heer Van Ballegooij: Mijnheer de voorzitter. Zoals al enkele keren is aangegeven, is inburgeren zeker niet hetzelfde als integreren. Zelf beschouw ik inburgeren als een soort startkwalifcatie waarmee vervolgens verder kan worden gegaan in het integratieproces. Vaak heeft die integratie al plaatsgevonden en vindt de inburgering door de wetgeving die nu eenmaal uniform is helaas achteraf plaats. Inburgeren is, zoals het genoemd wordt, een positie-verwervend iets, waarmee iemand zijn of haar kwalificatie binnen de samenleving beter maakt, en het is vaak ook een positie-toewijzend iets. Wat dat betreft is een inburgeringsvoorstel goed, hoewel wij qua inhoud – en daarmee kan ik me grotendeels aansluiten bij GroenLinks – misschien liever een andere uitwerking zouden hebben gezien, maar daarop kan de gemeente nu eenmaal geen invloed uitoefenen. Voordat de heer Öztürk hierover weer een opmerking maakt, voeg ik eraan toe dat een gemeenteraadsfractie natuurlijk ook autonoom beslissingen kan nemen. De heer Öztürk: Maar als leider van de SP-fractie in de provincie Limburg… De voorzitter: Wilt u de discussie laten verlopen via de voorzitter? Zo werkt het namelijk niet, dat moet u ook weten. De heer Van Ballegooij: Gelukkig zit ik hier niet namens die fractie! Uiteindelijk gaat het bij inburgeren om mensen. Het amendement dat zojuist door de heer Jacobs is toegelicht ademt dat ook wel uit, maar ik wil toch nog eens benadrukken dat zeker uit de informatievoorziening dat menselijke aspect duidelijk moet blijken. Wat dat betreft is het trial and error en zal in de toekomst moeten blijken hoe dat eruit gaat zien. De raad kan daarin niet tot op detail sturen, maar toegankelijkheid, duidelijkheid en begrijpelijkheid zijn daarin wel belangrijke factoren. Wat de doelgroepen betreft, druk ik het college op het hart zich niet alleen te richten op economisch rendement, maar vooral op sociaal-maatschappelijk rendement. Te denken valt bijvoorbeeld aan bepaalde maatschappelijke ontwikkelingen waarin gestuurd kan
166 worden, zoals de emancipatie van vrouwen, die zelfs bij de oorspronkelijke Nederlanders op dit moment nog niet voltooid is. Aan de eigen bijdrage kleven wat de SP-fractie betreft een aantal bezwaren. De SPfractie is van mening dat de financieel zwakkeren in de samenleving ontzien moeten worden en dat de sterkste schouders de zwaarste lasten moeten dragen. Ik neem aan dat andere partijen in deze raad met dezelfde achtergrond zich daarbij volledig kunnen aansluiten. Ik roep hen dan ook van harte op onze motie te steunen. Ze is weliswaar niet zo verstrekkend als het amendement dat we in eerste instantie hadden voorbereid, maar het biedt het college wel de ruimte een voorstel aan de raad voor te leggen waarover wij dan later nog een keer verder kunnen praten. Het boetebeleid dient naar onze mening vooral beoordeeld te worden op zijn doelmatigheid. Rechtmatigheid komt dan wat ons betreft op de tweede plaats. Het moet vooral humaan zijn en alleen worden gebruikt als daaruit door de individuele beoordelaar echt rendement verwacht wordt. De moties kunnen wij alle steunen. Wat het inburgeringspakket betreft, is voor ons de angel eruit voor wat betreft een concreet bedrag. Het is goed daarover op een later tijdstip verder te praten. Ik ben het met mevrouw Smitsmans eens dat het niet uit de klauwen mag lopen, maar aan de andere kant denk ik dat met het aanbieden van een bepaald pakket faciliteiten ook gestuurd kan worden op het terrein van integratie. Het is niet dan eens zo belangrijk of iemand een grote of een kleine beurs heeft. We kunnen op deze manier iemand de mogelijkheid bieden ergens heen te gaan of met iets kennis te maken waaraan hij of zij anders niet zou zijn toegekomen. Het amendement is niet door ons ondertekend, maar dat neemt niet weg dat wij daaraan onze steun betuigen. Wij hadden andere tekstvoorstellen gedaan die naar onze mening beter zijn en om die reden hebben wij het amendement niet ondertekend. Het amendement leidt echter tot een verbetering van het voorstel en daarom zullen wij het steunen. De heer Heijnen: Mijnheer de voorzitter. Inburgering is van groot belang en de Roermondse politiek is daarvan overtuigd. Het gaat immers om mensen, om onze eigen burgers. Iedere politieke fractie in deze raad heeft hierover uitvoerig haar zegje kunnen doen en een inbreng kunnen leveren. De verordening is uniek te noemen, want ze is tot twee keer toe door de wethouder teruggenomen vanwege de diverse opmerkingen vanuit de coalitie, maar zeker ook vanuit de oppositie. Daaruit is een amendement voortgevloeid met een aantal aanpassingen. Het is jammer dat dat amendement niet door alle partijen is ondertekend, maar het is natuurlijk ieders goed recht zijn of haar mening te geven. Wat de fractie Burger Belangen Roermond betreft mag de voorliggende verordening van start gaan. Na enige tijd kunnen we in een evaluatie nog altijd bezien wat eventueel nog beter kan. Wat goed is, moeten we handhaven, maar voor wat minder goed is kunnen we nog altijd voorstellen inbrengen. Zoals eerder gezegd, hebben wij hier te maken met een wettelijke plicht. Ook de fractie Burger Belangen Roermond heeft zich afgevraagd of wij in Den Haag genomen besluiten wel lokaal moeten compenseren. Aan de andere kant zijn ook wij van mening dat het goed is bij verordening regels te stellen over informatieverstrekking, inburgeringsvoorzieningen, rechten en plichten en de hoogte van boetes bij overtredingen. Daarbij
167 past naar onze mening zeker ook een flankerend beleid, om de inburgering succesvol te laten verlopen. In die zin bepleit de fractie Burger Belangen Roermond bij het college de invoering van een pakket voor inburgeringsplichtigen, uit te werken voor degenen die het inburgeringsexamen hebben behaald, waarbij uiteraard kritisch dient te worden gekeken naar de hoogte van het pakket. Daarom willen wij na de eerste termijn een schorsing aanvragen, om in gezamenlijk overleg te bezien in welke zin dit pakket vorm dient te krijgen. Het pakket is gericht op verdere stappen met betrekking tot de inburgering en ook dat is belangrijk om het in je eigen stad naar je zin te krijgen, je thuis te voelen en mogelijk van daaruit ook inzetbaar te zijn in het verenigingsleven, daarmee ook de leefbaarheid stimulerend. Daarnaast heeft onze fractie behoefte aan het instellen van een onafhankelijke cliëntenraad. Voor de nieuwkomer is inburgering een recht en een plicht en dat geldt natuurlijk ook voor de oudkomer. Wat de eigen-bijdrageregeling betreft, kunnen wij akkoord gaan met de voorgestelde toevoeging. Het is normaal en zinvol een eigen bijdrage te vragen, mits de bedragen reeel zijn. De voorzitter: Ik heb genoteerd dat u na de eerste termijn een schorsing wenst om het pakket te bespreken. Wetend hoeveel uren bespreking daaraan al zijn gewijd, geloof ik niet dat een schorsing daaraan nog veel zal veranderen, maar het is aan de raad om daarover een beslissing te nemen. De heer Ramakers: Mijnheer de voorzitter. Waar binnen de nieuwe wet het inburgeringsexamen een eindpunt is, is een geslaagde inburgering de eerste stap op weg naar echte integratie. Ieder traject vergt deskundigheid van de gemeente en ieder traject moet maatwerk zijn. Gisteren hebben we op het nieuws kunnen horen dat inburgering eigenlijk 80% stage moet zijn en 20% taalles, maar dit terzijde. Bij het maatwerk dat ik noemde zal ook gekeken moeten worden naar integratie, huisvesting, scholing en bevordering van participatie. De verordening is drie keer in de commissie behandeld en terecht werden daar veel vragen gesteld. De nieuwe wet biedt gemeentelijke beleidsvrijheid en in de voorliggende verordening geeft de raad de kaders aan. Wat wij ons afvragen is of deze verordening zo detaillistisch moet worden samengesteld. De ene gemeente is de andere niet en Demokraten Swalmen is voorstander van een verordening met een duidelijk Roermonds gezicht. Wij kunnen instemmen met het amendement en met de moties die betrekking hebben op de cliëntenraad en het invoeren van een pakket. De heer Van Walsum: Mijnheer de voorzitter. Ook ik ontkom niet aan de constatering dat, als er één raadsvoorstel is waarover veel gesproken is, het wel dit is, maar daarvoor kan dan ook een duidelijke reden worden aangewezen. Het raadsvoorstel heeft direct gevolgen voor een flinke groep allochtone medeburgers in Roermond, afgerond zo'n 1.250. De Wet inburgering is vastgesteld in de Tweede en Eerste Kamer en daarom ook in Roermond nadrukkelijk van toepassing. De nieuwe wet, die de oude Wet inburgeren in Nederland vervangt, is een antwoord op het onvoldoende participeren van een groep nieuwkomers in Nederland. Het niet goed participeren is te lang toegestaan, waardoor
168 veel mensen onvoldoende, of niet, participeren in de Nederlandse samenleving. Dit kan niet, het leidt tot problemen in de samenleving en ook tot problemen bij de mensen zelf. De nieuwe Wet inburgering moet hieraan een einde maken en legt daarvoor onder meer de verantwoordelijkheid bij de inburgeraar zelf. Een inburgeringscursus moet succesvol gevolgd worden om de Nederlandse nationaliteit te verkrijgen en een vergunning voor onbepaalde tijd. Het belang voor het individu is groot en dat maakt het ook spannend en gevoelig. Tot mevrouw Smitsmans merk ik in dit verband op dat een inburgeringscursus er juist op is gericht dat iedereen het diploma haalt. De één kan er wat langer over doen dan de ander, maar uiteindelijk is het de bedoeling het diploma te halen; daar zit geen onderscheid in. Mevrouw Smitsmans-Burhenne: Het doel is inderdaad dat iedereen het examen haalt. Waar ik echter tegen ageer is dat degenen die kansrijk zijn en het examen binnen een gestelde termijn halen worden beloond en dat degenen die per definitie minder kans hebben gestraft worden, omdat ze de bonus niet krijgen. De heer Van Walsum: U twijfelt aan het functioneren van de regeling, maar die regeling is er wel op gericht dat iedereen het examen haalt. Als dat niet lukt, heb je een groot probleem. De wet is de wet en ook ik maak me best zorgen over de manier waarop ze zal functioneren, maar we hebben er wel mee van doen. Wat wij kunnen doen, is een verordening opstellen die passend is in de Roermondse situatie. Het overleg dat heeft plaatsgevonden tussen de Roermondse politieke partijen heeft geleid tot een amendement en twee moties. Met het amendement neemt de Roermondse raad zijn verantwoordelijkheid en wordt een aantal wijzigingen doorgevoerd. Daarbij gaat het om de wijze van informatieverstrekking, begeleiding en het geven van een aantal faciliteiten die drempels voor participatie wegnemen als een juiste locatie, kinderopvang e.d. In de moties wordt het college opgeroepen een cliëntenraad in te richten een een pakket uit te werken dat de inburgeraar ontvangt als hij of zij het inburgeringstraject succesvol afrondt. Zoals ik al zei: hierover is lang gesproken. De PvdA-fractie hecht veel belang aan dit onderwerp en kan zich vinden in het amendement. Het bevat alle zaken die wij van belang achten om de inburgeraar in de gelegenheid te stellen succesvol het inburgeringstraject af te ronden. Iedereen heeft daar belang bij en daarvoor dienen de juiste omstandigheden te worden gecreëerd. Wij zouden echter wel wat meer willen en dan heb ik het vooral over bijvoorbeeld een tegemoetkoming in de eigen bijdrage. Hoewel het rechtvaardig is een eigen bijdrage te vragen, is deze hoog. Vele mensen die inburgeren moeten rondkomen van een beperkt inkomen. Er is een flink aantal gezinnen waarvan soms méér personen moeten inburgeren en dan moeten bepaald forse bedragen betaald worden. Natuurlijk is er een afbetalingsregeling, maar voor iemand die het niet breed heeft telt elke euro. De PvdA-fractie is van mening dat geld nooit een belemmering mag vormen om deel te nemen aan een inburgeringstraject, vandaar de wens om na het succesvol voltooien van de inburgeringscursus een redelijke tegemoetkoming toe te kennen.
169 Een andere belangrijke vraag is hoe omgegaan zal worden met de boeteclausule. De fractie van de PvdA is van mening dat de bedragen die in de boeteclausule staan hoog zijn. Een sanctie voor mensen die actief niet willen meewerken is goed, maar de voorgestelde boetes worden door ons als hoog en niet proportioneel ervaren. Deze beide zaken hebben wij ingebracht in de gesprekken die wij hebben gevoerd en het is ons duidelijk geworden dat wij hiervoor niet op voldoende steun kunnen rekenen. Dat is jammer, maar het is de realiteit en daarbij leggen wij ons neer. In de onderhandelingen met de andere partijen is een compromis gevonden. Als een inburgeraar de cursus succesvol afrondt, kan hem of haar een pakket worden aangeboden, dat niet als bonus moet worden gezien, maar ten doel heeft betrokkene de mogelijkheid te bieden actief te participeren in de Roermondse samenleving. Zojuist is de term ‘flankerend beleid’ genoemd en dat lijkt mij een juiste typering. Het pakket bevat zaken als kaartjes voor een cultureel evenement, cursussen op cultureel en kunstzinnig vlak en individuele begeleidingstrajecten. Daarover kan men cynisch doen, maar het zijn wel zaken die ertoe doen en die mensen kunnen helpen op een prettige manier te participeren in de samenleving. Wij vinden die voorstellen acceptabel, zeker nu inburgeraars daaraan ook zelf een bijdrage kunnen leveren en voorstellen kunnen doen voor de samenstelling van het pakket. Wat de boetes betreft, hebben wij van de wethouder begrepen dat hij hiermee terughoudend en verantwoord zal omgaan en daarbij rekening zal houden met de persoon en de situatie. Met die toezegging kan de PvdA-fractie leven, zeker nu in het amendement is vastgelegd dat de commissie welzijn ieder halfjaar geïnformeerd zal worden over het aantal opgelegde boetes. De voorzitter: Dames en heren. Ik ga thans over tot voorlezing van het amendement en de drie moties die zijn ingediend. Het amendement is ingediend door de fracties van VVD, CDA, PvdA, BBR, DS, GroenLinks en Stadspartij Roermond en luidt als volgt: “De raad van de gemeente Roermond, in vergadering bijeen op donderdag 31 mei 2007; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders inzake de Verordening inburgering Roermond, raadsvoorstel met nummer 2007/37/1 van 17 april 2007; gelet op de bepalingen in de artikelen 8,19 lid 5, 23 lid 3 en 35 van de Wet inburgering; overwegende dat: 1. de raad bij verordening regels dient te stellen met betrekking tot: – de informatieverstrekking door de gemeente aan inburgeringsplichtigen; – het aanbieden van een inburgeringsvoorziening aan bijzondere groepen inburgeringsplichtigen; – de rechten en plichten van de inburgeringsplichtigen voor wie een inburgeringsvoorziening is vastgesteld; – de hoogte van de boete voor de verschillende overtredingen; 2. de gemeenteraad van Roermond duidelijke kaders moet stellen waarbinnen het college van burgemeester en wethouders kan opereren;
170 van mening zijnde dat: 1. een ieder die moet inburgeren ook daadwerkelijk in staat gesteld moet worden om te kunnen deelnemen aan de activiteiten die tot een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd leiden; 2. in dat kader aanvullende voorzieningen - zoals kinderopvang en additioneel vervoer wenselijk worden geacht; 3. een en ander uitgevoerd moet kunnen worden op een doeltreffende en doelmatige wijze; 4. boetes rechtvaardig - rekening houdend met de maatschappelijke en financiële omstandigheden van de boeteplichtige - dienen te worden opgelegd; 5. aan de raad gerapporteerd dient te worden over de voortgang van de inburgering; besluit: 1. Lid 2 sublid 1 van artikel 2 van de Verordening te wijzigen in: Een nog in te richten frontoffice inburgering bij publiekszaken met als taken voorlichten en informeren over rechten en plichten in het kader van de wet en over de mogelijkheden inburgeringscursussen te volgen in de regio indien zij niet in aanmerking komen voor een gemeentelijk aanbod of indien zij dit afwijzen. 2. Aan lid 2 van artikel 2 van de Verordening toe te voegen de navolgende subleden: 4. lnformatieverstrekking via de website van de gemeente Roermond met verwijzing naar landelijk relevante websites. 5. Indien nodig een tolk. 3. Aan artikel 2 van de Verordening toe te voegen een lid 3 met de navolgende tekst: Het college beoordeelt tenminste eens in de twee jaren de doeltreffendheid en doelmatigheid van de informatieverstrekking aan de inburgeringsplichtigen en rapporteert daarover aan de raad. 4. Punt / criterium 3 in artikel 3 van de Verordening te wijzigen in: Het college bepaalt jaarlijks, mede aan de hand van beschikbare middelen, aan welke groepen inburgeringsplichtigen een voorziening wordt aangeboden. Hierbij hanteert het de volgende criteria: – het hebben van een afstand tot de arbeidsmarkt; – het hebben van een opvoedingstaak; – het bevorderen van de emancipatie en van de participatie aan de samenleving. 5. Lid 3 van artikel 4 van de Verordening te wijzigen in: Indien nodig en wenselijk zal een inburgeringsvoorziening, naast datgene dat in de wet is geregeld, een of meer van de volgende onderdelen bevatten: – trajectbegeleiding; – voortgangsbegeleiding. 6. Aan artikel 4 van de Verordening een lid 4 toe te voegen dat luidt als volgt: Voor inburgeraars waarvoor kinderopvang noodzakelijk is en niet anderszins kan worden aangeboden, regelt het college kinderopvang binnen het contract met het instituut dat de inburgeringscursus verzorgt. 7. Aan artikel 4 van de Verordening een lid 5 toe te voegen dat als volgt luidt:
171 Het college draagt zorg voor zodanige situering van de leslocaties dat deze goed bereikbaar zijn voor de inburgeraars. Daar waar additioneel vervoer noodzakelijk is om de leslocatie te bereiken wordt daarin voorzien. 8. Lid 1 van artikel 5 van de Verordening te wijzigen in: De inning van de eigen bijdrage, als bedoeld in artikel 23 lid 2 van de Wet, wordt afgestemd op de financiële situatie van de inburgeraar en indien nodig in termijnen betaald. 9. Een nieuw artikel 11 toe te voegen met de volgende tekst: Artikel 11. Bijzondere gevallen Het college kan in bijzondere gevallen het bepaalde in de Verordening ten gunste van de inburgeringsplichtige buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover de toepassing daarvan, gelet op het doel van de Verordening, leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard. 10. Een nieuw artikel 12 toe te voegen met de volgende tekst: Artikel 12. Rapportage Het college informeert de commissie Welzijn door middel van een rapportage halfjaarlijks over: – de voortgang van de inburgering; – de doelgroepen en het aantal deelnemers aan de inburgeringscursussen; – het aantal opgelegde boetes en de hoogte daarvan. 11. De nummering van de artikelen 11 en 12 te wijzigen in respectievelijk 13 en 14. 12. Aan de artikelsgewijze toelichting op de Verordening bij artikel 9 de navolgende passage toe te voegen: Bij het bepalen van de hoogte van de boete worden de maatschappelijke en financiële omstandigheden van de boeteplichtige betrokken. De boeteoplegging mag op geen enkele wijze leiden tot situaties waarbij inburgeraars in complexe financiële problemen terechtkomen. Slechts bij uitzondering zullen de maximale boetes worden opgelegd.” Door de fracties van VVD, CDA, PvdA, SP, BBR, DS, GroenLinks en Stadspartij Roermond is de volgende motie ingediend: Motie nr. 1 “De raad van de gemeente Roermond, in vergadering bijeen op donderdag 31 mei 2007; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders inzake de Verordening inburgering Roermond, raadsvoorstel met nummer 2007/37/1 van 17 april 2007; overwegende dat: 1. de Wet inburgering op 1 januari 2007 in werking is getreden; 2. de gemeente in dat kader een aantal verplichtingen heeft en bij verordening regels dient te stellen: – over de informatieverstrekking door de gemeente aan inburgeringsplichtigen; – het aanbieden van een inburgeringsvoorziening aan bijzondere groepen inburgeringsplichtigen;
172 – de rechten en plichten van de inburgeringsplichtige voor wie een inburgeringsvoorziening is vastgesteld; – de hoogte van de boete voor de verschillende overtredingen. 3. daarin wordt voorzien door de vaststelling van de Verordening inburgering Roermond; 4. het daarnaast van belang wordt geacht te voorzien in flankerend beleid om de inburgering in Roermond succesvol te laten verlopen; roept het college van burgemeester en wethouders op: een onafhankelijke cliëntenraad in te stellen voor de uitvoering van de inburgering in Roermond.” De fracties van CDA, PvdA, BBR, DS en SP hebben mij de volgende motie ter hand gesteld: Motie nr. 2 “De raad van de gemeente Roermond, in vergadering bijeen op donderdag 31 mei 2007; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders inzake de Verordening inburgering Roermond, raadsvoorstel met nummer 2007137/1 van 17 april 2007; overwegende dat: 1. de Wet inburgering op 1 januari 2007 in werking is getreden; 2. de gemeente in dat kader een aantal verplichtingen heeft en bij verordening regels dient te stellen: – over de informatieverstrekking door de gemeente aan inburgeringsplichtigen; – het aanbieden van een inburgeringsvoorziening aan bijzondere groepen inburgeringsplichtigen; – de rechten en plichten van de inburgeringsplichtige voor wie een inburgeringsvoorziening is vastgesteld; – de hoogte van de boete voor de verschillende overtredingen; 3. daarin wordt voorzien door de vaststelling van de Verordening inburgering Roermond. 4. het daarnaast van belang wordt geacht te voorzien in flankerend beleid om de inburgering in Roermond succesvol te laten verlopen; roept het college van burgemeester en wethouders op: de invoering van een pakket voor inburgeringsplichtigen en inburgeringsbehoeften die via een door de gemeente aangeboden inburgeringsvoorziening binnen drieëneenhalf jaar (nieuwkomers) respectievelijk vijf jaar (oudkomers) het inburgeringsexamen behaald hebben, uit te werken.” Tenslotte is door de SP-fractie de volgende motie ingediend: Motie nr. 3 “De raad van de gemeente Roermond, in vergadering bijeen op donderdag 31 mei 2007;
173 gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders inzake de Verordening inburgering Roermond, raadsvoorstel met nummer 2007137/1 van 17 april 2007; overwegende dat: 1. de Wet inburgering op 1 januari 2007 in werking is getreden; 2. de gemeente in dat kader een aantal verplichtingen heeft en bij verordening regels dient te stellen, onder meer ten aanzien van de eigen bijdrage die betaald dient te worden voor het deelnemen aan het inburgeringtraject; 3. het vanuit een oogpunt van solidariteit redelijk en billijk is dat personen met een lager inkomen worden ontzien in de te maken kosten; 4. de gemeente tracht te komen tot een integraal armoedebeleid; 5. een effectieve inburgering niet alleen de sociale participatie maar ook de arbeidsparticipatie van de betreffende personen kan bevorderen; 6. het mogelijk is personen met een laag inkomen die deelnemen aan het inburgeringstraject, te compenseren uit het werkdeel of inkomensdeel van de WWB, de bijzondere bijstand of andere middelen; roept het college van burgemeester en wethouders op: 1. voorstellen te doen (inclusief financiële dekking) voor restitutie van de eigen bijdrage als bedoeld in artikel 5 van de Verordening wet inburgering aan inburgeringsplichtigen met een gezinsinkomen onder 110% van het sociaal minimum en daarbij als voorbeeld te nemen de regelingen die de gemeenten Amsterdam en Utrecht ter zake hebben getroffen; 2. deze voorstellen uiterlijk bij de behandeling van de begroting 2008 ter besluitvorming voor te leggen aan commissie en raad.” Wethouder Kemp: Mijnheer de voorzitter. De afgelopen maanden is, zoals een aantal leden van de raad hebben gememoreerd, heel veel tijd besteed aan het opstellen en uitvoeren van de voorliggende verordening. Een lang betoog ter inleiding zal ik daarom nu niet meer houden. Wel wil ik opmerken dat ik de afgelopen tijd heb gemerkt dat dit onderwerp iedereen raakt. Het is niet zomaar een zakelijk onderwerp, maar het gaat om mensen en dat hebben ook alle raadsleden laten merken. De betrokkenheid van de raad bij de Wet inburgering, die vertaald moet worden in een verordening die vervolgens een doorwerking zal hebben naar de Roermondse samenleving, is groot gebleken. Allen streven wij ernaar de wet in de verordening op een positieve manier te vertalen voor de mensen die in onze samenleving gaan participeren. Het is een totaaltraject van integreren. Mensen komen naar Nederland, volgen een inburgeringscursus en nemen deel aan de samenleving. Dat moet ook de geest zijn van wat wij willen. Wij willen de mensen die hier wonen uitnodigen deel te nemen aan deze samenleving. Daarvoor moeten regels worden gesteld, daar ontkomen we niet aan, maar wij willen daaraan wel een Roermonds gezicht geven, een eigen couleur locale. In de afgelopen jaren is gebleken dat mensen onvoldoende participeren en wij zijn ons ervan bewust dat dat op tal van plaatsen voor de mensen zelf, maar ook voor de samenleving, op problemen stuit. De wet maakt onderscheid tussen de gemeenschappen waaruit de mensen afkomstig zijn en dat onderscheid is ook in de verordening vertaald. EU-onderdanen – de heer Puper informeerde ernaar – kunnen ook een inburgeringscursus volgen, maar wel op basis van
174 vrijwilligheid. Zij zijn niet inburgeringsplichting en de overheid kan hen dus geen inburgeringscursus opleggen. Het is hun eigen verantwoordelijkheid en zij zullen daarvoor ook eigen middelen moeten aanwenden. Over de wijze waarop de vastgestelde verordening straks in uitvoering wordt gebracht zal ik de raad en de commissie rapporteren, en dat betreft alle aspecten die successievelijk zijn genoemd. Op een aantal concrete zaken die zijn genoemd zal ik nu wat nader ingaan. In het amendement wordt met betrekking tot het boetebeleid aangegeven dat bij het bepalen van de boete nadrukkelijk rekening dient te worden gehouden met de maatschappelijke en financiële omstandigheden van de boeteplichtige. Wij zullen daarmee op een fatsoenlijke en terughoudende manier omgaan. Wel ben ik van mening dat iemand die een inburgeringsplicht opgelegd krijgt ook verplicht is die inburgeringscursus met een goede intentie te volgen, in de eerste plaats ten behoeve van zijn eigen positie in de samenleving, maar ook om op een goede manier te kunnen deelnemen aan onze samenleving. Met het amendement kan het college instemmen. Ook met de motie waarin de instelling van een cliëntenraad wordt bepleit kan het college akkoord gaan. De meeste discussie heeft de motie opgeleverd waarin wordt gepleit voor het invoeren van een pakket voor inburgeringsplichtigen die met goed gevolg hun examen hebben afgelegd. Het proces van integreren bestaat uit een aantal fasen en een van die fasen is het afronden van het inburgeringstraject, waarmee de mogelijkheid wordt geopend volwaardig te participeren in de samenleving. Ik kan me voorstellen dat iemand die de inburgeringscursus heeft gevolgd daarna van overheidswege een pakket aangeboden krijgt, waarmee hij of zij als het ware wordt uitgenodigd daadwerkelijk deel te nemen aan de samenleving, contact te leggen met de gemeenschap en kennis te maken met de cultuur. Het positieve signaal dat daarmee wordt afgegeven aan de inburgeraar is naar mijn mening de intentie van de invoering van dit pakket. Wellicht vallen de eerste en de tweede motie in die zin aan elkaar te koppelen, dat de cliëntenraad wordt gevraagd mee te denken over dit pakket en suggesties te doen om daaraan vorm en inhoud te geven. Naar aanleiding van de motie van de SP-fractie moet ik erop wijzen dat de hoogte van de eigen bijdrage in de wet is bepaald op € 270,-, waarbij de positie van een uitkeringsgerechtigde als vertrekpunt is genomen. De wethouder heeft geoordeeld dat deze bijdrage proportioneel is, dus in een goede verhouding staat tot de inspanningsverplichting. Daarnaast zijn er mogelijkheden om mensen met een uitkering tegemoet te komen, bijvoorbeeld via een betaling in termijnen. Ook de Wet Werk en Bijstand kan soelaas bieden. In een circulaire aan de gemeenten heeft de minister aangegeven dat voor mensen die door een samenloop met andere noodzakelijke kosten die voortvloeien uit bijzondere individuele omstandigheden in de problemen komen, door de gemeente maatwerk kan worden verricht. Gelet hierop, meen ik dat wij mensen met een bijstandsuitkering voldoende tegemoet kunnen komen. De voorzitter: Kan ik hieruit afleiden dat u de motie overneemt?
175 Wethouder Kemp: Neen, want in de motie van de SP wordt bepaald dat aan alle inburgeringsplichtigen met een gezinsinkomen onder 110% van het sociaal minimum een restitutie moet worden toegekend en daarmee kunnen wij het niet eens zijn. De voorzitter: Wellicht kan de motie via een klein amendement in overeenstemming worden gebracht met wat u hierover hebt gezegd. Eerder is door de heer Heijnen om een schorsing gevraagd…. De heer Heijnen: Inmiddels heeft al enig overleg plaatsgevonden waardoor wat ons betreft een schorsing niet meer nodig is. De voorzitter: Ik stel vast dat de meerderheid van de raad wel behoefte heeft aan een schorsing. Derhalve schors ik de vergadering (21.30 uur). Schorsing De voorzitter: Ik heropen de vergadering (21.43 uur). Van de wethouder wil ik graag weten of het beraad tijdens de schorsing wellicht tot enig ander inzicht heeft geleid met betrekking tot de motie van de SP. Wethouder Kemp: Mijnheer de voorzitter. Met de motie van de SP kunnen wij instemmen als aan het dictum achter punt 1 wordt toegevoegd: ‘in die gevallen dat sprake is van samenloop van kosten van de eigen bijdrage met andere noodzakelijke kosten die voortvloeien uit bijzondere individuele omstandigheden en betrokken worden bij de beoordeling van het recht op bijzondere bijstand.” De tekst achter punt 2 kan ongewijzigd blijven. Als punt 3 zou dan moeten worden toegevoegd: ‘vooraf hieromtrent advies van de cliëntenraad WWB in te winnen’. De voorzitter: Ik begrijp er niets van en verzoek daarom de motie ambtelijk opnieuw te laten opstellen en aan iedereen uit te reiken. De heer Puper: Uit de tekst die de wethouder nu heeft voorgelezen maak ik op dat iemand met een gezinsinkomen onder 110% van het sociaal minimum en geconfronteerd wordt met een samenloop van kosten in aanmerking komt voor restitutie. Wat de wethouder in eerste termijn heeft betoogd biedt mijns inziens veel meer soelaas, omdat men dan niet alleen gehouden is aan 110% van het sociaal minimum en de som van de delen van problemen aanleiding kan zijn om iets te doen. Als dit schot wordt ingebouwd, zouden wij daarvan achteraf wel eens spijt kunnen krijgen. De aanvankelijke tekst met inbegrip van de mogelijkheid om een en ander via de bijzondere bijstand te regelen biedt meer zekerheid dan wat nu door de wethouder is voorgelezen. De heer Jacobs: Mijnheer de voorzitter. Dit is naar mijn mening geen manier van werken. Eerder hebben wij al afgesproken dat het niet aangaat even iets op te schrijven en daarvan ineens een motie of amendement te maken. Onze fractie heeft daarnaast een aantal onoverkomelijke problemen met de inhoud van de motie. Het is beter een aantal
176 zaken door de wethouder te laten uitzoeken en daarover later in de commissie welzijn nader van gedachten te wisselen. De heer Van Ballegooij: De motie vraagt ook alleen een onderzoek uit te voeren en daarna voorstellen te doen. De heer Jacobs: Het gaat ons te ver nu een oordeel te vragen over een motie die alleen is voorgelezen en waarop wij ons helemaal niet hebben kunnen beraden. De voorzitter: De heer Puper heeft er bovendien voor gewaarschuwd dat door deze handmatige veranderingen de aanvankelijke motie van de SP zelfs ontkracht zou kunnen worden. Laat hiernaar daarom eerst eens gekeken worden door een aantal verstandige mensen. De heer Heijnen: Met de toevoeging die is gegeven aan artikel 11 kunnen volgens mij ook al heel wat zaken worden ondervangen. De voorzitter: Ik stel thans de tweede termijn aan de orde. De heer Jacobs: Mijnheer de voorzitter. Laat ik er om te beginnen op wijzen dat het amendement en de moties niet alleen het werk zijn geweest van de raads- en commissieleden. Ook de griffie heeft er een grote bijdrage aan geleverd. Sandra Franssen heeft er heel wat werk aan verricht. Het is dus goed dat we zo'n griffie hebben. Blij ben ik met de bijdrage van GroenLinks en Stadspartij Roermond. Zij hebben het als positief ervaren hoe we met z’n allen, oppositie en coalitie, met elkaar zijn omgegaan en die mening wordt in ieder geval door het CDA, maar beslist ook door anderen gedeeld. Op zichzelf is dat al een groot winstpunt geweest in dit hele traject. Bij een aantal inhoudelijke zaken die door GroenLinks en Stadspartij Roermond zijn aangedragen, werd onder andere gewag gemaakt van kaartjes voor de Oranjerie. Misschien zou er inderdaad een kaartje voor de Oranjerie in het pakket kunnen zitten, maar dat zou dan voor iets moeten zijn dat nadrukkelijk gericht is op een verdergaande inburgering. Over de Oranjerie wordt trouwens helemaal niet gesproken; het gaat om culturele evenementen en dat kan veel meer zijn. In het relaas van mevrouw Smitsmans over kansrijken en kansarmen schuilt beslist enige waarheid, maar het amendement is volgens mij zodanig opgebouwd dat er via dit amendement en de begeleiding die daarin is geregeld bijna geen kansarmen zullen komen. Wij gaan ervan uit dat we via deze regeling zoveel mogelijk kansrijken zullen krijgen. Als er mensen bij zijn die het echt niet kunnen, verplicht het amendement ons er werk van te maken om ook deze mensen in dat traject te helpen. Laat ik er ook met nadruk aan toevoegen dat het pakket geen cadeau is. Sterker nog: er zullen misschien mensen bij zijn die we moeten blijven vasthouden in het inburgeringsgebeuren. Het is namelijk maar de vraag of mensen na het behalen van het diploma zijn ingeburgerd. Ze hebben een aantal stappen in de richting gezet en via dit pakket, dat ook individueel werk met zich zal brengen, willen we hen graag bij de maatschappij betrokken houden. Mensen kunnen ook zelf hun wensen of behoeften kenbaar maken, die uiteraard moeten
177 passen binnen het inburgeringsgebeuren, waardoor wij er maximaal voor kunnen zorgen dat ze nog verder in de maatschappij inburgeren. De heer Van Ballegooij zei het: inburgeren is niet hetzelfde als integreren, en daarmee ben ik het geheel eens. Integreren is de volgende stap, die we hiermee voor een deel kunnen bereiken. De VVD-fractie kan ik verzekeren dat hierover ook in de CDA-fractie een heel principiële discussie is gevoerd. Met inachtneming van het amendement en omdat het hier geen cadeau betreft, maar iets om verder te integreren, zijn wij van mening dat hiermee winst kan worden gemaakt voor de totale maatschappij. De motie van de SP-fractie stuit bij ons op principiële bezwaren, omdat die wél leidt tot een cadeautje. Wat gebeurt er immers: iemand volgt een inburgeringscursus, behaalt een diploma en krijgt vervolgens het geld terug. Dit laat onverlet dat wij de wettelijke mogelijkheden die er zijn moeten gebruiken om mensen die financieel in de problemen dreigen te komen te helpen. Daarom kunnen wij ons wel vinden in een onderzoek naar de mogelijkheden. Als dat nu echter in een motie zou worden verwoord, zou het wel eens kunnen gebeuren dat een duizendtal mensen gaat denken dat ze het geld terugkrijgen, terwijl het wel eens een heel beperkt aantal mensen zou kunnen zijn. Kortom, wij willen geen te hoge verwachtingen wekken bij een aantal mensen. De wethouder vroeg zich af of de motie inzake de cliëntenraad en de motie die betrekking heeft op het pakket niet in elkaar geschoven zouden kunnen worden. Volgens mij is dat niet slim. Om te beginnen wordt het niet door iedereen gedragen, en dan moeten we het ook vooral niet doen… De voorzitter: De wethouder heeft alleen geadviseerd ook de cliëntenraad naar het pakket te laten kijken. De heer Jacobs: Volgens mij had hij het over het samenvoegen van de moties. Wethouder Kemp: Als ik het zo heb gezegd, heb ik dat in ieder geval niet bedoeld. Wat ik heb willen zeggen is dat de motie inzake de cliëntenraad gebruikt zou kunnen worden voor de invulling van de motie die betrekking heeft op het pakket. De heer Jacobs: Bij een motie kan een wethouder daaraan zelf ook enige invulling geven. Wat dat betreft zijn er allerhande mogelijkheden. Demokraten Swalmen heeft zich afgevraagd of de verordening niet erg detaillistisch wordt. De verordening is inderdaad detaillistisch en ik ben het ermee eens dat er in de toekomst naar moeten worden gestreefd minder detaillistisch tewerk te gaan, maar in dit geval geeft het wel aan hoe wezenlijk deze zaak is en welke achterliggende gedachten daarbij een rol spelen. Door de PvdA is het amendement een compromis genoemd en dat is juist. Als zeven of acht partijen aan iets werken is de uitkomst altijd op de een of andere manier een compromis; het zal nooit iets van slechts één partij zijn. Het is een kwestie van geven en nemen, maar iedereen moet er wel zijn eigen gedachtegoed in kunnen terugvinden. De heer Puper: Mijnheer de voorzitter. Wij naderen nu het eind van de discussie en in de loop van die discussie heb ik het gevoel gekregen dat wij geleerd hebben elkaar te
178 omarmen met betrekking tot dit onderwerp, gegeven de wijze waarop erover is gesproken en de manier waarop wij met elkaar zijn omgegaan. Ik pleit ervoor dit tot en met de besluitvorming straks zo te houden. Een aantal leden van de VVD-fractie heeft grote moeite met de motie die betrekking heeft op de invoering van het pakket. De motieven daarvoor zijn overigens van andere aard dan die welke mevrouw Smitsmans naar voren heeft gebracht. De wethouder heeft gezegd dat wij mensen moeten uitnodigen te participeren en dat is ook steeds onze houding geweest. Omgekeerd vind ik dat wij mogen zeggen dat mensen door hierheen te komen zichzelf ook hebben uitgenodigd en dat dat een actieve grondhouding vergt, net zo actief als de raad in deze discussie heeft betracht. Tenslotte deel ik u mede dat de heer Achten straks namens een aantal van mijn fractiegenoten een stemverklaring zal afleggen over de motie inzake de het pakket. Mevrouw Smitsmans-Burhenne: Mijnheer de voorzitter. De heer Jacobs heeft gezegd dat het pakket moet worden beschouwd als een uitnodiging om deel te nemen aan de samenleving. Als dat zo is, betreur ik het dat hij die uitnodiging wil beperken tot de helft, of misschien een nog wel kleiner deel van de groep. De anderen zullen het pakket namelijk nooit krijgen. Voorts heeft de heer Jacobs betoogd dat het amendement zó is opgesteld dat wij geen kansarmen meer hebben. Daaruit kan ik alleen maar concluderen dat het CDA in sprookjes gelooft. Ik snap dat het CDA uit idealisten bestaat en in wonderen gelooft, maar ik betwijfel dat wij ooit zullen meemaken dat in Roermond geen kansarmen meer bestaan. De heer Jacobs: Ik vind het prima dat u mijn woorden gebruikt, maar ik verzoek u wel die niet helemaal wit te maken, of zwart, maar ze grijs te houden zoals ik ze heb uitgesproken. Mevrouw Smitsmans-Burhenne: Als we zó gaan beginnen! Tussen het CDA en GroenLinks komen wel vaker misverstanden voor. Eerst was het de heer Wuts die uw woorden verkeerd had begrepen en nu zou ik dat ook hebben gedaan. De voorzitter: Laten we vanavond wel aardig blijven voor elkaar! Mevrouw Smitsmans-Burhenne: Natuurlijk, want straks gaan we gewoon een borrel drinken, maar af en toe moet je ook kunnen prikken! Na de wijziging die de wethouder heeft voorgesteld in de motie van de SP – en ik heb begrepen dat de SP daarmee kan instemmen – zal GroenLinks de motie steunen. Door de woordvoerder van de VVD-fractie is medegedeeld dat de fractie gekant is tegen de motie inzake het pakket, maar op basis van andere argumenten dan GroenLinks. Dat heeft mijn nieuwsgierigheid gewekt, maar ik neem aan dat de heer Achten dat direct zal uitleggen. De heer Puper: Nee, dat zal ik zelf doen. In eerste termijn heb ik klip en klaar aangegeven dat gedaan moet worden wat de wet voorschrijft en dat, als dat met goed gevolg wordt gedaan, daar geen beloning tegenover moet worden gesteld, omdat daarmee een
179 precedent wordt geschapen. Overigens heb ik eraan toegevoegd dat wij daarin verdeeld zijn. De heer Van Ballegooij: Mijnheer de voorzitter. Het verheugt mij dat in overleg met de wethouder overeenstemming is bereikt over een wijziging van onze motie. Ik merk dat daarvoor steun bestaat en dan kan volgens mij gesproken worden van een win-wineffect. De heer Jacobs heeft gezegd dat de woorden die hij heeft uitgesproken vooral grijs moeten worden gehouden… De heer Jacobs: Ik heb gezegd dat mijn woorden moeten worden geciteerd zoals ze zijn gezegd, en dat is niet altijd zwart-wit. De heer Van Ballegooij: Het nodigt uit tot het maken van een aantal flauwe opmerkingen, maar die zal ik voor me houden. De inzet van onze motie is absoluut niet het uitdelen van een cadeautje. Het gaat erom de lastige positie waarin een aantal mensen zit te verlichten. Zeer onder de indruk ben ik van de woorden van de heer Puper over de verdeeldheid in zijn fractie. Het siert een politieke partij dat daarvoor ruimte wordt gegeven en dat vind ik een compliment waard. De heer Heijnen: Mijnheer de voorzitter. De fractie Burger Belangen Roermond is blij dat de coalitie en de oppositie vanavond naar elkaar zijn toegegroeid in een goede discussie. Met nadruk wil ik nog even stellen dat het onze mening is dat we ons vanavond tot niets beperken en ook niemand tekort doen. Iedereen die aan de inburgeringscursus gaat deelnemen slaagt en krijgt een diploma, zij het dat de één het binnen één jaar kan halen en dat een ander er drieënhalf jaar over kan doen. Dat neemt niet weg dat iedereen een diploma krijgt en eventueel gebruik kan maken van het pakket dat wij aanbieden. Laten we daarvan uitgaan, dan kunnen we elkaar hierop hopelijk vinden. Uit de woorden van de wethouder heb ik begrepen dat hij wat in de motie van de SP wordt bepleit zal gaan uitzoeken. Die motie zal dan ook, naar ik aanneem, niet meer in stemming behoeven te worden gebracht. Wij hopen dat het zodanig zal worden uitgezocht dat er geen precedenten zullen worden geschapen, want eerder vanavond heeft het college bij een ander agendapunt een onderzoek toegezegd dat wel tot precedentwerking kan leiden, namelijk bij de grafrechten. Naar de hoogte van het pakket zal het college nog eens kritisch kijken en dat hadden wij ook gevraagd. Wij zien het net als de wethouder als een positief signaal met een uitnodigend karakter en met een Roermonds gezicht. De uitwerking geschiedt door het college en het college kan dus zelf besluiten de cliëntenraad daarbij te betrekken. De heer Van Walsum: Mijnheer de voorzitter. In het hele traject van zo’n drie maanden dat dit onderwerp heeft doorlopen heeft altijd een hoge mate van overeenstemming bestaan, totdat de principes ter tafel kwamen en links en rechts haarscheuren ontstonden, waarna naar oplossingen moest worden gezocht om er toch nog uit te komen. Voor een heel groot deel is dat gelukt en dat is volgens mij een compliment waard aan het adres
180 van deze raad. Het is een belangrijke oefening geweest van duaal opereren. Principes zijn heel mooi, maar belangrijk is dat er gunstige omstandigheden worden gecreëerd waarin mensen een inburgeringstraject kunnen afronden en dan zal men, hoe moeilijk dat soms ook is, wel eens over principes heen moeten stappen. Wat betreft de motie over het pakket, wil ook ik nog eens onderstrepen dat het er vooral om gaat mensen actief te laten participeren. Dat moeten we stimuleren met het theoretische deel en later met het pakket, waardoor de stap naar de praktijk kan worden gemaakt. Wij zijn ervan overtuigd dat voor dat pakket grote belangstelling bestaat bij de mensen die ervoor in aanmerking komen en ik vind het jammer dat GroenLinks zich daarover zo negatief heeft uitgelaten. De suggestie van de wethouder om de cliëntenraad te laten meedenken over dit pakket vind ik een hele goede. De gewijzigde motie van de SP-fractie wordt langzamerhand wel heel technisch, maar ik begrijp dat de uitwerking ervan nog zal terugkomen in de commissie en dan kunnen we nader bezien hoe het functioneert. De heer Van Ballegooij: Na het overleg houden we de motie aan in afwachting van de uitwerking. De heer Van Walsum: Akkoord. Rest mij iedereen te bedanken voor de inzet. Laten we als raad proberen op deze manier verder te blijven opereren. Wethouder Kemp: Mijnheer de voorzitter. De inhoud van de motie van de SP-fractie zal aan een nader onderzoek worden onderworpen en daarna zal ik erop terugkomen. De voorzitter: Aan de orde is de besluitvorming. Ik stel vast dat overeenstemming bestaat over het amendement en dat dit niet in stemming behoeft te worden gebracht, zodat meteen tot besluitvorming kan worden overgegaan over het aldus geamendeerde voorstel van het college. Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad overeenkomstig het geamendeerde voorstel van burgemeester en wethouders en het daarbij behorende ontwerpbesluit. De voorzitter: Over motie nr. 1 inzake de cliëntenraad bestaat eveneens overeenstemming, zodat deze geacht kan worden te zijn aanvaard. Aan de orde is motie nr. 2 inzake het pakket. De heer Achten: Mijnheer de voorzitter. Mede namens de heren Dré Peters en Jos Becks wil ik hierover de volgende stemverklaring afleggen. Het komt niet vaak voor dat de VVD-fractie verdeeld stemt, maar vrijheid van denken is een groot goed en juist bij zo’n belangrijk, principieel onderwerp is het goed zonder last of ruggespraak te handelen. Die afweging hebben de heren Dré Peters, Jos Becks en ondergetekende gemaakt. Als de wet een extra mogelijkheid als een pakket mogelijk maakt dat een goede stap kan zijn in het proces van inburgering naar de zo noodzakelijke integratie, willen wij het
181 college graag de ruimte bieden om aan de slag te gaan met het uitwerken van dit pakket. Een carte blanche mag het echter niet zijn. Hou het simpel en doe vooral iets waar de mensen iets aan hebben. Een kaartje voor de Oranjerie komt ons ietwat bevoogdend over. Wij zien veel meer heil in iets op het gebied van gezondheid, emancipatie, scholing, aanpak van huiselijk geweld, sport e.d., om bijvoorbeeld die Turkse of Marokkaanse mevrouw zelf de weg naar de dokter te kunnen laten gaan… De voorzitter: Dit is geen stemverklaring meer en daarom verzoek ik u tot een afronding te komen. De heer Achten: Deze overwegingen hebben voor ons de doorslag gegeven. De heer Puper: Mijnheer de voorzitter. De andere, niet genoemde VVD-leden zullen tegen de motie stemmen. Mevrouw Smitsmans-Burhenne: Mijnheer de voorzitter. Ik verzoek u om een hoofdelijke stemming over deze motie. De motie wordt hierop in stemming gebracht en met 21 tegen 7 stemmen aanvaard. Voor hebben gestemd de heer Bayrak, mevrouw Thissen-Heynen, de heren Van Walsum, Öztürk, Ramdani, Ramakers en Daamen, mevrouw Pilz-van Elven, de heren Lucas en Heijnen, mevrouw Van Beers, de heren Van Ballegooij, Janssen Steenberg, Becks, Achten, A.C.P. Peters, Guffens, Jacobs en Breugelmans, mevrouw Cox-Tegelbeckers en de heer Van Dael. Tegen hebben gestemd de heren Coenen en Özdemir, mevrouw Smitsmans-Burhenne en de heren Huurdeman, J.M. Peters, Puper en Lomans. De voorzitter: De motie van de SP-fractie is aangehouden met de toezegging van de wethouder dat hiernaar constructief zal worden gekeken. 19. Vragenuur. De heer Coenen: Mijnheer de voorzitter. Uit een onderzoek van het CBS is gebleken dat vooral kinderen van allochtone mensen en uit sociaal-economisch zwakkere gezinnen onverzekerd zijn voor ziektekosten. Van de wethouder wil ik graag weten in hoeverre kenbaar wordt gemaakt dat kinderen gewoon verzekerd kunnen zijn, ook als de ouders daarvoor niet hebben betaald. Wethouder Smeets: Mijnheer de voorzitter. Naar aanleiding van een krantenartikel heeft de heer Bayrak van de PvdA-fractie al een soortgelijke vraag gesteld die is beantwoord in de februarivergadering van de commissie voor financiën. Ter geruststelling van een ieder kan ik voorts melden dat geen enkele arts het in zijn of haar hoofd zal halen om een ziek onverzekerd kind niet te behandelen. Dit laat onverlet dat door de heer Coenen de vinger op een groot maatschappelijk probleem is gelegd. De onverzekerd-
182 heid van kinderen hebben wij helaas maar gedeeltelijk in beeld. De gemeente Roermond heeft met de CZ-groep een collectieve ziektekostenverzekering afgesloten voor personen met een inkomen tot 110% van het bijstandsniveau en die mensen kunnen wij wel in beeld krijgen. Om te voorkomen dat mensen uit de ziektekostenverzekering worden gezeten wegens bijvoorbeeld betalingsachterstanden is met de CZ-verzekering een sluitende aanpak afgesproken. Als personen of gezinnen een betalingsachterstand hebben van twee maanden, neemt de CZ-groep contact op met de afdeling sociale zaken van de gemeente Roermond, die vervolgens meteen contact opneemt met de persoon of het gezin voor het maken van een afspraak. Zo’n afspraak kan een betalingsregeling inhouden, maar ook een saneringsregeling als bijvoorbeeld mensen in structurele problemen zijn gekomen. Zo is uitzetting uit een verzekering tot een minimaal risico teruggebracht. Tot nog toe heeft zich één gezin gemeld en met dat gezin is een betalingsregeling getroffen, terwijl tevens een structurele oplossing voor de schulden is overeengekomen. Het bovenstaande hebben we goed in beeld, de grootste groep hebben we echter niet in beeld en dat zijn de mensen die zich niet kunnen aansluiten bij de collectieve verzekering, bijvoorbeeld omdat ze niet aan de inkomensvoorwaarden voldaan, of kiezen voor een andere verzekering. Als die mensen uit de verzekering worden gezet, zijn hun kinderen niet verzekerd. Wat wij wel doen, is mensen die er recht op hebben stimuleren zich aan te sluiten bij de collectieve verzekering. De heer Coenen: Mijnheer de voorzitter. Ik dank de wethouder voor zijn antwoord. Een volgende vraag betreft contact tussen de gemeenteraden van Roermond en Weert over de ziekenhuizen. De fusie tussen het Laurentiusziekenhuis en het ziekenhuis in Weert gaat niet door. Met veel nadruk is door de voorzitter van de Raad van Bestuur in Roermond en door verschillende fracties in het Midden-Limburgse gepleit voor een samengaan. Ik proef dat er weer allerlei gevoeligheden heersen binnen de besturen van de ziekenhuizen, maar ook binnen de raden. Het lijkt mij daarom goed dat wij eens met elkaar samenkomen om na te gaan waar zich al dan niet geschilpunten voordoen. We kunnen wel ieder voor zich proberen op één paard te gokken, maar dat zou wel eens kunnen betekenen dat deze regio straks links en rechts specialismen kwijt raakt. Ziet u er iets in om hierover contact op te nemen met de gemeenteraad van Weert en de Raad van Bestuur van het ziekenhuis in Weert? Wethouder Kemp: Mijnheer de voorzitter. Met de directeur van het Laurentiusziekenhuis heb ik regelmatig overleg gevoerd over deze kwestie en het college is geïnformeerd over de visie van het Laurentiusziekenhuis. Eind mei is in de gemeenteraad van Weert besloten dat een fusie tussen de ziekenhuizen van Weert en Roermond alleen tot stand kan komen als gegarandeerd wordt dat voldoende specialismen in Weert blijven. Het verschil met Roermond is dat Roermond zonder garanties vooraf wil beginnen aan een bestuurlijke fusie, later uit te werken in een juridische fusie. Op het moment dat de fusie tot stand is gekomen zou dan aan de hand van allerlei factoren beoordeeld moeten worden waar een specialisme het beste gesitueerd kan worden, of in Roermond, of in Weert. De gemeenteraad van Weert heeft mede op basis van het onderzoek van de heer Hillen het standpunt ingenomen dat op voorwaarde dat voorzieningen in Weert blijven het fu-
183 sieproces kan worden ingegaan. Met de directeur van het ziekenhuis heb ik medio juni een afspraak gemaakt om deze situatie te bespreken. De suggestie die de heer Coenen heeft gedaan zal ik daarin meenemen, evenals in het overleg dat ik heb met mijn collega-portefeuillehouder Coolen van de gemeente Weert. De heer Coenen: Mijnheer de voorzitter. Ook met dit antwoord ben ik op dit moment tevreden. Mijn derde vraag betreft het volgende. De kanovereniging Nautilus maakte met haar jongere leden regelmatig gebruik van de vistrap bij het Shell-tankstation. Nu is dat niet meer mogelijk door het aanbrengen van een vistrap van het waterschap. In hoeverre zijn in deze waterrijke gemeente nu nog mogelijkheden voorhanden voor de jonge kanoliefhebbers? Wethouder Boots: Mijnheer de voorzitter. De vistrap is eigendom van het waterschap Roer en Overmaas en daarmee hebben wij dus geen bemoeienis. Met de kanovereniging Nautilus heb ik hierover al contact gehad. Van onze bespreking op 21 mei is een verslag gemaakt dat de heer Coenen desgewenst kan inzien. Aan het einde van dat gesprek heb ik voorgesteld ambtelijk en in samenspraak met de vereniging de mogelijkheden te onderzoeken. Ik moet eraan toevoegen dat de mogelijkheden voor de gemeente beperkt zijn, omdat we direct met andere eigenaren te maken hebben als Roer en Overmaas, Aqua Terra, Rijkswaterstaat en noem maar op. Niettemin zal ik proberen hierin een ondersteunende en regisserende rol te vervullen. Voor het overige verlenen wij de kanovereniging al faciliteiten doordat ze gebruik mag maken van het golfbad de Roerdomp. Het zal duidelijk zijn dat een voorziening als hier aan de orde is niet van de ene op de andere dag te realiseren is. De heer Coenen: Dat begrijp ik, maar misschien is het goed eens een inventarisatie te maken van de problemen, zowel financieel als qua eigendom, die zich voordoen bij gronden waar een dergelijke voorziening eventueel gerealiseerd zou kunnen worden. Wethouder Boots: In het vervolggesprek zal dat zeker aan de orde komen. De heer Huurdeman: Mijnheer de voorzitter. Klopt het dat het verlichtingsplan voor de binnenstad achterloopt op de planning? Klopt het dat op aandringen van de VVD-fractie diverse malen is toegezegd dat hieraan iets zou worden gedaan, met name in RoermondZuid, meer specifiek Schuitenberg, Neerstraat, Zwartbroekstraat en Bakkerstraat? In de commissievergadering van maart hebben wij hierop nogmaals aangedrongen en in een memo is daarop toegezegd dat dit onderwerp in de commissievergadering van juni behandeld zou worden. Vorige week dinsdag is tijdens een informatieavond over beheersplannen echter aangegeven dat het augustus zal worden. Nadat daarover door verschillende aanwezige commissieleden kritische vragen waren gesteld, is toegezegd dat hiernaar nog eens zou worden gekeken en dat Roermond-Zuid eventueel zal worden losgekoppeld van het verlichtingsplan voor de binnenstad. Op zaterdag 26 mei hebben wij in De Limburger gelezen dat het college al akkoord is gegaan met het verlichtingsplan. Wanneer is dit door het college besloten? Wanneer hebt u dit doorgegeven aan de pers?
184 Begrijpt u dat wij teleurgesteld zijn over het feit dat wij dit via de krant hebben moeten vernemen, terwijl wij daarnaar de dinsdag voorafgaande hieraan nog hadden gevraagd en toen dat antwoord niet hebben gekregen? Wethouder IJff: Mijnheer de voorzitter. Een deel van het verhaal klopt, een deel is anders in de pers terechtgekomen dan overeenkomt met de feitelijke situatie. Het verlichtingsplan voor de binnenstad loopt inderdaad achter ten opzichte van de eerste planning. De planning die we de afgelopen weken hebben gegeven voorziet erin dat het onderwerp in augustus in de commissie aan de orde komt. In het memo is aangegeven dat de door de heer Huurdeman genoemde straten direct na accordering van het krediet zullen worden aangepakt, zodat ze nog voor de donkere periode van het najaar van verlichting zullen zijn voorzien. De vertraging met het verlichtingsplan valt enerzijds toe te schrijven aan de gevoeligheden die te maken hebben met de monumentale, beeldbepalende situatie in de binnenstad, waardoor extra overlegronden met deskundigen op dit gebied nodig waren, anderzijds aan het feit dat de discussie over de beheersplannen ook veel tijd en energie van dezelfde mensen heeft gevraagd. In het college is niet dit voorstel aan de orde geweest, maar een krediet van negen ton voor het aanpassen van de verlichting in een groot deel van Roermond – ik schat ongeveer een derde. In het gesprek met de pers over dat collegebesluit heb ik op een vraag van een journalist over het verlichtingsplan voor de binnenstad geantwoord dat dit in augustus aan de orde zou komen en dat de genoemde straten in het najaar zouden worden aangepakt. Daardoor is bij de pers kennelijk een misverstand ontstaan. De heer Huurdeman: Op dinsdag 22 mei had u ons ook kunnen vertellen dat die vijf straten voor de winter zouden worden aangepakt. Wethouder IJff: Ik meen mij te herinneren dat ik op een vraag uwerzijds wel degelijk heb gezegd dat die straten naar voren zouden worden gehaald, zodat het nog vóór de winter geregeld zou zijn. De heer Huurdeman: Dat zou u probéren en in de krant staat iets anders. De voorzitter: We zullen maar zeggen dat de krant altijd de schuld krijgt. 20. Motie van de Stadspartij Roermond inzake de ontwikkeling van voorzieningen in Herten. De voorzitter: Dames en heren. Ik herinner eraan dat is afgesproken dat moties vreemd aan de orde van de dag een paar dagen voor de raadsvergadering aan de fracties dienen te worden toegezonden. Nu is een motie aangekondigd, waarvan ik niet eens weet welke wethouder hiervoor zou moeten worden uitgenodigd. Alle wethouders zouden er ongeveer bij betrokken kunnen worden, maar ik stel voor het aan wethouder Schreurs over te laten. Ik zal de motie voorlezen…
185 De heer Breugelmans: Mijnheer de voorzitter. Ik stel voor – en heb dat tussen neus en lippen door ook al aan de heer Coenen gevraagd – deze motie in de commissie te behandelen. De heer Puper: Mijnheer de voorzitter. U hebt zelf al gezegd dat ongeveer alle wethouders bij deze motie betrokken zouden kunnen zijn. Het is dus een veelomvattende motie en het lijkt mij erg voorbarig om daarover nu een gewogen uitspraak van ons te verwachten. Pas vlak voor de vergadering hebben wij kennis kunnen nemen van de motie en ik stel voor via een ander circuit aandacht te vragen voor de zaken die in de motie worden aangevoerd. De voorzitter: Voor de kijkers thuis – als die er nog zijn! – deel ik even mede dat de motie van de heer Coenen betrekking heeft op de vierde variant van een multifunctionele accommodatie in Herten. Het college wordt opgeroepen te bevorderen een vierde variant te onderzoeken, t.w. een multifunctionele sporthal waarin meerdere balsporten mogelijk zijn naast een wijkaccommodatie, de raad en commissie inzake sport en cultuur in de toekomst eerder van de resultaten en van de financiële implicaties op de hoogte te stellen en hierin ook te betrekken wat tijdelijk gedurende de nieuwbouw aan alternatieven bestaat voor sport- en culturele verenigingen ter plekke. Wellicht wil de wethouder hierop eerst even reageren. Wethouder Schreurs: Mijnheer de voorzitter. Een aantal overwegingen die in de motie zijn geformuleerd vind ik zeer vreemd. In de commissievergaderingen van februari, maart en mei is de commissie via de mededelingen geïnformeerd over het traject dat in het college is doorlopen om te komen tot een multifunctionele accommodatie in het Hertense en het Swalmense. De informatie maakt ook duidelijk dat uiteindelijk een voorstel aan het college zal worden voorgelegd. In opdracht van het college is door een bedrijf een onderzoek uitgevoerd in het Hertense en in het Swalmense. Daarbij is gesproken met alle verenigingen en organisaties die van de accommodatie gebruik willen maken, hetgeen heeft geresulteerd in een concept-plan van aanpak/pakket van eisen. Het plan van aanpak voor Herten worden hedenavond besproken. Op basis van dat document zal door het college een voorstel worden ontwikkeld voor de raad. De motie loopt dus mijlen ver voor de muziek uit. De heer Coenen: Mijnheer de voorzitter. Voor een eenmansfractie is het onmogelijk zowel een informatieavond in Oolderhof bij te wonen waar dit onderwerp wordt besproken als deze raadsvergadering. Gelet op de ervaring die twee jaar geleden is opgedaan met de wijziging van de koersbepaling ten opzichte van het Masterplan voorzieningen Herten, waarover wij te laat werden geïnformeerd, hecht ik eraan dat vóór 1 juli ook de vierde variant van de multifunctionele sporthal wordt meegenomen. Daarom maak ik van deze mogelijkheid gebruik om daarop aan te dringen. Ik vind het een beetje flauw dat de wethouder nu naar drie commissievergaderingen verwijst, want pas gisteren hebben wij een raadsinformatiebrief ontvangen waarin een aantal zaken worden genoemd.
186 De heer Lomans: Ik wil niet vervelend doen, maar ook uw fractie beschikt over commissieleden. In de eerste raadsvergadering in deze periode hebben we afgesproken dat u er maar liefst vier mag inzetten. U kunt dus over die informatie beschikken. De heer Coenen: Pas gisteren na vijf uur hebben wij de raadsinformatiebrief ontvangen. Wij willen dat de raad ook gedurende het traject van dit soort zaken eerder op de hoogte wordt gehouden. Wethouder Schreurs: Ik ben hartstikke blij dat het college de wijsheid heeft gehad om een en ander door een extern bureau te laten begeleiden en het doet me nog veel meer vreugde dat dit bureau hierover vanavond terugkoppelt naar de verenigingen die hieraan medewerking hebben verleend. Wij hebben de raad 24 uur na een collegebesluit geïnformeerd en dat is ook al niet goed. Ik weet niet meer hoe ik de heer Coenen tevreden moet stellen. De heer Coenen: Leuk bedacht, maar vanavond is al een paar keer gezegd dat een wijkraad geen democratisch gekozen orgaan is en ik weet uit de eerste hand dat niet alle verenigingen op de hoogte zijn van deze avond. Verder blijf ik erbij dat de raad deze informatie eerder zou moeten krijgen. De voorzitter: Maar wat doen we nu met de motie? De diverse fracties hebben de motie niet kunnen bestuderen en er is dan ook weinig kans dat ze het zal halen… De heer Coenen: Wat mij betreft mag de motie worden doorverwezen zoals eerder door de heer Breugelmans voorgesteld, maar ik hecht er wel aan dit naar voren te brengen in deze zaal. De voorzitter: Voorgesteld is de motie in commissieverband te bespreken en ik stel vast dat daarmee kan worden ingestemd. De heer Puper: Voordat u de hamer laat vallen, wil ik het volgende opmerken. De wethouder heeft aangegeven hoe de informatie vergaard is en teruggekoppeld wordt. Als we de vragen die in de motie van de heer Coenen vervat zijn goed willen bespreken, zal daarover in de commissie moeten worden gesproken in samenhang met datgene wat door het college wordt voorbereid. Wethouder Schreurs: Dan wil ik wel eens weten wat u daarmee precies bedoelt. Met de overwegingen in de motie ben ik zo klaar: op één A4’tje kan ik de data en feiten weergeven betreffende de informatie die de commissie, c.q. de raad is gegeven. De heer Coenen stelt de raad echter voor een variant te bespreken die ik nog niet eens ken. Ik stel voor het bureau zijn werk te laten doen en een rapport te laten uitbrengen. Daarover zullen wij de raad informeren en dán kan het debat worden gevoerd. De voorzitter: Dat is duidelijk. Alle gegevens en ontwikkelingen zullen in de commissie worden besproken. Hiermee sluit ik deze discussie af.
187 21. Sluiting. De voorzitter sluit te 22.50 uur de vergadering. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 28 juni 2007. De raad der gemeente Roermond, De griffier,
De voorzitter