ThiemeMeulenhoff Zorg Niveau h4
Verplegen in de geestelijke gezondheidszorg Antwoordmodellen
Inhoudsopgave ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
1
2
3
Oriëntatie op de zorgcategorie
5
1.1
Psychiatrische stoornis
5
1.2
Visie op de zorg voor mensen met een psychiatrische stoornis
6
1.3
Juridische aspecten en belangenbehartiging Praktijk: Gedwongen opname én gedwongen behandeling?
7 7
1.4
Historisch perspectief
8
1.5
Zorgsettings
9
Verplegen in de geestelijke gezondheidszorg
11
2.1
De verpleegkundige in de GGZ Praktijk: De competenties van Annette
11 11
2.2
Het verpleegproces in de GGZ Praktijk: Is het weer crisis met Job?
12 12
2.3
Coördinatie en kwaliteitszorg in de GGZ Praktijk: Mevrouw Van Doorn wordt ontslagen Praktijk: Mijn dossier
13 13 13
2.4
Ethiek in de psychiatrie Praktijk: Morele dilemma's Praktijk: Hoe ver reikt mijn beroepsverantwoordelijkheid?
14 14 14
Cliëntencategorieën 3.1
15
Verplegen van cliënten met schizofrenie of een andere psychotische stoornis Praktijk: Jan en Henrieke Praktijk: De gezondheidsproblemen van Johan
15 15 15
3.2
Verplegen van cliënten met een stemmingsstoornis Praktijk: Mevrouw Snoeijer Praktijk: Peter
16 16 16
3.3
Verplegen van cliënten met een angststoornis Praktijk: De heer De Groot, Stefanie en Christel
17 17
3.4
Verplegen van cliënten met persoonlijkheidsstoornissen Praktijk: Koert
18 18
3.5
Verplegen van cliënten met een eetstoornis Praktijk: Herma, Viktor en Eveline
19 19
3.6
Verplegen van cliënten met een somatoforme of een nagebootste stoornis Praktijk: Jonatan
20 20
3.7
Verplegen van mensen met een verslaving Praktijk: Onthoudingsverschijnselen bij Olivier Praktijk: Opvang verslaafde prostituees
21 21 21
3.8
Verplegen van mensen met suïcidaal gedrag Praktijk: Zware depressie Praktijk: Niet meer eten
22 22 22
3.9
Verplegen van cliënten met agressief gedrag Praktijk: Afdeling voor langdurige resocialisatie Praktijk: Pas gediplomeerd
23 23 23
3.10
Verplegen van cliënten met een chronische psychiatrische ziekte Praktijk: Zorgmijders
24 24
3.11
Verplegen van kinderen en jongeren met een psychiatrische stoornis 25 Praktijk: Ouderlijke zorg 25 Praktijk: Verpleegkundige diagnosen 25
3.12
Verplegen van allochtone cliënten met een psychiatrische ziekte Praktijk: Mehmet Praktijk: Winti geneeskunst Praktijk: Mehtap
26 26 26 26
3.13
Verplegen in de forensische psychiatrie Praktijk: Gedwongen behandeling in de forensische psychiatrie? Praktijk: Een samenwerkingsrelatie tussen Theo en Michiel?
28 28 28
3.14
Verplegen van ouderen met een psychiatrische stoornis Praktijk: Koffietijd
29 29
1
Oriëntatie op de zorgcategorie Psychiatrische stoornis ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
© ThiemeMeulenhoff
5
Verplegen in de geestelijke gezondheidszorg
Visie op de zorg voor mensen met een psychiatrische stoornis ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
6
© ThiemeMeulenhoff
Oriëntatie op de zorgcategorie
Juridische aspecten en belangenbehartiging
Juridische aspecten en belangenbehartiging ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
PRAKTIJK: GEDWONGEN OPNAME ÉN GEDWONGEN BEHANDELING? 1
Jos is gedwongen opgenomen. Mag hij ook gedwongen worden behandeld? Licht je antwoord toe. Jos mag niet gedwongen worden behandeld. Er is hier nog niet sprake van een tijdelijke noodsituatie.
© ThiemeMeulenhoff
7
Verplegen in de geestelijke gezondheidszorg
Historisch perspectief ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
8
© ThiemeMeulenhoff
Oriëntatie op de zorgcategorie
Zorgsettings
Zorgsettings ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
© ThiemeMeulenhoff
9
2
Verplegen in de geestelijke gezondheidszorg De verpleegkundige in de GGZ ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
PRAKTIJK: DE COMPETENTIES VAN ANNETTE 1
Welke kennis, vaardigheden en houdingsaspecten wendt Annette in deze situatie aan om haar werk goed uit te kunnen voeren? Kennis: • kennis van psychiatrische ziektebeelden; • kennis over de rechtspositie van vrijwillig en onvrijwillig opgenomen cliënten; • kennis over de deskundigheid van andere disciplines; • inschatten van de risico’s van de situatie. Vaardigheden: • communicatieve vaardigheden; • injecteren; • rapporteren; • invullen M&M-formulieren. • observeren. Houdingsaspecten: • rust uitstralen; • steunende/geruststellende houding; contact houden met de cliënt.
© ThiemeMeulenhoff
11
Verplegen in de geestelijke gezondheidszorg
Het verpleegproces in de GGZ ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
PRAKTIJK: IS HET WEER CRISIS MET JOB? 1
12
In hoeverre is er sprake van een crisissituatie? In het voorbeeld van Job is er nog geen sprake van een crisissituatie. Maar uit het voorbeeld blijkt wel dat de situatie de draagkracht van de buurt te boven gaat. De emoties lopen in dit geval hoog op bij de buurtgenoten. Er hoeft maar iets te gebeuren en buren zullen aandringen op een opname. De buurt zal mogelijk de hulpverlener(s) onder druk zetten om Job definitief op te sluiten. Met andere woorden: hoewel er nog niets aan de hand is, is er in de beleving van de buren wel al bijna weer sprake van een crisissituatie. De emoties en de manier waarop de buurt op de situatie reageert kan in dit geval een escalerend effect hebben.
© ThiemeMeulenhoff
Verplegen in de geestelijke gezondheidszorg
Coördinatie en kwaliteitszorg in de GGZ
Coördinatie en kwaliteitszorg in de GGZ ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
PRAKTIJK: MEVROUW VAN DOORN WORDT ONTSLAGEN 1
Stel dat jij als verpleegkundige dit gesprek zou moeten voeren, welke verpleegkundige onderwerpen zouden er dan volgens jou aan de orde moeten komen? Onderwerpen die aan bod kunnen komen zijn bijvoorbeeld: • Eventueel ontslagdatum vaststellen. • Welke afspraken zijn er tijdens de opname gemaakt die straks, ambulant, van belang zijn? Denk bijvoorbeeld aan daginvulling, therapieën, afspraken met andere hulpverleners die bij de zorg betrokken (zullen) worden. • Evaluerend kan er teruggekeken worden op de opname: hoe heeft mevrouw het zelf ervaren? Hoe gaat ze naar huis? • De SPV kan alvast een eerste ambulante afspraak maken na het ontslag. Ze moet de gelegenheid hebben om de hulpverlening weer opnieuw op te pakken. Afspraken over de medicatie. Zijn er verandering die van belang zijn voor de SPV?
PRAKTIJK: MIJN DOSSIER 1
In de bovenstaande casus kijkt een cliënt terug op de opname in een psychiatrische instelling. De zorg aan deze cliënt is op een paar gebieden kwalitatief onder de maat. Benoem deze gebieden. • De bejegening van de cliënt is slecht: de cliënt wordt aanvankelijk genegeerd en niet serieus genomen. Het gedrag van de verpleegkundige getuigt van weinig respect voor de cliënt. • De verpleegkundigen op de afdeling zijn blijkbaar slecht geïnformeerd over de rechten en plichten van de cliënt. Als de cliënt later toch het dossier inziet, blijkt dat de hij het niet eens is met de inhoud. De cliënt heeft het recht om een aanvulling te geven op het dossier of onjuistheden aangeven. • Belangrijk is hier dat er een sfeer van openheid is over de rechten en plichten van cliënten. De verpleegkundige behoort de cliënt krachtens de WGBO zo volledig mogelijk te informeren.
© ThiemeMeulenhoff
13
Verplegen in de geestelijke gezondheidszorg
Ethiek in de psychiatrie ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
PRAKTIJK: MORELE DILEMMA'S 1
Casus 1: Welke ondeugd vertoon je hier? Welke deugd zou je moeten vertonen?
2
Casus 2: Welke norm schendt je collega? Waarom?
3
Casus 3: Welke waarden botsen in deze casus? Welke behoort tot je beroepsverantwoordelijkheid?
PRAKTIJK: HOE VER REIKT MIJN BEROEPSVERANTWOORDELIJKHEID?
14
1
In deze casus zijn zowel deugden, normen als waarden in het geding. Welke?
2
Wat is de beroepsverantwoordelijkheid van een verpleegkundige in deze situatie (anders gezegd, hoe zou het moeten)?
3
Welke stappen zou deze verpleegkundige moeten nemen om beter in staat te zijn met deze situatie om te gaan?
© ThiemeMeulenhoff
3
Cliëntencategorieën Verplegen van cliënten met schizofrenie of een andere psychotische stoornis ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
PRAKTIJK: JAN EN HENRIEKE 1
Welke verschillen en welke overeenkomsten zie je in het gedrag van Jan en Henrieke? Verschillen: Jan zijn spreek- en schrijftaal zijn onbegrijpelijk. Henrieke heeft aanvankelijk een vreemde houding, spreekt over dingen die niet kunnen. Overeenkomsten: beiden vertonen opvallend vreemd gedrag, lijken in een eigen wereld te leven.
2
Welke vermoedelijke symptomen van schizofrenie neem je waar? Jan en Henrieke vertonen beiden positieve verschijnselen, lijken beiden in een waan te leven. Jan vertoont incoherentie, Henrieke vertoont katatoon gedrag.
PRAKTIJK: DE GEZONDHEIDSPROBLEMEN VAN JOHAN 1
In welke gezondheidspatronen kom je bij Johan de meeste problemen tegen? Activiteitenpatroon: Johan komt niet meer tot werken door initiatiefloosheid en terugtrekgedrag. Cognitie en waarneming: Johans denken en waarnemen is ontregeld waardoor hij denkt vergiftigd, bespied en bestraald te worden. Mogelijk geeft de tv te veel prikkels. Zelfbelevingspatroon: Johan voelt zich onveilig door zijn waarnemingen. Rollen- en relatiespatroon: Johan heeft alleen contact met moeder, isoleert zich en gedraagt zich vreemd waardoor anderen contact ook uit de weg gaan. Stressverwerkingspatroon: het lijkt erop dat Johan inadequaat omgaat met stress. Hij trekt zich terug en als dat niet meer lukt gaat hij over tot dreigen en zelfs vechten.
© ThiemeMeulenhoff
15
Verplegen in de geestelijke gezondheidszorg
Verplegen van cliënten met een stemmingsstoornis ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
PRAKTIJK: MEVROUW SNOEIJER 1
Wat valt je op aan het gedrag van mevrouw Snoeijer? Ligt het liefst op bed, moet aangespoord worden zich te verzorgen, reageert vijandig bij geboden hulp, zoekt geen contact, geeft te kennen met rust gelaten te willen worden, zegt dat ze beter een eind aan haar leven kan maken, eet weinig, loopt in gebogen houding met sloffende gang.
2
Welke vermoedelijke symptomen van depressie neem je waar? Vermijding van anderen, overgevoeligheid voor woorden en acties van anderen, opmerkingen over suïcide, algemene prikkelbaarheid, schuldgevoelens, verkeerd gerichte boosheid, verandering (gewoonlijk vermindering) in lichamelijke activiteit.
PRAKTIJK: PETER 1
Wat valt je op aan het gedrag van Peter? Antwoordmodel • De heer Hoebe is erg druk, gunt zichzelf weinig rust, besteedt veel tijd aan uiterlijke verzorging, maakt voortdurend avances naar de vrouwelijke patiënten en verpleegkundigen, maakt seksistische opmerkingen, kan moeilijk van anderen afblijven, wordt kwaad als hij aangesproken wordt op zijn gedrag, schreeuwt, laat zich niet corrigeren. • Peter maakt een opgewonden indruk, vertelt irrealistische dingen, boekt een reis naar de Verenigde Staten, schakelt een makelaar in om zijn huis te verkopen, laat zich niet corrigeren, gunt zich geen tijd om te eten en te slapen, weigert medicijnen, zegt niet ziek te zijn, vraagt zijn ontslag aan.
2
Welke vermoedelijke symptomen van een manie neem je waar? Bij de heer Hoebe: • afgenomen behoefte aan rust; • meer energie dan gewoonlijk; • ongeremd contact zoeken; • lichamelijke rusteloosheid. Bij Peter: • afgenomen behoefte aan slaap; • meer energie dan gewoonlijk; • verhoogd gevoel van eigenwaarde; • toegenomen productiviteit, gepaard gaande met ongebruikelijke werkuren; • verscherpt en ongewoon creatief denken; • lichamelijke rusteloosheid; • overmatig optimistisch.
16
© ThiemeMeulenhoff
Cliëntencategorieën
Verplegen van cliënten met een angststoornis
Verplegen van cliënten met een angststoornis ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
PRAKTIJK: DE HEER DE GROOT, STEFANIE EN CHRISTEL 1
Welk gedrag van de heer De Groot, Stefanie en Christel kan wijzen op angst? Bij de heer De Groot kan het volgende gedrag wijzen op angst: • stil en teruggetrokken; • • • •
voor zich uit staren; geen eetlust en trek in drinken; veel naar het toilet gaan; rusteloosheid (boek pakken tijdens een gesprek en veel naar toilet gaan).
Bij Stefanie kan het volgende gedrag wijzen op angst: • druk gedrag dat kan duiden op rusteloosheid; • veel om bevestiging en contact vragen. Bij Christel kan het volgende gedrag wijzen op angst: • slaapproblemen; • gefixeerd zijn op de presentatie; • zorgen maken en uitvlucht zoeken door zich ziek te willen melden (vermijding).
2
Kan er ook een andere verklaring zijn voor het gedrag? Eventuele andere verklaring voor het gedrag van de heer De Groot: misschien is deze man altijd iemand die stil en teruggetrokken is, of concentreert hij zich juist op de operatie. Veelvuldig toiletbezoek kan ook op blaasproblemen wijzen of medicatiegebruik. Eventuele andere verklaring voor het gedrag van Stefanie: Misschien is Stefanie iemand die moeilijk alleen kan zijn en houdt ze van gezelligheid. Eventuele andere verklaring voor het gedrag van Christel is moeilijk te geven
© ThiemeMeulenhoff
17
Verplegen in de geestelijke gezondheidszorg
Verplegen van cliënten met persoonlijkheidsstoornissen ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
PRAKTIJK: KOERT 1
18
Met welke verpleegkundige diagnose zul je op de crisisafdeling bij Koert als eerste aan de slag moeten? Welke aanwijzingen heb je daarvoor? Bij Koert zijn er aanwijzingen die duiden op mogelijk meerdere verpleegkundige diagnoses. Prioriteit heeft echter de zorg voor veiligheid. Er lijkt sprake van de verpleegkundige diagnose ‘Inadequate probleemhantering’ waardoor Koert bij stress overgaat tot automutilatie, suïcidepoging en conflictvermijdend gedrag (= aanwijzingen). Overigens kan er ook gekozen worden voor verpleegkundige diagnoses als suïcidepoging en dreigend zelfverminkend gedrag. Beiden lijken echter vooral samen te hangen met de probleemhantering.
© ThiemeMeulenhoff
Cliëntencategorieën
Verplegen van cliënten met een eetstoornis
Verplegen van cliënten met een eetstoornis ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
PRAKTIJK: HERMA, VIKTOR EN EVELINE 1
In hoeverre kun je stellen dat er in deze casus al aanwijzingen zijn voor het diagnosticeren van eetstoornissen? Er kan niet te snel een diagnose worden gesteld, belangrijk is dat leerlingen weten dat daar veel meer voor nodig is. • Herma: opvallend is haar gedrag rond het eten, dit is een gegeven dat uitgezocht moet worden. Op dit moment zijn er onvoldoende gegevens bekend om een DSM-diagnose vast te stellen. Diagnostische vragen kunnen zijn: wat is haar BMI-waarde, vragen over haar menstrueercyclus, vragen over haar eetgedrag, waarom ze zo boos reageert als je haar vraagt haar bord leeg te eten. • Viktor: heeft duidelijk een eetprobleem, dit blijkt uit zijn eetgedrag en laxantiagebruik. Nader onderzoek moet uitwijzen of je hier een DSM-diagnose kunt stellen en welke. Diagnostische vragen kunnen onder andere zijn: wat is zijn BMI-waarde, waarom gaat hij direct na de maaltijd naar het toilet, wat doet hij dan? Eveline: er zijn aanwijzingen dat zij angst heeft om aan te komen, terwijl er in werkelijkheid sprake is van ondergewicht en een stoornis in de lichaamsbeleving. Dit uit zich in ontkenning van de ernst van het huidige lage lichaamsgewicht. Hier is sprake van aanwijzingen voor anorexia. Nader onderzoek zal dit moeten bevestigen.
2
Kun je voorbeelden geven van vragen die je zou moeten stellen om meer zekerheid te krijgen?
© ThiemeMeulenhoff
19
Verplegen in de geestelijke gezondheidszorg
Verplegen van cliënten met een somatoforme of een nagebootste stoornis ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
PRAKTIJK: JONATAN 1
20
Welke DSM-IV diagnose vermoed je en welke aanwijzingen heb je daarvoor? Roland De psychiatrische stoornis waarvan hier vermoedelijk sprake is moet, gezien de klachten, gezocht worden in de hoek van de somatoforme stoornissen. De symptomen verwijzen naar hypochondrie. Jonatan De psychiatrische stoornis waarvan hier vermoedelijk sprake is moet, gezien de klachten, gezocht worden in de hoek van de somatoforme stoornissen. De symptomen verwijzen naar een conversiestoornis.
© ThiemeMeulenhoff
Cliëntencategorieën
Verplegen van mensen met een verslaving
Verplegen van mensen met een verslaving ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
PRAKTIJK: ONTHOUDINGSVERSCHIJNSELEN BIJ OLIVIER 1
Wat zijn signalen die kunnen wijzen op onthoudingsverschijnselen? De volgende signalen zijn hierbij van belang: • algehele malaise; • veranderingen in de bloeddruk; • koorts; • transpireren; • misselijkheid en braken; • tranenvloed; • veranderde huidskleur; • grote of kleine pupillen; • onrust en overactiviteit; • angst; • wartaal; • emotionele labiliteit; • stemmingsveranderingen; depressief gedrag.
PRAKTIJK: OPVANG VERSLAAFDE PROSTITUEES 1
Kan de instelling deze middelen verstrekken? Motiveer je antwoord. Let wel: er is geen goed antwoord, maar het gaat vooral om de onderbouwing van je mening. Er is geen goed of fout antwoord. Het gaat er vooral om of de student zijn ideeën goed gefundeerd en gemotiveerd kan verwoorden.
© ThiemeMeulenhoff
21
Verplegen in de geestelijke gezondheidszorg
Verplegen van mensen met suïcidaal gedrag ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
PRAKTIJK: ZWARE DEPRESSIE 1
Denk je dat Sander suïcidaal is? Welke vragen kun je hem stellen om uit te vinden of hij aan de dood denkt als oplossing voor zijn problemen? Sander vertoont suïcidaal gedrag. Vraag hem bijvoorbeeld of hij nadenkt over zelfmoord, of hij weet op welke manier hij het gaat doen en of hij een datum heeft gepland.
PRAKTIJK: NIET MEER ETEN 1
22
Is hier sprake van acuut gevaar? Welke interventie pleeg je? Er is hier sprake van acuut gevaar. Probeer afspraken met haar te maken die kunnen voorkomen dat zij een suïcidepoging doet. Probeer haar af te leiden door bijvoorbeeld een stukje te gaan wandelen. Als dat niet lukt ga je over tot hand-in-handbegeleiding waarbij zij continu bewaakt en begeleid wordt. In het uiterste geval ga je over tot separatie.
© ThiemeMeulenhoff
Cliëntencategorieën
Verplegen van cliënten met agressief gedrag
Verplegen van cliënten met agressief gedrag ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
PRAKTIJK: AFDELING VOOR LANGDURIGE RESOCIALISATIE 1
Kun je een reden bedenken waarom Mirthe zich op deze manier afreageert? Het is mogelijk dat Mirthe zich erg stoort aan het gedrag van John, maar dat ze er niets van durft te zeggen. Ze heeft geleerd zich niet rechtstreeks te uiten en conflicten uit de weg te gaan. Een conflict zou snel kunnen ontstaan als iemand zo manisch is, want in zo’n periode is het voor een cliënt vaak erg moeilijk om gecorrigeerd te worden. Zeker door medecliënten.
2
Is er een manier om Mirthe minder last te laten ondervinden van het gedrag van John? Het is een taak van de verpleegkundige om Mirthe in bescherming te nemen en John te corrigeren in zijn gedrag. Ook kan de verpleegkundige zorgen voor voldoende afleiding door bijvoorbeeld samen met Mirthe iets te ondernemen (wandelen of een keer de stad in). De verpleegkundige zou zeker de situatie met Mirthe kunnen bespreken en samen met haar kunnen proberen naar alternatieven te zoeken. Ook zou ze Mirthe kunnen ondersteunen om assertiever te reageren op gebeurtenissen, zodat ze uiteindelijk zelf John durft aan te spreken op zijn gedrag.
PRAKTIJK: PAS GEDIPLOMEERD 1
Kan een cliënt op ieder moment zijn rapportage inzien? In principe moet het altijd mogelijk zijn om de eigen rapportage in te zien. Dit hoeft echter niet meteen te gebeuren als de cliënt erom vraagt. Het tijdstip kan erg slecht uitkomen. Over het algemeen is het beter om de rapportage samen met de cliënt door te nemen in de ochtend. Als de cliënt er dan vragen over heeft, kunnen die in de loop van de dag worden beantwoord. Soms staan er dingen in waar de cliënt het niet mee eens is. Hierdoor kan de spanning bij de cliënt oplopen en voor de nacht is dit niet wenselijk. Ook is het belangrijk dat de rapportage wordt ingezien samen met de persoonlijk begeleider. Deze kan het beste inschatten wat de reactie zal zijn en waarschijnlijk heeft zij ook het grootste deel van de rapportage zelf geschreven. Als een cliënt in de late dienst vraagt naar zijn rapportage kan de verpleegkundige bijvoorbeeld wel voorlezen wat zij zelf heeft geschreven en ook kan zij vragen of de cliënt nog aanvullingen heeft.
2
Waarom is het bij deze cliënt extra belangrijk om goede afspraken te maken over het inzien van de rapportage? Bij deze cliënt is het extra belangrijk om goede afspraken te maken, omdat de cliënt achterdochtig is. Hij mag niet het gevoel krijgen dat er dingen voor hem verzwegen worden, omdat dat zijn achterdocht alleen maar bevestigt en zelfs versterkt. Hierdoor kan hij agressief gaan reageren.
© ThiemeMeulenhoff
23
Verplegen in de geestelijke gezondheidszorg
Verplegen van cliënten met een chronische psychiatrische ziekte ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
PRAKTIJK: ZORGMIJDERS
24
1
Je werkt als verpleegkundige in de ambulante GGZ en je hebt de opdracht om Gerard en Paul zo ver te krijgen dat ze bereid zijn om hulp te aanvaarden. Hoe zou je met ze in contact kunnen komen? Wat is daarbij moeilijk? Je kunt proberen hun vertrouwen te winnen door een praatje te maken. Dit zul je regelmatig moeten doen. Ook het geven van een warme maaltijd of het regelen van een slaapplaats kan ervoor zorgen dat een dakloze toch vertrouwen krijgt in de hulpverlening.
2
Welke problemen hebben deze zorgmijders? Denk daarbij aan de functionele gezondheidspatronen van Gordon. De grootste problemen zijn van praktische aard. Ze hebben geen woonadres en daardoor geen geld, ze kunnen niet regelmatig eten en zich lichamelijk verzorgen. Het contact met anderen verloopt stroef. Doordat ze geen medicijnen innemen, blijven ze psychotisch en komt er geen verbetering in hun situatie. Eigenlijk hebben ze problemen op alle levensgebieden.
3
Als er iets gedaan zou moeten worden om Gerard en Paul te helpen, wat niet tot je taken hoort, welke stappen onderneem je dan? Zijn er ook andere disciplines waarmee je zou kunnen samenwerken? Je moet in principe overleggen met je leidinggevende om soms dingen te kunnen doen die niet tot je taken behoren. Bijvoorbeeld het geven van eten. Hiervoor zou je ook met het Leger des Heils kunnen samenwerken. Het Leger de Heils heeft vaak ook wel een dagopvang en extra bedden in de winter. Ook kun je samenwerken met het consultatiebureau voor alcohol en drugs.
© ThiemeMeulenhoff
Cliëntencategorieën
Verplegen van kinderen en jongeren met een psychiatrische stoornis
Verplegen van kinderen en jongeren met een psychiatrische stoornis ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
PRAKTIJK: OUDERLIJKE ZORG 1
Op welke wijze kunnen Lia’s ouders het best worden begeleid? Licht je antwoord toe. Lia’s ouders kunnen het best een verpleegkundig contactpersoon krijgen, die stapsgewijs informatie verstrekt over de werkwijze op de afdeling, het ziektebeeld van Lia en de wijze waarop haar ouders betrokken kunnen worden bij de behandeling.
PRAKTIJK: VERPLEEGKUNDIGE DIAGNOSEN 1
Aan welke verpleegkundige diagnosen zou je bij Tjerk kunnen denken? Onderbouw je antwoord. Oververmoeidheid Aandachts- en concentratiestoornissen Geringe zelfachting Verstoorde stressverwerking
© ThiemeMeulenhoff
25
Verplegen in de geestelijke gezondheidszorg
Verplegen van allochtone cliënten met een psychiatrische ziekte ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
PRAKTIJK: MEHMET 1
Vind je dat de zorg voor Mehmet voldoende klantgericht is? De klantgerichtheid zou nog wel verbeterd kunnen worden. Stel dat de zorgvrager lange tijd opgenomen moet worden, dan zou dit voor hem betekenen dat hij noodgedwongen al die tijd vegetarisch zou moeten eten, terwijl hij misschien wel erg van vlees houdt. Dit zal misschien toch de motivatie verminderen om de maaltijden te nuttigen met anderen, die wel vlees eten. Ook het gebruikmaken van de magnetron klinkt aardig maar het zorgt voor een belasting van de familie die zich misschien verplicht voelt om steeds eten voor hem mee te nemen. Ook wordt hij hierdoor in een uitzonderingspositie geplaatst, wat hij misschien niet prettig vindt en hij zal hoogst waarschijnlijk ’s avonds laat nog warm gaan eten omdat dan de familie op bezoek is geweest. Eten heeft ook een duidelijk sociaal element en het is beter als dit binnen de afdelingsgroep plaatsvindt.
2
Zou je nog een stap verder kunnen gaan door te zorgen dat aan de wens voor halal producten wordt voldaan? Bijvoorbeeld door te gaan overleggen met de keuken? Misschien is het mogelijk om te gaan overleggen met de keuken. In elk geval laat je dan als verpleegkundige tegenover de zorgvrager blijken dat je betrokken bent en zijn geloofswensen respecteert. Je kunt ook in gesprek met de zorgvrager dit onderwerp ter sprake brengen en ingaan op hoe hij zijn geloof nog meer inhoud geeft. Vraag de zorgvrager waarom halal eten zo belangrijk voor hem is. Het geloof kan een mooi aanknopingspunt voor een gesprek zijn. Juist ook als je er zelf anders in staat, kun je door interesse te tonen een band opbouwen met de zorgvrager.
PRAKTIJK: WINTI GENEESKUNST 1
Wat zou je als verpleegkundige kunnen doen in de begeleiding van een cliënt die, naast een opname op je afdeling, ook wordt behandeld door een bonuman (medicijnman). Een verpleegkundige kan juist alle universele zorgactiviteiten zoals fysieke aanwezigheid, het voeren van een gesprek en lichamelijke ondersteuning altijd uitvoeren. Tijdens deze activiteiten kan ze de zorgvrager ondersteunen en de zorgvrager uitnodigen zijn emoties te tonen. Een winti-ritueel is voor een zorgvrager ook geen dagelijkse aangelegenheid en de zorgvrager zal best nerveus zijn. Hier kan de verpleegkundige, ook al gelooft ze er zelf niet in, toch de zorgvrager begeleiden. Zij kan haar interesse tonen in het ritueel en vragen wat de bedoeling ervan is, en met de zorgvrager bespreken wat het voor hem betekent. Met interesse en respect voor andere culturele en geloofswaarden zal het lukken om meerdere behandelingsmethoden elkaar te laten aanvullen in plaats van elkaar uit te sluiten.
PRAKTIJK: MEHTAP 1
26
Wat zou een kortetermijndoel kunnen zijn waar je als psychiatrische thuiszorgverpleegkundige met Mehtap aan zou kunnen werken? Op korte termijn moet eerst gewerkt worden aan de depressieve klachten, je kan psycho-educatie geven en vertellen over het ontstaan van psychische klachten en de relatie
© ThiemeMeulenhoff
Cliëntencategorieën
Verplegen van allochtone cliënten met een psychiatrische ziekte
tussen lichaam en geest. Je kan eerst proberen Mehtap te activeren zodat ze zich beter gaat voelen. Ook zou je Mehtap ontspanningsoefeningen kunnen aanleren zodat ze beter met haar klachten kan leren omgaan en meer vertrouwen in zichzelf krijgt. 2
Wat zou een langetermijndoel kunnen zijn? Ze kan uiteindelijk leren haar eigen positieve kanten beter te zien. Ook zou Mehtap op de lange termijn kunnen leren wat assertiever te worden en beter voor zichzelf op te komen. Het moet haar duidelijk worden dat het niet egoïstisch is om goed voor jezelf te zorgen; anders kun je ook niet goed voor je gezin zorgen. En dat is juist iets waar ze waarde aan hecht.
© ThiemeMeulenhoff
27
Verplegen in de geestelijke gezondheidszorg
Verplegen in de forensische psychiatrie ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
PRAKTIJK: GEDWONGEN BEHANDELING IN DE FORENSISCHE PSYCHIATRIE? 1
Wordt Maarten in de forensische psychiatrische kliniek gedwongen verpleegd of behandeld? Nee, in principe niet.
PRAKTIJK: EEN SAMENWERKINGSRELATIE TUSSEN THEO EN MICHIEL? 1
28
Wat is er volgens jou met Michiel aan de hand? En op welke wijze is het voor hem mogelijk om een samenwerkingsrelatie met Theo op te bouwen? Michiel heeft last van gevoelens van tegenoverdracht. Het is belangrijk dat Michiel zijn gevoelens bespreekbaar maakt en dat teamleden hem op zijn gedrag wijzen. Samen kunnen zij dan zoeken naar een strategie om met Theo een samenwerkingsrelatie op te bouwen.
© ThiemeMeulenhoff
Cliëntencategorieën
Verplegen van ouderen met een psychiatrische stoornis
Verplegen van ouderen met een psychiatrische stoornis ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
PRAKTIJK: KOFFIETIJD 1
Waarom is de handelwijze van deze verpleegkundige verkeerd? Dit is niet de juiste benaderingswijze. De patiënten kunnen zelf beslissen of zij wel of geen koffie willen. Door het inschenken en aanbieden van de koffie aan de patiënten over te laten, worden hun sociale gedrag en zelfstandigheid gestimuleerd. Bovendien krijgen zij het gevoel zich nuttig te kunnen maken voor elkaar en voor jou als verpleegkundige.
© ThiemeMeulenhoff
29