www.rotterdam.nl 14010
Rotterdam Begroting 2012 Programmabegroting
Rotterdam Begroting 2012
Inhoudsopgave
pagina 2 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
Inleiding en leeswijzer.......................................................................................................................pag
5
Hoofdstuk 1
Begroting 2012: ‘collegeboodschap’................................................................................................ pag
7
Hoofdstuk 2
Algemeen financieel beeld................................................................................................................ pag
9
Hoofdstuk 3
Investeringen .....................................................................................................................................pag 15
Hoofdstuk 4 Beleidsvelden en Beleidsmatige inspanningen.............................................................................. pag 25 Beleidsveld 1 Bestuur en Dienstverlening ............................................................................................................. pag 27 Beleidsmatige inspanning Besluitvorming en ondersteuning Raad...................................................... pag 29 Beleidsmatige inspanning Besluitvorming en advisering College........................................................ pag 32 Beleidsmatige inspanning Bestuurlijke samenwerking......................................................................... pag 34 Beleidsmatige inspanning Dienstverlening........................................................................................... pag 37 Beleidsveld 2 Algemene Middelen............................................................................................................................pag 41 Beleidsmatige inspanning Belastingen................................................................................................. pag 43 Beleidsmatige inspanning Beheer algemene middelen........................................................................ pag 45 Beleidsveld 3 Cultuur, sport en recreatie (voor nu gereed)................................................................................... pag 51 Beleidsmatige inspanning Cultureel Klimaat........................................................................................ pag 53 Beleidsmatige inspanning Topsport en vergroten deelname sport en recreatie.................................. pag 57 Beleidsveld 4 Veilig ....................................................................................................................................................pag 65 Beleidsmatige inspanning Wijkveiligheid.............................................................................................. pag 67 Beleidsmatige inspanning Geweld en (jeugd-)overlast........................................................................ pag 70 Beleidsmatige inspanning Crisisbeheersing en handhaven openbare orde......................................... pag 73 Beleidsveld 5 Onderwijs............................................................................................................................................pag 77 Beleidsmatige inspanning Leer- en schoolprestaties........................................................................... pag 79 Beleidsveld 6 Volksgezondheid en zorg.................................................................................................................. pag 85 Beleidsmatige inspanning Volksgezondheid........................................................................................ pag 87 Beleidsmatige inspanning Jeugdgezondheidszorg en opvoeding........................................................ pag 91 Beleidsmatige inspanning Kwetsbare personen en huiselijk geweld.................................................... pag 96 Beleidsveld 7 Participatie..........................................................................................................................................pag 103 Beleidsmatige inspanning Arbeidsparticipatie...................................................................................... pag 105 Beleidsmatige inspanning Maatschappelijke participatie..................................................................... pag 111 Beleidsmatige inspanning Participatie jeugd........................................................................................pag 115 Beleidsmatige inspanning Armoedebestrijding....................................................................................pag 117 Beleidsveld 8 Ruimtelijke ontwikkeling en wonen .................................................................................................pag 121 Beleidsmatige inspanning Ruimtelijke ordening en gebiedsontwikkeling............................................. pag 123 Beleidsmatige inspanning Wonen........................................................................................................ pag 129 Beleidsmatige inspanning Vastgoed..................................................................................................... pag 134 Beleidsveld 9 Verkeer en vervoer.............................................................................................................................pag 139 Beleidsmatige inspanning Stedelijke bereikbaarheid........................................................................... pag 141 Beleidsmatige inspanning Duurzame mobiliteit en verkeersveilige stad.............................................. pag 145 Beleidsveld 10 Economie............................................................................................................................................pag 149 Beleidsmatige inspanning Economische structuur en vestigingsklimaat............................................. pag 151 Beleidsveld 11 Milieu / Duurzaamheid.......................................................................................................................pag 159 Beleidsmatige inspanning Milieu en duurzaamheid............................................................................. pag 161 Beleidsveld 12 Fysiek beheer van de stad................................................................................................................. pag 169 Beleidsmatige Inspanning Schoon (maken van de stad) ..................................................................... pag 171 Beleidsmatige Inspanning Heel (maken van de stad)........................................................................... pag 174 Hoofdstuk 5
Concernbrede onderwerpen............................................................................................................. pag 5.1 Lokale heffingen ............................................................................................................................pag 5.2 Weerstandsvermogen ................................................................................................................... pag 5.3 Onderhoud kapitaalgoederen......................................................................................................... pag 5.4 Deelnemingen ...............................................................................................................................pag 5.5 Financiering ...................................................................................................................................pag 5.6 Grondbeleid ...................................................................................................................................pag 5.7 Bedrijfsvoering . .............................................................................................................................pag
181 182 188 192 197 203 208 213
Bijlagen
. ............................................................................................................................................................pag 221
Colofon
. ............................................................................................................................................................pag 302 Inhoudsopave | pagina 3
Inleiding en leeswijzer
pagina 4 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
Inleiding en leeswijzer Voor u ligt de Begroting 2012 van gemeente Rotterdam. In deze begroting leggen wij voorstellen over het beleid in 2012 aan uw raad voor. Ook bevat de begroting de financiële vertaling van het beleid voor de periode 2012 tot en met 2015. Uw raad wordt gevraagd de Begroting 2012 te autoriseren; de begroting voor de overige jaren heeft het karakter van een raming. Deze begroting is opgesteld volgens de eisen van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) voor provincies en gemeenten. Een belangrijk uitgangspunt voor de begroting is ons Collegewerkprogramma. De beleidsuitgangspunten, meetbare resultaten en extra middelen van het Collegewerkprogramma vindt u terug in de diverse hoofdstukken van de begroting. In de Kaderbrief 2011 hebben wij de beleidsmatige en budgettaire kaders geschetst van de Begroting 2012. In hoofdstuk 1 van de begroting 2012 presenteren wij onze inhoudelijke keuzes. In hoofdstuk 2 wordt het financiële beeld weergegeven. Nadat wij in het Coalitieakkoord een omvangrijk bezuinigingspakket hebben vastgesteld, zijn nu nieuwe kostenbesparingen noodzakelijk. In plaats van een langzaam aantrekkende economie wordt steeds meer rekening gehouden met langer aanhoudende economische tegenwind. Het Rijk voelt zich eveneens genoodzaakt om te bezuinigen. In de kaderbrief is daarom opnieuw een stevig maatregelenpakket vastgesteld. Na het vaststellen van de Kaderbrief 2011 is duidelijk geworden dat de maatregelen op het terrein van Werk en Inkomen de juiste zijn, maar pas later effect sorteren. In de Begroting 2012 hebben wij hiermee rekening gehouden door een aantal aanvullende ombuigingen voor te stellen voor een totaal bedrag van € 23 mln. Er is gezocht naar zowel maatregelen van tijdelijke aard naar een structureel maatregelenpakket dat zoveel mogelijk past binnen de doelstellingen van het Collegewerkprogramma. Uitkomst is een sluitende begroting met een meerjarig overschot, waardoor de beschikbare weerstandscapaciteit eind 2015 weer op het niveau kan worden gebracht van 1 januari 2010. In hoofdstuk 3 zetten wij de meerjarige investeringsplanning uiteen. Wij kiezen ervoor om juist in financieel moeilijke tijden ook te blijven investeren in een aantal structuurversterkende projecten in de economie, gebiedsontwikkeling en een aantrekkelijke woonstad. Dit doen we daar waar onze investeringen het meeste rendement voor de Rotterdamse samenleving opleveren, binnen de kaders van de stadsvisie 2030. Hoofdstuk 4 geeft verdere gedetailleerde uitwerking van de doelstellingen in beleidsvelden, beleidsmatige inspanningen en producten. Met ingang van de Begroting 2011 wordt een nieuwe indeling in beleidsvelden gehanteerd. De begrotingsindeling bestaat uit 12 beleidsvelden met daarbinnen een uitsplitsing naar 28 beleidsmatige inspanningen. Met deze indeling wordt beoogd de samenhang tussen het beleid gericht op te bereiken maatschappelijke effecten op de langere termijn (beleidsvelden) en het beleid gericht op effecten en inspanningen op kortere termijn (beleidsmatige inspanningen) met de kosten, beter inzichtelijk te maken. De beleidsvelden en beleidsmatige inspanningen zijn de niveaus waarop de raad stuurt en de beoogde maatschappelijke effecten, prestaties en baten en lasten vaststelt (budgetrecht). Wijzigingen tussen beleidsmatige inspanningen worden door de raad vastgesteld. Het financiële beeld wordt in een aantal tabellen gepresenteerd. De eerste tabel toont de meerjarenraming per beleidsmatige inspanning. Dat betekent dat in één overzicht de baten en de lasten, en de onttrekkingen en toevoegingen aan de reserves zijn opgenomen. De tweede tabel laat de aansluiting met de begroting 2011 zien. Vervolgens worden de verschillen tussen de begroting 2011 en de begroting 2012 in een afzonderlijk mutatieoverzicht zichtbaar gemaakt. Deze mutaties worden allen toegelicht. Als laatste treft u de uitsplitsing naar de afzonderlijke producten aan. Hoofdstuk 5 gaat in op de concernbrede onderwerpen, dit zijn de beheersmatige thema’s die zich lenen voor een concernbrede analyse. Het gaat hierbij om lokale lasten, het weerstandsvermogen, onderhoud van kapitaalgoederen, bestuurlijke participaties, financiering en bedrijfsvoering. Tot slot zijn er diverse bijlagen opgenomen, die een nadere detaillering geven van de informatie uit de hoofdstukken. De in de Begroting 2012 opgenomen bedragen zijn weergegeven in € 1.000,- tenzij anders is vermeld.
Inleiding en leeswijzer | pagina 5
Hoofdstuk 1
pagina 6 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
1. Collegeboodschap Voor u ligt de ontwerpbegroting 2012 en verder van de gemeente Rotterdam, de tweede begroting in deze collegeperiode. De wereldwijde financieel zware tijden, de sterke toename van het aantal bijstandsgerechtigden en de dalende inkomsten voor de gemeente Rotterdam zorgen voor krappere budgetten en vragen om scherpe keuzes. De voorliggende begroting is in evenwicht, het college neemt daarin verantwoordelijkheid en staat voor de keuzes die ze heeft gemaakt voor een sterke stad, waarbij de gemeentelijke organisatie en financiën ook op langere termijn degelijk worden achtergelaten. Nieuwe kostenbesparingen zijn noodzakelijk, want in plaats van een langzaam economisch herstel wordt steeds meer rekening gehouden met langer aanhoudende economische tegenwind. Het Rijk voelt zich eveneens genoodzaakt te bezuinigen, de gevolgen daarvan vertalen zich rechtstreeks door naar dalende inkomsten voor de gemeente Rotterdam. Tegelijkertijd heeft dit college bij haar aantreden een aantal ambities neergelegd. Waar de afgelopen collegeperiodes sterk is geïnvesteerd in veiligheid en de sociale opgaven van de stad, richt dit college zich op economie en talentontwikkeling. Beiden zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden, zodat in economische betere tijden iedereen kan meewerken en mee profiteren. Aan die ambitie houdt het college vast. Het realiseren van de ambities kan alleen als op andere terreinen ook Rotterdammers verantwoordelijkheid nemen. Meer zelfredzaamheid moet ertoe leiden dat de overheid niet de eerste partner is waar automatisch een beroep op wordt gedaan. We steken de hand uit richting organisaties in de stad om in de vorm van partnerschap samen de stad van dienst te zijn. Hiermee scheppen we ruimte om te blijven doen wat noodzakelijk is en ontstaat een kleinere, maar krachtiger overheidsorganisatie die dienstbaar is aan de stad en de Rotterdammers. De wereldwijde financieel zware tijden, de sterke toename van het aantal bijstandsgerechtigden en de dalende inkomsten voor de gemeente Rotterdam, zullen resulteren in een tekort in het lopende boekjaar 2011. Om dit tekort op te vangen heeft het college een aantal keuzes gemaakt. Keuzes die allemaal passen binnen de ambitie om talent en economie stevig te verankeren in de stad. Allereerst is in de eigen organisatie de rem gezet op uitgaven en het verlengen van tijdelijke contracten. Uiteraard met oog voor de normale dienstverlening die Rotterdammers van de gemeente mogen verwachten. Ten tweede is in de sector Werk & Inkomen een aantal maatregelen genomen om de instroom in de bijstand te beperken, de uitstroom te bevorderen en de kosten van de uitkeringen te verlagen. Tot slot is aanspraak gedaan op de financiële reserves die de gemeente achter de hand heeft. Daarbij heeft het college zichzelf de opdracht opgelegd deze reserves in de meerjarenbegroting weer op het niveau van 2010 te brengen. Zoals gezegd, de begroting is sluitend. Met voorziene risico’s is rekening gehouden in de begroting. Voor onvoorziene risico’s kan een beroep worden gedaan op de inzet van of een lening vanuit de reserves, mits deze in de meerjarenbegroting op het niveau van 2010 gehandhaafd worden. Als gevolg van uitputting van het weerstandsvermogen is voor het tekort van 2011 een lening verstrekt vanuit het Investeringsfonds Rotterdam. De tekorten van 2011 werken door in 2012. Daarom bezuinigt het college op een aantal zaken. Naast een soberheidskorting die € 12 mln moet opleveren, wordt bijvoorbeeld onderhoud in de buitenruimte uitgesteld, het gratis openbaar vervoer voor 65-plussers beperkt en gaat er minder geld naar het Stadsinitiatief. Het college zet samen met het Rijk in op Rotterdam Zuid. Het potentieel dat daar aanwezig is, moet de komende jaren worden verzilverd. Hiervan profiteert zowel de stad als de nationale economie. Om het nationale belang te benadrukken heeft het Rijk samen met de gemeente en maatschappelijke partners een Nationaal Programma Kwaliteitssprong Zuid opgesteld. Het uitvoeringsprogramma waarin de concrete inspanningen zijn opgenomen wordt naar verwachting begin volgend jaar vastgesteld. Het college zorgt met bovenstaande maatregelen dat er verantwoordelijkheid wordt genomen, dat wordt geschrapt waar het kan en dat er aandacht blijft waar nodig. De stad staat er straks door een sterke focus op talent en ondernemen goed voor en de gemeentelijke organisatie en het huishoudboekje worden solide opgeleverd. Hoofdstuk 1 | Begroting 2012: ‘collegeboodschap’ | pagina 7
Hoofdstuk 2
pagina 8 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
2. Algemeen financieel beeld
Op 30 juni 2011 heeft uw raad de Kaderbrief 2011 vastgesteld. De Kaderbrief wordt in deze Begroting 2012 nader uitgewerkt. In dit hoofdstuk komen het algemeen financieel kader, de belangrijkste knelpunten, ombuigingen en financiële risico’s en de ontwikkeling van het weerstandsvermogen aan de orde. In de Begroting 2011 is een omvangrijk bezuinigingspakket vastgesteld dat gefaseerd oploopt tot € 255 mln per jaar in 2015. In de Kaderbrief 2011 waren wij opnieuw genoodzaakt om stevig bij te sturen middels een maatregelenpakket. Dit was onoverkomelijk om de volgende redenen: 1. de economische crisis leidt tot een forse toename van bijstandsgerechtigden; 2. de bouwsector trekt niet zo snel aan als gedacht; 3. de krimpopgave is, als gevolg van wegvallende middelen van niet-gemeentelijke opdrachtgevers, groter dan op korte termijn kan worden gerealiseerd; 4. het kabinet kort op specifieke uitkeringen en decentralisatie-uitkeringen.
2.1
Opbouw en omvang van de begroting
De omvang van de Begroting 2012 is € 4,4 mld bruto. De inkomsten komen uit volgende de bronnen ter beschikking. Algemene uitkering Gemeentefonds De algemene uitkering uit het Gemeentefonds die de gemeente van het Rijk ontvangt, bedraagt zo’n € 1,0 mld. De verdeling over de gemeenten gebeurt aan de hand van de zogenaamde verdeelmaatstaven, zoals inwonertal, oppervlakte, sociale structuur en fysieke kenmerken als wateroppervlakte, wegenstructuur, woningvoorraad en bebouwingsdichtheid. Belastingen en tarieven De gemeente mag op grond van de Gemeentewet van haar inwoners ook zelf belasting heffen. De belangrijkste is de onroerende zaakbelasting (OZB), maar de gemeente heft ook andere belastingen als precario, logiesbelasting en hondenbelasting. De belastinginkomsten bedragen in 2012 zo’n € 215 mln. De gemeente brengt daarnaast tarieven in rekening bij diensten of producten waarvan de inwoners individueel profijt hebben. Voorbeelden zijn de afgifte van een paspoort of een rijbewijs, opbrengsten uit parkeren of het ophalen van huisvuil en vervanging en onderhoud van riolen. De opbrengsten uit tarieven bedragen ca € 540 mln. Uitgangspunt is dat deze tarieven kostendekkend zijn of richting kostendekkendheid bewegen. In de paragraaf lokale heffingen worden de beleidsuitgangspunten met betrekking tot de belastingen en tarieven nader toegelicht. Doeluitkeringen De gemeenten ontvangt ook doeluitkeringen van andere instanties, meestal het Rijk. De middelen zijn dan op voorhand geoormerkt voor specifieke doeleinden. De doeluitkeringen bedragen in 2012 ca € 1,1 mld. De grootste doeluitkeringen hebben betrekking op Werk en Bijstand, Maatschappelijke Opvang, Onderwijs en Ruimtelijke Ordening.
Hoofdstuk 2 | Algemeen financieel beeld | pagina 9
Overige inkomsten De overige inkomsten bedragen circa € 695 mln. Deze betreffen onder meer de rente en winstuitkeringen (€ 150 mln), onttrekkingen aan reserves (€ 245 mln) en ontvangen vergoedingen voor personeel, huur, grond, etc. (€ 300 mln). Interne leveringen De interne leveringen bedragen circa € 900 mln. Het gaat hierbij om in rekening gebrachte onderlinge diensten, zoals bijvoorbeeld de huur van gebouwen, inhuur van intern personeel, de verschillende Shared Services en rente voor verstrekt kapitaal. Conform de door uw raad aangenomen motie is per beleidsveld aangegeven welk deel van de baten en lasten betrekking heeft op interne leveringen. In bijlage 7 wordt dit gepresenteerd. Flexibel deel van de begroting Van de € 4,4 mld aan inkomsten zijn de uitkering uit het Gemeentefonds en de belastinginkomsten vrij inzetbaar. Voor een aantal taken bestaat echter wel een wettelijke “zorgtaak”, zoals bijvoorbeeld op het terrein van onderwijshuisvesting. Vanuit het Gemeentefonds wordt circa € 300 mln doorvertaald naar het Deelgemeentefonds. Deze bewegen “trap op trap af” met het Gemeentefonds. Een bezuiniging op het Gemeentefonds wordt derhalve doorvertaald naar de deelgemeenten.
2.2
Financieel beeld 2012–2015
In juni hebben wij de Kaderbrief 2011 gepresenteerd. Daarin is een financieel kader opgenomen, dat uitgaat van herstel van financieel evenwicht en weerstandsvermogen. We werken aan een fors meerjarig overschot teneinde het weerstandsvermogen in de komende jaren op het normatieve peil te brengen. De wereldwijd financieel zware tijden, de sterke toename van het aantal bijstandsgerechtigden en de dalende inkomsten voor de gemeente Rotterdam zorgen voor krappere budgetten en vragen om scherpe keuzes. Bij de start van het college in 2010 is een omvangrijk bezuinigingspakket vastgesteld dat in 2012 ca € 130 mln bedraagt. Nieuwe kostenbesparingen zijn noodzakelijk, want in plaats van een langzaam aantrekkende economie wordt steeds meer rekening gehouden met langer aanhoudende economische tegenwind. Het Rijk voelt zich eveneens genoodzaakt te bezuinigen, de gevolgen daarvan vertalen zich rechtstreeks door naar dalende inkomsten voor de gemeente Rotterdam. In de kaderbrief is daarom opnieuw een stevig maatregelenpakket vastgesteld, waarbij ombuigingen zijn voorgesteld die in 2012 ca € 180 mln extra bedragen. De nadere uitwerking van de problematiek op het terrein van Werk en Inkomen heeft ons genoodzaakt om aanvullende maatregelen te treffen voor € 23 mln. Er is gezocht naar zowel maatregelen van tijdelijke aard (temporiseren van onderhoud voor zover verantwoord), als een structureel maatregelenpakket dat de doelstellingen van het Collegewerkprogramma zo min mogelijk schade berokkent. Uitkomst is een meerjarig overschot, dat ertoe leidt dat de beschikbare weerstandscapaciteit eind 2015 weer op het niveau is van 1 januari 2010. Kaderbrief begroting Gemeentefonds Kaderbrief Begroting 2010 Ramingsbijstellingen Kaderbrief Begroting 2012 Knelpunten Kaderbrief Begroting 2012 Ombuigingen Kaderbrief Begroting 2012 Toevoeging aan de algemene reserve Totaal
2012 14.589 14.400 189 7.020 10.620 -3.600 -216.440 -202.201 -14.239 202.737 179.637 23.100
2013 8.286 14.400 -6.114 -21.734 -18.134 -3.600 -226.328 -202.380 -23.948 248.908 226.908 22.000
2014 26.070 14.400 11.670 -21.734 -18.134 -3.600 -218.596 -193.480 -25.116 270.627 249.627 21.000
2015 23.769 14.400 9.369 -21.734 -18.134 -3.600 -217.611 -200.418 -17.193 282.015 257.315 24.700
-7.906
-9.132
-56.367
-66.439
0
0
0
0
Gemeentefonds In de Begroting 2011 zijn op grond van de rijksbrede heroverwegingen die moesten leiden tot forse bezuinigingen op de Rijksbegroting, veronderstellingen gedaan ten aanzien van de ontwikkeling van het Gemeentefonds. Bij Kaderbrief 2011 hebben wij, op grond van een eerste beoordeling van de Mei-circulaire Gemeentefonds 2011, geconcludeerd dat de ontwikkeling van het Gemeentefonds beter zou uitpakken, dan bij Begroting 2011 was voorzien. Wij hebben daarbij ingeschat dat de algemene uitkering uit het Gemeentefonds meerjarig ruimte zou bieden voor een extra inzet van € 14,4 mln.
pagina 10 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
Er zou dan naar onze inschatting zelfs nog geld resteren voor het (gedeeltelijk) afdekken van de financiële risico’s i.v.m. de beoogde decentralisatie van rijkstaken en het vervallen van specifieke uitkeringen van het Rijk. Op grond van een nadere analyse van de Meicirculaire Gemeentefonds 2011, de recente bestuursafspraken tussen VNG en Rijk én de doorwerking van onze plannen die moeten leiden tot het terugdringen van het aantal bijstandsontvangers, moet het beeld thans worden bijgesteld. Het huidige beeld leert ons dat, nog afgezien van het effect van de Miljoenennota 2012 en de daarop gebaseerde Septembercirculaire Gemeentefonds 2011, de financiële ruimte voor het (gedeeltelijk) afdekken van bovengenoemde financiële risico’s, zoals deze bij Kaderbrief 2011 nog werd voorzien, inmiddels (nagenoeg) is verdampt. Ramingsbijstellingen Belastingramingen Ramingen leges Opbrengst dividenden Rente Totaal
2012 -3.400 -3.000 17.020 -3.600 7.020
2013 -7.900 -3.000 -7.234 -3.600 -21.734
2014 -7.900 -3.000 -7.234 -3.600 -21.734
2015 -7.900 -3.000 -7.234 -3.600 -21.734
De economische crisis heeft gevolgen voor de inkomsten van de gemeente. Zo is er sprake van een negatieve bijstelling van de OZB raming, als gevolg van het later starten op de Tweede Maasvlakte. Daarnaast worden minder opbrengsten verwacht uit diverse belastingen en leges. Als gevolg van het tekort 2011, dat groter is dan de resterende algemene reserve, is bij de 2e Bestuursrapportage door ons college gezocht naar incidentele dekking door middel van vermogenscomponenten op de balans. Het tekort 2011 wordt geleend uit het IFR, met daarbij de afspraak dat de incidentele baten uit hoofde van verkoop van deelnemingen weer worden toegevoegd aan het IFR zodat zo snel mogelijk de hoofdsom van het IFR weer wordt aangevuld. De derving van de bespaarde rente (€ 3,6 mln) moet in het meerjarig begrotingsbeeld worden gecompenseerd, zodat het investeringspeil voor deze periode gelijk blijft. Knelpunten In de meerjarenraming doen zich een groot aantal knelpunten voor. Deze compenseren wij door een omvangrijk maatregelenpakket. De grootste knelpunten vinden plaats op het terrein van Onderwijs, Participatie en Werk. In hoofdstuk 4 “Beleidsmatige inspanningen” worden de knelpunten nader toegelicht. Knelpunten Volksgezondheid, jeugd en welzijn Onderwijs participatie en werk WWB WSW Armoede Onderwijshuisvesting ID/WIW Participatiefonds (spaarsaldo) Sociale teams Sport en cultuur Veiligheid Economie, haven, duurzaamheid en infrastructuur Wonen, RO, buitenruimte en gebiedsontwikkeling Organisatie en financiën, bedrijfsvoering, overig Totaal
2012 -14.162 -155.663 -136.123 -14.000 -4.000 0 -2.340 0 800 -1.543 -2.738 -3.347 -29.654 -9.333 -216.440
2013 -18.062 -162.950 -134.750 -14.000 -4.000 0 -4.000 -6.200 0 -4.303 -2.738 -4.205 -26.718 -7.352 -226.328
2014 -18.073 -163.500 -137.000 -14.000 -4.000 0 -5.800 -2.700 0 -4.274 -2.738 -5.434 -22.381 -2.196 -218.596
2015 -18.062 -162.000 -137.000 -14.000 -4.000 -1.200 -5.800 0 0 -3.028 -2.738 -5.725 -27.487 1.429 -217.611
Ombuigingen Gezien de bovenstaande knelpunten zien wij ons genoodzaakt om nieuwe bezuinigingen voor te stellen. Dit is onoverkomelijk, omdat de economische crisis leidt tot een forse toename in de bijstand, er nog steeds verlies wordt geleden op grondexploitaties, het kabinet kort op specifieke uitkeringen en ter compensatie van wegvallende middelen van nietgemeentelijke opdrachtgevers.
Hoofdstuk 2 | Algemeen financieel beeld | pagina 11
Ombuigingen Volksgezondheid, jeugd en welzijn Onderwijs, participatie en werk WWB WSW Armoede Onderwijs Sport en cultuur Veiligheid Economie, haven, duurzaamheid en infrastructuur Wonen, RO, buitenruimte en gebiedsontwikkeling Stadsinitiatieven Kostendekkendheid tarieven Organisatie en financiën, bedrijfsvoering, overig Totaal
2.3
2012 6.419 133.970 116.970 10.000 4.000 3.000 1.500 6.050 5.300 13.826 1.250 11.260 23.162 202.737
2013 7.656 152.750 132.750 11.000 4.000 5.000 4.800 6.050 4.767 6.753 2.250 20.320 43.562 248.908
2014 7.756 157.200 135.000 12.000 4.000 6.200 4.800 6.050 5.067 6.531 1.250 24.400 57.573 270.627
2015 7.975 158.200 135.000 13.000 4.000 6.200 4.800 6.050 9.467 6.311 -2.750 24.400 67.562 282.015
Risico’s en onzekerheden
Miljoenennota 2012 De Miljoenennota 2012 en de Septembercirculaire Gemeentefonds 2011 konden in de voorliggende begroting niet meer worden verwerkt. Beide stukken lijken te wijzen op een nieuwe financiële tegenvaller voor 2012, met name als gevolg van het feit dat het accres m.b.t. het Gemeentefonds in 2012 lager uitvalt dan op grond van de Meicirculaire Gemeentefonds 2011 en de bestuursafspraken VNG-Rijk mocht worden verwacht. Uit nader onderzoek van alle in de Septembercirculaire Gemeentefonds opgenomen ontwikkelingen zal moeten blijken hoe deze financiële tegenvaller voor Rotterdam uitpakt. Verder lijkt sprake van een aantal opwaartse mutaties (onder andere bijstand), waarbij niet duidelijk is of die verwerkt kunnen worden in het algemene beeld. Zodra nadere informatie beschikbaar is, wordt uw Raad daarover separaat geïnformeerd. Bijzondere positie G4 Andere onzekerheden zijn de discussie over het loslaten van de bijzondere positie van de G4 (Rotterdam ontvangt nu € 170 mln extra per jaar) en mogelijke effecten van een eventuele bestuurlijke herverdeling en decentralisatie van taken. Deze gaan veelal gepaard met efficiencykortingen. Ons uitgangspunt blijft dat de gemeentelijke uitgaven navenant zullen dalen bij bezuinigingen op de specifieke uitkeringen. Wij springen alleen bij als een bezuiniging leidt tot onaanvaardbare maatschappelijke gevolgen. Grondexploitaties en vastgoed In 2010 heeft een grootschalige afwaardering plaatsgevonden van de Rotterdamse grondexploitatieportefeuille van circa € 195 mln (verliesnemingen en voorzieningen). Vanwege deze afwaardering zijn veel van de risico’s verminderd. De portefeuille kent daarom op dit moment een gemiddeld risicoprofiel. In de paragraaf Grondbeleid wordt hier nader op ingegaan. Werk en Bijstand Van de verwachte ‘opbrengst’ van de ombuigingen 2012 (€ 87 mln) is de bandbreedte een resultaat tussen € 40 en € 80 mln. In de expertmeeting met de raad op 7 september 2011 is dit beeld bevestigd. De kans dat de maximale opbrengst gehaald wordt zal gering zijn. Dit vormt aanleiding om een risicoreserve te vormen, maar tegelijkertijd vast te houden aan de ingezette maatregelen.
2.4
Weerstandsvermogen
Het weerstandsvermogen is de mate waarin financiële gevolgen van onvoorziene gebeurtenissen kunnen worden opgevangen. De beschikbare weerstandscapaciteit conform de bestaande definitie bestaat uit de algemene concernreserve en de financieringsreserve. De rekenkamer geeft in haar brief van 21 juli jl. aan dat het BBV de ruimte biedt om de onbenutte belastingcapaciteit en de bestemmingsreserves ook als beschikbare weerstandscapaciteit te beschouwen. Het vermogen van de gemeente is meer dan alleen de algemene reserve en de financieringsreserve. We onderzoeken momenteel welk deel van het overige vermogen, waaronder de bestemmingsreserves, als weerstandscapaciteit kan worden beschouwd. Dit wordt uitgewerkt in de beleidsnota Weerstandsvermogen, waarbij ook de methode van risico-inschatting in ogenschouw wordt genomen.
pagina 12 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
Weerstandsvermogen Beginstand Geraamde toevoegingen Geraamde onttrekkingen Voorgestelde toevoeging 2e burap Geprognotiseerd tekort 1e burap 2011 Geprognotiseerd tekort 2e burap 2011 Geprognotiseerd weerstandsvermogen 2011 Meerjarenprognose begroting 2012 Voorgestelde onttrekking IFR Eindstand
2011 93.196 29.824 -20.839 6.800 -86.224 -89.812 -67.055 75.362 8.307
2012 8.307 11.981 -28.194
2013 0 13.901 -3.885
2014 19.148 21.491 -8.658
2015 88.348 17.491 -10.686
7.906
9.132
56.367
66.439
0
19.148
88.348
161.592
Toelichting tabel In de tabel wordt de beginstand 2011 van het weerstandsvermogen gepresenteerd, waarna de geraamde toevoegingen en onttrekkingen worden weergegeven. In de begroting 2011 is aangegeven dat de geraamde onttrekking aan de algemene reserve in 2012 groter dan de geraamde toevoeging. Dit komt door een tijdelijk tempoverschil tussen geraamde toevoegingen en onttrekkingen. Vanaf 2013 neemt het weerstandsvermogen weer toe. In 2011 lijkt een tekort te ontstaan dat groter is dan de beschikbare weerstandscapaciteit van dit moment (-/- € 67,1 mln). Dit zou betekenen dat de Algemene Reserve negatief zou worden, hetgeen niet toegestaan is. Andere vermogenscomponenten zijn evenwel nog beschikbaar, mits daartoe wordt besloten. Omdat de Algemene Reserve niet toereikend is voor het opvangen van het tekort 2011, wordt in de tweede bestuursrapportage 2011 een tijdelijke uitname uit het IFR voorgesteld, waarbij de hoofdsom van het IFR zo snel mogelijk weer zal worden aangevuld uit opbrengsten van verkoop van deelnemingen. Echter, door de in de begroting 2011 gepresenteerde hogere onttrekking in 2012 zou het weerstandsvermogen eind 2012 wederom negatief worden. Daarom stellen wij voor om de onttrekking aan het IFR in 2011 zo groot te laten zijn, dat het weerstandsvermogen eind 2012 op 0 sluit (in concreto € 75,4 mln). In de latere jaren stijgt het weerstandsvermogen als gevolg van de geraamde overschotten naar 162 mln. Om de Algemene Reserve en de Financieringsreserve weer op peil te brengen zijn maatregelen nodig. Het college stelt daarom voor om alle geraamde overschotten in de meerjarenramingen toe te voegen aan de weerstandscapaciteit. Doel is om de weerstandscapaciteit met ca € 140 mln aan te vullen, waardoor deze eind 2015 gelijk is aan de stand van de beschikbare weerstandscapaciteit op 1 januari 2010 (€ 160 mln).
Hoofdstuk 2 | Algemeen financieel beeld | pagina 13
Hoofdstuk 3
pagina 14 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
3. Investeringen
Blijven investeren in de stad De ontwikkeling van Rotterdam mag niet stil komen te staan. Wij kiezen ervoor om juist in financieel moeilijke tijden te blijven investeren in een aantal structuurversterkende investeringen in de economie, gebiedsontwikkeling en aantrekkelijke woonstad. Dit doen we daar waar onze investeringen het meeste rendement voor de Rotterdamse samenleving opleveren. Dit vraagt om een gestructureerde manier van sturen op investeringen. Beschikbare financieringsbronnen zijn per definitie ontoereikend. Fasering, temporisering en prioriteitstelling in het planaanbod zijn noodzakelijk. Alleen dan kunnen voorgenomen ontwikkelingen daadwerkelijk van de grond komen en kan er gewerkt worden aan het toekomstperspectief van Rotterdam. Voor de ruimtelijk economische investeringen vormt de Stadsvisie Rotterdam 2030 het belangrijkste kader. Randvoorwaardelijk hieraan investeert de gemeente in buitenruimte, duurzame bereikbaarheid, milieu en duurzaamheid, voorzieningen, architectuur en cultuurhistorie. In de afgelopen periode zijn stappen gezet in de aanscherping en uitvoering van de Stadsvisie. Het gaat erom dat we op lange termijn kunnen sturen op de gewenste ontwikkeling en de te behalen ambities. Dit alles is noodzakelijk om te komen tot een realistisch en samenhangend investeringspakket waarmee we zoveel mogelijk effect halen uit onze beperkte investeringsruimte.
De investeringsstrategie De investeringsstrategie is het instrument waarmee jaarlijks de ruimtelijk economische en ruimtelijk sociale investeringen inhoudelijk en financieel worden gewogen en geprioriteerd op basis van hun bijdrage aan het grootste maatschappelijke en/of financiële rendement voor de stad. Dit gebeurt onder meer aan de hand van een Maatschappelijke Kosten Baten Analyse (MKBA) op hoofdlijnen. De investeringsstrategie is een integraal afwegingskader voor de projecten uit de Meerjarige Investeringsplanning. Daarbij wordt optimaal gebruik gemaakt van externe financieringsbronnen of fondsen en wordt daar waar mogelijk een fasering aangebracht in de aanwending van de eigen financiële middelen. De investeringen die zijn opgenomen in dit hoofdstuk staan los van de jaarlijkse reguliere investeringen (ca. € 400 mln) in grondexploitaties, vastgoed, verkeer en vervoer, onderwijshuisvesting, bruggen, tunnels, etc. Ook is er nog ruim € 1,0 mld aan eerder toegekende projecten in voorbereiding of uitvoering. Deze worden gedekt uit de grote investeringsfondsen, zoals het Investeringsfonds Rotterdam (IFR), het Investeringsfonds Stedelijke Vernieuwing (ISV) en het Parkeerfonds.
Hoofdstuk 3 | Investeringen | pagina 15
Meerjarige investeringsplanning De Meerjarige Investeringsplanning (MIP) – vastgesteld door uw raad bij de begroting 2011 – geeft inzicht in de richting van de inzet van investeringsmiddelen voor de periode 2011–2014 en geeft een doorkijk naar de volgende raadsperiode. Definitieve dekking van de investeringen is hiermee echter nog niet geregeld. De MIP kent over de gehele periode een overmaat op de investeringen, dat wil zeggen dat er meer projecten in de MIP staan dan dat er voor de hele periode middelen vanuit het IFR beschikbaar zijn. De MIP is een planning en geeft geen dekking. Per jaar wordt toewijzing van middelen via de korte termijn investeringsstrategie gedaan. De opgave hierbij is om uiteindelijk in 2014 de overmaat in de totale MIP terug te brengen door nader te bekijken of projecten goedkoper kunnen (met eenzelfde resultaat), op andere manieren (deels) gedekt kunnen worden of door verder te prioriteren. Bij de vaststelling van de Kaderbrief door uw raad op 30 juni 2011 heeft u ook ingestemd met het investeringsvoorstel 2012. Als gevolg hiervan zijn er een aantal wijzigingen in de MIP doorgevoerd. Onderstaande tabel geeft de bijgestelde – dat wil zeggen ten opzichte van het jaar 2011 – MIP weer. Cluster
Project
I/O
Totaal
2011
2012
2013
2014
toegekend
toegekend
planning
planning
Voorbereiding
Diverse projecten MIP
O
8,6
3,0
1,1
2,5
2,0
Binnenstad
Buitenruimte Binnenstad
O
25,9
10,9
3,0
6,0
6,0
Noodzakelijk beheer buitenruimte
O
2,7
1,1
1,6
Coolhaven (bijdrage buitenruimte)
O
5,0
Levendige Binnenstad (cultuur)
O
3,6
Hart van Zuid
Motorstraatgebied
O
3,0
Stadshavens
Diverse projecten
O
18,0
Kadeconstructie Fenixloodsen
I
3,3
Buitenruimte
5,0 1,2
1,2
1,2
9,0
9,0
0,3
0,3
0,3
3,0 *
Rondje Rijnhaven/Maashaven (ECC)
O
3,7
3,7
Groen
O
3,4
0,4
2,0
1,0
Blaak Zuidzijde
O
4,6
3,0
1,6
0,6
Nieuwe Binnenweg
O
0,6
Bijzondere aanpak
VVE 010+
O
9,3
(delen van) Zuid
Particuliere woningvoorraad Nieuw
O
7,3
3,0
3,0
1,3
Bestaande Voorraad Oud
O
12,0
3,0
4,0
5,0
7,0
5,3
6,0
Pact op Zuid
O
19,3
7,0
Verkeer en Vervoer
P&R Kralingse Zoom
O
6,0
6,0
Sport en Recreatie
Plaswijckpark
O
2,5
Leonidas
O
1,8
1,8 *
3,3
2,5
Gymlokalen Lekker Fit!
I
5,9
0,5
0,5
0,5
Van Ravesteijn Monumenten Blijdorp
O
4,5
1,5
1,5
1,5
Roeibaan Eendragtspolder
I
1,2
*
0,1
0,1
Oostelijk Zwembad
I
8,3
*
0,5
0,5
Kunst en Cultuur
Gouvernestraat KT
O
0,7
0,7
Water
A15 Blauwe verbinding
I
3,6
*
0,3
0,3
0,3
Onderwijs
Erasmus University College
I
2,0
*
0,2
0,2
Rotterdam Centraal
Indexering + kostenstijging
O
36,2
10,2
26,0
Afspraken CWP
Saldi1
O
63,4+PM
11,8
24,0+PM
27,6+PM
Totaal
24,6
58,6
99,7
64,1
Beschikbaar
24,6
58,6
29,0
40,5
O = out-of-pocket investering, I = investering met kapitaalslasten (*)
Investeringsprogramma 2012 Het investeringsprogramma 2012 is onderdeel van de MIP. In de kolom 2012 van bovenstaand overzicht is de investeringsbegroting voor dit jaar opgenomen. Meer gedetailleerde informatie over alle investeringen in 2012 en de argumenten voor toekenning (afwegingsproces), is opgenomen in de factsheets in bijlage 11.
1
Dit is het saldo van de intensiveringsopgave, gederfde renteopbrengsten en incidentele meevallers.
pagina 16 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
Overmaat in 2013 en 2014 Met de toegekende middelen uit 2011 en het investeringsprogramma voor 2012, kent de MIP in de jaren 2013 en 2014 nog een resterende investeringsbehoefte van € 163,8 mln2. Daar tegenover staat een verwachte dekking van € 69,5 mln. Er is derhalve nog een verwacht tekort van € 94,3 mln in deze periode (2013 en 2014). Bij de voorstellen voor de begrotingen in 2013 en 2014 moet worden bezien in welke mate deze planning passend kan worden gemaakt in de investeringsbegroting. Enerzijds door voorstellen voor vrijval van eerder toegekende IFR projecten te doen conform de spelregels die daarvoor gelden (zie ook volgende paragraaf), anderzijds door nader te prioriteren op basis van het maatschappelijk en financieel rendement per project. De onvermijdelijke projecten uit de MIP en doorlopende kapitaalslasten tellen echter al op tot meer dan het op dit moment beschikbaar budget. De kans is dus groot dat de gereserveerde bedragen voor nieuwe projecten en programma’s uit de MIP, niet of slechts gedeeltelijk toegekend kunnen worden. Daarom zullen we in 2012 een Midterm Review (MTR) uitvoeren op het totale investeringsprogramma en deze opleveren bij de Voorjaarsretraite in 2012. Voortgang en tempo van de uitgevoerde projecten worden nader bekeken alsmede de efficiency van de bestedingen en effectiviteit van de ingrepen.
Wijzigingen in MIP ten opzichte van Begroting 2011 Bijgestelde MIP-totalen Zoals aan het begin van deze paragraaf beschreven, is de opgave om uiteindelijk de overmaat in de totale MIP terug te brengen. Als gevolg van de jaarlijkse afweging binnen de korte termijn investeringsstrategie zijn de totale reserveringen voor een aantal projecten teruggebracht ten opzichte van 2011. Het gaat hier om de projecten: Voorbereidingsbudget, Buitenruimte Binnenstad, Levendige Binnenstad (cultuur kleinschalig) en Groen. Naar aanleiding van de verplichtingenstop die in het tweede kwartaal van 2011 is ingesteld, hebben bovendien de projecten Buitenruimte Binnenstad en Groen een deel van hun middelen voor 2011 ingeleverd. Dit alles heeft geleid tot bijgestelde totalen. Noodzakelijk beheer Buitenruimte Binnenstad In de herziene versie van de MIP is het project Noodzakelijk beheer Buitenruimte Binnenstad als apart project binnen het cluster Binnenstad opgenomen. Voorheen was dit opgenomen binnen Buitenruimte Binnenstad. Reden voor deze wijziging is het beter inzichtelijk maken van onvermijdelijke projecten binnen de MIP. Aanvullende investeringen Verder is er nog een aantal projecten in de herziene versie opgenomen die oorspronkelijk niet in de MIP zaten, maar door recente collegebesluitvorming in het investeringsprogramma 2012 meegenomen worden. Het betreft hier de projecten: Blaak Zuidzijde, Nieuwe Binnenweg, Roeibaan Eendragtspolder (extra middelen), Oostelijk Zwembad en Erasmus University College. Een aantal van deze investeringen wordt geactiveerd. Dit betekent dat zij ook de komende jaren een beslag leggen op de beschikbare middelen. Afspraken collegewerkprogramma Het collegewerkprogramma en de kaderbrief bevatten een dekkingsopgave ten aanzien van de investeringsportefeuille. Samen met de inzet van incidentele meevallers (rente, dividenden, vertragingen) leidt dit tot een structurele dekkingsopgave die oploopt tot € 22 mln per jaar in 2015. Ook is er als gevolg van gederfde renteopbrengsten van de wegvallende bestemmingsreserve Haven een extra opgave van € 8,0 mln per jaar toegevoegd. Voor 2012 is de dekking van de intensiveringsopgave € 13,0 mln. Hierop wordt € 0,6 mln in mindering gebracht voor het project Levendige Binnenstad (cultuur). Als gevolg hiervan wordt de besparingsopgave in 2014 met dit bedrag opgehoogd. Samen met de gederfde renteopbrengsten van € 8,0 mln brengt dit de totale besparingsopgave in 2012 op € 20,4 mln. Hiervan kan een bedrag van € 8,6 mln gedekt worden door incidentele meevallers (bespaarde rente en ISV rentebaten). De resterende € 11,8 mln belast het investeringsprogramma 2012. Dit wordt inzichtelijk gemaakt in onderstaand totaaloverzicht. Omdat van jaar tot jaar bekeken zal worden wat de (incidentele) rentebaten zijn, zijn deze voor 2013 t/m 2015 voorlopig een PM gezet. Jaar Bezuinigingsopgave Mutatie Levendige Binnenstad Gederfde rente Rentemeevallers Totaal
2
2011 10,0 0,0 0,0 -10,0 0,0
2012 13,0 -0,6 8,0 -8,6 11,8
2013 16,0 0,0 8,0 PM 24,0 + PM
2014 19,0 0,6 8,0 PM 27,6 + PM
2015 22,0 0,0 8,0 PM 30,0 + PM
Dit bedrag wijkt af van het bedrag genoemd in bijlage 1 bij de kaderbrief. Belangrijkste redenen hiervoor zijn het ontbreken van de reservering uit de
MIP voor diverse projecten Stadshavens en de saldi als gevolg van afspraken in het collegewerkprogramma. Hoofdstuk 3 | Investeringen | pagina 17
Vrijval Het investeringsprogramma 2012 is budgettair sluitend. Naast de intensivering van € 28,0 mln vanuit het Collegewerkprogramma laten wij een aantal eerder toegekende IFR projecten vrijvallen ten behoeve van de investeringen in 2012. Deze projecten zijn in onderstaande tabel weergegeven. Cluster Centrum
Zuid
Noord Hoek van Holland Verkeer en Vervoer Overig gemeentebreed
Project Herinrichting Spoor en Provenierssingel Fietsparkeren Rotterdam Port experience (RPEX) Fysieke markering brandgrens Verbouwing Oude Luxor Herinrichting Zuidplein Parkstad Hilledijk (wegontsluiting) Pact op Zuid (resterende vrije ruimte) Van Maanenbad Oostelijk Zwembad Dijkverzwaring Hoek van Holland (H6-weg) P&R Lombardijen Fietsroutes Bijdrage Recreatieschappen Bijdrage vanuit middelen Duurzaam
Spelregel C A B B B B C E D D A A C C E
Totaal
Totaal 1,8 1,1 0,5 0,1 0,3 0,5 0,2 6,0 7,0 3,0 4,8 0,8 2,5 0,1 2,0 30,6
Hierbij hebben we de volgende ‘spelregels’ toegepast: A. projecten die binnen twee jaar na toekenning nog niet in uitvoering zijn, vallen in principe vrij. dit voorkomt dat geld te lang ‘op de plank blijft liggen’ en niet voor andere projecten gebruikt kan worden; B. projecten zijn bij einddeclaratie goedkoper uitgevallen; C. er is verschil tussen begrote bedragen en in projectrealisatie opgenomen bedragen; D. criteria IFR: voldoen de projecten aan de criteria van het IFR; E. vrijval als gevolg van verplichtingenstop. Herinrichting Spoor en Provenierssingel Ten aanzien van het project Herinrichting Spoor en Provenierssingel geldt dat ‘slechts’ een deel van de totaal toegekende IFR middelen vrijvallen, namelijk € 1,8 mln. Daarnaast is in het kader van de verplichtingenstop 2011, bij u gemeld bij de Eerste Bestuursrapportage, ook nog € 3,75 mln vrijgevallen. Voor het resterende beschikbare bedrag wordt een alternatief plan opgesteld dat tegemoet komt aan de wensen van deelgemeente en andere betrokkenen. Oostelijk Zwembad Het Oostelijk Zwembad heeft bij de vaststelling van de begroting 2008 € 3,0 mln toegekend gekregen. Omdat de kosten die samenhangen met onderhoud, beheer en vervanging in principe niet in aanmerking komen voor het IFR, laten we deze bijdrage vrijvallen. Tegelijkertijd constateren we dat er op dit moment geen ruimte binnen het beleidsveld Cultuur, sport & recreatie is om de extra exploitatielasten als gevolg van de renovatie op te kunnen vangen en dat de renovatie op zeer korte termijn moet plaatsvinden. Bovendien is er € 5,3 mln meer nodig is. Het Oostelijk Zwembad is daarom als aanvullende investering in het investeringsprogramma voor 2012 opgenomen. Ook de eerder toegekende middelen voor het Van Maanenbad (€ 7,0 mln) vallen vrij vanwege dezelfde argumenten als die voor het Oostelijk Zwembad gelden. De start van de renovatie van het Van Maanenbad vindt in 2013 plaats. Dit leidt tot in 2015 tot een verhoogde exploitatielast. Op dat moment is er wel ruimte binnen beleidsveld Cultuur, sport & recreatie om dit op te vangen.
Langetermijn investeringsplanning De investeringsprojecten voor deze collegeperiode zijn vastgelegd in de Meerjarige Investeringsplanning. Tijdens het vaststellen hiervan in 2010 is geconstateerd dat er ook voor de periode na 2014 keuzes gemaakt moeten worden in de groslijst van investeringen vanwege programmatische concurrentie, krapte in beschikbare middelen (groslijs overstijgt middelen) en om het ambtelijk apparaat gericht in te kunnen zetten. Het is belangrijk om bij deze besluiten het gehele veld van mogelijke investeringen in de periode tot 2020 te overzien. Immers, volgens het principe ‘wie het eerst komt, wie het eerst maalt’, zou al snel een groot deel van het volledige investeringsbedrag besteed zijn. pagina 18 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
Hiermee zijn dan ook de consequenties van deze besluiten op de dingen die niet meer mogelijk zijn onvoldoende inzichtelijk en er is geen beschikbare financiële ruimte meer voor een volgend college om eigen keuzes te maken en specifieke accenten te leggen. Met de Lange Termijn Investeringsplanning (LTIP) geven wij aan welke investeringsbesluiten ons college deze periode wil nemen en welke ruimte hierin voor volgende colleges wordt gelaten. Tevens geeft de LTIP richting aan welke projecten voorbereid worden; daarmee wordt een (voorlopig) pakket samengesteld dat past bij de beschikbare investeringsmiddelen en de ambtelijke capaciteit. Voor de onderdelen waar in de volgende periode geen of onvoldoende zicht is op middelen, wordt de voorbereiding gestopt.
Financieel kader Voor de periode 2015 tot en met 2020 gaan we uit van structureel € 50 mln per jaar voor investeringsmiddelen in het IFR, op grond van de meerjarige financiële doorwerking van het coalitieakkoord en de meerjarenbegroting (totaal € 300 mln). Er is echter een rentederving van € 8 mln per jaar door de recente afwaardering op de grondexploitaties van het grondbedrijf en de bestemmingsreserve Haven die als gevolg daarvan is weggevallen. Per saldo is een bedrag van € 252 mln beschikbaar in de periode 2015 tot en met 2020. Hier ligt nog een structurele bezuinigingsopgave aan ten grondslag van € 22 mln per jaar. De bezuinigingsopgave betreft de bundeling van investeringsmiddelen, voordelen vanwege een meer integrale afweging en de inzet van meevallers in de investeringssfeer, zoals onderbestedingen en dividendmeevallers. Voor deze periode heeft het college besloten om de bezuinigingsopgave van jaar tot jaar in te vullen met meevallers in de investeringssfeer en rentemeevallers. Voor de volgende collegeperiode zijn daar nog geen afspraken over gemaakt. Hier zit dus nog een risico in de realisatie van deze opgave. Gegeven de beschikbare middelen, de nog in te vullen bezuinigingsopgave, problematiek rondom de reguliere vervanging en overige risico’s, stellen wij voor om een lange termijn planning van maximaal € 150 mln op te stellen. Deze planning betreft alleen projecten waarover wij in de periode 2010–2014 een investeringsbesluit willen nemen. Dit laat een vrije ruimte van circa € 100 mln over voor het volgende college om toe te kennen aan andere projecten in de periode 2015–2020.
Lange termijn investeringsplanning 2015–2020 De planning voor 2015–2020 bouwt voort op waar we de afgelopen jaren in geïnvesteerd hebben en ook deze periode in investeren. Via de MIP wordt geïnvesteerd in Binnenstad (buitenruimte en cultuur), Particuliere woningvoorraad, Stadshavens, Groen en water, Sport en Recreatie en Onderwijs. De LTIP gaat verder op de ingeslagen weg en legt meer nadruk op structuurversterkende gebiedsontwikkelingen die nodig zijn voor een aantrekkelijke, duurzame en economisch sterke stad op langere termijn. De uiteindelijke selectie van projecten is zoveel mogelijk financieel geoptimaliseerd door fasering, slimme vormen van financieren en het stellen van een taakstellend budget. Hiermee wordt het beslag op de investeringsmiddelen in de periode 2015–2020 beperkt. Wel betekent dit dat door het uitspreiden van investeringen verplichtingen voor de periode na 2020 worden aangegaan. In onderstaande tabel is de LTIP weergegeven. Cluster Rotterdam Centraal MIP Hart van Zuid Verkeer en Vervoer Stadshavens Stadion Stadionpark
Kwaliteitsprong op Zuid Totaal Beschikbaar
3
Project Indexering + kostenstijging Doorlopende kapitaalslasten Basisprogramma A13/A16 Merwe/Vierhavens GREX stadion Infrastructuur3 Kunstgrasvelden3 GREX sportcampus Vastgoed3 Particuliere woningvoorraad
I/O O O O O O O I I O I O
2015–2020 11 8 48
2021–2030
31 24 12 7 8 PM 149 252
6 42 40 40 40 8 12 188 420
Dit betreffen investeringen waarvan kapitaalslasten zijn opgenomen in de planning. Overige bedragen betreffen het nominale investeringsbedrag. Hoofdstuk 3 | Investeringen | pagina 19
In de planning zijn de bedragen met prijspeil 2011 opgenomen. Net als bij de MIP geldt dat de LTIP nog geen toekenning van middelen is, maar een planning voor een afgebakende periode. In het geval dat de komende jaren daadwerkelijk investeringskrediet aangevraagd wordt, moet dit inclusief prijspeilontwikkelingen en bouwrente zijn. Het IFR is ook opgesteld op prijspeil 2011, dit zal jaarlijks worden opgehoogd met de jaarlijkse loon- en prijsbijstelling (trend). De verwachting is dat deze bijstelling ongeveer even hoog is als de prijspeilontwikkelingen en bouwrente voor de projecten. In het geval dat er toch afwijkingen ontstaan bij de bedragen die nu opgenomen zijn en bij het aanvragen van het investeringskrediet geldt dat bijstelling van het projectbudget bij de jaarlijkse Investeringsstrategie wordt voorgesteld.
Toelichting op LTIP Hieronder volgt een korte toelichting op de projecten uit de LTIP, met uitzondering van Rotterdam Centraal en doorlopende kapitaalslasten MIP. Dit betreffen onvermijdelijke claims binnen de periode 2015–2020. Meer gedetailleerde informatie over onderstaande investeringen is opgenomen in de factsheets in bijlage 11. Hart van Zuid Met het project Hart van Zuid willen we een centrumgebied creëren waar men kan wonen, werken, ondernemen en ontspannen. Hiermee ontstaat een ontmoetingsplek die omliggende wijken en diens bewoners met elkaar bindt. De komende jaren zal de woon-, leef- en verblijfsomgeving een enorme impuls krijgen. Gezien de beschikbare middelen wordt alleen het basisprogramma in de planning opgenomen, inclusief vervanging van het zwembad en kunstenpand. Dit basispakket levert in de MKBA een netto maatschappelijk positief eindsaldo op van € 50 mln, hetgeen uitzonderlijk is voor binnenstedelijke herstructurering van dergelijke schaal. De voorgestelde optie met betrekking tot het uitbreiden naar een 50-meterbad zal als wens in het aanbestedingsdossier worden opgenomen. A13/16 De realisatie van de A13/A16 is van groot belang voor de bereikbaarheid van de stad en regio, zowel via het rijkswegennet als het stedelijke wegennet. De regel dat bovenwettelijke eisen door Rotterdam (en regio) gesteld moeten worden is dat zodoende waardevolle woongebieden en groen- en recreatiegebieden worden beschermd. Het gevraagde bedrag ter hoogte van € 40 mln betreft de Rotterdamse inbreng om uiteindelijk een totaalinvestering te kunnen realiseren van € 1,2 mld ten behoeve van de regionale inpassingswensen. In de onderhandelingen met het rijk moet nader bezien te worden in hoeverre een deel met grond ingebracht kan worden waardoor de druk op het IFR vermindert. Hoewel de verwachting is dat het gevraagde bedrag pas nodig is in de periode na 2020, is deze toch in de LTIP opgenomen omdat in deze periode beslissingen voor de langere termijn genomen moeten worden. Merwe/Vierhavens (Stadshavens) Stadshavens is in het collegewerkprogramma aangewezen als prioritair gebied, samen met Binnenstad en Zuid. Daarnaast heeft het Rijk het besluit genomen om Stadshavens in de top 3 van te ondersteunen gebiedsontwikkelingen in Nederland te zien. De ontwikkeling van Merwe/Vierhavens draagt bij aan de versterking van de Rotterdamse sterke clusters, brengt banen en innovatie. Het project is in potentie een kansrijk project. Om de uitvoering conform planning en zoals vastgesteld in de Structuurvisie (ook met een naar beneden bijgestelde ambitie) te laten voortgaan moeten in deze periode beslissingen worden genomen voor de langere termijn (idem A13/A16). De uitvoering van projecten en daadwerkelijke toekenning van IFR middelen moet gekoppeld worden aan de voorwaarde van een uitgewerkte ontwikkelstrategie met een gedegen risicoanalyse en uitgewerkte businesscase waarmee ook meer duidelijkheid verschaft wordt over de daadwerkelijke rijksbijdrage. Stadionpark en Stadion Het project Stadionpark past bij de doelstelling van de Stadsvisie: het ontwikkelen van een sterke economie en het creëren van een aantrekkelijke woonstad. Het nieuwe stadion aan de Maas, het ontwikkelen van een sportcampus waar talentontwikkeling wordt gestimuleerd, sport en leisure kiezen als leidend economisch en sociaal gebiedsthema, het promoten van een actieve levensstijl, en het vestigen van een nieuw OV knooppunt op Zuid, vormen daarin de sleutelelementen. De maatschappelijke waarde van de hele gebiedsontwikkeling Stadionpark leidt tot een positief saldo van € 31 mln bij de huidige stand van zaken waarbij het project mogelijk nog verder geoptimaliseerd kan worden. Kwaliteitsprong op Zuid / Particuliere woningvoorraad Met het Rijk en maatschappelijke partners wordt een nationaal programma opgezet om op Zuid een Kwaliteitsprong te maken zodat de kansen van dit stadsdeel kunnen worden verzilverd en problemen worden aangepakt die de stad als geheel momenteel remmen in groei en ontwikkeling. Aanpak van de woningvoorraad is cruciaal om Rotterdam verder te krijgen. Voor de aanpak van 3.000 particuliere woningen uit het collegewerkprogramma (programma Particuliere Woningvoorraad 2010–2014) is in totaal € 53 mln nodig, waarvan € 38 mln is aangevraagd bij het IFR. Omdat het huidige systeem van aanschrijven van bewoners en subsidiëren ertoe leidt dat er van dit bedrag slechts € 17 mln op kasbasis nodig is in de huidige periode, schuift € 21 mln door naar de volgende collegeperiode. Dit laatste bedrag is om deze reden opgenomen als claim binnen de LTIP. In het ISV3 programma is ook een deel beschikbaar gesteld voor de aanpak van de particuliere voorraad. pagina 20 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
We gaan op zoek naar nieuw instrumentarium (van subsidiëren naar financieren) waardoor meer woningen met minder gemeentelijk geld kunnen worden verbeterd. Bij de Midterm Review wordt bekeken of en op welke wijze de claim voor de particuliere voorraad nog verder ten laste kan komen van het ISV3. Voorlopig is voor dit project een PM-post opgenomen.
Overige projecten uit de groslijst Een van de doelstellingen van de LTIP is ook om selectief om te gaan met de keuze over welke projecten wel of niet voorbereid kunnen worden. Een zekere planvoorraad is altijd goed, maar moet wel in verhouding staan tot de dekkingsmogelijkheden. Zoals eerder beschreven is er voor het volgende college een vrije ruimte van € 100 mln om toe te kennen aan overige projecten in de periode 2015–2020. Eerdere prioritering heeft geleid tot een groslijst van projecten waaruit het volgende college een keuze kan maken. Hierin is de scheiding gemaakt tussen projecten die in de huidige periode voorbereid mogen worden en projecten waarvan de voorbereiding nu wordt stopgezet. Nu voorbereiden, volgende periode besluit tot investeren en uitvoeren Onderstaande projecten vragen een lange(re) voorbereidingstijd om de volgende periode tot uitvoering te kunnen komen. Aan projecten met een 0-bedrag mag wel voorbereid worden. Daadwerkelijke investering zal echter niet door de gemeente gefinancierd worden. Cluster Stadionpark Woningbouw Bedrijventerrein Binnenstad Verkeer en Vervoer Totaal
Project Kunstijsbaan Woningbouwprogramma Reijerwaard Coolsingel Koninginnebrug
Totaal 0 300 0 45 20 365
Nu niet voorbereiden, volgende periode besluit tot voorbereiden, investeren en uitvoeren Voor de projecten die een korte(re) voorbereidingstijd vragen en waar een volgend college uiteindelijk een besluit kan nemen, hoeven in deze periode geen voorbereidingskosten gemaakt te worden. De raad heeft in juni 2011 gevraagd het project ’s Gravendijkwal op te nemen in de categorie “Nu voorbereiden, volgende periode besluit tot investeren en uitvoeren” (Mo2011-1895). Aangezien de voorbereiding van het project reeds gereed is, is het project opgenomen in onderstaande categorie. Het voorstel voor afdoening van deze motie wordt in een aparte collegebrief aan u toegelicht. Cluster Stadshavens Binnenstad Verkeer en Vervoer Kunst en Cultuur Kleine projecten Voorbereidingsbudget Totaal
Project Rijn/Maashaven Gebiedsoverstijgende infra Buitenruimte Binnenstad Bentinckplein ‘s Gravendijkwal Poppodium Diverse projecten Diverse projecten LTIP
Totaal 30 15 90 8 268 PM PM 15 426
Nu niet voorbereiden, volgende periode besluit tot voorbereiden, na 2020 investeren en uitvoeren Tot slot is er nog een categorie projecten waarvoor we verwachten in de volgende periode geen dekking te kunnen vinden en waarvan de uitvoering dus niet eerder dan na 2020 plaats zal kunnen vinden. Deze projecten maken geen onderdeel meer uit van de Langetermijn Investeringsplanning 2015–2020. De voorbereiding voor deze projecten wordt dan ook stopgezet. Een volgend college kan hierin een nieuwe keuze maken. Cluster Sport en Recreatie Kunst en Cultuur
Stadionpark Totaal
Project 50-meterbad Kunstenpand Middenzaal Stadsmuseum Smeetlandse Viaduct Tweede fase
Totaal 22 10 9 60 55 28 184
Hoofdstuk 3 | Investeringen | pagina 21
Ten slotte De projecten die opgenomen zijn in de investeringsplanning, kennen allemaal nog nadere afweegmomenten waarop ons college een definitief besluit kan nemen rondom de investering (m.u.v. Hart van Zuid). Daarom betreft zowel de MIP als de LTIP een planning en geen definitieve toekenning. In alle gevallen geldt in principe dat bij toekomstige negatieve investeringsbesluiten, de planning aangepast kan worden en ingevuld kan worden met projecten uit de planvoorraad.
pagina 22 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
Hoofdstuk 3 | Investeringen | pagina 23
Hoofdstuk 4
pagina 24 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
4. Beleidsvelden en Beleidsmatige inspanningen
Hoofdstuk 4 | Beleidsvelden en beleidsmatige inspanningen | pagina 25
Hoofdstuk 4.1
pagina 26 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
Beleidsveld 1 Bestuur en dienstverlening
Wat willen we bereiken? Algemene doelstellingen voor dit beleidveld zijn: – Doeltreffend en doelmatig bestuur; – Gemeente Rotterdam als toegangspoort tot de overheid.
Toelichting Bestuur samen met de stad Door de heersende economische crisis zal de bijdrage vanuit de rijksoverheid de komende jaren fors lager zijn. Daarnaast zijn er minder inkomsten uit belastingen en dividenden te verwachten. Des te groter de noodzaak om te kiezen wat we tot de kerntaken van ons apparaat rekenen. Onderdeel daarvan is dat we door samen te werken de kracht van de stad beter benutten. We hebben de afgelopen jaren op veel terreinen al een manier van werken gecreëerd waarbij we met succes de krachten bundelen. Die samenwerking zullen we de komende jaren in het kwadraat moeten voortzetten. Graag laten we ons uitnodigen om met eigen ogen te zien wat er in de Rotterdamse wijken en buurten leeft. We gaan uiteraard regelmatig op eigen initiatief op pad in de stad om met eigen ogen te zien waar de knelpunten en kansen liggen. Eenzelfde handreiking doen we richting gemeenteraad en deelgemeenten. Laten we gezamenlijk kijken naar de uitdagingen die er liggen, want samen zijn we verantwoordelijk voor een klantvriendelijke gemeentelijke overheid met een fatsoenlijke, gezonde bedrijfsvoering. Dat is de basis om Rotterdam op een krachtige manier door deze tijd van recessie te leiden. Gemeentelijke organisatie In het coalitieakkoord is een dubbele ambitie geformuleerd: betere dienstverlening aan burgers en ondernemers en tegelijkertijd meer efficiency om bezuinigingen te kunnen realiseren. Om in 2012 de ontwikkeling en effectuering van zowel één dienstverleningsconcept voortvarend door te zetten in combinatie met een verbeterde efficiency is het noodzakelijk nog steviger in te zetten op de ontwikkeling van de gemeentelijke organisatie zoals die voor ogen staat. Daarom wordt in 2012 ingezet op versnelling van de transitie die al in gang is gezet. Dit betreft de synchronisatie in de clustervorming, de herinrichting van de bedrijfsvoering en de centralisatie van de bestaffing. De gemeentelijke bezetting en formatie worden aangepast, door keuzes te maken ten aanzien van de taken van de gemeente, consequenties te verbinden aan ontstane overcapaciteit en medewerkers flexibel in te zetten. Bovendien wordt meer nadruk gelegd op de verbetering van de financiële huishouding en structurele beheersing van kosten. Zie ook paragraaf 5.7 over de voornemens voor 2012 op het gebied van de bedrijfsvoering.
Hoofdstuk 4.1 | Verslag per beleidsveld | Beleidsveld Bestuur en dienstverlening | pagina 27
bedragen x € 1.000,-
Beleidsveld
Beleidsmatige inspanning
Bestuur en dienstverlening Baten Lasten
157.991 610.704
Besluitvorming en ondersteuning Raad Baten 317 Lasten 10.234
Besluitvorming en advisering College Baten 9.100 Lasten 73.004
Product Raad Baten Lasten
0 4.934
Ondersteuning Raad/Griffie Baten Lasten
0 2.444
Rapporten Rekenkamer Baten Lasten
157 1.472
Rapporten Ombudsman Baten Lasten
160 1.384
College Baten Lasten Ondersteuning bestuurlijke besluitvorming Baten Lasten Auditrapportages Baten Lasten
Bestuurlijke samenwerking Baten Lasten
0 311.648
Uitkering deelgemeenten Baten Lasten
Dienstverlening Baten Lasten
148.574 215.818
Publieksdiensten Baten Lasten
25 3.142
6.437 64.056
2.638 5.806
0 311.648
19.123 32.033
Archivering en beschikbaar stellen van archieven Baten Lasten
1.332 9.400
Beveiliging gemeentelijke gebouwen Baten Lasten Interne dienstverlening Baten Lasten
pagina 28 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
10.891 10.795
117.228 163.590
1.1
Beleidsmatige inspanning Besluitvorming en ondersteuning Raad
Focus van de inspanning: optimaal democratisch functioneren van de gemeente Rotterdam.
Toelichting Inspanningen Raad De raad voert zijn taken op verschillende manieren uit. In de vergaderingen stelt de raad kaders vast waarbinnen het college het beleid voor Rotterdam dient uit te werken en uit te voeren. Concrete voorbeelden zijn de begroting en de bestuursrapportages. Daarnaast neemt de raad besluiten over voorstellen die het college aan hem voorlegt. Dat gebeurt door middel van brieven, nota’s en raadsvoorstellen. Vervolgens controleert de raad of het college het beleid naar behoren uitvoert en (onvoorziene) problemen afdoende aanpakt. Dat gebeurt onder meer door de jaarlijkse verantwoording bij de gemeenterekening. De raads- en commissievergaderingen worden driewekelijks gehouden. In de commissievergaderingen worden raadsbesluiten voorbereid. De raadsvergaderingen zijn rechtstreeks via internet te volgen. Griffie De belangrijkste taak van de griffie is het adviseren en logistiek ondersteunen van de gemeenteraad en zijn raadscommissies. De griffiemedewerkers: – zorgen ervoor dat vergaderingen van raadscommissies en de gemeenteraad in goede banen worden geleid; – verzorgen de informatievoorziening (‘stukkenstroom’) van en naar raad en commissies; – stellen de vergaderagenda’s samen; – ondersteunen en adviseren de raadsvoorzitter (= de burgemeester) en de commissievoorzitters bij het uitoefenen van hun voorzitterschap; – helpen raadsleden bij het formuleren van moties, amendementen, nota’s en initiatiefvoorstellen. Bij de griffie werken 23 mensen. De commissiegriffiers en -secretarissen ondersteunen de vergaderingen van de raadscommissies. De raadscoördinator, secretaris van de raad en raadsmedewerker ondersteunen de vergaderingen van de gemeenteraad. Verder werken een aantal mensen in de staf: communicatiemedewerkers en -adviseurs, medewerkers en adviseurs die de bedrijfsvoering optimaal laten verlopen en medewerkers die de documentatie en informatievoorziening verzorgen. Rekenkamer De Rekenkamer Rotterdam is een onafhankelijk bestuursorgaan en onderzoekt op grond van wettelijke bevoegdheden de doelmatigheid, de doeltreffendheid en rechtmatigheid van het door het Gemeentebestuur gevoerde bestuur. De Rekenkamer publiceert gemiddeld 10 onderzoeken per jaar. Naast haar werkzaamheden voor de Gemeente Rotterdam verleent het bureau ook haar diensten aan de Rekenkamers van de Gemeenten Barendrecht en Lansingerland. Ombudsman Behandeling van klachten over het optreden van de gemeente behoort tot het primaire domein van de ombudsman. Naast klachtbehandeling en het verrichten van onderzoek op eigen initiatief, fungeert de ombudsman als sluitstuk op het integer handelen van de gemeente (de klokkenluidersregeling). De ombudsman is onafhankelijk. Zijn activiteiten zijn er in eerste instantie op gericht om in goed overleg de oorzaak van de klacht weg te nemen en daarmee de eventuele geschonden verhoudingen te herstellen. Anders gezegd: de ombudsman richt zich in eerste instantie op bemiddelen, het herstellen van vertrouwen en het vrede stichten. Het optreden is er daarnaast op gericht de gemeente structureel lering te laten trekken opdat herhaling van soortgelijke klachten wordt voorkomen. Zonodig zal hij het gemeentelijk handelen van een behoorlijkheidsoordeel voorzien en de gemeente middels aanbevelingen aangeven hoe verder te handelen. Naast zijn jaarlijkse Verslag van Werkzaamheden brengt de ombudsman, indien opportuun, openbare rapporten uit. Baten en lasten (meerjarenraming) bedragen x € 1.000,-
Besluitvorming en ondersteuning Raad Baten Lasten Resultaat voor reserveringen Resultaatbestemming Onttrekking aan reserves Toevoeging aan reserves Resultaat na reserveringen
rekening 2010 956 10.141 -9.185
raming 2011 401 9.517 -9.116
begroting 2012 317 10.234 -9.917
raming 013 317 9.784 -9.467
raming 2014 317 9.704 -9.387
raming 2015 317 9.704 -9.387
0 0 -9.185
0 0 -9.116
0 0 -9.917
0 0 -9.467
0 0 -9.387
0 0 -9.387
Hoofdstuk 4.1 | Verslag per beleidsveld | Beleidsveld Bestuur en dienstverlening | pagina 29
Aansluiting met voorgaande begroting (na reservering) bedragen x € 1.000,-
Besluitvorming en ondersteuning Raad
begroting 2012 -9.115 -802 -9.917
raming 2013 -9.120 -347 -9.467
raming 2014 -9.120 -267 -9.387
baten
begroting 2012 lasten
saldo
raming 2013 saldo
raming 2014 saldo
raming 2015 saldo
0 0
490 204
-490 -204
-275 0
-225 0
-225 0
0 0 -86 -86
-35 72 -15 716
35 -72 -71 -802
70 -71 -71 -347
100 -71 -71 -267
100 -71 -71 -267
Begroting 2011 Mutaties kaderbrief en begroting Totaal
raming 2015 -9.120 -267 -9.387
Specificatie mutaties kaderbrief en begroting bedragen x € 1.000,-
Besluitvorming en ondersteuning Raad Mutaties die invloed hebben op de algemene middelen Knelpunten 1. Verhoging budget Ernst & Young 2. Frictiekosten Ombudsman Ombuigingen 1. Ombuiging Rekenkamer Trend Technische wijzigingen Totaal
Toelichting op de mutaties Knelpunten 1. Verhoging budget Ernst & Young Deze toevoeging betreft de voorziene bedragen inzake de extra accountantskosten 2011 t/m 2014 door E&Y vanwege het nieuwe contract. 2. Frictiekosten Ombudsman In 2012 is een incidenteel frictiebudget van € 204 ter beschikking gesteld. Ombuigingen 1. Ombuiging Rekenkamer In het lijn met het Organisatie&Financiën traject zal de rekenkamer een taakstelling verwerken. Deze additionele taakstelling zal ingezet worden vanaf het jaar 2012 en zal in het jaar 2014 volledig zijn ingeboekt (€ 100). Samen met de eerdere taakstelling (€ 33) heeft de Rekenkamer daarmee 10% van haar netto begroting bezuinigd. Trend De trend is de loon- en prijsontwikkeling. Zie voor een nadere uitleg Beleidsmatige inspanning 2.2 ‘Beheer algemene middelen’. Technische wijzigingen De technische wijzigingen per beleidsmatige inspanning zijn toegelicht in bijlage 12.
Uitsplitsing per product (na reservering) bedragen x € 1.000,-
Besluitvorming en ondersteuning Raad Raad Ondersteuning raad/griffie Rapporten Rekenkamer Rapporten Ombudsman Totaal
pagina 30 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
baten 0 0 157 160 317
lasten 4.934 2.444 1.472 1.384 10.234
saldo -4.934 -2.444 -1.315 -1.224 -9.917
Toelichting per product Product Raad Het product Raad bevat voor het grootste gedeelte de reguliere vergoeding en de onkostenvergoeding van de raadsleden. Daarnaast bevat het product Raad ook de doorbetaling van de fractievergoedingen en de kosten van de externe accountant. Product Ondersteuning raad/griffie De werkzaamheden van de Griffie zijn nauw verbonden met de bedrijvigheid van de gemeenteraad. De griffie zorgt voor de inhoudelijke en procesmatige ondersteuning aan de gemeenteraad en de raadscommissies. De lasten bestaan voor het grootste gedeelte uit salariskosten. Product Rekenkamer De Rekenkamer Rotterdam doet onderzoek naar de doelmatigheid, de doeltreffendheid, de rechtmatigheid en de transparantie van het door het gemeentebestuur gevoerde bestuur. De lasten van dit product bestaan voornamelijk uit salariskosten. De baten betreffen de dienstverlening aan enkele (omliggende) gemeenten en deelgemeenten. Product Ombudsman De ombudsman heeft als primair domein de behandeling van klachten. De lasten bestaan voornamelijk uit salariskosten. De baten betreffen de dienstverlening aan enkele omliggende gemeenten.
Hoofdstuk 4.1 | Verslag per beleidsveld | Beleidsveld Bestuur en dienstverlening | pagina 31
1.2
Beleidsmatige inspanning Besluitvorming en advisering College
Focus van de inspanning: de gemeentelijke organisatie is zo georganiseerd dat we in staat zijn de prestaties te realiseren die in de stad gevraagd worden. De taken worden efficiënt en professioneel uitgevoerd.
Toelichting Inspanningen Naast het uitvoeren van representatieve en ceremoniële taken en de dagelijkse ondersteuning van ons college, is de ondersteuning bij de uitvoering van het collegeprogramma de voornaamste inspanning. In de eerste plaats door het heden, verleden en toekomst met elkaar te verbinden. In de tweede plaats door het informeren en betrekken van de gemeentelijke diensten die de plannen gaan uitvoeren. Vervolgens door het controleren of de gewenste resultaten zijn behaald. En ten slotte bij het evalueren van de plannen en de uitvoering: doen we in Rotterdam nog altijd de goede dingen, doen we het op de goede manier en wat kunnen of moeten we aanpassen om betere resultaten te krijgen? Hierbij worden maatschappelijke trends en ontwikkelingen goed in ogenschouw genomen.
Baten en lasten (meerjarenraming) bedragen x € 1.000,-
Besluitvorming en advisering College Baten Lasten Resultaat voor reserveringen Resultaatbestemming Onttrekking aan reserves Toevoeging aan reserves Resultaat na reserveringen
rekening 2010 21.799 108.263 -86.464
raming 2011 8.823 71.878 -63.055
begroting 2012 8.883 73.004 -64.121
raming 2013 8.883 75.142 -66.259
raming 2014 8.883 76.197 -67.314
raming 2015 8.883 75.746 -66.863
514 0 -85.950
67 0 -62.988
217 0 -63.904
67 0 -66.192
67 0 -67.247
67 0 -66.796
begroting 2012 -74.521 10.617 -63.904
raming 2013 -76.801 10.609 -66.192
raming 2014 -77.671 10.424 -67.247
raming 2013
raming 2014
raming 2015
Aansluiting met voorgaande begroting (na reservering) bedragen x € 1.000,-
Besluitvorming en advisering College Begroting 2011 Mutaties kaderbrief en begroting Totaal
raming 2015 -77.220 10.424 -66.796
Specificatie mutaties kaderbrief en begroting bedragen x € 1.000,-
Besluitvorming en advisering College Lasten die worden gedekt uit de reserves 1. Verbouwing stadhuis 2. Bestemmingsreserve werkplan integriteit Trend Technische wijzigingen Totaal
begroting 2012 baten
lasten
saldo
saldo
saldo
saldo
67 150
67 150
0 0
0 0
0 0
0 0
73 -1.745 -1.455
687 -12.976 -12.072
-614 11.231 10.617
-651 11.260 10.609
-661 11.085 10.424
-661 11.085 10.424
Toelichting op de mutaties Lasten die worden gedekt uit de reserves 1. Verbouwing Stadhuis Ten behoeve van de verbouwing stadhuis wordt er 67 aan de reserves onttrokken.
pagina 32 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
2. Werkplan integriteit Ten behoeve van het werkplan integriteit wordt 150 aan de reserves onttrokken. Trend De trend is de loon- en prijsontwikkeling. Zie voor een nadere uitleg Beleidsmatige inspanning 2.2 ‘Beheer algemene middelen’. Technische wijzigingen De technische wijzigingen per beleidsmatige inspanning zijn toegelicht in bijlage 12. Uitsplitsing per product (na reservering) bedragen x € 1.000,-
Besluitvorming en advisering College College Ondersteuning bestuurlijke besluitvorming Auditrapportages Totaal
baten 25 6.437 2.638 9.100
lasten 3.142 64.056 5.806 73.004
saldo -3.117 -57.619 -3.168 -63.904
Toelichting per product Product College De lasten betreffen voornamelijk kosten voor personeel en personeelsgerelateerde kosten. Ook de lasten van het lidmaatschap van de VNG en commissie vergoedingen vallen onder de lasten van dit product. Product Ondersteuning bestuurlijke besluitvorming De baten bestaan uit detacheringsopbrengsten, doorbelastingen van huuropbrengsten en overige doorbelastingen (bodes/ representatie/ICT). De lasten bestaan voornamelijk uit personeelskosten en huur/servicekosten van het Stadhuis en Coolsingel 6. Product Auditrapportages Onder dit product vallen alle kosten van de Audit Service Rotterdam. De lasten bestaan voor het grootste deel uit personeelskosten. De baten worden gerealiseerd door vergoedingen voor geleverde audits.
Hoofdstuk 4.1 | Verslag per beleidsveld | Beleidsveld Bestuur en dienstverlening | pagina 33
1.3
Beleidsmatige inspanning Bestuurlijke samenwerking
Focus van de inspanning: heldere afspraken met deelgemeenten en gemeenschappelijke regelingen voor taakuitoefening
Toelichting Inspanningen We willen bereiken dat de besturen van de deelgemeenten over de financiële middelen beschikken om de aan hen gedelegeerde taken en bevoegdheden op een verantwoorde wijze te kunnen uitvoeren. Dit houdt in: – zorgdragen voor een verantwoord beheer van het Deelgemeentefonds op basis van het afgesproken voedingskader voor de aanpassing van het fonds; – zorgdragen voor een juiste verdeling van het fonds over de deelgemeenten op basis van het geldende verdeelmodel en de regels die terzake zijn vastgesteld; – zorgdragen voor het onderhoud van het verdeelmodel van het deelgemeentefonds; – maandelijks bevoorschotten van de deelgemeenten op basis van de berekende uitkering per deelgemeente; verstrekken van tijdelijke, aanvullende middelen aan deelgemeenten, wanneer dit gewenst én mogelijk is; stellen van regels aan de presentatie van begroting en rekening van deelgemeenten ter vergroting van hun inzichtelijkheid en vergelijkbaarheid; – uitoefenen van financieel toezicht op de deelgemeenten op basis van de regels die hiertoe zijn vastgesteld. In 2012 zal met name worden onderzocht of het Verdeelmodel Deelgemeentefonds zorgdraagt voor een passende financiering van de deelgemeente Rozenburg. Het voornemen is deelgemeente Pernis in 2012 en 2013, evenals in 2011, doch volgens een aflopende reeks, een tijdelijke aanvulling op de algemene uitkering uit het deelgemeentefonds te verstrekken. Dit stelt haar aldus in staat zich aan te passen aan de gewijzigde financiële kaders na integratie van Pernis in het Verdeelmodel Deelgemeentefonds (‘Ingroeiregeling Pernis’). Een vergelijkbare regeling, die zich uitstrekt over de periode 2011–2015, zal worden getroffen ten behoeve van de deelgemeente Rozenburg. De omvang van het deelgemeentefonds is voor de voeding gekoppeld aan het Gemeentefonds en de Onroerende Zaak Belasting. Deze koppeling maakt een voortdurende aandacht noodzakelijk voor de ontwikkeling van beide voedingsbronnen. Daarbij gaat het om het opstellen en communiceren van vooruitzichten voor de korte en langere termijn, om de deelgemeentelijke besturen aldus in staat te stellen tijdig passende budgettaire maatregelen te nemen. Het verdeelmodel van het deelgemeentefonds is recentelijk herijkt en vervolgens aangepast. De resultaten van het herijkingonderzoek zijn toegelicht in het rapport “Bekend maakt bemind” van juli 2009. In het rapport wordt aangegeven dat voor een goede verdelingsopzet periodiek onderhoud van het verdeelmodel noodzakelijk is. Dit zal worden bereikt via een periodieke doorlichting van de deelgemeentelijke uitgaven aan de hand van de clusters van het verdeelmodel. We willen bereiken dat de besturen van de deelgemeenten zich kunnen baseren op heldere en deugdelijke regelgeving en beleidskaders en dat de administratieve lasten rondom aan de deelgemeenten verstrekte doeluitkeringen afnemen, conform de uitgangspunten die zijn vastgelegd in ‘Concernstandaard intragemeentelijke doeluitkeringen’. De begrotingen en rekeningen van de deelgemeenten worden vastgesteld door de gemeenteraad. Dit houdt verband met het eind 2008 bekend gemaakte standpunt van de staatssecretaris van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties dat de raad deze bevoegdheid ex artikel 156 van de Gemeentewet niet kan delegeren. Om ze tijdig te kunnen laten vaststellen, hebben wij bepaald dat de dagelijkse besturen ze met ingang van 2012 twee weken eerder, uiterlijk op 1 november van het voorgaande kalenderjaar, in ontwerp aanleveren. Deelgemeenten en de stad zijn, zowel in beleid als uitvoering, complementair aan elkaar, conform de beginselen van het plan We Kunnen Zoveel Beter. Dit wordt gestalte gegeven door: – het bewaken van de voortgang van de bestuursakkoorden die het college en de dagelijkse besturen van de deelgemeenten eind 2010 per deelgemeente hebben gesloten; – te bevorderen dat onze diensten in samenwerking met de deelgemeenten werken op basis van de principes van Gebiedsgericht werken, waarbij gekeken wordt naar de behoeften in de wijk, waarbij de input van de deelgemeenten bij beleidsontwikkeling essentieel is. De afspraken uit de bestuursakkoorden en de specifieke behoeften in de wijk komen samen in de integrale wijkactieplannen. Dit zijn uitvoeringsplannen die met de relevante partners in de wijk zijn opgesteld en waarbij per wijk wordt uitgegaan van de meest dringende behoeften en noden; – het bevorderen dat deelgemeenten en stad in de bedrijfsvoering en dienstverlening opereren als één concern; – regelmatig bilateraal en collectief overleg te voeren met de dagelijkse besturen van de deelgemeenten. pagina 34 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
Het College van B en W en de dagelijkse besturen van deelgemeenten zetten samen in op het effectiever en efficiënter maken van de onderlinge samenwerking en taakverdeling, waarbij omvangrijke besparingen kunnen worden gerealiseerd door: – bij welzijn en zorg: gezamenlijk in te kopen op wijkniveau; – bij onderhoud en vervanging buitenruimte: een takenanalyse waarbij op basis van de verdeling van standaard- en specifieke taken tot een onderlinge verdeling wordt gekomen; – bij Stadswinkels: vermindering dienstverlening op basis van cliëntcijfers of verdeling over de stad; een meer doelmatige exploitatie van vastgoed. Dit alles onder de projectnaam OGOR (Organisatie Gemeentelijke Overheid Rotterdam). In het kader van OGOR wordt tevens in nauwe samenwerking met de deelgemeenten gewerkt aan de verdere doorontwikkeling van Gebiedsgericht werken binnen het concern. Gemeenschappelijke regelingen De begrotingen van de gemeenschappelijke regelingen zullen, zoals ieder jaar, kritisch worden beoordeeld. Naast nut en noodzaak van de werkzaamheden wordt een goede prijs-kwaliteitverhouding nagestreefd. De gemeenteschappelijke regelingen zullen nog in deze collegeperiode worden geëvalueerd aan de hand van het evaluatiekader en de beslisboom voor het aangaan of afstoten van deelnemingen, zoals deze zijn opgenomen in het Beleidskader Deelnemingen. De bijdragen aan gemeenschappelijke regelingen zijn opgenomen bij betreffende beleidsmatige inspanningen. Namens ruim 20 regiogemeenten wordt aan gemeenschappelijke regelingen een taakstelling opgelegd: 3% in 2012, oplopend tot 4% in 2013 en 5% in 2014. Baten en lasten (meerjarenraming) bedragen x € 1.000,-
Bestuurlijke samenwerking Baten Lasten Resultaat voor reserveringen Resultaatbestemming Onttrekking aan reserves Toevoeging aan reserves Resultaat na reserveringen
rekening 2010 5.356 354.032 -348.676
raming 2011 0 332.010 -332.010
begroting 2012 0 311.648 -311.648
raming 013 0 291.133 -291.133
raming 2014 0 280.563 -280.563
raming 2015 0 270.004 -270.004
2.756 2.082 -348.002
0 0 -332.010
0 0 -311.648
0 0 -291.133
0 0 -280.563
0 0 -270.004
begroting 2012 -321.410 9.762 -311.648
raming 2013 -315.724 24.591 -291.133
raming 2014 -310.220 29.657 -280.563
raming 2013
raming 2014
raming 2015
Aansluiting met voorgaande begroting (na reservering) bedragen x € 1.000,-
Bestuurlijke samenwerking Begroting 2011 Mutaties kaderbrief en begroting Totaal
raming 2015 -302.540 32.536 -270.004
Specificatie mutaties kaderbrief en begroting bedragen x € 1.000,-
Bestuurlijke samenwerking Mutaties die invloed hebben op de algemene middelen Knelpunten 1. Uitkering Deelgemeenten 2. Bestuursopdracht Organisatie Gemeentelijke Overheid Rotterdam (OGOR) Technische wijzigingen Totaal
begroting 2012 baten
lasten
saldo
saldo
saldo
saldo
0 0
1.620 -11.662
-1.620 11.662
-858 25.729
-5.136 35.073
-8.913 41.729
0 0
280 -9.762
-280 9.762
-280 24.591
-280 29.657
-280 32.536
Hoofdstuk 4.1 | Verslag per beleidsveld | Beleidsveld Bestuur en dienstverlening | pagina 35
Toelichting op de mutaties Knelpunten 1. Uitkering Deelgemeenten De begroting en meerjarenraming van het product ‘Uitkering deelgemeenten’ sluit door deze correctie aan bij de begroting en meerjarenraming van het deelgemeentefonds, zoals medio dit jaar gecommuniceerd met de deelgemeenten. Daarnaast zullen de in 2010 gevormde deelgemeenten Rozenburg, Rotterdam-Centrum en Pernis zullen met ingang van 2011 een uitkering ontvangen uit het deelgemeentefonds. Nader onderzoek heeft geleerd dat de bedragen waarvan tot voor kort werd uitgegaan, niet zullen volstaan. 2. Bestuursopdracht Organisatie Gemeentelijke Overheid Rotterdam (OGOR) In de Kaderbrief 2011 is voor de bestuursopdracht Organisatie Gemeentelijke Overheid Rotterdam (OGOR) – een opdracht waarin stad en deelgemeenten in gezamenlijkheid komen tot voorstellen voor een efficiëntere taakverdeling tussen de besturen – een financiële taakstelling opgenomen. In de Programmabegroting 2011 hebben wij een financiële taakstelling op de dienstverlening via stadswinkels opgenomen (3 mln structureel); de realisatie van deze taakstelling is nadien onderdeel gemaakt van de bestuursopdracht OGOR. Ondanks intensief overleg tussen deelgemeenten en stad is het niet gelukt tot een gezamenlijk gedragen voorstel te komen voor de verdeling tussen stad en deelgemeenten van de financiële taakstellingen 2012. De korting op het deelgemeentefonds voor in totaal € 11,7 mln in 2012, is gebaseerd op een voorstel van het college. Deze korting is opgebouwd uit € 4 mln in verband met te realiseren besparingen door gezamenlijke inkoop van welzijns- en zorgactiviteiten, € 4,7 mln ter dekking van uitgaven ter bevordering van de jeugdveiligheid die t/m 2011 werden gedekt door Rijksgelden (i.c. de Van Montfransgelden) en € 3 mln in verband met te realiseren besparingen door efficiëntere dienstverlening via stadswinkels. De bedragen opgenomen voor de jaren 2013 tot en met 2015 zijn indicatief en gebaseerd op de verdeling tussen stad en deelgemeenten in 2012. Reële opbrengsten van de diverse OGOR-sporen zullen bij het opstellen van de desbetreffende begrotingen worden betrokken. Ook stedelijk vinden ombuigingen plaats in het kader van OGOR. Onderstaande tabel geeft de verdeling weer. 2012
2013
Gezamenlijke inkoop en welzijns- en zorgactiviteiten
6.000
Waarvan deelgemeentelijk
4.000
Waarvan stedelijk (zie ook beleidsmatige inspanning 7.2)
2014
2015
25.000
39.000
49.000
16.667
26.000
32.667
2.000
8.333
13.000
16.333
Van Montfransmiddelen
12.485
12.485
12.485
12.485
Waarvan deelgemeentelijk
4.662
6.062
6.062
6.062
Waarvan stedelijk (zie ook beleidsmatige inspanning 4.2)
7.823
6.423
6.423
6.423
0
0
0
0
Efficiëntere dienstverlening Stadswinkels4 Waarvan deelgemeentelijk Waarvan stedelijk (zie bijlage 12, beleidsmatige inspanning 1.2)
3.000
3.000
3.000
3.000
-3.000
-3.000
-3.000
-3.000
baten 0 0
lasten 311.648 311.648
Technische wijzigingen De technische wijzigingen per beleidsmatige inspanning zijn toegelicht in bijlage 12. Uitsplitsing per product (na reservering) bedragen x € 1.000,-
Bestuurlijke samenwerking Uitkering deelgemeenten Totaal
saldo -311.648 -311.648
Toelichting per product Product Uitkering deelgemeenten Onder het product uitkering deelgemeenten vallen alleen lasten. Het bedrag wordt direct uitgekeerd aan de deelgemeenten.
4
Beftreft een taakstelling uit de begroting 2011 die via deze correctie op de beleidsmatige inspanning komt te staan waar ook de besparing gerealiseerd
kan worden.
pagina 36 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
1.4
Beleidmatige inspanning Dienstverlening
Focus van de inspanning: realiseren van makkelijk bereikbare, goed toegankelijke, vraaggerichte en betaalbare dienstverlening (georganiseerd naar situatie burgers/ondernemers). De gemeente Rotterdam zorgt voor vraaggerichte dienstverlening aan de individuele burger en ondernemer op basis van multichannel dienstverleningsconcept; is informatiemakelaar op het gebied van persoons- en adresgegevens; en hanteert een strikt identiteitsmanagement in het kader van de poortwachtersfunctie voor Rotterdam.
Toelichting Inspanningen Doorpakken op dienstverlening Het dienstverleningsconcept, één toegankelijk, transparant multi-channel frontoffice voor de hele gemeente is vrijwel volledig ingevoerd. Alle diensten zijn aangesloten op www.rotterdam.nl. Dit concernbrede front-office is tevens bereikbaar via één telefoonnummer, 14010. De welkomstboodschap op 14010 is aangepast voor ondernemers. Door een keuzemenu zijn berichten van deze doelgroep apart te behandelen. Ons college heeft besloten tot het handhaven van een kwalitatief voldoende niveau van dienstverlening aan de Rotterdamse burger en ondernemer tegen zo laag mogelijke kosten. Daarvoor zijn keuzes gemaakt: De openingstijden van 14010 zijn aangepast van 7 dagen per week en 24 uur per dag naar ‘van 8 tot 8’. Het aantal balies in de Stadswinkels zal worden teruggebracht. De sturing op klantenstromen blijft onverminderd. De voorkeursingang is via het digitale loket. In de Stadswinkels wordt nog meer de nadruk gelegd op het tegengaan van wachttijd door het maken van een afspraak. In 2012 wordt onverkort ingezet op het waar mogelijk digitaliseren van producten. Producten en diensten die optimaal gedigitaliseerd zijn worden uitsluitend nog digitaal aangeboden: via de website, via digitale snelpleinen o.a. in de Stadswinkels. Tegelijkertijd wordt in samenhang het analoge kanaal afgebouwd. Ontwikkeling dienstverlening Herontwerp Processen Jongerenloket In samenwerking met de verschillende ketenpartners worden de werkprocessen van het Jongerenloket herontworpen. Door de afschaffing van de wet “WIJ” (vermoedelijk per 01-01-2012) en nog vast te stellen nieuwe landelijke wet- en regelgeving, heeft dit project vertraging opgelopen. De exacte consequenties van deze wijzigingen voor de werkprocessen worden op zijn vroegst najaar 2011 helder. Publieksreacties en Klachten De afhandeling van Publieksreacties wordt als onderdeel van de nieuw in te richten Klantenservice doorontwikkeld. Social media Rotterdam levert een bijdrage aan een nieuwe publicatie van Antwoord op basis waarvan een landelijke standaard voor dienstverlening en social media kan worden ontwikkeld. Rotterdam werkt aan de toepassing van een aantal mobiele applicaties. Aanvragen Subsidie Een gemeentelijke frontoffice voor het aanvragen van subsidie zal leiden tot een efficiënter en effectiever ingericht proces en reductie/consolidatie van de huidige ondersteunende systemen. In samenwerking met diensten en deelgemeenten worden subsidieprocessen geanalyseerd en herontworpen. Op basis van het herontwerp worden de besparingen gerealiseerd. Dienstverlening voor ondernemers De digitale dienstverlening aan ondernemers wordt verder uitgebouwd. In 2012 wordt verder ingezet op procesoptimalisatie in nauwe samenwerking met het programma Regionale en Stedelijke Economie. Daarbij wordt onder andere gedacht aan de inzet van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt in het Rotterdamse bedrijfsleven. Doorbraakdossiers Rotterdam participeert in landelijke trajecten op de zogenaamde doorbraakdossiers, die erop gericht zijn belemmeringen in landelijke wet- en regelgeving voor een optimale (digitale) dienstverlening weg te nemen en regeldruk te verminderen. Voorbeelden zijn de aanvraag van identiteitsdocumenten en het samenvoegen van identiteitsdragers met het rijbewijs. In 2012 wordt gewerkt aan een oplossing voor het digitaliseren van de afhandeling van inkomende post en email bij het klantcontactcentrum.
Hoofdstuk 4.1 | Verslag per beleidsveld | Beleidsveld Bestuur en dienstverlening | pagina 37
Gemeentearchief In 2010 heeft het Gemeentearchief twee nieuwe ambities geformuleerd: Van Gemeentearchief naar Gemeentelijk Informatiecentrum en Samenwerking in het kader van het Verhaal van de Stad. In 2012 worden deze ambities – voor zover de financiële situatie dat toelaat – voortgezet. Ook de strategische projecten Bedreigde dragers en het programma Concern Records Management worden voortgezet. E-dienstverlening In 2012 zal de digitale balie of virtuele studiezaal met de daarbij behorende functionaliteiten van start gaan. De website wordt een interactieve site en Google-doorzoekbaar. Dat laatste zal het bezoekersaantal fors doen toenemen. Het aantal informatieverzoeken en bestellingen via de website neemt toe. Dit betekent dat ingezet moet worden op verdere automatisering en digitalisering om handmatige handelingen zoveel mogelijk te beperken. Verhaal van de Stad In 2012 verschijnt Rotterdam Stad van Dorpen, een publicatie over de geschiedenis van Rotterdam vanuit het perspectief van de voormalige dorpen. Concern Records Management Het 5-jarig programma Concern Records Management (CRM) is in 2010 gestart met het doel kaders en richtlijnen op te stellen en instrumenten te ontwikkelen voor het records management van de gemeentelijke diensten en deelgemeenten. Het afgelopen jaar is besteed aan het opstarten van het programma en het ontwikkelen van instrumenten. Op dit moment wordt een businesscase ontwikkeld op basis waarvan het vervolg zal worden ingezet. Baten en lasten (meerjarenraming) bedragen x € 1.000,-
Dienstverlening Baten Lasten Resultaat voor reserveringen Resultaatbestemming Onttrekking aan reserves Toevoeging aan reserves Resultaat na reserveringen
rekening 2010 214.865 255.364 -40.499
raming 2011 158.503 228.229 -69.726
begroting 2012 148.574 215.818 -67.244
raming 2013 145.067 211.711 -66.644
raming 2014 144.931 211.547 -66.616
raming 2015 144.795 211.411 -66.616
5.165 300 -35.634
7.222 0 -62.504
0 0 -67.244
0 0 -66.644
0 0 -66.616
0 0 -66.616
begroting 2012 -16.641 -50.603 -67.244
raming 2013
raming 2014
raming 2015
-16.567 -50.077 -66.644
-16.580 -50.036 -66.616
-16.580 -50.036 -66.616
raming 2013
raming 2014
raming 2015
Aansluiting met voorgaande begroting (na reservering) bedragen x € 1.000,-
Dienstverlening Begroting 2011 Mutaties kaderbrief en begroting Totaal
Specificatie mutaties kaderbrief en begroting bedragen x € 1.000,-
Dienstverlening Mutaties die invloed hebben op de algemene middelen Knelpunten 1. 1e tranche dienstverlening Ombuigingen 1. Correctie kapitaallasten Trend Technische wijzigingen Totaal
pagina 38 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
begroting 2012 baten
lasten
saldo
saldo
saldo
saldo
0
3.000
-3.000
-2.500
-2.500
-2.500
0 221 -22.160 21.939
-63 290 25.437 28.664
63 -69 -47.597 -50.603
91 -71 -47.597 -50.077
97 -72 -47.597 -50.036
97 -72 -47.597 -50.036
Toelichting op de mutaties Knelpunten 1. 1e tranche dienstverlening Het knelpunt is het gevolg van hogere personele en materiele uitgaven en gevolgen van taakstellingen bij Publiekszaken. De dienst neemt maatregelen om een groter begrotingstekort te vermijden. Onderdeel van de maatregelen zijn een verlaging van de personeelsbezetting met 40 fte en kostenverlagingen bij de telefonische dienstverlening (minder telefoongesprekken en snellere afhandeling). Ombuigingen 1. Correctie kapitaallasten Op basis van een actuele boekwaarde zijn de kapitaallasten opnieuw berekend en is deze door middel van een begrotingswijziging aangepast. Trend De trend is de loon- en prijsontwikkeling. Zie voor een nadere uitleg Beleidsmatige inspanning 2.2 ‘Beheer algemene middelen’. Technische wijzigingen De technische wijzigingen per beleidsmatige inspanning zijn toegelicht in bijlage 12. Uitsplitsing per product (na reservering) bedragen x € 1.000,-
Dienstverlening Publieksdiensten Archivering en beschikbaar stellen van archieven Beveiliging gemeentelijke gebouwen Interne dienstverlening Totaal
baten 19.123 1.332 10.891 117.228 148.574
lasten 32.033 9.400 10.795 163.590 215.818
saldo -12.910 -8.068 96 -46.362 -67.244
Toelichting per product Product Publieksdiensten Binnen het product publieksdiensten valt de volledige dienst Publiekszaken. Publiekszaken voert het dienstverleningsconcept, één toegankelijk, transparant multi-channel frontoffice uit voor de hele gemeente. Het budgettair kader is gespecificeerd naar budgetten per afdeling en begrotingsposten als kapitaallasten, huisvesting en bedragen voor de DVO’s met de Servicedienst, Stadstoezicht (Parkeren), Telefonie (14010) en budget programma dienstverlening. Product Archivering en beschikbaar stellen van archieven De baten bestaan uit het structureel doorbelasten van vergoedingen voor het personeel aan derden of projecten, het verhuren van het depot en serverruimte, inkomsten uit leges en tarieven en bijdrage in salariskosten van id-banen. De lasten bestaan voor het grootste gedeelte uit salariskosten, huurkosten en overige kosten zoals kranten en collectie. Product Beveiliging gemeentelijke gebouwen De baten betreft de omzet van de afdeling Beveiliging voornamelijk verkregen uit het bewaken van gemeentelijke gebouwen en bemensen van de recepties aangevuld met WSW subsidie en ID subsidie. De kosten bestaan voornamelijk uit loonkosten van de afdeling Beveiliging. Product Interne dienstverlening Dit product verantwoord de te leveren diensten van de serviceorganisatie aan de gemeente en aan deelgemeenten. De baten bestaan uit opbrengsten door inzet van eigen personeel (bijv. op gebied van finance, communicatie, ICT, facilitair) en een deel ingekochte expertise. Daarnaast wordt een deel van de baten verkregen uit levering van ingekochte goederen en diensten. De lastenkant bestaat met name uit loonkosten van eigen personeel en kosten van ingehuurd personeel, en kosten die samenhangen met personeel (bijv. opleiding, kantoorlasten). De overige kosten bestaan uit kosten door inkoop van goederen en diensten (bijv. energie, hardware, software, rente en afschrijving) die direct of via tarieven worden doorbelast aan andere diensten en deelgemeenten.
Hoofdstuk 4.1 | Verslag per beleidsveld | Beleidsveld Bestuur en dienstverlening | pagina 39
Hoofdstuk 4.2
pagina 40 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
Beleidsveld 2 Algemene middelen
Wat willen we bereiken? Een financieel gezonde gemeente zodat doelstellingen van andere beleidsvelden financieel gedekt zijn, opdat deze gerealiseerd kunnen worden.
Toelichting Daarvoor is nodig: – een sluitende meerjarenbegroting; – voldoende weerstandsvermogen om gemeentelijke risico’s af te dekken; – een gunstige lastendruk voor Rotterdamse burgers en ondernemers.
Hoofdstuk 4.2 | Verslag per beleidsveld | Beleidsveld Algemene middelen | pagina 41
bedragen x € 1.000,-
Beleidsveld Algemene middelen Baten Lasten
Beleidsmatige inspanning
1.807.126 396.419
Belastingen Baten Lasten
215.002 27.210
Beheer algemene middelen Baten 1.592.124 Lasten 369.209
Product Belastingheffing Baten Lasten
215.002 27.210
Beheer algemene middelen Baten 1.304.709 Lasten 150.544 Financiering Baten Lasten
156.635 148.035
Deelnemingen Baten Lasten
77.945 15.633
Verzekeringen Baten Lasten
14.110 14.110
Personeel opgeheven diensten Baten 1.191 Lasten 3.323 Verstrekking leningen en garanties Baten 37.534 Lasten 37.534
pagina 42 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
2.1
Beleidmatige inspanning Belastingen
Focus van de inspanning: een gunstige lastendruk voor de Rotterdamse burgers en ondernemers.
Toelichting Inspanningen Voor de toelichting wordt verwezen naar de paragraaf 1. Lokale heffingen.
Baten en lasten (meerjarenraming) bedragen x € 1.000,-
Belastingen Baten Lasten Resultaat voor reserveringen Resultaatbestemming Onttrekking aan reserves Toevoeging aan reserves Resultaat na reserveringen
rekening 2010 215.036 32.769 182.267
raming 2011 209.528 26.297 183.231
begroting 2012 215.002 27.210 187.792
raming 2013 218.174 27.412 190.762
raming 2014 223.389 27.412 195.977
raming 2015 228.389 27.412 200.977
0 0 182.267
0 0 183.231
0 0 187.792
0 0 190.762
0 0 195.977
0 0 200.977
begroting 2012 186.162 1.630 187.792
raming 2013
raming 2014
raming 2015
191.009 -247 190.762
196.097 -120 195.977
201.097 -120 200.977
Aansluiting met voorgaande begroting (na reservering) bedragen x € 1.000,-
Belastingen Begroting 2011 Mutaties kaderbrief en begroting Totaal
Specificatie mutaties kaderbrief en begroting bedragen x € 1.000,-
Belastingen Mutaties die invloed hebben op de algemene middelen
begroting 2012
raming 2013
raming 2014
raming 2015
baten
lasten
saldo
saldo
saldo
saldo
1. Tegenvallende belastinginkomsten
-3.500
0
-3.500
-5.500
-5.500
-5.500
2. Afschaffing rentebaten rekening courant
-1.500
0
-1.500
-1.500
-1.500
-1.500
3. Invorderingsrente
300
800
-500
-500
-500
-500
4. Areaaluitbreiding
500
0
500
500
500
500
5. Hogere opbrengsten precariobelasting
700
0
700
700
700
700
5.060
202
4.858
4.981
5.108
5.108
0
-1.072
1.072
1.072
1.072
1.072
1.560
-70
1.630
-247
-120
-120
Ramingsbijstellingen
Trend Technische wijzigingen Totaal
Toelichting op de mutaties Ramingsbijstellingen 1. Tegenvallende belastinginkomsten Dit betreft de neerwaartse bijstelling van de geraamde belastingopbrengsten uit o.a. de Tweede Maasvlakte waartoe in de kaderbrief 2011 reeds besloten is.
Hoofdstuk 4.2 | Verslag per beleidsveld | Beleidsveld Algemene middelen | pagina 43
2. Afschaffing rentebaten rekening courant Bij het opstellen van de begroting 2011 is besloten tot het afschaffen van de rentebaten rekening courant op het product ‘belastingheffing’. Dit was echter nog niet budgettair verwerkt in de meerjarenbegroting 2011. 3. Invorderingsrente Invorderingsrente is de rente die de belastingschuldige dient te betalen als hij een aanslag niet op tijd betaalt. Dit zijn voor de gemeente dus renteopbrengsten. Anderzijds dient de gemeentelijke belastingdienst invorderingsrente te vergoeden als een betaalde aanslag naderhand wordt verminderd danwel vernietigd. De verwachting voor 2012 en verder is dat de aan belastingplichtigen doorberekende invorderingsrente € 300 zal bedragen en de betaalde invorderingsrente € 800. Per saldo is sprake van een last van € 500. 4. Areaaluitbreiding Naast de CPI-trend stijgen de totale OZB-opbrengsten met de verwachte uitbreiding van het areaal onroerend goed. Door deze areaaluitbreiding worden de ramingen van de OZB-opbrengsten naar boven bijgesteld. 5. Hogere opbrengsten precariobelasting Ten gevolge van een tariefsverhoging van de precariobelasting grote terrassen en reclameuitingen worden de ramingen € 700 structureel naar boven bijgesteld. Trend De trend is de loon- en prijsontwikkeling. Zie voor een nadere uitleg Beleidsmatige inspanning 2.2 ‘Beheer algemene middelen’. Technische wijzigingen De technische wijzigingen per beleidsmatige inspanning zijn toegelicht in bijlage 12. Uitsplitsing per product (na reservering) bedragen x € 1.000,-
Belastingen Belastingheffing Totaal
baten 215.002 215.002
lasten 27.210 27.210
saldo 187.792 187.792
Toelichting per product Product Belastingheffing Op dit product worden de lasten en baten verbonden aan de invordering en heffing van een aantal gemeentelijke belastingsoorten (OZB, roerende ruimtebelasting, logiesbelasting, hondenbelasting, precario- en reclamebelasting) verantwoord. Ook wordt hier de heffing en invordering van een groot aantal heffingen voor andere gemeentelijke diensten verantwoord (w.o. afvalstoffenheffing, rioolheffing, parkeerbelasting, erfpacht), evenals de hieraan verbonden perceptiekosten en de ontvangen vergoeding. De totaal geraamde baten 2012 bedragen circa € 215 mln die voor het grootste deel verklaard worden door de OZBopbrengsten ad € 176 mln. De geraamde opbrengsten reclame- precariobelasting bedragen € 25 mln, logiesbelasting € 2,7 mln en hondenbelasting € 2,2 mln. De geraamde vergoeding voor perceptiekosten bedraagt ten slotte € 5 mln. De totaal geraamde lasten 2012 bestaan voor bijna de helft uit kosten eigen personeel, gevolgd door de materiële lasten (automatiserings-, huisvestings- en overige bedrijfsvoeringslasten).
pagina 44 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
2.2
Beleidsmatige inspanning Beheer algemene middelen
Focus van de inspanning: een financieel gezonde gemeente zodat doelstellingen van andere beleidsvelden financieel gedekt zijn, opdat deze gerealiseerd kunnen worden.
Daarvoor is nodig: – een sluitende meerjarenbegroting; – voldoende weerstandsvermogen om gemeentelijke risico’s af te dekken; – een gunstige lastendruk voor Rotterdamse burgers en ondernemers. Toelichting De wereldwijd financieel zware tijden, de sterke toename van het aantal bijstandsgerechtigden en de dalende inkomsten voor de gemeente Rotterdam zorgen voor krappere budgetten. Des te groter de noodzaak om te kiezen wat we als gemeentelijke overheid nog wel doen, en wat we minder of helemaal niet meer doen. Bij de start van het college in 2010 is daarom een omvangrijk bezuinigingspakket vastgesteld dat in 2012 ca € 130 mln bedraagt. Nieuwe kostenbesparingen zijn noodzakelijk, want in plaats van een langzaam aantrekkende economie wordt steeds meer rekening gehouden met langer aanhoudende economische tegenwind. Het Rijk voelt zich eveneens genoodzaakt te bezuinigen, de gevolgen daarvan vertalen zich rechtstreeks door naar dalende inkomsten voor de gemeente Rotterdam. In de kaderbrief is daarom opnieuw een stevig maatregelenpakket vastgesteld, waarbij ombuigingen zijn voorgesteld die in 2012 ca € 180 mln extra bedragen. De nadere uitwerking van de problematiek in de bijstand heeft ons genoodzaakt om daarbovenop aanvullende maatregelen te treffen voor € 23 mln. Er is gezocht naar zowel maatregelen van tijdelijke aard (temporiseren van onderhoud voor zover verantwoord), als een structureel maatregelenpakket dat de doelstellingen van het collegewerkprogramma zo min mogelijk schade berokkent. Uitkomst is, met het oog op een financieel degelijke aanpak, een meerjarig overschot, dat ertoe leidt dat de algemene reserve eind 2015 weer op het niveau is van 1 januari 2010. Baten en lasten (meerjarenraming) bedragen x € 1.000,-
Beheer algemene middelen Baten Lasten Resultaat voor reserveringen Resultaatbestemming Onttrekking aan reserves Toevoeging aan reserves Resultaat na reserveringen
rekening 2010 1.468.661 276.883 1.191.778
raming 2011 1.474.060 330.469 1.143.591
begroting 2012 1.466.727 299.212 1.167.515
raming 2013 1.392.472 250.693 1.141.779
raming 014 1.361.386 221.169 1.140.217
raming 2015 1.292.324 211.024 1.081.300
472.150 56.737 1.607.191
197.974 81.259 1.260.306
120.664 73.169 1.215.010
58.179 67.599 1.132.359
58.302 129.207 1.069.312
59.330 133.607 1.007.023
begroting 2012 1.153.852 61.158 1.215.010
raming 2013 1.101.622 30.737 1.132.359
raming 2014 1.064.764 4.548 1.069.312
Aansluiting met voorgaande begroting (na reservering) bedragen x € 1.000,-
Beheer Algemene Middelen Begroting 2011 Mutaties kaderbrief en begroting Totaal
raming 2015 1.010.490 -3.467 1.007.023
Toelichting 2015 De saldo van de begroting 2011 toonden een daling van ca € 90 mln over de jaren 2012–2014. Voor 2015 neemt het saldo ten opzichte van 2014 verder af met € 54 mln als gevolg van de verwachte daling van het uitkering gemeentefonds (€ 32 mln ongunstig), wegvallende rijksbijdrage ISV3 (€ 27,4 mln ongunstig) en oplopende taakstellingen vanuit het collegewerkprogramma voor 2015 (per saldo € 5,1 mln gunstig).
Hoofdstuk 4.2 | Verslag per beleidsveld | Beleidsveld Algemene middelen | pagina 45
Beheer algemene middelen Mutaties die invloed hebben op de algemene middelen
begroting 2012
raming 2013
raming 2014
raming 2015
baten
lasten
saldo
saldo
saldo
saldo
1. Stelselwijziging afschrijving vastgoed
4.733
9.466
-4.733
-4.140
-3.522
-2.950
2. Financiering
Knelpunten 5.916
7.075
-1.159
-1.693
-1.693
-1.693
3. Rentederving als gevolg van uitname tekort 2011
0
3.600
-3.600
-3.600
-3.600
-3.600
4. ID/WIW
0
2.340
-2.340
-4.000
-5.800
-5.800
-21
-553
532
349
529
766
7.905
-7.905
-9.132
-56.367
-66.438
81.734
13.792
67.942
60.031
82.178
82.425
2. Bijstelling dividendraming Eneco
-7.234
0
-7.234
-7.234
-7.234
-7.234
3. Vrijval voorziening Havenbedrijf
24.254
0
24.254
0
0
0
1. Stadsvisie 2012
21.000
21.000
0
0
0
0
2. Aanloopverliezen en frictiekosten
20.000
20.000
0
0
0
0
3. Investeringen Rozenburg
10.500
10.500
0
0
0
0
Ombuigingen 1. Personeel voormalige organisaties 2. Toevoeging saldo aan algemene reserve Ramingsbijstellingen 1. Bijstelling gemeentefonds
Lasten die worden gedekt uit de reserves
Trend Technische wijzigingen Totaal
145
2.040
-1.895
-1.509
-1.379
-1.379
57.352
60.056
-2.704
1.665
1.436
2.436
218.379
157.221
61.158
30.737
4.548
-3.467
Mutaties die invloed hebben op de algemene middelen Knelpunten: 1. Stelselwijziging afschrijving vastgoed Bij kaderbrief is besloten tot vorming van de bestemmingsreserve Vastgoed. Hiermee kunnen de budgettaire consequenties van de invoer van de kostendekkende huur worden opvangen. De budgettaire consequenties en de inzet van de bestemmingsreserve worden vóór de begroting 2013 in kaart gebracht. 2. Financiering Het financieringsresultaat hangt in hoge mate samen met de uitvoering van binnengemeentelijke ontwikkelingen. Belangrijke factoren die het resultaat van dit product bepalen zijn de beschikbaarheid van interne financieringsmiddelen, de omvang van investeringen en daarmee beroep op nieuwe financieringsmiddelen, het vastgestelde interne rentepercentage en het rentepercentage waartegen de gemeente nieuwe leningen kan aantrekken. De huidige besluitvorming voorziet in het benutten van reserves en voorzieningen (=daling van de interne financiering) en een toename van de investeringen. De marktrente ligt volgens verwachting de komende jaren hoger dan de interne rente en heeft een stijgend karakter, terwijl besloten is om de omslagrente op het huidige lage niveau van 4% te handhaven. Het renteresultaat wordt verrekend met de financieringsreserve. In het geval van een gematigde rentestijging kan een beroep worden gedaan op de financieringsreserve om de omslagrente op het gewenste niveau te handhaven. De ontwikkeling van het resultaat in relatie tot de omvang van de financieringsreserve is van belang voor een mogelijke herziening van de omslagrente. Op basis van het meerjarenperspectief wordt bij de kaderbrief besloten tot aanpassing van de omslagrente of afroming van de financieringsreserve. Voor 2012 wordt in afwijking van voorgaande jaren € 8,6 mln aan bespaarde rente begroot. Dit wordt ingezet ter dekking van de rentederving als gevolg van vrijval van de bestemmingsreserve Havenbedrijf bij jaarrekening 2011 (€ 7,9 mln). De rentederving is daarmee voor 2012 gedekt. Voor 2013 en verder is deze toegevoegd aan de dekkingsopgave van het investeringsprogramma. Daarnaast is omissie 2011 abusievelijk een resultaatverbetering van € 1,8 mln in 2012 en € 1,7 mln voor 2013 en verder ingeboekt. Deze wordt hierbij gecorrigeerd.
pagina 46 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
3. Rentederving als gevolg van uitname tekort 2011 Bij de tweede bestuursrapportage wordt voorgesteld het tekort 2011 dat niet uit het weerstandsvermogen gedekt kan worden, ten laste te brengen van de bestemmingsreserve IFR. Bij deze uitname wordt wel aangemerkt dat incidentele baten uit hoofde van verkoop van deelnemingen weer worden toegevoegd aan het IFR zodat zo snel mogelijk de hoofdsom van het IFR weer wordt aangevuld. De uitname heeft ook gevolgen voor de exploitatie. De huidige hoofdsom van het IFR (€ 500 mln) genereert immers een structurele rente opbrengst van circa € 20 mln waaruit de kapitaallasten van investeringsprojecten gedekt worden. Daarom wordt de derving van de bespaarde rente als gevolg van de uitname in het meerjarig begrotingsbeeld gecompenseerd, zodat het investeringspeil voor deze periode gelijk blijft. 4. ID/WIW De ID-loonkostensubsidie en de inleenvergoeding WIW wordt – gefaseerd – afgebouwd in 3 jaar. Wat betreft de gemeentelijke ID’ers stromen bij Roteb 158 voormalige ID’ers in de periode 2012–2014 in op de vacatureruimte in de laagste loonschalen. Bij de overige diensten (STZ 169, S&R 61, Sozawe 3 en Archief 7) worden ID’ers evenredig aan de gefaseerde afbouw van de loonkostensubsidie in dienst genomen, indien de noodzaak daartoe inhoudelijk is gemotiveerd. In totaal gaat het om maximaal 237 fte. De lasten hiervan worden vanaf 2012 toegevoegd vanuit de algemene middelen en bij omissieregeling 2012 toegevoegd aan de budgetten van desbetreffende diensten. Ombuigingen 1. Personeel voormalige organisaties Door uitstroom van het (voormalig) personeel verbetert het saldo. 2. Toevoeging saldo aan algemene reserve Door middel van deze begrotingsmutatie wordt de begrotingsoverschotten van 2012, 2013, 2014 en 2015 toegevoegd aan de algemene reserve. Ramingsbijstellingen 1. Gemeentefonds Bij de begroting 2011 voorzagen wij kortingen op het gemeentefonds van € 36 mln in 2012, oplopend naar € 68 mln in 2013, € 99 mln in 2014 en € 131 mln met ingang van 2015. Deze inschattingen waren gebaseerd op het ambtelijk advies voor de rijksbrede heroverweging (voorjaar 2010) en de junicirculaire 2010 van het ministerie van BZK. Op grond van de meicirculaire 2011 en het recente besluit van het kabinet om het gemeentefonds met € 100 mln te korten, om aldus extra geld te kunnen reserveren voor de hervorming van de SW-sector, moet het beeld ten opzichte van de – meerjaren – begroting 2011 worden bijgesteld. De hoogte van het gemeentefonds wordt berekend aan de hand van tientallen algemene maatstaven. Eén daarvan is het aantal bijstandsgerechtigden. Voor het berekenen van de hoogte van het gemeentefonds houden wij, conform het positieve scenario in de realitycheck van Price WaterhouseCoopers rekening met 33.500 bijstandgerechtigden per 31 december 2011 en 32.500 met ingang van 31 december 2012. Het kabinet heeft, mede op advies van de Raad voor de financiële verhoudingen (Rfv), besloten tot een herijking van het Gemeentefonds. Het onderzoek hiernaar vindt thans plaats in opdracht van de beheerders van het fonds, te weten de ministeries van BZK en Financiën. De omvang van het fonds staat niet ter discussie, de verdeling tussen de gemeenten wel. Eén van de aandachtspunten in dit onderzoek betreft de vaste bedragen die de G4 uit het fonds krijgen uitgekeerd (voor Rotterdam gaat het om een bedrag van ca. 170 mln). Onderzocht wordt op welke wijze deze vaste bedragen kunnen worden ondergebracht in het Verdeelmodel Gemeentefonds, waarbij het risico is dat een deel van de vaste bedragen op deze wijze ‘weglekt’ naar de andere gemeenten. Daarbij moet met name worden gedacht aan grote gemeenten buiten de G4 die thans geen vast bedrag ontvangen, maar ten dele wel met Rotterdam vergelijkbare structuurkenmerken hebben (relatief veel inwoners met een laag inkomen, die laag zijn opgeleid, in goedkope woningen wonen, een slechte gezondheid hebben, veel sociaal-economische problemen hebben, grote behoefte aan stedelijke vernieuwing, etc). Voorzichtigheidshalve houden wij er rekening mee dat de herijking van het gemeentefonds zal leiden tot een algemene uitkering aan Rotterdam. Voor eventueel weglekken van bedragen naar andere gemeenten hebben wij de hoogte van het gemeentefonds voor Rotterdam op voorhand neerwaarts aangepast: € 14 mln in 2013, € 20 mln in 2014 en € 27 mln met ingang van 2015. Bij de meicirculaire 2012 zullen de definitieve (financiële) consequenties duidelijk worden. Ten opzichte van de meerjarenraming 2012–2014 bij de begroting 2011 (na omissieregeling) zijn de mutaties onderstaand nader cijfermatig gespecificeerd. Vervolgens worden de mutaties nader toegelicht. Er resteert een algemene ruimte van € 0,189 mln in 2012, -/- € 6,114 mln in 2013, € 11,670 mln in 2014 en € 9,369 mln in 2015.
Hoofdstuk 4.2 | Verslag per beleidsveld | Beleidsveld Algemene middelen | pagina 47
Begroting 2012 Gemeentefonds (baten) Meerjarenraming gemeente Rotterdam 2011 (begroting 2011 na omissieregeling) Begroting 2012 n.a.v. meicirculaire 2011 en voornemen korting WSW/Regionale Uitvoeringsdiensten (RUD’s) Mutatie 1) Taakmutaties5 2) Uitgedeeld bij kaderbrief (juni 2011) 3) Versobering trend 4) Inflatiecorrectie 2011 -> 2012 voor diensten, kostenplaatsen en gemeenschappelijke regelingen (jaren 2013 en verder -> prijspeil 2012) 5) Mutatie deelgemeentefonds Resterende algemene ruimte
2012 1.049.126
2013 1.017.195
2014 983.854
2015 951.854
1.123.410
1.089.262
1.072.124
1.009.226
74.284 41.644 14.400 12.000 2.700
72.067 47.007 14.400 12.000 1.900
88.270 41.063 14.400 12.000 1.700
57.372 8.518 14.400 12.000 1.700
3.351 189
2.874 -/- 6.114
7.437 11.670
11.385 9.369
2. Bijstelling dividendraming Eneco conform kaderbrief De dividendinkomsten van Eneco zijn in 2010 lager uitgekomen dan begroot (€ 7,2 mln). Voorzichtigheidshalve wordt dit structureel doorgetrokken. 3. Vrijval voorziening Havenbedrijf Zoals in de kaderbrief is aangegeven wordt ervan uitgegaan dat in 2012 de voorziening “garantieclaims HbR” kan vrijvallen.
Lasten die worden gedekt uit de reserves 1. Stadsvisie De Intensiveringen ten behoeve van de Stadsvisie 2020 zijn onderdeel van het Investeringsfonds Rotterdam. Conform de uitwerking worden geprognostiseerde baten en lasten (€ 21.000) in de begroting opgenomen. 2. Aanloopverliezen en Frictiekosten In de begroting is op concernniveau voor de jaarschijf 2011 een bestemmingsreserve gevormd ter dekking van de verwachte directe kosten van het programma Organisatie en Financiën, aanloopverliezen vanwege vertraagde besluitvorming, kosten van reorganisaties bij clusters, frictiekosten en flankerend beleid. Deze bestemmingsreserve zal naar verwachting worden ingezet bij het oplossen van de totale financiële problematiek, waarbij zowel de maatregelen gericht op formatiereductie als ook de besparingen binnen de concernbrede bedrijfsvoering worden meegenomen. Deze begrotingswijziging is hiervan een afgeleide gefaseerde uitwerking. 3. Investeringen Rozenburg De lasten (en baten) zijn gebaseerd op de prognoses van de ontwikkeling van het multifunctionele centrum (MFC) in Rozenburg. Het MFC vervangt het zwembad de Zeehond, Sporthal de Rozet, gymlokaal De Beer en het sociaal cultureel centrum de Nieuwe Schans. Tevens wordt begroot voor investeringen in de vernieuwing van het raadhuisplein in Rozenburg. Voor de investering wordt de bestemmingsreserve Investeringen Rozenburg ingezet. Trend Gemeente Rotterdam is in het Gemeentefonds gecompenseerd voor prijspeilstijgingen. Hiervan is € 12,0 mln ingezet voor het algemene beeld. Het restant is ingezet voor prijspeilcompensatie over de beleidsmatige inspanningen en de gemeenschappelijke regelingen. Technische wijzigingen De technische wijzigingen per beleidsmatige inspanning zijn toegelicht in de bijlage 12.
5
(Taak)mutaties in het gemeentefonds worden over in principe verrekend met budgetten van gemeentelijke diensten en kostenplaatsen. Nadere
informatie is opgenomen bij de desbetreffende beleidsmatige inspanningen. pagina 48 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
Uitsplitsing per product (na reservering) bedragen x € 1.000,-
Beheer algemene middelen Beheer algemene middelen Financiering Deelnemingen Verzekeringen Personeel opgeheven diensten Verstrekking leningen en garanties Totaal
baten 1.304.709 156.635 77.945 14.110 1.191 37.534 1.592.124
lasten 158.449 148.035 15.633 14.140 3.323 37.534 377.114
saldo 1.146.260 8.600 62.312 -30 -2.132 0 1.215.010
Product Beheer algemene middelen Op dit product worden de baten die gemeente Rotterdam vanuit het Gemeentefonds ontvangt verantwoord: algemene uitkering, specifieke uitkeringen, decentralisatie uitkeringen, taakmutaties. De mutaties met de algemene reserve worden hier geboekt. Dit geldt ook voor enige bestemmingsreserves die niet specifiek aan een ander product zijn toe te wijzen. Daarnaast verlopen ook de IFR-projecten via dit product . Tenslotte worden centrale ombuigingsoperaties veelal hier neergezet in afwachting van de definitieve doorvertaling naar andere producten. Product Financiering Het op de geldmarkt aantrekken van middelen bij een geconsolideerd liquiditeitstekort zodat de gemeente aan de lopende verplichtingen kan voldoen, het op de geldmarkt uitzetten van middelen bij een geconsolideerd liquiditeitsoverschot en de financiering van de gemeentelijke activa door middelen van interne middelen, langlopende geldleningen en kortlopende schuld vinden plaats op dit product. Product Deelnemingen Op dit product worden de lasten en baten die samenhangen met verbonden partijen, bijvoorbeeld ontvangen dividenden verantwoord. Product verzekeringen Onder het product verzekeringen valt het gemeentelijk risicobeheer waarbij sprake is van verzekeringscontracten. De gemeente houdt op grond van budgettaire en beleidsmatige overwegingen een groot deel van het risico in eigen beheer. De risico’s boven dit eigen beheer worden bij derden verzekerd. De verzekeringspremie en de kosten van het eigen beheer worden door middel van een omslagstelsel over de totale waarde van het verzekerde risico doorberekend aan gemeentelijke organisaties, aan de gemeente gelieerde instellingen en verzelfstandigde gemeentelijke organisaties. Product Personeel opgeheven diensten Ook in het jaar 2012 zal het accent liggen op het vinden van – bij voorkeur structureel – werk voor de herplaatsings- en re-integratiekandidaten van de dienst. Dat aantal daalt gestaagd en zal naar verwachting in 2012 verder dalen. Op 1 januari 2012 zijn naar verwachting 110 personen in beheer. Dit aantal zal naar verwachting in de komende jaren door ontslag, ouderdomspensionering of het eindigen van de uitkering verminderen met 21 personen in 2012. De baten bestaan voor het merendeel uit het doorbelasten van personeelskosten en de lasten beslaan voor het grootste deel salariskosten en sociale uitkering van (voormalig) personeel). Product Verstrekking leningen en garanties De uitvoering van de publieke taken heeft de gemeente Rotterdam deels belegd bij andere rechtspersonen. Om deze uitvoering mogelijk te maken zijn leningen en garanties verstrekt. De aangegane verplichtingen vormen vanwege de grote bedragen en de lange looptijd een substantieel risico voor de gemeente. Om een verantwoorde invulling te kunnen geven aan het beheer is besloten om dit te concentreren en hiervoor een nieuw product Verstrekking leningen en garanties in te stellen. De uitgangspunten worden verder uitgewerkt in een Beleidskader ‘Leningen en garanties’ ten behoeve van rechtspersonen, dat na vaststelling door het college ter kennisneming wordt gezonden aan de raad. Vooruitlopend op dit beleidskader worden in de begroting 2012 reeds op dit product de verstrekte leningen aan de voormalige gemeentelijke organisaties HbR en RET verantwoord. In de loop van 2012 zal gestart worden met het concentreren van de overige leningen en garanties die nu nog decentraal worden verantwoord.
Hoofdstuk 4.2 | Verslag per beleidsveld | Beleidsveld Algemene middelen | pagina 49
Hoofdstuk 4.3
pagina 50 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
Beleidsveld 3 Cultuur, sport en recreatie
Wat willen we bereiken Meer Rotterdammers sporten en nemen deel aan sportieve, recreatieve en culturele activiteiten.
Toelichting Sport is een belangrijk instrument voor het ontwikkelen van talenten. Persoonlijke ontplooiing staat centraal. Sport draagt ook bij aan verschillende maatschappelijke doelstellingen zoals een betere gezondheid, re-integratie naar werk, bestrijding van jeugdoverlast, en versterking van de sociale binding in wijken. Sport (gymnastiek en bewegen) verhoogt ook de onderwijsprestaties. Daarom willen wij dat meer Rotterdammers gaan sporten. Een deel van de talenten zal zich ontwikkelen tot toptalent. Cultuur brengt mensen met elkaar in contact, wakkert de discussie aan en motiveert kinderen en jongeren hun talenten te ontwikkelen. We stimuleren kennismaking met cultuur voor (jonge) kinderen en jongeren via het onderwijs.
Hoofdstuk 4.3 | Verslag per beleidsveld | Beleidsveld Cultuur, sport en recreatie | pagina 51
bedragen x € 1.000,-
Beleidsveld
Beleidsmatige inspanning
Cultuur, sport en recreatie Baten Lasten
Cultureel klimaat 61.246 230.969
Baten Lasten
4.164 132.573
Product Subsidieverlening culturele instellingen, gezelschappen en activiteiten Baten 395 Lasten 108.942 Bibliotheek Baten Lasten
Topsport en vergroten deelname sport en recreatie Baten 57.082 Lasten 98.396 Target: Het verhogen van de sportparticipatie onder Rotterdammers vanaf 6 jaar tot 64 % aan het einde van deze collegeperiode.
pagina 52 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
3.229 23.631
Stimulering topsport, breedtesport en recreatie Baten 4.513 Lasten 34.681 Inzet voor deelgemeenten Baten Lasten
52.382 61.757
Natuur en milieu-educatie Baten Lasten
187 1.958
3.1
Beleidmatige inspanning Cultureel klimaat
Focus van de inspanningen: het bevorderen van het culturele klimaat in de gemeente Rotterdam door subsidieverlening aan culturele instellingen, het adviseren aan derden en het ontwikkelen van een samenhangend kunst- en cultuurbeleid. Cultuur brengt mensen met elkaar in contact, wakkert de discussie aan en motiveert kinderen en jongeren hun talenten te ontwikkelen. Voor het versterken van Rotterdam als bruisende stad is het van belang om cultuur, sport, winkelen en uitgaan in samenhang te benaderen. Het succesvolle cultuuraanbod wordt de komende jaren behouden, maar het accent wordt gelegd op vernieuwend aanbod.
Toelichting Inspanningen Uitgangspunten Cultuurplan 2013–2016 In 2012 besluiten wij over de instellingssubsidies in het Cultuurplanperiode 2013–2016. De komende maanden zullen wij uw raad(scommissie) regelmatig hierover informeren en spreken. Wij willen in het komende cultuurplan, in lijn met ons Collegewerkprogramma, kiezen voor drie speerpunten: 1) de talentontwikkeling van Rotterdammers; 2) het concentreren van cultuur in de (binnen)stad en; 3) ondernemerschap. In mei 2012 brengt de Rotterdamse Raad voor Kunst en Cultuur zijn advies aan ons uit over de (in december 2011) ingediende subsidieaanvragen. Dit advies vormt de belangrijkste basis voor ons verdelingsvoorstel. Bij de selectie van de op te nemen instellingen zal er voor het eerst, naast de artistiek-inhoudelijke en de bedrijfmatigheidstoets, dus ook getoetst worden op de genoemde speerpunten. Dit betekent dat wij culturele organisaties en hun activiteiten naast de vereisten van artistieke kwaliteit en gezonde bedrijfsvoering, scherper dan voorheen beoordelen op hun bijdrage aan de realisering van ons collegewerkprogramma. Tijdens de begrotingsbehandeling in november 2012 stellen wij met u de subsidiebedragen per instelling definitief vastgesteld. Algemene korting 2% Gezien de financiële situatie van de gemeente Rotterdam is het onvermijdelijk dat ook op kunst en cultuur wordt bezuinigd. Een bezuiniging van € 1,5 mln wordt gerealiseerd door de structurele subsidies die worden verstrekt aan instellingen vanaf 2012 met 2% te verminderen. Deze 2% korting op de subsidies bedraagt in 2012 in totaal € 1,9 mln. Het verschil van € 0,4 mln gebruiken wij om te verwachte frictiekosten op te vangen. Popmuziek Tijdens de afgelopen voorjaarsretraite hebben wij moeten vast stellen dat de huidige financiële kaders ons geen ruimte laten om vanuit de gemeente in de ontwikkeling van een nieuwe stedelijk poppodium te investeren. Het behoud van popprogrammering voor de stad Rotterdam achten wij in de tussentijd echter van belang. Wij hebben het voornemen om voor 2012 € 4 mln van het voormalige WATT-budget te reserveren voor popprojecten. Cultureel vastgoed Gouvernestraat In 2011 besloten wij het voormalige Lanteren/Venster-pand aan de Gouvernestraat te verwerven en daarmee de culturele functie van dit pand te verlengen. Het pand wordt ontwikkeld tot een ‘huis voor talentontwikkeling voor theater- en dans’ waarin verschillende gezelschappen zullen zijn gehuisvest en waar zij hun producties kunnen presenteren. In 2012 maken jeugdtheatergroep MAX en Stichting Productiehuis van de Schouwburg en Dansateliers gebruik van het pand. Depotgebouw Op basis van scenarioanalyses hebben wij in 2011 besloten tot het Collectiegebouw als definitieve oplossing van het depotprobleem bij Museum Boijmans van Beuningen. In samenspraak met het museum laten wij door dienst Kunst en Cultuur en dienst Stadsontwikkeling nu een voorstel voor dit collectiegebouw verder definiëren. Zij werken aan een definitief Programma van Eisen, een locatiekeuze en een marktverkenning. Als deze in de loop van 2012 gereed zijn zullen wij de resultaten en verdere ontwikkeling met uw raad bespreken. Kostendekkende huur Wij zullen de huren van de culturele instellingen voor vastgoed dat wij als gemeente in portefeuille hebben op kostendekkend niveau vastgestellen. Aanpassingen worden vanaf de nieuwe cultuurplanperiode (2013–2016) doorgevoerd. Exacte termijnen van invoering zullen mede afhankelijk zijn van de looptijd van huidige contracten. De precieze omvang van de aanpassingen per instelling en sectorbreed laten wij thans in kaart brengen.
Hoofdstuk 4.3 | Verslag per beleidsveld | Beleidsveld Cultuur, sport en recreatie | pagina 53
Programma Internationalisering Het programma Internationalisering stopt eind 2012. Het laatste jaar staat in het teken van het uitvoeren van maatregelen die in eerdere jaren van het programma zijn ontwikkeld. Programma Cultuurbereik Het programma Cultuurbereik 2009–2012 (“Meer Rotterdammers doen mee(r) aan cultuur”) gaat in 2012 zijn laatste jaar in. Het landelijke Fonds Cultuurparticipatie fungeert als medefinancier van het programma. Met het programma stellen wij ons tot doel kunst en cultuur in de wijken te stimuleren om zo de participatiegraad van bevolkingsgroepen in vooral wijken met een lage Sociale Index te vergroten. Het programma kent geen specifieke doelgroep, maar gelet op de onderdelen ervan ligt de aandacht vooral bij jongeren. Cultuureducatie In het kader van talentontwikkeling blijven wij de komende jaren inzetten op de binnenschoolse cultuureducatie: kennismaken van kinderen en jongeren met kunst en cultuur zijn de eerste stap in de keten van talentontwikkeling. Het streven is erop gericht cultuureducatie te verankeren in primair en voortgezet onderwijs door middel van langlopende activiteiten in een doorlopende leerlijn. Mediabeleid Eind 2011 stellen wij een nieuwe beleidsnota Lokaal Mediabeleid vast die wij ter bespreking aan u voor zullen leggen. Ons randvoorwaardelijke kader voor het lokale mediabeleid verandert substantieel in 2012. De opcentenafdracht van UPC aan de gemeente loopt de komende collegeperiode verder terug met naar verwacht ruim € 120 in 2012 tot ruim € 270 in 2014. Het mediabudget gaat op gelijke voet structureel omlaag. Het afdrachtcontract met UPC loopt af eind 2018. Wij zullen onze beleidsinspanningen hoofdzakelijk concentreren op de wettelijke zorgplicht van gemeenten voor de lokale omroep. De convenanten met het Rijk over MTNL en FunX stoppen eind 2012, over de periode daarna moet nog besluitvorming plaats vinden. Wij zullen uw raad verder informeren over ons standpunt daarover in de aanstaande beleidsnota. Bibliotheek Lezen, Leren, Informeren Bibliotheek Rotterdam inspireert en stimuleert de zoektocht naar kennis en informatie en het plezier in lezen en taal. Daarbij zijn de kernwaarden: actueel, betrouwbaar en laagdrempelig. In de Meerjarenvisie 2010–2013 staan de volgende vier programma’s benoemd: – Collectie en Informatie: Rotterdammers op eigentijdse wijze toegang bieden tot de inspirerende wereld van kennis, cultuur en informatie; – Lezen en Leren: De taalvaardigheid, het leesplezier en de mediawijsheid van Rotterdammers stimuleren; – Cultuur en Literatuur: De literaire cultuur in Rotterdam breed verspreiden; – Bibliotheek van de Rotterdammers: Het inzetten van een nieuw vestigingsbeleid. De herstructurering van het bibliotheekwerk leidt tot minder en betere bibliotheken met ruime openingstijden, een brede collectie, eigentijdse digitale faciliteiten en voor minder mobiele Rotterdammers de uitbreiding van de Bibliotheek aan Huis. Dit betekent voor 2012 de sluiting van zeven wijkvestigingen en de oplevering van twee vestigingen nieuwe stijl. Talentontwikkeling van de jeugd staat bij de herstructurering voorop: er komt een bibliotheekservice beschikbaar voor alle scholen en voorschoolse instellingen, gericht op kinderen van 0 tot 13 jaar. In 2012 worden onder 15 scholen pilots uitgevoerd. In 2012 wordt de verzelfstandiging voorbereid van de dienst tot stichting per 1 januari 2013. Baten en lasten (meerjarenraming) bedragen x € 1.000,-
Cultureel klimaat Baten Lasten Resultaat voor reserveringen Resultaatbestemming Onttrekking aan reserves Toevoeging aan reserves Resultaat na reserveringen
pagina 54 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
rekening 2010 6.471 142.447 -135.976
raming 2011 6.245 134.887 -128.642
begroting 2012 4.164 132.371 -128.207
raming 2013 4.112 120.783 -116.671
raming 2014 4.058 119.800 -115.742
raming 2015 3.250 117.938 -114.688
2.062 202 -134.116
93 202 -128.751
0 202 -128.409
635 202 -116.238
0 202 -115.944
0 0 -114.688
Aansluiting met voorgaande begroting (na reservering) bedragen x € 1.000,-
Cultureel klimaat
begroting 2012 -131.427 3.018 -128.409
Begroting 2011 Mutaties kaderbrief en begroting Totaal
raming 2013 -117.412 1.174 -116.238
raming 2014 -117.132 1.188 -115.944
raming 2015 -117.122 2.434 -114.688
raming 2013
raming 2014
raming 2015 saldo
Specificatie mutaties kaderbrief en begroting bedragen x € 1.000,-
Cultureel klimaat Mutaties die invloed hebben op de algemene middelen
begroting 2012 baten
lasten
saldo
saldo
saldo
412
-412
-412
-412
Knelpunten 1. Depot museum Boijmans van Beuningen (tijdelijke maatregelen) 2. Collectiegebouw museum Boijmans 3. Arthouse
0
0
-2.500
-2.500
-2.500
528
-528
-528
-528
-528
-1.500
1.500
4.000
4.000
4.000
800
800
800
-863
-834
Ombuigingen 1. Cultuurplan 2. Niet cultuurplan Ramingsbijstellingen 1. Vrijval subsidies o.a. WATT 2012 2 Depot museum Boijmans van Beuningen bijstelling begroting 2011 ev. Trend
49
Technische wijzigingen Totaal
49
-1.500
1.500
-397
397
1.091
-1.042
-928
-943
-943
-1.603
1.603
1.603
1.603
1.603
-2.969
3.018
1.174
1.188
2.434
Toelichting op de mutaties Knelpunten 1. Depot museum Boijmans van Beuningen (tijdelijke maatregelen) Bij de behandeling van de begroting 2011 heeft uw raad de motie Verveen e.a. aangenomen (Dekking depot Boijmans van Beuningen (2010-2843)). In de motie wordt verzocht de tijdelijke maatregelen, ad € 2,548 mln, voor het depot van museum Boijmans van Beuningen niet ten koste te laten gaan van de Cultuurplanperiode 2013–2016. Bij de rekening 2010 (p. 219) is reeds € 900 ten laste van het concernresultaat gekomen. Teneinde de motie af te doen heeft het college bij de 1e bestuursrapportage 2011 voorgesteld om ook het restant ad € 1,648 mln ten laste te brengen van het concern in de jaren 2011–2014, € 412 per jaar. 2. Collectiegebouw museum Vanaf 2013 wordt aanvullend € 2,5 mln omgebogen in het cultuurplan ter financiering van de kapitaallasten of huurlasten van het nieuwe collectiegebouw van het museum Boijmans. Deze ombuiging heeft tot gevolg dat het financieel kader voor het nieuwe cultuurplan 2013–2016 verlaagd wordt. Met het nieuwe collectiegebouw wordt de kunstcollectie van de gemeente op een verantwoorde wijze beheerd. 3. Arthouse Op 26 januari 2010 heeft de raad besloten een aanvullende investering ter beschikking te stellen voor de uitvoering van de afbouw en de inrichting van Arthouse op de Wilhelminapier.
Hoofdstuk 4.3 | Verslag per beleidsveld | Beleidsveld Cultuur, sport en recreatie | pagina 55
Ombuigingen 1. Cultuurplan Voor het cultuurplan 2012 ev. zullen wij minder middelen beschikbaar stellen. Voorgesteld wordt de structurele subsidies in 2012 met € 1,5 mln te verlagen. De culturele instellingen zijn op de hoogte gebracht van een korting van 2% op de structurele subsidie. Vanaf 2013 wordt aanvullend € 2,5 mln omgebogen ter financiering van de kapitaallasten of huurlasten) van het nieuwe collectiegebouw van het museum Boijmans. Deze ombuiging heeft tot gevolg dat het financieel kader voor het nieuwe cultuurplan 2013–2016 verlaagd wordt. Mocht het knelpunt collectiegebouw zich later dan in 2013 voordoen, dan volgt de ombuiging (dekking van het knelpunt € 2,5 mln) ook later dan 2013. 2. Niet cultuurplan Als aanvullende bezuiniging, ten opzichte van de kaderbrief 2011, stelt het college uw raad voor de begroting cultuur (niet cultuurplan) vanaf 2013 te verminderen met € 800. Een aantal instellingen wordt gefinancierd uit middelen die beschikbaar zijn vanuit het sociaal programma. Structureel is hiervoor € 1,7 mln beschikbaar. Op dit budget wordt € 0,8 mln structureel bezuinigd vanaf 2013 en resteert er dus € 0,9 mln per jaar. Ramingsbijstellingen 1. Vrijval subsidies o.a. WATT 2012 De bijstelling heeft betrekking op de vrijval van o.a. de subsidie WATT 2012. 2. Depot museum Boijmans van Beuningen bijstelling begroting 2011 ev Als gevolg van de motie Verveen e.a. (Dekking depot Boijmans van Beuningen (2010-2843)) moet de begroting 2011 en de volgende jaren worden gecorrigeerd. Dit betekende al een verlaging van de begroting 2011 bij de 1e bestuursrapportage met € 1,3 mln Voor 2012 betekent dit een verlaging van € 397 en begrotingstoenamen van € 863 en € 834 in 2013 respectievelijk 2014. Trend De trend is de loon- en prijsontwikkeling. Zie voor een nadere uitleg Beleidsmatige inspanning 2.2 ‘Beheer algemene middelen’. Technische wijzigingen De technische wijzigingen per beleidsmatige inspanning zijn toegelicht in bijlage 12. Uitsplitsing per product (na reservering) bedragen x € 1.000,-
Cultureel klimaat Subsidieverlening culturele instellingen, gezelschappen en activiteiten Bibliotheek Totaal
baten 935 3.229 4.164
lasten 108.942 23.631 132.573
saldo -108.007 -20.402 -128.409
Toelichting per product Product Subsidieverlening culturele instellingen, gezelschappen en activiteiten Op dit product worden de incidentele en structurele subsidies verantwoord die worden gegeven aan culturele instellingen, gezelschappen en media-instellingen voor de activiteiten die zij uitvoeren. Daarnaast worden de uitgaven voor het apparaat en kapitaallasten van de dienst Kunst en Cultuur op dit product verantwoord. Een deel van de lasten wordt gedekt uit (externe) baten. Het betreft hier de baten uit de overeenkomst met UPC die opcenten afdraagt aan de gemeente voor de analoge aansluitingen voor radio en tv en een vergoeding voor kapitaallasten door derden. Product Bibliotheek Naast de Gemeentelijke bijdragen ontvangt Bibliotheek Rotterdam in 2012 baten van leden en gebruikers van Bibliotheek Rotterdam (69% van de niet gemeentelijke bijdragen), overige baten zoals inkomsten uit verhuur (20% van de niet gemeentelijke bijdragen) en subsidiegelden (11% van de niet gemeentelijke baten). Het product Bibliotheek is te verdelen in de volgende 4 programma’s: – Bibliotheek van de Rotterdammers (43% van de lasten) – Collectie en Informatie: Rotterdammers op eigentijdse wijze toegang bieden tot de inspirerende wereld van kennis, cultuur en informatie (40% van de lasten) – Lezen en Leren: De taalvaardigheid, het leesplezier en de mediawijsheid van Rotterdammers stimuleren; (11% van de lasten). – Cultuur en Literatuur: De literaire cultuur in Rotterdam breed verspreiden (6% van de lasten). pagina 56 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
3.2
Beleidmatige inspanning Topsport en vergroten deelname sport en recreatie
Focus van de inspanning: meer Rotterdammers nemen deel aan sport waardoor onder andere de gezondheid van Rotterdammers, de onderwijsprestaties van de jeugd en de sociale binding en leefbaarheid in de wijken verbetert.. Daarnaast nemen meer Rotterdammers deel aan recreatieve en culturele activiteiten. Dit draagt bij aan talentontwikkeling van Rotterdammers. Door een goed aanbod op het gebied van sport en vrijetijdsbesteding en samenwerking met diverse partijen in de stad, wordt bijgedragen aan de stedelijke ambities talentontwikkeling, gezondheid, verhogen onderwijsprestaties, participatie, sociale samenhang, leefbaarheid en de versterking van de economie van de stad. Met als effecten het verhogen van de deelname van Rotterdammers aan sport en vrije tijd en het versterken van het imago van Rotterdam als sportstad. De doelstelling is het verhogen van de sportparticipatie onder Rotterdammers vanaf zes jaar naar 64% eind 2013 en 70% in 2016 waarmee Rotterdam op Olympisch niveau wordt gebracht. In 2011 wordt de sportparticipatie gemeten, het resultaat zal begin 2012 bekend zijn De inspanningen worden gedaan op de volgende, nadrukkelijk met elkaar samenhangende, zes renbanen die volgen uit de sportnota 2016 en verder zijn uitgewerkt in het uitvoeringsprogramma sport 2011–2014 (het UP Sport): 1. Sportwaarden en onderwijs: op alle onderwijsinstellingen wordt een sport- en beweegprogramma aangeboden, met als effecten talentontwikkeling, tegengaan van overgewicht en betere schoolprestaties; 2. Maatschappelijke thema’s: sport als middel om bij te dragen aan de ambities van de gemeente op andere beleidsvelden: onderwijs, gezondheid, werkgelegenheid, economie, veilig en fysiek; 3. Breedtesport en sportontwikkeling: het verhogen van de sportparticipatie onder Rotterdammers tot 70% in 2016 (met als collegetarget 64% in 2014); 4. Evenementen en accommodaties: het aanbod aan sportprogrammering en sportvoorzieningen versterken waar dat nodig is; 5. Topsport: het versterken van het aanbod aan topsport (evenementen, accommodaties en ondersteuning topsportverenigingen en toptalenten) en Rotterdam Olympic-proof maken; 6. Media en citymarketing: versterken van het imago van Rotterdam als sportstad. In 2012 zal € 5,15 mln worden ingezet voor de uitvoering van de diverse maatregelen uit het UP Sport.
Toelichting Inspanningen Stimulering topsport, breedtesport en recreatie Om de sportparticipatie te verhogen zal het UP Sport 2011–2014 in 2012 verder uitgevoerd worden. Door de afgekondigde verplichtingenstop voor 2011 zijn nog niet alle nieuwe onderdelen van het UP Sport in 2011 opgestart. Deze onderdelen zullen in 2012 van start gaan, dit betekent dat de resultaten die in 2011 gehaald zouden moeten worden nu in 2012 meegenomen worden daar waar dit mogelijk is. Dit kan betekenen dat niet alle doelstellingen voor 2012 volledig behaald kunnen worden. Dit geldt voor lekker Fit! 0-6 jaar, talentcentra, sport & bewegen voor ouderen en communicatie. De belangrijkste maatregelen uit het UP Sport zijn: 1. Sportwaarden en onderwijs De relatie tussen sport en onderwijs wordt verder verstevigd. Sport en onderwijs versterken elkaar als belangrijke pijlers voor de talentontwikkeling van de jeugd. Regelmatig sporten leidt tot een gezonder lichaam, minder overgewicht, verbeterde concentratie en verhoogde onderwijsprestaties. Sportwaarden, die bijdragen aan de individuele ontwikkeling van kinderen zijn: het omgaan met winst en verlies, respect voor tegenstrevers, het beste uit je zelf halen, het omgaan met lichamelijke mogelijkheden en onmogelijkheden, het accepteren van autoriteit en het samen met anderen iets bewerkstelligen. Deze sportwaarden worden ook via het onderwijs uitgedragen. In de afgelopen jaren zijn 18 schoolsportverenigingen opgezet, een samenwerkingsverband tussen scholen en sportverenigingen. Hiermee worden 1.500 kinderen bereikt. Schoolsportverenigingen richten zich met name op de wijken, waar weinig of geen sportvoorzieningen zijn. In of nabij de school wordt sport aangeboden door trainers van de vereniging. Door het aanbieden van sport in de nabije omgeving zijn meer kinderen in staat deel te nemen aan sport wat de sportparticipatie ten goede komt. We zullen in 2012 de bestaande schoolsportverenigingen continueren en er zullen vier schoolsportverenigingen bij komen in 2012.
Hoofdstuk 4.3 | Verslag per beleidsveld | Beleidsveld Cultuur, sport en recreatie | pagina 57
Het concept van Lekker Fit wordt verder uitgebreid met: – Lekker Fit! Jonge kind: 0 tot 4 jarigen en hun ouders. De inzet zal plaatsvinden via peuterspeelzalen, kinderopvanginstellingen en Centra voor Jeugd en Gezin (CJG’s). De activiteiten zullen zich richten op voeding en beweging. De activiteiten zullen niet zoals gepland starten in 2011, maar in 2012. In 2011 wordt wel de aanpak ontwikkeld. Om mogelijke partners te enthousiasmeren is in 2011 wel het project makkelijke moestuinen gestart, dit wordt in 2012 naar meer kinderdagverblijven en peuterspeelzalen wordt uitgebreid; – Lekker Fit! Kleuters: de groepen 1 en 2 in het basisonderwijs. De inzet zal zich onder meer richten op signalering van motorische achterstanden en voorlichting aan ouders op de belangrijk overgang van peuter naar kleuter. De eerste maanden van 2012 zullen gebruikt worden om de aanpak te ontwikkelen, de uitvoering van de aanpak start dus later dan oorspronkelijk gepland; – Lekker Fit! JOGG (Jongeren Op Gezond Gewicht) aanpak: dit project beoogt een aanpak te ontwikkelen waardoor het bereik van ouders wordt vergroot en zij ook daadwerkelijk een gedragsverandering ondergaan waardoor hun kinderen een gezondere leefstijl kunnen ontwikkelen. Ouders worden hiermee actief betrokken bij het vergroten van de gezondheid van hun kinderen. 2. Maatschappelijke thema’s We gaan sport als middel nadrukkelijk inzetten om bij te dragen aan maatschappelijke doelen op het gebied van onder andere gezondheid, onderwijs, economie en leefbaarheid. Een van de inspanningen die we hiervoor gaan doen is de maatschappelijke betrokkenheid van 10 sportverenigingen in 2012 vergroten (eind 2014 moeten er 30 verenigingen maatschappelijk betrokken zijn). Deze Rotterdamse sportclubs worden als belangrijke schakel in de sportinfrastructuur van Rotterdam actief ingezet als instrument voor het behalen van doelstellingen op andere beleidsterreinen. Verbinding met sectoren als veiligheid, onderwijs, werk en inkomen, gezondheid en participatie liggen daarbij voor de hand. Vitale verenigingen ontwikkelen zich met behulp van professionele ondersteuning tot essentiële partner in hun wijk. Met ondersteuning van verenigingsmanagers, -adviseurs, pedagogen en andere specialisten wordt de doorontwikkeling van de verenigingen vormgegeven en de maatschappelijke projecten in de vereniging ingebed. De ontwikkeling van maatschappelijke actieve sportvereniging moet op maat, per vereniging en per wijk, gebeuren. Vanuit de ambities van Rotterdam en de kracht van sport zijn thema’s benoemd die voor de hand liggen om nader uit te gaan werken: sport & werk, sport & onderwijs, sport & veiligheid, sport & gezondheid, sportparticipatie voor bijzondere doelgroepen. Naast de sportclubs stimuleren we ook private partijen om sport als middel in te zetten. Een voorbeeld hiervan is het buddyproject van Challenge Sports waarbij sport wordt ingezet in re-integratie trajecten voor werkloze jongeren. 3. Breedtesport en sportontwikkeling De deelgemeenten zijn essentiële partners bij de uitvoering van het sportbeleid. Om de verhoging van de sportparticipatie een extra impuls te geven maken we budget vrij voor sportinitiatieven vanuit de deelgemeenten, in cofinanciering met de betreffende deelgemeente. Hierbij vragen wij specifiek aandacht voor de ongeorganiseerde sportbeoefening (dus buiten verenigingsverband) zoals skaten, breakdance en pannavoetbal. We vinden het belangrijk dat de inwoners zelf ook bij het initiatief zijn betrokken en richten ons specifiek op een aantal doelgroepen waar de sportparticipatie nu nog laag is. De sportparticipatie onder Rotterdammers vanaf 65 jaar ligt op 41% (meting Vrijetijdsomnibus 2009). Dit is een forse toename ten opzichte van 2005 (26%), maar wij willen dit aantal nog verder omhoog stuwen, naar minimaal 50% in 2016. Juist voor deze groep is sport en bewegen van groot belang, voor zowel het lichamelijke als het sociaal-geestelijk welbevinden. Bovendien draagt het bij aan de zelfredzaamheid. Wij gaan het sportaanbod (van sportverenigingen, sportstimulering van SenR en de sportactiviteiten van welzijnsorganisaties) meer toesnijden op de vraag onder ouderen. Het recent opgezette netwerk ‘Fit for life Rotterdam’ zal in 2012 nog steviger worden neergezet en speelt een grote rol in het verbinden van vraag naar en aanbod van sport. Hiermee zullen interventieprogramma’s waar nodig worden aangescherpt en aangevuld zodat meer ouderen gaan bewegen en sporten. Door het wegvallen van de middelen voor sport en bewegen voor ouderen in 2011 is een achterstand opgelopen in het in beweging krijgen van deze doelgroep. Al het mogelijke wordt gedaan om samen met de partners de achterstand in 2012 en de jaren erna in te lopen. Een andere belangrijke doelgroep in het Rotterdamse sportbeleid zijn mensen met een beperking. In 2009 en 2010 is het Servicepunt Sport en Handicap ontwikkeld. Dit Servicepunt zorgt voor het bijeenbrengen van sportvraag en -aanbod voor mensen met een beperking, het adviseren van sporters met een beperking en het verbeteren van deskundigheid van sporttrainers om te werken met mensen met een beperking. In 2012 zullen minimaal 300 mensen met een handicap intensief (individueel) worden begeleid naar sport. Met informatie over sporten met een handicap worden 10.000 potentiële sporters bereikt. In opdracht van de deelgemeenten biedt de dienst SenR in alle wijken sportstimulering aan: een divers aanbod aan sportactiviteiten in buurthuizen en de openbare buitenruimte. Per jaar worden 5.800 activiteiten in dit kader ontplooid. Wij willen dit aanbod meer gaan toesnijden op de specifieke behoeften in de buurt en op doelgroepen. Ook zorgen we voor een passend sport- en beweegaanbod voor mensen die worden doorverwezen in het kader van Beweegkracht en Beweegkuur.
pagina 58 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
Rotterdam verstrekt subsidie aan het Jeugdsportfonds dat vervolgens zorgt voor een tegemoetkoming aan de kosten voor lidmaatschap van een sportvereniging voor kinderen van 4 tot en met 17 jaar van ouders die maximaal 120% van het minimuminkomen verdienen. 4. Sportevents We gaan sportevenementen nog steviger benutten als uithangbord van Rotterdam als sportstad, maar de evenementen zullen ook worden gebruikt voor verhoging van de sportparticipatie. Door middel van schoolprogramma’s, clinics en side events, zowel in de aanloop naar een evenement als tijdens een evenement (zoals de Grand Départ van de Tour de France 2010 en WK Tafeltennis 2011), krijgen Rotterdammers de gelegenheid om actief kennis te maken met de sport en vindt introductie van en doorverwijzing naar Rotterdamse sportclubs plaats. Naast de internationale topsportevenementen die veelvuldig in Rotterdam neerstrijken willen wij ook nationale sportevenementen naar Rotterdam halen: minimaal twee nationale kampioenschappen per jaar. Ook deze evenementen willen we benutten voor side events en daarmee het verhogen van de sportdeelname onder de Rotterdammers. 5. Topsport We ondersteunen 15 Rotterdamse topsportverenigingen en begeleiden toptalenten onder andere op het gebied van het combineren van sport en studie en het vinden van huisvesting. Ons imago als (top)sportstad willen we vasthouden en versterken door meer internationale en nationale sportevenementen naar de stad te halen. Doordat we deze evenementen nadrukkelijk koppelen aan breedtesport en onderwijs, door onder andere het organiseren van side events in de wijken, leveren de evenementen een bijdrage aan de sportparticipatie in de stad. In vier takken van sport zullen, in nauwe samenwerking met de sportbonden, regionale talentcentra ontwikkeld worden. De focus ligt op de doorlopende carrièrelijn van beginnend sporter tot gearriveerde topsporter (10 jaar tot einde carrière). Hierbij spelen de breedtesportverenigingen en schoolsport een cruciale rol. Talenten worden ook geholpen met praktische zaken, zoals het vinden van huisvesting en de combinatie tussen sport en studie. In 2011 kon door de verplichtingenstop nog niet gestart worden met het opzetten van de drie talentcentra. De gesprekken hierover met bonden hebben wel plaatsgevonden in 2011. Hierdoor kan het project snel doorgang vinden en zullen er in 2012 vier talentcentra opgezet worden. 6. Communicatie Communicatie is een belangrijk instrument om de ambities en successen van het sportbeleid bekend te maken en om doelgroepen en externe partners te bereiken en te betrekken bij onze inzet op sportgebied. Een stevige inzet op communicatie en citymarketing is ook noodzakelijk om het imago van Rotterdam als sportstad vast te houden en te versterken. Collegetarget Het verhogen van de sportparticipatie onder Rotterdammers vanaf 6 jaar tot 64% aan het eind van deze collegeperiode. Indicator
begroting raming raming raming 2012 2013 2014 2015 Target Sportparticipatie* 60% 64% Lekker Fit! in basisonderwijs (aantal scholen) 88 88 94 100** Aantal schoolsportverenigingen 23 26 30 35 Vitaliteitscore sportverenigingen (schaal 1-6) 4,20 4,30 4,50 4,55 Begeleiding Rotterdamse toptalenten 130 140 150 160 Aantal maatschappelijke sportclubs 10 20 30 40 * Wordt eens in de twee jaar gemeten (metingen zijn eind 2011 en eind 2013, resultaten zijn begin 2012 respectieveleijk 2014 bekend). ** onder voorbehoud van voldoende beschikbare accommodaties
Infrastructuur In 2012 zal begonnen worden met een volledige restauratie van het Oostelijk Zwembad zodat de gebruikshorizon van dit zwembad wordt verlengd tot 2035. Na oplevering in 2013 zal het Van Maanenbad worden gerenoveerd. In 2011 is gestart met de aanleg van de Willem Alexander baan. In 2012 werken we ook verder aan de realisatie van 4 gymlokalen. Doel is deze gymlokalen bij de start van het schooljaar 2014/2015 in gebruik te kunnen nemen. Daarnaast dragen we bij aan de bouw van een sporthal in de Motorstraat, die geschikt wordt gemaakt voor gebruik door zowel scholen als sportverenigingen.
Hoofdstuk 4.3 | Verslag per beleidsveld | Beleidsveld Cultuur, sport en recreatie | pagina 59
In 2012 zullen bovendien Blijdorp en Plaswijckpark een investeringssubsidie ontvangen. Blijdorp krijgt de subsidie als bijdrage in de restauratie van enkele Van Ravesteijn Monumenten in de Diergaarde. Deze bijdrage wordt uitgekeerd in 3 jaarlijkse tranches. De bijdrage is mede bedoeld ter compensatie van wegvallende subsidiebijdragen in de exploitatie. Over de bijdrage voor Plaswijckpark zal uw raad op korte termijn nader worden geïnformeerd. Tot slot werken we verder aan de voorbereiding van de Sportcampus in het Stadionpark en de vervanging van zwembad Charlois in het Hart van Zuid. Realisatie van beide plannen staat gepland voor de langere termijn, 2015 tot 2020. Sportcampus Stadionpark In het Stadionpark komen alle onderdelen van het sportbeleid bij elkaar. Met het besluit om de Sportcampus op te nemen in de Lange Termijn Investeringsplanning hebben we de aanzet gegeven voor de gemeentelijke inzet. In 2012 zal de voorbereiding voor het realiseren van een sportcampus verder opgepakt worden door uitvoering te geven aan de ontwikkelstrategie voor dit gebied. Olympische Spelen 2028 In 2021 maakt het IOC bekend waar de Olympische Spelen van 2028 zullen plaatsvinden. Nederland is voornemens om zich kandidaat te stellen en wil zijn kansen vergroten door al in de komende jaren op ‘olympisch niveau’ te komen en de hele samenleving in beweging te zetten. Rotterdam is daarin een belangrijke partner. De versteviging van het sportklimaat en de verhoging van de sportparticipatie zijn belangrijke maatregelen. Rotterdam draagt bovendien op constructieve wijze bij aan het ontwerp van de Olympische Hoofdstructuur en het verder uitdragen van Holland 2028. Rotterdam hecht aan het ontwikkelen van een bid dat Nederland de meeste kans geeft om de spelen van 2028 te organiseren en dat op langere termijn leidt tot de meest optimale economische, sociaal maatschappelijke en sportieve effecten voor Nederland. Uitgangspunt daarbij is dat werk met werk wordt gemaakt: bestaande ontwikkelingen worden ingezet om de olympische droom dichterbij te brengen, waarbij de Spelen een maximale spin-off hebben voor de Rotterdammer.. Inzet voor deelgemeenten De meeste accommodaties op sport- en recreatiegebied behoren tot de deelgemeentelijke bestuurlijke bevoegdheid. De deelgemeenten zijn hiervoor opdrachtgever van de dienst Sport en Recreatie. Sportvoorzieningen en het aanbod aan sportstimulering in alle deelgemeenten is randvoorwaardelijk voor minimaal behoud van de sportparticipatie. Veel deelgemeenten hebben besloten tot zeer forse bezuinigingen. Deze moeten de komende jaren hun beslag krijgen. De bezuinigingen bestaan uit het sluiten van wijkaccommodaties, het verminderen van de dienstverlening en uit tariefsverhogingen. Conform de bestuursakkoorden wordt er zo veel mogelijk naar gestreefd om negatieve gevolgen voor de sportparticipatie te voorkomen. Door de zwaarte van de bezuinigingen is dat echter niet altijd overal te voorkomen. Voorts laten wij op het gebied van sport en recreatie momenteel een ‘kerntakenanalyse’ uitvoeren. Hierover zal nader overleg plaats gaan vinden met de deelgemeenten. Natuur en Mileu-educatie Voor een duurzame leefstijl is het van groot belang bij de jeugd te beginnen. We willen de Rotterdamse jeugd dan ook mogelijkheden bieden voor natuur- en milieueducatie (NME). Daarnaast bieden de voorzieningen op gebied van NME een belangrijke basis voor de vrijetijdsbesteding en dragen zodoende bij aan de sociale samenhang, gezondheid en leefbaarheid van de stad. De voorzieningen en activiteiten op het gebied van NME behoren ook tot de deelgemeentelijke bestuurlijke bevoegdheid. Mede vanwege de financiële situatie bij zowel gemeente als deelgemeenten (de grootste opdrachtgever voor NME), wordt in 2012 verder gewerkt aan een vernieuwing van het NME aanbod in Rotterdam, dat zich meer focust op de doelstellingen vanuit het programma Duurzaam. Baten en lasten (meerjarenraming) bedragen x € 1.000,-
Topsport en vergroten deelname sport en recreatie Baten Lasten Resultaat voor reserveringen Resultaatbestemming Onttrekking aan reserves Toevoeging aan reserves Resultaat na reserveringen
pagina 60 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
rekening 2010 61.596 110.063 -48.467
raming 2011 65.371 106.134 -40.763
begroting 2012 56.311 98.396 -42.085
raming 2013 55.362 95.207 -39.845
raming 2014 55.362 93.205 -37.843
raming 2015 -1.191 39.669 -40.860
586 0 -47.881
1.804 0 -38.959
771 0 -41.314
0 0 -39.845
0 0 -37.843
0 0 -40.860
Aansluiting met voorgaande begroting (na reservering) bedragen x € 1.000,-
Topsport en vergroten deelname sport en recreatie
begroting 2012 -40.188 -1.126 -41.314
Begroting 2011 Mutaties kaderbrief en begroting Totaal
raming 2013 -38.904 -941 -39.845
raming 2014 -38.743 900 -37.843
raming 2015 -43.603 2.743 -40.860
raming 2013
raming 2014
raming 2015
Specificatie mutaties kaderbrief en begroting bedragen x € 1.000,-
Topsport en vergroten deelname sport en recreatie Mutaties die invloed hebben op de algemene middelen Knelpunten 1. Bedrijfsvoering SenR Ombuigingen 1. Stelselwijziging afschrijving vastgoed 2. Kerntaken SenR 3. Kwaliteitsverlaging sportvelden Lasten die worden gedekt uit de reserves 1. Onttrekking bestemmingsreserves voeding / beweging en combinatiefuncties Trend Technische wijzigingen Totaal
begroting 2012 baten
lasten
saldo
saldo
saldo
saldo
4.000
-4.000
-4.000
-4.000
-4.000
-1.171 -750 -200
1.171 750 200
995 2.000 200
773 4.000 200
553 6.000 200
771
771
0
422 -664 529
787 -1.782 1.655
-365 1.118 -1.126
-356 220 -941
-345 272 900
-345 335 2.743
Toelichting op de mutaties Knelpunten 1. Bedrijfsvoering SenR Het knelpunt heeft betrekking op de bedrijfsvoering van SenR. Op de personeelskosten is een structureel knelpunt onder andere door reorganisaties uit het verleden. Verder zijn er structurele kosten in de ICT sfeer waar het budget van SenR ontoereikend voor is. Om te voorkomen dat deze, zoals in voorgaande jaren, bij de rekening als tekort zichtbaar worden wordt de begroting bijgesteld. Ombuigingen 1. Stelselwijziging afschrijving vastgoed Eind 2009 heeft het college ingestemd met het voorstel om met ingang van 2010 annuïtair te gaan afschrijven op vastgoedobjecten in plaats van het lineaire stelsel. De financiële consequenties met betrekking tot deze stelselwijziging, het verlagen van de begroting SenR, is aldus verwerkt. De afroming ad € 1,171 mln wordt gereserveerd ten behoeve van concern knelpunten kostprijsdekkende huren. 2. Kerntaken SenR (€ 750 in 2012, oplopend tot € 6 mln in 2015) Per taak wordt onderzocht of deze nog moet worden voortgezet in de huidige vorm, dan wel in een andere vorm moet terugkomen. Daarnaast wordt onderzocht op welke wijze de uitvoering van de producten het meest efficiënt kan worden georganiseerd. in eigen beheer door de gemeente, via uitbesteding aan een verzelfstandigde organisatie of via aanbesteding aan marktpartijen. De uitkomsten van het zogenoemde ‘kerntakenonderzoek’ leveren op termijn een besparing op. In de huidige constellatie zal dit voordeel grotendeels vallen binnen de deelgemeentelijke begrotingen, omdat het grootste deel van de SenR - producten thans onder verantwoordelijkheid en financiering van de deelgemeenten valt. Alleen indien gekozen zou worden voor centralisatie van de producten van SenR valt dit voordeel ten gunste van de stedelijke begroting. 3. Kwaliteitsverlaging sportvelden SenR realiseert een ombuiging van € 200 per jaar door een verlaging in het onderhoud van de sportvelden.
Hoofdstuk 4.3 | Verslag per beleidsveld | Beleidsveld Cultuur, sport en recreatie | pagina 61
Lasten die worden gedekt uit de reserves 1. onttrekking bestemmingsreserves voeding / beweging en combinatiefuncties De bestemmingsreserves voeding / beweging en combinatiefuncties worden geheel onttrokken. Trend De trend is de loon- en prijsontwikkeling. Zie voor een nadere uitleg Beleidsmatige inspanning 2.2 ‘Beheer algemene middelen’. Technische wijzigingen De technische wijzigingen per beleidsmatige inspanning zijn toegelicht in bijlage 12. Uitsplitsing per product (na reservering) bedragen x € 1.000,-
Topsport en vergroten deelname sport en recreatie Stimulering topsport, breedtesport en recreatie Inzet voor deelgemeenten Natuur en milieu-educatie Totaal
baten 4.513 52.382 187 57.082
lasten 34.681 61.757 1.958 98.396
saldo -30.168 -9.375 -1.771 -41.314
Toelichting per product Product Stimulering topsport, breedtesport en recreatie Het overgrote deel van de baten zijn de externe bijdragen voor de activiteiten die door SenR worden uitgevoerd. Het grootste deel heeft betrekking op de aanleg van de Roeibaan Eendragtspolder. Andere inkomsten worden gegenereerd uit de exploitatie van de stedelijke objecten en activiteiten zoals de LCC’s, Kermis en buitenhuizen. De lasten zijn de uitvoeringskosten van de verschillende programma’s waarvan, naast de aanleg van de Roeibaan Eendragtspolder, de twee grootste Lekker Fit! en het uitvoeringsprogramma Sport zijn. Ook de subsidieverstrekking wordt voor een deel onder dit programma verantwoord. De budgetten zijn voor het grootste deel structureel. Bij de begroting 2011 is een omvangrijk ombuigings-pakket op de subsidies vastgesteld. De omvang van de subsidies neemt de komende jaren af. Hiertegenover staat een verhoging van de middelen voor het UP sport. De Lekker Fit! gelden zijn voor een groot deel rijksgelden. Op dit moment is er nog geen indicatie dat deze bijdrage zal afnemen. Er is dan ook uitgegaan van een structureel karakter. Product Inzet voor deelgemeenten De baten bij dit product zijn de opdrachten van de deelgemeenten tot het uitvoeren van de activiteiten op het gebied van sport, recreatie en NME. De lasten zijn de uitvoeringslasten voor deze activiteiten, waarbij het nadelig saldo de overhead op deze producten is. Door de deelgemeenten zijn omvangrijke bezuinigingsmaatregelen aangekondigd die invloed hebben op de exploitatie van SenR. Deze zijn in de huidige cijfermatige opstellingen nog niet verwerkt omdat nog onvoldoende helder is waar ze exact gerealiseerd worden. Het gesprek met de deelgemeenten vindt hier nog over plaats. Product Natuur en milieu-educatie De baten van dit product betreffen voornamelijk de bijdrage voor Groene schoolpleinen. De lasten zijn de uitvoeringslasten voor dit product, deels personeel en deels de exploitatielasten van de Groene schoolpleinen en de stedelijke ondersteuning van de kinderboerderijen, CNME en tuinen.
pagina 62 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
Hoofdstuk 4.3 | Verslag per beleidsveld | Beleidsveld Cultuur, sport en recreatie | pagina 63
Hoofdstuk 4.4
pagina 64 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
Beleidsveld 4 Veilig
Wat willen we bereiken? In 2014 zijn er geen onveilige en probleemwijken meer. Het stedelijke veiligheidsniveau is gestabiliseerd op een 7+, wat geldt als een ondergrens.
Toelichting Sinds 2001 heeft het veiligheidsbeleid grote betekenis in Rotterdam. Sterke inzet en een innovatieve, integrale aanpak hebben geleid tot een stijging van het stedelijk veiligheidsniveau naar een 7.3 op de veiligheidsindex. Het lopende Meerjaren Actieprogramma maakt de slag naar het aanpakken van de oorzaken van onveiligheid, terwijl de inzet op toezicht en handhaving op peil blijft. De gemeente moet over de hele linie bezuinigen. Het college beseft zijn verantwoordelijkheid voor de veiligheid. Door een scherpere focus en het herinrichten van bestaande structuren handhaven we daarom dezelfde ambities als in 2010 gesteld zijn. In het Meerjaren Actieprogramma Veiligheid 2010–2014 zijn in de risicoparagraaf bezuinigingen reeds aangekondigd. Inmiddels is meer duidelijk over de omvang van (zowel Rijks- als Gemeente) bezuinigingen. De bezuinigingsopgave voor het college is dermate groot dat evident is dat deze onderdelen van de veiligheidsindex zal beïnvloeden. Tegelijkertijd is nu nog niet te overzien welke effecten de optelsom van de bezuinigingen zullen zijn. Reden te meer om scherpe focus te houden met gerichte inzet van mensen en middelen(repressief en preventief) in de meest kwetsbare wijken. Risico’s die nu in beeld zijn, zijn de mogelijke negatieve effecten van: – korting wijkveiligheidsmiddelen deelgemeenten; – verminderde inzet op “schoon en heel” (ambities worden wel gerealiseerd maar daar geen “plus” meer op); – bezuinigingen nazorg detentie; – vervallen rijksmiddelen Marokkanen en waarschijnlijk Antillianen m.i.v. 2013. De exacte uitwerking in de uitvoering van de bezuinigingen door zowel de gemeentelijke diensten als bij deelgemeenten moet zijn weerslag nog krijgen in de stad. In 2012 zal hierover meer bekend worden. In de midterm review in 2012 zal hieraan expliciet aandacht worden gegeven.
Hoofdstuk 4.4 | Verslag per beleidsveld | Beleidsveld Veilig | pagina 65
bedragen x € 1.000,-
Beleidsveld Veilig Baten Lasten
Beleidsmatige inspanning
22.915 136.061
Product
Wijkveiligheid Baten 19.723 Lasten 55.658 Target: Aan het einde van deze collegeperiode scoren de vier Focuswijken veilig (Oude Westen, Nieuwe Westen, Hillesluis en Tarwewijk) minimaal een ‘zes’ op de veiligheidsindex.
Gebiedsgerichte veiligheid Baten Lasten
Geweld en (jeugd-)overlast Baten 1.193 Lasten 14.929 Target: Het percentage Rotterdammers dat aangeeft vaak last te hebben van groepen jongeren daalt in deze collegeperiode met 25% ten opzichte van de veiligheidsindex 2010.
Bestrijden geweld en overlast (jeugd) Baten 1.193 Lasten 14.929
326 5.882
Handhaven wet- en regelgeving Baten 19.397 Lasten 49.776
Target: Aan het einde van deze collegeperiode is het aantal geweldsincidenten tegen publieke functionarissen met minimaal 20% gedaald. Crisisbeheersing en handhaven openbare orde Baten 1.999 Lasten 65.474
pagina 66 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
Crisisbeheersing en brandweerzorg Baten Lasten
0 58.433
Handhaven openbare orde Baten Lasten
1.203 5.613
Regie en coördinatie maatschappelijke integriteit Baten Lasten
796 1.428
4.1
Beleidsmatige inspanning Wijkveiligheid
Focus van de inspanning: Wijkveiligheid staat centraal. Het college zorgt ervoor dat er geen onveilige en probleemwijken meer zijn. De focus ligt op het Oude Westen, Nieuwe Westen, Hillesluis en Tarwewijk. Er wordt gestuurd op het veiligheidsgevoel van bewoners en ondernemers in hun eigen omgeving. Daarnaast staat iedere wijk in 2014 (minimaal) in dezelfde categorie in de Veiligheidsindex als in 2010.
Toelichting inspanningen Sinds 2010 wordt er meer gefocust gewerkt in de wijken. De inzet van mensen en middelen is gecentreerd en wordt doelgerichter ingezet. Rotterdammers worden expliciet betrokken bij het bepalen van de inzet in de wijk. De beleving van bewoners en ondernemers staat voorop. De projecten Buurt Bestuurt en de Stuurgroep in de wijk zijn hier voorbeelden van. Deze projecten zullen doorgezet worden in 2012. Binnen het wijkveiligheidsbeleid richten wij onze aanpak specifiek op de wijken Oude Westen, Nieuwe Westen, Hillesluis en Tarwewijk. Dit zijn de vier probleemwijken waar de veiligheidssituatie het meest broos is. In deze vier wijken zijn stadsmariniers actief. Ons college streeft ernaar deze wijken minimaal een zes op de Veiligheidsindex te laten scoren. Voor een aantal andere wijken geldt dat onze specifieke aandacht onverminderd nodig blijft. Ook is er een stadsmarinier op het terrein van veilig ondernemen. Collegetarget focuswijken Nulmeting Begroting Score VI jaar 2011 Score VI 2009 jaar 2011
Begroting 2012
Raming 2013 Score VI jaar 2013
Raming 2014
5,0 5,6 5,1 4,9
nvt
minimaal een 6 voor alle focuswijken
nvt
4
4
4
4
465 fte
450 fte
450 fte
450 fte
450 fte
Zie VJAP 2010–2014
Zie VJAP 2010–2014
Zie VJAP 2010–2014
Zie VJAP 2010–2014
Zie VJAP 2010–2014
rekening 2010 19.284 66.443 -47.159
raming 2011 20.172 61.165 -40.993
begroting 2012 19.397 55.658 -36.261
raming 2013 19.397 54.716 -35.319
raming 2014 19.397 54.535 -35.138
raming 2015 19.565 54.535 -34.970
748 250 -46.661
327 0 -40.666
326 0 -35.935
326 0 -34.993
168 0 -34.970
0 0 -34.970
begroting 2012 -36.460 525 -35.935
raming 2013 -35.530 537 -34.993
raming 2014 -34.017 -953 -34.970
Collegetarget: Focuswijken scoren een 6 op VI *: Oude Westen 4.1 Nieuwe Westen 5.3 Hillesluis 4.3 Tarwewijk 3.9 Meetbare inspanningen gericht op de target Aantal stads-mariniers in alle focuswijken 4 Meetbare inspanningen gericht op de target Aantal stads- wachten met opsporings300 fte bevoegdheid van 300 naar 450 Uitvoering Meerjaren actieprogramma Zie VJAP Veilig (VJAP) 2010–2014 2010–2014 * Veiligheidsindex
Raming 2015
Baten en lasten (me erjarenraming) bedragen x € 1.000,-
Wijkveiligheid Baten Lasten Resultaat voor reserveringen Resultaatbestemming Onttrekking aan reserves Toevoeging aan reserves Resultaat na reserveringen
Aansluiting met voorgaande begroting (na reservering) bedragen x € 1.000,-
Wijkveiligheid Begroting 2011 Mutaties kaderbrief en begroting Totaal
raming 2015 -34.017 -953 -34.970
Hoofdstuk 4.4 | Verslag per beleidsveld | Beleidsveld Veilig | pagina 67
Specificatie mutaties kaderbrief en begroting bedragen x € 1.000,-
Wijkveiligheid Mutaties die invloed hebben op de algemene middelen Knelpunten 1. BOA opleidingen onderhouden (STZ) Ombuigingen 1. In elk van de vier regio’s één hand havingsteam minder 2. Afbouwen toezicht fiets- en voet gangersdeel Maastunnel 3. Team milieucontroles Trend Technische wijzigingen Totaal
begroting 2012
raming 2013
raming 2014
raming 2015
baten
lasten
saldo
saldo
saldo
saldo
0
1.739
-1.739
-1.739
-1.739
-1.739
0
-3.400
3.400
3.400
3.400
3.400
-928
-1.679
751
751
751
751
0 153 4.961 4.186
-1.900 372 8.529 3.661
1.900 -219 -3.568 525
1.900 -209 -3.566 537
1.900 -186 -5.079 -953
1.900 -186 -5.079 -953
Toelichting op de mutaties Knelpunten 1. Afgelopen jaren zijn handhavers omgeschoold naar BOA’s. Voor 2012 en verder is structureel budget nodig voor Verplichte herhalingscursussen voor gecertificeerde medewerkers en het opleiden van nieuw geworven handhavers. Naast het personeel en de accommodatie zijn er ook additionele kosten als verplichte examens, assessoren en literatuur. Ombuigingen 1. Elk van de vier Regio’s voor toezicht en handhaving levert één team in Dit houdt in dat we 72 fte aan handhavingscapaciteit besparen. Daar staat tegenover een vermindering van de baten met ca. 10%. Doordat we minder zichtbaar zijn op straat komt de veiligheidsindex onder druk te staan alsmede de betalingsgraad parkeren. 2. Afbouwen toezicht fiets- en voetgangersdeel Maastunnel Er vindt een versobering van het toezicht plaats van 75 naar 40 fte. 3. Team milieucontroles Het team milieucontroles wordt opgeheven. Trend De trend is de loon- en prijsontwikkeling. Zie voor een nadere uitleg Beleidsmatige inspanning 2.2 ‘Beheer algemene middelen’. Technische wijzigingen De technische wijzigingen per beleidsmatige inspanning zijn toegelicht in bijlage 12. Uitsplitsing per product (na reservering) bedragen x € 1.000,-
Wijkveiligheid Gebiedsgerichte veiligheid Handhaven wet- en regelgeving Totaal
baten 326 19.397 19.723
lasten 5.882 49.776 55.658
saldo -5.556 -30.379 -35.935
Toelichting per product Product Gebiedsgerichte veiligheid Onder het product Gebiedsgerichte Veiligheid met een totale begroting van € 5,7 mln vallen de Stadsmariniers, Cameratoezicht, Veiligheidsindex, Evenementen en Informatiemanagement. De grootste lastenpost betreft personeelslasten van 2,1 mln.
pagina 68 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
Product Handhaven wet- en regelgeving De baten bestaan voornamelijk uit opbrengsten fiscale naheffingen, vergoeding voor de zogenaamde Mulderbonnen, vergoedingen van deelgemeenten en id subsidie ter dekking van beveiligingskosten Maastunnel. De lasten betreffen de exploitatie van het handhavingsapparaat, zoals personeelkosten, huren, automatisering etc.
Hoofdstuk 4.4 | Verslag per beleidsveld | Beleidsveld Veilig | pagina 69
4.2
Beleidsmatige inspanning Geweld en (jeugd-)overlast
Focus van de inspanning: Geweld ontwricht de samenleving en bedreigt de veiligheid in ernstige mate. Het tegengaan van geweld blijft daarom een van de topprioriteiten van de gemeente Rotterdam. Speciale aandacht heeft geweld tegen publieksfunctionarissen, waarbij gericht wordt op 20% minder incidenten. Overlast is een verzamelbegrip voor allerlei andere fenomenen die de (ervaren) veiligheid van de stad verminderen. Het college richt zich, naast de inzet op overige vormen van overlast, op een afname van overlast van groepen jongeren van 25%. Door geweld en overlast te beperken dragen we bij aan een veiliger stad.
Toelichting Inspanningen Geweld Het tegengaan van geweld, waaronder overvallen, huiselijk geweld, uitgaansgeweld en voetbalgeweld, is en blijft een belangrijk speerpunt in ons veiligheidsbeleid. Ten aanzien van de verschillende vormen van geweld handhaven wij in grote lijnen onze aanpak en doelstellingen. De aanpak van geweldsincidenten tegen publieksfunctionarissen zal meer gefocust worden. Er wordt onderzocht welke slagen we moeten maken om de target te realiseren en of dit mogelijk is binnen de gestelde periode, mede gelet op de beschikbare capaciteit. Er is een toename van het aantal wettelijke taken op het terrein van veiligheid, zonder dat hier extra middelen tegenover staan. Daarnaast worden bestaande wettelijke bevoegdheden steeds vaker ingezet. Hierdoor is er minder capaciteit voor preventie en het aanpakken van oorzaken. Het accent verschuift dus naar repressie en handhaving. Overlast Jeugdoverlast blijft een belangrijk speerpunt. De ombuigingen in het jeugdveld en het redesign van de jeugdketen moet leiden tot tot een effectievere inzet van instrumenten en een strakkere zorgcoördinatie. In aansluiting hierop wordt gewerkt aan een vernieuwde aanpak van jeugd binnen het veiligheidsdomein. Door de ombuigingen is het mogelijk dat we langer de tijd nodig hebben om de target te realiseren. De focus hierin ligt op het terugdringen van overlast en criminaliteit op straat. Binnen dit programma krijgt ook de aanpak van Marokkaanse en Antilliaanse risicogroepen en het terugdringen van recidive een plaats. Collegetarget Jongerenoverlast Nulmeting Begroting Score VI jaar 2011 Score VI 2009 jaar 2011 20%* 17,5%*
Begroting 2012
Raming 2013 Score VI jaar 2013 15%*
Raming 2014
Raming 2013 -20%
Raming 2014 nvt
Raming 2015
Collegetarget: nvt Het % Rotterdammers dat aangeeft vaak last te hebben van groepen jongeren daalt met 25%. Meetbare inspanningen gericht op de target Uitvoering Meerjaren actieprogramma Zie VJAP Zie VJAP Zie VJAP Zie VJAP Zie VJAP Veilig (VJAP) 2010–2014 2010–2014 2010–2014 2010–2014 2010–2014 2010–2014 * De veiligheidsindex meet welk percentage Rotterdammers aangeeft vaak last te hebben van groepen jongeren. In 2010 gaf 20% van de Rotterdammers dit aan. Het doel is om dit met een kwart te laten dalen tot 15% aan het eind van de collegeperiode. De veiligheidsindex is een tweejaarlijks onderzoek dat wordt gepubliceerd in de even jaren.
College target terugdringen geweld tegen publieke functionarissen Nulmeting Het aantal geweldsincidenten tegen publieke functionarissen daalt minimaal 20%*
pagina 70 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
Volgt
Begroting 2011 -5%
Begroting 2012 -11,5%
Raming 2015 nvt
Baten en lasten (meerjarenraming) bedragen x € 1.000,-
Geweld en (jeugd-)overlast Baten Lasten Resultaat voor reserveringen Resultaatbestemming Onttrekking aan reserves Toevoeging aan reserves Resultaat na reserveringen
rekening 2010 635 12.927 -12.292
raming 2011 1.192 14.235 -13.043
begroting 2012 1.193 14.929 -13.736
raming 2013 1.193 11.920 -10.727
raming 2014 1.193 9.210 -8.017
raming 2015 1.193 9.210 -8.017
0 0 -12.292
0 0 -13.043
0 0 -13.736
0 0 -10.727
0 0 -8.017
0 0 -8.017
begroting 2012 -10.128 -3.608 -13.736
raming 2013 -7.137 -3.590 -10.727
raming 2014 -5.958 -2.059 -8.017
raming 2013
raming 2014
raming 2015
Aansluiting met voorgaande begroting (na reservering) bedragen x € 1.000,-
Geweld en (jeugd-)overlast Begroting 2011 Mutaties kaderbrief en begroting Totaal
raming 2015 -5.958 -2.059 -8.017
Specificatie mutaties kaderbrief en begroting bedragen x € 1.000,-
Geweld en (jeugd-)overlast Mutaties die invloed hebben op de algemene middelen Knelpunten 1. Middelen van Montfrans Trend Technische wijzigingen Totaal
begroting 2012 baten
lasten
saldo
saldo
saldo
saldo
0 0 1.193 1.193
863 103 3.835 4.801
-863 -103 -2.642 -3.608
-863 -79 -2.648 -3.590
-863 -61 -1.135 -2.059
-863 -61 -1.135 -2.059
Toelichting op de mutaties Knelpunten 1. Middelen van Montfrans Met ingang van 2012 vervalt de doeluitkering Leefbaar en veiligheid (de van Montfransmiddelen). Vanuit deze doeluitkering vanuit het rijk werden tot en met 2011 diverse programma’s leefbaarheid en veiligheid gefinancierd (€ 12,5 mln). Het college kiest er voor de programma’s voort te zetten, behalve wijkveiligheid en schoonmaakdag. De dekking komt uit andere programma’s van de diensten of een andere aanpak waardoor het programma toch kan worden voortgezet of wordt verrekend met deelgemeenten. Zie voor de verdeling over de diverse Beleidsmatige inspanningen, onderstaande tabel. Van Montfrans Beleidsmatige inspanning Leer- en schoolprestaties Leer- en schoolprestaties Leer- en schoolprestaties Leer- en schoolprestaties Participatie jeugd Maatschappelijke participatie Kwetsbare personen en huiselijk geweld Jeugdgezondheidszorg en opvoeding Kwetsbare personen en huiselijk geweld Geweld- en jeugdoverlast Wijkveiligheid Wijkveiligheid Totaal
VSV handhaving leerplicht leertijduitbreiding ondersteuning onderwijskwaliteit jongerenactiviteiten stadsburgerschap huiselijk geweld risicojeugd maatschappelijke opvang DOSA wijkveiligheid landelijke opschoondag
2012 815 420 640 200 662 300 1.023 1.842 2.920 1.363 2.100 200 12.485
2013 815 420 640 200 662 300 1.023 1.842 2.920 1.363 2.100 200 12.485
2014 815 420 640 200 662 300 1.023 1.842 2.920 1.363 2.100 200 12.485
2015 815 420 640 200 662 300 1.023 1.842 2.920 1.363 2.100 200 12.485
vervolg tabel zie volgende pagina Hoofdstuk 4.4 | Verslag per beleidsveld | Beleidsveld Veilig | pagina 71
vervolg tabel vorige pagina
Beleidsmatige inspanning Leer- en schoolprestaties Leer- en schoolprestaties Maatschappelijke participatie Kwetsbare personen en huiselijk geweld Crisisbeheersing en openbare orde Geweld- en jeugdoverlast Wijkveiligheid Wijkveiligheid Kwetsbare personen en huiselijk geweld Totaal
ombuiging onderwijsvoorzieningen jeugdkansenzones Opzoomeren besparing onderzoek éénmalig DOSA wijkveiligheid landelijke opschoondag huiselijk geweld
te verrekenen met deelgemeenten
2012 2012 -500 -1.200 -300 0 -2.000 -500 -2.100 -200 -1.023 -7.823
2013 2013 -500 -1.200 -300 -600 0 -500 -2.100 -200 -1.023 -6.423
2014 2014 -500 -1.200 -300 -600 0 -500 -2.100 -200 -1.023 -6.423
2015 2015 -500 -1.200 -300 -600 0 -500 -2.100 -200 -1.023 -6.423
4.662
6.062
6.062
6.062
Trend De trend is de loon- en prijsontwikkeling. Zie voor een nadere uitleg Beleidsmatige inspanning 2.2 ‘Beheer algemene middelen’. Technische wijzigingen De technische wijzigingen per beleidsmatige inspanning zijn toegelicht in bijlage 12. Uitsplitsing per product (na reservering) bedragen x € 1.000,-
Geweld en (jeugd-)overlast Bestrijden geweld en overlast (jeugd) Totaal
baten 1.193 1.193
lasten 14.929 14.929
saldo -13.736 -13.736
Toelichting per product Product Bestrijden geweld en overlast (jeugd) Het Veiligheidshuis wordt voor circa 80% gefinancierd door externe ketenpartners, wat zich vertaalt € 1,2 mln externe baten. De overige 20% wordt gefinancierd vanuit de begroting Bestrijden Geweld en Overlast. Naar verwachting worden de gelden inzake het JVAP (€ 4,4 mln), DOSA (€ 1,5 mln), Antillianen (€ 1,8 mln), Marokkanen (€ 2,3 mln) en het Veiligheidshuis (€ 1,5 mln) volledig ingezet ter uitvoering van de lopende programma’s. Het Marokkanen budget loopt af in 2012, het Antillianen budget in 2013.
pagina 72 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
4.3
Beleidsmatige inspanning Crisisbeheersing en handhaven openbare orde
Focus van de inspanning: Zowel bij crisis als openbare orde moet maatschappelijke ontwrichting en incidenten voorkomen, of hun gevolgen beperkt worden.
Toelichting Inspanningen Om de openbare orde te handhaven en crises te beheersen richten we ons vooral op het verbeteren van openbare orde en evenementen en het beperken van (de gevolgen van) incidenten. Onze inzet blijft op hetzelfde niveau als de afgelopen jaren. De VRR heeft in 2010 een bezuinigingstaakstelling van 5% opgelegd gekregen. Om het veiligheidsniveau te waarboren is ervoor gekozen om deze bezuinigingstaakstelling gefaseerd in te voeren. In 2014 zal deze volledige operatie van bezuinigen, ombuigen en investeren zijn uitgevoerd en de taakstelling behaald zijn. Verdere bezuinigingen zijn door het bestuur van de veiligheidsregio vooralsnog afgewezen. Wel wordt nog een efficiencyonderzoek uitgevoerd. Ook de komende jaren houden we een sterke focus op bestuurlijke maatregelen op het terrein van maatschappelijke integriteit (mensenhandel, vastgoedfraude en drugs), horeca en voetbalwedstrijden. Het belang van goede samenwerking neemt toe door de beperktere capaciteit bij zowel de gemeentelijke diensten, als bij onze handhavingspartners. De samenwerking met deze partners heeft daarom onze prioriteit, zodat de complexe bestuurlijke maatregelen stand houden op basis van kwalitatief goede dossiers. Baten en lasten (meerjarenraming) bedragen x € 1.000,-
Crisisbeheersing en handhaven openbare orde Baten Lasten Resultaat voor reserveringen Resultaatbestemming Onttrekking aan reserves Toevoeging aan reserves Resultaat na reserveringen
rekening 2010 1.634 66.480 -64.846
raming 2011 1.990 64.321 -62.331
begroting 2012 1.999 65.474 -63.475
raming 2013 1.999 65.180 -63.181
raming 2014 1.999 64.758 -62.759
raming 2015 1.999 64.758 -62.759
41 0 -64.805
0 0 -62.331
0 0 -63.475
0 0 -63.181
0 0 -62.759
0 0 -62.759
begroting 2012 -63.862 387 -63.475
raming 2013 -62.027 -1.154 -63.181
raming 2014 -62.006 -753 -62.759
baten
begroting 2012 lasten
saldo
raming 2013 saldo
raming 2014 saldo
raming 2015 saldo
0 9 0 9
-2.000 1.747 -125 -378
2.000 -1.738 125 387
0 -1.683 529 -1.154
0 -1.682 929 -753
0 -1.682 929 -753
Aansluiting met voorgaande begroting (na reservering) bedragen x € 1.000,-
Crisisbeheersing en handhaven openbare orde Begroting 2011 Mutaties kaderbrief en begroting Totaal
raming 2015 -62.006 -753 -62.759
Specificatie mutaties kaderbrief en begroting bedragen x € 1.000,-
Crisisbeheersing en handhaven openbare orde Mutaties die invloed hebben op de algemene middelen Knelpunten 1. Middelen van Montfrans Trend Technische wijzigingen Totaal
Hoofdstuk 4.4 | Verslag per beleidsveld | Beleidsveld Veilig | pagina 73
Toelichting op de mutaties Knelpunten 1. Middelen van Montfrans Met ingang van 2012 vervalt de doeluitkering Leefbaar en veiligheid (de van Montfransmiddelen). Vanuit deze doeluitkering vanuit het rijk werden tot en met 2011 diverse programma’s leefbaarheid en veiligheid gefinancierd (€ 12,5 mln). Het college kiest er voor de programma’s voort te zetten, behalve wijkveiligheid en schoonmaakdag. De dekking komt uit andere programma’s van de diensten of een andere aanpak waardoor het programma toch kan worden voortgezet of wordt verrekend met deelgemeenten. Zie voor de verdeling over de diverse Beleidsmatige inspanningen, Beleidsmatige inspanning 4.2 ‘Geweld en (jeugd-)overlast’. Trend De trend is de loon- en prijsontwikkeling. Zie voor een nadere uitleg Beleidsmatige inspanning 2.2 ‘Beheer algemene middelen’. Technische wijzigingen De technische wijzigingen per beleidsmatige inspanning zijn toegelicht in bijlage 12. Uitsplitsing per product (na reservering) bedragen x € 1.000,-
Crisisbeheersing en handhaven openbare orde Crisisbeheersing en brandweerzorg Handhaven openbare orde Regie en coördinatie maatschappelijke integriteit Totaal
baten 0 1.203 796 1.999
lasten 58.433 5.613 1.428 65.474
saldo -58.433 -4.410 -632 -63.475
Toelichting per product Product Crisisbeheersing en brandweerzorg Onder dit product zijn opgenomen: dienstverleningsovereenkomst VRR (inclusief inwonersbijdrage, DVO+ taken, FLO en levensloopregelingen), Gezamenlijke Brandweer (inclusief Maasvlakte II) en Sociale Veiligheid Openbaar Vervoer, welke reeks oploopt naar € 4,75 mln in 2016. Product Handhaven openbare orde De clusters Horeca Vergunningen en Evenementen zijn eind 2010 bij Bestuursdienst (directie Veiligheid, afdeling Stadszaken) gevoegd. Voor het overige deel zit het budget met name bij Openbare Inrichtingen, Genotmiddelen, Rampen en ISPR. De baten betreffen volledig de verwachte legesopbrengsten en de lasten bestaan hoofdzakelijk uit personeelslasten en interne ICT kosten vanuit de SDR. Product Regie en coördinatie maatschappelijke integriteit Onder dit product vallen het RIEC, BIBOB Kenniscentrum en Maatschappelijk Integriteit. De begrote baten zijn betreffen bijdragen vanuit het Rijk en de regiogemeenten inzake het RIEC. De lasten betreffen voornamelijk personeelslasten.
pagina 74 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
Hoofdstuk 4.4 | Verslag per beleidsveld | Beleidsveld Veilig | pagina 75
Hoofdstuk 4.5
pagina 76 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
Beleidsveld 5 Onderwijs
Wat willen we bereiken: hogere onderwijsresultaten van Rotterdamse Leerlingen Rotterdam heeft een enorm potentieel aan talent dat onvoldoende wordt benut. Om te bereiken dat onze beroepsbevolking beter wordt opgeleid, leggen we de lat hoger. Een beter opgeleide beroepsbevolking begint bij de basis. We richten ons op hogere onderwijsresultaten van leerlingen en een vermindering van voortijdig schoolverlaten. Daarvoor zijn twee targets geformuleerd: – Aan het eind van deze collegeperiode liggen de scores voor taal en rekenen significant dichter bij het landelijk gemiddelde dan in 2010; – Het aantal nieuwe voortijdig schoolverlaters (VSV-ers) neemt jaarlijks af met 10%.
Hoofdstuk 4.5 | Verslag per beleidsveld | Beleidsveld Onderwijs | pagina 77
bedragen x € 1.000,-
Beleidsveld Onderwijs Baten Lasten
Beleidsmatige inspanning
45.619 187.000
Product
Leer- en schoolprestaties Baten 45.619 Lasten 187.000 Target: Aan het eind van deze collegeperiode liggen de scores voor taal en rekenen in Rotterdam significant dichterbij het landelijk gemiddelde dan in 2010.
Ondersteuning onderwijskwaliteit Baten Lasten
Target: Het aantal nieuwe voortijdig schoolverlaters (ongekwalificeerde uitstroom uit het onderwijs) neemt in deze collegeperiode jaarlijks af met 10% in deze collegeperiode.
Leertijduitbreiding (waaronder vooren vroegschoolse educatie)
Onderwijshuisvesting Baten Lasten
0 0
1.753 68.492
Baten Lasten
31.696 81.425
Zorg in en op school Baten Lasten
8.537 17.602
Handhaven leerplicht Baten Lasten
0 0
Voortijdig schoolverlaten functie/ Regionale meld- en coördinatiefunctie en handhaving kwalificatieplicht Baten Lasten
pagina 78 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
3.748 19.481
5.1
Beleidsmatige inspanning Leer- en schoolprestaties
Het Rotterdamse Onderwijsbeleid 2011–2014 is een tweeluik: Beter Presteren en Aanval op Uitval. De schoolbesturen en de gemeente richten zich met het programma Beter Presteren op de verhoging van de onderwijsresultaten. De focus ligt daarbij op taal en rekenen, vakken die de basis vormen voor elke opleiding. Er worden concrete doelen afgesproken op schoolniveau. Het Rotterdamse onderwijsbeleid sluit daarmee nauw aan bij het kabinetsbeleid. Door middel van het programma Aanval op Uitval zetten schoolbesturen en gemeente zich ervoor in dat jongeren gemotiveerd aan het onderwijs deelnemen en daardoor niet uitvallen. Goed onderwijs is gediend met een goede zorg voor de kinderen die dat nodig hebben. Zo helpt het programma Ieder Kind Wint (IKW) de zorgstructuur op de school te verbeteren. IKW wordt onder het beleidsveld Volksgezondheid en Zorg toegelicht.
Programmatische aanpak: Beter Presteren en Aanval op Uitval A. Programma Beter Presteren Het programma Beter Presteren bestaat uit drie actielijnen (leertijdverlenging, ouderbetrokkenheid en professionele school), twee ondersteuningsarrangementen (intensieve schoolontwikkeling en topklassen) en resultaatmeting. Leertijdverlenging omvat een kwalitatieve en kwantitatieve impuls van de extra leertijd van de voorschool tot en met het middelbaar beroepsonderwijs. Zo worden groepen voor Voor- en Vroegschoolse Educatie (vve) omgevormd tot groep Nul. Het gaat daarbij met name om de kwaliteit van de peuterleidsters, uitbreiding van het aantaldagdelen en de introductie van een ouderprogramma. In 2012 is er ruimte om meer basisscholen en scholen voor voortgezet onderwijs extra leertijd aan te laten bieden, gericht op betere taal- en rekenprestaties. Het merendeel van de scholen doet dat in de verlengde schooldag. Er zullen in 2012 ook meer vakantiescholen zijn. Daarbij zullen de scholen investeren in hun eigen professionaliteit en in de betrokkenheid van ouders. De professionele school spitst zich toe op de kwalitatieve en kwantitatieve behoefte aan leerkrachten in Rotterdam. Scholen worden geholpen door middel van twee ondersteuningsarrangementen: Intensieve School Ontwikkeling (ISO), voor scholen die door de Inspectie als (zeer) zwak zijn beoordeeld en Topklassen, om voldoende presterende scholen nog professioneler en beter te maken. Twee maal per jaar rapporteert het programma Beter Presteren over de voortgang. Eén maal per jaar omvat dit de vorderingen van de onderwijsresultaten. B. Programma Aanval op Uitval Het programma Aanval op Uitval heeft twee doelen: jongeren op school houden en uitgevallen jongeren erugleiden naar school. Om leerlingen gemotiveerd op school te houden, zet Rotterdam zich met de schoolbesturen in voor één Rotterdamse aanpak, gericht op loopbaan- en beroepskeuze die aansluit bij de vraag van de arbeidsmarkt. Dat begint ermee dat leerlingen zich al vanaf de basisschool oriënteren op hun loopbaan. Vervolgens is de inzet om leerlingen hun schoolcarrière tot het einde toe ongehinderd te laten doorlopen. Voor leerlingen die dat nodig hebben, organiseren schoolbesturen met gemeentelijke steun noodzakelijke hulp. Om het veelvuldige uitval van jongeren bij de overgang van vmbo naar mbo tegen te gaan, wordt de doorstroom naar het mbo verbeterd. Het mbo1 niveau wordt omgevormd tot een entree-opleiding. Voor jongeren die op jonge leeftijd al weten dat zij vakman of -vrouw willen worden in een specifieke sector wordt vakonderwijs op één plek ingericht. Tot slot wordt dreigende uitval van leerlingen met een stevige 100% verzuimaanpak in de kiem gesmoord. Als leerlingen dan toch uitvallen, zetten gemeente en schoolbesturen er stevig op in om ze terug te geleiden naar school. Dat begint met een scherp beeld van de uitvallers. Daarvoor worden in samenwerking met het rijk landelijke en lokale onderwijsgegevens gekoppeld. Om de schoolcarrière van uitgevallen jongeren niet onnodig te vertragen, wordt het mogelijk dat zij – als zij opnieuw gemotiveerd zijn – flexibel instromen gedurende het schooljaar. Jongeren met een grote afstand tot het onderwijs kunnen niet zomaar terug naar een reguliere opleiding. Voor hen is er de wijkschool. Daar leren zij basisvaardigheden en een goede leer- en werkhouding. met het oog op uitstroom richting regulier mbo dan wel werk. Ook verleent de wijkschool hen de noodzakelijke zorg. C. Overige onderdelen Naast de twee programma’s wordt binnen het onderwijsbeleid een aantal ondersteunende taken uitgevoerd. Deze hebben betrekking op hulpconciërges, bewegingsonderwijs, onderwijshuisvesting en leerlingvervoer. Schoolbesturen worden nu door de gemeente gesubsidieerd voor hulpconciërges. De loonkostensubsidies (ID/WIW) die worden verstrekt zullen in drie jaar tijd tot 0 worden afgebouwd met ingang van schooljaar 2012–2013. Rotterdam blijft haar bijdrage leveren aan de conciërgeregeling van het ministerie van OC&W. Deze regeling houdt in dat scholen, de gemeente en het Rijk zorgen voor de bekostiging van de reguliere conciërges.
Hoofdstuk 4.5 | Verslag per beleidsveld | Beleidsveld Onderwijs | pagina 79
Ten behoeve van het bewegingsonderwijs in het primair en voortgezet onderwijs worden locaties en eventueel vervoer ter beschikking gesteld. In 2011 wordt ten behoeve van onderwijshuisvesting het Integraal Huisvestingsplan voor de kalenderjaren 2013 en 2014 vastgesteld. De aanvragen voor bouwplannen van schoolbesturen zullen hieraan worden getoetst. Het leerlingvervoer is in 2011 aanbesteed en deze wettelijke taak wordt ook in 2012 gecontinueerd. Targets en overige prestatie-indicatoren In de onderstaande tabel zijn de prestatie-indicatoren opgenomen. De ontbrekende mijlpalen voor de jaren 2011, 2012 en 2013 worden eind 2011 in nauw overleg tussen gemeente en de schoolbesturen vastgesteld aan de hand van de eerste resultaatmeting van het Rotterdams Onderwijsbeleid.
Target: Verhogen onderwijsresultaten van leerlingen in het PO
Realisatie 2010/ nulmeting Mijlpaal/planning
2011
2012
Het Rotterdamse gemiddelde op de CITO eindtoets is 531,2. 6,3%
531,9
rekening 2010 18.083
Target: Het aantal nieuwe VSV’ers Mijlplaan/Planning daalt jaarlijks met 10%.
2013
2014
2015
5,7%
5,0%
Het Rotterdamse gemiddelde op de CITO eindtoets is ≥ 534,0. 4,4%
3,8%
raming 2011
begroting 2012
raming 2013
raming 2014
raming 2015
48.847
45.619
45.619
45.619
45.619
Baten en lasten (meerjarenraming) bedragen x € 1.000,-
Leer- en schoolprestaties Baten Lasten
194.556
188.550
187.000
189.776
192.729
146.740
Resultaat voor reserveringen
-176.473
-139.703
-141.381
-144.157
-147.110
-147.576
2.411
1.196
115
46
37
0
Resultaatbestemming Onttrekking aan reserves Toevoeging aan reserves Resultaat na reserveringen
0
0
0
0
0
0
-174.062
-138.507
-141.266
-144.111
-147.073
-147.576
begroting 2012 -142.501 1.235 -141.266
raming 2013 -147.302 3.191 -144.111
raming 2014 -151.435 4.362 -147.073
raming 2013
raming 2014
raming 2015
Aansluiting met voorgaande begroting (na reservering) bedragen x € 1.000,-
Leer- en schoolprestaties Begroting 2011 Mutaties kaderbrief en begroting Totaal
raming 2015 -150.738 3.162 -147.576
Specificatie mutaties kaderbrief en begroting bedragen x € 1.000,-
Leer- en schoolprestaties Mutaties die invloed hebben op de algemene middelen
begroting 2012 baten
lasten
saldo
saldo
saldo
saldo
2.075
-2.075
-2.075
-2.075
-2.075
Knelpunten 1. Middelen van Montfrans 2. Onderwijshuisvesting
-1.200 Vervolg tabel zie volgende pagina
pagina 80 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
Vervolg tabel vorige pagina Leer- en schoolprestaties
begroting 2012
raming 2013
raming 2014
raming 2015
Ombuigingen 1. Middelen van Montfrans 2. Onderwijsopvangvoorzieningen en doelsubsidie BOOR 3. Onderwijsbeleid 4. Leerlingenvervoer
-1.700
1.700
1.700
1.700
1.700
-800
800
800
800
800
-2.500
2.500
4.500
5.700
5.700
-500
500
500
500
500
Lasten die worden gedekt uit de reserves 1. Onttrekking bestemmingsreserve Deltaplus in 2014 Trend
0 39
1.841
-1.802
-1.846
-1.875
-1.875
Technische wijzigingen
-700
-312
-388
-388
-388
-388
Totaal
-661
-1.896
1.235
3.191
4.362
3.162
Toelichting op de mutaties Knelpunten 1. Middelen van Montfrans Met ingang van 2012 vervalt de doeluitkering Leefbaar en veiligheid (de van Montfransmiddelen). Vanuit deze doeluitkering vanuit het rijk werden tot en met 2011 diverse programma’s leefbaarheid en veiligheid gefinancierd (€ 12,5 mln). Het college kiest er voor de programma’s voort te zetten, behalve wijkveiligheid en schoonmaakdag. De dekking komt uit andere programma’s van de diensten of een andere aanpak waardoor het programma toch kan worden voortgezet of wordt verrekend met deelgemeenten. Zie voor de verdeling over de diverse Beleidsmatige inspanningen, Beleidsmatige inspanning 4.2 ‘Geweld en (jeugd-)overlast’. 2. Onderwijshuisvesting (€ 1,2 mln in 2015) Voor de OHV problematiek is een investeringsscenario uitgewerkt, waarbij de periode 2011–2015 budgettair neutraal verloopt. In de uitwerking is rekening gehouden met onder andere een andere berekening van de kapitaalslasten door een andere afschrijvingsmethodiek bij het OBR. Per saldo resulteert dit in een toevoeging van € 1,2 mln in 2011 (besluit 1e bestuursrapportage 2011) en € 1,2 mln in 2015. Ombuigingen 1. Middelen van Montfrans Met ingang van 2012 vervalt de doeluitkering Leefbaar en veiligheid (de van Montfransmiddelen). Vanuit deze doeluitkering vanuit het rijk werden tot en met 2011 diverse programma’s leefbaarheid en veiligheid gefinancierd (€ 12,5 mln). Het college kiest er voor de programma’s voort te zetten, behalve wijkveiligheid en schoonmaakdag. De dekking komt uit andere programma’s van de diensten of een andere aanpak waardoor het programma toch kan worden voortgezet of wordt verrekend met deelgemeenten. Zie voor de verdeling over de diverse Beleidsmatige inspanningen, Beleidsmatige inspanning 4.2 ‘Geweld en (jeugd-)overlast’. 2. Onderwijsopvangvoorzieningen en doelsubsidie BOOR De ombuiging leidt tot een vermindering van de middelen voor onderwijsopvangvoorzieningen (€ 500) en de doelsubsidie BOOR (€ 300). 3. Onderwijsbeleid De ombuiging leidt tot een vermindering van de middelen voor leertijduitbreiding. Als aanvullende bezuiniging, ten opzichte van de kaderbrief 2011, stelt het college uw raad voor de begroting onderwijs in 2012 te verminderen met € 1,0 mln. Daarna met € 2,5 mln. 4. Leerlingenvervoer De ombuiging leidt tot een vermindering van de middelen voor leerlingenvervoer.
Hoofdstuk 4.5 | Verslag per beleidsveld | Beleidsveld Onderwijs | pagina 81
Lasten die worden gedekt uit de reserves 1. Onttrekking bestemmingsreserve Deltaplus in 2014 Ter dekking van de meerjaren verplichtingen Deltaplus wordt in 2014 het resterende bedrag uit de bestemmingsreserve ingezet. Hierna worden de activiteiten Deltaplus beëindigd. Trend De trend is de loon- en prijsontwikkeling. Zie voor een nadere uitleg Beleidsmatige inspanning 2.2 ‘Beheer algemene middelen’. Technische wijzigingen De technische wijzigingen per beleidsmatige inspanning zijn toegelicht in bijlage 12. Uitsplitsing per product (na reservering) bedragen x € 1.000,-
Leer- en schoolprestaties Ondersteuning onderwijskwaliteit Onderwijshuisvesting Leertijduitbreiding (waaronder voor- en vroegschoolse Educatie en Brede School Zorg in en op school Handhaving leerplicht Voortijdig Schoolverlaten functie / Regionale meld- en coördinatiefunctie en handhaving kwalificatieplicht Totaal
baten 0 1.753 31.696 8.537 0 3.748
lasten 0 68.492 81.425 17.602 0 19.481
saldo 0 -66.739 -49.729 -9.065 0 -15.733
45.734
187.000
-141.266
Toelichting per product Product Ondersteuning onderwijskwaliteit Het product Ondersteuning onderwijskwaliteit is met ingang van 2012 toegevoegd aan het product Leertijduitbreiding. Product Onderwijshuisvesting De lasten voor het product onderwijshuisvesting bestaan voor het overgrote deel uit huur van scholen. De huur wordt betaald aan Stadsontwikkeling. De schoolbesturen zijn verantwoordelijk voor het uitvoeren van de meerjarig onderhoudsplannen aan scholen. Daarvoor maakt de gemeente middelen over aan de schoolbesturen. De overige uitgaven hebben onder meer betrekking op kleine aanpassingen van schoolgebouwen en verzekeringen van de scholen. De baten bestaan uit opbrengsten van verhuur. Enkele scholen huisvesten ook welzijnsinstellingen, zoals peuterspeelzalen. De huur hiervan wordt doorbelast aan deze instellingen. Product Leertijduitbreiding (waaronder voor- en vroegschoolse Educatie en Brede School De lasten voor het product Leertijduitbreiding en Onderwijskwaliteit hebben voornamelijk betrekking op de uitvoering van het programma Beter Presteren. Schoolbesturen worden gesubsidieerd om er voor te zorgen dat er meer leertijd is op scholen. Hierbij gaat het om de volgende activiteiten: Voor- en vroegschoolse educatie, groep 0, meer leertijd in het primair onderwijs en voortgezet onderwijs (brede school), vakantieschool, professionele school, ouderbetrokkenheid, topklassenarrangenemten en ISO-arrangementen. Daarnaast worden de schoolbesturen gesubsidieerd voor bewegingsonderwijs en conciërges. Verder bestaan de lasten uit de apparaatskosten. De baten komen van het rijk en bestaan uit de middelen die het rijk in het kader van het bestrijden van onderwijsachterstanden ter beschikking stelt. Product Zorg in en op school De lasten voor het product Zorg in en op school hebben voornamelijk betrekking op leerlingenvervoer en de zorgstructuur. Ouders of verzorgers van kinderen die een handicap hebben of die speciaal onderwijs volgen en waarvan de school ver van huis is gevestigd kunnen bij de gemeente een vergoeding aanvragen. Deze aanvragen worden getoetst aan de verordening die hierop van toepassing is. Voor het in stand houden van een verantwoorde zorgstructuur worden onder meer subsidies voor schoolmaatschappelijk werk verstrekt. Daarnaast worden ook instellingen gesubsidieerd die zorgen voor onderwijs opvangvoorzieningen voor Rotterdamse Leerlingen. De baten komen van het rijk en bestaan uit de middelen die het rijk in het kader van het bestrijden van onderwijsachterstanden ter beschikking stelt.
pagina 82 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
Product Handhaving leerplicht Het product Handhaving leerplicht onderwijskwaliteit is met ingang van 2012 toegevoegd aan het product Schoolverlaten functie / Regionale meld- en coördinatiefunctie en handhaving kwalificatieplicht. Product Voortijdig Schoolverlaten functie / Regionale meld- en coördinatiefunctie en handhaving kwalificatieplicht De lasten voor dit product hebben betrekking op de uitvoering van het programma aanval op de uitval. Om leerlingen op school te houden wordt aan schoolbesturen subsidies verstrekt voor uiteenlopende activiteiten, zoals het stimuleren van juiste loopbaan- en beroepskeuze gericht op de arbeidsmarkt, het organiseren van noodzakelijke hulp voor leerlingen, het versterken van in- en doorstroom naar het Mbo, het geven van vakonderwijs voor jongeren die een vak willen leren, het organiseren van werkscholen en het uitvoeren van de verzuimaanpak. Daarnaast worden subsidies verstrekt aan schoolbesturen om jongeren terug te leiden naar school. Het gaat hierbij om middelen die worden ingezet om de flexibele instroom op het mbo te bevorderen, de financiering van de wijkscholen en de uitvoering van het project de Nieuwe Kans. De lasten bestaan voorts uit de apparaatskosten voor leerplichtambtenaren en ambtenaren die de kwalificatieplicht handhaven. De baten komen vanuit het Rijk voor uitvoering van de kwalificatieplicht en vanuit het Participatiefonds waaruit een deel van de lasten voor de wijkscholen wordt gefinancierd.
Hoofdstuk 4.5 | Verslag per beleidsveld | Beleidsveld Onderwijs | pagina 83
Hoofdstuk 4.6
pagina 84 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
Beleidsveld 6 Volksgezondheid en zorg
Wat willen we bereiken? Het verbeteren van de gezondheidssituatie van Rotterdammers in zowel lichamelijk, geestelijk als sociaal opzicht: – De streefwaarde voor capaciteiten conform de sociale index is een 6,5 in 2020 (5,1 in 2010); – De streefwaarde voor goede gezondheid is een 6.0 in 2020 (4,8 in 2010).
Toelichting De Rotterdamse bevolking is in vergelijking met de rest van Nederland lager opgeleid en heeft een lager inkomen. Dit heeft invloed op de gezondheidscijfers van onze stad, die minder goed scoren in vergelijking met het Nederlands gemiddelde. Gezondheid hangt samen met leefstijl, die weer samenhangt met opleiding, inkomen en werk. Ook huisvesting en luchtkwaliteit zijn van invloed. De situatie van mensen kan verbeteren door zowel de gezondheid als de sociaal-economische positie te versterken. Omgekeerd geldt dat gezonde mensen productiever zijn en beter presteren. De aanpak in andere beleidsvelden, vooral als het gaat om participatie, sport, wonen en milieu, leveren een belangrijke bijdrage aan de verbetering van de basisgezondheid. Stadsbreed wordt ingezet op wijken waar de gezondheidsachterstanden het grootst zijn. Aandachtspunten zijn overgewicht, alcohol- en drugsgebruik. Eerdere, betere, snellere jeugdzorg Meer kinderen moeten opgroeien op in een stabiele en kansrijke gezinssituatie. Het programma Ieder Kind Wint stond de afgelopen jaren in het teken van de bewustwording dat er forse veranderingen nodig waren om de jeugd binnen stad en regio de goede uitgangspositie te geven. Nu deze fase is afgerond, is het tijd om te gaan sturen op daadwerkelijke resultaten en effecten die op de werkvloer voelbaar zijn. Het vervolg van het programma Ieder Kind Wint gaat uit van de kracht van gezinnen. Waar het op eigen kracht niet lukt, past ondersteuning of ingrijpen.
Hoofdstuk 4.6 | Verslag per beleidsveld | Beleidsveld Volksgezondheid en zorg | pagina 85
bedragen x € 1.000,-
Beleidsveld Volksgezondheid en zorg Baten Lasten
Beleidsmatige inspanning
54.501 173.405
Volksgezondheid Baten 14.731 Lasten 27.042 Target: Aan het eind van deze collegeperiode is de gemiddelde ervaren gezondheid in tenminste twee achterstandswijken met 10% verbeterd t.o.v. 2010.
Product Bestrijding infectieziekten Baten Lasten
9.816 13.311
Medische milieukunde en technische hygiënezorg Baten Lasten
838 1.893
Brede zorgcoördinatie volwassenen Baten 4.077 Lasten 11.839 Jeugdgezondheidszorg en opvoeding Baten Lasten
28.008 53.985
Centrum voor jeugd en gezin Baten Lasten
13.612 26.979
Samenhang / integratie beleid jeugdgezondheidszorg Baten 13.260 Lasten 19.629 Sociaal medische indicatie en inspectie kinderopvang Baten Lasten Jeugdconsul Baten Lasten Kwetsbare personen en huiselijk geweld
Zorg voor Kwetsbare personen (LZN, PGA)
Baten 11.762 Lasten 92.377 Target: Aan het eind van deze collegeperiode is er bij 9.200 zeer kwetsbare Rotterdammers sprake van een stabiele situatie voor leefgebieden zoals wonen, zorg, justitie, dagbesteding (werk, stage, scholing), inkomen en sociaal netwerk.
Baten Lasten Regie op kwetsbare groepen (MO, verslavingszorg) Baten Lasten Bestrijding huiselijk geweld Baten Lasten
pagina 86 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
779 6.688 . 357 689
1.188 8.230
9.093 75.791
1.481 8.356
6.1
Beleidsmatige inspanning Volksgezondheid
Ambitie De afgelopen jaren is hard gewerkt aan verbetering van gezondheid van Rotterdammers, maar deze is nog steeds onvoldoende. Dat is niet alleen onacceptabel vanuit gezondheidsoogpunt, maar ook vanuit sociaal-economisch perspectief. Gezonde mensen zijn productiever en presteren beter.
Toelichting Inspanningen Stadsbrede en wijkgerichte inzet In wijken met de grootste gezondheidsachterstanden in Rotterdam zetten we in samenwerking met de deelgemeente, zorg en andere partners een wijkgerichte aanpak in gericht op het verkleinen van sociaal-economische gezondheidsverschillen (SEGV). Dit doen we onder andere met het programma ‘Samen Werken aan een Goede Gezondheid’. Product: Brede zorgcoördinatie volwassenen Belangrijk in dit kader is met name het programma ‘Samen Werken aan een Goede Gezondheid’. Een verbeterde ervaren gezondheid is resultaat van inzet van gecombineerde samenhangende activiteiten op buurt-, wijk- en waar nodig op wijkoverstijgend niveau. Aan de ene kant zetten we effectieve beïnvloedingsmogelijkheden in om de burgers meer hun eigen verantwoordelijkheid te laten nemen voor hun eigen gezondheid. Door dicht aan te sluiten bij de leefwereld, normen, waarden en behoeften van burgers willen we de diepere achtergrond van lage gezondheidsscores beter gaan begrijpen. Tegelijkertijd willen we samen met professionals inzetten op het versterken van de eigen kracht van de burger en diens omgeving en het daarmee zelf kunnen nemen van verantwoordelijkheid en regie voor de eigen gezondheid. Aan de andere kant gaat het om activiteiten vanuit gezondheidsdeterminanten die niet altijd direct door burgers zelf beïnvloedof uitvoerbaar zijn, maar wel bijdragen aan een beter ervaren gezondheid. We scheppen condities die kunnen bijdragen aan een beter ervaren gezondheid. De meest kansrijke lijnen om achterstanden in gezondheid in te lopen zijn: – opleiding, werk of andere vormen van zinvolle participatie; – gezonde leefstijl (zoals bewegen, gezonde voeding, matig alcoholgebruik); – verbinden zorg en welzijn (kwaliteit, toegankelijkheid, integrale aanpak brede zorg en hulpvragen); – een gezonde fysieke en sociale leefomgeving. Het programma werkt samen met diverse andere programma’s zoals Arbeidsmarktontwikkeling, Full Engagement, Sport, Duurzaamheid, Kwaliteitsprong op Zuid en heeft verbinding met diverse beleidsprogramma’s en activiteiten zoals WMO en armoedebeleid. Product: Bestrijding Infectieziekten & technische hygiëne zorg De GGD neemt maatregelen om de bevolking te beschermen tegen besmetting met infectieziekten. De gemeente heeft een wettelijke basistaak bij de bestrijding van infectieziekten. Als zich binnen een instelling of een groep personen meer infectieziekten dan gebruikelijk voordoen, onderzoekt de GGD of er een verband is tussen de ziektegevallen, en welke bestrijdingsmaatregelen men moet nemen om verspreiding te voorkomen. De burgemeester is bestuurlijk verantwoordelijk voor bestrijdingsmaatregelen. Recente epidemieën – Influenza A (H1N1) en de Klebsiella Oxa 48 in het Maasstad ziekenhuis – laten het belang zien van snel inspelen op infectieziekteontwikkelingen. Behandelend artsen zijn bij wet verplicht 46 infectieziekten bij de GGD te melden; de GGD beoordeelt of actie nodig is. Ook een individuele infectieziekte kan een directe actie van de GGD vragen. Teneinde besmetting met infectieziekten te voorkomen bevorderen we een veilige en hygiënische omgeving door advisering over hygiënemaatregelen en het uitvoeren van hygiëne-inspecties. De inzet van de GGD is de slagkracht en zichtbaarheid van het bestrijdingsapparaat op een kwalitatief aanvaardbaar niveau te houden voor de gehele regio ondanks de versobering van het wettelijk basistakenpakket. Product: Medische milieukunde De gemeente geeft uitvoering aan de basistaak: medische milieukunde. We nemen maatregelen om het contact van burgers met milieuverontreiniging te beperken en werken aan een aantrekkelijke leefomgeving die uitnodigt tot gezond gedrag en waar bewoners zich kunnen ontspannen en ontplooien. We zorgen voor een koppeling tussen de sociale en fysieke inzet. Dit wordt o.a. bereikt door het geven van advies aan deelgemeenten over de inrichting van een (groene) woonomgeving en door het uitvoeren van belevingsonderzoek bij bewoners.
Collegetargets Aan het einde van deze collegeperiode is de gemiddelde ervaren gezondheid in tenminste twee achterstandswijken met 10% verbeterd ten opzichte van 2010. Hoofdstuk 4.6 | Verslag per beleidsveld | Beleidsveld Volksgezondheid en zorg | pagina 87
(Overige) Indicatoren Indicator
begroting 2012 zie onder *
raming 2013 idem
raming 2014 idem
raming 2015 idem
1 10% verbetering gemiddeld ervaren gezondheid in 2014 in twee van de zes targetwijken ten opzichte van 2010. 2 Aantal meldingen infectieziekten (excl.reizigers en tbc). 1.350 1.350 1.350 1.350 3 % huisartsen dat meedoet aan door de gemeente gefaciliteerde 45 55** 65** 65** leefstijltrajecten * De nulmeting is de gemiddelde ervaren gezondheid van Rotterdammers van 15 jaar en ouder in 2010 uit de geselecteerde wijken, zoals deze door de vraag ‘Hoe zou u over het algemeen uw gezondheid noemen?’ gemeten wordt. Met behulp van deze vraag is het percetage inwoners dat de gezondheid als matig of slecht ervaart bepaald. In onderstaande tabel staat per wijk de nulmeting weergegeven. * * De beweegkuur komt niet in het basispakket. Er wordt gewerkt aan een plan B waar vergelijkbare effecten met marktpartijen worden beoogd.
Percentage inwoners van 15 jaar en ouder met een matig tot slecht ervaren gezondheid Afrikaanderwijk Bloemhof Hillesluis Tarwewijk Nieuwe Westen Lombardijen Bron: Sociale Index 2010
32,8 30,5 26,9 18,8 19,1 22,0
Eind 2013 is de gemiddelde ervaren gezondheid van Rotterdammers van 15 jaar en ouder in tenminste twee achterstandswijken met 10% verbeterd ten opzichte van 2010.
Baten en lasten (meerjarenraming) bedragen x € 1.000,-
Volksgezondheid Baten Lasten Resultaat voor reserveringen Resultaatbestemming Onttrekking aan reserves Toevoeging aan reserves Resultaat na reserveringen
rekening 2010 17.519 31.506 -13.987
raming 2011 13.442 25.777 -12.335
begroting 2012 14.731 27.042 -12.311
raming 2013 13.924 25.757 -11.833
raming 2014 13.924 25.546 -11.622
raming 2015 135 11.448 -11.313
829 0 -13.158
0 0 -12.335
0 1 -12.312
0 0 -11.833
0 0 -11.622
0 0 -11.313
begroting 2012 -14.066 1.754 -12.312
raming 2013 -13.958 2.125 -11.833
raming 2014 -13.847 2.225 -11.622
Aansluiting met voorgaande begroting (na reservering) bedragen x € 1.000,-
Volksgezondheid Begroting 2011 Mutaties kaderbrief en begroting Totaal
pagina 88 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
raming 2015 -13.757 2.444 -11.313
Specificatie mutaties kaderbrief en begroting bedragen x € 1.000,-
Volksgezondheid Mutaties die invloed hebben op de algemene middelen
begroting 2012 baten
raming 2013
raming 2014
raming 2015
lasten
saldo
saldo
saldo
saldo
-551
551
921
1.021
1.240
Ombuigingen 1. Eerste lijn 2. IZB milieu en hygiëne
-200
200
200
200
200
Trend
108
232
-124
-123
-123
-123
Technische wijzigingen
834
-293
1.127
1.127
1.127
1.127
Totaal
942
-812
1.754
2.125
2.225
2.444
Toelichting op de mutaties Ombuigingen 1. Eerste lijn Een bezuiniging oplopend van € 551 in 2012 tot € 1,24 mln in 2015 wordt gerealiseerd door de afbouw van diverse ondersteunende structuren in de eerstelijnszorg, een bezuiniging op subsidies voor verslavingspreventie en prostitutiezorg, de afbouw van activiteiten ter vermindering van gezondheidsverschillen en verminderde personele inzet. Bij deze bezuinigingsoperatie worden de meest kwetsbare doelgroepen (onder andere vrouwen die door mensenhandel in prostitutie zijn beland) ontzien. 2. Infectieziektebestrijding (IZB), milieu en hygiëne Voorlichting over soa en seksualiteit voor jongeren, migranten en mannen die sex hebben met mannen (MSM) wordt deels afgebouwd door te bezuinigen op inzet van publieksvoorlichters). Daarnaast wordt bezuinigd op de inzet van personeel op het gebied van milieu en hygiëne in de voorlichting en de bijscholing over een gezond binnenmilieu. Trend De trend is de loon- en prijsontwikkeling. Zie voor een nadere uitleg Beleidsmatige inspanning 2.2 ‘Beheer algemene middelen’. Technische wijzigingen De technische wijzigingen per beleidsmatige inspanning zijn toegelicht in bijlage 12. Uitsplitsing per product (na reservering) bedragen x € 1.000,-
Volksgezondheid Bestrijding infectieziekten Medische milieukunde en technische hygiënezorg Brede zorgcoördinatie volwassenen Totaal
baten 9.816 838 4.077 14.731
lasten 13.311 1.893 11.839 27.043
saldo -3.495 -1.055 -7.762 -12.312
Toelichting per product Product Bestrijding infectieziekten De GGD heeft een wettelijke basistaak bij de bestrijding van infectieziekten. Als zich binnen een instelling of een groep van personen meer infectieziekten dan gebruikelijk voordoen, onderzoekt de GGD of er een mogelijk verband is tussen de ziektegevallen, of er een risico van verspreiding is en welke bestrijdingsmaatregelen men moet nemen. Behandelend artsen zijn bij wet verplicht infectieziekten te melden. Tot dit product behoren (onder andere) activiteiten met betrekking tot Rampenbestrijdingsplan Infectieziekten, reizigerszorg, tuberculosebestrijding en seksuele gezondheid. De lasten voor dit product bestaan met name uit inzet eigen personeel en materiële (project)kosten. De baten behelzen inkomsten uit de regiogemeenten voortvloeiend uit de taken voor de gemeenschappelijke regeling OGZRR, inkomsten uit reizigerszorg voor burgers en rijksbijdragen voor projecten.
Hoofdstuk 4.6 | Verslag per beleidsveld | Beleidsveld Volksgezondheid en zorg | pagina 89
Product Medische milieukunde en technische hygiënezorg De GGD geeft binnen dit product uitvoering aan de wettelijke basistaken “medische milieukunde” en “technische hygiënezorg”. Deze twee taken hebben tot doel de gezondheid van burgers te beschermen en bevorderen door het contact met milieuverontreiniging te beperken en een veilige en hygiënische omgeving te bevorderen. De lasten voor dit product bestaan vooral uit inzet eigen personeel. Baten zijn afkomstig van regiogemeenten en van andere GGD’en vanwege de uitvoering van wettelijke basistaken. Product Brede zorgcoördinatie volwassenen Tot brede zorgcoördinatie volwassenen behoren activiteiten die in algemene zin een positieve invloed hebben op de gezondheid van de Rotterdamse bevolking zonder dat ze direct te koppelen zijn aan specifieke activiteiten zoals infectieziektebestrijding of verslavingszorg. Tot dit product behoren (onder andere) activiteiten met betrekking tot gezondheidsinformatie en -onderzoek, versterking eerste lijn gezondheidszorg (o.a. leefstijlbevordering) en medisch advies & indicatiestellingen. De lasten voor dit product hebben zowel betrekking op inzet van eigen personeel als op uitbesteed werk (voor onderzoek en indicatiestellingen) en subsidies voor bijv. preventie alcohol- en cannabisgebruik.
pagina 90 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
6.2
Beleidsmatige inspanning Jeugdgezondheidszorg en opvoeding
Ambitie Meer kinderen groeien op in een stabiele en kansrijke gezinssituatie. Aan het einde van deze collegeperiode is een trendbreuk waarneembaar in de groei van het aantal jeugdigen dat instroomt in zwaardere vormen van jeugdzorg. Rotterdam is voorbereid op de nieuwe jeugdzorgtaken die per 2014 gedecentraliseerd worden. Aan het einde van de collegeperiode is Rotterdam klaar voor de uitvoering van deze nieuwe taken.
Toelichting Inspanningen Het Rotterdams programma Ieder Kind Wint (IKW), zorg voor de toekomst. wordt uitgevoerd. Dit gebeurt langs 3 actielijnen, die aan het eind van deze collegeperiode gerealiseerd zijn: 1. Een sterke basis. Voor alle kinderen en hun ouders is er een goed en makkelijk bereikbaar aanbod van opvoedsteun: een passend aanbod in elke wijk, aansluiting tussen zorg en onderwijs en het CJG als spin in het web; 2. Professionals aan zet. Alle professionals in Rotterdam werken vanuit een gedeelde visie op de zorg voor jeugd. Zij worden hiervoor toegerust en ondersteund. Met bestuurders en professionals werken we volgens de Rotterdamse afspraken over informatie-uitwisseling, zorgcoördinatie en op- en afschalen; 3. Een betere sturing op de zorg voor jeugd. Partnerschap en resultaatgerichtheid zijn de kernmerken van de Rotterdamse samenwerking rond zorg voor de jeugd. We sturen op heldere verantwoordelijkheden en resultaten. Dit lokale programma is een uitwerking van de stadsregionale beleidsagenda en wordt in nauwe samenhang met de voorbereiding op de decentralisatie jeugdzorg vormgegeven. Dat wil zeggen dat de ontwikkelingen die tijdens de vorige collegeperiode zijn ingezet met Ieder Kind Wint I, nu worden voortgezet in de uitvoering van Ieder Kind Wint, zorg voor de toekomst, en worden doorgezet in de voorbereiding op decentralisatie. Dit gebeurt in nauwe samenwerking met de gemeenten uit de stadsregio en met het veld (o.a. Bureau Jeugdzorg en het Centrum voor Jeugd en Gezin). Met de decentralisatie van de jeugdzorgtaken krijgt de gemeente de regie over alle vormen van de zorg voor jeugd, inclusief de daarbij behorende middelen. Dat betekent dat de gemeente tussen 2014 en 2016, naast de jeugdgezondheidszorg, opvoed- en opgroeiondersteuing en licht ambulante zorg verantwoordelijk wordt voor ambulante zorg, dagbehandeling, open residentiële zorg, pleegzorg, crisisopvang en zorg, gesloten jeugdzorg, jeugdbescherming, jeugdreclassering, jeugd-LVG, jeugd-GGZ en PGB op basis van jeugd-GGZ of jeugd-LVG. Op deze manier moet worden gerealiseerd dat de zorg voor de jeugd beter op elkaar wordt afgestemd en beter aansluit op de vragen van kinderen en gezinnen.De raad ontvangt in de eerste helft van 2012 een transitieplan. Hierbij is van groot belang dat Rotterdam de bij deze opgave passende financiële middelen ontvangt. We zetten onverminderd in op een aanpassing van de huidige verdeelsystematiek zodat recht wordt gedaan aan de Rotterdamse problematiek. Naast de decentralisatie van de jeugdzorg zorgt het wegvallen van de Van Montfransgelden voor de noodzaak tot het herinrichten van de zorgcoördinatie-structuren en het interventieaanbod. Samen met de deelgemeenten wordt bezien welke jeugdinterventies behouden moeten worden. Hierbij is het van groot belang dat de uitkomsten van dit traject passen binnen het perspectief van de decantralisatie van de jeugdzorg. In overleg met het Rijk en samen met de gemeenten van de Stadsregio zijn voorbereidingen getroffen voor proeftuinen in het kader van de decentralisatie van de Jeugdzorg, die in 2012 van start gaan. Product Centrum voor jeugd en gezin In Rotterdam is Stichting CJG Rijnmond de organisatie die de jeugdgezondheidszorg aan 0-19 jarigen (integraal) in opdracht en met subsidie van de GGD Rotterdam-Rijnmond uitvoert. Per 2012 ontvangt het CJG een structurele subsidie, waarbij een taakstellende bezuiniging wordt opgelegd, met het oog op efficiency. Het CJG wordt, mede met het oog op de toekomstige decentralisatie van de jeugdzorgtaken, meer dan voorheen de frontoffice voor zorg aan gezinnen, waar risicosignalen en informatie samenkomen en van waaruit zonodig wordt gehandeld. Het CJG biedt naast haar reguliere preventieve taken voor alle ouders en kinderen, samen met andere partners, professionele hulp aan multiprobleemgezinnen bij de oplossing van hun ernstige problemen. In 2012 wordt KIEN (Kwaliteit voor Ieder Kind door Effectief en Efficiënt Noodzakelijke JGZ) ingevoerd op alle CJG’s. Hiermee wordt gerealiseerd dat de basiszorg voor alle kinderen gegarandeerd wordt en er tegelijkertijd meer tijd besteed kan worden aan kinderen die dat nodig hebben.
Hoofdstuk 4.6 | Verslag per beleidsveld | Beleidsveld Volksgezondheid en zorg | pagina 91
De relatie tussen de Zorgadviesteams (ZAT) in het onderwijs en CJG’s wordt verstevigd, zodat de zorg in en om de school wordt verbeterd. Hierbij sluiten we nauw aan bij de ontwikkelingen rond passend onderwijs. We geven in samenspel met de schoolbesturen ondersteuning en advies bij de doorontwikkeling van interne zorgstructuren op scholen en de professionalisering van deskundigen. Product samenhang en integratie beleid Jeugdgezondheidszorg De gemeente heeft de wettelijke taak om de gezondheid te bevorderen door middel van onderzoek, beleidsontwikkeling en interventies. Jeugdgezondheidszorg is te beschouwen als een onderdeel van de publieke zorg voor de jeugd waarvoor een samenhangend pakket van maatregelen wordt ingezet. Wij zetten collectieve preventie gebiedsgericht en gericht op specifieke risico’s in, zodat de vraag naar geïndiceerde zorg afneemt. Zo stimuleert het programma Gezonde school onderwijsinstellingen structureel te werken aan gezondheidsbevordering en vroegsignalering. Het programma Klaar voor een Kind zet in op vroegtijdige interventies ter voorkoming van perinatale sterfte. Per 2012 wordt een aantal bezuinigingen doorgevoerd, onder meer in de vorm van beperking in omvang van de programma’s. Daarnaast wordt de focus op de wijken die laag scoren op de Sociale Index versterkt. De middelen voor geïndiceerde jeugdzorg worden, tot aan het moment van de decentralisatie van de jeugdzorgtaken, door de GGD in mandaat van de Stadsregio via subsidies toebedeeld aan de zorgaanbieders in de regio. De gegevensuitwisseling tussen de verschillende organisaties die hulp- en zorg bieden wordt gestroomlijnd en de ketensamenwerking wordt geoptimaliseerd. Binnen de actielijn ‘professionals aan zet’ binnen IKW investeren we in het verder vergroten in de kwaliteit van de professionals. De meldcode en SISA zijn daarvoor belangrijke instrumenten. Wij investeren in de kwaliteit van professionals. Product Sociaal medische indicatie en inspectie Kinderopvang Op grond van het beleid kinderopvang op sociaal-medische indicatie is het sinds 1 januari 2005 financieel mogelijk dat een kind voor een deel van de week een veilig en goed klimaat wordt geboden in een kindercentrum, op het moment dat de ouder(s) vanwege problemen bij ouder(s) en/of kind niet zelf in staat is/zijn om voor het kind te zorgen. Met kinderopvang Sociaal Medische Indicatie wordt beoogd (dreigende) ontwikkelingsachterstanden te voorkomen bij kinderen. De al in 2010 ingezette aanscherping van het beleid (voornamelijk inperking van de omvang en duur) leidt ook in 2012 tot substantiële inperking van de kosten. Volgens de Wet kinderopvang en kwaliteit peuterspeelzalen houdt de gemeente toezicht op de kwaliteit van kinderdagverblijven, buitenschoolseopvanglocaties, peuterspeelzalen, gastouders en gastouderbureaus. In Rotterdam voert de GGD de handhaving, het beleid en registervoering (Landelijk Register Kinderopvang) uit. De taken worden gefinancierd door het Rijk via het gemeentefonds. In 2012 zal een volgende stap worden gezet in de uitbreiding van handhaving. Ons beleid is om strenger aan de poort te selecteren en strenger te handhaven wanneer niet wordt voldaan aan de kwaliteitseisen van de wet. Product Jeugdconsul De jeugdconsul functioneert als hoogste escalatieniveau in individuele casuïstiek en is adviseur van het College ten aanzien van het functioneren van de jeugdsector. De jeugdconsul heeft de opdracht om crisissituaties in de hulpverlening aan multiprobleemgezinnen en -jongeren op te lossen en stagnerende zorgtrajecten weer in beweging te krijgen. Daartoe wordt ingezet op een integrale, efficiënte en effectieve samenwerking door alle betrokken partijen volgens het principe “een kind, één gezin, één plan en één regisseur”. De jeugdconsul heeft, binnen de wettelijke kaders, doorzettingsmacht om in complexe gevallen een doorbraak te realiseren. Door met alle betrokken partijen casussen te evalueren en leerpunten te formuleren, wordt een nadrukkelijke bijdrage geleverd aan verbetering van het systeem van zorg- en hulpverlening. Versterking van professionele handelen vormt nadrukkelijk ook onderdeel van het programma Ieder Kind Wint, zorg voor de toekomst. Vanuit dit programma wordt, in samenwerking met de partners uit het jeugdzorgveld, gewerkt aan het (verder) versterken van de kracht van de professional en het uitvoering geven aan een aantal van de door de jeugdconsul in de analyse 2010 gedane aanbevelingen (aanbevelingen 1, 4 en 5). De komende tijd worden de mogelijkheden verkend om de functionaliteit jeugdconsul uiterlijk aan het einde van deze collegeperiode onder te brengen en te borgen binnen de bestaande organisatie. In het herontwerp van de zorgcoördinatie komen aspecten van op- en afschaling ook aan de orde.
pagina 92 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
(Overige) Indicatoren indicator
begroting 2012 90%7
1 Bereik CJG per contactmoment6
raming 2013 90%
raming 2014 90%
raming 2015 90%
Baten en lasten (meerjarenraming) bedragen x € 1.000,-
Jeugdgezondheidszorg en opvoeding
rekening 2010
raming 2011
begroting 2012
raming 2013
raming 2014
raming 2015
Baten
28.675
25.627
28.008
27.791
27.651
91
Lasten
61.661
53.523
53.985
52.369
51.483
23.830
-32.986
-27.896
-25.977
-24.578
-23.832
-23.739
Onttrekking aan reserves
254
0
0
0
0
0
Toevoeging aan reserves
0
0
0
0
0
0
-32.732
-27.896
-25.977
-24.578
-23.832
-23.739
begroting 2012 -18.081 -7.896 -25.977
raming 2013 -17.193 -7.385 -24.578
raming 2014 -16.673 -7.159 -23.832
Resultaat voor reserveringen Resultaatbestemming
Resultaat na reserveringen
Aansluiting met voorgaande begroting (na reservering) bedragen x € 1.000,-
Jeugdgezondheidszorg en opvoeding Begroting 2011 Mutaties kaderbrief en begroting Totaal
raming 2015 -16.580 -7.159 -23.739
Specificatie mutaties kaderbrief en begroting bedragen x € 1.000,-
Jeugdgezondheidszorg en opvoeding
begroting 2012
raming 2014
raming 2015
lasten
saldo
saldo
saldo
saldo
1. Middelen van Montfrans
1.842
-1.842
-1.842
-1.842
-1.842
2. Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG)
6.000
-6.000
-6.000
-6.000
-6.000
1. Jeugdbeleid
-500
500
500
500
500
2. Jeugdketen
-500
500
1.000
1.000
1.000
3. CJG
-500
500
500
500
500
4. Preventie jeugd en gezonde school
-500
500
500
500
500
Mutaties die invloed hebben op de algemene middelen
baten
raming 2013
Knelpunten
Ombuigingen
6
Trend
-10
336
-346
-335
-313
-313
Technische wijzigingen
86
1.794
-1.708
-1.708
-1.504
-1.504
Totaal
76
7.972
-7.896
-7.385
-7.159
-7.159
Definitie bereik: “Een kind is door de JGZ bereikt als de JGZ over voldoende informatie beschikt op basis waarvan gesteld kan worden hoe het met het
kind gaat. Het kind is in beeld”. 7
Op alle kinderen die in eerste instantie niet bereikt worden, wordt het protocol non- bereik toegepast en gerichte vervolgacties in gang gezet. Hierdoor
zullen de meeste kinderen alsnog in beeld komen en bereikt worden. Een klein deel zal ook hiermee niet in beeld komen. In die gevallen wordt standaard een melding in SISA gedaan.
Hoofdstuk 4.6 | Verslag per beleidsveld | Beleidsveld Volksgezondheid en zorg | pagina 93
Toelichting op de mutaties Knelpunten 1. Middelen van Montfrans Met ingang van 2012 vervalt de doeluitkering Leefbaar en veiligheid (de van Montfransmiddelen). Vanuit deze doeluitkering vanuit het rijk werden tot en met 2011 diverse programma’s leefbaarheid en veiligheid gefinancierd (€ 12,5 mln). Het college kiest er voor de programma’s voort te zetten, behalve wijkveiligheid en schoonmaakdag. De dekking komt uit andere programma’s van de diensten of een andere aanpak waardoor het programma toch kan worden voortgezet of wordt verrekend met deelgemeenten. Zie voor de verdeling over de diverse Beleidsmatige inspanningen, Beleidsmatige inspanning 4.2 ‘Geweld en (jeugd-)overlast’. 2. Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) Het CJG is opgericht per 01–01–2010 en voert voor de gemeente taken uit op het vlak van de jeugdgezondheidszorg en ondersteuning van jongeren en hun ouders. Gezien het belang van deze taken in het totaal van het jeugdbeleid is het nu zaak een structurele financiële basis onder het CJG te leggen. Daar komt bij, dat van het CJG een belangrijke rol wordt verwacht bij de voorgenomen decentralisatie van de jeugdzorg per 2014. Hierbij zal het CJG naar verwachting een centrale rol in ondersteuning en toeleiding naar specialistischer hulp en zorg krijgen met mogelijk een aantal taken van het huidige Bureau Jeugdzorg. Voor een succesvolle voorbereiding van de decentralisatie is een goed functionerend CJG een voorwaarde. Ombuigingen 1. Jeugdbeleid Door middel van inkrimping in preventieve interventies en verminderde monitoring op het programma Ieder Kind Wint (IKW) is het mogelijk te bezuinigen op personele inzet en projectkosten. 2. Jeugdketen Door diverse partijen is in het verleden geïnvesteerd om de risico’s rond kinderen in kaart te brengen en via interventies zoveel mogelijk te beperken. Met name door de diensten JOS, GGD en de directie Veiligheid zijn instrumenten en gremia in het leven geroepen om deze zogenaamde Jeugdketen te kunnen sturen en beter te laten werken. Een inventarisatie van aanbod en gremia in de Jeugdketen leidt tot de conclusie dat het mogelijk is hier efficiënter in op te treden. 3. CJG Bij een grondige analyse op de bedrijfsvoering van het CJG bleek dat er onder andere door middel van een grotere uniformiteit in de uitvoering op de verschillende CJG’s locaties of via het afsluiten van voordeligere meerjarige contracten een efficiency voordeel haalbaar moet zijn. Dit efficiencyvoordeel is vastgelegd in de afspraken met het CJG over toekomstige subsidies. 4. Preventie jeugd en gezonde school De bezuiniging op preventie voor Jeugd en de Gezonde School wordt behaald door een afbouw in het aantal Gezonde Scholen (van 75 naar 65), waarbij meer inzet gevraagd wordt vanuit de scholen zelf én door middel van een versobering in de communicatie rondom Jeugdtandzorg. Trend De trend is de loon- en prijsontwikkeling. Zie voor een nadere uitleg Beleidsmatige inspanning 2.2 ‘Beheer algemene middelen’. Technische wijzigingen De technische wijzigingen per beleidsmatige inspanning zijn toegelicht in bijlage 12. Uitsplitsing per product (na reservering) bedragen x € 1.000,-
Jeugdgezondheidszorg en opvoeding Centrum voor jeugd en gezin Samenhang / integratie beleid jeugdgezondheidszorg Sociaal medische indicatie en inspectie kinderopvang Jeugdconsul Totaal
pagina 94 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
baten 13.612 13.260 779 357 28.008
lasten 26.979 19.629 6.688 689 53.985
saldo -13.367 -6.369 -5.909 -332 -25.977
Toelichting per product Product Centrum voor jeugd en gezin Gemeenten zijn op grond van de Wet op de jeugdzorg verplicht een Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) tot stand te brengen. Vanuit het CJG wordt voorzien in de vijf gemeentelijke taken op het terrein van opgroei- en opvoedhulp, die in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) zijn benoemd: signalering, advies en consultatie, lichte pedagogische hulpverlening, zorgcoördinatie en toeleiding naar zorg. Daarnaast wordt het wettelijk basistakenpakket Jeugdgezondheidszorg (JGZ) 0–19 aangeboden. Bij het CJG zijn werkzaam: jeugdartsen, CJG-manager, CJG-regisseur, pedagogen, interventieverpleegkundigen en gezinscoaches. Verder wordt binnen het CJG samengewerkt met de voorpostfunctionaris van Bureau Jeugdzorg. In Rotterdam is Stichting CJG Rijnmond de organisatie die de jeugdgezondheidszorg aan 0-19 jarigen (integraal) in opdracht en met subsidie van de GGD Rotterdam-Rijnmond uitvoert. Per 2012 ontvangt het CJG een structurele subsidie, waarbij een taakstellende bezuiniging wordt opgelegd, met het oog op efficiency. Het CJG wordt, mede met het oog op de toekomstige decentralisatie van de jeugdzorgtaken, meer dan voorheen de frontoffice voor zorg aan gezinnen, waar risicosignalen en informatie samenkomen en van waaruit zonodig wordt gehandeld. Vrijwel alle lasten voor dit product worden via een subsidie verleend aan de stichting CJG Rijnmond. De baten hebben betrekking op de Doeluitkering CJG van het Rijk die aan het gemeentefonds wordt toegevoegd in 2012. Product Samenhang / integratie beleid jeugdgezondheidszorg De gemeente heeft de wettelijke taak om de gezondheid te bevorderen door middel van onderzoek, beleidsontwikkeling en interventies. Jeugdgezondheidszorg is te beschouwen als een onderdeel van de publieke zorg voor de jeugd waarvoor een samenhangend pakket van maatregelen wordt ingezet. Wij zetten collectieve preventie gebiedsgericht en gericht op specifieke risico’s in, zodat de vraag naar geïndiceerde zorg afneemt. Zo stimuleert het programma Gezonde school onderwijsinstellingen structureel te werken aan gezondheidsbevordering en vroegsignalering. Het programma Klaar voor een Kind zet in op vroegtijdige interventies ter voorkoming van perinatale sterfte. De lasten voor dit product bestaat voor ca. 50% uit loon- en materiële kosten en voor 50% uit subsidies. De baten komen grotendeels van het Rijk, aangevuld met inkomsten van regiogemeenten, van andere gemeentelijke instellingen en projectinkomsten. Product Sociaal medische indicatie en inspectie kinderopvang Op grond van het beleid kinderopvang op sociaal-medische indicatie is het sinds 1 januari 2005 financieel mogelijk dat een kind voor een deel van de week een veilig en goed klimaat wordt geboden in een kindercentrum, op het moment dat de ouder(s) vanwege problemen bij ouder(s) en/of kind niet zelf in staat is/zijn om voor het kind te zorgen. Met kinderopvang Sociaal Medische Indicatie wordt beoogd (dreigende) ontwikkelingsachterstanden te voorkomen bij kinderen. Volgens de Wet kinderopvang en kwaliteit peuterspeelzalen houdt de gemeente toezicht op de kwaliteit van kinderdagverblijven, buitenschoolseopvanglocaties, peuterspeelzalen, gastouders en gastouderbureaus. In Rotterdam voert de GGD de handhaving, het beleid en registervoering (Landelijk Register Kinderopvang) uit. De taken worden gefinancierd door het Rijk via het gemeentefonds. De GGD houdt toezicht op de kwaliteit van kinderopvanginstellingen, zoals onder andere: kinderdagopvang, peuterspeelzalen, gastouders en gastouderbureaus, en voert namens de gemeente Rotterdam de handhaving op dit gebied uit. De kosten bestaan uit subsidies aan uitvoerende instanties en uit bijdragen in de kosten voor de kinderopvanginstellingen, voorzover het de kinderopvang op sociaal-medische indicatie betreft. Toezicht en handhaving van kinderopvanginstellingen wordt gedaan met inzet van eigen personeel. Baten hebben vooral betrekking op inkomsten vanuit regiogemeenten, waar de GGD toezicht houdt op kinderopvanginstellingen. Product Jeugdconsul De doelgroep voor Openbare Geestelijke Gezondheidszorg (OGGz) wordt gevormd door alle kwetsbare personen: kwetsbaar als gevolg van psychiatrische, psychosociale, verstandelijke en/of verslavingsproblematiek. Deze mensen zijn niet in staat om in eigen bestaan te voorzien, zoals huisvesting, inkomen, sociale contacten en zelfverzorging, en zorgen soms voor overlast. De door GGD opgezette persoonsgerichte zorg is gericht op signalering, onderzoek en toeleiding van kwetsbare personen naar een adequaat zorg- en welzijnsaanbod. De lasten bestaan grotendeels uit de kosten van inzet van eigen personeel. De baten zijn met name afkomstig uit de regiogemeenten. Hoofdstuk 4.6 | Verslag per beleidsveld | Beleidsveld Volksgezondheid en zorg | pagina 95
6.3
Beleidsmatige inspanning Kwetsbare personen en huiselijk geweld
Ambitie Wij gaan ervan uit dat elke Rotterdamse burger iets bijdraagt aan de stad. Daar waar sprake is van belemmeringen bieden wij ondersteuning. In ruil daarvoor verwachten wij van mensen dat zij alles op alles zetten om hun beperkingen te overwinnen en mee te doen in de samenleving.
Toelichting Inspanningen Product: Regie op kwetsbare groepen Een klein deel van de Rotterdamse bevolking is niet zelfredzaam en heeft last van verweven problematiek op meerdere leefgebieden tegelijk. Het gaat om circa 30.000 mensen (5%). Deze mensen zijn de sturing op hun leven kwijt, vinden hun weg in zorg niet, mijden de zorg zelfs. Zo haken groepen af zoals kwetsbare jongeren, zwerfjongeren, dak- en thuislozen, mensen met meervoudige GGz-problematiek, justitiabelen en kwetsbare ouderen. De zelfredzaamheid van deze mensen moet omhoog. Dat doen we door hen gekwalificeerd te laten starten (jongeren), op een tijdige en effectieve manier te laten aansluiten bij de bestaande zorg (dak- en thuislozen/verslaafden/.GGZ) of door hun vitaliteit langer te laten behouden (ouderen). Hiertoe hebben wij het Programma Kwetsbare Personen (KP) opgestart. Dit meerjarige programma richt zich op deze 30.000 meest kwetsbare Rotterdammers. Dit programma is in juni 2011 door het college vastgesteld. Het Plan van Aanpak Maatschappelijke Opvang II (MO II), onderdeel van het Programma KP, bevat de doelgroepen daken thuislozen, meervoudig/GGZ en zwerfjongeren. Het plan MO werkt in een geregisseerd samenspel van de volgende processen: 1. persoonsgerichte integrale aanpak (gemeente, zorginstellingen, politie en openbaar ministerie samen); 2. resultaatgerichte zorginkoop (een zorginkoopteam voor alle leefgebieden 8 en financiers); 3. adequaat nimby 9 -management (verdeling en geprotocolleerde aanpak van MO en GGz voorzieningen in wijken en buurten). Als gevolg van deze aanpak leveren deze mensen een constructieve bijdrage aan de samenleving, en overlast en criminaliteit neemt fors af. Economisch gezien is vroegtijdig investeren voordeliger dan later ingrijpen. Wij hebben het van belang geacht de exogene financiële ontwikkelingen die van invloed zijn op het programma (zoals bijvoorbeeld de dalende rijksmiddelen Van Montfrans) te compenseren zodat het programma volledig ten uitvoer kan worden gebracht. Door de rijksbezuinigingen op de AWBZ loopt de meest kwetsbare groep echter alsnog het risico niet de zorg te krijgen die men nodig heeft. Ook door de voortdurende economische onzekere situatie moet rekening gehouden worden met een toenemende hulpvraag. Wij monitoren deze ontwikkelingen nauwkeurig om zo waar nodig bij te sturen. De gemeenteraad wordt tweemaal per jaar geïnformeerd (juni en november) over het programma en de relevante maatschappelijke effecten. Product: Zorg voor kwetsbare personen De zorg voor kwetsbare personen is gericht op individuele burgers van Rotterdam met een meervoudige problematiek (materiele, psychiatrische, sociale en/of somatische problemen). Het geeft invulling aan het hierboven bij het Plan van Aanpak MO eerste genoemde proces: de persoonsgerichte integrale aanpak. Het gaat om kwetsbare mensen die niet in staat of bereid zijn gebruik te maken van het zorg- en welzijnsaanbod en daardoor risico lopen op meerdere leefgebieden. Denk aan dak- en thuislozen, overlastgevende verslaafden, burgers getroffen door geweld achter de voordeur, zorgwekkende zorgmijders, mishandelde ouderen en verkommerde en verloederde psychiatrische patiënten. Teneinde deze mensen in een vroegtijdig stadium te bereiken en te begeleiden naar een passend zorg- en welzijnsaanbod worden zij in een individueel traject geplaatst waarop de gemeente (door middel van de GGD) de regie heeft. Net zo worden verslaafde individuen, teneinde overlast op straat en in de wijk terug te brengen en recidive van verslaafden te voorkomen, in trajecten geplaatst waarbij de samenwerking tussen strafrechtelijke en hulpverlenende maatregelen centraal staat. Dit betreft de zorgcoördinatie ten behoeve van zorgbehoevende Rotterdammers die als veelpleger of aanstaande ex- gedetineerde in het Veiligheidshuis voorkomen. In het kader van de bezuinigingen kiezen we er voor het aantal Lokale Zorgnetwerken en de Lokale Teams Huiselijk Geweld te herstructureren. Hierbij zullen de werkzaamheden voor de meest kwetsbare groepen wel doorlopen. De gevolgen van deze aanpassing zullen we beperken door in te zetten op een grotere efficiency in de werkwijze en door het intensiveren van de inzet van de stedelijke Vangnet teams. Tevens zullen we de gevolgen van deze aanpassing monitoren.
8
Leefgebieden: inkomen, dagbesteding, huisvesting, familie relaties, geestelijke gezondheid, fysieke gezondheid, verslaving, algemene dagelijkse
levensvaardigheden, sociaal, maatschappij en justitie. 9
NIMBY; not in my backyard.
pagina 96 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
Product: Huiselijk geweld In het najaar van 2011 wordt het uitvoeringsprogramma Veilig Thuis, aanpak huiselijk geweld en kindermishandeling centrumgemeente Rotterdam 2011–2014 vastgesteld. Doel van het programma is het versterken van een thuis waar kinderen veilig kunnen opgroeien en zich ontwikkelen en volwassenen geweldloos kunnen samenleven. In Veilig Thuis zal veel meer dan eerdere jaren aandacht zijn voor kindermishandeling als belangrijk onderwerp binnen de aanpak. Er zal daarom ook nog meer dan reeds het geval is worden samengewerkt en opgetrokken met AMK/BJZ en overige jeugdpartners in de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling in brede zin. Op basis van de volgende drie actielijnen binnen het programma zal de aanpak de komende vier jaar vorm krijgen: 1. Opsporen: eerder en beter signaleren Deze eerste actielijn richt zich vooral op activiteiten om huiselijk geweld zo vroeg mogelijk zichtbaar te maken. Maar ook op mogelijkheden om dát wat zichtbaar is beter te kunnen beoordelen om zo tot een passend (zorg)aanbod of interventie te komen. Daarbij is van belang dat er in Rotterdam sprake is van één brede, geïntegreerde aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling. Zowel operationeel als inhoudelijk. Onderwerpen binnen deze actielijn zijn de verdere uitrol en implementatie van de Rotterdamse meldcode, deskundigheidsbevordering en het gebruik van triage voor incidentmeldingen huiselijk geweld in het ASHG. 2. Oppakken: steviger en effectiever ingrijpen Deze tweede actielijn zet vooral in op alle maatregelen en interventies die ingezet worden in gezinnen om huiselijk geweld en kindermishandeling zo vroeg mogelijk een stevig halt toe te roepen. Uitgangspunt is een harde, duidelijke aanpak gekoppeld aan hulpverlening voor alle betrokkenen. Binnen deze actielijn is de strafrechtelijke aanpak stevig geborgd, wordt het uitgangspunt van werken met één gereedschapskist van (bestuursrechtelijke, civielrechtelijke en strafrechtelijke) interventies vormgegeven is de verbinding met het Veiligheidshuis geregeld en is veel aandacht voor de problematiek van kindermishandeling onder meer bij de inzet van het tijdelijk huisverbod. 3. Oplossen: werken aan een veilige toekomst. Deze derde actielijn richt zich op hoe slachtoffers, kinderen, gezinnen in staat gesteld worden om zelf weer verantwoordelijkheid te kunnen nemen voor een veilig thuis. Op basis van hun eigen kracht en mogelijkheden. Het gaat om het hulpaanbod en de interventies die beschikbaar moeten zijn zodra betrokkenen of omstanders zelf om hulp hebben gevraagd. En om het aanbod nadat er van buitenaf is ingegrepen vanwege signalen van (ernstige dreiging van) huiselijk geweld en kindermishandeling of vanwege een escalatie Collegetargets Aan het eind van deze collegeperiode (01–01–2014) is er bij 9.200 zeer kwetsbare Rotterdammers sprake van een stabiele situatie voor leefgebieden zoals wonen, zorg, justitie, dagbesteding (werk/stage/scholing), inkomen en sociaal netwerk. (Overige) Indicatoren Indicator Aantal kwetsbare personen dat zich ontwikkeld heeft tot zelfredzaamheid.
begroting 2012 6.550
raming 2013 9.200
raming 2014 9.200
raming 2015 9.200
Baten en lasten (meerjarenraming) bedragen x € 1.000,-
Kwetsbare personen en huiselijk geweld Baten Lasten Resultaat voor reserveringen Resultaatbestemming Onttrekking aan reserves Toevoeging aan reserves Resultaat na reserveringen
rekening 2010 11.493 89.012 -77.519
raming 2011 3.940 95.289 -91.349
begroting 2012 5.968 92.377 -86.409
raming 2013 5.968 84.159 -78.191
raming 2014 5.968 82.735 -76.767
raming 2015 -25.878 50.331 -76.209
1.167 0 -76.352
9.960 0 -81.389
5.794 0 -80.615
0 0 -78.191
0 0 -76.767
0 0 -76.209
begroting 2012 -36.204 -44.411 -80.615
raming 2013 -32.441 -45.750 -78.191
raming 2014 -31.017 -45.750 -76.767
Aansluiting met voorgaande begroting (na reservering) bedragen x € 1.000,-
Kwetsbare personen en huiselijk geweld Begroting 2011 Mutaties kaderbrief en begroting Totaal
raming 2015 -30.419 -45.790 -76.209
Hoofdstuk 4.6 | Verslag per beleidsveld | Beleidsveld Volksgezondheid en zorg | pagina 97
Specificatie mutaties kaderbrief en begroting bedragen x € 1.000,-
Kwetsbare personen en huiselijk geweld Mutaties die invloed hebben op de algemene middelen Knelpunten 1. Middelen van Montfrans 2. Risico grensstrook 3. Huisverboden 4. PvA huisvesting zwerfjongeren Ombuigingen 1. Middelen van Montfrans 2. PvA MO 3. Lokale Zorg Netwerk (LZN) 4. Zorgregie Lasten die worden gedekt uit de reserves 1. Onttrekking bestemmingsreserves fysieke woonvoorziening en bijzondere huisvesting Trend Technische wijzigingen Totaal
begroting 2012 lasten
saldo
2.920 3.000 1.000
-2.920 -3.000 -1.000
-1.588 -980 -300
1.588 980 300
3.300
3.300
0
24 -25.902 -22.578
558 13.923 21.833
-534 -39.825 -44.411
baten
raming 2013 saldo
raming 2014 saldo
Raming 2015 saldo
-2.920 -3.000 -1.000 -2.500
-2.920 -3.000 -1.000 -2.500
-2.920 -3.000 -1.000 -2.500
600 1.955 980 300
600 1.955 980 300
600 1.955 980 300
-476 -39.689 -45.750
-465 -39.700 -45.750
-465 -39.740 -45.790
Toelichting op de mutaties Knelpunten 1. Middelen van Montfrans Met ingang van 2012 vervalt de doeluitkering Leefbaar en veiligheid (de van Montfransmiddelen). Vanuit deze doeluitkering vanuit het rijk werden tot en met 2011 diverse programma’s leefbaarheid en veiligheid gefinancierd (€ 12,5 mln). Het college kiest er voor de programma’s voort te zetten, behalve wijkveiligheid en schoonmaakdag. De dekking komt uit andere programma’s van de diensten of een andere aanpak waardoor het programma toch kan worden voortgezet of wordt verrekend met deelgemeenten. Zie voor de verdeling over de diverse Beleidsmatige inspanningen, Beleidsmatige inspanning 4.2 ‘Geweld en (jeugd-)overlast’. 2. Risico grensstrook De Grensstrook bestaat uit een aantal voorzieningen die landelijk onder het regime van de AWBZ gebracht zouden moeten worden, omvang € 38,5 mln. Voor Rotterdam staat er € 8 mln op de grensstrook. Lukt overheveling naar de AWBZ dan wordt het overgehevelde bedrag gekort op de Rijksuitkering. Terug komt het Rotterdamse aandeel uit de overgehevelde bedragen. Slaagt de hele overhevelingoperatie dan wordt Rotterdam dus gekort voor € 8 mln, maar krijgt 10,9% (het landelijk aandeel Rotterdam) van € 38,5 mln terug van het Rijk. Recent is echter gebleken dat van de € 38,5 mln slechts de helft AWBZ waardig is (VWS 11 maart 2011). Dat betekent dat het niet over te hevelen volume met ingang van 2012 op de rijksuitkering wordt gekort. Voor Rotterdam betekent dit per saldo een terugloop van de rijksuitkering met in gang van 2012 van € 3 mln. 3. Huisverboden Sinds 2009 voert de GGD Rotterdam Rijnmond namens de gemeente Rotterdam als centrumgemeente van de regio voor de vrouwenopvang de Wet tijdelijk huisverbod uit. Reeds voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Wet tijdelijk huisverbod in 2009 was duidelijk dat de middelen vanuit het Rijk voor de uitvoering van de Wet tijdelijk huisverbod niet dekkend waren. Het Rijk ging uit van 1.000 c.q. 2.000 huisverboden landelijk op jaarbasis, terwijl Regio Rotterdam Rijnmond alleen al rekening hield met 400 tot 600 huisverboden op jaarbasis (in 2010 werden er 417 huisverboden opgelegd in CG Rotterdam). 4. Huisvesting zwerfjongeren (€ 2,5 mln vanaf 2013). In het kader van de opvang en begeleiding van zwerfjongeren is de financiering van 200 begeleidingsplaatsen (licht en zwaar) niet geregeld vanaf 2013. Aan de begroting wordt daarom vanaf 2013 € 2,5 mln toegevoegd.
pagina 98 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
Ombuigingen 1. Middelen van Montfrans Met ingang van 2012 vervalt de doeluitkering Leefbaar en veiligheid (de van Montfransmiddelen). Vanuit deze doeluitkering vanuit het rijk werden tot en met 2011 diverse programma’s leefbaarheid en veiligheid gefinancierd (€ 12,5 mln). Het college kiest er voor de programma’s voort te zetten, behalve wijkveiligheid en schoonmaakdag). De dekking komt uit andere programma’s van de diensten of een andere aanpak waardoor het programma toch kan worden voortgezet of wordt verrekend met deelgemeenten. Zie voor de verdeling over de diverse Beleidsmatige inspanningen, Beleidsmatige inspanning 4.2 ‘Geweld en (jeugd-)overlast’. 2. PvA MO Een bezuiniging van € 1,588 mln in 2012 en € 1,955 mln vanaf 2013. Realisatie door verdubbeling van de caseload en andere werkwijze van cliëntmanagers bij de instellingen. 3. Lokale Zorg Netwerk (LZN) Een bezuiniging van € 700. Realisatie door samenvoeging van LZN en LTHG naar één per deelgemeente, vermindering van trajectregisseurs en vermindering van ketenregisseurs en beleidsadviseurs binnen de staf. 4. Zorgregie Niet verhogen van de subsidies met het rijksaccres Lasten die worden gedekt uit de reserves 1. Onttrekking bestemmingsreserves fysieke woonvoorziening en bijzondere huisvesting Het verwachte saldo ultimo 2011 bedraagt € 5,794 mln aan bestemmingsreserves voor fysieke woonvoorzieningen en bijzondere jongerenhuisvesting. Door de correctie van € 3,3 mln wordt € 5,794 mln in 2012 onttrokken. Trend De trend is de loon- en prijsontwikkeling. Zie voor een nadere uitleg Beleidsmatige inspanning 2.2 ‘Beheer algemene middelen’. Technische wijzigingen De technische wijzigingen per beleidsmatige inspanning zijn toegelicht in bijlage 12. Uitsplitsing per product (na reservering) bedragen x € 1.000,-
Kwetsbare personen en huiselijk geweld
baten
lasten
saldo
Zorg voor Kwetsbare personen (LZN, PGA)
1.188
8.230
-7.042
Regie op kwetsbare groepen (MO, verslavingszorg)
9.093
75.791
-66.698
Bestrijding huiselijk geweld Totaal
1.481
8.356
-6.875
11.762
92.377
-80.615
Toelichting per product Product Zorg voor Kwetsbare personen (LZN, PGA) De doelgroep voor Openbare Geestelijke Gezondheidszorg (OGGz) wordt gevormd door alle kwetsbare personen: kwetsbaar als gevolg van psychiatrische, psychosociale, verstandelijke en/of verslavingsproblematiek. Deze mensen zijn niet in staat om in eigen bestaan te voorzien, zoals huisvesting, inkomen, sociale contacten en zelfverzorging, en zorgen soms voor overlast. De door GGD opgezette persoonsgerichte zorg is gericht op signalering, onderzoek en toeleiding van kwetsbare personen naar een adequaat zorg- en welzijnsaanbod. De lasten bestaan grotendeels uit de kosten van inzet van eigen personeel. De baten zijn met name afkomstig uit de regiogemeenten.
Product Regie op kwetsbare groepen (MO, verslavingszorg) Het Plan van Aanpak Maatschappelijke Opvang II is het vervolg op het Plan van Aanpak MO 2006–2010. De doelgroep bestaat uit dak- en thuislozen, zwerfjongeren en de doelgroep meervoudig/GGZ en hun omgeving.
Hoofdstuk 4.6 | Verslag per beleidsveld | Beleidsveld Volksgezondheid en zorg | pagina 99
Het plan MO werkt in een geregisseerd samenspel van de volgende processen: 1. persoonsgerichte integrale aanpak (gemeente, zorginstellingen, politie en openbaar ministerie samen); 2. resultaatgerichte zorginkoop (een zorginkoopteam voor alle leefgebieden en financiers); 3. adequaat nimby-management (verdeling en geprotocolleerde aanpak van MO en GGz voorzieningen in wijken en buurten). De baten bestaan deels uit onttrekkingen uit de bestemmingsreserves voor de realisatie van woonvoorzieningen en deels uit rijksbijdragen. Aan de uitgavenkant staan met name de verstrekte subsidies aan instellingen. Product Bestrijding huiselijk geweld Met huiselijk geweld wordt bedoeld: fysiek, psychisch of seksueel geweld of bedreiging daarmee, door iemand uit de huiselijke kring van het slachtoffer. Daaronder kunnen tevens worden verstaan: eergerelateerd geweld en ouderenmishandeling. Vaak is er bij huiselijk geweld sprake van een afhankelijkheidsrelatie. Verreweg de meeste slachtoffers van huiselijk geweld zijn vrouwen en kinderen. In het najaar van 2011 wordt het uitvoeringsprogramma Veilig Thuis, aanpak huiselijk geweld en kindermishandeling centrumgemeente Rotterdam 2011–2014 vastgesteld. Doel van het programma is het versterken van een thuis waar kinderen veilig kunnen opgroeien en zich ontwikkelen en volwassenen geweldloos kunnen samenleven. In Veilig Thuis zal veel meer dan eerdere jaren aandacht zijn voor kindermishandeling als belangrijk onderwerp binnen de aanpak, Er zal daarom ook nog meer dan reeds het geval is worden samengewerkt en opgetrokken met AMK/BJZ en overige jeugdpartners in de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling in brede zin. De lasten bestaan voor bijna de helft uit inzet van eigen personeel. Andere grote kostenposten zijn verstrekte subsidies en uitbesteed werk (onderzoeken in G-4 verband). Baten zijn met name afkomstig uit andere G-4 gemeenten en van het Rijk.
pagina 100 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
Hoofdstuk 4.6 | Verslag per beleidsveld | Beleidsveld Volksgezondheid en zorg | pagina 101
Hoofdstuk 4.7
pagina 102 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
Beleidsveld 7 Participatie
Wat willen we bereiken? Iedereen participeert, op zijn of haar manier, in de samenleving: – De streefwaarde voor capaciteiten conform de sociale index is een 6,5 in 2020 (5,1 in 2010); – De streefwaarde voor voldoende taalbeheersing is een 7.0 in 2020 (4,8 in 2010); – De streefwaarde voor voldoende inkomen is een 6.0 in 2020 (4,4 in 2010); – De streefwaarde voor ‘meedoen’ conform de sociale index is een 7.3 in 2020 (6,2 in 2010); – De streefwaarde voor sociale contacten is een 7,0 in 2020 (5,2 in 2010); – De streefwaarde voor sociale en culturele activiteiten is een 7,5 in 2020 (6,7 in 2010); – De streefwaarde voor werk en school is een 7,0 in 2020 (6,1 in 2010); – De streefwaarde voor sociale inzet is een 7,5 in 2020 (6,6 in 2010); – De streefwaarde voor sociale binding conform de sociale index is een 7,0 in 2020 (5,8 in 2010); – De streefwaarde voor ervaren binding is een 7,5 in 2020 (5,7 in 2010); – De streefwaarde voor mutaties is een 6,5 in 2020 ( 6,0 in 2010).
Toelichting Iedereen doet mee Ook al heb je beperkingen, iedereen kan iets en daar richten we ons op. Daar waar sprake is van belemmeringen bieden wij ondersteuning. In ruil daarvoor verwachten wij van mensen dat zij zich maximaal inzetten om hun beperkingen te overwinnen en meedoen in de samenleving. Wij vragen aan iedereen om de Nederlandse taal te spreken, aan het werk te gaan of onderwijs te volgen. Arbeidsparticipatie en arbeidsmarkt We gaan door met de inzet om de arbeidsparticipatie in Rotterdam te verhogen. We blijven daarvoor inzetten op toeleiding van mensen naar werk. Dit binnen een context van economische stagnatie, middelen die krimpen en de krapte op de arbeidsmarkt. Door de afnemende bevolkingsgroei en de ontwikkeling naar een duurzame en dienstverlenende economie veranderen ook de eisen die de arbeidsmarkt aan werkgevers en werknemers stelt. De Rotterdamse arbeidsmarkt wordt – ondanks verbetering in de afgelopen jaren – gekenmerkt door een relatief laag opleidingsniveau en een beperkte groei van de werkgelegenheid. Om de noodzakelijke kwaliteitslag te maken is het investeren in de talentontwikkeling van elke Rotterdammer – werkend, niet werkend of op school – van het grootste belang. Eén collegeperiode is te kort om alle ambities te realiseren, maar geeft voldoende tijd om samen met het bedrijfsleven en onderwijs de noodzakelijke beweging in gang te zetten. We benutten onze (regionale) netwerken, waarin we met het bedrijfsleven, de overheid en de onderwijs- en kennisinstellingen participeren om een gezamenlijke agenda opstellen, waarbij bovengenoemde ambities leidend zijn.
Hoofdstuk 4.7 | Verslag per beleidsveld | Beleidsveld Participatie | pagina 103
bedragen x € 1.000,-
Beleidsveld Participatie Baten Lasten
Beleidsmatige inspanning
737.979 1.004.916
Arbeidsparticipatie Baten 721.603 Lasten 775.593 Target: In deze collegeperiode activeren we 20.000 bijstandgerechtigde Rotterdammers: – 10.000 stromen uit naar betaald werk; – 10.000 die nog niet kunnen uitstro men naar werk, ontwikkelen zich een stap op de Participatieladder
Maatschappelijke participatie Baten 12.069 Lasten 161.755 Target: In deze collegeperiode zet 60% van de deelnemers aan een taal- en participatietraject één of meerdere stappen op de participatieladder (behaalt het participatieresultaat). Target: Het aantal Rotterdamse vrijwilligers blijft in de periode tot en met 2014 tenminste stabiel op 140.000.
Product Werkgelegenheid en participatie Roteb Baten Lasten
Sociale werkvoorziening SoZaWe Baten 683 Lasten 1.574 Reïntegratietrajecten Baten Lasten
147.255 168.598
Inkomensverstrekking Baten Lasten
455.456 480.616
Taal- en participatietrajecten Baten Lasten
1 3.165
Volwasseneducatie Baten Lasten
0 2.776
Stadsburgerschap Baten Lasten
0 16.859
Individuele voorzieningen Baten Lasten Specifieke doelgroepen Baten Lasten
Participatie jeugd Baten Lasten
2.200 11.490
118.209 124.805
9.049 117.449
3.019 21.506
Jongerenactiviteiten / faciliteren jongeren participatie Baten Lasten
0 1.685
Begeleiden jeugd naar onderwijs e/o arbeidsmarkt Baten Lasten Armoedebestrijding Baten Lasten
pagina 104 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
1.580 55.551
2.200 9.805
Bijzondere bijstand Baten Lasten
173 29.825
Schulddienstverlening Baten Lasten
1.407 12.584
Kwijtschelding Baten Lasten
0 13.142
7.1 Beleidsmatige inspanning Arbeidsparticipatie Focus van de inspanning: onze ambitie is het verhogen van de arbeidsparticipatie; we willen dat iedereen iets terug doet voor zijn uitkering.
Toelichting Inspanningen Inzet om het verhogen van de arbeidsparticipatie in Rotterdam wordt gecombineerd met een grotere eigen inspanning van mensen met een uitkering. De context waarin we dit doen is aan grote veranderingen onderhevig. Ten opzichte van het financiële crisisjaar 2009 is het aantal WWB’ers gestegen. Sedert juli 2011 is deze trend dankzij forse inspanningen gekeerd. Daarnaast wordt van rijkswege zwaar bezuinigd. Ook zijn de voorbereidingen voor de introductie van de Wet Werken naar Vermogen (WWNV) in volle gang. Deze wet wordt naar verwachting in 2013 ingevoerd en vervangt de Wet Werk en Bijstand (WWB), Wet Investeren in Jongeren (WIJ), Wajong en WSW. Dit heeft grote consequenties voor de uitvoering door gemeente en UWV. Veranderopgave domein Werk en Inkomen Het College heeft geconstateerd dat een fundamentele herinrichting van de keten Werk en Inkomen nodig is om meer evenwicht te krijgen tussen het rijksbudget en de uitkeringslasten. Het College kiest voor het samenbrengen van de betrokken eenheden binnen het concern in een nieuw Cluster Werk en Inkomen. Dit cluster moet excelleren op het gebied van het zoveel mogelijk aan het werk helpen van mensen. Rotterdam heeft een uitzonderlijke problematiek en vraagt daarmee om een uitzonderlijke aanpak. De Rotterdamse arbeidsmarkt heeft verhoudingsgewijs veel lager opgeleiden en minder banen voor hoger opgeleiden. Het is onze ambitie om meer evenwicht in de arbeidsmarkt van de stad te brengen. De liftfunctie van de stad moet worden verbeterd om het relatief grote aandeel lageropgeleiden te laten participeren op de arbeidsmarkt en het aandeel hoger opgeleiden te vergroten. Om de mismatch tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt aan te pakken, wordt er samen met het bedrijfsleven, onderwijs- en kennisinstellingen gewerkt aan het programma arbeidsmarktontwikkeling. De focus ligt zoveel mogelijk op het inspelen op de vraag van werkgevers en de sectoren die voor onze economie relevant zijn, zoals zorg en consumentendienstverlening. We willen de arbeidsparticipatie in Rotterdam verhogen door in te zetten op de activering van bijstandsgerechtigden. Daarnaast streven we er naar de doorstroming op de arbeidsmarkt te verbeteren. Dit komt tot uitdrukking in de hieronder genoemde collegetargets; In deze collegeperiode activeren 20.000 bijstandsgerechtigde Rotterdammers: – 10.000 bijstandsgerechtigde Rotterdammers stromen uit naar betaald werk; – 10.000 bijstandsgerechtigde Rotterdammers die nog niet kunnen uitstromen naar werk, ontwikkelen zich een stap omhoog op de participatieladder. Het maatregelenpakket werk, inkomen en maatschappelijke ontwikkeling wordt op elkaar afgestemd. Door de kortingen op het P-budget is een verschuiving van het beleidsinstrumentarium onvermijdelijk. Vooralsnog houden we wel vast aan de vastgestelde targets. Inspanning Uitkeringsverstrekking Medio 2011 hebben wij u nader geïnformeerd over de financiële gevolgen van enerzijds de forse toename van het aantal Rotterdammers die aangewezen zijn op de WWB en de WIJ en anderzijds de verlaging van het WWB-budget middels korting door het Rijk. Aansluitend hebben wij u onder de titel ‘Beperking tekort op de WWB en de WIJ‘ een pakket maatregelen gepresenteerd om deze situatie te verbeteren. Deze maatregelen rusten op de pijlers: – beperken van de instroom; – bevorderen van de uitstroom naar (tijdelijk) werk en parttime werk; – terugbrengen van de kosten per uitkering; – consequent handhaven; De maatregelen zijn gericht op een grotere eigen verantwoordelijkheid en zelfsturing van klanten, strengere controles aan de poort, sterkere focus op uitstroom naar (tijdelijk) werk en parttime werk en een blijvend doelmatige aanpak van handhaving. Het pakket aan maatregelen moet in 2012 optellen tot een beperking van de uitgaven van circa € 87 mln op het inkomensdeel (het I-deel). Deze besparing wordt gerealiseerd door een combinatie van het terugbrengen van het totale bijstandsvolume en de kosten per uitkering. Het pakket aan maatregelen is door het bureau PwC nader onderzocht (realitycheck).
Hoofdstuk 4.7 | Verslag per beleidsveld | Beleidsveld Participatie | pagina 105
Hoewel de voorgenomen maatregelen worden onderschreven, concludeert PwC dat de financiële besparingen te gunstig worden ingeschat. Voor 2012 wordt voor de ombuiging een bandbreedte ingeschat van € 40 tot € 80 mln. We zetten voor 2012 in op een gemiddeld aantal klanten van 31.000. Dat betekent een forse opgave. Wij zijn ons bewust dat we hiermee opnieuw de lat hoog leggen, maar willen het sociale domein scherp houden en alle innovatie uitlokken en benutten. Tegelijkertijd vereist dit hoge ambitieniveau financiële rugdekking. De economische- en arbeidsmarktontwikkeling is slecht voorspelbaar en de financiële positie van het concern laat nauwelijks tegenvallers toe. Daarom vormen we op concernniveau een risicoreserve (€ 47 mln) die onverhoopte tegenvallers in het na te streven bijstandvolume kan opvangen. In de begroting 2012 gaan we uit van een inkomstenraming van € 447,8 mln; dit bedrag bestaat uit het voorlopig vastgestelde rijksbudget, aangevuld met het bedrag aan besluit bijstandsverlening zelfstandigen (€ 1,9 mln) en de € 30 mln aan aangekondigde bijstellingen in het rijksbudget (compensatie WWNV en aflopen bestuursakkoord). De neerwaartse bijstelling van het voorlopig budget van juli 2011 (€ 9,3 mln) wordt voorshands voor 2012 eenmalig gereserveerd in de risicoreserve. Na Prinsjesdag zal het voorlopige budget voor 2012 bekend worden gemaakt. Wij zullen u hierover informeren zodat u dit bij de begrotingsbehandeling mee kunt nemen. In 2012 zullen we een aanvraag indienen voor toekenning van de incidentele aanvullende uitkering. Uitgaande van de beoogde besparing (€ 10 mln) in 2011 en de neerwaartse bijstelling van het BUIG-budget voor 2011 (met € 9,3 mln) zal de aanvraag voor de aanvullende incidentele uitkering (IAU) over 2011 uitkomen op € 57,7 mln. De aanvraag wordt medio 2012 ingediend; in de tweede helft van 2012 wordt een uitspraak verwacht over eventuele toekenning. Deze potentiële incidentele meevaller is niet in de financiële ramingen verwerkt. In de meerjarenraming (2013 e.v.) gaan we er voorshands vanuit dat baten en lasten voor de uitkeringen in evenwicht zijn, op het laatst bekende niveau. Hoe de inkomsten zich precies ontwikkelingen is – mede gezien de wijzigingen in de regelgeving – ongewis. Handhaven en terugvordering Handhaven draagt er aan bij dat uitkeringen alleen terecht komen bij burgers die (nog) niet in staat zijn om in de eigen kosten van levensonderhoud te voorzien. Het maakt onderdeel uit van de inzet om de beoogde volumereductie te realiseren en richt zich niet alleen op rechtmatigheidsaspecten zoals controle van inkomen, vermogen of woonsituatie. Het gaat ook om handhaving op doelmatigheidsaspecten, de aanpak van klanten die onvoldoende moeite doen om zelf in eigen inkomen te voorzien. Beschikbare capaciteit wordt efficiënt ingezet onder meer door strikte controles aan de poort, risicosturing, effectieve gegevensuitwisseling en afhandeling van fraudesignalen en themagerichte controles (zoals bijv. klanten met parttime inkomsten mbt. uitbreiding van uren, klanten met bestelbussen mbt. controle op bijklussen, alleenstaande ouders bij wie tijdens de bijstand (niet-erkende) kinderen worden geboren mbt samenwonen en/of bijstandsverhaal). Wijzigingen WWB/Intrekking WIJ In juni 2011 heeft het kabinet een voorstel tot aanpassing van de WWB en intrekking van de WIJ bij de Tweede Kamer ingediend. Het voorstel bevat diverse maatregelen, waarin de eigen verantwoordelijkheid van de bijstandsgerechtigde en het tijdelijke karakter van de bijstandsuitkering voorop staan. In het wetsvoorstel zijn de volgende maatregelen opgenomen: – aanscherping van de regels voor jongeren; – invoering van de huishoudtoets; – tegenprestatie naar vermogen; – beperking verblijfsduur in het buitenland; – aanscherping van de regels voor alleenstaande ouders; – normering inkomensgrens gemeentelijk minimabeleid tot 110% sociaal minimum. De maatregelen, met name voor de huishoudtoets, hebben een grote impact op zowel het inkomen van de betrokken gezinnen als op de uitvoering door gemeenten. Tevens is er een directe relatie met de nog in te voeren WWNV. Jongeren met een arbeidshandicap die straks niet meer in aanmerking komen voor een Wajong-uitkering krijgen bijvoorbeeld onder de WWNV ook met de huishoudtoets te maken. Beoogde ingangsdatum van de wetswijziging is 1 januari 2012. VNG en ICT-bedrijven hebben aangegeven dat er meer tijd nodig is voor de invoering van de in het wetsvoorstel opgenomen maatregelen. Dat geldt met name voor de huishoudtoets. Mocht dit consequenties voor de invoering hebben zullen wij de raad hierover zo snel mogelijk informeren Participatiebudget Van rijkswege wordt zwaar bezuinigd op het participatiebudget. Er is onvoldoende budget om de huidige voorzieningen voor werk en re-integratie in stand te houden. Het participatiebudget kan alleen nog worden ingezet ten gunste van dat deel van de Rotterdamse bijstandspopulatie dat met enige ondersteuning binnen afzienbare tijd naar een reguliere baan kan uitstromen.
pagina 106 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
Keuzes zijn daarom onvermijdelijk, een aangepast voorstel voor meerjarige invulling van het P-budget wordt u separaat toegezonden. Om de bezuinigingen enigszins te compenseren wordt de samenwerking met partijen die baat hebben bij onze ambities zoals (zorg)verzekeraars, werkgevers/O&O-fondsen, woningcorporaties en onderwijsinstellingen verder versterkt. ID/WiW De ruimte binnen het participatiebudget om uitstroombevorderend beleid te voeren wordt in hoge mate bepaald door de keuzes die worden gemaakt rondom de bekostiging van de uitvoering van de ID en de WiW. Bij gelijkblijvend beleid zal in 2014 bijna 60% van het totale participatiebudget worden besteed aan deze vormen van klassieke gesubsidieerde arbeid. Wij hebben besloten de klassieke gesubsidieerde arbeid in de komende periode af te bouwen en zullen u daarover separaat een voorstel sturen. Onderstaande tabel geeft een overzicht van het verloop van het aantal ID- en ex-Wiw-werknemers in de afgelopen jaren. Gesubsidieerde arbeid 2005 2006 ID-werknemers (ultimo) 5.218 4.416 Wiw-werknemers (ultimo) 1.176 1.103 Uitgaven (in miljoenen) € 170,6 € 148,6 Tabel : overzicht verloop aantal ID- en ex-Wiw-werknemers
2007 3.428 1.011 € 124,6
2008 1.983 906 € 112,7
2009 1.557 841 € 74,6
2010 1.462 820 € 64,3
T2 2011 1.371 783 € 60,2
Arbeidsmarktgerichte re-integratie Vanuit het principe dat de vraag van de arbeidsmarkt leidend is zetten wij met name in op (kortdurende) trajecten waarin werken en leren worden gecombineerd. Verder gaan we bij de inkoop van diensten en producten bij opdrachtnemers meer dan voorheen afspraken maken over de inzet van bijstandsgerechtigden (bredere inzet 5%-regeling). Full engagement, meedoen naar vermogen Inmiddels is het principe van full engagement in zeven wijken ingevoerd. Klanten worden geacht om naar vermogen een tegenprestatie voor hun gemeentelijke uitkering of inkomensvoorziening te leveren. Eind 2011 worden de resultaten van full engagement geëvalueerd en zullen wij uw raad hierover informeren. Wet werken naar vermogen (WWNV) In het regeerakkoord is opgenomen dat er één nieuwe regeling voor de onderkant van de arbeidsmarkt komt, waarin de WWB (bijstand) geheel en de WSW (sociale werkplaatsen) en de Wajong (jonggehandicapten) gedeeltelijk opgaan. Dit wordt neergelegd in een nieuwe wet: de Wet werken naar vermogen (WWNV), waarvan de uitvoering wordt opgedragen aan de gemeenten. De nieuwe wet moet op 1 januari 2013 in werking treden. Op 21 april jl. heeft het kabinet een hoofdlijnennotitie over werken naar vermogen naar de Tweede Kamer gestuurd, het wetsvoorstel wordt in het najaar van 2011 verwacht. Wij staan positief tegenover het voornemen van het kabinet om de bestaande voorzieningen voor de onderkant van de arbeidsmarkt onder te brengen in één regeling. Onnodige schotten tussen regelingen worden hiermee geslecht, waardoor gemeenten op een meer effectieve en slagvaardige wijze werken naar vermogen kunnen stimuleren en realiseren. Een belangrijk instrument hierbij is de mogelijkheid om voor iedereen die niet in staat is om zelfstandig het wettelijk minimumloon te verdienen, loondispensatie toe te passen. Er moeten echter, zowel landelijk als lokaal, nog wel enkele voorwaarden vervuld worden, voordat dit instrument op grote schaal kan worden toegepast. In een aantal gemeenten, waaronder Rotterdam, lopen er op dit moment pilots, waarin geëxperimenteerd wordt met loondispensatie. Daarnaast zal er in het wetsvoorstel WWNV duidelijkheid moeten komen over de exacte voorwaarden, waaronder gemeenten dit instrument kunnen toepassen. De WWNV heeft aanzienlijke gevolgen voor de gemeenten. Het is echter nog onduidelijk onder welke financiële voorwaarden de uitvoering van de WWNV aan de gemeenten wordt opgedragen. Dit onderwerp maakt onderdeel uit van de onderhandelingen tussen het kabinet en de lagere overheden over het Bestuursakkoord, maar een ruime meerderheid van de gemeenten heeft op het VNG-congres van 8 juni jl. niet ingestemd met dit onderdeel van het Bestuursakkoord, vanwege de onevenredig grote risico’s voor de gemeenten. Kabinet en VNG zijn in overleg over hoe het nu verder moet. Sociale werkvoorziening Als gevolg van de Wet werken naar vermogen dient de huidige beschutte sociale werkvoorziening te worden teruggebracht tot 1/3 van de huidige omvang in 2015. De voorziening is dan nog slechts bestemd voor diegenen die minder dan 20% verdiencapaciteit hebben. Verder bezuinigt het Rijk fors terwijl de bestaande rechten van Wsw-werknemers (CAO) niet worden aangetast. Daarom vinden wij een omslag noodzakelijk. Wij zetten dan ook in op activiteiten om een deel van de huidige populatie te bewegen naar reguliere arbeid en de infrastructuur van Roteb in te krimpen. Doelstelling is een verhouding 1/3 beschut/binnen en 2/3 buiten de SW-infrastructuur. Dat betekent dat de strikt beschutte populatie per 2015 moet worden teruggebracht naar ca. 700 medewerkers (640 arbeidsjaren). Eind juni 2011 werken er ca. 1350 SW-medewerkers (1235 arbeidsjaren) in een strikt beschutte situatie.
Hoofdstuk 4.7 | Verslag per beleidsveld | Beleidsveld Participatie | pagina 107
Baten en lasten (meerjarenraming) bedragen x € 1.000,-
Arbeidsparticipatie Baten Lasten Resultaat voor reserveringen Resultaatbestemming Onttrekking aan reserves Toevoeging aan reserves Resultaat na reserveringen
rekening 2010 869.407 1.005.144 -135.737
raming 2011 793.764 932.026 -138.262
begroting 2012 721.603 775.593 -53.990
raming 2013 681.324 717.396 -36.072
raming 2014 639.316 663.596 -24.280
raming 2015 640.401 660.979 -20.578
494 0 -135.243
662 0 -137.600
0 0 -53.990
0 0 -36.072
0 0 -24.280
0 0 -20.578
begroting 2012 -33.585 -20.405 -53.990
raming 2013 -27.960 -8.112 -36.072
raming 2014 -20.691 -3.589 -24.280
baten
Begroting 2012 lasten
saldo
raming 2013 saldo
raming 2014 saldo
raming 2015 saldo
-4.000 0 0 0
0 136.123 0 -800
-4.000 -136.123 0 800
-3.000 -134.750 -6.200
-2.000 -137.000 -2.700
-1.000 -137.000 0
0 0 3.816 -71.943 -72.127
-350 -116.970 1.480 -71.205 -51.722
350 116.970 2.336 -738 -20.405
350 132.750 2.359 379 -8.112
350 135.000 2.382 379 -3.589
350 135.000 2.382 2.513 2.245
Aansluiting met voorgaande begroting (na reservering) bedragen x € 1.000,-
Arbeidsparticipatie Begroting 2011 Mutaties kaderbrief en begroting Totaal
raming 2015 -22.823 2.245 -20.578
Specificatie mutaties kaderbrief en begroting bedragen x € 1.000,-
Arbeidsparticipatie Mutaties die invloed hebben op de algemene middelen Knelpunten 1. Tekort WSW 2. Tekort WWB 3. Participatiefonds 4. Sociale teams Ombuigingen 1. Concernhuisvesting 2. WWB Trend Technische mutaties Totaal
Toelichting op de mutaties Knelpunten 1. Tekort WSW Het budget dat Rotterdam voor de uitvoering van de WSW van het Rijk ontvangt is vanaf 2010 een aantal keren gekort waardoor inmiddels een structureel tekort is ontstaan van € 14 mln. In 2011 is een pakket aan maatregelen geformuleerd dat voor de jaren na 2011 het financiële rendement van de uitvoering Wsw beïnvloedt, waarmee het tekort wordt teruggedrongen. Door sturing op de WSW-populatie, afbouw van de infrastructuur, uitplaatsing van SW-medewerkers via begeleid werken en het fundamenteel anders inrichten van de uitvoeringsorganisatie wordt het tekort teruggedrongen naar € 4 mln, aflopend naar € 1 mln in 2015. Dit gegeven het huidige financiële kader. Als het scenario van verder afnemende rijksbijdragen (zoals aangekondigd in het Bestuursakkoord) bewaarheid wordt dan zullen er opnieuw substantieel grotere tekorten ontstaan op de uitvoering van de SW.
pagina 108 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
2. Tekort WWB De trend van een stijgend aantal WWB-ers is gekeerd, maar ten opzichte van de meerjarenraming in de begroting 2011 blijft er sprake van een tekort. De korting op het macrobudget van de wet werk en bijstand (WWB), die nog voortvloeit uit het bestuursakkoord met het vorige kabinet en de ongunstige financieringssystematiek van het Rijk werken hier nog in door. Hiertoe hogen wij het lastenbudget structureel met € 136,1 mln op. Het maatregelenpakket en de bijgestelde (verwachte) inkomstenraming voor de uitkeringslasten leidt ertoe dat in 2012 budget en lasten dichter naar elkaar toegroeien. Vanaf 2013 gaan we er voorshands van uit dat budget en lasten in evenwicht zijn. 3. Participatiefonds Het Participatiebudget daalt van ca € 206 mln in 2011 naar ca € 69 mln in 2014. Het accent van de inzet van het Participatiefonds wordt gelegd op uitstroom naar Werk. Daarnaast wordt ingezet op ondersteuning, onderwijs, jongeren. De bijdrage vanuit het Participatiefonds aan de zorgstructuur ROC’s 2012 wordt voortgezet. Daarnaast is besloten dat uit het Participatiefonds een bijdrage wordt geleverd aan reïntegratieactiviteiten die vanuit Roteb voor de bijstandspopulatie worden ingezet. Het geheel aan activiteiten in dit kader wordt mede gefinancierd uit een additionele verhoging van de Afvalstoffenheffing en een efficiencyslag in de sector Stadsbeheer die € 3 mln oplevert. Het ambitieniveau op “schoon” kan daarmee worden gehandhaafd. Omdat een tekort resteert bedraagt de bijdrage vanuit de algemene middelen € 6,2 mln in 2013 en € 2,7 mln in 2014. 4. Sociale teams Door sturing en keuzes ontstaat er in 2012 ruimte van € 0,8 mln. Deze middelen vloeien naar de algemene middelen. Ombuigingen 1. Concernhuisvesting Dit is onderdeel van de uitwerking van de ombuiging Wonen, RO, buitenruimte en gebiedsontwikkeling. 2. WWB Sinds de economische crisis in 2009 is het aantal Rotterdammers die aangewezen zijn op de wet Werk en Bijstand (WWB) en de wet Investeren in jongeren (WIJ) aanzienlijk toegenomen. Ons college heeft een aantal maatregelen getroffen die zijn gericht op een beperking van de instroom en bevordering van de uitstroom. Hierbij gaat het om een grote eigen verantwoordelijkheid van klanten, strengere controles bij een aanvraag, sterke focus op uitstroom naar (tijdelijk) werk, aanscherpen van de fraudeaanpak en een sterke sturing en monitoring van de maatregelen. De haalbaarheid om in 2012 het na te streven bedrag van circa € 87 mln aan ombuigingen te realiseren is mede afhankelijk van de aanwezigheid van voldoende werk om WWB-ers naar toe te laten vloeien. Door de afloop van het oude bestuursakkoord eind 2011 zal Rotterdam naar verwachting € 20 mln meer ontvangen uit het macrobudget. Daarnaast wordt rekening gehouden met een bedrag van € 10 mln aan compensatie voor de korting op het participatiefonds. In de raming 2012 wordt ingezet op een ambitieuze ombuiging (€ 87 mln) op de inkomensvertrekking. Deze hoge ambitie laten we gepaard gaan met een behoedzame, en naar ons inzicht realistische, begrotingsopstelling. We houden daartoe een risicoreserve aan om onverhoopte tegenvallers in de ontwikkeling van het bijstandsvolume op te vangen. De risicoreserve wordt aangehouden op het concernniveau en bedraagt € 47 mln. Daarnaast wordt eenmalig de in juli 2011 aangekondigde verlaging van het inkomstenbudget (BUIG) die mogelijk doorwerkt in 2012 ad € 9,3 mln in de risicoreserve – en dus niet in de productraming – opgenomen. Trend De trend is de loon- en prijsontwikkeling. Zie voor een nadere uitleg Beleidsmatige inspanning 2.2 ‘Beheer algemene middelen’. Technische mutaties De technische wijzigingen per beleidsmatige inspanning zijn toegelicht in bijlage 12.
Hoofdstuk 4.7 | Verslag per beleidsveld | Beleidsveld Participatie | pagina 109
Uitsplitsing per product (na reservering) bedragen x € 1.000,-
Arbeidsparticipatie Werkgelegenheid en participatie Roteb Sociale werkvoorziening SoZaWe Reïntegratietrajecten Inkomensverstrekking Totaal
baten 118.209 683 147.255 455.456 721.603
lasten 124.805 1.574 168.598 480.616 775.593
saldo -6.596 -891 -21.343 -25.160 -53.990
Toelichting per product Product Werkgelegendheid en participatie Roteb Binnen dit product valt de uitvoering van de Sociale Werkvoorziening, de uitvoering van de WIW en het aanbieden van re-integratietrajecten en werkervaringsplaatsen als springplank voor toeleiding naar reguliere vacatures binnen en buiten het bedrijf. Product Sociale werkvoorziening SoZaWe Het product Sociale werkvoorziening omvat de regiefunctie (van de dienst SoZaWe) op de sociale werkvoorziening. De programmakosten voor de WSW vallen met ingang van 2012 onder een ander product. De Sociale Werkvoorziening (SW) is bedoeld voor mensen die door lichamelijke, psychische en/of verstandelijke beperkingen geen ‘gewone’ baan kunnen vinden. Product Reïntegratietrajecten Het product re-integratie omvat de kosten van inspanningen gericht op de ontwikkeling van Rotterdammers die een uitkering ontvangen, zodat zij economische zelfstandigheid verkrijgen en uitstromen uit de uitkering. Wanneer betaald werk (nog) niet binnen het bereik ligt, zijn zij actief door een nuttige bijdrage aan de stad te leveren. Ook het bevorderen van het opleidingsniveau van werkenden en werkzoekenden valt onder dit product. Product Inkomensverstrekking Iedere burger van Rotterdam moet zoveel mogelijk proberen zelf in zijn of haar levensonderhoud te voorzien. Betaald werk is daarvoor het belangrijkste middel. Als het vinden van werk niet meteen lukt, er geen eigen inkomsten zijn en aan de gestelde voorwaarden wordt voldaan, dan heeft de persoon in kwestie recht op een uitkering. Door middel van een uitkering kan ervoor worden gezorgd dat er voldoende inkomsten zijn om van te leven. De kosten hiervoor worden geboekt op het product Inkomensverstrekking.
pagina 110 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
7.2
Beleidsmatige inspanning Maatschappelijke participatie
Focus van de inspanning: het verhogen van de participatiegraad en terugdringen van taalachterstanden bij Rotterdammers (van buitenlandse- en Nederlandse herkomst).
Toelichting Inspanningen Specifieke doelgroepen Vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) richten wij de focus op de groep Rotterdammers die (tijdelijk) verminderd zelfredzaam is en ondersteuning nodig heeft om dagelijks te kunnen functioneren en participeren. Het gaat om circa 120.000 Rotterdammers. Deze Rotterdammers worden op verschillende manieren ondersteund (o.a. welzijnsactiviteiten, ouderenwerk, maatschappelijk werk, ondersteuning door vrijwilligers en mantelzorgers en individuele voorzieningen zoals woningaanpassingen, Vervoer op Maat, hulpmiddelen, rolstoelen en huishoudelijke verzorging). Woonservicegebieden Woonservicegebieden zijn prettige wijken of buurten waarin Rotterdammers zo zelfstandig mogelijk de eigen regie behouden en kunnen blijven wonen. In het woonservicegebied werken burgers, instellingen en lokale overheden met elkaar samen en is sprake van vraaggestuurde zorg- en serviceverlening. Naast de fysieke toegankelijkheid wordt ook de “sociale toegankelijkheid” vorm gegeven, waardoor senioren en mensen met een beperking zich thuisvoelen in de wijken en een eventuele ondersteuningsvraag op wijkniveau zelf kunnen invullen. Om invulling te kunnen geven aan zelfredzaamheid is het van belang dat Rotterdammers beschikken over vaardigheden, zoals een sociaal netwerk kunnen organiseren en onderhouden, een huishouden kunnen voeren en naar vermogen in het vrijwilligerswerk actief zijn. De toegankelijkheid van de woon- en leefomgeving is een voorwaarde voor participatie, daarom wordt gewerkt aan woonservicegebieden en toegankelijke wijken. Wat gaat er specifiek in 2012 gebeuren. In 2012 worden de eerder geselecteerde (16) Rotterdamse woonservicegebieden gemonitord op voortgang en verder ontwikkeld. Daarmee zijn deze in 2013 een voorbeeld voor het ontwikkelen van andere kansrijke gebieden in Rotterdam. Vrijwilligers Per 1 januari 2012 wordt de centrale entree voor vraag, aanbod en ondersteuning van vrijwilligerswerk in aanzet gevormd. Daarmee gaan wij versnippering van menskracht en middelen tegen. Hoofdproducten van de centrale entree zijn: – ondersteuning van het vrijwilligerswerk voor minder zelfredzame Rotterdammers; – organisatie van plaatsen van en ondersteuning bij de maatschappelijke stage, die verplicht is voor scholieren van het voortgezet onderwijs; – aanbod van vacatures onbetaalde arbeid en ondersteuning bij begeleiding van uitkeringsgerechtigden i.h.k.v. werken cq meedoen naar vermogen. Collegetarget: 140.000 Rotterdammers zetten zich vrijwillig in voor de stad en haar burgers. Meting: Omnibus-enquête 1 x per 2 jaar. De meting over 2011 wordt gepubliceerd in 2012. Gebiedsgerichte inkoop In juni 2011 hebben wij besloten tot nieuwe vormen van samenwerking tussen stad, deelgemeenten, welzijnsorganisaties en zorgaanbieders. Met de deelgemeenten wordt gekeken wat het (collectieve) ondersteuningsaanbod moet zijn en hoe dat met maatschappelijke organisaties kan worden organiseren zodat producten en diensten effectief en efficiënt gezamenlijk kunnen worden ingekocht. Dit sluit aan bij de ondersteuning die stad de deelgemeenten biedt bij de uitvoering van het Actieprogramma Vraagwijzer 2010–2014. Daarnaast worden de actieprogramma’s Senioren, Mensen met een beperking en Vrijwilligerswerk herijkt. Op 1 januari 2012 start 1 deelgemeente met het gebiedsgericht inkopen van zorg en welzijn, in de tweede helft van 2012 volgen twee andere deelgemeenten. Met zorgaanbieders loopt een traject om te komen tot een gebiedsgerichte inkoop van collectieve voorzieningen. Effecten in termen van kostenreductie kunnen in de loop van 2012 geconcretiseerd worden. Overhevelen functies AWBZ naar Wmo Het Rijk heeft besloten de functie begeleiding (inclusief dagbesteding) uit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) te schrappen en onder het Wmo regime te brengen. In het regeerakkoord staat opgenomen dat gemeenten vanaf 2013 verantwoordelijk zijn voor die mensen die voor het eerst of opnieuw een beroep doen op extramurale (nu AWBZ) begeleiding en dat gemeenten vanaf 2014 verantwoordelijk zijn voor alle mensen die in aanmerking komen voor begeleiding.
Hoofdstuk 4.7 | Verslag per beleidsveld | Beleidsveld Participatie | pagina 111
De fasering van het traject van AWBZ naar Wmo is als volgt: – 2011–Aanpassing wet- en regelgeving en parlementair traject; – 2012–Voorbereiding gemeenten en aanbieders op de invoering; – 2013–Overgangsjaar: gemeenten worden verantwoordelijk voor nieuwe instroom; – 2014–Ook oude cliënten uit AWBZ vallen onder het nieuwe Wmo-regime. Het in 2013 (naar rato) en 2014 over te hevelen bedrag staat momenteel nog niet vast en kent de nodige financiële onzekerheden. Als de hoogte van het bedrag bekend is en meer informatie is over de cliënten en vorm van begeleiding, kunnen wij effecten voor Rotterdam aangeven. Individuele voorzieningen: van individueel naar collectief Wij stimuleren Rotterdammers zo lang mogelijk en zo zelfstandig mogelijk mee te doen aan de samenleving, ook als ze ouder worden of een beperking hebben. De capaciteiten die iemand heeft of kan verwerven staan centraal en niet de beperkingen of de belemmeringen. Dit vereist een vraaggerichte aanpak waarin – samen met de klant – breed gekeken wordt naar zijn situatie en ondersteuningsvraag. Wij vragen mensen ook of zijzelf in oplossingen kunnen voorzien, bijvoorbeeld door het eigen sociaal netwerk in te schakelen, reeds bestaande voorzieningen in de stad of wijk te benutten of door financieel bij te dragen in de kosten van een voorziening. Als blijkt dat iemand niet voldoende in staat is om zelf in oplossingen te voorzien om zijn belemmeringen in het dagelijks leven op te lossen, kan (aanvullend) een individuele voorziening worden verstrekt. Dit sluit aan bij het compensatiebeginsel dat in de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) is neergelegd. Deze heroriëntatie op individuele voorzieningen wordt in 2012 voortgezet. Baten en lasten (meerjarenraming) bedragen x € 1.000,-
Maatschappelijke participatie Baten Lasten Resultaat voor reserveringen Resultaatbestemming Onttrekking aan reserves Toevoeging aan reserves Resultaat na reserveringen
rekening 2010 34.369 190.222 -155.853
raming 2011 12.069 163.635 -151.566
begroting 2012 11.769 161.755 -149.986
raming 2013 11.769 147.885 -136.116
raming 2014 11.769 139.789 -128.020
raming 2015 11.468 133.155 -121.687
5.563 0 -150.290
400 0 -151.166
300 0 -149.686
300 0 -135.816
300 0 -127.720
300 0 -121.387
begroting 2012 -155.695 6.009 -149.686
raming 2013 -148.148 12.332 -135.816
raming 2014 -143.740 16.020 -127.720
baten
begroting 2012 lasten
saldo
raming 2013 saldo
raming 2014 saldo
raming 2015 saldo
-300 0
0 -2.000
-300 2.000
-300 8.333
-300 13.000
-300 16.333
0 0
-300 -1.000 -250
300 1.000 250
300 2.000 250
300 1.000 250
300 -3.000 250
300 95 2.247 2.342
300 490 -907 -3.667
0 -395 3.154 6.009
0 -377 2.126 12.332
0 -356 2.126 16.020
0 -356 2.126 15.353
Aansluiting met voorgaande begroting (na reservering) bedragen x € 1.000,-
Maatschappelijke participatie Begroting 2011 Mutaties kaderbrief en begroting Totaal
raming 2015 -136.740 15.353 -121.387
Specificatie mutaties kaderbrief en begroting bedragen x € 1.000,-
Maatschappelijke participatie Mutaties die invloed hebben op de algemene middelen Knelpunten 1. Middelen van Montfrans 2. Bestuursopdracht Organisatie Gemeentelijke Overheid Rotterdam (OGOR) Ombuigingen 1. Middelen van Montfrans 2. Stadsinitiatieven 3. Bewonersinitiatieven Lasten die worden gedekt uit de reserves 1. Specifieke Doelgroepen, Stedelijk welzijn Trend Technische wijzigingen Totaal pagina 112 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
Toelichting op de mutaties Knelpunten 1. Middelen van Montfrans Met ingang van 2012 vervalt de doeluitkering Leefbaar en veiligheid (de van Montfransmiddelen). Vanuit deze doeluitkering vanuit het rijk werden tot en met 2011 diverse programma’s leefbaarheid en veiligheid gefinancierd (€ 12,5 mln). Het college kiest er voor de programma’s voort te zetten, behalve wijkveiligheid en schoonmaakdag. De dekking komt uit andere programma’s van de diensten of een andere aanpak waardoor het programma toch kan worden voortgezet of wordt verrekend met deelgemeenten. Zie voor de verdeling over de diverse Beleidsmatige inspanningen, onderstaande tabel. 2. Bestuursopdracht Organisatie Gemeentelijke Overheid Rotterdam (OGOR) In de Kaderbrief 2011 is voor de bestuursopdracht Organisatie Gemeentelijke Overheid Rotterdam (OGOR) – een opdracht waarin stad en deelgemeenten in gezamenlijkheid komen tot voorstellen voor een efficiëntere taakverdeling tussen de besturen – een financiële taakstelling opgenomen (11,7 mln in 2012, oplopend naar 55,6 mln structureel vanaf 2015). Onderdeel van deze taakstelling is de te realiseren besparing door gezamenlijke inkoop van welzijns- en zorgactiviteiten te weten € 6,0 mln in 2012 oplopend naar € 49 mln in 2015. Deze taakstelling wordt voor 1/3 gerealiseerd op beleidsmatige inspanning Maatschappelijke participatie. De bedragen opgenomen voor de jaren 2013 tot en met 2015 zijn indicatief en gebaseerd op de verdeling tussen stad en deelgemeenten in 2012. Reële opbrengsten van de diverse OGOR-sporen zullen bij het opstellen van de desbetreffende begrotingen worden betrokken. Ombuigingen 1. Middelen van Montfrans Met ingang van 2012 vervalt de doeluitkering Leefbaar en veiligheid (de van Montfransmiddelen). Vanuit deze doeluitkering vanuit het rijk werden tot en met 2011 diverse programma’s leefbaarheid en veiligheid gefinancierd (€ 12,5 mln). Het college kiest er voor de programma’s voort te zetten, behalve wijkveiligheid en schoonmaakdag. De dekking komt uit andere programma’s van de diensten of een andere aanpak waardoor het programma toch kan worden voortgezet of wordt verrekend met deelgemeenten. Zie voor de verdeling over de diverse Beleidsmatige inspanningen, onderstaande tabel. 2. Stadsinitiatieven Bij de begrotingsbehandeling 2011 is voor het programma Stadsinitiatief voor de periode 2011- 2014 een budget van € 5 mln per jaar (totaal €20 mln) beschikbaar gesteld. Bij de Eerste bestuursrapportage en de Kaderbrief 2011 is door uw raad besloten dit bedrag bij te stellen naar € 16 mln voor de periode 2012– 2015 (2012: € 5 mln, 2013 en 2014 € 4 mln en 2015 € 3 mln). Als aanvullende bezuiniging, ten opzichte van de kaderbrief 2011, stelt het college uw raad voor de € 16 mln voor de periode 2012–2015 te verminderen met € 2 mln naar € 14 mln. 3. Bewonersinitiatieven Als aanvullende bezuiniging, ten opzichte van de kaderbrief 2011, stelt het college uw raad voor de begroting bewonersinitiatieven vanaf 2012 te verminderen met € 250. Lasten die worden gedekt uit de reserves 1. Specifieke Doelgroepen, Stedelijk welzijn De bestemmingsreserve MO wordt gebruikt voor de doorontwikkeling van het clientvolgsysyteem van Centraal Onthaal en het opstellen van een business case voor (Z)onderdak. Bestemmingsreserve MO is bestemd voor de overschrijding van de uitgaven in het kader van het project (Z)Onderdak. Volgens het PvA MO II zal de opvang van de meest kwetsbare groepen de komende jaren alleen maar toenemen. Trend De trend is de loon- en prijsontwikkeling. Zie voor een nadere uitleg Beleidsmatige inspanning 2.2 ‘Beheer algemene middelen’. Technische wijzigingen De technische wijzigingen per beleidsmatige inspanning zijn toegelicht in bijlage 12.
Hoofdstuk 4.7 | Verslag per beleidsveld | Beleidsveld Participatie | pagina 113
Uitsplitsing per product (na reservering) bedragen x € 1.000,-
Maatschappelijke participatie Taal-en participatietrajecten Volwasseneducatie Stadsburgerschap Individuele voorzieningen Specifieke doelgroepen Totaal
baten 1 0 0 9.049 3.019
lasten 3.165 2.776 16.859 117.449 21.506
saldo -3.164 -2.776 -16.859 -108.400 -18.487
12.069
161.755
-149.686
Toelichting per product Product Taal-en participatietrajecten De lasten voor dit product hebben betrekking op kinderopvang van inburgeraars, uitvoeringskosten voor inburgering en taaltrajecten. Product Volwasseneducatie De lasten voor het product hebben voornamelijk betrekking op leertrajecten voor volwassenen. Product Stadsburgerschap De lasten voor het product Stadsburgerschap hebben voornamelijk betrekking op subsidies die worden verstrekt voor Participatie en Burgerschap, het Stadsinitiatief en Bewoner- en Burger-initiatieven. Product Individuele voorzieningen Rotterdammers worden gestimuleerd zo lang mogelijk en zo zelfstandig mogelijk mee te doen aan de samenleving, ook als ze ouder worden of een beperking hebben. Uitgangspunt daarbij is het bevorderen en benutten van de eigen kracht van mensen. Als blijkt dat iemand niet voldoende in staat is om zelf in oplossingen te voorzien om zijn belemmeringen in het dagelijks leven op te lossen, kan een individuele voorziening worden verstrekt. Product Specifieke doelgroepen Betreft o.a. het ontwikkeling van stedelijk welzijnsbeleid en verstrekken van subsidies in het kader van armoede-, maatschappelijke dienstverlening, vrijwilligers-, ouderen-, gehandicapten-, jeugd-, dak- en thuislozenbeleid, opvang Slachtoffers Huiselijk Geweld en inburgering.
pagina 114 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
7.3
Beleidsmatige inspanning Participatie jeugd
Focus van de inspanning: wij vinden dat Rotterdam als ‘jonge’ stad ervoor moet zorgen dat jongeren meedoen en mee kúnnen doen. Jongeren moeten daarvoor op een positieve manier worden aangesproken op hun ideeën en talenten.
Toelichting Inspanningen Jongerenactiviteiten/jongerenparticipatie Rotterdam als ‘jonge’ stad zorgt ervoor dat jongeren meedoen en mee kúnnen doen. Dat geldt in de buurt op pleinen en straten, op school en voor de toegankelijkheid van voorzieningen. Jongeren moeten daarvoor op een positieve manier worden aangesproken op hun ideeën en talenten. Deze ambities vertalen zich in jongerenparticipatie. Het beoogde maatschappelijk effect van jongerenparticipatie is: 1. het creëren van een verbinding tussen verschillende initiatieven in de stad door het entameren van een stedelijke infrastructuur voor jongerenparticipatie; 2. dat projecten bijdragen aan participatie, talentontwikkeling en verbinding van jongeren met hun leefomgeving. Begeleiden van jongeren naar onderwijs en/of arbeidsmarkt Met de Verzuimaanpak houdt het Jongerenloket zoveel mogelijk jongeren op school. Die jongeren die toch uitvallen, worden door het Jongerenloket samen met de deelgemeenten thuis bezocht en teruggeleid naar school, werk of zorg. De huidige werkwijze wordt strakker ingericht. Dit is nodig om voortijdig schooluitval te bestrijden door jongeren kort na uitval in beeld te hebben en te begeleiden en zo min mogelijk jongeren in de uitkering terecht te laten komen. Om dit mogelijk te maken kan het Jongerenloket inmiddels beschikken over een alternatief onderwijsaanbod en gebruik maken van een aantal maatregelen om jongeren naar onderwijs toe te leiden. Deze maatregelen worden nader toegelicht in het programma Aanval op de uitval, dat is beschreven bij het beleidsveld Onderwijs. Baten en lasten (meerjarenraming) bedragen x € 1.000,-
Participatie jeugd Baten Lasten Resultaat voor reserveringen Resultaatbestemming Onttrekking aan reserves Toevoeging aan reserves Resultaat na reserveringen
rekening 2010 2.955 14.276 -11.321
raming 2011 3.304 13.086 -9.782
begroting 2012 2.200 11.490 -9.290
raming 2013 2.200 11.494 -9.294
raming 2014 2.200 11.494 -9.294
raming 2015 1.538 10.632 -9.094
152 0 -11.169
0 0 -9.782
0 0 -9.290
0 0 -9.294
0 0 -9.294
0 0 -9.094
begroting 2012 -8.999 -291 -9.290
raming 2013 -9.003 -291 -9.294
raming 2014 -9.003 -291 -9.294
baten
begroting 2012 lasten
saldo
raming 2013 saldo
raming 2014 saldo
raming 2015 saldo
0 0 2.727 2.727
662 85 2.271 3.018
-662 -85 456 -291
-662 -85 456 -291
-662 -85 456 -291
-662 -85 456 -291
Aansluiting met voorgaande begroting (na reservering) bedragen x € 1.000,-
Participatie jeugd Begroting 2011 Mutaties kaderbrief en begroting Totaal
raming 2015 -8.803 -291 -9.094
Specificatie mutaties kaderbrief en begroting bedragen x € 1.000,-
Participatie jeugd Mutaties die invloed hebben op de algemene middelen Knelpunten 1. Middelen van Montfrans Trend Technische wijzigingen Totaal
Hoofdstuk 4.7 | Verslag per beleidsveld | Beleidsveld Participatie | pagina 115
Toelichting op de mutaties Knelpunten 1. Middelen van Montfrans Met ingang van 2012 vervalt de doeluitkering Leefbaar en veiligheid (de van Montfransmiddelen). Vanuit deze doeluitkering vanuit het rijk werden tot en met 2011 diverse programma’s leefbaarheid en veiligheid gefinancierd (€ 12,5 mln). Het college kiest er voor de programma’s voort te zetten, behalve wijkveiligheid en schoonmaakdag). De dekking komt uit andere programma’s van de diensten of een andere aanpak waardoor het programma toch kan worden voortgezet of wordt verrekend met deelgemeenten. Zie voor de verdeling over de diverse Beleidsmatige inspanningen, Beleidsmatige inspanning 4.2 ‘Geweld en (jeugd-)overlast’. Trend De trend is de loon- en prijsontwikkeling. Zie voor een nadere uitleg Beleidsmatige inspanning 2.2 ‘Beheer algemene middelen’. Technische wijzigingen De technische wijzigingen per beleidsmatige inspanning zijn toegelicht in bijlage 12. Uitsplitsing per product (na reservering) bedragen x € 1.000,-
Participatie jeugd Jongerenactiviteiten/faciliteren jongeren participatie Begeleiding jeugd naar onderwijs en/of arbeidsmarkt Totaal
baten 0 2.200 2.200
lasten 1.685 9.805 11.490
saldo -1.685 -7.605 -9.290
Toelichting per product Product Jongerenactiviteiten/faciliteren jongeren participatie De lasten voor dit product hebben voornamelijk betrekking op subsidies die aan diverse instanties worden verstrekt om de participatie van de Jeugd te bevorderen. Product Begeleiding jeugd naar onderwijs en/of arbeidsmarkt (Jongerenloket) De lasten bestaan uit de apparaatskosten voor het Jongerenloket. De baten komen uit het Participatiefonds, waaruit een deel van de apparaatskosten wordt gedekt.
pagina 116 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
7.4
Beleidsmatige inspanning Armoedebestrijding
Focus van de inspanning: Onze ambitie is dat een laag inkomen voor Rotterdammers geen belemmering mag zijn om actief mee te doen in de samenleving.
Toelichting Inspanningen In de Notitie Rotterdamse armoedebestrijding 2011–2014 hebben wij de visie op het Rotterdamse armoedebeleid neergelegd en is een pakket aan maatregelen gepresenteerd waarmee de benodigde financiële taakstellingen meerjarig en op een verantwoorde manier worden ingevuld. Ons uitgangspunt hierbij is, dat Rotterdammers die de aansluiting met de samenleving zijn kwijtgeraakt, ondersteuning kunnen krijgen om hun leven op orde te krijgen. Tegelijkertijd wordt aan Rotterdammers gevraagd om hun verantwoordelijkheid te nemen, waar dat kan. De visie op het Rotterdamse armoedebeleid rust op de volgende drie fundamenten: – Werk en participatie als beste remedie tegen armoede; – Meer maatwerk, minder generiek; – Speciale aandacht voor kinderen. Bijzondere bijstand Het budget voor de bijzondere bijstand daalt in het jaar 2012 met € 4 mln, in het jaar 2013 met € 5 mln en in het jaar 2014 met € 6 mln. Binnen deze financiële kaders staat er in Rotterdam een verantwoord armoedebeleid. Het kabinet heeft het voornemen de inkomensgrens van het categoriale minimabeleid met ingang van 1 januari 2012 te normeren tot 110% van het sociaal minimum (bijstandsnorm). Bij invoering van de 110% is Rotterdam verplicht om deze grens over te nemen. Hierdoor is op rijksniveau een besparing ter hoogte van € 40 mln (landelijk) ingeboekt. Deze besparing wordt gerealiseerd door een korting op het gemeentefonds van € 4,2 mln.10 Mogelijkheden om extra te bezuinigingen binnen het armoedebeleid vanaf 2012 zijn beperkt. De generieke maatregelen waarop extra kan worden bezuinigd zijn de toeslag 65+, de kindertoelage, de landurigheidstoeslag, voorzieningen voor wonen en de collectieve zorgverzekering. In juni 2011 hebben wij u aangegeven te koersen op een verlaging van de langdurigheidstoeslag met 15% en het afschaffen van de toeslag 65+. Bij vaststelling van de programmabegroting 2012 kunt u hierover een definitief besluit nemen. Schulddienstverlening Wij willen voorkomen dat problematische schulden Rotterdammers belemmeren aan de samenleving deel te nemen. Om dit te bereiken zetten we in op preventie: voorkomen dat schulden ontstaan door verkeerd omgaan met geld. Wij vragen daarom ketenpartners, zoals het maatschappelijk werk en het onderwijs een aandeel te leveren op het gebied van gedragsverandering. Door daarnaast de samenwerking met schuldeisers te verbeteren kunnen onder andere onnodige incassokosten worden voorkomen. Wij intensiveren de huidige koers schulddienstverlening, waarbij de eigen verantwoordelijkheid en motivatie van de klant voorop staan. We intensiveren de samenwerking met welzijns- en maatschappelijk werk instellingen. De Wet op de gemeentelijke schuldhulpverlening (WGS) is in voorbereiding. Hierbij worden gemeenten verplicht schulddienstverlening aan te bieden. Wij staan positief tegenover de invoering van deze wet, omdat de wet onze ingezette koers ondersteunt. In de Kadernota Lokale Lasten voor deze raadsperiode worden geen beleidsmatige wijzigingen in het kwijtscheldingsbeleid in 2012 voorzien. Dat betekent dat: – volledige kwijtschelding voor afvalstoffenheffing en OZB gebruikers niet-woningen wordt verleend op maximaal 100% van de bijstandnorm; – tot 2013 bewoners van de deelgemeente Rozenburg ook voor kwijtschelding hondenbelasting in aanmerking kunnen komen; – kwijtschelding zoveel mogelijk geautomatiseerd wordt toegekend op basis van toetsing door het landelijke Inlichtingenbureau; – Ondernemers alleen voor kwijtschelding in aanmerking kunnen komen als sprake is van algehele sanering van schulden.
10
Inmiddels is uit de Miljoenennota gebleken dat het kabinet voornemens is om in 2012 landelijk € 90 mln extra uit te trekken voor de Bijzondere Bijstand
mbt. ouderen, gehandicapten en chronisch zieken. Dit zou betekenen dat de bezuinigingen, behorend bij de korting van € 4,2 mln op de Bijzondere Bijstand, zoals die hier staan vermeld mogelijk niet nodig zijn.
Hoofdstuk 4.7 | Verslag per beleidsveld | Beleidsveld Participatie | pagina 117
Hoewel voor 2012 geen beleidsmatige wijzigingen zijn voorzien stijgt het bedrag aan kwijtscheldingslasten de komende jaren significant omdat de tarieven voor afvalstoffenheffing boventrendmatig zullen stijgen. Daartegenover staat dat op grond van de huidige inzichten het aantal geraamde gehonoreerde kwijtscheldingsverzoeken lager is (-4.000) dan waarmee reeds in de vigerende meerjarenbegroting rekening is gehouden. Voor 2012 wordt verwacht dat daarmee binnen het bestaande budget gebleven wordt. In de periodieke rapportages zullen we u nader informeren over het aantal mensen dat een beroep doet op de bijzondere bijstand, de (gemiddeld) verstrekte bedragen, e.d. Baten en lasten (meerjarenraming) bedragen x € 1.000,-
Armoedebestrijding Baten Lasten Resultaat voor reserveringen Resultaatbestemming Onttrekking aan reserves Toevoeging aan reserves Resultaat na reserveringen
rekening 2010 4.431 56.187 -51.756
raming 2011 8.493 68.557 -60.064
begroting 2012 1.580 55.551 -53.971
raming 2013 1.580 54.562 -52.982
raming 2014 1.580 53.562 -51.982
raming 2015 1.580 53.562 -51.982
0 0 -51.756
0 0 -60.064
0 0 -53.971
0 0 -52.982
0 0 -51.982
0 0 -51.982
begroting 2012 -59.488 5.517 -53.971
raming 2013 -58.529 5.547 -52.982
raming 2014 -57.529 5.547 -51.982
baten
begroting 2012 lasten
saldo
raming 2013 saldo
raming 2014 saldo
raming 2015 saldo
0 20 -574 -554
30 228 -6.329 -6.071
-30 -208 5.755 5.517
0 -208 5.755 5.547
0 -208 5.755 5.547
0 -208 5.755 5.547
Aansluiting met voorgaande begroting (na reservering) bedragen x € 1.000,-
Armoedebestrijding Begroting 2011 Mutaties kaderbrief en begroting Totaal
raming 2015 -57.529 5.547 -51.982
Specificatie mutaties kaderbrief en begroting bedragen x € 1.000,-
Armoedebestrijding Mutaties die invloed hebben op de algemene middelen Knelpunten 1. Correctieboeking GBR Trend Technische mutaties Totaal
Toelichting op de mutaties Knelpunten 1. Correctieboeking Dit betreft een correctieboeking bij de belastingdienst. Trend De trend is de loon- en prijsontwikkeling. Zie voor een nadere uitleg Beleidsmatige inspanning 2.2 ‘Beheer algemene middelen’. Technische mutaties De technische wijzigingen per beleidsmatige inspanning zijn toegelicht in bijlage 12.
pagina 118 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
Uitsplitsing per product (na reservering) bedragen x € 1.000,-
Armoedebestrijding Bijzondere bijstand Schulddienstverlening Kwijtschelding Totaal
baten 173 1.407 0 1.580
lasten 29.825 12.584 13.142 55.551
saldo -29.652 -11.177 -13.142 -53.971
Toelichting per product Product Bijzondere bijstand Bijzondere bijstand wordt verstrekt als vanwege bijzondere omstandigheden extra kosten moeten worden gemaakt die niet van een inkomen kunnen worden betaald en er een vergoeding kan worden aangevraagd voor die kosten. De lasten voor de gemeente worden op dit product verantwoord. Product Schulddienstverlening Betreft het bieden van schuldhulpverlening (materieel en immaterieel) aan Rotterdammers met problematische schulden, o.a. door bemiddeling bij en regeling cq. sanering van schulden. Product Kwijtschelding Dit product is vanaf 2011 een separaat beleidsproduct geworden en kent alleen lasten. Tot 2011 zijn de lasten verantwoord onder het product ‘Belastingen’. De lasten bestaan uit directe personeelslasten verbonden aan de uitvoering van het kwijtscheldingsbeleid (€ 0,3 mln) en uit de bedragen die worden kwijtgescholden (€ 12,8 mln). Deze laatste bedragen zijn ook te beschouwen als negatieve belastingopbrengsten.
Hoofdstuk 4.7 | Verslag per beleidsveld | Beleidsveld Participatie | pagina 119
Hoofdstuk 4.8
pagina 120 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
Beleidsveld 8 Ruimtelijke ontwikkeling en wonen
Wat willen we bereiken? Een aantrekkelijke woon- werk- en leefklimaat.
Toelichting De Stadsvisie als leidend document voor de ruimtelijk-economische ontwikkeling van de stad blijft het uitgangspunt. Alle Rotterdammers moeten in een goede woning en een prettig woon- en leefklimaat in onze stad kunnen wonen. Daarom blijven wij ons richten op verbetering van de kwaliteit en diversiteit van de woningvoorraad, op verkorting van wachtlijsten en op kansen op de woningmarkt voor iedereen. Er wordt extra aandacht besteed aan studenten, ouderen en gezinnen. Voor het versterken van de Rotterdamse economische structuur is het nodig om selectieve migratie tegen te gaan en hoger opgeleiden en midden- en hoge inkomens aan de stad te binden. We behouden Rotterdammers voor de stad door woonmilieus en mogelijkheden tot wooncarrière te bieden die aansluiten bij hun behoeften. Voor gezinnen moet de woning groot genoeg zijn en kinderen moeten veilig kunnen spelen, voor starters is betaalbaarheid van belang. Voor degenen die zich nu nog op een woning buiten de stad oriënteren moeten er serieuze alternatieven binnen de stad zijn. Op het gebied van kwaliteit is nieuwbouw weliswaar een belangrijke impuls, maar er is veel winst te halen door slim te investeren in de bestaande woningvoorraad. Naast aanpassingen in het aanbod van woningen realiseren we een prettig woon- en leefklimaat, door ongestoord woongenot voor alle Rotterdammers te garanderen. Voor een prettig woon- en leefklimaat is een positieve omgang tussen bewoners en een goed gebruik en beheer van de woning van groot belang. Van alle Rotterdammers mag worden verwacht dat zij netjes omgaan met hun woning en zich correct gedragen naar hun buren. Velen doen dit uiteraard al, maar niet iedereen. In die gevallen grijpen we in. Het gebruik van onze vastgoedportefeuille is gericht op ruimtelijke, economische en maatschappelijke doelen van de gemeente Rotterdam. Dat betekent dat vastgoed dat niet aan deze eis voldoet, wordt afgestoten.
Hoofdstuk 4.8 | Verslag per beleidsveld | Beleidsveld Ruimtelijke ontwikkeling en wonen | pagina 121
bedragen x € 1.000,-
Beleidsveld Ruimtelijke ontwikkeling en wonen Baten 1.179.883 Lasten 1.205.616
Beleidsmatige inspanning Ruimtelijke ordening en gebiedsontwikkeling Baten Lasten
801.038 881.640
Target: Aan het einde van deze collegeperiode heeft de binnenstad ten opzichte van 2010: 5% meer bewoners, 5% meer werknemers en 10% meer bezoekers in de binnenstad. Target: Aan het einde van deze collegeperiode is het areaal groen en water toegenomen in 10 buurten, die in 2010 het minst groen zijn.
Product Regie stedebouw / planvorming Baten 66.314 Lasten 77.590 Grondzaken Baten Lasten
287.190 294.058
Engineering Baten Lasten
415.661 402.661
Inrichting openbare ruimte Baten Lasten Monumenten Baten Lasten
Wonen Baten Lasten
62.375 102.752
Target: Aan het einde van deze collegeperiode is het aandeel van de Rotterdammers dat tevreden is met de eigen woonsituatie en geen overlast ervaart (hoge waardering van woning en woonomgeving, buurt en samenleven) met 15% ten opzichte van 2009 gestegen. Target: Gedurende deze collegeperiode slagen wij erin meer gezinnen, hoger opgeleiden en hogere inkomens voor de stad te behouden. In 2013 is het aandeel van de gezinnen, de hoger opgeleiden en de hogere inkomens in de verhuisstroom uit de stad met 10% ten opzichte van 2009 gedaald. Target: In 2014 is het aandeel van de gezinnen, de hoger opgeleiden en de hogere inkomens in de verhuisstroom uit Zuid met 15% ten opzichte van 2010 gedaald. Vastgoed Baten Lasten
316.470 291.224
Vergunningen Baten Lasten
31.318 36.509
555 822
18.458 22.532
Toezicht kwaliteit en gebruik gebouwen Baten Lasten Regie op wonen Baten Lasten Investeren in wonen RO Baten Lasten
Exploitatie vastgoed MPRV Baten Lasten
9.841 15.545
2.181 4.599
31.895 60.076
182.083 187.346
Exploitatie vastgoed niet-MPRV Baten 39.353 Lasten 37.440 Incidentele opbrengsten vastgoed Baten 54.628 Lasten 45.775 Erfpacht Baten Lasten Doorbelasting economie Baten Lasten pagina 122 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
40.406 20.663
0 0
8.1
Beleidsmatige inspanning Ruimtelijke ordening en gebiedsontwikkeling
We willen de ruimtelijke kwaliteit verhogen, en daarmee bijdragen aan de sociaal en ruimtelijk economische doelstellingen voor deze college periode en de langere termijn. Conform het CWP en de Lange Termijn Investeringsplanning (LTIP) focussen we onze inzet op de binnenstad, Zuid en Stadshavens, waarbij gezien de ombuigingen met beperktere middelen resultaat geboekt moet worden. De inzet op Noord wordt beperkt, extra inzet vindt plaats als daarvoor alternatieve financiering gevonden wordt, eventueel met bijdragen van derden (deelgemeenten, corporaties of marktpartijen). Het programma Duurzaam levert hieraan ook een belangrijke bijdrage. Daarnaast wordt de stad ook aantrekkelijker gemaakt door meer en een betere kwaliteit van het groen. Het doel hiervan is, door het versterken van het groene karakter van Rotterdam, het woonplezier en de economische waarde van de woningen verhogen.
Toelichting Inspanningen Binnenstad Onze ambitie voor de binnenstad is dat er meer mensen in de binnenstad gaan wonen en werken. Ook willen we dat er meer mensen de binnenstad bezoeken en er langer blijven en meer besteden. Om dit te bereiken gaan we door met het ontwikkelen van de binnenstad tot een plek waar altijd iets te doen is. Een plek waar het aangenaam is om te verblijven en te verpozen voor bewoners, bezoekers, studenten en bedrijven en waar je gastvrij ontvangen wordt. Wij zetten door op het Binnenstadsplan 2008–2020, de Binnenstad als Citylounge. In het Collegewerkprogramma 2010–2014 is nadrukkelijk gekozen voor een integrale aanpak. Met deze integrale aanpak gaan we door. Dat wil zeggen dat de ruimtelijke en economische ontwikkeling van de binnenstad wordt gecombineerd met het vergroten van de leefbaarheid, gastvrijheid en publieksaantrekkelijkheid van de binnenstad. De beperkte beschikbaarheid van investeringsmiddelen en ambtelijke capaciteit vragen om een accentverschuiving zonder dat we de ambitie op voorhand terugdraaien: we leggen meer verantwoordelijkheid neer bij private partijen en zullen als overheid daarin ondersteunen en daar waar wenselijk deze ontwikkelingen beïnvloeden. In 2012 zal de inzet van de gemeente gericht zijn op: – De uitvoering van het buitenruimteprogramma met een extra accent op vergroening; de uitvoering verloopt iets meer gespreid in de tijd dan voorheen omdat de budgetten zijn afgenomen; – De gebiedsontwikkeling Rotterdam Central District; doelstelling is de ontwikkeling van een mixed zone gebied van internationale betekenis. De bouwactiviteiten zullen in 2012 een hoogtepunt hebben (spooroverkapping, stationshal, Kruispleingarage, the first en Calypso); – De gebiedsontwikkeling Coolhaven/Erasmus MC; doelstelling is het realiseren van een cluster van medische bedrijvigheid, cultuur op topniveau en onderwijs, gecombineerd met een interessant woonmilieu aan het water; – De gebiedsontwikkeling Lijnbaankwartier en Laurenskwartier worden gecontinueerd; – De herstructurering Oude Westen; in 2011 is een concreet uitvoeringsprogramma tot stand gekomen. De eerste resultaten zullen al in 2012 zichtbaar worden; – Het faciliteren en stimuleren van intiatieven om de levendigheid en de gastvrijheid in de binnenstad verder te brengen. Verder implementeren van duurzaamheid in gebiedsontwikkelingen. Zuid (exclusief Kwaliteitssprong Zuid/Bijzondere Aanpak Zuid) In december 2011 wordt de dialoogfase voor de marktpartijen, als onderdeel van de aanbestedingsprocedure, gestart voor Hart van Zuid. Hierna kan medio 2012 de gunning van het project aan een consortium (of een ander samenwerkingsverband van verschillende marktpartijen) plaatsvinden en, parallel aan het uitwerken van de visie van het consortium, het publieke traject (o.a. gebiedsbestemmingsplan) opgestart. Indien uw raad besluit tot een vervolgaanpak voor Stadionpark, kan naast de grondexploitatie van het desbetreffende gebied, de Feijenoordfamilie een start maken met de uitwerking van het bouwplan voor het nieuwe stadion. We zullen, samen met onderwijsinstellingen, de Sportcampus uitwerken tot een forum voor sport en onderwijs. Voor het gebied rondom het Stadion en de Sportcampus worden een Milieu Effect Rapport (MER) en een concept-ontwerpbestemmingsplan opgesteld. Tot slot zal het spin-off programma Stadionpark verder vormgegeven worden. In Rotterdam-Zuid ligt de focus op de volgende grote gebiedsontwikkelingen: – De verdere invulling van de olievlek-gedachte Kop van Zuid door de uitwerking van kansrijke woonmilieus en de ontwikkeling van Parkstad-Afrikaanderwijk waar de afzetbaarheid van nieuwe woningen nauwlettend in de gaten gehouden moet worden;
Hoofdstuk 4.8 | Verslag per beleidsveld | Beleidsveld Ruimtelijke ontwikkeling en wonen | pagina 123
–
De groenstedelijke woonmilieus in Lombardijen, Pendrecht, Zuidwijk en Hoogvliet, waar investeringen in de buitenruimte gekoppeld aan maatschappelijke voorzieningen bijdragen aan de herstructurering en daarmee het behouden van gezinnen en middeninkomens; – De verdere centrumontwikkeling winkelcentrum Keizerswaard in IJsselmonde. Stadshavens Met de inzet in Stadshavens beogen we bij te dragen aan de ambities uit het CWP te weten: het creëren van meer arbeidsplaatsen voor hoger opgeleiden, een bijdrage leveren aan een krachtige, weerbare en duurzame economie en inzetten op een duurzame wereldhavenstad. Daarnaast moeten de ontwikkelingen bijdragen aan het behouden van Rotterdammers door juiste woonmilieus en mogelijkheden voor wooncarrière te bieden. Ten aanzien van Stadshavens richten we ons in 2012 op twee hoofdonderwerpen: 1) de voorbereiding van grootschalige gebiedsontwikkeling vanaf 2015–2020. Dit betreft onder andere drijvend bouwen in de Rijnhaven en integrale gebiedsontwikkeling van Merwe-Vierhavens (PPS-uitvraag in 2012). Naast de opbouw van de publiek-private samenwerkingsverbanden, worden voor Waal-Eemhaven en Merwe-Vierhavens geactualiseerde bestemmingsplannen gemaakt; 2) de voorbereiding van de uitvoering van concrete projecten. In het Waal-Eemhavengebied betreft dit onder andere de herontwikkeling van Heijplaat, de doorontwikkeling van RDM, Sluisjesdijk en Waalhavenboulevard (maritieme dienstverlening) en Waalhaven-Zuid. In de Rijn-Maashaven gaat het om de doorontwikkeling van Katendrecht en de ontwikkeling van Het Scharnier en parkeeroplossing en park aan de Rijnhaven. Sommige projecten worden getemporiseerd vanwege wegvallende marktvraag en/of ontbrekende publieke middelen. Gebiedsontwikkelingen Diverse gebiedsontwikkelingen zoals Schieveen, Brainpark centrum, Alexanderknoop, Hoogvliet, Heijplaat, Wielewaal, Parkstad en Lombardijen zijn getemporiseerd, zoals aangekondigd in de meerjarige investeringsplanning uit de begroting 2011. Daarbij geldt voor Schieveen dat het alleen om de bedrijventerreinontwikkeling gaat; de natuur- en recreatieontwikkeling en de kleinschalige woningbouwontwikkeling gaan wel door. Voor de Alexanderknoop geldt dat ontwikkelingen alleen worden gefaciliteerd als marktpartijen zelf de financiering regelen en er verkeerskundig geen belemmeringen zijn. Voor een aantal andere gebieden, waaronder de Bonnenpolder en de Oranjebuitenpolder, worden ambtelijke inspanningen gedaan om de gewenste ontwikkelingen verder te brengen. In de Vlinderstrik wordt 750 ha natuur in het kader van PMR ontwikkeld. Gebiedsontwikkelingen buiten de prioritaire gebieden zoals Nesselande, Park Zestienhoven, Nieuw Crooswijk, Jaffa en het Lloydkwartier worden voortgezet mits er sprake is van een sluitende grondexploitatie óf de gebiedsexploitatie door een particulier wordt gevoerd. Nieuwe gebiedsontwikkelingen op particuliere grond worden alleen opgestart als daar een anterieure overeenkomst aan ten grondslag ligt waarmee de gemeentelijke kosten zoveel mogelijk op de initiatiefnemer worden verhaald. In 2011 is voor elke deelgemeente een ruimtelijk-economisch gebiedsprogramma opgesteld, als nadere concretisering van de deelgemeentelijke gebiedsvisies. In 2012 zal Stadsontwikkeling deze programma’s herijken en verder verfijnen. Begin 2012 is een midtermreview uitgevoerd op de programma’s ISV 3 en IFR/MIP. De belangrijkste doelstelling van deze midtermreview is om de overmaat op beide programma’s terug te dringen zodat er geen (verkeerde) verwachtingen gecreëerd worden naar de buitenwereld en om geen projecten in voorbereiding te nemen waarvoor dekking nog niet geregeld is en het zeer lastig zal zijn alsnog dekking te regelen. Daarnaast wordt de MTR aangegrepen om de fondsen naar elkaar toe te laten groeien. Dit houd in een synchronisatie in afwegingsmoment en -proces. De uitkomsten van de midtermreview kunnen leiden tot een heroverweging van het investeringspakket, dus tot een herschikking van middelen. Ook ten aanzien van het programma Investeringsfonds Rotterdam (IFR) wordt een evaluatiemoment ingebouwd en opgeleverd bij de Voorjaarsretraite 2012. Vergroening Om de stad groener te maken, vergroenen we in 2012 en 2013 de minst groene wijken en starten we, in samenwerking met de deelgemeente Charlois, begin 2012 met de aanleg van het eerste deel van de Blauwe Verbinding in Zuidwijk. In nauwe samenwerking met de stadsregio, de provincie Zuid-Holland en natuurbeschermingsorganisaties werken we aan de ontwikkeling van ecologische routes en groengebieden rond de stad. De financiering hiervan staat echter onder druk door de aangekondigde stopzetting van de rijksfinanciering. Samen met de stadsregio en de provincie wordt gezocht naar versobering van projecten en alternatieve financieringsmogelijkheden.
pagina 124 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
We realiseren 160.000 m2 groene gevels en daken. In samenwerking met deelgemeenten, buurtbewoners en andere stakeholders worden tien ‘stenige’ plekken in de stad groener gemaakt en worden de komende twee jaar naar schatting 1800 extra (kwaliteit) bomen in de stad gepland11. Hiermee versterken we ook de ecologische structuur in de stad. De plantschalen in het centrum blijven behouden. Initiatieven op het gebied van stadslandbouw en het vermarkten van regionale producten worden ondersteund. Bij de vergroening van de stad rekenen we op (financiële) bijdragen van burgers en bedrijven. Er is gestart met pilots publiek-private samenwerking. Hierin wordt minimaal één lokaal ondernemersfonds betrokken (OBR).
Collegetargets Aan het einde van de collegeperiode trekt de binnenstad 5% meer bewoners, 5% meer werknemers en 10% meer bezoekers. Aan het einde van de collegeperiode is het areaal groen en water toegenomen in 10 wijken die in 2010 het minst groen zijn. Rekening 2010
Begroting 2011
Begroting 2012
Raming 2013
7 plekken
3 plekken
15
13
Raming 2014
Raming 2015
Target Meetbare inspanningen gericht op de target 1. 10 plekken zijn vergroend Overige prestatie-indicatoren 1. Vastgestelde ruimtelijke/economische kaders:Bestemmingsplannen
20
10
Baten en lasten (meerjarenraming) bedragen x € 1.000,-
Ruimtelijke ordening en gebiedsontwikkeling
rekening 2010
raming 2011
begroting 2012
raming 2013
raming 2014
Baten
699.667
624.840
716.709
662.435
653.684
641.165
Lasten
922.418
713.604
811.640
689.414
640.762
633.540
-222.751
-88.764
-94.931
-26.979
12.922
7.625
Onttrekking aan reserves
2.401
86.007
84.329
26.000
0
0
Toevoeging aan reserves
12.710
0
0
0
0
0
-233.060
-2.757
-10.602
-979
12.922
7.625
begroting 2012
raming 2013
raming 2014
raming 2015
252
5.518
13.037
13.037
Mutaties kaderbrief en begroting
-10.854
-6.497
-115
-5.412
Totaal
-10.602
-979
12.922
7.625
Resultaat voor reserveringen
raming 2015
Resultaatbestemming
Resultaat na reserveringen
Aansluiting met voorgaande begroting (na reservering) bedragen x € 1.000,-
Ruimtelijke ordening en gebiedsontwikkeling Begroting 2011
11
Het gaat hierbij om een schatting, omdat de inzet van middelen als gevolg van bezuinigingen bij de stad en de deelgemeenten is verbreed naar
vergroening in het algemeen en dus niet meer alleen ingezet wordt ten behoeve van extra (kwaliteit) bomen. Tevens wordt inzet van middelen voor een belangrijk deel bepaald door de initiatieven bij deelgemeenten. Hoofdstuk 4.8 | Verslag per beleidsveld | Beleidsveld Ruimtelijke ontwikkeling en wonen | pagina 125
Specificatie mutaties kaderbrief en begroting bedragen x € 1.000,-
Ruimtelijke ordening en gebiedsontwikkeling Mutaties die invloed hebben op de algemene middelen Knelpunten 1. Grondexploitaties 2. Recreatieschappen 3. Bedrijfsvoeringsknelpunten agv naijl economische crisis 4. Frictiekosten besluit woninggebonden subsidies 5. Park Zestienhoven 6. Afnemend werkpakket Ombuigingen 1. Regie Stedebouw/planvorming 2015 Lasten die worden gedekt uit de reserves 1. Bestemmingsreserve Infrastructuur Trend Technische wijzigingen Totaal
saldo
raming 2013 saldo
raming 2014 saldo
raming 2015 saldo
0
77.134 945 1.541
-7.325 -945 -1.541
-1.032 0 -1.079
8.396 0 0
2.638 0 0
0
300
-300
-150
0
0
0 -10.008
500 0
-500 -10.008
-500 -9.933
-500 -11.933
-500 -11.933
baten
69.809
begroting 2012 lasten
462
61.627 1.637 72.457 195.522
61.627 1.626 62.703 206.376
0 11 9.754 -10.854
0 159 6.038 -6.497
0 258 3.664 -115
0 258 3.663 -5.412
Toelichting op de mutaties Knelpunten 1. Grondexploitaties Bij de grondexploitaties is in de begroting de doorwerking van de Herijking Grondexploitaties verwerkt. Het gaat hierbij met name om een andere fasering en bijgestelde verwachtingen. Daarnaast is ook rekening gehouden met de gefaseerde implementatie van een kostendekkend grondbedrijf. De negatieve bijstellingen 2011 t/m 2013 worden in 2014 en 2015 naar verwachting gecompenseerd. 2. Bijdrage recreatieschappen Het gemeentelijk budget voor de verplichte bijdrage aan Koepelschap (en recreatieschappen) is op dit moment te laag. Voor 2012 worden de hogere kosten nu in de begroting verwerkt. Voor 2013 en verder zal met het nieuwe bestuur van de provincie een strategie worden ingezet om tot lagere kosten te komen. 3. Bedrijfsvoeringsknelpunten Stadsontwikkeling De organisatie Stadsontwikkeling staat onder grote druk. De cumulatie van bezuinigingen uit het coalitieakkoord, de bedrijfsvoeringstaakstellingen en het teruglopende werkpakket als gevolg van bezuinigingen intern en bij derden, leiden ertoe dat de financiële kaders voor de organisatie veel omvangrijker zijn en sneller afnemen dan door middel van personeelsreductie kan worden opgevangen. De doorlooptijd die nodig is om, aanvullend op het natuurlijke verloop, tot organisatorische aanpassing te komen heeft meer tijd nodig. In de komende jaren zal door reorganisatie, een stringente personeelsstop en mobiliteitsinspanningen het tekort worden afgebouwd. 4. Frictiekosten Besluit Woninggebonden Subsidies (BWS) De BWS middelen zijn bij de jaarrekening 2009 volledig afgeroomd, de aanvraag voor het vormen van een bestemde reserve voor de geleidelijke afbouw van personeel is toen niet gehonoreerd. Ten behoeve van het gefaseerd afbouwen van werk en personeel BWS worden voor de periode tot en met 2013 frictiekosten opgenomen. 5. Park Zestienhoven In het kader van de herijking van het deelgemeentefonds is de bestuurlijke afspraak gemaakt dat deelgemeenten financieel zullen worden gecompenseerd voor de meerkosten van de ontwikkeling van grote bouwprojecten, voor zover deze de financiële draagkracht van de desbetreffende deelgemeente overstijgen. Er is een inventarisatie gemaakt van relevante projecten waarvoor dat mogelijk geldt. Op basis hiervan komt de deelgemeente Overschie in aanmerking voor extra compensatie ten aanzien van dit project.
pagina 126 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
6. Afnemend werkpakket Gemeentewerken Er is meerjarig een winstafdracht geraamd van € 23 mln. De economische crisis heeft gezorgd voor een afname van de opdrachten van 20% in 2011. De trend is dat dit de komende jaren nog verder zal afnemen. De markt voor engineeringsopdrachten is kleiner geworden en de marges staan onder druk. Gemeentewerken neemt alle mogelijke maatregelen om op de verschuivingen in te spelen en kosten te verlagen. Zij zal echter de komende jaren ten hoogste een afdracht van ca. € 13 mln realiseren. De meerjarenraming wordt hierop aangepast. Ombuigingen 1. Regie Stedebouw/planvorming Dit betreft een verdere besparing op Regie Stedebouw/planvorming, zoals verwerkt bij de begroting 2011 en waarbij afspraken zijn gemaakt t/m 2015. Het betreft een ombuiging op de ontwikkelingstaken verband houdend met de uitvoering van de stadsvisie, beleid hogere overheden, monumentenbeleid en beleid ruimtelijke ordening. Lasten die worden gedekt uit de reserves 1. Bestemmingsreserve infrastructuur De bestemmingsreserve infrastructuur wordt ingezet voor de dekking van het project Rotterdam Centraal. Naarmate uitgaven worden gedaan worden deze ten laste van deze reserve gebracht. De inzichten voor de begroting zijn geactualiseerd. Trend De trend is de loon- en prijsontwikkeling. Zie voor een nadere uitleg Beleidsmatige inspanning 2.2 ‘Beheer algemene middelen’. Technische wijzigingen De technische wijzigingen per beleidsmatige inspanning zijn toegelicht in bijlage 12. Uitsplitsing per product (na reservering) bedragen x € 1.000,-
Ruimtelijke ordening en gebiedsontwikkeling Regie stedebouw / planvorming Grondzaken Engineering Inrichten openbare ruimte Monumenten Totaal
baten 66.314 287.190 415.661 31.318 555 801.038
lasten 77.590 294.058 402.661 36.509 822 811.640
saldo -11.276 -6.868 13.000 -5.191 -267 -10.602
Toelichting per product Product Regie Stedenbouw en planvorming Onder dit product zijn de taken opgenomen die betrekking hebben op de stedelijke inrichting van Rotterdam. Hieronder vallen o.a. het opstellen van bestemmingsplannen, het uitwerken van plannen ten behoeve van de vergroening van wijken en de aanpak van Rotterdam Zuid. De lasten bestaan hoofdzakelijk uit apparaats- en projectmatige kosten. Hier staan projectbaten tegenover. Daarnaast zijn onder dit product tijdelijk alle personeelslasten van voormalig OBR medewerkers opgenomen. Deze overgang is noodzakelijk als gevolg van het samengaan van de diensten OBR en dS+V in de cluster Stadsontwikkeling. Een soortgelijke constructie is ook toegepast voor de apparaatskosten van programma Duurzaam. Deze kosten worden doorbelast naar de Kostenplaats Bijzondere Geldstromen en het voormalig OBR. De begrote kosten en baten zijn daarom saldoneutraal. Product Grondzaken De baten op het product Grondzaken bestaan uit de winstnemingen en geactiveerde apparaatskosten. De lasten bestaan uit verliesnemingen, de kosten van studieprojecten / bestuurshulp en apparaatskosten. Op grond van wet- en regelgeving (BBV) worden de baten van grondverkopen in de exploitatie verwerkt met een tegenboeking bij de lasten. Het effect op het resultaat is derhalve nihil. Product Engineering Gemeentewerken voert in opdracht van concernleden en derden werkzaamheden (projecten) in de buitenruimte uit. Een gedeelte van deze werkzaamheden (met name voorbereiding, directievoering en beheer) voert Gemeentewerken zelf uit. Het grootste gedeelte van de uitvoerende activiteiten wordt via bestekken op de markt gezet.
Hoofdstuk 4.8 | Verslag per beleidsveld | Beleidsveld Ruimtelijke ontwikkeling en wonen | pagina 127
Product Inrichten openbare ruimte Onder dit product vallen projecten als Bestaand Rotterdams Gebied (BRG), waarvoor baten verkregen worden van Havenbedrijf en rijk, en de bijdragen aan de recreatieschappen. Ook worden hieronder verantwoord de kosten van het programma Buitenruimte Binnenstad en de werkzaaamheden aan Spoor- en Provenierssingel, die beide gedeclareerd worden bij het IFR, en de bijdrage aan de Joodse gemeente ten behoeve van het onderhoud en beheer van de Joodse begraafplaats. Daarnaast vallen ook de kosten van de vergroening, alsmede de lasten met betrekking tot kindvriendelijke wijken, waarvoor de baten afkomstig zijn van het rijk, hieronder. Product Monumenten De lasten bestaan uit de kosten voor ‘Groenvoorziening Vreewijk’, waarvoor vanuit het rijk middels het gemeentefonds een bijdrage is verstrekt, die hiertegenover als baat is opgevoerd. Tevens vallen hieronder de uitgaven aan het onderhoud van kerken en de kosten van opdrachten en bijdragen aan derden in het kader van het monumentenbeleid ten laste van het structurele monumentenbudget.
pagina 128 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
8.2
Beleidsmatige inspanning Wonen
Ondanks het feit, dat het economisch klimaat niet gunstig is, blijft het onze ambitie dat alle Rotterdammers in een goede woning en een prettig woon- en leefklimaat in onze stad moeten kunnen wonen. Daarom blijven wij ons richten op verbetering van de kwaliteit en diversiteit van de woningvoorraad, op verkorting van wachtlijsten en op kansen op de woningmarkt voor iedereen. Wij willen mogelijkheden bieden voor een wooncarrière in de stad. Studenten, ouderen en gezinnen hebben onze bijzondere belangstelling.
Toelichting Inspanningen Uitvoeringsprogramma Woonvisie In het Uitvoeringsprogramma Woonvisie 2010–2014 en de daaraan gekoppelde programma’s voor de nieuwbouw en de bestaande voorraad geven wij (samen met onze externe partners) de concrete inspanningen aan waarmee we bovenstaande ambitie willen bereiken. Onderstaande inspanningen hebben binnen de bouw- en verbeteropgave hoge prioriteit. Jaarlijks wordt in de Stand van het Wonen aan de raad gerapporteerd over de resultaten. In 2012 wordt tevens gerapporteerd over de tussenmeting van de twee collegetargets in het hoofdstuk Woonstad van het Collegewerkprogramma: een verhoging van de woontevredenheid en meer gezinnen, hoger opgeleiden en hogere inkomens die voor de stad behouden worden. Realiseren van 3.000 woningen voor gezinnen in de periode 2010 tot en met 2013 Onder woningen voor gezinnen wordt verstaan: eengezinswoningen, maisonnettes, beneden-bovenwoningen en gezinsvriendelijke appartementen zoals gedefinieerd in de nota ‘Bouwstenen voor een kindvriendelijk Rotterdam’. Onder realisatie wordt verstaan: in aanbouw genomen (nieuwbouw) en in de voorraad toegevoegd (aanpak bestaande voorraad). Het streven is erop gericht om aan het einde van deze collegeperiode 3.000 woningen voor gezinnen gerealiseerd te hebben. Ontwikkelen kindvriendelijke wijken Uitgaande van de stedenbouwkundige visie ‘Bouwstenen voor een kindvriendelijk Rotterdam’ worden ontwikkelende partijen gestimuleerd om bij nieuwbouw of herstructurering op basis van de KIWI-bouwstenen te ontwikkelen. Vanuit de stad wordt regie gevoerd op de realisatie van kindvriendelijke wijken. Verantwoordelijkheid voor de uitvoering ligt voornamelijk bij de deelgemeenten. Met hen is afgesproken, dat zij de Rotterdamse buitenspeelnorm realiseren als dat financieel en ruimtelijk haalbaar is. In 2012 wordt hierbij voortgebouwd op de resultaten van de in 2011 in 11 wijken uitgevoerde Kiwi-scans. Ontwikkelen woonservicegebieden Een woonservicegebied is een wijk of buurt, waar ouderen en mensen met een beperking zo zelfstandig mogelijk op een prettige manier en met de juiste zorg kunnen wonen. Hiervoor zijn slimme verbindingen nodig tussen (deel)gemeente, corporaties, zorgaanbieders, welzijnsorganisaties en bewoners. Maatregelen zijn er onder meer op gericht vraag en aanbod van aangepaste en aanpasbare woningen beter op elkaar af te stemmen. Vanuit de stad wordt regie gevoerd op de verdere ontwikkeling van de aangewezen prioritaire woonservicegebieden. Ook hier ligt de verantwoordelijkheid voor de uitvoering grotendeels bij de deelgemeenten. Per woonservicegebied zijn/worden samenwerkingsafspraken tussen alle betrokken partijen (gemeente/deelgemeente, corporaties, zorg- en welzijnspartijen etc.) vastgelegd in een convenant. Verbeteren van 8.000 woningen in de periode 2010 tot en met 2013 De verbetering van woningen heeft betrekking op zowel het bezit van woningcorporaties als dat van particuliere verhuurders en eigenaar-bewoners. In de corporatiesector worden deze collegeperiode 5.000 woningen verbeterd. Hierover zijn afspraken met de corporaties gemaakt. In de particuliere sector bedraagt de verbeteringsopgave deze collegeperiode 3.000 woningen. De financiering hiervan zal gedaan moeten worden vanuit het Investeringsfonds Rotterdam (IFR) en het Investeringsfonds Stedelijke Vernieuwing (ISV3). Aanpak verloederd particulier bezit Deze aanpak is onderdeel van de Keten handhaving pand en persoon, waarin wordt gestuurd op een gebiedsgerichte en op het principe van het casemanagement gebaseerde inzet van instrumenten. Aanscherping van regelgeving, deels te realiseren door een aanvulling van de Rotterdamwet, is in 2011 op ambtelijk en bestuurlijk niveau bij de rijksoverheid op de agenda gezet. In 2012 wordt het overleg hierover met het rijk voortgezet en nader gericht op concrete invulling en invoering. Keten handhaving/hennepaanpak Binnen de Keten handhaving pand en persoon worden de voor toezicht en handhaving beschikbare gemeentelijke middelen zo effectief en efficiënt mogelijk ingezet, teneinde toezicht en handhaving optimaal te laten bijdragen aan veilige en leefbare wijken. Iedere melding van een potentiële hennepkwekerij wordt binnen één werkdag in behandeling genomen. Waar mogelijk wordt bestuursrechtelijk ontmanteld en de kosten verhaald op de overtreder. Eigenaren worden aangesproken op hun verantwoordelijkheid om misbruik van hun bezit te voorkomen en te bestrijden.
Hoofdstuk 4.8 | Verslag per beleidsveld | Beleidsveld Ruimtelijke ontwikkeling en wonen | pagina 129
Overige handhavingstaken De vraag naar en behoefte aan handhaving is groter dan waaraan met de beschikbare handhavingcapaciteit van Toezicht Gebouwen voldaan kan worden. Door de noodzakelijke bezuinigingen zal het spanningsveld tussen vraag en aanbod groter worden. Dit vereist, naast het maken van afwegingen ten aanzien van de inzet op handhaving (aan de hand van de risicoanalyse), het ontwikkelen van nieuwe handhavingstrategieën. Een strategie waarbij de inzet zich de komende collegeperiode van reactief handhaven naar proactief handhaven moet ontwikkelen. Een ontwikkeling waarbij gezocht zal worden naar samenwerking met marktpartijen die actief zijn in het beheer en onderhoud van onroerende zaken. Ook de burger zal gevraagd worden zelf meer initiatief te nemen bij oplossen van klachten. Duurzaamheid: energiereductie in bestaande voorraad Met woningcorporaties hebben wij afgesproken dat zij in 2014 10% energiereductie bereiken in hun bezit. Voor nieuwbouw maken we afspraken met ontwikkelaars en beleggers over duurzaam bouwen. Voor de bestaande gebouwen richten we ons op verenigingen van eigenaren (VvE’s) en de MKB-sector. We faciliteren hen bij de mogelijkheid om energie-investeringen te financieren. We stimuleren investeringen in energiebesparing en duurzame energieopwekking voor Rotterdammers. Dat doen we onder meer in een pilot waarin bewoners via investeringen in een collectief duurzaam energiesysteem aan zichzelf energie leveren. We versterken onze inzet op het nuttig toepassen van restwarmte en duurzame koeling. Kwaliteitssprong Zuid Wij geven, samen met het Rijk en (lokale) partners uitvoering aan het nationaal programma Kwaliteitssprong Zuid. Waar in eerdere jaren veel nadruk lag op de ruimtelijke ontwikkeling, kiezen we er nu voor om de sociaal-economische ontwikkeling leidend te laten zijn, fysieke ontwikkeling ondersteunt dit proces. We werken toe naar de door alle partners gedeelde stip op de horizon voor Zuid. In de uitvoering ligt de focus op de 7 wijken in het midden van Zuid waar de problematiek zich het sterkst en gestapeld voordoet en waar doorbraken noodzakelijk zijn om de ontwikkeling van heel Zuid en Rotterdam verder te brengen. Dit integrale programma steunt op 3 pijlers: talentontwikkeling, economie & arbeidsmarkt en fysieke kwaliteitsverbetering (waarbij vooral ook wordt gestuurd op de dwarsverbanden tussen deze terreinen). Binnen de pijler talent zetten we in op betere prestaties (via de Children’s Zone) en aanval op de schooluitval met bijzondere aandacht voor vakmanschap. Voor economie & arbeidsmarkt richten we ons op het ontwikkelen van economische brandpunten (werken en leren) gericht op techniek en zorg, het verhogen van de arbeidsparticipatie (benutten van het arbeidspotentieel) en op het stimuleren van ondernemerschap in de wijk. In de pijler fysieke kwaliteitsverbetering zetten we in op de vervanging en verbetering (en beheer) van de particuliere woningvoorraad en van de sociale voorraad (in samenwerking met de corporaties) en spannen we ons in voor het versterken van de leefbaarheid (o.a. bereikbaarheid, buitenruimte en veiligheid).
Collegetargets Gedurende deze collegeperiode slagen wij erin meer gezinnen, hoger opgeleiden en hogere inkomens voor de stad te behouden. Wij meten dit af aan het aandeel van deze groepen in de verhuisstroom uit de stad: in 2013 is dit aandeel met 10% ten opzichte van 2009 gedaald. Zeker voor Rotterdam Zuid hebben wij daarin een grote ambitie, omdat we willen dat Zuid op dit punt extra vooruit gaat. Wij meten dit af aan het aandeel van deze groepen in de verhuisstroom uit Zuid: in 2013 is dit aandeel met 15% ten opzichte van 2009 gedaald. Aan het eind van deze collegeperiode is het aandeel van de Rotterdammers dat tevreden is met de eigen woonsituatie en geen overlast ervaart (hoge waardering van woning en woonomgeving, buurt en samenleven) met 15% ten opzichte van 2008 gestegen.
(Overige) indicatoren De te leveren prestaties ten aanzien van handhaving zijn meetbaar te maken in prestatie-indicatoren. Echter, vanwege de forse bezuinigingsopgaven kan op dit moment geen gegronde analyse plaatsvinden over wat exact haalbaar is in 2012. De te leveren prestaties voor 2012 zullen daarom worden opgenomen in het nog op te stellen handhavingsbeleidsplan, daarin zal ook worden aangegeven waar de bezuinigen zullen landen in 2012. Per 1 oktober 2010 is de omgevingsvergunning ingevoerd. Benoemde prestatie-indicatoren zijn: vergunningverlening binnen wettelijke termijnen en percentage direct ontvankelijke aanvragen. De eerste acht maanden hebben in het teken gestaan van inwerken in nieuwe werkprocessen. De realisatiecijfers over deze periode geven nog geen representatief beeld over de prestatie-indicatoren. pagina 130 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
Doelstellingen worden benoemd zodra de realisatiecijfers over een representatieve periode bekend zijn. Rekening 2010
Begroting 2011
Begroting 2012
Raming 2013
Raming 2014
Raming 2015
669
1.500 cumulatief 4.000 cumulatief
2.250 cumulatief 6.000 cumulatief 80%
3.000 cumulatief 8.000 cumulatief 80%
80%
80%
Target Meetbare inspanningen gericht op de target Realiseren 3.000 woningen voor gezinnen in periode 2010 t/m 2013 Verbeteren 8.000 woningen in periode 2010 t/m 2013 Digitale aanvragen als % van totaal aantal aanvragen omgevingsvergunning
1.688
Baten en lasten (meerjarenraming) bedragen x € 1.000,-
Wonen
rekening 2010
raming 2011
begroting 2012
raming 2013
raming 2014
raming 2015 43.407
Baten
101.052
94.905
62.375
44.552
43.877
Lasten
120.739
147.563
102.752
84.659
77.930
47.756
Resultaat voor reserveringen
-19.687
-52.658
-40.377
-40.107
-34.053
-4.349
3.311
0
0
0
0
0
Resultaatbestemming Onttrekking aan reserves Toevoeging aan reserves Resultaat na reserveringen
0
0
0
0
0
0
-16.376
-52.658
-40.377
-40.107
-34.053
-4.349
begroting 2012 -39.626 -751 -40.377
raming 2013 -39.964 -143 -40.107
raming 2014 -36.066 2.013 -34.053
Aansluiting met voorgaande begroting (na reservering) bedragen x € 1.000,-
Wonen Begroting 2011 Mutaties kaderbrief en begroting Totaal
raming 2015 -36.066 31.717 -4.349
Specificatie mutaties kaderbrief en begroting bedragen x € 1.000,-
Wonen Mutaties die invloed hebben op de algemene middelen
begroting 2012 saldo
raming 2013
raming 2014
raming 2015
saldo
saldo
saldo
baten
lasten
0
1.688
-1.688
-1.182
0
0
-1.300
0
-1.300
-1.300
-1.300
-1.300
Knelpunten 1. Bedrijfsvoeringsknelpunten 2. Kernregistraties 3. Vervallen middelen Woonwagenbeleid 2015 4. WABO
1.727 -7.000
-7.000
-7.000
-7.000
-7.000
Ombuigingen 1. Toezicht kwaliteit en gebruik gebouwen 2015
491
2. Woondiensten/huurteams 2015 3. WABO Trend
43 7.000
7.000
7.000
7.000
7.000
698
611
87
82
122
122
Technische wijzigingen
13.334
11.184
2.150
2.257
3.191
30.634
Totaal
12.732
13.483
-751
-143
2.013
31.717
Hoofdstuk 4.8 | Verslag per beleidsveld | Beleidsveld Ruimtelijke ontwikkeling en wonen | pagina 131
Toelichting op de mutaties Knelpunten 1. Bedrijfsvoeringsknelpunten De organisatie Stadsontwikkeling staat onder grote druk. De cumulatie van bezuinigingen uit het coalitieakkoord, de bedrijfsvoeringstaakstellingen en het teruglopende werkpakket als gevolg van bezuinigingen intern en bij derden leiden ertoe dat de financiële kaders voor de organisatie veel omvangrijker zijn en sneller afnemen dan door middel van personeelsreductie kan worden opgevangen. De doorlooptijd die nodig is om aanvullend op het natuurlijke verloop tot organisatorische aanpassing te komen heeft meer tijd nodig. In de komende jaren zal door reorganisatie, een stringente personeelsstop en mobiliteitsinspanningen het tekort worden afgebouwd. 2. Kernregistraties De Basisregistratie, Adressen en Gebouwen (BAG), is een wettelijke taak. Het gebruik hiervan door andere diensten wordt met ingang van 2011 niet meer intern verrekend, maar wordt zichtbaar als lasten bij de beleidsmatige inspanning Wonen. 3. Vervallen tijdelijke middelen Woonwagenbeleid De middelen voor Woonwagenbeleid zijn tijdelijk en eindigen in 2014. Deze mutatie betreft het corrigeren van deze middelen in 2015. 4. WABO (Wet algemene bepalingen omgevingsrecht) Door de terugloop van nieuwe bouwprojecten is de verwachting dat de legesopbrengsten WABO in de planperiode € 7 mln lager zijn dan vorig jaar begroot. Als oplossing is gekozen voor invoering van kostendekkende tarieven waardoor de totale legesopbrengsten WABO per saldo gelijk blijven. Ombuigingen 1. Toezicht kwaliteit en gebruik gebouwen Dit betreft een verdere besparing op Toezicht kwaliteit en gebruik gebouwen, zoals verwerkt bij de begroting 2011 en waarbij afspraken zijn gemaakt t/m 2015. De inzet op toezicht gebouwen wordt de komende jaren verminderd oplopend tot een reductie van 40% in 2015. Een deel van deze ombuiging wordt gecompenseerd door herprioritering en nieuwe manieren van werken binnen de ketenhandhaving. De inzet op projectmatig handhaven valt buiten het werkingsgebied van de keten en zal de komende jaren gehalveerd worden. Daarnaast wordt het budget voor de leningen funderingsherstel verlaagd ten hebhoeve van de instandhouding van het funderingsloket als advies- en helpdesk. 2. Woondiensten/huurteams Dit betreft een verdere besparing op Toezicht kwaliteit en gebruik gebouwen, zoals verwerkt bij de begroting 2011 en waarbij afspraken zijn gemaakt t/m 2015. Voor deze ombuiging wordt de dienstverlening van de huurteams meer aangesloten op de armoedebestrijding, met als doel een laagdrempelig woonlastenloket te formeren. 3. WABO (Wet algemene bepalingen omgevingsrecht) Door de terugloop van nieuwe bouwprojecten is de verwachting dat de legesopbrengsten WABO in de planperiode € 7 mln lager zijn dan vorig jaar begroot. Als oplossing is gekozen voor de invoering van kostendekkende tarieven waardoor de totale legesopbrengsten WABO per saldo gelijk blijven. Trend De trend is de loon- en prijsontwikkeling. Zie voor een nadere uitleg Beleidsmatige inspanning 2.2 ‘Beheer algemene middelen’. Technische wijzigingen De technische wijzigingen per beleidsmatige inspanning zijn toegelicht in bijlage 12. Uitsplitsing per product (na reservering) bedragen x € 1.000,-
Wonen Vergunningen Toezicht kwaliteit en gebruik gebouwen Regie op wonen(dS+V) Investeren in wonen en RO Totaal
pagina 132 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
baten 18.458 9.841 2.181 31.895 62.375
lasten 22.532 15.545 4.599 60.076 102.752
saldo -4.074 -5.704 -2.418 -28.181 -40.377
Toelichting per product Product Vergunningen Dit product heeft betrekking op het verlenen van (omgevings)vergunningen. De baten bestaan uit opbrengsten voor opgelegde leges met betrekking tot omgevingsvergunningen, bouwvergunningen die niet tot de omgevingsvergunningen behoren, straathandel, splitsingen en onttrekkingen. De lasten bestaan uit apparaatskosten en materiële kosten en kosten voor de uitvoering van de kernregistraties. Product Toezicht kwaliteit en gebruik gebouwen Dit product heeft betrekking op het houden van toezicht op de kwaliteit en gebruik van de gebouwen. Hieronder valt aanpak verloederd particulier bezit, keten handhaving en de hennepaanpak. De lasten bestaan uit apparaatskosten en materiële kosten. De baten bestaan uit subsidies van mede-overheden en bijdragen van andere diensten. Product Regie op wonen (dS+V) De baten en lasten van dit product hebben betrekking op de taken die wij uitvoeren in het kader van de uitvoering en ontwikkeling van het Uitvoeringsprogramma Woonvisie en overige gemeentelijke doelstellingen op het gebied van wonen en woon- en leefklimaat. Product Investeren in wonen en RO Dit product heeft betrekking op programma’s Pact op Zuid (POZ) en Bestaande Voorraad (BV), Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV-1, ISV-2 en ISV-3) en projecten van Wonen en RO. POZ en BV zijn saldoneutrale posten, baten en lasten zijn gelijk. ISV-2 was een saldoneutrale post en ISV-3 is als toegestaan tekort opgenomen. Opgenomen lasten zijn rijksbijdragen afkomstig van VROM. Projecten van Wonen en RO betreffen voornamelijk afwikkeling van rijksregelingen zoals voor BWS, PWVB, Voorziening gehandicapten, en vangnetregeling; financiële afwikkeling van verstrekte gemeenteleningen aan woningbouwverenigingen en particulieren;afwikkeling van Groeifondsprojecten als Sociale Impuls, de financiele gevolgen van het (doen) verstrekken van leningen ten behoeve van funderingsherstel, alsmede opdrachtverstrekking aan de Stichting Urbannerdam in het kader van bewonersondersteuning, nu woondiensten genoemd. Deze vormen de lasten. Baten zijn rijksbijdragen, gemeentelijke bijdragen (bijvoorbeeld uit het IFR – voor Pact op Zuid en Bestaande Voorraad – en Groeifonds) en rente-inkomsten van woningbouwverenigingen.
Hoofdstuk 4.8 | Verslag per beleidsveld | Beleidsveld Ruimtelijke ontwikkeling en wonen | pagina 133
8.3
Beleidsmatige inspanning Vastgoed
Focus van de inspanning: het gebruik van onze vastgoedportefeuille is gericht op ruimtelijke, economische en maatschappelijke doelen van de gemeente Rotterdam.
Toelichting Inspanningen Om het gemeentelijk vastgoed zo optimaal mogelijk in te kunnen zetten en voldoende onderhoudsniveau in verhouding tot de huurprijs en functie te kunnen garanderen, is een professionele vastgoedorganisatie essentieel. In de route naar een professionele vastgoedorganisatie (Routekaart 2008–2012) is weergegeven welke resterende stappen in 2012 genomen moeten worden om dit kunnen bereiken. Eén van de stappen is om een kleinere kernportefeuille, de MPRV portefeuille, door middel van verkopen te realiseren. Dit brengt met zich mee dat, daar waar het kan, ontwikkelingen aan de markt worden overgelaten of gezamenlijk met de markt worden opgepakt. Belangrijke strategische dossiers in 2012 zijn de voorzieningenplannen (maatschappelijk vastgoed), concernhuisvesting en de kostprijsdekkende huren. Eind 2012 is voor elke deelgemeente een voorzieningenplan opgesteld waarin vraag en aanbod op elkaar zijn afgestemd. Dit leidt niet alleen tot een beter voorzieningenaanbod, maar op termijn ook tot kostenreductie en minder leegstand. De doelstelling van het project concernhuisvesting is het efficiënter en effectiever huisvesten van het ambtenarenapparaat. Conform de lijn van het MPRV werkt de vastgoedorganisatie naar een afgeslankte vastgoedportefeuille die tenminste kostendekkend is. Tevens zal in 2012 de eerste tranche van het project Rotterdamse Groene gebouwen worden geëvalueerd en zal aan de hand daarvan besluitvorming plaatsvinden over een tweede tranche en verder. Daarmee kan de motie Bonte over verduurzaming van de gemeentelijke vastgoedportefeuille worden afgedaan en laten we zien op welke wijze we onze gemeentelijke vastgoedportefeuille verduurzamen. Targets 2012 De sector Vastgoed is onder te verdelen in vier producten. Hiervoor zijn afzonderlijke doelstellingen en targets benoemd. MPRV portefeuille (kernportefeuille) De doelstelling van deze portefeuille is het zo efficiënt mogelijk inzetten van het vastgoed voor de maatschappelijke doelstellingen van de stad, waarbij wordt gestreefd naar een kostendekkende exploitatie. KPI’s Begroting Raming 2012 2014 Leegstand MPRV portefeuille op basis van m2 VVO (met name frictieleegstand t.b.v. strategische inzet van vastgoed en het efficiënter huisvesten met als gevolg 11% 9% afstoot van vastgoed) Kostendekkendheid MPRV portefeuille -> gerealiseerde huur t.o.v. kostendekkende huur 67% 100% Opgeleverde voorzieningenplannen 100% 100% Meerjaren onderhoudsplannen 100% 100% Omvang MPRV-portefeuille. (Kleinere portefeuille te realiseren door o.a. uitvoeringsmaatregelen voorzieningenplannen) Kleinere portefeuille Niet- MPRV portefeuille (niet-kernportefeuille) De primaire doelstelling is het afstoten van dit vastgoed. Totdat het vastgoed wordt afgestoten, is het doel om het vastgoed financieel gezien zo optimaal mogelijk te beheren, zodat de portefeuille beter rendeert. KPI’s Begroting Raming 2012 2014 9,5% 7% Leegstand niet-MPRV portefeuille op basis van m2 VVO Kostendekkendheid niet-MPRV portefeuille -> gerealiseerde huur t.o.v. kostendekkende huur ≥ 100% Incidentele opbrengsten / verkoopresultaat Het doel van deze productgroep is het financieel gezien zo optimaal mogelijk verkopen van de objecten in de niet-MPRV portefeuille. Het neveneffect dat door het verkopen van slecht renderende panden wordt bereikt, is dat het exploitatieresultaat van de MPRV en niet-MPRV portefeuille verbetert. Geen KPI’s
pagina 134 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
Erfpachten Het doel van deze productgroep is het beheren van de erfpachtcontracten en daar waar mogelijk de afkoop en verkoop naar eigendom van erfpachtrecht (conversie). Geen KPI’s
Baten en lasten (meerjarenraming) bedragen x € 1.000,-
Vastgoed Baten Lasten Resultaat voor reserveringen Resultaatbestemming Onttrekking aan reserves Toevoeging aan reserves Resultaat na reserveringen
rekening 2010 291.977 279.052 12.925
raming 2011 294.952 265.040 29.912
begroting 2012 316.470 291.224 25.246
raming 2013 321.345 297.136 24.209
raming 2014 319.310 296.136 23.174
raming 2015 318.309 295.136 23.173
1.438 29.003 -14.640
0 0 29.912
0 0 25.246
0 0 24.209
0 0 23.174
0 0 23.173
begroting 2012 22.818 2.428 25.246
raming 2013
raming 2014
raming 2015
21.813 2.396 24.209
20.808 2.366 23.174
20.807 2.366 23.173
raming 2013 saldo 1.717 679 2.396
raming 2014 saldo 1.687 679 2.366
Aansluiting met voorgaande begroting (na reservering) bedragen x € 1.000,-
Vastgoed Begroting 2011 Mutaties kaderbrief en begroting Totaal
Specificatie mutaties kaderbrief en begroting bedragen x € 1.000,-
Vastgoed
Trend Technische wijzigingen Totaal
baten 3.816 18.714 22.530
begroting 2012 lasten 2.069 18.033 20.102
saldo 1.747 681 2.428
raming 2015 saldo 1.687 679 2.366
Toelichting op de mutaties Trend De trend is de loon- en prijsontwikkeling. Zie voor een nadere uitleg Beleidsmatige inspanning 2.2 ‘Beheer algemene middelen’. Technische wijzigingen De technische wijzigingen per beleidsmatige inspanning zijn toegelicht in bijlage 12. Er is alleen sprake van technische wijzigingen. Hierin zijn verschuivingen tussen de producten opgenomen als gevolg van aanpassing van de definities van de producten (zie de toelichting na de uitsplitsing per product). Daarnaast wordt een deel van de verdienvermogenopdracht gerealiseerd op het product Erfpacht (ca € 5 mln). Uitsplitsing per product (na reservering) bedragen x € 1.000,-
Vastgoed Exploitatie vastgoed MPRV Exploitatie vastgoed niet-MPRV Incidentele opbrengsten vastgoed Erfpacht Doorbelasting Economie Totaal
baten 182.083 39.353 54.628 40.406 0 316.470
lasten 187.346 37.440 45.775 20.663 0 291.224
saldo -5.263 1.913 8.853 19.743 0 25.246
Hoofdstuk 4.8 | Verslag per beleidsveld | Beleidsveld Ruimtelijke ontwikkeling en wonen | pagina 135
Toelichting per product Product Exploitatie vastgoed MPRV Dit product heeft betrekking op de maatschappelijke portefeuille vastgoed (onderwijs, sport, kunst & cultuur, welzijn & zorg en parkeren). De baten bestaan uit de huurinkomsten, de lasten bestaan uit eigenaarslasten zoals kapitaallasten, zakelijke lasten, onderhoud, beheerkosten en apparaatskosten. De doelstelling van de maatschappelijke portefeuille is kostendekkend met ingang van 2013. Product Exploitatie vastgoed niet-MPRV Dit product heeft betrekking op al het vastgoed dat niet onder de maatschappelijke portefeuille vastgoed valt. De baten en lasten zijn hetzelfde. Daarnaast valt onder dit product ook de inkomsten brandstofverkooppunten (litervergoedingen en veilingopbrengsten) en inkomsten vanuit reclamecontracten (ca € 6 mln per jaar). Product Incidentele opbrengsten vastgoed Dit product bestaat uit de incidentele verkoopopbrengsten van verkocht vastgoed. Daarnaast staat hierop een baat begroot in verband met de verdienvermogenopdracht, die nog verdere uitwerking behoeft (€ 7,5 mln). De lasten op het product Incidenteel bestaan uit de afboeking van de boekwaarde van het verkochte vastgoed, de afwaardering van de boekwaarde van niet verkocht vastgoed dat is opgenomen op het verkoopplan, verkoopkosten (taxaties, kosten verkoopgereed maken) en ambtelijke inzet om verkoop mogelijk te maken. Product Erfpacht De baten op het product Erfpacht bestaan uit canonopbrengst, begrote uitpondingen en conversieopbrengsten. De lasten bestaan uit rente op de grondwaardes en afschrijving op de contractwaardes, en apparaatskosten.
pagina 136 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
Hoofdstuk 4.8 | Verslag per beleidsveld | Beleidsveld Ruimtelijke ontwikkeling en wonen | pagina 137
Hoofdstuk 4.9
pagina 138 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
Beleidsveld 9 Verkeer en vervoer
Wat willen we bereiken? Het college richt zich op het vergroten van de bereikbaarheid van de economische centra in Rotterdam. Een goede bereikbaarheid van de Rotterdamse regio is essentieel voor een goede economie en een aantrekkelijke woonstad.
Toelichting Een goede bereikbaarheid van Rotterdam is essentieel voor het bereiken van de doelstellingen van de Stadsvisie: een goede economie en een aantrekkelijke woonstad. Het gaat daarbij om bereikbaarheid op verschillende schaalniveaus. Op randstedelijk en regionaal niveau gaat het om snelle verbindingen tussen en naar de economische centra. Binnen de stad is het belangrijk om de voorzieningen, onderwijsinstellingen en arbeidslocaties op een eenvoudige en betrouwbare manier bereikbaar te maken voor de inwoners van de stad, zowel per auto, fiets als OV. Naast de stadsvisie vormen het Verkeers- en Vervoersplan 2003–2020 (VVPR) en het bijbehorende Uitvoeringsprogramma (UVVR) het kader voor alle taken op dit beleidsveld. Aangezien de stedelijke bereikbaarheid speelt op verschillende schaalniveau’s heeft de gemeente in deze een belangrijke taak, maar ze kan bovenstaande doelstelling niet alleen bereiken. In de MIRT-verkenning Rotterdam Vooruit is een gezamenlijk langere termijnperspectief geschetst voor de bereikbaarheid van de regio Rotterdam. De komende jaren werken we dit uit in concrete projecten, investeringen en bijdragen van de verschillende partners.
Hoofdstuk 4.9 | Verslag per beleidsveld | Beleidsveld Verkeer en vervoer | pagina 139
bedragen x € 1.000,-
Beleidsveld Verkeer en vervoer Baten Lasten
Beleidsmatige inspanning
126.833 143.198
Stedelijke bereikbaarheid Baten 117.058 Lasten 128.180 Target: In deze collegeperiode blijft de gemiddelde snelheid op de zes hoofdroutes naar het centrum op 25 km/h: Maasboulevard, Dorpsweg, Stadionweg, Tjalklaan, Vaanweg, Stadhoudersweg. Target: De autobereikbaarheid van de haven moet al tijdens de ombouw van de A15 verbeteren. Aan het einde van deze collegeperiode heeft de automobilist die in de spits op de A15 reist tussen Maasvlakte en Vaanplein, gemiddeld 91% zekerheid dat zijn reis niet langer duurt dan 38 minuten. In 2009 bedroeg deze zekerheid 83%. Duurzame mobiliteit en verkeersveilige stad Baten Lasten
Product Autobereikbaarheid (en verkeersmanagement) Baten Lasten
60 13.593
Investeren in parkeren / realiseren parkeervoorzieningen Baten Lasten
28.505 29.801
Exploitatie en beheer parkeren Baten 79.001 Lasten 72.364 Beleid verkeer en vervoer Baten Lasten
9.492 12.422
Fiets / openbaar vervoer / schone vervoerswijzen 9.775 15.018
Baten Lasten
9.775 14.197
Verkeersveiligheid en leefkwaliteit Baten 0 Lasten 821
.
pagina 140 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
9.1
Beleidsmatige inspanning Stedelijke bereikbaarheid
Focus van de inspanning: het college richt zich op het vergroten van de bereikbaarheid van de economische centra in Rotterdam. Een goede bereikbaarheid van de Rotterdamse regio is essentieel voor een goede economie en een aantrekkelijke woonstad.
Toelichting Inspanningen Nieuwe infrastructuur Om de bereikbaarheid van de regio te verbeteren, zijn wij in gesprek met Rijk en stadsregio over lange termijn investeringen in rijkswegen en over de kwaliteit van het OV op Zuid. Dit gebeurt o.a. via de samenwerking in de MIRT deelstudies Kwaliteitssprong OV op Zuid en Herontwerp Brienenoord- en Algeracorridor. De volgende projecten hebben de komende jaren prioriteit: Realisatie van de A13/16, mits een goede inpassing gegarandeerd is; – Aanleg van de Nieuwe Westelijke Oeververbinding; – Uitwerken van de voorkeursprojecten uit de kwaliteitssprong van het OV op Zuid en uitvoering van geselecteerde aanloopinvesteringen; – Uitvoering van de verbreding van de A15 conform huidige planning, evenals de aanleg van de A4 Delft-Schiedam. Bestaande infrastructuur beter benutten Rotterdam beschikt over een aantal economische centra met een sterk (boven)regionale functie. Een betrouwbare bereikbaarheid is een randvoorwaarde voor het succes van deze economische centra. Optimale benutting van de bestaande infrastructuur zowel binnen als buiten de Ruit is derhalve noodzakelijk. Hiervoor leveren we de volgende inspanningen: Mobiliteitsmanagement: Samen met het rijk, de stadsregio, Kamer van Koophandel en VNO-NCW voeren we het programma Slim Bereikbaar uit. Doelstelling is 5% minder autoverkeer in de spits naar werklocaties in het centrum, rondom Kralingse Zoom en Alexander. Daarnaast werkt Rotterdam in de Verkeersonderneming samen met het Rijk, de stadsregio en het Havenbedrijf om een reductie te halen van 20% spitsverkeer op de A15, om de doorstroming tijdens de ombouw van de A15 zo veel mogelijk te waarborgen. Om tot een efficiënte uitvoering van mobiliteitsmanagement te komen, hebben we de uitvoering van Slim Bereikbaar bij de Verkeersonderneming ondergebracht. In 2012 willen we in het kader van Beter Benutten een opschaling bereiken van deze programma’s naar een hogere doelstelling en een groter gebied. Dynamisch Verkeersmanagement: Samen met de partners in de Zuidvleugel rollen we in 2012 een Dynamisch Verkeersmanagement programma uit, zodat weggebruikers op de Ruit over voldoende actuele informatie beschikken over (alternatieve) routes, P+R terreinen en openbaar vervoer naar de Binnenstad. Operationeel verkeersmanagement en de verkeersmarinier. Operationeel verkeersmanagement is een noodzaak om doorstroming in het verkeer te houden bij wegwerkzaamheden, evenementen en incidenten. Op de zeven hoofdroutes naar het centrum geven we informatie over de actuele reistijd per auto naar de rand van het centrum, ook bij evenementen, incidenten en werkzaamheden. De verkeersregie in Rotterdam zal structureel geregeld worden via een verkeersregiekamer. Taken van de verkeersmarinier zullen hierin worden geïncorporeerd. Parkeren Het Park+Walk- en Park+Ride-programma wordt voortgezet conform de gedachten achter het verkeersplan binnenstad dat eind 2009 door uw raad is vastgesteld. Conform het coalitieakkoord is het parkeervergunningtarief gehalveerd. Dit leidt uiteraard tot opbrengstenderving. De exploitatie van de hele parkeersector is doorgelicht, zowel straat- als garageparkeren. In de parkeerrapportage is een aantal maatregelen benoemd om het tekort dat dreigt te ontstaan af te wenden. Deze maatregelen zullen verder worden uitgewerkt.
Collegetargets Ons college zet zich in voor een goede bereikbaarheid van de economische centra, zowel binnen de stad als in de haven. We meten de bereikbaarheid op twee manieren: – In deze collegeperiode blijft de gemiddelde snelheid op de volgende 6 hoofdroutes van en naar het centrum 25 km per uur: Maasboulevard, Dorpsweg, Stadionweg, Tjalklaan, Vaanweg, Stadhoudersweg; – Aan het einde van deze collegeperiode heeft de automobilist die in de spits op de A15 reist tussen Maasvlakte en Vaanplein, in beide richtingen 91% zekerheid dat zijn reis niet langer duurt dan 38 minuten. (Overige) Indicatoren Indicator Dynamische routegeleiding op elke bundel Verkeersregiekamer geheel operationeel
Begroting 2012 Operationeel eind tweede kwartaal 2012 geheel operationeel eind eerste kwartaal 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
Hoofdstuk 4.9 | Verslag per beleidsveld | Beleidsveld Verkeer en vervoer | pagina 141
Baten en lasten (meerjarenraming) bedragen x € 1.000,-
Stedelijke bereikbaarheid Baten Lasten Resultaat voor reserveringen Resultaatbestemming Onttrekking aan reserves Toevoeging aan reserves Resultaat na reserveringen
rekening 2010 103.545 113.155 -9.610
raming 2011 97.514 120.510 -22.996
begroting 2012 101.779 114.733 -12.954
raming 2013 102.079 116.113 -14.034
raming 2014 102.079 123.777 -21.698
raming 2015 102.020 122.754 -20.734
11.678 8.200 -6.132
17.939 7.700 -12.757
15.279 13.447 -11.122
16.667 13.747 -11.114
24.318 13.747 -11.127
23.380 13.747 -11.101
begroting 2012 -22.977 11.855 -11.122
raming 2013 -22.114 11.000 -11.114
raming 2014 -21.749 10.622 -11.127
raming 2013
raming 2014
raming 2015
saldo
saldo
Aansluiting met voorgaande begroting (na reservering) bedragen x € 1.000,-
Stedelijke bereikbaarheid Begroting 2011 Mutaties kaderbrief en begroting Totaal
Specificatie mutaties kaderbrief en begroting
raming 2015 -21.749 10.648 -11.101
bedragen x € 1.000,-
Stedelijke bereikbaarheid
begroting 2012 baten
lasten
saldo
saldo
1. Bedrijfvoeringsknelpunten
0
440
-440
-308
0
0
2. Investeren in Parkeren; extra bijdrage STZ resultaat 2010
0
747
-747
-747
-747
-747
1.900
1.900
0
-991
-1.920
-2.258
5.300
-5.300
-7.200
-11.400
-13.000
5.300
0
0
0
Mutaties die invloed hebben op de algemene middelen Knelpunten
3. Autobereikbaarheid; Uitvoerings_ programma Verkeer & Vervoer 4. Doorkijk parkeersector Ombuigingen 1. Doorkijk parkeersector
5.300
2. Beleid Verkeer en Vervoer 3. Modernisering straatparkeren 4. Tariefmaatregel straatparkeren Centrum
0 364
-800 4.500
800
2.700
6.900
8.500
4.500
4.500
4.500
4.500
Lasten die worden gedekt uit reserves 1. Bestemmingsreserve Parkeerfonds 2. Bestemmingsreserve C2000 Trend
3.994
3.994
0
0
0
0
177
177
0
0
0
0
134
599
-465
-465
-462
-462
Technische wijzigingen
25.128
11.621
13.507
13.511
13.751
13.751
Totaal
40.833
28.978
11.855
11.000
10.622
10.648
pagina 142 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
Toelichting op de mutaties Knelpunten 1. Bedrijfvoeringsknelpunten De organisatie Stadsontwikkeling staat onder grote druk. De cumulatie van bezuinigingen uit het coalitieakkoord, de bedrijfsvoeringstaakstellingen en het teruglopende werkpakket als gevolg van bezuinigingen intern en bij derden, leiden ertoe dat de financiële kaders voor de organisatie veel omvangrijker zijn en sneller afnemen dan door middel van personeelsreductie kan worden opgevangen. De doorlooptijd die nodig is om aanvullend op het natuurlijke verloop tot organisatorische aanpassing te komen heeft meer tijd nodig. In de komende jaren zal door reorganisatie, een stringente personeelsstop en mobiliteitsinspanningen het tekort worden afgebouwd. 2. Investeren in Parkeren; extra bijdrage Stadstoezicht resultaat 2010 Het positieve resultaat 2010 van Stadstoezicht is niet onmiddellijk toegevoegd aan de bestemmingsreserve Parkeerfonds. Dit zal met ingang van 2012 gebeuren in 5 jaarlijkse tranches van € 747. Op deze manier wordt vastgehouden aan de motie van der Born. 3. Autobereikbaarheid; Uitvoeringsprogramma Verkeer & Vervoer In het voorjaar is een plan uitgewerkt voor de dekking van het Uitvoeringsprogramma Verkeer & Vervoer. Gezien de financiële situatie is het ambitieniveau bijgesteld. Een deel van de kosten zal worden gedekt uit beschikbare middelen 2011. Bij de 2e bestuursrapportage wordt voorgesteld deze middelen te reserveren in een bestemmingsreserve. Het bijgestelde ambitieniveau is in de begroting verwerkt. 4. Doorkijk parkeersector Hier zijn de financiële knelpunten uit de doorkijk Parkeersector van maart jongstleden in opgenomen. Ombuigingen 1. Doorkijk parkeersector In het voorjaar 2011 is de Doorkijk Parkeersector gepresenteerd waarin zowel negatieve ontwikkelingen als mogelijke oplossingen werden gepresenteerd. De nadere uitwerking hiervan is verwerkt in bijgaande begroting. Door de invoering van de modernisering van het straatparkeren en de tariefmaatregelen in het centrum kunnen toekomstige tekorten in de parkeersector worden opgevangen. Dit past binnen het uitgangspunt van de motie Van der Born. Komende jaren zullen kosten en opbrengsten in de parkeersector worden gemonitord en halfjaarlijks worden gerapporteerd. Afhankelijk van de resultaatsontwikkeling de komende jaren, zal blijken of extra maatregelen nodig zijn na 2015. 2. Beleid Verkeer en Vervoer Dit betreft een verdere besparing op Verkeer en Vervoer, zoals verwerkt bij de begroting 2011 en waarbij afspraken zijn gemaakt t/m 2015, waardoor minder planvorming op dit terrein zal plaatsvinden. De uitvoering van de wettelijke taken zoals ontwerp en functioneel beheer van wegen en beheer van verkeersregelinstallaties wordt voortgezet. 3. Modernisering straatparkeren In het kader van de doorkijk Parkeersector worden 2 maatregelen genomen, modernisering straatparkeren en een tariefsaanpassing in het centrum. De maatregelen modernisering straatparkeren bestaan uit het invoeren van kentekenparkeren per 1 januari 2014 en het herontwerp en de verdere digitalisering van parkeerproducten en daarmee samenhangende (klant)processen. 4. Tariefmaatregel straatparkeren Centrum In het kader van de doorkijk Parkeersector worden 2 maatregelen genomen, modernisering straatparkeren en een tariefsaanpassing in het centrum. Lasten die worden gedekt uit reserves 1. Bestemmingsreserve Parkeerfonds Op grond van de meest recente evaluatie van het Parkeerfonds dienen de begrote uitgaven ten laste van dit fonds, alsmede de daarvoor benodigde onttrekking aan de bestemde reserve, verhoogd te worden. Dit betekent een wijziging van de begroting in de jaren 2012 t/m 2014.
Hoofdstuk 4.9 | Verslag per beleidsveld | Beleidsveld Verkeer en vervoer | pagina 143
2. Bestemmingsreserve C2000 Deze bestemmingsreserve is gevormd voor het aanbrengen van C2000 systeem in parkeergarages. De bestemmingsreserve zal jaarlijks worden onttrokken voor de dekking van de kapitaallasten. Trend De trend is de loon- en prijsontwikkeling. Zie voor een nadere uitleg Beleidsmatige inspanning 2.2 ‘Beheer algemene middelen’. Technische wijzigingen De technische wijzigingen per beleidsmatige inspanning zijn toegelicht in bijlage 12. Uitsplitsing per product (na reservering) bedragen x € 1.000,-
Stedelijke bereikbaarheid Autobereikbaarheid (en verkeersmanagement) Investeren in parkeren / realiseren parkeervoorzieningen Exploitatie en beheer parkeren Beleid Verkeer en Vervoer Totaal
baten 60 28.505 79.001 9.492 117.058
lasten 13.593 29.801 72.364 12.422 128.180
saldo -13.533 -1.296 6.637 -2.930 -11.122
Toelichting per product Product Autobereikbaarheid (en verkeersmanagement) De lasten voor dit product bestaan uit de kosten voor onderhoud en beheer van de verkeersregelinstallaties, de jaarlijkse bijdrage aan de verkeersonderneming, alsmede de kapitaallasten op reeds uitgevoerde aanpassingen aan wegen, waaronder doorstromingsverbeterende maatregelen in het kader van het Uitvoeringsprogramma Verkeer & Vervoer, en de kapitaalslasten van de bestaande verkeersregelinstallaties. De baten betreffen een bijdrage van Rijkswaterstaat voor het beheer van verkeersregelinstallaties op specifieke plaatsen.
Product Investeren in parkeren / realiseren parkeervoorzieningen De baten van dit product bestaan uit de afdracht uit de parkeerexploitatie door Stadstoezicht en de opbrengsten van parkeereisen (de afkoopsommen, die betaald moeten worden als, ter verkrijging van een bouwvergunning niet voldaan wordt aan het voorgeschreven aantal parkeerplaatsen in het plan). Tevens vallen onder de baten de onttrekkingen aan de reserve parkeerfonds, die plaats moeten vinden ter dekking van exploitatietekorten op parkeergarages en fietsparkeren, die als lasten binnen het product worden verantwoord. Andere lasten betreffen de storting in de daarvoor bestemde voorziening van de opbrengsten van de parkeereisen, terwijl tevens zowel de baten als de lasten van het Parkeergeleidingssysteem hier verantwoord worden. Als laatste onderwerp vallen onder dit product de kapitaalslasten van parkeervoorzieningen, die via de KPBG zijn aangelegd. Product Exploitatie en beheer parkeren De baten bestaan voornamelijk uit opbrengsten straatparkeren (waaronder vergunningen) en opbrengsten parkeergarages STZ. De lasten voornamelijk uit de exploitatie van de parkeergarages, handhaving en toezicht parkeren en een afdracht aan het Parkeerfonds. Product Beleid Verkeer en Vervoer Hierin worden de baten en lasten verantwoord die betrekking hebben op het uitwerken van beleid op het terrein van Verkeer en Vervoer beleid. Hieronder vallen o.a. de bestedingen die betrekking hebben op het verbeteren van mobiliteitsmanagement, verkeersmanagement en de taken van de verkeersmarinier. De baten worden voornamelijk ontvangen van de Stadsregio, DCMR en andere gemeentelijke diensten.
pagina 144 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
9.2
Beleidsmatige inspanning Duurzame mobiliteit en verkeersveilige stad
Focus van de inspanning: we continueren de aanpak om het verkeer veiliger te maken. Om de groei in vervoersbewegingen duurzaam te realiseren, is onze strategie gericht op schoon gebruik, schone voertuigen en schone brandstoffen.
Toelichting inspanningen Het college zet zich in om het gebruik van de fiets, het openbaar vervoer, elektromobiliteit en andere schone vormen van vervoer optimaal te faciliteren. Hiermee wordt een bijdrage geleverd aan de realisatie van het programma duurzaamheid en de doelen van het Rotterdam Climate Initiative en het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit. Specifiek voor de binnenstad werken we een pakket van maatregelen uit waarmee we een goede bereikbaarheid van het centrum waarborgen, de leefbaarheid verbeteren en economische activiteit stimuleren. Belangrijkste onderdelen van dit pakket zijn investeringen in de aanleg van fietspaden en fietsenstallingen, mobiliteitsmanagement, verdere uitrol van dynamisch verkeersmanagement en de stimulering van duurzame stedelijke distributie. Brandstoffen en elektrisch vervoer Om de groei in vervoersbewegingen duurzaam te realiseren (schoner en stiller) is onze strategie gericht op schoon gebruik, schone voertuigen en schone brandstoffen. Deze ontwikkeling versnellen we door Rotterdam te positioneren als proeftuin voor innovatieve bedrijven op het gebied van elektrisch vervoer. Daarnaast zorgen we, mits ondersteund met rijksgelden, voor 1000 oplaadpalen voor in Rotterdam geregistreerde voertuigen. Hierover wordt gerapporteerd in het kader van het programma Duurzaam. Specifiek voor de binnenstad werken we een pakket van maatregelen uit, zodat het centrum zowel bereikbaar als leefbaar blijft. Openbaar Vervoer In 2012 zal een aangepaste regeling voor het gratis OV 65+ worden ingevoerd, waarbij de mogelijkheid om gratis te reizen alleen zal gelden voor een specifieke doelgroep. Ook voeren we periodiek overleg met de Stadsregio over de dienstregeling en uitvoering van het openbaar vervoer in de stad. Fiets In afstemming met de Stadsregio wordt een vervolg gegeven aan het fietsplan, o.a. door aanleg van ontbrekende schakels in het fietsnetwerk. We sluiten hierbij zoveel mogelijk aan bij bestaande (onderhouds)werkzaamheden. We voeren een extra slag uit in de fietsparkeerplekken bij tram- en metrohaltes en in het centrum. Verkeersveiligheid Het is belangrijk dat de basis van het verkeerssysteem goed op orde blijft. De blackspot-aanpak wordt gecontinueerd. De aanpak van knelpunten in de verkeersveiligheid en uitvoeren van functionele wijzigingen in het wegennet combineren we met onderhoud. Ook verkeerseducatie maakt onderdeel uit van deze aanpak. De vervanging van verkeersregelinstallaties is kostbaar maar noodzakelijk, vooral ten behoeve van de veiligheid. We proberen delen van installaties langer te gebruiken wanneer dat haalbaar is en spreken daarom van ‘renovatie’. (Overige) Indicatoren Indicator
Begroting 2012 7 schakels aangepakt 450 plekken 10 15
Schakels in fietspaden verbeteren Extra slag fietsparkeerplaatsen bij tram en metro Black spots saneren Verkeersregelinstallaties vervangen
Begroting 2013 n.t.b.
Begroting 2014 n.t.b.
10 15
10 15
Baten en lasten (meerjarenraming) bedragen x € 1.000,-
Duurzame mobiliteit en verkeersveilige stad Baten Lasten Resultaat voor reserveringen Resultaatbestemming Onttrekking aan reserves Toevoeging aan reserves Resultaat na reserveringen
rekening 2010 7.213 15.487 -8.274
raming 2011 6.066 14.729 -8.663
begroting 2012 9.775 15.018 -5.243
raming 2013 16.951 22.714 -5.763
raming 2014 35.913 41.916 -6.003
raming 2015 35.913 38.916 -3.003
0 166 -8.440
840 0 -7.823
0 0 -5.243
0 0 -5.763
0 0 -6.003
0 0 -3.003
Hoofdstuk 4.9 | Verslag per beleidsveld | Beleidsveld Verkeer en vervoer | pagina 145
Aansluiting met voorgaande begroting (na reservering) bedragen x € 1.000,-
Duurzame mobiliteit en verkeersveilige stad
begroting 2012 -7.779 2.536 -5.243
raming 2013 -7.819 2.056 -5.763
raming 2014 -7.819 1.816 -6.003
baten
begroting 2012 lasten
saldo
raming 2013 saldo
raming 2014 saldo
raming 2015 saldo
0
700
-700
-700
-700
-700
3.000 400 -164 0 2.536
3.000
3.000
6.000
0 -5.260 -5.260
-3.000 -400 164 -5.260 -7.796
-244 0 2.056
-484 0 1.816
-484 0 4.816
Begroting 2011 Mutaties kaderbrief en begroting Totaal
raming 2015 -7.819 4.816 -3.003
Specificatie mutaties kaderbrief en begroting bedragen x € 1.000,-
Duurzame mobiliteit en verkeersveilige stad Mutaties die invloed hebben op de algemene middelen Knelpunten 1. Fiets/OV; ophoging budget gratis OV 65+ Ombuigingen 1. OV65+ doelgroepbeleid 2. Verkeerslichten Trend Technische wijzigingen Totaal
Toelichting op de mutaties Knelpunten 1. Ophoging budget gratis OV 65+ De kosten van het gratis openbaar vervoer voor 65-plussers zijn begroot op € 6 mln per jaar. Het tot op heden jaarlijks beschikbare budget bedraagt € 5,3 mln. De aanvullend benodigde middelen zijn nu in de begroting verwerkt. Ombuigingen 1. OV 65+ doelgroepbeleid In 2012 zal een aangepaste regeling voor het gratis OV 65+ worden ingevoerd, waarbij de mogelijkheid om gratis te reizen alleen zal gelden voor een specifieke doelgroep. Ook voeren we periodiek overleg met de Stadsregio over de dienstregeling en uitvoering van het openbaar vervoer in de stad. 2. Verkeerslichten De vervanging van een aantal installaties wordt vertraagd. Dit leidt tot lagere investeringen en dus tot meer vrijval. Daarnaast verwachten we eenmalig aan elektriciteitskosten een voordeel omdat sneller dan gepland de verkeerslichten-lampen door LED lampen zijn vervangen. Trend De trend is de loon- en prijsontwikkeling. Zie voor een nadere uitleg Beleidsmatige inspanning 2.2 ‘Beheer algemene middelen’. Technische wijzigingen De technische wijzigingen per beleidsmatige inspanning zijn toegelicht in bijlage 12. Uitsplitsing per product (na reservering) bedragen x € 1.000,-
Duurzame mobiliteit en verkeersveilige stad Fiets / Openbaar vervoer / Schone vervoerswijzen Verkeersveiligheid en leefkwaliteit Totaal
pagina 146 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
baten 9.775 0 9.775
lasten 14.197 821 15.018
saldo -4.422 -821 -5.243
Toelichting per product Product Fiets / Openbaar vervoer / Schone vervoerswijzen De baten van dit product bestaan uit bijdragen van de Stadsregio in de aanleg van bijvoorbeeld fietspaden, de dekking door de Stadsregio van haar opdrachten met betrekking tot de aanleg van railinfrastructuur, alsmede de bijdrage van de betreffende deelgemeente in de kosten van het project ‘Oudedijk’. De lasten worden gevormd door de uitgaven voor bovengenoemde projecten, terwijl tevens de kosten van het gratis openbaar vervoer voor 65-plussers via dit product verantwoord worden. Daarnaast worden ook de kapitaalslasten van reeds uitgevoerde projecten (fietspaden) hier verantwoord. Product Verkeersveiligheid en leefkwaliteit Voor dit product bestaan de lasten vooralsnog uitsluitend uit de kapitaalslasten op reeds gerealiseerde verkeersvoorzieningen in het kader van Blackspots en Lokale Leefomgeving.
Hoofdstuk 4.9 | Verslag per beleidsveld | Beleidsveld Verkeer en vervoer | pagina 147
Hoofdstuk 4.10
pagina 148 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
Beleidsveld 10 Economie
Wat willen we bereiken? Het versterken van de Rotterdamse economische structuur.
Toelichting De Rotterdamse economie moet de komende jaren krachtiger, weerbaarder en duurzamer worden. Hiervoor zetten we in op het uitbouwen van de kansrijke clusters, het verbeteren van het vestigingsklimaat, het ondersteunen van (startend) ondernemerschap en innovatie en het intensiveren van de relatie met de Rotterdamse regio. Wij gaan nog intensiever samenwerken met onze partners. Om de ontwikkeling van de Rotterdamse economie als geheel inzichtelijk te maken en te meten hoe we er voor staan ontwikkelen we een economisch index. De activiteiten die we gaan uitvoeren om de Rotterdamse economie over vier jaar krachtiger, weerbaarder en duurzamer te maken leggen we vast in een programma regionale en stedelijke economie.
Hoofdstuk 4.10 | Verslag per beleidsveld | Beleidsveld Economie | pagina 149
bedragen x € 1.000,-
Beleidsveld
Beleidsmatige inspanning
Economie Baten Lasten
7.041 38.625
Economische structuur en vestigingsklimaat Baten 7.041 Lasten 38.625 Target: Het aantal HBO’ers en WO’ers afgestudeerd aan Rotterdamse instellingen voor hoger onderwijs dat anderhalf jaar na afstuderen in de regio en daarbinnen de stad werkt neemt over de collegeperiode gemiddeld met anderhalf procent punt toe ten opzichte van het gemiddelde over de afgelopen vijf jaar. Target: Het met behulp van de Rotterdam Investment Agency realiseren van 100 investeringsprojecten (succesvolle proposities) in deze collegeperiode.
Product Versterken economische structuur Baten Lasten
3.000 19.405
Versterken vestigingsklimaat Baten Lasten
397 13.457
Versterken kansenstructuur Baten Lasten
0 1.802
Beheer markten Baten Lasten
3.644 3.961
.
.
pagina 150 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
10.1
Beleidsmatige inspanning Economische structuur en vestigingsklimaat
Focus van de inspanning: de Rotterdamse economie moet over vier jaar krachtiger, weerbaarder en duurzamer, zijn. Hiervoor zetten we in op het uitbouwen van de kansrijke clusters, het verbeteren van het vestigingsklimaat, het ondersteunen van (startend) ondernemerschap en innovatie en het intensiveren van de relatie met de Rotterdamse regio. Wij gaan om dit te bereiken intensiever samenwerken met onze partners. Om de ontwikkeling van de Rotterdamse economie als geheel inzichtelijk te maken en te meten hoe we er voor staan ontwikkelen we een economisch index. De activiteiten die we gaan uitvoeren om de Rotterdamse economie over vier jaar krachtiger, weerbaarder en duurzamer te maken leggen we vast in een programma regionale en stedelijke economie.
Toelichting Inspanningen De inspanningen van het college zijn gericht op: – het verbeteren van de concurrerende vestigingsvoorwaarden; – het vergroten van de concurrentiepositie van sterke sectoren; – het voldoen aan de vraag naar arbeid. Dienstverlening aan ondernemers en het binden van bedrijven zijn hierbij de belangrijkste activiteiten. Samenwerking met partijen in de stad en regio is essentieel. In 2011 is hiertoe het programma Economie en Arbeidsmarkt opgesteld. In 2012 staat de uitvoering van dit programma centraal. Om de samenwerking tussen gemeente en stedelijke partners bij de realisatie van het programma en de daarvoor benodigde analyse te kunnen sturen is in 2011 het Strategisch Beraad opgericht. In 2012 wordt dit voortgezet. De Economische Verkenning en de Werkgelegenheidsmonitor zijn ook in 2012 weer de graadmeters hoe we ervoor staan met de Economie en de Arbeidsmarkt.
Programma Economie en Arbeidsmarkt Concurrerende vestigingsvoorwaarden bieden Voor ondernemers zijn optimale dienstverlening, bereikbaarheid, goede vestigingslocaties, een goed functionerende arbeidsmarkt en een aantrekkelijk woonklimaat essentiële vestigingsvoorwaarden. Rotterdam wordt gezien als een echte ondernemersstad en daar zijn we trots op. De gemeente werkt met stedelijke en regionale partners om de positie van Rotterdam als stad met goede vestigingsvoorwaarden verder uit te bouwen. Accountmanagement en acquisitie Met de Rotterdam Investment Agency (RIA) wordt onverminderd ingezet op het aantrekken en behouden van meer buitenlandse bedrijven en investeerders naar de stad. De expatdesk vervult daarbij een belangrijke rol voor (hoogopgeleide) werknemers uit het buitenland. Steeds vaker worden via de expatdesk verblijfsvergunningen geregeld via de zogenaamde kennismigrantenregeling. Ook het bezoeken van alle toonaangevende bedrijven in Rotterdam is voor de RIA een belangrijke activiteit. Deze toonaangevende bedrijven zijn een belangrijke bron van werkgelegenheid en potentiële uitbreidingsinvesteringen. Het is essentieel deze bedrijven op regelmatige basis te bezoeken (relatiemanagement) en ze hiermee voor de stad te behouden of ze te bewegen tot het doen van additionele investeringen. Daarnaast leveren deze bezoeken waardevolle informatie op over hoe bedrijven in de stad kijken naar het Rotterdamse vestigingsklimaat, zoals de arbeidsmarkt, de bereikbaarheid van de stad en de quality of life. Hierover wordt viermaandelijks aan het college gerapporteerd. Aansluitend op het bezoeken van de bedrijven, organiseert de RIA jaarlijks een aantal bijeenkomsten om netwerken tussen (regionale en) Rotterdamse bedrijven onderling en de gemeentelijke overheid te faciliteren en te verstevigen. Voor het MKB zetten we ook het instrument key/accountmanagement in. Het accountmanagement is extern gericht en verbindt publieke en private partijen om meer zicht te krijgen op de arbeidsmarktparticipatie en inzicht te krijgen in de retailtrends. Accountmanagement MKB wordt in 2012 gericht op het verder uitbouwen van de relaties met de ondernemerscollectieven, op smaakmakers in de gebieden en op de sterke economische clusters. Samen met het ondernemershuis (ondernemersbalie en digitale voorziening voor ondernemers) is het accountmanagement de eerste ingang voor ondernemers voor ondernemersvragen, informatie en ondersteuning bij problemen en knelpunten gerelateerd aan de gemeentelijke organisatie. Verminderen regeldruk, verbeteren dienstverlening aan ondernemers en bevorderen ondernemerschap De ondernemersbalie is de fysieke plek voor de vragen/issues van de ondernemers. Naast deze fysieke plek maken de ondernemers ook gebruik van Mijn Loket voor Bedrijven van de gemeente Rotterdam. De ondernemersbalie is gebouwd als één integraal loket vanuit vraag van ondernemers.
Hoofdstuk 4.10 | Verslag per beleidsveld | Beleidsveld Economie | pagina 151
Onder de verzamelnaam het ondernemershuis staan de ondernemersbalie en de digitale voorziening voor ketensamenwerking inclusief kostendeling in samenwerking met marktpartijen. Het ondernemershuis is aangesloten achter het gemeentelijke telefoonnummer 14010. In het kader van het verminderen van regeldruk ondernemers wordt in 2012 ingezet op het schrappen van onnodige regels, verbeteren van de digitale dienstverlening (Mijn Loket voor Bedrijven, ondernemersdossier) en de aanpak van de irritatie top10 van ondernemers. Met de inzet van intern casemanagement worden ondernemers ondersteund bij problemen en knelpunten die zij hebben tijdens het vergunningenproces of andere processen die een relatie hebben met administratieve lastendruk. Werklocaties Werklocaties zijn essentieel. We werken met marktpartijen aan een evenwichtig, hoogwaardig gebruik en aanbod van bedrijventerreinen, winkels en kantoren. De ontwikkelingen worden ook in 2012 via de Navigator werklocaties gevolgd. Deze wordt twee keer per jaar opgesteld. In 2011 is een convenant met marktpartijen afgesloten om de leegstand van kantoren aan te pakken. In 2012 zetten we de aanpak van de in 2011 geselecteerde pilots door. De uitvoering van de herstructurering van zes bedrijventerreinen, Spaanse Polder, Noord/West, Hordijk, Gadering, Schiebroek en de Laagjes, is in volle gang. Er blijft behoefte aan nieuwe bedrijventerreinen, met name aan de zuidkant. Afstemming in de Stadsregio, maar ook bovenregionaal, blijft daarom in 2012 van belang. In 2012 gaan we voor 25 – nader te prioriteren – winkelgebieden een vitaliteitscan uitvoeren en analyseren met stakeholders. Daarvoor ontwikkelen we een drietal instrumenten, te weten scenarioplanning, maatschappelijke kosten-/batenanalyses en coaching van samenwerking tussen publieke en private stakeholders. Met de inzet van die instrumenten is de vitaliteitscan richtinggevend voor alle stakeholders en voor de toekomst van een winkelgebied (instandhouding, functiemenging, of -verandering). Economische structuur versterken De economie van Rotterdam en regio kenmerkt zich door een mix van grote en kleine bedrijven, internationaal en regionaal, starters, doorgroeiers en gevestigde ondernemingen. Het omvangrijke havenindustrieel complex (HIC), en de medische en zorgsector zijn van groot belang. Maar ook zakelijke dienstverlening, consumentendiensten en de creatieve sector krijgen aandacht. We creëren goede randvoorwaarden qua ruimte, infrastructuur, arbeidsmarkt en imago. Innovatie en samenwerking in regionaal verband zijn essentieel. Doel is de concurrentiepositie van de sterke economische clusters verder uit te bouwen. Medisch en zorg Doelstelling is om de Rotterdamse zorgeconomie een gezonde economische sector te laten zijn met veel bedrijvigheid en werkgelegenheid. In de gebiedsontwikkeling zetten we verder in op de ontwikkeling van de Science Tower en de invulling van de zorgboulevard Coolhaven. De in 2011 opgestelde Rotterdamse propositie moet leiden tot het vestigen van ten minste 1 internationaal bedrijf op het gebied van medisch en zorg. Het in 2011 opgerichte Platform Zorg gaat de vraagstukken met betrekking tot de arbeidsmarkt verder uitwerken. In regionaal verband (Medical Delta) worden samenwerkingsprojecten op biomedisch gebied en innovaties in de zorg verder geïntensiveerd. Havengerelateerd cluster Het Haven- en Industrieel Cluster (HIC) is van groot belang voor Nederland en dus voor onze stad en regio. Het cluster levert met ruim 70.000 banen een belangrijke bijdrage aan de werkgelegenheid in onze regio. Na het verschijnen van de Havenvisie 2030, wordt nu gewerkt aan een nieuw uitvoeringsprogramma. Belangrijke thema’s die daarin worden opgepakt zijn het vormgeven van de publieke taken voor ondernemers in het havengebied, het onderhouden van de kennis over het haven- en industrieel complex en het bouwen aan een krachtig regionaal netwerk. Activiteiten zullen worden ontwikkeld in samenwerking met de partners in de stad en haven en zullen zich o.a. richten op arbeidsmarkt en scholing, economische projectontwikkeling, accountmanagement en kennisdeling. Innovatie De Rotterdamse Innovatieagenda is in 2011 opgesteld als kader van waaruit verschillende activiteiten zullen worden geïnitieerd om een innovatief klimaat te bevorderen. De gemeente participeert in Triple Play 2020, een valorisatieprogramma met onderwijs, kennisinstellingen en bedrijfsleven uit Rotterdam waarvoor subsidie is aangevraagd bij Agentschap NL. Verder is de gemeente met de Hogeschool Rotterdam actief in het project Rotterdam Open Data. Met het toegankelijk maken van openbare data wil Rotterdam de ontwikkeling van producten en diensten stimuleren. Een aantal voorbeeldprojecten wordt geselecteerd en uitgevoerd. Starters in de incubator op het RDM terrein worden ondersteund (Innovatieketen). De regionale samenwerking in TriDelta verband zal verder ontwikkeld worden. Activiteiten zoals een netwerk rondom het speerpunt architectuur worden opgezet en de speerpunten van de regio zullen via lobby bij het rijk en de EU onder de aandacht gebracht worden. pagina 152 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
Consumentendiensten Onder consumentendiensten rekenen we de sectoren leisure, detailhandel en horeca. In 2012 wordt het evenementenbeleid conform de beleidsnota “Dieper in de stad, verder in de wereld” nader uitgevoerd. Naast de jaarlijkse succesvolle evenementen zoals het IFFR filmfestival, North Sea Jazz en de Wereldhavendagen vinden in 2012 een aantal Europese Kampioenschappen plaats, zoals het EK Honkbal en het EK Handbal voor dames. Door marketing en promotie en specifieke werving op de congresmarkt wordt ingezet op een langer verblijf van de toeristische en zakelijke bezoeker in de stad. Creatieve Economie We zetten in op het behouden en realiseren van nieuwe creatieve werkplaatsen in de stad en op een voor creatieve en kenniswerkers aantrekkelijk uitgaansklimaat in de binnenstad. Daarbij willen we de kleinschalige en/of experimentele initiatieven en evenementen die de creatieve sector zelf organiseert zo veel mogelijk faciliteren, waarbij zij de ruimte krijgen die initiatieven uit te voeren. Met het oog op innovatie voeren we regie op het samenbrengen en koppelen van partijen uit de creatieve sector, overig bedrijfsleven en kennisinstellingen. Regio De economie van Rotterdam is nauw verbonden met die van de regio. In meerdere samenwerkingsverbanden (Metropoolregio Rotterdam-Den Haag, Zuidvleugel en DelTri) wordt met andere gemeenten en marktpartijen gewerkt aan omvattende regionale economische agenda’s. Er wordt ook sectorspecifiek samengewerkt: in Medical Delta wordt gewerkt aan vergaande samenwerking tussen de universiteiten onderling en met het bedrijfsleven. Binnen Clean Tech Delta worden concrete business cases uitgewerkt. TriDelta bouwt zijn samenwerkingsstructuur verder uit. De Rotterdamse inzet is ook geborgd in de topsectorenaanpak van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. De uitvoering van het topsectorenbeleid wordt in samenwerking met het ministerie komend jaar vormgegeven. Voldoen aan de vraag naar arbeid De gemeente Rotterdam wil er alles aan doen om aan de toenemende vraag naar arbeid in de economie te voldoen. Steeds nadrukkelijker wordt een aantrekkelijke en flexibele arbeidsmarkt, met mensen die wat kunnen, een vestigingsfactor voor het bedrijfsleven om rekening mee te houden. De ambities zijn gericht op het vergroten van de arbeidsparticipatie, het verhogen van het opleidingsniveau van de beroepsbevolking, het bevorderen van de doorstroming en het optimaliseren van de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt. Hierop zetten we niet alleen in vanuit het beleidsveld Economie, maar ook vanuit de beleidsvelden Participatie en Jeugd. Sectoragenda’s Werkgevers zijn bepalend voor de vraag op de arbeidsmarkt. Daarom werken we samen met het bedrijfsleven en het onderwijsveld aan een goed functionerende arbeidsmarkt. Samen met deze strategische partners werken we, voor de economisch relevante sectoren, aan een agenda om de opgaven op de arbeidsmarkt aan te pakken. Integraal onderdeel van het versterken van de Medisch en Zorgsector is de ontwikkeling van de arbeidsmarkt. Ook in 2012 werken we, binnen het Platform Zorg en op basis van het convenant zorg verder aan het terugdringen van de personeelstekorten in deze sector. Aandachtspunten zijn de diversiteit van het personeelsaanbod en de opleidingscapaciteit (en rendement). Onze inzet richt zich op het continueren van de imagocampagne, de beroepsoriëntatie en het verbreden van de werving. Voor het versterken van de sectoren Haven, Industrie en Techniek is de ontwikkeling van arbeidsmarkt van groot belang. Ook in de Havenvisie 2030 is de ontwikkeling van de arbeidsmarkt een belangrijk thema. Het vergroten en verbeteren van de uitstroom uit het onderwijs is voor deze sector een belangrijk aandachtspunt. Hiervoor is het onder andere noodzakelijk om de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt te verbeteren. Diverse initiatieven, zoals het oprichten van twee vakscholen techniek (onderdeel van het programma Aanval op Uitval) en het verbeteren van de beroepsoriëntatie lopen al. In 2012 zullen we op basis van een gezamenlijke agenda – waarin nadrukkelijk ook aandacht is voor de zij-instroom, doorstroming en de aantrekkelijkheid van deze sector – verder uitvoering geven aan de ontwikkeling van de arbeidsmarkt in deze sector. Rotterdam Carrièrestad Daarnaast werken we aan maatregelen om hoger opgeleiden aan onze stad te binden. Belangrijk onderdeel is het ontwikkelen van een carrièreperspectief voor hoger opgeleiden. In 2012 zullen de eerste afstudeerders kunnen instromen op een baanarrangement binnen een dwarsdoorsnede van het Rotterdamse bedrijfsleven. Maar in 2012 worden meer activiteiten en initiatieven uitgevoerd op basis van het plan dat met bedrijfsleven en onderwijsveld is opgesteld. Dit is een integraal plan dat aansluit bij de agenda voor Hoger Onderwijs en waarin bijvoorbeeld ook aandacht is voor de aantrekkelijkheid van Rotterdam.
Hoofdstuk 4.10 | Verslag per beleidsveld | Beleidsveld Economie | pagina 153
Generieke acties Binnen de sectorale agenda’s is de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt een belangrijk thema. Daarom zetten we ook generiek in op de verbetering van deze match. Hiervoor zijn de acties uit het Rotterdams Onderwijsbeleid gericht op het tegengaan van schooluitval en het verbeteren van de beroeps- en loopbaanoriëntatie essentieel. Daarnaast is het belangrijk om aandacht te hebben voor sociale innovatie en duurzaam werken en de doorstroming op de arbeidsmarkt. In 2012 zullen we verschillende activiteiten ontplooien waarin we het bedrijfsleven stimuleren om hun bedrijfsprocessen anders in te richten en zo het menselijk kapitaal beter te benutten. Ook bevorderen we, onder andere met de introductie van de leercheque in 2012, de intersectorale en opwaartse mobiliteit van werknemers. Hierin sluiten we onder andere aan op het thema duurzaam werken in het programma Samen Werken aan een Goede Gezondheid. De derde generieke actie is gericht op een eenduidige werkgeversbenadering. Op het gebied van de werkgeversservice zullen we de samenwerking met de regiogemeenten in 2012 verder uitbreiden.
Collegetargets Het met behulp van de Rotterdam Investment Agency realiseren van 100 investeringsprojecten (succesvolle proposities) in deze collegeperiode. Het aantal Hbo’ers en WO’ers afgestudeerd aan Rotterdamse instellingen voor hoger onderwijs dat anderhalf jaar na afstuderen in de regio en binnen de stad werkt, neemt over de collegeperiode gemiddeld met anderhalf procent punt toe ten opzichte van het gemiddelde over de afgelopen vijf jaar. Overige Indicatoren Aantal investeringsprojecten (cumulatief, jaarlijks per 31-12)
2012 70
Gemiddeld groeipercentage WO en HBO afgestudeerden 2013 (gegevens over 2008–2012)
Administratieve lastendruk (cumulatief, jaarlijks per 31–12)
2013 100
1,5%
2012
2013 -15%
Economische ontwikkeling warenmarkten Het college heeft verschillende maatregelen genomen om de kwaliteit van de Rotterdamse warenmarkten te verbeteren. De brancheringsbesluiten uit 2010 hebben als doel het overaanbod van aardappelen, groenten en fruit (AGF) en kleding op de drie grote markten terug te dringen en meer diversiteit in het productaanbod op de markt te realiseren. Schorsingsverzoeken en bezwaren tegen deze besluiten zijn afgewezen. Wij kijken daarom met vertrouwen naar de beroepszaken die bij de rechtbank zijn aangespannen. In 2011 zijn de eerste positieve effecten van de brancheringsbesluiten zichtbaar, de verwachting is dat de positieve trend zich in 2012 voortzet. Verdere verbeteringen worden verwacht, onder andere door het tussentijds toewijzen van vrijgekomen plaatsen als vaste plaats aan meelopers. Hierdoor wordt een halt toegeroepen aan de structurele leegstand van kramen op de markten. Het college is voornemens om de standwerkerplaatsen op de markten per 1 januari 2012 elektronisch te verloten. De verdeling van standwerkplaatsen vindt daardoor objectief en zonder menselijke tussenkomst plaats. Doordat de uitslag van de loting een week van te voren bekend wordt gemaakt willen wij ook standwerkers van buiten de regio motiveren om in Rotterdam te komen standwerken en zo de diversiteit en kwaliteit van de Rotterdamse markten verder te verbeteren. Daarnaast zal het beheer van de Rotterdamse warenmarkten in 2012 kostendekkend worden gemaakt. Tenslotte zal naar verwachting begin 2012 de iPad beschikbaar komen voor de marktmeesters: hiermee loopt Rotterdam landelijk gezien voorop, voor wat betreft automatisering op de markten. Door deze automatisering bij de buitendienst wordt het mogelijk meerdere administratieve processen te automatiseren. Verdere verbeteringsvoorstellen worden naar verwachting eind 2011 besproken bij de behandeling van het uitvoeringsprogramma Rotterdamse Warenmarkten 2011–2014.
pagina 154 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
Baten en lasten (meerjarenraming) bedragen x € 1.000,-
Economische structuur en vestigingsklimaat Baten Lasten Resultaat voor reserveringen Resultaatbestemming Onttrekking aan reserves Toevoeging aan reserves Resultaat na reserveringen
rekening 2010 17.701 57.374 -39.673
raming 2011 8.505 41.286 -32.781
begroting 2012 6.541 38.625 -32.084
raming 2013 6.541 38.630 -32.089
raming 2014 6.541 38.767 -32.226
raming 2015 6.541 38.129 -31.588
68 0 -39.605
1.599 0 -31.182
500 0 -31.584
500 0 -31.589
638 0 -31.588
0 0 -31.588
begroting 2012 -32.032 448 -31.584
raming 2013
raming 2014
raming 2015
-32.036 447 -31.589
-32.036 448 -31.588
-32.036 448 -31.588
raming 2014 saldo
raming 2015 saldo
1.500 -750 750 -401 -651 448
1.500 -750 750 -401 -651 448
Aansluiting met voorgaande begroting (na reservering) bedragen x € 1.000,-
Economische structuur en vestigingsklimaat Begroting 2011 Mutaties kaderbrief en begroting Totaal
Specificatie mutaties kaderbrief en begroting bedragen x € 1.000,-
Economische structuur en Vestigingsklimaat Mutaties die invloed hebben op de algemene middelen Ombuigingen 1. Economie 2a. Lagere baten markten 2b. Kostendekkende markttarieven Trend Technische wijzigingen Totaal
baten
begroting 2012 lasten
saldo
raming 2014 saldo
0 -750 750 25 -2.078 -2.053
-1.500 0 0 423 -1.424 -2.501
1.500 -750 750 -398 -654 448
1.500 -750 750 -402 -651 447
Toelichting op de mutaties Ombuigingen 1. Economie In 2012 vindt er een ombuiging plaats van € 1,5 mln. Dit wordt gevonden in de budgetten voor de “uitvoeringsprogramma Haven” en “ruimte voor ondernemen/bedrijfsterreinen” door deze beiden te verlagen met een bedrag van € 0,75 mln. Hierna resteert voor het uitvoeringsprogramma Haven in 2012 € 0,55 mln en voor bedrijfsterreinen € 1,25 mln. Voor 2013 en volgende jaren wordt de bezuiniging van € 1,5 mln voor € 0,3 mln ook ingevuld in het uitvoeringsprogramma Haven. Voor de invulling van een bedrag van € 1,2 mln wordt voor de begroting 2013 een voorstel uitgewerkt. 2. Kostendekkende markttarieven In de Begroting 2011 is aangekondigd dat er een nieuw voorstel voor de markttarieven komt. Er is sprake van wegvallende baten waardoor de markttarieven verhoogd moeten worden. De wegvallende baten bestaan uit drie componenten. De daling van de opbrengsten met € 160 door de ingevoerde extra verhoging deels terug te draaien was nog niet in de meerjarenbegroting verwerkt. Daarnaast worden de baten van de straathandel (ca. € 365) vanaf de omissieregeling 2011 niet meer ten behoeve van het product beheer markten ingezet. Ten derde zijn de middelen uit de reserve frictiekosten markten ( ca. € 200) uitgeput. Om de komende jaren tot kostendekkendheid te komen wordt voorgesteld om de marktgelden met ingang van 2012 met 30% boventrendmatig te verhogen (de jaarlijkse trendmatige verhoging op basis van het consumentenprijsindexcijfer (CPI) komt hier nog bovenop). Trend De trend is de loon- en prijsontwikkeling. Zie voor een nadere uitleg Beleidsmatige inspanning 2.2 ‘Beheer algemene middelen’. Hoofdstuk 4.10 | Verslag per beleidsveld | Beleidsveld Economie | pagina 155
Technische wijzigingen De technische wijzigingen per beleidsmatige inspanning zijn toegelicht in bijlage 12. Uitsplitsing per product (na reservering) bedragen x € 1.000,-
Economische structuur en vestigingsklimaat Versterken economische structuur Versterken vestigingsklimaat Versterken kansenstructuur Beheer markten Totaal
baten 3.000 397 0 3.644 7.041
lasten 19.405 13.457 1.802 3.961 38.625
saldo -16.405 -13.060 -1.802 -317 -31.584
Toelichting per product Product Versterken economische structuur Het verbeteren van de concurrentieposities van de Rotterdamse sterke clusters en topsectoren o.a. door een zo gunstig mogelijke vestigingsklimaat te creëren en door netwerken te organiseren en stimuleren waarin bedrijven samenwerken. Hier vallen o.a. de volgende sectoren onder: HIC, Medisch & Zorg, Innovatief klimaat, Kennisintensieve zakelijke dienstverlening, Consumentendiensten en Duurzaamheid. De baten zijn bijdragen van het IFR en batig saldo op deelnemingen. De kosten worden gemaakt voor investeringen, bijdragen, programma’s en activiteiten op het gebied van digitale technologie, consumentendiensten, innovatieve ontwikkelingen, creatieve bedrijvigheid en Medisch en Zorg. Product Versterken vestigingsklimaat Het verbeteren van belangrijke vestigingsfactoren, waaronder bereikbaarheid, werklocaties en goede kwaliteit van de gemeentelijke dienstverlening. De baten bestaan uit bijdragen van het Rijk. De uitgaven worden ingezet om ondernemerschap te bevorderen, administratieve lasten te reduceren en acquisitie en accountmanagement voor grote bedrijven en instellingen. Op het gebied van werklocaties wordt gewerkt aan het voorkomen van leegstand, ruimte voor ondernemen op bedrijventerreinen en de revitalisering van winkelgebieden. Product Versterken kansenstructuur Binnen de hoofddoelstelling “voldoen aan de vraag naar arbeid in de economie” kent het programma arbeidsmarkt de volgende ambities: – Optimaliseren van de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt; – Vergroten van de arbeidsparticipatie; – Bevorderen van de doorstroming op de arbeidsmarkt; – Verhogen van het opleidingsniveau van de beroepsbevolking. De lasten bestaan uit het participeren in en opzetten van programma’s die bijdragen aan deze doelstellingen. Voorbeelden hiervan zijn de programma’s Beter Presteren, Aanval op Uitval, Werk en Re-integratie en Rotterdam Carrièrestad. Product Beheer markten De baten bestaan voornamelijk uit opbrengsten marktgelden, de lasten bestaan voornamelijk uit personeelskosten toezicht markten en overige kosten zoals schoonmaakkosten marktterreinen, etc.
pagina 156 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
Hoofdstuk 4.10 | Verslag per beleidsveld | Beleidsveld Economie | pagina 157
Hoofdstuk 4.11
pagina 158 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
Beleidsveld 11 Milieu en duurzaamheid
Wat willen we bereiken? Een schone, groene en gezonde stad. Dát is wat Rotterdam wil realiseren. Een stad die economisch sterk is, waar bedrijven zich graag vestigen, ondernemers de ruimte krijgen en waar aantrekkelijk en hoogwaardig werk te vinden is. Een groene stad waar je met plezier woont en recreëert. Een gezonde stad met een goede luchtkwaliteit en weinig geluidsoverlast. En een stad waar je tot goede leerprestaties komt en je je talent optimaal kunt ontwikkelen. Een stad met een hoge kwaliteit van leven. Dat is waaraan we in de periode tot en met 2014 hard werken via de uitvoering van het programma Duurzaam.
Toelichting De ambitie is om via het programma Duurzaam van Rotterdam de duurzaamste havenstad in zijn soort te maken: schoon, groen en gezond. Hierbij streven we naar een betere balans tussen sociale (people), ecologische (planet) en economische (prosperity) belangen. We werken samen met tal van partners aan een stad waar het prettig, veilig en gezond toeven is én waar de Rotterdamse economie kan floreren. We houden vast aan de hoofddoelstelling van het Rotterdam Climate Initiative: in 2025 is de CO2-uitstoot ten opzichte van 1990 gehalveerd en is Rotterdam 100% klimaatbestendig. Voor de korte termijn leveren we een belangrijke bijdrage aan het realiseren van de collegetargets. De langetermijnambitie voor geluid is dat in 2025 30% minder mensen dan in 2007 last hebben van geluid. Voor luchtkwaliteit geldt dat we een bredere aanpak ontwikkelen gericht op structurele verbetering, met name met het oog op het bereiken van een betere gezondheidsituatie. Op de korte termijn willen we werken aan het oplossen van de knelpunten in de stad. Verder hanteren we als uitgangspunt dat elke ruimtelijke verandering moet leiden tot een verbetering van de kwaliteit van de leefomgeving. Zo dragen we bij aan het voorkomen van nieuwe knelpunten op het gebied van luchtkwaliteit en geluidsoverlast en zorgen we dat de leefomgeving bijdraagt aan een aantrekkelijkere stad en een betere gezondheid van de Rotterdammers.
Hoofdstuk 4.11 | Verslag per beleidsveld | Beleidsveld Milieu en duurzaamheid | pagina 159
bedragen x € 1.000,-
Beleidsveld Milieu / duurzaamheid Baten Lasten
Beleidsmatige inspanning
1.750 28.603
Milieu en duurzaamheid Baten 1.750 Lasten 28.603 Target: Aan het einde van de collegeperiode is in Rotterdam en de haven voor minimaal € 350 mln in duurzaamheid geïnvesteerd. Target: 15.000 Rotterdammers hebben aan het einde van de collegeperiode in hun woning een geluidsbelasting als gevolg van verkeerslawaai die minimaal 3 decibel lager ligt dan in 2010.
Product Regie lucht, geluid, bodem, vergunningverlening en handhaving Baten Lasten
0 0
Regie duurzaamheid (RCI en RCP) Baten Lasten
0 0
Regie duurzaamheid Baten Lasten Regie klassieke milieutaken Baten Lasten
0 8.860
1.750 19.996
.
.
pagina 160 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
11.1
Beleidsmatige inspanning Milieu en duurzaamheid
Ambitie van het programma is – met duurzaamheid als katalysator – Rotterdam te transformeren tot de duurzaamste wereldhaven stad, met de grootste groen-blauwe economie en een aantrekkelijke en gezonde leefomgeving. Met het programma zetten we primair in op de duurzaamheidsthema’s klimaat, energie en water, omdat we hiervan de grootste economische spin-off verwachten. We gaan door met de klassieke milieutaken en richten ons hierbij vooral op de verbetering van de leefbaarheid via aanpak van de knelpunten op het gebied van geluid en lucht.
Toelichting Inspanningen Inleiding Het college heeft in 2011 het programma Duurzaam “Investeren in duurzame groei”, vastgesteld en aan de stad gepresenteerd. Centraal doel is het realiseren van een schone, groene en gezonde stad waarbij winst wordt geboekt op sociaal en economisch terrein. De insteek van het programma is economisch en sluit aan op de ambitie om Rotterdam de meest duurzame wereldhavenstad in zijn soort te laten zijn. Het programma is daarom breed, met raakvlakken met veel, zo niet alle beleidsterreinen van de gemeente Rotterdam. Om deze reden zal het thema duurzaamheid ook bij andere beleidsvelden nader worden uitgewerkt. De uitvoering van het programma Duurzaam is in 2011 gestart. Een belangrijk resultaat hiervan moet zijn dat het duurzame werken en handelen in alle onderdelen van de gemeentelijke organisatie wordt geborgd en dat, in samenwerking met Rotterdammers, instellingen en bedrijven, inhoudelijke resultaten op de genoemde thema’s tot stand worden gebracht. Om dit te bereiken, bevat het programma Duurzaam 10 opgaven en 89 concrete maatregelen op het gebied van energie (Rotterdam Climate Initiative), water (Rotterdam Climate Proof) en de klassieke milieutaken (o.a. lucht en geluid) die in deze collegeperiode worden uitgevoerd. Deze acties zijn gekoppeld aan de collegetargets en moeten leiden tot ten minste € 350 mln aan duurzame investeringsbeslissingen, vooral te nemen door private partijen. De raadsbehandeling van het programma Duurzaam heeft geleid tot het stoppen van de sloopregeling voor (benzine)scooters (motie 2011-1597) en het opstellen van een afwegingskader om een maximaal effect per Euro te bereiken (motie 2011-1598). Ook is in 2011 het programma Duurzaam in deze collegeperiode een taakstellende bezuiniging van € 2,70 mln opgelegd. Hiervan wordt € 2 mln vanuit het programma Duurzaam ingezet voor het vergroenen van de stad en in 2012 wordt er € 0,7 mln bezuinigd. De bezuinigingen op het programmabudget Duurzaam betekenen dat er in 2012 en verder nog meer winst zal worden gezocht in het maken van slimme combinaties van prioritaire thema’s, doelen en cofinanciering via partnerships binnen en vooral buiten de gemeente. In 2012 wordt prioriteit gegeven aan: – Het realiseren van twee CCS-demoprojecten (ROAD van EON en Electrabel en Clean Hydrogen van Air Liquide); het bevorderen van grootschalige toepassing van CCS bij de energie- en industriesector en het uitvoeren van Rotterdam Bioport. Doelen hierbij: – internationale positionering als CO2-hub en Bioport; – versterking HIC-gebied als aantrekkelijke vestigingsplaats voor nieuwe, innovatieve economische activiteiten. – arbeidsmarktontwikkeling. – Het aanleggen van de Stoompijp Botlek West en doorontwikkeling hiervan richting Botlek Zuid, het realiseren van het Maaskoudenet en het borgen van het masterplan Energieopslag (wko) in het centrumgebied. Doelen hierbij: – grotere energie-efficiency bij het haven- en industriecomplex, kantoren en winkels leidt tot kostenbesparingen en daarmee financieel sterkere en concurrerende bedrijven; – arbeidsmarktontwikkeling. – Het realiseren van drijvende woningen in de Nassauhaven en de Rijnhaven en het opstellen van een toetsingskader voor buitendijkse waterveiligheid om duurzaam adaptief bouwen verder te ontwikkelen. Het uitbreiden van (gemeentelijke) Rotterdamse Groene Gebouwen met nieuwe clusters (bijv. scholen als onderdeel Green Deal); een proef met multifunctioneel gebruik van een waterkering. En de definitieve vestiging van het Nationaal Watercentrum als etalage voor de Nederlandse watersector. Doelen hierbij: – de Rotterdamse duurzame gebiedsontwikkeling en adaptatieaanpak profileren als (inter)nationale innovatieve showcases; – acquisitie nieuwe bedrijven; – verdere ontwikkeling duurzaamheid (duurzame gebiedsontwikkeling, buildingretrofit en water) als exportproducten; – verbetering binnenklimaat scholen en daarmee gezondheid en leerprestaties; – ontwikkeling werkgelegenheid en; – economische groei.
Hoofdstuk 4.11 | Verslag per beleidsveld | Beleidsveld Milieu en duurzaamheid | pagina 161
– –
Het neerzetten van een laadinfrastructuur voor elektrisch vervoer en het bevorderen van fietsverkeer. Doelen hierbij zijn: – behalen (wettelijke) lucht- en geluiddoelen; – bevorderen bereikbaarheid; – vergroten leefbaarheid en aantrekkelijkheid van de stad om te wonen en als duurzame vestigingslocatie; – verbeteren gezondheid. Het opzetten van een garantiefonds, het ontwikkelen van een Blok-voor-Blok aanpak voor het energiezuinig maken van bestaande bouw, het faciliteren van duurzame energie (o.a. wind en zelflevering) alsook het ontwikkelen en delen van duurzame kennis. Doelen hierbij: – vergroten arbeidsmarktkansen; – energie/kostenbesparing en dus lastenverlichting bij lagere- en midden inkomensgroepen, (sport)verenigingen, MKB, bedrijven etc.; – vergroten leefbaarheid en aantrekkelijkheid van de stad om te wonen en als duurzame vestigingslocatie; – kennisontwikkeling; – bieden handelingsperspectief aan de burger en daarmee ook het stimuleren van participatie (Heijplaat). Tot slot wordt in 2012 nadruk gelegd op het ontwikkelen van alternatieve instrumenten die het behalen van de duurzaamheidsdoelen versnellen, denk aan (beleids)kaders, bestemmingsplannen, regelgeving, eventuele garantiefonds en andere financiële constructies (met minimale belasting gemeentelijke inzet en begroting) etc.
Regie Duurzaamheid Rotterdam Climate Initiative Op het gebied van mitigatie, het verminderen van CO2-uitstoot in stad als haven, worden de lopende activiteiten in 2012 doorgezet. Met de RCI-partners wordt gewerkt aan het verduurzamen van haven en industrie. Uiteindelijk doel is om in het haven-industrieel complex een verbetering van 2% energie efficiency per jaar te realiseren. Bovendien wordt in 2012 hiertoe accent gelegd op de ontwikkeling van een adequaat monitoringsinstrument. Daarnaast wordt in 2012 gewerkt aan grootschalige opvang en opslag van CO2. Voor 2012 staan specifiek op de rol het verbreden van draagvlak bij burgers, bedrijven, medeoverheden en andere maatschappelijke organisaties, o.a. via het realiseren van een gedragen regionaal CCS-akkoord. Dit moet mede bijdragen aan het doel voor 2015, namelijk om over een operationeel CCS-netwerk te beschikken. De uitwisseling van stoom in de Botlek blijft een belangrijk aandachtspunt. De warmte-infrastructuur van het Warmtebedrijf wordt 2012 aangelegd. Hierdoor wordt vanaf 2013 industriële restwarmte aan de stad geleverd. Opwekking van duurzame energie blijft onverminderd van belang om de gemeentelijke en landelijke doelstellingen te halen. Daartoe wordt het programma Rotterdam Bioport doorgezet. De werkzaamheden bij de uitvoering van het windconvenant Rotterdamse Haven moet leiden tot 150 MW extra windenergie in 2020. De mogelijkheden van zonne-energie binnen haven en stad worden onderzocht en zullen in 2012 resulteren in concrete projectvoorstellen. Het bevorderen van duurzame mobiliteit en transport, volgens de trits schoon gebruik, schone voertuigen en schone brandstoffen, heeft ook in 2012 prioriteit. Bij beleidsveld 9 ‘Verkeer en Vervoer’ wordt een inhoudelijke toelichting op dit thema gegeven. Het beleidsveld 8 ‘Ruimtelijke ontwikkeling en wonen’, gaat ook in op elementen uit het programma Duurzaam zoals het groener maken van de stad en het verduurzamen van vastgoed. De basis die de afgelopen jaren met de marktpartijen via de samenwerkingsovereenkomst Duurzaam Ontwikkelen is neergelegd, zal in 2012 verder worden geëffectueerd en gemonitord. Voor het gemeentelijk vastgoed geldt dat na de succesvolle pilot van de retrofitting van de gemeentelijke zwembaden, voorstellen zullen worden ontwikkeld voor de aanpak van clusters van gebouwen. In het najaar zal besloten worden welke clusters dit betreffen. Vanuit het programma Duurzaam ligt de focus qua gebiedsontwikkelingen op de Binnenstad, Zuid en Stadshavens, en specifiek op het project ‘Klimaatneutraal Heijplaat’. Met partners wordt gewerkt om de ambities qua energiereductie, gebruik van reststromen en duurzaam opwekken binnen deze plannen te verankeren. In ‘Klimaatneutraal Heijplaat’ komt dit mooi bijeen. Via dit project werken de gemeente, Eneco, Stedin en het WNF samen met de bewoners aan een duurzaam Heijplaat. Onderdeel hiervan is de ambitie om Heijplaat energieneutraal te laten zijn via zelflevering. 2012 is het jaar dat de haalbare business cases in Heijplaat worden uitgevoerd. Daarnaast blijft het aansluiten van zowel nieuwbouw als bestaande bouw op het warmtenet een speerpunt. Hiertoe worden in 2012 worden ca. 2.000 nieuwe aansluitingen gerealiseerd. Verdere verduurzaming van het warmtenet via geothermie, restwarmte, of biomassa wordt in 2012 onderzocht. Dit zal resulteren in voorstellen voor nieuwe projecten. Ook worden de mogelijkheden onderzocht voor het aanbieden van duurzame koeling, bijvoorbeeld via natuurlijke koude vanuit de Maas. Voor de binnenstad en Rotterdam Central District is het masterplan energieopslag in de bodem in 2012 beschikbaar.
pagina 162 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
Het betreft hier de uitvoering van de motie Diepe Geothermie. Dit zal nog in 2012 voor de betrokken marktpartijen leidend zijn bij hun vastgoedontwikkeling. Het toepassen van het masterplan zal op termijn leiden tot een CO2-reductie van maximaal 2,2 kiloton in 2024. Samen met de onderwijsinstellingen wordt onderzocht hoe de kloof tussen enerzijds de onderwijs- en onderzoeksprogramma’s en de reële praktische uitdagingen op het gebied van duurzaam van de stad verder gedicht kan worden. Basis hiervoor wordt gelegd in de strategische kennisagenda die in 2012 wordt opgesteld. Ook wordt in 2012 een voorstel geformuleerd voor de invulling van een Garantiefonds; hiermee wordt invulling gegeven aan de ambities van het bestuur om o.a. sportverenigingen, MKB, burgers, maatschappelijke organisatie etc. te ondersteunen bij het realiseren van hun duurzame initiatieven. Rotterdam Climate Proof Op het gebied van klimaatadaptatie, gericht op de aanpassing van de stad aan de gevolgen van de klimaatverandering, worden de in 2011 ingezette activiteiten doorgezet. Samen met rijk en regiopartners worden binnen het Deltaprogramma Rijnmond-Drechtsteden de maatregelen bepaald die nodig zijn om deze regio, inclusief de haven, blijvend te beschermen tegen het water en van voldoende zoet water te blijven voorzien. Hierbij wordt met name gezocht naar maatregelen die de ruimtelijke en economische ontwikkeling van Rotterdam versterken. In 2012 worden met marktpartijen de voorbereidende activiteiten uitgevoerd voor realisatie van drijvend bouwen in o.a. Nassauhaven en Rijnhaven. Bij het RDM-terrein worden innovatieve vormen van drijvende bouwwerken en flexibele waterkeringen ontwikkeld en beproefd. Er wordt in 2012 bijgedragen aan de verdere ontwikkeling van het Nationaal Watercentrum in het Stadshavensgebied en op basis van onderzoek, onder andere via het nationale subsidieprogramma Kennis voor Klimaat, wordt verder invulling gegeven aan de Rotterdamse adaptatiestrategie. Het (inter)nationaal profileren van Rotterdam als duurzame en innovatieve havenstad wordt voortgezet. Dit is van belang om Rotterdam te positioneren als duurzame vestigingsstad voor het (inter)nationale bedrijfsleven en voor kennisinstellingen. Hiertoe worden o.a. de contacten tussen Rotterdam en andere deltasteden binnen het netwerk Connecting Delta Cities gecontinueerd en uitgebouwd met nieuwe landen. Verder wordt de relatie met Brussel actief benut voor onze Rotterdamse doelen. Dit via o.a. Smart Cities, een subsidietraject waar we samen met andere Europese steden op hebben ingezet. De uitkomst hiervan is begin 2012 bekend en zal nog in datzelfde jaar leiden tot de voorbereidingen c.q. de start van de uitvoering van de ingediende projecten. In het voorjaar van 2012 wordt ook bekend of Rotterdam wordt genomineerd voor de European Green Capital Award. Een eventuele nominatie geeft ons een uitstekende mogelijkheid om de stad internationaal neer te zetten als duurzame en innovatieve havenstad waar gemeente, bedrijfsleven en kennisinstellingen samen succesvol optrekken. Regie Klassieke Milieutaken Luchtkwaliteit en geluidhinder zijn de prioritaire milieudossiers. Om ervoor te zorgen dat deze zaken vroegtijdig en goed in de ruimtelijke planontwikkeling worden meegenomen, is het Kader LeefOmgevingsKwaliteit (KLOK) vastgesteld. Dit zal deel uitmaken van Duurzame Gebiedsontwikkeling. In 2012 wordt verder gewerkt aan een integrale aanpak van gebiedsgericht werken en omgevingskwaliteit. Lucht De Rotterdamse Aanpak Luchtkwaliteit (RAL) en het (samen met de Stadsregio opgestelde) Regionale Actie Programma lucht vormen een maatregelenpakket dat is gekoppeld aan het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). De betrokken overheden (rijk, provincies, regio’s, gemeenten) hebben geconcludeerd dat het gezamenlijk uitvoeren van het NSL voldoende is om in 2011 voor fijn stof (PM10) en in 2015 voor stikstofdioxide (NO2) een situatie te bereiken zonder knelpunten op het gebied van luchtkwaliteit. Voor het behalen hiervan is echter inzet van het rijk op generieke maatregelen vereist. In 2011 wordt een herijking van het uitvoeringsprogramma RAL bestuurlijk vastgesteld. Een groot deel van de maatregelen heeft betrekking op duurzame mobiliteit. De Stadsregio richt zich vooral op het verlagen van de achtergrondconcentraties. In 2012 wordt de uitvoering van het maatregelenpakket gecontinueerd. Ten behoeve van de uitvoering van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) stelt het rijk fasegewijs geld beschikbaar aan gemeenten. Eind 2011 wordt duidelijk welke middelen uit de 4e (laatste) tranche aan Rotterdam worden toegekend. Geluid De collegetarget op gebied van geluid moet worden bereikt met de uitvoering van concrete maatregelen op het gebied van gevelsaneringen en het (laten) plaatsen van geluidschermen. Daarnaast heeft het aanleggen van stil asfalt prioriteit.
Hoofdstuk 4.11 | Verslag per beleidsveld | Beleidsveld Milieu en duurzaamheid | pagina 163
Bodem In 2012 wordt een nieuw beleidskader bodem ter bestuurlijke vaststelling aangeboden, dat is gebaseerd op de herziening van de nota BOBEL uit 2010 (Gezamenlijk bodemsaneringbeleid bevoegde gezagen Zuid-Holland). Ook wordt in 2012 het beheerplan Nazorg (nodig vanwege de wijziging van de Wet Bodembescherming) vastgesteld en uitgevoerd. Daarnaast wordt ieder jaar het (wettelijk verplichte) Uitvoeringsprogramma Bodem opgesteld en uitgevoerd. Water Samen met de hoogheemraad- en waterschappen, de provincie en het Havenbedrijf werkt Rotterdam aan een Bestuurlijk Arrangement Gebiedsgericht Grondwaterbeheer, gericht op het (kosteneffectief) beheersen of aanpakken van grootschalige of complexe bodemverontreinigingen in het diepe grondwater. Bestuurlijke behandeling is voorzien in voorjaar 2012. Het havengebied neemt een bijzondere positie in vanwege de grootschalige en complexe verontreinigingen die zich jarenlang hebben verspreid en gemengd. Het rijk heeft € 5 mln toegekend voor de eerste fase van een pilot. Deze wordt in 2012 uitgevoerd.
Collegetargets Het programma Duurzaam houdt onverkort vast aan de hoofddoelstelling van het Rotterdam Climate Initiative: in 2025 is de CO2-uitstoot ten opzichte van 1990 gehalveerd en is Rotterdam 100% klimaatbestendig. Verder is de langetermijnambitie voor geluid dat in 2025 30% minder mensen dan in 2007 last hebben van geluid. Voor luchtkwaliteit geldt dat een bredere aanpak wordt ontwikkeld gericht op structurele verbetering, vooral met het oog op het bereiken van een betere gezondheidsituatie. Voor deze collegeperiode wordt met de uitvoering van het programma een belangrijke bijdrage geleverd aan het realiseren van de volgende collegetargets: 1. Aan het einde van de collegeperiode is in Rotterdam en de haven voor minimaal €350 mln in duurzaamheid geïnvesteerd. 2. 15.000 Rotterdammers hebben aan het einde van de collegeperiode in hun woning een geluidbelasting als gevolg van verkeerslawaai die minimaal 3 decibel lager ligt dan in 2010. 3. Aan het einde van deze collegeperiode is het areaal groen en water toegenomen in de tien buurten die in 2010 het minst groen waren. Baten en lasten (meerjarenraming) bedragen x € 1.000,-
Milieu en duurzaamheid
rekening 2010
raming 2011
begroting 2012
raming 2013
raming 2014
raming 2015
Baten
9.769
1.131
1.750
1.750
0
0
Lasten
46.461
34.677
28.603
30.320
30.305
18.689
-36.692
-33.546
-26.853
-28.570
-30.305
-18.689
Onttrekking aan reserves
8.106
6.641
0
0
0
0
Toevoeging aan reserves
0
0
0
0
0
0
-28.586
-26.905
-26.853
-28.570
-30.305
-18.689
begroting 2012
raming 2013
raming 2014
raming 2015
-28.867
-28.889
-29.894
-29.894
Resultaat voor reserveringen Resultaatbestemming
Resultaat na reserveringen
Aansluiting met voorgaande begroting (na reservering) bedragen x € 1.000,-
Milieu en duurzaamheid Begroting 2011 Mutaties kaderbrief en begroting Totaal
pagina 164 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
2.014
319
-411
11.205
-26.853
-28.570
-30.305
-18.689
Specificatie mutaties kaderbrief en begroting bedragen x € 1.000,-
Milieu en duurzaamheid Mutaties die invloed hebben op de algemene middelen Knelpunten 1. Onderschrijding begroting 2011 Ombuigingen 1. Duurzaam Trend Technische wijzigingen Totaal
baten
begroting 2012 lasten
saldo
raming 2013 saldo
raming 2014 saldo
raming 2015 saldo
-1.715 0 0 1.750 1.750
-700 320 116 -264
700 -320 1.634 2.014
0 -315 634 319
0 -330 1.634 -411
0 -330 11.535 11.205
Toelichting op de mutaties Knelpunten 1. Onderschrijding begroting 2011 Voor duurzaam is in de prognose van de begroting 2011 sprake van een onderbesteding van € 1,7 mln. Het betreft getemporiseerde activiteiten, deze zullen later worden ingelopen worden. De middelen worden toegevoegd aan de begroting 2014. Ombuigingen 1. Duurzaam Binnen het Programma Duurzaamheid vindt in 2012 een extra ombuiging plaats van € 0,7 mln. Binnen het programma zal nog meer winst worden gehaald worden in slimme combinaties van thema’s, doelen en cofinanciering via partnerships. Trend De trend is de loon- en prijsontwikkeling. Zie voor een nadere uitleg Beleidsmatige inspanning 2.2 ‘Beheer algemene middelen’. Technische wijzigingen De technische wijzigingen per beleidsmatige inspanning zijn toegelicht in bijlage 12. Uitsplitsing per product (na reservering) bedragen x € 1.000,-
Milieu en duurzaamheid Regie lucht, geluid, bodem, vergunningverlening en handhaving Regie Duurzaamheid (RCI en RCP) Regie duurzaamheid Regie klassieke milieutaken Totaal
baten 0 0 0 1.750 1.750
lasten 0 0 8.607 19.996 28.603
saldo 0 0 -8.607 -18.246 -26.853
Toelichting per product Product Regie lucht, geluid, bodem, vergunningverlening en handhaving Dit product is opgegaan in het product Regie klassieke milieutaken. Product Regie Duurzaamheid (RCI en RCP) Dit product is opgegaan in het product Regie Duurzaamheid.
Hoofdstuk 4.11 | Verslag per beleidsveld | Beleidsveld Milieu en duurzaamheid | pagina 165
Product Regie duurzaamheid Voor de baten gaat het om het verwachte investeringsbedrag voor de eerste fase van een pilot voor het gebiedsgericht grondwaterbeheer in het havengebied. De lasten vloeien voort uit de uitvoering van het programma Duurzaam. Het programma omvat 10 opgaven en 89 concrete maatregelen op het gebied van energie en water (regie duurzaamheid). De lasten bestaan uit kosten van voorbereiding, opstarten en uitvoeren van (pilot)projecten in de haven en stad, lobby bij Rijk en de EU voor subsidies en regelgeving en algemene programmakosten. Product Regie klassieke milieutaken Dit product heeft betrekking op de regie op de klassieke milieutaken zoals lucht en geluid. De lasten voor ‘regie klassieke milieutaken’ vloeien voor een belangrijk deel voort uit de operationele uitvoering van het RCI-werkplan door DCMR.
pagina 166 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
Hoofdstuk 4.11 | Verslag per beleidsveld | Beleidsveld Milieu en duurzaamheid | pagina 167
Hoofdstuk 4.12
pagina 168 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
Beleidsveld 12 Fysiek beheer van de stad
Wat willen we bereiken? Rotterdam wil een groene stad zijn die schoon en heel is en voor iedereen prettig om in te verblijven. Onze ambitie is om de huidige schoon- en heel niveaus vast te houden met extra focus op plekken die vervuild of verloederd zijn. Wij streven naar meer groen, vooral op de meest ‘versteende’ plekken.
Toelichting De buitenruimte is van groot belang voor het welbevinden van de burgers in Rotterdam. Een buitenruimte die schoon, heel en groen is, bindt mensen aan de stad, is aantrekkelijk en vormt een voorwaarde voor een gezonde leefomgeving. Daarnaast wordt een groene buitenruimte steeds belangrijker voor klimaatverandering en duurzaamheid. Een aantrekkelijke buitenruimte is ook een belangrijke randvoorwaarde voor de groei van onze economie. Een grote betrokkenheid van burgers, ondernemers en instellingen (waaronder scholen en woningcorporaties) is noodzakelijk om deze doelstelling te verwezenlijken. Het is een uitdaging om samen met deze partners de kwaliteit van de buitenruimte op peil te houden en waar nodig te verbeteren. Wij benadrukken dat de gebruikers van de stad ook zélf hun verantwoordelijkheid moeten nemen en meer zélf doen. Wij sturen ook aan op een duidelijke mentaliteitsverandering bij burgers die zich nu nog niet aan de normale gedragsregels in de buitenruimte houden. De buitenruimte wordt beheerd en onderhouden op een kwalitatief goed niveau, zowel in technische staat als in beeldkwaliteit. Wij vervangen én investeren de buitenruimte conform Rotterdamse Stijl.
Hoofdstuk 4.12 | Verslag per beleidsveld | Beleidsveld Fysiek beheer van de stad | pagina 169
bedragen x € 1.000,-
Beleidsveld Fysiek beheer van de stad Baten Lasten
Beleidsmatige inspanning
301.505 341.083
Schoon (maken van de stad) Baten 201.970 Lasten 202.292
Heel (maken van de stad) Baten Lasten
99.535 138.791
Product Afvalinzameling / verwerking ingezameld afval en gebracht afval Baten Lasten
154.050 129.954
Reiniging openbare ruimte Baten Lasten
47.920 72.338
Wegen, water en groen Baten Lasten
13.097 64.790
Riolering en gemalen Baten Lasten
70.491 57.929
Openbare verlichting Baten Lasten
9.467 9.508
Beheer begraafplaatsen en crematorium Baten Lasten
6.480 6.564 .
.
pagina 170 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
12.1 Beleidsmatige inspanning Schoon (maken van de stad) Focus van de inspanning: Focus van de inspanning: in de buitenruimte houden we de basis op orde. Het gemiddelde schoonniveau in de wijken is voor alle schoonproducten gemiddeld een 4[1]. Dit is een inspanningsverplichting die niet alleen afhankelijk is van de hoogte van de (deel)gemeentelijke schoonbudgetten, maar ook van de participatie van de deelgemeenten, burgers en bedrijven en de inzet op handhaving. Daarom hebben we afspraken gemaakt met alle deelgemeentebesturen om voor de hele stad dit niveau te handhaven.
Toelichting Inspanningen Onze ambitie is dat het gemiddelde schoonniveau in alle wijken gemiddeld een 4 blijft. Wij blijven dat doen met inzet van mensen met een arbeidsbeperking of met een afstand tot de arbeidsmarkt. In de aanpak om vervuiling en verloedering te bestrijden werken Roteb en Stadstoezicht intensief samen om de meest genoemde ergernissen: afval en zwerfvuil, aan te pakken. Daarnaast werken we samen met burgers en bedrijven in het kader van bewustwording van de eigen verantwoordelijkheid via het programma gedragsverandering. De wijkconciërge heeft in de deelgemeente Delfshaven en in de deelgemeente Hoogvliet zijn toegevoegde waarde bewezen. We onderzoeken of deze succesvolle aanpak is uit te breiden. Tevens blijven we activiteiten ondernemen de afvalscheiding op een hoger plan te brengen. We hebben besloten om de tarieven Afvalstoffenheffing en Rioolheffing versneld kostendekkend te maken, met ingang van 2012. Dit doen wij niet in een keer, maar gezien de financiele situatie wel sneller dan in het coalitieakkoord is afgesproken. Voor 2012 betekent het versneld ophogen van de Afvalstoffenheffing een bedrag van € 12,5 mln aan extra baten. (Overige) Indicatoren Indicator Productniveau schoon (op basis van afspraken met deelgemeenten over op peil houden budgetten). Kilo’s gescheiden ingezameld glas per huishouden.* Kilo’s gescheiden ingezameld papier en karton per huishouden.* Kilo’s ingezameld textiel per huishouden.* Afhandeling meldingen uit meldingensysteem: 95% binnen 3 dagen.**
begroting 2012 4
raming 2013 4
raming 2014 4
raming 2015 4
11 30 2,5 95%
12 31 2,5 95%
13 32 3 95%
14 33 3 95%
* Deze indicatoren geven aan in hoeverre de inrichting van voorzieningen en campagnes gericht op gedragsbeïnvloeding leiden tot een bewuster gedrag van de Rotterdammers bij afvalscheiding. ** Deze indicator bevat de servicenorm (Burgerjaarverslag) en deze geeft inzicht in de snelheid waarmee meldingen over een vervuilde buitenruimte opgelost worden. Vuil op straat trekt vaak nog meer vuilnis aan. Door tijdig een melding af te handelen wordt voorkomen dat de leefomgeving verder vervuilt en het schoonniveau daalt. De norm ‘binnen 3 dagen’ laat onverlet dat in de praktijk waar nodig dezelfde dag wordt opgetreden.
Baten en lasten (meerjarenraming bedragen x € 1.000,-
Schoon Baten Lasten Resultaat voor reserveringen Resultaatbestemming Onttrekking aan reserves Toevoeging aan reserves Resultaat na reserveringen
rekening 2010 174.129 194.869 -20.740
raming 2011 183.604 197.278 -13.674
begroting 2012 201.970 202.292 -322
raming 2013 209.931 202.710 7.221
raming 2014 217.695 202.769 14.926
raming 2015 217.737 202.813 14.924
0 0 -20.740
0 0 -13.674
0 0 -322
0 0 7.221
0 0 14.926
0 0 14.924
begroting 2012 -14.711 14.389 -322
raming 2013 -11.138 18.359 7.221
raming 2014 -7.514 22.440 14.926
Aansluiting met voorgaande begroting (na reservering) bedragen x € 1.000,-
Schoon Begroting 2011 Mutaties kaderbrief en begroting Totaal
raming 2015 -5.382 20.306 14.924
Hoofdstuk 4.12 | Verslag per beleidsveld | Beleidsveld Fysiek beheer van de stad | pagina 171
Specificatie mutaties kaderbrief en begroting bedragen x € 1.000,-
Schoon Mutaties die invloed hebben op de algemene middelen Ombuigingen 1. Kostendekkendheid Afvalstoffenheffing 2. Innovatie in systemen Ramingsbijstellingen 1. Lagere opbrengst Bedrijfsreinigings recht Trend Technische wijzigingen Totaal
baten
12.560
begroting 2012 lasten
0 -250
-900 325 2.392 14.377
1.452 -1.214 -12
saldo
raming 2013 saldo
raming 2014 saldo
raming 2015 saldo
12.560 250
16.620 250
20.700 250
20.700 250
-900
-900
-900
-900
-1.127 3.606 14.389
-1.128 3.517 18.359
-1.127 3.517 22.440
-1.127 1.383 20.306
Toelichting op de mutaties Ombuigingen 1. Kostendekkendheid Afvalstoffenheffing Voor 2012 stijgen de opbrengsten vanuit de Afvalstoffenheffing vanwege het voorgenomen besluit om deze versneld kostendekkend te maken. De meeropbrengsten voor 2012 bedragen € 12,56 mln. Voor 2013 en 2014 zullen de meeropbrengsten vanuit de Afvalstoffenheffing ten opzichte van 2011 respectievelijk € 16,6 mln en € 20,7 mln bedragen. Meerjarig zullen de tarieven voor de Afvalstoffenheffing als volgt zijn: bedragen x €
Tarief
2012 € 315,40
2013 € 342,60
2014 € 369,90
2015 € 369,90
2. Innovatie in systemen Door het slimmer inzetten van diverse technische hulpmiddelen binnen het cluster Stadsbeheer wordt het mogelijk geacht een verdere efficiencyslag te maken. Ramingsbijstellingen 1. Lagere opbrengst Bedrijfsreinigingsrecht Eind 2010 zijn de opbrengsten uit Afvalstoffenheffing, Bedrijfsreinigingsrecht en Bedrijfsafvalcontracten over 2010 en voorgaande jaren geanalyseerd. In deze analyse is geconstateerd dat de opbrengsten uit Bedrijfsreinigingsrecht structureel met € 0,9 mln lager zullen uitvallen. Trend De trend is de loon- en prijsontwikkeling. Zie voor een nadere uitleg Beleidsmatige inspanning 2.2 ‘Beheer algemene middelen’. Technische wijzigingen De technische wijzigingen per beleidsmatige inspanning zijn toegelicht in bijlage 12. Uitsplitsing per product (na reservering) bedragen x € 1.000,-
Schoon Afvalinzameling/verwerking ingezameld en gebracht afval Reiniging openbare ruimte Totaal
pagina 172 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
baten 154.050 47.920 201.970
lasten 129.954 72.338 202.292
saldo 24.096 -24.418 -322
Toelichting per product Product Afvalinzameling/verwerking ingezameld en gebracht afval Binnen dit product vallen alle activiteiten rondom de (Afval)inzameling zoals de vuilophaaldienst, milieuparken, de Piekfijnwinkels en het Fietspunt. Daarnaast zijn ook de activiteiten van het bedrijfsonderdeel Lease hieronder opgenomen. Het lastenniveau voor de activiteiten rondom Inzameling bedraagt € 84,2 mln. Dit betreffen met name personeelskosten, verwerkingskosten van afval en voertuigen. Het lastenniveau rondom de activiteiten van Lease bedraagt € 45,1 mln. De baten voor Afvalinzameling hebben betrekking op opbrengsten van Afvalstoffenheffing, Bedrijfsreinigingsrecht, Bedrijfsafvalcontracten en verkopen in de Piekfijnwinkels. De baten vanuit Lease hebben betrekking op de in rekening gebrachte leasetermijnen. Product Reiniging openbare ruimte Binnen dit product vallen alle activiteiten rondom reinigen van Openbare Ruimte inclusief graffityverwijdering, Ongediertebestrijding en Rioolreiniging. De baten hebben met name betrekking op bijdragen vanuit de deelgemeenten van € 29 mln (Deze staan onder druk vanwege de deelgemeentelijke bezuinigingen). De lasten van € 71,7 mln hebben met name betrekking op salarissen (€ 44,7 mln), voertuigen (€ 9,1 mln) en kosten van verwerking van het veegvuil (€ 2,4 mln). Het resterende bedrag heeft betrekking op overige personele kosten, kapitaallasten, huisvesting en overige kosten.
Hoofdstuk 4.12 | Verslag per beleidsveld | Beleidsveld Fysiek beheer van de stad | pagina 173
12.2 Beleidsmatige inspanning Heel (maken van de stad) Focus van de inspanning: in de buitenruimte houden we de basis op orde. De straat blijft “heel” op niveau 3,5. De buitenruimte wordt beheerd en onderhouden op een kwalitatief goed niveau, zowel in technische staat als in beeldkwaliteit. Bij het vervangen én investeren in de buitenruimte staat de Rotterdamse Stijl centraal. Dit is een inspanningsverplichting die niet alleen afhankelijk is van de hoogte van de heelbudgetten, maar ook van de samenwerking met deelgemeenten, burgers en bedrijven en handhaving. Daarom hebben we afspraken gemaakt met alle deelgemeentebesturen om voor de hele stad dit niveau te handhaven.
Toelichting Inspanningen Heel niveau 3,5 In het collegewerkprogramma 2010–2014 is afgesproken dat de buitenruimte op het heel-niveau 3,5 blijft. Met de deelgemeenten zijn over dit heel-niveau afspraken gemaakt in de bestuursakkoorden. Samen met burgers en Roteb beoordeelt GW periodiek het heel-niveau in de buitenruimte 98% openbare verlichting functioneert, duurzame vormgeving Openbare Verlichting bij nieuwbouw of vervangingsprogramma’s Duurzaamheid is een van de pijlers van het Lichtplan Rotterdam. Uitgangspunt bij het vervangen van lampen is dat lampen met een verlengde levensduur worden gebruikt. Bij de keuze voor nieuwe armaturen is een voorwaarde dat ze niet of nauwelijks lichtvervuiling veroorzaken. Met nieuwe technologie zoals led worden proeven uitgevoerd. Aanpak 5 meest genoemde ergernissen Storingsonderhoud behelst onder andere het opheffen van storingen aan wegen, bebording, kolken, rioolaansluitingen, overhangend groen, boomwortels, het verwijderen van onkruid, vuil, graffity e.d. en het verwijderen van o.a. fietswrakken, onbeheerd staande auto’s, aanhangwagens. Meldingen in het Meldingen Systeem Buitenruimte moeten binnen 3 werkdagen afgehandeld zijn (gereed gemeld of in behandeling zijn genomen met een reden waarom nog niet afgehandeld kan worden). De top 5 van de meest genoemde ergernissen bestaat uit: afval, zwervuil, defecte openbare verlichting, verzakte wegen en wateroverlast. Kaderbrief 2011 Vervangingsinvesteringen stedelijke objecten als gevolg van einde levensduur Voor de stedelijke bruggen, tunnels en overige objecten zijn op korte termijn vervangingen als gevolg van einde levensduur (veiligheid) noodzakelijk. In onze opdracht is de investeringsopgave voor een periode van 5 (overig) respectievelijk 10 jaar (bruggen) opgesteld. Door temprisering van het programma en een vernieuwde afschrijvingsmethode zijn de kapitaallasten verlaagd. Vanaf 2013 zal op basis van de meest actuele ramingen en uitgaven extra budget ter dekking van de kapitaallasten worden toegekend. In totaal is er ca. € 49 mln beschikbaar tot 2015 voor het vernieuwen van de Sluis Boterdorpse Verlaat, Berg- en Broekse Verlaatbrug, Hefbrug Koningshaven, Nieuwe Leuvebrug, Oost-Abtsbrug, Koninginnebrug, Stadionviaduct, Maastunnel, Linker- en Rottekade en Filterbakken DWL-terrein. Bezuinigingsmaatregelen Vanaf 2011 en volgende jaren is er € 6 mln minder beschikbaar voor het beheer en onderhoud van hoofdwegen, water, bruggen, tunnels, kademuren, glooiingen, grafische vastgoedinformatie, begraafplaatsen en archeologie. Ook zijn vanaf 2011 door het vorige college voor € 6 mln prioriteiten beëindigd op het gebied van hoofdwegen, resultaat op straat, kleur in de stad en meerjareninvesteringsprogramma buitenruimte. Vanaf 2012 wordt er ook nog eens € 0,350 mln bezuinigd op kleurrijke plantschalen (vermindering) en ingezet op een mogelijke verkoop van molens of het onderbrengen van deze molens in een stichting. Daarbovenop gelden in 2012 eenmalig ten behoeve van beheer en onderhoud in de buitenruimte drie bezuinigingen. Er wordt € 1,5 mln minder uitgegeven op de hoofd- en verzamelwegen. En er wordt € 0,270 mln bezuinigd op het Bomenstructuurplan. Ten slotte wordt met beleid € 0,5 mln onderhoud aan bruggen uitgesteld. De gevolgen hiervan worden zichtbaar gemaakt in de navolgende targets in de kolommen Begroting 2012 en Raming 2013.
pagina 174 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
CWP-targets en overige prestatie-indicatoren Target
Rekening 2010 Meetbare inspanningen gericht op de target 1. Heel niveau 3,5 Behaald 2. Starten aanleg Blauwe Verbinding 3. 98 % Openbare Verlichting funtioneert 4. Aanpak 5 meest genoemde ergenissen: Defecte openbare verlichting Verzakte wegen Wateroverlast Afval Zwerfvuil 5. Structurele borging middelen vervan ging civiele werken aan het einde van de levensduur Overige prestatie-indicatoren 1. Hoofd- en verzamelwegen (hectare) 2. Hoofd- en verzamelwegen: min 85% voldoende en/of matig 3. Fietspaden in rood asfalt: min 85 % voldoende en/of matig 4. Bomenstructuurplan: aantal verbeterde bomen 5. Leidingvergunningen: verstrekt binnen de geldende termijn (in % van de norm) 6. Actualiteit Kernregistratie Geografie (in % mutaties voldoen aan de norm van 95%) 7. Baggeren: slib in 1.000 m3 8. Vervangen armaturen openbare verlichting 9. Vervangen palen openbare verlichting 10. Brandende lampen in % 11. Rioolvernieuwing in km 12. Geintegreerde uitvoering in % 13. Reiniging riolen in km 14. Reiniging kolken x 1.000 stuks 15. Uitvaarten: aantal 16. Handhaven 100% dekkingsgraad begraafplaatsen en crematoria
98
83,8% (GW) 90,2% (GW) 84,4% (GW) 93,6% (ROTEB) 89,5%(ROTEB) n.v.t.
8,0 N.v.t. i.v.m wijziging prestatie-indicator N.v.t. i.v.m wijziging prestatie-indicator 1.152
Begroting 2011
Begroting 2012
Raming 2013
Behaald PVE noordelijk trace is vastgesteld 98 MSB: 80% (GW)/95% (ROTEB/STZ) van de meldingen binnen 3 werkdagen afgehandeld
Behaald
Behaald Noordelijk trace is aangelegd 98
MSB:80% (GW)/95% (ROTEB/STZ) van de meldingen binnen 3 werkdagen afgehandeld
n.v.t.
98 MSB:80% (GW)/95% (ROTEB/STZ) van de meldingen binnen 3 werkdagen afgehandeld
n.v.t. Middelen zijn structureel verankerd in begroting
8,0 85
2,4 85
8,0 8512
85
85
85
550
0
550
100
100
100
100
99,7
>95
>95
>95
55 7.990
54 4.500
52 1.500
49 1.500
1.474 98 40,5 97 141 160 3.208 98
3.000 98 40 75 145 170 3.099 99
1.500 98 40 75 145 170 3.099 99
1.500 98 40 75 145 170 3.099 99
Baten en lasten (meerjarenraming) bedragen x € 1.000,-
Heel Baten Lasten Resultaat voor reserveringen Resultaatbestemming Onttrekking aan reserves Toevoeging aan reserves Resultaat na reserveringen
12
rekening 2010 97.226 152.899 -55.673
raming 2011 90.907 133.928 -43.021
begroting 2012 92.551 138.791 -46.240
raming 2013 98.889 145.535 -46.646
raming 2014 101.115 148.852 -47.737
raming 2015 103.504 152.637 -49.133
4.706 0 -50.967
211 0 -42.810
6.984 0 -39.256
1.514 0 -45.132
418 0 -47.319
116 0 -49.017
in de loop van 2012 wordt duidelijk of de target van 85% met het verlaagde budget in 2011 en 2012 kan worden behaald.
Hoofdstuk 4.12 | Verslag per beleidsveld | Beleidsveld Fysiek beheer van de stad | pagina 175
Aansluiting met voorgaande begroting (na reservering) bedragen x € 1.000,-
Heel
begroting 2012 -44.721 5.465 -39.256
raming 2013 -44.246 -886 -45.132
raming 2014 -44.246 -3.073 -47.319
baten
begroting 2012 lasten
saldo
raming 2013 saldo
raming 2014 saldo
raming 2015 saldo
0 0 0 -654
1.320 0 0 0
-1.320 0 0 -654
-1.320 -2.100 -2.000 -622
-1.320 -2.500 -4.000 -418
-1.320 -2.500 -6.000 -116
0 0 0 0
0 2.060 -200 -150
0 -2.060 200 150
3.710 -1.514 200 150
5.000 -418 200 150
5.000 -116 200 150
-2.300
2.300
0
0
0
0 0 0 1.315 4.303 6.348
5.000 2.060 578 346 -1.135 5.465
1.290 1.514
418
116
363 -557 -886
372 -557 -3.073
372 -557 -4.771
Begroting 2011 Mutaties kaderbrief en begroting Totaal
raming 2015 -44.246 -4.771 -49.017
Specificatie mutaties kaderbrief en begroting bedragen x € 1.000,-
Heel Mutaties die invloed hebben op de algemene middelen Knelpunten 1. Onderhoud Stadsparken 2. Onderhoud binnenstad 3. Vervanging deelgemeentelijke objecten 4. Correctie dekking veegkosten Ombuigingen 1. Kostendekkendheid Riolering 2. Stijging rioolheffing GRP-3 2013–2015 3. Verminderen aantal plantschalen 4. Onderhoudsbesparing door verkoop molens 5. Temporisering onderhoud buitenruimte Lasten die worden gedekt uit de reserves 1. Kostendekkendheid Riolering 2. Aansluiting bestemmingsreserve GRP 3. Rozenburg Trend Technische wijzigingen Totaal
5.000 2.060 578 1.661 3.168 11.813
Toelichting op de mutaties Knelpunten 1. Onderhoud Stadsparken Het Zuiderpark, Kralingse Bos en Het Park zijn stadsparken. De deelgemeenten die verantwoordelijk zijn voor het onderhoud, stellen dat er bij de verdeling van het deelgemeentefonds onvoldoende rekening is gehouden met de kwaliteitseisen die aan een stadspark worden gesteld. Vanaf 2012 zijn hiervoor extra middelen beschikbaar. 2. Onderhoud binnenstad De uitvoering van het Binnenstadsplan in de Rotterdamse Stijl vraagt om een intensiever en hoogwaardig onderhoud van de buitenruimte. In de uitkering van het deelgemeentefonds krijgt de deelgemeente Centrum hiervoor onvoldoende middelen. In 2011 en 2012 worden de oplopende onderhoudstekorten nog gedekt uit de IFR-gelden. Vanaf 2013 worden aanvullende middelen beschikbaar gesteld. 3. Vervanging deelgemeentelijke objecten Als onderdeel van de herijking van het deelgemeentefonds (2009) is (package-deal deelgemeenten, spoor 2) een centrale dekking van de vervanging van deelgemeentelijke kapitaalgoederen bij einde technische levensduur nader uitgewerkt. Vanaf 2013 zijn hiervoor oplopende budgetten beschikbaar. 4. Correctie dekking veegkosten In het huidige Gemeentelijk rioleringsplan 3 is reeds een bedrag aan dekking voor veegkosten opgenomen zodat de extra toerekening van veegkosten aan de rioolheffing daarmee gecorrigeerd wordt. De totale toerekening van veegkosten is hiermee netto € 5 mln.
pagina 176 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
Ombuigingen 1. Kostendekkendheid Riolering Vanaf 2011 wordt een deel van de veegkosten toegerekend aan de rioolheffing. In 2011 en 2012 vindt dit plaats door een onttrekking aan de bestemmingsreserve. Vanaf 2013 is een extra tariefstijging ter dekking van de veegkosten noodzakelijk. 2. Stijging rioolheffing 2013–2015 conform GRP-3 Om de in het Gemeentelijke Rioleringsplan 2011–2015 (GRP-3) verwoorde opgaven te realiseren zijn middelen nodig. De middelen komen beschikbaar door middel van de rioolheffing. In het GRP-3 is het uitgangspunt gehanteerd dat er pas vanaf 2013 sprake kan zijn van een stijging van de rioolheffing. Om de opgaven voor de planperiode 2013 tot 2015 te realiseren is een gemiddelde stijging van de rioolheffing nodig van 3,2% per jaar. Door onttrekking vanuit de bestemmingsreserve kan het tarief in de jaren 2011 en 2012 gelijk blijven. De extra middelen worden gestort in de voorziening vervangingsinvesteringen. De te realiseren rioolvervanging wordt ten laste van deze voorziening uitgevoerd. 3. Verminderen plantschalen Als gevolg van gemeentelijke bezuinigingen komen de bloempiramides langs doorgaande wegen niet meer terug. Ook worden er minder plantschalen op publiekslokaties geplaats als gevolg van financiële tekorten. Het verminderen van schalen heeft ook gevolgen voor de werkgelegenheid bij Roteb. 4 . Onderhoudsbesparing verkoop molens Als het lukt de vier molens (ook rijksmonumenten) van de hand te doen of deze onder te brengen in een stichting kan er jaarlijks onderhoudsgeld bespaard worden. 5. Temporisering onderhoud buitenruimte Voorgesteld wordt in 2012 onderhoud aan de buitenruimte gedeeltelijk uit te stellen. Het gaat om onderhoud op hoofd-en verzamelwegen, bomenstructuurplan en bruggen en tunnels voor in totaal € 2,3 mln. Het onderhoud wordt zoveel mogelijk ingelopen in 2013, er kan sprake zijn van meerkosten voor storingsonderhoud. Alles wordt in het werk gesteld de afgesproken targets inzake buitenruimte te behalen, echter de opgave om dit met minder middelen te realiseren is groot. Lasten die worden gedekt uit de reserves 1. Vanaf 2011 wordt een deel van de veegkosten toegerekend aan de rioolheffing. In 2011 en 2012 vindt dit plaats door een onttrekking aan de bestemmingsreserve. Vanaf 2013 is een extra tariefstijging ter dekking van de veegkosten noodzakelijk. 2. Om de vaste bijdrage voor het Gemeentelijke Rioleringsplan ten laste van de algemene middelen te handhaven vindt er een onttrekking uit de bestemmingsreserve plaats. Doordat de tarieven in 2011 en 2012 gelijk blijven wordt er een bedrag onttrokken ter dekking van te toename van de lasten 3. Ter voorkoming van ruimtegebrek zal de begraafplaats Rozenburg worden uitgebreid. In 2011 vindt de voorbereiding plaats, waarna de uitvoering in 2012 plaats kan vinden. Dit wordt gedekt door een onttrekking uit de bestemmingsreserve Rozenburg. De verhoging van het lastenbudget is verantwoord onder technische wijzigingen. Trend De trend is de loon- en prijsontwikkeling. Zie voor een nadere uitleg Beleidsmatige inspanning 2.2 ‘Beheer algemene middelen’. Technische wijzigingen De technische wijzigingen per beleidsmatige inspanning zijn toegelicht in bijlage 12. Uitsplitsing per product (na reservering) bedragen x € 1.000,-
Heel (maken v/d stad) Wegen, water en groen Riolering en gemalen Openbare verlichting Beheer begraafplaatsen en crematorium Totaal
baten 13.097 70.491 9.467 6.480 99.535
lasten 64.790 57.929 9.508 6.564 138.791
saldo -51.693 12.562 -41 -84 -39.256
Hoofdstuk 4.12 | Verslag per beleidsveld | Beleidsveld Fysiek beheer van de stad | pagina 177
Toelichting per product Product Wegen, water en groen De baten hebben grotendeels betrekking op de uitvoering van de verordening Leges Leidingen, de Rijksbijdrage opsporen niet gesprongen explosieven en de afkoopsom HbR voor de in 2011 overgedragen objecten. De lasten bestaan voornamelijk uit kapitaallasten(rente en aflossing investeringen), beheer en onderhoud wegen, straatmeubilair, bruggen en tunnels en waterkeringen. Verder uit de uitvoering verordening Leges Leidingen, opsporen niet gesprongen explosieven, beheer van alle groen in de stedelijke hoofdstructuur, registratie geogafische gegevens Rotterdam, baggeren open watergangen en beheer en onderhoud beeldende kunstwerken, kerktorens en molens alsmede budget oudheidkundig onderzoek. De overige lasten bestaan voor het merendeel uit: waterschapslasten, stedelijke evenementen, nazorg bodemsaneringslocaties en bestuursondersteuning. Product Riolering en gemalen De baten en lasten hebben betrekking op de uitvoering van het Gemeentelijk Rioleringsplan 2011–2015. De lasten worden gedekt door de rioolheffing. Product Openbare verlichting De baten en lasten hebben betrekking op de uitvoering van het Beheerplan Openbare Verlichting 2008–2012. De lasten worden gedekt door (onderhouds)bijdragen van de deelgemeenten (€ 6.968) en reclame-opbrengsten (€ 2.474). Product Beheer begraafplaatsen en crematorium De baten en lasten hebben betrekking op de uitvoering van het beleidsplan begraafplaatsen en crematorium. De lasten worden gedekt door de lijkbezorgingsrechten.
pagina 178 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
Hoofdstuk 4.12 | Verslag per beleidsveld | Beleidsveld Fysiek beheer van de stad | pagina 179
Hoofdstuk 5
pagina 180 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
5. Concernbrede onderwerpen
Inleiding Dit hoofdstuk schetst u een dwarsdoorsnede van de begroting vanuit beheersmatig perspectief. Hierbij gaat het met name om de aspecten met een groot financieel belang, of een groot belang voor de realisatie van de beleidsvoornemens. De onderwerpen zijn als paragraaf verplicht gesteld vanuit de regelgeving (BBV).
1. Lokale heffingen De paragraaf lokale heffingen gaat in op het beleid ten aanzien van de lokale heffingen, de lokale lastendruk, de voorgestelde tarieven 2012, de geraamde gemeentelijke inkomsten uit heffingen en het kwijtscheldingsbeleid.
2. Weerstandsvermogen De paragraaf Weerstandsvermogen gaat over de financiële risico’s, waarbij de kans bestaat dat ze niet of onvoldoende kunnen worden opgevangen door een voorziening of verzekering. Het weerstandsvermogen wordt gebruikt als buffer voor de financiële risico’s op te vangen. Het weerstandsvermogen bestaat uit de algemene concernreserve en de Financieringsreserve.
3. Onderhoud kapitaalgoederen De gemeente beschikt over een grote hoeveelheid aan kapitaalgoederen, zoals: wegen, riolering, water, groen en gebouwen. In deze paragraaf worden de beleidsuitgangspunten en systematiek ten aanzien van het onderhoud van kapitaalgoederen beschreven.
4. Deelnemingen Het aangaan van banden met derde partijen komt voort uit een publiek belang. Per deelneming is sprake van een financieel en bestuurlijk belang. De paragraaf deelnemingen geeft de visie op deelnemingen en de relatie met de doelstellingen zoals beschreven in de beleidsvelden.
5. Financiering De financieringsparagraaf handelt over het sturen, beheersen en controleren van de financieringsfunctie. Één van de belangrijkste onderdelen is het beheersen van de financiële risico’s die gepaard gaan met de financiële stromen, vermogenswaarden en posities.
6. Grondbeleid Het Grondbeleid speelt een grote rol bij het realiseren van doelstellingen in diverse beleidsvelden. Daarnaast is sprake van een substantieel financieel belang.
7. Bedrijfsvoering Bedrijfsvoering bevat de beleidsvoornemens voor 2012 op het gebied van de bedrijfsvoering en bestaat uit de onderdelen: concernontwikkelingen, P&O, externe inhuur, uitbesteed werk en ICT.
Hoofdstuk 5 | Concernbrede onderwerpen | pagina 181
5.1 Lokale heffingen 1. Inleiding In deze paragraaf wordt ingegaan op de samenstelling van het voorgestelde pakket aan gemeentelijke belastingen en heffingen in 2012; de relatieve druk van de lokale belastingen en heffingen; de stand van zaken en de voornemens voor het begrotingsjaar rondom een aantal beleidsitems. Tot slot wordt ingegaan op het kwijtscheldingsbeleid.
2. Beleidsuitgangspunten Richtsnoer voor de ontwikkeling van de gemeentelijke tarieven in 2012 vormen de uitgangspunten van het Collegewerkprogramma: – In economisch zware tijden moeten lastenverzwaringen voor burgers en bedrijven worden voorkomen; – Ons algemene uitgangspunt blijft dat de ontwikkeling van de tarieven de Consumenten Prijsindex (CPI) niet te boven mag gaan; – OZB voor huiseigenaren en bedrijven zal met 1,5% in 2011 en 3% in 2012 ten opzichte van 2010 dalen; – Er wordt afgezien van heffing van precario op kleine terrassen en kleine reclame uitingen; – Roerende woon- en bedrijfsruimtebelasting wordt ingevoerd; – Een eerste parkeervergunning voor Rotterdammers wordt voortaan de helft goedkoper; – Kostendekkendheid van een aantal tarieven (met name riool- en afvalstoffenheffing) blijft het uitgangspunt. Hoewel in het coalitieakkoord is aangegeven dat kostenstijgingen niet eerder dan in 2013 gefaseerd in de tarieven terugkomen, is bij Kaderbrief 2011 besloten dat, gezien de financiële situatie van de gemeente, het echter niet langer verantwoord is dat uitvoerende activiteiten niet kostendekkend zijn. Daarom is besloten om de tarieven riool- en afvalstoffenheffing gefaseerd reeds met ingang van 2012 kostendekkend te maken.
3. Actualisatie beleidsitems 2012 Op het terrein van lokale lasten staan in 2012 de volgende beleidsitems en bedrijfsvoeringszaken centraal. Voortbestaan precariobelasting ondergrondse kabels en leidingen In november 2010 is een motie in de Tweede Kamer aangenomen met als strekking vrijstelling van deze heffing per 1 januari 2012 voor nutsbedrijven. Voor onze gemeente betekent dat een daling van de jaarlijkse opbrengsten precariobelasting met € 10 mln. Vlak voor het zomerreces 2011 heeft minister Donner een brief aan de Tweede Kamer gestuurd waarin hij aangeeft met een wetsvoorstel te komen die erin voorziet netwerken van nutsbedrijven vrij te stellen van precariobelasting. De minister geeft daarmee gehoor aan de wens van de Tweede Kamer om een eerder ingetrokken wetsvoorstel, dat die vrijstelling regelde, alsnog in te dienen. In zijn brief geeft de minister aan dat in overleg met de VNG en de Unie van Waterschappen zal worden gezocht naar een uitwerking van het wetsvoorstel, waarbij de gevolgen voor de decentrale overheden zo beperkt mogelijk worden gehouden. Gedacht kan worden aan een overgangstermijn voor de decentrale overheden die nu al precariobelasting heffen. Via de reguliere P&C-producten wordt de raad over de stand van uitvoering van deze motie gerapporteerd. Bedrijven Investeringszones (BI-zones) De Experimenteerwet BI-zones maakt het de gemeenteraad mogelijk om op verzoek van ondernemersverenigingen zgn. Bedrijven Investeringszones in te stellen. Deze activiteiten zijn aanvullend op het basisniveau waarvoor de gemeente verantwoordelijk is. Een Bedrijven Investeringszone (BI-zone) is een door de ondernemers zelf afgebakend gebied, waarbinnen zij gezamenlijk investeren in een aantrekkelijker en veiliger bedrijfsomgeving. Bij voldoende draagvlak betalen alle ondernemers mee. De gemeente stelt hiervoor een heffing in en keert de opbrengst van de heffing uit aan de vereniging of stichting die de activiteiten namens de ondernemers uitvoert. De basis van een BI-zone is een plan van aanpak van de ondernemersvereniging bestaande uit duurzame, niet eenmalige activiteiten die aanvullend zijn op de diensten van de gemeente. Voorbeelden hiervan zijn: inhuur van gezamenlijke surveillancediensten, camerabewaking, vaker schoonmaken, graffitiverwijdering of een luifelplan. Ondernemers bepalen zelf of zij in hun gebied die gezamenlijke investeringen willen doen. BI-zone is hiermee een instrument dat het voor ondernemers mogelijk maakt om gezamenlijk te investeren in hun bedrijfsomgeving, en de organisatie en lasten evenwichtig te verdelen.
pagina 182 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
Succesvolle invoering van een BI-zone versterkt ook de lokale organisatie van groepen ondernemers. Per 1 januari 2011 zijn in de gemeente Rotterdam vijf BI-zones in werking getreden: Nieuwe Binnenweg, Hillegersberg, Lusthofstraat, Van Oldenbarneveltstraat en Witte de Withkwartier. In februari 2011 is bij Koninklijk Besluit de experimentenwet BI-zone verlengd tot 31 december 2011. Begin april 2011 hebben vijf ondernemersverenigingen een BI-zone-aanvraag ingediend. Hiervan hebben drie verenigingen tijdig een BI-zone-plan aangeleverd en is de aanvraag verder door de gemeente in behandeling genomen. Het betreft de bedrijventerreinen Distripark Botlek, Bedrijventerrein Schiebroek en het winkelgebied Oudedijk en omstreken. In september jl. hebben wij uw raad de verordeningen voor deze potentiële BI-zones ter vaststelling voorgelegd, waarna per BI-zone een draagvlakmeting (oktober/ november) wordt uitgevoerd. Bij een positieve uitkomst van de draagvlakmeting zullen de nieuwe BI-zones met ingang van 1 januari 2012 in werking treden. Uitbreiding werkingssfeer Invorderingswet De uitbreiding beoogd een deel van de gemeentelijke vorderingen die wij incasseren onder de werking van de Invorderingswet te brengen. Vorderingen mogen dan door gemeentelijke deurwaarders worden ingevorderd. Dit idee past in het Kabinetsstreven van deregulering en lastenverlichting. Het voorstel tot uitbreiding werkingssfeer is inmiddels ingediend bij de Minister Veiligheid en Justitie en de Tweede Kamer. Op dit moment nog geen zicht op uiteindelijk resultaat. Onderzoek regionale samenwerking lokale belastingkantoren Het doel van dit onderzoek is of en zo ja welke omliggende gemeenten bereid zijn om de afdelingen belastingheffing samen te voegen. Samenwerking kan leiden tot efficiëntievoordelen door het vergroten van volumes, het verminderen van de kwetsbaarheid van de afzonderlijke afdelingen en het verminderen administratieve lastendruk (combineren van nota’s en contacten met burger). Wij hebben met dit onderzoek ingestemd en hebben de opdracht gegeven de mogelijkheden voor regionale samenwerking in stadsregionaal verband verder te onderzoeken, alsook de gevolgen voor de achterblijvende organisatie. Daartoe wordt een business case opgesteld. Onderdeel van deze businesscase is het inzicht verschaffen in de integrale kostprijs van de bestaande producten en processen van de dienst. Najaar 2011 wordt deze businesscase het college voorgelegd. Verbeteren dienstverlening Het verbeteren van de dienstverlening aan de burger en ondernemer en het verder besparen van kosten voor GBR vormen belangrijke speerpunten. Daartoe wordt intensief gewerkt aan de uitbreiding van de mogelijkheden om digitaal belastingzaken te regelen en processen te vereenvoudigen. Vooral burgers hebben profijt van meer mogelijkheden via Mijn Loket door het verbeteren van de service. Met ingang van 2011 is de mogelijkheid gecreëerd om digitaal vervolgstappen te nemen naar aanleiding van de opgelegde aanslag. Zo kan een verzoek om een betalingsregeling en kwijtschelding digitaal worden ingediend, kan een wijziging van het bankrekeningnummer van een lopende automatische incasso digitaal worden gemeld en kan digitaal bezwaar worden ingediend tegen de nota lokale lasten. Begin 2012 wordt het onder meer mogelijk voor de burger om het formulier voor inkomen en vermogen voor de kwijtschelding online in te vullen, digitaal (met behulp van een digitale handtekening) een automatische incasso aan te vragen en in te trekken en taxatierapporten online in te zien. In 2012 is GBR verder voornemens van start te gaan met het digitaal indienen van bezwaren tegen parkeerboetes en het aan- en afmelden en indienen van bezwaar hondenbelasting via Mijn Loket. De afdoeningstermijnen van publieksreacties (zoals bezwaren en verzoeken tot kwijtschelding) zullen verder worden verkort. Voor ondernemers is het inmiddels mogelijk om digitaal via Mijn Loket aangifte Logiesbelasting te kunnen doen. Bij verdere verbetering van de dienstverlening wordt steeds gezocht naar die taken waarvan door burgers of ondernemers wordt aangegeven dat het digitaal kunnen uitvoeren van die taken het meest wordt gemist. Hierbij wordt door middel van een business case inzichtelijk gemaakt wat de besparingen zijn van de verwachte verschuivingen van de dienstverlening van het ene naar het andere kanaal. Horizontaal toezichtregime / samenwerkend waarderen Bij de wijze van uitvoeren van de waardering van de ca. 325.000 objecten in onze gemeente wordt een doelgroep gerichte benadering gevolgd. Voor de groep woningen gelden voorschriften voor het modelmatig waarderen; voor de groep nietwoningen worden waar mogelijk taxatiewijzers (landelijk) ontwikkeld en gebruikt. Met de grotere exploitanten van onroerende zaken en instellingen in de zorgsector zijn al afspraken gemaakt. Vanaf 2011 wordt, waar mogelijk, voor de groep unieke objecten in vooral het Havengebied gewerkt volgens uitgangspunten die de Rijksbelastingdienst hanteert in het kader van Horizontaal Toezicht. Essentieel daarbij is om uit te gaan van wederzijds vertrouwen en het maken van afspraken voor de toekomst. Bij de huidige werkwijze ligt de nadruk op controles en correctie achteraf. De aanpak moet er mede toe leiden dat, net als voor de waardering van woningen, het waarderingsproces voor betrokkenen transparanter wordt en beter voorspelbaar qua uitkomsten en dat door het preventieve karakter ondernemers ook eerder dan nu zekerheid hebben over de financiële verplichtingen aan de gemeente. De inschatting is dat er ca. drie jaar nodig is om deze nieuwe manier van werken (samenwerkend waarderen) volledig ingevoerd te krijgen. Ook deze aanpak vormt onderdeel van het programma deregulering en lastenverlichting.
Hoofdstuk 5 | Concernbrede onderwerpen | pagina 183
Medio 2011 is een evaluatie gemaakt van een aantal dit jaar gehouden pilots en is beoordeeld welke wijze van horizontaal toezicht het meest past binnen de uitvoering van de werkzaamheden door GBR. Gestreefd wordt naar een uniforme wijze van horizontaal toezicht dat wordt toegepast op een groep van objecten dat zich hiervoor leent. De verwachting is dat eind 2011 de integrale richtlijnen vastgesteld zijn en dat deze kunnen worden besproken met de geselecteerde bedrijven en/of hun gemachtigden. Invoering van horizontaal toezicht / samenwerkend waarderen wordt met ingang van 2012 verwacht.
4. De ontwikkeling van Rotterdamse lastendruk In onderstaande schetsen wij u de tarievenontwikkeling 2009–2012 in onze gemeente. Ontwikkeling Rotterdamse woonlasten 2009–2012 We stellen voor de gemeentelijke woonlasten (d.w.z. het totaal van het gemiddeld aanslag OZB-eigenaar woningen, riool- en afvalstoffenheffing) in 2012 met € 59,52 (+9,48%) ten opzichte van 2011 te laten stijgen.
OZB- eigenaar woning Afvalstoffenheffing Rioolheffing Totale woonlasten
Tarief 2010 (in €)
Tarief 2011 (in €)
180,89 259,04 180,00 619,93
180,89 263,60 183,20 627,69
Stijging 2011 t.o.v. 2010 (in %) 0,0 1,75 1,78 1,25
Tarief 2012 (in €) 184,11 315,40 187,70 687,21
Stijging 2012 t.o.v. 2011 (in %) 1,78 19,65 2,46 9,48
De tarieven 2012 zullen nog door uw raad separaat worden vastgesteld. Rotterdamse lastenontwikkeling 2010–2011 ten opzichte van het landelijk gemiddelde Bij de vergelijking van de lokale lastendruk in Rotterdam met andere gemeenten, gaan we uit van COELO-atlas. Het COELO (Centrum voor Onderzoek Economie van de Lagere Overheden) is een onafhankelijk onderzoeksinstituut verbonden aan de Rijksuniversiteit van Groningen. Het onderzoek richt zich op onderwerpen die verband houden met provincies, gemeenten en waterschappen en publiceert jaarlijks over de lokale lastendruk. Het COELO heeft een vergelijkend onderzoek onder de 35 grootste gemeenten uitgevoerd. Hieruit blijkt dat de gemeentelijke tarieven 2011 gemiddeld met 1,3% stijgen tot een gemiddelde woonlast van € 644,00. De woonlasten worden berekend als de som van de onroerende zaakbelasting eigenaar woningen (OZB), de rioolheffing en de afvalstoffenheffing. Uit de Kerngegevens belastingen grote gemeenten 2011 blijkt dat de gemeentelijke tarieven in 2011 ten opzichte van 2010 gemiddeld met 1,3% stijgen tot een gemiddelde woonlast van € 644,00. De woonlasten zijn in 2011 het laagst in Alkmaar (€ 526) en het hoogst in Groningen (€ 731). Acht gemeenten verlagen hun woonlasten ten opzichte van 2010; Dordrecht het meest (met 3,4%) terwijl Emmen deze het sterkst verhoogd, namelijk met 5,2%. In de rangorde van gemeente met de hoogste woonlasten staat Rotterdam in 2011 op een 26 e plaats (in 2010: 8e plaats) en binnen G4-verband op een 3e plaats (in 2010: 2e plaats). Totale woonlasten (bedragen in €) Rotterdam Gemiddelde stijging grote gemeenten
2010 620 610
2011 625 644
Bronnen: COELO – BOGG 2009 en 2010 en Kerngegevens belastingen grote gemeenten 2011
Rotterdamse lastenontwikkeling binnen de G4 Vergelijking ontwikkeling woonlasten Rotterdam 2011 ten opzichte van de overige G4-gemeenten en het gemiddelde van de 35 grootste gemeenten (afgerond in hele euro’s) Totale woonlasten (bedragen in €) Rotterdam Amsterdam ’s Gravenhage Utrecht G-35 Bronnen: COELO –Kerngegevens belastingen grote gemeenten 2011
pagina 184 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
2011 625 634 551 705 644
% stijging in 2011 1,3 2,9 0,0 1,8 1,3
Uit hiervoorgaande tabel blijkt dat de gemeentelijke tarieven van de 35 grootste gemeenten in 2011 ten opzichte van 2010 gemiddeld met 1,3% stijgen tot een gemiddelde woonlast van € 644,00. De stijging in Rotterdam komt overeen met de gemiddelde stijging bij de G35 en is in G4-verband de een na laagste. In onderstaande tabel wordt een vergelijking gemaakt tussen de stijgingspercentages van de belangrijkste tarieven in Rotterdam ten opzichte van die van de G35. Percentage 2011 t.o.v. 2010
Rotterdam
OZB eigenaar Afvalstoffenheffing Rioolheffing Totale woonlasten
0,1% 1,8% 1,8% 1,3%
Gem. 35 grootste gemeenten 1,3% 0,3% 3,6% 1,3%
Bron: COELO – Kerngegevens belastingen grote gemeenten 2011
Rotterdamse lastendruk 2011 ten opzichte van de regio Van belang is ook hoe de Rotterdamse tarieven afsteken tegen de tarieven in de omliggende gemeenten. Een vergelijking per afzonderlijk tarief kan echter een vertekening opleveren, omdat een gemeente er voor kan kiezen om de OZB wat meer te belasten ten gunste van een lager rioolheffing. Er ontstaat echter wel een globaal beeld wanneer de drie belangrijkste tarieven (die betrekking hebben op meerpersoonshuishoudens) met elkaar worden vergeleken. Tarieven 2011 (in hele €’s)
Rotterdam Albrandswaard Ridderkerk Barendrecht Spijkenisse Vlaardingen Schiedam Lansingerland Capelle a/d IJssel
OZB– Afvalstoffeneigenaar heffing woning 0,1123 % 263 0,1061 % 270 0,00917 % 335 0,0983 % 257 0,1172 % 336 0,1128 % 312 0,1035 % 299 0,0982 % 359 0,0979 % 321
Rioolheffing eigenaar + gebruiker 183 218 148 263 106 158 171 191 205
Totale woonlasten 625 784 676 789 643 668 636 839 716
Rangorde laagste woonlasten 86 391 206 396 134 185 113 426 295
Bron: COELO – atlas 2011
Hieruit blijkt dat Rotterdam dat de totale woonlasten als laagste in de regio moet worden beschouwd; per afzonderlijk tarief is de situatie wisselend.
5. Tariefsontwikkeling 2012 en kostendekkendheid Beleidsuitgangspunt is dat de gemeentelijke tarieven, op basis van de CPI-methodiek, in 2012 met maximaal 2,5% mogen stijgen ten opzichte van 2011. In het raadsvoorstel bij de verschillende belastingverordeningen 2012 stijgen deze tarieven dan ook in principe niet meer dan met 2,5% ten opzichte van 2011. Dit is exclusief de afronding van tarieven op een veelvoud van € 0,10 of naar hele euro’s. Onderstaande tarieven zijn een uitzondering op dit beleidsuitgangspunt: om reden van het bereiken van kostendekkendheid (een ander beleidsuitgangspunt) stijgt een aantal met meer dan de trend. Afvalstoffenheffing Het tariefvoorstel voor de Afvalstoffenheffing in 2012 is € 315,40. Dit tarief is een stijging van bijna 20% ten opzichte van 2011. Deze stijging wordt met name veroorzaakt door het voorgenomen besluit om de Afvalstoffenheffing versneld kostendekkend te krijgen. Hierdoor stijgen de meeropbrengsten in 2012 met bijna € 14,5 mln ten opzichte van 2011. Daarnaast is het tarief voor de Afvalstoffenheffing met het CPI van 2,5% verhoogd.
Hoofdstuk 5 | Concernbrede onderwerpen | pagina 185
Leges leidingen De afgelopen twee jaren was er sprake van een dekkingstekort op de leges leidingen. De oorzaken hiervoor zijn: – Bij de invoering van de gedifferentieerde metertarieven blijken de normuren te laag te zijn ingeschat. – Er is sprake van een sterke afname van het aantal beschikkingen en het aantal vergunde kilometers. Geëxtrapoleerd over 2011 komt de afname van het aantal beschikkingen uit op bijna 20% en de afname in kilometers rond de 40%. De berekening van de tarieven voor 2012 is gebaseerd op een maximale stijging van 2,5% (CPI). Uitgaande van de handhaving van een 100% kostendekking hebben deze ontwikkelingen een extra tariefstijging tot gevolg die varieert van 0,5% tot 12,2% ten opzichte van 2011. Marktgelden Marktgelden kunnen worden geheven voor het innemen van standplaatsen of het plaatsen van kramen op voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond. Voor zover standplaatsen geen onderdeel van een markt vormen, vallen zij niet onder het marktgeld, maar wordt standplaats precariobelasting geheven. In de afgelopen jaren is door diverse oorzaken een nadelig saldo beheer markten ontstaan. De toename van de baten uit marktgelden heeft onvoldoende tred gehouden met de stijgende lasten als gevolg van hogere kosten voor het schoonmaken van de marktterreinen. Om de komende jaren tot kostendekkendheid te komen wordt voorgesteld om met ingang van 2012 de marktgelden met in totaal 30% boventrendmatig te verhogen (de jaarlijkse trendmatige verhoging op basis van het CPI komt hier nog bovenop). Bedrijfsreinigingsrecht In de verordening voor 2011 wordt een vijftal hoofdcategorieën van bedrijven onderscheiden en per categorie een staffel van vijf verschillende tarieven op grond van aantal fte’s dan wel oppervlakte. Deze tarievenstructuur is bedoeld om een redelijke heffing voor een meer of minder vervuilend bedrijf te garanderen; in de praktijk betekent deze differentiatie een redelijke administratieve lastendruk zowel voor de belastingplichtigen als de organisatie. Roteb heeft de afgelopen tijd samen met GBR een verbeterde tarievenstructuur opgesteld die daarenboven de tarievenstructuur zodanig aanpast zodat er een betere aansluiting van het tarief met het aangeboden afval ontstaat. Ten slotte voorziet deze structuur tot de invoering van de categorie Bedrijven aan Huis. Hiermee wordt een extra categorie in de BRR in het leven geroepen die voorkomt dat kleine ondernemers aan huis, die afval aanbieden wat qua samenstelling gelijk is aan het huishoudelijke afval beide aanslagen, namelijk ASH en BRR, volledig moeten voldoen. OZB De geraamde, totale opbrengsten OZB 2012 bedragen circa € 176 mln. Deze opbrengsten zijn de uitkomst van de rekeningsom: waarde onroerend goed maal tarief. Omdat de waarde van het onroerend goed een autonoom gegeven is dat jaarlijks via taxatie wordt bepaald en de opbrengsten voor ieder begrotingsjaar taakstellend door de raad worden vastgesteld, is de hoogte van de OZB-tarieven voor enig belastingjaar hiervan de rekenkundige afgeleide. Voor het belastingjaar 2012 wordt een gemiddelde waardedaling met 2% voor de woningen geraamd en voor de nietwoningen een gemiddelde waardestijging van 1,5%. In de taakstellende opbrengsten wordt ondermeer rekening gehouden met enerzijds de, in het Coalitieakkoord afgesproken, lastenverlichting van € 3 mln. ten opzichte van 2011 en met een trendmatige stijging van de opbrengsten van 2,5% ten opzichte van 2011. Gegeven deze waardeontwikkeling enerzijds en de taakstellende opbrengsten anderzijds wordt voorgesteld het tarief OZB eigenaar woningen en het tarief OZB gebruiker niet-woningen met 3% t.o.v. 2011 te laten stijgen. Verder wordt voorgesteld het tarief OZB eigenaar niet-woning met 5% te laten stijgen. In deze tariefsbepaling wordt rekening gehouden met oninbare OZBaanslagen en met leegstand. Precario- en reclamebelasting In het kader van een duurzaam materieel sluitende meerjarenbegroting stellen wij voor de tarieven precariobelasting voor terrassen met een grootte van meer dan 50 m2 alsmede de reclamebelasting voor aankondigingen groter dan 30 m2 te verhogen met 20%. Ons college houdt vast aan de eerder gekozen stimulering van het MKB door de kleine terrassen en aankondigingen niet langer te belasten. In de raming van de opbrengsten is zowel de trendmatige verhoging van de opbrengsten met 2,5% t.o.v. 2011 als de lastenverlichting van € 1,7 mln voor kleine terrassen en reclameuitingen verrekend. Logiesbelasting Om de taakstellende opbrengst van netto € 2,5 mln logiesbelasting te realiseren behoeft het tarief in 2012 t.o.v. 2011 niet te stijgen.
pagina 186 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
6. Specificatie belastingopbrengsten In onderstaande tabel wordt een specificatie van de opbrengsten van de belastingsoorten gegeven. De geraamde opbrengsten 2012 zijn op basis van de voorgestelde tarieven: Rekening Begroting Begroting 2010 2011 2012 Onroerend zaakbelasting * 171.453 173.178 175.760 Hondenbelasting 2.025 2.058 2.170 Logiesbelasting** 1.900 2.727 2.727 Reclame- en precariobelasting 26.383 23.765 24.150 Bedrijfsreinigingsrecht 4.813 4.882 5.019 Rioolheffing 62.912 61.835 63.357 Afvalstoffenheffing 71.501 73.149 87.681 * Bij de tariefsbepaling wordt rekening gehouden met de verdisconteerde verwachte oninbare OZB-opbrengsten. ** Bij de tariefsbepaling wordt rekening gehouden met zowel het voornemen het evenementenfonds jaarlijks met € 2,5 mln te voeden uit opbrengsten logiesbelasting, als met de hieraan verbonden perceptiekosten ad € 0,18 mln.
Opgemerkt wordt ten slotte dat circa € 7,2 mln van de hierboven geraamde belastingopbrengsten door de gemeente zelf wordt opgebracht.
7. Kwijtschelding Afvalstoffenheffing Op grond van de Kadernota Lokale Lasten voor deze raadsperiode omvat het kwijtscheldingsbeleid het volgende: – volledige kwijtschelding alleen voor afvalstoffenheffing en OZB gebruikers niet-woningen kan worden verleend op maximaal 100% van de bijstandnorm; – tot 2013 kunnen bewoners van de deelgemeente Rozenburg ook voor kwijtschelding hondenbelasting in aanmerking komen; – kwijtschelding wordt zoveel mogelijk geautomatiseerd toegekend op basis van toetsing door het landelijke Inlichtingenbureau; – ondernemers kunnen thans alleen voor kwijtschelding in aanmerking komen als sprake is van algehele sanering van schulden. Bij Kaderbrief 2011 is besloten het tarief Afvalstoffenheffing met ingang van 2012 geleidelijk kostendekkend te maken. Wij stellen derhalve een boventrendmatige stijging van het tarief Afvalstoffenheffing voor 2012 voor. Voor 2012 is nu de verwachting dat, hoewel het tarief dat kwijtgescholden wordt hoger is dan oorspronkelijk begroot, het aantal gehonoreerde kwijtscheldingsverzoeken daarentegen lager is dan oorspronkelijk begroot. Voorjaar 2012 wordt op basis van de laatste ontwikkelingen in het aantal kwijtscheldingsverzoeken en gegeven de tariefsontwikkelingen Afvalstoffenheffing een nieuwe prognose van de kwijtscheldingslasten voor 2012 en volgende jaren gemaakt.
Hoofdstuk 5 | Concernbrede onderwerpen | pagina 187
5.2 Weerstandsvermogen 5.2.1 Inleiding Weerstandsvermogen is de mate waarin financiële gevolgen van onvoorziene gebeurtenissen kunnen worden opgevangen. Dit zonder dat dit leidt tot een directe aanpassing van het beleid. Hierbij wordt wat beschikbaar is aan middelen om dit op te vangen, de beschikbare weerstandscapaciteit, afgezet tegen de risico’s die de gemeente loopt, de benodigde weerstandscapaciteit. Kenmerkend aan risico’s in het kader van weerstandsvermogen is dat er sprake is van niet of nauwelijks beïnvloedbare (externe) strategische risico’s. Voor weerstandsvermogen moeten de strategische risico’s worden onderscheiden van de reguliere. Bij die laatste groep gaat het om risico’s die zich regelmatig voordoen en die in het algemeen vrij goed meetbaar zijn. Daarvoor worden toereikende voorzieningen gecreëerd of verzekeringen afgesloten. Daarnaast is een goed functionerende planning en control en administratieve organisatie een voorwaarde om dit soort risico’s te herkennen en op te nemen in de begroting en meerjarenraming. Deze definiëring van het begrip weerstandsvermogen sluit aan bij artikel 11 van het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV). Tevens komt dit overeen met de door de rekenkamer gepresenteerde relatie tussen begroting, voorzieningen en weerstandsvermogen in haar brief aan de raad van 21 juli 2011.
5.2.2 Benodigde Weerstandscapaciteit De afgelopen jaren is het risicoprofiel van de gemeente verhoogd en complexer geworden door grote veranderingen in de omgeving. De gemeente neemt door de voortgaande decentralisatie van taken steeds meer verantwoordelijkheden van het Rijk over. Met het overhevelen van taken zijn ook de risico’s en financiële verantwoordelijkheid voor die risico’s overgenomen. Te denken valt aan de Wet Werk en Bijstand en de Wet Maatschappelijke Ondersteuning. Daarnaast zijn door conjuncturele veranderingen risico’s vergroot. Het continue veranderende risicolandschap werkt door in het weerstandsvermogen. De risico’s worden groter waardoor de benodigde weerstandscapaciteit toeneemt. De beschikbare weerstandscapaciteit die daar tegenover staat, wordt door het optreden van risico’s aangesproken. Alle geïnventariseerde risico’s worden periodiek beoordeeld op de mogelijke consequenties voor de financiële positie van de gemeente. In elk geval bij begroting, rekening en bestuursrapportages. De tien risico’s met de grootste financiële gevolgen die volgens de definitie van weerstandsvermogen in aanmerking komen om gedekt te worden door de beschikbare weerstandscapaciteit zijn in onderstaande tabel weergegeven en toegelicht. Gemeentebrede Risico’s die samen de benodigde weerstandscapaciteit bepalen Nr Beleidsveld 1 Algemene middelen 2 Algemene middelen 3 Algemene middelen 4 Fysiek beheer van de stad 5 Fysiek beheer van de stad 6 Ruimtelijke ontwikkeling en Wonen 7 Participatie 8 Ruimtelijke ontwikkeling en Wonen 9 Algemene middelen
Omschrijving risico Renterisico – beïnvloeding van de resultaten van het concern door rentewijzigingen Bijzondere positie G-4 Afschaffen precariobelasting Nadeelcompensatie verlegregeling Eneco als leidingexploitant Onverzekerde brandschade Grondexploitaties
Minimum -8 mln
Maximum Nieuw/ bestaand 24 mln bestaand
0 0 0
170 mln bestaand 16 mln bestaand 15 mln bestaand
0 0
10 mln bestaand 48 mln bestaand
WWB Risico-opslag voor grote projecten
0 0
47 mln bestaand 25 mln nieuw
Risico-opslag voor de niet-kwantificeerbare risicos
0
50 mln nieuw
pagina 188 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
Toelichting tabel Risico Omschrijving Beleidsveld
Risico Omschrijving Beleidsveld
Risico Omschrijving
Beleidsveld
Risico Omschrijving
Beleidsveld
Risico Omschrijving
Beleidsveld
Risico Omschrijving
Beleidsveld
1. Renterisico Het risico dat de werkelijke rente op het moment van afsluiten van nieuwe leningen of bijstelling van de rente op bestaande leningen afwijkt van de geraamde rente. Algemene middelen
2. Bijzondere positie G-4 Momenteel is er discussie over het loslaten van de bijzondere positie van de G4. Rotterdam ontvangt ca. € 170 mln extra uit het Gemeentefonds. Algemene middelen
3. Afschaffen precariobelasting In november 2010 is een motie ingediend in de Tweede Kamer aangenomen met als strekking de vrijstelling van precariobelasting ondergrondse infrastructuur voor nutsbedrijven per 1 januari 2012. Vlak voor het zomerreces 2011 heeft minister Donner een brief aan de Tweede Kamer gestuurd waarin hij aangeeft met een wetsvoorstel te komen dat erin voorziet netwerken van nutsbedrijven vrij te stellen van precariobelasting. Voor onze gemeente betekent dat een daling van de jaarlijkse opbrengsten precariobelasting met in totaal € 16 mln. Algemene middelen
4. Nadeelcompensatie verlegregeling Eneco als leidingexploitant Over de toepassing van de leidingenverordening Rotterdam 2005/ Verlegregeling Rotterdam 2005 bestaat een geschil tussen gemeente en Eneco. Daarbij is Eneco zowel een civielrechtelijke als bestuursrechterlijke procedure aangegaan. Het totale risico voor de gemeente is ruim € 15 mln. In de lopende juridische procedures wordt getoetst of de Leidingenverordening en Verlegregeling van Rotterdam terecht de basis zijn voor Eneco in het proces waarbij bij noodzaak tot verleggen aanwijzingen aan netbeheerders gegeven worden en gebruik gemaakt kan worden van de daaraan gekoppelde compensatieregeling. Ruimtelijke gebiedsontwikkeling en Wonen
5. Onverzekerde brandschade In het door Willis B.V. in december 2004 opgestelde rapport ‘Reservetoetsing verzekeringen’ is de benodigde omvang van de reserve in verband met risico’s vastgesteld op € 10 mln. Met ingang van 2008 is de reserve verzekeringen op de kostenplaats ORM komen te vervallen en komen de risico’s van de verzekeringen ten laste van het weerstandsvermogen. Algemene middelen
6. Grondexploitaties In de tweede helft van 2010 heeft een grootschalige herziening van de grondexploitatieportefeuille plaatsgevonden. Bij de jaarafsluiting van 2010 is in totaal voor ongeveer € 195 mln aan verlies genomen en voorzieningen getroffen. Met deze grootschalige herziening zijn alle grondexploitaties aangepast aan de recente marktomstandigheden en is het risicoprofiel van de portefeuille aanzienlijk verlaagd. Naast directe verliesnemingen is voor een aantal potentiële risico’s een voorziening op portefeuilleniveau aan gelegd die een groter deel van de risico’s afdekt. De omvang van deze voorziening bedraagt € 78 mln en is opgebouwd uit risico’s op het gebied van marktomstandigheden en -afzet, verliesgevende plannen in de portefeuille en risico’s op het gebied van vastgoedbeheer en engineering. In augustus 2011 is weer gestart met het opstellen van het meerjarenperspectief Rotterdamse grondexploitaties (MPRG). Als onderdeel hiervan is een uitgebreide risicoanalyse van de grondexploitatieportefeuille gemaakt. Hierbij zijn alle potentiële risico’s binnen de grondexploitaties in kaart gebracht, waar mogelijk financieel vertaald en risicoscenario’s opgesteld. Ook de project specifieke risico’s zoals sanering en archeologie èn de reguliere vastgoedmarktrisico’s zoals vertraging van productie en (grond)prijsontwikkelingen zijn hierin meegenomen. Het benodigde weerstandsvermogen is in deze analyse voor het product grondexploitaties gecalculeerd op € 48 mln. Om deze risico’s te minimaliseren en te voorkomen worden er meerdere beheersmaatregelen toegepast. Voorbeelden hiervan zijn monitoren van de markt voor werklocaties (op basis van de visie werklocaties) en een actieve projectcontrol zoals vastgelegd in de Rotterdamse standaard voor projectmatig werken. Ruimtelijke gebiedsontwikkeling en Wonen
Hoofdstuk 5 | Concernbrede onderwerpen | pagina 189
Risico Omschrijving
Beleidsveld
Risico Omschrijving
Beleidsveld
Risico Omschrijving Beleidsveld
7. risico WWB Van de verwachte ‘opbrengst’ van de ombuigingen 2012 (€ 87 mln) is de bandbreedte een resultaat tussen € 40 en € 80 mln. In de expertmeeting met de raad op 7 sept. jl. is dit beeld bevestigd. De kans dat de maximale opbrengst gehaald wordt zal gering zijn. Dit vormt aanleiding om een risicoreserve in de begroting op te nemen (€ 47 mln.) en tegelijkertijd vast te houden aan de ingezette maatregelen. participatie
8. risico opslag investeringsprojecten Voor de grote investeringsprojecten waarover in de monitor grote projecten wordt gerapporteerd is in de berekening rekening gehouden een post onvoorzien. Voor deze vastgoed- en infrastructurele projecten wordt in het risicocumulatiemodel een risico opslag meegenomen voor onvoorziene ontwikkelingen die de post onvoorzien te boven gaan. Ruimtelijke ontwikkeling en wonen
9. risico opslag voor niet kwantificeerbare risico’s Voor de hierna genoemde niet kwantificeerbare risico’s wordt een opslag van € 50 mln in het risicocumulatiemodel opgenomen om ze mee te kunnen nemen in de bepaling van de benodigde weerstandscapaciteit. Algemene middelen
Niet kwantificeerbare risico’s Onderstaande onderwerpen houden mogelijk een risico in. Deze risico’s zijn niet goed kwantificeerbaar en daarom niet separaat opgenomen in het risicocumulatiemodel, maar door middel van een risico-opslag. Jaarlijks wordt bezien wat de stand van zaken is; op grond daarvan zullen, indien noodzakelijk, maatregelen worden voorgesteld. Nr Beleidsveld
Omschrijving risico
10 Cultuur, sport en recreatie 11 Ruimtelijke ontwikkeling en Wonen 12 Ruimtelijke ontwikkeling en Wonen
Risico op schade aan gemeentelijke kunstcollectie Vastgoedrisico-marktontwikkelingen Risico’s als gevolg van de Gemeente-garantieverordening Eigen Woningen 1995 Risico’s achtervang door Waarborgfonds Eigen Woningen verstrekte garanties Bezuinigingen op specifieke uitkeringen door het Rijk Uitkomsten Rijk inzake Decentralisatie, herverdeling en herindeling
13 Ruimtelijke ontwikkeling en Wonen 14 Algemene middelen 15 Algemene middelen
Nieuw/ bestaand bestaand bestaand bestaand bestaand bestaand bestaand
Ter onderbouwing van de weerstandscapaciteit heeft een risicosimulatie plaatsgevonden. Het risico-cumulatiemodel werkt met kansinschattingen (kans dat het risico zich voordoet) en inschattingen van de financiële gevolgen als het risico zich daadwerkelijk voordoet. Daar alle risico’s nooit allemaal tegelijk en met een maximale omvang zullen optreden, wordt uitgegaan van een zekerheidspercentage van 95%. De risico’s in de hiervoor weergegeven tabel zijn opgenomen in het risico-cumulatiemodel. Bij 95% zekerheid is de hoogte van de benodigde weerstandscapaciteit voor de gemeentebrede risico’s € 177 mln. Dat houdt in dat de weerstandscapaciteit van deze omvang in 95% van de gevallen toereikend is. Dit is een stijging ten opzichte van de begroting 2011 met € 8 mln. Dit is voornamelijk het gevolg van het behoedzamer waarderen van risico’s en van de consequenties van de economische crisis.
5.2.3 Beschikbare Weerstandscapaciteit Tegenover de strategische risico’s staat de beschikbare weerstandscapaciteit: het geheel van middelen en mogelijkheden die kunnen worden ingezet om onvoorziene gebeurtenissen op te vangen. In 2011 lijkt een tekort te ontstaan dat groter is dan de beschikbare weerstandscapaciteit van dit moment. De belangrijkste redenen voor het tekort zijn de tegenvallende volumeontwikkelingen in de WWB, de vertraagde doorwerking van de gevolgen van de economische recessie (grond, bouw, organisatie) en wegvallende (specifieke) rijksuitkeringen die niet volledig worden gecompenseerd door gemeentelijke bezuinigingen. Omdat de beschikbare weerstandscapaciteit niet toereikend is voor het opvangen van het tekort 2011 wordt een uitname uit het IFR voorgesteld.
pagina 190 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
Om de algemene concernreserve weer op peil te brengen zijn in deze begroting maatregelen genomen die leiden tot meerjarige overschotten. Deze overschotten worden toegevoegd aan de weerstandscapaciteit. Daardoor zal in 2015 de weerstandscapaciteit met € 140 mln zijn toegenomen. In onderstaande tabel blijkt dit uit de reeks “Meerjarenprognose begroting 2012”. Hiermee wordt voldaan aan de motie 2011-1911”overschotten naar het weerstandsvermogen”. Weerstandsvermogen Beginstand Geraamde toevoegingen Geraamde onttrekkingen Voorgestelde toevoeging 2e burap Geprognotiseerd tekort 1e burap 2011 Geprognotiseerd tekort 2e burap 2011 Geprognotiseerd weerstandsvermogen 2011 Meerjarenprognose begroting 2012 Voorgestelde onttrekking IFR Eindstand
2011 93.196 29.824 -20.839 6.800 -86.224 -89.812 -67.055 75.362 8.307
2012 8.307 11.981 -28.194
2013 0 13.901 -3.885
2014 19.148 21.491 -8.658
2015 88.348 17.491 -10.686
7.906
9.132
56.367
66.439
0
19.148
88.348
161.592
Toelichting tabel In de tabel wordt de beginstand 2011 van het weerstandsvermogen gepresenteerd, waarna de geraamde toevoegingen en onttrekkingen worden weergegeven. In de begroting 2011 is aangegeven dat de geraamde onttrekking aan de algemene reserve in 2012 groter dan de geraamde toevoeging. Dit komt door een tijdelijk tempoverschil tussen geraamde toevoegingen en onttrekkingen. Vanaf 2013 neemt het weerstandsvermogen weer toe. In 2011 lijkt een tekort te ontstaan dat groter is dan de beschikbare weerstandscapaciteit van dit moment (-/- € 67,1 mln). Dit zou betekenen dat de Algemene Reserve negatief zou worden, hetgeen niet toegestaan is. Andere vermogenscomponenten zijn evenwel nog beschikbaar, mits daartoe wordt besloten. Omdat de Algemene Reserve niet toereikend is voor het opvangen van het tekort 2011, wordt in de tweede bestuursrapportage 2011 een tijdelijke uitname uit het IFR voorgesteld, waarbij de hoofdsom van het IFR zo snel mogelijk weer zal worden aangevuld uit opbrengsten van verkoop van deelnemingen. Echter, door de in de begroting 2011 gepresenteerde hogere onttrekking in 2012 zou het weerstandsvermogen eind 2012 wederom negatief worden. Daarom stellen wij voor om de onttrekking aan het IFR in 2011 zo groot te laten zijn, dat het weerstandsvermogen eind 2012 op 0 sluit (in concreto € 75,4 mln). In de latere jaren stijgt het weerstandsvermogen als gevolg van de geraamde overschotten naar 162 mln. Om de Algemene Reserve en de Financieringsreserve weer op peil te brengen zijn maatregelen nodig. Het college stelt daarom voor om alle geraamde overschotten in de meerjarenramingen toe te voegen aan de weerstandscapaciteit. Doel is om de weerstandscapaciteit met ca € 140 mln aan te vullen, waardoor deze eind 2015 gelijk is aan de stand van de beschikbare weerstandscapaciteit op 1 januari 2010 (€ 160 mln).
5.2.4 Beleidsnota Het college legt rond het einde van 2011 een beleidsnota Weerstandsvermogen voor aan de raad. Daarin zal het voorgenomen beleid ten aanzien van het weerstands-vermogen en het risicomanagement vastgelegd worden.
Hoofdstuk 5 | Concernbrede onderwerpen | pagina 191
5.3 Onderhoud kapitaalgoederen De gemeente heeft een groot aantal kapitaalgoederen, zoals: wegen, riolering, water, groen en gebouwen. Deze goederen zijn nodig om de beleidsdoelen te realiseren. In deze paragraaf wordt ingegaan op de beleidsuitgangspunten (zoals beleidsvoornemens) en de systematiek van het onderhoud van de kapitaalgoederen. De lasten van het onderhoud worden bij verschillende beleidsvelden weergegeven. Een transparant en overkoepelend overzicht is daarom van belang voor een goed inzicht in de financiële positie van de gemeente. De kapitaalgoederen zijn hieronder per categorie weergegeven. Het betreft de categorie wegen, rioleringen, bomen, water, kunstwerken (bruggen, viaducten en tunnels), Kademuren en glooiingen, begraafplaatsen en crematoria, beeldende kunst en gebouwen, openbare verlichting en vastgoed (inclusief theaters en musea en onderwijshuisvesting) en Sportvelden. Per categorie wordt bij het beleidskader aangegeven welke beleid- en onderhoudsplannen zijn vastgesteld. Daarna worden de beleidsontwikkelingen en –voornemens beschreven. Tenslotte wordt ingegaan op de beschikbare middelen voor onderhoud en investeringen, met verwijzing naar de relevante beleidsvelden en producten in de begroting.
Categorie Beleidskader
Wegen – Beheerplan voor Hoofd- en verzamelwegen 2008–2012 – Onderhoud: Meerjarenplan 2008–2012 – Kwaliteitsmeting: 2 jaarlijkse inspectie op schadebeelden
Beleidsontwikkelingen & -voornemens
In 2007 is het beheerplan van de hoofd- en verzamelwegen voor de periode 2008–2012 opgesteld. Op basis van voortzetting van het huidige beleid en inspecties is aangegeven welke maatregelen er in de komende 5 jaar nodig zijn om de hoofd- en verzamelwegen op een technisch kwaliteitspeil van minimaal 75% goed/matig te houden. Daarbij werden de onderstaande prestatie-indicatoren gehanteerd: – Kwaliteit hoofd- en verzamelwegen: maximaal 25% slecht; – Jaarlijks onderhoud hoofd- en verzamelwegen: minimaal 8 ha; – In 2010 zijn alle fietspaden langs hoofd- en verzamelwegen in rood asfalt uitgevoerd; – Technische kwaliteit van de fietspaden: maximaal 25% slecht. Met ingang van 2010 is het wegbeheersysteem voor stedelijke en deelgemeentelijke wegen vernieuwd. Hierdoor kunnen er landelijk meer en beter kwaliteitsontwikkelingen vergeleken worden. Ook zijn daarbij de prestatieindicatoren vernieuwd. Zowel het areaal van de hoofd- en verzamelwegen en de fietspaden heeft als streefwaarde 85% voldoende tot matig gekregen. Met ingang van 2012 wordt het budget structureel verlaagd met € 2 mln. Dit heeft tot gevolg dat de vernieuwde prestatiedoelstelling (streefwaarde 85 % voldoende of matig) nog moeilijk gerealiseerd kan worden. Om inzicht te krijgen in de onderhoudstoestand van de hoofd- en verzamelwegen wordt minimaal één keer in de twee jaar het totale areaal geïnspecteerd. Onderstaande tabellen geven het onderhoudsbeeld en de actuele stand van zaken weer. Tabel 1: Onderhoud Hoofd- en verzamelwegen Omschrijving totaal verslag begroting begroting areaal 2010 2011 2012 Onderhouden wegenareaal (in ha) 342 8,0 8,0 8,0 Onderhouden wegenareaal (in %) 100 2,3 2,3 2,3
Financiële consequenties
Beleidsveld Product
Tabel 2: Kwaliteitsbeeld wegen (in % van het totaal) Omschrijving areaal (ha) verslag 2009 goed % matig % Hoofd- en 342 64,4 11,0 verzamelwegen Omschrijving Onderhoud Investeringen Fysiek beheer van de stad Wegen, water en groen
pagina 192 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
slecht % 24,6
goed % 64,4
verslag 2010 matig % slecht % 11,0 24,6
rekening begroting begroting 2010 2011 2012 6.752 5.284 3.284 0 0 0
Categorie Beleidskader
Beleidsontwikkelingen & -voornemens
Financiële consequenties
Beleidsveld Product
Categorie Beleidskader
Beleidsontwikkelingen & -voornemens
Financiële consequenties
Beleidsveld Product
Categorie Beleidskader
Beleidsontwikkelingen & -voornemens
Financiële consequenties
Beleidsveld Product
Rioleringen – Gemeentelijk Rioleringsplan 2011–2015 (GRP 3) – Onderhoud: Aansluitplan Rotterdam – Onderhoudsbeleidsplan Gemalen en Persleidingen 2003–2017 – Kwaliteitsmeting: Inspectie en benchmark Beheer en onderhoud vinden plaats zoals aangegeven in het Gemeentelijk Rioleringsplan 2011–2015 (GRP 3). Het plan geeft de Rotterdamse invulling van de zorgplichten voor stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater. Hierbij wordt voldaan aan de Europese-, nationale- en lokale wet- en regelgeving. De rioleringszorg draagt bij aan de realisatie van een aantrekkelijke stad onder het motto: droge voeten, gezonde stad. Omschrijving rekening begroting begroting 2010 2011 2012 Onderhoud 11.882 22.890 22.925 Investeringen 39.950 44.055 47.743 Fysiek beheer van de stad Riolering en rioolgemalen
Bomen – Bomenstructuurplan 2007–2011 – Onderhoud: Onderhoudsplan 2007–2011 – Kwaliteitsmeting: Monitoring Het onderhoud van openbaar groen en bomen is een taak van deelgemeenten. Aanvullend zijn er stedelijke middelen beschikbaar voor het in stand houden en verbeteren van de hoofdbomenstructuur door groeiplaatsverbetering en snoeien, het voorkomen en bestrijden van ziektes (zoals iepenziekte, bloedingsziekte kastanjebomen, etc), het inspecteren van monumentale bomen en het vervangen van onveilige boomsoorten in het kader van de wettelijke zorgplicht. Ook is, als tijdelijke opslagplaats, een bomendepot in gebruik voor het hergebruiken van verplantbare grote bomen. De uitvoering van het Bomenstructuurplan wordt jaarlijks afgestemd met stedelijke en deelgemeentelijke onderhoudsen vernieuwingsplannen. Met ingang van 2011 is het budget structureel met 1/3 verlaagd (niveau 2008) en bedraagt de prestatie-indicator ‘aantal verbeterde bomen’ 550 i.p.v. 1090. Het bomenstructuurplan wordt vernieuwd voor de plan-periode 2013–2016. De bezuiniging in 2012 betekent dat er alleen middelen beschikbaar zijn ter voorkoming en bestrijding van ziektes, het inspecteren en het vervangen van onveilige boomsoorten. Omschrijving rekening begroting begroting 2010 2011 2012 Onderhoud 1.449 530 260 Investeringen 0 0 0 Fysiek beheer van de stad Wegen, water en groen
Water – Waterplan 2 Rotterdam – Deelgemeentelijke (meerjaren)baggerplannen – Kwaliteitsmeting: Schouw De klimaatverandering zal resulteren in grotere neerslaghoeveelheden, perioden met meer droogte, een hogere zeespiegel en grotere rivierafvoeren. Hierdoor zal onder andere de behoefte aan meer waterberging toenemen. In het Waterplan 2 Rotterdam is gewerkt aan een totaalvisie hoe de benodigde waterberging (de stedelijke wateropgave) kan worden gerealiseerd. In 2009 is gestart met de uitvoering van maatregelen uit het Waterplan 2, zoals de Blauwe verbinding en diverse studies in het kader van waterveiligheid. Naar aanleiding van nieuwe beleidsontwikkelingen op het gebied van bodembeheer en de nieuwe situatie na afronding van de subsidieregeling Subbied is in samenwerking met de waterschappen gestart met het opstellen van een nieuw uitvoeringsplan baggeren. Belangrijk aandachtspunt in het nieuwe plan is de lokale verwerking van bagger waardoor kan worden bespaard op transport en verwerkingskosten. De gemeente en de waterschappen voeren een aantal pilots uit om tot een zo efficiënt mogelijke werkwijze te komen bij het baggeren. Het betreft dan vooral het combineren van baggerwerk in hoofd- en overige watergangen en de taakverdeling bij de voorbereiding en de uitvoeringsbegeleiding. De pilots worden in 2011 geëvalueerd De kostentoewijzing van het baggerwerk blijft vooralsnog ongewijzigd. Wel wordt de interne kostenverdeling tussen deelgemeentelijke en centrale middelen, die nu 50/50 bedraagt, op termijn heroverwogen. Omschrijving rekening begroting begroting 2010 2011 2012 Onderhoud 2.236 2.457 2.246 Investeringen 0 0 0 Fysiek beheer van de stad Wegen, water en groen
Hoofdstuk 5 | Concernbrede onderwerpen | pagina 193
Categorie Beleidskader
Beleidsontwikkelingen & -voornemens
Kunstwerken (bruggen, tunnels en viaducten) – Beheerplan Bruggen en Viaducten (2008–2012) – Onderhoud: Uitvoeringsjaarplan Bruggen en Viaducten – Kwaliteitsmeting: Periodieke inspectie – Ontwerp investeringsplan Bruggen en Viaducten – Onderhoud: Meerjarenplan (2009–2012) – Kwaliteitsmeting: Technische inspecties (o.a. constructieve veiligheid) – Beleidsplan Maastunnelcomplex (2010–2014) – Onderhoud: Veiligheidsplan Maastunnel – Kwaliteitsmeting: Periodieke inspectie In het beheerplan Bruggen en Viaducten 2008–2012 is het kader voor het planmatig beheren en onderhouden van stedelijke bruggen en viaducten beschreven. Deze vormen een cruciaal onderdeel in de fysieke infrastructuur van Rotterdam. In het beheerplan zijn aan de hand van scenario’s ambities geformuleerd waaraan de objecten kwalitatief moeten voldoen. Er is gekozen voor het 3e scenario waarbij alle objecten zowel in de stedelijke hoofdinfrastructuur als in de overige infrastructuur technisch redelijk in orde zijn, maar dat de beeldkwaliteit van een lager niveau is. Ondanks de gemeentelijke bezuinigingen in de openbare ruimte is de technische staat van bruggen, tunnels en viaducten niet in het geding. Er was een bedrag € 10,4 mln euro beschikbaar voor het beheer, onderhoud van bruggen, viaducten en tunnels. Hierop is per 1 januari 2011 structureel € 0,6 mln bezuinigd. Het is van groot belang dat objecten die niet meer voldoen, tijdig vervangen of grondig gerenoveerd kunnen worden. Hiervoor zijn in deze collegeperiode voor ongeveer € 50 mln aan vervangingsinvesteringen beschikbaar. De kapitaallasten komen niet ten laste van de middelen voor beheer en onderhoud.
Financiële consequenties
Beleidsveld Product
Categorie Beleidskader
Beleidsontwikkelingen & -voornemens
Financiële consequenties
Beleidsveld Product
Het Beleidsplan ter instandhouding van het Maastunnelcomplex 2010–2014 bevat voorziene maatregelen op het gebied van veiligheid die uitgevoerd worden om de Maastunnel per 1 mei 2014 te laten voldoen aan vigerende tunnelwetgeving. Aan deze wetgeving moet voldaan worden wil de Maastunnel na deze datum in gebruik mogen blijven als tunnel voor autoverkeer. Tijdens de grondige inspectie die zomer 2011 na de asbestsanering van de ventilatiekanalen van de westbuis kon worden uitgevoerd, bleek de betonschade aan de tunnelbodem groter te zijn dan kon worden aangenomen. TNO heeft een nader onderzoek uitgevoerd naar de gevolgen hiervan en zal op korte termijn aangeven wat de urgentie is om deze schade te herstellen. Duidelijk is al wel dat het betonherstel in 2014 gereed moet zijn. De externe kosten die dit herstel met zich meebrengt worden nader in kaart gebracht en zullen zeer waarschijnlijk leiden tot hogere investeringskosten voor rente en afschrijvingen vanaf 2015. Omschrijving rekening begroting begroting 2010 2011 2012 Onderhoud 12.920 9.592 13.921 Investeringen 2.662 12.963 37.823 Fysiek beheer van de stad Wegen, water en groen
Kademuren en glooiingen – Beheerplan kademuren 2013–2016 (Concept) – Onderhoud: Uitvoeringsplan – Kwaliteitsmeting: Handboek inspecties kademuren – Beheerplan glooiingen i.v.m. over te dragen havens – Onderhoud: Projectplannen – Kwaliteitsmeting: Inspecties De gemeente Rotterdam is sinds 2003 verantwoordelijk voor ca. 15 kilometer kademuren. Met ingang van 2011 heeft het HbR nog eens 13 km kademuren in stedelijk gebied overgedragen. Het (concept) beheerplan wordt nog aangepast met deze overdracht. In het beheerplan worden kwaliteitsdoelen geformuleerd. Aan de hand van inspecties (visuele inspecties, duikonderzoek, deformatiemetingen en conditiemeting) wordt de kwaliteitsontwikkeling gevolgd. Afhankelijk van deze inspecties wordt onderhoud uitgevoerd. Voor de huidige collegeperiode zijn de knelpunten in beeld gebracht en opgenomen in het vervangingsinvesterings-programma. Omschrijving rekening begroting begroting 2010 2011 2012 Onderhoud 1.247 816 816 Investeringen 0 0 0 Fysiek beheer van de stad Wegen, water en groen
pagina 194 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
Categorie Beleidskader
Beleidsontwikkelingen & -voornemens
Begraafplaatsen en crematoria – Beleidsplan begraafplaatsen en crematorium 2008–2011 – Onderhoud: Uitvoeringsjaarplan – Kwaliteitsmeting: Schouw De primaire lijkbezorging (begraven, cremeren en gedenken) dient bij 3.055 uitvaarten tegen een 100% kostendekkende exploitatie uitgevoerd te worden. Met ingang van 2010 is door de toevoeging van de begraafplaats Rozenburg het aantal uitvaarten met 44 gestegen en de kostendekking gedaald naar 99%. Dit komt door frictiekosten. Het streven blijft wel om 100% van de kosten te dekken. Voor het parkbeheer wordt in het beleidsplan de gewenste beeldkwaliteit als volgt voorgesteld: – Beeldkwaliteit “Hoog” (goed onderhouden) is bestemd voor grafvakken en bijbehorende verhardingen; – Beeldkwaliteit “Basis” (matig onderhouden) is bestemd voor verstrooiing (strooivelden), singels en groen buiten de grafvakken; – Beeldkwaliteit “Laag” (slecht onderhouden, weinig tot geen onderhoud, die geen gevaar oplevert voor de gebruikers/bezoekers) is bestemd voor de reserve-capaciteit op de begraafplaatsen.
Financiële consequenties
Beleidsveld Product
Categorie Beleidskader
Beleidsontwikkelingen & -voornemens
Financiële consequenties
Beleidsveld Product
Als gevolg van bezuinigingen staat het dagelijks onderhoud van de parken op de begraafplaatsen onder druk. Voor groot onderhoud en/of vernieuwen van paden, riolering en groen zijn weinig middelen beschikbaar. Omschrijving rekening begroting begroting 2010 2011 2012 Onderhoud 6.855 6.825 7.545 Investeringen 27 171 0 Fysiek beheer van de stad Wegen, water en groen Beheer begraafplaatsen en crematorium
Beeldende kunst en gebouwen – Beheerplan Beeldende Kunst en Gebouwen (2008–2012) – Onderhoud: Uitvoeringsjaarplan – Kwaliteitsmeting: Inspecties De onderhoudsstaat van de objecten (huizen, torens, poorten, standbeelden en gedenkmonumenten) wordt bepaald en gevolgd door middel van periodieke technische inspecties. In het Beheerplan Beeldende Kunst en Gebouwen (2008–2012) zijn de uitgangspunten voor het technisch beheer en onderhoud van de beeldende kunstwerken en gebouwen opgenomen. Het culturele erfgoed wordt op een voldoende basisveiligheidsniveau onderhouden. Voor de hogere onderhoudsambities van het stedelijk cultureel erfgoed zijn echter onvoldoende middelen beschikbaar. Een mogelijke verkoop van de vier molens (ook rijksmonumenten) of deze onder te brengen in een stichting verlaagt de jaarlijkse onderhoudskosten van beeldende kunst en gebouwen. Omschrijving rekening begroting begroting 2010 2011 2012 Onderhoud 1.114 820 820 Investeringen 2.248 1.885 0 Fysiek beheer van de stad Wegen, water en groen
Hoofdstuk 5 | Concernbrede onderwerpen | pagina 195
Categorie Beleidskader
Beleidsontwikkelingen & -voornemens
Openbare Verlichting – Beheerplan openbare verlichting in Rotterdam 2008–2012 – Onderhoud: Stedelijk onderhoudsplan – Deelgemeentelijke (her)investeringsplannen – Kwaliteitsmeting: Inspecties Sinds 1 januari 2004 is de gemeente Rotterdam weer eigenaar van ruim 98.500 lichtpunten in de stad en haven. Het beheer en onderhoud van deze lichtpunten is nu vastgelegd in het ‘Beheerplan Openbare Verlichting 2008–2012’. Het plan bevat de volgende onderdelen: – De bestuurlijke verantwoordelijkheden; – De organisatie van het beheer en onderhoud; – Het huidige en toekomstige beleid met betrekking tot het beheer en onderhoud; – De noodzakelijke maatregelen, zowel technisch als functioneel, in relatie tot het toekomstige beleid. In het plan zijn de volgende beleidsdoelen opgenomen: – Sneller oplossen van storingen; – Meer masten vervangen; – Minder soorten masten en armaturen; – Meer duurzaamheid.
Financiële consequenties
Beleidsveld Product
Categorie Beleidskader
Beleidsontwikkelingen & -voornemens
Financiële consequenties
Beleidsvelden Product
Jaarlijks worden met deelgemeenten onderhoudsplannen en herinvesteringen afgesproken om tot d e bovenstaande beleidsdoelen te komen. Deelgemeenten zijn voor het merendeel van de openbare verlichting budgethouder. Omschrijving rekening begroting begroting 2010 2011 2012 Onderhoud 7.639 6.626 6.626 Investeringen 6.090 6.839 6.280 Genoemde bedragen voor onderhoud zijn exclusief de kosten voor energie en netbeheer. Deze kosten worden verantwoord door de deelgemeenten. Fysiek beheer van de stad Openbare Verlichting
Vastgoed en sportvelden In het Meerjaren Perspectief Rotterdams Vastgoed dat is vastgesteld door het College en de Raad is opgenomen dat voor alle objecten die van strategisch of van maatschappelijk belang zijn een conditiemeting wordt verricht, waarmee het huidige kwaliteitsniveau kan worden bepaald. De conditiemetingen voor gebouwen worden verricht op basis van de NEN 2767 norm en van terreinen (bijv. volkstuinen) op basis van de CROW systematiek. Het uitgangspunt is dat de objecten op een sober en doelmatig kwaliteitsniveau worden onderhouden. Op basis van dit uitgangspunt wordt voor elk object een Meerjaren Onderhoudsplan (MOP) gemaakt. De portefeuillemanagers geven aan voor welke objecten een conditiemeting moet worden verricht. Technisch Beheer draagt zorg voor de uitvoering van de conditiemetingen en stelt in overleg met de assetmanagers de bijbehorende MOP’s op. Wanneer de benodigde middelen zijn goedgekeurd, landen de werkzaamheden in een jaarplan en zorgt Technisch Beheer voor de uitvoering van het onderhoud. De MOP’s worden op basis van conditiemetingen opgesteld en gaan uit van een onderhoudstermijn van minimaal 20 jaar. Aan de hand van een MOP kan de gemiddelde onderhoudskosten van elk afzonderlijk object worden vastgesteld. Dit bedrag wordt meegenomen in de berekening van de kostendekkende huur. Het voordeel hiervan is dat het resultaat van Vastgoed onafhankelijk is van het onderhoudsbudget, hiervoor worden de mogelijkheden van een bestemmingsreserve of voorziening onderzocht. In 2010 is gestart met de conditiemetingen. Naar verwachting is in 2012 elk object in de kernportefeuille voorzien van een conditiemeting en een MOP. Het onderhoudsbudget in 2012 is begroot op € 48,7 mln. Het geplande onderhoud in 2012 is vanwege de wens tot versobering zeer summier gehouden. Een deel van het planmatig onderhoud is daarom doorgeschoven naar volgende jaren. Dit brengt het risico met zich mee dat er meerkosten ontstaan vanwege degeneratie van de kwaliteit van het object. Vastgoed
pagina 196 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
5.4
Verbonden Partijen (deelnemingen)
1. Inleiding Het deelnemingenbeleid voor de raadsperiode 2010–2014 is opgenomen in het geactualiseerde Beleidskader voor het oprichten, aangaan, beheren en afstoten van deelnemingen in gemeenschappelijke regelingen, stichtingen en vennootschappen”, samengevat: ‘het beleidskader Deelnemingen’. De juridische term voor deelnemingen is ‘verbonden partijen’. De beleidsvoornemens voor de deelnemingen zijn in de paragraaf Verbonden Partijen van de begroting opgenomen en de realisatie van die beleidsvoornemens worden opgenomen in de rekening van het concern. Bij de beleidsvoornemens delen we de deelnemingen in naar vennootschappen, gemeenschappelijke regelingen, stichtingen en verenigingen. Bij de beschrijving wordt een indeling aangehouden zoals geformuleerd bij de beleidsuitgangspunten.
2. Beleidsuitgangspunten De doelstelling van het beleidskader deelnemingen is een goede afweging te maken bij de vraag of bepaalde taken voor verzelfstandiging in aanmerking komen en of het gewenst is hiervoor een deelneming aan te gaan. Deze afweging is ook noodzakelijk bij het oprichten, aangaan of afstoten van deelnemingen buiten het kader van verzelfstandiging. Hiervoor zijn criteria ontwikkeld. De criteria zijn eveneens van toepassing bij de evaluatie van deelnemingen en de vraag of er nog steeds een publiek belang is bij het handhaven daarvan en of dit belang (nog) voldoende opweegt tegen de financiële risico’s die bij de deelneming zijn betrokken. In de voorgaande raadsperiode hebben wij de deelnemingen geëvalueerd. Voor een aantal deelnemingen is gebleken dat nog nadere besluitvorming noodzakelijk is voordat wij een besluit kunnen nemen om deze deelnemingen te continueren of af te stoten. Voor andere deelnemingen hebben wij besloten de kritische succesfactoren vast te stellen van de deelnemingen die we willen voortzetten. Bij de beleidsvoornemens 2011 en de beleidsmatige verantwoording in 2010 hebben wij al kennis gegeven van het voornemen om een aantal deelnemingen af te stoten, omdat er niet langer een publiek belang gediend wordt bij de voortzetting van die deelnemingen. Dit proces wordt in 2012 voortgezet en in deze paragraaf schetsen wij u de laatste stand van zaken. De deelnemingen zullen in 2012 volgens het opvolgend schema verder worden geëvalueerd. Dit geldt in het bijzonder voor deelnemingen in Gemeenschappelijke Regelingen en Stichtingen. In 2012 zullen wij de centralisatie van het beheer van de deelnemingen afronden. De beleidsuitgangspunten en -voornemens hebben wij beschreven aan de hand van de volgende indeling: – voornemens tot het aangaan van nieuwe deelnemingen – voornemens tot het evalueren van bestaande deelnemingen – voornemens tot het wijzigen en/of beëindigen van bestaande deelnemingen – voornemens tot het wijzigen van de doelstelling van een deelneming De deelnemingen hebben wij ingedeeld volgens onderstaande verschijningsvormen, c.q. rechtspersonen. Vennootschappen Een deelneming in een vennootschap betreft een besloten of naamloze vennootschap, waarin de gemeente aandelen heeft. Gemeenschappelijke regelingen Naast vennootschappen zijn gemeenschappelijke regelingen ook deelnemingen. De Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) biedt de mogelijkheid voor openbare lichamen om een deel van hun bestuurstaken over te dragen aan een gezamenlijk verband waaraan ook andere partijen, meestal andere gemeenten, meedoen. Zo kunnen we gezamenlijk bepaalde belangen behartigen. Dit wordt verlengd lokaal bestuur genoemd. Stichtingen Een derde vorm van deelnemen wordt gevormd door stichtingen. Alleen die stichtingen waarin we een bestuurlijk en financieel belang hebben, niet zijnde een subsidierelatie, vallen in dit kader onder de term “deelnemingen”. Verenigingen Een vierde vorm om deel te nemen is de vereniging, waaronder de coöperatieve vereniging en de onderlinge waarborgmaatschappij.
Hoofdstuk 5 | Concernbrede onderwerpen | pagina 197
3. Vennootschappen Voor het begrotingsjaar 2012 gaan we uit van een sobere raming van de winstuitkeringen van onze deelnemingen. Evenals voorgaand jaar is de economie nog niet hersteld van de wereldwijde financiële crisis. Een incidentele meevaller door economisch herstel verwachten wij dan ook niet en daarom houden wij een stabiel begrotingsbeeld aan.
Voornemens tot het aangaan van nieuwe vennootschappen Icos Cleantech Early Stage Fund II (ICF II) In de loop van 2011 is met een nieuwe deelneming gestart, te weten in ‘Icos Cleantech Early Stage Fund II (ICF II)’, in het kader van het project Stadshavens Rotterdam. Voor de beoordeling van de deelneming ICF II en of het publiek belang nog gediend is bij de continuering van deze deelneming zullen beoordelingscriteria worden vastgesteld en zal er flankerend beleid worden opgesteld. De gemeente krijgt een stemgerechtigde zetel in het Investment Advisory Committee (IAC) en oefent hiermee invloed uit op vestigingsbeslissingen ten gunste van Rotterdam.
Voornemens tot het wijzigen en/of beëindigen van bestaande vennootschappen Zoals wij onder de beleidsuitgangspunten hebben beschreven, zijn er bij een aantal deelnemingen ontwikkelingen gaande om de betreffende deelneming te wijzigen of te beëindigen. Deze ontwikkelingen kunnen ook leiden tot wijziging van de wijze waarop wij het aandeelhouderschap of het beheer van een deelneming invullen. Hieronder volgen de belangrijkste ontwikkelingen per deelneming voor 2012. Bank Nederlandse Gemeenten NV De strengere eisen van toezicht op de bancaire sector uit Bazel III, zullen, als deze onverkort ook worden toegepast op de BNG als bank van de gemeentelijke overheid, consequenties krijgen voor deze deelneming. In het uiterste geval zal het aan te houden kapitaal van de bank voor uitstaande verplichtingen verhoogd moeten worden. Het is nog onduidelijk op welke wijze de bank dat, indien nodig, zal realiseren. De gemeente houdt in VNG-verband een vinger aan de pols. Eneco Holding NV Wij houden er rekening mee dat de onzekerheid over de splitsing van Eneco in een productie- en leveringsbedrijf enerzijds en een netwerkbedrijf anderzijds ook in 2012 zal voortduren. Dat bemoeilijkt een aantal discussies met Eneco, zoals over het bezoldigingsbeleid voor de leden van de Raad van Bestuur van Eneco en over de toekomst van het aandeelhouderschap van onze gemeente. Pas als de onzekerheid rond de splitsing is weggenomen kunnen wij u naar verwachting voorstellen doen over genoemde onderwerpen. Eneco heeft baat bij het zijn (en blijven) van een geïntegreerd (ongesplitst) energiebedrijf en zal doorgaan met de uitvoering van zijn strategie. Deze strategie behelst het bouwen van duurzame productiecapaciteit in Nederland en daarbuiten. Voor de komende jaren is de uitvoering van een omvangrijk investeringsprogramma voorzien. Voor de financiering van dit programma is mogelijk ook een rol weggelegd voor de bestaande aandeelhouders. Eneco heeft een voorstel in voorbereiding voor aanpassing van het bestaande dividendbeleid. Wij houden de komende jaren al rekening met een lager dividend. Dit kan betekenen dat de dividendraming voor Eneco in de loop van volgend jaar verder naar beneden moet worden bijgesteld. Wij blijven intussen, samen met medeaandeelhouders, in gesprek met Eneco over mogelijkheden tot een (gedeeltelijke) exit van bestaande aandeelhouders. GBE/Evides NV De winstregulering van de drinkwatersector zal naar verwachting in 2012 ingaan. Deze winstregulering heeft (op termijn) gevolgen voor de hoogte van de winst en daarmee voor de hoogte van het dividend van het drinkwaterbedrijf van Evides. In de begroting 2012 wordt rekening gehouden met een stabiel dividendbeleid van Evides. Havenbedrijf Rotterdam NV De gemeente Rotterdam is als aandeelhouder van HbR van mening dat er sinds enkele jaren geen reden meer is om de in de balans van HbR opgenomen voorziening voor vermeend afgegeven garanties te handhaven. Bij vrijval wordt deze voorziening als dividend uitgekeerd aan de gemeente Rotterdam. Bij het vaststellen van de jaarrekening 2010 van HbR is de gemeente akkoord gegaan met het handhaven van de voorziening, mits bevestigd werd dat ook de toegerekende rente bij een eventuele vrijval van de voorziening als dividend aan de gemeente zou worden uitgekeerd (zie brief 11GR799). Zoals reeds aangekondigd in de Kaderbrief 2011 rekenen wij erop dat de discussie met HbR zal leiden tot een volledige uitkering van de voorziening als dividend in 2012.
pagina 198 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
Luchthaven Schiphol NV In 2012 zullen wij bezien of de omstandigheden nog gunstig zijn om actief bij te dragen aan de ontwikkeling van de Regionale Luchthaven Rotterdam The Hague Airport met een eventuele directe participatie in deze dochter van Luchthaven Schiphol. Regionale OntwikkelingsMaatschappij Drechtsteden CV en NV Uiterlijk 2012 zal een besluit worden genomen na een evaluatie van de gewijzigde doelstelling, of en zo ja, op welke wijze wij deze deelneming zullen voortzetten. RET NV Sinds 1 juni 2011 is de gemeente Rotterdam weer volledig eigenaar van RET. Met ingang van die datum zijn de aandelen op verzoek van de Stadsregio Rotterdam gedecertificeerd. De komende jaren zullen de Rijksbezuinigingen in het openbaar vervoer hun beslag krijgen. Dit zal grote gevolgen hebben voor de bedrijfsvoering van de RET en de winstgevendheid kunnen drukken. In 2012 zal bekend worden welke vervoersonderneming de busconcessie in onze regio vanaf 2013 gaat uitvoeren. Naar verwachting gaat ook RET meedingen op deze concessie. Daarover zal de aandeelhouder Rotterdam nog nader besluiten. Roteb-deelnemingen Na de overdracht van Multidiensten Rotterdam BV en Multiflex Rotterdam BV aan SDR resteren bij Roteb op dit moment nog twee actieve dochters van multidiensten: Ro!Entree en ontwikkelmaatschappij Rijnmond (OMR). Voor Ro!Entree geldt dat in het najaar 2011 evaluatie plaatsvindt waarbij de wijze van voortzetting van de activiteiten aan de orde zal komen ( BV of niet, gemeentelijke taak of niet etc.). De evaluatie van OMR zal plaatsvinden zodra besluitvorming over de WIW/ID regeling heeft plaatsgevonden, omdat dit grote impact op de levensvatbaarheid van OMR zou kunnen hebben. Deze besluitvorming wordt eveneens najaar 2011 verwacht. Stadion Sparta BV In 2011 hebben we het besluit genomen om deze deelneming af te stoten. We verwachten dat het verkoopproces uiterlijk 2012 zal zijn afgerond. Stadsvastgoed NV Nog altijd geldt ons voornemen om deze deelneming af te bouwen en te beëindigen. De verwachting is dat de deelneming uiterlijk in 2014 zal zijn beëindigd. Warmtebedrijf NV Medio 2010 is Warmtebedrijf NV als gevolg van het besluit over de definitieve doorstart omgevormd tot Warmtebedrijf INFRA NV en is Warmtebedrijf EXPLOITATIE opgericht. In 2011 zal de aanleg van de warmtetransportinfrastructuur vanaf de AVI Rozenburg naar Zuidplein en het Maasstadziekenhuis starten en in 2012 worden voltooid waarna de warmtelevering zal starten.
Voornemens tot het wijzigen van de doelstelling van een deelneming Wij hebben geen voornemens om doelstellingen van deelnemingen te wijzigen. Hieronder geven wij een overzicht van onze vennootschappen ingedeeld naar kostenplaats en diensten. Naam Vennootschap
Dienst
Beleidsveld
Bank Nederlandse Gemeenten NV Beurs Rotterdam NV Consortium Beursplein VOF Commandiet Rotterdam BV ENECO Holding NV BV Gemeenschappelijk Bezit Evides Erasmus MC Biomedical Fund BV Holding Gemeentewerken NV Havenbedrijf Rotterdam NV Multidiensten Rotterdam BV SSC Flex BV (voorheen Multiflex) Participatiemaatschappij ondernemersfonds Rotterdam BV RET Infra BV en RGM BV
Kpl CF Kpl CF Kpl Economie OBR Kpl CF Kpl CF Kpl Economie GW Kpl CF SDR SDR Kpl Economie Kpl CF
Algemene middelen Algemene middelen Economie en Haven Grondzaken Algemene middelen Algemene middelen Economie en haven Algemene middelen Algemene middelen Sociale werkvoorziening Sociale werkvoorziening Economie en Haven Algemene middelen
Bestuurlijke zeggenschap ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja
vervolg tabel zie volgende pagina
Hoofdstuk 5 | Concernbrede onderwerpen | pagina 199
vervolg tabel vorige pagina
Naam Vennootschap
Dienst
Beleidsveld
RET NV Regionale Ontwikkelings Maatschappij Drechtsteden Beheer NV Regionale Ontwikkelings Maatschappij Drechtsteden CV NV Luchthaven Schiphol Science Port Holland NV BV Stadion Sparta Stadsherstel Historisch Rotterdam NV NV Stadsvastgoed Tower Hotel Rotterdam BV (WTE) Warmtebedrijf NV i.o. Wijkontwikkelingsmaatschappij (WOM) Tarwewijk beheer NV Wijkontwikkelingsmaatschappij (WOM) Vastgoed BV
Kpl CF Kpl Economie
Algemene middelen Economie en Haven
Bestuurlijke zeggenschap ja ja
Kpl Economie Kpl CF Kpl Economie Kpl CF OBR Kpl Bijzondere geldstromen Kpl Economie Kpl Economie OBR
Economie en Haven Algemene middelen Economie en Haven Algemene middelen Grondzaken Grondzaken Economie en haven Milieu Grondzaken
ja ja ja ja ja ja ja ja ja
Kpl Economie
Economie en haven
ja
4.
Gemeenschappelijke regelingen
Naast deelnemingen zijn ook gemeenschappelijke regelingen bestuurlijke participaties. De Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) biedt de mogelijkheid aan openbare lichamen om een deel van hun bestuurstaken te verplaatsen naar een andere bestuurslaag. Dit wordt ook verlengd lokaal bestuur genoemd: besturen van twee of meer openbare lichamen worden in de gelegenheid gesteld om te gaan samenwerken om bepaalde belangen te behartigen. Gemeenten kunnen een openbaar lichaam instellen. Een dergelijk openbaar lichaam is een rechtspersoon en kent drie organen. Die organen zijn een algemeen bestuur, een dagelijks bestuur en een voorzitter. Nagenoeg alle gemeenschappelijke regelingen waarin wij deelnemen, zijn openbare lichamen.
Voornemens tot het aangaan van nieuwe gemeenschappelijke regelingen Vanwege het kabinetsvoornemen om de wettelijke verplichting op te heffen tot instandhouding van de gemeenschappelijke regeling Stadsregio Rotterdam, zal, gelet op de toenemende samenwerking binnen de Metropoolregio Rotterdam-Den Haag en mede in relatie tot de BDU-middelen Verkeer en Vervoer, bezien moeten worden op welke wijze hieraan een bestuursrechtelijke grondslag zal of zal moeten worden gegeven. Bij de studies over de te verkiezen samenwerkingsvorm tussen de drie betrokken gemeenten (Barendrecht, Ridderkerk en Rotterdam) bij de mogelijke toekomstige ontwikkeling van het bedrijventerrein Nieuw Reijerwaard zijn ook de mogelijkheden voor een samenwerking op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen verkend. Dit heeft geleid tot ons voornemen om een Gemeenschappelijke Regeling aan te gaan met de gemeenten Ridderkerk en Barendrecht.
Voornemens tot het wijzigen en/of beëindigen van bestaande gemeenschappelijke regelingen Het huidige kabinet heeft het voornemen om de wettelijke plicht tot instandhouding van de gemeenschappelijke regeling ‘Stadsregio Rotterdam’ te laten vervallen per 1 januari 2013. Onderstaand geven we de gemeenschappelijke regelingen weer waarin wij participeren. Naam Gemeenschappelijke Regeling Stadsregio Rotterdam Rijnmond Instandhouding en beheer DCMR Koepelschap Buitenstedelijk Groen Natuur- en recreatiegebied IJsselmonde Recreatieschap Midden-Delfland Recreatieschap Rottemeren Recreatiegebied Voorne-Putten-Rozenburg Grondbank RZG Zuidplas Regionale Ontwikkelingsorganisatie Zuidplas
Dienst BSD GW/Kpl ORM dSV dSV dSV dSV dSV OBR OBR
Beleidsveld Bestuurlijke zaken Milieu Fysieke infrastructuur Fysieke infrastructuur Fysieke infrastructuur Fysieke infrastructuur Fysieke infrastructuur Fysieke infrastructuur Fysieke Infrastructuur
Bestuurlijke ja ja ja ja ja ja ja ja ja
vervolg tabel zie volgende pagina
pagina 200 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
vervolg tabel vorige pagina
Naam Gemeenschappelijke Regeling Voorzieningen Gezondheidszorg Rotterdam e.o. Openbaar Lichaam Gezamenlijke Brandweer Openbaar lichaam Veiligheidsregio Rotterdam Rijnmond Gemeenschappelijke regeling HALT Rotterdam Rijnmond Volwasseneneducatie Rijnmond
5.
Dienst GGD BSD BSD
Beleidsveld Volksgezondheid Veiligheid Veiligheid
STZ JOS
Veiligheid Participatie
Bestuurlijke ja ja ja ja ja
Stichtingen
De derde vorm van bestuurlijke participaties wordt gevormd door stichtingen. Alleen die stichtingen waarin we een bestuurlijk en financieel belang hebben, zijn bij dit concernbrede onderwerp betrokken. Stichtingen met een subsidierelatie worden in dit verband niet als bestuurlijke participatie gezien.
Voornemens tot het aangaan van nieuwe stichtingen Wij hebben thans geen voornemens tot het aangaan, oprichten van nieuwe stichtingen.
Voornemens tot het evalueren van bestaande stichtingen Met de deelnemers van stichting VvE-010 is overeengekomen dat regelmatig de efficiëntie van de bedrijfsvoering, de organisatieopzet, effectiviteit en doelmatigheid van Stichting VVE-010 zal worden geëvalueerd. Voor deze evaluatie worden beoordelingscriteria vastgesteld, zoals, de mate waarin de bestaande onderhoudsachterstand bij particulier woningbezit en de woonomgeving en woonbeleving in adoptiewijken zijn verbeterd, of de financiële doelstellingen zijn behaald en hoe de samenwerking tussen de deelnemers verloopt. Bij de uitvoering van de evaluatie worden ook indicatoren en criteria in ogenschouw genomen in relatie tot het door de Raad van Commissarissen vastgestelde jaarplan en het Bedrijfsplan
Voornemens tot het wijzigen en/of beëindigen van bestaande stichtingen Wij hebben geen voornemens tot het wijzigen en/of beëindigen van stichtingen In de onderstaande tabel hebben we de geactualiseerde lijst van stichtingen opgenomen. Naam stichting
Dienst
Beleidsveld
Stichting CJG Rijnmond Stichting FBNR Stichting Fonds instandhouding Laurenskerk Stichting Medische Opvang Asielzoekers Zuid-Holland Stichting PROSCO en BOOR Stichting R-iX Stichting VvE-010 Stichting Verkeersonderneming
GGD Sozawe K&C GGD Kpl CF OBR DSV DSV
Volksgezondheid en zorg Werk en Inkomen Kunst en Cultuur Volksgezondheid en zorg Onderwijs Economie Fysieke Infrastructuur Verkeer en Vervoer
6.
Bestuurlijke zeggenschap ja ja ja ja ja ja ja ja
Verenigingen
De gemeente is lid van een vereniging tot uitvoering van het verenigingsdoel. In het geval van een Coöperatieve Vereniging geldt dat het doel zich strekt tot het voorzien in bepaalde stoffelijke behoeften van haar leden, waarbij in tegenstelling tot de gewone vereniging, de aansprakelijkheid van de leden kan worden beperkt of uitgesloten.
Voornemens tot het aangaan van nieuwe verenigingen Voor 2012 hebben we geen voornemens tot het aangaan van nieuwe verenigingen.
Hoofdstuk 5 | Concernbrede onderwerpen | pagina 201
Voornemens tot het evalueren van bestaande stichtingen. Wij hebben het voornemen om de vereniging Wigo4it te evalueren. Voor deze evaluatie en de jaarlijkse beoordeling worden kritische succesfactoren vastgesteld, waaronder realisatie van de Dienstverleningsovereenkomst.
Voornemens tot het wijzigen en/of beëindigen van bestaande verenigingen. Voor 2012 hebben we geen wijzigingen of beëindigingen van verenigingen voorgenomen. In de onderstaande tabel hebben we de geactualiseerde lijst van verenigingen opgenomen. Naam Vereniging
Dienst
Beleidsveld
CV UA Wigo4it
SoZaWe
Werk en Inkomen
pagina 202 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
Bestuurlijke zeggenschap ja
5.5
Financiering
Inleiding Deze paragraaf verschaft u inzicht in de financieringsfunctie. Onder de financieringsfunctie verstaan we alle activiteiten die voorzien in de vermogensbehoefte van de gemeente. Naast het aantrekken van geldleningen en het beleggen van tijdelijk overtollige geldmiddelen valt hieronder het beheersen van de financiële risico’s, die gepaard gaan met de geldstromen, de financiële posities en de vermogenswaarden. Het beleid is erop gericht om de rentekosten te beheersen en te verlagen en de renteopbrengsten risicomijdend te optimaliseren. Hieronder leest u de beleidsuitgangspunten met inbegrip van de ontwikkelingen rond de financieringsfunctie.
Beleidsuitgangspunten Algemeen Ingevolge artikel 212 van de Gemeentewet is de gemeentelijke regelgeving met betrekking tot de financieringsfunctie vastgelegd in de verordening Financiële Huishouding 2006. Deze verordening vormt de kapstok voor de verdere regelgeving waarin het geldstromenbeheer, het geld- en kapitaalmarktverkeer en het garantiebeleid is vastgesteld. Dit instrumentarium regelt de voorwaarden van de financieringsfunctie. Daaraan wordt invulling gegeven door de begroting en rekening (hoeveel geld en waarvoor) en door mandaten en volmachten (wie mag wat met het geld en onder welke voorwaarden). Gemeenten mogen uitsluitend geldleningen aangaan, middelen uitzetten en garanties verlenen ten behoeve van de publieke taak. We spreken van een publieke taak wanneer overheidsingrijpen noodzakelijk is om een maatschappelijk belang te realiseren. De raad bepaalt wat tot de publieke taak behoort. Bij het verstrekken van geldleningen en garanties is een voldoende motivering van de overwegingen vereist, zodat de gemeenteraad en de toezichthouder dit kunnen toetsen. Beleid verstrekking leningen en garanties Verstrekking van leningen en garanties vindt op dit moment nog decentraal plaats. Gezien de grote bedragen die gepaard gaan met de verstrekking van geldleningen en garanties en de lange looptijd van de aangegane verplichtingen is een centrale risicobeheersing gewenst. Er wordt een Beleidskader leningen en garanties opgesteld waarin het kader voor dit centrale risicobeheer wordt vastgelegd. Na afronding zal dit beleidskader aan de raad worden gestuurd. Naar verwachting kan in de loop van 2012 worden gestart met de uitvoering van dit beleidskader. Eén van de belangrijke elementen binnen de risicobeheersing is het instellen van een Kredietrisicoreserve die dient als buffer voor de risico’s op wanbetaling op door de gemeente verstrekte of gegarandeerde geldleningen. Deze Kredietrisicoreserve wordt bij deze begroting reeds ingesteld. De geraamde dotatie aan deze reserve in 2012 bedraagt voorlopig € 850 en bestaat uit de opslag op de leningen die zijn verstrekt aan RET Railgebonden voertuigen BV. In het beleidskader zal nader worden ingegaan op de benodigde hoogte en de voeding van de Kredietrisicoreserve. Rentebeeld De onrust op de financiële markten houdt onverminderd aan. Na het uitbreken van de kredietcrisis en de daarop volgende economische recessie heeft de wereldeconomie een enorme tik gekregen. Vanaf januari 2010 kwamen de risico’s op de staatsleningen aan de financieel zwakkere Eurolanden met hoge begrotingstekorten sterk in de belangstelling te staan van de financiële markten. Deze landen zagen zich hierdoor geconfronteerd met sterk stijgende kapitaalmarktrentes. Een omvangrijk reddingsplan is nodig om de financiering van die landen en daarmee het voortbestaan van de euro te kunnen garanderen. Dit heeft geleid tot grote financiële en politieke spanningen binnen de Eurozone. Ook in de Verenigde Staten zijn er politieke spanningen met betrekking tot het terugdringen van het overheidstekort. De economische indicatoren geven aan dat er op korte en middellange termijn niet al te veel economische groei kan worden verwacht. Al met al blijven er veel onzekerheden bestaan met betrekking tot de economische ontwikkelingen in de komende jaren. De huidige marktrente bevindt zich op dit moment op historisch lage niveaus. We gaan er vanuit dat deze in de komende jaren geleidelijk zal stijgen naar hogere niveaus. Rentebeleid De financiering van de gemeentelijke activa vindt plaats met reserves en voorzieningen (interne middelen) en met extern aangetrokken geldleningen. De rentelasten van de financieringsmiddelen belasten we binnengemeentelijk door aan de gemeentelijke onderdelen via de omslagrente. Door reserves en voorzieningen te gebruiken voor interne financiering hoeven we minder externe leningen aan te trekken en kunnen we besparen op de rentelasten. Van deze met behulp van reserves en voorzieningen bespaarde rente in 2012 wordt € 8,6 mln ingezet voor de dekking van het begrotingsbeeld.
Hoofdstuk 5 | Concernbrede onderwerpen | pagina 203
Het resultaat van de financieringsfunctie wordt verrekend met de financieringsreserve. In het geval van een beperkte rentestijging kunnen we een beroep doen op de financieringsreserve om de omslagrente op het gewenste niveau te handhaven. Op basis van het meerjarenperspectief kan besloten worden tot aanpassing van de omslagrente of afroming van de financieringsreserve. De omslagrente is in de afgelopen jaren gestaag gedaald tot 4%. Dit wordt gedeeltelijk veroorzaakt door een dalende marktrente en gedeeltelijk door gewijzigd intern rentebeleid. Uit onderstaande grafiek blijkt dat de schommelingen in de marktpercentages gematigd en vertraagd doorwerken in de omslagrente. Dit komt doordat de herfinanciering van de leningenportefeuille geleidelijk verloopt en doordat er in het verleden middelen aan de financieringsreserve zijn onttrokken voor algemene dekking. In de meerjarenbegroting wordt dit omslagpercentage gehandhaafd.
Omslagrente vs kapitaalmarktrente 9,0% 8,0% 7,0% 6,0% 5,0% 4,0%
lange rente
verwachting
2012
2011
2010
2009
2008
2007
2006
2005
2004
2003
2002
2001
2000
1999
1998
1997
1996
1995
1994
1993
1992
1991
1990
3,0%
omslagrente
Het resultaat van de financieringsfunctie en de ontwikkeling van de financieringsreserve hangen in hoge mate samen met binnengemeentelijke ontwikkelingen. Belangrijke factoren die het resultaat van dit product bepalen zijn de beschikbaarheid van interne financieringsmiddelen, de omvang van investeringen en daarmee beroep op nieuwe financieringsmiddelen, het vastgestelde interne rentepercentage en het rentepercentage waartegen de gemeente nieuwe leningen kan aantrekken. De huidige besluitvorming voorziet in het benutten van reserves en voorzieningen. De marktrente ligt volgens verwachting de komende jaren hoger dan de interne rente en heeft een geleidelijk stijgend karakter. Onder deze omstandigheden zal het gemeentelijk renteresultaat bij gelijkblijvende interne rente eerst nog toenemen maar vanaf 2013 onder druk komen te staan. De verrekening van het verwachte negatieve rekeningresultaat 2011 met de beschikbare weerstandscapaciteit heeft waarschijnlijk tot gevolg dat de financieringsreserve in 2011 volledig zal worden ingezet. De ruimte in de meerjarenbegroting zal worden gebruikt om de financieringsreserve op termijn weer op het benodigde niveau te brengen. Meer informatie hierover vindt u in de paragraaf Weerstandsvermogen. Kortlopende schuld De gemeentelijke financieringsbehoefte zal naast de interne financieringsmiddelen worden ingevuld met kortlopende en langlopende leningen. Bij het aantrekken van kortlopende geldleningen met een looptijd tot 1 jaar, dient rekening gehouden te worden met de kasgeldlimiet. De Wet Financiering decentrale overheden (Wet Fido) maximeert met de kasgeldlimiet de kortlopende schuld in de vorm van rekening-courantkrediet of kortlopende leningen. De kasgeldlimiet is gelijk aan een bepaald percentage (8,5%) van het begrotingstotaal (€ 4,4 mld) en bedraagt in 2012 naar verwachting € 375 mln. Doordat de kortlopende schuld niet structureel groter mag zijn dan de kasgeldlimiet, wordt het risico beperkt dat grote fluctuaties in de korte rente het begrotingsevenwicht in gevaar brengen. Aangezien we rekening moeten houden met tijdelijke uitschieters in de behoefte aan kort geld, bijvoorbeeld door de betaling van salarissen of uitkeringen, wordt niet de volledige kasgeldlimietruimte structureel benut.
pagina 204 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
bedragen x € 1 mln
Renterisico op de korte schuld Kasgeldlimiet Korte schuld Ruimte (+) / overschrijding (-)
2012 375 (8,5%) 250 (5,7%) 132 (2,8%)
2013 375 (8,5%) 250 (5,7%) 132 (2,8%)
2014 375 (8,5%) 250 (5,7%) 132 (2,8%)
2015 375 (8,5%) 250 (5,7%) 132 (2,8%)
Tussen haakjes worden de bedragen in percentage van het begrotingstotaal weergegeven.
Opgenomen langlopende geldleningen De behoefte aan nieuwe langlopende financiering is afhankelijk van de ontwikkeling van de gemeentelijke investeringen in vaste activa en onderhanden werk, de ontwikkeling van de interne financieringsmiddelen en de ontwikkeling van de bestaande portefeuille met opgenomen geldleningen. Onder de vaste activa rekenen we naast de materiële vaste activa ook de deelnemingen en de verstrekte geldleningen. Naar verwachting zal de boekwaarde van de totale gemeentelijke investeringen de komende jaren teruglopen. In het hoofdstuk Investeringen is aangegeven dat ervoor wordt gekozen om te blijven investeren in structuurversterking op het gebied van economie, gebiedsontwikkeling en de aantrekkelijke woonstad. Dit zal naar verwachting in de komende jaren leiden tot een toename van de boekwaarden van de materiële vaste activa. Hier tegenover staat echter dat het volume aan verstrekte geldleningen zal afnemen door de reguliere aflossingen. Volgens de meerjarenplanning daalt het gemiddeld volume aan reserves en voorzieningen in de komende jaren. De komende jaren daalt ook de bestaande portefeuille met opgenomen leningen door reguliere aflossingsverplichtingen. Het bovenstaande resulteert in een behoefte aan nieuw aan te trekken leningen ten behoeve van de gemeentelijke financiering voor een bedrag van ongeveer € 640 mln in 2012. De omvang van de opgenomen langlopende geldleningen is in de afgelopen jaren teruggelopen. Belangrijke oorzaken waren de diverse verzelfstandigingen van organisatieonderdelen, de afname van de portefeuille verstrekte leningen aan woningbouwcorporaties en de verkoop van deelnemingen. Ook de toename van de reserves en voorzieningen in de afgelopen jaren resulteerde in een verminderde behoefte aan externe financiering. In 2009 heeft zich een omslag voorgedaan in de ontwikkeling van de lange schuldpositie van de gemeente. Gezien de eerder geschetste ontwikkelingen zal in de komende jaren het volume aan opgenomen geldleningen naar verwachting verder stijgen.
Opgenomen langlopende geldleningen (stand per 1 januari)
(x € 1 mln) 3.000 2.500 2.000 1.500 1.000 500 0 2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
2015
Bij het bepalen van de looptijd en het verloop van de aan te trekken geldleningen, moeten we rekening houden met de renterisiconorm die in de Wet Fido wordt voorgeschreven. De renterisiconorm heeft als doel om het renterisico bij herfinanciering van de langlopende geldleningen te beheersen. Het renterisico wordt daarbij bepaald als de som van de renteherzieningen en de aflossingen. Van belang is dat deze renteherzieningen en aflossingen in de tijd gespreid zijn. Een te grote concentratie van renterisico in enig jaar kan tot problemen leiden als de dan geldende marktrente nadelig afwijkt van de in de begroting geraamde rente. Het renterisico in de meerjarenbegroting dient te worden gerelateerd aan het begrotingstotaal van het komende begrotingsjaar en mag niet hoger zijn dan 20% van dit begrotingstotaal (€ 4,4 mld). De renterisiconorm voor 2012 en verdere jaren komt uit op € 882 mln. Zoals ook uit de onderstaande tabel blijkt, is het renterisico in de huidige leningenportefeuille goed gespreid en blijft er de komende jaren een aanzienlijke ruimte onder de renterisiconorm.
Hoofdstuk 5 | Concernbrede onderwerpen | pagina 205
bedragen x € 1 mln
Renterisico op de lange schuld 1. Renteherzieningen 2. Aflossingen 3. Totaal renterisicobedrag (1+2) 4. Renterisiconorm 5. Ruimte onder renterisiconorm (4-3)
2012 0 (0%) 428 (10%) 428 (10%) 882 (20%) 454 (10%)
2013 0 (0%) 312 (7%) 312 (7%) 882 (20%) 570 (13%)
2014 0 (0%) 333 (7%) 333 (7%) 882 (20%) 549 (13%)
2015 0 (0%) 285 (6%) 285 (6%) 882 (20%) 597 (14%)
Tussen haakjes worden de bedragen in percentage van het begrotingstotaal weergegeven.
Verstrekte langlopende geldleningen Gemeenten kunnen leningen verstrekken voor de uitoefening van de publieke taak13. Hierbij betracht de Gemeente Rotterdam grote terughoudendheid. De geldleningen zijn voornamelijk verstrekt aan woningbouwcorporaties en voormalige gemeentelijke onderdelen. Tot 1994 verstrekte de gemeente leningen aan woningbouwcorporaties. In 1994 is de gemeente een overeenkomst met het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) aangegaan waardoor de leningen van woningbouwcorporaties worden gewaarborgd door het WSW. Sinds dat moment trekken de woningbouwcorporaties zelfstandig hun leningen aan op de kapitaalmarkt en verstrekt de gemeente geen leningen meer.
Verstrekte langlopende geldleningen (stand per 1 januari)
(x € 1 mln) 2.500 2.000 1.500 1.000 500 0 2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
2015
De stijging in de verstrekte geldleningen in 2007 wordt verklaard door de verzelfstandiging van het de RET. Bij de verzelfstandiging van de gemeentelijke dienst RET is de exploitatie ondergebracht bij de RET NV en de infrastructuur bij RET Infrastructuur BV en is bestaande interne kapitaalverstrekking omgezet in externe leningen. Hierbij is besloten dat de financiering van de RET Infrastructuur BV via de gemeente blijft verlopen. In 2010 heeft de gemeente ook de financiering van het railgebonden materieel (metro’s en trams) op zich genomen. Dit materieel is ondergebracht in een nieuwe vennootschap, RET Railgebonden Voertuigen BV, waar de gemeente indirect via RET Infrastructuur BV alle aandelen in houdt en ook alle stemrecht in heeft. Dit railgebonden materieel wordt aan de RET NV verhuurd. Bij de integratie van de voormalige gemeente Rozenburg is een belegging van € 25 mln van de voormalige gemeente Rozenburg conform de gemeentelijke regelgeving overgenomen door de gemeente Rotterdam. Destijds is deze afkoopsom via BNG Vermogensbeheer belegd in een 30-jarige pandbrief. Deze wordt uitgegeven door de Deutsche Pfandbriefbank AG. Deze belegging heeft een AAA rating (de hoogste kredietwaardigheid) en voldoet aan de voorwaarden die zijn gesteld in de Wet Fido.
13
Het besluit om te bepalen wat een publieke taak is, wordt in beginsel aan de gemeente zelf overgelaten, waarbij een voldoende motivering en
onderbouwing van de overwegingen vereist zijn zodat dit getoetst kan worden door de raad en door de toezichthouder (wet Fido). pagina 206 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
Onderstaande tabel toont het verwachte verloop van de schuldrestanten in de bestaande portefeuille verstrekte geldleningen per categorie. bedragen x € 1 mln
Verstrekte geldleningen Woningbouwcorporaties Deelnemingen waarvan: – HbR – RET Rail – RET Infra – Warmtebedrijf Financiële instellingen Overig Totaal
2012 250 964
2013 223 698
2014 210 519
2015 201 388
404 347 203 10 25 10 1.249
219 294 175 10 25 9 955
121 241 147 10 25 7 761
72 188 118 10 25 6 620
Limieten beleggingen tijdelijke liquiditeitsoverschotten Het in- en doorlenen van geld met als doel het genereren van inkomsten rekent de Wet Fido niet tot de publieke taak. Dit betekent niet dat de Wet Fido een efficiënt middelenbeheer uitsluit. Er wordt ruimte geboden om tijdelijke liquiditeitsoverschotten op de markt tegen rentevergoeding uit te lenen. Om een verstandig beheer van de middelen te garanderen stelt de Wet Fido in dit geval eisen aan de kredietwaardigheid van de tegenpartij. Geldleningen mogen alleen verstrekt worden aan (of onder garantie van) andere overheden (gemeenten, provincies, rijk) en aan voldoende kredietwaardige financiële tegenpartijen. De kredietwaardigheid wordt vormgegeven door een rating (kredietbeoordeling). Naar aanleiding van de onrust op de financiële markten, is de regelgeving in 2009 aangescherpt. Decentrale overheden die overtollige middelen voor een periode langer dan drie maanden willen beleggen, mogen dat alleen doen bij een financiële onderneming die kan aantonen dat zij minimaal een credit rating bezit van AA-minus. Voor een periode tot en met drie maanden mag worden belegd bij een financiële onderneming die aantoont minimaal een A-rating te bezitten. De ratings dienen te zijn afgegeven door minimaal twee erkende ratingbureaus. Daarnaast geldt in alle gevallen een landencriterium, dat inhoudt dat de financiële onderneming gevestigd is in een land binnen de Europees Economische Ruimte met minimaal een AA-rating. Naar verwachting zal onze gemeente de komende jaren niet geconfronteerd worden met tijdelijke overliquiditeit en zal het beleggen hiervan niet aan de orde zijn. Mochten onverwachte ontwikkelingen toch leiden tot een overliquiditeit, dan worden conform de gemeentelijke regelgeving grenzen per tegenpartij gehanteerd, afhankelijk van de kredietwaardigheid. In onderstaande tabel vindt u de aanwijzingen zoals deze gelden in 2012. Deze tabel geeft hiermee het kader voor het kredietrisico van de verstrekte geldleningen uit hoofde van treasury. bedragen x € 1 mln
rating Overheid Overheidsbank, extreem kredietwaardig Niet-overheidsbank, extreem kredietwaardig Zeer kredietwaardig Voldoende kredietwaardig
AAA AAA AA A
≤ 1 mnd onbeperkt onbeperkt 200 100 50
≤ 3 mnd onbeperkt onbeperkt 150 50 25
≤ 1 jaar onbeperkt 200 100 25 0
≤ 5 jaar onbeperkt 100 50 0 0
> 5 jaar onbeperkt 50 25 0 0
Hoofdstuk 5 | Concernbrede onderwerpen | pagina 207
5.6 1.
Paragraaf Grondbeleid
Beleidskader en doelstellingen
De doelstelling van de gemeente Rotterdam is om een duurzaam, kwalitatief aantrekkelijk ruimtelijk vestigingsmilieu in de stad te bevorderen. De missie in de fysieke sector luidt “wij faciliteren, initiëren, investeren en werken samen met de markt aan een sterke (economische) ontwikkeling van Rotterdam”. Om de doelstelling te kunnen bereiken, worden o.a. instrumenten van grondbeleid voor de verbetering van stedelijke kwaliteiten ingezet. In de “Stadsvisie Rotterdam, ruimtelijke ontwikkelingsstrategie 2030”, in 2007 vastgesteld door de gemeenteraad, is op hoofdlijnen het gemeentelijke ruimtelijke beleid voor de toekomst geschetst. Hierin staan twee sporen voor de toekomstige ruimtelijk economische ontwikkeling van Rotterdam centraal: (1) het versterken van de economische structuur: de ontwikkeling van de kennis- en diensteneconomie met accent op de clusters Haven & Industrie, Medisch en Creatief, en; (2) een “aantrekkelijke woonstad” door het verbeteren van het woon- en leefklimaat in de stad.
2.
Veranderde marktomstandigheden
De markt voor met name kantoren en nieuwbouwwoningen is de afgelopen twee jaar als gevolg van de wereldwijde economische crisis sterk verslechterd. Ook de beperkte financieringsmogelijkheden van marktpartijen maken het lastig om in deze tijd ruimtelijke ontwikkelingen gaande te houden. Daarbij komt dat er de laatste decennia zoveel schaarste was dat de gemeente het zich kon permitteren bewust te sturen op een ander aanbod aan woningen dan er vanuit de markt vraag was. Deze zogeheten aanbodgerichte programmering was beleidsmatig bewust opgezet om nieuwe doelgroepen naar de stad te halen. Hoewel nog niet duidelijk is hoe de markt zich precies gaat ontwikkelen, is de algemene aanname dat een herstel naar het niveau van voor de crisis nog jarenlang op zich laat wachten en dat dit niveau wellicht zelfs niet meer wordt gehaald. Daarom zijn we als stad genoodzaakt de omslag te maken van de huidige aanbodgerichte naar een meer vraaggerichte programmering, waarbij de rol van de consument steeds belangrijker wordt. Tevens willen we de hoge ambities van de Stadsvisie overeind houden. Met de beperkte middelen van zowel markt als overheid noodzaakt dit tot selectief investeren. Daarvoor moeten kansen worden gepakt en dus meer vraaggericht ontwikkeld worden.
Aanpassen fasering werklocaties en woningbouw Het algemene beeld voor de Rotterdamse werklocaties is dat er steeds sprake is van een vervangingsmarkt in plaats van een groeimarkt. Dat impliceert een stedelijke ontwikkeling met de focus op kwaliteitsverbetering en niet op volumevergroting. Bij een stagnerende toename van de (beroeps)bevolking en een lage economische groei gaat het om behoud en zo mogelijk een vergroting van het marktaandeel in de (boven)regionale marktvraag. Daar moet de prijs/kwaliteit van het locatieaanbod vergelijkbaar of beter zijn dan van concurrerende regio’s. Daarnaast blijft leegstand in de werklocaties (en in het bijzonder bij kantoren) een aandachtspunt. Zo is bij kantoren het metrage in aanbouw en in ontwikkeling genomen projecten groter dan de verwachte marktvraag. Hierop wordt geanticipeerd in het opgestarte actieprogramma kantorenleegstand, waarbij onder andere gewerkt wordt aan transformatie van leegstaande kantoorpanden. Ook op het gebied van woningbouw is een terugval in marktvraag voor de komende jaren te verwachten. Bovendien lijken de gevolgen van de kredietcrisis meer structurele gevolgen te hebben op de toekomstige vraag naar woningen. Inkomensontwikkeling en financieringsmogelijkheden van consumenten zijn daarbij sterk bepalende factoren. Het aantal te starten woningen zal naar verwachting in 2011 en 2012 verder terugvallen ten opzichte van 2010. Ook voor de middellange termijn moeten we uitgaan van een zeer voorzichtige inschatting van woningbouwaantallen. De marktomstandigheden zorgen er dan ook voor dat een kwantitatieve target voor de jaarlijks te bouwen woningen niet realistisch is. We verwachten bovendien geen volledig herstel van de behoefte maar wel een verandering in vraag. Daarnaast is er sprake van onzekere omstandigheden als de aangescherpte hypotheeknormen, de tijdelijk afgeschafte overdrachtsbelasting en de daling van het consumentenvertrouwen. Dit heeft consequenties voor de vraag op de korte termijn.
Vitalisering Rotterdamse grondexploitaties De Rotterdamse grondexploitatieportefeuille staat als gevolg van de economische crisis zwaar onder druk. Net als elke grote Nederlandse gemeente heeft ook Rotterdam in 2010 ingegrepen op de inzet en waarde van de lopende grondexploitatieportefeuille, één van de belangrijkste instrumenten voor stedelijke ontwikkeling de afgelopen 25 jaar. De herijking die Stadsontwikkeling in opdracht van het college in de zomer van 2010 heeft uitgevoerd betrof in belangrijke mate de overstap naar het vraaggericht programmeren.
pagina 208 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
De fasering van woningbouwprojecten en werklocaties is aangepast aan de nieuwe marktsituatie die is ontstaan als gevolg van de economische crisis. Daarnaast zijn een aantal technische uitgangspunten van de grondexploitaties aangepast om de uitkomsten hiervan betrouwbaarder te maken en zijn de consequenties van een aantal wettelijke richtlijnen (BBV) doorgevoerd. Hierdoor heeft een verliesneming op de portefeuille plaatsgevonden van circa €190 mln. In de zomer van 2011 zal wederom een grondige analyse van risico’s en uitgangspunten van de grondexploitaties plaatsvinden om zo meer grip te krijgen op het resultaat van de portefeuille. Waar mogelijk kan dan tijdig worden ingegrepen en bijgestuurd om zo grotere verliesnemingen in de toekomst te vermijden. Daarnaast wordt een Meerjarenperspectief Rotterdamse Grondexploitaties opgesteld. In 2012 wordt verder ingegaan op: de verwerking/specificatie van conclusies uit de herijking en bijsturingsmogelijkheden werklocaties en woningbouw in het planaanbod, de gebiedsprogramma’s en de afronding en implementatie van de reorganisatie van de sector Gebiedsontwikkeling.
3.
Financiën en risico’s
De omvang van de consequenties van de herijking bedroegen voor de concernrekening in 2010 circa € 190 mln. Als onderdeel van dit bedrag zijn een aantal voorzieningen meegenomen die de grootste risico’s binnen de portefeuille afdekken. Zo vormt de aanpassing van de fasering, naar aanleiding van de crisis, een belangrijk deel van de herijking. De verkoop van bouwgrond wordt namelijk uitgesteld. Een vertraging van bijvoorbeeld 1 jaar leidt dan tot 1 jaar extra rentelasten over de al gemaakte kosten. Daarnaast kan het voorkomen dat de geprognosticeerde opbrengst niet binnen komt. Dat leidt tot inkomstenderving. Tevens is de subsidiestroom vanuit het Rijk, provincie, etc. eindig. Hiermee komt de uitvoerbaarheid van de gebiedsontwikkelingen in de toekomst onder druk te staan. In 2011 wordt verder gewerkt aan het scherp krijgen van alle bekende risico’s. Daarnaast zal ook dit jaar wederom een inventarisatie van alle risico’s binnen de grondexploitaties plaatsvinden om tijdig te kunnen anticiperen op mogelijke verslechteringen van resultaten. In 2011 worden deze bijsturings- en optimaliseringmogelijkheden (dus ook bijstelling in positieve zin) verder uitgewerkt. In het kader van de reorganisatie van het onderdeel Gebiedsontwikkeling (voormalig OBR) wordt gewerkt een kostendekkende organisatie (bestuursopdracht kostendekkend Grondbedrijf). Hierna wordt ingegaan op de consequenties van de nieuwe markt op het verdienvermogen, waarna wordt ingegaan op de risico’s. In paragraaf 4 wordt ingegaan op de bestuursopdracht ‘kostendekkend Grondbedrijf’.
Verdienvermogen Om blijvend te kunnen investeren in stedelijke kwaliteit, bijvoorbeeld voor de realisatie van hoogwaardige woonmilieus voor midden- en hogere inkomensgroepen, is het stoppen van de winstgevendheid van grondexploitaties een punt van zorg. De uitbreidingslocaties vormden in het verleden een bron van inkomsten die weer konden worden gebruikt voor stedelijke investeringen op andere plekken. Tegenwoordig bevindt het merendeel van de projecten zich op locaties in de stad die nauwelijks “eigen opbrengsten” genereren. Ze kunnen pas in ontwikkeling worden genomen indien er subsidies beschikbaar worden gesteld. Voor de in uitvoering zijnde grondexploitaties was er bij 85% aanvullende subsidie nodig om de projecten te kunnen uitvoeren. Het verdienvermogen van de grondexploitatieportefeuille bedraagt ultimo 2010 nog enkele tientallen miljoenen. Dit is de som van de verwachte projectresultaten van de grondexploitaties in uitvoering. De verwachte winst heeft vooral betrekking op de uitbreidingslocatie Nesselande. De binnenstedelijke locaties die in ontwikkeling zijn of nog moeten worden gebracht, dragen nauwelijks bij aan het resultaat. In vele gevallen verlopen deze ontwikkelingen uiterst moeizaam en zijn slechts met behulp van subsidie rendabel te krijgen. Voorbeelden hiervan zijn “de Kop van Zuid” en “het Laurenskwartier”. Gezien het feit dat de projecten met een verwacht positief resultaat eindig zijn en omdat er nauwelijks financieel positieve projecten aan de portefeuille zullen worden toegevoegd, zal het verdienvermogen verdwijnen.
Actualiseren grondexploitaties – de spelregels Elke vier maanden worden de grondexploitaties geactualiseerd. Dit houdt in dat de projectteams ieder kwartaal alle projectbegrotingen tegen het licht houden en daar waar nodig aanpassingen doorvoeren. De opgetreden verschillen worden verklaard. In het verlengde van de vitalisering van de grondexploitatie portefeuille in 2010 zal ook in 2011 weer een herijking van de uitgangspunten plaatsvinden. Daarnaast worden de volgende spelregels gehanteerd: Toerekening interne apparaatskosten – De interne apparaatskosten worden op basis van het aantal uren maal het uurtarief toegerekend aan de plannen. Resultaatneming Het principe voor resultaatneming bij het cluster Stadsontwikkeling is dat winst wordt genomen op grondexploitaties als een project gereed of nagenoeg gereed is. Verliezen worden door het cluster Stadsontwikkeling genomen zodra ze bekend zijn.
Hoofdstuk 5 | Concernbrede onderwerpen | pagina 209
Hieronder zijn de richtlijnen opgenomen. – De voorwaarden voor winst nemen zijn: – Een plan is nagenoeg gereed als minimaal 70% van de kosten en 70% van de opbrengsten zijn gerealiseerd. Vanaf dat moment wordt beoordeeld of winst kan worden genomen en zo ja, hoeveel. – Er wordt alleen winst genomen als de gerealiseerde opbrengsten de gerealiseerde kosten overstijgen. De te nemen winst is maximaal gelijk aan de (negatieve) stand van de boekwaarde. –
Berekenen van de te nemen winst – Als het realisatiepercentage groter is dan 70% wordt maximaal dit percentage van het plansaldo als winst genomen. Op dit plansaldo wordt eerst nog een voorziening in mindering gebracht van 20% van de nog te realiseren kosten en opbrengsten; – Winstneming vindt ultimo jaar plaats op basis van de stand bij het derde kwartaal van dat jaar. Als hierop in het vierde kwartaal substantiële wijzigingen optreden worden deze meegenomen in het jaarverslag; – Vanwege de (grote) verschillen tussen projecten en omdat de richtlijn is gebaseerd op een theoretische exercitie bestaat de mogelijkheid om ervan af te wijken. Hier moet een goede onderbouwing voor worden opgesteld.
_ Verliesneming op Bouwgronden in Exploitatie (BIE) – Bij projecten met een verwacht negatief resultaat wordt verlies genomen, tenzij: 1. Vermijdbaarheid van kosten nog reëel is en kan worden aangetoond; 2. Deze kosten nog direct beïnvloedbaar zijn door de projectorganisatie zelf (door aanpassing van de uitgangspunten van het plan); 3. Door het projectteam aan een optimalisatie van het plan en de grondexploitatie wordt gewerkt; 4. Het plan nog een lange looptijd heeft (minimaal 7 jaar) en het verlies niet groter is dan 10% van de nog te realiseren kosten. – Ten aanzien van de punten 1 t/m 3 moet het verlies in maximaal één jaar zijn weggewerkt (door optimalisatie of verliesneming); – Onvermijdbare verliezen worden verwerkt in het plan. Voor waarschijnlijke, maar qua financiële omvang onzekere verliezen (afhankelijk van toekomstige economische ontwikkelingen) wordt een voorziening getroffen. –
Verliesneming op Niet In Exploitatie Genomen Gronden (NIEGG) Niet In Exploitatie Genomen Gronden (NIEGG) worden gewaardeerd tegen de marktwaarde indien deze lager is dan de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Het verschil wordt dan als verlies genomen.
– (Des)investeringen Voor de investeringen wordt het benodigde krediet niet per grondexploitatie ineens vooraf verleend. Voor alle grondexploitaties samen wordt jaarlijks krediet verleend voor de uitgaven die in het betreffende jaar worden verwacht, de zogenaamde jaarschijfmethode. – Reserve in relatie tot de risico’s Het uitvoeren van grondexploitaties brengt risico’s met zich mee. Deze risico’s worden onder andere veroorzaakt door de lange looptijd van projecten en door veranderende marktomstandigheden. De gemeente heeft slechts een beperkte invloed op externe markt- c.q. kredietontwikkelingen en kan dit risico minder goed beheersen. Het resultaat is daarnaast sterk afhankelijk van economische, fiscale en maatschappelijke ontwikkelingen. Ook hebben gemeentelijke en de landelijke wet- en regelgeving (parkeernormen, milieu, ruimte voor water) invloed op de toekomstige resultaten. Om deze financiële risico’s te beperken, investeert de gemeente niet eerder dan wanneer een redelijke mate van zekerheid over de realisatie van het betreffende project bestaat. Daarnaast worden bij de uitvoering van de grondexploitaties de regels uit het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) nauwgezet toegepast. Per vier maanden worden de grondexploitaties geactualiseerd. Om te voorkomen dat een cumulatie van financiële risico’s voor de gemeente plaatsvindt binnen de portefeuille, wordt ieder jaar beoordeeld of op eventueel ontstane verliezen op plannen moeten worden ingegrepen. Waar nodig wordt een verlies genomen of wordt een voorziening getroffen. Sinds 2010 heeft de cluster Stadsontwikkeling geen eigen algemene reserve meer en worden deze risico’s afgedekt op concernniveau. .
Optimalisatiemogelijkheden voor gebiedsontwikkeling Onderdeel van de “vitalisering van de grondexploitaties” betreft ook het scherp krijgen van bredere oplossingsrichtingen. Gebiedsontwikkelingen vinden plaats in een vastgesteld bestuurlijk en maatschappelijke kader voor ruimtelijke ontwikkelingen. Aanpassingen van dit kader bieden optimalisatiemogelijkheden die mogelijk een positief effect hebben. Immers, ook al is er geen vanzelfsprekende dekking vanuit grondexploitaties meer, de ontwikkeling van de stad blijft om inzet vanuit de gemeente vragen. Onze strategie, werkwijze en omgang met andere partijen is bepalend voor de mogelijkheden om toch deze ontwikkelingen te faciliteren of door te zetten.
pagina 210 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
Relevant daarbij zijn kwesties als: – Waar zien we de meest optimale economische kansen voor de stad? – Hoe gaan we in de stad om met parkeren? – Hoe gaan we om met sociale huur qua prijs en programma? – Welke kosten brengen we aan ontwikkelaars in rekening? – Wat zijn de verdienmogelijkheden met erfpacht? – Wat zijn opties voor strategische verwervingen? – Is er ketenoptimalisatie van de dienstverlening en uitvoering (bijvoorbeeld één intake).
Risico’s De volgende activiteiten hebben invloed op de ontwikkeling van het plansaldo van de grondexploitaties. De effecten daarvan zijn bekend of worden onderzocht. Voor elk onderdeel is een specifiek proces opgestart die tot doel hebben om de risico’s te minimaliseren: – Wet op de Ruimtelijke Ordening (Wro) en Grondexploitatie (Grex)- wetgeving; – De Crisis en Herstelwet; – WABO; – Wateropgave; – Luchtkwaliteit; – Bodemkwaliteit; – Geluidshinder; – Munitieruiming; – Externe Veiligheid; – Archeologie; – Publiek private samenwerking.
4.
Verandertraject
De omgeving waarin de directie Gebiedsontwikkeling opereert, is de afgelopen jaren sterk veranderd. Het gaat om veranderende marktomstandigheden, het teruglopen van de omvang van de gemeentelijke grondportefeuille en een afnemende rol van de rijksoverheid in lokale gebiedsontwikkeling. Deze veranderde omstandigheden dwingen niet alleen tot herziening van technische uitgangspunten van de grondexploitaties, maar ook aanzetten tot nadenken over de toekomstige mogelijkheden voor ruimtelijk-economische ontwikkeling en de gewenste rol van de gemeente daarbinnen.
Toekomstbeeld Afname van de grondportefeuille en financiële armslag van de overheid dwingt tot bezinning op de manier waarop de gemeentelijke overheid ruimtelijke ontwikkelingen faciliteert, aanjaagt en financiert. Er is een einde gekomen aan de mogelijkheid om te sturen op realisatie van grootschalige ruimtelijke ontwikkeling op basis van grondposities. De directie Gebiedsontwikkeling zal zich meer toeleggen op een faciliterende en initiërende rol, waarbij zij het voor anderen mogelijk maakt te werken aan de ruimtelijk-economische ontwikkeling van de stad. De werkzaamheden van de toekomstige sector Gebiedsontwikkeling zijn te vertalen in drie rollen: 1. Kaders en prioriteiten stellen; 2. Publiek ontwikkelen; 3. Ambtelijk opdrachtgever. De drie rollen zijn hieronder kort toegelicht. Kaders en prioriteiten stellen Het krimpen van de gemeentelijke grondportefeuille betekent niet dat de gemeente geen middelen meer heeft om te sturen op de kwaliteit van de ruimtelijk-economische ontwikkeling van Rotterdam. Het is juist aan de gemeente om haar algemene doelen te vertalen in een ruimtelijke opgave voor de stad. Het vertalen van de collegedoelstellingen in wenselijke ontwikkelingen is een taak van de directie Gebiedsontwikkeling. Ze zal hieraan vormgeven door middel van het opstellen van gebiedsprogramma’s. Het belangrijkste doel van de gebiedsprogramma’s is dat voor alle partijen die zich bezig houden met ruimtelijke ontwikkeling in Rotterdam, per gebied helder is omschreven binnen welke randvoorwaarden ruimtelijke ontwikkeling kan plaatsvinden en waar de aandacht van de gemeente naar uitgaat. Een eerste stap naar een meer vraaggerichte benadering is in 2010 gezet door de grondexploitatieportefeuille aan te passen aan vraaggerichte werkwijze. De hieruit volgende prioritering van woningbouw en werklocaties is vertaald in een handelingsstrategie per deelgemeente. Dit gemeentelijke voorstel tot prioritering is, op het gebied van woningbouw, vervolgens voorgelegd aan betrokken marktpartijen en waar nodig verder uitgewerkt in de ‘Maatregelen van Marseille’ met het Platform Marktsector (november 2011). De handelingsstrategieën vormen, samen met de bestuursakkoorden, de basis voor de gebiedsprogramma’s. Hoofdstuk 5 | Concernbrede onderwerpen | pagina 211
In de gebiedsprogramma’s worden de activiteiten die Stadsontwikkeling in een deelgemeente verricht opgenomen. Voor externe partijen maken de gebiedsprogramma’s duidelijk welke doelen en prioriteiten de gemeente en deelgemeente voor een gebied stellen. In de g ebiedsprogramma’s is ook de vertaling van het Collegewerkprogramma naar de deelgemeenten te vinden voor de onderdelen waar Stadsontwikkeling verantwoordelijk voor is. De gemaakte keuzes zijn overzichtelijk in één document terug te vinden. Duidelijk is welke ontwikkelingen de gemeente zal faciliteren, maar ook welke niet. Tot nu toe was er nog niet zo’n meerjarig integraal totaaloverzicht van de activiteiten vanuit Stadsontwikkeling per gebied. Publiek ontwikkelen In plaats van zelf risicodragend trekker te zijn van ruimtelijke projecten, zal de gemeente in haar nieuwe rol vaker andere partijen faciliteren om uitvoering te geven aan de ruimtelijke ontwikkeling. Net als de gemeente bezinnen ook andere partners in de stad zich op hun kerntaken. Hierdoor ontstaan nieuwe verhoudingen in de wereld van ruimtelijke ontwikkeling. Het is de taak van de directie Gebiedsontwikkeling om samen met anderen te zoeken naar nieuwe manieren om toekomstige ontwikkelingen mogelijk te maken. Dit vraagt om een grote(er) variatie aan samenwerkingsverbanden, nieuwe financieringsmodellen en een cultuurverandering binnen de gemeentelijke organisatie. Er wordt de komende periode onderzoek gedaan naar nieuwe financieringsvormen, nieuwe mogelijkheden voor het voeren van grondbeleid en andere samenwerkingsverbanden met marktpartijen, zoals beleggers, ontwikkelaars en corporaties, maar ook met gebruikers van maatschappelijk vastgoed. Kern is een werkwijze te ontwikkelen die aansluit op de veranderende context en extern duidelijk te maken hoe we als gemeenten handelen en welke afwegingen we daarbij maken. Immers Gebiedsontwikkeling heeft een initiërende rol door actief investeerders en ontwikkelaars te interesseren voor de ontwikkeling van de stad. Deze uitleg van de taak van de directie Gebiedsontwikkeling noemen we publiek ontwikkelen. Ambtelijk opdrachtgever Door het bij elkaar brengen van de belangen van de verschillende partijen faciliteert de directie Gebiedsontwikkeling ruimtelijke ontwikkeling. Gebiedsontwikkeling kan haar rol als publiek ontwikkelaar niet alleen waarmaken. Ze heeft andere delen van de gemeentelijke organisatie nodig voor advies en uitvoering van werkzaamheden. Binnen het cluster Stadsontwikkeling is Gebiedsontwikkeling ambtelijk opdrachtgever van ruimtelijk-economische opgaven, zoals dat is beschreven in de Rotterdamse Standaard Projectmatig werken. Opdrachtnemers zijn primair de vakafdelingen van Stedelijke Inrichting en het Projectmanagementbureau Rotterdam.
pagina 212 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
5.7
Bedrijfsvoering
Inleiding In deze paragraaf vindt u onze beleidsvoornemens voor 2012 op het gebied van bedrijfsvoering. Hieronder worden om te beginnen de concernontwikkelingen geschetst. Hierna volgt het collegewerkprogramma Organisatie & Financiën, met daarin de onderdelen concernhuisvesting/HNW010, governance van de bedrijfsvoering, monitoren van de bezuinigingen en de verbetering van de financiële huishouding. Daarna komen de onderdelen Personeel&Organisatie, externe inhuur, uitbesteed werk en ICT aan bod.
1.1
Concernontwikkelingen
De grote opgave waar de gemeentelijke organisatie voor staat is voor het komende jaar 2012 onverminderd groot. Centrale sturing is een noodzaak om de opgaven te kunnen realiseren. In 2012 wordt ingezet op een versnelling en synchronisatie in de clustervorming, alsmede de inrichting van een nieuw cluster Werk en Inkomen. Dat vraagt om leiderschap vanuit het concern, waarbij de dienstverlening aan de stad en de burger onverminderd voortgezet wordt. De te maken keuzes hangen direct samen met de bezuinigingen waarvan de urgentie door bezuinigingen vanuit het Rijk, vermindering van inkomsten en financiële tegenvallers in de loop van 2011 alleen maar groter is geworden. Er worden keuzes voorgelegd over de kerntaken van de gemeente, en daar waar overcapaciteit is worden de consequenties bekeken en conclusies getrokken. De dienstverlening aan de Rotterdammer en het resultaat op straat blijven uiteraard ook in 2012 voorop staan.
1.2
Collegewerkprogramma Organisatie & Financiën
Het programma O&F startte eind 2010 met de opdracht om richting te geven aan de hierboven genoemde organisatieontwikkeling (clustermodel), de bezuinigingen op de bedrijfsvoering en het efficiënter inrichten daarvan. De rol van het programma is om concernbreed de lijnen uit te zetten en de concerndirectie te ondersteunen in de uitvoering ervan. Die rol wordt uitgevoerd door een kleine programmaorganisatie die flexibel is en gericht kaders stelt, monitort en bijstuurt, en zich snel kan aanpassen aan de actualiteit van het moment. De steeds toenemende urgentie om te bezuinigen en, daarmee samenhangend, de financiële huishouding te verbeteren, leidt tot een verschuiving van de O naar de F kant in het programma O&F. Dit heeft tot gevolg dat de verbetering van de financiële huishouding binnen het programma wordt opgepakt en veel prioriteit krijgt. Waar dat kan worden ook taken in de staande organisatie terug gelegd. Dat geldt op dit moment met name voor de onderwerpen die vallen onder P&O, zoals mobiliteit en het monitoren van de personele ontwikkeling. De focus binnen het programma Organisatie en Financiën ligt in 2012 dan ook bij: – Concernhuisvesting en Het Nieuwe Werken (HNW010); – Governance bedrijfsvoering/doorontwikkeling serviceorganisatie; – Monitoren van de bezuinigingen; – Verbetering van de financiële huishouding. 1.2.1 Concernhuisvesting en Het Nieuwe Werken (HNW010) Een slimmere manier van werken is HNW010, het nieuwe werken op z’n Rotterdams. Dat is geen hype; het is meer dan thuiswerken en gadgets. Het is de toekomst. HNW010 zorgt ervoor dat mensen slimmer werken, beter kennis met elkaar delen, met als eindresultaat een beter product voor de Rotterdammer. HNW010 betekent: – Tijd- en plaatsonafhankelijk werken waar dat kan; – Afrekenbaar zijn op prestaties en vooraf in overleg het resultaat bepalen; – Vrije toegang tot kennis, ervaring en informatie; – Een flexibele arbeidsrelatie met arbeidsvoorwaarden afgestemd op levensstijl en -fase. HNW010 vraagt om een andere organisatie en een nieuwe manier van werken. Een organisatie die als werkgever voorbereid is op de toekomst en het talent van medewerkers voorop zet. Het nieuwe werken is voor iedereen geschikt maar betekent niet voor iedereen hetzelfde. Daarom werken we de kenmerken uit voor verschillende groepen in het concern. Tijd-, plaats en organisatie-onafhankelijk werken is direct van invloed op de ontwikkeling van de kantoorhuisvesting van de organisatie. Een eigen werkplek met voorzieningen is straks voor lang niet iedereen meer nodig. Je goed kunnen richten op de opgaven in de stad vraagt om samenwerken, collega’s en Rotterdammers vaker opzoeken en dus vaker van locatie wisselen. Kantoren worden meer en meer ontmoetingsplaatsen.
Hoofdstuk 5 | Concernbrede onderwerpen | pagina 213
De voorzieningen op het gebied van ICT en facilitaire zaken moeten daar op worden aangepast. Zo moet je overal kunnen inloggen, moet het beveiligingsbeleid zo worden ingericht dat je daar naar binnen kan waar dat nodig is en moeten leidinggevenden meer gaan sturen op prestaties. Ook de ‘look and feel’ van de kantoorpanden moet meer gericht worden op openheid en samenwerken De schotten moeten er letterlijk en figuurlijk tussenuit. De basisportefeuille kantoorhuisvesting is vastgesteld en zal op termijn (2015) gaan bestaan uit zes panden: Stadhuis, Coolsingel 6, Stadskantoor, Schiedamsedijk, Librijesteeg en de Rotterdam. De marktconsultatie over De Rotterdam wordt in 2011 afgerond. Mocht deze positief uitpakken, dan zal deze locatie in de markt worden verhuurd en wordt een alternatief gezocht. Het huidige ruimtebeslag voor kantoorpersoneel zal daarmee op termijn (2015) nagenoeg worden gehalveerd en de huidige portefeuille van 39 panden zal in de komende jaren grotendeels worden opgezegd en afgestoten. Met het opzeggen van op korte termijn expirerende huurcontracten is reeds gestart. In 2012 zullen er meerdere verhuisbewegingen ontstaan om toe te bewegen naar de uiteindelijke huisvesting in de zes genoemde panden. Op termijn zijn er met deze nieuwe manier van werken en bijbehorende maatregelen aanzienlijke besparingen te realiseren. Op korte termijn echter zijn er wel kosten te maken voor verhuizing, herinrichting, ICT voorzieningen etc. 1.2.2 Governance bedrijfsvoering/doorontwikkeling serviceorganisatie Voor wat betreft de organisatie ontwikkeling zal in 2012 de nadruk liggen op de versnelling en synchronisatie in de clustervorming; Maatschappelijke Ontwikkeling, Stadsontwikkeling, Stadsbeheer en Dienstverlening. In 2011 is gestart met de herinrichting van de organisatie van de bedrijfsvoering. Ook hier wordt de versnelling gezocht. Uitgangspunt is centralisatie van de bestaffing in de nieuwe service-organisatie en gedeconcentreerde inzet op clusterniveau (“centralisatie tenzij….”). Door de bedrijfsvoeringsfuncties – zoals financiën, personeel & organisatie en communicatie – centraal voor het concern in te richten en uit te voeren is het mogelijk om de doelmatigheid te verbeteren, de kwaliteit te verhogen en tot meer mobiliteit en flexibiliteit te komen. Om dit te bereiken wordt de standaardisatiegraad en de mate van uniformering in ondersteunende diensten, producten en processen omhoog gebracht. Ook hierbij geldt “standaard, tenzij… ”. Maatwerk wordt zoveel mogelijk beperkt. Verdere efficiencyslagen worden gemaakt door het optimaliseren van de bestaande shared services en uitrol van de nieuwe shared services voor Communicatie en HR Dienstverlening. De (door-) ontwikkeling van shared services is integraal onderdeel van de herinrichting van de bedrijfsvoering. Leidend principe voor de wijze waarop de serviceorganisatie opereert is ‘operational excellence’: betrouwbaar leveren van een vooraf afgesproken, zo standaard mogelijk, pakket aan producten en diensten tegen zo laag mogelijke kosten. Het sturingsmodel dat hier aan ten grondslag ligt, kent drie hoofdrollen: kaderstelling/control (concerndirectie), vraagformulering (diensten/clusters) en uitvoering (serviceorganisatie).
sturende rol (concerndirectie) Kerntaken: – beleid vaststellen en evalueren – budget vaststellen – toezien op naleving – ketenregie
vraagrol (clusters) Kerntaken: – behoeften aangeven – evalueren dienstverlening – business partner (vraagarticulatie, strategisch advies, etc)
uitvoerende rol (SO) Kerntaken: – uitvoeren van afgesproken dienstverlening – afstemming met gebruikers – adviseren over procesinrichting
Het transformatieproces waarlangs de herinrichting van de bedrijfsvoering uitgevoerd wordt zal in 2012 zijn afgerond.
pagina 214 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
1.2.3
Monitoren van de bezuinigingen
De bezuinigingen op de bedrijfsvoering tellen in 2015 op tot een bedrag van 73 mln. In 2012 moet hiervan in totaal 51,3 mln gerealiseerd worden. De opbouw van dit bedrag staat in onderstaande tabel: Concernbrede besparingen bedrijfsvoering Terugdringen inhuur externen HR, arbeidsvoorwaarden Stroomlijnen juridische functie Stroomlijnen communicatiefunctie BSD hoogwaardige concernstaf Besparing efficiënte inkoop Versoberen arbeidsvoorwaardenpakket Projectcommunicatie Interne verrekeningen / bureaucratie Additionele krimp (370 fte) Motie Moti voorziening* Totaal
2011 9,0 3,0 1,0 3,0 2,0 2,5 5,3 5,0 2,5 -2,0 31,3
2012 12,0 5,0 2,0 3,0 2,0 5,0 5,3 5,0 4,0 10,0 -2,0 51,3
2013 12,0 5,0 2,0 3,0 2,0 10,0 5,3 5,0 6,0 15,0 -2,0 63,3
2014 12,0 5,0 2,0 3,0 2,0 10,0 6,3 5,0 6,0 20,0 -2,0 69,3
2015 12,0 5,0 2,0 3,0 2,0 10,0 5,0 5,0 6,0 25,0 -2,0 73,0
In 2011 zijn maatregelen getroffen (zie 1e en 2e bestuursrapportage) om de jaarschijf 2011 structureel in te vullen. De lasten (resterende 15,3 mln) zijn bij de 2e bestuursrapportage verdeeld binnen de begroting. Langs dezelfde lijn zal ook in 2012 een toedeling naar budgetten van de diensten plaatsvinden. Additionele krimp (150 fte) wordt gevonden binnen de staffuncties. 1.2.4 Verbeteren van de financiële huishouding De economische recessie en de bezuinigingen drukken een groot stempel op het beleid van de gemeente Rotterdam. Teruglopende financiële middelen zijn ook hier het gevolg. Al langere tijd was er behoefte om zowel de planning&control cyclus als de inrichting van de concernverantwoording beter in te richten. Het belang van een huishoudboekje dat op orde (en op tijd) is, is ondertussen alleen maar toegenomen. Zowel een rapport van de externe accountant als een raadsbrede motie14 zijn aanleiding geweest voor het ‘Verbeterplan financiële huishouding’. Doel: “de discipline in het financieel beheer moet beter, het proces en de controle erop moeten centraal plaatsvinden, en de verantwoording moet kwalitatief en tijdig worden opgeleverd”. De nieuwe contouren van het concern krijgen door de kanteling naar het clustermodel steeds meer vorm, in een centrale aansturing en centrale bedrijfsvoering. Een eis bij de verbetering van de financiële functie is dan ook dat deze aansluit bij die nieuwe contouren en centraal wordt ingericht De impact van de veranderingen zal groot zijn; de kanteling van het beheer van de financiële processen op dienstniveau naar een centraal niveau is ingrijpend, en bovendien hangt die sterk samen met de primaire processen. Dat geeft tevens de complexiteit aan. Eerdere initiatieven voor deze verbetering, zoals ‘verbetering verantwoording en controle (controletoren)’ en de invoering van R12 zijn in dit verbeterplan opgenomen15. Dit plan is onderdeel van het collegewerkprogramma Organisatie & Financiën. De aansturing gebeurt door de ambtelijk en politiek verantwoordelijken.
1.3
Personeel
De beoogde resultaten van het collegewerkprogramma zijn ook in 2012 het uitgangspunt voor de ontwikkeling van de organisatie en inzet van personeel binnen de gemeente. We streven onverminderd naar een kwalitatief betere organisatie, die flexibel en efficiënt is. Naar een organisatie met één werkgeverschap, een passende bezetting en mobiele medewerkers, die adequaat wordt geleid en gemanaged. 1.3.1 Personele bezetting Primaire opgave voor de personele functie binnen de gemeente in 2012 is het realiseren van een passende bezetting. Dat wil zeggen een bezetting die recht doet aan het streven naar een kleinere organisatieomvang en die ons tegelijkertijd in staat stelt om onze taken goed uit te blijven voeren. We streven naar een flexibele organisatie, die de beschikbare middelen zo slim mogelijk inzet. De gewenste omvang van de bezetting kan wijzigen al naar gelang de ontwikkeling van de vraag vanuit de stad en de toe- of afname van gemeentelijke taken. 14
Motie. Financiële huishouding toe aan renovatie, raad 290610
15
Verbeterplan Financiële huishouding’ Hoofdstuk 5 | Concernbrede onderwerpen | pagina 215
Een vaste formatie kan belemmerend werken voor een flexibele inzet van personeel, die soms nodig is als gevolg van piekbelasting, seizoenspatronen, vraaguitval, taakoverdracht, etc. Anderzijds kan het vanuit financieel perspectief soms aantrekkelijk zijn om externe inhuur te vervangen voor (goedkoper) vast personeel. Daarom wordt binnen de grenzen, die het financiële kader biedt, steeds gestreefd naar een goede balans tussen vaste bezetting en externe inhuur. Ter ondersteuning van het realiseren van een kleinere bezetting, zijn in 2011 twee maatregelen genomen. Er is een externe vacaturestop ingesteld en we sturen op afbouw van tijdelijke aanstellingen. Er is voorzien in enkele maatwerkmogelijkheden op de genomen maatregelen. Op die manier zorgen we, bij de realisatie van de beoogde krimp in de bezetting, tegelijkertijd voor de continuïteit van de organisatie. Ook op de langere termijn. Zo wordt instroom van jong talent geborgd door voortzetting van het traineeprogramma. Een escalatieprocedure m.b.t. de afbouw van tijdelijke aanstellingen, voorkomt uitstroom van medewerkers waar dat, met het oog op de continuïteit en kwaliteit van het primair proces dan wel op grond van efficiency overwegingen, niet gewenst is. Ook voor de externe vacaturestop en externe inhuur geldt een escalatieprocedure. Verzoeken voor externe instroom, het omzetten van tijdelijke contracten in vaste aanstellingen, alsmede verzoeken voor externe inhuur worden ter besluitvorming voorgelegd aan de concerndirectie. Deze maatregelen lopen door in 2012, of zo lang als noodzakelijk is. Het realiseren van de personele taakstelling, zoals gesteld in het collegeprogramma, betekent dat de organisatie, qua personele bezetting, in 2012 verder zal krimpen. Voor 2012 wordt een bezetting begroot van 12.079 fte. Dat is een verwachte afname van 823 fte ten opzichte van de stand per eind 2009 (nulmeting). Deze verwachte afname is groter dan de krimpdoelstelling, zoals opgenomen in de eerste bestuursrapportage 2011, die uitgaat van een afname van 663 fte per eind 2012 (ten opzicht van de nulmeting). In de krimpdoelstelling zijn exogene factoren (voor zover nu nog niet te voorzien), die de vereiste bezetting mogelijk nog zullen beïnvloeden, niet meegenomen. Ook de uitkomsten van de nog uit te voeren analyses naar afstoten of uitbesteden van taken zijn hierin niet verwerkt. Voor externe inhuur geldt met ingang van 2010 een zogenaamd concernplafond (maximaal 15% van de totale loonsom inclusief inhuurbedragen). Voor 2012 begroten we de lasten voor externe inhuur op circa 54,5 mln. Daarmee komt de externe inhuur op 7,2% van de totale loonsom (inclusief huurbedragen). 1.3.2 Mobiliteit Een belangrijke uitdaging voor 2012 is de begeleiding van medewerkers, waarvan de functie verdwijnt, naar ander werk. De omvang van de bezetting eind 2012 is mede afhankelijk de mate waarin we in staat zullen zijn deze medewerkers succesvol te herplaatsen, bij voorkeur buiten de gemeente. De prognose van het aantal herplaatsingskandidaten uit op dit moment voor 2012 voorziene reorganisaties wordt ingeschat op ca. 300. In 2012 wordt gestuurd op een krachtige inzet van het mobiliteitscentrum voor het begeleiden van medewerkers die als gevolg van reorganisatie op zoek moeten naar ander werk. De blik is daarbij nadrukkelijk gericht op het begeleiden van medewerkers naar ander werk buiten de gemeentelijke organisatie. Ook het meer flexibel inzetten van medewerkers daar waar ze op enig moment de grootste toegevoegde waarde voor het concern hebben heeft prioriteit. Voor de inzet van het overige personele instrumentarium, zoals bijvoorbeeld investeringen in opleiding en ontwikkeling en toepassing van het arbeidsvoorwaardelijk kader, geldt als uitgangspunt, dat deze met name worden ingezet ten dienste van het realiseren van deze doeleinden. 1.3.3 Ziekteverzuim Voor 2012 wordt een verzuimpercentage van 5,5% en een verzuimfrequentie van 1,5.of lager gehandhaafd. Een verdere aanscherping van het percentage t.o.v. de begroting 2011 is, gezien de ontwikkelingen binnen de organisatie en de druk die er met name op het personele apparaat staat, voor 2012 niet reëel.
pagina 216 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
1.4
Uitbesteed werk
In de COR-advies over de jaarrekening 2010 kwam naar voren dat er behoefte is aan meer inzicht in de post uitbesteed werk. In totaal is voor 2012 aan uitbesteed werk een bedrag van € 419 mln begroot, in de onderstaande tabel is dit naar diensten gespecificeerd. Lasten uitbesteed werk per dienst 2012 ASR GAR GBR BR dS+V GW OBR (Incl. Economie) GGD PZR Roteb BSD JOS SoZaWe S&R STZ DKC SDR Kpl Raad KPCF VOIL Totaal
€ € € € € € € € € € € € € € € € € € € € €
1.053 3.857 248.086 54.783 8.609 9.335 2.389 17.834 48.370 793 186 22.612 175 664 5 418.751
Het grootste deel van de uitgaven op deze post zitten bij GW, OBR en SoZaWe. GW voert veel projecten voor gemeentelijke diensten, waarbij ze een adviserende rol hebben en de uitvoering veelal via aanbestedingen op de markt wegzetten. Hierbij valt te denken aan rioolvervangingen, sloopwerkzaamheden, vervanging van tramsporen en vervanging van bruggen. Bij het OBR gaat het om het onderhoud en beheer van vastgoed, bij SoZaWe gaat het vooral om het uitbesteden van re-integratietrajecten. Ten opzichte van de rekening 2010 (€ 483 mln) is in de begroting 2012 sprake van een daling met € 64 mln. Voor 2011 wordt voor uitbesteed werk een bedrag van € 423 mln geprognositiceerd, de begroting 2012 ligt € 4 mln lager. Daarnaast zijn er vragen gesteld of de definities van zowel ‘externe inhuur’ als ‘uitbesteed werk’ voldoende afgebakend zijn. De definitie van externe inhuur in de regels “Inhuur Externen” luidt als volgt: ‘Het uitvoeren van werkzaamheden in opdracht van een bij de gemeente Rotterdam in dienst zijnde opdrachtgever, door een private organisatie met winstoogmerk, middels het tegen betaling inzetten van personele capaciteit en deskundigheid, zonder dat daar een arbeidsovereenkomst dan wel aanstelling tussen opdrachtgever en de private organisatie aan ten grondslag ligt.’ De huidige regelgeving ‘Inhuur Externen’ en de opgestelde toolkit bieden daarbij voldoende houvast voor diensten om dit onderscheid te kunnen maken.
1.5
ICT
De begroting voor de ICT exploitatiekosten 2012 bedraagt ca. € 120 mln. Vergeleken met de begroting van 2011 laat deze prognose een stijging zien van ca. € 10 mln. De belangrijkste oorzaak van deze stijging betreft een toename van de kapitaallasten (ca. € 8 mln.) in verband met gedane investeringen in concern bedrijfsvoeringssystemen. Vanaf 2011 worden ICT investeringen, conform de vastgestelde governance, vooraf getoetst door de CIO. Voor 2012 is voor een bedrag van ca. € 2,5 mln aan aanvragen ingedien. De ICT kosten 2010 van de gemeente Rotterdam zijn in augustus 2011 door een extern bureau (Berenschot) vergeleken met overige 100.000+ gemeenten. Het algemene beeld uit deze benchmark is dat de ICT kosten van de gemeente Rotterdam in lijn zijn met de 100.000+ gemeenten. In de 8-Maandsrapportage 2011 wordt inhoudelijk ingegaan op deze benchmark.
Hoofdstuk 5 | Concernbrede onderwerpen | pagina 217
In 2011 is binnen het ICT domein de sturing op projecten en beheer versterkt en in lijn gebracht met de inmiddels vastgestelde governance op de bedrijfsvoering. Ook is de SSC-vorming versneld doorgezet. De agenda voor 2012–2014 wordt voor een belangrijk deel bepaald door het informatiebeleid 2010–2014. Het informatiebeleid geeft richting aan de ontwikkeling en verandering van de informatiehuishouding. Daarvoor is het noodzakelijk dat de sturing en het opdrachtgeverschap op orde zijn. De uitvoering van het beleid wordt langs de thema’s “Versterken” en “Vernieuwen” ingericht. Waar de aandacht tot dusverre vooral was gericht op de lijn “Versterken”, komt vanaf 2012 het thema “Vernieuwen” nadrukkelijker aan de orde. Vervolgactiviteiten binnen het thema “Versterken“ richten zich op de basiskwaliteit van informatie en ICT. Centraal hierin staat de afronding van het SSC ICT. Ingezet wordt op een verdergaande standaardisatie, vereenvoudiging en het terugbrengen van het aantal systemen. Dit moet leiden tot gestandaardiseerde dienstverlening van goede kwaliteit tegen marktconforme tarieven. Opzet is om de vorming van het SSC ICT in 2012 af te ronden waarbij in 2012 de eerste inververdieneffecten zijn geëffectueerd. Daarnaast wordt binnen dit thema ingezet om voor de primaire en ondersteunende processen meer en meer gebruik te maken van centrale voorzieningen. Via het programma vernieuwing financiële huishouding wordt tevens ingezet op het versterken van IT-controls in en rond kernsystemen van de gemeente zodat de betrouwbaarheid van de financiële informatie geborgd is. In het kader van het programma wordt onderzoek gedaan naar de kwaliteit van beheerprocedures rondom, en geautomatiseerde validaties binnen, de kritieke systemen van de gemeente. Binnen het thema “Vernieuwen” zal versterkt worden ingezet op procesgericht werken. Het optimaliseren van processen en de ICT-ondersteuning staan hierin centraal. Dit vereist nauwe samenwerking tussen business, procesanalisten en IT-professionals. In dit kader zal dan ook een verder geprofessionaliseerd decentraal informatiemanagement worden vormgegeven. Om verder invulling te geven aan het informatiebeleid zal de in 2011 ingezette samenwerking met o.a. het Rijk, G4 en het bedrijfsleven verder worden geïntensiveerd.
pagina 218 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
Hoofdstuk 5 | Concernbrede onderwerpen | pagina 219
Bijlagen
pagina 220 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
Bijlagen
Bijlagen | pagina 221
pagina 222 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
Rapporten Ombudsman
College
Ondersteuning bestuurlijke besluitvorming
Auditrapportages
Besluitvorming en ondersteuning Raad
Besluitvorming en advisering College
Besluitvorming en advisering College
Besluitvorming en advisering College
10.891
Natuur en milieu-educatie
Topsport en vergroten deelname sport en recreatie
Totaal Geweld en (jeugd-)overlast
Geweld en (jeugd-)overlast
Bestrijden geweld en overlast (jeugd)
Handhaven wet- en regelgeving
Wijkveiligheid
Totaal Wijkveiligheid
Gebiedsgerichte veiligheid
Wijkveiligheid
Totaal Topsport en vergroten deelname sport en recreatie
Inzet voor deelgemeenten
Topsport en vergroten deelname sport en recreatie
1.193
1.193
19.723
19.397
326
57.082
187
52.382
4.513
Stimulering topsport, breedtesport en recreatie
Topsport en vergroten deelname sport en recreatie
3.229
935
1.592.124
37.534
1.191
14.110
77.945
156.635
4.164
Bibliotheek
215.002 1.299.976
Totaal Cultureel klimaat
Cultureel klimaat
Cultureel klimaat
Subsidieverlening culturele instellingen, gezelschappen en activiteiten
Verstrekking leningen en garanties
Beheer algemene middelen
Totaal Beheer algemene middelen
Verzekeringen
Personeel opgeheven diensten
Deelnemingen
Beheer algemene middelen
Beheer algemene middelen
Financiering
Beheer algemene middelen
Beheer algemene middelen
Beheer algemene middelen
Beheer algemene middelen
Totaal Belastingen
148.574
117.228 215.002
Belastingheffing
Interne dienstverlening
Dienstverlening
Belastingen
Beveiliging gemeentelijke gebouwen
Dienstverlening
1.332
19.123
0
0
0
9.100
2.638
6.437
25
160
157
0
0
baten
Totaal Dienstverlening
Publieksdiensten
Archivering en beschikbaar stellen van archieven
Dienstverlening
Dienstverlening
Totaal Bestuurlijke samenwerking
Uitkering deelgemeenten
Uitkering gemeenschappelijke regeling
Bestuurlijke samenwerking
Bestuurlijke samenwerking
Totaal Besluitvorming en advisering College
Ondersteuning raad/griffie
Rapporten Rekenkamer
Besluitvorming en ondersteuning Raad
Raad
Besluitvorming en ondersteuning Raad
Besluitvorming en ondersteuning Raad
product
Beleidsmatige inspanning
Bijlage 1: Baten en lasten per product
187.792
187.792
-67.244
-46.362
96
-8.068
-12.910
-311.648
0
-311.648
-63.904
-3.168
-57.619
-3.117
-1.224
-1.315
-2.444
-4.934
saldo
218.174
218.174
145.067
117.092
10.891
1.327
15.757
0
0
0
8.950
2.638
6.287
25
160
157
0
0
baten
0
-2.132
-30
62.312
8.600
26.791
944
14.110
77.945
155.868
14.929
14.929
55.658
49.776
5.882
98.396
1.958
61.757
34.681
132.573
23.631
108.942
-13.736
-13.736
-35.935
-30.379
-5.556
-41.314
-1.771
-9.375
-30.168
-128.409
-20.402
-108.007
1.193
1.193
19.723
19.397
326
55.362
187
52.382
2.793
4.747
3.863
884
369.209 1.222.915 1.454.791
37.534
3.323
14.140
15.633
148.035
153.716 1.146.260 1.174.993
27.210
27.210
215.818
163.590
10.795
9.400
32.033
311.648
0
311.648
73.004
5.806
64.056
3.142
1.384
1.472
2.444
4.934
lasten
B2012
190.762
190.762
-66.644
-46.412
88
-7.893
-12.427
-291.133
0
-291.133
-66.192
-2.952
-60.122
-3.118
-1.003
-1.281
-2.463
-4.720
saldo
223.389
223.389
144.931
116.956
10.891
1.327
15.757
0
0
0
8.950
2.638
6.287
25
160
157
0
0
baten
0
-1.919
-30
62.312
0
18.463
775
14.110
77.945
155.190
11.920
11.920
54.716
48.834
5.882
95.207
1.779
60.484
32.944
120.985
23.358
97.627
-10.727
-10.727
-34.993
-29.437
-5.556
-39.845
-1.592
-8.102
-30.151
-116.238
-19.495
-96.743
1.193
1.193
19.565
19.397
168
55.362
187
9.210
9.210
54.535
48.834
5.701
93.205
1.656
59.379
32.170
22.426
97.576
120.002
52.382
228.389
228.389
144.795
116.820
10.891
1.327
15.757
0
0
0
8.950
2.638
6.287
25
160
157
0
0
baten
0
-1.438
-30
62.312
0
13.930
725
14.110
77.945
155.637
1.193
1.193
19.565
19.397
168
-1.191
0
389
-1.580
3.250
3.226
24
saldo
0
-1.131
-30
62.312
0
945.872
200.977
200.977
-66.616
-46.425
88
-7.851
-12.428
-270.004
0
-270.004
-66.796
-2.196
-61.482
-3.118
-937
-1.251
-2.529
-4.670
9.210
9.210
54.535
48.834
5.701
39.669
-290
-2.355
42.314
117.938
22.416
95.522
-8.017
-8.017
-34.970
-29.437
-5.533
-40.860
290
2.744
-43.894
-114.688
-19.190
-95.498
281.143 1.073.461
13.930
1.856
14.140
15.633
155.637
143.435
27.412
27.412
211.411
163.245
10.803
9.178
28.185
270.004
0
270.004
75.746
4.834
67.769
3.143
1.097
1.408
2.529
4.670
lasten
B2015
vervolg bijlage 1 zie volgende pagina
-8.017
-8.017
-34.970
-29.437
-5.533
-37.843
-1.469
-6.997
-29.377
-115.944
-19.200
-96.744
297.531 1.125.679 1.354.604
18.463
2.213
14.140
15.633
155.190
4.058 2.793
195.977
195.977
-66.616
-46.425
88
-7.851
-12.428
-280.563
0
-280.563
-67.247
-2.647
-61.482
-3.118
-1.003
-1.251
-2.463
-4.670
saldo
144.737 1.008.468 1.089.307
27.412
27.412
211.547
163.381
10.803
9.178
28.185
280.563
0
280.563
76.197
5.285
67.769
3.143
1.163
1.408
2.463
4.670
lasten
B2014
3.226
832
313.300 1.141.491 1.423.210
26.791
2.863
14.140
15.633
155.868
102.997 1.071.996 1.153.205
27.412
27.412
211.711
163.504
10.803
9.220
28.184
291.133
0
291.133
75.142
5.590
66.409
3.143
1.163
1.438
2.463
4.720
lasten
B2013
Bijlagen | pagina 223
Jongerenactiviteiten/faciliteren jongeren participatie
Begeleiding jeugd naar onderwijs en/of arbeidsmarkt
Participatie jeugd
Participatie jeugd
Toezicht kwaliteit en gebruik gebouwen
Regie op wonen(dS+V)
Investeren in wonen en RO
Wonen
Wonen
Wonen
Exploitatie vastgoed niet-MPRV
Incidentele opbrengsten vastgoed
Erfpacht
Doorbelasting Economie
Vastgoed
Vastgoed
Vastgoed
Vastgoed
Investeren in parkeren / realiseren parkeervoorzieningen
Exploitatie en beheer parkeren
Beleid Verkeer en Vervoer
Stedelijke bereikbaarheid
Stedelijke bereikbaarheid
Stedelijke bereikbaarheid
Verkeersveiligheid en leefkwaliteit
Versterken economische structuur
Versterken vestigingsklimaat
Versterken kansenstructuur
Beheer markten
Duurzame mobiliteit en verkeersveilige stad
Economische structuur en vestigingsklimaat
Economische structuur en vestigingsklimaat
Economische structuur en vestigingsklimaat
Economische structuur en vestigingsklimaat
Totaal Economische structuur en vestigingsklimaat
Fiets / Openbaar vervoer / Schone vervoerswijzen
Duurzame mobiliteit en verkeersveilige stad
Totaal Stedelijke bereikbaarheid
Autobereikbaarheid (en verkeersmanagement)
Stedelijke bereikbaarheid
Totaal Vastgoed
Exploitatie vastgoed MPRV
Vastgoed
Totaal Wonen
Vergunningen
Wonen
Totaal Ruimtelijke ordening en gebiedsontwikkeling
Ruimtelijke ordening en gebiedsontwikkeling Monumenten
16.816
3.644
0
397
3.000
0
9.775
53.643
3.961
1.802
13.457
19.405
821
14.197
128.180
12.422
117.058
72.364
9.492
29.801
13.593
291.224
0
20.663
45.775
37.440
187.346
102.752
60.076
4.599
15.545
22.532
811.640
822
36.509
402.661
294.058
79.001
28.505
60
316.470
0
40.406
54.628
39.353
182.083
62.375
31.895
2.181
9.841
18.458
801.038
555
31.318
415.661
Ruimtelijke ordening en gebiedsontwikkeling Engineering
Ruimtelijke ordening en gebiedsontwikkeling Inrichten openbare ruimte
287.190
Ruimtelijke ordening en gebiedsontwikkeling Grondzaken
77.590
55.551
1.580 66.314
13.142
12.584
29.825
11.490
9.805
1.685
lasten
B2012
0
1.407
Totaal Armoedebestrijding
Schulddienstverlening
Kwijtschelding
Armoedebestrijding
Armoedebestrijding
173
2.200
2.200
0
baten
Ruimtelijke ordening en gebiedsontwikkeling Regie stedebouw / planvorming
Bijzondere bijstand
Armoedebestrijding
Totaal Participatie jeugd
product
Beleidsmatige inspanning
vervolg bijlage 1 vorige pagina
-36.827
-317
-1.802
-13.060
-16.405
-821
-4.422
-11.122
-2.930
6.637
-1.296
-13.533
25.246
0
19.743
8.853
1.913
-5.263
-40.377
-28.181
-2.418
-5.704
-4.074
-10.602
-267
-5.191
13.000
-6.868
-11.276
-53.971
-13.142
-11.177
-29.652
-9.290
-7.605
-1.685
saldo
23.992
3.644
0
397
3.000
0
16.951
118.746
9.492
79.001
30.193
60
321.345
0
38.376
59.505
39.353
184.111
44.552
14.068
2.181
9.841
18.462
688.435
0
7.121
384.661
230.339
66.314
1.580
0
1.407
173
2.200
2.200
0
baten
61.344
3.963
1.799
14.022
18.846
1.261
21.453
129.860
11.926
71.827
31.489
14.618
297.136
0
20.663
45.778
43.353
187.342
84.659
43.184
4.612
14.740
22.123
689.414
172
11.299
371.661
229.747
76.535
54.562
13.142
12.591
28.829
11.494
9.808
1.686
lasten
B2013
-37.352
-319
-1.799
-13.625
-15.846
-1.261
-4.502
-11.114
-2.434
7.174
-1.296
-14.558
24.209
0
17.713
13.727
-4.000
-3.231
-40.107
-29.116
-2.431
-4.899
-3.661
-979
-172
-4.178
13.000
592
-10.221
-52.982
-13.142
-11.184
-28.656
-9.294
-7.608
-1.686
saldo
43.092
3.644
0
397
3.138
0
35.913
126.397
9.492
79.001
37.844
60
319.310
0
36.346
56.500
39.353
187.111
43.877
13.388
2.181
9.841
18.467
653.684
0
4.688
374.161
208.521
66.314
1.580
0
1.407
173
2.200
2.200
0
baten
80.683
3.963
1.799
14.022
18.983
1.261
40.655
137.524
11.010
71.827
39.140
15.547
296.136
0
20.663
45.778
42.353
187.342
77.930
39.535
4.138
13.378
20.879
640.762
172
10.066
361.161
195.350
74.013
53.562
13.142
12.591
27.829
11.494
9.808
1.686
lasten
B2014
42.454
3.644
0
397
2.500
0
35.913
125.400
9.492
79.001
36.847
60
318.309
0
35.346
56.498
39.353
187.112
43.407
12.918
2.181
9.841
18.467
641.165
0
4.567
375.661
197.363
63.574
1.580
0
1.407
173
1.538
2.200
-662
baten
77.045
3.963
1.799
14.022
18.345
1.261
37.655
136.501
10.646
71.827
38.143
15.885
295.136
0
20.663
45.777
41.353
187.343
47.756
11.622
2.368
12.887
20.879
633.540
172
9.945
362.661
189.950
70.812
53.562
13.142
12.591
27.829
10.632
2.086
8.546
lasten
B2015 saldo
-34.591
-319
-1.799
-13.625
-15.845
-1.261
-1.742
-11.101
-1.154
7.174
-1.296
-15.825
23.173
0
14.683
10.721
-2.000
-231
-4.349
1.296
-187
-3.046
-2.412
7.625
-172
-5.378
13.000
7.413
-7.238
-51.982
-13.142
-11.184
-27.656
-9.094
114
-9.208
vervolg bijlage 1 zie volgende pagina
-37.591
-319
-1.799
-13.625
-15.845
-1.261
-4.742
-11.127
-1.518
7.174
-1.296
-15.487
23.174
0
15.683
10.722
-3.000
-231
-34.053
-26.147
-1.957
-3.537
-2.412
12.922
-172
-5.378
13.000
13.171
-7.699
-51.982
-13.142
-11.184
-27.656
-9.294
-7.608
-1.686
saldo
pagina 224 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
Crisisbeheersing en brandweerzorg
Handhaven openbare orde
Regie en coîrdinatie maatschappelijke integriteit
Crisisbeheersing en handhaven openbare orde
Crisisbeheersing en handhaven openbare orde
Crisisbeheersing en handhaven openbare orde
Onderwijshuisvesting
Leertijduitbreiding (waaronder voor- en vroegschoolse Educatie en Brede School
Zorg in en op school
Handhaving leerplicht
Voortijdig Schoolverlaten functie / Regionale meld- en coîrdinatiefunctie en handhaving kwalificatieplicht
Leer- en schoolprestaties
Leer- en schoolprestaties
Leer- en schoolprestaties
Leer- en schoolprestaties
Leer- en schoolprestaties
Sociaal medische indicatie en inspectie kinderopvang
Jeugdconsul
Jeugdgezondheidszorg en opvoeding
Jeugdgezondheidszorg en opvoeding
Bestrijding huiselijk geweld
Kwetsbare personen en huiselijk geweld
455.456
Stadsburgerschap
Individuele voorzieningen
Specifieke doelgroepen
Maatschappelijke participatie
Maatschappelijke participatie
Maatschappelijke participatie
Totaal Maatschappelijke participatie
Taal-en participatietrajecten
Volwasseneducatie
Maatschappelijke participatie
Maatschappelijke participatie
12.069
3.019
9.049
0
0
1
Inkomensverstrekking
Arbeidsparticipatie
147.255 721.603
Reãntegratietrajecten
Arbeidsparticipatie
683
118.209
11.762
1.481
9.093
1.188
28.008
357
779
Totaal Arbeidsparticipatie
Werkgelegendheid en participatie Roteb
Sociale werkvoorziening SoZaWe
Arbeidsparticipatie
Arbeidsparticipatie
Totaal Kwetsbare personen en huiselijk geweld
Zorg voor Kwetsbare personen (LZN, PGA)
Regie op kwetsbare groepen (MO, verslavingszorg)
Kwetsbare personen en huiselijk geweld
Kwetsbare personen en huiselijk geweld
Totaal Jeugdgezondheidszorg en opvoeding
13.612
Samenhang / integratie beleid jeugdgezondheidszorg
13.260
Centrum voor jeugd en gezin
Jeugdgezondheidszorg en opvoeding
4.077
Jeugdgezondheidszorg en opvoeding
Brede zorgcoîrdinatie volwassenen
Volksgezondheid
838
14.731
Medische milieukunde en technische hygiënezorg
Volksgezondheid
9.816
161.755
21.506
117.449
16.859
2.776
3.165
775.593
480.616
168.598
1.574
124.805
92.377
8.356
75.791
8.230
53.985
689
6.688
19.629
26.979
27.043
11.839
1.893
13.311
187.000
19.425
3.748
45.734
56
17.602
81.289
68.492
136
65.474
1.428
5.613
58.433
lasten
B2012
0
8.537
31.696
1.753
0
1.999
796
1.203
0
baten
Totaal Volksgezondheid
Bestrijding infectieziekten
Volksgezondheid
Totaal Leer- en schoolprestaties
Ondersteuning onderwijskwaliteit
Leer- en schoolprestaties
Totaal Crisisbeheersing en handhaven openbare orde
product
Beleidsmatige inspanning
vervolg bijlage 1 vorige pagina
-149.686
-18.487
-108.400
-16.859
-2.776
-3.164
-53.990
-25.160
-21.343
-891
-6.596
-80.615
-6.875
-66.698
-7.042
-25.977
-332
-5.909
-6.369
-13.367
-12.312
-7.762
-1.055
-3.495
-141.266
-15.677
-56
-9.065
-49.593
-66.739
-136
-63.475
-632
-4.410
-58.433
saldo
12.069
3.019
9.049
0
0
1
681.324
455.456
106.068
683
119.117
5.968
1.481
3.299
1.188
27.791
140
779
13.260
13.612
13.924
3.270
838
9.816
45.665
3.748
0
8.537
31.627
1.753
0
1.999
796
1.203
0
baten
147.885
17.933
107.726
14.457
2.269
5.500
717.396
457.941
133.160
1.581
124.714
84.159
8.024
67.999
8.136
52.369
470
6.690
18.230
26.979
25.757
10.549
1.895
13.313
189.776
19.435
56
18.019
82.625
69.513
128
65.180
1.428
5.583
58.169
lasten
B2013
-135.816
-14.914
-98.677
-14.457
-2.269
-5.499
-36.072
-2.485
-27.092
-898
-5.597
-78.191
-6.543
-64.700
-6.948
-24.578
-330
-5.911
-4.970
-13.367
-11.833
-7.279
-1.057
-3.497
-144.111
-15.687
-56
-9.482
-50.998
-67.760
-128
-63.181
-632
-4.380
-58.169
saldo
12.069
3.019
9.049
0
0
1
639.316
455.456
63.024
683
120.153
5.968
1.481
3.299
1.188
27.651
0
779
13.260
13.612
13.924
3.270
838
9.816
45.656
3.748
0
8.537
31.618
1.753
0
1.999
796
1.203
0
baten
139.789
16.515
102.731
14.051
1.762
4.730
663.596
450.648
86.616
1.581
124.751
82.735
7.881
66.819
8.035
51.483
45
6.690
17.768
26.980
25.546
10.335
1.895
13.316
192.729
19.611
56
17.969
85.458
69.513
122
64.758
1.428
5.583
57.747
lasten
B2014
11.768
3.019
9.049
-300
0
0
640.401
455.456
63.024
683
121.238
-25.878
-1.837
-23.970
-71
91
0
-86
1.720
-1.543
135
-560
48
647
-836
-815
-420
0
2.832
-661
-1.772
1.999
796
1.203
0
baten
133.155
15.682
100.231
-2.567
-4
19.813
660.979
450.648
83.916
1.581
124.834
50.331
1.040
52.631
-3.340
23.830
-6
-506
2.720
21.622
11.448
-1.256
-236
12.940
146.740
7.055
-7.377
-2.904
159.448
2.541
-12.023
64.758
1.428
5.583
57.747
lasten
B2015 saldo
-121.387
-12.663
-91.182
2.267
4
-19.813
-20.578
4.808
-20.892
-898
-3.596
-76.209
-2.877
-76.601
3.269
-23.739
6
420
-1.000
-23.165
-11.313
696
284
-12.293
-147.576
-7.870
6.957
2.904
-156.616
-3.202
10.251
-62.759
-632
-4.380
-57.747
vervolg bijlage 1 zie volgende pagina
-127.720
-13.496
-93.682
-14.051
-1.762
-4.729
-24.280
4.808
-23.592
-898
-4.598
-76.767
-6.400
-63.520
-6.847
-23.832
-45
-5.911
-4.508
-13.368
-11.622
-7.065
-1.057
-3.500
-147.073
-15.863
-56
-9.432
-53.840
-67.760
-122
-62.759
-632
-4.380
-57.747
saldo
Bijlagen | pagina 225
Regie Duurzaamheid (RCI en RCP)
Regie duurzaamheid
Milieu en duurzaamheid
Milieu en duurzaamheid
Reiniging openbare ruimte
Toezicht en handhaving milieu
Schoon (maken v/d stad)
Schoon (maken v/d stad)
Riolering en gemalen
Openbare verlichting
Beheer begraafplaatsen en crematorium
Heel (maken v/d stad)
Heel (maken v/d stad)
Heel (maken v/d stad)
TOTAAL
Totaal Heel (maken v/d stad)
Wegen, water en groen
Heel (maken v/d stad)
Totaal Schoon (maken v/d stad)
Afvalinzameling/verwerking ingezameld en gebracht afval
Schoon (maken v/d stad)
Totaal Milieu en duurzaamheid
Regie klassieke milieutaken
Regie lucht, geluid, bodem, vergunningverlening en handhaving
Milieu en duurzaamheid
Milieu en duurzaamheid
product
Beleidsmatige inspanning
vervolg bijlage 1 vorige pagina
138.791
6.564
9.508
57.929
64.790
202.292
0
72.338
129.954
28.603
19.809
8.474
133
187
lasten
B2012
4.449.244 4.449.244
99.535
6.480
9.467
70.491
13.097
201.970
0
47.920
154.050
1.750
1.750
0
0
0
baten
100.403
5.902
9.467
71.937
13.097
209.931
0
47.901
162.030
1.750
1.750
0
0
0
baten
145.535
5.986
9.508
59.107
70.934
202.710
0
72.357
130.353
30.320
19.809
10.196
128
187
lasten
B2013
0 4.205.858 4.205.858
-39.256
-84
-41
12.562
-51.693
-322
0
-24.418
24.096
-26.853
-18.059
-8.474
-133
-187
saldo
101.533
5.902
9.467
73.067
13.097
217.695
0
47.928
169.767
0
0
0
0
0
baten
148.852
5.986
9.508
60.024
73.334
202.769
0
72.262
130.507
30.305
18.059
11.916
143
187
lasten
B2014
0 4.132.404 4.132.404
-45.132
-84
-41
12.830
-57.837
7.221
0
-24.456
31.677
-28.570
-18.059
-10.196
-128
-187
saldo
103.620
5.902
9.467
75.154
13.097
217.737
0
47.894
169.843
0
0
0
0
0
baten
152.637
5.986
9.508
61.809
75.334
202.813
0
72.227
130.586
18.689
16.658
1.701
143
187
lasten
B2015
0 3.879.812 3.879.812
-47.319
-84
-41
13.043
-60.237
14.926
0
-24.334
39.260
-30.305
-18.059
-11.916
-143
-187
saldo
0
-49.017
-84
-41
13.345
-62.237
14.924
0
-24.333
39.257
-18.689
-16.658
-1.701
-143
-187
saldo
Bijlage 2: Baten en lasten per economische categorie Stand Begroting 2011 betreft na 1e Bestuursrapportage 2011 Omschrijving baten B0000 B2100 B2110 B2120 B2130 B2210 B2290 B3000 B3210 B3220 B3310 B3320 B3400 B4010 B4020 B4030 B4110 B4120 B4210 B4220 B4230 B4310 B4320 B5100 B5200 B5300 B5400 B5500 B5600 B5700 B5800 B6000 B6010 B6110 B6120 B6130 B6210 B6220 B6221 B6222 B6300
Niet in te delen baten Werkelijk ontvangen rente en winstuitkeringen Werkelijk ontvangen rente langlopende leningen Werkelijk ontvangen rente kortlopende leningen Winstuitkeringen Rente rekening courant Overige toegerekende rente Vergoeding voor personeel Huren Pachten Opbrengst van grondverkopen Overige verkopen duurzame goederen Overige goederen en diensten Belasting op producenten Belasting op inkomen van gezinnen Vermogensheffing Inkomstenoverdrachten van het Rijk Vermogensoverdrachten van het Rijk Baten m.b.t. vergoeding en verhaal sociale uitkeringen Overige-inkomensoverdrachten van overheid (niet-Rijk) Overige inkomensoverdrachten Investeringsbijdragen en overige kapitaaloverdrachten van overheid (niet-Rijk) Overige investeringsbijdrage en overige kapitaaloverdrachten Chartaal geld en deposito’s Kortlopende effecten m.u.v. aandelen Langlopende effecten m.u.v. aandelen Financiâle derivaten Kortlopende leningen Langlopende leningen Aandelen en overige deelnemingen Handelskredieten en transitorische posten Reserveringen Voorzieningen Omslagrente Rente kort geld Afschrijving Verrekening kostenplaatsen voor investeringsprojecten Overige verrekeningen van kostenplaatsen Vergoeding voor inhuur Overige kosten Overige verrekeningen
Omschrijving lasten L0000 L1110 L1150 L1200 L2100 L2110 L2120 L2210 L2230 L2290
Niet in te delen lasten Loonbetalingen en sociale premies Vergoeding personeel ca Sociale uitkeringen (voormalig) personeel Werkelijk betaalde rente Werkelijk betaalde rente langlopende leningen Werkelijk betaalde rente kortlopende leningen Rente rekening courant Rente vaste activa Overige toegerekende rente
pagina 226 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
rekening 2010 435 0 79.663 1.065 63.425 0 366 22.177 53.201 59.272 56.260 25.251 598.578 175.961 54.865 0 2.003.949 11.208 39 91.229 151.539 0 806 0 0 0 0 0 227 54 0 526.600 29.290 125.224 5.928 554 719 354.647 173.913 59.984 305.675 5.032.104
begroting 2011 -5.685 0 72.421 756 77.767 0 0 30.961 70.529 41.900 78.330 50.082 512.409 177.269 54.824 0 1.920.698 1.682 0 74.045 144.871 1.960 15.934 0 0 0 0 0 227 0 0 332.942 1.221 133.861 0 0 0 322.433 54.026 115.167 310.507 4.591.137
begroting 2012 16.511 300 61.768 63 84.605 0 0 24.375 68.656 44.335 151.599 51.357 525.079 180.595 56.179 0 1.786.433 472 11 61.119 124.697 0 962 0 0 0 0 0 0 0 0 235.279 806 168.114 0 554 0 313.289 93.423 130.096 318.567 4.499.244
rekening begroting begroting 2010 2011 2012 22 3.010 82.448 834.574 809.134 759.594 0 7.427 7.501 8.792 9.221 7.156 0 0 800 71.978 91.379 109.497 4.169 7.650 5.974 0 0 0 0 0 0 0 0 0 vervolg bijlage 2 zie volgende pagina
vervolg bijlage 2 vorige pagina Omschrijving lasten L2300 L2360 L3000 L3010 L3020 L3100 L3310 L3311 L3312 L3320 L3330 L3331 L3332 L3410 L3420 L3430 L3431 L3432 L4110 L4120 L4210 L4220 L4230 L4240 L4250 L4310 L4320 L5100 L5200 L5300 L5400 L5500 L5600 L5700 L5800 L6000 L6010 L6100 L6110 L6120 L6130 L6210 L6220 L6221 L6222 L6300
Normale afschrijving Extra afschrijving Personeel van derden Uitzendkrachten Overige inhuur personeel van derden Energie Kosten algemene plannen Kosten algemene plannen van derden Kosten algemene plannen overig Aankoop gronden Overige aankopen en uitbesteding duurzame goederen Uitbestede werkzaamheden Overige kosten Betaalde belastingen Betaalde pachten en erfpachten Aankopen niet duurzame goederen en diensten Uitbestede werkzaamheden Overige kosten Inkomstenoverdrachten aan het rijk Vermogensoverdrachten aan het rijk Subsidies aan marktproducenten Sociale uitkeringen in geld Sociale uitkeringen in natura aan personen Inkomensoverdrachten aan overheid (niet-Rijk) Overige inkomensoverdrachten Investeringsbijdragen en overige kapitaaloverdrachten aan overheid (niet-Rijk) Overige investeringsbijdragen en overige kapitaaloverdrachten Chartaal geld en deposito’s Kortlopende effecten m.u.v. aandelen Langlopende effecten m.u.v. aandelen Financiele derivaten Kortlopende leningen Langlopende leningen Aandelen en overige deelnemingen Handelskredieten en transitorische Reserveringen Voorzieningen Kapitaallasten Omslagrente Rente kort geld Afschrijving Verrekening kostenplaatsen voor investeringsprojecten Overige verrekeningen van kostenplaatsen Kosten voor inhuur Overige kosten Overige verrekeningen
omschrijving totaal baten totaal lasten exploitatieresultaat baten reserveringen lasten reserveringen resultaat na reserveringen
rekening 2010 51.214 0 237 99.386 0 31.793 0 0 0 3.138 0 5.374 11.507 14.978 0 0 483.526 583.480 28.182 0 89.916 513.524 119.172 449.809 474.160 0 41 0 0 0 0 0 0 0 0 109.650 59.944 0 126.003 6.039 119.837 0 113.387 35.274 386.636 254.738 5.090.480
begroting 2011 5.040 0 10 65.878 0 51.364 0 0 0 0 0 1.451 4.160 10.767 826 0 362.529 460.603 1.026 0 11.921 558.928 6.391 412.418 681.288 0 0 0 0 0 0 0 96 0 0 89.161 61.849 -1.120 134.361 -301 152.185 0 167.104 15.417 303.044 193.144 4.677.361
begroting 2012 4.096 0 0 51.480 3.086 36.141 0 0 0 0 0 0 -616 6.209 20 0 418.752 522.870 925 0 25.204 488.218 107.671 403.196 393.912 0 0 0 0 0 0 0 96 0 0 86.819 34.031 251 170.177 0 163.080 0 137.200 21.112 307.072 145.272 4.499.244
rekening 2010 4.505.504 4.980.830 -475.326 526.600 109.650 -58.376
begroting 2011 4.258.195 4.588.200 -330.005 332.942 89.161 -86.224
begroting 2012 4.263.965 4.412.425 -148.460 235.279 86.819 0
Bijlagen | pagina 227
pagina 228 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam 775.593 161.755 11.490
11.762
721.603
12.069
2.200
1.580
Totaal Kwetsbare personen en huiselijk geweld
Totaal Arbeidsparticipatie
Totaal Maatschappelijke participatie
Totaal Participatie jeugd
Totaal Armoedebestrijding
4.499.244
4.499.244
138.791
0
-39.256
-322
-26.853
-31.584
-5.243
-11.122
25.246
-40.377
-10.602
-53.971
-9.290
-149.686
-53.990
-80.615
-25.977
-12.312
-141.266
-63.475
-13.736
-35.935
-41.314
-128.409
1.215.010
187.792
-67.244
-311.648
-63.904
-9.917
saldo
4.205.858
4.205.858
202.710
30.320
38.630
22.714
129.860
297.136
84.659
689.414
54.562
11.494
147.885
717.396
84.159
52.369
25.757
189.776
65.180
11.920
54.716
95.207
120.985
318.292
27.412
211.711
291.133
75.142
9.784
lasten
B2013
145.535
209.931
1.750
7.041
16.951
118.746
321.345
44.552
688.435
1.580
2.200
12.069
681.324
5.968
27.791
13.924
45.665
1.999
1.193
19.723
55.362
4.747
1.450.651
218.174
145.067
0
8.950
317
baten
100.403
Totaal
99.535
Totaal Heel (maken v/d stad)
202.292
28.603
1.750
201.970
Totaal Milieu en duurzaamheid
Totaal Schoon (maken v/d stad)
38.625
7.041
Totaal Economische structuur en vestigingsklimaat
15.018
128.180
9.775
117.058
Totaal Duurzame mobiliteit en verkeersveilige stad
Totaal Stedelijke bereikbaarheid
291.224
102.752
62.375
316.470
Totaal Wonen
811.640
55.551
53.985
801.038
Totaal Vastgoed
Totaal Ruimtelijke ordening en gebiedsontwikkeling
92.377
28.008
Totaal Jeugdgezondheidszorg en opvoeding
27.043
14.731
187.000
45.734
65.474
Totaal Volksgezondheid
1.999
Totaal Crisisbeheersing en handhaven openbare orde
14.929
55.658
98.396
132.573
372.381
27.210
215.818
311.648
73.004
10.234
lasten
B2012
Totaal Leer- en schoolprestaties
1.193
19.723
Totaal Wijkveiligheid
Totaal Geweld en (jeugd-)overlast
57.082
4.164
Totaal Topsport en vergroten deelname sport en recreatie
Totaal Cultureel klimaat
1.587.391
Totaal Belastingen
Totaal Beheer algemene middelen
148.574
215.002
Totaal Dienstverlening
0
9.100
Totaal Besluitvorming en advisering College
Totaal Bestuurlijke samenwerking
317
Totaal Besluitvorming en ondersteuning Raad
baten
Baten en lasten per beleidsmatige inspanning
beleidsmatige inspanning product
Bijlage 3:
0
-45.132
7.221
-28.570
-31.589
-5.763
-11.114
24.209
-40.107
-979
-52.982
-9.294
-135.816
-36.072
-78.191
-24.578
-11.833
-144.111
-63.181
-10.727
-34.993
-39.845
-116.238
1.132.359
190.762
-66.644
-291.133
-66.192
-9.467
saldo
4.133.404
101.533
217.695
0
7.179
35.913
126.397
319.310
43.877
653.684
1.580
2.200
12.069
639.316
5.968
27.651
13.924
45.656
1.999
1.193
19.565
55.362
4.058
1.419.688
223.389
144.931
0
8.950
317
baten
4.133.404
148.852
202.769
30.305
38.767
41.916
137.524
296.136
77.930
640.762
53.562
11.494
139.789
663.596
82.735
51.483
25.546
192.729
64.758
9.210
54.535
93.205
120.002
350.376
27.412
211.547
280.563
76.197
9.704
lasten
B2014
0
-47.319
14.926
-30.305
-31.588
-6.003
-11.127
23.174
-34.053
12.922
-51.982
-9.294
-127.720
-24.280
-76.767
-23.832
-11.622
-147.073
-62.759
-8.017
-34.970
-37.843
-115.944
1.069.312
195.977
-66.616
-280.563
-67.247
-9.387
saldo
3.879.812
103.620
217.737
0
6.541
35.913
125.400
318.309
43.407
641.165
1.580
1.538
11.768
640.401
-25.878
91
135
-836
1.999
1.193
19.565
-1.191
3.250
1.351.654
228.389
144.795
0
8.950
317
baten
3.879.412
152.637
202.813
18.689
38.129
38.916
136.501
295.136
47.756
633.540
53.562
10.632
133.155
660.979
50.331
23.830
11.448
146.740
64.758
9.210
54.535
39.669
117.938
344.631
27.412
211.411
270.004
75.746
9.704
lasten
B2015 saldo
0
-49.017
14.924
-18.689
-31.588
-3.003
-11.101
23.173
-4.349
7.625
-51.982
-9.094
-121.387
-20.578
-76.209
-23.739
-11.313
-147.576
-62.759
-8.017
-34.970
-40.860
-114.688
1.007.023
200.977
-66.616
-270.004
-66.796
-9.387
Bijlage 4:
Begroting 2012 ten opzichte van raming 2011
bedragen x € 1.000,-
Beleidsmatige inspanningen 1
Besluitvorming en ondersteuning Raad
2
Besluitvorming en advisering College
3
Bestuurlijke samenwerking
begroting 2012
raming 2011*
verschil** -801
-9.917
-9.116
-63.904
-62.988
-916
-311.648
-332.010
20.362
4
Dienstverlening
-67.244
-62.504
-4.740
5
Belastingen
187.792
183.231
4.561
1.222.915
1.260.306
-37.391
-128.409
-128.751
342
6
Beheer algemene middelen
7
Cultureel klimaat
8
Topsport en vergroten deelname sport en recreatie
-41.314
-38.959
-2.355
9
4.731
Wijkveiligheid
-35.935
-40.666
10
Geweld en (jeugd-)overlast
-13.736
-13.043
-693
11
Crisisbeheersing en handhaven openbare orde
-63.475
-62.331
-1.144 -2.759
12
Leer- en schoolprestaties
-141.266
-138.507
13
Volksgezondheid
-12.312
-12.335
23
14
Jeugdgezondheidszorg en opvoeding
-25.977
-27.896
1.919
15
Kwetsbare personen en huiselijk geweld
-80.615
-81.389
774
16
Arbeidsparticipatie
-53.990
-23.641
-30.349
17
Maatschappelijke participatie
-149.686
-151.166
1.480
18
Participatie jeugd
19
Armoedebestrijding
-9.290
-9.782
492
-53.971
-174.023
120.052
20
Ruimtelijke ordening en gebiedsontwikkeling
-10.602
-2.757
-7.845
21
Wonen
-40.377
-52.658
12.281
22
Vastgoed
25.246
29.912
-4.666
23
Stedelijke bereikbaarheid
-11.122
-12.757
1.635
24
Duurzame mobiliteit en verkeersveilige stad
-5.243
-7.823
2.580
25
Economische structuur en vestigingsklimaat
-31.584
-31.182
-402
26
Milieu en duurzaamheid
-26.853
-26.905
52
27
Schoon (maken v/d stad)
-322
-13.674
13.352
28
Heel (maken v/d stad)
-39.256
-42.810
3.554
7.905
-86.224
94.129
* raming 2011 is de stand 1e bestuursrapportage 2011 ** voor de oorzaak van de verschillen zie de toelichting bij de beleidsmatige inspanningen
Bijlagen | pagina 229
Bijlage 5:
Baten en lasten per beleidsmatige inspanning (structureel / incidenteel) bedragen x € 1.000
Baten en lasten (meerjarenraming) Besluitvorming en ondersteuning Raad Baten
Stuctureel begroting 2012
raming 2013
raming 2014
raming 2015
Incidenteel begroting 2012
raming 2013
raming 2014
raming 2015
317
317
317
317
317
0
0
0
0
Lasten
10.234
9.784
9.704
9.704
9.704
530
80
0
0
Resultaat voor reservering
-9.917
-9.467
-9.387
-9.387
-9.387
-530
-80
0
0
Onttrekking aan de reserves
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Toevoeging aan de reserves Resultaat na reservering
0
0
0
0
0
0
0
0
0
-9.917
-9.467
-9.387
-9.387
-9.387
-530
-80
0
0
bedragen x € 1.000 Baten en lasten (meerjarenraming) Besluitvorming en advisering College
Stuctureel begroting 2012
raming 2013
raming 2014
raming 2015
Incidenteel begroting 2012
raming 2013
raming 2014
raming 2015
Baten
8.883
8.883
8.883
8.883
8.883
0
0
0
0
Lasten
73.004
75.142
76.197
75.746
75.746
-2.742
-604
451
0
Resultaat voor reservering
-64.121
-66.259
-67.314
-66.863
-66.863
2.742
604
-451
0
Onttrekking aan de reserves
217
67
67
67
67
150
0
0
0
Toevoeging aan de reserves Resultaat na reservering
0
0
0
0
0
0
0
0
0
-63.904
-66.192
-67.247
-66.796
-66.796
2.892
604
-451
0
bedragen x € 1.000 Baten en lasten (meerjarenraming) Bestuurlijke samenwerking
Stuctureel begroting 2012
Baten
raming 2013
raming 2014
raming 2015
Incidenteel begroting 2012
raming 2013
raming 2014
raming 2015
0
0
0
0
0
0
0
0
0
311.648
291.133
280.563
270.004
270.004
41.644
21.129
10.559
0
Resultaat voor reservering
-311.648
-291.133
-280.563
-270.004
-270.004
-41.644
-21.129
-10.559
0
Onttrekking aan de reserves
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Lasten
Toevoeging aan de reserves Resultaat na reservering
0
0
0
0
0
0
0
0
0
-311.648
-291.133
-280.563
-270.004
-270.004
-41.644
-21.129
-10.559
0
bedragen x € 1.000 Baten en lasten (meerjarenraming) Dienstverlening
Stuctureel
Incidenteel
begroting 2012
raming 2013
raming 2014
raming 2015
begroting 2012
raming 2013
raming 2014
raming 2015
Baten
148.574
145.067
144.931
144.795
144.795
Lasten
215.818
211.711
211.547
211.411
211.411
3779
272
136
0
4.407
300
136
Resultaat voor reservering
-67.244
-66.644
-66.616
-66.616
-66.616
-628
0
-28
0
0
Onttrekking aan de reserves
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Toevoeging aan de reserves
0
0
0
0
0
0
0
0
0
-67.244
-66.644
-66.616
-66.616
-66.616
-628
-28
0
0
Resultaat na reservering
bedragen x € 1.000 Baten en lasten (meerjarenraming) Belastingen
Stuctureel begroting 2012
raming 2013
raming 2014
raming 2015
215.002
218.174
223.389
228.389
27.210
27.412
27.412
27.412
Resultaat voor reservering
187.792
190.762
195.977
Onttrekking aan de reserves
0
0
0
Baten Lasten
Toevoeging aan de reserves Resultaat na reservering
Incidenteel begroting 2012
raming 2013
raming 2014
raming 2015
228.389
-13387
-10215
-5000
0
27.412
-202
0
0
0
200.977
200.977
-13.185
-10.215
-5.000
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
187.792
190.762
195.977
200.977
200.977
-13.185
-10.215
-5.000
0
vervolg bijlage 5 zie volgende pagina
pagina 230 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
vervolg bijlage 5 vorige pagina bedragen x € 1.000 Baten en lasten (meerjarenraming)
Stuctureel
Beheer algemene middelen
begroting 2012
raming 2013
raming 2014
raming 2015
Baten
1.466.727
1.392.472
1.361.386
1.292.324
299.212
250.693
221.169
211.024
Resultaat voor reservering
1.167.515
1.141.779
1.140.217
Onttrekking aan de reserves
120.664
58.179
Toevoeging aan de reserves
73.169 1.215.010
Lasten
Resultaat na reservering
Incidenteel begroting 2012
raming 2013
raming 2014
raming 2015
1.292.324
174403
100.148
69.062
0
211.024
88.188
39.669
10.145
0
1.081.300
1.081.300
86.215
60.479
58.917
0
58.302
59.330
59.330
61.334
-1.151
-1.028
0
67.599
129.207
133.607
133.607
-60.438
-66.008
-4.400
0
1.132.359
1.069.312
1.007.023
1.007.023
207.987
125.336
62.289
0
bedragen x € 1.000 Baten en lasten (meerjarenraming) Cultureel klimaat Baten
Stuctureel begroting 2012
raming 2013
raming 2014
raming 2015
Incidenteel begroting 2012
raming 2013
raming 2014
raming 2015
4.164
4.112
4.058
3.250
3.250
914
862
808
0
132.371
120.783
119.800
117.938
117.938
14.433
2.845
1.862
0
Resultaat voor reservering
-128.207
-116.671
-115.742
-114.688
-114.688
-13.519
-1.983
-1.054
0
Onttrekking aan de reserves
0
635
0
0
0
0
635
0
0
Toevoeging aan de reserves
202
202
202
0
0
202
202
202
0
-128.409
-116.238
-115.944
-114.688
-114.688
-13.721
-1.550
-1.256
0
Lasten
Resultaat na reservering
bedragen x € 1.000 Baten en lasten (meerjarenraming) Topsport en vergroten deelname sport en recreatie
Stuctureel begroting 2012
raming 2013
Baten
56.311
55.362
55.362
-1.191
-1.191
57502
Lasten
98.396
95.207
93.205
39.669
39.669
58.727
Resultaat voor reservering
-42.085
-39.845
-37.843
-40.860
-40.860
-1.225
1.015
3.017
0
Onttrekking aan de reserves
771
0
0
0
0
771
0
0
0
Toevoeging aan de reserves Resultaat na reservering
raming 2014
raming 2015
Incidenteel begroting 2012
raming 2013
raming 2014
raming 2015
56553
56553
0
55.538
53.536
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
-41.314
-39.845
-37.843
-40.860
-40.860
-454
1.015
3.017
0
bedragen x € 1.000 Baten en lasten (meerjarenraming) Wijkveiligheid
Stuctureel begroting 2012
raming 2013
Baten
19.397
19.397
19.397
19.565
Lasten
55.658
54.716
54.535
54.535
Resultaat voor reservering
-36.261
-35.319
-35.138
-34.970
Onttrekking aan de reserves
326
326
168
Toevoeging aan de reserves
0
0
0
-35.935
-34.993
-34.970
-34.970
Resultaat na reservering
raming 2014
raming 2015
Incidenteel begroting 2012
raming 2013
raming 2014
raming 2015
19.565
-168
-168
-168
0
54.535
1.123
181
0
0
-34.970
-1.291
-349
-168
0
0
0
326
326
168
0
0
0
0
0
0
0
-34.970
-965
-23
0
0
bedragen x € 1.000 Baten en lasten (meerjarenraming) Geweld en (jeugd-)overlast Baten
Stuctureel begroting 2012
raming 2013
raming 2014
raming 2015
Incidenteel begroting 2012
raming 2013
raming 2014
raming 2015
1.193
1.193
1.193
1.193
11.93
0
0
0
0
Lasten
14.929
11.920
9.210
9.210
9.210
5.719
2.710
0
0
Resultaat voor reservering
-13.736
-10.727
-8.017
-8.017
-8.017
-5.719
-2.710
0
0
Onttrekking aan de reserves
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Toevoeging aan de reserves Resultaat na reservering
0
0
0
0
0
0
0
0
0
-13.736
-10.727
-8.017
-8.017
-8.017
-5.719
-2.710
0
0
vervolg bijlage 5 zie volgende pagina
Bijlagen | pagina 231
vervolg bijlage 5 vorige pagina bedragen x € 1.000 Baten en lasten (meerjarenraming) Crisisbeheersing en handhaven openbare orde
Stuctureel begroting 2012
raming 2013
raming 2014
raming 2015
Incidenteel begroting 2012
raming 2013
raming 2014
raming 2015 0
Baten
1.999
1.999
1.999
1.999
1.999
0
0
0
Lasten
65.474
65.180
64.758
64.758
64.758
716
422
0
0
-63.475
-63.181
-62.759
-62.759
-62.759
-716
-422
0
0
Resultaat voor reservering Oonttrekking aan de reserves
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Toevoeging aan de reserves
0
0
0
0
0
0
0
0
0
-63.475
-63.181
-62.759
-62.759
-62.759
-716
-422
0
0
Resultaat na reservering
bedragen x € 1.000 Baten en lasten (meerjarenraming) Leer- en schoolprestaties
Stuctureel begroting 2012
raming 2013
raming 2014
raming 2015
Incidenteel begroting 2012
raming 2013
raming 2014
raming 2015
Baten
45.619
45.619
45.619
-836
-836
46455
46455
46455
0
Lasten
187.000
189.776
192.729
146.740
146.740
40.260
43.036
45.989
0
Resultaat voor reservering
-141.381
-144.157
-147.110
-147.576
-147.576
6.195
3.419
466
0
Onttrekking aan de reserves
115
46
37
0
0
115
46
37
0
Toevoeging aan de reserves
0
0
0
0
0
0
0
0
0
-141.266
-144.111
-147.073
-147.576
-147.576
6.310
3.465
503
0
Resultaat na reservering
bedragen x € 1.000 Baten en lasten (meerjarenraming) Volksgezondheid
Stuctureel begroting 2012
raming 2013
Baten
14.731
13.924
13.924
135
135
14596
Lasten
27.042
25.757
25.546
11.448
11.448
15.594
-12.311
-11.833
-11.622
-11.313
-11.313
-998
-520
Resultaat voor reservering
raming 2014
raming 2015
Incidenteel begroting 2012
raming 2013
raming 2014
raming 2015
13789
13789
0
14.309
14.098
0
-309
0
Onttrekking aan de reserves
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Toevoeging aan de reserves
1
0
0
0
0
1
0
0
0
-12.312
-11.833
-11.622
-11.313
-11.313
-999
-520
-309
0
Resultaat na reservering
bedragen x € 1.000 Baten en lasten (meerjarenraming) Jeugdgezondheidszorg en opvoeding
Stuctureel begroting 2012
raming 2013
raming 2014
raming 2015
Incidenteel begroting 2012
raming 2013
raming 2014
raming 2015
Baten
28.008
27.791
27.651
91
91
27917
27700
27560
0
Lasten
53.985
52.369
51.483
23.830
23.830
30.155
28.539
27.653
0
Resultaat voor reservering
-25.977
-24.578
-23.832
-23.739
-23.739
-2.238
-839
-93
0
Onttrekking aan de reserves
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Toevoeging aan de reserves Resultaat na reservering
0
0
0
0
0
0
0
0
0
-25.977
-24.578
-23.832
-23.739
-23.739
-2.238
-839
-93
0
bedragen x € 1.000 Baten en lasten (meerjarenraming) Kwetsbare personen en huiselijk geweld
Stuctureel begroting 2012
raming 2013
raming 2014
raming 2015
Incidenteel begroting 2012
raming 2013
raming 2014
raming 2015 0
Baten
5.968
5.968
5.968
-25.878
-25.878
31846
31846
31846
Lasten
92.377
84.159
82.735
50.331
50.331
42.046
33.828
32.404
0
Resultaat voor reservering
-86.409
-78.191
-76.767
-76.209
-76.209
-10.200
-1.982
-558
0
Onttrekking aan de reserves
5.794
0
0
0
0
5794
0
0
0
Toevoeging aan de reserves
0
0
0
0
0
0
0
0
0
-80.615
-78.191
-76.767
-76.209
-76.209
-4.406
-1.982
-558
0
Resultaat na reservering
vervolg bijlage 5 zie volgende pagina
pagina 232 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
vervolg bijlage 5 vorige pagina bedragen x € 1.000 Baten en lasten (meerjarenraming) Arbeidsparticipatie
Stuctureel begroting 2012
raming 2013
raming 2014
raming 2015
Incidenteel begroting 2012
raming 2013
raming 2014
raming 2015
Baten
721.603
681.324
639.316
640.401
640.401
81202
40923
-1085
0
Lasten
775.593
717.396
663.596
660.979
660.979
114.614
56.417
2.617
0
Resultaat voor reservering
-53.990
-36.072
-24.280
-20.578
-20.578
-33.412
-15.494
-3.702
0
Onttrekking aan de reserves
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Toevoeging aan de reserves Resultaat na reservering
0
0
0
0
0
0
0
0
0
-53.990
-36.072
-24.280
-20.578
-20.578
-33.412
-15.494
-3.702
0
bedragen x € 1.000 Baten en lasten (meerjarenraming) Maatschappelijke participatie
Stuctureel begroting 2012
raming 2013
raming 2014
raming 2015
Incidenteel begroting 2012
raming 2013
raming 2014
raming 2015 0
Baten
11.769
11.769
11.769
11.468
11.468
301
301
301
Lasten
161.755
147.885
139.789
133.155
133.155
28.600
14.730
6.634
0
Resultaat voor reservering
-149.986
-136.116
-128.020
-121.687
-121.687
-28.299
-14.429
-6.333
0
Onttrekking aan de reserves
300
300
300
300
300
0
0
0
0
Toevoeging aan de reserves
0
0
0
0
0
0
0
0
0
-149.686
-135.816
-127.720
-121.387
-121.387
-28.299
-14.429
-6.333
0
Resultaat na reservering
bedragen x € 1.000 Baten en lasten (meerjarenraming) Participatie jeugd
Stuctureel begroting 2012
raming 2013
raming 2014
raming 2015
Incidenteel begroting 2012
raming 2013
raming 2014
raming 2015
Baten
2.200
2.200
2.200
1.538
1.538
662
662
662
0
Lasten
11.490
11.494
11.494
10.632
10.632
858
862
862
0
Resultaat voor reservering
-9.290
-9.294
-9.294
-9.094
-9.094
-196
-200
-200
0
Onttrekking aan de reserves
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Toevoeging aan de reserves Resultaat na reservering
0
0
0
0
0
0
0
0
0
-9.290
-9.294
-9.294
-9.094
-9.094
-196
-200
-200
0
bedragen x € 1.000 Baten en lasten (meerjarenraming) Armoedebestrijding
Stuctureel begroting 2012
raming 2013
raming 2014
raming 2015
Incidenteel begroting 2012
raming 2013
raming 2014
raming 2015 0
Baten
1.580
1.580
1.580
1.580
1.580
0
0
0
Lasten
55.551
54.562
53.562
53.562
53.562
1.989
1.000
0
0
-53.971
-52.982
-51.982
-51.982
-51.982
-1.989
-1.000
0
0
Resultaat voor reservering Onttrekking aan de reserves
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Toevoeging aan de reserves
0
0
0
0
0
0
0
0
0
-53.971
-52.982
-51.982
-51.982
-51.982
-1.989
-1.000
0
0
Resultaat na reservering
bedragen x € 1.000 Baten en lasten (meerjarenraming) Ruimtelijke ordening en gebiedsontwikkeling
Stuctureel begroting 2012
raming 2013
raming 2014
Baten
716.709
662.435
653.684
641.165
641.165
Lasten
811.640
689.414
640.762
633.540
633.540
Resultaat voor reservering
-94.931
-26.979
12.922
7.625
7.625
Onttrekking aan de reserves
84.329
26.000
0
0
0
Toevoeging aan de reserves Resultaat na reservering
raming 2015
Incidenteel begroting 2012
raming 2013
raming 2014
raming 2015
75544
21270
12519
0
178.100
55.874
7.222
0
-102.556
-34.604
5.297
0
84329
26000
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
-10.602
-979
12.922
7.625
7.625
-18.227
-8.604
5.297
0
vervolg bijlage 5 zie volgende pagina
Bijlagen | pagina 233
vervolg bijlage 5 vorige pagina bedragen x € 1.000 Baten en lasten (meerjarenraming) Wonen
Stuctureel begroting 2012
raming 2013
raming 2014
raming 2015
Incidenteel begroting 2012
raming 2013
raming 2014
raming 2015
Baten
62.375
44.552
43.877
43.407
43.407
18968
1145
470
0
Lasten
102.752
84.659
77.930
47.756
47.756
54.996
36.903
30.174
0
Resultaat voor reservering
-40.377
-40.107
-34.053
-4.349
-4.349
-36.028
-35.758
-29.704
0
Onttrekking aan de reserves
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Toevoeging aan de reserves Resultaat na reservering
0
0
0
0
0
0
0
0
0
-40.377
-40.107
-34.053
-4.349
-4.349
-36.028
-35.758
-29.704
0
bedragen x € 1.000 Baten en lasten (meerjarenraming) Vastgoed
Stuctureel begroting 2012
raming 2013
Baten
316.470
Lasten
291.224
Resultaat voor reservering Onttrekking aan de reserves
raming 2014
raming 2015
321.345
319.310
318.309
318.309
-1839
3036
1001
0
297.136
296.136
295.136
295.136
-3.912
2.000
1.000
0
25.246
24.209
23.174
23.173
23.173
2.073
1.036
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Toevoeging aan de reserves Resultaat na reservering
Incidenteel begroting 2012
raming 2013
raming 2014
raming 2015
0
0
0
0
0
0
0
0
0
25.246
24.209
23.174
23.173
23.173
2.073
1.036
1
0
bedragen x € 1.000 Baten en lasten (meerjarenraming) Stedelijke bereikbaarheid
Stuctureel begroting 2012
raming 2013
raming 2014
raming 2015
Incidenteel begroting 2012
raming 2013
raming 2014
raming 2015
Baten
101.779
102.079
102.079
102.020
102.020
-241
59
59
0
Lasten
114.733
116.113
123.777
122.754
122.754
-8.021
-6.641
1.023
0
Resultaat voor reservering
-12.954
-14.034
-21.698
-20.734
-20.734
7.780
6.700
-964
0
Onttrekking aan de reserves
15.279
16.667
24.318
23.380
23380
-8101
-6713
938
0
Toevoeging aan de reserves
13.447
13.747
13.747
13.747
13747
-300
0
0
0
Resultaat na reservering
-11.122
-11.114
-11.127
-11.101
-11.101
-21
-13
-26
0
bedragen x € 1.000 Baten en lasten (meerjarenraming) Duurzame mobiliteit en verkeersveilige stad
Stuctureel begroting 2012
raming 2013
raming 2014
raming 2015
Incidenteel begroting 2012
raming 2013
raming 2014
raming 2015
Baten
9.775
16.951
35.913
35.913
35.913
-26138
-18962
0
0
Lasten
15.018
22.714
41.916
38.916
38.916
-23.898
-16.202
3.000
0
Resultaat voor reservering
-5.243
-5.763
-6.003
-3.003
-3.003
-2.240
-2.760
-3.000
0
Onttrekking aan de reserves
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Toevoeging aan de reserves Resultaat na reservering
0
0
0
0
0
0
0
0
0
-5.243
-5.763
-6.003
-3.003
-3.003
-2.240
-2.760
-3.000
0
bedragen x € 1.000 Baten en lasten (meerjarenraming) Economische structuur en vestigingsklimaat
Stuctureel begroting 2012
raming 2013
raming 2014
raming 2015
Incidenteel begroting 2012
raming 2013
raming 2014
raming 2015
Baten
6.541
6.541
6.541
6.541
6.541
0
0
0
0
Lasten
38.625
38.630
38.767
38.129
38.129
496
501
638
0
Resultaat voor reservering
-32.084
-32.089
-32.226
-31.588
-31.588
-496
-501
-638
0
Onttrekking aan de reserves
500
500
638
0
0
500
500
638
0
Toevoeging aan de reserves Resultaat na reservering
0
0
0
0
0
0
0
0
0
-31.584
-31.589
-31.588
-31.588
-31.588
4
-1
0
0
vervolg bijlage 5 zie volgende pagina
pagina 234 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
vervolg bijlage 5 vorige pagina bedragen x € 1.000 Baten en lasten (meerjarenraming) Milieu en duurzaamheid Baten
Stuctureel begroting 2012
raming 2013
raming 2014
raming 2015
Incidenteel begroting 2012
raming 2013
raming 2014
raming 2015
1.750
1.750
0
0
0
1750
1750
0
0
28.603
30.320
30.305
18.689
18.689
9.914
11.631
11.616
0
Resultaat voor reservering
-26.853
-28.570
-30.305
-18.689
-18.689
-8.164
-9.881
-11.616
0
Onttrekking aan de reserves
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Lasten
Toevoeging aan de reserves Resultaat na reservering
0
0
0
0
0
0
0
0
0
-26.853
-28.570
-30.305
-18.689
-18.689
-8.164
-9.881
-11.616
0
bedragen x € 1.000 Baten en lasten (meerjarenraming) Milieu en Schoon (maken van de stad)
Stuctureel begroting 2012
raming 2013
Baten
201.970
209.931
217.695
217.737
Lasten
202.292
202.710
202.769
202.813
Resultaat voor reservering
-322
7.221
14.926
14.924
Onttrekking aan de reserves
0
0
0
0
Toevoeging aan de reserves Resultaat na reservering
raming 2014
raming 2015
Incidenteel begroting 2012
raming 2013
raming 2014
raming 2015
217.737
-15767
-7806
-42
0
202.813
-521
-103
-44
0
14.924
-15.246
-7.703
2
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
-322
7.221
14.926
14.924
14.924
-15.246
-7.703
2
0
bedragen x € 1.000 Baten en lasten (meerjarenraming) Heel (maken van de stad)
Stuctureel begroting 2012
raming 2013
raming 2014
raming 2015
Incidenteel begroting 2012
raming 2013
raming 2014
raming 2015
Baten
92.551
98.889
101.115
103.504
103.504
-10953
-4615
-2389
0
Lasten
138.791
145.535
148.852
152.637
152.637
-13.846
-7.102
-3.785
0
Resultaat voor reservering
-46.240
-46.646
-47.737
-49.133
-49.133
2.893
2.487
1.396
0
Onttrekking aan de reserves
6.984
1.514
418
116
116
6868
1398
302
0
Toevoeging aan de reserves Resultaat na reservering
0
0
0
0
0
0
0
0
0
-39.256
-45.132
-47.319
-49.017
-49.017
9.761
3.885
1.698
0
Bijlagen | pagina 235
Bijlage 6: Nieuw Beleid
Kaderbrief en begroting Gemeentefonds Ramingsbijstellingen Knelpunten Ombuigingen
2012 14.589 7.020 -216.440 202.737
2013 8.286 -21.734 -226.328 248.908
2014 26.070 -21.734 -218.596 270.627
Toevoeging aan de algemene reserve Totaal
-7.906 0
-9.132 0
-56.367 0
2015 23.769 -21.734 -217.611 282.015 0 -66.439 0
Ramingsbijstellingen Belastingramingen Negatieve bijstelling belastingramingen Minder opbrengsten BRR Vrijval subsidies (oa WATT 2012) Ramingen leges Wabo Opbrengsten dividenden Bijstelling dividendraming Eneco Vrijval voorziening HbR Rente Rentederving IFR Totaal
2012
2013
2014
2015
-5.000 -900 2.500
-7.000 -900 0
-7.000 -900 0
-7.000 -900 0
*
-3.000
-3.000
-3.000
-3.000
*
-7.234 24.254
-7.234 0
-7.234 0
-7.234 0
-3.600 7.020
-3.600 -21.734
-3.600 -21.734
-3.600 -21.734
2012
2013
2014
2015
0 -3.000 -6.000 -5.162
-2.500 -3.000 -6.000 -6.562
-2.500 -3.000 -6.000 -6.573
-2.500 -3.000 -6.000 -6.562
-136.123 -14.000 -4.000 0 -2.340 0 800
-134.750 -14.000 -4.000 0 -4.000 -6.200 0
-137.000 -14.000 -4.000 0 -5.800 -2.700 0
-137.000 -14.000 -4.000 -1.200 -5.800 0 0
-412 0 397 -1.000 -528
-412 -2.500 -863 0 -528
-412 -2.500 -834 0 -528
0 -2.500 0 0 -528
-1.738 -1.000
-1.738 -1.000
-1.738 -1.000
-1.738 -1.000
-1.900 -700 -747
-2.758 -700 -747
-3.987 -700 -747
-5.025 -700 0
-1.300 -7.325 -5.302 -300 -2.000
-1.300 -1.032 -4.658 -150 -4.000
Knelpunten Volksgezondheid, jeugd en welzijn Huisvesting Zwerfjongeren Risico grensstrook Centrum voor Jeugd en Gezin Middelen Van Montfrans Onderwijs participatie en werk WWB WSW Armoede Onderwijshuisvesting ID/WIW Participatiefonds (spaarsaldo) Sociale teams Sport en cultuur Depot Boymans (tijdelijke maatregelen) Collectiegebouw museum Boymans Depot Boymans Begrotingsbijstelling DKC (agv vrijval 2011) Arthouse Veiligheid BOA (STZ) Huisverboden Economie, haven, duurzaamheid en infrastructuur Autobereikbaarheid; Uitvoeringsprogramma Verkeer en Vervoer Tekort op OV 65+ Parkeren Wonen, RO, buitenruimte en gebiedsontwikkeling Kernregistraties Grondexploitaties Stelstelwijziging afschrijving Vastgoed Frictiekosten BWS Vervanging deelgemeentelijke objecten
pagina 236 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
*
* * *
*
* *
*
*
-1.300 -1.300 * 8.396 2.638 * -3.988 -3.353 * 0 0 * -6.000 -8.000 vervolg bijlage 6 zie volgende pagina
vervolg bijlage 6 vorige pagina Knelpunten Wonen, RO, buitenruimte en gebiedsontwikkeling Onderhoud stadsparken Onderhoud Binnenstad Recreatieschappen Correctie dekking veegkosten (ORM) Duurzaam Park Zestienhoven Krimpend werkpakket ingenieursbureau Organisatie en financien, bedrijfsvoering, overig Bedrijfsvoeringsknelpunten stadsontwikkeling 1e Tranche dienstverlening BedrijfsvoeringsSenR Ombuiging taken SenR Kwaliteitsverlaging sportvelden Mutaties concernfinancien Correcties Raad Totaal Ombuigingen Volksgezondheid, jeugd en welzijn Eerste lijn IZB milieu en hygiëne PvA MO Lokale Zorg Netwerken (LZN) Zorgregie Centrum voor Jeugd en Gezin Onderwijsopvangvoorzieningen Deel schrappen doelsubsidie BOOR Jeugdbeleid Jeugdketen Preventie Jeugd en gezonde school Onderwijs participatie en werk WWB Volume en prijs Aanscherpen WIJ Bestuursakkoord Compensatie P naar I deel Nog in te vullen maatregelen WSW Maatregelen WSW Armoede Maatregelen armoede Onderwijs Onderwijsbeleid (JOS) Leerlingenvervoer (JOS) Onderwijs Sport en cultuur Cultuurplan Ombuiging cultuur Veiligheid In elk van de vier regio’s één handhavingsteam minder Afbouwen toezicht fiets- en voetgangers-deel Maastunnel Team Milieucontroles
2012
2013
2014
2015
-1.320 0 -945 -654 0 -500 -10.008
-1.320 -2.100 -1.103 -622 0 -500 -9.933
-1.320 -2.500 -1.103 -418 -1.715 -500 -11.933
-1.320 -2.500 -1.103 -116 0 -500 -11.933
-3.669 -3.000 -4.000 750 200 1.012 33 -659 -216.440
-2.569 -2.500 -4.000 2.000 200 -369 91 -205 -226.328
0 -2.500 -4.000 4.000 200 96 133 -125 -218.596
0 -2.500 -4.000 6.000 200 1.721 133 -125 -217.611
2012
2013
2014
2015
831 200 1.588 700 300 500 500 300 500 500 500
1.201 200 1.955 700 300 500 500 300 500 1.000 500
1.301 200 1.955 700 300 500 500 300 500 1.000 500
1.520 200 1.955 700 300 500 500 300 500 1.000 500
66.970 10.000 20.000 10.000 10.000
66.970 10.000 20.000 10.000 25.780
66.970 10.000 20.000 10.000 28.030
66.970 10.000 20.000 10.000 28.030
* * * * *
10.000
11.000
12.000
13.000
*
4.000
4.000
4.000
4.000
*
1.500 500 1.000
2.000 500 2.500
3.200 500 2.500
3.200 500 2.500
1.500 0
4.000 800
4.000 800
4.000 800
3.400 750 1.900
3.400 750 1.900
*
* * * *
3.400 3.400 750 750 1.900 1.900 vervolg bijlage 6 zie volgende pagina
Bijlagen | pagina 237
vervolg bijlage 6 vorige pagina Ombuigingen 2012 2013 Economie, haven, duurzaamheid en infrastructuur Autobereikbaarheid; Uitvoeringsprogramma Verkeer en Vervoer 1.900 1.767 Verkeerslichten 400 0 OV65+ doelgroepbeleid 3.000 3.000 Economie 1.500 1.500 Wonen, RO, buitenruimte en gebiedsontwikkeling Concernhuisvesting (Sozawe, S&R en STZ) 700 700 S&R (sportaccomodaties) 1.026 850 Vervangen deelgemeentelijke objecten uitstellen tot 2013 2.000 2.000 25% veegkosten betalen uit rioolheffingsoverschot 2010 5.000 0 Verminderen aantal plantenschalen 200 200 Onderhoudsbesparing door verkoop molens 150 150 Bestuurlijk overleg met recreatieschappen 0 1.103 Onderhoud temporiseren (Gemeentewerken) 2.300 0 Innovatie systemen (buitenruimte) 250 250 Duurzaam 700 0 Stadsinitiatieven Stadsinitiatieven 1.000 2.000 Bewonersinitiatieven (stedelijk deel) 250 250 Kostendekkendheid tarieven Kostendekkendheid ASH scenario D 7.560 11.620 Kostendekkendheid Riolen 0 5.000 Kostendekkendheid wabo 3.000 3.000 Precario 20% verhogen 700 700 Organisatie en financien, bedrijfsvoering, overig Van Montfrans (stedelijk en deelgemeentelijk) 5.162 6.562 Organisatie Gemeentelijke Overheid Rotterdam (gemeentelijk en 6.000 25.000 deelgemeentelijk) Soberheidskorting/trend 12.000 12.000 Totaal 202.737 248.908 * Structurele doorwerking van (voorgestelde) begrotingswijzigingen in eerste en tweede bestuursrapportage 2011
pagina 238 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
2014
2015
2.067 0 3.000 1.500
2.767 0 6.700 1.500
700 628 2.000 0 200 150 1.103 0 250 0
700 408 2.000 0 200 150 1.103 0 250 0
1.000 250
-3.000 250
15.700 5.000 3.000 700
15.700 5.000 3.000 700
6.573 39.000
6.562 49.000
12.000 270.627
12.000 282.015
* *
*
*
Bijlage 7:
Netto begroting
Inleiding In het COR rapport 2007 adviseerde de Commissie tot Onderzoek van de Rekening de voorkeur voor een netto begroting. Daarmee bedoelde zij; een rekening en begroting zonder interne verrekeningen. Daarbij opgemerkt dat de interne verrekeningen separaat inzichtelijk gemaakt zouden kunnen worden. De gemeenteraad van 9 juli 2009, ter bespreking bij de kaderbrief 2009, heeft hiertoe een motie aangenomen. De begroting 2011 bevat een uitgebreide toelichting op de afdoening van de motie en de werkwijze. Voor de begroting 2012 zijn dezelfde uitgangspunten gehanteerd. In deze bijlage zijn de effecten van de interne leveringen per beleidsmatige inspanning weergegeven.
Bijzonderheden Er zijn drie bijzonderheden te onderscheiden die het beeld van de interne verrekeningen bemoeilijken: – Het toepassen van op- en toeslagen op interne dienstverlening heeft tot gevolg dat een relatie tussen interne verrekeningen en oorspronkelijk / externe lasten niet één op één te maken is; – Administratieve toerekeningssystematieken worden gemeentebreed niet eenduidig gehanteerd; – Investeringprojecten, waar eerder middelen voor zijn gereserveerd, in de vorm van kredieten, reserves en voorzieningen op de balans worden vaak onderling uitbesteed. Voor deze uitbesteding worden interne baten bij de uitvoerder opgenomen maar worden de lasten bij de opdrachtgever en geactiveerd op de balans. Dit betekent dat interne baten en lasten niet in evenwicht zijn, omdat zij deels in de exploitatie en deels via de balans worden verwerkt. Ook interne financiering levert een onbalans tussen baten en lasten. Definities De financiële transacties worden in separate kostencategorieën gepresenteerd. In bijlage 2 zijn deze voor het concern gepresenteerd. Het betreft alle baten en lasten in de economische categorieën die met een ‘6’ beginnen. In onderstaande tabellen zijn deze baten en lasten opgenomen exclusief: de reserves (6.000), de voorzieningen (6.010) en de afschrijvingslasten (6.130). Besluitvorming en ondersteuning Raad Baten Lasten Resultaat interne verrekeningen
begroting 2012 0 1.317 -1.317
begroting 2013 0 1.317 -1.317
begroting 2014 0 1.317 -1.317
begroting 2015 0 1.317 -1.317
Interne verrekeningen: Baten € 0, Lasten € 1.317 De lasten zijn voor HR-dienstverlening, ICT dienstverlening, facilitaire dienstverlening van de Servicedienst en huurlasten van de vastgoedorganisatie (OBR).
Besluitvorming en advisering College Baten Lasten Resultaat interne verrekeningen
begroting 2012 1.833 19.354 -17.521
begroting 2013 1.833 19.377 -17.544
begroting 2014 1.833 19.467 -17.634
begroting 2015 1.833 19.467 -17.634
Interne verrekeningen: Baten € 1.833, Lasten € 19.354 De baten zijn doorberekeningen aan andere diensten als gevolg van huur, externe betrekkingen en portikosten. De lasten zijn het gevolg van gecentraliseerde diensten van de Servicedienst zoals; de dienstverleningsovereenkomst Juridische Service, ICT dienstverlening, facilitair en huurlasten van de vastgoedorganisatie.
Bijlagen | pagina 239
Bestuurlijke samenwerking Baten Lasten Resultaat interne verrekeningen
begroting 2012 0 0 0
begroting 2013 0 0 0
begroting 2014 0 0 0
begroting 2015 0 0 0
begroting 2012 126.076 29.969 96.107
begroting 2013 122.569 31.229 91.340
begroting 2014 122.433 31.467 90.966
begroting 2015 122.297 31.152 91.145
Geen interne verrekeningen begroot
Dienstverlening Baten Lasten Resultaat interne verrekeningen
Interne verrekeningen: Baten € 126.076, Lasten € 29.969 De baten zijn voornamelijk het gevolg van doorberekeningen van de diensten van de Servicedienst. De voornaamste producten van de Servicediensten zijn: Facilitaire dienstverlening (ongeveer 40%), en ICT dienstverlening (ongeveer 23%). De baten zijn ten opzichte van gedaald vanwege de budgetoverheveling vanuit de overige inspanningen naar de beleidsmatige inspanning Dienstverlening teneinde onderlinge facturatie tussen de Servicedienst en de overige diensten terug te dringen. De lasten zijn voor huisvesting zijn verrekeningen met de vastgoedorganisatie.
Belastingen Baten Lasten Resultaat interne verrekeningen
begroting 2012 12.188 4.240 7.948
begroting 2013 12.188 4.201 7.987
begroting 2014 12.188 4.161 8.027
begroting 2015 12.188 4.161 8.027
Interne verrekeningen: Baten € 12.188, Lasten € 4.240 De baten bestaan uit belastingheffingen (OZB) binnen eigen diensten. Verder, baten voor rente (kort geld) en wat overige verrekeningen. De lasten bestaan voornamelijk uit doorberekeningen voor ICT dienstverlening met de Servicedienst en lasten voor accountancy diensten met de auditdienst.
Beheer algemene middelen Baten Lasten Resultaat interne verrekeningen
begroting 2012 179.088 103.673 75.415
begroting 2013 173.744 87.589 86.155
begroting 2014 168.293 77.580 90.713
begroting 2015 166.712 72.610 94.102
begroting 2014 40 4.562 -4.522
begroting 2015 40 4.462 -4.422
Interne verrekeningen: Baten € 179.088, Lasten € 103.673 De baten en lasten zijn voornamelijk het gevolg van doorberekeningen voor (omslag) rente.
Cultureel klimaat Baten Lasten Resultaat interne verrekeningen
begroting 2012 43 4.564 -4.521
begroting 2013 42 4.573 -4.531
Interne verrekeningen: Baten € 43, Lasten € 4.564 De lasten bestaan doorberekeningen voor juridische, facilitaire en ICT dienstverlening van de Servicedienst.
pagina 240 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
Topsport en vergroten deelname sport en recreatie Baten Lasten Resultaat interne verrekeningen
begroting 2012 -465 16.217 -16.682
begroting 2013 -1.414 16.342 -17.756
begroting 2014 -1.414 16.512 -17.926
begroting 2015 -1.611 -2.211 600
Interne verrekeningen: Baten € -465, Lasten € 16.217 De baten zijn overige verrekeningen van eigen kostenplaatsen. De lasten worden voornamelijk verklaard door huurlasten die aan het vastgoedbedrijf worden betaald.
Wijkveiligheid Baten Lasten Resultaat interne verrekeningen
begroting 2012 425 13.591 -13.166
begroting 2013 425 12.622 -12.197
begroting 2014 425 12.622 -12.197
begroting 2015 425 12.622 -12.197
Interne verrekeningen: Baten € 425, Lasten € 13.591 De baten worden verklaard door verhuur van de toezichthouders aan andere diensten. De lasten bestaan voornamelijk uit perceptiekosten (aan de belastingdienst) en huurlasten aan het ontwikkelbedrijf en ICT en facilitaire lasten van de Servicedienst.
Geweld en (jeugd-)overlast Baten Lasten Resultaat interne verrekeningen
begroting 2012 0 610 -610
begroting 2013 0 450 -450
begroting 2014 0 310 -310
begroting 2015 0 310 -310
begroting 2012 0 1.075 -1.075
begroting 2013 0 1.075 -1.075
begroting 2014 0 1.075 -1.075
begroting 2015 0 1.075 -1.075
begroting 2012 1.900 71.029 -69.129
begroting 2013 1.900 71.023 -69.123
begroting 2014 1.900 71.017 -69.117
begroting 2015 1.900 17.985 -16.085
Interne verrekeningen: Baten € 0, Lasten € 610 De lasten zijn het gevolg van overige lasten.
Crisisbeheersing en handhaven openbare orde Baten Lasten Resultaat interne verrekeningen
Interne verrekeningen: Baten € 0, Lasten € 1.075 De lasten zijn het gevolg van detacheringen en overige lasten.
Leer- en schoolprestaties Baten Lasten Resultaat interne verrekeningen
Interne verrekeningen: Baten € 1.900, Lasten € 71.029 De lasten betreffen voornamelijk vergoedingen voor onderwijshuisvesting aan het vastgoedbedrijf, leeftijduitbreiding en ICT dienstverlening van de Servicedienst.
Bijlagen | pagina 241
Volksgezondheid Baten Lasten Resultaat interne verrekeningen
begroting 2012 2.058 2.698 -640
begroting 2013 2.058 2.638 -580
begroting 2014 2.058 2.625 -567
begroting 2015 1.436 1.187 249
Interne verrekeningen: Baten € 2.058, Lasten € 2.698 De baten worden gerealiseerd door detacheringen en enkele overige verrekeningen. De lasten betreffen verrekeningen met de Servicedienst voor facilitaire dienstverlening, ICT dienstverlening en personeelsdiensten.
Jeugdgezondheidszorg en opvoeding Baten Lasten Resultaat interne verrekeningen
begroting 2012 4.002 1.806 2.196
begroting 2013 4.002 1.787 2.215
begroting 2014 4.002 1.768 2.234
begroting 2015 3.205 -755 3.960
Interne verrekeningen: Baten € 4.002, Lasten € 1.806 De baten zijn het gevolg van diverse overige verrekeningen. De lasten betreft verrekeningen met de Servicedienst waaronder: facilitaire dienstverlening, ICT dienstverlening en personeelsdiensten.
Kwetsbare personen en huiselijk geweld Baten Lasten Resultaat interne verrekeningen
begroting 2012 245 2.110 -1.865
begroting 2013 245 54 191
begroting 2014 245 54 191
begroting 2015 194 -2.991 3.185
Interne verrekeningen: Baten € 245, Lasten € 2.110 De baten zijn het gevolg van diverse overige verrekeningen. De lasten betreffen verrekeningen met de Servicedienst voor facilitaire dienstverlening, ICT dienstverlening en personeelsdiensten.
Arbeidsparticipatie Baten Lasten Resultaat interne verrekeningen
begroting 2012 1.790 17.741 -15.951
begroting 2013 2.441 29.861 -27.420
begroting 2014 2.441 29.873 -27.432
begroting 2015 1.035 10.687 -9.652
Interne verrekeningen: Baten € 1.790, Lasten € 17.741 De baten zijn het gevolg van inleenvergoedingen van JOS en ICT dienstverlening van de Servicedienst. De lasten worden voornamelijk verklaard door doorberekeningen voor ruimtelijk ontwikkeling en wonen en verrekeningen voor het inkoopbureau, huurlasten aan het vastgoedbedrijf en communicatie, facilitaire en HR dienstverlening van de Servicedienst.
Maatschappelijke participatie Baten Lasten Resultaat interne verrekeningen
begroting 2012 693 4.111 -3.418
Interne verrekeningen: Baten € 693, Lasten € 4.111 De lasten zijn het gevolg van doorberekeningen uit de exploitatie van vastgoed.
pagina 242 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
begroting 2013 0 2.371 -2.371
begroting 2014 0 2.371 -2.371
begroting 2015 0 324 -324
Participatie jeugd Baten Lasten Resultaat interne verrekeningen
begroting 2012 2.200 1.817 383
begroting 2013 2.200 1.817 383
begroting 2014 2.200 1.817 383
begroting 2015 2.200 1.243 957
begroting 2012 0 333 -333
begroting 2013 0 859 -859
begroting 2014 0 859 -859
begroting 2015 0 9 -9
begroting 2012 437.381 131.271 306.110
begroting 2013 385.545 114.714 270.831
begroting 2014 373.850 112.181 261.669
begroting 2015 372.489 112.060 260.429
Interne verrekeningen: Baten € 2.200, Lasten € 1.817 De lasten betreft interne detacheringen en doorberekeningen voor overige lasten. Armoedebestrijding Baten Lasten Resultaat interne verrekeningen
Interne verrekeningen: Baten € 0, Lasten € 333 De lasten zijn doorberekeningen voor de exploitatie van vastgoed. Ruimtelijke ordening en gebiedsontwikkeling Baten Lasten Resultaat interne verrekeningen
Interne verrekeningen: Baten € 437.381, Lasten € 131.271 De baten worden voornamelijk verklaard door beheer en onderhoud / milieu. De lasten zijn verrekeningen voor omslagrente met product algemene middelen, belastingen (OZB), en detacheringen. Wonen Baten Lasten Resultaat interne verrekeningen
begroting 2012 24.590 59.477 -34.887
begroting 2013 8.163 48.225 -40.062
begroting 2014 8.163 44.679 -36.516
begroting 2015 8.163 17.638 -9.475
Interne verrekeningen: Baten € 24.590, Lasten € 59.477 Baten zijn verrekeningen voor diensten, vergoedingen voor huisvestingslasten en ontvangen declaraties voor subsidieprojecten. De lasten betreffen verrekeningen voor ICT-dienstverlening, facilitaire lasten en detacheringen met de Servicedienst. Vastgoed Baten Lasten Resultaat interne verrekeningen
begroting 2012 158.930 96.325 62.605
begroting 2013 165.835 96.327 69.508
begroting 2014 165.830 96.327 69.503
begroting 2015 165.829 96.327 69.502
Interne verrekeningen: Baten € 158.930, Lasten € 96.325 De baten betreffen vergoedingen voor huisvesting. Vanuit de centrale vastgoed organisatie worden alle diensten belast voor huurlasten. De lasten zijn het gevolg van verrekeningen voor erfpacht, assurantiepremie, belasting (OZB) en overige interne toerekeningen binnen het Ontwikkelbedrijf.
Bijlagen | pagina 243
Stedelijke bereikbaarheid
begroting 2012
begroting 2013
Baten
33.138
33.438
33.438
33.408
Lasten
55.620
56.733
64.383
64.383
-22.482
-23.295
-30.945
-30.975
Resultaat interne verrekeningen
begroting 2014
begroting 2015
Interne verrekeningen: Baten € 33.138, Lasten € 55.620 De baten zijn verrekeningen voor het parkeerfonds en dekking van kapitaallasten. De lasten zijn verrekeningen voor: ICT en facilitaire dienstverlening met de Servicedienst, huurlasten met het vastgoedbedrijf en verrekeningen voor verkeersprojecten en de publiekswinkel.
Duurzame mobiliteit en verkeersveilige stad Baten Lasten Resultaat interne verrekeningen
begroting 2012 0 1.201 -1.201
begroting 2013 0 1.221 -1.221
begroting 2014 0 1.221 -1.221
begroting 2015 0 1.221 -1.221
Interne verrekeningen: Baten € 0, Lasten € 1.201 De lasten zijn verrekeningen met de Servicedienst voor ICT dienstverlening en huurlasten met het vastgoedbedrijf.
Economische structuur en vestigingsklimaat Baten Lasten Resultaat interne verrekeningen
begroting 2012 1.500 14.245 -12.745
begroting 2013 1.500 13.946 -12.446
begroting 2014 1.500 13.945 -12.445
begroting 2015 1.500 13.945 -12.445
begroting 2013 1.750 3.171 -1.421
begroting 2014 0 3.209 -3.209
begroting 2015 0 1.790 -1.790
begroting 2013 26.003 24.095 1.908
begroting 2014 26.104 24.008 2.096
begroting 2015 26.104 23.850 2.254
Interne verrekeningen: Baten € 1.500, Lasten € 14.245 De baten en lasten worden verklaard door overige interne verrekeningen.
Milieu en duurzaamheid Baten Lasten Resultaat interne verrekeningen
begroting 2012 1.750 2.977 -1.227
Interne verrekeningen: Baten € 1.750, Lasten € 2.977 De lasten zijn verrekeningen voor beheer en onderhoud, dienstverlening van Roteb. Schoon (maken v/d stad) Baten Lasten Resultaat interne verrekeningen
begroting 2012 25.801 24.129 1.672
Interne verrekeningen: Baten € 25.801, Lasten € 24.129 Baten zijn interne verrekeningen voor facilitair en onderhoud voor transportmiddelen. De lasten het gevolg van verrekeningen met de Servicedienst voor ICT, HR, facilitaire en communicatie dienstverlening en detacheringen. Heel (maken v/d stad) Baten Lasten Resultaat interne verrekeningen
begroting 2012 8.323 99.584 -91.261
begroting 2013 8.323 106.126 -97.803
begroting 2014 8.323 109.090 -100.767
Interne verrekeningen: Baten € 8.323, Lasten € 99.584 De baten zijn onder andere verrekeningen voor reclame. De lasten bestaan uit vooral verrekeningen voor beheer en onderhoud, omslagrente en uitvoering ten laste van investeringen. pagina 244 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
begroting 2015 8.323 111.917 -103.594
Bijlagen | pagina 245
CED-activiteiten
Deltaplus
Innovatiefonds WMO
JOS
JOS
Bestemmingreserve onderwijsgebouwen Rozenburg
JOS
JOS
Pooierboys
PVA MO/ Overdracht van SoZaWe
GGD
GGD
Allemaal mensenwerk
Fysieke woonvoorziening maatschappelijke opvang
GAR
GGD
Revitalisering winkelgebieden
Nieuwe wet RO
dSV
Economie
Verzelfstandigde TvD
dKC
Innovatiefonds
cultuurparticipatie
dKC
Kansenzones
Fonds Stadsverfraaiing
dKC
Economie
Taakmutaties Gemeentefonds
CF
Economie
Stelselwijziging Afschrijving Vastgoed
CF
Plan van aanpak kredietcrisis
CF
Programma Sociaal
Kredietrisicoreserve
CF
RECP
Investeringsfonds Rotterdam (IFR)
CF
CF
Investeringen Rozenburg
CF
CF
Groeifonds
Intensiveringen OBR
CF
Financieringsreserve
CF
CF
Bommenregeling
Concernsystemen
CF
Ahoy en Markthal
CF
CF
Werkplan Integriteit
Aanloopverliezen en frictie
Verbouwing Stadhuis
BSD
BSD
Uitbreiding cameratoezicht
BSD
CF
RCP Groene Daken
Rotterdam Climate Initiative
BSD
BSD
Antillianenbeleid
Marokkanenbeleid
BSD
BSD
Nieuwbouw en Verbetering
Onderhoud en vervanging Wijkbibliotheken
Bibl
Bibl
105
488
906
1.309
4.143
125
8.186
25
590
382
2.138
400
14
385
202
9.792
0
9.650
2.264
1.500
0
646.042
28.806
7.140
2.699
74.890
0
1.500
2.000
0
300
733
1.146
7.038
323
550
570
229
635
18.306 18.306
Algemene Reserve
Totaal algemene reserve
CF
Beginbalans 01-01-2011
Omschrijving
Dienst afk.
Bijlage 8: Reserves
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
202
0
5.855
0
0
0
0
22.000
0
0
0
15.683
380
5.700
0
17.500
0
0
0
0
0
0
0
0
0
14.141
14.141
Toevoeging
105
290
906
0
4.143
125
5.692
25
590
382
428
87
0
0
0
0
0
181
1.142
0
0
146.914
0
2.000
1.698
0
0
5.700
2.000
17.500
0
67
327
6.641
0
0
0
93
0
20.839
20.839
Onttrekking
0
198
0
1.309
0
0
2.494
0
0
0
1.710
313
14
385
404
9.792
5.855
9.469
1.122
1.500
0
521.128
28.806
5.140
1.001
90.573
380
1.500
0
0
300
666
819
397
323
550
570
136
635
11.608
11.608
Beginbalans 01-01-2012
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
202
0
4.733
0
0
0
850
22.000
0
0
0
8.599
0
5.700
0
20.000
0
0
0
0
0
0
0
0
0
11.287
11.287
Toevoeging
0
115
0
0
1.000
0
4.794
0
0
0
500
0
0
0
0
1.750
0
1.544
0
0
0
52.976
10.500
0
0
0
0
5.700
0
20.000
150
67
326
0
0
0
0
0
0
28.194
28.194
Onttrekking
0
83
0
1.309
-1.000
0
-2.300
0
0
0
1.210
313
14
385
606
8.042
10.011
7.925
1.122
1.500
850
490.152
18.306
5.140
1.001
99.172
380
1.500
0
0
150
599
493
397
323
550
570
136
635
-5.299
-5.299
Beginbalans 01-01-2013
0
0
0
0
1.309
-1.000
0
-2.300
0
0
0
1.309
-1.000
0
-2.300
0
0
0 0
72 0
313
14
385
1.010
6.292
20.623
3.293
1.122
1.500
2.731
488.552
6.806
5.140
1.001
76.225
380
1.500
0
0
150
398
-1
397
323
550
570
136
0
179.239
179.239
Eindbalans 31-12-2015
72
313
14
385
1.010
6.292
17.673
4.837
1.122
1.500
2.203
489.452
6.806
5.140
1.001
86.817
380
1.500
0
0
150
465
-1
397
323
550
570
136
0
95.404
95.404
Beginbalans 01-01-2015
vervolg bijlage 8 zie volgende pagina
0
37
0
1.309
-1.000
0
-2.300
0
0
0
710
313
14
385
808
6.292
14.151
6.381
1.122
1.500
1.576
489.352
7.806
5.140
1.001
95.381
380
1.500
0
0
150
532
167
397
323
550
570
136
0
17.640
17.640
Beginbalans 01-01-2014
pagina 246 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam 271
1.047.307
89.161
75.020
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
7.700
0
0
0
0
Toevoeging
329.947
309.108
199
0
0
0
23
272
0
0
0
305
465
1.034
0
510
1.148
662
0
0
0
0
717
4.215
440
0
0
0
211
0
84.429
500
126
340
15.111
106
1.259
0
0
Onttrekking
806.521
794.913
0
120
1.224
299
0
-272
1.022
965
25
409
0
423
347
788
510
230
143
20
88
10
0
0
0
110
628
14.856
636
271
49.700
0
0
0
27.656
66
0
2.650
4.500
Beginbalans 01-01-2012
76.618
65.331
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
-10.200
0
0
0
13.447
0
0
0
0
Toevoeging
235.279
207.085
0
0
300
0
0
0
0
0
0
409
0
362
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
578
6.406
0
0
84.329
0
0
0
15.102
0
0
177
0
Onttrekking
668.260
673.559
0
120
924
299
671.574
653.934
0
120
624
299
0
-272 0
1.022 -272
965
25
0
0
61
347
788
510
230
143
20
88
10
0
0
0
110
50
6.936
636
271
-24.429
0
0
0
23.258
66
0
2.296
4.500
Beginbalans 01-01-2014
1.022
965
25
0
0
61
347
788
510
230
143
20
88
10
0
0
0
110
50
8.450
636
271
-24.429
0
0
0
26.001
66
0
2.473
4.500
Beginbalans 01-01-2013
730.482
635.078
0
120
324
299
0
-272
1.022
965
25
0
0
61
347
788
510
230
143
20
88
10
0
0
0
110
50
6.518
636
271
-24.429
0
0
0
12.864
66
0
2.119
4.500
Beginbalans 01-01-2015
794.643
615.404
0
120
24
299
0
-272
1.022
965
25
0
0
61
347
788
510
230
143
20
88
10
0
0
0
110
50
6.402
636
271
-24.429
0
0
0
3.231
66
0
2.119
4.500
Eindbalans 31-12-2015
tot aanpassing van de onttrekking 2011 in de tweede bestuursrapportage worden vastgesteld.
Voor bestemmingsreserves Infrastructuur, PVA MO/ overdracht SoZaWe en Fysieke woonvoorzieningen maatschappelijke opvang geldt dat de negatieve beginstanden 2013 zich niet voor doen indien de voorstellen
De beginstand, toevoeging en onttrekking 2011 zijn inclusief de mutaties in de eerste bestuursrapportage 2011, met uitzondering van de algemene reserve en de financieringsreserve, maar exclusief de voorgestelde mutaties in de tweede bestuursrapportage.
Totaal reserves
199 1.029.001
Frictiekosten opheffing Marktwezen
STZ
120
1.224
299
23
0
1.022
965
25
714
465
1.457
347
1.298
1.658
892
143
20
88
10
717
4.215
440
110
628
14.856
847
500
126
Totaal bestemmingsreserves
Wet maatschappelijke Opvang
WMO Rozenburg
Sociaal Raadslieden Rotterdam
SoZaWe
SoZaWe
Ouderenbeleid
SoZaWe
SoZaWe
Jeugdwerkloosheid
Maatschappelijke Opvang
SoZaWe
SoZaWe
Deelgemeentelijke middelen
Fit 4 Work
Voeding en Beweging
SenR
SoZaWe
Eurogames
SenR
SoZaWe
Reguliere exploitatie SSC
Combinatiefuncties
SDR
Ontwikkeling SSC’s
SDR
SenR
Voormalige Stichting Luchthaven
Tekort dekking vanwege vertraging SSC
Roteb
Rekenkamer
Raad
SDR
Ombudsman
Ombudsman derdengelden
Raad
Raad
Stadswinkels
PZR
PZR
Klokkenluidersregeling
Implementatie Masterplan Dienstverlening
Masterplan Dienstverlening
ORM
PZR
Wijken en Buitenruimte
ORM
Raad
Riolen en rioolgemalen
Uitbreiding begraafplaats Rozenburg
ORM
Stadshavens
Kralingse Plas
OBR
Rotterdam Fietst
Infrastructuur
KPBG
OBR
ORM
134.129
project Brandgrens
KPBG
340
35.067
Parkeerfonds (ns)
172
Proef gratis openbaarvervoer 65-plussers
Korte klappe
KPBG
1.259
KPBG
Fort Hoek van Holland
KPBG
2.650
4.500
Beginbalans 01-01-2011
KPBG
Actualisatie B+I 2010
C2000-systeem
KPBG
KPBG
Omschrijving
Dienst afk.
vervolg bijlage 8 vorige pagina
417
Risico’s SoZaWe
ID/WIW
IAU
SoZaWe
SoZaWe
29.839 61.849
0
0
0
0
0
55
172
0
0
28.864
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
200
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1.762
145
88.397
21.446
0
7.942
2.087
100
1.515
258
120
450
95
1.147
1.439
576
91
750
12.000
0
0
1.101
2.248
170
1.107
321
311
1.799
3.132
215
3.534
11.356
11
513
1.578
0
0
0
787
25
Toevoeging
34.363
0
0
0
0
1.200
55
172
0
0
29.331
0
0
0
37
91
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
800
0
0
0
0
0
0
263
0
2.000
0
0
0
374
40
Onttrekking
1.221
0
0
0
0
900
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
321
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Afdracht
114.662
29.839
21.446
0
7.942
-13
100
1.515
258
120
-17
95
1.147
1.439
539
0
750
12.000
0
0
1.101
2.448
170
1.107
0
311
999
3.132
215
3.534
11.356
11
513
907
53
1.340
145
31
38
9.689
402
Beginbalans 01-01-2012
34.031
0
0
4
0
1.218
60
172
0
0
30.115
0
0
0
0
0
0
0
3
0
0
209
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1.768
0
0
0
457
25
Toevoeging
38.593
0
0
0
0
300
75
0
0
0
29.700
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
200
0
0
0
311
620
3.132
215
0
0
11
0
513
0
3.102
0
0
0
374
40
Onttrekking
Bijlagen | pagina 247
WIN
SoZaWe
Burgerzaken
PZR
SoZaWe
Zandsuppletie Hoek van Holland
ORM
Rente-egalisatiefonds
Vervangingsinvesteringen riolering
ORM
Roteb
Projecten wegen, water, groen
ORM
Pensioenraadsleden en bestuurders
Overig Milieu
ORM
Commissiereizen
Verzekeringen
ORM
Raad
Vooruitontvangen bedragen milieu
ORM
Raad
Garantstelling WOM Tarwewijk
Garantstelling Grondbank Zuidplaspolder
OBR
Vooruit ontvangen bedragen wegen
Lopende Projecten Parkeren
KPBG
OBR
Risico’s N.V. Stads Vastgoed
ORM
Lopende Projecten
KPBG
ICT-licenties
GW
KPBG
Claims meerwerk
GW
Parkeerfonds
C2-deponie
GW
KPBG
Bouw en reststoffen
GW
Lopende Projecten Parkeren
Overig
GW
Risico’s N.V. Stads Vastgoed
Subsidieverplichtingen
GGD
KPBG
Overig
GBR
KPBG
Document Management Systeem
GAR
1.170
Duurzaam Veilig
WOM Vastgoed B.V.
Bezwaarschriften
dKC
dSV
Niet subs infra structurele investeringen
CF
Economie
53
Brielselaan
CF
31
38
Gegarandeerde geldlening KORN
9.276
Pensioenleden dagelijks bestuur
Pensioenen Bestuurders
BSD
Centrum
B&W-fonds
BSD
Beginbalans 01-01-2011
Centrum
Omschrijving
Voorzieningen
Dienst afk.
Bijlage 9:
806
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
806
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Afdracht
109.311
29.839
21.446
4
7.942
905
85
1.687
258
120
415
95
1.147
1.439
539
0
750
12.000
3
0
1.101
2.457
170
1.107
0
0
379
0
0
2.728
11.356
0
513
394
53
6
145
31
38
9.772
387
110.552
29.839
21.446
244
7.942
1.823
120
1.859
258
120
808
95
1.147
1.439
539
0
750
12.000
6
0
1.101
2.466
170
1.107
0
0
-220
0
0
2.728
11.356
0
513
394
53
8
145
31
38
9.855
372
111.667
29.839
21.446
484
7.942
2.741
125
2.031
258
120
1.189
95
1.147
1.439
539
0
750
12.000
9
-170
1.101
2.475
170
1.107
0
0
-220
0
0
2.728
11.356
0
0
394
53
10
145
31
38
9.938
357
112.259
29.839
21.446
488
7.942
2.759
130
2.133
258
120
1.570
95
1.147
1.439
539
0
750
12.000
12
-170
1.101
2.484
170
1.107
0
0
-220
0
0
2.728
11.356
0
0
394
53
12
145
31
38
10.021
342
EindBeginBeginBeginbalans balans balans balans 01-01-2013 01-01-2014 01-01-2015 31-12-2015
Bijlage 10: Investeringskader Conform de verordening financiële huishouding stelt uw raad jaarlijks het investeringskader vast. Het investeringskader 2012 betreft alle investeringen waarvan de uitvoering start in 2012. Ons college voteert het krediet meerjarig. De investeringsuitgaven kunnen derhalve betrekking hebben op meerdere jaren. De kapitaallasten (rente en afschrijving) van de overige investeringskredieten zijn verwerkt in de financiële raming van de beleidsvelden van deze begroting. Het investeringskader bevat zowel de investeringsprojecten van de Meerjarige investeringsplanning, als de investeringen met een regulier karakter, zoals grondexploitaties, vastgoed, onderhoud aan bruggen, huisvesting en ICT.
Investeringskader 2012 bedragen x € 1.000
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
Investering
Dienst
Oostelijke Zwembad Eendragtspolder Plaswijckpark Blijdorp Investeren sportaccommodaties Investeringen grondexploitaties Machines en Installaties robedrief 2012 Containers Service en Reinigingsbedrijven 2012 Vervanging Inzamelmiddelen 2012 ICT/Bedrijfsvoering 2012 Lease voertuigen/werktuigen 2012 Verbouwing Coolsingel Totaal
S&R S&R S&R S&R S&R OBR Roteb Roteb Roteb Roteb Roteb BSD
Bestaand/ nieuw Nieuw Bestaand Bestaand Bestaand Bestaand Bestaand Nieuw Nieuw Bestaand Bestaand Bestaand Bestaand
8.900 1.200 2.500 1.500 3.000 217.800 600 600 3.150 600 28.000 550 268.400
Toelichting bij investeringen Ad 1 Oostelijk Zwembad (€8.900) Ons college heeft besloten om het Oostelijk Zwembad volledig te laten renoveren zodat de levensduur van dit zwembad met veertig jaar zal worden verlengd. De totale renovatiekosten zijn berekend op € 8,94 mln. In de berekening is rekening gehouden met de verwerving van het inpandige Beatrixbad, taxatie- en notariskosten en de toegerekende kosten voor een overkapping van het Van Maanenbad om overdekt zwemwater beschikbaar te houden. Op basis van de totale investering van € 8,94 mln bedraagt de kostprijsdekkende huur € 165 (inclusief onderhoud, maar exclusief groot onderhoud). Deze zal na eigendomsoverdracht en renovatie worden doorberekend aan de huidige exploitanten SSRZ (Stichting Samenwerkende Rotterdamse Zwembaden) en EMOZ (Exploitatie Maatschappij Oostelijk Zwembad). Er ontstaat zo geen claim op de algemene middelen. Met de hierboven beschreven wijze van financiering wordt voorzien in een volledige restauratie van het zwembad door een volledige dekking van middelen. Ad 2 Eendragtspolder (€ 1.200) Het project herinrichting Eendragtspolder is aanbesteed (Engineering & Construct) en de aanleg van de roeibaan is in uitvoering. Het recreatieschap Rottemeren zal de roeibaan gefaseerd opleveren, waarna de roeibaanvoorzieningen zullen worden aangebracht en de accommodaties worden gebouwd. Dit werk is recent aanbesteed (Design & Construct) en gegund aan de BAM. De geplande oplevering van de roeibaanvoorzieningen is mei 2012 en die van de accommodaties eind augustus 2012. Einddatum herinrichting Eendragtspolder is 2013. In 2009 hebben wij besloten om middelen te besteden aan een goede waterkwaliteit in de roeibaan. Ten aanzien van de dekking daarvan hebben wij opdracht gegeven om te bezien of deze uit andere budgetten dan het IFR mogelijk was, bijvoorbeeld uit EFRO. Mocht dit niet lukken, dan diende het bedrag ten laste van het IFR te worden gebracht. Nu blijkt dat er voor waterkwaliteit geen ruimte is bij EFRO. De EFRO-bijdrage van € 1,9 mln voor de roeibaan was het maximaal haalbare en kan niet ingezet worden voor de waterkwaliteit. Met het nu voorgestelde bedrag van € 1,2 mln wordt de dekking van het eerder genomen besluit definitief geregeld. Het totale budget is ongewijzigd ten opzichte van hetgeen in de Grote Projecten Monitor eerder met uw raad gecommuniceerd is.
pagina 248 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
Ad 3 Plaswijckpark (€ 2.500) Met een investeringssubsidie ter hoogte van € 2,5 mln wordt de stichting Plaswijckpark in staat gesteld om een binnenspeelvoorziening te realiseren. Onderzoek van Plaswijckpark heeft aangetoond dat de exploitatie van het park vooral te lijden heeft van slechte weersomstandigheden. Met een binnenspeellocatie wordt het park ook op regenachtige en koude dagen aantrekkelijk voor bezoekers en kan Plaswijckpark daardoor zijn exploitatie verbeteren. Doel is, dat Plaswijckpark vanaf 2015 volledig onafhankelijk van subsidie kan bestaan. Contra-expertise heeft aangetoond dat dit een haalbare ambitie is. Er zijn voldoende kansen geconstateerd om zonder een jaarlijkse subsidie van de gemeente een succesvolle exploitatie middels een overdekte speelaccommodatie te realiseren. Tot 2015 wordt, zoals reeds besloten, de subsidie jaarlijks afgebouwd. Ad 4 Blijdorp (€ 1.500) Nagegaan is of de investeringsbijdrage van € 4,5 mln voor de renovatie van de Rivièrahal, die eerder als cadeau bij het 150-jarig bestaan van de diergaarde was gereserveerd, opnieuw ter beschikking kan worden gesteld. Conform de motie is de besteding aan een van de andere Van Ravesteyn monumenten nadrukkelijk aan de orde gekomen. Blijdorp heeft daartoe een aantal mogelijke alternatieven voor de investering in de Rivièrahal geïnventariseerd en beoordeeld aan de hand van enkele criteria (zoals vergroting van de attractiviteit van de Diergaarde, bijdrage aan een verbetering van de exploitatie, renovatie van een monument). Op grond hiervan stelt Blijdorp voor om drie monumentale dierenverblijven gefaseerd te renoveren: het dikhuidenverblijf in de Rivièrahal, het huidige okapi binnenverblijf en het roofdierengebouw. Deze renovaties moeten de aantrekkelijkheid van de dierentuin vergroten en bijdragen aan de instandhouding van de betreffende monumenten. In het voorstel van Blijdorp zal er dus geen totale restauratie van de Rivièrahal plaatsvinden. De Rivièrahal zal wel door het uitvoeren van noodzakelijk groot onderhoud gezekerd worden, zodat op de langere termijn restauratie alsnog mogelijk blijft. Naast de gemeentelijke bijdrage zullen voor de nu voorgestelde investering ook bijdragen van derden nodig zijn. Ook zal Blijdorp een beroep doen op een rijkssubsidieregeling voor monumenten. Blijdorp zal het project starten in 2012. Blijdorp stelt voor de bijdrage van de gemeente als volgt in te zetten: in de jaren 2012, 2013 en 2014 ieder jaar € 1,5 mln, totaal € 4,5 mln. Wij ondersteunen dit voorstel van Blijdorp. Wij hebben daarom besloten om inderdaad de gevraagde middelen te reserveren. Bij de besluitvorming in uw raad over de begrotingen 2012, 2013 en 2014 zullen wij derhalve een voorstel opnemen tot reservering van de benodigde middelen. Op basis van een verdere uitwerking van de plannen zullen de middelen daadwerkelijk beschikbaar worden gesteld in 2012 en volgende jaren. Ad 5 Investeringen sportaccommodaties 2012 (€ 3.000) Voor het jaar 2012 wordt € 3,0 mln investeringskrediet gevraagd om investeringen door sportverenigingen, sport en welzijnsorganisaties in de accommodatiesfeer (mede) te kunnen financieren, waarbij de jaarlijkse kapitaallasten aan de betreffende vereniging/organisatie in rekening worden gebracht. Middels toetsingscriteria, waaronder vitaliteit, kredietwaardigheid en het belang voor de sport in Rotterdam kan met instemming het OBR en/of de deelgemeente een bijdrage worden verstrekt ter investering en verbetering van de accommodatie. Voordat een individuele bijdrage groter dan € 500 wordt verleend, zal uw raad hierover geïnformeerd worden. Ad 6 Investeringen grex (€ 217.800) Voor de grondexploitaties wordt jaarlijks de begrote jaarschijf aan uw raad voorgelegd. Het gaat om een groot aantal langlopende projecten. Voor de investeringen gaat het om € 217,8 mln en voor de desinvesteringen om € 196 mln. Ad 7. Machines en installaties Robedrijf 2012 (€600) Dit krediet betreft een stelpost voor de aanschaf van machines en installaties voor de bedrijfsonderdelen die vallen onder het product Werkgelegenheid en Participatie. Ad 8 Containers Service en Reinigingsbedrijven 2012 (€600) Dit krediet betreft een stelpost en wordt aangewend voor: – de aanschaf en vervanging van mini en maxi containers; – de aanschaf en vervanging van containers ten behoeve van de milieuparken. De aanschaf van deze inzamelmiddelen en containers is onvermijdelijk in het kader van het inzamelen van afval. Ad 9 Vervanging Inzamelmiddelen 2012 (€ 3.150) Dit krediet betreft een stelpost en is bestemd voor de vervanging van bestaande onderlossende containers (binnenbakken) en Rotterdambakken. De dekking van het krediet vindt plaats uit het IFR. Ad 10 ICT/Bedrijfsvoering 2012 (€ 600) Dit krediet heeft betrekking op uitgaven voor software en investeringen in de huisvesting en bedrijfsondersteunende middelen. Ad 11 Lease voertuigen/werktuigen 2012 (€28.000) Deze stelpost is gevoteerd voor de aanschaf van voertuigen en aanschaf van middelen van de onderhoudswerkplaats door het bedrijfsonderdeel Lease. Deze investering wordt terug verdiend vanuit de exploitatie van Lease.
Bijlagen | pagina 249
Ad 12 Verbouwing Coolsingel (€550) Het krediet was bestemd voor de verbouwing en inrichting van Coolsingel 6 na het vertrek uit het oude Stadskantoor en de restauratie en herinrichting van het Stadhuis. Bij de vaststelling van het benodigde budget voor deze investeringen is rekening gehouden met een toegekend frictiebudget vanuit het OBR van € 800. Achteraf bleek de ASR niet in te stemmen met het gebruik van dit frictiebudget voor genoemde investeringen. Door kritisch te kijken naar de benodigde investeringen is het gelukt om het hierdoor ontstane tekort van € 800 terug te brengen naar € 550 waarvoor hierbij toestemming wordt gevraagd om dit te voteren.
pagina 250 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
Bijlage 11: Projecten IFR Factsheets per groot investeringsproject Bij afdoening van de motie Van Tijn ‘Informatievoorziening Kostenoverschrijdingen Museumparkgarage’ (2010-333) heeft uw raad onder meer besloten om bij begroting alle grote investeringsprojecten te benoemen, en te voorzien van een inhoudelijke toelichting (factsheets). Aan de hand daarvan kan uw raad om een expliciet besluit tot goedkeuring van een krediet per investeringsproject (waar nodig en gedekt) worden gevraagd. Onderhavige factsheets betreffen de uitvoering van dit besluit.
Factsheets I: Investeringsprogramma 2012 De eerste reeks factsheets in deze bijlage heeft betrekking op de projecten uit het investeringsprogramma 2012. In dit programma is aantal onvermijdelijke projecten verwerkt die ook al als zodanig in de MIP waren opgenomen. Dit zijn projecten waarvoor al zware juridische verplichtingen zijn aangegaan of projecten waarbij er sprake is van nog niet gedekte verplichtingen uit het verleden die niet kunnen worden bijgesteld (geen keuzemogelijkheid meer). Ook de kapitaalslasten van in 2011 toegekende (activeerbare) investeringen zijn vanaf 2012 onvermijdelijk. De onvermijdelijke projecten zijn: Noodzakelijk beheer Buitenruimte Binnenstad, Bestaande Voorraad Oud, Pact op Zuid (kaslening), P&R Kralingse Zoom, Rotterdam Centraal (indexering), Kadeconstructie Fenixloodsen, Gymlokalen Lekker Fit! en A15 Blauwe Verbinding. Deze projecten zijn samengevoegd in één factsheet. Voor de overige projecten uit het investeringsprogramma 2012 is per project een factsheet opgesteld.
Factsheets II: Lange Termijn Investeringsplanning De tweede reeks factsheets bevat informatie over de grote projecten die zijn opgenomen in de Lange Termijn Investeringsplanning 2015–2020. Het gaat dan om de volgende projecten: Hart van Zuid, Stadionpark, A13/A16, Stadshavens Merwe/ Vierhavens en het programma Particuliere Woningvoorraad. Over deze projecten wil ons college deze periode een investeringsbesluit nemen. De projecten waar nu wel aan voorbereid mag worden, maar waar een volgend college pas een definitief besluit over zal nemen, zijn om deze reden niet opgenomen in de factsheets.
Bijlagen | pagina 251
Factsheets I: Investeringsprogramma 2012 Onvermijdelijke projecten Noodzakelijk beheer Buitenruimte Binnenstad Betreft eenmalige noodzakelijke beheer- en onderhoudskosten na invoering van de Centrumstijl en is onderdeel van de gereserveerde middelen voor Buitenruimte Binnenstad. De voorgestelde toekenning betreft de laatste tranche. Voor de jaren na 2012 heeft het college opdracht gegeven om dekking te vinden binnen de keten buitenruimte. Bestaande Voorraad Oud Project is als onvermijdelijke claim opgenomen in de MIP als gevolg van aanschrijvingen uit het verleden. Het opgenomen bedrag is noodzakelijk om op minimale kasbasis aan deze verplichtingen te voldoen. Pact op Zuid (kaslening) Uit het programma Bestaande Voorraad is met vorige begrotingen een lening verstrekt aan Pact op Zuid. Het in de MIP opgenomen bedrag is noodzakelijk om Pact op Zuid in staat te stellen dit bedrag af te lossen en om alsdan op kasbasis aan de verplichtingen te voldoen van het programma bestaande voorraad. P&R Kralingse Zoom Realisatie van P&R terrein Kralingse Zoom. IFR-bijdrage voor dit project is eerder als investering toegekend conform besluitvorming in 2011. Dit betreft echter een out-of-pocket bijdrage en komt daarmee in één keer ten laste van het beschikbare budget in 2012. Rotterdam Centraal Contractuele Indexering en kostenstijging van Rotterdam Centraal. Kadeconstructie Fenixloodsen Onderdeel van de herontwikkeling van de Fenixloodsen op Katendrecht (o.a. inpassing aanlanding Rijnhavenbrug). Betreft dekking van doorlopende kapitaalslasten conform besluitvorming in 2011. Gymlokalen Lekker Fit! Bouw van nieuwe gymlokalen in het kader van het Lekker Fit! Programma. Betreft dekking van doorlopende kapitaalslasten conform besluitvorming in 2011. A15 Blauwe Verbinding Watergang tussen het Zuiderpark in Rotterdam en het Landschapspark het Buytenland in Albrandswaard ten behoeve van aanvoer van schoon water, ecologische verbinding en recreatieve vaarroute. Betreft dekking van doorlopende kapitaalslasten conform besluitvorming in 2011.
pagina 252 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
Blaak Zuidzijde Algemeen Projectnummer Type project Gebied Beleidsveld Korte omschrijving project
Planning Startdatum Einddatum (verwacht) Huidige fase Financiering Totaal Gemeente (IFR 2012) Gemeente (overig) Derden Inhoudelijke argumentatie
IFR-006-11 Buitenruimte Binnenstad - Waterstad Ruimtelijke ontwikkeling & wonen Het gebied rondom Blaak (tunnellocatie) en Oude Haven is volop in ontwikkeling. Om het openbaar gebied beter te laten aansluiten bij deze ontwikkeling is er een bijdrage vanuit IFR noodzakelijk. De bijdrage heeft betrekking op de buitenruimte van de Wijnhaven, Oude Haven, Verlengde Willemsbrug, Gelderseplein en de Blaak ter hoogte van de nieuwbouw. In de IFR bijdrage is ook opgenomen het compenseren van 30 parkeerplaatsen ten behoeve van het Witte Huis. Met de ontwikkeling van de Sp oortunnel zijn er tussen de eigenaar van het Witte Huis en de gemeente afspraken met betrekking tot het parkeren gemaakt. Onder andere zijn er toentertijd 30 parkeerplaatsen in het openbaar gebied aangelegd waarbij de eigenaar het alleen recht heeft om deze parkeerplaatsen tot 2057 te gebruiken, zonder daar een vergoeding voor te betalen. Binnen het huidige inrichtingsplein van het Gelderseplein vervallen alle parkeerplaatsen in het openbaar gebied, dus ook de 30 parkeerplaatsen ten behoeve van het Witte Huis. Om deze plaatsen te compenseren is er een overeenkomst gesloten met de eigenaar van de parkeergarage die momenteel in aanbouw is onder het Gelderseplein. Deze parkeergarage is niet openbaar toegankelijk en is alleen bedoeld voor de bezoekers voor het hotel en kantoren die momenteel in aanbouw zijn. Derhalve is deze parkeergarage ook niet opgenomen in het B&I programma. Inmiddels is de buitenruimte rondom de Oude Haven en Wijnhaven nagenoeg afgerond en zal de buitenruimte voor de Verlengde Willemsbrug en Blaak begin 2012 starten. Het Gelderseplein zal pas na gereedkomen van de nieuwbouw rondom dit plein in 2013 worden aangelegd. 2010 2013 uitvoering € 8,6 mln € 4,6 mln (€ 3,0 mln in 2012 en € 1,6 mln in 2013) € 2,0 mln (IFR oud) € 2,0 mln Bij de begroting van 2011 is – als gevolg van vertraging in het project – ten onrechte voorgesteld en besloten om de toegekende middelen voor dit project vrij te laten vallen. Er bleken echter, gelet op de fase van het project, al realisatie (€ 2 mln) en verplichtingen te zijn aangegaan. Omdat de uitvoering in 2012 en 2013 plaatsvindt, stellen we voor opnieuw een IFR-bijdrage van € 3,0 mln in 2012 en € 1,6 mln in 2013 voor het project ter beschikking te stellen.
Bijlagen | pagina 253
Buitenruimte Binnenstad Algemeen Projectnummer Type project Gebied Beleidsveld Onderdeel van programma Korte omschrijving project
Planning Startdatum Einddatum (verwacht) Huidige fase Financiering Totaal Gemeente (IFR 2012) Gemeente (overig) Derden Inhoudelijke argumentatie
IFR-009-11 Buitenruimte Binnenstad - Centrum Fysiek beheer van de stad Programma Binnenstad 2010–2014 Realiseren van een kwalitatief hoogwaardige buitenruimte in de Binnenstad waar het aangenaam verblijven is en waar gebouwen, buitenruimte en gebruik in balans zijn. Het programma voor 2012 zal, rekening houdend met het totaal voor deze periode beschikbare budget, nog nader worden ingevuld. Voorgesteld wordt om de vrije ruimte binnen het programma 2011 te gebruiken voor het tekort op de concernbegroting. Hiermee wordt het programma getemporiseerd. Daarnaast wordt voorgesteld om € 3 mln in 2012 voor het programma ter beschikking te stellen. 07–07–2012 01–02–2013 voorlopig ontwerp PM € 3,0 mln € 65,9 mln (IFR oud) + € 1,6 mln (IFR 2012 noodzakelijk beheer buitenruimte) PM De binnenstad is van groot belang voor de ontwikkeling van de stad, zowel economisch als ruimtelijk en sociaal. Het project geeft invulling aan de randvoorwaarde van de doelstelling van de Stadsvisie (aantrekkelijke woonstad en economisch sterke stad) om de kwaliteit van de buitenruimte in de binnenstad te verbeteren. Het programma neemt ook een prominente plek in het collegewerkprogramma in. In de uitwerking van de Stadsvisie voor de Binnenstad, het Binnenstadsplan 2008–2020 en de daarvan onderdeel uitmakende visie openbare ruimte Binnenstad, wordt aangegeven hoe het kwalitatief verbeteren van de buitenruimte in de binnenstad dient te worden vormgegeven. Die kwalitatieve verbetering moet tot stand worden gebracht door het realiseren van een kwalitatief goed netwerk van openbare plekken en verbindingen.
pagina 254 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
Erasmus University College Algemeen Projectnummer Type project Gebied Beleidsveld Korte omschrijving project
Planning Startdatum Einddatum (verwacht) Huidige fase Financiering Totaal Gemeente (IFR 2012) Gemeente (overig) Derden Inhoudelijke argumentatie
IFR-169-11 Vastgoedontwikkeling Binnenstad - Laurenskwartier Hoger Onderwijs Op 26 april jl. is het besluit genomen over de bijdrage die de gemeente kan leveren aan de vestiging en start van het Erasmus University College (EUC) in het pand van het Onderwijsmuseum in het centrum van Rotterdam. De Erasmus Universiteit heeft dit aanbod geaccepteerd. 2012 2013 voorbereiding Zie brief gemeenteraad d.d. 27 april 2011 (11/3347) € 2,0 mln Zie brief gemeenteraad d.d. 27 april 2011 (11/3347) Zie brief gemeenteraad d.d. 27 april 2011 (11/3347) De vestiging van het EUC in onze stad geeft de kans om de positie van Rotterdam als onderwijsstad te verstevigingen. Er ontstaat een wisselwerking tussen arbeidsplaatsen, werkgelegenheid en hoogwaardige opleidingen: deze elementen versterken elkaar. De komst van het EUC draagt bij aan de vorming van een hoogwaardig studentenmilieu langs de zogenaamde Kennisas. Bovendien wordt met de huisvesting van studenten het aantal bewoners vergroot en daarmee de gewenste levendigheid van het centrum. Enkele cijfers ter onderbouwing hiervan: – Het programma omvat in totaal ca 5.000 m2 (studie-, werk, staf- en algemene ruimten). -– Naar verwachting zal het aantal nieuwe studenten van ca. 170 in de startfase, in zes jaar uitgroeien naar ca 750. – Het EUC levert ca 60 arbeidsplaatsen op (hoogleraren en staf). – De studenten kunnen in de eerste jaren gebruik maken van bestaande woningen van Stadswonen. Het uitgangspunt is om de studenten zoveel mogelijk in clusters te huisvesten in verband met de gewenste sociale interactie. In de nabijheid van het pand aan de Nieuwemarkt zijn voldoende studentenwoningen beschikbaar voor de ingroeifase, zelfs voor de structurele situatie. Op termijn kan het gebied rondom het EUC uitgroeien tot een volwaardige city campus. Dat is een wens van de EUR. En dit streven past in het Binnenstadsplan (Citylounge o.a.). De gemeentelijke bijdrage daarin krijgt vorm via: – Het financieren van een deel van de aanlooptekorten met behulp van een ingroeiregeling (het zogenaamde “backloaden”); – Een eenmalige bijdrage in het aanlooptekort. – Een eenmalige subsidie via de stichtingskosten; In de collegebrief aan de gemeenteraad d.d. 27 april jl. is de financiële uitwerking van deze constructie onder geheimhouding aan u verstrekt.
Bijlagen | pagina 255
Groen Algemeen Projectnummer Type project Gebied Beleidsveld Korte omschrijving project
Planning Startdatum Einddatum (verwacht) Huidige fase Financiering Totaal Gemeente (IFR 2012) Gemeente (overig) Derden Inhoudelijke argumentatie
IFR-092-11 Buitenruimte Algemeen / stedelijk Fysiek beheer van de stad Project is de vergroeningsopgave uit het Collegewerkprogramma. Het vergroenen van de 10 minst groene wijken (vindt plaats door toevoegen van groene elementen aan de buitenruimte, zoals bomen, tuinen, plantvakken en groene daken en gevels. Het project wordt gerealiseerd in samenwerking met de deelgemeenten en is onderdeel van de bestuursakkoorden. In samenwerking met de deelgemeenten worden de komende 2 jaar 10 ‘stenige plekken’ vergroend en worden naar schatting 1.800 extra (kwaliteit) bomen gepland16. De vergroening van 10 ‘stenige plekken’ vindt plaats samen met bewoners, ondernemers en andere stakeholders. Van de eerder in 2011 toegekende middelen ter hoogte van € 2,0 mln, is er € 1,65 mln ingeleverd als gevolg van de verplichtingenstop. Van de resterende € 0,35 mln is er € 0,2 mln bestemd voor investeringen. Dit wordt doorgeschoven naar 2012. Daarnaast stellen wij voor in 2012 € 2,0 mln IFR ter beschikking te stellen. In 2012 is er dan € 2,2 mln beschikbaar voor de vergroeningsopgave. In 2013 is er nog eens € 1,0 mln in de planning opgenomen. 01–01–2012 31–12–2012 voorbereiding / uitvoering € 2,35 mln € 2,0 mln € 0,35 mln (IFR oud) Het planten van bomen gaat door de hele stad. De focus ligt hierbij op de 10 minst groene wijken en op de groene hoofdstructuur. Door het afmaken van structuren, concentratie van nieuw groen en een uitgekiende locatie gaat het niet om speldenprikken, maar wordt een bijdrage geleverd aan de beleving van vergroening. Een enkele (monumentale) boom op de juiste plek levert een meer dan evenredig (groenbelevings)effect. Hiermee wordt de woon-, werk en verblijfomgeving aantrekkelijker. In het algemeen levert vergroening een positief effect op beleving, gezondheid en economie.
16
Het gaat hierbij om een schatting, omdat de inzet van middelen – als gevolg van bezuinigingen bij de stad en de deelgemeenten – is verbreed naar
vergroening in het algemeen. En niet meer alleen ingezet wordt voor extra (kwaliteit) bomen. Tevens wordt inzet van middelen voor een belangrijk deel bepaald door initiatieven bij deelgemeenten. pagina 256 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
Levendige Binnenstad (cultuur kleinschalig) Algemeen Projectnummer
IFR-009-11-B
Type project
Buitenruimte
Gebied
Binnenstad - Centrum
Beleidsveld
Fysiek beheer van de stad
Onderdeel van programma
Programma Binnenstad 2010–2014
Korte omschrijving project
Verlevendigen van de Binnenstad door vasthouden van cultuur en het versterken en verbinden van het huidige aanbod. Naast cultuur worden ook sport- en andere vrijetijdsvoorzieningen benut om een integraal binnenstadsaanbod te realiseren gericht op bezoekers en (toekomstige) bewoners. Om dit waar te maken wordt ingezet op fysieke ingrepen zoals het aanpakken van plinten en openen van gevels, concentreren culturele functies, creatieve en verrassende invulling van tijdelijke leegstand, ondersteunen initiatief van bewoners en ondernemers en aanbod toevoegen voor studenten en jongeren.
Planning Startdatum
01–01–2012
Einddatum (verwacht)
31–12–2012
Huidige fase
voorbereiding
Financiering Totaal
€ 1,2 mln
Gemeente (IFR 2012)
€ 1,2 mln
Gemeente (overig)
Bundeling met relevante bestaande budgetten
Derden
Stimuleren van actieve betrokkenheid van derden, inhoudelijk en financieel
Inhoudelijke argumentatie In het Collegewerkprogramma is veel aandacht voor (het aantrekken en vasthouden van) kansrijke doelgroepen: hoger opgeleiden, creatieve klasse en sociale stijgers. Ook het terughalen van de ‘zilveren golf’ uit de randgemeenten past in dit perspectief. De aantrekkelijkheid van de stad als woon- en werkplek is cruciaal voor het vasthouden en aantrekken van deze doelgroepen die sterk bijdragen aan de economische continuïteit van de stad. Voorzieningen op gebied van cultuur, sport en vrije tijd en een aantrekkelijke binnenstad spelen hierbij een onmisbare rol, zo blijkt veelvuldig uit onderzoek. Niet alleen voor de bewoners en bezoekers, ook voor het bedrijfsleven zijn de sfeer van de binnenstad en ontmoetingsfuncties steeds belangrijker. Het gaat dan in de basis natuurlijk om de kwaliteit van de inrichting openbare ruimte, goede afwikkeling van het autoverkeer, ruimte voor de flanerende voetganger, maar vooral ook om de invulling van plinten op de begane grond van gebouwen en de levendigheid op straat. De geambieerde sfeerverbetering (verlevendiging) is in die zin een optelsom van strategisch gekozen fysieke en programmatische ingrepen. Een sterk aanbod van culturele en (andere) vrijetijdsvoorzieningen is zo onlosmakelijk verbonden met het verbeteren van de buitenruimte. Terrassen, culturele instellingen, verrassend en aansprekend (tijdelijk) aanbod in o.a. de plinten, ruimte voor sporten en spelen en (kleinschalige) evenementen geven de stad de sfeer die bewoners en bezoekers bindt.
Bijlagen | pagina 257
Nieuwe Binnenweg Algemeen Projectnummer
IFR-168-11
Type project
Buitenruimte / Economie
Gebied
Noord - Binnen de ring (deelgemeente Delfshaven)
Beleidsveld
Economie
Onderdeel van programma
Actieprogramma Winkelgebieden
Korte omschrijving project
Het project Revitalisering Nieuwe Binnenweg, gelegen tussen de ‘s Gravendijkwal en de Lage Erfbrug is gebaseerd op het Actieprogramma Winkelgebieden. De straat omvat 220 winkelpanden en 450 woningen. De aanpak bestaat uit een aantal maatregelen waaronder de aanpak van verpauperde panden middels aanschrijving en het met subsidie integraal opkappen van de panden, het aantrekken van nieuwe winkels, passend in het brancheringsprofiel en het realiseren van een aantrekkelijke verblijfsstraat middels het herinrichten met klinkerbestrating en het invoeren van een 30-km-straat.
Planning Startdatum
01–01–2008
Einddatum (verwacht)
31–12–2013
Huidige fase
uitvoering
Financiering Totaal
€ 49,2 mln
Gemeente (IFR 2012)
€ 0,6 mln
Gemeente (overig)
€ 0,6 mln (deelgemeente Delfshaven), € 6,9 mln (EFRO), € 6,6 mln (RET/regio), € 9,5 (overig)
Derden
€ 25,0 mln (ondernemers & eigenaren)
Inhoudelijke argumentatie In 2008 is er aan toenmalig wethouder Buitenruimte cofinanciering gevraagd (als onderdeel van de benodigde cofinanciering bij de EFRO-aanvraag) voor de herstructurering van de Binnenweg voor een bedrag van € 1,9 mln. Dit bedrag moest gedekt worden uit onderbesteding van het MIB (Meerjarige Investeringsprogramma Buitenruimte). Echter, in 2010 blijkt er hiervoor geen reserve meer opgenomen te zijn. Eind mei is voor uitvoering van de herinrichting Nieuwe Binnenweg middels de aanbestedingsprocedure ambtelijke/ bestuurlijke helderheid nodig m.b.t. de dekking van de contractueel vastgelegde toezegging van wethouder Buitenruimte. Gebeurt dit niet, dan stopt het project Revitalisering Nieuwe Binnenweg, aangezien dan niet aan de verplichte cofinancieringeis kan worden voldaan. Een eerste doorrekening van het financiële risico van het stopzetten van dit project op grond van claims en contractuele verplichtingen beloopt een bedrag van € 2,2 mln. In totaal is het tekort op de benodigde cofinanciering € 3,1 mln. Een deel van dit tekort zal gedekt worden door Kostenplaats Economie (€ 1,2 mln), vrijval groenplan (€ 0,75 mln), ISV (€ 0,6 mln). Voor het resterende tekort wordt nu een beroep op het IFR gedaan.
pagina 258 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
Oostelijk Zwembad Algemeen Projectnummer
IFR-041-11
Type project
Vastgoedontwikkeling
Gebied
Noord - Binnen de ring (deelgemeente Noord)
Beleidsveld
Cultuur, sport en recreatie
Onderdeel van programma
Masterplan Zwembaden 2020–2030
Korte omschrijving project
De renovatie van het Oostelijk zwembad is zeer urgent vanwege de slechte staat en hangt nauw samen met de renovatie van het Van Maanenbad. Er is intensief gezocht naar renovatiemogelijkheden waarbij zowel het Oostelijk Zwembad als het Van Maanenbad gedurende de geplande renovaties voor elkaars opvang van bezoekers kunnen zorgen. Hiermee wordt in ieder geval voorkomen dat beide baden tegelijk dicht zijn. Desalniettemin blijft er, ook bij achtereenvolgende sluiting per bad, een tekort aan zwemwater ontstaan in met name Noord en Oost. Dit tekort wordt opgevangen door, gedurende de renovaties, het buitenbad van het Van Maanenbad voor twee jaar te overkappen. Op deze manier ontstaat er geen tekort aan zwemwater gedurende de gehele renovatieperiode van het Oostelijk Zwembad en het Van Maanenbad.
Planning Startdatum
2012
Einddatum (verwacht)
2013
Huidige fase
voorlopig ontwerp
Financiering Totaal
€ 8,9 mln
Gemeente (IFR 2012)
€ 8,3 mln
Gemeente (overig)
€ 0,6 mln (kostendekkende huur)
Derden
-
Inhoudelijke argumentatie Het Oostelijk Zwembad is al diverse malen door de Provinciale Dienst gewezen op tekortkomingen inzake de Wet op Hygiëne en Veiligheid Bad- en Zweminrichtingen. Daarnaast is uit onderzoek gebleken dat een groot deel van de installaties in een matige, soms slechte staat verkeert en aan het eind van haar levensduur is. Tevens is er ook bouwkundig veel achterstallig onderhoud (lekkages e.d.). Het niet op korte termijn volledig renoveren van het Oostelijk Zwembad zal dan ook naar verwachting tot sluiting, al dan niet in opdracht van de provincie, van het zwembad leiden. Het Oostelijk Zwembad heeft bij de vaststelling van de begroting 2008 al € 3,0 mln toegekend gekregen. Omdat de kosten die samenhangen met onderhoud, beheer en vervanging in principe niet in aanmerking komen voor het IFR, laten we deze bijdrage vrijvallen. Tegelijkertijd constateren we dat er op dit moment geen ruimte in de S&R begroting is om de extra exploitatielasten als gevolg van de renovatie op te kunnen vangen en dat de renovatie op zeer korte termijn moet plaatsvinden. Bovendien is er € 5,3 mln meer nodig is. Het Oostelijk Zwembad is daarom als aanvullende investering in het investeringsprogramma voor 2012 opgenomen. Ook de eerder toegekende middelen voor het Van Maanenbad (€ 7,0 mln) vallen vrij vanwege dezelfde argumenten als die voor het Oostelijk Zwembad gelden. De start van de renovatie van het Van Maanenbad vindt in 2013 plaats. Dit leidt tot in 2015 tot een verhoogde exploitatielast. Op dat moment is er ruimte binnen het exploitatiebudget van SenR om dit op te vangen.
Bijlagen | pagina 259
Particuliere woningvoorraad (nieuw) Algemeen Projectnummer
IFR-063-11-B
Type project
Vastgoedontwikkeling
Gebied
Zuid - Oud-Zuid (en deels Noord)
Beleidsveld
Ruimtelijke ontwikkeling & wonen
Onderdeel van programma
Programma Particuliere Woningvoorraad 2010–2014
Korte omschrijving project
Als vervolg op het programma bestaande voorraad van het vorige college, opnemen van 3.000 bestaande woningen (hele collegeperiode) in een traject om te komen tot particuliere woningverbetering waarbij de focus op de oude wijken op Zuid ligt en het ontwikkelen en implementeren van nieuwe en goedkopere instrumenten.
Planning Startdatum
2012
Einddatum (verwacht)
2013
Huidige fase
voorbereiding / uitvoering
Financiering Totaal
€ 53 mln
Gemeente (IFR 2012)
€ 3,0 mln
Gemeente (overig)
€ 15,0 mln (ISV3 totale periode) + reservering MIP
Derden
-
Inhoudelijke argumentatie De gemeente bouwt met het programma particuliere woningverbetering aan een aantrekkelijke woonstad waar Rotterdammers met plezier wonen. Daarbij heeft de woon- en leefomgeving prioriteit. In deze periode worden 3.000 particuliere woningen verbeterd. Met de ontwikkeling van nieuwe instrumenten stimuleert de gemeente woningeigenaren om in beweging te komen en hun bezit te onderhouden. Inmiddels heeft de Commissie Deetman/Mans de resultaten van het onderzoek naar ontwikkeling op Zuid opgeleverd. De situatie m.b.t. de particuliere woningvoorraad vormde nadrukkelijk één van de aandachtspunten in het onderzoek en is onderwerp van de Intentieverklaring die op 16 februari 2011 getekend is. In dit kader zal door gemeente, rijk, corporaties, centraal fonds, Aedes en pensioenfondsen gezamenlijk een businesscase worden uitgewerkt voor de herstructurering van de wijken. De inzet van IFR-middelen voor het programma Particuliere Woningvoorraad zal – binnen de randvoorwaarden van de inspanningsverplichting uit het CWP – beïnvloed worden door de uitkomsten van de Midterm Review ISV3/IFR, de Businesscase Kwaliteitssprong op Zuid en het toewerken naar een fondsconstructie. Als de resultaten van de Midterm Review en vooral de businesscase Kwaliteitssprong op Zuid bekend zijn, zal beoordeeld kunnen worden in hoeverre de opgave voor het programma op een andere manier dan de huidige gestalte kan krijgen en in hoeverre andere partijen dan de gemeente bij kunnen dragen aan de financiering van de opgave.
pagina 260 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
Plaswijckpark Algemeen Projectnummer Type project Gebied Beleidsveld Korte omschrijving project
Planning Startdatum Einddatum (verwacht) Huidige fase Financiering Totaal Gemeente (IFR 2012) Gemeente (overig) Derden Inhoudelijke argumentatie
IFR-130-11 Vastgoedontwikkeling Noord - buiten de ring (deelgemeente Hillegersberg-Schiebroek) Cultuur, sport en recreatie Met deze investeringsbijdrage wordt Plaswijckpark in staat gesteld een binnenspeelvoorziening te realiseren. Onderzoek van Plaswijckpark heeft aangetoond dat de exploitatie van het park vooral te lijden heeft van slechte weersomstandigheden. Met een binnenspeellocatie wordt het park ook op regenachtige en koude dagen aantrekkelijk voor bezoekers. Daardoor kan Plaswijckpark zijn exploitatie verbeteren. Doel is, dat Plaswijckpark vanaf 2015 volledig onafhankelijk van subsidie kan bestaan. Tot die tijd wordt, zoals reeds besloten, de structurele exploitatiesubsidie jaarlijks afgebouwd. 1e kwartaal 2012 1e kwartaal 2013 voorbereiding € 4,0 mln € 2,5 mln € 1,5 mln Bij de behandeling van de begroting 2011 werd door de raad geconstateerd dat de afbouw van de subsidie aan Plaswijckpark niet past op het pas in 2012 beschikbaar stellen van middelen voor bouw van de binnenspeellocatie. Daarom is door de raad de motie ‘Investering Winterspeelplaats Plaswijckpark’ aangenomen. Met deze motie verzoekt de raad het college om samen met Plaswijckpark te onderzoeken of een constructie met gedeeltelijke voorfinanciering vanuit Plaswijckpark zelf, dan wel vanuit de gemeente Rotterdam, mogelijk is om een start van de bouw in 2011 van de binnenspeellocatie mogelijk te maken. Er is onderzocht of een investeringsbijdrage van € 2,5 mln daadwerkelijk en op langere termijn leidt tot een Plaswijckpark dat zonder jaarlijkse budgetsubsidie kan bestaan. Het resultaat van dit onderzoek is positief. Er zijn voldoende kansen geconstateerd om zonder een jaarlijkse subsidie van de gemeente een succesvolle exploitatie middels een overdekte speelaccommodatie te realiseren.
Bijlagen | pagina 261
Roeibaan Eendragtspolder Algemeen Projectnummer
IFR-043-11
Type project
Sportaccommodatie
Gebied
Noord - buiten de ring
Beleidsveld
Cultuur, sport en recreatie
Korte omschrijving project
Betreft de aanleg van een door de wereldroeibond (FISA) goedgekeurde internationale trainings- en wedstrijdroeibaan als onderdeel van het project herinrichting Eendragtspolder. De gemeente draagt financieel bij aan de realisatie van de roeibaan zelf, de voorzieningen rond de roeibaan, de infrastructuur en het beheer.
Planning Startdatum
2010
Einddatum (verwacht)
2013
Huidige fase
uitvoering
Financiering Totaal
€ 16,4 mln
Gemeente (IFR 2012)
€ 1,2 mln
Gemeente (overig)
€ 11,9 mln (IFR oud) + € 1,9 mln (EFRO)
Derden
€ 1,4 mln
Inhoudelijke argumentatie Het project herinrichting Eendragtspolder is aanbesteed (Engineering & Construct) en de aanleg van de roeibaan is in uitvoering. Het recreatieschap Rottemeren zal de roeibaan gefaseerd opleveren, waarna de roeibaanvoorzieningen zullen worden aangebracht en de accommodaties worden gebouwd. Dit werk is recent aanbesteed (Design & Construct) en gegund aan de BAM. De geplande oplevering van de roeibaanvoorzieningen is mei 2012 en die van de accommodaties eind augustus 2012. Einddatum herinrichting Eendragtspolder is 2013. In 2009 hebben wij besloten om middelen te besteden aan een goede waterkwaliteit in de roeibaan. Ten aanzien van de dekking daarvan hebben wij opdracht gegeven om te bezien of deze uit andere budgetten dan het IFR mogelijk was, bijvoorbeeld uit EFRO. Mocht dit niet lukken, dan diende het bedrag ten laste van het IFR te worden gebracht. Nu blijkt dat er voor waterkwaliteit geen ruimte is bij EFRO. De EFRO-bijdrage van € 1,9 mln voor de roeibaan was het maximaal haalbare en kan niet ingezet worden voor de waterkwaliteit. Met het nu voorgestelde bedrag van € 1,2 mln wordt de dekking van het eerder genomen besluit definitief geregeld. Het totale budget is ongewijzigd ten opzichte van hetgeen in de Grote Projecten Monitor eerder met u gecommuniceerd is.
pagina 262 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
Van Ravesteyn Monumenten Blijdorp Algemeen Projectnummer IFR-134-11 Type project Renovatie van monumenten Gebied Noord - binnen de ring (deelgemeente Noord) Beleidsveld Cultuur, sport en recreatie Korte omschrijving project Betreft een gemeentelijke bijdrage aan de restauratie van enkele Van Ravesteyn Monumenten in de Diergaarde ter compensatie van de wegvallende subsidiebijdrage in de exploitatie. Planning Startdatum 2012 Einddatum (verwacht) 2014 Huidige fase voorbereiding (planvorming) Financiering Totaal € 5,0 mln Gemeente (IFR 2012) € 4,5 mln (€ 1,5 mln in 2012 en € 1,5 mln in 2013 en 2014) Gemeente (overig) € 0,5 mln (Monumentenzorg) Derden Nog te bepalen in door Blijdorp uit te werken gedetailleerd plan. Afhankelijk van de hoogte van die bijdragen van derden zal er meer of minder geïnvesteerd kunnen worden. Inhoudelijke argumentatie Met deze investering wordt de attractiviteit van dit drukst bezochte attractiepark van Nederland (op de Efteling na) op peil gehouden. Dit is van belang voor het imago van de stad. Bovendien kan Diergaarde Blijdorp hierdoor het bezoekersaantal op het huidige niveau handhaven. Dat is van belang, zoals door de gemeenteraad in de motie van november 2010 gevraagd, om de gefaseerde afbouw met € 3 mln totaal van de jaarlijkse (structurele) subsidie van de gemeente aan Diergaarde Blijdorp mede te kunnen opvangen. In die zin kan deze investeringsbijdrage ook beschouwd worden als compensatie voor die subsidieafbouw.
Bijlagen | pagina 263
Factsheets II: Lange Termijn Investeringsplanning
Hart van Zuid Algemeen Projectnummer Type project Gebied Beleidsveld Korte omschrijving project
Planning Startdatum Einddatum (verwacht) Huidige fase Financiering Totaal Gemeente (IFR LTIP) Rijk of provincie Derden Financiële hefboom
IFR-082-LTIP Gebiedsontwikkeling Zuid - Charlois (Hart van Zuid) Ruimtelijke ontwikkeling & wonen Hart van Zuid is de gebiedsontwikkeling rondom Ahoy, Zuidplein en het Motorstraatgebied. Met het project Hart van Zuid willen we een centrumgebied creëren waar men kan wonen, werken, ondernemen en ontspannen. Hiermee ontstaat een ontmoetingsplek die omliggende wijken en diens bewoners met elkaar bindt. De komende jaren zal de woon-, leef- en verblijfsomgeving een enorme impuls krijgen. Dit betreft het volgende: integrale aanpak van het gebied met daarin nieuwbouw van noodzakelijke maatschappelijke voorzieningen: één op één vervanging van het huidige zwembad Charlois, een nieuw busstation, een nieuw theater, aanpak van de openbare ruimte en infrastructuur. Uitbreiding voorzieningen ten behoeve van economische ontwikkeling Rotterdam Zuid waaronder een grootschalige vernieuwing van het winkelcentrum, renovatie van Ahoy beurshallen, een hotel en internationaal congrescentrum. Ontwikkeling van woningen in middenklasse segment en vervanging huidige kantoorfuncties. 2014 2030 voorbereiding PM € 90 mln (waarvan € 10,0 mln voorbereidingskosten) € 8,9 mln (BIRK subsidie VROM) + € 12 mln (reservering Stadsregio) PM De totale private investering van de gebiedsontwikkeling Hart van Zuid is geraamd op circa € 750 mln (excl. private investeringen in het Motorstraatgebied). Hiervoor is een businesscase opgesteld waarin zowel grondexploitatie als vastgoedexploitatie is opgenomen. Dit bedrag is de verwachte totale private investering in de gebiedsontwikkeling als gevolg van de financiële hefboom die wordt gecreëerd door de publieke investering. De vereiste publieke gemeentelijke investering die deze gewenste hefboom faciliteert, behelst € 90 mln. Dit bedrag is tot stand gekomen op basis van een maatschappelijke kosten baten analyse (MKBA), de businesscase en de risicoanalyse.
Inhoudelijke argumentatie De belangrijkste conclusie is dat onder de gekozen aanpak, inclusief de realisering van de publieke ambitie binnen de vorm van een langlopend PPS-contract, het project maatschappelijk gezien een netto positief eindsaldo van € 50 mln heeft, hetgeen uitzonderlijk is voor binnenstedelijke herstructurering van dergelijke schaal. Dat rendement berust mede op reële aannames over de verbeterde leefbaarheid in de omliggende wijken, het grote aantal toegevoegde banen (ruim 4.000 fte in totaal waarvan 420 fte voor laagopgeleiden en langdurige werkelozen op Zuid) die met het project kunnen worden gerealiseerd en de omzetstijging voor ondernemers in het gebied van € 90 mln per jaar. Voor de inzet van laatste groep werklozen is buiten het project wel goede gemeentelijke inzet nodig om de arbeidsplaatsen ook daadwerkelijk onder laagopgeleiden te werven. Verder is er nauwelijks sprake van programmatische concurrentie. Kantoorruimte betreft vervanging, geen uitbreiding. Toevoeging van beperkt aantal woningen t.b.v. sociale veiligheid. Retail programma richt zich op optimale branchering en kwaliteitsversterking. Optimale locatie van hotel, congres en zwembad is onderzocht en onderbouwd. Wanneer de PPS-constructie wordt losgelaten, laten MKBA en businesscase op grond van conventionele methodes voor kostenraming in publieke grondexploitaties een negatieve uitkomst voor het project zien. Bovendien, als het project stopt, blijft de vraag wat te doen met het theater en het zwembad. Het zwembad is zo goed als zeker opgebruikt in 2014 (installaties). Op de middellange termijn zal het busstation moeten worden aangepakt en volgens contractverplichting 80% van de Ahoyhallen; functieverlies van winkelcentrum Zuidplein dreigt eveneens en een verslechtering van de leefbaarheid in de omliggende wijken. Er ontstaat dan een weglekeffect werkgelegenheid en koopkracht m.b.t. het winkelcentrum. Op termijn komt als gevolg van de groei van het vervoer per OV de functie van het busstation verder onder druk te staan.
pagina 264 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
Stadionpark Algemeen Projectnummer Type project Gebied Beleidsveld Korte omschrijving project
Planning Startdatum Einddatum (verwacht) Huidige fase Financiering Totaal Gemeente (IFR LTIP) Rijk of provincie Derden Toelichting
IFR-172-LTIP Gebiedsontwikkeling Zuid - IJsselmonde (Stadionpark) Cultuur, sport en recreatie De elementen van de gebiedsontwikkeling Stadionpark zijn het Nieuwe Stadion, de Sportcampus Stadionpark en verbetering van recreatieve voorzieningen. Met betrekking tot het Nieuwe Stadion gaat het hier om het verwerven en bouwrijp maken van grond en het verplaatsen van een aantal bedrijven. De bouw van het stadion zelf wordt gerealiseerd door de Stadion NV en Feyenoord. Het gebied krijgt een brede sportcultuur, met onder andere extra sportvelden, trapveldjes en andere publieke sportvoorzieningen (o.a. 400-meter IJsbaan). Daarnaast ontwikkelt er zich op de la nge termijn een vervoersknooppunt en zal er worden gewoond, gewerkt en gerecreëerd. 2012 (fase 1) en 2022 (fase 2) 2022 (fase 1) en 2032 (fase 2) voorbereiding PM € 140 mln € 480 mln + PM Voor Stadionpark is per onderdeel bekeken welke gemeentelijke bijdrage nodig is. De opname in de planning betreft de kosten van de eerste fase tot 2020. In onderstaande tabel zijn in de kolom ‘Totaal’ de (nominale) bedragen opgenomen die als basis dienen voor de LTIP. De onderdelen infrastructuur, vastgoed en kunstgrasvelden betreffen investeringen die geactiveerd kunnen worden. Voor deze onderdelen zijn in de volgende kolommen alleen de kapitaalslasten opgenomen. Deze lopen door in de periode na 2020. Projectonderdeel I/O Stadion tekort GREX (incl. voorbereidingskosten) O Stadion infrastructuur (incl. evenementen) I Sportcampus tekort GREX O Sportcampus vastgoed I Sportcampus kunstgrasvelden I Totaal
Totaal
2015–2020
31
31
60 7 28 14 140
24 7 8 12 82
2020–2025
2025–2030
20
20
6 8 34
6 26
Inhoudelijke argumentatie Wat betreft de bouw van het stadion zelf ligt er inmiddels een sluitende businesscase (BC3.0), waarin tevens de kosten van de grondverwerving zijn opgenomen (via erfpacht). Dit laatste leidt, samen met een belangrijke bezuiniging in verkeer en vervoer in het plan, tot een sterk verbeterde grondexploitatie en positieve MKBA (gebaseerd op de herziene uitgangspunten). Met betrekking tot de onderdelen van de gebiedsontwikkeling is er, rekening houdend met mogelijke weglekeffecten (€ 7,4 mln) naar buiten de gemeente, een positief maatschappelijk saldo op gemeenteniveau van in totaal ruim € 31 mln (NB. Volgens de laatste MKBA versie van 16 mei 2011, die ook naar de Raadscommissie is gegaan). Onder weglekeffecten worden consumentwaarden verstaan die zich als gevolg van investeringen binnen de gemeente voordoen, maar niet in het stedelijke economische verkeer worden ‘afgerekend.’ Het gaat bijvoorbeeld om extra bezoekers, betere bereikbaarheid, extra werkgelegenheid buiten de gemeente. Per saldo resulteert voor het onderdeel Het Nieuwe Stadion een positief saldo van ruim € 22 mln. Als alternatief voor een nieuw stadion zijn de renovatievarianten van de huidige Kuip doorgerekend. Hieruit is gebleken dat een ‘grote’ of een ‘kleine’ renovatie geen haalbare optie is. Vervolg Stadionpark zie volgende pagina
Bijlagen | pagina 265
Vervolg stadionpark vorige pagina
Stadionpark Ook voor de Sportcampus is een positief MKBA-saldo van bijna € 22 mln berekend. De campus betreft de aanleg van kunstgrasvelden en de bouw van een clubverzamelgebouw, sportonderwijsgebouw, kantoren en woningen. De maatschappelijke voordelen worden met name verwacht van een fors toegenomen deelname van jongeren aan breedtesport (‘bewegen op normniveau’) en van het mengen van kansrijke en kansarme leerlingen. Met name deze baten kunnen de publieke kosten van de campus rechtvaardigen, onder de voorwaarde dat de nieuwe doelgroep wordt geworven en toegevoegd aan de reeds sportende jeugd. De recreatieve voorzieningen (Park de Twee Heuvels, Kreek, Brienenoordeiland, fietspaden in het gebied) kennen een negatief maatschappelijk saldo van € 9 mln. Tot slot is er een aantal overall effecten die niet één-op-één te koppelen zijn aan de individuele deelplannen van de gebiedsontwikkeling Stadionpark. Deze effecten resulteren per saldo in een positief resultaat van € 3,8 mln. Hierbij is het uitgangspunt dat de IJsbaan alleen gerealiseerd wordt als hiervoor initiatieven vanuit de markt zijn. Projectonderdeel Het Nieuwe Stadion (excl. bouw stadion) Sportcampus Recreatieve voorzieningen Overall effecten Subtotaal Weglek naar buiten gemeente Totaal
Kosten Opbrengsten 11,9 34,0 + PM 28,5 50,3 + PM 10,2 1,2 49,9 53,6 + PM 100,5 139,2 + PM – – 100,5 139, 2 + PM
Saldo 22,1 + PM 21,8 + PM -9,0 3,8 + PM 38,7 + PM 7,4 31,3 + PM
Conclusie De MKBA laat zien dat het project onder de huidige stand van zaken een positief maatschappelijk saldo heeft, waarbij het mogelijk nog verder geoptimaliseerd kan worden. Het maatschappelijk rendement is onder de huidige omstandigheden ten minste positief. Verder draagt het project bij aan het bereiken van beleidsdoelstellingen. De Sportcampus helpt om de relatieve positie van Rotterdam-Zuid te verbeteren. Er kunnen substantiële effecten verwacht worden voor breedtesport en onderwijs, mits de nieuwe doelgroep wordt geworven in de wijken (op Zuid) en op normniveau gaat bewegen. Het Nieuwe Stadion draagt bij in de zin van imagowerking en eventuele resulterende uitstraling voor de stad. Een overheidsbijdrage is gelegitimeerd, aangezien het financiële tekort wordt gecompenseerd door de verwachte maatschappelijke effecten. Het nadere onderzoek naar financiële optimalisaties kan eventueel uitwijzen dat er nog efficiencyvoordelen te halen zijn.
pagina 266 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
A13/A16 Algemeen Projectnummer
IFR-075-LTIP
Type project
Infra
Gebied
Noord - buiten de ring
Beleidsveld
Verkeer en vervoer
Korte omschrijving project
Inpassing van de A13/A16. Gezien de aard en kwaliteiten van het gebied waarin het tracé van de weg ligt, worden hieraan hoge eisen gesteld ten aanzien van het voorkomen van overlast en behouden van kwaliteit van het groen en leefgebieden. Regionale partijen gaan uit van een bijdrage voor de bovenwettelijke inpassingeisen van € 100 mln. Het rijk is niet bereid om de kosten van bovenwettelijke inpassingswensen voor haar rekening te nemen en verlangt hiervoor een bijdrage van regionale partijen. De € 40 mln betreft de maximale gemeentelijke IFR-bijdrage ten behoeve van een bijdrage aan de kosten van regionale inpassingswensen. In de onderhandelingen met het rijk moet nader bezien worden in hoeverre een deel met grond ingebracht kan worden waardoor de druk op het IFR vermindert. Omdat deze onderhandelingen zullen gaan plaatsvinden nadat de minister de trajectnota heeft vastgesteld, kunnen wij nu geen informatie verschaffen over de waarde van grondinbreng, dit maakt immers deel uit van die onderhandeling.
Planning Startdatum
2015
Einddatum (verwacht)
2020
Huidige fase
voorbereiding
Financiering Totaal
De totale kosten van dit project zijn afhankelijk van de keuze van de voorkeursvariant. Hierover en over de totale financiering van het project vindt nog overleg plaats met het ministerie van I&M. Zodra hierover duidelijkheid is zal dat aan raden en commissies van betrokken partijen worden medegedeeld.
Gemeente (IFR LTIP)
€ 40 mln
Rijk of provincie
PM
Derden
PM
Inhoudelijke argumentatie De realisatie van de A13/A16 is van groot belang voor de bereikbaarheid van de stad en regio, zowel via het rijkswegennet als het stedelijke wegennet. De regel dat bovenwettelijke eisen door Rotterdam (en regio) gesteld moeten worden is dat zodoende waardevolle woongebieden en groen- en recreatiegebieden worden beschermd. Door de realisatie van de A13/A16 neemt de geluidhinder en luchtvervuiling in het plangebied toe. Bij investering moet deze toename tot een minimum worden beperkt (voor zover financieel en technisch mogelijk). De ontwikkeling van de A13/A16 moet in ieder geval bijdragen aan minder geluid en lucht vervuiling in andere gebieden. Dus bewoners langs A20 en A13 moeten er dan op vooruit gaan. Per saldo moet nieuwe weginfrastructuur voor Rotterdam dus bijdragen aan duurzaamheiddoelstellingen, van essentieel belang voor een evenwichtige bevolkingsopbouw. Dat laatste is een noodzakelijkheid voor het goed functioneren van de stad op economisch en sociaal cultureel gebied. Het zorgt voor een goede bereikbaarheid van de Binnenstad maar ook op de regio. Dit levert een toegevoegde waarde aan Rotterdam als vestigingsplaats. Er is geen sprake van programmatische concurrentie. RijksMKBA is positief.
Bijlagen | pagina 267
Merwe/Vierhavens Algemeen Projectnummer Type project Gebied Beleidsveld Onderdeel van programma Korte omschrijving project
IFR-027-LTIP Gebiedsontwikkeling Noord - binnen de ring Ruimtelijke ontwikkeling & wonen Stadshavens Het Stadshavensprogramma bestaat uit 4 deelgebieden waarbij afspraken zijn gemaakt met het Havenbedrijf over de regie van de ontwikkeling van de deelgebieden. De gemeente staat aan de lat voor de gebieden Heijplaat, Rijn/Maashaven en het Merwe/Vierhavensgebied. Volgens planning zal de uitvoering van de gebieden Heijplaat en Rijn/Maashaven grotendeels in de collegeperiode plaatsvinden en gedekt worden met de huidige toegekende geldstromen. Die gebieden zijn dan een flink eind op streek. Een volgend college kan besluiten of deze gebieden verder in uitvoering worden genomen. De crux van de uitvoering in de periode hierna ligt op de noordoever: Merwe/Vierhavens. Om die uitvoering conform planning en zoals vastgesteld in de Structuurvisie (ook met een naar beneden bijgestelde ambitie) te laten voortgaan moeten in deze periode beslissingen worden genomen voor de langere termijn. De herontwikkeling van Merwe/Vierhavens vergt voorbereidingen zoals bodemsanering, strategische verwervingen, verplaatsing fruitsector, en herinrichting (contour) Eon Centrale. Er is € 40 mln in de periode na 2020 in de planning opgenomen dat bestemd is voor de verwerving van gronden in dat gebied. Het definitieve bedrag is afhankelijk van de uitkomsten van de nog op te stellen businesscase. In deze businesscase zal nader onderzocht worden wat de werkelijke reële marktwaarde c.q. aankoopwaarde is, inclusief mogelijke huuropbrengsten, beheerskosten, afkoop erfpachtsommen en rentelasten.
Planning Startdatum Einddatum (verwacht) Huidige fase Financiering Totaal Gemeente (IFR LTIP) Rijk of provincie Derden Inhoudelijke argumentatie
2015 2030 voorbereiding PM € 40 mln PM PM Voor het totale Stadshavensprogramma is ten behoeve van de aanvraag Nota Ruimtegelden een MKBA opgesteld. Het totale project Stadshavens lost bereikbaarheidproblemen op, creëert extra werkgelegenheid en pakt vooral de sociale problematiek van onveiligheid, verloedering en verpaupering van bedrijventerreinen en wijken aan, met als resultaat verbetering van leefkwaliteit en vastgoedwaardestijging. Daarnaast trekken de investeringen en het vastgoedprogramma midden en hoge inkomens aan, bedrijven die relevante economische clusters versterken en bezoekersaantallen. Het duurzaamheidgehalte en de innovatieve kracht van Stadshavens is vooral kwalitatief ingeschat. In totaal staan tegenover € 323 mln financiële kosten ongeveer € 226 mln maatschappelijke baten, wat het programma rendabel maakt. We merken hierbij overigens op dat deze baten alleen worden gerealiseerd als de projecten in de deelgebieden binnen de rekenvoorwaarden van de businesscase blijven. Daarom koppelen we de IFR-gelden aan de voorwaarde van gezamenlijke investeringen van rijk, gemeente en private partijen, de uitwerking van concrete business cases én het aantonen van het maatschappelijk rendement per project dat ingediend wordt bij de jaarlijkse afwegingsronde in de Investeringsstrategie.
pagina 268 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
Particuliere woningvoorraad Algemeen Projectnummer
IFR-063-LTIP
Type project
Vastgoedontwikkeling
Gebied
Zuid - Oud-Zuid (Oud-Charlois, Carnisse, Tarwewijk)
Beleidsveld
Ruimtelijke ontwikkeling & wonen
Onderdeel van programma
Programma Particuliere Woningvoorraad 2010–2014
Korte omschrijving project
Het aanpakken/opknappen van 3.000 woningen in de verouderde particuliere woningvoorraad in Rotterdam in de periode 2010–2014. De aanpak in deze periode leidt tot een onvermijdelijke verplichting ter hoogte van € 21 mln in de periode erna als gevolg van het systeem van aanschrijven. Het accent van deze opgave ligt in Rotterdam-Zuid. Daarom is er ook een gezamenlijke opgave met Pact op Zuid en Kwaliteitsprong op Zuid.
Planning Startdatum
2010
Einddatum (verwacht)
PM
Huidige fase
voorbereiding / uitvoering
Financiering Totaal
PM
Gemeente (IFR LTIP)
€ 10 mln (ISV3 LTIP) + € 11 mln (ISV3) + PM (IFR huidige periode)
Rijk of provincie
-
Derden
-
Inhoudelijke argumentatie De gemeente bouwt met het programma particuliere woningverbetering aan een aantrekkelijke woonstad waar Rotterdammers met plezier wonen. Daarbij heeft de woon- en leefomgeving prioriteit. Inmiddels heeft de Commissie Deetman/Mans de resultaten van het onderzoek naar ontwikkeling op Zuid opgeleverd. De situatie m.b.t. de particuliere woningvoorraad vormde nadrukkelijk één van de aandachtspunten in het onderzoek en is onderwerp van de Intentieverklaring die op 16 februari 2011 getekend is. In dit kader zal door gemeente, rijk, corporaties, centraal fonds, Aedes en pensioenfondsen gezamenlijk een businesscase worden uitgewerkt voor de herstructurering van de wijken. Met het Rijk en maatschappelijke partners wordt een nationaal programma opgezet om op Zuid een Kwaliteitsprong te maken zodat de kansen van dit stadsdeel kunnen worden verzilverd en problemen worden aangepakt die de stad als geheel momenteel remmen in groei en ontwikkeling. Aanpak van de woningvoorraad is cruciaal om Rotterdam verder te krijgen. De goedkope, slechte, energie onzuinige en eenzijdige woningvoorraad concentreert zich in een aantal wijken op Zuid. Deze voorraad houdt de hoge doorstroom in stand waardoor stijgers de stad verlaten en steeds weer de meest kansarmen instromen (met de sociaal-economische problemen en het prijskaartje dat daaraan hangt van dien). Gericht ingrijpen in de woningvoorraad is cruciaal om tot doorbraken op Zuid te komen. Dat het voor een heel groot deel om particuliere woningen gaat maakt de opgave complex en kostbaar. Om de target van verbetering van 3.000 woningen uit het huidige collegewerkprogramma te halen, is in de volgende collegeperiode nog € 21 mln nodig. In het ISV3-programma is al een deel beschikbaar gesteld voor de aanpak van de particuliere voorraad. Het college gaat op zoek naar nieuw instrumentarium (van subsidiëren naar financieren) waardoor meer woningen met minder gemeentelijk geld kunnen worden verbeterd. Als de resultaten van de Midtermreview (in 2012) en vooral de businesscase Kwaliteitssprong op Zuid bekend zijn, zal beoordeeld kunnen worden in hoeverre de opgave voor het programma op een andere manier dan de huidige gestalte kan krijgen en in hoeverre andere partijen dan de gemeente bij kunnen dragen aan de financiering van de opgave en op welke wijze deze € 21 mln ten laste kan komen van het ISV3.
Bijlagen | pagina 269
Bijlage 12: Technische wijzigingen Beleidsveld 1: Bestuur en dienstverlening Besluitvorming en ondersteuning Raad
Technische mutaties (saldoneutraal binnen beleidsmatige inspanning) 1. Herijking budgetten Overboekingen (saldoneutraal tussen beleidsmatige inspanningen) 1. Concerncertificering ASR 2. Webcast Totaal
Baten
begroting 2012 Lasten
Saldo
raming 2013 Saldo
raming 2014 Saldo
raming 2015 Saldo
-86
-86
0
0
0
0
0 0 -86
-14 85 -15
14 -85 -71
14 -85 -71
14 -85 -71
14 -85 -71
Technische mutaties (saldoneutraal binnen beleidsmatige inspanning) 1. Herijking budgetten Binnen de beleidsmatige inspanning ‘besluitvorming en ondersteuning Raad’ heeft een herijking van de budgetten plaats gevonden. De baten en lasten zijn op deze manier realistischer begroot. Overboekingen (saldoneutraal tussen beleidsmatige inspanningen) 1. Concerncertificering ASR In de meerjarenbegroting 2011–2013 van diensten en kostenplaatsen is een budget begroot voor de accountantskosten gebaseerd op de situatie dat de jaarrekening nog werd voorzien van een accountantsverklaring. Met ingang van 2010 is de certificering van de dienstjaarrekeningen vervallen, dit leidt tot een andere financieringswijze. De kosten voor de concerncertificering liggen vanaf 2011 bij de kostenplaats Concernfinancien, hiervoor worden de budgetten van de verschillend diensten afgeroomd. 2. Webcast Het budget webcast wordt vanuit de Bestuursdienst overgeheveld naar de Kostenplaats Raad. Besluitvorming en advisering College
begroting 2012
raming 2013
raming 2014
raming 2015
Baten
Lasten
Saldo
Saldo
Saldo
Saldo
2.505
2.505
0
0
0
0
Technische mutaties (saldoneutraal binnen beleidsmatige inspanning) 1. Technische correctie OBB Overboekingen (saldoneutraal tussen beleidsmatige inspanningen) 1. Concerncertificering ASR 2. Herfinanciering Servicedienst 3. Overheveling audit budget
-2.706
-115
-2.591
-2.591
-2.591
-2.591
0
-16.672
16.672
16.672
16.672
16.672
-1.544
0
-1.544
-1.544
-1.544
-1.544
4. Terugdraaien taakstelling productiviteit
0
-49
49
49
49
49
5. Monitoring ICT projecten en programma’s
0
300
-300
-300
-300
-300
6. Herschikking budget BSD
0
900
-900
-900
-900
-900
7. Taakoverheveling directie veiligheid naar OBB
0
531
-531
-531
-531
-531
8. Jeugdconsul
0
-204
204
204
0
0
9. Overheveling webcast Griffie
0
-85
85
85
85
85
10.Korting Stadsregio
0
-87
87
116
145
145
-1.745
-12.976
11.231
11.260
11.085
11.085
Totaal
pagina 270 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
Technische mutaties (saldoneutraal binnen beleidsmatige inspanning) 1. Technische correctie OBB Dit betreft een nadere specificatie van de eerder ingediende begroting. De baten en lasten zijn op deze manier realistischer begroot. Overboekingen (saldoneutraal tussen beleidsmatige inspanningen) 1. Concerncertificering ASR Zie beleidsmatige inspanning ‘Besluitvorming en ondersteuning Raad’ 2. Herfinanciering Servicedienst Ten einde onderling factureren tussen de diensten terug te dringen en daarmee tevens bij te dragen aan een efficiënter afstemmingsproces van vorderingen en schulden tussen de diensten, is besloten tot herfinanciering van de Servicedienst ter grootte van 44,180 mln. Dit betekent een herverdeling van budgetten voor de diensten. Het bedrag wordt bij de andere diensten afgeroomd waardoor de Servicedienst dit bedrag niet meer bij de diensten in rekening hoeft te brengen. 3. Overheveling audit budget Het beschikbare budget voor de audits die ASR uitvoert in het kader van 213A, rol onafhankelijke toezichthouder (voorheen MOAP) en overige concernaudits wordt gepositioneerd bij de ASR. De baten van ASR nemen af, bij Concern financiën nemen de lasten af met hetzelfde bedrag. 4. Terugdraaien taakstelling productiviteit De taakstelling betreft het aan ASR opgelegde deel van de productiviteitskorting. De opgehaalde baten voor deze taakstelling zijn als onrechtmatig beoordeeld en worden hierbij teruggedraaid. De lasten bij ASR worden verlaagd, zo ook de baten van concernfinanciën. 5. Monitoring ICT projecten en programma’s De ASR hevelt € 300 over naar de BSD in het kader van de overgedragen taak ‘monitoring ICT projecten en programma’s’. 6. Herschikking budget binnen Bestuursdienst Om tot een sluitende begroting van de Bestuursdienst te komen, is de taakstelling zoals die in 2010 van toepassing was, ook in 2011 aan de directies van de Bestuursdienst opgelegd. Dit leidt tot een herschikking binnen het product Ondersteuning bestuurlijke besluitvorming en een overheveling vanuit de Directie Veiligheid naar het product Ondersteuning bestuurlijke besluitvorming. 7. Taakoverheveling directie veiligheid naar OBB Dit betreft een overheveling van taken binnen de Bestuursdienst. Naar aanleiding van de reorganisatie van de Directie Veiligheid worden twee taken overgedragen naar de afdeling IZB en BGS (informatiemanagement en integriteitsbeleid). 8. Jeugdconsul Bij de beleidsmatige inspanning besluitvorming en advisering college en de beleidsmatige inspanning wijkveiligheid worden de lasten met € 100 verlaagd. Het budget ad € 200 is overgeheveld naar de beleidsmatige inspanning jeugdgezondheidszorg en opvoeding. 9. Overheveling webcast Griffie Dit betreft de overheveling van budget voor de webcast naar de Griffie. 10. Korting Stadsregio Namens 20 regiogemeenten is aan gemeenschappelijke regelingen een taakstelling opgelegd, oplopend van 3% in 2012, 4% in 2013 en 5% met ingang van 2015. Bestuurlijke samenwerking
Overboekingen (saldoneutraal tussen beleidsmatige inspanningen) 1. Correctie Rozenburg Totaal
baten
begroting 2012 lasten
0 0
280 280
saldo
raming 2013 saldo
raming 2014 saldo
raming 2015 saldo
-280 -280
-280 -280
-280 -280
-280 -280
Bijlagen | pagina 271
Overboekingen (saldoneutraal tussen beleidsmatige inspanningen) 1. Correctie Rozenburg Bij de ontvlechting van de begroting van de voormalige gemeente Rozenburg is per abuis een deel van het budget voor ouderenwerk aan de begroting van de gemeente Rotterdam toegevoegd, terwijl de kosten van de desbetreffende voorzieningen voor rekening van de deelgemeente komen. Dit wordt nu gecorrigeerd, door het budget over te hevelen naar het deelgemeentefonds en aldus beschikbaar te houden voor de deelgemeente Rozenburg. Dienstverlening
Technische mutaties (saldoneutraal binnen beleidsmatige inspanning) 1. Wabo 2. Programma dienstverlening 3. Telefonie 14010 (intern) 4. ID-banen 5. Mutaties interne dienstverlening 6. Aanpassing kapitaallasten Servicedienst Overboekingen (saldoneutraal tussen beleidsmatige inspanningen) 1. Herfinanciering Servicedienst 2. Concerncertificering 3. Ceremonie Nederlanderschap 4. Overheveling Oracle budget 5. Bankkosten Servicedienst 6. Overheveling taakstelling stadswinkels Totaal
baten
begroting 2012 lasten
saldo
raming 2013 saldo
raming 2014 saldo
raming 2015 saldo
461 3.468 682 -55 13.362 4.102
461 3.468 682 -55 13.362 4.102
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
-44.180 0 0 0 0 0 -22.130
-1.450 -204 1 2.045 25 3.000 25.437
-42.730 204 -1 -2.045 -25 -3.000 -47.597
-42.730 204 -1 -2.045 -25 -3.000 -47.597
-42.730 204 -1 -2.045 -25 -3.000 -47.597
-42.730 204 -1 -2.045 -25 -3.000 -47.597
Technische mutaties (saldoneutraal binnen beleidsmatige inspanning) 1. Wabo De uitvoering van frontoffice werkzaamheden door publiekszaken in het kader van de Wabo was nog niet opgenomen in de meerjarenbegroting. Op basis van realisatie worden de kosten gedekt door een declaratie bij de dienst Stadsontwikkeling. 2. Programma dienstverlening De lasten zijn in verband met uitgaven voor het programma dienstverlening incidenteel verhoogd. De uitgaven worden gedekt door hogere baten vanuit opdrachtgevers. 3. Telefonie 14010 (intern) De kosten van telefonie 14010 worden thans nog door publiekszaken doorbelast naar de diensten. Met ingang van 2012 zal de doorbelasting worden vervangen door een budgetoverheveling en wordt het budget telefonie gecentraliseerd. Het voorstel daartoe zal na het bekend worden van de realisatiegegevens 2011 worden ingediend. In veerband met de vorming van een centraal budget 14010 is de interne doorbelasting publiekszaken met betrekking tot 14010 in de baten en lasten opgenomen. 4. ID-banen Door het vertrek van twee medewerkers die een zogenaamd ID-baan hebben, worden de salariskosten in 2012 verlaagd. Daar staat tegenover dat hiervoor ook geen subsidie meer van SoZaWe zal worden ontvangen. 5. Mutaties interne dienstverlening Dit betreft een nadere specificatie van de eerder ingediende begroting. De baten en lasten zijn op deze manier realistischer begroot. 6. Aanpassing kapitaallasten Servicedienst De kapitaallasten van de servicedienst zijn als gevolg van een nieuwe ICT investeringen aangepast.
pagina 272 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
Overboekingen (saldoneutraal tussen beleidsmatige inspanningen) 1. Herfinanciering Servicedienst Zie beleidsmatige inspanning ‘Besluitvorming en ondersteuning College’. 2. Afroming budgetten Concerncertificering Zie beleidsmatige inspanning ‘Besluitvorming en ondersteuning Raad’. 3. Ceremonie Nederlanderschap Het budget voor de ceremonie Nederlanderschap wordt van Sozawe overgedragen naar Publiekszaken. 4. Overheveling Oracle budget Het kostenbudget van € 2,045 mln voor het beheer van Oracle HR en Oracle FIN wordt vanuit Beheer algemene middelen overgebracht naar interne dienstverlening, omdat daar de kosten gemaakt worden. Dit perkt de interne facturering in. 5. Bankkosten Servicedienst Met ingang van 2010 zijn de taken rond verwerken salarissen overgedragen aan de Servicedienst; in vervolg hierop is per begin 2011 de financiële administratie overgedragen, inclusief de desbetreffende bankrekening. Dit verloopt budgettair neutraal met de beleidsmatige inspanning Beheer Algemene Middelen. 6. Overheveling bestuursopdracht Organisatie Gemeentelijke Overheid Rotterdam (OGOR) De taakstelling stadswinkels wordt ten laste van de deelgemeente gebracht.
Bijlagen | pagina 273
Beleidsveld 2: Algemene Middelen Belastingen
Overboekingen (saldoneutraal tussen beleidsmatige inspanningen) 1. Herfinanciering Servicedienst 2. Afroming budgetten Concerncertificering 3. Toerekening uitvoeringskosten kwijtscheldingslasten Totaal
baten
begroting 2012 lasten
saldo
raming 2013 saldo
raming 2014 saldo
raming 2015 saldo
0 0
- 624 - 126
624 126
624 126
624 126
624 126
0
-322
322
322
322
322
0
-1.072
1.072
1.072
1.072
1.072
1. Herfinanciering Servicedienst Zie beleidsmatige inspanning ‘Besluitvorming en ondersteuning College’. 2. Afroming budgetten Concerncertificering Zie beleidsmatige inspanning ‘Besluitvorming en ondersteuning Raad’. 3. Toerekening uitvoeringskosten kwijtscheldingslasten Het betreft hier de overheveling van de directe personeelskosten inzake de utvoering van het kwijtscheldingsbeleid tussen de beleidsmatige inspanning belastingen en armoedebestrijding. Beheer algemene middelen
begroting 2012
raming 2013
raming 2014
raming 2015
baten
lasten
saldo
saldo
saldo
saldo
1. Nieuw product Leningen en garanties
37.534
37.534
0
0
0
0
2. Technische correcties
-2.809
-2.809
0
0
0
0
1. Concerncertificering ASR
0
-55
55
55
55
55
2. Overheveling Oracle budget
0
-2.045
2.045
2.045
2.045
2.045
3. Onderwijshuisvesting vanuit IFR
0
-1.250
1.250
1.250
1.250
1.250
22.676
27.676
-5.000
-1.200
0
0
Technische mutaties (saldoneutraal binnen beleidsmatige inspanning
Overboekingen (saldoneutraal tussen beleidsmatige inspanningen)
4. Actualisatie IFR 5. Regie duurzaamheid, bomen 6. Overig Totaal
0
1.000
-1.000
0
-1.000
0
-49
5
-54
-485
-914
-914
57.352
60.056
-2.704
1.665
1.436
2.436
Technische mutaties (saldoneutraal binnen beleidsmatige inspanning) 1. Nieuw product ‘Leningen en garanties’ De uitvoering van de publieke taken heeft de gemeente Rotterdam deels belegd bij andere rechtspersonen. Om deze uitvoering mogelijk te maken zijn leningen en garanties verstrekt. De aangegane verplichtingen vormen vanwege de grote bedragen en de lange looptijd een substantieel risico voor de gemeente. Om een verantwoorde invulling te kunnen geven aan het beheer is besloten om dit te concentreren en hiervoor een nieuw product Verstrekking leningen en garanties in te stellen. De uitgangspunten worden verder uitgewerkt in een Beleidskader ‘Leningen en garanties’ ten behoeve van rechtspersonen, dat na vaststelling door het college ter kennisneming wordt gezonden aan de raad. Vooruitlopend op dit beleidskader worden in de begroting 2012 reeds op dit product de verstrekte leningen aan de voormalige gemeentelijke organisaties HbR en RET verantwoord. In de loop van 2012 zal gestart worden met het concentreren van de overige leningen en garanties die nu nog decentraal worden verantwoord.
pagina 274 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
2. Technische mutaties Binnen de beleidsmatige inspanning ‘Beheer algemene middelen’ heeft een actualisatie van de budgetten plaats gevonden. Overboekingen (saldoneutraal tussen beleidsmatige inspanningen) 1. Afroming budgetten Concerncertificering Zie beleidsmatige inspanning ‘Besluitvorming en ondersteuning Raad’ 2. Overheveling Oracle budget Het kostenbudget van € 2,045 mln voor het beheer van Oracle HR en Oracle FIN wordt vanuit beleidsmatige inspanning ‘Beheer algemene middelen’ overgebracht naar ‘Interne dienstverlening’, omdat daar de kosten gemaakt worden. Dit perkt de interne facturering in. 3. Onderwijshuisvesting vanuit IFR Vanuit het Investeringsfonds Rotterdam (IFR) wordt een structureel bedrag van € 1,25 mln per jaar toegevoegd aan de meerjarenbegroting van het product ‘Onderwijshuisvesting’. Deze bijdrage is bedoeld ter dekking van de kapitaallasten van nieuwe bouwprojecten. 4. Actualisatie IFR Door middel van deze mutatie sluiten de toevoegingen en onttrekkingen aan de bestemmingsreserve IFR aan bij het Investeringsvoorstel 2012. Daarnaast worden in 2012 en 2013 resp. € 5 en € 1,2 mln aan kosten gedeclareerd voor de Spoor- en Provenierssingel wat budgettair neutraal verloopt met beleidsmatige inspanning ‘Ruimtelijke ordening en gebiedsontwikkeling.’ 5. Regie Duurzaamheid; Bomen Voor de doelstelling Groen wordt vanuit het programma Duurzaam € 2 mln toegevoegd aan het Investeringsfonds Rotterdam (IFR), € 1 mln in 2012 en € 1 mln. in 2014. De middelen worden vanuit het IFR voor 2012 ter beschikking gesteld voor de collegetarget. 6. Overig Deze begrotingswijziging is het saldo van onderstaande overhevelingen: Beleidsmatige inspanning Omschrijving Besluitvorming en advisering College Overheveling audit budget Besluitvorming en advisering College Terugdraaien taakstelling productiviteit Cultureel klimaat Budgetafroming inkoop en facilitair Bibliotheek Cultureel klimaat Taakstelling bedrijfsvoering Bibliotheek Besluitvorming en advisering College Monitoring ICT projecten en programma’s Besluitvorming en advisering College Korting stadsregio Beleidsmatige Inspanning CrisisTaakstelling Gemeenschappelijke beheersing en handhaven openbare regeling Veiligheidsregio Rotterdam orde Dienstverlening Bankkosten Totaal
2012 1.544 -49
2013 1.544 -49
2014 1.544 -49
2015 1.544 -49
-258
-258
-258
-258
-329
-331
-331
-331
300
300
300
300
-87 -1.200
-116 -1.600
-145 -2.000
-145 -2.000
25 -54
25 -485
25 -914
25 -914
Bijlagen | pagina 275
Beleidsveld 3: Cultuur, sport en recreatie Cultureel klimaat
Overboekingen (saldoneutraal tussen beleidsmatige inspanningen) 1. Budgetafroming inkoop en facilitair Bibliotheek 2. Taakstelling bedrijfsvoering Bibliotheek 3. Herfinanciering Servicedienst 4. Afroming budgetten Concern certificering 5. Rijksbijdrage (IU) Bibliotheek 6. Budgetafroming concerncertificering DKC 7. Budgetafroming inzake Servicedienst / DKC Totaal
baten
begroting 2012 lasten
saldo
raming 2013 saldo
raming 2014 saldo
Raming 2015 saldo
0
-258
258
258
258
258
0 0 0
-329 -872 -36
329 872 36
331 872 36
331 872 36
331 872 36
0 0
14 -43
-14 43
-14 43
-14 43
-14 43
0
-79
79
79
79
79
0
-1.603
1.603
1.605
1.605
1.605
Overboekingen (saldoneutraal tussen beleidsmatige inspanningen) 1. Budgetafroming inkoop en facilitair Bibliotheek Bij de begroting 2010 zijn de budgetafromingen inkoop en facilitair niet ingedaald bij de bibliotheek. Deze stonden nog ‘geparkeerd’ bij Concernfinanciën. Bij de 1e bestuursrapportage 2011 en bij de begroting 2012 dalen deze afromingen alsnog in (€ 258). 2. Taakstelling bedrijfsvoering Bibliotheek Bij de begroting 2010 is de taakstelling bedrijfsvoering niet ingedaald bij de bibliotheek. Deze stonden nog ‘geparkeerd’ bij Concernfinanciën. Bij de begroting 2012 daalt deze taakstelling alsnog in (€ -329). De bibliotheek was vrijgesteld van de jaren 2010 en 2011. 3. Herfinanciering Servicedienst Zie beleidsmatige inspanning ‘Besluitvorming en ondersteuning College’ 4. Afroming budgetten Concerncertificering Zie beleidsmatige inspanning ‘Besluitvorming en ondersteuning Raad’ 5. Rijksbijdrage (IU) Bibliotheek Door het rijk is een Integratie Uitkering verstrekt aan de Bibliotheek van € 14. 6. Budgetafroming concerncertificering DKC In de meerjarenbegroting 2011–2013 van diensten en kostenplaatsen is een budget begroot voor de accountantskosten gebaseerd op de situatie dat de jaarrekening nog werd voorzien van een accountantsverklaring. Met ingang van 2010 is de certificering van de dienstjaarrekeningen vervallen, dit leidt tot een andere financieringswijze. De kosten voor de concerncertificering liggen vanaf 2011 bij de kostenplaats Concernfinanciën, hiervoor worden de budgetten van de verschillende diensten afgeroomd. 7. Budgetafroming inzake Servicedienst / DKC Ten einde onderling factureren tussen de diensten terug te dringen en daarmee tevens bij te dragen aan een efficiënter afstemmingsproces van vorderingen en schulden tussen de diensten, is besloten tot herfinanciering van de Servicedienst ter grootte van € 44 mln.
pagina 276 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
Topsport en vergroten deelname sport en recreatie
begroting 2012
raming 2013
raming 2014
raming 2015
baten
lasten
saldo
saldo
saldo
saldo
1. Budgetafroming budgetten concerncertificering
0
-153
153
153
153
153
2. Budgetafroming Servicedienst
0
-2.038
2.038
2.038
2.038
2.038
3. Correctie stelselwijziging afschrijving vastgoed
0
364
-364
-313
-261
-198
4. Rijksbijdrage (DU) Impuls brede scholen combinatiefuncties
0
45
-45
-45
-45
-45
5. Rijksbijdrage (DU) combinatiefuncties ( - baten)
-664
0
-664
-1.613
-1.613
-1.613
Totaal
-664
-1.782
1.118
220
272
335
Overboekingen (saldoneutraal tussen beleidsmatige inspanningen)
Overboekingen (saldoneutraal tussen beleidsmatige inspanningen) 1. Afroming budgetten Concerncertificering Zie beleidsmatige inspanning ‘Besluitvorming en ondersteuning Raad’ 2. Herfinanciering Servicedienst Zie beleidsmatige inspanning ‘Besluitvorming en ondersteuning College’ 3. Correctie stelselwijziging afschrijving vastgoed Eind 2009 heeft het college ingestemd met het voorstel om met ingang van 2010 annuïtair te gaan afschrijven op vastgoedobjecten in plaats van het lineaire stelsel. De financiële consequenties m.b.t. deze stelselwijziging (het verlagen van de begroting senr is aldus verwerkt. De afroming ad € 1,171 mln wordt gereserveerd ten behoeve van knelpunten kostprijsdekkende huren. Abusievelijk is er een onjuiste afroming gedaan. 4. Rijksbijdrage (DU) Impuls brede scholen combinatiefuncties Door het rijk is een Doel Uitkering impuls brede scholen combinatiefuncties verstrekt aan senr van € 45. 5. Rijksbijdrage (DU) combinatiefuncties Door het rijk is een Doel Uitkering combinatiefuncties verstrekt aan senr van € 664. Vanaf 2013 is dit € 1,613 mln.
Bijlagen | pagina 277
Beleidsveld 4: Veiligheid Wijkveiligheid
Overboekingen (saldoneutraal tussen beleidsmatige inspanningen) 1. Herijking begroting Handhaven wet en regelgeving 2. Herfinanciering Servicedienst 3. Afroming budgetten Concern certificering 4. Technische corr. producten Veiligheid 5. Taakstelling tbv BSD bij Veilig 6. Overheveling budget BSD/directie Veilig naar BSD/IZB (P-lasten Communicatie ICT en Adm. Totaal
baten
begroting 2012 lasten
saldo
raming 2013 saldo
raming 2014 saldo
raming 2015 saldo
4.870
15.453
-10.583
-10.583
-10.583
-10.583
0 0
-1.818 -49
1.818 49
1.818 49
1.818 49
1.818 49
91 0 0
-3.626 -900 -531
3.717 900 531
3.719 900 531
2.206 900 531
2.206 900 531
4.961
8.529
-3.568
-3.566
-5.079
-5.079
Overboekingen (saldoneutraal tussen beleidsmatige inspanningen) 1. Herijking begroting Handhaven wet- en regelgeving De herijking van de begroting van de producten Handhaven wet- en regelgeving en exploitatie en beheer parkeren is gebaseerd op het uitgavenpatroon van de afgelopen jaren. In feite is het een budgettair neutrale correctie op achterliggende jaren. De herijkte begroting geeft een reëler beeld van de kosten en opbrengsten op productniveau en per economische categorie. Dit is een noodzakelijke ingreep voor de interne financiële sturing en de verantwoording die moet worden afgelegd. Dit verloopt budgettair neutraal met de beleidsmatige inspanning Stedelijke Bereikbaarheid. 2. Herfinanciering Servicedienst Zie beleidsmatige inspanning ‘Besluitvorming en ondersteuning College’. 3. Afroming budgetten Concerncertificering Zie beleidsmatige inspanning ‘Besluitvorming en ondersteuning Raad’ 4. Technische corr. producten Veiligheid Medio 2010 is de eerste versie van de begroting van het voormalige product Veiligheid conform de nieuwe DIM structuur opgesteld, waarbij de begroting is verdeeld over in totaal 6 producten, inclusief Jeugdconsul. Sinds februari 2011 is de nieuwe organisatiestructuur van Directie Veiligheid formeel van kracht. Parallel aan deze reorganisatie zijn de taken op het gebied van Veiligheid definitief verdeeld over de producten en zijn bezuinigingstaakstellingen zoals op het budget van de stadsmariniers als aangegeven bij begroting 2010, de doorwerking van concernbrede taakstellingen en als bij overboeking 5 (gebiedgerichte veiligheid) staat aangegeven in de begroting verwerkt. Bovenstaande heeft verschuivingen van budgetten over de verschillende producten tot gevolg gehad. Momenteel zijn zowel de organisatie- als taakverdeling conform de nieuwe DIM productstructuur definitief. Dit zal de transparantie van de financiële rapportages in de toekomst ten goede komen. 5. Taakstelling tbv BSD bij Veilig Om tot een sluitende begroting begroting van de Bestuursdienst te komen, is de taakstelling zoals die in 2010 van toepassing was, meerjarig aan de kern directies van de bestuursdienst opgelegd. Dit leidt tot een herschikking binnen het product Ondersteuning Bestuurlijke Besluitvorming en een overheveling vanuit het product Gebiedsgerichte veiligheid naar het product Ondersteuning Bestuurlijke Besluitvorming. 6. Overheveling budget BSD/directie Veilig naar BSD/IZB (P-lasten Communicatie ICT en Adm. Naar aanleiding van de reorganisatie van de Directie Veiligheid worden twee taken (informatiemanagement en integriteitsbeleid) overgedragen van het product Gebiedsgerichte veiligheid overgedragen naar het product Ondersteuning Bestuurlijke Besluitvorming. Dit betreft een overheveling van taken binnen de Bestuursdienst.
pagina 278 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
Geweld en (jeugd-)overlast
Overboekingen (saldoneutraal tussen beleidsmatige inspanningen) 1. Technische correctie producten Veiligheid Totaal
baten
begroting 2012 lasten
saldo
raming 2013 saldo
raming 2014 saldo
raming 2015 saldo
-1.193
-3.835
-2.642
-2.648
-1.135
-1.135
-1.193
-3.835
-2.642
-2.648
-1.135
-1.135
1. Technische correctie producten Veiligheid Medio 2010 is de eerste versie van de begroting van het voormalige product Veiligheid conform de nieuwe DIM structuur opgesteld, waarbij de begroting is verdeeld over in totaal 6 producten, inclusief Jeugdconsul. Sinds februari 2011 is de nieuwe organisatiestructuur van Directie Veiligheid formeel van kracht. Parallel aan deze reorganisatie zijn de taken op het gebied van Veiligheid definitief verdeeld over de producten en zijn bezuinigingstaakstellingen zoals op het budget van de stadsmariniers als aangegeven bij begroting 2010, de doorwerking van concernbrede taakstellingen en als bij overboeking 5 (gebiedgerichte veiligheid) staat aangegeven in de begroting verwerkt. Bovenstaande heeft verschuivingen van budgetten over de verschillende producten tot gevolg gehad. Momenteel zijn zowel de organisatieals taakverdeling conform de nieuwe DIM productstructuur definitief. Dit zal de transparantie van de financiële rapportages in de toekomst ten goede komen. Ter verduidelijking de producten Gebiedsgerichte veiligheid, Bestrijden geweld en overlast, Handhaven openbare orde en Regie en coördinatie maatschappelijke integriteit , vormen gezamenlijk de begroting van het derde Vijfjarenactieprogramma Veiligheid. Crisisbeheersing en handhaven openbare orde Overboekingen (saldoneutraal tussen beleidsmatige inspanningen) 1. Technische correctie producten Veiligheid 2. Taakstelling Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Rotterdam Totaal
baten
begroting 2012 lasten
0
0
saldo
raming 2013 saldo
raming 2014 saldo
raming 2015 saldo
1.075
-1.075
-1.071
-1.071
-1.071
-1.200
1.200
1.600
2.000
2.000
-125
125
529
929
929
1. Technische correctie producten Veiligheid Medio 2010 is de eerste versie van de begroting van het voormalige product Veiligheid conform de nieuwe DIM structuur opgesteld, waarbij de begroting is verdeeld over in totaal 6 producten, inclusief Jeugdconsul. Sinds februari 2011 is de nieuwe organisatiestructuur van Directie Veiligheid formeel van kracht. Parallel aan deze reorganisatie zijn de taken op het gebied van Veiligheid definitief verdeeld over de producten en zijn bezuinigingstaakstellingen in de begroting verwerkt. De bezuinigingen richten zich met name op het sterk terugdringen van de kosten communicatie, een sterk gereduceerd programma ISPR, € 200 bezuiniging op Veilig Ondernemen en het beperken van de budgetten van de StadsmariniersBovenstaande heeft verschuivingen van budgetten over de verschillende producten tot gevolg gehad. Momenteel zijn zowel de organisatie- als taakverdeling conform de nieuwe DIM productstructuur definitief. Dit zal de transparantie van de financiële rapportages in de toekomst ten goede komen. 2. Taakstelling Gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Rotterdam De taakstelling op de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Rotterdam (VRR) van 3% in 2012, 4% in 2013 en 5% met ingang van 2015 wordt niet aan de VRR opgelegd. Financiële middelen vloeien naar de algemene middelen. Bijbehorende taakstelling wordt opgevangen binnen het product Crisisbeheersing en brandweerzorg, onderdeel Sociale Veiligheid Openbaar Vervoer. Om de financiële consequenties van de taakstelling ongedaan te maken worden de middelen opgevangen binnen beleidsmatige inspanning. Momenteel wordt in opdracht van het algemeen bestuur van de VRR een efficiency-onderzoek naar de bedrijfsvoering van de VRR uitgevoerd. Eind 2011 is bekend welke effecten de uitkomsten van dit onderzoek zullen hebben op de VRR begroting voor 2013.
Bijlagen | pagina 279
Beleidsveld 5: Onderwijs Leer- en schoolprestaties
begroting 2012
raming 2013
raming 2014
raming 2015
baten
lasten
saldo
saldo
saldo
saldo
-700
-700
0
0
0
0
1. Budgetafroming inzake Servicedienst / JOS
0
-921
921
921
921
921
2. Budgetneutrale correctie mentoring
0
59
-59
-59
-59
-59
3. Toevoeging kapitaallasten uit het IFR aan het product OHV
0
1.250
-1.250
-1.250
-1.250
-1.250
-700
-312
-388
-388
-388
-388
Technische mutaties (saldoneutraal binnen beleidsmatige inspanning) 1. Budgetneutrale correctie OHV Overboekingen (saldoneutraal tussen beleidsmatige inspanningen)
Totaal
Technische mutaties (saldoneutraal binnen beleidsmatige inspanning) 1. Budgetneutrale correctie OHV Vanaf 2010 worden de nutscontracten voor gemeentelijke schoolgebouwen overgezet naar de schoolbesturen. Voorheen betaalde JOS deze kosten, die vervolgens werden verhaald op de schoolbesturen. De nieuwe werkwijze zorgt per 2012 voor € 300 lagere baten en lasten. Daarnaast zullen door de overdracht van directe verhuurpanden aan het OBR de verhuuropbrengsten met € 400 dalen. Tegenover deze lagere baten staan € 400 lagere huurlasten omdat deze panden niet meer worden gehuurd. Dit betekent dat in de meerjarenbegroting de baten en lasten in het product onderwijshuisvesting met € 700 mln naar beneden kunnen worden bijgesteld. Overboekingen (saldoneutraal tussen beleidsmatige inspanningen) 1. Budgetafroming Servicedienst - JOS Ten einde onderling factureren tussen de diensten terug te dringen en daarmee tevens bij te dragen aan een efficiënter afstemmingsproces van vorderingen en schulden tussen de diensten, is besloten tot herfinanciering van de Servicedienst ter grootte van € 44 mln. Dit betekent een herverdeling van budgetten voor de diensten. Het bedrag wordt bij de andere diensten afgeroomd waardoor de Servicedienst dit bedrag niet meer bij de diensten in rekening hoeft te brengen. 2. Budgetneutrale correctie mentoring Dit betreft een verschuiving van de beleidsmatige inspanning participatie jeugd ( - € 59) naar de beleidsmatige inspanning leer- en schoolprestaties (€ 59) 3. Toevoeging kapitaallasten uit het IFR aan het product OHV Vanuit het Investeringsfonds Rotterdam (IFR) wordt een structureel bedrag van € 1,25 mln per jaar toegevoegd aan de meerjarenbegroting van het product onderwijshuisvesting. Deze bijdrage is bedoeld ter dekking van de kapitaallasten van nieuwe bouwprojecten. Deze kosten worden na oplevering van de projecten aan de dienst JOS in rekening gebracht door het OBR in de huurnota.
pagina 280 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
Beleidsveld 6.
Volksgezondheid en zorg
Volksgezondheid
Overboekingen (saldoneutraal tussen beleidsmatige inspanningen) 1. Afroming budgetten Concern certificering 2. Herfinanciering Servicedienst 3. Budgetneutrale correctie tussen de beleidsmatige inspanningen van het beleidsveld volksgezondheid en zorg Totaal
baten
begroting 2012 lasten
saldo
raming 2013 saldo
raming 2014 saldo
raming 2015 saldo
0
-22
22
22
22
22
0 834
-701 430
701 404
701 404
701 404
701 404
834
-293
1.127
1.127
1.127
1.127
Overboekingen (saldoneutraal tussen beleidsmatige inspanningen) 1. Afroming budgetten Concerncertificering Zie beleidsmatige inspanning ‘Besluitvorming en ondersteuning Raad’. 2. Herfinanciering Servicedienst Zie beleidsmatige inspanning ‘Besluitvorming en ondersteuning College’. 3.
Budgetneutrale correctie tussen de beleidsmatige inspanningen van het beleidsveld volksgezondheid en zorg.
Jeugdgezondheidszorg en opvoeding
Overboekingen (saldoneutraal tussen beleidsmatige inspanningen) 1. Rijksbijdrage versterking toezicht en handhaving kwaliteit gastouderopvang 2. Afroming budgetten Concern certificering 3. Herfinanciering Servicedienst 4. Jeugdconsul 5. Budgetneutrale correctie binnen het beleidsveld volksgezondheid en zorg Totaal
baten
begroting 2012 lasten
saldo
raming 2013 saldo
raming 2014 saldo
raming 2015 saldo
0
18
-18
-18
-18
-18
0
-44
44
44
44
44
0 0 86
-501 204 2.117
501 -204 -2.031
501 -204 -2.031
501
501
-2.031
-2.031
86
1.794
-1.708
-1.708
-1.504
-1.504
Overboekingen (saldoneutraal tussen beleidsmatige inspanningen) 1. Rijksbijdrage versterking toezicht en handhaving kwaliteit gastouderopvang Vanaf 2012 ontvangt de GGD een rijksbijdrage voor gastouderopvang via het gemeentefonds van € 18 per jaar. 2. Afroming budgetten Concerncertificering Zie beleidsmatige inspanning ‘Besluitvorming en ondersteuning Raad’. 3. Herfinanciering Servicedienst Zie beleidsmatige inspanning ‘Besluitvorming en ondersteuning College’. 4. Jeugdconsul Bij de beleidsmatige inspanning besluitvorming en advisering college en de beleidsmatige inspanning wijkveiligheid worden de lasten met € 100 verlaagd. Het budget ad € 200 is overgeheveld naar de beleidsmatige inspanning jeugdgezondheidszorg en opvoeding. 5. Budgetneutrale correctie tussen de beleidsmatige inspanningen in het beleidsveld volksgezondheid en zorg.
Bijlagen | pagina 281
Kwetsbare personen en huiselijk geweld Overboekingen (saldoneutraal tussen beleidsmatige inspanningen) 1. Budgetafroming concerncertificering GGD 2. Budgetafroming Servicedienst – GGD 3. Rijksbijdrage vrouwenopvang (DU) 4. Rijksbijdrage maatschappelijke opvang en OGGz (DU) 5. Budgetneutrale overheveling Clean Team van SZW naar GGD 6. Budgetneutrale correctie binnen het beleidsveld volksgezondheid en zorg 7. Nagekomen budgetneutrale correctie binnen het beleidsveld volksgezondheid en zorg Totaal
baten
begroting 2012 lasten
saldo
raming 2013 saldo
raming 2014 saldo
raming 2015 saldo
0
-78
78
78
78
78
0
-621
621
621
621
621
-5.066 -19.245
118 17.602
-5.184 -36.847
-5.171 -36.724
-5.171 -36.724
-5.171 -36.724
120
-120
-120
-120
-120
-1.591
-3.218
1.627
1.627
1.627
1.627
0
0
0
0
-11
-51
-25.902
13.923
-39.825
-39.689
-39.700
-39.740
Overboekingen (saldoneutraal tussen beleidsmatige inspanningen) 1. Afroming budgetten Concerncertificering Zie beleidsmatige inspanning ‘Besluitvorming en ondersteuning Raad’. 2. Herfinanciering Servicedienst Zie beleidsmatige inspanning ‘Besluitvorming en ondersteuning College’. 3. Rijksbijdrage vrouwenopvang (DU) In 2012 ontvangt de GGD een doeluitkering (DU) vrouwenopvang via het gemeentefonds van € 5,184 mln per jaar. Vanaf 2013 bedraagt deze € 5,171 mln per jaar. 4. Rijksbijdrage maatschappelijke opvang en OGGz (DU) Vanaf 2012 ontvangt de GGD een doeluitkering (DU) maatschappelijke opvang en OGGz via het gemeentefonds van ruim € 36 mln per jaar. 5. Budgetneutrale overheveling Clean Team van SZW naar GGD. 6. Budgetneutrale correctie tussen de beleidsmatige inspanningen in het beleidsveld volksgezondheid en zorg. 7. Nagekomen budgetneutrale correctie tussen de beleidsmatige inspanningen in het beleidsveld volksgezondheid en zorg.
pagina 282 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
Beleidsveld 7: Participatie Arbeidsparticipatie
Overboekingen (saldoneutraal tussen beleidsmatige inspanningen) 1. Afroming budgetten concern certificering 2. Afroming overhead Servicedienst 3. Verschuivingen Roteb 4. Correctie Rozenburg (verschuiving binnen producten SoZaWe) 5. Budgetoverheveling Taalplein 2012 6. Budgetoverheveling Taalcursussen JOS 2011 7. Mutatie Gemeentefonds Keten samenwerking 8. ID/WIW Overboekingen (saldoneutraal binnen beleidsmatige inspanningen) 1. DB&W (SoZaWe) 2. DB&W (Roteb) 3. Rijksbijdrage WSW 4. Participatiefonds - lager budget 5. Inkomen Totaal
baten
begroting 2012 lasten
saldo
raming 2013 saldo
raming 2014 saldo
raming 2015 saldo
0
-571
571
571
571
571
0 -7.868 0
-6.902 -5.645 4
6.902 -2.223 -4
6.902 -2.134 -4
6.902 -2.134 -4
6.902 0 -4
0 0
1.028 160
-1.028 -160
0 -160
0 -160
0 -160
0
-204
204
204
204
204
-5.000
0
-5.000
-5.000
-5.000
-5.000
-11.894 11.894 -4.593 -53.994 -488 -71.943
-11.894 11.894 -4.593 -53.994 -488 -71.205
0 0 0 0 0 -738
0 0 0 0 0 379
0 0 0 0 0 379
0 0 0 0 0 2.513
1. Afroming budgetten Concerncertificering Zie beleidsmatige inspanning ‘Besluitvorming en ondersteuning Raad’. 2. Herfinanciering Servicedienst Zie beleidsmatige inspanning ‘Besluitvorming en ondersteuning College’. 3. Verschuivingen Roteb De technische verschuivingen hebben met name betrekking op het toepassen van een andere verdeelsleutel bij de begroting 2012 ten opzichte van de begroting 2011 dit is saldoneutraal tussen de beleidsmatige inspanning Schoon en de beleidsmatige inspanning Arbeidsparticipatie 4. Correctie Rozenburg (verschuiving binnen producten SoZaWe) De aanpassing van de baten en lasten ten gevolge van de overkomst van de gemeente Rozenburg wordt hier gecorrigeerd. Dit is gemeentebreed saldoneutraal. Zie ook beleidsmatige inspanning Maatschappelijke participatie 5. Budgetoverheveling Taalplein 2012 De kosten van de afwikkeling van inburgeringstrajecten worden met ingang van 2011 hier verantwoord. Dit is het zogeheten Taalplein, voorheen onderdeel van het Centraal Inburgeringsloket (CIL). Daarom is er een incidentele budgetoverheveling van € 1.028 van de beleidsmatige inspanning Maatschappelijke participatie naar deze beleidsmatige inspanning. Dit is gemeentebreed saldoneutraal. 6. Doorwerking overdracht Taalcursussen JOS 2011 De kosten van de afwikkeling van de taalovereenkomsten met de Regionale Opleidingscentra (ROC’s) worden met ingang van 2011 hier verantwoord. Daarom is er een structurele overheveling van € 160 van de beleidsmatige inspanning Maatschappelijke participatie,naar deze beleidsmatige inspanning. Dit is gemeentebreed saldoneutraal 7. Mutatie Gemeentefonds Ketensamenwerking Er is een structurele en oplopende uitname uit het gemeentefonds. Het kabinet benadrukt hiermee het belang om de effectiviteit en inrichting van de keten te verbeteren om op die manier meer mensen van het werk te krijgen. Van CWI, UWV en gemeenten wordt verwacht dat zij hun werkzaamheden op elkaar afstemmen. De middelen worden -weer- toegevoegd aan het WWB-werkbudget. De kosten van SoZaWe zijn niet declarabele kosten voor het WWB-werkdeel. Dit is de uitwerking daarvan.
Bijlagen | pagina 283
8. ID/WIW Er is sprake van wegvallende rijksinkomsten voor de ID/WIW. Deze worden gecompenseerd door de tariefsverhoging van de Afvalstoffenheffing. Deze tariefsverhoging is opgenomen in de beleidsmatige inspanning Schoon. Daarmee is deze 5 mln budgettair neutraal. Overboekingen (saldoneutraal binnen beleidsmatige inspanningen) 1/2. Detacheren en Begeleid Werken (D&BW) Dit betreft de financiële mutatie van de taakoverdracht (en bijbehoredne formatie) voor de uitvoering van detacheren en begeleid werken van de dienst SoZaWe naar de Roteb. 3. Rijksbijdrage WSW Dit betreft een mutatie (korting) in het Gemeentefonds die wordt doorbelast aan het product WSW. 4. Participatiefonds Dit betreft de verwerking van de korting op het participatiebudget. Zie ook bij knelpunten ad 3. 5. Inkomen Dit betreft een administratieve correctie op het product Inkomensverstrekking. Maatschappelijke participatie
Technische mutaties (saldoneutraal binnen beleidsmatige inspanning) 1. Budgetoverheveling Rozenburg 2. Budgetneutrale correctie Taalpleinen 3. Taalpleinen Overboekingen (saldoneutraal tussen beleidsmatige inspanningen) 1. Overheveling budget taaltrajecten 2. Rijksbijdrage DU uitvoeringskosten inburgering 3. Herfinanciering Servicedienst 4. Jeugd cultuurfonds 5. Budgetoverheveling Taalplein 2012 6. Budgetoverheveling Cleanteam 7. Gemeentefonds Maatschappelijke stages 8. Rozenburg Totaal
baten
begroting 2012 lasten
raming 2013 saldo
raming 2014 saldo
Raming 2015 saldo
saldo
0 0 2.247
-280 -2.746 2.247
280 2.746 0
280
280
280
0
0
0
0 0
-160 -1.233
160 1.233
160 1.233
160 1.233
160 1.233
0 0 0 0 0
-200 100 1.718 -120 -184
200 -100 -1.718 120 184
200 -100
200 -100
200 -100
120 184
120 184
120 184
0 2.247
-49 -907
49 3.154
49 2.126
49 2.126
49 2.126
Technische mutaties (saldoneutraal binnen beleidsmatige inspanning) 1. Budgetoverheveling Rozenburg Voor de uitvoering van de ceremonie verkrijgen Nederlanderschap hevelen wij structureel € 1 over naar de beleidsmatige inspanning Dienstverlening. Bij de deelgemeente Rozenburg zijn taken voor ( € 0,279 mln Careyn ouderenvoorziening. Hiertoe hevelen wij structureel € 279 over naar de beleidsmatige inspanning Bestuurlijke samenwerking . Gemeentebreed is dit saldoneutraal. 2. Budgetneutrale correctie Taalpleinen (CIL) van JOS naar SZW 2012 3. Taalpleinen Tot 2011 liep de financiering van het Taalplein op basis van facturering aan de dienst JOS, regiehouder van het product Inburgering. In 2011 is het budget voor 2011 overgeheveld naar de dienst SoZaWe. Middels deze mutatie wordt de wijze van financiering, facturering ongedaan gemaakt door de baten en lasten evenredig te verlagen.
pagina 284 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
Overboekingen (saldoneutraal tussen beleidsmatige inspanningen) 1. Overheveling budget taaltrajecten Met ingang van 2012 wordt het budget taaltrajecten (Participatiebudget) overgeheveld van de beleidsmatige inspanning maatschappelijke participatie naar arbeidsparticipatie. 2. Rijksbijdrage DU uitvoeringskosten inburgering De doeluitkering voor de uitvoeringskosten inburgering wordt vanaf 2012 met € 1,233 mln per jaar verlaagd. 3. Herfinanciering Servicedienst Zie beleidsmatige inspanning ‘Besluitvorming en ondersteuning College’. 4. Doorwerking mutatie Jeugdcultuurfonds In verband met hogere kosten van het Jeugdcultuurfonds hevelen wij € 100 over van de beleidsmatige inspanning Armoedebestrijding naar deze beleidsmatige inspanning. Wij verhogen het lastenbudget hier structureel met € 100. 5. Budgetoverheveling Taalplein De kosten van de afwikkeling van inburgeringstrajecten worden met ingang van 2011 hier verantwoord. Dit is het zogeheten Taalplein, voorheen onderdeel van het Centraal Inburgeringsloket (CIL). Daarom is er een incidentele budgetoverheveling van € 1.718 binnen deze beleidsmatige inspanning. Dit is gemeentebreed saldoneutraal. 6. Budgetoverheveling Cleanteam De verantwoordelijkheden rondom het schoonmaken van vervuilde woningen worden geconcentreerd bij de dienst SoZaWe. Daarom wordt structureel € 120 lastenbudget overgeheveld van de beleidsmatige inspanning Volksgezondheid en zorg naar deze beleidsmatige inspanning. 7. Mutatie Gemeentefonds Maatschappelijke stages Het rijk heeft middelen beschikbaar gesteld voor maatschappelijke stages. Hiertoe hogen wij structureel het lastenbudget met € 184 op. Dit is gemeentebreed saldoneutraal. 8. Rozenburg De aanpassing van de baten en lasten ten gevolge van de overkomst van de gemeente Rozenburg wordt hier gecorrigeerd. Dit is gemeentebreed saldoneutraal. Zie ook beleidsmatige inspanning Arbeidsparticipatie. Participatie jeugd
Technische mutaties (saldoneutraal binnen beleidsmatige inspanning) 1. Budgetneutrale correctie beleidsmatige inspanning participatie jeugd Overboekingen (saldoneutraal tussen beleidsmatige inspanningen) 1. Budgetneutrale correctie mentoring 2. Herfinanciering Servicedienst 3. Afroming budgetten Concern certificering Totaal
baten
begroting 2012 lasten
saldo
raming 2013 saldo
raming 2014 saldo
raming 2015 saldo
2.727
2.727
0
0
0
0
0 0 0
-59 -218 -179
59 218 179
59 218 179
59 218 179
59 218 179
2.727
2.271
456
456
456
456
Technische mutaties (saldoneutraal binnen beleidsmatige inspanning) 1. Budgetneutrale correctie beleidsmatige inspanning participatie jeugd In 2012 en 2013 komt een deel van de dekking van de uitvoeringskosten van het Jongerenloket ten laste van de rijksmiddelen Participatiebudget (declaratie aan SZW). De baten en lasten binnen het product begeleiding Jeugd naar onderwijs en/of arbeidsmarkt worden hiertoe in 2012 en 2013 verhoogd. Overboekingen (saldoneutraal tussen beleidsmatige inspanningen) 1. Budgetneutrale correctie mentoring Dit betreft een verschuiving van de beleidsmatige inspanning participatie jeugd ( - € 59) naar de beleidsmatige inspanning leer- en schoolprestaties (€ 59) Bijlagen | pagina 285
2. Herfinanciering Servicedienst Zie beleidsmatige inspanning ‘Besluitvorming en ondersteuning College’. 3. Afroming budgetten Concerncertificering Zie beleidsmatige inspanning ‘Besluitvorming en ondersteuning Raad’. Armoedebestrijding
Overboekingen (saldoneutraal binnen beleidsmatige inspanningen) 1. Aanpassing lagere baten en lasten 2012 product SDV Overboekingen (saldoneutraal tussen beleidsmatige inspanningen) 1. Jeugdcultuurfonds 2. Kwijtschelding 3. Correctie Rozenburg 4. Mutatie Gemeentefonds 2012 normering lokaal inkomensbeleid 5. Mutatie Gemeentefonds schuldhulp verlening Totaal
baten
begroting 2012 lasten
saldo
raming 2013 saldo
raming 2014 saldo
raming 2015 saldo
-574
-574
0
0
0
0
0 0 0 0
-100 322 45 -4.275
100 -322 -45 4.275
100 -322 -45 4.275
100 -322 -45 4.275
100 -322 -45 4.275
0
-1.747
1.747
1.747
1.747
1.747
-574
-6.329
5.755
5.755
5.755
5.755
Overboekingen (saldoneutraal binnen beleidsmatige inspanningen) 1. Aanpassing lagere baten en lasten 2012 product SDV Bij het product Schulddienstverlening is sprake van structureel € 574 lagere baten Dit is het gevolg van onder andere lagere renteontvangsten. Hiertegenover staan lagere lasten. Dit leidt tot een structurele verlaging van zowel het baten- als het lastenbudget met € 574. Overboekingen (saldoneutraal tussen beleidsmatige inspanningen) 1. Jeugdcultuurfonds en Armoedebeleid 2011 Omdat de het onderdeel Jeugdcultuurfonds overgeheveld is naar de beleidsmatige inspanning Maatschappelijke participatie) wordt het lastenbudget hier structureel met € 100 verlaagd. 2. Kwijtschelding Er vindt een verschuiving plaats tussen de beleidsmatige inspanningen Armoedebestrijding (product Kwijtschelding) en Belastingen (product Belastingheffing) Dit wordt veroorzaakt door een wijziging in de toerekening van kosten van kwijtschelding. Hiertoe verlagen wij de lasten structureel met € 322. 3. Correcties Rozenburg Met de overgang van de gemeente Rozenburg naar de gemeente Rotterdam zijn budgetten overgeheveld. Deze worden hier intern overgeboekt. Dit leidt tot een verschuiving van lasten tussen de beleidsmatige inspanning Armoedebestrijding (product Schulddienstverlening € 45 structureel hogere lasten) en Maatschappelijke participatie (product Specifieke doelgroepen € 49 structureel lagere lasten) en Arbeidsparticipatie (product Reintegratietrajecten € 4 structureel hogere lasten) Daarnaast is er een verschuiving tussen de beleidsmatige inspanning Armoedebestrijding (product Specifieke doelgroepen € 280 structureel lagere lasten) en de beleidsmatige inspanning Dienstverlening (product Publieksdiensten € 1 structureel hogere lasten in verband met kosten ceremonie Nederlanderschap) en de beleidsmatige inspanning Bestuurlijke samenwerking (product Uitkering deelgemeentefonds € 279 structureel lagere lasten vanwege bij de deelgemeente Rozenburg achtergebleven taken voor de Careyn ouderenvoorziening). 4/5. Mutaties Gemeentefonds Door normering van het lokaal inkomensbeleid verlagen wij de lastenbudgetten voor bijzondere bijstand structureel met € 4.275 en schuldhulpverlening met structureel € 1.747. Dit is gemeentebreed saldoneutraal.
pagina 286 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
Beleidsveld 8: Ruimtelijke ontwikkeling en wonen Ruimtelijke ordening en gebiedsontwikkeling Technische mutaties (saldoneutraal binnen beleidsmatige inspanning) 1. Actualisatie begroting 2. Bomen 3. Buitenruimte binnenstad 4. Bijstelling Inrichten openbare ruimte 5. Groenvoorziening Vreewijk 6. Overdracht duurzaam 7. Inschatting O&F Projecten Overboekingen (saldoneutraal tussen beleidsmatige inspanningen) 1. Actualisatie begrotingsopbouw 2. Herfinanciering Servicedienst 3. Afroming budgetten Concern certificering 4. Overdracht Rotterdam Info 5. Spoor- en Provenierssingel 6. Aandachtswijken Totaal
baten
begroting 2012 lasten
-4.052 2.000 20.504 4.024 555 2.065 5.488
38.173
3.700 72.457
saldo
raming 2013 saldo
raming 2014 saldo
raming 2015 saldo
-4.052 2.000 20.504 4.024 555 2.065 5.488
0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0
40.266 -5.997 -364
-2.093 5.997 364
-2.104 5.997 364
-3.278 5.997 364
-3.279 5.997 364
-581 -1.300 95 62.703
581 5.000 -95 9.754
581 1.200 0 6.038
581
581
0 3.664
0 3.663
Overboekingen (saldoneutraal binnen beleidsmatige inspanningen) 1. Actualisatie begroting Deze wijziging betreft een aanpassing van baten en lasten naar actuele inzichten binnen de beleidsmatige inspanning. 2. Bomen In 2012 wordt € 2 mln gereserveerd in het Investeringsfonds Rotterdam (IFR) voor Bomen, deze middelen worden gedeclareerd bij het IFR. 3. Buitenruimte binnenstad Voor Buitenruimte binnenstad zijn middelen gereserveerd in het Investeringsfonds Rotterdam (IFR), voor 2012 wordt begroot dat hiervan € 20,4 mln zal worden gedeclareerd. 4. Inrichten openbare ruimte In de begroting ‘Inrichten openbare ruimte’ vinden tal van projecten plaats, de verwachtingen over de baten en lasten zijn in de begroting verwerkt. 5. Groenvoorziening Vreewijk Bij Beheer Algemene Middelen zijn middelen gereserveerd uit het Gemeentefonds die worden ingezet voor de groenaanleg in Vreewijk. Voor 2012 zullen deze middelen worden uitgegeven en gedeclareerd. 6. Overdracht duurzaam Het gaat om een overheveling van personele kosten bij de beleidsmatige inspanning Milieu en Duurzaamheid. 7. Inschatting Organisatie&Financiën Projecten Het gaat hier om een inschatting van het verloop van projecten die gefinancierd worden met overige financiering. Overboekingen (saldoneutraal tussen beleidsmatige inspanningen) 1. Actualisatie begroting Stadsontwikkeling De organisatorische aanpassingen Stadsontwikkeling hebben ook consequenties voor de baten en lasten per product. Per saldo zijn de wijzigingen budgettair neutraal met de beleidsmatige inspanningen Wonen, Vastgoed en Stedelijke bereikbaarheid.
Bijlagen | pagina 287
2. Herfinanciering Servicedienst Zie beleidsmatige inspanning ‘Besluitvorming en ondersteuning College’. 3. Afroming budgetten Concerncertificering Zie beleidsmatige inspanning ‘Besluitvorming en ondersteuning Raad’. 4. Overdracht Rotterdam Info Bij de vorming van Stadsontwikkeling is het budget voor Rotterdam Info verschoven van de beleidsmatige inspanningen Ruimtelijke ordeningen en gebiedsontwikkeling en Wonen naar de beleidsmatige inspanning Economische structuur en vestigingsklimaat. 5. Spoor- en Provenierssingel In de begroting is € 5 mln. en € 1,2 mln voor de jaren 2012 en 2013 aan de lastenkant opgenomen. Echter, doordat deze kosten nu gedeclareerd dienen te worden bij het Investeringsfonds Rotterdam worden deze baten ook aan de batenkant worden doorgevoerd, dit is budgettair neutraal met de beleidsmatige inspanning Beheer Algemene Middelen. Daarnaast is het totale beschikbare budget voor Spoor- en Provenierssingel met € 1,8 mln. verlaagd, dit leidt tevens tot een andere verdeling over de jaren. 6. Extra budget Herbestemming en herontwikkeling aandachtswijken In het gemeentefonds zijn hiervoor extra middelen ter beschikking gesteld. Deze wijziging is budgettair neutraal met de beleidsmatige inspanning Beheer Algemene Middelen. Wonen
Technische mutaties (saldoneutraal binnen beleidsmatige inspanning) 1. Actualisatie begroting 2. Pact op Zuid 3. Bestaande voorraad Overboekingen (saldoneutraal tussen beleidsmatige inspanningen) 1. Actualisatie begroting 2. Herfinanciering Servicedienst 3. Afroming budgetten Concern certificering 4. ISV3 Doeluitkering Gemeentefonds 5. Overdracht Rotterdam Info Totaal
baten
begroting 2012 lasten
saldo
raming 2013 saldo
raming 2014 saldo
raming 2015 saldo
-5.261 13.427 3.000
-5.261 13.427 3.000
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
2.168 0 0
1.591 -1.322 -173
577 1.322 173
584 1.322 173
1.518 1.322 173
1.518 1.322 173
0 0 13.334
100 -178 11.184
-100 178 2.150
0 178 2.257
0 178 3.191
27.443 178 30.634
Technische mutaties (saldoneutraal binnen beleidsmatige inspanning): 1. Actualisatie begroting: het gaat om aanpassing van baten en lasten naar actuele inzichten binnen de beleidsmatige inspanning. 2. Pact op Zuid De begrote middelen voor Pact op Zuid worden gedeclareerd bij het Investerings Fonds Rotterdam (IFR) en zijn daarom verwerkt bij de baten en de lasten. 3. Bestaande voorraad De begrote middelen voor 2012 voor de Bestaande Voorraad worden gedeclareerd bij het Investerings Fonds Rotterdam (IFR) en zijn daarom verwerkt bij de baten en de lasten. Overboekingen (saldoneutraal tussen beleidsmatige inspanningen) 1. Actualisatie begroting De organisatorische aanpassingen Stadsontwikkeling hebben ook consequenties voor de baten en lasten per product. Per saldo zijn de wijzigingen budgettair neutraal met de beleidsmatige inspanningen Ruimtelijke ordening en gebiedsontwikkeling en Stedelijke bereikbaarheid.
pagina 288 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
2. Herfinanciering Servicedienst Zie beleidsmatige inspanning ‘Besluitvorming en ondersteuning College’. 3. Afroming budgetten Concerncertificering Zie beleidsmatige inspanning ‘Besluitvorming en ondersteuning Raad’. 4. ISV3 Doeluitkering Gemeentefonds Voor 2012 is sprake van een kleine verhoging van het budget maar met ingang van 2015 komt de rijksbijdrage ISV3 te vervallen. De wijziging is budgettair neutraal met de beleidsmatige inspanning Beheer Algemene Middelen. 5. Overdracht Rotterdam Info Bij de vorming van Stadsontwikkeling is het budget voor Rotterdam Info verschoven van de beleidsmatige inspanningen Ruimtelijke ordeningen en gebiedsontwikkeling en Wonen naar de beleidsmatige inspanning Economische structuur en vestigingsklimaat. Vastgoed
Technische mutaties (saldoneutraal binnen beleidsmatige inspanning) 1. Actualisatie begroting Overboekingen (saldoneutraal tussen beleidsmatige inspanningen) 1. Herfinanciering Servicedienst 2. Afroming budgetten Concern certificering Totaal
baten
begroting 2012 lasten
saldo
raming 2013 saldo
raming 2014 saldo
raming 2015 saldo
18.714
18.744
-30
-32
-32
-32
0 0
-582 -129
582 129
582 129
582 129
582 129
18.714
18.033
681
679
679
679
Technische mutaties (saldoneutraal binnen beleidsmatige inspanning): 1. Actualisatie begroting De baten (en lasten) stijgen met ca. € 18 mln ten opzichte van de eerdere begroting jaarschijf 2012 met name doordat meerdere objecten in exploitatie zijn genomen, die eerder nog niet in de begroting jaarschijf 2012 waren opgenomen. Voorbeelden zijn de Museumparkgarage, Ahoy, verschillende schoolgebouwen en de van S&R overgenomen Voetbal Visie Vitaal velden. Overboekingen (saldoneutraal tussen beleidsmatige inspanningen): 1. Herfinanciering Servicedienst Zie beleidsmatige inspanning ‘Besluitvorming en ondersteuning College’. 2. Afroming budgetten Concerncertificering Zie beleidsmatige inspanning ‘Besluitvorming en ondersteuning Raad’.
Bijlagen | pagina 289
Beleidsveld 9: Verkeer en vervoer Stedelijke Bereikbaarheid
Overboekingen (saldoneutraal tussen beleidsmatige inspanningen) 1. Herfinanciering Servicedienst 2. Afroming budgetten Concern certificering 3. Overdracht Rotterdam Info 4. Actualisatie begroting Stadstoezicht 5. Actualisatie begroting Stadsontwikkeling Totaal
baten
begroting 2012 lasten
saldo
raming 2013 saldo
raming 2014 saldo
raming 2015 saldo
0 0
-951 -63
951 63
951 63
951 63
951 63
0 21.158 3.970
-47 10.575 2.107
47 10.583 1.863
47 10.583 1.867
47 10.583 2.107
47 10.583 2.107
25.128
11.621
13.507
13.511
13.751
13.751
1. Herfinanciering Servicedienst Zie beleidsmatige inspanning ‘Besluitvorming en ondersteuning College’. 2. Afroming budgetten Concerncertificering Zie beleidsmatige inspanning ‘Besluitvorming en ondersteuning Raad’. 3. Overdracht Rotterdam Info Bij de vorming van Stadsontwikkeling is het budget voor Rotterdam Info verschoven van de beleidsmatige inspanningen Ruimtelijke ordeningen en gebiedsontwikkeling en Wonen naar de beleidsmatige inspanning Economische structuur en vestigingsklimaat. 4. Actualisatie begroting Stadstoezicht De actualisatie van de begroting van de producten Handhaven wet- en regelgeving en exploitatie en beheer parkeren is gebaseerd op het uitgavenpatroon van de afgelopen jaren. In feite is het een budgettair neutrale correctie op achterliggende jaren. De herijkte begroting geeft een reëler beeld van de kosten en opbrengsten op productniveau en per economische categorie. Dit is een noodzakelijke ingreep voor de interne financiële sturing en de verantwoording die moet worden afgelegd. Dit verloopt budgettair neutraal met de beleidsmatige inspanning Wijkveiligheid. 5. Actualisatie begroting Stadsontwikkeling De organisatorische aanpassingen Stadsontwikkeling hebben ook consequenties voor de baten en lasten per product. Per saldo zijn de wijzigingen budgettair neutraal met de beleidsmatige inspanningen Ruimtelijke ordening en gebiedsontwikkeling en Stedelijke bereikbaarheid. Duurzame mobiliteit en verkeersveilige stad Technische mutaties (saldoneutraal binnen beleidsmatige inspanning) 1. Opdrachten stadsregio Totaal
baten
begroting 2012 lasten
-5.260 -5.260
-5.260 -5.260
saldo
raming 2013 saldo
raming 2014 saldo
raming 2015 saldo
0 0
0 0
0 0
0 0
Technische mutaties (saldoneutraal binnen beleidsmatige inspanning) 1. Opdrachten stadsregio De opdrachten van de Stadsregio ten behoeve van railinfra en fietsprojecten, zijn door verschillende oorzaken (wijziging politieke verhouding Ridderkerk bij de Ridderkerklijn, vertragingen in de besluitvorming Hoekselijn) fors lager. Deze opdrachten worden volledig gefinancierd door de Stadsregio. Als er minder wordt uitgevoerd, wordt er daardoor een gelijk bedrag aan lagere inkomsten ontvangen.
pagina 290 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
Beleidsveld 10: Economie Economische structuur en vestigingsklimaat Technische mutaties (saldoneutraal binnen beleidsmatige inspanning) 1. Actualisatie begroting Overboekingen (saldoneutraal tussen beleidsmatige inspanningen) 1. Samenvoegen staven Stadsontwikkeling 2. Herfinanciering Servicedienst 3. Afroming budgetten Concern certificering 4. Verschuiven budget Rotterdam Info Totaal
baten
begroting 2012 lasten
saldo
raming 2013 saldo
raming 2014 saldo
raming 2015 saldo
-2.078
-2.078
0
0
0
0
0
317
-317
-314
-314
-314
0 0
-369 -100
369 100
369 100
369 100
369 100
0 -2.078
806 -1.424
-806 -654
-806 -651
-806 -651
-806 -651
Technische mutaties (saldoneutraal binnen beleidsmatige inspanning): 1. Actualisatie begroting Het programma Economie en Arbeidsmarkt heeft verder vorm gekregen. Dit heeft geleid tot vaststelling van het Uitvoeringsprogramma in de zomer van 2011. Hierbij zijn de benodigde middelen verder gespecificeerd toegewezen aan de producten en economische categorieën. Dit resulteert in begrotingswijzigingen voor de producten Versterken Economische Structuur, Versterken Vestigingsklimaat en Versterken Kansenstructuur. De drie producten vallen onder het beleidsveld Economie en de begrotingswijzigingen zijn daarbinnen neutraal. Voor Economie als geheel zijn zowel de baten als de lasten met € 2,1 mln. verlaagd. Dit wordt veroorzaakt door het aflopen van de subsidieregelingen kansenzones en OKR-2, die mede gefinancierd worden door het Rijk. Overboekingen (saldoneutraal tussen beleidsmatige inspanningen): 1. Samenvoegen staven Stadsontwikkeling De samenvoeging van de staven Stadsontwikkeling is verwerkt in de begroting 2012 en budgettair neutraal met het beleidsveld Ruimtelijke Ordening en Wonen. 2. Herfinanciering Servicedienst Zie beleidsmatige inspanning ‘Besluitvorming en ondersteuning College’. 3. Afroming budgetten Concerncertificering Zie beleidsmatige inspanning ‘Besluitvorming en ondersteuning Raad’. 4. Verschuiven budget Rotterdam Info Bij de vorming van Stadsontwikkeling is het budget voor Rotterdam Info verschoven van het beleidsveld Ruimtelijke Ordening en Wonen naar het beleidsveld Economie.
Bijlagen | pagina 291
Beleidsveld 11: Milieu en duurzaamheid Milieu en duurzaamheid
begroting 2012
raming 2013
raming 2014
raming 2015
baten
lasten
saldo
saldo
saldo
saldo
1.750
1.750
0
0
0
0
0
-634
634
634
634
634
0
0
0
1.401
1.000
0
1.000
Technische mutaties (saldoneutraal binnen beleidsmatige inspanning) 1. Regie Klassieke Milieutaken; gebiedsgericht grondwater- beheer havengebied Overboekingen (saldoneutraal tussen beleidsmatige inspanningen) 1. Beheer Nazorg milieulocaties 2. Beëindiging doeluitkering Bodemsanering 3. Regie Duurzaamheid; Bomen
0
-1.000
4. Beëindiging middelen Duurzaam Totaal
0 9.500
1.750
116
1.634
634
1.634
11.535
Technische mutaties (saldoneutraal binnen beleidsmatige inspanning) 1. Regie Klassieke Milieutaken; gebiedsgericht grondwaterbeheer havengebied Voor Taakmutaties Gemeentefonds 2010 is een bestemmingsreserve gevormd bij de beleidsmatige inspanning Beheer algemene middelen. Voor 2012 en 2013 worden ten laste van deze reserve werkzaamheden verricht voor gebiedsgericht grondwaterbeheer havengebied. Overboekingen (saldoneutraal tussen beleidsmatige inspanningen) 1. Beheer Nazorg milieulocaties De mutatie is budgettair neutraal met de beleidsmatige inspanning Heel (maken van de stad). 2. Beëindiging doeluitkering Bodemsanering De doeluitkering Bodemsanering komt met ingang van 2015 te vervallen. 3. Regie Duurzaamheid; Bomen Voor de doelstelling Groen wordt vanuit het programma Duurzaam € 2 mln toegevoegd aan het Investeringsfonds Rotterdam (IFR), € 1 mln in 2012 en € 1 mln in 2014. De middelen worden vanuit het IFR voor 2012 ter beschikking gesteld voor de collegetarget. 4. Beëindiging middelen Duurzaam De middelen Duurzaam zijn voor een periode van 4 jaar ter beschikking gesteld. Met ingang van 2015 komen deze middelen te vervallen.
pagina 292 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
Beleidsveld 12: Fysiek beheer van de stad Schoon
Overboekingen (saldoneutraal tussen beleidsmatige inspanningen) 1. Verschuivingen Roteb 2. Afroming budgetten concern certificering 3. Herfinanciering Servicedienst Totaal
baten
begroting 2012 lasten
saldo
raming 2013 saldo
raming 2014 saldo
raming 2015 saldo
2.392 0
169 -98
2.223 98
2.134 98
2.134 98
0 98
0 2.392
-1.285 -1.214
1.285 3.606
1.285 3.517
1.285 3.517
1.285 1.383
Overboekingen (saldoneutraal tussen beleidsmatige inspanningen) 1. Verschuivingen Roteb De technische verschuivingen hebben met name betrekking op het toepassen van een andere verdeelsleutel bij de begroting 2012 ten opzichte van de begroting 2011 dit is saldoneutraal met beleidsmatige inspanning arbeidsparticipatie. 2. Afroming budgetten Concerncertificering Zie beleidsmatige inspanning ‘Besluitvorming en ondersteuning Raad’. 3. Herfinanciering Servicedienst Zie beleidsmatige inspanning ‘Besluitvorming en ondersteuning College’. Heel (maken v/d stad)
Technische mutaties (saldoneutraal binnen beleidsmatige inspanning) 1. Leges Leidingen 2. Overdracht Hbr-objecten 3. Overige begrotingscorrecties Overboekingen (saldoneutraal tussen beleidsmatige inspanningen) 1. Afroming budgetten concern certificering 2. Beheer Nazorg bodemsanerings locaties Totaal
baten
begroting 2012 lasten
saldo
raming 2013 saldo
raming 2014 saldo
raming 2015 saldo
-1.114 4.329 -47
-1.114 4.329 531
0 0 -578
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0
-77
77
77
77
77
0
634
-634
-634
-634
-634
3.168
4.303
-1.135
-557
-557
-557
Technische mutaties (saldoneutraal binnen beleidsmatige inspanning) 1. Leges leidingen In de afgelopen jaren is gebleken dat de tarieven voor de Leges Leidingen niet kostendekkend waren. Door de tarieven met 6% extra te laten stijgen wordt de 100% kostendekkendheid hersteld. Voor de begroting 2012 is het aantal vergunningen geactualiseerd. Dit heeft een budgettair neutrale daling van de baten en lasten tot gevolg. 2. Overdracht Hbr-objecten Op 15 maart 2011 is een overeenkomst aangegaan met het Havenbedrijf Rotterdam N.V. (HbR) inzake ‘Verdeling beheer en onderhoud stedelijk gebied en haven- en industrieel complex’. De van HbR te ontvangen jaarlijkse vergoeding van € 4,3 mln dient ter dekking van het dagelijks- en groot onderhoud van deze objecten. 3. Overige begrotingscorrecties Dit betreft kleine budgettair neutrale correcties binnen de beleidsmatige inspanning
Bijlagen | pagina 293
Overboekingen (saldoneutraal tussen beleidsmatige inspanningen) 1. Afroming budgetten Concerncertificering Zie beleidsmatige inspanning ‘Besluitvorming en ondersteuning Raad’. 2. Beheerplan nazorg bodemsaneringslocaties De nazorg van bodem saneringslocaties wordt uitgevoerd door Gemeentewerken en verantwoord op de kostenplaats ORM. Als gevolg van het opheffen van het product Regie lucht, geluid, bodem vergunningverlening en handhaving wordt het budget voor het beheerplan Nazorg bodemsaneringslocaties overgeheveld naar het product Wegen, water en groen.
pagina 294 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
Bijlagen | pagina 295
Bijlage 13: EMU-saldo Het EMU-saldo is het saldo van de inkomsten en uitgaven van de totale overheid, en komt vrijwel overeen met het vorderingensaldo van de overheid uit de Nationale rekeningen. Niet-financiële transacties betaald aan derden beïnvloeden het EMU-saldo nadelig, zoals salarissen, betaalde rente, aankoop goederen en diensten, investeringen en verstrekte overdrachten en subsidies. Niet-financiële transacties ontvangen van derden beïnvloeden het EMU-saldo voordelig, zoals ontvangen rente, dividend, desinvesteringen, belastingen en ontvangen overdrachten. Op basis van de wet Financiering Decentrale Overheden (Fido) behoort ingrijpen tot de mogelijkheden bij een dreigende overschrijding van het 3% EMU-tekort voor zover dit wordt veroorzaakt door een ongewenste ontwikkeling van het EMU-saldo van de lokale overheid. Met het oog op goede informatievoorziening is in een Bestuurlijk Overleg tussen de ministeries van BZK en Financiën en de VNG en IPO afgesproken dat in het vervolg een raming van het eigen EMU-saldo wordt opgenomen in de begroting. Het ministerie van Financiën heeft hiervoor het volgende formaat opgesteld. Bijdrage gemeente Rotterdam in het EMU-saldo Omschrijving Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves Afschrijvingen ten laste van de exploitatie Bruto dotaties aan de post voorzieningen ten laste van de exploitatie Investeringen in (im)materiële vaste activa die op de balans worden geactiveerd Baten uit bijdragen van andere overheden, de Europese Unie en overigen uit desinvesteringen in (im)materiële vaste activa Aankoop van grond en de uitgaven aan bouw-, woonrijp maken e.d. Baten voorzover transacties niet op exploitatie verantwoord” Lasten op balanspost Voorzieningen Lasten ivm transacties met derden, rechtstreeks ten laste van de reserves Verkoop van effecten Berekend EMU-saldo
pagina 296 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
+ + + + + + +
2011 -148.460 156.733 34.031 182.049 0 0 233.500 237.100 34.363 0 0 -170.508
2012 -22.686 165.662 32.479 222.189 0 0 217.800 196.000 38.593 0 0 -107.127
Bijlage 14: Financiering Balans (gemiddelde volumes) Activa kapitaalverstrekking Woningbouwcorporaties Woningbouw leningen (stadsvernieuwing) Overige verstrekte leningen Vaste activa Reserves Voorzieningen Leningen Vaste passiva Financieringstekort
2012 2.337.787 193.040 46.179 840.036 3.417.042 727.657 113.809 1.589.792 2.431.258 985.784
2013 2.506.072 173.138 44.294 628.774 3.352.279 561.321 106.266 1.393.511 2.061.098 1.291.181
2014 2.589.357 165.443 42.233 461.376 3.258.409 546.178 105.112 1.212.465 1.863.755 1.394.654
2015 2.672.642 159.394 39.979 360.690 3.232.705 542.636 103.889 1.130.847 1.777.372 1.455.333
Bijlagen | pagina 297
Bijlage 15: Borgstellingen en garantieverplichtingen naam garantie en naam begunstigde
oorspronkelijk bedrag lening
% v/d lening (bedrag)
Ontwikkelingsbedrijf Rotterdam Gemeenschappelijke 145.400 regeling grondbank RZG Zuidplas
Totaal
40% Jaarlijks wordt een gedeelte van het te lenen bedrag opgenomen. De leningen hebben een looptijd van 5 tot 10 jaar.
145.400
Gemeentelijke Gezondheidsdienst Revalidatiecentrum 5.693 Rijndam GGZ Groep Europoort 862 ST. Horizon 1.420 ST. PameierKeerkring 295 ASVZ Zuid West 250 ST. Zorg Compass 2.269 ST. Laurens 1.361 ST. Laurens 908 Gezondheidscentrum 1.248 Beverwaard ST. Tarwezicht op Zuid 100 ST. Zuiderkroon 200 ST. Zuiderkroon 200 Totaal 14.806 Jeugd, Onderwijs en Samenleving Albeda College 9.461 Totaal
looptijd
verwacht restantbedrag beginbalans beginbalans 2013 2014
beginbalans 2015
105.000
105.000
105.000
105.000
105.000
105.000
105.000
105.000
100%
15–07–2017
1.139
949
759
569
100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100%
01–06–2027 02–06–2027 18–01–2012 01–03–2014 15–09–2019 01–12–2012 01–07–2013 01–03–2028
345 568 11 58 605 34 45 927
323 532 4 40 529 0 23 897
302 497 0 21 453 0 0 866
280 461 0 0 378 0 0 882
100% 100% 50%
01–09–2014 01–04–2013 01–12–2012
27 38 25 3.822
17 12 0 3.326
6 0 0 2.904
0 0 0 2.570
45,40%
Tot 18 febr 2015
3.963
3.083
2.133
1.108
3.963
3.083
2.133
1.108
9.461
Sociale Zaken en Werkgelegenheid ST. Zeemanshuis 2.382 Rotterdam ST. Zeemanshuis 1.361 Rotterdam Vereniging Buurt- & 1.815 Speeltuin ST. Humanitas inzake 4.537 kliniek ST. Humanitas inzake 8.622 H. Dekhuijzen ST. Humanitas inzake 2.723 H. Dekhuijzen ST. Sgros Zorggroep 4.070 ST. Sgros Zorggroep 1.975 ST. Sgros Zorggroep 1.471 ST. Sgros Zorggroep 214 Zorggroep Rijnmond 817 ST. Laurens inzake 2.155 Stadszicht
beginbalans 2012
100%
02–01–2024
714
655
0
0
100%
19–03–2012
45
0
0
0
100%
01–09–2017
792
698
0
0
100%
22–01–2012
113
0
0
0
100%
02–01–2028
3.664
3.449
0
0
100%
15–08–2030
1.293
1.225
0
0
100% 100% 100% 100% 100% 33,33%
15–08–2018 01–11–2016 01–09–2019 01–09–2022 01–02–2029 05–01–2017
2.017 771 791 90 368 681
1.830 662 728 82 347 567
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
vervolg bijlage 15 zie volgende pagina pagina 298 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
vervolg tabel 15 vorige pagina
Sociale Zaken en Werkgelegenheid ST. Laurens inzake 2.587 Stadszicht ST. Laurens inzake 681 Stadszicht ST. Laurens inzake 1.509 Stadszicht ST. Laurens inzake A. 4.887 Binnenweg ST. Laurens inzake A. 4.277 Binnenweg Totaal 46.083 Dienst Sport & Recreatie Stg Kon Rott Diergaarde Stg Kon Rott Diergaarde Stg Kon Rott Diergaarde Stg Kon Rott Diergaarde Stg Kon Rott Diergaarde Stg Kon Rott Diergaarde Stg Kon Rott Diergaarde Excelsior (St BV SC Excelsior) Feijenoord Stadion Feijenoord Stadion Feijenoord Stadion Feijenoord Stadion Watersport ver. Aegir De Waterweg SV STIT Plaswijck Totaal
100%
15–08–2017
681
544
0
0
100%
15–11–2017
204
170
0
0
100%
15–05–2017
476
397
0
0
100%
01–07–2025
2.443
2.268
0
0
100%
01–07–2025
2.065
1.917
0
0
17.208
15.539
0
0
2.950 2.042 13.613 6.807 4.538 6.035 102 1.180
100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100%
20 20 20 20 20 20 30 25
295 204 4.084 2.722 2.042 3.018 64 802
147 102 3.403 2.383 1.815 2.716 62 716
0 0 2.723 2.042 1.588 2.414 59 669
0 0 2.042 1.702 1.361 2.112 56 622
1.410 1.574 1.298 1.018 68 68 57 42.761
100% 100% 100% 100% 100% 100% 100%
12 12 12 12 30 20 15
470 525 433 339 47 13 13 15.071
352 394 325 254 45 7 10 12.731
235 262 217 170 43 2 6 10.430
117 131 108 85 42 0 3 8.381
Div.
10.800
10.300
9.700
9.100
Div. Div. Div. Div. Div.
7.200.000 125.000 5.500.000 13.500 900 12.850.200
7.600.000 117.000 5.200.000 13.500 690 12.941.490
8.000.000 108.000 4.900.000 13.500 480 13.031.680
8.400.000 98.000 4.600.000 13.500 270 13.120.870
Kostenplaats Bijzondere Geldstromen Niet-winstbeogende 11.374 instellingen Garanties WSW 6.878.003 Hypotheekgaranties 133.582 Garanties WEW 5.036.000 Garantie NRF-leningen 13.495 Garantie SVn-leningen 1.111 Totaal 12.073.565 Dienst Kunst en Cultuur SKVR Aankoop pand W. Buijtewechstraat 70 SKVR Verbouw Rotterdam Building SKVR Aankoop verbouw Hennekijnstraat SKVR Verhoging Hennekijnstraat Meekers Aankoop pand Ro Theater Aankoop pand
1.316
100%
30
483
439
395
351
1.200
100%
10
1.080
960
840
720
1.179
100%
30
629
590
551
511
450
100%
10
135
90
45
0
136
100%
30
61
44
28
12
1.239
100%
25
414
362
310
259
vervolg bijlage 15 zie volgende pagina
Bijlagen | pagina 299
vervolg tabel 15 vorige pagina
Dienst Kunst en Cultuur Ro Theater Verhoging lening pand SKAR Berkelselaan 44 SKAR Verbouw en aankoop Totaal
295
100%
15
55
35
15
0
166
100%
25
33
25
18
12
350
100%
10
105
70
35
0
2.995
2.615
2.237
1.865
104.000 104.000
104.000 104.000
104.000 104.000
104.000 104.000
13.102.259
13.187.784
13.258.384
13.343.794
6.331
Kostenplaats Concern Financiën Warmtebedrijf NV 104.000 Totaal 104.000
Totaal
12.442.407
pagina 300 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam
1,80%
Bijlagen | pagina 301
Kostenplaats Concern Financiën
Kpl. Raad
CF
15.128
718.314
n.v.t.
3.467
1.830
54.780
62.724
34.790
105.491
23.052
39.428
94.313
15.558
35.840
120.592
89.199
12.928
700.223
n.v.t.
3.708
1.756
55.382
59.358
33.888
95.669
27.566
36.775
98.116
14.428
33.011
113.230
91.114
12.194
15.038
4.661
4.329
12.990
n.v.t.
48
27
860
1.258
763
2.027
359
543
2.001
302
557
2.131
1.475
250
232
96
61
rek 2010
12.568
n.v.t.
48
25
825
1.360
750
1.832
415
512
1.986
244
573
2.024
1.349
230
239
96
60
begr 2011*
12.079
n.v.t.
49
25
864
1.202
715
1.790
408
490
2.038
253
512
1.870
1.250
230
239
91
53
begr 2012
n.v.t.
8,9
5,6
4,0
8,7
7,6
5,8
5,3
4,1
9,5
4,6
5,2
4,3
4,9
7,7
6,3
5,7
8,9
rek 2010
* Betreft de begroting 2011 zoals opgenomen in de 1e bestuursrapportage (i.v.m. een in de omissieregeling nog niet over de diensten verdeelde taakstelling).
743.189
n.v.t.
3.642
1.984
52.797
58.301
37.289
111.437
94.202
17.325
35.872
125.185
102.091
13.193
13.419
4.288 4.906
begr 2012
(in %)
n.v.t.
3,6
3,0
3,6
8,0
6,5
5,0
5,0
3,5
8,5
5,5
4,8
4,5
5,7
5,8
6,1
5,0
4,5
begr 2011*
ziekteverzuim
n.v.t.
3,5
5,0
4,2
7,5
7,5
5,3
5,0
3,0
8,5
5,5
4,8
4,5
5,7
6,2
7,0
5,0
8,0
begr 2012
**** Exclusief aandeel WSW/WIW/raad en VOIL
*** Door de samenvoeging van kostenplaats Raad is voor wat betreft het verzuim uitgegaan van de opgave zoals gedaan in de begroting 2012 (realisatie 2010 en prognose 2011).
** Door de samenvoeging van cluster Stadsontwikkeling is voor wat betreft het verzuim uitgegaan van de opgave zoals gedaan in de begroting 2012 (realisatie 2010 en prognose 2011).
Kosten plaats Raad***
dKC
Totaal
Servicedienst Rotterdam
Dienst Kunst en Cultuur
SDR
Stadstoezicht
Bestuursdienst
BSD
Sport en Recreatie
Roteb
ROTEB
STZ
Publiekszaken Rotterdam
PZR
SenR
22.947
Gemeentelijke Gezondheidsdienst
GGD
Jeugd, Onderwijs en Samenleving
Gemeentewerken
GW
Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Cluster Stadsontwikkeling (incl. kpl. Econ.)**
SO
JOS
Bibliotheek
Bibl
SZW
43.829
Gemeentelijkebelastingen Rotterdam
GBR
5.072
4.604
Audit Services Rotterdam
Gemeentearchief Rotterdam
ASR
GAR
begr 2011*
loonkosten**** rek 2010
(in fte’s) bezetting
bedragen x € 1.000,-
98.254
53
312
439
12.382
5.463
3.719
17.888
1.858
4.686
10.069
7.039
3.059
19.358
7.712
809
2.457
259
692
rek 2010
82.333
20
233
387
19.319
1.434
1.778
8.164
2.095
3.651
10.933
1.341
3.540
18.151
9.260
36
1.621
200
170
begr 2011*
inhuur externen
bedragen x € 1.000,-
54.566
20
194
336
14.406
2.431
2.755
2.974
2.118
3.478
7.549
1.983
1.439
4.712
8.240
161
1.394
198
178
begr 2012
Bijlage 16: Kengetallen bedrijfsvoering
Colofon
De begroting 2012 is een uitgave van de Gemeente Rotterdam Bezoekadres: Stadhuis Coolsingel 40 Postadres: Postbus 70012 3000 KP Rotterdam Redactie: Bestuursdienst Gemeente Rotterdam, Directie Middelen en Control Tel.: 14010 Fotografie*: Marc Heeman: cover achterzijde, pag 1, 2, 8, 40, 120, 168 Hannah Anthonysz: pag 6, 158, 220 Daarzijn: pag 14 Rob Niemantsverdriet: cover voorzijde, pag 24 Jan van der Ploeg: pag 26, 50, 148 Rotterdam Marketing: pag 4, 84, 180 Rotterdam Image Bank : pag 64 Beelden van Enith: pag 76 Ben Wind: pag 102 Claire Droppert: pag 138 * Alle foto’s zijn geselecteerd uit de Rotterdam Image Bank (http://www.rotterdamimagebank.nl/) Grafisch ontwerp en productiebegeleiding: Studio Drijvers (
[email protected] | 010 340 26 07) Drukwerk: Veenman Drukkers, Rotterdam Oplage: 350 Datum: september 2011 De begroting 2012 is verkrijgbaar bij de bibliotheek van het Stadhuis à € 15,- zolang de voorraad strekt. Telefoon: 14010
pagina 302 | Begroting 2012 | Gemeente Rotterdam