LEDENBIJEENKOMST 8 NOVEMBER 2013 Voorzitter Hans Hellingman opent de bijeenkomst. Er zijn ongeveer 50 mensen aanwezig, iets minder dan we tot nu toe gewend zijn, maar toch een behoorlijke opkomst. Hans start met een welkom voor Jan Dekkers van de Vereniging Historisch Purmerend. Hij zal na de pauze een presentatie geven over “Purmerend marktstad”. Daarna bedankt Hans twee mensen die een bijzonder bijdrage aan de nieuwsbrief van oktober hebben geleverd: Jan Poel voor de redactie en Piet Westerbeek voor het rondbrengen bij de leden in Oosthuizen. activiteiten 2013 Het eerste deel van het programma bestaat uit een overzicht van de activiteiten van de vereniging in 2013. Voor het openbaar bestuur kijken we nu niet alleen naar de verslagen van de gemeenteraden, maar zijn we ook begonnen met de verslagen van het college van Burgemeester en Wethouders. Dat geeft meer een kijkje achter de schermen en een gedetailleerder beeld wat er in het gemeente bestuur is gebeurd. Ook kijken we nu naar de notariële akten bij overdracht van eigendommen. Daarin zie je bijvoorbeeld de prijs van woningen in de 19-de eeuw. Die is toen beduidend lager geweest dan grond. Een woning kon je kopen voor fl. 100,=, terwijl een hectare grond fl. 400,= kostte. Voor de kadastrale geschiedenis van de woningen zijn we ook gestart met het opzoeken van de gegevens van de bewoners. Lang niet altijd waren dat de eigenaren, maar werd de woning verhuurd. Zo krijgen we ook inzicht in die bewoners. We zijn inmiddels gevorderd tot en met Warder 133 en de Badhuisweg. Het onderzoek naar de geschiedenis vóór 1800 ligt wat stil. De werkgroep is niet meer actief. Het is ook een lastige en vaak taaie klus om in allerlei archieven stukje bij beetje die oude geschiedenis te achterhalen. Maar zeker niet minder waardevol. Dus wie zin heeft om zich hierin vast te bijten, is van harte welkom. De historische vereniging is wel actief betrokken bij de dijkverzwaring. De reden is dat er sterke vermoedens zijn dat Warder vroeger ook bestond waar nu het Markermeer is. We weten dat de kustlijn tot ongeveer 1100, 1200 na Christus een stuk oostelijker lag. Het ligt voor de hand dat ons dorp toen ook oostelijker lag. De vondst van de beroemde sarcofaag bij Etersheim heeft aangetoond dat dit dorp inderdaad vroeger in het huidige Markermeer lag. Het hoogheemraadschap is van plan om de versterking van de dijk ten zuiden van de catamaranhaven buitendijks te doen. Daar komt een grondlichaam tot 150 meter uit de voet van de dijk. Als dat door gaat, dan verdwijnen de eventuele archeologische resten dus voorgoed onder de grond. Dat is op zich een prima manier om die resten veilig te bewaren. Maar dan willen we toch eerst goed weten wat er daar allemaal geweest is. Samen met de historische vereniging van Oosthuizen zijn we daarover in overleg met het hoogheemraadschap. Ook om samen met het hoogheemraadschap, de gemeente en mogelijk andere organisaties de oude geschiedenis van ons kustgebied zichtbaar te maken, met informatieborden, koppelingen naar informatie op internet enzovoort. Voor de familiegeschiedenis hebben we in het voorjaar de familie Haan behandeld in het jaarboek 2011. In de nieuwsbrief zijn we gestart met de genealogie van de familie Visser. Met de recente geschiedenis gaan we door met interviews met de oudste Wardernaren. Een van de resultaten was het artikel over het postkantoor Warder in de nieuwsbrief. Daarnaast zijn we samen met de historische verenigingen van Oosthuizen en Middelie gestart met het maken van een documentaire over de ruilverkaveling en streekverbetering van rond 1960. Een documentaire maken is heel kostbaar. Daarom zijn we als eerste gestart met het op film vastleggen van informatie die op korte termijn verloren kan gaan: interviews met sleutelfiguren van destijds en filmen van boerderijen die destijds in de polder nieuw gebouwd zijn en die nog bijna helemaal in oorspronkelijke staat zijn. Als sluitstuk van de activiteiten in 2013 ligt de nieuwe penningmeester, Han van Roozelaar, de financiële situatie toe. In 2013 draait de vereniging goed. We verwachten dat we aan het 1
einde van het jaar ongeveer € 900,= over houden. Die voegen we dan toe aan de reserve. De reserve komt dan redelijk in de buurt van een reserve die veilig is, twee maal de jaarbegroting. jaarplan 2014 Hierna schakelen we door naar de plannen voor 2014. Kort samengevat komen die erop neer dat we doorgaan met de activiteiten uit 2013. Voor de familiegeschiedenis komt daar een nieuwe familie bij, de familie Bakker. In de nieuwsbrief in het najaar komt de genealogie aan de orde. In de nieuwsbrief in het voorjaar van 2015 de achtergronden van de familie. Uit de zaal komt een vraag welke tak of takken van de familie er worden behandeld. Als mensen daar suggesties voor hebben, dan zijn die van harte welkom. U kunt ze doorgeven via de mail van de vereniging –
[email protected] – of direct aan Willem Jan Roelofs. Volgend jaar gaan we ervoor om de financiering rond te krijgen om een professionele documentaire te laten maken van de ruilverkaveling en streekverbetering op basis van het materiaal dat we in 2013 verzamelen. De bedoeling is om die via een omroep op televisie uit te zenden. Natuurlijk gaan we ook de dorpen in de Zeevang langs met de documentaire. Ook hebben we plannen voor een bijzondere bijeenkomst, naast de bijeenkomsten voor leden. Waar dat over gaat blijft nog even een verrassing. Een belangrijk deel van de kosten die we maken komt voor rekening van communicatie en draagvlak: het jaarboek, de nieuwsbrief en de bijeenkomsten voor de leden. Dat is aanleiding voor een vraag uit de zaal waarom die zo is. De activiteiten van de vereniging in de werkgroepen gebeurt door de kosteloze inzet van vrijwilligers. Er zijn alleen beperkte kosten voor materiaal. Uiteindelijk resulteren die activiteiten in artikelen in het jaarboek en de nieuwsbrief en in presentaties voor de leden in de bijeenkomsten in het voor- en najaar. Daar komen uiteindelijk de kosten terecht. De financiële situatie van de vereniging heeft het bestuur doen besluiten dat de consumptie bij ontvangst van de bijeenkomst voor de leden voortaan voor rekening van de vereniging is; service van de zaak. De volledige presentatie die gegeven is kunt u zien op www.historischwarder.nl/objects/presentatie8november2013.pdf Purmerend marktstad Jan Dekkers neemt ons na de pauze mee in de geschiedenis van Purmerend als marktstad. Hij begint met hoe het huidige Purmerend is ontstaan uit wat nu Purmerland is. De bewoners van het dorp Purmer kwamen erachter dat het in de Where tussen de toenmalige meren Beemster en Purmer goed vissen was. Zo stichtten zij aan het einde van het dorp Purmer, bij de waterloop de Where “Purmereynde”. Het dorp Purmer lag veel meer op het land en veranderde toen van naam in Purmer in ‘t Land. Purmerland is een tijd lang belangrijker geweest dan Purmereynde. De eerste bewoners moesten voor hun zondagsplicht naar de kerk in Purmer in ’t Land. De visserij liep heel goed, vooral de vangst van paling. Die werd zelfs naar Londen vervoerd en verkocht. Purmerend had daar toen ook een eigen afmeerplaats. Marktrechten in 1484 Het stadje Purmereynde ontwikkelde zich voorspoedig. In 1484 kreeg Purmerend “marktrechten”; het recht om wekelijks op dinsdag markt te houden en twee maal per jaar een jaarmarkt die een week duurde, één in het voorjaar en één in het najaar. De markt begon in het toenmalige stadje. Veel grenzen van toen zijn nu nog goed herkenbaar. De westgrens was waar nu het Noord-Hollands kanaal is. De noordgrens was bij wat nu de Gedempte Where is en de zuidgrens net noordelijke van het huidige Tramplein. De oostgrens is nu minder herkenbaar, die liep eerst waar nu de Kolkstraat is.
2
Purmerend in 1560
Er werd van alles verhandeld: allerlei soorten vee, kaas, groente en aardappelen. De markt groeide en groeide. Het droogleggen van de Wormer, Purmer en Beemster gaf een enorme impuls aan de markt. Er kwamen veel meer producten voor de handel. En die handel vond plaats via de markt van Purmerend. Over land werden de producten aangevoerd. En veel werd over water naar de uiteindelijke afnemers gebracht, vaak in Amsterdam. Binnen de stadsmuren van toen, was onvoldoende plaats voor de veemarkt. Die werd verplaatst naar wat nu de Koemarkt is. Dat was toen de open gevallen plaats. Daarvoor stond hier het Sint Ursulaklooster voor nonnen, dat bij de reformatie is verwoest. Die plek werd toen Cloosterwerff genoemd. Die naam is weer terug gekomen bij de herinrichting van de Koemarkt. Kaas werd verhandeld voor wat nu de Sint Nicolaaskerk is op de kruising Padjedijk Breedstraat. Aan de overkant van de straat was toen het stadhuis. Die plek werd veel te klein. De oplossing was om in 1633 het stadhuis letterlijk op te tillen met vijzels en een tiental meters naar achteren, naar het noorden, te verplaatsen. Een echt huzarenstukje. Enkele huizen op de hoek van de Peperstraat en het Padjedijk stonden ook in de weg. Die werden gesloopt. En zo ontstond een plein dat er nu nog steeds is, de Kaasmarkt.
3
De Kaasmarkt 1930
Groei van Purmerend en de markt In die periode is de oostgrens van de stad ook verplaatst naar wat nu de Plantsoengracht is. De veemarkt kwam weer binnen de stadsgrenzen. In de periode 1650 – 1700 bouwde de gemeente paardenstallen, wat later de Doelen werd, voor iedereen die met paard en mogelijk wagen naar de markt kwam. Met op zolder slaapplaatsen voor de handelslieden, die daar ook hun stofjas, stok en klompen konden laten tot de volgende week als ze weer kwamen. Overal in de stad werd vee verhandeld. De koeien en schapen op de Koemarkt, kippen en eenden op het Slotplein, en varkens op de Willem Eggertstraat.
Koemarkt 1910
4
Op een goede dag konden er wel 1.200 koeien en 4.000 schapen verhandeld worden. Dat was een goede bron van inkomsten voor de gemeente. Voor elk dier dat je verkocht moest je aan de gemeente “marktrechten” betalen. Daardoor is heel nauwkeurig bekend hoeveel er verhandeld werd. De kaasmarkt floreerde, met een omzet van ongeveer 4 miljoen kilo per jaar. Na Alkmaar was Purmerend de tweede kaasmarkt van Nederland. Vis werd van oudsher verhandeld op wat nu nog steeds de Vismarkt is, aan het einde van de Peperstraat, daar waar die op De Where uit kwam.
Wheerwal omstreeks 1920 met vismarkt 1
De Where toen omstreeks nog de waterverbinding Groenteveiling Wheerwal metwas vismarkt Venedien omstreeks 1920 1936
tussen de Beemster en de Purmer. Later is die deels gedempt en verlegd naar het noorden. Groente en aardappelen werden eerst iets oostelijker verhandeld, op de Weerwal. Later verhuisde die naar de noordkant van De Where, naar het Venediën. In het verlengde van de markt bloeide ook de detailhandel. Boeren en handelaren die naar de markt kwamen, namen die gelegenheid ook te baat om andere inkopen te doen. Er waren ook mensen nodig om de koeien die op de markt stonden te melken. En om aan het einde van de marktdag de stront die overal door de stad lag op te ruimen. Zo zorgde de markt voor flink wat werkgelegenheid en inkomsten in Purmerend. Bijzonder was dat op de markt alles contant betaald werd. Het onderhandelen gebeurde op de markt, het betalen in de kroeg. En de verkoper, degene die geld ving, gaf een rondje. Ook de kroeg leverde dus flink wat inkomsten op. Handelaren en boeren konden zo met heel veel contant geld rond lopen. Bij de markt was dat nooit een probleem. Daar lette iedereen op elkaar. Maar als je weer naar huis ging, ………….. dan was het niet altijd even veilig. De markt in de 20-ste eeuw Door de eeuwen heen ging de markt met de ontwikkelingen mee. Het vee werd lang niet meer alleen te voet aangevoerd, maar vaak ook per spoor. Voor een deel gold dat ook voor Warder en werd het vee naar het station bij Oosthuizen gebracht. Toch ging veel vee van Warder nog 5
te voet naar Purmerend. Maandagnacht vertrekken, via Oosthuizen, dan de dijk langs de ringvaart van de Beemster om dinsdagmorgen vroeg op de markt te komen.
Groenteveiling Venediën omstreeks 1936
De groente en aardappelmarkt was in de loop van de twintigste eeuw ook op het Venediën uit zijn jasje gegroeid en verplaatst naar een veilinghal aan de Beemsterburgwal. In 1953 was ook die te klein en werd een grote veilinghal gebouwd pal westelijk van de Kooimanbrug aan de noordkant van de Where. Op de plek die nu nog de Veilinghof heet. Mond- en klauwzeerepidemie en het einde van de markt Het einde van de markt komt in 2002 met de mond-en-klauwzeerepidemie. Op grote schaal vee verhandelen in de open lucht werd toen verboden. Die risico’s voor een uitbraak van ziekten was te groot. De veemarkt verhuisde naar het industrieterrein de Baanstee. De kalverhandel gebeurde nog een tijdje in een hal op de plaats van de huidige Schapenmarkt. Maar ook dat is verleden tijd. De groente- en aardappelveiling waren toen al langere tijd gesloopt en weg uit Purmerend. En zo kwam een einde aan een tijdperk waar menig Wardernaar nog levendige herinnering aan heeft. Dat bleek wel uit de vele kreten van herkenning tijdens de presentatie. En sommige Wardernaren gaan nog bijna elke dinsdag naar Purmerend. Toch even in de oude vertrouwde kroeg van tijdens de veemarkt een kopje koffie drinken. Dat was het einde van het officiële programma. Daarna werd nog een doorlopende presentatie vertoond over de zuivelfabriek Warder. Menigeen bleek plakken tot tegen twaalf uur. Zo eindigde een avond die heel enthousiast is ontvangen.
6