Orgaan van de Historische Kring Haaksbergen
45e jaargang nr. 1, februari 2012 Verschijnt 4x per jaar
Aold Hoksebarge HISTORISCH CENTRUM HAAKSBERGEN: Souterrain gemeentehuis tel. 053-5742374 Correspondentieadres: Goorsestraat 31, 7482 CB Haaksbergen Email:
[email protected] Website: www.historischekringhaaksbergen.nl OPENINGSTIJDEN: Maandag 19.00-22.00 uur Dinsdag 13.30-17.00 uur Donderdag 19.00-22.00 uur Vrijdag 13.30-17.00 uur LEDENADMINISTRATIE:
K. Faber, K. Doormanstraat 17, 7482 BJ Haaksbergen
BETALINGEN:
Postbankrekening nr. 2547699 (alleen voor contributie) Bankrekening Rabobank nr. 32.42.29.917 beide t.n.v. Penningmeester Historische Kring Haaksbergen
BESTUUR VAN DE HISTORISCHE KRING HAAKSBERGEN J.H. Scholten Bizetstraat 31, 7482 AM Haaksbergen voorzitter, hoofd archivering J.A.M, van der Zanden Goorsestraat 31, 7482 CB Haaksbergen secretaris J.G. Hotste op Bruinink Blekerstraat 5, 7481 JT Haaksbergen vice voorzitter, voorz. wg. hist. onderzoek G.J. Slotman Kroonprins 4, 7481 CJ Haaksbergen penningmeester H.B. Slotman Kievitstraat 8, 7481 BW Haaksbergen hoofd interne zaken Eibergsestraat 240, 7481 HP Haaksbergen M.C. Waijerdink-Mentink lid C.W.M.J. Wentink Fazantstraat 129, 7481 BJ Haaksbergen voorz. wg. monumenten/archeologie G.W. Oltwater Molenstraat 89B, 7481 GL Haaksbergen lid
tel. 5722937 tel. 5722300 tel. 5723553 tel. 5724083 tel. 5721999 tel. 5724134 tel. 5722711 tel. 4786530
"Aold Hoksebarge" wordt vier keer per jaar toegezonden aan de leden van de "Historische Kring Haaksbergen". Zij betalen voor lidmaatschap en abonnement € 18,- per jaar. Publikatie of overname van artikelen, geheel of gedeeltelijk, is alleen toegestaan met toestemming van de auteur(s) en bronvermelding. ISSN: 1384-76 Druk: Hassink Drukkers Haaksbergen
Oplage: 1100 exemplaren
Het tweede gemeentehuis van Haaksbergen uit 1881 dat in 1940 werd vervangen door het oude gedeelte van het huidige gemeentehuis (zie foto op bladzijde 3455) zie artikel op pag. 3442 (Foto: Arch. Hist. Kr. Hbg.)
l § «a
-C)
Redactie REDACTIE J.G. Hotste op Bruinink, redactiecoördinator A. van Leeuwen, eindredacteur G.J. Leppink, redacteur F. de Lugt, redacteur
AAN DIT NUMMER WERKTEN MEE: De Canoncommissie, B. v. Leeuwen, W. Oltwater, E. Ooink, H. Scholten en J. van der Zanden.
REDACTIE ADRES Blekerstraat 5, 7481 JT Haaksbergen
[email protected]
Inhoud INHOUD JAARGANG 45, NUMMER 1, FEBRUARI 2012 PAGINA 3433 t/m 3468 1 VAN HET BESTUUR
3434
2
NIEUWE LEDEN
3435
3
SCHENKINGEN
3435
4
AANWINSTEN
3436
5
PRESENTATIE BOEK J. LEPPINK *
3436
6
HET FAMILIEBOEK "TER BRAAK IS MIJN NAAM-
3438
7
STROMEND LANDSCHAP *
3439
8
NAAR AANLEIDING VAN...
3440
g
UITREIKING ALBERT ROZEMAPRIJS*
3440
10
DE CANON VAN HAAKSBERGEN HAAKSBERGEN 200 JAAR GEMEENTE
3442
11
PAG
3441
* Verslag van lezing/activiteit. * inleveren van kopij voor het volgende nummer kan tot 10 april a.s. * kopij in te leveren als volgt: tekst als worddocument, bijbehorende foto's los als formaat JPEG meeleveren met vermelding van onderschrift en herkomst. N.B. foto's zonder vermelding van herkomst zijn gemaakt door H.J. Krooshof.
3433
verenigingsJVieuws Mevr. D. Aalbers: Div. kerkboeken en een aantal bidprentjes. R. Lammers (Rode Kruis): 8 uitgaven Aold Hoksebarge. J.H.M. Slotman: Foto's, krantenknipsel, medailles, paspoort. H.B. Molenveld: Oude erven rond Enschede. H. Lammers: Div. boeken. E. ter Braak-van der Velden: 2 boeken (3 delen) ter Braak is mijn naam. Gemaakt met o.a. heel veel oorspronkelijke gegevens van haar in 1999 overleden oom Herman Schuiten en kopieerwerk door diens dochter Ingrid. AANWINSTEN (Boeken) Taaihandboek Nederlands Vreden aus der Vogelperspektive. Boek Jan Leppink. Wo sind sie geblieben. Personen geboren in Duitsland en vertrokken naar Twente en de Gelderse Achterhoek. Schrijver: Th. J. Meijerink. Stromend landschap. Vloeiweidenstelsels in Nederland.
PRESENTATIE BOEK (verslag van een activiteit) JAN LEPPINK Haaksbergenaar in hart en nieren Op 6 december 2011 was het dan zover: De presentatie van het boek "Jan Leppink, Haaksbergenaar in hart en nieren" in de Kunstzaal Achterom. Hendrik Scholten, voorzitter van de Historische Kring heette een kleine honderd genodigden hartelijk welkom. Onder hen bevonden zich wethouder Diepenmaat, een vertegenwoordiger van Drukkerij Hassink en afgevaardigden van Historische Verenigingen van Duitse bodem. Naast de serie boeken die de Historische Kring de laatste tijd heeft uitgegeven, voegt het boek over Jan Leppink heel veel toe aan de historische kennis van Haaksbergen. Hij memoreerde dat Jan jaren voorzitter is geweest van de Kring en in 2006 werd benoemd tot erelid. Het boek zal zeker een bestseller worden, want Jan is een boeiend verteller en Frans de Lugt een kundig schrijver, aldus de voorzitter. De schrijver van het boek, Frans de Lugt, vertelt dat de presentatie plaats vindt in een bijzonder zaaltje. De Kunstzaal Achterom zou zonder het toedoen van Jan Leppink nooit gebouwd zijn! In Oman krijgt volgens Frans vrijwel elk nieuw project de naam van de Sultan. Dat systeem kennen we in Haaksbergen niet, maar er zijn hier heel wat projecten waaraan de naam Jan Leppink gekoppeld kan worden. Denk maar aan Het Glazen Bos, het Grintenbosch, het Honhoforgel, de Bernink's enz. Wanneer krijgen we in Haaksbergen de Jan Leppinklaan? Het boek kwam tot stand door maandenlang elke woensdagmorgen met elkaar te praten en de vele, soms nauwelijks leesbare aantekeningen door te nemen.
3436
verenigingsJVieuws "Het was niet Jan's idee om er een boek van te maken; ik stelde hem dat voor", aldus Frans de Lugt. Jan ging pas na veel positieve bijval van vrienden en familieleden over stag. In de gesprekken ging Jan niets uit de weg. Naast luchtiger onderwerpen komen ook items als geloof en dood aan de orde. Frans sluit af met de spreuken, die de omslag van het boek sieren. De avond wordt opgeluisterd met muziek. Adriane Kormelink, viool, en Joop Walhain, accordeon, brengen twee prachtig gespeelde nummers ten gehore. Daarna ontvangt Jan uit handen van Hendrik Scholten het eerste exemplaar, een special, gebonden in een zwart kaft met de titel in goud-op-snee. Ook zijn kleindochter Kimberley ontvangt een exemplaar. Kimberley brengt zichtbaar De overhandiging van het eerste boek door Hendrik Scholten geroerd door de gedachte, aan Jan Leppink dat Oma deze bijzondere gebeurtenis niet meer kan meebeleven haar bewondering voor Opa onder woorden. Ze prijst Jan voor de openhartigheid, die hij in het boek heeft betracht. Tot slot voert Jan het woord. Hij vond het tot stand komen van het boek een bijzondere ervaring. "Ik ben blij dat het klaar is", aldus Jan. Hendrik Scholten en Jan van der Zanden hebben er veel toe bijgedragen dat het boek kon verschijnen. Bedankt. Verder gaat er een woord van dank naar Bram van Leeuwen voor de eindredactie, naar Henk Krooshof voor het fotowerk en naar Hassink Drukkers voor de fraaie vormgeving en druk. Na het officiële gedeelte is het tijd voor een gezellig samenzijn onder het genot van een drankje en heerlijke hapjes, klaargemaakt en gepresenteerd door Huub en Tessa Steins. Het was een bijzondere avond met een bijzonder mens in de hoofdrol; de eerste Haaksbergenaar over wiens leven een boek is verschenen. Bram van Leeuwen 3437
verenigingsJVieuws HET FAMILIEBOEK "TER BRAAK IS MIJN NAAM" Het is een lijvig boekwerk geworden van 562 bladzijden en omvat een drietal perioden, te weten: Deel l : periode 1550 tot ± 1900 Deel II : periode vanaf opa Hendrik ter Braak - heden Deel III : geschiedenis van "Houthandel en Aannemersbedrijf Ter Braak". Dit alles is samengevat in twee boeken en deze zijn eind november 2011 verschenen. Als u interesse hebt in een exemplaar van dit familieboek, dan kunt u dit bij mij bestellen. Het is in kleur en de bladzijden zijn door een bindstrip met elkaar verlijmd. De prijs voor beide boeken tezamen is € 35,00, excl. € 6,75 verzendkosten. Heeft u het boek liever op CD als PDFfile, dan is dat ook mogelijk. De prijs hiervoor is € 20,00, excl. € 1,38 verzendkosten. Graag de bestelling met afleveradres per e-mail of per telefoon (0412-636227) aan mij doorgeven. Zodra het bedrag + verzendkosten aan mij is overgemaakt op banknummer 3118461 o.v.v. Boek of CD familie Ter Braak, zal ik deze naar u toesturen. Ophalen mag natuurlijk ook! Els ter Braak-van der Velden Kamprechter 13 5346 WB Oss
[email protected] N.B. De beide boeken kunnen niet los besteld worden.
3438
verenigingsJVieuws STROMEND LANDSCHAP (Verslag van een lezing) Donderdag 24 november j.l. is het boek van Eric Brinckmann en anderen geïntroduceerd tijdens een bijeenkomst in de Richtershof, georganiseerd door de Historische Kring. De heren Eric Brinckmann en Gert-Jan Baaijens gunden ons een kijkje in de wereld van het water en zijn mysterieuze manier van stromen. Zo'n 100 leden bezochten deze avond en begrijpen nu beter hoe het water stroomt en gebruikt kan worden als vriend van de mensheid.
De eerste exemplaren van het boek "Stromend Landschap" werden door Eric Brinckmann uitgereikt. V.l.n.r. Lida Stork-Crommhoff, Bernard Rouffaer, Eric Brinckmann, Wim Oltwater, Jan Leppink en Hendrik Scholten.
De vloeiweidenstelsels die in heel Nederland nog voorkomen en op "Het Lankheet" in werking zijn, hebben na deze avond geen geheimen meer voor de toehoorders. Na de lezing van de beide heren werden de eerste 3 exemplaren van het boek "Stromend Landschap" aan drie leden van onze vereniging aangeboden door een van de schrijvers van het boek, de heer Eric Brinckmann. Deze eer viel ten deel aan Jan Leppink, Hendrik Scholten en Wim Oltwater. Zij hebben zich ingezet voor het promoten en het coördineren van de rondleidingen in het waterpark "Het Lankheet". In het slotwoord werd de goede en plezierige samenwerking met de beheerders van "Het Lankheet" benadrukt. De aanwezigen werden opgeroepen om met eigen ogen de werking van de vloeiweiden te aanschouwen tijdens een van de publiekswandelingen op de eerste zaterdag van de maand. Wim Oltwater
3439
verenigingsJVieuws NAAR AANLEIDING VAN... In het novembemummer 2011 staat op pagina 3420 een familiefoto van het gezin van Hendrik Kleinsman en Hendrika Bouwhuis. De foto werd aan Aold Hoksebarge ter beschikking gesteld door Rikie Wolters-Kleinsman en was volgens haar gemaakt twee jaar voordat het gezin naar Australië emigreerde, dus in 1950. Eric Ooink attendeerde de redactie erop dat hier iets niet kon kloppen, want op de foto stond ook dochtertje Minie, die in 1942 was overleden. De redactie heeft navraag gedaan bij mevrouw Wolters en die maakte duidelijk hoe het zat. De foto is inderdaad gemaakt in 1950 en evenzeer is het waar dat Minie in 1942 is overleden. Hoe dit met elkaar verenigbaar is? Photoshop was in die tijd nog niet uitgevonden, maar fotografen waren er ook toen al bedreven in om een ontbrekend persoon in een groepsfoto te monteren. Dat Minie in het gezinsportret was opgenomen, was gedaan op verzoek van vader Hendrik Kleinsman. Redactie
UITREIKING ALBERT ROZEMAPRIJS Vrijdag 27 januari werd voor het eerst de Albert Rozemaprijs uitgereikt. Onze Kring heeft de prijs ingesteld om initiatieven met betrekking tot herstel van kenmerkende details van panden te stimuleren. Waarom dié dag? Op 27 januari 1901 werd Albert Rozema geboren. Hij overleed in 1982. Bij de markante Haaksbergse ondernemer, die als pettenmaker een manufacturenzaak had aan de Spoorstraat, kwam bijna iedereen in zijn winkel. Zijn handel bestond naast petten ook uit manchester broeken, lange onderbroeken, hesjes, jasschorten en allerlei andere textielattributen. Al die jaren dat hij zijn winkel had, veranderde het interieur helemaal niet. Alles bleef en was zoals hij met zijn nering begon. De prijs werd toegekend aan de familie Busschers. Onder toeziend oog van zijn drie dochters overhandigde Wim Oltwater de familie Busschers een oorkonde en een speciaal gemaakt herdenkingstegeltje. Johan en Hedwig Bij zo n bijzondere gelegenheid mag een boeket bloemen zeker Bussschers wisten in 1992 niet ontbreken het Schilderman-huis 3440
verenigingsJVieuws aan de Goorsestraat 4 te bemachtigen. Het huis had in de loop der jaren haast vanzelfsprekend een hele metamorfose ondergaan. Steeds pasten de eigenaren het huis aan aan de dan bestaande woningwensen. De nieuwe eigenaren deden er een jaar over om het markante huis terug te brengen -intern en extern- in de bijna oorspronkelijke toestand. De originele bouwtekening van de zeer bekende Haaksbergse architect A.J. Schilderman was hun leidraad. Het initiatief van Johan en Hedwig Busschers verdient volgens de Werkgroep Monumenten van de Historische Kring Haaksbergen extra aandacht en daarom werden zij met de Albert Rozemaprijs vereerd. Jan van der Zanden
DE CANON VAN HAAKSBERGEN De eerste werkzaamheden aan deze canon zijn door de werkgroep en de schrijvers, in de achter ons liggende maanden verricht. Voor het tweede gedeelte van dit werk, bestaat nu een gedetailleerd tijdschema. Zelfs een voorlopige datum van presentatie - 10 mei 2012 spookt al rond bij de makers van dit cultureel-sociaal-economisch geschrift. Ofschoon de weg naar het eindproduct nog wel lang lijkt, moet er toch in korte tijd heel wat gebeuren. Enkele voorbeelden: Elk van de vijftig vensters wordt opnieuw inhoudelijk en tekstueel doorgenomen. Bij elk venster moeten de nodige illustraties gezocht worden en de digitale versie moet aangepast worden aan de richtlijnen van "Overijssel". Een versie in boekvorm zal niet ontbreken, maar hoe we een en ander vorm zullen geven en moeten bekostigen blijft ook onze aandacht vragen. We gaan er van uit dat de definitieve vorm van onze canon een verrijking en een aanvulling zal zijn op al hetgeen al over de geschiedenis van Haaksbergen gepubliceerd is. Met deze bijdrage hopen we ook de scholen van Haaksbergen en omgeving een document te verschaffen dat op verschillende manieren gebruikt kan worden, zowel op de moderne digitale manier als ook in boekvorm. T.z.t. zullen we u nader informeren over onze werkzaamheden. De Canoncommissie: Jan van der Zanden-Han ten Berge-Frans de Lugt- Wim Oltwater
3441
HAAKSBERGEN 200 JAAR GEMEENTE HOE DE FRANSEN DE BASIS LEGDEN VOOR EEN NIEUW LOKAAL BESTUUR Inleiding In 2011 was het 200 jaar geleden dat Haaksbergen een gemeente werd. Dat betekende het einde van een tijdperk waarin het lokaal bestuur werd uitgeoefend door autonome richters en drosten. Het waren de Franse overheersers die dit uit de middeleeuwen stammende feodale bestuurlijke stelsel afschaften. Met de instelling van departementen en municipaliteiten legden zij de basis voor de provinciale en gemeentelijke structuur zoals wij die sinds 1811 kennen. Willem Waanders was in Haaksbergen de laatste richter. Daarna werd hij de eerste 'maire'. Na het einde van de Franse overheersing werd zijn titel schout en in 1825 burgemeester. Haaksbergen hoorde in Twente bij de eerste vier gemeenten waar een gemeentebestuur werd geïnstalleerd. Dat gebeurde op 13 april 1811. Het jubileum van het 200-jarig bestaan is in alle stilte voorbijgegaan. Dat zal alles te maken hebben gehad met de grootse viering in 1988 van het 800-jarig bestaan van Haaksbergen. Hoewel de plaats als nederzetting natuurlijk veel ouder is, werd in dat jaar met veel festiviteiten herdacht dat in 1188 het eerste schriftelijk bewijs was geleverd over het bestaan van de 'parochie Hockesberghe'. Dat gebeurde in het goederenregister van Hendrik, graaf van Dalen en heer van Diepenheim. De redactie van Aold Hoksebarge vindt het 200-jarig bestaan van Haaksbergen als gemeente een goede aanleiding om een themanummer uit te brengen over hoe het in die omvorming van richterambt naar gemeente is gegaan. Na het lezen van dit artikel wordt hopelijk duidelijk waarom dit Haaksbergse jubileum best bijzonder genoemd mag worden, zeker in vergelijking met de ons omliggende gemeenten. Het artikel gaat eerst in op de bestuurlijke situatie die men hier voor de omwenteling van 1795 kende. Vervolgens komen de veranderingen in de periode tussen de revolutie en de inlijving bij Frankrijk in 1810 aan de orde. Daarna wordt de vorming van gemeenten in het algemeen en Haaksbergen in het bijzonder uit de doeken gedaan, waarbij ook de invoering van de burgerlijke stand en enkele andere veranderingen in 1811, zoals de invoering van het notariaat, aandacht krijgen. Aan de hand van opgaven die onze eerste burgemeester W. Waanders moest doen zijn kengetallen en andere wetenswaardigheden over de gemeente in 1811 beschreven. Het artikel sluit af met het einde van de Franse overheersing in 1813.
3442
1578-1795 Overijssel een soevereine staat In 1568 was de Tachtigjarige Oorlog begonnen. Landsheer van Overijssel was de Spaanse koning Philips II, uit het Habsburgse Huis. Hij werd in ons gewest of provincie vertegenwoordigd door een stadhouder. Nadat de Staten van Overijssel in 1578 de door de koning toegewezen stadhouder hadden geweigerd, werd het gewest vanaf dat jaar als een onafhankelijke of soevereine staat bestuurd. Hierop volgde in 1581 de afzwering van Philips II. Dit verliep via een officiële verklaring van een aantal Nederlandse gewesten (het Plakkaat van Verlatinghe), waarbij Philips II werd afgezet als hun landsheer. Overijssel was vanaf dat moment tot de Franse tijd één van de soevereine staten die deel uitmaakten van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Deze zeven gewesten delegeerden een deel van hun soevereiniteit, namelijk buitenlandse zaken, defensie en financiën, aan de StatenGeneraal in Den Haag, waarin vertegenwoordigers van alle gewesten zitting hadden. De Staten van Overijssel, ook wel Ridderschap en Steden, bestonden uit leden van de Ridderschappen van Twente, Salland en Vollenhove en vertegenwoordigers van de stadsbesturen van Kampen, Deventer en Zwolle. De stadhouder was nu de hoogste ambtenaar onder de Staten van iedere provincie en functioneerde tevens als legeraanvoerder. Drosten Ridderschap en Steden werden in de provincie bijgestaan door de drosten, die hun besluiten dienden uit te (doen) voeren. De drost was in de eerste plaats een rechterlijk ambtenaar die het verzorgen van de rechtspraak in zijn gebied tot zijn voornaamste taak mocht rekenen, maar hij was daarnaast ook belast met belangrijke bestuurlijke bevoegdheden. Zo was de drost van Salland voorzitter van de vergadering van de Staten. Het grondgebied van Overijssel werd voor 1811 onderscheiden in drie kwartieren: Salland, Twente en Vollenhove, die met min of meer hetzelfde grondgebied ook werden aangeduid als drostambt.
Kaart Twente met de rechtelijke indeling voor 1795; drost- en richterambten (RA).
3443
Het ambtsgebied van de drost van Twente strekte zich overigens niet over het hele kwartier uit. Haaksbergen en Diepenheim, maar ook de heerlijkheid Almelo, vormden een uitzondering. Hoewel aanvankelijk wel tot het drostambt Twente behorend, is Haaksbergen vanaf 1484 een eigen drostambt geweest. Vanaf 1547 vormde het samen met Diepenheim het drostambt Haaksbergen en Diepenheim. Dit drostambt dat tot 1811 heeft bestaan, bestond uit de twee richterambten Diepenheim en Haaksbergen. Richterambten De drostambten in Twente waren opgedeeld in richterambten, waarbij land- en stadsgerichten werden onderscheiden. Zo bestond bijvoorbeeld het landgericht Enschede (het grondgebied van de latere gemeente Lonneker) naast het stadsgericht Enschede (de stad). In elk landgericht lagen een aantal marken. Binnen een richterambt werd de drost in zijn juridische taak bijgestaan door een richter, die veel meer een rechterlijke en notariële functie had dan dat hij bestuurder was. Vanuit de laatste hoedanigheid was hij puur een uitvoerder van de drost. Een richter kan dan ook niet met een latere burgemeester vergeleken worden. Naast richterambt wordt ook de term kerspel gehanteerd, hoewel het begrip kerspel oorspronkelijk een heel andere betekenis had, namelijk het grondgebied van een parochie of kerkgemeente. Het richterambt Haaksbergen had dezelfde omvang als het kerspel Haaksbergen in de middeleeuwen. College van Veertiene De drost vervulde namens Ridderschap en Steden bestuurlijke taken. De drost werd in het richterambt Haaksbergen bij zijn bestuurlijke taak bijgestaan door het 'College van Veertiene' of het 'College van Gecommitteerde Goedsheeren', zoals ze ook vaak werden genoemd. Het was een college, bestaande uit veertien personen, van vertegenwoordigers uit het dorp en van alle marken. Ze vergaderden in de kerk van Haaksbergen. Het college stond onder het voorzitterschap van de drost, die in deze functie de titel 'Overmarkenrichter' voerde. De notulen van de vergaderingen zijn bewaard in het zogenaamde Goedsherenboek, dat loopt van 1687 tot 1811.1 Het college behartigde vooral de economische en kerkelijke (protestantse) belangen van het gericht Haaksbergen, zoals het omslaan van belastingen, het onderhoud van wegen, putten, kerk en kerkhof en het onderwijs. De besluiten en het financieel beheer van het 'college' waren onderworpen aan de goedkeuring van de drost. Het 'College van Veertiene' was in feite weinig meer dan een adviesorgaan, waarmee ook meteen het grootste verschil met de latere gemeenteraad is genoemd. De gemeenteraad heeft gedeeltelijk de taak van het 'College' overgenomen, maar hiermee zijn ze maar voor een klein deel te vergelijken.
1
Goedsherenboek, Historisch Centrum Overijssel (HCO), toegang 394, Plaatsingslijst van de Archieven
van de Hervormde Gemeente te Haaksbergen, inv. nrs. 276 en 277.
3444
Marken Het richterambt Haaksbergen omvatte de marken: Haaksbergen & Honesch, Langelo, Buurse, Brammelo, Boekelo en Holthuizen & Eppenzolder2. De markeorganisatie is de kleinste bestuurseenheid in Overijssel geweest. Ze bestonden De marken in Haaksbergen. De marke Brammelo heeft altijd een Gelders
Stepelo Boekelo
(Brammelerbroek) Eppenzolder
en een
Overijssels deel gehad.
^
Een deel van de buurschap .Holthuizen
Boekelo is door het bepalen van de gemeente-
Haaksbergen/ Honesch
grenzen in 1820 in de Buurse
toenmalige gemeente Ambt Delden komen te liggen (alvorens het Kadaster in een gemeente kon aanvangen, moest eerst
naast buurschappen, de oudste organisatievorm op het plat- de buitenbegrenzing teland, waarbinnen ongeschreven regels en gewoonten golden. vastliggen). Een marke kan meerdere buurschappen omvatten. Het markebestuur, dat onder leiding van een markenrichter stond, regelde in eerste instantie het gebruik van de gemeenschappelijke (woeste) gronden, die onmisbaar waren voor het toen heersende landbouwsysteem. Later kregen de marken van hogerhand steeds meer publiekrechtelijke taken toegewezen, zoals het beheer van wegen en watergangen, het stichten van scholen en het op last van Ridderschap en Steden bepalen van het aantal woningen per boerenerf. Kennelijk liep de aansturing van deze publiekrechtelijke taken via het College van Veertiene. Uiteindelijk zouden alleen de marken de Franse tijd overleven.
1795-1810 Bataafse revolutie In 1789 brak de Franse revolutie uit. De bevolking wilde meer democratie en vrijheden en daarnaast een eerlijke verdeling van invloedrijke functies. De leuze van de nieuwe gezagsdragers in Frankrijk "vrijheid, gelijkheid en broederschap" vond ook in de republiek veel weerklank, maar voornamelijk bij de patriotten. Deze nieuwe stroming was enige jaren daarvoor ontstaan, geïnspireerd door de Amerikaanse onafhankelijkheid. De patriotten stonden lijnrecht tegenover de stadhouder en de regenten die uit waren op macht. Aanvankelijk werd hun opstand onderdrukt. Pas toen
!
Tot de laatste marke behoorden drie buurschappen: Eppenzolder, Stepelo en Holthuizen.
3445
de Franse legers de Republiek in 1795 hadden bezet, kregen de voorstanders van hervormingen de kans de macht te grijpen en brak de Bataafse revolutie uit. Stadhouder Willem V, prins van Oranje en Nassau, vluchtte naar Engeland. Hierna werd in alle gewesten het oude regime vervangen door een bestuur van een andere samenstelling. Aanvankelijk veranderde er staatkundig niet zo veel; de staten bleven als onafhankelijke gewesten bestaan. In het gewest Overijssel werd de regering van Ridderschap en Steden op 5 februari 1795 beëindigd. Dezelfde dag nog namen de Provisionele Representanten van het Volk van Overijssel de regering over. Het bestuur was provisioneel, dus voorlopig. De leden van het nieuwe bestuur werden gezien als vertegenwoordigers, representanten van de hele bevolking van Overijssel. De leden van de Ridderschap werden vervangen door andere, niet noodzakelijk riddermatige afgevaardigden van het platteland en uit de kleine steden. Op het platteland ontwikkelden zich bij die gelegenheid nieuwe lokale besturen, die in de taal van de Franse revolutie werden aangeduid als municipaliteiten, eigenlijk de voorlopers van de gemeenten, zoals die pas in 1811 ontstonden. (Foto: stichting Historische Verzamelingen van het huis OranjeIn het nieuwe provinciale bestuur Nassau, Den Haag) Stadhouder Willem V (1748-1806), prins van bleven de drie grote steden verteOranje, vorst van Nassau-Dietz, tot de Franse tijd erfstadhouder genwoordigd, maarz\\ moesten nu van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden afgevaardigden naast zich dulden van de in het vervolg ook als municipaliteit aangeduide kleine steden.3 Ook lokaal was het oude regime in 1795 vervangen. De oranjegezinde drosten en richters waren afgezet door de patriotten en met de voorrechten van de adel was het ook lokaal grotendeels gedaan. Zo werd de toenmalige drost van Haaksbergen en Diepenheim, Gansneb genoemd Tengnagel, vervangen door Mr. Joan Bernard Auffmorth uit Goor, een niet-adellijk persoon. De vroegere dienaars wilden niet overal meewerken aan een probleemloze overgang. In Haaksbergen wilde 'de burger' Gansneb gen. Tengnagel, de vroegere drost, de protocollen en stukken niet overdragen aan zijn opvolger, waardoor men hem moest bevelen.4 Eveneens werd Joseph Conrad Pothoff, de oranjegezinde richter van Haaksbergen, vervangen. Zijn opvolger werd Willem WaandersGzn. die op 10 juli 1795 te Deventer 3 4
3446
E.D. Eijken; Compendium van het Overijsselse recht vóór 1811 (Kampen, 2007) 74-75. Joh. Theunisz; Overijssel in 1795 (Amsterdam, 1943) 94.
werd benoemd tot richter.5 Voor zijn officiële benoeming was Waanders al een paar keer als representant van Haaksbergen aanwezig geweest op vergaderingen van het nieuwe provinciebestuur. Andere representanten van ons dorp waren in dat jaar: J. Janson, H. Rattink, G. Boekman.6 Mogelijk maakten zij deel uit van de municipaliteit van Haaksbergen. Het eerste jaar werd een begin gemaakt met staatkundige hervormingen, gedeeltelijk naar Frans voorbeeld. Eind 1795 werden er verkiezingen uitgeschreven voor een Nationale Vergadering, die de StatenGeneraal in Den Haag moest vervangen. Deze moest worden gekozen door alle mannelijke inwoners van 20 jaar en ouder. Om te weten hoeveel stemgerechtigde inwoners de provincie telde, werd in Overijssel een volkstelling gehouden, die we kennen als de Volkstelling van 1795. Bij de samenstelling van deze telling in Haaksbergen zien we eigenlijk voor het eerst dat ook Haaksbergen op dat moment een municipaliteit kende. De aanhef van deze volkstelling luidt: 'Wij Municipaliteit van Haaxbergen, benevens de Richter'. Het gericht Haaksbergen telde toen 3660 inwoners.7 De Nationale Vergadering zou 1 maart 1796 voor het eerst bijeenkomen. In 1795 waren er niet alleen bestuurlijke veranderingen. Ook de gemoedstoestand van de bevolking was zorgwekkend. Aanvankelijk was er nog wel enig enthousiasme geweest, maar dit veranderde al snel. De eerste Franse troepen kwamen in februari 1795 in Twente. Begin maart waren er ook Fransen in Haaksbergen, die gedeeltelijk werden gelegerd in de kerk en school. Ook waren er soldaten ingekwartierd bij burgers en boeren. Door de oorlogsomstandigheden werd armoede al spoedig troef. De situatie in Haaksbergen was nijpend. Er was zelfs sprake van grote armoede, waarvoor in de zomer van 1795 een smeekbede werd gedaan bij het provinciaal bestuur, waardoor Haaksbergen met f 500,- werd ondersteund. Ook in het najaar van 1795 klaagde de drost van Haaksbergen en Diepenheim (Foto: C. Rogge, "Geschiedenis der staatregeling J.B. Auffmorth over armoede in Haaksbergen.8 voor het Bataafsche volk", Amsterdam, Johannes Naast armoede werd Haaksbergen ook door Allart, 1799) Silhouettekening Mr. Joan Bernard een epidemie geteisterd. Dezelfde drost richtte Auffmorth (1744-1831) als Overijssels lid van de zich in de zomer van dat jaar tot het provinciaal Nationale Vergadering 1796-1798. Auffmorth was bestuur en vestigde de aandacht op de bedroevan 1795-1796 provisioneel verwalter-drost van vende toestand in het gericht Haaksbergen Haaksbergen en Diepenheim, van 1802-1807 drost en de 'graszeerende koortsen ende rode van Haaksbergen en Diepenheim en vervolgens loop, die sedert september 1794 woedden' van 1807-1811 baljuw van Haaksbergen en Diepenheim. 5
Ibidem, 106.
6
Ibidem, 82, 93 en 104. G. Boekman was patriot. Hij was met zijn schoonzoon Mr. B. ten Pol, eveneens vooraanstaand patriot, grondlegger van windmolen 'De Korenbloem' in 1798.
7 8
Volkstelling 1795, HCO, Archief van de representanten van het volk van Overijssel, inv.nr. 5352. Joh. Theunisz; Overijssel in 1795 (Amsterdam, 1943) 115.
3447
en nog dagelijks toenamen.9 De Haaksbergse arts Dr. Buursink kreeg in augustus 1795 f 300,- voor medicamenten. Bij de steunaanvraag had pastoor H.G. Teusse een verklaring gevoegd, waarin hij schreef, dat het aantal overledenen in de zomermaanden veel groter was geweest, dan hij ooit meegemaakt had10 Bataafse Republiek Pas in 1798 was het gedaan met de soevereiniteit van de gewesten en kwam door de centralisatie een bestuurlijk nationale eenheid tot stand. Het land werd na een staatsregeling verdeeld in acht departementen, waaronder het departement van de Oude IJssel. Overijssel vormde hiervan weliswaar de kern, maar er hoorden ook stukken van Friesland, Drenthe en Gelderland bij. De departementen stonden nu onder het centraal bestuur van de Bataafse Republiek. Het departementaal bestuur diende slechts ter uitvoering van de nationale wetten. Na weer een nieuwe staatsregeling verdween in 1801 het departement van de Oude IJssel en Overijssel kwam terug. Tot in 1805 zou Overijssel met Drenthe verenigd blijven. In 1798 werd op godsdienstig gebied een doorbraak bereikt door de scheiding van kerk en staat. Er was daarnaast godsdienstvrijheid gekomen, alle religieuze stromingen werden voor de wet gelijkgesteld. Joden en rooms-katholieken kregen weer de mogelijkheid hun geloof in het openbaar te belijden. Hoewel vanaf 1798 sprake is van gemeenten in Overijssel, kwamen die toch pas in 1811 tot stand en bedoelde men er tot deze tijd waarschijnlijk de leden van de municipaliteit mee. Op 10 maart 1798 stuurde richter W. Waanders een overzicht van de leden 'der municipaliteit' van Haaksbergen naar het provinciebestuur. Het 'gemeentebestuur' telde in totaal veertien leden: vijf uit het dorp, twee uit Buurse, twee uit de Honesch en een uit elk van de andere boerschappen. Het lijkt er dus sterk op
3448
9
Ibidem, 92.
10
Ibidem, 116.
dat de municipaliteit uit de periode vanaf 1795, met het totaal aantal leden van veertien en een vertegenwoordiging uit alle buurschappen, in feite een voortzetting was van het oorspronkelijke 'College van Veertiene'. Ook in Hengelo was al vroeg sprake van een 'gemeentebestuur'. Hoewel Hengelo staatkundig tot eind 1811 bij het landgericht Delden behoorde, werd er op 28 april 1802 een gemeentebestuur ingesteld. De bevoegdheden gingen niet verder dan financiële zaken en het beheer van gemeenschappelijke eigendommen. Dit gemeentebestuur, bestaande uit zeven leden, 'bestuurde' maar een klein deel van de huidige gemeente Hengelo. Het ging hier alleen om het dorp Hengelo en de Veltzijde.11 In 1803 werd Willem Waanders, sinds 1795 in functie als richter, door het Departementaal bestuur van Overijssel bevestigd als richter van Haaksbergen en hij zou dit tot 1811 blijven, waarna hij de eerste maire (burgemeester) van Haaksbergen zou worden. Koninkrijk Holland In 1806 hield de Bataafse Republiek op te bestaan en werd het land tot Koninkrijk Holland omgevormd. Koning werd Napoleons jongere broer Lodewijk Napoleon. De keizer dacht op deze wijze het land beter te kunnen controleren. Het bewind van de nieuwe koning was zeker niet nadelig voor Nederland. Aangezien hij niet de verwachtingen van zijn keizerlijke broer inloste, duurde zijn koningschap tot de zomer van 1810. In de periode van het Koninkrijk Holland vonden een aantal staatswijzigingen plaats, die van invloed waren op het lokale bestuur. Bij de wet van 13 april 1807 werd ons land verdeeld in 10 departementen, waarbij de grenzen tussen Overijssel en Gelderland werden gewijzigd12. De Fransen kozen natuurlijke grenzen en hiermee werden de IJssel en de Buurserbeek/Schipbeek provinciegrens. Dit had ook consequenties voor Haaksbergen. De Buurserbeek was nu de provinciegrens. Dit betekende dat het gebied ten zuiden van de beek bij de voogdij Neede werd gevoegd. Daartoe behoorden dus een groot deel van Buurse en gedeelten van Honesch, Langelo en Brammelo. Brammelerbroek, dat tot Neede behoorde, werd vanaf dat moment bij Haaksbergen gevoegd. 11
Lodewijk Napoleon Bonaparte (1778-1846), koning van het Koninkrijk Holland (1806-1810)
D. Huinink; Gedenkboek van Hengelo (Ov.); uitgegeven t.g.v. de onafhankelijkheidsfeesten te Hengelo
1913 (Hengelo, 1979) 80-85 en Reglement van de instelling van het gemeentebestuur 1802, Gemeente archief Hengelo (Ov.), Archief van het gemeentebestuur van de gemeente Hengelo 1802-1917, inv.nr. 698. Het gaat hier om de instelling van een gemeentebestuur, dat mogelijk dezelfde bevoegdheden kende als in Haaksbergen de municipaliteit, zoals genoemd in 1798. Tot eind 1811 hoorde het dorp Hengelo bij het richterambt Delden. De geboorte van de huidige gemeente Hengelo was net als van de andere Twentse gemeenten niet eerder dan in het jaar 1811. In de archiefinventaris van Hengelo wordt echter gesteld dat Hengelo sinds 1802 een zelfstandige gemeente is. 'Hengeier Weend' 12
F.M. Hendriks, 'De grenzen van Overijssel en van de Overijsselse gemeenten van 1807 (1811) -
1842', in: Verslagen en Mededelingen van de Vereniging voor Overijsselsch Regt en Geschiedenis 75e stuk (1960) 98.
3449
MIMIK 1807
o
,-/' aur \ / „-'--'S DRErrrm: V
persoon van Floris Willem baron Sloet tot Warmelo.14 De oorspronkelijke drosten verloren hun bevoegdheid als bestuurder, maar ook kreeg hun functie een andere naam. Vanaf 1807 werd hun naam gewijzigd in baljuw en drostambt werd baljuwschap. De laatste drost van Haaksbergen en Diepenheim was vanaf 1802 Mr. J.B. Auffmorth met Jan Hendrik Jordaan als verwalter (plaatsvervanger). Auffmorth werd vanaf 1807 baljuw van het baljuwschap Haaksbergen en Diepenheim, maar hij was verworden tot een ambtenaar van beperkte betekenis. Na de Franse tijd werd hij vrederechter te Goor.15 In de zomer van 1810 werd ons land volledig bij Frankrijk ingelijfd en werd Nederland min of meer een provincie van Frankrijk.
Aan het hoofd van het departement Overijssel kwam een landdrost te staan, die werd benoemd door de koning en alleen aan hem verantwoording schuldig 13 was . De drie kwartieren van onze provincie werden bestuurd door aan de landdrost ondergeschikte drosten, die kwartierdrosten werden genoemd. Twente kreeg een kwartierdrost gevestigd te Almelo in de
(Foto: Internet) Floris Willem Sloet tot Warmelo als landcommandeur van de ridderlijke Duitsche Orde. Sloet was van 1792-1795 verwalter-drost (waarnemer) van Haaksbergen en Diepenheim. Vanaf 1807 was hij kwartierdrost van Twente.
13
B.H. Slicher van Bath e.a.; Geschiedenis van Overijssel (Deventer, 1970) 187.
14
Site Parlementair Documentatie Centrum (Universiteit Leiden) en A.F.M. Reichgelt, 'Floris Willem
Sloet tot Warmelo (1753-1838)', in: Overijsselse biografieën (Meppel/Amsterdam, 1990) 174-177. F.W. Sloet tot Warmelo was volgens Historie van Haaksbergen deel l, blz. 100 in 1803 aangesteld tot drost van Haaksbergen en Diepenheim en zou de laatste drost van dit drostambt geweest zijn. De laatste drost, vanaf 1807 baljuw, was echter J.B. Auffmorth. 15
3450
Site Parlementair Documentatie Centrum (Universiteit Leiden).
1811-1813 Departementen, arrondissementen, kantons en mairiën Bij keizerlijk decreet van 21 oktober 1811 werd definitief bepaald dat ons land verdeeld zou worden in departementen, arrondissementen, kantons en mairiën (gemeenten).16 Overijssel werd het Franse departement van de Monden van de IJssel (Département des Bouches de l'lssel) met aan het hoofd een prefect. Dit departement was verdeeld in de arrondissementen: Zwolle, Deventer en Almelo, met elk een onderprefect aan het hoofd. Het arrondissement Almelo was weer verdeeld in de kantons: Almelo, Delden, Enschede, Goor, Oldenzaal en Ootmarsum. De mairie Haaksbergen behoorde tot het kanton Goor. In het jaar 1811 werden de bestuurlijke en de rechtelijke macht definitief gescheiden. De mairiën werden uitsluitend bestuurlijke lichamen. Ontstaan gemeenten Het decreet van 21 oktober 1811 doet vermoeden, dat de gemeenten pas vanaf deze datum zijn ingesteld. Dat is echter niet het geval. Het besluit legde de definitieve begrenzingen (voor dat moment) vast en bekrachtigde eerder genomen besluiten. Het keizerlijke decreet van 18 oktober 1810 bepaalde, dat de Franse wetten, de Franse bestuursindeling en de Franse rechtelijke organisatie met ingang van 1 januari 1811 ook van toepassing waren op ons land, een datum die door een nader decreet van 6 januari 1811 werd verschoven naar 1 maart van dat jaar. Vanaf deze datum hield het ambt van drost/baljuw en richter op te bestaan. Ook de landdrost van Overijssel, Mr. Petrus Hofstede, was van zijn ambt ontheven en mocht zich voortaan prefect van het Departement van de Monden van de IJssel noemen. Hij kreeg begin 1811 voorschriften van de intendant van Binnenlandse Zaken. De prefect moest zich houden aan het decreet van 18 oktober 1810 en moest er naar streven, naar Frans voorbeeld, kleine gemeenten te vormen en daarbij vooral rekening te houden met de belangen en gewoonten van de inwoners van de samen te voegen gebieden. De afstand tussen verschillende plaatsen en gehuchten in één mairie mocht niet te groot zijn en de hoofdplaats moest
16
Hendriks, De grenzen van Overijssel, 103
3451
zonder veel moeite voor een ieder bereikbaar zijn.17 Vaak werden bij het bepalen van de gemeentegrenzen de grenzen van de voormalige kerspels of richterambten aangehouden. De indeling is de prefect niet gemakkelijk gevallen. Uiteindelijk is Overijssel verdeeld in 52 mairiën. Binnen het arrondissement Almelo werd men het aanvankelijk niet eens over de verdeling. De nieuwe indeling is in een groot gedeelte van Overijssel reeds in de eerste helft van april 1811 ingevoerd. De prefect stelde 28 maart 1811 de grenzen van 39 mairiën in Overijssel vast. In het arrondissement Almelo ging het alleen om Borne, Diepenheim, Haaksbergen en Vriezenveen, gebieden die bleven zoals ze voordien geweest waren. Zo werden de voormalige richterambten Borne, Diepenheim en Haaksbergen en het voormalige schoutambt Vriezenveen nu mairiën. Gezien de grenswijziging uit 1807 zou het ten zuiden van de Buurserbeek gelegen deel van het oorspronkelijke richterambt Haaksbergen in 1811 bij de Gelderse gemeente Neede komen. In hetzelfde besluit van 28 maart benoemde de prefect in de 36 mairiën met minder dan 5000 inwoners de maire, de adjunct-maire en de conseils municipaux (gemeenteraden).18 Dit onder bepaling dat de benoemden voor 15 april dat jaar geïnstalleerd moesten zijn. Het gemeentebestuur van Haaksbergen werd op 13 april geïnstalleerd, een datum die afwijkt van data die tot nu toe in de historie van Haaksbergen aangehouden werden.19 Het bestuur van Borne werd geïnstalleerd op 10 april.20 Ook de besturen van de andere 34 mairiën zijn alle voor 15 april geïnstalleerd en hiermee werd de nieuwe indeling in een groot gedeelte van Overijssel, zij het voorlopig, al in april 1811 ingevoerd. De indeling in de rest van Twente was niet makkelijk. Dit had waarschijnlijk alles te maken met de omvang van de voormalige landgerichten, zoals Oldenzaal, Delden en Ootmarsum. Deze gebieden moesten eerst opgedeeld worden. Pas in september 1811 bereikte men overeenstemming en ontstonden (Foto: Arch. Hist. Kr. Hbg.) De Buurserbeek in Buurse aan het eind van de 19e
de andere 13 mairiën,
eeuw met een primitief voetgangersbruggetje. Door de grenswijziging van 1807
waaronder
was de Buurserbeek provinciegrens geworden.
(stad en een gedeelte
Delden
17
Hendriks, De grenzen van Overijssel, 104.
18
Hendriks, De grenzen van Overijssel, 105.
19
Historie van Haakbergen, deel III, blz. 9 noemt 16 november 1811 als daturn van de benoeming door
de prefect. Op die datum nam de prefect inderdaad een besluit over de benoeming van gemeentebesturen in Twente, echter niet voor Haaksbergen. Hetzelfde deel 'Historie van Haaksbergen' vermeldt overigens op blz. 29 en blz. 35 als beëdigingsdatum van Willem Waanders tot maire van Haaksbergen 8 maart 1811. De benoeming zou dan voor 8 maart plaatsgevonden moeten hebben. 'Haaksbergen voor en na 1188' noemt op blz. 43 eveneens de foutieve datum van 8 maart als de dag van de beëdiging van Waanders tot maire.
3452 20
Anja Tanke,'1811: het ontstaan van de gemeenten (en andere veranderingen)', in: Boorn & Boerschop
(dec. 2011)8-9.
van het richterambt), Hengelo (dorp en de buurschappen Woolde, Oele en Beckum, dat daarvoor tot het richterambt Delden behoorde), Weerselo (westelijk deel van het voormalige richterambt Oldenzaal) en Tubbergen (het westelijk deel van het voormalige richterambt Ootmarsum). De indeling van deze gemeenten is pas eind november 1811 uitgevoerd, na de benoeming en installatie van de gemeentebesturen. Deze werden door de prefect benoemd bij besluit van 16 november 1811, waarna de nieuwe besturen tussen 25 en 29 november 1811 werden geïnstalleerd. Zo werd het gemeentebestuur van Weerselo op 26 november geïnstalleerd.21 Er kan dus geconcludeerd worden dat de gemeente Haaksbergen zich tot de vier oudste gemeenten van Twente kan rekenen. Installatie eerste gemeentebestuur van Haaksbergen Tot 1830 kende Haaksbergen geen gemeentehuis. De secretarie was in de periode 1811-1830 gevestigd in herberg De Zon (nu Markt 8), waar voor 84 francs per jaar een kamer werd gehuurd van Derk Waanders, een broer van de burgemeester. In herberg De Zon wordt op 13 april 1811 het eerste gemeentebestuur geïnstalleerd. Het proces-verbaal van deze installatie vermeldt: 'Op heeden den (Foto: auteur) Pand Markt 8 in 2010. Hier stond tot 1888 dertienden April 1811 zijn ten Gemeente Herberg De Zon, waar de gemeente, bij gebrek aan een Huize deze plaats verscheenen de navol- gemeentehuis, in de periode 1811-1830 een kamer genden ingevolge Besluit van de Heer huurde voor de secretarie. Prefect van den 28 maart Nr.10', waarna de leden van ons eerste gemeentebestuur worden opgesomd.22 Tot maire (burgemeester) werd benoemd Willem Waanders, tot dan richter van Haaksbergen en tot adjunct-maire Jan Hendrik Jordaan, die tot dan toe verwalter drost was geweest. De 'Gemeente Raaden' (raadsleden) waren: 23 - J. Smits J.W.zn. (Jan Smits was geneesheer en later koopman in het dorp) - G. Kuipers (Gerhardus Kuipers, erve Dijkhuis te Langelo) - E.D. Trip (Egidius Daniël Trip, rijksontvanger, dorp) (Johannes Theodorus de R., winkelier en secretaris, - J.T. de Reuver dorp) - A. Jordaan (Albert Jordaan, fabrikeur/koopman, broer van de adjunct maire en Derk, de oprichter van D. Jordaan & Zn.) 21
Gerrit Welberg, 'De gemeente Weerselo 200 jaar geleden ontstaan', in: Oet de Boerschopn nr. 119 (2011) 41-43.
22
Stukken betreffende de installatie van maires, adjunct-maires en gemeenteraadsleden,
HCO, toegang 21.1, Archieven van de kwartierdrost van Almelo (1807-1810) en de onderprefect van Almelo (1811-1813), inv.nr. 117. 23
Het tussen haakjes vermelde betreft een interpretatie. Derk ter Horst niet exact kunnen plaatsen.
3453
(belastingschatter, dorp) (erve De Reimer, Honesch) (= Gerhardus Koning, landbouwer op het erve Kaamscher te Holthuizen) - A. Aarnink (Arend A., landbouwer op het erve Aarnink te Stepelo) - H. Bouwmeesters Jonkman (= Hendrik Oostendorp, landbouwer op het erve Jonkman te Langelo) - Hendrikus Waanders (brouwer in de Dom, dorp) (Derk Jan Kerkhoven, schoolmeester, dorp) - DJ. Kerkhoven - H.A. Immink (Hendrik Adolf Immink, bakker, dorp) - D. ter Horst (Derk ter Horst, dorp) - Tone Scholten (landbouwer op het erve Laakmors te Honesch) (Berend Morssinkhof op het gelijknamige erf te - B. Morssinkhof Honesch) (= Jan Roerink op het erve Rengerink/Reink in - Jan Rengerink Buurse) - B. Ensink (= Berend ten Vaarwerk op het erve Ensink te Stepelo) - J.G. Wolterink (Johannes Gerhardus Wolterink op het gelijknamige erve in Buurse) - Egbert Scholten (landbouwer op Gr. Steenberg of Scholten Eums in Buurse) - Jan Vruwink - Harmen Reimerink - G. Kaamscher
De maire, adjunct-maire en raadsleden werden door de onderprefect Sloet tot Warmelo plechtig geïnstalleerd, waarbij elk afzonderlijk de volgende eed moest afleggen: 'Ik zweere gehoorzaamheid aan den instellingen des Rijks en getrouwheid aan den Keijzer'. Na het tekenen van dit procesverbaal was het oude 'gemeentebestuur' honorabel ontslagen. Alle documenten, charters, papieren en overige goederen van de oude bestuurders, die Willem Waanders voor het uitoefenen van zijn nieuwe functie als maire benodigd had, werden officieel overgedragen. Willem Waanders 'gewezen regier, nu -Ml* -'-•-«-—maire' overhandigde dezelfde dag een
ondertekend
document
(een
inventaris) aan de onderprefect, waaruit blijkt om welke stukken het ging: een protocol van Huwelijks-
(Foto: Arch. Hist. Kr. Hbg.) De Markt in Haaksbergen voor 1881. Links op de foto de oude burgemeesterswoning. Hier woonde tot zijn dood burgemeester Willem Waanders. Daarnaast het gemeentehuis uit 1830, dat in 1881 werd vervangen dooreen nieuw gemeentehuis (zie foto omslag). Op de plek van deze 2
3454
panden werd in 1940 het huidige oude gemeentehuis gebouwd (zie foto op bladzijde 3455)
zaken, beginnend 20 juni 1795; een register van sterfgevallen of aangegeven lijken, beginnend in januari 1806; twee grote brandspuiten; twee kleine draagbare brandspuiten en 10 obligaties, ter waarde van f2400,-, die nu ten laste van het rijk vielen.24 Het is onbekend welke procedure is gevolgd die heeft geleid tot de keuze van deze vroede vaderen. Haaksbergen kende in 1811 maar liefst 20 raadsleden, het hoogste aantal ooit (anno 2012 telt Haaksbergen 19 raadsleden). Vermoedelijk werd dit aantal alleen in de Franse tijd gehanteerd, dus tot in 1813. Aangezien de notulen van de raadsvergaderingen tot 1820 niet bewaard zijn gebleven, kan hierover weinig zekerheid worden gegeven. Wel is het aantal raadsleden in het jaar 1818 bekend. Dit waren er toen zes, die op 26 juni werden ontslagen, waarna er zes nieuwe werden benoemd en geïnstalleerd. Van deze zes werden er twee tot assessor (wethouder) benoemd.25 Van de in 1811 geïnstalleerde raadsleden heeft er voordien vermoedelijk een aantal deel uitgemaakt van het eerder genoemde 'College van Veertiene', waarin iedere marke was vertegenwoordigd. De gemeenteraad uit 1811 vertegenwoordigde echter niet alle marken; hierin is de verdeling als volgt: negen leden uit het dorp, drie uit Buurse, twee uit Honesch, drie uit Holthuizen/Eppenzolder & Stepelo en twee uit Langelo. Boekelo en Brammelo hadden geen representanten in de eerste gemeenteraad. Een andere constatering is dat de drie leden uit Buurse
(Foto: Arch. Hist. Kr. Hbg.)
Het in 1940 gebouwde gemeentehuis Situatie voor 1949 (let op het bordes)
24
Stukken betreffende de installatie van maires, adjunct-maires en gemeenteraadsleden, HCO,
toegang 21.1, Archieven van de onderprefect van Almelo (1811-1813), inv.nr. 117. 25
Benoeming leden raad en installatie nieuwe raadsleden, 26 juni 1818, Gemeentearchief
Haaksbergen, Statisch Archief, Correspondentie 1811-1829.
3455
in 1811 formeel niet in de gemeente Haaksbergen woonden, maar inwoners waren van de mairie Neede. Het is een raadsel hoe zij dan toch tot gemeenteraadslid van Haaksbergen geïnstalleerd konden worden. Willem Waanders (1739-1829) zou de geschiedenis ingaan als de laatste Haaksbergse richter. Hij werd daarnaast de eerste maire van Haaksbergen. Na het einde van de Franse overheersing in 1813 werd zijn titel schout en in 1825 burgemeester. Hij zou deze functie tot zijn dood blijven uitoefenen.
Taken van de nieuwe gemeente Gemeenten waren destijds louter administratieve eenheden, die geen eigen beleid maakten. Eén van de administratieve taken was het registreren van de bevolking. De belangrijkste functie hiervan was om te weten hoeveel belasting geïnd kon worden en hoeveel jongemannen opgeroepen konden worden voor militaire dienst. De nieuwe gemeenten werden onder meer verplicht gesteld een burgerlijke stand en een registratie van dienstplichtigen bij te houden. Een organisatie met weinig taken heeft ook niet veel personeel nodig. Uit de 'Specifique Staat van de Bureau Kosten van de Mairie van Haaxbergen' uit het jaar 1811, waarin de jaarsalarissen in francs van de toenmalige ambtenaren worden vermeld, weten we welke taken er naast burgemeester bij de toenmalige gemeente werden uitgeoefend: griffier, veldwachter, bode, ontvanger, werkman, twee opzieners van de brandspuit,
(Foto: Arch. Hist. Kr. Hbg.) Een brandspuit anno 1884
3456
(Foto: Arch. Hist. Kr. Hbg.) Een hjksveldwachter in uniform
vroedvrouw.26 Totaal dus negen personeelsleden, waarvan vijf part-time. In 1811 kende men dus negen personeelsleden tegenover 20 raadsleden, in vergelijking met de huidige situatie een bijzondere verhouding. Hoewel op bovengenoemd staatje één veldwachter wordt genoemd, zijn er op 18 juni 1811 twee veldwachters in Haaksbergen benoemd. Dit waren Johannes Brandau, 55 jaar, ambtsdienaar en voormalig soldaat en Frederik Amelonsen (dit moet waarschijnlijk Amelong zijn), 56 jaar, koninklijk jager en voormalig soldaat.27 De gemeenteraad van Haaksbergen keurde hun benoeming goed in de zitting van 20 juni 1811.28
Invoering burgerlijke stand en het register van naamsaanneming Zoals gezegd traden vanaf 1 maart 1811 de Franse wetten in werking en hierbij hoorde ook de invoering van de burgerlijke stand. Voortaan moesten geboorte, huwelijk en overlijden worden geregistreerd bij het plaatselijke gemeentehuis. Voor die tijd had deze registratie voornamelijk plaats in kerkelijke registers. Vanaf de invoering van de burgerlijke stand was de juridische DEP DER'*.MONDEN VAU DEN YSSJEL.:, . .. status van de doop en het sluiten van een 4&ROXDISS1MENT
ALMELO.
^^^ f\ T^CrT^ P v
N
GEMEENTE VAN
,
^^ ^ ^ ^^
definjtief veranderd.
Dopen en trouwen voor de kerk werd vanaf nu een vrijwillige keuze. Het is een misvatIV *'n9 te denken dat de burgerlijke stand direct na 1 maart 1811 is ingevoerd. De feitelijke invoering is van een gevarieerdheid van data, verspreid over 1811 tot begin 1812. In Twente v/erd c'e Burgerlijke stand het eerst ingevoerd bjj de gemeenten die in april 1811 van start gingen. In Haaksbergen werd de burgerlijke stand dan ook in die maand ingevoerd.29 De eerste . geboorteregistratie is van 25 april. Het betreft de geboorte van Janna Wijlens op
G E D E N D E DEN UUUt ,800 EN ^
24 9
P ril '
dOCntei
"
V3P Ar6nd Wi
Jl6nS
6
Meijerink. Dezelfde dag werd ook het eerste huwelijk geregistreerd. Derk Mannus Schartman en Anna Lankhold gaven elkaar het jawoord. Een dag later werd het eerste overlijden ingeschreven in het kersverse overlijdensregister. Ten huize van Jannes Witbreuk op het erve Eeftink in Boekelo was Hendrika Broekers op 24 april overleden. Zij was de dochter van Jan
26
Specifique Staat van de Bureau Kosten van de Mairie van Haaxbergen uit 1811, Gemeente archief
Haaksbergen, Statisch Archief, gemeente rekening 1811-1829. 27
De naam van Frederik Amelonsen of Amelong wordt niet genoemd in Historie van Haaksbergen deel
III in het hoofdstuk over de politie, blz. 90 en verder, 28
Stukken betreffende de aanstelling van bos-en veldwachters in de gemeenten Borne en Haaksbergen,
1811, HCO, Archieven van de onderprefect van Almelo (1811-1813), inv.nr. s286. 29
Geboorte-, huwelijks- en overlijdensregisters, HCO, Burgerlijke Stand gemeente Haaksbergen.
Broekers en Geertruid Leferink.30 In Diepenheim en Borne vond de invoering eveneens in april 1811 plaats.31 Bij de overige Twentse gemeenten, die formeel pas eind 1811 werden ingedeeld, zou ook de burgerlijke stand later van start gaan. Er zijn uitzonderingen, zoals Almelo, waar de eerste geboorten en huwelijken reeds in de zomer van 1811 werden geregistreerd. In Delden zou de burgerlijke stand pas begin 1812 worden ingevoerd. De eerste geboorten en overlijdens van Hengelo werden in de tweede helft van 1811 geregistreerd; het eerste huwelijk pas in 1812.32 Haaksbergen behoorde dus tot de eerste gemeenten in Twente waar de burgerlijke stand werd ingevoerd, in 2011 dus eveneens 200 jaar geleden. Voor met name genealogen is het een onmisbare overheidsbron, waarvoor we de Fransen nog altijd dankbaar zijn. De invoering van de burgerlijke stand liep iets voor op de invoering van de geslachtsnaam-aanneming. Op grond van het keizerlijk decreet van 18 augustus 1811 werden alle inwoners verplicht hun achternaam te laten registreren. Wie geen vaste achternaam had, moest er een aannemen. In Twente hadden de meeste mensen wel een familienaam, maar deze kon nogal eens wisselen. Men ontleende zijn achternaam aan de boerderij die men bewoonde of waar men geboren was. Als een man introuwde op een boerderij waar als opvolgster alleen een dochter was, kreeg die dus de familienaam van zijn vrouw en dat gold ook voor hun
(Foto: kaart in 2011 uitgegeven door H. J. Versteld) Franse kaart 1812-1813 vanuit de Gelderse kant bezien. De Buurserbeek is provinciegrens. De ten zuiden van de beek gelegen delen van Buurse en Honesch (incl. Haaksbergerveen) behoren tot de 'mairie Nede'. De Harrevelder Schans is waar te nemen. De kaart werd vervaardigd door J. Tibbe. Opmetingen vonden plaats in 1812 en in mei 1813 was de kaart gereed. 30
Dit overlijden sluit naadloos aan bij het eerder genoemde Register van sterfgevallen (ook genoemd
het Register van aangegeven lijken 1806-1811, HCO, Retroacta Burgerlijke Stand, toegang 124, inv.nr. 177). De laatste inschrijving in dat register is van 20 april 1811. Maire Waanders noteert vervolgens dat dit register hiermee is gesloten en dat de volgende sterfgevallen vanaf 26 april 1811 staan ingeschreven in het nieuwe register dat van Gouvernementswege toegezonden is. 31
Anja Tanke,'1811: het ontstaan van de gemeenten (en andere veranderingen)', in: Boorn & Boerschop
_ .(.„(dec. 2011) 8-9 en huwelijksregisters, HCO, BS gem. Diepenheim. 32
HCO, Burgerlijke Stand, gemeenten Almelo, Delden en Hengelo.
kinderen. Ook bij verhuizing kon de familienaam wijzigen. Wat hier vooral gold was het aannemen van een vaste geslachtsnaam (achternaam, familienaam) en die te laten registreren. De registers van naamsaanneming in Twente dateren uit 1812 of later. Helaas is het register van Haaksbergen niet bewaard gebleven. Wel is er een lijstje met daarop de joodse inwoners van Haaksbergen, die verklaren een vaste geslachtsnaam aan te nemen.33 Geluk bij een ongeluk is, dat, zoals gezegd, de ten zuiden van de Buurserbeek gelegen delen van Buurse, Langelo en Brammelo in 1811 tot de Gelderse gemeente Neede behoorden. Het register van naamsaanneming van de gemeente Neede uit augustus 1812 is bewaard gebleven. De voormalige Haaksbergenaren uit Buurse, Langelo en Brammelo verklaren voor de maire van Neede hun geslachtsnaam te behouden of er een aan te nemen.34 Andere veranderingen in 1811 Met de opheffing van het richterambt was er geen richter meer om recht te spreken en afspraken tussen partijen bindend vast te leggen. Doordat de bestuurlijke en de rechtelijke macht nu waren gescheiden en de maire puur een bestuurlijke taak had gekregen, kwam er voor de eerste een vrederechter en voor de tweede een notaris in de plaats. De vrederechter was de laagste rechter in een landelijk uniform rechtssysteem. Hij sprak onder meer recht in zaken betreffende roerende goederen. Daarnaast trad hij op in familie- en erfrechtelijke zaken, zoals het benoemen van curatoren en voogden. Inwoners uit Haaksbergen moesten hiervoor naar de vrederechter in Goor. Later werd de vrederechter ook kantonrechter genoemd. Sinds 1838 behoorde Haaksbergen tot het kanton Enschede. Beroep was vanaf 1811 mogelijk bij de rechtbank van eerste aanleg in Almelo (sinds 1838 arrondissementsrechtbank geheten). Bij de invoering van het notariaat in 1811 kwamen er onder de kantons notariële standplaatsen. Per standplaats werd een ambtenaar benoemd met als titel notaris. Hij diende akten op te maken om afspraken tussen personen vast te leggen, bv. testamenten, aan- en verkopen, hypotheken en huwelijksvoorwaarden. Haaksbergen werd een notariële standplaats. Op 20 februari 1812 werd Jan Hendrik Jordaan (1773-1834) tot keizerlijk notaris aangesteld. Deze zoon van fabrikeur en koopman Jan Jordaan, was aanvankelijk procureur, verwalter-richter van Haaksbergen en van 1803 tot 1811 verwalter-drost van Haaksbergen en Diepenheim. Hij was in 1811 ook adjunct-maire en later assessor (wethouder) van Haaksbergen. Daarnaast was hij markerichter van Haaksbergen en Honesch. Je kunt je dus afvragen in hoeverre men geslaagd was bij de uitvoering van de scheiding van bestuurlijke en rechterlijke macht. Qua functies was het gescheiden, maar als dezelfde personen deze ook gaan uitoefenen... 33
Gemeente archief Haaksbergen (kluis Burgerzaken).
34
Register van naamsaanneming gemeente Neede, Gelders Archief, Registers van naamsaanne-
ming. De inwoners worden niet gespecificeerd naar buurschap. Inwoners van diverse buurschappen worden door elkaar vermeld, waardoor het enig onderzoek vergt om iedereen te kunnen herleiden. Vergelijkingen met de Volkstellingen van 1795 en 1830 zijn hierbij benodigd.
3459
De gemeente Haaksbergen in 1811 In de Franse tijd moet ook het woord bureaucratie zijn uitgevonden. Het begon al ten tijde van het Koninkrijk Holland, maar die nam toe na de inlijving bij Frankrijk. Alles diende vastgelegd te worden. De Franse overheid zond allerlei tabellen, waarin binnen de kortst mogelijke tijd gegevens ingevuld moesten worden betreffende de bevolking, beroepen, bedrijven, armwezen, gemeenteinkomsten en dergelijke. Dankzij deze nauwkeurigheid hebben we nu de beschikking over bronnen die ons inzicht verschaffen in onze gemeente in het jaar 1811. bevolking Haaksbergen telde in 1811, volgens een telling van juni dat jaar, 3857 inwoners, die als volgt over "t Dorp en de onderhorige boerschappen' waren verspreid35: Het dorp Haaksbergen 175 huisgezinnen en 1110 zielen Buurschap Honesch 65 huisgezinnen en 372 zielen Buurschap Buurse 83 huisgezinnen en 491 zielen Buurschap Langelo 65 huisgezinnen en 352 zielen Buurschap Brammelo 43 huisgezinnen en 235 zielen Buurschap Holthuizen 68 huisgezinnen en 406 zielen Buurschap Eppenzolder 84 huisgezinnen en 451 zielen Buurschap Boekelo 81 huisgezinnen en 440 zielen Van de 3857 inwoners waren er 547 stemgerechtigd. De huisgezinnen werden vervolgens ook onderverdeeld naar religie: Hervormden 142 huisgezinnnen Roomsch Cath. 515 huisgezinnen Jooden 7 huisgezinnen Een jaar later vond er weer een volkstelling plaats en telde Haaksbergen 3545 inwoners, welke als volgt over de gemeente waren verspreid36: Dorp 1120st. Honesch 326 st. Buurse 33 st. (alleen benoorden de Schipbeek) Langelo 313 st. Brammelerbroek 185 st. Brammelo 244 st. Holthuizen 412 st. Eppenzolder 464 st. Boekelo 448 st.
35
Staten van overzichten van de bevolking van de gemeenten, 1811 (7 juni ondertekend door
W. Waanders), HCO, Archieven van de onderprefect van Almelo (1811-1813), inv.nr. 128. 36
Staat van de uitkomsten van de volkstelling van 1812, per gemeente, buurschap, 1812, HCO, toegang
„ .„„20.1, Prefect van het departement van de Monden van de IJssel 1811-1813), inv.nr. 7074a.
De bevolking werd ook per gezindheid gespecificeerd: Katholieken 2946 st. Hervormden 545 st. Joden 54 st. In 1811 telde de gemeente 312 inwoners meer dan in 1812. Tegenwoordig zou een gemeente bij een dergelijke bevolkingskrimp in paniek raken. De oorzaak van dit verschil zit hem in het feit dat bij de telling van 1811 alle inwoners van het voormalige gebied van het richterambt zijn meegeteld, dus ook de inwoners ten zuiden van de beek. Vergelijk bijvoorbeeld Buurse. Inclusief de inwoners die in de gemeente Neede woonden telde de buurschap 491 zielen, exclusief de 'Needenaren' was dit aantal 33. Het verschil van 312 inwoners wil niet zeggen dat er 312 voormalige Haaksbergenaren onder Neede woonden. Haaksbergen mocht ook 'geannexeerd' gebied met bijbehorende inwoners tot de gemeente rekenen, namelijk de buurschap Brammelerbroek met 185 zielen. Veeteelt en paarden In april 1811 vond er een telling plaats van de paarden, schapen en het hoornvee (koeien) in de gemeente Haaksbergen.37 De paarden werden onderverdeeld in:
(Foto: OKT) Schaapskudde van Jan Hendrik Scholten (1859-1936) van het erve Steenberg (Haaksbergerweg 16) in Buurse 37
Staten van het aantallen hoornvee, paarden en schapen, 1811 (19 april ondertekend door
W. Waanders), HCO , Archieven van de onderprefect van Almelo (1811-1813), inv.nr. 223.
3461
16 hengsten (1 springhengst en 15 andere), 142 ruinen en 113 merries (21 merrieveulens en 92 andere merries), 7 hengstenveulens en 15 merrieveulens. Qua schapen hanteerde men de volgende onderverdeling: 138 rammen, 732 gesneden rammen, 1074 ooien en 806 lammeren. Het hoornvee was als volgt onderverdeeld: 29 stieren, 44 ossen, 1101 koeien, 309 vaarzen en 231 kalveren. Koeien en ooien komen het meest voor. Hun aantal verschilt nauwelijks: 1101 koeien tegenover 1074 ooien. De telling werd per buurschap gespecificeerd. Koeien en ruinen komen in elke buurschap, inclusief het dorp, voor. Het aantal schapen is hieronder per buurschap gespecificeerd: Dorp Haaksbergen: 4 rammen, 32 gesn. rammen, 56 ooijen en 12 lammeren Honesch: 68 rammen, 287 gesn. rammen, 185 ooijen en 109 lammeren Buurse: 27 rammen, 285 gesn. rammen, 582 ooijen en 559 lammeren Langelo: 9 rammen en 41 ooijen Brammelo: geen schapen Holthuizen: geen schapen Eppenzolder: 15 rammen, 40 gesn. rammen, 55 ooijen en 37 lammeren Boekelo: 15 rammen, 88 gesn. rammen, 155 ooijen en 89 lammeren. In Brammelo en Holthuizen zijn geen schapen waargenomen. In Langelo en Eppenzolder is het aantal gering. Aan de hand van dit staatje kun je zonder op de kaart te kijken een aardige inschatting maken waar in Haaksbergen de grootste arealen markegronden lagen en daarmee gepaard gaand de grootste hoeveelheid heide. In gebieden met weinig markegrond was om overbeweiding te voorkomen het houden van schapen op deze gronden uitdrukkelijk verboden. In Langelo gold dit verbod al sinds een markevergadering uit 1623. De weinige schapen die Langelo telde mochten alleen grazen op weide- of heidegrond van de boer zelf. Een en ander wordt bevestigd door een brief van richter Waanders van 20 oktober 1809 aan de kwartierdrost van Almelo, waarin hij een opgave moest doen van verordeningen ten aanzien van schapendriften (het recht een bepaald aantal schapen op de markegronden te mogen houden).38 De informatie hierover had Waanders ingewonnen bij de markerichters en boermannen, die uiteraard zelf hun eigen protocollen beheerden. De uitkomst was als volgt: 1. In de marke Haaksbergen en Honesch en in de buurschap Buurse waren de gewaarde ingezetenen (het aandeel van een eigenaar in de marke werd een waar of waardeel genoemd) bevoegd om schapen op het 'gemeens veld of marken gronden' te mogen weiden. Een volgewaard erf of 'volle boer' mocht 100 schapen houden, een 'halve boer' 50 schapen en een kotter (een boer zonder stemrecht in de marke) 25 stuks schapen. 2. Dat in de overige buurschappen 'a/s Langelo, Brammelo, Holthuizen, Eppenzolder en Boekelo het weiden van schapen op de gemeene of markengronden zonder onderscheid aan allen en een ieder op eene zekere boete is verboden'. 38
Brieven van de gemeentebesturen met een opgave van verordeningen etc., t.a.v. schapedriften,
1809, HCO, Archieven van de kwartierdrost van Almelo (1807-1810), inv.nr. 39.
De regelgeving was gebaseerd op vroegere besluiten en bepalingen over het houden van schapen op de markegronden, die door de betreffende marken op de holtinks of markevergaderingen waren gemaakt.
(Foto: uit boek Boerderijnamen van P. Vinc. van Wijk, ord. Carm. uit 1927) De Hof te Vaarwerk in 1927. Het erfmarkerichterschap van Holthuizen en Eppenzolder was verbonden aan deze boerderij in de buurschap Holthuizen.
De Markerichters in 1811 In 1809 moest richter Waanders de markerichters van Haaksbergen opgeven bij de kwartierdrost van Almelo.39 Deze opgave geeft ook de feitelijke situatie in 1811 weer. Markevergaderingen werden gehouden op een vaste boerderij, die deel uit maakte van de marke. Aan deze boerderijen was het markerichterschap verbonden. De eigenaren van deze boerderijen leverden de markerichter. Dit waren in 1811 voor de marke: Haaksbergen procureur Jan Hendrik en Honesch Jordaan Buurse het rijk, met als administrateur de tijdelijke Landrentmeester van Twente Langelo de Gereformeerde Diaconie van Haaksbergen, die vertegenwoordigd werd door hun rentmeester E.D. Trip (Foto: Arch. Hist. Kr. Hbg.) Berend Jan te Wieriker 1855-1933) alias Aolbers Berend, landbouwer op het erve Aolberboer (Smitterijweg 1), de laatst functionerende markerichter van Haaksbergen en Honesch en mogelijk zelfs in Twente 39
Brieven van de gemeentebesturen met een opgave van de markerichterschappen,
1809-1810, HCO, Archieven van de kwartierdrost van Almelo (1807-1810), inv.nr. 41.
3463
Brammelo en Brammelerbroek Holthuizen en Eppenzolder Boekelo
D. Westenberg te Delden Hendrik Scholten met Eppenzolder als administrateur J.H. Rattink als voogd Hugenpoth van Aerdt (tot Heeckeren) met als administrateur Carel ten Zijthoff.
Buurschappen, kerken, wegen en waterlopen, bruggen en sluizen De 'gemeentebesturen' in Twente werd in de slachtmaand (november) 1809 verzocht een opgave te doen van de in hun gemeente aanwezige dorpen en buurschappen, kerken, havezaten en landgoederen, wegen, waterlopen, bruggen en sluizen. Het provinciaal bestuur verzamelde allerlei gegevens die later mogelijk zijn gebruikt bij de beslissingen over de vorming van gemeenten. Richter Waanders zond zijn opgave 26 november in.40 We kunnen er redelijkerwijs van uitgaan dat de uitkomst van deze opgave niet of nauwelijks zal verschillen met de situatie in 1811. Haaksbergen bestaat uit het dorp en zeven buurschappen, bekend als het Dorp Haaksbergen en de buurschappen: Honesch, Buurse, Langelo, Brammelo, Holthuizen, Eppenzolder & Boekelo. In het dorp staan drie kerkgebouwen: 'een voor de Roomsch Catholieken; een voor de Hervormden en een voor de Hoogduitsche Joodsche gemeente'. Haaksbergen kende geen Havezaten en voorname landgoederen binnen de grenzen. De volgende doorgaande wegen (vaarweg genoemd) waren aanwezig: A. De weg komend van Vreden in het Munsterland, lopend door Honesch tot in het dorp Haaksbergen. B. De weg komend van Alstatte in het Munsterland lopend door Buurse over een gedeelte van Honesch tot in het dorp. C. De weg komend van Enschede lopend door de marke Haaksbergen en Honesch tot in het dorp. D. De weg komend van Hengelo lopend door de marke Haaksbergen en Honesch tot in het dorp. Van het Dorp Haaksbergen lopen deze wegen verder: a. Door Holthuizen en Eppenzolder naar Delden en het Zeldam. b. Door Holthuizen en Boekelo naar Goor en ook naar het Zeldam. c. Door Holthuizen en een klein gedeelte van Brammelo en Boekelo naar Diepenheim. d. Door Langelo en Brammelo naar Neede en ook naar Eibergen, beide in het Departement Gelderland. Waanders vermeldde dat over deze wegen 'geen posten noch postwagens passeren', met andere woorden er was geen 'openbaar vervoer' in Haaksbergen. De Haaksbergse wegen verkeerden in 1811 in een goede bruikbare staat.41 40
Brieven van de gemeentebesturen met een opgave van de in hun gemeente aanwezige dorpen en
buurschappen t/m bruggen en sluizen, 1809, HCO, Archieven van de kwartierdrost van Almelo (18071810) en de onderprefect van Almelo (1811-1813), inv.nr. 26. 41 „ .,, . 41 Rapporten van van de gemeentebesturen van van o.a. Haaksbergen Haaksberger over toestand van de wegen, 1811, HCO,
Archieven van de onderprefect van Almelo (1811-1813), inv.nr. 297.
Interessant is ook de beschrijving over de Buurserbeek of Schipbeek. Door het gericht/gemeente Haaksbergen loopt de rivier de Schipbeek, welke komend van de Alsteedse molen (de Haarmühle) in het Munsterland door Buurse, Honesch, Langelo en Brammelo en door een klein gedeelte van Gelderland naar de zogenaamde Oude Sluis onder Diepenheim loopt. De rivier is alleen de winterdag bij hoog water bevaarbaar. Dan wordt het hout, dat 's zomers per as vanuit het Munsterland tot aan de Lankheterbrug in Langelo was aangevoerd, vanaf deze brug met schuiten en houtvlotten naar Deventer vervoerd. Ook worden in dat jaargetijde de houtskolen, die enkele boeren in Haaksbergen branden, en het koren dat de boeren willen verkopen met schuiten over de Schipbeek naar de Uzermolen (een primitieve hoogoven in Deventer) en naar de Deventer markt vervoerd. Deze schuiten brengen, indien het water het toelaat, winkelwaren vanuit Deventer terug naar Haaksbergen. Volgens de (Foto: Arch. Hist. Kr. Hbg.) De Buurserbeek eind 19e opgave kende men hier geen veerschepen of marktschuiten. eeuw. In 1811 was het riviertje alleen de winterdag bevaarbaar voor transport van goederen tussen de De Schipbeek kende volgens de opsomming in het Haaksbergse Lanketerbrug en Deventer gebied geen sluizen. De opgave vervolgt met een opsomming van de gemeentelijke bruggen, aanwezig over de Schipbeek, die door iedereen 'zoo wel in als uitheemschë vrij gebruikt mogen worden: in Buurse: de Braambrug, de Rietbrug en de Keupersbrug (nu Koekkoeksbrug genoemd) in Honesch: de Klaashuisbrug en de Morsinkhofsbrug in Langelo: de 'Nieuwsteegdenbrug', de Lankheterbrug, de Veddersbrug en de Vloedstegenbrug. Vervolgens komen de particuliere bruggen aan bod. De brug bij de Watermolen behoorde qua eigendom tot de molen. De kleine bruggen over de Schipbeek waren eigendom van enkele boeren, die de bruggen ook bekostigden en onderhoud
3465
pleegden. De bruggen werden voornamelijk door de eigenaren gebruikt om: 'erover te varen naar hunne landen aan de overzijde der Schipbeek geleegen, als ook om den schollen of zoden uit het veld te halen tot mesting. Mitsgaders om het vee en schapen daar over het veld te drijven.'
1813-1815 Einde Franse overheersing In 1813 is het afgelopen met de Franse overheersing. Nadat Russische en Pruisische troepen de Fransen hadden verdreven keerde Willem Frederik, erfprins van Oranje en zoon van de in ballingschap overleden laatste stadhouder, op 30 november 1813 terug in ons land. Op 2 december werd hij te Amsterdam ingehuldigd als soeverein vorst. In 1815 werd hij als Willem l koning van het nieuwe Koninkrijk der Verenigde Nederlanden (het huidige Nederland inclusief de Zuidelijke Nederlanden, nu België). De koning handhaafde de door de Fransen ingerichte bestuurlijke en rechterlijke indeling en zeker niet minder belangrijk de wetgeving. Veel zaken die door de Fransen in gang zijn gezet, werden door de nieuwe koning verder uitgewerkt of tot uitvoering gebracht, zoals het Kadaster, de inrichting van begraafplaatsen buiten de bewoningscentra, de invoering van het metrieke stelsel en de opheffing van het markesysteem in Oost-Nederland. De departementen werden nu weer provincies met aan het hoofd een gouverneur. Behalve in Limburg werd deze naam in 1850 gewijzigd in commissaris van de koning(in). Oude begrenzing Haaksbergen weer hersteld Kort na de Franse tijd werd de oorspronkelijke begrenzing weer gehanteerd. De gemeente Haaksbergen omvat sinds 19 september 1814 het gebied van het voormalige richterambt en kerspel Haaksbergen.42 Buurse, Brammelo en Langelo hoorden vanaf dat moment weer als totale buurschap tot Haaksbergen en Brammelerbroek kwam terug bij Neede. De erfenis van de grenswijziging uit 1807 is tegenwoordig nog altijd te vinden in de burgerlijke stand. Bij genealogisch onderzoek van bijvoorbeeld inwoners uit Buurse valt hier niet aan te ontkomen. Inwoners die ten zuiden van de Buurserbeek woonden moesten naar het gemeentehuis van Neede. De geboorteakte van een persoon die in de periode 1811-1814 in dit gebied geboren is zal niet in de registers van Haaksbergen te vinden zijn, maar in het geboorteregister van Neede. Afsluitend: begrenzing Haaksbergen uniek Haaksbergen is 105 km2 groot. Eigenlijk omvat de huidige gemeente hetzelfde gebied als het middeleeuwse kerspel Haaksbergen. Er is hier behoudens een kleine wijziging op de grens met Ambt Delden omstreeks 1820 niets aan de grenzen veranderd en dat is uniek in de regio. Veel van de huidige gemeenten zijn 42
3466
Hendriks, De grenzen van Overijssel, 122.
(Foto: auteur) Dejurisdictiepaal uit 1773 behoort tot de mooiste
(rijks)grensste-
nen van Haaksbergen, gemerkt met de wapens van Overijssel, Gelderland en het vorstbisdom Munster. Sinds 1814 laakpunt tussen de provincies Overijssel en Gelderland en vanaf 1825 tevens de officiële grensscheiding tussen de ge-
voortgekomen uit een samenvoeging of raakten grondgebied kwijt aan een sterk groeiende stedelijke buurgemeente. Bij de gemeentelijke herindeling in Twente, nu 10 jaar geleden, werden veel gemeenten opgeheven. Alleen Tubbergen kon in 2011 net als Haaksbergen het 200-jarig bestaan als oorspronkelijke gemeente vieren. Er is één verschil. Zoals eerder vermeld komt Tubbergen niet voort uit een gelijknamig gericht met dezelfde omvang, maar maakte het deel uit van het landgericht Ootmarsum. Ook in de Achterhoek zijn de oorspronkelijke gemeenten door de herindeling in 2005 drastisch gewijzigd. Toch moeten we als Haaksbergenaren onze grenzen kennen en past hier enige bescheidenheid. Zoals vermeld was de Buurserbeek vanaf 1807 even de provinciegrens, waardoor we grondgebied kwijtraakten. Deze situatie werd in 1814 weer hersteld. Vermeldenswaardig is ook het feit dat Haaksbergen tot de eerste vier Twentse gemeenten behoorde die in 1811 als bestuursorgaan van start gingen. Daarnaast was Haaksbergen in Twente één van de eerste gemeenten waar de burgerlijke stand werd ingevoerd. Laten we hopen dat Haaksbergen ook in de toekomst een jubileum als zelfstandige gemeente kan blijven vieren.
meenten Haaksbergen en Eibergen
Eric Ooink Literatuurlijst Asbroek, W.E. ten, e.a., Historie van Haaksbergen, deel l (Haaksbergen 1975) Asbroek, W.E. ten, e.a., Historie van Haaksbergen, deel III (Haaksbergen 1978) Asbroek, W.E., Haaksbergen voor en na 1188 (Haaksbergen 1988) Beer, H. de, e.a., Overzichten van de archieven en verzamelingen in de openbare archiefbewaarplaatsen in Nederland, deel VI; De archieven in Overijssel (Alphen aan den Rijn 1980) Eijken, E.D., Inventaris Drostambt Twente 1610-1811 (Zwolle 1993) Eijken, E.D. e.a., In alle Staten, vierhonderd jaar provinciaal bestuur in Overijssel (Zwolle 1978) Eijken, E.D., Compendium van het Overijssels recht vóór 1811 (Kampen 2007) Hendriks, F.M., 'De grenzen van Overijssel en van de Overijsselse gemeenten van 1807 (1811) - 1842', in: Verslagen en Mededelingen van de Vereniging voor Overijsselsch Regt en Geschiedenis 75e stuk (1960) 97-136 Rietbergen, P.J.A.N. Rietbergen (eindred.), De Geschiedenis van Nederland in Vogelvlucht; Van prehistorie tot heden (Amersfoort 1992). Slichervan Bath, B.H., e.a., Geschiedenis van Overijssel (Deventer 1970) Theunisz, Joh., Overijssel in 1795, Vanaf het uitbreken der revolutie tot het bijeenkomen van de eerste Nationale Vergadering (Amsterdam 1943) Vulsma, R.F., Burgerlijke stand en bevolkingsregister (Den Haag 2002)
W O O N D E C O R A T I E
TEN HIAGEN
V.O.F.
TEN H,I^VGEN schilderwerken
.ALLES ONDER ÉÉN DAK
•
VERF Se BEHANG PARKET 8e LAMINAAT VLOERBEDEKKING ZONWERING GORDIJNEN KLEUR ADVIES
SCHILDERWERKEN 2 4 - U U R S GLAS SERVICE
LlJSTENMAKERIJ
10% KORTING met de RelatieCard! (elke kopende klant krijgt een RelatieCard met recht op interessante korting)
H A A K S B E R G E N - MA. DE R U I J T E R S T R A A T 2O WWW.TENHAGENSCHILDERWERKEN.NL
Tel. 053-5722162
Unipro is producent van Uzin kleefstoffen, Oeshfloor kunstharsvloeren en Renovloer vl oerren o vati esy stem en
© Unipro Markt 13 Haaksbergen Tel.053-5722689 " 3468
Dat u meebeslist over onze winst. Dat is ons idee. Met het Stimuleringsfonds wil Rabobank Enschede-Haaksbergen lokale
projecten
economisch,
kleinschalige, op
duurzaam,
maatschappelijk
en
Heeft u een goed doel? Dan zorgen wij voor de middelen
cultureel terrein een zetje in de rug geven. Dat is ons idee.
Rabobank. Een bank met ideeën.
Kijk voor meer informatie op rabobank.nl/enschede-haaksbergen.
Rabobank
"Een nieuute kijk op beter zien" ook uw specialist in contactlenzen leeslenzen cylinderlenzen f 4 kleurlenzen
Van der Linde De Echte Bakker
Jhr. von Heydenstraat 30 telnr. 053-5721394 Spoorstraat 59 telnr. 053-5742888
VAN DER WERF
Omdll
"'S;,;™
gediplomeerd opticien - registeroptometrist BSc. - contactlensspecialist Spoorstraat 2 / aan de markt - Haaksbergen Tel.053-5722696 producent van kunststof verpakkings-
DIJKSTRA RD plastics
PLASTICS BV
emmers voor o. a. de voedings- en verfindustrie.
Industriestraat 3O-34 7482 EZ Haaksbergen, NL Tel.: 053-5723884 Fax: 053-5727845 E-mail:
[email protected] www.rdplastics.nl
•BH Profiteer iedere week van nieuwe grandioze aanbiedingen! • Wijnhandel & Slijterij • Relatiegeschenken • Cadeauartikelen • Feesten & Evenementen Eibergsestraat 4 Haaksbergen T 053 572 87 12 www.twentsgenot.nl
BOEK EN BURO HAAKSBERGEN Spoorstraat 67 7481 HX Haaksbergen tel. 053-5723524 fax 053-5741344
[email protected] Thuis zien of uw boek op voorraad is:
Betere kwaliteit voor een betaalbare prijs
www.boek-en-buro.nl
l ittia :«a« ;inMM!aaa.nmi •»• un»i nm-m mimi umia 11 • Pt^iBBiaa na i-a i«a.-HiB.
BONZET
BOEKBINDERS V.O.F.
ACCOUNTANTS
• Enschede • Haaksbergen
Voor het inbinden van boeken, tijdschriften en
Blankenburgerstraat 41 7481 EA Haaksbergen (053)5741979 www.smkaccountants.nl
vervaardigen van dozen en mappen De Osseboer 44 7547 SJ Enschede 053-4314069
— GRONDVERZET —
— DRAINAGE WERKZAAMHEDEN
(SIER) BESTRATINGEN
—
—
GROENVOORZIENINGEN
—
LANDBOUWMECHANISATIE
CULTUURTECHNISCHE WERKEN
— —
LOON-EN SLOOPWERKZAAMHEDEN AANLEG EN ONDERHOUD SPORTVELDEN
Hazenweg 7 Haaksbergen Tel. 053 - 5721859 Fax 053 - 5729430
^electro-
aanleg en onderhoud van electrotechnische installaties, airco, ventilatie, stalbewaking,
Veldmaterstraat 75,7481 AC Haaksbergen Tel.: (053)572 15 38, Fax: (053)572 77 66 Landelijk erkend Electro Technisch Installatie Bureau
[email protected] www.electrobreukers.nl
inbraak, brand, beveiliging, alle electrische app-, audio, video, SAT-schotels, antennes, telecom, ISDN, (mob.) telefonie,
l imam HM»
UNETO-VNI
computers, netwerk, verlichting