INDEX VOOR DE RAADSVERGADERING VAN 14 FEBRUARI 2008 1. Opening. ........................................................................................................................................................ ......... 2 2. Vaststellen van de agenda.............................................................................................................................. ......... 2 3. Notulen van de openbare raadsvergaderingen van 8 november 2007 en 19 december 2007. ........................ ......... 3 4. Overzicht van brieven gericht aan het Presidium c.q. de gemeenteraad (raadsvoorstel no. 2008/015/1)...... ......... 3 5. Voorstel van burgemeester en wethouders inzake de mededeling van ingekomen stukken (raadsvoorstel no. 2008/016/1)............................................................................................................................................. ......... 3
Hamerstukken 6. Voorstel van het college inzake de nota Welstandsbeleid (raadsvoorstel no. 2008/021/1)........................... ......... 3 7. Voorstel van het college inzake NV Toerisme/Maasplassen en toeristisch Regiofonds (raadsvoorstel no. 2008/014/1). ................................................................................................................................................. ......... 3 8. Voorstel van het college inzake aanleg ecoduiker Dennemarken (raadsvoorstel no. 2008/011/1). .............. ......... 3 9. Voorstel van het college inzake Verordening binnentreden noodverordening (raadsvoorstel no. 2008/017/1). ................................................................................................................................................. ......... 3 13. Voorstel van het college inzake begrotingswijziging beheerplan begraafplaatsen (raadsvoorstel no. 2008/017/1). ............................................................................................................................................................ 3
Bespreekstukken 10. Voorstel van de Rekenkamercommissie inzake het onderzoek naar onderwijshuisvestingsbeleid van de gemeente Roermond (raadsvoorstel no. 2008/008/1). ............................................................................................. 4 11. Voorstel van het college inzake de instandhoudingsbijdrage 2003 voor de SKR (raadsvoorstel no. 2008/022/1). .......................................................................................................................................................... 13 12. Voorstel van het college inzake uitvoeringskrediet verleggen persriool Buitenop (raadsvoorstel no. 2008/003/1). .......................................................................................................................................................... 19 14. Voorstel van het college inzake extra subsidie aan Omroep Vox (raadsvoorstel no. 2008/005/1). ........................ 25 15. Voorstel van het college om in te stemmen met het opstellen van een strategische visie Roermond 2020 (raadsvoorstel no. 2008/023/1).............................................................................................................................. 40 16. Vragenuur. ............................................................................................................................................................. 58 16a. Stand van zaken openstelling tunnels A73. .......................................................................................................... 58 17. Sluiting................................................................................................................................................................... 58
2
Openbare raadsvergadering, gehouden op 14 februari 2008
EERSTE VERGADERING Aanwezig: de heer H.M.J.M. van Beers, burgemeester; de heer J. Vervuurt, griffier; de dames W.H.M.A. van Beers (S.P.), A.H. Tegelbeckers (C.D.A.), R. Moussaoui (V.V.D.), H. Pilz-van Elven (D.S.), M.A.J. Smitsmans-Burhenne (GroenLinks) en E.M. Thissen-Heynen (P.v.d.A.) en de heren H.J.M. Achten (V.V.D.), F.M.A. van Ballegooij (S.P.), A. Bayrak (P.v.d.A.), F.J.H.J. Becks (V.V.D.), J.T.M. Breugelmans (C.D.A.), L.W.M. Coenen (Stadspartij Roermond), L.J.M. Daamen (D.S), F.J. van Dael (C.D.A.), L.G.A. Guffens (C.D.A.), P.G.M.A.B. Heijnen (B.B.R.), M.J. Huurdeman (V.V.D.), H.J.A. Jacobs (C.D.A.), T.M.M. Janssen Steenberg (S.P.), E.F.J.M. Lomans (V.V.D.), J.F.H. Lucas (B.B.R.), R. Özdemir (GroenLinks), S. Öztürk (P.v.d.A.), A.C.P. Peters (V.V.D.), J.M. Peters (V.V.D.), J. Puper (V.V.D.), H.H. Ramakers (D.S.), E.K. Ramdani (P.v.d.A.), G.J. van Walsum (P.v.d.A.) en M.T.A. Werson (B.B.R.), leden. Tevens aanwezig: de heren H. Boots B.B.R.), W.A.J. Kemp (C.D.A.), T.J.J.M. Schreurs (V.V.D.), G.H.G.M. Smeets (D.S.), G. IJff (P.v.d.A.) en J.F.B. van Rey (V.V.D.), wethouders. Afwezig: de dames C.A.H.M. Ceulemans (V.V.D.) en M.A.J. Smitsmans-Burhenne (GroenLinks). Secretaris: mevrouw E.J.M. Paulussen, gemeentesecretaris.
2 1. Opening. De voorzitter (de heer Van Beers) opent te 18.00 uur de vergadering en verzoekt een moment stilte om eenieder in de gelegenheid te stellen tot een gebed of overweging. Hierna spreekt hij als volgt: Dames en heren. Aan het begin van deze vergadering doet het mij bijzonder deugd een van de jonge vaders onder u van harte geluk te wensen met het heuglijke feit dat zijn echtgenote een dochter heeft gekregen met de schitterende naam – dat vind ik althans – Izra. De heer Ramdani weet nu dat ik het over hem heb. Ik heb begrepen dat het hun vijfde kind op rij is, en dat is in ieder geval een hand vol geluk. Namens de raad wens ik hem proficiat en dat laat ik graag vergezeld gaan van een aardigheidje. Daarbij spreek ik de hoop uit dat zij in eer en deugd mag opgroeien tot plezier van haar moeder en vader. De moeder was in ieder geval op de hoogte van het feit dat bij deze heuglijke gebeurtenis even zou worden stilgestaan in deze gemeenteraad. Zij wil de dames en heren leden van de raad nu vergasten op een aantal Marokkaanse hapjes en daarmee wens ik u bij voorbaat heel veel genoegen. (Het voorzitterschap wordt hierna overgedragen aan de heer A.C.P. Peters.) De voorzitter: Dames en heren, ook namens mij van harte welkom in deze raadsvergadering, u allen hier, maar ook de mensen thuis die via de televisie met ons zijn verbonden. Bericht van verhindering voor deze vergadering is ontvangen van mevrouw Smitsmans wegens andere werkzaamheden en van mevrouw Ceulemans wegens het overlijden van haar vader; wij wensen haar vanaf deze plaats veel sterkte. Als stemmingsnummer wordt getrokken nr. 6, zodat eventuele stemmingen zullen aanvangen bij de heer Ramakers. 2. Vaststellen van de agenda. De heer Coenen: Mijnheer de voorzitter. Zojuist heb ik via L1 vernomen dat de tunnel waarschijnlijk a.s. middag niet open zal gaan. Ik zou het op prijs stellen wanneer de heer IJff ons vanavond de stand van zaken zou kunnen mededelen. Als er positieve dingen te melden zijn, is hij meestal haantje de voorste, vandaag willen wij ook hierover graag iets vernemen. De voorzitter: Ik leg de raad de vraag voor of hij ermee kan instemmen dat daarvoor aan het einde van de vergadering even tijd wordt uitgetrokken. De heer Achten: Mocht daartoe worden besloten, dan zal ik om redenen van beroepsmatige betrokkenheid niet aan dat deel van de vergadering deelnemen, voorzitter. De voorzitter: Ik stel vast dat iedereen benieuwd is naar wat de wethouder hierover te vertellen heeft. Derhalve zal hiervoor na afhandeling van de overige agendapunten even tijd worden ingeruimd.
3 De heer Huurdeman: Mijnheer de voorzitter. In de commissie hebben de fracties van de SP, Stadspartij Roermond en VVD verzocht agendapunt 13 als bespreekstuk te agenderen. Na terugkoppeling met de fractie kan dat voorstel wat ons betreft als hamerstuk worden afgedaan. Ik meen dat de Stadspartij Roermond het daarmee eens is; in dat geval hangt het alleen nog van de SP af. De heer Coenen: Wij zijn er inderdaad mee akkoord. De heer Janssen Steenberg: Ook wij kunnen ermee instemmen, voorzitter. De agenda wordt aldus gewijzigd vastgesteld. 3. Notulen van de openbare raadsvergaderingen van 8 november 2007 en 19 december 2007. De voorzitter: Dames en heren. Van de heer Ramakers zijn enige tekstuele opmerkingen ontvangen. Ik stel u voor de notulen met inachtneming daarvan vast te stellen. Aldus wordt besloten. 4. Overzicht van brieven gericht aan het Presidium c.q. de gemeenteraad (raadsvoorstel no. 2008/015/1). Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt ingestemd met de door het Presidium voorgestelde wijze van afhandeling. 5. Voorstel van burgemeester en wethouders inzake de mededeling van ingekomen stukken (raadsvoorstel no. 2008/016/1). Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. Unaniem door de commissie(s) akkoord bevonden voorstellen. 6. Voorstel van het college inzake de nota Welstandsbeleid (raadsvoorstel no. 2008/021/1). 7. Voorstel van het college inzake NV Toerisme/Maasplassen en toeristisch Regiofonds (raadsvoorstel no. 2008/014/1). 8. Voorstel van het college inzake aanleg ecoduiker Dennemarken (raadsvoorstel no. 2008/011/1). 9. Voorstel van het college inzake Verordening binnentreden noodverordening (raadsvoorstel no. 2008/017/1). 13. Voorstel van het college inzake begrotingswijziging beheerplan begraafplaatsen (raadsvoorstel no. 2008/017/1).
4 Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming besluit de raad overeenkomstig deze voorstellen van burgemeester en wethouders en de daarbij behorende ontwerpbesluiten. Portefeuille wethouder W. Kemp. 10. Voorstel van de Rekenkamercommissie inzake het onderzoek naar onderwijshuisvestingsbeleid van de gemeente Roermond (raadsvoorstel no. 2008/008/1). De heer Ramakers: Mijnheer de voorzitter. De Rekenkamercommissie is een instrument van de raad. Demokraten Swalmen complimenteert deze commissie met het door haar uitgebrachte rapport. Uit het onderzoek naar het huisvestingsbeleid blijkt dat raad en college in deze periode alleen maar stenen hebben gestapeld. Ondanks extra rijksmiddelen zijn onderwijsvernieuwingen in deze jaren niet doorgevoerd. De gemeente heeft van het te besteden budget maar 88% besteed aan onderwijshuisvesting. Demokraten Swalmen is van mening dat de conclusies en aanbevelingen moeten worden opgepakt. Doel daarvan is stenen beter te koppelen aan inhoud. Als de gemeente gedurende vier jaar globaal slechts 88% van het budget uitgeeft, is in die jaren gemiddeld € 1,5 miljoen tot € 1,8 miljoen niét uitgegeven aan onderwijshuisvesting. Daaruit concluderen wij dat een behoorlijke inhaalslag zal moeten worden gemaakt. Deelt de portefeuillehouder die mening? De heer Bayrak: Mijnheer de voorzitter. Ten behoeve van de mensen die op de publieke tribune of thuis onze beraadslagingen volgen wil ik kort even uitleggen wat de Rekenkamercommissie heeft onderzocht, maar alvorens dat te doen wil ik de Rekenkamercommissie graag complimenteren met het werk dat zij heeft verricht. Er is een heel goed rapport uitgebracht, dat gemakkelijk leest en to the point is. De doelstelling van het onderzoek was een nauwkeurig beeld te geven van de beschikbare middelen voor onderwijshuisvesting in Roermond, de mate waarin deze middelen aan onderwijshuisvesting zijn besteed en de mate van doeltreffendheid van de inzet van middelen. De twee belangrijkste conclusies uit het rapport wil ik kort even schetsen. Van de tien normen die vooraf waren gesteld voor de beleidsvisie en de beleidsdoelen realiseert de gemeente er één volledig, één gedeeltelijk en de rest niet. Op basis van deze prestaties kan worden geconcludeerd dat de gemeente Roermond onvoldoende presteert op het terrein van het ontwikkelen van een beleidsvisie en het formuleren van de beleidsdoelen. De tweede belangrijke conclusie is dat de gemeente Roermond niet nagaat of eenmaal geformuleerde doelen ook behaald zijn. Dat kan overigens ook niet, want de doelen zijn niet meetbaar geformuleerd. De doeltreffendheid van het onderwijshuisvestingsbeleid kan dan ook niet worden bepaald. De gemeente besteedt onvoldoende aandacht aan monitoring en doelrealisering op het gebied van onderwijshuisvesting. De zojuist genoemde conclusies zijn zorgwekkend, maar gelukkig heeft de Rekenkamercommissie ook aanbevelingen gedaan en nog positiever is dat het college die aanbevelingen overneemt. Het college heeft onder meer toegezegd te zullen komen met een integrale en uitvoerbare visie op onderwijshuisvesting. Als die er is, is het voor de raad
5 goed mogelijk te toetsen of de doelstellingen van het gemeentelijk onderwijshuisvestingsbeleid worden gehaald. Huisvesting alleen is echter niet voldoende. Het rapport maakt ook gewag van het koppelen van stenen aan inhoud en dat spreekt de PvdA-fractie bijzonder aan. In de raadsvergadering van november 2007 hebben wij al een amendement ingediend, waarin er bij de gemeente op werd aangedrongen bij het onderwijsbeleid nadrukkelijker de regie op zich te nemen, samen met de schoolbesturen een lokale educatieve agenda op te stellen en een beleidsmonitor te ontwikkelen die aansluit bij de verschillende verantwoordelijkheden van schoolbesturen, instellingen en gemeente. De PvdA-fractie verzoekt het college vanavond toe te zeggen dat de zojuist genoemde aanbevelingen uit het amendement onverkort zullen worden meegenomen bij het ontwikkelen van de visie op onderwijs en dat de visie ruim voor de begrotingsbehandeling gereed zal zijn, zodat deze uitgebreid in de commissie kan worden besproken en bij de behandeling van de begroting indien nodig extra middelen gereserveerd kunnen worden. De heer Jacobs: Mijnheer de voorzitter. Het CDA is blij met dit rapport, dat er degelijk uitziet en waarmee wij zeker iets kunnen. Het is natuurlijk uitstekend dat het college de aanbevelingen in het rapport overneemt, maar eigenlijk zou ik aan de raad willen vragen of ook hij dat doet, en daarbij kijk ik met name naar de PvdA-fractie die het in dat verband constant over de gemeente Roermond had. Ik wijs erop dat de gemeente Roermond per saldo de gemeenteraad is, omdat die het hoogste orgaan is in de gemeente. Wij zijn in ieder geval bereid die aanbevelingen over te nemen, maar ik hoop dat ook de andere politieke partijen dat willen doen, want het zou niet juist zijn de bal alleen bij het college te leggen. Wat dat betreft citeer ik uit het rapport het volgende: “De gemeenteraad voert zijn taak als kaderstellend en controlerend orgaan slechts ten dele uit. Er zijn geen heldere en eenduidige kaders en doelen vastgesteld. De gemeenteraad handelt met name reactief.” Het is dus duidelijk dat de gemeenteraad een andere koers zal moeten varen en wat het CDA betreft niet alleen op deze portefeuille. Andermaal is gebleken hoe belangrijk het is over een Rekenkamercommissie te beschikken. Overigens is beslist niet alles kommer en kwel, er is wel degelijk heel veel gebeurd. Op een heleboel gebieden is nieuwbouw gerealiseerd en zijn allerhande voorzieningen voor het onderwijs getroffen, terwijl op korte termijn ook nog heel wat te gebeuren staat. Natuurlijk zijn er ook plaatsen waarvoor extra aandacht nodig is, zoals bijvoorbeeld in Maasniel en Kitskensberg, het speciaal onderwijs. Daarvoor zal zo snel mogelijk actie moeten worden ondernomen en wij zullen graag proberen daarbij mede het voortouw te nemen. Laten we verder vooral niet vergeten dat het onderwijs in de afgelopen jaren ontzettend aan verandering onderhevig is geweest. Wat dat betreft is het niet alleen voor de portefeuillehouder, maar ook voor de raad, niet eenvoudig al die ontwikkelingen bij te houden. De heer Puper: Mijnheer de voorzitter. De behandeling van het rapport van de Rekenkamercommissie vindt gelukkig in een positieve sfeer plaats. Elders in de politiek wordt wel eens de term ‘gehaktdag’ gebruikt als mevrouw Stuyveling met haar Rekenkamerrapport komt, maar gelukkig gaan wij hier niet op die manier met elkaar om. Een com-
6 pliment is zeker op zijn plaats voor het werk dat de Rekenkamercommissie heef gedaan en omdat de Rekenkamercommissie door de raad is ingesteld, straalt dat compliment eigenlijk op ons allen af. Via deze Rekenkamercommissie wordt ons ook eens een spiegel voorgehouden vanuit een wat andere hoek, en dat is heel goed. Dat de aanbevelingen van de Rekenkamercommissie door het college worden overgenomen, is uitstekend. Straks zal dit tot een integrale visie moeten leiden en in de cyclus van de commissiebehandelingen en straks bij de behandeling van de begroting is de raad aan zet om daaraan een vertaling te geven. Die twee-eenheid tussen raad en college moet er zijn om in dit moeilijke veld van onderwijs de voorwaarden te creëren voor het geven van goed onderwijs. De heer Coenen: Mijnheer de voorzitter. Laat ik eens positief beginnen. Het is positief dat er, na veel aandringen van onze fractie en een aantal andere fracties, een Rekenkamercommissie is gekomen, die inmiddels al verschillende goede producten op tafel heeft gelegd en daarmee college en raad een aantal zaken heeft voorgehouden waarin de nodige verbeteringen moeten worden aangebracht. Niet pas in augustus heeft de Stadspartij Roermond aangegeven dat onderwijs een ondergeschoven kindje is – waarvoor nu door een aantal sprekers meteen excuses worden aangevoerd door te verwijzen naar de vele veranderingen die hebben plaatsgevonden –, maar al vanaf 2002, en eigenlijk nog eerder, hebben wij betoogd dat het onderwijsgeld ook toekomt aan het onderwijs en niet in lantaarnpalen, bankjes en grootse plannen moet worden gestopt. Van het bedrag van € 20 miljoen dat wij in de periode 2002-2006 hebben ontvangen, is slechts ongeveer € 14 miljoen uitgegeven aan onderwijs, € 6 miljoen minder dan door het ministerie was doorgeschoven. Vroeg of laat krijgen we daarvoor de rekening gepresenteerd, en met name natuurlijk de kinderen die hier onderwijs volgen. De Rekenkamercommissie heeft een aantal conclusies en aanbevelingen geformuleerd, zowel voor het college als voor de raad. De belangrijkste conclusie ten aanzien van de raad is dat er niet, althans onvoldoende, kaders zijn gesteld. Dat is iets wat de raad zich moet aantrekken. Op de momenten waarop dit in de afgelopen jaren aan de orde is geweest, bijvoorbeeld bij de scholen in Maasniel en Kitskensberg, een paar maanden geleden, het speciaal basisonderwijs, is er vanaf deze zijde regelmatig op aangedrongen het geld te besteden voor het doel waarvoor het was bedoeld. Nu blijkt dat dat niet altijd oprecht is gedaan en niet goed is besteed. Het college heeft onder andere de aanbeveling overgenomen om de RO-groep samen met de onderwijsstichting een visie te laten opstellen. In de commissie welzijn hebben wij opgemerkt dat, als de raad nu eindelijk wel eens kaders gaat stellen, hij ook een visie zal moeten bepalen. Graag wil ik van wethouder Kemp horen hoe hij hieraan vorm wil geven, of moeten we hiervoor een budget uittrekken? Net zoals later op deze avond een strategische visie zal worden vastgesteld, zal de raad ook nu zichzelf serieus moeten nemen en voor het onderwijs aan een dergelijke visie moeten gaan werken, omdat het anders de andere gesprekspartner wel heel gemakkelijk wordt gemaakt om zijn of haar gang te gaan. De afgelopen jaren is dat al gebeurd en dat mag ons niet nog eens overkomen. Wij moeten weten wat er op de scholen moet gebeuren. Waar het rijk in het verleden aanzetten heeft gegeven voor klassenverkleining en onderwijskundige vernieu-
7 wing, hebben wij het voor een groot gedeelte laten afweten, waardoor die scholen nu niet over de middelen beschikken die ze nodig hebben om onze kinderen verder te brengen. Van de grote, sterke gesprekspartner, Stichting Swalmen Roer, verwacht ik dat ze met voorstellen zal komen, die wij dan zullen moeten wegen. Daarbij zullen dan onder andere vragen aan de orde komen als: willen wij overal speellokalen, ja of nee, en willen wij een klassenverkleining, zodat leerkrachten op een fatsoenlijke manier in niet al te grote lokalen les kunnen geven? Ik hoop dat wij dat zullen kunnen bereiken, maar er zal nog veel water door de Maas vloeien voordat het zo ver is. Dit rapport blijft wat ons betreft in de komende tijd een belangrijke meetlat. Inderdaad hebben wij in het verleden regelmatig veel stenen gestapeld, zoals door sommige fracties is opgemerkt. In nieuwbouwwijken is dat ook nodig en kunnen zo de modernste inzichten in die scholen worden ingevoerd. Ook de bestaande scholen, die soms te maken hebben met een leerlingendaling, zullen echter over goede lokalen moeten beschikken. De Rekenkamercommissie heeft een aantal goede conclusies getrokken en aanbevelingen gedaan. Het is nu aan ons die niet ergens op een plank te leggen, maar de komende jaren nadrukkelijk te gaan uitwerken. De heer Van Ballegooij: Mijnheer de voorzitter. Ook wat de SP betreft zijn complimenten op hun plaats aan de Rekenkamercommissie, die een duidelijk leesbaar stuk heeft uitgebracht. Het risico dat eraan vastzit is echter dat het een ‘bureaulastuk’ wordt en dat moet worden voorkomen. De conclusies van de Rekenkamercommissie kunnen wij onderschrijven en met de aanbevelingen die zijn gedaan aan de raad zullen wij de hand in eigen boezem moeten steken. Waar het betreft de aanbevelingen die door het college worden overgenomen, bekruipen mij eerlijk gezegd enige twijfels, want hoe concreet zijn die eigenlijk? In het bedrijfsleven zou hierop gewoonlijk een actieplan volgen, waarin duidelijk wordt beschreven wanneer wát concreet zal worden gedaan. Ik hoop dat de wethouder zal willen toezeggen dat de aanbevelingen die aan het college zijn gedaan concreet zullen worden uitgewerkt en in de vorm van een actieplan aan commissie en raad zullen worden gepresenteerd. Wat betreft de conclusies die zijn getrokken ten aanzien van de raad, ben ik het helemaal met de Stadspartij Roermond eens dat in de afgelopen tijd een beetje een hapsnapbeleid is gevoerd met weinig samenhang. De raad zal zich dat moeten aantrekken. Wij zullen duidelijk moeten bepalen welke koers wij willen varen en daarbij moeten wij duidelijke keuzen maken en prioriteiten stellen. Die discussie zullen wij in de komende tijd moeten gaan voeren en naar onze mening hoort die primair in de raad thuis en niet bij het college. Daartoe wil ik de raad oproepen. We moeten niet het college vragen met een visie te komen, waarop wij dan alleen ja of nee kunnen zeggen. De onderuitputting van middelen baart ook onze fractie enige zorgen. In aansluiting op de vraag van Demokraten Swalmen stellen wij de vraag of die middelen nog beschikbaar zijn en, zo nee, wat daarmee dan is gebeurd. De heer Heijnen: Mijnheer de voorzitter. De Rekenkamercommissie Roermond dient de aandacht te krijgen die zij verdient. Ons is een prima, goed leesbaar en verzorgd stuk
8 aangeboden waar wij iets mee kunnen. Ik geloof dan ook niet dat het een onderzoeksrapport is dat in dit huis in een bureaula zal verdwijnen. Het is een stuk dat gedragen moet worden door college en raad en dat aanbevelingen bevat voor het college, maar net zo goed voor de raad. Wat dat betreft zullen wij er ook zelf voor moeten zorgen dat het stuk regelmatig op de agenda van de raad zal prijken. Het mag dan waar zijn dat er geen 100%-score is bereikt, maar dat neemt niet weg dat wij op het gebied van het onderwijshuisvestingsbeleid altijd goed uit de voeten hebben gekund en redelijk goede resultaten hebben bereikt. In de periode 2002-2006 is het nodige gerealiseerd, al zijn niet alle gelden daartoe uitgegeven. De Rekenkamercommissie houdt ons steeds goed bij de les en dat is een prima zaak. Op deze commissie kunnen wij bouwen, zoals zij de afgelopen twee jaar heeft bewezen, en met haar beoordelingen kunnen wij zaken oppakken die ertoe doen. Het onderwijshuisvestingsbeleid, zowel voor de oudere wijken als voor de nieuwbouwwijken, maakt daar wel degelijk deel van uit. Namens mijn fractie voeg ik eraan toe dat door de verantwoordelijk portefeuillehouder en zijn ambtelijke medewerkers en medewerksters op het gebied van onderwijshuisvesting zonder meer goed werk is verricht. Niet alleen gebouwelijk zijn zaken opgepakt, ook het aanbod is verbreed en versterkt. Het onderzoek is met een kritische kijk, maar opbouwend, uitgevoerd. Terecht worden college en raad op de vingers getikt. Het verwijt dat ons kan worden gemaakt is dat als gevolg van noodzakelijke bezuinigingen de landelijk doorgevoerde onderwijskundige vernieuwingen en andere zaken in deze gemeente in de jaren 2002 en 2003 niet zijn doorgevoerd. Raad, college en ambtelijke medewerkers hebben te zeer op de winkel gepast in plaats van de gelden uit te geven die daarvoor staan. Tijden veranderen echter, het financiële tij keert ook en alles heeft zijn tijd nodig, maar de verordening is uiteindelijk nog vóór de verkiezingen in november 2006 tot stand is gekomen. Tijdens de algemene beschouwingen heeft wethouder Schreurs medegedeeld dat een integrale, kaderstellende visie voor onderwijshuisvesting in de maak is en die zien wij met belangstelling tegemoet. Burger Belangen Roermond onderschrijft de conclusies en aanbevelingen van de Rekenkamercommissie en rekent erop dat het college met een actieplan zal komen. Laten wij de zaak nu snel oppakken in het belang van het onderwijs in de gemeente Roermond. Wethouder Kemp: Mijnheer de voorzitter. Gisteravond is het Facilitair Centrum Niekée, in het gebouw van het VMBO aan de Oranjelaan, geopend. Het was goed te zien dat bij die opening vele raadsleden aanwezig waren en dat is ook als positief ervaren door schooldirectie, College van Bestuur en andere mensen die bij het onderwijs betrokken zijn. Daarmee is de relatie tussen gemeente en scholen nog eens bevestigd. Op die avond zijn geen toespraken gehouden door directeuren, architecten die verantwoordelijk waren voor het ontwerp van het gebouw, aannemers, voorzitters van College van Bestuur, de burgemeester of de wethouder voor onderwijs, nee: de leerlingen grepen in en namen de macht in handen. Zij zetten de bonzen opzij en maakten van de avond een prachtige, wervelende show, met zang, dans, een modeshow, een filmclip en een kleurrijk lichtspel waarin iedereen op de wings, de vleugels, van Niekée kon meevliegen en
9 het enthousiasme van de leerlingen kon ervaren. Tenslotte liet een bijzonder spectaculaire lasershow zien wat leerlingen van het VMBO-onderwijs in Roermond in huis hebben, wat bij hen in de kiem zit: talent. Talent heeft ieder kind. Aan ons en aan de deskundigen in het veld is het dat talent op te sporen, eruit te halen en te ontwikkelen, om zelfvertrouwen te geven aan kinderen, om belemmeringen die ieder kind in zich heeft op te sporen en te bestrijden of te voorkomen, met als uiteindelijk doel ieder kind een volwaardige plaats te geven in onze samenleving, zelfredzaam te zijn en, als het even meezit, ook een bijdrage te laten leveren aan onze samenleving. Al deze elementen zijn door de raad in maart 2006 vastgesteld in de nota ‘Op de groei’. Op dit gebied hebben onderwijs en gemeente een gezamenlijke verantwoordelijkheid, maar zij hebben gescheiden bevoegdheden. Door verandering van wetgeving in de loop der jaren, met name door de decentralisatie van rijksmiddelen, die eerder naar het gemeentebestuur gingen en nu naar de schoolbesturen gaan, is de positie van de gemeente ten opzichte van de schoolbesturen veranderd. Was er voorheen sprake van een hiërarchische verhouding, met een beschikkende en besluitvormende overheid, nu worden schoolbestuur en gemeente steeds meer gelijkwaardige partners, die samen aan tafel zitten. Niet alleen op het gebied van de onderwijshuisvesting is het geld steeds meer rechtstreeks vanuit het rijk doorgesluisd naar de scholen, ook bij het onderwijsachterstandenbeleid en de ondersteuning van onderwijsbegeleidingsdiensten heeft die decentralisatietrend zich voorgedaan. Aan de ene kant is zodoende sprake van een terugtredende lokale overheid, aan de andere kant schrijven de Wet op het primair onderwijs en de Wet op het voortgezet onderwijs voor dat gemeente en schoolbesturen met elkaar om de tafel moeten gaan zitten om overleg te voeren over allerlei zaken die het onderwijs aangaan. Het overleg tussen gemeente en schoolbesturen vindt momenteel plaats in de Lokaal Educatieve Agenda. In haar motie van 8 november jl. heeft de PvdA-fractie er al op gewezen dat de Lokaal Educatieve Agenda een centraal punt vormt voor het ontwikkelen van beleid, waarbij de inhoud vóór gaat op de stenen, die later gestapeld moeten worden. In dat overleg moet de inhoud worden bepaald die wij willen en die wij kunnen faciliteren. Die weg is ingezet en zoals in de motie van de PvdA-fractie gevraagd, zal dit zijn plaats krijgen in een beleidsmonitor. Over veel onderwerpen die de gemeente en de school raken is overleg nodig: niet echt onderwijsinhoudelijke kwesties, maar wel bijvoorbeeld het tegengaan van segregatie, het onderwijsachterstandenbeleid… De heer Coenen: U spreekt geweldige woorden over de nieuwbouw van Niekée en over het talent dat er is bij jongeren, en dat laatste is zonder meer waar, maar nu u het overleg met het onderwijs ter sprake brengt, wil ik graag eens van u weten hoe u daar de agenda de komende tijd wilt gaan bepalen. Aan die overlegtafel moet u namens de raad laten zien hoe de regie van de gemeente is op het gebied van onderwijs en jeugdbeleid. Wanneer krijgen wij daar concreet iets van te zien? Wethouder Kemp: In de al eerder genoemde motie van de PvdA-fractie is gevraagd minimaal twee keer per jaar te rapporteren aan de commissie welzijn…
10 De heer Coenen: En wanneer gebeurt dat de eerste keer? Wethouder Kemp: Vorige week is het tweede overleg gevoerd in het kader van de Lokaal Educatieve Agenda (LEA) en daarin is een startnotitie besproken om gezamenlijk de uitgangspunten voor het overleg te bepalen en de structuur met elkaar af te spreken. Steekproefsgewijs is daarbij een overzicht gegeven van de onderwerpen. Ik zeg graag toe dat in iedere commissievergadering via de ingekomen stukken verslag zal worden gedaan van dat overleg. Gestreefd wordt naar een heldere overlegstructuur. Voorheen werd overleg gevoerd in het Onderwijs Overleg Roermond (OOR), maar dat ging alleen over huisvestingszaken en in de afgelopen jaren hebben wij gemerkt dat dat overleg tekort schiet, vandaar dat al enige tijd is besloten tot een nieuw overleg, dat nu de vorm krijgt van de LEA. In dit overleg zullen de scholen en de gemeente vanuit een gezamenlijk gedragen visie beleidsdoelen moeten formuleren, concreet meetbaar en ‘monitorbaar’. In eerste instantie gaat het daarbij niet om de vraag of datgene wat via de algemene uitkering in het gemeentefonds bij de gemeente binnenkomt ook voor de volle honderd procent daadwerkelijk wordt besteed, maar om de inhoud: welke visie hebben wij op lange termijn ten aanzien van het onderwijs en hoe vullen we die in? Door de heer Ramakers is betoogd dat in de periode 2002-2006 88% van het budget is uitgegeven, wat leidt tot een onderbesteding van € 1,5 tot € 1,8 miljoen. De heer Coenen noemde daarna een bedrag van € 20 miljoen, waarvan maar € 14 miljoen besteed zou zijn. Als ik echter optel wat de raad voor Niekée en voor de scholen in Herten beschikbaar heeft gesteld, kom ik aan een bedrag van € 12,85 miljoen + € 5,6 miljoen = € 18,45 miljoen… De heer Coenen: Hebt u het nu over investeringslasten of over kapitaallasten? U moet niet appels met peren gaan vergelijken! Wethouder Kemp: Dat laatste moeten we inderdaad niet doen, maar u zei zojuist zelf dat van het bedrag van € 20 miljoen maar € 14 miljoen besteed zou zijn. De heer Coenen: Het gaat om de inkomsten die wij krijgen van het rijk en de uitgaven die daarbij passen. Het gaat, met andere woorden, om mijn salarisrekening en niet om mijn spaarboekje. U begint over uw spaarboekje te praten en dat is een ander verhaal. Wethouder Kemp: Uit het rapport van de Rekenkamercommissie blijkt dat de inkomsten en kapitaaluitgaven vanaf 2007 gelijke tred houden. Bij de nieuwe investeringen die eraan komen – het project Martin Giessen is daarvan de eerste – zal die verhouding tussen inkomsten en kapitaaluitgaven anders komen te liggen en zal méér dan 100% worden uitgegeven. In de periode 2002-2006 mag dan sprake zijn geweest van een onderbesteding, in de komende jaren zal dat helemaal veranderen. De aanbevelingen die in het rapport van de Rekenkamercommissie aan het college zijn gericht worden door het college overgenomen. Over de aanbevelingen aan de raad moet uiteraard de raad zich in eerste aanleg uitspreken. Het streven is erop gericht deze aanbevelingen een plaats te geven in het lopende onderzoek door de RO-groep.
11 In mei 2004 ben ik als wethouder in Roermond begonnen en in het eerste OOR-overleg in december daarop volgend is mij door de schoolbesturen gevraagd naar de visie van Roermond op het huisvestingsbeleid in de toekomst. Onder het integrale huisvestingsplan was toen een streep gezet. Niekée en Herten waren nog net mogelijk, maar daaronder stond een streep. In de periode daarna bleek dat op vele plaatsen in Roermond nog wel wat te verbeteren valt. In de motie die de heer Coenen het afgelopen najaar heeft ingediend over de sociaal-maatschappelijke problematiek bij ‘t Mozaïek is dat ook naar voren gekomen. Volgende week woensdag zal in het overleg met de schoolbesturen geprobeerd worden te definiëren hoe aan die sociaal-maatschappelijke problematiek handen en voeten kan worden gegeven en wat daarvoor qua huisvesting nodig is. De heer Coenen heeft geïnformeerd naar het verdere verloop van het proces. Ik kan mij voorstellen dat de aanbevelingen die in het rapport zijn geformuleerd worden meegenomen in het onderzoek van de RO-groep en dat ik daarvan verslag uitbreng in de commissie welzijn. Er wordt naar gestreefd het rapport nog in 2008 af te ronden en aan de gemeenteraad voor te leggen, zodat het kan worden betrokken bij de behandeling van de gemeentebegroting. De heer Van Ballegooij heeft zich wat bevreesd getoond voor het risico dat het rapport in een bureaula zou verdwijnen. Enkele weken geleden viel in een artikel in Binnenlands Bestuur te lezen dat zich landelijk een trend aftekent om rapporten van Rekenkamercommissies in bureauladen te laten verdwijnen en zelfs niet eens in gemeenteraden te laten behandelen. Wij geven een voorbeeld hoe het wél moet door het in de gemeenteraad te bespreken en voor het overige is ook een verantwoordelijkheid van de raad te voorkomen dat het rapport later in een bureaula verdwijnt. Dat niet alleen aandacht moet worden geschonken aan nieuwe scholen, maar ook aan bestaande, ben ik uiteraard geheel met de heer Coenen eens. Behalve voor Maasniel en Kemp/Kitskensberg is, zoals door de heer Coenen in het verleden zelf ook is aangedragen, aandacht nodig voor het speciaal onderwijs, waar de huisvestingsproblematiek ook in bestaande situaties nijpend is. De heer Bayrak: Mijnheer de voorzitter. De heer Jacobs kan ik verzekeren dat wij heel goed beseffen dat de aanbevelingen van de Rekenkamercommissie niet alleen zijn gericht aan het college, maar ook aan de raad. Zo staat op pagina 7 onder het kopje ‘Aanbevelingen gericht aan de raad’: “Ontwikkel een integrale en uitvoerbare visie op onderwijshuisvesting”. Omdat de raad echter geen ambtelijke ondersteuning krijgt – misschien kan iemand mij eens uitleggen hoe dat komt – heb ik het college in eerste termijn verzocht voor de begrotingsbehandeling met een visie te komen, om die uitgebreid in de commissie te kunnen bespreken. Ik geloof niet dat wij als raad zo’n visie kunnen ontwikkelen. Met het antwoord van de wethouder zijn wij tevreden. De heer Puper: Mijnheer de voorzitter. Het spreekt vanzelf dat de RO-groep zal moeten worden medegedeeld dat het college de aanbevelingen van het rapport van de Rekenkamercommissie onderschrijft, want dat is van groot belang voor de positie van het rapport als de RO-groep daarmee aan de slag gaat. Kan de wethouder ook al mededelen
12 wanneer hij voor het eerst in de commissie welzijn zal komen met een tussenrapportage? Is dat in de eerstkomende vergadering, of is daarvoor langer tijd nodig? De heer Coenen: Mijnheer de voorzitter. Dat een knip is aangebracht tussen de periode 2002-2006 en het jaar 2007, is een goede zaak, want het rapport van de Rekenkamercommissie zegt iets over de afgelopen jaren en geeft ook iets mee voor de komende tijd. De heer Bayrak heeft geprobeerd dat aan te geven en ik zal het ook nog een keer proberen, al verstaan wij elkaar volgens mij wel. Straks komt de strategische visie over ruimtelijke ordening aan bod, waarover waarschijnlijk een amendement zal worden ingediend, en daarbij is het de bedoeling dat burgers, ondernemers en de raad gaan bepalen hoe de stad eruit zal moeten zien. Op dezelfde manier willen wij straks gaan bepalen hoe het onderwijs zou moeten plaatsvinden. Het is leuk en aardig dat de RO-groep de opdracht wordt gegeven elementen aan te voeren om een visie samen te stellen, maar dat is voor het college. De raad zal ons inziens een eigenstandige visie moeten vormen en daarvoor hebben wij waarschijnlijk de RO-groep of een ander nodig. Dat hebben wij voorgesteld in de commissie welzijn, en uiteraard hebben wij daar ook geld voor nodig. Wij vertegenwoordigen het volk, controleren en stellen kaders. Heel vaak laten wij ons leiden door wat het college aanvoert, waarmee wij een aantal dingen aan onze neus voorbij laten gaan en dat kan niet meer: op het gebied van onderwijs niet, maar ook op het gebied van ruimtelijke ordening, waarover wij straks nog komen te spreken, niet. Als wij het college zijn eigen gang laten gaan, stelt de controlerende functie van de raad geen ene mallemoer voor. De wethouder heeft toegezegd dat de commissie regelmatig op de hoogte zal worden gesteld van het verloop van het overleg met de schoolbesturen. In dat overleg brengt u agendapunten in die te maken hebben met de manier waarop onderwijs, welzijn en daaraan gerelateerde zaken volgens het college geregeld moeten worden. Als u daarin onvoldoende duidelijk bent, komt er rijstepap uit, terwijl wij iets concreets willen hebben. Daaraan zal de komende tijd dus gewerkt moeten worden en wij willen graag weten wanneer wij in de commissie deugdelijk komen te praten over de manier waarop het onderwijs zal moeten worden ingericht. Inhoudelijk willen wij ons niet met het onderwijs bemoeien, maar wij willen wel kunnen aangeven dat in de scholen en in de wijken ‘dat’ en ‘dat’ aan bod zal moeten komen. Wij willen daarom een actieplan, waaruit blijkt wanneer wát zal gebeuren. De heer Van Ballegooij: Mijnheer de voorzitter. Over een actieplan heb ik de wethouder niets horen zeggen en het lijkt ons goed dat zo’n actieplan er komt, om duidelijk te maken wanneer u wat gaat doen. Anders kunnen wij onze controlerende taak niet uitvoeren. Sprekend over de onderuitputting van het budget heeft de wethouder opgemerkt dat wij naar de inhoud moeten kijken en niet naar de investering. Volgens mij is dat zonder een duidelijke visie echter niet mogelijk en die opmerking van de wethouder raakt dan ook kant noch wal. Over de rol die de gemeenteraad nu op zich zou moeten nemen heb ik de PvdA-fractie in eerste termijn kennelijk verkeerd begrepen. Ik kan mij voorstellen dat het college ons
13 wat bouwstenen aanreikt en dat de raad aan de hand daarvan de koers aangeeft die wij willen gaan varen. Het lijkt mij niet goed dat alles in handen van het college te laten. Ook in het rapport wordt overigens aanbevolen dat de raad het voortouw neemt. Als het college niet met een concreet actieplan komt, dreigt het gevaar dat het rapport in een bureaula verdwijnt en daarvoor heb ik in eerste termijn willen waarschuwen. De heer Heijnen: Mijnheer de voorzitter. Tijdens de algemene beschouwingen is door het college al medegedeeld dat een integrale, kaderstellende visie op het gebied van onderwijshuisvesting in de maak is en daar vertrouwen en bouwen wij ook op. Het actieplan zien wij met belangstelling tegemoet. Bij het bespreken daarvan kunnen wij het college altijd nog verzoeken eventueel een bureau in te schakelen, of aan de hand van de visie in het actieplan kaders stellen. Wethouder Kemp: Mijnheer de voorzitter. De heer Van Ballegooij zal, naar ik aanneem, in beeldspraak hebben gesproken toen hij het college opriep bouwstenen aan te dragen. Om pragmatische redenen stel ik voor de aanbevelingen die de Rekenkamercommissie heeft gedaan eerst te verwerken, om daarmee vervolgens naar de raad te komen, want het is de raad die bepaalt en niet het college. De studie die is gedaan door de RO-groep en de door haar gehouden interviews zullen worden getoetst aan de aanbevelingen, waarna een duidelijke visie kan worden gepresenteerd voor de wijze waarop wij de komende jaren met het onderwijs aan de slag gaan. Zodra er concepten zijn die voor discussie vatbaar zijn, zullen wij die aan de commissie voorleggen, want het wordt geen stuk van het college, maar van de gemeenteraad. De LEA kan behulpzaam zijn bij het opstellen van een actieplan en zo’n actieplan gaat verder dan alleen huisvestingszaken. Ik pleit daarom niet voor aparte ambtelijke ondersteuning of voor het binnenhalen van een ander bureau. Laat het college de bouwstenen aandragen, op basis waarvan de raad dan tot afwegingen en besluitvorming kan komen. De heer Coenen moet ik zeggen dat het niet de gemeente is die bepaalt hoe de LEAagenda eruit ziet. Wij dragen onderwerpen ter bespreking aan op het snijvlak van jeugdbeleid en onderwijs, maar ook het onderwijs draagt zelf natuurlijk onderwerpen aan. Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad overeenkomstig het voorstel van de Rekenkamercommissie en het daarbij behorende ontwerpbesluit. 11. Voorstel van het college inzake de instandhoudingsbijdrage 2003 voor de SKR (raadsvoorstel no. 2008/022/1). De voorzitter: Dames en heren. Het voorliggende voorstel is een uitvloeisel van een uitspraak van de Raad van State, die tot gevolg heeft dat de gemeente over het jaar 2003 nog een bedrag van bijna € 195.000,- moet betalen aan de Stichting Kinderopvang Roermond. Het voorstel is niet eerst in de commissie behandeld, omdat de commissieagenda’s al waren verstuurd toen dit voorstel beschikbaar kwam. Om de zaak niet onnodig lang op te houden, heeft de commissie AZ het stuk op verzoek van het college toch op de agenda voor deze raadsvergadering laten plaatsen. Overigens is afgelopen dinsdag nog een gewijzigd voorstel van het college ontvangen, inhoudend een andere
14 dekking voor het bedrag van € 195.000,-. Aanvankelijk was voorgesteld dit bedrag ten laste te brengen van de algemene reserve. In het gewijzigde voorstel wordt om administratieve redenen voorgesteld het bedrag ten laste te brengen van de post kinderopvang in de jaarrekening 2007. De heer Coenen: Mijnheer de voorzitter. In verband met een mogelijke belangenverstrengeling zal ik niet aan de beraadslagingen deelnemen. De heer Werson: Mijnheer de voorzitter. Om mijn geheugen een beetje op te frissen heb ik de notulen van de raadsvergaderingen van november 2001 en maart 2003 nog eens doorgelezen. Het was een heel pak papier, want in die vergaderingen is, op z’n Roermonds gezegd, behoorlijk gesteggeld over dit onderwerp. Wat mij in het bijzonder opviel was de volgende passage in het betoog van voormalig wethouder Harbers: “Eerder heeft collega Jos van Rey eens gezegd dat wij in een tijd leven waarin wij steeds vaker zaken moeten doen via de rechter. Het zou wel eens kunnen gebeuren dat dat ook voor dit onderwerp gaat gelden.” Hoe je zoiets moet noemen, of het misschien een voorbeeld van voortschrijdend inzicht is, weet ik niet, maar ik wil hieraan graag nog eens even herinneren. Met het voorstel kunnen wij instemmen, ook met het nadien gedane voorstel om het bedrag niet uit de algemene middelen te halen, maar uit de post kinderopvang, omdat wij hebben begrepen dat het budget in feite met dit bedrag wordt verhoogd en dus niet ten laste wordt gebracht van het budget dat voor dit jaar bestemd was. De heer Van Ballegooij: Mijnheer de voorzitter. De heer Harbers beschikte destijds kennelijk over paranormale gaven. Voor ons, als nieuwkomers in deze raad, is het tamelijk lastig te bevatten wat er in het verleden allemaal is gebeurd, en daarom hebben wij de uitspraak van de Raad van State maar eens vergeleken met het thans voorliggende voorstel, waarbij het ons overigens opviel dat hier en daar een datum niet helemaal klopt. Wij kunnen nu wel concluderen dat er een foutje is gemaakt en dat het geld daarom nu maar moet worden weggeschreven, maar dat vind ik toch iets te kort door de bocht. De schrijver van het stuk legt de schuldvraag een beetje bij de raad neer, en misschien heeft de raad het college destijds inderdaad wel opgezadeld met een onmogelijke opdracht, maar dat neemt niet weg dat het college verantwoordelijk is voor de uitvoering en zeker het artikel dat de Raad van State aanvoert om de houding van de gemeente Roermond neer te sabelen – artikel 3.2, dat handelt over een zorgvuldige voorbereiding – is echt een zaak des colleges. Er verdwijnt nu een behoorlijke som belastinggeld in het niets en dat kan ons inziens niet zonder consequenties blijven. Daarom zal verantwoordelijkheid moeten worden genomen voor dit falen en mijn vraag aan het college luidt: wie gaat die verantwoordelijkheid nemen? De heer Puper: Mijnheer de voorzitter. Onze fractie was op het moment van deze besluitvorming in de raad vertegenwoordigd, maar ik zelf niet en bij het bestuderen van de desbetreffende stukken en van de uitspraak van de Raad van State kwam prominent de vraag bij mij op of de raad zich op dat moment wel voldoende bewust is geweest van de juridische consequenties van zijn besluit. In het traject dat daarop is gevolgd heeft zich
15 bovendien ook nog een moment voorgedaan waarop het college gehandeld zou kunnen hebben. Al met al hebben zich een aantal zaken voorgedaan die wat mij betreft onvoldoende inzichtelijk maken hoe het tot deze omvang is kunnen komen en daarover verwacht ik vanavond enige uitleg van het college. De heer Jacobs: Mijnheer de voorzitter. Met de heer Puper ben ik het eens dat hier en daar nog wat onduidelijkheden bestaan. Aan de andere kant kunnen wij ons afvragen of het wel zinvol is veel energie aan te wenden om alles weer boven tafel te halen, want wij hebben nu eenmaal met een voldongen feit te maken. Dat het geld in het niets verdwijnt, zoals de SP opmerkte, bestrijd ik overigens: het geld komt wel degelijk op een goede plaats terecht en wordt gebruikt voor het doel waarvoor het is bestemd. Daarmee heb ik dan ook niet zoveel problemen. Het is natuurlijk jammer dat de raad indertijd dit besluit heeft genomen en je kunt je afvragen of het college hierop bij de uitvoering niet alert had moeten zijn, maar het is al een hele tijd geleden en het enige wat nu nog interessant is, is of wij ervan kunnen leren; zo niet, dan kunnen wij er beter geen energie meer in steken. Met het door het college gedane voorstel kunnen wij akkoord gaan. De heer Öztürk: Mijnheer de voorzitter. De heer Puper heeft zich afgevraagd of de raad zich indertijd niet van de juridische consequenties bewust is geweest. Welnu, de indiener van het amendement – een VVD’er en collega van de heer Puper – was jurist. De heer Harbers gaf destijds geen blijk van voortschrijdend inzicht, zoals de heer Werson opperde, maar voerde aan dat links Roermond zijn best had gedaan en tegen het amendement had gestemd, waarbij hij de hoop uitsprak dat de Raad van State dit uiteindelijk recht zou zetten, en daarin heeft hij uiteindelijk gelijk gekregen. De notulen van die discussie beslaan 20 pagina’s en wijzen uit dat wij een strijd hebben gevoerd om dit niet te laten gebeuren, maar het is helaas wel gebeurd. Tot de heer Jacobs merk ik op dat het CDA het amendement van de VVD indertijd wel heeft gesteund. Wij hebben indertijd bijna twee ton aan euro’s niet in kinderopvang gestoken… De heer Jacobs: Dat is niet waar! De heer Öztürk: Het geld is wel besteed, maar niet aan de SKR. Van de wethouder wil ik nu graag horen welke consequenties dit voor de SKR heeft gehad. Van de tegenstemmers van destijds ben ik vandaag helaas de enige die in deze raad aanwezig is; mevrouw Smitsmans had ook tegengestemd, maar is vandaag verhinderd. Het was een emotioneel debat, dat door diverse schorsingen werd onderbroken. De bijdrage van de VVD aan dat debat nam vier tot vijf pagina’s van de notulen in beslag, maar vandaag was het helaas erg kortaf. Naar mijn mening moeten wij hieruit lering trekken. De PvdA-fractie staat voor kwalitatief goed onderwijs en goede kinderopvang. Je kunt kritiek hebben op de SKR, maar de vraag is of de SKR op deze manier had moeten worden aangepakt. De Raad van State heeft volgens mij duidelijk gemaakt dat dat onjuist is geweest. Nu een bedrag van bijna twee ton naar de SKR gaat, wil ik graag van de wethouder horen hoe dat besteed zal worden en of het alsnog terechtkomt bij de kinderopvang, zodat een achterstand van vijf jaar eindelijk kan worden ingehaald.
16 De heer Ramakers: Mijnheer de voorzitter. Demokraten Swalmen maakte in die periode nog geen deel uit van deze raad. Wij kunnen nu alleen maar concluderen dat de rechtsgang is gelopen, dat de rechter heeft beslist en dat die beslissing zal moeten worden gevolgd. Wij gaan dan ook akkoord met het voorstel. Wethouder Kemp: Mijnheer de voorzitter. Het heeft geen zin de discussie van november 2001 en maart 2003 nog eens over te doen. Waar het nu op aankomt, is dat wij leren van de lessen die de procedure tot en met de afdeling Rechtspraak van de Raad van State heeft opgeleverd. De belangrijkste les is dat bij het nemen van een besluit om aan een professionele instelling minder subsidie toe te wijzen, of een subsidie te beëindigen, zeker als met die instelling een meerjarige subsidierelatie bestaat – ook al ligt die niet altijd tot in detail op schrift vast, maar is ze door gewoonterecht opgebouwd –, op z’n minst een overgangstermijn in acht moet worden genomen. Op zichzelf had de raad destijds alle reden om een wijziging aan te brengen in het subsidiebeleid met betrekking tot kinderopvanginstellingen, om de marktwerking haar rol te laten spelen en op een goede manier een verdeling aan te brengen tussen de verschillende kinderopvanginstellingen voor wat betreft het aanwezige aantal kindplaatsen, maar daarbij had wel een zekere overgangstermijn in acht moeten worden genomen en daarin is de gemeente tekort geschoten. De heer Van Ballegooij moet ik zeggen dat het ontzettend gevaarlijk is in te gaan op de vraag wie waarvoor verantwoordelijk is, omdat het dossier uitermate complex is. Zoals de heer Öztürk zei, zijn er alleen in maart 2003 al 20 pagina’s notulen aan gewijd en ook in november 2001 – in een daarvóór liggende regeringsperiode – is heel uitgebreid gedelibereerd over dit onderwerp. Ik vind het dan erg gevaarlijk om nu, anno 2008, aan te wijzen wie waarvoor op welk moment verantwoordelijk was. Een vingerwijzing is wel op z’n plaats naar onszelf, in die zin dat wij er lering uit moeten trekken en instellingen niet met onverwachte negatieve subsidiebesluiten behoren te confronteren. Volgens de heer Van Ballegooij zou nu belastinggeld in het niets verdwijnen. De heer Öztürk heeft dat inmiddels al bestreden, maar bij zijn opmerking dat nu een achterstand van vijf jaar is opgelopen past ook enige nuancering. De SKR heeft de kindplaatsen gerealiseerd die zij had moeten realiseren, zij het dat zij daarvoor niet het geld heeft gekregen. In haar begroting en beleidsdocumenten heeft de SKR altijd rekening gehouden met nog te verwachten inkomsten, want zij was ervan overtuigd dat haar dat geld toekwam en dat is nu in hoogste ressort ook gebleken. De heer Jacobs heeft gezegd ervan overtuigd te zijn dat het geld op een goede plaats terechtkomt en daar mag iedereen van overtuigd zijn. De heer Van Helden heeft mij verzekerd dat het bedrag van bijna twee ton zal worden toegevoegd aan het doelvermogen van de organisatie en zal worden besteed aan de doelstelling van de kinderopvanginstellingen. De voorzitter: Het is duidelijk dat ook juristen het wel eens verkeerd kunnen brengen, twee juristen zelfs, in twee perioden. Ik stond er zelf bij, keek ernaar en stemde voor, zodat ook ik het boetekleed zou kunnen aantrekken. Destijds dacht de meerderheid van de raad echter dat het een juiste beslissing was. Het woord is in tweede termijn aan de raad.
17 De heer Werson: Mijnheer de voorzitter. De heer Öztürk zei het jammer te vinden dat mevrouw Smitsmans vandaag niet aanwezig is, omdat GroenLinks zich indertijd net als de PvdA-fractie fel verzette tegen het amendement. Ik wil er echter wel aan herinneren dat de wethouder van GroenLinks, de heer De Boer, met het amendement akkoord ging. De voorzitter: Laten we het niet hebben over mensen die er niet zijn! De heer Van Ballegooij: Mijnheer de voorzitter. Bij de woorden van de heer Öztürk kan ik mij helemaal aansluiten. De kinderopvang is in onze ogen geen markt, net zo min als de zorg of het onderwijs dat is. Kinderen zijn geen markthandel. De wethouder heeft ons opgeroepen nu lering te trekken uit de lessen. Daarbij valt mijn mond bijna open, want ik heb het idee dat er helemaal geen lering wordt getrokken uit die lessen: alles wordt bedekt met de mantel der liefde, en daar blijft het bij. Ook de opmerking dat het al zo lang geleden is en dat het daarom geen zin heeft er nog lang bij stil te staan, vind ik nogal gemakkelijk, want daarmee wordt in feite elke parlementaire enquête gediskwalificeerd die de afgelopen jaren in de Tweede Kamer heeft plaatsgevonden: die hebben immers meestal betrekking op perioden die daaraan vooraf zijn gegaan. Ik vind dit dan ook klinkklare onzin. Als de raad het college indertijd een onmogelijke opdracht heeft gegeven, had het college als uitvoerende macht de raad daarop moeten attenderen. Het college beschikt niet voor niets over een juridische afdeling. De uitspraak van de Raad van State maakt duidelijk dat er wel degelijk enige schuld bij het handelen van het college ligt en daarom doe ik nogmaals een beroep op het college duidelijk aan te geven wáár de fout ligt, zodat wij hieruit echt lering kunnen trekken. Drie maanden geleden heeft onze fractie schriftelijke vragen over deze kwestie gesteld, die pas gisteren zijn beantwoord. Ik vind dat een schandalige gang van zaken en verzoek de wethouder ook daarop een toelichting te geven. De heer Puper: Mijnheer de voorzitter. Na twintig pagina’s notulen en ‘tig’ schorsingen heeft de raad in het verleden hoe dan ook een democratisch meerderheidsbesluit genomen. Uit de woorden van de wethouder maak ik op dat daarbij is verzuimd een overgangstermijn aan te geven. Het besluit zelf had wel genomen mogen worden, de enige fout is dat daarbij geen overgangstermijn in acht is genomen en daarvoor is de raad door de Raad van State op de vingers getikt. Het is een misser geweest, want aan het toekennen van subsidies of gelden kunnen rechten worden ontleend, en dát is de les die wij hieruit moeten leren. Gaandeweg deze vergadering zijn mij briefjes ter hand gesteld met de namen van de spelers in dit spel, maar ik heb er geen behoefte aan die namen te gaan noemen. Wij hebben te maken met een besluit dat democratisch is genomen, maar waarbij geen overgangstermijn in acht is genomen. Dat is de les die wij in onze koffer van ervaringen moeten stoppen. Als wij in de toekomst gelijksoortige besluiten nemen, zullen we daarmee rekening moeten houden. De heer Van Ballegooij: U doet nu net alsof het alleen met die overgangstermijn niet goed is gegaan, maar in de uitspraak van de Raad van State lees ik ook dat de betrokken partijen onvoldoende bij de besluitvorming betrokken zijn geweest. Dat heeft met de uitvoering te maken en daarom heb ik daarop het college aangesproken.
18 De heer Jacobs: Mijnheer de voorzitter. Bij het betoog van de heer Puper kan ik me helemaal aansluiten, maar ik wil er nog het volgende op aanvullen. Het geld dat hier in het geding is, is volledig ten goede gekomen aan de kinderopvang en dus wel degelijk op de juiste plaats terecht gekomen, achteraf bezien zelfs méér geld dan wij oorspronkelijk hadden bedoeld. Het is dus hartstikke goed dat wij dat met z’n allen hebben besloten. Naar aanleiding van de vraag die is gesteld wie hiervoor verantwoordelijk is, benadruk ik, zoals zojuist ook al is opgemerkt, dat door de raad een democratisch besluit is genomen, al hebben de SP en misschien een aantal andere linkse partijen – waarbij ik me overigens afvraag wat ik daaronder moet verstaan, want volgens mij werken de termen ‘links’ en ‘rechts’ niet meer zo – dat besluit niet gesteund. De SP had het nu zelfs over markthandel met kinderen of zoiets, en dat gaat mij echt veel te ver. De één mag dan voorstander zijn van staatsbemoeienis en de ander van meer particulier initiatief, maar dat is een heel ander verhaal. Er is destijds hoe dan ook een besluit genomen en het hele verhaal over verantwoordelijkheid is wat mij betreft dan ook niet aan de orde. Het getuigt een beetje van stemmingmakerij en dat hoort hier niet thuis. De heer Öztürk: Mijnheer de voorzitter. Op de woorden van de heer Jacobs zal ik slechts kort reageren. Indertijd is door de VVD een amendement ingediend, dat mede door het CDA werd ondersteund. Vervolgens is een bedrag van € 140.000,- naar de algemene reserve gegaan. Alvorens voor de camera zoiets te beweren als de heer Jacobs zojuist heeft gedaan, doet hij er goed aan de notulen uit die tijd eens na te lezen. Het zou de heer Puper hebben gesierd als hij vandaag namens de VVD-fractie hetzelfde zou hebben gezegd als de fractievoorzitter van de VVD, de heer Peters, zojuist heeft gedaan. Wethouder Kemp: Mijnheer de voorzitter. Met de heer Jacobs ben ik het eens dat de suggestie van markthandel die door de heer Van Ballegooij is gewekt, ongepast is. Met die woorden werd iets gesuggereerd wat absoluut niet aan de orde. Er is ook geen sprake van dat hier iets met de mantel der liefde wordt bedekt. Wij spreken in alle openheid over een ontzettend ingewikkeld dossier dat jarenlang heeft voortgesleept en nu tot een afronding komt. Verder stel ik vast dat iedereen heeft aangegeven lessen te willen trekken uit deze uitspraak van de afdeling Rechtspraak van de Raad van State. Waar de heer Van Ballegooij vervolgens met een vinger wees naar het college, merk ik op dat het college in ieder geval de uitvoering ter hand heeft genomen waartoe de gemeenteraad in maart 2003 opdracht had gegeven. De opmerking in de uitspraak van de Raad van State dat geen overleg is gevoerd met de SKR komt juist voort uit de overweging dat niet onverwacht een bestaande subsidierelatie naar beneden toe mag worden bijgeschroefd zonder overgangstermijn. Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders en het daarbij behorende ontwerpbesluit, onder aantekening dat de heer Coenen geacht wil worden niet aan de besluitvorming te hebben deelgenomen.
19 Portefeuille wethouder G. IJff. 12. Voorstel van het college inzake uitvoeringskrediet verleggen persriool Buitenop (raadsvoorstel no. 2008/003/1). De heer Ramakers: Mijnheer de voorzitter. Met dit uitvoeringskrediet wordt tevens de weg vrijgemaakt om het gebied Buitenop af te ronden; het betreft namelijk de laatste fase: de bouw van de Natalinitoren. Bij zo’n afronding is het altijd een beetje plussen en minnen tussen wat wel en niet gewenst wordt geacht. Demokraten Swalmen is van mening dat vooral gekeken moet worden naar de toekomst van dit gebied en dat een duurzame oplossing hier de voorkeur geniet. De uitleg van de wethouder in de groene flap was duidelijk en wij kunnen dan ook met het raadsvoorstel instemmen. De heer Guffens: Mijnheer de voorzitter. Dit voorstel heeft nogal wat voeten in de aarde. Het gaat om het verleggen van een persleiding die voor zo'n 12.000 huishoudens het afval moet vervoeren in de richting van Leeuwen. Deze verlegging is nodig omdat wij de Natalinitoren willen bouwen. De oorsprong van dit project dateert al van rond 1998. Het is een locatie die bepaald niet onbesproken is gebleven, zoals ook de heer Heijnen, die ik nu zie knikken, zich nog heel goed kan herinneren. Het heeft onder andere te maken met de aanwezigheid van een gasfabriek in het verre verleden. Het vervangen van deze leiding is al sinds jaar en dag onderwerp van gesprek tussen college, ambtenaren en Buitenop BV. Het geval wil dat deze leiding pas 23 jaar in gebruik is, terwijl dergelijke zaken een technische levensduur hebben van 60 jaar en ook op een dergelijke termijn worden afgeschreven. Het is de ontwikkelaar bekend dat die leiding er ligt, maar hij gaat er niettemin willens en wetens bouwen, met alle gevolgen van dien; wat het CDA betreft krijg je dan te maken met verleggingskosten. In het voorstel dat als eerste in de commissie behandeld werd is in vogelvlucht over een aantal zaken gesproken die ik even de revue laat passeren: de Natilinitoren, het belang van deze persleiding voor 12.000 huishoudens, eventuele milieugevolgen bij een onverhoopte breuk – mark my words! –, de situatie zoals ze er nu bij ligt, de technische beheersbaarheid en vooral de kwaliteit van de nieuwe hogedruk-polyethyleenleiding. Over dit voorstel is lang gesproken met Buitenop en de bedragen vliegen van links naar rechts. Het college vraagt ons nu een krediet van € 245.000,-, waarvan wij € 165.000,zelf moeten betalen, terwijl de rest door Buitenop BV wordt bijgedragen. In de commissievergadering van 24 januari jl. heb ik gevraagd om een nadere onderbouwing: hoe kan dit zo duur zijn? Het antwoord daarop luidde kortweg: meer dan nu op papier staat kan ik er niet over vertellen. Tot ons anderhalve week geleden tot mijn verbazing een uitgebreid verslag bereikte in de groene flap; chapeau! Uit deze toelichting blijkt dat de kosten zeer divers zijn. De offerte is niet door ons aangevraagd, maar door Buitenop. Daarbij zijn echter vele bestekskosten, en niet de minst belangrijke, vergeten, over het hoofd gezien, of maakten geen deel uit van de opdracht of de vraagstelling. Hierdoor komen nogal wat vragen bij mij op. Wie beheert de openbare ruimte? Waaronder valt het rioolstelsel? Volgens mij zijn wij de juridische eigenaar van deze leiding. Als beheerder stellen wij een programma van eisen op, wij vragen offertes aan en, het belangrijkste: wij beoordelen deze. Wij voeren de directie, of besteden die uit. Wat ons bevreemdt is de
20 enorme meerprijs van € 86.000,-. Dat is geen kattenpis. In eerste termijn verneem ik graag van de wethouder hoe dat nu eigenlijk zit, op hoofdlijnen wel te verstaan. De heer Coenen: Mijnheer de voorzitter. In de commissie hebben wij aangedrongen op een redelijke verdeling van de kosten. Het ontwikkelen van gronden laten wij graag aan de overheid over, maar hier kan dat blijkbaar niet en wordt het door een particulier gedaan, waar op zichzelf overigens niets op tegen is. Zo’n ontwikkelaar schat van tevoren de kosten in en calculeert in waar hij tegenaan kan lopen. Achteraf kun je dan wel eens tegen zaken aanlopen waarvan je je afvraagt wie daarvoor de rekening gepresenteerd moet krijgen. Eerder deed zich dat voor met de teerputten die opeens uit de hoek kwamen, wat ik overigens nog steeds niet geloof. Ter plekke hebben twee grote ketels gestaan en bij een dossierstudie moet dat toch naar voren zijn gekomen. Toen Walter Etty, ex-wethouder van Amsterdam, die destijds als bemiddelaar werd aangetrokken, adviseerde het bedrag van vijf ton sam-sam te delen tussen de gemeente en de projectontwikkelaar, kon ik me daar wel iets bij voorstellen. Na kennis te hebben genomen van de antwoorden die ik in de commissie van de wethouder heb gekregen en gehoord de discussie tot nu toe, vraag ik me af waarom nu gekozen wordt voor een verdeling van 1/3de van de kosten voor de projectontwikkelaar en 2/3de voor de gemeente in plaats van voor een 50-50-verdeling. We moeten elkaar ook niet voor de gek houden: als voor de projectontwikkelaar nu een andere verdeling van de kosten wordt voorgesteld, ga ik ervan uit – maar ik kan het helemaal mis hebben – dat dit de volgende keer bij een ander project op de een of andere manier wordt rechtgetrokken. Kortom:welke reden is er om voor een verdeling 1/3-2/3 te kiezen? De heer Janssen Steenberg: Mijnheer de voorzitter. Wat voorligt is een bijzonder voorstel. De SP begrijpt dat het beter is de persleiding te verleggen. Als het persriool blijft liggen op de huidige plaats, onder de te bouwen Natalinitoren aan het Buitenop, kan het bij calamiteiten tot problemen leiden. Immers, ongeveer 12.000 inwoners van Roermond zijn van dit persriool afhankelijk en hun moet worden gegarandeerd dat de rioolafvalverwerking niet in gevaar komt. In het voorstel en in de groene flap legt het college uit waarom het noodzakelijk is € 245.000,- beschikbaar te stellen voor de verlegging van het persriool. Enkele zaken in het voorstel en in de groene flap geven ons aanleiding de volgende vragen te stellen. De firma Buitenop verklaart geen grotere bijdrage te willen leveren dan € 59.500,- voor het verleggen van het persriool. Waarom accepteert het college voetstoots het standpunt van Buitenop BV? Heeft Buitenop BV er geen belang bij dat het persriool wordt verlegd? Is hier sprake van een dictaat, of heeft de gemeente Roermond slecht onderhandeld? Het lijkt erop dat hier een cadeau wordt gegeven. Ieder de helft van de kosten lijkt mij meer op zijn plaats. Kunnen de onderhandelingen met Buitenop BV over een gelijke verdeling van de kosten heropend worden? In het voorstel wordt gewag gemaakt van enige meevallers. In de meeste gevallen echter gaat het, waar het onderhoud en vernieuwing betreft, eerder om meerwerk dan om meevallers. In het voorstel wordt daarmee geen rekening gehouden. Wanneer sprake is van meerwerk, en dus meer kosten, komt dat, naar ik aanneem, voor rekening van de ge-
21 meente Roermond. Waarom sluit Buitenop BV uit dat zij eveneens een aandeel van 50% in de meerkosten voor haar rekening neemt? De voorzitter: Alvorens de wethouder het woord te geven, wil ik even verwijzen naar pagina 2 van de groene flap, waarop melding wordt gemaakt van een bedrag van € 245.000,- exclusief b.t.w. ad € 86.000,-. Omgerekend zou dat neerkomen op een b.t.w.-percentage van 35, en dat lijkt me een typefout. Het is in ieder geval meteen een meevaller! Wethouder IJff: Mijnheer de voorzitter. Om hierop meteen maar even in te gaan: het gaat om een bedrag van € 86.000,- exclusief b.t.w. méér dan het offertebedrag. Door de SP is terecht opgemerkt dat wij hier met een bijzonder voorstel te maken hebben. Ik heb eens op een rijtje gezet hoe vaak hierover gepraat is: de discussie loopt al vanaf 2000 en er zijn ongeveer 80 overleggen aan besteed! De heer Coenen: Kunt u bij benadering aangeven hoeveel ambtelijke kosten daarmee gemoeid zijn geweest? Wethouder IJff: Nee, dat kan ik niet, maar dat het een taaie materie is geweest, een Gordiaanse knoop die moest worden doorgehakt, moge duidelijk zijn. De essentie van de zaak is dat de persleiding technisch gesproken kan blijven liggen en dat er geen noodzaak is om haar te verleggen. Dat was ook meteen het lastige punt in de onderhandelingen, want de projectontwikkelaar stelde zich op het standpunt dat de persleiding dus wel kan blijven liggen. Wij echter, en daarin worden wij gesteund door het WBL – ongeveer de helft van het rioolwater dat er doorheen gaat is van het WBL –, vinden het belang van deze leiding voor de afvoer ten behoeve van 12.000 inwoners van Roermond zodanig groot, dat wij geen extra risico’s willen lopen. Het mag dan technisch wel mogelijk zijn, maar de extra kans dat er iets gebeurt vinden wij onaanvaardbaar. De projectontwikkelaar brengt daar weer tegen in dat dat dan ónze keuze is en niet de zijne. Van de 80 overleggen die ik noemde zijn de laatste tien steeds over de prijs gegaan. In de offerte was een finaal oordeel geveld over een fifty/fifty-verdeling, maar toen bleken daarin weer een aantal stelposten niet te zijn opgenomen. Daarover is vervolgens opnieuw onderhandeld, waarna het bedrag nog een keer werd opgehoogd, maar toen was het voor de projectontwikkelaar ook afgelopen. Wij moesten besluiten om het te doen of niet, en hij was bereid dan dit bedrag bij te betalen, wat al meer was dan hij zou moeten bijdragen wanneer de leiding zou blijven liggen, maar dat had hij ervoor over, als het dan ook maar afgelopen was met het gezeur. Uit een oogpunt van rioleringsbeheer willen wij een zo groot mogelijke zekerheid hebben en daarom kiezen WBL en de gemeente ervoor deze persleiding te verleggen en van asbestcement over te gaan op een HDPEleiding. Na 80 overleggen in acht jaar is op een gegeven moment ook de bodem bereikt. Bij de projectontwikkelaar is geen ruimte meer om nog verder te onderhandelen. Het zou vloeken in de kerk zijn, merk ik tot de heer Coenen op, om deze kwestie aan andere projecten te koppelen. Ik neem aan dat hij het Berenschotrapport kent, en daarin staat met zoveel woorden dat het verboden is projecten aan elkaar te koppelen.
22 De heer Coenen: Dat rapport kan ik zo langzamerhand wel dromen. Ik heb overigens geen suggestie gedaan, maar alleen gezegd dat ik me zoiets zou kunnen voorstellen. Wethouder IJff: Dan zijn wij het daarover eens. De keuze voor de raad is nu heel eenvoudig: is hij het met het college eens dat deze leiding zo wezenlijk is voor 12.000 inwoners van Roermond, en daarmee voor het hele afvalwaterbeheer van Roermond, dat ze verlegd moet worden voor een bedrag van € 245.000,-, waar een bepaalde bijdrage van de projectontwikkelaar tegenover staat, of is hij van mening dat de leiding wel kan blijven liggen op de plaats waar ze nu ligt, zodat we dit geld in onze portemonnee kunnen houden? Onze keuze is het, vanuit een oogpunt van duurzaam rioolbeheer, dit ding te verleggen, ondanks het feit – daar heeft de heer Guffens gelijk in – dat de afschrijvingstermijn nog niet voorbij is. De heer Guffens: Mijnheer de voorzitter. Het standpunt van het college heb ik heel goed begrepen, ook al in de commissievergadering van 24 november, maar verklaar mij nu eens het volgende. In 2002/2003 bedroeg de offerte volgens Buitenop € 90.000,-, in mei 2005 berekende Arcadis vier ton, Van Mourik – ik noem de naam toch maar even – € 159.000,- en op basis van dat bedrag zijn de onderhandelingen gestart. Nu het besteksklaar is gemaakt, kost het tweeënhalve ton, en dat levert een verwarrend beeld op. De onderaannemingskosten zijn niet met dergelijke percentages gestegen, de kosten van het materieel evenmin. Wetend dat wij in onze gemeente voor 7,8 ton aan persleidingen hebben liggen, over een lengte van 6.200 meter neerkomend op een gemiddelde van rond € 116,- per meter, dan is dit bepaald een fors bedrag te noemen. Gaan we in dit zelfde gebied soms ook nog een stukje grond saneren voor die kosten, moet ergens 1.000 m3 grond worden afgevoerd en wordt dat hiermee verrekend, of leggen we een HDPE-leiding van goud of van titanium aan? Met de wethouder ben ik het geheel eens over de milieuaspecten en de beheersbaarheid. Wij zijn beheerder van de openbare ruimte en moeten ervoor zorgen dat het afvalwater van deze 12.000 huishoudens 24 uur per dag kan worden afgevoerd. Het gaat echter om de bijdrage, die, zoals de heer Coenen zei, fifty-fifty zou moeten zijn. Ik zou een motie kunnen indienen met een oproep aan het college om opnieuw in onderhandeling te treden met de ontwikkelaar, maar na 80 overleggen is dat niet haalbaar meer en dat zal ik dan ook niet doen. In de loop van dit jaar zal ik namens het CDA met een initiatiefvoorstel komen om anders om te gaan met het verrekenen van dit soort zaken, rekening houdend met de waarschuwing in het Berenschot-rapport dat dit niet met andere projecten mag worden verrekend. Een ontwikkelaar die willens en wetens iets gaat doen dient in onze optiek ook een bijdrage te leveren aan infrastructurele zaken. Dat gebeurt in tal van plaatsen en daar is helemaal niets mis mee. Om principiële redenen kunnen wij niet instemmen met deze kostenverdeling. Zoals gezegd, zullen wij in de loop van dit jaar – hopelijk nog voor de zomervakantie – in een initiatiefvoorstel voorstellen dit soort kosten op een andere manier te verrekenen. De heer Coenen: Mijnheer de voorzitter. De heer Guffens heeft het doen voorkomen alsof de bedragen een beetje zijn opgeblazen en dat op die manier ook uit de verdeelsleutel zou kunnen worden gekomen, maar ik neem aan dat hij dat niet bedoelt.
23 De heer Guffens: Ik wil het niet al te technisch maken, maar door een leiding van 700 millimeter wordt de prijs nogal wat opgeblazen boven het bedrag van € 116,-. De heer Coenen: Ik bedoel wat anders. Mocht de projectontwikkelaar erop uit zijn om zijn aandeel terug te brengen, dan zou je het eigen aandeel van € 50.000 omhoog kunnen blazen en kom je er nog beter uit, maar dat is een rekenkundig verhaal en daar ga ik helemaal niet van uit. Waar hierover met de ontwikkelaar al 80 gesprekken zijn gevoerd, is het bedrag er aan ambtenarenuren misschien al wel drie of vier keer uitgegaan. Waar hebben we het dan nog over? Wij moeten ervan uitgaan dat het college het uiterste eruit heeft gehaald en nu wij te horen hebben gekregen dat dit na veel vijven en zessen het onderhandelingsresultaat is, zullen we het daarmee voorlopig moeten doen. Als ik als burger geconfronteerd zou worden met een plan van de overheid om iets door mijn tuin te doen, zou ik ook op mijn strepen gaan staan. De vraag is dan alleen nog of de kosten fifty-fifty moeten worden verdeeld of in een verhouding van 1/3-2/3. Voor een gemiddelde burger zijn enkele tienduizenden euro’s heel veel geld, maar ik neem dat ik het college met deze grote bedragen kan vertrouwen en daarom ben ik het ermee eens. Het initiatiefvoorstel van het CDA wacht ik overigens met veel belangstelling af. De heer Janssen Steenberg: Mijnheer de voorzitter. Ik ben graag bereid mee te werken aan het initiatiefvoorstel dat de heer Guffens zojuist heeft aangekondigd voor een kostenverdeling in dit soort projecten, want wij zijn van mening dat de gemeente Roermond al te vaak cadeaus uitdeelt aan projectontwikkelaars. Eerder heb ik dat ook al gezegd toen het ging om de sloop van De Toerist. Veel te gemakkelijk worden projectontwikkelaars honderdduizenden euro’s – want om zulke bedragen gaat het dan – cadeau gedaan in plaats van goed te onderhandelen over een redelijke verdeling van de kosten. Dat Buitenop BV geen belang heeft bij het verleggen van deze persleiding, zoals de wethouder heeft gezegd, kan ik me eerlijk gezegd nauwelijks voorstellen, want als de persleiding onder de garage komt te liggen, wordt de exploitant van de Natilinitoren bij calamiteiten met een groot probleem geconfronteerd. Als u mij overigens vraagt of de persleiding moet worden verlegd, is mijn antwoord daarop ja. Dat neemt niet weg dat ik de wethouder verzoek in tweede termijn nog wat nader in te gaan op het belang dat Buitenop heeft bij het verleggen van deze persleiding. Wethouder IJff: Mijnheer de voorzitter. Zoals ik in het begin al aangaf, is dit een heel bijzonder project. Juist het verwarrende beeld dat de heer Guffens schetste was het lastige in dit hele verhaal. Wij hadden een idee van de kosten, maar de second opinion leverde heel andere bedragen op en de latere offerte liet opnieuw afwijkende bedragen zien, en niet zo maar een beetje. In dat proces van moeizame overleggen is uiteindelijk dit resultaat bereikt. Als we ergens een normaal stukje riolering aanleggen, vragen we een offerte op, maken een bestek en komen naar de raad voor een krediet, maar in dit geval hebben we te maken met een samenwerking tussen een projectontwikkelaar en de gemeente, waarbij vreemd geld – geen overheidsgeld zijnde – in Roermond wordt geïnvesteerd, zodat er voor de gemeente ook voordelen aan zijn verbonden om op deze wijze de kwaliteit op diverse plaatsen in Roermond te verbeteren.
24 Dat het college in zaken als deze slecht zou onderhandelen, zoals de SP beweert, bestrijd ik. In onderhandelingen gaan wij méér dan tot het gaatje. Wij weten zodanig te onderhandelen dat er geld vrijkomt waarmee bijvoorbeeld de school in Herten gebouwd kan worden en andere zaken in de investeringssfeer kunnen worden gerealiseerd. Dit specifieke project had zoveel kanten, dat we uiteindelijk op dit onderhandelingsresultaat zijn uitgekomen. Een van die kanten was de offerte die de heer Guffens noemde en die gewoon betrekking had op het neerleggen van een stuk plastic pijp. Daaronder bevond zich grond die in lichte mate vervuild was vanuit de voormalige gasfabriek, in feite een vervuiling die door de gemeente was veroorzaakt en het was dan ook logisch dat de kosten voor het afvoeren of hergebruiken van de grond voor onze rekening kwamen. Dat soort elementen heeft ook onderdeel uitgemaakt van de discussie… De heer Guffens: Hoe lang weten we al dat daar vervuilde grond ligt? Als dat feit ook in de offerte was betrokken, was ze hoger uitgevallen en was een andere kostenverdeling tot stand gekomen. U kunt zich niet verschuilen achter de opmerking ‘dass haben wir nicht gewusst’. Wethouder IJff: Ik verschuil me daar niet achter, ik geef alleen aan dat in de offerte van een projectontwikkelaar bepaalde kosten niet zitten die wij als gemeente wel moeten maken. Dit is daarvan een voorbeeld. Ik stel vast dat iedereen het van belang vindt dat de leiding verlegd wordt en daarover hebben wij met het mes op tafel onderhandeld. Ga er maar van uit dat het in 80 overleggen niet altijd even plezierig toe gaat. Uiteindelijk is er een resultaat uitgekomen dat later nog een keer is opgehoogd, maar daarmee was het wat de projectontwikkelaar betreft ook afgelopen. Dat zijn de feiten; meer kan ik er niet van maken. De voorzitter: Aan de orde is thans de besluitvorming. De heer Guffens: Mijnheer de voorzitter. Wij kunnen akkoord gaan met het voorstel onder punt 1, d.w.z. dat wij instemmen met het verleggen van de persleiding vanaf het gemaal Oude Stad gelegen op het bouwterrein voor de Natalinitoren. Met het voorstel onder de punten 2 en 3 kunnen wij echter niet akkoord gaan. Tenslotte herhaal ik nog eens dat wij in de loop van het jaar met een initiatiefvoorstel op dit punt zullen komen. Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders en het daarbij behorende ontwerpbesluit, onder aantekening dat de CDA-fractie geacht wil worden gestemd te hebben tegen de punten 2 en 3 van het voorstel. De voorzitter: Dames en heren. Ik schors de vergadering voor enkele minuten in verband met een kleine persconferentie (20.00 uur). Schorsing De voorzitter: Ik heropen de vergadering (20.02 uur).
25 Portefeuille wethouder H. Boots. 14. Voorstel van het college inzake extra subsidie aan Omroep Vox (raadsvoorstel no. 2008/005/1). De voorzitter: Dames en heren. Voorafgaande aan de discussie over dit voorstel deel ik u mede dat de heer Koos Peters en ondergetekende om hun moverende redenen niet zullen deelnemen aan de beraadslagingen en de stemming. De heer Daamen: Mijnheer de voorzitter. Zoals in de commissie AZ al is aangegeven, is Demokraten Swalmen van mening dat de lokale omroep, in dit geval Vox, een eerlijke kans verdient. In het CUP is een bedrag van € 50.000,- uitgetrokken om een impuls te geven aan een inhaalslag/kwaliteitsverbetering en door de portefeuillehouder is in een brief aan Vox een aantal prestatieafspraken vastgelegd. Samen met het voorliggende collegebesluit vormt dat voor Demokraten Swalmen voldoende aanleiding om het collegevoorstel te steunen, met uitzondering van punt 3, maar dat is inmiddels al uit het conceptbesluit verwijderd. Het is ons bekend dat gepoogd zal worden het collegebesluit te amenderen. In dat amendement, dat overigens naar onze mening in het verlengde ligt van het collegebesluit en dezelfde intentie uitstraalt, kunnen wij ons vinden. Daarnaast is ook een motie in het vooruitzicht gesteld, maar die vinden wij te ver gaan. Deze motie heeft de afgelopen dagen tot veel commotie geleid. E-mail na e-mail ontvingen wij op de computer en de argumenten over en weer werden in enkele e-mails met naar onze mening onbetamelijke woorden ondersteund. De ongenuanceerde uitspraken die zijn gedaan helpen geen enkele partij. Demokraten Swalmen roept iedereen dan ook op op te houden met elkaar te bestoken met een welles-nietesspelletje en terug te keren tot de kern van de zaak. Die kern is heel simpel: geef de lokale omroep de beschikbare € 50.000,-, zoals eerder al raadsbreed was vastgesteld. De brief van de wethouder staat garant voor een meetbare evaluatie na een jaar en na dat jaar zal duidelijk zijn of deze groep vrijwilligers met een goede ondersteuning in staat is kwalitatieve programma’s te brengen, waardoor zij het verdient in de toekomst een structurele, wellicht hogere, subsidie van de gemeente te krijgen. Tot slot spreken wij de hoop uit dat de portefeuillehouder en omroep Vox in het komende jaar waar nodig op een constructieve wijze in overleg met elkaar blijven. De heer Puper: U hebt zojuist gezegd dat berichten over en weer zijn gegaan met een onbetamelijk woordgebruik. Ik mag toch hopen dat u hiermee geen politieke groeperingen bedoelt? De heer Daamen: Ik heb het gehad over e-mails die over en weer zijn gegaan. U weet dat door politieke partijen over en weer voorstellen zijn gedaan en dat daarop ook reacties van buiten zijn gekomen. Ik vind dat geen goede zaak. Alle partijen moeten zich dit aantrekken.
26 De heer Coenen: Dan zal ik het toch op prijs stellen wanneer u man en paard wilt noemen. Mijn e-mailadres was buiten werking, dus ik zat er in ieder geval niet bij, maar wie dan wel? De voorzitter: Er is gezegd wat gezegd is. Wij vervolgen nu het debat in deze raad. De heer Heijnen: Mijnheer de voorzitter. Al ruim twintig jaar wordt door vrijwilligers getracht een kwalitatief goede lokale omroep voor de gemeente Roermond gestalte te geven, en dat gegeven kunnen we vanavond extra kracht bijzetten door daartoe een goede aanzet te geven. Roermond heeft een lokale omroep die volgens het Commissariaat voor de Media aan alle voorwaarden voldoet en als je op straat de meningen peilt, blijkt ook dat in Roermond wel degelijk behoefte bestaat aan een lokale omroep. Omroep Vox wil, waar een wil is, is een weg, en die kan de gemeenteraad van Roermond meer begaanbaar maken. Er is een programmaraad, die door het Commissariaat voor de Media is erkend als representatief, en ook blijkt dat omroep Vox voldoet aan de rapportageplicht die in de Mediawet is voorgeschreven. Neem maar met een gerust hart aan dat, als dat niet zo was, het Commissariaat voor de Media al lang had ingegrepen. Ook de fractie Burger Belangen Roermond sluit de ogen niet voor het feit dat er beslist nog wat te verbeteren valt aan de kwaliteit van de programma’s: het geluid, de presentatie en de actualiteit. Zo denken burgers er zeker ook over, maar dat doet geen afbreuk aan het feit dat ontzettend veel werk wordt verzet, met name door vrijwilligers en vrijwilligsters. Daarnaar gaat zonder meer onze waardering uit. Ga er iedere week maar eens aan staan! Het is van belang deze vrijwilligers te behouden voor de omroep en daarvoor is professionele ondersteuning onontbeerlijk. Als je dan een deskundig en ervaren persoon binnen handbereik hebt, die ook nog bereid is zijn schouders eronder te zetten, zullen we daarvan dankbaar gebruik moeten maken en financieel moeten ondersteunen. Daarin voorziet de subsidie ook. De omroep is ermee gebaat, maar zeker ook de kijkers, en daar gaat het uiteindelijk om. Wij voelen in ieder geval niets voor een afwachtende houding en willen omroep Vox een eerlijke kans geven. Laten we vooral ook niet vergeten dat we € 50.000,- incidenteel beschikbaar hebben gesteld. Voor ons geldt een ijzeren stelregel: we spreken af wat we afspreken en afspraak is nog altijd afspraak. Vox moet in ieder geval vooruit kunnen en een eerlijke kans krijgen, ook al loopt de huidige zendvergunning over twee jaar af. Die zendvergunning kan natuurlijk door het Commissariaat voor de Media worden verlengd. Tot die tijd kan Vox zich gaan profileren, onder andere door het aanschaffen van apparatuur via de subsidie en een opleidingstraject voor de vrijwilligers. Burger Belangen Roermond vindt een bedrag van € 20.000,- daarvoor geen overbodige luxe, maar dat bedrag zou zelfs nog gespreid kunnen worden. Van groot belang is dat Vox ook meer flexibel kan gaan uitzenden, en daarmee bedoelen wij dat een einde zou kunnen komen aan de huidige carousseluitzendingen in het weekend die ieder uur herhaald worden. Eigenlijk zou een omroep op elk moment van de dag door de week een uitzending moeten kunnen verzorgen, zeker bij calamiteiten. Het laatste wordt weliswaar provinciaal door L1 al gedaan, maar lokaal zou Vox daarin ook wat kunnen betekenen. Er moet in ieder geval dagelijks een mogelijkheid zijn en
27 die mogelijkheid wordt geboden via deze subsidie, omdat daarmee een uitzendcomputer kan worden aangeschaft. In het voorstel wordt ook over de modulator gesproken. Op dit moment zijn onderhandelingen gaande en laten we die asjeblieft even afwachten. Als de uitkomst daarvan is dat er ietwat geld bij moet, vind ik dat de raad die verantwoordelijkheid op zich behoort te nemen. Een subsidie beschikbaar stellen doe je uiteraard niet zonder meer. Daarvoor zullen zeker criteria moeten worden opgesteld en afspraken gemaakt. Burger Belangen Roermond noemt dat zelfs een plicht. Gelukkig zijn die subsidieafspraken inmiddels vastgelegd in een raadsinformatiebrief, zodat omroep Vox weet waar ze aan toe is. Vox heeft de afgelopen jaren ups en downs gekend. Wij zijn van mening dat Vox nu moet krijgen waar ze recht op heeft: een duidelijke erkenning, geen gelden omdat dat moet vanuit Den Haag, zoals op dit moment gebeurt, maar omdat ze bewezen heeft dat geld op een juiste manier te besteden. Voorts zal deze raad naar onze mening in 2009 moeten bepalen wat in 2010 nodig is om omroep Vox een goed functionerende publieke omroep te laten zijn. Deze raad kan dat bij de algemene beschouwingen over de begroting 2010 financieel laten blijken. Regeren is vooruitzien en laten we samen op weg gaan naar een publieke omroep die de stad waardig is. Dat is Burger Belangen Roermond veel waard. Rest mij nog het amendement en de motie van VVD en CDA. Het lijkt mij passend dat die fracties daarop eerst zelf een toelichting geven, zodat wij daarover in tweede termijn een uitspraak kunnen doen. Wij geven in ieder geval het groene licht aan het voorstel dat nu voorligt. Mevrouw Van Beers: Mijnheer de voorzitter. De SP onderkent het belang van een kwalitatief goede lokale omroep. Wij vinden dat de omroep er moet zijn en blijven en de middelen moet hebben om de kwaliteit te verbeteren en hoog te houden. De kwaliteit van de huidige omroep Vox is, op z’n zachtst gezegd, voor verbetering vatbaar. Als we die kwaliteit samen met de omroep willen verbeteren, zullen we voor een duurzame oplossing moeten kiezen en wij betwijfelen of een bedrag van € 35.000,- die duurzame oplossing kan brengen. Wij willen liever eerst een discussie voeren over de vraag hoe we met de lokale omroep willen omgaan, wat we er zelf van verwachten en wat de weg daarheen is. Daarom kunnen wij op dit moment het voorstel niet steunen. De heer Özdemir: Mijnheer de voorzitter. GroenLinks is ook tegen het voorstel voor een extra subsidie en steunt het amendement en de motie. De heer Becks: Mijnheer de voorzitter. Allereerst wil ik even reageren op de raadsinformatiebrief, waarin enkele voorwaarden worden genoemd voor de reguliere subsidie die Vox ontvangt. Van de wethouder wil ik graag weten of Vox aan deze voorwaarden voldoet en hoe en wanneer dit gecontroleerd wordt. Ik had deze vraag liever in de commissie gesteld, maar wij hebben de raadsinformatie helaas pas daarna ontvangen. De VVD-fractie heeft behoorlijk geworsteld met het thans voorliggende voorstel. De gevraagde modulator blijkt hoogstwaarschijnlijk overbodig te zijn. Het uitzendsignaal
28 kan naar verwachting worden doorgegeven zonder dat hiervoor extra apparatuur nodig is, maar dat wordt nog vervolgd. Wat betreft de andere punten uit het besluit, moet ik zeggen dat wij er de voorkeur aan zouden hebben gegeven een en ander nog eens aan het college terug te geven, met inachtneming van de reacties daarop van de commissie, om het stuk vervolgens in een later stadium opnieuw aan de commissie aan te bieden. De commissie heeft echter anders beslist. De volgende vragen zijn bij ons gerezen. Is een slecht beeld hetzelfde als een slecht plaatje, of juist iets anders? Ligt de verantwoordelijkheid voor een slechte opname bij de camera, of bij de cameraman? Is het een geluidsprobleem als je de presentator niet verstaat, of is de presentator het probleem? Is een gebrek aan reclame-inkomsten een waardering voor de prestaties van Vox, of kan Vox niet voldoende presteren zonder voldoende reclame-inkomsten? Moeten wij Vox meer geld geven om aan onze verwachtingen te voldoen, of moeten wij een omroep die niet aan onze verwachtingen voldoet geen extra geld geven? Wat was er eerder: de kip of het ei? Wij willen deze vicieuze cirkel doorbreken. De oplossing schuilt in onze ogen in een amendement dat wij samen met het CDA indienen. In het amendement stellen wij voor het in het CUP bepaalde bedrag van € 50.000,- in twee keer te verstrekken, de eerste helft per direct, de tweede helft na 30 oktober, als de meerderheid van de raad vindt dat Vox aan de in het amendement gestelde voorwaarden voldoet. Zo houden wij namens de burgers, c.q. kijkers, de vinger aan de pols. Daarnaast zijn wij van mening dat nu alvast gekeken moet worden naar een langetermijnoplossing en dat er na 2010 meer keuzen moeten zijn dan alleen één omroep. Eén keuze is voor ons geen keuze. Voorts raden wij het Vox-team aan eens kritisch naar mens en materiaal te kijken, om vervolgens met een gekwalificeerd en geoutilleerd team een sprong vooruit te maken. De heer Breugelmans: Mijnheer de voorzitter. Ik neem u graag mee naar het verleden. 1 mei 1988 is een historische datum voor Roermond. De Roermondse Omroepstichting bracht toen haar eerste programma. Het feestelijke openingsprogramma werd minder feestelijk door de berichten over de aanslag van de IRA in Roermond. ’s Avonds gingen de beelden die de lokale omroep had gemaakt niet alleen het lokale net op, maar ook de wereld over; een veelbelovend begin. Nu, twintig jaar later, spreken we nog steeds over de subsidiëring van de zo broodnodige lokale omroep. Sommigen van ons vragen zich zelfs af of we de lokale omroep wel moeten ondersteunen. Het CDA heeft deze vraag van meet af aan met ja beantwoord en wij zullen deze vraag met ja blijven beantwoorden. Wij vinden dat Vox een reële mogelijkheid moet krijgen om haar kunnen te tonen. Overigens is Vox de enige die dat kan, want alleen zij heeft een zendmachtiging gekregen van het Commissariaat voor de Media, en alleen zij zal in 2010 die zendmachtiging weer krijgen. Het CDA constateert dat de lokale omroep in twintig jaar nauwelijks de mogelijkheid heeft gekregen om uit te groeien naar een volwaardige omroep die past in deze tijd. Wij denken dat de oorzaak hiervan gelegen is in het feit dat de gemeente nooit een beleid heeft geformuleerd voor de wijze waarop zij wil omgaan met de lokale omroep en de plaats die de omroep kan hebben in een pluriform lokaal mediabeleid. Hierdoor is de
29 lokale omroep altijd in een vicieuze cirkel blijven ronddraaien. Doordat er geen beleid was, waren er te weinig middelen beschikbaar en omdat de omroep te weinig middelen ter beschikking had, kon de omroep niet uitgroeien, geen programma-innovatie toepassen en de vrijwilligers niet de middelen bieden die zij zo broodnodig hebben. Deze Teufelskreuz willen wij de komende jaren voor eens en voor altijd doorbreken. Het CDA heeft grote waardering voor al die vrijwilligers die de afgelopen jaren met onvoldoende middelen iedere week weer een programma brengen dat door vele mensen in Roermond en omgeving wordt beluisterd en bekeken. Graag zouden wij zien dat met behulp van het burgerpanel wordt onderzocht hoe de burgers over die lokale omroep denken. Vroeger hadden we twee kranten in Roermond en drie weekbladen, nu kennen we slechts één krant en twee weekbladen. Lokale omroep wordt dus steeds belangrijker in een verschralend regionaal medialandschap. Om de pluriformiteit van media te waarborgen, is de gemeente in onze ogen verplicht samen met andere partners de voorwaarden te scheppen voor een goed functionerende publieke lokale omroep. Wij zijn van mening dat de huidige programmering van de lokale omroep verbeterd kan worden. Dat kan echter alleen als de omroep – alweer – over meer middelen kan beschikken. Het voorstel van het college is daartoe de eerste stap, maar het druist in tegen een van de belangrijkste uitgangspunten van het CDA: de eigen verantwoordelijkheid van burgers. Het voorstel regelt waaraan de omroep haar geld mag of moet uitgeven en dat gaat het CDA te ver. Daarom hebben wij liever dat het bedrag van € 50.000,- dat in het College-Uitvoeringsprogramma beschikbaar wordt gesteld in twee keer aan de omroep ter beschikking wordt gesteld, onder de voorwaarde dat ook daadwerkelijk aan kwaliteit van programmering en vrijwilligersorganisatie wordt gewerkt. De omroep heeft dan voor 2008 en 2009 de beschikking over een totale subsidie van € 106.000,-, en dat is een heel hoog bedrag; ik kan me nog herinneren dat men het met ƒ 8.000,- moest doen. Dit hebben wij samen met de VVD vastgelegd in een amendement. In de komende tijd moet duidelijkheid worden geschapen, zowel voor de gemeente, als voor de publieke lokale omroep. Daarom verzoeken wij het college bij motie een kaderstellende nota te maken, waarin duidelijk wordt op welke wijze de publieke lokale omroep kan worden ingepast in het gemeentelijk mediabeleid en wat daarvan de financiële consequenties zijn. Tevens willen wij dat in de toekomst de relatie met de lokale omroep in een productovereenkomst wordt vastgelegd. Wat over de motie ook geschreven is, alle andere zaken die daarover geschreven zijn, zijn niet conform datgene wat in de Nederlandse wet staat. Geloof mij nou maar. Het is eigenlijk schandalig dat het geschreven is, jammer en niet ter zake doende. Het is overigens door buitenstaanders geschreven en daaraan moeten we niet te veel aandacht besteden. Voorts constateert het CDA dat Vox ook uitzendt in de gemeente Beesel, die de omroep echter niet subsidieert. Wij vragen ons af of uw college mogelijkheden ziet om met de gemeente Beesel in overleg te treden over de mogelijkheid om in ieder geval de wettelijke subsidiëring voor haar rekening te nemen. In de statuten van de omroep lezen wij: “De stichting heeft als doel te fungeren als communicatiemiddel in de ruimste zin des woords, ten dienste van en ter beschikking van de inwoners van de gemeenten Beesel, Swalmen en Roermond.” Wij menen dat
30 hiervoor via het amendement en de motie een goede basis wordt gelegd en dat de omroep daadwerkelijk kan toekomen aan het realiseren van deze doelstelling. De heer Van Walsum: Mijnheer de voorzitter. Roermond heeft een lokale omroep nodig. Het medialandschap is grootschalig en daarin komen zaken die in Roermond en de regio Roermond spelen maar beperkt aan bod. Als de hele wereld je vertrekpunt is, en je richt je op het grote publiek, is de regio niet meer interessant. Toch zijn er bijna iedere dag wetenswaardigheden over Roermond te vertellen: local human interest, over mensen in Roermond, over dingen die hier gebeuren, en daar is ook belangstelling voor bij de burger. Regelmatig hoor je mensen zeggen: heb je dát gezien op Vox en wat vond jij daar nou van? De Roermondse lokale omroep Vox besteedt juist aan deze onderwerpen aandacht. De burger wordt zo betrokken bij zijn omgeving, en dat is positief. Vox wordt veel bekeken en beluisterd en heeft een groot draagvlak. Vox leidt al jaren een moeizaam bestaan. De ambitie en de wil zijn er zeker bij de vrijwilligers om tot goede programma’s te komen, maar er zijn vele beperkingen en daardoor ook magere resultaten. Er zijn zorgen over Vox. De technische kwaliteit is problematisch, programmatisch zijn ook opmerkingen te maken en er zijn zorgen over de stabiliteit en continuïteit van de organisatie. Vox erkent die punten van kritiek, maar merkt daarbij op dat er onvoldoende financiële middelen zijn om deze problemen op te lossen. Vanuit de politiek is vaker aangegeven dat Vox meer middelen kan krijgen, mits de kwaliteit maar beter wordt. Aan de andere kant hebben wij, als politiek, Vox nooit verteld wat wij van haar verwachten. Vox bevindt zich in een soort vicieuze cirkel. De geleverde producten zijn matig, er is meer geld nodig om deze op een acceptabel niveau te krijgen, maar dat geld is er niet en dus blijft de kwaliteit onvoldoende, waarmee de zorgelijke situatie blijft voortbestaan. De PvdA-fractie vindt dat het collegevoorstel een goed voorstel is, waarmee Vox in staat wordt gesteld deze vicieuze cirkel te doorbreken en in een positieve spiraal naar boven te kunnen komen. Met circa € 15.000,- aan nieuwe apparatuur en € 20.000,- voor professionele ondersteuning wordt een forse injectie gegeven die Vox in staat moet stellen tot betere producten te komen. De kritiek van een aantal partijen dat het voorstel van het college geen oplossing is omdat het voorziet in incidenteel geld, terwijl de problemen structureel zijn, zodat er structurele middelen nodig zijn om de problemen op te lossen, houdt deze vicieuze cirkel alleen maar in stand. De oproep om eerst een beleidsplan te maken waarin wordt vastgelegd wat de gemeente van een lokale omroep verwacht en wat een goede lokale omroep zou mogen kosten, is op zichzelf prima, maar de situatie bij Vox is van dien aard dat er nú gehandeld moet worden om Vox letterlijk in de lucht te houden. Onszelf kennende, hebben wij er wel enige tijd voor nodig om een dergelijk traject te doorlopen; ook als we er flink de vaart in zetten, zal zo’n plan er heus niet voor eind 2008 zijn. Vervolgens zal uit die plannen naar verwachting een forse financiële last voortvloeien en zal er gezocht moeten worden naar middelen om dat te betalen. Al met al is het ontwikkelen van zo’n plan absoluut geen panklare oplossing en daarop moeten we dan ook niet gaan wachten. Vox zit in een moeilijke situatie en daar moeten we haar uit halen in het belang van de Roermondse burgers. De PvdA-fractie stemt dan ook in met het voorstel
31 van het college en doet een beroep op de andere partijen om dit ook te doen. Het amendement zet het voorstel van het college volledig aan de kant en is van heel andere aard. Daarnaast nodigen wij het college nadrukkelijk uit om toch tot een soort beleidsnota te komen, maar niet op de manier die in de motie is aangegeven. In het amendement wordt voorgesteld het bedrag van € 50.000,- in twee delen beschikbaar te stellen en in de tussentijd een beoordeling te laten plaatsvinden op knap vage criteria. De woordvoering van de betrokken partijen in de commissie was behoorlijk stevig, in negatieve zin…. De heer Breugelmans: Waaruit concludeert u dat onze woordvoering in negatieve zin stevig is geweest? In de commissie heb ik letterlijk gezegd dat wij de omroep structureel moeten helpen. De heer Van Walsum: Maar u hebt ook enorme kritiek op Vox geuit. De heer Breugelmans: Welke kritiek? Kunt u die eens herhalen? De heer Van Walsum: Nee, dat doe ik niet. De heer Breugelmans: Ik wil het graag horen, want ik ben mij daar niet van bewust. Ik heb kritiek geleverd op twee punten: op de bestuurlijke verhoudingen en op de wijze waarop sommige medewerkers met Vox omgaan. De heer Van Walsum: Daarmee geeft u aan dat u forse kritiek hebt. U hebt ook weinig heel gelaten van het voorstel van het college. Door nu het bedrag van € 50.000,- in twee stappen te willen uitkeren, legt u een strop om de nek van Vox. De criteria zijn vaag en dan is het wel heel gemakkelijk Vox te veroordelen en € 25.000,- af te voeren. Ik daag u uit in tweede termijn aan te tonen dat ik daarin ongelijk heb. Als u serieus van plan bent € 50.000,- aan Vox uit te geven, gaat u verder dan het voorstel van het college . De motie vind ik niet juist. Het opstellen van een beleidsplan is heel goed, maar een onderzoek waarin de omroep wordt beoordeeld geeft mijns inziens geen pas. De voorzitter: Dames en heren. Ik doe thans voorlezing van het amendement en de motie van VVD en CDA: Amendement nr. 08A01 “De raad van de gemeente Roermond, in vergadering bijeen op donderdag 14 februari 2008; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 18 december 2007 inzake de lokale omroep Vox, raadsvoorstelnummer 2008/005/1; constaterende dat: l. Roermond een publiek lokale omroep heeft die volgens het Commissariaat van de Media aan alle voorwaarden voldoet; 2. in het College-Uitvoeringsprogramma 2007-2010 is opgenomen dat er een bedrag van € 50.000,- ter verbetering van de kwaliteit van de lokale omroep wordt uitgetrokken;
32 3. reeds 20 jaar door vrijwilligers getracht wordt om een kwalitatief goede lokale omroep voor de gemeente Roermond gestalte te geven; overwegende dat uit diverse reacties blijkt dat er binnen de gemeente Roermond behoefte bestaat aan een lokale omroep; van mening zijnde dat: 1. de kwaliteit van de uitzendingen van de lokale omroep voor verbetering vatbaar is; 2. de lokale omroep de kans moet worden geboden te bewijzen dat zij in staat is de kwaliteit van haar uitzendingen op korte termijn te verbeteren; 3. de kwaliteit moet worden afgemeten aan - de verbetering van de technische kwaliteit van de uitgezonden programma's op radio en televisie; - de criteria die de Mediawet en het Commissariaat van de Media aan het programma-aanbod stellen; - de criteria die voortvloeien uit de afspraken tussen de gemeente en de omroep bij het verstrekken van subsidie (zie commissie-informatiebrief cie AZ d.d. 12 februari 2008). besluit het door het college voorgelegde conceptbesluit nummer 2008/005/2 te vervangen door het navolgende besluit: l. aan Omroep Vox een additioneel incidenteel subsidie toe te kennen van in principe € 50.000,-, onder de volgende voorwaarden: a. een bedrag van € 25.000,- per direct ter beschikking te stellen; b. een bedrag van € 25.000.- ter beschikking te stellen na de raad van 30 oktober 2008 indien de raad van de gemeente Roermond in meerderheid van mening is dat voldaan is aan de in dit amendement genoemde voorwaarden; 2. indien deze € 50.000.- zijn toegekend in deze raadsperiode (tot 2010) geen additionele middelen aan omroep VOX meer te verstrekken.” Motie nr. 08M01 “De raad van de gemeente Roermond, in vergadering bijeen op donderdag 14 februari 2008; gezien liet voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 18 december 2007 inzake de lokale omroep VOX, raadsvoorstelnummer 2008/005/1; overwegende dat: 1. beperkt kaders zijn gesteld wat van de lokale omroep wordt verwacht, op welke wijze de lokale omroep binnen het mediabeleid van de gemeente past, en op welke wijze de gemeente van de lokale omroep verwacht dat zij een bijdrage levert aan het sociale en culturele leven in de gemeente; 2. het wenselijk is voor gemeente en lokale omroep dat er duidelijke afspraken met elkaar worden gemaakt over datgene wat door de gemeente verwacht wordt en door de lokale omroep moet worden geleverd; 3. het wenselijk is dat de subsidierelatie met de omroep transparant is en moet worden vastgelegd in een productovereenkomst met de lokale omroep; 4. onderzocht moet worden wat de burgers van Roermond vinden en verwachten van de lokale omroep:.
33 5. de publieke lokale omroep, ook in de toekomst, structureel moet kunnen rekenen op een bijdrage van de gemeente Roermond waardoor zij aan de door ons gestelde eisen kan voldoen; verzoekt het college van burgemeester en wethouders: 1. een representatief onderzoek te verrichten met behulp van het burgerpanel naar de bekendheid, de verwachtingen en de waardering voor de huidige programma's van de lokale omroep, en de resultaten hiervan uiterlijk 19 oktober 2008 aan de commissie AZ te rapporteren; 2. uiterlijk in het eerste kwartaal van 2009 een kaderstellende nota over publieke lokale omroep voor te leggen aan de gemeenteraad van Roermond waarin duidelijkheid wordt gegeven wat de gemeente Roermond van de lokale omroep verwacht en op welke wijze de lokale omroep wordt ingepast in het gemeentelijke mediabeleid; 3. te onderzoeken wat de financieringsbehoefte is van een lokale omroep zodat deze dagelijks televisie- en radio-uitzendingen kan maken van goede kwaliteit; 4. voorbereidingen te treffen om de relatie met de lokale omroep vast te leggen in een productovereenkomst.” Wethouder Boots: Mijnheer de voorzitter. Een van de eerste overleggen die ik na mijn aantreden als wethouder heb gevoerd was met de heren Fröhlich en Van Kan van de omroep Vox, in januari van het vorig jaar. Ik heb hen toen meteen kenbaar gemaakt dat het op de manier waarop het tot dan toe was gegaan niet verder kon, en dat had met name te maken met de vicieuze cirkel die ook vanavond door diverse sprekers is aangehaald, oftewel het verhaal van de kip en het ei. Het college heeft vervolgens een begin gemaakt met het doorbreken van die vicieuze cirkel door Vox een aantal verplichtingen op te leggen. Ik vind het jammer dat de verplichtingen die in de subsidieverordening zijn vastgelegd de raad door omstandigheden zo laat hebben bereikt, maar in ieder geval blijkt eruit dat eraan gewerkt is. Tegenover die verplichtingen staat een subsidie van € 1,- per huisaansluiting. Terecht is door de raad benadrukt dat wij hier te maken hebben met een vrijwilligersorganisatie. Wat wij graag willen voorkomen is dat als gevolg van te weinig geld steeds minder vrijwilligers bereid zijn zich in te zetten voor Vox. Ook hier hebben we weer te maken met een vicieuze cirkel. Het is niet pas sinds vorig jaar dat wij over Vox spreken. De heer Breugelmans heeft de geschiedenis gereleveerd en is daarbij teruggegaan tot 1988, maar we kunnen nog veel verder teruggaan. Ook in de tijden waarin de omroep onder andere namen opereerde, zoals ROS, SOR, Maas en Grens, en misschien zijn er nog wel meer, heeft de raad nooit uitgesproken wat er nu eigenlijk van werd verwacht, en dat is broodnodig, gelet op de verplichtingen die de Mediawet ons oplegt. De raad moet niet op de stoel van het bestuur van Vox willen gaan zitten, maar moet wel algemene voorwaarden stellen. Voor 2008 zijn die voorwaarden nu opgelegd en in 2009, als Vox verantwoording moet afleggen voor de subsidie die zij heeft ontvangen, zullen wij haar op die voorwaarden afrekenen. Klopt het dan niet, dan zullen wij hierover uiteraard nader met de raad komen te spreken. In het voorstel heb ik getracht de zaken vast te leggen die naar mijn mening moeten gebeuren om de kwaliteit te verbeteren. Een en ander is in goed overleg tot stand gekomen
34 met het bestuur van Vox. Ook dat bestuur is zich er terdege van bewust dat er iets ten goede moet veranderen en dat het nú tijd is om dat te doen, omdat het anders wel eens te laat zou kunnen zijn. Het oordeel over het amendement laat ik aan de raad over, want hij gaat over de centen. Volgens ons voorstel wordt in 2008 € 35.000,- beschikbaar gesteld, volgens het amendement zou dat € 25.000,- moeten zijn, zodat er een verschil tussen zit van € 10.000,-…. De heer Breugelmans: Zo is het niet helemaal. Wij willen nu direct € 25.000,- beschikbaar stellen en per 30 oktober, als de beoordeling heeft plaatsgevonden en voldaan wordt aan de criteria die in de Mediawet zijn vastgelegd, nog eens € 25.000,-. Wethouder Boots: Goed, maar ik ben ervan uitgegaan dat laatstgenoemd bedrag voor 2009 is bedoeld, omdat het eventueel pas op 30 oktober beschikbaar zal worden gesteld. Ons gaat het erom dat de vicieuze cirkel wordt doorbroken en dat Vox geld krijgt om de kwaliteit te verbeteren. Wat dat betreft heb ik weinig moeite met het amendement. Iets kritischer ben ik over de motie. Gevraagd wordt om een representatief onderzoek, inschakeling van het burgerpanel, een kaderstellende nota, een onderzoek naar de financieringsbehoefte en een productovereenkomst. Het is nogal wat om dat allemaal in deze periode geregeld te krijgen, wetend dat we te maken hebben met een organisatie die doende is haar kaderstellende functie in te vullen en de vrijwilligers een kans te geven. Het heeft er wel niet rechtstreeks mee te maken, maar niettemin zal de organisatie hiermee min of meer worden belast, want ik zal hierover met haar moeten spreken. Bovendien onderken ik een aantal knelpunten waarop ik op dit moment geen antwoord kan geven. Zo zou voor een representatief onderzoek ook een nulmeting moeten worden uitgevoerd, wat ook enige vertraging zal opleveren. Voorts is in het college afgesproken dat het burgerpanel niet vaker dan drie- tot viermaal per jaar zou moeten worden ingeschakeld, om het daarmee niet uit de klauwen te laten lopen. Aan een productovereenkomst zijn daarnaast juridische consequenties verbonden waarmee wij al heel gauw op de stoel van Vox zouden komen te zitten. De motie zou ik wel in de geest kunnen overnemen, maar zeker niet letterlijk. Ik ben bereid te onderzoeken welke beren zich op de weg kunnen voordoen en de commissie AZ zo spoedig mogelijk een notitie ter zake voor te leggen, waarbij deze motie als bijlage kan dienen, zodat mede aan de hand van de daarin genoemde punten spijkers met koppen kunnen worden geslagen. De heer Becks: En wanneer denkt u daarmee te kunnen komen? Wethouder Boots: Ik zal proberen de notitie in de eerstvolgende vergadering van de commissie AZ aan de orde te stellen. De voorzitter: Dat is onmogelijk, want de stukken voor die vergadering moeten volgende week al de deur uit. Het zal dus de daarop volgende vergadering worden. De heer Puper: De wethouder ontraadt dus de motie, maar zegt toe uiterlijk in de tweede vergadering van de commissie AZ na deze raadsvergadering met een notitie te zullen komen?
35 De heer Breugelmans: De wethouder heeft gezegd dat hij de motie naar de geest kan overnemen. Betekent dit dat hij ons adviseert de motie nog even aan te houden en over twee of drie maanden in de commissie AZ nader te bezien of het noodzakelijk is de motie alsnog in te dienen? Wethouder Boots: Zo mag u het van mij interpreteren. De heer Breugelmans: Daar kan ik mee leven. De heer Becks: Wij ook. De voorzitter: Het woord is in tweede termijn aan de raad. De heer Daamen: Mijnheer de voorzitter. In tweede termijn wil ik eerst nog even terugkomen op de e-mails die over en weer zijn gegaan. In eerste termijn heb ik geconstateerd dat er heel veel e-mailverkeer is geweest. Daarbij bevonden zich ook e-mails die van buitenaf becommentarieerd zijn. Om meerdere partijen niet te schaden, heb ik iedereen opgeroepen op te houden met elkaar e-mails toe te sturen, maar daarmee doelde ik niet op de e-mail die door de VVD was toegezonden en die mede door het CDA was ondertekend. Het verheugt ons dat VVD en CDA, die in de commissie AZ zeer kritisch waren over het voorstel, samen een weg hebben gevonden om een opening te bieden voor datgene waarom het in essentie gaat, namelijk fatsoenlijke televisie brengen voor de burgers van Roermond, zodat wij daarover vanavond in ieder geval een gesprek kunnen voeren en hopelijk ook een goed besluit kunnen nemen. Ik ben daarom blij dat de wethouder het amendement kan overnemen, dat zelfs nog iets verder gaat dan het collegebesluit. Ook wij kunnen daarmee instemmen. De motie zouden wij niet hebben kunnen steunen, maar ik heb begrepen dat ze zal worden aangehouden en dat hierop nader in de commissie zal worden teruggekomen. De heer Van Walsum: Als u het met het amendement eens bent, kunt u niet ook het voorstel van het college steunen, want dat zijn twee verschillende voorstellen. Ik ben dan ook benieuwd naar uw standpunt. De heer Daamen: Ik heb gezegd dat wij met het amendement kunnen instemmen. De heer Heijnen: Mijnheer de voorzitter. Een eerste goede aanzet wordt vanavond door de raad gegeven: Vox kan in ieder geval vooruit. Met het amendement is overigens naar mijn mening het raadsvoorstel niet helemaal van tafel, maar daarop kom ik direct nog wel even terug. Belangrijk is ook de uitzendcomputer, omdat de omroep Vox daarmee meer mogelijkheden krijgt, onder andere in de vorm van reclame en mogelijk sponsoring, waardoor extra inkomsten kunnen worden gegenereerd. In verband met de beperkte financiële mogelijkheden wil ik de omroep nog een tip aan de hand doen: eventueel kan apparatuur ook worden ingehuurd of geleased.
36 Na de verschillende woordvoerders te hebben aangehoord, moet ik vaststellen dat er geen meerderheid is voor het collegevoorstel. Dat is natuurlijk wel jammer, maar ook uit het amendement gloort naar onze mening enige hoop. Het wijkt niet zo ver af van het collegevoorstel, het verschil is in feite slechts € 10.000,-. Voor wat betreft het bedrag van € 20.000,- zou het neerkomen op 25 uur coaching en begeleiding dit jaar en eventueel 25 uur het volgend jaar. Het kan dus worden gespreid. Wij kunnen het amendement dan ook steunen, omdat wij Vox daarmee niet met lege handen achterlaten en laten verdrinken. Moeite heeft de fractie Burger Belangen Roermond wel met de motie, die wij op een aantal punten te controlerend en te vergaand vinden. Inderdaad zou, zoals de wethouder aangaf, gestart kunnen worden op basis van een nulmeting, om vervolgens kaders te stellen en die naast de Mediawet te leggen. Wij willen uiteraard volstrekt niet op de stoel van omroep Vox gaan zitten. Mevrouw Van Beers: Mijnheer de voorzitter. Van de wethouder hebben wij begrepen dat hij bereid is een fundamentele discussie te voeren over de lokale omroep: wat wij daarmee willen en wat het mag gaan kosten. Na die toezegging kunnen wij het voorstel steunen. De motie die is ingediend door CDA en VVD gaat de SP te ver. Ook het amendement kunnen wij niet steunen, omdat wij vinden dat Vox beter nu wat meer kan worden gegeven in plaats van in twee keer en onder vage criteria. De heer Becks: Mijnheer de voorzitter. De PvdA-fractie heeft gevraagd of wij echt menen wat wij voorstellen in ons amendement met het bedrag van € 50.000,-. Als wij dat niet zouden menen, zouden wij dit amendement niet hebben ingediend. In het CUP hebben wij ons trouwens reeds bereid verklaard iets in deze lijn te doen. Op korte termijn is dit een flexibeler en ruimhartiger oplossing dan in het collegevoorstel, op lange termijn lost het echter niets op en daarom hebben wij ook een motie ingediend, die nu zal worden aangehouden. De heer Van Walsum: U beweert dat het amendement op korte termijn een ruimhartiger oplossing biedt, maar daarmee ben ik het niet eens, want u wilt in eerste instantie slechts € 25.000,- toekennen en gezien de ‘dikke’ voorwaarden die u stelt zal Vox nog maar moeten afwachten of ook het tweede deel beschikbaar zal worden gesteld. Hoe moet ik dit uitleggen? De heer Becks: Wat mij betreft mag u het zó uitleggen, dat € 50.000,- in het verschiet ligt, waarvan € 25.000,- meteen wordt toegekend. Verder maakt Vox, als ze enigszins waarmaakt wat ze ons beloofd heeft – een kwaliteitsslag –, een dikke kans dat nog voor het einde van het jaar ook die andere € 25.000,- kan worden binnengesleept. Als u zonder enige eisen te stellen € 50.000,- beschikbaar wilt stellen, vindt u ons niet op onze weg. Ik vind het niet meer dan billijk dat wij een klein beetje de vinger aan de pols houden. De goede wil die vanavond kan worden bespeurd bij een meerderheid van de raad zal over acht maanden echt niet verdwenen zijn, of de omroep moet haar eigen ruiten gaan ingooien, maar daar kunnen wij dan ook niets aan doen.
37 De heer Van Walsum: Vox krijgt dan tot oktober de tijd om een enorme sprong voorwaarts te maken en dat is een relatief korte tijd, omdat ook de spullen nog moeten worden gekocht, enz. Moet dat allemaal voor die tijd nog lukken, of stelt u zich op het standpunt dat Vox het wel heel bont moet maken wil zij het restant van die € 50.000,niet krijgen? De heer Becks: Wij hebben er alle vertrouwen in dat het wel zal lukken. De heer Van Walsum: De criteria die u wilt stellen zijn nauwelijks uitgeschreven of uitgesproken en het kan dus alle kanten op. Er kan altijd wel iets verzonnen worden waarom het toch niet goed is…. De heer Becks: Als we een stok willen zoeken om de hond te slaan, zullen we er altijd wel één vinden, maar dat is niet de opzet. De heer Breugelmans: Mijnheer de voorzitter. Ook wij zijn door de PvdA-fractie aangesproken over de aard van het amendement en daarom wil ik nogmaals benadrukken dat wij bereid zijn omroep Vox – die de énige lokale zendgemachtigde is en ook de enige zal blijven als het aan het Commissariaat voor de Media ligt – op te waarderen, op te kalefateren en te blijven steunen. Dat wij het bedrag in twee termijnen beschikbaar willen stellen komt simpelweg doordat wij de vinger aan de pols willen houden. Als de omroep dit jaar met € 53.000,- niet uit de voeten kan, is er iets niet goed, want als ik het wel heb, moet zij een investering doen van € 15.000,- – en ik geloof dat er nu op de publieke tribune instemmend wordt geknikt… De voorzitter: Laat u niet verleiden door signalen vanaf de publieke tribune! De heer Breugelmans: Alleen al door die aanschaf zal Vox volgens mij in staat zijn de technische verbetering te halen die in het amendement staat. Daarmee wil ik maar aangeven dat het in onze beleving op dit moment een formaliteit zal zijn. De wethouder heeft een aantal redenen aangegeven waarom hij de motie niet kan steunen. Wellicht is het daarom goed dat ik een paar dingen wat nader duid. Volgens de wethouder moet er eerst een nulmeting worden uitgevoerd voordat het representatieve onderzoek kan worden uitgevoerd waarom in de motie wordt gevraagd. Wat wij met dit representatieve onderzoek bedoelen, is dat het zal moeten uitwijzen of de omroep representatief is voor de Roermondse bevolking. Voorts heeft de wethouder betoogd dat wij ons niet moeten bemoeien met de inhoud van de programma’s, maar daar gaat het ons helemaal niet om. Het gaat ons om de kaders die moeten worden gesteld vanuit de gemeentelijke beleving. Over de inhoud van de programma’s hebben wij uiteraard niets te zeggen. U beschikt over notities van de VNG, de OLON en het Commissariaat voor de Media, waarin exact staat wat met deze motie wordt bedoeld. De wethouder heeft zelf erkend dat een gemeentelijk mediabeleid en een gemeentelijk beleid inzake lokale omroep nu eindelijk eens van de grond zullen moeten komen. Dat is precies de intentie van deze motie.
38 Over het onderzoek, dat door de wethouder is afgeraden, wil ik tenslotte nog het volgende opmerken. In zijn eigen voorstel wordt aangedrongen op een kijk- en luisteronderzoek. Ik neem aan dat hij ondertussen wel zal hebben opgevraagd wat zo’n kijk- en luisteronderzoek kost. Wat wij voorstellen, is een veel goedkopere variant van dat kijken luisteronderzoek, waarin de mening van het burgerpanel wordt gevraagd. Het mag waar zijn dat het burgerpanel dan een paar keer meer wordt ingezet dan nu, maar wij vinden het echt de moeite waard om dat te doen. Dat onderzoek is niet bedoeld om Vox terecht te wijzen, maar om haar te helpen. Laten we nu eens van het positieve uitgaan en niet alleen maar van het negatieve. Inderdaad hebben VVD en CDA zich in de commissie kritisch uitgelaten over het voorstel, en wel omdat het voorstel kritiek verdiende, maar niet omdat de omroep kritiek verdiende. Ook vanavond beperken wij ons tot het voorstel; het overige is de verantwoordelijkheid van de omroep zelf. De heer Van Walsum: Mijnheer de voorzitter. Volgens mij willen wij in deze raad allemaal een lokale omroep. Vox is een vrijwilligersorganisatie en daar hebben wij met z’n allen veel respect voor. Wij constateren ook allemaal dat Vox zich in een vicieuze cirkel bevindt en dat die doorbroken moet worden. Alleen over de manier waarop dat zou moeten gebeuren verschillen wij van mening. In het amendement wordt voorgesteld ineens € 25.000,- beschikbaar te stellen en daarna een beoordelingsmoment in te bouwen. Vraag is nu welke criteria daarvoor worden aangelegd en die criteria zijn niet scherp. Volgens de heer Breugelmans zou hiermee de vinger aan de pols worden gehouden, ik vraag me af of het niet eerder de strop om de nek is… De heer Jacobs: U bent er toch zelf bij als het in de volgende vergadering aan de orde komt? De heer Van Walsum: Ja, maar de PvdA-fractie heeft het helaas niet alleen voor het zeggen! Als ik het zó mag interpreteren dat Vox het wel heel bont moet maken, wil zij het tweede gedeelte van het bedrag mislopen, is het wellicht nog te accepteren, maar daarover willen wij ons direct dan nog in een korte schorsing beraden. Naar aanleiding van de motie is door de wethouder inmiddels toegezegd dat de commissie een notitie zal worden voorgelegd en dat aan de hand daarvan nadere kaders kunnen worden gesteld, waarbij ook de vraag wat een lokale omroep Roermond kost aan de orde kan komen. Het lijkt me heel goed daarover een discussie te voeren. Wethouder Boots: Mijnheer de voorzitter. De heer Heijnen heeft Vox een tip gegeven voor de besteding van het geld en omdat de beschikbare middelen beperkt zijn, vind ik dat zeker geen gek idee. Anderzijds ben ik het met CDA en VVD eens dat dit een verantwoordelijkheid is van het bestuur van omroep Vox zelf. De heer Becks heeft opgemerkt dat voor de lange termijn op deze manier geen oplossing wordt geboden, en dat is juist. Wij zullen daarom eerst met elkaar in gesprek moeten over de vraag wat wij nu eigenlijk van Vox verlangen en dat kraakhelder op papier moeten zetten. Aan de motie die is ingediend zijn zoveel haken en ogen verbonden dat ik daarover eerst met de beleidsmedewerkers in overleg wil gaan. Aan de hand daarvan
39 zal ik vervolgens een notitie opstellen die ik, met de motie als bijlage, in de commissie aan de orde zal stellen. Tenslotte wil ik nog een poging wagen om de heer Van Walsum over de streep te trekken. Zoals hij zelf concludeerde, willen we met z’n allen eigenlijk hetzelfde: een kwalitatief goede omroep en een kwalitatief goede vrijwilligersorganisatie. Het verschil tussen het amendement en het voorstel van het college is niet zo levensgroot… De heer Coenen: Moet ik hieruit opmaken dat u uw eigen voorstel niet meer zo serieus neemt en verder wilt gaan? Wethouder Boots: Wij willen zaken doen ten behoeve van een vrijwilligersorganisatie die dat verdient. Daarbij doet het minder ter zake of die organisatie dit jaar meteen € 25.000,-, € 35.000,- of € 50.000,- krijgt. Wij moeten haar de kans geven een herstart te maken. De laatste twintig jaar is daarvan niets terechtgekomen en nu wordt daarmee een aanvang gemaakt. Het moet inderdaad, merk ik aan het adres van de heer Van Walsum op, wel heel gek lopen, wil Vox het tweede bedrag van € 25.000,- niet krijgen. Als bij de evaluatie in oktober blijkt dat de omroep voldoet aan de voorwaarden van het Commissariaat van de Media en aan de voorwaarden die wij hebben gesteld, kan Vox het volgend jaar op dezelfde weg verder gaan. De voorzitter: Heeft de heer Van Walsum nog altijd behoefte aan een schorsing? De heer Van Walsum: Ja, voorzitter. De voorzitter: Akkoord, de vergadering is geschorst (21.09 uur). Schorsing De voorzitter: Ik heropen de vergadering (21.17 uur). Het woord is aan de heer Van Walsum. De heer Van Walsum: Mijnheer de voorzitter. Na beraad in de fractie zijn wij tot de slotsom gekomen dat het collegevoorstel de beste garanties biedt voor Vox. Het amendement voorziet in eerste instantie slechts in het beschikbaar stellen van een bedrag van € 25.000,-, waarna een wat onzekere situatie ontstaan. Wij stemmen dus in met het collegevoorstel. De heer Coenen: Mijnheer de voorzitter. Ook ik wil graag een stemverklaring afleggen. Evenals de PvdA-fractie geef ik de voorkeur aan € 35.000,- zéker geld in plaats van nu € 25.000,- en daarna misschien – afhankelijk van mooi of slecht weer – nog eens € 25.000,-. Duidelijke criteria zijn er niet, het is een kwestie van hangen of niet, en daarvan ben ik niet gecharmeerd. Mevrouw Van Beers: Wij sluiten ons hierbij aan, voorzitter.
40 De voorzitter: Aan de orde is de besluitvorming over het amendement van CDA en VVD. Het amendement wordt bij handopsteken in stemming gebracht en met 17 stemmen voor aanvaard. (Aan de stemming is niet deelgenomen door de heren A.C.P. Peters, J.M. Peters en Werson.) De voorzitter: Ik stel vast dat het voorstel van het college door deze stemuitslag is achterhaald. De motie is aangehouden en behoeft dus niet in stemming te worden gebracht. Portefeuille wethouder J. van Rey. 15. Voorstel van het college om in te stemmen met het opstellen van een strategische visie Roermond 2020 (raadsvoorstel no. 2008/023/1). De voorzitter: Dames en heren. Het voorstel is vooraf weliswaar niet behandeld in een raadscommissie, maar door een meerderheid van de commissie AZ is, op verzoek van het college, besloten het niettemin voor deze raadsvergadering te agenderen. Vanwege de gerezen onduidelijkheid is door het college verzocht wethouder Van Rey in de gelegenheid te stellen voorafgaande aan de behandeling van dit agendapunt een korte verklaring af te leggen. Daarvoor geef ik hem nu graag het woord. Wethouder Van Rey: Mijnheer de voorzitter. Allereerst zeg ik de raad dank voor de gelegenheid die mij wordt geboden namens het college een verklaring af te leggen, nu kennelijk enige onduidelijkheid is ontstaan over het voorliggende voorstel. Eerder heeft de heer Coenen opgemerkt dat de raad in dit proces door het college op achterstand zou zijn gezet en ook daarom wil ik graag inzicht geven in het proces dat is doorlopen. Op 4 december 2007, een jaar na de samenvoeging met Swalmen hebben wij besloten een heisessie te beleggen, waarin over een groot aantal onderwerpen is gebrainstormd, ook over de toekomst, onder meer aan de hand van de toekomstvisie van Swalmen, waarover in het coalitieakkoord afspraken waren vastgelegd. De voormalige gemeente Roermond beschikte in dat opzicht over de strategische visie uit 1993, ‘Roermond aan zet’, in 1998 bijgesteld in ‘Roermond aan zet II’. Tijdens de rondvraag in de collegevergadering van 18 december is een nota van de directeur van de sector Ruimte behandeld over de opzet van een procesmatige aanpak. Twee dagen later hebben wij brieven verzonden aan een viertal bureaus met het verzoek om een bureaupresentatie, die heeft plaatsgevonden op 11 januari. Tijdens die presentatie viel één bureau al direct af, omdat het ook in opdracht van een buurgemeente werkte. Op 14 januari zijn brieven verzonden aan de drie overgebleven bureaus met het verzoek om een offerte, waarvoor 28 januari als deadline werd gesteld. Op 23 januari heb ik voor aanvang van de vergadering van de commissie EZ de voorzitter, de heer Van Dael, en de griffier geïnformeerd over het aanstaande raadsvoorstel. Ik heb toen voorgesteld alle fractievoorzitters op vrijdag 1 februari uit te nodigen voor het geven van een toelichting op het verloop van het proces.
41 Na afloop van die commissievergadering is gekozen voor een bespreking in het presidium op 28 januari. In die vergadering van het presidium, ’s morgens vroeg, is niet akkoord gegaan met een agendering voor de raadsvergadering van 14 februari, met, naar ik uit overlevering heb begrepen, als argument dat het voorstel niet in de commissie was behandeld. Die zelfde dag, tussen de middag, heeft het college voor het eerst het besluit genomen om kennis te nemen van de op dat moment binnengekomen offertes en in te stemmen met een raadsvoorstel. Wij hebben dat gedaan, omdat wij het na de berichtgeving uit de presidiumvergadering juist achtten een raadsinformatiebrief te doen uitgaan voor de vergadering van de commissie AZ die zelfde avond. De brief is door de burgemeester opgesteld en verzonden en ’s avonds in de commissie besproken. De heisessie van het college op 4 december heeft geleid tot een aantal voorbereidende acties, maar inhoudelijk zijn uiteraard geen stappen gezet. Voor deze snelheid is gekozen op grond van de volgende vijf argumenten: 1. Het proces van de regionale samenwerking in Midden-Limburg. De snelkookpanprocedure van professor Bakker is opgestart en daarover wordt gerapporteerd in de maand juni. 2. De omliggende gemeenten zitten niet stil: de gemeente Roerdalen is bezig met het opstellen van een strategische visie en de strategische visie van Leudal is klaar. 3. De bestuurlijke organisatie van Noord- en Midden-Limburg. Inmiddels is daarin een kleine verandering opgetreden, omdat Beesel uit de Arhi-procedure is gehaald. Vóór 1 april zal er duidelijkheid zijn over de bestuurlijke organisatie van Noord-Limburg, grenzend aan Midden-Limburg. Venlo heeft TNO een onderzoeksopdracht gegeven voor een strategische visie logistiek centrum voor de komende tien, twintig jaar. 4. Binnen nu en een halfjaar worden de twee besloten vennootschappen opgestart: de Ontwikkelingsmaatschappij Midden-Limburg, de voortzetting van REO, en de TROM, de toeristische organisatie-ontwikkelingsmaatschappij. 5. Nordrhein-Westfalen heeft laten weten zich graag te willen aansluiten bij de Benelux, een geweldige kans voor onze regio en voor de provincie Limburg. Deze vijf argumenten wettigen maar één conclusie: snel handelen is nodig en er is dus krediet nodig. Als tot 3 april wordt gewacht met de kredietverlening, is het bijna tweeenhalve maand verder en dat is zonde van de tijd, omdat het met betrekking tot onze toekomst vijf voor twaalf is. Het college neemt aan dat de hele raad het ermee eens is dat opnieuw moet worden nagedacht over de toekomst van de nieuwe gemeente Roermond. Tot nu toe is alleen over het proces gesproken. Het staat buiten discussie dat de raad na het nemen van dit besluit nadrukkelijk bij dit besluit betrokken zal worden. Wij stellen ons voor dat de commissie AZ in dezen zal functioneren als klankbordgroep voor het college, maar als de raad andere voorstellen heeft, hoor ik die graag. Het college had zich voorgenomen deze toelichting op 1 februari aan alle fractievoorzitters te geven, maar het is helaas anders gelopen. Mevrouw Thissen-Heynen: Mijnheer de voorzitter. Het is jammer dat de voorbereiding van zo’n belangrijk stuk tot nog toe zo rommelig is verlopen en dat het college in eerste aanleg de raad een vrij karige rol toebedeelt. De wethouder heeft zojuist een aantal ar-
42 gumenten genoemd waarom snelheid geboden is, maar de PvdA-fractie is van mening dat voor zo’n strategische visie – de heer Coenen noemde het eerder een RO-visie, maar volgens ons is het veel méér en omvat het ook welzijn, cultuur en noem maar op: Roermond moet in de toekomst in brede zin op de kaart worden gezet – de tijd moet worden genomen en dat de raad daarbij vanaf het begin moet worden meegenomen. De wethouder kan wel zeggen dat de raad nog aan bod komt, maar dat vinden wij te laat. Het inhuren van een adviesbureau bijvoorbeeld is van groot belang, omdat zo’n bureau ontzettend bepalend kan zijn voor de uitkomst. Naar onze mening had het college zich daarvoor eerst tot de raad moeten wenden en de raad moeten voorstellen daarvoor een programma van eisen op te stellen, waarmee het college dan aan de slag had kunnen gaan met een bureau. Dat is echter niet gebeurd en wij hebben een amendement opgesteld om dat in feite te repareren. De PvdA-fractie vindt het namelijk belangrijk dat de raad kennis kan nemen van de bureaus en eventueel zelf een aantal bureaus kan uitzoeken. De raad behoort vanaf het begin en ook in het verdere traject heel actief te kunnen meelopen, en niet pas aan het eind… Wethouder Van Rey: Dan moet ik toch vaststellen dat u zojuist niet goed hebt geluisterd. Mevrouw Thissen-Heynen: U hebt zojuist gezegd dat u zich kunt voorstellen dat er een klankbordgroep komt, en daarmee zijn wij het helemaal eens, maar wij willen nog een stapje terug doen en stellen daarom voor dat de uitgezochte adviesbureaus zich aan de raad presenteren en dat de raad in staat wordt gesteld zelf eventueel nog enige bureaus uit te nodigen. Daarna kan het traject zijn doorgang vinden en daarvoor kan de commissie AZ eventueel als klankbordgroep dienen, maar ik kan me ook voorstellen dat de raad zelf een bepaalde klankbordgroep samenstelt met een afvaardiging van alle partijen. Mevrouw Tegelbeckers: Mijnheer de voorzitter. De toelichting van de wethouder heeft de nodige opheldering verschaft en daarover hoeven we dus geen vragen meer te stellen. De visie waarover wordt gesproken zal naar onze mening een totaalvisie moeten zijn waarin alles wordt meegenomen, omdat daarop de komende tijd voortgeborduurd zal moeten worden. Benieuwd zijn wij voorts hoe de toekomstvisie van Swalmen zal worden ingepast. Wordt die 1 op 1 overgenomen, of wordt ze helemaal opnieuw gedaan? Is daarover al iets te zeggen? Wie zijn verder de sleutelfiguren waarover in het voorstel wordt gesproken? De offertes van de verschillende bureaus heb ik bestudeerd en daarin heb ik enige verschillen bespeurd. Kan de wethouder daarop enige toelichting geven? De heer Achten: Mijnheer de voorzitter. Voor de VVD-fractie is het duidelijk: wie geen langetermijnvisie heeft, heeft geen toekomst. Als je niet meedoet in dit proces, sta je als stad Roermond op 1-0, zo niet op 2-0 achterstand. Juist in deze stad is het na de opening van de infrastructuur en de ontwikkelingen die daarmee gepaard gaan, bijvoorbeeld op economisch terrein, en hopelijk straks ook op sociaal-maatschappelijk terrein – denk aan de werkgelegenheid –, extra nodig om nog eens de ‘mind’ op te maken voor de toekomst. Als de buren dat doet, moet je meedoen en als een deelstaat uit Duitsland met,
43 geloof ik, 16 miljoen mensen, aansluiting zoekt bij de Benelux, is dat een extra reden. Als mevrouw Bakker binnenkort de snelkookplanprocedure presenteert, moeten wij ons dossier op orde hebben. Tegen die achtergrond is het lovenswaardig dat het college in zijn brainstormsessie tot dit besluit is gekomen. Het gaat de VVD-fractie daarbij niet zozeer om het proces, laten we vooral aan de inhoud werken en aan de toekomst van deze stad, want daarvoor zijn wij als volksvertegenwoordigers toch gekozen. De burgers, in ieder geval bij mij in de straat, zal het plat gezegd worst wezen wat wij hiervan procesmatig vinden en of het college, de wethouder of de burgemeester een informatiebrief schrijft. Zij willen gewoon weten waar Roermond over tien jaar staat en hoe zo'n recent plan van Swalmen daarin wordt meegenomen. Kortom: laten wij aan de slag gaan. Het proces verdient inderdaad geen schoonheidsprijs, maar om het rommelig te noemen, zoals de PvdA-fractie heeft gedaan, gaat de VVD-fractie veel te ver. Pas op de plaats maken in dezen betekent stilstand en stilstand is achteruitgang. Zouden wij de PvdAfractie volgen in haar redenering dat er eerst een plan van eisen moet komen, dan zouden wij op de stoel van het college gaan zitten en ons gaan bezighouden met het dagelijks bestuur. Mevrouw Thissen toonde zich een ware reserve-wethouder door zich zelfs met de offerte en de aanbesteding van de bureaus te willen gaan bemoeien… Mevrouw Thissen-Heynen: Dat heb ik absoluut niet gezegd! Ik heb alleen gezegd dat wij graag willen dat de bureaus zich presenteren, zodat wij een keuze kunnen maken. Met de offertes willen wij ons helemaal niet bezighouden. Dit had voorkomen kunnen worden als het college ons eerst het programma van eisen had laten opstellen, waarna het college vervolgens zelf een bureau had kunnen kiezen. De heer Achten: Wij vinden dat de PvdA-fractie in het proces van aanbesteding, van offerte tot gunning, op deze manier als het ware op de stoel van het college gaat zitten, ook als zij de bureaus zich wil laten presenteren. De raad heeft eerder aanbestedingsregels afgesproken en toen heb ik de PvdA-fractie niet horen zeggen dat voor dit soort zaken een andere procedure gevolgd zou moeten worden. Het is ook inconsequent. Laat ik als voorbeeld het veiligheidsonderzoek noemen. COT heeft die opdracht gekregen en nooit heeft iemand gezegd dat de randvoorwaarden daarvoor door de raad vastgesteld zouden moeten worden. Zou de raad dat hebben moeten doen, dan waren we zeker een jaar achteruit geworpen. Kortom, de VVD-fractie kan de PvdA-fractie in dezen niet volgen. Wel willen wij graag betrokken worden bij dit proces, maar de wethouder heeft al toegezegd dat dat zal gebeuren. Laten we echter het aantal werkgroepen uit de raad beperken, want voordat we het weten zullen we anders dag en nacht hier zitten te vergaderen, terwijl we politiek in de straat moeten maken. Weer een extra werkgroep betekent opnieuw extra ambtelijke capaciteit en dat zet geen zoden aan de dijk. Het is alleen een kwestie van papier verzetten. De VVD-fractie gaat akkoord met het voorstel en hoopt dat de PvdA-fractie zich in tweede termijn zal herbezinnen. De heer Coenen: Mijnheer de voorzitter. Bij dit voorstel mag ik mede het woord voeren namens GroenLinks.
44 We maken vanavond een mooie ouderwetse discussie mee over de vraag hoe de burgers democratisch kunnen worden betrokken bij een zo belangrijk iets als de vraag hoe de stad er in de toekomst moet uitzien, en daarbij gaat het, zoals de PvdA-fractie terecht heeft opgemerkt, over proces én inhoud. Dat het proces geen schoonheidsprijs verdient, is nog eufemistisch uitgedrukt. Ik wil liever praten over criteria waaraan de stad moet voldoen op het gebied van ruimtelijke ordening, sociaal-maatschappelijk werk, cultuur, enz. dan te gaan miezemauzen over de vraag hoe bijvoorbeeld de omroep Vox haar programma’s moet inrichten. Ik wil hier niet langer voor niks zitten en over kleine dubbeltjes praten, terwijl grote zaken aan mijn neus voorbij gaan. Als er één kans is om te zeggen hoe Roermond en omgeving eruit moeten komen te zien, is die er nú, maar overigens was die er in de afgelopen jaren ook al. Wat is er in de afgelopen jaren eigenlijk gebeurd? Moeten wij wachten tot anderen iets doen en daarop dan wel of niet inschieten? We kunnen het wel over Nordrhein-Westfalen hebben, en misschien ook over Belgisch Limburg, maar dat zijn allemaal luchtbellen waar ik niets mee kan. Als ik word benaderd en ik moet ergens staan, dan moet ik weten hoe waar ik wil zijn en hoe Roermond en omgeving eruit moeten zien, en daarbij wil ik de ondernemers en de burgers kunnen betrekken. De heer Achten heeft betoogd dat er niet te veel werkgroepen moeten worden gevormd. Als een keuze moet worden gemaakt tussen rode of groene stoeptegels, hoeft daarvoor inderdaad geen werkgroep te worden ingesteld, maar als het over dit soort zaken wil ik daarvoor graag extra tijd vrijmaken. Wij moeten straks besluiten nemen over het invullen van Leropperveld, over woonboten in de Weerd, bedrijfsterreinen, enz. en terecht heeft de PvdA-fractie opgemerkt dat de raad daarom met de bureaus aan de slag had moeten gaan. Deze wethouder heeft ons ooit meegenomen naar Helmond om het Centrumplan aldaar te laten zien. Wat daar zo mooi was, was dat de raad van het begin af aan, vanaf positie nul, presentaties voorgeschoteld had gekregen. Zo had het hier ook gemoeten, maar in plaats daarvan is weer gekozen voor een procedure volgens twee tempo’s: het college volgt zijn tempo, wij moeten daarin volgen en hebben alleen nog maar te slikken: ja of nee. Zo moet het wat mij betreft niet. Het college had een procedure moeten kiezen zoals in Helmond, of in Maastricht met de stadsvisie 2010. U moet ons serieus nemen en er ons daarom eerder en sneller bij betrekken. Het hoeven echt geen eeuwenlange discussies te worden, maar u moet ons wel serieus nemen, en dat doet u niet… De heer Achten: De wethouder heeft zojuist gezegd dat, nu het bureau gekozen is, ook de raad erbij zal worden betrokken en heeft ons zelf opgeroepen met voorstellen te komen om de raad verder bij dit proces te betrekken. Het is dan toch aan ons hieraan invulling te geven en via een klankbordgroep of anderszins vorm te geven aan de toekomst? De heer Coenen: Mevrouw Thissen heeft u al het antwoord gegeven dat ik ook zou willen geven. De heer Jacobs: Er worden nu allerlei beweringen gedaan alsof die allemaal waar zouden zijn. Zo heb ik horen zeggen dat er al een bureau zou zijn gekozen, maar dat heb ik
45 de wethouder helemaal niet horen zeggen. Zullen we nu niet eerst eens gewoon vragen stellen, zodat die beantwoord kunnen worden en daarná eventueel nog een discussie voeren? Volgens mij werkt dat veel gemakkelijker! De heer Van Ballegooij: Mijnheer de voorzitter. De SP staat volledig achter een strategische visie. Wat ons betreft had die er al moeten zijn en daarmee kan dan ook niet snel genoeg begonnen worden. Ook bij de discussie over het Nautisch Kwartier hebben wij al aangegeven dat het wat ons betreft noodzakelijk is ook wat grotere lijnen uit te zetten. Wij constateren ook dat de regio zich inmiddels begint te roeren: Venlo voelt de hete adem van Roermond in zijn nek en Weert ook, zo wist de krant onlangs te melden. Wij zijn het dan ook geheel met de wethouder eens dat hiermee nu zo snel mogelijk begonnen moet worden. De vraag echter of hiermee de juiste weg is ingeslagen beantwoorden wij ontkennend. Als door het college bij de raad informatie wordt ingewonnen, om vervolgens toch offertes op te vragen, wordt het een politieke zaak. Vanaf het moment dat een offerte wordt opgevraagd en een bepaalde vraag wordt neergelegd bij een adviesbureau praten we over politiek en over de inhoud. Ik vind het schandalig dat de raad daarbij niet wordt betrokken; het is een soort cowboypolitiek. Haast is terecht, maar het moet wel zorgvuldig gebeuren. Ik ben de beroerdste niet, mijn collega’s volgens mij ook niet, wij maken graag een avond vrij om over de inhoud met de wethouder te praten, en dat hadden we volgens mij al in een eerder stadium moeten doen. Op dit moment gaat dit voorstel ons echter te kort door de bocht. Wij hebben geen enkel idee van de opdracht die is uitgezet bij de adviesbureaus en hoe breed de visie uiteindelijk zal zijn, of ze zich zal beperken tot ruimtelijke ordening en economische zaken, of dat er ook zaken als sport, cultuur en welzijn in worden betrokken. Van dat alles hebben we geen enkel benul. Wij praten nu over een kapstok waaraan waarschijnlijk al ons beleid gematched zal worden en dat is zo’n belangrijke stap, dat daarmee de nodige zorgvuldigheid aan den dag moet worden gelegd. Wij willen net als de wethouder de nodige snelheid betrachten, maar dan met betrokkenheid van de raad. Wij zullen het sámen moeten doen. Mevrouw Tegelbeckers: Hebt u de offertes ingezien? De heer Van Ballegooij: Ja. Mevrouw Tegelbeckers: Dan moet toch al het nodige duidelijk zijn. De heer Van Ballegooij: Als wij met z’n allen de offertevraag kunnen bepalen, kunnen wij daadwerkelijk invloed uitoefenen, maar op dit moment heb ik dat gevoel niet. Als op korte termijn een bijeenkomst geregeld kan worden waarin een en ander nader wordt uiteengezet, vinden we dat prima, maar mijn fractie wil hierover vanavond geen beslissing nemen, omdat het echt te kort door de bocht is. De heer Lucas: Mijnheer de voorzitter. Dat van de schoonheidsprijs heeft de wethouder inmiddels begrepen, zodat ik het daarover niet meer behoef te hebben.
46 Het college heeft in december bij elkaar gezeten en bedacht dat nu actie en tempo zijn vereist, omdat wij anders wellicht de boot missen. Op zichzelf is daar niets mis mee. Het is ook al eerder gebeurd. In 1993 verscheen de startnotitie ‘Roermond aan zet’ en daarmee is een heleboel gedaan, tot in 1998 de kreet klonk dat het roer om moest, en dat is ook gebeurd. Tussen tien jaar geleden en nu is er behoorlijk wat gesleuteld aan Roermond, en dat onder deze zelfde wethouder… De heer Öztürk: ‘Het roer moet om’ was toch een VVD-slogan? De heer Lucas: U bent bij de les, hou het nog maar even vast! Burger Belangen Roermond stelt zich op het standpunt dat wij moeten proberen de burgerbelangen te behartigen. Ook dat is een kreet die het misschien bij de komende verkiezingen goed doet. Samenspraak met deze raad is van belang, maar samenspraak met de burger, met maatschappelijke organisaties, ondernemers, buurtcomités, wijkraden, stichtingen e.d. is nog veel belangrijker. Wij nodigen de wethouder dan ook uit bij deze strategische visie die organisaties te betrekken die het belang van Roermond heel hoog achten. Natuurlijk is de burger er ook bij: hij komt aan zet als wij op 3 juli deze strategische visie vrijgeven voor inspraak. Met betrokkenheid trek je iedereen over de streep en wij hebben er vertrouwen in dat dit college die betrokkenheid zal kweken. We hebben het in de afgelopen jaren ook gezien en we weten dat deze wethouder dat kan. Wat de offertes betreft, stel ik vast dat een offertevraag een vraag is die op een antwoord wacht. Dat antwoord kunnen wij zelf een keer geven en ik zie dan ook niet zo’n probleem in het aanvragen van een offerte. Ik doe dat wel vaker en soms gaat een offerte door, soms ook niet. Snelheid is geboden. Roermond is nog steeds in beweging en de toekomst van Roermond staat op het spel. ‘De jeugd heeft de toekomst’ is een mooie slogan en ook in Roermond heeft de jeugd daar wellicht een stem in. Dit collegevoorstel kan onze goedkeuring wegdragen. Wat het amendement van de PvdA-fractie betreft, kan ik u zeggen dat onze fractie zich grotendeels kan aansluiten bij wat de heer Achten daarover heeft opgemerkt. Ook wij zijn van mening dat dit amendement wel erg ver gaat. Ik geef de PvdA-fractie in overweging het amendement wat anders op te stellen, of het collegevoorstel nog eens goed te bestuderen en eventueel daarmee verder te gaan. De heer Daamen: Mijnheer de voorzitter. Over de procedure heb ik na de toelichting van de wethouder nog één vraag te stellen. Hij heeft aangegeven dat hij op 1 februari de fractievoorzitters had willen informeren, maar dat dat is niet doorgegaan. Hij heeft er echter niet bij verteld waaróm dat is niet doorgegaan en ik verzoek hem dat in tweede termijn nog even te vertellen. Een strategische visie behoor je sámen op te stellen, zoals al eerder is betoogd. De raad moet de kaders aangeven en moet daarom vanaf het allereerste begin geïnformeerd worden. Voor de haast die met deze visie is gemoeid zijn door de wethouder vijf argumenten aangegeven. Hoewel ik op dit moment niet kan beoordelen hoe belangrijk deze allemaal
47 zijn, kunnen wij ons bij alle vijf argumenten best iets voorstellen. Van groot belang daarbij is dat een gerenommeerd adviesbureau wordt ingeschakeld. Van het amendement van de PvdA-fractie heb ik kennis genomen en ik moet zeggen dat een aantal punten daarin ons wel aanspreekt. Wij zijn het er in ieder geval mee eens dat de strategische visie niet alleen op ruimtelijke ordening betrekking moet hebben, maar ook het sociaal-culturele en economische vlak zal moeten raken. Ik hoop dat de wethouder daarover in tweede instantie nog iets wil zeggen. Dat mevrouw Thissen erop heeft aangedrongen een presentatie van de drie bureaus te laten verzorgen kan ik mij heel goed voorstellen. In Swalmen is namelijk de beroemde toekomstvisie 2014 vastgesteld en in die procedure zijn de desbetreffende bureaus ook uitgenodigd, door het college overigens, om uit te leggen hoe naar hun mening samen met ons die visie gemaakt moest worden. De raad heeft toen van tevoren heel duidelijk aangegeven dat hij daarbij betrokken wilde horen, maar dat dat ook moest gelden voor het maatschappelijk middenveld, voor mensen die op een of andere manier in wijken bezig waren, enz., en dat is een zeer prettig werkbare manier gebleken om samen tot die visie te komen. Dit station is nu voor een deel gepasseerd, in die zin dat u de drie bureaus al hebt uitgenodigd een offerte te maken, maar misschien kan alsnog een inhaalslag worden gemaakt door deze bureaus nog eens voor ons te laten verwoorden wat het in eerste instantie al voor het college heeft gedaan. Graag wil ik voorts nog eens de vraag herhalen hoe de Swalmer toekomstvisie zal worden ingebed: moet ze opnieuw worden gemaakt, of wordt daaraan op andere wijze een vervolg gegeven? Ook wij pleiten voor snelle informatie en desnoods willen wij daarvoor wel een keertje extra bij elkaar komen. Het idee om de commissie AZ als klankbordgroep aan te wijzen kan onze goedkeuring wegdragen. Wethouder Van Rey: Mijnheer de voorzitter. Als mij maar een spreektijd van 30 seconden zou worden toegestaan, zou ik mij beperken tot de opmerking dat ik mij geheel bij de heer Jacobs kan aansluiten. Inderdaad hebben veel mensen gesproken over iets wat er nog helemaal niet is. Als de heer Van Ballegooij dan de term ‘cowboypolitiek’ in de mond neemt, adviseer ik hem eens naar zichzelf te kijken. Hij heeft ook het woord ‘schandalig’ gebruikt, maar hier is helemaal niets schandaligs aan. Toen wij hadden besloten deze weg op te gaan, spraken wij af alle fractievoorzitters bij elkaar te roepen om een toelichting te geven op het proces. Voor aanvang van de vergadering van de commissie EZ heb ik dat voornemen besproken met de voorzitter van de commissie en met de griffier. Tijdens die vergadering heeft de commissiegriffier hierover contact opgenomen met de raadsgriffier, de heer Vervuurt, en daaruit is de afspraak voortgevloeid om een en ander tijdens de presidiumvergadering van 28 januari te bespreken, waarmee de afspraak voor 1 februari kwam te vervallen. Dat is geen cowboypolitiek, maar een kwestie van informatieverstrekking. Zo lang ik hier werk heeft men mij nog nooit kunnen verwijten dat ik de raad onvoldoende informeer. Ik let daarop. Zelf ben ik ook raadslid geweest, ik weet dat de raad meestal op achterstand moet opereren en dat het van belang is hem in een zo vroeg mogelijk stadium te informeren. Ik had dat zelfs al
48 willen doen voordat het besluit door het college was genomen. Ook door de PvdAfractie zijn in dit verband zeer grote woorden gesproken. Wat er met de toekomstvisie van Swalmen zal gebeuren is al afgesproken in het coalitieakkoord. Deze toekomstvisie, waaronder de realisering van een brede maatschappelijke voorziening Martin Giessen – die inmiddels al geregeld is – zal verder worden uitgewerkt en ontwikkeld. In het amendement van de PvdA-fractie komt dan ook een stommiteit van de eerste orde voor, want daarin staat – ik vertaal het nu even in mijn eigen woorden – dat die toekomstvisie 1 op 1 moet worden overgenomen… Mevrouw Thissen-Heynen: Dat staat er niet; er staat dat ze met de grootst mogelijke zorgvuldigheid moet worden ingepast! Wethouder Van Rey: Dat betekent dat ze 1 op 1 moet worden overgenomen, anders is het niet zorgvuldig; dat is nogal logisch. Voor Swalmen zou het een tekortkoming betekenen, want het leven staat niet stil. Ik heb de toekomstvisie voor Swalmen snel bekeken en ze ziet er geweldig goed uit, maar als er iets met de bestuurlijke organisatie in Noord-Limburg gebeurt dat consequenties heeft voor Swalmen, is het toch logisch dat we daarover gaan discussiëren? De toekomstvisie moet dan ook niet met de grootst mogelijke zorgvuldigheid worden ingepast, maar aan de tijd aangepast, en daar zit de raad zelf bij. Een strategische visie gaat natuurlijk veel verder dan een ruimtelijk structuurplan. Het is een visie op de koers van de gemeente in 2020 en omvat álle beleidsterreinen. We moeten er echter wel rekening mee houden dat per 1 juli een nieuwe Wet op de ruimtelijke ordening van kracht wordt, die het nodig maakt ook een ruimtelijke structuurvisie te maken. Mogelijk kunnen beide visies gelijk-op gaan. Wat mij nog het meest stoorde in de bijdrage van de PvdA-fractie –het klonk ook door in het betoog van de heer Daamen – waren de opmerkingen over de aanbesteding met betrekking tot bureaus, waarmee mevrouw Thissen zich, zoals de heer Achten terecht opmerkte, als een soort reserve-wethouder opwierp. In Swalmen zat mevrouw Thissen veel dichter op het dagelijks bestuur, maar vertaald naar Roermond werkt dat niet. Ze zou het misschien wel graag willen, en ik misschien ook wel, maar dat kan niet. Het dagelijks bestuur wordt ervoor betaald om dingen te doen die voor de burgers goed zijn. Voor wat betreft het uitzoeken van een aantal bureaus in deze procedure, verwijs ik naar de nota ‘Waar voor je geld, deel III’, waarin precies wordt aangegeven, ook geheel conform de Gemeentewet, hoe dat wel en niet moet gebeuren. De kaders daarvoor zijn door de raad dus reeds vastgelegd en daar houden we ons aan. In het college is afgesproken dat we de raad niet achteraf confronteren met een raadsvoorstel voor een krediet en een keuze voor een bureau, maar dat we dat sámen doen. Precies volgens het boekje hebben wij een viertal bureaus uitgenodigd. Eén viel er meteen af, ik heb uitgelegd waarom, en de reacties van de andere drie hebben wij meteen ter inzage gelegd. Hieruit moet nu een keuze worden gemaakt. De raad mag dat vanavond doen, of maandag, of dinsdag, in ieder geval voordat het college dinsdag een besluit gaat nemen, maar we zijn niet van plan met de raad bij elkaar te gaan zitten om nog eens drie bureaus uit te nodigen. Een nieuwe procedure zou ons veel te ver op achterstand werpen. Overigens stel ik vast dat de
49 PvdA-fractie bij voorstellen van collega IJff nooit met zo'n voorstel is gekomen en ook niet bij de visie voor Asenray… Mevrouw Thissen-Heynen: Maar dit is wel iets heel anders. Wij hebben het hier over dé kapstok voor de toekomst van Roermond, zoals de heer Van Ballegooij het noemde, en dat is niet te vergelijken met een bestemmingsplan of de ontwikkeling van een wijk. Ik vind dat u de raad wat dit betreft niet serieus neemt. Wethouder Van Rey: Ik neem de raad wél serieus, anders zou ik er niet op ingaan. De langetermijnvisie voor Asenray was voor die mensen net zo belangrijk als een strategische visie voor de mensen in de binnenstad van Roermond en toen hebt u die opmerking niét gemaakt. Het getuigt van een selectieve opstelling van de PvdA-fractie ten opzichte van het college en ik houd niet van selectiviteit. Vanavond ligt slechts een besluit voor met betrekking tot het krediet. Wat ik daarnaast nog van de raad wil weten is of hij vanavond een keuze voor het bureau wil maken, of maandag of dinsdag, hetzij in de commissie AZ, hetzij in de commissie EZ, of eventueel in een klankbordgroep vanuit de raad, zoals door mevrouw Thissen voorgesteld. De raad zou mij een verwijt kunnen maken als wij al een keuze voor het bureau hadden gemaakt, maar dat is niet het geval… Mevrouw Thissen-Heynen: In het voorstel staat dat u drie bureaus hebt geselecteerd en dat u binnenkort een keuze zult maken. Over een rol voor de raad wordt nergens gesproken en ook is nergens aangegeven welke selectiecriteria u hebt gehanteerd. Wij moeten hierop maar blindelings vertrouwen en dit is zo’n belangrijk stuk dat wij vinden dat de raad hierbij betrokken moet worden. Wethouder Van Rey: Mevrouw Thissen luistert weer selectief. Ik heb zojuist gezegd dat wij geen keuze hebben gemaakt en dat die wij die keuze aan de raad overlaten. De raad kan die keuze vanavond maken, maar als hij er maandag of dinsdag over wil praten, vind ik dat ook prima. Geïnformeerd is ook naar de verschillen in de offertes van de bureaus. Heeft mevrouw Thissen de offertes bekeken? Mevrouw Thissen-Heynen: Ik wil een dergelijke grote opdracht niet aan de hand van papier beoordelen. Wij behoren geïnformeerd te worden over de manier waarop een bureau zoiets gaat aanpakken en hoe het daarbij de burgers van Roermond wil betrekken. Wethouder Van Rey: Hoe kunt u nu oordelen over iets wat u niet hebt gezien? Als u de offertes had bekeken, had u kennis kunnen nemen van het plan van aanpak. Degenen die de offertes wel hebben bestudeerd, zullen hebben gemerkt dat de prijsverschillen erg groot zijn; ze variëren van € 50.000,-, € 75.000,- tot € 100.000,-. Daarnaast zijn er natuurlijk verschillen met betrekking tot de inventarisatie die men wil gaan uitvoeren, de wijze waarop men werkt en de planning. Belangrijk is ook de ervaring van de elders werkzame projectleiders. Er zal daarom een optimale afweging moeten worden gemaakt, daartoe nodig ik de raad uit en daarom zijn de offertes ook ter inzage gelegd. Ik
50 weet overigens hoeveel mensen daarvan kennis hebben genomen en dat zijn er niet veel geweest. De heer Van Ballegooij heeft gevraagd waarom de strategische visie nu pas wordt aangepakt. Hij herinnerde eraan dat er bij de discussie over het Nautisch Kwartier al naar was gevraagd, maar die had meer betrekking op een structuurvisie op het gebied van de ruimtelijke ordening. Die vraag is natuurlijk ook in het college gesteld en daarbij is het coalitieakkoord erop nageslagen. De hoogste prioriteit in dat coalitieakkoord was de samenvoeging van Swalmen en Roermond en ik moet er niet aan denken dat de nieuwe raad meteen was belast met een strategische visie. Het is daarom dat wij na een jaar bij elkaar zijn gaan zitten op de hei, waar dit tot wasdom is gekomen. De aandacht is het eerste jaar geheel uitgegaan naar de samenvoeging en van de burgers uit Swalmen, maar ook de voormalige raadsleden en wethouder uit Swalmen heb ik vernomen dat dat tot volle tevredenheid is gebeurd. Achteraf bezien – maar het is altijd gemakkelijk achteraf te redeneren – heb ik geconcludeerd dat het beter was geweest dit niet op 23 januari met de voorzitter van de commissie EZ en de griffier te bespreken, maar dat we in die week gewoon een brief hadden moeten sturen. Ik leer iedere dag bij. Het college houdt van snelheid in de dossiers – kijk maar eens wat er in de stad gebeurt; daar zijn anderen jaloers op –, maar in dit geval hadden we beter half januari die brief kunnen sturen. Naar aanleiding van de opmerkingen die mevrouw Thissen heeft gemaakt over het programma van eisen, roep ik de raad nogmaals op óf vanavond een besluit te nemen over het bureau, óf dat maandag of dinsdag te doen, waarbij ik me dan voorstel dat onze ambtelijke projectleider een toelichting geeft op de verschillen in de offertes enz. De raad verzoek ik zich in tweede termijn uit te spreken over de vraag of hiervoor een klankbordgroep uit de raad moet worden ingesteld, of dat een commissie uit de raad die functie kan vervullen. Mij is het om het even, als we maar snel kunnen werken. Mevrouw Tegelbeckers, die een vraag heeft gesteld over de sleutelfiguren, moet ik zeggen dat wij daaraan nog helemaal niet zijn toegekomen. Alle spelers op het veld, variërend van Wel.kom tot SKR en de leden van OPET, zullen hierbij worden betrokken. Ik neem aan dat hieraan veel sessies zullen worden gewijd en ik stel me voor hiervoor ook een aantal Roermondenaren uit te nodigen die al tien, twintig jaar uit de stad zijn en elders een geweldige carrière hebben gemaakt… De heer Öztürk: Wat zou u zeggen van bisschop Gijsen? Wethouder Van Rey: Die heeft zijn eerste spreekbeurt afgelopen maandag in Weert gegeven, waarin hij onder meer over zijn voorgangers Paredies en Damianus heeft gesproken, vandaar dat de gevangenis in de Pollartstraat naar Damianus is genoemd! Terecht heeft de heer Achten ervoor gewaarschuwd dat stilstand achteruitgang is. Er gebeurt zoveel om ons heen, dat we hier absoluut binnen een paar maanden uit moeten zijn. Als professor Bakker in juni rapporteert, liggen de contouren voor MiddenLimburg vast. Als wij hierin een rol willen spelen, zullen we dat gezamenlijk moeten doen en hierin keuzen moeten maken.
51 Dat nu sprake zou zijn van slikken of stikken, zoals de heer Coenen zei, bestrijd ik. Aan de orde is nu slechts de kredietverlening en de keuze hoe hierin verder moet worden gegaan met de raad. De keuze van het bureau kan vanavond eveneens worden gemaakt, maar kan ook verschoven worden tot maandag of dinsdag. De heer Lucas heeft teruggeblikt naar 1993 en 1998. Gisteravond heb ik de notulen van die tijd nog eens met belangstelling gelezen en toen ook gemerkt, wat ik niet meer wist, dat de PvdA-fractie tegen de strategische nota ‘Roermond aan zet’ was. Hoeplijk heb ik hiermee alle vragen naar voldoening beantwoord. De voorzitter: Dames en heren. Aan het antwoord van de wethouder heb ik nog een paar technische opmerkingen toe te voegen. Op 23 januari is de heer Van Dael ingelicht over het voornemen van het college om op 1 februari een bijeenkomst te beleggen met de fractievoorzitters. Dat was echter op vrijdagavond en nota bene ook nog eens carnavalsavond, vandaar dat de griffie in overleg met enkele mensen heeft besloten een en ander in de presidiumvergadering van 28 januari aan de orde te stellen; daar is het vervolgens blijven ‘hangen’, zoals u allen weet. De wethouder heeft zojuist gesuggereerd eventueel maandag of dinsdag een besluit te nemen over het bureau, maar dat kan natuurlijk niet, want zo’n bijeenkomst heeft geen status. Een werkgroep kan daarover geen beslissing nemen, dat zal altijd door de raad moeten gebeuren, zodat hierover, puur technisch gezien, vanavond een beslissing zal moeten worden genomen, tenzij de hele raad morgen of maandag opnieuw bijeen zou worden geroepen. Wethouder Van Rey: Dat ben ik niet met u eens, want het betreft een bevoegdheid van het college. Het college is echter bereid in die beslissing de raad te betrekken, of een werkgroep uit de raad, die daarover advies kan uitbrengen. Uiteraard zal dat advies dan door het college worden overgenomen. Mevrouw Tegelbeckers: Wij willen ons hierop graag even beraden in een korte schorsing, voorzitter. De voorzitter: Ik heb er zelf ook behoefte aan dit nog even te laten nagaan door enkele mensen met juridische kennis. Ik schors de vergadering (22.18 uur). Schorsing De voorzitter: Ik heropen de vergadering (22.37 uur). Dames en heren. Alvorens de tweede termijn aan de orde te stellen, wil ik een omissie mijnerzijds herstellen. Ik heb het amendement van de PvdA-fractie namelijk nog niet voorgelezen en zal dat daarom nu alsnogdoen: Amendement nr. 08A2 “De raad van de gemeente Roermond, in vergadering bijeen op donderdag 14 februari 2008;
52 gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 28 januari 2008 met betrekking tot de Strategische Visie Roermond 2020; constaterende dat: 1. een strategische visie voor een gemeente een van de belangrijkste documenten is die een gemeenteraad dient vast te stellen; 2. het belangrijk is dat er een totaalvisie voor Roermond komt, die een toekomstbeeld geeft op zowel ruimtelijk, sociaal, cultureel en economisch vlak; 3. de raad in zijn kaderstellende rol hier vanaf het allereerste begin bij betrokken dient te worden; 4. het adviesbureau dat deze visie gaat opstellen heel bepalend zal zijn voor de uitkomst van deze strategische visie: 5. het daarom voor de hand ligt dat de raad ook betrokken wordt bij de keuze van dit adviesbureau; 6. er voor de voormalige gemeente Swalmen de ‘Toekomstvisie Swalmen 2014’ is vastgesteld; besluit het door het college voorgelegde ontwerpbesluit (nr. 2008/023/2) te vervangen door de onderstaande punten: 1. in te stemmen met het opstellen van een strategische visie voor de gemeente Roermond, die een toekomstbeeld geeft op zowel ruimtelijk, sociaal, cultureel en economisch vlak; 2. dat de drie door het college uitgezochte adviesbureaus, eventueel aangevuld met enkele door de raad gekozen bureaus, zich dienen te presenteren aan de raad; 3. dat de adviesbureaus daarbij hun plan van aanpak presenteren, waarin tevens zichtbaar is de rol van de raad en van de burgers van Roermond bij de totstandkoming van de strategische visie; 4. dat de raad vervolgens, op grond van het plan van aanpak en de presentatie, een keuze maakt uit een van de bureaus; 5. dat de ‘toekomstvisie Swalmen 2014’ met de grootste zorgvuldigheid ingepast zal worden in de nieuwe strategische visie; 6. het college opdracht te geven om punten 2 t/m 3 voor te bereiden; 7. als aan bovenstaande wordt voldaan in te stemmen met het onttrekken van € 150.000,- uit de reserve CUP.” Mevrouw Thissen-Heynen: Mijnheer de voorzitter. Het is jammer dat onze bijdrage zoveel stof heeft doen opwaaien, want wat wij hebben gevraagd is in feite niet meer en niet minder dan dat de raad zijn kaderstellende rol kan vervullen. Het is echt niet onze bedoeling om de zaak daarmee aan te houden of te treuzelen, want ook wij willen dat voortvarend aan de slag zal worden gegaan. Daarom hebben wij in het amendement ook aangegeven dat het bedrag van € 150.000,- beschikbaar kan worden gesteld. Het gaat ons alleen om de kaderstelling. Wij willen ons niet met ieder bestemmingsplan of met iedere werkgroep bemoeien. Dit is echter een strategische visie voor de toekomst en daarin dient de raad naar onze mening een andere rol te hebben. Wat ons in ieder geval verheugt, is dat ons amendement ertoe leidt dat met de raad zal worden gesproken over de diverse bureaus, waarbij ook de plannen gepresenteerd zullen
53 worden. Omdat het amendement zelf echter niet op voldoende draagvlak kan rekenen, zullen wij het niet indienen. Over de vraag of voor het vervolg al dan niet een klankbordgroep moet worden ingesteld heb ik mij eerder al uitgelaten. Het is natuurlijk onmogelijk om hierover elke keer met de hele raad te vergaderen. Daarom stel ik voor dat in een klankbordgroep te doen waarin door iedere partij iemand wordt afgevaardigd. De voorzitter: Wilt u die klankbordgroep alleen instellen voor deze gelegenheid, of voor het hele traject? Mevrouw Thissen-Heynen: Van mij mag maandag de hele raad erbij worden betrokken, maar in het vervolg van het traject kan natuurlijk niet iedere keer de raad bijeen worden geroepen. Mevrouw Tegelbeckers: Mijnheer de voorzitter. De wethouder zeg ik dank voor zijn antwoord. Op korte termijn zal dit dossier een heel belangrijke rol gaan spelen voor Roermond en ik wens de wethouder daarin veel wijsheid toe. Voorts wensen wij dat de raad blijvend betrokken blijft bij dit dossier. De keuze uit de bureaus willen wij graag a.s. maandag bespreken. Wat ons betreft kan dat in de commissie AZ gebeuren. De heer Achten: Mijnheer de voorzitter. Bij voetballen wordt wel eens een prijs uitgereikt voor de beste speler van de wedstrijd. Hier is dat niet zozeer aan de orde, maar de heer Jacobs wil ik wel een compliment maken voor zijn wijze woorden: luisteren is een kunst en wie die kunst verstaat zal vaak politiek bedrijven puur op de inhoud. De PvdA-fractie heeft in eerste termijn zware woorden in politieke zin gebezigd in de richting van het college. Ik heb er enkele genoteerd: ‘de raad wordt niet serieus genomen’ en ‘wij moeten blindelings volgen wat het college voorlegt’. Ik neem aan dat mevrouw Thissen dit heeft gezegd vanuit haar betrokkenheid bij en bevlogenheid met dit onderwerp en dat zij daarmee niet doelde op het totale politieke functioneren van het college. In dit verband leg ik het college meteen de vraag voor of het op dit dossier een unaniem besluit heeft genomen, of dat hierbij een voorbehoud is gemaakt door de wethouder van de PvdA. Zoals ik al in eerste termijn heb gezegd, is de VVD-fractie van mening dat in het belang van de stad, de regio en onze burgers, en gehoord de maatschappelijke betrokkenheid die zo bevlogen werd verwoord door onder anderen de heren Lucas en Heijnen, nu zo snel mogelijk aan de slag zal moeten worden gegaan. Het is dan aan het college om in het juridische proces van aanbesteding een zorgvuldig besluit te nemen. Wij willen niet op de stoel van het college gaan zitten. Zouden we dat wel doen, dan zouden we als een zevende wethouder gaan fungeren en dat kan en mag niet de bedoeling zijn. Het zou ook betekenen dat we dan geen vertrouwen in het college hebben, en dat hebben wij wel. Wat wij wel willen, is een klankbordgroep instellen en de VVD-fractie stelt voor die in eerste instantie te laten bemensen door de fractievoorzitters. Overigens is het natuurlijk het recht van iedere fractievoorzitter om eventueel een ander uit zijn of haar fractie af te vaardigen. Onze gedachten gaan uit naar de fractievoorzitters vanwege het
54 overkoepelende. Het gaat over economie, over maatschappelijke zaken, sociaal welzijn, cultuur, enz., en juist de fractievoorzitters dienen het generieke te beschouwen. Het verheugt de VVD-fractie dat de PvdA-fractie haar amendement heeft ingetrokken. Zou dat namelijk niet zijn gebeurd, dan zou vanavond en in de komende weken het beeld blijven hangen dat wij met een bepaald dossier zeer selectief tewerk te gaan. Kortom, laten we aan de slag gaan en laten we als raad via de fractievoorzitters de vinger aan de pols houden. Mevrouw Thissen-Heynen: U vroeg zojuist of het vertrouwen van de PvdA-fractie in het college op alle fronten verdwenen is. Dat is natuurlijk niet het geval. Dit onderwerp raakt onze fractie echter zeer en over dit dossier denken wij fundamenteel anders. De heer Achten: Dat is uw goed democratisch recht. De heer Coenen: Mijnheer de voorzitter. Eventjes heb ik nog overwogen het amendement opnieuw in te dienen, wat dat kan natuurlijk, maar omdat er onvoldoende draagvlak voor is zie ik daar van af. Zoals ik in eerste termijn al zei, speelt zich hier een bepaald soort discussie af. Terwijl één fractie haar amendement met de staart tussen de benen moet intrekken, speelt een andere fractie het zwaar. Het zou zwaar weer worden als het amendement niet zou zijn ingetrokken; dat is voor iedereen duidelijk. In het vuur van de discussie heeft de wethouder zich afgevraagd of de PvdA-fractie zich hier aan selectief beleid schuldig maakt, maar mensen die vaker onze raadsvergaderingen volgen weten dat regelmatig ook wethouder IJff door de VVD-fractie op de nek wordt gezeten. De burgers zien dat wel. Wij blijven van mening dat de raad serieus moet worden genomen. In een soort boetedoening heeft de wethouder zojuist toegegeven dat hij qua tempo iets te hard van stapel is gelopen en toegezegd dat hij de raad er alsnog bij wil betrekken, maar ik zie hem nu zijn hoofd schudden, zodat ik me afvraag wat zijn aanbod dan eigenlijk voorstelt. In ieder geval heeft het college de raad nodig als het om geld gaat en dat is een van de weinige zaken waarmee de raad nog iets zou kunnen doen. Wat de procedure betreft, kan ik u zeggen dat u mij, ook al is het vandaag Valentijnsdag en is morgen mijn schoonmoeder jarig, morgenavond, maandag of dinsdag mag uitnodigen voor een bijeenkomst om een nader besluit te nemen, nadat wij een presentatie hebben gekregen van drie bureaus en te horen hebben gekregen waar zij nog meer werk hebben verricht en hoe zij van plan zijn dat te doen voor de gemeente Roermond. Ik zou er overigens de voorkeur aan geven dat de hele raad voor die bijeenkomst wordt uitgenodigd. Daarmee wordt dan hersteld wat het college in eerste instantie heeft verzuimd. Voor de verdere begeleiding van het project mag wat mij betreft een klankbordgroep worden ingesteld, omdat het college in zijn ambitie en snelheid wel eens iets te hard wil gaan en de raad dan alleen om vijf voor twaalf nog iets hoeft te zeggen, of geld te voteren. Dat wil niet zeggen dat wij niet snel mee kunnen denken en handelen, maar daarvoor moeten we dan wel de kans krijgen. De heer Van Ballegooij: Mijnheer de voorzitter. Het heeft ons aangenaam verrast dat de wethouder erkende dat hij de raad hierbij wellicht wat beter had kunnen betrekken. Wij
55 hebben er geen probleem mee dat een beperkte groep vertegenwoordigers van de raad volgende week nog eens naar de verdere uitwerking kijkt en dat op dit moment het budget wordt toegekend. De heer Lucas: Mijnheer de voorzitter. Burger Belangen Roermond is van mening dat het college heel goed in staat is een keuze te maken uit de bureaus. Daarin willen wij ons niet eens mengen. Vooralsnog zijn wij van mening dat voor het vervolg een klankbordgroep kan worden ingesteld, bestaande uit de fractievoorzitters, of eventueel door hen aangewezen anderen, zoals al door meerdere sprekers is aangegeven. Roermond is toe aan een actuele, ambitieuze visie voor de ontwikkeling van deze stad. Een goede samenspraak is daarbij van belang. Wij zullen ervoor moeten zorgen dat wij bij elkaar komen te staan. De wethouder geven wij tenslotte de suggestie mee een enquête uit te zetten onder de burgers, om te weten te komen hoe naar hun mening deze visie eruit zou moeten zien. De heer Daamen: Mijnheer de voorzitter. De fractie Demokraten Swalmen dankt de portefeuillehouder voor de gegeven antwoorden. In zijn antwoord merkte de wethouder op een gegeven moment ook op dat Demokraten Swalmen mevrouw Thissen had ondersteund, en dat is juist in die zin dat wij in Swalmen een iets andere beleving hadden van de manier waarop wij betrokken werden bij een dergelijke alomvattende beslissing. Het voelde daar anders, maar dat kwam natuurlijk – daarop wees de wethouder zelf ook in zijn antwoord – omdat het daar veel kleinschaliger was en wij een presidium hadden met vier fractievoorzitters waarin dit soort zaken aan de orde kwamen, zodat de mensen in feite rechtstreeks vanuit het college geïnformeerd werden. Hier behoort dat tot de onmogelijkheden, omdat dit stadsbestuur veel meer en veel meer omvattende beslissingen moet nemen… De heer Coenen: Voelt u zich bij deze procedure ook lekker? De heer Daamen: In eerste termijn heb ik al aangegeven dat ik het liever anders had gezien. De procedure voelt voor ons, Demokraten Swalmen, niet lekker, maar wij moeten nu pragmatisch denken. Wij zijn het ermee eens dat a.s. maandag, of eerder, nog een bijeenkomst zal worden belegd om over de bureaus van gedachten te wisselen. Eerder is in dat verband gesproken over een werkgroep, of klankbordgroep, bestaande uit alle fractievoorzitters, maar in de commissie AZ zijn alle fractievoorzitters al vertegenwoordigd en daarvoor zou dus ook gekozen kunnen worden. Nadat wij in die bijeenkomst zijn geïnformeerd, kan het college dan uiteindelijk een keuze maken uit de bureaus. Wethouder Van Rey: Mijnheer de voorzitter. De PvdA-fractie dank ik voor het feit dat zij haar amendement heeft ingetrokken. De bijdrage van de PvdA-fractie heeft inderdaad veel stof doen opwaaien, wij kunnen het nu beter over de inhoud hebben, zoals ik gisteravond ook al tegen de fractievoorzitter van de PvdA heb gezegd toen wij een telefonisch overleg hadden. Wat betreft het proces dat hier is gevoerd, heb ik in eerste termijn gezegd dat het achteraf gezien beter zou zijn geweest niet te wachten met een raadsvoorstel, maar veertien
56 dagen daarvoor een brief naar de raad te doen uitgaan. Ik leer ook iedere dag; overigens heb ik nog geen van de raadsleden horen zeggen dat dat ook voor hen geldt. Mevrouw Tegelbeckers heeft het college veel wijsheid toegewenst. Die zelfde wijsheid wijs ik de raad toe, het bureau en allen die hierbij betrokken zullen worden, want het zal beslist een hele kluif worden. De heer Achten heeft gevraagd of hier sprake is van een unaniem collegebesluit. Ik kan me geen besluit van het college van burgemeester en wethouders in deze periode herinneren dat niet unaniem is genomen. Het toont ook de kracht van deze coalitie, zou ik willen zeggen. Als er sprake is van een minderheidsstandpunt, wordt dat altijd medegedeeld. Zouden wij hierover in het college een verschil van mening hebben gehad, dan was het met ons niet goed gesteld. De heer Achten heeft in eerste termijn ook even verwezen naar Duitsland. In Nederland hebben wij terecht de mond vol van duurzaamheid en verrommeling van het landschap. Momenteel wordt door een task force, waarvan ook professor Bakker deel uitmaakt, nagegaan welke behoefte er is aan industrieterreinen in Nederland. Ook voor Limburg is hiermee een groot belang gemoeid, temeer daar onze provincie heel smal is. Als Nordrhein-Westfalen nu meer met de Benelux wil gaan samenwerken, wat is het dan niet een uitdaging om het voormalige vliegveld Elmpt om te turnen in een bedrijventerrein! Voor deze regio zou dat geweldig zijn, omdat wij dan geen nieuwe industrieterreinen meer nodig zouden hebben. Toen de minister van het CDU in Nordrhein-Westfalen die opmerking maakte, heb ik er dan ook direct op aangedrongen, ook vanuit de provincie, dit te omarmen. Ook in het kader van de snelkookpanprocedure zal ik dit bij mevrouw Bakker inbrengen. Bezwaar heb ik tegen de opmerking van de heer Coenen dat de raad nu alsnog bij de procedure wordt betrokken. Daar is geen sprake van, kijk maar wat het raadsvoorstel hierover vermeldt… De heer Coenen: Dus we hebben vanavond voor niets een beetje stampei zitten maken? Wethouder Van Rey: Denkt u aan de woorden van de heer Jacobs! De heer Coenen: Die draag ik voor als raadslid van het jaar! Wethouder Van Rey: Het lijkt me wat vroeg om dat al in februari te doen; u moet ook uzelf die kans niet laten ontnemen! De heer Coenen kan ik voorts verzekeren dat ik het helemaal niet erg vind wanneer de wethouder op de nek wordt gezeten, integendeel: dat is juist goed. In het dualisme moet de raad zijn controlerende taak nog meer dan in het monisme gestalte geven. Wat wél erg is, is wanneer de raad probeert mee te gaan besturen. Dat kán gewoon niet, want dan ontstaat er een onwerkbare situatie. Wij proberen wel iedereen zoveel mogelijk bij alles te betrekken. Dat hebben wij ook gedaan bij het Designer Outlet Center, bij het retailpark en de strategische visie over detailhandel. In Roermond kennen wij een Overlegplatform Economie en Toerisme. In Venlo was dat er niet. Toen ik daar een week heb gewerkt, heb ik dat uitgelegd en dat is nu overgenomen. Wij proberen voor alle voorstellen een geweldig draagvlak te krijgen buiten deze raad voordat ze naar de raad gaan.
57 Het zou te gek voor woorden zijn als wij in dit dossier één organisatie zouden overslaan. Iedereen wordt erbij betrokken en ik hoop dat iedereen ook zal meedoen. De heer Lucas heeft de suggestie gedaan een internetenquête te houden. Die zelfde suggestie is door collega Boots in het college gedaan. Op pagina 3 van het raadsvoorstel is aangegeven dat wij het debat met de raad voor de zomer willen afronden, om daarna de conceptvisie tweeënhalve maand ter inzage te leggen. Een internetenquête kan daarop geweldig aansluiten. De heer Daamen had het over het gevoel dat bij Demokraten Swalmen leeft over de betrokkenheid van de raad bij voorstellen. Natuurlijk moet bij ieder raadsvoorstel worden afgewogen wat voor de burger het beste is. Voor de burger is het het beste dat we zo snel mogelijk aan de slag gaan met het opstellen van een strategische visie en daarbij de burger betrekken. De voorzitter: Aan de orde is de besluitvorming. Na het nemen van dit besluit zal in een of andere setting, hoe die ook mag heten: klankbordgroep, commissie AZ, of wat dan ook, a.s. maandag een bijeenkomst worden belegd waarin advies kan worden uitgebracht aan het college. Ik stel voor dat om half acht te doen. Wethouder Van Rey: Naar ik heb begrepen, zal het op prijs worden gesteld wanneer in die bijeenkomst ook vertegenwoordigers van de bureaus aanwezig zijn voor het geven van een toelichting. Ik kan nu niet toezeggen dat dat ook zal gebeuren, maar ik zal morgenvroeg nagaan of van de drie bureaus iemand daarvoor aanwezig kan zijn. Het is ook mogelijk dat dan besloten zal moeten worden de bijeenkomst naar dinsdagavond te verplaatsen. Nadat ik hierover contact heb opgenomen met de drie bureaus, zal ik meteen de griffier van de uitkomst daarvan op de hoogte gesteld, waarna de raad per e-mail zal worden medegedeeld of het maandag- of dinsdagavond wordt. De heer Puper: Wij hebben nu alleen te maken met het voorstel dat voorligt. Gaandeweg de discussie is gebleken dat behoefte bestaat aan een informatie door, c.q. een kennismaking met de drie bureaus, maar dat staat los van het thans te nemen besluit. Het is maar zeer de vraag of de bureaus op zo korte termijn in staat zullen zijn hierheen te komen voor het geven van nadere informatie en wij voelen er weinig voor er alleen maar bij te zitten om erbij te zitten. Wellicht is het dan beter hiermee een klankbordgroep of begeleidingsgroep te belasten. De voorzitter: De griffie zal voor maandag of dinsdag, en misschien wel woensdag, een uitnodiging toesturen voor een bijeenkomst waarin het college zal worden geadviseerd. Meer dan die status heeft die bijeenkomst niet, en wie u daarvoor afvaardigt, maakt niet zoveel uit. Nu is alleen de besluitvorming aan de orde over het voorstel dat thans voorligt. Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders en het daarbij behorende ontwerpbesluit.
58 16. Vragenuur. Van het vragenhalfuur wordt geen gebruik gemaakt. 16a. Stand van zaken openstelling tunnels A73. Wethouder IJff: Mijnheer de voorzitter. De situatie met de openstelling van de tunnels is als volgt. Gisteren heeft een bestuurlijk overleg plaatsgevonden tussen de HID, de gedeputeerde en ondergetekende, in aanwezigheid van de nodige ambtenaren. In dat overleg is vastgesteld dat het goed zou zijn alle systemen die in de tunnels hangen in de praktijk te zien functioneren. Een en ander heeft geleid tot een testprotocol, bevattende een aantal tests die daarvoor moeten worden uitgevoerd. Vandaag, morgen en misschien ook zaterdag worden die tests uitgevoerd. Morgenavond zullen wij opnieuw bijeenkomen om de eerste uitslagen hiervan te vernemen. Omdat wij de uitslagen nog niet kennen, kan ik nu niet de garantie geven dat de tunnels open zullen gaan, net zo min als ik kan zeggen dat dat niet zal gebeuren. Het streven is erop gericht de tunnels maandag open te stellen, maar of het lukt hangt af van de vraag of alles veilig is. De informatie wordt voor kennisgeving aangenomen. 17. Sluiting. De voorzitter sluit te 23.10 uur de vergadering. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 3 april 2008. De raad der gemeente Roermond, De griffier,
De voorzitter