INDEX VOOR DE RAADSVERGADERING VAN 12 FEBRUARI 2009 1.
Opening. .............................................................................................................................................................. 2
2. Ontslag en benoeming Rekenkamercommissie (RKC)......................................................................................... 3 3. Vaststellen van de agenda..................................................................................................................................... 4 4. Notulen van de openbare raadsvergadering van 18 december 2008. .................................................................... 6 5. Overzicht brieven gericht aan de gemeenteraad met daarbij per brief een door het Presidium voorgestelde behandelwijze (raadsvoorstel no. 2008/019/1). ............................................................................... 6 Hamerstukken 6. Voorstel van het college tot wijziging van de Verordening Parkeerbelasting 2009 (raadsvoorstel no. 2009/006/1). ............................................................................................................................................................ 6 7. Voorstel van het college inzake een 2e en 3e bewaakte fietsenstalling (raadsvoorstel no. 2009/014/1). ................ 6 8. Voorstel van het college voor het opstellen van een plan voor een fiets/voetpad door Roerdal (raadsvoorstel no. 2009/013/1). ........................................................................................................................................ 6 9. Voorstel van het college tot kredietverlening voor aanpassing van het kruispunt Keulsebaan/Energieweg/L.Pasteurweg (raadsvoorstel no. 2009/015/1).................................................................. 6 10. Voorstel van het college inzake een planschadeverzoek (Jansen) (raadsvoorstel no. 2009/003/1). ........................ 6 11. Voorstel van het college inzake een planschadeverzoek en nadeelcompensatie (familie Thomassen) (raadsvoorstel no. 2009/004/1)................................................................................................................................ 6 12. Voorstel van het college inzake een planschadeverzoek i.v.m. aanleg A73 (Beek) (raadsvoorstel no. 2009/007/1). ............................................................................................................................................................ 6 13. Voorstel van het college tot wijziging van de gemeentelijke brandbeveiligingsverordening (raadsvoorstel no. 2009/005/1). ...................................................................................................................................................... 6 Bespreekstukken 14. Voorstel van het college inzake gebiedsontwikkeling Midden-Limburg (raadsvoorstel no. 2009/021/1)............... 7 15. Voorstel van het college inzake inrichting Ontwikkelingsmaatschappij Midden-Limburg (OML) (raadsvoorstel no. 2009/021/1).............................................................................................................................. 36 16. Voorstel van het college inzake Toeristisch-Recreatieve OntwikkelingsMaatschappij (TROM) (raadsvoorstel no. 2009/022/1).............................................................................................................................. 42 17. Voorstel van het college tot wijziging van de Legesverordening 2009 (raadsvoorstel no. 2009/010/1)................ 47 18. Voorstel van het college inzake visie en ambitiedocument poppodium Roermond (raadsvoorstel no. 2009/016/1). .......................................................................................................................................................... 47 19. Voorstel van het college inzake de Lokale Omroep (raadsvoorstel no. 2009/001/1). ........................................... 54 20. Voorstel van het college tot intrekking van de Verordening wachtlijstbeheer Wsw (raadsvoorstel no. 2009/012/1). .......................................................................................................................................................... 57 21. Vragenuur. ............................................................................................................................................................ 60 22. Sluiting.................................................................................................................................................................. 60
2
Openbare raadsvergadering, gehouden op 12 februari 2009
EERSTE VERGADERING Aanwezig: de heer H.M.J.M. van Beers, burgemeester; de heer J. Vervuurt, griffier; de dames W.H.M.A. van Beers (S.P.), R. Moussaoui (V.V.D.), H. Pilz-van Elven (D.S.), A.H. Tegelbeckers (C.D.A.) en E.M. Thissen-Heynen (P.v.d.A.) en de heren A. Bayrak (P.v.d.A.), J.T.M. Breugelmans (C.D.A.), L.W.M. Coenen (Stadspartij Roermond), L.J.M. Daamen (D.S), F.J. van Dael (C.D.A.), T.A.K.H.G. Dohmen (V.V.D.), L.G.A. Guffens (C.D.A.), M.J. Huurdeman (V.V.D.), T.M.M. Janssen Steenberg (S.P.), D.D.R. Klokgieters (S.P.), E.F.J.M. Lomans (V.V.D.), J.F.H. Lucas (B.B.R.), R. Özdemir (GroenLinks), S. Öztürk (P.v.d.A.), A.C.P. Peters (V.V.D.), J.M. Peters (V.V.D.),J. Puper (V.V.D.), H.H. Ramakers (D.S.), G.J. van Walsum (P.v.d.A.) en M.T.A. Werson (B.B.R.), leden. Tevens aanwezig: de heren H. Boots (B.B.R.), W.A.J. Kemp (C.D.A.), J.F.B. van Rey (V.V.D.), G.H.G.M. Smeets (D.S.), T.J.J.M. Schreurs (V.V.D.) en G. IJff (P.v.d.A.). Afwezig: de dames C.A.H.M. Ceulemans (V.V.D.) en M.A.J. Smitsmans-Burhenne (GroenLinks), en de heren H.J.M. Achten (V.V.D.), P.G.M.A.B. Heijnen (B.B.R.), H.J.A. Jacobs (C.D.A.) en E.K. Ramdani (P.v.d.A.). Secretaris: mevrouw E.J.M. Paulussen, gemeentesecretaris.
2 1. Opening. De voorzitter (de heer Van Beers) opent te 18.05 uur de vergadering en verzoekt een moment stilte om eenieder in de gelegenheid te stellen tot een gebed of overweging. Hij verzoekt iedereen te gaan staan en spreekt hierna als volgt: Dames en heren. Aan het begin van deze raadsvergadering wil ik een kort woord van herdenking uitspreken ter eerbiedige nagedachtenis van de heer Piet Stoffel, die op 19 januari jl. op 80-jarige leeftijd is overleden in zijn woonplaats Zwolle. De heer Stoffel was van 1954 tot 1974 gemeenteraadslid voor de PvdA in Roermond. Daarmee was hij het eerste raadslid van deze in 1946 opgerichte PvdA in Roermond. De oorspronkelijk uit Overijssel afkomstige Piet Stoffel kwam als medewerker van het ministerie van Verkeer en Waterstaat in Limburg terecht. Behalve als gemeenteraadslid was de heer Stoffel actief binnen het provinciaal bestuur. Van 1962 tot 1982 zat hij voor de PvdA in provinciale staten. Met de heer Stoffel is een voormalig raadslid heengegaan die een langdurige en betekenisvolle inzet heeft getoond voor de Roermondse en Limburgse gemeenschap. Door zijn inbreng, die vooral sterk inhoudelijk van aard was, wist hij menige discussie meer diepgang te geven. Zijn verdiensten zullen in onze erkentelijkheid blijven voortleven. Moge hij rusten in vrede. Ik verzoek u hem even in stilte te herdenken. (Hierna wordt gedurende enige ogenblikken staande een plechtige stilte betracht.) De voorzitter: Ik dank u zeer. Dames en heren. Soms moeten we in het leven definitief afscheid nemen, zoals zojuist, soms ook niet definitief. Als we af en toe niet veranderen, staan we stil, of sterker: dan hollen we achteruit. Deze wijze woorden zijn niet van mij, maar van de even wijze Potgieter, die leefde rond 1850. Ze zijn echter zeker niet van toepassing op de vertrekkend plaatsvervangend griffier en raadsadviseur mevrouw Sandra Franssen, die voor het laatst in die hoedanigheid deze raadsvergadering bijwoont. Onlangs moesten we ook al afscheid van haar nemen in haar functie van secretaris van de rekenkamercommissie. Sandra. Ruim vier jaar geleden ben jij door onze griffier, de heer Vervuurt, weggeplukt van de afdeling milieu. Door de verandering die je toen hebt meegemaakt ben je uitgegroeid tot een allround medewerkster, iemand die heel goed bruikbaar is als rechterhand van de secretaris en van het college van burgemeester en wethouders. Als voorzitter van de raad en voorzitter van het college heb je zo je voordelen, want wat je aan de ene kant verliest krijg je gelukkig aan de andere kant weer terug. Vandaag spreek ik namens beide: zowel namens de raad als namens het college, als ik zeg dat je beide op een voortreffelijke wijze met raad en daad hebt bijgestaan. Ik wil je dat in het bijzonder mededelen namens Els Thissen en Frans van Dael, de voorzitters van de commissie welzijn en de commissie economische zaken. Sandra, het is jammer dat je vertrekt bij de raad en bij de griffie. We zijn echter blij dat je niet voor ons verloren gaat. We wensen je heel veel succes als directiesecretaris van het college. Dank voor je inzicht en voor je inzet. Roermond heeft ervan geprofiteerd,
3 maar wat ik veel belangrijker vind: Roermond blijft van je profiteren; daarvan ben ik overtuigd. Graag onderstreep ik deze woorden met een bloemetje en een klein cadeautje. (Applaus) 2. Ontslag en benoeming Rekenkamercommissie (RKC). De voorzitter: Dames en heren. Aan de orde is het ontslag van een extern lid en tegelijkertijd gelukkig de benoeming van een nieuw extern lid van de rekenkamercommissie. Onder dankzegging voor bewezen diensten hebben wij afscheid genomen van mevrouw drs. Simons. Ik zeg haar nogmaals hartelijk dank voor hetgeen zij heeft betekend voor de rekenkamercommissie en dus voor de raad en voor de gemeenschap van Roermond. Naar goed vaderlands gebruik is een werkgroep geformeerd door de commissie voor algemene zaken ter vervulling van de vacature. Het heeft geleid tot de voordracht van de heer drs. R. Peeters. Het moet mij van het hart dat het Peters-gehalte in deze raad langzamerhand wel erg hoog wordt! Het is daarom goed dat deze heer Peeters niet twee, maar zelfs drie letters e in zijn naam heeft staan. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna besloten mevrouw drs. M.C.H.A. Simons RA per 12 februari 2009 eervol ontslag te verlenen als extern lid van de rekenkamercommissie en de heer drs. R.G.L. Peeters RA per 12 februari 2009 te benoemen in de functie van extern lid van de rekenkamercommissie. De heer Peeters legt in handen van de voorzitter de bij de wet vereiste verklaring en belofte af. De voorzitter: Mijnheer Peeters, ik feliciteer u met uw benoeming en laat dat namens de raad vergezeld gaan van een bloemetje aan uw echtgenote. Ik schors de vergadering om de leden van de raad in de gelegenheid te stellen de heer Peeters te feliciteren en afscheid te nemen van de plaatsvervangend griffier (18.15 uur). Schorsing De voorzitter: Ik heropen de vergadering (18.21 uur). Dames en heren. Alvorens het voorzitterschap over te dragen aan de technisch voorzitter, heb ik er behoefte aan even stil te staan bij de gebeurtenis die zich gisteren heeft voorgedaan: de lekkage van een tankauto in Herten, die nogal wat commotie heeft veroorzaakt. Op uw bureau treft u een feitelijk relaasverslag ter zake aan. Ik ben graag bereid eventuele vragen te beantwoorden, maar pas nadat ik het voorzitterschap heb overgedragen. (Het technisch voorzitterschap wordt overgedragen aan de heer A.C.P. Peters.) De voorzitter: Dames en heren. Na het vaststellen van de agenda zal ik u in de gelegenheid stellen eventueel vragen te stellen naar aanleiding van de informatiebrief die u is uitgereikt. In het presidium is afgesproken dat dit in één termijn zal gebeuren.
4 Ik deel u mede dat bericht van verhindering is ontvangen van de dames Ceulemans en Smitsmans en de heren Jacobs, Achten, Ramdani en Heijnen. Als stemmingsnummer wordt getrokken nr. 6, zodat de heer Huurdeman in voorkomend geval het eerst aan de beurt van stemmen is. 3. Vaststellen van de agenda. De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld. De voorzitter: Aan de orde is thans de informatiebrief van het college over wat ik maar even de gaswolk in Herten zal noemen en waarvan iedereen in de omgeving behoorlijk is geschrokken. Ook door de Nederlandse televisie en L1 is er aandacht aan geschonken en het is voor menig burger aanleiding geweest zich met vragen tot raadsleden te wenden. Ik stel u thans in de gelegenheid hierover het woord te voeren. De heer Coenen: Mijnheer de voorzitter. Toen ik gisteren rond zeven uur op weg was naar het fitnesscentrum zag ik dat de Scheepersweg was afgezet. Uiteraard vroeg ik me af wat er aan de hand was en toen ik vanmorgen de krant las, vroeg ik me hetzelfde af als wat eerder bij het voetbalveld aan de orde is geweest: in hoeverre vinden op het terrein van Van der Lee activiteiten plaats die als zeer risicovol kunnen worden aangemerkt? Mijn belangrijkste vraag luidt: in hoeverre wordt rekening gehouden met eventueel verhoogde blootstellingsrisico’s die burgers in de directe omgeving van deze opslagplaats kunnen lopen? Ik kan me voorstellen dat de daar aanwezige tanks een wisselende inhoud hebben en ik wil graag weten of daarmee in de risicocontouren en op de ongevalskaarten rekening is gehouden. De heer Guffens: Mijnheer de voorzitter. Op het moment dat het gebeurde, rond de klok van vieren, kwam ik er toevallig langs en ik merkte meteen dat er een geur hing die niet normaal is. In de informatiebrief die ons is verstrekt, waarvoor dank, lees ik dat er meldingen zijn binnengekomen van verontruste bewoners. Via L1 vernam ik vandaag dat mensen waren opgeroepen zich met klachten tot hun huisarts te wenden. Is het u bekend of zich mensen met klachten tot huisartsen, de EHBO of het ziekenhuis hebben gewend? De heer Puper: Mijnheer de voorzitter. Allereerst dank ik de burgemeester voor het feit dat hij ons op deze wijze en op zo korte termijn heeft geïnformeerd. Mijn eerste vraag sluit aan bij die van de heer Coenen: hoe staat het met de milieueisen op de plaats waar dit gebeurd is? Wordt aan die eisen voldaan en zijn alle vereiste vergunningen aanwezig? Naar ik heb begrepen, wisten een heleboel mensen die niet eens zo ver uit de buurt wonen helemaal van niets en moesten zij via de landelijke en provinciale publiciteit worden geattendeerd op het gebeuren, zoals bijvoorbeeld bewoners van het Molenveld, dat hemelsbreed slechts vier- of vijfhonderd meter verder weg ligt. Uit uw brief begrijp ik nu, gelet ook op het risicoprofiel, waarom het gegaan is zoals het gegaan is, maar ik vind dat wij toch eens moeten nagaan hoe wij er in de toekomst in de communicatie voor kunnen zorgen dat niet alleen de mensen in de binnenste cirkel, maar ook die in de
5 cirkels daaromheen worden geïnformeerd door de gemeente, de partner waar zij vertrouwen in hebben. De heer Van Beers: Mijnheer de voorzitter. Alle risicovolle objecten zijn uiteraard in een risico-inventarisatiekaart in beeld gebracht. Wij gaan ervan uit, en dat wordt ook regelmatig gecontroleerd, dat de bedrijven die daarop zijn vermeld zich houden aan de afspraken die wij ter zake hebben gemaakt. Natuurlijk kan zich altijd iets voordoen. Een bedrijfsongeval bijvoorbeeld kunnen we nooit vóór zijn. Het is dan zaak het risico zo klein mogelijk te houden en ervoor te zorgen dat de geëigende maatregelen worden getroffen om de situatie zo snel mogelijk tot de normale proporties terug te brengen. Het is de inzet geweest van de brandweer en andere hulpdiensten om te proberen de uitstoot zo snel mogelijk neer te slaan, zoals dat in vaktermen heet. Door meerderen van u is een opmerking gemaakt over de publiciteit en alles wat zich daaromheen heeft afgespeeld. Van het feitenrelaas hebt u kennis kunnen nemen en daarin zult u hebben gelezen dat er sprake was van ‘GRIP 1’, zijnde de laagste schaal, d.w.z. dat er begonnen moet worden met blussen, althans met maatregelen die ertoe leiden dat de uitstoot ophoudt. Men is bijeen gekomen in een zogenaamd multidisciplinair overleg, waarin ook alle hulpdiensten vertegenwoordigd zijn, en de officier giftige stoffen is ingevlogen om te bepalen welke extra risico’s zich eventueel voordeden. ‘GRIP 1’, ik zei het al, is de laagste schaal en houdt in dat de emissie beperkt blijft tot het zogenaamde brongebied en dat daarbuiten geen schadelijke stoffen voorkomen. Een en ander wordt bepaald via meetgegevens op het gebied zelf. Van risico’s voor het gebied buiten het zogenaamde brongebied was geen sprake. Hoe het mogelijk is, weet ik niet, maar op zeker moment is ook de NOS in Hilversum gewaarschuwd, die met allerlei opmerkingen kwam, waarna plotseling via regionale zenders bekend werd gemaakt dat het rampenplan in werking was getreden. Feit is dat L1 onze rampenzender is en dat van pagina 112 gebruik wordt gemaakt als de burgemeester in overleg met de disciplines tot de conclusie is gekomen dat sprake is van een rampenscenario. Gisteren was dat niet aan de orde. Helaas heeft de publiciteit gisteren gezorgd voor nogal wat onrust, wat voor een aantal mensen reden is geweest om bezorgd te bellen met de vraag wat er precies aan de hand was. Dat zou voorkomen hebben kunnen worden als niet op grote schaal was gesuggereerd dat het rampenplan in werking was gesteld en zélfs dat al sprake was van evacuatie e.d. Uiteraard zal hieraan in het kader van de evaluatie aandacht worden besteed. Als L1 op een andere pagina iets publiceert, is dat een kwestie van vrije nieuwsgaring, waarover ik niets te zeggen heb. Een publicatie op pagina 112 echter, zoals in het geval van de vervelende situatie rondom de Eiermijn, is wel mijn verantwoordelijkheid en daarop kunt u mij aanspreken. In de loop van de avond is gisteren alles tot redelijke proporties teruggebracht. Concrete gevallen van mensen die zich tot de huisarts hebben gewend zijn mij niet bekend, maar het is allemaal nog vers en in het kader van de evaluatie zullen we dit wel meenemen. Mevrouw Tegelbeckers: Iets heeft in die tank een chemische reactie veroorzaakt. Kunt u al aangeven wat dat is geweest?
6 De heer Van Beers: Nee, dat weet ik niet. Ook dat zal onderdeel uitmaken van de evaluatie, waarin het hele proces minutieus zal worden nagegaan. Zodra ik er meer over weet zal ik dat de raad mededelen, maar voorlopig noem ik het nog een bedrijfsongeval. De voorzitter: Ik dank u voor uw nadere uitleg. Eerder is in het presidium het verzoek van de heer Puper afgewezen om deze zaak in het vragenuurtje aan de orde te stellen, omdat dit niet past binnen de reglementen. Omdat aan meerdere kanten de behoefte bleek te bestaan hierover nader te worden ingelicht is daarom deze oplossing uit de bus gekomen. Ik hoop dat de zaak nu ook voor de Hertense bevolking duidelijk is. 4. Notulen van de openbare raadsvergadering van 18 december 2008. Zonder en beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming worden deze notulen ongewijzigd vastgesteld. 5. Overzicht brieven gericht aan de gemeenteraad met daarbij per brief een door het Presidium voorgestelde behandelwijze (raadsvoorstel no. 2008/019/1). Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform de door het Presidium voorgestelde behandelwijze besloten. Hamerstukken. 6. Voorstel van het college tot wijziging van de Verordening Parkeerbelasting 2009 (raadsvoorstel no. 2009/006/1). 7. Voorstel van het college inzake een 2e en 3e bewaakte fietsenstalling (raadsvoorstel no. 2009/014/1). 8. Voorstel van het college voor het opstellen van een plan voor een fiets/voetpad door Roerdal (raadsvoorstel no. 2009/013/1). 9. Voorstel van het college tot kredietverlening voor aanpassing van het kruispunt Keulsebaan/Energieweg/L.Pasteurweg (raadsvoorstel no. 2009/015/1). 10. Voorstel van het college inzake een planschadeverzoek (Jansen) (raadsvoorstel no. 2009/003/1). 11. Voorstel van het college inzake een planschadeverzoek en nadeelcompensatie (familie Thomassen) (raadsvoorstel no. 2009/004/1). 12. Voorstel van het college inzake een planschadeverzoek i.v.m. aanleg A73 (Beek) (raadsvoorstel no. 2009/007/1). 13. Voorstel van het college tot wijziging van de gemeentelijke brandbeveiligingsverordening (raadsvoorstel no. 2009/005/1). Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig deze voorstellen en de daarbij behorende ontwerpbesluiten.
7 (De heer Klokgieters komt te 18.37 uur ter vergadering.) Bespreekstukken. Portefeuille burgemeester H. van Beers.. 14. Voorstel van het college inzake gebiedsontwikkeling Midden-Limburg (raadsvoorstel no. 2009/021/1). De heer Puper: Mijnheer de voorzitter. Het is niet mijn gewoonte om bij ieder agendapunt waarover ik het woord voer achter het spreekgestoelte plaats te nemen, maar de bespreking van deze regiovisie is zo’n bijzonder moment dat ik dat in dit geval wel meen te moeten doen. Bij alles wat in het verleden is gebeurd wil ik nu niet meer stilstaan; ik wil vooral naar de toekomst kijken. Het is goed dat de regiovisie vanavond wordt vastgesteld. Met elkaar gaan wij nu visies voor onze regio ontwikkelen. Wat de VVD-fractie betreft is er best nog het een en ander op te merken over de nu voorliggende stukken en de gekozen programmalijnen, maar als we die nu compleet de revue laten passeren begeven we ons in details en verbijzonderingen, en dat doen wij niet. Ik zal volstaan met een aantal opmerkingen of, zo u wilt, referenties, betreffende de volgende onderwerpen: 1. de eerdere moties in provinciale staten van mevrouw Muijs en de heer Lebens en de motie in de Eerste Kamer van de heer Thissen; 2. de IJzeren Rijn; 3. de samenstelling van de stuurgroep; 4. de verantwoording. 1. De moties. In de voorstellen die wij nu bespreken wordt geen recht gedaan aan de eerder genoemde moties. Toch zijn wij tevreden met hetgeen nu wordt voorgesteld, omdat met ons de provincie deze omissie heeft onderkend. Naast hetgeen de provincie bijdraagt in deze regiovisie, draagt zij ook bij aan de reconstructie van Roermondse wijken, en dat is belangrijk. Wij zullen de provincie dan ook onverkort houden aan hetgeen hier is toegezegd en verwoord is op pagina 53 van de gebiedsontwikkeling. 2. De IJzeren Rijn. Het dossier IJzeren Rijn zal nog vaak besproken worden op alle democratische en bestuurlijke niveaus. De VVD-fractie geeft hierover een duidelijk statement af. De IJzeren Rijn zal, indien haar functioneren wordt hersteld, nimmer ontwikkelingen binnen de gemeenten Weert en Roermond mogen beletten. Voor het overige verwijs ik naar de eerder door deze raad aangenomen motie met betrekking tot de IJzeren Rijn. 3. De samenstelling van de stuurgroep. Het is goed dat in de stuurgroep namens onze gemeente de wethouder voor economische zaken en loco-burgemeester plaats zal nemen. Zijn wij dan ontevreden over de burgemeester, die tot op heden in de stuurgroep heeft gefunctioneerd? Totaal niet, maar wij vinden het beter dat een wethouder, door de raad gekozen en benoemd, plaats neemt in de stuurgroep, temeer daar al onze wethouders eerder gekozen zijn als raadslid door de burgers van onze gemeente. 4. De verantwoording. Natuurlijk geeft de raad iets uit handen en kennen de ketens van invloed en verantwoording ten minste een extra schakel, maar met elkaar moeten wij afspreken dat de momen-
8 ten van invloed en verantwoording voor de gemeenteraden plaatsvinden in de perioden waarin deze raden functioneren. Zoals met alle onderdelen van beleid en de uitvoering hiervan, moeten wij de kiezers uitleg kunnen blijven geven over hetgeen gedaan is en waartoe dat leidt voor ons allen, burgers, bedrijfsleven en gemeente. Wij vragen immers per vier jaar aan onze burgers een mandaat om voor te mogen gaan. Daarom zal verantwoording op goede momenten in de goede perioden dienen plaats te vinden. Verder zijn wij blij dat wij vanavond aan de besluitvorming een bijdrage kunnen leveren. De heer Breugelmans: Mijnheer de voorzitter. Vandaag staat de raad van Roermond voor een belangrijke keuze. We moeten besluiten over de intergemeentelijke samenwerking in onze regio, in het verleden al zo vaak geprobeerd en even zo vaak gestrand. De bestuurders die dit dossier hebben opgepakt hebben een ongelooflijk lange adem gehad. We moeten besluiten over drie dossiers, in de eerste plaats over het dossier inzake de gebiedsontwikkeling Midden-Limburg, of, liever gezegd: we moeten goedkeuring geven aan de regiovisie 2008-2028 en alle daarbij behorende stukken. Je kunt je afvragen of samenwerking alleen een speeltje is van bestuurders en wat burgers hebben aan intergemeentelijke samenwerking. Het antwoord is gauw gegeven. Een vitaal platteland met adequate voorzieningen voor alle burgers versterkt de centrumfunctie van de steden, en andersom. Ook in de Strategische Visie Roermond 2010-2020 wordt dit nog eens expliciet gesteld. “Stad en omgeving zijn van elkaar afhankelijk en samen staan zij sterker”, lezen wij in het hoofdstuk ‘Roermond, regiostad’. We kunnen dus niet zonder elkaar. Demografische ontwikkelingen zullen ons in de toekomst dwingen tot samenwerking, maar ook nu al zijn er een aantal beleidsopgaven – denk aan de economische ontwikkeling, de toeristische ontwikkeling en de ontwikkelingen in de zorg en gezondheidszorg – die vele malen beter gezamenlijk aangepakt kunnen worden dan alleen. Graag neem ik u even mee naar de historie van dit dossier. In november 2004 werd in provinciale staten de herindeling van Midden-Limburg besproken. Op initiatief van de leden Muijs (VVD) en Lebens (CDA) is toen een motie aangenomen, waarin heel exact gedefinieerd is hoe de niet-vrijblijvende intergemeentelijke samenwerking tussen de gemeenten in Midden-Limburg zou moeten verlopen. In de Eerste Kamer werd de motie-Thissen aangenomen, die pleit voor een versterking van de centrumfunctie van de gemeenten Weert en Roermond. Als wij de plannen voor de gebiedsontwikkeling Midden-Limburg bekijken, zijn die in de ogen van het CDA geen afdoend antwoord op beide moties, maar de plannen bieden wel een kans: de kans om Midden-Limburg eindelijk eens economisch, sociaal en cultureel op de kaart te zetten. Op 7 februari 2004 hebben de CDA-fracties van Roerdalen, Ambt Montfort, Swalmen en Roermond in een gezamenlijke verklaring gesteld: “Wij zijn ervan overtuigd dat de regio voldoende bestuurskracht kan ontwikkelen als er intensieve vormen van samenwerking worden gevonden die niet vrijblijvend zijn. Wij zijn van mening dat de bestuursovereenkomst hiertoe voldoende garanties biedt en zien deze dan ook als een afdoende basis voor de toekomstige vormen van samenwerking. Weliswaar zijn wij tevens van mening dat de overeenkomst regelmatig tegen het licht gehouden zal moeten worden en eventueel zal moeten worden aangepast door maatschappelijke ontwikkelingen.”
9 Verder stelden de CDA-afdelingen in deze verklaring dat de vormen van samenwerking op een juiste wijze moeten worden verankerd in door de wet gelegitimeerde besluitvormingsprocessen. Hier wordt nadrukkelijk geduid op de democratische legitimatie van de vorm van samenwerking. In het verleden was dit voor iedere vorm van intergemeentelijke samenwerking het struikelblok. De intenties om tot samenwerking in de regio te komen zijn nog nooit zo groot geweest. Als we die intenties willen omzetten in daden, moeten we accepteren dat samenwerking ook de acceptatie van compromissen van ons verlangt. De garanties die worden gegeven in de samenwerkingsovereenkomst zijn wat ons betreft vooralsnog voldoende. Terugkoppeling van de stuurgroep naar de raad is gegarandeerd en beslis- en evaluatiemomenten zijn vastgelegd. De voorstellen over de TROM en de OML, die wij dadelijk zullen behandelen, zijn wat het CDA betreft onlosmakelijk verbonden met de regiovisie. Zeg je ja tegen de regiovisie, dan houdt dat wat ons betreft in dat je ook ja zegt tegen de oprichting van de TROM en van de OML. De regiovisie is voor ons een opdracht om gezamenlijk met onze partners de werkgelegenheid, de welvaart en het welzijn van de burgers in Midden-Limburg veilig te stellen. Dat zal lang niet altijd even gemakkelijk zijn, want samenwerken is met elkaar geven en nemen en is dus per definitie een zaak van lange adem. De heer Van Walsum: Mijnheer de voorzitter. Nadat de stofwolken waren opgetrokken en het rumoer was verstomd rondom het herindelingsproces in Midden-Limburg, eind 2006, zat iedereen eigenlijk wel met een redelijke bestuurlijke kater. Duidelijk was dat met de herindeling de problemen of kansen in Midden-Limburg nog niet konden worden opgepakt. Vervolgens was, ondersteund door een aantal moties, regionale samenwerking het credo. Nou, daar hadden we wel enige ervaring mee en daar waren we niet zo bijster enthousiast over. Tot dat moment ging het vaak over kleine zaken, was het vrijblijvend en bracht het een flinke bestuurlijke drukte met zich, terwijl het vaak tot weinig of niets leidde. Na de herindeling moest dat anders. Op voorspraak van de provincie en in samenwerking met de gemeenten is mevrouw Bakker toen opgedragen de snelkookpanprocedure in te zetten. De eerste, en toch wel belangrijke constatering aan het begin van dit traject was dat het echt slecht gesteld was met die samenwerking in Midden-Limburg. Er waren veel tegenstellingen tussen gemeenten, er waren competenties en verwijten vlogen over en weer. Het was een moeizaam traject, en toch werd in juni 2008 een eerste wenkend perspectief gepresenteerd: een boeiende, verre horizon, waarbij op een aantal punten flink out of the box werd gegaan: het was creatief, maar niet altijd realistisch en weinig concreet. Wel werd een aantal keuzen gemaakt voor dan abstracte projecten die in ieder geval gemeente-overstijgend zijn. Die weg werd gevonden en dat is in ieder geval een goed item om verder te komen tot samenwerking. Tot eind 2008 is daarna een vervolgtraject doorlopen waarin de programmalijnen nader werden ontwikkeld en uitgewerkt tot globale projecten. Nu, ongeveer een jaar verder en na € 1 miljoen uitgegeven te hebben, ligt een regiovisie voor ons met nog steeds boeiende en verre horizonten, maar aan de andere kant heeft het ook flink gewonnen aan realiteitszin. Een aantal rariteiten zijn eruit gehaald, of teruggebracht tot ambities en proporties die reëel zijn. Thans kan ik ook voorzichtig vast-
10 stellen dat de relaties tussen de gemeenten verbeterd zijn. Er is nog altijd veel te winnen, maar we zijn met z’n allen wel verder gekomen. Er is meer begrip voor elkaar en het besef dat samenwerken moet is natuurlijk winst. Dan de programmalijnen. Inhoudelijk heeft de visie veel te bieden voor Roermond. De voorgestelde aanpak voor de Maasplassen is een manier om eindelijk weer eens vooruit te komen en de potenties van dit gebied nader te ontwikkelen voor natuur, recreatie en economie. Integrale en intergemeentelijke samenhang is heel belangrijk. Ruimte voor de rivier is uitgangspunt. Het programma Wonen heeft voor Roermond ook een grote betekenis: niet méér woningen, maar betere, en dat gezien de demografische ontwikkelingen. Erkenning en aanpak van de problematiek van de herstructurering van de Roermondse wijken is nadrukkelijk opgenomen. Het moet leiden tot sociale woningbouw, maar ook sociale woningbouw bij de landelijke gemeenten, iets wat zij zelf ook heel nadrukkelijk willen: een extra financiële impuls voor de herstructureringsopgave van Roermond en een regionale afstemming van het woningbouwprogramma. Wat de programmalijn N280 betreft, wil ik duidelijk zijn: de N280 is voor de PvdAfractie vooral een infrastructureel vraagstuk. Wij zien het niet zozeer als een ontwikkelingsas. Het is goed dat in de visie de infrastructurele knelpunten die we in Roermond op dit moment kennen worden geconstateerd en opgepakt. Voorlopig is nog geen keuze gemaakt voor een totale verlegging van de N280, met daaraan gekoppeld een nieuwe brug, de IJzeren Rijn en een lightrail. Dit soort zaken zien wij uitdrukkelijk als punten van uitwerking op lange termijn. De programmalijn landbouw, natuur en recreatie is belangrijk voor het buitengebied van Roermond, maar nog veel belangrijker voor de landelijke gemeenten rondom Roermond. Hier ligt voor hen nadrukkelijk het zwaartepunt. Met de vaststelling van de bestuursovereenkomst wordt een stevige uitvoeringsstructuur neergezet en gaan de gemeenten verplichtingen jegens elkaar aan. Is alles dan goed? Nee, er zijn natuurlijk een aantal zaken waarop de PvdA-fractie kritisch is. De uitvoeringswijze kan een enorme bestuurlijke drukte met zich brengen. Er worden meerdere stuurgroepen opgericht, waarbij bestaande stuurgroepen blijven bestaan. Let nadrukkelijk op een slagvaardige uitvoering. De inzet moet uitvoeringsgericht zijn en mag niet blijven hangen in studies en analyses, maar moet resultaten hebben voor de samenleving. De visie is abstract en de PvdA-fractie kan zich niet nu al aan alle aspecten uit die visie verbinden: de IJzeren Rijn, een verbeterde of tweede Maasbrug, drijvende woonmilieus en de N280. Projectvoorstellen zien wij natuurlijk met belangstelling tegemoet. Dit is een visie en in een visie worden geen keuzen gemaakt. In een visie worden de kwaliteiten benoemd, maar aan de andere kant worden ook initiatieven aangegeven die juist weer een bedreiging vormen voor die visie. De afwegingen, juist ook weer op projectniveau, zullen nog moeten plaatsvinden. In de afgelopen dagen hebben ons berichten bereikt dat de bestuursovereenkomst op een aantal punten op gespannen voet staat met de Gemeentewet, met name met het budgetrecht, dan wel de bevoegdheid van de raad om tot inhoudelijke projectkeuzen te komen. Die bevoegdheden zouden te zeer bij de stuurgroep liggen. Wij verzoeken het college hiernaar nadrukkelijk te kijken en de overeenkomst daarop eventueel aan te passen.
11 Is er een keuze? Kunnen we niét samenwerken? De PvdA-fractie is daar duidelijk over. We moéten samenwerken, zoals wij ook in onze eigen visie hebben geconstateerd. Roermond is een gemeente van eigenlijk 200.000 inwoners groot. We moeten willen samenwerken, we moeten vertrouwen hebben in onze partners en met z’n allen samen verder komen. De visie die voorligt en de voorgestelde werkwijzen, vastgelegd in de bestuursovereenkomst, de OML en de TROM, ziet de PvdA-fractie als een stevige, nietvrijblijvende basis voor samenwerking om te komen tot gebiedsontwikkeling in Midden-Limburg. De uitwerking van uitvoeringsprojecten zien we met grote belangstelling tegemoet. In en tussen de projecten zal een goede balans moeten bestaan tussen economie, milieu, ecologie en duurzaamheid. De PvdA-fractie kan instemmen met de regiovisie. De heer Daamen: Mijnheer de voorzitter. In de vergadering van de commissie EZ van 2 februari jl. heeft Demokraten Swalmen kort het woord gevoerd over dit onderwerp. Wij herhalen thans nogmaals ons eerdere standpunt. De regio op de kaart zetten kan alleen in gezamenlijkheid, daarvoor moeten we positief blijven en kansen benutten. Er ligt nu een document voor waarin de hoofdrichting is aangegeven in acht thema’s, verder uitgewerkt in vier programmalijnen: de Maasplassen, de ontwikkelingsas, de N280 WeertRoermond en wonen, landbouw, natuur en recreatie. De programmalijnen moeten nog verder in 32 mógelijke projecten worden uitgewerkt. Dit startjaar zullen ze in ieder geval als uitgangspunt genomen kunnen worden. Ten aanzien van wonen en de herstructurering van een aantal wijken in Roermond is gelukkig een aparte toezegging met de provincie overeengekomen. Na de vaststelling van dit raadsbesluit is in ieder geval een begin gemaakt, dat hopelijk door alle gemeenten in Midden-Limburg wordt ondersteund. Demokraten Swalmen gaat uit van het motto: sterke steden en een vitaal platteland in gezamenlijkheid proberen waar te maken. De heer Lucas: Mijnheer de voorzitter. Is driemaal scheepsrecht? Volgens het gezegde wel en wij hopen dat dat ook in dit geval opgaat. Na het Pact van Berg en de oprichting van een IGSD in het Midden-Limburgse, die helaas is gestrand in het niets, kunnen we nu misschien concluderen dat dit de lucht ingaat en dat alle Limburgse gemeenten het zullen ondersteunen, in plaats van, zoals de vorige keer, met de rug naar elkaar toe te gaan staan. Het voorliggende stuk heeft kilo’s papier gekost, een berg geld aan een professor en een heleboel zweetdruppels van de Midden-Limburgse bestuurders. Verder heeft het ons een aantal avonden gebracht, zowel in Roermond als elders, waarop we hebben gediscussieerd over wat vanavond ter tafel ligt. Burger Belangen Roermond is er van het begin af aan duidelijk over geweest dat dit een stuk is dat samengaat met de TROM en de OML. Zoals de heer Breugelmans ook al zei: het één kan niet zonder het ander. Wij hadden vanavond een motie van die strekking willen indienen, maar inmiddels heeft de tijd ons ingehaald. De meeste raden hebben al over het stuk gesproken en het goedgekeurd. Enige vorm van respijt is er nog in een zuidelijk gelegen gemeente, de gemeente Echt-Susteren, die vanavond niet dit stuk ter tafel heeft liggen, maar een veel hardere
12 dobber. Wij vragen ons af of dat nog gevolgen kan hebben voor dit stuk. Dat is echter alleen maar gissen. Het college geven wij de opdracht mee erop toe te zien dat andere gemeenten dit als een drie-eenheid zien. Er mag niet geshopt worden en er mogen geen krenten uit de pap worden gehaald. Het is een onlosmakelijk geheel en zo zal erover besloten moeten worden. Professor Bakker heeft haar werk naar onze mening goed gedaan. Aanvankelijk werd er niet geluisterd en waren er andere problemen, maar uiteindelijk is toch een goed boekwerk tot stand gekomen waarmee wij als regio ons voordeel kunnen doen. Wij zullen het ook als regio moeten, want de stad Roermond alleen kan het niet, net zo min als de andere, kleinere gemeenten het alleen kunnen. Wij keuren dit stuk vanavond dan ook zonder voorbehoud goed, en dat geldt straks ook voor de voorstellen ten aanzien van de TROM en de GOML. De heer Janssen Steenberg: Mijnheer de voorzitter. Als je Riet Bakker de opdracht geeft een regiovisie op te stellen, kun je er gerust op zijn dat zij met grote projecten komt en grote woorden om de gemeenten tot samenwerken te bewegen. Veel echter wordt aan het toeval overgelaten. Door de SP wordt ook node een andere invalshoek gemist, t.w. een visie die uitgaat van mensen, van kleinschaligheid en van een sociale regiovisie. Daarover zal de SP een motie indienen. Ervan uitgaande dat de regiovisie staat of valt bij goed nabuurschap, moet de SP tot haar spijt constateren dat de verwijten tussen Roermond en Roerdalen ons momenteel om de oren vliegen. Als Roerdalen niet akkoord gaat met de vestiging van EDCO in de Meer, gaat Roermond dwars liggen bij de uitbreiding van het golfterrein. De SP is bang dat we in de toekomst in Midden-Limburg nog veel van zulke schermutselingen tussen de gemeenten zullen meemaken. Altijd een dankbaar onderwerp is de infrastructuur. Alleen wordt naar de mening van de SP ook nu weer te veel uitgegaan van het autoverkeer en te weinig van andere vervoersmogelijkheden. Sinds jaar en dag pleit de SP voor een railverbinding voor personenverkeer die Weert met België en Roermond met Duitsland verbindt. Het vrachtverkeer van west naar oost, van Antwerpen naar het Roergebied, zal bij ongewijzigd beleid gebruik blijven maken van de Limburgse wegen. Gevolg: dichtslibben van wegen en de roep om nog meer asfalt zal steeds blijven klinken. Daarom is de IJzeren Rijn hard nodig. Deze spoorlijn kan jaarlijks, ook bij enkelspoor, 3,5 miljoen ton aan goederen verwerken, wat neerkomt op ongeveer 215.000 vrachtwagens. De bron hiervan is het boek ‘De IJzeren Rijn’ van Vincent Freriks, inwoner van Roermond. Het alternatieve tracé langs de N280 en de A52 is voor de SP als enige optie acceptabel. Tevens pleiten wij voor een tunnel in Weert, al moet die een half miljard kosten. Trouwens, in deze tijd van het naar voren halen en realiseren van infrastructurele werken is dit een aardige binnenkomer. De noodzaak om de spoorbrug tussen Buggenum en Asselt te vervangen door een brug die bij calamiteiten veel meer water voor de Maas kan doorlaten wordt door de SP onderschreven. Als deze gekoppeld wordt aan een noordelijke ontsluiting van Roermond heeft dat ook onze instemming. De SP gaat echter uit van een verbindingsweg tussen de A73 en de N273, de Napoleonsbaan. Vooraleer de N280 helemaal als autobaan uit te
13 voeren, staan wij op het standpunt dat eerst ervaring moet worden opgedaan met de nieuwe A73 die in Sint Joost aansluit op de A2. Dat is voor ons de zo gewenste oostwestverbinding. De auto niet altijd voorop stellen, maar het gebruik van de fiets ook in het woon-werkverkeer stimuleren bespaart uitstoot van fijnstof en CO2, zorgt voor meer beweging en neemt aanmerkelijk minder ruimte in. Een dejà vu: waar hebben we dit eerder gelezen? Ik citeer onder de kop ‘Herstructurering Roermondse wijken’: “De verdunningsoperatie veronderstelt het uit de markt halen van honderden sociale woningen.” Dit uit de markt halen vertaalt de SP zo, dat in Roermond honderden woningen moeten worden gesloopt. Niets nieuws onder de zon, zult u zeggen. Alleen: de SP blijft zich hiertegen verzetten. Huurwoningen hebben 12 keer meer kans om gesloopt te worden dan koopwoningen. Het betreft vooral goedkope woningen. Gevolg: nieuwe huurwoningen zijn veel duurder dan de oude. Het scheelt soms meer dan € 150,- per maand. Mensen met een laag inkomen worden zo geconfronteerd met een sterk teruglopend besteedbaar inkomen, zijnde het inkomen dat overblijft na alle vaste lasten en dat aangewend moet worden voor eten, kleding, schoeisel e.d. Is de beurs niet dik, dan is de keuze op de koopmarkt ook maar zeer beperkt, of helemaal niet aanwezig. Toch volhardt de overheid in het aanzetten tot het kopen van woningen, ook al is dat vaak sociaal, maatschappelijk en/of financieel nauwelijks verantwoord, de snelste en kortste weg om burgers met financiële problemen op te zadelen en het creëren van nog meer achterstandswijken. Ik weet het, de SP mag dit woord van wethouder Schreurs niet meer gebruiken, maar wie schetst onze verbazing dat wij dit woord op pagina 32 toch zijn tegengekomen! Ik citeer: “De opgave is vooral zichtbaar in Roermond met de ruimtelijke en sociale problematiek van achterstandswijken.” Als mevrouw Bakker dit woord mag gebruiken, mag de SP dat toch ook? Het instellen van een bouw- en renovatiefonds wordt door ons bepleit. Dat heeft verre de voorkeur van de SP boven het instellen van een herstructureringsfonds, zoals dat in de regiovisie is verwoord. De natuur- en milieuontwikkeling hebben niet veel van deze regiovisie te verwachten. Letterlijk staat te lezen: “Het is geenszins de bedoeling dat met deze visie op natuurontwikkeling het gebied op slot gaat ten faveure van natuur en landschap, integendeel, wij willen aan grote groepen in de samenleving mogelijkheden bieden zich te ontspannen en extensief te recreëren.” Dat voorspelt weinig goeds. Houdt dit in dat de natuurontwikkeling haar gang mag gaan, maar moet worden opgeofferd als wij deze nodig hebben voor andere doeleinden, lees: economisch gewin? Terwijl door de komst van EDCO 200 ha natuurgebied aan de grens met Duitsland moet ontstaan, stelt de Meruorganisatie uit Vlodrop voor in Asenray een Vedische wijk te bouwen. Ook het realiseren van 700 dobberende woningen en een hotel in De Weerd is onder deze noemer te vangen. Gevolg naar de mening van de SP: nog meer verrommeling van het landschap. Wij vragen ons dan ook af of de toekomstige stuurgroep die de regiovisie moet uitvoeren wel in staat is hierin een goede keuze te maken. Een recreant hecht veel waarde aan een interessant landschap. Elders is berekend dat dit veel geld in het laatje kan brengen. Verrommeling van het landschap zal de beleving geen goed doen en schrikt de toekomstige recreant af.
14 De SP is tegen het bouwen van meer vakantiewoningen. Dit leidt alleen maar tot een eis van de toekomstige eigenaren tot permanente bewoning. Overal waar deze parken worden gebouwd ontstaat na verloop van tijd hetzelfde probleem. Dit is de kat op het spek binden en betekent een beslag op de toch al schaarse ruimte. Natuurcompensatie is ook een veelgehoorde term. Wij zijn van mening dat natuurcompensatie moet worden afgeschaft. Het leidt tot extra claims op grond die nu veelal in handen is van boeren. De LLTB verzet zich terecht tegen deze onophoudelijke landhonger. Wordt ergens een industrieterrein of een weg aangelegd, húp: ter compensatie maken we er maar een stukje natuur bij. Dit leidt tot een vrijbrief om niet te hoeven nadenken en te pas en te onpas gronden een andere, veelal een beton- en asfaltbestemming te geven. De boerenorganisatie in dit land is nog altijd goed voor een belangrijk overschot op onze handelsbalans. Daar moeten we zuinig op zijn. We moeten de kip met de gouden eieren sparen. Zelfs onteigening van grond voor natuurontwikkeling wordt in de regiovisie niet geschuwd; zie pagina 275 van het grote boek. Dit is de wereld op z’n kop zetten. Is de ontwikkeling van werkgelegenheid gebaat bij deze regiovisie? Ongetwijfeld zullen door realisering van deze projecten banen worden geschapen. Wij vragen ons af om welke banen het gaat. Zijn het banen waarmee je voldoende inkomen kunt verwerven om daarvan een zelfstandig leven te leiden? Zijn voldoende starters op de arbeidsmarkt hierin geïnteresseerd? Zal dat een binding zijn om in de regio te blijven wonen? Het scheppen van banen in de retailmarkt biedt hiervoor onvoldoende garanties. Wij zijn van mening dat dit ook geldt voor het scheppen van banen in de toeristenindustrie. Veelal betreft het seizoensgebonden werkgelegenheid. Daarom pleit de SP voor het versterken van het midden- en kleinbedrijf, de landbouw en aanverwante industrie. Daar worden kwalitatief betere banen geschapen die ook langduriger van aard zijn. In de regiovisie is te weinig aandacht besteed aan opleidingen. Het naar MiddenLimburg halen van een HBO-opleiding is geen overbodige luxe. Voorts is de SP van mening dat de overeenkomst niet eerder mag worden ondertekend dan nadat hierover een raadgevend referendum is gehouden. Is een meerderheid van de inwoners voor de regiovisie, dan kan deze wat de SP betreft ondertekend worden. Een motie hierover wordt door de SP ingediend. De zeggenschap is geregeld in de bestuursovereenkomst Midden-Limburg. Wij vinden deze overeenkomst onvoldoende. Met name het weggeven van de zeggenschap baart ons ernstig zorgen. Over zo’n belangrijke beslissing moeten eerst de burgers worden gehoord. Ook daarover dienen wij een motie in. De voorzitter doet voorlezing van de moties van de SP: Motie nr. 09M01 “De raad van de gemeente Roermond, in vergadering bijeen op 12 februari 2009; overwegende dat: 1. samenwerking tussen gemeenten een goed uitgangspunt is voor het beleid; 2. samenwerking tussen gemeenten op gebieden als bedrijventerreinen, openbaar vervoer, gezondheidszorg, toerisme, woningbouw en landbouw meerwaarde heeft;
15 3. willen de mensen uit de regio echt voordeel hebben van zo'n samenwerking, dit vooral moet komen van een sociale gebiedsontwikkeling Midden-Limburg; 4. sociale gebiedsontwikkeling Midden-Limburg ruimte betekent voor vooral kleine bedrijven, MKB in de buurt boven grote regionale bedrijventerreinen, beter busvervoer op maat, doortrekken personenrailvervoer van Neerpelt naar Weert en Dalhelm naar Roermond, sociale woningbouw, geen onttrekking van sociale woningen aan het bestand, toerisme vooral voor iedereen en niet alleen paarden, watersport en golfen, basisgezondheidszorg in de buurt boven een grote zorgstrip, kleinschalige landbouw in plaats van bio-industrie, vrije doorstroom voor de Maas dus geen extra obstakels in het stroomgebied realiseren; stelt vast dat in de voorgestelde regiovisie Midden-Limburg er totaal geen sprake is van de gewenste kleinschaligheid; draagt het college op om: bij een verdere invulling van deze regiovisie vooral de nadruk te leggen op kleinschaligheid, op de menselijke maat.” Motie nr. 09M02 De raad van de gemeente Roermond, in vergadering bijeen op 12 februari 2009; overwegende dat: 1. de regiovisie Midden-Limburg een grote invloed zal hebben op het leven van de burgers in Roermond en in de regio; 2. de burgers van Roermond de raad gekozen hebben om hun belangen, ook binnen de regio, te behartigen; 3. bij plannen zoals die nu voorliggen de gemeenteraad vrijwel alle zeggenschap over de uitvoering en de financiering daarvan uit handen geeft; 4. dit in strijd is met het mandaat dat de raad van de burgers van Roermond heeft gekregen; stelt vast dat gezien de draagwijdte en de gevolgen die de regiovisie voor de burgers van Roermond heeft, deze regiovisie middels een referendum aan de burgers moet worden voorgelegd; draagt het college op om: een voorstel aan de raad voor te leggen voor het houden van een raadgevend referendum over de invoering van de regiovisie en de daaraan gekoppelde bestuursovereenkomst gebiedsontwikkeling Midden-Limburg.” Motie nr. 09M03 “De raad van de gemeente Roermond, in vergadering bijeen op 12 februari 2009; overwegende dat: 1. in de bestuursovereenkomst gebiedsontwikkeling Midden-Limburg van 17 december 2008 een aantal zaken niet of onvoldoende is uitgewerkt of op meerdere wijzen kan worden uitgelegd; 2. deze samenwerkingsovereenkomst na ondertekening niet alleen bindend is voor deze raad en dit college maar ook voor de komende 5 gemeenteraden en colleges;
16 3. dit document in de huidige vorm om de volgende redenen niet de goedkeuring van de raad kan krijgen; draagt het college op om in samenwerking met de andere gemeenten deze bestuursovereenkomst te herzien, waarbij met name de navolgende zaken nader dienen te worden bekeken of worden uitgewerkt en de uitkomsten daarvan aan de raad voor te leggen, alvorens tot ondertekening over te gaan: Artikel 1 (doelstelling) De doelstelling wordt gekoppeld aan een programmaplan dat er nog niet is en jaarlijks niet door de raden, maar door de stuurgroep wordt bijgesteld, zo blijkt uit artikel 9 lid 3. Artikel 2 (samenwerking) punt a Het vaststellen van beleid is een raadsbevoegdheid. Wat zijn de gevolgen als een raadsbesluit niet overeenkomstig de Regiovisie is of als een wijziging van de Regiovisie niet de instemming van een of meerdere raden heeft? Artikel 3 (stuurgroep) punten 2 en 5 Wat is tijdig, wat zijn de gevolgen als een raad niet instemt met een beslissing of mag dat niet gezien artikel 1 en artikel 2 punt a? Beslist de stuurgroep welke beslissingen aan de raad worden voorgelegd? Op grond van lid 5 kunnen vijf gemeenten beslissen over een project in een andere gemeente, ook als die gemeente zelf niet instemt met dat project. Dat is onacceptabel. Artikel 9 (programma) punten 3 en 4 Wat zijn "wezenlijke wijzigingen"? Zouden niet alle programma's en wijzigingen de goedkeuring van de raden moeten hebben? Wat zijn de gevolgen als een of meerdere raden hun goedkeuring weigeren? Artikel 10 (uitwerking) Hoe verhoudt zich deze bepaling tot de bevoegdheid van de gemeente om besluiten te nemen en de mogelijkheid van inspraak en rechtsbescherming van de burger? Artikel 11 (regiofonds), punt 3 Deze begroting moet ter goedkeuring aan de raden worden aangeboden. Alleen verslag uitbrengen, zoals in lid 5 wordt voorgesteld, is onvoldoende. Artikel 12 (stortingen), punten 4 en 5 Uitgaande van ongeveer 54.000 inwoners wordt door Roermond in de jaren 2009 tot 2028 een bedrag van bijna € 4 miljoen beschikbaar gesteld. In artikel 5 wordt uitgegaan dat bij onvoldoende beschikbare middelen de deelnemende gemeenten en provinciale staten een aanvullende storting doen. Hebben we hier te maken met een bodemloze put? En wie controleert wie dan? Artikel 13 (bijdragen) De stuurgroep beslist feitelijk over het toekennen van bijdragen aan projecten. Dit zijn minimaal 5 gemeenten. De gemeenten die het hiermee niet eens zijn, hebben het nakijken. Op grond van lid 2 sub d komt een project alleen in aanmerking voor financiering als reguliere middelen onvoldoende blijken te zijn. Wat wordt bedoeld met reguliere middelen? Zijn dat de middelen die gemeenten normaliter zelf voor een project inzetten? Wat is dan nog de toegevoegde waarde van het regiofonds? Waar zijn de marktpartijen gebleven, die vanaf het begin van het traject om te komen tot samenwerking hebben meegepraat? Vallen hun middelen ook onder artikel 13 of worden de projecten uit
17 de regiovisie geheel uit publieke middelen bekostigd? Private partijen zijn geen partij bij de overeenkomst, maar kunnen blijkens de toelichting wel als projecttrekker fungeren (blz. 16). Artikel 14 (projectmonitoring) Een wezenlijk onderdeel van de overeenkomst zonder welke de overeenkomst niet kan worden getekend. Deze ontbreekt in z'n geheel en komt pas in de loop van 2009 aan de orde. Artikel 15 (evaluatie) Eens in de vier jaar, dus eens per raadsperiode evalueren en verantwoording afleggen is te weinig. De raden alleen maar informeren over de evaluatie is niet acceptabel. De raden moeten in de gelegenheid worden gesteld kaders te stellen en bij te sturen. Het op grond van lid 3 achteraf vragen van instemming met reeds door de stuurgroep genomen besluiten is niet acceptabel. Bovendien is niet duidelijk wanneer dat nodig is en wie dat bepaalt. Wat gebeurt er als de raden dan niet instemmen? Worden de besluiten dan teruggedraaid? Lid 4 is juridisch niet juist. Partijen kunnen altijd een overeenkomst opzeggen en niet alleen naar aanleiding van de evaluatie. Artikel 16 (geschillenregeling) Een wezenlijk onderdeel van de overeenkomst zonder welke de overeenkomst niet kan worden getekend. Deze ontbreekt in z'n geheel en komt pas in de loop van 2009 aan de orde.” De heer Coenen: Mijnheer de voorzitter. Mijn aanvankelijke betoog kan ik wat inkrimpen, omdat de SP een aantal zaken heeft aangehaald die ook in mijn bijdrage voorkomen. Ik ben dan ook heel benieuwd naar de reactie van het college op de moties van de SP. De voorliggende visie strekt zich uit tot 2028 en heeft dus een heel verre horizon. In feite is het een soort genoegdoening voor de herindeling, waarmee Roermond zich tekort gedaan voelde. De moties die zijn ingediend in provinciale staten en in de Eerste Kamer hebben de provincie aanleiding gegeven een stuurgroep hiermee aan de slag te laten gaan. Mevrouw Riek Bakker is inderdaad niet de eerste de beste en houdt zich vooral met grote projecten bezig, maar wat ze ook heel goed kan – en ik denk dat ze mede daarom binnen is gehaald – is werken aan het vertrouwen dat bij de zeven gemeenten voor een groot gedeelte niet echt aanwezig is; daar hoeven we geen doekjes om te winden. In feite is nu om twee voor twaalf een package deal neergelegd, waarin we alleen nog maar ja of nee kunnen zeggen tegen alle drie besluiten, wat het meteen ook erg knellend maakt. We moeten namelijk ja of nee zeggen tegen iets wat een heel verre horizon heeft, voor een groot gedeelte nog abstract is en slechts op sommige zaken wat concreter. Wat daarbij opvalt is dat vooral op economische structuur en aspecten is ingezet en in mindere mate op sociale componenten en zaken als milieu, duurzaamheid en – iets waar vooral de omliggende gemeenten aan hechten, maar Roermond op onderdelen ook – kleinschaligheid. Waar we moeten nu ja tegen zeggen, of nee, want dat kan natuurlijk ook? Allereerst is dat samenwerking. In het recente verleden heeft het daaraan ontbroken, en daarvan zijn ook een paar voorbeelden aangehaald: het Pact van Berg en de IGSD. Het is heel mak-
18 kelijk om daarvan te zeggen ‘zand erover’, want op wat in het verleden is gebeurd hebben we toch geen invloed meer. Zo is het immers: we kunnen alleen invloed uitoefenen op het heden en op de toekomst. De volgende angel heeft te maken met de cirkel van invloed, zoals het door sommigen wordt genoemd: welke invloed heeft de gemeenteraad, onder andere die van Roermond, nog als we instemmen met deze drie besluiten en wat geven we uit handen? De samenwerking is erg broos en daarom is mevrouw Bakker in huis gehaald: om het in het proces zo te regelen dat er geen garentje meer kan worden gehaald uit de trui die gebreid is. Ik ben zeer benieuwd wat dat straks zal betekenen. Wat zien we verder? Naar ons idee zal straks te veel macht en invloed worden geconcentreerd in één hand, en wel bij de stuurgroep. Het lijkt op een vierde bestuurslaag en daarvan hebben we de afgelopen jaren nu net gezegd dat we er wars van zijn. Blijkbaar zijn een aantal fracties nu over die drempel heen gestapt. Wat het wonen betreft, vragen wij ons af wanneer de hete aardappel nu eens op het bordje wordt gelegd én gegeten als het gaat om de verdeling van de soorten woningen over Roermond en omliggende gemeenten. Het is iets wat almaar vooruit wordt geschoven, maar naar ik heb begrepen haalt de provincie die angel er nu uit door onder andere Roermond te contenteren. Hoe moet ik dat straks zien? De huidige bewoners van Roermond zijn ook gebaat met kwalitatief goede sociale woningen én betaalbare woningen. Verder worden nog een aantal andere zaken aangehaald die naar onze mening nog te weinig concreet zijn, zoals de IJzeren Rijn en het ziekenhuis, een zorgboulevard. Ik zou wel eens willen weten of wij een zelfstandig, goed opgetuigd ziekenhuis in Roermond willen hebben, of dat we genoegen nemen met een dependance van Venlo of Sittard. Of is het wellicht de best mogelijke optie een zorgboulevard ergens in de wei te creëren, wat dan het Leudal zou zijn? Het lijkt dan op een soort uitruilobject. Wij kiezen voorlopig voor een ziekenhuis voor onze inwoners in een sterk geconcentreerde bebouwing. Een ander onderwerp is wonen op water, een geweldig idee, maar veel te massaal op de nu bedachte plek. Evenwicht in de visie – ik heb er een aantal voorbeelden van gegeven – is er de ene keer wel in de mate van concreetheid, de andere keer niet. Wat zeggen we daarvan? Ik houd dat zelf nog even achter de hand. Zoals ik al zei, ben ik zeer benieuwd naar de reactie van het college op de moties. Die reactie zal voor een groot deel bepalen of wij hiermee wel of niet kunnen instemmen, of eventueel een amendement zullen indienen, maar het zit er eigenlijk niet in dat dat zal gebeuren. Zeer benieuwd zijn wij ook naar het antwoord op de vraag van de PvdA-fractie hoe het gesteld is met het budgetrecht en de bevoegdheden die de raad nog heeft. Zo lang ik in deze raad zit pas ik ervoor hier in een soort stempeltjesclub te zitten en alleen maar te zeggen: goed gedaan jochie, en ga voor de rest je gang. Waar hebben we dan nog invloed op? De heer Özdemir: Mijnheer de voorzitter. De kern van het proces is samenwerking, en dat vinden wij een goed uitgangspunt. De regio behoort samen te werken op de in de regiovisie genoemde gebieden. Wij zijn echter van mening dat in de visie al wordt voorgesorteerd op enkele grootschalige ontwikkelingen. In dat opzicht willen wij net als de
19 commissie-Bakker melden dat het zinvol is in de uitwerking ook de visie van Ronduit Open uit Leudal mee te nemen. Deze visie gaat meer uit van de kleinschalige waarden van het gebied. In de regiovisie wordt uitgegaan van de komst van de IJzeren Rijn, wat in strijd is met het standpunt dat de gemeenten in de regio uitdragen. De N280 als grote verbindingsas is niet de wens van GroenLinks. Wij zijn van mening dat wij daarmee veel doorgaand verkeer door onze kern laten komen. Aanpassingen aan de spoorbrug bij Buggenum, met uitbreiding van verkeer, vinden wij voor het buitengebied en de Maasplassen een slechte ontwikkeling. Uiteraard zijn wij niet tegen de verbetering in relatie tot de hoogwaterbescherming aan de spoorbrug. De geschetste behoefte aan een jachthaven is volgens ons een aanname, daar hiervoor in Asselt al meer dan tien jaar geen interesse blijkt te zijn. Een regionale zorgcampus Leudal getuigt naar onze mening niet van kennis van de niet aanwezige bereidheid van de ouderen om buiten het dorpsgebied te wonen. Een woonmilieu in de Maasplassen vinden wij dermate ongewenst, dat wij daaraan verder niets willen toevoegen. Dat Sint Joost als bovenregionaal bedrijventerrein ontwikkeld wordt vinden wij prima, maar kennis genomen hebbend van de moeilijkheden die er zijn, zou het van een goede samenwerking getuigen als Roermond zich tot het uiterste zou inspannen om een bedrijf als EDCO ertoe te bewegen zich daar te vestigen. Daarmee is misschien ook de angst bij de SP weggehaald. Zoals u merkt, zijn er voldoende punten om sceptisch over te zijn: punten die we met de hele regio moeten aanpakken, met respect voor de collega-gemeenten. Wij zullen dan ook instemmen met de samenwerking die uit de regiovisie komt. Bij de besluitvorming zullen wij nog een stemverklaring afleggen. De heer Van Beers: Mijnheer de voorzitter. Met de heer Puper ben ik het geheel eens dat thans een heel bijzonder moment is aangebroken. Het wil namelijk nogal wat zeggen dat we straks met zijn zevenen verder gaan, nadat wij elkaar gaandeweg de rit hebben weten te vinden. We zijn er nog niet, maar het voornemen is er wel om samen op pad te gaan, in de hoop en verwachting dat we ook ergens uit komen. Hiermee zeg ik niet dat we tot op de millimeter nauwkeurig gaan uitvoeren wat allemaal in de visie is verantwoord, maar wel dat we de intentie hebben om samen van deze regio iets te maken in het belang van alle burgers die samen die regio vormen. Dat is de rode draad, of groene of blauwe draad – het hangt er maar vanaf hoe je er tegen aankijkt – die ons de afgelopen maanden tijdens het proces steeds voor ogen heeft gestaan. Wij hebben met z’n allen gepoogd een richting te bepalen waarop we elkaar kunnen vinden. Het is soms een kwestie geweest van geven, soms van nemen, maar altijd met respect voor elkaar, zonder daarbij elkaars eigenheid aan te tasten. Een aantal opmerkingen die zijn gemaakt hebben mij deugd gedaan en wil ik graag nog eens onderstrepen. Het is mijns inziens een heel positief gegeven dat straks een gekozen bestuurder deel zal uitmaken van de stuurgroep. Ik zie het zeker niet als een diskwalificatie van de burgemeesters, integendeel: wij hebben een coördinerende en dienstverlenende rol en ik vind dat wij onze plaats moeten kennen in dezen. Het is heel goed dat de
20 loco-burgemeester, die economische zaken in zijn portefeuille heeft en deel uitmaakt van een collectief, deel gaat uitmaken van de stuurgroep. Aan de bestuursovereenkomst zal ik straks nog afzonderlijk aandacht besteden, omdat zich hier naar mijn bescheiden mening het meest cruciale aspect voordoet: de rol van de raad, de rol van het college en de eigenheid die op een of andere manier verankerd zullen moeten worden in het traject op weg naar samenwerking. De heer Breugelmans heeft een koppeling gelegd met de strategische visie van de gemeente Roermond. Het is mijns inziens juist de kracht dat wij beide zaken aan de orde hebben gesteld: zowel de strategische visie voor Roermond als de strategische visie – want zo noem ik het gemakshalve toch maar even – die thans voorligt en de richting aangeeft die we willen gaan. De heren Puper en Breugelmans, maar ook anderen, hebben nog heel even over de schouder naar achteren gekeken en dat wil ik ook nog één keer doen. Inderdaad is de herindeling niet verlopen op een manier die wenselijk was geweest voor Roermond, maar wat kwaliteit betreft ook wenselijk voor de regio. De herindeling is gewoon niet gelukt. Via de moties in de Eerste Kamer en in provinciale staten hebben wij wel een pleister op de wonde gekregen, maar die pleister wordt niet helemaal gebruikt waarvoor ze bedoeld was en wij hebben daarom gaandeweg de rit als het ware een soort noodverband aangelegd in het voorstel dat nu aan de orde is en dat naar mijn bescheiden mening een drie-eenheid is. We kunnen de OML, de GOML en de TROM niet los zien van elkaar, omdat ze alle drie recht doen aan datgene waarvoor we met z’n allen gaan in deze regio. Op de opmerking die de heer Breugelmans heeft gemaakt over de democratische legitimatie zal ik nader ingaan als ik direct kom te spreken over de bestuursovereenkomst. Inderdaad hebben wij, zoals de heer Van Walsum zei, met elkaar leren lopen. Toen we met het proces begonnen, was het meer vallen en struikelen, maar gaandeweg hebben we, misschien wel stoeienderwijs zoals dat nu eenmaal gaat in een pedagogisch proces, elkaar weten vast te houden en een aantal stevige stappen durven zetten. Terecht is ook de waarschuwing dat we alert moeten blijven en moeten waken voor extra bestuurlijke drukte, omdat we dan weer allemaal over elkaar heen vallen. Als het gevaar zou dreigen van een te grote bestuurlijke drukte, moeten we met z’n allen het lef hebben daar overheen te stappen en na te gaan hoe we het beter en effectiever kunnen regelen. De visie geeft inderdaad een richting aan en regelt niet alles tot in detail. Gaandeweg zullen we echter meer met details te maken krijgen en dan – zeg ik tegen degenen die zich kritisch hebben uitgelaten over de visie – komt ook concreet het voor of tegen aan de orde bij de afweging van de zaken die op dat moment aan de orde zijn. Zoals ook al de vorige keer, heeft de heer Daamen aangegeven dat Demokraten Swalmen positief staat ten opzichte van de regiovisie, en dat doet mij uiteraard deugd. De heer Lucas heeft gememoreerd dat zeer velen hieraan nogal wat uren hebben besteed en ik kan eraan toevoegen dat dat niet altijd tot genoegen was. Het resultaat dat nu voorligt mag er echter wezen, niet zozeer qua hoeveelheid papier als wel gegeven de gedachten die erachter zitten.
21 Wat de besluitvorming in Echt-Susteren eventueel tot gevolg zou kunnen hebben, weet ik niet. Langzamerhand zijn wij in deze regio mans genoeg om met alle eventualiteiten rekening te houden. Wat mij een beetje stoort in het betoog van de heer Janssen Steenberg is dat hij professor Riek Bakker te veel in de schoot werpt. Het is niet Riek Bakker, maar de regio geweest die in gezamenlijkheid, zij het mede onder begeleiding van mevrouw Riek Bakker, op weg is gegaan en in het product dat nu voorligt hebben de vertegenwoordigers van de regio zich op hoofdlijnen weten te vinden, indachtig het gegeven: soms wat nemen, maar vaker wat geven. Door de SP zijn verschillende opmerkingen gemaakt die liggen in de lijn van hetgeen in de visie is verwoord, en dat doet mij deugd. Wat ik een beetje jammer vind, is dat de SP een aantal opmerkingen die aanleiding zouden kunnen voor een buitengewoon interessante discussie, niet eerder in commissievergaderingen of op informatieavonden in aanwezigheid van mevrouw Bakker aan de orde heeft gesteld, zodat we al die verschillende zaken nog eens tegen het licht hadden kunnen houden en de SP uiteindelijk de afweging die wij ter zake hebben gemaakt misschien ook tot de hare had kunnen maken. Als ik er nu op zou moeten ingaan, zou ik de hele visie opnieuw moeten toelichten en dat zou te uitputtend zijn. De heer Coenen heeft gelijk: het is nu ja of nee. Zegt de raad ja, dan zegt hij ja tegen een visie, tegen een richting en zelfs tegen een mentaliteit: de mentaliteit om in plaats van ieder afzonderlijk nu in gezamenlijkheid op pad te gaan. Natuurlijk kunnen we dan wel eens zaken tegenkomen waarover ook ik als privé-persoon een andere opvatting heb, maar het gaat om de totaliteit en de meerwaarde die daarvan uitgaat. De heer Özdemir heeft een aantal kanttekeningen geplaatst bij de keuzen die zijn gemaakt. Die keuzen zijn niet zomaar uit de lucht komen vallen. In een voortdurend afwegingsproces zijn zaken tegen het licht gehouden, waarbij de ene keer scherper naar déze kant is gekeken en de andere keer naar dié kant en na stevig schaven is uiteindelijk iets tot stand gekomen dat wij als een redelijk harmonieus model beschouwen dat straks op basis van nadere invulling uitgewerkt kan worden. Zoals eerder gezegd, wil ik nu aandacht schenken aan de belangrijkste zaak: de bestuursovereenkomst. Het is Roermond geweest die te pas, en misschien ook wel eens te onpas, heeft gepleit voor democratische legitimatie. Daarbij hebben wij steeds één standpunt gekoesterd, namelijk dat de rol van de gemeenteraad overeind diende te blijven als kaderstellend en controlerend orgaan. In het verlengde van die rol van de gemeenteraad volgen dan het college en vervolgens de stuurgroep, die een meer uitvoerende taak heeft. De raad is echter het begin en het eindpunt. Op geen enkele wijze hebben wij de rol van de raad in diskrediet willen brengen. Essentieel is echter dat we in gezamenlijkheid op pad gaan, wat betekent dat je af en toe ook wat zult moeten inschikken. In een traject met zeven partners kunnen we niet alle zeven proberen tot achter de komma ons gelijk te bevechten. Hoe dan ook – en ik verwijs naar de artikelen 9 en 12 – zullen de gemeenten te allen tijde de bevoegdheden houden die krachtens de wet gelden. De gemeenteraden afzonderlijk zullen dus altijd de bevoegdheid blijven houden om hun eigen afweging te maken en in dat opzicht blijven ze kaderstellend. De kaderstelling van de gemeenteraad wordt op geen enkele wijze aangetast. Dat is niet alleen een randvoor-
22 waarde, we zijn ook de mening toegedaan dat, als die kaderstelling niet goed wordt geregeld, het draagvlak zal verdwijnen en het hele gebouw instort. De stuurgroep zal binnen de kaders van de overeenkomst voorstellen formuleren voor de programmering, voor de benodigde investeringen en voor de zogenaamde uitvoeringsorganisatie. Colleges en raden zijn vervolgens bevoegd om met die voorstellen al of niet in te stemmen. Het is aan de colleges en de stuurgroep te beoordelen of het kader dat wordt geboden door de gezamenlijke gemeenteraden volstaat voor het uitvoeren van het gebiedsprogramma. Zo ligt de ontwikkeling van de gebiedsvisie in concretere producten altijd in handen van de individuele gemeenten, maar het zal duidelijk zijn dat daarbij niet alleen naar het eigen belang, maar ook naar het algemene belang gekeken moet worden. Die spiegeling zal continu moeten plaatsvinden. De stuurgroep beslist bij gekwalificeerde meerderheid welke voorstellen aan de raden worden gedaan, maar ook welke uitvoerende maatregelen daarvoor nodig zijn binnen de kaders die voorafgaand door de gemeenteraden zijn bepaald en die daaraan ook worden getoetst. De gemeenteraden blijven dus kaderstellend en de colleges en de stuurgroep zijn slechts uitvoerend in dezen, binnen de ruimte die zij krijgen van de diverse gemeenteraden. Het uitvoeringsprogramma zal inhoudelijk en in financiële zin worden bepaald door de afzonderlijke gemeenteraden en door de gemeenteraden in gezamenlijkheid. Die politieke discussies zullen op gezette tijden aan de orde komen. Bovendien kan de raad te allen tijde de door hem afgevaardigde bestuurder terugroepen. De vraag of dit alles mogelijk is volgens de wet kan ik bevestigend beantwoorden. We zouden wel heel slecht bezig zijn geweest als we dat niet hadden getoetst. De bevoegdheid bestaat om nu intenties uit te spreken die bij nadere voortgang ingevuld en getoetst worden. Daarbij is intentie om er samen uit te komen van groot belang. Tenslotte wil ik een reactie geven op de moties van de SP. In motie nr. 09M01 wordt het college opgedragen bij een verdere invulling van de regiovisie vooral de nadruk te leggen op kleinschaligheid, op de menselijke maat. Aanvaarding van die motie zou impliceren dat we dat de afgelopen maanden niet op een zorgvuldige wijze in het oog hebben gehouden, en niets is minder waar. Wij hebben gelet op de kleinschaligheid én de grootschaligheid en de combinatie daarvan. De motie is dus in feite overbodig en ik ontraad haar daarom. In motie nr. 09M02 wordt gepleit voor een raadgevend referendum over de invoering van de regiovisie. Ik meen mij te herinneren dat de verordening raadgevend referendum eerder is ingetrokken, maar afgezien daarvan vind ik dat de gekozen volksvertegenwoordigers de verantwoordelijkheid op zich moeten nemen om op basis van wat hier voorligt hun nek uit te steken, met elkaar een verbond aan te gaan, samen op weg te gaan en rekening en verantwoording af te leggen. Deze motie ontraad ik dan ook, omdat men zich daarmee zou verschuilen achter de grote groep. De hele lijst die in motie nr. 09M03 wordt opgesomd is gisteravond bijna 1 op 1 onderwerp van discussie geweest in de gemeenteraad van Weert. Er staan een heleboel lovenswaardige zaken in en ik zeg toe dat ik een aantal ervan zal voorleggen in de eerstvolgende vergadering van de stuurgroep, om ze daar op hun merites te laten beoordelen. In feite is dit één harde schreeuw om democratische legitimatie. Ik heb al aangegeven
23 dat wij daaraan in beginsel redelijk tegemoet komen, maar het zou te ver voeren nu tot in detail op al die zaken in te gaan. Ik ontraad dus de motie, maar zal haar wel in mijn binnenzak meenemen en voorleggen aan de stuurgroep. De heer Janssen Steenberg: En welke status kent u dan toe aan die motie? De heer Van Beers: Als ik iets in mijn binnenzak meeneem, ken ik er heel veel waarde aan toe, maar ik kan nu niet alles tot in detail beoordelen. Als de motie mij een maand of zes, zeven geleden ter hand was gesteld, of op het moment dat de bestuursovereenkomst hier voorlag, zou ik er inhoudelijk over van gedachten hebben kunnen wisselen met de deskundigen, maar dat kan nu niet, zodat ik wat dat betreft een beetje onthand ben. Ik zal de motie echter serieus voorleggen aan de stuurgroep en aan mijn collega uit Weert, aan wie dezelfde vragen zijn gesteld. De heer Puper: Is mijn conclusie juist dat u de motie ontraadt, maar dat de onderdelen ervan bij de stuurgroep terecht zullen komen? De heer Van Beers: Daar komt het op neer, ja. De voorzitter: Ik schors thans de vergadering, om iedereen in de gelegenheid te stellen kennis te nemen van de moties. We kunnen dan meteen nagaan of er nieuws is te melden vanuit Echt-Susteren (19.44 uur). Schorsing De voorzitter: Ik heropen de vergadering (19.50 uur). Het woord is in tweede termijn aan de raad. De heer Puper: Mijnheer de voorzitter. In eerste termijn heeft de VVD-fractie niet gesproken over de OML en de TROM, omdat die beide onderdelen nog als aparte agendapunten aan de orde komen, maar in tweede termijn kan ik wel zeggen dat wij met die voorstellen zullen instemmen, zij het dat wij ten aanzien van de TROM een motie zullen indienen om een aantal accenten nog iets duidelijker te maken. Ik kan eraan toevoegen, en dat vind ik een voorrecht, dat de motie door de gehele coalitie wordt ingediend. De regiovisie die nu voorligt heeft wel iets weg van een huwelijk. Mevrouw Smitsmans is vandaag niet aanwezig omdat zij de feestelijkheden bijwoont ter gelegenheid van het huwelijk van haar dochter. In haar politieke carrière zal zij zich dus altijd kunnen herinneren dat op de dag waarop haar dochter trouwde in deze gemeenteraad ook de intentie is uitgesproken een huwelijk met de andere gemeenten te sluiten… De heer Breugelmans: Nu het toch daarover hebt: zouden wij als raad niet een bloemetje sturen aan het paar dat op deze zo belangrijke dag is getrouwd? De voorzitter: Prima suggestie. Overigens is vandaag ook mijn tante jarig; zullen we die ook een bloemetje sturen?
24 De heer Breugelmans: Dat is weer wat anders, dat gebeurt ieder jaar! De voorzitter: Daar hebt u gelijk in. De suggestie neem ik in ieder geval graag over. De heer Puper: Dan laat ik maar even in het midden of het bloemetje moet worden gestuurd aan het bruidspaar of aan de moeder van het bruidspaar. In eerste termijn heb ik al gezegd dat wij kunnen instemmen met de regiovisie. In feite gaan wij nu een visie ontwikkelen langs acht thema’s, vier programmalijnen en ruim 30 projecten. Die thema’s en programmalijnen bieden ons kansen om werkelijk beleid te ontwikkelen en zeker ook tot uitvoering te brengen. Het is heel goed dat wij daarover op dit moment praten, want het zit ons economisch even niet zo mee en dat is niet het moment om bij de pakken neer te zitten. We moeten niet denken dat het vanzelf wel beter zal gaan, want dat is niet zo. We moeten met elkaar, schouder aan schouder, de wil opbrengen om de regio sterker te maken; daarvoor moeten we beleid ontwikkelen en dat met kracht en dynamiek uitvoeren. Er liggen unieke kansen. Ik denk bijvoorbeeld aan de landbouw, waar analoog aan de shop in shop-gedachte in de detailhandel farm in farm-gedachten ontstaan: hele nieuwe concepten van landbouw, waarbij boeren ook als milieubeheerder en milieubeschermer gaan functioneren. Ook om de gezondheid in onze regio op een hoogwaardig niveau peil te houden moeten we nieuwe ontwikkelingen niet bij voorbaat tegenhouden. Verder doen zich op het gebied van de gezondheid zulke dynamische ontwikkelingen voor dat we moéten samenwerken en er vooral voor moeten zorgen dat we het in deze regio houden. Misschien kan een bepaalde discipline dan niet binnen de grenzen van deze gemeente een plaats krijgen, maar dat is niet erg, als het maar in de regio blijft. De N280 noord-zuid is in het verleden een hoofdpijndossier van jewelste geweest met de A73 en die hoofdpijn is weliswaar nog niet helemaal over, maar er is wel iets gerealiseerd. Zo goed als er een noord-zuidverbinding is, moet er ook een oost-westverbinding zijn en daarom is de N280 belangrijk, niet alleen voor de infrastructuur, maar ook als de as van een stuk ontwikkeling, waarbij natuurlijk respect moet blijven bestaan voor het vitale platteland, zoals het letterlijk is genoemd in de regiovisie van mevrouw Bakker. De heer Janssen Steenberg: In eerste termijn heb ik aangegeven dat het transitoverkeer oost-west grote problemen gaat opleveren voor de wegen in Roermond en in MiddenLimburg. Het transitoverkeer van Antwerpen naar het Roergebied neemt steeds meer toe. Onlangs is in Antwerpen een haventerminal geopend voor 1 miljoen containers. U stelt nu dat de N280 noodzakelijk is om onder andere dat transitoverkeer af te wikkelen. Er zijn echter ook andere mogelijkheden. Kunt u daarop ook eens ingaan? De heer Puper: Met alle plezier. Ik zou u eens willen meenemen naar de circuits die onder andere autoconcerns in Duitsland hebben, zoals Volkswagen en General Motors, waar auto’s op wegen met sensoren langs middenbermen geleid worden, zodat stagnaties en files worden voorkomen. Zo kan personenverkeer heel individueel mogelijk worden gemaakt zonder dat het tot obstructies en files leidt. Natuurlijk is er ook goederenvervoer en natuurlijk kan het spoor daarvoor heel belangrijk zijn, maar niet vanuit
25 Antwerpen door dit gebied, want dat is in onze beleving niet te tolereren. Er mogen dan andere bestuurlijke machten zijn, en oude overeenkomsten uit 1830 of zoiets, maar ik sta nog altijd volledig achter de uitspraak die de raad daarover eerder in een motie heeft gedaan. Er zal goederenvervoer per spoor moeten zijn, maar niet op dit tracé, want dat past niet in de stad Weert, in de stad Roermond en in Midden-Limburg. De heer Janssen Steenberg: Wij opteren evenmin voor een goederenstroom door Roermond over het historisch tracé. Ik ben blij dat u erkent dat er andere mogelijkheden zijn en ontwikkeld moeten worden om het transitoverkeer oost-west af te wikkelen. Misschien kunnen we elkaar daarin op enig moment vinden. De heer Puper: Ik ben bereid op ieder moment daarover met u een discussie aan te gaan, vanuit de houding dat we oplossingen gaan zoeken voor problemen, sterker nog: dat we problemen willen voorkomen. De heer Janssen Steenberg heeft namens de SP geconcludeerd dat de natuur er slecht af komt. Wij zijn het daarmee niet eens. Verder is door de heer Janssen Steenberg de natuurcompensatie in feite afgewezen. Hoewel het niet de bedoeling is in een raadsvergadering te herhalen wat in een commissie is gezegd, wil ik in dit geval toch eens herinneren aan wat wij hierover in de commissie AZ hebben gezegd, namelijk dat compensatie ook moet worden gezocht in het bebouwde onroerend goed van historische boerderijen. Ook die kunnen voor ons als compensatie gelden in wat nu traditioneel natuurcompensatie heet. Het is ons iets waard om karakteristieke agrarische panden te kunnen behouden in het landschap. Wij vinden een compensatie van bebouwd onroerend goed een wezenlijke mogelijkheid. De heer Janssen Steenberg – neem me niet kwalijk dat ik me nog eens tot de SP richt – heeft ook gewag gemaakt van afbraak van sociale woningbouw. Inderdaad praten we over afbraak van sociale woningbouw, maar dat is wel woningbouw die in ieder geval financieel en waarschijnlijk ook economisch helemaal is afgeschreven. In de plaats daarvan willen wij nieuwe sociale woningbouw realiseren waar het comfortabeler wonen is dan in de oude woningen en ook economisch beter omdat het beheer beter is. Daarnaast is ook te verwachten dat het qua milieu beter scoort. De heer Klokgieters: En wordt die betere, comfortabelere sociale woningbouw ook aangeboden tegen dezelfde prijzen? Dat is natuurlijk wel essentieel, want anders kunnen de mensen het toch niet betalen. De heer Puper: Het zal u bekend zijn dat er ook sociale-woningbouwprojecten zijn waarin de top van de woningen voor een deel wordt weggefinancierd, om het betaalbaar te houden voor de mensen over wie wij het nu hebben. Ook de VVD-fractie is van mening dat er betaalbare sociale woningen moeten zijn, maar in het kader van een goede wijkopbouw en ook gelet op de Wmo zullen we veel gevarieerder moeten bouwen, waarbij plaats moet zijn voor kwalitatief goede en ook betaalbare woningen. De wethouders voor woningbouw en stadsontwikkeling zullen ongetwijfeld voorbeelden kunnen noemen van projecten waarin de top van de investeringen in sociale woningen is afgefinancierd.
26 Sprekend over de bestuursovereenkomst heeft de burgemeester verzekerd dat de rol van de raad blijft bestaan: de raad is het begin en het einde. Als wij met elkaar gaan samenwerken, zullen we ook het eigen gelijk op bepaalde momenten moeten weten te relativeren. Daarbij wens ik ons allen, maar ook alle betrokkenen, veel succes. De voorzitter: Alvorens de heer Breugelmans het woord te geven kan ik u melden dat naar aanleiding van de door hem gedane suggestie inmiddels al een mailtje onderweg is naar ons collega-raadslid, om haar bij dit huwelijk van zeven gemeenten namens raad en college ook te feliciteren met het huwelijk van haar dochter. De heer Breugelmans: Ik ben blij dat we zo’n kordate griffier hebben! Mijnheer de voorzitter. Laat ik in deze tweede termijn om te beginnen benadrukken dat ook het CDA tegen de reactivering van de IJzeren Rijn is. Wij houden ons wat dat betreft aan de motie die eerder in deze raad is aangenomen. In zijn eerste termijn heeft de heer Janssen Steenberg gesproken over de noodzaak om HBO-instellingen naar Roermond te halen. Die noodzaak onderschrijf ik van harte. We moeten echter wel reëel blijven. De realiteit dwingt ons in te zien dat het op korte termijn onmogelijk is HBO-instellingen in onze stad te krijgen. De heer Janssen Steenberg: Ik heb niet gezegd dat ze in Roermond moeten komen, maar in Midden-Limburg. Het is ons om het even of ze in Weert of in Roermond komen. De heer Breugelmans: Mij niet! Het verheugt mij overigens te kunnen constateren dat de SP-fractie in Weert en de SP-fractie in Roermond met één mond spreken, zoals ook uit de woorden van de burgemeester bleek. Het is heel goed mogelijk dat dan ergens in Haler de hogeschool wordt gevestigd, maar wat mij betreft komt ze naar Roermond. Wij behoren nu in te zetten op een versteviging van MBO- en voortgezet onderwijs, en dat mis ik nu, al zit het wel weer in de plannen van mevrouw Riek Bakker. Door de burgemeester is opgemerkt dat de raad het begin is en het einde. Het laatste weet ik, dat wij ook het begin zijn, wist ik echter niet. Het mandaat dat wij u hebben gegeven om te gaan onderhandelen hebt u ten volle benut. Het resultaat is nu aan ons voorgelegd en daarop kunnen we ja of nee zeggen. Als het laatste gebeurt, zie ik dat eigenlijk als het naar huis sturen van het college. Ik moet eerlijk zeggen dat ik het resultaat buitengewoon vind en daarom zie ik geen enkele reden om daartoe te besluiten. Het is ook om die reden dat wij niet akkoord kunnen gaan met motie nr. 09M02. Als gepleit wordt voor een raadgevend referendum, stel ik daar tegenover dat wij het mandaat hebben om besluiten te nemen. Raadgevende referenda zijn in Nederland niet bij wet vastgelegd, onze positie als raadslid is wel in de wet verankerd. In motie nr. 09M01 wordt de stelling geponeerd dat er veel aandacht is voor grootschalige projecten en weinig aandacht voor kleinschalige projecten. Neem me niet kwalijk, maar iedereen die het stuk leest kan daarin zien dat het juist de bedoeling is het voorzieningenniveau in kleinschalige gemeenschappen te handhaven, althans zodanig te maken dat het voor mensen in die kleine gemeenschappen leefbaar wordt. Ik ben van mening
27 dat grootschalige aanpak juist leidt tot kleinschalige verbeteringen en instandhouding van het kleinschalige. Motie nr. 09M01 kunnen wij derhalve evenmin steunen. De burgemeester heeft toegezegd dat hij de kritiek van de SP op de bestuursovereenkomst zal meenemen in zijn binnenzak. Mogelijk bevat motie nr. 09M03 heel waardevolle aanbevelingen, maar ik heb begrepen dat wat nu is voorgelegd hét onderhandelingsresultaat is. Als de burgemeester deze motie nu wil meenemen, zou daaruit de conclusie kunnen worden getrokken dat dat niet het geval is. Volgens mij moeten we hier gewoon ja of nee tegen zeggen. Het CDA gaat akkoord met datgene wat hier wordt voorgesteld en steunt de moties van de SP niet. De heer Van Walsum: Mijnheer de voorzitter. Samenwerking in vertrouwen, dat zou de inzet moeten zijn van de gemeenten in Midden-Limburg, in ieder geval van de gemeente Roermond. Laat de gemeente Roermond daarom de schouders onder deze visie zetten. Gemakkelijk zal het zeker niet zijn. Wij hebben nu al moeten constateren dat de weg in het verleden een moeizame was en ook de weg in de toekomst zal geen gemakkelijke zijn, maar dat mag geen reden zijn om de regiovisie, die de samenwerking handen en voeten moet geven, niet uit te voeren. Laat het juist een uitdaging zijn, want het biedt de mogelijkheid om de kansen en de problemen in de regio Midden-Limburg goed aan te pakken. In eerste termijn heb ik het weliswaar niet zo nadrukkelijk gezegd, maar ook de PvdAfractie is van mening dat de GMOL, de TROM en de OML een drie-eenheid vormen en dat daarover gezamenlijk besluiten genomen dienen te worden, om aldus over een visie te beschikken die ook kan worden uitgevoerd. Namens de PvdA-fractie wil ik voorts aangeven dat de IJzeren Rijn een ontwikkeling is waar we afstand van nemen. Voor Roermond is het een hele kwalijke ontwikkeling, terwijl er hele redelijke alternatieven zijn voor een spoorverbinding die niet rakelings langs Roermond gaat. De samenwerking zal moeten slagen. Lukt dat niet, dan is er geen alternatief en hebben we een groot probleem in de regio Midden-Limburg. We moeten vooral naar de kansen kijken. In motie nr. 09M01 roept de SP op tot een meer kleinschalige benadering op menselijke maat. Dat het daaraan zou ontbreken herkennen wij niet. De regiovisie sluit kleinschaligheid zeker niet uit, integendeel: zoals de heer Breugelmans al opmerkte wordt daarvoor juist nadrukkelijk gepleit. Natuurlijk is de visie wel op projecten geschreven die gemeente-overstijgend zijn, maar wat we gemeentelijk kunnen doen, moeten we gewoon doen. Laat dat de insteek zijn. Deze motie vinden wij dan ook overbodig. Over het houden van een referendum, zoals bepleit in motie nr. 09M02, kan ik kort zijn. Dit onderwerp is absoluut niet geschikt voor het houden van een referendum. Het is zo’n breed onderwerp dat wij dat onze burgers niet mogen aandoen. Wij dragen hiervoor verantwoordelijk en behoren dat hier te beslissen. Ook deze motie zal de PvdAfractie daarom niet ondersteunen. Over de bestuursovereenkomst heb ik in eerste termijn al opgemerkt dat deze op een aantal punten op gespannen voet staat met de Gemeentewet, en dat zijn juist de punten die in motie nr. 09M03 van de SP worden aangeroerd. De burgemeester heeft aangege-
28 ven dat deze punten nog eens nadrukkelijk naast de bestuursovereenkomst zullen worden gelegd en heeft daarbij het vertrouwen uitgesproken dat de bestuursovereenkomst zo goed is opgesteld dat ze deze toets wel zal kunnen doorstaan. Als het voor de zekerheid nog eens aan de orde kan worden gesteld, is dat voor de PvdA-fractie voldoende. Het indienen van een motie daarover gaat ons op dit moment te ver. De heer Daamen: Mijnheer de voorzitter. Het is mij opgevallen dat de heer Breugelmans bij zijn woordvoering in tweede termijn is blijven zitten. Waarschijnlijk is hij tot het inzicht gekomen dat het om de inhoud gaat en niet om de vorm. Voor de televisiekijker maakt het overigens niet uit of hij staat of zit, maar dit terzijde. De heer Breugelmans: De inhoud is inderdaad belangrijker dan de vorm, maar vorm kan inhoud vaak benadrukken. De voorzitter: Als een onderwijzer overigens zegt dat iemand is blijven zitten, is dat niet zo’n prettige mededeling! De heer Daamen: Het is maar goed dat ik daar in deze raad niet over ga, anders zou het er hier en daar wel uit zien! In eerste termijn heb ik gesproken over de visie als kaderstellend uitgangspunt. Ook wij hebben kritisch gekeken naar de bestuursovereenkomst, maar we hebben ook gelezen dat de raad bij alle volgende voorstellen begin- en eindpunt is. De moties nrs. 09M01 en 09M02 zullen wij niet steunen, motie 09M03 overigens evenmin, ofschoon daar wel een aantal goede zaken in staan. Die zaken zullen door de burgemeester echter in een of andere zak worden meegenomen en nog eens goed worden bekeken. Wat ik jammer vind, is dat de burgemeester heeft gezegd dat de herindeling is mislukt. Dat trekken wij ons natuurlijk aan, alsof de gemeente Swalmen destijds wel gelukkig was op het moment van de herindeling! Wij zijn er slachtoffer van geworden… De heer Puper: Daar wil ik toch wel iets over zeggen! Als een onafhankelijk ETILonderzoek uitwijst dat 83% van de inwoners van Swalmen tevreden is met het resultaat van deze herindeling, moet u niet over slachtoffers gaan spreken. Dat doet geen recht aan wat gebeurd is. De heer Daamen: Ik was nog niet uitgesproken en overigens heb ik gezegd – als u goed geluisterd had, had u dat gehoord – dat de gemeente Swalmen op het moment van de herindeling, en dat is twee jaar geleden, slachtoffer was. Zo werd het toen gevoeld door een groot gedeelte van de Swalmer bevolking. En nu komt mijn volgende zin: hopelijk bedoelde de burgemeester niet te zeggen dat Swalmen inmiddels geen meerwaarde is gebleken voor Roermond. Zo voelen wij dat ook. In de afgelopen tijd is het hele college in Swalmen geweest en daar heeft men kunnen horen en zien dat de mensen in Swalmen best heel tevreden zijn. De opmerking van de heer Puper was dus iets te snel, maar ik snap wel dat hij erop wilde reageren.
29 Tenslotte kan ik u melden dat Demokraten Swalmen uitgaat van vertrouwen. Wat dat betreft vind ik het een beetje jammer dat de heer Coenen het heeft doen voorkomen alsof de ja-zeggers een soort stemvee zouden zijn, die alleen maar zeggen: goed gedaan jochie. Wij hebben er wel degelijk goed over nagedacht en wij hebben besloten dit voorstel te steunen. De heer Lucas: Mijnheer de voorzitter. Op sommige plaatsen zou het CDA misschien wel blij zijn dat het kan blijven zitten, zou ik in reactie op de eerste opmerking van de heer Daamen willen zeggen, maar goed: je weet maar nooit hoe een balletje rolt! De SP heeft heel wat teweeg gebracht met haar moties en daarmee wil ik meteen ook maar beginnen. In motie nr. 09M01 wordt erop aangedrongen vooral de nadruk te leggen op kleinschaligheid en op de menselijke maat. Wat dat betreft moet ik de portefeuillehouder gelijk geven: wij hebben hem hiermee op pad gestuurd en als hij dat niet had gedaan, hadden wij hem al lang op de vingers moeten tikken. De motie komt dan ook als boter na de maaltijd, of als mosterd, maar dan zou die heel zuur zijn. Wij kunnen het in ieder geval absoluut niet eten. Voor het door de SP gevraagde referendum geldt iets soortgelijks. Het zou veel te ver gaan om hierover een referendum te houden. Alleen al de tijd die daaraan besteed zou moeten worden hebben wij simpelweg niet. Wij zijn met de regio op een trein gestapt, die trein rijdt al en het zou niet goed zijn haar tijdelijk te laten stoppen omdat Roermond hierop nog geen antwoord kan geven. Ook deze motie kunnen wij dus niet steunen. Door de SP is ook de IJzeren Rijn weer ter sprake gebracht. Dat zij vasthoudt aan haar standpunt, respecteer ik, maar voor deze gemeente is het al een gelopen race. Deze gemeenteraad heeft in meerderheid uitgesproken daarvan geen voorstander te zijn. De SP mag er steeds weer op terugkomen, maar ik ben bang dat ze dan iedere keer hetzelfde te horen zal krijgen. In eerste termijn heb ik er bij de portefeuillehouder op aangedrongen erop toe te zien dat alle gemeenten deze regiovisie en de voorstellen inzake de TROM en de OML als één geheel beschouwen. De burgemeester heeft er weliswaar niet op gereageerd, maar omdat de heer Van Rey het eerder al heeft toegezegd, ga ik ervan uit dat het college dit zal doen. Tenslotte verheugen wij ons op de plannen die nog aan de raad zullen worden voorgelegd. Wij wensen de afgevaardigde die straks deel zal uitmaken van de stuurgroep heel veel succes. Wij menen vanavond een goede keuze te hebben gemaakt. De voorzitter: Alvorens de volgende spreker het woord te verlenen, wil ik erop wijzen dat door deze raad eerder het historisch tracé van de IJzeren Rijn is afgewezen, maar dat er ook een alternatief tracé is naar de Duitse grens en dat de heer Janssen Steenberg daarop eerder heeft gedoeld. Ik neem aan dat ook de heer Breugelmans daarop het oog had… De heer Breugelmans: Nee, op beide! De voorzitter: Het is goed dat we dat weten.
30 De heer Puper: Ik val de heer Breugelmans bij. Ik heb duidelijk gezegd dat Weert en Roermond er geen hinder van mogen ondervinden. Een alternatief van de IJzeren Rijn zou buitengewoon nadelig voor deze gemeente kunnen zijn waar het gaat om de ontwikkeling van de Noordelijke Stadsrandzone en ook daarvan kan wat ons betreft dus geen sprake zijn. De heer Lucas: Nu kan ik ook niet achterblijven; ik sluit me daarbij aan. De voorzitter: Dan is er blijkbaar toch een verschil van mening. De heer Janssen Steenberg: Mijnheer de voorzitter. Ik wil mevrouw Bakker meer krediet geven dan anderen hebben gedaan. Wij zijn van mening dat mevrouw Bakker een zwaar stempel heeft gedrukt op deze regiovisie. Als iemand anders dit had gedaan, met meer gevoel voor het midden- en kleinbedrijf, voor kleinschaligheid en voor de menselijke maat, zou er naar onze vaste overtuiging een ander rapport tot stand zijn gekomen. Wij betreuren het dat is uitgegaan van hele grote projecten en te weinig van kleinschaligheid. De heer Puper: Mevrouw Bakker heeft de leiding gehad van de projectgroep, maar gemeenteraden en colleges hebben hierin volop kunnen participeren. Als u dan zegt dat het uitsluitend een stuk is van mevrouw Bakker, doet u onrecht aan al degenen die erbij zijn betrokken vanuit colleges, gemeenteraden, belangengroeperingen, standsorganisaties, enz. Zij hebben alle hun inbreng gehad, of op z’n minst de kans gehad om die inbreng te leveren. Mevrouw Bakker mag de leiding hebben gehad, maar het is uitdrukkelijk een gezamenlijk product. Zo beleef ik dat. De heer Janssen Steenberg: Ik neem aan dat wij van mening mogen verschillen. Met de verschillende SP-afdelingen in de regio hebben wij inderdaad vooroverleg gehad, zoals dat ook door het CDA is gedaan. Met name over onze derde motie hebben wij nadrukkelijk afgestemd met de SP-afdeling in Weert. Het belang van de IJzeren Rijn voor het transitoverkeer tussen Antwerpen en het Roergebied heb ik eerder al aangestipt. Als wij niets doen, zullen de wegen in MiddenLimburg, maar ook in Zuid- en Noord-Limburg dichtslibben en zal de roep om meer asfalt nog luider klinken. Wij zijn daar geen voorstander van. Een spoorlijn neemt veel minder ruimte in beslag dan bijvoorbeeld een vierbaansweg. De IJzeren Rijn biedt ook kansen en is niet alleen negatief, zeker niet als ze gesitueerd wordt langs de N280 en de A52, wat blijkens een onlangs ontvangen bericht van de minister mogelijk is. Bij het vaststellen van de strategische visie in dit huis heeft de heer Van Rey aangegeven dat het mogelijk is in Elmpt een soort overslagstation te maken, met de nodige bedrijvigheid die daarbij hoort… De heer Breugelmans: In Elmpt biedt het wellicht ook mogelijkheden tot herleving van de luchthaven voor burgerluchtverkeer. Er zijn zoveel mogelijkheden, maar wilt u dat ook?
31 De heer Janssen Steenberg: Bij de behandeling van de strategische visie hebben wij gezegd dat wij dat een positieve ontwikkeling vinden. De heer Breugelmans: Daarover blijven we toch van mening verschillen. De heer Janssen Steenberg: Dat is helemaal niet erg; het maakt de politiek juist boeiend, zoals u zelf ook wel eens hebt gezegd. Een erg negatief punt in de regiovisie is wat ons betreft de sloop van honderden sociale woningen in Roermond. Wij vinden het jammer dat dat weer op deze wijze in de regiovisie is terechtgekomen. Renoveren gaat naar onze mening voor sloop en daarom heb ik ook voorgesteld een bouw- en renovatiefonds in te stellen, zodat de woningen in bijvoorbeeld complex 307 op termijn gerenoveerd kunnen worden. Dit zijn – meneer Puper – beslist geen afgeschreven woningen die hun tijd hebben gehad; ga er maar eens binnen kijken hoe die flatjes eruit zien. Veel bewoners hebben er ook veel energie en geld in gestopt om ze naar de wensen van deze tijd bewoonbaar te maken. Nieuwbouw kan in sommige gevallen inderdaad soelaas bieden, zeker als het gaat om sociale woningbouw, als het woningen betreft die het echt niet meer waard zijn om gerenoveerd te worden. Ik wil echter benadrukken dat dit een negatief effect heeft op het besteedbaar inkomen. De oude woningen in de Vondelstraat hadden bijvoorbeeld een huur van € 359,- en in de Tuin van Vondel is de huur € 517,-, een verschil van ongeveer € 150,-. Voor iemand met een inkomen van € 1.000,- in de maand is dat wel 15%... De heer Öztürk: Ik heb in een oud huis in de buurt van de Vondelstraat gewoond. Er is nu inderdaad een prijsverschil, maar de woningkwaliteit en het bedrag dat aan Essent wordt betaald moeten daarbij ook in acht worden genomen. De mensen die jarenlang in die oudere huizen hebben gewoond en heel veel energiekosten hebben betaald hebben ook recht op nieuwbouw, waarin ze veiliger, schoner en beter kunnen wonen. Kleinschaligheid is goed, maar door grootschaligheid kan kleinschaligheid ook geholpen worden. De heer Puper: Bij die woorden sluit ik mij van harte aan. De voorzitter: Maar u hebt niet in de Vondelstraat gewoond! De heer Puper: Wel vlakbij! De heer Janssen Steenberg: Zoals de heer Klokgieters zojuist bij interruptie al aangaf, zijn wij niet tegen nieuwbouw als daarvoor ongeveer een zelfde huurprijs wordt gevraagd. Voorkomen moet echter worden dat mensen met toch al een laag inkomen hun besteedbaar inkomen drastisch zien verminderen, met alle gevolgen van dien. De heer Coenen: Mijnheer de voorzitter. Het laatste is een gevoelig onderwerp, want de cijfers liegen er niet om. Als goedkopere huurwoningen worden omgeruild voor duurdere, is de optelsom gauw gemaakt. Misschien zou bijvoorbeeld de gemeente moeten in-
32 vesteren in energiemaatregelen. Als de overheid dat voor haar rekening neemt en niet doorberekent aan de burger zijn we nog mooier uit. Eerder heb ik het in verband met de regiovisie over vertrouwen gehad en daarbij heb ik me op een gegeven moment afgevraagd of wij hier alleen moeten fungeren als een soort stempeltjesclub. De percepties daarover blijken verschillend te zijn. Het gaat hier om vertrouwen in inhoud, waarvan nog heel veel vaag is, om vertrouwen in personen – wat dat betreft heeft de burgemeester als portefeuillehouder zijn werk goed gedaan – en om vertrouwen in het proces, waarin mevrouw Riek Bakker naar mijn mening wel degelijk een heel belangrijke rol heeft gehad vanwege de gevoeligheden. Die gevoeligheden liggen soms op persoonlijk niveau en ik denk dat met name daarom burgemeesters in de stuurgroep hebben gezeten. Mevrouw Riek Bakker heeft zeker niet onbewust het proces zo neergezet; die rol heeft ze gespeeld en daar wil ik haar ook voor danken. De inhoud bevat van alles, van klein tot groot, en het is waar, zoals de heer Puper zei, dat de verschillende raden en colleges daarover iets hebben kunnen zeggen. Het zou te simpel zijn om te zeggen dat het alleen uit de koker van mevrouw Riek Bakker komt. Wel heeft zij het proces goed begeleid en geprobeerd er een adequaat pakket van te maken, waarbij ook de TROM en de OML in de onderhandelingen zeker een rol zullen hebben gespeeld, in de trant van: als wij dit krijgen, dan jij dat. Wij zullen er wel nooit achterkomen, maar zo simpel is het wel. Als je iets wilt, zul je ook iets moeten geven en zul je vertrouwen in personen moeten hebben. Ik hoop dat dat vertrouwen er blijft als straks in de stuurgroep een aantal andere mensen het overnemen. Dat vertrouwen zal er zijn als iedereen zichzelf daarin herkent en als niet te zeer met een grote vinger in een bepaalde pap wordt geroerd. Het lijkt cryptisch, maar mensen die in deze regio wonen weten verdomd goed wat daarmee wordt bedoeld. De heer Puper heeft gezegd dat we niet bij de pakken neer moeten zitten, en daarmee ben ik het eens. Als we deze visie beschouwen als een soort ondernemingsplan, moeten we kijken naar kansen en bedreigingen die zich extern voordoen en naar sterke en zwakke kanten die er intern zijn. De SP heeft in dat verband een discussie opgerakeld waarvan het effect meteen merkbaar is in de zaal. Roermond heeft met een bepaalde scheefgroei te maken en die moet hersteld worden. Over de manier waarop dat moet gebeuren verschillen wij echter van mening met een aantal andere fracties. Terecht heeft de PvdA-fractie zich geroepen gevoeld voor haar achterban op te komen, maar daarover zullen we het later hebben, want die discussie kunnen we nu helaas niet voeren. Nu hebben we het over een visie, die in veel opzichten nog te vaag is, straks zullen we ja of nee moeten zeggen tegen een pakket van drie besluiten, die hier en daar, naar mijn mening terecht, als een eenheid zijn aangemerkt. Van de tussentijdse overlegonderhandelingen in de stuurgroep behoort de raad naar onze mening op de hoogte te worden gesteld en niet alleen maar door het ter kennisneming voor te leggen. Er zullen momenten moeten worden gevonden om te laten zien wat de visie in concreto in de uitwerking betekent. Ook dat bedoel ik met vertrouwen. Ik geef niet zomaar groen licht voor een totaalpakket, want iedereen weet hoe het dan gaat: dan krijg je achteraf te horen dat je er al mee hebt ingestemd. Naar aanleiding van motie nr. 09M01 is een discussie ontstaan over kleinschaligheid en grootschaligheid. Het zijn relatieve begrippen, want wat de één klein vindt, kan de ander
33 groot vinden, en andersom. Feit is wel dat de menselijke maat door veel mensen wordt gewaardeerd, niet alleen in dorpen, maar ook in steden. Van een referendum, als bepleit in motie nr. 09M02, ben ik in het algemeen voorstander. Een referendum zal echter moeten voldoen aan een aantal criteria; dat weten ze in Zwitserland en ik hoop dat men dat ook hier weet. Er moet een heel duidelijk ja of nee in worden gebakken en niet tien mitsen en maren en tien verschillende onderwerpen. Helaas kan dit daaraan niet voldoen. Van de technische punten die zijn genoemd in motie nr. 09M03 heeft de burgemeester gezegd dat hij ze zal meenemen in zijn binnenzak. Ik vind dat bijna een lachertje. Iedereen in deze regio, maar ook daarbuiten, weet dat je er alle kanten mee op kan als je zegt dat je iets meeneemt. Ik wil daarover dan ook graag iets concreters horen. Er moet wat meer vastigheid aan worden gegeven; hiermee laat ik mij in ieder geval niet het bos in sturen. De heer Özdemir: Mijnheer de voorzitter. Het doet GroenLinks deugd te horen dat de fracties in deze raad tegen een reactivering van de IJzeren Rijn zijn. In de eerste motie van de SP wordt gepleit voor kleinschaligheid. Ik herinner wat dat betreft aan mijn verwijzing in eerste termijn naar de visie van Ronduit Open, waarin het juist om kleinschaligheid gaat. In de motie inzake het referendum kunnen wij ons vinden. De derde motie wijzen wij af. De heer Van Beers: Mijnheer de voorzitter. Op de ‘TROM-motie’ van de heer Puper zal straks inhoudelijk worden gereageerd door de heer Van Rey. De heer Lucas heeft in tweede termijn opgemerkt dat de regiovisie, de TROM en de OML onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden. Ik heb het eerder een drie-eenheid genoemd en duidelijker kan ik het niet zeggen: het één is van even groot belang als het ander. De heer Coenen heeft gevraagd of een tussentijdse terugkoppeling mogelijk is van de stuurgroep naar de raad. Bij mijn weten is door degene die straks zal worden afgevaardigd in de stuurgroep al toegezegd dat periodiek zal worden teruggekoppeld in de commissie voor economische zaken. De heer Coenen: Alleen in de commissie voor economische zaken, of ook breder? De heer Van Beers: Het zal daar in ieder geval gebeuren, maar als het zaken betreft die op ander vlak liggen is de portefeuillehouder flexibel genoeg om ook daarvoor ruim baan te geven. Niet alleen de economische aspecten, maar de hele problematiek die in de stuurgroep aan de orde komt kan in commissieverband aan de orde worden gesteld. Eventueel kunt u de portefeuillehouder straks zelf vragen hoe hij daar tegenover staat. De heer Puper: De toezegging die in de commissie voor economische zaken is gedaan is onverkort ook in de commissie voor algemene zaken gedaan. Het beperkt zich dus niet tot economische zaken.
34 De heer Van Beers: Het is niet de bedoeling alle afzonderlijke aspecten in iedere commissie aan de orde te stellen. Er zal een bepaalde commissie voor moeten worden gekozen, maar de portefeuillehouder voor regionale aangelegenheden maakt deel uit van de stuurgroep en is aanspreekbaar op alles wat zich daarin voordoet. Over de bestuursovereenkomst heb ik in eerste termijn al het nodige gezegd. Aan de orde is nu een richting en wij hebben zeer uitvoerig nagegaan hoe we die richting het beste kunnen gieten in een werkbare bestuursovereenkomst. Met de proeve van bekwaamheid die nu voorligt is op andere plaatsen bewezen dat ze werkt; ik verwijs naar Groningen en Assen. In de motie van de SP zijn tot in detail een aantal punten geformuleerd waarvan ik me kan voorstellen dat ze kunnen leiden tot een verbetering van wat thans voorligt, maar er zijn er ook bij waarvan ik me kan voorstellen dat ze überhaupt geen meerwaarde hebben. Mede uit respect voor de SP, maar ook vanwege het stevige voorwerk dat hiervoor is verricht, vind ik dat we die zaken nog eens tegen het licht moeten houden. Ik laat het dan aan de stuurgroep over, die ik heel hoog acht in dezen, om na te gaan wat bruikbaar is en wat niet. De heer Breugelmans: Wil dat zeggen dat de bestuursovereenkomst opnieuw onderhandelbaar is? De heer Van Beers: Nee. De heer Breugelmans: Dus de bestuursovereenkomst blijft zoals ze nu is? De heer Van Beers: Dat is het vertrekpunt en het eindpunt tegelijkertijd, zij het dat daarbinnen een aantal aspecten nog eens tegen het licht kunnen worden gehouden. De essentiële zaken blijven uiteraard overeind staan. De heer Breugelmans: Als de bestuursovereenkomst zou wijzigen, wens ik een compleet nieuwe procedure met betrekking tot de instemming van deze raad. De heer Van Beers: Dat gaat mij iets te ver. Mocht de stuurgroep in meerderheid van mening zijn dat op bepaalde punten een wijziging moet worden doorgevoerd, dan zal daarover uiteraard naar de raad worden teruggekoppeld. De heer Breugelmans: Als de stuurgroep op basis van de motie van de SP veranderingen zou aanbrengen in de bestuursovereenkomst, kan ik alleen maar concluderen dat ons nu geen bestuursovereenkomst ter goedkeuring wordt aangeboden. De heer Van Beers: Dat zou waar zijn als het essentiële zaken in de bestuursovereenkomst zou betreffen, maar niet als het gaat om punten, komma’s e.d. De heer Breugelmans: Als er punten en komma’s verkeerd zouden staan, is deze bestuursovereenkomst niet goed bekeken en had zij vanavond niet ter goedkeuring mogen voorliggen. Als er nog wijzigingen in zouden komen, vind ik het niet meer dan normaal dat die worden voorgelegd aan de raden van alle gemeenten. Als u hierover geen toezegging kunt doen, verzoek ik u straks een schorsing in te lassen voor beraad.
35 De heer Klokgieters: Ik begrijp nu dat wij hier iets onmogelijks hebben gepresteerd. Als wij de overeenkomst blijkbaar nog kunnen wijzigen, kunnen andere raden dat ook doen. Ik vraag me dus af in welke situatie wij nu verkeren. De voorzitter: U hebt nog niets gepresteerd; u zult eerst de uitslag moeten afwachten. De heer Puper: Straks zullen de moties in stemming worden gebracht en als ik goed heb geteld, zullen die door de raad niet worden aangenomen. Gedurende het hele proces zullen nog voorstellen volgen op alle beleidsterreinen en alle thema’s die de toekomstvisie nader gestalte geven. Ik kan mij echter niet voorstellen dat een motie die in deze raad verworpen wordt voor de stuurgroep nog aanleiding kan zijn om veranderingen aan te brengen. De heer Van Beers: De heer Puper slaat de spijker op z’n kop. Natuurlijk kunnen geen essentiële veranderingen meer worden aangebracht, want het is samen uit, samen thuis. Aan de orde is nu een ingewikkelde, zeer complexe motie van de SP en daarmee kunnen we twee dingen doen: we kunnen zeggen ‘weg ermee’, want dan had u de motie maar eerder moeten indienen, maar we kunnen ook besluiten de inhoud ervan nog eens tegen het licht te houden om na te gaan of ze afbreuk doet aan hetgeen thans voorligt; zo ja, dan zijn we snel klaar, zo nee, dan kan in de gezamenlijkheid van de stuurgroep worden bezien of er wellicht nog enige verbetering is te realiseren. Essentieel verandert er natuurlijk niets, want anders zouden we weer van voren af aan moeten beginnen. U moet het meer zien als een gebaar in de richting van de SP. Zij heeft hiervoor het nodige werk verricht en wij gaan bekijken of er een meerwaarde mee is te bereiken. De heer Breugelmans: Ik wil onze afgevaardigde in de stuurgroep uitdrukkelijk meegeven dat wij niet wensen dat een motie die hier wordt verworpen op die manier wordt ingebracht in de stuurgroep. Als de stuurgroep van mening is dat de bestuursovereenkomst gewijzigd moet worden, neem ik aan dat zij dat op z’n minst terugkoppelt naar de raden en daarvoor toestemming vraagt. De heer Puper: De burgemeester wil aardig zijn tegen de heer Janssen Steenberg en de SP, en dat wil ik ook altijd zijn. Wat mij betreft mag hij de stukken in zijn binnenzak meenemen en er in de collegekamer van deze gemeente over praten, maar ik verzoek hem dringend ze niet mee te nemen naar de stuurgroep. Gaande het traject komen er nog voorstellen en onderwerpen aan de orde en dan zijn we allemaal aan zet. De heer Van Beers: Ik heb gezegd wat ik meende te moeten zeggen en daarbij wil ik het laten. De voorzitter: Dames en heren. We zijn aan besluitvorming toe. Volgens ons reglement van orde zou eerst een besluit moeten worden genomen over het voorstel en pas daarna over de moties. Gehoord deze discussie is het wellicht niet onverstandig het nu andersom te doen. Ik stel vast dat u daarmee kunt instemmen.
36 Motie nr. 09M01 wordt bij handopsteken in stemming gebracht en met de stemmen van de fracties van SP en Stadspartij Roermond vóór verworpen. Aan de orde is motie nr. 09M02. De heer Coenen: Mijnheer de voorzitter. Zoals ik in tweede termijn heb gezegd, zijn wij in het algemeen voorstander van referenda, maar niet in dit geval, omdat het onderwerp daarvoor te breed is. De motie wordt bij handopsteken in stemming gebracht en met de stemmen van de fracties van SP en GroenLinks vóór verworpen. Motie nr. 09M03 wordt bij handopsteken in stemming gebracht en met de stemmen van de SP-fractie vóór verworpen. Aan de orde is het voorstel van burgemeester en wethouders. De heer Özdemir: Mijnheer de voorzitter. Wij zijn van mening dat de genoemde grootschalige ontwikkelingen IJzeren Rijn, N280 en het woonmilieu in de Maasplassen niet meer dan een suggestie of gedachtegang zijn die, voordat ze nader worden uitgewerkt, zullen moeten terugkomen in de raad. Deze visie kan geen vrijbrief zijn om deze ontwikkelingen op voorhand te realiseren, maar vormt de basis om de samenwerking tussen de gemeenten te versterken. Alleen vanwege die noodzaak van samenwerking zullen wij met de visie instemmen, met inachtneming van het vorenstaande. De heer Coenen: Mijnheer de voorzitter. Veel elementen in de visie zijn positief, maar te veel zaken staan nog ter discussie. Omdat de nadruk te veel wordt gelegd op de economische aspecten en te weinig aandacht wordt geschonken aan de sociale context, terwijl in het vervolg alleen nog maar details kunnen worden ingebracht en geen essentiële zaken, zal ik mijn goedkeuring aan deze visie onthouden. Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad hierna overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders en het daarbij behorende ontwerpbesluit, onder aantekening dat de fracties van SP en Stadspartij Roermond geacht willen worden tegen te hebben gestemd. Portefeuille wethouder J. van Rey. 15. Voorstel van het college inzake inrichting Ontwikkelingsmaatschappij Midden-Limburg (OML) (raadsvoorstel no. 2009/021/1). De heer Coenen: Mijnheer de voorzitter. In de vorige periode hebben wij gezegd dat REO wel groter zou kunnen en daarbij hebben wij gewag gemaakt van een soort ontwikkelingsmaatschappij, zoals nu in dit stuk wordt voorgesteld. Onze woordvoerder in de commissie voor economische zaken heeft er ook in die zin over gerept. Daarbij hebben wij aangegeven dat een aantal zaken voor alle gemeenten zeer transparant moeten
37 plaatsvinden, zodat niet meer kan gebeuren wat daar ooit is gebeurd. Wij vragen ons af waarom in de Raad van Commissarissen per se wethouders moeten worden afgevaardigd en waarom dat niet kan worden overgelaten aan professionals. Verder zijn wij benieuwd hoe u aankijkt tegen investeringen in bijvoorbeeld het Leudal. Kunnen die niet strijdig zijn met investeringen in industrieterreinen in Roermond? Kunnen wij daarvan nadeel ondervinden, ja of nee? Tenslotte willen wij weten of de samenwerking op dit punt stevig is of broos. De heer Klokgieters: Mijnheer de voorzitter. De Ontwikkelingsmaatschappij MiddenLimburg: het zoveelste speeltje voor de projectontwikkelaars, waardoor zeer waarschijnlijk in de toekomst weer ondoorgrondelijke onroerend-goedtransacties zullen plaatsvinden. Daarbij zitten de participanten, oftewel de gemeenten, erin met een houding van: wat zit erin voor mij, anders doe ik niet mee; zo is het in de commissievergadering min of meer geventileerd. Kijkend naar de voorganger, het REO, vragen wij ons af of dat goed heeft gefunctioneerd en of het wat heeft opgeleverd. Ons is dat niet duidelijk. Onduidelijk is ook wat de OML in de toekomst zal kosten, want het bedrijfsplan moet nog opgesteld worden. Normaal gesproken wordt een bedrijfsplan opgesteld voordat je met een bedrijf begint, maar in dit geval zijn er alleen richtlijnen voor afgegeven. Met de Stadspartij Roermond zijn wij het niet eens wat betreft de Raad van Commissarissen. Wij zijn van mening dat er geen externe commissarissen benoemd moeten worden, maar dat de gemeente te allen tijde invloed moet kunnen uitoefenen op gemeenschapsgeld. De heer Lucas had het bij de bespreking van het vorige agendapunt over een gelopen race. Eerlijk gezegd heb ik dat gevoel bij heel veel zaken hier. De heer Lucas: Soms is dat inderdaad zo, daar hebt u gelijk in. Mijnheer de voorzitter. Over de OML heb ik eigenlijk maar één vraag te stellen. In de commissievergadering van 28 januari heeft de wethouder gezegd dat Maasgouw en Echt-Susteren eventueel met een amendement zouden komen. Is daarover nog nieuws te melden? Mevrouw Pilz-van Elven: Mijnheer de voorzitter. In de vergadering van de commissie EZ hebben wij al aangegeven dat wij met het voorliggende voorstel akkoord kunnen gaan. Inmiddels hebben we na kennis genomen te hebben van geluiden uit andere gemeenten begrepen dat misschien op zeer korte termijn wijzigingen zullen optreden voor wat betreft de deelname in de OML, maar gegeven de onlosmakelijkheid van het GOML, de OML en de TROM blijven wij bij ons standpunt. Verder zullen we de ontwikkelingen afwachten. De heer Van Walsum: Mijnheer de voorzitter. De OML is min of meer de opvolger van REO, dat zich altijd heeft ingezet voor het beheer en de revitalisering van bedrijfsterreinen. De OML gaat dat nu doen voor Midden-Limburg. Jammer is wel dat Weert en Nederweert niet meedoen, want juist het deelnemen van ook deze gemeenten zou het functioneren van de OML nog beter maken.
38 De toegevoegde waarde van een OML moet naar de mening van de PvdA-fractie vooral gelegen zijn in een goede afstemming van de bedrijfsterreinen: waar liggen ze, waar revitaliseren we bestaande terreinen en waar ontwikkelen we – zo min mogelijk liefst – nieuwe terreinen? Hiermee komt er één aanspreekpunt voor de hele regio. Een organisatie of bedrijf komt hier en kan dan beoordelen waar zij zich het beste kan vestigen: in Leudal, in Roermond of in Echt. De PvdA-fractie ziet er dus wel degelijk iets in. Wat betreft de standpunten van de verschillende gemeenten, zullen wij de vinger aan de pols moeten houden. Op de ontwikkelingen zal moeten worden ingespeeld, maar zorg er in ieder geval voor dat deze organisatie van de grond komt. De heer Breugelmans: Mijnheer de voorzitter. Nu gloort het perspectief van de OML: Ontwikkelingsmaatschappij Midden-Limburg, een ontwikkelingsmaatschappij die namens de overheid aan de slag kan in Leudal, Maasgouw, Echt-Susteren, Roerdalen en Roermond. Prima. De slagkracht en de economische potentie van onze regio kunnen hierdoor enorm toenemen. Deze kans moet dan ook benut worden. Zo is het en zo was het ook met REO, weet u nog? Ik roep het even in gedachten, omdat in de volgende alinea eigenlijk op dezelfde wijze wordt ingegaan op dat verhaal. Toch lijkt het zo te zijn dat andere gemeenten dat anders zien. De gemeente Maasgouw besluit vanavond over een geamendeerd voorstel. Ze lijkt nog even de kat uit de boom te willen kijken, of überhaupt de kat niet te willen vangen. De gemeente Leudal heeft vorige week besloten in principe in te stemmen met de oprichting van de OML. Deze twijfelende houding zal ons er niet van weerhouden vanavond in te stemmen met het voorliggende voorstel, vooral omdat in het eerste aandachtspunt het voorbehoud wordt gemaakt: mits ook de andere gemeenten instemmen. Voor ons biedt het voorstel meer dan voldoende garanteis voor de economische ontwikkeling van onze regio en onze stad. Ook de verdeling van de aandelen die in het voorstel wordt voorgesteld kan op de instemming van het CDA rekenen. Eindelijk, en voor de eerste keer, wordt in deze regio een verdeling gemaakt naar zwaarte, en dat is super, een goed resultaat dat vertrouwen wekt. Wij verlenen het college dan ook graag mandaat om de noodzakelijke stappen te zetten om de inrichting van de OML verder gestalte en vorm te geven, zij het onder de voorwaarde dat de raad zal worden geïnformeerd over de voortgang van dit proces. De heer Puper: Mijnheer de voorzitter. Het is heel goed dat dit gaat gebeuren. Naar onze mening heeft REO in de afgelopen jaren zijn kwaliteit bewezen. De OML die hiervoor in de plaats komt zal haar kwaliteit voor de regio bewijzen. Uit de gesprekken die zijn gevoerd met Weert en Nederweert hebben wij begrepen dat daar weliswaar vooralsnog de voorkeur wordt gegeven aan een andere constructie, maar dat er goed samengewerkt kan worden en dat er geen sprake zal zijn van moordende concurrentie. Dat is goed. Het mag niet meer voorkomen dat gemeenten in Midden-Limburg elkaar onderling beconcurreren om bepaalde bedrijven aan te trekken. De vraag die wij de wethouder willen voorleggen is wat het mogelijke voorbehoud van Leudal kan betekenen. Wat Maasgouw eventueel zal amenderen, zullen we te zijner tijd wel zien. Het weerhoudt ons er niet van om hiermee volmondig in te stemmen. Graag willen wij nog wel weten
39 of een en ander gevolgen kan hebben voor de verdeling van de aandelen, respectievelijk het bezit van aandelen in de OML. Wethouder Van Rey: Mijnheer de voorzitter. Uit respect voor de gemeenteraad, het hoogste orgaan in deze stad, ga ik bij mijn woordvoering altijd achter het katheder staan, maar dat respect werd eerlijk gezegd wel een beetje aangetast door de bijdrage van de heer Klokgieters, waarin een heel andere toon doorklonk dan in de commissie. Wat is er sinds die commissievergadering eigenlijk gebeurd? De heer Klokgieters: Dat wilt u niet weten! Wethouder Van Rey: Nee, dat is misschien maar het beste. Het verbaast mij echter wel dat de heer Klokgieters in de commissie nog een aantal inhoudelijke vragen stelde, die zeer terecht waren, en nu zo negatief spreekt over ‘een speeltje’ voor ontwikkelaars. Wij hebben hier te maken met de omvorming van de Regionale Ontwikkelingsmaatschappij Midden-Limburg naar de Ontwikkelingsmaatschappij Midden-Limburg, via een bepaald traject waarvan ik de commissie uiteraard op de hoogte zal houden. Er is niets dat de negatieve kritiek van de heer Klokgieters rechtvaardigt. REO heeft heel goed gefunctioneerd en de heer Klokgieters, die zoveel verstand heeft van cijfertjes, moet op de hoogte zijn van de dividenduitkering die een aantal keren heeft plaatsgevonden en van het eigen vermogen. In de afgelopen is dat een zeer goede zaak geweest, niet alleen voor de financiën van de gemeente Roermond, maar ook voor onze economische situatie. Ik betreur het dan ook dat de heer Klokgieters deze opmerkingen heeft gemaakt, die ik zelfs een beetje beledigend vind voor REO. Overigens ken ik het standpunt van de SP: zij wil alles in staatshanden hebben en daarbuiten niets, wat in de wereld heel veel ellende heeft gebracht… De heer Öztürk: Laten we eerlijk zijn en erkennen dat ook het kapitalisme heel veel ellende in de wereld heeft gebracht. Wethouder Van Rey: Zeker de laatste maanden op Wall Street en bij aandeelhouders; dat klopt, ja. Daaruit kunnen we leren dat we ook niet alles ongebreideld moeten laten gebeuren. Daarover zullen we het echter een andere keer wel eens hebben; ik verheug me er al op! Met de Raad van Commissarissen zal dezelfde constructie worden toegepast als bij REO, d.w.z. dat de wethouders voor economische zaken daarvan deel zullen uitmaken. In deze aanloopfase moet nog heel veel geregeld worden – in de praktijk zullen we misschien wel om de twee dagen overleg moeten voeren – en daarvoor is deze constructie veel handiger en beter. De heer Klokgieters heeft overigens uitgeroepen dat er geen externe commissarissen mogen komen en daaruit concludeer ik dat hij het ermee eens is dat het wethouders zullen zijn. Aanstaande maandag zal ik een vergadering bijwonen van de Stuurgroep Ontwikkelingsmaatschappij Midden-Limburg op het gemeentehuis in Echt-Susteren – ik hoop althans dat het nog steeds op die locatie zal zijn –, waar ik een profielschets zal voorleggen voor de nieuwe directeur van OML, alsmede een notitie van de notaris met een
40 stappenplan om tot verkoop van aandelen te komen. Uiteraard zal ik, zoals ik ook in het verleden heb gedaan, de commissie altijd blijven informeren. Gevraagd is of nu geen concurrentie zal ontstaan tussen gemeenten. Ik noem het liever competitie, maar in de afgelopen jaren is dat bij REO altijd goed verlopen en ik ben ervan overtuigd dat dat ook in de toekomst het geval zal zijn. Of vanavond in de gemeenteraad van Maasgouw een amendement zal worden ingediend weet ik niet. Wat ik wel weet is dat Leudal en Echt-Susteren om verschillende redenen wat later in het traject hun oordeel zullen geven. Mocht Maasgouw met een amendement komen, dan kan ik wel begrip opbrengen voor de argumentatie die erachter schuilt. De raad van Maasgouw heeft namelijk laten weten dat hij eerst concrete projecten wil zien die uit de gebiedsontwikkeling komen voordat hij aandelen wil kopen van Roermond. Wij hebben erop aangedrongen in ieder geval een positief besluit te nemen, uitgaande van de gedachte dat je er van het begin af aan bij moet zitten als je elkaar vertrouwt. Mocht in september blijken dat er geen projecten uitkomen voor Maasgouw dan hebben wij allemaal verzaakt en als gemeenteraden dan zouden willen uittreden – wat zij overigens altijd kunnen doen –, zullen wij daarover nader spreken. Ik heb er de laatste tijd een aantal keren over gesproken met de burgemeester van Maasgouw en ik hoop dat er een positief besluit uit de bus zal komen. De heer Van Walsum heeft terecht opgemerkt dat hier gewoon een omvorming van REO aan de orde is. Zelden – en ik loop toch al een paar jaar mee – heb ik zo’n zorgvuldig en voorzichtig proces meegemaakt als dit. Ik ben heel lang heel geduldig geweest – dat ben ik niet altijd, moet ik eerlijk zeggen, maar in dit geval wel, in het vertrouwen dat het uiteindelijk zou lukken. Toetreden van Weert en Nederweert zou op dit moment een veel te grote stap zijn. De Hoge Dunk is helemaal niet vergelijkbaar met REO, het is een platform van het bedrijfsleven, maar wij verplichten ons wel overleg te voeren met de Hoge Dunk, wat ik ook logisch vind. Ik hoop het nog eens te maken dat de OML zal worden omgevormd met Weert en Nederweert. De heer Coenen: Mijnheer de voorzitter. Wat ik in tweede termijn graag wil weten is of de financieringsstructuur wordt ingezet op hetzelfde document als professor Dorsmans destijds heeft aangehaald. De heer Klokgieters heeft zojuist opgemerkt dat hij met mij van mening verschilt over de samenstelling van de Raad van Commissarissen. Ik heb daarover echter geen mening kenbaar gemaakt, maar er een vraag over gesteld. De wethouder heeft daarop een deugdelijk antwoord gegeven, waarmee ik het helemaal eens ben. Waar het de competitie betreft proef ik nog altijd iets van wantrouwen, een soort tweesporenbeleid van Leudal en naar wat ik van anderen hoor die er wat voelhorens hebben vanuit landelijke partijen, een wat weifelachtige houding van andere gemeenten ik vind dat een beetje treurig. Is daar iets meer over te zeggen, of vindt u het beter de zaak niet te veel op te kloppen en het daarover in dit broze proces maar niet te hebben? De heer Klokgieters: Mijnheer de voorzitter. De SP is niet voor staatsbedrijven en voor het nationaliseren van alles, maar wij zijn wel tegen een vrije-marktwerking bij sommi-
41 ge essentiële zaken. Wij zijn tegen meer-meer-meer en tegen het uit handen geven van zaken, waardoor we uiteindelijk geen adequate controle meer kunnen uitoefenen. Dat is ons grootste punt van kritiek in dit dossier: dat we zaken uit handen geven aan derden, waarbij we eigenlijk gemeenschapsgeld in handen geven van derden die niet gekozen zijn en we niet goed kunnen beoordelen wat er met dat geld gebeurt. Wethouder Van Rey: Mijnheer de voorzitter. De heer Coenen, die heeft verwezen naar het rapport van professor Dorsmans, kan ik mededelen dat de externe financiering gehandhaafd wordt. Zoals bekend, zijn alle financiële banden met de gemeente Roermond doorgesneden. Als bijvoorbeeld het bedrijventerrein Sint Joost gekocht zou worden door de OML, zal een bijstorting door de aandeelhouders moeten plaatsvinden om te voldoen aan het criterium dat 40% door de aandeelhouders moet worden opgebracht. Over Weert en Nederweert heb ik het eerder al gehad. Laten we blij zijn dat we dit resultaat al hebben behaald. De andere stappen komen in het vervolg. Verder ben ik het ermee eens dat we de zaak niet te veel moeten opkloppen. Ik ben van mening dat het tot nu toe keurig is verlopen. Van de heer Klokgieters heb ik zojuist iets nieuws gehoord, namelijk dat de SP niet voor staatsbedrijven zou zijn. Van zijn laatste opmerking begrijp ik helemaal niets, vooral niet gegeven zijn beroepsachtergrond. De jaarrekening en het jaarverslag van REO worden altijd in de commissie algemene zaken behandeld, meestal krap vóór de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. Omdat de tijd zo krap is, schrijft onze vertegenwoordiger, de burgemeester, ook nog eens een brief aan de raadsfracties met de vraag of ze opmerkingen of suggesties hebben die hij kan meenemen naar de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. De raad kan de vertegenwoordiger van de gemeente Roermond met een boodschap wegsturen en de heer Klokgieters met zijn achtergrond moet toch weten hoe een besloten vennootschap en een naamloze vennootschap werken… De heer Klokgieters: Ik weet heel goed hoe een besloten vennootschap werkt, ja, maar als iets in de binnenzak wordt meegenomen en vervolgens niet uit die binnenzak komt, hebben wij een probleem. Wethouder Van Rey: Nog voordat de heer Klokgieters raadslid was heb ik de SP uitgenodigd met de directeur van REO te gaan spreken, die men alles kan vragen. Er is ook een gesprek geweest. Er zijn genoeg mogelijkheden om niet alleen met de directeur in conclaaf te gaan, maar ook onze vertegenwoordiger in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders een opdracht mee te geven. Ik houd u nu aan uw belofte dat u het volgend jaar met voorstellen zult komen. De voorzitter: En dan zouden we hier wel eens met z’n 31’en kunnen zitten! Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders en het daarbij behorende ontwerpbesluit, onder aantekening dat de SP-fractie geacht wil worden tegen te hebben gestemd.
42 16. Voorstel van het college inzake Toeristisch-Recreatieve OntwikkelingsMaatschappij (TROM) (raadsvoorstel no. 2009/022/1). De heer Puper: Mijnheer de voorzitter. Allereerst wil ik u opmerkzaam maken op de motie die via de griffier bij iedereen op de tafel is gedeponeerd. Het is mij een voorrecht u te kunnen melden dat deze motie wordt ingediend door de gezamenlijke coalitiepartijen. Het is buitengewoon goed dat de geweldige toeristische potentie die in MiddenLimburg aanwezig is nu de kans krijgt zich werkelijk te ontwikkelen: een uniek gebied met water, bebossing, kleine dorpen en een prachtig landschap. Dit unieke dat er is, maar wat velen niet weten, verdient een heel actieve promotie en het in de markt zetten van dit unieke product. Daarom stemmen wij van harte in met het voorstel. Belangrijk is niet alleen de participatie van gemeenten, maar ook van het bedrijfsleven. De Kamers van Koophandel kunnen ingevolge de wet niet zomaar een doelheffing realiseren, maar van de wethouder wil ik graag eens horen of het mogelijk is in overleg met de Kamer van Koophandel voor het bedrijfsleven in Midden-Limburg – dat via postcodes heel gemakkelijk te traceren is – opcenten toe te passen, om de TROM daarmee een financiële basis vanuit het bedrijfsleven te geven. De voorzitter doet voorlezing van de motie van VVD, CDA, PvdA, Burger Belangen Roermond en Demokraten Swalmen: Motie nr. 09M04 “De raad van de gemeente Roermond, in vergadering bijeen op 12 februari 2009; gezien het raadsvoorstel van het college van 20 januari 2009, no. 2009/022/1 inzake TROM Midden-Limburg; overwegende dat: 1. informatievoorziening in het verlengde van promotie ligt en de regio er daarom bij gebaat is dat er een goede taakafbakening komt tussen de Stichting VVV MiddenLimburg en de TROM; 2. de regio gebaat is bij een breed gedragen uniforme regiopromotie; draagt het college van B&W op: 1. ervoor te zorgen dat bij de start van de TROM goede afspraken zijn gemaakt tussen TROM en de Stichting VVV Midden-Limburg; 2. dat de activiteiten, inclusief financiële dekking, die voortvloeien uit de afspraken tussen de TROM en de Stichting VVV Midden-Limburg worden opgenomen in de respectievelijke werkplannen; 3. deze motie ter kennis te brengen van alle partners die bij de TROM betrokken zijn.” De heer Breugelmans: Mijnheer de voorzitter. Een belangrijk kenmerk van de Toeristisch-Recreatieve Ontwikkelingsmaatschappij is dat het bedrijfsleven nauw samenwerkt met gemeentelijke overheden. Hierdoor ontstaat een privaat-publieke samenwerking die naast de bijdragen van de gemeentelijke overheden kans maakt op co-financiering van hogere overheden, zoals de provincie en de EU, kansen die we niet onbenut mogen la-
43 ten. Dat laat echter onverlet dat de eerste drie jaren de financiering van de TROM voor 75% door de gemeenten in de regio wordt gedragen. Het CDA is van mening dat gezien het belang van de TROM voor de private sector, het aandeel van de overheid in de financiering op langere termijn zal moeten afnemen. Ons streven is dat het fifty/fifty wordt na de aanloopperiode van drie jaar. Verder kennen wij in Midden-Limburg reeds de VVV, die zich bezighoudt met de landelijke promotie van onze regio. Het CDA vindt het dan ook van groot belang dat een goede samenwerking ontstaat tussen de VVV en de TROM. Alleen dan kan Midden-Limburg goed op de toeristische kaart worden gezet. Wij steunen dan ook van harte de motie die zojuist door de heer Puper is ingediend. Een opmerking wil ik voorts maken over de invloed die de gemeenteraad kan uitoefenen op het beleid van de TROM. Door de keuze van de stichting als rechtsvorm blijft de invloed van de gemeente beperkt tot de afvaardiging in de Raad van Toezicht, en dat ook nog op termijn. Vooralsnog is gekozen voor een directere aansturing vanuit de gemeente. Hoe deze geregeld is, moet de praktijk maar uitwijzen. Hierover zijn voor zover ons bekend geen bindende afspraken gemaakt. Dit blijft voor ons een punt van zorg. Ondanks deze zorgen zijn wij blij dat Midden-Limburg de handen in elkaar geslagen heeft, om zich in ieder geval toeristisch en recreatief op de landelijke kaart te zetten. Wij kunnen dan ook instemmen met het voorstel. De heer Van Walsum: Mijnheer de voorzitter. De TROM is een nuttige stichting waarin regionaal wordt samengewerkt op het vlak van promotie, beheer van routestructuren en uitvoering van kleinere toeristische en recreatieve projecten. Niettemin maken wij ons bij het begin hiervan ook enige zorgen. Wij vragen ons af of er voldoende draagvlak is voor deze stichting, en wel omdat deze organisatie zich nadrukkelijk gaat bezighouden met taken die op dit moment bij andere organisaties zijn ondergebracht. De VVV is daarvan een duidelijk voorbeeld, maar ook bij de gebiedsontwikkeling liggen taken op dit vlak. Wij hebben geconstateerd dat het opzetten van de TROM een moeizaam proces is geweest. Juist omdat vele organisaties bij recreatie en toerisme betrokken zijn, moet ervoor worden gewaakt dat op dit punt een enorme bestuurlijke drukte ontstaat. De TROM moet een slagvaardige uitvoeringsorganisatie zijn die de onderdelen van de visie op dit punt gaat realiseren. Ondanks deze zorgpunten is de PvdA-fractie van mening dat de TROM er moet komen. Wij kunnen dan ook instemmen met dit voorstel. Mevrouw Pilz-van Elven: Mijnheer de voorzitter. Demokraten Swalmen heeft ingestemd met de Gebiedsontwikkeling Midden-Limburg, waarin de TROM eigenlijk is verankerd. Na de toezeggingen die zijn gedaan in de commissie hebben wij ons reeds akkoord verklaard met de TROM. De wethouder voor financiën waarschuwt er regelmatig voor dat wij niet over ons graf heen moeten regeren. In dit geval hebben wij echter geen andere keuze, want wij besluiten immers over een periode die zich uitstrekt van 2009 tot 2012. Wij hopen dat de huidige financiële crisis geen consequenties voor deze beslissing zal hebben. Er doet zich nu een grote kans voor voor regio en stad en die moet worden benut. Dit is de eerste stap en de uitvoering zal nog in verschillende stappen volgen. Wij spreken de hoop en de wens uit dat in de stichting bekwame en integere be-
44 stuurders zullen plaatsnemen en dat een goede samenwerking tot stand zal komen. Graag worden wij regelmatig en tijdig geïnformeerd over de voortgang in dit proces. De heer Lucas: Mijnheer de voorzitter. Een sterke regio heeft een sterke promotie nodig en die promotie wordt hier vorm gegeven in de vorm van de TROM. Wat ons betreft mag de samenwerking met de VVV, zoals bepleit in de door de heer Puper ingediende motie, gestalte krijgen. Laat de trom maar horen, zou ik namens Burger Belangen Roermond willen zeggen! De heer Klokgieters: Mijnheer de voorzitter. Wij zijn niet overal tegen. Toerisme en recreatie bieden zeker een kans voor Roermond. Hoe meer toeristen naar Roermond komen, hoe meer werkgelegenheid zal ontstaan, met name ook werkgelegenheid in onze achterban. Dat is heel positief. Wat wij ons wel afvragen is of wij er met een budget van € 300.000,- wel zullen zijn. Immers, één grote actie en het geld is op. Als Roermond moeten wij sterk zijn voor onze mooie omgeving, waar heel veel kan worden gedaan, en daarom zouden wij het budget liever wat hoger willen hebben. Wij willen graag investeren in toerisme en recreatie, zodat hier meer werkgelegenheid ontstaat. Het voorstel van de VVD-fractie inzake samenwerking met de VVV juichen wij toe. Het is al met al geen drie-eenheid waar we op alle punten tegenstemmen. Soms zijn we ook voor. De heer Coenen: Mijnheer de voorzitter. In de commissie voor economische zaken hebben wij gezegd dat wij ons wat zorgen maken over de constructie van de TROM. Ik heb mij door onze woordvoerder, Fons Zijlstra, laten vertellen dat ook de wethouder zich daarover wat zorgen maakte. Kunt u daarop direct wat nader ingaan? Van de speerpunten in Midden-Limburg is toerisme en recreatie een heel belangrijke. Gegeven de euro’s die in de komende tijden – ik wil er geen kwalificatie van geven, maar rommelig kunnen ze zeker worden genoemd – zullen worden geïnvesteerd, vraag ik me af waarop de TROM zal insteken. Waarschijnlijk zal zich een beweging gaan voordoen van wat duurdere vakantieverblijven naar andersoortige verblijven in onze omgeving, en dat is een kans. Met enige zorg vragen wij ons af hoeveel investeringen zullen worden gedaan en wie daarvan de lasten dragen. In welke mate moet de overheid hierin investeren en wat mogen wij verwachten van het bedrijfsleven? Wat moeite hebben wij voorts met de stichtingsvorm, omdat wij het zicht kwijt kunnen raken op de besluiten die daar in beslotenheid worden genomen. Zorgen bestaan er bij ons ook ten aanzien van de VVV. Het is bekend dat in andere delen van het land, en vooral ook in Zuid-Limburg, de VVV heel vaak niet tot een gezamenlijk product en tot samenwerking is gekomen. Nu gaan wij werken met een VVV én met een TROM. Gaat de één dan iets doen wat de ander niet doet en is hier een samenwerking mogelijk? Wethouder Van Rey: Mijnheer de voorzitter. Het proces dat hieraan vooraf is gegaan mag uniek worden genoemd. De gemeente Roermond was in de stuurgroep afgevaardigd door collega IJff, ik ben in het dagelijks bestuur van Roermond de portefeuillehou-
45 der en die combinatie heeft haar waarde bewezen. In de afgelopen tijd hebben collega IJff en ik vaak overleg gehad, ook met de Stichting VVV Midden-Limburg, om ervoor te zorgen dat een eindproduct tot stand zou komen dat er mag zijn. Wat door de heren Coenen en Breugelmans is opgemerkt over de organisatie van de TROM kan ik onderschrijven. Zoals ik in de commissie en collega IJff in de stuurgroep heeft gezegd, willen wij er op deze manier mee van start gaan, ook al vragen wij ons met enige zorg af of de bestuurlijke drukte niet te groot zal worden. Hieraan koppel ik direct de opmerking die is gemaakt over de financiën. Aan de VVV is in Nederland nooit spontaan een bijdrage verstrekt door het bedrijfsleven. Het is daarom goed daarover afspraken te maken en met de heer Breugelmans ben ik het eens dat op termijn gestreefd moet worden naar een fifty/fifty-bijdrage. Terecht heeft de heer Puper gewag gemaakt van het unieke gebied in dit deel van Nederland en de Euregio. In presentaties die ik houd zeg ik altijd – en ik hoop dat ik daarmee niemand beledig – dat wij van Onze Lieve Heer een geweldig mooi stuk natuur hebben gekregen. Mede dankzij de ontgrindingen die de afgelopen jaren hebben plaatsgevonden is hier een gebied ontstaan waaruit veel meer te halen zou zijn. Ik hoop dan ook dat met de start van de TROM, waarbij alle neuzen in dezelfde richting staan van zelfs nog meer gemeenten dan deelnemen aan de GMOL, iets unieks tot stand kan worden gebracht. In de commissie heb ik al toegezegd dat ik over het idee van de heer Puper ten aanzien van opcenten van de Kamer van Koophandel met mijn collega’s in overleg zal treden. Van het resultaat daarvan zal ik melding maken in de commissie. De motie van de coalitiepartijen is mij uit het hart gegrepen. De VVV Midden-Limburg wordt nu al als voorbeeld aangehaald voor VVV’s elders in den lande. De vrijwilligers die er onder leiding van de heer Scheepers heel veel tijd en energie in hebben gestoken hebben iets unieks neergezet, dat niet verloren mag gaan, maar juist versterkt moet worden door samen afspraken te maken met de TROM. Op 9 maart a.s. vindt hierover een gesprek plaats onder leiding van de directeur VVV Nederland, waarbij in ieder geval ook collega IJff aanwezig zal zijn; zelf kan ik er niet bij zijn omdat ik een agendaprobleem heb. In de commissievergadering is hierover ook gesproken en ik heb ervoor gezorgd dat iedereen de brief heeft ontvangen van de VVV Midden-Limburg, waarin haarfijn is aangegeven wat zij onder die afspraken verstaat. Het kader voor het gesprek is dus heel duidelijk en ik ga ervan uit dat dat tot resultaat zal leiden. Geïnformeerd is naar de invloed van de gemeenteraad. Gekozen is voor de constructie die op pagina 7 is uiteengezet, maar iedereen weet – in dat opzicht zijn wij een voorbeeld voor andere gemeenten – dat de informatievoorziening door het college aan commissie en raad overweldigend is. Ook wat dit betreft zullen wij er alles aan doen om alle informatie aan de raad te doen toekomen. De heer Van Walsum kan ik zeggen dat er wel degelijk draagvlak is, al voeg ik eraan toe dat dit bij het bedrijfsleven wel eens wisselend kan zijn. Ik hoop dat wij dit in het opgebouwde samenwerkingsverband en via een versterking als door de heer Puper bepleit voldoende tot stand kunnen brengen. Dat bestuurlijke drukte moet worden voorkomen kan ik alleen maar onderschrijven, want als er weer een heleboel centen opgaan aan bureaucratie etc. missen we de boot.
46 Het deed mij deugd van de heer Klokgieters te horen dat zijn achterban dankzij deze activiteiten meer werk in Roermond kan vinden. Ik hoop dat hij dat ook eens aan de SPfractie in Den Haag wil doorgeven, want een groot gedeelte van de werkgelegenheid in de toeristisch-recreatieve sfeer en in de retailsector wordt op zondag gehaald en daar wil de SP vanaf, getuige het initiatiefvoorstel dat in de Kamer voorligt van SP en SGP… De heer Öztürk: En ook van het CDA volgens mij. Wethouder Van Rey: Nee, het CDA-Roermond…. De heer Breugelmans: Mag ik daarop antwoorden namens het CDA-Roermond? Wethouder Van Rey: Ik was ook niet van plan namens het CDA-Roermond te spreken; dat zal ik nooit doen! De heer Breugelmans: U kunt nog altijd lid worden! Pas geleden heb ik een ingezonden brief gestuurd naar zowel de Volkskrant als het Nederlands Dagblad, waarin ik ervoor pleit de koopzondag in Nederland vrij te geven en aantoon dat dat zelfs volgens goede CDA-principes kan. Met hetzelfde recht echter kan iemand die in Staphorst woont betogen dat de winkels op zondag gesloten moeten zijn. Het is mijns inziens een verantwoordelijkheid van de gemeentebesturen en in Roermond hebben wij goede argumenten voor koopzondagen. Ik meen dat het Nederlands Dagblad a.s. zaterdag een interview met mij over dit onderwerp publiceert. De voorzitter: We dreigen nu af te dwalen. De standpunten lijken me wel duidelijk en we weten nu ook dat het standpunt van de SP-Roermond met betrekking tot de werkgelegenheid anders is dan dat van de SP landelijk. De heer Klokgieters: U koppelt kooptoerisme nu aan toerisme op de plassen, maar dat is heel wat anders. Toerisme op de Maasplassen zal zich hopelijk niet alleen op zondag voordoen. Wethouder Van Rey: Door de week moet er gewerkt worden! De heer Klokgieters: Maar u gaat toch ook wel eens op vakantie? Wethouder Van Rey: Noem mij eens twee voorbeelden. De heer Klokgieters: Beweert u nu dat u nooit op vakantie gaat!? Wethouder Van Rey: Dat zeg ik niet, maar als je werk je hobby is maakt het allemaal niet zoveel uit. Mijn opmerking zo-even was overigens wel serieus bedoeld, want als je in de toeristisch-recreatieve sfeer wilt vertoeven, moet je ook op zondag een waterskipak kunnen kopen e.d. Het pleidooi van de SP voor meer budget zal ik doorgeven aan mijn collega voor financiën.
47 De heer Breugelmans: Mijnheer de voorzitter. De wethouder heeft zijn zorg uitgesproken over een mogelijke bestuurlijke drukte en die zorg deel ik. Zou het dan echter niet goed zijn om dit meteen ergens af te timmeren voordat u het hele proces ingaat, of is dat onmogelijk en, zo ja, waarom? Wethouder Van Rey: Mijnheer de voorzitter. Aan het voorliggende raadsvoorstel wil ik niets veranderen, maar ik zal deze opmerking in mijn achterhoofd meenemen. De heer Breugelmans: In dit geval dus niet in de binnenzak? Wethouder Van Rey: Als ik vergadering van de stuurgroep bijwoon doe ik een kostuum aan waar geen binnenzak in zit. Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders en het daarbij behorende ontwerpbesluit. Motie nr. 09M04 wordt zonder hoofdelijke stemming met algemene stemmen aanvaard. Portefeuille wethouder T. Schreurs. 17. Voorstel van het college tot wijziging van de Legesverordening 2009 (raadsvoorstel no. 2009/010/1). De voorzitter: Dames en heren. Zoals in het presidium terecht is opgemerkt, is dit voorstel niet in de commissie behandeld. De reden daarvoor is de volgende. Gevraagd was het voorstel in de commissie AZ te behandelen. Het is echter een financieel stuk en ik heb het in de commissie AZ niet meegenomen, omdat daar de financiële mensen niet aanwezig waren. Het voorstel is overigens slechts een uitvloeisel van het voorstel onder agendapunt 13, dat bij hamerslag is goedgekeurd. Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders en het daarbij behorende ontwerpbesluit. Portefeuille wethouder W. Kemp. 18. Voorstel van het college inzake visie en ambitiedocument poppodium Roermond (raadsvoorstel no. 2009/016/1). De heer Coenen: Mijnheer de voorzitter. Voorgesteld wordt kaders voor een poppodium vast te stellen, uitgaande van huisvesting ervan in het ECI-complex. Dat veronderstelt hoe dan ook dat het poppodium in het ECI-complex zal worden gevestigd. In de commissie hebben wij gevraagd of de bestuursleden en de vrijwilligers van de Azijnfabriek het daarmee eens zijn. Verder hebben wij gevraagd waarom nu eerst de inhoudelijke kaders aan de orde worden gesteld en dan pas de financiële kaders. Wij zouden eerst graag willen weten wat de kosten en de opbrengsten zijn. Wij kunnen ons voorstellen dat een projectontwikkelaar die hiermee iets wil gegarandeerde opbrengsten krijgt,
48 maar wat wij willen weten is of het poppodium krijgt wat nodig is voor de doelgroep. Wat wij namelijk niet willen, is dat wij achteraf een te dure rekening gepresenteerd krijgen, zoals eerder met een andere publieke voorziening is gebeurd. In de afgelopen jaren is met de Azijnfabriek schnabbelwerk geleverd, waarbij er iedere keer geld bij moest om iets te kunnen presenteren waarop de doelgroep recht heeft. Dat zal moeten worden voorkomen. Mevrouw Van Beers: Mijnheer de voorzitter. Het poppodium is in Roermond al tijden onderwerp van gesprek en discussie. Nu is het volgens ons tijd om echt van start te gaan met het opzetten van een kwalitatief goed poppodium. Voor ons ligt nu een stuk van de kwartiermaker over visie en ambitie. Om praktische redenen zijn wij een groot voorstander van realisering van een poppodium in het ECI-complex. De SP heeft altijd gepleit voor integratie van hedendaagse kunst- en cultuurvormen in het klassieke cultuuraanbod. Hierbij denken wij bijvoorbeeld aan rap, graffiti, breakdance, hiphop, enz., de zogenaamde urban culture. Ook deze dingen horen volgens de SP bij cultuur. Wij hopen dat dat ook bedoeld is met het geven van een eigen smoel aan het poppodium, om met de woorden van de kwartiermaker te spreken. Voor ons is het dan ook vanzelfsprekend dat bij de verdere uitwerking de ervaringsdeskundigen bij uitstek, namelijk het bestuur en de vrijwilligers van de Azijnfabriek, alsmede de doelgroep, de jongeren, meer worden betrokken bij het proces. Wij zijn van mening dat dit tot nu toe te weinig is gebeurd. Met betrekking tot de uitvoering willen wij ook nog iets aanstippen. Bij de accommodatie missen wij iets dat vanzelfsprekend lijkt, maar niet onbelangrijk is, namelijk de toegankelijkheid van het gebouw voor mindervaliden. Wij verwachten dat de wethouder ons de garantie geeft dat dit poppodium letterlijk laagdrempelig en toegankelijk is. Tenslotte kunnen wij ons niet aan de indruk onttrekken dat de Azijnfabriek tot nu toe meer als last dan als lust gezien is en wordt. Laten we dat beeld nu achter ons laten en samen een prachtig poppodium met een eigen smoel realiseren in Roermond, zodat iedereen straks op het ECI-cultuureiland zijn culturele ei kwijt kan. De heer Werson: Mijnheer de voorzitter. In eerste termijn hebben wij niets toe te voegen aan wat wij in de commissie welzijn hebben ingebracht; mogelijk in tweede termijn wel. De heer Ramakers: Mijnheer de voorzitter. Het visie- en ambitiedocument Poppodium Roermond is een volgende stap in de voorbereiding naar een nieuw poppodium. De aanbevelingen van de initiatiefgroep poppodium vanuit de commissie welzijn vormden de basis voor een raadsbesluit waaruit de kwartiermaker is voortgekomen. Het voor ons liggende stuk is een gedegen stuk. Complimenten aan de kwartiermaker en de begeleidingsgroep zijn op hun plaats. In het ECI-complex zal een bundeling van cultuur gaan plaatsvinden. Het vestigen van een poppodium in het ECI-complex zal naar onze mening een meerwaarde opleveren. Een belangrijk punt blijft het waarborgen van de eigen identiteit van het poppodium in het ECI-complex, maar dat geldt ook voor de andere culturele organisaties die daarheen gaan. Het advies van Demokraten Swalmen aan het college is dan ook: ga door met de planvorming van het ECI-complex.
49 (Mevrouw Tegelbeckers verlaat te 21.45 uur de vergadering.) De heer Bayrak: Mijnheer de voorzitter. Mij is opgevallen dat ik de laatste tijd geen complimenten meer heb gemaakt voor de stukken die in deze zaal besproken worden. Vandaag moet ik echter wel een compliment maken, maar niet aan de begeleidingsgroep, want daar maak ik zelf deel van uit en ik ga mezelf geen complimenten maken. Het compliment gaat naar de kwartiermaker, de heer Maarten Thönissen. De rapportage visie en ambities nieuw poppodium Roermond die door hem is geschreven verdient dat compliment zeker. Het is een goed opgebouwd en gemakkelijk leesbaar stuk, maar belangrijker nog is dat het rapport is voorzien van goede argumenten en verklaringen. Op 2 april 2008 heeft deze raad ingestemd met het initiatiefvoorstel tot het aanstellen van een kwartiermaker, om onder meer een visie en ambitie te ontwikkelen aangaande een nieuw poppodium in Roermond. Het voorliggende document geeft de visie, de ambities en de kaders ten aanzien van het toekomstig poppodium weer. Als we deze notitie vandaag vaststellen, beslissen wij dat het vervolgtraject van de planvorming van het poppodium ondergebracht wordt in de planvorming van het ECI-complex. Blijkens de notitie is de analyse gemaakt op grond van aspecten als functie, bezoekers, doelgroep, programmering, accommodatie, ligging, organisatie, beheer, exploitatie en financiën. In mijn woordvoering zal ik gebruik maken van enkele van deze aspecten, om onze mening duidelijk te maken. Functie. Het poppodium zal een culturele voorziening worden die bijdraagt aan cultuur, zowel in Roermond als in de omliggende gemeenten. Dat is een prima zaak. Bezoekers/doelgroep. Wij zijn tevreden met de definitie van de doelgroep die in het rapport is geformuleerd. Het poppodium zal een breed scala aan doelgroepen hebben. Het is niet alleen bedoeld voor popliefhebbers en de jeugd, ook oudere leeftijdsgroepen worden bediend. Allochtone doelgroepen zullen worden aangetrokken door een specifieke programmering en ook dat vinden wij een prima zaak. Ligging. Het poppodium komt in het ECI-complex, zodat de bezoekers van het poppodium ook gebruik kunnen maken van de faciliteiten van het ECI-complex. Het ECIcomplex zal een cultuureiland worden, hebben wij enkele maanden geleden besloten; na de komst van het poppodium wordt dit eiland nog groter. Het is ons bekend dat een jaarlijks subsidie noodzakelijk is van de gemeente. Dit geldt echter niet alleen voor het poppodium. Wij zijn van mening dat de gemeente dit soort subsidies zeker moet verlenen, mits de afspraken worden nagekomen. Een van de belangrijkste aspecten, misschien zelfs wel het belangrijkste, is de programmering. De programmering zal moeten bijdragen aan de doelstellingen van het gemeentelijk cultuurbeleid, zo staat in het rapport. Momenteel hebben wij nog geen cultuurnota ontwikkeld, maar er is wel een begin mee gemaakt en ik ga ervan uit dat ze ontwikkeld zal zijn voordat het poppodium is gerealiseerd. Wij verwachten dat de programmering volgens het gemeentelijk cultuurbeleid zal worden ingevuld, omdat ik al weet dat wij een prachtige cultuurnota zullen ontwikkelen. De bedoeling van de programma´s moet niet zijn geld verdienen en winst maken. Nee, zeker niet. De programma´s moeten cultuurgericht zijn en de sociale cohesie bevorderen.
50 Als lid van de begeleidingsgroep stel ik tenslotte vast dat wij onze taak hebben uitgevoerd. Wij zijn klaar, nu is het college aan de beurt. Wij zullen zeker goed volgen wat het college doet met het poppodium en met dit rapport. De heer Van Dael: Mijnheer de voorzitter. Poppodium, een visie- en ambitiedocument: in die woorden zit een heel proces besloten. Als ik de commissievergadering via internet nog eens terugluister, geeft me dat een goed gevoel, omdat ik als eminence grise nog altijd blijf behoren tot de doelgroep van het poppodium; dat belooft nog wat voor de toekomst! Om met de woorden van collega Jacobs te spreken: het poppodium is niet alleen bedoeld voor de jeugd, niet alleen voor jongeren van 15 tot 25 jaar, maar ook voor leeftijdsgroepen ver daarboven. Met het visie- en ambitiedocument voor het poppodium hebben we weer een belangrijke stap gezet om de cultuur in Roermond en de regio meer body, meer uitstraling, te geven. Samen met de begeleidingsgroep heeft de portefeuillehouder hieraan inhoud gegeven. In de commissie zijn vele opmerkingen, ideeën en suggesties aangereikt die ik niet ga herhalen. Enkele aspecten wil ik in het kort benoemen omdat het CDA die belangrijk vindt. We zullen snel en adequaat aan de slag moeten, waarbij de kwartiermaker, die als vertegenwoordiger van het poppodium meedoet in de gebruikersgroep, een bijzondere en belangrijke spilfunctie zal vervullen. Het zoeken van een partner voor het poppodium heeft daarbij ons inziens prioriteit, waarbij nogmaals zij opgemerkt dat het niet per definitie de Azijnfabriek behoeft te zijn. Vrijwilligers zijn op vele fronten reeds actief op dit terrein; kijk maar naar de Azijnfabriek. Ook in de nieuwe situatie blijven zij een belangrijke schakel vervullen. De CDAfractie benadrukt nogmaals dat de vrijwilligers optimaal moeten worden meegenomen in het proces en dat zij vooral serieus moeten worden genomen. Mede daardoor zal het poppodium meer body en draagvlak krijgen. Het is prima dat het poppodium als culturele uiting wordt geïntegreerd in het totale ECIcomplex. De CDA-fractie hecht er echter aan dat het poppodium een duidelijk herkenbaar gezicht heeft binnen het ECI-complex. Met andere woorden: het zal een eigen smoel moeten hebben, en dan zal het voor Roermond en de regio een uitdaging zijn om dat stukje cultuur mee te beleven. Overigens willen wij de portefeuillehouder in ieder geval meegeven dat ook beginnende groepen binnen dit stukje cultuur de kans moeten krijgen om hun kwaliteiten te tonen en uit te dragen. Tenslotte zouden wij tegen de wethouder willen zeggen: sla de hand aan de ploeg, zodat we in juli een voldragen en gedragen stuk tegemoet kunnen zien. De heer Lomans Mijnheer de voorzitter. Ook de VVD-fractie kan instemmen met dit initiatief om het poppodium, dat de laatste twee jaar een hoofdpijndossier is gebleken, naar het ECI-complex te verplaatsen. Anders dan de heer Bayrak kan ik de begeleidingsgroep wel een compliment maken, omdat ik er geen deel van heb uitgemaakt, en dat doe ik dan ook bij deze. Tot de heer Coenen zou ik willen opmerken dat hij zelf ook in die begeleidingsgroep plaats had kunnen nemen en daar zijn kritiek had kunnen uiten. Hij heeft dat echter nagelaten…
51 De heer Coenen: Ik heb de afgelopen tien jaar al het nodige gezegd over het poppodium. Als er één in deze raad is die altijd heeft bepleit dat er voor de subculturen en doelgroepen iets meer moet gebeuren, ben ik het wel. In de stuur-, werk- en projectgroepen hebben de mensen keurig hun werk gedaan. De enige kritiek die ik nog heb, en die in het verleden altijd door de VVD-fractie naar voren werd gebracht, heeft te maken met de kosten. Nu wordt er van die zijde opeens zonder problemen mee ingestemd omdat het in een bepaald project kan opgaan, zonder dat daarbij de dubbeltjes worden aangegeven. Ik ben voor een stevig poppodium, met oefenruimten en allerlei kunstuitingen zoals aangegeven door mevrouw Van Beers, maar we lijken nu een beetje de verkeerde weg te bewandelen. Als de VVD-fractie straks zegt dat ze het doet, ongeacht wat het kost, krijgt ze mij voor tweehonderd procent mee. De heer Lomans: Dat zullen wij zeker niet zeggen, want wij kijken wel degelijk kritisch naar de kosten. De heer Özdemir: Mijnheer de voorzitter. Het verheugt GroenLinks dat de plannen voor een nieuw poppodium voortvarend worden opgepakt. Het vestigen van het poppodium op het ECI-terrein is na onderzoek de beste optie gebleken. Toch is GroenLinks niet onverdeeld enthousiast. In de huidige berekeningen wordt uitgegaan van een bezoekersaantal van bijna 500 per week. Dat zou als ambitieus kunnen worden aangemerkt, maar ook als niet reëel. Het zou op z’n zachtst gezegd teleurstellend zijn wanneer wordt uitgegaan van deze cijfers en achteraf blijkt dat we ons rijk hebben gerekend en dat het poppodium een financieel gat slaat in de begroting van het cultuureiland. Daarom vragen wij de wethouder poolshoogte te nemen van de cijfers betreffende het aantal bezoekers. De routes naar het poppodium moeten natuurlijk onder toezicht van de politie komen, zodat mensen die van en naar het poppodium gaan zich veilig voelen. Wethouder Kemp: Mijnheer de voorzitter. Gisteren was op teletekst van L1 het bericht te lezen dat de popgroepen SAT2D en After Forever ermee stoppen en uit elkaar gaan, beide groepen met een geweldige staat van dienst. SAT2D was vooral in deze regio bekend, winnaar van verschillende concoursen, en mocht in het afgelopen jaar Pinkpop openen. After Forever heeft nationaal en ook internationaal bekendheid verworven en heeft helaas ook de activiteiten moeten stoppen… De heer Coenen: Ook die komt overigens uit deze regio! Wethouder Kemp: Zeker, ik was ook nog niet uitgesproken. After Forever bestond uit leerlingen van het Broekhin van twaalf, dertien, veertien jaar geleden. Het waren vrienden die voelden dat ze talentrijk waren op het gebied van muziek en die de Azijnfabriek als eerste poppodium hebben gebruikt om hun talent verder te ontplooien. Hetzelfde geldt voor SAT2D, waarmee ik vorig jaar een dag mocht optrekken in het kader van een L1-programma. Dan merk je hoe inspirerend het is om jongeren met muziek aan het werk te zien. SAT2D en After Forever zijn voorbeelden van het benutten van kansen op het gebied van popmuziek. Mevrouw Van Beers merkte terecht op dat popmuziek zeer
52 veel uiteenlopende genres kent en programmarichtingen die aanhakend zijn. Ze noemde rap en graffiti. After Forever is een gothic band en speelt metal music. Dat alles moet een plaats kunnen krijgen in het nieuwe poppodium, waar men kan genieten van popmuziek. Voor een stad als Roermond, met een geweldige geschiedenis op het gebied van popmuziek, is het noodzakelijk over een poppodium te beschikken waar talent zich kan ontwikkelen, talent voor muziek, maar ook andere deskundigheden en vaardigheden, zoals geluids- en lichttechniek, het organiseren van een popavond of een festival. Daarmee wordt bereikt dat jongeren niet alleen met muziek, maar ook met allerlei andere vaardigheden en deskundigheden bezig zijn. Het poppodium is bedoeld voor een breed publiek. De heer Özdemir noemde een aantal van 500 bezoekers per week en dat is het aantal waarop de notitie om en nabij berekend is. Het is een hoog ambitieniveau, maar als we in Roermond en in deze regio een poppodium op een goede manier willen neerzetten, samen met andere functies op het gebied van cultuur, is een aantal van 500 mensen per week toch niet een te hoog aantal. Een en ander is natuurlijk ook afhankelijk van de programmaraad. Er moet een zo aantrekkelijk programma worden geboden dat op meerdere avonden per week mensen naar het poppodium in het ECI-complex worden getrokken. Een poppodium en popmuziek horen bij Roermond. We kennen in Roermond verschillende festivals, waarvan het Bevrijdingsfestival het meest tot de verbeelding spreekt, met een uitstraling die verder gaat dan muziek alleen. Ze hebben ook een economische en toeristische betekenis. Uit de bijdragen van de verschillende sprekers maak ik op dat de hele raad kan instemmen met de kaders die zijn geformuleerd, zij het dat hier en daar ook bepaalde aanbevelingen zijn gedaan. Zo is er op aangedrongen ervoor te zorgen dat de bereikbaarheid en de toegankelijkheid optimaal is. Een hele goede suggestie was afkomstig van mevrouw Beers: zorg er ook voor dat het poppodium bereikbaar is voor mindervaliden. Het is een belangrijk aandachtspunt dat we zullen toevoegen aan de notitie. Bij de complimenten die zijn gemaakt aan de kwartiermaker en de begeleidingsgroep sluit ik mij graag aan. Zakelijk en heel concreet is van vergadering naar vergadering toegewerkt naar de optimalisering van het rapport, wat heeft geleid tot de voorliggende notitie, die naar ik heb begrepen op een breed draagvlak kan rekenen. Het doet mij deugd dat ook onze eminence grise tot de doelgroep wil behoren. Zoals ik in de commissie al heb gezegd, maken we ook een programma voor de liefhebbers van Glen Miller, Woody Herman, Cole Porter, enz., en ik ben er zelf bij, want ik geniet ook van die muziek. De heer Bayrak heeft aangegeven dat zijn fractie het college zal volgen in de verdere uitvoering. Verderop in dit jaar, als verschillende studies op het gebied van organisatie, financiën en samenvoeging van functies voltooid zijn en keuzen moeten worden gemaakt omtrent inrichting, functie en organisatie, is de raad weer aan bod om daarover zijn oordeel te vellen. Met het aanvaarden van deze notitie geeft de raad aan dat de elementen die daarin worden genoemd terug te vinden zullen moeten zijn in het nieuwe poppodium in het ECI-complex. De heer Coenen gezegd eerst te willen weten welke kosten en opbrengsten hiermee zijn gemoeid voordat hij hierover een beslissing wil nemen. In het raadsvoorstel is een indi-
53 catie gegeven van de investering die gedaan moet worden om een poppodium met dit ambitieniveau te realiseren en tevens is aangegeven wat jaarlijks structureel nodig is voor organisatie en exploitatie. Het voorstel vermeldt ook dat door de samenvoeging van deze functies in deze cultuurtempel van het ECI medegebruik kan worden gecreëerd met andere functies die in het ECI-complex worden ondergebracht, berekend op een oppervlakte van 175 m2, wat tot een schaalvoordeel leidt van om en nabij € 500.000,-. Het zijn nog grove inschattingen, die in de verdere uitwerking van het ECI-complex hun weg moeten vinden. Ook ik zou graag tot achter de komma willen weten over welke bedragen we hier spreken, maar in deze fase moeten we op basis van aannamen een stap durven zetten in de richting van het uiteindelijke doel: opname van het poppodium in het ECI-complex. Groot belang wordt terecht gehecht aan vrijwilligers, want wat is een poppodium zonder vrijwilligers? Er wordt naar gestreefd dat de vrijwilligers die nu het poppodium dragen ook de dragers zullen zijn van het nieuwe poppodium. Er is een klankbordgroep geformeerd waarin naast een aantal deskundigen op het gebied van popmuziek een aantal vrijwilligers is opgenomen en ook in het gebruikersoverleg-ECI is deelname van vrijwilligers verzekerd via een vertegenwoordiger van de huidige Azijnfabriek. (Tijdens het betoog van de heer Kemp heeft de heer Lomans te 21.58 uur de vergadering verlaten.) De heer Coenen: Mijnheer de voorzitter. De wethouder wens ik veel succes met het neerzetten van een poppodium en allerlei aanverwante zaken voor jongeren die in de afgelopen jaren naar mijn mening op financieel vlak tekort zijn gedaan. Ik ben heel blij dat daarvoor nu stappen worden gezet. De wethouder heeft een aantal bands genoemd en zo zijn er nog veel meer die bekendheid hebben verworven, niet alleen bij veel jongeren, maar ook bij een aantal oudere jongeren in deze zaal. In eerste termijn heb ik het over de financiën gehad. Waar ik mij vooral zorgen over maak is dat het poppodium als een soort dekkingspost wordt gezien voor het neerzetten van een gebouw en dat er straks niet voldoende programmeringskosten zijn. Daarbij denk ik aan wat elders in het land gebeurt, bij Perron 25, de Bosuil, de NOR en andere poppodia die vroeg of laat allemaal voor de bijl gaan omdat er te grote exploitatieverliezen worden geleden. Hopelijk zijn wij straks groot genoeg om daarvoor voldoende middelen beschikbaar te stellen. In de commissie heb ik opgemerkt dat voor de notitie goed leentjebuur is gespeeld bij een aantal stukken die er al waren. Er is een mooi werk van gemaakt, maar alles staat of valt met het beschikbaar stellen van voldoende gelden om inhoudelijk goede dingen te doen. Elders in den lande worden vaker dit soort gebouwen benut om er dit soort functies in onder te brengen. Kansen zijn er dus wel, maar we willen op enige termijn ook graag zien wat het financieel betekent. De heer Werson: Mijnheer de voorzitter. De wethouder wil ik graag een compliment maken, want ik heb gezien dat hij naarstig op zoek is naar popartiesten. Ga zo door!
54 Wethouder Kemp: Mijnheer de voorzitter. Wij zijn inderdaad altijd op zoek naar talent dat zich op welke manier dan ook kan ontplooien, en ik doe dat ook individueel. Het is goed dat de heer Coenen de financiën kritisch in het oog houdt. Hij mag ervan verzekerd zijn dat collega Schreurs tijdens de voorbereiding op een bijzonder zorgvuldige wijze is omgegaan met de financiële middelen, investering en duurzaamheid van de exploitatie. Hij gaat daarbij zeker niet over één nacht ijs en we halen er zowel interne als externe deskundigheid bij om ervan verzekerd te zijn dat het ECI-complex niet alleen voor de schone schijn wordt gerealiseerd als cultuurtempel, wat op heel veel plaatsen wel gebeurt, met als gevolg dat het weer snel ter ziele gaat, maar dat het een langjarig, duurzaam karakter heeft. Dat het poppodium als dekkingspost zou fungeren voor het ECI-complex is absoluut niet het geval. Wij gaan uit van de inhoud en van het versterken van het culturele element. In de nota is aangegeven welke mogelijkheden en kansen daarvoor bestaan. Wat betreft de middelen voor de programmering verwijs ik naar het raadsvoorstel, waarin is aangegeven dat we met de middelen voor exploitatie, en dus ook programmering, ver boven het bedrag zitten dat we aan het huidige poppodium geven. In het nieuwe complex zal het poppodium veel meer kansen krijgen om op het gebied van programmering zijn werk te doen. De heer Klokgieters: Mijnheer de voorzitter. Ik wil graag een stemverklaring afleggen. Ik vind het bijzonder om voor een poppodium in het ECI-complex te stemmen als we nog niet over het ECI-complex zelf hebben gestemd. Ik ben niet tegen het poppodium, maar wel tegen de onderbouwing voor het ECI-complex. Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders en het daarbij behorende ontwerpbesluit. Portefeuille wethouder H. Boots 19. Voorstel van het college inzake de Lokale Omroep (raadsvoorstel no. 2009/ 001/1). De heer Lucas: Mijnheer de voorzitter. Burger Belangen Roermond kan dit voorstel steunen, maar wil daarbij wel aangeven dat de manier waarop Vox op dit moment de lokale omroep in Roermond een jasje geeft niet haar referentiekader is. Dat willen wij graag aan het burgerpanel meegeven. De heer Daamen: Mijnheer de voorzitter. Een onderzoek via het burgerpanel zal in ieder geval een beeld geven van de bekendheid, het bereik, de tevredenheid, wensen en verwachtingen. Het zal overigens wel afhankelijk zijn van het stellen van de juiste vragen. Ik neem aan dat er in dit huis voldoende capabele mensen zijn die die vragen kunnen formuleren. Met de heer Lucas ben ik het geheel eens dat Vox, ondanks het feit dat zij met een geweldige inzet en veel vrijwilligers probeert het werk zo goed mogelijk te doen, niet het
55 enige referentiekader mag zijn. Als wij meer willen, ook in kwalitatieve zin, zal daaraan ook een kostenplaatje hangen. Samenvattend: wij stemmen in met het inschakelen van het burgerpanel, met het brengen van een bezoek aan een lokale omroep die als goed bekend staat, met het activeren van de beloofde bijdrage van TV Limburg en met de opdracht aan het college tot het maken van een notitie ten aanzien van de lokale omroep. De heer Van Walsum: Mijnheer de voorzitter. De PvdA-fractie geeft dit voorstel het voordeel van de twijfel. Het onderzoek zal moeten aangeven wat de Roermondse samenleving van de lokale omroep verwacht en de informatie die via dat onderzoek beschikbaar komt zou dan een bouwsteen moeten zijn voor de op te stellen nota met betrekking tot de lokale omroep in Roermond. Wij merken nog wel op dat, ongeacht de uitkomst van het onderzoek, elke lokale omroep de vrijheid heeft om haar programmering zelf te regelen. De heer Breugelmans: Mijnheer de voorzitter. Wat ik had willen zeggen is gezegd, zodat ik er het zwijgen toe kan doen. De heer Puper: Mijnheer de voorzitter. De tijd gaat snel. Op het moment dat wij dit voorstel in de commissie voor algemene zaken bespraken waren wij het er volledig mee eens dat het voorstel op deze agenda kon worden geplaatst. Inmiddels hebben wij echter begrepen dat jl. maandag ingrijpende besluiten zijn genomen in de organisatie van Vox, die zullen leiden tot een andere samenstelling van het bestuur, dat er afspraken zijn gemaakt over samenwerking en dat op korte termijn, zo rond april, een andere programmering zal worden gepresenteerd. Daarvan kennis genomen hebbend, zijn wij van mening dat het geld voor het burgerpanel pas beschikbaar dient te worden gesteld op het moment dat het nieuwe Vox-gebeuren, als ik het zo mag noemen, een halfjaar gedraaid heeft. Het lijkt ons weinig zinvol zo’n onderzoek uit te voeren aan de vooravond van een ingrijpende wijziging in de Vox-organisatie en in de programmering van Vox. Als de meerderheid van de raad toch op dit moment € 2.500,- beschikbaar wil stellen, zullen wij dat amenderen, in die zin dat het onderzoek pas wordt uitgevoerd als Vox in de nieuwe structuur een halfjaar uitzendervaring heeft opgedaan. De heer Breugelmans: Als u het stuk goed leest, zult u zien dat het een onderzoek zal worden gedaan naar de behoefte aan lokale omroep en niet naar Vox. De heer Puper: Het conceptbesluit maakt gewag van een onderzoek naar de bekendheid, verwachtingen en waardering voor de lokale omroep. Bekendheid en waardering komen in een volstrekt ander perspectief te staan als we aan de vooravond staan van zulke grote veranderingen binnen de omroep Vox. Wethouder Boots: Mijnheer de voorzitter. Laat ik eerst ingaan op de opmerking van de heer Puper. Voor mij staat nog helemaal niet vast dat de ontwikkelingen waarover hij sprak ook werkelijkheid zullen worden. Ik hoop dat er een versnelling komt in het tempo van de ontwikkelingen voor een lokale omroep, maar u hoort mij de naam Vox daar-
56 bij niet noemen. Ook in de commissievergadering heb ik gezegd dat ik niet praat over een omroep met wat voor naam dan ook, maar alleen over een lokale omroep. Tot op heden heeft de raad nog nooit een uitspraak gedaan over de vraag wat hij van een lokale omroep verwacht en daarvoor is dit onderzoek bedoeld. Ik ben er dan ook geen voorstander van om dit onderzoek op te schuiven totdat de door de heer Puper genoemde omroep een halfjaar een ervaring heeft opgedaan. Die termijn lijkt mij ook te kort om daarover een oordeel te vellen. De heer Puper: Vindt u dan wel dat over bekendheid en waardering gesproken mag worden, terwijl we ons in feite op een gepasseerd station bevinden? Wethouder Boots: Het is voor mij helemaal geen gepasseerd station. De raad moet nu eindelijk maar eens uitspreken welke richting hij op wil met een lokale omroep. Tot op dit moment heeft de raad bovendien altijd voor een dubbeltje op de eerste rang willen zetten, terwijl een lokale omroep ook geld kost en daarover zal ook duidelijkheid moeten worden geschapen. De heer Daamen heeft volkomen gelijk dat daarvoor in het onderzoek ook de juiste vragen zullen moeten worden voorgelegd. De heer Öztürk: Ook ik vind het belangrijk dat de raad een uitspraak doet over lokale omroep, maar als het burgerpanel wordt gevraagd ook een onderzoek te doen naar de bekendheid, kan het, gegeven de nieuwe informatie van de heer Puper, voor de raad heel moeilijk worden een afweging te maken. De bekendheid zou daarom als onderdeel van het onderzoek moeten worden geschrapt. In plaats daarvan zou het burgerpanel de centrale vraag moeten worden voorgelegd hoe het een lokale omroep in Roermond zou willen. Wethouder Boots: Uit deze interruptie van de heer Öztürk blijkt opnieuw dat de bekendheid wordt gelieerd aan Vox en dat mag niet het referentiekader zijn. Laten we nu eerst dat onderzoek eens afwachten; pas daarna kunnen we daarover een oordeel vellen. De heer Puper: Mijnheer de voorzitter. De wethouder wil een onderzoek doen naar lokale omroep zonder daarbij een naam te noemen. Feit is echter dat we al een lokale omroep hebben. Een onderzoek naar de bekendheid heeft in de huidige situatie geen zin meer en hetzelfde geldt voor de waardering. Wij kunnen het burgerpanel dus alleen vragen een onderzoek te doen naar de verwachtingen van een lokale omroep. De elementen bekendheid en waardering moeten eruit worden gehaald, want nogmaals: dat is een gepasseerd station op basis van de actuele ontwikkelingen. De voorzitter: U wilt het voorstel op die manier amenderen? De heer Puper: Ja. De voorzitter: Dan zullen we dat amendement als eerste in stemming brengen. De heer Lucas: Ik stel er wel prijs op eerst de mening van de wethouder over dit amendement te vernemen.
57 Wethouder Boots: Ik kan slechts herhalen dat de heer Puper hierbij uitgaat van een situatie die wordt verwacht. Ik ontken niet dat er ontwikkelingen zijn, maar of die werkelijkheid worden zullen we moeten afwachten. De heer Puper: Als u die twijfel hebt, heeft het geen zin de bekendheid en de waardering te onderzoeken. We kunnen dan alleen de verwachtingen laten onderzoeken en dat kan worden meegegeven aan wie dan ook in het land van de lokale omroep. De heer Coenen: Mijnheer de voorzitter. Ik wil graag een stemverklaring afleggen. Los van de inhoud van het amendement en van het voorstel zijn wij van mening dat Vox als publieke lokale omroep met de haar ter beschikking staande middelen heel veel werk heeft gedaan en heel veel verbeteringen heeft doorgevoerd. Wij zijn er geen voorstander van om op onduidelijke gronden zaken te gaan bevragen. Daarom zullen wij tegen het amendement en tegen het voorstel stemmen. Het mondelinge amendement van de VVD-fractie wordt bij handopsteken in stemming gebracht en verworpen. Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad in meerderheid overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders en het daarbij behorende ontwerpbesluit. Portefeuille wethouder G. Smeets. 20. Voorstel van het college tot intrekking van de Verordening wachtlijstbeheer Wsw (raadsvoorstel no. 2009/012/1). Mevrouw Thissen-Heynen: Mijnheer de voorzitter. Met het voorstel, dat in feite slechts een formaliteit is, kunnen wij akkoord gaan. Inmiddels is bekend dat de bevoegdheid om een dergelijke Verordening wachtlijstbeheer vast te stellen niet bij de gemeenteraad ligt, maar bij het bestuur van de Westrom. Van diverse kanten heeft ons het bericht bereikt dat zich sinds medio 2008 problemen voordoen met het plaatsen van gehandicapte jongeren. Normaal gesproken werden ze, als ze met een bepaald niveau van school kwamen, meteen geplaatst bij de Westrom. Vanaf medio 2008 is dat echter heel anders geworden. De Wajongers vallen nu in een gat, omdat er andere normen worden gehanteerd. De verordening is door het algemeen bestuur van de Westrom het vorig jaar gewijzigd, waardoor Wajongers die op grond van de vorige verordening nog met voorrang werden geplaatst nu achteraan aan moeten sluiten. Verder betaalt het UWV, dat werkplekken inkoopt voor de jongeren, landelijk maar 85% van de loonkosten aan WSWbedrijven, terwijl de gemeenten voor hun eigen cliënten van de sociale dienst 100% betalen. Onze eerste vraag aan de portefeuillehouder luidt of het hem bekend is wat de werkelijke reden is dat Wajongers sinds medio 2008 nauwelijks meer aan de bak komen bij de Westrom. Heeft het te maken met het terugdraaien van de voorrangspositie op de wachtlijst, of speelt de financiering van het UWV hierin een rol? In de commissie voor financiën is door de portefeuillehouder toegezegd dat hij deze problematiek in de eerstvolgende vergadering van het dagelijks bestuur van de Westrom
58 – in maart – aan de orde zal stellen. Wat is zijn insteek bij dat overleg? Wat denkt hij te kunnen bereiken? Is het de portefeuillehouder voorts bekend dat andere WSW-bedrijven in Nederland een convenant hebben gesloten met gemeenten en het UWV over het verdelen van plaatsen van Wajongers bij WSW-bedrijven? Kan dat eventueel ook een kans bieden voor Roermond en de omliggende gemeenten en is de portefeuillehouder bereid ook dit aan de orde te stellen in het dagelijks bestuur van de Westrom? Tenslotte verzoeken wij de portefeuillehouder het resultaat van het overleg aan de raad kenbaar te maken, hetzij in de commissie, hetzij in een raadsinformatiebrief. De heer Werson: Mijnheer de voorzitter. De vragen die ik had willen stellen zijn inmiddels al door mevrouw Thissen naar voren gebracht, zodat ik me daarbij kortheidshalve kan aansluiten. Wethouder Smeets: Mijnheer de voorzitter. De problematiek van de Wajongers is het bestuur van de Westrom bekend. Het betreft hier de meest kwetsbare groep op de arbeidsmarkt, waarmee we zeer zorgvuldig moeten omgaan. Wellicht ten overvloede merk ik op dat de afdeling AG (Arbeidsgehandicapten) van het UWV hoofdverantwoordelijk is voor het wel en wee van de Wajongers. Het UWV-AG is het uitkeringsinstituut en heeft de volle verantwoordelijkheid voor de verdere gang van zaken. Het is van belang het UWV-AG goed te onderscheiden van het UWV-Werkbedrijf, zijnde het onderdeel waarmee de gemeente straks de integrale dienstverlening moet verrichten in het kader van de reïntegratie. Wij hebben sterk de indruk dat het bepaald geen flexibele organisatie is, om het maar eens heel voorzichtig uit te drukken, en daar hebben we last van. In 2008 heeft de raad, achteraf gezien ten onrechte, een Verordening wachtlijstbeheer Wsw geaccordeerd met een aantal voorrangsmaatregelen. Werkendeweg is dat funest gebleken, want door al die voorrangsmaatregelen kwamen het afgelopen jaar nauwelijks mensen van de wachtlijst af. Voor mensen die vier, soms vijf jaar op een wachtlijst staan en geleidelijk aan bovenin terecht zijn gekomen is het heel frustrerend alle mensen die gebruik maken van de voorrangsregeling aan zich voorbij te zien gaan. Het is ook nooit de bedoeling geweest van het rijk. Uitgangspunt moet het zogenaamde fifoprincipe zijn: first in, first out, d.w.z. dat degene die bovenaan de wachtlijst staat het eerst wordt geplaatst. Dat hebben wij ook altijd nagestreefd, maar door de zeer uitgebreide voorrangsmaatregelen is dat helemaal vastgelopen. Omdat de verordenende bevoegdheid niet ligt bij de raad, maar bij het algemeen bestuur van de Westrom, hebben wij de kans te baat genomen om de plaatsingsvolgorde in het kader van het wachtlijstbeheer enigszins te wijzigen, waardoor meer recht wordt gedaan aan het fifo-principe. In 2008 vielen de Wajongers nog onder de voorrangsregeling, in 2009 echter niet meer. Gevolg daarvan is dat zij uiteindelijk op de wachtlijst terechtkomen. Dat laat echter onverlet dat het UWV, hoofdverantwoordelijke voor de Wajongers, trajecten voor hen kan inkopen, bij alle reïntegratiebedrijven in de buurt, maar ook bij de Westrom. Bij het laatste zit de crux, want het UWV wil niet de gevraagde prijs van de Westrom betalen. Het zijn projecten van, pak-weg, € 4.000,-, waarvan het UWV € 2.000,- of € 2.500,- wil
59 betalen. Er is dus sprake van een behoorlijk gat vergeleken met de gevraagde prijs, die overigens kostendekkend is. In feite komt het erop neer dat het UWV het tekort op het bord van de gemeente ligt, en dat terwijl het UWV van het rijk een behoorlijke zak geld krijgt om de trajecten in te kopen. Al meer dan een jaar proberen wij hierover overeenstemming te bereiken met het UWV, maar daarbij lopen wij tegen een ergerlijke bureaucratie aan. Indertijd is de toezegging gedaan dat het UWV, net als vele andere UWV’s in het land, de kosten zou betalen die ervoor gevraagd worden, maar achteraf is die toezegging weer van tafel gehaald. De persoon die die toezegging had gedaan is overgeplaatst en bestrijdt dat die toezegging ooit is gedaan. Het lukt almaar niet om met het UWV-AG in contact te komen en dat is bijzonder frustrerend. De Wajongers staan inmiddels op de wachtlijst, maar een traject voor hen is er niet, omdat het dagelijks bestuur van de Westrom vooralsnog zijn poot stijf houdt, vanuit de gedachte dat betaling ertoe zal leiden dat het UWV achterover zal gaan leunen en niet meer zal betalen. Toevallig vindt morgen een gesprek plaats met de manager van het UWV-Werkbedrijf. Wij hopen dat hij binnen het UWV als breekijzer kan fungeren. Op 18 maart vergadert het dagelijks bestuur van de Westrom en mijn insteek daarin is dat het probleem absoluut moet worden opgelost. Wij kunnen deze kwetsbare groep jongeren en hun ouders namelijk niet in de kou laten staan. Als hieraan niet onmiddellijk wordt gedaan, zullen deze jongeren achter de geraniums terechtkomen en het contact met de maatschappij verliezen, en dat mag niet. Wij zullen ervoor zorgen dat op 18 maart voor Roermond een oplossing gevonden wordt, linksom of rechtsom. De raad zal het mij hopelijk niet kwalijk nemen dat ik nu nog niet ga verklappen welke oplossing wij zullen aandragen; dat zou om strategische redenen namelijk niet handig zijn. Er zál echter een oplossing komen en ik zeg toe dat de resultaten van het overleg of in een raadsinformatiebrief, of in de commissie bekend zullen worden gemaakt. De heer Klokgieters: Uit uw woorden begrijp ik dat u het gaat oplossen en dat de Wajongers dus binnenkort van de wachtlijst af zijn. Wethouder Smeets: Dat hebt u niet goed begrepen. Ik heb het over het aanbieden van trajecten gehad en dat is iets heel anders dan een SW-plaats. De heer Werson: U gaat het financiële verschil oplossen? Wethouder Smeets: Dat is juist. De heer Coenen: U hebt gezegd dat de kwetsbare Wajongers niet achter de geraniums terecht mogen komen en dus niet de dupe mogen worden van de bureaucratische strijd tussen het algemeen en dagelijks bestuur van de Westrom enerzijds en het UWV anderzijds. Het is interessant te weten wat de gemeente kan doen om het verschil in die trajecten goed te maken, maar ik begrijp dat dat om strategische redenen niet gezegd kan worden. Wethouder Smeets: Precies. Om strategische redenen kan ik die oplossing nu niet aangeven.
60 Mevrouw Thissen-Heynen: Mijnheer de voorzitter. Naar ik meen heb ik de wethouder horen zeggen dat het UWV-AG in de regio Roermond 85% betaalt en dat het UWV landelijk meer betaalt. Volgens mijn informatie is het echter landelijk beleid dat het UWV maar 85% betaalt en neemt een aantal WSW-bedrijven daar genoegen mee. Wethouder Smeets: Ik maak onderscheid tussen de loonkosten en het inkopen van trajecten. Dat zijn twee totaal verschillende zaken. Mevrouw Thissen-Heynen: U hebt in ieder geval toegezegd dat u het probleem zult oplossen en dat u ons over het resultaat van het overleg zult informeren. Ik verzoek u dan ook uitgebreid uiteen te zetten hoe de vork precies aan de steel zit, zodat wij kunnen beoordelen of hier sprake is van een uitzondering, dan wel van een algemeen landelijk beleid. Wethouder Smeets: Het is geen algemeen beleid van het UWV. De meeste UWV’s betalen gewoon wat gevraagd wordt. Sterker nog: wij hebben het meegemaakt dat het UWV een traject inkocht voor € 5.000,- en vervolgens voor € 4.000,- kwam shoppen bij de Westrom. Kunt u nagaan! Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders en het daarbij behorende ontwerpbesluit. 21. Vragenuur. Van het vragenuur wordt geen gebruik gemaakt. 22. Sluiting. De voorzitter wenst iedereen een plezierige vastenavond en sluit te 22.40 uur de vergadering. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 26 maart 2009. De raad der gemeente Roermond, De griffier,
De voorzitter