ThiemeMeulenhoff Zorg Niveau h3
Verzorgen van ouderen Antwoordmodellen
Inhoudsopgave ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
1
2
3
Oriëntatie op de zorg voor ouderen
5
1.1
De ouder wordende mens Praktijk: Als ik weet wanneer je komt, kan ik er rekening mee houden Praktijk: Soms wordt hij zelfs boos
5 5 5
1.2
Ontwikkelingen in de ouderenzorg Praktijk: Het is zo gezellig
7 7
1.3
Problematiek rondom de geriatrische zorgvrager Praktijk: Ze wilde zelfs niet drinken Praktijk: Meneer Van Kampenwoud blijft op zijn kamer Praktijk: Mevrouw Sabatik heeft een niet-reanimerenverklaring
8 8 8 9
1.4
Visie op zorg Praktijk: Gwen werkt in een kleinschalige woonvorm Praktijk: Warme zorg
10 10 10
1.5
Zorgsettings Praktijk: Wanda werkt in het woonzorgcentrum Praktijk: Somajeh werkt extramuraal
11 11 11
De zorg voor ouderen
13
2.1
De verzorgende in de ouderenzorg Praktijk: Overnemen Praktijk: Stimuleren Praktijk: Verantwoordelijkheden
13 13 13 13
2.2
Het zorgproces in de ouderenzorg Praktijk: Verschillende zorgproblemen Praktijk: Thuis blijven wonen Praktijk: Dementerend
15 15 15 16
2.3
Coördinatie en kwaliteitszorg Praktijk: Improviseren Praktijk: Vrijwillige levensbeëindiging
17 17 17
Contextgebonden zorgverlening 3.1
De zorgvrager met longemfyseem, chronisch hartfalen en delirant gedrag Praktijk: Toch maar weer roken?
19
19 19
Praktijk: Te druk Praktijk: Witte kleding
19 19
De zorgvrager uit een niet-westerse cultuur met de ziekte van Alzheimer Praktijk: Waar is meneer Sükur? Praktijk: Terug naar af
21 21 21
3.3
De zorgvrager met het syndroom van Korsakov en hartklachten Praktijk: Geduldig Praktijk: Terug naar huis Praktijk: Te snel Praktijk: Onrust
22 22 22 22 23
3.4
De dementerende, slechtziende en slechthorende zorgvrager Praktijk: De deur van de buurvrouw Praktijk: Hardop
24 24 24
3.5
De zorgvrager met diabetes mellitus en prostaatkanker Praktijk: Cappuccinocake Praktijk: Bij mij hoefde dat niet meer
25 25 25
3.6
De revaliderende volwassen zorgvrager in het verpleeghuis na een CVA links 26 Praktijk: Vooruitgang 26 Praktijk: Ongemotiveerd? 26
3.7
De zorgvrager die depressief is na een heupoperatie Praktijk: Verlies Praktijk: Pijn Praktijk: Hyperventilatie Praktijk: Paniek
27 27 27 27 27
3.8
De zorgvrager met de ziekte van Parkinson Praktijk: Hoge nood Praktijk: Verantwoord
29 29 29
3.2
1
Oriëntatie op de zorg voor ouderen De ouder wordende mens ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
PRAKTIJK: ALS IK WEET WANNEER JE KOMT, KAN IK ER REKENING MEE HOUDEN 1
In welke fase van zijn leven is meneer Bos? Meneer Bos verkeert in zijn laatste levensfase; de afsluiting van het leven. Dit heeft effect op zijn manier van leven, zijn gezondheid en zijn sociale leven. Hij heeft een lang leven achter zich en hij heeft veel levenservaring. De oudere heeft vaak andere normen en waarden dan de verzorgende, die jonger is. Dit komt door veranderende normen en waarden in maatschappij en veranderingen in rollen en taken.
2
Welke gezondheidsproblemen herken je, die horen bij het ouder worden? Gezondheidsproblemen zijn: • slechter zien; • moeizaam lopen; • een slechte conditie van de huid, waardoor wonden traag genezen; • een prostaatcarcinoom, zoals je vaak ziet bij mannen op latere leeftijd. Hierdoor heeft meneer Bos incontinentieklachten.
3
Waarom denk je dat meneer Bos precies wil weten wanneer Bea komt? Meneer Bos voelt zich vaak eenzaam en komt de deur niet meer uit. Als Bea komt, kan hij zich daarop verheugen. Hij kan dan zijn dagindeling aanpassen, zodat hij maximaal van haar aanwezigheid kan profiteren.
4
Welke verzorgende activiteiten zijn in deze situatie van belang? Verzorgende activiteiten zijn: - initiatief nemen tot het opbouwen van een vertrouwensrelatie; - de schaamtegevoelens over de incontinentie bespreekbaar maken en uitleg geven over incontinentiemateriaal; - gebruik van de rollator stimuleren; - de mogelijkheden bespreken over aangepast vervoer en maaltijdverstrekking; - afspraken maken over het verschonen van de kleding.
PRAKTIJK: SOMS WORDT HIJ ZELFS BOOS 1
Wat kan de verzorgende doen met de vraag van mevrouw Dijksma? Mogelijkheden zijn: • openstaan, doorvragen, inventariseren zorgproblemen, doorverwijzen naar de arts of de leidinggevende of zelf contact opnemen met arts;
© ThiemeMeulenhoff
5
Verzorgen van ouderen
• • • • •
6
uitleg geven over de gedragsverandering in samenhang met de beginnende dementie; uitleg geven over hoe om te gaan met meneer Pieterse; een gesprek met meneer Pieterse aangaan en zijn gedrag bespreekbaar maken; praktische tips geven, zoals het gebruik van geheugensteuntjes, een vaste dagindeling; een gesprek met de arts aanraden, die mogelijk geheugentraining kan aanbieden.
2
Formuleer de zorgvraag zo goed mogelijk. Er ligt een zorgvraag bij beiden. Mevrouw kan de zorg niet meer aan door veranderde lichamelijke omstandigheden. Mevrouw begrijpt de gedragsverandering niet. Zij heeft uitleg en adviezen nodig over het ziektebeeld van meneer Pieterse en hoe ze daarmee om kan gaan. Ze heeft hulp en begeleiding nodig.
3
Welke vaardigheden heb je als verzorgende nodig in deze situatie? Verzorgende vaardigheden zijn: • professioneel ondersteunende communicatie (openstaan, doorvragen, inventariseren zorgproblemen); • GVO geven; • de juiste zorgvraag inschatten; • begeleiding en structuur aanbieden.
4
Waar kan het PGB in deze situatie voor worden gebruikt? Het PGB kan onder andere gebruikt worden voor extra hulp op het gebied van huishoudelijk werk, door Nanneke.
© ThiemeMeulenhoff
Oriëntatie op de zorg voor ouderen
Ontwikkelingen in de ouderenzorg
Ontwikkelingen in de ouderenzorg ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
PRAKTIJK: HET IS ZO GEZELLIG 1
Welke onderwerpen ga je bespreken met mevrouw Kruis en haar dochter? Aanleiding voor het gesprek zijn de klachten van mevrouw Kruis na het weekend thuis. De volgende onderwerpen kun je met haar bespreken: • de leef- en eetgewoonten van mevrouw Kruis in verband met de diabetes; • de gevolgen van haar eet- en drinkpatroon in het weekend.
2
Welke hulp of informatie kun je haar bieden? Je kunt haar een informatiefolder geven over diabetes en voeding. Ook kun je mevrouw Kruis voorstellen dat ze een gesprek met de diabetesverpleegkundige voert. En of met diëtiste.
3
Wanneer je van voorlichting ‘aan ouderen op maat’ wilt spreken, wat doe je dan anders bij mevrouw Kruis, vergeleken bij voorlichting aan volwassen zorgvragers in het algemeen? Je stemt de voorlichting af op haar individuele situatie, mevrouw en dochter en de gevolgen van het weekend.
© ThiemeMeulenhoff
7
Verzorgen van ouderen
Problematiek rondom de geriatrische zorgvrager ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
PRAKTIJK: ZE WILDE ZELFS NIET DRINKEN 1
Noem de gezondheidsproblemen van mevrouw Noora. De gezondheidsproblemen zijn: • immobiliteit door gebroken heup; • diabetes; • chronisch geïnfecteerde wond; • voedingstoestand; • urineweginfectie; • verwardheid; • decubitus.
2
Welk probleem kan het gevolg zijn van de blaasontsteking? Verwardheid.
3
Noem drie oorzaken waardoor decubitus kan ontstaan. Drie oorzaken voor decubitus: • slechte voedingstoestand; • wrijf- en schuifkrachten; • slechte conditie van de huid.
4
Waarom dacht Simone eerst dat het aan de diabetes lag dat mevrouw Noora zich niet lekker voelde? Mevrouw Noora heeft een ander voedingspatroon dan voorheen. Een operatie kan invloed hebben op diabetes en ook koorts kan invloed hebben.
PRAKTIJK: MENEER VAN KAMPENWOUD BLIJFT OP ZIJN KAMER
8
1
Welke problematiek neem je waar bij meneer Van Kampenwoud? Meneer is nog erg verdrietig. Hij heeft geen zin en ziet overal tegenop. Hij heeft schuldgevoelens tegenover zijn neef, doet niet meer mee aan activiteiten en komt niet onder de mensen. Hij is eenzaam en verdrietig. Ook het eten smaakt niet meer.
2
Welke activiteiten zou jij ondernemen als verzorgende? Je kunt proberen meneer Van Kampenwoud begeleiding te geven, door het aanbieden van structuur en afleiding. Zo kun je hem bijvoorbeeld helpen bij zijn dagindeling. Je kunt meneer zijn verhaal laten vertellen, ingaan op zijn wensen en ideeën en begrip tonen voor zijn situatie (empatisch vermogen). Je legt daarnaast ook uit waarom je iets aanbiedt (gvo).
3
Welke kennis en vaardigheden heb je als verzorgende nodig om meneer Van Kampenwoud te kunnen begeleiden? Benodigde kennis en vaardigheden:
© ThiemeMeulenhoff
Oriëntatie op de zorg voor ouderen
• • • •
Problematiek rondom de geriatrische zorgvrager
je hebt kennis over geriatrische zorgvragers; je hebt de juiste beroepshouding in de omgang met zorgvragers; je hebt professioneel inzicht en kunt daarnaar handelen je kunt op diverse manieren respect tonen.
PRAKTIJK: MEVROUW SABATIK HEEFT EEN NIET-REANIMERENVERKLARING 1
Hoe kijk jij aan tegen euthanasie? Beschrijf dit in maximaal tien zinnen. Aspecten die bij de beantwoording van de vraag onder andere aan de orde kunnen komen, zijn: • voor- en tegenargumenten; • geloofsovertuiging; • meewerken aan euthanasie of weigeren door verzorgende; • respecteren van andere meningen; • meldingsplicht; • de mogelijkheden van palliatieve zorg; • dementie en uitzichtloosheid en euthanasieverklaring; • euthanasie en kinderen.
2
Beschrijf wat voor jou ondraaglijk lijden is. Aspecten die bij de beantwoording van de vraag onder andere aan de orde kunnen komen, zijn: • uitzichtloos lijden; • geen zicht op genezing; • niet meer kunnen accepteren van de omstandigheden.
3
Hoe kun jij rekening houden met de rituelen en gewoontes van zorgvragers met verschillende religieuze achtergronden? Je hebt de volgende mogelijkheden om rekening te houden met de rituelen en gewoontes van zorgvragers met verschillende religieuze achtergronden: • Je kunt bij zorgvrager en familie navragen wat wensen en gewoonten zijn en wat zij verwachten van de zorgverleners. • Je kunt informatie opzoeken op internet, in de bibliotheek of informatie vragen aan de geestelijk verzorger van instelling. • Je kunt in het zorgplan opschrijven wat wensen van zorgvrager en familie zijn. Is de wens bijvoorbeeld dat familie de laatste zorg verleent of moet er een geestelijk verzorger komen?
© ThiemeMeulenhoff
9
Verzorgen van ouderen
Visie op zorg ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
PRAKTIJK: GWEN WERKT IN EEN KLEINSCHALIGE WOONVORM 1
Vind je dat Gwen het goed aanpakt? Verklaar je antwoord. Eigen inzicht. Wat ze doet, is in ieder geval coördineren, communiceren, inschatten van de zorgbehoefte en structuur aanbrengen in de dagindeling. Ze straalt rust uit, houdt rekening met de wensen en behoeften van bewoners en is in staat om verantwoordelijkheid te dragen en het werk in te delen.
PRAKTIJK: WARME ZORG 1
Wat vind jij ervan dat huisdieren in het verpleeghuis worden toegestaan? Eigen mening. Voordelen zijn: • De zorgvrager is rustiger. Hij is vertrouwd met het huisdier en voelt zich sneller op zijn gemak. • Een huisdier geeft afleiding. De zorgvrager blijft bezig in een vertrouwd ritme door het eten geven, schoonmaken en uitlaten van bijvoorbeeld de hond. Nadelen zijn: • Gebrek aan hygiëne. • Als de familie niet in staat is voor het dier te zorgen, is het een extra belasting voor de verzorgenden. • Alle zorgvragers uit de groep moeten er blij mee zijn.
10
© ThiemeMeulenhoff
Oriëntatie op de zorg voor ouderen
Zorgsettings
Zorgsettings ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
PRAKTIJK: WANDA WERKT IN HET WOONZORGCENTRUM 1
Vergelijk het werk van de verzorgende in de intramurale ouderenzorg nu en 25 jaar geleden. Wat zijn de verschillen? • Vroeger was organisatie meer bepalend, tegenwoordig gaat het meer om de wens van de zorgvrager. • Vroeger bestond het werk uit meer huishoudelijk werk. • De meeste zorgvragers waren veel zelfstandiger, doordat zij gezonder en minder zorgbehoevend waren. Nu hebben ze intensievere zorg nodig. • Tegenwoordig bestaat de zorg veel meer uit verzorging en begeleiding dan vroeger. • Je moet gekwalificeerd en deskundig zijn om de zorg te kunnen bieden. • Je werkt met zorgplannen en geeft medicijnen. • Er zijn meer disciplines bij de zorg betrokken, waarmee je te maken hebt en samenwerkt. • De zorg wordt steeds meer op maat gegeven.
PRAKTIJK: SOMAJEH WERKT EXTRAMURAAL 1
Wat kan Somajeh doen in deze extramurale zorgsituatie? Somajeh kan de volgende dingen doen: • In gesprek gaan met de dochter en meneer. Bespreken en inventariseren van de problemen, inclusief overbelasting van de dochter. • Informatie geven over eventuele aanvullende zorg. • Wijkverpleegkundige inschakelen voor begeleidingsgesprek en aanvragen van CIZ. Aanvullende mogelijkheden zijn: • dagopvang; • maaltijdverstrekking; • uitbreiding van zorguren; • tijdelijke opname.
© ThiemeMeulenhoff
11
2
De zorg voor ouderen De verzorgende in de ouderenzorg ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
PRAKTIJK: OVERNEMEN 1
Houdt Anna rekening met de wensen en behoeften van mevrouw Jamila? Licht je antwoord toe. Nee, ze vraagt niet welke kleding zij aan wil, wat zij wil eten, of zij aan tafel wil eten en op welk tijdstip zij wil douchen. Anna vraagt niet naar wensen en behoeften, betrekt mevrouw niet bij de zorg.
2
Hoe zou jij mevrouw Jamila benaderen? Waar zou jij rekening mee houden? In overleg. Vragen naar wensen en behoeften en daar rekening mee houden: je vraagt wat mevrouw wil eten en welke kleding ze wil dragen.
PRAKTIJK: STIMULEREN 1
Welke werkprocessen zijn van toepassing in de situatie van meneer Laarhout? Beschrijf waaruit deze werkprocessen bestaan. 1.1 zorgplan opstellen; 1.2 ondersteunen bij basiszorg; 1.5 begeleidt bij zelfredzaamheid; 1.7 ondersteunen bij huishouden en wonen.
2
Over welke competenties moet de verzorgende beschikken? Competenties zijn: • het stimuleren van een licht dementerende zorgvager in een verzorgingshuis; • het geven van aanwijzingen en instructies aan een licht dementerende zorgvrager; • het bieden van structuur aan een licht dementerende zorgvrager in een verzorgingshuis.
PRAKTIJK: VERANTWOORDELIJKHEDEN 1
Wat laat Marijke na? Welke handelingen verricht zij niet? Marijke moet regelmatig controleren op bijwerkingen. Ze had moeten overleggen en zich op de hoogte moeten stellen van de bijwerkingen.
2
Is Marijke verantwoordelijk als de sufheid wijst op een bijwerking van de medicijnen en daardoor gevaarlijk kan zijn? Ja, want zij is daar verantwoordelijk voor. Het is haar verantwoordelijkheid te observeren. Marijke had zich op de hoogte moeten stellen van de mogelijke signalen en bijwerkingen. Zij wist dit niet, terwijl ze wel de opdracht kreeg hierop te letten. Wanneer zij zich niet bekwaam acht, en dat is zij niet want kennis ontbreekt, is het haar verantwoordelijkheid een collega te raadplegen die wel bekwaam is. Marijke heeft een opdracht geaccepteerd waar zij niet bekwaam toe is en heeft hier niets van gezegd, terwijl zij hier wel verantwoordelijk voor is.
© ThiemeMeulenhoff
13
Verzorgen van ouderen
3
14
Wat zou jij doen als je Marijke was en overgedragen kreeg dat je op bijwerkingen moet letten? Het is belangrijk te weten komen om welke bijwerkingen het gaat en wat je moet dan als deze optreden. Je moet ook weten met wie je kunt overleggen bij onzekerheden en twijfel .
© ThiemeMeulenhoff
De zorg voor ouderen
Het zorgproces in de ouderenzorg
Het zorgproces in de ouderenzorg ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
PRAKTIJK: VERSCHILLENDE ZORGPROBLEMEN 1
Is het belangrijk dat er nog iemand, behalve mevrouw Hansen, bij het anamnesegesprek aanwezig is? Zo ja, wie en waarom? Ja. De dochter en eventueel de medewerker van de thuiszorg. Mevrouw Hansen heeft namelijk zelf geen goed inzicht in haar problematiek en wil haar problemen verbloemen. Bovendien is de dochter betrokken en is het belangrijk dat zij een eerste indruk krijgt van het verzorgingshuis en dat zij haar verhaal kan doen.
2
Welke zorgdiagnose kan Jannie vaststellen op basis van de informatie van de dochter en de thuiszorg? • Mevrouw Hansen kan niet meer goed voor zichzelf zorgen: onregelmatige medicijninname; • onregelmatig eetpatroon; • omkering dag- en nachtritme: • initiatief- en activiteitenafname.
3
Stel je voor dat Jannie werkt volgens de visie van het zorgleefplan, welke zorgbehoeften zou ze dan benoemen? Lichamelijk welbevinden: behoefte aan ondersteuning bij het innemen van medicijnen; behoefte aan ondersteuning bij het in stand houden van een verantwoord eetpatroon. Woonleefomstandigheden: ondersteuning bij het vinden van een passend dagritme. Participatie: ondersteuning bij passende dagbesteding. Mentaal welbevinden: ondersteuning bij het verwerken van het verlies van haar huis/ oude woning en wennen aan nieuwe omstandigheden.
4
Over welke levensdomeinen mist Jannie informatie? De informatie uit alle vier de domeinen in de casus is beperkt. Over mentaal welbevinden en autonomie en over participatie ontbreekt informatie over wie zij is en wat ze belangrijk vindt in haar leven. De informatie over woon-leefomstandigheden is beperkt: Jannie weet nog niet wat mevrouw nodig heeft om zich thuis te voelen en welke huishoudelijke ondersteuning ze nodig heeft. Ook over lichamelijk welbevinden is nog veel te vragen: wat vindt mevrouw nodig als het gaat om lichaamsverzorging, hoe wil ze eruitzien en wat eet en drinkt ze graag en wanneer?
PRAKTIJK: THUIS BLIJVEN WONEN 1
Welke gezondheidsrisico's verwacht je? Ondervoeding, omdat hij niet meer de maaltijden kan bereiden. Isolement, verveling en geestelijke achteruitgang, omdat hij snel moe is en daardoor minder activiteiten zal ondernemen. Minder sociale contacten, omdat hij er minder verzorgd uit gaat zien.
2
Welke informatie heeft meneer Vlieger nodig om een keuze te kunnen maken uit wonen in het verzorgingshuis en thuis blijven wonen? Verzorgingshuis: hij moet weten wat hij daar kan verwachten; hij moet weten dat ook in het verzorgingshuis zijn zelfstandigheid ondersteund zal worden en dat daar regelmatig activiteiten worden georganiseerd; hij moet weten dat hij zijn eigen clubjes buiten de deur kan blijven
© ThiemeMeulenhoff
15
Verzorgen van ouderen
bezoeken. Thuissituatie: hij moet weten welke hulp hij in de thuissituatie kan krijgen; hij moet weten hoe hij gesteund kan worden in het huishouden met huishoudelijke hulp en maaltijdservice. 3
Welke zorgbehoeften heeft meneer Vlieger als hij thuis wil blijven wonen en onder welk levensdomein rangschik je die? Levensdomein wonen: hulp bij huishouden en ondersteunen van dagritme. Levensdomein participatie: mee blijven doen aan activiteiten die hij al deed. Levensdomein lichamelijk welbevinden en gezondheid: uitbreiding hulp bij lichamelijke verzorging, uitgebalanceerde voeding en ondersteuning bij de bereiding van warme maaltijden; balans vinden tussen rust en beweging en hulp bij medicijngebruik.
PRAKTIJK: DEMENTEREND
16
1
Waarom denk je dat mevrouw Koenen niet goed om kan gaan met het gedrag van haar man? Het gedrag van meneer Koenen is een grote verandering na al die jaren. Ondanks de voorlichting en adviezen is er toch nog veel onwetendheid en onbegrip.
2
Waarmee moet Ali rekening houden als hij voorlichting en omgangsadviezen geeft aan mevrouw Koenen? Hij moet rekening houden met de slechthorendheid van mevrouw Koenen. Daarnaast moet hij de informatie heel duidelijk overbrengen. Dit kan hij doen door veel te herhalen en concrete voorbeelden te geven. Zo maakt hij de informatie herkenbaar en aangepast aan het niveau van mevrouw Koenen. Daarnaast is het belangrijk dat hij begrip toont voor haar emoties.
3
Hoe kan Ali meneer en mevrouw Koenen ondersteunen en begeleiden? Ali kan op de volgende manieren ondersteuning en begeleiding bieden: • veel voorlichting geven; • ruimte en aandacht schenken aan de emoties van mevrouw Koenen (denk aan boosheid en onmacht); • ondersteuning bieden, door te bevestigen wat mevrouw Koenen goed doet, er voor haar te zijn, haar vertrouwen te geven, de tijd te nemen en erkenning te geven; • inventariseren wat zorgproblemen van mevrouw Koenen zijn; • slaapmedicijnen regelen voor meneer Koenen.
© ThiemeMeulenhoff
De zorg voor ouderen
Coördinatie en kwaliteitszorg
Coördinatie en kwaliteitszorg ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
PRAKTIJK: IMPROVISEREN 1
Wat vind je van de manier waarop Ayla's begeleider de zorg coördineert? Wat opvalt, is dat Ayla's begeleider niet weet hoe hij moet handelen in een acute situatie. Hij weet niet wat hij moet doen, wie hij moet waarschuwen en hoe hij deskundige hulp (zoals een arts) kan bereiken.
2
Welke kwaliteiten moet je zeker hebben als verzorgende als je zelfstandig werkt? Kwaliteiten die je als zelfstandig werkende verzorgende moet hebben: • kunnen handelen in acute situaties; • weten wie je wanneer moet waarschuwen; • beslissingen kunnen nemen; • op de hoogte zijn van ziektebeelden en kunnen inschatten wanneer er een arts gewaarschuwd moet worden; • rustig kunnen blijven in lastige situaties.
PRAKTIJK: VRIJWILLIGE LEVENSBEËINDIGING 1
Waarom gaat de arts in het ziekenhuis niet meteen in op de vraag om levensbeëindiging van mevrouw Zorah? De arts moet zeker weten dat het verzoek om euthanasie een weloverwogen beslissing is, die door mevrouw Zorah zelf gemaakt is. Dit kan niet in één gesprek geconstateerd worden. Er moet een tweede arts geconsulteerd worden en de regels rondom euthanasie volgens de richtlijnen van de euthanasie commissie moeten gevolgd worden.
2
Hoe zou Vincent om kunnen gaan met de vraag van mevrouw Zorah? Vincent zou kunnen uitleggen aan mevrouw Zorah dat euthanasie niet iets is wat zomaar, àla minute, kan plaatsvinden. Hij kan uitleggen aan welke regels dit gebonden is. Hij zou mevrouw Zorah kunnen vertellen dat hij niet zo maar toegang heeft tot morfine en dat hij dit niet zonder artsenvoorschrift mag toedienen. Vincent zal de vraag van mevrouw Zorah serieus moeten nemen en rustig en meelevend moeten reageren.
© ThiemeMeulenhoff
17
3
Contextgebonden zorgverlening De zorgvrager met longemfyseem, chronisch hartfalen en delirant gedrag ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
PRAKTIJK: TOCH MAAR WEER ROKEN? 1
Wat kun je zeggen over de gevolgen van de longemfyseem voor de zorg voor meneer Schiks? Door de longemfyseem is meneer Schiks te benauwd en te vermoeid om voor zichzelf te kunnen zorgen. Doordat is afhankelijk is van zuurstof is hij ook beperkt in zijn mobiliteit. Het gevolg van het feit dat hij niet meer rookt is dat hij sociaal geïsoleerd raakt. Hij wordt neerslachtig en twijfelt over de zin van de behandeling en van zijn leven
2
Hoe zou jij reageren als je Renate was? Leg je antwoord uit. Eigen inzicht. Je zou hem kunnen wijzen op het feit dat de hevige benauwdheid ook geen kort en prettig leven is. Luister in ieder geval naar hem, erken zijn gevoelens, toon begrip en probeer mee te denken over alternatieven, bijvoorbeeld een rookvrije kaartclub.
PRAKTIJK: TE DRUK 1
Wat kun je zeggen over de gevolgen van het chronisch hartfalen voor de zorg voor mevrouw Ikonomopoulos? Door het chronisch hartfalen is mevrouw Ikonomopoulos afhankelijk van plaspillen. Doordat ze ten gevolge daarvan veel moet plassen is het voor haar lastig om naar de zaal te gaan. Ze mist daardoor veel sociale contacten, wat de verzorgenden verontrust.
2
Hoe zou jij op mevrouw Ikonomopoulos reageren als jij Mario was? Leg je antwoord uit. Eigen inzicht. Je kunt mevrouw Ikonomopoulos erop wijzen dat ze benauwd kan worden als ze haar medicijnen niet inneemt, wat ook niet prettig is tijdens een familiediner. Je kunt met haar afspreken dat de plaspil ook op andere tijden ingenomen kan worden afhankelijk van de activiteiten die ze onderneemt.
PRAKTIJK: WITTE KLEDING 1
Welke gevolgen heeft het delirant gedrag voor de zorg voor meneer Veringmeijer? Door het delirant gedrag heeft meneer Veringmeijer toezicht nodig en zal hij overal mee geholpen moeten worden.
2
Wat kunnen Maarten en Corien het beste doen in afwachting van de mensen van de Riagg en waar moeten ze op letten? Eigen inzicht. Ze moeten er in ieder geval voor zorgen dat het rustig blijft. Geen grote groepen toeschouwers, geen commentaar van alle kanten, geen lawaai of onrustige bewegingen. Laat iemand desnoods de liften tijdelijk stopzetten. Het beste kunnen ze verder iedereen wegsturen, geen discussie met meneer Veringmeijer aangaan, maar wel met hem in gesprek blijven. Laat
© ThiemeMeulenhoff
19
Verzorgen van ouderen
degene het woord doen waar hij het rustigst op reageert. Geef hem korte aanwijzingen, zoals leg het mes op de tafel en houdt geen lang verhaal over wat hoort en niet hoort.
20
© ThiemeMeulenhoff
Contextgebonden zorgverlening
De zorgvrager uit een niet-westerse cultuur met de ziekte van Alzheimer
De zorgvrager uit een niet-westerse cultuur met de ziekte van Alzheimer ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
PRAKTIJK: WAAR IS MENEER SÜKUR? 1
Leg uit waardoor een dementerende zorgvrager gaat dwalen. Dementerende zorgvragers gaan naar iets op zoek of op weg, maar zijn even later weer vergeten wat het doel is geweest.
2
Welke maatregelen kun je treffen om te voorkomen dat zorgvragers gaan dwalen? Als je ziet dat iemand opstaat en gaat lopen, meegaan en met hem praten. Omdat de zorgvrager het doel meestal al vergeten is, kun je hem weer terugbrengen. De deuren op slot doen, helpt natuurlijk ook.
PRAKTIJK: TERUG NAAR AF 1
Vind je dat Rob het goed aanpakt door eerst met de zoon te praten? Door na te gaan waar de interesses van de zorgvrager liggen, kun je activiteiten bedenken waar hij zich goed bij voelt. Dat kan de aandacht van de rozenkrans afleiden.
© ThiemeMeulenhoff
21
Verzorgen van ouderen
De zorgvrager met het syndroom van Korsakov en hartklachten ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
PRAKTIJK: GEDULDIG 1
Welke problemen kunnen er ontstaan bij overplaatsing? Angst, onzekerheid en achterdocht bij mevrouw, omdat zij in een nieuwe omgeving wordt geplaatst. Toename van desoriëntatie.
2
Marit raakt geïrriteerd en loopt weg. Welke houding zou zij beter aan kunnen nemen? Geduldig zijn, rustig. Het schelden niet persoonlijk opvatten, maar zien als uiting van de ziekte/Korsakov. Onderscheid maken tussen onwil en onvermogen van de zorgvrager. Niet te hoge doelen stellen, weten dat de zorgvrager ontkennend op jouw voorstel kan reageren.
PRAKTIJK: TERUG NAAR HUIS 1
Welke zorg heeft meneer Vlan momenteel nodig? Beschrijf hoe je deze zorg zou kunnen bieden. • Meneer Vlan moet zijn angsten kunnen uiten en de verzorgende zou aan meneer voor kunnen stellen een alarmpieper te dragen. Ook is het zinvol samen met meneer op een rijtje te zetten welke signalen kunnen wijzen op een mogelijke hartaanval en welke medicatie effectief is bij klachten. Je maakt dus als het ware een plan met meneer, dat geeft houvast en werkt angstverlagend. • Samen met meneer een plan maken hoe hij zijn leefgewoonten kan veranderen: stoppen met roken, gezond eten, bewegen en alcohol minimaliseren. Nagaan of meneer voldoende op de hoogte is van de consequenties van zijn huidige leefstijl.
PRAKTIJK: TE SNEL
22
1
Waarom denk je dat meneer Goudsdal zo boos reageert? Dit heeft te maken met de onduidelijkheid. Hij begrijpt niet waarom hij gewassen wordt, is gewend dit zelf te doen. Albert is geïrriteerd en zet meneer onder druk. Het is verwarrend voor meneer om te horen dat hij nog niet is gewassen. Het kan zijn dat meneer reageert uit angst door onwetendheid en onduidelijkheid en geen bevredigende antwoorden krijgt. Ten slotte kan decorumverlies meespelen.
2
Wat zou jij doen als meneer tegen jou zou zeggen 'Sodemieter op jij?'. Weggaan, omdat anders de spanning alleen maar oploopt. Later nog eens proberen, meneer is het zelf waarschijnlijk al vergeten. Van tevoren bedenken waarom meneer zo reageert en je benadering aanpassen. Afhankelijk van hoe bedreigend, kwetsend en schokkend dit voor jou is, aandacht vragen in het team.
© ThiemeMeulenhoff
Contextgebonden zorgverlening
De zorgvrager met het syndroom van Korsakov en hartklachten
PRAKTIJK: ONRUST 1
Waardoor zou mevrouw Sandette onrustig en angstig worden? Van de veranderingen in haar dagstructuur, de bloeddrukmetingen, de pijn, ze begrijpt het niet. Zijn allemaal nieuwe ervaringen voor mevrouw. Antwoorden/uitleg die zij krijgt, vergeet zij weer en is te lang, met niet relevante zaken, niet concreet, vaag voor mevrouw.
2
Hoe zou jij mevrouw benaderen? Duidelijk, concreet vertellen wat je gaat doen. Vertellen dat het nodig is en zichtbaar maken op een agendablad of daglijst. Niet vertellen over gebeurtenissen die zij al vergeten is, zoals het ziekenhuis, wordt zij alleen maar onzeker van. Als zij pijn heeft eventueel pijnmedicatie geven (zodat pijn af kan nemen). Blijf geduldig.
© ThiemeMeulenhoff
23
Verzorgen van ouderen
De dementerende, slechtziende en slechthorende zorgvrager ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
PRAKTIJK: DE DEUR VAN DE BUURVROUW 1
Welke gevolgen van slechtziendheid hebben invloed op de zorgbehoeften van meneer Langeveld? Door zijn slechtziendheid kan meneer Langeveld zich op dit moment niet zelfstandig handhaven in zijn nieuwe omgeving. Hij heeft daarbij hulp nodig. Het is goed mogelijk dat de zorgbehoefte afneemt naarmate meneer Langeveld zijn omgeving beter leert kennen.
2
Hoe zou jij reageren op de vraag van meneer Langeveld als jij Heather was? Leg je antwoord uit. Eigen mening. Het hangt er voornamelijk vanaf wat je er zelf van vindt om door een betrekkelijke vreemde aangeraakt te worden. Ga niet tegen je eigen gevoel in. Als je het niet toelaat, zeg dan in ieder geval dat de vraag te plotseling komt en dat je het op dat moment niet prettig vindt. Omschrijf dan bijvoorbeeld jezelf met woorden.
PRAKTIJK: HARDOP
24
1
Wat zijn de gevolgen van de slechthorendheid van mevrouw Wulms voor haar zorgbehoefte? Wat betreft haar slechthorendheid heeft mevrouw Wulms niet zoveel zorgbehoeften. Door haar gevorderde leeftijd heeft ze hulp nodig bij het douchen. De slechthorendheid heeft gevolgen voor haar sociale omgang en de mate waarin de informatie uit de omgeving op kan nemen.
2
Hoe zou je in deze situatie reageren als je Samira was? Eigen mening. Het is geen situatie om een uitgebreide discussie te beginnen. De opmerking is ook eigenlijk niet voor jou bedoeld. Wel zou je op een rustig moment de zorg met haar kunnen evalueren om te kijken of ze dit over het algemeen van de verzorging vindt.
© ThiemeMeulenhoff
Contextgebonden zorgverlening
De zorgvrager met diabetes mellitus en prostaatkanker
De zorgvrager met diabetes mellitus en prostaatkanker ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
PRAKTIJK: CAPPUCCINOCAKE 1
Welke gevolgen van diabetes mellitus voor de zorg voor mevrouw De Vree herken je in deze situatie? Mevrouw De Vree is regelmatig ontregeld. Haar zorgbehoefte lijkt meer bepaald te worden door haar overgewicht dan door de diabetes. Het is zorgwekkend hoe mevrouw de Vree omgaat met de leefregels
2
Hoe zou je reageren als je Mans was? Leg je antwoord uit. Eigen mening. Een goed gesprek op een rustig moment is het beste. Erken het probleem van de eenzaamheid van mevrouw de Vree, maar plaats twijfels bij het niet volgen van de leefregels als oplossing daarvoor. Wijs ook op de mogelijke complicaties op wat langere termijn die haar leven niet aangenamer zullen maken.
PRAKTIJK: BIJ MIJ HOEFDE DAT NIET MEER 1
Welke gevolgen van prostaatkanker voor de zorg voor meneer Carpay herken je in deze situatie? De prostaatkanker maakt de afhankelijkheid en de zorgbehoefte van meneer Carpay niet groter. Hij was al hulpbehoevend door zijn gevorderde leeftijd. Wel is hij erg geschokt door de diagnose kanker en maakt hij zich ernstige zorgen.
2
Hoe zou jij reageren als jij Menno was? Leg je antwoord uit. Eigen mening. Hier is in ieder geval een goede voorlichting op zijn plaats. Zoek uit wie dat het beste kan doen: de verpleeghuisarts, de specialist of zijn dochter. De voorlichting moet in alle rust plaatsvinden, waarbij meneer Carpay de gelegenheid moet krijgen vragen te stellen en zijn onzekerheden en gevoelens te uiten
© ThiemeMeulenhoff
25
Verzorgen van ouderen
De revaliderende volwassen zorgvrager in het verpleeghuis na een CVA links ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
PRAKTIJK: VOORUITGANG 1
Hoe kan Shanti ervoor zorgen dat mevrouw Zorgbroek haar revalidatiedoelen behaalt? Mogelijk doelen in kleinere stappen behalen (doel minder hoog stellen).Shanti zou begrip moeten tonen voor mevrouws angst, mevrouw een gesprek aanbieden met de maatschappelijk werker of pastor over haar angst en evt. onderliggende angsten, observaties doorgeven aan arts en overige disciplines, gesprek organiseren met arts: duidelijke voorlichting geven over slikproblemen. Looptraining enz., mevrouw geruststellen en uitleggen dat mevrouw wel in 'de gaten gehouden wordt'. Hierna mevrouw stimuleren op empathische wijze.
PRAKTIJK: ONGEMOTIVEERD?
26
1
Wat is het zorgprobleem van mevrouw Zwart? Mogelijk is mevrouw Zwarts oververmoeid, is ze (beginnend) depressief, of heeft ze angst voor de toekomst.
2
En wie kan Jeroen inschakelen? Jeroen zou dit moeten doorgeven aan de arts en bespreken in het MDO.
© ThiemeMeulenhoff
Contextgebonden zorgverlening
De zorgvrager die depressief is na een heupoperatie
De zorgvrager die depressief is na een heupoperatie ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
PRAKTIJK: VERLIES 1
Hoe zou jij proberen contact met mevrouw Kraaij te krijgen? Waar houd je rekening mee? Bespreken dat je denkt dat zij het moeilijk heeft, omdat zij twee dierbaren in een korte tijd heeft verloren en zij zich waarschijnlijk eenzaam voelt. Bespreken dat je je voor kunt stellen dat zij verdrietig en angstig is. Vaak langs komen. Mevrouw laten praten als zij dat wil. Niet te veel opdringen. Als je eenmaal contact hebt, bespreken dat het belangrijk is dat er een dagstructuur is, dat zij zichzelf verzorgt en langzaam weer contacten opbouwt. Samen bespreken hoe je daarbij zou kunnen helpen en welke stapjes ondernomen kunnen worden. Ook overleggen met andere collega's en de arts in verband met de depressie, medicijnen. Ook in verband met de verantwoordelijkheden en veiligheid, omdat mevrouw mogelijk suïcidaal is.
2
Welke drie ernstige zorgproblemen kunnen er ontstaan als de situatie niet verandert? Somatiek: zelfverwaarlozing, voedings- en vochttekort, uitputting. Sociaal: sociaal isolement. Psychisch: depressief dusdanig dat suïcidale gedachten, suïcidepogingen of suïcide kan ontstaan.
PRAKTIJK: PIJN 1
Welke zorgproblemen kunnen er ontstaan ten gevolge van de pijn? Noem er een op fysiek, psychisch en sociaal gebied. Fysiek: niet genezen van de wond, voedings- en vochttekort, slaapproblemen. Psychisch: somberheid, angst, piekeren. Sociaal: eenzaamheid.
PRAKTIJK: HYPERVENTILATIE 1
Wat zou jij doen in het geval van Adriënne? Mevrouw geruststellen en vragen wat er aan de hand is. Mevrouw stimuleren haar verhaal te doen. Uitleg geven over wat er gaat gebeuren, geruststellen, duidelijkheid geven. Niet-reële gedachten en voorstellingen proberen uit haar hoofd te praten.
PRAKTIJK: PANIEK 1
Wat zou jij doen in het geval van Josefien? De tijd nemen om met mevrouw te kijken wat er aan de hand is, waarom zij naar huis wil en verdrietig is. Praten over de angsten en onzekerheden. Informatie en uitleg geven. Irreële ideeën bespreekbaar maken. Geruststellen.
2
Wat had Ingrid beter anders kunnen doen? Nee, Ingrid vertelt iets en laat mevrouw er vervolgens mee zitten, zodat mevrouw haar eigen ideeën gaat vormen. Wanneer een zorgvrager depressief is denkt hij vaak negatief, dus nieuwe
© ThiemeMeulenhoff
27
Verzorgen van ouderen
ideeën worden ook vaak negatief. Ondersteuning en begeleiding bij zo'n belangrijke mededeling is dus noodzakelijk.
28
© ThiemeMeulenhoff
Contextgebonden zorgverlening
De zorgvrager met de ziekte van Parkinson
De zorgvrager met de ziekte van Parkinson ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
PRAKTIJK: HOGE NOOD 1
Hoe zou Roger dit kunnen oplossen? Roger kan meneer Siemen verschonen en uitleggen dat hij druk bezig was. Troosten, begrip tonen voor de nare situatie van meneer samen oplossingen bedenken om dit te voorkomen.
2
Hoe had jij meneer Siemen willen helpen? Uitwerking om dit te voorkomen: signaal / teken afspreken voor noodzakelijke dingen, regelmatig tussendoor vragen hoe het gaat en of er iets nodig is, Taalzakboek, logopedist inschakelen.
PRAKTIJK: VERANTWOORD 1
Denk jij dat Mandy gelijk heeft? Geef redenen waarom het wel en waarom het niet verantwoord kan zijn dat mevrouw de Haan thuis woont. Wel verantwoord: thuiszorg aanwezig, in hoeverre speelt visie van Mandy over veel zorg overnemen een rol? Niet duidelijk hoe vaak hallucinaties voorkomen. Niet verantwoord: valgevaar, hallucinaties kunnen tot ernstige situaties leiden.
2
Hoe kun je dit probleem aanpakken? Uitwerking probleem aangeven bij leidinggevende en in teamoverleg, doorgeven aan arts, evt. overleg over medicatie aanpassingen. Goede observatie en duidelijke rapportage, overleg met mevrouw zelf en familie/partner/mantelzorg.
© ThiemeMeulenhoff
29