Griffier van de Staten Geleidebrief Kaderstellend Statenvoorstel Najaarsnota 2013
Naam voorstel Nummer
STR116 / 13022693 Betreft vergadering
Commissie Bestuur, Financiën en Welzijn Provinciale Staten
8 november 2013 15 november 2013
Te verzenden aan
Statenbreed
Verzenddatum
14 oktober 2013
Commissiegriffier
Margreeth Trimpe │ 0118 – 63 14 37 │
[email protected]
Inhoudelijk ambtenaar
J.G.J. Bosch
│ 0118 – 63 14 46 │
[email protected]
statenadviseur
Simon de Visser
│0118 - 63 15 94 │
[email protected]
Verantwoordelijk bestuurder
C. van Beveren
Inhoudelijk Aanleiding
Bevoegdheid / voorstel GS
Argumenten
Bijstelling van de programmabegroting 2014 in de eerste begrotingswijziging 2014 aan de hand van de Najaarsnota met de gevolgen van de circulaires provinciefonds, lager dividend Delta, budgetbewaking 2013 in de vierde begrotingswijziging 2013 en overige financiële ontwikkelingen. Tevens de toegezegde mid-term review met de beleidsinhoudelijke informatie. PS stellen vast de: • vierde wijziging op de programmabegroting 2013; • eerste wijziging op de programmabegroting 2014; • nieuwe paragraaf demografische ontwikkeling provincie Zeeland; • gewijzigde paragraaf weerstandsvermogen. GS stellen voor de najaarsnota en midtermreview voor kennisgeving aan te nemen. PS kunnen naar aanleiding van midtermreview ingaan op het gevoerde beleid en richting geven aan het beleid in de komende jaren. Verder kunnen PS de Najaarsnota betrekken bij de behandeling van de programmabegroting 2014 Midtermreview: • College concludeert in de midtermreview dat het programma 'Stuwende Krachten' op schema ligt. Het grootste gedeelte van de voornemens is uitgevoerd of in uitvoering. In de komende tijd wordt de koers van het programma gecontinueerd. Door een lager Delta-dividend wordt de koers behouden, maar wordt vaart verminderd. In de tweede begrotingswijziging 2014 volgt de concrete doorvertaling. Paragraaf Demografische ontwikkeling: • In de nieuwe paragraaf demografische ontwikkeling wordt ingegaan op de bevolkingsontwikkeling, wat we willen bereiken en wat er gedaan gaat worden. In verschillende beleidsnota's wordt al ingegaan op de krimpproblematiek. In deze paragraaf wordt ingegaan op de maatregelen. Hiermee is in totaal € 6 miljoen gemoeid. Hiervan is al € 5,7 gedekt en voor het restant van € 0,3 miljoen worden aanvullende middelen gevraagd. Paragraaf Weerstandsvermogen: • Naast de jaarlijkse ambtelijke inventarisatieronde zijn in een second opinion de risico's van de provincie beoordeeld. Risico's worden, met alle onzekerheden van dien, zo goed mogelijk ingeschat. Daaruit volgt een benodigd bedrag aan weerstandscapaciteit; • Ten opzichte van vorig jaar is het risico van een boete op basis Wet Houdbare
• •
•
Overheidsfinanciën (Wet HOF) vervallen. Risico's ten aanzien van nieuwe aanbestedingswet en extra onderhoud Zeelandbrug zijn er bij gekomen. Per saldo betekent het een verhoging van € 11 miljoen naar € 22 miljoen aan benodigde weerstandscapaciteit; Zeeland hanteert in vergelijking met andere overheden een hogere onzekerheidsmarge (99% in plaats van 95%). Hierdoor komt het benodigd weerstandsvermogen uit op € 22 miljoen in plaats van € 9 miljoen; Risico Thermphos voor de provincie wordt wel genoemd, maar wordt niet meegenomen bij de berekening van het benodigde weerstandsvermogen, omdat volgens GS het risico niet ingeschat kan worden. De minister van BZK zal bij het toezicht beoordelen of hiermee voldoende tegemoet gekomen is aan zijn eis om 'aan te geven hoe het risico ten aanzien van Thermphos wordt ingeschat'. Verschillende andere risico's worden genoemd die niet meegenomen zijn in de berekening van de € 22 miljoen benodigde weerstandscapaciteit. Dit betreft onder meer doorwerking rijksbezuinigingen, gevolgen provinciefonds decentralisatie natuurdoelstellingen (=inclusief Ganzenakkoord en frictiekosten afbouw subsidies.
Financieel: • Voor 2014 en 2015 wordt rekening gehouden met € 15 miljoen dividend Delta in plaats van € 20 miljoen per jaar. Dit wordt in 2014 en 2015 voorlopig opgevangen door een procentuele korting op de budgetten voortvloeiend uit het beleidsprogramma. De concrete invulling volgt in de tweede begrotingswijziging 2014; • Als financieel uitgangspunt wordt gehanteerd dat er geen incidenteel geld wordt vastgelegd wanneer het moment van uitvoering niet zeker is. Verplichtingen worden wel goed in beeld gebracht. Dit betreft onder meer spoor-maatregelen Goes, ontsluiting ziekenhuis Middelburg, N62 Tractaatweg en dak Zeeuwse Bibliotheek; • De co-financiering van OP-Zuid en andere Europese fondsen komt uit de reguliere begrotingsposten. In de komende jaren is in principe ook het Deltadividend beschikbaar; • In de programmabegroting 2014 is rekening gehouden met een stijging van de subsidies en materiële kosten van de provincie met 2% op grond van de Voorjaarsnota. Deze stijging wordt onder meer gedekt door het accres (is aanpassing) van de provinciefondsuitkering. De accressen van het provinciefonds in de komende jaren zijn niet toegevoegd aan de budgettaire ruimte, maar worden gebruikt voor de dekking van loon-en prijsstijging en voor het opvangen van kortingen. Hoeveel gereserveerd is vanaf 2015, is niet aangegeven; • Per 2016 is een taakstelling opgenomen van bijna € 0,4 miljoen wegens het schrappen van 3,9 fte in verband met het wegvallen van de provinciale taken op het gebied van de jeugdzorg; • In 2015 wordt rekening gehouden met een taakstelling van ruim € 0,25 miljoen en vanaf 2016 ruim € 0,5 miljoen in verband met de voorgenomen vermindering van het aantal politieke ambtsdragers; • Budgetbewaking levert een ruimte op van € 20 miljoen in 2013. Via overboeking van kredieten wordt hiervan bijna € 10 miljoen voor Waterdunen, goederenvervoer en natuur geraamd in 2014 en 2015; • Bij 3.3.4 'Beleidsmatige afwegingen' stellen GS aan PS voor om ten laste van de budgettaire ruimte extra middelen beschikbaar te stellen voor: o beleidsplan openbaar vervoer (ruim € 1 miljoen op basis door PS vastgesteld ambitieniveau); o bijdrage voor te realiseren getijdencentrale Brouwersdam van € 0,2 miljoen in 2014; o bijdrage Roode Vaart van € 1,5 miljoen in 2017; o uitvoering programma paragraaf demografische ontwikkelingen jaarlijks € 0,3 miljoen extra om meerwaarde tussen de verschillende onderdelen van dit programma te realiseren; o frictiekosten SportZeeland en College Zorg en Welzijn (CZW) van € 263.000 in 2013; o voorlopig terugdraaien van taakstelling ZB/Scoop van € 1 miljoen in 2014;
•
•
In het meerjarenperspectief wordt de budgettaire ruimte tot en met 2017 op € 0 geraamd. Het totaal van de mutaties loopt via de algemene reserve. Na verwerking van alle mutaties en voorstellen in de Najaarsnota komt de stand uit op bijna € 33 miljoen eind 2017. Vanaf 2018 is er volgens GS weer (niet nader aangegeven) budgettaire ruimte in het meerjarenperspectief.; Voor 2014 en 2015 wordt op voorhand respectievelijk € 3 miljoen en € 1 miljoen als taakstelling onderuitputting opgenomen. Op deze wijze wordt al rekening gehouden met het niet volledig benutten van de budgetten in die jaren;
Begrotingswijzigingen • Gelijktijdig met de Najaarsnota worden de vierde begrotingswijziging 2013 en de eerste begrotingswijziging 2014 voorgelegd. Bij de toelichting wordt kort verwezen naar de verschillende onderdelen van de Najaarsnota.
Doelen en effecten
Overig: • Totale kosten externe inhuur zijn lager. Percentage externe inhuur is gestegen door de lagere omvang personeelskosten provincie. Externe inhuur in 2013 betreft voornamelijk uitzendkrachten; • Realisering Sloeweg is vertraagd en planning komt nu uit op begin of eind 2016. Dit is afhankelijk van de procedure over de te verleggen gasleiding; • GS willen rondom de Four Freedom Awards de nationale en internationale uitstraling versterken en de aandacht voor de vier vrijheden door het hele jaar laten verlopen. Doelen effecten zijn opgenomen in de programmabegroting 2014 en worden op onderdelen in op grond van de Najaarsnota aangepast
Controleren /informeren Uitvoering
In rapportages en jaarrekening
Kosten en dekking
In de programmabegroting 2014 inclusief de eerste begrotingswijziging 2014
Overige informatie
In de Najaarsnota wordt toegezegd/aangekondigd: • In 2013 wordt een uitvoeringsnota voorgelegd met de wijze van uitwerken van het promotiebeleid in de komende periode; • Na het bekend worden van het concept wetsvoorstel topinkomensnorm (WNTnorm) komt er een statenvoorstel over de aanpassing van de Algemene Subsidieverordening Zeeland 2013; • Resultaten onderzoek ANWB naar verkeersveiligheid provinciale wegen worden beoordeeld door GS en vervolgens beschikbaar gesteld aan PS; • Vanaf 2015 wordt de provinciale rol als ontwikkelaar en investeerder beter zichtbaar gemaakt in een provinciale begroting met een andere indeling. In 2016 is al een onderhouds/evaluatiemoment van het provinciefonds met mogelijke gevolgen voor de verdeling over de provincies van de provinciefondsuitkering; • Toename digitaal werken en het nieuwe werken vergen hogere investeringen. Hier staan efficiencyvoordelen tegenover. In het najaar 2013 wordt een belangrijke aanzet gegeven in het beleidsplan ICT en het bedrijfsinformatieplan; • In IPO-verband is met de Minister een akkoord bereikt over de decentralisatie van natuurtaken en grondaankoop van het Rijk. In de komende vier jaar komt ruim € 800 miljoen beschikbaar voor alle provincies samen. De verdeling wordt in december bekend gemaakt. Dit dossier is complex en omvangrijk, maar GS gaan ervan uit dat met de gedecentraliseerde rijksmiddelen de nieuwe provinciale taken uitgevoerd kunnen worden. Binnenkort komt een apart voorstel naar PS met bestedingsplan voor 2014 met een doorkijk naar de jaren 2015-2016-2017; • Door Scoop en de Zeeuwse Bibliotheek zijn plannen ingediend met omvangrijke frictiekosten op grond van door hun gemaakte keuzes ten aanzien van afvloeiingsregelingen. GS hebben nog geen definitief standpunt bepaald en hebben de taakstelling voor 2014 van € 1 miljoen voor Zeeuwse Bibliotheek en Scoop voorlopig geschrapt en komen met een nader voorstel naar PS.
Met de toegekende middelen en menskracht in de programmabegroting 2014
Resultaat commissiebehandeling
1\\
Provincie Zeeland
Gedeputeerde Staten
bericht op bner van:
De voorzitter van Provinciale Staten van Zeeland p/a Statengriffie
-
uwkenmerll: onskenmerll:
13022694
aldeling:
Concerndirectie
bij1age(n):
div.
behandeld door:
J.G.J. Bosch
doorlliesnummer:
0118-631446
onderwerp:
najaarsnota 2013
verzonden;
Middelburg,
1 t OKT. 2013
8 Oktober 2013
Geachte voorzitter, Bijgaand treft u aan het statenvoorstel najaarsnota 2013. Wij verzoeken u deze te agenderen voor de verga dering van de Commissie BFW van 8 november 2013 en de vergadering van Provinciale Staten van 15 november 2013.
Hoogachtend,
A w-:5mit,Secretaris
,)'0,11lCH'IlL!1 S ·3c :oP ~,ld ·cc,
':"tc::_h r:lur (· •'hd ! (} 1
:i i: H• 'lrr 1 e llllr~,
. o ~ · lh s
·)os· tw ·. :)oer : '.oC 1 !. ; \1 i
\': \ '/ : r~l'i,ll'('
I
. u: : ~l · fJ ~10::
P
'Jt.r.;
f O.lH · b"fi:l l'J
11
Provinciale Staten
Gedeputeerde belast met behandeling.
Onderwerp:
Van Beveren
Provincie Zeeland
15-11-2013 STR 116
Vergader ing PS: Nr: Agenda nr: Vergader ng GS:
a oktober 2013
Nr:
13022693
Najaarsnota 2013 VOORSTEL
Aan de Prov tnciale Staten van Zeeland
Samenvatting:
Hierbij bieden we u de najaarsnota 2013 aan, inclusief onze midterm review.
In de najaarsnota lichten we de budgettaire ontwikkelingen toe en gaan we in op de ontwikkeling van
de algemene reserve.
Tevens komen we terug op onze voornemens uit de voorjaarsnota.
Onderwerp:
Najaarsnota 2013
Najaarsnota 2013
Middelburg, 8 oktober 2013
2
Onderwerp:
Najaarsnota 2013
Inhoudsopgave Pagina Hoofdstuk
1:
Inleiding
4
Hoofdstuk
2: 2.1. 2.2. 2.2.1. 2.2.2. 2.2.3. 2.2.4. 2.2.5. 2.2.6. 2.2.7. 2.2.8. 2.2.9. 2.3. 2.3.1. 2.3.2. 2.3.3.
Stand van zaken uitvoering collegeprogramma Inleiding Midterm review Algemene en externe ontwikkelingen Hoofdlijn "Stuwende Krachten" Bestuur Economie en werkgelegenheid Ruimte, Natuur en Leefomgeving Mobiliteit en bereikbaarheid Leefbaarheid Investeringsagenda Conclusie Organisatie-ontwikkeling Stand van zaken organisatie-ontwikkeling ICT Voortgang RUD
5 5 5 5 5 5 7 9 10 10 11 12 12 12 13 14
Hoofdstuk
3: 3.1. 3.2. 3.3. 3.3.1. 3.3.2. 3.3.3 3.3.4. 3.3.5. 3.4. 3.5. 3.5.1. 3.5.2. 3.5.3. 3.5.4. 3.6. 3.6.1. 3.6.2. 3.6.3
Het budgettaire beeld Inleiding en algemeen beeld Uitgangspunten Ontwikkelingen na de voorjaarsnota 2013 Circulaires provinciefonds Technische aanpassingen Budgetbewaking Beleidsmatige afwegingen Ontwikkelingen DELTA-dividend Ontwikkeling meerjarenperspectief en ontwikkeling reserve Nog niet gereserveerde prioriteiten Spoormaatregelen Goes Ontsluiting ziekenhuis Middelburg N62 Tractaatweg Dak Zeeuwse Bibliotheek Risico's en onzekerheden Afwikkeling Thermphos Decentralisatie natuur Frictiekosten gesubsidieerde instellingen
15 15 15 16 16 17 19 19 20 22 24 24 24 24 24 25 25 25 25
Hoofdstuk
4:
Conclusies en afwegingen
26
Bijlagen: 1. Tabel Midterm review 2. Overzicht grote projecten 3. Demografische paragraaf begroting (toe te voegen paragraaf aan begroting 2014) 4. Integrale risico-analyse (toe te voegen paragraaf aan begroting 2014) 5. Vierde begrotingswijziging 2013 6. Eerste begrotingswijziging 2014
3
Onderwerp:
Najaarsnota 2013
1.
Inleiding
In een groot deel van Europa staan de economische barometers nog laag. Economen verschillen van
inzicht over de vraag of het einde van de crisis nu wel of niet in zicht is, en of een overheid nu wel of
niet moet investeren of bezuinigen. Dit Europese beeld geldt ook voor Nederland.
De verwachtingen voor de komende jaren vanuit het Rijk, zoals verwoord in de Miljoenennota 2013,
zijn gematigd. De internationale economie en het internationale financiële stelsel zijn met onzekerheid
omgeven en kunnen nieuwe schokken veroorzaken. Letterlijk staat er in de Miljoenennota: de crisis
heeft de economie en de overheidsfinanciën geraakt, zoals aanhoudend hoogwater de dijken aantast.
Een beeldspraak die we in Zeeland herkennen.
Alhoewel de economie in Zeeland - landelijk gezien - goede prestaties levert en blijft leveren, krijgt ook
Zeeland van de nationale en internationale crises de nodige klappen mee. We zien dat een aantal
risico's, die we in de voorjaarsnota gesignaleerd hadden, zich daadwerkelijk manifesteren: het Rijk
komt wederom met forse bezuinigingen (ruim € 6 miljard) en een doorstart van Thermphos is niet
gelukt. Bovendien krijgt ook Delta klappen, die geleid hebben tot tegenvallende halfjaarcijfers: dat
werkt direct door in de provinciale begroting. Consequentie hiervan is dat we zullen moeten bezuini gen om de financiële positie van de Provincie gezond te houden.
De situatie is dus niet rooskleurig. Toch mag dat geen reden voor somberheid of apathie zijn.
We hebben juist nu stuwende krachten nodig voor de (economische) ontwikkeling van Zeeland.
En gelukkig zijn die krachten er ook volop in Zeeland.
Zoals uit cijfers van Impuls blijkt: de Zeeuwse economie is landelijk bezien erg sterk. We hebben hier
de grootste groei, de laagste werkloosheid, de sterkste export en de meeste toegevoegde waarde.
De economische kracht van Zeeland is groter dan we ons vaak realiseren en nog altijd zijn de moge lijkheden talrijk. Die mogelijkheden willen we benutten. In de midterm review in deze nota laten we
zien hoe we gedurende de eerste helft van ons collegeprogramma daar werk hebben gemaakt heb ben.
Dat blijven we doen. We blijven investeren in onze economisch sterke sectoren, die hun oorsprong en
voorsprong veelal te danken hebben aan de geografische ligging en structuur van Zeeland. Met het
water rondom. In een dynamische Delta. Omringd door de Randstad, de Brabantse stedenrij en de
Vlaamse Ruit.
Het verder versterken van die Zeeuwse krachten en het benutten van de kansen die zich daar voor doen, blijft onze drijfveer.
Voor de resterende tijd van onze collegeperiode, zien we onszelf genoodzaakt om de vaart hier en
daar te verminderen. Zo houden we vanaf nu rekening met een lager dividend van Delta, namelijk
€ 15 miljoen in plaats van € 20 miljoen. We kiezen er voor de pijn niet bij de burgers te leggen, via de
opcenten op de motorrijtuigenbelasting, maar om onze ambities en voornemens bij te stellen. Voorlo pig nog niet in aantal of in kwaliteit, maar met name in tempo. We houden dus koers, maar minderen
vaart. Begin 2014 willen we in de volgende begrotingswijziging PS een voorstel doen voor de concrete
doorvertaling hiervan.
Wel zullen we nu al starten met een scherper financieel beleid. Dat wil zeggen dat we ook voor ver plichtingen die we zijn aangegaan het geld pas echt vastleggen wanneer het moment van uitgeven
zeker is. De ervaring leert immers dat uitgaven vaak toch nog in de tijd verschuiven. Daarop anticipe ren we door geld niet onnodig vast te leggen en maximaal flexibel te zijn. Die flexibiliteit is nodig in een
tijd als deze. Tegelijkertijd brengen we die verplichtingen wel goed in beeld, omdat ze op enig moment
wel hard ingepland zullen moeten worden. Dat stelt ook eisen aan de omvang van de algemene re serve, die daar dan wel op berekend moet zijn.
In de voorjaarsnota hebben we een strategische uitvoeringsagenda opgenomen, waarin we hebben
aangegeven waar onze accenten voor de komende jaren liggen. Daarbij hebben we ook aangegeven
nog met een midterm review te komen. Die is opgenomen in het volgende hoofdstuk, evenals een
paragraaf over de organisatieontwikkeling. In de bijlage is een meer uitgebreide midterm review in
tabelvorm opgenomen. In hoofdstuk 3 gaan we in op het algemene financiële beeld, de ontwikkelin gen sinds de voorjaarsnota en de keuzes die wij u voorstellen. Hoofdstuk 4 tenslotte bevat de conclu sie en het besluit voor uw staten.
4
Onderwerp:
Najaarsnota 2013
2. Stand van zaken uitvoering collegeprogramma 2.1. Inleiding In 2011 is ons college gestart met de uitvoering van het collegeprogramma 'Stuwende krachten'. In dat programma hebben we een aantal ambitieuze opgaven benoemd en aangepakt: stimuleren van de economie, focus op kerntaken, terugdringen van regels en het reorganiseren van de ambtelijke dienst zijn een paar van de uitdagingen die we op ons genomen hebben. In paragraaf 2.2 beschrijven we die zaken die we als belangrijkste resultaten van ons beleid beschouwen en de belangrijkste resterende opgaven, ook ontleend aan de prioriteiten uit de voorjaarsnota 2013. In bijlage 1 gaan we meer in detail in op concrete acties en maken we het overzicht compleet. Samen met deze bijlage vormt para graaf 2.2. de midterm review van ons college. In paragraaf 2.3 gaan we nader in op de organisatieontwikkeling inclusief de vorming van de Regiona le Uitvoeringsdienst (RUD). 2.2. Midterm review 2.2.1 Algemene en externe ontwikkelingen Sinds 2011 heeft de wereld niet stil gestaan. Dat betekent dat in het collegeprogramma van toen on derwerpen en projecten staan die nu niet meer aan de orde zijn, terwijl er zich ook zaken hebben voorgedaan waar we lopende de rit op ingespeeld hebben. Een paar voorbeelden: in 2011 waren wij optimistisch over de mogelijkheden van een tweede kerncentrale. Op dit moment is dat niet meer aan de orde. Anderzijds hebben wij na het faillissement van Zalco veel energie gestoken in het opzetten van een mobiliteitscentrum, om zoveel mogelijk mensen weer aan werk te helpen. Toen de mogelijkheid van een marinierskazerne in Zeeland zich voordeed, hebben we samen met onze partners alle zeilen bij gezet op die kans te grijpen en, naar het zich laat aanzien, met succes. Beide ontwikkelingen waren niet in het collegeprogramma opgenomen, maar zijn wel van belang in een verantwoording over de eerste helft van onze collegeperiode. 2.2.2. Hoofdlijn 'Stuwende krachten' De context waarin wij ons collegeprogramma opstelden was er een van grote opgaven: discussie over het middenbestuur, het advies van de commissie Calon: 'Ruimte voor verbeelding' en een aanhou dende economische crisis. Als centrale focus hebben wij economische ontwikkeling, groei en innovatie benoemd. Die invalshoek heeft doorwerking gekregen binnen het hele beleidsdomein waar we als Provincie mee bezig zijn en is niet alleen in de Economische agenda, maar ook in het omgevingsplan neergeslagen. In de slechte economische omstandigheden in Nederland blijft de Zeeuwse economie goed presteren. Zeeland was in 2012 de enige Provincie met economische groei. De Zeeuwse havens melden een groei in de overslag. (1,8% in 2013). 2.2.3. Bestuur De belangrijkste voornemens in het thema bestuur betroffen de interne organisatie, de samenwerking met andere overheden, de wijze van omgaan met gelieerde en gesubsidieerde instellingen en het thema veiligheid. De kerntakendiscussie kent een start die eigenlijk al voor onze collegeperiode ligt, namelijk in de rol keuze van Provinciale Staten van februari 2010. Ook de bestuurskrachtmeting van de commissie Ca lon was door het vorige college opgesteld. Wij hebben met hoge prioriteit een vervolg aan die trajecten gegeven. Als eerste antwoord op het advies van de commissie Calon hebben wij het concept LAND IN ZEE! ontwikkeld: een methode om meer te werken vanuit de focus op de Zeeuwse identiteit en kwaliteiten. In de verschillende portefeuil les hebben wij landmarks benoemd die passen bij die focus, zoals Waterdunen en de realisatie van een biobased training centrum. Verder is er een Zeeuws Bestuurlijk Profiel als basis van een kerntakendiscussie opgesteld. Daar naast hebben wij een benchmark uitgevoerd over de benodigde omvang van de ambtelijke organisa tie. In december 2012 is de kerntakendiscussie afgerond. Daarbij is direct ook vastgesteld in welke mate we bezuinigen op de subsidies aan gelieerde instellingen. Deze bezuinigingen, maar ook de inkrimping van het ambtelijk apparaat en andere interne ombuigingen leiden op termijn tot ruimte voor investeringen, waar we met gemeenten nader afspraken over willen maken. 5
Onderwerp:
Najaarsnota 2013 Als vervolg op de benchmark hebben we in 2012 in hoog tempo een grootschalige reorganisatie van het ambtelijk apparaat voorbereid, die per 1 januari 2013 zijn beslag heeft gekregen. Daarin hebben we ook de oprichting en deelname aan een RUD Zeeland meegenomen. Formeel wordt de RUD Zeeland, gehuisvest in Terneuzen, per 1 januari 2014 operationeel. Intussen is vanuit het Rijk de bestuurlijke indeling van Nederland ter discussie gesteld. Minister Plas terk heeft een plan voor landsdelen gelanceerd. In het sociale domein heeft het kabinet voornemens voor zeer grootschalige decentralisaties naar de gemeenten. Ook verder blijft er druk op de gemeen ten staan om op te schalen. Wij zijn daarom rond de zomer 2013 een traject gestart om samen met gemeenten en waterschap te komen tot een gezamenlijke visie op de bestuurlijke structuren in Zeeland. Een gedeelde visie op de richting van Zeeland, of breder, de Zuidwestelijke Delta, en de inhoudelijke opgaven zal leidend moe ten zijn voor de vraag welke bestuurlijke structuren nodig zijn. De bestuurlijke structuur is wat ons betreft dus een uitkomst en niet de inzet van de gedachtevorming. De inhoud zou daarbij leidend moe ten zijn. Alle gemeenten zijn uitgenodigd om ook input te leveren op het proces van Zeeland 2040. Mogelijk kan die een startpunt zijn voor een gezamenlijke visie. Promotie De drie hoofdthema's voor promotie zijn:
Promotie van Zeeland als toeristische bestemming
Promotie van Zeeland als vestigingsregio
Zeeland bestuurlijk op de kaart.
De uitwerking bevindt zich per thema in een verschillend stadium. De eerste twee thema's zijn met
stakeholders uitgewerkt naar de strategieën "LAND IN ZEE! biedt Zeeën van tijd en ruimte voor
jezelf" (gericht op toeristen) respectievelijk "LAND IN ZEE! biedt Ruimte voor pioniers" (gericht op
vestigers) . De toeristische strategie heeft onder andere geresulteerd in de TV-spot over Zeeland op
de nationale televisie , de online film, en het platform vvvzeeland.nl/fan van Zeeland.
De toeristische promotie heeft geleid tot veel meer websitebezoek en krijgt een hoge waardering door
de STER-onderzoekers.
Vanuit ruimte voor pioniers is dit jaar onder meer De Zeeuwse Pioniersprijs uitgereikt, tijdens een bij eenkomst voor pionierende Zeeuwen en ex-Zeeuwen.
Voor het derde onderdeel 'bestuurlijk op de kaart' wordt een vergelijkbaar traject voorbereid. Nog dit
jaar willen wij u een uitvoeringsnota voorleggen over ons promotiebeleid in de komende periode.
De komende twee jaar geven we prioriteit aan het vergroten van de slagkracht/uitvoeringskracht van
de recreatieve sector en daarmee samenhangend de ontwikkeling van een krachtige toeristische uit voeringsalliantie (zie vrijetijdseconomie). De fusie van de VVV’s is zodanig voorbereid dat 1 januari
2014 één VVV Zeeland actief is. Hierin werken regio’s meer met elkaar samen, wisselen kennis uit en
bieden op eigentijdse manier producten en diensten aan de toerist. Meer gericht op inspiratie dan op
informatie. Dat moet leiden tot een eigentijdse dienstverlening, een hogere waardering, meer beste dingen en meer overnachtingen (en dus werkgelegenheid). Samenwerking met ondernemers is hierin
essentieel.
Vrijetijdseconomie Wij zetten in op de versterking van de vrijetijdseconomie van Zeeland door de ontwikkeling van een krachtige toeristische uitvoeringsalliantie. In deze alliantie wordt een structurele samenwerking tussen monitoring &kennis, onderwijs, innovatie, ondernemerschap en promotie opgezet. Vanuit deze allian tie worden structurele verbindingen gelegd tussen toerisme & recreatie, cultuur, culinair, natuur en festivals en evenementen. Die verbinding gaat dus verder dan alleen promotie. Ook in het monitoren van de (economische) effecten van de festivals wordt nu de samenwerking opgezet tussen onder meer het kenniscentrum kusttoerisme en Scoop. Mooie voorbeelden als opmaat naar de toeristische alliantie. Een andere verbinding die wij willen bestendigen is die tussen natuur en recreatie, culinair en recreatie etc. Ook zetten wij in op de versterking van de vrijetijdseconomie van Zeeland door de businesscases Recreatieve Infrastructuur en Leisure Hotspot Breskens. Binnen de businesscases is het wandelnet werk in vrijwel de hele provincie gerealiseerd. Daarnaast is er dit jaar gestart met een herziening van het fietsnetwerk dat moet leiden tot een vernieuwde fietsroutekaart met ingang van seizoen 2014. Ook de verbindingen tussen land en water worden versterkt door de aanleg van een Bruine vloothaven in Kamperland, de Cruisekade in Vlissingen en voorbereidingen voor andere aanlegplaatsen die het 6
Onderwerp:
Najaarsnota 2013 toeristisch product van Zeeland versterken. De businesscase Breskens heeft dit jaar tot resultaat ge had dat het internationale zeilevenement 'Tour de France à la Voile' naar Breskens is gekomen. Dit draagt evenals de overige voorbereidende activiteiten bij aan de profilering van Breskens als inter nationaal zeezeilcentrum. Veiligheid De Veiligheidsregio heeft belangrijke verantwoordelijkheden op het veiligheidsterrein. Voor ons als college is met name het ontbreken van overeenstemming binnen het bestuur van de Veiligheidsregio over de inhoud van een nieuwe Gemeenschappelijke Regeling van belang. Dat geldt ook voor de deelname van Zeeland in Europese veiligheidsprojecten (Flood Aware en de integrale veiligheid scheepvaart, Maritime Incident Response Group). In lopende Europese veilig heidsprojecten blijven we participeren. Algemene subsidieverordening (ASV) en topinkomens Met de vaststelling van een nieuwe ASV is mede invulling gegeven aan de in het collegeprogramma beoogde vereenvoudiging van regelgeving. Bij de vaststelling van de ASV hebben Provinciale Staten ook een besluit genomen over een topinkomensnorm (WNT-norm). Recent is bekend geworden dat de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een concept wetsvoorstel in voorbereiding heeft, waarbij de WNT-norm wijzigt. De Minister verwacht dat de nieuwe norm per 1 januari 2015 van kracht wordt. Bovendien is er onduidelijkheid over de bevoegdheid van lagere overheden om een topinkomensnorm te hanteren. Zodra het concept-wetsvoorstel bekend is, zullen wij een voorstel tot aanpassing van de Algemene subsidieverordening Zeeland 2013 aan u voorleggen. De huidige ASV voorziet in de mogelijkheid voor GS om afwijkingen toe te staan. Zoals met u afge sproken, passen we die bevoegdheid toe waar dat nodig is voor de voortgang van beleid. 2.2.4. Economie en werkgelegenheid. Wij hebben economische groei tot kernpunt in ons programma gemaakt. Gelet op de ontwikkelingen moeten we eigenlijk spreken van economisch herstel. De faillissementen van Zalco en Thermphos hebben - terecht - veel aandacht en inzet gekregen via de ontwikkeling van een mobiliteitscentrum, maar er zijn natuurlijk veel meer bedrijven die het niet hebben kunnen bolwerken. Dat benadrukt de noodzaak om door te zetten in het economische spoor, dat we in de afgelopen jaren hebben ingezet met de economische agenda. Business cases Wij zien de havens van Zeeland Seaports als belangrijkste, maar niet de enige motor van de Zeeuwse economie. Samen met alle partners hebben we geconcludeerd dat de focus moet liggen op havens en industrie (met biobased economy, logistiek en maintenance), op vrijetijdseconomie en zorg, en op agro en food. We hebben daarom een Economische Agenda opgesteld waarin die breedte wordt verkend. Op grond van de Economische Agenda hebben we 8 businesscases opgestart waarmee we in de breedte van onze kerntaken inzetten op economische versterking. Het gaat om aansprekende voorbeelden van publiek-private samenwerking, die ambitieus zijn en passen bij de Zeeuwse focus. Ze zijn verdeeld over alle portefeuilles, waarmee we ook een impuls aan het meer integraal werken van de organisatie geven. Concreet gaat het om Biobased Economy (groene grondstoffen en vergroening van de proces industrie), Containerisatie (realisatie van een containerterminal door marktpartijen), Zeeland Care (innovatieve koppeling tussen recreatie en zorg), Recreatieve Infrastructuur (routenetwerken, voorzieningen, wifi), Leisure Hotspots Breskens en Brouwersdam (uitvoeringsplannen), Foodport Zeeland (realiseren van een netwerk van ondernemers in agro en food), Nieuwe Teelten en Technieken in de Landbouw (mede gerelateerd aan biobased, opbrengstverhoging en kostenbesparing), Ontwikkeling Binnendijk se Aquacultuur (onder meer realisatie van een kustlaboratorium) en Energie en Klimaat (transitie naar hernieuwbare energie). In bijlage 1 gaan we op de resultaten van de verschillende business-cases nader in. In 2012 is de Stichting Strategic Board Zuidwest Nederland opgericht. De Stichting beoogt de regio Zuidwest Nederland (nationaal en internationaal te positioneren en te profileren als top kennis regio voor de speerpunten Biobased Economy, Logistiek en Maintenance. De Strategic Board is een samenwerking van bedrijfsleven, onderwijs en overheden en richt zich op lobbyactiviteiten en agenda 7
Onderwerp:
Najaarsnota 2013 setting. Omdat de Strategic Board Zuidwest Nederland (SBZWN) een belangrijke rol kan spelen bij het realiseren van de doelstellingen uit de Economische Agenda willen wij de SBZWN voorlopig voor 1 jaar subsidiëren uit bestaande budgetten. We bezien nog of ook voor Multi Utility Providing (buisleidingen in de Kanaalzone) en Energy Water Valley (Zeeland als etalage en proeftuin voor energie uit water) businesscases kunnen worden opge start. Naast de aanpak via business-cases hebben we nog een aantal prioritaire onderwerpen binnen het economisch beleid, die de komende twee jaar van extra belang zijn (het "op de agenda"-deel). Hierin geven we aandacht aan de verschillende thema's en onderwerpen ter verbetering van het vestigingsklimaat: infrastructuur en kennisuitwisseling, ondernemerschap, arbeidsmarkt, onderwijs, promotie en herstruc turering. Kanaalzone Wij blijven ons inzetten voor de Kanaalzone. In deze collegeperiode is de aanleg van de Sluiskiltunnel gestart en zijn door het Rijk en Vlaanderen afspraken gemaakt over het realiseren van een nieuwe zeesluis bij Terneuzen. We hebben samen met het Rijk geld beschikbaar gesteld voor het maintenan ce value park in Terneuzen, onder meer met behulp van een bijdrage van het Ministerie van EZ. De bouw start in 2014. Verder gaan we door met de grote infrastructurele projecten (N62, Sluiskiltunnel), maar ook met het verbeteren van de omgevingskwaliteit door uitvoering van landschappelijke pro jecten en ondersteuning van de gemeente bij herstructureringsopgaven. Nieuwe duurzame bedrijvigheid Hoewel de werkloosheid in Zeeland de laagste van Nederland is en voorlopig ook lijkt te blijven, neemt die ook in Zeeland toe. Hoewel we zelf als Provincie geen acquisitie plegen – dat doen Impuls en Zeeland Seaports - is ons streven dat zich jaarlijks tenminste 15 nieuwe bedrijven vestigen met –in deze collegeperiode- samen tenminste 450 nieuwe banen op het terrein van duurzame bedrijvigheid. Via de subsidievoorwaarden maken we daar met Impuls prestatieafspraken over. Impuls heeft reeds ca 10 bedrijfsvestigingen aangetrokken met samen meer dan 300 arbeidsplaatsen. Ook Zeeland Se aports levert goede prestaties met acquisitie van nieuwe bedrijven. Behoud van Rijksdiensten in Zeeland. Dankzij een actieve inzet vanuit Zeeuwse partijen zijn bedreigingen voor de Rechtbank, de gevange nis en de belastingdienst afgewend of in hun effecten beperkt. Met de komst van de marinierskazerne vestigt zich een nieuwe Rijksdienst in Zeeland die een forse impuls geeft aan de werkgelegenheid. Dat geldt temeer indien, zoals de Miljoenennota aangeeft, de van Ghent-kazerne te Rotterdam geslo ten wordt en (deels) wordt overgeplaatst naar Vlissingen. Er is echter alle aanleiding om alert te blijven, ook met onze partners in het IJzendijke-overleg en met inzet van de lobbyist. Visserij-belevingscentrum Het Visserij-belevingscentrum is een van de landmarks waarmee Zeeland zich op de kaart kan zetten als LAND IN ZEE!. Het gaat om het realiseren van een toeristisch-recreatief en educatief centrum waar de visserijsector in alle facetten positief voor het voetlicht wordt gebracht. We verwachten begin 2014 uitsluitsel te kunnen geven over de uiteindelijke vorm waarin dit wordt gerealiseerd. De Wielingen De toegankelijkheid van de Zeeuwse havens blijft een punt van aandacht. Inmiddels is bij de VlaamsNederlandse Scheldecommissie (VNSC) aandacht gevraagd voor herstel van de toegankelijkheid tot 16,5 meter diepgang van de vaargeul ter hoogte van Knokke en Cadzand-Bad. Nucleair cluster De inzichten na de kernramp bij Fukushima hebben ertoe geleid dat de realisatie van een tweede kerncentrale niet meer aan de orde is. Ook de realisatie van de Pallas-reactor voor medische isotopen is niet meer in beeld. Voor Zeeland is het evaluatierapport van het Centrum Kernongevallenbestrijding Veiligheidsregio's nog wel van belang. De conclusies daaruit zullen over een jaar worden gemonitord door het Centrum Ongevallenbestrijding Veiligheidsregio's.
8
Onderwerp:
Najaarsnota 2013 Thermphos Het Thermphos-dossier heeft van ons college veel aandacht gevraagd. Beperking van de milieuscha de en van de kosten voor de Provincie vormen belangrijke doelstellingen, nu een doorstart definitief van de baan is. De komende periode zullen we moeten bezien of het noodzakelijk is dat de Provincie bijdraagt aan de saneringskosten (zie ook 3.2.) 2.2.5. Ruimte, natuur en leefomgeving De essentie van onze voornemens op het gebied van ruimte, natuur en leefomgeving lag in een ver eenvoudiging van het ruimtelijke beleid (meer ruimte, minder regels), geen extra accenten op natuur en milieubeleid, positief omgaan met de demografische veranderingen en het realiseren van een regi onale uitvoeringsdienst (RUD). Omgevingsplan Zoals de economische agenda de volle breedte van het economisch beleid beschrijft, hebben wij in het nieuwe omgevingsplan 2012-2018 onze visie op de volle breedte van de fysieke leefomgeving ingevuld. Ten dele is er sprake van een overlap met de Economische Agenda: het omgevingsplan zorgt voor de planologische ruimte om economische ambities uit te voeren. Een paar voorbeelden: in het omgevingsplan proberen we zoveel mogelijk ruimte te bieden voor een containerterminal, en be lemmeringen op voorhand zoveel mogelijk weg te nemen. Met het oog op recreatie en toerisme is een recreatiekansenkaart met ruimte voor 'leisure hotspots' opgenomen. Het voornemen om meer ruimte te maken voor nieuwe economische dragers op het platteland heeft via het omgevingsplan zijn beslag gekregen. Ook voor het omgevingsplan geldt dat we voortvarend gestart zijn met de uitvoering. We hebben de gemeenten gevraagd om in 2013 regionaal afgestemde plannen voor de thema's wo nen en bedrijventerreinen op te stellen. Via subsidies helpen we gemeenten bij de herstructurering en aanpassing van bedrijventerreinen (bijvoorbeeld: Buitenhaven, Ramsburg, Baskensburg). De consequenties van de demografische ontwikkelingen zijn breed en ingrijpend. Zij werken door op verschillende beleidsterreinen, zoals woningbouw, leefbaarheid, economie, onderwijs, openbaar ver voer. In het collegeprogramma hebben we daarom gekozen voor een overstijgende aanpak. Deze heeft inmiddels in het organisatie-breed programma 'bevolkingsontwikkeling' vorm en inhoud gekre gen. Hiermee maken we ook de invulling en de besteding van de middelen zichtbaar. Ook nemen we in de begroting zoals eerder aangekondigd een afzonderlijke demografische paragraaf op, die via deze najaarsnota wordt aangeboden (bijlage 3). Zo beogen we met de vormgeving van de Provinciale Impuls Woningbouw we het aanbod aan woningen gericht te vernieuwen, zodat het meer aansluit bij de nieuwe demografische samenstelling van de bevolking. Op het gebied van milieu hebben wij aanvullend op de landelijke regels alleen eigen beleidsregels geformuleerd om de beschikbare milieuruimte zo eerlijk mogelijk te verdelen en bedrijven vooraf dui delijkheid te geven. Het bedrijfsleven heeft dan ook profijt bij deze beleidsregels. Op natuurgebied hebben wij een terughoudend beleid voor ontwikkeling van nieuwe natuur gecombi neerd met goed beheer en onderhoud van bestaande natuur en het nakomen van gemaakte afspra ken. Door het Rijk is een decentralisatie van het integrale plattelandsbeleid ingezet, waar ook verkoop van Rijksgronden aan de Provincies bij hoort. Omdat het dan gaat om bestaande natuur en ruilgrond, achten wij dit niet in strijd met ons voornemen. Waar middelen voor natuurontwikkeling beschikbaar komen (commissie Jansen I en II) maken wij ons sterk voor verbreding van de toegestane besteding naar beheer en onderhoud. Het streven naar een alternatief voor de ontpoldering van de Hedwigepolder is niet succesvol ge weest. Wij zien die ontpoldering nu als een politiek feit. Wij blijven ons inzetten in het programma Zuidwestelijke Delta, dat zich richt op een economisch vita le, een ecologisch gezonde en een veilige en klimaatbestendige delta. Wij trekken het programma rond de Oosterschelde en doen mee in de programma's Volkerak-Zoommeer en Grevelingen. Er is een principe akkoord bereikt met het Rijk over de zoetwatervoorziening (Roode Vaart) die nodig is om te waarborgen dat de Grevelingen en Volkerak-Zoommeer op termijn zout kunnen worden. Het project Waterdunen is een mooi voorbeeld van een gebiedsgericht project: het combineert in het gebied tussen Breskens en Groede de verbetering en verhoging van de kustveiligheid (het is één van 9
Onderwerp:
Najaarsnota 2013 de acht Zwakke Schakels aan de Nederlandse kust) met innovatie van het toeristisch product en een versterking van natuur en landschap. Dit levert een sociaal-economische impuls voor de streek op. Waterdunen is opgenomen in het maatregelenpakket van Natuurherstel Westerschelde. Met de toe voeging van speelnatuur geven we ook invulling aan de leefbaarheidsdimensie in dit gebiedsproject en ontstaat een daadwerkelijk integraal ontwikkeld project. 2.2.6. Mobiliteit en bereikbaarheid Bereikbaarheid en het faciliteren van mobiliteit is van groot belang voor het economisch en sociaal functioneren van de maatschappij. Onze taken liggen op het gebied van (provinciale) infrastructuur, Zeeuwse verkeersveiligheid en het zorgen voor een goed OV-aanbod. Infrastructuur Op infrastructureel gebied richten we ons op enkele grotere projecten (Sluiskiltunnel, Recreatiever deelweg, Rondweg Aardenburg) die vooral verbetering van de bereikbaarheid inhouden, naast tal van kleinere projecten die vooral tot doel hebben de verkeersveiligheid te verbeteren. Aandachtspunt is ook het voorzieningenniveau op verzorgingsplaatsen, bijvoorbeeld voor beroepschauffeurs, te verbe teren. Een meer gedetailleerd overzicht is onderdeel van bijlage 1. Verkeersveiligheid Voor de verbetering van de verkeersveiligheid zetten we via het ROVZ-beleidsplan naast infrastruc tuur ook in op educatie en gedragsverandering. Ondanks alle inspanningen lijkt de licht dalende trend in het aantal verkeersslachtoffers echter te stagneren. De ANWB heeft een eigen veiligheidsbeoordeling van alle provinciale wegen in Nederland op basis van EuroRAP (European Road Assessment Programme) opgesteld. Wij zullen de resultaten voor Zeeland beoordelen en aan PS beschikbaar stellen. Openbaar vervoer In de afgelopen jaren heeft het openbaar vervoer zonder veel klachten gefunctioneerd. In 2015 begint een nieuwe concessieperiode, waarvoor in alle scenario's minder geld beschikbaar is. Wij hebben ingezet op meer integratie tussen gemeentelijke vervoerstaken en het klassieke openbaar vervoer. Dat heeft er toe geleid dat de onderkant van de vervoersmarkt in de nieuwe concessie (vanaf 2015) gezamenlijk met de gemeenten uitgevoerd zal worden. Essentieel is de mobiliteitsgarantie, die de overheden gezamenlijk afgeven. Goederenvervoer Het nieuwe beleidsplan goederenvervoer is eind 2012 vastgesteld. Voor de binnenvaart is samen met de branche een lijst van ontbrekende voorzieningen opgesteld, die we vanaf 2014 samen met de vaarwegbeheerders willen gaan uitvoeren. De ontwikkelingen rond het Franse deel van de SeineSchelde verbinding, Canal Seine-Nord Europe, worden door ons nauwlettend gevolgd, vanwege de grote betekenis daarvan voor de binnenvaart in Zeeland. Op de directe spoorverbinding met Antwerpen vanuit Zeeland is nog geen succes te melden. Wel blijven wij samen met de Drechtsteden, de Provincie Noord-Brabant en met de regio West-Brabant daarvoor ijveren. Logistieke landbouwroutes Vanwege het grote economische belang van de landbouwsector en de impact op verkeersveiligheid van landbouwvoertuigen hebben we specifiek beleid voor logistieke landbouwroutes ingezet en uitge voerd. In 2012 werd de eerste landbouwweg langs de rondweg Tholen geopend. In 2013 is bij Hulst een stuk parallelweg aangelegd langs de N258. Projecten nabij Zierikzee (N59), Hulst ((N290) en Poortvliet (N286), Koudekerke (N288) en de Zandkreeksluis zijn in voorbereiding. 2.2.7. Leefbaarheid Uit de kerntakendiscussie in 2012 is voortgekomen dat de Provincie forse bezuinigingen doorvoert op het sociaal domein en de daar werkzame instellingen. In het overleg daarover met gemeenten bleek het niet vanzelfsprekend dat gemeenten al deze taken overnemen. De reductie van subsidie aan in stellingen leidt mede daardoor ook nog tot mogelijk aanmerkelijke frictiekosten. Voor de komende jaren zijn binnen het sociale domein de omvangrijke decentralisaties voor gemeen ten van groot belang. Rond die decentralisaties zien we allereerst toe op voldoende samenwerkings kracht tussen de gemeenten. Dat is de komende periode van cruciaal belang. Met betrekking tot de
10
Onderwerp:
Najaarsnota 2013 jeugdzorg zijn we ook zelf aan zet bij een zorgvuldig overdrachtsproces. Daarom participeren we in de Taskforce Jeugd en werken aan afspraken met en tussen gemeenten. Hoewel we ervan overtuigd zijn dat in Zeeland een aanvullende rol van de Provincie op het sociaal maatschappelijke terrein nodig is, is het scherp formuleren van deze aanvullende rol en het maken van keuzes een lastig traject gebleken, waardoor we inmiddels enkele debatten met Provinciale Sta ten hebben gevoerd. In nauw overleg met Provinciale Staten zetten we nu in op het adequaat verwoorden van een leef baarheidsbeleid, ook in relatie met de bevolkingsontwikkeling Jeugdzorg Tot 2015 blijven de Provincies verantwoordelijk voor het aanbod van jeugdzorg, dat nu vorm krijgt via Juvent en Bureau Jeugdzorg. De taakoverdracht wordt voorbereid via de TaskForce Jeugd, waaraan wij een transitiemanager hebben bijgedragen. Onze inzet richt zich op een zorgvuldige overdracht en het beschikbaar blijven van zorg voor de cliënten tijdens de transitie. Ziekenhuiszorg De ontwikkelingen in de ziekenhuiszorg vormen voor de Provincie een nadrukkelijk onderdeel van het leefbaarheidsbeleid. Een goed voorzieningenniveau is voor de leefbaarheid essentieel, maar gezien de voortdurende ontwikkelingen niet vanzelfsprekend. Het -met partijen- ontwikkelen van een visie op de ziekenhuiszorg hebben we in 2012 kunnen afronden. Ook hebben we de door Provinciale Staten gewenste conferentie kunnen organiseren. De implementatie ervan is aan zorgverzekeraars en veld partijen. Waar we als provincie een coördinerende rol kunnen invullen, blijven we dat ook de komende periode doen. Onderwijs en kenniseconomie. Onze visie en ambitie op het terrein van onderwijs krijgt met name inhoud door het faciliteren van de Onderwijsautoriteit Zeeland. Voor de verdere realisatie van een duurzaam en kwalitatief hoogwaardig beroepsonderwijs en hoger onderwijs in Zeeland moet nog veel werk verzet worden. De belangrijkste voorwaarde voor succes is daarbij het geloven in de eigen Zeeuwse kracht. Dat vraagt bestuurlijke moed om niet vrijblijvend samen te werken met anderen en het vraagt extra middelen vanuit OCW als eenmalige impuls voor duurzaam levensvatbaar beroeps- en hoger onderwijs in Zeeland. De onder wijsautoriteit wordt geprolongeerd tot en met 2014. Cultuur en sport Onze visie op het cultuurbeleid, die in het collegeprogramma al werd beschreven, is verder uitgewerkt en vastgelegd in de nota cultuurbeleid 2013-2015, die eind 2012 is vastgesteld. Daarmee is duidelijk heid gegeven over de subsidiëring van de grote festivals, en er is tevens geld beschikbaar gesteld voor de evenementen Sail de Ruyter en Zeeland 200 jaar. Met de Nazomercampagne gaven we in 2013 een eerste uitwerking aan de landelijke promotie van de grotere festivals in Zeeland, waarmee we de culturele kwaliteit van Zeeland ook nadrukkelijk in de markt gaan zetten. Ons beleid met betrekking tot de aanwijzing van kernsporten begint zichtbare resultaten af te werpen. Ook de komende jaren verwachten we weer een aantal topsportevenementen in Zeeland te realise ren. 2.2.8. Investeringsagenda Vanuit de kerntakendiscussie in 2012 hebben we ingezet op onze nieuwe rol van ontwikkelaar en investeerder. Een belangrijk begin hebben we hier direct mee gemaakt door financiële middelen te reserveren voor de uitvoering van het omgevingsplan (€ 5,4 miljoen per jaar tot 2018) en voor de ma rinierskazerne (0,5 mln. per jaar). Het financieel perspectief voor 2014 en 2015 is helaas onvoldoende florissant om te verwachten dat we in deze periode de investeringsagenda verder kunnen uitbouwen. Een belangrijk element daarbij vormt ook dat de gewijzigde rol op het sociale domein nog niet tot de volledige besparingen in 2014 en 2015 leidt. Voor de jaren vanaf 2018 laten ook de structurele meer jarenramingen weer een positiever beeld zien. Vanaf 2016 is het DELTA-dividend voor de nieuwe collegeperiode beschikbaar. Vanaf 2015 zetten we erop in om de provinciale rol van ontwikkelaar en investeerder beter zichtbaar te maken in de provinciale begroting. De systematiek van de huidige begroting, met 13 programma's,
11
Onderwerp:
Najaarsnota 2013 willen we dan aanpassen naar een systematiek die aansluit bij de Cebeon-systematiek. Zo wordt beter zichtbaar hoe de verdeelsystematiek van het provinciefonds zich verhoudt tot de provinciale uitgaven. Met de gemeenten benutten we die tijd om tot afspraken te komen over gezamenlijke prioriteiten, cri teria en cofinanciering voor een investeringsagenda. Het eerste overleg daarover met gemeenten heeft in september 2013 al plaatsgevonden. 2.2.9. Conclusie De uitvoering van ons programma ligt op schema. Verreweg het grootste deel van de voornemens is, al dan niet via de vaststelling van een beleidsnota, uitgevoerd of in uitvoering. De vaststelling van een omgevingsplan met een andere toonzetting en een brede economische agenda zijn daar belangrijke instrumenten in. Met die constatering kunnen we concluderen dat het college op koers ligt. De centrale focus van het college was en is economische groei en herstel, waardoor toekomstbesten dige ontwikkelingen op het gebied van duurzaamheid, milieu en onderwijs, zorg en huisvesting gefi nancierd kunnen worden. Met tevredenheid zien we dan ook dat de economie in Zeeland relatief goede prestaties levert. Zo heeft Zeeland ten opzichte van de rest van Nederland de laagste werkloosheid (5,7% in het tweede kwartaal van 2013) en het hoogste aandeel export (34%). De toegevoegde waarde bij Zeeland Se aports is de hoogste van alle havens in Nederland, terwijl de publieke investeringen relatief gezien het laagst zijn. Al met al denken wij dat we ook in de resterende periode de koers van ons collegeprogramma moeten continueren. In de huidige economische omstandigheden moeten we flexibel kunnen inspelen op ver anderende omstandigheden om kansen die zich voordoen zoveel mogelijk te benutten. Eerder dit jaar hebben we een strategische uitvoeringsagenda vastgesteld, waarmee we hebben laten zien in te spe len op veranderende omstandigheden. De komende periode zijn die omstandigheden in financiële zin minder gunstig dan voorheen en zodat we op onderdelen de ambities moeten bijstellen of moeten temporiseren. De keuzes die we daarin moeten maken, zullen we de komende periode verder uitwer ken.
2.3. Organisatie-ontwikkeling 2.3.1 Stand van zaken organisatie ontwikkeling Cultuur We werken aan een cultuur die gericht is op samenhang, samenwerken en op 'buiten' presteren. Vier thema's krijgen de komende tijd bijzondere aandacht: visie op de organisatie, zichtbaar voor Zeeland, resultaatgerichtheid en samenhang (via samenwerking). Die vier thema's zijn vertaald in twee sporen. Spoor 1 geeft invulling aan de gewenste rol. Dat houdt in: kansen zien, onderscheidend positioneren, krachten bundelen met de omgeving, toegankelijk zijn, de kwaliteit versterken en producten en plan nen concreet maken. Belangrijk is dat gewerkt wordt vanuit de vraag van het bestuur aan de organisa tie. Daaraan gaat nog vooraf de vraag van de Zeeuwse burger aan het bestuur. Spoor 2 realiseert randvoorwaarden. Centraal staat het creëren van een organisatie waar mensen werken die professioneel en flexibel zijn en ook verantwoordelijkheid, durf en daadkracht tonen. Waar ruimte gegeven wordt om te leren. Waar iedereen elkaar in een open cultuur aanspreekt op gedrag en vooral ook trots is op de goede dingen die we doen voor Zeeland en dat ook laten zien! Het plan van aanpak dat hiervoor is opgesteld wordt nu via discussiebijeenkomsten getoetst in de organisatie. In november ligt er een definitief plan van aanpak waarin voor tenminste de komende twee jaar aangegeven staat hoe en wat er op de twee sporen gaat gebeuren. Parallel aan dit proces werken we al aan een verdere invulling van de thema's via management- en afdelingsoverleggen.
12
Onderwerp:
Najaarsnota 2013
Formatie, bezetting, inhuur. Sinds het voorjaar hebben er diverse mutaties plaatsgevonden. De belangrijkste mutatie betreft de invulling van de 12 vacatures waarvan 6 trajecten zijn afgerond. Bijzonder in de bezetting is dat er enkele tijdelijke functiewijzigingen hebben plaatsgevonden: de tijdelijke invulling van hoofd Financiën en hoofd P&R, de combinatie van de werkvelden Services en Uitvoering bij één manager, en het on derbrengen van de aansturing van Ontwikkeling bij de werkveldmanager Beleid. Een knelpunt zit nog in de benodigde capaciteit bij de afdeling Financiën. Daar wordt versterking georganiseerd in de vorm van 2 tijdelijke functies, een unithoofd financiën en een senior adviseur. Stand van zaken/analyse externe inhuur Het rijk hanteert een norm voor externe inhuur van max. 10% van de loonsom. Op dit moment zitten wij op 9,3% van de loonsom. Het percentage van de loonsom is toegenomen ten opzichte van eerdere jaren. Dit is te verklaren doordat de totale loonsom van onze organisatie (excl. NAR) na de reorganisa tie een stuk lager is dan in voorgaande jaren. Het absolute bedrag aan externe inhuur is dit jaar lager dan voorgaande jaren. Het grootste bedrag aan externe inhuur bestaat uit uitzendkrachten (€ 2,3 mln). Voor 73% (€ 1,7 mln) gaat het om het op vangen van ontbrekende capaciteit binnen de vastgestelde formatie (dus geen capaciteitsuitbreiding), die wordt gedekt uit de vacaturegelden. De resterende 27% (€ 0,6 mln) bestaat voornamelijk uit inhuur voor de zomerpiek in brug- en sluisbediening, waarvan de vaste capaciteit bewust is afgestemd op de wintermaanden. Verder valt ook de inhuur voor de projectorganisatie van de N62 (€ 0,2 mln) hier onder. Een eenmalig project van een dusdanige omvang dat de interne capaciteit hier niet toereikend voor is. Dat zou ook niet efficiënt zijn. Uitbestedingen en opdrachten worden niet meegenomen in de Rijksnorm. Deze zijn toegenomen ten opzichte van eerdere jaren. Er wordt dus meer in de markt gezet. Na een tijd waarin de energie toch meer naar binnen was gekeerd in verband met de reorganisatie wordt momenteel volop werk in de markt gezet om de doelen te bereiken (o.a. Bestek en Explosievenonderzoek Waterdunen; grondaan koop, bodemonderzoek , aanleg kunstwerken N62 en de bijdrage aan de RUD). 2.3.2. ICT Informatievoorziening en automatisering Bij de uitvoering van Provinciale taken wordt steeds meer gebruik gemaakt van informatie die ook digi taal ter beschikking wordt gesteld aan bedrijven, burgers, bestuurders en de interne organisatie. In dit kader wordt op het gebied van I&A gewerkt aan diverse beheertaken. De zaken die momenteel in uitvoering zijn of in 2013 zijn afgerond, zijn onder andere het zaakgericht werken/zaaksysteem, de implementatie basisregistraties, E-dienstverlening/digitale overheid 2017, ICT en het nieuwe werken (o.a. papierloos vergaderen; nieuw besluitvormingsproces; aanleg wifi en beheer en verbetering van de technische infrastructuur). Een logische ontwikkeling van de toenemende vraag naar digitale informatieproducten is dat de ICTkosten toenemen. Dit is vorig jaar aanleiding geweest voor een structurele prioriteit, maar deze heeft alleen het bestaande tekort opgeheven en niet het voorziene toekomstige tekort. Een aandachtspunt daarbij is de bezuiniging op I&A gebied vanwege het vertrek van de RUD-medewerkers. Hierbij is uitgegaan van een afname van ICT-kosten die evenredig is met het vertrekkend aantal medewerkers. Toename van digitaal werken en het nieuwe werken vergt hogere investeringen in hardware en speci fieke software. Hier staan efficiencyvoordelen tegenover. In het najaar wordt een belangrijke aanzet gedaan voor een beleidsplan ICT en een bedrijfsinformatieplan. Op basis hiervan zal naar verwach ting een optimalisatie plaatsvinden van de ICT-infrastructuur en een verhoging van de kosteneffecti viteit. Stand van zaken zaakgericht werken De uitrol van het nieuwe digitale werken verloopt in stappen en start in het laatste kwartaal van 2013. De eerste pilots met eindgebruikers zijn gestart. Voor de inbeheername is in 2013 een review uitge voerd met als doel te bepalen of het systeem, alsook het beheer rondom het systeem, voldoende zijn ontwikkeld en ingeregeld voor een probleemloze overgang naar de beheerfase. De conclusie is dat er een goede basis staat, maar dat een aantal zaken moet worden afgerond voordat het systeem en de
13
Onderwerp:
Najaarsnota 2013 e
organisatie klaar is voor de beheerfase. Naar verwachting start de beheerfase in het 1 kwartaal van 2014. 2.3.3. Voortgang RUD Na vaststelling van het desbetreffend Statenvoorstel is de Provincie Zeeland is vanaf de oprichting per 28 juni 2013 deelnemer in en opdrachtgever van RUD Zeeland. De start van RUD Zeeland betekent ook dat we formeel afscheid nemen van ruim 60 medewerkers. Ter voorbereiding hierop is de formele ontslagprocedure in gang gezet. Het ontslag wordt geëffectu eerd op het moment dat de aanstelling bij RUD Zeeland intreedt. RUD Zeeland heeft daartoe een plaatsingsprocedure gestart. Het is aan de plaatsingscommissie om tot een zorgvuldige plaatsing te komen, uitgangspunt hierbij is dat alle medewerkers die zijn aangemeld ook geplaatst gaan worden. Overigens kan dit ook betekenen dat er naar oordeel van de plaatsingscommissie geen passende of geschikte functie bestaat. Deze mensen vallen conform het sociaal statuut Zeeland onder verantwoor delijkheid van de Provincie. De gemeente Terneuzen is verantwoordelijk voor de ondersteunende taken van de RUD. In dit kader heeft de gemeente Terneuzen 8 fte formatieruimte exclusief voor de Provincie opengesteld. De mate waarin in de ondersteunende taken verdere formatiereductie bij de Provincie moet plaatsvinden is nog niet bekend. Met de start van RUD Zeeland dienen naast de personeelskosten ook het verlofrestant en het vakan tiegeld betaald te worden voor de mensen die overgaan naar RUD Zeeland. (zie hoofdstuk 3) Er zal na het van start gaan van RUD Zeeland een beperkt aantal juridische taken achterblijven bij de Provincie. 1 Sinds de inwerkingtreding van de BRZO RUD is de Provincie formeel al opdrachtgever voor de BRZO RUD en straks na het van start gaan van RUD Zeeland wordt de Provincie ook opdrachtgever voor RUD Zeeland. Onderdeel van de provinciale opdracht zal het maken van prestatieafspraken zijn waaraan financiële consequenties verbonden zijn. De begroting van de RUD zal waarschijnlijk op 12 december in het Algemeen Bestuur worden vastgesteld. Wij verwachten dat de bijdrage van de Provincie overeenkomt met hetgeen in het bedrijfsplan is opgenomen. Op 1 januari 2014 gaat de bevoegdheid voor de zogenaamde VVGB bedrijven over van de Provincie naar de gemeenten. Ook de hieraan gekoppelde middelen gaan over van de Provincie naar de ge meenten. Het uit te nemen bedrag wordt waarschijnlijk pas in de decembercirculaire van het Ministerie van BZK gepubliceerd. Op dit moment lopen nog onderzoeken naar de hoogte van het uit te nemen bedrag. Op het terrein van informatievoorziening en automatisering blijven enkele taken bij de Provincie. Het gaat hier om archief-taken als bevoegd gezag, de uitwisseling van informatie via ICT-systemen. De Provincie werkt op dit moment samen met de Veiligheidsregio en Rijkswaterstaat op het gebied van GIS. Gekeken wordt of het mogelijk is om ook met de gemeente Terneuzen voor zowel RUD Zeeland als de gemeente Terneuzen hierover een samenwerking aan te gaan.
1
De BRZO RUD is een samenwerkingsovereenkomst met de DCMR over de uitvoering van de vergunningverlening, toezicht en handhavende taken bij alle BRZO en RIE 4 bedrijven waarvoor de Provincie bevoegd gezag is. 14
Onderwerp:
Najaarsnota 2013
3.
Het budgettaire beeld
3.1. Inleiding en algemeen beeld Met de uitvoering van het collegeprogramma en de eerder dit jaar vastgestelde bestuurlijke prioriteiten liggen we goed op schema met het realiseren van onze ambities. Zoals we dit voorjaar al hebben aangekondigd, hebben we in financieel opzicht gedurende een aantal jaren echter te maken met min der florissante omstandigheden en onzekerheden. Voor de eerstkomende jaren zijn er voldoende incidentele middelen, maar er is een tekort aan structurele middelen. Dit heeft onder meer te maken met het DELTA-dividend. Door het rijk wordt namelijk rekening gehouden met een genormeerde divi dend-uitkering van € 10 miljoen, verhoogd met € 5,8 miljoen inkomsten uit overige eigen middelen (OEM). Op de structurele inkomsten wordt dus € 15,8 miljoen gekort, terwijl we de dividend-inkomsten incidenteel ramen. In de volgende tabel geven wij het vertrekpunt voor deze najaarsnota van het meerjarenperspectief en de algemene reserve weer.
Het geactualiseerd meerjarenperspectief sluit voor de jaren 2014-2017 met een tekort, tenzij het be leid wordt bijgesteld. Dit is allereerst een gevolg van afnemende inkomsten van het Rijk. Bovendien is op 20 september 2013 een halfjaarbericht van DELTA verschenen, op basis waarvan voorzichtigheid met betrekking tot de dividendverwachtingen voor de komende jaren op zijn plaats is. In de paragrafen hierna gaan wij eerst in op de uitgangspunten van financieel beleid. Vervolgens gaan wij nader in op de externe en interne ontwikkelingen, met daarbij de financiële effecten op het budget taire beeld en de algemene reserve en lichten wij de door ons gemaakte keuzes toe. 3.2. Uitgangspunten We hanteren een terughoudend begrotingsbeleid en brengen de inkomsten en uitgaven met elkaar in structureel evenwicht. Dat impliceert dat we onder meer de volgende uitgangspunten hanteren: Omvang algemene reserve handhaven op tenminste € 25 miljoen In de voorjaarsnota 2013 hebben we aangegeven dat we het provinciaal benodigde weerstandver mogen opnieuw wilden bezien. De afgelopen maanden heeft dan ook een herberekening van het
benodigde weerstandsvermogen plaatsgevonden.
Het benodigde weerstandsvermogen is mede afhankelijk van de uitgangspunten die bij de berekening
ervan worden gehanteerd. Voor Zeeland komt het benodigde weerstandsvermogen uit op € 22 miljoen
indien de eerder vastgelegde uitgangspunten c.q. onzekerheidsmarges worden toegepast (99%
zekerheid). Deze berekening sluit vrij nauw aan op de in het collegeprogramma opgenomen reserve
van € 25 miljoen, maar de benadering is dynamischer van karakter.
Veel andere Provincies en gemeenten gaan uit van wat grotere onzekerheidsmarges, (te weten 95%).
Indien de gangbare onzekerheidsmarges worden gehanteerd, dan zakt het voor Zeeland berekende
benodigde weerstandsvermogen tot minimaal € 9 miljoen.
Met het definitieve faillissement van Thermphos is de kans aanwezig dat de Provincie nog met claims
zal worden geconfronteerd. Binnen het weerstandsvermogen is hiermee niet afzonderlijk rekening
gehouden, omdat we nog geen omvang kunnen toekennen aan een eventueel risico.
Ook is nog sprake van een aantal niet-gereserveerde prioriteiten (zie paragraaf 3.5).
15
Onderwerp:
Najaarsnota 2013 Onze keus is vooralsnog om te blijven streven naar een algemene reserve van tenminste € 25 miljoen. Daarmee houden we onze eerdere uitgangspunten overeind. In bijlage 4 is de geactualiseerde para graaf 'Weerstandsvermogen en risicobeheersing' opgenomen. Ramen wanneer kosten goed in beeld zijn Kansen die zich voordoen ramen we in zodra we de realisatie ervan daadwerkelijk kunnen inplannen en verplichten. Dat voorkomt dat projecten die nog in een verkennende fase zijn, al financieel worden gereserveerd. In de voorjaarsnota van 2013 hebben we met deze benadering al een begin gemaakt. Die lijn willen we doorzetten. In deze najaarsnota benoemen we de projecten die mogelijk op enig moment wél geraamd moeten worden. Daarmee geven we ook aan Provinciale Staten gelegenheid tot controle. Behoedzaamheid met nieuwe verplichtingen Nieuwe projecten en prioriteiten leiden in beginsel niet tot aanvullende ramingen, maar voeren we uit binnen het desbetreffende programma. Vrijvallende middelen ten goede aan algemene reserve Middelen (incidenteel, structureel of ten behoeve van de collegeperiode) die binnen een beleidspro gramma niet tijdig tot besteding komen, worden ingezet om de algemene reserve verder te versterken. Cofinanciering Europese Fondsen Om beleidsdoelstellingen te kunnen behalen maken we soms gebruik van Europese Fondsen. Voor de cofinanciering van die fondsen putten we uit de reguliere budgetten binnen de begroting. Ook de DELTA-dividendmiddelen zijn daarvoor in principe beschikbaar. Voor de periode 2014-2020 is dat concreet ook aan de orde voor het programma OP Zuid. Voor de Provincie Zeeland gaat het in deze periode naar verwachting over circa € 11 miljoen. Daarnaast speelt ook nog het nieuwe POP-3 programma.
3.3. Ontwikkelingen na de voorjaarsnota 2013 3.3.1 Circulaires provinciefonds In de voorjaarsnota was de meicirculaire nog niet opgenomen. In deze paragraaf geven wij u de bud gettaire effecten weer van zowel de mei- als de septembercirculaire.
Toelichting mutaties en genomen maatregelen: a. Belangrijkste mutaties meicirculaire met effect op het Zeeuwse meerjarenperspectief -
-
De vaststelling van het definitieve accres 2012, de bijstelling van het voorlopige accres 2013 en aanpassing van de maatstaf van fysieke gegevens levert een incidentele negatieve bijstelling in 2013 op van € 1.440.000. De bijstellingen van de accressen van de overige jaren en mutaties in fysieke gegevens kunnen binnen de gereserveerde ruimte van de meerjarenbegroting worden op gevangen. Vanaf 2014 vindt er een structurele uitname plaats in verband met de centralisatie van de regiona le omroepen van € 7.257.000. De structurele uitname in verband met het onderhandelakkoord Financiën (onderdeel BCF) blijkt nadeliger dan bij de voorjaarsnota ingeschat, € 446.000 in 2014 en vanaf 2015 € 1.002.000.
16
Onderwerp:
Najaarsnota 2013 -
b.
c.
d.
e. -
- - -
Vanaf 2015 vindt er een structurele uitname plaats van € 518.000 in verband met het voornemen om het aantal politieke ambtsdragers te verminderen. Vanaf 2015 vindt er een structurele uitname plaats van € 230.000 in verband met het voornemen om het aantal Provincies te verminderen. Dit bedrag loopt in de volgende jaren met € 230.000 per jaar op. Vanaf 2016 vindt er een structurele uitname plaats van € 2.000.000 in verband met de decentrali satie van de jeugdzorg taak naar gemeenten. Subsidie Omroep Zeeland Met de centralisatie van de bekostiging van regionale omroepen wordt de subsidierelatie met Omroep Zeeland met ingang van 2014 beëindigd. Taakstelling formatie jeugdzorg Voor de met de decentralisatie van de jeugdzorgtaak samenhangende korting nemen wij een taakstellende bezuiniging op voor daarmee samenhangende formatie van 3,9 fte. Taakstelling in verband met vermindering politieke ambtsdragers De uitname uit het provinciefonds willen wij met een taakstelling binnen de meerjarenbegroting opvangen. In het eerste jaar 2015 voorzien wij echter dat gezien de bestuurswisseling hier de helft van de korting kan worden geeffectueerd. Belangrijkste mutaties septembercirculaire met effect op het Zeeuwse meerjarenperspectief De bijstelling van het voorlopige accres 2013 levert een incidentele afname in 2013 op van € 85.000. De negatieve bijstellingen van de accressen van de overige jaren (€ 1,255 miljoen in 2014 oplopend naar € 1,861 miljoen in 2017) kunnen binnen de gereserveerde ruimte van de meerjarenbegroting worden opgevangen. Verdere negatieve bijstellingen in de toekomst zullen wel direct effect hebben op het meerjarenperspectief. Voor agrarisch natuurbeheer is in 2013 incidenteel een toename van € 22.000 geraamd. De bijdrage van Zeeland aan de troonswisseling is in 2013 incidenteel € 9.000. In verband met de taak voor interbestuurlijk toezicht is vanaf 2013 een structurele toename van € 104.000. De uitname in verband met definitieve centralisatievoorstel van de regionale omroepen is met € 68.000 vergroot vanaf 2014. Door aanpassing van de fysieke gegevens vindt er een positieve bijstelling plaats voor de jaren 2013-2017 van respectievelijk € 83.000, € 79.000, € 31.000, € 15.000 en € 18.000.
De bijstelling van de accrespercentages sinds de meicirculaire wordt in de volgende tabel weerge geven. Accres percentage september circulaire 2013 Accres percentage mei circulaire 2013 Mutatie accres percentage
2013 -0,93%
2014 4,24%
2015 -0,94%
2016 0,31%
2017 0,79%
-0,82% -0,11%
5,95% -1,71%
0,09% -1,03%
0,87% -0,56%
0,87% -0,08%
Na verwerking van de laatste twee circulaires laat de uitkering uit landelijke beeld en specifiek voor Zeeland zien: (€ * mln.) 2012 2013 2014 Landelijke provinciefondsuitkering 1.686 1.537 1.067 Decentralisatie natuur 205 Aandeel Provincie Zeeland (ex natuur) 80,72 81,58 75,52
het provinciefonds het volgende
2015 814 205 61,40
2016 699 405 57,49
2017 712 405 57,77
3.3.2 Technische aanpassingen De bestaande en benodigde voorzieningen zijn geactualiseerd en in kaart gebracht op basis van de geldende verslaggevingsvoorschriften en nieuwe wet- en regelgeving. Dit levert het volgende effect op voor het budgettaire beeld.
17
Onderwerp:
Najaarsnota 2013
Toelichting mutaties en genomen maatregelen: a. Voorziening wachtgeld PSD De actualisatie van deze voorziening levert een meerjarig voordeel op als gevolg van een lagere stijging van lonen en sociale lasten en hogere inkomsten van oud medewerkers. b. Pensioenvoorziening Algemene Pensioenwet Politieke Ambtsdragers (APPA Politieke ambtsdragers in functie bouwen pensioenaanspraken op. Deze pensioenaanspraken komen ten laste van de overheidsorganisatie, waar zij het ambt vervullen. In tegenstelling tot deelnemers aan het ABP vindt voor de APPA geen premieafdracht plaats van de Provincie aan een pensioenfonds. De APPA aanspraken worden bij de Provincie Zeeland gedekt uit de begro ting. Dat wil zeggen dat het pensioen ten laste komt van de provinciale begroting op het moment dat dit pensioen moet worden uitbetaald aan betrokkene. In de circulaire van 16 januari 2012 heeft de Minister van BZK al gewezen op het belang dat de Provincie toereikende voorzieningen heeft getroffen voor pensioenen van APPA-gerechtigden. In deze circulaire doet de Minister aan Provincies, die geen of een ontoereikende voorziening heb ben, een dringende oproep om alsnog een passende en toerekende voorziening te treffen. Uit een inventarisatie van het IPO blijkt dat de Provincie Zeeland als enige provincie geen voorzie ning heeft voor de pensioenen van haar politieke ambtsdragers. Uit berekeningen blijkt dat met instelling van een passende en toereikende voorziening een be drag is gemoeid van € 1,0 miljoen voor de actieve ambtsdragers en een bedrag van € 4 miljoen voor gepensioneerde ambtsdragers. Inmiddels wordt uit een definitief-kabinetsstandpunt duidelijk dat de fondsfinanciering van politieke pensioenen en onderbrenging daarvan bij het ABP plaats zal vinden per 1 januari 2016. Tevens houdt het kabinetsstandpunt in dat reeds ingegane pensi oenen niet bij het ABP worden ondergebracht (zodat daarvoor geen affinanciering plaatsvindt). In verband hiermee dient er rekening mee gehouden te worden dat per 1 januari 2016 een bedrag van maximaal ongeveer € 1,0 miljoen moet worden overgedragen aan het ABP. Dit bedrag kan, afhankelijk van de uitkomsten van de Statenverkiezingen in 2015, overigens wellicht nog lager zijn. Ten aanzien van de pensioenwaarde die op 1 januari 2016 aan het ABP overgedragen dient te worden moet, op grond van de verslaggevingsvoorschriften een voorziening getroffen worden in de jaarrekening van het jaar waarin het ultieme besluit is genomen. Gezien de status van het stuk (kabinetsbesluit) mag verwacht worden dat dit nog in 2013 zal zijn. In 2013 bedraagt deze voorziening dan € 700.000 en vanaf 2014 zal jaarlijks € 150.000 worden toegevoegd. c. Voorziening NAR De actualisatie van deze voorziening levert incidenteel in 2013 een voordeel op. d. Vakantiegeldverplichting Wanneer op 31 december a.s. de RUD-medewerkers uit provinciale dienst gaan moet het restant van hun sinds juni 2013 opgebouwde vakantie-uitkering en de geldwaarde van hun restant vakantie-uren worden uitbetaald. Hiermee zijn in 2013 nog bedragen gemoeid van respectievelijk € 114.000 en € 186.000. Met deze last is in de begroting 2013, ook na wijziging, nog geen reke ning gehouden. Het IPO en de bonden hebben op 24 juni 2013 op hoofdlijnen een onderhandelaarsakkoord gesloten. Dit akkoord moet aan de achterban worden voorgelegd en ook nog nader worden uit gewerkt. Uiteindelijk wordt het door het college vastgesteld. Dat is of eind 2013 en het kan zelfs 2014 worden. In het onderdeel Overgangsvoorziening staat het volgende: 'Vanaf de datum van invoering van het individueel keuzebudget (IKB) (streefdatum 1 januari 2015) zal de opbouw van de vakantie-uitkering niet meer van juni t/m mei lopen, maar van januari t/m december. Dat betekent dat over het voorafgaande kalenderjaar (2014) de van juni t/m de cember opgebouwde vakantie-uitkering in december zal worden uitbetaald. Provincies zullen daarvoor in 2014 extra budget moeten reserveren.'
18
Onderwerp:
Najaarsnota 2013 Dit betekent dat de Provincie Zeeland in 2014 ongeveer € 1,0 miljoen (7/12 deel) moet uitbetalen. Hierbij is rekening gehouden met het vertrek van de RUD-medewerkers. 3.3.3 Budgetbewaking Na de voorjaarsnota heeft er een intensieve ronde budgetbewaking plaatsgevonden. De resultaten hiervan hebben vooral een incidenteel voordelig karakter.
Toelichting mutaties en genomen maatregelen: a. Budgetbewaking Belangrijkste vrijval in 2013 bestaat uit restant budget vorming RUD € 1,5 miljoen, vrijval vacatu reruimte € 1,3 miljoen, voordelige verschillen ramingen onderhoud infrastructuur € 0,88 miljoen en verschil afwikkeling verplichtingen voorgaande dienstjaren € 0,75 miljoen. In 2014 is door te verwachten extra juridische kosten voor de afwikkeling van Thermphos aanvul lend € 150.000 benodigd, waardoor het voordelige verschil op de budgetbewaking teniet is ge daan. b. PIW In het kader van het Omgevingsplan is een fonds beschikbaar gesteld van € 3,5 miljoen per jaar. De naam van het fonds is Provinciale Impuls Wonen (PIW). PIW is een subsidiemogelijkheid van de Provincie Zeeland om oplossingen te vinden en te ondersteunen in de moeilijke relatie tussen woningbehoefte en demografische krimp. De regeling loopt tot 2019, zodat er in totaal € 21 mil joen beschikbaar is gesteld. Tot 18 oktober 2013 kunnen aanvragen voor de eerste tranche inge diend worden. Wij stellen voor om het verwachte restantbedrag ad € 2.028.200 van 2013 be schikbaar te houden en dit bedrag in 2019 weer toe te voegen ten laste van de algemene reser ve. c. en d. overheveling Posten die wij niet gehonoreerd hebben om over te hevelen naar 2014 en verder. Ze vallen dan ook vrij in het budgettaire beeld 2013. 3.3.4 Beleidsmatige afwegingen Het algemene financiële beeld staat sinds de voorjaarsnota nog verder onder druk, alhoewel er via de budgetbewaking incidenteel in 2013 middelen beschikbaar komen. De volgende prioriteiten vragen nu om een keuze, waarbij wij de afweging hebben gemaakt dat deze geen uitstel kunnen hebben.
Toelichting mutaties en genomen maatregelen: a. Openbaar Vervoer Het in januari 2013 door uw Staten vastgestelde ambitieniveau vergt extra financiële ruimte met ingang van de nieuwe concessieperiode. Omdat de aanbesteding in 2014 plaats zal vinden, stel len wij voor om het bedrag nu in het budgettaire beeld te verwerken. b. Aankoop gronden Rijk 19
Onderwerp:
Najaarsnota 2013
c.
d.
e.
f.
g.
Onderdeel van het decentralisatieakkoord natuur is dat provincies de herijkte EHS realiseren. Gronden die het Rijk hiervoor in het bezit heeft, wil het verkopen aan de provincies. Voor de Pro vincie Zeeland gaat het hierbij om 650 ha. Voor deze aankoop zal aan u een separaat voorstel worden voorgelegd. In de voorjaarsnota was aangegeven dat de hiermee gemoeide rentekosten circa € 700.000 per jaar zouden bedragen en dat hiervoor dekking binnen de bestaande budget ten voor natuurbeleid gezocht zou worden. Met de aankondiging van het Rijk dat ook de decen tralisatie uitkering natuur gefaseerd doorgaat kan hieraan worden voldaan (zie ook paragrafen 3.2.1 en 3.5.2), zodat geen extra beslag op het meerjarenperspectief nodig is. Marinierskazerne Aan u is separaat een voorstel voorgelegd over de wijze van verwerking van het benodigde bud get voor de marinierskazerne. Hierdoor ontstaat de eerste jaren 15 jaar een voordeel. Voor de resterende afschrijvingsperiode is eenzelfde bedrag nodig. Over de hele looptijd gaat het om een budgettair neutraal voorstel. Getijdecentrale Brouwersdam In het overleg tussen minister Schultz met de Stuurgroep Zuidwestelijke Delta van 5 juni 2013 is overeengekomen dat de Minister samen met de regio de Call for Expression of Interest voor de Getijdencentrale Brouwersdam wil financieren. De Minister stelt hiervoor, evenals de regio, een bedrag van € 700.000 beschikbaar. Het aandeel van Provincie Zeeland van de regiobijdrage is € 200.000. Het aandeel van de overige partijen is: Provincie Zuid Holland € 300.000 en de ge meenten Goeree Overflakkee en Schouwen Duiveland ieder € 100.000. De colleges van de Pro vincie Zuid Holland en de beide gemeenten hebben dit geld vrijgemaakt op hun begroting. Roode Vaart Aan u is separaat een voorstel voorgelegd voor een bijdrage aan het project Roode Vaart. Dit betreft een incidentele bijdrage in 2017 die ten laste van het meerjarenperspectief wordt gebracht. Paragraaf demografische ontwikkelingen In de bijlage bij deze najaarsnota is de paragraaf demografische ontwikkelingen gevoegd. Hierin is inzichtelijk gemaakt welke middelen wij ten minste besteden op dit thema. Aanvullend op de bestaande middelen binnen de huidige meerjarenbegroting wordt € 300.000 per jaar gevraagd voor de periode 2014-2018, voor de duur van dit programma. Maatwerk gesubsidieerde instellingen Bij de behandeling van het Statenvoorstel kerntakendiscussie op 21 december 2012 hebben we, overeenkomstig uw verzoek, toegezegd daar waar nodig maatwerk te zullen leveren bij de verlaging van subsidies aan de gesubsidieerde instellingen. Door vijf instellingen is aangegeven dat er hierop een beroep gedaan zal worden. Voor SportZeeland en het CZW-bureau ramen we in 2013 de frictiekosten op € 162.286 respec tievelijk € 100.834. Voor het Klaverblad zijn nog geen kosten opgenomen, omdat de bezuiniging pas ingaat vanaf 2015 en hiervoor nog geen opgave is ontvangen. Door Scoop en de Zeeuwse Bibliotheek zijn plannen ingediend die tot omvangrijke frictiekosten leiden en die geheel of grotendeels voor rekening van de Provincie zouden komen. We willen wel rekening houden met noodzakelijke kosten van inkrimping van de instellingen, maar we zijn kri tisch over de huidige voorstellen. We willen de plannen van de instellingen ook zorgvuldiger kunnen afwegen. Daarvoor hebben we nog enige tijd nodig. Dat geldt ook voor het bespreken van eventuele alternatieve voorstellen van de instellingen. Ons definitieve standpunt zal via een afzonderlijk voorstel aan uw Staten worden voorgelegd. Omdat daarmee de ingangsdatum van 1 januari 2014 niet meer realistisch is, houden we er re kening mee dat ook de bezuiniging die voor 2014 was voorzien, niet wordt gehaald. We stellen daarom voor het aanvankelijke bezuinigingsbedrag van 2014 van € 1 mln voor Scoop/ZB voor lopig bij te ramen. Met de samenwerking en fusie tussen Scoop en ZB werd beoogd een krachtig en innovatief kennis- en informatiecentrum te realiseren. Dat vormde ook de aanleiding voor de matiging van het aanvankelijke bezuinigingsbedrag van 3,2 naar 2 mln euro. Onze inzet blijft ook de komende tijd erop gericht die plannen doorgang te laten vinden. We willen dan ook op korte termijn de besluitvorming over dit dossier afronden en zo weinig mo gelijk vertraging in de samenwerkingsplannen laten ontstaan.
3.3.5 Ontwikkelingen DELTA dividend In de huidige provinciale meerjarenraming is voor het DELTA dividend een bedrag geraamd van € 20 miljoen voor de boekjaren 2014-2017. Begin november 2013 zal het Statenvoorstel Aandeelhou 20
Onderwerp:
Najaarsnota 2013 dersstrategie DELTA NV aan uw Staten ter besluitvorming worden voorgelegd waarin een aanpassing in het dividendbeleid wordt voorgesteld. Tot op heden hanteerden de DELTA aandeelhouders het principe dat jaarlijks een vast bedrag aan dividend zou worden uitgekeerd. Wij achten het wenselijk iets meer nuancering in dit beleid aan te brengen. Enerzijds dient het dividend een hoge mate van voorspelbaarheid te kennen, anderzijds is het wenselijk rekening te houden met marktomstandigheden en de financiële positie van DELTA. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen enerzijds het gereguleerde deel van DELTA (het netwerk bedrijf en Evides) en aan de andere kant de commerciële activiteiten van DELTA. In het Statenvoor stel Aandeelhoudersstrategie Delta NV, dat op 1 november in PS zal worden behandeld, is een uit werking daarvan opgenomen. Ten aanzien van het Netwerkbedrijf en Evides verwachten wij dat de door DELTA ontvangen dividen den volledig worden uitgekeerd aan de DELTA aandeelhouders. Op die wijze wordt kruissubsidiëring van commerciële activiteiten voorkomen en hebben de aandeelhouders in principe altijd zicht op een stabiele dividendstroom. Voor deze activiteiten wordt derhalve geen vaste rendementsdoelstelling gehanteerd, omdat het (gereguleerde) rendement per reguleringsperiode kan verschillen. Verwacht wordt dat het te ontvangen dividend ten aanzien van het Netwerkbedrijf en Evides voor de boekjaren 2014-2017 € 15 miljoen per jaar zal bedragen. De komende jaren zal het dividend van het Netwerkbedrijf en Evides onder druk komen te staan. Hierbij spelen met name twee belangrijke ontwikkelingen een rol: de mogelijke invoering van de vennootschapsplicht voor overheidsbedrijven per 1 januari 2016 zal negatieve gevolgen hebben voor Evides; vanuit het Rijk komt er meer druk te staan op de maximale winsten die waterbedrijven en net werkbedrijven mogen maken. Dit zal gevolgen hebben voor zowel Evides als het netwerkbedrijf. Ten aanzien van de commerciële activiteiten streeft de Provincie naar een rendement van 10% op de boekwaarde van het eigen vermogen van die activiteiten zoals vastgelegd in de jaarrekening van DELTA. Dit rendement zou op basis van historisch gegevens gemiddeld haalbaar moeten zijn en biedt een concrete doelstelling voor de directie. De dividend uitkeringsratio (pay-out ratio) zou op 50% van het totale rendement op deze onderdelen moeten liggen. Jaarlijks willen wij als aandeelhouder met DELTA beoordelen in hoeverre de financiële positie (inclu sief financierings- en investeringsplan) van een DELTA dividenduitkering uit de commerciële activitei ten toestaat, met het oog op de continuïteit van de onderneming. Bekend is dat DELTA, net als de andere energiebedrijven, te maken heeft met negatieve vooruitzich ten van de energiemarkt in Noordwest-Europa. Rekening houdende met de onlangs door DELTA be kend gemaakte halfjaarcijfers 2013 en gezien de onzekerheden in de marktontwikkelingen is een be trouwbare raming van het dividend op de commerciële activiteiten op dit moment moeilijk te maken. Voorzichtigheidshalve wordt het verwachte DELTA dividend voor de boekjaren 2014-2017 voor de commerciële activiteiten daarom door ons per saldo op nihil geraamd. Mogelijk pakt het resultaat op de commerciële activiteiten in 2013 nog negatiever uit, nu de kerncentrale als gevolg van technische (koelings)problemen niet draait. Een en ander is ook afhankelijk van het tijdschema van deze storing. Per saldo betekent dit dat in de provinciale meerjarenraming een aframing van het totale DELTA divi dend met € 5 miljoen zal plaatsvinden. Voor de boekjaren 2014-2017 wordt een bedrag geraamd van € 15 miljoen per jaar, waarbij dient te worden beseft dat afhankelijk van de ontwikkelingen, dit bedrag bij de realisatie significant hoger of lager kan worden. Het DELTA-dividend is direct gerelateerd aan de uitvoering van het collegeprogramma. De bedragen die we in het begin van de collegeperiode hebben ingezet voor de realisatie van het collegeprogram ma willen we als gevolg van deze bijgestelde raming voor 2014 en 2015 in beginsel ook met 25% verlagen. Wij stellen voor om de korting van het DELTA dividend binnen de bestaande budgetten in 2014 en 2015 te dekken. Voor de jaren 2016/2017 zullen wij het geraamde dividend ook met € 5 miljoen per jaar naar beneden bijstellen en tevens de reservering voor het nieuwe collegeperiode met eenzelfde bedrag verlagen. In de volgende tabel is de vertaling opgenomen met de impact per programma. Vooralsnog gaat deze verdeling uit van een in verhouding gelijke korting van alle budgetten. De nadere invulling, waarbij 21
Onderwerp:
Najaarsnota 2013 een meer afgewogen keuze op de korting van alle budgetten zal zijn verwerkt zal uiterlijk begin 2014 in een begrotingswijziging aan u worden voorgelegd. Het bedrag van € 5 miljoen beschouwen we als taakstellend.
3.4 Ontwikkeling meerjarenperspectief en ontwikkeling reserve De vertaling van de ontwikkelingen uit paragraaf 3.3 leidt tot de volgende ontwikkeling van het meerja renperspectief en ontwikkeling van de algemene reserve.
22
Onderwerp:
Najaarsnota 2013
Toelichting mutaties en genomen maatregelen: Om het meerjarenperspectief te verbeteren nemen we als voorschot op de ronden budgetbewaking voor 2014 en 2015 incidenteel een voordelig verschil als taakstelling op van € 3 respectievelijk € 1 miljoen. In de voorjaarsnota 2014 maken we de invulling hiervan concreet. Als alternatieve mogelijkheid ter dekking van voorliggende beleidsmatige afwegingen en de korting op het DELTA dividend kan het tarief van de provinciale opcenten motorrijtuigenbelasting worden aange past. Een dergelijke aanpassing (in de vorm van een verhoging of jaarlijkse indexering) heeft een po sitief structureel karakter op het meerjarenperspectief. Bij aanvang van de huidige statenperiode is het tarief éénmalig met 9 opcenten verhoogd. Uitgangspunt in het collegeprogramma is geen verdere verhoging. Wij zetten daarom in op handhaving van dit uitgangspunt. Met de incidentele toevoegingen en onttrekkingen aan de algemene reserve is de meerjarenbegroting sluitend. Vanaf 2018 is er ruimte in het meerjarenperspectief, ook na verwerking van bovengenoemde onderwerpen met een meerjarig/structureel karakter buiten het perspectief 2013-2017.
23
Onderwerp:
Najaarsnota 2013
In het collegeprogramma is afgesproken om de algemene reserve op een niveau van € 25 miljoen te houden. In paragraaf 3.2 is dit uitgangspunt nog eens bevestigd. Op basis van het nu voorliggende beeld met voorgestelde mutaties wordt hieraan voldaan en is er voorlopig voldoende ruimte voor het opvangen van kosten van enkele betekenisvolle prioriteiten en projecten waarvoor nog geen middelen zijn ingepland (zie 3.5 en 3.6). 3.5 Nog niet gereserveerde prioriteiten Bij de voorjaarsnota zijn een aantal prioriteiten genoemd, die nog niet waren verwerkt in het budgettai re beeld, maar wel passen binnen uw beleidskaders. De hoogte van het bedrag of het tijdstip van uit betalen is nu nog onzeker. Voor een goed financieel overzicht is het echter belangrijk om overzicht te houden van voorstellen die wij op een later moment aan u voorleggen. In eerste instantie zal hiervoor via onderuitputting op bestaande begrotingsposten worden gezocht naar dekking. 3.5.1 Spoormaatregelen Goes In 2006 is door Zeeland Seaports een financiële bijdrage van maximaal € 20 miljoen toegezegd in het spoorproject Goes. Dit had te maken met de plannen voor containerisatie in het Sloegebied van Vlis singen en de daarmee gepaard gaande overlast op het spoor in Goes (geluid, trilling en congestie). Aanvankelijk was de aanleg van een spoorbak in de plannen opgenomen. Omdat niet kon worden aangetoond dat de extra investeringen daarvoor ook daadwerkelijk bijdragen aan het verminderen van de overlast, is door de gemeenteraad van Goes besloten geen spoorbak meer aan te leggen. Door Zeeland Seaports is aangegeven dat de gewijzigde plannen in combinatie met het uitblijven van de containerisatie en de sinds 2006 aanmerkelijk gewijzigde economische omstandigheden aanleiding vormden om de bijdrage van maximaal € 20 miljoen ter discussie te stellen. Na een periode van on derhandeling ligt er nu een voorstel voor de aandeelhoudersvergadering van december 2013 van Zeeland Seaports voor, waarin door Zeeland Seaports een financiële bijdrage van € 12,15 miljoen in het vooruitzicht wordt gesteld. Met een aanpassing van de plannen en een hogere bijdrage van Goes kunnen de spoormaatregelen in Goes nu verder worden uitgewerkt. 3.5.2 Ontsluiting Ziekenhuis Middelburg Door de gemeente Middelburg is gevraagd om bij te dragen in de kosten van de ontsluiting van het nieuw te bouwen ziekenhuis in de Mortiere (gemeente Vlissingen). In principe, en onder voorbehoud van goedkeuring door PS, hebben wij toegezegd bereid te zijn een bedrag van € 2 miljoen voor te financieren voor een periode van maximaal 10 jaar. De totale kosten van de ontsluitingsweg zijn ech ter fors hoger. Wij zijn bereid om via de BDU en de nog op te stellen investeringsagenda te participe ren in deze meerkosten. Middelburg zelf en ook het Waterschap zijn bij de aanleg van de ontsluitings weg betrokken. Gezamenlijk (gemeente/waterschap/Provincie) is overeengekomen, dat geen kosten worden gemaakt en geen verdere afspraken worden gemaakt, zolang het ADRZ niet daadwerkelijk tot de bouw van een nieuw ziekenhuis in de Mortiere besluit. 3.5.3 N62 Tractaatweg Zie de projectbijlage. 3.5.4 Dak Zeeuwse Bibliotheek Het ZB-pand is eigendom van de stichting Zeeuwse Bibliotheek. Er ligt vanuit het verleden een af spraak met de gemeente om hierin nog een laatste bijdrage te verstrekken, die verrekend zou moeten worden door het jaarlijkse subsidiebedrag te verhogen. Er is echter nog geen concreet voorstel / in zicht in de benodigde bedragen en de verdeling Middelburg/Provincie. De voorlopige inschatting is dat de jaarlijkse provinciale subsidie met € 80.000 zou moeten worden verhoogd. 24
Onderwerp:
Najaarsnota 2013
3.6 Risico's en onzekerheden Ten opzichte van de voorjaarsnota 2013 spelen op dit moment aanvullend de volgende financiële risico's voor de Provincie, welke niet zijn vertaald in het budgettaire beeld van paragraaf 3.3 en 3.4. 3.6.1 Afwikkeling Thermphos Nu er geen productie van groene fosfor zal plaatsvinden, moet de site van Thermphos overeenkom stig de thans van toepassing zijnde vergunningen worden ontmanteld. Bij de afwikkeling van het fail lissement van Thermphos zijn meerdere partijen betrokken. De Provincie is vooral betrokken vanuit de rol van vergunningverlener, toezichthouder en indirect als deelnemer ZSP. De complexiteit van het dossier en de financiële belangen zijn groot. Het is wel van belang om goed toegerust te zijn in juridi sche procedures en waar mogelijk gezamenlijk op te trekken met andere partijen. 3.6.2 Decentralisatie natuur Een –ook in financiële zin- belangrijk dossier wordt gevormd door de decentralisatie van het natuur beleid. Met het IPO zijn we erin geslaagd om met de Minister een akkoord te bereiken over de decen tralisatie van natuurtaken en grondaankoop van het Rijk. Dit dossier is complex en omvangrijk, maar we gaan ervan uit dat we met de gedecentraliseerde rijksmiddelen onze nieuwe taken kunnen uitvoe ren. Binnenkort komen we hierop afzonderlijk terug inclusief een bestedingsplan voor 2014 met een doorkijk naar de jaren 2015-2016-2017. In deze najaarsnota worden de consequenties van deze de centralisatie dan ook nog niet betrokken. Volgens mededeling in de septembercirculaire bij Prinsjesdag zal in 2014 en 2015 er € 100 miljoen minder beschikbaar komen voor de provincies, maar is in 2016 en 2017 is € 100 miljoen meer voor zien. Over de 4-jarige periode komt er dus nog steeds € 800 miljoen. De exacte verdeling voor de Provincie Zeeland zal pas in de decembercirculaire bekend worden gemaakt. 3.6.3. Frictiekosten gesubsidieerde instellingen In paragraaf 3.3.4. hebben we beschreven dat er mogelijk nog frictiekosten volgen voor de verkleining van Scoop en ZB.
25
Onderwerp:
Najaarsnota 2013
4. Conclusies en afwegingen Met deze najaarsnota hebben we de uitgangspunten geformuleerd waarmee we de begroting 2014 en verder structureel sluitend aan u kunnen voorleggen. Met de begroting 2014 zetten we de lijnen uit het collegeprogramma voort. De uitvoering daarvan ligt goed op schema. Tegelijkertijd moeten we ook voorstellen om de middelen uit het DELTA-dividend 5 mln lager te ramen dan de laatste jaren gebruikelijk was. Daarmee zal de uitvoering van het college programma op onderdelen voor 2014 en 2015 wel onder druk kunnen komen of vertragen. Met het toevoegen van uitgavenposten aan de begroting zijn we dan ook zeer behoedzaam. Alleen voor de uitvoering van het programma bevolkingsontwikkeling stellen we meerjarig € 300.000,- aan vullende middelen beschikbaar. Met de formulering van dat programma geven we ook invulling aan de eerder door PS vastgestelde motie 'krimpgelden' .
Besluit Wij stellen u voor te besluiten overeenkomstig bijgevoegd ontwerp-besluit. Gedeputeerde Staten, Drs. J.M.M. Polman, voorzitter, A.W. Smit, secretaris.
Ontwerp-besluit
De Staten der Provincie Zeeland, gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten van 8 oktober 2013, nr.13022693; besluiten: 1. 2. 3.
4. 5.
Kennis te nemen van de Najaarsnota 2013 inclusief de Mid-Term-Review van Gedeputeerde Staten; Een nieuwe demografische paragraaf 'demografische ontwikkeling provincie Zeeland' toe te voegen aan de begroting 2014, zoals opgenomen als bijlage 3 bij de najaarsnota 2013; In te stemmen met het voorstel rond het risicobeleid en aldus paragraaf 2.3.2. van de begroting 2014; te vervangen door de nieuwe paragraaf 2.3.2, zoals opgenomen als bijlage 4 bij de najaarsnota 2013; De vierde begrotingswijziging 2013, zoals opgenomen in bijlage 5 bij de najaarsnota vast te stel len; De eerste begrotingswijziging 2014, zoals opgenomen in bijlage 6 bij de najaarsnota vast te stel len.
26
Bijlagen
Bijlage 1 Overzicht voornemens collegeprogramma Voornemen Stand van zaken 1. Economische potentles Binnen de Economische Agenda zijn op Biobased economy en dit terrein twee business-cases gefor Maintenance erkend muleerd. krijgen als Zeeuwse aan Binnen het programma Biobased Delta, sluiting op het econo "agro meets chemistry", werken Zeeland misch topgebiedenbe en West-Brabant intensief samen aan leid het versterken van het biobased cluster. Binnen deze samenwerking concen treren wij ons op de ontwikkeling en teelt van groene grondstoffen en ver groening van de procesindustrie. ZuidHolland Is onlangs ook toege-treden. Momenteel worden ook de contacten met Oost- en West-Vlaanderen en Ant werpen geïnten-siveerd om tot nadere structurele samenwerking te komen. Op uitvoe-ringsniveau vinden tal van lokale, bovenregionale en landgrens overschrijdende biobased projecten plaats, middels benutting van provinciaIe, nationale en EU-middelen (waaron der lnterreg). Het merendeel van de funding komt echter van bedrijven. De rijksoverheid ziet Zuidwest-Neder land (Biobased Delta) intussen als een van de Nederlandse biobased topgebie den. Hoofddoel van de business-case 'Nieuwe teelten en technieken in de landbouw' is een verdere ontwikkeling van de primai re landbouw middels innovatie en opti malisatie. Het concept meerjaren-plan "Sensing in de Akkerbouw" (over de geïntegreerde toepassing van GPS in de landbouw) is opgesteld door alle rele vante partijen. Er wordt gestreefd naar een start van de uitvoering in 2013. Ten behoeve van de teelt van nieuwe hoog renderende gewassen in de land-bouw is onderzoek gedaan naar kansrijke con cepten. Zeeuwse partijen zijn gekomen tot het opzetten het project Biobased Garden waar tal van nieuwe gewassen op hun economische merites worden beoordeeld. Een inte-grale plan van aanpak voor nieuwe teelten en tech nieken is opgeleverd door de externe trekker. Maintenance krijgt tot nu vooral inhoud via het project Maintenance Value Park. Daarbij wordt aansluiting gezocht bij de topsector Chemie.
Resterende opgave Binnen het topsectorenbeleid zijn middelen beschikbaar voor zgn TKI's (Topconsortia voor Kennis en Innovatie) en via MIT (MKB Innovatiestimulering Topsectoren). Waar mogelijk zullen partijen binnen Biobased Delta gebruik maken van deze regelingen.
Streven is nog in 2013 een start te maken met het project Bio based Garden
Maintenance is een kansrijke invalshoek voor de Zeeuwse offshore industrie. Binnen de
2
2.
3.
4.
Programma Zuldweste lljke Delta Oppakken van de van toepassing zijnde on derdelen uit het pro gramma Zuid-Westelijke Delta
Economische agenda voor Zeeland Opstellen van een tot de verbeelding sprekende economische agenda Verbeelding stuwende krachten Opstellen van een visie opstellen voor de lange re termijn (verbeelding stuwende krachten)
5. Strategische agenda en Zeeuws Posltion Paper Inzetten op gecoördi-
Doel van het programma Zuidwestelijke Delta is een economisch vitale, een eco logisch gezonde en een veilige en kli maatbestendige delta. Voor de grote investeringen is door het Rijk een Delta fonds opgericht, dat vanaf 2020 gevuld zal worden met circa €: 1 miljard per jaar. De provincie draagt soms bij aan Rijks projecten, of voert zelf projecten uit. Er is een akkoord bereikt met het Rijk over de zoetwatervoorziening (Roede Vaart) die nodig is om te waarborgen dat de Grevelingen en VolkerakZoommeer op termijn zout kunnen war den. Dit is aan PS voorgelegd. De provincie Zeeland is betrokken bij de gebiedsgerichte programma's rond het Volkerak-Zoommeer en de Grevelingen en is zelf trekker van het programma rond de Oosterschelde.
topsector Energie, TKI Wind op zee, zijn naar verwachting mid delen aanwezig om initiatieven te ondersteunen De samenwerkings-overeen komst wordt voorzien in het najaar van 2013
De Alliantie Oostersehelde is onderdeel van het provinciale programma Delta wateren en Kust. Begin 2013 hebben 32 organisaties (maatschap-pelijke partijen, ngo's en overheden) de Oosterschelde visie onderschreven, waarin de werkwij ze, de alliantie-samenwerking, doelstel lingen en opgaven voor de duurzame ontwikkeling van de Oostersehelde staan. De opgaven uit de visie zijn nader uitgewerkt door de alliantiepartners.
De komende tijd wordt op basis hiervan een agenda 2014-2018 opgesteld en uitgevoerd
De Economische Agenda is op 23 na vember 2012 door PS vastgesteld en is daarmee in een uitvoeringsfase geko men.
De economische agenda wordt in 2014-2015 verder uitgevoerd en aangevuld met business 1 cases
Voor dit voornemen zijn we een sa menwerking aangegaan met IMA (lden tity Matching Academy). Inmiddels zijn ook diverse experts opgeleid. Land in Zee is als verbeeldend principe en werkmethode doorgezet in de grond slagen van de organisatie. De grotere beleidsnota's (IOP en Economische Agenda) zijn Land-in-Zee-proef. De strategische agenda en het Zeeuws Position Paper zijn resultaten van de huidige samenwerking tussen Zeeuwse
De komende periode wordt de methode Land in Zee verder toegepast in verschillende processen en projecten
De samenwerking tussen de overheden blijft een actueel onderwerp, ook gevoed door
1
De business cases passen bij verschillende voornemens uit het collegeprogramma. Zie bij nr 1 (Biobases eco nomy en Nieuwe teelt en en technieken), nr. 18 (Zeeland care), nr. 21 (contai nerisatie) nr. 25 (Recreatieve In· trast ructuur en Hotspot Breskens) nr. 35 (Foodport), nr. 36 (Binnendijkse aquacultuur)
3
neerde strategische sa menwerking binnen Zeeland
6.
Rol onderwijs, zorg en welzijn Een beperkte aanvul lende rol op het terrein van onderwijs, zorg en welzijn
7.
IPO Actief samenwerken in het IPO
8. Jongerendenktanks Jongeren actief betrek ken bij het beleid
9.
Krachtenverdeling en strategische lobby Inzetten op bestuurlijke krachtenbundeling met waterschap, gemeenten en een Zeeuwse strate gische lobby 10. Haags randstadcentrls me Inventariseren of en in welke Zeeuwse dossiers Haags randstadcentrisme bestaat en waar na dlg actie ondernemen 11. Deregulering, decentra lisatle en bestuurlijke drukte Deregulering, decentra lisatle en tegengaan bestuurlijke drukte
overheden. Op basis van de samenwer king is een Zeeuwse lobbyist aangesteld en een subsidieteam samengesteld. Met de vaststelling van de nota bestuur lijke drukte hebben we ook een duidelij ke taakafbakening tussen de bestuurlijke gremia afgesproken, zoals VZG, het IJzendijke-overleg en de Z4. Bij de vaststelling van het bestuurlijk profiel in juni 2012 is met een aan vullende provinciale rol van de provincie op deze terreinen rekening gehouden (model anderhalf). Dat geldt ook voor de benodigde formatie en het budget op basis van Cebeon. Tevens hebben Pro vinciale Staten een interimbeleid Leefbaarheld vastgesteld. We werken actief samen in het IPO
Het Zeeuwse beleid rond jongeren participatie is succesvol vormgegeven. Jongeren van 14-23 jaar worden betrok ken bij de voorbereiding van nieuw beleid. Het beleid wordt versterkt met de inzichten van jongeren en de kennis uitwisseling tussen beleidsterreinen wordt versterkt . In april 2013 hebben we hiertoe een uitvoerings-notitie jeugdparticipatie vastgesteld. Met de stuurgroep Uzendijke zetten we in op aansturing van de lobby en op krachtenbundeling waar zinvol. Zie verder bij 5.
Haags randstadcentrisme wordt veel vuldig herkend en ook met succes als argument gebruikt (kleine scholen, be volkingskrimp, bezuiniging rijks diensten)
In de eerste helft van 2012 is onderzoek gedaan naar nut en noodzaak van de bestuurlijke gremia waarin GS-Ieden participeren (bestuurlijke drukte). Bij de reorganisatie hebben we dit vertaald in een opdracht voor de kwartiermakers. Met de kerntakendiscussie is ook een voorlopig eindpunt bereikt in de decen tralisatle/afstoten van taken rond het sociaal domein en bijvoorbeeld ruim-
de landelijke discussies over de bestuurlijke structuren en de decentralisatieopgaven. In het najaar van 2013 komen we hierop terug
Het leefbaarheidsbeleid wordt verder vormgegeven in samen spraak met Provinciale Staten
In 2014 vindt het IPO jaarcon gres plaats in Zeeland. Profiel provincies en Stip op de Hori zon vormen de komende peri ode belangrijke trajecten voor Zeeland. In het aan PS voorgelegde leefbaarheidsbeleid isde wijze waarop we jeugdparticipatie vormgeven opnieuw beschre ven. We streven daarbij naar meer focus. Maar ook naar meer betrokkenheid van jonge ren bij de uitvoering van beleid.
Zie bij 5.
De komende periode willen we bezien of er een gestruc tureerde aanpak mogelijk is om het zgn Haags randstad centrisme en de nadelen daar van voor Zeeland in kaart te brengen. In totaal zijn er 159 bestuurlijke overlegvormen onder de loep genomen. De inventarisatie heeft t.o.v. het startoverzicht enkele nieuwe overlegvormen aan het licht gebracht, 5 gremia bleken al, los van deze actie, te zijn opgeheven. De beant waarding van de vragenlijst heeft maar 2 maal (Overleg
telijk beleid. Ook dat draagt bij aan het tegengaan van bestuurlijke drukte. Met de nieuwe ASV en de invulling van het Rijksbreed subsidiekader heeft ook de verlichting van administratieve lasten resp. deregulering verder plaatsgevon den.
12. Prestatleafspraken met Scoop en ZB Prestatieafspraken ma ken over gewenste on derzoeksopdrachten. Kennis- en informatie instelling vormen uit Scoop en ZB
Scoop en ZB hebben aangegeven te zullen fuseren per 1-1-2014 en zetten conform ons beleid in op een sterk ken nis- en informatiecentrum.
13. Samenwerking Scoop en ZB met kennislnstel llngen Samenwerking van Scoop/ZB met kennisin stellingen bevorderen
Sterke dwarsverbanden naar bijv. RA en HZ komen bijvoorbeeld tot uitdrukking in de Wetenschappelijke Raad Zeeland . Door de ZB is in samenspraak met ande re partijen (o.a. ROC, Edudelta, HZ) een businessplan opgesteld voor een Kennisen lnformatieplatform. Op het terrein van monitoring is een nauwe samenwerking met de GGD tot stand gebracht. De positie van het ZMF is na afronding van de bezuinigingstaakstelling (20%) verduidelijkt en in een wat rustiger vaarwater gekomen. De instelling heeft een rol in het kader van het IOP en komt in aanmerking voor een integrale kos tensubsidie. Conform de analyse van Cebeon in het Bestuurskrachtonderzoek is de omvang van de organisatie vanaf 1 januari terug gebracht naar 512 formatieplaatsen (excl. extra kosten formatie facilitaire diensten). De provincie heeft keuzes gemaakt ten aanzien van haar taken waarbij de uitgangspunten van het col lege-programma ten aanzien van kwali teit en uitvoering zijn geborgd. De ex terne adviesbureaus Cebeon en Lysias
14. Afbouw structurele bij drage natuur- en mlli eugroepen Afspraken maken over een afbouwperiode met betrekking tot natuur en milieugroepen 15. Formatieomvang Opdracht geven om noodzakelijke formatie omvang te bepalen en de organisatie aan te passen
Von Brucken Fock Fonds ZB en Stuurgroep Veiligheidshuls) geleid tot het inzicht dat het overleg 'overbodig' kan worden verklaard, wel is verschillende malen aangegeven dat de ver tegenwoordiglog gedeeltelijk ook ambtelijk kan. Veel overlegvormen hebben een functi oneel karakter; ze zijn nauw gerelateerd aan een specifieke taak of project van de provin cie. We blijven alert op het tegengaan van bestuurlijke drukte, op deregulering en op decentralisatiemogelijkheden (bijv. jeugdzorg). Met het uitbrengen van 'de Staat van Zeeland' zal een vol gende stap gezet zijn in het vullen van één grote database, waaruit de komende jaren voor onderzoeksgegevens kan wor den geput. Met de gefuseerde instelling zullen we de komende jaren prestatieafspraken maken over gewenste onderzoeks opdrachten en rapporten We zullen toezien op de tot standkoming van sterke nieuwe organisatie met dwarsverban den met grote instellingen zoals RA en HZ.
De samenwerking tussen IVN en ZMF kan nu ook op vrijwilli ge basis verder ontwikkeld worden.
Het jaar 2014 (en 2015) staat in het teken van de verdere lm plementatie van de organisatie ontwikkeling. Hiervoor wordt er in het laatste kwartaal van 2013 een programma opge steldOok wordt onderzoek gestart naar outsourcing Het programma borduurt voort op de doelstellingen die eerder geformuleerd zijn (versterken
hebben de provincie bij deze verande ring begeleid. Oe cultuur c.q. werkwijze van de provin ciale organisatie wijzigt geleidelijk. Door middel van een medewerker-onderzoek is na de reorganisatie in mei/ juni 2013 gemeten hoe men het op het werk er vaart. Hieruit blijkt onder andere dat resultaatgerichtheid, een kernwaarde van de nieuwe organisatie, verder ont wikkeld moet worden. De resultaten worden vertaald in actie plannen zodat de organisatie zich gericht kan ontwikkelen.
16. Herijking sociaal ak koord Samen met andere be trokkenen kritisch na gaan of en zo ja het so ciaal akkoord herijkt dient te worden.
17. Kenniseconomie in MKB Extra slag maken in de kenniseconomie, gericht op innovatie en toepas sen van kennis in het MKB
18. Faciliteren ontwlkkelin gen zorgbehoevenden Faciliteren van ontwik kelingen gericht op het toerusten van Zeeland voor inwoners en toeris ten die zorg behoeven
Het Sociaal Akkoord is geëindigd per 2012 en is geëvalueerd. We werken aan de totstandkoming van een human capitai-paragraaf per business-case, waarin wordt beschreven hoe we ervoor zorgen dat er voldoende geschoolde/ getrainde arbeidskrachten zijn én dat er up to date kennis beschikbaar is om de ambities uit de business-cases te verwe zenlij ken. De businesscases zijn op zichzelf gericht op vernieuwing en innovatief. Het kop pelen van het MKB aan de bussiness cases, waar ook het onderwijsveld bij is betrokken (triple helix), is een van de volgende opgaven. Hier zijn en worden diverse initiatieven genomen, zoals samen met de externe trekkers van de businesscases op de Cantacta het ge sprek aangaan wat zij in de speer punten van de Zeeuwse economie kun nen betekenen en het lnnogol Pro gramma voor techno- en biobased georienteerde starters en MKB bedrij ven. Ook dragen we bij aan Kenniswerf. Innovatieve verbindingen tussen zorg en toerisme vormen de basis voor verster king van beide markten. Door het aan bieden van planbare zorg aan te vullen met een verblijf in Zeeland, kan het herstelproces van de patiënt in alle rust en naar verwachting sneller en beter plaatsvinden.
externe resultaatgerichtheid, versterken in- en externe sa menwerking etc). Verder wor den belangrijke ontwikkeltra jeeten gestart, zoals het nieuwe werken en het werken aan een cultuur die sterker gericht is op samenwerking en externe ori entatie. De door het college gereserveerde financiële mld delen reorganisatiebudget worden hierbij benut. Over 2 jaar, bij het volgende medewerkeronderzoek wordt de cultuurverandering zicht baar. In het najaar van 2013 zullen de trekkers over de stand van zaken rapporteren.
We bewaken de uitwerking en de realisatie van de business cases. Oe genoemde initiatie ven lopen door. Zo is er een OP Zuid aanvraag opgesteld door Syntens en Impuls om innova tieve ondernemers (niet alleen starters) te begeleiden en te adviseren in hun zoektocht naar mogelijkheden voor finan ciering.
Oe komende periode wordt de business case met Zeeland care verder tot ontwikkeling ge bracht waarbij een stijging van het aantal medische ingrepen wordt voorzien. Verdere uitrol vindt ook plaats binnen de voormalige Zee vaartschool te Vlissingen. Op dit moment wordt een marktverkenning uitgevoerd om de kansen in beeld te bren gen, waarna een promotie- en marketingtraject kan worden gestart.
6
19. Promotie van Zeeland Positieve vestigingsfac toren meer uitdragen en daarmee actief bijdra gen aan de promotie van Zeeland
20. Haalbaarheld glasvezel net bedrijfsleven Haalbaarheid glasvezel net voor het bedrijfsle ven nagaan en onder zoeken welke subsidie budgetten van Rijk en Europa hiervoor be schikbaar zijn
21. Omgevlngsplan en WCT Regels achterwege laten die aanleg WCT belem meren
22. Kanaalzone Ontwikkeling van de Ka naaizone stimuleren,
De drie hoofdthema's voor promotie zijn: Promotie van Zeeland als toeristi sche bestemming Promotie van Zeeland als vestigingsregio Zeeland bestuurlijk op de kaart. De uitwerking bevindt zich per thema in een verschillend stadium. De eerste twee thema's zijn met stakeholders uitgewerkt naar de strategieën 'Zeeën van tijd en ruimte voor jezelf' resp. Ruimte voor pioniers'. Voor het derde onderdeel wordt een vergelijkbaar tra ject voorbereid.
-
-
Het genoemde onderzoek is afgerond. n juli 2013 hebben we aan PS een voorstel gedaan om te komen tot een digitale agenda., die verder reikt dan alleen het glasvezelnet. We vinden het belangrijk om een duidelijke visie op het digitalise rings-vraagstuk te ontwikkelen. Naast de infrastructuur (evt. verglazing daarvan) zijn ICT toepassingen en betekenis van ICT voor maatschappelijke opgaven de belangrijkste onderwerpen voor deze visie (de digitale agenda). Begin 2013 is in het kader van de Eco nomische Agenda de businesscase "Con tainerisatie op het knooppunt van zeeen binnenvaart" opgesteld. Oe businesscase is gericht op het stimu leren van containeroverslag in de be staande haven. Dit doen we bijvoor beeld door initiatieven van bestaande partijen in de haven te ondersteunen en door lading en rederijen aan te trekken. Afgelopen jaar is er een nieuwe lijnver binding tussen Vlissingen en het Duitse achterland tot stand gekomen, en met verschillende rederijen worden momen teel gesprekken gevoerd voor nieuwe lijnen. Begin dit jaar is het expertisecen trum Logistiek Zeeland van start gegaan, waarbinnen het bedrijfsleven en het onderwijs proberen studenten te en thousiasmeren voor opleidingen in de logistieke sector, en deze opleidingen ook te laten aansluiten bij de vraag uit de markt. In het omgevingsplan zijn belemmerende regels voor een WCT achterwege gelaten. Met het programma Kanaalzone kop pelen we economische groei aan de verbetering van de woon- en leef-
Het totaalbeeld willen we in het najaar van 2013 aan PS aanbieden. Het accent zullen we daarbij leggen op ontwik kei- en uitvoerings-kracht, zodat de strategieën ook daadwerkelijk uitgevoerd gaan worden en economische effec ten voor Zeeland gaan bewerk stelligen. Rondom de Four Freedom Awards willen we de nationale en internationale uitstraling versterken en daartoe de aan dacht voor de vier vrijheden door het hele jaar laten verlo pen. In het najaar van 2013 wordt op basis van een inmiddels aan PS toegezonden plan van aan pak gestart met het opstellen van een Zeeuwse digitale agenda .. Dat zal gaan over toepassingen, maar ook over infrastructuur.
Oe businesscase containerisatie wordt verder uitgevoerd. Het is aan Zeeland Seaports om initia tieven voor containerisatie in te dienen, waarna wij een inpassingsprocedure zullen star ten.
In 2014 wordt gestart met de realisatie van het maintenance value park in Terneuzen, onder
7
mogelijk maken en promoten
23. Duurzame vormen van energieopwekking Innovatieve ontwikke· lingen op het terrein van duurzame vormen van energieopwekking sti· muleren
24. Windenergie Kaderstellende rol windenergie vorm geven. Ruimte bieden aan gemeenten dit uit te voeren. Lobby voeren om te zorgen dat de Rijksopdracht voor windenergie ook een fi. nancieel (subsidie) rege· 2
omgeving. Dat levert een impuls voor zowel de werkgelegenheid als de leefkwaliteit in het gebied. Voor deze aan pak is in deze collegeperiode € 6 miljoen beschikbaar. In september 2011 is een samenwer kingsovereenkomst gesloten met alle partijen. Op 19 maart 2012 hebben minister Schultz en minister Crevits het besluit ondertekend voor de planuitwer· kingsfase voor een nieuwe grote zeesluis binnen het bestaande sluizencomplex van Terneuzen. De Provincie Zeeland heeft hier een bijdrage van 2,5 miljoen euro voor toegezegd, De Provincie brengt actief de regionale belangen in via verschillende overlegverbanden van ministerie en projectorganisatie. Geza· menlijk met Zeeland Seaports en de gemeente Terneuzen heeft de Provincie een vertegenwoordiger in de stuur groep. De Provincie Zeeland de Stuwende kracht zijn in Zeeland om de transitie naar een koolstofarme economie door te zetten. Provinciale Staten hebben in de kadernotitie Energie en Klimaat geko zen voorS prioritaire thema's: 1.Energie in de gebouwde omgeving 2.Hernieuwbare energie uit wind op zee 3.Energie in grootschalige industrie 4.Hernieuwbare energie uit biomassa S.Energie uit water. In december 2012 is het Europees Pro· ject Pro·Tide goedgekeurd. Dit is direct van start gegaan met projectopzet en aanbestedingstrajecten. Ten tijde van de opstelling van het colle· geprogramma zagen we de realisatie van een tweede kerncentrale nog als realistisch en haalbaar. Ook zetten wij destijds nog actlef in op de komst van de onderzoeksreactor Pallas. Die ambities uit het collegeprogramma zijn thans niet meer actueel. In ons ruimtelijk beleid werken we actief aan de energieopwekking door wind energie. Door vervanging en uitbreiding van windmolens is het totaal geplaatste vermogen in Zeeland inmiddels 328 MW.
meer met behulp van een bij drage van het ministerie van EZ. Verder gaan we in 2014 door met de grote infrastructu rele projecten (N62, Sluis· 2 kiltunnel) , maar ook met het verbeteren van de omgevings kwaliteit door uitvoering van landschappelijke projecten en ondersteuning van de gemeen te bij herstruc tureringsopgaven.
De Provincie Zeeland wil met de business case benadering aan het eind van de periode 2013-2015 een aantal concrete resultaten in de transitie naar een koolstofarme economie hebben neergezet.
We streven naar een verdere uitbreiding tot 570,5 MW in 2020 volgens het huidige beleid van concentratie en vervanging in bestaande locaties. Samen met het Rijk werken we aan de concentratielocatie op de Krammersluizen. Voor de colle geperiode is geen afzonderlijke doelstelling geformuleerd.
Over de grote projecten (Siuiskiltunnel, Sloeweg, Tractaatweg, Perkpolder, Marinierska zerne, Waterdunen) wordt in separaat gerapporteerd.
ling krijgt 25. Toeristisch-recreatief product van Zeeland Ondernemers in de sec tor recreatie en toeris me ondersteunen bij ontwikkeling van en in vestering in toeristisch recreatief product
26. Toeristische ultvoe ringsorganisatie Bijdragen aan de ent wikkeling van een krach tige toeristische uitvoe ringsorganisatie
27. Wandelnetwerk Zeeland Uitbreiding van het wandelnetwerk met nieuwe diensten en voorzieningen
In het Omgevingsplan Zeeland 2012 2018 is de recreatiekansenkaart met de Leisure hotspots opgenomen. Hierdoor zijn er ruimtelijk mogelijkheden geboden voor verdere ontwikkeling. De businesscases Recreatieve lnfrastruc tuur en hotspot Breskens zijn dit jaar van start gegaan. De businesscase Breskens zet in op de realisatie van een aantal projecten in het havengebied van Bres kens met als doel de verdere toeristi sche ontwikkeling van Breskens en om geving. Een adviesbureau heeft opdracht gekre gen om de juridische haalbaarheid van een jachthaven op locatie Port Scaldis Oost te onderzoeken. Eind september wordt het resultaat opge-leverd. Er is advies gegeven over de exploitatie van het visserij-belevings-centrum en de gemeente Sluis zal op korte termijn een beslissing nemen over de gewenste locatie van de attractie. Er is subsidie verleend aan de gemeente Sluis voor de aankleding van de strekdam bij de jacht haven van Breskens. De Tour de France a la Voile heeft met succes plaatsgevon den op 1 en 2 juli. Tenslotte is gestart met een oriëntatie naar de kansen/betekenis voor en internatio nale positionering van een zeezeilcen trum in Breskens. Oe toeristische sector heeft een marke tingstrategie ontwikkeld die steeds meer als gezamenlijk fundament dient en focus moet aanbrengen in de toeristisch recreatieve keten (Land in Zee). Naast de organisatorische samenwerking wordt de integrale marktbewerking nagestreefd. Hiervoor hebben we in 2013 subsidie verstrekt aan de Stichting Promotie Zeeland Delta.
Het Wandelnetwerk is (afgezien van Tholen) nu vrijwel Zeeland-dekkend gerealiseerd of in uitvoering. Op Tholen wordt een eerste fase aangelegd. Het wandelnetwerk Langs linies en Kreken (fase2) wordt nu uitgevoerd. Opening voorjaar 2014. Ook rond Kapelle wordt een verbinding tussen Sporen in de Zak en het Kiekendiefpad gerealiseerd. Voor de vernieuwing van de doorgaande landelijke wandelroutes ( Deltapad en Grenslandpad) is subsidie verleend aan Wandelnet.
Oe projecten die in de busi nesscases zijn opgenomen zullen de komende jaren wor den uitgevoerd. De keuze wan neer een hotspot wordt uitge werkt tot een businesscase is van een inhoudelijke, financiële en organisatorische aard.
Oe afstemming en het tegen gaan van versnippering in de promotie heeft momenteel veel aandacht. Om een goede integratieslag te kunnen ma ken, wordt er samen met toe ristische partners een voorstel voorbereid over de ontwikke ling van een krachtige toeristi sche uitvoeringsorganisatie. Daarmee kan gestart worden in 2014. Oe uitdaging voor komende jaren is het Wandelnetwerk voor gebruikers van buiten Zeeland goed en onder scheidend in de markt te zet ten. Zal opgenomen worden in het werkprogramma van de Stichting Zeeland Delta Promo tie.
9
28. Fietsknooppunten systeem Uitbreiding van het fietsknooppuntensys teem met nieuwe dien sten en voorzieningen
Zeeland als fietsprovincie is de laatste jaren stevig op de kaart gezet o.a. door grote fietsevenementen (Ride for the Roses, Tour en Giro), maar ook gerichte promotie via Promotie Zeeland Delta. Dit heeft geresulteerd in een grotere bekendheid en waardering van Zeeland als fietsprovincie.
29. Vlaamse kusttram Nagaan mogelijkheden doortrekken Vlaamse kusttram naar Zeeuws Vlaanderen
Een aantal verkennende gesprekken met stakeholders is gevoerd (o.m. Gemeente Sluis, Provincie West-Vlaanderen, Oe lijn) en een aantal Europese subsidie stromen zijn onderzocht.
30. Waterbeleving water sport Inzetten op de ontwik keling van jachthavens en voorzieningen op en om het water. 31. Waterbeleving cruise vaart Inzetten op de aanleg van een cruisekade in Vlissingen
Watersportontwikkelingen maken een Integraal onderdeel uit van de Business cases.
32. Plattelandstoerlsme Oproepen met goede projecten te komen m.b.t . plattelandstoe risme
33. Wireless ontsluiten van Zeeland Mogelijkheden onder zoeken Zeeland wireless te ontsluiten
34. Vlasteelt Stimuleren vlasteelt
Oe cruisekade in Vlissingen is dit jaar in uitvoering. De provincie heeft € 300.000 beschikbaar gesteld voor het aanpassen van de kade en gebouwen van het be drijf Finsa zodat hier gemakkelijker crui seschepen kunnen aanmeren. De cruiseschepen kunnen hiermee goed uit de voeten en is er de komende tien jaar ruimte om het aantal schepen fors uit te breiden. Plattelandstoerisme vormt een explicie te doelstelling en subsidie-mogelijkheid binnen het programma plattelandsont wikkeling waarop ook diverse subsidies worden toegekend. Het EU-POP-bedrag dat daarmee gemoeid is, bedraagt ruim € 8 mln sinds 2007 (incl. cofinanciering). Ook andereeuropesemaatregelen wor den benut, waardoor al met al zeker 12 mln is verleend. In 2012 is met een aantal project partners opdracht gegeven voor het project WIFI Zeeland. Dit project is eind 2012 afgerond. Intussen zijn er 100 hot spots gerealiseerd.
Om het behoud van de vlasteelt in Zeeland te bevorderen hebben we met partijen een actieve lobby gevoerd rich ting de Haagse politiek. Een concreet resultaat is dat de brede weers verzekering aangepast gaat worden zodat het voor vlastelers makkelijker
In 2014 en verder is de uitda ging het verbinden van diverse elementen mbv de fietsroute structuur (cultuur, natuur, sport, horeca e.a.) en vergroten van de belevings-waarde van Zeeland. Vanuit de kerntaken discussie hebben we de ambi tie tot 2015 neerwaarts bijge steld. In het najaar van 2013 wordt bij het Scheldemondfonds een aanvraag ingediend voor een haalbaarheidsonderzoek rond om een potentiële kusttramlijn van Frankrij k tot in Zeeland Businesscases worden komen de periode verder uitgevoerd
Oe activiteiten zullen binnen kort plaatsvinden en moeten voor 31 december af zijn.
Het subsidiebeleid zetten we voort. Daarnaast zullen we op de provinciale website een presentatie gaan geven van de diverse projecten die in Zeeland worden gesteund.
Oe verdere wireless ontsluiting van Zeeland is aanmerkelijk complexer. Dit wordt meege nomen in de Digitale Agenda Zeeland waarmee in het najaar wordt gestart. Dat zal gaan over toepassingen, maar ook over infrastructuur. Wij bezien hoe vlas in het nieuwe Gemeenschappelijke landbouwbeleid (GLB) kan worden geïmplementeerd.
10
35 . Foodport Inzetten op ketensa menwerking in ZuidNederlands verband voorde (agro)foodbedrijven
36. Innovatieve projecten en duurzame viskweke rij Actief steunen van in novatieve projecten en duurzame viskwekerij en mogelijkheden voor cofinanciering nagaan
wordt om hun teelt te verzekeren. Daarnaast loopt er een traject om geld van het ministerie te krijgen voor een innovatieproject. In 2012 is er € 930.000 toegekend door de Rijksoverheid. Daarnaast is een pilot-project vlasteelt gestart: jaarlijks worden gronden, die niet direct worden aangewend voor doelrealisatie, in tijdelijk beheer uitge geven voor vlasteelt (vla een roulatiesys teem) en is een verwer-kingssubsidie beschikbaar gesteld. Bij de uitgifte van de grond wordt bewust gekozen voor locaties die in het zicht liggen, waarmee wordt bijgedragen aan de aantrekkelijk held van het landschap. Hoofddoel is een succesvol regionaal economisch samenwerkingsverband gericht op het bevorderen van de groei in productie, handel, innovatief ver mogen, toegevoegde waarde en duur zaamheid in de foodsector in Zuid West Nederland. De opzet van een Foodport Academy loopt op schema. Foodport Academy is door Ministerie EZ aange merkt als best practlce. De uitvoering van inzetten op samen werkingsverbanden ("Groeien in Food" ) loopt op schema; er zijn reeds 2 pro jeeten opgezet en gehonoreerd door de Provincie, te weten Boerenambacht (groep biologische boeren die gezamen lijk de keten gaan versterken) en Oes terambacht (groep ondernemers in de oestersector die hun product gezamen lij k willen verbeteren). Daarnaast wordt het netwerk uitgebreid en wordt er samen met spelers op het vlak van streekproducten gewerkt aan de belangrijkste economische uitdaging, te weten het optimaliseren van logistiek en distributie. We hebben enkele kansrijke innovaties op het gebied van visserij en aquacul tuur ondersteund, zoals de teelt van zeewier in de Oosterschelde, het gebruik van Oosterseheldewater voor voedsel bereiding en de realisatie van bezoekers, voorlichtings, en educatieve voorzienin gen bij visserijbedrijven.
Het uitvoeren van concrete, commerciële projecten door en met het bedrijfsleven, in lijn met de beleidsuitgangspunten zoals verwoord in het beleids kader Food.
Onze lobby-activiteiten hebben er toe geleid dat wij extra bud get ontvangen van het ministe rie EZ om innovatieve visserij projecten financieel te onder steunen (Europees Visserij Fonds). Hiervoor zullen wij ook eigen middelen inzetten. Wij hebben bij het ministerie EZ een voorstel ingediend om een oplossing te vinden voor de vergunningenproblematiek met betrekking tot de vaste vistuigen in de Oosterscheide. Door EZ is de overdraag baarheldstop van de vaste
11
37. VIsserijkenniscentrum Het college zet zich in voor de versterking van een visserij kenniscentrum 38. Promotie en lobbyacti vltelten visserijsector Ondersteunen van de visserijsector bij hun promotie- en lobbyacti viteiten, bijv. Floriade
39. Behoud Rijksdiensten Het college wil zich ac tief inzetten voor be houd van Rijksdiensten en nagaan of onder steunende diensten in Zeeland gevestigd kun nen worden
40. Goederenvervoersplan Een nieuw goederen vervoersplan voorberei den
De uitvoering van de businesscase bin nendijkse aquacult uur ligt op schema. Een drietal concrete projecten (onder andere op gebied van zeewier-kweek) is met hulp en steun van ons College in uitvoering genomen. Met enkele andere ondernemers lopen gesprekken terzake. Ook met reeds bestaande bedrijven worden intensieve contacten onderhou den, hetgeen resulteert in nieuwe initia tieven en ontwikkelingen. Versterking van het kenniscluster heeft plaatsgevonden door de opzet van een opleidingstraject "visserij en aqua cultuur" door Edudelta te Goes.
visvergunningen tot nader order in stand gehouden. Over leg met EZ vindt nog plaats. Voor aanvang van het kreeft seizoen 2014 komt er uitsluitseI. Nog dit jaar zal een aanvang worden gemaakt met de bouw van een broedhuis voor tong en tarbot.
Wij hebben onderzoek laten verrichten naar de haalbaarheid en wenselijkheid van de realisatie van een Visserij belevingscentrum in Zeeland. Van deelname aan de Floriade 2012 is mede vanwege een (te) korte voorbe reidingstijd en daardoor onvoldoende (financieel) draagvlak bij het bedrijfsle ven afgezien. We hebben ons -samen met partners met succes ingezet voor het behoud van rijksdiensten in Zeeland. In april 2013 hebben we aan PS hierover een over zicht gezonden, waarbij we zijn ingegaan op de herstructurering van Rijksdiensten zoals politie, Openbaar Ministerie, rechtbank, Rijkswaterstaat, belasting dienst, PI Torentijd en de komst van de marinierskazerne. Recent is bekend geworden dat mogelijk het opleidings centrum mariniers mogelijk naar Zeeland zal verhuizen.
De ambitie een visserij experiënce te realiseren geldt onverkort en zien we ook als kansrijk. We verwachten uiter lijk begin 2014 duidelijk-heid te kunnen bieden over de opzet.
Eind 2012 is het nieuwe Beleidsplan Goederenvervoer 2012- 2018 vastge steld. In de eerste helft van 2013 is een aantal projecten opgestart op het ge bied van onder andere binnenvaart voorzieningen en binnenhavens. Voor de binnenvaartvoorzieningen is een groslijst samengesteld met ontbre kende voorzieningen. Voor het Franse deel van de SeineSchelde verbinding wordt het ontwerp herzien. Voor de spoorverbinding ZeelandAntwerpen wordt samen met de Drecht steden, provincie Noord-Brabant en met de regio West-Brabant een onderzoek opgezet.
Zie38.
Zodra de minister van Wonen en Rijksdiensten de Tweede Kamer het samenhangend beeld van alle reorganisatie- en verhuisplannen - de definitieve masterplannen per provincie presenteert zullen wij die in formatie ook aan uw Staten zenden. Wij blijven aandacht vragen voor behoud en moge lijk versterking van de rijksdien sten in Zeeland en zijn alert op negatieve conse-quenties van de reorganisatie van rijksdien sten. Getracht wordt om in samen werking met de verantwoor delijke vaarwegbeheerder in 2014/2015 vijf ontbrekende binnenvaartvoorzieningen te realiseren. Op het gebied van binnen havens wordt d.m.v. het con cept Maatwerk Binnenvaart de potentie van bedrijven om over te stappen op vervoer d.m.v. binnenvaart in kaart gebracht.
12
41. Trendbreuk Ruimtelijke Ordening Om trendreuk bij ruim telijke ordening kracht bij te zetten komt er een herbezinning op omge vingsplan, de PROV, de verevening, de rol van het kwaliteitsteam pro grammering woning bouw en bedrijventer reinen
42. Krimpregio Deelname aan de lande lijke werkgroep van krimpregio's
43. Rijksmiddelen voor krimpregio's Rijksmiddelen die be stemd zijn voor krimp regio's naar Zeeland haIen
44. Beleidsantwerp handhaving Een bestuurlij ke werk-
Oe kaderstellende rol van de provincie is vorm gegeven in het Omgevingsplan 2012- 2018. Hiermee is de nieuwe koers op de provinciale kerntaak Ruim te, gedefinieerd. Daarbij zijn het kwali teitsteam en de vigerende verordening heroverwogen en hebben een andere invulling gekregen Voor de thema's wonen en bedrijven terreinen is gemeenten gevraagd om regionaal afgestemde plannen op te stellen. Hiertoe heeft de provincie basis informatie opgesteld in de vorm van de bevolkingsprognose, de regionale wo ningmarktverkenningen en de behoefte raming bedrijventerreinen. Voor de woningbouwontwikkeling is de Provinci ale Impuls Woningbouw in het leven geroepen. Een deel van de bestaande bedrijventer reinen is aangewezen voor herstructure ring. Oe provincie is direct betrokken bij de herstructurering en aanpassing van de Buitenhaven van Vlissingen en heeft subsidies verleend aan Middelburg en Vlissingen voor de herstructurering van resp. Ramsburg en Baskensburg. Oe in het collegeprogramma beschreven positieve insteek op de gevolgen van de demografische verandering is tot nu toe vertaald in de verschillende provinciale beleidsdocumenten en de daarbij ho rende uitvoeringsprogramma's. Rond leefbaarheid en bevolkingsantwikkeling is een kadernotitie aan PS voorgelegd. Positieve voorbeelden in de uitvoering zijn de onderwijsautoriteit, de voortgang met de woningbouwplanning in de regio's, de subsidieverlening in het kader van ISV3, het opstellen van een MKBA Zeeuws-Vlaanderen, een project als aantrekkelijk Oostburg, UPGRADE, Krot of Kans etc. Met het Rijk is een convenant gesloten. Gewerkt wordt aan de uitvoering daarvan. landelijk wordt samengewerkt met de andere krimpregio's o.a. in de discus sie rond het investerings-vermogen van de coöperaties. PS hebben ons college opgedragen de engeoormerkte "krimpgelden" uit het provinciefonds alsnog te oormerken en te besteden aan de gevolgen van de demografische verandering. Op 1 september treedt de gedragsregel openbaarheld handhavingsinformatie in werking. Concreet betekent dit dat op 1
Voor bedrijventerreinen dienen gemeenten nieuwe regionale programma's op te stellen of de huidige te actualiseren. Voor de jaren 2013-2015 ver wachten we dat er 100 ha aan bedrijfsterreinen kan worden geherstructureerd dankzij de provinciale bijdrage
De komende jaren zullen we actief invulling gaan geven aan de Impuls Woningbouw, waarmee de Zeeuwse woning voorraad wordt voor-bereid op de demografische veranderin gen en bijdragen kunnen wor den verleend voor herstructu reringsprojecten. Het college zal aan het beleid rond bevolkingsentwikkeling nog verdere invulling geven door middel van ondermeer het programma Bevolkings ontwikkeling
Het college zal aan de Staten motie invulling geven met o.a. een programma bevolkings ontwikkeling. Dit programma wordt ook in een afzonderlijke paragraaf bij de begroting op genomen.
De evaluatie zal voor 1 sep tember 2015 plaatsvinden
13
groep opdracht geven een beleidsantwerp aan te leveren dat aan de criteria (realistische, professionele en trans parante aanpak) vol doet. Publiek inzicht ge ven in meetgegevens van bedrijven
45. Terughoudendheid nieuwe natuurontwlk keling
46. ILG (decentralisatie na tuur en landelijk gebled Het college mengt zich actief in de landelijke discussie m.b.t. ILG en sluit zich aan bij de in terprovinciale initiatie ven in dit conflict met het Rijk
47. Toegankelijkheld ha vens
september 2013 andere handhavingsin formatie op de website wordt geplaatst Hiermee wordt voldaan aan de doelstel ling het publiek inzicht te geven aan de meetgegevens en de communicatie richting burgers. In ons besluit tot de inwerkingtreding van de gedragsregel openbaarheid handhavingsinformatie is tevens aange geven dat de werking van de gedragsre gel 2 jaar na het inwerking treden zal worden geëvalueerd. Conform het collegeprogramma voeren we een terughoudend beleid ten aan zien van nieuwe natuurontwikkeling. Provincies zijn met het Rijk overeen gekomen dat taken op het gebied van natuurbeleid en -beheer en de bredere plattelandsontwikkeling een kerntaak van de provincie zullen worden. In die context komt een aantal majeure ont wikkelingen samen: -De daadwerkelijke decentralisatie van het plattelandsbeleid van het Rijk naar de provincie, -De totstandkoming van een vernieuwd, aangepast Europees Gemeenschappelijk Landbouwbeleid, -Een nieuwe ronde Europese fondsen 2014-2020 (o.a. POP3), -Een voorgenomen verkoop van Rijks· gronden aan de provincies (landelijk). Met de vaststelling van de ontwerp planwijziging Natuurbeheersplan Zeeland wordt de uitbreiding met nieu we natuur beperkt met ca. 1000 ha. In 2011 is tussen het Rijk en het IPO een onderhandelingsakkoord decentralisatie natuur en landelijk gebied gesloten. PS hebben in hun vergadering van 16 de cember 2011 het deelakkoord goedge keurd. Dit heeft tot gevolg dat enerzijds ingestemd wordt met het rijksbesluit de EHS te herijken en anderzijds door Zeeland (financiële) medewerking ver leend wordt aan een decentralisatie van rijkstaken in het landelijk gebied naar de provincies op basis van de adviezen van de Commissie Jansen I en 11. Gelijktijdig wordt een basis gelegd voor een goede uitvoering van de beheers- en ontwik keltaken, om de eerder aangegane ILGtaken af te sluiten en om waarborgen in te bouwen voor de beheersing van risi co's De maritieme toegankelijkheid van de Vlissingse haven is de afgelop en jaren
Dit najaar hopen wij een duide lijk en samenhangend beeld te kunnen presenteren in de vorm van een programma platteland.
Met het decentralisatie akkoord natuur verwachten we goed uitvoering te kunnen geven aan de beheer- en ont wikkeltaken. We komen eind 2013 met een voorstel.
De wens van het bedrijfsleven om de maritieme toegang te
14
In overleg met Zeeland Seaports eventuele aanpassingen in de toe gankelijkheid van de ha vens beoordelen op noodzaak en wenselijk held
48. Tweede fase recreatie verdeelweg
afgenomen . Dit is onwenselijk voor de economische positie en potentie van de Zeeuwse havens. We hebben dit aange kaart in de Vlaams-Nederlandse Schel decommissie (VNSC). De VNSC onder schrijft een herstel van de bereikbaar heid tot 16,5 meter diepgang van de vaargeul ter hoogte van Knokke en Cad zand-Bad . Ons standpunt ten aanzien van een vierde verdieping van de Westersehelde is onveranderd afwijzend. Volgens planning is in de tweede helft van 2012 gestart met het project. Als gevolg van financiële problemen bij de opdrachtnemer zijn medio 2013 zowel de opdrachtnemer als de moedermaat schappij failliet verklaard.
49. Derde fase recreatie verdeelweg
In de eerste helft van 2013 hebben we (nadere) afspraken gemaakt tussen de provincie, de gemeente SchouwenDuiveland en het waterschap over het tracé, de kostenverdeling en het beheer en onderhoud.
50. Rondweg Aardenburg
Het werk is in de eerste helft van 2013 afgerond
51. Aansluiting N290 op Belgisch snelwegsys teem
De planologische procedure voor de realisatie van deze ovonde wordt ge voerd (gemeente Hulst is leidende par tij). Daarnaast is door de provincie ge start met voorbereidende werkzaamhe den in het kader van de realisatie Een eerste verkenning en analyse is uitgevoerd naar de optredende knelpun ten op de N256. Dit is tevens naar de partners (gemeenten Goes, NoordBeveland en Schouwen-Duiveland) ver zonden ter commentaar
52. Verbeteren route GoesBruinisse
53. Verzorgingsplaatsen be roepschauffeurs De komst van (beveilig de) verzorgingsplaatsen voor beroepschauffeurs stimuleren
Uit een eerste inventarisatie is gebleken dat het met name rondom Terneuzen ontbreekt een centrale plaats om te parkeren, waardoor er regelmatig spra ke is van overlast. Daarnaast is het van uit kwaliteitsoverwegingen noodzakelij k
verbeteren tot 17,5 meter is ingrijpender, en wordt expliciet meegenomen in de capaciteits analyse Westersehelde waar mee de VNSC al begonnen is.
Vanwege het faillissement van de opdrachtnemer loopt het project vertraging op. Naar verwachting kan het project nog eind 2013 worden afge rond. Dat is een half jaar later dan gepland. Zodra de overeenkomst is on dertekend zal de gemeente worden gevraagd het bestem mingsplan aan te passen waar na de benodigde grond kan worden aangekocht. Als dit volgens plan verloopt kan in het voorjaar van 2015 worden gestart met de uitvoering. In de 2e helft van 2013 zal het project financieel worden afge rond. Planning richt zich op afronding van de realisatie van de ovonde in het eerste kwartaal van 2014
De analyse wordt afgerond en er wordt Ingezoomd op de optredende knelpunten. Teza men met de wensen/opgaven vanuit diverse andere netwer ken (goederen, landbouw, fiets, etc) wordt een integraal plan met oplossingsrichtingen voor de belangrijkste knelpunten ontwikkeld. Zoals ook voor de analyse het geval is geweest, gebeurt ook dit in samenspraak met de belangrijkste externe partners. Het plan voor een al dan niet beveiligde verzorgingsplaats langs de Tractaatweg in combi· natie met een brandstofver kooppunt zal verder ontwikkeld worden.
15
zorg te dragen voor voldoende parkeer voorzieningen en een brandstofver kooppunt langs de vernieuwde N62. Een plan nabij de Sluiskiltunnel is al enige tijd in ontwikkeling. De gemeente is trek kende partij. 54. Onderhoud wegen en samenwerking Water schap Investeren in onder houd van wegen en sa menwerking met het waterschap aangaan als dat financiële voordelen oplevert
ss. lnfrastucturele rijksmlddelen Het college zet zich in een gedeelte van de MIRt middelen in Zeeland in te zetten 56. Verkeersveiligheid Het college streeft naar meer verkeersveiligheid en zet in op educatie, intrastructuur en gedragsbeïnvloeding
Op het terrein van samenwerking met het Waterschap zijn verschillende initia tieven ondernomen: (strategische)verwerving van gron den; • calamiteitendiensten en calamitei tenaannemer; samenwerking groen beheer en klein onderhoud; • realisatie van een nieuw steunpunt in 's Heer Arendskerke. Daarnaast werken het Waterschap en de Provincie sinds een aantal jaren samen in het Samenwerkingsverband Glad hei dsbestrijdi ng. In overleg met uw Staten is afgesproken om jaarlijks € 700.000,- extra te investe ren in het groot onderhoud aan onze wegen. Deze middelen zijn ingezet voor het groot onderhoud aan onze (paral lel)wegen en fietspaden. De basis voor de inzet van deze middelen is de ma nagementrapportage van het KOAC, waarin wordt gerapporteerd over de staat van onderhoud. In de periode 2010-2013 zijn de budget ten voor beheer en onderhoud met € 1,6 mln. oftewel een kwart vermin derd. Ruim € 1,0 mln. hiervan is inmid deis structureel gerealiseerd. Onze in steek is eerst te kiezen voor het door lichten van de onderhoudsplanningen en budgetten op efficiency. De doelstelling M IRT-middelen naar Zeeland te halen is ingehaald door de bezuinigingen van het Rijk op infrastruc tuur. Zeeland is er in geslaagd de eerder overeengekomen projecten te behouden. We blijven uitvoering geven aan het door PS goedgekeurde beleidsplan van het ROVZ. Educatie vindt plaats op 28 van de 30 middelbare scholen. De campagnes gericht op jonge bestuurders lopen goed en met gewenst effect (trials, BOB). De infrastructuur van de provincie is door gelicht. Hieruit blijkt in 2013 welke infra structuur niet voldoet aan de normen. Tenslotte vindt onderzoek plaats naar
• •
Vanaf september 2013 onder zoek gedaan naar de behoefte aan uitbreiding en verbetering (m.n. het beveiligingsniveau) van vrachtwagenparkeren in Midden- en Noord Zeeland. Mocht het doorlichten van de planningen onvoldoende ople veren dan zullen wij overwe gen de dienstverlening aan de (vaar)weggebruikers te verso beren. Consequentie hiervan zal zijn dat het door uw Staten vastgestelde Kwaliteitsbeleid Wegen en Vaarwegen neer waarts moet worden bijgesteld.
Tot 2028 is er naar verwachting geen ruimte.
De komende jaren zetten we verder in op de certificering van basisscholen, aanpassen van infrastructuur en educatie. Inventarisatie van de infra structuur zalleiden tot nieuwe prioriteiten voor 2014 op basis van een nieuw wegencategori seringsplan. Bij educatie en sensibilisering van fietsers is er extra aandacht
16
57. Openbaar vervoer Startnotitie opstellen waarin varianten/ alter natieven ter kaderstel ling aan PS worden voorgelegd
bv. oorzaken van specifieke fietsonge vallen. De licht dalende trend in het aantal verkeersslachtoffers blijkt inmid deis te stagneren. De start- en kadernota is eind 2012 door PS behandeld. Op 21 juni 2013 het OVbeleidsplan Uitgangspunt is dat alleen op die plek ken en momenten OV wordt aangebo den waar en wanneer voldoende men sen daar gebruik van willen maken (maatwerk). Aansluitend is er het flexnet dat samen met gemeenten wordt inge vuld en dat in de dun bevolkte gebieden mobiliteitsgarantie biedt (krachtenbun deling).
58. Overdrachtjeugdzorg Het college gaat de overdracht zorgvuldig voorbereiden en uitvoe ren en streeft ernaar geen autonome midde len in te zetten voor het overgaan van jeugdzorg taken.
De provincie participeert in de Task Force Jeugd (TFJ) en zet een transitie manager in. Daarmee werken we aan de zorgvuldige taakoverdracht Er wordt nog steeds vanuit gegaan dat er geen autonome middelen beschikbaar gesteld zullen worden. Wel zullen we vanuit de overlopende passiva jeugdzorg zo nodig middelen inzetten voor de uitvoering van de proeftuinen.
59. Uitvoering Kerend Tij De uitvoering van het rapport Kerend Tij facili· teren/kracht bijzetten
De provincie faciliteert de Onderwijs Autoriteit Zeeland en draagt € 50.000 bij als cofinanciering. De OAZ heeft belangrijke bijdragen gele verd aan een bijvoorbeeld de totstand koming van een duurzame positie van de UCR, de vernieuwing van het aanbod van de HZ, de fusie van de ROC's, de versterking_van het maritiem onderwijs. In het voorjaar van 2012 hebben Provin ciale Staten ingestemd met het voorstel om in totaal € 500.000 beschikbaar te stellen (in twee tranches).
60. Fusie ROC's Met betrekking tot de fusie van de ROC's een rnalig een financiële bij drage leveren voor de verplaatsing van het hoofdkantoor naar Ter neuzen 61. Promotie culturele kwa llteit Het college wil binnen de kerntaak van cultuur de promotie van de cul-
De promotie van de culturele kwaliteit vindt in elk geval plaats via Zeeuwse Ankers (de culturele biografie van Zeeland), dat i.s.m. SCEZ en Promotie Zeeland Delta ter hand is genomen. Met
voor de elektrische flets.
De aanbesteding van het vaste net zal in het voorjaar van 2014 worden afgerond. Dan is ook bekend waar de 'witte vlekken' zijn die door het flexnet zullen worden bediend. In overleg met de gemeenten zal dan tot januari 2015 het flexnet verder worden ingevuld (toetreding provincie tot de Gemeentelijke Verveerscentrale Zeeland, afspraken gemeenten provincie over financiering, communicatie etc.). We zetten er op in om samen met de gemeenten het door de TFJ opgestelde functioneel model te vervolmaken, een Zeeuws model in te voeren en benodigde zorgfuncties in Zeeland beschikbaar te hou den. Dit impliceert dat de ge meente voor specialistische functies een gezamenlijk in koopmodel moeten hanteren. Tot 2015 blijft de provincie verantwoordelijk voorde jeugd zorg. Ook van Juvent en Bureau Jeugdzorg verwachten we dat zij hun taken zullen blijven uitvoeren. Onze rol zetten we voort. De OAZ heeft voor de komende periode wederom een aantal speerpunten op het terrein van primair onderwijs, voortgezet onderwijs en hoger onderwijs en onderzoek.
De tweede tranche wordt in 2015 uitbetaald.
De komende jaren worden verdere voorstellen uitgewerkt voor de koppeling van de festi vals en promotie. I
turele kwaliteit van Zeeland in samenhang met toeristische promo tie en andere vormen van promotie organise ren 62. Grote culturele evene menten In elk geval structureel steun verlenen aan Zee land Nazomerfestival, Film by the Sea en Festi· val Zeeuws-Vlaanderen 63. Incidentele culturele evenementen In elk geval middelen beschikbaar stellen voor twee incidentele eve nementen, namelijk Sail de Ruyter en het 200 jarig bestaan van Zeeland 64. Topsportevenementen Met name steun verle nen aan topsporteve nementen zoals een tweedaags wielereve nement en de Zeeuwse kustmarathon
de Nazomercampagne gaven we in 2013 een eerste uitwerking aan de landelijke promotie van de grotere festivals in Zeeland, waarmee we de culturele kwa liteit van Zeeland ook nadrukkelijk in de markt gaan zetten. De structurele subsidiëring van de grote festivals is vastgelegd in de cultuurnota.
65. Kansen Olympisch Plan Bezien of het toekom stig Olympisch Plan kan sen biedt, waarbij de in zet met name is gericht op wieler-, water- en strandsporten
Met de vaststelling van het kernsporten hebben we focus aangebracht op enkele kernsporten en middelen beschikbaar gesteld voor het versterken van de regi onale sportinfrastructuur en de promo tie ervan.
66. Algemene Reserve De inzet is er op gericht de reserve zo spoedig mogelijk op een niveau van ca. ( 25 mln te brengen 67. DELTA NV Aandeelhouder blijven van een financieel ge zond Delta, zolang dat verantwoord is.
Het risicobeleid en de omvang van de Algemene Reserve worden separaat behandeld in de najaarsnota van 2013.
Ook de komende jaren voeren we de cultuurnota verder uit. Ook stellen we per jaar een uitvoeringsprogramma op.
Voor beide evenementen is geld be schikbaar gekomen. Sail de Ruyter is inmiddels succesvol afgerond.
De projectgroep Zeeland 200 jaar is volop bezig met voorbe reidingen.
Voor 2013 zijn wederom evenementen geprogrammeerd, o.a. Eneco-Tour, DAM 7, Tour de France á la Voile.
In 2014 en 2015 wordt een aantal aansprekende evene menten georganiseerd waar de provincie aan bijdraagt. In 2014 gaat het o.a. om de Eneco-Tour en de Ride of the Roses. Bij de kernsport beach zal het EK beachvolleybal voor jeugd worden georganiseerd. DAM 7 is de naam van een groots board-watersportevenement inc. het WK windsurfen, even eens in 2014. Ook de kustmara thon kan in 2014 en 2015 op provinciale steun rekenen. Sport Zeeland gaat het Plan uitvoeren. Dat geeft mogelijk heden voor verbreding van het draagvlak, talentontwikkeling en deskundigheidsbevordering. Met de Stichting Promotie Zeeland Delta zullen afspraken gemaakt worden voor de ver markting. In de najaarsnota worden ook de resultaten uit de ronde budgetbewaking meegenomen.
De afgelopen tijd hebben we in goede afstemming met PS gewerkt aan een aandeelhou dersstrategi e.
Op basis van de verkenning is een statenvoorstel voor een nieuwe provinciale aandeel houdersstrategie aan PS voor gelegd.
18
Een strategiediscussie voeren 68. Statenbeslult Evldes en DELTA Uiterlijk per 31 decem ber 2013 de aandelen Evides verhangen en het aan deelhouderschap van DELTA overnemen 69. Provinciale opcenten In de komende periode werkt het college een voorstel uit om de pro vindale opcenten in gaande het jaar 2012 eenmalig te verhogen.
70. Vertaling financieel beleid
71. Nieuw organisatiemo del Op 1 januari 2012 is be kend hoe het nieuwe organisatiemodel van de provincie er uit komt te zien.
72. Verdeling incidentele mlddelen
Dit onderdeel is betrokken bij de ver kenning voor een aandeel houdersstrategie DELTA.
Dit onderdeel is betrokken bij het statenvoorstel voor een nieuwe provinciale aandeel houdersstrategie DELTA.
Het opcententarief is per 1 januari 2012 verhoogd met 9 basispunten van 69,3 naar 78,3. Hiermee is een meerop brengst gerealiseerd van ca. € 4 mln per jaar. Daarvan wordt € 2 mln per jaar ingezet voor de verbetering van bereik baarheld en infrastructuur. Een bedrag van €2 mln is ingezet om de tarieven van de Westerseheldetunnel te verla gen. Op 22 juni 2012 is het Statenvoorstel kerntakendiscussie in PS behandeld. De financiële gevolgen zijn verwerkt in de begroting 2014 en najaarsnota 2013. In november 2011 is in onze opdracht de veranderagenda gepresenteerd. In fe bruari 2012 hebben we PS geïn formeerd over het organisatiemodel.
We hebben op dit moment niet het voornemen het opcenten tarief in de periode van 2013 2015 verder te verhogen.
In het collegeprogramma hebben we ons voorgenomen we het DELTAdividend steeds incidenteel in te zetten. Deze middelen (€ 20 mln per jaar) zijn met de voorjaarsnota 2012 aan Provin cialeStaten voorgelegd.
Per 1-1-2014 treedt in verband met de vorming van RUD Zeeland een hele afdeling plus de aan deze formatie gerela teerde ondersteuning uit. Daarnaast zal eind 2013 gestart worden met de evaluatie van de plaatsing, zowel van de managementfuncties als de medewerkers. Inmiddels houden we voor de periode 2014-2015 rekening met een lagere opbrengst van het DELTA dividend.
Bijlage 2 Grote projecten Project: Proj eetdoe lstell ing:
Portefeuillehouder: Doelstelling uit begroting: Periode uitvoering: Krediet/budget: Besteed per 01-09-2013 Nog te verwachten lasten Resteert
Sluiskiltunnel (KKS) Het realiseren van een boortunnel onder het kanaal Gent-Terneuzen met toeleidende wegen inclusief de aansluiting hiervan op het bestaande weg gennet. C. van Beveren Een optimaal bereikbaar wegennetwerk (Programma 13, Mobiliteit, doelstelling 130101). Medio 2009 (start aanbestedingsprocedure)- medio 2015 (oplevering van het werk) met onderhoudstermijn t/m 2 jaar na oplevering. € 295,6 mln. (laatst vastgesteld door PS van 5 november 2010) € 176,3 mln. € 103.1 mln. € 16,2 mln.
Voortgang tot heden: Het project verloopt tot op heden volgens planning. Zowel voor wat betreft de geleverde kwaliteit als de facto· ren tijd en geld. Oe le buis is inmiddels geboord. De aannemer is begonnen aan de afwerking hiervan. Ook is eind mei de nieuwe aansluiting bij Hoek reeds opengesteld voor het verkeer. Oe voorbereidingen voor de toe leidende wegen aan zowel de oost- als westzijde zijn in volle gang. Tevens is de aannemer bezig met de uitvoe· ring van het ontwerp voor de verkeers- en tunneltechnische installaties. Dit ligt op het kritieke pad van de planning en krijgt om die reden extra aandacht. Begin augustus is gestart met het boren van de zuidbuis. Ook dit verloopt tot op heden voorspoedig, mede doordat het boorproces op grond van opgedane ervaringen met de noordbuis is aangepast. Planning tot afronding: Naar verwachting wordt het boren van de 2e buis in de 1e helft van november 2013 afgerond. In het 4e kwartaal van 2013 zal ook begonnen worden met het maken van de dwarsverbindingen tussen de 2 tunnelbuizen wat tot medio 2014 zal duren. Eind 2013 wordt gestart met de aanleg van de nieuwe aansluiting ten zuiden van Terneuzen die de weg naar de tunnel aansluit op de Tractaatweg. Ook op administratief gebied wordt het no· dige werk verzet. Zo wordt met de betrokken stakeholders toegewerkt naar de openstellingsvergunning. Voor andere aandachtsgebieden worden verschillende overeenkomsten opgesteld. Deze hebben onder andere te maken met het beheer, onderhoud, verkeers-en incidentmanagement. Risico's: Oe B.V. KKS werkt met een geïndexeerd werkbudget van € 307.9 mln. Dat ligt € 12.3 mln. boven het beschik· baar gestelde krediet. Van genoemde werkbudget is op dit moment een bedrag van € 28.2 mln. gereserveerd voor onvoorziene uitgaven. Als dat bedrag kan worden gehandhaafd blijven de kosten ook met het hogere werkbudget binnen het beschikbaar gestelde krediet, omdat de indexering uit onvoorzien wordt gedekt. Voor de aanleg van de Sluiskiltunnel is een budget beschikbaar gesteld van € 295,6 miljoen. Kostenoverschrij· dingen in de uitvoering zijn bij een dergelijk project niet ondenkbaar. Ook treden er kostenstijgingen op als gevolg van indexering (zie hierboven). Binnen het project wordt gewerkt met de reële GWW-index. Een globale berekening van de te verwachten indexeringskasten over de gehele uitvoeringsperiode van het project komt uit op een bedrag tussen de € 16 en € 21 miljoen. Gelet op de omvang van de bedragen is risicobeheersing van groot belang. Elke drie maanden bespreken wij daarom de voortgang van het project (planning, kostenontwikkeling), de risico's en de beheersmaatregelen met de B.V. KKS. Het gaat dan om: Stringente budgetbewaking;
Periodiek actualiseren van de kostenramingen;
Eenmaal per jaar indexeren van de nog uit te geven projectkosten;
Motiveren waarom kostenstijgingen als gevolg van tegenvallers in de uitvoering ten laste van de post
onvoorzien worden gebracht;
Kostenstijgingen ten gevolge van indexering primair dekken uit onvoorzien;
Stringent toepassen van een risicobeheersysteem bij de voorbereiding en uitvoering van de werkzaamhe
den door de BV KKS en de aannemerscombinatie BAM·TBI;
Project: Projectdoelstelling:
Portefeuillehou der: Doelstelling uit begroting: Periode uitvoering: Krediet/budget: Besteed per 01-09-2013 Nog te verwachten lasten Resteert
Marinierskazerne Defensie in staat stellen de kazerne zo snel mogelijk en tegen zo laag moge+ lijke kosten te realiseren; maximalisatie van de (economische en maat• schappelijke) effecten van de kazerne voor de Zeeuwse samenleving. C. van Beveren. Programma 6 Ruimtelijke omgeving, met doelstelling 060201 Nieuwe projecten gebiedsantwikkeling 2013-2017 (oplevering Kazerne) € 15.000.000 (provinciaal aandeel overeenkomstig statenvoorstel15-11· 13) € 54.608 € 14.945.392
·€
Voortgang tot heden:
Het project Marinierskazerne Zeeland omvat de verhuizing van de nu in Doorn gevestigde Van Braam
Houckgeestkazerne en het Logistiek Complex Maartensdijk naar een terrein van ca. 70 ha. nabij de buitenha·
ven van Vlissingen. Oe Tweede Kamercommissie van Defensie heeft tijdens het AO (algemeen overleg) van
6 februari 2013 met het eerder genomen besluit ingestemd. Binnen Defensie is inmiddels een uitvoeringsorga·
nisatie opgericht. Er is door Defensie nog geen besluit genomen over de wijze van aanbesteding. Dit besluit
wordt eind 2013 verwacht. Provinciale verantwoordelijkheden liggen op het vlak van de grondverwerving, het
provinciale inpassingsplan en het bevorderen van de sociaal-economische effecten van de kazerne voor
Zeeland.
In nauw overleg met Defensie is het voorontwerp van het provinciale inpassingsplan gestart. Ook heeft veel
vuldig overleg met de omwonende bevolking plaats gehad. De verwerving van de benodigde gronden is ook
gestart. Met de andere overheidsgrondeigenaren worden overeenkomsten inzake erfpacht afgesloten. Oe
onderhandelingen over de verwerving van de particuliere grondeigendommen lopen. Het geheel wordt dan in
een vorm van erfpacht met recht van opstal door de provincie aan Defensie beschikbaar gesteld. Met de ge
meente Vlissingen en Defensie wordt verder overlegd over de wijze waarop het terrein, zoals aan Defensie
toegezegd, bouwrijp beschikbaar zal worden gesteld. Er wordt overwogen om dit in de vorm te gieten van een
afkoopsom aan Defensie. In overleg met de terrein beherende instanties en de betreffende gemeenten is een
inventarisatie gemaakt van geschikte oefenterreinen. Het gebruik door Defensie zal worden vastgelegd in con
tracten tussen Defensie en de terreinbeheerders.
Planning tot afronding:
Medio 2014 verwachten we over een vastgesteld inpassingsplan te kunnen beschikken. Ook de grondverwer
ving zal dan naar verwachting zijn beslag hebben gekregen. Na de beslissing over de wijze van aanbesteding zal
Defensie met haar partners (waaronder de provincie) een bestek of programma van eisen opstellen op basis
waarvan kan worden aanbesteed. Deze stap zal naar de huidige verwachting een jaar vergen. Daarna volgt de
aanbesteding en de daadwerkelijke bouw, waarvan de planning wordt gericht op ingebruikname van de kazer
ne in 2017.
Welke consequenties er zijn verbonden aan het voornemen om de van Ghent-kazerne te Rotterdam te verhui
zen naar de marinierskazerne te Vlissingen is nog niet bekend.
Risico's:
Financiële risico's kleven aan de kosten van de benodigde grondverwerving, en de afspraak van provincie en
gemeente om de grond om niet en bouwrijp aan te leveren. De kosten hiervan kunnen hoger uitvallen dan
begroot. Deskundig advies wordt ingeschakeld om te komen tot zo goed mogelijke kostenramingen. Procedure
le risico's (vertraging, waardoor de marinierskazerne pas later dan gepland gerealiseerd kan worden) liggen er
voor wat betreft het vaststellen van het inpassingsplan en een (mogelijk) onteigeningstraject. Risico's m.b.t. het
inpassingsplan kunnen verkleind worden door een zorgvuldig voorbereidingstraject, c.q. goede afstemming
met Defensie, omgeving en bestuur.
21
Project: Projectdoelstelling:
Portefeuillehouder: Doelstelling uit begroting: Periode uitvoering: Krediet/budget: Besteed per 01-09-2013 Nog te verwachten lasten Resteert
Waterdunen Door de combinatie van kustversterking, (recreatie)natuurontwikkeling en verblijfsrecreatie ontstaat een voor recreanten uiterst aantrekkelijk gebied aanzienlijke sociaaleconomische impuls voor de (krimp)regio. Met de getij· dennatuur. een groot slikken- en schorrengebied, draagt Waterdunen bij aan het met België afgesproken natuurherstel van de Westerschelde. Wa· terdunen biedt tegelijkertijd een oplossing voor de kustveiligheid. G.R.J. van Heukelom Programma 6 Ruimtelijke omgeving, met doelstelling 060202 lopende pro jecten gebiedsantwikkeling afronden Nu nog ca. 3 jaar werken aan de concrete uitvoering; daarna nog 5~10 jaar evaluatie, monitoring en afhandeling evt. claims € 7,6 miljoen provinciaal geld (actualisatie GREX op 12· 3· 2013); nog geen provinciaal geld besteed; € 7,6 miljoen €
Voortgang tot heden:
De voorbereidende werkzaamheden, waaronder het munitieonderzoek en het vergunningentraject, zijn vrijwel
afgerond. Op 18 september 2013 zijn de twee gevonden vliegtuigbommen door de EOD geruimd. Na de ver
plaatsing van een spuiterij naar het bedrijventerrein Deltahoek in Breskensis een wijzigingsplan opgesteld, om
de bouw van woning op het aangrenzende perceel mogelijk te maken. De procedure voor de 1e herziening van
het lnpassingsplan Waterdunen is gestart. Het ontwerp ligt van tot 10 oktober 2013 ter inzage.
De lopende onteigeningsprocedure heeft vertraging ondervonden. Op verzoek van de onteigende partij heeft
de rechtbank de eerder ingestelde adviescommissie opgeheven. Er zal een nieuwe commissie worden ingesteld
die advies zal uitbrengen over de hoogte van de schadeloosstelling.
De aanleg van Waterdunen is inmiddels in volle gang. In opdracht van het waterschap werkt een aannemers~
combinatie aan de kustversterking. Als samenwerkingsproject van waterschap en provincie wordt de huidige
vogeltelpost verplaatst en vergroot en aldus ook benut kunnen worden als uitkijkpunt. Bij het Killetje zijn de
werken aan de getijdenduiker gestart, met als eerste onderdeel de aanleg van een tijdelijke waterkering. Ook
dit project gebeurt in nauwe samenwerking tussen provincie en waterschap. Drie kokers zijn bestemd voor de
in· en uitstroom van Westerseheldewater ten behoeve van de getijdennatuur in Waterdunen, de vierde koker
vervangt het huidige gemaal en dient voor de afvoer van overtollig polderwater rond Waterdunen. De aanbe
stedingsprocedure voor de aanleg van de benodigde infrastructurele aanpassingen (waterhuishouding, ont
sluiting, nutsvoorzieningen) in de rand van het plangebied zal in oktober 2013 worden afgerond, waarna de
werken kunnen starten.
De resultaten van de aanbestedingen (inschrijfsommen) zullen worden verwerkt in de provinciale exploitatie~
opzet voor de ontwikkeling van het natuurgebied en het bouwrijp maken van het recreatiecasco. Na actualisa·
tie zal deze ter kennisname aan Provinciale Staten worden gezonden.
Parallel aan de aanleg van Waterdunen wordt in nauw overleg met Moletaten en Het Zeeuwse landschap en in
de lijn van LAND IN ZEEl de gebiedspromotie voorbereid. Daarnaast loopt nog een participatietraject rond de
inrichting van speelnatuur op de twee recreatiebolwerken in Waterdun en.
Planning tot afronding:
De aanleg van het provinciale deel van Waterdunen (natuurgebied, recreatiecasco en benodigde infrastructure·
Ie aanpassingen) neemt naar verwachting tot eind 2015 in beslag.
Risico's:
In deijaarlijks geactualiseerde) grondexploitatie worden de belangrijkste risico's benoemd. Risico's liggen met
name op het gebied van onverwachte kostenposten en kostenstijgingen in het uitvoeringstraject:
• noodzaak omleggen leidingen; • het verwerken/afvoeren van het grondoverschot: • onderzoek/ruiming niet-gesprongen explosieven; • onverwachte bodemverontreiniging; • schade aan bestaande bebouwing en wegen.
Door nader onderzoek wordt getracht deze risico's te beperken. Voorkómen van schade aan bestaande be bouwing is/wordt als expliciet aandachtspunt meegenomen bij het opstellen van de bestekken. Van relevante objecten (woningen en wegen) worden nulopnames gemaakt.
Project: Projectdoelstelling:
Port efeu illeh ouder: Doelstelling uit begroting: Periode uitvoering: Krediet/budget: Besteed per 01-09-2013 Nog te verwachten lasten Resteert
N62Sioeweg Voldoen aan de eisen van doorstroming en verkeersveiligheid bij de in de verkeersprognose 2020 aangegeven verkeersintensiteit Vermijden van ongewenst doorgaand verkeer op de N664 tussen 's-Heer Arendskerke- Goes Vermijden van sluipverkeer tussen Heinkenszand c.a. en Goes Vermijden van doorgaand verkeer door de zak van Zuid Beveland C. van Beveren programma 13 Mobiliteit, met doelstelling 130101 Een optimaal bereikbaar wegennetwerk. 2014, 2015, 2016 {deels) € 53.327 .soo (MIZ + indexering)
€ 21.902.974 € 32.999.526 € 0
Voortgangtot heden: De verwerving van de laatste benodigde, gronden loopt voorspoedig. Eén perceel in de v.m. goederenspoorlijn
is echter vervuild. Over de aankoop worden nog besprekingen gevoerd.
De voorbereidingen voor het verplaatsten van de Hoogspanningsmast en de nieuwe kruising van de drinkwa
terleiding met de Bernhardweg liggen strak op schema. Verwachting is dat de uitvoering van de werkzaamhe
den nog dit jaar is afgerond. De Gasunie verwacht binnenkort het nieuwe tracé van de gasleiding bekend te
maken. Dan kan ook het bestemmingsplan verder vastgesteld worden. Gasunie start pas met de daadwerkelij
ke uitvoering als het bestemmingsplan onherroepelijk is. Als er geen zienswijzen ingediend worden kan de
planning worden gehaald. Gasunie beoogt het werk voor 1 okt 2014 gereed te hebben. Daarna gaat het winter
seizoen in. Bepalend wordt dus de bestemmingsplanprocedure. De gasleiding blijft dus maatgevend voor de
voortgang van het deel Molendijk-Bernhardweg.
De besteksvoorbereiding vergt meer werk dan verwacht. Er is daarom besloten de publicatie van het bestek uit
te stellen tot eind oktober 2013. Dit betekent dat het aanbestedingsresultaat naar verwachting eind februari
2014 bekend is.
Risico's:
Financieel
Begin dit jaar is op verzoek van de nieuwe projectorganisatie de stand van zaken van het budget N62 Sleeweg
opgemaakt. Na afboeking van de in 2013 gedane betalingen, aangelegde verplichtingen en reserveringen is de
besteksvoorbereiding zover gevorderd dat er een beeld is van de nog te verwachten totale kosten.
Opgemerkt dient te worden dat de uiteindelijke aanneemsom t.o.v. de raming mee zal vallen, omdat:
De raming is gemaakt met de standaard oplossing. Door het toepassen van alternatief bouwmateriaal wordt
een aanzienlijk financieel voordeel verwacht . De aannemers worden in het bestek ook uitdrukkelijk uitgeno
digd alternatief in te schrijven.
De markt nog steeds hongerig is waardoor er zeer concurrerend zal worden ingeschreven
Het werk middels een veiling wordt aanbesteed. De ervaring leert dat dit voordeliger uitvalt.
Helaas is het zo dat het aanbestedingsresultaat pas in februari 2014 bekend zal zijn.
Mocht het aanbestedingsresultaat dermate tegenvallen dat dit op onoverkomelijke bezwaren stuit kan over
wogen worden de aanbesteding in te trekken of onderdelen van het werk op een later tijdstip uit te voeren.
Tijd
Indien de gasleiding in het traject Molendijk - Bernhardweg voor 1 oktober 2014 is verlegd naar het nieuwe
tracé en operationeel is kan de verdubbeling van de N62 Sleeweg 1e kwartaal 2016 gereed zijn.
Bezwaarprocedures tegen de nieuwe ligging van deze gasleiding kunnen ertoe leiden dat deze einddatum niet
gehaald kan worden en deze werkzaamheden doorschuiven naar 2e kwartaal 2015. In dat geval zal de verdub
beling van de N62 Sleeweg pas eind 2016 gereed zijn.
Project: Projectdoeistelling: Portefeuillehouder: Doelstelling uit begroting: Periode uitvoering: Krediet/budget: Besteed per 01-09-2013 Nog te verwachten lasten Resteert
Verbreding Tractaatweg Verbreding van de Tractaatweg tussen de kanaalkruising Sluiskil en de grens bij Zeizate tot een 2x2 strooksweg, met 3 ongelijkvloerse aansluitingen. C. van Beveren programma 13 Mobiliteit, met doelstelling 130101 Een optimaal bereikbaar wegen netwerk. 2015-2016 € 53.327.500 (MIZ +Indexering) ( 4.392.990 ( 48.934.510
(
0
Voortgangtot heden:
Voor de wegverbreding is een Voorlopig Ontwerp door GS en de gemeenteraad van Terneuzen vastgesteld. Dit
ontwerp komt voor uit het MER en is inmiddels ingepast in een ontwerp bestemmingsplan. Zowel het MER als
het bestemmingsplan zullen naar verwachting in december 2013 door de gemeenteraad worden vastgesteld.
Op het bestemmingsplan zijn 30 zienswijzen ingediend. Hiervoor wordt op dit moment een antwoord-nota
opgesteld.
Een aantal woningen langs de Sasweg en Graaf Jansdijk evenals een boerenbedrijf nabij Molenverkorting moe
ten voor de verbreding worden geamoveerd. Onderhandelingen hierover zijn in volle gang.
Voor de uitvoering van de werkzaamheden wordt een Design en Construct contract (D&C contract) opgesteld.
Hiervoor wordt de provincie ondersteund door de Grontmij. Op dit moment vinden nadere onderzoeken plaats
(o.a. archeologisch onderzoek, geotechnisch onderzoek, bodemonderzoek). Ook wordt een landschapsplan
opgesteld. Belangrijk element bij de planvorming is de grote hoeveelheid kabels en leidingen die in het plange
bied ligt en een grote impact heeft op het plan. Hiervoor vindt een knelpuntanalyse plaats.
Daarnaast vinden er stakeholdersoverleggen plaats (o.a. met het Waterschap, Prorail, de veligheidsregio, ZSP
en gemeente) aan de hand waarvan een risicoanalyse wordt opgesteld.
Tijdens dit proces wordt steeds gezocht naar kostenbesparende elementen, zodat overschrijding van het oor
spronkelijke budget van 52 miljoen zoveel mogelijk wordt beperkt.
Planning tot afronding:
Bovengenoemde werkzaamheden moeten in januari 2014 leiden tot een concept D&C contract, met een bijbe
horende kostenraming. De definitieve versie hiervan zal in maart 2014 gereed zijn.
Vanaf november 2013 wordt gewerkt aan de aanbestedingsfase (opstellen selectiedocument en voorselectie).
De aanbesteding zelf kan starten na goedkeuring GS/Staten van het contract en de kostenraming en zal in
juli/augustus 2014 leiden tot gunning. Dit zal op zijn vroegst begin 2015 kunnen leiden tot start van de uitvoe
ringswerkzaamheden. Gerekend moet worden op een uitvoeringsperiode van minimaal1,5 jaar.
Risico's:
Er is een aantal risico's dat vertragend kan werken en een aantal dat kostenverhogend kan werken.
Vertragend zijn vooral de verschillende procedures die doorlopen moeten worden. Voor de planologische pro·
eedure (MER en bestemmingsplan) is dit risico klein, zij het dat in geval van een Raad van State procedure wel
vertraging kan ontstaan. Omdat het project valt onder de crisis en herstelwet, kan deze procedure versneld
worden. Indien een onteigeningsprocedure nodig is, als minnelijke aankoop niet lukt, zal dit ook vertragend
werken (einde procedure november 2014). Indien hoofdtransportleidingen moeten worden verlegd zijn ook
hier vertragingen mogelijk (verleggingsprocedures). Hoe dit uitwerkt, wordt op dit moment onderzocht.
Kostenverhogende risico's kunnen met name veroorzaakt worden door de eisen die gesteld worden bij het
verleggen van kabels en leidingen. Daarnaast kunnen uit de lopende onderzoeken nog risico's zichtbaar worden
(archeologie, bodem, geotechniek). Hiervoor vinden binnenkort risicosessies plaats, om te bepalen welke risi·
co's voorkomen kunnen worden, welke de provincie draagt en welke kunnen worden verwerkt in het D&C
contract.
25
Project: Projectdoelstelling: Portefeuillehouder: Doelstelling uit begroting: Periode uitvoering: Krediet/budget: Besteed per 01-09-2013 Nog te verwachten lasten Resteert
Perkpolder
Realiseren project Perkpolder met natuurontwikkeling, een jachthaven,
woningbouw, een golfbaan en recreatiewoningen C. van Beveren Programma 6 Ruimtelijke omgeving, doelstelling 060202 Lopende projecten gebiedsantwikkeling afronden. t/m 2023 € n.v.t. via deelneming Perkpolder beheer BV € 8,9 miljoen wordt ingebracht in Perkpolder beheer BV € n.v.t. € n.v.t.
Voortgangtot heden:
Vanaf september 2012 is een procedure doorlopen om afscheid te nemen van de private partners in de PPS
Perkpolder. De besluiten zijn genomen, de jaarrekening 2012 is goedgekeurd door partijen en de definitieve
notariële afhandeling van de entvlechting zal in dit najaar geëffectueerd worden. De aanbesteding voor de
aanleg van het buitendijkse natuurgebied en het ophogen van het veerplein is door Rijkswaterstaat en Perk
polder Beheer BV (PBBV) gegund aan Van Oord. De voorbereiding van de werkzaamheden is gestart, maar ligt
momenteel stil vanwege een conflict met de aannemer. Dit is voorgelegd aan de Raad van Arbitrage, die heb
ben geoordeeld in het voordeel van de opdrachtgever. De aannemer kan hier nog tegen in beroep gaan.
Voor de westelijke Perkpolder is een koop- en realisatieovereenkomst getekend met Hulst aan Zee BV. Hulst
aan Zee koopt de westelijke Perkpolder en realiseert er een galtresort met 200 wooneenheden. Daarnaast
heeft het een (gewaardeerde) optie op de hotellocatie op het veerplein en interesse voor ligplaatsen in de
toekomstige jachthaven. Met Hulst aan Zee wordt gewerkt aan een ontwerp stedenbouwkundig plan dat als
onderligger gaat dienen voor de herziening van het bestemmingsplan. Dit herziene bestemmingsplan moet in
het eerste kwartaal van 2014 ter inzage gaan. Met de Royal Vacht Club van België wordt gesproken over de
exploitatie van de jachthaven. Bij deze gesprekken is Hulst aan Zee ondertussen ook betrokken.
De onteigening is zo goed als afgerond. Naar verwachting doet de rechtbank dit najaar uitspraak inzake de
hoogte van de schadeloosstelling.
Planning tot afronding:
De westelijke Perkpolder wordt gekocht en ontwikkeld door ontwikkelaar 'Hulst aan Zee' . Hiertoe
is een koop-/ontwikkelovereenkomst gesloten. De eerste verkoop van gronden is gepland in 2015, de laatste in
2020. Voor het veerplein is de planning dat de uitgifte van gronden start in 2016 en doorloopt tot 2023.
Risico's:
Bij het aangaan van de PPS-overeenkomst in 2008 zijn de risico's aan de orde geweest en is er op gewezen dat
risico's in principe beperkt zijn omdat ze binnen de PPS beheerst en gedeeld worden door de vier (inmiddels 2)
deelnemende partijen. De risico's in de PBBV zijn op elk moment in de ontwikkeling van een andere omvang en
grootte. Vanwege de bedrijfsgegevens blijven de risicoscenario's, aangegeven in het jaarlijks door de PBBV te
actualiseren grondexploitatieplan, vertrouwelijk.
Door de verkoop van de westelijke Perkpolder wordt een belangrijk deel van de risico's afgedekt. De hele wes
telijke Perkpolder wordt ontwikkeld door Hulst aan Zee BV en niet langer door de PBBV. Voor de provincie
zitten de risico's in:
• het eventueel niet kunnen doorleveren van de (inmiddels grotendeels verworven) gronden. Bij doorleve ring worden de kosten van verwerving, beheer, etc. in hun geheel doorberekend aan de PBBV. Momen teel wordt de overdracht van het Veerplein aan de PBBV voorbereid. Vervolgens zal bij elke volgende grondtransactie het financiële risico voor de provincie verminderen. • het scenario dat Hulst aan Zee (financieel) niet in staat is om aan haar verplichtingen tot ontwikkeling te voldoen. Momenteel is de provincie bezig om dit risico nader in kaart te brengen en wordt bezien of voor dit scenario een alternatieve strategie moet worden ontwikkeld Mocht de PBBV op enig moment worden beëindigd, dan koopt de provincie de grond terug. voor zover die dan nog in het bezit is van de PBBV. Vervolgens zal nagedacht moeten worden wat met de gronden gedaan wordt. De hoogte van het risico is enerzijds afhankelijk van de aankoopprijs, maar zal ook afhankelijk zijn van het mo ment in de ontwikkeling. Zo zullen bouwrijp gemaakte gronden een hogere waarde hebben. Tot nu toe zijn de
daadwerkelijke uitgaven voor de grondverwerving ca. ( 8,9 miljoen. Alle andere uitgaven betrekking hebbende op het project zijn door de PBBV gedaan en gefinancierd met externe middelen.
Bijlage 3. Paragraaf Demografische ontwikkeling Provincie Zeeland Begroting 2014 Inleiding
Het fenomeen krimp en vergrijzing is in de provincie Zeeland volop actueel. Dat is niet erg, maar een gegeven.
In 2009 verscheen er een advies van het Topteam Krimp voor de vanaf dat moment gelabelde 'topkrimpregio's'
Noord-Oost Groningen, Parkstad Limburg en Zeeuws-Vlaanderen. Vanaf 2012 erkent het Rijk ook de taak van
de provincie op dit terrein door met de verdeling van het provinciefonds rekening te houden met de krimppro
blematiek via de zogenaamde krimpmaatstaf. Via de maatstaf ontvangen ook gemeenten in de drie provincies
met krimpgebieden een tegemoetkoming in de transitiekosten. Gedurende de looptijd van 5 jaar wordt erva
ring opgedaan met deze maatstaf. Ten behoeve van onderzoek naar de financiële gevolgen van bevolkingsda
ling is het nuttig dat maatstafgemeenten in zowel begroting als jaarverslag een paragraaf Demografische ont
wikkeling opnemen.
De provincie zelf is ook volop bezig met beleid en uitvoering te geven aan dat beleid dat inspeelt op de gevol
gen van de demografische ontwikkelingen. Daarbij is de inzet aan de ene kant heel specifiek gericht op een
aantal onderdelen die om expliciete aandacht vragen. Het gaat dan om een programmatische aanpak voor
wonen en woonomgeving, voorzieningen, arbeidsmarkt en bereikbaarheid. Aan de ander kant is de inzet veel
algemener gericht op (economische, ruimtelijke en sociale) versterking van regio's door een gebiedsgerichte
aanpak (West Zeeuws-Vlaanderen), uitvoering te geven aan grote projecten (Kanaalzone, Perkpolder en Wa
terdunen) of infrastructurele verbeteringen (Siuiskiltunnel, N62 en landbouwroutes). In beide gevallen zijn, en
worden er grote investeringen gedaan die in meer of mindere mate inspelen op de demografische ontwikkelin
gen en de gevolgen daarvan.
Op 25 januari 2013 werd door Provinciale Staten een motie aangenomen om een doorrekening van de krimp
maatstaf te oormerken als specifieke 'krimpgelden'.
Mede als gevolg hiervan hebben we in 2013 voor een aantal projecten die heel aanwijsbaar inspelen op de
gevolgen van krimp het programma 'Prachtig Wonen, Werken en leven, inspelen op veranderingen in de be
volkingsontwikkeling', vastgesteld. De looptijd van dit programma is 2012-2018. Van de onderwerpen in dit
programma verwachten wij meerwaarde door die in samenhang met elkaar uit te voeren.
Onze inspanningen blijven echter niet beperkt tot dat programma. Ook buiten dit programma spelen projecten
die in op de gevolgen van de demografische veranderingen (bijvoorbeeld Waterdunen, een economische im
puls in een krimpgebied). Vooralsnog lopen die projecten zelfstandig door naast het genoemde programma.
De financiële verantwoording is daarom ook breder dan alleen binnen het programma bevolkingsontwikkeling.
Duidelijk is dat we binnen en buiten dit programma meer geld inzetten op het omgaan met de gevolgen van
krimp dan de ophoging van het provinciefonds met de maatstaf krimpgelden. In komende jaren willen we
nader bezien welke activiteiten naast het programma bevolkingsantwikkeling in deze paragraaf bij de begroting
verantwoord worden.
Hieronder gaan we vooral in op het programma bevolkingsontwikkeling. Aandachtspunt hierbij is dat de nota
Vitaal Zeeland, die parallel in procedure is gebracht, inmiddels door ons is teruggenomen. Op dit moment is
niet te overzien of en zo ja welke consequenties dat voor het programma bevolkingsantwikkeling heeft.
In navolgend document werken we het programma bevolkingsantwikkeling uit aan de hand van de volgende 4
W-vragen:
1. Wat is de demografische situatie 2. Wat willen we bereiken 3. Wat gaan we daarvoor doen 4. Wat gaat het kosten
1.
Wat is de demografische situatie
Volgens de prognose stijgt de bevolkingsomvang van de provincie Zeeland licht tot 2016 (382.866 inwoners) waarna een gestage daling ingezet wordt (zie fig. 1). Tot 2030 zal de bevolkingsomvang dalen met ongeveer 5000 inwoners (-1,5%) en tot 2040 met 22.000 inwoners (-5,9%). In 2040 zal Zeeland volgens de prognose uit komen op een bevolkingsomvang van ongeveer 360.000 inwoners.
28
-
Prognose 2012
-
380000 370000
~
360000 350000 340000
-
waarneming
-
-
390000
~ ~
330000 320000 310000 300000 0
....~
~ 8 ~ .... .... N CIQ
N
8 .... N
0 0
N
'<:t 0
.-1
N
co
...t 0 N
N
ID
0
N
N
N
s s
~
'<:t
co
N
N
:g :g
Figuur 1. Bevolklngsontwlkkellng provincie Zeeland 1990-2040 volgens waarneming tot en met 1·1·2012 en prognose tussen 2010 en 2040.
Bevolkingsomvang Zeeuwse regio's De bevolkingsantwikkeling van de Zeeuwse regio's verloopt in Zeeland van oudsher verschillend. In figuur 2 is te zien dat de mate waarin groei en krimp plaatsvindt per regio sterk verschilt. Het meest opvallend is de dalende omvang van de bevolking van Zeeuws Vlaanderen en Schouwen-Duiveland. De overige regio's laten nog een lichte groei zien, waarna de bevolking van elke regio op een bepaald tijdstip licht gaat dalen.
1140.000 Bevelanden
120.000 100.000
F==~~~-=====~-..J-schouwen Duiveland
80.000
Tholen
60.000 40.000 20.000
1 1
Walcheren
0 ...Co:ti'O,."ID
N
N
N
N
N
N
Zeeuws Vlaanderen
N
Figuur 2. Bevolkingsantwikkeling Zeeuwse regio's tussen 2011 en 2030 {provincie Zeeland) De regio's Zeeuws-Vlaanderen en Schouwen-Duiveland hebben op dit moment een dalende bevolking. Deze trend zet zich voort in beide decennia tot 2030. Voor de Bevelanden geldt dat tot 2020 sprake is van groei, het decennium erna is sprake van een lichte daling. De andere twee regio's laten een blijvende groei zien, in het laatste decennium wordt deze groei echter substantieel kleiner. Bevolkingsantwikkeling per leeftijdsgroep 2010-2040 In Figuur 3 en 4 is de ontwikkeling per leeftijdsgroep tussen 2010 en 2040 weergegeven, relatief en absoluut. In omvang is de grootste verandering te zien bij de leeftijdsgroep 30-59 jaar (·35.000), het aantal 80 plussers neemt met 21.000 toe. Relatief is de verandering het grootst bij de 80+ers: de komende 30 jaar vindt er een toename plaats van 108%, meer dan een verdubbeling. De ontgroening vindt vooral plaats tot 2020, daarna is de leeftijdsgroep tot 15 jaar redelijk stabiel.
30.000 . . , . - - - - - - - - - - - 20.000 10.000
0
+---------- +-------
100,0% 80,0%
+-r-~~-r~~~-
-10.000
-t-~>--L..J
-20.000
+ - - - - --t
120,0%
60,0%
+----------
40,0%
+--------- -- + - - - - - - - - -----
20,0% 0,0%
-30.000 + - - - - --t -40.000 .....__ _ _ _ _ _ _ __
-20,0%
+-r-,.----,r-r~-r--r--:r--r
__
-r--:-~-....L.....ool!.--t_J-----=:..._
-40,0% ....__ __
Figuur Fout! Geen tekst met de opgegeven stijl in het document. Bevolkingsentwikkeling per leeftijds· groep van Zeeland tussen 2010 en 2040 absoluut
Figuur 4. Bevolkingsentwikkeling per leeftijdsgroep van Zeeland tussen 201 0 en 2040 relatief
Beroepsbevolking Oe leeftijdsopbouw van de beroepsbevolking zal de komende jaren veranderen door de pensionering van de omvangrijke baby-boomgeneratie en de hogere arbeidsparticipatie van vrouwen en ouderen. In figuur 5 is te
zien dat vergeleken met de huidige situatie, de beroepsbevolking in de leeftijd 60 tot 65 zal groeien, in de andere leeftijdsgroepen zal de beroepsbevolking dalen.
15·29
30·39
40~9
50·59
60-64
4.000 2.000
0
-2.000
-4.000
-6.000
-8.000
-10.000 -12.000 ........_ _ _ _ _ _ _ _ _ _ __
Figuur Fout! Geen tekst met de opgegeven stijl in het document.. Groei of daling van de 2. Wat willen we bereiken(beleid)
Zeeland is een prachtige provincie om te wonen, te werken, te leven . Daar willen we ons in Zeeland mee profi
leren, nu, maar ook in de toekomst. Dat gaat echter niet vanzelf. De maatschappij verandert in snel tempo. Dat
leidt tot ontwikkelingen die afbreuk doen aan het beeld van Zeeland als plek waar het goed leven en werken is.
De provincie ziet het gewenste veranderingsproces als een kans, een kans om meer kwaliteit van leven te be
houden en te realiseren op het gebied van wonen, van voorzieningen, van zorg en onderwijs, mobiliteit. Nu
investeren in de dingen die belangrijk zijn, zorgt ervoor dat Zeeland ook in de toekomst prachtig is. De hoofd
doelstelling is dan ook om de kwaliteit van wonen, werken en leven te behouden en te versterken.
In het onlangs door GS vastgestelde programma Prachtig Wonen, Werken en Leven wordt een dwarsdoorsnede beschreven van de thema's die het meest te maken krijgen met de veranderingen in de bevolkingsontwikke ling. Aan de hand van de volgende definitie:
30
'het gaat om thema's die een belangrijke Invloed hebben op de aantrekkelijkheld van de woon, werk- en leefomgeving en waar In relatle tot bevolklngsontwikkeling (krimp, ontgroening en vergrijzing) de meeste Impact valt te verwachten.' De programmatische aanpak bakent daarom af tot de volgende thema's, afgeleid van de integrale beleidsnota's zoals de Economische Agenda, het Omgevingsplan en de Nota Nieuwe Lijnen (OV) en de leefbaarheidsnota die nog in ontwikkeling is: Wonen en woonomgeving
Voorzieningen
Arbeidsmarkt
Bereikbaarheid (openbaar vervoer)
Kort lopen we de hoofddoelen langs van deze thema's. Voor een uitvoeriger beschrijving van de thema's ver
wijzen we naar het programmadocument 'Prachtig Wonen, Werken & leven'.
Wonen en woonomgeving
Het hoofddoel is als volgt omschreven in het Omgevingsplan (Ruimte):
Een goed woonklimaat en een goed werkende woningmarkt in steden, dorpen en op het platteland en met
voldoende omvang, kwaliteit en differentiatie van de woningvoorraad. Ruimtelijk staan bundeling en zorgvuldig
ruimtegebruik voorop.
Voorzieningen
Het hoofddoel is als volgt te formuleren:
Een kwalitatief en onderscheidend voorzieningenniveau dat toekomstbestendig is en inspeelt op een verande·
rende vraag.
Deze kosten die hiermee gemoeid zijn, worden in de programmabegroting 2014 gedekt binnen programma 1
(leefbaarheid), doelstelling 010107 Duurzame oplossing bevolkingsdaling. Voor onderwijs in relatie tot voor
zieningen geldt dat de kosten gedekt worden binnen programma 12 (Onderwijs) van de begroting.
Arbeidsmarkt
Het arbeidsmarktbeleid maakt onderdeel uit van de Economische Agenda. Hoofddoel is als volgt geformuleerd:
Wij richten ons op een optimaal evenwicht van vraag en aanbod op de Zeeuwse arbeidsmarkt, voor alle secto
ren en met name voor zorg en techniek.
De kosten die gepaard gaan met uitvoering van deze doelstelling worden in de programmabegroting 2014
gedekt binnen het programma 9 (Economie), doelstelling 090103 Arbeidsmarkt.
Bereikbaarheid (ov)
Hoofddoelstelling van het OV is als volgt geformuleerd:
"Het optimaal aansluiten op de vraag naar openbaar vervoer van de reizigersgroepen scholieren/studenten,
forenzen, vervoersarmen, verblijfsteeristen en mensen met een lichte zorgvraag en lichamelijke beperking."
Binnen de aanpak op het terrein van het programma Bevolkingsantwikkeling beperken we ons tot de buurtbus
en het flexnet, gerelateerd aan de ontwikkeling van een andere spreiding van voorzieningen en gerelateerd aan
ontwikkelingen op het gebied van wonen en zorg, specifiek ouderen die langer thuis blijven wonen en die
mogelijk een verveersvraag hebben.
Deze kosten worden gedekt in programma 13 van de begroting, doelstelling 130201 'Een voor iedereen toe
gankelijk openbaar vervoer'. Dit geldt vanaf 2015.
3. Wat gaan we daarvoor doen De provincie heeft namens de regio's Zeeuws-Vlaanderen en Schouwen-Duiveland een convenant met het Rijk afgesloten. Hierin staan voornemens en concrete acties beschreven. Met de programmatische aanpak wil het college een stap voorwaarts maken als het gaat om integreren, innoveren en initiëren (3 l's). Oe drie l's zijn de plus van het programma. Anders gezegd: beleidsthema's op innovatieve wijze in samenhang tot uitvoering brengen. Het gaat om het ontwikkelen van een integrale werkwijze, ontwikkelen van innovatie en ontwikkelen
31
van uitvoeringskracht Met de afgebakende beleidsthema's als uitgangspunt wil de provincie innovatie en
kansen voor integrale aanpak over de beleidsvelden heen maximaal benutten en de uitvoeringskracht vergro
ten. Samenwerken met gemeenten en andere partners is nodig, waarbij de provincie groot belang heeft bij de
voortgang van het transitieproces bevolkingsentwikkeling en het totale eindresultaat. Daarom zet de provincie
in op integrale afspraken "wonen, werken en leven" met de regio, zogenaamde regioprogramma's.
Wonen en woonomgeving
Er is binnen het woonbeleid een aantal inspanningen geformuleerd om dit doel te bereiken:
1. Om regionale afstemming te bereiken (doel) wordt door de provincie ingezet op het maken van regionale woningmarktafspraken. Deze afspraken vormen tevens een voorwaarde voor het in aanmerking komen van PIW (Provinciale Impuls Wonen)-gelden 2. Ondersteunen transformatieprojecten stedennetwerk Z4 3. Stimuleren deeltijdwonen 4. Stimuleren aanpak particuliere woningvoorraad (PIW-gelden). In het leefbaarheidsbeleid gaan we uit van de volgende inspanningen : 1. Bevorderen deskundigheid gemeenten, corporaties, ontwikkelaars, maatschappelijke instellingen enz. over relatie wonen en gezond. 2. Op gang brengen van initiatieven op dit terrein. 3. Zelf in gebiedsgerichte projecten een aanpak realiseren en de opgedane ervaringen hiermee delen met partners in Zeeland en Nederland. In de Provinciale Impuls Wonen criteria opnemen voor veiligheid, groen, ruimte, en voorzieningen. Voorzieningen Resumerend is dit de inzet van de provincie om de hoofddoelstelling te bereiken, in een wisselwerking tussen omgevings-, economisch, bereikbaarheids-en leefbaarheidsbeleid: 1. Verbeteren kwaliteit voorzieningenniveau. Via regio-arrangementen met gemeenten worden processen bevorderd die gericht zijn op opstellen regionale masterplannen maatschappelijke voorzieningen met maatwerk per regio. 2. Verbeteren bereikbaarheid voorzieningen via OV. 3. Afstemming met Z4 over hoogwaardige provinciale voorzieningen, zoals ziekenhuis of hogeschool. 4. Concentratie detailhandel in kernwinkelgebieden. 5. Onderwijs: zorgen voor een goede samenwerking tussen onderwijs, overheid en bedrijfsleven. Kijken of het onderwijsaanbod voldoende aansluit op de vraag van het bedrijfsleven en waar nodig bijsturen. 6. Onderwijs: het stimuleren van de komst van één of meerdere kenniscampussen (Kenniswerf). 7. In elke business case van de EA is een human capitai-paragraaf opgenomen. Hierin staat beschreven hoe de Provincie zorgt voor voldoende geschoolde/getrainde arbeidskrachten én de Provincie zorgt voor up tc-date kennis om de ambities van de business case te verwezenlijken. 8. Bevorderen deskundigheid bij gemeenten, corporaties, maatschappelijke instellingen over de toekomst van voorzieningen in Zeeland en de te verwachten leegstand hierbij. 9. Bevorderen processen gericht op opstellen maatwerk regionale masterplannen maatschappelijke voor zieningen. Arbeidsmarkt
De provincie doet daarbij het volgende:
1. Inzetten op provinciaal niveau afgestemd en gecoördineerd arbeidsmarktbeleid. Oe Provincie faciliteert het provinciaal arbeidsmarktoverleg. Samen met werkgevers, werknemersorganisaties, onderwijs, over heden en het UWV wordt een gezamenlijke ambitie vastgesteld op provinciaal niveau. In het Zeeuwse arbeidsmarktoverleg komt het gehele arbeidsmarktbeleid aan de orde en niet alleen het deel waar de provincie Zeeland zich met name op richt: de vraagzijde van de arbeidsmarkt; waarborgen dat er voldoende gekwalificeerde arbeidskrachten zijn voor de vraag van het Zeeuwse bedrijfsleven. 2. Een Zeeuwse arbeidsmarktmonitor ontwikkelen. Bedoeld om tendenzen in vraag en aanbod te signaleren en de mismatches in kaart te brengen. 3. Stimuleren dat in iedere businesscase een Human Capita I paragraaf wordt opgenomen, die beschrijft hoe we ervoor zorgen dat er voldoende gekwalificeerde arbeidskrachten beschikbaar zijn om de ambities van de businesscases te verwezenlijken. 4. Met de 3 O's (ondernemers, onderwijs en overheid) gezamenlijk op zoek gaan naar innovaties in het ar beidsmarktbeleid.
32
Bereikbaarheid (OV)
De provinciale inzet op het terrein van de buurtbus en het flexnet is de volgende:
1. Buurtbus: de Provincie stimuleert samenwerking met de vervoerder en lokale partners om aanvullend OV per buurtbus tot stand te brengen. De provincie voorziet in financiële ondersteuning. Eis is dat de buurtbus door vrijwilligers wordt gerund en minimaal400 reizigers per maand vervoert. 2. Flexnet: vanaf 2015 bestaat het OV uit een flel
4 . Wat gaat het kosten Wonen en woonomgeving
Binnen het thema wonen en leven is de woningbouwopgave wezenlijk. Daarvoor is binnen de toegekende
budgetten van het Omgevingsplan jaarlijks ( 3,5 miljoen beschikbaar t/m 2018. De middelen zullen worden
besteed aan het omvormen, saneren, samenvoegen en aanpassen van de bestaande woningvoorraad aan de
veranderende bevolkingssamenstelling.
In een zeer recent rapport detailhandel en leefbaarheid (dtnp, BZK, 2013) wordt aangegeven dat de aanpak
detailhandel een sleutelrol speelt in krimpgebieden. In vergelijkbare regio's zet de provincie in op bevorderen
van innovatie en transitie.
Voorzieningen
Voor de uitvoering van de doelstellingen op het terrein van voorzieningen zijn beschikbare budgetten in diverse
begrotingsprogramma's. Voor leefbaarheidsbeleid is € 0,5 miljoen structureel, dus meerjarig, beschikbaar voor
de uitvoering, zowel gerelateerd aan het thema voorzieningen als aan het thema 'gezond wonen'.
Arbeidsmarkt
De besteding van middelen die gekoppeld zijn aan de uitvoering van de Economische Agenda is uitgewerkt in
het Jaarplan Economische Agenda 2013. In dit jaarplan zijn ook investeringen aangegeven in onderwijs en ar
beidsmarkt. Dit betreft overigens tijdelijke en geen meerjarige middelen van ca ( 0,4 miljoen per jaar.
Voortgang in de vernieuwing in onderwijs en arbeidsmarkt zijn, zowel in de regio als op provinciale schaal,
cruciaal element in het Zeeuwse vestigingsklimaat, en daarmee van provinciaal belang. Het primaat van de
financiering ligt elders.
Mobiliteit
Het openbaar vervoer vormt voor een plattelandsprovincie als Zeeland een belangrijk middel voor ontsluiting
om gebruik te kunnen maken van voorzieningen. Voor de komende concessie zullen belangrijke versoberingen
doorgevoerd worden in de basisvoorziening van de concessieverlening vast busnet. Des te belangrijker wordt
daarom, bezien vanuit wonen, werken en leven, de mobiliteitsgarantie die het flexnet daarbovenop biedt. Voor
dit flexnet wordt afstemming met de regio's gezocht en aangesloten bij het WMO-vervoer. Het OV budget van
ca € 14 miljoen wordt aangevuld met € 1,1 miljoen.
Daarnaast reserveren wij een bedrag van € 0,3 miljoen per jaar om meerwaarde tussen de verschillende on
derdelen van dit programma te realiseren. Uit een oogpunt van verantwoording worden ook apparaatskasten
van minimaal € 0,6 miljoen aan dit programma toegerekend.
Conclusie
Alleen al binnen het programma bevolkingsantwikkeling kan een bedrag van € 6 mln als volgt worden verant
woord:
2014
2015
2016
2017
2018
Ruimte, Wonen
3,5 mln
3,5mln
3,5 mln
3,5 mln
3,5 mln
Voorzieningen (Leefbaarheid)
0,5 mln
0,5mln
0,5mln
0,5 mln
0,5 mln
Arbeidsmarkt & onderwijs
0,4 mln
0-0,4 mln
Omln
Omln
Omln
33
OV (flexnet en buurtbus)
1,1 mln
l,lmln
1,1 mln
1,1mln
I 0,3 mln
0,3mln
0,3mln
0,3 mln
0,3mln
Apparaatskasten
0,6 mln
0,6mln
0,6mln
0,6mln
0,6mln
Totaal program· ma
5,8 mln
6,0-6,5 mln
6,0 mln
6,0 mln
6,0 mln
Extra middelen programma
0,5*mln
Buiten het programma bevolkingsantwikkeling vinden zoals gezegd nog andere investeringen plaats, die ook inspelen op de demografische gevolgen. Dan bedoelen we bijvoorbeeld projecten als Waterdunen, de Mari~ nierskazerne en Perkpolder. Voor komende jaren zal nog bezien worden welk beleid en welke andere projecten binnen deze paragraaf uitgewerkt worden (of desgewenst onder het programma bevolkingsantwikkeling war~ den gebracht). Het is echter duidelijk dat onze totale inzet als het gaat om het inspelen op veranderingen in de bevolkingsantwikkeling aanzienlijk groter is dan de toevoegingen aan de provinciefondsuitkering op grond van de krimpmaatstaf.
Bijlage 4: Integrale risico-analyse
2.3.2 1.
Paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing
Algemeen
Oe Provincie loopt bij het uitvoeren van haar taken risico's. Een risico zien we als een onzekere gebeurtenis met een negatieve invloed op het bereiken van de provinciale doelstellingen. De paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing laat zien of de Provincie in voldoende mate weerbaar is. Hiervoor gebruiken we het begrip weerstandsvermogen. Het weerstandsvermogen is het vermogen van de Provincie om financiële tegenvallers op te vangen. Om het weerstandsvermogen te bepalen zijn twee elementen van belang. Ten eerste de financi ele risico's die de Provincie loopt (het risicoprofiel) en ten tweede de financiële middelen om die risico's op te vangen (de weerstandscapaciteit). In paragraaf 2 wordt het risicomanagement en het risicoprofiel uiteengezet. In paragraaf 3 volgt een weergave van de beschikbare weerstandscapaciteit Paragraaf 4 geeft, met een confrontatie tussen de uit het risicopro fiel berekende benodigde weerstandscapaciteit en de beschikbare weerstandscapaciteit, een beeld van het weerstandsvermogen. In paragraaf 5 wordt ingegaan op de herijking van het risicomanagement 2. Risicomanagement en risicoprofiel
In deze paragraaf wordt eerst het systeem van risicomanagement behandeld (2.1) en hierna volgt een uiteen
zetting van het risicoprofiel en de benodigde weerstandscapaciteit (2.2). In een aparte paragraaf (2.3) wordt
aandacht besteed aan de risico's die de Provincie loopt op de verbonden partijen. Ten slotte worden in para
graaf 2.4 de overige risico's en onzekerheden behandeld.
2.1 Risicomanagement
Risicomanagement is een cyclisch proces met een aantal stappen. De basis van het proces bestaat uit het in
ventariseren, prioriteren en beheersen van risico's. Jaarlijks actualiseren en kwantificeren we op basis van deze
cyclus de risico's voor het betreffende begrotingsjaar. Naast financiële risico's richten we ons bijvoorbeeld ook
op operationele risico's en imagorisico's.
Risico's die relevant zijn voor het weerstandsvermogen zijn in eerste instantie risico's met een substantiële financiële impact. Deze risico's zijn in principe niet op te vangen binnen de reguliere budgetten en bestaande voorzieningen en niet te verzekeren. Voor deze risico's houden we een risicobuffer aan. Bij het opstellen van de begroting 2014 is het uitgangspunt dat een risico substantieel is als de financiële impact hoger wordt geschat dan € 0,5 miljoen per jaar of per gebeurtenis. Van kleinere risico's wordt verondersteld dat deze kunnen wor· den afgedekt met middelen uit reguliere budgetten of de post onvoorzien. Calamiteiten, zoals een watersnoodramp of een ontploffing in de kerncentrale, nemen we niet op in deze para· graaf. Oe financiële, materiële en personele gevolgen van dergelijke omvangrijke gebeurtenissen zijn zo groot dat de Provincie hiervoor geen risicobuffer kan opbouwen. Doorgaans kunnen we dan aanspraak maken op een nationaal rampenfonds. Bij de inventarisatie maken we ook onderscheid tussen budgettaire tekorten en risico's. Mogelijke tekorten in budgetten voor projecten of activiteiten pakken we via de reguliere begratingssystematiek op. Onderdeel van de risico-inventarisatie is het kwantificeren van de risico's. Van ieder substantieel risico bepalen we de maximale, minimale en meest waarschijnlijke financiële gevolgen en de kans van optreden. Op basis van deze gegevens kunnen we vervolgens de benodigde risicobuffer berekenen. 2.2 Risicoprofiel en benodigde weerstandscapaciteit Oe organisatiebrede inventarisatie van substantiële financiële risico's heeft geleid tot een uitgebreide lijst van risico's. Uit deze lijst is op basis van de kaders in de visie op risicomanagement het risicoproflel berekend.
Wat eerst alleen een risico was, kan zich plotseling manifesteren als daadwerkelijk iets gebeurt met een nega·
tief effect op de provinciale doelstellingen. Het is ook mogelijk dat verscheidene gebeurtenissen zich tegelijker·
tijd voordoen. Het is dus noodzakelijk dat we beschikken over een buffer om de financiële gevolgen van derge·
lijke gebeurtenissen op te kunnen vangen. Deze risicobuffer noemen we de weerstandscapaciteit.
Voor 2014 is berekend dat met een zekerheid van 99% (1% overschrijdingskans) een weerstandscapaciteit van
€ 22 miljoen volstaat om substantiële financiële risico's op te vangen. Als kader voor risicobeheersing is destijds
gekozen voor een overschrijdingskans van 1%.
Met de huidige informatie en de stand van de onderhandelingen kan geen omvang ingeschat worden aan het
risico inzake Thermphos (zie toelichting in 2.3.2). Dit potentiële risico is daarom niet meegenomen in de bere·
kening van de weerstandscapaciteit van € 22 miljoen.
Het risicoprofiel en de hieruit berekende benodigde weerstandscapaciteit zijn een momentopname. Risico's
kunnen in de loop der tijd kleiner worden of wegvallen door het succesvol toepassen van beheersmaatregelen,
het treffen van een voorziening of omdat gebeurtenissen zich met zekerheid zullen gaan voordoen en zodoen
de als te maken kosten zijn opgenomen in de begroting. Ook kunnen nieuwe risico's zich voordoen. Hieronder
volgt per in het risicoprofiel opgenomen risico een toelichting.
2.2.1 Schadeclaims Oe Provincie is als bevoegd gezag verantwoordelijk voor handhaving van omgevingsvergunningen op het ge bied van milieu, veiligheid, bouwen en indirecte lozingen. In het verleden heeft handhavend optreden van de Provincie geleid tot substantiële schadeclaims van bedrijven. Door een zorgvuldige werkwijze proberen we het risico op schadeclaims te beperken. We kunnen ze echter niet uitsluiten. Ook komen schadeclaims voor als gevolg van in opdracht van de Provincie uitgevoerde werken. Op een om· vangrijke projectenportefeuille met diverse werken houden we rekening met enkele substantiële schadeclaims. 2.2.2 Terugbetalen van Rijlesgelden en Europese gelden Oe Provincie ontvangt subsidies uit het Europees fonds voor Regionale Ontwikkeling en het Europees Land· bouwfonds Plattelands Ontwikkeling ter ondersteuning van diverse internationale projecten. Voor deze pro~ jeeten zijn we altijd partner of leadpartner. Vanuit Europa kunnen met betrekking tot deze projecten (ook na afronding van het project) audits worden uitgevoerd. Uit de audit kan blijken dat kosten gedeeltelijk of niet zijn verantwoord in overeenstemming met de Europese wet- en regelgeving. Dit leidt tot terugvorderingen door de Europese Commissie. Als leadpartner van het project moeten we vervolgens de terugvordering verhalen op de partners die niet aan de verplichtingen hebben voldaan. Als partner lopen we dus een risico, maar als leadpart ner Is het risico soms groter. Het is namelijk niet zeker of een partner de terugvordering kan en zal terugbeta len. De Europese Commissie heeft de mogelijkheid om tot enkele jaren na het einde van de looptijd van de subsidieprogramma's audits uit te laten voeren op de projecten. Ook bij subsidiestromen vanuit het Rijk zit een risico in terugvorderingen wanneer niet is voldaan aan de verantwoordingsverplichtingen. In het verleden heb ben dergelijke risico's zich voorgedaan. Wij hebben extra maatregelen genomen, die er mede voor gezorgd dat recent uitgevoerde audits geen administratieve onregelmatigheden zijn gebleken. 2.2.3 Uitvoering van de wettelijke taak jeugdzorg Sinds 2005 is de nieuwe wet op jeugdzorg van kracht waarbij de Provincie verantwoordelijk gesteld wordt voor gedeeltelijke uitvoering van de Wet op de jeugdzorg. Op basis van een indicatie afgegeven door het onafhanke lijke bureau Jeugdzorg verkrijgt de betreffende persoon recht op zorg. Provincie Zeeland heeft ten behoeve van deze zorg een contract afgesloten met één zorgaanbieder ter grootte van ongeveer ( 20 miljoen. Indien de vraag naar zorg groter is dan dit beschikbare budget komen de vragers op een wachtlijst. Het risico bestaat dat de personen met hun recht op zorg, zorg gaan eisen wat zou kunnen leiden tot mogelijke claims. Tot op heden zijn dergelijke verzoeken nog niet gehonoreerd door de rechter. Er zijn in de jeugdzorg echter nog geen duidelijke normen ten aanzien van wachttijden op zorg zoals in bijvoorbeeld ziekenhuizen wel het geval is. Oe Provincie heeft zich ten doel gesteld om vanaf 2011 de maximumwachttijd te beperken tot 4 weken, waar door er feltelijk geen wachtlijst is. Hiervoor zijn bindende afspraken met de zorgaanbieder gemaakt. Op 1 jan u· ari 2015 gaat de verantwoordelijkheid voor Jeugdzorg over van provincies naar gemeenten. Dit risico verdwijnt daarmee.
36
2.2.4 Aanbestedingswet Oe nieuwe aanbestedingswet biedt meer mogelijkheden aan (achtergestelde) leveranciers om claims voor gederfde inkomsten in te dienen. Oe nieuwe aanbestedingswet vraagt om een zorgvuldigere manier van aan besteden door de Provincie Zeeland. Leveranciers zijn juridisch vaak goed op de hoogte van hun mogelijkheden en de kans bestaat dat leveranciers bij de rechter een bezwaarschrift zullen indienen voor foutief aanbesteden door de Provincie voor gederfde omzet. Verder is het zo dat foutief aanbesteden ook kan betekenen dat er onrechtmatig is aanbesteed. Dit kan leiden tot opmerkingen van de accountant/onthouding van de rechtmatigheidsverklaring. De nieuwe wet en daarmee ook de accountantsverklaring gelden vanaf 1-4-2013 ook voor aanbestedingen onder de Europese drempel omdat het nationale wetgeving betreft (protocol accountantscontrole). Wij hebben extra beheersmaatregelen genomen in onze organisatie (inkoop, aanbesteding van werken, con· trol) op grond van de nieuwe wetgeving. Oe middelenbesteding, die onder deze wetgeving vallen is groot, de kans is relatief gezien klein. Er zijn nog onvoldoende ervaringscijfers. 2.2.5 Onderhoudskosten Infrastructuur
Een groot deel van de infrastructuur is de komende jaren voorwerp van onderzoek (staat van onderhoud, kwa
liteit en omvang van de benodigde onderhoudsactiviteiten). Veroudering en toegenomen verkeersdrukte zor
gen ervoor dat een deel van de infrastructuur aan onderhoud toe is. Dit geldt zowel voor de droge als de natte
infrastructuur. Uit onderzoek naar de technische staat en geschatte levensduur zal blijken welke additionele
investeringen nodig zijn voor onderhoud. Dit onderzoek verwachten wij begin 2014 af te ronden.
Op dit moment gaat veel aandacht uit naar de Zeelandbrug. De Zeelandbrug is in 1966 In beheer genomen en met name de bewegende delen vertonen slijtage. Door een grote toename van de intensiteit en het gewicht van het verkeer vertoont de brug kleine scheurvormingen. Op dit moment wordt het verval en de actuele sta tus van de brug in kaart gebracht. Uit het onderzoek dat in het najaar 2013 gereed is, blijkt mogelijk of in 2022 gepland en begroot onderhoud voor vervanging van brugdelen naar voren moet worden gehaald. In dat geval leidt het tot een niet begrote extra uitgave in het provinciale meerjarenonderhoudsplan. 2.3 Verbonden partijen
Oe Provincie Zeeland is aandeelhouder in een aantal vennootschappen op het gebied van energievoorziening,
watervoorziening, verkeer en vervoer, economie en recreatie. Deze partijen zijn beschreven in de paragraaf
verbonden partijen. In paragraaf 2.3.1 wordt ingegaan op de risico's rond verbonden partijen en de garantstel
lingen die door de Provincie zijn afgegeven. In paragraaf 2.3.2 wordt in het bijzonder aandacht besteed aan
Thermphos.
2.3.1 Risico's verbonden partijen en garantstellingen
De financiële risico's op het gebied van verbonden partijen (o.a. Delta, Zeeland Seaports, RUD, etc.) zijn onder
te verdelen in waardering van het geïnvesteerd vermogen en garantstellingen. Perkpolder is juridisch gespro·
ken geen verbonden partij, naar de aard beschouwen wij deze wel als zodanig. In het kader van het weer·
standsvermogen zijn de risico's beperkt voor zover het geïnvesteerd vermogen (waarde van aandelen, even
tuele geldleningen) betreft. Een faillissement van een deelneming betekent immers weliswaar dat de aandelen
hun waarde verliezen, dit leidt echter niet per definitie tot een kostenpost voor de Provincie waarvoor de
weerstandscapaciteit aangesproken dient te worden. Het betekent wel dat eventuele dividenden niet meer
uitgekeerd worden en vormt daarmee een risico voor de meerjarenbegrotingen van de Provincie. Daarnaast
kan het provinciaal bestuur beslissen om aanvullend vermogen beschikbaar te stellen aan de noodlijdende
deelneming waarvoor wel een aanspraak op de weerstandscapaciteit gedaan kan worden. Dit is echter het
gevolg van politieke besluitvorming die op vele manieren ingevuld kan worden waardoor dit niet is meegewo·
gen in de bepaling van de benodigde weerstandscapaciteit
Vanuit haar rol als toezichthouder heeft de Provincie zicht op de interne beheersing en de financiële toestand van de deelnemingen en kan zij tijdig anticiperen op de gevolgen van veranderingen binnen deze organisaties.
37
De Provincie heeft een aantal garantstellingen afgegeven voor verbonden partijen. Hierin schuilt een groter risico voor de Provincie aangezien de financiële realiteit van een organisatie ertoe kan leiden dat schuldeisers een aanspraak gaan doen op de desbetreffende garantstelling. Het grootste deel van de garantstellingen is beschikbaar gesteld aan Zeeland Seaports. Wij voeren in 2014 onderzoek uit naar de precieze omvang van het risico dat de Provincie loopt door het afgeven van deze garantstellingen. Aangezien de Provincie beschikt over aanzienlijke stille reserves die zij in geval van zware financiële tegenslag kan aanspreken, zijn wij van mening dat dit risico beheerst is. Daarnaast is het beleid van de Provincie gericht op het afbouwen van de garantstellin gen in omvang en aantal. Op basis van het onderzoek volgt nadere besluitvorming over de gewenste ontwikke lingen op het gebied van garantstellingen en de afdekking van de bijkomende risico's. 2.3.2 Thermphos In 2012 is het faillissement uitgesproken van fosforfabriek Thermphos, gevestigd in Vlissingen-Oost. Het terrein is uitgegeven in erfpacht door Zeeland Seaports. Na het faillissement van Thermphos is aan twee verschillende sporen gewerkt: het onderzoeken van de mogelijkheid van een groene doorstart en het onderzoeken van de haalbaarheid van een sanering. Gelijktijdig met de uitwerking van de sporen ziet de Provincie Zeeland toe op een gezonde en veilige omgeving onder andere door het handhaven van de milieuvergunningen. Inmiddels is duidelijk geworden dat de doorstart niet haalbaar is. De grond en opstallen komen weer in het
bezit van Zeeland Seaports. De haalbaarheid van een sanering wordt nog nader onderzocht. De inzet op hand
haven van de milieuvoorschriften wordt onverkort doorgezet.
De sanering van het terrein is vanwege de vervuiling (o.a. radioactief materiaal) een forse opgave. De sane+
ringskasten worden voorlopig geschat in een bandbreedte van € 70 tot € 90 miljoen.
In de jaarrekening 2012 gaven wij aan dat een tekort op de dekking van de saneringskosten uit de boedelop·
brengsten en de mate waarin deze boedelopbrengsten beschikbaar zijn voor de sanering een reëel risico is
voor de Provincie en voor andere partijen. Hoe en door welke partij het betreffende tekort gedekt dient te
worden was destijds niet bekend en dat is nu nog steeds zo. De Minister van Binnenlandse Zaken onderschrijft
dat de Provincie een correcte interpretatie geeft aan het BBV door in de jaarrekening 2012 geen voorziening
voor de saneringskosten Thermphos op te nemen. Wij zien in de nu voorliggende informatie opnieuw geen
aanleiding dit te doen.
De Provincie Zeeland kan wel op een andere wijze maatregelen treffen voor de risico's die zij loopt vanwege de
participatie in Zeeland Seaports. Dat doen wij via het weerstandsvermogen. Wij kunnen met de huidige infor·
rnatie en de stand van de onderhandelingen nog geen omvang toekennen aan het ingeschatte risico inzake
Thermphos.
2.4 Overige risico's en onzekerheden Naast de voorgenoemde bestuurlijke risico's kent de Provincie nog andere risico's en onzekerheden die op dit moment nog niet kwantificeerbaar zijn. De belangrijkste specifieke risico's en onzekerheden t.g.v. externe factoren die bij de voorjaarsconferentie zijn benoemd zijn de doorwerking van de rijksbezuinigingen, de gevolgen voor het provinciefonds van decentralisa tie van de uitvoering van natuurdoelstellingen naar de provincies en de decentralisatie van de jeugdzorg naar gemeenten en de frictiekosten bij de afbouw van subsidies aan gelieerde instellingen. De specifieke risico's en onzekerheden die in de ambtelijke jaarlijkse risico-inventarisatie en de secend opinion hierop zijn benoemd, zijn risico's in de bedrijfsvoering zoals de gevolgen van een te hoge werkdruk. Een ander risico is de kans op overuitputting van het beschikbaar gestelde budget voor het Ganzenakkoord met als gevolg een extra financiële bijdrage vanuit de Provincie. Tijdens de inventarisatie is ook benoemd dat de Provincie gevolgen ondervindt bij werken en subsidies als externe partijen failliet gaan. Op deze risico's nemen wij pas sende beheersmaatregelen.
38
3. Beschikbare weerstandscapaciteit
Indien een onvoorzienbare gebeurtenis zich voordoet, kunnen we de beschikbare weerstandscapaciteit aan
spreken. De beschikbare weerstandscapaciteit is de hoeveelheid financiële ruimte van de Provincie om sub
stantiële tegenvallers op te vangen, zonder dat het beleid bijgesteld moet worden en/of doelstellingen niet
kunnen worden gerealiseerd. Provinciale Staten besluiten uiteindelijk over de daadwerkelijke inzet van midde·
len. De beschikbare weerstandscapaciteit bestaat uit de in paragraaf 3.1 t/m 3.5 beschreven onderdelen. In
paragraaf 3.6 volgt een weergave van de totale beschikbare weerstandscapaciteit
3.1 Algemene reserve
De algemene reserve is een vrij besteedbare reserve. Het aanwenden van de middelen uit de algemene reserve
indien zi ch een risico daadwerkelijk voordoet vormt geen belemmering voor het behalen van beleidsdoelstel·
lingen.
3.2 Bestemmingsreserves
Doorgaans vormen we een bestemmingsreserve met het oog op de realisatie van specifieke beleidsdoelstellin
gen. Het aanwenden van deze reserves voor het dekken van financiële schade doen we daarom pas als de nood
hoog is. Er is dan een specifiek besluit van Provinciale Staten nodig.
3.3 Vrije belastingcapaciteit van de Motorrijtuigenbelasting
De Provincie mag opcenten heffen. Het verschil tussen het huidige tarief en de maximaal toegestane hoogte
van het tarief is de vrije belastingcapaciteit We kunnen de opcenten op 1 april in enig jaar verhogen. Daardoor
is de vrije belastingcapaciteit niet direct beschikbaar als risicobuffer. De vrije belastingcapaciteit vinden we
daarom het meest geschikt voor de dekking van structurele schade.
3.4 Ruimte in meerjarenbegroting
De meerjarenbegroting kan in enig jaar een saldo laten zien op resultaat na bestemming. Deze middelen heb
ben nog geen bestemming en wij kunnen die gebruiken als risicobuffer. Bij de berekening van de weerstands
capaciteit beschouwen we het saldo in de meerjarenbegroting als de budgettaire ruimte in het begrotingsjaar
en de drie jaar daarna. We gaan daarbij uit van de gegevens zoals opgenomen in de begroting. Aangezien niet
alle ramingen in de meerjarenbegroting ook al verplicht zij n, bestaat altijd de mogelijkheid de beleidsambities
bij de stellen om onverwachte gevolgen op te vangen.
3.5 Stille reserves
Van stille reserves is sprake bij activa die voor een lager bedrag op de balans zijn verantwoord dan zij naar ver
wachting bij verkoop zullen opbrengen. Het verzilveren van stille reserves is ook een mogelijkheid om financi
ele schade te dekken. Stille reserves zijn meestal niet op korte termijn inzetbaar als risicobuffer.
3.6 Omvang beschikbare weerstandscapaciteit
De omvang van de diverse onderdelen van de provinciale beschikbare weerstandscapaciteit is hieronder weer
gegeven.
Onderdelen weerstandscapaciteit In de vastgestelde programmabe grotingen
Algemene reserve Bestemmingsreserves Vrije belastingcapaciteit Motorrijtuigenbelasting Ruimte in meerjarenbegroting, volgens najaarsnota Stille reserves Totale omvang weerstandscapaciteit
(bedragen x € 1 miljoen) 2012
2013
2014
35
42
34
0
0 13 5
13
onbekend 60
onbekend 47
12 22 onbekend
69
0 0
39
4. Weerstandsvermogen Door de omvang van onze substantiële financiële risico's af te zetten tegen de beschikbare weerstandsy capaciteit is een uitspraak over het weerstandsvermogen mogelijk. Door de structurele toepassing van risicoy management is er een meerjarig beeld van de weerstandscapaciteit en de omvang van de financiële risico's. Het weerstandsvermogen is uit te drukken in een dekkingsgraad. De dekkingsgraad wordt berekend door de beschikbare weerstandscapaciteit te delen door de benodigde weerstandscapaciteit De commissie BBV geeft aan dat overheden dienen te streven naar een dekkingsgraad van minimaal 1 tot 1,5.
Weerstandsvermogen
(bedragen x € 1 miljoen) -
2012 Totale omvang beschikbare weerstandscapaciteit Totale omvang benodigde weerstandscapaciteit Dekklngsgraad
69
2013 60
2014 47
7
11
22
9,9
s,s
2,1
Vanuit het oogpunt van risicomanagement is wenselijk dat de algemene reserve de omvang van de risico's te boven gaat. De algemene reserve is namelijk het meest geschikt als primaire financiële buffer. Door besluiten en financieel beleid zijn de andere onderdelen van de weerstandscapaciteit minder eenvoudig inzetbaar. De omvang van de financiële risico's is gestegen ten opzichte van de begroting 2013. Dit komt doordat er enke le significante risico's zijn bijgekomen met een grote impact op de benodigde risicobuffer. Het gaat hier om de aanbestedingswet en de onderhoudskosten van de infrastructuur. Door de omvang van de significante financi· ele risico's van de Provincie af te zetten tegen de financiële buffer van de Provincie is een uitspraak over het weerstandsvermogen mogelijk. Wij zijn van mening dat de risico's op termijn zullen teruglopen vanwege de door ons genomen beheersmaatregelen. 5. Herijking risicomanagement In de Voorjaarsnota 2013 hebben wij toegezegd tot een herijking van het risicomanagement te komen en in de begroting 2014 met een geactualiseerd beeld van het risicoprofiel en het weerstandsvermogen te komen. Het Nederlands Adviesbureau Risicomanagement (NAR) heeft op ons verzoek een secend apinion uitgevoerd op de ambtelijke risico-inventarisatie en de uitvoering van het risicomanagement. Hierbij is ook onderzoek gedaan naar het beleid van de Provincie op het gebied van risico's rondom garantstellingen en verbonden partijen en hoe dit zich verhoudt tot het beleid van andere provincies. Ons college heeft op 10 september kennis genomen van de eerste uitkomsten hiervan. De risico's hebben wij nog beter in beeld gebracht en nauwkeuriger berekend. Sommige risico's zijn minder relevant geworden, ande re risico's zijn beter zichtbaar geworden. Een verdiepingsslag is nog nodig, en onze conclusies en de aanbeve· lingen uit de secend apinion zullen richting geven aan de herijking van het risicomanagementbeleid. Wij willen Provinciale Staten betrekken bij deze ontwikkeling. Zo zijn we volgens de secend apinion relatief conservatief in onze risico-inschatting ten opzichte van het beleid van andere provincies. Wij willen meer aandacht besteden aan de niet-financiële en operationele risico's; daarnaast willen we meer inzetten op risicomanagement in onze organisatie in verandering teneinde een vol ledig en duidelijk beeld te houden van alle belangrijke risico's. Volgens de secend apinion is onze weerstandscapaciteit toereikend.
40
Memorie van toelichting Behorende bij de 4e wijziging van de begroting 2013. Plaats 4e wijziging in cyclus planning & control In deze vierde wijziging zijn de financiële gevolgen van de najaarsnota 2013 verwerkt. Lasten 1 Leefbaarheid - Zie paragraaf 3.3.3 Budgetbewaking onderdeel a. budgetbewaking - Zie paragraaf 3.3.4 Beleidsmatige afwegingen onderdeel g. maatwerk gesubsidieerde instellingen
Baten
€
240.000-
€
-
€
263.120
€
-
€
23.120
€
-
Lasten 3 Cultuur - Zie paragraaf 3.3.3 Budgetbewaking onderdeel a. budgetbewaking - Zie paragraaf 3.3.3 onderdeel c. overheveling Totaal programma 3 Cultuur
Baten
€ €
60.000475.000-
€ €
-
€
535.000-
€
-
Lasten 4 Bestuur - Zie paragraaf 3.3.2 Technische aanpassingen onderdeel b. APPA - Zie paragraaf 3.3.3 Budgetbewaking onderdeel a. budgetbewaking Totaal programma 4 Bestuur
Baten
€ €
700.000 184.000-
€ €
-
€
516.000
€
-
Lasten 5 Milieu - Zie paragraaf 3.3.1 Circulaires provinciefonds onderdeel a meicirculaire - Zie paragraaf 3.3.3 Budgetbewaking onderdeel a. budgetbewaking Totaal programma 5 Milieu
Baten
€ €
145.4801.479.900-
€ €
-
€
1.625.380-
€
-
Lasten 6 Ruimtelijke omgeving - Zie paragraaf 3.3.3 Budgetbewaking onderdeel a. budgetbewaking - Zie paragraaf 3.3.3 Budgetbewaking onderdeel b. PIW - Zie paragraaf 3.3.4 Beleidsmatige afwegingen onderdeel c. marinierskazerne Totaal programma 6 Ruimtelijke omgeving
1
Baten
-€ 556.000 -€ 2.028.200
€
-
€
900.000-
€
-
€
3.484.200-
€
-
Lasten 7 Watermanagement - Zie paragraaf 3.3.3 Budgetbewaking onderdeel a. budgetbewaking Totaal programma 7 Watermanagement
Baten
€
285.000-
€
-
€
285.000-
€
-
Lasten -
8 Natuur en Landschap Zie paragraaf 3.3.1 Circulaires provinciefonds onderdeel a. meicirculaire Zie paragraaf 3.3.3 Budgetbewaking onderdeel a. budgetbewaking Zie paragraaf 3.4 Ontwikkeling meerjarenperspectief en ontwikkeling reserve actualisatie GREX waterdunen Zie paragraaf 3.4 Ontwikkeling meerjarenperspectief en ontwikkeling reserve bestedingsplan Natuur 2013
Totaal programma 8 Natuur en Landschap
Baten
€ €
68.512258.000-
€ €
€
11.974.000-
€
€
2.010.000-
€
€
14.310.512-
€
Lasten 9 Economie - Zie paragraaf 3.3.3 Budgetbewaking onderdeel a. budgetbewaking Totaal programma 9 Economie
Totaal programma 11 Landbouw en Visserij
Totaal programma 12 Onderwijs
€
-
€
482.700-
€
-
Baten
€
150.000-
€
-
€
150.000-
€
-
Baten
€
545.000-
€
-
€
545.000-
€
-
€
1.307.800-
Lasten €
- Zie paragraaf 3.3.1 Circulaires provinciefonds onderdeel e. septembercirculaire
2
Baten €
-
€
-
€
-
Baten
22.186.472-
Lasten Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien - Zie paragraaf 3.3.1 Circulaires provinciefonds onderdeel a. meicirculaire
5.225.000-
482.700-
Lasten 13 Mobiliteit € 510.000- Zie paragraaf 3.3.3 Budgetbewaking onderdeel a. budgetbewaking - Zie paragraaf 3.4 Ontwikkeling meerjarenperspectief en ontwikkeling reserve € 797.800Prio goederenvervoer
Totaal programma's
-
€
Lasten 12 Onderwijs - Zie paragraaf 3.3.3 Budgetbewaking onderdeel a. budgetbewaking
5.225.000-
Baten
Lasten 11 Landbouw en Visserij - Zie paragraaf 3.3.3 Budgetbewaking onderdeel a. budgetbewaking
-
€
5.225.000-
Baten
€
-
€
1.657.845-
€
-
€
115.000
- Zie paragraaf 3.3.2 Technische aanpassingen onderdeel a. voorziening wachtgeld PSD - Zie paragraaf 3.3.2 Technische aanpassingen onderdeel - Zie paragraaf 3.3.3 Budgetbewaking onderdeel a. budgetbewaking - Zie paragraaf 3.3.3 onderdeel d. overheveling Totaal Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien
-
Algemene dekkingsmiddelen
Algemene reserve
toevoeging Zie paragraaf 3.4 Ontwikkeling meerjarenperspectief en ontwikkeling reserve actualisatie GREX waterdunen Zie paragraaf 3.4 Ontwikkeling meerjarenperspectief en ontwikkeling reserve Prio goederenvervoer Zie paragraaf 3.4 Ontwikkeling meerjarenperspectief en ontwikkeling reserve Bestedingsplan Natuur 2013 Zie paragraaf 3.4 Ontwikkeling meerjarenperspectief en ontwikkeling reserve Saldo vanuit meerjarenperspectief totaal toevoeging Totaal toevoeging (code 98) en onttrekkingen
Onvoorzien inclusief stelposten:
€ €
538.400467.500-
€ €
-
€ €
750.000750.000-
€ €
-
€
2.505.900-
€
€
6.749.000
€
-
€
797.800
€
-
€
2.010.000
€
-
€ €
9.459.427 19.016.227
€ €
-
€
19.016.227
€
-
Lasten
1.542.845-
Baten
Stelposten Budgettaire ruimte (code 99) - Zie paragraaf 3.3.1 Circulaires provinciefonds onderdeel a. meicirculaire - Zie paragraaf 3.3.1 Circulaires provinciefonds onderdeel e. septembercirculaire - Zie paragraaf 3.3.2 Technische aanpassingen onderdeel a. voorziening wachtgeld PSD - Zie paragraaf 3.3.2 Technische aanpassingen onderdeel b. APPA - Zie paragraaf 3.3.2 Technische aanpassingen onderdeel c. voorziening NAR - Zie paragraaf 3.3.2 Technische aanpassingen onderdeel d. vakantiegeldverplichting - Zie paragraaf 3.3.3 Budgetbewaking onderdeel a. budgetbewaking - Zie paragraaf 3.3.3 Budgetbewaking onderdeel b. PIW - Zie paragraaf 3.3.3 onderdeel c. overheveling - Zie paragraaf 3.3.3 onderdeel d. overheveling - Zie paragraaf 3.3.4 Beleidsmatige afwegingen onderdeel c. marinierskazerne - Zie paragraaf 3.3.4 Beleidsmatige afwegingen onderdeel g. maatwerk gesubsidieerde instellingen - Zie paragraaf 3.4 Ontwikkeling meerjarenperspectief en ontwikkeling reserve Saldo vanuit meerjarenperspectief
€
1.443.853-
€
-
€
115.000
€
-
€ €
538.400 700.000-
€ €
-
€
467.500
€
-
€ € € € €
300.0006.892.300 2.028.200 475.000 750.000
€ € € € €
-
€
900.000
€
-
€
263.120-
€
-
€
9.459.427-
€
-
€
-
€
Totaal mutaties Budgettaire ruimte
3
-
€ € €
Stand na 3e wijziging Mutaties tweede begrotingswijziging Stand na 4 wijziging
Ondersteuning:
-
Lasten
Personeelszorg: - Zie paragraaf 3.3.3 Budgetbewaking onderdeel a. Budgetbewaking
Totaal programma ondersteuning
Personeelskosten - Zie paragraaf 3.3.2 Technische aanpassingen onderdeel - Zie paragraaf 3.3.3 Budgetbewaking onderdeel a. Budgetbewaking
Totaal programma personeelskosten
4
Baten
€ €
70.10070.100-
€ €
-
€
70.100-
€
-
€ € €
300.000 1.321.6001.021.600-
€ € €
-
€
1.021.600-
€
-
4e wijziging programmabegroting Provincie 2013
2013
Programma's � 01 Leefbaarheid Saldo programma na 3e wijziging Lasten Baten Saldo programma na 4e wijziging
€ 9.451.812 € 23.120 €0 € 9.474.932
02 Jeugdzorg Saldo programma na 3e wijziging Lasten Baten Saldo programma na 4e wijziging
€ 1.003.246 €0 €0 € 1.003.246
03 Cultuur Saldo programma na 3e wijziging Lasten Baten Saldo programma na 4e wijziging
€ 25.522.956 -€ 535.000 €0 € 24.987.956
04 Bestuur Saldo programma na 3e wijziging Lasten Baten Saldo programma na 4e wijziging
€ 10.618.052 € 516.000 €0 € 11.134.052
05 Milieu Saldo programma na 3e wijziging Lasten Baten Saldo programma na 4e wijziging
€ 16.456.010 -€ 1.625.380 €0 € 14.830.630
06 Ruimtelijke omgeving Saldo programma na 3e wijziging Lasten Baten Saldo programma na 4e wijziging
€ 18.757.676 -€ 3.484.200 €0 € 15.273.476
07 Watermanagement Saldo programma na 3e wijziging Lasten Baten Saldo programma na 4e wijziging
€ 3.313.988 -€ 285.000 €0 € 3.028.988
08 Natuur en landschap Saldo programma na 3e wijziging Lasten Baten Saldo programma na 4e wijziging
€ 29.353.424 -€ 14.310.512 € 5.225.000 € 20.267.912
4e wijziging programmabegroting Provincie 2013
2013
09 Economie Saldo programma na 3e wijziging Lasten Baten Saldo programma na 4e wijziging
€ 12.089.804 -€ 482.700 €0 € 11.607.104
10 Toerisme en recreatie Saldo programma na 3e wijziging Lasten Baten Saldo programma na 4e wijziging
€ 2.305.202 €0 €0 € 2.305.202
11 Landbouw en visserij Saldo programma na 3e wijziging Lasten Baten Saldo programma na 4e wijziging
€ 1.533.452 -€ 150.000 €0 € 1.383.452
12 Onderwijs Saldo programma na 3e wijziging Lasten Baten Saldo programma na 4e wijziging
€ 1.373.350 -€ 545.000 €0 € 828.350
13 Mobiliteit Saldo programma na 3e wijziging Lasten Baten Saldo programma na 4e wijziging
€ 31.118.760 -€ 1.307.800 €0 € 29.810.960
Totaal � Saldo programma na 3e wijziging Lasten Baten Saldo programma na 4e wijziging
€ 162.897.732 -€ 22.186.472 € 5.225.000 € 145.936.260
4e wijziging programmabegroting Provincie 2013
2013
Algemene dekkingsmiddelen Opcenten motorrijtuigenbelasting Saldo programma na 3e wijziging Lasten Baten Saldo programma na 4e wijziging
-€ 34.600.000 €0 €0 -€ 34.600.000
Provinciefonds Saldo programma na 3e wijziging Lasten Baten Saldo programma na 4e wijziging
-€ 83.145.178 €0 € 1.542.845 -€ 81.602.333
Dividend Saldo programma na 3e wijziging Lasten Baten Saldo programma na 4e wijziging
-€ 22.629.000 €0 €0 -€ 22.629.000
Saldo van de financieringsfunctie Saldo programma na 3e wijziging Lasten Baten Saldo programma na 4e wijziging
€ 1.346.791 €0 €0 € 1.346.791
Onvoorzien inclusief stelposten Saldo programma na 3e wijziging Lasten Baten Saldo programma na 4e wijziging
€ 3.031.750 -€ 2.505.900 €0 € 525.850
4e wijziging programmabegroting Provincie 2013
2013
Totaal algemene dekkingsmiddelen onvoorzien en reserves � Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Saldo programma na 3e wijziging Lasten Baten Saldo programma na 4e wijziging Mutatie Reserves Saldo programma na 3e wijziging Lasten Baten Saldo programma na 4e wijziging
-€ 135.995.637 -€ 2.505.900 € 1.542.845 -€ 136.958.692 -€ 26.902.095 € 19.016.227 €0 -€ 7.885.868
4e wijziging programmabegroting Provincie 2013
2013
Recapitulatie
Saldo programma's na 4e wijziging
€ 145.936.260
Saldo Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien na 4e wijziging
-€ 136.958.692
Mutaties ondersteuning en salarissen na 4e wijziging Geraamde resultaat voor bestemming na 4e wijziging
-€ 1.091.700 € 7.885.868
Saldo reserves na 3e wijziging
-€ 26.902.095
Mutaties reseves 4e wijziging
€ 19.016.227
Geraamde resultaat na bestemming na 4e wijziging
€0
4e wijziging programmabegroting Provincie 2013
2013
Ondersteuning
personeelszorg Saldo programma na 3e wijziging Lasten Baten Saldo programma na 4e wijziging
€ 3.286.000 -€ 70.100 €0 € 3.215.900
organisatie Saldo programma na 3e wijziging Lasten Baten Saldo programma na 4e wijziging
€ 529.100 €0 €0 € 529.100
ict Saldo programma na 3e wijziging Lasten Baten Saldo programma na 4e wijziging
€ 2.388.633 €0 €0 € 2.388.633
financiën Saldo programma na 3e wijziging Lasten Baten Saldo programma na 4e wijziging
€ 247.800 €0 €0 € 247.800
facilitaire zaken Saldo programma na 3e wijziging Lasten Baten Saldo programma na 4e wijziging
€ 2.382.850 €0 €0 € 2.382.850
juridische ondersteuning Saldo programma na 3e wijziging Lasten Baten Saldo programma na 4e wijziging
€ 49.300 €0 €0 € 49.300
communicatie Saldo programma na 3e wijziging Lasten Baten Saldo programma na 4e wijziging
€ 105.000 €0 €0 € 105.000
4e wijziging programmabegroting Provincie 2013 Informatieverzorging en documentatie Saldo programma na 3e wijziging Lasten Baten Saldo programma na 4e wijziging Salaris stelposten Saldo programma na 3e wijziging Lasten Baten Saldo programma na 4e wijziging doorbelasting 6 rubriek naar 7 rubriek Saldo programma na 3e wijziging Lasten Baten Saldo programma na 4e wijziging
Totaal ondersteuning Saldo programma na 3e wijziging Lasten Baten Saldo programma na 4e wijziging
2013
€ 502.900 €0 €0 € 502.900
€ 15.593.629 €0 €0 € 15.593.629
-€ 25.085.212 €0 €0 -€ 25.085.212
€0 -€ 70.100 €0 -€ 70.100
Memorie van toelichting Behorende bij de 1e wijziging van de begroting 2014 Plaats 1e wijziging in cyclus planning & control
In deze 1e wijziging zijn de financiële gevolgen van de najaarsnota 2013 verwerkt. Lasten 1 Leefbaarheid - Onderdeel 3.3.3 Budgetbewaking - Onderdeel 3.3.4 Beleidsmatige afwegingen - Onderdeel 3.3.5 Ontwikkelingen DELTA-dividend
€ € € €
Totaal programma 1 Leefbaarheid
Baten
50.000 € 1.300.000 € 136.600- €
1.213.400
Lasten 2 Jeugdzorg - Onderdeel 3.3.1 Circulaire provinciefonds
Baten
€ 150.000 €
3 Cultuur - Onderdeel 3.3.1 Circulaire provinciefonds - Onderdeel 3.3.5 Ontwikkelingen DELTA-dividend
€ € €
Totaal programma 3 Cultuur
8.612.700- € 546.400- €
9.159.100- €
€
Baten
100.000 150.000 409.800€ 0 159.800-
€ € €
Totaal programma 4 Bestuur
Lasten
-
€ € € € €
€ €
Totaal programma 6 Ruimtelijke omgeving
€
€
€ € € €
Baten
909.600- €
909.600- €
Baten
91.500 €
1
€
29.100145.480200.000 136.600-
Lasten
Totaal programma 7 Watermanagement
Baten
Lasten
7 Watermanagement - Onderdeel 3.3.3 Budgetbewaking
€ €
111.180- €
Totaal programma 5 Milieu
6 Ruimtelijke omgeving - Onderdeel 3.3.4 Beleidsmatige afwegingen
€
Lasten
5 Milieu Onderdeel 3.3.3 Budgetbewaking Onderdeel 3.3.1 Circulaire provinciefonds Onderdeel 3.3.4 Beleidsmatige afwegingen Onderdeel 3.3.5 Ontwikkelingen DELTA-dividend
€
150.000
Totaal programma 2 Jeugdzorg
4 Bestuur - Onderdeel 3.3.3 Budgetbewaking - Onderdeel 3.3.2 Technische aanpassingen - Onderdeel 3.3.3 Budgetbewaking
€
91.500
€
€
Lasten 8 Natuur en Landschap - Onderdeel 3.4 Ontwikkeling meerjarenperspectief en ontwikkeling reserve - Onderdeel 3.3.3 Budgetbewaking - Onderdeel 3.3.5 Ontwikkelingen DELTA-dividend
€
7.814.000 € 307.200- € 136.600- €
€ €
Totaal programma 8 Natuur en Landschap €
7.370.200
Lasten 9 Economie - Onderdeel 3.3.3 Budgetbewaking - Onderdeel 3.3.5 Ontwikkelingen DELTA-dividend
€ € €
Totaal programma 9 Economie
€ €
12 Onderwijs - Onderdeel 3.3.5 Ontwikkelingen DELTA-dividend
€ €
Totaal programma12 Onderwijs
Lasten € € €
Totaal programma 13 Mobiliteit
€
2
Baten
273.200- €
273.200- €
Baten
273.200- €
273.200- €
273.200- €
273.200- €
Baten
593.500 € 1.653.200- €
1.059.700- €
Lasten Totaal programma's
Baten
Lasten
Totaal programma 11 Landbouw en Visserij
263.600
1.211.200- €
€
11 Landbouw en Visserij - Onderdeel 3.3.5 Ontwikkelingen DELTA-dividend
€
€
Totaal programma 10 Toerisme en Recreatie
263.600
50.000- € 1.161.200- €
Lasten 10 Toerisme en Recreatie - Onderdeel 3.3.5 Ontwikkelingen DELTA-dividend
13 Mobiliteit - Onderdeel 3.3.3 Budgetbewaking - Onderdeel 3.3.5 Ontwikkelingen DELTA-dividend
Baten
Baten
4.605.080- €
263.600
Programma Algemene dekkingsmiddelen Provinciefondsuitkering - Onderdeel 3.3.1 Circulaire provinciefonds
€
Dividend - Onderdeel 3.3.5 Ontwikkelingen DELTA-dividend
1.057.000- €
8.654.333
€
5.000.000
€
Financieringsfunctie - Onderdeel 3.3.2 Technische aanpassingen
-
€
50.000
Stelposten onvoorzien - Onderdeel 3.3.3 Budgetbewaking - Onderdeel 3.3.2 Technische aanpassingen - Onderdeel 3.4 Maatregelen
€ € € €
€
15.887- € 68.800- € 3.000.000- €
4.091.687- €
Totaal programma algemene dekkingsmiddelen
13.654.333
Toelichting mutatie reserves per programma
Lasten 8 Natuur en Landschap Algemene reserve toevoeging - Onderdeel 3.4 Ontwikkeling meerjarenperspectief en ontwikkeling reserve onttrekking - Onderdeel 3.4 Ontwikkeling meerjarenperspectief en ontwikkeling reserve
€
10.474.000- €
€
13 Mobiliteit Algemene reserve onttrekking - Onderdeel 3.4 Ontwikkeling meerjarenperspectief en ontwikkeling reserve
-
€
-
Algemene dekkingsmiddelen Algemene reserve toevoeging Onderdeel 3.4 Ontwikkeling meerjarenperspectief en ontwikkeling reserve
-
€
€
2.923.600
€
452.500
2.308.934 €
€
8.165.066- €
Totaal toevoeging en onttrekkingen
Onvoorzien inclusief stelposten:
Baten
Lasten
2.471.100
Baten
Stelposten Budgettaire ruimte: 3.3.2 Technische aanpassingen 3.3.1 Circulaires Provinciefonds Onderdeel 3.3.3 Budgetbewaking Onderdeel 3.3.4 Beleidsmatige afwegingen Onderdeel 3.4 Maatregelen Onderdeel 3.4 Ontwikkeling meerjarenperspectief en
ontwikking reserve - Totaal mutaties Budgettaire ruimte
€
1.081.200 1.010.847
30.313 590.400 3.000.000
-
€ € € € €
2.308.934 €
€
Stand begroting Mutaties eerste begrotingswijziging Stand na 1e wijziging
€ € Lasten
Personeelskosten: - 3.3.2 Technische aanpassingen Totaal personeelskosten
€ €
3
1.000.000 1.000.000
Baten
€ €
1e wijziging programmabegroting Provincie 2014
2014
2015
2016
2017
Programma's 01 Leefbaarheid Saldo programma oorspronkelijk Lasten Baten Saldo programma na 1e wijziging
€ 7.478.825 € 1.213.400 €0 € 8.692.225
€ 6.716.672 € 143.300 €0 € 6.859.972
€ 5.385.007 € 300.000 €0 € 5.685.007
€ 5.392.307 € 300.000 €0 € 5.692.307
02 Jeugdzorg Saldo programma oorspronkelijk Lasten Baten Saldo programma na 1e wijziging
€ 812.300 € 150.000 €0 € 962.300
€ 775.700 €0 €0 € 775.700
€ 714.300 €0 €0 € 714.300
€ 717.200 €0 €0 € 717.200
03 Cultuur Saldo programma oorspronkelijk Lasten Baten Saldo programma na 1e wijziging
€ 15.492.221 -€ 9.159.100 €0 € 14.945.821
€ 16.230.763 -€ 9.239.700 €0 € 15.603.763
€ 11.988.492 -€ 8.597.367 €0 € 12.003.825
€ 11.968.212 -€ 8.597.367 €0 € 11.983.545
04 Bestuur Saldo programma oorspronkelijk Lasten Baten Saldo programma na 1e wijziging
€ 8.257.839 -€ 159.800 €0 € 8.098.039
€ 7.775.039 -€ 579.200 €0 € 7.454.839
€ 6.961.039 -€ 368.000 €0 € 6.961.039
€ 6.855.839 -€ 368.000 €0 € 6.855.839
05 Milieu Saldo programma oorspronkelijk Lasten Baten Saldo programma na 1e wijziging
€ 11.045.074 -€ 111.180 €0 € 10.933.894
€ 8.668.574 -€ 213.700 €0 € 8.454.874
€ 8.403.374 -€ 57.000 €0 € 8.346.374
€ 8.418.874 -€ 57.000 €0 € 8.361.874
06 Ruimtelijke omgeving Saldo programma oorspronkelijk Lasten Baten Saldo programma na 1e wijziging
€ 19.285.859 -€ 909.600 €0 € 19.285.859
€ 14.435.615 -€ 510.900 €0 € 14.435.615
€ 9.147.222 -€ 516.000 €0 € 9.147.222
€ 9.161.522 -€ 516.700 €0 € 9.161.522
07 Watermanagement Saldo programma oorspronkelijk Lasten Baten Saldo programma na 1e wijziging
€ 3.483.600 € 91.500 €0 € 3.575.100
€ 3.418.700 € 91.500 €0 € 3.510.200
€ 3.235.800 € 91.500 €0 € 3.327.300
€ 4.746.200 € 1.591.500 €0 € 4.837.700
08 Natuur en landschap Saldo programma oorspronkelijk Lasten Baten Saldo programma na 1e wijziging
€ 23.350.490 € 7.370.200 -€ 263.600 € 30.457.090
€ 13.017.004 € 8.228.784 -€ 7.301.084 € 13.944.704
€ 10.714.153 -€ 115.700 €0 € 10.598.453
€ 10.736.653 -€ 115.700 €0 € 10.620.953
1e wijziging programmabegroting Provincie 2014
2014
2015
2016
2017
09 Economie Saldo programma oorspronkelijk Lasten Baten Saldo programma na 1e wijziging
€ 10.597.968 -€ 1.211.200 €0 € 9.386.768
€ 10.339.323 -€ 2.080.900 €0 € 8.258.423
€ 6.157.662 €0 €0 € 6.157.662
€ 6.690.562 €0 €0 € 6.690.562
10 Toerisme en recreatie Saldo programma oorspronkelijk Lasten Baten Saldo programma na 1e wijziging
€ 2.154.800 -€ 273.200 €0 € 1.881.600
€ 2.209.600 -€ 313.500 €0 € 1.896.100
€ 1.151.000 €0 €0 € 1.151.000
€ 1.153.200 €0 €0 € 1.153.200
11 Landbouw en visserij Saldo programma oorspronkelijk Lasten Baten Saldo programma na 1e wijziging
€ 1.553.925 -€ 273.200 €0 € 1.280.725
€ 1.515.900 -€ 313.500 €0 € 1.202.400
€ 522.300 €0 €0 € 522.300
€ 443.300 €0 €0 € 443.300
12 Onderwijs Saldo programma oorspronkelijk Lasten Baten Saldo programma na 1e wijziging
€ 1.258.086 -€ 273.200 €0 € 984.886
€ 1.259.431 -€ 313.500 €0 € 945.931
€ 228.231 €0 €0 € 228.231
€ 228.231 €0 €0 € 228.231
13 Mobiliteit Saldo programma oorspronkelijk Lasten Baten Saldo programma na 1e wijziging
€ 29.834.490 -€ 1.059.700 €0 € 28.774.790
€ 34.539.109 € 866.000 €0 € 34.273.109
€ 36.814.118 € 1.132.000 €0 € 36.814.118
€ 31.942.057 € 1.132.000 €0 € 31.942.057
Totaal � Saldo programma oorspronkelijk Lasten Baten Saldo programma na 1e wijziging
€ 134.605.477 -€ 4.605.080 -€ 263.600 € 139.259.097
€ 120.901.430 -€ 4.235.316 -€ 7.301.084 € 117.615.630
€ 101.422.698 -€ 8.130.567 €0 € 101.656.831
€ 98.454.157 -€ 6.631.267 €0 € 98.688.290
1e wijziging programmabegroting Provincie 2014
2014
2015
2016
2017
Algemene dekkingsmiddelen Opcenten motorrijtuigenbelasting Saldo programma oorspronkelijk Lasten Baten Saldo programma na 1e wijziging
-€ 35.500.000 €0 €0 -€ 35.500.000
-€ 35.500.000 €0 €0 -€ 35.500.000
-€ 35.500.000 €0 €0 -€ 35.500.000
-€ 35.500.000 €0 €0 -€ 35.500.000
Provinciefonds Saldo programma oorspronkelijk Lasten Baten Saldo programma na 1e wijziging
-€ 82.120.733 -€ 1.057.000 € 8.654.333 -€ 74.523.400
-€ 68.652.333 -€ 1.590.000 € 10.330.333 -€ 59.912.000
-€ 66.693.000 -€ 4.153.000 € 14.824.000 -€ 56.022.000
-€ 66.696.000 -€ 5.687.000 € 16.621.000 -€ 55.762.000
Dividend Saldo programma oorspronkelijk Lasten Baten Saldo programma na 1e wijziging
-€ 25.823.400 €0 € 5.000.000 -€ 20.823.400
-€ 29.233.700 €0 € 5.000.000 -€ 24.233.700
-€ 28.786.600 €0 € 5.000.000 -€ 23.786.600
-€ 30.301.500 €0 € 5.000.000 -€ 25.301.500
Saldo van de financieringsfunctie Saldo programma oorspronkelijk Lasten Baten Saldo programma na 1e wijziging
€ 2.312.466 € 50.000 €0 € 2.362.466
€ 2.492.471 €0 €0 € 2.492.471
€ 3.054.892 €0 €0 € 3.054.892
€ 2.725.282 €0 €0 € 2.725.282
Onvoorzien inclusief stelposten Saldo programma oorspronkelijk Lasten Baten Saldo programma na 1e wijziging
€ 2.528.487 -€ 3.084.687 €0 -€ 556.200
€ 2.235.763 -€ 1.056.500 €0 € 1.179.263
€ 21.526.637 -€ 5.044.600 €0 € 16.482.037
€ 21.148.203 -€ 5.033.800 €0 € 16.114.403
1e wijziging programmabegroting Provincie 2014
2014
2015
2016
2017
Totaal algemene dekkingsmiddelen onvoorzien en reserves � Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Saldo programma oorspronkelijk -€ 138.603.180 -€ 128.657.799 Lasten -€ 4.091.687 -€ 2.646.500 Baten € 13.654.333 € 15.330.333 Saldo programma na 1e wijziging -€ 129.040.534 -€ 115.973.966 Mutatie Reserves Saldo programma oorspronkelijk Lasten Baten Saldo programma na 1e wijziging
-€ 5.524.598 -€ 8.165.066 € 2.471.100 -€ 11.218.564
-€ 494.231 € 686.087 -€ 1.833.520 -€ 1.641.664
-€ 106.398.071 -€ 108.624.015 -€ 9.197.600 -€ 10.720.800 € 19.824.000 € 21.621.000 -€ 95.771.671 -€ 97.723.815 -€ € -€ -€
3.389.327 1.194.710 3.299.643 5.494.260
€ 3.304.457 € 1.073.500 -€ 4.948.133 -€ 570.176
1e wijziging programmabegroting Provincie 2014
2014
2015
2016
2017
Recapitulatie
Saldo programma's na 1e wijziging Saldo Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien na 1e wijziging Mutaties ondersteuning en salarissen na 1e wijziging
€ 139.259.097
€ 117.615.630
-€ 129.040.534 -€ 115.973.966
€ 101.656.831
€ 98.688.290
-€ 95.771.671 -€ 97.723.815
€ 1.000.001
€0
-€ 390.900
-€ 394.299
Geraamde resultaat voor bestemming na 1e wijziging
€ 11.218.564
€ 1.641.664
€ 5.494.260
€ 570.176
Saldo reserves oorspronkelijk
-€ 5.524.598
-€ 494.231
-€ 3.389.327
€ 3.304.457
Mutaties reseves 1e wijziging
-€ 5.693.966
-€ 1.147.433
-€ 2.104.933
-€ 3.874.633
€0
€0
€0
€0
Geraamde resultaat na bestemming na 1e wijziging
1e wijziging programmabegroting Provincie 2014
2014
2015
2016
2017
Ondersteuning personeelszorg Saldo programma oorspronkelijk Lasten Baten Saldo programma na 1e wijziging
€ 1.795.000 €0 €0 € 1.795.000
€ 1.632.700 €0 €0 € 1.632.700
€ 1.617.300 €0 €0 € 1.617.300
€ 1.622.600 €0 €0 € 1.622.600
organisatie Saldo programma oorspronkelijk Lasten Baten Saldo programma na 1e wijziging
€ 1.085.200 €0 €0 € 1.085.200
€ 1.085.200 €0 €0 € 1.085.200
€ 55.400 €0 €0 € 55.400
€ 55.400 €0 €0 € 55.400
ict Saldo programma oorspronkelijk Lasten Baten Saldo programma na 1e wijziging
€ 2.138.200 €0 €0 € 2.138.200
€ 2.199.700 €0 €0 € 2.199.700
€ 1.956.300 €0 €0 € 1.956.300
€ 1.972.100 €0 €0 € 1.972.100
financiën Saldo programma oorspronkelijk Lasten Baten Saldo programma na 1e wijziging
€ 248.200 €0 €0 € 248.200
€ 248.200 €0 €0 € 248.200
€ 265.000 €0 €0 € 265.000
€ 275.500 €0 €0 € 275.500
facilitaire zaken Saldo programma oorspronkelijk Lasten Baten Saldo programma na 1e wijziging
€ 2.193.350 €0 €0 € 2.193.350
€ 2.167.450 €0 €0 € 2.167.450
€ 2.064.050 €0 €0 € 2.064.050
€ 2.063.750 €0 €0 € 2.063.750
juridische ondersteuning Saldo programma oorspronkelijk Lasten Baten Saldo programma na 1e wijziging
€ 50.500 €0 €0 € 50.500
€ 50.500 €0 €0 € 50.500
€ 50.500 €0 €0 € 50.500
€ 50.500 €0 €0 € 50.500
communicatie Saldo programma oorspronkelijk Lasten Baten Saldo programma na 1e wijziging
€ 102.600 €0 €0 € 102.600
€ 102.600 €0 €0 € 102.600
€ 102.600 €0 €0 € 102.600
€ 102.600 €0 €0 € 102.600
1e wijziging programmabegroting Provincie 2014 Informatieverzorging en documentatie Saldo programma oorspronkelijk Lasten Baten Saldo programma na 1e wijziging
2014
2015
2016
2017
€ 489.100 €0 €0 € 489.100
€ 489.100 €0 €0 € 489.100
€ 565.200 €0 €0 € 565.200
€ 744.500 €0 €0 € 744.500
€ 15.454.189 €0 €0 € 15.454.189
€ 15.062.796 €0 €0 € 15.062.796
€ 14.775.445 €0 €0 € 14.775.445
€ 14.750.600 €0 €0 € 14.750.600
doorbelasting ambtelijke inzet en overhead Saldo programma oorspronkelijk -€ 23.556.338 Lasten €0 Baten €0 Saldo programma na 1e wijziging -€ 23.556.338
-€ 23.038.246 €0 €0 -€ 23.038.246
-€ 21.451.795 €0 €0 -€ 21.451.795
-€ 21.637.549 €0 €0 -€ 21.637.549
Ambtelijke inzet Saldo programma oorspronkelijk Lasten Baten Saldo programma na 1e wijziging
Totaal ondersteuning Saldo programma oorspronkelijk Lasten Baten Saldo programma na 1e wijziging
€ € € €
1 0 0 1
€ € € €
0 0 0 0
€ € € €
0 0 0 0
€ € € €
1 0 0 1