onze
,,vriendschap”
is met dit nummer ten einde! wij staken de verschijning na 16 jaren!
elders in dit nummer leest u daarover in ,,congres aanvaardt nieuwe koers voor de komende jaren” onder het kopje ,,dialoog wat er met ingang van 1965 na de bijzetting van ,,vriendschap gaat gebeuren! kort en bondig: er komt een nieuw tijdschrift in de plaats van «vriendschap».
1964
maandblad gewijd aan de homofilie december
De oprichting van onze vereniging in 1946 aanvankelijk ,,Shakespear~e Club” geheten begon met de herverschijning van het maandblad ,,Levensrecht” waarvan in de eerste maanden in 1940 reeds een drietal nummers was uitgekomen totdat de oorlog een streep door onze activiteiten haalde. Het was een klein formaat tijdschriftje in de eerste plaats bedoeld voor alle homofielen in Nederland. Het militante karakter van de eerste na-oorlogse jaren der vereniging kwam in de naam van het blad tot uitdrukking maar met ingang van 1949 verdween deze naam en kwam het blad in haa.r tegenwoordige vorm uit als ,,Vriendschap”. Een afzonderlijk huisorgaan met annonces en agenda’s was er nog niet. -
-
Wij hebben vele uren, soms met enige weemoed ook, deze 16 jaargangen doorgebladerd en een stuk C.O.C.-geschiedenis op tal van bladzijden teruggevonden. Feestelijke hoogtepunten in het bestaan van onze vereniging liggen vast in speciale jubileumnummers bij het vijf-, tien- en vijftienjarig bestaan. Ze doen zelfs nu nog fris en bijna eigentijds aan, wonderlijk genoeg! Andere nummers daarentegen ademen de geest van een voorbije tijd zowel door de strekking van bepaalde bijdragen als door hun vormgeving. Het is nu écht allemaal ,,geschiedenis”!
een saluut Aan tal van medewerkers willen wij vanaf deze plaats een eresaluut brengen voor hun dikwijls waardevolle bijdragen. In de eerste plaats aan ons Erelid en medeoprichter van de vereniging Arent van Santhorst, die onafgebroken trouw aan ,,Vriendschap” heeft medegewerkt. Aan Evert Werendonck, die vele en belangrijke schrijvers op homofiel terrein biografeerde. Aan Til Brugman, de in 1958 overleden romanschrijfster die de psychologie van de zelfmoord behandelde. Aan lIoh. C. P. Alberts voor zijn gedichten en beschouwingen. Aan de overleden arts dr. H. C. Rogge. Aan prof. dr. Th. G. Kempe over reclasseringswerk. Aan prof. van Holk over aspecten der ethiek. En tenslotte, maar niet in de laatste plaats aan ons erelid wijlen jonkheer dr. J. A. Schorer.
waarover dan wel De onderwerpen die uitdiepend in bepaalde laargangen aan de orde werden gesteld bevatten ook thans nog een bron van waardevol naslagmateriaal. ,,Een halve eeuw van strijd 1896-1946” leverde in 14 bijdragen een complete geschiedenis van de plaats der homoseksualiteit in sociaal-politiek opzicht (Arent van Santhorst). ,,Normaal en abnormaal in het sexuele gedrag” was een vertaling van een brochure van prof. C. Kinsey en zijn medewerkers. ,,Homofiele verhoudingen bij man en vrouw” van de Duitse seksuoloog dr. Hans Giese. ,,Het castratievraagstuk” door Henk 0. ,,Typen van de ideale partner” door dr. Kouwer en A. C. Rümke. ,,De zelfmoord” een reeks n.a.v. een proefschrift door Henk 0. ,,Benadering van een taboe” door H. v. d. Kroft. Het is slechts een greep van de belangrijkste bijdragen waaraan meerdere nummers werden gewijd.
222
speciaal gerichte nummers. Van tijd tot tijd verzamelde de redactie materiaal en medewerkers voor de samenstelling van een bijzonder nummer dat aan een bepaald aspect uitvoeriger aandacht kon wijden. ,,Eenzaamheidsnummer”. ,,De vrijgezel
-
de woning
-
en de fiscus”.
,~Universele visie op de homoseksualiteit” n.a.v. een internationaal congres van het l.C.S.E. (International Committee for Sexual Equality). ,,Vrïendschap in de kou en in de warmte”. ,,Homoerotiek in de letterkunde”. ,,Homoseksualiteit en voorlichting”. ,,Homoseksualiteit en verleiding”.
mensen in ons centrum Omdat ons blad toen nauwelijks gericht was op informatie aan de ,,buitenwereld” en in de eerste plaats bedoeld als een maandelijks terugkerende voorlichting en bemoediging voor de eigen kring, ontstond er een vaste bijna regelmatig terugkerende rubriek ,,Mensen in ons centrum”. In deze rubriek werden bepaalde in eigen verenigingskring bekende mannen en vrouwen aan de lezers voorgesteld met tal van biografische bijzonderheden. Wij noemen in volgorde van publicering: Pa en ma Nossin Joop Janzen (oud-voorzitter Den Haag, erelid) John en Maurice (een vriendenstel met een ruim 40-jarige band) Jacque Drabbe en Joop (Utrecht, oud-voorzitter) Marg Huis (oud-Hblid) Hugo (oud-penningmeester, erelid) Henri Methorst (oud-secretaris, spreker, schrijver, erelid) Jan Snel t (oud-Hblid) Mario de Graaf (schilder-tekenaar) Henk Siliakus t (oud-voorzitter A’dam, Hblid en erelid) Arent van Santhorst Benno Premsela (algemeen voorzitter) Bob Angelo (oud-algemeen voorzitter, erelid) Mau en Gé (bijna legendarische cabaretmedewerkers) Wim Donker (oud-medewerker Albrechtstichting en bestuur A’dam) Ik hoop maar dat ik niemand in dit lijstje heb vergeten!
nou tabé dan Aan allen die in de afgelopen 16 jaren hebben medegewerkt, ook zij die ik misschien niet bij name heb genoemd, namens de oude redactie onze welgemeende dank voor jullie toewijding en talenten. We staan nu aan het begin van een nieuw jaar waarin in feite twee nieuwe tijdschriften zullen verschijnen. In de plaats van ,,Vriendschap” komt ,,Dialoog” dat een veel breder lezerspubliek wil bereiken en ,,De schakel” wordt zowel inhoudelijk als uiterlijk aantrekkelijker, moderner en ook groter. Onze ,,Vriendschap” is nu ten einde maar niet vergeten! Dat ,,Dialoog” en ,,De schakel” de sympathie en belangstelling zullen krijgen van moderne mensen met klassiek sentiment! Bob Angelo
223
CONGRES AANVAARD NIEUWE KOER VOOR DEKOMENDE JAREN 224
Op 24 en 25 oktober is in het nationaal tehuis een buitengewoon congres van onze vereniging gehouden, waarop een aantal besluiten zijn genomen die voor de toekomst van het allergrootste belang kunnen zijn. Er is een plan aanvaard waaraan het hoofdbestuur bijna een jaar gewerkt had en dat moet resulteren in een nieuwe koers die aansluit bij het veranderde klimaat dat de laatste jaren in ons land is opgetreden. Het belangrijkste onderdeel van dat plan is de oprichting van een stichting die, met een grote mate van zelfstandigheid, zal gaan zorgen voor de activiteiten op het gebied van groeps- en vormingsarbeid, individuele hulp, voorlichting en wetenschappelijk werk. De werkzaamheden van deze stichting moeten in de loop van de komende jaren geleidelijk op gang komen. Een ervan is nu al begonnen. In januari zal namelijk het eerste nummer verschijnen van een nieuw tijdschrift, Dialoog, dat niet alleen gericht zal zijn op onze leden, maar ook op andere homofielen en op buitenstaanders. Een ander belangrijk plan dat op het congres goedgekeurd werd, is dat om de oprichting te bevorderen van een consultatiebureau voor homofielen. De eerste stappen hiervoor zijn al gedaan, er is een gesprek gaande met de nationale raad van maatschappelijk werk, dat niet onbevredigend lijkt te verlopen. Verdere besluiten van belang waren dat tot instelling van een sociëteitscommissie voor het nationaal tehuis in Amsterdam en dat tot wijziging van de stemmenverhoudingen van de afvaardigingen op onze congressen, in die zin dat voortaan geen enkele afdeling meer over een absolute meerderheid zal kunnen beschikken.
ken op velerlei gebied, die ongestoord de vele taken ter hand kunnen nemen, die er in de toekomst verricht moeten worden. Dat zal gemakkelijker gaan, als dergelijke deskundigen geen directe binding hebben met een Organisatie die o.a. ook gezelligheidsvereniging is. Het is de bedoeling dat het werk van de stichting zoveel mogelijk gefinancierd wordt uit bijdragen van donateurs, maar het zal, zeker de eerste jaren, onvermijdelijk zijn dat de Albrechtstichting een belangrijk deel van de lasten voor haar rekening neemt. De stichting zal werken in verschillende secties. Er komt een sectie voor groeps- en vormingswerk, die zorg gaat dragen voor de vorming van gespreksgroepen, waarin onder ervaren leiding levensproblemen aan de orde worden gesteld. Ook onder deze sectie valt het organiseren van studieweekends en kadervormingscursussen. Een sectie individuele hulp gaat zich bezighouden met het consultatiebureau dat zoals we al zagen in voorbereiding is en met het organiseren van spreekuren in de diverse afdelingen.
Contactcentrum Door de stichting zal verder de oprichting bevorderd worden van een contactcentrum, een bureau dat homofielen, zowel leden als niet-leden, de mogelijkheid zou moeten bieden met eventuele Ievenspartners in contact te komen. Het zal opgezet worden naar het voorbeeld van dergelijke centra van rooms-katholieke, protestantse en humanistische richting op heteroseksueel gebied. Ook de voorlichting wordt ondergebracht in een sectie van de stichting, om degenen die met de problemen van de homofilie te maken hebben te voorzien van de beste informatie over wat er bekend is over de homoseksualiteit en verwante onderwerpen, over de problematiek van de homofiele minderheid in ons land en over doel en werk van de organisatie. Een aparte sectie zal zich voorts gaan bezighouden met wetenschappelijk werk. Ze zal gaan zorgen voor de documentatie, voor het publiceren van uittreksels uit wetenschappelijke werken, het bevorderen en uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek, het regelmatig organiseren van bijeenkomsten van academici uit eigen kring en het onderhouden van contacten met onderzoekers.
De stichting Tot de oprichting van de nieuwe stichting, die op het congres nog geen naam heeft gekregen, is om verschillende redenen besloten. De voornaamste daarvan is dat het wenselijk is de taken in de vereniging meer te verdelen en sommige ervan los te maken van de directe invloed van de verenigingsorganen. Het moet mogelijk zjjn, ook van buiten de verenignig, specialisten aan te trek-
Dialoog Al deze werkzaamheden zijn nog voor een groot deel toekomstmuziek, al is het de bedoeling dat er zo gauw mogelijk een begin mee wordt gemaakt. De enige stichtingsactiviteit die al in een heel nabije toekomst wer-
225
keljkheid zal zijn, ligt op publicistisch gebied. Het is de uitgave van het blad Dialoog, dat gewijd is aan de relatie tussen de homofiel en de maatschappij en dat ten doel heeft door het gesprek tussen homofielen en niethomofielen, maar ook tussen homofielen onderling, de levensmogeljjkheden voor onze groep te verruimen.
overal waar hun problematiek aan de orde komt, heeft het congres een aantal beslissingen genomen van minder spectaculaire aard, maar die voor het goed functioneren van ons verenigingsleven niettemin van grote betekenis kunnen zijn.
Opzettelijk begint de stichting haar werk met dit tijdschrift. Het zal een zodanige opzet moeten hebben dat het bij kan dragen tot een verdere verbetering van het klimaat, die op haar beurt de ontplooiing van de andere stichtingsactiviteiten moet vergemakkelijken. De redactie van Dialoog, die al sinds de vroege zomer bezig is met het voorbereidend werk, zal een grote mate van onafhankelijkheid hebben. Ze is samengesteld uit mensen met een ruime ervaring in de vereniging, een aantal deskundigen van academisch niveau en enkele personen uit de wereld van de journalistiek.
Zo is het besluit gevallen een sociëteitscommissie op te richten voor het nationaal tehuis De schakel in Amsterlam, die het beheer zal voeren over het gebouw en de inventaris, die het gebruik ervan zal regelen en toe zal zien op de sfeer tijdens de bijeenkomsten. De commissie zal bestaan uit een lid van het hoofdbestuur, een van de Albrechtstichting, twee van het bestuur van de afdeling Amsterdam, een van de Vrouwenkern, en twee vertegenwoordigers van de overige afdelingen en gewesten. Een dergelijke commissie kan ook worden ingesteld voor andere sociëteiten, elders in het land.
Inhoud
Stemmenaantallen
Dialoog zal bijdragen bevatten van sterk uiteenlopende aard. Het tijdschrift zal zich bezighouden met allerlei problemen die de tegenwoordige situatie voor de homofiel oplevert. De redactie stelt zich voor te laten zien dat die vraagstukken in de meeste gevallen alleen in schijn van specifiek homofiele aard zijn. Ze hoopt het besef ingang te doen vinden dat de problematiek van de homofiel in wezen op een algemeen menselijk vlak ligt, waar het verschil in seksuele geaardheid geen rol speelt.
Om de besluitvorming op de congressen gemakkelijker te maken is er verder een wijziging aangebracht in de stemmenverhoudingen van de afdelingen. Tot nog toe had de afdeling Amsterdam, met haar groot aantal leden, een absolute meerderheid op het congres. Dit gaf in wezen aan deze afdeling ook de absolute macht in de vereniging, waardoor de andere afdelingen herhaaldelijk het gevoel konden krijgen dat hun stem eigenlijk geen gewicht in de schaal legde. Het hoofdbestuur had een stemmenverdeling voorgesteld, waardoor aan de meerderheidspositie van Amsterdam rigoureus een eind zou zijn gekomen. De afdeling Amsterdam bleek daar, wel enigszins begrijpelijk, bezwaar tegen te hebben. Op het congres is een compromis bereikt, dat inhoudt dat geen afdeling voortaan meer dan de helft van het aantal stemmen op het congres krijgt toegewezen, wat bij de toestand zoals die op dit ogenblik is, betekent dat Amsterdam precies vijftig procent van de afgevaardigden aanwijst. De andere helft wordt aangewezen door de overige afdelingen, waarbij kleine afdelingen altijd op zijn minst over drie stemmen kunnen beschikken. Het totale aantal afgevaardigden wordt beperkt, door de kiesdeler van vijftig op vijfenzeventig te brengen, terwijl elke afgevaardigde in het vervolg niet meer dan één stem zal kunnen uitbrengen. Het congres kenmerkte zich, afgezien van de meningsverschillen over deze stemmenverhoudingen, door een grote mate van eensgezindheid. De ambitieuze plannen van het hoofdbestuur werden met een duidelijk enthousiasme ontvangen en met algemene stemmen aanvaard als richtlijn voor de politiek in de komende jaren. Als ze in dezelfde geest worden uitgevoerd, mogen we hopen dat ze voor de homofielen in Nederland nieuwe perspectieven zullen openen, waardoor hun integratie in de samenleving in versneld tempo voortgezet kan worden.
Er komen in Dialoog voorlichtende, opiniërende en cornmentariërende artikelen, in voor een brede kring’ leesbare vorm, verder letterkundige bijdragen, zoals korte verhalen en gedichten, en boekbesprekingen op literair en wetenschappelijk gebied. Voor de eerste jaargang zijn voorlopig gepland nummers met als hoofdthema de confrontatie van gevoelsgenoten en buitenstaanders met het homofiele leven, het veranderde en niet-veranderde klimaat in ons land, de lesbische vrouw, de minderheidsgroepen, de aansluiting van de homofiel bij de eigen groep en de homoseksualiteit als thema in de literatuur. Naast het blad Dialoog blijft een verenigingsorgaan De schakel bestaan, waarin het vereriigingsnieuws wordt opgenomen en dat verder bijdragen zal opnemen van luchtiger aard en artikelen over onderwerpen die uitsluitend onze leden aangaan.
Sociëteitscommissie
Behalve onze besluiten van bijzonder belang, die ten doel hebben de stem van de homofielen meer dan voorheen mogelijk was tot de buitenwereld te laten doordringen en ze tot volwaardige gesprekspartners te maken
226
GELEZEN EN GEKNIPT In dit studentenblad van de Vrije Universiteit is een niet eens aarzelend begin gekomen n.a.v. een folder der Studenten Vakbeweging waarin allerlei informatie wordt gegeven. Uit een brief van ,,een moeder”:
Pharetra
En nu zwijg ik nog maar over het stukje mannelijke en vrouwelijke homoseksuelen, die lid van een aparte studentenvereniging kunnen worden (het C.O.C.). Waar moet dit heen? Zo wordt immers de zonde ten troon verheven. Ik hoop dat hier spoedig ingegrepen wordt en dat de Studentenvakbeweging aan de V.U. verboden wordt. Hoogachtend, Mevr. B. te Amsterdam (een moeder).
P.S. Ik hoop dat u deze brief eens in uw studentenblad wilt opnemen, want velen denken er net zo over. Zet u maar ,,een moeder” onder (niet mijn naam). In een onderschrift van een woordvoerder der studentenvakbeweging lazen we ten-
slotte: Over de homoseksuelen had u inderdaad beter kunnen zwijgen. Wat u daarover zegt heeft bitter weinig met naastenliefde te maken. Het C.O.C. is overigens een algemene en geen studentenvereniging. Voor de afdeling Vrije Universiteit van de Studentenvakbeweging, 1. E. van Ruller.
Aan allerlei dagbladen rondom eind oktober ontlenen wij het bericht over de sensationele zedenzaak in Knokke. Een negentienjarige Nederlander is bij zijn arres-
Mee op zwier
tatie de aanleiding geworden tot een reeks van aanhoudingen. Een ware heksenjacht opnieuw louter en alleen omdat een jongmens intieme betrekkingen met meerderjarigen heeft onderhouden. In de ,,Haagse Courant” 26-10-64: Het arresteren van een minderjarige Nederlander in Knokke enige tijd geleden, heeft geleid tot de ontdekking van een zedenzaak in België. Bij het verhoor van de jongen bleek dat deze in België zoals ,,Het Laatste Nieuws” het beeldend uitdrukte:,,In kennis was gekomen met enkele deftig uitziende mannen die hem geld gaven en mee op zwier namen”. Uit het door de justitie ingestelde onderzoek kwam aan het licht, dat te Knokke en Antwerpen, en ook elders, ,,call-boys” werkzaam zijn. Er zijn reeds acht arrestaties verricht. Naar verluidt zouden ook een commissaris van politie uit Brussel en een lid van zijn personeel bij de zaak zijn betrokken. De autoriteiten betrachten zoals gebruikelijk de grootste geheimzinnigheid.
Die arme verleide minderjarige Nederlandse jongen zal in het ergste geval tot zijn 21 ste onder toezicht worden geplaatst en dan is de zaak voor hem passé. De heren waarmede hij lucratieve connecties heeft aangeknoopt zullen in hun maatschappelijke status naar wij vrezen nog wel heel wat jaartjes langer de gevolgen van hun kennismaking ervaren.
In dit r.k. maandblad is reeds eerder aandacht geweest voor de homofilie. Aan de Volkskrant van 6-10 ontlenen wij navolgende beschouwing. De psychiater J. L. Grubben uit Venray reageert nu met een sober relaas over zijn ervaringen en de algemene conclusies, die hij daaruit meent te mogen trekken ten aanzien van de structuur, de oorzaken en het morele en pastorale element in de benadernig van de homoseksueel gerichte mens. Het nawoord van de redactie luidt:
227
Te elfder ure
De verheugend zakelijke toon van het artikel van de heer Grubben mag niet doen vergeten zijn nuchter uitgangspunt vérstrekkende konsekwenties heeft. Een vruchtbaar, humaan gesprek met homoseksuelen over homoseksualiteit sluit alle apriori’s uit over psychische of morele defecten welke aan homoseksualiteit ten grondslag zouden liggen, en eist aanvaarding van de gesprekspartner als volwaardig en verantwoordelijk mens. In deze conclusie is de beste samenvatting van Grubbens studie gegeven. Grubben zelf vraagt zich af: Hoe de Kerk bv. over een eeuw zal oordelen over het concrete punt van seksueel gedrag binnen homoseksuele verhoudingen: wie zal het zeggen? Omtrent andere punten van de seksuele moraal is er toch ook twijfel en beweging. Hij wijst op de grote waarschijnlijkheid, dat de erfelijkheid als een van de belangrijkste factoren zal worden aangewezen. Het afwijzen van de homoseksualiteit als zonde op grond van strjdigheid met de natuur acht hij onverantwoord. Het begrip ,,natuur” wordt tegenwoordig door theologen en anthropologen met minder vanzelfsprekendheid geponeerd als voorheen. Bezinning op de verhouding tussen godsdienst en ethiek maakt moraaltheologen bescheidener en voorzichtiger. In de discussie, als onlangs in de rubriek ,,Brieven van lezers” in De Tijd bleek, wordt veelvuldig op grond van bijbelteksten diskwalificerend geoordeeld. Dokter Grubben vraagt om een exegese van Paulus’ Romeinenbrief. Deze vlugge oordelen noemt hij ,,een symptoom van het feit, dat er in ons christen-zijn nog beneden-menselijke bestanddelen aanwezig zijn, die tot gebrek aan humaniteit kunnen leiden. Met name t.a.v. de homoseksualiteit vraag Ik mij af: is het menselijk gesproken voor een homoseksueel geen nadeel in een christelijk milieu te wonen? Die vraag zou overbodig moeten zijn”. iR.
dat
De korte broek
Dank zij een ingezonden stukje in het Algemeen Handelsblad” van 22-9 weten wij nu iets over de achtergronden waarom het in Spanje niet toegestaan is in korte broek een kerk te betreden. Mijn opponenten zijn er niet in geslaagd het de lezers duidelijk te maken waarom het nu zo verkeerd is met een korte broek in een kerk te komen (in Frankrijk, Portugal en ltdlië zegt niemand er iets van). Ze verklaren zich tegen en dat is dan alles! Ik heb een eigen theorie, maar die is wat ondeugend. Er zijn in Spanje meer homoseksuelen dan in andere tanden (veel jonge toeristen klagen hier erg over). Het is algemeen bekend dat er veel homoseksuelen zijn die zich over hun geaardheid diep schamen. Elke korte broek herinnert hen aan hun geheim dat niemand weet.
R.
Gekke gezichten trekken
Gelukkig wordt ons de Friese Koerier niet onthouden en konden wij het verslag lezen van de jaarlijkse bibliotheekdag, georganiseerd door de Centrale Bibliotheekdienst voor Friesland. Naast schrijver Paul Rodenko was o.m. F. Schuer aan het woord. Onze koerier van 14-10 rapporteerde over hem: Bij het maken van een keuze moet het bibliotheekpersoneel niet uitgaan van de vraag hoe het zit met de woorden die bij een conversatie in de regel niet worden gebruikt, maar van een literair criterium, waarbij de heer Schurer onder literatuur het maken van iets moois uit materiaal en taal verstond. ,,Het feit of iemand daarbij woorden gebruikt die wij niet gebruiken is onbelangrijk, zo lang ze literair verantwoord zijn. We moeten daarom een boek bekijken op de literaire merites”. Als voorbeeld nam de heer Schurer ,,Op weg naar het einde” van G. K. van ‘t Reve. ,,Deze man doet niets anders dan anderen imiteren en gekke gezichten trekken. Als je homoseksueet bent, ben je nog geen schrijver”, zo zei de heer Schurer.
Vrij Nederland en het
C.O.C.
Voor mensen die lezen is
het bijna overbodig nog gewag te maken van een uitstekend verslag dat een medewerker van dit weekblad heeft gepubliceerd in de editie van 24 okt. over ons studieweekend, gewijd aan Rondom het pastorale cahier”. Wij citeren het slot van dit uitvoerige verslag: Hoe anders de situatie nog in het buitenland is, bleek uit opmerkingen van Belgische gasten en van deelnemers die de Duitse situatie kenden. Het bleek ook uit het verschil in benadering
228
van de Belgen en de Nederlanders. Het strijdbare standpunt van de absolute outcasts hebben
de Nederlanders reeds achter zich gelaten. Zij zijn dan ook beter in staat vruchtbaar samen te werken met degeen die zich met het fenomeen homoseksualiteit en de homoseksuele mens ernstig bezighouden.
Het schandaal, juist enkele dagen voor de presidentsverkiezingen in de U.S.A., rondom Walter Jenkins, heeft een bemoedigend licht geworpen op de instelling van de inmiddels gekozen Lynden Johnson. Alleen reeds de verklaring van mevr. Johnson, en die is stellig niet zonder overleg met haar man afgelegd spreekt een duidelijke taal. -
Het drama Jenkins
-
Mevrouw Johnson heeft gezegd dat Jenkins ,,op de rand van de uitputting is gekomen door zijn toewijding aan het land.” In een verklaring voor de pers noemde mevrouw Johnson Jenkins een vriend van de familie. Zij sprak de hoop uit dat ,,zijn godsdienstige gevoelens hem tot steun zullen zijn in deze zorgelijke tijd”.
Ofschoon deze geruchtmakende film mogelijk slechts tijdelijk sedert het proces Loekie versus de makers van de film uit de roulatie is verdwenen kan een opmerking van een inzender in het studentenweekblad Propria Cures d.d. 31-10 er nog wel af. -
-
Mensen van morgen
Verder: Van de zoveel personen zijn er maar twee die werkelijk dingen zeggen waar het Meier en Brusse om te doen moet zijn geweest; de anderen zeggen onbelangrijke dingen, die intussen het publiek doen rillen van genot. Hoorde u nog nooit een homoseksueel met de haren erbij gesleurd en in het vooruitzicht van vijfhonderd rinkelende guldens stamelend bekennen dat hij ,,nu een vriend heb”? Hoorde u dat werkelijk nog nooit? Wat bent u dan ach’er, u bent niet bij de tijd, homoseksualiteit is een begrip van deze tijd. 0, u bent zelf homoseksueel? Ja, dan kan ik uw standpunt begrijpen, ekskuseert u mij, pardon, nee, na u, dank u zeer, dank u zeer. H. de Graaif
Een objektiever oordeel gaf navolgende inzender: maar waarom krijgt het hoertje een minuut of twintig en de homofiele jongen twee shots van nog geen halve minuut en dan nog (net als bij die andere misdadigers) een schaduwveeg over zijn ogen? Zie je wel, zegt het publiek, het is iets heel engs dat eigenlijk het daglicht niet kan verdragen. En daar wordt weer vier procent van de Nederlandse bevolking het licht niet in de ogen gegund. Het is misschien waar dat deze jongen maatschappelijk zelfmoord zou plegen als hij herkenbaar optrad (en bovendien zo sneu voor zijn moeder), maar dan hadden ze een andere moeten nemen in een minder kwetsbare positie. Over het algemeen hebben homofielen de neiging zich op te sluiten in reservaten en zich vrijwillig te gedragen als naamloze en gezichtloze outcasts die zich zelfs nog niet tot minderheidsgroep hebben geëmancipeerd. Het is een regelmatig waarneembaar verschijnsel. De artikelen in Vrij Nederland worden gewoonlijk vrij uitbundig ondertekend, behalve natuurlijk een doodserieus stuk als ,,Katholieke zielzorg en homoseksualiteit” (Van een medewerker). En doordat niemand zijn gezicht laat zien wordt de image van de abjecte flikker bepaald door wie zich valse w;mpers aanplakt en heupwiegend de Leidsestraat doorzeilt. Een middenweg tussen een schaduw over de ogen en oogschaduw schijnt niet te bestaan. Duco van Weerlee
GELEZEN
EN
GEKNIPT 229
-.
‘4’
.:~~‘r’$.
.
•~4
~.‘
.,,‘
~‘
‘~,
~,
1 ~
EENZAAM...
..,.~
j
4
Er zijn veel mensen, die zich intens eenzaam voelen. Je vindt ze in de ziekenhuizen en sanatoria: in de kamers der langdurige patiënten. Je vindt ze in de bejaardentehuizen in de hoge torenflats in de huurkazernes. Maar je kunt ze ook elke dag op straat tegenkomen: ze zitten naast je in de bus of in de trein. Deze sfeer zo-vlak-voor-Kerst geeft aan dit probleem wel een eigen accent. De naroes van Sinterklaas, de voorbereidingen voor de komende feestdagen die toch bij uitstek een eigen-huiselijke sfeer hebben laten je soms langer stil staan bij die dingen waar je anders geen aandacht voor hebt. -
-
-
/
230
-
EN TOCH KERSTFEEST Modern kerstverhaal door Hans de Jong
Je ontmoet immers de hele dag mensen - maar het blijft vaak een onpersoonijjk voorbijgaan . . . de conducteur die je kaartje knipt; de ober die je consumptie brengt; de agent die op het kruispunt het verkeer regelt; de verkoopster in het grootwarenhuis, die met een verveeld gezicht vraagt ,,of-je-nog-meer-gehad-had-willen-hebben”... Allemaal mensen, gezichten, vaak onpersoonlijke schimmen, die telkens weer aan je voorbij glijden.
den tot het herkennen van de mens in die ander. Het is dan alsof er plotseling een vonk overslaat dan sta je tegenover een mens inplaats van tegenover een schim. Een mens, met zijn eigen problemen, met zijn eigen moeilijkheden, met zijn eigen eenzaamheid... Een ontmoeting met de ander kan nl. leiden tot herken-
Toch kan het voorkomen dat zo’n onpersoonljk gezicht, zon toevallig voorbij gaan van de ander, ineens kan lei-
Terwijl ik mijn bureau opruim, waar ik nou al jaren aan zit, schieten al deze gedachten door mij heen. De hele
-
ning van de eenzaamheid. En er zijn véél mensen eenzaam. . . ouderen, maar ook jongeren . .
231
middag verkeert de afdeling al in een soort feestroes. De een heeft een afspraak met de kapper, de ander moet nog een jurk passen. Weer een ander gaat de komende dagen doorbrengen bij familie en er roept iemand dat hij, met vrienden, tot na Nieuwjaar, naar Brussel gaat, de kleine lichtstad. Misschien ben ik sentimenteel vandaag komt zeker van die voor-kerst-stemming, maar het vliegt me bijna aan... . . .
zeurt over zijn pas gekochte tweede hands autootje? Betekent dat vriendelijk zijn tegen mijn collega’s, waarvan een enkele mij ,,door” heeft, tegen mijn chef die ik soms wel wèg kan kijken?
Naar huis fietsend denk ik ineens aan de jongen van de fietsenstalling, waar ik mijn karretje al jarenlang stal. Hij is altijd zo beleefd en vriendelijk en ik let eigenlijk nau-
welijks op hem, vooral niet als ik ‘s morgens haast heb. O ja, ik heb het goed, een geschikte baan, ik verdien redelijk, er valt zelfs een extraatje af voor de feestdagen, maar ik voel me hopeloos verlaten en alleen. Ik ben helemaal niet gelukkig met die vrije dagen in het vooruitzicht, waar moet ik in hemelsnaam naar toe. Ik weet dat veel collega’s mij benijden: een eigen vrij home, altijd goed gekleed, ik zie er behoorlijk uit, kan goed met iedereen en alles meedoen en toch kan ik het vandaag niet goed hebben. Al dat stomme geklets over de komende feestdagen, over diners en over dansen, over pakjes onder de kerstboom en al die andere flauwe kul . . .
.
. .
Ze moesten eens weten... ik, de vlotte knaap, kan het
wel uitschreeuwen. Voor mij zal er wel niets anders opzitten dan met een boek de hele dag in huis te blijven en zo door de tijd heen te komen, een paar goede platen en dat is alles Ik heb immers niemand? . . .
Ik heb vaak nauwelijks een groet of blik voor hem over.
Hij is één van die onpersoonlijke, vage voorbijgangers die je eigenlijk koud laten. Ik realiseer mij opeens, dat die jongen vanmorgen een beetje triest naar me keek, triester dan anders, want hij is wel vriendelijk maar niet bepaald vrolijk van aard. Hij was bezig een soort kersttak of krans op te hangen bij de ingang van de stalling en - als gewoonlijk - had ik
haast. maar toch is mij iets bijgebleven, misschien onbewust, maar het is iets triests Zou dât het misschien zijn? De weg gaan tot de ander, de ,,naaste”, eens letten op de man of de vrouw die je . .
.
iedere dag zo ,,onpersoonljk” ontmoet en toch een schim blijft? Moet je misschien uit je zelf treden om een brug te slaan? Niet alléén er mee blijven rondtobben? Ineens weet ik, wat ik moet doen: ik zal een ontmoeting met zo’n onpersoonfljk massamens forceren. Misschien snakt een ander ook naar een gesprek, misschien is ook
hij eenzaam... Bij de fietstent gekomen, morrel ik wat aan mijn lamp.
Terwijl de afdeling begint rond te lopen en het traditionele handenschudden begint, allerlei wensen uitroepend van vrolijk kerstfeest tot en met zalig nieuwjaar” en ,,kind, Ans, als je tweede kerstdag op je verlovingsreceptie naast Henk staat, denk dan niet dat je er al bent, want je bent nog niet met hem getrouwd Ik laat het maar langs mijn kant gaan, schudt mechanisch allerlei handen, kijk in lege gezichten en mompel zoiets van heb leuke plannen” en kijk daarbij een beetje geheimzinnig. en dan is het kantoor leeg. Ik kijk nog een keer rond en loop naar de garderobe om mijn jas op te pikken. Het waait en regent weer eens buiten. .
.
. .
Terwijl ik naar mijn fiets loop, die natuurlijk weer omgegooid is en in de regen op de grond ligt, flitst ineens de titel van een bekend boek door mij heen ,,eenzaam, maar niet alleen Zou dat mogelijk zijn? Is het bestaanbaar dat je je eigen eenzaamheid doorbreekt? Ik denk opeens aan anderen, die net zoals ik de komende dagen 66k alleen zullen zijn. Is er een mogelijkheid om de weg tot de ander te gaan? Kan je een brug slaan tot een medemens? Kan ik die brug soms zelf slaan...? Ik pr5beer nuchter te denken: de weg gaan tot de ander. is dat zoiets als vriendschap-met-alle-mensen? Ook met mijn vervelende buurman, die altijd als ik hem niet ontlopen kan van die indringende vragen stelt of -
-
. .
-
-
232
De gedienstige knul schiet naar voren: Pech? Is er iets niet in orde?” ,,Och”, zeg ik, ,,mijn lamp brandt onregelmatig en aangezien het kerstfeest wordt en alle lampjes dan branden kan mijn fietslamp toch niet achterblijven”. Hij glimlacht en buigt zich over de fietslamp, waar ik teneinde de zaak ècht te doen zijn de draad half heb uitgetrokken. Hij is gauwer klaar dan ik dacht en na even prutsen klinkt het al weer gefixed, meneer”. ,,Nou al” stamel ik: ik heb notabene amper de tijd gehad een gesprek te beginnen, laat staan een weg tot de ander te gaan. Ik kijk hem een beetje verdwaasd en toch onderzoekend aan, alsof ik hem voor het eerët zie: ,,hoog voorhoofd, blond krullend haar, stevige kin (met een kuiltje er in) en dan die ogen, die trieste ogen... of hij ergens verdriet heeft Hij verbreekt de vreemde stilte.,,een sigaret?” ,,Ja graag” en ik pak een saffie uit het verkreukelde pakje. Ik inhaleer na zijn vuurtje waarbij zijn handen de mijne raken zô diep, dat ik me onmiddellijk in de rook verslik en ik een blaffende hoest uitbarst. Ik heb practisch geen adem meer over. Niet zo hard van stapel lopen” lacht hij ,,u moet langer -
-
.
-
-
mee dan vandaag en u weet: roken is eigenlijk de pest
voor een mens”. Mijn ogen tranen nog na van de hoestbui, ik zie er allerminst voordelig uit, sta nog naar adem te snakken en mijn zekerheid is gevlogen...
En hij maar kloppen op mijn rug en me toespreken... En ineens is het er. zomaar ineens het contact. de vonk is overgesprongen en ik ben mij er ineens van bewust dat een ander mèns, een sympathieke, ietwat trieste jongen tegenover me staat. De schim is verdwenen, er staat een mens tegenover me. Ik raap mijn energie en moed bij elkaar en flap er uit bedankt, reuze stom van me... sluiten jullie venavond ook vroeg om kerstfeest te vieren?” Zijn lachende ogen staan opeens weer triest en hij schudt zijn hoofd. ,,Neen, niks gedaan voor mij meneer. Ik ben toch alleen en heb niemand om naar toe te gaan”. Voordat ik het weet hoor ik mezelf zeggen: ,,Hoe laat ben je vanavond klaar? Kom een kop koffie bij me halen, als je zin hebt. Ik zou het leuk vinden en zit alleen en heb niets te doen”. Hij kijkt me nadenkend aan, is er even een aarzeling? Zie je wel, ik kan zoiets ook niet. dat is niks voor mij, maar dan zegt hij: ,,Ja graag. Hoe laat mag ik komen? Acht uur? Okél” Glanst er nu iets in zijn ogen? Ik steek mijn hand uit en zeg tot straks dan. Ik woon op nummer Achttien” vult hij lachend aan en ik voel me opgelaten en heb neiging om te blozen. Ik wil me omdraaien maar hij is me voor en zegt ,,so long, tot vanavond” en draait zich met mijn fiets om de donkere stalling in . .
. . .
. .
..
.
Naar huis slenterend debatteer ik met me zelf: Ik begrijp niets van mezelf, ik heb me belachelijk aangesteld, ik verfoei mezelf bovendien. Ik lijk wel een of andere oude nicht die zich niet kan beheersen. Komt zeker van die sentimentele voor-kerst-gedachten van me... Belachelijk heb ik me gemaakt. Of... is dit juist goed, je remmen eens los maken en is dat misschien toch de manier: je zelfverzekerdheid een beetje verliezen en zo de weg gaan tot de ander? Hoort dat er bij?
Als de klok acht uur slaat, heb ik de zitkamer met bezemen gekeerd, branden alle schemerlampjes (intiem, hoewel niet tè intiem). Ik heb iets gezelligs aan waarin ik er vlot, maar zeer degelijk, uitzie maar ik ben onrustig Wat haal ik in mijn hoofd, wat verwacht ik, ik wil niet zijn als anderen. Was het idioot om hem uit te nodigen? Hij zal er toch niets van denken? Als de bel gaat haal ik diep adem voordat ik de deur open doe en zeg zo nonchalant mogelijk ,,o, dag... ben je er al kom binnen en kijk niet naar de rommel”. Ik constateer cynisch dat ik weer eens comedie speel en probeer de plant die dat joch meebracht, een cyclaam... te negeren. Hij prevelt iets over ,,kon niets anders krijgen” en ik sta met dat ding in mijn handen. Terwijl ik op zoek ga naar een geschikte pot, waarvan het zoeken lang duurt om mijzelf weer een houding te geven, kijkt hij op zijn gemak de kamer rond De rommel valt nogal mee”, . . .
. . .
. . .
. .
...
233
constateert hij nuchter, een home”.
ik vind het gezellig hier, echt
haal van twee mensen, die elkaar ineens hebben herkend. van twee mensenkinderen die alleen en eenzaam zijn het verhaal van de eenzaamheid, het wanbegrip, de comedie en de stilte.., het verhaal van de mensen om je heen en de wereld die jij niet begrijpt... Het is toch niet zo moeilijk om de weg tot de ander te gaan, denk ik ineens. Er hoeft toch niet altijd liefde of wat anders bij te komen... Je kunt domweg de mens in de ander herkennen en ontdekken, als je je hand maar uitsteekt naar die ander. . .
. . .
Aan de koffie breekt het ijs... het gaat vlugger dan ik dacht en hij vertelt over zichzelf, Wim heet hij, en is eigenlijk een gesjochten werkstudent, die in die zaak is blijven hangen om iets te verdienen. Hij vertelt over zijn ouderlijk huis, waar men hem niet begrijpt, ook over zijn trekken naar de grote stad een beetje over zijn levenswijze hier en zijn ogen gaan steeds triester staan. Om hem een beetje over het dode punt heen te helpen, zeg ik, ,,toch wel fijn dat je een doel in je leven hebt. Je studie is een taak, die je leven vult, je streeft naar iets toe, om iets te bereiken.. Hij kijkt zo mogelijk nôg triester, een beetje verbeten zelfs, en barst dan opeens los: Ja, mooi gezegd, een doel, wetenschap, studie, toekomstbepaling. Maar wat heb je aan die studie, aan je doel, als het je allemaal niks kan schelen... ik heb niemand meer, ik heb veel verdriet gehad en ik vertrouw ook geen mensen meer. Het kan me allemaal geen barst meer schelen. U bent de enige waarmee ik sinds maanden weer eens praat. Ik spreek de hele dag mensen, klanten en anderen, maar ik blijf alleen, ik ben zo eenzaam.. -
-
Ik probeer de stilte die volgt te breken en zeg, wat geforceerd Och, jong, eenzaam, alleen, kom nou kop op... dat hebben we allemaal wel eens. Maar voor jou, zo jong nog, is het toch mogelijk om nog wat fleur aan je leven te geven”. ,,Als ik dat nou zei”, vervolg ik ik ben alleen, met mijn mooie huis en mijn baan. Met mijn goede salaris en kerstgratificatie... Ik vlieg soms tegen de muren van de kamer, ondanks de knusse inrichting... Ik heb niemand”... Het is er allemaal uit voordat ik het besef. Het wordt stil, akelig stil je hoort alleen nog het zoemen van de elektrische klok dat rotding dat ik in de laatste uitverkoop kocht omdat ik het tikken van die andere klok soms niet meer kon horen
Als we afscheid nemen hebben we plannen gemaakt voor de komende dagen. Er zal een concert zijn en er zal iets zijn, dat we samen zullen delen. Ik weet dat ik een medemens heb ontmoet, ik weet dat twee mensen elkaar hebben herkend in hun eenzaamheid, ik weet dat ik een onpersoonljk gezicht heb zien opleven.
Ik weet ook dat wij samen, met elkaar, als twee goede vrienden, de eenzaamheid van en met elkaar zullen proberen te doorbreken Ik weet nu dat dit kerstfeest een mooi kerstfeest kan worden... Een FEEST met LICHT omdat ik een mens heb herkend, omdat ik mijn hand uit stak. . . .
.
...
-
-
Voordat ik in bed stap, kijk ik mijn raam uit en het flitst weer door me heen: er is veel eenzaamheid, overal er zijn veel mensen, ouderen en jongeren, die niemand hebben die snakken naar een gesprek, die haken naar begrip. Ook als je alleen bent en niemand hebt, kun je kerstfeest vieren. Een heel klein beetje begrip is al zoveel waard voor een mens in nood... Er zijn vast meer mensen, dacht ik, die op kerstavond de weg tot de ander willen gaan. Laat dan het masker van de onverschilligheid vallen.., wees een bewogen mens voor de ander... Steek je hand naar de ander uit. Als je het nl. wilt ècht wilt kun je ook als je eenzaam bent het toch ècht beleven: Een Vredig en Zalig Kerstfeest... het Feest dat Licht brengt, ook in de eenzaamheid... -
-
We kijken elkaar aan en dan zegt VVim: laten we toch geen comedie spelen. Ik hou ervan om de dingen te zien en te zeggen zoals ze zijn. Waarom verstoppertje spelen voor elkaar, dit is toch een hele qewone ontmoeting? Een vraag op de man af waar en met wie vier jij de kerstdagen?” De vraag blijft even hangen, waar... en met wie... het hamert in mijn hoofd. ik staar naar zijn kin, met het kuiltje... hij lacht nu (wat een prachtgebit heeft dat joch) en dan zeg ik... koel... sarcastisch bijna... Hier, natuurlijk, alleen.., heel knus en gezellig.., ik . .
zou niet weten met wie
-
-
Ja,
het kén...
EENZAAM...
en tôch...
en na een lange stilte zucht
ik ,,ik heb immers ook niemand, geen mens”.
KERS1FEEST...
En dan vertellen wij elkaar ons verhaal
maar je moet een brug diirven slaan.
...
~234.
het oude ver-
XIEU~iTE LITER~TUUI1 Overzicht samengesteld door
drs. V. Servatius
Pornographie und Gesetz. Die Psychologie des erotischen Realismus und der Pornographie door dr. Eberhard en dr. Phyllis Kronhausen. Vertaling van de amerikaanse uitgave en voorzien van een voorwoord door Lothar Streblow. Die Sünde ist unheilbar. Sex door Woifgang Baranowsky.
-
die natürlichste Sache der Welt
Das Sexualleben der Franzosen UIT DE TIJDSCHRIFTEN TE ELFDER URE september 1964. Het gesprek met homosexuelen over homosexualiteit door J. L. Grubben. VERSTANDIG OUDERSCHAP (NVSH), oktober 1964.
Albert Ellis en de seksuele moraal
door Jac.
L. Griep.
door dr. Henri Amoroso. Uit het frans vertaald door Anette de Liege. Bovengenoemde werken verschenen bij Franz Nachf. GmbH, Schmiden bel Stuttgart.
Decker Verlag
Homosexuality and creative genius door H. M. Ruitenbeek. Onderzocht wordt de vraag of er een relatie bestaat tussen homoseksualiteit en creativiteit. Onder de loep worden om. de volgende schrijvers genomen: Baudelaire, Rimbaud, Proust, Gide, Wilde, Withman, enz. Verschijnt einde 1964. Wörterbuch der Sexuologie und ihre Grenzgebiete door K. Ditez en P. Hesse. Verschijnt einde 1964.
WETENSCHAPPELrJKE BOEKEN
Wachstum und Entwicklung
von Schulkindern im Bild
door W. Hagen.
Verschijnt einde
1964.
Forbidden sexual behavior and morality. An objective re-exami-
nation of perverse sex practices in different cultures door R. E. L. Masters. The cradle of erotica. A study of Afro-Asian sexual expression and an analysis of erotic freedom in social relationships door R. E. L. Masters and Allen Edwarda. Bovengenoemde boeken verschenen bij Julian Press, te New York gedurende het jaar 1963
Studien zur Tiefenpsychologie und Psychotherapie door M. L. Edelweiss, R. T. Duque en S. Schindler. Uitgegeven ter gelegenheid van de 5üste verjaardag van Igor A. Caruso. Verschijnt einde 1964.
La Pédophilie. L’amour des garçons
door dr. 0. Brunoz, met een,voorwoord door dr. V. Servatius, psycholoog. Franse bewerking van de door het C.O.C. uitgegeven nederlandse uitgave enkele jaren geleden. Verschenen bij Internationale Uitgeverij Enclave, RotterdamParijs 1964. Verderbt
-
Verdammt
-
Verraten
door Georg Reimann, met een voorwoord door dr. med. Anne-~v{arie Durand-Wever.
Studien zur Inversion und Perversion uitgegeven ter gelegenheid van de tiende verjaardag van het overlijden van Hans Blüher.
In het literatuuroverzicht van oktober j.l. signaleerden wij het nieuwe oostenrijkse tijdschrift AUFKLARUNG; EINE POLITISCHE ZEITSCHRIFT, dat om. opkomt voor de rechten van de homofiele mens. Verschillende briefschrijvers vroegen om nadere inlichtingen omtrent dit blad. Wij laten hier enkele gegevens volgen. Het ligt in de bedoeling van de redactie van AUFKLARUNG het blad vanaf januari 1965 viermaal per jaar te laten verschijnen. De redactie wordt gevormd door: Charlotte Ilona Steurer, Sophie Rauch-Fiedler, Erika Wertheimer, W. Groyer en 0. Rack. Correspondentie kan men richten aan: Postfach 483, Wien Hauptpostambt, Osterreich. Losse nummers kosten 3h. 10,—, DM 2,—, Sfr. 2,— (dus ongeveer twee gulden).
235
KUNST
EN PORNOGRAFIE Het moeten moeilijke tijden zijn voor de zich van vele voor handhaving van openbare orde en goede zeden. De door hen gesigna-
zijden bedreigd voelende strijder
leerde onkuisheid in woord en beeld blijkt een veelkoppig monster dat hun justitionele helpers koortsachtige activiteit doet ontwikkelen. Na het zich jarenlang voortslepend en door hen verloren Bob en Daphneproces volgde een weinig gelukkige actie tegen de hoofdstedelijke prostituees, die dankzij’ dit mr. Hartsuiker-offensief hun tot dan gelokaliseerde bezigheden nu over de gehele stad verspreid voortzetten. Het was dezelfde magistraat, toch al geïrriteerd door de activiteiten van marihuanaomhelzend schrijver Vinkenoog en diens meer of minder artistieke Leidsepleinvriendon, die de uitgever van de nederlandse editie van Fanny Hill vriendelijk doch dringend verzocht dit boek verder uit de circulatie te houden. Alleen een gekuiste nederlandse vertaling en de oorspronkelijke engelse editie konden in zijn ogen genade vinden, uitgaand van het feit dat er in ons land nu eenmaal meer lezers van nederlandse dan van engelse lectuur zijn. De veronderstelde schade voor tweetalige lezers komt er blijkbaar minder op aan. Het geruchtmakende en problematische Ik, Jan Cremer” bleef van verbod gevrijwaard. Aldus blijken de wegen van deze moderne Don Quichotterie ondoorgrondeljk en louter willekeurig te zijn. En dat kan ook moeilijk anders daar uitsluitend in wetsparagrafen en processenverbaaldenkende autoriteiten niet bij uitstek tot oordeel bevoegd zijn in casu het probleem der grensoverschrjding van kunst naar pornografie. Daarbij doet zich de moeilijkheid voor dat er voor
236
dit netelig probleem geen vast hanteerbare normen bestaan. Wat bijvoorbeeld een dertig jaar geleden nog voor onzedeljk werd uitgekreten wordt nu algemeen als kunst van hoge waarde erkend. De moeilijkheden worden nog vergroot door de verschillende sekusele zeden, gewoonten en opvattingen die in diverse landen en gebieden worden gehuldigd. De belangrijke en niet te onderschatten rol die maatschappelijke en godsdienstige belangen in deze materie spelen, maken de reeds
bestaande spraakverwarring volkomen. Het is dan ook niet te verwonderen dat zij, die zich de beschermers der openbare zedeljkheid noemen en geen wijs wordend uit de wirwar van meningen, zich vaak tot enormiteiten laten verleiden die lachwekkend zouden mogen worden genoemd, ware het niet dat het hier een hoogst ernstige zaak betreft. Het jongste voorbeeld op dit gebied: de justitionele vervolging van antirookmagiër en propagandist Jasper Grootveld, die in Amsterdamse straten de op een bakfiets tentoongestelde, door knap graficus Veldhoen vervaardigde rotaprenten, waarvan enkele de geslachtsdaad tot onderwerp hebben, het verraste publiek tegen zeer lage prijs te koop aanbood. In de ogen van vrouwe justitia kon de straatverkoop van deze paringsprenten geen genade vinden: zij vond ze zedenkwetsend en speciaal voor de jeugd zinnenprikkelend. Zonder vooruit te»open op de uitspraak van het hoogste rechtscollege - in eerste instantie veroordeelde de kan-
tonrechter Jasper Grootveld tot een symbolische boete
-
tekenen wij hierbij aan, dat dergelijke door overheid of publiek gelanceerde kwalificaties van kunstuitingen nu niet bepaald uniek te noemen zijn.
Verwekte Manet’s Olympia in 1865 in Parus oorspronkelijk geen schandaal evenals Courbet’s ,,slapende vriendinnen”? Wat moeten wij denken van onze eigen Rembrandt, die niet alleen de paring maar ook de verkrachting tot onderwerp van tekening en ets koos? Inspireerde de lesbische liefde niet een Jules Pascin en Foujita tot indringende tekeningen van hoog artistiek gehalte? En moeten de talrijke erotische scheppingen van Moreau, Picasso, Degas, Matisse en Courbet als ontaarde en zedenkwetsende kunst gedoodverfd worden? De vraag stellen betekent haar ook beantwoorden.
Welnu, het kon niet anders of ook de erotiek, die een essentiële rol speelt in menselijk voelen, denken en handelen, zou uiterst gevoelige naturen gelijk kunstenaars nu eenmaal zun, in hoge mate inspireren. Waarom zouden zij wel de naakte naar God’s evenbeeld geschapen mens mogen schilderen en niet in diens opperste liefdesuiting? Sinds wanneer, zo redeneren zij, is geslachtelijke liefde in welke vorm ook beleefd, smerig en zondig en zou men zich moeten schamen over haar handelingen? Is het juist niet logischer en getuigt het niet van groot pedagogisch inzicht veeleer het vermenigvuldigen dan het decimeren van het menseluk geslacht te verbeelden, van welks laatste activiteit de museacollecties voldoende afbeeldingen rijk zijn? Waarom zou men wel de eenzame levensavond van een bejaard weduwnaar picturaal proberen te verbeelden en niet de minstens evengrote eenzaamheid van een oanerend, van liefde
verstoken mens? Is de tragiek van de ene mens van edeler gehalte dan van de ander? Waarom tenslotte mag de kunstenaar aan het gehele scala van menselijke gevoelens als geboorte, pijn, angst, haat en dood onvoorwaardelijk artistiek vormgeven, maar protesteert men als de liefde niet seksloos blijkt te zijn? Wordt het niet hoog tud, dat publiek en overheid haar mening in deze herziet en dit artistiek taboe doorbroken wordt? Want zonder ons op theologisch glad US te begeven stellen wij toch vast, dat de geschokte tegenstanders van dit soort kunst in feite de later erflaters zijn van een Paulinisch Christendom, dat leerde dat de mens zich wel moest voortplanten, maar daarbij geen lustgevoelens mocht ondervinden. Dat in zijn overijver voor de geesteluke belangen van de mens, de rechten van het onderlichaam ignoreerde of veronachtzaamde en dat vergat dat een gezond seksueel leven voor de doorsnee mens onmisbare voorwaarde is voor een werkelijke sublimatie der liefde.
Wie de onverbrekelijke verbondenheid van geest en lichaam, van sekse en liefde aanvaardt, kan noch zal een van deze gelijke grootheden onderwaarderen. Die begrijpt en bewondert ook de kunstenaar, die in extatische scheppingsdrift dit belangrijke facet der menselijke liefde probeert weer te geven. En die tenslotte in beweerde onzuivere intenties niet kàn geloven omdat hij de woorden kent en doorgrondt van Romeinen XIV: 14: ,,lk weet en ben verzekerd in den Heere Jezus, dat geen ding onrein is in zichzelf; dan wie acht iets onrein te zijn, dien is het onrein”.
237
238
sirene Dag Sirene! Hoewel we vol verwachting de nieuwe bladen tegemoet zien, waarin een kersverse redactie alles héél anders en véél beter denkt te gaan doen, zullen we je toch een beetje missen. Je was gedurende enkele jaren een vrouwenreservaatje in het mannenwoud dat Vriendschap eerst volledig overwoekerde. Er is nogal grillig omgesprongen met dat afgeschoten plekje, misschien wel zo grillig als mannen zeggen dat vrouwen zijn. Het is gebruikt voor verhalen, recen-
sies, weloverwogen beschouwingen, gebabbel, gedichten, praktische tips (over voeding en wonen bijvoorbeeld) en interviews. Er zijn grappige, vinnige, verstandige en domme dingen gezegd, en ook wel eens erg onaardige, die boe-geroep vanachter de heining uitlokten. De scheidende redactie koestert niet de illusie dat ze erin is geslaagd alle lezers te boeien
-
een onmogelijke taak trouiwens. Ze heeft haar best gedaan en verdwijnt
onvoldaan, met het gevoel een taak half afgewerkt te laten liggen. Dat neemt niet weg dat zij allen die hebben meegewerkt aan Sirene, zeer erkentelijk ‘is, en bij deze dank wil zeggen. In de nieuwe bladen zal Sirene niet terugkeren. Natuurlijk zal er plaats worden ingeruimd voor vrouwenaangelegenheden, maar het zal geen afgepaald plekje meer zijn. Eén heininkje minder in de wereld.
239
Het C.O.C. werd opgericht in 1946 met het doel: verbetering van de beoordeling en van het levensklimaat van homofie-
VRIENDSCHAP
—
is het maandblad van de ned. ver. van homofielen C.O.C.
len,
postbus 542 amsterdam postgiro 570348 t.n.v. penningm. C.O.C.
hoofdredacteur: bob angelo
verlening van hulp aan leden bij juridische of sociale problemen, bevordering van het wetenschappelijk onderzoek der homofilie. Het C.O.C. is een vereniging; telt ongeveer 4000 leden en heeft de volgende organen: Hoofdbestuur, dat het algemeen beleid bepaalt; Albrecht-Stichting, voor het financiële beleid; Afdelingsbesturen, die het beleid van het sociëteits- en ledenwerk bepalen; Redactie van het maandlbad ,,Vriendschap ,,KIeine Kring”, werkgroep van het H.B. voor advies en het ontwikkelen en uitvoeren van nieuwe ideeën; Vrouwen-Kern, ter behartiging van de belangen en het bevorderen van het onderling contact der damesleden. —
—
—
0
—
redactie: louis castirte ton d. arent van santhorst b. premsela
—
—
—
redactie sirene: ank diemense tine e. marya tjiong
—
c. hofman
0 opmaak: els k.
Het C.O.C. beschikt over een Centraal- Bureau, waar de administratie en boekhouding zijn gehuisvest; dat publicaties als het maandblad ,,Vriendschap”, ,,De Schakel” en de C.O.C.- Digest, e.a. uitgaven ver—
—
raad van medewerkers: peter laakeman victor servatius
—
het blad verschijnt als regel in de eerste week van de maand
zorgt; van waaruit de ,,public worden onderhouden.
relations”
Het C.O.C. heeft afdelingen in: Amsterdam, den Haag, Rotterdam, Utrecht, Arnhem, Eindhoven en Groningen; inlichtingen omtrent sociëteits- en contactadressen via het Centraal Bureau. —
-
voor de komende jaren
224
Gelezen en geknipt
227
Het C.O.C. lidmaatschap staat open voor: ieder die de doelstellingen onderschrijft; ieder die meerderjarig is, zich hiertoe voldoende kan legitimeren en wordt voorgesteld door twee leden. Een discrete behandeling is gewaarborgd.. De cntributie bedraagt:
230
Bij een jaarinkomen van
f
Bij een jaarinkomen van
f f
INHOUD
blz.
—
—
Congres aanvaardt nieuwe koers
Eenzaam... en toch kerstfeest
.
.
Nieuwe literatuur
235
Kunst en pornografie
236
Sirene
239
240
—
Bij een jaarinkomen van
4000,— tot f f 30,— 6000,— tot f f 36,— 8000,— tot f f 42,—
6000,— per jaar 8000,— per jaar
10000,—
per jaar