INDEX VOOR DE RAADSVERGADERING VAN 15 MAART 2007 1. Opening. ................................................................................................................................................................ 74 2. Vaststellen van de agenda...................................................................................................................................... 75 3. Notulen van de openbare raadsvergaderingen van 16 januari en 8 februari 2007.................................................. 76 4. Voorstel van het Presidium inzake brieven gericht aan het presidium c.q. de gemeenteraad (raadsvoorstel no. 2007/44/1)....................................................................................................................................................... 76 5. Voorstel van het college inzake de planning en controlcyclus 2007 (raadsvoorstel no. 2007/40/1). ..................... 76 6. Voorstel van het college inzake bestemmingsplan Kemp-Kitskensberg/Heide (raadsvoorstel no. 2007/41/1). ........................................................................................................................................................... 76 7. Voorstel van het college inzake benoeming in het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Westrom (raadsvoorstel no. 2007/35/1)................................................................................................................ 76 8. Voorstel van het college inzake Verordening onroerend-zaakbelastingen 2007 en Verordening roerendezaakbelastingen 2007 (raadsvoorstel no. 2007/45/1). ........................................................................................... 76 9. Voorstel van het college bestemmingsplan Boukoul (raadsvoorstel no. 2007/26/1).............................................. 76 10. Voorstel van het college inzake grondexploitatie Landtong (raadsvoorstel no. 2007/26/1). .................................. 76 11. Voorstel van het college inzake impulsplan starters (startersregeling provincie en rijk) (raadsvoorstel no. 2007/34/1).............................................................................................................................................................. 76 12. Voorstel van het college inzake de Verordening op de overlegorganen (raadsvoorstel no. 2007/34/1). ................ 77 13. Voorstel van het college inzake de Verordening commissie bezwaarschriften Swalmen (raadsvoorstel no. 2007/32/1).............................................................................................................................................................. 77 14. Voorstel van het college inzake M&O-beleid (raadsvoorstel no. 2007/36/1)......................................................... 77 15. Voorstel van het college inzake bestemmingsplan Donderberg en Hoogvonderen (raadsvoorstel no. 2007/39/1).............................................................................................................................................................. 77 16. Voorstel van het college inzake een planschadeverzoek (Verheesen en Voogt) (raadsvoorstel no. 2007/27/1).............................................................................................................................................................. 77 17. Voorstel van het college inzake een planschadeverzoek (Rats) (raadsvoorstel no. 2007/33/1).............................. 77 18. Voorstel van het college inzake extra praktijklokalen voor de Herman Broerenschool (raadsvoorstel no. 2007/14/1).............................................................................................................................................................. 77 19. Programmabegroting 2007 (raadsvoorstel no. 2007/38/1). .................................................................................... 77 20. Wijziging van de Algemeen Plaatselijke Verordening (APV) (raadsvoorstel no. 2007/46/1)................................ 93 21. Vragenuur. ............................................................................................................................................................. 98 22. Sluiting................................................................................................................................................................. 105
2
Openbare raadsvergadering, gehouden op 15 maart 2007
VIERDE VERGADERING Aanwezig: de heer H.M.J.M. van Beers, waarnemend burgemeester; de heer J. Vervuurt, griffier; de dames W.H.M.A. van Beers (S.P.), C.A.H.M. Ceulemans (V.V.D.), M.A.H. CoxTegelbeckers (C.D.A.), R. Moussaoui (V.V.D.), M.H. Pilz-van Elven (D.S.), M.A.J. Smitsmans-Burhenne (GroenLinks), E.M. Thissen-Heynen (P.v.d.A.) en de heren H.J.M. Achten (V.V.D.), F.M.A. van Ballegooij (S.P.), A. Bayrak (P.v.d.A.), F.J.H.J. Becks (V.V.D.), J.T.M. Breugelmans (C.D.A.), L.W.M. Coenen (Stadspartij Roermond), F.J. van Dael (C.D.A.), L.G.A. Guffens (C.D.A.), P.G.M.A.B. Heijnen (B.B.R.), M.J. Huurdeman (V.V.D.), H.J.A. Jacobs (C.D.A.), T.M.M. Janssen Steenberg (S.P.), E.F.J.M. Lomans (V.V.D.), J.F.H. Lucas (B.B.R.), R. Özdemir (GroenLinks), S. Öztürk (P.v.d.A.), A.C.P. Peters (V.V.D.), J.M. Peters (V.V.D.), J. Puper (V.V.D.), H.H. Ramakers (D.S.), E.K. Ramdani (P.v.d.A.), G.J. van Walsum (P.v.d.A.) en M.T.A. Werson (B.B.R.), leden. Tevens aanwezig: de heren H. Boots B.B.R.), W.A.J. Kemp (C.D.A.), T.J.J.M. Schreurs (V.V.D.), G.H.G.M. Smeets (D.S.), G. IJff (P.v.d.A.) en J.F.B. van Rey (V.V.D.), wethouders. Afwezig: de heer L.J.M. Daamen (D.S.). Secretaris: de heer K. Joosten, waarnemend gemeentesecretaris.
74 1. Opening. (Het eerste gedeelte van de vergadering wordt voorgezeten door de heer A.C.P. Peters, plaatsvervangend voorzitter.) De voorzitter opent te 18.15 uur de vergadering en deelt mede dat hij de vergadering thans voorzit omdat de gemeenteraad zojuist in een besloten vergadering overleg heeft gevoerd over de vervulling van het ambt van burgemeester van Roermond; het is tevens de reden waarom de vergadering een kwartier later aanvangt dan gebruikelijk. Het overleg over de positie van de burgemeester zal thans nog even worden voortgezet in deze openbare vergadering. Hij geeft het woord aan mevrouw Smitsmans, die namens de vertrouwenscommissie verslag zal uitbrengen. Mevrouw Smitsmans-Burhenne: Mijnheer de voorzitter. Omdat per 1 januari 2007 een gemeentelijke herindeling heeft plaatsgevonden, is de nieuwe gemeente Roermond verplicht een procedure te voeren voor de aanstelling van een burgemeester. De gouverneur is op 16 januari jl. op bezoek geweest om met de gemeenteraad over de procedure te overleggen. Namens de raad heeft Peter Heijnen toen de profielschets van de burgemeester aan de gouverneur aangeboden. In dezelfde raadsvergadering heeft de gemeenteraad een vertrouwenscommissie ingesteld, die met de uitvoering van de procedure werd belast. Deze vertrouwenscommissie heeft zojuist in een besloten vergadering aan de raad verantwoording afgelegd over de uitgevoerde werkzaamheden. Enkele dagen na de raadsvergadering met de gouverneur is de advertentie voor het ambt van burgemeester van Roermond verschenen in de Staatscourant, en wel op 22 januari. In deze advertentie werden kandidaten opgeroepen om uiterlijk 12 februari te solliciteren. In de advertentie was onder andere de volgende tekst opgenomen: “De huidige waarnemend burgemeester, daarvoor tot 1 januari 2007 burgemeester van de voormalige gemeente Roermond, heeft te kennen gegeven mee te zullen solliciteren. De gemeenteraad van Roermond is van oordeel dat de huidige waarnemend burgemeester wordt gezien als een goede kandidaat voor de vervulling van de vacature.” Deze tekst, waarmee tot uitdrukking werd gebracht dat onze raad de heer Van Beers een bevoorrechte positie in de procedure heeft toegekend, heeft zijn uitwerking niet gemist. Na het sluiten van de termijn heeft de gouverneur ons namelijk laten weten dat slechts één geschikte kandidaat had gesolliciteerd, en dat was de heer Van Beers, vandaar dat de procedure door de vertrouwenscommissie met slechts één kandidaat is gevoerd, onze huidige waarnemend burgemeester, de heer Henk van Beers. Aangezien onze raad de heer Van Beers van tevoren al een goede kandidaat had genoemd, zal het u niet verbazen dat de vertrouwenscommissie er met de heer Van Beers prima is uitgekomen. De vertrouwenscommissie heeft met de heer Van Beers een sollicitatiegesprek gevoerd, waarin over en weer verwachtingen zijn uitgesproken en afspraken zijn gemaakt. De conclusie is dat de vertrouwenscommissie de raad unaniem voorstelt de heer Henk van Beers bij de minister van Binnenlandse Zaken aan te bevelen als burgemeester van Roermond. Om te vernemen of de raad dit voorstel steunt, verzoek ik de voorzitter een schriftelijke stemming te organiseren.
75 De voorzitter: De vertrouwenscommissie stelt de raad voor de heer Henk van Beers bij de minister aan te bevelen als burgemeester van Roermond. Omdat het voorstel een persoon betreft, zal hierover schriftelijk worden gestemd. Ik verzoek mevrouw Van Beers en de heer Werson als commissie van stemopneming te fungeren. Hierna wordt tot stemming overgegaan. Ingeleverd worden 29 stembiljetten, waarop alle stemmen zijn uitgebracht op de heer H.M.J.M. van Beers, zodat de heer Van Beers met algemene stemmen bij de minister van Binnenlandse Zaken wordt aanbevolen als burgemeester van Roermond. De voorzitter ontbindt de commissie van stemopneming, onder dankzegging aan de leden voor de genomen moeite. Hierna schorst hij te 18.27 uur de vergadering. Schorsing (Na de schorsing wordt de vergadering voorgezeten door de heer H.M.J.M. van Beers, waarnemend burgemeester.) De voorzitter heropent de vergadering en verzoekt een moment stilte om eenieder in de gelegenheid te stellen tot een gebed of overweging. Hij zegt de raad van harte dank voor het vertrouwen dat in hem is gesteld, nu hij voor de derde keer is voorgedragen ter vervulling van het ambt van burgemeester van Roermond. Het zal hem nog meer aanzetten om samen met de volksvertegenwoordigers, de leden van het college en vooral samen met de burgers blijvend te bouwen aan dat wat allen bindt, deze mooie gemeente Roermond. Hierna deelt hij mede dat bericht van verhindering is ontvangen van de heer Daamen, die geveld is door griep. Hij wenst hem spoedig beterschap toe. De heer Van Rey heeft laten weten wat later ter vergadering te zullen komen. Als stemmingsnummer wordt getrokken nr. 1, zodat eventuele stemmingen zullen aanvangen bij mevrouw Van Beers. 2. Vaststellen van de agenda. De voorzitter: Dames en heren. Via een raadsinformatiebrief is u gevraagd de besluitvorming over de vaststelling van het bestemmingsplan Donderberg en Hoogvonderen, agendapunt 15, uit te stellen tot de raadsvergadering van 19 april a.s. Ik stel vast dat u daarmee kunt instemmen. Door de griffier is u gevraagd of u ermee kunt instemmen dat de agendapunten 16 en 17 tot hamerstuk kunnen worden verheven. Uit het feit dat niemand daarop heeft gereageerd concludeer ik dat daartegen geen bezwaar bestaat. Voor het vragenuurtje zijn twee vragen aangemeld, een door de SP-fractie en een door de CDA-fractie. Beide vragen zullen bij dat agendapunt aan de orde worden gesteld.
76 Mevrouw Smitsmans-Burhenne: Mijnheer de voorzitter. Na de informatie die via de groene flap is verstrekt over het voorstel onder agendapunt 18, kan dit voorstel wat ons betreft naar de hamerstukken worden verplaatst. De voorzitter: Ik stel vast dat de raad daarmee kan instemmen. De agenda wordt aldus gewijzigd vastgesteld. 3. Notulen van de openbare raadsvergaderingen van 16 januari en 8 februari 2007. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming worden deze notulen achtereenvolgens ongewijzigd vastgesteld. 4. Voorstel van het Presidium inzake brieven gericht aan het presidium c.q. de gemeenteraad (raadsvoorstel no. 2007/44/1). De heer Coenen: Mijnheer de voorzitter. Ik verzoek u de aanvrage voor een nieuwe islamitische basisschool in Roermond door de Stichting Islamitisch Basisonderwijs Midden-Limburg (stuk nr. 37) te verplaatsen van categorie C naar categorie D. De voorzitter: Ik stel vast dat de raad daarmee kan instemmen. Met inachtneming hiervan wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming conform het voorstel besloten. Unaniem door de commissie(s) akkoord bevonden voorstellen. 5. Voorstel van het college inzake de planning en controlcyclus 2007 (raadsvoorstel no. 2007/40/1). 6. Voorstel van het college inzake bestemmingsplan Kemp-Kitskensberg/Heide (raadsvoorstel no. 2007/41/1). 7. Voorstel van het college inzake benoeming in het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Westrom (raadsvoorstel no. 2007/35/1). 8. Voorstel van het college inzake Verordening onroerend-zaakbelastingen 2007 en Verordening roerende-zaakbelastingen 2007 (raadsvoorstel no. 2007/45/1). 9. Voorstel van het college inzake bestemmingsplan Boukoul (raadsvoorstel no. 2007/26/1). 10. Voorstel van het college inzake grondexploitatie Landtong (raadsvoorstel no. 2007/26/1). 11. Voorstel van het college inzake impulsplan starters (startersregeling provincie en rijk) (raadsvoorstel no. 2007/34/1).
77 12. Voorstel van het college inzake de Verordening op de overlegorganen (raadsvoorstel no. 2007/34/1). 13. Voorstel van het college inzake de Verordening commissie bezwaarschriften Swalmen (raadsvoorstel no. 2007/32/1). 14. Voorstel van het college inzake M&O-beleid (raadsvoorstel no. 2007/36/1). Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming besluit de raad overeenkomstig deze voorstellen en de daarbij behorende ontwerpbesluiten. 15. Voorstel van het college inzake bestemmingsplan Donderberg en Hoogvonderen (raadsvoorstel no. 2007/39/1). Wordt van de agenda afgevoerd. 16. Voorstel van het college inzake een planschadeverzoek (Verheesen en Voogt) (raadsvoorstel no. 2007/27/1). 17. Voorstel van het college inzake een planschadeverzoek (Rats) (raadsvoorstel no. 2007/33/1). 18. Voorstel van het college inzake extra praktijklokalen voor de Herman Broerenschool (raadsvoorstel no. 2007/14/1). Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming besluit de raad overeenkomstig deze voorstellen en de daarbij behorende ontwerpbesluiten. Portefeuille wethouder T. Schreurs. 19. Programmabegroting 2007 (raadsvoorstel no. 2007/38/1). De heer Heijnen: Mijnheer de voorzitter. Roermond en Swalmen zijn samengevoegd en het is goed te concluderen dat de ambtelijke en bestuurlijke voorbereiding constructief en goed is verlopen; chapeau wat dat betreft. Samen met Swalmen zullen we als raad van de nieuwe gemeente Roermond de schouders eronder zetten en de problemen van dit gebied aanpakken: samen sterk, voor en met elkaar, want we hebben elkaar nodig, politiek en burgers. Een compliment maak ik ook graag aan de ambtelijke medewerkers en medewerksters van de voormalige gemeenten Swalmen en Roermond voor het feit dat beide begrotingen op een goede en constructieve manier in elkaar zijn geschoven. Dat dwingt respect af, want als ik kijk naar de voormalige gemeente Roermond, weet ik dat de weg naar de begroting 2007 een hele lastige was. De inspanningen in dat kader hebben echter resultaat opgeleverd. Het verheugt de fractie Burger Belangen Roermond vooral dat de verantwoordelijk portefeuillehouder een begroting heeft aangeboden die meerjarig sluitend is en bovendien ruimte biedt voor nieuw beleid of beleidsintensiveringen. Onze fractie zal hierin overigens zeer terughoudend zijn, want we moeten de financiële positie van de nieuwe ge-
78 meente Roermond in de toekomst gezond houden. Het is uiteraard aan deze raad te bepalen wat er met het overschot van € 1,8 miljoen moet gebeuren. De financiën staan er een stuk beter voor dan een aantal jaren geleden, maar dat is geen reden om voor Sinterklaas te gaan spelen – daar is het ook nog wat vroeg voor. Met onverminderde inzet en in gezamenlijk overleg zullen we moeten werken aan het behouden van het bereikte resultaat en het benutten van verbetermogelijkheden. Van en met elkaar kunnen we veel leren. Er liggen ook nog de nodige risico’s op de loer. Via het opstellen van beheerplannen gaan we onder de loep nemen hoe het met de openbare ruimte is gesteld. Momenteel ontbreekt nog enig zicht op de gevolgen van het afschaffen van de regeling voor in- en doorstroombanen. Daarnaast komt minder geld beschikbaar voor gemeenten en onzeker is ook nog of het budget rondom de Wet maatschappelijke ondersteuning toereikend is. Mijn fractie kan zich in ieder geval vinden in de samenvoeging van de technische begrotingen van de voormalige gemeenten Roermond en Swalmen, zonder nieuw beleid. Invulling van nieuw beleid zal aan de orde komen bij de behandeling van het collegeuitvoeringsprogramma 2007-2010. De fractie Burger Belangen Roermond maakt één uitzondering, en wel voor de aanstelling van de integratiecoördinator voor de aanpak van coördinerende taken op terreinen als werk, taal en onderwijs, maar vooral ook in sociaal-cultureel opzicht. Deze medewerker moet zich ook kunnen inzetten voor een betere relatie met de inwoners van allochtone afkomst. Naar onze mening is er dus genoeg werk voor deze coördinator. Enkele zaken die in gang zijn gezet zijn inmiddels geëvalueerd. De Rekenkamercommissie heeft gevraagd om verhoging van haar budget met een bedrag van € 25.000,-. Op 8 februari van dit jaar heeft de raad op voorstel van de werkgroep wijkbezoeken besloten de formatie bij de raadsgriffie met vier uur per week uit te breiden ten behoeve van het voorbereiden en uitwerken van deze werkbezoeken. Vanuit deze raad is daarnaast ook behoefte aan een jaarlijks budget van € 10.000,-. Met het oog op deze voorstellen dien ik namens de raad een motie in, waarin het college wordt verzocht deze drie zaken mee te nemen in de stukken voor de raadsvergadering van 28 juni a.s., zodat daarover dan een beslissing kan worden genomen. Tenslotte is de fractie Burger Belangen Roermond van mening dat de kosten voor een graf in Roermond omlaag kunnen. Roermond is in dit opzicht de duurste gemeente in Limburg. Wij pleiten voor een gemeentelijk onderzoek naar de invloed die het oude kerkhof in Kapel in ’t Zand heeft op de hoogte van de plaatselijke grafrechten. De grafrechten die dit kerkhof oplevert zijn volgens mijn fractie beperkt in verhouding tot andere kerkhoven in Roermond, en dat komt omdat op het oude kerkhof nauwelijks nog bijzettingen plaatsvinden. Tegenover deze geringe inkomsten staan natuurlijk wel de kosten voor onderhoud van het oude kerkhof en die drukken weer op de grafrechten van andere gemeentelijke begraafplaatsen. Door de onderhoudskosten van het oude kerkhof elders in de gemeentebegroting onder te brengen, tellen deze volgens onze fractie niet meer mee in de prijs die op andere begraafplaatsen moet worden berekend. Via deze maatregel kunnen de grafrechten in Roermond naar onze mening omlaag worden gebracht.
79 Mevrouw Pilz-van Elven: Mijnheer de voorzitter. De fractie Democraten Swalmen kan zich vinden in de voorliggende begroting, waarin de begrotingen van Swalmen en Roermond 1 op 1 in elkaar zijn geschoven. Met belangstelling wachten wij af wat het uitvoeringsprogramma op 28 juni a.s. zal opleveren. De heer Van Walsum: Mijnheer de voorzitter. Het is een wat merkwaardige behandeling van de programmabegroting 2007, want ze vindt plaats op een zeer laat tijdstip, vergeleken met voorgaande jaren, en de raad heeft maar beperkte sturingsmogelijkheden. In de begroting zijn de financiële huishoudingen van de voormalige gemeenten Roermond en Swalmen samengevoegd. Het is vooral een technische begroting, waarmee wij voldoen aan de wettelijke verplichting om de zaken binnen de gemeente gaande te houden. De begroting is de basis voor het op te stellen UP en de sturing zal vooral bij dat UP aan de orde komen. De begroting sluit met een batig saldo van € 1,8 miljoen, en dat klinkt best aardig, maar daarbij zij er wel op gewezen dat het hier incidentele gelden betreft. Het positieve saldo ontstaat vooral door de bijdrage die de gemeente ontvangt voor de herindeling. De meerjarige begroting komt min of meer op nul uit, en dat is een bevestiging van het feit dat de fusie tussen Roermond en Swalmen op zichzelf niet ongunstig is verlopen. Duidelijk is wel dat dit spanningen oproept met de vele wensen die deze raad zeker nog heeft. Gevolg zal zijn dat we in de toekomst zullen moeten kiezen tussen nieuwe zaken en een aantal andere zaken die derhalve niet ter hand kunnen worden genomen. Als gevolg van de herindeling bevinden we ons vanaf medio 2006 in een soort status quo-situatie. Vanaf dat moment zijn geen besluiten voor nieuw beleid meer genomen. Pas bij het opstellen van het Uitvoeringsprogramma maken we weer een start met nieuw beleid, waarmee kan worden ingespeeld op de wensen en de actuele situatie in de gemeente. Een en ander is een gevolg van de herindeling en daarvoor kan niemand verantwoordelijk worden gesteld, maar het wreekt zich wel enigszins. De Roermondse samenleving heeft nadrukkelijk een aantal wensen waarop al een hele periode niet kan worden ingespeeld. Wij denken daarbij aan armoedebeleid, maatregelenbevordering voor integratie, een oplossing voor de Azijnfabriek en definitieve oplossingen voor uitvoering van beheerplannen en andere zaken. Op dit soort momenten wordt duidelijk dat de samenleving heel dynamisch is en niet stil staat. Het laatste hebben we in Roermond al te lang gedaan. De PvdA-fractie ziet dan ook uit naar het Uitvoeringsprogramma. Wat onze fractie betreft zal dat UP tot een aantal keuzen en dus tot een aantal begrotingswijzigingen kunnen leiden, zodat medio 2007 wel kan worden ingespeeld op de wensen en behoeften van de gemeente. In de begroting 2007 is als enige prioriteit een voorziening voor de integratiemanager opgenomen. Op zichzelf is dat prima, maar het is wel een beetje laat. Wat de PvdAfractie betreft hadden we dit besluit zeker in juni 2006 kunnen nemen. Het belang en de noodzaak van een dergelijke functie is alleen maar toegenomen in Roermond, want wij hebben onvoldoende voeling met en grip op onze allochtone medeburgers. Kortom, er is veel te winnen en veel werk te doen op dit punt. Van deze gelegenheid wil ik tenslotte graag gebruik maken – het is misschien iets buiten de orde, hoewel er ook een nadrukkelijk verband ligt met de begroting – om de raad
80 op te roepen gezamenlijk na te denken over een wat andere, meer duale wijze van werken binnen deze raad. We zijn op de gebruikelijke manier van start gegaan, en dat is prima, want door een herindeling wijzigt er genoeg, maar wellicht kunnen we aan een volgende stap gaan denken. Vele gemeenten zijn ons al voor gegaan en dat heeft het voordeel dat we van anderen kunnen leren. Te denken valt bijvoorbeeld aan een informatieve commissievergadering waarin voor allerlei groeperingen de mogelijkheid wordt geboden hun standpunt en mening naar voren te brengen. Daarnaast zou een andere commissievergadering kunnen worden gehouden die een meer meningsvormend karakter heeft, waarna een en ander kan worden afgesloten in een besluitvormende raadsvergadering. Ik roep iedereen op daarover onderling in overleg te treden. Afsluiten wil ik met de mededeling dat de PvdA-fractie kan instemmen met de begroting. De heer Breugelmans: Mijnheer de voorzitter. Vandaag stellen we voor de eerste keer een begroting vast voor de nieuwe gemeente Roermond. Het college heeft de begrotingen van de voormalige gemeenten in elkaar geschoven en we kunnen dan ook spreken van een technische exercitie. Het debat over het college-uitvoeringsprogramma beschouwt het CDA als het begrotingsdebat 2007. Daarom zullen we nu slechts over een beperkt aantal zaken het woord voeren. Net als de fractie Burger Belangen Roermond vinden wij de tarieven die berekend worden voor de grafrechten onacceptabel hoog. Wij vragen het college dan ook daarop in ieder geval terug te komen in het debat over het college-uitvoeringsprogramma. Wij vertrouwen erop dat u met terugwerkende kracht de tarieven kunt en zult bijstellen. Ons inziens is dat mogelijk door de exploitatie van de begraafplaats “Tussen de Bergen” los te koppelen van de exploitatie van het monumentale “aje kirkhaof” aan de Herkenbosscherweg. Een ander groot zorgpunt voor het CDA is de harmonisatie van de subsidieverordeningen van Swalmen en Roermond. De effecten van deze harmonisatie dienen helder in beeld te worden gebracht voor alle subsidieontvangers in Swalmen en Roermond. Daarbij pleit het CDA voor het ontwerpen van een soort overgangsregeling, waarbij de subsidieregelingen van de voormalige gemeenten Swalmen en Roermond langzamerhand naar elkaar toe groeien. Verenigingen en vrijwilligersorganisaties komen dan niet voor een voldongen feit te staan. Een uitzondering op deze regel willen wij maken voor het Swalmense zwembad de Bosberg. Steeds vaker wordt door onpartijdige deskundigen gewezen op klimaatveranderingen die grote gevolgen zullen hebben voor onze samenleving. Het CDA is van mening dat de gemeente Roermond via haar milieubeleid een bijdrage zal moeten blijven leveren aan het leefbaar houden van dit kleine tukje wereld. Want ook al zegt het lied van Arnold Wassen ‘Het parredies haet in Remunj gelaege’, voor heel veel burgers is onze stad het paradies, en dat wil het CDA heel graag zo houden. Wij blijven aandacht houden voor de leefbaarheid van onze samenleving, als een goed rentmeester. Er zijn op dit moment vele thema’s prominent in de politiek aanwezig. Daarbij springen er voor het CDA twee uit: het armoedebeleid en het integratiebeleid. Over het armoedebeleid hebben we afspraken gemaakt in het coalitieprogramma en wij zien vol vertrou-
81 wen het college-uitvoeringsprogramma op dit punt tegemoet. Met betrekking tot het integratiebeleid zijn wij verheugd over het feit dat in deze begroting reeds geld is uitgetrokken voor een integratiecoördinator. In de vergadering van de commissie AZ van 5 maart jl. deed het CDA uw college de suggestie aan de hand een integratieraad in te stellen. Dit voorstel werd door de gehele commissie sympathiek ontvangen. Wij zien met belangstelling uw reactie hieromtrent tegemoet. Een laatste opmerking wil het CDA maken over de prioriteiten die zijn gesteld door het presidium. Deze prioriteiten kunnen op onze warme steun rekenen. Al met kunnen wij de begroting 2007 goedkeuren. Wij zien met belangstelling uit naar het college-uitvoeringsprogramma. Deze begroting is wat ons betreft in ieder geval een goed begin om te gaan werken aan een Roermond waarin samen werken én samen leven van groot belang zijn. De heer Lomans: Mijnheer de voorzitter. Ook de VVD-fractie kan in grote lijnen akkoord gaan met de programmabegroting 2007, zeker omdat voldaan is aan onze wens om de lokale lasten beheersbaar te houden. Ik haal het nog maar eens aan: 1% stijging ten opzichte van de landelijke inflatie van 2,75%, en dat is knap. Daarnaast is de begroting wederom sluitend. Wat dat betreft zien wij het zonniger in dan de PvdA-fractie. Voordat wij dit raadsvoorstel goedkeuren, willen wij graag enkele vragen beantwoord hebben. De VVD-fractie is al vanaf 2005 bezig met pogingen de kosten van de grafrechten terug te dringen. Wij waren ervan uitgegaan dat besloten was met ingang van 1 januari 2007 de grafrechten te verlagen. Ondanks tal van vragen in de commissies bleef het verlossende antwoord uit. Dat bevreemdt ons een beetje, vooral omdat de verantwoordelijk portefeuillehouder voortdurend refereert aan de quickscan. Blijkens het gestelde op pagina 242 van de begroting is die quickscan echter al uitgevoerd. Waarom hebben wij hierop dan nog steeds geen antwoord gekregen? Wij roepen u nogmaals op de tarieven met ingang van 1 januari 2007 aan te passen. Als u daartoe vandaag geen toezegging kunt doen, houden wij een motie ter zake achter de hand. In de programmabegroting is geen rekening gehouden met het voorstel van het presidium in de programmabegroting een bedrag van € 41.550,- op te nemen, bedoeld voor wijkbezoeken, Rekenkamercommissie en ondersteuning raad. Wij zijn van mening dat dit onderwerp besproken dient te worden in de raadsvergadering van 28 juni, maar wij willen nu alvast een correctie aanbrengen. Het bedrag moet namelijk niet € 41.550,zijn, maar € 35.000,-. Volgens ons is namelijk de ambtelijke invulling en ondersteuning al opgenomen in de begroting, tenminste als wordt uitgegaan van 4,3 formatieplaatsen. Bent u het daarmee eens en kunnen wij dit in de raadsvergadering van 28 juni bespreken? De heer Coenen: Mijnheer de voorzitter. De voorgaande sprekers hebben er al op gewezen dat wij hier te maken hebben met een technische begroting waarin de cijfers van Swalmen en Roermond in elkaar zijn geschoven. In de commissie hebben wij geprobeerd hierover wat verstandige opmerkingen te maken en wij hebben er ook enige vragen over gesteld, maar daarop kom ik direct nog wel terug.
82 In juni zal nader worden ingegaan op de financiële ruimte die nodig is om bepaalde wensen te kunnen invullen. Er zijn allerlei wensen waarvoor ook de Stadspartij Roermond graag ruimte wil hebben. Inmiddels is door enkele sprekers al aandacht gevraagd voor de grafrechten. Een uitvaartbedrijf heeft mij jaren geleden al verteld hoe hoog die tarieven in Roermond zijn. Het is dus niets iets van gisteren, noch van 2005, het speelt al jaren. Ik ben heel benieuwd hoe de door de heer Lomans aangekondigde motie ter zake zal luiden, met name of daarin zal worden voorgesteld het oude kerkhof op een andere manier te behandelen dan de andere kerkhoven vanwege de inkomsten die daarop te halen zijn. Het bedrag voor de Azijnfabriek zal naar onze mening substantieel verhoogd moeten worden. Als we straks een aantal aspecten gaan invullen, liefst, neem ik aan, samen met de oppositie, dan zal ook de oppositie een helder inzicht moeten hebben. Het is al een oud, vertrouwd verhaal van onze kant. Wat mij dan een beetje verontrust is dat, wanneer ons nieuwe commissielid in de commissie om informatie vraagt, die informatie niet op een eenduidige manier lijkt te worden gegeven. Ik verzoek u nu ons ruim vóór juni het door ons gevraagde inzicht te bieden. Ik zal u een voorbeeld geven. Als mijn vrouw zou zeggen dat we een nieuwe wasmachine moeten kopen, zou ik willen weten of dat uit mijn salaris kan, of uit mijn spaarboekjes. Die spaarboekjes mag u vergelijken met de reserves en voorzieningen. Alleen als we een helder inzicht hebben, kunnen we beoordelen waar er ruimte is. Anders dan op landelijk niveau, kunnen wij hier geen planbureau laten meerekenen en daarom zijn wij nog meer afhankelijk van heldere cijfers. Ik hoop dan ook dat u ons zult helpen om ons inzicht te vergroten. De heer Janssen Steenberg: Mijnheer de voorzitter. In de voorliggende begroting wordt gemeld dat het gaat om een technische begroting. Toch zijn op verschillende beleidsterreinen een aantal uitgangspunten geformuleerd die voor de SP politiek gevoelig liggen en die ik daarom hier wil vermelden. De doelstelling van het programmaonderdeel ‘Communicatie met burgers’ klinkt mooi, maar in de uitwerking ervan blijft veel onduidelijkheid over. Wel kunnen wij volmondig het doel onderschrijven, t.w. het verkleinen van de afstand tussen de lokale politiek en de burger. In de programmabegroting wordt geklaagd over het slechte imago dat Roermond heeft bij de buurgemeenten. Wij lezen dat dit voor een deel zou zijn te schrijven aan het duidelijke standpunt van het gemeentebestuur ten aanzien van de gemeentelijke herindeling. Het mag zo zijn dat het slechte imago gedeeltelijk wordt veroorzaakt door die houding, volgens de SP is het echter ook heel wel mogelijk dat een aantal voorvallen uit het verleden hebben bijgedragen aan het beeld van Roermond in de regio. Roermond wil zichzelf op de kaart zetten door allerhande grote projecten, maar vallen die wel goed bij de buurgemeenten en wordt daarover gecommuniceerd? In de begroting staat dat in Roermond huisuitzettingen plaatsvinden als gevolg van maatschappelijke factoren. Welke zijn die factoren? Hoort daar volgens het college ook armoede bij? In de meeste gevallen gaat het om schrijnende problemen die niet kunnen
83 worden afgedaan als maatschappelijke factoren. De SP-fractie wil hierover graag meer achtergrondinformatie ontvangen. De paragraaf over het milieu is weinig ambitieus te noemen. Het terugdringen van het fijnstof wordt gekoppeld aan het openen van de A73. Het college verwacht dat daardoor de problemen zullen verminderen. Wij zijn daar niet zo zeker van. Het doel dat wordt verwoord ten aanzien van het bevorderen van sportieve en recreatieve vormen van vrijetijdsbesteding wordt door de SP-fractie ondersteund. Speciale aandacht bij dit thema behoeven de verschillende zweminrichtingen die Roermond rijk is. Wij zijn onder de indruk van de kwaliteit van de zweminrichtingen: mooie baden, die zeer geschikt zijn om plezierig actief te recreëren. Wellicht mag worden opgemerkt dat de inrichtingen te klein zijn om aan de maatschappelijke vraag naar zwembaden te voldoen. De SP is bezorgd over de verregaande bedrijfsplannen die worden gemaakt voor sportaccommodaties. In die bedrijfsplannen is sprake van bedrijfsmatige en efficiënte bedrijfsvoering. De nadruk ligt bij kostenbeheersing, inkomstenverhoging en klantgerichtheid. Hierbij willen wij opmerken dat zwembaden en andere sportvoorzieningen passen in het publieke domein en dat kortetermijndoelstellingen van bedrijfsmatigheid en efficiëntie daarin niet passen. Dit is maar een greep uit de vele voorbeelden. Wij zien daarom de uitwerking van het coalitieakkoord met belangstelling tegemoet. De SP kan echter niet instemmen met de begroting, omdat niet duidelijk is welke posten wettelijk vastliggen en welke door politieke besluiten in het verleden tot stand zijn gekomen. Wij hebben om informatie ter zake verzocht, maar die is niet op tijd bij ons binnengekomen. De voorzitter: Dames en heren. Alvorens het woord te geven aan de wethouder voor financiën, doe ik u voorlezing van de ingediende motie, ondertekend door alle fracties: Motie De raad van de gemeente Roermond, in vergadering bijeen op donderdag 15 maart 2007; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders tot vaststelling van de programmabegroting 2007, raadsvoorstel no. 2007/038/1 van 16 februari 2007; overwegende dat: 1. de rekenkamercommissie bij brief van 30 oktober 2006 aan de gemeenteraad heeft gevraagd haar jaarlijks budget met 25.000 euro te verhogen van 30.000 naar 55.000 euro; 2. de raad op 8 februari 2007 op voorstel van de werkgroep wijkbezoeken heeft besloten de formatie bij de raadsgriffie structureel met 4 uren per week uit te breiden ten behoeve van het voorbereiden en uitwerken van de wijkbezoeken, waarmee een jaarlijks bedrag is gemoeid van 6.500 euro; 3. er behoefte is aan een jaarlijks budget van 10.000 euro voor activiteiten van de raad; 4. het presidium van de raad bij brief van 30 januari 2007 voornoemde drie prioriteiten onder de aandacht van het college heeft gebracht;
84 5. het college ervoor pleit deze prioriteiten door te schuiven naar juni 2007 omdat thans enkel sprake is van het "technisch" ineenschuiven van de begrotingen van de voormalige gemeenten Roermond en Swalmen; verzoekt het college: in de stukken voor de raadsvergadering van 28 juni 2007 rekening te houden met een wijziging van de begroting 2007 en daarbij behorende meerjarenbegroting door opname van de volgende drie prioriteiten vanuit de raad: 1. verhoging budget rekenkamercommissie 25.000 2. verhoging personeelsbudget griffie t.b.v. ondersteuning wijkbezoeken 6.500 3. budget ondersteuning raad 10.000 Wethouder Schreurs: Mijnheer de voorzitter. De vraag die in de betogen van diverse fracties doorklonk heeft ook in het college geklonken: wat gaan we eigenlijk doen? Normaal gesproken is de begrotingsbehandeling het politieke hoogtepunt van het jaar waarin iedereen duidelijk kan aangeven waar men voor staat, waarvoor men wel of niet wil gaan en waarin men zich ook politiek kan profileren voor de Roermondse samenleving, nu zijn de begrotingen van Swalmen en Roermond in elkaar geschoven en is in feite slechts sprake van een technische begroting. De complimenten die zijn gemaakt aan degenen die dit hebben gedaan zal ik overigens graag te bestemder plekke doorgeven, want deze vertaalslag van het samenvoegen is bepaald méér geweest dan het blind bij elkaar duwen van de cijfers. We hebben te maken met verschillende programma’s en met verschillende doeleinden, maar ook met verschillende verantwoordingsvormen. Bij het opstellen van zo’n begroting moet de organisatie, en dus ook het college, zich bovendien afvragen binnen welke kaders dat moet gebeuren, of daarvoor de Roermondse financiële kaders worden aangehouden dan wel de Swalmense; denk bijvoorbeeld aan de afschrijvingsmethodiek en aan de rentetellers. Uiteindelijk hebben we ‘im grossen Ganzen’ gerekend op basis van het Roermondse model, niet overigens omdat het Swalmense model minder van kwaliteit zou zijn. De laatste anderhalf jaar zijn bij de uitwerking van het financieel statuut met de werkcommissies uit de raad afspraken gemaakt over de manier waarop dit zou moeten gebeuren. Ik kan me nog levendig de discussies met de heer Werson herinneren over wat raadzaam zou zijn met de investeringsplanningen. Zo is dit uiteindelijk tot stand gekomen, maar we zijn er nog lang niet; er moet steeds meer diepgang in komen. Met de heer Coenen ben ik het geheel eens dat aan transparantie het hoogste goed moet worden toegerekend. In de commissie kunnen we wel eens van mening verschillen over wat transparant genoeg is, maar onze doelstellingen zijn gelijk. De begroting bevat een opeenstapeling van middelen die toebehoren aan de burgers van onze gemeente en daar mag geen waas overheen hangen. Dat heb ik de laatste jaren als wethouder voor financiën geprobeerd te bereiken en dat zal ik ook de komende jaren blijven doen. In de commissie heb ik inderdaad een discussie gevoerd met een lid van de Stadspartij Roermond. Overigens vind ik dat de heer Coenen hem onrecht aandoet door hem aan te merken als een ‘nieuw commissielid’, want volgens mij heeft de goede man al een historie van een aantal jaren geleden…
85 De heer Coenen: Wat is de relevantie van deze opmerking? Wethouder Schreurs: Het enige wat ik wil zeggen is dat ik me weer verheug op de discussies die ik met de heer Van Bilzen mag voeren. Met de heer Van Bilzen was een afspraak gemaakt, oorspronkelijk voor vandaag, maar die is naar maandag verschoven. De transparantie die hij heeft gevraagd krijgt hij in ieder geval. Hij heeft ook gevraagd om een aantal specifieke documenten die te maken hebben met de aangifte-CBS, maar die kunnen we pas verstrekken als de jaarrekening wordt vastgesteld. De voorliggende samenvoeging van de begrotingen van de voormalige gemeenten Swalmen en Roermond geeft een duidelijk beeld en wijst uit dat de begroting meerjarig sluitend is. Het debat daarover zal pas in juni worden gevoerd en ik ben blij dat in dezelfde tijd ook het debat zal kunnen worden gevoerd over de beheerplannen, waaronder die voor de begraafplaatsen. Ik stel voor nu geen inhoudelijk debat te gaan voeren over kostentoerekeningen, maar duidelijk is wel dat een vermindering bij ‘X’ zal leiden tot grotere lasten bij ‘Y’ of ‘Z’. Voor de begroting zelf maakt het ‘im grossen Ganzen’ dus niet zoveel uit. De specifieke vraag die de heer Lomans heeft gesteld had ik na het debat dat hierover in de commissies is gevoerd wel verwacht en daarom heb ik een en ander nog eens expliciet laten checken, al wist ik het antwoord eigenlijk al wel, want al in november, en ook in december tijdens het debat over de tariefstelling-OZB en de legesverordening, heb ik aangegeven dat de raad te allen tijde bevoegd is de leges negatief aan te passen, ook met terugwerkende kracht. Ik ga ervan uit dat de leden van de commissie voor openbare werken zich al verheugen op het debat dat in de komende commissievergadering met collega IJff kan worden aangegaan over de beheerplannen voor de begraafplaatsen en in het verlengde daarvan over de tariefstelling. Daaraan kan ik de toezegging toevoegen dat een en ander op basis van dat debat in mei zal worden aangepast. De heer Lomans: Maar krijgen we nu een uitspraak of niet? Wethouder Schreurs: Voor de commissievergadering van mei en voor de daarop volgende raadsvergadering zullen de beheerplannen voor de begraafplaatsen worden geagendeerd en automatisch zal dat ook leiden tot een debat over de daarbij behorende tariefstelling. De heer Lomans: Maar is mei niet te laat als het voor de raadsvergadering van 28 juni geregeld moet zijn? Wethouder Schreurs: Nee, het zal zelfs al geregeld zijn voor de raadsvergadering van 31 mei. De heer A.C.P. Peters: Dus zal men nog even moeten wachten met doodgaan! Er zijn nu al mensen die hun dierbaren elders laten begraven omdat Roermond zo duur is. Ik kan u zeggen dat de VVD-fractie mei in ieder geval te laat vindt. Wij lopen nu al twee jaar achter de feiten aan en er zal nu met terugwerkende kracht duidelijkheid moeten
86 worden geboden, zodat je je dierbaren straks niet meer achter in de moestuin hoeft te begraven! Ik vind het gewoon niet normaal meer. Wethouder Schreurs: Volgens mij vindt de eerstvolgende gemeenteraadsvergadering op 31 mei plaats…. De heer A.C.P. Peters: Nee, 19 april. Wethouder Schreurs: Collega IJff laat mij weten dat dit onderwerp wordt besproken in de commissievergadering van mei. Ik kom er overigens direct nog wel even op terug. De heer Heijnen heeft geduid op de risico’s die nog op de loer liggen en daarbij terecht de beheerplannen voor de openbare ruimte genoemd. Vergeleken met de vorige begrotingen is het aantal p.m.-posten overigens teruggebracht tot één en daarmee is in ieder geval winst behaald. In de meerjarenraming is al rekening gehouden met de problematiek van de ID-banen; vanaf 2008 is daarvoor een bedrag van € 900.000,- opgenomen. Over het budget in het kader van de WMO wordt nog steeds discussie gevoerd in de commissie van collega Kemp. Later zal beoordeeld moeten worden wat daarmee op termijn al dan niet kan gebeuren. Mevrouw Pilz dank ik voor de instemming die zij namens haar fractie met de begroting heeft betuigd. Met haar verheug ik mij op het debat van juni waarin de politieke keuzen verder gemaakt zullen worden. Dat dit een merkwaardige begrotingsbehandeling is, ben ik met de heer Van Walsum eens. Zojuist heb ik daarover al iets gezegd. Dat zich nu spanningen kunnen voordoen met nieuwe zaken is enerzijds juist, anderzijds krijgt iedereen nu de mogelijkheid om hetgeen wij ingezet hebben nog eens goed neer te zetten. De politiek is altijd goed in het maken van nieuwe keuzen. Ieder jaar komt er weer iets nieuws. Nu eens een jaar pas op de plaats maken kan ook winst opleveren. We kunnen zo een aantal dingen goed neerzetten en ontwikkelen, waarmee we ruimte en lucht creëren om later weer nieuwe dingen op te pakken. Jammer is alleen dat door de herindeling en de verkiezingen die daardoor later zijn gehouden een paar maanden stilstand is opgetreden. Onderwerpen als de Azijnfabriek en het armoedebeleid hebben wij in ieder geval in januari aan de raad aangeboden en via een motie is het college opgedragen hiervan een vertaling te maken in het meerjarige Uitvoeringsprogramma. Wat dat betreft zal men met al die zaken in de raadsvergadering van juni worden bediend. De heer Breugelmans heeft aandacht gevraagd voor de harmonisatie van de subsidieverordeningen. Zoals bekend, is collega Kemp in de vorige periode in een aantal sessies met de commissie bezig geweest met de nieuwe subsidieverordening voor Roermond. Besloten is toen even pas op de plaats te maken en de zaak in 2007 weer op te pakken, om daarmee vervolgens in 2008 te kunnen gaan werken. In de meerjarenramingen van deze samengevoegde begrotingen is meerjarig rekening gehouden met de systematiek die in Swalmen wordt gehanteerd, maar ook met de systematiek die in Roermond geldt. In verband met de herindeling is even pas op de plaats gemaakt met de nieuwe subsidieverordening, maar nu wordt daaraan weer full swing aandacht geschonken en in het verlengde daarvan zal de nadere stap worden gezet naar harmonisatie.
87 Over de klimaatverandering zal, naar ik aanneem, regelmatig in de commissie van collega IJff van gedachten worden gewisseld. Het voorstel van het college ten aanzien van de integratiecoördinator wordt door de raad ondersteund, waarvoor ik hem dank zeg. Over de overdracht van informatie heb ik eerder al iets gezegd aan het adres van de heer Coenen. Ook de heer Janssen Steenberg maakte er een opmerking over. Het commissielid van de SP had ik overigens gisteren nog aan de telefoon en toen heb ik hem uitgelegd hoe wij de informatie kunnen overdragen. In 2003 is in het kader van de bezuinigingen een extern onderzoek uitgevoerd naar de vraag wat beleidsvrije ruimte is en wat niet, te vertalen vanuit ‘Haagse optiek’. Wij ontvangen vanuit Den Haag een middelenstroom die we kunnen uitgeven en daarnaast hebben we nog een restantbudget dat vanuit Haagse optiek beleidsvrij is. Op lokaal niveau kunnen voor het aanwenden daarvan dus keuzen worden gemaakt. De keuzen die de gemeenteraad van Swalmen en de gemeenteraad van Roermond in het verleden hebben gemaakt horen echter ook tot beleid. Het is dus een hele spannende discussie wat écht beleidsvrij is. Met meerderheden kunnen wel eens keuzen worden gemaakt die anderen niet als beleid beschouwen omdat ze liever iets anders hadden gehad, maar uiteindelijk heeft de gemeenteraad ten principale wel keuzen gemaakt. Een honderd procent splitsing tussen honderd procent beleidsvrij en niet, is volgens mij moeilijk te maken, want dan zou alles op een hoop moeten worden gegooid en van nul af alles opnieuw opgebouwd moeten worden. Ik heb in ieder geval met de heer Kleukers afgesproken dat het document waarnaar ik in een debat met hem verwezen had met een uitleg daarbij aan de commissie beschikbaar zal worden uitgesteld. De heer Janssen Steenberg: Maar feit blijft dat we op dit moment niet over die informatie beschikken en dat maakt het voor onze fractie moeilijk in te stemmen met deze begroting. Wethouder Schreurs: Wat dat betreft kan ik alleen maar herhalen wat ik ook in de commissie heb gezegd, namelijk dat de informatie tot achter de komma waarnaar gevraagd werd tussen beleidsvrij en niet beleidsvrij niet met een druk op de knop voorhanden is. In de commissie heb ik gezegd dat er een document is dat in 2003 is gebruikt bij de start van de discussie en afgesproken is dat dat document beschikbaar zal worden gesteld, omdat dat een gevoél kan geven van datgene waarover wordt gepraat; in het debat in de commissie ging het ook over dat gevoel. Ik zou het jammer vinden als de SP om deze reden zou besluiten niet met de begroting in te stemmen want de keuzen die erin staan zijn ‘sec’ gebaseerd op de keuzen die in het verleden door de voormalige gemeenteraden zijn gemaakt. De heer Coenen heeft ook gesproken over het inzicht in de reserves en voorzieningen. Wat dat betreft kan ik melding maken van nadere informatie. Ook de OR is gehoord over de voorliggende begroting en op 13 maart heeft hij in een brief laten weten verheugd te zijn over de voorliggende begroting en het uitgebreide opleidingsbudget. Aan de raadsinformatiebrief die wij ter zake hebben opgesteld is de uitgebreidere staat van reserves en voorzieningen toegevoegd. Ook naar aanleiding van de vraag van de VVD-
88 fractie om in de begroting ruimte te creëren voor de afwikkeling van planschades is informatie in deze raadsinformatiebrief verstrekt. Zoals beloofd, kom ik nog even terug op de kwestie van de tariefstelling voor begraafplaatsen. Mij is inmiddels bericht dat op 31 mei een raadsvergadering plaatsvindt. In de vergadering van de commissie voor openbare werken op 10 mei kan hierover het inhoudelijke debat worden gevoerd, waarna in de raadsvergadering van 31 mei een voorstel ter behandeling aan de raad kan worden voorgelegd. Een en ander kan dan met terugwerkende kracht afgehandeld worden. De heer Lomans: Het is wel aardig dat u nu voor de desbetreffende portefeuillehouder spreekt, maar ik had toch graag een bevestiging van die portefeuillehouder zelf. De voorzitter: Wij kennen hier collegiaal bestuur. Als de heer Schreurs iets zegt, zitten wij daaraan met z’n allen gebakken. Wethouder Schreurs: De motie die is ingediend sluit aan bij hetgeen wij in de aanbiedingsbrief bij de begroting hebben geschreven. Terecht wordt er in de motie op aangedrongen een en ander af te handelen bij de algehele afweging van prioriteiten op 28 juni a.s. Met deze motie heeft het college dan ook geen enkele moeite. De heer Heijnen: Mijnheer de voorzitter. De raad heeft pas op 8 februari jl. ingestemd met de formatieuitbreiding bij de griffie ten behoeve van de wijkbezoeken en daarvan kon dus onmogelijk melding worden gemaakt in het voorliggende boekwerk. Deze aangelegenheid zal derhalve op 28 juni nog aan de orde moeten worden gesteld… De heer Lomans: Maar in de begroting staan 4,3 formatieplaatsen; er is een volle fte bijgekomen. De heer Heijnen: Ook daarover kunnen we nog een discussie voeren. De heer Lomans: Dat heeft geen zin, want het is al goedgekeurd. De heer Breugelmans: Ik heb niet de indruk dat deze raad de genoemde 4,3 formatieplaatsen met het college heeft afgesproken. Het is voor ons een complete verrassing. We zullen het vooralsnog goedkeuren, maar we komen er op 28 juni zeker op terug. De heer Van Walsum: Mijnheer de voorzitter. In eerste termijn heb ik gereleveerd dat de gemeente als gevolg van de herindeling qua nieuw beleid in een soort status quosituatie terecht is gekomen, terwijl de ontwikkelingen in de samenleving gewoon doorgaan. Er doen zich constant nieuwe ontwikkelingen voor die een passend antwoord vragen. In reactie daarop heeft wethouder Schreurs gezegd dat het helemaal niet verkeerd is om gedurende een bepaalde periode eens geen nieuwe ontwikkelingen op te pakken en andere zaken wat beter neer te zetten. Ik kan me daarbij wel iets voorstellen en geloof dat onze meningen niet zo ver uit elkaar liggen. Dat neemt niet weg dat nu een aantal vragen in de samenleving dringend op een antwoord wachten. Ik heb er echter alle vertrouwen in dat dit in het UP goed zal ‘landen’.
89 De heer Lomans: Mijnheer de voorzitter. Ik wil nog even terugkomen op het interruptiedebatje zojuist met de heren Heijnen en Breugelmans. Hoewel ik nieuw ben in de raad, ben ik zo vrij te concluderen dat wat zij nu willen doen niet kan. Ze willen nu iets goedkeuren en daarover op 28 juni nader discussiëren. De desbetreffende passage zal dan nu geamendeerd moeten worden; dat zijn de regels. De heer Breugelmans: Dat wil ik dan bij wijze van mondeling amendement graag doen, in die zin dat wij de begroting op dit punt vooralsnog goedkeuren. De heer Lomans: Afkeuren, bedoelt u. De heer Breugelmans: Inderdaad. De voorzitter: Daarmee wilt u veilig stellen dat de discussie in juni zuiver gevoerd kan worden. Bij de besluitvorming zal daarmee rekening worden gehouden. De heer Lomans: Wat de heer Schreurs over de grafrechten heeft opgemerkt, was op zichzelf wel positief, maar toch bekruipt mij hierbij een ontevreden gevoel. Het is een zaak die al jaren loopt en de burger van Roermond is de dupe, want die betaalt gewoon te veel. Iets wat geregeld had kunnen worden, wordt nu weer uitgesteld. Wij zullen nu moeten accepteren dat het in de raadsvergadering van mei besproken wordt en zullen onze motie nu niet indienen, maar met deze gang van zaken zijn we niet geheel tevreden. De heer Puper: Mijnheer de voorzitter. Dankzij de interventies van de heren Breugelmans en Lomans en de interpretatie die u daaraan hebt gegeven, is het niet meer nodig een opmerking die ik daarover had willen maken naar voren te brengen. Wel moet mij in algemene zin een opmerking van het hart aan het adres van de heer Janssen Steenberg waar het betreft het accommodatiebeleid ten aanzien van niet-commerciële inrichtingen. Ook van verenigingen, stichtingen etc. mag mijns inziens efficiëntie worden gevraagd, want ze werken wel met middelen die door de gemeenschap beschikbaar worden gesteld. De heer Janssen Steenberg: Ik heb duidelijk gezegd dat dit soort zaken tot het publieke domein behoren en dat is een heel belangrijk domein, zeker voor de gemeenschap. De SP-fractie heeft er grote moeite mee dat steeds weer wordt afgerekend op efficiency en bedrijfsmatigheid. De heer Coenen: Mijnheer de voorzitter. In de commissie voor openbare werken hebben wij het ook gehad over de grafrechten en het is terecht dat daaraan nu zoveel aandacht wordt besteed. Laatst werd ik er via de radio nog eens aan herinnerd dat de Dela – ‘Draagt elkanders lasten’– 70 jaar geleden in Eindhoven is ontstaan, omdat zich daar een segregatie voordeed tussen mensen die wel en niet op een fatsoenlijke manier werden begraven. Het is ons heel veel waard dat mensen op een fatsoenlijke manier kunnen worden begraven en tegen een redelijk tarief. Wat ons betreft kan daarover niet snel ge-
90 noeg een besluit worden genomen. Wij vinden het dan ook jammer dat de motie die ter zake was aangekondigd nu niet wordt ingediend. Zelf kan ik de motie nu niet mondeling naar voren brengen, anders zou ik dat graag doen, liever dan in te gaan op de commotie over de uitbreiding bij de griffie, die op zichzelf overigens terecht is. Wat dat betreft heb ik in tweede termijn een herstelactie geconstateerd bij de heer Breugelmans, op instigatie van de heer Lomans. In de begroting is nu reeds een uitgebreide griffie opgenomen en dat is een van de punten waarvan ik mij afvraag hoe ik daarmee moet omgaan. Over de risico’s van de beheerplannen die nog niet in beeld zijn ga ik geen grote verhalen ophangen, maar ik moet wel constateren dat het positieve saldo wat dat betreft nog niet al te hard is. Ook aan de WMO zijn grote risico’s verbonden en het is dan ook maar de vraag hoeveel nieuw beleid wij straks kunnen doorvoeren. De wethouder heeft in zijn reactie ons commissielid aangehaald. Interessanter nog vind ik van mijn collega-raadsleden te vernemen of zij het met mij eens zijn dat over de begrotingssystematiek deugdelijker informatie verstrekt behoort te worden. Op zichzelf ben ik wel blij dat de wethouder het nu met een enkel commissielid afdoet, maar ik vind dat iedereen in deze raad die hierover beslissingen moet nemen dit verdient. Volgens de heer Lomans zou de inflatiecorrectie niet 2,5% maar 1% bedragen. Ik zal u niet vermoeien met het cijfer waarop wij zijn uitgekomen, maar dat ligt ietwat hoger, namelijk 1,4%. Wat daarbij ook een rol speelt is dat de onderste groeperingen daarvan een ander effect merken. Bij de WOZ merken gezinnen met lagere en midden-inkomens er in absolute zin meer van dan mensen met hogere inkomens. De heer Lomans: Dat klopt niet helemaal. Het is namelijk situatie-gebonden. De heer Coenen: In de cijferopstellingen komt een grote massa ongewogen naar voren en met uw achtergrond weet u net zo goed als ik dat je qua blokken en woningwaarden tot andere effecten kunt komen. Het is nu niet het moment om daarop dieper in te gaan, maar die effecten zitten erin. De heer Lomans: Inderdaad, die discussie gaan we hier nu niet voeren, maar ik kom er zeker nog op terug. De heer Janssen Steenberg: Mijnheer de voorzitter. Zonder de gegevens waarom wij ook in de commissie hebben gevraagd kan de SP-fractie haar controlerende taak niet uitvoeren. Daarom kunnen wij niet instemmen met deze begroting. De voorzitter: Het woord is thans in tweede termijn aan de wethouder. De heer A.C.P. Peters: Voordat u de wethouder het woord geeft, wil ik graag eens van u weten wat de draagkracht is van het mondelinge amendement van het CDA. De voorzitter: Ik neem aan dat de wethouder daarop wel zal ingaan, maar ik hou het zelf ook even in reserve tot de besluitvorming.
91 Wethouder Schreurs: Mijnheer de voorzitter. Inderdaad doen zich in de samenleving ontwikkelingen voor, zoals de heer Van Walsum opmerkte, en gelukkig maar, want zo kunnen we met z’n allen zien voor welke ontwikkelingen de één meer vatbaar is dan de ander. Daarmee hangt het maken van politieke keuzen samen en dat debat zullen we in juni met elkaar gaan voeren op basis van een voorstel van het college. Het doet me deugd te constateren dat we dan misschien niet naast elkaar in bed liggen, maar in ieder geval niet ver van elkaar. Voor het ontevreden gevoel van de heer Lomans kan het college wel begrip opbrengen. In een tweetal commissievergaderingen is al geconstateerd dat een en ander niet de schoonheidsprijs verdient. Collega IJff heeft in ieder geval hartstikke helder aangegeven dat het document ter beschikking zal komen en dat het debat hierover in mei zal plaatsvinden, voordat alle andere beheerplannen aan de orde komen. De heer Coenen heeft opnieuw aangedrongen op het verstrekken van deugdelijke informatie. In de commissie voor financiën hebben we met elkaar afgesproken dat we na iedere commissievergadering bij elkaar blijven om informatie over te dragen aan de nieuwe raadsleden. We doen dat niet in een officiële vergadering, maar ‘met de benen op tafel’, zoals dat genoemd wordt. Ook raadsleden die geen deel uitmaken van de commissie voor financiën zijn hiervoor van harte welkom. Over de effecten van de WOZ-waarden voor huurders en lagere inkomens kunnen we heel lang met elkaar in debat gaan, maar dat lijkt me weinig zinvol. Het enige wat ik erover wil zeggen is dat huurders in ieder geval geen OZB betalen. Ik vind het heel jammer dat de SP niet kan instemmen met de voorliggende begroting. Het is de principiële vraag van de kip en het ei. Anderzijds wordt nu geen politieke discussie gevoerd over een begroting met gigantisch veel wijzigingen. Als de SP zou zeggen dat ze niet kan overzien welke beleidsvrije ruimte ze aan de kant gooit met het honoreren van de enige prioriteit, zijnde de integratiecoördinator, zou ik dat kunnen begrijpen, maar in feite zegt ze nu tegen alle politieke partijen die in de vorige gemeenteraden van Swalmen en Roermond zaten dat ze geen heldere keuzen hebben gemaakt. De heer Janssen Steenberg: Daarmee verdraait u mijn woorden; ik heb dat niet gezegd en zoiets zou ik uit respect voor de vorige gemeenteraadsleden ook nooit zeggen. Wethouder Schreurs: Ik geef alleen aan dat dat de consequentie is van het besluit dat u neemt. Daarover kunnen we misschien van mening verschillen, maar ik wil het wel gezegd hebben. Inmiddels heb ik achter de rug van de voorzitter even ‘geklankbord’ met de griffier over het tweede onderdeeltje van de ingediende motie. Laten we afspreken dat we er samen even naar gaan kijken en dat we op 28 juni met een verantwoord en onderbouwd verhaal naar de raad terugkomen. De heer Breugelmans: Met dat voorstel kan ik instemmen, maar toch willen wij ons het recht voorbehouden om in juni de voorliggende begroting eventueel te wijzigen. Wethouder Schreurs: Dat staat ook letterlijk in de aanbiedingsbrief.
92 De voorzitter: Begrijp ik hieruit dat de heer Breugelmans zijn mondelinge amendement intrekt? De heer Breugelmans: Ja. Ik ben ervan overtuigd dat uit het overleg tussen de wethouder en de griffie een geweldige oplossing zal voortkomen. De heer Lomans: Met alle respect, maar de griffie is toch geen politieke partij waarmee wij moeten overleggen? De voorzitter: Duidelijk is dat in juni de principiële discussie plaatsvindt en dat in dat kader zal worden bezien of eventueel een reparatie moet worden uitgevoerd. De eer Lomans: Ik verzoek u om een korte schorsing voor beraad. De voorzitter: Akkoord, de vergadering is geschorst (19.48 uur). Schorsing De voorzitter: Ik heropen de vergadering (19.52 uur). De heer Lomans: Mijnheer de voorzitter. Wij zijn eruit. We zullen het amendement en de motie die door de heer Heijnen is ingediend steunen. De voorzitter: Is er dan een amendement? De heer Breugelmans: Nee, ik heb mijn mondelinge amendement ingetrokken. De voorzitter: Aan de orde is thans de besluitvorming, allereerst over de motie, vervolgens over het voorstel van het college. De motie wordt zonder hoofdelijke stemming met algemene stemmen aanvaard. De heer Coenen: Mijnheer de voorzitter. Uit mijn woorden in eerste en tweede termijn zal zijn gebleken in welke spagaat wij ons bevinden. Ik wil nog eens benadrukken dat wij over adequate en volledige informatie dienen te beschikken; het is bijna een vertrouwenskwestie als die informatie niet volledig is. Ik stem deze keer in met het voorstel, maar wel onder de voorwaarde dat wij de volgende keer beter worden geïnformeerd aan de hand van de vragen die wij stellen. Wij moeten inzicht hebben, niet tot achter de komma, maar wel op hoofdlijnen. Wat het amendement betreft… De voorzitter: Er is geen amendement meer. De heer Coenen: Dat betekent dus dat we nu over een geïncorporeerde post stemmen. De voorzitter: Deze zaak komt in juni nog ten principale aan de orde.
93 Mevrouw Smitsmans-Burhenne: Mijnheer de voorzitter. Wij stemmen in met de begroting. Wij hebben er niet het woord over gevoerd, omdat wij deze begroting beschouwen als een technische begroting. In juni zullen wij hierover het debat aangaan en dan zullen wij ook de vrijheid nemen indien nodig met voorstellen te komen. Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders en het daarbij behorende ontwerpbesluit, onder aantekening dat de SP-fractie geacht wil worden tegen te hebben gestemd. Portefeuille burgemeester H. van Beers. 20. Wijziging van de Algemeen Plaatselijke Verordening (APV) (raadsvoorstel no. 2007/46/1). (Het voorzitterschap wordt overgedragen aan de heer A.C.P. Peters, plaatsvervangend voorzitter.) De heer Janssen Steenberg: Mijnheer de voorzitter. De SP-fractie zal haar instemming met deze wijziging van de APV laten afhangen van de antwoorden die de portefeuillehouder op onze vragen zal geven. Wij zijn van mening dat in het beleid van de gemeente Roermond te allen tijde de mens centraal behoort te staan. Uitgangspunt moet zijn het naar boven halen van het positieve in de mens. Belonen is altijd beter dan straffen. Repressie werkt averechts en zal een benadeelde eerder kopschuw maken. Roermond heeft een aantal daklozen en zij zijn eveneens gebruiker van de openbare ruimte. Worden voor hen andere criteria gehanteerd bij verwijdering bij ordeverstoringen? Zijn de ordehandhavers geïnstrueerd dat zij geen onderscheid mogen maken tussen diverse groepen? Samenscholingen van met name allochtonen worden door de bevolking snel als bedreigend ervaren. Op welke wijze wil de gemeente Roermond de bevolking informeren over dit gevoel van onveiligheid, dat immers niet meetbaar is? Ook hier de vraag: zijn de ordehandhavers hierover voldoende geïnstrueerd? Veel problemen van overlast hebben achterliggende oorzaken. Onderkent de gemeente deze oorzaken en is zij voornemens beleid te formuleren dat probeert te voorkomen dat mensen aan de kant komen te staan? Vindt hierover overleg plaats met de doelgroepen? Mevrouw Smitsmans-Burhenne: Mijnheer de voorzitter. Deze wijziging van de APV ligt voor in het kader van drang en dwang. GroenLinks heeft eerder al aangegeven dat zij veel liever de oorspronkelijke term cure and care had gehanteerd, omdat daarmee veel meer de zorgkant wordt benadrukt dan met deze titel, maar dat zij zo. Gevraagd wordt om een uitbreiding van de dwangkant. Naast de zorg die wordt aangeboden moeten, aldus uw voorstel, mensen die categorisch weigeren hulp te aanvaarden daartoe kunnen worden gedwongen. Wij kunnen ons voorstellen dat u tot de ontdekking bent gekomen dat de dwangkant nog niet voldoende was geregeld en dat u daarom de raad om uitbreiding hiervan wilt vragen, maar het mag natuurlijk niet gebeuren dat het straks nog niet blijkt te helpen en dat u dan opnieuw om een uitbreiding komt vragen.
94 Ook aan de zorgkant zal gekeken moeten worden wat er is gedaan en waarom dat niet werkt. In de commissie hebben wij gevraagd of deze verordening niet in strijd is met de Kraakwet. Toen was u er nog van overtuigd dat dat niet het geval was, inmiddels is echter gebleken dat de verordening wel in strijd is met de Kraakwet en u hebt dan ook terecht besloten het gedeelte dat daarmee in strijd was uit de verordening te halen. Bij GroenLinks is hierdoor wel de vraag gerezen of de leden van de raad, die niet allemaal een juridische achtergrond hebben, zich bij het voorleggen van dergelijke verordeningen steeds moeten afvragen of de verordeningen wel voldoen aan de wet, of dat zij erop mogen vertrouwen dat dat zo is. Is dit een vergissing geweest, of moeten wij het college voortaan iedere keer gaan vragen of een verordening voldoet aan de wet en juridisch is getoetst? Eigenlijk vinden wij het van de zotte dat ons nu een dergelijke verordening is voorgelegd. Wij moeten toch kunnen aannemen dat daarmee zorgvuldiger wordt omgegaan. De heer Achten: Mijnheer de voorzitter. Wat thans voorligt is een heel pakket maatregelen die het juridisch sluitstuk vormen van preventie en repressie. Voor ons zijn het de laatste noten die in een muziekschrift geschreven moeten worden voor degenen die echt niet willen. Voor alle anderen is er ander beleid en wij zien ook met belangstelling het beleid tegemoet dat het college ons op 28 juni wil presenteren op het gebied van de armoede. Volgens een artikel in het dagblad De Limburger van hedenochtend zou de VVD-fractie zich hebben afgevraagd of het huidige pakket aan maatregelen al niet voldoende was. Wij hebben echter juist altijd betoogd dat deze puntjes op de i bikkelhard noodzakelijk zijn. Waar wij wel vraagtekens bij hebben geplaatst, en nog steeds plaatsen, is bij de transparante schotten en ruimten in het zo waardevolle Productiehuis waarin straks de dagopvang een plaats zal krijgen. Daarom hebben wij de portefeuillehouder en de portefeuillehouder welzijn met klem verzocht daarheen te gaan en alsnog invulling te geven aan het raadsvoorstel. Het mag namelijk niet een soort suikerpot worden waarin je het ene schot ziet en dan doorloopt naar het andere. Er moeten afgescheiden ruimten zijn. Van de burgemeester vernemen wij graag zijn bevindingen als hij er op werkbezoek is geweest. Zoals gezegd, ligt hier het sluitstuk van de keten voor. Wij kunnen en mogen dit niet alleen doen. Ook politie en justitie hebben in dezen een zware verantwoordelijkheid. Daarom zullen wij er a.s. woensdag, tijdens de conferentie met raadsleden bij de korpsbeheerder, op aandringen dat politie en justitie daadwerkelijk dit stukje ketenverantwoordelijkheid nemen. Terecht heeft mevrouw Smitsmans zojuist de vraag gesteld of de raad erop mag vertrouwen dat verordeningen die de raad worden voorgelegd juridisch zijn getoetst. Draaien we de film terug, dan blijkt dat het college zich gebaseerd heeft op informatie van de politie in Heerlen. Zo’n foutje is wat ons betreft vergeeflijk. Wij gaan ervan uit dat het college alle stukken juridisch toetst, maar in een duaal stelsel is het altijd goed dat ook de raad nagaat of een en ander juridisch-proof is. In dit geval heeft de burgemeester naar onze mening wat snel de handdoek in de ring gegooid na een telefoontje met Heerlen.
95 Wat is er aan de hand? Het gaat om het artikel ‘Hinderlijk gedrag bij of in gebouwen’. Voor een aantal gebouwen dat gekraakt wordt geldt de Kraakwet. Er is echter ook een groot aantal gebouwen in Roermond dat niet gekraakt wordt en wij kunnen ons voorstellen dat op die gebouwen de Kraakwet juist niet van toepassing is. Er zijn meerdere wegen die naar Rome leiden. Wij kunnen er nu mee instemmen dat dit artikel wordt geschrapt, maar verzoeken u hierover ook bij het rijk, of de VNG, te rade te gaan en te vragen of er niet toch een weg is waarmee wel aan die verlangens tegemoet kan worden gekomen en hinderlijk gedrag bij gebouwen alsnog kan worden aangepakt in deze stad. De heer Van Beers: Mijnheer de voorzitter. De rode draad in ons beleid is altijd geweest dat wij geen mensen willen afdanken. Mensen moeten perspectief hebben en de kans krijgen bij te dragen aan onze samenleving. Daarin wordt onzerzijds behoorlijk geinvesteerd. Wethouder Kemp is een groot deel van zijn tijd juist met dat soort zaken bezig. Ook de hele ketenbenadering is erop gericht mensen weer perspectief te bieden. Helaas is het toch nodig ook een stok achter de deur te hebben voor hen die absoluut niet willen. In die gevallen zal op een andere manier moeten worden opgetreden, want zij kunnen niet blijven doorgaan met allerlei vervelende dingen in het openbaar gebied. Het spreekt vanzelf dat onze ordehandhavers goed geïnstrueerd zijn. Zij behoren de mensen de helpende hand te bieden en niet meteen de stok te hanteren. Als echter niets meer helpt, moeten zij het ook aandurven de stok tevoorschijn te halen. Mogelijk kunnen sommige mensen via dwang toch weer in het perspectieftraject worden geplaatst. Mij zou niets liever zijn dan dat ik de stuk nooit ofte nimmer zou behoeven te gebruiken. De praktijk wijst helaas echter uit dat het af en toe toch moet. Ons uitgangspunt is duidelijk: wij willen de stok niet gebruiken, behalve als er geen enkel ander middel meer is om de mensen de helpende hand te bieden. De opmerking die mevrouw Smitsmans heeft gemaakt over de Kraakwet is volkomen juist. Wij hebben ons terdege verstaan met ‘Heerlen’, dat in dit gebeuren voorop loopt. Wij zijn niet alleen te rade gegaan bij het gemeentebestuur, maar ook bij de politie en andere zorgverleners. Op basis daarvan meenden wij een sluitend circuit te hebben gevonden. Bij nadere bestudering en navraag is echter gebleken dat dat niet juist was. We hebben overwogen de randen van wat wel en niet kan op te zoeken en af te wachten of we hiervoor in de procedure ruimte zouden krijgen, maar wij menen dat het zo niet hoort en dat wij in dezen de koninklijke weg dienen te bewandelen. Derhalve hebben wij besloten dat onderdeel uit de verordening te halen. Dat neemt niet weg dat wij naarstig zullen blijven onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om op te treden tegen overlast vanuit vrijkomende gebouwen. De heer Achten kan ik in dit verband mededelen dat wij ons hierover zullen verstaan met de VNG en met het Openbaar Ministerie. Op dit moment bestaat hierover geen duidelijkheid en indachtig de waarschuwing ‘bij twijfel niet inhalen’ hebben wij besloten dat gedeelte te schrappen. Met de heer Achten ben ik het geheel eens dat thans het sluitstuk voorligt. Het werkbezoek waarnaar hij informeerde heb ik afgelegd en daarin hebben wij een aantal regels bepaald, waarvan de belangrijkste is dat iedere dag om vier uur de hele keten bijeen komt om op basis van de ervaringen die zijn opgedaan na te gaan welke fouten eventueel verbeterd kunnen worden en hoe aan een en ander nog beter vorm kan worden gege-
96 ven. In dat kader is ook vastgesteld dat er nog geen fysieke afscheiding is tussen het Productiehuis, de gebruikersruimte e.d., maar het is nu een topprioriteit en mij is verzekerd dat daaraan nu wel zal worden voldaan. De heer Janssen Steenberg: Mijnheer de voorzitter. Een van de belangrijkste pijlers voor de SP is gelijkwaardigheid, en dat geldt natuurlijk ook voor andere partijen. Wij hebben de indruk dat in dit geval met twee maten wordt gemeten en dat allochtonen of daklozen bij ordeverstoring harder en eerder worden aangepakt dan andere groeperingen. De reactie van de portefeuillehouder heeft mij in dit opzicht niet echt gerustgesteld en ik hoop dat hij dat in tweede termijn alsnog zal kunnen doen. In eerste instantie heb ik ook gepleit voor flankerend beleid. Voorkomen is altijd beter dan genezen. De heer Jacobs: U beweert dat tegen bepaalde groeperingen mogelijk eerder en harder wordt opgetreden dan tegen andere, maar volgens mij staat dat niet in de APV. De heer Achten: Los daarvan zou ik wel eens willen weten waarop de SP die stelling baseert. De heer Janssen Steenberg: Op waarnemingen in het publieke domein. Als je naar buiten gaat, kun je gewoon waarnemen dat door ordehandhavers met sommige groepen anders wordt omgesprongen dan met andere. De heer Achten: Daarmee beweert u nogal wat. Als het waar zou zijn, zou het een ernstige diskwalificatie zijn van de mensen die dat doen. Van de portefeuillehouder wil ik hierop graag een reactie hebben. De voorzitter: Ik verzoek iedereen zich nu tot het voorliggende stuk te bepalen. De heer Achten: Dit is een ordevraagstuk! De voorzitter: Ik wil het graag bij de APV houden. Andere zaken kunnen beter in de commissie worden besproken. De heer Janssen Steenberg: Tot de heer Achten wil ik alleen nog opmerken dat wij de portefeuillehouder juist hebben gevraagd de ordehandhavers hierover goed te instrueren. De heer Breugelmans: Ik zou de suggestie die u doet toch wel graag onderbouwd zien, anders kunnen we hierover blijven discussiëren tot in het oneindige. U suggereert dat ambtenaren in functie onderscheid maken tussen mensen en dat is iets wat ik absoluut niet kan tolereren. Als u over bewijzen beschikt, wil ik die graag zien. De heer Achten: Dat heb ik ook gezegd. Mevrouw Smitsmans-Burhenne: Mijnheer de voorzitter. De discussie die nu ontstaat wordt naar mijn mening veroorzaakt door het feit dat wij spreken over drang en dwang.
97 Ik vind het bijzonder ongelukkig dat iets wat een totaalpakket moet zijn gescheiden wordt door twee commissies. Het is toch vreemd dat de ene helft in de commissie AZ besproken wordt en de andere helft in de commissie welzijn? Nu de heer Achten het voorliggende stuk als een sluitstuk heeft aangemerkt en dat door de portefeuillehouder is bevestigd, vraag ik me af wat daarmee nu precies wordt bedoeld. Voor mij maakt dit onderdeel uit van het totaalpakket. Ik interpreteer het als volgt. Er lopen mensen op straat die hulp nodig hebben en zichzelf niet kunnen handhaven. Andere mensen in deze stad zoeken met hen contact en proberen hen zorg aan te bieden. Helaas zijn er mensen die om wat voor reden dan ook die zorg niet accepteren, vaak omdat ze zo diep in de problemen zitten dat ze niet eens meer helder kunnen denken. Geprobeerd wordt te voorkomen dat deze mensen overlast veroorzaken voor andere mensen in Roermond en op die manier wordt toch weer gepoogd deze mensen met zachte dwang in het zorgcircuit te krijgen. In die zin is dit voor mij geen sluitstuk, maar een cirkel die rond moet blijven gaan. Als de burgemeester deze interpretatie kan bevestigen, hebben we elkaar weer gevonden. De portefeuillehouder heeft uitgelegd dat het onderdeel dat betrekking heeft op de Kraakwet uit de verordening is geschrapt, nadat eerder was overwogen de randen op te zoeken. Randen opzoeken is helemaal niet erg, u mag dat doen en dat stel ik zelfs wel op prijs, maar ik ga ervan uit dat het college in ieder geval wel de wet wil uitvoeren. Wat de verdere mogelijkheden betreft, adviseer ik de portefeuillehouder hierop een jurist te zetten, en anders wil ik hem best nog wel eens bellen, want die mogelijkheden zijn er ook. Geen antwoord heb ik gekregen op mijn vraag of verordeningen juridisch worden getoetst voordat ze aan de raad worden voorgelegd. Als een antwoord hierop uitblijft, zal GroenLinks voortaan die vraag bij iedere verordening weer stellen. De heer Achten: Mijnheer de voorzitter. Voor de VVD-fractie zijn vrijheid en gelijkheid fundamentele rechten. Als met die vrijheid echter ontoelaatbaar in de vrijheid van anderen wordt getreden, is handelen geboden en dan is het goed dat de burgemeester over dit instrument beschikt. Dit gezegd hebbend, verzoek ik de portefeuillehouder in tweede termijn ook te reageren op de bewering van de SP, want als die juist zou zijn, gebeuren hier verschrikkelijke dingen onder verantwoordelijkheid van deze portefeuillehouder. De heer Van Beers: Mijnheer de voorzitter. Mevrouw Smitsmans heeft volkomen gelijk dat hier sprake is van een totaalpakket. Door wethouder Kemp en ondergetekende wordt hierin dan ook gezamenlijk opgetrokken. Als het er echter op aan komt, heb ik in mijn positie nog een andere verantwoordelijkheid en daarvoor moet de APV mij instrumenten ter beschikking stellen. Over de term ‘sluitstuk’ kunnen we lang en breed met elkaar van gedachten wisselen, maar dat lijkt me weinig zinvol. Het is ook heel wel mogelijk dit sluitstuk als een beginstuk aan te merken, want als iemand met de harde hand tot de orde moet worden geroepen, kan hem vervolgens weer perspectief worden geboden op basis van de welzijnsaanpak. De overlast is dan misschien wel voorgoed teruggedrongen omdat de persoon die haar heeft veroorzaakt bij machte is zichzelf via een andere
98 methode weer perspectief te geven. Zo kan het één passen in het verlengde van het andere. Verordeningen worden inderdaad altijd juridisch getoetst. In dit geval was sprake van een nieuwe ontwikkeling op dit terrein en hebben we misschien iets te lichtvaardig vertrouwd op de informatie die op ons af kwam. Op verzoek van de heer Achten ga ik nu ook in op de opmerking van de heer Janssen Steenberg. Het gaat natuurlijk niet aan dat bij ingrijpen onderscheid wordt gemaakt op basis van huidskleur, dakloosheid, of bij wijze van spreken op de vraag of iemand grijze haren heeft of een bril draagt met +8-glazen. Wordt dat zo ervaren, dan past het iedereen daarvan melding te maken, want dat zou betekenen dat er gediscrimineerd wordt en als wij daaraan geen paal en perk stellen, waar zijn we dan? Ik ben van oordeel dat mensen naar eer en geweten handelen. Vrouwe Justitia en in het verlengde daarvan onze ordehandhavers horen wat dat betreft met een doek voor de ogen te lopen. Alle mensen zijn voor de wet gelijk. De heer Öztürk: Ik denk niet dat de heer Janssen Steenberg heeft willen zeggen dat het daadwerkelijk zo gaat, maar dat dit gevoel bij de doelgroep wel leeft. Ik noem het voorbeeld van de discriminatie op de arbeidsmarkt waarover jarenlang discussie is gevoerd, totdat het ministerie van Sociale Zaken het in 2006 na onderzoek heeft erkend. De voorzitter: De discussie dreigt nu een heel andere kant op te gaan en daar heb ik geen behoefte aan. De heer Öztürk vermoedde dat de heer Janssen Steenberg een gevoel heeft willen verwoorden dat er leeft en uit het hoofdknikken van de laatste leid ik af dat dat inderdaad zo is. Daarmee is deze kou ook uit de lucht. Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders en het daarbij behorende ontwerpbesluit. (Het voorzitterschap wordt overgedragen aan de heer H.M.J.M. van Beers, waarnemend burgemeester.) 21. Vragenuur. De voorzitter: Het woord is allereerst aan de SP-fractie. De heer Janssen Steenberg: Mijnheer de voorzitter. In dagblad De Limburger van 26 februari jl. werd melding gemaakt van het achterblijven van het huisvesten van statushouders. Statushouders zijn asielzoekers met een verblijfsvergunning. In het afgelopen jaar is in Limburg slechts de helft van de door het rijk opgelegde taakstelling ter zake gerealiseerd. Van de 450 statushouders die de Limburgse gemeenten moesten huisvesten hebben ongeveer 250 een woning gekregen. De overige asielzoekers moeten zo onnodig langer in een asielzoekerscentrum verblijven, met zeer minimale voorzieningen en weinig privacy, waardoor zij ook noodgedwongen pas later kunnen starten met hun inburgering. In het artikel wordt met name Roermond genoemd, dat duidelijk achterblijft bij de opgelegde taakstelling. Onlangs is ook bekend gemaakt dat Roermond
99 voornemens is het vluchtelingenloket te sluiten, tegen het advies van de Stichting Vluchtelingenwerk in. Tevens is te verwachten dat door de uitvoering van het generaal pardon het aantal statushouders sterk zal toenemen. De SP-fractie maakt zich ernstig zorgen over het niet nakomen van de opgelegde taakstelling en wil u de volgende vragen voorleggen. Waarom is de gemeente achtergebleven en heeft zij niet voldaan aan de door het rijk opgelegde taakstelling betreffende de huisvesting van statushouders? Is de gemeente Roermond voornemens hieraan in de toekomst wel te voldoen, mede in het licht van de door de toepassing van het generaal pardon te verwachten grotere vraag naar huisvesting? Was het niet beter geweest het vluchtelingenloket langer open te houden, in ieder geval tot na de afhandeling van het generaal pardon? Is het college bereid dit te heroverwegen? Wethouder Kemp: Mijnheer de voorzitter. Allereerst kan ik bevestigen dat de gemeenten op grond van de Huisvestingswet de wettelijke verplichting hebben statushouders te huisvesten. Ter zake ligt een taakstelling voor die door de minister tweemaal per jaar aan de gemeenten wordt toebedeeld. De provincie fungeert in dezen als toezichthouder. Bij het invullen van deze taakstelling hebben de gemeenten de medewerking nodig van de woningcorporaties. Mensen met een status kunnen ook zelf op zoek gaan naar een woning, maar in de meeste gevallen wordt toch de hulp ingeroepen van de woningcorporaties. In het verleden hebben wij hierover met de woningcorporaties afspraken gemaakt, die medio 2006 nog eens zijn aangehaald, omdat naar ons gevoel de invulling van de taakstelling achterbleef bij onze opdracht. Op 1 januari van het vorig jaar bestond een achterstand ten aanzien van 44 personen. In 2006 is een stevige inhaalslag gemaakt door op uitnodiging van de UNHCR 31 Burundese vluchtelingen te huisvesten. Op basis van een overeenkomst met de UNHCR zijn enige honderden Burundezen in Nederland opgenomen. Samen met Horst aan de Maas was Roermond een van de twee gemeenten in Limburg die een grote groep Burundese mensen heeft opgevangen. Per saldo moesten toen nog 13 mensen geplaatst worden, maar per 1 januari 2007 heeft de minister ons een nieuwe taakstelling erbij gegeven voor 10 andere mensen. Vóór 1 juli 2007 moeten wij nu dus 23 mensen huisvesten. Een aantal mensen heeft particulier een woonruimte gevonden en onderzocht wordt thans of dat aantal op de taakstelling in mindering kan worden gebracht. Waarschijnlijk zullen we uiteindelijk onder de 20 uitkomen, maar net zo waarschijnlijk is dat vanaf 1 juli weer moet worden voldaan aan een nieuwe taakstelling die vóór 1 januari 2008 moet worden ingevuld. Het is een tamelijk regulier proces en daarom hebben wij bij de woningcorporaties ook aangedrongen op aandacht voor deze groep mensen bij de huisvesting. Bijkomend probleem is dat het voor een heel groot deel alleenstaande mensen betreft en in Roermond nauwelijks woningen beschikbaar zijn voor eenpersoonshuishoudens. Gevolg daarvan is dat woningen gedeeld moeten worden, met alle consequenties van dien. Het bericht in het dagblad De Limburger is mij ontgaan, maar wat ik wel kan zeggen – ik heb toevallig vanmiddag de laatste cijfers van de nieuwe taakstelling onder ogen ge-
100 had – dat wij nu tot de top behoren in Limburg wat betreft het voldoen aan de taakstelling. Op dit moment voldoen we voor 94% aan onze taakstelling en dat is hoger dan bijvoorbeeld in Venlo, Venray, Kerkrade en Sittard-Geleen. De regeling voor het generaal pardon moet nog worden uitgevoerd. Uitgaande van een aantal van 26.000 mensen die een status zullen krijgen, zou Roermond ongeveer 80 mensen moeten plaatsen. De vraag die is gesteld over de sluiting van het vluchtelingenloket kan ik niet helemaal plaatsen. Mensen die vanuit een asielzoekerscentrum naar Roermond komen en hier hulp en begeleiding nodig hebben kunnen zich onder andere melden bij het wijkservicepunt. De voorzitter: Ik stel vast dat de heer Janssen Steenberg niet meer het woord verlangt. Andere leden wensen wel het woord. Ik geef allereerst het woord aan de heer Coenen. Ik wijs erop dat het de bedoeling is vragen te stellen en niet om uitgebreide algemene beschouwingen te houden. De heer Coenen: Wat is dit nu weer voor een suggestieve opmerking? De voorzitter: U bent toevallig de eerste en daarom zeg ik het. De heer Coenen: Nee, dit is een suggestieve opmerking die een sfeerbeheerder niet past. Van de wethouder wil ik graag weten hoeveel woningen wij tekort komen voor alleenstaande personen, niet alleen voor Burundezen en andere statushouders, maar ook voor autochtonen. Mevrouw Smitsmans-Burhenne: Mijnheer de voorzitter. De wethouder heeft gezegd dat de gemeente voor haar taakstelling afhankelijk is van de woningcorporaties… Wethouder Kemp: Mede! Mevrouw Smitsmans-Burhenne: Goed, dan luidt mijn vervolgvraag: waar kunt u zelf invloed uitoefenen en waar bent u afhankelijk van de woningcorporaties? Met andere woorden: waar kunt u daadwerkelijk direct actie ondernemen? De wethouder heeft voorts medegedeeld dat de mensen zich kunnen melden bij het serviceloket. Kunnen zij zich echter ook melden bij Vluchtelingenwerk Swalmen, dat naar ik aanneem nu Vluchtelingenwerk Roermond is? De heer Puper: Mijnheer de voorzitter. Statushouders kunnen ook een voorkeur kenbaar maken voor een gemeente waarin zij gehuisvest willen worden. Het is mogelijk dat mede daardoor de ambitie op basis van fysieke mogelijkheden niet kan worden waargemaakt. Met andere woorden: het hoeft niet direct bij ons te leggen. Dat is althans mijn conclusie en ik wil graag weten of die juist is. Is het de wethouder bekend dat Roermond niet de meest gewenste plek is?
101 De heer Öztürk: Mijnheer de voorzitter. Roermond loopt al een paar jaar achter en daarover hebben wij eerder al vragen gesteld, zowel hier als in de staten. Het ambitieniveau is dat wat dit betreft bij het college kennelijk niet hoog, anders zouden we het wel hebben gehaald. De wethouder heeft zojuist gezegd dat het nu om 23 mensen gaat, voor wie misschien zeven of acht woningen beschikbaar moeten worden gesteld, en dat op een inwoneraantal van 55.000. Is het college bereid er alles aan te doen om de taakstelling vóór 1 juli te halen en, zo ja, hoe wilt u dat doen? Volgens mij heeft het college zich nog niet op de particuliere markt begeven en daar is volgens mij heel wat te halen. Bent u bereid daarbij een bemiddelende rol te spelen? Zojuist hebben we het over dwang en drang gehad. Bent u bereid de woningcorporaties eventueel via dwang en drang zo ver te krijgen dat aan de taakstelling wordt voldaan? Wethouder Kemp: Mijnheer de voorzitter. Ik verzet mij tegen de suggestie van de laatste spreker dat Roermond niet voldoende aandacht zou besteden aan de huisvesting van statushouders. Tegen de conclusie van de heer Öztürk dat Roermond achterloopt breng ik voorts in dat iédere gemeente op de ijkmomenten 1 januari en 1 juli achterloopt, gevolg van het feit dat steeds weer een nieuwe taakstelling wordt opgelegd. Als aan de taakstelling van het ene halfjaar nog niet is voldaan, blijft die bestaan, terwijl er voorts een nieuwe aan wordt toegevoegd. Wat de huizenmarkt betreft, wijs ik erop dat als gevolg van de herstructureringsoperatie die een aantal jaren geleden is afgesproken, ook met de regio, de kernvoorraad socialehuurwoningen afneemt van 5.500 tot 5.000 woningen. Derhalve ligt hier ook een opdracht voor de regio en bij de manier waarop die wordt opgepakt, mogen best ook eens vraagtekens worden geplaatst. Het is hoe dan ook geen sinecure om aan de taakstelling te voldoen, maar toch spannen wij ons daartoe tot het uiterste in. Over de mogelijkheden van de particuliere woningmarkt wil ik graag eens met mijn collega voor volkshuisvesting in overleg treden en dat geldt ook voor de vraag die door de heer Coenen is gesteld over het aantal beschikbare woningen voor alleenstaanden. Mevrouw Smitsmans heeft gevraagd of wij rechtstreeks invloed kunnen uitoefenen op de toewijzing. De gemeente is geen woningcorporatie en heeft geen woningen in eigendom of beheer. Daarom zijn wij in dezen altijd afhankelijk van anderen, maar we maken wel afspraken met andere partijen om te komen tot inpassing van deze doelgroep in Roermond. Mevrouw Smitsmans kan ik voorts bevestigen dat naast het wijkservicepunt ook Vluchtelingenwerk Swalmen of Roermond diensten kan verrichten, en dat gebeurt ook. Ook voor de begeleiding van Burundese mensen is Vluchtelingenwerk Roermond gevraagd een bijdrage te leveren. Overigens heeft dit ook andere vrijwilligers een behoorlijke inspanning gekost. De heer Puper heeft de keuze aangesneden die statushouders kunnen maken voor wat betreft huisvesting in een bepaalde gemeente. In de praktijk worden woningen beschikbaar gesteld in kleine gemeenten en dorpen in de regio, waar mensen dan ook heen gaan. Dat is de eerste verhuisbeweging en die kan van de taakstelling worden afgetrokken. Als die mensen na een aantal maanden naar een centrumgemeente komen, telt dat voor de taakstelling niet meer mee. De eerste keuze is dus bepalend voor de telsom. Of
102 Roermond niet de meest gewenste plek is, weet ik niet, maar als ik kijk naar het aantal mensen met een status dat wij hier huisvesten, schieten wij ver boven de 100% uit, omdat mensen die een tweede verhuisbeweging maken naar Roermond komen. Laat ik als voorbeeld de ex-Joegoslaven noemen die ooit op het Kazerneterrein hebben gezeten, daarna naar elders in Nederland zijn verhuisd, maar in groten getale weer terug zijn gekomen. De voorzitter: Het woord is thans aan de CDA-fractie. De heer Van Dael: Mijnheer de voorzitter. Diverse krantenartikelen van de afgelopen week getuigen ervan dat de IJzeren Rijn weer volop in de belangstelling staat en na vandaag is het mijns inziens zelfs weer een hot item geworden. De vragen die wij hierover willen stellen zijn vooral bedoeld om voldoende helder te krijgen of de berichten van de laatste week sporen met de perceptie van de portefeuillehouder. Wat ons zorgen baart is dat wethouder IJff in een krantenartikel van 9 maart als reactie heel expliciet heeft aangegeven dat het samenwerkingsverband al eerder nadrukkelijk heeft verwezen naar alternatieve tracés ten noorden van Roermond. De CDA-fractie kan zich voorstellen dat alternatieve tracés ten noorden van Roermond en na de herindeling ook in het noorden van Roermond door die gemeenschappen niet met gejuich zullen worden ontvangen. Moeten we uit bovenstaande concluderen dat alleen de tracévarianten ten noorden van Roermond meedoen, of zijn ook andere tracévarianten, zoals de Venlo-variant of de variant Genk-Sittard nog in beeld? De laatste dagen verschijnen steeds meer berichten over een studie van de Duitse verkeersminister van Nordrhein-Westfalen, die weliswaar nog niet formeel openbaar is gemaakt, maar anderzijds wel reeds informeel naar buiten toe is geventileerd. In die studie zou het gaan om de zogenaamde N280-variant. Gelet op de uitspraken van wethouder IJff in het krantenartikel moet ik ervan uitgaan dat hij mogelijk kennis heeft van de inhoud van deze studie. Sterker nog: hij benadrukt dat alle treinen pas kunnen gaan rijden als alle knelpunten zijn opgelost en noemt daarbij zelfs de kruising met de N280. Daardoor rijst bij de CDA-fractie de vraag of de portefeuillehouder zich al bij voorbaat heeft neergelegd bij deze variant. Zoals bekend moge zijn, heeft de Tweede Kamer unaniem een motie aangenomen waaruit blijkt dat het historisch tracé getoetst moet worden aan leefbaarheid, veiligheid, natuur en milieu en werkgelegenheid. Wij kunnen ons voorstellen dat dit toetsingskader ook toepasbaar zal zijn op de N280-variant en andere varianten. Heeft de portefeuillehouder zich daarvan rekenschap gegeven bij de Duitse variant en heeft hij daarop deze toets van leefbaarheid, veiligheid, natuur en milieu en werkgelegenheid al toegepast? Ronduit verbijsterend is dat, naar ik heb begrepen, de Belgische vervoerder B-Cargo een goederentrein heeft laten rijden over een deel van het traject van de IJzeren Rijn tussen Antwerpen en Duisburg. De twee locomotieven zijn vanmorgen vertrokken uit de Antwerpse haven en rond het middaguur reden de treinen van Weert naar Roermond, van daaruit ging het via Swalmen naar Venlo en vervolgens naar het Duitse Duisburg. De rit was een samenwerking tussen het Belgische Railon, ProRail en de Duitse Bundesbahn. De CDA-fractie vindt het weinig chic om op deze manier met de problematiek
103 om te gaan. Kan de portefeuillehouder aangeven hoe het samenwerkingsverband reageert, of al gereageerd heeft op deze laatste, nieuwe ontwikkelingen? Ik ga ervan uit dat wethouder IJff deze trein niet voorbij zal laten denderen, want dan zou wel eens kunnen blijken dat we op het verkeerde spoor aan het rijden zijn. Ik kan u nu reeds aangeven dat de CDA-fractie in een latere fase de keuzen zal toetsen aan leefbaarheid, veiligheid, natuur en milieu en werkgelegenheid. Wethouder IJff: Mijnheer de voorzitter. Er is de laatste weken inderdaad veel in beweging rond de IJzeren Rijn. Eerst is in Duitsland een debat gevoerd waarin inhoudelijk gekeken werd naar andere tracés dan het historische tracé. Het Duitse onderzoek waarnaar de heer Van Dael verwees heeb ik overigens niet. De basis ervan ligt in een krantenartikel in de Rheinische Post, waarna vervolgens in bestuurlijke wandelgangen, zowel bij de Kamer van Koophandel als bij de Milieufederatie en de gemeente Venlo, spontaan allerlei signalen op ons af kwamen waaruit kon worden afgeleid dat er in Duitsland iets aan de gang was. De trein die vandaag heeft gereden van Antwerpen naar Duisburg heb ik in een persbericht een provocatie genoemd. Duidelijker kan het historische tracé niet benoemd worden. De trein heeft uiteindelijk van Roermond het tracé naar Venlo gevolgd en van Venlo naar Duisburg. Op een en ander is door het samenwerkingsverband meteen via een persbericht gereageerd dat in de bakjes van de raad is gedeponeerd. De eerste vraag van de CDA-fractie luidt of wat mij betreft alleen tracés ten noorden van Roermond meedoen in de tracédiscussie. Onze reactie is primair gericht op een verbreding van de discussie over de tracés. Wij hebben ons altijd op het standpunt gesteld dat niet alleen het historische tracé, maar ook alternatieve tracés in ogenschouw moeten worden genomen. In Duitsland schijnt dat nu te gebeuren en dat zal vermoedelijk ook in het rapport van Wittke naar voren komen. Volgens Duitse kranten is in dat rapport sprake van tracés ten noorden van Roermond. Die selectie is dus niet door mij gemaakt, maar komt kennelijk voor in het nog geheime rapport van Wittke. De vraag of er nog andere varianten denkbaar zijn kan zonder meer bevestigend worden beantwoord. Er is een Monzen-lijn die ook mee zou kunnen doen, maar vanuit het samenwerkingsverband is daarop niet inhoudelijk gereageerd, omdat wij allereerst de verbreding van de discussie die zich in Duitsland voordoet willen binnenhalen. In die verbrede discussie kan vervolgens op basis van een soort internationale maatschappelijke kosten/baten-afweging worden beoordeeld wat de beste variant is. In Roermond verkeren wij met het samenwerkingsverband in een wat bijzondere positie. Waar het rijk namelijk aan handen en voeten is gebonden aan de arbitrage-uitspraak, verkeert het samenwerkingsverband in de unieke situatie dat het een heel breed draagvlak heeft bij Kamer van Koophandel, provincie, gemeenten en Milieufederatie en veel vrijer kan spreken dan de rijksoverheid. Die positie probeer ik maximaal te benutten en daarin word ik ook gesteund door signalen vanuit het rijk, maar het spreekt vanzelf dat ook enig diplomatiek handelen vereist is jegens België en Duitsland. Zoals uit het voorgaande moge blijk heb ik me niet al neergelegd bij de keuze voor de N280-variant. De discussie over de tracés juichen wij toe, maar ik heb me niet uitgelaten over het tracé zelve. In reactie op de Duitse euforie over deze variant heb ik opge-
104 merkt dat ook deze variant, net als iedere andere, problemen kent. Het is in mijn ogen onbestaanbaar dat er een variant zou kunnen zijn die niet ergens problemen oplevert. Welke keuze ook zal worden gemaakt, er zal altijd serieus naar die problemen moeten worden gekeken. Als voorzitter van het samenwerkingsverband heb ik vooral zorgen geuit over de problemen bij Weert en Budel op het bestaande spoor. De vraag of ik bereid ben de varianten te toetsen op leefbaarheid, veiligheid, natuur en milieu en werkgelegenheid beantwoord ik zonder meer bevestigend. Deze toetsingaspecten zullen bij ieder verstandig mens boven komen en mogelijk zullen in de maatschappelijke kosten/baten-afweging nog andere aspecten een rol spelen. De laatste vraag van de CDA-fractie was of ik kan aangeven hoe het samenwerkingsverband reageert, of zal reageren op de laatste ontwikkelingen. Zoals eerder gezegd, is al een persbericht in de postvakjes gedeponeerd waarmee al meteen vanmiddag is gereageerd. Morgen zal gewerkt worden aan een brief aan de Tweede Kamer en de minister met de vraag hoe zij hiertegen aankijken, gelet op de eerdere uitspraken die via moties e.d. zijn gedaan. De knelpunten bij Budel en Weert en bij de omleiding om Roermond, waarover de trein vandaag gereden heeft, zijn nog steeds niet opgelost, terwijl eerder zowel door de Tweede Kamer als door de minister is gezegd dat dat eerst zal moeten gebeuren voordat er gereden kan worden. Vandaag is het tegenovergestelde gebeurd met een eenzijdige actie vanuit België en u kunt zich voorstellen dat ik daarover gepikeerd ben. Formeel gesproken zijn wij niet echt een partij in het geheel en zijn wij ook niet aan zet. Op basis van gezag veroveren wij een plaats in dit debat en tot nog toe heb ik het idee dat die door alle partijen wordt gerespecteerd. Ik hoop dat ook in België de overlegaanpak zal prevaleren boven de eenzijdige ramkoers die vandaag kennelijk is gevolgd. De heer Van Dael: Mijnheer de voorzitter. De portefeuillehouder heeft wat ons betreft voor dit moment de vragen naar voldoening beantwoord. Ik verzoek hem de raad op de hoogte te houden van de ontwikkelingen die zich wellicht de komende weken zullen voordoen. De heer Coenen: Mijnheer de voorzitter. De wethouder heeft gesproken over een brief die aan de Tweede Kamer en aan de minister zal worden gestuurd. Wordt daarin ook geinformeerd naar de opvatting van de nieuwe minister van Verkeer en Waterstaat over dit soort bewegingen? Eerder is de oude raad medegedeeld welke afwegingscriteria worden gehanteerd. Gelden die nog steeds? De portefeuillehouder heeft enige onderhandelingsmacht in het samenwerkingsverband. Welke garanties kan hij ons geven dat het samenwerkingsverband acties zoals die zich vandaag hebben voorgedaan voortaan zal tegenhouden? Wethouder IJff: Mijnheer de voorzitter. De heer Van Dael heeft gevraagd of wij de raad van de ontwikkelingen op de hoogte zullen houden. Wij doen al vijf jaar lang niets anders via een vast agendapunt bij de mededelingen in de commissie voor openbare werken. Het fenomeen ‘vaste agendapunten’ schijnt overigens nog niet helemaal tot het presidium te zijn doorgedrongen, zodat het nog niet helemaal duidelijk is hoe daarmee
105 zal worden omgegaan, maar met de griffier heb ik de praktische afspraak gemaakt dat actualiteiten altijd aan de orde kunnen komen. De heer Coenen kan ik bevestigen dat wij in ons contact met de rijksoverheid ook zullen informeren naar het standpunt van de nieuwe minister. Voordeel is in ieder geval dat deze nieuwe minister het gebied kent en weet waarover het gaat. Aan de andere kant zal ik moeten respecteren dat zijn bewegingsvrijheid naar buiten toe uitermate beperkt is door de uitspraak van het Hof van Arbitrage en wellicht geheime afspraken tussen het ministerie en Duitsland en België. De afwegingscriteria zijn voor mij nog altijd dezelfde. Destijds zijn we begonnen met een MER en we hebben gepleit voor een internationale MER. Door de commissie van onafhankelijke deskundigen wordt nu iets van een maatschappelijke kosten/batenafweging in internationaal perspectief gemaakt en dat kan ook een aanzet zijn om de discussie te verbreden. Op 26 februari is in Budel een debat gevoerd met statenkandidaten uit Brabant en Limburg. Bij die gelegenheid heb ik op mij genomen vanuit het samenwerkingsverband een motie voor de staten van Limburg en een motie voor de staten van Brabant op te stellen. Afgelopen maandag is deze motie aan alle gekozen statenleden toegestuurd, vergezeld van een tekst die in het coalitieprogramma zou kunnen worden opgenomen. Afgelopen woensdag hebben we voorts besloten via de partijkanalen het enthousiasme in de coalitieonderhandelingen te zullen ondersteunen. Garanties kan ik natuurlijk niet geven. Wij hebben de beschikking over een gerenommeerd internationaal juridisch adviesbureau uit Amsterdam, Van der Biesen. De komende dagen zal met dit bureau onze juridische positie in dezen worden besproken. Via het bestuurlijke spoor zal voorts een brief van mij aan de heer Wittke worden gestuurd. Daarnaast zijn er natuurlijk allerlei bilaterale contacten met collega’s, van Roermond uit met collega’s aan de oostzijde van de grens, van Weert uit met collega’s aan de westzijde van de grens. Kortom, het samenwerkingsverband is een zeer actief actiegroepje. 22. Sluiting. De voorzitter sluit te 20.55 uur de vergadering. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 19 april 2007. De raad der gemeente Roermond, De griffier,
De voorzitter