Uitgave van de Cultuur Historische "Eyiandt Flielandt" Vijftiende jaargang, nummer 1 Maart 2005 Het blad verschijnt 3x per jaar, exchisief een jaarlijks
Vereniging
themamimmer
Lidmaatschap € 12,= per jaar; buiten Vlieland € 14,= per jaar Bankrekening nr.: 36.76.50.029 Correspondentie
adres:
E-mail: Telefoon:
H.F. Vugts Lutinelaan 33, 8899 BD Vlieland
[email protected] 0562-453199
Besiuiirssamenstelling: Dagelijks
besttnir:
Tj. Bijtelaar- te Velde T.A. Renier-Willems H. de Wit Overige
voorzitter secretaris Dorpsstraat 69, 8899 A D penningmeester
0562-451999 0562-451660 Vlieland 0562-453381
bestuiirsleden:
L.H. Sterenberg D. van der Veen H.F. Vugts Redactie: J.E. Bakker M . van der Pol-Reinders H.F. Vugts Commissies: Gasten schilderen Vlieland/Vlielander Tj. Bijtelaar-te Velde
Amateurs
Het auteurrsrecht'copyright van de inhoud van dit blad berust uitsluitend bij de Cultuur HistorischcVereniging "Eyiandt Flielandt" te Vlicland. Wannecr artikelen dc naam van een auteur dragcn, berust het autcursrccht bij de auteur
Inhoudsopgave maartnummer 2005
pagina
Jaarvergadering C H V E F
2
Van de penningmeester
3
Jaarverslag CHV over 2004
4
Komende tentoonstellingen in het 'Tromp's Huys'
5
Prijsuitreiking 'Vlielander Amateurs 2004/2005'
6
Jaaroverzicht van het weer op Vlieland in 2004
7
De nieuwe 'Vlieland'
9
De geschiedenis van de bootverbinding Vlieland - Harlingen
10
Gedicht van Hannes Meinkema
26
Over boeken: Erik van Ommen
27
1
Jaarvergadering van de Cultuur Historische Vereniging 'Eyiandt Flielandf in Badliotel Bruin B.V. Dorpsstraat 88 te Vlieland op dinsdag 3 mei 2005 om 20.00 uur Agenda: 1. Opening en inleiding door de voorzitter 2. Vaststelling van de agenda 3. Notulen jaarvergadering van 13 april 2004, zie September nummer 2004 van ons tijdschrift 4. Jaarverslag van het secretariaat over het jaar 2004 5. Jaarverslag en jaarrekening van de penningmeester over het jaar 2004, concept jaarrekening gaat hierbij 6. Begroting 2006 7. Verslag kascommissie en de benoeming van de nieuwe kascommissie 8. Bestuursverkiezing 9. Rondvraag 10. Sluiting Toelichting agendapunt 8: Conform het vastgestelde rooster is er niemand aftreedbaar De benoeming van bestuursleden geschiedt iiit een of meer bindende voordrachten. Tot het opmaken van zulk een voordracht zijn bevoegd zowel het bestuur als tien of meer leden. Het bestuur stelt voor om in deze samenstelling verder te gaan. Een voordracht door tien of meer leden moet voor de aanvang van de vergadering schriftelijk bij het bestuur worden ingediend.
Tussen Kunst & Kitsch Deze TV-serie kennen we allemaal. ledereen neemt voorwerpen mee en die worden dan beoordeeld door experts. De Cultuur Historische Vereniging 'Eyiandt Flielandf heeft na de pauze van haar jaarvergadering de heer H. ter Asest bereid gevonden een lezing te verzorgen over zilver. Een ieder die op deze avond aanwezig is mag allerlei zilveren voorwerpen meenemen waarover de heer ter Asest dan als kenner wat meer zal vertellen. We denken dat vele mensen dit wel zal aanspreken, en verwachten een hoge opkomst. U mag ook gasten en introduces meenemen. 2
We hopen dinsdag 3 mei's avonds om 21.00 uur in de achterzaal van Hotel Bruin een zeer leerzame en gezellige avond zullen hebben. Tj. Bijtelaar te Velde Van de penningmeester Onderstaand treft u aan de voorlopige jaarrekening 2004. In de ledenvergadering van mei 2005 wordt aan de leden de jaarrekening ter vaststelling aangeboden. concept-jaarrckcning 2004 C H V Eilandt Flielandt
lasten algemenc verenigingskostcn kostprijs verkopen postrouteboek herdruk boekje Betzy Akersloot-Bcrg
2004
2003
balen
2004
2003
643,85
1.082,60
3.554,81
2.439,18
2.158,74
0,00
contributie opbrengst postrouteboek
1.896,50
0,00
530,74
0,00
bijdrage Gloppengids kosten blad 10-eeuwcn Flielandt aanschaf muscale objccten
250,00
0,00
3.438,13
1.843,22
0,00
0,00
kosten Dorpsstraat 37 positief exploitatieresultaat
398,36
386,30
huur Dorpsstraat 37
5.270,17
5.079,06
4.176,13
4.809,49
overige baten
874,47
603,37
11.595,95
8.121,61
11.595,95
8.121,61
De hogere contribiitie-opbrengst is ontstaan doordat in 2003 eenmalig een verlies ontstond door niet-betaalde contributies 2002 (€ 269,32). Bovendien werd in 2004 de contributie verhoogd voor leden aan de wal tot € 14, i.v.m. de verzendkosten van het verenigingsblad. Per 31 december 2004 waren er 125 Vlielander leden en 133 leden aan de wal. Van het verenigingsblad werden steeds 15 exemplaren verzonden aan relaties (musea, andere verenigingen en dergelijke). In de contributie-opbrengst zijn verder begrepen enige nagekomen betalingen van contributie 2003, en de contributie van leden die in de loop van 2004 hun lidmaatschap beeindigden. Het bestuur stelt voor het positieve saldo als volgt te bestemmen:
3
• • •
€ 2.000 toe te voegen aan het fonds museale aankopen (was in 2003: € 2.000); € 2.000 toe te voegen aan het onderhoudsfonds Dorpsstraat 37 (was in 2003 € 3.000); het overige (€ 176,13) toe te voegen aan de algemene reserve (was in 2003 -/€ 190,51).
Jaarverslag C H V over 2004. In februari 2004 besloot het C.H.V.-bestuur de nieuwe uitgave van de Gloppengids van Vlieland door Reinildis van Ditzhuyzen te sponsoren; op 15 mei 2004 werd dit mooie boekje ten doop gehouden in het 'Tromp's Huys'. Op 17 april vond onder brede belangstelling van de deelnemers de uitreiking van de oorkonde " Gasten schilderen Vlieland" plaats. De waardering van de bezoekers voor deze tentoonstelling was lovend. Tijdens het Museum weekend werden er door de leden van het bestuur en vrijwilligers rondleidingen verzorgd in het Tromp's Huys. In juni werd er een poging gedaan om de uit 1776 daterende rampbrief van het Vlielandse Loodswezen voor Vlieland te bemachtigen. Helaas was het geboden bedrag dusdanig hoog, dat het zowel voor de gemeente als voor de vereniging fmancieel niet haalbaar was. Dit voorjaar zal de restauratie van een 13-tal historische grafzerken uitgevoerd worden.De subsidieaanvraag, die ondersteund wordt door de gemeente en de kerk op Vlieland, is door het Leader Project voorzien van een positief advies; er wordt nu nog gewacht op een positief advies van de Provincie Friesland. Het boekje over het leven en werk van Betzy Akkersloot Berg is herschreven door Hans Vugts en opnieuw uitgegeven. Het is een mooie uitgave geworden en nu te koop in het 'Tromp's Huys'. In augustus werd bekend dat het College van Vlieland voomemens was flink te korten op de uitgaven van het 'Tromp's Huys'. Dit deed het bestuur besluiten om de raadsleden aan te schrijven en hen te wijzen op de verantwoordelijkheid die zij ons inziens hebben t.a.v. het cultureel erfgoed van Vlieland. De bezuinigingen werden in de begrotingsvergadering helaas maar voor de helft teruggedraaid. 4
In het themanummer van 'Tien Eeuwen Eyiandt Flielandt' hebben we een ledenwerfactie gehouden; hierdoor konden we 20 nieuwe leden verwelkomen. In augustus werd er een vergadering gehouden in het Tromp's Huys; hierbij waren naast het bestuur ook de redactie van 'Tien Eeuwen Eyiandt Flielandt' en de conservator van het Tromp's Huys aanwezig. De avond werd gevuld met het uitwisselen van ideeen. Besloten werd om de communicatie tussen de conservator en het bestuur van de C.H.V. wat meer te structureren. De conservator zal in de toekomst regelmatig onze bestuursvergaderingen bezoeken. Tevens boden een tweetal bestuursleden aan om de wat meer teclinische werkzaamheden in het Tromp's Huys ter hand te nemen. Een ieder heeft het resultaat daarvan in de Kerstvakantie kunnen bewonderen: ons monument in het licht was een streling voor het oog. De Vereniging heeft van dhr. P.H. de Bruin foto's en twee penningen gekregen; daarvoor onze hartelijke dank. In een volgend nummer een artikel daarover. Tevens ontvingen wij van dhr. Droge een prachtig boek over het geslacht Visser. Ook daar zijn wij erg dankbaar voor. Het verenigingsjaar sluiten wij af op de jaarvergadering van 3 mei a.s. in Badhotel Bruin; alles daarover leest U verder in dit mooie blad 'Tien Eeuwen Eyiandt Flielandt'. Elk kwartaal lukt het de redactie weer om een mooi verzorgd boekje, dat gevuld is met interessante artikelen, bij U in de bus te laten glijden. Een woord van dank en waardering is dan ook zeker op zijn plaats. T.A. Renier-Willems
Komende tentoonstellingen in het Tromp's Huys 25 maart - 30 juli 2005: Vlieland door de ogen van Greet Olsmeijer en Djoe Postma. Tekeningen en aquarellen. 1 augustus - 12 oktober: Tekeningen en aquarellen van Frida HoUeman. 14 oktober - medio maart 2006: "Gasten schilderen Vlieland". 5
Prijsuitreiking 'Vlielander Amateurs 2004/2005' Onder grote belangstelling maakte op 18 maart j . l . de Voorzitter van de CHVEF, mevrouw T j . Bijtelaar-te Velde, de uitslag 'Vlielander Amateurs 2004/2005 bekend. Vanaf half oktober 2004 tot aan medio maart 2005 was er in het 'Tromp's Huys' een expositie te bewonderen van 14 deelnemers, die samen 27 stukken hadden ingezonden. De voorzitter roemde de kwaliteit van het ingeleverde werk en meende dat er sprake was van een niveauverbetering in de afgelopen jaren. De 'Vlielander Amateurs' is een groep die in 1976 startte onder de naam: "de klas van Lies". Na drie jaar "lessen" onder leiding van Lies Homan, kon de eerste expositie op 17 maart 1979 in het 'Tromp's Huys' worden geopend door burgemeester A. Visser op verzoek van de conservator, de heer P.H. van Terwisga. De klas bestond uit 9 leerlingen waaronder toen Nel Cupido. De jurering van de afgelopen tentoonstelling werd uitgevoerd door de bezoekers van het 'Tromp's Huys' in de afgelopen winter. Er werden 976 stembiljetten ingevuld. De eerste prijs ging naar Hetty Boom voor het schilderij 'Wadgezicht' met 123 stemmen; de tweede prijs naar Ina Kuiper voor 'Koeien' met 102 stemmen, terwijl Hetty Boom ook de derde prijs veroverde met 'Vissersvloot', 93 stemmen.
'Wadgezicht'van H. Boom, eerste prijs
6
Jaaroverzicht van het weer op Vlieland in 2004 Het afgelopen jaar was warm, nat en zonnig. Met een gemiddelde jaartemperatuur van 10,6 °C was het juist een graad warmer dan het langjarig gemiddelde. De hoogste temperatuur, 29,2 °C, werd op 8 augustus gemeten, tijdens de landelijke hittegolf die van 2 tot 11 augustus duurde. Hiermee kon dus geen tropische dag worden bereikt; daarvoor moet de temperatuur 30 graden of hoger zijn geweest. De kans op zo'n gebeurtenis op Vlieland is ongeveer een dag per twee jaar. Op 7 dagen was de maximumtemperatuur 25 °C of hoger (zomerse dagen) en op 27 dagen was de minimumtemperatuur beneden de nul graden (vorstdagen). Op 3 januari bleef het de hele dag vriezen; de maximumtemperatuur werd toen -0,1 °C en daarmee werd er dit jaar op Vlieland slecht een zogenaamde ijsdag geregistreerd. De laagste temperatuur werd op 27 februari gemeten: -5,1 °C. Op Vlieland viel ongeveer 880 mm neerslag tegen 780 mm normaal waarmee het jaar nat was. De meeste neerslag in een etmaal viel tussen 10 uur 12 augustus en 10 uur 13 augustus: 78,8 mm in de K N M I regenmeter Oost-Vlieland. Deze hoeveelheid in een etmaal komt ongeveer eenmaal per 200 jaar voor. Het natste KNMI-station in 2004 was Leeuwarden met een jaarsom van 1070 mm, terwijl Vlissingen het droogste station was: 717 mm. Tevens was Vlissingen het zonnigste K N M I station, daar scheen de zon in totaal 1883 uren. Voor Vlieland bedroeg de jaarsom ongeveer 1800 uur zonneschijn, dat is ruim 150 uur meer dan op grond van het langjarig gemiddelde verwacht kon worden. De zonnigste maand was mei met in totaal 225 uur zonneschijn, ruim 7 uur zon per dag! In het afgelopen jaar waaide het op de Vliehors bij elkaar 26 uur windkracht 8 of meer. De hoogste uurgemiddelde windsnelheid werd op 19 en 20 maart gemeten: 23 m/s (83 km/uur, windkracht 9). De maximale windstoot bedroeg op 19 maart 30 m/s (108 km/uur). De gemiddelde windsnelheid over het hele jaar was 7,9 m/s tegen 8,7 m/s normaal. Dit komt aardig overeen met de jaarcijfers van de windturbineparken waaruit af te lezen valt, dat het windaanbod het afgelopen jaar ongeveer 10 % lager was dan normaal. De zomerstormen bezorgden BCNRM extra werk, terwijl de schepen van Doeksen kleine problemen kregen bij het afmeren in de havens van Vlie7
land en West-Terschelling. De storm van 21 September bracht het Harlinger vrachtschip Lumare in de problemen. Het verloor een deel van de lading hout, die tot genoegen van vele eilanders op Vlieland en Terschelling aanspoelde.
September storm, schepen in moeilijkheden en hoiit op het strand
Het warme, natte en zonnige weer zorgde voor een geweldige paddestoelen herfst. Enkele maanden lang konden de inwoners en bezoekers van Vlieland genieten van de grote verscheidenheid aan paddestoelen op het eiland. Gekraagde
aardster
8
De nieuwe 'Vlieland' Van de website van Rederij Doeksen plukte de redactie de volgende informatie en maquette van het schip. De vervanger van de 'Oost-VIieland' op de dienst Vlieland-Harlingen wordt deze keer geen herdoopt schip, maar een spiksplintemieuw schip van het type catamaran. De lengte over alles bedraagt 64,14 meter, de breedte 17,00 meter en de diepgang 2,50 meter. De capaciteit is 1200 passagiers, namelijk 900 binnenzitplaatsen en 300 buitenzitplaatsen. Er kunnen 57 personenauto's worden vervoerd ofwel 6 vrachtwagens en 35 personenauto's. De romp en het autodek zijn van staal, terwijl de bovenbouw van aluminium is gemaakt. De voortstuwing zal geschieden middels vier schroeven, aangedreven door vier motoren van elk 630 kW. Tevens zal het schip uitgerust zijn met vier roeren en vier boegschroeven van elk 150 kW om een goede manoeuvreerbaarheid te garanderen. De stroomvoorziening komt uit op bijna 1100 kW. Tenslotte: de snelheid bij voile belading op een waterdiepte van 10 meter zal ca 26 km per uur bedragen bij 85 % van het vermogen. Het schip wordt gebouwd op de FBM-Aboitiz werf te Balamban, Cebu (Filippijnen), en ontworpen door Sea Transport Solution (schip) en Kooymans D-sign (interieur). Op 27 januari is het schip te water gelaten en gedoopt door mevrouw Mathilde van der Goes-Doeksen, zuster van de holdingdirecteur Jan Willem Doeksen. Het schip zal op eigen kiel naar Nederland varen waar het na aankomst in mei officieel in gebniik wordt gesteld.
bron: website Rederij Doeksen
De nieuwe 'Vlieland'
9
De geschiedenis van de bootverbinding Vlieland-Harlingen Nu Rederij Doeksen binnenkort de Oost-Vlieland gaat vervangen door een nieuw ultramodern schip, is dit een goede aanleiding om eens in de historische ontwikkeling van de bootdienst Vlieland-Harlingen te duiken. Voor zover er van enige regelmatige verbinding met de 'vaste wal' sprake was, betrof het de postverbinding van Vlieland, via Texel met Den Helder. Deze Vlie-post werd van 1778 tot 1927 langs deze route uitgevoerd (De Post-, Telegraaf- en Telefoonhistorie van het eiland Vlieland, 2003). De post van Terschelling ging oorspronkelijk ook langs deze route. Het was verder toegestaan passagiers te vervoeren voorzover dat geen vertraging voor de post gaf. In 1856 werd door de inspecteur der Posterijen, Pols, kenbaar gemaakt dat de post van Terschelling m.b.t. de postenloop beter tot Friesland kon behoren, omdat van Terschelling naar Harlingen de vaart, of liever alle omstandigheden om te varen, beter waren. Door de stoombootverbinding van Harlingen naar Amsterdam kon de post soms nog dezelfde dag in Amsterdam aankomen, dus zeker een dag vroeger, terwijl de kosten op deze wijze minder zouden zijn. Toch werd er met dit advies niets gedaan. Hoewel T.B. de Haan in 1862 als eerste een postschuitverbinding met Harlingen startte, bleef de postschuitdienst Terschelling-Vlieland tot 1883 gehandhaafd en uitgevoerd door W. Klijn. Een ander probleem dat in die dagen speelde, was dat de havenmonding van Vlieland verzandde en bij lage waterstand zelfs voor sloep of vlet onbevaarbaar was. En helaas bleek dat de opening van de spoorlijn Harlingen-Leeuwarden op 14 oktober 1863 geen stimulans voor de overheden was om een einde te maken aan de "achterlijke toestand van de verbinding van Terschelling en Vlieland met de vaste wal". Volkomen onverwachts heeft de op Terschelling geboren T.C. Schol in maart 1874 de schroefstoomboot 'Atsjin' gekocht en die tussen Terschelling, Vlieland en de wal ingelegd. Dit schip zou tevens sleep-en bergingswerk verrichten. Schol vroeg vervolgens subsidie aan bij het Rijk en de Staten van Noord-Holland en Friesland voor zijn stoombootdienst tussen de twee eilanden en Harlingen. Vlieland en Terschelling behoorden tot de provincie Noord-Holland en deze was dus de eerst aangewezene om subsidie te verstrekken. Maar omdat het een verbinding met Friesland betrof, was het enthousiasme nooit groot, terwijl de provincie 10
Friesland sowieso geen heil in subsidie zag. Deze houding van de twee provinciale Staten was een steeds terugkerend probleem om aan subsidie te komen. De subsidie kwam echter niet af en Schol ging een contract aan met de Posterijen. Zo kon hij zijn nieuwe schip de 'Koophandel' op 1 april 1875 in de vaart brengen. De dienst functioneerde "zwak" (vaak in reparatie) en toen op 14 april 1876 de 'Koophandel' in de Vliesloot verging en Schol 15 dagen later overleed, was het met de stoombootdienst van Vlieland en Terschelling naar Harlingen afgelopen. De Haan en Klijn konden, in overleg met de Posterijen, hun vroegere diensten weer vervolgen. In 1877 vestigde kapitein Maarten Thomasz en zijn compagnon C. Smit op West-Terschelling een bergingsbedrijf met de radersleepboot 'Adsistent'. Maar een bergingsbedrijf heeft te kampen met sterk wisselende inkomsten en om zich van een regelmatige inkomensbron te verzekeren, vroeg de firma een concessie voor een dienst op Harlingen vanaf Terschelling en Vlieland, en subsidie. Die kwam er niet, mede doordat de hoeveelheid brieven die vervoerd moest worden, zeer gering was. Met de verdrinkingsdood van Thomasz op 28 augustus 1880 kwam aan de zaak abrupt een einde. De Amsterdamse reder A.D. Zur Miihlen nam de 'Adsistent' over, knapte het schip in Amsterdam op met o.a. een nieuwe stoomketel, die de twee oude Engelse ketels verving, en ging vanaf Terschelling sleepdiensten uitvoeren. In 1881 begon ook Zur Miihlen om subsidie te vragen. Nadat uiteindelijk een subsidie van / 13.975,= van het Rijk en de Posterijen was verkregen (nog wel exclusief provinciale subsidie), kon de opening van de nieuwe dienst op 1 juli 1883 worden vastgesteld. De bootdienst werd ondergebracht in de administratieve eenheid 'Stoomboot Reederij Terschelling'. De 'Adsistent' startte de dienst op de beoogde datum; de gebouwde 'Terschelling' kwam op 20 juh 1883 in de vaart. Verder organiseerde Zur Muhlen op Vlieland een "Schuitendienst", die bij gunstig weer op de Vliestroom aansluiting gaf op de stoomboot. Postschipper Klijn werd schipper op de stoomboot, diens zoon schipper op de aansluitende schuitendienst. Maar als het even ging voer de 'Terschelling' zelf langs Vlieland. Elke luxe ontbrak echter aan het scheepje en toen de toerist de kust en de eilanden begon te ontdekken, kwamen al gauw voorstellen van Vlieland en Terschelling om meer luxe aan boord, 's zomers tweemaal de oversteek naar Harlingen en het invoeren van retourbiljet11
ten en een lager tarief voor kinderen. AUeen de invoering van retourbiljetten vond daadwerkelijk plaats. De economische situatie op Vlieland was in die dagen uitermate penibel. Er waren nauwelijks eigen inkomsten, de zeevaart en walvisvaart stelden voor Vlieland als inkomstenbron niet veel meer voor.
De 'Terschelling' zomer 1883 in Amsterdam
In dit alles kwam verandering toen de op Texel geboren Nanning Willem Duinker zich op Vlieland vestigde als schipper-berger in dienst van Dirkzwagers 'Bergings-Maatschappij'. Hij zette zich energiek in voor de economische ontwikkeling van het eiland. Op 18 juni 1895 richtte hij de 'N.V. Noordzeebad Vlieland' op. Hij besefte toen ook dat voor de verdere ontwikkeling van het product 'toerisme' een bootverbinding essentieel was. Een bericht in de Harlinger Courant van 3 mei 1905 vermeldde dat de Vlielanders uit hun isolement veriest waren en er een concurrerende stoombootdienst was ingesteld. De stoomboot, de 'Vlieland', was eigendom van Verschure's Binnenlandsche Stoomboot Maatschappij en voor enige maanden verhuurd aan Duinker, die zelf als gezagvoerder optrad. Een paar dagen later bleek dat de heer F.H Eydman, die zich op Vlieland 12
gevestigd had en op 5 September 1905 als raadslid zou worden geinstalleerd, de eigenaar was. De 'Vlieland' werd flink verbeterd. Mede omdat de boot van Zur Miihlen collectief geboycot werd, bleek de nieuwe bootdienst een succes te zijn: in totaal werden 2600 passagiers tussen mei en September in een dagelijkse dienst vervoerd. Het was voor Duinker en Eydman duidelijk dat buiten het seizoen de bootdienst verre van rendabel zou zijn. Subsidies bleven uit en de winterdienstregeling werd allengs soberder uitgevoerd. Met het vertrek van Eydman op 31 maart 1906 bestond de bootdienst nog maar nauwelijks en werd in de zomer van 1906 opgeheven.
De 'Vlieland' in Harlingen, zomer 1905
In dat jaar begon een omslag in de rechtstreekse bootverbinding Vlieland-Harlingen. Zur Miihlen moest voor de concessie voor zijn postdienst opnieuw subsidie aanvragen. Dat was natuurlijk het moment voor beide Waddeneilanden om te reageren, vooral van de zijde van Vlieland. Op 23 maart 1906 vroeg Zur Muhlen /17.500,= subsidie. Het zwaartepunt in de passagiersdienst was de vervanging van de zeilschuit naar Vlieland door een motorboot, vooral vanwege de geringere diepgang dan
13
'Vlieland', geschilderd door Betzy Akersloot-Berg
een stoomboot, waardoor niet meer op tij gevaren zou moeten worden. B & W van Vlieland vonden het allemaal maar niets, verwoord in een bezwaarschrift, samen met Terschelling ingediend bij hun advies aan GS van Noord-Holland op 2 mei 1906. In de zomer van 1906 bleek echter dat aan C. Bosmans Maatschappij 'Alkmaar-Packet' het postcontract was gegund. Om de verbinding tussen Harlingen en Terschelling over Vlieland uit te voeren, zou een weinig diepgaande raderstoomboot met krachtig stoomvermogen worden gebouwd. Omdat een en ander al veel tijd had gekost, kreeg Zur Miihlen voor het eerste halve jaar van 1907 een subsidie op basis van zijn oude contract. De 'Alkmaar Packet', die al een dienst op Texel uitvoerde, zag de toevoeging van de diensten op Vlieland en Terschelling als een vorm van kapitaalbelegging, ondanks het feit dat de drie diensten niet buiten subsidie konden en dus verliesgevend waren. De problemen stapelden zich echter op. Bosman schafte de retourbiljetten af (een prijsverhoging), terwijl de route naar Terschelling altijd via Vlieland Hep. Dit schoot de Terschellingers (4000 in getal) in het verkeerde keelgat, omdat zij nu altijd langer onderweg waren dan de 700 bewoners van Vlieland. En tenslotte boze Texelaars, omdat ze ruim 14
20 jaar met oncomfortabele raderboten opgescheept zaten, terwijl de twee andere eilanden een gloednieuwe raderboot zouden krijgen.
Minister Kraus
Op 1 juli 1907 startte de bootdienst op Vlieland en Terschelling, met een aangepaste dienstregeling (compromisoplossing) en met de oude tarieven zoals bij Zur Miihlen. De eerste diensten werden door de Texelse Raderboot 'Ada van Holland' gevaren, omdat de nieuwe boot nog niet gereed was. Op 16 September 1907 Hep de nieuwe raderboot 'Minister
Kraus', genoemd naar de Minister van Waterstaat, de haven van WestTerschelling binnen. In het geval dat de 'Minister Kraus' Vlieland niet zou kunnen bereiken (bijvoorbeeld vanwege lage waterstand), kon een kleiner motorvaartuig worden ingezet om ieder geval de postverbinding met het eiland te kunnen uitvoeren. In dit geval bleek dat een blazer (een op een hotter gelijkend visservaartuig) te zijn. Dit schip bleek minder geschikt en werd in 1908 vervangen door een splintemieuw motorvaartuig, de 'Vlieland', dat de passagiers van Vlieland naar Vlieree bracht om op de 'Kraus' over te stappen en andersom. Aan dit overstappen kwam pas in 1962 een einde. In de lange reeks van volgende jaren bleven de problemen tussen de eilanden en Bosman bestaan of namen toe. De N.V. TESO (Texels Eigen 15
Stoomboot Ondememing) werd opgericht en de nieuwe reserveboot (een schroefboot), ex 'Alkmaar Packet 6', de 'Prinses Juliana' kwam in dienst
VLIELAND.
Motorboot 'Tobbe'
AANKOMST
MOTORBOOT
'Vlieland', bijgenaamd 'Het Motortje', of ook wel 'Hobbelende geit', of wel
zodat, vooral met ijsgang, de dienst kon worden uitgevoerd. De raderboot bleek te kwetsbaar bij ijsgang. Tenslotte bracht Bosman de zomerdienst in 1909 terug tot een dienst per dag; een breekijzer om meer subsidie te verkrijgen. Deze verslechtering duurde tot 1914, toen Waterstaat bereid bleek de dubbele dienst wel te willen subsidieren, maar dan te beginnen in 1915. Maar de mobilisatie 1914-1918 veranderde de situatie aanzienlijk en droeg bij aan het geruzie tussen de eilanden en de Alkmaarder Rederij. De voorraad steenkool was te klein en dientengevolge werd het aantal diensten gereduceerd, terwijl de kolenprijzen ook nog gingen stijgen. De protesten en de petities van de eilanden bleven onverminderd doorgaan. Op verzoek van de Provincie Noord-HoUand werd de eilander bootdienst, vanwege ondoorzichtig gerommel in de boekhouding van 'Alkmaar Packet', losgekoppeld en werd op 29 november 1921 de 'N.V. Terschellinger Stoombootmaatschappij' opgericht, 100% dochter van de 'Alkmaar Packet'. De beide eilanden bleven echter ontevreden en wegen 16
'Primes Juliana'
werden gezocht om, net als op Texel, een eigen ondememing op te richten. Op 5 juU 1923 werd de TSM verkocht aan de N.V. Scheepvaart Maatschappij G. Doeksen & Zonen, gevestigd op Terschelling, waarmee de bootdienst defmitief een eilander zaak was geworden. De nieuwe ondememing ging aan de slag en de inkomsten stegen langzaam. Het toerisme nam in die jaren sterk toe, maar onvoldoende om de zo noodzakelijke nieuwe schroefboot te kunnen bekostigen. Het wachten was op de toerist uit het Westen, die over de Afsluitdijk een aantrekkelijke verbinding met Harlingen zou krijgen, hetgeen nog enkele jaren zou duren. In het voorjaar van 1933 werd de wegverbinding over de Afsluitdijk geopend. In de zomer van 1929 bleek dat de capaciteit van de bootdienst te klein was. De 'Vlieland' mocht van de Scheepvaartinspectie niet meer dan 110 passagiers aan boord hebben, terwijl het aanbod soms 150-200 passagiers was. Een groter schip inzetten leidde tot de vraag om subsidieverhoging, die echter voor de zoveelste keer door de provincie werd afgewezen. Met de aanschaf van de bergingssleepboot 'Holland', begin 1931, die met een demontabele salon dan ook als passagierboot kon ftinctioneren en met 16 knopen een snel schip was, werd de dienst verbeterd. Tevens werd de kleine 'Vlieland' vervangen door de omgebouwde 'Stortemelk ir, voor vervoer van Vlieland naar Vlieree v.v. en die's winters,
17
S.S.„Holland" sneldienst Terschellwg-Viieland-Harlmgw
'Holland'
net als de 'Holland' in de berging werd gebruikt. Dat jaar speelde de TSM, ondanks de forse investeringen en geen extra subsidie, quitte. Door de grote bekendheid die aan het project werd gegeven, was de vervoersstroom sterk toegenomen. In 1932 werd de TSM geconfronteerd met concurrentie van Johannes Kool uit Medemblik met zijn 'Stoomboot Ondememing IJselmeer'. Op 25 juni van dat jaar opende Kool een tweedaagse bootdienst tussen Den Helder, Oudeschild, Vlieland en Terschelling met de 'IJselmeer F, overigens zonder subsidie van Provinciale Staten. Nadat het een succes was gebleken, reageerde TSM door ook op deze dienst te gaan varen en op dezelfde dagen als Kool maar dan in tegenovergestelde richting en op zondag, als Kool niet voer. TSM startte op 19 augustus maar stopte alweer op 3 oktober. Na de succesvolle start kreeg Kool te maken met teruglopend vervoer en ging verlies lijden. Op 2 maart 1933 werd de 'Stoomboot Ondememing IJselmeer' met twee schepen, waaronder de in 'Waddenzee' herdoopte ex-'Terschelling', opgekocht. De maatschappij werd ondergebracht in de N.V. 'Sleepboot Stortemelk IF en de 'Terschelling' kreeg de Latijnse naam 'Vlielandiae', later gewoon 'Vlielandia'. De dienst Terschelling-Den Helder heeft een paar jaar standgehouden en is tenslotte eind augustus 1936 gestopt. 18
De eilanderdienst op Harlingen werd zo populair dat er naar een nieuw schip werd gezocht omdat, de vaak ingezette 'Minister Kraus' te traag was en verder op alle fronten de vergelijking met de 'Holland' op geen enkel punt kon doorstaan. Een onverwachte mogelijkheid bood zich in 1933 aan. TSM kon van de 'Provinciale Stoombootdiensten', die op de Westerschelde voer, voor een uitermate lage prijs twee overtoUige schepen, die zeer goed onderhouden waren, ovememen hetgeen in 1934 uiteindelijk geschiedde. Ze werden gedoopt in 'Noord-Nederland' en 'Schellingerland'. De Vlieland-Harlingen dienst bleef echter steeds problemen geven. 's Zomers voer de 'Schellingerland' de dienst, maar de vervoerscapaciteit was te groot terwijl's winters de 'Stortemelk' voer, die te klein was. Om dit rendabel te krijgen werd een nieuw schip met een dieselmotor gebouwd. De nieuwe 'Vlieland' werd op 6 oktober 1937 gedoopt en te water gelaten en kwam op 18 mei 1938 in dienst. De oude 'Vlieland' was inmiddels omgedoopt tot 'Oost-Vlieland' en aan het bergingsbedrijf toegevoegd. Eind 1938 gingen de 'Vlielandia' en de 'Prinses Juliana' naar de sloop. -
»,$. ..Noord-Nedeffi
' " vsuM^Bfim!^
'Noord-Nederland'
Tijdens de Tweede Wereldoorlog was de bootdienst een zeer onregelmatige aangelegenheid, omdat schepen naar believen werden gevorderd. Mijnengevaar en een paar strenge winters maakten het er allemaal niet gemakkelijker op. Na de bevrijdingsdag, die op de eilanden (veel) later 19
kwam dan voor de rest van Nederland, kwam de bootdienst en het noodzakelijke toerisme maar zeer langzaam weer op gang. Vanaf 23 juli 1945 werd de postdienst weer dagelijks met de 'Vlieland' uitgevoerd. Vanaf 23 augustus was de passagiersdienst (weliswaar eenmaal daags) weer normaal: met de 'Vlieland' naar de Vlieree en daar overstappen op de Noord-Nederland naar Harlingen. In 1946 werd er's zomers weer een dubbeldaagse dienst onderhouden. Op 14 juni 1947 werd er weer een nieuw schip aan de vloot toegevoegd, de 'Holland', een voormalige Engelse korvet. Dit schip werd's zomers als passagiersschip ingezet en was's winters werkzaam in de berging. Het ideaal van TSM was echter een nieuw, groot passagiersschip van Terschelling naar Harlingen en een kleiner schip vanaf Vlieland, waarbij 's winters moest worden overgestapt en 's zomers rechtstreeks naar Harlingen gevaren kon worden, en daarbij, een fatsoenlijk reserveschip. Door staalgebrek kon er vooralsnog geen nieuw passagiersschip worden gebouwd, wel een nieuwe sleper. Zo kwam dan op 6 december 1951 de nieuwe 'Holland' in dienst. De structurele vervoerstoename door het toerisme in de zomer werd pas op 16 juni 1956 opgelost met de indienstname van een nieuw
r
T"!*''
'VlielanJ" mei Jiclile verscluin.siiig
20
'Vlielaiul' met slaaf railing
schip, de 'Friesland' die op Terschelling-Harlingen ging varen. Het vrachtvervoer ging met eigen beurtschepen van Doeksen; vooral het fietsentransport ging 's zomers vaak apart. Op 6 juni 1962 kwam de nieuwe 'Oost-Vlieland' in dienst. Het overstappen op Vlieree werd een uitzondering en is na 1964 niet meer voorgekomen.
'Vlieland' in het ijs, waarschijnlijk 1942
21
'Oost-Vlieland'
In de zomermaanden bleef de 'Vlieland' dubbele diensten op de dinsdagen, woensdagen en donderdagen van Vlieland naar Terschelling varen, terwijl in de winter een dubbele dienst op de woensdagen werd uitgevoerd. Deze diensten werden, omdat ze niet rendabel waren, per 23 januari 1980 gestaakt. In de strenge winter '62-'63 dreigden de beide eilanden gei'soleerd te raken. De Oost-Vlieland die buitenom naar IJmuiden voer vanwege de zware ijsgang in de Waddenzee (evenals de 'Vlieland' in de strenge winters van '47 en '56 had gedaan) bleef buiten voor het Schuitengat liggen; de 'Stortemelk 11' en de 'Vlieland' verzorgden de pendeldiensten naar de beide eilanden, terwijl de slepers van Doeksen de havens open hidden. De jaren zestig stonden in het teken van het toenemende toerisme naar de eilanden. Vooral de toename in het aantal auto's naar Terschelling vormde een probleem en ook de opkomst van de milieubeweging, waardoor bijvoorbeeld de gemeenteraad van Terschelling het autoverkeer in de zomer op het eiland wilde beperken. TSM ging op zoek naar een boot met een koplading voorziening (Ro-Ro) en een uiterst snelle passagiersboot. Op 12 oktober 1973 kwam de 'Koegelwieck' in de vaart, terwijl vrijwel tegelijkertijd de eerste oliecrisis uitbrak. De tarieven gingen 22
fors omhoog; er werd een olietoeslag berekend. Op 26 maart 1975 kwam de 'Rheinland' onder de naam 'Midsland' in de vaart en was de kopladingsdienst Terschelling-Harlingen een feit. Omdat er voor de 'Midsland' geen vervanging was, werd in 1976 in Denemarken een schip van gelijke capaciteit gekocht, de 'Primula'. Onder de naam 'Noord-Nederland maakte het schip op 23 maart 1977 een proefvaart tussen Terschelling en Harlingen. Tot grote schrik bleek de vaartijd zeven kwartier te zijn wat gezien de voor het schip opgegeven snelheid bar tegenviel. De 'NoordNederland' bleek een schip voor diep water, waarin het uitstekend Hep. Maar de diepgang was voor het bedoelde traject te groot, zodat het schip zijn snelheid niet haalde. De 'Noord-Nederland' bleek niet in staat de gewone dienstregeling te varen. De 'Noord-Nederland' was een bakbeest van een schip, dat daarom de bijnaam 'de Bereboot' kreeg (naar een toen populaire kinder TV-serie).
De
'Noord-Nederland'
Problemen van allerlei aard maakten de financiele positie van TSM verontrustend. Om de druk op de overheid voor steun te verhogen werd begin 1980 aangekondigd dat de tarieven verhoogd en de dienstregeling ingekrompen gingen worden. Het werd hoog gespeeld; de Tweede Kamer bemoeide zich ermee. In 1981 werden de 'Schellingerland' en de oude motorboot 'Vlieland' verkocht en het Duitse schip 'Ostfriesland' aan23
geschaft, dat pas op 15 februari 1983 in de vaart kwam onder de naam 'Schellingerland'. De 'Midsland' werd op 13 juli 1983 op de dienst naar Vlieland ingezet, terwijl daama de 'Oost-Vlieland' aan bakboord achteruit een oprijdek kreeg, waarmee het schip aan kopladingssteigers kon aanleggen. De 'Oost-Vlieland' kon nu in de winter als reserve dienen. In 1987 werd de 'Midsland', ondertussen omgedoopt tot 'Vlieland', grondig gerenoveerd. TSM sloot een convenant af met Verkeer & Waterstaat en de gemeenten Vlieland en Terschelling, met als gevolg dat er een order geplaatst kon worden voor een nieuw schip dat 'Friesland' zou gaan heten.
'Koegelwieck; 1973
Ondertussen werd in mei 1990 de 'Noord-Nederland' verkocht. Ze werd op eigen kracht naar Lagos, Nigeria, gevaren. Na wat strubbelingen met RWS werd op 30 juni 1989 de 'Friesland' op de dienst Terschelling-Harlingen gezet. De 'Koegelwieck' had ondertussen haar, door de werf voorziene, levensduur al met zeven jaar overschreden en begon duidelijk tekenen van slijtage te vertonen. Op 3 juli 1990 kwam de nieuwe snelboot in dienst, de 'Stuifdijk'. Het schip was geen succes en werd ingeruild voor een nieuwe, nog grotere catamaran. De nieuwe 'Koegelwieck' werd op 7 juli 1992 in dienst genomen. 24
'Vlieland'. ex-'Midsland'
'Koegelwieck; 1992
De 'Schellingerland' werd, na een uitgebreide renovatie, op 25 mei 1994 onder de naam 'Oost-Vlieland' op de dienst Vlieland-Harlingen ingezet. Tevens kocht TSM de 'Rheinland' aan op 1 november 1993. Na een grondige opknapbeurt werd deze op 9 december 1993 als 'Midsland' 25
in gebruik genomen. De 'Midsland' is de reserveboot van Doeksen geworden en vaart ook regelmatig op Vlieland. De interinsulaire dienst zou weer worden opgestart en door de snelle 'Koegelwieck' worden uitgevoerd. De 'Oost-Vlieland' wordt dus binnenkort vervangen door de 'Vlieland'.
'Oost-Vlieland',
ex-'Schellingerland'
Bronnen: Boot, W.J.J. Schepen, 1998.
Schelpen,
Huijsman, N. De Post-, Telegraaf-
Schuitengat.
en Telefoonhistorie
CHVEF, Vlieland, 2003. Website: www.schepenvandoeksen.nl Drost, F. Passagieren
Uitg. Van Wijnen, Franeker,
op de Wadden.
van het eiland
Vlieland.
Flevodruk, Harlingen, 1980.
de zee de marmren zee is zo waanzinnig mooi dat ik niet weet of ik haar moet beschrijven als bruine spiegel lichtblauw van de lucht in golven gebroken, of als broedplaats van metaforen en ander leven, zout als de liefde. Hannes Meinkema 'Het persoonlijke is poezie (1981) 26
Over boeken. Erik van Ommen. Het is al weer enige tijd geleden dat we op Vlieland lets van Erik van Ommen gemerkt hebben. In 1993 kwam hij naar Vlieland om schetsen te maken van de Kroonspolders. Dit resulteerde in een tentoonstelling 'Kroon-Juwelen' in het bezoekerscentrum "De Noordwester" op Vlieland van 19 juni-29 oktober 1993. In het schetsenboekje dat naar aanleiding van deze tentoonstelling is gemaakt,mede dankzij de steun van een aantal Vlielanders, waaronder mevr.Van Terwisga, de familie Groot, de familie Hacke, Bert Huiskes en Gradus Lemmen, schrijft Gerben Wynia in zijn inleiding over de dijk langs het Posthuyswad: 'Deze plek, dit uitzicht - door getijden bepaald en toch zo tijdloos. Een plek om tot jezelf te komen? Wellicht. Voor alles een plek om jezelfkwijt te raken. Zo veel licht, zo veel ruimte'. Helaas is dit boekje uitverkocht. Erik van Ommen is doorgegaan met het buiten schetsen en schilderen. Met een telescoop bestudeert hij het gedrag van zijn onderwerp. Veel aquarellen en tekeningen werkt hij ter plaatse uit. Hij is na zijn afstuderen in 1983 aan de ABK-Minerva in Groningen eerst veel in en rond het Waddengebied gaan werken, maar heeft nu zijn werkgebied over de hele wereld uitgebreid. Een voorbeeld daarvan is zijn nieuwste boek over de grauwe kiekendieven van het Oldambt in Groningen (2004). Hij heeft deze zeldzame roofvogels met zijn schetsboek gevolgd op hun jaarlijkse trek van Europa naar de overwinteringgebieden in West-Afrika. Het is een prachtig boek geworden met zo'n 300 fraaie illustraties. De sfeervolle tekst daarbij is geschreven door Koos Dijksterhuis. Erik van Ommen heeft in de jaren hiervoor een aantal gidsen geillustreerd, o.a. de Wadgids- veldgids voor de waddenzee- uit 1998, met meer dan 120 afbeeldingen in kleur en in 2003 de 'Strandgids-veldgids voor de Noordzeekust', beide boeken in samenwerking met Arthur Oosterbaan van Ecomare op Texel, die de teksten schreef (Uitgeverij Ecomare). Nieuw is verder 'Wadden in beweging', een prachtig fotoboek, waarin de fotograaf Rob de Wind u meeneemt naar bekende en onverwachte plekjes in het waddengebied. Frans Buissink is verantwoordehjk voor de 27
teksten in dit boek, dat voor zowel bezoekers als bewoners van dit unieke natuurgebied geschreven is (Uitgeverij Terra Lannoo bv).
Klutit, Erik van Ommen in 'Vogels op water en slik"\
28
Doelstelling van de Cultuur Historische Vereniging Eyiandt Flielandt De vereniging heeft ten doel: a. het wekken van belangstelling voor en bevorderen van de kennis van de geschiedenis van Vlieland. b. het bijeenbrengen, in eigendom verwerven en tentoonstellen van voorwerpen en geschriften betrekking hebbende op de geschiedenis van Vlieland, alsmede het beheer van de hieronder vallende bezittingen van de vereniging. c. het bevorderen van de bescherming van de cultuur historische bepaalde sfeer op het eiland, en in het dorp Oost-Vlieland in het bijzonder. d. het bevorderen van de uitwendige en inwendige instandhouding van reeds bestaande cultuurhistorische monumenten op Vlieland. e. het bevorderen van het verwerven, behoud en restaureren van collecties op Vlieland. f. het verlenen van steun, in de meest uitgebreide zin van het woord, aan het museum "Tromp's Huys", hiema te noemen: "het Museum". De vereniging tracht dit doel met alle wettige middelen te verwezenlijken, onder meer door: • Het verrichten van sponsoractiviteiten ten behoeve van de vereniging en het Museum. • Het geven van adviezen aan het Museum. • Het bevorderen van vrijwilligerswerk ten behoeve van het Museum. • Het verzorgen van publicaties. • Het organiseren van (studie) bijeenkomsten. • Het zonodig voeren van procedures om de onder b en vennelde doeleinden te bewerkstelligen. • Alsmede alle overige wettelijke middelen die het bestuur voor het bereiken van de doelstelling nodig acht, of daartoe bevorderlijk kunnen zijn. Contributie Het contributiebedrag van de C.H.V. is gesteld op € 12,= per jaar; buiten Vlieland € 14,= per jaar. U ontvangt hiervoor een acceptgiro. Wilt U geen gebruik maken van de acceptgiro, dan kunt U Uw contributie overmaken op bankrekening 36.76.50.029 t.n.v. Eyiandt Flielandt.
Orgaan van de CuCtuur Historische Vereniging "Eytandt FOeiandt" Viietand