INDEX VOOR DE RAADSVERGADERING VAN 3 JULI 2008 1. Opening............................................................................................................................................................... 166 2. Vaststellen van de agenda. .................................................................................................................................. 166 3. Notulen van de openbare raadsvergadering van 15 mei 2008 ............................................................................. 167 4. Overzicht van brieven gericht aan het Presidium c.q. de gemeenteraad (raadsvoorstel no. 2008/064/1) ............ 167 Hamerstukken 5. Voorstel van het college inzake het planschadeverzoek van de heer Bisschop (raadsvoorstel no. 2008/050/1). ....................................................................................................................................................... 167 6. Voorstel van het college inzake het planschadeverzoek van de heer Roelofs (raadsvoorstel no. 2008/038/1) ........................................................................................................................................................ 167 7. Voorstel van het college tot het beschikbaar stellen van extra middelen voor het intensiveren van het jeugd- en jongerenbeleid en kindervakantiewerk (raadsvoorstel no. 2008/063/1). ............................................. 167 8. Voorstel van het college inzake jaarrekening 2007 en begroting 2009 Westrom (raadsvoorstel no. 2008/055/1). ....................................................................................................................................................... 167 9. Voorstel van het college inzake ontwikkelingsvisie Componistenbuurt-Oost (raadsvoorstel no. 2008/ 054/1). ................................................................................................................................................................ 167 10. Voorstel van het college tot wijziging van de Legesverordening 2008 (raadsvoorstel no. 2008/059/1).............. 167 11. Voorstel van het college inzake lokale regels en handhaving van muziekgeluid in het kader van de Wet milieubeheer (raadsvoorstel no. 2008/060/1). ..................................................................................................... 167 12. Voorstel van het college inzake onttrekking aan het openbaar verkeer van (een gedeelte) van de Keulsebaan, de Marie Curieweg, de Ada Byronweg, de W. van Blitterswijckstraat, de A. Tackoenstraat, de Godfried Gilkensstraat, de Hendrik Uwenstraat en de Tilman van Breestraat (raadsvoorstel no. 2008/057/1). ........................................................................................................................................................ 167 13. Voorstel van het college inzake de jaarrekening 2007 van de Regio Noord- en Midden-Limburg (raadsvoorstel no. 2008/066/1)............................................................................................................................ 167 14. Voorstel van het college inzake de begroting 2009 van de Regio Noord- en Midden-Limburg (raadsvoorstel no. 2008/66/1).............................................................................................................................. 167 15. Voorstel van het college inzake het vaststellen van de gemeenschappelijke regeling veiligheidsregio Noord- en Midden-Limburg (raadsvoorstel no. 2008/68/1). ............................................................................... 168 16. Voorstel van het college inzake de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (raadsvoorstel no. 2008/058/1). .............. 168 Bespreekstukken 17. Voorstel van het college inzake Jaarverantwoording 2007 (raadsvoorstel no. 2008/031/1)................................ 168 18 Voorstel van het college inzake de Financiële Kadernota 2009 (raadsvoorstel no. 2008/061/1)......................... 182 19 Voorstel van het college met een concept van de Strategische Visie Roermond 2020........................................ 199 20. Voorstel van het college inzake het COT-onderzoek en vervolg veiligheidsmaatregelen (raadsvoorstel no. 2008/067/1). ........................................................................................................................................................ 208 21. Verzoek om opneming van een islamitische basisschool in het scholenplan vanaf 1 augustus 2009 (raadsvoorstel no. 2008/048/1)............................................................................................................................ 215 22. Voorstel van het college inzake voorbereidingskrediet N271 en de Hollestraat te Swalmen (raadsvoorstel no. 2008/004/1). .................................................................................................................................................. 224 23. Voorstel van het college inzake het Milieubeleidsplan gemeente Roermond 2008-2011 (raadsvoorstel no. 2008/051/1). ........................................................................................................................................................ 226 24. Voorstel van het college inzake een krediet voor de herinrichting westzijde Munsterplein e.o. (raadsvoorstel no. 2008/052/1)............................................................................................................................ 228 24a. Motie van de VVD-fractie inzake onderzoek naar mogelijke verplaatsing coffeeshop(s)................................... 229 25. Vragenuur. .......................................................................................................................................................... 232 26. Afscheid Jos Becks. ............................................................................................................................................ 234 27. Sluiting................................................................................................................................................................. 236
2
Openbare raadsvergadering, gehouden op 3 juli 2008
VIERDE VERGADERING Aanwezig: de heer H.M.J.M. van Beers, burgemeester; de heer J. Vervuurt, griffier; de dames W.H.M.A. van Beers (S.P.), C.A.H.M. Ceulemans (V.V.D.), R. Moussaoui (V.V.D.), H. Pilz-van Elven (D.S.), A.H. Tegelbeckers (C.D.A.) en E.M. ThissenHeynen (P.v.d.A.) en de heren H.J.M. Achten (V.V.D.), A. Bayrak (P.v.d.A.), F.J.H.J. Becks (V.V.D.), J.T.M. Breugelmans (C.D.A.), L.J.M. Daamen (D.S), F.J. van Dael (C.D.A.), L.G.A. Guffens (C.D.A.), P.G.M.A.B. Heijnen (B.B.R.), M.J. Huurdeman (V.V.D.), H.J.A. Jacobs (C.D.A.), T.M.M. Janssen Steenberg (S.P.), E.F.J.M. Lomans (V.V.D.), J.F.H. Lucas (B.B.R.), S. Öztürk (P.v.d.A.), A.C.P. Peters (V.V.D.), J.M. Peters (V.V.D.), J. Puper (V.V.D.), H.H. Ramakers (D.S.), G.J. van Walsum (P.v.d.A.) en M.T.A. Werson (B.B.R.), leden. Tevens aanwezig: de heren H. Boots B.B.R.), W.A.J. Kemp (C.D.A.), T.J.J.M. Schreurs (V.V.D.), G.H.G.M. Smeets (D.S.), G. IJff (P.v.d.A.) en J.F.B. van Rey (V.V.D.), wethouders. Afwezig: mevrouw M.A.J. Smitsmans-Burhenne (GroenLinks) en de heren F.M.A. van Ballegooij (S.P.), L.W.M. Coenen (Stadspartij Roermond), R. Özdemir (GroenLinks) en E.K. Ramdani (P.v.d.A.). Secretaris: mevrouw E.J.M. Paulussen, gemeentesecretaris.
166 1. Opening. De voorzitter (de heer Van Beers) opent te 09.00 uur de vergadering en verzoekt een moment stilte om eenieder in de gelegenheid te stellen tot een gebed of overweging. (Het voorzitterschap wordt hierna overgedragen aan de heer A.C.P. Peters.) De voorzitter: Dames en heren, ik heet u allen van harte welkom in deze raadsvergadering, in het bijzonder de mensen thuis die voor de buis onze beraadslagingen volgen. Het bijzondere van deze raadsvergadering is dat ze om negen uur ’s ochtends begint, terwijl we normaal gesproken pas om zes uur ’s avonds bijeen komen. Tegen die tijd hopen we vandaag al lang en breed klaar te zijn. In deze vergadering sluiten we het eerste halfjaar 2008 af. Voor deze vergadering zijn veel onderwerpen geagendeerd, die we alle de tijd willen geven die ze verdienen, vandaar dit vroege aanvangstijdstip. Het is de bedoeling tot ongeveer half één vier bespreekstukken te behandelen en dan een lunchpauze in te lassen, waarna de vergadering omstreeks twee uur zal worden heropend. Rond vijf uur hopen we de beraadslagingen dan met een goed gevoel te kunnen afsluiten. Bericht van verhindering is ontvangen van de heren Özdemir en Ramdani. De dames Tegelbeckers en Smitsmans en de heren Achten en Coenen hebben laten weten later ter vergadering te zullen komen. Verschillende leden van het college hebben vandaag ook andere zaken te behartigen, maar zullen proberen aanwezig te zijn op de momenten dat hun aanwezigheid is vereist; eventueel zullen we hen moeten oproepen als dat nodig zou zijn. Vandaag hebben we voor het eerst de beschikking over een ringleiding in deze vergadering. Wees dus voorzichtig als u iets zegt, want u kunt wel denken dat wij het niet horen, maar dat zal vanaf nu wel degelijk het geval zijn! Als stemmingsnummer wordt getrokken nr. 8, zodat eventuele stemmingen zullen aanvangen bij de heer Janssen Steenberg. 2. Vaststellen van de agenda. De heer Puper: Mijnheer de voorzitter. Op onze tafels zijn verschillende moties gedeponeerd waaraan ook nummers zijn verbonden. Is in het presidium ook een afspraak gemaakt over het moment van indienen van de moties, of is dat gewoon ‘des partijs’? De voorzitter: Als u moties wilt indienen die vreemd zijn aan de orde van de dag, dient u ze nu aan te kondigen. De heer Puper: Dat is inderdaad het geval. Wij willen een motie indienen met het verzoek een onderzoek in te stellen naar een mogelijke verplaatsing van de coffeeshops. De voorzitter: De motie zal als punt 24a aan de agenda worden toegevoegd. De heer Puper: Ik attendeer er voorts op dat ik heb aangekondigd van het vragenuur gebruik te willen maken.
167 De voorzitter: Dat is bekend. De agenda wordt aldus gewijzigd vastgesteld. 3. Notulen van de openbare raadsvergadering van 15 mei 2008. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming worden deze notulen ongewijzigd vastgesteld. 4. Overzicht van brieven gericht aan het Presidium c.q. de gemeenteraad (raadsvoorstel no. 2008/064/1). Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt ingestemd met de door het Presidium voorgestelde wijze van afhandeling. Unaniem door de commissie(s) akkoord bevonden voorstellen. 5. Voorstel van het college inzake het planschadeverzoek van de heer Bisschop (raadsvoorstel no. 2008/050/1). 6. Voorstel van het college inzake het planschadeverzoek van de heer Roelofs (raadsvoorstel no. 2008/038/1). 7. Voorstel van het college tot het beschikbaar stellen van extra middelen voor het intensiveren van het jeugd- en jongerenbeleid en kindervakantiewerk (raadsvoorstel no. 2008/063/1). 8. Voorstel van het college inzake jaarrekening 2007 en begroting 2009 Westrom (raadsvoorstel no. 2008/055/1). 9. Voorstel van het college inzake ontwikkelingsvisie Componistenbuurt-Oost (raadsvoorstel no. 2008/ 054/1). 10. Voorstel van het college tot wijziging van de Legesverordening 2008 (raadsvoorstel no. 2008/059/1). 11. Voorstel van het college inzake lokale regels en handhaving van muziekgeluid in het kader van de Wet milieubeheer (raadsvoorstel no. 2008/060/1). 12. Voorstel van het college inzake onttrekking aan het openbaar verkeer van (een gedeelte) van de Keulsebaan, de Marie Curieweg, de Ada Byronweg, de W. van Blitterswijckstraat, de A. Tackoenstraat, de Godfried Gilkensstraat, de Hendrik Uwenstraat en de Tilman van Breestraat (raadsvoorstel no. 2008/057/1). 13. Voorstel van het college inzake de jaarrekening 2007 van de Regio Noord- en Midden-Limburg (raadsvoorstel no. 2008/066/1). 14. Voorstel van het college inzake de begroting 2009 van de Regio Noord- en Midden-Limburg (raadsvoorstel no. 2008/66/1).
168 15. Voorstel van het college inzake het vaststellen van de gemeenschappelijke regeling veiligheidsregio Noord- en Midden-Limburg (raadsvoorstel no. 2008/68/1). 16. Voorstel van het college inzake de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (raadsvoorstel no. 2008/058/1). Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt besloten overeenkomstig deze voorstellen van burgemeester en wethouders en de daarbij behorende ontwerpbesluiten. Alle portefeuilles. 17. Voorstel van het college inzake Jaarverantwoording 2007 (raadsvoorstel no. 2008/031/1). De heer Janssen Steenberg: Mijnheer de voorzitter. Tijdens de behandeling van de Jaarverantwoording 2006 heeft onze fractie er een punt van gemaakt dat voor die jaarverantwoording geen rechtmatigheidsverklaring was verkregen. Het is een positieve ontwikkeling dat die verklaring voor de Jaarverantwoording 2007 wel is verkregen. De SP-fractie heeft geconstateerd dat het college erg creatief is geweest met het op orde brengen van de financiële huishouding. Ik ga u vermoeien met enige cijfers die dit illustreren. De totale lasten bedroegen in 2007 € 207.235.000,-, de totale baten kwamen uit op € 206.343.000,-, wat een verlies oplevert van € 892.000,-. Vervolgens is een manier van boekhouden toegepast die ons tot het oordeel heeft gebracht dat wel erg creatief tewerk is gegaan. Aan de reserves wordt namelijk een bedrag van ruim € 42 miljoen overgeboekt en teruggeboekt een bedrag van € 47 miljoen. Het verschil is € 5 miljoen en verminderd met het tekort van € 892.000,- levert dat een positief saldo op van € 4.233.000,-, en laat dat nu het positieve saldo zijn waarmee het college naar de media is gegaan! Ik hoop overigens dat iedereen deze cijferbrij heeft kunnen volgen. Uit de bevolkingscijfers blijkt dat de ontgroening van Roermond niet spectaculair is. Echter: welke jongeren verlaten Roermond en welke jongeren blijven hier wonen? Wij hebben de indruk dat vooral hoog opgeleide jongeren naar elders verhuizen, waardoor een groot verlies aan kennis en kunde ontstaat die we voor onze stad hard nodig hebben. Kunt u deze ontwikkeling staven? Blijft Roermond te veel achter met laag opgeleide jongeren? Tevens zien wij dat vooral in de binnenstad veel appartementen worden gebouwd voor senioren. Deze appartementen zijn qua prijs meestal niet weggelegd voor jongeren. Vooral om de jeugd meer aan Roermond te binden, moet meer betaalbare woonruimte gerealiseerd worden. Wij maken ons zorgen over de maatregelen in het kader van drang en dwang. Vooral om alcohol- en drugsverslaafden uit de binnenstad te weren, wordt het probleem verplaatst naar andere wijken. Sommigen zoeken hun heil in de Weerd en kamperen daar ook gedurende de nacht, anderen zorgen voor overlast bij de winkelcentra – overlast in de zin van overmatig alcoholgebruik, vernielingen en lastig vallen van passanten. Een supermarkt in de Donderberg ziet zich genoodzaakt de goedkope halve liters blikken bier zodanig in prijs te verhogen, dat het de alcoholverslaafden ontmoedigt gebruik te maken van zijn zaak. Het vorig jaar al hebben wij gepleit voor een oplossing van deze
169 problemen. Wij zijn van mening dat voor alle betrokkenen een 24-uursopvang moet komen, met daaraan gekoppeld een resocialiseringsprogramma. De SP is niet gelukkig met het inzetten van particuliere beveiligingsbedrijven. Zijn de medewerkers daarvan voldoende toegerust op de zaak? Wij leven in Roermond in een diverse samenleving. Vooral in wijken als Sterrenberg, Vliegeniersbuurt en het Veld wonen veel mensen van allochtone afkomst. Zijn medewerkers van beveiligingsbedrijven daar voldoende in geschoold? Hoe zit het met het maken van onderscheid betreffende de verschillende culturen en achtergronden van deze medebewoners? Bij criminaliteitsbestrijding wordt uitgegaan van repressie. Nog steeds staat Roermond hoog op de ladder van gemeenten waarin de meeste criminaliteit voorkomt. De cijfers liegen er niet om. In totaal zijn in 2007 503 woninginbraken geteld. Daar komen nog bij 144 diefstallen uit garages, schuurtjes en tuinhuisjes. Helpt meer repressie, of zijn er andere mogelijkheden om dit fenomeen van vooral kleine criminaliteit terug te dringen? De burgers van Roermond hebben er veel last van. Het geldt alleen niet voor materiële schade, ook de immateriële schade is groot. Uiteraard kunnen wij het niet laten om het college te bevragen over EDCO. In januari 2007 heeft de gemeente Roermond een intentieovereenkomst met EDCO en de provincie Limburg gesloten. Momenteel zijn er sterke geruchten dat EDCO zich in Roermond wil vestigen vanwege de eventuele bouw van een railterminal aan de te realiseren IJzeren Rijn. Als deze laatste gerealiseerd wordt langs de N280 en de Duitse A52, mag dat van ons. Was bij het sluiten van de intentieovereenkomst bekend dat EDCO zich onder die voorwaarden in Roermond wil vestigen? Zo ja, waarom is dat dan niet bekend gemaakt aan de gemeenteraad, of hebben we hier te maken met een nieuwe ontwikkeling? Wat zijn de gevolgen van deze ontwikkeling voor het huidige historische tracé? Positief zijn wij over de weekmarkten op de Markt en het Munsterplein. Graag zouden wij zien dat ook in de wijken en dorpen week- en maandmarkten worden ingericht. De wijken en dorpen zullen daardoor zeker opfleuren. Een markt heeft niet alleen een koopfunctie, maar ook een sociale. Is het mogelijk hiervoor een onderzoek te starten? De slagzin ‘Roermond, that’s all you need’ is voor ons te veel van het goede. Wij willen vriendelijker zijn voor onze overburen. Daarom stellen wij voor Roermond anders op de kaart te zetten met als slagwoord ‘Roermond, das ist alles was sie brauchen’. De SP constateert dat in 2007 meer woningen zijn gebouwd dan gesloopt. Niet duidelijk is echter welke van de 100 gerealiseerde woningen in de herstructureringswijken vallen onder de categorie ‘sociale woningen’. In de toekomst wordt het beleid voortgezet van het steeds meer onttrekken van goedkope huurwoningen aan de voorraad. Wat zijn de gevolgen van herstructurering voor complex 307, nu dat complex genoemd is in de lijst van toekomstige projecten? Bijkomend effect van herstructurering is dat de meeste bewoners meer huur moeten gaan betalen, wat grote gevolgen heeft voor hun huishoudboekje. Het besteedbaar inkomen na aftrek van de vaste lasten neemt daardoor af, met als gevolg meer mensen in de armoede. Nog te veel doorgaande wegen missen een vrijliggend fietspad. Ook het lukraak parkeren van auto’s op de rijweg zorgt voor problemen en gevaarlijke situaties voor de fietsers. De gratis fietsenstalling in de Neerstraat zal ook na verdubbeling van de capaciteit te klein zijn. Wat ons betreft moet haast gemaakt worden met de realisering van een
170 derde gratis fietsenstalling in het centrum. Meer fietsers naar het centrum betekent minder beslag op de schaarse parkeercapaciteit. Een voorziene groei van het fietsgebruik van 25% in 2015 wordt door ons van harte ondersteund. In 2000 of 2001 heeft de gemeenteraad een openbaar-vervoersplan aangenomen waarin gestreefd wordt naar een railverbinding tussen Roermond en Mönchengladbach. Op enig moment is dit streven uit allerhande beleidsplannen verdwenen. Wij zien dit graag terugkeren en hopen dat het met meer enthousiasme zal worden nagestreefd, zeker omdat Nordrhein-Westfalen hiervan ook voorstander is. Revitalisering van bedrijventerreinen moet wat de SP betreft hoog op de agenda blijven staan. Geen uitgifte van nieuwe industrieterreinen als op de huidige terreinen nog plaats is. Tevens willen wij het college naar de stand van zaken vragen betreffende moties om te komen tot onderzoek naar mogelijkheden om infiltratievoorzieningen van regenwater te bevorderen. In 2007 zijn 662 reïntegratietrajecten gestart, waarmee 184 cliënten uit de bijstand zijn gestroomd, oftewel 27,8%. Gezien de forse bedragen die met reïntegratie gemoeid zijn, is dat geen resultaat om over naar huis te schrijven. Daarnaast bereiken ons uit de praktijk berichten dat sommige uitkeringsgerechtigden om een bijstandsuitkering te krijgen het work first-traject moeten doorlopen. Nog steeds kan geconstateerd worden dat niet alle mensen, vooral senioren, op de hoogte zijn van allerhande voorzieningen waarvan zij gebruik kunnen maken. Hieraan zou meer aandacht worden besteed, zo is ons verzekerd. Onze indruk is dat het schort aan communicatie met de burgers. Veel organisaties, al dan niet professionele, zouden aangestuurd en onder de regie van de gemeente hierin een voortrekkersrol kunnen vervullen. De jeugdzorg in Roermond ontwikkelt zich niet positief. Iedere dag wordt door gemiddeld één kind noodgedwongen een beroep gedaan op de jeugdzorg. Naar onze mening dient er een aanvalsplan jeugdzorg te komen, met het doel een beroep op deze zorg te verminderen. Het verbaast ons niet dat het beroep op bijzondere bijstand stijgt. Enerzijds is dat een gevolg van betere voorlichting, al constateren wij dat die nog verbeterd kan worden, anderzijds neemt bij steeds meer mensen het vrij besteedbaar inkomen af door duurdere energiekosten, lagere huurtoeslag, stijging van de huur en hogere voedselprijzen. Als gevolg daarvan moeten steeds meer mensen een beroep doen op voorzieningen van particuliere organisaties, of ze zoeken hulp bij de schuldsanering. Het zal u misschien verbazen, maar de SP is voorstander van het ondersteunen door de overheid van particuliere initiatieven, al mag dat nooit in de plaats komen van de verantwoordelijkheid van die zelfde overheid. Sportbeoefening en recreatie dragen bij aan het welzijn van de burgers van Roermond. Toch kampen deze organisaties met een toenemend tekort aan vrijwilligers. Het is jammer dat daaraan in 2007 weinig aandacht is besteed. Om dit tekort op te vangen kan de SP zich voorstellen dat mensen met een uitkering vrijwilligerswerk gaan doen. Immers, zonder vrijwilligers is het voor sportclubs niet mogelijk hun activiteiten uit te voeren.
171 Het vorig jaar is tijdens een wijkbezoek aan Herten de realisering van een tweede kunststofveld ten behoeve van SSH aan de orde geweest. Wij hebben geconstateerd dat andere voetbalvelden onvoldoende bezet zijn. Wij zijn van mening dat eerst die velden optimaal bezet moeten worden vooraleer een zo grote investering te doen. Door het uitstellen van een betaling van een grondtransactie is tijdens de herlocatie van de vestigingen van Gamma, Praxis en Intratuin indirect een lening verschaft van € 3 miljoen tegen een rente van 2%. Dat is in ieder geval niet marktconform. Als met een rentepercentage van 4% zou zijn gerekend, zou Roermond een bedrag van € 60.000,per jaar extra hebben ontvangen, een aardig bedrag dat zou kunnen worden toegevoegd aan de bestrijding van de armoede. De voorzitter: De volgende sprekers wil ik niet aanmoedigen een zelfde soort betoog te gaan houden, want er zaten nogal wat technische vragen bij, en dat hadden wij niet verwacht. Daarnaast stel ik vast dat de tijd voor de algemene beschouwingen nu al met vijf minuten is overschreden. Technische vragen horen in de commissie thuis en ik neem aan dat de technische vragen die nu zijn gesteld niet allemaal beantwoord zullen kunnen worden. De heer Puper: Mijnheer de voorzitter. Wij bespreken en beschouwen de rekening en verantwoording van het jaar 2007 van de gemeente Roermond. Grondslag voor alle inkomsten en uitgaven is de programmabegroting 2007. In het College-Uitvoeringsprogramma zijn door de raad vervolgens nadere keuzen gemaakt. De procedure is het vorig jaar wat anders verlopen dan normaal, maar dat werd veroorzaakt door het samengaan van Roermond en Swalmen. De twee technische begrotingen van de vroegere gemeenten Roermond en Swalmen, die door de respectievelijke raden zijn vastgesteld, zijn de basis voor de programmabegroting, die haar vervolg heeft gekregen in het eerdergenoemde CUP. De Jaarverantwoording 2007 is in een vernieuwde vorm uitgegeven: duidelijk en goed leesbaar, ook voor degenen die niet zo thuis zijn in cijfers en getallen. De VVD-fractie spreekt allereerst haar waardering uit voor deze nieuwe vorm en presentatie; op de cijfers komen we later terug. Twee administraties in elkaar voegen en dan toch de orde op zaken stellen die nodig is om de raad in staat te stellen zijn controlerende taak uit te voeren en het financiële reilen en zeilen goed te kunnen overzien, is een prestatie van betekenis. Hoewel wij aan het begin van het vorig jaar nog rekening hielden met de mogelijkheid dat door die samenvoeging van administraties de accountant over het jaar 2007 nog geen goedkeurende verklaring zou kunnen afgeven, is dat wel gebeurd, en niet alleen dat: ook de verklaring van rechtmatigheid is afgegeven, d.w.z. dat de inkomsten en uitgaven zijn verantwoord conform wet en regelgeving. Een geweldige prestatie van wethouder Schreurs en al zijn medewerkers. Al lezend kom je aan de hand van de stijl en het taalgebruik tot de ontdekking dat deze jaarrekening het werk is van vele auteurs en dus breed gedragen wordt. Je leest ook terug dat men enthousiast is en de samenhang toont aan dat sprake is van een goede redactie. De inhoud is specifiek en toegesneden op de beleidsverantwoording van het afgelopen jaar, opsommend wat wel gelukt is en wat niet en wat uitgesteld moest worden tot 2008. De toevoeging van verhelderende grafie-
172 ken, kengetallen en streefcijfers verhoogt de inzichtelijkheid en geeft handen en voeten aan de verantwoording. Heel goed gedaan dus. De thema’s uit het College-Uitvoeringsprogramma aan de hand waarvan de VVD-fractie haar reactie en commentaar op de rekening en verantwoording geeft. In het vervolg van mijn betoog zal ik een tweetal moties aankondigen. Omdat hiervoor geldmiddelen zijn vereist, waren wij aanvankelijk van mening dat ze bij de Financiële Kadernota aan de orde dienden te komen, maar inmiddels is daartoe anders besloten. De dienstverlening van de gemeente aan haar burgers is verbeterd. Het aantal klachten is met 25% afgenomen, een goede prestatie. De gemeente heeft een grote inspanning verricht om de communicatie met de burgers te verbeteren. Communicatie dient allesomvattend te zijn, maar moet wel, zonder het te filteren, goed gedoseerd worden. Er moet daarom voor worden gezorgd dat hetgeen wordt gecommuniceerd ook ter kennis wordt genomen en dat geen situatie ontstaat waarin men door een te grote hoeveelheid en omvang van informatie alles maar laat liggen. De herindeling heeft voor de burgers en het bedrijfsleven gebracht wat de VVD-fractie voor ogen heeft gestaan. Dat binnen een jaar de burgers uit Swalmen hun tevredenheid het cijfer van ruim een 8 hebben gegeven, staat prominent in een ETIL-onderzoek. De partners in het Midden-Limburgse zijn bezig elkaar te zoeken in verdergaande samenwerking en gebiedsontwikkeling. Of alle betrokken partners wel even gemotiveerd zijn en daardoor in staat zijn gezamenlijke doelen te formuleren en de uitvoering hiervan te organiseren, is voor de VVD-Roermond nog maar zeer de vraag. De veilige stad. Door alle partners is een inspanning verricht om de veiligheid van de stad te verbeteren. Dat lukt soms, maar helaas soms ook niet. Subjectiviteit versus objectiviteit in het veiligheidsgevoel blijft spanningen veroorzaken. Veiligheid vergt van allen een grote persoonlijke inzet en van de gemeente de nodige financiën. Particuliere veiligheidsbedrijven kunnen een bijdrage leveren aan het creëren van meer veiligheid. Daarover verschillen wij dus van mening met de SP. De inzet van deze bedrijven in de uitgaansgebieden bewijst dit. Mijn collega zal hierop nader ingaan bij de behandeling van agendapunt 20. Thema 3: de economisch sterke stad. Roermond heeft ook in het jaar waarop wij nu terugzien een grote economische dynamiek gekend. Roermond heeft een unieke ligging met Duitsland en ook België, op steenworp afstand. De VVD-fractie wil nogmaals herhalen dat wij onze gemeente en haar stad Euregionaal moeten positioneren, de enige kans om de eerder genoemde dynamiek structureel te maken. De gemeente heeft de voorwaarden gecreëerd en met name het bedrijfsleven geeft hieraan verder invulling. De werkgelegenheid stijgt en het zijn niet alleen de inwoners van onze gemeente die daarvan profiteren. Belangrijk is wel dat wij deze mensen aan onze gemeente weten te binden. Een goed en gevarieerd aanbod op de woningmarkt zorgt ervoor dat men zich hier ook wil vestigen. Gelukkig is de werkloosheid onder burgers in onze gemeente gedaald en ook het aantal uitkeringsgerechtigden is verminderd. De ambities zijn vastgelegd in het CUP en het enthousiasme waarmee de partners, lees: ondernemers en beleggers, nu in onze gemeente aan de slag willen is inspirerend. Roermond laat zich zien, wordt gezien en bewonderd. De VVD-fractie is met deze ontwikkeling gelukkig en wil zich blijvend inspannen om de ambitieuze plannen te helpen ontwikkelen en realiseren, dit ook
173 vanuit onze opvatting dat welvaart welzijn financiert. Ook de kernen en dorpen in onze gemeente krijgen aandacht en daarmee nieuwe impulsen en ontwikkelingen. Thema 4: de leefbare stad. ‘Bruggen bouwen’ was het centrale thema in het CUP en dit onderdeel verdient alleen al die titel. Met grote ambitie en inzet wordt eraan gewerkt om de stad, maar ook de kernen en dorpen, meer leefbaar te maken of te houden. De woonprogramma’s en de wijkvoorzieningen die zijn uitgevoerd in het Roermondse Veld, de Kemp, Kitskensberg, Donderberg, maar ook in Herten, Asenray en Swalmen zijn aansprekend. Kwaliteit van wonen in de nabijheid van goede voorzieningen betekent kwaliteit van leven. Ook de in de binnenstad ter hand genomen renovaties en nieuwbouwplannen zijn bijzonder en verdienen de waardering van de VVD-fractie. In het overzicht van opgeleverde woningen – bijna 400 – spreekt ook aan dat hiervan 63 zorgwoningen en 70 zogenaamde nultredenwoningen deel uitmaken. Het betekent dat wij onze inwoners langer zelfstandig kunnen laten wonen. Het toewijzingsbeleid blijft onze aandacht houden. Door een goede en tevens in leeftijd gevarieerde toewijzing kunnen wij een grotere sociale samenhang in wijken en kernen bereiken. De uitkomsten van het Regionaal Woningmarktonderzoek en de vertaling hiervan naar nieuw beleid is voor de VVD-Roermond een van de ijkpunten voor de zozeer gewenste regionale samenwerking. In deze bestuurlijke periode zal naar de mening van de VVD-fractie de nieuwe parkeergarage in de Spoorlaan-Noord met het hele complex dat daar ook tot stand komt gerealiseerd moeten worden, want er is grote behoefte aan. Het is tenslotte een item in het verkiezingsprogramma van de VVD, en ook opgenomen in het CUP. Openbaar vervoer, fietsverkeer, kortom: mobiliteit, heeft veel aandacht gekregen, maar er moet nog meer gebeuren. Het amendement van de VVD-fractie van juni 2006 is nog steeds niet geheel uitgevoerd. Ik zal daarvan een korte opsomming geven. Het parkeeren verkeersmanagementsysteem is nog steeds niet optimaal in gebruik genomen. Mede door de onvoorspelbare gebruiksmogelijkheid van de A73 is dit dringend nodig. Verkeersdeelnemers, maar ook bewoners, ondervinden veel hinder. Het zogenaamde Hagen-parkeerterrein is zelfs geheel niet aangesloten op het parkeermanagementsysteem en ook nog steeds niet volledig in gebruik. De aandacht voor monumenten en archeologie is vanzelfsprekend als wij de historische stad en haar omgeving de kwaliteit willen laten behouden die ze vanuit de geschiedenis heeft en voor de toekomst verdient. Dit punt afsluitend: er is veel gedaan, maar er moet nog meer gedaan worden. Ik noem: zwerfafval, illegaal gedumpt afval en overlast door hondenpoep – de motie ligt ter tafel. Verder zal het maaien van bermen in grotere frequentie gedaan moeten worden; zoals het nu is, is het soms onveilig en geeft het aanleiding voor ongepast gedrag. Voor de werkzaamheden die hierbij horen is een betere planning vereist, maar ook de uitvoering verdient beter toezicht en begeleiding. Roermond, ook een stad met veel evenementen. Een door ons regelmatig gehoorde reactie: u hebt een mooie stad, maar op sommige plekken ziet het er wel erg vies uit. Wij moeten een grote inspanning leveren om dat beeld weg te nemen. Bij de algemene beschouwingen over de begroting 2009 komt de VVD-fractie op deze onderwerpen terug.
174 Over veiligheid in onze gemeente zal een motie worden ingediend door mijn collega Jos Becks. Een dossier dat ook nu weer is blijven liggen en dat wij ons zo langzamerhand wel moeten aantrekken is de reorganisatie en sanering van de woonwagenterreinen. Sociale stad en welzijn. Van jong tot oud is er een breed scala aan activiteiten die direct en indirect van belang zijn voor sociaal beleid en welzijn. Het zij herhaald: welvaart en welzijn zijn onafscheidelijk. De aanwezigheid van voldoende gevarieerd werk, of het beschikbaar komen daarvan op korte termijn, is voor burgers een belangrijke overweging om hier te blijven en voor anderen om hierheen te komen. In 2007 is veel werk verricht om vorm en inhoud te geven aan het armoedebeleid, of, anders gezegd: om de bestrijding van armoede beter uit te voeren. Belangrijk is om goed te definiëren wat armoede is en hoe je het vervolgens bestrijdt. Speciale aandacht moet de zogenaamde stille, en daardoor moeilijk te herkennen armoede krijgen. De mensen die het betreft lopen vaak niet te koop met hun toch bijzondere en zorgelijke omstandigheden. Het is ook een taak voor raadsleden om hun oren en ogen goed de kost te geven en signalen die hen hieromtrent bereiken kenbaar te maken aan de verantwoordelijk wethouder. Mantelzorgers. De VVD koestert deze mensen voor het vele werk dat zij verzetten. Het vorig jaar was er de mogelijkheid een waardering aan deze mensen toe te kennen van € 250,-. Men moest daarvoor wel door het CIZ geïndiceerd worden. Het CIZ liet evenwel weten geen tijd te hebben voor deze indicatiestelling en het gevolg was geen financiële waardering. Laat ons dat in de komende jaren niet weer gebeuren! Het verheugt de VVD-fractie dat het vorig jaar door de commissie welzijn het initiatief is genomen om te komen tot een instrumentarium dat meetbaar moet maken of effecten van het beleid ook werkelijk gehaald zijn, of kunnen worden. Sociaal beleid is iets anders dan een zak geld aan een organisatie beschikbaar stellen en vervolgens maar kijken wat ervan komt. Een aanbeveling aan Wel.kom: de Nieuwsbrieven zijn wel erg op het Noord-Limburgse georiënteerd. Aanpassing vinden wij gewenst. Het is een uitstekende zaak dat in het CUP extra geldmiddelen worden ingezet voor sport en sportaccommodatiebeleid. Hieromtrent is de raad een van de belangrijkste nota’s voor deze periode in het vooruitzicht gesteld. Wij geven een signaal: neem in deze nota ook middelen op waarmee een traject voor het werven van jeugdleiders kan worden ingezet. Voor de VVD-fractie hoort hier ook de mogelijkheid bij van een screening van deze jeugdleiders. Een dossier dat ons reeds lang bezighoudt is het poppodiumbeleid. In 2007 zijn wel besluiten genomen, onder andere via een motie uit de raad, maar waar wij willen kunnen komen is nog lang niet duidelijk. Eindelijk is in 2007 ook een besluit genomen waarmee het extreem hoge tarief van grafrechten naar beneden is aangepast. Wij wilden dat zo en nemen daarvan de financiële consequentie. De financieel gezonde stad. De programmabegroting die is ingediend gaf een positief resultaat te zien van € 1,8 miljoen. Nu wordt een rekeningresultaat gepresenteerd van € 4,2 miljoen. Dan zal het financieel wel erg goed gaan met onze gemeente, zou de eerste gedachte kunnen zijn. De VVD-fractie realiseert zich echter ook heel goed dat er ex-
175 tra, maar ook duidelijk incidentele inkomsten zijn geweest die er mede voor verantwoordelijk zijn dat het begrote resultaat van € 1,8 miljoen getild is naar het nu gepresenteerde resultaat van € 4,2 miljoen. Essent heeft extra dividend uitgekeerd door de verkoop van Kabelcom en ook de Bank Nederlandse Gemeenten heeft meer dividend uitgekeerd dan begroot. Daarnaast heeft de verkoop van onroerend goed een resultaat opgeleverd. Het is niet iets om je voor de toekomst blijvend rijk te rekenen. Het was wat deze voorbeelden betreft eenmalig en dus niet structureel. De stijging van de gemeentelijke belastingen, heffingen en leges is binnen de grens gebleven die daarvoor door de raad is gesteld en komt overeen met wat de VVD in haar verkiezingsprogramma aan de burgers en het bedrijfsleven heeft beloofd. De VVD is daarmee dan ook zeer tevreden. Is de stad financieel gezond? De VVD denkt van wel. De heer Breugelmans: Mijnheer de voorzitter. Na de betogen van de heren Janssen Steenberg en Puper te hebben aangehoord, krijg ik de indruk dat de voorjaarsnota en de Financiële Kadernota gelijktijdig worden behandeld. Als dat zo is, zullen we de zaak anders moeten inrichten. De voorzitter: Ik haal maar even de spreuk van de heer Janssen Steenberg aan: er is meer dan sie brauchen! Doe wat u goeddunkt, zou ik zeggen. Het duurt nu allemaal wat langer dan verwacht, maar dat kan gebeuren als je onderweg twee files tegenkomt. Daarna kan het misschien weer wat sneller gaan. Het woord is nu aan de heer Van Dael, die vandaag 60 is geworden! (Tijdens het betoog van de heer Puper is mevrouw Tegelbeckers te 09.30 uur ter vergadering gekomen.) De heer Van Dael: Mijnheer de voorzitter. Dank voor uw woorden. Vandaag vier ik weliswaar een kroonjaar, maar daarmee bent u nog niet van me af! Het is alweer bijna een jaar geleden dat we de jaarrekening van de oude gemeente Roermond hebben besproken. Bij die behandeling heeft de CDA-fractie er nadrukkelijk op aangedrongen in de toekomstige rekeningen een aantal verbeterslagen te maken. Het doet ons deugd dat de eerste verbeterslagen nu herkenbaar aanwezig zijn. De wethouder en zijn ambtenarenkorps maken wij daarvoor een compliment. Dat compliment moet echter ook aansporen om op de ingeslagen voort te gaan. De aanzet is er en we bespeuren de wil om ook verdere verbeterslagen te maken. Om daaraan verder vorm en inhoud te geven zal de komende begroting zodanig dienen te worden opgesteld dat er ‘smart’ geformuleerd wordt: wat willen we, hoe willen we het en wat mag het kosten? Inmiddels hebben we begrepen dat de betrokken werkgroep hiermee al stevig aan de slag is. Wij wachten het resultaat ervan met spanning af. Wat ons verder is opgevallen, is dat we hier niet meer spreken over een jaarrekening, maar over een jaarverantwoording. Ik heb daarvoor de volgende verklaring. De jaarrekening duidt op een cijfermatig verhaal, dat we uiteraard nodig hebben als onderlegger, terwijl de jaarverantwoording een meer inhoudelijke benadering vraagt, met andere woorden: wat hadden we met elkaar afgesproken, wat is daarvan terechtgekomen en
176 waarom zijn we al of niet van het beleid afgeweken? Het vraagt ook van de raad een andere houding. Zoals de wethouder in de commissie ook al aangaf: we zullen vervolgens met elkaar in debat moeten gaan. Dat is een verbeterslag die de raad zichzelf zou moeten opleggen. Alles afwegende kan de CDA-fractie instemmen met deze jaarverantwoording. De heer Bayrak: Mijnheer de voorzitter. Gisteravond heb ik de notulen van de raadsvergadering van 28 juni 2007 gelezen en wat me daarin opviel was dat in die vergadering een debat heeft plaatsgevonden over de rechtmatigheidsverklaring van de accountant, die het vorig jaar ontbrak. De wethouder zei toen dat het hem zeker zou lukken zo’n verklaring te krijgen voor de Jaarverantwoording 2007, en dat is ook het geval. Dit keer is zowel een verklaring van getrouwheid als van rechtmatigheid verstrekt door de accountant, en dat is een goede zaak. In genoemde raadsvergadering was men ook kritisch over de opzet van de jaarverantwoording. In de besluitenlijst van de commissie voor financiën heb ik gelezen dat nu veel complimenten zijn gemaakt over de opzet en de inhoud van de jaarverantwoording. Omdat er al te veel complimenten zijn gemaakt, wil ik mijn complimenten sparen voor een andere keer! Schatten en voorspellen is lastig, maar ook fuseren is moeilijk. Wij weten uit de praktijk dat er heel veel mis kan gaan als twee bedrijven gaan fuseren. Het verheugt ons dat de fusie tussen Swalmen en Roermond soepel is verlopen. Mijn bijdrage zal kort zijn. Ik zal mij beperken tot een thema waarover de heer Puper straks vragen zal stellen tijdens het vragenuurtje: de thuiszorg. De gemeente heeft in 2007 € 134.000,- minder uitgegeven dan geraamd voor de kosten van de hulp bij het huishouden, terwijl de thuiszorgorganisaties in grote moeilijkheden verkeren en de mensen die deze hulp nodig hebben daarvan de dupe dreigen te worden. Voor zover ik weet, gaat het college het uitvoeringsplan-WMO nog opstellen. Wij vragen het college een realistisch bedrag te reserveren voor de uitvoering van de huishoudelijke verzorging. In deze ronde zouden wij als raad bijvoorbeeld kunnen discussiëren over de mogelijkheid om de dividenduitkering van Essent vrij besteedbaar te maken in plaats van deze rechtstreeks naar de algemene reserve te laten vloeien. Op de motie zal ik in tweede termijn terugkomen. De heer Daamen: Mijnheer de voorzitter. Een terugblik op het jaar 2007, waarin de fractie Demokraten Swalmen als nieuwkomer in de Roermondse raad een volledig jaar heeft meegedraaid. Wat waren de voornemens, wat is ervan terechtgekomen, is er wat overgebleven en wat kunnen we daarmee doen, onder het motto ‘de afstand tot de burgers moet kleiner en de gemeente wil een zo breed mogelijk draagvlak’? Allereerst complimenten voor de prima leesbare versie van de Jaarverantwoording 2007, die overzichtelijk is en compact. Enkele opvallende punten uit de jaarverantwoording zijn de daling van de werkloosheid tot 9,8%, een daling van 17%, een daling van de uitkeringen, veel aandacht voor veiligheid in alle aspecten, aandacht voor jeugdbeleid en armoedebeleid, wijkontwikkeling in het Roermondse Veld, Kemp en Kitskensberg, Herten en Swalmen – de brede maat-
177 schappelijke voorziening Martin Giessen doet onze partij natuurlijk bijzonder deugd – en de diverse impulsen op economisch gebied. Zeer opvallend is naast de verklaring van getrouwheid nu ook een goedkeurende rechtmatigheidsverklaring van de accountant. Opvallend is ook dat er veel geld over is, maar dat is in onze ogen overigens een betrekkelijke constatering, want niet uitgevoerde werken en projecten kunnen moeilijk als winst worden beschouwd en nog uit te voeren werken worden slechts vooruit geschoven en daarvoor moet wel geld beschikbaar zijn, ook een kwestie van nog beter plannen van tijd en geld. De evaluatie van de WMO wordt per 1 september 2008 voorzien in de commissie. De heer Puper zal daarover later nog vragen stellen, maar wij willen er nu alvast voor pleiten om, als zich specifieke problemen openbaren, over te gaan tot reparatie en niet star vast te houden aan een bepaald protocol of tijdpad. Door regels naar de geest te interpreteren, kunnen veel leed, vijandelijkheid en ergernis worden voorkomen. Het betrekken van wijkraden en belangengroepen bij besluitvorming en uitvoering van gemeentelijk beleid is voor u belangrijk, geeft u aan. Wij zien ook dat dit gebeurt, maar de manier waarop zou ons inziens nog sterk verbeterd kunnen worden. Tot slot: de leefbaarheid in het centrum van Swalmen. Versterking van de winkelstructuur komt nog niet van de grond. Wij vragen hier echt aandacht voor. Wellicht zijn er ook mogelijkheden tot uitbreiding van het dienstenpakket van het servicecentrum. De heer Werson: Mijnheer de voorzitter. Door onze fractie zijn schriftelijke vragen gesteld, onder andere over het seniorenbeleid. Naar onze mening zijn die vragen in de groene flap slechts gedeeltelijk en onvolledig beantwoord. In de commissie welzijn zullen wij hierop terugkomen. Onze opmerkingen over het financieel belang in REO bij de Jaarverantwoording 2006 werden in 2007 afgedaan als niet juist. Het verbaast ons dat na een jaar dezelfde opmerkingen wel juist worden bevonden. Het daarbij vermelde percentage van 86% is overigens niet juist. Je hoeft 3.100 maar door 37 te delen en dan kom je op een ander getal. Dat de jaarverantwoording goed leesbaar is, zoals eerder opgemerkt, kunnen wij onderschrijven, maar eigenlijk mogen we dat ook gewoon verwachten van het bestuur in een stad als Roermond. Met raadsvoorstel 2008/031/1 vraagt het college ons in te stemmen met het toevoegen aan de algemene reserve van het nog niet bestemde rekeningresultaat van € 4,2 miljoen. Dit bedrag is al opgenomen in de balans per 31 december 2007, met de vermelding ‘saldo na bestemming’. Het vermogen laat een afname zien van € 893.000,-. Dit is het resultaat over 2007 en niets anders. Het saldo ná bestemming waarover we spreken is het onttrokken bedrag aan de reserves van € 5 miljoen minus het negatieve resultaat van 2007, zijnde € 893.000,-, en komt dan uit op € 4,2 miljoen. De berichtgeving in de media, die letterlijk vermeldde dat uiteindelijk een positief resultaat resteert van € 4,2 miljoen, is dus onjuist en behoeft enige nuancering. Immers, het feitelijk tekort bedraagt, zoals eerder vermeld, € 893.000,-. Het besluit onder punt 2 zien wij gaarne uitgebreid met de tekst: ‘zijnde het rekeningresultaat na verwerking van het negatieve saldo van € 893.000,-‘.
178 De heer Janssen Steenberg: Dient u daartoe een amendement in? De voorzitter: De heer Werson heeft verzocht het besluit aan te passen. We zullen nu eerst het antwoord van de wethouder afwachten en er dan samen over praten. Ik neem aan dat dat de bedoeling is. De heer Werson: Dat hebt u goed begrepen. Wethouder Schreurs: Mijnheer de voorzitter. Het is de bedoeling dit agendapunt om vijf over tien afgehandeld te hebben en ik zal mijn best doen. Het dilemma waarvoor de heer Janssen Steenberg en naar ik meen ook de heer Puper zich gesteld voelde, is in wezen ook de schuld van deze wethouder, want in 2003, 2004, 2005 en 2006 heb ik de raad uitgedaagd – en ook nu doe ik dat weer – een inhoudelijk debat te voeren over de vraag wat wij geacht werden in die jaren te doen en wat wij hadden bereikt. Met de heer Van Dael ben ik het overigens geheel eens dat dat debat in de commissie behoort te worden gevoerd. Het stelt me dan ook diep teleur dat het aantal woordvoeringen over de jaarrekening in de commissievergaderingen bepaald minimaal is geweest. Op een aantal reacties van de raad, met name die waarin werd opgeroepen tot een accentwijziging, zal ik pas ingaan bij het volgende agendapunt. Op diverse vragen die met techniek te maken hebben, zal ik niet ingaan. Men kan mij dat kwalijk nemen, maar ik ga nu niet in op vragen die in de commissie gesteld hadden moeten worden. Als de voorzitter van mening is dat ik dat wel moet doen, hoor ik dat graag van hem. Wat mij diep teleurstelt – en die uitdrukking gebruik ik nu voor het laatst – is de spanning die er is in de SP-fractie. Als ik van één fractie complimenten heb gekregen over de wijze van jaarverantwoording, is het wel van de SP-fractie. Bij het bespreken van de financiële verantwoording in de commissie voor financiën deden mijn oren bijna pijn van de complimenten. Als ik dan nu te horen krijg dat ik creatief bezig ben – ik zeg dat ook tot de heer Werson –, wil ik daarop eigenlijk niet eens reageren. Wat ik de raad namelijk presenteer, doe ik op basis van de begroting 2007 die in deze raad, mede onder verantwoordelijkheid van de heer Janssen Steenberg, is vastgesteld…. De heer Werson: Wij hebben het hier over de jaarverantwoording en niet over de begroting! De heer Janssen Steenberg: En ik wil alleen tot de wethouder opmerken dat wij niet hebben ingestemd met de begroting 2007. Wethouder Schreurs: Weet u ook nog welke argumenten u daarvoor aanvoerde? De heer Janssen Steenberg: Ja, dat hield met name verband met de rechtmatigheid. Wethouder Schreurs: Nee, het had te maken met de middelen die vrijelijk ter beschikking stonden. U vond dat u als nieuwkomer in de raad geen keuzen had om beleidsvrij-
179 heid op te zoeken. Dát was de reden en niet de rechtmatigheid. We kunnen er eventueel samen de notulen nog op naslaan. Inderdaad bespreken wij nu de jaarrekening, zoals de heer Werson opmerkte. Hij zal echter ook weten dat de jaarrekening is gebaseerd op de begroting, vandaar dat ik die link legde. Bij het volgende agendapunt laat ik mij graag door de heer Janssen Steenberg verrassen met alle initiatieven die hij namens de SP zal indienen om de door haar gewenste beleidswijzigingen te bereiken. Door bijna alle fracties is waardering uitgesproken over de slag die wij hebben gemaakt met de jaarverantwoording. We zijn er echter nog lang niet. CDA en VVD hebben ook in de commissie al geconstateerd dat er wel een slag is gemaakt, maar dat nu ook de verdiepingsslag zal moeten worden opgezocht. Het leuke is inderdaad dat de inhoudelijke verantwoording door heel veel auteurs is samengesteld. Het typeert dat in onze organisatie iedereen ervan doordrongen is dat verantwoord moet worden wat gedaan is. Op de opmerkingen die de heer Puper heeft gemaakt over toewijzingsbeleid, mobiliteit, monumenten en archeologie kom ik later terug. Hetzelfde geldt voor de vragen die hij heeft gesteld over sport en de jeugdleiders in de sport. Ze betreffen in feite uitgangspunten voor accentwijzigingen in de begroting 2009 en die wil ik graag afwegen tegen opmerkingen die daarover door andere fracties zullen worden gemaakt. De vraag of de stad financieel gezond is, meen ik bevestigend te kunnen beantwoorden. Of dat tot in lengte van jaren het geval zal zijn is vooral afhankelijk van de verrassingen die ‘Den Haag’ altijd voor ons in petto heeft. Een kroonjaar, meneer Van Dael, is altijd een mooi moment, maar het is natuurlijk pas de helft! Ik zeg hem dank voor de complimenten die zijn gemaakt voor de eerste verbeteringen. Wat gebeurd is, is inderdaad inhoudelijk de verantwoording opbouwen. De heer Bayrak stel ik voor het debat dat het vorig jaar over de jaarrekening is gevoerd nog even te raadplegen, om na te gaan of toen dezelfde discussie heeft plaatsgevonden over de oproep van de heer Werson op dit moment. Het bedrag dat uiteindelijk als resultaat wordt opgevoerd maakt jaarlijks onderdeel van discussie uit. Een zekere Verhoef heeft er in het verleden continu opmerkingen over gemaakt en toen heb ik een aantal fracties daar niet over gehoord. In wezen is dit exact dezelfde discussie. Wij verantwoorden datgene wat begroot is op dezelfde wijze en op grond van dezelfde systematiek. De opbouw van de jaarverantwoording is identiek aan de opbouw van de begroting. Naar aanleiding van de opmerking die de heer Bayrak over de WMO heeft gemaakt, herinner ik aan de afspraak die is gemaakt om de middelen die wij jaarlijks voor de WMO krijgen binnen het begrotingskader WMO beschikbaar te stellen. In enig jaar kan er dan een overschot of een tekort ontstaan, maar dat neemt niet weg dat alle middelen beschikbaar blijven voor de WMO. De heer Bayrak heeft een link gelegd tussen het restant van € 134.000,- en de discussies die vanuit thuiszorg op ons afkomen. Ik adviseer hem dat te scheiden. Ons uitgavenpatroon, ook voor de thuishulp, is gebaseerd op de inschrijvingen die zijn gedaan door de thuiszorginstellingen. In een openbare inschrijving hebben zij aangegeven welke hulp zij voor welke bedragen kunnen leveren. Dat dat nu niet ‘matcht’ met de daadwerkelijke
180 kosten waarmee zij te maken hebben is niet primair een bestuurlijke verantwoordelijkheid. Bij de nieuwe aanbestedingen voor de WMO in 2009 zullen we de consequenties daarvan zien in de manier waarop de organisaties gaan inschrijven. De heer Daamen kan ik bevestigen dat alle inzet van deze gemeente is gericht op de wijken. Als hij overigens zegt dat hij hier een nieuwkomer is, doet hij zichzelf onrecht aan, en zeker ook mij, want ik ben een nieuwkomer in Swalmen. Samen zijn we in ieder geval een nieuwe gemeente; laten we dat maar blijven benadrukken. De heer Werson heeft aangekondigd dat zijn fractie in de commissie zal terugkomen op het seniorenbeleid. Collega Kemp heeft er kennis van genomen en zal dat debat zeker aangaan. Als de heer Werson constateert dat een opmerking zijnerzijds over REO in 2006 niet is overgenomen en nu wel, kan ik slechts vaststellen dat zijn halsstarrigheid vrucht heeft afgeworpen. Met zijn laatste opmerking wens ik hem nog veel halsstarrigheid toe, want het moge duidelijk zijn dat ik het college niet kan adviseren het door hem mondeling ingediende wijzigingsvoorstel over te nemen. Wij doen niet meer en niet minder dan wat het BBV ons voorschrijft en waarop de accountant toetst. De heer Janssen Steenberg: Mijnheer de voorzitter. De kritiek van wethouder Schreurs op de interne werkwijze van de SP kan ik slechts betreuren. Wij behouden ons het recht voor om in onze fractie een standpunt te bepalen naar aanleiding van wat ons commissielid inbrengt vanuit de commissievergadering en vervolgens een mening te verkondigen in deze raad. Wij vinden dat een normale gang van zaken, ook als die mening afwijkt van wat in de commissie is besproken. De heer Puper: Mijnheer de voorzitter. Zoals ik in eerste termijn al zei, kijken wij nu terug op het jaar 2007. Daarbij geven wij aan wat wij vinden van het gerealiseerde beleid in de volle breedte, zowel financieel als wat betreft de effecten. Op een enkele uitzondering na heb ik in mijn betoog in eerste termijn alleen gesproken over wat gerealiseerd is. De wethouder kan dan wel naar de commissie voor financiën verwijzen, maar ik heb ook de vergadering van de commissie voor economische zaken bijgewoond en daarin is zonder enige beraadslaging algemene instemming betuigd. Als wij willen communiceren – ook een paragraaf – en iedereen willen laten weten wat wij van het gevoerde beleid vinden, vind ik het volkomen terecht dat te doen op de wijze zoals ik dat heb gedaan. Wethouder Schreurs: Mijnheer de voorzitter. Aan het adres van de heer Janssen Steenberg kan ik slechts opmerken dat ik niet hoop dat de door hem verwoorde werkwijze gebruik wordt, want dan weet ik niet meer hoe ik als wethouder het debat moet en mag voeren met het niet-raadslid/commissielid van de SP. Als de raadsfractie vervolgens een ander standpunt inneemt, vind ik dat erg lastig voor het debat. De heer Janssen Steenberg: Het gaat niet om een ander standpunt, maar om een nuancering daarvan.
181 De heer Daamen: Mijnheer de voorzitter. Ik verzoek u voortaan toch wat beter rond te kijken, want ook ik had mijn vinger opgestoken om in tweede termijn het woord te voeren. Hetzelfde geldt trouwens voor de heer Werson De voorzitter: U moet uw vinger wel naar mij opsteken en niet naar de griffier! Maar ga uw gang. De heer Daamen: De wethouder merkte aan mijn adres op dat ook hij een nieuwkomer is, maar dan in Swalmen. Geen nieuwkomer is hij echter wat betreft het beleid in Roermond ten aanzien van de wijkraden. Naar onze mening kan met betrekking tot de wijkraden in Swalmen nog een grote verbeterslag worden gemaakt voor wat betreft communicatie naar en met burgers en inspraak van burgers in de wijkraden. Dat was de essentie van mijn opmerking. De voorzitter: Het woord is nu aan de heer Werson. Ik verzoek hem tevens aan te geven wat hij met zijn amendement van plan is. De heer Werson: Mijnheer de voorzitter. Wij zullen het amendement niet indienen, omdat bij goede lezing wel blijkt dat het genoemde resultaat van € 4,2 miljoen is ontstaan door het bedrag dat geleend is uit de algemene reserve en dat niet helemaal kan worden terugbetaald omdat er een verlies is geleden over dat jaar. Iedereen kan dat sommetje wel maken. Over de opbouw van de jaarrekening bestaat wat ons betreft geen verschil van mening, zeker niet nadat ik afgelopen dinsdag met de accountant heb gesproken. Voor alle duidelijkheid: het was niet de heer Verhoef, maar de accountant die het werk heeft gedaan bij de gemeente Roermond. Hij heeft me verwezen naar het rapport van bevindingen, waarin ook de accountant schrijft dat de reserves van de gemeente zijn afgenomen met een bedrag van € 893.000,-. Wethouder Schreurs: Mijnheer de voorzitter. De heer Daamen herinner ik eraan dat is afgesproken dat met de nieuwe gemeente zal worden doorgegaan op de ingeslagen weg. In het ingezette beleid gaan we dus geen wijzigingen aanbrengen. Uiteraard respecteer ik als wethouder voor wijkontwikkeling de structuur van het wijkbeheer in Swalmen, maar of dat een prettige werkwijze is, is een vraag waarover ik met een aantal partijen graag eens een discussie zou willen aangaan. In die vaste structuur zitten de organisaties om de zoveel weken bij elkaar en volgens mij zijn daar nog wel wat slagen te maken. De oude gemeente Roermond kent ook geen aparte stichting waarin een gezamenlijk overleg plaatsvindt met alle organisaties. De last zit ‘m vaak in de terugkoppeling vanuit wijkraden naar de eigen achterban en nogmaals: daarin zijn volgens mij nog wel enkele slagen te maken. De heer Werson dank ik voor het feit dat hij zijn wijzigingsvoorstel niet in de vorm van een amendement wil indienen. Wat de accountant in zijn rapport van bevindingen schrijft, is hartstikke helder, maar dat wil niet zeggen dat het eindresultaat dat door het college aan de raad is aangeboden onjuist zou zijn. Het één staat totaal los van het ander.
182 De leden van het auditcomité dank ik voor de prettige manier van samenwerking om te komen tot het rapport van bevindingen. De heer Puper kan ik tenslotte nog zeggen dat wij dadelijk ongetwijfeld nog een interessante discussie tegemoet gaan. Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders en het daarbij behorende ontwerpbesluit, onder aantekening dat de SP-fractie geacht wil worden tegen te hebben gestemd. De voorzitter: Dames en heren. Omdat de microfoons van de heren Bayrak, Werson en Daamen blijken rond te zingen, schors ik voor enkele minuten de vergadering om dit euvel te laten verhelpen 10.10 uur). Schorsing De voorzitter heropent te 10.14 uur de vergadering 18. Voorstel van het college inzake de Financiële Kadernota 2009 (raadsvoorstel no. 2008/061/1). De voorzitter: Dames en heren. Vooraf deel ik mede dat de motie die eerder door de heer Puper is aangekondigd bij dit agendapunt aan de orde zal komen. De heer Heijnen: Mijnheer de voorzitter. Ondanks alle goede bedoelingen van deze Financiële Kadernota, en overigens met alle respect voor de samenstellers ervan, draagt zij in de ogen van de fractie Burger Belangen Roermond niet direct het karakter van een voorjaarsnota. Een voorjaarsnota is naar onze mening juist bedoeld om vooruit te kijken in het beleid dat ons voor ogen staat en dat in het College-Uitvoeringsprogramma is weergegeven. Wat Burger Belangen Roermond betreft is dit dus geen volwaardige voorjaarsnota. De voorjaarsnota is te veel een technisch financieel verhaal. In het verleden is dat wel eens anders geweest. De contouren van een vernieuwend gezicht van Roermond worden steeds duidelijker, contouren van een reeks beeldbepalende projecten die ertoe doen. Met nieuw elan zijn we deze raadsperiode ingegaan. Een periode van lef, durf, samenwerking en cofinanciering. Daar moeten gezamenlijk de schouders onder, want we moeten op koers blijven. In de media eisen we meer dan ooit de aandacht op met Roermond als winkelstad en cultuurstad. Burger Belangen Roermond is van mening dat we op weg naar 2010 energie en budget moeten steken in de versteviging van het Roermondse imago als woonstad. Roermond zal beter verkocht moeten worden als woonstad. “Mooi Roermond”, lezen we hier en daar op grote borden. Daarom wil Burger Belangen Roermond dat er geinvesteerd wordt in een grootschalige campagne voor Roermond als woonstad, als aanvulling op de pot promotiegeld van het flankerend beleid. Met de komst van de A73 zullen we Roermond ook moeten positioneren als dè bereikbare woon- en werkstad van Limburg. Enkele grote bedrijven hebben zich inmiddels
183 hier gevestigd. Laten we ook andere bedrijven niet schuwen, maar ons vooral ook richten op het aantrekken van verschillende bestuurscentra en een HBO-opleiding naar Roermond. Burger Belangen Roermond vindt dat we in meerjarig perspectief niet alleen de groei en het tempo moeten vasthouden, maar vooral ook moeten zorgen voor evenwicht. De fractie van Burger Belangen Roermond zal blijvend oog hebben voor zaken als veiligheid, milieu, cultuur, diversiteit, onderwijs, kinderopvang, jeugd, jongeren en gezin, armoedebestrijding, verenigingsleven en (sociale) woningbouw. Kortom, ook blijvende aandacht voor het zwakkere weefsel in onze samenleving. Bijzonder ongelukkig en zeer teleurgesteld is de fractie van Burger Belangen Roermond met de afwijzing door het ministerie van OCW van het verzoek om rijkssubsidie voor het ECI-complex, een rijksmonument dat in onze ogen als geen ander past in het landelijke doel om restauratieachterstanden aan rijksmonumenten weg te werken. Burger Belangen Roermond is van mening dat de minister daarmee geen recht doet aan de restauratiebehoefte en de inspanningen die Roermond, als tweede monumentenstad in Limburg, pleegt om het monumentenbestand op peil te houden, met vernieuwende en samenhangende vormen van cultuur. Burger Belangen Roermond is benieuwd welke vervolgstappen zijn ondernomen en verzoekt het college dringend in overleg met de provincie en Roerdelta BV te bezien op welke wijze een oplossing kan worden gevonden voor het financiële tekort bij een eventueel onherroepelijk worden van de afwijzing in de stichtingskosten van het cultuureiland ECI en de raad daarover te informeren. Verrast waren wij vandaag door de initiatieven van de burgemeester en een aantal andere mensen in hun lobby naar ‘Den Haag’. Hopelijk kan Roermond mee profiteren van het bedrag van € 150 miljoen dat minister Bos kennelijk weer in een potje heeft zitten. Ik kan eraan toevoegen dat ook mijn fractie daarop een aantal Kamerleden en deputés heeft aangesproken. Zorgen baren ons wel de structurele lasten die het beheer en de exploitatie met zich brengen van het gedeelte van het complex waarin de gemeente een rol gaat spelen, zoals bijvoorbeeld de ‘platte zaal’. Die zal in ieder geval laagdrempelig, toegankelijk en betaalbaar moeten blijven. Om nog maar niet te spreken van de risico’s in de vangnetfunctie die de WMO nog met zich gaat brengen. Wij delen de zorgen die zijn uitgesproken over mantelzorgers en de thuiszorg. Prangende vraag is verder of de verbouwing van het huidig Stedelijk Museum tot Cuypershuis in het gedrang komt, nu ook de subsidie voor de restauratie van het museum is afgewezen, en inherent daaraan de realisatie van het Historisch Bezoekerscentrum in het pand van de openbare bibliotheek. De fractie van Burger Belangen Roermond ziet verder graag onderzocht de mogelijkheden die er zijn om de beeldende kunst, niet zijnde Cuypers, voor het publiek beschikbaar te houden. Laat de bibliotheek de nieuwe naam Bibliorura blijven dragen, maar laat de naam van De Gouden Leeuw weer herkenbaar worden, maar nu als multifunctioneel cultureel educatief gebouw. Voor de Cuypersconcerten kan de fraaie Statenzaal in het stadhuis tijdelijk onderdak bieden. Dat brengt ook de burgers weer dichter bij het stadhuis.
184 In 2007 heeft de RO-groep uit Maastricht onderzoek verricht naar een eventuele alternatieve bestemming van de H. Geestkerk, zo die aan de eredienst zal worden onttrokken. Zijn er nog mogelijkheden, en worden die eventueel ook bezien, in relatie tot bijvoorbeeld het kerkgebouw van de H. Jozef in Leeuwen, dan wel het scoutinggebouw aldaar? Uiteraard verheugt het mijn fractie dat er wel subsidie is ontvangen voor het unieke orgel van de Munsterkerk en de ontwikkeling van de Kapelse Meule. Ook daar heeft mijn fractie voor gepleit. Facilitering van het verenigingsleven is ook volgens Burger Belangen Roermond belangrijk. De fractie van de VVD heeft dat al meermalen benadrukt, evenals het CDA. Verenigingen met een maatschappelijke functie mogen niet de dupe worden van nieuwe beleidsregels subsidieverlening. Burger Belangen Roermond vraagt het college nadrukkelijk om de subsidieverlening aan de muziekgezelschappen en koren in Roermond en Swalmen nog eens goed onder de loep te nemen. Harmonieën, fanfares, brassbands en koren kunnen in de problemen komen. Zij ontvangen thans voor de muzieklessen bij het CK voor leerlingen tot 18 jaar een vergoeding van 50% in de opleidingskosten. Nu blijkt door hogere cursuskosten dat het subsidiebedrag nog maar 40% van de opleidingskosten dekt. Mogelijk is dat gat te dichten door het CK een hoger bedrag toe te kennen, specifiek voor de opleiding van hafabra- en koorleerlingen. Daarnaast melden zich steeds meer niet opgeleide personen ouder dan 18 jaar aan bij muziekverenigingen. Daarvoor bestaat geen subsidieregeling. Juist deze leden bieden verenigingen kader en kansen de verenigingen beter staande te houden. Een voorstel daartoe ziet Burger Belangen Roermond graag tegemoet. Roermond kent een viertal uitstekende schutterijen, schutterijen die hun mannetje en vrouwtje in de Limburgse schutterswereld staan, schutterijen van naam. Alhoewel al een aantal Roermondse schutterijen daarin hebben voorzien, stelt het ministerie vanaf 2010 de kogelvanger verplicht. Dat betekent een forse investering, met name voor de kleinere verenigingen die daartoe verplicht worden vanwege hun locatie. Daarin moet naar de mening van Burger Belangen Roermond worden voorzien. Wij verzoeken het college dan ook te bezien of er wellicht enkele verplaatsbare kogelvangers kunnen worden aangeschaft, om met name de schuttersfeesten in de toekomst te kunnen garanderen en te voorzien in een éénmalige bijdrage aan de enige schutterij in Roermond die nog aan die eis moet gaan voldoen, t.w. St. Martinus in Maalbroek. A.s. zondag is de burgemeester weer trots als hij tijdens het OLS staande het defilé mag afnemen als zijn vier schutterijen de genodigden passeren en met hem vele Roermondenaren. Tijdens de algemene beschouwingen is een bedrag van € 10.000,- beschikbaar gesteld voor internationale betrekkingen. In dat kader kan worden bezien in hoeverre het bedrijfsleven, eventueel via REO, nog mogelijkheden ziet in het heroppakken van de contacten tussen Hanzesteden. Voor de gemeente alleen is een dergelijk initiatief te kostbaar. Burger Belangen Roermond doet daarom een projectvoorstel om een bedrag van € 5.000,- beschikbaar te stellen voor een educatief project in Vinkovci in Kroatië, een stad waarmee goede contacten zijn opgebouwd en waaraan zinvolle bijdragen zijn geleverd. Naar wij hebben begrepen, zijn de digitale uitzendingen van raad en commissies positief beoordeeld op de beeldkwaliteit: 47% goed, 52% slecht; daar valt nog aan te werken.
185 De fractie van Burger Belangen Roermond is van mening dat de digitale uitzendingen van de raadsvergaderingen in 2009 mogen starten, waarbij het woordelijk verslag wat ons betreft kan worden vervangen door een besluitenlijst. Het bespaart € 20.000,- en van dat bedrag kunnen de digitale internetuitzendingen van de raad ruim worden bekostigd. Voor commissievergaderingen is het nog veel te vroeg; doorvoering daarvan kan worden bezien na de herinrichting van de raadzaal. Een woord van dank tenslotte aan allen die vanuit het ambtelijk apparaat hebben bijgedragen aan deze Kadernota 2009 en aan de griffie die constant voor raad en commissies in de weer is om ons zo actueel mogelijk te informeren. Mevrouw Pilz-van Elven: Mijnheer de voorzitter. Vandaag treffen we de voorbereiding voor de begroting 2009. Het geeft een raamwerk weer gezien vanuit de huidige situatie. Beslist zullen in de komende maanden nog wijzigingen optreden waarvan we nu de strekking nog niet kunnen voorzien. De eerste ontwikkelingen zullen we in de septembervergadering krijgen met de meicirculaire en Demokraten Swalem hoopt dat we tijdig geïnformeerd zullen worden over de situaties die inmiddels zijn ontstaan, zoals bijvoorbeeld de BTW-effecten van de gesloten exploitatie. De voorlopige meerjarenraming lijkt positief, maar als we de loon/prijsindex zien wordt het een stuk minder. Deze wordt ten volle in de berekening meegenomen. Laten we dan ook de moed hebben om de subsidies voor de verenigingen die zonder professionals werken en met vele vrijwilligers, ook te indexeren, want als hier veel wegvalt – zelfs door summier geldgebrek –, zijn de nare gevolgen voor de stad vele malen groter. Demokraten Swalmen doet dan ook een dringend beroep op het college hieraan gevolg te geven. Wij willen met z’n allen toch een leefbare stad? Ook van andere partijen hebben wij al vernomen dat zij zich hiervoor willen inzetten. Wat de kaders betreft, willen wij graag weten waarom er exact 72 woningen staan voor ieder jaar in de komende jaren. Voor de OZB is een tarieftoename gecalculeerd van 3%. Is dit een vast of een flexibel percentage? Wij hebben ooit over 2% gesproken. Wat ons zorgen baart zijn de autonome ontwikkelingen die in drie jaar tijd bijna zullen verdubbelen. De risicoparagraaf is ons inziens een echt risico, en dat geldt vooral de structurele lasten die hieruit voortvloeien, zoals het cultuureiland. Dit cultuureiland zou een echte verrijking voor de hele gemeente zijn en wij hopen dan ook dat dit goed, maar vooral ook betaalbaar voor onze burgers kan worden neergezet. Demokraten Swalmen wenst u veel succes, zeker bij het binnenhalen van de nodige subsidiegelden. Vanmorgen hebben wij daarover in de media de eerste berichten gelezen. Wij hopen dat het zo verder zal gaan. Ook voor de meerdere genoemde subsidies in deze paragraaf zal meer inzet nodig zijn. Over de WMO is nog lang niet het laatste woord gezegd. Er zullen nog vele aanpassingen volgen, maar wees bereid om onze burgers zo goed mogelijk van dienst te zijn en geen ‘nee’ te verkopen. Laat u horen in Den Haag en trek hierin op samen met andere gemeenten; wellicht een taak voor de regio. In hoeverre leidt de uitvoering van de harmonisatie beheerplannen Roermond/Swalmen tot meer effect in de openbare ruimte?
186 Wij vinden het jammer dat geen goede inschatting is gemaakt van de infrastructuurschade als gevolg van de A73. Kunnen er nog meer tunnel-effectschaden naar boven komen? De schade zit immers in de onderlagen. Wat betreft de begraafplaats doet Demokraten Swalmen nogmaals een dringend beroep op u om de leeftijd van de kinderbegraafplaatsen te stellen t/m 12 jaar. Dit kan een gemeentelijk besluit zijn, wat blijkt uit navraag bij omliggende gemeenten. Verder dringen wij erop aan voldoende ruimte te berekenen voor de urnenmuur op de begraafplaats, zodat niet op korte termijn alweer aanpassingen nodig zijn. De heer Van Walsum: Mijnheer de voorzitter. De Financiële Kadernota die het college presenteert is de eerste primitieve begroting voor 2009 en de drie daarop volgende jaren, gebaseerd op het bestaande beleid, zoals afgesproken in het Coalitie-Uitvoeringsprogramma 2007-2010. De begroting voor 2009 is de belangrijkste voor deze raadsperiode, zoals ook anderen al hebben opgemerkt. De begroting voor 2008 is in hoge mate bepaald door de verkiezingen van 2007 en de begroting voor 2010 zal vooral weer in het licht staan van de aankomende verkiezingen. In dit jaar zullen we daarom onze slag moeten slaan. In het algemeen is blijkens het stuk dat het college ons heeft overlegd de financiële situatie voor Roermond zeker niet ongunstig te noemen. De eerste primitieve begroting laat een positief saldo zien van € 2,3 miljoen. De vooruitzichten voor 2010 zijn ook positief, maar wel wat minder gunstig. De jaren 2011 en 2012 vertonen een negatief saldo, wat vooral wordt veroorzaakt door de gevolgen van de prijsindex. Natuurlijk realiseren wij ons dat zich op zo’n termijn tal van ontwikkelingen kunnen voordoen die dit nog kunnen beïnvloeden, maar het is wel een schot voor de boeg. De reserves van Roermond zijn goed gevuld. Verder herkennen wij ons wel in de beschreven risico’s. Er zijn enkele zeer lastige bij die van grote invloed kunnen zijn op de begroting en daarop zullen we waakzaam moeten zijn. Ik noem onder andere de WMO. De jaarrekening over 2007 geeft een incidenteel overschot aan, gevormd door dividend. De PvdA-fractie is van mening dat dit bedrag mag worden opgevoerd in de begroting 2009. Zoals gezegd zijn de reserves op orde, zodat ze niet verder gevuld behoeven te worden. Er zijn zaken genoeg in de samenleving waaraan we zinvol geld kunnen besteden. Dit geld zou wat ons betreft ingezet moeten worden. Resumerend stelt de PvdA-fractie dat de financiële situatie van Roermond zeker niet ongunstig is. We zullen echter wel waakzaam moeten zijn. We stellen vast dat op basis van de primitieve begroting en de jaarrekening 2007 een vrije ruimte van circa € 4 miljoen aanwezig is, € 2,3 miljoen structureel en € 2 miljoen incidenteel. De PvdA-fractie kan in zijn algemeenheid instemmen met de uitgangspunten voor deze begroting. Voor de begroting 2009 draagt de PvdA-fractie de volgende kaders aan. Uitgangspunt is nadrukkelijk dat de voorgelegde begroting gebaseerd dient te zijn op het CUP dat we hebben afgesproken. Voor de PvdA-fractie is dit de basis voor de begroting. Zaken die daarin zijn afgesproken zijn nog altijd actueel. Er zijn geen majeure ontwikkelingen die ombuigingen nodig maken. Het CUP is een afgewogen beleid dat door het college in 2008 voortvarend is opgepakt en in 2009 nadrukkelijk moet worden voortgezet. Hierbij wil ik met name noemen investeringen in de openbare ruimte, cultuur, sociaal beleid,
187 welzijn, onderwijs, veiligheid in de wijken en zorg. Binnen het bestaande beleid vraagt de PvdA-fractie het college wel meer de regie te nemen, ervoor te zorgen dat er ketens zijn en dat er goed wordt aangestuurd. Zaken moeten op elkaar zijn afgestemd en op elkaar aansluiten. Inmiddels is dit al goed opgepakt, maar het blijft wel een punt van aandacht voor de komende jaren. De constatering dat er geen majeure ontwikkelingen zijn betekent niet dat er niets wijzigt, integendeel: de samenleving is een dynamisch geheel. Als politiek hebben wij de verplichting daarvan kennis te nemen en dat doen wij ook. De PvdA-fractie verzoekt het college bij het opstellen van de begroting voor 2009 rekening te houden met de volgende zaken: 1. Investeren in de sociale structuur. Laten we het maar zo stellen: ondanks de economische welvaart heeft Roermond nog altijd een zwakke sociale structuur. Er zijn te veel mensen die zich onvoldoende, of niet, kunnen staande houden in deze samenleving, en dat heeft een aantal gevolgen. Er is te veel criminaliteit in Roermond en dat komt uit onze eigen samenleving, zoals het COT-onderzoek, waarover wij het later nog zullen hebben, nadrukkelijk vaststelt. Het COT-onderzoek druk ons hier met de neus op de feiten. Een van de conclusies is dat de daders uit Roermond komen, en daar kunnen we wat aan doen. Maar ook de cijfers van ‘Kinderen in tel’ die we recent hebben mogen ontvangen zijn duidelijk: Roermond staat hoog, of laag – het is maar hoe je het wilt noemen –, op de lijst. Ook deze cijfers geven aan dat Roermond een groot sociaal probleem heeft, dat wordt veroorzaakt door de zwakke sociale structuur. In dit geval uit zich dat weer in andere effecten als een bovengemiddeld aantal kinderen in achterstandswijken. De sociale structuur heeft ook andere gevolgen, die we allemaal goed kennen: het hebben van geen werk, een te laag inkomen, armoede, geen opleiding, enz. De oorzaken van deze problemen moeten worden aangepakt. De PvdA-fractie pleit er dan ook voor maatregelen te nemen die ten doel hebben de sociale structuur te verbeteren. 2. De PvdA-fractie is de afgelopen periode door een aantal verenigingen, scouting, maar ook sportclubs, benaderd met het verzoek voor de gemeente bepaalde activiteiten uit te voeren die nu worden uitbesteed aan bepaalde professionele organisaties. Het hebben van een professionele organisatie is natuurlijk nooit een doel, maar slechts een middel. Als anderen aangeven dat zij dat mogelijk kunnen, is dat een interessante ontwikkeling. Verenigingen en clubs geven aan de verantwoordelijkheid te willen dragen, om daarmee aan de ene kant geld te genereren voor de vereniging en aan de andere kant diensten te verlenen voor de samenleving, een heel interessante win-win-situatie. Die ontwikkeling zou nader uitgewerkt moeten worden. In dit kader denken wij bijvoorbeeld aan de WMO. De PvdA-fractie is van mening dat daarvoor geld vrijgemaakt zou moeten worden. Daarbij denken wij ook aan bijvoorbeeld een huisvestingsfonds voor scouting of een buurtsportproject voor verenigingen, waarbij sport de sociale cohesie in de buurt verhoogt. 3. Uit de evaluatie van de nota ‘Drang en dwang’ kwam onder meer naar voren dat uitbreiding van de 24-uursopvang gewenst is. De PvdA-fractie pleit hiervoor. Daarbij zal het MOV de komende jaren moeten verhuizen naar een andere locatie. Duidelijk is dat deze opvangvoorziening voor Roermond heel hard nodig is. De PvdA-fractie
188 stelt voor in de begroting een bedrag op te nemen om deze herlocatie te faciliteren. College, wacht niet, maar ga nu aan de slag! 4. De PvdA-fractie zou graag zien dat er een impuls komt voor het duurzaamheidsbeleid. Hiervoor zou in de begroting ruimte moeten worden gemaakt. Bij cultuur constateren wij dat de Azijnfabriek gelukkig nog bestaat en nog altijd een poppodium is dat op zoek is naar een definitieve oplossing voor zijn voortbestaan. Dit moet gewaarborgd worden. In de begroting zal het college daarvoor ruimte vrij moeten maken. Als nieuw punt geven wij het college in overweging het fenomeen community arts in Roermond op te pakken en nader uit te werken. Het betreft artistieke projecten op het gebied van samenleven, met de intentie dat samenleven vooral in buurten beter te laten worden. Hiervoor zou ook wat ruimte gemaakt moeten worden. Een heikel punt is de regionale samenwerking. Hoe moeilijk ook, het moét – wij constateren dat nadrukkelijk in de Strategische Visie –: Roermond heeft zijn omgeving nodig. We kennen allemaal de discussies die hebben plaatsgevonden over de Regiovisie. We weten dat het heel moeizaam gaat, maar toch zullen wij hierin moeten investeren. De PvdA-fractie heeft het afgelopen jaar meerdere keren aandacht gevraagd voor het opstellen van een lokale educatieve agenda. Wij gaan ervan uit dat dat in 2008 nog gebeurt. Het is ons onduidelijk of dit geld gaat kosten, maar áls het geld gaat kosten, willen we wel graag dat het wordt opgenomen in de begroting voor 2009. De heer Breugelmans: Mijnheer de voorzitter. Het CDA ziet de Financiële Kadernota als de eerste fase van de begrotingscyclus. Nu kunnen we nog aangeven waar volgens ons het beleid voor 2009 moet worden bijgesteld. Kijken we naar het College-Uitvoeringsprogramma, dan kunnen we constateren dat we daarmee reeds een heel eind op streek zijn, maar voortdurende ontwikkelingen in onze dynamische gemeente maken bijstellingen van het beleid vaak noodzakelijk. De jaarrekening 2007 laat een overschot zien van € 4,2 miljoen. In de kadernota geeft het college aan te verwachten dat op de jaarrekening 2008 een positief resultaat zal worden geboekt van bijna € 2,4 miljoen. Uit de toelichting concluderen wij dat wij een spaarzaam college hebben. Bijna alle overschotten worden in de algemene reserve gestort. Gelukkig kunnen we dat zien dankzij de tabellen die u in de kadernota hebt opgenomen. Die kadernota is echt van belang, zelfs zoals ze er nu uitziet. Natuurlijk zijn iedere kadernota en iedere begroting voor verbetering vatbaar, maar ik moet zeggen dat u in ieder geval de financiële kaders op een uitstekende wijze hebt aangegeven. Investeringen in wijken, en vooral in mensen, mogen we echter niet vergeten. Het versterken van de wijkeconomie en het versterken van de maatschappelijke functies in alle wijken zijn voor het CDA, nu het ons economisch zo goed gaat, noodzakelijk. De functies van de winkelcentra in Maasniel, Swalmen en de Donderberg moeten worden versterkt om de sociale cohesie in de wijken te behouden. In Leeuwen en Asenray moet iets gebeuren met de wijkaccommodaties. Mogelijkerwijs kan de kerk in Leeuwen daarvoor een oplossing bieden. Ik weet dat u in Asenray al heel ver bent. In Maasniel is nieuwe huisvesting voor scholen noodzakelijk. De revitalisering van de Raadhuisstraat kan een welkome aanvulling zijn op datgene wat in het maatschappelijk verkeer nood-
189 zakelijk is. Maak van die Raadhuisstraat nu eens een straat waarin je kunst kunt kopen. Mogelijk kan daarmee een beetje worden aangesloten bij de community arts die door de PvdA-fractie werd voorgesteld. In het uitvoeringsprogramma van het college is aangegeven dat we in 2008 een start zullen maken met het Loket WMO/Jeugd en Gezin. Voor het loket van de WMO is op dit moment niet meer zoveel nodig, maar de plannen voor een Centrum, of Loket, voor jeugd en gezin zijn nog niet gerealiseerd. Het CDA is van mening dat de realisering van een Centrum voor jeugd en gezin de hoogste prioriteit verdient. Ook is het CDA van mening dat mensen die gebruik moeten maken van de thuiszorg volgend jaar die zorg dienen te krijgen die ze nodig hebben en dat het kwaliteitsniveau van vóór de invoering van de WMO gehandhaafd moet worden, ook al zijn wij er ons van bewust dat dit een aanzienlijke aanslag op ons budget zal betekenen. De WMO wil dat burgers verantwoordelijkheid nemen voor elkaar. Het CDA is een groot voorstander van het betrekken van verenigingen en kerken bij het uitvoeren van de WMO. Hier kunnen we win-win-situaties creëren. De overheid moet zorg dragen voor een goede facilitering van het maatschappelijk middenveld door het adequaat uit te rusten. Zo zouden in alle wijken van Roermond onder andere bijvoorbeeld defibrillatoren beschikbaar moeten zijn en zouden verenigingen moeten worden ondersteund om daar waar mogelijk diensten aan te bieden. Het krijgen van kader om verenigingen te leiden wordt steeds moeilijker. Ook de heer Puper erkende dit in de vragen die hij in februari van dit jaar stelde. In zijn programma pleit het CDA voor het oprichten van een steunpunt voor verenigingen in onze gemeente, naar analogie van het succesvolle Steunpunt Sportservice. Wij verzoeken het college in de begroting met plannen hieromtrent te komen. In Roermond zijn er minimaal 125 kinderen die hoogbegaafd zijn en basisonderwijs moeten volgen. Voor hen is speciaal het Leonardo-onderwijs ingericht. Als Roermondse kinderen dit onderwijs willen volgen, moeten zij daarvoor echter naar Venlo. Een tegemoetkoming in de reiskosten is er voor deze kinderen niet bij. Gevolg daarvan is dat voor deze kinderen onderwijs extra duur wordt en voor sommige mensen zelfs onbetaalbaar. Daarom is het CDA van mening dat op korte termijn bekeken moet worden welke mogelijkheden er zijn voor Leonardo-onderwijs in Roermond, c.q. of een tegemoetkoming mogelijk is in de reiskosten voor kinderen die naar Venlo moeten. En dan nog wat. In Roermond wordt veel gesproken over de mogelijkheid dat mensen moeten kunnen trouwen waar zij willen, zonder dat er kosten tegenover staan. In Roermond kan dat echter alleen maar van woensdagochtend 09.00 uur tot woensdagochtend 09.15 uur. Trouwen moet voor iedereen bereikbaar zijn, en niet alleen tegen betaling. Daarom stelt het CDA voor in 2009 twee dagdelen per week ter beschikking te stellen om gratis te kunnen trouwen op de plaats waar men wil. Gisteren werd bekend dat de Tweede-Kamerfractie van het CDA minister Plasterk heeft verzocht een extra budget van € 50 miljoen aan te wenden voor onder andere de restauratie van industrieel erfgoed. De minister is verzocht ook de restauratie van het ECIcomplex daarin te ondersteunen, en het ziet ernaar uit dat dat ook gaat gebeuren. Een succes van de inzet van alle partijen, van het CDA, maar ook van alle collega’s in de
190 raad. Misschien kunnen de geestverwanten van de minister in deze raad hem er ook toe bewegen eens te kijken naar de Munsterkerk en het museum. Voor de restauratie van het woonhuis van Cuypers ziet het er niet zo goed uit. Roermond profileert zich graag als Cuypers-stad. De belangrijkheid van Cuypers en de historische waarde van het pand aan de Andersonweg rechtvaardigen een grote inspanning van onze gemeente om middelen te vinden voor de restauratie, ook al moeten we dat uit onze eigen zak betalen. In antwoord op vragen van het CDA geeft het college aan dat het met het CDA van mening is dat kerken en andere gebouwen van religieuze aard een belangrijke bijdrage leveren aan de monumentale waarde van onze stad. De kerken geven aan dat zij vooral door de stijgende energiekosten de openstelling van deze monumenten niet meer kunnen waarborgen. Het CDA is van mening dat in samenspraak met de kerkbesturen moet worden bezien op welke wijze de gemeente hierin structureel tegemoet kan komen. Harmonieën en fanfares krijgen van ons een vergoeding voor de muzikale opleiding van hun jeugdleden. Deze vergoeding is al jarenlang hetzelfde bedrag, maar de cursusgelden stijgen elk jaar. Het CDA pleit voor een aanpassing van deze subsidie. Het kunstwerk van Dolf Wong op het Munsterplein, dat door de mannen van Roermond werd geschonken aan de vrouwen als dank voor hun moedige gedrag tijdens de Tweede Wereldoorlog, moet nodig worden hersteld en gerestaureerd, en dan graag zodanig dat vandalen er geen vat meer op hebben. Voor ons is dit een belangrijk punt. Voor veel mensen die in armoede moeten leven bieden de Vincentiusvereniging en de Voedselbank Midden-Limburg tijdelijke oplossingen. Hoewel het CDA van mening is dat de voedselbank een overbodige voorziening zou moeten zijn in onze welvaartsmaatschappij, blijkt uit cijfers dat permanent minimaal 150 gezinnen noodgedwongen ondersteuning krijgen van de voedselbank. Daarnaast heeft de voedselbank een signalerende functie voor onze gemeente. Hierdoor krijgen wij zicht op een groep die vaak moeilijk in beeld te krijgen is. Het CDA ondersteunt het verzoek van de voedselbank om een bijdrage te leveren in de huisvestingskosten. Ook het initiatief om mensen voor een klein bedrag een kookcursus te geven steunen wij. Het vorig jaar dacht de raad dat videoregistratie en publicatie van de geschreven notulen van de raadsvergadering niet meer zo noodzakelijk zouden zijn. Na een jaar is wat ons betreft gebleken dat dit vooralsnog niet het geval is. Het CDA hecht grote waarde aan de uitzendingen van de gemeenteraadsvergaderingen. Op die manier kunnen burgers zich à la minute informeren over de standpunten van politieke partijen. Wij verzoeken u dan ook om deze post niet te schrappen. Verder pleiten wij voor een nieuwe aanbesteding van de t.v.-uitzendingen voor de raad. Mogelijk kunnen we daarmee veel geld besparen. Onze bevolking vergrijst en ontgroent, eerder dan wij in 2006 hadden gedacht. Het aantal mensen dat ouder is dan 65 jaar neemt sneller toe dan wij verwachtten en het aantal jongeren onder 20 jaar daalt met veel meer dan wij in 2006 dachten. Deze ontwikkeling zullen we op de voet moeten volgen en er zal beleid op moeten worden gemaakt. Volgens ons zal het huidige beleid zelfs bijgesteld moeten worden. Uitgangspunt daarbij zou moeten zijn dat wij een beleid voeren dat ervoor zorgt dat jongeren en startende gezinnen zich in onze stad gaan vestigen, maar ook dat jongeren die nu noodgedwongen – bijvoorbeeld om studieredenen – de stad moeten verlaten in Roermond kunnen blijven
191 wonen. Kwalitatief goed onderwijs in zo groot mogelijke diversiteit, zowel qua niveau als qua richting, kan in dezen mogelijk soelaas bieden. Daarnaast zullen wij in onze nieuwbouwplannen voor de komende jaren vooral moeten inzetten op betaalbare en kwalitatief goede woonruimte voor jongeren en startende gezinnen. Ook zullen we antwoorden moeten vinden op de vraag hoe om te gaan met een snel vergrijzende samenleving op vele gebieden. Dezer dagen liep ik iemand tegen het lijf die zei dat de stad nu wel bijna af is. Voor het CDA is de stad nooit af. We leven in een dynamische samenleving, die van het bestuur eist dat het zich aanpast aan deze dynamiek. Laten we daaraan werken, met elkaar, conform het motto van het CDA-programma. De heer Puper: Mijnheer de voorzitter. De Financiële Kadernota is de aanzet voor de begroting 2009. Daarbij praten wij met elkaar over de door ons gewenste uitgaven. Alvorens mijn betoog te vervolgen, herinner ik aan de gezamenlijke inspanning die wij met andere gemeenten hebben betracht om ook de financiële verhouding met het rijk duidelijker te krijgen. Wij willen wel veel en wij willen dat er veel gedaan wordt, maar we weten niet zo goed of de grote financiële partner in dit geheel, het rijk, de raad, maar ook het college, wel voldoende inzicht geeft in wat wij mogen verwachten. We kennen verschillende circulaires, die de titels van de maanden mei en september dragen, maar overigens veelal in een andere maand uitkomen dan geprogrammeerd, en die maken de verhouding zo onduidelijk. Wij kunnen hier een prachtige muur van wensen metselen, maar het moet ook voor de burger betaalbaar blijven. Wat wij vooral willen, is de unieke geografische positie van Roermond verder uitbouwen. De geografie hebben we gekregen, maar aan de positie kunnen we zelf werken. Die positie is al goed, maar wij moeten echt een centrum worden in de Euregio, meer nog dan nu. Wij hebben het dan niet alleen over kooptoerisme, maar ook over grensoverschrijdende zakelijke dienstverlening; die moet nog meer dan tot nu toe in onze gemeente en onze regio worden gevestigd. Graag zouden wij ook wat meer duidelijkheid hebben over iets waarover we helemaal niets te zeggen hebben: de vestiging van de Kamer van Koophandel. Vroeger was de Kamer van Koophandel een kerstboom die vol hing met allerlei ballen, en het bedrijfsleven moest betalen, nu is ze in feite niets meer en minder dan de burgerlijke stand van het bedrijfsleven, maar wel belangrijk. Vestiging daarvan hier bevestigt nog eens de centrale positie die wij ook in onze provincie wat dat betreft hebben. Hebben wij het over de vestiging van nieuwe bedrijven en het uitbouwen van onze positie, dan komt ook het huisvestingsbeleid aan de orde. Als Roermond aantrekkelijk is om te werken – en dat is al gebleken door de toename van het aantal banen –, moet het ook aantrekkelijk zijn om hier te wonen en daarvoor is een gevarieerd en op alle niveaus betaalbaar woningaanbod nodig. Van woningen die niet zo hoog geprijsd zijn hebben wij al het nodige, en dan komt het aan op het toewijzingsbeleid, dat ervoor moet zorgen dat wij de goede mensen in de goede huizen krijgen. Vervolgens kunnen nieuwbouwplannen dan helemaal op maat gesneden worden. Bij de subsidieverordening gaan wij geen exacte bedragen voor verhoging noemen, maar het moet wel een dynamisch proces zijn. De ontwikkelingen voor de verenigingen
192 zijn dynamisch en dat betekent dat wij niet voor vier jaar een subsidieverordening kunnen vaststellen en dan met de armen over elkaar kunnen gaan zitten, in de veronderstelling dat het dan wel goed zal komen. Voor het ECI-project hebben we een gezamenlijke inspanning gedaan, maar we zijn er nog niet. Er is politieke aandacht voor, ook in Den Haag, maar het is naar onze mening nog lang niet genoeg. Er zal veel meer aan moeten worden gedaan. In het kader van internationale betrekkingen is het heel belangrijk de goede contacten die er zijn goed te houden. Er zijn wat dit betreft heel veel mogelijkheden met Europese middelen. Een aantal van onze partnersteden maken gebruik van Europese middelen om de uitwisseling te organiseren en te financieren. Ook wij moeten daarop alert zijn, want als wij prijs stellen op samenwerking en jumelage, moeten we er ook iets aan doen. De WMO kent negen beleidsvelden, die ons op al die onderdelen zullen bezighouden. Uitvoering van de WMO – wij hebben er al eerder voor gepleit en dat wil ik nog eens herhalen – is een kwestie van zoveel en zo lang mogelijk zelfredzaam zijn, maar dat moeten we ook met elkaar kunnen creëren. We moeten dan niet die ene grote zorgverlener hebben als enige instantie die doet wat goed is voor de mensen, we moeten met elkaar een structuur en een sfeer creëren waarin mensen gaan samenwerken. Het zal blijken dat er dan ook samenwerking komt op velden en gebieden die dat tot op heden nog niet gekend hebben. In het kader van opvang van jeugd zijn er fantastische sportaccommodaties, die nog veel beter moeten worden dan ze op dit moment zijn, maar ze liggen wel op heel veel momenten leeg. Daar zouden ook dingen georganiseerd kunnen worden; het is goed voor de verenigingen en ook voor de aanwas van mogelijk nieuwe leden. Zo kunnen we vorm en inhoud aan werkelijk nieuw beleid geven. Partners die dat tot op heden niet waren, zullen we moeten leren partner te zijn met elkaar. Het monumentenbeleid vraagt uiteraard aandacht. Roermond is een stad met veel monumenten; daarvoor zullen we ons best moeten doen en wij zullen ook voor partners moeten zorgen. Het evenementenbeleid behoort bij deze dynamische stad en daarvoor zullen we ons blijvend moeten inspannen. Ik noem er nog geen bedragen bij, maar straks kom ik met een concreet voorstel waar wel een bedrag bij hoort. Van de planontwikkeling voor de Spoorlaan-Noord dienen behalve de parkeervoorzieningen ook woningen en kantoren deel uit te maken, kortom: het hele project daar. City planning is belangrijk, maar we mogen niet vergeten dat onze gemeente niet alleen het centrum van de stad Roermond is. Onze gemeente kent kernen en dorpen en ook daarin moet een goed voorzieningenniveau gewaarborgd en op sommige plekken wellicht verbeterd worden, om het wonen en leven aantrekkelijk te maken. Aan het onderhoud van de openbare ruimte zal meer moeten worden gedaan dan in het verleden is gebeurd. Bij het vorige agendapunt heb ik er al iets over gezegd, terugkijkend naar 2007. In 2008 zal er meer aan moeten worden gedaan. Twee keer de bermen maaien per jaar is duidelijk niet meer voldoende. Drang en dwang binnen onze singelring is een succes, maar kent een uitstraling naar de aangrenzende wijken. Overlast verplaatst zich en dat eist nieuwe inspanningen. In gesprekken met bewoners en ondernemers van de Neerstraat is in het verleden op z’n minst de indruk gewekt dat reconstructie ook voor hun straat aan de orde zou zijn. Wij
193 hebben allemaal kunnen lezen dat een keuze moest worden gemaakt uit de middelen die beschikbaar zijn. Populair gezegd komt het erop neer dat ze besteed zullen worden op het Munsterplein. De teleurstelling bij de bewoners en de ondernemers in de Neerstraat is groot en zij verdienen het dat wij daaraan aandacht schenken en met elkaar tot oplossingen komen. Als dat resulteert in extra financiële inspanningen, waarvan ik de omvang op dit moment niet ken, zullen wij een groots gebaar moeten maken, want met elkaar is het de binnenstad van Roermond. Bij het vorige agendapunt heb ik gesproken over een mogelijke gedragscode voor sportleiders. Alle verenigingen hebben behoefte aan uitbreiding van het bestand, maar wij weten dat er in het verleden een paar keer mensen bij zijn gekomen met iets andere bedoelingen dan alleen het begeleiden van sport en spel. Wij vragen daarom concreet een bedrag van € 5.000,-, met het vriendelijke verzoek aan wethouder Boots dat in zijn sportnota op te nemen, om verenigingen die daaraan behoefte hebben de mogelijkheid te geven een onderzoek te doen. Uiteraard moet dat altijd met open vizier gebeuren en niet achter de rug van wie dan ook. De wensen die wij hebben zullen wij op papier ter hand stellen aan de wethouder, om het hem eenvoudiger te maken daarmee rekening te houden bij het opstellen van de begroting. Uiteraard zullen wij bij dit alles oog moeten blijven houden voor de lasten van de burger. Wellicht zullen wij in de toekomst met elkaar eens een discussie moeten aangaan over de vraag of in de wijze waarop nu belastingen geheven worden, in vaste percentages ten opzichte van de WOZ, niet op een of andere manier differentiatie zal moeten worden gebracht, om recht te doen aan degenen die bij de desbetreffende niveaus horen. De heer Janssen Steenberg: Mijnheer de voorzitter. Bij de behandeling van het vorige agendapunt heb ik al het een en ander naar voren gebracht over deze Financiële Kadernota. In het kort wil ik herhalen waar onze prioriteiten liggen bij het opstellen van de begroting voor 2009. Wij zijn van mening dat er een aanvalsplan moet komen voor de jeugdzorg, dat de criminaliteit in Roermond moet worden teruggedrongen, dat er meer aandacht moet komen voor armoede en schuldhulpverlening, dat er meer socialewoningbouw moet komen en dat een halt moet worden toegeroepen aan het onttrekken van sociale woningen aan de voorraad. Sprekend over armoede en de bestrijding daarvan, hebben wij al aangegeven dat er naar onze mening een verdubbeling moet komen van het budget van nu € 200.000,- naar € 400.000,-. Wij zullen daartoe een amendement indienen tijdens de begrotingsbehandeling. De thuiszorg en de huishoudelijke hulp in het kader van de WMO zullen nog uitgebreid aan de orde komen tijdens het vragenuurtje. Wij constateren nu slechts dat in EchtSusteren een vergoeding wordt gegeven van € 19,20 per uur voor huishoudelijke hulp en in Roermond een vergoeding van € 15,41. Wij kunnen niet begrijpen dat de thuiszorg voor dat bedrag de huishoudelijke hulp kan uitvoeren. Voor de thuiszorg in MiddenLimburg dreigt een verlies van ongeveer € 1,5 miljoen, met het risico dat de medewerkers drastisch in loon zullen worden teruggezet.
194 Wethouder Schreurs: Mijnheer de voorzitter. De heer Heijnen heeft opgemerkt dat deze Financiële Kadernota niet het karakter draagt van een voorjaarsnota, en ik dacht nog wel dat wij zo duaal waren! In de kadernota hebben wij aangegeven dat wij doorgaan met het ingezette beleid. Het College-Uitvoeringsprogramma, het CUP, is het vorig jaar vastgesteld en heeft een doorlooptijd van amper drie jaar. Wij willen de dingen doen die we goed doen en de dingen die we niet zo goed doen beter doen, zonder al te veel nieuw te doen. Het is terecht dat de raad de mogelijkheid krijgt nog wat nuanceringen en aanpassingen in te brengen, maar ik zou het niet terecht hebben gevonden als wij de raad nu zouden hebben geïnformeerd over wat wij willen gaan doen. Het is de taak van de raad op basis van de financiële kaders aan te geven welke beleidswijzigingen, nuanceringen e.d gewenst worden geacht, waarna wij dat vervolgens zullen vertalen in de begroting 2009 en verder. In november kan de raad dan weer aangeven of hij daarmee tevreden is of niet. Dat is de reden waarom het college niet zelf een voorjaarsnota schrijft, maar in een Financiële Kadernota de raad een handvat aanbiedt om zijn taak uit te voeren. In de woordvoering van praktisch alle fracties is aangegeven dat het CUP leidend is; dat is hartstikke helder en dat zullen we ook blijven doen. Op basis van het CUP is een meerjarenraming opgesteld, die nog zal worden aangepast aan de hand van ontwikkelingen. In de vorige raadsvergadering heeft de raad het financieel statuut besproken en er zijn ook een aantal nota’s vastgesteld dienaangaand, die zorgen voor de input van de kadernota. Belangrijk daarnaast, mevrouw Pilz, is rekening te houden met ontwikkelingen die zich van buitenaf voordoen. Autonoom heet dat en waardevol zijn ze bepaald niet allemaal, maar soms heb ik gewoon geen keuze. Het baart mij ook zorgen dat het bedrag dat daarmee samenhangt in de loop der jaren steeds hoger wordt, maar anderszins moeten we vaststellen dat ook de investeringsplanning voortschrijdend werkt. Hoe verder naar achteren, hoe hoger het volume van de opstapeling van de te investeren bedragen in de voorgaande jaren. Wat we zien, is dat daardoor jaarlijks wat ruimte ontstaat. Het is een verbeterslag die we nog in de organisatie moeten neerleggen. Weet wat je doet, zodat je ook weet wat je moet begroten, en weet dus ook wat je aan kunt: dat is de belangrijkste slag. Wat betreft de OZB, is in het CUP de afspraak gemaakt dat die niet meer zal worden verhoogd dan met de inflatie, vandaar het percentage van 3. Met betrekking tot de OZB is door de heer Puper de wens geuit een discussie te voeren over de OZB in verhouding tot bedrijven versus de eigenaren van woningen, met de bedoeling daarin een differentiatie aan te brengen… De heer Puper: Ik heb het inderdaad over differentiatie gehad, maar daarbij heb ik woningen en bedrijven niet genoemd. Wethouder Schreurs: Ik had het zo opgevat, omdat daarin gedifferentieerd kan worden: enerzijds in woningen en anderzijds in bedrijven. Wij zullen ons hierop nader beraden. Het uitgangspunt van de coalitie is dat niet meer zal worden verhoogd dan met de inflatie en in dat kader zullen zaken in ieder geval beoordeeld moeten worden. Zoals ik eerder al zei, zijn wij voornemens door te gaan op de ingeslagen weg en dat betekent ook – meneer Werson – dat deze kadernota al een uitname uit de reserves in zich
195 heeft. Het bedrag van € 2,9 miljoen dat gepresenteerd wordt als overschot is mede opgebouwd uit een verwachte uitname uit de reserves voor de exploitatie, om die zaken te kunnen doen uitvoeren. Het zit nu dus al in de begroting, net als in voorgaande jaren. Het belangrijkste uitgangspunt dat door iedereen is onderschreven, is investeren in wonen en investeren in mensen. Wij moeten investeren in leefbare wijken, in goed onderwijs en in de arbeidsmarkt. Al die zaken op een rij zettend, investeren we in kwaliteit in één totaal geheel. Als enerzijds wordt gepleit voor woningen voor starters en anderzijds wordt geconstateerd dat jongeren onze stad ontvluchten, kan slechts de conclusie worden getrokken dat er een spanning bestaat tussen datgene wat de stad, of de regio, aanbiedt en de potentie van menige HBO’er. Daarom zal geïnvesteerd moeten worden in bedrijvigheid en zullen dusdanige omgevingsfactoren moeten worden gecreëerd dat het voor bedrijven aantrekkelijk is zich hier te vestigen. Investeren we niet in een goed bedrijfsklimaat, hetzij via goed onderhouden bedrijventerreinen, hetzij anderszins, dan komen er geen bedrijven en als we geen nieuwe bedrijven aantrekken die op een hoogwaardig niveau actief zijn, krijgen we ook geen vacatures die in relatie staan tot een HBO-niveau. Anderzijds is het ook gemakkelijker om vanuit HBO-onderwijs een ‘push’ te maken, of vanuit bedrijven in onderwijs te investeren, als er meer van dergelijke functies zijn. Het waarborgen van voldoende kwaliteit in de wijken impliceert dat er een gedifferentieerd aanbod aan woningen dient te zijn in alle Roermondse wijken, met andere woorden: geen concentratie van hele dure woningen in de ene wijk en geen concentratie van hele lage huurwoningen in een andere wijk. Daarmee doorbreken wij in deze stad de historie, en dat is een zeer belangrijk uitgangspunt. Geïnvesteerd moet worden in kwalitatief goede woningen die voor iedereen in alle wijken toegankelijk zijn. Een goed woon- en leefklimaat is ook van belang voor een werkgever die zich hier wil vestigen. Als hij weet dat zijn personeel in deze omgeving goed kan wonen, is dat ook een pre. Kiest een werkgever ervoor om deze stad te verlaten, dan doet hij dat niet omdat hij zo tevreden is over de kwaliteit, maar om andere redenen. Daarom moeten wij voor de juiste voorwaarden zorgen. Door een aantal fracties is erop aangedrongen dit verder te verbreden en dat willen wij ook doen in de begroting. Het investeren in een ECI-cultuureiland is eveneens onlosmakelijk verbonden met de kwaliteit van deze stad. In wat wij de laatste jaren gedaan hebben ontbreekt nog het investeren op het gebied van de cultuur. Als wij cultuur en kunst geconcentreerd op een hoogwaardig niveau in onze stad hebben, ontstaat een druppeleffect; daar ben ik vast van overtuigd. Nu is het echter nog wat versnipperd en kleinschalig. Als wij op cultureel en museaal gebied attractief zijn, is het ook attractief om naar deze stad te komen. Het is niet alleen attractief om naar een winkelcentrum te gaan, of het nu een retailpark, een huis- en tuinboulevard, het Outlet Center of onze schitterende binnenstad is: er zal nog iets anders moeten worden aangeboden. Wij hebben een prachtige historische binnenstad en in ons buitengebied een schitterend natuurpark, de Maasplassen, maar we hebben nog iets: ons ECI-cultuureiland. Als we dat invullen, wordt het voor nog meer mensen aantrekkelijk om hierheen te komen. Zoals eerder gezegd: wij moeten ons verbreden en wij moeten er ook nog voor zorgen dat wij vanuit Brussel middelen binnenhalen. Dat is echter alleen mogelijk als wij Eure-
196 gionaal op de kaart staan. Daarom zullen wij moeten investeren in onze relaties, niet alleen in de omliggende gemeenten, maar ook in het buitenland. Tot de heer Heijnen merk ik in dit verband op dat ik dan liever investeer in de partnersteden in de Euregio dan in de Hanzesteden die zo ver weg liggen. Het is heel leuk om als bestuurder twee, drie dagen op bezoek te gaan in een Hanzestad, heel ver weg, maar wat levert dat nu effectief op voor de burgers van onze stad? Als wij in Euregionaal verband afspraken kunnen maken met het onderwijs in Duitsland en België, of met musea in België en Duitsland, en zo een uitwisseling kunnen bereiken, wordt ook de aantrekkelijkheid van onze stad verhoogd. Roermond is ‘booming’ en dat moeten we verbreden. Het betekent ook dat blijvend geïnvesteerd moet worden in de buurtwinkelcentra, die hiermee onlosmakelijk verbonden zijn. Het lastige is alleen dat ik geen slagers meer heb en dat ook collega Van Rey dat niet meer zal doen… De heer Breugelmans: Het vorig jaar is gezegd dat eens zal moeten worden bezien of datgene wat het city management voor het centrum betekent niet geïmplementeerd zou kunnen worden in Swalmen. Een resultaat daarvan heb ik eerlijk gezegd nog niet gezien, maar we zouden dat soort zaken ook kunnen bedenken in andere winkelcentra. Wethouder Schreurs: Het is goed dat u dat zegt, maar overigens was dat bij de begroting 2008 afgesproken voor dit jaar, en daarmee zijn we nog bezig. Collega Van Rey en ik hebben vorige week maandag nog met het MKB in Swalmen om de tafel gezeten en samen met het city management ben ik momenteel bezig met de nieuwe, mede door ons opgestarte ondernemersvereniging van het winkelcentrum in de Donderberg. Die investeringen komen er nu absoluut aan. Wat ik alleen wilde zeggen is dat het lastig is om in de buurtwinkelcentra weer kleine zelfstandige ondernemers te krijgen. Ik zou niets liever willen dan dat die winkels weer gevuld zouden kunnen worden met een zelfstandige slager, bakker en groenteboer, maar helaas zien we die niet meer. Ook hier zullen we moeten investeren in kwaliteit en samenhang. De oproep die de heer Janssen Steenberg bij het behandelen van de jaarrekening deed met betrekking tot de weekmarkt is al drie, vier jaar geleden ingewisseld en geregeld in de APV. Iedere wijk heeft haar eigen standplaatsen, waar zó weekmarkten georganiseerd kunnen worden. De heer Breugelmans heeft weliswaar opgemerkt dat het ECI-eiland nu geregeld is, maar zo ver is het nog lang niet. Het amendement dat gebaseerd is op het bedrag van € 150 miljoen dat Bos ineens gevonden heeft komt hedenavond pas in stemming – er is dus nog niets besloten in Den Haag – en ik heb begrepen dat alle ‘kanjermonumenten’, zoals ze worden genoemd, in dat amendement staan, maar er staat niet dat ECI er voor honderd procent bij is. Wat er staat, is dat via het amendement gelden beschikbaar worden gesteld om prioriteit te geven aan de volgende projecten, en daarop volgt de opsomming van alles. Het is hard nodig dat goed onder de aandacht te brengen en daarover ben ik met de gedeputeerde in gesprek. Overigens verwijs ik naar het amendement dat in provinciale staten is ingediend om direct vanuit de provincie € 2 miljoen ter beschikking te stellen. Dat amendement kon uiteindelijk niet op een meerderheid rekenen; besloten werd het onderdeel te laten uitmaken van de discussie over de begroting 2009.
197 Aandacht is er dus wel voor. Iedereen ervaart niet alleen het bouwwerk als uniek, maar vooral ook de kwaliteit in de binnenkant, omdat dat nog een ontbrekende factor is in veel zaken in deze provincie en dit gebied. De WMO kent inderdaad een open einde, en dat is een bewuste keuze van ‘Den Haag’. Van die kant wordt de taak lokaal neergelegd, maar vervolgens wordt wel geknibbeld aan de middelen. Het kabinet heeft niet minder dan € 30 miljoen weggenomen van de lokale budgetten voor de WMO, en dat komt door het volgende. Bij de inschrijving heeft de ene thuiszorginstelling ingeschreven voor € 17,-, de ander voor € 18,- en weer een ander voor € 12,-. Macro gezien is de inkoop van de hulp in de huishouding in Nederland zo goedkoper uitgevallen dan jarenlang blind was betaald aan de instellingen die waren belast met de uitvoering van de AWBZ. Voorheen werd niet gekeken naar de kwaliteit en naar het diplomaniveau van iemand die zich met thuishulp bezighield, er werd gewoon blind betaald. Nu de thuiszorginstellingen de te verrichten werkzaamheden hebben vertaald in een inschrijfbedrag dat aanmerkelijk lager uitviel dan vroeger aan de AWBZ werd betaald, heeft het ministerie van Financiën geoordeeld dat er dan wel € 30 miljoen bij de gemeenten kon worden weggehaald. Daarover zullen we ons eens druk moeten maken, en als de raad dat met mij eens is, wacht ik een motie dienaangaande met belangstelling af. Bij drang en dwang is ook door het college het zogenaamde waterbedeffect geconstateerd. Jl. dinsdag hebben wij besloten dat nu ook meer zal moeten worden nagegaan wat dit betekent voor de buitengebieden. Ik weet dat de burgemeester daaraan samen met collega Kemp de volle aandacht geeft en ik neem aan dat in de commissie zal worden medegedeeld welke acties buiten de singelring zullen gaan plaatsvinden. Op het gebied van de armoedebestrijding is collega Smeets doende met de nota dienaangaande, die in september in de raad aan de orde zal worden gesteld. Volgens de SP zou er veel meer geld bij moeten. Ik ben van mening dat het niet alleen een zaak is van het vullen van het potje met meer geld, maar ook en vooral van de manier waarop wij de burgers kunnen bereiken die het nodig hebben. De voorzitter: Ik verzoek u thans ook in te gaan op de motie van de VVD-fractie inzake de hondenpoep. Wethouder Schreurs: Die heb ik nog niet ontvangen. De voorzitter: Dan zal ik haar even voorlezen. De motie luidt als volgt: Motie nr. 08M08 “De gemeenteraad van Roermond, in vergadering bijeen op 03 juli 2007; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 20 mei 2008 inzake de Financiële Kadernota (voorjaarsnota), raadsvoorstelnummer 2008/061/1; constaterende dat: 1. op 13 november 2006 is gestart met het project ‘hondenbeleid’ (VVD-amendement 05A34 en motie 06M21);
198 2. de conclusie van het college uit de evaluatie hondenpoep (commissievoorstel 11 april 2008) niet wordt gedeeld door de wijkraden en de VVD; 3. de overlast van hondenpoep nog steeds een doorn in het oog is van vele Roermondenaren (ergernis no. 1); draagt het college op om met een voorstel te komen voor en de financiering van: 1. een forse verhoging van de boete voor het niet opruimen van hondenpoep; 2. een effectievere c.q. uitbreiding van handhaving; 3. een opruimplicht voor hondenpoep in de gehele bebouwde kom, behoudens in de hondentoiletten; 4. een opruimplicht voor hondenpoep buiten de bebouwde kom op verhardingen; 5. het openbaar maken van het aantal, de hoogte en de locaties van de boetes; 6. de aanschaf en het inzetten van een poepzuiger; 7. plaatsen van afvalbakken daar waar overlast is van hondenpoep; 8. het opstellen van een goed communicatieplan (inclusief regelmatige publicaties); dit voorstel aan te bieden ter behandeling (als overlegstuk) in de vergadering van de commissie openbare werken van 9 oktober 2008.” Wethouder Schreurs: Het lijkt me lastig het college op te dragen de financiering van de boetes te regelen. Wij kunnen moeilijk bij een boete die verhoogd wordt de financiering ervan verzorgen voor de burger die de boete krijgt. Bij een financiering zou ook meer budget moeten worden gevraagd en daarvoor is geen dekking aangegeven. Ik stel daarom voor in de opdracht aan het college de woorden ‘en de financiering van’ te schrappen. Als daarmee kan worden ingestemd, zal collega IJff het gevraagde voorstel namens het college aan de commissie voor openbare werken aanbieden. Ik ga ervan uit dat de datum van 9 oktober dan geen probleem zal zijn, maar mocht dat wel het geval zijn, dan zal de raad daarover binnen veertien dagen worden geïnformeerd in een schrijven van het college. De heer Huurdeman: Wij vragen niet alleen om een voorstel, maar ook om een financiering, en die financiering zal binnen de eigen portefeuille moeten worden gevonden. De wethouder voor financiën houdt ons in zulke gevallen altijd voor dat wij binnen de eigen portefeuille naar dekking moeten zoeken en wij verzoeken nu het college dat ook te doen. Als dat niet lukt, kunnen wij er eventueel bij de behandeling van de begroting nog iets mee doen. Wethouder Schreurs: Het uitvoeren van de punten 2 t/m 8 vergt sowieso inzet van menskracht en middelen en daarin zal het voorstel ook moeten voorzien, maar het gevraagde onder punt 1 kan ik daarmee niet in relatie brengen. Ik blijf daarom adviseren de woorden ‘en de financiering van’ te schrappen. De voorzitter: Ik stel vast dat de VVD-fractie daarmee kan instemmen. De heer Janssen Steenberg: Mijnheer de voorzitter. Wij betreuren het uiteraard dat minister Bos een bedrag van € 30 miljoen heeft gekort op de budgetten voor de thuiszorg. Wij dringen er bij het college op aan – ik neem aan dat daarvoor geen motie behoeft te
199 worden ingediend – namens ons te bepleiten dat dit bedrag van € 30 miljoen alsnog aan de budgetten voor de thuiszorg wordt toegevoegd. Overigens ontslaat dit het college niet van de plicht ook nog eens te kijken naar de begroting 2009. Wethouder Schreurs: Als ik dit zó mag vertalen, dat wij namens de raad een brief doen uitgaan naar ‘Den Haag’, met het verzoek het eerder genomen besluit inzake het bedrag van € 30 miljoen te herroepen, ben ik graag bereid dat te doen. De voorzitter: Aan de orde is thans de besluitvorming, allereerst over de motie. De heer Breugelmans: Mijnheer de voorzitter. De CDA-fractie kan met de gewijzigde motie instemmen, als zij mét alle wensen die vandaag bij de behandeling van de voorjaarsnota zijn geuit wordt meegenomen, om na te gaan wat wel en niet realiseerbaar is. Wethouder Schreurs: De motie roept het college op de commissie te informeren over een plan van aanpak, en dat zal de commissie worden aangeboden. Het is vervolgens aan de raad om te besluiten wat daarmee moet gebeuren. De (gewijzigde) motie van de VVD-fractie wordt hierop zonder hoofdelijke stemming met algemene stemmen aanvaard. Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders en het daarbij behorende ontwerpbesluit. (De heer Achten komt te 11.35 uur ter vergadering.) 19. Voorstel van het college met een concept van de Strategische Visie Roermond 2020. Mevrouw Moussaoui: Mijnheer de voorzitter. In de raadsvergadering van 14 februari, op Valentijnsdag, heeft deze raad ingestemd met het opstellen van de Strategische Visie 2020 voor Roermond. In deze visie wordt straks geformuleerd waar wij als stad in 2020 willen staan, op het gebied van ruimtelijke ordening, maar ook op economisch en sociaal-cultureel terrein, kortom: eigenlijk op alle beleidsterreinen. Een visie is erg belangrijk om te kunnen inspelen op veranderende omstandigheden, want de wereld om ons heen verandert; denk maar eens aan de vergrijzing, of aan de toenemende behoefte aan duurzaamheid. Een visie biedt ons de gelegenheid na te denken over de vraag waar wij in de toekomst willen staan, maar biedt ons ook de gelegenheid het hoofd te bieden aan bedreigingen en vooral ook kansen te zien en deze te benutten. De Strategische Visie 2020 zegt iets over de wensen en behoeften van onze burgers, maar ook over de ambitie van deze stad. Het doet ons dan ook deugd te zien dat de burgers hierbij betrokken zijn via enquêtes en interviewers die mobiel zijn geweest. Niet alleen de burgers zijn ondervraagd, ook de fracties is afgelopen week gevraagd suggesties te leveren en input te geven aan de concept-visie. De VVD-fractie heeft daarvan uiteraard goed gebruik gemaakt en gevraagd om de bevindingen uit het COT-rapport daarbij in te passen, het rapport dat inzicht geeft in de criminaliteit en veiligheid in deze stad, maar ook voorstellen doet.
200 Wij hebben ook gevraagd rekening te houden met de nieuwe kansen die de nieuwe infrastructuur aan Roermond biedt. Het stemt ons tevreden dat deze input in de nieuwe visie is verwerkt, maar we zijn er nog niet. Het college hebben wij een drietal vragen te stellen. Om te beginnen zouden wij graag de Euregionale ligging van Roermond wat meer benadrukt willen zien. Roermond heeft een fantastische ligging, maar wij menen dat die nog veel beter kan worden benut. Voorts willen wij graag weten of deze visie nog concreter, oftewel ‘smart’, geformuleerd zal worden. Als doelen concreter worden geformuleerd, kunnen ze beter worden bereikt en worden getoetst aan het behalen ervan. Tot slot. De snelkookpanprocedure van professor Riek Bakker is afgerond. Hoe gaat het nu verder? Afgezien van deze vragen acht de VVD-fractie het document rijp voor het zetten van de volgende procedurele stap: het ter visie leggen van het plan. De heer Jacobs: Mijnheer de voorzitter. In de opsomming die mevrouw Moussaoui heeft gegeven van alles wat er gebeurd is kunnen wij ons prima vinden. Concreet willen wij daaraan nog het volgende toevoegen. Het CDA is erg positief over de aanpak tot nu toe. Bewoners, bezoekers, bedrijfsleven, instellingen en maatschappelijke organisaties zijn erbij betrokken. De debatmobiel is als zeer positief ervaren en wij zijn ook blij dat Roermond in het gedachtegoed de werkwijze van Swalmen grotendeels heeft overgenomen. Ook de raad is daar hartstikke goed bij betrokken, en dat is een goede zaak, want de raad hoort erbij betrokken te zijn. Voor ons ligt thans het vijfde concept, en dat is vooral de invulling door de burgers. De raad heeft er ook enkele op- en aanmerkingen bij gemaakt en die zijn wat ons betreft prima verwoord. Blij zijn wij met vooral de positieve opmerkingen van de burgers over de daadkracht van het bestuur. Wethouder Van Rey feliciteren wij met de vele opmerkingen in zijn richting. Ondanks dit alles moeten we ook aandacht blijven houden voor de problemen in onze stad: criminaliteit, veiligheidsgevoel, werkloosheid, armoede. Deze problemen zullen in de toekomstvisie duidelijk moeten worden geïnventariseerd en daarbij zal richting moeten worden gegeven aan een eventuele aanpak hiervan. Roermond staat voor de moeilijke opgave om naast de geweldige economische impulsen de harde kern – het zogenaamde granieten bestand van mensen met een WW- of andere uitkering – aan te pakken. Dit zal misschien wel een generatie lang investeren betekenen door intensieve begeleiding op te zetten, maar wij vinden dat wij die investeringen aan moeten gaan. Daarover moeten we ook eerlijk zijn met elkaar: de aanpak van een deel van de harde kern zal heel moeilijk worden, maar wij denken dat deze aanpak ook een sterke impuls kan zijn voor de veiligheid in deze stad. Andere punten die wij onder de aandacht willen brengen zijn: sport en sportaccommodaties, armoede, de verenigingen als spilfunctie binnen de gemeenschap, de kernen, en met name de leefbaarheid in de kernen, het boerenbedrijf, het in stand houden en mogelijk uitbreiden van landbouwgronden, de principiële discussie over natuur versus bebouwing – hoe ver gaan we met het bebouwen van natuur- en landbouwgronden? –, de revitalisering van industrieterreinen. In de Strategische Visie moet de Strategische Visie
201 van Swalmen heel uitdrukkelijk betrokken worden en moet ook rekening worden met de DOP’s van Boekel en Asenray. Wij hebben begrepen dat dat het geval zal zijn, maar willen het hier nogmaals nadrukkelijk neerzetten. In de toekomst willen wij tenslotte heel graag uitgaan van een stuk burgerparticipatie en de wensen en initiatieven van burgers, verenigingen e.d. nadrukkelijk ondersteunen en faciliteren. In deze Strategische Visie wordt hiermee een stevige stap gezet, net zoals onder andere in de WMO, want laten we wel wezen: Roermond, Maasniel, Herten en Swalmen worden toch gevormd door onze burgers. Al met al willen wij de weg die is ingeslagen met deze Strategische Visie graag vasthouden. Wij kunnen instemmen met de zaken die op dit moment voorliggen. Mevrouw Thissen-Heynen: Mijnheer de voorzitter. Ook de PvdA-fractie is tevreden over de tot nu toe gevolgde procedure. Wij hebben gelukkig zelf mee kunnen beslissen over de keuze van het bureau en stellen vast dat dat niet tegenvalt. De aanpak van Rijnconsult is verfrissend: op heel veel manieren zijn de burgers, de organisaties en bedrijven van Roermond benaderd om na te gaan wat er leeft en hoe Roermond het doet. Uit die peiling komt naar voren dat Roermond het erg goed doet. De mensen zijn trots op Roermond en trots op het bestuur. Het college geven wij daarvoor graag een pluim. Vandaag is de raad aan zet. Eerder hebben wij al ingesproken, maar ook vandaag kunnen wij nog bouwstenen aanleveren en eventuele hiaten aanvullen. Het is prettig dat het stuk geen lijvig boekwerk is geworden. De hele koers die Roermond te gaan heeft tot 2020 is op ruim vier A4’tjes uitgestippeld, en dat is knap werk. Na bestudering hiervan komen wij tot de conclusie dat er niet echt veel nieuws onder de zon is. Roermond timmert al op veel fronten aan de weg op een goede manier. De zwakkere punten die boven komen drijven zijn bekend, maar het is goed dat ze nog eens zichtbaar worden gemaakt, zodat in de toekomst nog harder kan worden gewerkt om tot een oplossing te komen. Een van die zwakkere punten willen wij vandaag nog even benoemen: de regionale samenwerking, die niet opperbest is. We zijn volop bezig met de snelkookpan van Riet Bakker en na de zomer zullen knopen moeten worden doorgehakt. Wat heel belangrijk is, is dat we vertrouwen hebben in elkaar en dat we op een gelijkwaardige manier met elkaar omgaan. Pas dan zal zo’n samenwerking in de toekomst duurzaam blijken. Gisteren hebben wij tot onze verbazing in een krantenartikel gelezen dat over de bouwplannen voor het Melickerveld, op het grondgebied van Roerdalen, geen overleg zou zijn gevoerd met de gemeente zelf. Met het oog op de regionale samenwerking zou dat natuurlijk een slechte zaak zijn. Wij horen graag van de portefeuillehouder wat hiervan waar is. De visie is kernachtig en bevat veel zaken die de komende tijd in Roermond gerealiseerd moeten worden. Hierop heeft de PvdA-fractie nog enkele aanvullingen. De visie is onderverdeeld in 10 kernpunten. Uit de tekst onder het kopje ‘Roermond levende stad’ blijkt dat Roermond een grote multiculturele samenleving kent. Wij vinden echter niets terug over de uitwerking van die diversiteit, met name over het benutten van de kansen die dit biedt. In de definitieve versie willen wij dit graag toegevoegd hebben. In dezelfde tekst wordt voornamelijk gesproken over alleen de centrumstad Roermond. Wij vinden het belangrijk dat ook de leefbaarheid in de kernen aan bod komt. Met name het
202 voorzieningenniveau in Swalmen laat te wensen over en behoeft een extra impuls. Ook dat hoort naar onze mening in de Strategische Visie thuis. Net als in de Regiovisie wordt ingezet op een krimp van 0. Het is een fantastisch uitgangspunt, maar de PvdA-fractie plaatst wel vraagtekens bij de realiteit daarvan. We zullen mensen ergens weg moeten ‘plukken’, en dat kan natuurlijk niet tot in het oneindige. Op veel plaatsen in Nederland is sprake van krimp en vergrijzing; het is iets wat we niet definitief kunnen tegenhouden. Het kopje ‘Roermond duurzame stad’ behandelt vooral het klimaat, grondstoffen e.d. Wat wij missen bij de investeringspunten is het behoud van de gebiedskwaliteit, het mooie landschap. Bij het kopje ‘Prachtige stad’ wordt het wel genoemd, maar voornamelijk in de context van toerisme en het aantrekken van nieuwe bewoners. Zulke zaken moeten ook worden behouden voor de eigen inwoners, zodat zij dicht bij huis kunnen blijven recreëren. Hetzelfde geldt overigens voor de ontwikkeling van de Maasplassen. Er zijn prachtige plannen voor, maar we moeten onze eigen bevolking niet vergeten. Zorg voor evenwicht en zorg dat de eigen bevolking ook op de Maasplassen kan blijven recreëren, zwemmen, surfen en noem maar op. Dat mag niet in de verdrukking komen, anders wordt het kind met het badwater weggegooid. Kunst en cultuur krijgen een prominente plaats onder het kopje ‘Roermond bruisende stad’. Wethouder Schreurs heeft er zojuist al een gloedvol betoog over gehouden en daarbij kunnen wij ons van harte aansluiten. Een extra accent willen wij, zoals wij ook de vorige keer bij het bespreken van de Strategische Visie hebben gedaan, leggen op de zogenaamde creative class, de creatieve klassen. Geef ook die een plek in Roermond. Het is een fenomeen dat is beschreven door de Amerikaanse socioloog Richard Florida. Een belangrijk onderdeel ervan is het realiseren van zogenaamde broedplaatsen, waardoor creatieve mensen worden aangetrokken. Het zijn plekken met weinig of geen regels waar creatieve bedrijven zich kunnen vestigen en kunnen floreren. De aanwezigheid daarvan kan een aantrekkelijke subcultuur creëren. Naar onze mening kan bijvoorbeeld in het ECI-complex ruimte gecreëerd worden voor dergelijke activiteiten. Roermond heeft zich de afgelopen tijd geprofileerd als koopstad, en dat is volgens ons heel goed gelukt. Het wordt naar onze mening nu tijd om nieuwe pijlers te kiezen, zodat Roermond zich wederom op de kaart zet. Cultuur kan bijvoorbeeld een heel goed item worden, maar gedacht kan ook worden aan diversiteit, innovatie, zorg en gebiedskwaliteit in het algemeen. Het zijn allemaal sterke punten van Roermond. Wij realiseren ons overigens dat het voor de profilering beter is ons te beperken tot één of twee punten, anders zie je door de bomen het bos niet meer. Wij gaan ervan uit dat het bureau, dat we per slot van rekening niet voor niets hebben ingehuurd, hierin vanuit zijn expertise kan sturen. De raad wordt de vraag voorgelegd of het stuk rijp is om ter visie te worden gelegd. Eén vraag hebben wij hierbij nog te stellen: hoe wordt de inbreng die de raad nu levert verwerkt? Wij kunnen ons voorstellen dat de opmerkingen die nu worden gemaakt worden gebundeld en mede ter visie worden gelegd, zodat men een volwaardig beeld krijgt van wat voorligt. Tenslotte pleiten wij ervoor na de tervisielegging opnieuw een bijeenkomst te beleggen zoals afgelopen week, om de binnengekomen reacties te bespreken voordat de definitieve versie aan ons wordt gepresenteerd.
203 De heer Daamen: Mijnheer de voorzitter. Toen wij de toekomstvisie 2014 voor Swalmen vaststelden, wisten we niet dat we vandaag die voor Roermond mede zouden moeten vaststellen. Een deel van de plannen uit de toekomstvisie voor Swalmen is voortvarend opgepakt in onze nieuwe gemeente Roermond en wordt op sommige punten zelfs al gerealiseerd. Het is goed dat nu een visie wordt vastgesteld die reikt tot het jaar 2020. De tien gekozen strategische gebieden zijn met aandachtspunten aangevuld en bieden naar onze mening heel veel mogelijkheden. Voorgaande sprekers hebben al een aantal accenten genoemd die nog gezet kunnen worden en daarvan zou ik er een heel stel kunnen herhalen, maar dat zal ik niet doen. Wel wil ik opmerken dat de regionale samenwerking ook voor ons een van de vraagtekens is voor de toekomst. Demokraten Swalmen kan instemmen met het voorliggende concept, dat wat ons betreft ter visie kan worden gelegd. Wij nemen aan dat ons later nog een tweede concept wordt voorgelegd waarover wij verder kunnen discussiëren in commissie en raad. De heer Heijnen: Mijnheer de voorzitter. Velen hebben het idee dat de ontwikkeling van Roermond vanzelf gaat, maar niets is minder waar. Diverse partijen en ook de verantwoordelijke colleges hebben er vanaf 1992, maar vooral vanaf 1998, hard aan getrokken en de verantwoordelijk portefeuillehouder, REO en andere partijen trekken er ook nu weer hard aan om een en ander in gang te zetten. Roermond kan niet achterblijven, want de omliggende heringedeelde gemeenten doen hetzelfde. De voormalige gemeente Swalmen ging Roermond reeds voor met een visie tot 2014 en hield Roermond toen waarschijnlijk op afstand, maar mijn fractie is blij dat de aspecten die Swalmen destijds heeft ingebracht in zijn visie nu ook worden meegenomen en meegewogen. Onlangs is in Amsterdam de grote landelijke vastgoedbeurs PROVADA gehouden en daar troffen we ook diverse partijen uit Roermond en de regio aan die probeerden Roermond landelijk en internationaal onder de aandacht te brengen en daarmee vooral investeerders te lokken. Ook dat is uitermate belangrijk. In het voortreffelijke Magazine City Life stelde onze burgemeester Van Beers: “Wie hier 15 jaar niet meer is geweest, kent de stad niet meer terug.” Het is een opmerkelijke uitspraak die naar onze mening zeker ook zal gelden voor een vooruitziende blik. Over enkele jaren zal Roermond met name aan zijn entrees een compleet nieuw gezicht hebben gekregen. Vandaag is al meermalen gezegd dat Roermond zich moet verbreden, en daar staan wij volledig achter. Wij moeten onszelf in deze Strategische Visie vooral gaan zien als de poort van Europa. Wat let ons om daarbij in Euregionaal verband ook het geweldige gebied rondom Brüggen te betrekken? Het tempo waarin de huidige initiatieven worden gerealiseerd en de gevolgen daarvan zullen bepalend zijn voor de wijze waarop wij ons verder gaan ontwikkelen. Alleen succesvolle ontwikkelingen hebben naar onze mening aantrekkingskracht op nieuwe initiatieven. Daarbij zullen ook wat ons betreft de kunst en de cultuur, met name in de richting van het ECI-eiland, voorop moeten staan. Wij konden niet achterblijven met een Strategische Visie 2020 en daarvoor hebben wij een toonaangevend bureau in de arm genomen dat heel verfrissend tewerk is gegaan. Al zo’n duizend mensen, verenigingen, groeperingen en instellingen hebben erop ingesproken en een visie gegeven, waaronder opvallend veel kinderen en jeugd.
204 In de tien strategische gebieden kan de fractie Burger Belangen Roermond zich heel goed vinden op weg naar 2020 in een stad die niet alleen bruist, maar vooral ook leeft en sociaal is, een prachtige, complete en compacte stad, een centrumstad die samenwerkt met de regio en vooral ook een goed bestuurde, duurzame stad waarin het voor alle bevolkingsgroepen goed wonen, werken en recreëren is. Naar onze mening zal ook terdege rekening moeten worden gehouden met de Strategische Regiovisie die door professor Bakker tentoon is gespreid. Het is belangrijk dat wij ook in deze raad die visie een keer bespreken. In Thorn en Heel zijn er een aantal bijeenkomsten aan gewijd, maar het heeft nog ontbroken aan een eigen overtuiging en een discussie in deze raad. Willen wij straks een goede inbreng kunnen leveren, dan zullen wij er in deze raad in gezamenlijk goed overleg uit moeten komen. Nieuwe kansen vinden wij heel belangrijk, en daarbij denken wij vooral aan de unieke ligging van Roermond. Eerder heb ik de Poort van Europa al genoemd, maar naar aanleiding van een recente bijeenkomst met deze raad hebt u ook een drietal andere aspecten meegenomen en gewogen. Wij hebben het geheel nog niet helemaal gezien, maar wij hebben wel een raadsinformatiebrief daaromtrent gekregen. Criminaliteit, veiligheid en vooral de sport- en wijkvoorzieningen verdienen alle aandacht. Met veel belangstelling heeft mijn fractie kennis genomen van de analyses en reacties van de maatschappelijke instellingen, van de uitkomsten van de debatmobiel, heel uniek, en van de enquête van TNS-Nipo. Wij zijn ervan overtuigd dat Roermond daadwerkelijk gaat investeren in zijn toekomst, met de nodige energie en aandacht van zijn burgers, en samen met partners binnen en buiten de gemeente, en vooral met een luisterend oor van ons, als lokale politiek. Wij achten dit concept voldoende rijp voor tervisielegging en verdere inspraak en reactie, waarna we op 18 september weloverwogen knopen kunnen doorhakken. Wethouder Van Rey: Mijnheer de voorzitter. Alle woordvoerders hebben complimenten uitgesproken voor de notitie die voorligt en voor het werk van de heer Van der Wel van Rijnconsult, die op de publieke tribune aanwezig is. Niet alleen hier, in de openbaarheid, maar ook straks in de stuurgroep zal ik die complimenten graag aan hem overbrengen. Alle fracties, behalve die van de PvdA, hebben aangegeven dat het stuk rijp is voor tervisielegging. Mevrouw Thissen heeft gevraagd wat nu zal gebeuren met de opmerkingen die zijn gemaakt. Het was verstandiger geweest wanneer die vraag tijdens de bespreking van vorige week was gesteld, want dan had die al kunnen worden vertaald in het nu voorliggende stuk… Mevrouw Thissen-Heynen: We hadden het stuk toen net onder ogen gehad en zo'n belangrijk stuk moet je natuurlijk wel eerst bestuderen, vandaar dat wij de meeste opmerkingen vandaag naar voren hebben gebracht. Wethouder Van Rey: Ik ben gewend dat politici direct kunnen reageren. Als ik vandaag zou moeten reageren op alle opmerkingen die naar voren zijn gebracht, zou ik een paar uur aan het woord zijn. Wij zullen de opmerkingen bespreken in de stuurgroep en aan de hand daarvan bezien welke aanpassingen eventueel nog nodig zijn.
205 Vervolgens zullen wij de klankbordgroep van de wijzigingen op de hoogte stellen en van die klankbordgroep maakt ook mevrouw Thissen deel uit. In de bijdragen waren een drietal rode draden te onderscheiden, waarvan de belangrijkste door de heer Daamen werd verwoord over de toekomst. Als de olieprijs naar $ 250 gaat en de financiële wereld in rep en roer blijft, zoals nu het geval is – Amerikaanse economen voorspellen zelfs dat we pas aan het begin staan van de grootste crisis die we ooit in de westerse wereld hebben gekend –, kunnen we plannen wat we willen, maar kan niemand ons euvel duiden dat we van ambities zullen moeten afwijken. Wij staan op een keerpunt in de hele wereld en daarom ben ik wel blij dat in bijna alle bijdragen – mevrouw Moussaoui begon ermee – over duurzaamheid is gesproken. Wij zullen dat andere denken nog veel meer los moeten laten op alle plannen die we hebben. Een tweede rode draad is de regionale samenwerking. De vorige burgemeester, de heer Kaiser, en de huidige burgemeester, de heer Van Beers, staken en steken hun meeste tijd in regionale samenwerking. Toen de snelkookpanprocedure tot stand kwam, waren wij van opvatting dat het vóór de zomer diende te geschieden, omdat wij onze Strategische Visie daaraan parallel wilden laten lopen. In alle overleggen, de voorzitter in de stuurgroep en ik in de regiegroep, hebben wij alle registers opengetrokken om onze wil tot samenwerking niet alleen te tonen, maar ook in daden om te zetten. Wij begrijpen dan ook niet dat Roermond hierop af en toe scheef wordt aangekeken. In alle overleggen heb ik namens Roermond aangegeven dat wij ons aansluiten bij de meerderheid, en dat is iets wat men niet van mij gewend is, want ik pleeg me daar nogal eens tegen te verzetten. Ik heb het gedaan bij de Ontwikkelingsmaatschappij Midden-Limburg, collega IJff heeft het gedaan bij de oprichting van de Toeristisch-Recreatieve Ontwikkelingsmaatschappij en de burgemeester niet alleen in de burgemeesterskring, maar ook in de stuurgroep. Wij staan voor regionale samenwerking en geven daarin ook het voorbeeld, of het nu is met Weert, of met de ons omringende gemeenten. Het beeld van de bestuurders is echter anders, niet van de bevolking overigens, zoals uit de enquête blijkt. 600 à 700 mensen, van wie 60% afkomstig is uit de omliggende gemeenten, hebben laten blijken geweldig trots te zijn op wat in Roermond gebeurt en op het bestuur. Ik zou het zelfs nog kunnen verbreden door te verwijzen naar de verkiezingen die zijn geweest; ook daaruit is gebleken dat met name mensen uit Roermond op een geweldig draagvlak kunnen rekenen. Wij investeren in regionale samenwerking en zullen dat ook blijven doen. Na vandaag zal de heer Van der Wel bij alle buurgemeenten op bezoek gaan, niet alleen in Nederland, maar ook in Duitsland, om daar nog eens te horen hoe het zit. Hij weet nu ook hoe wij daarover denken. De derde rode draad is de Euregionale ligging. Het verbaast mij nog iedere dag dat beleidsmakers op departementen in Den Haag, Amsterdam of waar dan ook, absoluut niet weten dat Roermond en Venlo in Europa veel beter liggen dan perifeer de Randstad of Den Haag. Als ik vertel dat men vanaf hier binnen 25 minuten op het vliegveld in Düsseldorf kan zijn, blijkt men dat niet te weten. De economische ontwikkeling van Nordrhein-Westfalen is voor dit gedeelte van Nederland veel belangrijker dan de economische ontwikkeling in de kop van Noord-Holland. In de stuurgroep hebben wij er vele malen over gepraat en ik ben blij dat ook de leden van de raad hiervoor aandacht hebben
206 gevraagd. Ik hoop dat de heer Van der Wel dit aspect goed met de buurgemeenten zal doorspreken. Van de kwestie van de vergrijzing hebben wij ons niet gemakkelijk af willen maken, maar wij vinden het een verkeerd uitgangspunt, en de regio vindt dat ook, om ons zonder meer neer te leggen bij de demografische ontwikkeling in Nederland. Gegeven het vrije verkeer van personen en diensten in Europa, moet het eenvoudiger worden dat een Duitser of een Belg hier komt wonen, en omgekeerd uiteraard ook. In Roermond zijn wij er de afgelopen jaren al in geslaagd de bevolkingsomvang te doen toenemen en ook voor de uitstraling van de regio is het goed te proberen in dit opzicht een ander beeld te creëren. Scheuten uit Swalmen is niet voor niets niet naar zuidoost-Limburg gegaan. Een ondernemer gaat niet investeren in een gebied dat als pilot wil dienen voor de krimpregio. Zo werkt het niet. Vanmiddag komt een van de hoogste mensen van de Rabobank – ik geloof de tweede man – bij de burgemeester en mij op bezoek, juist omdat wij voorstellen hebben waarmee zij iets kunnen doen. Het is een uitdaging, niet alleen voor de raad en het college, maar ook voor het bedrijfsleven om daaraan iets te doen. Kwaliteit is de kern en als wij die kwaliteit kunnen bieden en behouden, gaan wij hier een goede toekomst tegemoet. De heer Jacobs heeft de moeilijkste problemen geschetst waarmee wij al jaren te kampen hebben: criminaliteit, werkloosheid en armoede. In het coalitieakkoord hebben wij daarover heel goede afspraken gemaakt en ik hoop dat het geen generatie zal duren voordat die problemen zijn aangepakt. Met de werkloosheid gaat het de goede kant op, over de criminaliteit komen we straks te spreken in het kader van het COT-rapport en op het gebied van het armoedebeleid wordt een nota voorbereid door collega Smeets. De opmerkingen die de heer Jacobs heeft gemaakt over landbouwgronden en natuurontwikkeling hebben eveneens met kwaliteit te maken. De paar voorbeelden die nu spelen springen eruit en daardoor kan wel eens een verkeerd beeld ontstaan. Blij ben ik met de aandacht van de heer Jacobs voor het boerenbedrijf, maar ook voor bijvoorbeeld de sport. De toekomstvisie 2014 van Swalmen is uiteraard aangenomen, maar we staan niet stil. Als er verbeteringen mogelijk zijn, nemen we die uiteraard mee. In de burgerparticipatie zijn we mijns inziens goed geslaagd. Vergelijken we dat met de omringende gemeenten die een strategische visie hebben opgesteld, dan steken we er met kop en schouders bovenuit, dankzij de leuke ideeën van Rijnconsult. Mevrouw Thissen heeft geconstateerd dat er niet veel nieuws onder de zon is, en daar ben ik eigenlijk wel blij mee, want het zou schokkend zijn geweest als er zaken aan de orde zouden zijn gekomen waarvan wij geen weet zouden hebben gehad. In dat geval zouden wij het allemaal, raad en college, niet goed hebben gedaan. Over de regionale samenwerking heb ik het al gehad, maar wat ik nog vergeten heb te zeggen is dat de secretarissen van de gemeenten bij elkaar komen, of al bij elkaar zijn geweest, om over het tijdpad van gedachten te wisselen. Roermond verzet zich tegen het tijdstip van december, zoals collega Schreurs tijdens de vergadering in Thorn al duidelijk heeft gemaakt. Wat ons betreft zullen we sneller aan de bak moeten. Het verheugt me dat mevrouw Thissen een vraag heeft gesteld over het krantenartikel van gisteren. De krant heeft mij daarover geraadpleegd en ik kan u zeggen dat ik heel
207 boos ben geworden; dat ben ik tegenover de krant overigens heel vaak, meer boos dan blij. Ik vind het schandelijk wat in de krant stond. Zo meldde de krant bijvoorbeeld dat de gebiedsontwikkeling is opgesteld door de gemeente Roermond, wat helemaal niet waar is; het is gewoon een leugen, maar overigens is de heer Hammes van De Limburger wel vaker in staat om leugens in de krant te zetten. Leijgraaf BV, de eigenaar van de gronden, heeft mevrouw Bakker gevraagd een gebiedsvisie op te stellen en die gebiedsvisie is door mevrouw Bakker gepresenteerd in Roerdalen en daarna in Roermond. Blijkens die gebiedsvisie zouden er in Roermond 700 en in Roerdalen 350 woningen staan, meer dan duizend woningen op dat stukje grond! Ik heb daarop gevraagd of men nog wel fatsoenlijk kan nadenken en aangegeven dat het in ieder geval nooit op deze wijze gebeurt. Ik vind het schandelijk dat nu, net als in de kwestie EDCO, weer het beeld wordt opgeroepen dat wij dingen doen zonder Roerdalen erin te kennen. Niets is minder waar. In de zaak-EDCO is zeer zorgvuldig geopereerd door het stadsbestuur en ook in dit geval is dat gebeurd, volgens mij zelfs té zorgvuldig. Voor mij ligt inmiddels de brief aan de gemeente Roerdalen die het college tijdens de lunchpauze zal behandelen en waarvan ook een afschrift aan de krant zal worden gestuurd. Als de brief door het college wordt goedgekeurd, zal ik na de lunchpauze ook een afschrift ervan aan de raad verstrekken. De heer Janssen Steenberg: Vanmorgen heb ik onder andere geïnformeerd naar de intentieovereenkomst die in januari 2007 is gesloten. Bij geruchte heb ik vernomen dat het realiseren van een railterminal een van de voorwaarden van EDCO is. Zijn die geruchten waar en, zo ja, wat betekent dit voor het historisch tracé? Wethouder Van Rey: De intentieovereenkomst is in januari 2007 ook meteen aan de raad ter hand gesteld en daarin staat daarover niets. Dit college accepteert geen ingebruikname van het historisch tracé, al moeten we er zelf voor gaan liggen! Knoop dat goed in uw oren, want u gaat mee liggen; dat geldt overigens voor alle raadsleden! Met mevrouw Thissen zou ik een discussie kunnen aangaan over de vraag of de Maasplassen alleen voor de Roermondenaren moeten zijn, of voor de Midden-Limburgers, maar laat ik volstaan met de opmerking dat we dit naar mijn mening breder moeten zien. Als koopstad zijn we er nog niet: een koopstad moet je blijven vernieuwen. Ik hoop dat ik binnenkort een mededeling kan doen over de koopstad Roermond, die iedereen geweldig zal vinden. Vandaag vinden daarover besprekingen plaats. Het gaat over iets waarvan er maar twee zijn in Nederland en als het doorgaat komt de derde in Roermond. Heel belangrijk was de opmerking van mevrouw Thissen over de creatieve industrie. Het is iets wat niet alleen beperkt behoeft te blijven tot kunst en cultuur, maar dat veel breder kan worden aangepakt. Als in dat opzicht een relatie zou kunnen worden gelegd met het ECI-complex, zullen we dat absoluut moeten doen. De heer Heijnen heeft in zijn bijdrage naar PROVADA verwezen. Ik vond het heel plezierig dat een aantal leden van de commissie economische zaken die beurs hebben bezocht. Zij hebben er aan den lijve kunnen ervaren dat wij niet alleen een goede beurt
208 maken, maar ook heel veel contacten hebben gelegd die uiteindelijk leiden tot investeringen en dus tot structurele werkgelegenheid. Mevrouw Moussaoui heeft ervoor gepleit de visie ‘smart’ te formuleren. Het is langzamerhand een modewoord geworden; iedereen heeft het erover. Wat ik ervan wil zeggen is dat het verduveld moeilijk is doelen te stellen en die later goed te meten. Laat ik als voorbeeld de activiteiten van REO noemen. Zijn die direct af te meten aan arbeidsplaatsen? In de Strategische Visie hebben wij onze ambities opgenomen en onze doelen geformuleerd. Later, in de uitwerking, zullen de doelen zo duidelijk mogelijk, oftewel ‘smart’, geformuleerd moeten worden. Over de procedure kan ik tenslotte nog het volgende zeggen. Eerder heb ik al gezegd dat nu de buurgemeenten aan bod komen, maar ook Echt-Susteren en gemeenten in Duitsland. De visie zal vervolgens worden aangepast aan de hand van een aantal opmerkingen die hier zijn gemaakt, waarna ze gedurende zes weken ter visie zal worden gelegd. Voorts zal een inspraakavond worden gehouden, waarvan de reacties zullen worden verwerkt. Het stuk zal daarna in een brede raadscommissievergadering aan de orde worden gesteld en tenslotte aan de raad ter vaststelling worden aangeboden. De voorzitter: Voor degenen die niet weten waar de afkorting ‘smart’ voor staat: specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdgebonden. Mevrouw Thissen-Heynen: Mijnheer de voorzitter. In tweede termijn wil ik nog slechts wijzen op één vraag die is blijven liggen, en wel die inzake de diversiteit. Mogen wij ervan uitgaan dat die zal worden meegenomen en verwerkt? Wethouder Van Rey: Alle opmerkingen worden in de stuurgroep besproken. Ik laat het aan de onderzoeker over te bepalen wat hij wel en niet opneemt. Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders en het daarbij behorende ontwerpbesluit. Portefeuille burgemeester H. van Beers 20. Voorstel van het college inzake het COT-onderzoek en vervolg veiligheidsmaatregelen (raadsvoorstel no. 2008/067/1). Mevrouw Van Beers: Mijnheer de voorzitter. Allereerst mijn complimenten aan de samenstellers van het rapport, dat helder en duidelijk is. Een van de nieuwe begrippen in het rapport was voor ons prepressie, waarmee wat ons betreft de spijker op zijn kop wordt geslagen. Repressie is goed en nodig, preventie is beter; voorkomen is tenslotte beter dan genezen. Wij hopen dan ook dat dit in oktober terug te zien zal zijn in een veiligheidsprogramma. De inzet van particuliere beveiliging vinden wij, zoals bekend, onwenselijk. Deze belangrijke taak hoort bij de overheid thuis.
209 Zoals mijn collega Janssen Steenbergen eerder vandaag al heeft gezegd, zijn wij groot voorstander van de 24-uursopvang. Gelukkig heb ik zojuist vernomen dat de PvdAfractie die mening deelt. De methode die in het rapport is beschreven met de zogenaamde stok achter de deur, lijkt ons een prima zaak, uiteraard gericht op resocialisatie. Ook zal geprobeerd moeten worden de leefbaarheid te verbeteren, omdat de burgers dit belangrijker vinden dan criminaliteit. Met andere woorden: de mensen moeten zich prettiger en veiliger voelen in hun stad en wijk. Dit mag natuurlijk nooit leiden tot enige vorm van schijnveiligheid, maar dat spreekt voor zich. Ik hoop dat van onze suggesties iets zal zijn terug te vinden in het veiligheidsprogramma. Al met al kunnen wij instemmen met het collegevoorstel. De heer Heijnen: Mijnheer de voorzitter. Ook mijn fractie is van mening dat ons een interessant, goed leesbaar en uitstekend rapport is voorgelegd, waarmee samen met alle partners uit de veiligheids- en zorgketen iets zal kunnen worden gedaan. Kortom, het is een rapport dat aanpak verdient en waarmee wij heel snel van start moeten. Een compliment is wat Burger Belangen Roermond betreft zeker ook op zijn plaats aan de klankbordgroep die vanuit deze raad is geformeerd. Twee snelle conclusies zijn dat we in ieder geval veilig door deze stad kunnen en dat er tegelijkertijd een serieus criminaliteitsprobleem is waarin alle delicten scoren, wat in dit najaar vraagt om een uitvoeringsorganisatie met een procesmanager, een stuurgroep en een klankbordgroep die deze zaken goed gaan uitwerken en vervolgens met een plan van aanpak komen op basis waarvan wij beleid kunnen maken. Heel belangrijk is de verbinding tussen preventieve en repressieve maatregelen. Niet voor niets hebben wij het Veiligheidshuis geïnstalleerd in Roermond. We zijn al heel goed op weg, maar het kan altijd nog beter. Politie en justitie hebben een luisterend oor gehad in de richting van deze raad en hebben zaken goed mee opgepakt de afgelopen jaren. Het rapport lezend, meen ik dat door de verantwoordelijk portefeuillehouder en het college een tandje bij kan worden gezet. Wij geven u in overweging u niet vast te pinnen op bepaalde percentages, maar de burger duidelijk te laten blijken dat het u en ons ernst is met de veiligheid en de criminaliteit in Roermond. De politie is er ook om signalen op te vangen uit de samenleving, op straat en in buurten, en dient daarover college, raad en ketenpartners te adviseren. Het Stadstoezicht functioneert prima, maar zou er misschien nog wat taken bij kunnen krijgen. In goed overleg met Justitie zou dit bekeken kunnen worden. De hoge criminaliteitscijfers worden vooral veroorzaakt door een groeiende groep jeugdige veel- en meerplegers, met name uit de kanswijken. Het is schrikken als je leest dat zo'n 80% van de delicten wordt gepleegd door inwoners van Roermond en dat een kwart van alle verdachten van straatroven, auto- en woninginbraken en bedreigingen tussen 12 en 18 jaar is en vaak allochtoon. Deze jeugdgroepen en ook de ouders moeten in kaart worden gebracht – de heer Becks heeft daarover in 2004 al een motie ingediend – en aandacht krijgen, anders glijden ze af naar de volwassen meerplegers. Zo mogelijk zal door de politie of anderszins moeten worden bijgehouden met welke kinderen contact is geweest, om van daaruit de thuissituatie te bezien en na te gaan of deze kinderen
210 probleemgedrag vertonen, zoals spijbelen of agressie. Deze combinatie kan een beeld opleveren van het risico dat een kind loopt om op het verkeerde pad te komen. Nogmaals: de politie is niet stil blijven zitten, maar heeft heel hard gewerkt aan de onveiligheid. Aard en omvang nopen echter tot een verdergaande aanpak. Wij zien het plan van aanpak straks graag tegemoet. De heer Daamen: Mijnheer de voorzitter. Zoals in de commissie voor algemene zaken al gememoreerd, komen de neuzen van de ketenpartners zo langzamerhand in dezelfde richting te staan. In onderling overleg kan de bestrijding van criminaliteit nu integraal en structureel worden aangepakt. Demokraten Swalmen ondersteunt een dergelijke aanpak, die vooral proactief en preventief dient te zijn, en waar nodig repressief. De gemeente zal de regierol dienen te vervullen en het opstellen van een veiligheidsprogramma voor onze gemeente zal die adequate en structurele aanpak alleen maar kunnen versterken. Demokraten Swalmen hoopt dat er bovenlokale steun komt, om zo een fikse impuls te kunnen geven aan de lokale veiligheidsagenda. Wij kunnen akkoord gaan met dit rapport. De heer Van Walsum: Mijnheer de voorzitter. Het COT-onderzoek naar veel voorkomende criminaliteit in Roermond heeft een goed rapport opgeleverd, dat een prima beeld geeft van de criminaliteit in Roermond: hoeveel er is, waar het vandaan komt, wie zich crimineel gedraagt en wat de oorzaken zijn. De PvdA-fractie is van mening dat het rapport inhoudelijk zeer geslaagd is en constateert geen leemten in het geheel. De rapportage bevat duidelijke conclusies en aanbevelingen en vormt zo een prima bouwsteen voor het gemeentelijk beleid in het algemeen en het criminaliteits- en veiligheidsbeleid in het bijzonder. Veel nieuws bevat het rapport niet, maar bevestigt wel wat wij allemaal al voelden en dachten over criminaliteit. Het rapport geeft een duidelijke cijfermatige onderbouwing en analyseert de situatie nadrukkelijk. Wij vinden wel dat de confrontatie behoorlijk schokkend is. Bevestigd wordt dat Roermond een hoog niveau kent van veel voorkomende criminaliteit. De criminaliteit wordt voor een groot deel door de eigen bevolking veroorzaakt, de daders zijn veelal jeugdigen, vaak met een multi-problematiek, en de criminaliteit is in Roermond een diepgewortelde cultuur en leefstijl: het hoort er gewoon bij. De constatering dat criminaliteit voor een groot deel door de eigen bevolking wordt veroorzaakt is aan de ene kant schokkend, aan de andere kant geeft het ook aan dat wij er als gemeente iets aan kunnen doen: wij hebben een aantal zaken in eigen hand. De grote omvang van de criminaliteit wordt veroorzaakt door het feit dat delen van de Roermondse samenleving slecht functioneren waar het gaat om sociaal welzijn, opleiding, gezondheid, enz. Dat is de bron en daarop moeten wij aanpakken. Ik constateer ook dat het college daarmee wel bezig is, maar nogmaals: hier ligt een nadrukkelijk zwaartepunt. Roermond moet veiliger. Laten we als ambitie nemen, zoals de onderzoekers ook voorstellen, om de criminaliteit binnen een aantal jaren met 20% terug te brengen.
211 Het COT doet vele aanbevelingen die door de PvdA-fractie kunnen worden onderschreven. Wat wij echter nog te weinig terugzien is dat er meer samenhang en afstemming moet komen tussen preventieve taken – noem het gemeenteaken – en repressieve taken – politietaken. Beide kunnen op één probleem worden losgelaten en van toepassing zijn. Er moet nadrukkelijk worden samengewerkt en afgestemd. Daarnaast constateert het rapport dat criminaliteit een heel grillig patroon kan vertonen. Wij zien het aan de woninginbraken die sterk zijn teruggelopen, natuurlijk hartstikke goed, maar daarop moet de politie wel flexibel inspelen. Met name op nieuwe ontwikkelingen zal vrij snel ingespeeld moeten worden. Met het voorstel om gelden vrij te maken voor het opstellen van een nieuw veiligheidsplan kan de PvdA-fractie natuurlijk instemmen, omdat daarin de samenwerking tussen de drie partijen, gemeente, justitie en politie, verankerd moet worden. Het moet nadrukkelijk ook een gezamenlijk veiligheidsbeleidsplan worden van deze drie partijen. Voor het opzetten van een veiligheidsplan mag een stevige organisatie worden neergezet, waardoor slagvaardig geopereerd kan worden. De PvdA-fractie kan instemmen met het voorstel. De heer Breugelmans: Mijnheer de voorzitter. Voor ons ligt een belangrijk rapport, waaruit blijkt dat de gemeente haar verantwoordelijkheid naar aanleiding van de slechte cijfers die ooit in het AD stonden waar wil maken. De intenties zijn er, nu nog de operationele bevoegdheden en de daadwerkelijke inzet om dat te bestrijden wat wij allemaal zo negatief vinden. Het CDA onderschrijft de aanbevelingen in het rapport. Wij vinden dat er een gemeenschappelijk veiligheidsprogramma moet komen, maar dat moet vooral voor de ménsen een voordeel zijn in deze gemeente. We hebben niets aan gekissebis tussen organisaties. Gemeenschappelijk betekent sámen, met elkaar; het is iets waarvan het CDA in zijn programma reeds gewag maakte. Roermond is geen eiland. Criminaliteit beweegt zich sneller dan water. Ook overleggen met de regiogemeenten om draagvlak te creëren voor onze problematiek en voor onze oplossingen is van groot belang. Het Regionaal College heeft nog niet zo lang geleden vier extra wijkagenten aan Midden-Limburg toegewezen. Drie daarvan zijn bestemd voor Roermond, als wij samen een inspanning leveren. Laten we dat dan ook doen en ons aandeel daarin leveren, dan hebben we weer drie mensen in de operationele sfeer en kan het veiligheidsgevoel toenemen. Het succesvolle programma ‘Veilige school’ zouden we kunnen uitbreiden naar de lagere scholen; dan beginnen we met veiligheid en criminaliteitsbestrijding waar we moeten beginnen: bij de allerjongsten in deze samenleving. En voor de rest: aan de slag en neem stevig de regie in handen! De heer Achten: Mijnheer de voorzitter. Om aan de slag te gaan, moet je eerst goed eten en daarom zal ik het kort houden, zodat de magen gevuld kunnen worden. Als we ergens onze hoop op hadden gevestigd, was het wel op de uitkomsten van het COT-rapport. Om dit waar te maken, is inderdaad een krachtige uitvoeringsorganisatie
212 noodzakelijk. Natuurlijk is de burgemeester de bestuurlijke regisseur binnen de collegiale verantwoordelijkheid, met de andere portefeuillehouders, en natuurlijk hoeven wij geen stadsmariniers te hebben, zoals in Rotterdam, maar als we daarvan een klein beetje kunnen kopiëren, bijvoorbeeld via een stevige programmamanager, die als een echte verbindingsofficier kan optreden en verbindingen kan leggen tussen de gemeentelijke organisatie, politie, justitie en andere organisaties, geloof ik dat wij juist voor de mensen, waarover de heer Breugelmans sprak, een enorme stap voorwaarts kunnen maken. Wij roepen u dan ook op daarmee actief aan de slag te gaan. De heer Heijnen heeft behartigenswaardige woorden gesproken over waar de criminaliteit precies vandaan komt. Als we het rapport lezen, worden we akelig bevestigd in onze gedachte dat heel veel rotjochies uit deze stad – er zijn heel veel goede inwoners, maar er zijn gewoon een aantal rotjochies – voor enorme stomme dingen zorgen. Als ik het over die rotjochies heb, heb ik het in één adem ook over de ouders. De heer Becks was een van de eersten die dat onderwerp aansneed, en tot mijn grote verdriet werd dat in het begin nog wat knikkebollend aangehoord. Het is jammer dat hij nu gaat vertrekken, maar misschien kunnen we hem op Bali nog meegeven dat de burgemeester er nog meer werk van gaat maken om de ouders aan te spreken op de daden van hun kinderen. Het zal lastig zijn, want niet alle ouders zullen reageren, maar juist dié moeten dan misschien extra worden aangesproken. Van de burgemeester wil de VVD-fractie vandaag graag en plein public vernemen wat hij aan het gedrag van die ouders wil doen. De Ruil-relatie is cruciaal. Alle partijen zullen boter bij de vis moeten doen, want alleen dan krijgen wij een veiliger samenleving. Over particuliere beveiliging hoeven we het nu niet te hebben, maar voor de VVDfractie is het wel een principiële zaak. Laat die auto’s nachts toch door de stad rijden. Het causale verband zal wel nooit aangetoond kunnen worden, maar wellicht hadden dan bijvoorbeeld de vier inbraken in de school in Herten voorkomen kunnen worden. Veiligheid vergt inderdaad ook een eigen verantwoordelijkheid, zoals de heer Breugelmans opmerkte, maar veiligheid begint ook door nog harder aan hetzelfde touw te trekken. We kunnen heel veel geld, tijd en capaciteit verdienen als we de bestuurlijke en ambtelijke drukte aan de overlegtafels indammen. Er wordt inmiddels al op 35 verschillende terreinen gespeeld. Door een stevige programmamanager, met bestuurlijke regie van onze burgemeester, die wat ons betreft nog best een slagje harder mag zijn en nog meer zijn tanden qua veiligheid mag inzetten, wordt Roermond echt veiliger. Van de burgemeester wil ik graag weten hoe hij daaraan vorm denkt te gaan geven. De voorzitter: Terwijl de burgemeester zich naar het spreekgestoelte begeeft, kan ik u melden dat vanochtend negen mensen tussen 20 en 25 jaar zijn opgepakt voor een reeks inbraken in Roermond, van wie de meesten niet uit Roermond komen. Zo snel werkt zo’n rapport! De heer Van Beers: Mijnheer de voorzitter. Om te beginnen wil ik graag een compliment maken voor de manier waarop de materie in de laatstgehouden commissievergadering is besproken. Van de politie, Stadstoezicht en het Openbaar Ministerie heb ik gehoord dat ze dat een buitengewoon verhelderende bijeenkomst hebben gevonden.
213 Sinds genoemde commissievergadering zijn wij volop bezig om de organisatie stevig van de grond te tillen en daartoe vindt overleg plaats met alle partners. Het gemeenschappelijk veiligheidsprogramma is niet alleen in naam heel mooi, we proberen er ook echt handen en voeten aan te geven en ik merk dat dat goed werkt. Iedereen heeft er zin in, om het zo maar eens te zeggen. Het ziet ernaar uit dat de zaak eind augustus rond zal zijn en dat de datum van 30 oktober zal worden gehaald. Tussen de regels door meld ik u dat er zelfs mensen zijn die daarvoor hun vakantie hebben uitgesteld, omdat ze per se iets stevigs van de grond willen tillen. Volop zijn we ook bezig met de activiteiten in het kader van de uitvoeringsorganisatie, inclusief de programmamanager en de functie die de heer Achten zojuist omschreef als de verbindingsofficier. Voor een groot deel zullen hier de hoofdzaken komen te liggen. Gisteren heb ik hierover een gesprek gehad met een voormalig stadsmarinier in Rotterdam, thans secretaris van een gemeente, die mij nog eens op een aantal zaken heeft geattendeerd. Gesprekken zijn ook gevoerd met gedeputeerde staten in verband met mogelijke bovenlokale steun. Heel nadrukkelijk tonen ook gedeputeerde staten zich partner in dezen. De problematiek van een klein stadje met een grootstedelijke problematiek hoort mede thuis op het bord van de provincie. De volgende stap zal in de richting van het ministerie zijn. Alle stukken zijn reeds opgestuurd en tijdens de vakantieperiode zal een bijeenkomst worden gepland met bestuurders van Binnenlandse Zaken om over een en ander van gedachten te wisselen. De rapportage van het COT is inmiddels op de agenda’s geplaatst van zowel het Regionaal College als de districtelijke driehoeken, van belang omdat wij het niet alleen aan kunnen, maar zullen moeten doen in gezamenlijkheid met onze buren. Het Veiligheidshuis staat inmiddels op één en dezelfde locatie, zodat ook daarin enige vooruitgang is geboekt. De eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat dit mede tot stand is gekomen dankzij een nadrukkelijke inzet van het Openbaar Ministerie. De heer Heijnen heeft het gehad over het breken van criminele carrières, en dat is inderdaad de hoofdzaak, waartoe het Veiligheidshuis een stevige stap kan zetten. In dit verband kom ik ook bij de opmerking van naar ik meen de heer Breugelmans over de veilige school. Het ligt in ons voornemen zo vroeg mogelijk te beginnen met het kapot maken van criminele carrières, en dat is bij de jongere jeugd, want daar worden de eerste stappen gezet. Zelf heb ik er al bij herhaling voor gepleit om in een nóg vroeger stadium te beginnen, daar waar het mijn en het dijn soms te wensen overlaten. De ouders zijn daarin zeer cruciaal. Het is inderdaad de heer Becks geweest – ere wie ere toekomt – die er continu op heeft aangedrongen ook de ouders hierbij te betrekken. De technisch voorzitter heeft zojuist al melding gemaakt van het feit dat vanmorgen een aantal mensen zijn opgepakt, helaas jeugdige mensen, niet alleen inwoners van Roermond, die rechtstreeks in verband staan met de woninginbraken van de afgelopen periode. Ik ben geen rechter, maar ik ga ervan uit dat zij voorlopig voor lange tijd buiten ons gezichtsveld elders op kosten van de staat mogen verblijven. Ik weet zeker dat dit positieve effecten heeft op de woninginbraken, mits mensen zelf daarvoor verantwoordelijkheid blijven voelen.
214 Vanmiddag om twee uur gaan we van start met de publiekscampagne in het kader van de fietsendiefstallen. Het is een van de campagnes die erop zijn gericht mensen meer alert te maken. Het onderwerp particuliere beveiliging komt straks nog aan de orde. Ik kan al wel zeggen dat inmiddels de eerste besprekingen op regionaal niveau hebben plaatsgevonden, waarbij de nota van Roermond als onderlegger heeft gediend. De heer Heijnen heeft groot gelijk dat de verbinding tussen preventie en repressie cruciaal is. Daarbij vroeg hij aandacht voor de jeugdige meerplegers, en dat zijn inderdaad degenen die we te pakken moeten zien te krijgen. Met het pleidooi van de heer Daamen voor bovenlokale steun ben ik het van harte eens. Om het alleen te kunnen doen had de herindeling veel groter moeten zijn, maar ik vrees dat ik u dan op een andere manier zou zijn tegengekomen! De heer Van Walsum heeft vastgesteld dat het rapport prima bouwstenen aanlevert. Het zijn inderdaad bouwstenen, de kathedraal zullen we met z’n allen moeten bouwen en dat kan alleen als alle partners er in gezamenlijkheid aan meewerken. De heer Van Walsum brak ook een lans voor een koppeling met datgene wat zich in de maatschappij voordoet op het gebied van armoede, minder kansen e.d., omdat daarin mogelijk de kiem kan liggen voor het maken van een carrière in de criminaliteit. Mijns inziens is in dit opzicht een cruciale taak weggelegd voor de regievoerder, zijnde de gemeente. In Rotterdam is bewezen dat de operationele bevoegdheden waarover de heer Breugelmans sprak grandioos werken, niet tot in alle eeuwigheid, maar vooral bij de start is dat uitstekend gedaan. Gisteren heb ik nog eens vernomen hoe dat is gebeurd en ik zie er met belangstelling naar uit hoe wij dat straks en handen en voeten kunnen geven. Roermond is inderdaad geen eiland en dat gezegd hebbend kom ik bij het bekende waterbedeffect van de heer Becks: als het hier regent, worden ze in Roerdalen nat, of omgekeerd. We zullen wat dat betreft in gezamenlijkheid moeten opereren. Nu het district Roermond-Weert één district is geworden, kunnen we ook gemakkelijker over de grenzen heen kijken. Naar aanleiding van de opmerkingen van de heren Achten en Breugelmans over de herverdeling van een extra aantal contingent agenten, kan ik mededelen dat wij er in de Regio Midden-Limburg vier krijgen, als althans het regionaal College ermee akkoord gaat, maar ik ga ervan uit dat dat zal gebeuren. Drie van hen zullen extra naar Roermond gaan, één mag naar Weert. Op dit moment zijn wij concreet bezig met het invullen van de taken die zij zullen moeten verrichten. Ik wil hen op wijkniveau met name liëren aan drang en dwang voor datgene wat buiten de singel om gebeurt… De heer Breugelmans: Ik heb begrepen dat daarvoor mogelijk ook een inspanning van de gemeente Roermond zal worden verwacht. Kunt u daarover wat meer duidelijkheid verschaffen? De voorzitter: Ja, dat houdt verband met het beginsel van wederkerigheid, zoals het met een modewoord heet. Zelf noem ik het gewoon co-financiering. Als de politie iets extra’s doet, moet ook de gemeente waarin die politieagenten terechtkomen wat extra’s
215 doen. Dat hoeft overigens niet altijd in geld te worden uitgedrukt, het kunnen ook activiteiten zijn die we in gezamenlijkheid ondernemen. Het kan nooit een obstakel zijn om de drie agenten hier geplaatst te krijgen. Met de heer Achten ben ik het geheel eens dat een krachtige uitvoeringsorganisatie de kurk moet zijn waarop we verder gaan. Het mes snijdt daarbij aan twee kanten, want daarmee gaan we ook op weg om de bestuurlijke drukte een stuk minder te laten zijn. Ik krijg bijna de bibbers als ik denk aan alle overlegsituaties die ik de afgelopen week heb meegemaakt. De helft minder, maar wel intensiever, zal leiden tot wat ons allen voor ogen staat. De heer Achten: De VVD-fractie vindt het heel goed dat raadsleden zelf actief op informatie uit gaan. De heer Breugelmans blijkt nu zelfs tot op de financiering af te weten hoe het met de wijkagenten zit. De VVD-fractie vraagt zich naar aanleiding daarvan af of zij soms iets gemist heeft in de commissie AZ, of in andere informatiestromen. De heer Breugelmans: U hebt niets gemist, maar toevallig heb ik dezer dagen een gesprek gehad met een politieagent, niet uit de CDA-fractie overigens! De voorzitter: Tussen de regels door versta ik iets anders en daarom wil ik benadrukken dat er geen sprake is van een-tweetjes tussen mij en bepaalde fracties. Wijsheid kunt u overal opdoen, maar als u vragen hebt, schroom dan niet en richt u tot mij. Soms weet ik het, soms niet, maar dan weet ik altijd wel een weg te vinden om die vragen alsnog beantwoord te krijgen. Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders en het daarbij behorende ontwerpbesluit. De voorzitter: Ik schors thans de vergadering tot kwart over twee (12.58 uur). Schorsing De voorzitter heropent te 14.15 uur de vergadering. Portefeuille wethouder W. Kemp. 21. Verzoek om opneming van een islamitische basisschool in het scholenplan vanaf 1 augustus 2009 (raadsvoorstel no. 2008/048/1). Mevrouw Ceulemans: Mijnheer de voorzitter. In de commissie is dit onderwerp al uitvoerig besproken en ook een paar maanden geleden is het al aan de orde geweest in verband met de toenmalige sluiting van de islamitische school. Om te bepalen welke scholen geopend en gesloten kunnen worden hebben we in Nederland regels en normeringen met elkaar afgesproken, om ervoor te zorgen dat iedere aanvrage op dezelfde wijze getoetst wordt, onafhankelijk van interpretaties die iemand op een bepaald moment het beste uitkomen – en om willekeur en gunnen onder elkaar te voorkomen. Of het nu in Groningen is, in Roermond of in Maastricht, of het nu een aanvrage betreft voor een
216 openbare, christelijke, joodse of islamititische school: dat maakt allemaal niet uit. Wij moeten ons houden aan de wet- en regelgeving, om te voorkomen dat burgers tekort worden gedaan. De aanvrage voor het oprichten van een nieuwe islamitische school wordt afgewezen wegens het niet voldoen aan de norm. Door de aanvragers is niet aannemelijk gemaakt dat deze nieuwe islamitische school binnen vijf jaar na de datum van ingang van de bekostiging, en voorts gedurende een periode van vijftien jaar na die periode van vijf jaar, zal worden bezocht door het aantal leerlingen dat voldoet aan de stichtingsnorm. Dat dit zuur is voor de aanvragers, is heel begrijpelijk. Het college is echter niet over één nacht ijs gegaan. Na de vergadering van de commissie welzijn is nog extra advies ingewonnen en daarvan waren de conclusies niet anders. Er is dus, hoe wij het ook wenden of keren, geen gegronde motivering om de aanvrage goed te keuren. Echter, ook islamitische ouders hebben bepaalde specifieke wensen voor het onderwijs aan hun kinderen. Daar hebben wij alle begrip voor en dat respecteren wij. Met veel genoegen heb ik dan ook de notitie gelezen van de Stichting Swalm en Roer, waarin men uitdraagt de wensen die ten grondslag liggen aan het islamitisch geloof binnen de scholen, in combinatie met het onderwijs aan islamitische kinderen, zoveel mogelijk te honoreren. Men spreekt over het streven naar pluriforme scholen, en wederom: dat biedt perspectief. De notitie ademt een sfeer van openheid en zoeken naar samenwerking, met wederzijds respect voor elkaars standpunten. Naar ik heb vernomen, zal straks een motie worden ingediend door de PvdA-fractie en in de strekking daarvan kunnen wij heel ver meegaan, mits – en dat vind ik erg belangrijk – het principe ‘gelijke monniken, gelijke kappen’ wordt gehanteerd, iets waarop mijn collega Achten in de commissie voor economische zaken ook altijd de nadruk legt. Wat wij voor de ene groep mogelijk maken, dienen wij ook voor de andere groep mogelijk te maken. De heer Jacobs: Mijnheer de voorzitter. Mevrouw Ceulemans heeft inmiddels al veel argumenten aangehaald die ook voor ons opgeld doen. Ik kan wel een heel verhaal gaan vertellen over hetgeen tot nu toe is gebeurd, maar volgens mij is de wet hierover duidelijk genoeg. Deze gelegenheid wil ik graag te baat nemen om eens te attenderen op wat de stichting voorstelt voor wat betreft het aantal leerlingen. Gesteld wordt dat in beginsel, in 2009, 100 leerlingen uit Roermond zouden komen en 185 uit de omringende gemeenten, t.w. Roerdalen, Leudal, Maasgouw en Beesel. Ik heb de inwoneraantallen van die gemeenten eens bekeken en dat levert op dat Roermond ruim 54.000 inwoners heeft en de andere gemeenten gezamenlijk ruim 96.000. Roermond zou dan 35% van de leerlingen leveren en de overige gemeenten 65%. Het voorstel van 100, respectievelijk 185 leerlingen in 2009 is naar mijn mening dan niet echt op realiteit gestoeld, en doortrekkend geldt dat ook voor de volgende prognose in 2014. Het aantal moslimkinderen dat naar de school in Roermond gaat zal qua aantal per 1000 inwoners namelijk aanmerkelijk groter zijn dan bijvoorbeeld het geval zal zijn in Thorn, Beegden of Linne. Het is niet reëel te veronderstellen dat van daaruit even veel mensen zouden komen om hier naar school te gaan. Daarnaast wordt gesteld, niet alleen door het college van burgemeester en wethouders, maar ook door een aantal mensen uit de moslimorganisaties – ik verwijs naar het verhaal van de Stichting Swalm en Roer, dat de ouders hun kinderen
217 liefst zo dicht mogelijk in hun eigen omgeving naar school laten gaan. Volgens mij ligt Thorn een paar kilometer van Roermond af en het lijkt mij dan ook zeer onwaarschijnlijk dat van daaruit net zoveel leerlingen naar de school in Roermond zullen gaan als vanuit Roermond zelf. Ervaringsgegevens uit het verleden wijzen bovendien uit dat 63% van het aantal leerlingen uit Roermond kwam en 37% uit andere gemeenten in de omgeving, en dat waren méér gemeenten dan door mij zojuist zijn genoemd. Ook dat toont nog eens aan dat de cijfers niet realistisch zijn. Ik vind het heel vervelend voor het stichtingsbestuur, maar ik kan het alleen maar eens zijn met het college dat dit niet realistisch is. In de overwegingen die zijn geformuleerd in de motie van de PvdA-fractie kan de CDAfractie zich heel goed vinden. Uiteraard gaan wij er daarbij wel van uit dat de PvdAfractie instemt met het voorstel van het college, want het één is onlosmakelijk aan het ander verbonden. Wethouder Kemp zal na het nemen van dit besluit samen met de Stichting Swalm en Roer en de Stichting Islamitisch Onderwijs Roermond ongetwijfeld goed invulling geven aan de overwegingen in deze motie. De heer Van Walsum: Mijnheer de voorzitter. Islamitisch onderwijs is momenteel een actueel onderwerp binnen de PvdA op landelijk niveau. Aangezwengeld door de stadsdeelraadsvoorzitter Ahmed Marcouch uit Amsterdam vindt hierover discussie plaats. Primair steekt de PvdA in op openbaar onderwijs. Dat onderwijstype biedt welk geloof dan ook mogelijkheden om daarvoor aandacht op te nemen in de lesprogramma’s. Daarnaast onderschrijft de PvdA de vrijheid van onderwijs, die het recht heeft een school op te richten binnen de criteria die de wet daarvoor stelt. Marcouch constateert dat, doordat onvoldoende aandacht kan worden geschonken aan de invulling van islamitisch onderwijs, op scholen specifieke moskeeschooltjes ontstaan. Voorts constateert hij dat de gebruikte lesmethodieken pedagogisch en didactisch onverantwoord zijn en contraproductief en een ongewenste maatschappelijke ontwikkeling met zich brengen. Daarmee bedoelt hij met name dat ze juist integratie tegengaan. Hij stelt dan ook voor aan deze situatie een einde te maken door op openbare basisscholen meer aandacht te besteden aan islamitisch onderwijs, en dit beter te faciliteren. Terug naar de Roermondse situatie. Door de Stichting Islamitisch Onderwijs Roermond (SIOR) is het college verzocht een islamitische basisschool op te nemen in het scholenplan, waarmee een islamitische basisschool zou worden opgericht, een voornemen dat al werd aangekondigd toen de vorige school moest worden gesloten. Het islamitisch basisonderwijs was op zichzelf levensvatbaar op dat moment, maar de school is door slecht bestuur ten onder gegaan. Door de SIOR is vervolgens de uitdaging aangegaan om een nieuwe school op te richten. Er is een maatschappelijk gerechtvaardigde wens van een grote groep islamitische mensen in onze samenleving om hun kinderen islamitisch basisonderwijs te laten genieten. Voor deze mensen is in Roermond of omgeving geen mogelijkheid. Het voorstel dat door de SIOR is gedaan moet worden getoetst aan de criteria en jurisprudentie van de wet, hetgeen een complexe aangelegenheid blijkt te zijn, wan de wet is zeer complex en dat wordt nog eens verergerd door allerlei jurisprudentie die daaromheen is ontstaan. De SIOR en het college hebben zich beide laten bijstaan door adviseurs. Helder is één ding: de stichtingsnorm moet voor Roermond 217
218 leerlingen zijn. Daarnaast verschilt men helaas van mening over zo’n beetje alles. Volgens de SIOR zouden in Roermond 285 leerlingen te verwachten zijn, maar volgens het college slechts 137. De SIOR concludeert dat voldoende aannemelijk is gemaakt dat een islamitische basisschool op lange termijn levensvatbaar is, het college daarentegen is van mening dat dit niet voldoende aannemelijk is gemaakt. Deskundigen zijn gehoord en nogmaals gehoord, maar beide blijven op hun standpunt staan. Het is nu aan de raad te beoordelen wie hierin gelijk heeft. De PvdA-fractie constateert dat de wet een forse interpretatieruimte laat. Voor zowel het standpunt van het college als voor dat van de SIOR zijn argumenten terug te vinden in de wet. De PvdA-fractie is van mening dat, gezien de wens van de islamitische samenleving en de positieve intenties van de SIOR om liberaal islamitisch onderwijs te ontwikkelen, het college positiever het verzoek van de SIOR zou moeten benaderen, ervan uitgaande dat islamitisch basisonderwijs levensvatbaar is in Roermond, en op die basis het verzoek zou moeten beoordelen. Wij zijn van mening dat het college te zeer van het standpunt is uitgegaan dat het niet aannemelijk is. De PvdA-fractie deelt het voorliggende voorstel van het college dan ook niet. In de commissievergadering, maar ook daarbuiten, is mij echter duidelijk geworden dat er een groot draagvlak is voor het besluit van het college. Aan de andere kant kunnen wij vaststellen dat in Roermond behoefte bestaat aan islamitisch basisonderwijs. Wat de PvdA-fractie betreft zou bezien moeten worden of binnen het bestaande basisonderwijs de gewenste aandacht aan de islamitische belevingswereld kan worden gegeven. In de commissie hebben wij dit ook gevraagd. De Roermondse onderwijskoepel Swalm en Roer heeft op verzoek van het college een notitie opgesteld, waarvoor de PvdA-fractie haar waardering uitspreekt. De onderwijskoepel geeft daarin aan hoe zij tot op heden met de wens naar islamitisch onderwijs is omgegaan en hoe zij dat in de toekomst verder denkt te doen. Dit spreekt de PvdA-fractie zeer aan; zij verzoekt de wethouder en de onderwijskoepel dit nader uit te werken en te steunen. Op deze wijze kan op school aandacht worden besteed aan islamitisch onderwijs, hetgeen voorkomt dat er ad hoc moskeetjes en scholen ontstaan; bovendien bevordert het de integratie. Om aan deze ontwikkeling kracht bij te zetten, dient de PvdA-fractie een motie in die het college oproept samen met de scholenkoepel Swalm en Roer en SIOR het basisonderwijs zo in te richten, dat het aansluit bij de belevingswereld van kinderen met een islamitische achtergrond. De VVD-fractie kan ik bevestigen dat het principe ‘gelijke monniken, gelijke kappen’ hier zonder meer van toepassing is. Mevrouw Ceulemans: Past u de motie in die zin aan? De heer Van Walsum: In de motie wordt niet gesteld dat het niet zo is en dat zou, met mijn uitspraak hierover, wellicht voldoende kunnen zijn, maar zo niet, dan kan de motie altijd nog geamendeerd worden. De voorzitter: Kan mevrouw Ceulemans ook aangeven waar de motie dan aangepast zou moeten worden?
219 Mevrouw Ceulemans: In de mening die in de motie wordt uitgesproken zou achter de woorden ‘islamitische achtergrond’ kunnen worden toegevoegd: ‘dan wel andere geloofsrichting’. De heer Van Walsum: Ik weet niet of dit een handige wijziging is… De voorzitter: Beter lijkt het me gewoon te spreken over ‘kinderen van welke achtergrond dan ook’. De heer Van Walsum: Wij zullen ons erover beraden en er eventueel in tweede termijn op terugkomen. De motie van de PvdA-fractie luidt als volgt: Motie nr. 08M09 “De raad van de gemeente Roermond, in vergadering bijeen op donderdag 3 juli 2008; gezien het raadsvoorstel 2008/048/1 van het college van burgemeester en wethouders van 29 mei 2008 inzake het verzoek van Stichting Islamitisch Onderwijs Roermond, SIOR, tot opneming van een liberale islamitische school in het plan van scholen; overwegende dat: 1. het wenselijk is om het islamitische religieus onderwijs over te hevelen van de ad hoc schooltjes in de avond en het weekend naar het regulier onderwijs; 2. het wenselijk is dat de schoolsituatie van leerlingen in met name de basisschoolleeftijd zoveel mogelijk aansluit bij de thuissituatie van de kinderen; 3. bovenstaande afstemming tussen thuissituatie en schoolsituatie positief zal bijdragen aan de ontwikkeling van kinderen tot een evenwichtige stabiele persoonlijkheid en identiteit; 4. binnen de islamitische gemeenschap een grote behoefte was, is en zal zijn voor een islamitische school; 5. een aantal basisscholen in Roermond voor het overgrote deel bezocht wordt door leerlingen met islamitische achtergrond; 6. tussen Stichting Swalm en Roer, de fusieorganisatie van basisscholen in Roermond en omgeving, en SIOR meerdere gesprekken worden gevoerd om de mogelijkheden tot samenwerking te onderzoeken; 7. SIOR heeft aangegeven dat samenwerking met Stichting Swalm en Roer kan resulteren in een fusie; 8. door opname van onderwijs van een islamitische geloofsrichting in de statuten van de fusieorganisatie Stichting Swalm en Roer, de realisering van een levensvatbare islamitische school mogelijk is; 9. de verplichting tot het respecteren van de keuze van de ouders die gemaakt wordt inzake het type basisonderwijs; gezien de uiteenlopende interpretaties omtrent de leerlingenprognose tussen het college van burgemeester en wethouders en SIOR; spreekt de mening uit dat het basisonderwijs zodanig dient te zijn ingericht dat het ook aansluit bij de belevingswereld van kinderen met een islamitische achtergrond;
220 draagt het college op, op basis hiervan gesprekken te voeren met de stichting Swalm en Roer en SIOR.” De heer Daamen: Mijnheer de voorzitter. Tijdens de behandeling van dit onderwerp in de commissie welzijn had Demokraten Swalmen het gevoel dat de cijfers zeer stringent werden gehanteerd. Van diverse kanten werden de cijfers ook verschillend geïnterpreteerd. De oproep om na te gaan of ruimte geschapen zou kunnen worden door een herinterpretatie, konden wij dan ook steunen. Het kon ons inziens alleen maar leiden tot een nog nauwkeurigere beschouwing van deze aanvrage voor plaatsing op de lijst van het plan van scholen. De antwoorden in de groene flap hebben de door ons gewenste duidelijkheid gebracht: er is geen andere uitleg mogelijk. Demokraten Swalmen constateert dan ook dat het college met dit verzoek zeer zorgvuldig is omgegaan. Heel blij zijn wij ook met de aanvullende informatie die wij van de Stichting Swalm en Roer hebben gekregen over de manier waarop momenteel wordt omgegaan met de leerlingen op de verschillende basisscholen die onder de stichting ressorteren. Deze realiteit past naar de mening van Demokraten Swalmen perfect in de uitgangspunten van integratie in de gemeenschap waar je woont, schoolgaat in de wijk waar je woont en passend onderwijs krijgt op basis van respect voor ieders mening en geloofsovertuiging. Demokraten Swalmen volgt het college daarom in zijn voorstel om het verzoek van de Stichting Islamitisch Onderwijs Roermond tot plaatsing van een islamitische school in het plan van scholen niet in te willigen. Wat de motie betreft, is Demokraten Swalmen van mening dat deze aan het laatste wat ik heb gezegd niets toevoegt. Waar in punt 7 van de overwegingen wordt gesteld dat de SIOR heeft aangegeven dat samenwerking met de Stichting Swalm en Roer kan resulteren in een fusie, wijs ik erop dat door de stichting zelf al te kennen is gegeven dat er mogelijkheden voldoende zijn voor overleg tussen alle betrokken instanties. De heer Heijnen: Mijnheer de voorzitter. Alle ins en outs zijn al voldoende besproken in de commissie welzijn. Mevrouw Ceulemans heeft terecht opgemerkt dat wet en regelgeving zijn bedoeld om willekeur te voorkomen en landelijk één lijn te trekken bij het toetsen van welke school dan ook voor opneming in een plan van scholen. Er is veel advies ingewonnen en door het college zijn onderzoeken uitgevoerd. De fractie Burger Belangen Roermond is van mening dat het college zeer gedegen is omgegaan met alle aspecten en een weloverwogen besluit heeft genomen. Ook voor ons speelt de keuzevrijheid van ouders voor het onderwijs aan kinderen een belangrijke rol. De ervaring in het verleden heeft geleerd dat ouders vooral kiezen voor scholen in de onmiddellijke nabijheid van de woning. De fractie van Burger Belangen Roermond heeft gedegen kennis genomen van commissie- en raadsvoorstellen en alle informatie en documentatie en is na een zorgvuldige afweging tot de conclusie gekomen dat aan het verzoek van de Stichting Islamitisch Onderwijs Roermond niet kan worden voldaan, omdat niet aannemelijk kan worden gemaakt dat de school binnen vijf jaar na de datum van ingang zal worden bezocht door ten minste het aantal leerlingen dat overeenkomt met de stichtingsnorm van 217 en dat
221 dat ook niet te verwachten is binnen de termijn van vijftien jaar ná die vijfjarige periode. De fractie van Burger Belangen Roermond steunt derhalve het collegevoorstel. Wij betreuren het bijzonder dat een zo integer mens als de heer Luursema spreekt van gegoochel met cijfers. Mijn fractie neemt daar in ieder geval duidelijk afstand van. De fractie van Burger Belangen Roermond heeft zeker aandacht voor islamitisch onderwijs en wil dat bij voortduring ook benadrukken. Wij kennen in dit land ook vormen van bijzonder neutraal en openbaar onderwijs. Bij de vestiging van een tweede en een derde school hebben wij daarmee in het verleden rekening gehouden. Wij moeten actueel blijven en aan wensen kunnen voldoen. Mijn fractie ziet dan ook veel meer in een positieve benadering van het islamitisch onderwijs door de Stichting Swalm en Roer voor onderwijs en opvoeding. Dat stimuleert en neemt ook het islamitisch onderwijs serieus. Laten we vooral ook niet uitvlakken dat voordat de islamitische school in Roermond van start ging scholen in deze gemeente hebben vorm gekregen met een overwegend deel niet-Nederlandstalige leerlingen, scholen met niet alleen onderwijs in de moedertaal en eigen cultuur, maar ook met een bindende factor tussen school, ouders en wijk. Vandaag mag ook dat wel eens met kracht worden benadrukt. Nog steeds zijn er scholen met veel ervaring en deskundigheid op het gebied van taalontwikkeling, tweede-taalverwerving en taalachterstand, maar ook op het gebied van cultuuruitwisseling en het omgaan met verschillende geloofsovertuiging, scholen met een voorbeeldfunctie en richtinggevend voor onderwijskundige ontwikkelingen, scholen met een hoog aspiratieniveau en een hoog verwachtingspatroon naar leerlingen. En zeg niet dat we geen aandacht hebben, want juist alle allochtone leerlingen hebben in Roermond een redelijk hoog uitstroomniveau en een redelijk hoge score op CITO-niveau. Naar mijn mening is dat een wezenlijk element voor het besluit dat we vandaag met z’n allen hopelijk in positieve zin en unaniem zullen nemen. Daarbij komt dat de Stichting Swalm en Roer, het vorig jaar na de algemene beschouwingen opgericht, duidelijk heeft uitgesproken zich in een aantal uitgangspunten te kunnen vinden en dat deze heel goed passen in haar beleid. In de zevende overweging van de motie van de PvdA-fractie wordt dat nog eens nadrukkelijk beklemtoond. Ook Burger Belangen Roermond staat brede scholen voor in iedere wijk en ieder dorp. Het past ook bij het aspect wijkontwikkeling waarover bij het vorige agendapunt is gesproken en bij de Centra voor jeugd en gezin die we met z’n allen willen realiseren. In een multiculturele wijk past een multiculturele school. Roermond is daarin zeer succesvol gebleken, landelijk zelfs en zeker ook provinciaal. Burger Belangen Roermond ziet dan ook zonder de vestiging van deze school genoeg kansen voor deze doelgroep in bestaande scholen. Over de motie wil ik tenslotte nog het volgende opmerken. In plaats van ‘de belevingswereld van kinderen’ is het beter te spreken over ‘de belevingswereld van gezinnen’, en wat ons betreft ware daaraan toe te voegen: van iedere achtergrond. Mevrouw Van Beers: Mijnheer de voorzitter. Sinds de laatste keer dat dit onderwerp ter sprake is gekomen is alweer een jaar verstreken en ik heb vandaag veel dezelfde geluiden gehoord als een jaar geleden. Er is nu alleen een nieuwe motie ingediend en in veel van wat door de PvdA-fractie in dat verband naar voren is gebracht kan de SP zich vinden. De SP stelt zich op het standpunt dat onderwijs in principe openbaar hoort te zijn,
222 maar omdat de wet nu eenmaal ook bijzonder onderwijs toestaat, moet die mogelijkheid ook voor iedereen openstaan. Wij betreuren het dat het college vasthoudt aan de krappe interpretatie van de cijfers, waardoor een hoop mensen teleurgesteld zullen worden. Wij spreken onze waardering uit voor de Stichting Swalm en Roer voor haar bereidheid gezinnen goed op te vangen en kinderen de ruimte te geven om hun eigen geloof en belevingswereld in de school aan te hangen. Het moge duidelijk zijn dat wij niet kunnen instemmen met het collegevoorstel, maar omdat dat waarschijnlijk toch zal worden aanvaard, steunen wij de motie van de PvdAfractie van harte. Wethouder Kemp: Mijnheer de voorzitter. Wat door de verschillende fracties naar voren is gebracht in het kader van de beoordeling van de aanvrage van de Stichting Islamitisch Onderwijs Roermond kan onder de noemer worden gebracht van de eerder door de raad vastgestelde nota’s ‘Op de groei’ en de Wet maatschappelijke ondersteuning. Het gaat er immers om dat alle kinderen die in Roermond woonachtig zijn zoveel mogelijk ontplooiingskansen krijgen en dat de belemmeringen die zij daarbij op hun pad tegenkomen zoveel mogelijk worden weggenomen. Het beleid is erop gericht dat kinderen op volwassen leeftijd een zinvolle bijdrage aan onze samenleving kunnen leveren en als het even kan ook nog een gelukkig leven kunnen leiden. De WMO heeft duidelijk uitgesproken dat alle mensen in staat moeten worden gesteld zo goed mogelijk te participeren in de samenleving en om dat te bereiken is het noodzakelijk dat iedereen in zijn eigen wezen en identiteit gerespecteerd wordt. Het geldt zowel voor volwassen mensen als voor het jongste kind, dat zijn eerste schreden zet in het onderwijs en peuterspeelzalen. Peuterspeelzalen zijn niet gerelateerd aan een bepaalde geloofsrichting, basisscholen echter wel. In Nederland is de keuze gemaakt voor vrijheid van onderwijs en voor het bieden van de mogelijkheid om bijzonder onderwijs te stichten. Er is dus – mevrouw Van Beers – geen monopolie voor openbaar onderwijs. Willen wij de samenleving de gelegenheid geven naar eigen identiteit scholen te stichten, dan zullen daarvoor ook regels gesteld moeten worden, om te voorkomen dat iedereen naar eigen believen de wet kan interpreteren en scholen van welke richting dan ook kan vestigen. Bij een aanvrage als deze moeten we ons dus houden aan de wet en aan uitvoeringsregels en beoordelen of het aannemelijk is dat daaraan kan worden voldaan. Met de gegevens die door de Stichting Islamitisch Onderwijs Roermond zijn overlegd, onderbouwd met de documentatie van het Planningsverband Groningen – de deskundige in dezen – is naar de overtuiging van het college niet aannemelijk gemaakt dat de stichtingsnorm en de instandhoudingsnorm gehaald zullen worden. De gehanteerde cijfers zijn gebaseerd op een eigen interpretatie en worden door de ervaringscijfers weersproken. In de aanvrage wordt ervan uitgegaan dat uit het voedingsgebied 185 leerlingen zullen komen, terwijl de praktijk in de afgelopen jaren – met als laatste peildatum 1 oktober 2007 – heeft uitgewezen dat er 2 zijn. De notitie van de Stichting Swalm en Roer is door alle fracties positief ontvangen en dat verheugt mij. Al enkele jaren, maar vooral sinds het vorig jaar, na de eerste aanvrage voor de realisering van een nieuwe islamitische school, heb ik regelmatig met deze
223 stichting overleg gevoerd over de islamitische identiteit en de manier waarop deze kan worden ingebouwd. Het vorig jaar al heeft de stichting mij ervan kunnen overtuigen dat op heel veel scholen in de afgelopen jaren op een heel goede manier invulling is gegeven aan de islamitische identiteit. Het is mij bekend dat de Stichting Swalm en Roer met de mensen van SIOR, maar ook met andere mensen met een islamitische achtergrond, op een zeer positieve manier in gesprek is over de knelpunten die worden ervaren en over de doorontwikkeling van scholen. Het resultaat is er ook naar: na de verdeling van de voormalige islamitische school over de scholen in Roermond is op een goede wijze invulling gegeven aan de islamitische identiteit. Naar aanleiding van de motie die is ingediend wil ik de volgende redactionele suggestie in overweging geven achter de woorden ‘spreekt als zijn mening uit’: “dat het basisonderwijs zodanig dient te zijn ingericht dat het, gelijk andere geloofsrichtingen, ook aansluit bij de belevingswereld van kinderen met een islamitische achtergrond”. Hiermee is naar mijn mening het principe van gelijke monniken, gelijke kappen verzekerd en is tevens de speciale aandacht voor de islamitische achtergrond in dit geval gewaarborgd. De heer Jacobs: Ik vind het een beetje vervelend dat hierbij de mensen die op de Vrije School zitten niet worden genoemd. Wethouder Kemp: Dan stel ik voor achter ‘geloofsrichtingen’ toe te voegen: “of richtingen van levensbeschouwelijke aard”. De voorzitter: De desbetreffende passage zou dus als volgt komen te luiden: ”spreekt als zijn mening uit dat het basisonderwijs zodanig dient te zijn ingericht dat het, gelijk andere geloofsrichtingen of richtingen van levensbeschouwelijke aard, ook aansluit bij de belevingswereld van kinderen met een islamitische achtergrond”. De heer Van Walsum: De PvdA-fractie kan instemmen met dit amendement op de motie. De intentie van de motie is de waarborg te creëren dat het islamitisch basisonderwijs een plaats kan vinden onder de bestaande Roermondse onderwijskoepel en met de geamendeerde motie wordt dat even goed verzekerd. Mevrouw Ceulemans: Wij kunnen met de gewijzigde motie instemmen. De heer Jacobs: Voor ons geldt hetzelfde. De heer Daamen: Ook wij kunnen ermee instemmen. De heer Heijnen: Mijnheer de voorzitter. Uit de grond van mijn hart sprekend, moet ik zeggen dat de motie zo algemeen is en zo’n open deur, dat ze eigenlijk overbodig is. In de zevende overweging stelt de motie zelf dat SIOR heeft aangegeven dat samenwerking met de Stichting Swalm en Roer kan resulteren in een fusie. Misschien is het een zoethoudertje, of is er iets goed te maken, maar ik vind de motie totaal overbodig, want we gaan er met z’n allen al voor.
224 De heer Lomans: Mijnheer de voorzitter. Ook ik zie de meerwaarde van deze motie totaal niet in en daarom zal ik tegenstemmen. De heer Öztürk: Mijnheer de voorzitter. Na dit soort uitspraken stel ik prijs op stemming over de motie. De voorzitter: Allereerst is nu het voorstel van het college aan de orde. Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders en het daarbij behorende ontwerpbesluit, onder aantekening dat de fracties van PvdA en SP geacht willen worden tegen te hebben gestemd. De motie van de PvdA-fractie wordt bij handopsteken in stemming gebracht en met de stemmen van de fractie Burger Belangen Roermond en de heer Lomans tegen aanvaard. Portefeuille wethouder G. IJff. 22. Voorstel van het college inzake voorbereidingskrediet N271 en de Hollestraat te Swalmen (raadsvoorstel no. 2008/004/1). De heer Janssen Steenberg: Mijnheer de voorzitter. Op zichzelf is de SP-fractie niet tegen het voornemen om de N271 door Swalmen beter in te richten. Het is mogelijk, nu het overgrote deel van het verkeer de A73 neemt. Toch signaleren wij de volgende knelpunten. De N271 zal, wanneer de Roertunnels zijn gesloten, te allen tijde gebruikt worden als doorgangsweg. Bij de inrichting zal hiermee rekening moeten worden gehouden. Het plan voorziet aan beide zijden in een fietspad van 3 meter breed. Een deel van de N271 valt buiten de bebouwde kom en daar wordt het fietsverkeer geconfronteerd met scooters en bromfietsen die 40 km per uur mogen rijden. Door vermenging van fietsverkeer met veel sneller verkeer ontstaat naar onze mening een gevaarlijke situatie, zeker in het besef dat veel scholieren van het fietspad langs de N271 gebruik maken. Ik kan mij voorstellen dat de weg inclusief de fietspaden tot bebouwde kom met 50 kmzone wordt verheven, zodat scooters en bromfietsen van de rijweg gebruik moeten maken. In de N271 bevindt zich een flessenhals ter hoogte van de Brugstraat. Voor het winkelend publiek is daar een fietspad gepland. De ruimte echter leent zich daar niet voor. Het fietspad wordt niet meer dan een veredelde smalle strook. Wij kunnen ons voorstellen dat naar een alternatieve fietsroute wordt gezocht, of dat het fietspad van de weg wordt gescheiden door middel van een stalen middenbermbeveiliging. Overigens heeft dat laatste niet onze voorkeur. Tot slot. De N271 heeft voor Swalmen aan beide zijden een prachtige bomenrij. Wij vinden dat die op z’n minst in stand moet blijven en het liefst over de gehele lengte wordt doorgetrokken. De heer Ramakers: Mijnheer de voorzitter. Het voorbereidingskrediet betreft de herinrichting van de N271 en de Hollestraat, die loopt van de rotonde Broekhin tot aan de
225 komgrens van Beesel. Vroeger, maar nu nog, geldt dat gemeenten die gelegen zijn aan een provinciale weg betere kansen hebben om zich te ontwikkelen. Door de goede bereikbaarheid nemen bedrijvigheid en welvaart toe. Gesteld kan worden dat dit voor Swalmen lange tijd van toepassing was op de N271. In de loop der jaren heeft de toename van het autoverkeer naar meer dan 22.000 voertuigen per dag echter gezorgd voor een kentering en voor vele negatieve gevolgen, waarvan ik er enkele wil noemen: een verkeersonveilige weg met meerdere ernstige ongelukken, de barrièrewerking, tweedeling en slechte oversteekbaarheid. Ook het niveau van de winkelvoorziening heeft er behoorlijk onder geleden, om over de afname van de leefbaarheid nog maar te zwijgen. Tijdens de informatiebijeenkomst hebben de burgers van Swalmen met een grote opkomst laten zien heel betrokken te zijn bij de herinrichting van de N271/Hollestraat. Communicatie met de burgers en de klankbordgroep is dan ook heel belangrijk. Dit voorbereidingskrediet maakt de weg vrij voor een verkeersveilige weg in de toekomst en biedt waarborgen voor een betere leefbaarheid. Het is een goede zaak dat beide projecten gelijktijdig in uitvoering worden gegeven. Deze herinrichting is een hele uitdaging en daarbij wensen wij u veel succes. Eén aandachtspunt willen wij tenslotte nog aanroeren. Tijdens de herinrichting van de N271 moet de riolering vervangen worden en in die tijd zal de weg in haar geheel worden afgesloten. We moeten er niet aan denken dat het verkeer dan zijn weg gaat zoeken door de woonwijken. Wij roepen het college dan ook op duidelijke afspraken te maken over een veilige omleidingsroute. In de kadernota hebben wij gelezen dat, doordat het verkeer anders gaat rijden door de afsluiting van de A73, of door bouwwerkzaamheden schade ontstaat aan het wegdek. Misschien doet zich hier de kans voor om een nulmeting te maken van de infrastructuur, zodat de gemeente een verhaalrecht heeft bij achteraf geconstateerde schaden. Wethouder IJff: Mijnheer de voorzitter. De SP-fractie kan ik verzekeren dat in nauwe samenspraak met Rijkswaterstaat gezorgd zal worden voor voldoende omleidingsroutes als de tunnels dicht gaan en met name bij de herinrichting, als de tunnel gepland dicht gaat. De officiële omleidingsroute gaat over de Napoleonsbaan en komt dus niet door de kern Swalmen, maar als zich een ongeluk of een calamiteit voordoet zal het verkeer op de A73 een weg over deze route gaan zoeken. Wij zullen dit in nauwe samenspraak met Rijkswaterstaat oppakken. De volgende opmerkingen van de SP-fractie betroffen de fietspaden buiten de bebouwde kom en het fietspad bij de flessenhals in de N271. Ik zeg toe dat in het definitieve voorstel over de kredietverlening specifiek aandacht zal worden besteed aan de fietsveiligheid. Dat de bomenrij langs de N271 zoveel mogelijk gespaard zal worden, lijkt me logisch. Ik weet niet of ik de garantie kan geven dat er geen enkele boom zal verdwijnen, maar de intentie is nadrukkelijk dat niet tot kap zal worden overgegaan. Door Demokraten Swalmen is nog eens aangegeven in welke context deze aanpak geplaatst moet worden en dat kan ik alleen maar onderschrijven. Eerder heb ik al verwezen naar de afspraken die nog met Rijkswaterstaat gemaakt zullen moeten worden. Voor die tijd moet de weg ook aan ons worden overgedragen, zodat met Rijkswaterstaat nog
226 de nodige discussies gevoerd zullen moeten worden. In dat kader zal de door Demokraten Swalmen genoemde nulmeting ongetwijfeld ook een rol spelen. Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders en het daarbij behorende ontwerpbesluit. 23. Voorstel van het college inzake het Milieubeleidsplan gemeente Roermond 2008-2011 (raadsvoorstel no. 2008/051/1). De heer Janssen Steenberg: Mijnheer de voorzitter. Ik heb de indruk dat Roermond de Maas beschouwt als een soort wingewest waarover vrijelijk beschikt kan worden. Dat is echter maar ten dele waar. De Maas is in de eerste plaats een rivier die overtollig water naar de zee afvoert. Ook heb ik de indruk dat wel eens gedacht wordt: ach, die Maas, slechts een enkele keer komt ze uit haar winterbedding en de problemen die dan rijzen zijn we snel de baas. Een paar jaar geleden heeft zich een grote wateroverlast voorgedaan in de bovenstroom van de Oder. Als dit depressiegebied 1.000 km westelijker was blijven hangen, hadden wij een enorme waterplas gehad. Ik vind dat Roermond daarop voorbereid moet zijn en dat betekent dat de rivier de ruimte moet krijgen. Iedere activiteit in de Maas en haar Maasplassen moet gericht zijn op het snel evacueren van bewoners en bedrijven. Met plannen in de vorm van een dobberdorp van 700 woningen wordt de kat op het spek gebonden. Bij te weinig doorstroming bij hoog water leidt dit stroomopwaarts tot grote problemen. Iedere opstopping, ja zelfs iedere paal, leidt tot een slechtere doorstroming. Het veranderende klimaat heeft tot de voorspelling geleid dat we eerder met meer afvoer dan met minder regenwater rekening moeten houden. In bijna alle gemeenten, zeker in de binnenstad, wordt het spoorlawaai met geluidsschermen gereduceerd, maar niet in Roermond. In Swalmen zijn daar wel schermen aangebracht. Het railverkeer neemt net als het wegverkeer gestaag toe. Vooral het aantal goederentreinen neemt toe en die produceren het meeste lawaai. Geluidsschermen vanaf de spoorbrug bij Leeuwen en voorbij het voetbalveld van RFC zijn geen overbodige luxe. Op industrieterreinen verschijnen steeds meer zogenaamde schoenendozen. Ze zijn lelijk en vallen te veel op. Het leidt tot een ernstige verrommeling van het landschap. Om deze lelijke objecten aan het oog te onttrekken stellen wij voor zoveel mogelijk snelgroeiende bomen eromheen te planten. Tevens stellen wij voor iedere vierkante meter die zich daarvoor leent niet braak te laten liggen, maar met groen te beplanten. Zo slaan we twee vliegen in één klap: de uitzichtbeleving wordt sterk verbeterd en groen neemt het fijnstof weg, om over de reductie van CO2 maar te zwijgen. Zwerfvuil blijft een bron van ergernis. De SP kan zich voorstellen dat hiervoor onder burgers vrijwillige kantonniers worden gezocht. Daarmee bedoelen wij burgers die zorg tonen voor hun leefomgeving en ervoor willen zorgen dat het zwerfvuil wordt opgeruimd. De gemeente zou hiervoor een kleine beloning in het leven kunnen roepen. Immers, belonen stimuleert. Wethouder IJff: Mijnheer de voorzitter. De hoogwaterproblematiek in de Maas is een onderwerp dat mij na aan het hart ligt, maar ik zal mijn reactie daarop toch beperken.
227 Het kader van de hoogwaterbeschermingsmaatregelen is uiteengezet in het rapport Integrale Verkenning Maas (IVM), dat aangeeft welke maatregelen vanaf de bron tot aan Rotterdam nodig zijn in de Maas om ervoor te zorgen dat we geen natte voeten krijgen. Gerekend wordt daarbij met een afvoer die ongeveer twee keer zo groot is als de afvoer die wij in 1995 hebben gekend. Binnen dat kader moeten de maatregelen worden geplaatst. Doen we dat niet, en treffen we solitair maatregelen in het Roermondse gebied, dan kunnen ofwel stroomafwaarts problemen ontstaan als we te weinig water doorlaten in Roermond, ofwel stroomopwaarts, bijvoorbeeld als het water veel te snel in de richting van Venlo gaat. De maatregelen hangen dus heel nauw met elkaar samen en om die samenhang te bewaken is het IVM-rapport gemaakt. Ruimte voor de rivier is in dit opzicht ook een belangrijk aspect, dat met name een rol speelt bij het Lateraal Kanaal. Binnen dat hele kader zijn met het rijk afspraken gemaakt over het uitvoeren van een aantal pilots in het plassengebied van Roermond, waarin wordt bezien hoe de potentie van het water kan worden gebruikt voor de mens en hoe daaraan bij hoog water voldoende ruimte kan worden gegeven. Spoorweglawaai wordt een steeds belangrijker onderwerp nu spoorlijnen steeds meer in het stedelijk gebied komen te liggen. Mijn meeste zorg gaat overigens niet uit naar de voetbalterreinen bij Leeuwen en RFC, maar naar de woningen die vlak langs het spoor zijn gesitueerd. In Swalmen staan inderdaad geluidsschermen, maar die voldoen niet: ze produceren meer geluid dan ze wegnemen. Over de manier waarop daarmee moet worden omgegaan zijn afspraken gemaakt met de bewoners en met Rijkswaterstaat. Met betrekking tot industrieterreinen die geen mooie landschappelijke uitstraling hebben is in het kader van de revitalisering van bedrijventerreinen – denk even aan Roerstreek-Noord – afgesproken dat ze zullen worden ingepakt in een soort bomenstructuur. Zwerfvuil is inderdaad een grote ergernis, maar mag overigens niet worden verward met illegaal storten. Illegaal storten is wanneer iemand bijvoorbeeld zijn hele badkamerverbouwing ergens deponeert, onder zwerfvuil verstaan we de blikjes en papiertjes die op straat worden gegooid. Regelmatig worden door basisscholen projecten uitgevoerd – en ook scouting doet er veel aan – waarbij men gaat opruimen wat in het buitengebied of in de woonwijken terechtkomt. Wij ondersteunen dat soort projecten aan alle kanten en waar mogelijk wordt daaraan ook nog een bijdrage geleverd. Het laatste project is in Beesel uitgevoerd, waar Rijkswaterstaat heel veel zwerfvuil dat met de Maas was aangekomen heeft opgeruimd in een soort medewerkersbindingsactiviteit, waarbij ook ik betrokken ben geweest. Burgers gaan we hiervoor niet belonen – dat zal volgens mij niet helemaal lukken –, maar waar zich initiatieven voordoen, worden die door ons op alle mogelijke manieren ondersteund. De heer Janssen Steenberg: Dat betreft dan ad hoc oplossingen: eenmalige oplossingen om het zwerfvuil op te ruimen. Wij willen daaraan een structureel karakter geven. In het kader van drang en dwang is er weliswaar een project om mensen zwerfvuil te laten opruimen, maar er zijn ook heel veel mensen in buurten die zorg willen dragen voor de leefomgeving en dat wordt niet gestructureerd aangepakt.
228 Wethouder IJff: Ik betwist dat er sprake zou zijn van een ad hoc aanpak. Naast het regulier ophalen van vuil vanuit de gemeentewerf beogen wij met de projecten die ik zojuist heb genoemd een gedragsverandering te bewerkstelligen. Nog belangrijker dan het vuil opruimen is ervoor te zorgen dat met name de jeugd zich bewust wordt van het feit dat afval niet thuishoort in het milieu. Mijn ambitie gaat nog iets verder. Ik probeer ook te realiseren dat de kinderen er ’s avonds thuis aan de eettafel met papa en mama over praten, zodat het hele gezin zich daarvan bewust wordt. Zo proberen wij het probleem wel degelijk structureel aan te pakken via ad hoc projecten. Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders en het daarbij behorende ontwerpbesluit. 24. Voorstel van het college inzake een krediet voor de herinrichting westzijde Munsterplein e.o. (raadsvoorstel no. 2008/052/1). De heer Huurdeman: Mijnheer de voorzitter. Het is niet meer nodig hierover nog het woord te voeren, omdat mijn collega Puper het onderwerp vanmorgen al heel enthousiast naar voren heeft gebracht. Hij heeft ervoor gepleit ondanks het dreigende budgettekort alsnog te proberen de Neerstraat, Kruisherenstraat en Minderbroederstraat ten uitvoer te brengen en het college heeft toegezegd daarvoor zijn best te zullen doen. Wat ons betreft is dat voldoende. De heer Lucas: Mijnheer de voorzitter. Ik ben blij met de toezegging die de wethouder in de commissie heeft gedaan dat hij eindelijk eens een onderzoekje gaat uitvoeren naar, c.q. een memootje gaat schrijven over de onbegaanbaarheid van ons Munsterplein. De mensen met rollators hebben er heel veel moeite mee en de dames op hoge hakken nog veel meer. De fractie Burger Belangen Roermond wil er nog eens op hameren dat ook heel goed gekeken zal moeten worden naar de verkeerssituatie ter plekke, met name als er een uitvaart is in de kerk. De rijrichting die dan ontstaat is heel moeizaam en ongemakkelijk. De knappe koppen van de gemeente Roermond zullen hun hoofd eens moeten buigen over een oplossing daarvoor. Ik neem aan de wethouder hierop eens in de commissie zal willen terugkomen. Wethouder IJff: Mijnheer de voorzitter. Inderdaad heb ik in de commissie toegezegd dat eens gekeken zal worden naar het wandelongemak op het Munsterplein, waarover kennelijk bij een wijkrondgang een opmerking was gemaakt, die echter niet bij ons is binnengekomen. Aan de verkeerssituatie verandert feitelijk niets als er een uitvaartdienst wordt gehouden in de Munsterkerk: men komt aanrijden via de Paredisstraat, rijdt via het Munsterplein langs de Arcade, parkeert op het Munsterplein, woont de dienst bij en vertrekt weer. Die situatie blijft dus exact hetzelfde; alleen de bollard is wat verplaatst. De heer Lucas: Ik zal hierover nog wel eens een gesprek aangaan met de wethouder; dan komt het best goed.
229 Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders en het daarbij behorende ontwerpbesluit. 24a. Motie van de VVD-fractie inzake onderzoek naar mogelijke verplaatsing coffeeshop(s). De voorzitter: Dames en heren. De motie van de VVD-fractie luidt als volgt: Motie nr. 08M10 “De raad van de gemeente Roermond, in vergadering bijeen op donderdag 3 juli 2008; overwegende dat: 1. de aanwezigheid van twee coffeeshops in de binnenstad van Roermond voor veel drukte en (parkeer)overlast zorgt; 2. er weliswaar veel tijd, geld en moeite wordt besteed aan het indammen van de overlast, doch dat dit niet echt tot verbetering van de situatie leidt; 3. in steden als Venlo en Maastricht met succes wordt gewerkt aan het verplaatsen van coffeeshops naar de periferie, met als doelstelling de druk van de binnenstad af te halen; 4. het ook voor Roermond wenselijk zou zijn om de druk van de binnenstad af te halen door verplaatsing van de coffeeshop(s), hetgeen niet per se verplaatsing richting grens hoeft te betekenen, maar dat alle mogelijke locaties binnen de gemeentegrenzen (inclusief industriegebieden, buitengebied etc.) hiervoor in aanmerking komen; roept het college van burgemeester en wethouders op: 1. een onderzoek uit te voeren naar de mogelijkheid van verplaatsing van de coffeeshop(s) vanuit de binnenstad naar andere mogelijke locaties binnen de gemeentegrenzen (inclusief industriegebieden, buitengebied etc.); 2. de resultaten van dit onderzoek aan te bieden aan de commissie AZ in haar vergadering van 9 oktober 2008.” De heer Becks: Mijnheer de voorzitter. Aan de overwegingen die in de motie zijn geformuleerd heb ik niet veel toe te voegen. Wat mij wel van het hart moet is dat de VVDfractie het betreurt dat de raad in dit geval meer dan een jaar lang in feite buitenspel is gezet. De raad is op z’n zachtst gezegd op het verkeerde been gezet door de burgemeester – die overigens een hele goede vriend van mij is; op zakelijk-politiek vlak willen we elkaar nog wel eens tegenkomen, maar dat noemen we dan werkstress! Eerder hebben we wel meegemaakt dat discussies over soft drugs e.d. in de kiem werden gesmoord in plaats van daarover ontspannen, met de voeten op de bank, meningen uit te wisselen, maar dit is het moment voor de duale raad om het heft in eigen hand te nemen en een onderzoek te laten uitvoeren, om vervolgens aan de hand daarvan een discussie te voeren. Daarvoor is deze motie bedoeld. De heer Janssen Steenberg: Mijnheer de voorzitter. In de overwegingen van de motie wordt nogal nadrukkelijk gesteld dat het om parkeer- of verkeersoverlast zou gaan. Als frequent gebruiker van de binnenstad ben ik een andere mening toegedaan. Als het om verkeersoverlast in de binnenstad gaat, zijn er wel meer punten te noemen dan alleen
230 dit. Tijdens de pauze hebben wij ons in de fractie beraden op de motie en ik kan u zeggen dat wij van mening zijn – het staat ook in ons verkiezingsprogramma – dat er een derde coffeeshop zou moeten komen in Maalbroek, waar bezoekers uit Duitsland terecht zouden kunnen, zodat overlast elders wordt voorkomen. Wij hebben daarom besloten deze motie niet te steunen. De heer Van Dael: Mijnheer de voorzitter. Zonder afbreuk te willen doen aan de overwegingen die in de motie zijn genoemd, moet ik u zeggen dat deze motie wat de CDAfractie betreft te vroeg komt. Uit het antwoord dat het college heeft gegeven op vragen van de heer Becks op 22 mei, amper een maand geleden, blijkt dat het college nog volop bezig is om het aangescherpte beleid vorm te geven en in praktijk te brengen. De CDAfractie vindt dat het college voldoende ruimte moet hebben om dat waar te maken. Mochten de effecten niet het resultaat opleveren dat wij ervan verwachten, dan kunnen wij in de commissie AZ eventueel nader van gedachten wisselen over een wijziging van het beleid. De heer Öztürk: Mijnheer de voorzitter. Wij zijn hiermee al een aantal jaren bezig en we zijn ook eens op bezoek geweest in een coffeeshop. Het duurt allemaal veel te lang en daarom heeft de heer Becks gelijk met zijn motie. Eindelijk zal nu eens een onderzoek moeten worden uitgevoerd, zodat op basis van feiten kan worden gereageerd en niet op basis van aannamen. Wij zullen de motie dan ook steunen. De heer Becks zal de uitvoering ervan niet meer meemaken, maar misschien kan hij in een werkgroep worden geplaatst en af een toe eens invliegen om het coffeeshopbeleid in Roermond in goede banen te leiden! De voorzitter: Vrienden van de heer Becks zullen hem op Bali bezoeken in zijn toeristenkamers. Zojuist heb ik gehoord dat ook de burgemeester tot zijn vriendenkring behoort; je weet dus maar nooit! De heer Daamen: Mijnheer de voorzitter. De motie van de VVD-fractie kan onze instemming wegdragen, zij het dat wij ervoor pleiten de indicatie die op enkele plaatsen in de motie wordt geven van mogelijke vestigingslocaties, zoals industriegebieden, buitengebied, etc., achterwege te laten. Naar onze mening moeten alle mogelijkheden in ogenschouw worden genomen en moet niet bij voorbaat naar industrieterreinen en het buitengebied worden gekeken. (De heer Bayrak verlaat te 15.27 uur de vergadering.) De heer Heijnen: Mijnheer de voorzitter. Inderdaad zijn we al enkele jaren met deze materie bezig, maar we hebben in die tijd niet stil gezeten: we hebben al een bezoek gebracht aan de coffeeshop en er zijn maatregelen in toezichthoudende zin e.d getroffen. De motie vinden wij heel sympathiek en de fractie Burger Belangen Roermond zal haar ook steunen. Op de locaties willen wij echter nog niet vooruit lopen. Beter is het in het algemeen te bepalen dat locaties zullen worden onderzocht, zonder specifiek industrieterreinen of wat dan ook te noemen.
231 Op 22 mei hebt u de heer Becks een brief gestuurd in antwoord op de door hem gestelde vragen. Daaruit blijkt dat u volop bezig bent met deze materie en daarin hebben wij het volste vertrouwen. De termijn van 9 oktober die in de motie wordt genoemd vinden wij echter wat kort om resultaat te verwachten. Wat ons betreft kan die termijn worden verschoven naar het eind van dit jaar. We moeten op een fatsoenlijke manier een onderzoek doen naar andere locaties, zeker ook in samenspraak met de eigenaren van de betrokken shops. De burgemeester zal zeker ook zijn voordeel kunnen doen met zijn collegae, de heer Leers van Maastricht en de heer Bruls van Venlo. Wij hopen dat het hier geen tweede project Hector zal worden, maar er zal wel naar een oplossing gezocht moeten worden. De heer Van Beers: Mijnheer de voorzitter. Mij past om te beginnen enige terughoudendheid, maar niet omdat ik mij de vriend mag noemen van de heer Becks, want dat doet mij juist buitengewoon veel deugd, zeker nadat mij uit uw woorden over Bali duidelijk is geworden wat dat onder andere kan betekenen! Ik kies bewust voor terughoudendheid vanwege de duale rol die de raad in dezen vertolkt; de heer Becks verwees er ook naar bij het indienen van zijn motie. Met politie en Stadstoezicht, maar ook de exploitant vindt veelvuldig overleg plaats en iedere keer opnieuw weet men mij er weer van te overtuigen dat er weliswaar sprake is van overlast, maar niet van de exorbitante overlast die zich in het verleden voordeed. Roermond heeft een centrumfunctie en dat trekt nu eenmaal bepaald gedrag aan, met de overlast van dien, maar niét de exorbitante overlast die misschien door sommigen wordt gevreesd. Als de raad van mening is dat een onderzoek nodig is, zal ik dat natuurlijk uitvoeren. Eén restrictie wil ik daarbij maken, en die betreft de tijdsfactor. Ambtelijk heb ik eens laten nagaan wat zo’n onderzoek zou betekenen – als we het doen, moeten we het ook goed doen – en ik weet nu al dat ik daarvoor meer tijd nodig zal hebben. Als ik de raad op 9 oktober in kennis zou moeten stellen van de uitkomsten van het onderzoek, zou het onderzoek al over veertien dagen of drie weken afgerond moeten zijn, en dat halen we gewoon niet. Mocht de motie geaccepteerd worden – en dat gun ik mijn vriend Becks uiteraard van harte –, dan verzoek ik u wel de nodige coulance te betrachten met de tijdsfactor. De heer Becks: Mijnheer de voorzitter. Aan het adres van de SP-fractie wil ik nog eens benadrukken dat het hier slechts om een onderzoek gaat. Ik weet dat op het verlanglijstje van de SP-fractie zelfs een derde coffeeshop staat, en ik kan u nu al wel zeggen dat dat heel veel gevraagd is van de VVD-fractie, maar ik zal al heel blij zijn als we tot een discussie kunnen komen. Als we niet eens aan een discussie beginnen, maakt de SPfractie met een derde coffeeshop helemaal geen kans. De PvdA-fractie heeft het over een werkgroep gehad. Wij hebben inderdaad overwogen om, net als bij het poppodium, een werkgroep in te stellen, maar als deze motie wordt aangenomen is dat overbodig, want dan zijn we onderweg met een discussie en heel tevreden. In de motie wordt wat de mogelijke locaties betreft inderdaad gewag gemaakt van industriegebieden en het buitengebied en ik wil wel even uitleggen waarom. Op een gegeven
232 moment werd gezegd dat de VVD, of Jos Becks, het maar even moest gaan uitleggen aan de bewoners van Asenray, alsof ik ooit Asenray zou hebben genoemd! Het laatste is absoluut niet waar, maar om dit toch een beetje te ontkrachten hebben wij tussen haakjes industriegebieden, het buitengebied etc. Opgenomen. Wat ons betreft mag het echter vervallen. De datum van 9 oktober is voor ons ook geen halszaak. Als het een of twee maandjes later wordt, zullen we daar niet over vallen. De voorzitter: Ik stel vast dat de motie is gewijzigd, in die zin dat de verwijzing naar industriegebieden, buitengebied etc. wordt geschrapt en dat de datum niet maatgevend is. De heer Janssen Steenberg: Mijnheer de voorzitter. Wij zijn van mening dat er een derde coffeeshop moet komen aan de grens met Duitsland, om daarmee de binnenstad van mogelijke overlast te ontlasten. Van extreme overlast is echter geen sprake, zoals de burgemeester zojuist ook al opmerkte. Er mogen meer mensen komen om hun spullen te halen, maar het aantal dubbel geparkeerde auto’s e.d. is sterk verminderd sinds er meer toezicht is gekomen in dit gebied. De heer Van Dael: Mijnheer de voorzitter. Ook de geamendeerde motie strookt niet met onze opvatting. Wij blijven dus tegen de motie. De heer Öztürk: Mijnheer de voorzitter. Wij gaan akkoord met de geamendeerde motie. De heer Heijnen: Mijnheer de voorzitter. Hoe het met de overlast is gesteld zal straks wel uit het onderzoek blijken. De burgemeester heeft gezegd dat hij al bezig is met dit soort zaken en dat wachten wij rustig af. Met de gewijzigde motie kan onze fractie instemmen. De motie wordt hierop bij handopsteken in stemming gebracht en met de stemmen van de fracties van CDA en SP tegen aanvaard. 25. Vragenuur. De heer Puper: Mijnheer de voorzitter. In de laatstgehouden vergadering van de commissie welzijn is ingesproken door medewerksters van de thuiszorg die over hun ervaring vertelden. Ook wij, als raadslid, maar vooral ook als burger, hebben in onze omgeving ervaring met thuiszorgactiviteiten. Per 1 september a.s. zal een evaluatie plaatsvinden van de WMO, met name het onderdeel thuiszorg, waarbij, zoals ons is medegedeeld, alle aspecten aan de orde komen: de indicaties en de wijze waarop de indicatiestelling plaatsvindt, maar ook de persoonsgebonden budgetten, en natuurlijk zal daarbij ook rekening worden gehouden met alles wat is aangekondigd vanuit het Haagse circuit. De VVD-fractie is van mening dat in de nieuwe aanbestedingen die gaan plaatsvinden voor de periode na 2008 de kwaliteit van de thuiszorg voldoende zeker zal moeten worden gesteld, en de gemeente kan daaraan bijdragen door goede bestekken te schrijven
233 waarop ingeschreven kan worden. Als de bestekken goed zijn en de potentiële inschrijvers weten waarop ze inschrijven en wat daarvan de consequenties zijn, heeft de gemeente de mogelijkheid om daarop controle uit te oefenen. Vanochtend heb ik iets gezegd over objectieve versus subjectieve waarneming. Waar het ons om gaat is dat degenen die thuiszorg genieten daarbij een zeker gevoel hebben. Er moet niet alleen zorg worden verleend, de hele sfeer en ambiance rondom die zorg moet zo goed mogelijk zijn voor de cliënt, vandaar ons pleidooi om voor de volgende periode voor goede bestekken te zorgen. Wethouder Kemp: Mijnheer de voorzitter. De problematiek rondom de WMO, de thuiszorg en de financiering daarvan is vandaag al op verschillende momenten aan de orde geweest. De heer Puper heeft nu een oproep gedaan om bij de nieuwe aanbestedingsprocedure, die begin 2009 van start gaat, extra aandacht te besteden aan de kwaliteit van de zorg. Voor de huidige periode, 2007, 2008 en 2009, hebben wij samen met de gemeenten Weert en Roerdalen een aanbestedingsprocedure gevoerd, met deskundige begeleiding, waarbij het bestek is toegeschreven op kwaliteit van de organisatie, tot zelfs op het niveau van de medewerkers, en de te leveren diensten. Thuiszorg Midden-Limburg en Proteion, ieder met een partner, hebben ingeschreven en daarbij geoffreerd met een bepaald uurtarief. In de praktijk blijkt daardoor het probleem te ontstaan: lage tarieven, terwijl ze dure mensen in dienst hebben. In Den Haag is dat ook doorgedrongen en momenteel is een wetsvoorstel in voorbereiding, het wetsvoorstel Versterking Cliëntpositie, dat een doorwerking zal hebben in de tarifering. Bij de nieuwe aanbesteding zal daarmee rekening moeten worden gehouden. Er moet op worden gerekend dat het uurtarief dan aanzienlijk omhoog zal gaan en uiteraard zal dit ook leiden tot een verhoging van de kostenpost WMO bij de gemeente. Waar het op uitkomt, is afhankelijk van de concretisering van het wetsvoorstel, maar eerste berekeningen wijzen uit dat er rekening mee moet worden gehouden dat het uurtarief met € 5,- omhoog zal gaan. In het overleg met de commissie welzijn, een paar weken geleden, heb ik toegezegd dat alle elementen die een rol spelen bij de WMO, of het nu de tarifering betreft, het persoonsgebonden budget, de telefonische indicatie of de herindicaties enz., bij wijze van evaluatie in de commissie zullen worden behandeld. De volgende aanbesteding zal mogelijk met een groter aantal gemeenten worden uitgevoerd, om zo door schaalvergroting aan beide kanten, de thuiszorgorganisatie en de gemeente, voordeel te behalen. De heer Puper: Mijnheer de voorzitter. De beantwoording van de portefeuillehouder stelt mij tevreden. De heer Janssen Steenberg: Mijnheer de voorzitter. Er is heel veel te doen over de zogenaamde telefonische indicaties. In de commissie welzijn is aangegeven dat daarnaar kritisch gekeken zal worden. U zult zich kunnen voorstellen wat het voor een 80-jarige inwoner van Roermond betekent als hij wordt opgebeld door een medewerker van het indicatiebureau…
234 De heer Jacobs: Het is nu al de tweede keer dat we dit onderwerp in de raad bespreken en wethouder Kemp heeft duidelijk gezegd dat in september een evaluatie zal worden uitgevoerd waarin ook dit onderwerp zal worden betrokken. Het lijkt me dan ook niet nodig om daarover nu nog uitgebreid te gaan discussiëren. De heer Janssen Steenberg: Ik wil graag van de wethouder vernemen op welke termijn weer fysieke indicaties zullen plaatsvinden in plaats van telefonische. Wethouder Kemp: Mijnheer de voorzitter. Wanneer de fysieke indicaties zullen plaatsvinden is afhankelijk van de behandeling van de evaluatie op 1 september. De voorzitter: Dames en heren. Alvorens het laatste agendapunt aan de orde te stellen, schors ik de vergadering voor enige minuten (15.50 uur). Schorsing De voorzitter heropent te 16.00 uur de vergadering. 26. Afscheid Jos Becks. De voorzitter: Dames en heren. Het woord is aan de burgemeester. De heer Van Beers: Mijnheer de voorzitter. Na de motie-Becks is het nu wellicht tijd voor de emotie-Becks. Dames Becks, hartelijk welkom te midden van dit bonte gezelschap. Dames en heren. ‘Afscheid nemen is de geboorte van een herinnering’, aldus Salvador Dali. Bij Jos Becks hoef je eigenlijk geen afscheid te nemen om je hem te blijven herinneren: stevig staat hij op ons netvlies. Even prominent vertoefde hij in de afgelopen periode op het politieke podium in Roermond, sinds 2002, toen hij voor het eerst deelnam aan de gemeenteraadsverkiezingen. De benoeming van de heren Van Rey en Schreurs tot wethouders maakte voor hem de weg vrij op 14 maart 2002 om als raadslid beëdigd te worden. Hij haalde een huzarenstukje uit, toen hij bij de verkiezingen in 2006 op eigen kracht met voorkeursstemmen rechtstreeks in deze raad terecht kwam. Jos Becks: volksvertegenwoordiger. Volksvertegenwoordiger? Jazeker, want de eerste voorwaarde om volksvertegenwoordiger te worden is om het te zijn. Jos was dat: een volksvertegenwoordiger, die weliswaar af en toe gebaande en bekende wegen liet voor wat ze waren, maar wel iemand die midden in het veld stond, geen theoreticus, geen academicus, maar zeg maar een gewone Roermondse jongen die het hart op de goede plaats heeft, met persoonlijke interesses en altijd opkomend voor maatschappelijke belangen. Ik vat het samen in vier woorden. Jos Becks: gevoel voor levend bestuur. Met zijn open karakter en met humor wist hij de afstand tussen burger en gekozene te overbruggen, niet alleen met woorden, ook met daden. Ik mag in dezen refereren aan zijn daadwerkelijke bijdrage dit stadhuis in de steigers te zetten. Jos leverde een stevige inbreng, zij het zonder stropdas, vaak in de taal van de streek, dus in de taal van het hart, via zijn deelname aan de commissie algemene zaken, de
235 commissie EZ en uiteraard via artikel 43-vragen. Als de welbekende tackel beet hij zich vast in de coffeeshops – we hebben dat vandaag nog eens mogen constateren –, de huwelijkslocaties en vooral ook het betrekken van de ouders bij het fenomeen veiligheid, en public, maar ook tussen de coulissen. Talrijk – niet iedereen zal dat weten – waren zijn telefoontjes, zijn e-mails, zijn berichtjes, zijn binnenlopen bij de griffie, of rechtstreeks bij mij, of het aan de jas trekken van de ambtelijke medewerkers. Wij zijn hem daarvoor dankbaar. Als kenner van huis uit was hij ook de mede-uitvinder van het zogenaamde waterbeddeneffect, waar we nog steeds last en plezier van hebben. Jos, wees ervan overtuigd dat over jouw persoon in deze zaal nog heel lang nagekaart zal worden. Dat is voor ons allen het bewijs dat je de afgelopen jaren stevig in dit gezelschap aanwezig was. En nu sta ja aan de vooravond van je vertrek naar de andere kant van deze bol: naar Bali. Het betekent een vertrek uit jouw en ons geliefde Roermond. Jouw politieke carrière hier loopt op zijn laatste beentjes; ik weet niet hoe het je daar zal vergaan. Wij hebben gemeend je niet met lege handen te moeten laten gaan. We schenken jou het mooiste wat we te bieden hebben: herinneringen aan Roermond en aan jouw deelname aan het raadswerk, herinneringen als een wijnkelder van de geest, een kelder die wij vandaag speciaal voor jou gevuld hebben via een digitale fotolijst met afbeeldingen, van de kathedraal bijvoorbeeld met St. Christoffel, wat heel aardig uitkomt omdat Christoffel ook de patroonheilige is van de reizigers, maar ook de Stenen Brug, ieder jaar opnieuw voor jou het Bacchus Drieve, het stadhuis, de raadsleden, kortom: alles bij elkaar genomen stuk voor stuk plaatjes die jij mee kunt nemen op weg naar het tropisch paradijs. Jos. Jouw afscheid is mogelijkerwijs de eerste stap tot een toekomstig weerzien. Daarom heel zakelijk: hartstikke bedankt voor de door jou bewezen diensten. Het ga je voor de wind, waar dan ook, te land, ter zee of in de lucht, of op Bali. Laten we afspreken dat je nog eens wat van je laat horen. Hartstikke bedankt! (Applaus) De heer Becks: Dames en heren. Waar ik in dit huis heel erg aan heb moeten wennen is dat je als raadslid niet alles alleen kunt. In mijn kleine winkeltje was ik dat wel anders gewend, niet dat ik daarbij geen hulp had, heel veel zelfs, maar de beslissingen kon je zelf nemen. Je kunt in dit huis wel roepen, maar zonder de steun van je fractie en uiteindelijk een meerderheid in de raad ben je slechts een roepende in de woestijn. Van de deskundigheid van het ambtelijk apparaat heb ik vaak dankbaar gebruik gemaakt. De mening van een enkele ambtenaar kon ik overigens wel eens missen als kiespijn. Dit brengt mij nog één keer bij een laatste politieke opmerking: de BIBOB-procedure. Deze procedure zou ik niet nog een keer toestaan. Ik vermoed dat deze procedure niet deugt en vermoedens zijn in het kader van deze procedure voldoende om het niet langer toe te staan. Bedanken wil ik slechts een paar mensen persoonlijk. Verder ga ik geen namen noemen, want dan zou ik heel veel van jullie tekort doen. Rudolf en Ien Doornkamp, die niet aanwezig zijn, wil ik heel erg bedanken voor de steun die ik heb gekregen tijdens mijn campagne. Zonder hen had ik het niet gehaald. Maureentje en Toos dank ik voor de steun aan het thuisfront, want ook zonder dat kun je het niet. Allen die in deze zaal zitten, achter de tafels, op de Bühne, oppositie en coalitie: bedankt voor de samenwerking.
236 Tenslotte roep ik iedereen in de politiek, maar ook iedereen die hier een andere positie bekleedt toe: blijf vrij denken, met deskundigheid van een professional, maar met de ogen en oren van de burger, want voor hen zitten we tenslotte hier. Dank u wel. (Applaus) De voorzitter: Buiten het protocol om wil ik als fractievoorzitter van de VVD een schilderijtje aan Jos meegeven voor Bali. We hebben het laten maken door een Roermondse kunstenaar. De VVD reist met je mee! (Applaus) 27. Sluiting. De voorzitter sluit te 16.08 uur de vergadering. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 18 september 2008. De raad der gemeente Roermond, De griffier,
De voorzitter