29e jaargang no. l - februari 1996 - verschijnt 4 x per
ORGAAN VAN DE HISTORISCHE KRING HAAKSBERGEN
Aold Hoksebarge REDAKTIE:
B.E. Asbreuk F.G.M. Broekhuis E.H.J. Overbeeke-Scholten W.H.M. Winkels R.B.J.W ten Hagen-Waanders M.C. Waijerdink-Mentink Eibergsestraat 240 - 7481 HP Haaksbergen - tel. 053 - 572 41 34
ADMINISTRATIE: Mevr. S. Henkes, Enschedesestraat 34, 7481 CR Haaksbergen Postbankrekening nr. 2547699 Bankrekening Rabobank nr. 32.42.29.917 beide t.n.v. Penningmeester Historische Kring Haaksbergen
„Aold Hoksebarge" wordt vier keer per jaar toegezonden aan de leden van de „Historische Kring Haaksbergen". Zij betalen voor lidmaatschap en abonnement ƒ 30,00 per jaar. Publikatie of overname van artikelen, geheel of gedeeltelijk, is alleen toegestaan met toestemming van de auteur(s) en bronvermelding.
Bestuur van de Historische Kring Haaksbergen G.J. Leppink L.P.FMC.Leeters J.G.Hofste op Bruinink
S.Henkes J.G.M. Put H.G.M. Schuiten N. Vossebeld-Mentink
Uiterhoevestraat 11 voorzitter Spoorstraat 32 secretaris Blekerstraat 5 vice voorzitter voorz. wg hist. onderzoek Enschedesestraat 34 penningmeester Markesingel 45 voorz. wg monumenten Karel Doormansdtraat 15 voorz. wg genealogie Maatweg 1 voorz. wg hist.archief
7481DH Haaksbergen
5721728
7481 HZ Haaksbergen
5725757
7481JT Haaksbergen
5723553
7481CR Haaksbergen
5724532
7496BA Hengevelde
0547-333825
7482BJ Haaksbergen
5721303
7482SP Haaksbergen
5722391
1873
LEZING THEO SCHILDKAMP Op 23 november 1995 verzorgde Theo Schildkamp in het Bakkershoes aan de Molenstraat de lezing "Herfstgebruiken in relatie tot de Twentse natuur". Op deze herfstavond vertelde Schildkamp voor zo'n vijftig aanwezigen over onder meer de gebruiken en gebeurtenissen in de nazomer, de zogenaamde Indian Summer. Tot in details vertelde hij bijvoorbeeld hoe vroeger bij de boeren in de slachtmaand een zeug werd geslacht en over de gebruiken die daarbij hoorden. Dat de spreker het slachtritueel nooit zelf heeft meegemaakt bleek uit de aanvulling van een toehoorder uit de zaal. Schildkamp, die onder andere enkele wekelijkse rubrieken over de natuur heeft in de Twentsche Courant, lardeerde zijn vertellingen met oude volksverhalen over geesten, demonen en uiteraard spoken. Bovendien deed hij uit de doeken waarom carnaval het feest der zotten wordt genoemd en maakte hij duidelijk waarom volgens hem Sinterklaas op een wit paard rijdt en een rode muts draagt. C. Waijerdink-Mentink VERSLAG VAN DE NAJAARSEXCURSIE NAAR ZWOLLE Na wat startproblemen togen 25 leden van onze kring op zaterdag 14 oktober richting Zwolle, teneinde daar een stadsrondwandeling te maken door het historische centrum van deze mooie, oude stad, onder leiding van een hostess van de plaatselijke VVV. Na een voorspoedige reis trad het gezelschap de oude stad binnen via een hier sedert eeuwen voor bedoeld gebouw n.l. de Sassenpoort. Velen zullen ons in de loop der eeuwen door deze poort zijn voor gegaan. Na een ontvangst met koffie en gebak nam de rondwandeling een aanvang bij het, naar alle waarschijnlijkheid, oudste monument van Zwolle, n.l. de Bethlehemkerk. Hier werd door de begeleidster een kort overzicht van de historie van de stad gegeven. O.a. vertelde ze dat Zwolle gesticht is in de 9e eeuw en in 1230 stadsrechten kreeg van de Bisschop van Utrecht. In de omgeving van het stadhuis werd op diverse plaatsen stilgestaan bij zeer interessante stukjes middeleeuwse stad. Zoals in bijna alle steden in die tijd had de geestelijkheid zeer veel macht en bezittingen. Een groot deel van het toenmalige centrum was in bezit van kloostergemeenschappen, waarvan heden ten dage nog sporen te zien zijn in de vorm van vaak prachtig gerestaureerde gebouwen. De uitleg van de begeleidster was ronduit uitstekend, zodat men zich een goede voorstelling kon maken hoe het moet zijn geweest. Hierna volgde een bezoek aan de Grote of St.Michaelskerk.
1874
Een grote kerk, voltooid in 1446, met een prachtige houten kansel uit 1622 en een fraai Schnitger orgel, wat in 1722 is geplaatst. Als laatste onderdeel van ons bezoek werd de Onze Lieve Vrouwe Ten Hemelopnemingskerk bekeken. Deze kerk, met de daar tegenaan gebouwde beroemde toren "de Peperbusse", is van binnen heel bijzonder te noemen. Gaandeweg de laatste renovatie, welke in de zeventiger jaren voltooid is, is er een omslag in het denken over, en de waardering voor de oorspronkelijke inrichting van de kerk gekomen. De ene helft is wit gekalkt met een sobere versiering, terwijl het later gerestaureerde gedeelte de oorspronkelijke uitbundige versiering gehouden heeft. Gelukkig is men nog net op tijd tot het inzicht gekomen dat dit bewaard moest blijven. Via de Blijmarkt, waar nog even stilgestaan werd bij enkele panden, werd de bus weer opgezocht. Om kwart over zes waren we weer terug in Haaksbergen na een heel interessante, en mede door het prachtige weer, zeer geslaagde middag. Bert Otter. HET RIJKSARCHIEF IN OVERIJSSEL NU DIGITAAL TE BEZOEKEN Sinds kort is het Rijksarchief via Internet bereikbaar. Onder de "home-page" van Overijssel Digitaal (Nijverdal), een initiatief van de Bibliotheekdienst, is ook het Rijksarchief in Overijssel ondergebracht. Het Rijksarchief in Overijssel is te vinden onder: http://www.obd.nl/instel/arch/ovzarch.htm Men verneemt graag uw reactie op deze proef, ook graag digitaal via:
[email protected]. Voor verdere informatie: Aletha Steijns tel. 038-540722 NIEUWE LEDEN Wij heten de volgende nieuwe leden van harte welkom: A.B.W. Slotman J.F. Bleumink J.H.F. Veldhuis Mw. M. Jansen-Tuinte Mw. W. Lankheet-Brummelhuis Mw. J. Slottje-Jeurink H.F. Mensink B. Gering F. Leferink J.A. Mentink CJ.C.W.H. Arnold Mw. I. Winkelhuis-Vehof
1875 DE GESCHIEDENIS VAN DE DIEVELAARSSCHUUR Het is dit jaar al weer 45 jaar geleden, dat de Dievelaarsschuur als clubhuis van de padvinders van de Han Jordaan Groep in gebruik genomen werd. Gelegen aan het eind van het Dievelaarslaantje vormt het een interessant detail van het landgoed Scholtenhagen. Wat de naam Dievelaarslaantje betreft is hier weer sprake van een spontaan ontstane straatnaam. Wat de oorsprong van de oorspronkelijke turfschuur betreft moeten we teruggaan tot ongeveer het midden van de vorige eeuw toen het turf nog algemeen als brandstof gebruikt werd. Naast de winning van turf voor eigen gebruik kwam in die periode ook het turfsteken voor industriële doeleinden op gang. De opkomende textielindustrie vroeg steeds meer brandstof voor de stoomketels en men had de keuze uit kolen of turf. Wegens de slechte bereikbaarheid over de weg uit het Duitse Salzbergen bij Ibbenbüren en de hoge invoerrechten was het gebruik van kolen een te kostbare zaak en werden de stoomketels met het gemakkelijk in eigen omgeving te winnen produkt turf gestookt. Steenkolen werden alleen gestookt in de weekeinden om de ketels op temperatuur te houden. Het steken van de turf geschiedde merendeels door dagloners die hun gestoken turf droogden in vijf in de veengebieden opgerichte schuren. Eén van deze schuren was eigendom van de Haaksbergse steen-en pannenfabrikant Dievelaar, die zijn droogschuur in het Buurserveen gebouwd had.. Hij gebruikte de turf niet alleen voor zijn eigen bedrijf maar was ook leverancier voor de blekerij en blauwververij van de fa. Jordaan. De schuur van Dievelaar bood naast de droogruimten ook plaats aan een stal voor de twee paarden voor de turfwagens. Omstreeks 1865 werd de spoorlijn Almelo-Salzbergen geopend, waardoor het transport van de "week-einde kolen" beter functioneerde. Toch was er langzamerhand een tendens van minder turfgebruik te constateren. Enerzijds waren er de verminderde invoerrechten op steenkolen en van de andere kant boden de ingebruikname van de spoorlijnen Ahaus-Enschede en in 1864 Enschede-Haaksbergen meer soelaas. Wel was er een toename van het turfgebruik waar te nemen in de jaren 1914-1918 en daarna. Eerst was er gedurende de oorlogsjaren een vrijwel tot het nulpunt gereduceerde levering van kolen uit het Roergebied en na W.O. I volgde de Franse bezetting van dat gebied. Theehuis In de eerste wereldoorlog en de volgende jaren was het voorgoed gedaan met de massale turfwinning. De vijf droogschuren waren op één na verdwenen en deze laatste, de schuur van Dievelaar, werd verkocht aan de heer J.G.H. Jordaan, die besloot er temidden van het fraaie natuurgebied een theehuis in te richten. De paardestal werd voorzien van een buitendeur en werd omgebouwd tot keuken.
1876
Stoelen tafels, kasten, serviesgoed en andere noodzakelijke zaken zoals een petroleum-kooktoestel toverden de voormalige turfschuur om tot een onderkomen waar het bij mooi weer aangenaam vertoeven was. De relaties met de padvindersgroep dateren uit die jaren toen de kinderen van de familie Jordaan en hun vrienden uit de padvindersbeweging er hun spel van verkennen naar hartelust konden beleven. In het kader van de werkloosheidsbestrijding nam de Nederlandse regering in 1938 het besluit om o.a. de uitgestrekte veengebieden bij Haaksbergen door werklozen tot akkerland te laten omwerken. Gevolg was, dat de vele honderden kleine kavels tot één groot gebied zouden worden samengevoegd en dat ook de opstallen zouden verdwijnen. Dit betekende het einde van de Dievelaarsschuur. In 1939 besloot de heer Jordaan de schuur af te breken en in onderdelen ergens anders op te slaan om ze later op een geschikte plek te herbouwen. Met het uitbreken van de tweede wereldoorlog verdween ook weer het plan van het groots opgezette werklozenproject. Wel werd het oude turfstekersambacht weer in ere hersteld, zij het noodgedwongen, om de brandstofschaarste te helpen bestrijden. Tot grote ontstemming van de vele eigenaren van veenkavels legde de Nederlandse overheid in de na-oorlogse jaren beslag op het gehele veengebied om het te transformeren in een grootschalig natuurgebied. Bij velen leeft nog de herinnering aan de paar schamele centen, die ze voor hun stuk veen ontvingen. In 1944 vond de heer Jordaan een geschikte plek in het Niekerke Veen om daar de oude turfschuur te herbouwen. In verband met de heersende woningnood werd echter besloten een klein formaat, onderkelderd zomerhuisje te bouwen. In het laatste oorlogsjaar bood de kelder nog opslagruimte voor diverse waardevolle zaken.
3-iJnst - Norduist
Buitenaanzichten en dwarsdoorsneden, getekend door Jan Jans.
1877
Han Jordaan Zo smeedde de heer Jordaan al weer plannen voor de tijd na de oorlog, zich onbewust van de ellende waarmee hij en zijn gezin nog geconfronteerd zouden worden. Al jarenlang was men verstoken van een levensteken van zoon Han, die met het uitbreken van de oorlog studeerde aan de Universiteit van Manchester en daarna uiteraard niet kon terugkeren. Een reconstructie van zijn levensloop leert, dat hij na zijn afstuderen in juni 1940 dienst wilde nemen in de Royal Duch Naval Air Service om in Nederlands Indië bij het leger te gaan. Dit bleek niet mogelijk, maar in april 1941 liet de Engelse Geheime Dienst het oog op hem vallen om als verbindingsofficier in bezet Nederland te gaan werken. Na een gedegen opleiding werd hij in de nacht van 28 maart 1942 gedropt in de omgeving van de Holterberg. Helaas sliep ook hier het verraad niet en het was de beruchte Antonius van der Waals, die hem op 3 mei 1942 in de handen van de Duitse bezetter speelde. Na een verblijf in het Orangehotel in Scheveningen en daarna in het kamp Haren werd hij overgebracht naar de concentratiekampen Sachsenhausen en Oranienburg waarna hij tenslotte op 21 april 1945 door uitputting het leven liet in het concentratiekamp Mauthausen. De padvindersgroep Haaksbergen besloot in 1947 de groep de naam "Han Jordaan Groep" te geven. Een jaar later ontving de familie Jordaan een smartegeld van f. 10.000,- en men besloot dit geld te besteden aan de nagedachtenis van hun zoon en broer in zijn relatie tot de padvindersbeweging. Eind december 1947 werd de "Han Jordaan Stichting" opgericht, een stichting die tot doel had om de belangen van de padvinderij in Haaksbergen te bevorderen. Met behulp van de gemeente en het bestuur van de Stichting Scholtenhagen kon een geschikte plaats op het Scholtenhagen worden gevonden en nu was het de taak van de bekende architect Jan Jans om van de restanten van de voormalige turfschuur een adequaat padvindersonderkomen te realiseren. De fa. Nijhuis belastte zich met de bouwactiviteiten en op 8 september 1951 kon de heer J.G.H. Jordaan het gebouw officieel overdragen aan de "Han Jordaan Stichting". H.G.M. Schuiten Bronnen: Scriptie van de studenten Ralph Pahl en Peter Schiwy van de Fachhochschule Bochum, fachbereich Architektur Archief St. "Han Jordaan Sichting" Archief Historische Kring Haaksbergen Archief van de auteur
1878 *
HISTORIE DER KERKEN De Gereformeerde Kerk van Haaksbergen ( l ) In de negentiende eeuw rommelde het in de protestantse kerk. Mede door overheidsbemoeienissen was er een kerkorganisatie ontstaan, waarvan men meende dat deze allerlei theologische vrijheden binnen deze kerk toeliet. Als reactie scheidden een aantal leden zich af van de Hervormde Kerk, al dan niet onder leiding van hun voorganger. Vanaf 1834 zijn er dan ook verschillende afscheidingen geweest, en pas aan het eind van de eeuw kwam er enigszins duidelijkheid in de structuur van de nieuwe kerkgenootschappen. Pas in 1899 was de groep mensen in Haaksbergen groot genoeg en zodanig georganiseerd dat men hierover een vergadering kon beleggen, en wel ten huize van A.J.P. ten Hoopen. Op 10 juli 1899 waren aanwezig de heren Sloot, Visser, van der Meer, Reinsma, Dijkstra, van Essen, Boomsma, ten Hoopen, Wijbenga (dooplid, had dus nog geen belijdenis gedaan), Hilhorst en als voorzitter de Gereformeerde predikant uit Enschede ds Wijers. Ook aanwezig waren Mevr. ten Hoopen, mevr. Wijers, mej. C. ten Hoopen en mej. L. Koole. Deze dames mochten alleen als toehoorder fungeren. Aan de hand van een referaat van de heer Dijkstra werd de vraag aan de orde gesteld "In welk opzicht kunnen wij nog meer een zegen zijn voor Haaksbergen". Over de geest in Haaksbergen was de spreker niet zo optimistisch gestemd. Volgens hem heerste er de geest des ongeloofs. Dit zou het gevolg zijn van "de moderne leer, die hier in de Hervormde Kerk wordt geleeraard". Bij de katholieken was het volgens hem niet veel beter, want daar heerste "de geest van het bijgeloof door de meerderheid der Roomsch Katholieke bevolking". Thans was de tijd gekomen om hier "de kerk tot openbaring te brengen". Door de aanwezigheid van ds. Wijers was het duidelijk dat dit de gereformeerde kerk zou moeten worden. De drijvende kracht achter deze beginnende kerk was Arend Jan Petrus ten Hoopen. Deze textielfabriekant was een zoon van DJ. ten Hoopen en A.M.G. Scheij. Zijn moeder was een dochter van ds. Petrus Scheij, Hervormd predikant te Haaksbergen. De textielfabriek DJ. ten Hoopen & Zn. was een groeiende onderneming en mede dankzij de erfenis van zijn ouders was hij een vermogend man. Hij schonk de startende kerk geld voor een gebouw en zorgde dat de formaliteiten geregeld werden. Uit zijn directe omgeving vinden we bij de oprichtingsvergadering: zijn vrouw Maria ten Hoopen- Tassemeijer ,zijn zuster Cornelia ten Hoopen, zijn huishoudster Lena Koole, de boekhouder van zijn firma J. Hilhorst en de heren Van der Meer en Reinsma, arbeiders uit de fabriek van de fa. ten Hoopen. Het is dus niet zo vreemd dat in de volksmond de Gereformeerde Kerk "het kerkje van Ten Hoopen" werd genoemd.
1879
Het eerste kerkje aan de ZEEDIJK. Bouwtekening van B. LangezaaI,16-7-1899,Schaal 1:200.
Kerkrechterlijk is er van een kerk sprake als de ambten zijn ingesteld, d.w.z. dat er sprake is van een kerkeraad met ouderlingen en diakenen. Volgens wettelijke bepalingen moest een adres aan de koningin gezonden worden, evenals een melding aan de burgemeester van Haaksbergen. De Generale Synode van de Gereformeerde Kerken had in 1892 voor dit doel vaste modellen ontworpen waar Haaksbergen zich keurig aan gehouden heeft. Op 3 oktober 1899, 4 maanden na de oprichtingsbijeenkomst, vond er een kerkdienst plaats in het nieuw gebouwde kerkje aan de Zeedijk. Nagenoeg alle kerkleden waren aanwezig, dit waren er niet zoveel. Als we bij het aantal oprichters hun familieleden optellen was het nog maar een handjevol mensen meer, die samen de 30 kerkleden vormden. In deze dienst werden door de consulent van Enschede ds. Wijers officieel de ambten ingesteld. Gelijk werd er een kerkeraadsvergadering gehouden in de nieuwe consistoriekamer. De eerste kerkeraad bestond uit twee ouderlingen, de heren Ten Hoopen en Dijkstra, en een diaken, de heer Hilhorst. De officiële oprichtingsdag is dus 3 oktober 1899. Uit: Historie der Kerken, Historie van Haaksbergen en archief Gereformeerde Kerk. Nico Spit R. ten Hagen-Waanders
1880
BRIEVEN VAN EEN EMIGRANT (1) Brieven van emigrant Hermannes M. Vrielink, gericht aan Arend Jan Vrielink in Hengevelde aan de Wegdam. Het gaat om een aantal brieven die zijn verzonden tussen 1848 en 1858. De nazaten van Arend Jan, de familie Vrielink Diepenhemseweg 22 te St.Isidorushoeve hebben deze brieven zorgvuldig bewaard. Ofschoon het niet alles meer goed leesbaar is zal ik zo goed mogelijk de brieven overschrijven in orginele woorden, in het Nederlands, dialect, Duits en Engels. Cincinatie 1848 Beste broeders en zusters, het gaat mij hier heel goed., ik hoop dat gij mijn letters in gezondheid zult ontvangen. Ik zal U melden dat ik een stoel in de kerk heb gehuurd, die kost mij in Nederlands geld 6 gulden in de maand. Als er emigranten naar hier komen laten die dan meebrengen een nieuw kerkboek en 6 el zwart zijden laken a 5 gulden de el. Als gij mij een brief wilt schrijven geef die dan mee aan Hendrik Schaarenborg. Wie hier in daghuur werkt moet in een dag 10 uren werken en verdiend dan per dag l gulden en 8 halve stuivers. Doe ook de groeten aan H. Egerink op het Hag en zijn vrouw en kinderen, evenzo de familie Rietmolen en ook aan Gerrit B lokhorst. Die in Europa dient als kneg die is gek. Die de reize kan betalen naar Amerika, die is gek dat hij zich in Europa langer laat plagen dat wil ik u melden. Ik heb mijn horloge verruild maar ben bedrogen. Hier kan ik beter leven, Amerika is zo groot, aan de eene kant hebben ze nog geen grens gevonden. Hier zijn menschen die gaan goud graven en kunnen wel tot 10 dollar op een dag verdienen maar ik geloof dat nog niet zo. In Europa was het altijd zwart brood, hier eet men altijd witbrood gebakken in een ijzeren oven, daar kunnen ze in bakken, koken, en braden, alles tegelijk. Harmannes Leenk heeft dit jaar (1848) nog geleefd, ik heb hem gesproken. Voor deze brief heb ik mijn porsie betaald tot Hendrikus Schaarenborg en ik verzoek U vriendelijk dat gij dezen brief ook bezorgd bij Berend Esselink op Schurink bij Neede en dan verders aan Arend Jan Vrielink in den Broeken bij Neede. En als er één hier naar toe gaat laat die dan een brief van jouw broeder meebrengen, schrijf mij dan de eerste tijd, daar verzoek ik U vriendelijk om. Hier komen zoveel menschen uit Europa dat ze moeilijk onderdak kunnen vinden. De Beumer hier, afkomstig uit Rekken heeft mij geschreven dat het eten hier in Amerika door de week nog beter is dan in Europa op Pinksteren, Pasen en Kerstmis. In Europa is het eten zo mager. H.M. Vrielink Westpondstreet 492 Cincinatie Ohio Nord Amerika
1881
Dit is een briefhoofd van een brief van Vrielink in 1858.
B.E. Asbreuk
W HEULTN PEERDJEN Der spreenk n heultn peerdjen in het raam Fiki-Benjamin stoat der in De zunne kwam der an en keek der duur noar binn. Ik kieke oaver ne "anne" keerse hen De loch trilt. De hoond zit stille. De melkbusse hefne wiede musse van bloomn op. En wi-j, wi-j doot ok nog wat! koffie dreenkn. H.S.V. F.G.M. Broekhuis.
1882
HAAKSBERGEN HEDEN EN VERLEDEN Jhr. von Heydenstraat 1-3 en 5 De foto uit 1890 en de recente opname laten enerzijds zien hoezeer onze dagelijkse omgeving een andere "aankleding" heeft gekregen, maar anderzijds ook dat de historische bebouwing op deze plek in grote lijnen bewaard is gebleven. De beide panden zijn dan ook terecht op de gemeentelijke monumentenlijst geplaatst. Samen met vele andere panden in dit deel van het centrum is hier de sfeer van het Haaksbergen uit de negentiende eeuw redelijk goed bewaard gebleven. Het pand met de nummers l en 3 is, de nummers geven het al aan, in feite ontstaan uit twee afzonderlijke panden. Waarschijnlijk is het na 1870 samengevoegd door het optrekken van een vernieuwde voorgevel. De opvolger van de blauwverver DJ.Dievelaar vestigde midden in het gecombineerde pand een winkel in textielwaren, oorspronkelijk voorzien van twee zware zuilen, maar op het eind van de 19e eeuw "gemoderniseerd" tot de pui die nu nog steeds aanwezig is, maar verdwenen achter de lelijke betimmering van het bovendeel. Ook aan de linkerkant is het pand door het uitbreken van twee vensters en het aanbrengen van een vitrine behoorlijk aangetast. Niettemin is het omringende metselwerk grotendeels onaangetast gebleven, zodat een mogelijke restauratie in de toekomst niet uitgesloten hoeft te zijn. Ondanks de verminkingen blijft het pand Dievelaar een bij uitstek "monumentaal" pand, typerend voor de ontwikkeling die dorpen als Haaksbergen in de vorige eeuw doormaakten. Het pand op nummer 5 is op zich wel wat beter bewaard gebleven. Gebouwd als woonhuis in de 19e werd het waarschijnlijk in het begin van de 20e eeuw ver-
1883
bouwd tot winkel. Het veranderen van huizen in winkel-woonhuizen tekent de ontwikkeling die zich in de meeste dorps-en stadskernen voordeed als gevolg van een langzaam toenemende welvaart en de daarmee gepaard gaande opkomst van een middenstand, met name na 1870. Nog een afsluitende opmerking over mogelijke bouwjaren van de hier besproken panden. In dit deel van Haaksbergen bestonden in de 16e eeuw reeds woonhuizen. Door de grote brand van 1851 werden, met name in de toenmalige Oostenstraat (het Oostenrot) veel panden in de as gelegd. Het is echter, door het ontbreken van bouwhistorisch onderzoek, heel goed mogelijk dat muurwerk of andere onderdelen van voor 1851 toch bewaard zijn gebleven. Gezien ook de zeer verschillende schadebedragen die destijds geclaimd werden mag worden aangenomen dat reparatie of hergebruik van muurwerk heeft plaatsgevonden waar dat evenwel mogelijk was. Het is bijvoorbeeld het Richtershuis dat oorspronkelijk uit twee bouwlagen bestond, na de brand als woning met alleen een begane grond is hersteld, met behoud van bijna het complete oorspronkelijke muurwerk. Het zou interessant zijn alsnog enig wetenschappelijk bouwhistorisch onderzoek te verrichten naar de exacte ouderdom van panden of onderdelen van panden die in Haaksbergen als monument zijn aangemerkt. Ook herenhuizen met duidelijk gedateerde gevelstenen kunnen nog aardige verrassingen in petto hebben. Bronnen: Historie van Haaksbergen Deel I, II en III.(Hist. Kring Haaksbergen). Publikatie Gemeentelijke Monumentenlijst (Gemeente Haaksbergen i.s.m. Het Oversticht) Foto: W. Winkels, Tekst: J. Put
1884
MOOI TWENTE Haaksbergen. Eeuwenlang lag het daar eenzaam en vergeten temidden van grote heivelden en venen, 't Was een armelijk dorp, waar men zich geneerde met een beetje huisindustrie van spinnen en weven bij den schralen landbouw. De ambachtslui togen in't voorjaar als trekvogels uit naar Hollandsche steden, keerden in 't late najaar terug en zwierven bij winterdag in de omstreken rond, ventende met allerlei koopmansschap. De meeste inwoners waren - als nog heden - R. Katholiek, maar een kleine minderheid meer welgestelde Protestanten had de grote kerk in bezit. Dat was gekomen in de tijd, toen Maurits zegevierend door Twente trok. Toen volgden er donkere dagen voor de Roomschgezinden. Slechts in 't geheim konden ze hun godsdienst uitoefenen, 't Was in het 12 - jarig Bestand, dat een wilde hoop in het dorp viel, om den pastoor op te lichten; deze ontkwam in het Munstersche, maar de vicarius, vluchtend van huis tot huis, werd op een opkamer doorstoken. Naar luid der overlevering was de vloer niet van de bloedvlekken te reinigen, totdat het huis in 1843 afbrandde, 't Eerste kerkhuis was op de Winkelhorst in 't Munstersche en werd bediend door paters van 't Zwilbroek; na 1699 was het in Niekek over 't veen. Bij Haaksbergen lag 't kasteel Blankenborg, waaraan nog een straatnaam herinnert, 't Was eerst een vrije heerlijkheid, maar kwam later aan den bisschop. Van 1448 - 1460 was Rudolf van Bevervoorde er kastelein. In zijn afgeslotenheid was het hier een echt land van "veurkiekers" of menschen met het "tweede gezicht", zooals men ook in Munsterland tot den huldigen dag heeft gekend. Het meest vermaard werd Berend Laarveld of "Kieke-Berend" in 't begin der 19e eeuw. Allerlei visioenen heeft hij gehad, allerlei voorspellingen uitgesproken, van welke eenige vervuld zijn, andere weer niet. Was alles boerenbedrog? Misschien liep er wel eens humbug onder, maar toch - vaak hebben die zieners, als ze het landhek voor een lijkwagen moesten open doen te middernacht, als ze een bruidswagen rijden of een huis in vlam zagen, toekomstige gebeurtenissen geweten. Zo was het oude Haaksbergen met zijn haast welhaast verdwenen losse huizen, zijn schaapskudden en antieke zeden. Het "schaddenspoortje" klingelt er langs en bij 't station verrijzen groote fabrieksgebouwen. Daar is de stoomkatoenweverij der firma Jordaan, opgericht in 1781 en vernieuwd na den brand in 1899. Verder een weverij van katoenafval van Frankenhuizen, een weverij van Ten Hoopen, die ook een bleekerij heeft aan de Schipbeek , terwijl over 't spoor een wolfabriek in aanbouw is. Op het Marktplein verheft zich de groote R. Kath. kerk, geheel van Bentheimersteen, die al van ouden tijden heugt. De kogelgaten in het muurwerk verhalen van gevechten, hier lang geleden op het dorpsplein gevoerd. In den toren
1 OOC
lööJ
en aan het zuideind vindt men 't jaartal MCCCCXX. Een weinig verder ziet men 't aardig koepelkerkje der Herv. gemeente, gebouwd in 1810. Op den omgamg van het torentje heeft men een prachtig uitzicht op heiden, bosschen en torens langs de kim, terwijl naar 't N. Enschede met zijn schoorsteenpijpen en zwarte rookwolken de aandacht trekt. Naast die kerk staat een deftig huis, blijkens het opschrift boven de deur gebouwd door den rigter Dr. Joan van der Sluys in 1721, die afkomstig was van de Oude Sluis bij Diepenheim. Hij vermaakte dit huis met andere goederen aan de Herv. Diaconie. Toen pastoor de Beer het in 1721 waagde godsdienstoefening te houden bij Scholte ten Hagen nabij het dorp, liet Van der Sluys hem arresteeren, maar ontsloeg hem 14 dagen later onder borgtocht. Veel antieke huizen vindt men niet in het dorp; de grote brand van 1847 heeft het oude opgeruimd. Menig schilderachtig punt is er in de buurtschappen, zooals de oude hofstede 't Möllenveld naar 't Z.W. in boschrijke omgeving; met haar hooge hoekkamer, haar put van Bentheimersteen, haar ouderwetsch interieur geeft deze voormalige herberg aan den heirweg uit Munsterland een beeld uit de 18de eeuw. Romantisch is het iets verder bij den ouden watermolen op de Schipbeek, die als een oase wégschuilt tusschen bosschen en heivelden; die grijze molengebouwen, die hoog opgestuwde beek met een mooie bocht tusschen 't geboomte heenglijdend, dan bruisend over ' rad, om zich verder te verliezen in de bosschen; dat nette Muldershuis, waar de oude linden zich buigen over het blanke stroompje; die vervallen oliemolen, ook inwendig zoo schilderachtig. Men zou er dagen willen omdolen en dromen van schoonheid en vrede. De Schipbeek vloeit verder door 't heerlijke Langheterbosch, vroeger van de heerlijkheid Mallum, sinds 1895 eigendom van den heer Van Heek. Zoo zullen we telkens genieten van 't eenvoudige landelijk schoon, als we dwalen door de buurtschappen Langelo (ten Z.W.), Brammelo, Eppenzolder en Stepelo over de spoorbaan: hooge wegen in de Meimaand door 't goud van de brem omzoomd, antieke hofsteden met hoekkamertjes en daartusschen heidevelden en dennenbosschen. Hoe aardig ligt het schooltje van Brammelo daar tusschen de dennen aan de spoorbaan en de juffrouw zit er op mooie dagen met de meisjes in 't lommer bij 't geven der handwerkles. In 't wijde Stepelosche veld, waar de leeuweriken jubelen, de kieviten en wulpen roepen bij de heipiassen, ziet men lange zandruggen, naar men meent a'sar van het smeltwater uit den ijstijd. Zuidwaarts over de Schipbeek opent zich de wijde vlakte van het Haaksberger en buurserveen tot ver over de grenzen. Over opgezande wegen geschiedt het verkeer door dit hoogveen met zijn heide- en mosvegetatie. In den voorzomer is het hier levendig. Als de watervogels spelen en roepen bij de bruine plassen, als het "veenepluus" (wolgras) wuift in de wind, dan zijn de menschen hier druk in de weer; zij steken schadden (brandbare zoden), splaot (losse turf) en steekkluun (harde turf). Kort vóór Sint Jacob begint het "modden" of baggeren; ze staan in sloot-
1886
vormige putten , met hun donker werkpak kleurend naar den zwarten bodem als een mimicry, scheppen ze de modder omhoog en spreiden het uit in een dun bed; straks wordt de bagger getrapt en gesneden; zoo krijgt men de "pleddekluun". Eerst zet men de turven in hazen (twee aan twee), later worden ze "opgetond" (in doorluchtige tonnetjes gevlijd) en ten slotte aan mijten gepakt. De veenboer bergt ze onder afdaken en in schuren, om ze later naar zijn klanten in dorp en stad te brengen. Zoo gaat het b.v. bij de "Pedde", ginds aan den vijfsprong; de jonge Wientjes vertelt ons van het kienhout in het veen: eiken, soms wel l M. dik, met de wortels in den grond, van boven zwart als afgebrand en de stammen ernaast; dieper zitten de dennen; tweemaal vond hij een brug van boomstammen, man aan man gelegd, wel 2 M. diep in 't veen; ook koehoorns zater er in en haaientanden er onder. Of dat alles van den zondvloed herkomstig is? Midden in 't veen ziet men een paar huisjes, elk op een zandhoogte, door hooge berken en ander hout tegen de stormen beschut. Eertijds waren het hutten, wier bewoners met turfgraven, schapenteelt en stroopen naast den schralen landbouw den kost moesten winnen. Over de zandige haren in het veen konden in den Franschen tijd de smokkelaars bij nacht en ontijd zoo goed over de grenzen sluipen en aan de gendarmes ontkomen. Ook in den laatsten grooten oorlog zal hier menig nachtelijk afgespeeld zijn. Ruim is hier 't vergezicht; naar 't O. ziet men de torens van Lunten en Ammeloe in 't Munstersche, daar aan de grenzen in Siberië moet nog veel turf zitten. Aan de westzij sluiten de Langheter- en Assinkbosschen den horizon af. Zwaarmoedig en melancholisch wordt het landschap als in laten herfttijd de donkere wolken langs den hemel jagen. Staande bij zoo'n grijzen smeltwaterrug uit de glaciaalperiode, is het ons te moede, alsof wij alleen zijn nagebleven uit verren, verren voortijd. De grintweg brengt ons in een flink uur in het dorpje Buurse. In het golvende heiland van Honnesch zien we ver weg over de bruine vlakte, slechts afgebroken door enkele hoeven en geboomte, de zwarte rookwolken boven "de stad" (Enschede). Op hooge zandruggen tieren de wakels; een jongen ligt fluitend bij een troepje heischapen. Noordwaarts, trekt zich het Buurser zand uit, een heerlijke wildernis van duinen, Juniperus, heipoelen, enz. Het is door wijlen den heer J.H. van Heek aangekocht tot een natuurmonument. Op een hoogte bij een meertje staat de oude Usseler standerdmolen, die hier zijn dagen in ruste mag doorbrengen. Ook een oud los huisje zonder schoorsteen, de Bommelas, wordt er bewaard. Achter gindschen poel, het Galgenslat, stond op een hoogte weleer de galg. Rechts nabij de Schipbeek is een oude schans uit den Spaanschen tijd; een vierkant van aardwallen met halfdroge grachten rondom. Halverwege passeert men de Buurserbeek, bovenloop der Schipbeek, die hier kronkelt door zandige hoogten. Dan komt men in welige landouwen. Eindelijk zien we het dorp; ginds is de Roomsche kerk en hier de Protestantsche. In deze buurt stond in 1911-'l 2 een
1887
boortoren van de Rijksopsporing van delfstoffen. De boringen onder leiding van den districts-geoloog C. Huffnagel hadden het volgende resultaat: op een diepte van 270 M. begon een zoutbank van 20 M. in het Rot, het bovenste van den nu volgenden Bontzandsteen; op 875 M. werd het Zechsteinzout bereikt; bij ruim 900 M. moest men ophouden wegens een ruime toevloed van zoutwater; op 1100 a 1150 M. werd de kolenformatie verwacht. Een kwatiertje oostwaarts over de grens onder Alstatte vind men aan den molenkolk van de Haarmölle een "Woudleemvorming". Mooi geboomte omgeeft den grijzen watermolen, maar het meest boeit ons toch die golfkalk; 't zijn ribbetjes door de golven eener binnenzee uit den Trias-tijd geboetseerd en wij laat geboren menschenkinderen staan hier aan het strand eener ondergegane wereld, ouder dan de rotsen van Bentheim. uit: MOOI TWENTE, W.H. Heuvel, 1923 aangeleverd door E.H.J. Overbeeke-Scholten WIE ZIJN DIT ?
Op deze foto, waarop een boom het loodje heeft gelegd, staan een aantal stoere mannen en andere toeschouwers. Wij willen graag weten wie deze mensen zijn, waar en wanneer deze foto gemaakt is. Schriftelijke reacties graag naar Eibergsestraat 240, tel. 5724134 of persoonlijk bij het Historisch archief in de bibliotheek.
1888
DE WISSINK ERVEN VAN EPPENZOLDER VI D GERRIT WISSINK, gehuwd 1735 1/1 met JANNA GORSVELD, dochter van Frederik in Wiene. Kinderen: Uoanna Wissink, gedoopt 1735 5/10, gehuwd 1752 12/11 met Jan Wolferink in Holthuizen. 2.Hendrica Wissink, gedoopt 1738 20/6 3 Jan Wissink, gedoopt 1742 25/4 4.FEDERICA WISSINK, zie E. S.Egbert Wissink, gedoopt 1746 14/7 ó.Geertruid Wisssink, gedoopt 1748 15/9, gehuwd 1766 13/7 met Jan Sueters op Witbroek in Holthuizen en hertrouwt 1778 26/7 met Jan Greve uit Boekelo onder Enschede. Beide mannen waren landbouwer op Witbroek. Gerichtsprotocollen Haaksbergen: 1761 30/4 Gerrit Wissink en vrouw Janna zijn ƒ 1400,- schuldig aan Jan Philips van Coeverden te Delden. Onderpand de vrije allodiale plaats Wissink als door hen bewoond.
Stofvrije garagevloerafwerking Wilt u uw garagevloer van een stofvrij en eenvoudig te reinigen naadloze laag voorzien, neem dan een Unipro EP 3000 vloercoating. Deze twee componenten epoxy vloerafwerking is eenvoudig zelf aan te brengen en in diverse kleuren leverbaar. Ook antislip.
ADVOCATENKANTOOR LEETERS Mr L.P.EM.C. Leeters Mr drs F.GJ. Staals advocaten en procureurs
©Unipro kleefstoffen en kunststofvloeren
Unipro BV Industriestraat 15 7482 EW HAAKSBERGEN Telefoon 053 573 7300
Spoorstraat 32 7481 HZ Haaksbergen Telefoon 053-572 57 57 Telefax 053-572 22 01
VOELBAAR VERTROUWEN
VOIA/0 ® TOYOTA MAZDA RENAULT
Goorsestraat 122-124, tel.: 074 357 53 48 fa* 074 357 5646. AUTOBEDRIJF AKTIEF Gelegen aan rijksweg Haaksbergen-Goor Enschedesestraat 76, Haaksberger AUTO DIEPEMAAT tel.: 053 572 26 75 Hengevelde tel.: 0547 33 39 41 OPEL HARTGERINK Haaksbergen tel.: 053 572 18 52 Enschedesestraat 47 - Haaksbergen, tel.: 053 572 13 45 HUISKES Deldenerstraat 15 - Hengelo, tel.: 074 291 96 66 Ejbergsestraat 73, Haaksbi v.d. KUIL & SCHARENBORG tel.: 053 572 12 98 Veldmaterstraat 71, Haaksbergen RIETMAN & ZN tel.: 053 572 16 12 Alsteedseweg 29 - Buurse. tel.: 053 569 62 69 Bovag lid. GARAGE DEN POSTEN Kruislandstraat 46, Haaksbergen tel.: 053 574 08 00 RENAULT BLOO
DIJKSTRA PLASTICS BV Fabrikant van kunststof verpakkingsemmers en -potten
RD plastics
DIJKSTRA PLASTICS BV
Industriestraat 30-34 7482 EZ Haaksbergen, Holland Tel. 053-5723884 Fax 053-5727845
TKF KABELS: DAAR KOM JE 'T VERSTMEE
Ook wij creëren graag mooie zaken voor u
kwaliteitskabels voor energie- en informatie-overdracht Spinnerstraat 15, postbus 6. 7480 AA Haaksbergen, tel. 053 573 22 55. fax 053 572 72 05
Rabobank
Rabobank Haaksbergen
ELEKTROTECHNISCHE VERDEELSYSTEMEN EN COMPONENTEN
ODINK&KOENDERINKB.V. taant de mg foof energie