Oan de proot mè.......................................... .......... Lies van den Boom – van der Linden door Ria Boley. In de eeuw die aan haar voorbij ging voltrokken zich twee wereldoorlogen, ontstond een duizelingwekkende ontwikkeling in wetenschap en techniek, ontstond een wereld waarin als onaantastbaar beschouwde normen en waarden hun geldigheid verloren. Ze wist zich aan te passen in een totaal veranderde wereld, probeerde met haar tijd mee te gaan, is alert en heeft nog in veel dingen interesse. Zélf vertelt ze haar verhaal. Een verhaal dat een periode van 100 jaar bestrijkt.
De 100 jarige op haar kamer in Zorgcentrum Compostella.
VAN LIESKE NAAR LIES Toen Elisabeth van der Linden op 23 februari 1906 het levenslicht zag was Zeeland nog slechts een vlekje op de kaart van Nederland. Er was geen elektrisch licht, er was geen waterleiding, er waren (behalve de dorpsstraat) geen verharde wegen. De enige "deftige" huizen in het dorp waren de Pastorie, het huis van de dames Koenen (oud gemeentehuis) van de bovenmeester (Hap en Stap) en het huis van bierbrouwer v.d. Ven (d'n Brouwer). Voor de rest bestond het dorp vrijwel uit boerderijen, verspreid over de diverse uithoeken. Lieske, zoals ze in het dagelijkse leven werd genoemd, werd geboren uit het tweede huwelijk van Giel van der Linden met Wies Cunen. Vader van der LInden had uit zijn eerste huwelijk vier dochters en kreeg bij zijn tweede vrouw behalve Lies nog een dochter Tonnie en twee zonen Piet en Antoon. Op de hoek van de Kerkstraat en de Puttelaar, waar momenteel Jans mode is gevestigd, dreef vader een levensmiddelenwinkel en daarnaast ging hij "de boer op" om zijn waar aan de man te brengen. Dochter Lies was een pittig en schrander meisje maar schrander-heid betekende, zéker toen nog niet, dat je die door middel van scholing kon bekwamen. Voor Lies was dat ook niet weggelegd want ze zat pas enkele maanden in de 7de klas toen haar vader haar nodig had om hem te assisteren bij zijn rondgang langs de boerderijen. "Dat vond ik jammer" zegt ze. "Ik leerde graag al zat ik nu niet bepaald bij een leuke zuster in de klas. Dat was zuster Brigit en De ouders van Lies, ieder die haar gekend heeft zal het daarmee eens zijn! Michiel v.d. Linden en Natuurlijk was het in die tijd zo dat de zuster altijd gelijk had. Louisa Cunen. Een leerkracht was heilig. Maar één keer waren mijn ouders niet boos toen ik na een straf stiekem van school naar huis liep. - - Ik moest n.l. heel lang - -
1
Ik moest n.l. heel lang zonder schoenen op de koude tegelvloer van de gang staan. Toen besloot ik om naar huis te lopen en mijn ouders vonden dat terecht. Zelfs m'n totaal aan flarden gelopen kousen vormden geen probleem. Zoals gezegd had vader vier dochters uit zijn eerste huwelijk en aangezien die enige jaren ouder waren dan wij brachten de dames nogal wat vrijers mee naar huis. Die vrijers waren blijkbaar met een snoepje tevreden want zodra vader er niet was werd er nogal wat zoetigheid uit de winkel gehaald. Dát was natuurlijk niet zo getroffen, dat begrijp je wel! Als ik toch moest werken - en wie moest dat niet in die tijd - vond ik het niet erg om met de winkelkar rond te gaan. Liever dan in de huishouding werken maar dat hoefde gelukkig niet want moeder had een werkster. Eén keer beleefde ik een hachelijk avontuur. Vader was binnen bij een klant toen het paard op hol sloeg en met mij op de kar de Zevenhuis over denderde. Ik stond doodsangsten uit maar gelukkig kende het paard de route en holde regelrecht naar het erf van Tieske v.d. Burgt waar hij zich vastliep. Daarna ben ik wel een poosje bang geweest." Toen Lies 21 jaar was leerde ze Martien van den Boom kennen. Deze werkte als boerenknecht bij Has van Thiel op de Brand. "Voor die tijd waren we al geëmancipeerd" grapt Lies. "Martien was dol op dansen en kon dat ook erg goed. Ik niet. Maar ik vond het prima als hij ging dansen en ik alleen moest thuisblijven." HUWELIJK EN KINDEREN Ze trouwden op 8 mei 1930 en gingen wonen in Berkel Enschot. Daar bouwde Martien mee aan het Trapistenklooster en de kerk. Toen Lies na hun huwelijk niet meteen in verwachting raakte, reisde het jonge paar ter bedevaart naar Peerke Donders in Tilburg om kinderzegen af te smeken. Peerke Donders bleek een uitstekende bemiddelaar want uit hun huwelijk werden 13 kinderen geboren, 10 meisjes en 3 jongens..... Haar ogen twinkelen ondeugend als ze zegt: "Toen moest vader terug naar Tilburg om te vragen of het op wilde houden.... In Berkel Enschot woonden we vlak bij het spoor. Op een morgen was ik bezig met het verzorgen van een van de kinderen toen ik onze beide oudste meisjes niet meer zag. Opeens liepen er koude rillingen over mijn rug. Ik gooide de baby in zijn bedje en holde naar buiten. De meisjes zaten midden op het spoor te spelen en ik kon ze nog net op tijd daar weghalen voordat de trein naar Tilburg passeerde. Wat heb ik tóen hun Engelbewaarder bedankt! Maar het is wel een gebeurtenis die me mijn leven lang is bijgebleven. Het was heel gezellig dat mijn zus in Oisterwijk woonde, dat was niet zo ver van ons vandaan en zij zowel als wij fietsten regelmatig met de kinderen achterop naar Zeeland. Nadat de bouw van klooster en kerk gedaan was wilde Martien terug naar Zeeland. We kochten het huis van mijn ouders aan de Udenseweg en daar begonnen we een bedrijf met kippen, varkens en een graan- en meelhandel. We hadden toen 5 kinderen, ons 6de kind Martien werd in Zeeland geboren. Van de eerste wereldoorlog heb ik nauwelijks iets gemerkt. Informatie daarover was er nagenoeg niet, tenminste niet in ons gezin. Maar tijdens de eerste oorlogsdagen van 1940 moesten we evacueren naar Uden. Te voet met onze hele kleine Lambert in de kinderwagen en de rest er allemaal achteraan. - - We kregen een willekeurig - 2
We kregen een willekeurig adres toegewezen en het was overduidelijk dat de mensen waar we terechtkwamen niet zo blij waren met onze karavaan. De kinderen moesten allemaal naar de zolder waar wat stro werd uitgespreid om op te slapen. Vader fietste toen nog naar huis om dekens te halen want het extreme van het geval was dat beneden in de koestal Duitsers sliepen en die hadden al onze jassen in gebruik om zich warm te houden. Na de oorlog toen er grote woningnood heerste, hebben er diverse gezinnen in de kippenhokken achter ons huis gewoond. Dat was behelpen. Er was geen waterleiding in die hokken en al het water wat de mensen nodig hadden moest bij ons in huis gehaald worden. Geen ideale toestand maar ja, woonruimte was schaars en de mensen waren al blij dat ze iets hadden., WERKEN WERKEN WERKEN Mijn broer Piet was al op jonge leeftijd vertrokken naar Canada. Op een gegeven moment besloot mijn man om eens te gaan kijken of dat eventueel ook wat voor ons zou zijn. Dat was een hele onderneming want hij reisde per boot. Op de terugweg werd hij, zonder dat te weten natuurlijk, besmet met paratyfus. Hij voelde zich bij thuiskomst wel erg ziek maar die nacht ging hij gewoon naar bed en de dag daarna werden wij beiden naar het ziekenhuis in Nijmegen gebracht want in die éne nacht had hij ook mij besmet. Dat was me een toestand! Onze kinderen moesten ook allemaal worden onderzocht en mochten niet naar school voordat de uitslag bekend was. Wies en Martien, beiden eigenlijk nog kinderen, moesten het bedrijf en de huishouding gaande houden. Veel steun De oudste en de jongste dochter: kregen ze van kapelaan Verstegen. Hij kwam elke Christien en Riekie. dag langs en als er even tijd was werkte hij mee op het land. Zo heeft hij b.v. enkele dagen hooi binnen gehaald, Nee, dat was geen gemakkelijke tijd. Mijn man en ik lagen in een barak op het terrein van het ziekenhuis en onze kinderen mochten alleen achter glas op bezoek komen. O er gebeurde van alles in ons grote gezin. Op een dag waren we op het veld aan het werk toen we ontdekten dat onze Pieta weg was. 3 jaar was ze. Opeens hoorden we vreselijk hard remmen en toen bleek dat ze onder een bulkwagen terecht was gekomen. In de cabine zaten drie mannen lijkbleek en helemaal verstard. Ze durfden niet uit de wagen te komen want ze waren ervan overtuigd dat het kindje dood moest zijn. Maar nee hoor! Ze kwam doodkalm onder de wagen uitgewandeld. Wel met een vleeswond aan haar hoofdje maar voor de rest mankeerde ze weinig. De wagen was in het midden over haar heen gereden en de wielen hadden haar Godzijdank ontweken. Wéér was een Engelbewaarder barmhartig voor ons geweest! Met zo'n groot gezin moest er natuurlijk gewerkt worden en al onze kinderen werden daarbij ingeschakeld. Mijn man was daar streng in. In de tijd dat de bramen rijp waren gingen we b.v. op Moeder v.d. Boom zondagmorgen met z'n allen wandelen. Hij bekeek dan op welke tijdens haar lievelingsbezigheid: plaatsen bramen groeiden en 's morgens in alle vroegte werden werken op het land. de kinderen er op uit gestuurd om te plukken. Voor ze naar school gingen hadden ze al een daggeld verdiend! Ná schooltijd moesten ze bij de boeren in de omtrek gaan werken en in de winter met een kar achter de fiets in de bossen bij Piet Lamers toten (dennenappels) rapen. - - Deze werden verkocht - 3
Deze werden verkocht aan de scholen en aan het gemeentehuis om de kachels brandende te houden. Onze beide jongste kinderen hebben het wat dat betreft beter gehad. Toen hoefde er niet zo hard meer gewerkt te worden en zij mochten intern op school. Ik denk dat de anderen daar wel eens jaloers op zijn geweest! Wies, die de huishouding draaiende hield (ik zelf werkte liever buiten) ging naar de naaischool en ze bleek erg handig te zijn. Al gauw maakte ze jurkjes en jasjes voor de jongere kinderen. Op een dag kocht ik in de winkel een hele mooie jurk en Wies maakte voor 6 meisjes precies zo'n jurkjes zodat ze met de kermis allemaal hetzelfde gekleed gingen. Wat was ik trots! En onze Wies natuurlijk niet minder..... ZEELAND, SCHAYK, REEK Zo kabbelde ons leven verder. Hard werken, steeds weer een kind het huis uit. Onze oudste dochter Christien was de eerste die trouwde. Ze had pech want enige dagen voor haar trouwdag liet ze een tand trekken met als gevolg dat heel haar kaak ging ontsteken en ze op haar trouwdag zodanig beschadigd was dat er geen foto's konden worden gemaakt. Dat is daarna gebeurd. Ik was bang dat dit een voorteken was maar gelukkig zijn al onze kinderen daarna zonder bijzondere gebeurtenissen getrouwd. In de jaren 60 bouwden we een nieuw huis Martien en zijn eerste auto. eveneens aan de Udenseweg, niet ver van het oude vandaan. Na enkele jaren bleek dat echter te groot en de tuin te bewerkelijk voor ons te zijn. Op een zondag gingen we bij de paters in Velp naar de kerk en in Schayk zag ik een bungalow te koop staan die me wel aanstond. We kochten die en gingen daar dus wonen. Op zich had dat een nadeel want toen we wilden verhuizen naar een aanleunwoning bij een verzorgingshuis konden we niet naar Zeeland terug omdat we niet meer in de gemeente woonachtig waren. Het werd dus Reek waar we terechtkwamen en daar heb ik 28 jaar met plezier gewoond. Mijn man overleed in november1985. In mei van datzelfde jaar hadden we ons 55 jarig huwelijksfeest gevierd. Het nadeel van oud worden is dat zo veel van die je dierbaar zijn je ontvallen. Mijn dochter Willy stierf toen ze 44 was. Corrie was Martinus Lambert 59 en mijn kleindochter, het enige kind van onze Coby, van den Boom, verongelukte op haar 25ste. geb. 27-2-1908 te Velp, Dat zijn dingen die je als moeder nauwelijks kunt bevatten. Het is overl. 20-11-1985. toch geheel tégen de natuur dat je je kinderen overleeft. Laat staan je kleinkind COMPOSTELLA Zelf heb ik wat gezondheid betreft ook het een en ander meegemaakt. Toen ik 90 jaar oud was kreeg ik een nieuwe heup en ik was 92 toen m'n beide borsten werden afgezet. Twee jaar geleden viel ik op straat en kon ik niet meer lopen. Ik werd in het ziekenhuis opgenomen en toen ik na ongeveer 4 weken naar huis mocht wilde ik opeens niet meer alleen wonen. Ik voelde me in een keer erg eenzaam en ik wilde naar een verzorgingshuis. Dat werd Compostella en ik heb het er uitstekend naar de zin. Als het even kan neem ik deel aan alles wat er wordt georganiseerd. Ik ga kienen en drie maal - - in de week kaart ik - 4
in de week kaart ik van 7 tot 9 uur in de avond en op zondag al jarenlang met mijn schoonzoon Theo van Lankveld. Vroeger heb ik ongelooflijk veel gebreid en gehaakt voor de missie en voor de Zonnebloem. Helaas kan ik dat nu niet meer. Enige tijd geleden ben ik gevallen en of dat niet genoeg was zat ik ook nog klem tussen de klapdeuren bij de ingang. Daarbij heb ik veel ingeleverd, dat merk ik wel. Toch ben ik nog gezond. Ik kan erg goed eten. Eén kop soep bij het middagmaal is voor mij niet genoeg..... De dames die het eten verzorgen hebben daar altijd plezier in. De kinderen zeggen soms dat ik ijdel ben en dat is misschien wel zo. Ik heb nog graag mooie kleren en ik vind het heerlijk om mijn sierraden te dragen. Maar ik denk maar zo: daar heb je ze uiteindelijk voor, niet om in de kast te leggen. Twee van de kinderen wonen in het buitenland. Wim in Amerika, Betsy in Nieuw Zeeland. Bij beiden zijn vader en ik op bezoek geweest. Bij Wim meerdere keren. Hij had een tabaksplantage en mijn man vond het heerlijk om daarin mee te werken. Alles bij elkaar kan ik terugzien op een goed leven. Uit mijn verhaal kun je dat opmaken. Een verhaal waarin ik niets opmerkelijks te vertellen heb. Als het niet vanwege mijn bijzondere leeftijd was niet eens de moeite waard. En misschien is dat ook wel goed. Al die bijzonderheden zijn vaak niet zo prettig. Ik had een lang huwelijk en kreeg naast 13 kinderen, 26 kleinkinderen en 45 achterkleinkinderen. Ben je dan niet gezegend? 2006 wordt hopenlijk een bijzonder jaar. In februari vier ik mijn honderdste verjaardag, mijn oudste dochter wordt 75, het oudste kleinkind 50, m'n oudste achterkleinkind 25 en het jongste achterkleinkind 1 jaar..... Ik hoop dat allemaal nog te mogen meemaken want ik ben echt van plan om nog een poosje door te gaan..... Als het God belieft natuurlijk!"
Mevrouw van den Boom, wij wensen U toe dat het U gegeven mag worden om van al deze bijzondere gebeurtenissen volop te kunnen genieten. Dat er nog veel vreugdevolle momenten voor U mogen komen en dat 23 februari een van de meest onvergetelijke dagen uit uw leven mag worden!
HARTELIJK DANK VOOR HET GESPREK.
Familiefoto: beneden v.l.n.r.: Tonnie, Coby, Pieta, Corrie, Wille, Rieky, Betsie, Lambert, Moeder boven v.l.n.r.: Vader, Christien, Wies, Wim, Martien en Els. 5
cHuis en Ties, Riekie, Cobie en Willie. Lies en Tonny tegenover de melkfabriek.
e Verloofd in 1930, Udenseweg Zeeland.
Afgehaald in Auckland: Jan van Tiel, (broer van Lambert), Betsie, Maarten en Berrie.
Bij het vertrek van Wim naar Canada: v.l.n.r. Moeder, Tonnie, Wim en Martien.
25 Jaar getrouwd. Wim was al in Canada. 6