fysiotherapie & ouderenzorg
Redactioneel Alle regerings-, bestuurs- en financieringsperikelen ten spijt gaat het werk gewoon door. Daarom een stuk rechtstreeks uit de praktijk over hydrotherapie. En vanuit de praktijk een reactie op het artikel over neglect (juni 2004). Over de beperkingen van de huidige zorg en de gewenste inspanningen om deze te overwinnen staat deze keer een interessant stuk in F&O. Een multidisciplinair stuk voor zorgverleners van ouderen. Dagelijks ontvangen vele honderdduizenden ouderen fysiotherapeutische zorg; bijna de helft van alle fysiotherapieverwijzingen is ten slotte voor mensen van 65 jaar en ouder. Deze ouderenzorg ontwikkelt zich voortdurend en aangezien geriatriefysiotherapie een onderdeel is van de multidisciplinaire ouderenzorg verandert deze mee en moet ook mee veranderen. Omdat de directe toegankelijkheid van de fysiotherapie voor de deur staat heeft de redactie gemeend dat het nodig is om de lezers hierover te informeren; wat gaat er veranderen en wat wordt er van de beroepsgroep verwacht, dat is de strekking. De toekomst van de NDT wordt ook belicht, deze behandelwijze is sterk in beweging en er is veel discussie over, logisch dus dat dit terug te vinden is in Fysiotherapie & Ouderenzorg. Lezers worden uitgenodigd om deze discussie mee te voeren. Vanzelfsprekend kan er ook over andere onderwerpen van gedachten worden gewisseld middels dit vakblad. Schroom dus niet om de pen ter hand te nemen, of de computer op te starten om uw mening of ervaring op papier te zetten.
Inhoud Pag. 1:
Redactioneel, Inhoud.
Pag. 2:
Verenigingsnieuws
Pag. 5:
Colofon en richtlijnen voor auteurs
Pag. 6:
Directe Toegankelijkheid Fysiotherapie ofwel het uitvoeren van een screening, Alex Verhoeven
Pag. 9:
NDT: kind en badwater, Paul van Keeken
Pag. 15: De zorg voor chronisch zieke ouderen, Marieke Schuurmans, Mia Duijnstee Pag. 23: Therapeutisch zwemmen met verpleeghuispatiënten, Jan van de Rakt en Johan Lambeck. Pag. 33: Reacties Pag. 34: Artikelrubriek
vakblad N.V.F.G., oktober 2004
1
Verenigingsnieuws Algemene Ledenvergadering 10 november 2004
Beroepscompetentieprofiel In september is een projectgroep gestart
De najaars-ALV zal worden gehouden op
met het beschrijven van het beroepscom-
woensdag 10 november in het KNGF-
petentieprofiel. de projectgroep bestaat uit
kantoor. Op de agenda staan naast het
Karin de Bruijne, Louis Nijhuis, Jacky
jaarplan en de begroting 2005 de volgende
Winkelman en Mieke van Gemert. het
punten:
proces wordt begeleid door EMC, archi-
· visie: Het bestuur heeft een visie voor
tect voor leertrajecten, een organisatie, die
de komende jaren ontwikkeld, die ze
ook andere BIs hierbij heeft ondersteund.
graag ter goedkeuring aan de leden wil
Na een inventarisatie onder een aantal le-
voorleggen. In de visie wordt aandacht
den van de kerntaken van de geriatrie-
besteed aan het profileren van de geria-
fysiotherapeut heeft de projectgroep aan
triefysiotherapie, het stimuleren van
de taken de bijbehorende competenties
geriatriefysiotherapie in de eerste lijn,
toegevoegd. Het resultaat hiervan is 11
aandacht voor nieuwe werkvelden zo-
oktober
voorgelegd
als preventie en advisering en aan het
groep,
opleiders,
ontwikkelen van het vak naar master-
kenhuizen, student geriatriefysiotherapie.
niveau;
De opmerkingen uit deze bijeenkomst zijn
· beroepscompetentieprofiel: een projectgroep is bezig met het formuleren van het beroepscompetentieprofiel. Met dit product kunnen de opleidingen
aan
een
werkenden
expertin
zie-
weer verwerkt in het concept dat op de ALV voorligt.
DTF intramuraal
hun curriculum formuleren dat aansluit bij het functieprofiel geriatriefysiothe-
De NVFG heeft deelgenomen aan een
rapeut. Het bestuur wil in de ALV een
tijdelijke
concept ter goedkeuring voorleggen;
toegankelijkheid fysiotherapie) en intra-
· bestuursverkiezing: de termijnen van
murale fysiotherapie. De vraag aan de
zowel Mieke van Gemert als Martin
commissie was om concrete beleidsre-
van Gennep lopen dit najaar af. Zij
levante en uitvoeringsrichtinggevende in-
stellen zich beide herkiesbaar;
put te geven voor de KNGF werkgroep
commissie
DTF
(directe
· voorstel vergoedingen: de penning-
DTF vanuit relevante sectoren in de intra-
meester heeft in overleg met enkele
murale sector. De deelnemers kwamen
leden de een voorstel m.b.t. tot vergoe-
uit verschillende werkvelden: (academi-
dingen geformuleerd, dat deze verga-
sche) ziekenhuizen, geestelijke gezond-
dering besproken zal worden.
heidszorg, revalidatiecentra en verpleeg-
Zoals gebruikelijk zijn de stukken op te
en
vragen
m.b.t. tot het aanpassen van de cursus DTF
bij
het
[email protected] .
secretariaat
NVFG,
verzorgingshuizen.
Naast
adviezen
aan de verschillende situaties, is ook aanbevolen om aandacht te besteden aan het hele implementatietraject. De resultaten
2
fysiotherapie & ouderenzorg
Verenigingsnieuws
zullen tijdens het congres, vrijdagochtend,
(CVZ) heeft een en ander verduidelijkt.
worden gepresenteerd.
Duidelijk werd dat fysiotherapie zowel
Project beroepsinhoudelijke verenigingen
onder de functie behandeling als onder de functie activerende begeleiding kan vallen. Kern van de functie behandeling is dat het
In het rapport Intern de rijen sluiten is de
ingrijpt op de aandoening of handicap en
aanbeveling gedaan om een begeleidings-
zorgt voor verbetering of voorkoming van
commissie voor de Bis te installeren. De
erger en /of voor voorkoming of vermin-
begeleidingscommissie heeft als taak om de
dering van het optreden van de gevolgen.
vorming van wetenschappelijke vereni-
De aandoening of handicap wordt beïn-
gingen te stimuleren vanuit een groeimodel
vloed.
door bundeling van krachten van de BIs.
De functie activerende begeleiding is ge-
Na verschillende contacten tussen de BIs
richt op het omgaan met de gevolgen van de
en de begeleidingscommissie zijn er drie
aandoening of handicap, waarbij de aan-
deelprogrammas benoemd:
doening als een gegeven wordt geaccep-
· samenwerken: het samen optrekken bij
teerd. Doel is om met de gegeven handicap
PR-uitingen, gebruik maken van el-
optimaal te functioneren.
kaars expertise/organen binnen het
De fysiotherapeut is dan ook over het alge-
KNGF ten aanzien van inhoudelijke
meen meer actief in de functie activerende
projecten en het besturen en managen
begeleiding dan in de functie behandeling.
van de BIs;
Informatie over de AWBZ is te vinden op de
· netwerken: opbouwen van relevante (wetenschappelijke) contacten en verzamelen van gegevens ten behoeve van het bestuursbeleid;
· scholing: aansluiting bij het nieuwe beroepsprofiel fysiotherapeut en kwali-
internetsite van het KNGF, op www opkopzorg.nl en op www.CVZ.nl
Themanummer F&O februari 2005; Beweegprogrammas en groepsbehandelingen
teits- en niveaubepaling van het beroepscompetentieprofiel binnen de
Op het gebied van groepsbehandeling voor
BaMa.
ouderen gebeurt op dit moment erg veel.
Dit heeft geleid tot een ambitieus pro-
Het volgende nummer staat vrijwel geheel
jectplan tot eind 2005, dat begeleid wordt
in het teken van dit onderwerp. Recente
door de begeleidingscommissie en door de
onderzoeken van Paul de Vreede, Betsy
projectcoördinator, Ester Helthuis.
Weenink, Marijke Chin a Paw en Marjan
Modernisering AWBZ
Faber zullen worden besproken.
Op 14 september heeft het KNGF een bijeenkomst georganiseerd over de Modernisering van de AWBZ. Dhr. F. Hopman
vakblad N.V.F.G., oktober 2004
3
Colofon Fysiotherapie en Ouderenzorg, voorheen "Nieuwsbrief NVFG", is een driemaal per jaar verschijnend vakblad voor fysiotherapeuten werkzaam in de geriatrie, uitgegeven door de NVFG. Secretariaat NVFG: Marianne Zweekhorst, Hartkampweg 33, 8101 ZX Raalte. E-mail:
[email protected] Achttiende jaargang, nummer 3, oktober 2004, oplage 620 exemplaren. Abonnementen: gratis voor leden van de NVFG, 32,50,- euro per jaar voor niet leden. Aanmelden bij ledenadministratie KNGF, postbus 248, 3800 AE, Amersfoort. Losse abonnementen: Ina Bettman, verpleeghuis Tamarinde, Neckardreef 6, 3562 CN, Utrecht. Hoofdredactie: Ina Bettman. Redactie: Eric Scherder, John Branten. Redactie-adres: Ina Bettman, verpleeghuis Tamarinde, Neckardreef 6, 3562 CN, Utrecht. Lay-out: John Branten. Artikel- en boekrecensies: Afdeling fysiotherapie, Verpleeghuis Joachim en Anna, Nijmegen. Ontwerp omslag: Menno van der Veen. Foto omslag: Henk Braam, Nijmegen Kopijsluiting volgende nummer: 1 december 2004. De NVFG stelt zich niet verantwoordelijk voor tekst en inhoud van artikelen en commerciële advertenties. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd zonder schriftelijke toestemming van de redactie. ISSN: 1380-8125 Druk: Drukkerij Best.
4
Richtlijnen voor auteurs Doel van het tijdschrift Fysiotherapie en Ouderenzorg Het tijdschrift verwelkomt iedere bijdrage die de intercollegiale communicatie op een zo breed mogelijk terrein, i.e. fysiotherapie, logopedie, ergotherapie, verpleging/verzorging in de ouderenzorg kan bevorderen. Een dergelijke bijdrage kan in de vorm van artikelen betreffende klinisch onderzoek, ervaringen uit het werkveld, een kritisch literatuuroverzicht, boekbesprekingen of een kort bericht. Richtlijnen voor het schrijven van een artikel 1.Het artikel kan zowel in het nederlands als in het engels worden geschreven. Laat in beide gevallen de tekst op taal en- en spellingsfouten controleren alvorens het in te leveren. 2.Nummer de bladzijden. 3.Geef een samenvatting van niet meer dan 200 woorden. 4.Zet op de titelpagina de volledige titel van het artikel, uw naam + werkzaamheden en uw contactadres (incl. tel., fax of e-mail). 5.Bij klinisch onderzoek deelt u het artikel in met de volgende subhoofden: Inleiding, Methode, Resultaten, Discussie, Literatuur, Tabellen, Figuren. 6.Illustraties zijn gewenst, ze verduidelijken de inhoud en veraangenamen het lezen. 7.Figuren, tabellen en illustraties s.v.p. los van de tekst aanleveren, bij voorkeur in zwart-wit. 8.Geef in de tekst, door gebruik te maken van vet, cursief of onderstreping, een aantal quotes aan, in verband met het benadrukken van speciale inhouden. 9.Gebruik een dubbele regelafstand. 10.Lever het artikel in viervoud in, plus een versie van artikel op floppy-disk in WordPerfect of Word. Maak zo min mogelijk gebruik van een speciale opmaak. Adres toezending artikelen en dergelijke Reactie F&O, Ina Bettman, verpleeghuis Tamarinde, Neckardreef 6, 3562 CN, Utrecht, tel: 030-2634722. Literatuurverwijzingen Fysiotherapie en Ouderenzorg hanteert het systeem van de American Psychological Association. Literatuurverwijzingen in de tekst Verwijs naar publicaties door middel van achternaam en jaar van uitgave: (Timmerman, 1996) of (Jansen en Timmerman, 1997) Zijn er meer dan twee auteurs schrijf dan (Timmerman e.a., 1998). Heeft een auteur in een jaar meerdere door u aangehaalde publicaties op zijn naam staan, schrijf dan (Pieterse, 1998a, 1998b). Zijn er meerdere auteurs met dezelfde achternaam, geef dan ook de voorletters aan (A. Vermeent, 1998, B. Vermeent, 1998). Na een citaat, wordt het paginacijfer van de aangehaalde publicatie gegeven (Timmermans, 1996, p57). Literatuurlijst Rangschik de literatuurlijst alfabetisch naar de achternaam van de eerste auteur. Wanneer u van een auteur meerdere publicaties vermeld, geef de titels dan in chronologische volgorde weer. Vermeld bij boeken auteur(s), redacteur(en), titel, plaats van uitgifte en eventueel betreffende paginacijfers. Voorbeelden: Kugel, J. Psychologie van het lichaam. Utrecht, het Spectrum, 1981. Beelen, F. Creatieve therapie met gezinnen. In: W.J.L. Klijn (red.), Systeemtaxatie in beweging. Amsterdam, Swetz en Zeitlinger, 1991. Vermeld bij tijdschriftartikelen auteur(s), titel, naam tijdschrift, jaartal, jaargang en paginacijfers. Voorbeeld: Smits-Engelsman, B.C.M. Het gebruik van motorische tests: praktijk en theorie. Nederlands Tijdschrift voor Fysiotherapie, 1995; 105:130-136.
fysiotherapie & ouderenzorg
‘Directe Toegankelijkheid Fysiotherapie’ ofwel het uitvoeren van een screening Kansen voor de intramurale sector Alex Verhoeven
Inleiding
het besluit genomen werd is kort gediscussieerd over de meerwaarde van DTF voor de intramuraal werkende
In de Lange Termijn Visie van het KNGF staat directe
fysiotherapeut. Deze discussie bood de aanwezigen op
toegankelijkheid van de fysiotherapeut (DTF) als een
de vergadering voldoende inzicht in deze bestaande
van
meerwaarde om in te stemmen met een algehele ver-
de
speerpunten
centraal.
Volgend
op
deze
vastgestelde visie heeft het KNGF actief geparticipeerd in een pilot in het kader van directe toegankelijkheid, uitgevoerd door TNO in opdracht van CVZ. In deze pi-
plichting van de scholing DTF.
Tijdelijke commissie DTF intramuraal
lot is onder andere onderzocht of fysiotherapeuten, met een korte gerichte scholing over voldoende compe-
Voor de implementatie van DTF in de intramurale set-
tenties beschikken om direct toegankelijk te kunnen
ting is het van belang dat alle intramuraal werkende
zijn. Deze pilot richtte zich op de eerstelijns fysio-
fysiotherapeuten het belang en de meerwaarde inzien
therapie. Op basis van de veelbelovende uitkomsten
van directe toegankelijkheid. Om dit te bewerkstelligen
van deze pilot lijkt de Minister directe toegankelijkheid
heeft het KNGF een tijdelijke commissie in het leven
te gaan invoeren. Vooruitlopend op dit besluit heeft het
geroepen waarin vertegenwoordigers uit alle intramu-
KNGF besloten de beroepsgroep optimaal voor te
rale geledingen plaats hadden. Deze commissie heeft
bereiden op deze belangrijke verandering. Op basis van
zich gebogen over kansen en bedreigingen van DTF
de scholing uit de pilot is door de Kamer Fysiotherapie
voor de intramurale setting. Tevens heeft de commissie
van de Universiteit van Utrecht een tweedaagse scho-
gekeken naar de implementatie en de mogelijke hob-
ling ontwikkeld. Deze tweedaagse scholing is door het
bels die hierbij op het pad komen, zowel op het juri-
KNGF verplicht gesteld voor alle fysiotherapeuten die
dische als het organisatorische, en financiële vlak. Tot
in een KNGF kwaliteitsregister staan. Op de AV waar
slot heeft de commissie een aanbeveling gedaan t.a.v. de verplichte scholing voor intramuraal werkende fysiotherapeuten. De commissie bestond uit: Eric Benda en Bill Paterson (Academische
ziekenhuizen),
Bart
Smit
(Zieken-
huizen), Peter van den Berg en Peter Boneschansker Drs. Alex Verhoeven, Senior beleidsmedewerker KNGF, afdeling Kwaliteitsbeleid, Onderwijs & Wetenschap
(sector mensen met verstandelijke beperking(en)), Mieke
van
Gemert
en
Bert
&Verzorgingshuizen), Albert
Risseeuw (Verpleeg Burger
(Revalidatie-
centra), Wietse Groenink en Jacques Arts (Geestelijke
vakblad N.V.F.G., oktober 2004
5
Gezondheidszorg/ Psychiatrie), onder voorzitterschap van
Gert
Jan
Kansen DTF
Stiksma (portefeuillehouder dienst-
verbandzaken).
Directe toegankelijkheid: het uitvoeren van een screening
Het screenen is dus niet alleen van belang voor de eerste lijn.
In
de
intramurale
sector
is
er
ook
veel
patiëntencontact zonder dat daar een inhoudelijke specifieke verwijzing aan vooraf is gegaan. Door invoering van DTF zal dit waarschijnlijk toenemen.
Directe Toegankelijkheid Fysiotherapie betreft de hele
Een fysiotherapeut moet in dit geval over de com-
beroepsgroep. Invoering van directe toegankelijkheid
petenties beschikken om in het eerste korte patiën-
betekent dat fysiotherapeuten wettelijk een funda-
tencontact snel te kunnen screenen op pluis en niet
menteel andere positie innemen; alle fysiotherapeuten
pluis.
worden direct toegankelijk. Dit betekent dat fysiotherapeuten een andere rol in gaan nemen. Fysio-
Mede op basis van de verwachte ontschotting tussen de
therapeuten gaan patiënten screenen. Met screenen
lijnen heeft directe toegankelijkheid, en het beheersen
wordt bedoeld dat een fysiotherapeut, zonder dat er een
van de bijbehorende screening meerwaarde voor intra-
verwijzing van een arts is, in 10 tot 15 minuten bepaalt
muraal werkende fysiotherapeuten. De tijdelijke com-
of verder fysiotherapeutisch onderzoek geïndiceerd is,
missie DTF intramuraal heeft de kansen die DTF biedt
kortom of iets pluis of niet pluis is. Voor intramuraal
voor de intramurale setting op een rij gezet.
werkende fysiotherapeuten gaat het weliswaar niet zozeer over direct toegankelijk als wel over het
Open poliklinieken
vervullen van die andere rol in het zorgproces. Als
Daar waar sprake is van (open) poliklinieken bestaat in
zodanig betekent het in veel gevallen een formalisering
feite een vergelijkbare situatie met de eerste lijn en ligt
van een reeds lange tijd bestaande situatie.
de meerwaarde van DTF voor de hand. DTF biedt daarmee ook kansen voor extramuralisering en ver-
Met het verplichtstellen van de cursus voor alle
sterking van de positie van de instelling in de regio.
fysiotherapeuten die in het KNGF-kwaliteitsregister staan onderstreept het KNGF het belang van de
Inloopspreekuur voor bewoners/patiënten/cliënten
kwaliteit van de eerste fysiotherapeutische screening.
Naast een open polikliniek waar cliënten van buiten de
Het is noodzakelijk dat alle kwaliteitsgeregistreerde
muren van de instelling terecht kunnen zijn er na-
fysiotherapeuten scherp zijn op deze screening. Op dit
tuurlijk ook mogelijkheden voor het instellen van de
moment is het zo dat fysiotherapeuten heel goed in staat
inloopspreekuur voor mensen die in de instelling zijn
zijn om tijdens het diagnostisch en/of het therapeutisch
opgenomen of wonen.
proces (continu) aspecten van screening toe te passen. In de verplichte scholing leren fysiotherapeuten om
Inloopspreekuur eigen personeel
deze vaardigheid in de eerste 10 minuten van het
Er is een toename van het aantal inloopspreekuren voor
patiëntencontact te doen.
het personeel uit de eigen instelling waarneembaar.
Verwijzing blijft bestaan
Invoering van DTF formaliseert dit inmiddels bestaande
fenomeen,
een
product
dat
intramuraal
ontwikkeld kan worden; Voor de goede orde is het goed op te merken dat de verwijzing niet verdwijnt met het invoeren van directe
Rol in behandelteam
toegankelijkheid. Een arts blijft de mogelijkheid
De fysiotherapeut kan als onderdeel van een behandel-
houden om naar een fysiotherapeut te verwijzen en
team meer verantwoordelijkheid naar zich toe trekken
voor een fysiotherapeut blijft daarmee de behandeling
als hij in staat is de screening goed toe te passen. Dit
op verwijzing bestaan.
draagt bij aan een betere positionering van de fysiotherapie in de klinische setting.
6
fysiotherapie & ouderenzorg
Consult
gingsapparaat op gelijk niveau met de rest van de
De screening biedt mogelijkheden bij een verzoek om
specialisten.
consult door andere behandelteamleden.
Vergroting zelfstandigheidspositie Multiple pathologie
Directe toegankelijkheid vergroot de zelfstandigheids-
Bij multiple problematiek is vaak in feite al sprake van
positie van de fysiotherapeut. Dit is een belangrijk as-
het toepassen van de screening en directe toeganke-
pect van een waarderingstraject in het kader van de
lijkheid
FWG.
1e lijnsbehandeling continueren bij klinische opname
Uitdagingen DTF
Het is mogelijk dat patiënten voordat ze werden opge-
Naast de kansen die DTF biedt voor de intramurale set-
nomen in behandeling waren bij een fysiotherapeut in
ting heeft de tijdelijke commissie DTF intramuraal ook
de eerste lijn. De patiënt kan dan in de instelling
een aantal uitdagingen op een rij gezet.
rechtstreeks met de fysiotherapeut afspreken dat de behandeling gecontinueerd wordt Uiteraard in overleg
Communicatie met specialisten
met de fysiotherapeut die de patiënt behandelde.
Mogelijk dat het niveau van communicatie tussen fysiotherapeuten en specialisten niet gelijk is. Het kan
Actief benaderen patiënt
als uitdaging worden gezien deze communicatiekloof
Directe toegankelijkheid betekent niet alleen dat de
te slechten, omdat DTF wel uitgaat van communicatie
patiënt zonder verwijzing naar de fysiotherapeut kan,
op gelijkwaardig niveau. Het is wel de vraag of alle
maar biedt ook mogelijkheden voor de fysiotherapeut
specialisten wel open staan voor communicatie op
om het initiatief te nemen, eventueel in samenspraak
gelijk niveau.
met
het
behandelteam
of
ouders/verzorgers. Bij-
voorbeeld bij psychiatrische patiënten kan dit mogelijkheden creëren. Ook bij dit aspect betekent DTF mogelijk dat een bestaande werkwijze geformaliseerd wordt.
Dagbehandeling
“...wettelijk een fundamenteel andere positie...”
Nu worden patiënten hiervoor via de huisarts én de verpleeghuisarts gestuurd. In het geval van DTF vallen er dus twee logistieke schakels tussenuit.
Belang van goede start Verbetering positie fysiotherapie
Een mogelijke bedreiging is dat overhaaste invoering
Ook in de intramurale setting betekent het gegeven dat
ten koste gaat van de zorgvuldigheid. Het is een
voor een fysiotherapeutische behandeling geen ver-
uitdaging om de implementatie zorgvuldig te doen.
wijzing meer nodig is een verbetering van de positie. Het is een erkenning van de fysiotherapeutische des-
Attitude fysiotherapeuten
kundigheid.
DTF gaat uit van een attitudeverandering voor een groot aantal fysiotherapeuten. De bevindingen in een
Gegevensverwerking
screening
DTF geeft een directe impuls voor betere gegevens-
gehanteerd. De vraag die een fysiotherapeut zichzelf
verwerking en zal ook de electronische verslaglegging
stelt moet niet (meer) zijn of hij iets voor de patiënt kan
weer onder de aandacht brengen.
betekenen, maar of hij voor deze patiënt op dit moment
moeten
op
een
juiste
manier
worden
met deze casuïstiek de meeste geschikte hulpverlener
Sceening rond OK’s
is. Attitudeverandering is een proces dat in principe
Fysiotherapeuten kunnen een rol spelen bij screenings-
altijd als uitdaging kan worden gezien.
processen rond operaties aan het houdings- en bewe-
vakblad N.V.F.G., oktober 2004
7
Financiering (DBC) De activiteiten die een fysiotherapeut uitvoert in het kader van de directe toegankelijkheid zijn mogelijk (nog) niet in een DBC opgenomen en daarmee niet gefinancierd. Het is een uitdaging voor alle fysiotherapeuten in de intramurale setting en voor het KNGF om hierin verandering aan te brengen.
Implementatie Bij de implementatie van directe toegankelijkheid moet extra aandacht zijn voor de intramurale setting. De vertaalslag van DTF naar de intramurale setting en het benadrukken van de kansen en uitdagingen die er liggen verdienen extra aandacht. Niet iedere fysiotherapeut die intramuraal werkzaam is kan de vertaalslag maken en daarmee de kansen zien. Met name bij het communiceren van de kansen en het aangaan van de beschreven uitdagingen dient het KNGF een belangrijke (ondersteunende) rol te spelen. Deze notitie levert een aanzet voor de invulling van deze rol. De tijdelijke commissie DTF intramuraal heeft ook een aantal aanbevelingen gedaan voor de implementatie door kort te schetsen waar bij de implementatie rekening mee moet worden gehouden en welke activiteiten opgepakt kunnen worden. Zo geeft de commissie aan dat de mogelijkheid onderzocht moet worden om de verplichte module DTF aan te passen voor de intramuraal werkend fysiotherapeuten. Daarnaast ziet de commissie het als taak van het KNGF om de diverse brancheorganisaties zorgvuldig te informeren. Tot slot ziet de commissie het informeren van de beroepsorganisaties van de intramuraal werkzame specialisten als een taak voor het KNGF.
8
Oproep De discussie rondom DTF en de verplichtstelling van de DTF-bijscholing houdt op de werkvloer de gemoederen nogal bezig. Er wordt zowel met enthousiasme, boosheid of zelfs verontwaardiging op gereageerd. Wij willen graag een deel van deze discussie met U u in het tijdschrift voeren. Wij zijn benieuwd naar uw mening. Reacties kunt U u mailen aan
[email protected] . fysiotherapie & ouderenzorg
NDT: kind en badwater Paul van Keeken
Inleiding In het voorjaar van 2003 verde-
In het februari-nummer van dit tijdschrift verscheen een recensie van het
digde
in
proefschrift van Thóra Hafsteinsdóttir. De conclusie uit dit proefschrift lijkt te
Utrecht haar proefschrift Neuro-
zijn dat er geen enkele meerwaarde uitgaat van de NDT als uitgangspunt voor
developmental Treatment in the
revadatie van CVA-patiënten. In de recensie werd gesuggereerd dat het
early stage of stroke. De uitkom-
verdwijnen van NDT een goede ontwikkeling zou zijn voor de ontwikkeling van
sten liegen er niet om. Patiënten die
de evidence based CVA-revalidatie.
verpleegd werden met het NDT
Paul van Keeken waarschuwt in onderstaand artikel, dat mede een antwoord is
concept
op de genoemde recensie, voor te snelle reacties en pleit ervoor het positieve
Thóra
lieten
Hafsteinsdóttir
geen
betere
uit-
komsten zien dan patiënten die niet
van de NDT te behouden. Zie ook op pagina 36 in de rubriek
met NDT verpleegd werden. Niet
recensiesRevalidatie na een Beroerte.
meer doen dus! zeggen wetenschappers. Het werkveld is in verwarring. Hulpverleners weten dat neurorevalidatie niet een losse interventie is die je toepast of achterwege laat, maar een veel omvattende wijze van trainen die verweven is met een groot aantal zorgsituaties. Men vraagt zich zeer terecht af wat het alternatief is. Een klassiek voorbeeld van de kloof tussen wetenschap en praktijk. Toont het onderzoek werkelijk aan dat
NDT niet werkt en dat we ermee op
en het onderzoek was niet in één
moeten houden? En wat zetten we
instelling uit te voeren. Daardoor
overboord als NDT niet meer toe-
waren
gepast wordt? De werkgroep neu-
hulpverleners, veel patiënten en
rorevalidatie van de Nederlandse
veel parameters betrokken. Alleen
Vereniging
Neuroverpleeg-
al het managen en volbrengen van
verzorgenden
een dergelijk onderzoeksproces is
(NVNV) wil in dit artikel op deze
een enorme opgave en wat dat
vragen ingaan.
betreft verdient Thóra Hafsteins-
kundigen
van en
Discussie over het NDT onderzoek
veel
ziekenhuizen,
veel
dóttir alle lof en felicitaties. Een opvallend aspect binnen de methodologie van het onderzoek is
Afgezien van de uitkomsten maakt
het uitvoeren van een interventie-
Drs. Paul van Keeken is lid van de werk-
het onderzoek van Thóra Hafsteins-
toets. Bij de verpleegkundigen in de
groep neurorevalidatie van de Nederlandse
dóttir duidelijk hoe complex reva-
groep NDT ziekenhuizen is in een
Vereniging van Neuroverpleegkundigen en
lidatieonderzoek is. Een randomi-
laboratoriumsituatie getest of zij
verzorgenden. Correspondentie-adres:
zed clinical trial was niet mogelijk
competent zijn om NDT interven-
[email protected]
vakblad N.V.F.G., oktober 2004
9
ties uit te voeren. Ook fysiothera-
sen kunnen en doen!
Zeer opvallend is dat niet getest is
peuten zijn getest, maar met een an-
Een andere belangrijke beperking
bij verpleegkundigen in de groep
der instrument. In veel andere reva-
van het instrument is dat het niet
ziekenhuizen waar NDT niet werd
lidatie onderzoeken is geen inter-
meet op basis van welke argumen-
toegepast. Dat is een forse beper-
ventietoets uitgevoerd. Maar het
ten
king omdat in het proefschrift op
voor de verpleging gebruikte instru-
maken uit de veelheid van interven-
diverse
ment heeft zijn beperkingen en de
ties. Revalidatie vraagt om training
wordt dat NDT in Nederland zeer
discussie spitst zich juist op dit punt
op het scherpst van de snede. Het ni-
populair is en in veel instellingen
toe.
veau van de oefenstof mag niet te
wordt toegepast. Dat is de reden
hoog maar ook niet te laag zijn. Dit
dat slechts met veel moeite een
Het instrument dat voor de toets bij
vraagt om een goede methodische
groep
verpleegkundigen gebruikt is, kan
beroepsuitoefening en om compe-
samengesteld waar het NDT-con-
testen of zij interventies kunnen uit-
tenties op het gebied van observeren
cept niet werd toegepast. De zorg-
voeren. Het test niet of zij dit daad-
en analyseren, maar ook op het ge-
verlening aan CVA patiënten in
werkelijk doen! De test is bruikbaar
bied van multidisciplinaire samen-
die ziekenhuizen wordt omschre-
in een laboratoriumsituatie, niet in
werking. Het onderzoek gaat hier
ven als de conventionele wijze
de praktijk. Uit contacten met ver-
nagenoeg geheel aan voorbij.
van verplegen en standaard zorg.
pleegkundigen en leidinggevenden
Vraagtekens zijn er ook bij de situa-
Maar wat is die conventionele wij-
verpleegkundigen een
keuze
plaatsen
aangegeven
ziekenhuizen
is
ze van verplegen? Is dat de wijze van voor het NDT tijdperk, met veel tillen en trekken? VerpleegVerpleging
Toetsing
in de groep NDT ziekenhuizen
kundigen in de niet NDT zieken-
Verpleging in de groep
Verpleging
huizen kunnen wel degelijk scho-
conventione-
in de ver-
ling ontvangen hebben. Op veel
le ziekenhui-
volgsituatie
HBOVs worden introductielessen NDT gegeven. Heeft de ge-
zen
constateerde populariteit van NDT Interventies in laboratoriumsituatie (kunnen) Interventies in de praktijk (doen)
1x
-
-
er wellicht toe geleid dat verpleegkundigen ook in deze groep bijvoorbeeld meer aandacht besteden
-
-
-
-
-
-
aan de aangedane zijde? Of bevat de conventionele wijze wellicht
Inpassing in methodische beroepsuitoefening Wijze van multidisciplinaire samenwerking
andere werkzame bestanddelen? Welke zijn dat dan en wat kunnen we ervan leren? Helaas geeft het
-
-
-
onderzoek hier geen antwoord op. Als laatste punt is er de beperking dat de interventietoets slechts één
Tabel 1. Overzicht van getoetste aspecten.
keer is afgenomen. Daardoor is slechts een momentopname verkregen van de competenties van
blijkt telkens weer dat het toepas-
ties waarin het instrument gebruikt
verpleegkundigen. Dit is belang-
singsniveau van NDT op een afde-
is. Alleen verpleegkundigen in het
rijk in samenhang met het tijdsbe-
ling sterk kan fluctueren. Het is de
ziekenhuis zijn getest. Helaas is niet
stek waarin patiënten in het onder-
praktijk van alledag dat keuzes ge-
getest in de verschillende zorgsitua-
zoek geincludeerd zijn. Dat heeft
maakt worden op basis van bijvoor-
ties na het ziekenhuis. In het onder-
geruime tijd geduurd, helaas wordt
beeld werkdruk en ziekte van colle-
zoeksverslag blijft absoluut ondui-
niet vermeld hoelang. In deze tijd
gas. Toch is in het onderzoek aan-
delijk wat het toepassingsniveau
kunnen er vele invloeden opgetre-
genomen dat er geen verschil is tus-
van het NDT concept daar was.
den zijn op het competentieniveau
10
fysiotherapie & ouderenzorg
Het resultaat
NDT-concept
korten die er in dit tijdsbestek wa-
Het resultaat is dat patiënten uit de
Wetenschappelijk gezien is er dus
ren, de arbeidsmarkt voor verpleeg-
NDT groep geen betere resultaten
geen meerwaarde aangetoond. Niet
kundigen die geheel open lag, het
laten zien dan patiënten uit de niet
van NDT en niet van andere behan-
opzetten van stroke units en keten-
NDT groep. Kan dit resultaat in het
delvormen. Het is goed om zich te
zorg. Is het toepassingsniveau wel-
licht van bovenstaande discussie
realiseren dat dat gemis aan meer-
licht aangetast doordat door gebrek
genegeerd worden? Het antwoord
waarde betrekking heeft op het
aan personeel de werkdruk opgelo-
is ondubbelzinnig nee. Feit is dat de
functioneren van patiënten. Dat is
pen is? Kan er sprake zijn geweest
uitkomsten passen in een serie re-
vanzelfsprekend verreweg het be-
van kennisdrainage door verloop
sultaten die aangeven dat er niet één
langrijkste criterium als het gaat om
van personeel? Zijn er invloeden
behandelwijze is die beter werkt
de keuze van een behandelvorm.
geweest op de zorgverlening van de
dan een andere. Dat is ernstig se-
De state of the art is dat zij niet beter
niet NDT ziekenhuizen?
rieus te nemen en het kan niet zo
of slechter functioneren of het nu
zijn dat we kritiekloos achter een
gaat om de ene behandelvorm of
Samengevat is de verpleging in de
behandelvorm aan blijven lopen
om de andere. Zolang dat zo is, is
groep NDT ziekenhuizen op één
omdat het even niet past.
het legitiem ook andere criteria in
moment tijdens het onderzoek
Anderzijds laat het NDT onderzoek
ogenschouw te nemen en hiermee
getoetst
een
ook zien dat er nog geen alternatie-
de keuze voor NDT te verantwoor-
laboratoriumsituatie. Alle teams
ven zijn. Als onderzoek uitgewezen
den.
zijn toen voldoende competent
had dat er een betere behandeling
bevonden in het kunnen uitvoeren
zou zijn dan zouden we dat onmid-
Op de eerste plaats heeft NDT niet
van NDT interventies. In welke
dellijk moeten toepassen, maar het
de pretentie een uitontwikkelde be-
mate gedurende de gehele periode
is er niet. Ook moderne inzichten
handelmethode te zijn. Juist van-
ook daadwerkelijk NDT in de
hebben nog geen superieur concept
wege de grote onbekendheid met
praktijk hebben gebracht is
opgeleverd. Het is ook maar de
vele aspecten van de werking van
onduidelijk. Verder is de mate van
vraag of dat er is.
het brein is gekozen om het woord
methodische beroepsuitoefening
Het is ook niet zo dat NDT slechter
concept in de naam op te nemen.
onbekend, evenals de wijze van
is dan andere behandelingen en we-
Dat heeft de bedoeling aan te geven
multidisciplinaire samenwerking.
tenschappelijk gezien is het niet
dat het geen statische vaststaande
Bovendien is onduidelijk wat
aangetoond dat het niet werkt. Ook
methode is maar een dynamische
conventionele zorg inhoudt en hoe
het onderzoek van Thóra Hafsteins-
wijze van benaderen. Iets wat ook
de zorg na de ziekenhuisfase is
dóttir toont dat niet aan. Als totaal
goed werkt of zelfs beter is, kan in
verlopen. Dit maakt dat er stevige
concept werkt het even goed of
het concept worden opgenomen.
twijfels zijn aan het NDT niveau
even
andere
Bovendien geeft het aan dat de
van de benadering in de NDT groep
behandelvormen. Maar we weten
behandelwijze telkens bij indivi-
en aan het ontbreken van NDT in de
nog
niet NDT groep. Bovendien
werkzame
worden voor de revalidatie zeer
welke
van verpleegkundigen. Voorbeelden daarvan zijn de personeelste-
in
slecht
als goed
wat
de
duele patiënten moet worden aan-
bestanddelen
zijn
en
gepast. Het NDT concept hanteert
werken.
daarom uitgangspunten die bij ie-
relevante zaken niet beschreven
Wanneer we het concept overboord
dere patiënt vertaald kunnen wor-
zoals
aan
zouden zetten weten we niet goed
den aan de individuele omstandig-
generalisatie van de resultaten van
wat we weggooien. We zijn dan
heden en problematiek van die
klinisch bereikte resultaten van
evengoed overgeleverd aan behan-
mens. Dat levert een benadering op
revalidatie naar de situatie thuis. De
delvormen waarvan we te weinig
waar nieuwe inzichten een plaats
conclusie is dat niet glashelder is
weten, laat staan dat we terug gaan
kunnen
wat met wat vergeleken is.
naar de situatie van willekeur en
ruimte is voor praktijkervaring. Dat
sjorren en trekken.
vraagt wel om een zorgvuldig be-
hoe
gewerkt
is
steeds
niet
onderdelen
niet
De meerwaarde van het vakblad N.V.F.G., oktober 2004
krijgen
en
waarin
veel
heer van het concept, bijvoorbeeld in
de vorm van publicaties en
11
uniforme scholing. Dat is in onvol-
er in het laatste decennium veel im-
mag nooit een vanzelfsprekende
doende mate gebeurd. Wat dat be-
plicaties voor de behandeling en
of een dogmatische keuze zijn.
treft kan de NDT wereld zich de
verpleging geweest vanuit nieuwe
Niet in de keten en niet in de be-
terechte kritiek van
Thóra Haf-
inzichten in het functioneren van de
handeling van individuele pati-
steinsdóttir aantrekken dat men de
romp. Bovendien biedt kennis van
ënten. Maar het geeft door de ke-
indruk
ver-
normale motoriek een referentieka-
ten heen wel een basis en een dui-
ouderde denkbeelden te werken.
der voor de analyse van het functio-
delijke structuur voor het handelen
Maar het denken in uitgangspunten
neren van veel meer mensen met
van de hulpverleners. Wanneer het
en concepten en het aanpassen aan
bewegingsproblemen dan alleen na
goed wordt toegepast geeft die
individuele problematiek blijft een
een beroerte.
structuur aan patiënten een hou-
wekt
op
basis
van
vast voor het beheersbaar maken
krachtige wijze van benaderen. Richtlijn 17 (niveau 2) van de richt-
en onder controle krijgen van veel
Een van de uitgangspunten van het
lijn Revalidatie na een beroerte
praktische problemen.
NDT concept is het normale func-
geeft aan dat zorgverleners zelf
tioneren van de mens en normale
kunnen bepalen welke neurologi-
Het is geen zwaktebod om voor
motoriek. Ook hier wordt uitdruk-
sche behandelmethode zij willen
een basis te kiezen waarbij veel verpleegsituaties (zoals de hulp bij mobiliteit en ADL) eenvoudiger en fysiek minder zwaar zijn. Dat leidt kennelijk niet tot een aan-
“...Thóra Hofsteinsdóttir geeft nuttige aanbevelingen...”
toonbaar effectievere methode als het om een wetenschappelijke vergelijking gaat met als uitkomstmaat het zelfstandig functioneren van de patiënt. Maar veel ver-
kelijk gesteld dat normale motoriek
toepassen bij training op vaardig-
pleegsituaties verbeteren er wel
geen statisch gegeven is maar sterke
heidsniveau. Het is aannemelijk dat
door. De populariteit van NDT is
individuele
heeft.
er geen meerwaarde bestaat voor
te danken aan het feit dat veel ver-
Bovendien is normale motoriek niet
een bepaalde methode. Alle betrok-
pleegkundigen en verzorgenden
iets wat in de behandeling tot in
ken zorgverleners binnen een zorg-
ervaren dat ze met grotere deskun-
perfectie moet worden nagestreefd,
keten dienen wel dezelfde methode
digheid op een veel humanere en
het kan indien nodig ook gecom-
te hanteren.
waardiger wijze zorg kunnen bie-
bineerd worden met bijvoorbeeld
NDT is de enige behandelwijze dat
den. Daardoor is het beeld van de
compensatiestrategieën. Toch biedt
voor een brede groep van therapeu-
neuroverpleging
kennis van normale motoriek een
ten,
part-
veel trek- en tilwerk en basiszorg
goed referentiekader, bijvoorbeeld
ners/familie is uitgewerkt. Het is
naar een professionele bejegening
voor het observeren van stoornissen
daarmee het enige concept dat 24
van complexe problematiek.
en beperkingen in activiteiten en
uur per dag toegepast kan worden.
participatie. Terecht is een van de
Op deze wijze kunnen de krachten
Er is geen CVA patiënt die precies
conclusies van Thóra Hafsteinsdót-
gebundeld worden en kan afstem-
dezelfde stoornissen en beperkin-
tir dat verpleegkundigen meer in-
ming plaatsvinden. Een groot voor-
gen heeft als een andere CVA pa-
zicht moeten hebben in normale
deel daarbij is dat er een gezamen-
tiënt. Het is daarom belangrijk een
motoriek en in de veranderingen
lijk taalgebruik is. Bovendien is
inschatting te maken van de activi-
waarmee CVA patiënten worden
NDT voor verpleegkundigen uitge-
teiten die een patiënt wèl kan uit-
geconfronteerd. NDT geeft dat in-
werkt op vaardigheidsniveau.
voeren. Vanuit het NDT gedach-
zicht. Het
be-
Met betrekking tot ketenzorg is het
tegoed zijn een hiervoor een aantal
langstelling van het NDT-concept
niet voor niets dat veel regios kie-
hulpmiddelen ontwikkeld. Voor-
voor normale motoriek te danken
zen voor het NDT concept om een-
beelden zijn de typeringen van de
dat het inzicht daarin groeit. Zo zijn
heid in de schakels te brengen. Dat
mate
componenten
is
mede aan
de
vakblad N.V.F.G., oktober 2004
verpleegkundigen
en
van
bijgesteld
rompbalans
en
van
de
12
daarvan afgeleide systematiek van
ringstrategie. Er dient bij de invoe-
richtlijn Revalidatie na een beroer-
de leerniveaus. Dat geeft verpleeg-
ring uitvoerig aandacht besteedt te
te. Dit moet met kracht worden
kundigen en verzorgenden inzicht
worden aan het geschikt maken van
voortgezet. Dat zou bijvoorbeeld
om patiënten ieder op hun eigen
die praktijksituatie voor de innova-
kunnen door bovenstaande richtlijn
individuele niveau te helpen om te
tie en voor borging van wat bereikt
te vertalen naar de verpleegkundige
gaan met hun beperkingen, afge-
is. Anders blijkt men bij tegenslag
zorgverlening.
stemd op de activiteiten die een
of verhoging van werkdruk snel te-
patiënt wèl kan. Thóra Hafsteins-
rug te vallen op oude routines.
Op het gebied van onderzoek laat
dóttir geeft echter in haar proef-
Onderzoek kan helpen bij het ont-
het proefschrift van Thóra Haf-
schrift het beeld dat de patiënt in-
werpen van effectieve invoerings-
steinsdóttir zien dat er nog veel
actief of afhankelijk gemaakt wordt
trategieën.
moet gebeuren. Een groot pluspunt van haar onderzoek is dat het nog
door NDT. Het is maar vanuit welk perspectief je dit bekijkt. Het is de
Het NDT-concept heeft in grote
eens
verwachting dat hulpverleners in de
mate ertoe bijgedragen dat ver-
pressiviteit aantoont die voorkomt
praktijk dit beeld nauwelijks zullen
pleegkundigen en verzorgende re-
bij patiënten na een beroerte. Dit
herkennen.
validatie zien als een belangrijk
kan grote invloed gehad hebben op
taakgebied. Binnen de verpleeg-
de
kundige zorgverlening is veel meer
tie.Toekomstig onderzoek zou zich
Aanbevelingen
de
grote
uitkomsten
mate
van
van
de-
revalida-
aandacht gekomen voor het bijdra-
kunnen richten op de relatie tussen
een
gen aan een therapeutisch klimaat.
depressie en revalidatie. Bovendien
aantal nuttige aanbevelingen voor
Kennis en inzichten op het gebied
dient
opleiding, praktijk en onderzoek.
van normale motoriek zijn daarbij
neurorevalidatie
Voorbeelden zijn dat er veel meer
onontbeerlijk. Vanuit de kennis en
gehouden
aandacht moet komen voor normale
kunde uit het gedachtegoed van
omgaan met depressiviteit als deel
motoriek, andere behandelvormen
NDT is ook in de verpleging al ge-
van de behandeling.
en voor specifieke CVA problema-
ruime tijd een ontwikkeling gaande
Daarnaast is tot op heden veel on-
tiek
en
naar neurorevalidatie. Dat is ook de
derzoek gedaan naar revalidatie be-
depressie. De werkgroep neurore-
reden dat de Nederlandse Vereni-
handelingen als totaliteit. Wat be-
validatie wil aan deze aanbeve-
ging van Neuro Verpleegkundigen
treft
Thóra
Hafsteinsdóttir
als
geeft
schouderklachten
bij
de te
ontwikkeling sterk
worden
verpleegkundig
van
rekening met
het
onderzoek
lingen het volgende bijdragen: Het leren toepassen van behandelwijzen in de neurorevalidatie betekent een grote innovatie van de zorgverlening. Het vraagt van ver-
“...het NDT-concept is van zijn mythe ontdaan...”
pleegkundigen en verzorgenden om zich nieuwe inzichten eigen te maken, die te integreren in een methodische beroepsuitoefening, vaardig
(NVNV) al in 1995 de werkgroep
zou bekeken kunnen worden of de
te worden in het toepassen van een
NDT heeft omgedoopt in de werk-
scoop meer gericht kan zijn op in-
groot aantal nieuwe interventies en
groep neurorevalidatie. Neuroreva-
terventieniveau. Dat betekent in-
die in samenwerking met andere
lidatie is een breder begrip waarbij
zoomen op specifieke gebieden als
disciplines af te stemmen op de pro-
ook andere ziektebeelden, behan-
mobiliteit en ADL, zeg maar van
blematiek van individuele patiën-
delvormen en inzichten betrokken
kookboek naar recept. Dat zou dui-
ten. Het grootste deel van dit leer-
worden. Deze ontwikkeling is mul-
delijkheid kunnen bieden welke in-
proces vindt niet tijdens een cursus
tidisciplinair te herkennen, maar
terventies op dit gebied wel of niet
plaats, maar in de praktijk. Het aan-
ook landelijk en internationaal. In
werken en het kaf van het koren
bieden
daarom
Nederland gaat een belangrijke sti-
kunnen scheiden. Mogelijk dat dan
slechts één element van een invoe-
mulans uit van bijvoorbeeld de
ook het toetsen van de interventie in
van
scholing
is
vakblad N.V.F.G., oktober 2004
13
de onderzoeksgroep en in de controle groep beter mogelijk is.
Literatuur
Verder zou onderzoek zich kunnen
Hafsteinsdóttir TB. Neurodevelopmental
richten op de mogelijkheden om de
treatment: application to nursing and effects
groep CVA patiënten verder te dif-
on the hemiplegic stroke patients. Journal
ferentiëren. Daarvoor zou diagnos-
of Neuroscience Nursing 1996;28(1):36-47
tiek op het niveau van stoornissen en
Hafsteinsdóttir TB. Neurodevelopmental
beperkingen in activiteiten verder
treatment in the early stage of stroke. Thesis
ontwikkeld moeten worden. Dit is
Utrecht University; 2003.
agnose CVA een zeer grote ver-
Hurkmans-van der Tuuk M., van Keeken P. Het meten van de uitvoering van
scheidenheid
verpleegkundige NDT-interventies.
noodzakelijk omdat de medische diaan
ziektebeelden
oplevert.
Ontwikkeling en validering van een meetin-
Op het vlak van multidisciplinaire
strument. Afstudeerscriptie Universiteit
samenwerking is er nog veel te ont-
Maastricht; 1999.
dekken. De richtlijn Revalidatie na
van Keeken PRC., Keamingk M. Hand-
een beroerte stelt vast dat eenheid in
boek Neurodevelopmental Treatment: een
behandeling en een nauwgezette on-
practische leidraad voor verpleegkundigen
derlinge
en paramedici. Maarssen: Elsevier/Tijd-
afstemming
belangrijke
voorwaarden zijn voor een goed
stroom; 1999.
service.
van Linge R. Innoveren in de gezondheids-
Aangegeven wordt dat er vaak on-
zorg. Theorie, praktijk en onderzoek.Maars-
voldoende afstemming en commu-
sen: Elsevier/Tijdstroom; 1998.
nicatie is tussen de vele hulpverle-
Kaemingk M. EA. Implementatie van neur-
ners. Onderzoek zou hier richtlijnen
orevalidatie. Tijdschrift voor verpleegkun-
kunnen opleveren voor samenwer-
digen 2002; 12 :56-59
functionerende
stroke
kingsmodellen en het proces van samenwerking
Kaemingk M., van Keeken PRC., Rood B. Van NDT naar neurorevalidatie: ontwikkelingen in de neuroverpleegkunde. Cordi-
Conclusie
aal 2000; 4:125-128.
Commissie CVA -revalidatie. Revalidatie
Het NDT concept is van zijn mythe
na een beroerte, richtlijnen en aanbeveling-
ontdaan en dat is winst. Het schept
en voor zorgverleners. Den Haag: Neder-
ruimte om ook in de verpleging met
landse Hartstichting, 2001.
een nuchtere blik de discussie over en
ontwikkeling
naar
neurorevalidatie voort te zetten. Het gedachtegoed van NDT kan daar in belangrijke mate aan bijdragen. Anderzijds levert het NDT concept voldoende bouwstenen voor een gestructureerde verpleegkundige samenwerking
en
humane
zorg, met
voor
andere
beroepsgroepen en voor ketenzorg.
14
fysiotherapie & ouderenzorg
De zorg voor chronisch zieke ouderen Marieke Schuurmans, Mia Duijnstee
Op dit moment is 13 procent van de Nederlandse bevolking 65 jaar of ouder en 3 procent 85 jaar of ouder.
Is de ouderdom een periode van achteruitgang, aftakeling, ziekte en verval? Of
De gemiddelde levensverwachting
is het toch een periode van plezier, inzicht, macht en wijsheid? Waarschijnlijk
voor mannen ligt op 77 jaar en voor
gaat het vooral om de balans in het leven van ouderen.
vrouwen op 81 jaar. Voorspeld
Bij ouderen met één of meer chronische aandoeningen kunnen zorgverleners
wordt dat de zogeheten vergrijzing
veel bijdragen aan die balans.
Dr. M.J. Schuurmans is verplegingswetenschapster, werkzaam in het Universitair Medisch Centrum Utrecht en tot lector Verpleegkundige en paramedische zorg voor mensen met een chronische aandoening. Prof.dr. M.S.H. Duijnstee is directeur van de Academie Gezondheidszorg Utrecht, lector Verpleegkundige en paramedische zorg voor mensen met een chronische aandoening en hoogleraar Gezondheidswetenschappen bij de Faculteit Geneeskunde van de Universiteit Utrecht. Dit artikel is gebaseerd op de openbare les op 13 juni 2004 van het lectoraat Verpleegkundige en paramedische zorg voor mensen met chronische aandoeningen aan de Faculteit Gezondheidszorg van de Hogeschool van Utrecht. De tekst werd op 13 juni jl. namens de lectoren dr. M. Schuurmans en prof.dr. M. Duijnstee uitgesproken door eerstgenoemde. Dit artikel werd eerder geplaatst in het Tijdschrift voor Verpleegkunde.
vakblad N.V.F.G., oktober 2004
rond 2040 zijn toppunt bereikt. In
nische ziekte.
dat jaar zal naar verwachting 23,5
Ouder worden
procent van de bevolking 65-plus zijn. Daarvan zal het percentage 85-plussers
een
groter
aandeel
De meeste ouderen - zowel die met
uitmaken dan nu.
als die zonder chronische aandoe-
Tot de jaren zeventig van de vorige
ningen - menen dat een goede licha-
eeuw was het Nederlandse over-
melijke
heidsbeleid
rijkste is in hun leven, belangrijker
gericht
op
bescher-
gezondheid het
ming. Ouderen waren bejaarden
dan
voor wie gezorgd moest worden.
huisvesting,
inkomen,
Met het oog op meer samenhang in
vrienden
kennissen
het zorgstelsel en op kostenbe-
zinvolle tijdsbesteding. Ruim 60
heersing
procent
verschoof
de
aandacht
hun
huwelijk,
belang-
en
echter
van
hun
de
gezin, geloof, of
een
ouderen
vervolgens naar preventie en stimu-
tussen de 65 en 74 jaar heeft
lering van zorg in eigen kring. Sinds
minstens één chronische ziekte;
de jaren negentig staat het beleid in
van de ouderen tussen de 75 en 85
het teken van het bevorderen van
jaar is dit ruim 70 procent. On-
zelfstandigheid en zelfredzaamheid
geveer 25 procent van de ouderen
van ouderen. Het beeld van ouderen
tussen de 65 en 74 jaar heeft zelfs
is
twee
nu
dat
van
een
kritische
of
méér
chronische
aan-
consument die zelf keuzes en kos-
doeningen tegelijk en bij de ou-
tenafwegingen kan maken (Huijs-
deren tussen de 75 en 85 jaar is dit
man & De Klerk, 1997). De vraag is
ongeveer 40 procent (Deeg, 2002).
of dat beeld aansluit bij de realiteit
In de tabel Chronische aandoe-
van oudere mensen met een chro-
ningen 1990-2015 zijn de top tien
15
Chronische aandoening
Prevalent ie 1990 Totaal Absoluut
Prevalentie per 1000personen (1990)
Verwachte Prevalentie 2010 Totaal absoluut
Verwachte Stijging 1990- 2010 in %
Verwachte stijging 1994-2015 in %
Gewrichtsslijt age Astma/COPD Slechthorend heid Constitutione el eczeem Depressie Hartinfarct Diabetes Mellitus Staar
773.900
25-64 jaar 84
65-74 jaar 420
75+ 561
1045.600
35%
37%
543.300 475.600
62 43
176 220
277 498
666.900 637.800
23% 34%
25% 35%
378.100
36
28
25
397.300
5%
11%
292.400 255.500 245.200
54 29 34
59 178 126
89 188 143
364.300 354.800 322.400
25% 39% 32%
25% 43% 37%
142.700
5
84
275
181.700
34%
38%
CVA Dementie
147.800 102.600
8 -
91 27
179 205
199.400 142.400
35% 39%
43% 39%
Tabel Chronische aandoeningen 1990-2015
van de meest voorkomende chro-
anderen. De huidige groep ouderen
generaties, en dat ook op latere
nische
1990
behoort tot de zogeheten vooroor-
leeftijd zullen blijven doen. De
verwachte
logse generatie die geboren is tus-
oudere van de toekomst zal zijn
stijging daarvan tot 2015 (Ruwaard
sen 1910 en 1929, of de stille gene-
stem laten horen en de behoefte
en Kramers, 1993). Uit deze tabel
ratie, die geboren is tussen 1930 en
aan zorg zal eerder toe- dan afne-
komt duidelijk naar voren dat deze
1945 (Becker, 1994). In de zorg
men. Dat is niet alleen het gevolg
chronische aandoeningen, met uit-
worden zij ook wel vertegenwoor-
van toegenomen verwachtingen of
zondering van het constitutioneel
digers van de dankjewel-generatie
medische vooruitgang. Ook de
eczeem,
veel
genoemd. De toekomstige ouderen,
veranderende gezins- en bevol-
voorkomen bij mensen van 65 jaar
de huidige dertig-, veertig- en vijf-
kingssamenstelling spelen hierin
en ouder en in het bijzonder bij
tig- plussers, behoren tot de zoge-
een rol. Het percentage alleen-
mensen van 75 jaar en ouder. Kijken
noemde protestgeneratie als ze ge-
staande ouderen - in het bijzonder
we naar de prognoses, dan zien we
boren zijn tussen 1946 en 1954, en
het percentage alleenstaande man-
dat de voorspelde toename fors is:
tot de verloren generatie als zij
nen - en het percentage allochtone
bij zeven van de tien aandoeningen
geboren zijn tussen 1955 en 1969.
ouderen nemen de komende twin-
meer dan 30 procent. Bovendien
Zij
tig jaar toe. Bekend is dat de ge-
moet dit percentage in de loop van
welvaart dan de voorgaande gene-
zondheid
de jaren steeds verder naar boven
raties, met een hoger opleidings-
mensen met een lage sociaal eco-
worden bijgesteld.
niveau en meer ruimte voor het
nomische status en grote stads-
Niet alleen het aantal ouderen neemt
individu. De veronderstelling is dat
inwoners
de komende jaren toe, ook hun
zij andere verwachtingen hebben en
minder goed is (Deeg, 2002).
plaats in de samenleving zal ver-
hogere
aandoeningen
weergegeven
16
en
de
in
verhoudingsgewijs
zijn
opgegroeid
eisen
stellen
in
dan
grotere
van
over
alleenstaanden,
het
algemeen
vorige
fysiotherapie & ouderenzorg
In balans blijven
Tot voor kort was er in de ge-
meostase is meer nodig dan een
zondheidszorg
aandacht
bijstelling op het niveau van de
Veel ouderen ervaren beperkingen
voor deze kwetsbare ouderen. De
fysiologie en functionaliteit. Ook
in zelfredzaamheid en mobiliteit als
ouderdom werd gezien als een niet
interacties op psychosociaal niveau
onvermijdelijk gegeven bij het ou-
te vermijden proces van aftakeling.
hebben effect op de homeostase.
der worden. Wanneer je niet ziek
Begin jaren tachtig van de vorige
Van der Plaats bepleit een be-
wordt en geen beperkingen krijgt,
eeuw kwam de aandacht voor dit
nadering waarin homeostase duidt
heb je geluk. Ouderen zelf beschrij-
balanceren in Nederland daadwer-
op een intensief samenspel van
ven de kunst van het ouder worden
kelijk op gang met de erkenning
menselijke activiteiten op licha-
als het omgaan met ziekten en be-
van het specialisme geriatrie (Sip-
melijk, psychisch en sociaal ni-
perkingen op zon manier dat je so-
sma, 2002).
veau.
ciale contacten kunt blijven onder-
Sipsma (1986) beschreef midden
Ook op hoge leeftijd en met
houden en daaraan een gevoel van
jaren tachtig een systeemtheore-
eventuele beperkingen wil je blij-
welbevinden kunt ontlenen (Von
tisch model dat hij het wankele
ven wie je bent. Een mens zal altijd
Faber, 2002). Uit onderzoek, onder
evenwicht noemde. In dat model
blijven streven naar zelfrespect en
andere van Verplegingswetenschap
wordt de handhaving of verstoring
tevredenheid en veel energie steken
Utrecht, is bekend dat voor mensen
van het evenwicht verklaard uit de
in het behoud van eigen moge-
met chronische aandoeningen niet
interactie tussen het psychosociale
lijkheden en het voorkomen van
het
gezondheidsperspectief maar
gedrag en de zelfzorg van de oudere
verlies. Is verlies onvermijdelijk,
het levensperspectief centraal staat.
enerzijds, en de interactie tussen het
dan zal iemand zoeken naar
Ouderen willen niet leven om ziek
psychosociale gedrag en de zorg
regulatie. In dit proces kunnen
te zijn, maar willen zo goed mo-
van anderen anderzijds. Het model
volgens Baltes en Baltes (1990)
gelijk met hun ziekte leven; de din-
gaat
onlosmakelijke
drie componenten onderscheiden
gen doen die voor hen belangrijk
samenhang tussen psychische en
worden: selecteren, optimaliseren
zijn.
somatische functies en de sociale
en compenseren. Selecteren heeft
context.
betrekking op de aanpassing van
chronische aandoeningen en hun
Van der Plaats (1994) drukt dit
doelen en verwachtingen. Optima-
naasten staan voor de opgave om
dynamische evenwicht uit met de
liseren betekent de zeilen bijzetten
leven
in
term homeostase. In de biologie
om de gekozen doelen te bereiken.
evenwicht te brengen; ze zijn steeds
betekent dat: een onophoudelijk
Compenseren houdt in het zoeken
Ouderen
en
met
één
ziekte
of
met
meerdere
elkaar
uit
van
weinig
de
naar alternatieven of ondersteuning als mogelijkheden verloren gaan. Ouder worden is een nieuwe fase in het leven met eigen uitdagingen,
“...niet voor iedereen is fysieke zelfstandigheid het hoogste goed ...”
kansen en verantwoordelijkheden en niet een afwijking ten opzichte van de middelbare leeftijd. Deze constatering vraagt om een herbezinning van professionals (Fulmer
bezig zich aan te passen aan ver-
streven naar het herstel van een
anderende omstandigheden en ba-
toestand van beweeglijk evenwicht
lanceren tussen willen en kunnen,
van het lichaam, met als doel het
draagkracht en draaglast, belasting
leven te behouden in wisselende
en belastbaarheid. Deze groep ou-
omstandigheden. Voor chronisch
deren is vaak kwetsbaar. Hiervoor
zieke ouderen is een biologische
wordt ook wel de Engelse term
opvatting van dit evenwicht te eng
frailty gebruikt.
omdat de mens niet alleen leeft,
Homeostase vakblad N.V.F.G., oktober 2004
& Abraham, 1998).
maar in samenhang met anderen. Voor het handhaven van de ho-
17
De rol van zorgverleners
die voor kortere of langere termijn
zijn of haar deskundigheid op te
ontstaan
heffen.
is
door
een
of
meer
Uit
onderzoek
onder
Hoe bereik je een balans in het leven
aandoeningen.
fysiotherapeuten in de eerste lijn
van alledag? Dat is niet alleen een
Dat de bestudering en de behande-
blijkt dat ze bij oudere patiënten
vraag voor de oudere zelf. Ook
ling van ziekten en aandoeningen
relatief veel aandacht besteden aan
verpleegkundigen
paramedici
niet los staat van de individuele
het verminderen van de beper-
zullen zich daar bij het ondersteunen
achtergrond, de omgeving en de
kingen in verplaatsing. Ze werken
van ouderen met chronische aan-
deelname aan het maatschappelijke
echter nauwelijks aan het verbe-
doeningen en hun familie voort-
leven, zien we ook in de door de
teren van de lichaamsbeheersing,
durend mee bezig moeten houden.
WHO
International
waaronder het bewaren van het
Zorgverleners hebben vanuit hun
Classification of Functioning (ICF)
evenwicht. Bewegingstherapie en
deskundigheid, maar ook vanuit hun
( 2001).
massage worden veel toegepast,
en
eigen waarden- en normenpatroon, duidelijke ideeën over hoe die ondersteuning
zou
moeten
uitgegeven
instructies en advisering echter
Het dagelijks leven
nauwelijks
(Roebroeck
e.a.,
1997).
zijn het
De ADL-onderzoekstraditie gaat
aan
bij
de
dagelijks leven vaak vertaald in
vaak uit van een beschrijving van
levenswijze
van
de
termen als ADL (algemene dage-
het vermogen tot het uitvoeren van
oudere, maar soms ook helemaal
lijkse
BDL
specifieke taken en wordt even-
niet.
(basale
levensverrich-
eens vaak gekarakteriseerd door
(Nieuwstraten e.a., sluiten
die
houding
en
perfect
2000).
Soms
In
de
zorgverlening
wordt
levensverrichtingen), dagelijkse
In het dagelijks leven komen veel handelingen voor die vroeger vanzelf gingen, maar nu veel inspanning, overleg en organisatie vragen. Ouderen ervaren deze dagelijkse kleine ergernissen vaak als meer belastend
dan
de
grote
“...de ‘one-size-fits-all-benadering’ volstaat niet...”
levens-
vragen. Grypdonck (1996) noemt als een van de opdrachten in de professionele zorg voor chronisch
tingen), HDL (huishoudelijke dage-
een beschrijving in termen van
zieken het vergemakkelijken van
lijkse
en
aantasting
de strijd voor het dagelijks leven.
IADL
algemene
vermogen.
Schröck (1988; 1996) ziet het leven
dagelijkse levensverrichtingen). O-
ADL-meetinstrumenten
van alledag als uitgangspunt voor
ver de exacte uitwerking van deze
veelal gebruikt om
zorgverlening. Zij stelt dat zorg-
begrippen
internationale
functionele onafhankelijkheid te
verlening zich primair richt op het
consensus. Voor elk van deze be-
meten. De vraag is echter hoe rele-
bijstaan van anderen in de opgaven
grippen
internationaal
vant deze definiëring van onaf-
van alledag, die zij binnen hun
meetinstrumenten gehanteerd waar-
hankelijkheid is voor ouderen in
cultuur
zelf-
in functionele vaardigheden worden
hun dagelijks leven (Jones Porter,
standig, onafhankelijk en op com-
gemeten. Deze begrippen worden
1995). Voor de meeste mensen
petente wijze kunnen uitvoeren. Het
vaak
bestaat het leven uit meer dan
gaat hierbij om sociale, psychische,
cit-benadering: er zijn beperkingen
wassen,
spirituele en fysieke componenten
die moeten worden opgeheven met
voort.
van het bestaan. Schröck stelt dat de
als streven dat ieder mens zoveel
wordt nogal eens voorbijgegaan
zorg zich in deze context moet
mogelijk zelfstandig kan
aan het eerdergenoemde levens-
richten
voor de activiteiten die dagelijks
perspectief
normale alledag er vroeger uitzag en
terugkeren.
chronische
wat daarvan de moeite waard is om
Door de beperkingen vast te stellen,
voor
na te streven voor de nieuwe situatie
probeert de professional deze vanuit
standigheid
18
normaal
op
de
gesproken
vraag
hoe
deze
levensverrichtingen) (instrumentele
is
geen
worden
toegepast vanuit een
defi-
zorgen
en
afname
aankleden, In
de
van
dat
worden
fysieke en
eten
enzo-
ADL-benadering
mensen
met
aandoeningen.
van
Niet
iedereen het
is
fysieke hoogste
zelfgoed.
fysiotherapie & ouderenzorg
Daarnaast is zelfstandigheid niet
Hoeymans, 1997; Gill e.a. 1997;
Een meta-analyse van Beijer en De
voor iedereen haalbaar. Dat laatste
Kivelä e.a., 2001; Lee, 2000; Pen-
Blaey (2002) haalde vorig jaar de
heeft in de jaren negentig van de
ninx e.a., 1998; Seeman e.a., 1995;
voorpagina van de NRC onder de
vorige
de
2002; Unger e.a. 1999). Deze fac-
titel Veel 65-plussers onnodig in
ontwikkeling van het begrip PDL
toren verklaren mede de hetero-
het ziekenhuis. Hun analyse toon-
-passiviteiten van het dagelijks le-
geniteit in de relatie tussen ziekte en
de aan dat per dag ongeveer 200
ven. Deze term wordt gebruikt om
beperkingen. De eerder genoemde
mensen, overwegend ouderen, in
aan te geven dat mensen hun ADL-
modellen van Sipsma en Van der
het
functies geheel of gedeeltelijk heb-
Plaats worden hiermee keer op keer
opgenomen door verkeerd gebruik
ben moeten laten overnemen door
bevestigd. De wijze waarop oude-
van
zorgverleners.
ren
veroudering
worden voorgeschreven, maar nie-
kijken, heeft in belangrijke mate
mand kijkt of de persoon wel in
invloed op hun functionele status.
staat is ze te nemen en of daarbij
Positieve zelfperceptie werkt, het
problemen optreden.
Ook bij mensen die hun ADL-
lijkt in verband te staan met een
Zowel onderzoek als de praktijk
functies wel zelf zouden kunnen
betere
laten zien dat het inzicht in de
uitvoeren is het de vraag of zij dat
langere termijn (Levy e.a. 2002).
eeuw
geleid
tot
Kunnen en willen
onder alle omstandigheden en op ieder moment wenselijk vinden.
zelf
naar
hun
functionele
status
over
ziekenhuis medicijnen.
De
worden
medicijnen
samenhang van factoren slechts beperkt
Zorg beter toesnijden
moeten
vertaald
wordt
in
de
hedendaagse gezondheidszorg, generaties holistisch opgeleide pro-
Misschien willen ouderen hun energie wel aan iets anders besteden.
Het is de vraag in hoeverre de
fessionals ten spijt. Wetenschap-
Een eerste vereiste om te werken
samenhang
somatische,
pelijke kennis vindt maar mond-
aan herstel van vaardigheden en
functionele, psychische, spirituele
jesmaat zijn weg naar de klinische
handhaving van functionele status
en sociale factoren ook tot uit-
praktijk en er wordt nog weinig
is dat de oudere hier zelf belang aan
drukking komt in de dagelijkse
onderzoek gedaan naar interventies
hecht en zich kan en wil com-
zorgverlening.
die ingrijpen op de verschillende
mitteren aan deze zorg voor zich-
Uit een studie van Hafsteinsdóttir
factoren (Broese van Groenou e.a.,
tussen
zelf (Fulmer & Abraham, 1998). In een studie bij 599 Nederlandse 85-plussers
werden
grote
ver-
schillen gevonden tussen het kunnen verrichten van ADL, in het bijzonder
IADL,
en
het
daad-
“...van de 65-plussers woont 2,5 procent in een verpleeghuis...”
werkelijk doen van deze activiteiten. Deze verschillen kwamen voort
uit
digheden
rolverdeling, en
omstan-
persoonlijke
voor-
(2003)
naar
de
revalidatie
van
2002).
Het
is
duidelijk
dat
de
Vele
CVA-patiënten blijkt dat 51 pro-
huidige
andere studies laten zien dat behoud
cent van hen bij ontslag uit het
nadering in de gezondheidszorg,
en herstel van activiteiten van het
ziekenhuis een depressie had. Tij-
met een eenzijdige somatische fo-
dagelijks leven
bij
dens
de
was
cus, niet volstaat. In de zorg voor
menhangt
een
veel
aandacht
het
ouderen overheerst het beeld van de
somatische en psychosociale fac-
opstarten van de revalidatie ten-
functionele basiszorg, de comple-
toren. Leeftijd, geslacht, sociaal
einde de prognose van de patiënten
xiteit van de problematiek wordt
economische status, leefstijl, erva-
gunstig te beïnvloeden. Het signa-
vaak niet gezien. Daardoor worden
ren gezondheid, sociale interacties
leren en behandelen van de depres-
problemen niet echt opgelost, laat
en steun, cognitieve functies, stem-
sie speelde hierin geen rol. De
staan dat door preventieve maat-
ming, mobiliteit en voedingsstatus
meeste depressies werden dan ook
regelen de voorspelbare problemen
spelen hierbij zeker een rol (Deeg &
niet gezien en niet behandeld.
van chronisch zieke ouderen wor-
keuren
(Bootsma,
met
2002).
ouderen sarange
van
vakblad N.V.F.G., oktober 2004
ziekenhuisopname besteed
aan
one-size-fits-all-ages-be-
19
Uit
Het aantal ouderen dat dagelijks met
kundigen blijkt dat ze niet zozeer
zij
professionele zorg te maken heeft, is
een
levert
overigens niet zo groot als de meeste
ouderen op zich, maar dat de hoge
richtlijnen niet zonder meer de
mensen denken. Van de 65-plussers
mate van afhankelijkheid van ou-
kwaliteit
ontvangt ongeveer 15 procent thuis-
dere patiënten een grote werkdruk
verwacht mag worden. De profes-
zorg, woont ruim 5 procent in een
veroorzaakt in een organisatie die
sional
verzorgingshuis en ongeveer 2,5
gericht is op routine (Pursey &
specifieke identiteit niet alleen aan
procent in een verpleeghuis. Toch
Luker, 1995). Het zorgen voor oude
het door hem of haar uitgevoerde
zijn de dagelijkse inspanningen van
patiënten roept onmacht op wanneer
takenpakket, maar ook aan de
verpleegkundigen
problemen zich opstapelen en de
wijze waarop hij of zij zich als
grotendeels gericht op ouderen met
professional
persoon
chronische
Een
opgelost kunnen worden. Boven-
zorgproces (Jansen, 2003). Effect-
groot deel van de gezondheidszorg
dien worden veel problemen ge-
onderzoek
en
paramedici
aandoeningen.
onderzoek negatief
onder
beeld
niet
verpleeg-
digheden moet doen en hoe hij of
den voorkomen.
hebben
ziet
hoe
van
ze
zich
moet
het
gedragen.
uitvoeren
van
de
ontleent
zorg zijn
deze
op of
engageert naar
Toch
van
die haar
in
het
hulpverlenings-
processen toont aan dat a-specifieke
factoren,
ticiteit
en
existentiële
“...feitelijk zijn professionals minder vatbaar voor rationele argumenten dan we graag willen geloven...”
zoals
eerlijkheid, dimensie
authendie
de
worden
genoemd, onontbeerlijk zijn naast specifieke
factoren
zoals
theo-
retische kennis en vaardigheden, de functionele dimensie. Morele deugdelijkheid bepaalt de aard van de beroepshouding en daarmee de
plaatst in een ethische context. Het
kwaliteit van de zorgverlening.
worden als ouderenzorg. Van de
omgaan
Vanzelfsprekend
cliënten van de thuiszorg is 80
vraagt van professionals dat ze niet
deugdelijkheid
procent ouder dan 65 jaar. Van alle
alleen doen, maar juist ook denken,
kwaamheid niet leiden tot goede
patiënten die door de huisarts ver-
dat ze situaties kunnen beschrijven
zorg (Jansen, 2003). Normatieve
wezen worden naar de fysiothe-
en analyseren en dat ze in staat zijn
professionals
rapeut is 45 procent ouder dan 65
hun beelden aan te scherpen en bij te
gezond verstand, wat wil zeggen
jaar. Bijna de helft van het aantal
stellen (Jansen, 2003).
dat zij een visie hebben en in staat
ligdagen in ziekenhuizen komt voor
Hoe
zijn in concrete situaties prak-
rekening van 65-plussers en ver-
denken en werken komt mede voort
tische
afwegingen
te
pleeg- en verzorgingshuizen wor-
uit hun beroepshouding. De EBP-
(Baart,
2001).
zijn
den bijna uitsluitend bewoond door
besliskunde, die onder meer tot
verleners die een verband leggen
ouderen.
uitdrukking komt in de promotie
tussen de existentiële kwaliteit van
van behandelprotocollen, gaat er
hun eigen leven, de inhoud van
van uit dat mensen logische be-
hun werk en de maatschappelijke
slissers
context waarbinnen zij dat doen
kan
daarom
rustig
gedefinieerd
Beroepshouding
met
deze
studenten
zijn,
en
maar
werksituatie
professionals
feitelijk
zijn
kan zonder
gebruiken
Het
morele vakbe-
hun
maken zorg-
(Graste & Bauduin, 2000).
Uit onderzoek blijkt dat profession-
mensen minder vatbaar voor ra-
als in de gezondheidszorg extra
tionele argumenten dan we graag
vatbaar zijn voor een negatieve kijk
willen geloven (Leijssen, 2000).
Verpleegkundigen en paramedici
op ouderen omdat ze vooral contact
Standaarden
zijn
maken in de behandeling en de
hebben met zieke en afhankelijke
gebaseerd op rationele argumenten.
zorg vele malen per dag keuzes die
ouderen
Anson,
Net als de logisch opgebouwde
van invloed zijn op de balans in het
1995). Dit wordt versterkt door de
beroepscode geven zij aan wat een
leven van ouderen met één of meer
manier waarop in de samenleving
professionele verpleegkundige of
chronische aandoeningen. Versto-
naar ouderen wordt gekeken.
paramedicus in bepaalde omstan-
ringen van de balans kunnen zelfs
20
(Lookinland
&
en
protocollen
fysiotherapie & ouderenzorg
rechtstreeks te herleiden zijn tot het
gerontologie, Amsterdam, 1994.
Hafsteinsdóttir, T.B. Neurodevelopmental
niet of onvoldoende onderkennen
Berg, Jeths van den, A. Volksgezondheid
van problemen door professionals.
Toekomst Verkenning 1997. Gezondheid
Proefschrift Universiteit Utrecht. Labor
Zonder dat verpleegkundigen en
en zorg in de toekomst. RIVM Bilthoven,
Grasi Media BV, Utrecht, 2003.
paramedici zich ervan bewust zijn,
Elsevier/De Tijdstroom, Maarssen, 1997.
treatment in the early stage of stroke.
Huijsman, R. & M. de Klerk.
kunnen zij de prognose van de
Beijer, H.J.M. & Blaey de, C.J. Hospital-
oudere chronische zieken in sterke
ization caused by adverse drug reactions, a
Nederland; een overzicht van de
mate beïnvloeden door middel van
meta-analysis of observational studies.
beleidsontwikkelingen en
primaire en secundaire preventie.
Pharmacy World & Science 24, 2002, nr.
onderzoeksinzichten. Tijdschrift voor
Dat wil zeggen dat ze door het
2, p. 52-60.
Sociale Gezondheidszorg 75, 1997, p.
Succesvolle zorgverlening aan ouderen in
voorkomen of tijdig herkennen van
Bootsma-van der Wiel, A. Disability in
een verstoring van de balans de
the oldest old. Proefschrift Universiteit
Jansen, M. Beroepshouding.
toekomst van de oudere kunnen
Leiden. Optima Grafische Communicatie,
Basisdocument Lectoraat, 2003.
beïnvloeden. Het primaat van de
Rotterdam, 2002.
Jansen, M. Reflectie of Reflexie? Ter
406-416.
zieke ouderen. De belangrijke rol
Broese van Groenou, M.I., Horn, L.M. (red.), Klinkenberg, M., Penninx, B.W.J.H., V.I. Stel. Welke kansen krijgen
die verpleegkundigen en parame-
ouderen in de toekomst? Symposium over
Journal of Aging and Health 7, 1995, nr. 1,
dici spelen in de balans van het
LASA-onderzoeksresultaten. LASA, Am-
p. 24-45.
dagelijks leven van deze groeiende
sterdam, 2002.
medische discipline ten aanzien van de prognose geldt niet bij chronisch
groep
patiënten,
wordt
onvol-
Deeg, D.J.H. Ouder worden, een
publicatie aangeboden, 2003.
Jones Porter, E. A phenomenological alternative to the ADL research tradition.
Kivelä, S.L. & K. Pakhala. Depressive disorder as a predictor of physical disabil-
doende erkend en nog onvoldoende
kwetsbaar succes. Oratie Vrije Universiteit
ity in old age. Journal of the American Ge-
gerealiseerd.
Amsterdam. LASA, Amsterdam, 2002.
riatric Society 49, 2001, nr. 3, p. 290-296.
Nawoord
of gebrekkig oud worden? Een
sessed general, physical, and mental health
literatuurstudie naar determinanten en
on functional decline and mortality in older
De complete tekst van de openbare
gevolgen van functionele beperkingen.
adults. Journal of Epidemiology and Com-
les waarop dit artikel gebaseerd is,
Tijdschrift voor Sociale Gezondheidszorg
munity Health 54, 2000, p. 123-129.
is na te lezen op www.hvu.nl,
75, 1997, p. 397-405.
Deeg, D.J.H. & N. Hoeymans. Succesvol
Lee, Y. The predictive value of self as-
Levy, B.R., Slade, M.D., S.V. Kasl. Lon-
doorklikken op Faculteit Gezond-
Faber von, M. Maten van succes bij
heidszorg en daarna op Lectora-
ouderen. Proefschrift Universiteit van Am-
tions of aging on functional health. Journal
ten en kenniskringen.
sterdam. Optima Grafische Communicatie,
of Gerontology: Psychological Sciences
Rotterdam, 2002.
57B, 2002, nr. 5, p. 409-417.
geriatric nursing. Nursing Clinics of North
hulpverlener. In: Graste, J. & D. Bauduin
America 33, 1998, nr. 3, p. 387-394.
(red.). Waardenvol werk. Ethiek in de
Literatuur Baart, A. Een theorie van de presentatie. Lemma, Utrecht, 2001.
Baltes, P.B. & M.M. Baltes. Psychologi-
Fulmer, T. & I.L. Abraham. Rethinking Gill, T.M., Robison, J.T. M.E. Tinetti. Predictors of recovery in activities of daily
gitudinal benefit of positive self-percep-
Leijssen, M. Het ethos van de geestelijke gezondheidszorg. Van Gorcum, Assen, 2000.
cal perspectives on successful aging: The
living among disabled older persons living
Lookinland, S. & K. Anson. Perpetuation
model of selective optimalization with
in the community. Journal of General Inter-
of ageist attitudes among present and fu-
compensation. In: P.B. Baltes & M.M.
nal Medicine 12, 1997, p. 757-762.
ture health care personnel: implications for
Baltes (eds.). Successful aging: Perspec-
Graste, J. & D. Bauduin (red.).
tives from the behavioral sciences (p.
Waardenvol werk. Ethiek in de geestelijke
1-34). Cambridge University Press, Cam-
gezondheidszorg. Van Gorcum, Assen,
bridge, 1990.
2000.
ouderen jongeren. Werkdocument
ziekte uittillen. Oratie Universiteit Utrecht.
studiedag 16 september 1994. Vrije
Spruyt, van Mantgem & de Does, Leiden,
Universiteit Amsterdam, werkgroep sociale
1996.
Becker, H.A. Cohorten van generaties
vakblad N.V.F.G., oktober 2004
Grypdonck, M.H.G. Het leven boven de
elder care. Journal of Advanced Nursing 21, 1995, p. 47-56.
Nieuwstraten, A., Mercken, C., Duijnstee, M, W. Ros. Samen zorgen, wijkverpleging in relatie tot patiënt en mantelzorg. Intro, Baarn, 2000.
Penninx, B.W.J.H., Guralnik, J.M., Ferrucci, L., Simonsick, E.M., Deeg,
21
toms and physical decline in commu-
Unger, J.B., McAvay, G. Bruce, M.L., Berkman, L., T. Seeman. Variation in the
nity-dwelling older persons. JAMA 279,
impact of social network characteristics on
1998, nr. 21, p. 1720-1726.
physical functioning in elderly persons:
D.J.H., R.B. Wallace. Depressive sympPlaats van der, A. Geriatrie, een spel van
MacArthur Studies of Successful Aging.
evenwicht. Proefschrift Katholieke
Journal of Gerontology: Social Sciences
Universiteit Nijmegen, 1994.
54B, 1999, nr. 5, p. S245-S251.
reotypes: nurses work with older people.
Functioning, Disability and Health. World
Journal of Advanced Nursing 22, 1995, p.
Health Organization, Geneva, 2001.
Pursey, A. & K. Luker. Attitudes and ste-
WHO. ICF, International Classification of
547-555.
Roebroeck, M.E., Dekker, J., Oostendorp, R.A.B., W. Bosveld. Fysiotherapie bij ouderen in de eerste lijn, een inventariserend onderzoek. Nederlands Tijdschrift voor Fysiotherapie, 1997, nr. 5, p. 134-141.
Ruwaard, D. & P. Kramers (red.). Volksgezondheid Toekomst Verkenning. De gezondheidstoestand van de Nederlandse bevolking in de periode 1950-2010. SDU/RIVM, Den Haag, 1993.
Schröck, R. Forschung in der
Krankenpflege: methodologische Probleme. Pflege 1, 1988, nr. 2, p. 84-93.
Schröck, R. Menschliches Miteinander in pflegerischen Beziehungen. Pflege Aktuell, 1996, nr. 11, p. 724-729.
Seeman, T.E., Berkman, L.F., Charpentier, P.A., Blazer, D.G., Albert, M.S., M.E. Tinetti. Behavioral and psychological predictors of physical performance: MacArthur Studies of Successful Aging. Journal of Gerontology: Medical Sciences 50A, 1995, nr. 4, M177-M183.
Seeman, T.E. & X. Chen. Risk and protective factors for physical functioning in older adults with and without chronic conditions: MacArthur Studies of Successful Aging. Journal of Gerontology: Social Sciences 57B, 2002, nr. 3, S135-S144.
Sipsma, D.H. Sociale geriatrie in theorie en praktijk. Proefschrift Rijksuniversiteit Groningen. Promedia, Almere, 1986.
Sipsma, D.H. Gezondheidszorg voor ouderen. In: J.J.F. Schroots (ed.). Handboek psychologie van de volwassen ontwikkeling en veroudering (p. 455-492). Koninklijke Van Gorcum, Assen, 2002.
22
fysiotherapie & ouderenzorg
Therapeutisch Zwemmen met “verpleeghuis” patiënten? Ervaringen met het Halliwick Concept in het verpleeghuis Waelwick: 1984 - 2004. Jan van de Rakt en Johan Lambeck
Het Halliwick Concept In een verpleeghuis is hydrotherapie een weinig gebruikte behandelingsvorm.
Het Halliwick Concept is vanaf
Een oefenbad ontbreekt in veel huizen, een vlinderbad of eventueel een loopbad
1950
James
kan tot de uitrusting behoren. Hydrotherapie in een vlinderbad beperkt zich vaak
McMillan op de Halliwick School
tot passief doorbewegen, eventueel in combinatie met onderwaterstraalmassage.
for
Londen
In een loopbad moet een bewoner actiever zijn, maar het loopbad is te smal om
(McMillan, 1986). McMillan was
echt de voordelen van het water gebruiken.De therapeut staat er meestal bij en
vloeistofmechanisch
kijkt er naar. Dit was min of meer de situatie in verpleeghuis Waelwick ca.
ontwikkeld
Crippled
door
Girls
in
ingenieur.
Deze kennis gebruikte hij om een
20 jaar geleden. Jan van de Rakt ging ook mee het loopbad in om de bewoner te
tien-punten programma te ontwik-
faciliteren en meer aan de grens van het vermogen te trainen.De vraag was
kelen, dat toe werkt naar zelfstandig
hoe je de hydrotherapie kon opbouwen als voorbereiding / ondersteuning van
zwemmen. Centraal in het pro-
therapie op het droge en of je meer met water zou kunnen dan heen en weer
gramma staat de rotatiecontrole c.q.
lopen.
houdingscontrole, belangrijk bij het
Deze vraag werd beantwoord in de Halliwick cursus, die Jan van de Rakt in
zwemmen.
1984 deed bij James McMillan. In dit artikel wordt een overzicht gegeven van
In Engeland wordt Halliwick nog
dit concept, evenals een verslag van de ervaringen met hydrotherapie èn
altijd vooral toegepast als zwem-
zwemmen sinds 1984.
men voor mensen met een functiebeperking. Halliwick clubs zijn
Jan van de Rakt, fysiotherapeut, NDT docent IBITA / Halliwick assistent-docent IHA, e-mail:
[email protected]. Johan Lambeck, fysiotherapeut, Senior Halliwick docent IHA, e-mail:
[email protected]
vakblad N.V.F.G., oktober 2004
aangesloten bij de Halliwick Asso-
Therapy, in Bad Ragaz, Zwit-
ciation of Swimming Therapy. In-
serland (Gamper 1995) en ook in
formatie hierover is te vinden op
Nederland met o.a. Johan Lambeck
www.halliwick.org.co.uk .
(Lambeck
Maar McMillan merkte nog iets:
www.halliwick.nl .
het bewegingsvermogen van deze kinderen op land ging vooruit. Dit
2001,
2004),
zie
Tien punten programma
therapeutisch denken heeft vorm gekregen in publicaties van Reid-
Het tien punten programma is de
Campion in 1998 en in de ont-
basis waarop het Halliwick concept
wikkeling van de Water Specific
het
zwemmen,
de
therapie
op
23
bouwt. Achtereenvolgens zijn dat
en proprioceptief, ook een tactiele
Er is dus een trainingsopbouw
Mental Adjustment, Saggital Rota-
component krijgt in water (Cools
mogelijk waarbij eerst nog veel
tion Control, Transversal Rotation
1986). Dit is vooral van belang als
informatie komt uit de propriocep-
Control,
Rotation
de proprioceptieve component min-
tieve en visuele systemen. Naar-
Control, Combined Rotation Con-
der wordt wanneer het lichaam gaat
mate de patiënt dieper (verticaal)
trol, Upthrust, Balance in Stillness,
zweven.
het water ingaat zal de informatie
Longitudinal
meer tactiel/visueel worden. Want
Turbulent Gliding, Simple Progression en Basic Swimming Move-
Er zijn twee vormen van tactiele
als de patiënt zich tot het niveau
ment. Deze punten worden hier-
informatie.
van circa Th. 11 in het water be-
onder afzonderlijk besproken.
· 1) De informatie van het
geeft wordt het zweven merkbaar
stromende water. Het water
en neemt de sensorische infor-
volgt de contouren van het
matie van de vloer af. Als de
lichaam en geeft bij beweging
patiënt ligt is vooral de tactiele
We moeten ons aanpassen aan de
steeds nieuwe informatie op
component belangrijk. Deze op-
specifieke eisen van het water. Deze
grond van drukveranderingen.
bouw is ook in omgekeerde rich-
aanpassing is essentieel om het wa-
Deze informatie neemt toe met
ting mogelijk (van lig naar stand
ter te kunnen gaan gebruiken voor
de snelheid van de beweging.
en van diep naar ondiep).
1) Mental Adjustment
therapie. Tegelijkertijd biedt het
· 2) De informatie die wordt
medium water meteen therapie om-
gegenereerd als de opwaartse
Evenwichtsreacties zullen in wa-
dat de patiënt zich moet aanpassen
kracht merkbaar wordt. De
ter veranderen. Is het niveau van
aan de specifieke situatie. Deze
opwaartse kracht geeft een
het water lager dan Th. 11 dan
aanpassing of adaptatie betekent dat
groter gevoel van vrijheid maar
kunnen we nog gebruik maken van
er informatie wordt verwerkt en dat
leidt ook tot instabiliteit omdat
de
er problemen met ademhaling en
de opwaartse kracht de patiënt
stein, 2004): er is nog voldoende
evenwicht opgelost moeten worden.
in een situatie brengt dat hij
contact tussen voeten en bodem.
moet bewegen om zijn lichaam
Boven Th. 11 zullen deze stra-
te controleren.
tegieën niet zo effectief zijn. Bo-
Bewegen in water betekent, dat de informatie, op land vooral visueel
enkel/heup
strategie
(Bron-
venromp en hoofd worden belangrijker bij de evenwichtscontrole. Ook kunnen we boven Th. 11 niet meer ijken met de ogen, omdat omlaag kijken naar de voeten, het lichaam uit balans zal brengen in een rotatie naar ventraal. Dit resulteert ongewild in het drijven van de benen. De patiënt moet aldus de controle halen uit het hoofd en de romp om de voeten op de grond te houden. Hierdoor wordt de rompactiveit (Ryerson /Levit 1997) veel belangrijker als iemand in het water is. Of benen drijven hangt af van de soortelijke massa (SM). Wanneer
de
bijvoorbeeld
SM
t.g.v.
laag
is,
osteoporose,
zal een dergelijke patiënt, méér Foto 1. Mental adjustment
24
dan degene met een hoge SM, ge-
fysiotherapie & ouderenzorg
dwongen zijn (een soort van forced use),
tot
veel
romp-
en
hoofd
activiteit om rechtop te blijven. Mental Adjustment dient, zoals eerder gezegd, om de patiënt zich aan te laten passen aan het water maar is tegelijkertijd
het
begin
van
de
land
niet
of
therapie. Patiënten
die
op
nauwelijks durven of kunnen bewegen, zullen dit in water automatisch gaan doen. Dit bewegen behoeft minder kracht (en tonus) dan op het droge. In het water wordt echter wel meer selectiviteit gevraagd. Is de selectiviteit onvoldoende dan zal de therapeut informatie dienen
Foto 2: Een mooi voorbeeld van omhoog komen (combinatie van V.R.C. en
te geven door middel van extra pro-
L.C.R.). De controle over de houding in een instabiele omgeving eist heel veel
prioceptieve en tactiele prikkels. Er
kleine en vooral snelle beweging gecombineerd met basale houdingscontrole. In
kunnen vaste punten worden aan-
deze houding moet de patiënt bijna alles op het gevoel doen want de visuele
geboden en er kan in gesloten
input is nagenoeg afwezig.
ketens worden gewerkt. Dit is één van
de
mogelijkheden
van
het doende selectiviteit ontstaat om de
proces van disengagement.
onderste
romp
te
laten
func-
2) Transversal Rotation Control.
Disengagement is een proces dat bij
tioneren. Hierdoor is het mogelijk
elk punt hoort maar het meest wordt
om
rompbe-
Een van de belangrijkste moge-
gebruikt in het eerste punt. Het is
wegingen ter voorbereiding van de
lijkheden om deze rompopbouw
werken naar een vorm van zelfstan-
sagittal rotation control wat een
verder in te trainen is Transversale
digheid in het water. Klassiek in
mogelijkheid is om de rompver-
Rotatie Controle (TRC). TRC is
Halliwick wordt in dit proces de on-
lengingen en -verkortingen te trai-
bedoeld om de patiënt te leren hoe
dersteuning door de therapeut ver-
nen.
hij in water op de rug moet gaan
minderd tot de patiënt het zelf
Er wordt aldus toegewerkt naar
liggen en weer tot stand moet
kan. Men kan ook andere moge-
zelfstandig bewegen, in combinatie
komen. TRC bevat specifiek ele-
lijkheden gebruiken, bijvoorbeeld:
met verbetering van de mobiliteit
menten om bewegingen te initiëren
stroming
en de selectiviteit van de romp.
en te controleren om de transver-
De indicaties zijn ondermeer;
sale (flexie/extensie) as van elk ge-
vergroten,
diepte
ver-
anderen, ogen sluiten, (mentale) dubbeltaken
invoeren,
aandacht
te
beginnen
met
· Leren zonder hulp te bewegen,
wricht.
afleiden. Eigenlijk is disengage-
wat weer op land overgeno-
Gaan liggen vindt plaats, evenals
ment gericht op het geven van
men kan worden. Men kan den-
buiten het bad, met de excentrische
variatie in een vaardigheid in de zin
ken aan evenwichtsreacties, be-
activiteit van de voorkant van de
van herhaling zonder herhaling
schermpassen en struikelstrate-
romp en het gaan zitten/staan met
(Bernstein, 2003).
gieën.
de concentrische activiteit van de
Op
foto
1
wordt
deze
patiënt
· Werken naar zeer specifiek op-
voorkant. In water is echter minder
gesteund door een gesloten keten
bouwen van selectiviteit van
kracht nodig.
van de bovenste romp (Ryerson
het rompvermogen.
De concentrische activiteiten heb-
/Levit
1997)
waardoor
er
vol-
vakblad N.V.F.G., oktober 2004
ben we op land nodig om van
25
bovenuit, dus vanuit het hoofd en
dus moeilijk. Evenwichtsreacties,
Op land is het vaak letterlijk
bovenste
de tweede verdedigingslinie, zijn
zwaar om een patiënt aan de grens
de
alleen maar aan te leren door aan de
van het zijwaartse evenwicht te
onderlaag. Zo is het oefenen van de
grens van het zij-waartse evenwicht
brengen, waardoor teruggevallen
concentrische activiteiten een basis
te komen en op die plek te oefenen,
wordt op de eerste verdedigings-
om transfers in bed op te kunnen
zie foto 3.
linie (steun/opvangreacties) en er
1997)
romp
los
te
(Ryerson komen
/Levit
van
geen sprake meer is van beweging.
bouwen. Op foto 2 laat een CVA patiënt zien,
Hiervoor zijn enkele factoren van
Omdat het te zwaar is zal de
belang:
spierspanning of spierstijfheid pa-
met een hemibeeld rechts die op het
· Normale tonus.
thologisch toenemen, al dan niet
moment van het naar voren komen
· Een groot rekruteringsvermo-
door het optreden van statische
activiteit
gen om motor-units in te zetten
reacties (Lambeck 2001).
(ventraal) haalt uit de linker kant.
maar ook weer te minderen zo-
Daarnaast zal het rekruteringsver-
Nu is met een kleine nuancering aan
dat er een optimum aan kracht
mogen om motor-units in te zetten
het been deze activiteit meer sym-
en beweging ontstaat, een ande-
of juist niet in te zetten afwezig
metrisch te trainen. De lastarm is
re uitleg van het woord se-
zijn.
lang en daarmee de belasting van de
lectiviteit (Mulder 2001, Gjel-
worden ingezet. Dit leidt tot een
svik 2002).
verstarring en geeft een totaal
de
meeste
verkortende
musculatuur groot.
· Optimale samenwerking van de
Alle
motor-units
zullen
verlies van selectiviteit. De patiënt
Uitbouw naar selectiviteit is mogelijk door op te komen met gebogen benen (vraagt meer controle). Door herhaling in te voeren onstaat een training, waarbij steeds bijna een maximale inspanning van de musculatuur gevraagd wordt en trainingseffect ontstaat (Bassøe Gelsvik 2002). Gaan liggen en zitten in het water heeft nog een extra leereffect. De controle van de beweging wordt in het zwembad vooral gevoed door de tactiele input uit het gehele lichaam. Zo zullen patiënten met neglect problematiek niet meer een beroep kunnen doen op het visuele systeem (Shumway-Cook / Woollacott M 1995) en moeten (Forced Use) de
Foto 3: S.R.C. bij hemibeeld links. In water is training mogelijk van de
tactiele input vanuit de aangedane
evenwichtsreacties omdat de zwaartekracht zo goed als weg is. Het blijkt dat
zijde mede gebruiken om tot een
voor en achter en links en rechts prima kunnen samenwerken .
symmetrische lig/ zit te kunnen komen.
3) Sagittal Rotation Control Zijwaarts bewegen is op land heel moeilijk omdat het steunvlak klein is en snel verandert. De controle is
26
onderste romp (Ryerson /Levit
heeft eigenlijk al zijn kruit al
1997) zowel aan de ventrale als
verschoten.
aan de dorsale zijde.
Lucht geeft zo weinig weerstand
· Weet hebben van je lichaamsgrenzen.
dat alleen de onderlaag kan informeren waar het lichaam van de
fysiotherapie & ouderenzorg
patiënt zich in de ruimte bevindt. In
hoe dit zeer instabiele evenwicht te
rotatie tegelijkertijd. Dus niet al-
water zal het lichaam steeds tactiel
controleren. Dat vereist een goede
leen een rotatie in één vlak maar je
geïnformeerd worden tijdens be-
basistonus om het lichaam gestrekt
zwemt als het ware door alle as-
weging.
te houden en daarnaast een goede
sen en vlakken heen. Deze rotatie is
sterker naarmate de snelheid van de
samenwerking
de eindvorm van de rotatie con-
beweging toeneemt.
schoudergordel en bekkengordel.
trole: een functionele drie-dimen-
Deze snelle bewegingen worden
Verstoringen van het evenwicht om
sionale rotatie om diverse assen
extra geremd omdat de weerstand
deze as eisen snelle, maar vooral
tegelijkertijd.
van het water toe neemt met de be-
ook
wegingssnelheid. Bewegingen, zo-
Hierdoor biedt het een trainingsmo-
Op dit moment is de controle van
als bij evenwichtsverlies, worden
gelijkheid om het systeem te oefe-
het lichaam in water zodanig, dat
daardoor beter geremd wanneer de
nen in het op- en afbouwen van de
we hands-off kunnen gaan werken.
beweging sneller is.
rekrutering van motor-units.
De patiënt kan vallen en weer
Indicaties voor Sagittale Rotatie
Samenvattend is L.R.C. een train-
patiënt
Controle zijn dus alle vormen van
ing om je te bewegen om de lengte
moeten we met behulp van een
evenwichttraining, zoals in het ka-
as en dus een voorbereiding voor
drijfmiddel een of het evenwicht
der van de valpreventie.
het zwemmen. Het is ook een train-
ondersteunen. Maar zelfs als deze
ing om de centrale rol van de romp
fase onbereikbaar is, met of zonder
te trainen. En alleen dat aspect is bv.
drijfmiddel, zijn er alleen met de
voor C.V.A.- patiënten al een su-
eerste fase (Mental Adjustment)
perindicatie om in water te oefe-
voldoende
nen.
lijkheden binnen de methode Halli-
Deze
informatie
wordt
tussen
gecontroleerde
hoofd,
bewegingen.
opstaan in elke richting. Niet elke
4) Longitudinal Rotation Control In het Halliwick Concept neemt rotatiecontrole een centrale plaats in (McMillan,1986). In normale motoriek is rotatie het summum.
5) Combined Rotation Control
haalt
dit
niveau,
therapeutische
soms
moge-
wick.
6) Upthrust
Als iemand stijf of in telgang loopt, dan is de rotatie om de longitunale
Combined Rotation Control staat
Upthrust behelst het ervaren van de
as verdwenen.
voor controle van alle vormen van
wet van Archimedes, het gevoel
Er zijn nauwelijks spieren te bedenken die geen rotatie component in zich hebben. Maar ook pezen hechten aan met rotatie in hun systeem. Zo hecht de achillespees zich aan de calcaneus met 90º rotatie (Bassøe Gelsvik 2002) en wordt de pees van de M.pectoralis aan de humerus verbonden met een rotatie van 180º. Longitudinale rotatie controle betekent vooral dat ruglig wordt gecontroleerd. Dit houdt het handhaven of stabiliseren van een symmetrische houding in, uiteindelijk 360º
draaien
om
de
lengte-as.
Verder moet om te blijven drijven, eventueel met lichte steun, er een oplossing gevonden worden,
vakblad N.V.F.G., oktober 2004
Foto 4: beleven van de opwaartse kracht: Upthrust
27
been en tegelijkertijd ventrale turbulentie, hetgeen dorsale activiteit eist. In foto 7 wordt in stand geoefend om
meer ventraal ver-
mogen te creëren, eventueel met een extra gesloten keten ventraal. Hierdoor wordt het
voor deze
patiënt mogelijk zelf in het bad te lopen.
8) Turbulent Gliding Een stapje verder is Tubulent gliding waarbij zonder de patiënt aan te raken, deze door turbulentie door het gehele bad drijft. Op foto 8 is prachtig te zien dat het
Foto 5: Balance in Stillness, turbulentie onder één lichaamshelft.
niet uitmaakt hoe men drijft. Essentieel is zoeken naar de beste houding waarbij vaak een selechebben niet onder te kunnen gaan
Balance in Stillness betekent dat de
tieve spanning van bil en buik no-
ook al wordt je naar beneden ge-
patiënt in elke positie in staat is alle
dig is .
drukt. Dit punt draagt in verdere
veranderingen door turbulentie en/
Centraal is het lichaam in even-
mate bij tot de zekerheid dat men na
of golfslag centraal te kunnen
wicht en is links en rechts volledig
het vallen weer boven komt. Pas nu
controleren. Balance in Stillness is
symmetrisch. Dat betekent niet dat
zal iemand zonder hulp tot aan de
het toppunt van in evenwicht zijn,
dit ook aan de buitenkant zo te zien
grenzen van het evenwicht durven
met en in het water en in staat zijn
is. Dat is niet belangrijk de balans
gaan (zie foto 4).
met kleine, snelle en selectieve be-
is er en met turbulentie onder de
wegingen het lichaam te contro-
schouderbladen wordt de patiënt
leren.
als het ware meegezogen zoals
7) Balance in Stillness
moeder eend de kleintjes meeTot aan dit punt is het Halliwick Concept zo dynamisch als mogelijk, gericht op bewegingservaring. Deze fase is statisch: er is evenwicht maar je ziet het niet. Dit punt is ook het
zuigt.
9 en 10) Simple Progression and Basic Swimming Movement
startpunt voor de lokale oefeningen Therapy,
Vanuit Turbulent Gliding is het
bijvoorbeeld gericht op het stabi-
een kleine stap om te komen tot
liseren van een kniegewricht.
een vorm van zelf vooruitkomen
uit
de
Water
Specific
in water. Wel zal iedere beweging De fotos 5, 6 en 7 bevatten drie
van armen of benen een verstoring
voorbeelden van Balance in Still-
geven van de Balance in Still-
ness. In foto 5 wordt de uitgangs-
ness en dus weer meer eisen van
houding extra bemoeilijkt wordt
het lichaam om toch in balans te
door turbulentie onder één zijde van
blijven. Ook nu geldt dat veel
Foto 6: Balance in Stillness, extra
het
een
selectiviteit gevraagd wordt om
informatie aan been met ventrale
situatie in stand, waarbij wel extra
deze balans te kunnen houden.
turbulentie.
informatie gegeven wordt aan het
28
lichaam.
Foto
6
toont
fysiotherapie & ouderenzorg
Lambeck J. (Ed). Hydrotherapie N.P.I. 2001
Lambeck J, Stanat FC & Kinnaird DW The Halliwick Concept.. In: Cole, AJ. & Becker, BM (Eds). Comprehensive Aquatic Therapy. (2004).
Butterworth-Heinemann McMillan J in Halliwick in 1986 Stichting NDT Nijmegen Congresreader 1986
Mulder T. De geboren aanpasser Contact 2001
Reid-Campion M. Hydrotherapy Principles and practice Butterworth & Heinemann1998
Ryerson S. / Levit K. Functional Movement Reeducation , Churchill Livingstone 1997
Shumway-Cook / Woollacott M. Motor Control Williams & Wilkins 1995 Foto 7: Balance in Stillness. Oefening in stand, met gesloten keten ventraal.
Vandaar uit kan de behandelaar
Cools AR in Halliwick in 1986 Stichting
steeds verder voortbouwen.
NDT Nijmegen Congresreader 1986
Samenvatting
therapie und Training ,Gustav Fisher 1995
Gamper U. Wasserspecifische bewegungs-
In elk van deze 10 punten zijn veel trainingsmogelijkheden voor alle indicaties die met problemen van bewegen te maken hebben. Dit geldt zowel voor de orthopedie, de reumatologie
als
de
neurologie
(ook dementie). Hydrotherapie volgens het Halliwick Concept schept een uitstekend uitgangspunt voor een opbouw naar therapie op het droge.
Literatuur Bassøe Gjelsvik B. Form und Funktion Verlag Thieme 2002
Bernstein N. in Carr J & Sheperd R (2003). Stroke Rehabilitation. Butterworth-Heinemann
Bronstein AM, Brandt T, Woollacott M, Nutt JG (2004). Clinical disorders of balance, posture and gait. Arnold Publishing
vakblad N.V.F.G., oktober 2004
Foto 8: Turbulent Gliding.
29
Reacties Neglect en best practice, ervaringen uit de praktijk
bewegen naar de neglectzijde. Het toe-
alsook voor het niveau van functio-
passen van verbale of cognitieve stra-
neren van een patiënt. Het verschil
tegieën kan een patiënt ook dwingen om
tussen neglect en anosognosia wordt
Het artikel Het belang van het herken-
taken uit te voeren aan de neglectzijde,
daarbij niet duidelijk aangegeven.
nen van inattentieproblemen bij pa-
bijvoorbeeld eerst links stappen, dan
In de praktijk zien we een neglect bij
tiënten met een beroerte van Marijke
rechts.
een patiënt veelal verdwijnen. Dat be-
Rensink
Haffsteinsdóttir
Om aandacht te krijgen voor de neg-
tekent dan dat het neglect hersteld is of
(F&O nr 2 2004), heb ik met grote
lectzijde en om extinctie te voorkomen,
dat de patiënt heeft geleerd ermee om
belangstelling gelezen. In het artikel
is oefenen in een prikkelarme omgeving
te gaan. Uit onderzoek (Marsel-Mesu-
wordt
zeer
de
laum 1985) blijkt dat 50% van de pa-
overzicht gegeven over het verschijnsel
niet-neglectzijde iets gebeurt dan zal dat
tiënten met een neglect herstelt binnen
neglect aan de hand van gegevens uit di-
de aandacht wegnemen van de neg-
9 tot 43 weken. Het komt voor dat een
verse onderzoeken. Er wordt terecht ook
lectzijde. Dit pleit ook voor het een-
neglect weer terugkomt met name in
van
zijdig oefenen van een arm of een been,
een andere omgeving of bij stressvolle
en niet tweezijdig tegelijk.
gebeurtenissen. Mijns inziens is er dan
het
Bij voorkeur wordt er actief bewogen,
sprake van een zogenaamd hersteld
aspecten
echter bij patiënten met een forse hemi-
neglect, een neglect waarmee een
komen echter onvoldoende aan bod: de
parese wordt ook het passief bewegen
patiënt heeft leren omgaan.
behandelingsmogelijkheden,de invloed
toegepast. Voor het passief bewegen is
Er is een verschil tussen een neglect en
van een neglect op het functioneren, het
het toepassen van een FES apparaat niet
een anosognosia immers het geen-
verschil tussen anosognosia en een ne-
de enige manier. Het passief bewegen
aandacht-hebben-voor een neglect, is
glect en het verschil tussen een neglect
van een patiënt aan de neglectzijde door
niet
en sensorische of motorische stoor-
de therapeut kan goed werken. De
hebben-van een anosognosia. Uit on-
nissen. In deze reactie zou ik graag
patiënt moet dan wel aandacht hebben
derzoek (Pedersen 1997, Appelros
enkele
voor de uitgevoerde bewegingen aan de
2002) blijkt dat een neglect het niveau
neglectzijde.
van functioneren niet beïnvloedt, maar
Na een beroerte heeft een patiënt veelal
een anosognosia dat wel doet. In de
In het artikel wordt visuele scanning-
meer tijd nodig om te reageren op
praktijk is duidelijk merkbaar dat een
technieken als best practice genoemd.
prikkels. Het verlagen van het tempo
neglect
Met visuele scanningtechnieken pro-
van bewegen (pacing) is ook een best
patiënt beïnvloedt, zeker in eerste
beert men de patiënt te dwingen om aan
practice.
instantie. Op
de neglectzijde taken uit te voeren. Als
Uiteindelijk gaat er om dat de patiënt
patiënt heeft geleerd om met een ne-
voorbeelden worden o.a. genoemd cues,
aandacht heeft voor de neglectzijde en
glect om te gaan, is het neglect niet
slaan op tafel en rinkelen van een bel.
dat er bewegingen of acties plaatsvinden
meer bepalend voor het niveau van
In de praktijk van de fysiotherapeuti-
aan die neglectzijde die de patiënt
functioneren. Het zal echter altijd wel
sche
vervolgens kan waarnemen. Er zullen
het functioneren blijven beïnvloeden
nog vele andere voorbeelden te noemen
immers de patiënt moet er bewust mee
zijn.
om blijven gaan. Bij een anosognosia
en
een
de
uitgebreid
en
fysiotherapeuten
gevraagd immers
Thóra
voor een
neglect
revalidatieproces.
best
deze
duidelijk
aandacht
problematiek beïnvloedt
Enkele
practice
aanvullingen
willen doen.
behandeling
voorbeelden
te
zijn
vele
noemen
andere
zoals
de
plaatsing van een bed of stoel in een
raadzaam, immers
als
aan
ruimte, de benadering van een patiënt
hetzelfde als
het
het
geen-weet-
functioneren
het
van
moment dat
een
de
weet de patiënt niet dat er een neg-
aan de neglectzijde of het oefenen van
In het artikel wordt aangegeven dat een
lectzijde is en kan er dus ook niet mee
rotaties om de lengteas en het zijwaarts
neglect ongunstig is voor de prognose
leren omgaan. Een anosognosia is dus
30
fysiotherapie & ouderenzorg
Reacties duidelijk
het
om het onderscheid wel te maken zowel
Bij de beschrijving van de definitie van
functioneren van een patiënt, ook voor
wel
bij de diagnose alsook bij de behan-
neglect staat duidelijk dat neglect niet
het
deling. Het is een kwestie van aandacht
het gevolg mag zijn van sensorische
om beide zaken uit elkaar te houden.
stoornissen.
niveau
bepalend
van
voor
functioneren.
Een
anosognosia komt met name veel voor in de acute fase na een beroerte. Elk
Het
is
goed
dat
de
briefschrijfster hier nog extra op at-
ernstig neglect zal in eerste instantie
Ik
bovenstaande opmer-
tendeert, want in de praktijk valt het
ook een anosognosia zijn, immers als de
kingen een bijdrage te hebben geleverd
niet mee om beide stoornissen te on-
patiënt niet gewezen is op een niet-
aan de best-practice voor een behan-
derscheiden, zeker als er ook nog
waarneembare neglectzijde dan heeft
deling van een patiënt met een neglect.
sprake is van andere hogere functie-
hoop
met
de patiënt daar geen weet van. Als de
stoornissen.
patiënt niet leert omgaan met deze aan-
Annette van den Boom-Melman, Fy-
dachtsstoornis dan zal het een ano-
siotherapeut
sognosia blijven. Het verschil tussen
Leiden,
een anosognosia en een neglect lijkt dus
Augustus 2004
meer iets te zeggen over het leervermogen van de patiënt.
Verpleeghuis
Overrhyn
Marijke Rensink
[email protected],
Reactie van de auteur
In de acute fase is het verschil tussen een neglect en een anosognosia dus
Scanningstechnieken.
moeilijk te maken. In de sub-acute fase
Het artikel eindigt met : voorlopig
is er wel een duidelijk verschil te maken
wordt training met visuele scannings-
en is de invloed op het functioneren van
technieken aanbevolen. Welke inter-
een patiënt en de prognose verschillend.
venties evidence based zijn wordt uit de
Het pleit ervoor om dit verschil dan ook
literatuur niet duidelijk. Inventarisatie
bij de diagnose vast te stellen waarbij de
van interventies die in de praktijk
Catherine Bergego schaal met name
gebruikt worden levert een scala aan
zeer bruikbaar is.
(soms) zeer creatieve oplossingen. Het is goed dat deze praktijkvoorbeelden
In het artikel wordt het verschil tussen
beschreven worden, zoals in de reactie
een neglect en sensorisch of motorische
van Annette van den Boom. Ook de re-
stoornissen slechts kort aangegeven.
cent verschenen KNGF richtlijnen ge-
Er is een verschil tussen een gevoels-
ven immers geen aanbevelingen op in-
uitval en een sensorisch neglect, tussen
terventieniveau.
een hemianopsie en visueel neglect of
Het verschijnsel anosognosie is inder-
tussen een parese en motorisch neglect.
daad minder aan bod gekomen in het
Een motorische of sensorische stoornis
artikel. Alleen bij het gedeelte over de
of een neglect, zal voor een patiënt in
indeling van neglect. Wanner een ano-
eerste instantie hetzelfde aanvoelen en
sognosie voor neglect blijft bestaan
zal dezelfde functionele beperkingen
heeft dit natuurlijk invloed op het func-
geven. Bij testen kunnen beide zaken
tionele herstel. Maar het voerde te ver
ook makkelijk door elkaar spelen. Voor
om ook de theorieën over anosgnosie te
de behandeling is het echter essentieel
behandelen.
vakblad N.V.F.G., oktober 2004
31
Recensies de laatste twee vragen zou de kwaliteit
Pijnappels c.s. nauwkeurig via krach-
van het fysiotherapeutisch handelen
tenplateaus in de grond in kaart ge-
kunnen verbeteren t.a.v. dit onderwerp.
bracht. Het blijkt dat het standbeen drie din-
Voor mij was het meest verrassend aan
gen doet: forse plantairflexie in de
dit proefschrift het gegeven dat Pijn-
enkel om de romp iets hoger te krijgen
appels zich voornamelijk gericht heeft
waardoor het zwaaibeen verder voor-
op het functioneren van het standbeen
uit kan en een knieflexie
tijdens het struikelen. Om het een beetje
extensie om de te sterke voorwaartse
eenvoudig te houden bekijk ik hier
verplaatsing van de romp af te rem-
alleen de elevating strategy. Een
men. Hoe beter die voorwaartse ver-
proefpersoon komt aangelopen op een
plaatsing door het standbeen kan wor-
wandelpad. Ergens op dit pad kunnen
den beteugeld, hoe groter de kans is
de onderzoekers desgewenst plaatjes
dat de proefpersoon zijn ingezette
Recovery from a trip in young and older adults
uit de grond laten schieten waardoor de
struikeling kan opvangen.
zwaaifase van het zwaaibeen wordt on-
Pijnappels vergelijkt in haar onder-
Mirjam Pijnappels
derbroken
te
zoek de gegevens van de krachten-
struikelen. Als deze obstructie vroeg in
plateaus van een jongere en een
In het dankwoord aan het slot van haar
de zwaaifase optreed gebruiken alle
oudere groep. Het blijkt dat de re-
proefschrift schreef Mirjam Pijnappels
mensen een elevating strategy, dat
actiekrachten van het standbeen in de
ongeveer het volgende:
wil zeggen: optillen van het zwaaibeen,
oudere groep kleiner zijn, dat de
Promoveren zou je kunnen vergelijken
snel, over de hindernis heen zetten,
voorwaartse verplaatsing van de romp
met lopen. Je probeert de juiste weg te
voor het lichaam plaatsen en proberen
groter is en dat de deelnemers van de
vinden en soms verschijnen er obsta-
de verstoorde balans op te vangen.
oudere groep ook enkele keren vallen.
kels op je pad waar je over kunt strui-
Want t.g.v. de obstructie zal het bo-
Conclusie: oudere mensen vallen va-
kelen of maak je eens een misstapje.
venlichaam zich door de traagheid van
ker na gestruikeld te zijn omdat men
Maar je leert met vallen en opstaan en
de beweging relatief te ver naar voren
niet snel genoeg voldoende kracht kan
uiteindelijk weet je jezelf overeind te
verplaatsen. Het zwaartepunt van het
genereren in het standbeen om de ge-
houden.
lichaam komt te ver naar voren te liggen
volgen van obstructie van het zwaai-
Een treffende beeldspraak in een proef-
en mensen dreigen te vallen als het naar
been op te vangen. Pijnappels sugge-
schrift dat als onderwerp het opvangen
voren gezwaaide been niet snel genoeg
reert dat krachttraining bij ouderen het
van een struikelmoment bij jongeren en
op de juiste plaats gezet kan worden,
vallen zou moeten kunnen verminde-
ouderen heeft. Hoe vangt een gezonde
vóór het lichaam.
ren.
proefpersoon een struikelmomentop,
En hier komt.het standbeen aan de orde.
Saillant detail is wel dat de ouderen na
hoe herstelt deze proefpersoon zijn ba-
Dat standbeen doet namelijk enorm zijn
enkele keren gevallen te zijn (men
lans, hoe doet een oudere dat en waar-
best om de voorwaartse beweging van
werd beschermd m.b.v. een
om is die oudere minder succesvol?
de romp af te remmen en zo het
chutepak dat vast zat aan een looprails
Uitermate zinnige vragen voor geria-
zwaaibeen de tijd te gunnen voldoende
boven de proefpersoon) uiteindelijk
triefysiotherapeuten die veelvuldig be-
naar voren te kunnen zwaaien om de
het wel voor elkaar kreeg om minder te
zig zijn met het oefenen van valge-
verstoorde balans op te vangen. De
vallen. Omdat bij deze gevallen de
vaarlijke ouderen. Helder antwoord op
krachten in het standbeen zijn door
krachten van
32
en
mensen
beginnen
het
en heup-
para-
krachtenplatform
fysiotherapie & ouderenzorg
Recensies
niet veranderden verwacht Pijnappels
compleet en leerzaam boek is, heeft het
delijke indeling die er eerder was. Zo
dat mensen toch het zwaaibeen beter
inmiddels wel bewezen anders zouden
is het lastiger om bepaalde dingen snel
geplaatst kregen. Regelmatig vallen in
er nooit zoveel vernieuwde versies van
na te zoeken. Het overzicht is daardoor
een veilige (oefen)omgeving zou ook
zijn verschenen. Mede door de op-
een beetje zoek.
een
zijn.
eenvolging van de verschillende druk-
Wat ik wel leuk vind aan het boek is
Pijnappels onderzoekt als eerste de
ken is het boek bij de tijd gebleven en
dat er aan het begin van elk hoofdstuk
kracht-optie verder.
daardoor nog steeds uitermate geschikt
een casuïstiek beschreven wordt met
als studieboek. Prof. Oosterhuis is in
enkele vragen erbij. Op die manier kan
2002 overleden en de twee bovenge-
je snel even testen hoe het met je
noemde auteurs hebben zijn werk ver-
parate kennis is gesteld. De antwoor-
volgd. Er zijn vergeleken met de vorige
den worden aan het eind van het boek
druk
veel tekstuele wijzigingen aan-
vermeld. Ook vind ik het boek er goed
gebracht en diverse figuren vervangen
vormgegeven uit zien. Als je het boek
of toegevoegd.
openslaat ziet het er overzichtelijk uit.
De eerste hoofdstukken nemen je mee
De tekst is verdeeld over twee ko-
naar de basisfysiologie en anatomie
lommen per pagina zodat lange lappen
zodat je eventueel weggezakte kennis
tekst vermeden worden. Dat maakt het
weer een beetje op kan rakelen. Dit
lezen wel prettig.
wordt op een eenvoudige en heldere
Als je binnen de ouderenzorg werk-
wijze beschreven. Dit alles wordt ver-
zaam bent kom je frequent neurolo-
helderd met duidelijke figuren en tabel-
gische ziektebeelden tegen. Het is dan
len.
ook zeer belangrijk om je neurologi-
Vervolgens wordt er kort aandacht be-
sche kennis op peil te houden. Dit boek
steed aan aanvullend onderzoek zoals
is zeker een geschikt boek om die ken-
Klinische neurologie
rontgenonderzoek, CT-scan, MRI en
nis te verkrijgen of vergroten. Mocht
J.B.M. Kuks, J.W. Snoek, H.J.G.H.
EEG. Ook hier wordt gebruik gemaakt
je echter een eerdere druk in de kast
Oosterhuis
van fotos om het een en ander te ver-
hebben staan, dan kan je die eigenlijk
ISBN 90 313 4028 6
duidelijken.
net zo goed gebruiken. Het is niet no-
De laatste zestien hoofdstukken (en te-
dig om dan een nieuw exemplaar aan
Het is alweer een tijdje geleden dat ik
vens het grootste gedeelte van het boek)
te schaffen om af en toe je kennis even
een eerdere druk van klinische neu-
bestaat uit uiteenlopende neurologische
op te halen of iets na te zoeken.
rologie in mijn handen heb gehad.
ziektebeelden
Tijdens mijn studie voor fysiotherapie
ziekten, multiple sclerose, dementieen,
was het een van de leerboeken. Ik kan
CVA, neuromusculaire ziekten, perifere
me herinneren dat het ik daar menig
zenuwaandoeningen en
uurtje in heb zitten studeren. Maar goed
ziektebeelden. Wat ik jammer vind is
dat is verleden tijd en voor me ligt de
dat vergeleken met een andere druk dit
inmiddels vijftiende druk van dit boek.
gedeelte er niet overzichtelijker op ge-
Het begon allemaal in 1972 toen de
worden is. De paragrafen hebben een
eerste druk verscheen. Dat het een
lange zin als kop en niet meer de dui-
behandelstrategie
kunnen
John Branten
vakblad N.V.F.G., oktober 2004
zoals:
extrapiramidale
vele
Chantal Leijgraaff
andere
33
Recensies Artikel in het kort
In de interventie groep waren at ran-
tiecentrum. De T1 was aan het eind van
dom 31 patiënten ingedeeld. De con-
de trainingsperiode, T3 na 3 maanden
Two Years Later: A Prospective Long-Term Follow-Up of a Training Intervention in Geriatric Patiënts With a History of Severe Falls.
trolegroep kreeg placebo activiteiten
en T4 na 2 jaar. De gegevens werden
die bestonden uit 3 keer per week een
genoteerd door een persoon die blind
uur bewegingsactiviteiten zoals stret-
was van indeling van de 2 groepen.
chen en baloefeningen vanuit zit. In de
Er werd bij de metingen gebruik ge-
controle groep waren at random 26 pa-
maakt van verschillende testen inge-
Klaus Hauer, PhD, Mathias Pfisterer,
tiënten ingedeeld. Omdat veel patiën-
deeld op kracht en functioneel niveau
MD,
ten aan het revalideren waren kregen ze
(en cognitie niveau).
Bartsch, MD, Peter Oster, MD
naast de oefeningen van het onderzoek
Aan het eind van het onderzoek waren
Arch Phys Med Rehabil Vol 84
ook nog reguliere fysiotherapie. Dit
nog 46 patiënten in leven: 26 patiënten
gold voor alle deelnemers ongeacht in
in de interventie groep en 20 patiënten
Ondanks dat er veel onderzoek gedaan
welke groep ze waren ingedeeld. 2 keer
in de placebo groep.
is naar het effect van fysieke training
per week kregen ze voor 25 minuten
bij ouderen, is er weinig onderzoek
therapie die dan niet bestond uit kracht
Resultaten gaven het volgende aan: de
gedaan naar het lange termijn effect.
en balans training. Duidelijk wordt
resultaten van de testen gericht op
Dit was een reden voor Klaus Hauer
vermeld
dezelfde
kracht waren bij allebei de groepen
e.a. om een twee jarig prospectief
oefeningen kregen. Dit maakt de kans
verminderd na 2 jaar. De patiënten van
onderzoek te doen naar het effect van
op confouding al een stuk kleiner.
de interventiegroep lieten een verval
trainingsinterventie bij ouderen die in
Echter is niet duidelijk wanneer ze de
zien in de, tijdens de interventie ver-
het verleden wel eens zijn gevallen.
therapie kregen. Op dezelfde dag als de
beterde, krachttesten. Verschillen tus-
Het onderzoeksplan bestond uit een
onderzoeksoefeningen of op de andere
sen de groepen was significant in de
prospectief 2 jarige follow up van een
dagen? De vraag die mij dan meteen te
meeste functionele testen. Functioneel
gerandomiseerd placebo-controle in-
binnen schiet is: welke therapie kregen
verval was groter bij personen die
terventie. Hierbij werd bij aanvang
ze dan wel?
woonden
Mattias
gebruik
Schuler,
gemaakt
van
MD,
75
Peter
dat
ze
allemaal
oudere
in
een
instelling
of
bij
familieleden dan mensen die weer naar
patiënten (gemiddelde leeftijd 84.3)
De interventie werd gestart 6 weken na
huis zijn gegaan na de interventie. De
die aan het revalideren waren in een
de val en werd gegeven op de operatie
fysieke activiteiten, die waren toe-
ziekenhuiscentrum in Duitsland. On-
afdeling of op de revalidatieafdeling.
genomen tijdens te interventie, waren
duidelijk is hoe dat frequent vallen ge-
De interventie bestond uit krachttrai-
terug gevallen naar de waarden geme-
meten is en wat de uitgangspositie was.
ning in combinatie met functionele
ten bij de basismetingen. Er wordt ver-
Hoe vaak moet je gevallen zijn om deel
training en balans training 3 keer in de
der weinig gezegd over de resultaten
te mogen nemen? Wel staat vermeld
week voor 3 maanden. Hierbij werd
van de cognitieve testen.
dat 86 % in het revalidatiecentrum was
getraind op 70-90% van ieders indi-
Conclusie: Verbetering van het uitvoe-
opgenomen na een val met valgere-
viduele maximaal vermogen. Echter
ren van fysieke activiteiten, van de
lateerde fracturen van de onderste ex-
wordt in het artikel niet vermeld hoe dit
interventiegroep tijdens de interventie,
tremiteit en/of heup. 14% was opge-
gemeten is. Er wordt expliciet gemeld
leidde niet tot een verhoogd niveau van
nomen wegens andere redenen die
dat op de baseline metingen gedaan
daadwerkelijk uitvoeren van fysieke
gerelateerd waren aan hun val.
zijn voor de randomisatie, ongeveer 3
activiteiten na het stoppen van de
tot 4 weken na opname in het revalida-
interventie. Dit kan waarschijnlijk de
34
fysiotherapie & ouderenzorg
Recensies
reden zijn voor het verlies van het
Artikel in het kort
geheugen. Dit fenomeen doet zich ook
kunnen uitvoeren van fysieke activi-
voor bij een beginnende Alzheimer.
teiten na stoppen van de interventie.
De zin van reminiscenties
Wat kunnen wij fysiotherapeuten nu
Ze geven verder aan in de conclusie
Douwe Draaisma
met dit fenomeen?
dat het continueren van trainingspro-
Tijdschrift
grammas bij deze doelgroep nood-
Geriatrie 2004; 35
voor
Gerontologie
De laatste tien jaar is getracht om reminiscenties in te zetten als therapeu-
zakelijk is om mensen actief te houden
tisch instrument. Een recent voorbeeld
en het verlies in fysiek en dagelijks
De auteur beschrijft in dit artikel het
is het project Geheugen in Beeld. Bij
functioneren zo veel mogelijk tegen te
bestaan van reminiscentie effecten.
deze
gaan want dat kan leiden tot verlies
Bij een ouder geheugen lijkt een
sprekken gevoerd naar aanleiding van
van autonomie.
voorkeur te ontstaan voor herinnerin-
historische fotos. Dit heeft in de be-
gen
ginfase van dementie een activerend
Jojanneke Diemers
NPi Met ingang van deze editie wordt deze rubriek niet meer gezamenlijk verzorgd met het NPI. Door de forse vermindering van de subsidiestroom moet het documentatie centrumvan het NPi, markt-conforme tarieven berekenen. Deze tarieven zijn voor ons maar lastig te betalen.
uit
de
jeugd en
vroege vol-
werkwijze worden
groepsge-
wassenheid. Dit effect heet remini-
effect.
scentie.
Dit zou verklaard kunnen worden door
Draaisma vertelt hoe er vanuit de
het feit dat bewoners in een verpleeg-
psychologie en de gerontologie door
huis noodgedwongen in een afhanke-
de jaren heen naar dit fenomeen is
lijkheidssituatie terecht komen. In het
gekeken en welke onderzoekslijnen
gesprek over die fotos valt die afhan-
zijn gevolgd. Volgens de auteur is het
kelijkheid weg en is de dementerende
geheugen gebonden aan leeftijd. Het
oudere de deskundige over de foto die
geheugen van een kind werkt anders
iets vertelt over zijn vroegere levens-
dan dat van iemand van vijftig of
loop en huidige belevingswereld. De-
zeventig jaar. Een oud geheugen is een
ze verandering in de sociale rol geeft
instrument geworden waarvan som-
zelfvertrouwen, ondersteunt gevoe-
mige onderdelen het niet meer zo goed
lens van eigenwaarde en stimuleert ge-
doen. Het kost meer moeite om iets uit
voelens van verbondenheid en veilig-
het hoofd te leren. Het wordt moei-
heid. Effecten die ook voor de fysio-
lijker om gebeurtenissen te dateren.
therapeutische behandeling van be-
Ook wordt het lastiger om plannen te
lang zijn. Wanneer een patiënt onzeker
maken voor de toekomst. Er lijkt een
en bang is om te lopen, heb je een in-
reminiscentie piek te zijn over de
strument om de patiënt op zijn gemak
periode tussen ruwweg het vijftiende
te stellen en zo te stimuleren om toch te
en
gaan lopen.
vijfentwintigste levensjaar. Het
reminiscentie-effect is zeer hardnek-
Al met al een interessant artikel dat
kig. Het begint duidelijke vormen aan
uitnodigt tot het (nog) bewuster ge-
Wij bedanken het
te nemen tegen het zestigste levensjaar
bruik maken van reminiscenties bin-
documentatiecentrum voor de
en wordt daarna krachtiger. De leeftijd
nen ons fysiotherapeutisch handelen.
prettige samenwerking van de
en niet de ernst van de gebeurtenissen
afgelopen 10 jaar en wensen hen
lijkt een selecterende factor bij wat
veel succes.
vakblad N.V.F.G., oktober 2004
zichtbaar
wordt
in
het
Stefan Janssen
verdere
35
Recensies werpt een frisse en helder licht op de
spronkelijke
materie. Verschillende heilige huisjes
opzoeken.
worden omver geworpen. De revalidatie
De richtlijn neemt, zoals gezegd, af-
van CVA-patiënten kan op een nieuwe,
stand van oefenen volgens concepten
veel meer evidence based wijze, vorm
als de NDT. Onderzoek toont aan dat
gegeven worden. De discussie ligt, na
strikt werken volgens neurologische
jaren, eindelijk weer helemaal open.
methoden vertragend werkt op het
publicaties
moeten
hersteltempo in algemene zin en voor Gelukkig hoeft niemand, of u moet een
de
echte diehard zijn, dat hele pakket door
ADL-zelfstandigheidin het bijzonder.
te nemen. De richtlijn zelf beslaat 78
De commissie raadt een eclectische
paginas waarvan er 22 worden inge-
werkwijze aan: kies behandelvormen
nomen door bijlagen. Verder is er, zoals
uit waar de effectiviteit van vaststaat,
bij alle richtlijnen, een geplastificeerd
en doe dat niet volgens een grote over-
stroomdiagram (de samenvattingskaart)
koepelende methode.
toegevoegd. Conform de omvang van
Niet gehinderd door concept-denken
De neurologische oefenconcepten on-
het hele project is deze kaart uitgevoerd
doet de richtlijn allerlei zeer frisse
dervinden al enkele jaren een forse te-
in
dit
suggesties, die (niet onlogisch) vaak
genwind. Ze worden gezien als theo-
schema wordt het diagnostische proces,
onderling weinig inhoudelijk verband
retisch onjuist en gedateerd. De effec-
het therapeutische proces en de moge-
lijken te hebben. Enkele voorbeelden:
tiviteit is beperkt. Deze richtlijn neemt
lijke klinimetrische stappen overzich-
TENS ter vermindering van tonus,
verdere afstand van het concept denken.
telijk weergegeven.
krachttraining van de hemiplegische
De samenvattingskaart suggereert van-
extremiteit ter verbetering van de pas-
De richtlijn is om enkele redenen baan-
uit specifieke problemen van de patiënt
lengte, gebruik van externe auditieve
brekend. 1)
een (evidence based) behandeling en
ritmen ter verbetering van het loop-
De omvang is enorm. Als de richtlijn en
verwijst naar een hoofdstuk op de Cd-
tempo,
de verantwoording van de Cd-rom dub-
rom waar de achtergronden en het we-
m.b.v. spalken, neuromusculaire sti-
belzijdig worden uitgeprint, heeft men
tenschappelijk bewijs van een interven-
mulatie ter bestrijding van een gle-
de beschikking over een pakket infor-
tie zijn terug te vinden. Het is een prach-
no-humerale subluxatie, gebruik van
matie van bijna 4 centimeter dik en
tig systeem. Het is alleen wel jammer
een loopband ter conditieverbetering.
ongeveer 400 paginas in omvang. 2) De
dat de auteurs net de laatste stap niet
Ik weet niet wat voor gevoel U er bij
doelgroep
hebben gezet. De Cd-rom geeft geen
krijgt, maar het begint wel weer heel
Een
informatie over hoe het uiteindelijk in
erg op fysiotherapie te lijken ...!! .
CVA is een zeer frequent gestelde di-
de praktijk precies moet. Een voorbeeld:
Heerlijk!!
agnoses
De
de fysiotechniek doet (weer) zijn intrede
bestudeerde literatuur is indrukwek-
in de behandeling van CVA- patiënten,
kend. De richtlijn is gebaseerd op 25
maar nergens staat hoe bijvoorbeeld
systematische reviews, 26 critical re-
TENS precies moet worden ingesteld,
views, maar liefst 153 RCTs, 49 quasi
om de gewenste tonusvermindering te
experimentele studies en 41 pre-expe-
bereiken. U zult daarvoor toch de oor-
De KNGF richtlijn Beroerte
is
siotherapeuten
rimentele
36
in
de
voor erg
de
geriatriefy-
belangrijk.
ouderenzorg. 3)
studies.
4)
Deze
dubbelzijdig A3-formaat. Op
NDT op
het ontstaan van de
beperken
van
contracturen
John Branten
richtlijn
fysiotherapie & ouderenzorg