Orgaan van de Cultuur Historische Vereniging "Tromp's Huys", Vlieland Redactie:
H.P. de Nijs Nieuwestraat29 8899 AR V L I E L A N D Tel./fax: 0562-451889
Achtste jaargang, nr. 1, maart 1998 Het auteursrecht/copyright van de inhoud van dit blad berust uitsluitend bij de Cultuur Historische Vereniging "Tromp's Huys", Vlieland. Wanneer artikelen de naam van een auteur dragen, berust het auteursrecht bij de auteur.
TNHOUDSOPGAVE
Pagina
J A A R V E R G A D E R I N G WOENSDAG 21 A P R I L 1998
2
J A A R V E R S L A G PENNINGMEESTER
3
JAARVERSLAG SECRETARIS
3
G A S T E N SCHBLDEREN VLBELAND 1997
.4
TENTOONSTELLING VLIELANDER AMATEURS
4
•
P R A C H T I G E AANWINST TROMP'S HUYS
5
VAN ONZE L E D E N : Dhr. J . Smit, Terschelling......................^.......................^....»...6 Dhr. H. Van Tiggelen, Umuiden
. . . . . . —
D E STRANDING VAN D E ' P E R L E N '
........
8
9
DE T I E N J A R E N De heer B. Huiskes, conservator Tromp's Hiiys........................l2 ACTIEF CONSERVEREN De heer B. Huiskes, conservator Tromp's Huys........................I5 D E M E M O I R E S VAN DONIA
18
INLEVEREN KOPIJ.
20
NEEUWE L E D E N : GRATIS Z E E K A A R T .
20
CC)^^1^]RJBUTI£«**«*»*******«*«*«***«*«***««*«*****«*****»*******M«**«****««»«M»M«**M*»«»21
DOELSTELLING
21
BESTUURSSAMENSTELLING
.21
1
J A A R V E R G A D E R I N G W O E N S D AG 21 A P R I L 1998 Op dinsdag 21 april 1998 om 20.00 uur zai de Jaarvergadering van de Cultuur Historische Vereniging "Tromp's Huys" worden gehouden in Hotel Golfzang, Dorpsstraat 1-3 op Vlieland. Agenda 1.
Opening en inieiding voorzitter
2.
Notulen jaarvergadering 23 april 1997*
3.
Jaarverslag secretaris
4.
Jaarrekening 1997 penningmeester met toelichting
5.
Begroting 1999
6.
Verslag kascommissie en benoeming nieuwe kascommissie
7.
Bestuursverkiezing
8.
Bestuursmededelingen
9.
Voorstel aan de leden tot machtiging bestuur inzake bezwaar maken bij verbouwing historische gebouwen
10.
Rondvraag
11.
Sluiting officiele gedeelte
12.
Lezing: onderwerp nog in beraad
* Deze notulen vindt u als een aparte bijiage bij dit nummer.
Toelichting aaendapunt 7 Conform het vastgestelde rooster zullen de dames Van der Pol-Reinders (herkiesbaar) en Van de Woestijne-de Pagter (niet-herkiesbaar) als bestuurslid aftreden. Kandidaten zijn mevrouw T. Bijtelaar-te Velde en de heer A. Nanninga. Beide personen hebben reeds enkele maanden meegedraaid in het bestuur.
2
JAARVERSLAG PENNINGMEESTER 1997 Het ledenaantai per eind 1997 bedraagt 244, waarvan 119 niet op Vlieland woonachtig zijn. De contributie-ini
Mevr. M. Van der Pol-Reinders.
JAARVERSLAG SECRETARIS In de uitgaven "Tien Eeuwen Eijiandt Flielandt" van 1997 heeft u kennis kunnen nemen van onze activiteiten. Als jaarverslag menen wij u daarnaar te mogen verwijzen. De meer cijfermatige gegevens vindt u reeds onder het hoofd 'Jaarverslag Penningmeester".
3
GASTEN SCHILDEREN VLIELAND 1997-1998 Graag wijzen wij u op de op maandag 10 oktober jl. geopende tentoonstelling "Gasten schilderen Vlieland 1997-1998". Vanaf deze datum kregen alle bezoekers een stembiljet uitgereikt en werd een ieder uitgenodigd een oordeel te geven. De tentoonstelling is t/m woensdag 25 maart 1998 voor het publiek opengesteld. De prijsuitreiking is vastgesteld op vrijdag 27 maart 1998 om 14.30 uur. Kort voor deze datum zai de stembus sluiten en wij hopen dan dat veel van de deelnemers naar Vlieland kunnen komen om bij het bekendmaken van de uitslag van de stemmen en de prijsuitreiking aanwezig te kunnen zijn. Uiteraard ontvangen alle deelnemers nog een persoonlijke uitnodiging voor de prijsuitreiking. Wij nodigen u dan ook uit deze tentoonstelling, voor zover u dat nog niet heeft kunnen doen, te gaan bekijken en uw stem uit te brengen op de, naar uw persoonlijke mening, mooiste weergave van het eiland Vlieland. Voor een overzicht van alle deelne(e)m(st)ers en hun tentoongestelde werken verwijzen u graag naar museum "Tromp's Huys, tel. 0562-451600: daar is een lijst van alle deelne(e)m(st)ers en hun werken verkrijgbaar.
T E N T O O N S T E L L I N G " V L I E L A N D E R A M A T E U R S 1998/1999" Op 16 oktober 1998 wordt de tentoonstelling "Vlielander Amateurs 1998/1999" geopend, weike zaI lopen tot 11 april 1999. De sluitingsdatum voor het inzenden van een of meer stukken is gesteld op, 16 September 1998, opgave van deelneming met vermelding van aantal in te zenden stukken kan tot 9 oktober a.s. Vroegere deelnemers ontvangen nog een persoonlijke uitnodiging.
4
Van onze leden In het voorwoord van het artikel 'De Memoires van Donia' in onze vorige editie, werd er geschreven over de 'loodsen'familie Blom, met name Gerrit Blom, ook wel 'Kokje' genoemd. Hij was postrijder tussen Oost-Vlieland en het Posthuis. Ons Hd, de heer I. Smit te Terschelling, treft in dit schrijven herkenbare situaties aan en weet zich nog veel te herinneren uit de tijd dat hij op Vlieland woonachtig was (begin jaren '20). Tot ons genoegen heeft de heer Smit ons enkele foto's uit die tijd geschonken, welke wij hier met plezier plaatsen.
Het oude posthuis
6
Prachtige aanwinst voor Tromp's Huys Dankzij het Provinciaal Museum van Drenthe is het museum Tromp's Huys in het bezit gekomen van een aantal prachtige tekeningen en etsai van Johannes Mattheus Graadt van Roggen, die van 1867 tot 1959 leefde. De Drentse "Stichting Schone Kunsten rond 1900" verzamelt sinds 1964 beeldende kunst en kunstnijverheid van kunstenaars die tussen 1880 en 1920 tot de vemieuwers behoorden. Inmiddels heeft deze stichting haar werkterrein verbreed tot het jaar 1940. De initiatiefeemers voor deze stichting waren de naaste femilieledai van kunstenaars die iirhmtijd modem waroi. Zij brachten veel werk in en de zo ontstane omvangrijke verzameling is sinds 1974 in het Drents Museum te Assffli ondergebracht. De band met de museumstaf m het provinciaal bestuur van Drenthe is zo hecht geworden dat de Stichting Schone Kunsten haar bezit in 1983 heeft overgedragen aan de Provincie, die voor een goad beheer ea museale huisvesting zorgt. Toen de heer Graadt van Rogg|ffli in 1959 kwam te Een van de prachtige dorpsgezichten, overlijden, kwamoi de tekaningen en etsen in het getekend begin 1900. bezit van zijn doditer, mevrouw C.S. BloemGraadt van Roggen. Mevrouw Bloem overfeed in 1996 &i schonk de kunstwerken aan het Drents Museum. Dit museum heeft voor een aantal werken van dit omvangrijke legaat een passende omgeving gezocht. Omdat Graadt van Roggai vanaf 1916 tot 1953 als gast veel op Vlieland kwam, heeft hij verschillende tekeningen (onder andere dorpsgezichten van het toaunalige dorp) gOTiaakt. Deze voor Vlieland zeer bijzondere tekeningen zijn via het Draits Museum aan het Tromp's Huys geschonken. Het eilander museum was al in het bezit van een paar kunstwerken van Graadt van Roggai, maar is zeer blij met deze aanwinst.
5
f
Met andere ogen Met andere ogen zal ik voortaan kijken naar de schilderijen en tekeningen die Betzy Akersloot-Berg maakte n.a.v. het stranden en vergaan van de Noorse Bark 'Perlen' in de nacht van 29-30 november 1897 op de Vliehors. Dergelijke tekeningen en schilderijen maken is een kimst op zich, in mijn verbeelding zie ik de schilderes de ene schets na de andere maken in een vliegende storm en zichzelf zo goed mogelijk uit de wind zien te houden. Als badgast heb Lk een beetje ervaring met wind en storm op Vlieland en weet dat het aardig te keer kan gaan, om dan op de Vliehors nog te gaan schetsen moet je heel erg geinspireerd zijn. Hoe ik ertoe gekomen ben dit op te schrijven is het feit dat ik kort geleden twee boekjes kocht voor mijn Vlieland verzameling, een uitgave van de Reddingboot no. 97 december 1964, een themanummer over het reddingswezai op Vlieland. In allebei de uitgaven staat een verslag van de redding, opgemaakt door een toevallig te Vlieland aanwezige zee-officier, die zijn verslag stuurde aan Charles Boissevain, hoofdredacteur van het Algemeen Handelsblad. Deze nam het verslag op in de krant en schreef erbij: "Zij die het gevaar dat de zeeman loopt niet van nabij kennen, kunnen waarschijnlijk niet begrijpen wat er is omgegaan in de harten van de vele zeelieden en oud-zeelieden, die daar op het strand getuige waren van het lijden der schipbreukelingen en de volharding der redders. Wij brengen de helden van het Hollandse strand dank en hulde voor hun meed en volharding." Lezende het verslag kom je tot de conclusie dat er aardig wat kunstwerken zijn geleverd n.a.v. de stranding, diverse tekeningen een schilderijen, waarvan het topstuk, een schilderij van de stranding hangt in de werkkamer van minister Voorhoeve en het grootste kunststuk, de redding van de schipbreukelingen. Door de Noorse regering zijn aan de redders (de namen treft u in het hiernavolgend artikel. Red.) van de Perlen voor hun Kunststuk medailles verleend. Dit voorval van honderd jaar geleden heeft dus niet alleen mooie schilderijen en tekeningen opgeleverd, maar ook een mooi verslag over een gedurfde redding waar ik voortaan aan zal moeten denken als ik een of meerdere tekeningen en schilderijen bekijk in het Tromp's Huys. Hans van Tiggelen Umuiden. Het leek ons gepast dit schrijven te vervolgen met een beschrijving van genoemde stranding. Onze dank gaat uit naar de auteur van dit artikel, de heer D. Bruin Azn., lid van onze vereniging en tevens beheerder van Vlieland's Centrum voor Informatie en Educatie 'De Noordwester'. 8
De stranding \m de Terlen^ De driemastbark Perlen is op Vlieland met name bekend doordat de stranding van dit schip door de Noorse zeeschilderes Betzy Akersloot-Berg op canvas is vastgelegd. De verhalen die op Vlieland bekend zijn over Perlen gaan dan vaker ook over Betzy Akersloot-Berg dan over het schip zelf. Maar er valt ook heel wat te vertellen over het schip zelf en de redding van de bemanning. In het wrakkenregister van Rijkswaterstaat staat Perlen vermeld als wrak nummer 101. Verder blijkt dat Perlen op 30 november 1897 in positie 53.15,4N en 4.55,7 O is vergaan. Deze positie is enige honderden meters uit de kant tussen kam G en F (begin Vliehors). Voorts wordt duidelijk dat het schip was geladen met lijnkoeken en dat ze onder commando stond van Kapitein B. Olsen. Om nog aanvullende informatie te verkrijgen over de bark Perlen werd contact opgenomen met het Nationaal Scheepvaartmuseum van het land van heikomst van Perlen, het Norsk Sjeffertsmuseum in Oslo. Vanuit Oslo weet men te melden dat Perlen in 1891 op de werf van Ambjom Berkeland in Stavanger is gebouwd in opdracht van K.S. Bertelsen naar een ontwerp van Knud Nielsen. Perlen was een driemastbark van 303 bruto registerton, met em laigte van 45 meter. De eerste vier jaar voer Perlen op BraziUe en Argentinie, toen onder gezag van kapitein K. Gundersen. In 1896/1897 zeilde de Perlai van Port Elizabeth naar Celebes en Java en van Java weer terug naar twee havais op Celebes; Padang en Gorontalo. In 1897 voer Perlen weer van Gorontalo naar Marseille. Nadat Perlai weer in Marseille haar lading had gelost zou zij op weg gaan naar Helsingborg. Maar aiige tijd na het verlatai van de haven van Marseille werd de Perlai overvallati door De bark "Perlen"' een zware storm
9
waarin 2dj een groot gedeelte van haar tuigage verloor. Met het restant van de tuigage zeilde de Perlen naar Gibraltar. In Gibraltar werd besloten dat de Perlen naar Amsterdam gesleept moest worden. Voor de kust van Vlieland brak de sleeptros en dreef de Perlen naar de kust alwaar het schip tot wrak sloeg. De wrakresten werden tijdens een veiling in januari 1898 voor 608 gulden verkocht. Een verslag van de stranding staat onder meer verwoord in "Het Algemeen Handelsblad' van december 1897 en hieruit ontlenen we het volgende; "Er woedde een hevige nocrdwesterstorm. In de nacht van 29 op 30 november 1897 zag kustwacht Eijerland noodseinen in derichtingvan de Vliehors. Kustwacht Vlieland werd gealarmeerd die op haar beurt de Vlielandse reddingscommissie inhchtte. Om half drie in de morgen vertrok de reddingsploeg met acht paarden naar het Posthuis. Het was zeer donker en het gedeeltelijk ondergelopen pad was met grote buiten zeewier bedekt die de voortgang hinderde. Het was twee uur hard werken voordat men bij het Posthuis aankwam. De reddingboot stond al buiten, de paarden werden ingespannen en in het licht van enigeflambouwenzocht en vond men de weg door de duinen. Enkele mannen waren vooruit gezonden en deze meldden dat ze geluidsseinen hoorden. Tegen half zes bereikte men de Vliehors. Men zag het vage siUiouet van een midden in de branding zittend schip dat reeds totaal tot wrak was geslagen. Het voorschip lag geheel onder water, alleen de hut en de Spiegel waren nog te zien. De afgeknapte bezaansmast lag over boord; de grote mast was helemaal verdwenen. Alleen de fokkemast met de gekaalde ra's stond nog overeind. Vijf mannen klemden zich vast in het fokicewant. Achter op de hut tegen de bezaansmast ontdekte men nog vijf man. Ze bevonden zich in een zeer benarde positie en moesten zich stevig vastklemmen, omdat de branding met niets ontziende, razend geweld over het wrak joeg. Om 7 uur gleed de reddingboot van de wagen. De roeiers trokken met alle kracht aan de riemen maar de reddingboot werd door de sterke vloedstroom in oostelijke richting getrokken zodat de mannen het wrak niet kond^ bereiken. De boot werd weer op de wagen getrokken en een heel stuk westelijker de Hors opgebracht. Ook de tweede poging mislukte. Vlakbij de achtersteven van de Perlen aangekomen joeg een zware zee de reddingboot weer om de oost. De reddingcommissie moest toen het moeilijke besluit nemen op te wachten op de kentering van het tij. Om de schipbreukelingen niet te ontmoedigen, liet men de reddingboot op de Vliehors achter, terwijl de roeiers zelf naar het Posthuis liepen om droge kleren aan te trekken en zich te verwarmen. De toestand verslechterde echter, want tegen half twaalf was de wind geruimd en aangewakkerd en teisterden zware buien de nog ruwer wordende zee. Op het strand aangekomen bleken de schipbreukelingen nog steeds op dezelfde 10
plaats te zitten. Een man was kennelijk uitgeput. Een zich hoger in het want bevindende matroos daalde af en bond de man vast. Voor de derde keer ging de reddingboot in zee. Ze kwam vlak bij het wrak; een man stond al klaar om een lijn over te gooien. Rond het schip stond een sterke stroom en bij het achterschip werd deze zo krachtig, dat vlak voordat de hjn overgegooid kon worden, de boot, mede door de sterke ebstroom, weer om de west werd gejaagd. Weer moest er naar het strand worden teruggekeerd. Het werd een zeer zware reddingsactie. Nog maar liefst vier maal werd een vertwijfelde poging ondemomen om de Perlen te bereiken. Alle vier keren mislukte dit. Sommige van de Vlielander roeiers hadden reeds te veel van hun krachten gevergd en anderoi namai hun plaats in. Het resultaat bleef echter nihil. Toen werd besloten om het vuurpijltoestel te proberen een lijn over het wrak te schietoi, teneinde een lijnverbinding tot stand te brengen. De eerste vuurpijl stoof rakelings langs de fokkemast, maar de schipbreukelingen konden de lijn niet te pakken krijgm. Een tweede pijl werd afgeschoten maar weer kwam de lijnverbinding niet tot stand. De roeiers gaven de moed niet op. Voor de achtste maal trokken de paarden de reddingbootwagen de branding in. Het was iimiiddels al half vier in de middag. De spaiming steeg ten top. Als ook deze poging mislukte, zou er vrijwel geen kans bestaan om de praktisch geheel uitgeputte schipbreukelingen te redden. Daar gingen de roeiers, met de wetenschap dat als het deze keer mislukte het ergste moest worden gevreesd. Schipper C.G. Bakker en zijn mannen wisten vlak bij het achterschip te komen. Een werpdreg werd overgegooid. Mis. Gelukkig wierp echter een schipbreukeling een lijn naar de reddingboot. Die lijn werd gepakt en de boot kon naar het wrak getrokken worden. Negen doodvermoeide q)varaidm zagai kans in de reddingboot te springen. Alleen de in het want hangende timmerman, de 55-jarige Zweed Martin Petterson, bleef achter. Hij had als enige de ramp niet overleefd. De redding was te danken aan de onvolprezen moed van een achttal Vlielanders; schipper C.G. Bakker, K.H. Visser, L. Timmerman, J. List, J. Jonkman, F. Dekker, Y. Jonkman, en G. Rab. Deze maimen hadden alle acht tochten geroeid. Verder hadden nog meegeroeid: J.F. Rab, D Smit, J. Molenaar, Th. de Gorter, R. de Gorter, H. Selser en A. List. Tegen zeven uur's avonds kwamen de leden van de reddingcommissie, roeiers, voerlieden en paarden na deze uiterste inspannende reddingsactie, waarvoor zij zeventien uren achtereen in touw geweest waren, samai met de gereddm in het dorp terug.
Door: Dirk Bruin
Foto: Norsk Sjovartsmuseum
De tien jaren In de vorige aflevering van Tien Eeuwen geeft een anoniem schrijver een teragblik op de herdenking van het 400-jarig bestaan van de Oostvlielandse gemeenteraad en diens voorlopers. Om niet opgehelderde redenen rept hij of zij met geen woord over de rol van museum Tromp's Huys in de feestehjkheden. Behalve twee bescheiden bijdragen in Het Baken over kleding en kinderspelen in de 17de eeuw en de organisatie van historische kinderspelen (niet beperkt tot de 17de eeuw) tijdens de feestweek, Hep van begin juh tot einde September een tentoonstelling "Vlieland 400 jaar". De expositie genoot belangstelling en waardering. Het museum kreeg veel positieve reacties naar aanleiding van een paginagroot artikel in de Leeuwarder Courant. Vlielanders maakten ondanks de seizoendrukte tijd vrij voor een bezoek aan de tentoonstelling. In de augustusmaand kon tot twee keer toe een bezoek van meer dan 700 gasten per week worden genoteerd. Dat was ons zelfs in het jaar met het hoogste jaarbezoek toen in een schitterend voorjaar onze vorstin het museum bezocht en vervolgens de zomer geheel verregende - niet overkomen. Ook in 1993 werd de 600-grens niet gepasseerd. Ondanks haar kleine omvang vertelde de tentoonstelling twee verhalen en sloeg ze nog een zijstraat in. De "verzelfstandiging" van Oost-Vlieland werd verklaard uit de economische en politiek-militaire ontwikkelingen uit de periode 1573 - 1596. Dat is geen gewaagde theorie of een verrassende invalshoek. Ruim een eeuw geleden publiceerde de historicus Robert Fruin zijn De tien jaren. Daarin beschrijft hij hoe eigenlijk in minder dan tien jaar (1588 - 1596) de Republiek vanuit bijna verloren positie - Famese bewerkstelligde in 1585 de val van Antwerpen en heroverde in de drie jaren daama veel grondgebied op de Republiek; de Armada zou vanaf het water het karwei helpen afinaken - uitgroeide tot intemationaal erkende grootmacht. In 1596 sloot het immers met Frankrijk en Engeland het Drievoudig Verbond. De "tien jaren" blijken een schamier in de vaderlandse geschiedenis te zijn geweest. Aan de basis van deze ontwikkelingen stonden Maurits en Oldenbamevelt. Oldenbamevelt hield de zelfstandige gewesten zo goed mogelijk op een lijn en gaf vorm aan het binnenlands bestuur. Niet toevallig zijn er meer steden die in deze jaren hun 400-jarig bestaan vierden. De beslommeringen van de prille gemeente Oost-Vlieland vanaf 1590 bleken uit een aantal fraaie archiefstukken die ondanks hun wat muffe lucht en dorre uiterlijk enige sappige bestuurlijke kinderziekten en problemen aan het licht brachten. Zo werden in de expositie plaatselijke gebeurtenissen vastgeknoopt aan landelijke ontwikkelingen. Het museum kon over de archivalia beschikken dankzij de soepele en actieve medewerking van Peter Jan Tijdeman en Frangoise Baudoin van het Gemeentearchief Ook werd nog wat materiaal aangedragen rond het Vlielander gemeentewapen: een bootmodel van een pink, prenten uit de 17de eeuw van hetzelfde scheepstype. Tenslotte hingen er nog twee getekende dorpsgezichten uit de 17de eeuw, een duinlandschap uit 1809 en de kaart van het moederdorp Westeinde uit 1596 voor wat letterlijke couleur locale. 12
^JUP^^^W^^WT
'.'ojRt^
De bniiklenen zijn terug naar het Gemeente-archief op Vlieland, het Algemeen Rijksarchief in Den Haag. het Rijksarchief van Noord-HoUand in Haarlem en het Nederlands Scheepv aartmuseum in Amsterdam. Het laatste museum stond het scheepsmodel van de pink af in duurzame bruikleen. Wat bleef, zijn de foto's van prenten uit de Atlas van Stolk te Rotterdam, waarmee de hierboven samengevatte ontwikkelingen in de Republiek aanschouwelijk werden gemaakt. Als beginjaar koos ik voor 1573: het jaar waarin de Zuiderzee in handen van de Geuzen valt, hetgeen de regionale geschiedenis een nieuwe richting gaf. Deze foto's zijn door het museum aangeschaft en leiden nu een slecht zichtbaar en weinig rendabel bestaan in het depot. Ze hangen niet direct en nauw samen met de plaatselijke geschiedenis en ik voorzie op termijn van vijfjaren geen mogelijkheden ze nog eens te gebruiken. Daarom biedt museum Tromp's Huys ze te koop aan voor de liefhebber. De foto's zijn vaak aanzienlijk groter dan de originele prenten, zodat ze zich goed lenen voor een plekje aan de muur thuis. Omdat bij de selectie gestreefd is naar een zwaartepimt bij de Noordelijke Gewesten zal er voor de laien, die een band onderhouden met de streekgeschiedenis vast wel iets van hun gading bij zitten. Museum Tromp's Huys biedt de onderstaande prenten als foto aan; de afmetingen van hoogte en breedte zijn in centimeters, de prijs is exclusief 6% btw. 1572 De Spanjaarden voor Enkhuizen Staatkundige historie van Holland, Behelzende eene Staatkun<£ge bespiegeling van de voornaamste Gevallen der Nederlandse Geschiedenissen, volgens het Natuur, Staats, aller Volkeren en het beschreven Recht; de gedardheid der Zaaken en de gezonde Reden, om gezond over het voorlezene te redeneeren, en tot een Richtsnoer voor het toekomende te dienen. Bij Bernardus Mourik, Boekverkooper in de Nes, by de Groote I'leeshal. 1756—82. DeelXI. bladzijde 138. plaat 85. Van Stolk 18 (85) 24 x 30 f40,1573 Slagh van Bossu GroK'ure van P.C.H. Van Stolk 516 40x50 f65.1573? Eerste atting van WUlem I in de Stolen van Holland en Zeeland Staatkundige historie van Holland, Behelzende eene Staatkundige bespiegeling van de voornaamste Gevallen der Nederlandse Geschiedenissen, volgens het Natuur, Staats, aller Volkeren en het beschreven Recht; de gedardheid der Zaaken en de gezonde Reden, om gezond over het voorlezene te redeneeren, en tot een Richtsnoer voor het toekomende te dienen. Bij Bernardus Mourik, Boekverkooper in de Nes, by de Groote Vleeshal, 1756—82. DeelXllI. bladzijde 7. plaat 95. Van Stolk 18 (95) 24x30 f40,-
13
7576 Verraad van Robles te Groningen ontdekt PrentM'erk van Fr. Hogenberg over de gebeurtenissen in Nederland, enz. Van Stolk 266 (164) 40x50 f 65,1579 Unie van Utrecht naar G. Backer, door N. van der Meer. Van Stolk 702 50x40 f65,1581 "Flips de Ilde wordt afgezworen, zijn wapen, zegels, enz. vemietigd en andere van de Staaten inplaats gegeven". Gravure van J. Buys, inv. et delin. en Rein' Vinkeles sculp. 1786 in: Jacobus Kok, Vaderlandsch Woordenboek. Amsterdam. DeelXV, plaatlll. Van Stolk 38/6 50x40 f65,1584 Moord aan Prins Willem Igepleegd Franc Hogenberg. Cum Priuilegio. Van Stolk 806 40x50 f65,1585 El Puente de Farnese Inschrift met de uitlegging der letters A-Q, in een cartouche onder in een uitnemend geStste plaat. Naar den ingenieur Ledesma door R. de Hooghe. Van Stolk 846 40x50 }65,1586 Maurits dringt er in de staten-vergadering bij Oldenbarnevelt op aan, geen ontslag te nemen. Staatkundige historic van Holland, Behelzende eene Staatkundige bespiegeling van de voomaamste Gevallen der Nederlandse Geschiedenissen, volgens het Natuur, Staats, aller Volkeren en het beschreven Recht; de gedardheid der Zaaken en de gezonde Reden, om gezond over het voorlezene te redeneeren, en tot een Richtsnoer voor het toekomende te dienen. Bij Bernardus Mourik, Boekverkooper in de Nes, by de Groote Vleeshal, 1756—82. Deel XXIII, bladzijde 73, plaat 178. Van Stolk 18 (178) 24 x 30
f40,-
1588 De Spaansche oorlogs vloot van den laere mdlxxxviii Gravure van Jan Luyken uit Bor, Nederlandtsche Oorlogen. Van Stolk 901 40x50 f65,-
14
1594 Vvaerachtige Conterfeytinge der wytberoembden Stadt Gronningen/ in gestaltals die/Anno m dxciiii. den xij. Dach Maij/ van den Duerluchtigen Hoochgeboren Furst en(de) Heere GraeffMaurits/ Gebooren Prince van Orangein Grave van Nassau &c. en(de) den Heeren Generate Staten der Geunieerde Nederlandtsche Prouincien/ met Herescracht/ is Berendt/ Belegert en(de) beschoten: Houtgravure, zander naam. Van Stolk 954 50x40 f65,1596 Anno 1596. den 30 Junij, sijn de Hollanders met d'Enghelsche ghecommen als vrienden, inde Ree van Cales Males met 180 schepen, t'sanderdaechs den ersten Julijhebben sijt verradelyck inghenomen en den 17. luljjsijhse ghedwonghen gheweest met schande t'selue te verlaten. Gravure in de manier van Hogenberg, zander naam van van graveur maar met adres "A. Huberti excud. Piuil. Regis Busche(r?). Van Stalk 970 40x50 f65,-
B. Huiskes
Actief Conserveren In de vorige aflevering liet ik u weten dat een nieuwe ronde van actief conserveren van het schilderijenbezit is aangebroken. Deze ronde zal betrekkelijk veel geld kosten en zo'n vijf jaar gaan duren. Dat belemmert de voortgang in de conservering van andere voorwerpen maar tussen 1991 en 1997 is daaraan ook al het nodige gebeiu-d of zijn althans de emstigsterisico'saan de toemnalige manier van bewaren weggenomen. Het werk op papier uit de collectie van museum Tromp's Huys bestaat uit raim honderd potloodtekeningen van Betzy Akersloot - Berg, enige aquarellen en tientallen etsen/gravures, zoals ze door Betzy verzameld werden. Ook in later tijd is de collectie gestaag uitgebreid met als laatste wapenfeiten de aanschaf van enige tekeningen van W. A. Kort en een schenking van overwegend tekeningen van J.M. Graadt van Roggen. Bij de aanschaf traden museum en vereniging gezamenlijk op. Met deze deelcollectie is het museum nog niet zo hard aan het actief conserveren geslagen. Betzy's tekeningen en schetsen liggen sinds hun ontstaan los in een zuurhoudende map. Dat wil ik op korte termijn verbeteren door alle tekeningen in passe-partouts te monteren en op te bergen in zuurvrije dozen. Ook werk dat jaren geleden is ingelijst op een wijze die nu schade aan het werk kan brengen, wordt zo snel mogelijk uit die lijst veriest en wacht op montering in passe-partout. Een aantal etsen van andere kunstenaars ligt al in passe-partout, maar destijds is hiervoor geen zuurvrij materiaal gebruikt. Op termijn zal ook dit werk opnieuw gemonteerd worden. Peter de Hoo heefl met de tekeningen en schetsen van Betzy Akersloot Berg in het najaar van 1997 een begin gemaakt. Mettertijd zal het museum de tekeningen presenteren in een wisselexpositie. Daarmee worden ze voor het eerst
15
aan het publiek getoond al kreeg een kleine selectie reeds een plaatsje in de tentoonstelling "Bij Bet2y op Vlie" in 1996. "Informatiedragers" vormen een bijzondere groep, die gedeeltelijk in een grijs gebied tussen coUectie en documentatie verkeert. Onder informatiedragers versta ik teksten, (bewegende) beelden en geluid. Van foto's, krantenknipsels, reclamedrukwerk is soms moeilijk uit te maken of je het tot de collectie of tot de museumdocumentatie moet scharen. Dc reken de foto's uit de nalatenschap van Betzy Akersloot - Berg zonder meer tot de collectie. Ook komen in de collectie enkele zeer oude foto's van het dorp voor. Wanneer het originelen ouder dan 50 jaar betreft, horen ze bij de collectie. Dat zulks gerechtvaardigd is, blijkt wel uit bruikleenaanvragen voor foto's door collega's uit andere musea. In het Deutsches Historisches Museum te Berlijn maakte museum Tromp's Huys reeds goede sier met een serie foto's die Betzy in 1892 kocht (?) op Skaaro (het huidige Skoroya). Hier lag een walvisstation, dat in die jaren een toeristische trekpleister vormde. Een maand voor Betzy's aanschaf had vanuit dit station keizer Wilhelm II deelgenomen aan de jacht. Vooral foto's van na 1950 zijn vanuit musemnoogpunt eerder documentatie dan collectie. Ook het Gemeente-archief verzamelt foto's omdat ze geschiedenis zijn of zullen worden. Daar werd onlangs door Frangoise Baudoin goed werk verricht door vele honderden riskant ingeplakte foto's en prentbriefkaarten geduldig te bevrijden van een zuurhoudende lijmlaag en in meer verantwoord materiaal op te slaan. Ook in het musexun zijn pvc-hoezen met daarin foto's en oude knipsels vervangen door hoezen van polypropyleen of zuurvrij papier. Voor de fotocollectie is nog geen plan tot actieve conservering gemaakt. Het lijkt me nuttig eerst een goed overzicht van al het fotomateriaal in het museum te krijgen. Bij die inventarisatie moet ook vastgelegd worden of we exemplaren bij de collectie of bij de documentatie indelen. Ideaal zou zijn wanneer voorafgaand aan een behandelingsplan het fotobezit van de C.H. V. zetf, van het Gemeente-archief en van het museum in een bestand zou worden geregistreerd en ontsloten. Ook bij de krantenknipsels en drukwerk ligt een grijs gebied tussen collectie en documentatie. Het museum bezit een aantal oude kranten, tijdschriflen en V W folders. Om dit grijze gebied klein te houden, maak ik geen onderscheid in leeftijd maar in soort. Waimeer de tekst een beschrijving is van Vlieland, reken ik de drager tot de documentatie. Wanneer echter de documenten een rechtstreekse afspiegeling vormen van economische, maatschappelijke of culturele ontwdkkelingen of evenementen op Vlieland is het "collectie". Het VW-materiaal hoort daarom bij de collectie, de uitgeknipte columns van Jacques Gans voor De Telegraaf in de jaren 60's en ook de circuiaires van de hand van Wim Driesen, Gerard Pijnenbiug en Hans Janmaat inzake de komst van asielzoekers zijn derhalve ook bij de collectie ingelijfd. Nu hebben deze laatste paperassen nog geen behoefte aan actieve conservering. Anders ligt het bij de collectie oude kranten. Die hebben de conditie van - inderdaad - een oude krant. In de nabije toekomst zal met een papierrestaurator overlegd worden welke stukken voor behandeling in aanmerking komen en hoe dat moet gebeuren.
16
De collectie kaarten is in goede conditie. Dat Week bij de voorbereidingen van de tentoonstelling Vlieland aangekaart in 1996. Hetzelfde kan gezegd worden voor de groep diploma's en persoonlijke bescheiden. Aan de collectie boeken is nog geen bijzondere conserverende aandacht besteed. Wel kregen enige exemplaren uit de bibliotheek een mstiger en beter beschermd plaatsje in het depot als hun leeflijd, kwetsbaarheid en zeldzaamheid daar om vroeg. Het museum beschikt niet over films, wel over videobanden van historische films. De originelen bevinden zich niet in museumbezit, dus is er ook geen zeggenschap over de conservering daarvan. De videoband van het bezoek van koningin Beatrix aan Vlieland op 30 april 1993 behoort tot de documentatie maar het draaiboek voor de opnamen door de NOS en de vulpen waarmee ze het gastenboek tekende zijn ingelijfd bij de collectie. Van de rondleiding die Daan Kooijman destijds door Tromp's Huys verzorgde, bestaat een geluidsopname op cassette, die het musemn van Gerda van Terwisga kreeg. Nu is het nog documentatie maar daar kan in de toekomst anders over gedacht gaan worden. Dan zal ook actieve conservering weilicht aan de orde zijn
goud, zilver
onedele metalen,
schoonmaken / herstel
hout
wapens ontroesten
meubels, sleden
houtwormbestrijding ook Zolder
houtwormbestrijding, tweekasten
porselein, aardewerk
kristal / glas
schoonmaken
schoonmaken
been, hoorn, leer
munten.penningen
geen aandacht
geen aandacht
textiel, bodelinten. borduursel
rapporten Uta / zijden kussen modellen
schoonmaken boeken
geen bijzondere aandacht
koper, brons, tin
klokken
v Schuf^n
poetsen Q
B. Huiskes
17
De memoires van Donia Zoals u in het vorige nummer 'Tien Eeiiwen' kon lezen heeft de redactie het genoegen gehad kopieen van het typescript te onh'angen van de heer Huiskes, conser\'ator museum Tromp's Huys. Wij hebben gemeendfragmenten uit de memoires van deze markante Vlielander te publiceren omdat het ons, uit Donia's ogen, een blik verschaft op het Vlielandse leven tussen 1900 en 1930. Hierbij de eerste 'aflevering' uit deze nieuwe rubriek. Sexbierum-Vlieland In 1901 kwam de stichting van een nieuwe gereformeerde school in zicht- en daarmede het dreigend ontslag van een van de beide onderwijzers. Mijn coUega was na mij benoemd; ik had dus de oudste rechten. Maar van een bevriend raadslid had ik begrepen, dat de gemeenteraad zich zou laten leiden, niet door de vraag, wie de oudste rechten zou hebben, maar wie de heren het liefst kwijt wilden, anders gezegd, wie ze het minst gevaarlijk dachten voor hxm belangen en voor him brandkast. In een persoonlijk onderhoud met de Burgemeester van Barradeel, L.W. de Vries, lid van de 2e Kamer, werd mij dat duidelijk te verstaan gegeven. Z.E. A. ried mij dringend aan om te solliciteren naar elders. Dc zond mijn stukken naar Vlieland en werd uit 39 candidaten benoemd: mijn e e r s t e sollicitatie !! Bij mijn eerste bezoek aan Vlieland- ik was opgeroepen voor een proefles- deed ik een paar allermerkwaardigste ervaringen op. Dc reisde op de boot met een zeeloods, die ook op Vlieland woonachtig was, maar er zich, naar hij zei, niet thuis gevoelde, want er was, naar hij beweerde, geen godsdienst op het eiland. Ik begreep al spoedig, dat zijn godsdienstige richting afweek van die der meerderheid van het eiland Met de ervaring in Sexbierum opgedaan, begreep ik meteen, dat hij, die loods n.l. het ware geloof bezat en de Vlielanders voor de overgrote meerderheid vrijzinngen waren, afgedwaalden dus van het ware geloof. Na de proefles, die werd bijgewoond door het hoofd der School, den heer van der Ree, Burg, en weth. en de Schoolopziener Mevrouw Veenhoven, riep de laatste mij terzijde. Of ik geheel- onthouder was? Of ik wel wist, dat zulke modemen tot nu toe op het eiland onbekend waren en wellicht mij niet welgezind zouden zijn, als ik, eenmaal benoemd, voor mijn beginsel zou willen ijveren. Mevrouw had daar geen bezwaar tegen; haar echtgenoot, wijlen Burgemeester Veenhoven, was ook geheelonthouder geweest. (Later vemam ik; op medisch advies!) Toch werd mij emstig op het hart gedrukt, dat ik het misschien niet gemakkelijk zou krijgen. Enfin, ik heb me niet laten afschrikken en ik heb met de Vlielanders over die kwestie geen moeite gehad. Persoonlijk niet althans. Later wel, toen er op het eiland een dokter-geheel onthouder kwam. Toch kwam Vlieland wel in aamnerking voor een stevige propaganda tegen den drank, 't Is merkwaardig; zelden heb ik iemand op Vlieland dronken gezien (uitgezonderd dan militairen in mobilisatie-en oorlogstijd). En toch werd er veel gedronken. Met nog 3 gemeenten in ons land, mocht Vlieland een extra belasting heffen op gedistilleerd (50% alcohol) van f 12,50 per HL. Die belasting bracht per jaar f 300,- op, dat is dus naar verbruik van 2400 liter sterke drank! Hier is niet onder begrepen, het wijn-en biergebnuk. Over Vlieland en de Geheelonthouding spreek ik later.
IS
Wij - coUega S. Wielinga en ik - waren nog maar kort in Sedsienmi weikzaanL toen het hoofd der school, de heer Van der Meer, ons nitnodigde. een een avondje te komen praten, aan welke de imitatie wij gaame gehoor gaven. We maakten kennis met de huishoudster, mej. Lantinga, (de heer van der Meer is nimmer getrouwd geweest) en moesten allereerst woning en tuin in ogenschouw nemen. Die tuin was een van zijn drie liefhebberijen. De andere t\vee waren: zijn hond, een prachtexemplaar van een witte Keeshond en Wandelingen in de natuur. De tuin was goed verzorgd en keurig onderhoudenj: enkele vruchtbomen, sierheesters, vaste planten, een paar bloemperkjes en dan de moestuin. '"t Is een heel werk", vertelde de heer Van der Meer, "het kweken van jonge groente, vooral in het voorjaar, en't geeft veel voldoening. maar als je't niet alles zelf doet, kun je't beter nalaten. Want als je't moet laten doen door betaaalde hulp, komt het je veel te duur. Maar "groente uit eigen tuin!" dat is toch jee ware; het klinkt zo goed, als je tegenover collega's in de stad breed uitmeet. Dc herinner me,"aldus ging onze gastheer verder, "dat twee van mijn oude vrienden uit Harlingen, de heren Land, boekhandelaar, en Janzen, hoofd van een openbare school, een Zondag in Mei mijn gasten zouden zijn. Lang van te voren maakte ik veel werk van mijn tuin; de vrienden zouden, als't even kon, overbluft zijn vanwege die tuin. Als't mogelijk was zou op de dis de eerste jonge, z e l f g e k w e e k t e spinazie de glorie van den dag worden! Maar dan moesten er geen tegenslagen komen; de vogels... en nachtvorsten konden me heel wat bederven; elk uur van den dag verjoeg ik de mussen, elke avond dekte ik met veel zorg de groente af. De groet dag naderde; zou de spinazie bijtijds zoveel groeien, dat ze gesneden konden worden? Elke donkere, koude dag t»arde mij zorg, elk uur van zonneschija verlevendigde mijn hoop. Eindelijk was t zover Zaterdag tevoren zou ik zelf spinazie snijden. Ze was eigenlijk nog wat kort en dan voor vier monden! 't Ging me erg aan het hart, maar toen "k eenmaal het mes er in gezet had, moest ik doorgaan: alles moest gesneden worden om tot een behooriijk maal te komen. Vol spanning zag ik het ogenblik tegemoet, dat de jufirouw het deksel van het schaaltje zou nemen en het kostelijk product aan de blikken van de gasten zou prijs geven. Bij voorbaat genoot ik van hun verbazing; hoe zouden him uitroepen mijn ijdelheid strelen. Wat zouden de heren, als ze weer thuis waren, in hun geziimen met lof spreken van den heerlijken maaltijd in Sexbieram, van de malse jonge groente, zoals men die in de stad nooit kon bekomen. Eindelijk hadden we onze plaatsen aan de dis ingenomen.Fier liet ik me lichtelijk achterover in mijn stoel leimen om toch vooral niets te missen van de stralende, opgetogen gezichten van mijn gasten. Daar neemt de gastvrouw het deksel van het schoteltje weg. Neen - niet van de andere dekschalen, die me geen bijzonder belang inboezemden, maar van h e t schaaltje. Enkele seconden: de jife-ouw keek mij emstig aan; ik zag van de eene gast naar de andere; deze keken elkaar aan en toen -ietwat vreemd, wendden ze hun blikken naar mij, toen Janzen, meer openhartig, dan beleefd uitriep: Mijn God! eten jullie hier nu n o g spinazie?? "'t Is zeker meer dan twintig jaar geleden, dat mij deze heerlijke illusie zo wreed werd ontnomen", zei ten slotte onze gastheer, "maar ik herinner me toch niet ooit weer zo'n diepe teleurstelhng te hebben ondervonden." Nadat we in de huiskamer hadeen plaats genomen, presenteerde de heer Van der Meer ons een sigaar en, -met enige aarzeling,-vroeg hij: "En wat zullen
19
jullie nu drinken? Ik heb vemomen, dat de heren van de Blauwe Knoop zijn en dat ben ik niet. Dc drink wel eens een borrel en schenk in mijn huis aan mijn bezoekers graag een glaasje, maar tegenwoordig durf ik bijna niet meer de fles op tafel te zetten, alvorens te weten of mijn bezoeker er wel van gediend is." "Dan brengt u uw bezoeker niet in grote ongelegenheid," antwoordde ik, "zoals mij eens overkomen is. Dc was toen nog geen onderwijzen maar toch was ik te Franeker gedurende 11 maanden belast met het onderwijs in het 2e leerjaar aan school B. Een van mijn leerlingen, het zoontje van den notarism was ziek geweest en head geruimen tijd de school moeten verzuimen. Ijn ouders hadden het hoofd der school gesproken over de mogelijkheid den jongen door den klasseonderwijzer wat te laten bijwerken in een paar uren per week privaatlessen. Natuurlijk was ik daartoe gaame bereid en zeer vereerd met deze opdracht toog ik naar het deftige notarishuis. (het bekende Martenahuis aan de Voorstraat). Hoe verrast was ik, toen mij daar, behalve een fijne sigaar, een glas wijn werd gepresenteerd! Men had mij niet eerst gevraagd; het was, alsof het zo behoorde!" "Neen, maar", nam nu de heer Van der Meer het woord, "wat de tijden toch veranderd zijn, sedert ik pas hulponderwijzer was. Het zal omstreeks 1860 geweest zijn. Ik was een z.g.n. vierdeklasser en diende de bovenmeester van het dorp in de school, in de kerk, in zijn tuin, in zijn woning. Ik was er huisgenoot, bijna huisknecht en genoot, boven kost en inwoning, een heel bescheiden weekgeld. Op een keer kwam meester mij meedelen, dat hij den Burgemeester had beloofd, dat ik diens dochtertje wat extra les zou geven, opdat ze te zijner tijd toegelaten kon worden tot de Franse school in de naburige stad. Wat een eer! Dc zag er werkelijk tegen op, maar het viel mee en de lessen verliepen vlot. Na een paar maanden slaagde mijn leerlinge met lof voor het examen. Dc was minstens even blij als het meisje zelf. Een week later werd ik bij den burgemeester geroepen. Z.E.d. betoigde mij zijn dank voor de bijstand, die ik zijn dochtertje had verieend en drukte mij twee rijicsdaalders in de hand Blij, dat ik was! Opgetogen snelde ik huiswaarts om den hoofdonderwijzer mede te delen, hoe royaal de burgemeester mij beloond had Dc vertelde, wat mij overkomen was en, kinderlijk blij, liet ik de beide blinkende rijksdaalders zien. "Dat vind ik nu eens heel mooi van den burgemeester" zei hij, "wel, wel, tweerijksdaalders,daar mag je", voegde hij op zijn beurt er aan toe, "daar mag je nu van mij er een van voor je zelf houden!...." Wordt vervolgd. INLEVEREN KOPIJ De stuitingsdatum voor het inleveren van kopi] bestemd voor het voigende nummer van "Tien Eeuwen EiJIandt Flieiandt" is gesteld op 18 September 1998. U kunt uw bijdrage inleveren op het redactieadres Nieuwestraat 29, 8899 A R Vlieland NIEUWE L E D E N : G R A T I S Z E E K A A R T Voor een ieder die zich aanmeldt als lid van de Cultuur Historische Vereniging "Tromp's Huys", ligt in het museum "Tromp's Huys' een reproductie van een 17e eeuwse zeekaart gereed.
20
• w^ssTaRT';
^^TTJErr^w*-•
CONTRIBUTIE Het contributiebedrag van de C.H.V. is gesteld op / 15,- ; u ontvangt hiervoor separaat een acceptgiro. Wilt u geen gebruik maken van de acceptgiro, dan kunt u U\N contributie overmaken op bankrekening 36.76.50.029 of postgiro 3433565 t.n.v. C.H.V. Tromp's Huys, Vlieland. Zodra het contributiebedrag bij ons binnen is, ontvangt u bij eerstvolgende bezoek aan museum 'Tromp's Huys' uw lidmaatschapskaart of, indien u reeds een lidmaatschapskaart heeft, kunt u deze in genoemd museum af laten stempelen. Desgewenst kan men ook de contributie contant betalen bij museum "Tromp's Huys" aan de balie of thuis bij onze penningmeester mevrouw M. van der Pol-Reinders, Dorpsstraat 182, Vlieland; u ontvangt dan meteen uw lidmaatschapskaart of de reeds in uw bezit zijnde kaart wordt afgestempeld.
DOELSTELLING De Cultuur Historische Vereniging "Tromp's Huys" stelt zich ten doel de bestudering van de cultuurhistorie van Vlieland en de ondersteuning van de activiteiten van het gemeentemuseum Tromp's Huys. Uit de contributies vonmt zij een reserve om waardevolle voorwerpen met betrekking tot de Vlielander historie aan te kopen. Daamaast verricht en stimuleert zij het opsporen van voor de Vlielander geschiedenis belangrijke documenten, verslagen en beschrijvingen uit oude archieven elders in het land. Met het lidmaatschap van slechts / 15,-- per jaar per gezin ondersteunt u ons werk. BESTUURSSAMENSTELLING:
TELEFOON:
Daqelijks bestuur J.M. van Grinsven, voorzitter H.M. van Eck, secretaris M. Van der Pol-Reinders, penningmeester
0562-451959 0562-451388 0562-451428
Overiae bestuursleden: W. van de Woestijne-de Pagter D. van der Veen S . Visser
0562-451264 0562-451100 0562-451818
21
D^oon van ife
CufMiux- hiBtozi^cl "
Vlieianb.
Uw