Tien Eeuwen Eyiandt Flielandt Orgaan van de Cultuurhistorische Vereniging Eyiandt Flielandt
Vlielander amateurs
Jaarverslag
MIchiel Adrlaenszoon de Ruyter
De elektrlciteltscentrale op Vlleland
Ustochten deel 2
17e jaargang, nr. 1, maart 2007
Uitgave van de Cultuur Historische "Eylandt Flielandt" Zeventiende jaargang, nummer 1 Maart 2007 Het blad verschijnt 3x per jaar, exclusief een jaarlijks
Vereniging
themanummer
Lidmaatschap € 12,= per jaar; buiten Vlieland € 14,= per jaar Bankrekening nr.: 36.76.50.029 Correspondentie
adres:
E-mail: Telefoon :
H.F. Vugts Lutinelaan 33, 8899 BD Vlieland
[email protected] 0562-453199
Bestuurssamenstelling:
Dagelijks
bestuur:
T.A. Renier-Willems A. Bruin-Kommerij H . de Wit
Overige
voorzitter 0562-451660 Dorpsstraat 69, 8899 A D Vlieland secretaris 0562-451736 Postweg 1, 8899 BZ Vlieland penningmeester 0562-453381 Dorpsstraat 130, 8899 A N Vlieland
bestuursleden:
D. van der Veen H.F. Vugts Redactie: J.P. Deen H.F. Vugts C. Winkelman Commissies: Gasten schilderen Vlieland/Vlielander T j . Bijtelaar-te Velde
Amateurs
Het auteurrsrecht/copyright van de inhoud van dit blad berust uitsluitend bij de Cultuur HistorischeVereniging "Eylandt Flielandt" te Vlieland. Wanneer artikelen de naam van een auteur dragen, berust het auteursrecht bij de auteur
Inhoudsopgave maartnummer 2007
pagina
Jaarvergadering C H V E F
2
Lezing: Wrakduiken
2
Jaarverslag van de C H V maart 2006-maart 2007
3
Van de penningmeester
4
Van het bestuur en de redactie
5
Vlielander Amateurs in het Tromp's Huys
6
Tentoonstellingsprogramma 2007/2008 van het Tromp's Huys
7
Michiel Adriaenszoon de Ruyter
8
Jaaroverzicht van het weer op Vlieland in 2006
11
De elektriciteitscentrale op Vlieland
13
IJstochten, deel 2
21
1
Jaarvergadering van de Cultuur Historische Vereniging "Eyiandt Flielandt" in Hotel Golfzang te Vlieland op woensdag 2 mei 2007 om 20.00 uur Agenda: 1. Opening en inleiding door de Voorzitter 2. Vaststelling van de agenda 3. Notulen jaarvergadering van 2 mei 2006 4. Jaarverslag van het secretariaat over het jaar 2006 5. Jaarverslag en jaarrekening van de penningmeester over het jaar 2006 6. Begroting 2007 7. Verslag kascommissie en de benoeming van de nieuwe kascommissie 8. Rondvraag 9. Sluiting Na de vergadering, 21.00 uur, volgt er een openbare lezing van Dirk Bruin met als onderwerp: Wrakduiken rond Vlieland Dirk Bruin is bereid gevonden om tijdens de jaarvergadering van de Cultuur Historische Vereniging iets te vertellen over het duiken op de scheepswrakken die op de bodem van de Noordzee ten noorden van de Vlieland liggen. Zijn verhaal zal ondersteund worden door het tonen van afbeeldingen van de duikactiviteiten en de schepen die nabij Vlieland ten onder zijn gegaan. Tijdens zijn verhaal zal hij ingaan op de wijze waarop de wrakken worden opgespoord en de vondsten die gedaan zijn op de wrakken. Tevens zal hij er een aantal wrakken uitlichten die door zijn onderzoek zijn geidentificeerd of gelokaliseerd. Op de avond zal hij een aantal van zijn meest opvallende en bijzondere vondsten tonen. Het bestuur vindt deze lezing dermate boeiend, dat het niet alleen de leden maar ook de Vlielandse bevolking en gasten uitnodigt tot het bijwonen van deze voordracht. Aansluitend op de lezing volgt een uitvoering van de groep "de Drie gepasseerd" waarmee de avond besloten wordt.
2
Jaarverslag van de C H V maart 2006 - maart 2007 door Anke
Bruin-Kommerij
Na een goed bezochte en geslaagde jaarvergadering werkten we hard samen Het Tromp's Huys aan de grote Slauerhoff tentoonstelhng. Deze bijzondere expositie was ook financieel een succes, want een zeer groot deel werd door exteme subsidies gefinancierd. In het bijzonder Hans Vugts heeft zich hiervoor enorm ingezet, waarvoor grote dank. Ook Erelid de heer Ton Pronker heeft veel werk verricht voor deze expositie. Verder heeft hij een prachtig themanummer van Tien Eeuwen Flylandt samengesteld over het "varende" leven van Jan Jacob Slauerhoff. Waarvoor onze hartelijke dank. Maandag 26 juni 2006 werd de expositie onder grote belangstelling feestelijk geopend en de bijbehorende wandelroute werd officieel in gebruik genomen. Beiden een groot succes voor het Tromp's Huys! In de zomermaanden heeft het bestuur twee maal fietsend met cultuur historische ogen naar Vlieland gekeken. Onder leiding van Dirk Bruin Azn. werden cultuurhistorische locaties bezocht. Denk hierbij aan voormalige weilandjes, overgebleven restanten uit de tweede Wereldoorlog en voormalige coupure, links van de huidige helihaven. Dit heeft geresulteerd in een voorstel bijdrage voor de structuurvisie voor Vlieland, om een aantal weilandjes weer in ere te herstellen. Tijdens de kunstmarkt in de tuin van de Uiterton mochten we maar liefst 20 nieuwe leden inschrijven, waaronder veel Vlielanders. In december 2006 is de tentoonstelhng Vlielander Amateurs wederom geopend. De prijsuitreiking zal op 5 mei as. plaats vinden. Het bestuur heeft een bijzondere zeekaart van Van Keulen uit 1786 kunnen kopen. Hij is in bruikleen gegeven aan het Tromp's Huys en hangt in de gang bij de andere zeekaarten. Deze zeekaart zal tijdens de jaarvergadering aan de leden worden getoond. Met dank aan Trieneke Renier
3
Van de penningmeester Onderstaand treft u aan de voorlopige jaarrekening 2006. In de ledenvergadering van mei 2007 wordt aan de leden de jaarrekening ter vaststelling aangeboden. Concept-jaarrekening 2006 C H V Eyiandt Flielandt
Alegemene verenigings kosten exposities Tromp's Huys boek postverbinding, kostprijs (64x) expositie Slauerhoff Tromp's Huys aankoop zeekaart Vlieland
Lasten
2006 670,65 93,60 72,36 8000,00 3031,63
2005 413,07 344,28 771,97
Tien Eeuwen
7015,15
4460,73
bijdrage boek 100 j r Zeebad bijdrage boek Groote Straat Noordzijde aankoop glasplaten oude foto's
1025,00
restauratie grafstenen
4254,25
Dorpsstraat 37
6194,13 -780,72
3170,82 -279,67
24296,80
15140,45
3737,06 606,98 67,00 8000,00 3031,63
3421,31 488,17 240,50
660,00
244,15
exploitatie resultaat
totaal
700,00 280,00
baten contributie overige baten (rente en giften) boek postverbinding, verkopen (6) bijdragen Slauerhoff tentoonstelling bijdrage fonds museale objecten
Tien Eeuwen
2127,00 1577,25 50,00 1525,00
bijdrage prov. Friesland grafstenen bijdrage gem. Vlieland grafstenen overige bijdrage grafstenen bijdrage fonds museale objecten
Huuropbrengst Dorpsstraat 27
5618,60
5467,07
bijdrage onderhoudsfonds D 37
2575,53
0,00
24296,80
15140,45
totaal 4
Mededelingen van het Bestuur van de C H V Naar aanleiding van het artikel van Mieneke van der Pol-Reinders in 'Tien Eeuwen Eyiandt Flielandt' van September 2006, hebben we van ons l i d Albert Flonk zijn exemplaar van " A sailors reader" cadeau gekregen, waarvoor onze dank. Teven zijn we, via de heer H . Heijs, u i t de nalatenschap van de heer Th. Hoedemaker, in bezit gekomen van veel materiaal met betrekking tot Vlieland. We hopen daar in de toekomst een en ander over te kunnen publiceren.
Oproep van de redactie - Uw bijdragen graag! Het is voor de redactie altijd weer een uitdagende klus om dit blad v o l te k r i j gen en w i j doen dat ook met veel plezier. W i j zouden het echter zeer waarderen meer artikelen te kunnen plaatsen van mensen die j u i s t niet in de redactie zitten. Heeflt u dus een interessant verhaal voor de TEEF, een stuk geschiedenis dat u w i l t delen o f materiaal dat voor ons van waarde zou kunnen zijn, schroom dan niet om contact met ons op te nemen o f ons uw bijdrage te sturen. D i t geldt zowel voor eilanders als niet-eilanders. W i j roepen hierbij alien op om bijdragen te leveren aan ons blad. U kunt u w tekst o f idee sturen naar de redactie van de TEEF. Contactgegevens staan op de binnenkant van de omslag. Alvast hartelijk dank voor uw bijdrage! De redactie
Afscheid redactielid Na jaren trouwe dienst als redactielid van de TEEF en l i d van de C H V heeft Mieneke van der Pol ons onlangs vaarwel gezegd om nieuwe avonturen in het buitenland aan te gaan. W i j hebben op gezellige wijze afscheid van haar genomen en danken haar hartelijk voor haar inzet. Mieneke, heel veel geluk voor de toekomst gewenst! Hans Vugts, John Deen, Carin Winkelman
5
Tentoonstelling Vlielander Amateurs van 16-12-2006 tot 05-05-2007 Gaame nodigen we alle lezers en lezeressen van "Tien Eeuwen Eylandt Flielandt" uit om de tentoonstelling 'Vlielander Amateurs te komen bekijken. De tentoonstelling is half december van start gegaan en zal tot 5 mei a.s. te bezichtigen zijn in het Tromp's Huys. 16 deelnemers hebben 27 kunstwerken ingeleverd en het resultaat is verrassend te noemen. Aan deze tentoonstelling is tevens een wedstrijd verbonden. De bezoekers kunnen via een stembiljet hun keuze van het mooiste kunstwerk maken. De winnaar zal op 5 mei 16.00 uur in het Tromp's Huys bekend worden gemaakt. Naam
Titel
Techniek
Prijs
1 F. Buurman
Mooie meid
Acryl
€ 125,-
2 J. Sannes
Gekke dame
Acryl
€ 125,-
3 L. Visser
Lichtstraal in de avond
Pastel
€ 185,-
4 J. Blok
Golf
Pastel
NTK
51 I . . Kuiper
Een eeuw geleden
Acryl
€ 350,-
6 I . Kuiper
Strandpret
Acryl
€ 350,-
7 N . Cupido
Uil
Pastel
€40,-
8 N . Cupido
Heks
Pastel
€40,-
9 H. Boom
Woeste baren
Pastel
€ 170,-
lOG. Wijbenga
Jutter
Pastel
€ 175,-
11 E. Elzinga
Vlieland II
Aquarel
€50,-
12 E. Elzinga
Vlieland I
Aquarel
€50,-
13 H. Boom
Stilleven
Olieverf
€ 220,-
14 F. Buurman
Duin en zee
Acryl
€ 150,-
15 J. Sannes
Blad
Acryl
€ 150,-
16 J. Elzinga
Vrouw in tempel
Houtsnijwerk NTK
17 J. Elzinga
Naakt
Houtsnijwerk NTK
18 H. Bijtelaar
Zander
Keramiek
€65,-
19 H. van Houten
Waterwereld
Olieverf
€ 175,-
6
20 H. van Houten
Spookschip
Olieverf
€ 125,-
21 G. Lamerus
Outlouk inside
Ecoline/markeer
€ 150,-
22 G. Lamerus
Inside out
Ecoline/markeer
€ 175,-
23 P. de Boer
Balinese danseres
Oost-indische inkt €50,-
24 P. de Boer
Haan
Oost-indische inkt €50,-
25 C. Zuidenga
Posthuis
Aquarel
€50,-
26 C. Zuidenga
De Kluten
Aquarel
€50,-
27 L. Visser
Strekdam in de mist
Aquarel
€ 220,-
28 G. Wijbenga
Zonnebloemen
Pastel
€ 300,-
Tentoonstellingsprogramma 2007 / 2008 van het Tromp's Huys 1. Vlielander Amateurs
16 december 2006 - 5 mei 2007 (zolder)
2. Michiel de Ruyter en Leebtje Linders
(circa) 15 mei 2007- 15 december 2007 (zolder)
3. Jettie Deurloo beelden
begin juni tot eind September 2007 (winkel en tuin) 4. Gasten schilderen Vlieland eind december 2007 - 22 maart 2008 (zolder) 5. Frida Holleman
begin hoofdseizoen, zomer 2008 (4 maart 2008 geboorte datum Frida Holleman) tot eind 2008
7
Michiel Adrlaenszoon de Ruyter door Marian Douma Van medio mei tot medio december organiseert Museum Tromp's Huys een bescheiden tentoonstelling over Michiel Adrlaenszoon de Ruyter (1607-1676). Dit in het kader van de landelijke viering van het geboortejaar van deze zeeheld, nu 400 jaar geleden. Het startschot voor deze viering is op 23 maart in de St. Jacobskerk in Vlissingen. Hare Majesteit Koningin Beatrix zal hierbij aanwezig zijn . Op allerlei locaties waar De Ruyter is geweest, vinden festiviteiten plaats, te weten: Den Helder, H o o m , Texel, Vlissingen, etc. De Ruyter was walvisvaarder, kaper en koopvaardijschipper. Nadat h i j in dienst kwam b i j de oorlogsvloot bereikte h i j de hoogste rang, die van luitenant-admiraalgeneraal. H i j en andere Nederlandse zeehelden vochten tegen Spanjaarden, Engelsen, Zweden, Fransen en kapers en piraten die zich ophielden in verschillende zeeen. De Engelsen bijvoorbeeld meenden recht te hebben op de goederen van alle koopvaardij schepen die voeren op de zeeen rondom Engeland. De belangrijke handelsen doorgangsroute in de noordelijke wateren was de Sont. Daarom hield de Republiek nauwlettend in de gaten dat noch Zweden o f Denemarken deze route teveel beheersten. De Ruyter slaagde erin de oorMichiel de Ruyter op een gedenkprent logsvoering ter zee te ontwikkelen en met name de zoveel sterkere tegenstander Engeland in verschillende zeeslagen te weerstaan. De Ruyter is veel eerbetoon ten deel gevallen, zowel in eigen land als elders. M i c h i e l de Ruyter lag een aantal keren met zijn vloot op de rede van Vlieland en is ook een aantal keren op Vlieland geweest. In een oud "verpondingscohier" uit het oud-archief van de provincie NoordHolland wordt een "Gemeene Landtshuys" genoemd. In de correspondentie van een van de rijksarchivarissen van de betreffende provincie is een citaat uit van der Aa's woordenboek opgenomen: "Voorheen stond hier een groot en aanzienlijk gebouw, dat aan het R i j k behoorde en waarin Admiraals Ruyter en Tromp, als z i j met hunne schepen op de reede lagen, hunnen intrek namen; dit is echter gesloopt in de jaren 1934-1838." Het is onduidelijk waar het
8
Landthuys precies stond. Vermeulen stelt dat het op de plaats van het vroegere gemeentehuis stond. Ook wordt er melding gemaakt van een zogenaamd "De Ruyter huisje". D i t is ook door Betzy Akersloot-Berg op doek vastgelegd. Het hoeft niet zo te zijn dat dit werkelijk huisje was waar De Ruyter verbleef. Het kan ook een door Betzy Akersloot bedachte naam zijn. I n ieder geval gaf het echtpaar Akersloot hun woonhuis ook de naam "Tromp's Huys". Comelis Tromp is wel op V l i e land geweest, maar het is onwaarschijnlijk dat h i j "Tromp's Huys" bezocht. De keuze van het Noors-Nederlandse echtpaar is waarschijnlijk te danken aan het feit dat admiraal Comelis Tromp in 1676-78 veel succes had in de oorlog tegen Zweden toen h i j in dienst was van de Deens-Noorse koning Christiaan V . I n ieder geval is Comelis' vader, Maarten nooit op Vlieland geweest. Tijdens de eerste Engelse Oorlog (1652-1654) kwamen in 1653 meer dan 400 koopvaarders (Oost-Indievaarders) b i j Texel en in het V l i e terecht, maar een orkaan bracht enkele schepen in moeilijkheden, waaronder het schip van De Ruyter z e l f Verschillende schepen liepen enorme schade op, ook de Engelse oorlogsvloot.
Het uitzeilen van de Nederlandse vloot bij de Vliereede In mei 1656 zeilde De Ruyter vanaf het V l i e aan boord van het schip Tijdverdrijf met 200 koppen naar de Sont en Dantzig om de Nederlandse handel in de Oostzee te beschermen. Begin november 1656 kwam De Ruyter, na veel slecht weer, met zijn schip behouden binnen op de Vliereede. Per admiraliteitsschip reisde h i j temg naar Amsterdam.
9
Op 23 September 1660 liep de vloot van De Ruyter het V l i e binnen na met succes de Denen te hebben geholpen in hun oorlog tegen de Zweden. Een van de voorwaarden van het vredesverdrag hield in, dat de west- en de oostoever van de Sent in verschillende handen kwam en de Sont niet meer gesloten mocht worden voor buitenlandse oorlogsschepen. Als dank voor z i j n hulp, verhief de Deense koning De Ruyter in de Deense adelstand. N a deze gelegenheid heeft h i j zeer waarschijnlijk een kroonluchter aan de Hervormde kerk op Vlieland geschonken. D i t is niet uit archiefstukken op te maken. Op 16 mei 1661 vertrok De Ruyter in een kaag naar het V l i e , waar ditmaal de oorlogsvloot gereed lag om op te treden tegen de kaapvaart in de Middeliandse Zee. H i j ging aan boord van het schip De Liefde met maar liefst 60 stukken en 270 manschappen aan boord. 9 dagen later vertrok h i j naar zee om koopvaarders uit West- en Oost-Indie te konvooieren. In 1664, tijdens de voorbereiding van een expeditie naar de Middeliandse zee, verbleef h i j een maand op de rede van Vlieland. Z i j n hele gezin (zijn vrouw Anna van Gelder, zijn dochters en zoon Engel) vergezelde hem aan boord op de Vlieree. 's Zondags ging men naar de kerk op Vlieland. Op 8 mei 1664 vertrok De Ruyter naar de Middeliandse Zee en nam h i j afscheid van z i j n gezin. In 1665 (Tweede Engelse Oorlog 1665-1667) besloten de Staten-Generaal in het V l i e en voor Texel een vloot van 80 oorlogsschepen uit te rusten vanwege de dreiging van Engeland. Michiel de Ruyter reisde per trekschuit met zijn hele familie naar Texel. Onder bevel van Van Meppel voeren 28 schepen buitenom naar het V l i e . De Ruyter oefende z i j n schepen tijdens de zogenaamde spiegelgevechten, al kruisend voor de kust van Texel en Vlieland. Maar het mocht niet baten. Tijdens de Tweede Engelse Oorlog in 1666 viel een klein eskader van de Engelse vloot het V l ie binnen. D i t lukte door verraad van een Nederlandse deserteur, kapitein Laurens van Heemskerck. Onder leiding van Robert Holmes op 17 augustus in het V l i e aangekomen werden "Meer dan 150 koopvaarders (werden) verbrand en vemield en het dorp West-Terschelling ( . . . ) werd in de as gelegd. De schade werd op een miljoen gulden geraamd." Juist Vlielanders hadden hun have en goed op de rede van Vlieland in veiligheid gebracht, maar zagen alles verdwijnen. D i t gebeuren werd in 1666 gewroken met de voor de Nederlanders zegevierende tocht naar Chatham. Voor m i j n informatie heb ik gebruik gemaakt van: Vermeulen, opzoek naar Vlielands verleden, 1976. Tien Eeuwen Eylandt Flielandt, diverse jaargangen met bijdragen van Ton Pronker . Prud'ji^^m^, I^ec^tetjhand van Nederland. Biografie van Michiel Adraenszoon de
10
Jaaroverzicht van het weer in 2006 op Vlieland door Hans Vugts Het jaar 2006 was extreem warm, zeer zonnig en iets aan de droge kant. Met een gemiddelde temperatuur van 11,1 graden was het anderhalve graad warmer dan het langjarig gemiddelde (1972-2001), dit was een verbetering van het record van 11,0 graden in 1999. Omdat de maanden januari, februari en maart veel te koud waren werd het record maar minimaal verbeterd. Er werden in dit jaar geen tropische dagen, dat zijn dagen waarbij de maximumtemperatuur dertig graden of meer bedraagt, geregistreerd. Op 4 juli werd een temperatuur van 29,7 graden bereikt, de hoogste temperatuur van het afgelopen jaar. Normaal wordt er bijna eenmaal per jaar een tropische dag waargenomen. Op 16 dagen was de maximumtemperatuur 25 graden (zomerse dagen), normaal zijn dat er 7. Op 29 dagen was de minimumtemperatuur beneden de nul graden (vorstdagen), normaal zijn dat er rond de veertig. De laagste maximumtemperatuur was -1,1 graden, gemeten op 23 januari. Die dag bleef het dus de hele dag vriezen, dit is dan een ijsdag. Het was de enige ijsdag dit jaar normaal zijn dat er 9. De laagste minimumtemperatuur werd op 29 januari gemeten: -5,1 graden. Landelijk beleefden we twee hittegolven. De eerste van 30 juni t/m 6 juli. De tweede duurde 16 dagen van 15 juli t/m 30 juli en was daarmee een van de langstdurende hittegolven na 1901. Landelijk werd op 19 juli de hoogste temperatuur in Westdorpe gemeten. Daar werd toen 37,1 graden geregistreerd. De zon scheen ruim 1860 uur, dat was ruim 200 uur meer dan normaal. De zonnigste maand was juli met 325 uur zonneschijn, dus ruim 10 uur zon per dag! December was de somberste maand met 43 uren zon, gemiddeld bijna anderhalve uur per dag. Vlissingen was het zonnigst met 1924 uren zonneschijn en Deelen op de Veluwe het somberst met 1598 uren. Er viel in het dorp Oost-Vlieland 844 mm neerslag tegen 789 mm normaal. Daarentegen viel er bij het kamp 705 mm neerslag tegen 772 mm normaal. Dit grote verschil werd vooral veroorzaakt door de maanden augustus en oktober. De droogste maand was juli met gemiddeld over het eiland 9 mm. Augustus was veruit de natste maand met 273 mm. De 11
hoogste etmaalsom bedroeg 55 mm en viel op 4 augustus. Schiphol was dit jaar de natste plek van Nederland met 944 mm.
Na een storm sleek! oumiJdellijk de discussie over afslag de hop op
foto Hans Vugts
De windsnelheid bedroeg gemiddeld over het hele jaar 7,8 m/s, dat was vrijwel normaal. Stormen deed het vooral op 1 november en op 30 en 31 december. Daarbij werd plaatselijk windkracht 10 bereikt. In Delfzijl werd op I november een waterstand van 4,83 m boven NAP gemeten. Zo'n hoge waterstand is hier nog niet eerder gemeten. Op 18 dagen werd er op Vlieland minstens windkracht 8 gemeten, duidelijk meer dan de rest van Nederland Zeer opvallend was dat de herfstmaand September bijna een graad warmer was dan de voorafgaande zomermaand augustus. Ook was September veel zonniger dan augustus, het verschil bedroeg 30 uur.
12
De elektriciteitscentrale op Vlieland door Hans Vugts Met het overschakelen van de stroomvoorziening voor Vlieland van de centrale naar de kabel, is een einde gekomen aan een zelfstandige voorziening van elektriciteit op het eiland, die 88 jaar heeft standgehouden. Daarmee is Vlieland ook de laatste plaats in Nederland die op het landelijke net is aangesloten. De technische historie Tijdens de Eerste Wereldoorlog nam de raad van de gemeente Vlieland het besluit om een gemeentelijk elektriciteitsbedrijf te stichten en eind 1918 kon met de levering van elektriciteit (110 Volt gelijkspanning) worden begonnen. In die tijd werd elektriciteit alleen benut voor een spaarzame verlichting. In het eerste jaar werd er ongeveer 14.000 kWh geleverd. Omdat het net zich uitbreidde, en de belasting toenam, werd de installatie in 1932, ondanks vele protesten, omgebouwd van 110 naar 220 Volt gelijkspanning. Dit was noodzakelijk vanwege het grote vermogensverlies in het net, en de lage spanning aan het einde van het net waardoor de aangesloten apparaten onvoldoende werkten. In 1940 werd in totaal 41.000 kWh opgewekt. Het 220 Volt gelijkstroomsysteem is dertig jaar lang gehandhaafd. De gemiddelde toename van het elektriciteitsgebruik bedroeg aan het begin van de Tweede Wereldoorlog 5,5 % per jaar. In de beginperiode werd het G.E.B. voor technische zaken terzijde gestaan door het Provinciaal Elektriciteitsbedrijf van Noord-Holland, omdat Vlieland vanouds tot de provincie Noord-Holland behoorde. Door de bezetter werd het eiland gedurende de Tweede Wereldoorlog bij de provincie Friesland ingedeeld, en in 1952 werd deze indeling officieel geregeld. Zodoende werd de elektriciteitsvoorziening van het eiland door het Provinciaal Elektriciteitsbedrijf Friesland overgenomen. In de jaren vijftig werden huishoudelijke en andere apparaten voor 220 Volt gelijkstroom steeds moeilijker verkrijgbaar. Dit probleem samen met het als maar stijgende elektriciteitsverbruik op het eiland, leidde in 1960 tot het besluit om het gelijkstroomsysteem te vervangen door het 50 Hz, 220/380 Volt wisselspanning systeem. Het geleverde vermogen 13
in dat jaar was al 170.000 kWh. Met de bouw van de centrale werd in de tweede helft van 1961 begonnen. Omdat er geen (oppervlakte) koelwater beschikbaar was, moest er voor luchtgekoelde dieselmotoren worden gekozen. In 1963, nog juist voor het zomerseizoen, kon de centrale voiledig in bedrijf worden genomen. GeTnstalleerd waren vier eenheden met 4-, 8- en 12-cylinder motoren van de serie (B)AL, fabricaat Deutz, 1500 omw/min en generatoren van het fabricaat Heemaf met vermogens van respectievelijk 40 kVA, 85 kVA en 115 kVA bij 400 Volt. Omdat het elektriciteitsverbruik versneld toenam,, werden er in 1965 en 1966 een vijfde en een zesde eenheid van 170 kW toegevoegd. In 1970 was de het afgenomen vermogen al opgelopen 1400.000 kWh Toen rond 1976 de maximale capaciteit werd bereikt, moest er weer worden nagedacht over "hoe verder?". Want het veilige vermogen bedroeg 650 kW en het maximale vermogen 780 kW, terwijl in 1978 een maximale belasting van 696 kW werd bereikt. Het veilige vermogen werd dus overschreden. Vanaf 1951 werd er met enige regelmaat de discussie gevoerd of het zinvol was Vlieland door middel van kabels te verbinden met de vaste wal. Als gevolg van de moeilijke omstandigheden op het wad, bleken de kosten Controle paneel vroeger archieffamilie de Zeeuw van een kabelverbinding buitengewoon hoog te zijn. Uiteindelijk werd dan toch maar besloten om het centralegebouw te vergroten, zodat er een geheel nieuwe installatie kon worden ondergebracht. Bij de berekening van het nieuwe te leveren maximale vermogen werden de berekeningen van de belasting bemoeilijkt omdat de belasting op Vlieland sterk afhankelijk is van het aantal bezoekers en de weersomstandigheden tijdens de vakantieperioden. De hoogste belasting viel vroeger veelal in de zomerperiode maar 14
was ondertussen verschoven naar de paas- of herfstvakantie. Vanwege de seizoensverbreding kwamen ook Kerst met Oud en Nieuw in het vizier. Verder was de continuiteit van de stroomlevering onder alle omstandigheden een voorwaarde, zodat er rekening gehouden moest worden met het defect raken van een eenheid. En tenslotte, omdat het dagelijks belastingpatroon vrij sterke variaties liet zien, moest de installatie voor automatisch bedrijf ontworpen worden. Over de andere randvoorwaarden, zoals geluidsniveau en roetemissie zullen we het maar niet hebben. De nieuwe centrale kon in de zomer van 1981 volledig in bedrijf worden genomen. Er stonden toen vier eenheden opgesteld die goed waren voor 500 kW per stuk, terwijl er nog ruimte was voor twee extra eenheden. De bedrijfsleiding historie Een maand na mijn bezoek aan de centrale (zie hier onder) kwam ik toevallig in contact met Tjalling de Zeeuw geboren in 1944. Hij is kleinzoon van Tjallingius de Zeeuw, die in 1893 op Terschelling werd geboren. Hij was bereid mij een en ander te vertellen over de twee generaties "De Zeeuwen" die onlosmakelijk verbonden zijn aan de elektriciteitsvoorziening op Vlieland. Opa Tjalling de Zeeuw heeft zich vanaf de bouw van de eerste installaties in 1918 bijna vijftig jaar lang intensief beziggehouden met de elektriciteitsvoorziening op Vlieland. Mede omdat de inkomsten van het elektriciteitsbedrijf geen uitgebreide persoDirk de Zeeuw omstreeks 1925, 8jaar neelsbezetting toelieten, was de oud archieffamiliede Zeeuw Zeeuw bijna altijd in de centrale te vinden. Hij kende niet alleen de sterke en zwakke punten van de verschillende typen machines die in de loop der jaren in de centrale werden gebruikt, maar naast machinist zijn nam 15
hij ook rijexamens af, bouwde zelf een fototoestel en zette de meeste Vlielanders op de foto. Bij dit alles organiseerde hij ook nog samen met andere eilanders dansavonden in de openlucht naast de centrale: 3 dansen voor een dubbeltje, ter plaatse te voldoen aan de dames die met de inning van de gelden, ten behoeve van de verlichting, waren belast. Bij de opkomst van de TV en huishoudelijke apparatuur was hij niet alleen veelal de leverancier maar repareerde hij ook het geleverde. In 1952 werd zijn zoon Dirk, in 1917 geboren, bij het bedrijf aangesteld. Vader en zoon de Zeeuw werkten samen tot 1967, toen eerstgenoemde het bedrijf verliet, op 73 jarige leeftijd na bijna 49 jaar dienst, en de zoon hem als bedrijfsleider opvolgde. In de periode dat ze samen werkten bij de centrale deed vader meestal de avonddiensten die meestal doorliepen tot in de nacht, en de zoon de dagdiensten. In de gelijkstroom periode moesten de accu's eenmaal per maand ontladen worden en ging de generator uit. Toen de accu's niet meer nodig waren werden de glazen bakken door de eilanders als aquarium gebruikt, de kleur was wel blauw! Alles werd ook met de hand aan/uitgeschakeld, zowel de generatoren als bijvoorbeeld de straatverlichting. Het schakelbord in de centrale was in die tijd van manner en dat was maar goed ook. Met de toename van het gevraagde vermogen stonden de draden achter het schakelbord soms roodgloeiend! Tijd dus om een en ander te vervangen. Bij de Zeeuw in huis hing een Voltmeter in de huiskamer. Als er (te) veel vermogen werd afgenomen kwam de wijzer van de Voltmeter in het rode gebied. Dat was het sein om een generator bij te schakelen. Later werd er ook nog een alarmbel, zelf gemaakt, geinstalleerd om te waarschuwen dat de spanning te veel gezakt was. Als het's nachts ging onweren, werd er in veel eilander huizen het licht aangedaan en moest er direct ook weer een ge- Dirk de Zeeuw met accordenerator, zoals gezegd met de hand, bijgearchieffamilie de Zeeuw schakeld worden. Het Posthuys was niet aangesloten en kreeg pas stroom na de oorlog, die wel zelf gemaakt moest 16
worden. De generator stond eerst in een hok aan de noordkant en later in het lage deel van de reddingbootschuur. Zij kregen pas stroom van de centrale toen er een kabel naar het CSK werd aangelegd. In de Tweede wereldoorlog had de artillerie van de Duitse bezetter aan de Fortweg een eigen generator. Tjallingius werd gedwongen het onderhoud te plegen aan de generator in het Duitse kamp. Hij was de enige die daar dan mocht komen. Het is onduidelijk uit de verhalen in hoeverre de generator gesaboteerd kon worden zonder meteen opgepakt en afgevoerd te worden. Wei bleek na de oorlog bij revisie van de generator dat er zand in de olie zat en de lagers defect waren geraakt. Tijdens de winter werd de stroomvoorziening uitermate kwetsbaar als er geen brandstof uit Harlingen door beurtschipper Boon kon worden aangevoerd. Normaal werd de brandstof in vaten van 200 liter aangevoerd, voor de winter in vaten van 300 liter (die natuurlijk zo groot waren dat ze vrijwel onhandelbaar waren). Ze lagen dan buiten, met de dop omhoog, rondom de centrale. Er is echter nooit een olietekort geweest. Dirk de Zeeuw maakte eerst de omvangrijke werk-zaamheden ten behoeve van de omschakeling van gelijkstroom naar draaistroom mee. Daama werd het bedrijf geconfronteerd met een b i j zonder sterke toename van het elektriciteitsgebruik met als gevolg dat de opwekcapaciteit van de centrale regelmatig en op korte termijn moest worden aangepast. Dit steeds dreigende tekort Wissehtroomgenerator archief familie de Zeeuw aan opwekvermogen was een voortdurende bron van zorg (en ergemis). Bij zijn 25 jarig jubileum brachten de kinderen door aanbieding van een draadfiguur "25 JAAR SPANNING" zeer treffend tot uitdrukking onder welke omstandigheden de werkzaamheden op het eiland verliepen om de zaak aan de 17
gang te houden. Maar dankzij de bedrijfsleider De Zeeuw en zijn medewerkers werd, ondanks de problemen in die jaren, voldaan aan de taak van het bedrijf: de continue levering van elektriciteit. De situatie einde 2006 Eind november 2006 breng ik een bezoek aan de centrale, waarbij Henk Wolfswinkel (opleiding: machinist, op de zeevaartschool gevolgd) bereid is mij een en ander te vertellen, uit te leggen en te laten zien. Het te leveren maximale vermogen van de huidige opstelling bedraagt ongeveer 3000 kW, terwijl het afgegeven gemiddelde over langere tijd 1800 kWh bedraagt. Op het moment dat ik er ben, 's avonds, is het afgenomen vermogen ongeveer 500 kWh. De maximale belasting wordt tegenwoordig bereikt in de herfst- of kerstvakantie. Een gedeelte van de
Controlepaneel 2006
foto Hans Vugts
koelwarmte wordt gebruikt voor het zwembad, de VMBO-school en tot enige tijd terug voor de Uiterton. Het succes van deze milieuvriendelijke
18
activiteit was niet overdonderend. De piek in het warmwaterverbruik viel eigenlijk nooit samen met het moment van grootste overschot. Op mijn vraag hoe de situatie geweest zou zijn wanneer de Waddenzee stijf dichtgevroren zou zijn, en er geen (gas)olie zou kunnen worden aangevoerd, slaan we aan het rekenen op de zakjapanner. Uitgaande van het gegeven dat de tanks vol zitten, zouden we het gemakkelijk een paar maanden kunnen uitzingen. In de strenge winter van 1963 was het zo, dat er buitenom, over de Noordzee, een paar maal naar Den Helder werd gevaren, om het transport aan de gang te houden. Bij uitzondering werden toen vaten brandstof meegenomen. Ook Kees Hoogland hield zijn tanks zo vol mogelijk. ^
Vertrek reserve generator 24 november 2006, einde van een tijdperk,
foto H. Vugts
Een gniffelende vraag van mijn kant of er grote, langdurige, storingen zijn geweest, komt Henk er tot een. Ooit was er door brand in een schakelaar, eind jaren tachtig, geen stroom beschikbaar tussen 1 en 6 uur's morgens. Bij kleine storingen wordt er automatisch een eenheid bij geschakeld, net als bij toename van het (te veel) gevraagd vermogen. Een andere belangrijke zaak bij de centrale is, dat de wisselspanning vrij precies 50 Hz moet zijn. Veel apparatuur namelijk (computers, klokken etc.) zijn enigszins afhankelijk van de aangeboden frequentie. 19
De oude machines gaan niet naar de schroothoop, wordt mij verteld, maar worden, na een grondige revisie door de fabrikant, hergebruikt. De eerste generator (een oude reserve) verliet op 24 november 2006 het eiland. Het ligt in de bedoeling dat we van de omschakeling niets merken. Via een uitgeplozen systeem van af- en aankoppelen per leveringsgebied (bijvoorbeeld de Badweg, "Dorpsstraat even" en "oneven") zal het zonder onderbreking moeten verlopen. Wanneer komt de volgende uitbreiding? De kabel is van die omvang dat er in principe onbeperkt geleverd kan worden. En wat gebeurt er bij een grote landelijk of Europese stroomstoring? Bij het Pad van twintig wordt momenteel een "back-up unit" geinstalleerd, bestaande uit 2 dieselgeneratoren die ieder 1,5 MegaW kunnen leveren en automatisch worden opgestart als de kabel spanningsloos wordt, om het eiland van stroom te voorzien. De dieseltanks zitten dan vol zodat we het probleemloos een lange tijd kunnen uitzingen. Vlieland is nu de enige plek in Nederland geworden, die zonder problemen storingen in het elektriciteitsnet kan overleven. Van "achterhoede loper" zijn we weer "koploper" geworden. Met dank aan Henk Wolfswinkel, Tjalling de Zeeuw, Klaasje Beuker-de Zeeuw, en de publicatie van Zomers, Eng en Harmse getiteld "De centrale van Vlieland" van 1981. november/december
2006
Elektriciteit centrale anno 2006
folo Hans Vugts
20
IJstochten, deel 2 door Hans Vugts In dit 2de deel wordt de periode 1900-heden behandeld.
De winter van 1921-1922 In het dagboek van den hotelier S. van der Werff vinden we "opgetekend een reisverhaal van den heer D. P. Visser, oud postschipper te Schiermonnikoog, 't gebeurde in den winter van 1922" zoals van der Werff schreef Hieronder integraal overgenomen het verhaal. De winter was streng. Vanwege het vele ijs op de wadden en het Friesche gat had de veerboot al eenige dagen stil gelegen en kregen de eilanders dus niet eens de post. Op Woensdag 8 Februari werd getracht met de vlet Oostmahom te bereiken. De post van enkele dagen werd er ingeladen. De bemanning bestond uit: D. P. Visser. schipper; en J. Benes, J. Sijtsma, H. Visser en K. Onnes, roeiers. Het vroor dat het kraakte, groote ijsvelden belemmerden de vaart. Maar met volharding trotseerde men moeite en kou. Ongeveer 7 uur des morgens was men op reis gegaan en eerst des nam. plm. 5 uur bereikte men Oostmahom. In dit dorpje aan de kust werd overST HO nacht, om den volgenden dag den teGROOT 2'. GULDEN. rugtocht te aanvaarden. 9 Februari was het even koud. Toch besloot men te gaan en nog 2 passagiers gingen mee, nl. de heeren J. Helling en T. Dobbenga, beide eerste Afgegeven aan l/U-tAfistuurman ter koopvaardij en wonende Y ^ ^ ^ .^C^ 7 ^ op Schiermonnikoog. De passagiers7 kregen het even hard te verantwoorden als de bemanning, maar hielpen trouw mee om de vlet over en door j%x^..^J^het ijs te krijgen. Er stond weer een stevige OostenAandeel van de ijsbaan op Vlieland wind en het was snerpend koud, IJ8BAAH
JTi't'ti'"
I I \\'\
.VUKLAXrtS
in ' V ;:.-m.nil>
VLfELAND,
i^M. t>[«4ITir'ii: ilrv;ir ili- \'
p-.wrfL-rJi'^o^i
>-ij
K»ii.
21
waardoor de gezichten opzwollen. Zoo ver men kon zien was alles ijs. Daarbij een sterke ebstroom. De wind haalde aan en de vorst was hevig. Er werd door alien hard gewerkt. Met riemen en bootshaken werd getracht door de saamgedreven ijsschotsen been te komen, maar het ijs bleef een veld, geen scheur of splijt wilde ontstaan, waardoor men zoude kunnen varen. Zoo vorderde men uiterst langzaam. T och werd met de grootste krachtsinspanning doorgewerkt, want alien wilden gaame naar het eiland, waar ze werden verwacht. A f en toe gingen de mannen op het ijs om de vlet vooruit te trekken. Tegen vier uur was men eindelijk genaderd in het Friesche gat, nevens de Engelsmanplaat. Toen werd de vlet door den Oostenwind en sterken stroom op het strand gezet. Het ijs drong en schoof nog steeds door. Zoo ver men kon zien was niets dan ijs te bespeuren. Verdere pogingen om het eiland te bereiken waren gevaarlijk en zouden zeker oorzaak zijn, dat de nacht in de open vlet moest worden doorgebracht. Onderling werd scheepsraad gehouden en besloten om voorloopig de boot maar hoog op het strand te trekken en onderdak te zoeken in. Allen waren zeer vermoeid, maar het doel van den tocht had de moed erin gehouden. Gezamenlijk ging het nu op het vluchthuisje af en werd de stijle ijzeren trap beklommen, ook de post werd meegevoerd. Dit vluchthuisje is daar op de Engelsmanplaat neergezet door de Noorden Zuid-Holl. Reddings M i j . en van al het noodige voorzien ten dienste van schipbreukelingen. Aldra bleek echter dat "nietvluchtelingen" het "noodige" hadden weggenomen. Gelukkig was er een kachel en brandstof zoodat vuur kon worden gemaakt. Ook was er een ketel en drinkwater. Het bevroren water werd ontdooid, maar het bleek niet bruikbaar te zijn. De kachel begon warm te worden en alien hurkten er om been. Geploeter met de ijsvlet Jammer, dat het water bedorven uit Waddenijstochten was, want men had behoefte aan een beetje warm drinken. Sijtsma wist 22
echter raad. hij ging met den ketel naar beneden en deed die vol sneeuw. De uitkomst was bevredigend. 't Werd intusschen geheel donker. Tevergeefs zou men op het eiland naar de boot uitzien. Overlegd werd om een sein te geven waar men zich bevond. Aan een stok werd 'n stuk zeildoek bevestigd. dat tevoren in petroleum was gedrenkt en dit buiten aangestoken. Met deze flambouw trachtte men de aandacht te trekken van de eilanders. Dit sein was nog maar kort gegeven of van het eiland werd een tegensein gegeven: in de westelijke duinen werd een vuur ontstoken. Van weerszijden werd nogmaals het sein herhaald. Toen viel de nacht in. een nacht duister en koud, waar schier geen einde aan kwam. Om het huisje. hoog op palen gebouwd, gierde de Oostenwind. Steeds werd gewacht en uitgezien naar hulp uit zee; vandaar alleen kon men hulp verwachten ~ maar tevergeefs. Weer werd scheepsraad gehouden en besloten om te trachten te voet den vasten wal bij Moddergat te bereiken. Om 8 uur ving de reis aan. Geldswaarden en de brievenpost werden mede gevoerd. Het ging over velden beweegbaar ijs en door geulen. Twee personen zakten nog door het ijs en werden van boven tot beneden druipnat en dit bij een snerpende koude. Eindelijk te 4 uur des namiddags kwam men te Moddergat aan. Door de gastvrije bewoners werden ze vriendelijk ontvangen en van droge kleeren voorzien. Ook werd men door een warme maaltijd verkwikt. In een rijtuig ging het daarop naar Oostmahom waar in het veerhuis werd ovemacht. Te Oostmahom vemam men dat er een vliegtuig boven de "Plaat" geweest was en daar een seinboek had laten vallen terwijl er een sleepboot van de firma Doecksen voor het strand van de "Plaat" lag te blazen, met het doel de bemanning af te halen. Op Schiermonnikoog had men de boot reeds des nachts naar het huisje willen hebben, maar van hoogerhand werd tot des morgens gewacht en kwam de hulp nu te laat. Het seinboek lag op de "Plaat" en de sleepboot keerde onverrichterzake terug. Te Oostmahom werd na al de vermoeienissen flink uitgerust. Zaterdagmiddag 11 Febr. vertrok men per spoor naar Delfzijl om over zee de buitenkant van het eiland te bereiken, want de winter hield nog steeds aan en het ijs vermeerderde daardoor. Zondagmorgen 12 Febr. werd de reis aanvaard met de motorsleepboot
23
"Franzisca", toebehoorende aan de N . V. M i j . tot Expl. van Noordzeebaden en Wagenborg's Passagiersdiensten, die ook de diensten op de eilanden exploiteert. Na een moeilijke tocht door groote zware ijsvelden, zoowel op de Eems als op de Noordzee. bereikte men tegen den avond het eiland. Waar de "Franzisca" a niet aan land kon komen. ging het verder per roeiboot en landde men op het zgn. punt van het "Rif." Door een groote De "Franzisca'-
uii Waddenijstochten
schare inwoners van
Schier-
monnikoog, die steeds naar bun komst had uitgezien, werd de bemanning ontvangen. De post werd op een boerenwagen geladen en naar het dorp gebracht. De "Franzisca" die de post ook voor Ameland meebracht, zette haar reis voort. Een goede beschrijving van de zeer strenge winter van 1929 vinden we in een dagboek bijgehouden door van As en vrijwel integraal overgenomen uit het boek 'IJspret'.
'IJsbanen gesloten wegens te felle kou' (citaat uit het dagboek van Van as)
Op 1 januari 1929 viel de vorst in om gedurende 62 dagen niet meer te verdwijnen. Vanaf 10 tot 22 februari vroor het 279 uur lang onafgebroken en pas op 12 maart begon het defmitief te dooien. Nederland veranderde in een poollandschap. De Haagse industrieel Van As besloot een dagboek bij te houden over de winterse gebeurtenissen, omdat Nederland al jarenlang leed onder kwakkelwinters. Us in de sloten was iets bijzonders geworden. Was hij er maar nooit aan begonnen. Op 12 maart was hij nog steeds bezig. Hij, Van As, noteerde: 'Neef Willems, die altijd goed geinformeerd is, omdat hij journalist is, meldde vanavond dat het in Valencia 16 graden vroor, zodat dat wel eens op een misoogst van de sinaasappelen uit kon draaien; dat in Frankrijk 12 mensen van de kou zijn omgekomen en dat 24
de Zuiderzee vol drijfijs lag. Het is nu 6 januari en het ziet er naar uit dat we voor het eerst sinds jaren weer eens kunnen gaan schaatsen. Voorlopig wil de vorst echter nog niet echt doorzetten, alhoewel het kwik in Italie zelfs tot -25 graden Celsius gezakt is, wat Mussolini wel gauw zal verbieden. We schaatsen de dag erna naar Leiden en op de zestiende is het in het noorden gaan sneeuwen. In Friesland ligt hier en daar de sneeuw veertig centimeter hoog. In Diligentia ontmoette ik de zoon van mijn compagnon, die luitenantvliegenier is te Soesterberg. Hij vertelde dat er hevige Samen met de auto over het ijs koude heerste in de hogere uit Waddenijstochten
[^.chtlagen.
Hij
was
van-
ochtend tot 5000 meter hoogte gestegen en had daar een temperatuur van -40 graden opgenomen. Een kwikthermometer had hem in de steek gelaten, daar het kwik bij -39 graden Celsius bevroor. Zeven bakkers uit Marken ontsnapten maar net aan de dood, nadat zij over het ijs naar Monnickendam waren gegaan om gist te halen en ze op de terugweg afdreven op een ijsschots. Ze konden maar ternauwernood met een ijsvlet gered worden. Mijn compagnon Van den Heuvel zendt op 18 januari bericht uit Napels, waar hij naar toe gegaan was om van de zon te genieten: "Zendt winterkleeren. Italie onder sneeuw tot Napels toe."' Begin februari bleek dat de gebeurtenissen in januari nog maar kinderspel waren geweest. Het hele continent lag onder de koudegolf. De Bosporus was met ijs bedekt en het vroor tot Brits-Indie toe. Berlijn meldde -22 graden, zodat Nederland met 10 graden vorst nog niet eens hoefde te mopperen. Er werd wel bericht dat Schiermonnikoog was geisoleerd. Mongolie meldde -57 graden. Moskou -37 graden, terwijl het in Groenland, dat vrijwel geheel binnen de pookirkel ligt + 1 graden Celsius was!
25
De Zee van Azow was geheel dicht gevroren en het Bodenmeer eveneens. In Constantinopel, waar drie meter sneeuw viel, was men er eindelijk in geslaagd de Orient-Express te bevrijden die daar al een week op een Turks stationnetje was ingesneeuwd. 5 lEDEREN DAG P De 11 de februari waren de meldingen voor het dagboek van PJaats van ovtrlochi achter Horohui^en f Van As bijna niet meer bij te I Prachtij; Waddenijs houden. In Polen was het tele- j n O T E L V A N DER W E R F F ^ foon- en telegraaf verkeer voor j U l T S T E K E N D VRRWAR.WD g Op Telefonisch vcr/.ork koriieti wij L persoonliiU 90 procent gestaakt. S teeeraoet loopcn. Wij verstrekken allr mojcclijkc inlicKtingrn- Trrlrfoon no. 3, Stcrt^s te bereiken. Rails vroren stuk. In TsjechoSlowakije viel 25 procent van Advertentie van van der Werff uit Waddenijstochten het treinpersoneel door bevroren ledematen en ziekte uit. Amsterdam meldde 50 schoorsteenbrandjes. In krantendrukkerijen bevroor de drukinkt en in telefooncentrales verbonden de telefonisten zonder ook maar iets te vragen iedereen onmiddellijk door met het waterleidingbedrijf Het Rode Kruis zond 1000 dekens naar Emmen. Schiermonnikoog was eindelijk bereikt door een vliegtuig. Er verschenen schaatsenrijders op de Zwarte Zee. In Noord-Noorwegen dooide het en in Nederland vroor het 18 graden. Het stadhuis van Leiden brandde tot de grond toe af Het Flora-theater in Amsterdam werd ook door vuur verteerd, net als de brandweerkazeme van Gouda, het magazijn Nederland in Vlaardingen, een winkel in Purmerend, een boerderij in de Purmer, de cichoreifabriek Dalfsen, de autobusremise van Winschoten, Huis ter Beek te Eefde, een huis in IJzendoom en het pand Zomerzorg in KerkAvezaath. AUemaal door gebrek aan water of doordat de brandslangen bevroren tijdens het spuiten. Dezelfde 12de februari won Karst Leemburg, een kolensjouwer uit Leeuwarden, de Elfstedentocht. De volgende dag was hij weer vrolijk aan het werk, 'want het is nogal druk: verklaarde hij, maar enige tijd later moest zijn grote teen geamputeerd worden wegens emstige bevriezing. Hij bewaarde het merkwaardige relikwie tot zijn dood op 1 december 1958 in een flesje op sterk water. In Amsterdam verstrekte de gemeente voor 5 cent snert met worst. Particulieren brachten verkeersagenten in de hoofd-
l u H i o n oaar scHiERmoniiiKQDBi
26
stad voortdurend per auto warme kofFie. Deventenaren wandelden over de IJssel en acht personen bereikten te voet vanuit Oostmahom Schiermonnikoog. In de Noordzee was een strook ijs van 6,5 kilometer breed verschenen. Drie Urkers, die met hun schip in Enkhuizen lagen vastgevroren, wandelden over het ijs naar hun woonplaats, een afstand van 20 kilometer, hetgeen nog nooit gebeurd was. In Berlijn werden alle scholen en badinrichtingen van 15 tot 21 febmari gesloten om brandstof te sparen. Het meer van Geneve was nu ook helemaal dicht gevroren. De Spoorwegen waren er toe overgegaan alleen nog op bepaalde dagen vrachtgoederen te vervoeren. A l het andere goederenvervoer was gereserveerd voor het transport van levensmiddelen, omdat de dichtgevroren rivieren niet meer gebmikt konden worden en veel wegen door de overlast van sneeuw onbegaanbaar waren. Van As vroeg de portier van zijn bedrijf ook eens een bijdrage aan het dagboek te leveren en op 15 febmari 's ^ avonds laat schuifelde de . man dik ingeduffeld de straat I van zijn baas in en deponeerI de zijn tekst in de brievenbus. y Hij schreef: 'Wij, van Schutteren, Jan Willem, gepensio• neerd sergeant van het NeFile vormini; voor hotel van der Werff op ^ derlandsch Oost-Indisch leSchiermonnikoog uit Waddenijstochten ger, portier bij de heeren Van As & Van den Heuvel enz. enz. Allen die deze zullen zien of hooren lezen, salut! Het is dit jaar met vorst meer dan bar, dock wij begrijpen niet, dat als vorst vrouwelijk is, ze dan geen vorstin heet. De Merwede was maandag 11 nog geheel open en dinsdagochtend zette het ijs zich vast en 's avonds reden de vrachtauto's van Dordrecht naar Zwijndrecht. De Moerdijk is thans een ijsvlakte, maar ijsberen zijn alleen nog in Artis gesignaleerd. Op de Roermondsche eiermijn zijn 15.000 eieren bevroren, zoodat de kippen zich veel moeite voor niets getroost hebben. De markt op de Prinsengracht is vandaag niet doorgegaan, mitsdien mijn vrouw nog een week zal moeten wachten met haar nieuwe jurk. Bij 27
Roermond drijven veel eenden vastgevroren aan het ijs de Maas af, welke eenden geen canards zijn. Vrijwel alle ijsbanen zijn vanwege de kou gesloten en de vuilnislieden verschenen vandaag niet. In Venetie hebben de ijsbrekers druk werk en dus kan de signor zijn cara adorata geen serenade per gondola brengen. In Londen zijn 250.000 huizen zonder water komen te zitten, zodat Edward Bok, die zijn carriere aanving met het verkopen van glazen water aan dorstige toeristen, daar met succes een engros-handel zou kunnen beginnen.' De brandstofhandelaar zond Van As 5 mud antraciet in plaats van de 20 die hij besteld had en deelde mee dat ondanks deze rantsoenering hij binnen enkele dagen uitverkocht zal zijn. In Nice was 50 centimeter sneeuw gevallen zodat het daar niet gewenst was een takshond uit te laten. Op 17 februari meldde van As: 'In een restaurant ontmoet ik de heer Nooitgedagt uit IJlst, een oude speelkameraad, die nu eigenaar is van een schaatsenfabriek. Trots meldt hij dat zijn bedrijf inmiddels 50.000 paar schaatsen, of 25% van de totale Friese schaatsenproductie, heeft afgezet. Van hem mag het nog wel even blijven vriezen.' De 19de februari was een gedenkwaardige dag voor de Berbers in de oase van Siwah. De regen die er viel, was bevroren zodat de Libische woestijn ook met een laagje ijs bedekt was. Urk was vanuit Enkhuizen in een uurtje te bereiken via een echte autoweg over het ijs, hetgeen zelfs in de strenge winter van 1890 niet mogelijk was. Teunus Keuter en Albert van Urk fietsten van het eiland naar Enkhuizen. De posterijen zetten een vrachtauto in om het onmogelijke vervoer van post per boot naar het eiland op gang te houden. Honderden automobilisten maakten gebruik van de autoweg om het geisoleerde Urk via de haven binnen te rijden en duizenden fietsers volgden dat voorbeeld. De regering stuurde 4000 dekens naar de Veenstreken en Ameland meldde een gebrek aan Blue Band, welk euvel werd opgelost door er een karavaan paarden en sleden naartoe te sturen vanuit Holwerd. De oversteken over open zee werden een rage. Op de Waddenzee was het ijs 35 tot 50 centimeter dik en hier had J. Heeringa uit Minnertsga bij Franeker de merkwaardige primeur als eerste per auto naar Ameland te rijden. M . J. Zeilma reed kort daarop van Zoutkamp naar Schiermonnikoog en de vrienden Duijf en Hak fietsten van de Friese kust naar Terschelling. De Zuiderzee was al snel een onafzienbare ijswoestijn die een achttienja28
rige jongen uit Leeuwarden te voet besloot over te steken. Hij had slechts een paar Hchte gympies aan en bereikte na veel geploeter Enkhuizen. Zijn oren waren bevroren. Zijn hoomvliezen eveneens maar ook zijn handen en voeten. Zo erg zelfs dat zijn beide benen geamputeerd moesten worden. Nederland huiverde maar de kolonne schaatsers, fietsers, automobilis-
Sledetocht van M.J. Zeilma uit Waddenijstochten
ten en motorrijders, die zich dagelijks meldde voor de rit naar Urk, nam toch gestadig toe. De grote rivieren bestonden niet meer. Overal kon men zelfs met het zwaarste vrachtmaterieel over het ijs rijden. Van As besloot de 20ste februari als een van de eersten met zijn kinderen, die door het schoolbestuur naar huis waren gestuurd wegens brandstof gebrek, een tochtje naar Urk te maken. In Enkhuizen aangekomen 'ziet het ijs er zo soliede uit dat ik geen moment aarzelde er met de auto op te gaan.' De weg was makkelijk te vinden 'vanwege de honderden wielrijders en na anderhalf uur bereikten we Urk, waar de geheele bevolking uitliep om naar het wondere schouwspel te kijken en waar de hele Urker jeugd, die tot nu toe alleen auto's op plaatjes gezien had, ons met open mond aanstaarde.' Het gezelschap werd zelfs ontvangen door de burgemeester die meedeelde dat zijn eiland het mekka der ijsenthousiasten was geworden en dat vanuit alle Zuiderzeekustplaatsen tochten naar Urk werden ondemomen. 'Zelfs vanuit Lemmer, wat in de winter van 1890 niet mogelijk was.' Op 24 februari meldde 'De Telegraaf dat autotochten van Enkhuizen naar Urk niet meer als ongevaarlijk waren te beschouwen en dat de weg van de vaste wal naar Ameland zelfs al gebroken was als gevolg van de onverwacht ingevallen dooi en de vloed. Het Japanse nachtfeest in Naarden was door de regen zelfs lelijk in het water gevallen, waardoor men het wonderlijke schouwspel kreeg de Japanners op schaatsen en onder paraplu's over het ijs te zien zwieren. De kou keerde echter terug en de verkeersstroom op de Zuiderzee en het 29
Wad bleef onverdroten voortgaan. De 28ste vierde de postboot HolwerdAmeland zelfs een zeer vreemd jubileum: hij was precies een maand uit de vaart, hetgeen nog nooit was voorgekomen. De directeur van de Amsterdamse Waterleiding berekende dat er 5000 straatleidingen, watermeters en hoofdkranen bevroren waren. Het tellen van bevroren binnenleidingen had men gestaakt. In Constantinopel sneeuwde het 25 dagen onafgebroken. IJsbrekers waren onverrichterzake naar Rotterdam teruggekeerd na een poging de Lek en de Merwede open te breken en bij Eck en Wiel reden weer auto's tot een gewicht van 3000 kilogram over de rivier. De boekhouder van de firma Van As & Van den Heuvel berekende dat het van de 672 uur in februari 526 uur had gevroren, waarvan 279 uur onafgebroken. Op 1 maart vroor het's nachts nog steeds 11 graden. Drie arresleden met elk vier personen bereikten vanuit Lemmer Urk. De autoweg EnkhuizenUrk was volop in gebruik, maar ijsbrekers waren ook actief op de grote rivieren waar bij Eck en Wiel nog veertig auto's over het ijs passeerden. Van Terschelling fietsten honderden mensen naar de Friese kust. Marken meldde op 2 maart trots het eerste auto-ongeluk in de geschiedenis van het eiland, doordat een auto over zee kwam aangereden en pardoes tegen een sluisdeur reed. Terschelling was al drie weken ge'isoleerd en op Ameland reed nog steeds een geregelde autobusdienst vanaf het vaste land. De volgende dag was het echter afgelopen. Twintigduizend mensen vierden nog wel feest op de Gouwzee bij Volendam, waar zo'n 500 auto's geteld werden, maar er kwamen ook onheilspellende berichten binnen: auto door het ijs gezakt onder Terschelling, een inzittende verdronken. Vier wagens door het ijs op de Gouwzee plus een vrachtwagen en een autobus met 20 personen. Joop Boersema fietste die dag als een van de laatsten van Vierhuizen naar Schiermonnikoog. De schoenhandelaar uit Amersfoort was toen een 24-jarige student in Groningen. 'Ik speelde met drie vrienden een biljart je in restaurant de Unie in Groningen,' zei hij, 'daar hoorden we dat twaalf jongens per fiets naar Schiermonnikoog gegaan waren. Dat leek ons ook wel wat. We vertrokken onmiddellijk.' De Waddenzee was een 30
onafzienbare ijsvlakte maar goed berijdbaar. Om twee uur arriveerde Boersema met zijn vrienden in hotel Van der Werff, 'waar wij met gejuich en erwtensoep werden ontvangen.' Twee uur later wilden ze terug, maar de dooi was ingevallen en het begon te regenen. Fietsen bleek niet meer mogelijk op het Wad. 'Het was ook te ver om te lopen,' zei Boersema, 'Van der Werff bood toen aan ons met de auto weg te brengen. Het ijs was namelijk 60 centimeter dik, maar halverwege durfde hij niet verder omdat hij bang was niet meer terug te kunnen naar huis. We gingen dus lopend verder. Het werd mistig maar door de achtergebleven fiets sporen te volgen, bereikten we na een spannende tocht kletsnat en ijskoud de kust.' Het was de laatste geslaagde oversteek over ijs. Het duurde twee weken voordat de fietsen van de zestien studenten per boot van het opnieuw geisoleerde eiland konden worden gehaald. De 16de slaagde een schip er eindelijk in vanuit Monnickendam naar Marken te komen met drinkwater, zodat de bewoners niet langer zeeijs behoefden te smelten om in de behoefte aan water te voorzien. Twee dagen later konden twee schepen nog steeds Schiermonnikoog niet verlaten en de 21ste maart, toen de lente begon, slaagde de postboot er nog niet in van Urk naar Enkhuizen te varen. April telde tien vorstdagen en op 4 mei registreerde De Bilt een minimumtemperatuur van -3,7 graden: Daama was het gedaan met de vorst. De winter van 1929 was eindelijk voorbij. Tot zo ver het dagboek van Van As. Op 22 februari 1929 was Terschelling al mim drie weken geisoleerd. Dick Duijf had een verloofde in Leeuwarden. Hij had haar een jaar geleden leren kennen tijdens zeilwedstrijden in Sneek toen hij als fokkenist dienst deed op het jacht van Gerrit Doeksen. Die eerste kennismaking was al gauw uitgegroeid tot vaste verkering dus was het niet verwonderlijk dat hij haar na zeven weken wel weer eens wilde zien. Samen met zijn vriend Tjalf Hek fietste hij over het ijs vanaf Oosterend naar de Friese kust. Na een uur en twintig minuten kwamen ze aan b i j ' t Hooghuis, tussen Zwaarte Haan en Roptazijl. Samen gingen ze door naar de tante van Tjalf in St. Jacobi Parochie en Dick pakte daar de bus naar Leeuwarden en zag hij eindelijk zijn verloofde weer eens. Het verhaal werd aan de Leeuwarder Courant verteld en daarvoor werd een zilveren lepel geschonken met de inscriptie: "Ta oantinken oan 'e eerste tocht oer 31
De geschonken lepel aan Dick Duijf
Museum Behouden Huys Terschelling
et iis troch fen Skylge nei Swarte Hoanne under Sint Japik, op e 22ste Febrewaris 1929 troch Willem Dirk D u i j f . In 1932 trouwde Dirk met zijn Leeuwarder lief. Het ongeluk met de auto die door het ijs zakte, zoals hierboven vermeld, volgt nu uitgebreider.
Noodlottig ongeval op 3 maart 1929 A l vroeg op deze zondag was het een komen en gaan van en naar Terschelling. A l zo'n duizend mensen hadden de tocht over het ijs naar Terschelling gemaakt. Op deze dag vertrokken meer dan 200 personen van de Friese kust naar Terschelling en een kleine 200 Terschellingers maakten de overtocht naar de vaste wal. 's Morgens vroeg was het ijs in een goede conditie en het winterlandschap oogde schitterend, vooral toen de zon doorbrak. Hoewel de wind west was geworden en een hoger tij te verwachten viel, was er volgens de deskundigen geen gevaar aan de tocht verbonden wanneer men tenminste de voorzichtigheid in acht nam. Op de voorafgaande zaterdag was Tjeerd Spanjer, afkomstig uit Hoom op Terschelling, overgestoken en had een bezoek gebracht aan zijn broer, de 26 jarige G. Spanjer in Heerenveen. Afgesproken werd om op zondag een bezoek per auto aan het eiland te brengen daar de moeder van de Spanjer's jarig was. Een Terschellinger afkomstig uit Oosterend, Evert Bakker, 24 jaar en onderwijzer te Oudeschoot, was eveneens van de partij, terwijl de 24 jarige monteur J. Thomas als chauffeur meeging. De heer G. Oord uit Oranjewoud had zijn Ford-auto beschikbaar gesteld. Bij 32
de kust aangekomen werd het viertal afgeraden de tocht per auto te doen, omdat andere autorijders waren teruggekomen met de ervaring dat de wielen hier en daar door het ijs zakten. Na enig beraad werd besloten de reis toch per auto te maken. Om half tien werd Friesland verlaten en ruim na tien uur kwam men zonder ongelukken in Hoom aan, verwelkomd door Terschellingers die echter oordeelden dat de overtocht zelf bij laagwater een groot waagstuk was. Na een rondreis over het eiland en een gesprek met de burgemeester die een oorkonde opmaakte van het bijzondere feit dat op 3 maart 1929 een auto over het ijs een bezoek aan het eiland had gebracht, werd om ongeveer 12 uur de terugtocht aanvaard. Tjeerd Spanjer bleef op het eiland bij zijn jarige moeder achter. Nog geen half uur later vond het ongeval plaats. Het water kwam snel op en het ijs was door de dooi zacht geworden. Daardoor ontstonden er op enkele plaatsen "sporen" en stond er ook water op het ijs. Waarschijnlijk om aan de sporen en het water te ontkomen reed de chauffeur soms buiten het rijpad. Toen ruim de helft van de afstand was afgelegd kwamen ze de heer Foot, leraar aan de Zeevaartschool op WestTerschelling, tegen in gezelschap van zijn vrouw en dochtertje van de Friese kust op weg naar Terschelling. Hij waarschuwde de chauffeur niet verder te rijden omdat de conditie van het ijs slecht was. De auto reed echter door en enkele meters verder zakten eerst de voorwielen en daama de achterwielen door het ijs en verdween de auto onder water. De vader van de Spanjers stond op de Na drie weken kon de auto worden geborgen dijk bij de Zwarte Haan op de auto te wachten en zag door een verrekijker een en ander gebeuren. De chauffeur Thomas slaagde er bijtijds in de deur te openen en kon op het ijs komen. Spanjer verscheen even later en
33
werd door Thomas en enkele toegesnelde omstanders op het ijs getrokken. Thomas dook nog viermaal naar de auto om Evert Bakker te bevrijden. Deze zat namehjk achter in de auto beklemd omdat er voor hem planken lagen die ze meegenomen hadden om eventueel over scheuren te leggen. De reddingspogingen bleven vruchteloos. Door en door verkleumd werden ze naar de Zwarte Haan gebracht alwaar ze om een uur of drie aankwamen. Daar werden ze opgevangen en verzorgd. 's Avonds werd het tweetal per auto naar Leeuwarden gebracht en vandaar ging het per trein naar Heerenveen. Het was uiteraard vreselijk toen de eerste berichten de weduwe Bakker te Oosterend bereikten. Ruim 100 Friezen waren op dat moment op het eiland en bijna evenveel Terschellingers aan de wal. Aan beide kanten werd een "oversteek verbod" ingesteld. De dag erna konden de Friezen evenwel met de boor naar Harlingen terug, terwijl de Terschellingers op dinsdag de thuisreis konden aanvaarden. Drie weken later werden het lijk en de auto door Branke Lettinga met zijn blazer TS 37 geborgen. De rampauto werd na de berging weer naar de vaste wal gebracht en daar gereviseerd en weer als taxi in bedrijf genomen De winters van 1940, 41 en 42 zijn zeer streng tot streng zoals in de tabel te zien valt. Het begon allemaal in december van 1939. Tabel Jaar aantal dagen Jaar aantal dagen 1917 22 1940 54 1922 25 1941 43 1927 13 1942 43 1928 41 1946 5 1938 15 1947 71 Overzicht van het aantal dagen in strenge winters dat de vaart naar Ameland gestremd was
Boven Groenland stelt zich een krachtig hoge drukgebied in waardoor in onze streken zich een krachtige oostelijke stroming instelt en op 15 december een periode van lichte tot matige vorst aanvangt die acht dagen zal duren. Daama wisselen dooi- en strenge vorst periodes elkaar af In de tweede helft van januari zijn er een aantal nachten met temperaturen 34
van onder de -15 graden. Het IJsselmeer is nu goed dicht en autotochten zijn er alom. Het is ^ ook weer mogelijk om naar de Waddeneilanden te lopen of te fietsen. Zo kon je bijvoorbeeld op de fiets binnen het uur van Ameland naar Holwerd. Op 30 januari wordt er een Haven van VUend archiefCHV Elfstedentocht gehouden. Begin februari dooit het weer, maar maandag de lOe gaat het weer streng vriezen. Ook de Oostzee en de Sont liggen nu dicht. Zelfs Texel, dat toch dicht bij de vaste wal ligt, was van tijd tot tijd van elke verbinding verstoken. Op 1 februari 1940 trokken vier mannen te voet over het ijs van Zoutkamp naar Schiermonnikoog. Het waren ervaren ijslopers en volbrachten hun tocht dan ook zonder problemen. Minder goed verging het drie dames en drie heren die twee dagen later van de Groningse kust naar Schiermonnikoog vertrokken. Zij kwamen die avond niet aan. De burgemeester liet onmiddellijk alle pogingen in het werk stellen om de vermisten op te sporen. Gedurende de avond en nacht was dat echter niet mogelijk, omdat door vers gevallen sneeuw de sporen op de ijsvlakte waren uitgewist en het in de duistemis niet mogelijk was de wandelaars te vinden. De uitgezonden reddingsploeg van vijftien man moest de zoektocht staken. Om toch te proberen de aandacht van de vermisten te trekken werden op de dijk bij Homhuizen en op de kust van Schiemonnikoog grote vuren ontstoken, zodat de wandelaars een richtpunt zouden hebben. Op verzoek van de burgemeester steeg de volgende morgen een militair vliegtuig vanuit Eelde op en cirkelde boven de Waddenzee. A l snel werden de zes vermisten op twee kilometer ten zuiden van het dorp Schiermonnikoog ontdekt. Zij liepen over het ijs en waren blijkbaar in goede conditie. De gewaarschuwde burgemeester liet daarop een ijsvlet in gereedheid brengen die spoedig daama met voldoende bemanning vertrok. Ook uit Zoutkamp vertrok een reddingsexpeditie met levensmiddelen op sleden. De expeditie vanaf het eiland vond het zestal het eerst. De waaghalzen waren toen spoedig in veiligheid: om tien uur's morgens, zeventien uur nadat de drie dames en drie heren waren vertrokken. De toestand
mmu
35
van de verdwaalden viel mee en ze werden overgebracht naar een hotel, waar inmiddels een dokter op hen zat te wachten. Nadat de verdwaalden van een cognacje en eten waren voorzien, konden zij worden onderzocht, waama de avonturiers 'naar bed werden gezonden'.
Haven van Terschelling
archief Hans Vugts
Een van de deelnemers, die de tocht in 1929 ook enige malen had ondernomen, verklaarde dat de moeilijkheden uitsluitend het gevolg waren van hun late vertrek. De duistemis overviel hen, temidden van ijsschotsen van meters hoogte. Deze ontnamen alle uitzicht en dat had tot gevolg dat ze moesten gaan zoeken naar 'uitwegen'. Om niet te bevriezen liepen ze maar door, wellicht zo nu en dan in een kringetje ronddolend. Zij waren dankbaar, toen zij vroeg in de morgen het zoekende vliegtuig ontwaarden, dat hun de juiste richting aanwees. De vreugde was groot, toen zij veilig na en wel na een verblijf onder de open hemel in een barre nacht voet op Schiermonnikoog zetten. Die vreugde werd later op de dag getemperd, omdat een van de leden van de hulpexpeditie van het eiland na zijn terugkeer overleed aan een hartverlamming.
36
De toestand van het ijs hangt nauw samen met de vorst en de windrichting, zodat lang niet altijd, ook niet in de strengste winters, de omstandigheden gunstig zijn voor zulke overtochten naar de Waddeneilanden.
^,^^ri!mrd£^f
Veerboot in het ijs
^
• • -—..m^i
'::^.»msL^:^^^^.
archief CHV
In 1942 bijvoorbeeld vroor de Waddenzee in korte tijd bij voortdurende strenge vorst en krachtige oostenwind dicht. Een gladde ijsvlakte ontstond, waarover men zelfs op de schaats naar een eiland kon rijden. Of dat ook inderdaad gebeurde is gezien de Duitse bezetting twijfelachtig. Er was in ieder geval wel voldoende kou. Dominee van Dijk schrijft over een tocht van Ameland naar de Friese kust het volgende. "In 1947 kwam er een dichte mist of damp opzetten toen we midden op het wad waren. We wisten allemaal wel zoveel van de kaart, dat Friesland ten zuiden van Ameland lag en we hadden een kompasje bij ons. Het was midden op de dag en zo nu en dan kon je flauwtjes zien waar de zon stond. Dat was ook in het zuiden. Over de richting zijn we dan geen moment in twijfel geweest. We wisten wel dat we ergens tussen Temaard en Holwerd aan de dijk moesten komen en dan rechtsaf slaan. Dat was nogal een gemakkelijk te vinden pad. Aan de wal was het zo glad dat de autobussen de dienst hadden gestaakt. Ging 37
het er nu om een avontuurlijke tocht te maken? In het geheel niet. Een van mijn metgezellen moest weer naar school. Zijn vakantie was om. De ander woonde aan de wal en moest ook weer naar huis. Zelf moest ik in Den Haag verschijnen met het oog op mijn legerpredikantschap. De andere overtochten vonden altijd plaats om een vergadering bij te wonen of een vakaturebeurt te vervullen. Nooit heb ik me zonder slag of stoot bij de isolatie van Ameland neergelegd". Hijlke Dijkstra maakte zijn eerste ijsoversteek naar Schiermonnikoog in 1954, de eerste keer dat dit na de Tweede Wereldoorlog mogelijk was. Hij maakte de oversteek naar Schiermonnikoog in de sporen van Luitje Dijkhuis die even ten westen van Homhuizen woonde, dicht onder de zeedijk. Hij had van jongs af aan veel buitendijks gezworven en was daar vertrouwd. In strenge winters, als het wad bevroren was, verkende hij het traject naar Schiermonnikoog en zette bakens langs de route In de tweede helft van de dertiger jaren stak hij's zomers wel eens over in gezelschap van anderen. In de winter van 1963 was hij ook een van de eersten die de tocht naar Schiermonnikoog maakte. Over de tocht van 1954 verhaalde Hijlke Dijkstra als volgt. "Ik stond die dag heel vroeg op, want ik moest de koeien nog melken. Om 6.30 uur staken Renze de Vries en ik de dijk over. We gebruikten de houten meetsteigers van Rijkswaterstaat als taken. Verder had Dijkhuis overal takken geplaatst. Na de vaargeul kregen we te maken met mist. Renze en ik hadden geen kompas bij ons. We liepen gewoon op die boompjes van Dijkhuis en op de kaart. Onderweg trojfen we vier jongens uit Groningen. Zij gingen ook naar Schiermonnikoog. We zijn samen opgelopen. Zij hadden sporen aan hun schoenen, omdat het ijs zo glad was, en god zij dank een kompas. Tegen half elf kwamen we op Schiermonnikoog aan. We hadden niet gedacht dat het toen nog een uur lopen was voor we bij hotel Van der Werff zouden arriveren. Het eerste wat ik daar gedaan heb is de telefoon pakken en aan buurman Gerard van Hoorn vragen of hij even tegen mijn vader wou zeggen dat we veilig waren aangekomen. Zelf hadden we nog geen telefoon. Renze en ik hebben in het hotel onze handtekening gezet in het 'boek voor overlopers', een borreltje gedronken en wat soep gegeten. Toen was mijn geld op. Van der Werff was een man met kijk op het ijs en het wadlopen. 'Jongens', zei hij, 'het is allemaal heel gezellig hierzo, maar als boderijder Groendijk bereid is jullie in zijn dump-ford naar de Kobbeduinen te brengen, kun je zo over
38
het Wad weer naar huis. Je moet als de donder maken dat je aan de overkant komt'. Het was prachtig weer en het ijs begon al wat in te kerven. Tegen half vijf waren we weer terug bij de kust onder Hornhuizen. De winter van 1963, die als een van de strengste van de afgelopen eeuwen te boek staat, kenden een afwisseling van perioden met harde lang-
Tocht naar Terschelling in 1963; springen over vele ijsschotsen uit Waddenbulletin 1992
durige vorst en dooi-invallen veroorzaakt door kleine depressies met westelijke winden waardoor er hogere waterstanden in de Waddenzee kwamen. Daardoor werden de ijsvlakten op het wad opengebroken en ontstonden er grote schotsenmassa's. Toen eindelijk de felle vorst in maart 1963 deze woestenij van schotsen en metershoge ijsbergen had laten verstarren, bleef er een onbegaanbaar terrein over. Dit gaf de Waddenzee de grimmige aanblik van een poollandschap. Vroor de ondiepere en minder brede Waddenzee onder Schiermonnikoog op den duur geheel dicht, het meer uitgestrekte en diepere wad onder Terschelling kende de gehele winter open geulen. Deze konden alleen springend van schots naar schots overgestoken worden en in de bochten van deze geulen hadden zich 15-18 meter hoge ijsbergen gevormd. Ondanks herhaalde pogingen lukte het echter niet om over het veel sterker verbrokkelde en door open water doorsneden ijs de oversteek naar Terschelling te vol39
Tocht naar Terschelling in 1963
uit Waddenbulletin 1992
brengen. Het brede vaarwater van het Oosterom bleef de gehele winter 1962-1963 open. Zo moest 2 kilometer ten zuiden van het eiland worden teruggekeerd, wat in totaal zo'n 35 kilometer klauteren en springen betekende. Een impressie van deze tocht stond in de Leeuwarder Courant. "Hoewel het dertien graden vroor, sloegen al na een kwartier de dampen uit de 40
kleding van de expeditieleden. Het was dan ook een inspannend karwei door de sneeuw op het ijs te sjouwen, tussen schotsen, vaak rechtop staand, door laverend. Het wad bood een fantastisch aanblik. Aanvankelijk vlakten van grote omvang, gaandeweg meer en meer overgaand in verzamelingen van honderden ijsbarrieres. Op vele plaatsen bleek de sneeuw grover van struktuur, dan we normaal gewend waren. Ze was ook scherper. De opkomende zon, eerst onzichtbaar door nevelsluiers, overgoot het bizarre landschap met een roze schijnsel, weerkaatst in de myriaden ijskristalletjes. De gelijkenis van het wad onder deze omstandigheden had een merkwaardige overeenkomst met het maanlandschap, kraters in bekkens, omringd door bergen, rillen, binnenzeeen, toppen en pieken, die scherpe schaduwen wierpen, brede en smalle kloven. Ongelooflijk mooi, fantastisch, onvergetelijk. Ook bar en boos.(...) Het feit dat alle deelnemers het meest heeft gefrappeerd was wel, dat we tientallen keren onze stokken met scherpe punten gemakkelijk door het ijs konden stoten. Een waar wonder, want het ijs bleef ons in de regel dragen. De stokken verdwenen veelal geheel in het water. Herhaalde malen maten we diepten onder het ijs van 1,70 en 1,80 meter water. Een griezelige gedachte. Af en toe bewees een kreet dat iemand met de benen in het water was gezakt.(...) Moeizaam zeulden de expeditieleden heen en weer, daarbij geulen overstekend, omlopend als het oversteken onmogelijk bleek. Duizenden vogels, die op wieken gingen (waarschijnlijk bergeenden en papagaaiduikers) hadden tevoren al verraden, dat er open water was. Ze maakten met elkaar een geraas als van een voorbij daverende trein. Hun roepen zwol aan tot een geluid van een misthoorn. Door de windstille lucht plantte het geluid van beierende doodsklokken zich voort." De tocht van ruim acht uur over een afstand van zo'n 35 km werd gelopen door Frans FiscaHni, Jochum de Vries, F. Damstra, de redacteuren Jan Tjittes Piebenga en G. van Dijk van de Leeuwarder Courant en fotograaf Wim de Jong, onder leiding van Jaap Buwalda en Jan Abrahamse. Zo was er van massaal toerisme op de Waddenzee in deze winter geen sprake en maakten alleen op het laatst meerde groepjes de oversteek naar Ameland en Schiermonnikoog, waar het ijs toen volkomen betrouwbaar was. Op het IJsselmeer was de situatie veel beter. Alom toertochten op de schaats en met de auto. Op 25 februari namen op het IJsselmeer 15.000 mensen deel aan een autotoertocht. Verder een dramatische Elf41
stedentocht waarbij slechts 58 wedstrijdrijders op tijd en 69 toerrijders voor 24.00 uur de finish konden bereiken. De dienst Texel-Den Helder moest worden gestaakt. Toch besloot men om de veerboot De Dageraad van de TESO op 19 januari's morgens om acht uur van Texel te vertrekken met 35 passagiers, onder wie twee
Schaatsmedailles van IJsselmeertochten: I. Hans Vugts, r. Sjoerd van der Hijde
hoogzwangere vrouwen. Het duurde al anderhalf uur voor dat men de veerhaven't Homtje had verlaten. De Dageraad kwam vast te zitten en de sleper Hercules van de marine kwam assistentie verlenen. Verder werd een helikopter in gereedheid gebracht, waarmee een dokter aan boord van De Dageraad gebracht kon worden om de beide zwangere vrouwen te assisteren. Tot grote opluchting van de talloze toeschouwers zowel op de dijk van Texel als bij Den Helder kon de veerboot na bijna acht uur worstelen in de haven van Den Helder afmeren. De terugtocht kon niet gemaakt worden waardoor zo'n honderd passagiers voor Texel niet weg konden. Texel was nu alleen nog per vliegtuig bereikbaar. Een dag daarvoor ontsnapten drie meisjes (13 en 14 jaar) uit Den Helder aan een dodelijk gevaar. Na schooltijd besloten ze naar de dijk te gaan , aangetrokken door het fraaie uitzicht op de met ijsschotsen bedekte Marsdiep tussen Den Helder en Texel. Daar aangekomen besloot het drietal op een ijsschots te stappen, om vervolgens op een grotere ijsschots over te stappen. Die laatste draaide, bewoog en dreef De meisjes dachten dat de ijsschots langs de pier zou drijven, zodat ze er verderop weer vanaf zouden kunnen stappen. Het werd echter laag water en er
42
stond een krachtige oostnoordoostelijk wind. De ijsschots dreef daardoor niet langs de pier, maar zocht zich een weg door het ijs ver uit de kant richting zee. Het angstige geroep van het drietal werd gelukkig gehoord door een wandelaarster die de politic waarschuwde, waama de marinesleepboot Hercules in actie kwam. Op een andere plaats draaide reeds een helikopter warm. De Hercules slaagde erin om met de neus van de boot tegen de schots te gaan liggen. Een matroos begaf zich met een stuk touw op het ijs en bracht de meisjes naar de boot, terwijl even later de helikopter over scheerde maar geen dienst meer behoefde te doen. Na een emstige uitbrander op het politiebureau konden de ouders hun onvoorzichtige dochters afhalen.
3 meisjes worden van het ijs gehaald
uit "een zee van ijs"
Vlieland onderhield zijn verbindingen met de vaste wal via een lijndienst naar IJmuiden over de Noordzee, maar daar kwam op 19 januari een eind aan. Het motorschip Oost-Vlieland moest na het verlaten van de haven van IJmuiden teragkeren. De harde wind sloeg zoveel buiswater over het schip dat er zware ijsvorming aan de dekken plaatsvond, waardoor gevaar voor kapseizen ontstond. De laatste keer dat men over het ijs in de Waddenzee naar een eiland kon gaan, was in de winter van 1995/1996. Er kwam net geen Elfstedentocht, maar het bleek wel mogelijk, vele wakken ontwijkend, lopend over het 43
ijs naar Ameland en Engelsmanplaat te gaan. De volgende winter 1996/1997 was er na strenge vorst wel een Elfstedentocht maar de Waddenzee was toen bij lange na niet dichtgevroren. Bronnen: Met dank aan Richard van der Veen van het Behouden Huys op Terschelling voor het verzamelen van de diverse artikelen. Abrahamse J., Waddenbulletin, jaargang 27, nummer 1, februari 1992. Buisman, J.; Bar en boos, Bosch en Keuning, Baam, 1984. Couwenhoven, R. en Snoep, H.; Een zee van ijs. De Vrieseborch, 2001. Couwenhoven, R.; IJspret, BZZT6H, 's Gravenhage, uitgave HMP, 1999. Leeuwarder Courant, 5 maart 1929. Leeuwarder Courant, 31 oktober 1975 Leeuwarder Courant, 25 maart 1963. Niemeijer, Jan A.; Wadlopen; Triangelreeks, 1973. Wal, Johan van der; Winter 1929: over bevroren Waddenzee fietsend naar Terschelling, Comelis Douwes 152, 2003. Van der Werff, S.; Wadden-ijstochten Schiermonnikoog winter 1928-'29; Uitgave S.W. Mollema, 1982.
Zullen we ooit nog tochten meemaken zoals de groep Zijlma in 1929? foto uit het Waddenbulletin van februari 1992
44
Doelstelling van de Cultuur Historische Vereniging Eylandt Flielandt De vereniging heeft ten doel: a. het wekken van belangstelling voor en bevorderen van de kennis van de geschiedenis van Vlieland. b. het bijeenbrengen, in eigendom verwerven en tentoonstellen van voorwerpen en geschriften betrekking hebbende op de geschiedenis van Vlieland, alsmede het beheer van de hieronder vallende bezittingen van de vereniging. c. het bevorderen van de bescherming van de cultuur historische bepaalde sfeer op het eiland, en in het dorp Oost-Vlieland in het bijzonder. d. het bevorderen van de uitwendige en inwendige instandhouding van reeds bestaande cultuurhistorische monumenten op Vlieland. e. het bevorderen van het verwerven, behoud en restaureren van coUecties op Vlieland. f. het verlenen van steun, in de meest uitgebreide zin van het woord, aan het museum "Tromp's Huys", hiema te noemen: "het Museum". De vereniging tracht dit doel met alle wettige middelen te verwezenlijken, onder meer door: • Het verrichten van sponsoractiviteiten ten behoeve van de vereniging en het Museum. • Het geven van adviezen aan het Museum. • Het bevorderen van vrijwilligerswerk ten behoeve van het Museum. • Het verzorgen van publicaties. • Het organiseren van (studie) bijeenkomsten. • Het zonodig voeren van procedures om de onder b en vermelde doeleinden te bewerkstelligen. • Alsmede alle overige wettelijke middelen die het bestuur voor het bereiken van de doelstelling nodig acht, of daartoe bevorderlijk kunnen zijn. Contributie Het contributiebedrag van de C.H.V. is gesteld op € 12,= per jaar; buiten Vlieland € 14,= per jaar. U ontvangt hiervoor een acceptgiro. Wilt U geen gebruik maken van de acceptgiro, dan kunt U Uw contributie overmaken op bankrekening 36.76.50.029 t.n.v. Eylandt Flielandt.