Oan de proot mè.......................................... ......................Drieka de Louw – van Thiel door Ria Boley.
Hendrieka Martina de Louw – van Thiel, geboren 17-3-1914.
Haar kamer op de tweede verdieping van het verzorgingshuis Compostella staat nog vol met bloemen. Feestelijke getuigen van haar 92ste verjaardag die ze een week daarvoor mocht vieren. Ze is een prachtige vrouw, stammend uit een degelijk boerengeslacht, zonder franje, recht door zee, gastvrij en met een gezonde dosis humor. Haar leven verliep niet spectaculair. In die 92 levensjaren gebeurden er met haar geen feiten die de wereld schokten, maar haar verhaal is het verhaal van een echte Brabantse vrouw. Een vrouw, zoals Brabant er door de eeuwen heen veel heeft gekend en wiens levensgeschiedenis waard is om gehoord te worden. Omdat ze sterk zijn en trouw, omdat ze moeders zijn van een nageslacht met karakter, een nageslacht waarop ook in de toekomst kan worden gebouwd op de manier waarop ZIJ dat hen hebben voorgeleefd.
DRIEKA Hendrika Martina van Thiel werd op 17 maart 1914 geboren aan de Koperstraat te Schayk. Toen ze 9 jaar oud was verhuisde ze met haar ouders, 5 broers en 6 zussen naar Velp waar de familie ging wonen op een grote boerderij die gelegen was aan de uithoek Driehuis. Haar leven verliep volgens het standaardpatroon van de meeste boerendochters uit die tijd. Tot aan haar 12de bezocht ze de lagere school in Reek, daarna werd ze voor 35 gulden per half jaar verhuurd als meisje voor dag en nacht. Afwisselend werkte ze in de huishouding en op het boerenbedrijf, 6 dagen in de week. Op zondag mocht ze naar huis maar moest dan wel vóór melkenstijd terug zijn. Twaalf jaar was ze, heel erg kwetsbaar en altijd bang om iets verkeerd te doen en daarmee het ongenoegen van haar bazen op de hals te halen. Maar er was geen alternatief dus bleef Drieka tot aan haar huwelijk werkzaam in diverse boerengezinnen. GETROUWD Toen ze 18 jaar oud was had ze op de kermis van Reek Cornelis de Louw ontmoet. Het was liefde op het eerste gezicht maar met trouwen moest nog enige tijd worden gewacht. De oorlog dreigde, de te kopen boerderijen waren schaars en bovendien had Cornelis zijn zinnen speciaal gezet op een boerderij in Zeeland. Uiteindelijk zouden ze “introuwen” bij de ouders van Cornelis die op Duifhuis woonden, samen met nog twee ongetrouwde zonen Grad en Frans. Toen de grote dag was aangebroken, in mei 1942, vertrokken ze beiden op de fiets in alle vroegte naar Grave waar het burgerlijk huwelijk werd gesloten. - - Later vond in Velp - 1
Later vond in Velp het kerkelijk huwelijk plaats waarna, vanwege de oorlog, een bescheiden feest volgde. Drieka vertelt: “Ondanks het verdriet dat er in ons leven is geweest kan ik toch zeggen dat we het samen heel goed hebben gehad. We hebben elf kinderen gekregen, 6 meisjes en 5 jongens, precies zoals bij mij thuis. De kraamtijd was voor mij elke keer een soort vakantie. Tien dagen in bed, wat een ongelooflijke luxe! Tien dagen geen zorg voor de huishouding, geen aardappelen rooien of rogge binden. Tien dagen niet melken en vooral geen kannen schuren. Dat was n.l. een kruis voor mij! Iedere morgen moesten de melkbussen worden geschuurd met zand. Ik kreeg daar tin-eczeem van, heel pijnlijk maar ook heel lastig. Ik droeg altijd handschoenen wat heel belemmerend werkte bij veel huishoudelijke karweien. Maar ja, Huwelijk van Hendrieka van Thiel met kannen schuren hoorde nu eenmaal tot mijn Cornelus de Louw op 6 mei 1942. taken. We woonden op de grens tussen Zeeland en Reek daardoor behoorden we tot de parochie Reek en de gemeente Zeeland. Het meest waren we georiënteerd op Reek. Onze kinderen gingen daar naar school maar dat veranderde toen de grens werd verlegd. Toen moesten ze naar Zeeland en bleek dat ze een grote leerachterstand hadden die alleen door veel inspanning kon worden ingehaald. De kinderen hadden een fijne jeugd. Dank zij de gunstige ligging van de boerderij konden ze naar hartelust ravotten in de Reekse bossen. Favoriete bezigheid was het vangen van eekhoorntjes, in die tijd nog volkomen legaal. Drieka was een zorgzame, rechtvaardige moeder. Altijd er op uit om het haar kinderen zo aangenaam mogelijk te maken maar ook te straffen als ze vond dat ze dat nodig hadden. Om 7 uur in de ochtend had ze al gemolken en stonden de melkbussen aan de weg. Daarna werden de kinderen gewekt, begon ze het zelfgebakken brood te smeren en in de winter met het bakken van balkenbrei en kaantjes want ze moesten goed gevoed naar school gaan. “Het was vaak een getob in de winter” vertelt ze. “Het pannen dak op ons huis was niet zo solide en in de winter lag er veel stuifsneeuw op zolder. Ik stookte nogal hard en dan begon de gesmolten sneeuw door de plafonds naar beneden te druppelen. BRAND
Oude boerderij, Graafsebaan. Het huis dat in mei 1959 is afgebrand.
In 1959, op de laatste zondag van mei, brak in de schuur van de buren brand uit. De brandweer was er snel maar er stond een harde wind die de vonken in de richting van ons huis dreef. Je kunt je dus voorstellen wat er gebeurde; in de kortst mogelijke tijd stond ook onze schuur in lichtelaaie en sloeg het vuur over op het huis. Veel varkens verbrandden, dat was vreselijk, ze zaten als ratten in een val maar vanwege de wind stond de brandweer machteloos. - - Natuurlijk waren we - 2
Natuurlijk waren we op dat moment berooid. We hadden geen dak boven het hoofd en veel van onze spullen waren verbrand. Onze buurman, Grad v.d.Loop, bood ons onderdak. Dat moet je je voorstellen: zo maar plotseling 13 personen meer in je huis! Daar zijn we twee weken gebleven. Toen vonden we woonruimte in het achterhuis van Bert Verkuilen. Ons eigen huis werd opgebouwd en kort voor Kerstmis zouden we het kunnen betrekken. Bert, die alleen woonde, praatte echter zó lang op ons in dat we besloten om met de kerstdagen nog te blijven zodat we met z’n allen het feest konden vieren. In de tijd dat we daar woonden zijn Bert en wij vrienden geworden en tot aan zijn overlijden hoorde hij bij ons gezin. Vaste prik was dat hij op woensdag kwam eten, dat was heel erg gezellig en toen Bert overleed liet hij werkelijk een lege plek na. De nieuwe boerderij was prachtig en de stal bleek in de zomer een prima accommodatie voor jeugdgroepen. Verkenners, welpen, gidsen, uit het hele land wisten de weg naar het Duifhuis te vinden. Dat was gezellig en onze jongste kinderen vonden het ook geweldig want zij mochten van tijd tot tijd met de groep meedoen. Een nadeel van de ligging van het huis was dat er in de achterliggende bossen een militair oefenterrein lag. Soldaten schoten daar met scherp en dat bracht van tijd tot tijd een ongelooflijke herrie met zich mee. Voor sommige jongens was het ook een nachtmerrie. Op een dag was er een jonge soldaat zo overstuur geraakt dat hij in opperste paniek dwars door een raam van ons huis naar binnen vloog. Zonder zich om iets of iemand te bekommeren stormde hij naar boven waar hij uit het dakraam wilde springen. Slechts met de allergrootste moeite wisten onze jongens hem in bedwang te houden. SCHADUWKANT In 1964 viel er een enorme schaduw over ons tot dan toe gelukkige leven. Nou ja, we hadden de brand gehad, maar dat was materiële schade die was hersteld. Deze schade was echter onherstelbaar. Onze dochter Leny kwam bij een ongeval ter hoogte van de vliegbasis om het leven. Een mooi klein meisje, dolgelukkig fietste ze, samen met haar zus, naar Volkel waar ze een naaimachine mocht gaan kopen. Een auto greep haar en ze was op slag dood. Het is onbeschrijflijk wat je dan als ouders en als gezin doormaakt. Leny, de Louw, geb.: Zeeland 05-01-1950 overl: Volkel 19-08-1964
Toen de kinderen volwassen geworden waren deden ze wat ze konden om het vader en mij zo gemakkelijk mogelijk te maken. Onze dochter Mien b.v. woonde in Mill. Elke week kwam ze bij ons de was doen. Haar man bracht haar voordat hij naar z’n werk ging op de brommer naar Zeeland en kwam haar ’s avonds weer ophalen. Gerrit werkte mee op het bedrijf en mijn man en ik konden het dus wat kalmer aan gaan doen. - - Nadat we op bedevaart - -
Naar Lourdes; moeder, vader, Piet van de Hei, Lena van de Hei, Mieke Verstegen.
3
Nadat we op bedevaart naar Lourdes waren geweest, bleek dat we beiden de smaak van het reizen te pakken hadden gekregen. We gingen meerdere malen terug naar Lourdes waar we elke keer weer gesterkt vandaan kwamen. Maar ook Oostenrijk Maar ook Oostenrijk en Duitsland vonden we heel fijn. In Duitsland heb ik voor de eerste en enige keer in mijn leven gevlogen. Wél maar in een klein zes persoons sportvliegtuigje maar toch; mijn luchtdoop heb ik gehad! In eigen land vond ik Volendam erg interessant. Wat ik me nog goed herinner is de mooie klederdracht. Uitgestorven natuurlijk, maar toch lopen er nog steeds oudere dames rond in lange zwarte rokken, een mooi schort en een wit kanten kapje op het hoofd. En niet te vergeten, met prachtige kralensnoeren om de hals. Maar dat zal allemaal wel ten behoeve van de toeristen zijn….. NAAR HET DORP Begin 1970 bleek dat Gerrit geen belangstelling had om met de boerderij verder te gaan en ook geen van de anderen voelden daar voor. Daarom besloten we om naar het dorp te verhuizen. We kochten een woning aan het Brouwerspad en met nog 6 van onze kinderen trokken we daar naar toe. Heel plezierig was het dat er steeds mee vrienden en bekenden in het dorp kwamen wonen. Met hen kaartten we, reisden we, namen deel aan het volksdansen voor ouderen enz. Het waren mooie jaren en we genoten volop van het gemakkelijke leven dat we hadden zonder bedrijf. In 1980 werd Cornelis ziek en hij overleed in 1981. Wat dat betekent daar hoef ik niet over uit te wijden. Na zo veel goede en fijne jaren samen leef je daarna nog maar voor de helft. Tóch moet je verder en ik had het geluk dat ik mijn zoon Cor nog bij Cornelus de Louw, me had. Er was nog iemand om voor te zorgen en iemand die Geb.: Schaijk 19-11-1909 voor mij zorgde. Ik was nooit alleen en als ik ergens naar toe Overl.: Zeeland 08-10-1981 wilde was altijd Cor bij me. In 2001 kreeg ik een nieuwe heup. Dat verliep voorspoedig maar ik was nauwelijks thuis toen ik gordelroos kreeg aan m’n hoofd. Daardoor ben ik lange tijd heel erg ziek geweest. Zodanig zelfs dat ik niet langer thuis kon wonen. Ik werd opgenomen op de topkamer van Compostella. Later kreeg ik een kamer met uitzicht op de Kerkstraat. Vanaf het begin heb ik me er heel erg thuis gevoeld. Als je jezelf daarvoor open stelt hoef je je nooit te vervelen. Er zijn zo veel activiteiten waaraan je kunt deelnemen en dat doe ik ook. Daarnaast krijg ik heel veel bezoek van de kinderen en kleinkinderen en heb ik een heel goede buurvrouw, Bertha Welten. Iedere morgen komt ze me koffie brengen en samen gaan we naar de activiteiten. Ook als er buitenshuis iets voor ons wordt georganiseerd, door de Zonnebloem b.v., gaan we samen. Tussen Bertha en mij zijn de rollen goed verdeeld: Bertha praat en ik luister, mooier kan het toch niet?
Drieka met kleindochter Rianne, moeder van het eerste achterkleinkind Ankie.
EEN ONVERWACHT GESCHENK Behalve mijn zoon Cor zijn al onze kinderen getrouwd en hebben ze me in totaal 17 kleinkinderen gegeven. Zeven jaar geleden kreeg ik mijn eerste achterkleinkind. - - Dat gebeurde op - 4
Dat gebeurde op een moment waarop we niet gerekend hadden. Rianne (dochter van Toon) en haar man gingen met vakantie naar Luxemburg. De dag nadat ze vertrokken waren ging bij Toon en Ria ’s morgens vroeg de telefoon: hun schoonzoon deelde hen mee dat ze opa en oma waren geworden! Rianne was die nacht niet goed geworden en werd met spoed naar een ziekenhuis in Ettelbrück gebracht. Kort daarna was ze moeder van een piepklein meisje, Ankie. Natuurlijk wilde ik mijn eerste achterkleinkind meteen zien dus reden Toon, Ria en ik bij een temperatuur van 37 graden naar Luxemburg om het kleine popje te bewonderen. Dat is 7 jaar geleden en momenteel is nummer 16 op komst. Zoals in ieder mensenleven wisselden ook bij mij blijde en droeve gebeurtenissen elkaar af. In 1999 overleed onze dochter Marietje die was getrouwd met Jan Bergmans. Twee jaar daarvoor was ze ernstig ziek geweest. In Tilburg onderging ze een hersenoperatie en we vreesden het ergste. Ze herstelde echter wonderbaarlijk. Maar helaas, een goed jaar daarna werd kanker bij haar geconstateerd waaraan ze overleed. Marietje Bergmans – de Louw, geb.: 15-11-1948, overl.: 02-07-1999.
In 2005 stierf, na een ziekbed van slechts 3 weken, mijn schoondochter Ria, getrouwd met Toon. Het is zoals mevrouw Van den Boom een paar Rookelijzers geleden zei: het nadeel van oud worden is dat zo veel dierbaren je ontvallen…..
Ria de Louw – Roefs, geb.: 28-04-1948, overl.: 02-07-2005
Vorige week ben ik 92 jaar geworden. Een mooi feest, zoals al mijn verjaardagen mooie feesten zijn geweest. Ik zie dit altijd als een goede gelegenheid om weer eens met alle kinderen en kleinkinderen bij elkaar te zijn. Vroeger gaf ik een etentje in “het Witte Huis”, nu is het wat gemakkelijker om dit in Compostella te doen. De dag is n.l. toch al druk. De achterkleinkinderen komen allemaal en natuurlijk de nodige kennissen en bewoners. ’s Avonds hebben we dan het etentje wat ook dit jaar weer bijzonder geslaagd was.. Gelukkig zijn de kinderen en kleinkinderen het uitstekend eens met elkaar. Vele jaren hebben we familieuitstapjes georganiseerd maar daarvoor ben ik nu te oud. Dat is jammer want ik heb er wel altijd heel erg van genoten. Van mijn broers en zussen is nog maar alleen mijn jongste zus Tonia in leven. Ook zij woont in Compostella dus uiteindelijk brengen we onze laatste jaren weer samen onder één dak door….. Hoe veel maanden of jaren dat nog zullen zijn, dat is niet aan ons om te beslissen. Het enige wat ik hoop is dat de tijd die me nog rest zo goed mogelijk zal zijn zodat de kinderen tot aan het laatst een moeder hebben die ze met plezier bezoeken en die zelf ook nog wat plezier in het leven heeft. Mevrouw de Louw, wij gunnen U zo graag nog een aantal mooie jaren. Jaren waarin U actief kunt blijven en genieten van de pleziertjes die U geboden worden. Maar hóe de toekomst er ook zal gaan uitzien, Uw nageslacht zal U onder ALLE omstandigheden met plezier blijven bezoeken want, zoals ze dat zelf zeggen: voor hen bent U
de beste Moeder, de liefste Oma en de allerliefste Super-Oma die er bestaat.,.,..
Mevrouw de Louw hartelijk dank voor het gesprek. 5
_ Antonius de Louw 22-12-1869 – 22-10-1947. Wilhelmina van Son 06-03-1874 – 23-01-1957. Gerardus van Thiel ` 16-11-1872 – 18-02-1940. Anna Maria van Grinsven 28-02-1877 – 27-05-1943.
a Gezin de Louw in 1963. V.l.n.r. boven: Toon, Gerrit, Marietje en Gerrie. Onder: Ria, vader met Antoinet, Leny, Frans, Cor, moeder en Mien
a Dansen met Hanneke v.d. Elzen – de Graaf
a 4 Generaties. Moeder Angela Roefs, Oma de Louw met Jolijn, grootmoeder Mien. a Broers en zussen Van Thiel. V.l.n.r. Boven: Marinus, Kea, Janus, Tonia, Martien, Drieka. Onder: Pieta, Zuster Xsaveria (Grada), Marie (moeder van Pastoor Jans). Vooraan: Jan.
_ Oma met al haar kleinkinderen.
6