ThiemeMeulenhoff Zorg Niveau b4
Voorlichting, advies en instructie Antwoordmodellen
Inhoudsopgave ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
1
2
3
4
Preventie en gezondheidsvoorlichting
5
1.1
5 5 5 5 6 6 6 7 7
Preventie en gezondheidsvoorlichting Praktijk: Gehandicapt? Praktijk: Van lachbui naar hoestbui Praktijk: Allergie? Praktijk: Veilig vrijen? Praktijk: Snottebel Praktijk: Niet op haar mondje gevallen Praktijk: Het is hier gezellig! Kennisopdracht
Primaire preventie
9
2.1
Gezondheidsvoorlichting Praktijk: Koken doe je zo! Praktijk: ‘Dat huilen, het gaat je door merg en been …!’ Kennisopdracht
9 9 9 10
2.2
Een veilige en hygiënische omgeving Praktijk: Diepvrieseten Praktijk: Trouwring Kennisopdracht
11 11 11 11
2.3
Voorkomen van hospitalisering Praktijk: Opgenomen! Praktijk: Beautydag Kennisopdracht
13 13 13 13
Secundaire preventie
15
3.1
15 15 15 15
Secundaire preventie Praktijk: Hielprik Praktijk: Koelkast Kennisopdracht
Tertiaire preventie
17
4.1
17 17 17 18 18 18
Tertiaire preventie Praktijk: Te dik Praktijk: Slecht lopen Praktijk: Leven met reuma Praktijk: Geduld Praktijk: Diabetes en therapietrouw
4.2
Praktijk: Rollator Kennisopdracht
19 19
Patiëntenvoorlichting Praktijk: Niets weten Praktijk: Revalidatie Praktijk: Hoezo vergeetachtig? Praktijk: Ziek zijn is duur Kennisopdracht
22 22 22 23 23 23
1
Preventie en gezondheidsvoorlichting Preventie en gezondheidsvoorlichting ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
PRAKTIJK: GEHANDICAPT? 1
Beschrijf de lichamelijke, psychische en sociale gezondheidssituatie van Marleen. Marleen lijdt aan een dwarslaesie, hierdoor werken de onderste extremiteiten van haar lichaam niet meer. Zij is gehandicapt. Marleen voelt zich prima, is geestelijk in een goede conditie. Zij heeft haar leven goed ingericht en neemt deel aan allerlei onderdelen van de maatschappij; haar sociale situatie is gezond.
2
Beschrijf nu de gezondheidssituatie van Marleen vanuit de holistische visie. In de holistische visie is elke persoon een uniek wezen. De holistische visie ziet de mens ook als zelfverantwoordelijk voor zijn eigen leven en functioneren. Vanuit de holistische visie is Marleen een vrouw die bezig is een zinvol en gezond bestaan op te bouwen waarin ze zich op veel terreinen (werk, sociaal leven, hobby's) kan ontplooien. Ze heeft een manier gevonden om om te gaan met haar lichamelijke beperkingen door op bepaalde terreinen hulp te aanvaarden. Zij organiseert de hulp zelf, waardoor ze zelf zo veel mogelijk de regie over haar eigen leven houdt.
PRAKTIJK: VAN LACHBUI NAAR HOESTBUI 1
Noem gezondheidsbevorderende factoren in de situatie van mijnheer Lopez. Beschrijf bij elk van deze factoren bij welke determinant uit het model van Lalonde deze hoort. Meneer heeft een optimistisch karakter: intern milieu. Hij is gestopt met roken: leefstijl. Hij is al lang onder controle: gezondheidszorg.
2
Doe hetzelfde met de gezondheidsbeperkende factoren in deze situatie. Hij heeft lang gerookt: leefstijl. Hij heeft in een vervuilde werkomgeving gewerkt: extern milieu.
3
Met welke determinant heb je als verpleegkundige in deze situatie het meest te maken? Beargumenteer je antwoord. Met de determinant gezondheidszorg. Hij ligt nu - voor langere tijd - in het ziekenhuis. Hij krijgt chemokuren en heeft verpleging en behandeling nodig.
PRAKTIJK: ALLERGIE? 1
Geef aan waarom de uitleg van de verpleegkundige een GVO-taak is. Het is een GVO-taak, omdat aan Marjon uitgelegd wordt wat de gevolgen zijn van het eten van snoep op het gedrag van Kim. Er wordt aangegeven dat het goed is om het eens zonder snoep te proberen. Er worden alternatieven genoemd. Alles om een gezondere leefstijl te bevorderen.
© ThiemeMeulenhoff
5
Voorlichting, advies en instructie
2
Beschrijf welke hulpmiddelen de verpleegkundige kan gebruiken bij haar uitleg. Ze kan doorverwijzen naar diëtist. Ze kan folders meegeven of hulpmiddelen als een boekje en een videofilmpje gebruiken.
PRAKTIJK: VEILIG VRIJEN? 1
Geef bij elke kaart die Nathalie heeft opgehangen aan tot welk niveau van preventie deze behoort. Beargumenteer je antwoorden. Kaart 1: primaire preventie, er is nog geen sprake van ziekte. Het gebruik van een condoom moet HIV voorkomen. Kaart 2: secundaire preventie, een test is nodig om HIV op te sporen, het risico van de ziekte is aanwezig. Kaart 3: tertiaire preventie, als er sprake is van HIV kan er door de veranderingen en verbeteringen in de medische wetenschap voor gezorgd worden dat aids wordt afgeremd.
2
Benoem de belangen van HIV-preventie op micro-, meso- en macroniveau. Het belang van preventie van HIV op microniveau is te voorkomen dat zorgvrager of naaste de ziekte krijgt en/of verspreidt, voorkomt veel persoonlijk leed. Het belang van preventie van HIV op mesoniveau is voorkomen dat mensen uit het arbeidsproces raken, waardoor organisaties allerlei regelingen moeten treffen. Het belang van preventie op macroniveau is dat de zorg voor mensen met HIV intensief en kostbaar is, wanneer meer gevallen voorkomen kunnen worden kost het minder geld.
PRAKTIJK: SNOTTEBEL 1
Verklaar wat dit verhaal met medicalisering en ontmedicalisering te maken heeft. Vroeger werd aangenomen dat het ‘knippen’ van amandelen de oplossing was bij allerlei aandoeningen, zoals chronische verkoudheid en snurken. Alle kinderen bij wie de amandelen enigszins waren opgezet werden geknipt. Later bleek dat deze behandeling vaak overbodig was. Andere methoden, of helemaal niets doen, bleken ook te helpen. Naast lichamelijke gevolgen had de operatie bovendien psychische gevolgen. De moeder van Jordi is kennelijk nog niet zo ge-ontmedicaliseerd. Ze ziet het liefst een medische ingreep gebeuren om Jordi's probleem op te lossen.
PRAKTIJK: NIET OP HAAR MONDJE GEVALLEN
6
1
Mary is duidelijk een geëmancipeerde zorgvrager. Vat haar vermoedelijke emancipatieproces eens samen en geef daarbij oorzakelijke verbanden aan (doordat …, als gevolg van …). Na jaren is ze zelfstandig gaan wonen. Dat brengt het maken van eigen keuzes en beslissingen met zich mee. Ze heeft met computer om leren gaan. Daardoor heeft ze kennisgemaakt met internet en dat heeft haar kennis/inzicht vergroot. Dat, en het inmiddels ontwikkelde zelfvertrouwen stelde haar in staat secretaris van de patiëntenvereniging en gewaardeerd woordvoerder te worden.
2
Welke vormen van preventie zouden er bij Mary nodig kunnen zijn? Primaire preventie komt niet in aanmerking. Secundaire preventie is van belang als de spierziekte van Mary een progressieve ziekte is. In de huidige situatie zal, als er van preventie sprake is, tertiaire preventie deel uitmaken van de ondersteuning.
© ThiemeMeulenhoff
Preventie en gezondheidsvoorlichting
Preventie en gezondheidsvoorlichting
PRAKTIJK: HET IS HIER GEZELLIG! 1
Welke soort preventie herken je in dit verhaal? Primaire preventie.
2
Wat is je mening over deze vorm van preventie? Zinvol, nuttig? Of is het flauwekul en opdringerig? Geef argumenten. Geen antwoordmodel. Nadenken en bewustwording vormen het doel van deze vraag.
KENNISOPDRACHT 1
Bespreek hoe de vier determinanten van het Model van Lalonde jouw persoonlijke situatie beïnvloeden. Geef voorbeelden. Geen antwoordmodel.
2
Geef voorbeelden van verpleegkundige taken ten aanzien van primaire, secundaire en tertiaire preventie. Geef bij elke vorm twee voorbeelden. Verpleegkundige taken op primair niveau: voorlichting geven over preventieve maatregelen, alternatieven aanbieden. Op secundair niveau: informatie over voeding en/of dieet, medicijnengebruik, controles uitvoeren (bijv. bloeddruk opmeten), informatie verstrekken over ziekte en het omgaan daarmee. Op tertiair niveau: stimuleren om oefeningen te doen, zoveel mogelijk zelf laten doen, vertellen over aanpassingen en bij wie die aan te vragen zijn.
3
Leg aan de hand van een voorbeeld uit wat gezondheidswinst is. Geen antwoordmodel.
4
Wat is het belang van gezondheidsvoorlichting voor de individuele zorgvrager en voor de maatschappij? Vat dit in je eigen woorden samen. Voor het individu is het belang onder meer: door duidelijkheid vermindering van angst, waardoor ziektebeleving minder ernstig wordt. Gevoel van gelijkwaardigheid en daardoor ook minder afhankelijk. Voor de maatschappij: door goede gezondheidsvoorlichting kunnen ziekten en stoornissen worden voorkomen, of zo snel mogelijk worden opgelost. Daardoor kunnen kosten bespaard worden.
5
Noem een aantal ontwikkelingen in de maatschappij die volgens jou hebben geleid tot emancipatie van de zorgvrager. Geef er voorbeelden bij. Hoger opleidingsniveau, grotere welvaart, rol van de media.
© ThiemeMeulenhoff
7
2
Primaire preventie Gezondheidsvoorlichting ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
PRAKTIJK: KOKEN DOE JE ZO! 1
Beredeneer waarom datgene wat Arno zich voorgenomen heeft een GVO-activiteit is. Het is een GVO-activiteit omdat voeding een belangrijk aspect is van gezondheid en omdat Arno de voorlichting doelbewust gaat geven om aan het gezondheidsgedrag te werken. Het is een educatieve GVO-activiteit.
2
Welke informatie zou Arno moeten verzamelen en analyseren om een goed voorlichtingsplan te kunnen maken? Hij hoeft geen informatie te verzamelen over mogelijke gezondheidsrisico's, want die kan hij zo beredeneren uit het feit dat de bewoners nog niet kunnen koken. Hij moet wel informatie verzamelen om de volgende vragen te beantwoorden: • Wat kunnen en weten de bewoners precies al op het gebied van koken? • Hoe gemotiveerd zijn ze om goed en gezond te leren koken? • Van welke toestellen en apparaten zullen zij gebruik maken als ze op zichzelf wonen? • Wat kunnen mensen met een matige tot lichte verstandelijke beperking leren, op welk niveau, hoe, in welk tempo, met welke hulpmiddelen? • Welke middelen en materialen zijn beschikbaar?
PRAKTIJK: ‘DAT HUILEN, HET GAAT JE DOOR MERG EN BEEN …!’ 1
Rebecca grijpt haar kans. Wat is het eerste dat haar nu te doen staat? Rebecca moet informatie verzamelen en analyseren. Informatie over de voeding, hoe het reageert op de voeding, het gewenste slaappatroon, de uitscheiding van de baby, hoe de ouders reageren als het kind gaat huilen, hoe het in bed ligt, wat de ouders al uitgeprobeerd hebben.
2
Is er in deze situatie aanleiding voor GVO? Dat weten we nog niet zeker. We weten nog niet of er gezondheidsproblemen kunnen ontstaan en of er iets is dat de ouders anders zouden kunnen doen. Het lijkt er wel op dat er gezondheidsproblemen aan het groeien zijn, gezien de uiterlijke conditie van de ouders. In ieder geval genoeg reden om met de ouders door te praten vanuit de vraag of GVO geïndiceerd is.
3
Welke argumenten zijn er om in deze situatie aan groepsvoorlichting te doen? Er zijn veel ouders die dezelfde problemen hebben. Het is voor ouders vaak een hele troost en bevrijding om te merken dat er lotgenoten zijn. Informatie uitwisselen, bevestiging krijgen, erachter komen dat je zelf niet echt iets fout doet, dat gebeurt allemaal bij groepsvoorlichting.
© ThiemeMeulenhoff
9
Voorlichting, advies en instructie
KENNISOPDRACHT
10
1
Waarom is het belangrijk dat gedragsverandering vrijwillig is? Vrijwillige gedragsverandering is effectiever. De zorgvrager heeft zelf voor de gedragsverandering gekozen, staat er achter, begrijpt het waarom beter en heeft een betere motivatie om de gedragsverandering te doen slagen.
2
Leg uit waarom hart- en vaatziekten ‘welvaartsziekten’ genoemd worden. De meeste hart- en vaatziekten worden veroorzaakt door een ongezonde leefstijl: te veel eten, te veel drinken, te veel roken en te weinig beweging. In de westerse wereld hebben mensen meer geld te besteden hebben dan vroeger, zijn dus welvarender. Er wordt steeds meer ingespeeld op snel en gemakkelijk, de fastfoodketens schieten uit de grond. Gevolg is dat mensen zwaarder worden en ongezonder en eerder hart- en vaatziekten krijgen.
3
Een jongen heeft zijn been gebroken en ligt in het ziekenhuis. Hij wordt voorbereid op een operatie en heeft een gesprek met de verpleegkundige. Is dit GVO? Beargumenteer dit. Nee, dit is patiëntenvoorlichting, omdat de jongen een gezondheidsprobleem heeft. Er is geen sprake van primaire preventie.
4
Noem een voorbeeld van een situatie waarin je individuele GVO geeft en een voorbeeld waarin je de groepsmethode zou toepassen. Geen antwoordmodel.
5
De gezondheidsrisico's kennen van bepaalde gedragingen is enorm belangrijk. Je zou zeggen dat als mensen de risico's kennen, zij zich daarnaar gedragen. Dit is lang niet altijd zo. Geef twee verklaringen. Mogelijke verklaringen zijn: • de effecten van het gedrag zijn niet direct merkbaar; • ze gokken erop dat ze buiten de slachtoffergroep zullen vallen. Er zijn altijd nog meer mensen die géén last krijgen dan wel. • gewoontegedrag; • druk vanuit de sociale omgeving.
6
Een vrouw van middelbare leeftijd heeft een maand geleden haar moeder verloren aan longkanker. De wijkverpleegkundige denkt dat dit het moment is om te beginnen over stoppen met roken. Nu zal ze vast onder de indruk zijn van de risico's. Wat vind jij? Het is het slechtste moment wat je zou kunnen kiezen. Ervan uitgaande dat iedereen de risico's van roken kent, zou je overkomen als een drammer. Er zou een muur voor je opgetrokken worden.
© ThiemeMeulenhoff
Primaire preventie
Een veilige en hygiënische omgeving
Een veilige en hygiënische omgeving ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
PRAKTIJK: DIEPVRIESETEN 1
Welke maatregelen kan Ingrid nemen? Ingrid kan het eten weghalen en weggooien en vervolgens nieuw eten klaarzetten. Zij kan met de schoondochter afspraken maken, bijvoorbeeld de datum op het doosje laten zetten of een gekleurde sticker erop plakken en dan de kleuren laten corresponderen met kleuren op de kalender. Ook zou ze afspraken kunnen maken met schoondochter over de hoeveelheid doosjes in de vriezer. Ze kan ook nog proberen mevrouw van Zutphen zelf te adviseren en te overtuigen, maar gezien het feit dat ze de ziekte van Altzheimer heeft, kan Ingrid daar niet al te veel van verwachten. Een derde mogelijkheid is via het RIO ‘Tafeltje Dekje-service’ voor mevrouw van Zutphen te regelen.
PRAKTIJK: TROUWRING 1
Waarom mogen er geen ringen gedragen worden tijdens het werk? Als je je handen schoonmaakt of desinfecteert bereik je de plekken onder je sieraden niet. Juist de ziekteverwekkende bacteriën blijven onder ringen en horloges zitten, omdat ze warmte en vocht nodig hebben.
2
Aryna werkt op de afdeling neonatologie. Maakt dat nog verschil met andere afdelingen? Waarom? De overdracht van bacteriën kan tot een infectie leiden. Op een afdeling neonatologie kan dat dramatische gevolgen hebben, omdat de kinderen die daar verblijven weinig afweer hebben en vaak ook zwak zijn. Als een te vroeg geboren kind een infectie oploopt is, kan het een paar uur later ziek zijn en zelfs overlijden.
3
Heb je er een verklaring voor dat de verpleegkundigen van deze afdeling allemaal hun sieraden dragen, terwijl het eigenlijk niet mag? Verklaringen kunnen zijn: gewoontegedrag, kennistekort, tekort aan zelfcorrigerend vermogen binnen het team, onderschatting.
KENNISOPDRACHT 1
In de inleiding van dit onderwerp staat dat je vanuit verpleegkundig oogpunt eigenlijk zou moeten spreken van ‘een hygiënische en ook in andere opzichten veilige omgeving’. Verklaar deze uitspraak. Verpleegkundigen houden zich bezig met gezondheidszorg. Als zij het in die context hebben over de ‘veiligheid van de zorgvrager’, gaat het niet alleen over stevige huishoudtrapjes of bescherming tegen uit bed vallen, maar ook over bescherming tegen infectie. Hygiëne is vanuit verpleegkundige optiek een onderdeel van de veiligheid.
2
Beschrijf een voorbeeld uit je omgeving of vanuit je stage waarbij sprake was van een onveilige of onhygiënische omgeving. Geen antwoordmodel.
© ThiemeMeulenhoff
11
Voorlichting, advies en instructie
12
3
Een tante komt bij je op bezoek en ze vertelt dat je alles nat moet afnemen, omdat het anders niet schoon wordt. Heeft ze gelijk? En kun je haar aanvullen? Ze heeft gelijk. Afdrogen is minstens zo belangrijk.
4
Je komt als verpleegkundige bij iemand thuis bij wie het een puinhoop is. De kinderen lijden er zichtbaar onder. Ze gaan nooit in bad. Als je er met de moeder over praat, reageert ze afwijzend en boos. Hoe verklaar je dat? Over iets dergelijks beginnen zal gemakkelijk opgevat worden als kritiek. Kritiek op het huishouden of de verzorging van kinderen is extra pijnlijk, omdat het heel persoonlijk is.
5
Een moeder vraagt de wijkverpleegkundige uitleg over hoe ze haar huis kan beveiligen. Als de verpleegkundige vertelt over traphekjes, kindersloten en stopcontactbeveiligers, slaakt de moeder een diepe zucht: "Ik hoef die overdreven onzin allemaal niet." Welke mogelijkheden heeft de verpleegkundige om haar over de streep te trekken? Mogelijkheden: voorlichten m.b.v. cijfers over ongelukken met kinderen in huis, hulp aanbieden bij het kiezen van maatregelen en middelen, doorvragen over eventuele belemmeringen.
6
Een verpleegkundige is nooit ziek, ze voelt zich fit en gezond. Bij zorgvragers zonder expliciet besmettingsgevaar neemt ze het niet zo nauw met de beschermingsregels. Ze redeneert dat dat niet nodig is, omdat haar afweermechanisme intact is. Klopt haar redenering? Is haar werkwijze correct? Leg uit. Voor zichzelf zou het kunnen kloppen. Gezonde mensen hebben een immuunsysteem dat hem beschermt tegen de meeste voorkomende micro-organismen. Maar ze handelt niet correct, omdat ze met haar handelwijze kan zorgen voor kruisinfectie.
© ThiemeMeulenhoff
Primaire preventie
Voorkomen van hospitalisering
Voorkomen van hospitalisering ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
PRAKTIJK: OPGENOMEN! 1
Noem drie kenmerken van een totale institutie die je terugvindt in deze situatie. De volgende kenmerken van een totale institutie, zoals Goffman die heeft beschreven, zijn terug te vinden in deze situatie: uniform verpleegkundige; bij anderen op een zaal; nummering bed en zaal, kast; naambordje op bed, naambandje om; bedkastje; waardevolle spullen weg; - bezoektijden; standaardvragen; vaste etens- en rust tijden; laten weten waar je naar toe gaat.
PRAKTIJK: BEAUTYDAG 1
Welke aspecten in deze situatie kunnen bijdragen tot hospitalisatie? Het zijn met name de vaste tijdstippen en de ‘toiletronde’ die hospitaliserend werken.
2
Welke suggesties tot verandering zou jij doen? Suggesties zouden zijn: - zorgvragers zelf keuzes laten maken;- zorgvragers zoveel mogelijk zelf laten doen;- eigen make-up laten gebruiken, aanschaffen. Dit om de eigenheid en zelfstandigheid te behouden en stimuleren en het gevoel van eigenwaarde te versterken.
3
Als een mevrouw elke dag zo opgemaakt zou willen worden, zou dit dan volgens jou geregeld moeten worden? Hoe? Beargumenteer je antwoorden. Ja, er zou naar mogelijkheden gezocht moeten worden om dit te realiseren. Misschien kan mevrouw het zelf, of met enige hulp van medezorgvrager of verpleegkundige.Voor veel mensen hoort opmaken immers bij de dagelijkse verzorging. Net zoals een man geholpen wordt met scheren, zou een vrouw geholpen kunnen worden met zich opmaken. Mensen kunnen zich met make-up op zekerder en verzorgder voelen, het versterkt hun gevoel van eigenwaarde.
KENNISOPDRACHT 1
Wat zou er veranderen in je leven als je zelf lange tijd opgenomen zou zijn in een ziekenhuis. Wat vind je daarvan? Voorbeelden van de veranderde rol als patiënt: je wordt afhankelijk van zorg, bijvoorbeeld om naar het toilet te gaan of bij het wassen; je kunt niet zelf je dagindeling (eten, slapen, bezoektijden) bepalen; je kunt niet zelf je eten kiezen; je bent afhankelijk van de deskundigheid van de zorgverlener en daardoor kwetsbaar; je kunt meestal niet zomaar naar buiten lopen.
2
Wanneer mensen zijn opgenomen in een psychiatrische instelling, slapen, wonen en eten ze daar. Is het daarom een totale institutie? Beargumenteer je antwoord. Het is een kenmerk van een totale institutie dat slapen, eten en wonen onder hetzelfde dak gebeuren. Maar er zijn nog andere noodzakelijke kenmerken: alle dagelijkse activiteiten worden uitgevoerd in gezelschap van anderen die gelijk worden behandeld en dezelfde dingen doen; alle activiteiten zijn geprogrammeerd volgens een schema dat van bovenaf is opgelegd; je maakt deel uit van één enkel plan dat dient om de doeleinden van de institutie te bereiken.
3
Als een vrouw voor een zieke man zorgt, kan zo'n man soms ook afhankelijkheidsgedrag vertonen. Kun je thuis ook aan het hospitalisatiesyndroom lijden? Waarom wel of niet?
© ThiemeMeulenhoff
13
Voorlichting, advies en instructie
Het gedrag kan zeker gelijkenissen vertonen, omdat ook hier sprake is van een afhankelijkheidsrelatie. Maar hospitalisering is het gevolg van langere tijd in een instelling verblijven: het afgesneden zijn van de buitenwereld, het opleggen van regels, geen keuzes kunnen maken, geen privacy hebben..
14
4
Waarom is het belangrijk om contact te houden met de buitenwereld om hospitalisering te voorkomen? Het afgesneden zijn van de buitenwereld is een van de factoren die bijdraagt aan hospitalisering. Dat werkt vervreemding in de hand. Men weet niet meer wat ‘normaal’ is.
5
Beredeneer hoe het werken met protocollen en richtlijnen hospitalisatie in de hand werkt. Protocollen en richtlijnen zijn er om nageleefd te worden. Ze vormen voor onervaren verpleegkundigen een belangrijk houvast. Veel protocollen en richtlijnen geven ruimte voor individuele aanpassing, maar die wordt in de praktijk vaak niet benut door verpleegkundigen die er zekerheid aan ontlenen, in plaats van aan hun eigen competentie.
6
Wat vind je de belangrijkste verpleegkundige maatregel om hospitalisering te voorkomen of te beperken? Leg uit. In feite is rekening houden met een individu (persoonlijke identiteit) het belangrijkste wat een verpleegkundige kan doen. Als je dat doet, volgt daar meestal uit dat je iemands privacy respecteert, rekening houdt met zijn voorkeur en keuze, dat je iemand stimuleert om contacten te hebben met de buitenwereld en dat je zijn zelfredzaamheid bevordert.
© ThiemeMeulenhoff
3
Secundaire preventie Secundaire preventie ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
PRAKTIJK: HIELPRIK 1
Leg uit waarom de hielprik een typisch voorbeeld is van secundaire preventie. Pasgeboren baby's krijgen een hielprik om te screenen op een drietal aangeboren afwijkingen: fenylketonurie (PKU), adrenogenitaal syndroom (AGS) en congenitale hypothyreoïdie (CHT). Als bij deze afwijkingen vroegtijdig behandeling plaatsvindt, kan veel leed worden voorkomen.
2
Mag Marco de hielprik weigeren? De vader mag de hielprik weigeren. Het is geen verplichte screening.
PRAKTIJK: KOELKAST 1
Op welke gezondheidsproblemen bij mevrouw Klaassen kunnen de indicatoren in dit verhaal wijzen? Ga dit zo nodig na met behulp van studiemateriaal. Je kunt denken aan diabetes type 2 (wazig zien, dorst, veel plassen in combinatie met het overgewicht) en een begin van dementie (vergeetachtigheid, de leeftijd, verwardheid, huilen). De leeftijd kan niet meer gezien worden als een factor bij diabetes type 2 (voorheen ook wel genoemd ‘ouderdomsdiabetes’).
KENNISOPDRACHT 1
Een zorgvrager met CVA krijgt medicijnen om een tweede CVA te voorkomen. Een verpleegkundige geeft hem daar voorlichting om zijn leefstijl zo aan te passen. Leg uit waarom dit een voorbeeld is van secundaire preventie. Dit is secundaire preventie, omdat de zorgvrager getroffen is door een CVA en voorkomen wordt dat hij het nog een keer krijgt. De eerste symptomen van de ziekte hebben zich bij hem geopenbaard. Hij loopt nu een groter risico om nog een keer een CVA te krijgen. Met medicijnen en aanpassingen van de leefstijl wordt dat risico zo klein mogelijk gehouden.
2
Je hebt in je leven minstens tweemaal te maken gehad met secundaire preventie. Wanneer? De leerlingen hebben in ieder geval te maken gehad met de hielprik vlak na de geboorte en onderzoek door schoolarts en schoolverpleegkundige.
3
Welke rol zie je voor verpleegkundigen bij secundaire preventie op macroniveau? Verpleegkundigen hebben bijvoorbeeld een rol bij de praktische begeleiding van zorgvragers bij screeningsonderzoeken, zoals borstonderzoek. Ook kunnen ze een rol spelen wanneer zorgvragers vragen hebben over dergelijke onderzoeken.
4
Een belang van secundaire preventie is een snelle diagnose en daardoor meer kans op genezing of een gunstig verloop van de ziekte. Kun je ook een nadeel noemen? Een nadeel van secundaire preventie is dat mensen zich soms onnodig zorgen maken.
© ThiemeMeulenhoff
15
Voorlichting, advies en instructie
5
16
Stel: er is een bloedtest uitgevonden om mensen van 80 jaar en ouder te screenen op beginnende Alzheimer. Waar zou vanaf moeten hangen of deze test ook daadwerkelijk wordt ingevoerd? Een van de voorwaarden om zo'n screening massaal te laten uitvoeren, is dat er (gezondheids)winst moet zijn. Alzheimer is nog niet te genezen. De vraag is of je mensen moet belasten met de wetenschap dat ze binnen afzienbare tijd Alzheimer gaan krijgen terwijl die wetenschap hen weinig tot niets oplevert.
© ThiemeMeulenhoff
4
Tertiaire preventie Tertiaire preventie ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
PRAKTIJK: TE DIK 1
Welk onderdeel van het preventiemodel is bij het consult aan de diëtist niet aan de orde gekomen? Bij het consult is niet aan de orde gekomen waar het probleem door wordt veroorzaakt (Analyse van gedrag en omgeving). Ook de eerste stap, de probleemanalyse (wat betekent het gezondheidsprobleem voor Katja?), is overgeslagen.
2
Heeft Katja een gezondheidsprobleem? Beargumenteer dit. Zwaarlijvigheid, obesitas wordt ook wel opgevat als een ziekte en is daarom een gezondheidsprobleem. In het geval van Katja zijn ‘complicaties’
3
Is hier sprake van primaire, secundaire of tertiaire preventie of van een combinatie? Leg uit. Het meisje is al zwaarlijvig, dus als je zwaarlijvigheid als ‘stoornis’ of ‘ziekte’ opvat, is er sprake van tertiaire preventie. Als je naar de situatie kijkt vanuit het risico om ziektes als hart- en vaatziektes, suikerziekte te krijgen, is bestrijding van zwaarlijvigheid secundaire preventie: de ziekte is erkend in een stadium waarin goed resultaat kan worden geboekt met de juiste behandeling.
PRAKTIJK: SLECHT LOPEN 1
Is slechter bewegen iets dat ‘nu eenmaal hoort bij de ouderdom’? Leg dat uit. Nee, vaak is slecht lopen een uiting dat er iets anders aan de hand is (depressie, medicatie). Het is dus zaak eerst het gezondheidsprobleem goed in kaart te brengen.
2
Verzorgende Yvonne signaleert dat meneer slechter gaat lopen. Heeft ze er goed aangedaan dit naar het teamoverleg te brengen of had ze het eerst zelf met meneer moeten bespreken? Licht je antwoord toe. Het is goed dat verzorgende Yvonne het eerst in het team bespreekt. Misschien is collega's ook iets opgevallen of hebben zij aanvullende kennis over de situatie. Ook kan aan de orde komen wie het beste een dergelijk gesprek met de zorgvrager zou kunnen voeren. De teamleidster of wijkverpleegkundige kunnen adviezen geven wat er in zo'n gesprek allemaal aan de orde zou kunnen komen.
3
Als jij probeert te achterhalen waarom de heer Jansen slechter is gaan bewegen, welke vragen zou jij hem stellen? Alle vragen die zijn gericht op het achterhalen van het feitelijke gezondheidsprobleem, zoals: Is meneer ergens over aan het piekeren? Is meneer overgestapt op andere medicijnen?
© ThiemeMeulenhoff
17
Voorlichting, advies en instructie
PRAKTIJK: LEVEN MET REUMA 1
Wat moet de wijkverpleegkundige doen met het feit dat de verzorgenden mevrouw Van Dijk veeleisend vinden? ‘Veeleisend’ is meestal een negatieve kwalificatie, die de relatie tussen zorgvrager en zorgverlener kan verstoren. De wijkverpleegkundige dient daarom te achterhalen welke eisen mevrouw Van Dijk in werkelijkheid stelt en in hoeverre dat irreëel is, dat wil zeggen of ze van de verzorgenden meer eist dan van hen mag worden verwacht. Verder geeft de wijkverpleegkundige adviezen over hoe om te gaan met het veeleisende gedrag. Ze vertelt bijvoorbeeld hoe belangrijk zelfredzaamheid voor deze mevrouw is en adviseert de verzorgenden zich te verplaatsen in haar situatie.
2
Mevrouw Van Dijk is bang haar zelfstandigheid te verliezen. Hoe ga je daar als wijkverpleegkundige mee om? Beamen dat de zelfstandigheid in de loop van de tijd minder zal worden, haar helpen bij de acceptatie darvan en toezeggen er alles aan te doen dat dat proces zo langzaam mogelijk verloopt. Dit door te zorgen voor continuïteit in de zorg, het bieden van hulpmiddelen en het inschakelen van andere disciplines.
3
Mevrouw van Dijk heeft altijd hulp, maar ze wisselen wel vaak. Is hier sprake van continuïteit van zorg of niet? Beargumenteer dat. Continue zorg is zorg zonder overlappingen, tegenstrijdigheden en hiaten. Als er steeds anderen komen, hangt het van de kwaliteit van de overdracht en de eenduidigheid in de zorgverlening of er sprake is van continuïteit.
PRAKTIJK: GEDULD 1
Leg uit door welke factoren op haar nieuwe werk de kans op hospitalisering voor zorgvragers kleiner wordt. In het nieuwe werk van Rosalyn zijn minder regels. De verpleegkundige heeft minder een sturende rol. De instelling is minder gesloten, waardoor zorgvragers minder afgesloten leven van de buitenwereld.
2
Waarom is afwachten moeilijk voor Rosalyn, denk je? Zorgverleners willen doorgaans graag successen boeken. Vooruitgang of ‘genezing’ van een zorgvrager is vaak een deel van de arbeidsvoldoening. Afwachten en aansluiting zoeken bij hoe iemand zich ontwikkelt, kan soms moeilijk zijn.
PRAKTIJK: DIABETES EN THERAPIETROUW
18
1
De lage therapietrouw bij diabetespatiënten was de reden om bovenstaand project uit te voeren. Welke oorzaken waren er voor die lage therapietrouw? Te weinig kennis over het ziektebeeld en de leefregels bij de zorgvrager, overschatting door verpleegkundigen van het kennisniveau van de zorgvrager, moeite met aanpassen van leefstijl of inpassen van diabetes in het dagelijks leven.
2
Het project ging over de behandeling van diabetici. Kun je zes disciplines noemen die daarbij betrokken kunnen zijn? Mogelijke zorgverleners zijn: diabetesverpleegkundige, wijkverpleegkundige, huisarts, internist, apotheker, psycholoog, maatschappelijk werker, diëtist.
© ThiemeMeulenhoff
Tertiaire preventie
3
Tertiaire preventie
Voorlichting is een belangrijke verpleegkundige taak om therapietrouw te verbeteren. Toch blijkt de kennis daarna soms nog tekort te schieten. Hoe kan dat? Belangrijk is te inventariseren waarom de leefstijladviezen niet worden opgevolgd. Als de zorgvrager een acceptatieprobleem heeft of de ziekte ontkent, heeft voorlichting geven minder zin en kan beter eerst het acceptatieprobleem worden aangepakt.
PRAKTIJK: ROLLATOR 1
Hoe ga je om met het verzoek om een rollator? Je probeert te achterhalen waarom de rollator gevraagd wordt. In het geval van de heer Van Eden speelt de angst om te vallen een belangrijke rol. De wijkverpleegkundige zou eerst kunnen beoordelen in hoeverre die angst om te vallen reëel is en of ze die angst zou kunnen wegnemen. Als de rollator een manier is om de heer Van Eden meer te laten bewegen en buiten te kunnen komen, kan het een prima hulpmiddel zijn.
2
Hoe kun je meneer Van Eden begeleiden om uit deze neerwaartse spiraal te komen? Rosita zou adviezen kunnen geven hoe hij meer zou kunnen bewegen in een veilige omgeving, zodat zijn zelfvertrouwen wordt versterkt. Ze kunnen samen doelen opstellen, zoals een bezoekje aan de buurtwinkel, een bezoek aan buren of kennissen, een buurtcentrum. Als het lukt om weer zelfvertrouwen te krijgen over het lopen, zal de behoefte aan een rollator wellicht vanzelf verdwijnen. Het kan ook zijn dat een rollator net die extra zekerheid geeft om naar buiten te durven.
3
Hoe kan de sociale omgeving van meneer Van Eden hem steunen? Aangezien de heer Van Eden al zijn hele leven in dezelfde straat woont, zou Rosita er met de heer Van Eden over kunnen praten of er geen buren zijn die hem eventueel zouden kunnen begeleiden. Ook een bezoekje aan de buren zou een goed ‘doel’ zijn om te oefenen met bewegen. Het is immers een goed te overbruggen afstand.
KENNISOPDRACHT 1
Geef met voorbeelden het verschil aan tussen primaire, secundaire en tertiaire preventie. De nadelige gevolgen van een al aanwezige ziekte, stoornis, beperking of handicap tot een minimum beperken, met als doel is mensen zo zelfstandig mogelijk te laten functioneren, ofwel: een zo ‘normaal’ mogelijk leven te laten leiden. Primaire preventie is gericht op voorkómen van gezondheidsproblemen en secundaire preventie op vroege opsporing en adequate behandeling van gezondheidsproblemen.
2
Geef voorbeelden van een verpleegkundige taak op het gebied van primaire, secundaire en tertiaire preventie rondom longkanker. Voorbeelden van verpleegkundige taken op het gebied van • primaire preventie: voorlichting over de risico's van roken; • secundaire preventie: verwijzen van een zorgvrager met luchtwegproblemen naar de huisarts; • tertiaire preventie: voorlichting geven aan zorgvragers en naasten hoe om te gaan met kanker; zorgvrager en naasten informeren over hoe zelf zuurstof te geven; adviseren over aanpassingen van leefstijl.
3
Bij welke zorgcategorie speelt tertiaire preventie een belangrijke rol?
© ThiemeMeulenhoff
19
Voorlichting, advies en instructie
Zorgvragers met een chronische ziekte.
20
4
Noem een verpleegkundig beroep waarbij je veel te maken krijgt met tertiaire preventie. Voorbeelden van verpleegkundige beroepen, waarbij je veel te maken krijgt met tertiaire preventie zijn: • wijkverpleegkundige; • praktijkverpleegkundige; • verpleegkundigen zich hebben gespecialiseerd in het begeleiden van chronisch zieken (reumaverpleegkundige, CARA-verpleegkundige, diabetesverpleegkundige ); • verpleegkundigen die werken in het kader van rehabilitatie; • verpleegkundigen in de verslavingszorg; • (sociaal)-psychiatrisch verpleegkundigen.
5
Welke vijf reacties kan de ziekte multiple sclerose bij een zorgvrager oproepen? Een progressieve ziekte als MS heeft invloed op alle gezondheidspatronen (Gordon). Er zijn lichamelijke reacties als minder goed kunnen lopen, minder goed kunnen zien. De zelfbeleving (andere rol in het leven) verandert, het activiteitenpatroon (wat iemand kan doen, minder energie, moe), de relaties (iemand is bijvoorbeeld geen kostwinner meer, verliest vrienden of kan zijn ouderlijke taken niet meer vervullen). Typisch voor MS is het wisselende beloop dat gepaard met onzekerheid over de toekomst. Iemand kan daarop met gevoelens van boosheid, machteloosheid of verdriet reageren. Tijdens het verloop van de ziekte zal de afhankelijkheid van de omgeving en van zorgverleners toenemen. Het afhankelijk zijn is voor veel chronisch zieken een van de moeilijkste dingen om mee om te gaan.
6
Een oudere heer woont drie jaar in een verpleeghuis. Hij doet niet meer mee aan de activiteiten en kijkt het liefst uit het raam. Bezoek krijgt hij nauwelijks nog. Soms vertoont hij agressief gedrag, vooral bij het opstaan. Het team vermoedt dat hij lijdt aan het hospitalisatiesyndroom. Wat kun je doen om het agressieve gedrag te verminderen? Aangezien het agressieve gedrag vooral in de ochtend speelt, zou het team kunnen achterhalen welke gewoontes meneer had vóór zijn opname. Was hij gewend om langzaam te ontwaken of moest hij in verband met zijn werk meteen in de kleren en weg. Het team zou kunnen achterhalen wat het prettigste ochtendritueel is voor meneer en hem daarin consequent begeleiden. Meer in het algemeen zijn er de volgende verpleegkundige benaderingen om hospitalisering tegen te gaan: • hospitalisering herkennen; • zelfstandigheid bevorderen; • keuzemogelijkheden aanbieden; • toestemming vragen voor handelingen; • rekening houden met de individuele zorgvrager; • contacten met de buitenwereld stimuleren; • een huiselijke omgeving creëren.
7
Soms vinden mensen het moeilijk om trouw te blijven aan een behandeling, ondanks dat dit het beste voor hen is. Neem het voorbeeld van het leefstijladvies om te stoppen met roken. Geef aan voor wie deze maatregel waarschijnlijk meer of minder bezwaarlijk is en beargumenteer dat: een jongen van 15, een zwangere vrouw van 28 jaar en een tachtigjarige man.
© ThiemeMeulenhoff
Tertiaire preventie
Tertiaire preventie
Voor de zwangere vrouw is het advies waarschijnlijk het minst bezwaarlijk. De kans is groot dat ze zelf positief tegenover het stoppen staat: ze wil graag het beste voor haar ongeboren kindje. Ze heeft feitelijk een dubbele gezondheidswinst en is dubbel gemotiveerd om te stoppen. In haar sociale omgeving wordt roken in haar toestand waarschijnlijk als ‘onverstandig’, ‘niet-stoer’ of ‘onverantwoord’ gezien. Voor de jongen van 15 is het waarschijnlijk bezwaarlijker om te stoppen. Het kan zijn dat roken in zijn sociale omgeving als ‘stoer’ wordt gezien. De nadelen van het roken gelden veelal voor de lange termijn en zijn voor jongeren minder tastbaar dan wanneer de schade direct zichtbaar is. Voor de oudere heer is het advies bezwaarlijk wanneer er relatief weinig gezondheidswinst wordt geboekt. Als hij bijvoorbeeld een kleine levensverwachting heeft, zal de winst van het niet-roken hem wellicht minder interesseren. Verder speelt mee dat het roken op oudere leeftijd een hardnekkige gewoonte is en moeilijker te veranderen is dan wanneer je dat op jonge leeftijd doet. Ook dat kan extra bezwaarlijk zijn. 8
Noem een belangrijke verpleegkundige activiteit die therapietrouw bevordert. Verpleegkundige activiteiten die therapietrouw bevorderen zijn: • voorlichting geven; • ondersteuning van naasten; • begeleiden; • huisbezoeken afleggen.
9
Een collega confronteert zorgvragers keihard met de gevolgen van hun eigen gedrag. Dit werkt gewoon het beste, zegt ze. Wat is je reactie hierop? Een belerende, confronterende of veroordelende houding werkt doorgaans averechts. De verpleegkundige loopt het risico dat hij de zorgvrager tegen zich in het harnas jaagt. Gedragsbeïnvloeding is effectief als het aansluit bij iemands motivatie en de fase van de verandering waarin iemand zit.
© ThiemeMeulenhoff
21
Voorlichting, advies en instructie
Patiëntenvoorlichting ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
PRAKTIJK: NIETS WETEN 1
Een belangrijk doel van patiëntenvoorlichting is angst wegnemen. Kees wordt zenuwachtig van uitleg over de risico's. Is het verstandig dit onderwerp dan maar helemaal niet aan te snijden? De zorgvrager heeft in principe het recht om informatie niet te willen weten. Maar aangezien Kees ook de risico's moet kennen voor het nemen van een beslissing gebaseerd op informed consent, is het verstandig om hier op een later tijdstip op terug te komen.
2
Is het naleven van ‘informed consent’ in dit voorbeeld een taak van de arts of heeft de verpleegkundige hier ook mee te maken? De verantwoordelijkheid voor het geven van medische informatie ligt bij de arts. De verpleegkundige is vaak in staat medische informatie zodanig te vertalen dat de zorgvrager het begrijpt. Van die kunde kan gebruik worden gemaakt, maar het is geen typisch verpleegkundige taak. Wél een verpleegkundige is signaleren dat de zorgvrager medische informatie niet goed begrepen heeft en daar de arts van op de hoogte te stellen.
3
Hoe maak je het onderwerp van de risico's voor Kees bespreekbaar? De verpleegkundige zou kunnen proberen Kees in een toegankelijker stemming te brengen, door met hem een ontspannen gesprek te voeren. Haar aanpak hangt af van hoe Kees in elkaar steekt. Is hij iemand die alles wil weten en daardoor rustiger wordt of is hij iemand die het liefste zo min mogelijk weet en alles over zich heen laat komen? Als Kees in een rustiger moment aangeeft zo min mogelijk te willen weten, zou overwogen kunnen worden hem een folder mee te geven, zodat Kees op een rustig moment de informatie kan nalezen en er eventueel met zijn naasten over kan praten. Ook een vervolggesprek met aanwezigheid van een partner of vriend, is een mogelijkheid.
PRAKTIJK: REVALIDATIE
22
1
Is er bij de voorlichting in dit voorbeeld sprake van informatie, instructie, educatie en/of begeleiding? Leg je antwoord uit. Verpleegkundige Ernst geeft Jan zowel informatie als begeleiding. Hij informeert hem over zijn aandoening en zijn behandeling. Tegelijkertijd biedt hij door actief te luisteren naar de emoties van Jan, emotionele ondersteuning.
2
Hoe zou het komen dat Jan de eerste dagen niet aanspreekbaar was? De eerste dagen na het ongeval is Jan niet aanspreekbaar, omdat hij overspoeld is door emoties en twijfels. Voorlichting geven is in zo'n situatie weinig zinvol.
3
Is de behandeling van een dwarslaesiepatiënt anders wanneer het een zwemongeluk betreft dan bij een suïcidepoging? Leg uit. Bij een zwemongeval krijgt de zorgverlener te maken met de emoties van de zorgvrager die voortvloeien uit het ongeval zelf. Het gaat erom om de beperking te accepteren en opnieuw te leren leven en functioneren met de beperkingen. Bij een suïcidepoging zijn er daarnaast nog de psychische problemen die aanleiding waren voor de suïcidepoging. De begeleiding is dus extra complex.
© ThiemeMeulenhoff
Tertiaire preventie
Patiëntenvoorlichting
PRAKTIJK: HOEZO VERGEETACHTIG? 1
Welke voorlichtingsbehoefte heeft mevrouw De Bruin? En welke bij haar omgeving? Mevrouw De Bruin heeft de (niet geuite, maar wel door de verzorgende geconstateerde) behoefte te weten dat vergeetachtigheid niet uitsluitend met dementie te maken heeft. Verder moet ze kennelijk overtuigd worden van de noodzaak van onderzoek. Haar dochter wil graag weten wat er met haar moeder aan de hand is en hoe ze haar moeder zo ver kunnen krijgen om hulp te aanvaarden.
2
Welke voorlichtingsdoelen kun je bij deze behoeften formuleren? Het doel is: mevrouw beschikt over de juiste informatie, zodat haar (voorbarige) angst wordt weggenomen en ze begrijpt waarom hulp aanvaarden belangrijk voor haar kan zijn.
PRAKTIJK: ZIEK ZIJN IS DUUR 1
Is het een verpleegkundige taak om informatie te geven over subsidiemogelijkheden? Waarom wel of niet? De zorgvrager wordt niet alleen geconfronteerd met het gezondheidsprobleem zelf, maar ook met de consequenties ervan. Een verpleegkundige kan hem in ieder geval op het spoor zetten van instanties die hem kunnen helpen.
2
In dit voorbeeld wordt melding gemaakt van de Nierpatiënten Vereniging Nederland en de Nierstichting. Wat voor soort verenigingen zijn dit? Noem enkele van hun taken. De Nierpatiënten Vereniging Nederland en de Nierstichting zijn twee aparte, zelfstandige, organisaties die zich beide inzetten voor de nierpatiënten in Nederland. De patiëntenvereniging doet dat door zich te richten op de patiënten en hun partners/ouders en door hun belang vanuit de perspectief van de patiënt te behartigen. De Nierstichting zet zich in om fondsen te werven en zich daarbij te richten op het totale Nederlandse publiek. Het bevorderen van wetenschappelijk onderzoek, materiële ondersteuning en belangenbehartiging zijn enkele belangrijke taken.
3
Hoort een interview geven aan een krant of tijdschrift ook bij de voorlichtende taak van een patiëntenvereniging? Welke functie heeft zo'n interview? Het geven van een interview aan een publiekstijdschrift hoort bij de voorlichtende taken van een patiëntenvereniging. Als het tijdschrift voornamelijk gelezen wordt door nierpatiënten zal de functie hoofdzakelijk voorlichting zijn. Als het een algemeen publiekstijdschrift is, is de functie behalve voorlichting ook belangenbehartiging. Via de pers kan een vereniging immers de publieke opinie en beleidsmakers beïnvloeden.
KENNISOPDRACHT 1
In welke situaties heb je als verpleegkundige te maken met patientenvoorlichting? Leg uit. In situaties waarin zorgvrager behoefte hebben aan informatie over de nadelige gevolgen van hun gezondheidsprobleem, bestaansproblemen die eruit voortkomen, over datgene wat de zorgvrager in het kader van de behandeling zelf moet doen en over de zorg.
2
Welke doelen probeer je te bereiken met patiëntenvoorlichting? De zorgvrager kiest voor een behandeling en houdt zich eraan; de zorgvrager werkt mee aan de behandeling; de angst en de onzekerheid van de zorgvrager worden verminderd; de zelfstandigheid en zelfredzaamheid van de zorgvrager worden vergroot; de eigen
© ThiemeMeulenhoff
23
Voorlichting, advies en instructie
verantwoordelijkheid van de zorgvrager wordt gestimuleerd; de rechten van de zorgvrager worden geëerbiedigd. Voorlichting neemt een deel van de angst weg, wat ook het genezingsproces ten goede komt. Zo worden bij chronisch zieken die goed zijn voorgelicht over de stoornis, minder psychische problemen gevonden. Voorlichting heeft tot doel de zorgvrager te informeren, zodat toegewerkt kan worden naar acceptatie van de ziekte, het inzicht in de aandoening vergroot wordt en geleerd wordt om met de aandoening om te gaan.
24
3
Wat betekent ‘Je patiëntenvoorlichting afstemmen op de individuele zorgvrager’? Waar stem je precies op af? Wanneer je patiëntenvoorlichting afstemt op de individuele zorgvrager, houd je onder meer rekening met: In hoeverre is hij in staat om voorlichting te ontvangen? Hoe is zijn gemoedstoestand? Is hij gemotiveerd? Hoe is zijn begrips- en leervermogen? Welke voorlichtingsvorm is het beste geschikt? Is het verstandig om ook de familie of naasten bij de voorlichting te betrekken? Zijn er culturele of taalverschillen?
4
Welke rechten en plichten heeft een zorgvrager in het kader van patiëntenvoorlichting? De zorgvrager heeft recht op informatie over zijn gezondheidsprobleem en de behandeling; toestemming, en het weigeren van hulpverlening; geheimhouding; privacybescherming; inzage in zijn dossier, dat wil zeggen alles wat er over hem geschreven is. De zorgvrager heeft de plicht om duidelijke en volledige informatie te geven aan de hulpverlener, zodat deze kan kiezen voor de juiste behandeling; zich in te spannen om zich aan de adviezen van de hulpverlener te houden.
5
Leg uit wat je verstaat onder lotgenotencontact. Je spreekt van lotgenotencontact wanneer mensen elkaar ondersteunen vanuit hun gedeelde ervaring met het gezondheidsprobleem.
© ThiemeMeulenhoff