ThiemeMeulenhoff Zorg Niveau h4
Verplegen van mensen met een acute somatische aandoening Antwoordmodellen
Inhoudsopgave ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
1
2
3
Oriëntatie op de zorgcategorie
5
1.1
De ziekenhuiszorg
5
1.2
Ziekenhuiszorg in historisch perspectief
6
De verpleegkundige: het verplegen van mensen in het ziekenhuis en in de ziekenhuisverplaatste zorg
7
2.1
De verpleegkundige in de ziekenhuiszorg Praktijk: Iedere schakel in de keten Praktijk: Onbekend maakt onbemind
7 7 7
2.2
Het verpleegproces in de ziekenhuiszorg Praktijk: Niels maakt een fout Praktijk: Meneer Jansen als standaard of juist niet Praktijk: Overdragen of roddelen
9 9 9 9
2.3
Coördinatie en kwaliteitszorg Praktijk: Blijf van mijn patiënten af! Praktijk: Wat is een transferverpleegkundige? Praktijk: Kwaliteit Praktijk: Steeds weer hetzelfde verhaal
10 10 10 10 10
2.4
Verpleegkundige aandachtsgebieden in de ziekenhuiszorg Praktijk: Ik kijk liever niet! Praktijk: Een bloederige toestand
12 12 12
Patiëntencategorieën
13
3.1
Verplegen van mensen voor en na een operatie Praktijk: Wat heb ik eigenlijk allemaal nodig? Praktijk: Snel handelen geboden
13 13 13
3.2
Diagnostische onderzoeken Praktijk: Meneer De Boeij is benauwd Praktijk: Zo veel drinken, dat lukt me niet… Praktijk: Wat bedoelt de dokter met nuchter zijn?
14 14 14 14
3.3
Operaties aan het maagdarmstelsel Praktijk: Het eten wil niet meer! Praktijk: Twee sigaren per dag, dat kan toch geen kwaad?!
15 15 15
3.4
De luchtwegen Praktijk: ‘Zuster, pijn, pijn!’ Praktijk: Een actieve heer Praktijk: Spannend
16 16 16 16
3.5
De bloedsomloop Praktijk: Waarom altijd ik?
17 17
3.6
De geslachtsorganen Praktijk: Mevrouw Verstraten Praktijk: Mevrouw Van Rooij wordt opgenomen Praktijk: Mevrouw Zijlstra wil naar huis Praktijk: Meneer Van Stralen raakt in paniek
18 18 18 18 19
3.7
Het bewegingsapparaat Praktijk: ‘Even doorbijten Karin!’ Praktijk: Hoe kan ik nou mijn bed uit met maar één been?! Praktijk: Afspraken na de operatie zijn er niet voor niets!
20 20 20 20
3.8
De zintuigen Praktijk: Een kranige oude dame Praktijk: Oost-Indisch doof
21 21 21
3.9
Operaties aan nieren en urinewegen Praktijk: En hoe nu verder… Praktijk: Waar denkt mevrouw Hendriks aan?
22 22 22
1
Oriëntatie op de zorgcategorie De ziekenhuiszorg ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
© ThiemeMeulenhoff
5
Verplegen van mensen met een acute somatische aandoening
Ziekenhuiszorg in historisch perspectief ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
6
© ThiemeMeulenhoff
2
De verpleegkundige: het verplegen van mensen in het ziekenhuis en in de ziekenhuisverplaatste zorg De verpleegkundige in de ziekenhuiszorg ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
PRAKTIJK: IEDERE SCHAKEL IN DE KETEN 1
Welke informatie heeft Shanna nodig om een goed antwoord te kunnen geven? Shanna heeft informatie nodig over de mogelijkheden van mevrouw Schepens zelf, haar lichamelijke conditie, maar ook haar doorzettingsvermogen. Daarnaast heeft Shanna informatie nodig over de beschikbare mantelzorg en thuiszorg. Ze ziet aan meneer Schepens al dat van hem niet veel te verwachten valt aan hulp. Tot slot heeft Shanne ook informatie nodig over de manier van zorgtoewijzing in de regio en de mogelijkheid van inschakelen van professionele zorg (zijn er wachtlijsten?)
2
Stel dat er een zoon of dochter in de buurt woont die kan helpen en dat de thuiszorg twee keer in de week iemand kan sturen, wat zal dan Shanna’s reactie zijn op de veronderstellingen van mevrouw Schepens? Shanna zal mevrouw duidelijk moeten maken dat zij na de operatie weer naar huis moet. Dat haar zoon/dochter een deel van de zorg op zich kan nemen. Ze kan mevrouw ook geruststellen door aan te geven dat zij na de operatie, met enige hulpmiddelen wel weer mobiel is.
3
Na een week blijkt dat mevrouw Schepens na de operatie een plaats kan krijgen in het verzorgingshuis op een logeerkamer. Meneer Schepens heeft daar ook wel oren naar en vraagt of Shanna dit wil regelen. Welk antwoord kan Shanna geven? Een indicatiesteller van het RIO verzorgt de plaatsing in een verzorgingshuis. Als meneer met zijn vrouw mee wil naar het verzorgingshuis moet hij contact opnemen met het RIO. Shanna kan meneer wel het adres geven. De huisarts van het echtpaar zal de aanvraag moeten ondersteunen.
PRAKTIJK: ONBEKEND MAAKT ONBEMIND 1
Hoe zit het met jou als je nu stage zou gaan lopen in de thuiszorg of in een algemeen ziekenhuis? Heb je voldoende kennis en vaardigheden in huis om hier te gaan werken? Geen antwoordmodel
2
Zou jij met jouw persoonlijkheidskenmerken en je beroepshouding ook geschikt zijn om in de ziekenhuiszorg te werken? Waarom wel of niet?
© ThiemeMeulenhoff
7
Verplegen van mensen met een acute somatische aandoening
Geen antwoordmodel
8
© ThiemeMeulenhoff
De verpleegkundige: het verplegen van mensen in het
Het verpleegproces in de ziekenhuiszorg
ziekenhuis en in de ziekenhuisverplaatste zorg
Het verpleegproces in de ziekenhuiszorg ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
PRAKTIJK: NIELS MAAKT EEN FOUT 1
Er komt een onderzoek naar het handelen van Niels en daaruit blijkt dat het protocol niet helemaal klopt. Is Niels nu toch aansprakelijk? Beargumenteer je antwoord. Als het protocol geldig is en Niels heeft gehandeld volgens het protocol, is hij niet aansprakelijk tenzij hij redelijkerwijs had kunnen weten dat het protocol een fout bevat. De opsteller van het protocol is verantwoordelijk voor de juistheid van de inhoud.
2
Stel dat Niels niet volgens het protocol had gehandeld, was hij dan aansprakelijk geweest gezien de wet BIG? Ja, dan heeft Niels wel een probleem. Bij het maken van fouten zal de rechter altijd toetsen of je verwijtbare fouten hebt gemaakt. Het niet werken met protocollen die wel beschikbaar en geldig zijn is een verwijtbare fout.
PRAKTIJK: MENEER JANSEN ALS STANDAARD OF JUIST NIET 1
Hoe vindt een eerste kennismaking tussen meneer Jansen en Trudie plaats, denk je? Welke vragen zou jij beantwoord willen hebben door meneer Jansen bij een eerste bezoek? Leg je antwoord uit. Je laat meneer Jansen zijn ervaringen vertellen, maar let wel op dat je een beperkte tijd hebt. Laat meneer Jansen zelf vertellen welke hulp hij nodig denkt te hebben en controleer of dat klopt met de hulp die het RIO heeft geïndiceerd. Je mag niet meer hulp verlenen dan door het RIO geïndiceerd is.
PRAKTIJK: OVERDRAGEN OF RODDELEN 1
Wat gaat er volgens jou fout bij deze overdracht? De rapportage van Saskia is subjectief en niet ter zake doende. Het delen van ervaringen is wel een doel van een mondelinge rapportage, maar er moet ook zakelijk informatie worden overgedragen.
2
Waar moet een goede mondelinge overdracht uit bestaan? Overdracht moet kort, bondig en concreet zijn. De informatie moet een aanvulling zijn op de schriftelijke rapportage en geen herhaling ervan.
© ThiemeMeulenhoff
9
Verplegen van mensen met een acute somatische aandoening
Coördinatie en kwaliteitszorg ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
PRAKTIJK: BLIJF VAN MIJN PATIËNTEN AF! 1
Stel dat jij Jeanine was, hoe zou jij dan reageren? Motiveer je antwoord vanuit het verpleegsysteem van Integrerende Verpleging. Bij Integrerende Verpleging is de EVV verantwoordelijk voor het opstellen, evalueren en bijstellen van het zorgplan. Vanuit dat oogpunt heeft ze gelijk. Dat ze thuis gebeld wil worden voor iets dergelijks getuigt van een hoge mate van betrokkenheid en inzet, zoals de bedenker van de Integrerende Verpleging (Mieke Grypdonck) die ook bedoeld heeft. Maar niet alle verpleegkundigen denken er zo over. Voor een goede zorgcontinuïteit moeten collega’s ook op elkaars deskundigheid kunnen vertrouwen. In dit geval voor het bijstellen van zorgplannen.
PRAKTIJK: WAT IS EEN TRANSFERVERPLEEGKUNDIGE? 1
Leg in je eigen woorden aan mevrouw Jansen uit wat een transferverpleegkundige doet, en vanuit welke organisatie ze werkt. De transferverpleegkundige is in dienst van de thuiszorg en stelt vast welke zorg er in de thuissituatie nog nodig is.
2
Wat is de rol van de indicatiesteller van het RIO? De indicatiesteller stelt de te verlenen zorg vast. Op basis van de indicatie van het RIO wordt de zorg gefinancierd. Het RIO indiceert verpleegkundige, verzorgende en huishoudelijke hulp.
PRAKTIJK: KWALITEIT 1
Heeft Hester goed gehandeld door de patiënt de huisarts te laten bellen? Waarom belt ze zelf niet? Ja, als patiënten thuis zijn, moeten ze in eerste instantie weer contact opnemen met de huisarts. De patiënt kan zelf bellen. Dat hoeft de wijkverpleegkundige niet voor de patiënt te doen en daar is ook geen aanleiding toe.
2
De huisarts verwijst mevrouw weer terug naar het ziekenhuis. Had Hester dat niet meteen kunnen bedenken? Dat had Hester ook wel bedacht, maar Hester kan niet verwijzen naar de specialist. Dat kan alleen de huisarts. Daarmee heeft Hester wel de goede actie ondernomen. Ze had mevrouw dat ook nog uit kunnen leggen.
PRAKTIJK: STEEDS WEER HETZELFDE VERHAAL 1
10
Welke bronnen kan Petra raadplegen? Geef ook aan welke informatie er in die bronnen te vinden is. Via internet; op sites van patiëntenorganisaties. In haar eigen instelling bij de afdeling patiëntenvoorlichting. Bij andere ziekenhuizen. In de wachtkamer van de huisarts staan vaak veel patiëntenfolders. Het is de bedoeling dat je actief gaat zoeken en leert hoe je van de ene bron weer op de andere bron komt.
© ThiemeMeulenhoff
De verpleegkundige: het verplegen van mensen in het
Coördinatie en kwaliteitszorg
ziekenhuis en in de ziekenhuisverplaatste zorg
2
Heeft Petra gelijk met haar veronderstelling? Zijn er ziekenhuizen die alle informatie voor de operatie aan patiënten geven en op welke manier vindt er informatieoverdracht plaats? Er vindt schriftelijke overdracht plaats via folders. Er zijn soms informatieavonden voor patiënten en familie over een bepaalde ingreep. Dit zie je onder andere bij hartchirurgie en bij orthopedie. Er zijn videofilms die uitleg bieden over de ingreep en de gevolgen van een ingreep.
3
Stel dat jij opgenomen zou worden voor een orthopedische operatie. Op welke manier zou jij geïnformeerd willen worden en waarom? Conclusie: ten aanzien van het verkrijgen van informatie bestaan qua tempo, inhoud en niveau verschillende behoeftes. Het is daarom van belang de informatie op verschillende manieren aan patiënten aan te bieden.
© ThiemeMeulenhoff
11
Verplegen van mensen met een acute somatische aandoening
Verpleegkundige aandachtsgebieden in de ziekenhuiszorg ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
PRAKTIJK: IK KIJK LIEVER NIET! 1
Welke actie kan Keri op dat moment ondernemen? Ze gaat in gesprek met meneer Yussuf en probeert te achterhalen waarom meneer zijn hoofd wegdraait.
2
Wat gebeurt er als een patiënt nog niet zo ver is als hij zou moeten zijn volgens het verpleegplan? Dan moet je het verpleegplan bijstellen. Niet alleen bijstellen in tijd, maar ook de interventies zullen anders moeten zijn om de gestelde resultaten te bereiken.
3
Stel dat meneer Yussuf op de dag van ontslag nog niet naar zijn AP wil kijken. Wat moet er dan gebeuren? Het streven is altijd om een patiënt naar huis te laten gaan met een AP die hij zelf kan verzorgen. In dit geval kun je de mantelzorg inschakelen of de thuiszorg. De wijkverpleegkundige neemt dan de begeleiding over en zal de patiënt verder ondersteunen in het leren verzorgen van zijn AP. Het is geen reden om langer in het ziekenhuis te blijven.
PRAKTIJK: EEN BLOEDERIGE TOESTAND
12
1
Stel je bent Kimberley. Wat is jouw mening in deze situatie? In principe wordt een behandelingsovereenkomst afgesloten tussen een arts en de patiënt. Echter deze situatie kan ook de verpleegkundige voor een dilemma plaatsen. Stel dat er een bloeding optreedt, moet de verpleegkundige dan toezien?
2
De arts besluit om te opereren, als meneer De Graaf akkoord gaat met de behandeling. Kimberley is het niet met dit besluit eens. Wat kan zij nu doen? Zij kan niet zo veel doen, omdat zij geen partij is in de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO). Zij kan met haar afdelingshoofd in gesprek gaan en in ieder geval met de behandelend arts. Dan zal er op hoger managementniveau een besluit genomen moeten worden, waar ook Kimberley zich aan moet houden. Op basis van gewetensbezwaar kan Kimberley wel vragen om niet voor de patiënt te hoeven zorgen. Ieder ziekenhuis heeft een ethische commissie die zich met dit soort vragen bezig houdt. Kimberley kan ook te raden gaan bij haar beroepsorganisatie.
3
Vind je dat verpleegkundigen een uitspraak mogen doen in een situatie zoals die van meneer De Graaf? Motiveer je antwoord. Natuurlijk mogen verpleegkundigen een partij zijn in de discussie rondom deze situaties. Ook al zijn zij geen partij in de besluitvorming, zij mogen deze wel beïnvloeden. Ook de arts mag kritisch bevraagd worden over zijn manier van handelen. Wat niet kan, is meneer De Graaf veroordelen vanwege zijn geloofsovertuiging.
© ThiemeMeulenhoff
3
Patiëntencategorieën Verplegen van mensen voor en na een operatie ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
PRAKTIJK: WAT HEB IK EIGENLIJK ALLEMAAL NODIG? 1
Wat heeft Ayaan allemaal nodig om mevrouw Van Oortsum goed voor te lichten? Ayaan moet weten welke informatie mevrouw al via de polikliniek heeft gekregen. Dan weet ze welke informatie ze nog moet aanvullen. Ze heeft het protocol van de afdeling nodig, zodat zij kan nagaan of alle informatie is gegeven. Het patiëntendossier heeft Ayaan nodig, zodat zij ook de administratieve handelingen van de opname kan uitvoeren. Ze heeft een scheerprotocol nodig, zodat duidelijk is wat er onthaard moet worden.
2
Maak een schema voor het gesprek dat Ayaan moet gaan voeren. Hoe zou je beginnen en welke informatie zou je waar geven? Zet er ook een tijdsindeling bij. Het gesprek mag niet langer duren dan een half uur. De elementaire zaken van een voorlichtingsgesprek moeten aan bod komen: • Voorstellen aan de patiënt. • Informeren over het doel van het gesprek. • Vragen welke informatie de patiënt al heeft en of deze daar al vragen bij heeft. • Informatie geven, afgestemd op de behoefte van de patiënt. • Vragen laten stellen. • Gesprek beëindigen. Let op dat de tijdsindeling reëel is.
PRAKTIJK: SNEL HANDELEN GEBODEN 1
Welke handelingen zal Marieke uitvoeren bij mevrouw Boerstra, voordat zij hulp zal roepen? Marieke zal mevrouw Boerstra aanspreken om vast te stellen of zij aanspreekbaar is. Marieke moet het bed in de Trendelenburg ligging zetten.
2
Welke hulp zal Marieke inschakelen? Marieke kan alleen op de noodbel drukken, zodat er een collega komt. Ze mag mevrouw Boerstra niet alleen laten. Haar collega kan dan een arts waarschuwen.
3
Welke handelingen kan Marieke verrichten nadat ze hulp heeft ingeschakeld? Marieke kan de bloeddruk meten en de pols en eventueel de ademhaling controleren. Verder kan Marieke de operatiewond en drains controleren op mogelijke bloedverlies. Tot slot kan Marieke controleren of het infuus nog goed zit en eventueel al wat extra vocht toedienen.
© ThiemeMeulenhoff
13
Verplegen van mensen met een acute somatische aandoening
Diagnostische onderzoeken ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
PRAKTIJK: MENEER DE BOEIJ IS BENAUWD 1
Waaruit bestaat de verpleegkundige assistentie bij de arteriepunctie en waarom? Ruimte waar de punctie wordt uitgevoerd regelen. Klaarleggen materiaal. Gereedmaken formulieren voor het laboratorium. Tijd inplannen voor het afdrukken van de punctieplaats. Instrueren van patiënt over de nazorg. Rapporteren punctie in dossier.
PRAKTIJK: ZO VEEL DRINKEN, DAT LUKT ME NIET… 1
Hoe kan de verpleegkundige mevrouw Lith de Jeude motiveren om toch de voorbereiding te volgen die nodig is? Beschrijf je plan van aanpak. Wijs mevrouw op het belang van de goede voorbereiding. Stel samen met mevrouw een schema op waarbij ze toch aan een goede vochtopname per dag komt. Overleg met de arts over de laxeermiddelen.
PRAKTIJK: WAT BEDOELT DE DOKTER MET NUCHTER ZIJN? 1
14
Hoe kan de verpleegkundige aan meneer Soerawati uitleggen wat nuchter zijn betekent en waarom dat nodig is bij dit onderzoek? Nuchter zijn betekent dat meneer een aantal uren voor het onderzoek niks heeft gegeten of gedronken. Zijn maag is dan leeg. Dit is nodig om het onderzoek makkelijker te laten verlopen.
© ThiemeMeulenhoff
Patiëntencategorieën
Operaties aan het maagdarmstelsel
Operaties aan het maagdarmstelsel ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
PRAKTIJK: HET ETEN WIL NIET MEER! 1
Welke gezondheidspatronen zijn hier verstoord? Leg in je eigen woorden uit waarom. Voeding en stofwisseling. Gezondheidsbeleving en instandhouding. Stressverwerking.
PRAKTIJK: TWEE SIGAREN PER DAG, DAT KAN TOCH GEEN KWAAD?! 1
Twee sigaren per dag: kan dat inderdaad geen kwaad? Verklaar je antwoord. Ja, dat kan wel kwaad.
2
Welk specifiek gezondheidspatroon is hier aan de orde? Leg je antwoord uit. Waarneming en cognitie.
© ThiemeMeulenhoff
15
Verplegen van mensen met een acute somatische aandoening
De luchtwegen ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
PRAKTIJK: ‘ZUSTER, PIJN, PIJN!’ 1
Hoe krijgt Karin inzicht in de pijnbeleving van mevrouw Abdullah? Karin moet eerst kijken wat mevrouw Abdullah vandaag al aan pijnmedicijnen gekregen heeft en of het verantwoord is dat mevrouw nog meer pijnmedicijnen krijgt. Karin moet met mevrouw in gesprek gaan en checken in hoeverre de informatie omtrent pijnervaring na de operatie bij mevrouw duidelijk is overgekomen. Door een goede communicatiestrategie kan ze mevrouw Abdullah misschien ervan overtuigen dat de pijn die ze nog ervaart, normaal is. Mogelijk komt Karin er achter dat de pijn die mevrouw Aangeeft, toch bijzonder is en misschien wel reden tot verdere actie. Karin moet ook nagaan of mevrouw slecht eet door de pijn of dat mevrouw Abdullah het gewoon echt niet lekker vindt. Eventueel kan Karin voorstellen dat de familie van mevrouw Abdullah eten van thuis meebrengt als blijkt dat ze dan meer gaat eten. Karin moet nagaan of de pijnervaring effect heeft op andere factoren zoals het humeur en het slaap- en rustpatroon.
PRAKTIJK: EEN ACTIEVE HEER 1
Hoe moet Jasper handelen om meneer Bernard duidelijk te maken dat hij het beter wat rustiger aan kan doen? Hij moet meneer Bernard duidelijk maken dat de operatie die hij ondergaan heeft geen kleine ingreep is, maar een ingreep die vraagt om een zekere aanpassing van het activiteitenpatroon. Op deze manier doorgaan zou wel eens kunnen betekenen dat meneer Bernard thuis een flinke tegenslag te verwerken krijgt. Bovendien schaadt overdaad. Jasper moet meneer Bernard adviseren zijn activiteiten te doseren. Dat wil zeggen geregeld een pauze inlassen, stoppen als er sprake is van kortademigheid. Eventueel zou Jasper ook mevrouw Bernard kunnen aangeven dat zij haar man het beste wat kan afremmen.
PRAKTIJK: SPANNEND 1
16
Hoe moet Petra zich voorbereiden? Petra heeft de werkinstructies van de afdeling doorgenomen. Hierin vindt ze zowel de technische aspecten van uitzuigen/bronchiaal toilet terug als de psychosociale aspecten. Ze spreekt met haar werkbegeleidster door welke informatie ze de patiënt gaat geven, waar ze gaat op letten tijdens de uitvoering van de handeling en hoe ze de handeling gaat uitvoeren. Ze geeft aan welke vragen ze de patiënt achteraf gaat stellen ter evaluatie van de handeling. Ook de verslaglegging in het verpleegkundig dossier is een punt van aandacht. Dit zijn ook de punten waar ze nadien door haar begeleidster op beoordeeld wil worden. Uitzuigen vergt van de patiënt veel inspanning en uitzuigen veroorzaakt prikkels die de slijmproductie zullen verhogen. Petra moet zich hiervan bewust zijn door meneer Klaver na afloop van de handeling de nodige rust te geven en de handeling alleen te doen als daar aanleiding voor is (Meneer Klaver heeft merkbaar last van overtollig slijm en is niet in staat dit zelf efficiënt op te hoesten).
© ThiemeMeulenhoff
Patiëntencategorieën
De bloedsomloop
De bloedsomloop ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
PRAKTIJK: WAAROM ALTIJD IK? 1
Anneke belt de arts op. Deze moet telefonisch de ernst van de situatie inschatten, want hij heeft een overvol polikliniekspreekuur en is daar dus nog even bezig. Welke vragen kan ze verwachten van de arts en moet ze dus voor zichzelf beantwoorden alvorens te gaan bellen? Anneke moet de temperatuur van meneer Staps weten en de toestand van het wondgebied (harde schijf kan duiden op de aanwezigheid van een abces): roodheid, zwelling, pijn, warmte. Daarnaast moet ze ook zicht hebben op de algehele conditie van meneer Staps: voelt hij zich ziek?
2
Als de arts vaststelt dat er sprake is van een wondinfectie, wat zou je dan kunnen verwachten dat het beleid wordt? Afnemen van een wondkweek, starten met intraveneuze antibiotica en temperatuur van meneer Staps extra in de gaten houden.
3
Wat gaat Anneke meneer Staps vertellen, die naar eigen zeggen altijd pech heeft? Complicaties als deze zijn nooit te voorspellen en kunnen iedereen overkomen. Er zijn altijd factoren die een infectie in de hand kunnen werken, zoals verminderde weerstand of een slechtere voedingstoestand.
© ThiemeMeulenhoff
17
Verplegen van mensen met een acute somatische aandoening
De geslachtsorganen ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
PRAKTIJK: MEVROUW VERSTRATEN 1
Stel je bent het nichtje van mevrouw Verstraten. Zou je ingaan op haar vragen? Waarom wel of waarom niet? Beide antwoorden zijn goed. Het gaat er hier om dat je je antwoord motiveert. Er niet op ingaan maar verwijzen naar de huisarts of andere hulpverlener is een goede interventie. De motivatie hierbij is dat je het gescheiden houden van werk en privé erg strak gehanteerd.
2
Stel dat je ingaat op de vragen van mevrouw Verstraten. Welke antwoorden zou je haar dan geven? Hier kun je alleen maar aangeven dat je niet de juiste antwoorden hebt en dat je je tante moet verwijzen naar andere hulpverleners. De huisarts zal hiervoor de eerst aangewezen persoon zijn. Deze kan mevrouw Verstraten nog eens uitleggen wat er gebeurd is en haar verhaal nog eens aanhoren. De reacties uit haar omgeving zijn veel voorkomend. Mevrouw Verstraten heeft mogelijk behoefte aan meer ondersteuning door bijvoorbeeld een lotgenoot.
PRAKTIJK: MEVROUW VAN ROOIJ WORDT OPGENOMEN 1
Welke documenten heeft Hadassah nodig bij het te voeren gesprek? Naast de opnamepapieren en het anamneseformulier moet Hadassah ook informatie geven. Het behandelprotocol is hiervoor een basis. Om de beginsituatie van de patiënte in te schatten is het van belang dat de verpleegkundige de informatiefolders kent die de patiënte voor de operatie toegestuurd krijgt.
2
Zou je aan het begin van het gesprek al proberen om erachter te komen of er sprake is van anticiperende rouw, of zou je met wat ‘veiliger’ vragen beginnen? Verklaar je antwoord. Het verdient aanbeveling al in het begin te onderzoeken hoe mevrouw Van Rooij tegenover haar aandoening en de ingreep staat. Dit is namelijk bepalend voor de manier waarop je vervolgens informatie geeft en wat je verder doet in het gesprek. Als er in hoge mate sprake is van anticiperende rouw, is de kans groot dat veel van de informatie die de verpleegkundige geeft niet eens aankomt. Emotionele ondersteuning is dan van groter belang.
PRAKTIJK: MEVROUW ZIJLSTRA WIL NAAR HUIS
18
1
Wat zal de eerste actie van Denise zijn als ze mevrouw zo aantreft? En waarom zou ze zo handelen? De eerste actie zal een invoelende, emotioneel ondersteunende actie zijn. Ook als mevrouw informatieve vragen zou stellen. Denise moet er rekening mee houden dat mensen in zo’n situatie slecht informatie opnemen en slecht op vragen kunnen antwoorden.
2
Mag mevrouw zomaar het ziekenhuis verlaten? Ja, dat mag altijd. Behalve als patiënten onder dwang zijn opgenomen. Dat is hier niet aan de orde. Het tekenen van briefjes is niet nodig.
3
Geef in het kort weer hoe jij vindt dat een arts een patiënt moet informeren? Wie moet erbij aanwezig zijn en heeft een verpleegkundige hierin een rol?
© ThiemeMeulenhoff
Patiëntencategorieën
De geslachtsorganen
Een arts moet een patiënt informeren volgens het model van het slechtnieuwsgesprek, bij voorkeur met een familielid erbij. De verpleegkundige kan aanwezig zijn. Dat is in de meeste gevallen ook zo. In het gesprek heeft de verpleegkundige geen rol. Zij zit erbij om de patiënt en de familie na het gesprek op te vangen en te ondersteunen.
PRAKTIJK: MENEER VAN STRALEN RAAKT IN PANIEK 1
Jij bent de collega van Ine. Welke informatie wil je precies van haar hebben? Jij stelt Ine de volgende vragen: • Hoe staat het met de pols en bloeddruk van meneer? Loopt het infuus nog goed en hoe zit het met de katheter? Is er zichtbaar bloedverlies? • Is meneer aanspreekbaar en klaagt hij over pijn? • Hoe laat heeft hij pijnstilling gehad?
2
Als je alle informatie hebt, ga je samen met Ine kijken bij meneer Van Stralen. Waar let je dan op? Je let op de reactie van de meneer. Reageert hij adequaat op vragen? Waarom is hij onrustig?
3
Wat kan er allemaal aan de hand zijn met meneer Van Stralen? Geef aan welke interventies je kunt gebruiken om meneer weer in een verbeterde toestand te brengen. Meneer van Stralen kan veel pijn hebben, waardoor hij wat ‘shockerig’ reageert. Je kunt hem pijnstilling geven. De katheter kan verstopt zitten door bijvoorbeeld een bloedstolsel. Meneer kan dan onrustig raken door een volle blaas. Je kunt de katheter controleren en eventueel spoelen. Hij kan een bloeding hebben waardoor er een shock ontstaat. In dit geval moet je de arts waarschuwen.
© ThiemeMeulenhoff
19
Verplegen van mensen met een acute somatische aandoening
Het bewegingsapparaat ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
PRAKTIJK: ‘EVEN DOORBIJTEN KARIN!’ 1
Wat is je eerste handeling? Observeer Karin en kijk of je tekenen ziet van benauwdheid, misselijkheid of pijn.
2
Wat vraag je de moeder? Wat is er gebeurd?
3
Wat kan er aan de hand zijn? Karin kan geschrokken zijn van de pijn, het feit dat haar kaken op slot zijn, misselijk zijn, zich niet verstaanbaar hebben kunnen maken naar moeder, verdrietig zijn.
4
Wat vind je van de ‘aanmoediging:’‘Even doorbijten Karin!’ Moeder stelt zich op het standpunt dat Karin flink moet zijn. De vraag is of dit in deze situatie mogelijk is. Karin is nog niet goed wakker en kan daarom anders reageren dan normaal.
PRAKTIJK: HOE KAN IK NOU MIJN BED UIT MET MAAR ÉÉN BEEN?! 1
Hoe reageer je op de uitbarsting van Enrico? Empatisch (invoelend) is het goede antwoord, maar het is ook goed voor te stellen dat je schrikt van zijn reactie. Mobiliseren lijkt hier een verkeerd woord. Wat in de dagelijkse praktijk een normaal woord lijkt, is voor de patiënt heel raar. Leg daarom eerst uit wat je met mobiliseren bedoelt: helpen uit bed te komen.
2
Aan welk(e) gezondheidspatroon (of -patronen) moet je denken bij de reactie van Enrico? • Gezondheidsbeleving en –instandhouding. De beleving van de gezondheid en de instandhouding • Activiteitenpatroon. Zelfstandigheidstekort op die gebieden waar mobiliteit nodig is. • Waarneming en cognitiepatroon. Hierbij is vooral het kennistekort van belang. • Zelfbelevingspatroon. De angst voor het onbekende • Stressverwerking. Wellicht speelt ook het rollen- en relatiepatroon mee, alhoewel dit in de eerste reactie van Enrico niet duidelijk naar voren komt. Het kan wel de achterliggende vraag zijn van zijn reactie.
PRAKTIJK: AFSPRAKEN NA DE OPERATIE ZIJN ER NIET VOOR NIETS!
20
1
Wat is je eerste handeling? Mevrouw ondersteunen en vragen waar ze naar toe wil.
2
Wat bespreek je daarna met mevrouw Martens? De inhoud van het verpleegplan, de redenen waarom er afspraken zijn gemaakt.
© ThiemeMeulenhoff
Patiëntencategorieën
De zintuigen
De zintuigen ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
PRAKTIJK: EEN KRANIGE OUDE DAME 1
Hoe ga je om met de spanning van mevrouw Versmissen? Het is van belang om te achterhalen waar mevrouw Versmissen bang voor is. Is ze bang dat ze niet stil kan blijven liggen tijdens de operatie? (Daar krijgen patiënten sowieso een kalmeringsmiddel voor toegediend.) Of is ze bang dat ze alles meekrijgt van de operatie, dat ze alles kan zien en dat de verleiding om met de ogen te knipperen aanwezig is? (De ogen worden opengehouden met een klemmetje, zodat knipperen onmogelijk is en verder kan het zijn dat patiënten licht en donker kunnen onderscheiden, maar meer niet.) Of is ze bang dat de operatie toch mogelijk onvoldoende resultaat zal opleveren? (De meeste staaroperaties hebben wel degelijk een heel positief resultaat.)
PRAKTIJK: OOST-INDISCH DOOF 1
Geef in je eigen bewoordingen weer wat Ine kan verwachten aan verpleegkundige zorg na de operatie en hoe je haar begeleidt. De kenmerken van de verpleegkundige zorg moeten verweven zitten in het antwoord. Het mag geen reproductie zijn van de theorie. Het in eigen bewoordingen weergeven van wat Ine kan verwachten, is belangrijk.
2
Hoe antwoord je op haar vraag over het mislukken van de operatie? Hier moet de leerling het inzicht tonen dat de arts de informatie hierover moet geven. Mocht dat niet gebeurt zijn, dan zal de arts die vraag moeten komen beantwoorden.
© ThiemeMeulenhoff
21
Verplegen van mensen met een acute somatische aandoening
Operaties aan nieren en urinewegen ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
PRAKTIJK: EN HOE NU VERDER… 1
Meneer Eikelkamp is niet erg gerust op een goede afloop na de operatie. In de preoperatieve voorbereiding kom je daar in een gesprek op terug. Beschrijf een aantal vragen die jij in het gesprek zou stellen om erachter te komen, hoe hij zijn toekomst ziet. U heeft aangegeven niet positief te zijn betreffende het resultaat van de operatie. Kunt u aangeven wat u daarmee bedoelt? Kunt u aangeven waar u bang voor bent? Heeft u naar uw idee voldoende informatie gekregen om voor u zelf een beeld te vormen van de periode na de operatie? Waarover zou nog meer informatie willen hebben? Kunt u aangeven waar u zich met name zorgen over maakt?
PRAKTIJK: WAAR DENKT MEVROUW HENDRIKS AAN? 1
22
Beschrijf een aantal mogelijkheden om achter de gedachten en gevoelens van mevrouw Hendriks zelf te komen. Tijdens het gesprek je zo veel mogelijk richten op mevrouw Hendriks door haar vragen te stellen. Als dit valt in je eigen deskundigheidsgebied de vragen van de heer Hendriks gewoon beantwoorden, of anders doorverwijzen naar de arts, maar ook aangeven dat je het belangrijk vindt om te weten of mevrouw Hendriks vragen heeft. Als de situatie niet verandert, wachten tot de heer Hendriks naar huis gaat en met mevrouw een gesprek proberen aan te gaan om te kijken of ze dan wel het één en ander wil vertellen. Belangrijk in dit gesprek is actief luisteren, begrip tonen en ingaan op de onzekerheden en behoeften van mevrouw.
© ThiemeMeulenhoff