Vijf eeuwen dorpslandschap •
Het dorp als thema in de Vlaamse schilderkunst
O m meteen maar een i n de geest van m e n i g k u n st l i efhebber diffuus aan wezi g m i sverstand u it de weg te ruim e n : het e i g e n l i j ke d o rpslandschap, het gezi cht o p een of andere ag rarische nederzett i n g - dit wil zegg e n een door h u n i n p la n t i n g rond een kerkje, p l e i n of d ri es, heel d u id e l i j k h u n samen horigheid verrad ende g roep l ande l i j ke won i ng e n , al dan n i et gesitueerd m i d d e n een o n gerepte of gedomesti keerde natu u r, of m idden beide - is a l s
•
the m a i n o n ze schi lderku nst en meer speciaal i n het l a ndschaps g e n re ten o nzent een g rotere zeldzaamheid dan men op het ee rste gevoel wel g e n e i gd is aan te nemen. I nderdaad behoo rt het sedert d e late Romantiek i n geheel West- E u ropa, maar wel l i cht n o g het meest i n onze contreien zowat tot het c o l l ectief esthetisch onderbewustzi j n , a p ri o ri reeds te den ken dat d e l ande l i j ke woon kern - het dorp - het p i tto reske thema bij u itstek is dat van oudsher en meer dan e n i g ander, het oog van de sch i l d e rs zou hebben geboeid en z i j n penseel tot werkzaamheid bewogen. Het lande l i j k dorp stelt m e n z i ch sedert d e Romantiek namel ij k voor als de woon kern, behaag l i j k genesteld. m idden vruchtbare l andouwen of d ro m e r i g verschol e n tegen een beschuttende woud rand, gelegen aan het e i nde van een g looiende en bochtig e l a ndwe g , of in de arm van een rus tige, spel emeiende wate rloop : een idy l l i sch en vertederend beeld. Niets vergt meer n ua n c e r i n g dan deze popu l a i re o pvatt i n g d i e e i g e n l i j k wel wortelt in d i e speci a l e en rel at i ef recente senti mental iteit die sedert de doo r b raak van de b u rgerij, zowat een k l e i n e twee eeuwen g e l eden en de daarmee g epaard g aa n d e o p komst van een k l ei n b u rg e r l i j ke pa ra-smaak voor ' k u nst' en 'schoonheid', d e voed i n g s bodem i s g eweest van voorname l i j k steedse kitch en zondagskunst D i t eenmaa l scherp gesteld, mag overigens terstond worden aangesti pt dat, van zodra de paneelschilderku nst met een k o rte maar hevig e aanloop i n de m i n i at u u rku nst, i n de Zu ide l i j ke Nederl anden o mstreeks 1400 een verwonde r l i j k hoge v l u cht neemt en wel als afbeelde n d e exp l o ratie van de z i chtbare werke l ij kheid, als visueel-p rag m at ische verove r i n g e n rea l i sti sch-objecti eve weergave op een vl akke d rager van driedi m e n s i o n al e mensen en d i ng e n én h u n ru i mtel ij kheid, het motief v a n d e l ande l i j ke nederzetti n g nooit meer gehee l n o ch voor l a n g u i t deze sch i lderkunst afwezi g zou zijn. N i ettem i n waren de Vl aamse P r i m itieve n , zon iet hofku nstenaars, dan toch ki nderen van de stad , d ragers van een stede l i j ke mental iteit en een stede l ij ke visie, o pdrachten u i tvoerend voor vorsten, hogere c l e rus en aanzien l i j ke b u rgerij. Voor hen i s de natu u r d u i d e l i j k datgene wat steden en b u rch ten o m r i n gt, en wanneer zij de d u ize n dvoudige aantrekke l i j kheden en d e wisselende effecten v a n d e v r i j e natu u r i n het gesch i l d e rde tafereel w i l len vastle g g e n , dan bee l d e n zij haar af als een wel i g en met de wente l i n g der
•
seizoenen vera n d e rend deco r, o n m idde l l i j k onder de stat i g e slotm u re n , o n m i d d e l l i j k b u iten d e wal len v a n d e stad. Zo bij voorbeeld o n z e eerste 3
werke l ij ke l andschapschi lders, de geb roeders Po l , Jan en Herman van L i m b u rg. Z i j hadden b i n n e n B russel en Parijs gewerkt en sch i lderden o mstreeks 1415 voo r de hertog Van Be rry, vermoede l i j k tussen de warme m u ren van een hertoge l i j k scri pto r i u m b i n nen Bou rges, hun be roemde kalenderm i n i at u ren (Chanti l ly, M usée Condé) : g randioze verto l ki ng e n van doo r mense l i j ke arbeid en vernuft vorm ge krege n , gehu man iseerde natu u r. M a a r waar wonen volgens hen de l ieden van te lande? Daarvoor hebben deze g e n i a l e verl u chters wei n i g aandacht, een en al oog als zij zij n voo r de g e n e u gten i n het g roen rond een of ander slot ( i n de o ktoberm i n i at u u r zowaar het Louvre v a n Charles V). Wel trekken z i j a l eens d e aandacht op het w i nterse doen en l aten rond een hoeve o p e n ke l e boogscheuten van een dorpje, dat toegedekt onder di k ke februarisneeuw, tegen de e i nde r n auwe l i j ks z i chtbaar is. Met de andere g roten der N ederlandse 15e eeuw is het op dit stu k al n i et anders gesteld. Sch i lder, hovel i n g en d i p l o m aat Jan van Eyck penseelde in zijn 'Lam G ods'-retabel (Gent, St.-Baafs, 1441) wel l i cht het meest u it gedei nde en zeker het accu raatst gedetai l leerde landschap van de eeuw, maar het ontvo uwde een loute r mysti e ke n at u u r, zij het in aa rdse hyper rea l i sti sche gedaante. De l andman heeft h i e r geen woo n ; e n ke l aan het goti sch schoonheids ideaal wordt aandacht gesch o n ken. Zo ook wanneer in een of ander l uxueus kanselarij-inte r i e u r een o n g ewoon b rede wanddoo r b re k i n g ver gezi chten o pent op een weids stu k wereld ki est Jan van Eyck hi ervo o r een u i tk i j k op een m a chtig e stad (Mado n n a, Ro l i n , Parijs, Louvre, ca. 1425). Rog i e r van der Weyden p laatste z i j n gevoelsexp ressieve en dramati sch g e l aden p e rsonages vaak vóó r een m u u r en weert aldus het l andschap. Zelfs de met z u l k u itzonde r l i j k i ntens real isme aan een l ande l i j ke en
Petrus Christus (?-1472/73). De bewening van Christus (detail). Paneel. Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België, Brussel.
De schilders uit de 15e eeuw dachten er niet aan het landschap als zelfstandig geheel op paneel te brengen; het was soms wel onderdeel van een schilderij waarin een bepaald gebeuren gesitueerd werd, of dat men door een open raam kon zien. In dit laatste geval gebruikte de schil der die doorkijk vanuit een interieur naar buiten om aan zijn werk diepte te geven. Het afgebeelde detail uit 'De bewening van Christus' is wellicht geen dorpsgezicht. Het is een huizengroep waarvan de meeste huizen in steen zijn opgebouwd. Ze liggen aan een stadswal en bij een kerk met grootse toren. Wat verder langs die weg ligt een gebouw dat eerder in hoevestijl is op getrokken, maar ook dit behoort wellicht niet tot een dorpsgeheeL De grote burcht domineert het stuk landschap en toont de hiërarchie in de woonsituatie uit de 15e eeuw wel duidelijk aan; ook de verzorging van de woonomgeving, het groen van bo men en struiken, de kronkelende wegen tussen de glooiingen en naast de velden, de goede staat van de huizen, alles wijst op
•
de relatief hoge welstand die de Vlaamse gewesten op dat ogenblik kenden.
ag rarische verschij n i n g swereld o n t l eende herdersf i g u ren op H u go van der G oes' 'Port i n ari'-altaar (Fio rentië, 1475) treden het Christuski nd en meteen de toeschouwer ons tegemoet u i t een afgebakende sted e l i j ke r u i mte. Men moet wachten tot de 16e eeuw en zelfs tot e n ke l e dece n n i a na de doo r b raak i n onze gewesten van de Renaissance en tot de vol l edige rij p i n g van wat m e n wel eens heeft g e noemd het N o o rde rs H u ma n i sme, o m i n onze sch i lderku nst een n ieuwsoort i g e belan gste l l i n g t e z i e n o ntstaan o nde r meer voor a l l es wat tot het gewo n e leven behoort, para l l el aan het over heersen van een antropocentrisch wereldbeeld. Stuwde e n e rzijds de i nvoer van Ital i aans esthetisch gedachtengoed een hele reeks beeldende ku nstenaars i n de ri chti n g van het Romanisme, van een gezochte, be redeneerde, aan abstracte p ri n ci pes beantwoo rdende schoonheid die hen u iteraard ver verwijderd zou houden van een op de l evende realite it afgestemde landschapskunst, een u n iverseel g e n i a l e Pieter B ruegel w a s het anderzijds, die t e n onzent v o o r het eerst authen t ieke, zelfstand i g e l andschappen c o n c i p ieerde waari n fantasie en waar-
Petrus Christus (?-1472/73). De bewening van Christus. Paneel, 101
x
192 cm.
Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België, Brussel.
Dit schilderij dat als geheel in Openbaar Kunstbezit in 1967 reeds besproken werd, is van de hand van de te Baarle geboren kunstenaar die in 1444, drie jaar na het overlijden van Jan .van Eyck, in Brugge het poorterschap kocht 'omme scilder te sine'. Aanvankelijk zette hij de traditie van Jan van Eyck voort maar werkte later onder in vloed van Rogier van der Weyden. Het landschap waarin hij de bewening van Christus plaatst is als een soort decor aan gebracht. In hoeverre het op de realiteit teruggaat is moeilijk te zeggen. Het detail van het wooncomplex dat in kleur wordt afgebeeld, bevindt zich naast de linkerschouder van Johannes. 4
•
Jan Metsijs (1 509-1 575). Elia bij Elisa. Paneel, 96 x 140 cm. Koninklijk Museum voor Schone Kunsten, Antwerpen.
Dit bijbels onderwerp grijpt Jan Metsijs aan om een wijds landschap te schilderen waar binnen hij enkele woonkernen situeert. Vooreerst op de achterg·rond een stedelijk complex, nauwelijks in detail te onderschei den, maar herkenbaar aan enkele grote torens, en een burchtgebouw. Meer naar links liggen boerderijen tussen de velden verspreid. Een gebouw is uitgerust met een watermolen waarvan men de bestemming niet zonder meer kan aflezen. Het kan een graanmolen zijn; windmolens treft men in dat landschap niet aan. In dit agrarisch ge heel met zijn twee ploegende boeren is de aanwezigheid van een graanmolen echter niet ongewoon. De gewonnen granen wer den meestal in de onmiddellijke omgeving van het dorp gemalen. De hoeve links is een groot complex met binnenplaats, die door de gebouwen van de hoeve zelf hele maal omsloten wordt en waartoe een poort toegang verschaft. De herder heeft langs deze poort met zijn kudde schapen juist de hoeve verlaten. Dit landschap illustreert een woonsituatie met verspreide woningbouw waarrond de velden liggen.
n e m i n g vervloeien tot een u n i eke en g ra n d i oze verto l k i n g van de kos m i sche kracht d i e werkzaam is o n d e r en achter de z i c htbare n at u u r. B ruegel is de bereisde stadsmens d i e de Alpen is overgetro kken en d e Straat v a n Mess i n a heeft berei kt. H ij heeft zoveel gewe l d i g s bekeken dat h ij d e boodschap van het bescheidene nog vermag te h o re n . H ij heeft zoveel steden bezocht d at hij in staat is te beseffen d at het nabije d o rp , als het gaat om h et essentiële v a n m e n s e l i j k l even en d o o d , hem a l s i nspi rerende micro kosmos r u i m schoots volstaat. Het d o rp m e t zijn bewoners is i n B ruegels werk alo mtegenwoo rd i g en n i et zelden maakt het er mede h et centrale voo rstel l i n gselement van u it, dit n i et e n kel in zijn vol ks tafe relen en zijn ' Boerendansen', d i e rechtstreekse afspiegel i n gen van d e l a n d e l i j ke B rabantse realite it zij n , m aa r ook - z i j h e t d a n i etwat gesti leerd -, i n zijn 'Spreekwoo rden' en 'Parabels' e n , topog rafisch nog d i recter, i n z i j n b i j belse i nterpretaties z o a l s o n d e r m e e r ' De Vol kste l l i n g ' of ' D e Beth l e h emse kin d e rmoord', waar het d o rpsp l e i n de gedetail leerde scènische o m l ijst i n g i s van het nieuw testamentisch gegeven i n Z u i d ne d e rl an dse en e i gentijdse vorm. Wel l icht nog pakke n d e r is h et autochtone dorp door Bruegel u itgebeeld als mense l i j k levensoord, beveiligd en tege l ij k kwets baar o n d e r het i m mense u itspanse l , geri n g maar menselij k n o d i ge n d m i d d e n h e t gewe l d i g e, o n d e r sneeuw o f zon o p e n l i g g e n d e l a n d s c h a p , statisch i n de wisse l i n g d e r seizoe n e n , d i t i n zijn i n 1565 u itgevoerde serie: ' D e oogst' (New York), ' De jagers i n de sneeuw' , ' D e som be re d a g ' (Wenen). B ruegel had als landschapsc h i l d e r tal van navo l g e rs en zelfs i m i tatoren maar geen o pvol ger. Ook al was in d e Nederlanden het landschap p recies door hem get i l d tot op het n iveau van een volwaard i g sch i l d erkunstig g e n re d at van het einde d e r 16e eeuw af en g ed u rende de g e h e l e d u u r d e r 17e een voorheen ongekende b l oe i zou beleven, zowel i n het Noorden a l s in h et Z u i d e n , toch ontwikkelde het zich i n d e beide i n m i d dels ge scheiden l a n d sgedeelten o n d e rscheiden en in beide in een reso l u u t a n dere richt i n g dan d i e aanged u i d door B ruegels gen ie. Wo rden in het Noorden d e landschappen van Jan van G oyen tot R uysdael en H o b bema, voorheen d u i d e l i j k herken bare topog rafische docu menten en a l l eszi n s waarhei dsgetrouwe l an d schap pen en mari nes, d o rps en stadsgez i chten, een exponent van b u rgerl ijke n uc hterh e i d , in het Spaanse Z u i den o ntwi kkelen de bee l d e n d e ku nsten z i c h in nauwe samen hang met d e contra-refo rmato rische p ro g ramma's van d e o p d rachtgeve n d e kat h o l ieke cle rus en i n de sfeer v a n h et k u n st- en praa l m i n ne n d hof. 7
Wat de s c h i l derku nst betreft is er n aast R u bens en zijn vo lgel i n ge n , n aast Jo rdaans en enkele anderen, behalve voor een me rkwaardige d i e rsc h i l d e r k u n st, ook pl aats voor een ged iversifiee rd e l andschapsc h i l d e rk u n st Ge w o rte l d als deze echter b l ijft in d e decoratieve, fantastische en com posito rische trad ities van een o u d e re m a n i ë ristische natu u rvisi e zoals d i e s p reekt u i t h e t werk v a n bij voorbeeld G i l l i s v a n C o n i nxloo, Roelant Saverij , Pau l us B ri l , of een Joost d e M o m per, weert zij zeker n i et d e rea l i stische deta i l s van de d o rpse a l l edag, maar verh i n d e rt zij toch d at d e ku nstenaar o p z o u g a a n i n d e l outere reg i stratie v a n het g l o b a l e beeld d e r Vlaamse en B ra bantse velden en dorpen. ' Leesbare' en 'visueel-lee r rij ke' , maar steeds uiterst spo rad ische d o rpsgezichten moet men eerder g aan zoeken i n h et werk van Jan B ru e g h e l , i n d at van d i ens navo l g e rs G ijssels, Bout, N eyts of W i l d e n s , i n de deco ratieve landschappen van Jacques d ' A rt h o i s of in een of a n d e re gesc h i l d e rd e topog rafische rep o r tage, o ntstaan naar aan l e i d i n g van een d e r veelvu l d ige veldslagen of b e l e g e r i ngen. De do rpsgezi chten van d e o u d e Bruegel d e r vol kstaferelen krijgen i n d e 17e e e u w e n ke l een echo i n d e g e n resc h i lderku nst o n d e r m e e r v a n Hans B o l of Schoevaerdts maar vooral i n d i e v a n Ten i e rs. I nd ien n i et gesitueerd i n het i nter i e u r van een l a n d e l ij ke won i n g of h e rb e rg , hebben zij vaak h et g e a n i meerd e d o rpsp l e i n a l s met l iefde weergegeven ac hterg rond. Na d e 18e eeuw, waar i n onze landschapsc h i l d e rku nst tot d ie n e n d e decor sch i l d e r i n g was versc h ro m p e l d en h et d o rpsmotief, nog e n ke l aanwezi g als conventioneel-schematisch attri b u ut bij zoutel oze herderstafere l e n , nage noeg h e l e m aa l was verko m merd, waren de omstan d i g h eden en de moda l iteiten d e r he ropstan d i ng , na 1830, van o n ze natio n a l e sc h i l de rschool aanva n ke l i j k d e ku nst van het landschap n i et g u nst i g e r : n aast het neo c l assi cistische p o rt ret- en fi g u u rstu k en het romantische h i sto riesc h i l d e riL o ntwi kkel d e het moderne landschap zich slechts schoorvoetend. Pas omstreeks h et m id d e n d e r 19e eeuw en dan nog o nzeker, ve r l i eten o nze s c h i l d e rs h u n in klei nsteedse geborg e n h e i d besloten acad e m i sche ate l i e rs om de n at u u r, het p l atte l a n d , het p l e i n-a i r te ontdekken. De te l a n de z i c h vest i g e n d e 'sc h o l e n ' , eerd e r k u n stenaarsko l o n ies, o ntstaan naar het voor beeld van d e 'Sc hool van Barbizo n ' , e e rst d i e van Tervuren, l ater o n d e r m e e r d i e v a n Dendermonde, Kalmthout en G e n k. O pval l e n d g e r i n g i s echte r weer d e b e l a ngste l l i n g d i e d e l e i d i ng geve n d e meeste rs v a n deze h erboren landschapsc h i l d e rku nst - men d e n ke aan H i ppo lyte Sou le n ge r voor h et d o rp als voo rstel l i ngsthema over hebben. Zij worden geheel op geslo rpt door h u n jacht o p n atu u ri n d rukken, atmosferische ste m m i n ge n , wel d ra d o o r h u n i nteresse v o o r i m p ress i o n istisch l i c ht- en k l e u renspel . Slec hts i n h et werk van enkele romantische real isten als Lies, F rans van Lee m p utten en Frédéric treden h i e r en daar h et d o rp en d e d o rpsbewoners op de voo r g ro n d , meestal d a n i n een weemoed i ge co ntext en i n een sfeer van vertwijfe l i n g . In het artisti eke gemoed van deze l ate 19e-eeuwers, d aad werke l i j k of o n bewust stede l i n g e n , w i l lens n i l lens g e d re n kt in de a l l es beheersende voo ruitgangsideo l o g i e en vaak n i et o ngevo e l i g voor d e g ro e i e n d e sociale bewustwo rdi n g , wekt h e t stilaan reeds als archaïsch e m erkwaa rd i g h e i d geo rbserveerde d o rp en z i j n bewo n e rs, e e n e i g e n aard i g ' soort vertekeni n g waari n d e componenten v a n dee rnis en nosta l g i e, van vervree m d i n g d u i d e l i j k voel baar zijn. Deze h i e r voor het eerst, in een waas van l ate Romantiek in h et l i cht tred ende vervreem d i n g zal def i n i tief b l ijken te zijn. I m me rs, het d o rp en het d o rspieven e i sen i n d e V l aamse s c h i l d e rku nst, zij het rel at i ef ko rtsto n d i g , d e aandacht o p a l s twee der voo rnaamste thema's in het i c o n o g rafisch arsenaal van het Expressi o n isme. Zij kwamen op de d u u r a l s authentieke bevruchtende en bez i e l e n d e i n s p i rati e b ro n n e n n i et onwrikbaar ove rt u i ge n d over. V e e l i n d e h e roïser i n g o f alleszi ns verhee r l i j k i n g v a n l a n d e l i j k h e i d en boe re n d o m i n d e vo rmel i j k modern istische werken v a n b i j voorbeeld d e a a n d e b o d e m gebonden 8
Pieter Bruegel de Oude (1 515?-1569). De dans der bruid. Paneel, 115 x 166 cm. Koninklijk Museum voor Schone Kunsten, Antwerpen.
Het gaat hier om een zeer oude kopie naar een oorspronkelijk werk van Bruegel. Onze hoofdbekommernis is het dorp zoals Bruegel het op dit schilderij heeft afge beeld. Onmiddellijk dringt zich daarbij de vraag op waar dit vrolijk gezelschap zich vermaakt Is het in de schaduw van de bo men op het dorpsplein of op een weide of braakland naast een hoeve? Dit is moeilijk uit te maken omdat de panoramische ge zichtshoek als het ware door een groot hoeklens gezien, het geheel wat uit zijn reële verhoudingen trekt Het plein lijkt veel groter dan het in werkelijkheid is. Het is omgeven door vier ruime huizen links. Daarachter loopt een weg naar links, waar naast de kerk staat, in het midden op de achtergrond, omgeven door enkele huizen. Dit geheel is van het plein afgesloten door groen struikgewas. Rechts palen aan het plein opnieuw enkele huizen. De met stro bedekte huizen zijn vakwerk constructies, d.w.z. houten constructies waarvan de muren tussen de houten balken bestaan uit vlechtwerk met leem bepleis terd. Dit geeft aan het dorp een opvallend sfeervol en landelijk karakter. Toch zijn de meeste van deze huizen geen boerderijen, maar woningen met een verdieping. Bij de kerk en rechts zijn de huizen kleiner. Het dorp is duidelijk gegroeid rond de kleine kerk vanwaar het langs enkele straten uit deint, de natuur in.
•
> :>::: 0
9
Gillis Mostaert (ca. 1534-1598). Dorpsfeest Paneel, 79 x 107,5 cm.
•
•
Museum voor Schone Kunsten, Gent.
Gillis Mostaert schilderde een gelijkaardige situatie als op het schilderij van Bruegel 'De dans der bruid'. Ter gelegenheid van de marktdag wordt feest gevierd op het dorpsplein. Op Bruegels werk k'eek de schilder van on geveer drie meter hoogte op het gezel schap neer. Mostaart staat op ongeveer vijf meter hoogte, waardoor de figuren, ook deze op de voorgrond, kleiner zijn dan bij Bruegel. De horizon ligt evenwel een stuk lager, wat niet belet dat hier een duidelijker zicht op het kerkplein en de dorpsstraat geboden wordt. Het dorp is rond de kerk, die binnen een omwald plein staat, opge bouwd en heeft geen pittoresk landelijk uitzicht; de huizen zijn van steen, het dorpsplein is, indien men de mensen even wegdenkt, kaal en rommelig. Het geheel doet als aanleg kunstmatig aan. Wellicht is dat een gevolg van de minder geslaagde compositie, en dat moet men op rekening van de kunstenaar schrijven.
Permeke, de anekdotisch begaafde De Smet of de poëtise ren d e De Saede leer krijgt thans, 'n halve eeuw l ater, een a n ac h ro n istische b i j k l a n k d i e ste l lig tot e e n a n de re toon aard b e h o o rt d a n wat a a n thema's en gedach tengoed ap kl i n kt u it de a n dere g e l i j ktij d i g e g rote Eu ropese ku nststromin gen als het D u itse Exp ressio n isme, h et Franse K u b isme, het I tal i aanse Futurisme, het internat i o n a l iseren d e Dada of het ' he i matloze' Su rreal isme, alle exponenten van een verscheiden sted e l ij ke en cosm opol istische geestesgeste l d h e i d . Hoe d a n o o k , v a n h e t d o rpslandschap i n d e Vl aamse sch i l d erku nstige p ro d u ktie b l i j kt in d e ee rste helft van d e 20e eeuw een l ate g l o rifiërende zwanezang te zijn gezo n g e n , g e l i j ktij d i g met d e l aatste decen n i a van het · d aadwerk e l i j ke bestaan van het Vlaamse d o rp als nog m i n of meer gave o p a g rarische voet gesc hoeide samenlevingsvor m , aan d e vooravon d van een economisc h e , tec h n ische en c u l t u re l e omschakeling - zeg ge g e l i j k schake l i n g -, die ons k l e i n s c h a l i g gewest uitei n d e l ij k achterliet als een u i tgestrekte, met i n d u strieparken en zones voor bermlandbouw d o o r schote n , voo rste d e l i j ke verkave l i n g , d i e voo ralsnog het oog van de beel dende ku nstenaar b ijster wei n i g tot actueel beelden verlei dt. D r. A. A. Moerman
11
J a n Brueghel I d e Fluwelen (1568-1625). Landschap. Paneel, 32 x 44 cm. Koninkliik Museum voor Schone Kunsten, Antwerpen.
Dorp en platteland: een zich wijzigend gegeven in een veranderende maatschappij Het platteland wordt 'opengebroken'
Eén van de meest i n g ri j pende veranderi ngen onder i nvloed van de i nd us triële m aatsch a p p i j - een verandering d i e thans, vo lgens so m m igen jam mer genoeg, nog steeds n iet ten e i n d e i s - betreft het o pen b reken van het p l atte l a n d d o o r verkeerswegen en a ndere com m u n i cat i e m i d delen. O m dat pendereuze g ro ndstoffen en afgewerkte goederen snel van de éne p l aats naar de andere, van p rod u kt i e naar ver b ru i k d ienden gebracht te worden, trok men reeds in de 18e eeuw dwars door het p l attel a n d n ieuwe, gekasseide wegen. Nadien vo l g d e n kanalen en spoorwegen. Deze waren meestal n iet van rechtst reeks belang voo r de l okale gemeenschap, maar h adden wel a l s resultaat dat vroeger rel atief geïsoleerde kernen met el kaar - en voo ra l met de b u i tenwe re l d - in gemakkel i j ker contact konden komen. Al v l u g zou den deze assen een i nvloed l aten gelden o p de o m gevi ng. A l h oewel van l atere d atum, i s de tekst d ie M. Henriquet o m streeks 1923 sch reef over de weg Heusden-B ree (aangeleg d even voo r de Eerste Werel doorlog) i n z i j n La Campine Industrie/Ie, ook toepasbaar op voor gaande perioden: ' Deze weg doorkru iste van de ene n aa r de andere kant een o no nt g o n nen en on bewoo nde vlakte. Ga er nu eens k i j ke n : langs beide z i j den werd de heide ontg o n nen versc heidene honderden meters het l a n d i n, en werden h u i zen gebouwd, de oogsten g roeien .. . ' Kanalen en spoorwegen z u l len echter een even d iepgaande, zo n i et d iep g aander i nvloed o p het l an d s c h ap u i toefenen, door h u n rechtl ij n i g he i d d i e geen reken i n g houdt met natu u r l i j ke barrières o f rel i ëf, m a a r deze v i a b ru ggen, talud s , s l u i zen - een u itdag i ng voo r de n i euwe b u rgerl i j ke bouw ku n de, en vaak een b ron van o n beg ri p voo r de p l aatsel i j ke bevo l ki n g - we ten te overw i n nen. Langs de kanalen o ntsto nden nieuwe woo n kernen, aan bruggen en s l u izen ; elders werden n i euwe vo rmen van n ijverheid naar het ag rarisch g e b i ed g e l o kt. Over het bel a n g van de spoorwegen voor de d o rpsgemeensch a p pen is a l t e zelden gewezen. D e i n p l anti ng v a n het stati o n verhoogde het p restige van het d o rp, en b racht n ieuwe a r c h i tectu rale elementen aan, d ie vaak de eerste waren d ie van buitenuit g e p l a n d werden en geen reken i n g h iel den met het p l aatsel i j k karakter. De doo r J.P. C l uysenaar voo r de Dender-en Waes-spoorl i j n o ntworpen 'stat i o n s de cam pag ne', zoals Zand bergen, G ijzegem, e.a., trachtten met h u n ' cottage'-st i j l wel bij het l a n del ij ke aan te s l u iten, maar de betro kken heid van de lokale bevo l k i n g b i j het ontwerp, d e i n planti n g en d e defi n itieve u itwe r k i n g was nergens voo rzien. Geënt ron d het stat i o n o ntstaat een eigen u rb a n isatievo rm : stati o n s p l e i n, met h o reca en 'kamers voo r reiz i g e rs ' , waarvan men, zoals i n O kegem, z i c h afvraagt wie dààr logies zocht! Een vergel ij kbare kernvo r m i n g bemerkt men ron d s l u izen en k r u i s p u nten. Deze u rb a n isatiegebieden z u l len het u itg roeien van de vroegere centra bepalen - attractie n aa r de n i euwe kernpu nten toe - o p een wijze d ie teg e n g este l d is aan het trad iti oneel ru i mtel i j k o ntwi kke l i n g s patroon. De 12
Brueghel schilderde een wijds opengetrok ken landschap, vanop een bergplateau. Het landschap is zeker samengesteld uit onderdelen die in werkelijkheid niet zo naast elkaar zullen gestaan hebben. Deze manier van doen was in de 16e en 17e eeuw helemaal niet ongewoon. Meteen is het toch een prachtig voorbeeld van uitingen van de menselijke aanwezigheid: een stad aan de oever van een stroom waarbinnen huizen, kerken en kloosters dicht op elkaar staan, de hoeven, de wallen en even daar buiten de windmolens. Meer naar de voor grond toe ligt, verscholen in een boom partij. een klooster met zijn velden, weiden en een groentetuin. Vóór het klooster strekt zich naar links op het schilderij een dorp uit, gedomineerd door een eenvoudige dorpskerk, omgeven met bomen en een muur waarlangs de hoofdweg van het dorp loopt. Rechts in het dorp is een afspanning te zien en enige grote huizen; meer naar links staan een tiental kleinere huizen waarvan de achtergevels op palen in de rivier steunen. Aldus zijn de bewoners be veiligd tegen watersnood die vanuit de stroom en de kleine rivier die door het dorp stroomt, wel eens dreigend zal opzetten. Tussen deze huizen en de afspanning ligt het plein waarop de dorpsgemeenschap haar feesten vierde. Rechts van het dorp, wat afgelegen op een hoogte, staat een standaardmolen waarrond enige bedrijvig heid valt op te merken. Om zijn landschap nog meer diepte te ge ven, laat Brueghel vanuit het dorp een weg over een stoere stenen brug links de ber gen in slingeren, terwijl het schilderij rechts van boven naar beneden met donkergroen en zware rotsen waarover een weg loopt, afsluit. Zelfs op de weg op het rotsplateau rechts, heeft Brueghel enkele figuren en reizigers geschilderd, die mee de diepte en grootsheid van het landschap moeten on derstrepen.
•
> :.::: 0
13
moderne co m m u n i catie voert een beg r i p van t i j d i n, d at afwij kt van de t ra d it i o n e l e dag- en seizoenreg e l i ng. De moderne co m m u n i catie vereist een p l aatse l i j ke aanpassi n g van afzet, o ps l ag en ove rs l a g , afgestemd o p het
•
ritme der com m u n i c at i e m i d d e l en. Ter p l aatse treft men n i euwe o ps l ag p l aatsen aan , los van d e hoevestruct u re n , verdee l p u nten van i ng evoerde goederen en n i euwig heden. Mede door deze nieuwe i m po rt en export, voo r het eerst ove r g rote afstan d e n , zal d e heersende polyc u l tu u r haar bestaa nsreden verl i ezen, en zal het gemengde l a n d bouwbedrijf aftakelen ten voordele van spec i a l i satie en handel. Tot ca. 1860 b leef het on mogel i j k o m mel k per t re i n of over g rote afstan den te vervoeren. N a d i e n zal d e m e l k p rod u kt i e z i c h gaan concentreren i n d e thans trad itioneel besc houwde zuivelgebieden, d it voo ral vanaf het e i n d e der 19e eeuw m et h et ontstaan der coöperatieve m e l ke r i j e n om streeks 1887. De o ntwi kkel i ng van de spoorwegen en de i nterconti nentale (stoom-) scheepvaart zorg d e n vanaf 1880 voo r een steeds g roe i e n d e stroom van goed koo p A m e r i kaans g raan i n Eu ropa: i n 1910 werd 2/3e van het Eu ro pees g raan i n gevoerd . Rond 1900 was sl echts 5 à 10% van de bloem op d e Belg ische m arkt afkomstig v a n i n l a n d s g raan. De vreem d e g ranen werden per sch i p via kanalen en bevaarbare wate rlopen aangevoerd: daar ont stonden de moderne mechan ische, op m assa p rod u kt i e afgestemde maal derijen. O p som m i g e pl aatsen g roeiden deze u i t d e trad itionele molens, met i nvoe r i ng van moderne tech nieken als b .v. watertu rbi nes in ' De O u d e Watermolens' op d e g rens tussen H arel beke en K u u rne. E l ders, waar d e gesc h i kte waterkracht n i et aanwez ig was - meestal langs bevaren waters, o m d at kanalisatie g een waterve rbru i k voo r m o l e n s toel aat - maar wel een economisch afzetge b i ed besto n d , d i enden stoo m m a c h i nes d e aan d rijvi n g t e verzekeren. Deze trad itioneel m e t h e t pl atteland verbo n d e n n ijverheid zal zich aldus eveneens u i t zij n trad itionele context loswerken. D i t ontred d e rd e d e trad itionele Vl aamse en Eu ropese g ra a n d l a n d bouw, die meer en meer oversc hakelde naar (neven-)omzetti ngsactiviteiten a l s varkens- en David Teniers 11 (1610-1690). Vlaamse kermis. Doek, 157 x 221 cm.
Argenti n i ë , en eveneens u i t Aust ra l i ë, eerst d e Engel se en d a a r n a d e con
Gesigneerd en gedateerd.
t i nental e r u n d ertee lt sterk beïnvloeden.
1652. Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België, Brussel.
•
ki ppen kweek. Vanaf het l aatste kwart d e r 19e eeuw zou de i nvoer van rundsvlees u i t
Deze beïnvloed i n g i l l ustreert o p een treffe nde wijze hoe de traditionele gesloten ag rarische m aatschappij geïnternat i o n a l i seerd werd.
Vanuit het standpunt 'dorp' gezien is dit schilderij interessant. Op de voorgrond zien we enkele huizen van een dorp waar om een of andere gelegenheid wordt feestge vierd. Heel het gezelschap is in eenvoudige kledij, uitgezonderd de zopas uit de koets gestapte rijke lieden die voor de feestvier ders geen belangstelling blijken op te bren gen en omgekeerd evenmin. Het feest speelt zich af voor een huisgeveL Boven in de punt van deze huisgevel is een duiventil afgebeeld. Sedert eeuwen treft men duiven als huisdier in de dorpsge meenschap aan; denken we b.v. aan de soms monumentale duiventorens die men reeds in de middeleeuwen terugvindt. Links op het schilderij, wat hoger gelegen, bevindt zich een complex, vermoedelijk een klooster, en in de verte, op een boogscheut, ligt het volgende dorp: een kerk waarrond enkele huizen staan. Zo lagen onze dorpen verspreid in de open natuur; op zich zelf staande gesloten economische gemeen schappen. 15
Pieter Bout (1658-1719). Dorpsjaarmarkt Doek, 175,5 x 151 cm. Gesigneerd en gedateerd. 1676. Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België, Brussel.
Abel Grimmer (1570/77-vóór 1619). De vier seizoenen - De herfst. Paneel, 33 x 47 cm.
Jacob d'Arthois (1613-1686). Winterlandschap. Doek, 82,5 x 121,5 cm.
Gesigneerd en gedateerd.
Gesigneerd.
Koninklijk Museum voor Schone Kunsten,
Koninklijke Musea voor Schone Kunsten
Antwerpen.
van België, Brussel.
De bezigheden van de mens zijn zeer ver scheiden en vele, niet alleen de feesten en de markten, spelen zich buitenshuis af. Grimmer schilderde een dorp in de herfst, periode waarin de slachtmaand valt en de wijnoogst moest gebeuren. Zijn aandacht gaat voornamelijk uit naar het slachten van twee zwijnen voor het boerenhuis dat met stro gedekt is in de straat die naar het dorpsplein leidt. In dit dorp staan meer gelijkaardige huizen, naast andere in bak steen.
Het is niet het enige dorp dat wij naast een waterloop hebben aangetroffen; blijk baar wil de mens zich zo dicht mogelijk vestigen bij alle voorzieningen die de natuur hem biedt. Deze huizengroep langs de weg hoort voorzeker bij het dorp waar van we wat verder de kerktoren zien.
16
De dorpskermis of de jaarmarkt was voor vele schilders een dankbaar onderwerp om hun vaardigheid in het scheppen van ruimte en hun zin voor het pittoreske te tonen. De kermisscène kan zelfs. als genre in de schilderkunst genoemd worden. De horizon tale lijnen, afwisseling van lichte en don kere vlekken, van groepen mensen en open partijen, suggereren de grootsheid van het dorpsplein waar deze markt- of kermisscène zich afspeelt. Op verschillende plaatsen zien we groepjes runderen die blijkbaar te koop worden aangeboden. Zoals dit tot voor enkele jaren nog gebeurde wordt ook hier de koop gesloten door het handen slaan van koper en verkoper. Ook kleinere snuisterijen zoals snoep en speelgoed wor den verkocht. Achteraan op het plein staan kraampjes met allerhande voorwerpen waar onder men beeldjes kan herkennen. De kreupele bedelaar ontbreekt ook niet en een groep mensen kijkt naar een toneel opvoering waarvoor, tegen de gevel van de herberg 'In de zwaan' een podium werd op gesteld. Voor de herberg 'In den horen', links op de voorgrond, ziet men lieden zit tend op hun paard een praatje voeren, hun pijp roken en een glas drinken. De waardin loopt er langs om betalingen in ontvangst te nemen. Pieter Bout stond bekend om zijn vaardig heid in het schilderen van figuren in een landschap. Hij werd ook door andere schil ders zoals d'Arthois, gevraagd om hun werk te stofferen. Het dorpsplein is omgeven door huizen van een of twee verdiepingen, in baksteen op getrokken of ten dele zelfs in houtconstruc tie. De dorpskerk ligt niet vlak bij het plein maar enigszins verscholen achter een huis en enkele bomen. Ook dit dorp is weer niet veel meer t:Jan een kerk, een plein en een aantal huizen. Op de achtergrond kijkt men nl. de open wijdse natuur in. De inplanting van de huizen is blijkbaar niet zo vast aan regels gebonden. De huizen liggen rond het plein zonder het strak te omgrenzen.
•
17
Landbouw en nijverheid worden gescheiden
Typ i sc h voor het econ o m i sch systeem van het A n c i e n Régime is de ver vlechting van p r i m a i re en secu n d a i re activiteiten op het p lattel and. De zelfgewo n n e n p rod u kten worden ter p l aatse, vaak o p d e hoeve van d e p ro d u cent, i n m i n dere of m ee rd e re mate verwerkt: s p i n n e n , weven , l o o i e n enz, gesc h i edt meestal d o o r d e l a n d bo uwer zelf. Langzaam, vanaf d e 18e eeuw, z u l l e n beide econ o m i sche secto ren van el kaar wegg roeien. E r o ntstaat een typisch sted e l i j ke n i j verhei d , zware tex t i e l n ijverh e i d , metaal en stee n koo l ; naast ag rarische vo rmen van i n d ustrie, die z i c h i n d e p l attel an d sgemeenschap b l even vervlechte n : leerlooierij e n , sto kerij e n e n b ro uwe r i j e n , si roopfa b r i e kjes, wasb lekerijen, kaarsenfab riek j es, steen bakkerijen (de z.g. ' boeresteen ' u i t de veldove n s ; spo ren h i ervan z i j n nog op tal l oze p l aatsen m e rkbaar d o o r d e vroeg e re k l e i u itg ravi n g e n , s o m s a l s vijvertjes of i nz i n ki ngen naast d e hoeven), o l ieslagerijen en het verwerken van vezels tot touwen. Deze n ijverheden z u l l e n een o n afschei d e l ij k beeld gaan u itmaken van het p l attelandspatri m o n i u m. O p m e r ke l i j k i s d at z i j t h a n s m a a r ze l d e n a l s d u s d a nig aanvaard worden d o o r m o n u menten- en l a n dschapsbesch e rm ers, i n tegenstel l i ng tot de m o l e n s , vooral d e w i n d mo l ens, die e i g e nl i j k in dezelfde categorie t h u ishoren. Waarsc hij n l i j k i s d at een gevo l g van het 'mooie' en ' ro mantische' karakter waarmee deze m a c h i nes reeds j a ren geleden om k l eed werden ... O n d e r i nv l oed van bepaa l d e vest i g i ngsfacto ren , of een ove rv l oed aan g ro n d stoffen , z u l l e n som m i g e van deze n ijverheden zich con centrere n . Dit l e i dt i n v e l e g eval l e n t o t een zu iver i n d ustriële schaalverg rot i n g , en een omvo rm i n g van het karakter van d e omgevi ng. De steen ba kkerij e n l angsheen d e R u p e l , ook d e sto kerijen i n h e t H asseltse en Zu id-Li m b u rg en de touwslagerijen i n H a m m e en omgev i n g z i j n een voorbeeld van deze evo l ut i e. Pas o m streeks de eeuwwisse l i ng z u l l en de zware n ijverheden op het V l aamse p l attel a n d b i n n e n d ri n g e n , ofwel l a n g s de k a n a l e n , ofwel o p n ieuw o ntdekte g ro ndstoflagen, ofwel o mdat ze door d e c o ngest i e van d e stad en d e g ro n d p rijzen a l d aa r naar d e b u iten verd reven werden. Minder voedselproducenten, maar meer consumenten...
Komende van b i j n a 100% tijdens het A n c i e n Rég i me, daalde de l and bouw bevo l k i n g tussen 1886 en 1970 van omstreeks 40% tot omstreeks 4%. Deze constante d a l i n g in een t i j d met een steeds g ro e i e n d e stadsbevol k i n g , d i e zelf géén voedsel p roduceert maar e n kel consumeert, d i ende o p
•
gevangen door een rad i ca l e aan p assi ng van p ro d u ktiem ethoden en p ro d u kt i everhoudingen o p het p l atteland. Een voor de hand liggende oplossing: nieuwe landontginningen
Doo r vroegere ontg i n n i ngsbeweg i ng e n waren reeds g rote stu kken g ro n d i n c u l t u u r g e b rac ht. A n de rz i j d s b l even tot i n de 19e e e u w nog g ro n d e n b raak l i g g e n . Meestal betrof h e t d a n z e e r m i nd e rwaa rd i g e terre i ne n , waar van de u i tbating e n kel i n u itzo nderl i j ke omsta n d i g heden rendabel kon zij n . Herhaald overhei dsi n it i at i ef voor d eze terre i nen ke n d e geen succes. De bepa l i ngen d i e F i l i ps 11 reeds u itvaard i g d e , werden nooit toeg epast b i j g e b rek aan a rbeidskrachten. De normale l a n d bouw bleek n i et de han d e n vrij te hebben voor d e zwaar arbe idsi ntensi eve aanpak van d e rg e l i j ke g ro n d en. Ook de verp l i c hte verkoop van h e i degronden en n i et-g e b r u i kte kl oosterd o m e i n e n , door Maria-Theres i a l everde geen resu l taten o p : e r werden geen kopers gevo nden voor d eze s l echte g ro n d e n , d i e vaak d a n nog ver v a n d e goede verkeerswegen gelegen waren. N i euwe o ntgin n i ngsmethoden, die m i n d e r arbe idsi ntensief waren, en het g e l e i d e l i j k vrij komen van l a n d bo uwbevo l k i n g voor a n dere taken, zou d e n a a n vroege re bezwaren e e n o p l ossi ng bieden vanaf de 19e eeuw. Pas o m streeks h e t m i d d e n van d e 19e e e u w werd h e t d e m oeite om ook o p deze 19
g e bieden de aandacht te r i c h ten. De uitbat i n g van deze s l ec hte en g e mene g ro n d e n b racht vaak een vol le d i g e aanpass i ng van de do rps- e n g e h u c htenstruct u u r m et z i c h mee. G e l i j kt i j d i g met deze ontg i n n i ng e n , z i et men ver d oo rg ed reven pog i ng e n
Malthijs Schoevaerdts. Werkzaam in Brussel vanaf 1682. De wandeling van de vette os. Paneel, 43,5 x 61 cm. Gesigneerd.
t o t g ro ndverbete r i n g e n , en verbete r i n g v a n d e l a n dstruct u u r. Na d e l aatste
Koninklijke
c r i s i s van ag rarische oorspro n g , de aardappelschaarste van de jaren
van België, Brussel.
1845-46, werden vanaf 1847 wetten u itgevaard i g d d i e o.m. d e vers n i p pe r i n g t rac htten teg en te g aan van d e o n d e r-marg i nale bed rijven d i e o nt stonden a l s gevo l g van het erfrecht bij k i n de rrij ke fam i l i es. G e l i j kt i j d i g werden d e g e m eenten ve r p l i c ht h u n ruwe g ro n d e n t e verko p e n , waarbij d e koper d e verp l i c h t i n g toebedeeld kreeg deze te ontg i n n e n : a l s com pensatie werden o.m. een 25-j a r i g e vrijste l l i ng van g ro n d l asten en een vrij stel l i ng van 20 jaar o p gebouwen g eboden. Vanaf dat ogen b l i k l i e pen d e ontg i n n i ng e n para l l e l met d e econom ische conj u nctu u r , die i n m i d d e l s bepaa l d werd door d e i n d ust r i ë l e ontwikkel i ng. H et overh e i d si n i t i at i ef - d us weer een i n g rijpen van b u iten d e trad itionele ag rarische g emeenscha p - zal steeds b reder en g evarieerder vormen aan nemen. Het succes van deze ontg i n n i ng e n i s n i et l o uter te ve rklaren van u i t d e m aatsc happel i j ke noodzaak v a n d at ogen b l i k. G e l ij kt i j d i g werden n i euwe h u l p m i d d el e n aangere i kt, d i e deze i n i t i at ieven mogel i j k m aakten, en el d e rs toesto n d e n om op dezelfde o p p e rvlakte g ro n d hogere o p b rengsten te verkrijgen. Kal k werd a l vlug één d e r voo rnaamste toevoegsel e n voor pas o ntg o n n e n m a rg i n a l e g ro n d e n. Vanaf 1848 werden o p staats i n i t i at i ef, i n versc h i l l e n d e steden d epots opgeri cht, w a a r kal k teg en voo r d e l i g e p rijzen verkrijg baar was. H et belang van kal k b l ij kt ook uit het sch i l derij van Léon Frédé r i c ' D e krijtverkopers'. In hetze lfde j a a r 1848 werd bij wet het recht o p i rrigat i e vastgelegd. Om streeks dezelfde tijd zal B e l g i ë , als eerste l a n d o p het conti nent, n a E nge land, d e d ra i nage door m i d d e l van bove n g ro n dse of o n d e rg ro n dse kanalen o p g rote schaal aanpakken. Vanaf d e tweede helft d e r 19e eeuw werd d o o r o n z i c htbare, o n d e r h e t m a a i v e l d aangeb rachte p o reuze l e i d i n gen, d e wa ter h u i s h o ud i ng d rasti sch gewij z i g d : de regenval kwam a l d u s v l u g g e r i n d e wate rlopen terecht. Met kasse i e n e n met een o n d o o r d r i n g bare l aag verharden van weg e n en an dere o p p e rvlakten , tastten het vroegere reg e l m at i g e d e b i et v a n v e l e wate rlopen a a n . De rege l m aat i n de watertoevoer bewerkte mede het su cces van d e vele watermol ens. Recente stu d i es i n E n g e l a n d ste l l e n a l s hypothese d at h i e r i n , eerder nog d a n i n het econo m i sc h e , de o o rzaak l igt van het verval van deze i n d ustrie. Het tekort aan producenten leidt tot een verlaten van het ambachtelijke aspect
De voedse l noden van een toenemende bevo l king ko nden n i et a l leen o pg e vangen worden d o o r het i n g e b r u i k nemen van s l echte g ro nden. E n kel een o p d rijven van d e produ ktie o p a l l e o ppervlakte n , goede én sl ec hte, kon een o ploss i ng b rengen. Dat men in deze r i c h t i n g ernst i g gewerkt h eeft b l i j kt u i t het feit d at i n 1886 46 a bewerkt d i enden te worden voo r de voe d i ng van 1 Belg terw i j l i n 1970 s l echts 16 a nod i g waren. Men zoekt een re n d a b i l ite itsverho u d i ng in teelten m et een vaste o p b rengst. Men trachtte z i c h te spec i a l i se ren in g ewassen d i e bijzonder afgestemd waren op d e p l aatsel i j ke bodemstruct u u r en kl i m atol o g i e. Deze reg i o n a l e speci a l i satie w e r d mog e l i j k g e m aakt d o o r d e n i euwe t ranspo rt- en han d e l ssituat i e. Vooral streefde m e n naar teelten waarbij d e o p b rengst wei n ig of n i et afh a n kel i j k was van weerswisselva l l i g heden. Op de eerste pl aats kwam h i e rvoor de veeteelt i n aanmerki ng. In een o p e n landschap vero n d e rste lt z u l ks , wanneer m e n d e veehoeder wil u itsc hakel e n , een u itbouw van o m h e i n i ng e n rond weilanden en akkers. 20
Musea voor Schone Kunsten
Bij het schilderen van een landschap, dorpsgezicht of ander landelijk tafereel, streeft de kunstenaar ernaar op het doek of paneel zoveel mogelijk ruimte te sugge reren. Meestal bouwt de schilder dan zijn werk op in registers. Bij Bout werd daarop reeds gewezen en Schoevaerdts gebruikt ook dat middel. Hij accentueert die diepte en ruimte echter nog sterker, door op het dorpsplein vier grote bomen te schilderen; met hun donker gebladerte en zware stam men geven zij het achterliggend vergezicht meer diepte. Het dorpsplein doet aldus groot aan hoewel er aan de ene zijde slechts drie huizen langs staan. Het mid delste huis is duidelijk herkenbaar als de herberg 'De Swaen', waarvoor mensen hun dorst zitten te lessen terwijl anderen een rondedans uitvoeren op de muziek van een violist die zich in de schaduw van de her berg heeft opgesteld. De voordeur van het wat verder liggend huis staat eveneens open en men ziet er een man binnengaan met een dienbord waarop enkele glazen staan. Zou ook dit huis een herberg zijn? Het huis links op de voorgrond doet denken aan een afspanning, want een reiziger leidt juist zijn paard uit de stal. Of dergelijke opeenhoping van afspannin gen en herbergen met de realiteit strookt is uiteraard niet na te gaan; het lijkt alles zins te veel van het goede. De boerin en de voerman die op het gespan zitten schijnen zich niet erg aan het hoofdgebeuren te in teresseren, ofwel hebben zij nog niet ge merkt dat 'De vette os' door het dorp wan delt. Dit schilderij wordt ook 'De paasos' genoemd. Het gaat om het tonen van een vet gemeste os die rond Pasen wordt ge slacht en waarvan het vlees wordt verkocht. Dit gebruik zou in bepaalde dorpen in onze gewesten in het begin van de 20e eeuw nog gekend geweest zijn. Dat dit gebeuren iets te maken heeft met de 'weging van de vette os' zoals men die in Antwerpen kent. is een onjuiste veronderstelling. In Antwerpen wordt de vette os niet aangeduid rond Pasen maar in januari. Gebeurtenissen zoals voorgesteld door Schoevaerdts brengen de dorpsgemeen schap samen; zij voelt zich bij dergelijk ge beuren betrokken. Dit kan zolang de dorps gemeenschap in getal niet te groot is ge worden en sociaal niet al te gedifferen tieerd is.
•
> � 0
21
Van landschappe l i j k belang was ook de o p komst vanaf o m streeks 18801885 van de thans overal aanwez i g e functionele p r i kkel d raad ; op z i c h zelf was z u l ks �en g evo lg van goed ko p e re tec h n i eken voo r d e vervaard i g i n g v a n staal en v a n d e invoe r i n g v a n cont i n u- d raad ro l l erijen vanaf 1864. Bij de ag rarische nijve rheden is het samengaan tussen i n d ustrie en vee teelt o pm e rkel ij k. Zo is bekend dat met het d raf van de H asseltse sto kerijen in 1867 i n d e stal l i ng e n v a n d e j e n everstokers n i et m i n d e r d a n 2123 r u n d e re n vetgemest werd e n , tegen slec hts 1282 ru n d e ren in d e sta l l e n van de l and bouwers en de m e l k boeren samen. De mest werd d a n aangewend voo r l a n d bouwontg i n n i ng e n , zodat i n 1845 het Rapport sur la situation administrative de la vi/Ie de Hasselt kon schrij ven: ' D e voo ruitg ang van onze l a n d bouw i s nauw verbonden met d e sto kerij en doo r de meststoffen d i e zij l everd en. Dit h ad a l s g evo lg dat d e h e i d e i n h e t noorden v a n d e stad ontg o n n e n werd i n een straal v a n meer dan 4.000 meter. De kosten van het transport van meststoffen door t rek d i eren lieten n i et toe deze g rens uit te breiden.' Net zoals in tal van a nd e re g emeenten werd o p deze g ro n d e n dan g raan g ezaa i d , bestemd voor h et d i sti l lat i e p roces. Deze u nieke ecolog i sc h e-eco nom i sc h e cyc l u s zal echter vanaf het l aatste kwart d e r 19e eeuw, doch voo ra l vanaf de 20e eeuw verbro ken wo rden door d e o p ko m st van ku nstmeststoffen e n ku nstvoeders. De arbeidsi ntensi eve verzameling van d i e r l i j ke faeces, met de m esthoop a l s centraal punt en a l s rij kdom van het hoevecom p l ex, behoo rde onver breekbaar tot het g e m e n g d e bedrijf. I n de 19e eeuw werd, naast de e i g e n mest p ro d u kt i e en deze v a n b . v . stokerijen, para l l e l m e t d e g roei van d e stadsbevo l k i n g , ook m e e r een meer beroep ged aan o p h e t d o o r de stede l ij ke overheden te koop aangeboden stadsmest u i t r i o l e n en beerputten. Door d e opkomst van de ku nstm eststoffen zal deze h a n d e l verdwi j ne n , doch tevens doo rdat e r meer en m e e r schad e l ij ke afvalstoffen in d e stads mest terecht kwamen. De mestw i n n i ng op de hoeve werd meer en meer a l s een l ast aanzien, voo ra l vanaf het ogen b l i k dat k u n stvoeders, eerst i n d e do rpen verspreid doo r voedermengers - een n i euw beroep! - l ater kant e n-klaar g e l everd door fabrieken, d e teelt van d e voederg ewassen o p een gemengd bedrijf ove rbod ig maakten. Het zoeken naar j u i ste dose r i n g e n en o p t i m a l e p rod u kten heeft n i ets meer te zien met van gen eratie tot g e n e ratie ove rgel eve rde sti e l ke n n is, d e boe renwijsheid. L a n d bouw wordt een wetenschappel ijke en tec h n i sche be doen i n g , n i et meer van u i t de p raktij k geleerd, doch vanaf 1832, o p de ee rste l a n d bouwscholen. Monoculturen van landbouwgewassen
De g ro n d e n d i e v r i j kwamen op het vroege re g e m e n g d e bedrijf werden i n g e b ru i k genomen voor n i euwe teelten, o.a. i n d u st riegewassen zoals vlas, koolzaad en s u i ke rbieten, ook l uxe- l a n d bouwprod u kten a l s bepaalde g roenten en fru it. De s u i kerbietenteelt werd voo r het eerst - verp l i c hten d ! i ngevoerd doo r Napoleon als e rsatz voo r het door de conti nentale bl ok kade o nt b rekende s u i kerriet. Deze teelt zou g rote vruchtbare g e b i eden van u itzicht en karakter doen veranderen, en tevens aan d e basis l i g g e n van een n i euwe ag rarische n ijverh e i d , die geen oorspro n g meer vond in een vroegere hoeve-activiteit. Het zijn voo ra l d e teelten van bepaal d e g roenten en fruit d ie, doo r een verzekerde en wi nstg even d e afzet aan d e stadsbevo l k i n g , i n g rij pende o nt w i k ke l i ng e n z u l l e n kennen. H aspengouw krijgt meer en meer z i j n m o no c u l t u u r van f r u i t : het vee g raast nog verder o n d e r hoogstam m i g e bo m e n , m a a r wordt vanaf deze e e u w u i t d e l aagsta m m i g e p l a ntages weg g e h o u den. In d e omgevi n g van Brusse l , met a l s centrum H o e i l a a rt-Overijse, vera n d e rt de serreteelt van d ru i ven vanaf het e i n d e d e r 19e eeuw het golvend l a nd23
schap tot g l azen do rpen. Eén d e r meest i n d ru kwekkende g roe nte- en fru ittee ltprojecten werd d o o r A . Den isty o p h e t d o m e i n 'Siberië' t e P e e r u itgebo uwd. I n 1909 kocht Den isty daar 580 ha g ro n d . Het voo rbere i d e n d e werk, trekken van weg e n , o ntwatering e n z . g esc h i ed d e m e t v o o r d i e t i j d revo l ut i on a i re m ethoden, zodat d e g ro n d omstreeks d e Eerste We rel doorlog bouwri j p was. De serres voor d e d ru iventeelt besloegen 3 ha, d e g roentem oest u i n 30 ha, d e atel i e rs 2500 m2. I n het l a n d bo uwbedrijf waren 250 p e rsonen tewe rkgesteld. De i n frastruct u u r o mvatte o n d e r m e e r e e n school en e e n wi nkel. O p e e n e i g e n v l i egveld ko nden d e g rootste cargo's u i t d e j aren 1930 o psti j g e n en l a n d e n . Dage l i j ks werd e n verse d ru iven naar E n g e l a n d gevlogen. Toch w a s deze beste m m i ng n i et d e o o rs p ro n kel ij k bedoe l d e : d e o p ko m e n d e Kem pense steen ko o l n i j v e r h e i d , met de bij behorende sti j g i n g van de arbe i d e rsbevo l king, werd a l s voo rnaamste afn e m e r beoogd. Dit ku nstmatige ' d o r p ' , met zij n gespeci a l iseerde monoc u l t u u r, opgetrok ken los van e l ke bestaan d e ag rarische g e m eenschap, zou de Tweede Were l doorlog n i et overleven. Veeteeltmonocultuur
Een zelfd e evo l ut i e zet z i c h d o o r b i j de veetee ltbed rijven. Door de kunst voe d i n g z i j n de hoeven n i et meer g ro n d ge b o n d e n , en k u n nen ze eender waa r i ng e p lant word e n , los van d e t rad i t i o n e l e d o rpsgemeenschap. Som m i g e worden vo l l e d i g n i euw i ng e p l ant en arch itectu raal u i tgewerkt, waar bij weer d e n aam van J.P. C l uysenaar o p d u i kt. O m streeks 1850-1860 o nt w i e r p hij m o n u mental e veetee lthoeven , vooral voor r u n d e rteelt, te Ferroz, Walzi n , Te rh u l pen en d e St.-G ertru d i shoeve te St.-Genesi us-Rode. Kenme rkend voor deze en l atere veeteeltbed rijven is het steeds toene m e n d vol u m e d e r sta l l i ng e n , tot de thans g rote en doorlopende hanga rs, waarvan o p d it ogen b l i k d e kostprijs de 7.000 fr./m2 reeds oversch rijdt. Het m e c h a n i sc h m e l ken l e i dt tot d e mel kstal ; d e eerste voed e rs i l o ' s ste ken boven d e d a ken der hoeven u it. Eén van de eerste verm e l d i ng e n van kweekbatte rijen i n B e l g i ë kan m e n l e z e n i n een k rantenarti kel i n ' L e Constitutionel' van 1 8 j an u ari 1867. N a b i j St.-Tr u i d e n , ' i n een boerde rij op een aanz i e n l i j ke afstand van o n g e veer een h a l ve m i j l van deze stad ', maar d i e we tot op heden nog steeds n i et ko nden identifice ren, bouwde een u it bater een h o e n d e rhof voor o ng e veer 2.000 k i p p e n . A l s voedsel werd paard evl ees g e b ru i kt, waarvan echter ee rst bou i l l o n g e kookt was a l s varkensvoer. De vl eesresten waren bestemd voor d e k i p p e n en d e bee n deren werden voor beenzwart verkocht aan de s u i kerfab rieken uit d e o m g evi ng. E i eren en ki ppen waren bestemd voo r de E n g e l se m a r kt. M et de o ntwi kkel i n g van de r u n dveeteelt g aat deze van de zu ivel bed rijven samen. De varkenskwekerijen trekken d e ee rste sem i-ind ustri ë l e hespen roke r i j e n aan, en o p de g rens tussen stad en p l attel a n d ontstaan sem i i n d u stri ë l e en l ater i n d ust r i ë l e s l achterij e n , vaak o p i n itiat i ef v a n de stede l ij ke overheden. Ve i l i ng e n vervangen d e m arkten. Deze o ntwi k ke l i ng ste u nt mede op d e p i j l e r van d e i nd ustrië l e m aatsc h a p p i j : de m e c h a n i satie. A l hoewel vanaf het m i d d e n d e r 18e eeuw i n E n g e l an d reeds pog i n g e n tot mechan isatie merkbaar zij n , werd tot v ó ó r 1840 i n d e l a n d bouw en kel g e b r u i k g emaakt v a n eenvo u d i g e handwerktu igen. In 1832 g e b ru i kte d e Schot H eathcoat zijn eerste sto o m p l oe g , maar voo ral vanaf d e jaren 1850 zo uden door Fowler en Eyth in Leeds g rote p l oegen geco nstrueerd worden die door een zware stat i o n a i re 200 p k-loco m o b i e l m et een k a b e l o v e r h e t v e l d g esl e u rd werden. Dergel i j ke t u i g e n moeten ko rte t i j d n a d i e n reed s op het conti n e nt g e b ru i kt z i j n , doch d e vraag i s of zij op k l e i n e p e rcelen wel re ndabel waren. O m streeks d ezelfde periode kwamen overal d e i nd ustrieel vervaa rd i g de werkt u i g e n op de m arkt. Tussen 1840 en 1870 z u l l e n zaai- en d o rsmach i nes 24
Andries Schelfhout (1 787-1870). Landschap. Paneel, 34,5 x 44 cm. Gesigneerd en gedateerd. 1850. Groeningemuseum, Brugge.
In de voorgaande afbeeldingen worden we geconfronteerd met landschappen uit de Vlaamse gewesten. De Nederlandse schilder Schelfhout stelt ons een Hollands land schap voor dat, wat stijl betreft, naar het Noorden verwijst maar dat, in zijn samen stellende elementen, niet zoveel van de Vlaamse voorbeelden verschilt: rechts de kerktoren omgeven door een groep huizen; even buiten de dorpskom in de vlakte een windmolen; verderop naar de einder nog een toren met huizen. Links staat bij een ruïne een kudde schapen en op de voor grond naast een rivier ligt een kleine hoeve. Behoudens de molen die wind moet kunnen vangen, zijn alle gebouwen rijk omgeven door bomen.
> � 0
25
Jozef Lies (1 821 - 1 865). De vijand nadert! Paneel, 88 x 123 cm. Gesigneerd en gedateerd. 1857. Koninklijk Museum voor Schone Kunsten, Antwerpen.
Door de angst voor de naderende vijand voortgedreven slaan een aantal dorpsbewo ners op de vlucht. Anderen kijken angstig of zijn in de weer om wapens in gereedheid te brengen om de naderende soldaten te bekampen. Dit tafereel speelt zich af bij een dorp in de onmiddellijke omgeving van Antwerpen, zoals uit de wegwijzer links is af te lezen. Rond de witstenen kerk zijn een aantal bur gershuizen en boerderijen gegroepeerd. Het gaat hier nog zeer duidelijk om een kerk dorp hoewel niet duidelijk is hoever de bebouwing rechts nog verder gaat. Links achter de bomen strekt zich blijkbaar een straat uit waarlangs huizen zijn gebouwd.
a l léén reeds het rendement met o ngeveer 30% verho g e n . Tussen 1860 en 1890 komen ook oogstmac h i nes i n gebru i k. Voor deze n i euwe m ac h i nes moest een n i euwe d rijfkrac ht gevo nden worden. Vanaf 1895 werden op steeds g rotere schaal motore n , verpl aatsbare stoom ketel s en d iesel motore n , d ie van hoeve tot hoeve trokken voor h e t d o rsen en a n d e r werk, i ngevoerd . h u u rg e l d e n u itged r u kt. Tussen 1910 en 1950 kwamen de tracto ren i n g e b ru i k. Deze worden op de eerste p laats aangeschaft d o o r de rijke he reboe ren , l ater d o o r d e mi n d e r g efortu neerd e n . O m streeks 1950 werd in B e l g i ë nog slec hts 24% v a n d e tractie d o o r paarden g e l everd , een c ijfer dat si n d sd ien z i e n de rogen g edaald is. Deze mechan isat i e en i nd ustrieel vervaard i g d e werkt u i g e n betekenen d e ve rdwij ning v a n d e s m i d en d e wag e n m a ker, vroeg e r d e belang rij kste a m bachts l u i i n d e a g ra rische g emeenschap. Ze worden eerst veroo rdeeld tot het u i tvoe ren van h e rste l l i ng e n , l ater treedt h i ervo o r een ' mécan i c i e n ' i n d e p l aats, e n b l ijft d e rol van d e s m i d beperkt tot het beslaan van d e ver dwij nende paarden en samen met d e wag e n maker, tot het o p k n appen van eenvo u d i g e kl usjes. Vele smede nfam i l i es ' h erschoo l d e n ' tot g a rage h o u d e rs en ande re soortgel i j ke beroepen. H u n p rod ucerende rol werd overg e n o m e n door g rote, in de steden g evestig d e co nst ructiebedrijven. Mechan i satie betekent o p n ieuw dat e r o p het p l atte l a n d handen vrij komen voor m i g ratie naar d e stad. Doo r d e kosten van d e mac h i nes en a n de re u itrusti ng wordt het t rad i t i o n e l e arbeidsi ntensi eve bedrijf meer en meer vervangen door een kapitaa l i ntensief bed rijf. Mede omwi l l e van d e ren d a b i l iteit d aalt sed e rt 1880 het aantal bed rijven d e r g rootte-klasse van 1 tot 5 ha, ten voordele van de bed rijven van 5 tot 20 ha. Op de hoeven z u l len d e paardestal len verdwij nen door ste l p l aatsen en o n d e rh o udsrui mten voor m a c h i nes. Vaak worden h i ervo o r d e sch u ren g e b ru i kt. De p i kd o rser bete kent een o n m i d d e l l i j k verwerken van h et g raan voor o n m i d d e l l i j k transport, of voo r o ps l ag met n i euwe stapel methoden (si lo 's). De i n d ustria l i se r i n g van de land bouw is een log isch g evolg van het h i sto risch-maatsc h a p p e l i j k ontw i k ke l i ngsproces, d at zich verd er zal d o o rzetten . A. Li nters Medewerker Rij ksd i e nst voor M o n u m enten- en Landschapszorg ( i n d ustri ë l e archeo l o g i e)
27
Emiel Claus (1849-1924). De Leie te Astene. Doek, 73,5 x 1 1 5 cm. Gesigneerd. Groeningemuseum, Brugge.
Mijmeringen over het landschap 1 . Weekendlandschap
... want dachten we niet allen dat het landschap iets was om 's zondags naar te kijken? ... Ja, zo h a n g e n e r veel aan d e m u u r. Een i deaal fragment werd e r u itge sned e n ; een bevoo rrecht tijdsmoment werd d i epgevroren. Vaak g aat het dan nog o m een geïd e a l i seerd bee ld. l e d e reen h eeft zo wel zij n l a n dschapje o p het d roge. N e e n , we moeten p ro beren achter het beeld heen te komen. Een l a n dschap i s e r voor d e hele week en voo r de hele g emeenschap. Zijn totaalwaarde i s mee r d a n d e som van afgewogen k l e u rvlekj es die wat g roen, l u c ht, wate r en bebouwi ng verbee l den. E r z i t een betekenis in die ons i ets vertelt over mens en o m g evi n g , over een m a n i e r van z i j n , over een ru i mtel i j ke beleving. Het beeld maakt d i t ove rd rachte l i j k : hoe i n n i g e r z i j n same nstel l e n d e d e l e n o p el kaar betrokken z i j n , des te ste rker ze ook worden bi n nen hun spec ifieke e i g e n h e i d en des te zi nvo l l e r ze het geheel maken. Het geheel wordt e r com p l exer d o o r ; vandaar d at w e e r meer u i t aflezen. De verbee l d i ng wordt g e p ri kke l d en u itgedaagd , het wordt een bl ijvende i nterpretatie. O m tot i nz i c ht te komen heb je b e g r i p nod i g , méér dan het toe ristisch g adeslaan van een zonso n dergang o p een i dyl l i sch d o rpslandschap. Wat staat e r o p het spe l ? We moeten d e waarde z i e n te achterhalen, d e beteke n i s te doorgronden v a n d i e pl aatsjes d i e u i t een o f a n de re v o r m van conte m p l ati eve nostal g i e de g u nst van h et p u b l i e k h e b b e n weten in te p a l m e n. ... straks is het leuke er helemaal af. De kerstboom probeert men ons stel selmatig te ontnemen; straks zijn wij ook het landschap als entertainment kwijt. Neen, kij k ! We h e b be n de tec h no c ratische gewoonte aangenomen om a l l es b i n n e n een té excl usief rat i o n a l i stisch d e n ke n u i t te rafel e n en op te spl it sen in f u n ct i es en enkelvo u d i g e beg ri ppen : dit i s werk, dit i s o ntspa n n i n g , h i e r bouwsels, d a a r g roen. Daardoor k r i j g je hoog u i t een opso m m i ng van c o m p acte o p lossi ngen die n i et a n de rs dan o nvolwaard i g zij n. We begaan de g rove fo ut i ed e re c o m ponent o p z i c hzelf te beoord e l e n , los van d e con text waa r i n hij g e p laatst is. En dat l i gt daar a l lemaal te l i g g e n , n aast el kaar, verpakt en voo rbestemd d i kwij l s ook relat i e loos. En a l s h et relatieloos wordt d a n wordt het voo r m ij ook st ruct u u r loos, c u l t u u rloos ... want er z i j n geen p r i kkels mee r ; de spon taniteit i s zoek, d e d y n a m i e k i s eru it. Vergeten we d a n ook n i et d at d e m i d d e l e n waarover wij besc h i kken o m o nze bes l i s s i n g e n u it t e voeren z ó g ewe l d i g z i j n d at z i j h e t g roei p roces b rutaal voo rbijsc h i eten - d e n ke n we maar even wat er met onze stede n , d o rpen en l a ndschappen op tien jaar t i j d g e b e u rd is. H et woord 'dorpslandschap' i s gevo r m d u i t een samenste l l i ng van 'dorp' e n ' l an d s c h a p ' , beide wo rden in rel at i e g e b racht, beide gehelen h e b be n 28
Dit zonnige landschap met slechts enkele figuren is mooi door zijn briljante kleur schakeringen. De pracht die uit dit land schap straalt, wist de schilder in grote mate te bekomen door de manier waarop hij het tegenlicht in kleine toetsen heeft aangebracht. Claus toont zich hier reeds een echt impressionist die zeer veel be lang hecht aan het lichtspeL In de weelderige zonnige natuur staat een in steen opgetrokken langgevelhoeve die doet denken aan de vele in het Vlaamse landschap dikwijls eenzaam en verspreid gelegen hoeven. Zij waren omgeven door het uitgestrekte land dat de boer bebouwde. Het waren bedrijfseenheden die het om liggende landschap in sterke mate bepaal den. Zij maakten deel uit van het dorp, maar niet van de dorpskom waar naast de kerk, de pastorij, de school, ook nog enkele winkels, de smidse, de wagenmakerij, het gemeentehuis en enkele burgershuizen stonden. De hoeve contrasteerde door haar afgezon derde ligging met de bij elkaar liggende gebouwen van de dorpskom.
> :.:: 0
• 29
ook h u n speci f i e ke e i g e n h e i d en z i j n ook samengestel d u i t zeer c o m p l exe d e l e n , n i et a l leen o p r u i m te l i j k maar ook o p sociaal v l a k. Het woord 'dorp' verwijst naar dat samenlev i ngsplekje d at z i c h g i nds i n het ' l andschap' heeft gevest i g d , i n een nat u u rl ij ke o m g ev i n g waarb i n ne n d eze samenlevi ng vorm heeft g e kreg e n : verg e l i j kbaar met e e n r u i m canvas waarop het b reiwerk van d e samenleving z i j n fij nste mazen u i tzoekt. M e n kan het canvas ook negeren, de m azen u itrafelen of beladen tot ze o n herkenbaar worden en ondertussen bl i j ven staren op enkele overge b l even mot i efj es, goed voor wat zondag kij ken. Zo lopen we n u a l l e n rond met een landschap in ons achterhoofd, een same n raapsel van i deale weeken dfrag mentj es. We menen het i m m e rs met andere waarden te k u n nen ste l l e n en hebben ze zo o p g e b l azen dat ze ons boven het hoofd g e g ro e i d z i j n , we staan er m ac hteloos bij en g e l oven n i et meer dat het in onze a l l ed aagse werke l i j kh e i d kan bestaan ; d a n maar v l u chten ... Kortom , al die voorwaarden die het g roei- of l eefproces o p g a n g h o u d e n , daarvoo r d i enen eerst de bas isstru ctu ren t e worden o n d e rkend als e l em e nta i re aanzetten voor deze p rocessen. Het p roces zelf is onover z i c htel ij k - a l leen kan men ste l l e n dat hoe meer rel at i es er tuss·e n deze basi sstru ct u ren bestaan des te g rote r h u n wisselwe r k i n g en h u n bel eet baarheid wordt o mdat ze p recies m eer c o m b i natiemoge l i j kheden i nh o u d e n . ... als men tenminste wil erkennen dat er inderdaad een relatie bestaat, dat er geen dorpen zijn zonder landschap... ... geen dorpen zon d e r stede n , tussen hen h et landsc hap. Samen specifi ceren z i j het g eheel. I nd i e n we deze relat i e ontkennen vervreemden we n i et a l leen de omgevi ng maar ook de gemee nschap. M e n weet trouwens heel goed dat e r een ' re l atie' bestaat, d at i s zo evident als d e relat i e die bestaat tussen d e dag en d e nacht. Maar men weet ook heel goed dat men relat i es kan vereenvo u d i g e n en beperken, want o p d e vraag wanneer het dag of nacht is, antwoordt m e n v a a k u i t gemakzucht: m i d d ag e n m i d d e rnacht, en men schakelt meteen a l l e situaties, n u a n c e r i n g e n en schakeri ngen uit d i e zowel tussen beide als b i n nen beide l ig g e n . Co m p l ex iteit kan m e n n i et bevatten i n h arde tegenste l l i ng e n ; er wordt i ets lam g e l e g d , datgene wat zin geeft aan d e tegenste l l i ng of l i ever: dat gene wat i nstaat voo r d e contin uïteit waa ri n tegenstel l i ng e n worden o pge heve n , o m d at ze gewoo n b i n nen het geheel a n ders g eaccentueerd z i j n. 2. Landschap als drager
M i j n werktafel is een g root verheven vlak. Door haar verheve n h e i d d i ffe rentieert z i j z i c h van een a n d e r vlak dat de vloer vormt van m i j n l eefr u i mte. Op d it werkblad hebben versc h e i d e n e voorwerpen - met versc h i l l e n d e waarden en beteken i ssen - h u n p l aats gevo nden. Ze o n dersc h e i d e n z i c h van el kaar n i et a l l een omwi l l e v a n h u n v o r m o f g e b ru i k maar ook omwi l l e v a n h u n o n derl i ng e situeri n g o p het vlak. H u n 'samen z i j n ' o p d it werkblad heeft bovend i e n z i n : ze staan name l i j k in relatie met mijn h a n d el i ng e n en act i viteiten, maar ze vertel l e n ook i ets ove r mijn persoon. De aard van m i j n activiteiten e nerzijds en d e aard van de o p pervl akte van d it werkblad a n derzijds, · z i j n n o rm g evend voo r het geheel van d it g ebeu ren waarvan m i j n werkblad d rager is. Belang rij k i s echter te beg rijpen dat dit g e be u ren n i et in t i j d en rui mte i s verstard. Het kan z i c h o ntwi kkelen, aanpassen of vernieuwen a l naar g e l a n g m i j n activiteiten vera n deren. I k hoef daarom n i et a l l es van het we rkblad te verwijd eren of er b ra n d hout van te maken. Dit werk b l ad l aat overigens n i et a l l es toe : het is vatbaar en ontvankel i j k voor heel wat d i n g e n d i e echter b i n nen een specifieke co ntext optimaal k u n nen. Dit geldt ook voo r het l a ndschap, althans a l s een veel i ng ewi kkelder ge31
heel m et e i g e n stru ctu u r en e i g e n karakteristieken waari n de streken of gewesten z i c h o n d e rscheiden van a n d e r gewestvo r m i ngen. ... en waarvan de mensen zich zeer wel bewust zijn: ik ben van de
Leon Frédéric (1856-1940). De krijtverkopers (middenpaneei). Doek, 200 x 260 cm. Gesigneerd en gedateerd. 1882.
Kempen, van de kust, van de druivenstreek enz ...
Koninklijke Musea voor Schone Kunsten
Ja, d i t stu k nat u u r l i j ke o m g ev i ng i s meteen d rager van betekenissen en
van België, Brussel,
m o g e l i j khed en waarop a n d e re vorm i ng e n , a l s zove l e u iti ngen van samen
Dit schilderij illustreert niet alleen de moei lijke sociale toestanden van de 19e en het begin van de 20e eeuw, maar ook de evo lutie van het landschap en de dorpsstruc tuur. De kerktoren steekt dominerend boven de huizen uit. Hij is echter niet meer het centrale punt van het dorp, want dit breidt zich uit in de richting van de fabriek die een even dominerend karakter heeft. Op de voorgrond, waar het landbouwgebied van het dorp begint, zit een krijtverkopers familie te eten; een armtierig en ellendig gedoe ! Krijt en kalk werden verkocht als meststof voor arme en pas ontgonnen gron den. Samen met een kunstmatige regeling van de watertoevoer op de velden, verze kerde deze bemesting het succes van nieuwe landbouwontginningen en verhoogde ze de opbrengst van het land. Het indus trieel tijdperk heeft op dit landschap dui delijk zijn stempel gedrukt.
l evi ngsverschij nse l e n , hun aanzet tot o ntwi k ke l i ng kun nen vi nden b i n ne n d e h erbergzaa m h e i d d i e d eze natu u r l i j ke struct u u r t e bieden heeft. Ze g ro e i e n tot d o rp of tot stad en brengen op h u n beurt n i euwe rel aties teweeg waard o o r ook aard , situeri ng , i dentiteit en versc h i l o ntstaan : ... het dorp aan de voet van de heuvel, de stad bij de stroom enz ... H et l andschap i s n i et meer het neutraa l , g renzel oos n o m a n 's-v l a k ; van zodra d e mens e r z i c h gaat nederzetten krijgt het een d i mensie, een maat, een schaal, het wo rdt deel van z i j n gesc h i ed e n i s en c u l tu u r en wordt d o o r een sam e n l evi ngsd rang geart i c u l eerd : weg en d o o r l o pen h e t l andschap, straten doord ri ng e n de sted e n : van streek tot st ree k, van dorp tot sta d , van b u rcht tot kerk, van woongebied tot do rpsko m . Rond deze g emeenschaps vorm i ng e n o ntsto n d een territo r i u m a l s schakel tussen de nat u u r en d e bebouwde o m g ev i n g , door akke rs, wei l a n d , m o l ens, g rachten afgetekend. ... wat we de dynamiek noemen... E r o ntstaat s l e c hts d y n a m i e k wanneer e r wisse lwerki n g is, wisse lwe r k i n g h o u d t d iffe rentiatie i n . Landschap-stad-do rp d ru kken op ru i mtel i j k v l a k d e z e d i ffe rentiat i e u it, d it i s e e n e i g e n h e i d b i n nen e e n sam e n h o r i g h e i d. O nze sted e l i j ke expansi edrang d i ent h i e r wel t i j d i g reke n i ng mee te hou den. Deze c o m p l exe z i nvo l h e i d v i n d t men terug i n het ' Landschap' van Jan B r u e g h e l I d e F l uwelen. Het i s meer d a n een l andschap ; het i s een stuk totaa l r u i mte d at het s c h i l derij o pvangt en omvat. N i et één waarnem i ngstaeet wordt h i e r i n bee l d ge bracht maar versc h i l l en d e facetten worden i n h e t geheel betrokken. De nat u u r o nth u l t z i c h i n al haar veel zi j d i g he i d , versc h i l l e n d e streekvo r m i n g e n wissel e n af en worden weer samengeb racht in tusse n g e b i ed en : waterval e n wate rloop, tussen berg en val l e i , bebossi n g tussen heuve l f l a n k en val l e i , voet van d e berg tu ssen d o n kere voo r p l a n v l e k van boom en h e l d e r d i e pteplan van de he melvl ek. Deze r u i m e en afwisse l e n d e u itg estrekt h e i d wordt werke l i j k de d rager van al het mense l i j k gebe u ren tusse n i n . Structuu rversch i l l e n o nt staan tussen nat u u r en bebo u w i n g - beide o n d e rsteu nen el kaar en vloeien in el kaar ove r, brug tot water, d o rp tot bos, stad tot plein, m o l ens tot open v l a kten. Sted e l ij kh e i d en natu u r l i j kheid arti cu le ren het g anse geheel. Verscheidene g e m eenschapsvo r m i ngen o n d ersc h e i d e n zich in g rotere en klei n e re g roeperingen en d ru k ken bi n n e n h u n e i g e n woo n g e h e l e n hun manier van sam e n l even uit: het d o rp rond d e kerktoren als een klei nere open structu u r d i e rechtstreeks op het o m l i g g e n d e l a n d schap i n p i kt, wat verder een meer com p l exe structu u r met versc h i l l e n d e torens, het geheel wordt d o o r g rachte n , m u ren en poo rten o m s l oten en beve i l i g d. Tussen d it al les i n : de weg e n , bruggen en paden d i e deze versc h i l l en d e p l ekken be rei k baar maken, m o l e n s en schepen d i e de n atu u r tot de mense l i j ke acti vite iten betrekt waardoor een speci f i e k ander g e b i e d o ntstaat dat tot deze same n l evi ngsvo rm e n behoort. O p het voo r p l a n wordt het accent g e l eg d op een g roepje re i z i g e rs d i e even pauzeren o p e e n h o g e r gelegen p lekje o n d e r e e n boom b i j e e n rots wand en van waa ruit gans het g e beu ren waarneem baa r is. Z i j p i kken h i e r i n o p e e n g u nst i g en o ntva n ke l i j k p lekje o m even u i t t e rusten - d it k l e i n e deta i l o mvat het h e l e verhaal en vertelt o n s h o e h i e r a l l es z i c h i n d i t g eheel fijn h eeft i ng e neste l d .
32
•
> � 0
33
3. Landschap op de helling
. . . en van het nestje ging het naar het. kastje. Waar is het dan fout gaan lopen? De d i ng e n lopen altijd fout wanneer a n de ren in jouw p l aats gaan d e n ken en d a a rop g aan bes l i ssen o mtrent zaken die j e aangaan. Ik heb het h i e r ove r d i ng e n d i e h e t l even ontwri chten, h e t normal iseren en n ivel l eren, met a n d ere woorden onder eenzij d ig e controle w i l l e n houden. Zo legt men g e m a k k e l i j ker d e p r i o riteiten op d i e in d i t h i ërarc h ische systeem passen . O nze omgevi n g i s e e n kneed baar i ets d a t l angzamerhand de gedaante overneemt van een m aatschappij die haar bezet en bezielt, gebru i kt of m i s b ru i kt. Dag e l ij ks wordt zij in vorm gekneed, m et klei ne d r u kj es d ri ngt ze door tot h et beeld waa r i n wij ons terugvi nden of zoek raken. Twee p re nten i l l ustreren d at. Het deta i l u i t ' D e bewe n i ng van Ch ristus' van P. Ch ristus vormt op z i c h zelf een d eel d at samengeste l d i s uit een aantal onderdelen die a l l e evenwaard ig in het frag ment wo rden opgenomen : b u rcht, landschap, weg, won i ng e n en kerk waartussen g roepjes doende z i j n. De sam e n levi n g o ntwi kkelde zich rond deze aanzetten. Het d et a i l on derl i j nt ec hter d u i d e l ij k een h i ë rarchische struct u u r waar het wonen z i c h afspeelt tussen twee m achten : d e were l d l ij ke en d e g eeste l i j ke. N i ettem i n o ntstaat i n d e ru i mtel i j ke voorste l l i ng een even d u i d e l i j ke deel-geheel relat i e die op haar beu rt ontstaan is u i t een aantal waarden die bi n n e n d e samenlevi ngsstructu u r werden aanvaard en g e d e e l d en een sym bol ische bete kenis verwierven die het geheel van deze samen l evi ng aansprak. Zo g roeide bij voo rbeeld het geheel van macht en o n m acht gezamen l i j k rond d e d o rpskom a l s erkende ontmoet i ngsrui mte voor g a n s d e g e m een schap. De b u rcht die het gezag vertegenwoo r d i gde, bete kende tevens d e beve i l i g i n g en ook g af d e kerk besch utt i ng . Torens waren hoog , n i et al l ee n u i t d ra n g naar verheerl i j k i n g m a a r o m d at zij tevens u it k i j k- e n sein posten waren - kortom , het waren herke n n i ngspu nten waaraan versc h i l lende be teken issen verbonden wa ren en d i e in d e hele co ntext pasten en daaro m ook g e m eenschapsgebonden en nat u u rgebonden waren. . . Onze· f l atto rens zijn ook hoog maar e r i s een o n m i skenbaar versc h i l in i n houd . . . . het 'Mijnwerkersdorp onder de sneeuw' van M. du Monceau de Bergen dal brengt ons in een andere tijd én laat een andere structuur zien. . . Ook d a a r treedt e e n h i ë rarchische structu u r n a a r voren, e e n structu u r d i e haar prioriteiten oplegt en het leven tot en kelvo u d i g e fu ncties herlei dt. Men 'werkt' of men 'slaapt', de t i j d wordt i ngedeeld i n acti eve p ro d u kti e u ren en passi eve s l a a p u r e n . Ook de r u i mte wordt b rutaal opgespl itst : m ee r p l aats voo r het hoofd stu k werke n : e e n m i n i m u m voor het g edeelte s l a p e n . Wat daartussen l i gt wordt gere d u ceerd tot d e ko rtste weg a l s g rens l i j n tussen werken en slapen, d e nat u u r wordt i ngepal md en l i gt e r n o g bij als o n b e n u l . H et geheel d r u kt contrast e n tegenste l l i ng u it, de relatie l i gt zo enkelvo u d i g dat als hier i ets m is l oopt, het geheel i n stort. Leven , t i j d en ru i mte l i g g e n hier sti l , benad r u kt doo r d e effe n h e i d van d e sneeuw en ook g eëffen d doo r d e d r u k van een systeem d at d e mens u itsch akelt, in bouw sels verpakt en isoleert van de rest van d e g e m eenschap. Ook deze harde tegenste l l i ng heeft haar sym bo l iek, bepe rkt tot p rod u ktiviteit en n i et-pro d u ktivite i t : roo k u i t fab ri e ksschoorstenen en schrale achtererfjes. Laten we maar n i et te v l u g d e n ken d at d i t a l l es tot een g rauw verleden behoort, d at we o n d e rtussen zoveel wijzer zijn gewo rden . . . wel zoveel l istiger. We hebben namel i j k i n g ezien d at deze h a r d h e i d kan verzacht worden met een sierl i j ke c l i c hé-ve rpa k k i n g . A a n de i n houden h e b b e n w e n i ets ve randerd .
35
4. Landschapszedelijkheid
. . . hebben we dan al die jaren zoveel functies kwijt gespeeld? ... N et het tege novergestel d e. We zijn teveel in f u n ct i es gaan d e n ken ; het l e ven werd i n functie van i ets g ez i e n en vo l g e n s p r i o riteiten g erangsc h i kt. G i steren beweerde de verkeerstechnoc raat d at we m et vier wagens naast
Frans van Leemputten (1 850- 1 91 4) . Brooduitdeling o p het dorp . Doek, 64 x 78 cm. Gesigneerd en gedateerd. 1892. Koninklijk Musurn voor Schone Kunsten,
e l kaar d i e n d e n te rijden - het verkeer werd perfect o p g e lost. Maar in feite
Antwerpen.
werd de omgeving vervree m d . We lossen het d a n wel op met vergoed i ng e n ,
Het uitdelen van brood was onder verschil lende vormen bekend. Normaal zou men zeggen dat het ging om de uitdeling van brood aan de armen; dit is nochtans een misvatting. Als diepere ondergrond wordt het offeren van brood voor de vruchtbaar heid van de veldgewassen meermaals aan getroffen. In Vlaanderen was het tot aan de Eerste Wereldoorlog gewoonte dat na de begrafenis van een notabele van het dorp brood werd uitgedeeld. Deze gewoonte heeft Van Leemputten hier wellicht afge beeld. Het uitdelen van het brood geschiedt niet aan de kerk maar in het midden van een van de dorpsstraten die naar de kerk leiden. De huizen staan naast de straat ge schikt ; het ene met de langgevel, het an dere met de puntgevel naar de straatkant gebouwd. De straat zelf is nog een zand weg waarop het karrespoor enigszins zicht baar is. Van straatstenen is hier nog geen sprake.
boom p lanti ngsacties en g roen reservaten . Vandaag bedreigt h e t verkeer o n s : dan maar andere tec h n o c raten l aten i ns p r i ng e n om ' ve i l i g wonen ' 'vei l i g spelen' o p te lossen. Het wo rdt een u itsta l l i ng van perfect o p g e l oste fu ncties d i e o n d e rl i n g relat i el oos z i j n. Wat heeft h e t torengebouw n o g t e m a k.e n m et h e t h u i s e r n aast, de verkave l i ng i n het g roen met de g emeenschap rond de do rps ko m ? D e o n d e rl i n g e relatie van i nd iv i d u tot col l ectiviteit, d e betro kke n h e i d van d e h a n d e l e n d e mens met z i j n o m g ev i n g , het c o m p l eet bezig z i j n als mens, daarmee kan d i t fu nctio neel d e n ken nooit rond komen - om dat het steeds naar o p loss i n g e n streeft van problemen d i e het zelf in d e hand werkt d eze v i c i euze c i rke l g ang l i gt i n het d e n ksysteem zelf. ... die intensieve relaties zoals bij de 'Dorpsjaarmarkt' van P. Bout vindt je niet meer terug bij taferelen uit onze tijd. Zijn er nog wel taferelen? . . . I n h et sch i l derij v a n Bout z i e n w e h u izen i n - e n u itspri n g e n d r o n d e e n o p e n rui mte, ro n d d e h u i ze n z i j n e r o p e n p l e kken als g e b i ed j es d i e bij d e won i ng e n h o re n e·n nochtans i n d e g rote open ru i mte ove rvloeien. Daar tussen staan bomen d i e een deel van de tusse n r u i mten overd e kken. Wat verder de do rpsto ren d i e tussen de natu u r l i j ke en bebouwd e omgevi n g als g em eenschapsteken verwijst naar wat e r r o n d i s g eg roeid. De o p e n r u i mte vormt het voo r p l a n en wordt de vol l e d i g e d rager van het c o m p l exe open baar g e b e u re n . Versc h i l l e n d e g roepjes, mensen en d ieren, zijn in act i e e n o o k het verkeer i s e r in opgenomen. Rond d e wo n i ng e n treedt h e t l even naar b u iten d o o r ramen en d e u ren ; bij een wo n i ng werd zelfs een verhoogje aangebouwd voor d eze aangeleg e n h e i d ... Deze ru i mte wordt in a l haar lagen en r i c h t i n g e n g e b ru i kt, ze i s e r o o k vatbaar voo r en d aardoor wordt ze een o ntmoeti ngspl aats v a n h e t c o l l ec t i ef g e be u re n , wo n i ngen en n at u u r vormen e r d e l evende wanden van.
Mathllde du Monceau de Bergendal (1 877-1952). Mijnwerkersdorp onder de sneeuw. Doek, 74 x 99 cm. Koninklijk Museum voor Schone Kunsten, Antwerpen.
Dorpslandschappen met zo gedetailleerd geschilderde industrialisatie, treft men in de openbare verzamelingen eerder uitzonder lijk aan. De landelijke rust is uit dit land schap verdwenen ... 'De natuur wordt inge palmd en ligt er nog bij als onbenul. Het geheel drukt contrast en tegenstelling uit. De relatie ligt zo enkelvoudig dat, als hier iets misloopt, het geheel instort'.
36
> � 0
37
•
Constant Permeke (1 886-1 952). Winterlandschap. Doek, 114 x 120 cm. Gesigneerd en gedateerd. 1912. Koninklijk Museum voor Schone Kunsten, Antwerpen.
Waar het landschap bij De Saedeleer nog een lieflijk karakter had, geeft Permake het door de expressionistische schilderwijze weer als monumentale oernat,uur. Enkele bomen in het midden van het doek door snijden het landschap verticaal. Onder een grote monotone en toch indrukwekkende hemel strekt zich de winter uit; enkele hoe ven en huizen liggen verspreid langs een weg. De boer met kar en paard en ook de boer met de hond links beneden, zijn kleine wezentjes in het geheel. Dit werk, geschilderd in het jaar van zijn huwelijk, behoort tot Permakes eerste expressionistische uitingen, die zich ge stadig verder zullen ontwikkelen.
. .. een schilderij dat over hetzelfde onderwerp gaat 'De kermis te Watermaat van Edg. Tytgat: van recenter datum, de verandering van vorm maar ook van inhoud springt in het oog ... H et i s u i t dezelfde eleme nten samengeste l d maar de ru i mtel i j ke i ndel i n g vertelt ons e e n h e e l a n d e r verhaal omtrent z i j n g e b r u i ksmoge l i j kheden. Rik Wouters (1 882-1 91 6) . Landschap. Papier, 34 x 45,5 cm. Koninklijk Museum voor Schone Kunsten,
H i e r wo rdt d e r u i mte i n g edeeld en p ri o ritair toebedeeld. De verkee rsstrook heeft voo rrang ; daarlangs lopen twee wandelstroken met a a n g renze n d e woonstroken. Het trotto i r wordt w e l meer i n functie v a n h e t gaande ver
Antwerpen.
keer gezien dan wel als g e b i ed dat bij de wo n i ng hoort. De verkeersstrook
Het oude lieflijke landschap is verdwenen. In enkele lijnen legde Rik Wouters dit dorp, dat in de glooiing van een heuvel ligt, vast. De kerk en de enkele straten waarlangs de huizen staan blijven een belangrijke plaats innemen, maar daarnaast is in dit land schap een nieuwe vorm van menselijke be drijvigheid aangegeven : op de helling van de heuvels staan de serres van de groente kweker, eerder wellicht nog van de Bra bantse druivenkweker. Een dorpsbeeld dat men in Brabant en rond Antwerpen veelvuldig zag ontstaan tussen 1 920 en 1 960.
scheidt d e versc h i l l e n d e open p l ekken af en l aat een s pievorm i ng ove r waarop de kerm i s met z i j n g e b e u ren op een com pact pl ekje wordt g econ centreerd . De mensen die o p de rijstrook l o p e n , lopen d a n ook o p een p l aats die hen n i et i s toegewezen. O p het voo r p l a n staat een vrouw o p een b a l ko n die sl echts van o p afstand g l i m l achend kan toeschouwen. De r u i m tel i j ke o p s p l i t s i n g d i e w e h i e r zien opd u i ken d raagt meteen e e n m aat schappe l i j ke bete kenis ove r waa r i n iedere functie str i kt wordt afgel i j n d , volgens zij n belang rij khei dsg raad : h i e r m a g j e d it, h i e r m ag je d at, h i e r m ag je g een van beide. H et schi l d e rij ontl eent zij n beteke n i s a a n d e con text maar het toont ook erg d u i d e l i j k aan hoe en waarom d eze o m g ev i ng steeds van betekenis is voo r een samenlevi n g , hoe m ensen haar o n d a n ks toenemende beperk i n g e n gebru i ken en a n i m eren, daarom ook g l i m l acht d e vrouw o p het bal kon. Daarom ook is het b e l a n g r i j k d at we a l l e n ove r d i e waarden nadenken. Pas d a n gaan we o ntdekken wat m e n ons gedeel tel i j k of totaal heeft ontnomen en k u n nen we dat n i euwe d i mensies g even na onze rec hten te hebben opgeëist. 5. Structuurgeschapen land
•
... een pleidooi voor een ander maatschappelijk systeem ? Die ene baron vroeger, die de plak zwaaide over het kleinste konijn in het diepste kreu pelhout kon de dingen naar zijn zin zetten ... 39
N u z i j n er versc h i l l e n d e b a rons k u n je stel len. Aan d i e stru ctu ren z i j n we l a n g nog n iet voorb i j . Trouwens, i n d i en je i n de voo rbije g ed achtengang zou bl ijven verder denken, d a n zouden we volgens de verwachtingen van een evo l utie in een fijne samenlevingsvo rm moeten zitten. We zien i nte
Edgard Tytgat (1 879-1 957). Kermis te Watermaal. Doek, 85,5 x 105 cm. Gesigneerd en gedateerd. 1911.
gendeel dat deze t i j d m aatsc happel i j k noch rui mtel i j k vold oet aan deze
' Groeningemuseum, Brugge.
verwa c h t i n gen. Als j e n u gaat kij ken hoe we u it d r u k k i n g en gestalte heb
Van op het balkon van zijn huis kijkt de schilder neer op het dorpsplein. De urba nist heeft op de aanleg van het plein steeds meer en meer invloed gehad. Het landelijk karakter is ondanks het oude kerktorentje en het groen van bomen en grasplein eruit verdwenen. De straten zijn mooi lijnrecht door de dorpskom getrokken en verhard. Wandel stroken zijn aangelegd en voorzien van straatverlichting. Daar waar men nu nog zicht heeft op de eengezinswoningen langs de straten rond de kerk, is het geheel aan gelegd om binnen korte tijd van flats te worden voorzien. Tytgat schilderde het kermisgebeuren in de voor hem typische pasteltonen. Hij heeft bekendheid verworven als schilder van anekdotisch-folkloristische taferelen in een soort naïef post-impressionistische stijl. Het kermistafereel was een van zijn gelief koosde onderwerpen.
ben g egeven aan onze o m g ev i ng d a n · wo rden d i e u it d r u k k i n g en gestalte veeleer repressief ervare n. B l i j kbaar i s de weg naar democratie nog altijd in privé-bezit. Het feit d at we met velen samenleven i s geen reden o m deze vee l h e i d tot een p l atte a l g e m e e n h e i d te red u c e ren. H et l e i dt reg e l recht tot amorfisme maar ook deze reg e l rechtheid past in het systeem : a l l es kan maar fe i l loos d raaien zolang deze amorfe toestand aange h o u d e n wordt. Daarom d u l dt m e n ook geen afwi j k i ngen ; voo r frustrat i es z i j n de nod i g e u it l aatk l e p p e n voorzien. I k houd geen p l eidooi voo r een ander m aatsc h a p pel i j k systeem maar voor een a n d e re maatsch a p pel i j ke i ng este l d h e i d i n persoo n l i j ke be trokkenheid. Dit ' a n d e rs' z i j n i s e r. H et wordt gewoonweg g esmoord. Het l i gt n i et bij d e a n d e re n , het l i gt bij het ' i k'. Het systeem fabri ceert a l leen d e verontsch u l d i g i ng e n . 6 . Verzameling o p d e berg
... voor een landschapsactie ? H et g aat h e m n i et zozee r om het rechttre kken van een top. H et is de basi s d i e ter s p ra ke wordt g e b racht. De mensen worden z i c h w e l langzamer
•
h a n d bewust. Ze org a n iseren z i c h en steken het hoofd o p . Landsc h a p p e n e n m o n u m e nten worden besc h e rm d : d at i s posit i ef, m i nstens i n d e h u i d i g e context d ie n i et zoveel keuzen o p e n l aat. H et k l i n kt i nd e rdaad t o c h erg vreemd dat we onze l a n dschappen, g e bouwen en p l e kj es moeten gaan beschermen - met wat voor soort desku n d i g he i d z i j n we d a n behept? Wat houdt d at beschermen d a n wel i n ? H et voorko men raakt d e g ro n d v a n d e zaak n i et i n d ie n m e n n i et tot i nz i cht komt d a t onversc h i l l ig wel k deel t e maken heeft met het ganse g e m eenschapspatri m o n i u m. M e n kan het echter n i et l o uter l aten bij kl asseren en besc hermen, de t i j d staat n iet sti l . Ook d e z e t i j d heeft z i j n authenticiteit d i e een toekom st ver wekt maar ook bepaalt. Daarom d i enen we ons t i j d i g af te vragen wel ke d raagwijdte we aan deze authenticiteit w i l len geven. C a m pag nes voor beg i j n hove n , m o n u m ente n , oude stadskernen, landschappen en d o rpen zij n wel goed a l s sens i b i l i satie. Maar ze l aten ons aan de voet van de berg. Sensi b i l i sati e i s nog g een bewustword i ng ; om tot bewustzi j n te komen is een i ntensieve betrokkenheid n o d i g van deel tot geheel , van basis tot top. Stap voor stap moet d i t worden losgewerkt en opgeëist. C u l t u u r behoort tot de dagel ij kse belev i n g , j u ist daarom is o m g ev i n g zo belang rij k. Zoals l even meer i s d a n in een m u s e u m ro n d l o p e n - met een g i ds bij de hand. Uit een interview van Roland Demarcke m e t Jean-Paul Laenen (beeldend kunstenaar en lid van Krokus: werkgroep voor de rehabilitatie van het stedelijk milieu).
• 40
> :.:: 0
41