Verslag van de expertmeeting Nieuwe Economie, gevolgen voor Ruimtelijke Ordening en Logistiek, gehouden op 30 januari 2014 in de raadzaal te Utrecht.
5
10
15
Aanwezig: De voorzitter, dhr. P. Steijn (directeur Fysiek en Duurzaamheid gemeente Utrecht), de experts, dhr. Th. Van Oyen (Industrievereniging Lage Weide), mw. E. van ’t Veen (Even Hier), dhr. J. Blommendaal (Centrum Management Utrecht), mw. N. Dinia (Utrecht Development Board), dhr. R. Weiss (Ik Onderneem! BV Het Nieuwe Winkelen), mw. Ir. M.E. Van Lier Lels (Raad van de Leefomgeving en infrastructuur), mw. N. van Buren (Raad van de Leefomgeving en Infrastructuur), mw. J. Vink (E-commerce distributiecentrum HEMA), dhr. S. Meersschaert (EVO, Ondernemersorganisatie voor logistiek en transport), dhr. J. Verkiel (Transport en Logistiek Nederland), dhr. P.H. Erdman (ASR), de raadsleden, dhr. B.F.M. Beerlage (PvdA), dhr. B. Işik (PvdA), dhr. J.A. Kleuver (D66), dhr. M.G.M. Rottier (GroenLinks), dhr. W.W. Buunk (VVD), dhr. G.G.J. Mulder (PvdA), dhr. J. Wijmenga (ChristenUnie), mw. B. Paardekooper (GroenLinks), dhr. A. van Waveren (CDA), dhr. L.A. Roodenburg (D66), dhr. S. Koopmans (PvdA), mw. A.H. de Boer (GroenLinks), dhr. R. Post (PvdA), dhr. C.A. Geldof (VVD), de commissiegriffier, dhr. F. Lith. Voorts aanwezig enkele medewerkers.
Verslag: Mw. I.B. Koren (Notuleerservice Nederland). 20
25
30
35
40
INHOUD VAN DIT VERSLAG Pagina 1. Toelichting door de heer Beerlage, raadslid en initiatiefnemer meeting Nieuwe Economie. 1 2. Opening door dagvoorzitter de heer Steijn, directeur Fysiek en Duurzaamheid gemeente Utrecht ............................................................................................................................................ 1 3. Inleiding mevrouw Van Lier Lels, commissievoorzitter Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur, Nederlandse Logistiek 2040: designed to last .................................................. 1 4. Inleiding de heer Weiss, Ik Onderneem! Het Nieuwe Winkelen ................................................ 4 5. Inleiding mevrouw Vink, manager E-commerce distributiecentrum HEMA Utrecht............... 5 6. Discussie en conclusies ............................................................................................................... 6 7. Afsluiting ...................................................................................................................................... 11
1. Toelichting door de heer Beerlage, raadslid en initiatiefnemer meeting Nieuwe Economie De heer Beerlage (PvdA) opent de expertmeeting om 14.00 uur en heet iedereen van harte welkom. Het rapport van de Raad voor de Leefomgeving zette hem aan het denken. De belangrijkste vraag die opkwam, was de vraag of Utrecht voldoende voorbereid is op de toekomst. Omdat het onderwerp Nieuwe Economie verschillende beleidsvelden raakt, is het belangrijk te kijken naar dwarsverbanden tussen de verschillende onderdelen. De gemeente wil bewoners en ondernemers zo goed mogelijk van dienst zijn en vraagt zich af wat er moet veranderen. Verder is de grote gemene deler van vandaag het internet. Alles gebeurt tegenwoordig online. Door het ontstaan van een online wereld wordt ook de fysieke wereld veranderd. Waar voorheen sprake was van functiescheiding, is tegenwoordig functiemenging de trend en daarnaast is alles een beleving.
45
50
55
60
2. Opening door dagvoorzitter de heer Steijn, directeur Fysiek en Duurzaamheid gemeente Utrecht De heer Steijn merkt op dat de inhoud van het programma voor zich spreekt. Er komen drie inleidingen waarbij steeds dichter bij Utrecht gekomen wordt. Er wordt gestart met een mondiaal perspectief. Daarna volgt een verhaal over het Nieuwe winkelen dat in Veenendaal zijn wortels heeft. Vervolgens wordt afgesloten met een verhaal over de logistieke werkelijkheid van de HEMA in Utrecht op Lage Weide. Na afloop van elke inleiding is er ruimte om vragen te stellen. Na de drie inleidingen zal er een discussie gevoerd worden. 3. Inleiding mevrouw Van Lier Lels, commissievoorzitter Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur, Nederlandse Logistiek 2040: designed to last Mevrouw Van Lier Lels vertelt dat de Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur een raad is die adviezen geeft die gaan over de lange termijn. Dit advies is dus een strategisch advies dat gericht is op het jaar 2040. Dat klinkt nog ver weg maar soms is de toekomst dichterbij dat men denkt. Het is de bedoeling dat overheden en bedrijven met dit advies aangezet worden tot actie.
Expertmeeting Nieuwe Economie 30 januari 2014
1
5
Waarom een advies over logistiek? Er zijn een aantal trends en ontwikkelingen in diverse sectoren. De wereld verandert en er is schaarste aan grondstoffen. Er dient duurzaam omgegaan te worden met energie. Daarnaast zijn geopolitieke verhoudingen aan het verschuiven en zijn er allerlei technologische ontwikkelingen die de productieprocessen veranderen en ook de aard en typen van goederen die vervoerd gaan worden. Verder zijn e-commerce en verstedelijking grote trends maar ook het gedrag van consumenten verandert. De fysieke en virtuele wereld komt dichter bij elkaar. Vervolgens maakt klimaatverandering dat de transportoplossingen niet altijd meer even robuust zijn.
10
15
De adviesvraag: Wat moet de overheid doen om de logistieke sector zelf en de sector als enabler voor de topsectoren chemie, agrofood, en hightech in 2040 optimaal te laten functioneren? Logistiek is geen doel op zich. Logistiek heeft als doel iets anders te bevorderen. Logistiek is dus een enabler, een soort randvoorwaarde om andere sectoren te laten excelleren. Er zijn drie topsectoren gekozen: chemie, agrofood, en hightech. Chemie en agrofood hebben belangrijke vervoerstromen en chemie lijkt op de energiesector en is daarmee goed vergelijkbaar. Hightech is een belangrijke sector, ook voor Nederland. Life sciences en dergelijke hebben logistieke concepten die op elkaar lijken. Als er in deze topsectoren iets verandert dan zal de logistiek mee moeten veranderen.
20
25
30
35
40
45
50
55
Circulaire economie Er is een groot onderzoek gedaan en hieruit bleek dat een trend heel duidelijk naar voren kwam, namelijk de ontwikkeling richting de circulaire economie. De circulaire economie betekent dat grondstoffen worden hergebruikt waardoor een cyclische beweging ontstaat. Er wordt een filmpje getoond over het advies en hierin wordt de circulaire economie uitgelegd. Producten eindigen vaak als afval. Designed to dump. Hoe kunnen schakels verbonden worden en ketens gesloten worden op een duurzame manier? Dit kan met een circulaire economie, ondersteund door een sterke logistieke sector. In een circulaire economie eindigen producten niet zomaar als afval. Producten worden ontworpen voor hergebruik. Dit betekent dat logistieke stromen veranderen. Nearsourcing neemt over de hele wereld toe. De klant bezit geen product uit China maar maakt gebruik van een op maat gemaakte lokale dienst. Daardoor wordt de levertijd steeds belangrijker. Producenten vestigen zich dichter bij de consument om de regie over de keten te houden en in te kunnen spelen op de wensen van de klant. De toename van service en retourlogistiek en recycling bieden nieuwe uitdagingen en kansen voor de logistiek. De Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur adviseert Rotterdam te ontwikkelen tot dé circulaire hub van Europa. Online winkelen, recycling en toe- en retourstromen leiden samen tot meer files en meer uitstoot. Goede regie en samenwerking binnen een gebied vormen een oplossing voor dit probleem. De raad adviseert het gebruik van innovatieve tendering voor stadslogistiek. De circulaire economie vraagt te kijken naar de totale levenscyclus van een product en naar de gehele keten. De raad adviseert gehele ketens opnieuw te bekijken, inclusief het gebruik van alles wat nu nog als afval beschouwd wordt. Het clusteren van bedrijven die elkaar aanvullen, maakt het uitwisselen van reststromen gemakkelijker. De raad adviseert het actief stimuleren van geïntegreerde clusters. Het is aan het bedrijfsleven om de nieuwe kansen te verzilveren. De overheid heeft de taak de logistieke sector te helpen zodat deze de circulaire economie kan faciliteren. Samenvatting adviezen van de Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur 1. Rotterdam ontwikkelen tot dé circulaire hub van Europa; 2. Gebruik innovatieve tendering voor stadslogistiek; 3. Stimuleer geïntegreerde ruimtelijke clustervorming; 4. Ga van optimale schakels naar integrale ketens, inclusief reststromen.
Adviezen die het meest van toepassing zijn op Utrecht 1. Gebruik innovatieve tendering voor stadslogistiek; 2. Stimuleer geïntegreerde ruimtelijke clustervorming. 1.Ga bijvoorbeeld eens met vervoerders en de winkeleigenaren om de tafel zitten om te bespreken hoe de binnenstad beter bediend zou kunnen worden. Vervolgens zijn er allerlei mogelijkheden. Er
Expertmeeting Nieuwe Economie 30 januari 2014
2
5
kan bijvoorbeeld gedacht worden aan concessies en aan doelformulering in plaats van geboden en verboden. 2. Probeer in bepaalde gebieden bedrijven die van elkaar afhankelijk zijn bij elkaar te brengen. Er ontstaat een korte vervoersbeweging en producten van elkaar kunnen gemakkelijk worden hergebruikt en gebruikt. Een belangrijke zaak in verband met de afvalstromenproblematiek. De voorzitter inventariseert of er vragen zijn.
10
De heer Beerlage (PvdA) dankt mevrouw Van Lier Lels voor haar presentatie. Hij vraagt een toelichting in relatie tot de venstertijden. Mevrouw Van Lier Lels legt uit dat met venstertijden alle vrachtwagens die in de binnenstad moeten zijn, tegelijkertijd komen. Uiteindelijk gaat het erom te kijken of ladingstromen gecombineerd kunnen worden.
15 De heer Buunk (VVD) merkt op dat Rotterdam als hub wordt aangewezen voor deze nieuwe ontwikkeling, maar wat is er mis met Amsterdam en hoe zit het met Schiphol? Ten tweede een vraag over de innovatieve tendering. De wet zegt dat niemand met de bus mag rijden behalve de vervoerder die de concessie heeft gekregen. Hoe stelt de raad zich een en ander voor? 20
25
Mevrouw Van Lier Lels antwoordt op de eerste vraag van de heer Buunk dat het met name gaat over de retourstromen voor recycling. Deze hebben geen haast en daarom is Schiphol geen relevante optie. Daarnaast is Rotterdam op dit moment de plek waar alle verbindingen zijn. De infrastructuur ligt er, maar in Amsterdam zou het wellicht ook kunnen. In Amsterdam is de cacao een enorme kans. Rotterdam is gekozen omdat die plaats het meest spraakmakend is maar is niet zaligmakend. Dan de tweede vraag over de tendering. Juristen hebben een advies gegeven. Ze weet niet meer precies waarop dit advies is uitgekomen maar er zijn wel mogelijkheden.
30
De heer Kleuver (D66) heeft ook een vraag over de tendering voor stadslogistiek. Als er een markt voor is, zou die dan niet vanzelf ontstaan?
35
Mevrouw Van Lier Lels merkt op dat dit zou kunnen. De nood moet alleen dan wel dusdanig hoog zijn dat vervoerders geen kant meer op kunnen. Meestal moet er een soort regievoerder komen die partijen bij elkaar brengt en een stok achter de deur houdt. De gemeente is een partij die dat goed zou kunnen doen. De heer Van Waveren (CDA) heeft een vraag over de mondiale verschuiving die plaatsvindt, waarbij de productie dichter bij huis gehaald wordt. Hij vraagt of deze trend cijfermatig te onderbouwen is.
40
Mevrouw Van Lier Lels merkt op dat de raad een verhaal heeft geschreven voor 2040. Het is dan moeilijk om met cijfers te komen. Het is alleen wel duidelijk te zien dat deze trend er is. Winkelketen Zara heeft bijvoorbeeld de productie dichter bij de klant gebracht. Ook de HEMA heeft een deel van de productiefaciliteiten teruggebracht. Tot slot kan haar collega die ook aanwezig is, wat documenten aanreiken waar een en ander op gebaseerd is.
45 De heer Roodenburg (D66) heeft mevrouw Van Lier Lels een aantal trends horen noemen. Begrijpt hij goed dat bulkgoederenvervoer de toekomst heeft, dat ketenverantwoordelijk belangrijk wordt en dat lagelonenlanden er niet meer zijn? 50
55
Mevrouw Van Lier Lels begint met de laatste vraag. Elk jaar schuift de grens waarbij het attractief wordt om de productie uit te besteden, bijvoorbeeld naar Oost-Europa, met honderd kilometer op. Verder is bulk niet wat zij bedoelt. Door grondstoffen her te gebruiken, sluit de cirkel. Een andere trend is dat als meer producten 3D geprint worden, hierdoor minder totaalfabricaten vervoerd zullen worden. Er ontstaat juist een grondstoffenstroom in plaats van een stroom met het totaalfabricaat zelf. Tot slot is de ketenregie heel belangrijk. Van grondstof tot en met hergebruik is de totale keten. Mevrouw Paardekooper (GroenLinks) heeft een vraag over het meest lokale stukje van de keten. Bol.com geeft bijvoorbeeld de mogelijkheid om thuis te bezorgen maar ook om af te halen bij een punt in de buurt. Hoe is de ontwikkeling van kleine hubjes of punten?
60
Expertmeeting Nieuwe Economie 30 januari 2014
3
Mevrouw Van Lier Lels zegt dat tegenwoordig mensen hun bol.com-bestelling kunnen ophalen bij Albert Heijn. Dit soort synergie is aan het ontstaan. Met dit soort punten wordt veel opgelost, maar het vermindert niet het aantal bestelbusjes in de straat. Hier zal nog steeds iets aan moeten worden gedaan. 5 De voorzitter constateert dat verdergegaan wordt met de tweede inleiding.
10
15
4. Inleiding de heer Weiss, Ik Onderneem! Het Nieuwe Winkelen De heer Weiss vertelt dat Ik Onderneem! initiatiefnemer in Veenendaal is geweest. De wereld verandert. Veel mensen hebben een smartphone en Google Glass komt eraan. Het denken, praten en communiceren in beeld, gaan toenemen. De trend gaat razendsnel en de vraag is, kan een normale ondernemer nog gewoon een omzet draaien? Het gevolg van de veranderingen is dat een retailer niet alleen een fysieke winkel moet hebben maar ook iets online. Een website, Facebook- en Twitterpagina alleen zijn niet genoeg. Het gaat wel om 35 plekken online. Hij geeft De Rode Winkel als voorbeeld. De ondernemer moet een beetje op weg geholpen worden en de overheid kan een wegwijzer zijn voor ondernemers om toekomstklaar te zijn. Het gaat hier wel om de grootste shift in retail sinds de zelfbediening in de jaren '60. Ondernemers die niet meegaan zullen sluiten en ondernemers die erg goed zijn zullen tot wasdom komen. Maar moet men dit laten gebeuren? Het gaat ook om werkgelegenheid en om de sfeer en het beeld van een binnenstad.
20 Verschuivende panelen Het gevolg dat er toegang is tot kennis van producten en meningen van consumenten leidt ertoe dat er anders gekocht zal worden. Ook zal verwacht worden dat het gekochte anders wordt afgeleverd. De pick-uppoints zijn een voorbeeld. 25
30
Het advies Binnenstad ga aan de slag! Van de fysieke straat wordt naar de digitale snelweg gegaan, wat betekent dat er ook een virtuele binnenstad is. Een ondernemer kan zijn etalage online zetten maar hiermee zal hij het niet redden. Er zal een soort van collectief gevormd moeten worden door ondernemers en de gemeente. De gemeente kan namelijk meehelpen om online de binnenstad zichtbaar te maken. Samen zoeken naar de beleving die er zou moeten zijn. Nieuwe technologieën dienen omarmd te worden. De lokale samenwerking tussen retailers bepaalt de komende jaren hoe aantrekkelijk een winkelgebied is.
35
Samenvatting adviezen 1. Fysiek en digitaal laten samensmelten; 2. Niet alleen maar als collectief; 3. Gemeente kan de ondernemers samenbrengen om gezamenlijk een winkelgebied te zijn.
40
De voorzitter inventariseert of er vragen zijn. De heer Roodenburg (D66) kreeg het beeld van het buizenstelsel in de voormalige C&A’s. Is dit een stadsbreed idee? Verder is het in de virtuele wereld mogelijk in de toekomst te lopen. Is dit ook wat de heer Weiss voor zich ziet?
45 De heer Weiss (Ik Onderneem!) antwoordt dat in de techniek van alles mogelijk is. De ondernemers moeten dit alleen wel dragen. Ten aanzien van het buizenstelsel merkt hij op dat dit logistiek is. Het is kapitaalintensief maar hoe mooier, hoe beter. 50
55
De heer Wijmenga (ChristenUnie) vraagt of een virtueel winkelcentrum ook werkt bij meerdere centra in een stad. Moeten deze allemaal in een gebied geclusterd worden of juist niet? De heer Weiss (Ik Onderneem!)antwoordt dat hij de centra apart van elkaar zou houden. De motor, databases en dat soort dingen, zou hij centraal houden maar ieder gebied moet een eigen gezicht krijgen. De voorzitter constateert dat verdergegaan wordt met de derde inleiding.
Expertmeeting Nieuwe Economie 30 januari 2014
4
5
10
5. Inleiding mevrouw Vink, manager E-commerce distributiecentrum HEMA Utrecht Mevrouw Vink geeft aan dat zij een beeld zal geven van hetgeen er speelt en gebeurt en niet alleen vanuit de HEMA bezien. De HEMA is een uniek concept met foodartikelen, huisraad en een laag retourpercentage. Ook op internet is de HEMA actief. De missie van de HEMA is het dagelijks leven van mensen leuker en makkelijker maken. Een voorbeeld is dat mensen op internet kunnen bestellen waar en wanneer zij maar willen. Verder speelt er veel op het gebied van verzekeringen, notarissen en diensten. Mensen zoeken niet meer een winkel waar iets te krijgen is, mensen zoeken een ontzorgpunt. De HEMA is gestart in 1926 en is sindsdien flink gegroeid. Het bedrijf heeft nu zelfs winkels in Europa. Het nieuwe winkelen blijkt winkelen te zijn daar waar dat uitkomt. Daarnaast zoeken mensen echt wat zij willen hebben. In de binnenstad en de dorpen zijn de winkels een belangrijk uithangbord en afhaalpunt. De HEMA gelooft erg in de multichannelvisie dat winkels en online elkaar moeten versterken.
15
20
De goederenstroom Er is een apart distributiecentrum dat de filialen bevoorraadt en er is een apart e-commerce distributiecentrum op Lage Weide. Binnen een straal van twee kilometer zit de vervoerder Selectvracht voor Thuisbezorgd Nederland en de vervoerder die de pakketten vervoert naar heel Europa. Dan het internetwinkelen binnen De HEMA. 70% wordt afgehaald en 30% wordt thuisbezorgd. Verder wordt er gekeken naar bundeling van stromen. De afhaalpakketten worden gecombineerd met de aanlevering van filialen. De HEMA heeft er bewust voor gekozen om ruim 75 eigen vrachtwagens te hebben die het vervoer voor hun rekening nemen. Tot slot heeft de HEMA een zeer laag retourpercentage.
25
Online vereist echt een andere logistieke aanpak. De HEMA ziet het afgelopen jaar een groei van online bestellingen van 30%. Deze ontwikkeling is niet meer te stoppen. Verder is te zien dat veel mensen over de grens kopen en dat veel mensen van buiten Nederland in Nederland aan het kopen zijn. Er zijn flinke vervoerstromen te zien vanuit Nederland naar het buitenland.
30
Lopende initiatieven De Lean and Green Award is bereikt. Hier zitten nog initiatieven omheen. Daarnaast is bewust gekozen voor schone eigen vrachtwagens. Op dit moment voldoen alle vrachtwagens aan de Euro 5norm. Alle nieuwe aanschaf voldoet aan de Euro 6-norm. De chauffeurs volgen overigens de cursus Het Nieuwe Rijden. Dit scheelt brandstof en zorgt voor reductie van de CO2-uitstoot. Verder houdt de HEMA zich aan venstertijden. Vervolgens is een optimalisatie van de routeplanning belangrijk om kilometers te besparen en bundeling van stromen te realiseren. Met grote vrachtwagens wordt tot aan de rand van de stad gereden om vervolgens met kleinere wagens de stad in te gaan. Tot slot wordt ook gekeken hoe zo bewust mogelijk met grondstoffen en brandstoffen omgegaan kan worden in de breedste zin des woords en met respect voor de natuur.
35
40
45
Conclusie Informatievoorziening is essentieel, internationaal is een trend en er zit ontwikkeling in drop-offpunten. Er zit toekomst in combinaties van vervoer van pakketten. Daarnaast is ook een spreiding van dunnere stromen te zien. HEMA-winkels zullen blijven omdat het bedrijf de klanten wil blijven inspireren. Daarnaast zijn het afhaalpunten. De ontwikkeling van online winkelen is echter niet meer te stoppen. De nieuwe economie kan alleen niet zonder nieuwe logistieke oplossingen vormgegeven worden. De voorzitter inventariseert of er vragen zijn.
50 De heer Kleuver (D66) merkt op dat mevrouw Van Lier Lels er een beetje voor pleitte om de stadsdistributie aan te besteden. Hoe kijkt de HEMA tegen een dergelijk idee aan?
55
Mevrouw Vink (HEMA) denkt dat de markt zelf een en ander zal regelen en combineren. Het faciliteren en stimuleren zal wel door de overheid moeten gebeuren. De heer Beerlage (PvdA) zegt zich erover te verbazen dat online winkelen een vlucht neemt maar dat mensen pakketjes blijven afhalen in de winkel.
Expertmeeting Nieuwe Economie 30 januari 2014
5
Mevrouw Vink (HEMA) legt uit dat mensen het makkelijk vinden op hun tijd te bestellen. Vervolgens hoeven zij, als zij het product afhalen in de winkel, niet vooraf te betalen. Er zijn dan ook geen bezorgkosten. Verder kan een klant het product op zijn of haar moment afhalen. Tot slot is online het assortiment groter. 5 De heer Van Waveren (CDA) vraagt of er ook iets verandert in de aanleverstromen naar het distributiecentrum toe. En waar loopt de HEMA nu tegenaan als het gaat om regels van de gemeente?
10
15
20
25
Mevrouw Vink (HEMA) vertelt dat de HEMA lokale leveranciers heeft, maar ook nog steeds leveranciers uit het Verre Oosten. Qua lonen en dergelijke is wel een verandering te zien in het Verre Oosten maar hier producten vandaan halen, is nog steeds lonend. Op Lage Weide loopt de HEMA aan tegen de milieuzones en de venstertijden. De stad moet leefbaar zijn maar een en ander moet niet het ondernemen raken terwijl andere takken van sport minder geraakt worden. De heer Rottier (GroenLinks) vraagt of het nieuwe winkelen leidt tot het maken van andere afwegingen. Zo ja, zijn deze voor de HEMA dan anders dan voor andere retailers? Mevrouw Vink (HEMA) vertelt dat de HEMA 550 filialen heeft in Nederland. Dit is een heel dicht netwerk en dit is de reden dat er niet meer filialen geopend worden in Nederland. Daarnaast ziet de HEMA in Frankrijk een enorme groeimarkt. Het is overigens niet de bedoeling filialen te sluiten in Nederland. Mensen kunnen producten online bestellen en komen afhalen. Bij collega-retailers ziet zij dat andere stappen genomen worden omdat die een terugloop zien. Die sluiten soms filialen. Mevrouw De Boer (GroenLinks) vraagt of de HEMA ook al bezig is met het hergebruiken van afval en het leasen van producten. Mevrouw Vink (HEMA) antwoordt dat er wordt gekeken naar de herkomst van het product maar op dit moment is er niet een heel returnproces. De HEMA heeft daarentegen weinig producten die reparatie behoeven of iets dergelijks. Het is dus voor de HEMA iets minder van toepassing.
30 Mevrouw Van Buren (Raad van de Leefomgeving en Infrastructuur) merkt op dat H&M en andere modeketens er al mee bezig zijn dat mensen daar hun kleding naar terug kunnen brengen. Op deze manier wordt de circulaire economie gestimuleerd. 35
Mevrouw Vink (HEMA) geeft aan dat iets dergelijks op dit moment niet speelt. De voorzitter dankt mevrouw Vink. Hij schorst de expertmeeting voor vijftien minuten.
40
6. Discussie en conclusies De voorzitter constateert dat het nu tijd is om met elkaar in gesprek te gaan. Hij stelt voor in drie blokjes, drie verschillende thema’s te behandelen: de nieuwe economie, mobiliteit en duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen. Vervolgens vraagt hij de experts zich eerst even voor te stellen en aan te geven wat hen het meest raakt of wat voor de toekomst volgens hen het meest relevant is.
45 De heer Van Oyen (Industrievereniging Lage Weide) geeft aan dat hij de logistieke hotspot van Utrecht vertegenwoordigt. Hij merkt op dat al een aantal projecten gaande is om slimmer met vervoer om te gaan, bijvoorbeeld de PortofUtrecht.nl. Ook wordt er gewerkt aan de realisatie van een truckontkoppelpunt. 50 Mevrouw Van ’t Veen (Even Hier) vertelt dat zij zelfstandig professional in de retail is. Zij heeft veel met modische producten en assortimenten gewerkt. Volgens haar is de consument uiteindelijk degene die bepaalt. Verder is zij er een voorstander van om per winkelcentrum of per buurt afhaalpunten te organiseren. De busjes moeten weg uit de woonomgeving. 55
60
De heer Blommendaal (Centrum Management Utrecht) vertelt dat hij voorzitter is van de Stichting Centrum Management. Het valt hem op dat er erg makkelijk gesproken wordt over hét nieuwe winkelen en dé consument. Er wordt niet ingegaan op het motief van de consument om ergens heen te gaan. Verder wil hij in de discussie graag stilstaan bij de logistieke stromen. In de kring van de ondernemers hoort hij dat er gevraagd wordt ervoor te zorgen dat de busjes en al het transport om
Expertmeeting Nieuwe Economie 30 januari 2014
6
11.30 uur uit de binnenstad zijn om de consument de ruimte te geven. Dus geen verruiming maar juist beperking.
5
10
15
20
25
30
35
Mevrouw Dinia (Utrecht Development Board) geeft aan dat in verband met het nieuwe winkelen er al een aantal stadlabs zijn georganiseerd. Uit de stadslabs is naar voren gekomen dat er een gebrek aan eenheid en een heldere ambitie is. De heer Meersschaert (EVO, Ondernemersorganisatie voor logistiek en transport) geeft aan dat hij werkt voor de logistiek belangenbehartiger EVO. Dit is een landelijke vereniging. Het webwinkelen neemt fors toe en het aandeel afhalen is sinds 2006 enorm gegroeid. Vervolgens wil hij nuances aanbrengen in het geschetste beeld. Er is een effect van internetwinkelen op mobiliteit maar dit is juist een positief effect. Het kennisinstituut KiM van het ministerie van Infrastructuur en Milieu maakt analyses van mobiliteit en mobiliteitsbeleid en heeft onderzoek gedaan naar de impact. Hieruit is gebleken dat personenmobiliteit in kilometers zoveel afneemt dat de lichte toename in bestelverkeerbewegingen netto resulteert in minder voertuigkilometers in Nederland. Hiermee kan het wildwestbeeld van bestelbusjes in wijken enigszins gecorrigeerd worden. Verder is de thuisbezorging van pakketten in Nederland grotendeels in handen van twee spelers: PostNL (marktaandeel 60%) en DHL (marktaandeel 20%). Dan de filedruk. Sinds 2006 is die nog niet zo laag geweest. Met name in Utrecht en Amsterdam profiteert men van de extra wegen die zijn aangelegd. Tot slot blijkt uit de Administratieve lasten top 10 van EVO dat in de 403 Nederlandse gemeenten maar liefst 408 handboeken Stedelijke Distributie zijn met een totaal van maar liefst 1600 verschillende regels waar bedrijven zoals de HEMA rekening mee moeten houden. Dit kost het bedrijfsleven ongeveer een half miljard euro per jaar. De heer Verkiel (Transport en Logistiek Nederland) vertelt dat Transport en Logistiek Nederland een organisatie is voor louter beroepsgoederenvervoerders. Wat hem aanspreekt is het slim delen van informatie en ruimte. Het is van belang een slim logistiek concept neer te zetten omdat klanten daarom vragen. In het transport wordt steeds meer gebruikgemaakt van grote transporteenheden. Transport en Logistiek Nederland ziet graag dat voor deze combinaties ontkoppelpunten gerealiseerd worden. In het kader van de PortofUtrecht wordt hier al hard aan gewerkt en wellicht kan dit voor de zomer op Lage Weide gerealiseerd zijn. Verder is het belangrijk te weten hoe de winkel in de binnenstad er in de toekomst uit gaat zien. Hoe zit het straks bijvoorbeeld met het aantal vierkante meters waar nu nog veel voorraad staat? Als de voorraad wordt beperkt, komen er ook minder vrachtauto’s. Vrachtwagens zouden de voorraden bijvoorbeeld slimmer kunnen gaan brengen naar een groep van winkels, een soort goederenafleverpunt. Kleine zendingen kunnen dan op een plaats afgeleverd worden. Winkeliers, hoe ver bent u om hierin mee te gaan? De gemeente zou moeten steunen en zorgen voor coördinatie en regie. Tot slot zijn de venstertijden hem een doorn in het oog. Als de venstertijden in een regionaal verband afgeschaft worden, kan met 25% minder vrachtauto’s hetzelfde werk gedaan worden.
40
45
De heer Erdman (ASR Vastgoedontwikkeling) vertelt dat ASR Vastgoedontwikkeling een van de grootste projectontwikkelaars van Nederland is, gespecialiseerd met name in de ontwikkeling van winkelgebieden. Vanmiddag is bevestigd dat e-commerce een ontwikkeling is waar niet omheen gegaan kan worden. De overheid zou bij grotere, complexere gebiedsontwikkelingen meer flexibiliteit in de plannen kunnen inbouwen. De voorzitter constateert dat de discussie start.
50
55
60
Blok 1: Thema: De nieuwe economie De voorzitter stelt voor bij deze discussie vanuit de consument te denken. Mevrouw Van ’t Veen (Even Hier) denkt dat de consument altijd zal blijven winkelen voor vertier, tijdsbesteding en inspiratie. Daarnaast wil de consument van bepaalde merken en winkels weten wat zijn of haar maat is, wat de kwaliteit is en hoe de kleuren zijn. Haar droom voor Leidsche Rijn Centrum is dat er een aantal grote winkels komt waar veel assortiment te zien is. Vervolgens zou de klant dan moeten kunnen invoeren wat hij of zij nodig heeft, waar het afgehaald kan worden of waar het thuisbezorgd moet worden. De voorzitter constateert dat in de inleidingen is aangegeven dat op weg wordt gegaan naar de versmelting van het fysieke en virtuele winkelen, maar wat betekent dit praktisch?
Expertmeeting Nieuwe Economie 30 januari 2014
7
5
10
15
20
De heer Weiss (Ik Onderneem!) merkt op dat onderzoeken van Google laten zien wat mensen zoeken en wat de trends daarin zijn. Uit deze onderzoeken blijkt dat aankopen via internet misschien niet de maat gaat worden maar het oriënteren dit al is. Daarnaast is het hebben de maat. ’s Avonds om 23.00 uur kan bijvoorbeeld op de knop van ‘hebben’ gedrukt worden. Vervolgens doet het er dan niet toe of het de dag erna ergens opgehaald moet worden of dat het thuisbezorgd wordt. De heer Beerlage (PvdA) vraagt zich af wat het Centrum Management Utrecht vindt van de koppeling online en fysiek. Hoeveel van de ondernemers hebben deze koppeling al gelegd of in hoeverre wordt hierover nagedacht? De heer Blommendaal (Centrum Management Utrecht) wil graag wat onderscheid maken. Er zijn ruwweg 750 winkels in de binnenstad. Daarvan bestaat 30% uit ketens en 70% uit zelfstandige ondernemers. De ketens voeren in hoge mate een eigen policy. Inmiddels zijn voor de 70% initiatieven genomen om het gesprek over het nieuwe winkelen op gang te brengen. Hier moet echter nog veel energie in gestoken worden omdat dit toch wel ervaren wordt als een ver-van-mijn-bedshow. Het Centrum Management Utrecht is daar bezorgd over omdat de consument steeds meer op internet zit. Tegelijkertijd is er niet altijd een een-op-een relatie tussen de bezoeker aan de binnenstad en de consument die iets specifieks zoekt. Het motief om naar de binnenstad te gaan, is soms ook dat mensen vrije tijd hebben en willen rondneuzen. In deze situatie zijn spontane aankopen van belang. Dit neemt niet weg dat het voor de toekomst van een heleboel ondernemers van groot belang zou kunnen zijn om te gaan samenwerken. Vervolgens merkt hij op dat de leukste winkeltjes niet aan internet doen. Die hebben een eigen publiek. Tot slot dient veel meer gekeken te worden naar differentiatie.
25 De heer Beerlage (PvdA) vraagt of het Centrum Management Utrecht een rol ziet voor de digitale openbare ruimte.
30
De heer Blommendaal (Centrum Management Utrecht) merkt op dat dit een van de interessante uitdagingen is die het Centrum Management Utrecht de komende jaren graag wil aannemen maar dan wel nadat de raad besloten heeft tot voortzetting van het ondernemersfonds. Mevrouw Paardekooper (GroenLinks) vraagt of er ook ontwikkelingen zijn op het gebied van sociale aspecten of belevingsaspecten van winkelen.
35
40
45
De heer Blommendaal (Centrum Management Utrecht) denkt dat de functie van ontmoeten heel belangrijk is. Dit is ook terug te zien aan de bezoekers van de (historische) binnenstad, 26 miljoen op jaarbasis. De helft van deze mensen komt uit Utrecht en de andere helft komt van elders. Er komen jaarlijks ongeveer 3 miljoen toeristen. Al deze mensen hebben hun eigen motieven om ergens heen te gaan. Er zijn in ieder geval veel punten waar koffie gedronken kan worden. Hier is veel behoefte aan. De heer Weiss (Ik Onderneem!) zegt dat door de Rabobank onderzoek is gedaan naar pintransacties. Hier is duidelijk uitgekomen dat wie kiest, gekozen wordt. Als gekozen wordt voor bijvoorbeeld een boodschappencentrum, dan is toevloeiing te zien en als gekozen wordt voor ‘fun’, bijvoorbeeld in de binnenstad, dan ontstaat ook toevloeiing van omzet. Verder blijken de ketens te worstelen met exact hetzelfde probleem als de MKB’ers alleen op een andere schaal. De heer Kleuver (D66) vraagt hoe mevrouw Dinia er tegenaan kijkt.
50
Mevrouw Dinia (Utrecht Development Board) merkt op dat zij geschrokken is van het feit dat de ondernemers in de binnenstad er nog steeds mee worstelen dat de consument is veranderd. De gemeente zou ondernemers kunnen faciliteren door aan te geven hoe zij een en ander online kunnen doen. De vraag is hoe ondernemers zover gebracht kunnen worden.
55
De heer Erdman (ASR Vastgoedontwikkeling) merkt op dat het uitmaakt of er in een winkelgebied een of meerdere eigenaren zijn. De heer Van Waveren (CDA) merkt op dat de effecten die te zien zijn in de detailhandelsbesteding, voor een deel ook door de economische crisis komen.
60
Expertmeeting Nieuwe Economie 30 januari 2014
8
De heer Weiss (Ik Onderneem!) zegt dat toename in bestedingen online, ondanks de crisis, ongeveer 30% bedraagt. De toename in de offline wereld in dezelfde periode is negatief.
5
10
Mevrouw Vink (HEMA) zegt dat uiteraard de impact van de crisis te zien is. Tegelijkertijd is de opmars van internet gestart en deze begint pas. In de landen om ons heen gaat de opmars van internet nog veel sneller. De voorzitter constateert dat het om een structurele trend gaat. Vervolgens stelt hij voor naar aanbevelingen voor de raad te gaan. Er is bijvoorbeeld aangegeven dat toegegaan moet worden naar clustervorming. De heer Weiss (Ik Onderneem!) denkt dat een betrouwbare overheid in ruimtelijke ordening, het mogelijk maakt dat de markt een en ander op kan pakken.
15
De heer Beerlage (PvdA) vraagt of op Lage Weide te zien is dat de keten elkaar daar opzoekt. De heer Van Oyen (Industrievereniging Lage Weide) antwoordt dat dit wel degelijk te zien is. De heer Buunk (VVD) merkt op dat www.portofUtrecht.nl geblokkeerd wordt.
20 De heer Van Oyen (Industrievereniging Lage Weide) merkt op dat een bepaald bureau een en ander hieromtrent regelt. Er schijnt iets geblokkeerd te worden vanuit de gemeente. De heer Buunk (VVD) vraagt welke clustering kansrijk is op Lage Weide. 25
30
De heer Van Oyen (Industrievereniging Lage Weide) geeft het voorbeeld van het ketentraject van afvalstromen. Een actueel item en afvalstromen gaan naar Lage Weide en worden daar ter plekke verwerkt. Dit traject loopt, maar binnen de Port of Utrecht wordt op dit moment gezocht naar mogelijkheden om dit nog verder uit te breiden. Verder wordt ook gezocht naar andere takken van sport. De bevoorrading van de binnenstad kan bijvoorbeeld op een slimme manier georganiseerd worden. De heer Buunk (VVD) vraagt of uitwisseling van energie en warmte enzovoort, ook aan de orde is op Lage Weide.
35 De heer Van Oyen (Industrievereniging Lage Weide) antwoordt dat dit ook gebeurt. Afvalproducten krijgen een herbestemming maar er gebeurt veel meer. Er loopt een duurzaamheidtraject. Er is gediscussieerd over windmolens. Daarnaast wordt gekeken of zonne-energie opgewekt kan worden op daken. Tot slot noemt hij biomassa. 40 De heer Beerlage (PvdA) vraagt of Lage Weide gezien moet worden als voorportaal van de binnenstad.
45
De heer Van Oyen (Industrievereniging Lage Weide) zegt dat er veel ruimtes gebruikt worden om de voorraden van webwinkels op te slaan. Het is dus een soort voorportaal. Vervolgens noemt hij de containerterminal. Mevrouw Vink (HEMA) merkt op dat er bijvoorbeeld een clustering van retailers is op Lage Weide.
50
55
De heer Meersschaert (EVO, Ondernemersorganisatie voor logistiek en transport) zegt dat volgens hem gepraat wordt over een echte topsector en dat is de logistiek. Utrecht is de draaischijf van Nederland en de toegevoegde waarde van transport en logistiek in de provincie Utrecht zal tot 2020 met 5% per jaar groeien. Dit is dus een belangrijk onderdeel voor de werkgelegenheid in deze provincie. Lage Weide is een mooi voorportaal van de stad. Belangrijk om te faciliteren in de toekomst is, buiten de clustering van winkels in de binnenstad en de clustering van industriegebieden, datasharing. Door datasharing moet het bundelen van lading makkelijker worden. Mevrouw Van Buren (Raad van de Leefomgeving en Infrastructuur) constateert dat er een spraakverwarring is over wat precies bedoeld wordt met clustering. Met clustering bedoelt de Raad
Expertmeeting Nieuwe Economie 30 januari 2014
9
van de Leefomgeving en Infrastructuur niet het consolideren van stromen of het terugvoeren van stromen maar juist de reststromen die een producent heeft.
5
De heer Van Oyen (Industrievereniging Lage Weide) merkt op dat er ook een project in gang is dat De Verkeerstoren heet. Zaken worden bij elkaar gebracht om een slimmere benuttinggraad te realiseren. De heer Rottier (GroenLinks) heeft vraag over de circulaire economie. Levert dit een nieuwe productiviteit op voor een stad? Betekent dit iets voor de werkgelegenheid en voor bedrijventerreinen?
10 Mevrouw Van Lier Lels zegt dat als de ontwikkeling doorzet, er andere verdienmodellen zullen ontstaan, andere logistieke stromen en andere activiteiten. Er zullen meer activiteiten dichtbij de consumenten komen. Dit is een ander type van bedrijvigheid en daarnaast zijn de verstedelijking en de vergrijzing ook aspecten die door zullen gaan. 15 Mevrouw Van Buren (Raad van de Leefomgeving en Infrastructuur) meldt dat er vanmiddag een rapport is gekomen van MVO Nederland waarin een aantal nieuwe bedrijfsmodellen wordt aangegeven. 20
25
30
De heer Weiss (Ik Onderneem!) denkt dat de dienstensector een advies-, verknopings- of regelfunctie zou kunnen krijgen. Blok 2: Thema: Mobiliteit De voorzitter constateert dat het tweede blok start. Hij vraagt de heer Verkiel een korte toelichting te geven op de stelling dat er winst te boeken is als op een ander schaalniveau de handen ineen worden geslagen. De heer Verkiel (Transport en Logistiek Nederland) zegt vooral te reageren op hetgeen er in de markt gebeurt. In het distributievervoer krijgt men steeds meer te maken met kleinere producenten. Transport en Logistiek Nederland wil zoveel mogelijk bundelen omdat er anders niet verdiend kan worden. Het is dan ook belangrijk in samenwerking met winkeliers te kijken naar een betere logistieke oplossing. Transport en Logistiek Nederland zit in een adviescommissie waar hier vaak over gesproken wordt met Utrechtse ambtenaren. De vraag is hoe met alle partijen tot een ander logistiek concept gekomen wordt waardoor de leefbaarheid in de stad verbetert.
35 De voorzitter vraagt of een innovatieve tender iets zou kunnen zijn.
40
45
50
De heer Verkiel (Transport en Logistiek Nederland) merkt op dat daarmee wordt ingegrepen in de markt en denkt dat dit juist niet gedaan moet worden. Tenderen is niet zozeer de oplossing. Er dienen kansen gecreëerd te worden voor groepen vervoerders die met eigen initiatieven tot samenwerking komen. De heer Buunk (VVD) zegt voor een deel verbaasd te zijn over hetgeen de heer Verkiel zegt. Hij merkt op dat over de stedelijke distributie in Utrecht al jarenlang afspraken zijn gemaakt op grond van samenwerking. Hier was geen tendering voor nodig. Moet er een vernieuwing van de overlegstructuur komen? Vervolgens vraagt hij of winkeliers of bedrijven daar dan niet aan mee doen. En durven zij hun data over hun goederenstroom te delen? De heer Verkiel (Transport en Logistiek Nederland) merkt op dat in de nieuwe economie het delen van kennis belangrijker wordt dan het hebben van kennis. De voorzitter vraagt hoe de HEMA hierover denkt.
55
Mevrouw Vink (HEMA) merkt op dat er zeker een bereidheid toe is maar op dit moment is er alleen geen noodzaak omdat de HEMA eigen vrachtwagens heeft. Er wordt al wel samengewerkt. Met betrekking tot het Verre Oosten worden zaken gecombineerd in containers met andere retailers. Dit gaat op basis van data-uitwisseling. De mogelijkheid tot datasharing is geen barrière meer. De voorzitter constateert dat als dit intercontinentaal kan, dit ook lokaal kan.
60
Expertmeeting Nieuwe Economie 30 januari 2014
10
Mevrouw Vink (HEMA) merkt op dat een win-winsituatie belangrijk is. De heer Meersschaert (EVO, Ondernemersorganisatie voor logistiek en transport) merkt op dat de mindshift bij kleine winkeliers het lastigst is. 5
10
15
20
De heer Blommendaal (Centrum Management Utrecht) merkt op al lange tijd met de gemeente bezig te zijn met het aanpakken van een reeks projecten die tot verbetering moeten leiden in de openbare ruimte. Als voorbeeld noemt hij de Mariaplaats en omgeving. De discussie over de economische functie van dat gebied heeft ertoe geleid dat ondernemers hebben aangegeven de kwaliteit van de ruimtelijke omgeving zo belangrijk te vinden dat zij naar venstertijden toe willen. Daarnaast begrijpen zij ook dat dit consequenties heeft voor het transport. Een ander aspect is dat aangegeven wordt dat er vaste punten moeten komen waar het transport kan plaatsvinden. De heer Meersschaert (EVO, Ondernemersorganisatie voor logistiek en transport) merkt op dat de discussie rond de Mariaplaats een interessante is. Er wordt bijvoorbeeld van zestig naar twintig parkeerplaatsen gegaan. Er moet alleen wel nagedacht worden over hoe een ondernemer gefaciliteerd kan worden die in de binnenstad moet zijn om bijvoorbeeld een winkel op te knappen. Er zouden slimme laad- en losplaatsen moeten komen. Blok 3: Thema: Maatschappelijk verantwoord ondernemen en duurzaamheid De voorzitter werpt de vraag op of de nieuwe trends een duurzame stad meer mogelijk maken of dat hier juist een probleem zit. De heer Verkiel (Transport en Logistiek Nederland) denkt niet dat die trends zoveel invloed hebben. Hij denkt dat de technologie meer zou kunnen leveren.
25
30
Mevrouw Van Lier Lels merkt op dat zij geen voorspelling heeft willen doen. Het gaat erom in te schatten hoe op lange termijn de vervoersstromen gaan lopen. De ICT-technologie kan een enorme rol spelen om alles te faciliteren. Haar privémening is dat alle infrastructuren die vastliggen, zoals ondergrondse systemen, buizenstelsel en railinfrastructuur, veel te rigide zijn voor het doel waarvoor men ze wil gebruiken. Daarnaast zijn de investeringen daarin gigantisch. De heer Erdman (ASR Vastgoedontwikkeling) merkt op dat er een verschil is tussen bestaande en nieuw te ontwikkelen winkelgebieden. In nieuwe gebieden en zeker buiten Nederland, worden er al veel innovatieve systemen toegepast. In een historische binnenstad is dit veel complexer.
35 De heer Weiss (Ik Onderneem!) merkt op dat als hijzelf merkt dat als het hem goed gaat, hij vanzelf een meer maatschappelijk hart krijgt, omdat hij dan minder bezig is met zijn omzet om gezond te blijven. De inleiding van dit punt was de vraag of als ruimte gegeven wordt aan ondernemen dat mensen dan weerhoudt van maatschappelijk verantwoord ondernemen. 40 Mevrouw Van Lier Lels merkt op dat maatschappelijk verantwoord ondernemen zich gewoon terugbetaalt. De voorzitter dankt de sprekers voor hun bijdragen. 45 7. Afsluiting De heer Beerlage (PvdA) dankt de sprekers, de experts, de raadsleden en andere aanwezigen. Er zijn veel thema’s langsgekomen die de gemeenteraad mee kan nemen. 50
De voorzitter sluit de expertmeeting om 17.00 uur.
Expertmeeting Nieuwe Economie 30 januari 2014
11