Programmabegroting & Financiële begroting 2014
Begroting 2014 Meerjarenramingen 2015-2017
2
Inhoudopgave Aanbiedingsbrief Vaststellingsbesluit Kerngegevens
5 8 9
De programmabegroting 2014
De programma’s
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
Groene gemeente Handhaving Integrale veiligheid en bereikbaarheid Burger, Bestuur en Bedrijfsvoering Educatie, Cultuur en Welzijn Zorg en maatschappelijke dienstverlening Volksgezondheid en milieu Ruimtelijke ordening, Volkshuisvesting en economische ontwikkeling Financiën
15 23 35 43 57 73 81 89 101
De paragrafen
109
A. B. C. D. E. F. G.
Lokale heffingen Weerstandsvermogen Onderhoud kapitaalgoederen Financiering Bedrijfsvoering Verbonden partijen Grondbeleid
111 117 125 127 132 134 140
Financiële begroting 2014
143
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Uitgangspunten Begroting 2014 Overzicht van baten en lasten en de resultaatbestemming per programma Mutaties na Kadernota 2013 Onvoorzien, algemene dekkingsmiddelen en BTW-compensatiefonds Overzicht van jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume Gehonoreerde wensen Voortgang realisatie taakstellingen Geïnventariseerde wensen
145 150 155 157 159 160 162 164
Bijlagen
165
A. B. C.
Doorkijk ontwikkelingen resultaat tot en met 2025 Overzicht incidentele baten en lasten Integraal Financieel Dashboard
166 169 170
11
3
4
Aanbiedingsbrief
Aanbiedingsbrief ontwerpbegroting 2014 1. Inleiding Voor u ligt de ontwerpbegroting 2014 inclusief de meerjarenramingen 2015-2017. Deze begroting is de laatste begroting die gebaseerd is op het coalitieprogramma “Investeren in evenwicht en evenwicht in investeren” en het hieruit voortvloeiende collegeprogramma 2010-2014. Op 19 maart 2014 zijn de gemeenteraadsverkiezingen. Daarom zijn in deze begroting geen nieuwe autonome beleidsmatige ontwikkelingen opgenomen. In 2009 is de visie Zieners 2025 vastgesteld. Gelet op de ontwikkelingen die spelen zoals: • de transities jeugdzorg, AWBZ en participatie; • de gevolgen van de financieel-economische crisis; • schaalvergroting door intergemeentelijke samenwerking; • meer terugleggen naar de samenleving; • inzichten burgerparticipatie; • het bijgestelde woningbouwprogramma; • actuele inzichten met betrekking tot de bevolkingsprognose, is actualiseren van deze visie wenselijk. In de tweede helft van 2013 starten we hiermee. Daarna kan de visie in ontwerp worden voorgelegd aan de oude en nieuwe gemeenteraad, maar over de concrete procedure worden uiteraard nog afspraken gemaakt.
2.
Onze financiële positie
In de Kadernota 2013 hebben wij naar aanleiding van het regeerakkoord en het sociaal akkoord een inschatting gemaakt van de financiële ontwikkelingen. In juni 2013 hebben wij u – naar aanleiding van de meicirculaire 2013 - afzonderlijk geïnformeerd over de ontwikkelingen met betrekking tot de algemene uitkering. De effecten uit deze circulaire 2013 wijken niet substantieel af van de verwachtingen, zoals wij die geschetst hebben in de Kadernota 2013. In die zin is het niet noodzakelijke aanvullende maatregelen te nemen. Enige terughoudendheid wordt wel geadviseerd, omdat we nog een extra ombuiging verwachten op de rijksbegroting van 6 miljard, waaraan de gemeenten hun deel zullen moeten leveren. Hiervoor is een stelpost opgenomen van € 250.000 structureel. Het financiële resultaat na bestemming kan als volgt worden weergegeven:
In € 1.000
Resultaat Kadernota 2013 Afwijkingen/mutaties Begroting 2014/2017
2014
2015
2016
2017
-8,7
-1.503.4
-227,5
100,9
368,8
812,6
350,0
72,5
360,1
-690,8
122,5
173,4
Overschot
Tekort
Overschot
Overschot
In dit resultaat zijn uiteraard de taakstellingen uit alle eerdere ombuigingstranches en de Kadernota 2013 opgenomen/verwerkt.
2.1 Samenvattend beeld dashboard financiële functie gemeente Sint-Michielsgestel Op de volgende pagina presenteren wij voor u een compact overzicht van onze financiële positie. Onder programma 9 is de uitwerking van de budgettaire positie en vermogenspositie opgenomen. Hierbij hebben wij als vertrekpunt genomen het dashboard m.b.t. de financiële functie, zoals voor de eerste keer gepresenteerd in de Kadernota 2013. Hierbij zijn ijkpunten gekozen om snel en compact inzicht te verkrijgen in de gemeentelijke financiële stabiliteit, weerbaarheid en flexibiliteit door middel van een dashboard. Als basis voor het dashboard geldt een vooraf uitgewerkt normenkader. Conclusie: na alle maatregelen is onze stabiliteit verbeterd. De begroting is meerjarig sluitend, voor het jaar 2015 wordt een tekort voorzien. Invulling wordt gegeven aan de noodzakelijke ombuigingen. Ook voeren wij een terughoudend tarievenbeleid. De weerbaarheid behoeft aandacht. Onze flexibiliteit ís en blíjft vooralsnog zorgwekkend.
5
Samenvattend beeld dashboard financiële functie gemeente Sint-Michielsgestel
Voldoet
Behoeft nadrukkelijk aandacht
Zorgwekkend
Stabiliteit
Vermogen om planmatig, evenwichtig, solide, transparant en in overeenstemming met de wettelijke kaders financieel beleid voor te bereiden, uit te voeren en te beheren.
Flexibiliteit
Vermogen van de gemeente om zich snel te kunnen aanpassen aan veranderende omstandigheden
Weerbaarheid
Vermogen om voorziene (en onvoorziene) risico’s op te kunnen vangen.
Domeinen
2014
2015
2016
2017
Samenvattende toelichting
Sinds het begin van de crisis in 2008, zijn voor de periode t/m 2017 vier ombuigingstranches doorgevoerd met een totaalbeslag van ca. € 6,0 mln. De implementatie verloopt volgens planning. De ombuigingen als gevolg van de kadernota 2013 moeten uiteraard nog uitgewerkt worden. Er wordt weliswaar ingrijpend bezuinigd, maar wel planmatig. Budgetten worden tot 2018 bevroren op het prijspeilniveau van 2012; voorts wordt additioneel bezuinigd op personeel. Voor frictiesituaties zijn incidentele gelden voorhanden. De begroting 2014 is structureel sluitend. Malaise in de vastgoedmarkt kan leiden tot vertraging in gronduitgifte en kan aanvullende verliezen tot gevolg hebben.
Na jaren van ombuigen, zijn de marges om op de budgetten te kunnen ombuigen, verdwenen. De grenzen van aansprakelijkheid, contractbreuk e.d. zijn bereikt. De budgettaire begrotingspositie biedt geen mogelijkheid om het becijferde risicobeslag op te vangen. Besloten is om m.b.v. incidentele crisisbudgetten, schade door aansprakelijkheid, wanprestatie e.d. te voorkomen. Onze reserves zijn bestemd of beklemd. De Vrije investeringsreserve is iets verbeterd maar behoeft nog steeds aandacht. De belastingheffing is begrensd door het rijk (macro-norm) en maximum van 100% kostendekkendheid (leges).
Het becijferde risicobeslag kan weliswaar niet opgevangen worden vanuit de budgettaire begrotingspositie, maar wel door het eigen vermogen. De risico’s m.b.t. de transities AWBZ, jeugdzorg en participatiewet, zijn nog niet gekwantificeerd. Ten behoeve van verliezen grondexploitatie is geen Algemene Bedrijfsreserve voorhanden. De verliezen komen ten laste van het algemene weerstand- vermogen. Op risicoparagraaf van de begroting 2014 is € 3,7 mln voor risicobeslag ingevolge de lopende grond-exploitaties opgenomen. Het verloop van de grondexploitaties wordt voortdurend gemonitord.
Stabiliteit
Flexibiliteit
Weerbaarheid
In bijlage C van de Financiële begroting hebben wij het integrale dashboard opgenomen. Ombuigingen Door middel van de vastgestelde kadernota 2013, heeft u ingestemd met een zwaar pakket aan ombuigingen ofwel crisismaatregelen. Budgetten worden bevroren, vervanging- en opleidingsbudgetten worden ingeperkt, maar ook bestaand beleid wordt (ontwikkelingen Gemeenschapshuis De Huif en bouw Elde-college) tijdelijk stopgezet en er wordt aandachtig gezocht naar alternatieve mogelijkheden. De uitkomsten van de mei-circulaire laten zien, dat het noodzakelijk is om de voorbereide crisismaatregelen daadwerkelijk ter hand te nemen. Voor de realisatie van deze crisismaatregelen is, toegespitst op het meerjarig bevriezen van beheerbudgetten en de aanvullende ombuigingen op personeel, een budget “flexibiliteit” van 1 mln euro beschikbaar. De paragraaf Bedrijfsvoering omvat een ontwerpprocedure voor aanwending van dit budget.
6
2.2 De opgenomen taakstellingen:
Het totaal van de genomen/nog niet uitgewerkte ombuigingstaakstellingen is hieronder weergegeven:
Taakstelling 2013
2014
2015
2016
2017
-393,7
-637,9
-1.154,1
-1.429,1
In € 1.000,Een voortgangsrapportage van de nog niet als gerealiseerd aangemerkte ombuigingen is opgenomen in de financiële begroting hoofdstuk 7.
3.
Ondanks financiële tegenwind, toch goede resultaten
Het begrotingsjaar 2014 is alweer het 7e jaar in de financieel-economische crisis. Intussen is en wordt al voor ruim ca. € 6 mln. structureel omgebogen op de begroting. Succesvolle resultaten zijn er gelukkig ook behaald, zoals: • Afbouw sportpark Jacobskamp • Nieuwbouw educatieve clusters in Sint-Michielsgestel Oost en Den Dungen • Realisatie gemeenschapshuis nieuwe stijl Berlicum • Realisatie gemeenschapshuis Den Dungen in Litserborg • Realisatie van basisschool de Parel in de Schoolstraat • Kanteling WMO afgerond • Gematigde belastingdruk • Een nieuwe brandweerkazerne in Sint-Michielsgestel • Vaststelling bestemmingsplan Centrum Sint-Michielsgestel • Vaststelling bestemmingsplan Jacobskamp
4.
Op weg naar verkiezingen in 2014
We vinden het heel belangrijk dat wij een structureel sluitende ontwerpbegroting 2014 aan u ter vaststelling kunnen voorleggen. En deze in de loop van volgend jaar overdragen aan de nieuwe Raad en college. Helaas is de flexibiliteit van onze budgettaire positie om nieuwe financiële klappen op te kunnen vangen gering. Hierdoor staat de ontwikkeling van onze vermogenspositie extra onder druk. Tegelijkertijd is er goed inzicht in de financiële grondexploitatie en lijken de financiële risico’s beheersbaar. We gaan door met het zoeken naar mogelijkheden voor realisatie van projecten ‘gemeenschapshuis nieuwe stijl in Sint-Michielsgestel’ (nieuwbouw Huif) en gebouwelijke situatie van het Eldecollege. Onze financiële positie belemmert wel de uitvoering zoals eerder gepland, maar we zoeken samen met u en het maatschappelijke veld naar goede en creatieve oplossingen. We focussen op een tijdige en goede implementatie van de transities jeugdzorg, AWBZ en Participatiewet. De door ons te behartigen belangen van onze burgers zijn groot. Onze speciale aandacht zal uitgaan naar de vrijwilligers als belangrijke factor in onze samenleving. Ook op de vraag hoe we de regelingen betaalbaar krijgen en houden, zullen wij antwoord moeten kunnen geven. Wij blijven u proactief informeren over de gang van zaken. Last but not least geven wij hoge prioriteit aan het tot stand komen van vergaande intergemeentelijke ambtelijke samenwerking in de Meierij met de gemeenten Boxtel, Haaren en Vught. Zo denken we beter toegerust te zijn voor complexe opgaven die op ons afkomen, op gebied van regelgeving, nieuwe taken en bezuinigen. Behoud van de bestuurlijke autonomie, regie en sturing en het dicht bij de burgers houden van de gemeentelijke dienstverlening zijn onze randvoorwaarden. Deze zijn bepalend voor de keuze om te opteren voor vergaande ambtelijke samenwerking. Voor het overige wordt verwezen naar de programma’s en de daar aangegeven speerpunten van beheer en beleid. Sint-Michielsgestel, 2 juli 2013 Hoogachtend, burgemeester en wethouders van Sint-Michielsgestel, de secretaris, de burgemeester,
Mevrouw drs. D. van Deurzen
mr. J.C.M. Pommer
7
De raad van de gemeente Sint-Michielsgestel; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 2 juli 2013; gelet op het financiële beleid, het Besluit begroten en verantwoorden, de gestelde kaders in de Kadernota 2012 en de Kadernota 2013; Besluit 1.
de programmabegroting en de financiële begroting 2014 en de bijbehorende meerjarenramingen 2015-2017 vast te stellen inclusief de daarbij behorende resultaatbestemming;
2.
in te stemmen met de voorgestelde investeringen in de planperiode en het college toe te staan deze, in overeenstemming met het eerder vastgestelde beleidskader, eerder ter uitvoering te nemen en de hierover periodiek bij de verschillende bestuursrapportages te laten rapporteren;
Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Sint-Michielsgestel in zijn openbare vergadering van 24 oktober 2013. De raad voornoemd.
8
de raadsgriffier,
de voorzitter,
Mevrouw NA. Hoogerbrug-van de Ven
mr. J.C.M. Pommer
Kerngegevens
31-dec Werkelijk 2009
31-dec Werkelijk 2010
31-dec Werkelijk 2011
31-dec Werkelijk 2012
Na wijz. Begroot 2013
Begroot 2014
28.106
28.122
28.132
28.056
28.040
28.160
168
162
154
189
176
184
Sociale structuur Aantal inwoners Aantal uitkeringsgerechtigden Bestuurlijke structuur Aantal raadsleden Aantal fracties
Per 1 -1 21
21
21
21
21
21
8
9
9
9
9
9
Samenstelling gemeenteraad: - CDA
4
4
4
4
4
4
- Dorpsgoed
4
4
4
4
4
4
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
- D’66 - Gestelsbelang - PPA
3
4
4
4
4
4
- Lijst Gemonde
1
1
1
1
1
1
- Senioren Gestel
1
1
1
1
1
1
- PvdA
4
2
2
2
2
2
- VVD
2
1
1
1
1
1
4
3
3
3
3
3
Politiek verbonden commissies Onafhankelijke adviescommissies Aantal wethouders
3
3
3
3
3
3
Aantal wethouders in fte
3
3
3
3
3
3
11.773
11.783
11.831
11.839
11.935
12.055
2,39
2,39
2,38
2,37
2,35
2,34
Onroerende zaken Woonruimten Aantal inwoners per woonruimte Rijksmonumenten Gemeentelijke monumenten
83
81
81
81
81
81
125
130
126
130
130
130
Culturele centra
5
5
5
5
5
5
Bibliotheken
3
4
3
4
4
4
12
13
13
Kinderdagverblijven
11
11
11
Buitenschoolse Opvang
14
14
14
Lokaties kinderopvang
Lokaties onderwijs: 10
10
10
10
10
9
- Speciaal onderwijs
- Basisonderwijs
2
2
2
2
2
2
- Voortgezet onderwijs
2
2
2
2
2
2
Binnensportaccommodaties
8
8
8
5
5
5
Buitensportaccommodaties
9
9
9
9
9
9
9
Kerngegevens
31-dec Werkelijk 2009
31-dec Werkelijk 2010
31-dec Werkelijk 2011
31-dec Werkelijk 2012
Na wijz. Begroot 2013
Begroot 2014
Fysieke structuur 5.989
5.989
5.988
5.989
5.939
5.939
Aantal inwoners per ha
Oppervlakte gemeente in ha
4,69
4,70
4,70
4,68
4,72
4,74
Oppervlakte bebouwde kom in ha
757
757
757
757
757
757
6
6
6
6
6
6
Aantal kernen Oppervlakte bossen in ha.
37
37
37
37
37
37
Oppervlakte water in ha.
94
94
94
94
94
94
295
296
297
297
297
297
Lengte wegen in km. Aantal bruggen
29
29
29
29
29
29
5.712
5.712
5.762
5.851
5.851
5.851
- basisbedrag
€ 135,96
€ 140,76
€ 140,76
€ 137,76
€ 81,72
€ 81,76
- lediging 60 liter
€
1,61
€
1,43
€
1,43
€
1,44
€
1,45
€
1,46
- lediging 140 liter
€
3,76
€
3,34
€
3,34
€
3,36
€
3,38
€
3,41
- lediging 240 liter
€
6,42
€
5,72
€
5,72
€
5,76
€
5,80
€
5,84
Aantal lichtpunten Belastinggegevens Afvalstoffenheffing:
- eenmalige teruggaaf - opbrengsten afvalverwijdering
€ 140,00 € 2.373.300
€ 2.091.900
€ 2.154.589
€ 1.781.696
€ 1.591.000
- dekkingspercentage
107,77%
109,55%
120,01%
105%
110%
85%
- aantal aansluitingen
10.997
11.065
11.060
11.157
11.250
11.380
€ 1.490.225
€ 1.585.425
€ 1.596.500
€ 1.751.600
€ 107,28
€ 111,00
€ 113,28
€ 115,56
- stand van de reserve
€ 1.597.400
Rioolrecht: - basisbedrag
€ 103,68
- bedrag per m3 verbruikt water
€
0,30
€ 103,68 €
0,30
€
0,31
€
0,32
€
0,33
€
0,34
€ 1.571.963
€ 1.574.000
€ 1.658.602
€ 1.669.914
€ 1.743.800
1.738.700
- dekkingspercentage
112,34%
124,72%
135,95%
133%
124%
127%
- aantal aansluitingen
11.076
11.282
11.312
11.622
11.700
11.800
€ 3.181.871
€ 3.676.014
€ 3.722.300
€ 4.133.700
0,0788
0,0672
0,0781
0,08544
- opbrengsten rioolrecht
- stand van de reserve Onroerende zaakbelastingen als percentage van de WOZ-waarde: tarief gebruiker niet-woningen
0,0762
0,0759
tarief eigenaar woningen
0,0827
0,0857
0,0911
0,0986
0,10794
0,09719
tarief eigenaar niet-woningen
0,1172
0,1218
0,1232
0,1095
0,12485
0,13491
€ 3.637.230
€ 3.827.530
€ 3.957.600
€ 4.102.325
€ 4.311.500
€ 4.479.500
Opbrengst OZB
10
Programmabegroting Begroting 2014 Meerjarenramingen 2015-2017
11
12
De programma’s De negen programma’s zijn onderverdeeld in deelprogramma’s. In totaal zijn er 41 deelprogramma’s. De opbouw is als volgt: 1. 1.1 1.2 1.3
Groene gemeente Groenontwikkeling, -beleid en -beheer Recreatieontwikkeling, -beleid en -beheer Waterontwikkeling, -beleid en -beheer
2. 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
Handhaving Bouwen en ruimtelijke ordening Milieu Openbare orde en veiligheid Leerplicht Sociale voorzieningen
3. 3.1 3.2 3.3 3.4
Integrale veiligheid en bereikbaarheid Openbare orde en veiligheid Brandweer en rampenbestrijding Verkeersveiligheid Wegbeheer
4. 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7
Burger, bestuur en bedrijfsvoering Dienstverlening burgerlijke stand en bevolking Bestuursorganen, bestuurlijke ondersteuning en presentatie Bestuurlijke samenwerking Strategisch beleid (bedrijfsvoering) Risicobeheer (bedrijfsvoering) Budgetcyclus (bedrijfsvoering) Middelenbeleid
5. 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7 5.8
Educatie, cultuur en welzijn Huisvesting onderwijs Lokaal onderwijsbeleid Kinderopvang Sociaal cultureel werk Bibliotheekvoorziening Vormings- en ontwikkelingswerk Sportvoorzieningen Kunst, cultuur en oudheid
6. 6.1 6.2 6.3
Zorg en maatschappelijke dienstverlening Bijstandsverlening Uitstroombevordering Maatschappelijk werk en zorg (inclusief WMO)
7. 7.1 7.2 7.3 7.4
Volksgezondheid en milieu Gezondheidszorg Afvalverwerking en -verwijdering Rioolbeheer Milieu
8. 8.1 8.2 8.3 8.4 8.5
Ruimtelijke ordening, volkshuisvesting en economische ontwikkeling Ruimtelijke ontwikkeling Volkshuisvesting Economische zaken Grondexploitatie Grondbeheer
9. 9.1 9.2
Financiën Budgettaire positie Vermogenspositie
13
14
GROENE GEMEENTE
Programma 1. Groene gemeente Wat omvat het programma? Deelprogramma’s Portefeuillehouder 1.1 Groenontwikkeling, -beleid en – beheer H.T.M. van Roosmalen/ A.H.M. Maas 1.2 Recreatieontwikkeling, -beleid en –beheer H.T.M. van Roosmalen/ A.H.M. Maas 1.3 Waterontwikkeling, - beleid en – beheer A.H.M.Maas
1.1 Groenontwikkeling, -beleid en -beheer Wat omvat het deelprogramma?
Relevante beleidsnota’s
Het deelprogramma omvat de onderwerpen natuur en landschap en openbaar groen. Ontwikkeling van een gemeente die door aandacht voor landbouw, natuur en landschap, extensieve recreatie en toerisme zich manifesteert als een ‘groene kamer’ in een verstedelijkte omgeving en een aantrekkelijke woonomgeving vormt voor haar inwoners
Programma Gestel Groene Gemeente 2010 – 2014: • Inrichtingsplan Hart van Gestel • Ontwikkelingsvisie en Uitvoeringsprogramma Keerdijk en Meerse Plas (2008) • Koepelplan Dynamisch Beekdal Aa • Integrale ontwikkelingsvisie op het buitengebied (2008) • Bestemmingsplan buitengebied (2010) • Structuurvisie buitengebied in ontwikkeling (2010) • Duurzaamheidsbeleid 2013-2014 • Het is genieten rond de Dommel (2009) • Groenbeleidsplan 2000-2015
Wat willen we bereiken? (doeltreffendheid)
Wat gaan we daar voor doen tot en met 2017?
Groene gemeente De gemeente Sint-Michielsgestel wil een groene gemeente van allure zijn. Binnen het programma Gestel Groene Gemeente hebben we projecten benoemd en in gang gezet. In de komende periode dienen deze afgerond te zijn. Burgers en bezoekers van onze gemeente kunnen de ‘groene allure’ zien en beleven. Daarmee bevorderen we dat onze gemeente aantrekkelijk is om te wonen, zich te vestigen of te bezoeken. Hart van Gestel De ecologische verbindingszone Dommel door SintMichielsgestel en de herinrichting van park Kleine Ruwenberg zijn gereed. Het vervolg, ter hoogte van het centrum van Sint-Michielsgestel en het gedeelte op het terrein bij het gemeentehuis en het Kentalisterrein, moet nog gestalte krijgen.
Hart van Gestel Samen met Waterschap De Dommel en Koninklijke Kentalis bereiden we een nieuwe inrichting van het terrein achter en naast het gemeentehuis voor. Hierin is ook ruimte gereserveerd voor het particuliere initiatief voor een speeltuin in Sint-Michielsgestel. We willen in 2014 nog met de uitvoering beginnen.
Keerdijk/Meerse plas De kwaliteit van het landschap is toegenomen en de ecologische verbindingszone Keerdijk klaar. De Meerse Plas is een hoogwaardig recreatiepunt. De historie van het gebied is zichtbaar in het landschap. Het gebied is een uitloopgebied voor stad, dorp en voor de recreant.
Keerdijk/Meerse Plas We leggen een ecologische verbindingszone aan die Dooibroek met de Wamberg verbindt. Doelsoort is de das maar andere flora & fauna profiteert hier ook van. Het oude aa-dal wordt ontwikkeld als landschapsgebied waar cultuurhistorie, landbouw en natuur hand in hand gaan. Er wordt een gebiedsproces ingezet waarin met bewoners en gebruikers overeenstemming wordt gezocht over de toekomst van de Kloosterstraat.
15
Dynamisch Beekdal Aa De verschillende (water)opgaven gekoppeld aan de Aa zoals waterberging, ecologisch verbindingszone, beekherstel, versterken recreatief medegebruik beekdal (ommetjes) zijn gerealiseerd.
Dynamisch Beekdal Voor het dynamisch beekdal zullen we de afspraken die zijn gemaakt in het kader van het MGA traject bestemmingsplanmatig gaan verwerken. Het waterschap streeft ernaar in deze periode de uitvoering van het dynamisch beekdal vervolgens af te ronden.
Bestemmingsplan Buitengebied Er is een onherroepelijk bestemmingsplan voor het hele buitengebied dat ontwikkelingsgericht en kaderstellend is voor nieuwe initiatieven.
Bestemmingsplan Buitengebied We gaan de principebesluiten afronden. Daarnaast gaan we anterieure overeenkomsten afsluiten met de initiatiefnemers waarvan de plannen positief zijn beoordeeld en die ook hun plan in het actualisatieplan verwerkt willen zien. Verder zullen we de aan te leveren ruimtelijke onderbouwingen inclusief de noodzakelijke onderzoeken beoordelen. Als deze akkoord zijn, kunnen we deze verwerken in het ontwerpbestemmingsplan. De planning is dat dit eind 2014 gereed zal zijn. Daarna zal voor het actualisatieplan de procedure worden opgestart
Stimuleringskader Groen Blauwe diensten Mede met ondersteuning vanuit het Stika zijn particuliere initiatieven tot behoud, herstel en aanleg van een waardevol en aantrekkelijk landschap gerealiseerd.
Stimuleringskader Groen Blauwe diensten. Het programma loopt september 2013 af. Over een voorzetting hiervan moet nog besluitvorming al dan niet plaatsvinden.
Duurzaamheidsbeleid – zie programma 7.4
Duurzaamheidsbeleid - zie programma 7.4
Openbaar groen Het in stand houden en beheren van duurzaam openbaar groen in de dorpen levert een belangrijke bijdrage aan de woon- en leefomgeving. Burgers en organisaties zijn bij het onderhoud betrokken.
Openbaar groen Continuering van bestaand beleid, waarbij met het oogpunt op kostenbeheersing, op een sobere manier invulling wordt gegeven aan het wensbeeld voor het openbaar groen.
Natuur en landschap Ons buitengebied is aantrekkelijk voor wonen, werken, recreëren en natuur. Het landschap doet recht aan de geschiedenis van het gebied en wordt door velen gewaardeerd.
Natuur en landschap Continuering van bestaand beleid met aandacht voor kosten beheersing.
Voor dit jaar benoemen we de volgende speerpunten Het actualisatieplan zal volgens planning halverwege 2014 als ontwerp ter inzage worden gelegd. Vanaf dat moment zal weer een nieuwe actualisatieronde worden opgestart.
Hoe gaan we dit meten?
Maatschappelijk effect
Indicator
Versterken van imago als groene gemeente in de regio.
Particuliere initiatieven ter versterking van het buitengebied, zoals aantal accommodaties, minicampings, etc. Uitvoering inrichtingsplan Hart van Gestel. Uitvoering koepelplan Dynamisch beekdal Aa.
Aanwezigheid van natuurlijke verbindingen en migratie tussen gebieden voor flora en fauna.
16
2012 gerealiseerd Lopen mee in actualisatieplan. In 2012 dus nog geen realisatie.
2013
2014
Niet meetbaar
5
Meetbaar doel Aantal gerealiseerde initiatieven.
gezien lange procestijd geen relevant meetbaar doel te benoemen
Wat mag het kosten? Bedragen x € 1.000 Lasten Baten Saldo lasten -/- baten Verschil Begroting 2014 -/- Begroting 2013 Waarvan resultaatbestemming: Storting (+) /onttrekking (-) reserves Saldo:
Rekening 2012
Begroting 2013 (na wijz.)
3.089,3 -1.373,2 1.716,1
251,4
2014 (primitief)
2015
2016
2017
2.912,2 -1.011,2 1.901,0
2.162,7 -249,5 1.913,2 12,2
2.150,7 -249,5 1.901,2 nadelig
1.912,9 -15,3 1.897,6
1.922,2 -15,3 1.906,9
-762,0
0,0
0,0
0,0
0,0
Verschillenanalyse (begroting 2014-begroting 2013)
Voordelig
Nadelig
Beschikbaar uit Kadernota 2013 Saldo budget Ruimte voor Ruimte (overheveling 2012 naar 2013)
12
Afwaartse beweging: werkzaamheden uitgevoerd in 2012 (overheveling 2012 naar 2013)
30
Dekking: vrije investeringsreserve
42
Keerdijk/Meerseplas: uitvoeringsprogramma loopt in de periode van 2009-2015 (overheveling van 2012 naar 2013)
55
Hart van Gestel: de werkzaamheden aan ecologische verbindingszone (overheveling van 2012 naar 2013)
760
Overige kleine projecten en zandpaden (overheveling van 2012 naar 2013
15
Dekking: reserve groenfonds
720
Eenmalig begroting 2013 Eenmalig begroting 2014 Ruimte-voor Ruimte-gelden minus loonkosten heel jaar
34
Structureel begroting 2014 Uren inclusief overhead
11
Kapitaallasten
4
Overige verschillen
7
Totaal verschil
839
851 12
Als incidenteel aan te merken lasten en baten
Ruimte voor ruimtegelden Inzet personeel ten laste van Ruimte voor Ruimte Projecten Gestel Groene Gemeente (reserve groenfonds)
Ruimte voor ruimtegelden
Lasten 2014
2015
167,0
201,0
68,0
34,0
2016
2017
2016
2017
720,0 Baten 2014
2015
235,0
235,0
Inzet personeel ten laste van Ruimte voor Ruimte Projecten Gestel Groene Gemeente (reserve groenfonds)
720,0
17
1.2 Recreatie ontwikkeling, beleid en beheer Wat omvat het deelprogramma?
Relevante beleidsnota’s
Het deelprogramma heeft betrekking op recreatie en toerisme, kermissen en speelvoorzieningen.
Toeristisch-recreatief ontwikkelingsplan SintMichielsgestel; Het groene Buiten (TROP) Beleidsnotitie Speelvoorzieningen in Sint-Michielsgestel (2011)
Wat willen we bereiken? (doeltreffendheid)
Wat gaan we daar voor doen tot en met 2017?
Recreatie en toerisme Wij willen onze gemeente positioneren als een aantrekkelijke groene bestemming voor recreant en toerist.
Recreatie en toerisme Gebiedspromotie van Sint-Michielsgestel (Het Groene Buiten) aan ’s-Hertogenbosch en Het Groene Woud koppelen. Economische ontwikkeling verbeteren door bezoekersaantallen en hiermee gepaard gaande bestedingen in de gemeente te laten stijgen. Gemeente en ondernemers geven samen uitvoering aan het Economisch Actieplan tot en met 2018.
Speelvoorzieningen Wij willen een gevarieerd aanbod van veilige speelvoorzieningen op aanvaardbare afstand van de woning, dat aansluit bij de behoefte van kinderen van 2 tot 16 jaar.
Speelvoorzieningen Beheer en renovatie van de speelvoorzieningen wordt uitgevoerd conform de vastgestelde beleidsnotitie. Jaarlijks wordt een werkplan opgesteld naar aanleiding van de bevindingen van de inspecties.
Voor dit jaar benoemen we de volgende speerpunten Er zijn geen speerpunten benoemd voor recreatieontwikkeling, -beleid en –beheer.
Hoe gaan we dit meten?
18
Maatschappelijk effect
Indicator
Meer recreanten en toeristen bezoeken onze gemeente
Aantal gerealiseerde actieplannen.
2012 gerealiseerd 9
2013 6
2014 6
Meetbaar doel Uitvoeren van de geplande 16 actieplannen TROP
Wat mag het kosten? Bedragen x € 1.000
Rekening 2012
Begroting 2013 (na wijz.)
2014 (primitief)
2015
2016
2017
Lasten
404,3
479,7
449,7
416,4
419,1
420,1
Baten
-18,6
-37,5
-1,4
-1,4
-1,4
-1,4
Saldo lasten -/- baten
385,7
442,2
448,3
415,0
417,7
418,7
6,1
nadelig
Verschil Begroting 2014 -/- Begroting 2013 Waarvan resultaatbestemming:
Storting (+) /onttrekking (-) reserves Saldo:
-16,8
-33,0
0,0
0,0
0,0
0,0
Verschillenanalyse (begroting 2014-begroting 2013)
Voordelig
Nadelig
Beschikbaar uit Kadernota 2013 Eenmalig begroting 2013 Krediet speeltoestellen overgeheveld naar exploitatie
33
dekking: via investeringsreserve
33
Onderhoud speeltoestellen (t/m 2013 in verband met inhaalslag)
26
Eenmalig begroting 2014 Bijdrage aan de Gemeentelijke Oranje Comités (eenmalig in de vijf jaar)
35
Structureel begroting 2014 Uren inclusief overhead Kapitaallasten Overige verschillen
3
Totaal verschil
62
68 6
Als incidenteel aan te merken lasten en baten Lasten 2014 Bijdrage aan de gemeentelijke Oranje Comités
2015
2016
2017
35,0
Geen incidentele baten opgenomen.
19
1.3 Waterontwikkeling Wat omvat het deelprogramma?
Relevante beleidsnota’s
Het deelprogramma omvat waterbeheer.
Wet Milieubeheer. Wet gemeentelijke Watertaken (nationaal beleid). Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan 2010- 2014. (vastgesteld 20 mei 2010) Gemeentelijk Waterplan (vastleggen visie waterbeleid lange termijn). Stedelijke Wateropgave (waterschappen). Waterbeleid 21e eeuw (waterschappen). Europese Kaderrichtlijn Water (KRW). Waterhuishoudingsplan (provinciaal beleid).
Wat willen we bereiken? (doeltreffendheid)
Wat gaan we daar voor doen tot en met 2017?
Water vormt geen bedreiging voor de leefomgeving, maar het biedt juist kansen voor recreatie, (natte) natuurontwikkeling, ecologie in evenwicht met landbouwdoeleinden en -belangen. Door invulling te geven aan de gemeentelijke watertaken en KRW bieden wij inwoners een veilige, gezonde en schone leefomgeving waarin een duurzaam en klimaatbestendig waterbeheer geldt. Daarnaast willen we de ecologische en chemische waterkwaliteit van waterlichamen verbeteren.
Samen met gemeenten, waterschappen, provincies en RWS is de door Europa opgelegde resultaatsverplichting m.b.t. chemie en ecologie van oppervlaktewater inzichtelijk gemaakt en vertaalt in concrete maatregelen voor de periode 2010- 2015 en 2016- 2027. Vanwege de landelijke bezuinigingen is in overleg met waterschap Aa en Maas ( kartrekker) besloten het vastgestelde pakket aan ecologische maatregelen op haar grondgebied terug te brengen. Waterschap Aa en Maas concentreert zich nu zelfstandig op EVZ Groote Wetering. De gemeente participeert financieel niet. Het waterschap zal de schriftelijke verantwoording verzorgen. We beschikken daarnaast over een verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan 2010- 2014 waarin de zorgplichten voor afvalwater, hemelwater en ondiep grondwater overeenkomstig de huidige wetgeving zijn beschreven. In lijn van de geplande grootschalige rioolvervangingen over 8 tot 10 jaar, wordt in 2014 een vlekkenplan opgesteld waarin de geplande vervangingen worden gecombineerd met integrale afkoppelplannen en een financiële planning. Dit zal jaarlijks als uitvoeringsprogramma onderdeel uitmaken van het vGRP 2015- 2019. Als laatste wordt de invulling van het Bestuursakkoord Water benoemd waarin 9 gemeenten en 2 waterschappen zijn geformeerd in werkeenheid De Meierij en middels samenwerking komen tot een doelmatig beheer in de (afval) waterketen op de actoren kosten, kwaliteit en kwetsbaarheid. De samenwerking tussen partijen is bekrachtigd in een op 18 april 2013 getekende samenwerkingsovereenkomst.
Voor dit jaar benoemen we de volgende speerpunten In dit jaar zullen regionale afspraken worden gemaakt om op het gebied van kosten, kwaliteit en kwetsbaarheid op bepaalde onderdelen van riool- en waterbeheer te komen tot een hogere doelmatigheid. Een en ander conform de uitgangspunten vanuit de samenwerking Doelmatig Waterbeheer De Meierij (2011) volgend uit het landelijke Bestuursakkoord Water.
20
Hoe gaan we dit meten? Maatschappelijk effect
Indicator
2012 gerealiseerd
2013
2014
Meetbaar doel
Een goede kwaliteit van de leefomgeving, waarbij geen bedreigingen bestaan voor de kwaliteit van het oppervlaktewater en sprake is van een gezonde ecologische en natuurlijke ontwikkeling van waterbodems.
Voorbereiding EVZ Dungense Loop (2010- 2015)
1 afhankelijk van planning waterschap
Mogelijk uit maatregelenpakket
Uit maatregelenpakket
Verbeteren waterkwaliteit en stimuleren natte natuur. (KRW)
Voorbereiding EVZ Leijgraaf (2010- 2015)
Geschrapt in overleg met waterschap
Mogelijk uit maatregelenpakket
Uit maatregelenpakket
Verbeteren waterkwaliteit en stimuleren natte natuur. (KRW)
Voorbereiding EVZ Groote wetering ( 2010- 2015)
Geschrapt in overleg met waterschap
In voorbereiding
Wordt opgepakt door waterschap Aa en Maas
Verbeteren waterkwaliteit en stimuleren natte natuur. (KRW)
Wat mag het kosten? Bedragen x € 1.000 Lasten Baten Saldo lasten -/- baten
Rekening 2012
Begroting 2013 (na wijz.)
2014 (primitief)
2015
2016
2017
139,8
155,2
154,6
155,3
156,5
157,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
139,8
155,2
154,6
155,3
156,5
157,0
-0,6
voordelig
Verschil Begroting 2014 -/- Begroting 2013
Waarvan resultaatbestemming: Storting (+) /onttrekking (-) reserves Saldo:
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
Gelet op de omvang en de inhoud van de financiële verschillen wordt bij dit deelprogramma geen financiële verschillen analyse gepresenteerd. Er zijn geen incidentele lasten en/of baten opgenomen.
21
22
HANDHAVING
Programma 2. Handhaving Wat omvat het programma? Deelprogramma’s Portefeuillehouder 2.1 Handhaving Bouwen en Ruimtelijke ordening Mr. J.C.M. Pommer 2.2 Handhaving Milieu Mr. J.C.M. Pommer 2.3 Handhaving Openbare orde en veiligheid Mr. J.C.M. Pommer 2.4 Handhaving Leerplicht A.H.M. Maas 2.5 handhaving Sociale voorzieningen E.H.J.M. Mathijssen
2.1
Handhaving Bouwen en Ruimtelijke ontwikkeling
Wat omvat het deelprogramma?
Relevante beleidsnota’s
De handhaving van Omgevingsrecht op het gebied van bouwen en het gebruik van bouwwerken (naleving verleende vergunning en vergunningvrij) en ruimtelijke ordening (strijdig gebruik, aanleggen van werken).
Bestemmingsplannen. Beleidslijn uitgangspunten toepassing afwijkingen van het bestemmingsplan ex art. 2.12 lid 1a sub 3 Wabo (2011); Beleidslijn planologische kruimelgevallen gemeente SintMichielsgestel (2011). Nota Integrale Strategie en Visie op Toezicht en Handhaving (ISVTH) 2011-2014, vastgesteld 29 maart 2011. Bestuursovereenkomst handhaving in Noord-Brabant (deze overeenkomst loopt tot 2014 en later in 2013 wordt meer duidelijk over de opvolging van deze overeenkomst binnen de omgevingsdienst) en handhavingsstrategie: ‘zo handhaven we in Brabant’ Afspraken binnen handhavingssamenwerking Brabant Noord-Oost (SePh). Rapport Rekenkamercommissie Handhaving mei 2012.
Wat willen we bereiken? (doeltreffendheid)
Wat gaan we daar voor doen tot en met 2017?
De handhaving waarborgen van algemeen en individueel geldende rechtsregels en voorschriften die voortkomen uit, of vastgesteld zijn in, bestemmings-plannen en landelijke wet en regelgeving (wet ruimtelijke ordening, woningwet, bouwverordening, bouwbesluit en de Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht).
Jaarlijks opstellen van een Uitvoeringsprogramma Toezicht en Handhaving
Komen tot een samenwerkingsvorm met andere (Meierij) gemeenten, waarbij het doel is om op basis van afgestemd beleid – in gezamenlijkheid - te komen tot effectieve en efficiënte afwikkeling van Wabo-taken.
Binnen de capacitaire mogelijkheden volgens het Uitvoeringsprogramma werkzaamheden uitvoeren Optimaliseren van de kwaliteit (inhoud en proces) door inbedding van een kwaliteitsplan Bouwregelgeving (toetsing en toezicht) Herziening Beleidslijn planologische kruimelgevallen gemeente Sint-Michielsgestel Gezamenlijk met de Meierijgemeenten Vught, Haaren en Boxtel, opstellen en uitvoeren van een kwaliteitsplan/ verbeterplan op basis van het landelijk ingevoerde Kwaliteitstool 2.1. voor VTH taken (wettelijk vast te stellen in 2015)
Voor dit jaar benoemen we de volgende speerpunten Uitwerken en inbedden van acties voortkomend uit het rapport Handhaving van de Rekenkamercommissie. Actualiseren of verlengen van de Nota Integrale Strategie en Visie op Toezicht en Handhaving (ISVTH). De ontwikkelingen Meierijsamenwerking VTH taken volgen en een actieve bijdrage leveren aan een mogelijke totstandkoming hiervan.
23
Hoe gaan we dit meten? Maatschappelijk effect Binnen de kaderstelling, de gewenste ruimtelijke kwaliteit en wettelijke (kwaliteits-)eisen aan bouwwerken zoveel mogelijk realiseren en in stand houden.
Indicator Naleef gedrag controles
2012 gerealiseerd
2013 Begroot
2014 Begroot
Omgevingsverg. Bouw 638 Slopen 72 Monument 18 Aanleggen 13 Brandveilig gebruik 1 Kappen 4 Reclame 1 Planologische Afwijking 14 Sloopmelding 19
Controles Wabo onderdeel bouwen 950
Controles Wabo onderdeel bouwen 950
Controles Wabo onderdeel slopen 150
Controles sloopmeldingen (niet meer wabo gerelateerd) 50 *)
Meetbaar doel Aantal uitgevoerde controles
*) ketentoezicht waaronder sloop met asbestcomponent gaat naar de Omgevingsdienst
Oude vergunningen: Lichte bouwverg.38 Reguliere bouwverg.211 Sloopverg. 24 Monumentenverg.8 Aanlegverg. 1 Totaal 1062 controles Positief gevoel van rechtszekerheid en bouw veiligheid (Het in behandeling nemen van klachten en verzoeken om handhaving, om excessen met betrekking tot de fysieke leefomgeving ten aanzien van ro en bouwen te voorkomen )
Daadwerkelijke sprake van het overtreden van de regelgeving
Klachten (aantal 65)
Klachten (aantal 50)
Klachten (aantal 50)
Verzoek om handhaving (aantal 42)
Verzoek om handhaving (aantal 25)
Verzoek om handhaving (aantal 35)
Positief gevoel van rechtszekerheid en rechtsgelijkheid (door Uniforme regeltoepassing volgens de beginselen van behoorlijk bestuur wordt het naleven van regels die betrekking hebben op de fysieke leefomgeving ten aanzien van ro en bouwen bevorderd)
Constatering dat sprake is van een overtreding van de regelgeving
Waarschuwingsbrieven stuitingsbrief (aantal 39)
Vooraankondiging (aantal 70) Stilleggingen (aantal 10) Last onder dwangsom (20) Gedogen c.q. afwijzen handhaving (10)
Vooraankondiging (aantal 50) Stilleggingen (aantal 10) Last onder dwangsom (20) Gedogen c.q. afwijzen handhaving (10)
Vooraankondiging (aantal 32) Stillegging (aantal 1) Last onder dwangsom (aantal 17) Gedogen c.q. afwijzen Handhaving (aantal 12)
24
Afname of toename van het aantal klachten en officieel ingediende verzoeken om handhaving
Aantal daadwerkelijk opgestarte handhavingszaken conform de algemene wet bestuursrecht dan wel persoonsgebonden gedogen c.q. afwijzen verzoek om handhaving
Maatschappelijk effect
Indicator
Rechtszekerheid voor burgers en bedrijven (De overtreder c.q. belanghebbende krijgt de gelegenheid het besluit te laten toetsen door een onafhankelijke instantie)
Indienen van een bezwaar- of (hoger) beroepschrift
Rechtszekerheid,/ sanctie-oplegging overtreder (De overtreder die niet aan de last heeft voldaan, dient de verbeurde dwangsommen te betalen)
Controle nadat de begunstigingstermijn is verstreken
2012 gerealiseerd
2013 Begroot
2014 Begroot
Bezwaar (aantal 16)
Bezwaar (aantal 10)
Bezwaar (aantal 15)
Beroep/ voorlopige voorziening (aantal 11)
Beroep (5)
Beroep (10)
Hoger beroep (aantal 1)
Hoger beroep (aantal 2)
Aantal 10
Aantal 5
Meetbaar doel Aantal zaken waarvan gebruik is gemaakt van openstaande rechtsmiddelen (bezwaar, beroep, hoger beroep)
Hoger beroep (aantal 3)
Wat mag het kosten? Bedragen x € 1.000 Lasten
Invorderingsbeschikking (aantal 2)
Aantal Invorderingsbeschikkingen
Rekening 2012
Begroting 2013 (na wijz.)
2014 (primitief)
2015
2016
2017
447,7
478,7
476,3
482,3
482,0
486,3
Baten
-51,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
Saldo lasten -/- baten
396,7
478,7
476,3
482,3
482,0
486,3
-2,4
voordelig
Waarvan resultaatbestemming:
Storting (+) /onttrekking (-) reserves
-31,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
Verschil Begroting 2014 -/- Begroting 2013
Saldo:
Verschillenanalyse (begroting 2014-begroting 2013)
Voordelig
Nadelig
Beschikbaar uit Kadernota 2013 Effecten risico-analyse handhaving
30
Eenmalig begroting 2013 Eenmalig begroting 2014 Structureel begroting 2014 Uren inclusief overhead
26
Kapitaallasten Overige verschillen Totaal verschil
2 30
28
2 Er zijn geen incidentele lasten en/of baten opgenomen.
25
2.2 Handhaving Milieu Wat omvat het deelprogramma?
Relevante beleidsnota’s
Het deelprogramma omvat de handhaving van Omgevingsrecht op het gebied van milieu.
Nota Integrale Strategie en Visie op Toezicht en Handhaving (ISVTH) 2011-2014, vastgesteld 29 maart 2011. Bestuursovereenkomst handhaving in Noord-Brabant (deze overeenkomst loopt tot 2014 en later in 2013 wordt meer duidelijk over de opvolging van deze overeenkomst binnen de omgevingsdienst)en handhavingsstrategie: ‘zo handhaven we in Brabant’ Afspraken binnen handhavingssamenwerking Brabant Noord-Oost (SePh). Rapport Rekenkamercommissie Handhaving mei 2012.
Wat willen we bereiken? (doeltreffendheid)
Wat gaan we daar voor doen tot en met 2017?
De handhaving waarborgen van algemeen en individueel geldende rechtsregels en voorschriften die voortkomen uit, of vastgesteld zijn in landelijke wet en regelgeving op het gebied van milieu en de Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht.
Jaarlijks opstellen van een Uitvoeringsprogramma Toezicht en Handhaving
Versterken van de samenwerking met andere (Meierij) gemeenten, waarbij het doel is effectieve en efficiënte afwikkeling van taken die overblijven na onderbrengen van taken in de Omgevingsdienst Brabant Noord (ODBN).
Binnen de capacitaire mogelijkheden volgens het Uitvoeringsprogramma werkzaamheden uitvoeren een en ander in relatie met het werkplan Omgevingsdienst Brabant Noord (OD-BN) voor wat betreft het verplicht overgedragen basistakenpakket milieu. Optimaliseren van de werkprocessen. Coördinatie en afstemming tussen lokale taken en taken welke zijn belegd bij de OD-BN. Gezamenlijk met de Meierijgemeenten Vught, Haaren en Boxtel, opstellen en uitvoeren van een kwaliteitsplan/ verbeterplan op basis van het landelijk ingevoerde Kwaliteitstool 2.1. voor VTH taken (wettelijk vast te stellen in 2015) voor wat betreft de achterblijvende toezichtstaken milieu.
Voor dit jaar benoemen we de volgende speerpunten • • • •
26
Uitwerken en inbeddden van acties voortkomend uit het rapport Handhaving van de Rekenkamercommissie Actualiseren of verlengen van de Nota Integrale Strategie en Visie op Toezicht en Handhaving (ISVTH) De ontwikkelingen Meierijsamenwerking VTH taken (achterblijvende milieutaken) volgen en een actieve bijdrage leveren aan een mogelijke totstandkoming hiervan Optimaliseren van de werkprocessen. Coördinatie en afstemming tussen lokale taken en taken welke zijn belegd bij de OD-BN.
Hoe gaan we dit meten? Maatschappelijk effect Binnen de kaderstelling, de gewenste milieu kwaliteit en wettelijke (kwaliteits-)eisen voor inrichtingen zoveel mogelijk realiseren en in stand houden.
Indicator Naleef gedrag controles
2012 gerealiseerd
2013 begroot
2014 begroot
Totaal 148 inrichting gebonden controles ** (waarvan 89 hercontroles en 5 extern uitgevoerd) 4 controles vuurwerk
Totaal aantal controles categorie Barim A en B. 150 integrale milieucontroles en 60 1ste hercontroles
Totaal aantal controles categorie Barim A en B. 60 integrale milieucontroles en 30 1ste hercontroles
Verder extra tijd aan: - SepH project zelfcontrole agrarische bedrijven - SepH project elektronische monitoring luchtwassers - SepH project grondstromen (omlegging Zuid Willemsvaart) - SepH project proeftuin Asbest - Handhaving Laar 31
Positief gevoel van rechtszekerheid en milieu veiligheid (Door het in behandeling nemen van klachten en verzoeken om handhaving, worden excessen met betrekking tot de fysieke leefomgeving ten aanzien van milieu voorkomen)
Daadwerkelijke sprake van het overtreden van de regelgeving
Positief gevoel van rechtszekerheid en rechtsgelijkheid (door Uniforme regeltoepassing volgens de beginselen van behoorlijk bestuur wordt het naleven van regels die betrekking hebben op de fysieke leefomgeving ten aanzien van milieu bevorderd)
Constatering dat sprake is van een overtreding van de regelgeving
Meetbaar doel Aantal uitgevoerde controles
Dit betreft de achterblijvende milieutaken. Vergunningen en meldingen worden grotendeels afgewikkeld door de OD-BN
Klachten (aantal 172)
Klachten (aantal 100)
Klachten (aantal 100)
Verzoek om handhaving (aantal 3)
Verzoek om handhaving (aantal 5)
Verzoek om handhaving (aantal 5)
Afname of toename van het aantal klachten en officieel ingediende verzoeken om handhaving
NB naar verwachting grotendeels af te wikkelen door de OD-BN Vooraankondiging (aantal 18) last onder dwangsom (aantal 8) gedogen c.q. afwijzen handhaving (aantal 0)
Voor -aankondiging (aantal 10)
Voor -aankondiging (aantal 15)
Last onder dwangsom (5)
Last onder dwangsom (5) NB juridische werkzaam-heden lokaal > OD-BN zijn nog niet afgebakend
Aantal daadwerkelijk opgestarte handhavingszaken conform de algemene wet bestuursrecht dan wel afwijzen verzoek om handhaving
27
Maatschappelijk effect
Indicator
Rechtszekerheid voor burgers en bedrijven (De overtreder c.q. belanghebbende krijgt de gelegenheid het besluit te laten toetsen door een onafhankelijke instantie)
Indienen van een bezwaarof (hoger) beroepschrift
Rechtszekerheid,/ sanctie-oplegging overtreder (De overtreder die niet aan de last heeft voldaan, dient de verbeurde dwangsommen te betalen)
Controle nadat de begunstigingstermijn is verstreken
2012 gerealiseerd
2013 begroot
2014 begroot
Bezwaar (Aantal 3)
Bezwaar (aantal 1)
Bezwaar (aantal 2)
Beroep / voorlopige voorziening (Aantal 2)
Beroep (aantal 1)
Beroep (aantal 2)
Hoger beroep (aantal 1)
Hoger beroep (aantal 1)
Hoger beroep (Aantal 0)
Wat mag het kosten? Bedragen x € 1.000 Lasten
Meetbaar doel Aantal zaken waarvan gebruik is gemaakt van openstaande rechtsmiddelen (bezwaar, beroep, hoger beroep)
NB juridische werkzaam-heden lokaal > OD-BN zijn nog niet afgebakend
Invorderingsbeschikking (aantal 3)
Aantal 5
Aantal 5 NB juridische werkzaam-heden lokaal > OD-BN zijn nog niet afgebakend
Aantal invorderingsbeschikkingen
Rekening 2012
Begroting 2013 (na wijz.)
2014 (primitief)
2015
2016
2017
170,9
216,2
115,4
116,6
118,7
119,5
Baten
-15,1
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
Saldo lasten -/- baten
155,8
216,2
115,4
116,6
118,7
119,5
-100,8
voordelig
Verschil Begroting 2014 -/- Begroting 2013
Waarvan resultaatbestemming:
Storting (+) /onttrekking (-) reserves Saldo:
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
Voordelig
Nadelig
Verschillenanalyse (begroting 2014-begroting 2013) Beschikbaar uit Kadernota 2013 Eenmalig begroting 2013 Eenmalig begroting 2014 Structureel begroting 2014 Uren inclusief overhead (effect overgang van formatie naar Omgevingsdienst)
101
Kapitaallasten Overige verschillen Totaal verschil Er zijn geen incidentele lasten en/of baten opgenomen.
28
101
0
2.3
Handhaving Openbare orde en veiligheid
Wat omvat het deelprogramma?
Relevante beleidsnota’s
Het deelprogramma omvat de handhaving van de Algemene Plaatselijke Verordening en Bijzondere wetten, voor zover niet voorbehouden aan algemeen politietoezicht.
Evenementenbeleid Integraal Horecabeleid Algemeen Plaatselijke Verordening Handhavingsbeleidsplan ISVTH 2010-2014 Kadernota Integrale Veiligheid Sint-Michielsgestel 2011 – 2014
Wat willen we bereiken? (doeltreffendheid)
Wat gaan we daar voor doen tot en met 2017?
Sint-Michielsgestel wil een veilige gemeente zijn die blijvend werk maakt van veiligheid en waarin publieke en private partijen elkaar bijstaan en versterken in het verbeteren/op peil houden van de subjectieve en objectieve veiligheid. Dit alles met het uiteindelijke doel een gemeente te zijn waar men graag woont, werkt en recreëert.
De inzet van de BOA blijft gehandhaafd op 450 uur/jaar Handhaving Openbare orde en veiligheid (waaronder ook begrepen handhaving APV en Bijzondere wetten) wordt opgenomen in het jaarlijks op te stellen Uitvoeringsprogramma Toezicht en Handhaving
Voor dit jaar benoemen we de volgende speerpunten Vaststellen handhavingsstrategie nieuwe Drank & Horecawet (nD&H) Implementatie van de nieuwe Drank&Horecawet inclusief de uitvoering van aanverwante beleidsregels zoals beleid paracommercie. Uitvoering van de toezichtstaken Drank en Horecawet volgens het Uitvoeringsprogramma Toezicht en Handhaving
Hoe gaan we dit meten? Maatschappelijk effect APV: het bewaken van de regulering van de maatschappelijk gemeentelijke huishouding ter bevordering van de openbare orde en veiligheid.
Bijz. Wetten: een veelheid die niet te vatten valt onder een maatschappelijk effect.
Indicator Controles.
Aantal controles.
2012 gerealiseerd Het gevoel van veiligheid is gestegen van een 7 naar een 7.3.
De ervaren sociale samenhang is van een 6,6 naar een 7,2 gestegen
2013
2014
Bedrijfsbezoeken horeca In het kader van carnaval, kermis en jaarwisseling Integraal met brandweer 40 controles
Bedrijfsbezoeken horeca In het kader van carnaval, kermis en jaarwisseling Integraal met brandweer 40 controles
Controles evenementen 6
Controles evenementen 6
Drank en horeca wetgeving 10 controles
Drank en horeca wetgeving 10 controles *
Meetbaar doel Aantal uitgevoerde controles.
Aantal uitgevoerde controles.
* NB de gemeenteraad besluit in december 2013 over de nD&H wet. Dit aantal is niet zeker.
29
Rekening 2012
Begroting 2013 (na wijz.)
2014 (primitief)
2015
2016
2017
Lasten
12,4
47,3
45,9
46,3
46,9
47,2
Baten
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
12,4
47,3
45,9
46,3
46,9
47,2
-1,4
voordelig
Wat mag het kosten? Bedragen x € 1.000
Saldo lasten -/- baten Verschil Begroting 2014 -/- Begroting 2013
Waarvan resultaatbestemming:
Storting (+) /onttrekking (-) reserves Saldo:
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
Gelet op de omvang en de inhoud van de financiële verschillen wordt bij dit deelprogramma geen financiële verschillen analyse gepresenteerd. Er zijn geen incidentele lasten en/of baten opgenomen.
30
2.4 Handhaving Leerplicht Wat omvat het deelprogramma?
Relevante beleidsnota’s
Het deelprogramma heeft betrekking op de Uitvoering Leerplichtwet 1969.
Samenwerkingsovereenkomst Regionaal Bureau Leerplicht gemeente Sint-Michielsgestel. Instructie leerplichtambtenaar (vastgesteld december 2005). Uitvoering van Wet van 6 december 2001 betreffende de Regionale Meld- en Coördinatiefunctie .
Wat willen we bereiken? (doeltreffendheid)
Wat gaan we daar voor doen tot en met 2017?
We willen voorkomen dat jongeren voortijdig het onderwijs verlaten en bewerkstelligen dat zoveel mogelijk jongeren een startkwalificatie of het hoogst haalbare niveau behalen. We leiden ongekwalificeerde voortijdige schoolverlaters terug naar het onderwijs, al dan niet in combinatie met werk, om alsnog een startkwalificatie te halen. In de convenanten die in het kader van “Aanval op de uitval” tussen Ministerie en scholen en andere onderwijsinstellingen zijn afgesloten is afgesproken dat ernaar wordt gestreefd om het aantal nieuwe voortijdig schoolverlaters de daaropvolgende vier jaren jaarlijks met 10% te doen afnemen.
In de notitie Meerjarenplan leerplicht/voortijdig schoolverlaten 2009-2012 is een aantal activiteiten genoemd die in genoemde periode uitgevoerd worden. Deze zullen voor de komende jaren worden voortgezet. Het betreft activiteiten ter voorkoming van nieuwe voortijdig schoolverlaters: - handhaving van de Leerplichtwet; - intensivering van de contacten met scholen buiten het werkgebied van het RBL waar relatief veel jongeren uit onze gemeente naar school gaan (VO); - verantwoorde deelname aan overlegsituaties zoals de Zorg- en Adviesteams (ZAT’s) op scholen voor voortgezet onderwijs en (op afroep) op basisscholen, Justitieel Casus Overleg Leerplicht, CJG-overleg, enz.; - extra aandacht voor de aansluiting van vmbo-mbo; - voortzetting van de verzuimspreekuren op VO-scholen om beginnend schoolverzuim preventief aan te pakken; - intensivering van de samenwerking met ROC’s (Koning Willem I College in Den Bosch en De Leijgraaf in Veghel); - snelle interventie naar ouders van de absoluut verzuimers; - snelle interventie naar nieuwe vsv-ers om hen te bewegen alsnog een startkwalificatie te behalen via huisbezoeken (outreachend werken) of een brief; - aanbieden van trajecten zoals TOM (Traject Op Maat).
Voor dit jaar benoemen we de volgende speerpunten Vroegtijdige interventie door leerplicht indien nodig Intensivering van de samenwerking met (de partners van) het Centrum Voor Jeugd en Gezin
Hoe gaan we dit meten?
Maatschappelijk effect
Indicator
Voorkomen van voortijdig schoolverlaten.
Aantal voortijdige Schoolverlaters.
2012 gerealiseerd 46
2013
2014
Meetbaar doel
Stabilisering van het aantal nieuwe vsv-ers (41)
Afname met 10% t.o.v. 2013 (37)
Afname met 10% t.o.v voorgaande jaar
31
Wat mag het kosten? Bedragen x € 1.000
Rekening 2012
Begroting 2013 (na wijz.)
2015
2014 (primitief)
2016
2017
Lasten
372,4
381,2
418,4
393,7
401,2
404,3
Baten
-350,4
-290,3
-372,0
-349,7
-351,4
-353,1
22,0
90,9
46,4
44,0
49,8
51,2
-44,5
voordelig
Saldo lasten -/- baten Verschil Begroting 2014 -/- Begroting 2013
Waarvan resultaatbestemming:
Storting (+) /onttrekking (-) reserves
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
Voordelig
Nadelig
Saldo:
Verschillenanalyse (begroting 2014-begroting 2013) Beschikbaar uit Kadernota 2013 Tijdelijke uitbreiding verzuimconsulent voor project RMC op ROC
16
Eenmalig begroting 2013 Eenmalig begroting 2014 Stelpost kosten pilot RMC op ROC uit VSV-programmagelden
10
Stelpost pilot outreached werken uit VSV-programmagelden
13
Structureel begroting 2014 Kosten voor TOM-trajecten en onderzoeks- en opleidingskosten
25
dekking uit de RMC-recserve
25
Stelposten kosten onderhoud pakket, opleiding BOA en overige kosten
25
RMC bijdrage bijgeraamd
50
Bijdragen deelnemende gemeenten exclusief Sint-Michielsgestel
22
Uren inclusief overhead
23
Kapitaallasten Overige verschillen Totaal verschil
127
82
45 *Grootste verschillen zijn ontstaan door technische aanpassing begroting RBL. Onze begroting is aangepast aan de begroting voor de deelnemende gemeenten RBL.
Als incidenteel aan te merken lasten en baten Lasten 2014 Project RMC op ROC
32
2016
2017
2015
2016
2017
16,0 Baten 2014
Project RMC op ROC
2015
24,0
2.5 Handhaving Sociale voorzieningen Wat omvat het deelprogramma?
Relevante beleidsnota’s
Het deelprogramma omvat handhaving van sociale voorzieningen.
Uitvoeringsplan Hoogwaardig Handhaven Verordening handhaving wet werk en bijstand Beleidsregels terugvordering en verhaal Verordening wet inburgering
Wat willen we bereiken? (doeltreffendheid)
Wat gaan we daar voor doen tot en met 2017?
We willen bereiken dat uitkeringen op doeltreffende wijze worden verstrekt zodat misbruik wordt voorkomen en tegengegaan.
Hoogwaardige Handhaving De uitvoering van Hoogwaardige handhaving is geborgd door toepassing van risicoprofielen en het geldende Controleplan. Bij de intake wordt met het oog op handhaving gebruik gemaakt van de risicoprofielen zodat direct zicht ontstaat op frauderisico’s. Jaarlijks worden nut en noodzaak van een thema onderzoek bekeken. Om fraude te kunnen voorkomen en ontdekken is het uitwisselen van gegevens een belangrijk instrument. Daarbij is het cruciaal om de mogelijkheden van bestandskoppeling van o.a. het Inlichtingenbureau en Suwinet goed te blijven benutten. Daarvan wordt gebruik gemaakt, in overeenstemming met de verschillende wettelijke mogelijkheden. Het debiteuren- en incassobeleid blijft onveranderd gericht op het vergroten van de ontvangsten uit terugvordering en verhaal, en vermindering van de openstaande vorderingen. De doeltreffendheid van het debiteurenbeleid kan worden gemeten aan de hand van de incassoratio. Dit zijn de ontvangsten uitgedrukt als percentage van de uitstaande debiteurenschuld, inclusief de op boekingen van het lopende jaar. In de periode 2009 tot en met 2012 was de gemiddelde incassoratio voor het totaal uitstaande vorderingen 11,4% en voor de fraudevorderingen 8,2%. Doelstelling voor 2014 is een incassoratio van 15% over het totaal uitstaande vorderingen, en voor fraudevorderingen een incassoratio van 10%.
Voor dit jaar benoemen we de volgende speerpunten De uitvoering van Hoogwaardige handhaving is geborgd door toepassing van risicoprofielen en het geldende Controleplan. Bij de intake wordt met het oog op handhaving gebruik gemaakt van de risicoprofielen zodat direct zicht ontstaat op frauderisico’s. jaarlijks worden nut en noodzaak van een themaonderzoek bekeken. Om fraude te kunnen voorkomen en ontdekken is het uitwisselen van gegevens een belangrijk instrument. Daarbij is het cruciaal om de mogelijkheden van bestandskoppeling van o.a. het Inlichtingenbureau en Suwinet goed te blijven benutten. Daarvan wordt gebruik gemaakt in overeenstemming met de verschillende wettelijke mogelijkheden. Het aantal geraamde uitkeringen voor 2014 is fors hoger als gevolg van de economische crisis. Eventuele aanpassingen op het controleplan worden mede beoordeeld op toepasselijkheid in verband met de implementatie van de transities.
33
Hoe gaan we dit meten?
Maatschappelijk effect
Indicator
Uitkeringen worden verstrekt aan mensen die daar recht op hebben (op basis van vastgestelde criteria)
Aantal rechtmatig verstrekte uitkeringen
Wat mag het kosten? Bedragen x € 1.000 Lasten
2012 gerealiseerd
2013
2014
Meetbaar doel
176 uitkeringen
167
197
Aantal beëindigde uitkeringen
Rekening 2012
Begroting 2013 (na wijz.)
2014 (primitief)
2015
2016
2017
0,3
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
Baten
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
Saldo lasten -/- baten
0,3
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
voordelig
Verschil Begroting 2014 -/- Begroting 2013
Waarvan resultaatbestemming:
Storting (+) /onttrekking (-) reserves
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
Saldo:
Gelet op de omvang en de inhoud van de financiële verschillen wordt bij dit deelprogramma geen financiële verschillenanalyse gepresenteerd. Er zijn geen incidentele lasten en/of baten opgenomen.
34
INTEGRALE VEILIGHEID EN BEREIKBAARHEID
Programma 3. Integrale veiligheid en bereikbaarheid Wat omvat het programma? Deelprogramma’s Portefeuillehouder 3.1 Openbare orde en veiligheid Mr. J.C.M. Pommer 3.2 Brandweer en Rampenbestrijding Mr. J.C.M. Pommer 3.3 Verkeersveiligheid A.H.M. Maas 3.4 Wegbeheer A.H.M. Maas / E.H.J.M. Mathijssen
3.1 Openbare orde en veiligheid Wat omvat het deelprogramma?
Relevante beleidsnota’s
Openbare Orde en Veiligheid, Politie en Bijzondere wetten.
Kadernota Integrale Veiligheid Sint-Michielsgestel 2011 - 2014. Uitvoeringsprogramma Integrale Veiligheid 2014
Wat willen we bereiken? (doeltreffendheid)
Wat gaan we daar voor doen tot en met 2017?
Sint-Michielsgestel wil een veilige gemeente zijn die blijvend werk maakt van veiligheid en waarin publieke en private partijen elkaar bijstaan en versterken in het verbeteren/op peil houden van de subjectieve en objectieve veiligheid. Dit alles met het uiteindelijke doel een gemeente te zijn waar men graag woont, werkt en zich recreëert.
• • • •
Een toenemend veiligheidsgevoel bij de burgers, jaarlijks te meten met de Veiligheidsmonitor die vanaf 2010 lokaal wordt uitgevoerd.
• •
Feitelijke verbetering van de veiligheid, zoals moet blijken uit verlaging / vermindering van de incidentcijfers van de managementrapportage van het politiedistrict Meierij.
•
Veiligheid integraal meenemen in alle beleidsvelden / afdelingen binnen de gemeente. Tweejaarlijkse terugkoppeling stand van zaken van kadernota Integrale Veiligheid 2011 – 2014 Opstellen nieuwe kadernota Integrale Veiligheid in 2014. Op basis van de kadernota een jaarlijks Uitvoeringsprogramma Integrale Veiligheid (UVP) opstellen. Afstemming van beleid op landelijk, regionaal en district niveau. Deelname aan onder andere het Veiligheidshuis en het RIEC. Coördinatiemechanisme met Veiligheidshuis i.s.m. Sociaal domein. Door lokale overleggen (SNO & Cjg) te professionaliseren en het aanstellen van vaste procesregisseurs.
Voor dit jaar benoemen we de volgende speerpunten De aanpak van overlast, woninginbraken, alcohol en drugs.
Hoe gaan we dit meten? 2012 gerealiseerd
2013
2014
Meetbaar doel
Rapportcijfer leefbaarheid in de buurt
7,6
≥8
≥8
Rapportcijfer
Rapportcijfer veiligheid in de buurt
7,3
≥ 7,3
≥ 7,3
Rapportcijfer
% inwoners dat zich niet onveilig voelt in de buurt
92%
≥ 89%
≥ 90%
Percentage
Maatschappelijk effect
Indicator
Gevoel van veiligheid in de gemeente Sint-Michielsgestel.
35
Maatschappelijk effect
2012 gerealiseerd
Indicator
2013
2014
Meetbaar doel
% inwoners dat zich vaak onveilig voelt op plekken waar jongeren rondhangen
Het percentage inwoners dat zich vaak onveilig voelt op plekken waar jongeren rondhangen is gedaald van 3,2% naar 2,2%.
≤ 3%
≤ 2%
Percentage
Woninginbraken
191
≥ 69
≥ 54
Politiecijfers
Inbraken in boxen, garages, schuren en tuinhuisjes
27
≥ 33
≥ 30
Politiecijfers
Aantal gecertificeerde woningen conform het Politiekeurmerk Veilig Wonen
389
≥ 385
≥ 423
Verleende certificaten
Jeugdoverlast
66
≥ 58
≥ 55
Incidenten
Wat mag het kosten? Bedragen x € 1.000
Rekening 2012
Begroting 2013 (na wijz.)
2014 (primitief)
2015
2016
2017
371,8
452,4
369,7
372,8
321,9
323,9
-9,1
-9,7
-7,6
-7,8
-8,0
-8,2
362,6
442,7
362,1
365,0
313,9
315,7
-80,6
voordelig
Lasten Baten Saldo lasten -/- baten Verschil Begroting 2014 -/- Begroting 2013
Waarvan resultaatbestemming:
Storting (+) /onttrekking (-) reserves Saldo:
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
Verschillenanalyse (begroting 2014-begroting 2013)
Voordelig
Nadelig
Beschikbaar uit Kadernota 2013 Eenmalig begroting 2013 Eenmalig begroting 2014 Structureel begroting 2014 Uren inclusief overhead
83
Kapitaallasten Overige verschillen
2
Totaal verschil
83
2
81 Als incidenteel aan te merken lasten en baten
36
Lasten 2014
2015
Project integrale veiligheid
30,0
30,0
Tijdelijke formatie mw drank- en horeca
17,0
17,0
Er zijn geen incidentele baten opgenomen.
2016
2017
3.2 Brandweer en rampenbestrijding Wat omvat het deelprogramma?
Relevante beleidsnota’s
Rampenbestrijding
Regionaal organisatieplan brandweerzorg en rampenbestrijding Wet op de Veiligheidsregio’s Wet rampen en zware ongevallen (WRZO) Regionaal Crisisplan Brabant-Noord Plan van aanpak districtelijke samenwerking crisisbeheersing district de Meierij
Bedrijfshulpverlening
Artikel 15 van de Arbo-wet omschrijft de BHV-taken
Regionale Brandweer
Sinds 1 januari 2011 is de brandweer geregionaliseerd. Het regionaal vastgestelde beleid zal worden gevolgd.
Wat willen we bereiken? (doeltreffendheid)
Wat gaan we daar voor doen tot en met 2017?
De voorbereiding op de bestrijding van rampen, zware ongevallen en incidenten, de daadwerkelijke bestrijding daarvan en de nazorg.
Uitvoering geven aan het Regionaal Crisisplan Brabant-Noord Uitvoering geven aan afspraken zoals omschreven in het Plan van aanpak districtelijke samenwerking crisisbeheersing district de Meierij en te komen tot poulevorming op bijna alle processen
Voor dit jaar benoemen we de volgende speerpunten Er zijn geen specifieke speerpunten te benoemen
Hoe gaan we dit meten? Maatschappelijk effect Adequate bestrijding van rampen, zware ongevallen en incidenten
Indicator Rampenplan dat voldoet aan de vigerende wet- en regelgeving
2012 gerealiseerd Het Regionaal Crisisplan is vastgesteld op 7 november 2012
2013
2014
Meetbaar doel
Vastgesteld regionaal crisisplan
Vastgesteld regionaal crisisplan
Regelgeving Rampenplan / Regionaal Crisisplan voldoet aan gestelde wet- en regelgeving Opleiden Opleidingen worden uitgevoerd conform vastgesteld meerjaren opleidings- en oefenbeleidsplan 2012 – 2014 Oefenen Gemeentelijk rampenplan/ regionaal crisisplan en bijbehorende processen worden beoefend Communiceren Risicokaart is up-to-date gevuld en toegankelijk voor de burger
Adequate bedrijfshulpverlening
BHV Organisatie die zowel kwalitatief als kwantitatief op orde is
Voldoet
Voldoet
Voldoet
Kwalitatief Opleiden Oefenen
37
Wat mag het kosten? Bedragen x € 1.000
Rekening 2012
Begroting 2013 (na wijz.)
2014 (primitief)
2015
2016
2017
1.451,2
1.539,8
1.640,6
1.641,0
1.646,0
1.645,3
-5,2
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
1.446,0
1.539,8
1.640,6
1.641,0
1.646,0
1.645,3
100,8
nadelig
Lasten Baten Saldo lasten -/- baten Verschil Begroting 2014 -/- Begroting 2013
Waarvan resultaatbestemming:
Storting (+) /onttrekking (-) reserves
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
Saldo:
Verschillenanalyse (begroting 2014-begroting 2013)
Voordelig
Nadelig
Beschikbaar uit Kadernota 2013 Eenmalig begroting 2013 Eenmalig begroting 2014 Structureel begroting 2014 Uren inclusief overhead
86
Kapitaallasten Overige verschillen: - vanaf 2014 is de BTW die door de Brandweer wordt betaald niet langer compensabel. Hierdoor ontbreekt op dit product het voordeel van de doorgeschoven BTW. Via de Algemene Uitkering vindt compensatie plaats van dit nadeel.
51
- indexering bijdrage Veiligheidsregio - taakstelling GHOR en GMC - aanvullende taakstelling opgelegd aan de Veiligheidsregio
11 6 49
- functiestructuur bevolkingszorg (nieuw) Totaal verschil
8 55
156 101
Er zijn geen incidentele lasten en/of baten opgenomen.
38
3.3 Verkeersveiligheid Wat omvat het deelprogramma?
Relevante beleidsnota’s
Het deelprogramma heeft betrekking op verkeer, verkeersmaatregelen, openbare verlichting en gladheidbestrijding.
Gemeentelijke Verkeers- en Vervoerplan (GVVP) 2012-2020 Beleidsplan Openbare verlichting 2011- 2017
Wat willen we bereiken? (doeltreffendheid)
Wat gaan we daar voor doen tot en met 2017?
Door het uitvoeren van verkeersmaatregelen, het aantal letselongevallen verder terugdringen;
De kleine verkeersveiligheidproblemen van bewoners worden aangepakt. Deze worden eerst getoetst aan het nieuwe gemeentelijke verkeer- en vervoersplan (GVVP) dat in 2012 is vastgesteld. We voeren in combinatie met het wegonderhoud programma de opnieuw geformuleerde aandachtpunten uit. De scholen en schoolroutes en voorzieningen voor gehandicapten worden altijd in nauw overleg met de schooldirecties, hun verkeerswerkgroepen en belangenorganisaties aangepakt.
De doorgaande wegen en fietsroutes bij voorkomende gladheid vóór de ochtendspits gestrooid, sneeuw- en ijsvrij maken; Waarborgen van de verkeersveiligheid en sociale veiligheid. Als basis hanteren wij de NSVV-normering, zoals vastgelegd in het beleidsplan Openbare verlichting 2011-2017.
Voor de gladheidbestrijding wordt jaarlijks een plan opgesteld waarin zijn opgenomen de strooiroutes, de personele en materiele inzet. Voor wat betreft de openbare verlichting zal uitvoering gegeven worden aan het verder herverlichten (wit licht) van de doorgaande wegen binnen en buiten de bebouwde kom. Deze operatie wordt in 2015 afgerond waarna we starten met het vervangen van de openbare verlichting in het buitengebied naar LED.
Voor dit jaar benoemen we de volgende speerpunten Er zijn geen speerpunten te benoemen. Bestaand beleid wordt voortgezet. Het initiatiefvoorstel fietspadenplan wordt verder uitgewerkt, een fietsplatform wordt ingesteld dat de pilots selecteert en de verdere uitvoering van het fietsroutenetwerk begeleidt.
Hoe gaan we dit meten? Maatschappelijk effect Toename objectieve en subjectieve verkeersveiligheid
Indicator
2012 gerealiseerd
2013
2014
Meetbaar doel
aantal letselongevallen, streefwaarde voor 2020 ligt op 9.
Onder de streefwaarde, exacte aantal is nog niet vrijgegeven
-
-
minder letselongevallen
Klachten openbare verlichting Systeem is in opbouw waarbij nu de definities zijn opgesteld. In 2011 heeft registratie conform opgestelde definities plaatsgevonden.
166
380 meldingen afgehandeld binnen 24 uur.
360
Kapotte lamp of aanrijdschade-/ vandalisme.
110 meldingen binnen 1 week.
90
Verzoeken tot her- of bijplaatsing.
115 meldingen langere termijn
110
Storing door kabelschade. (netbeheerder)
39
Wat mag het kosten? Bedragen x € 1.000
Rekening 2012
Begroting 2013 (na wijz.)
2014 (primitief)
2015
2016
2017
Lasten
879,4
902,8
929,4
926,6
921,5
916,7
Baten
-114,9
-131,1
-134,4
-137,5
-140,6
-143,7
764,5
771,7
795,0
789,1
780,9
773,0
23,3
nadelig
Saldo lasten -/- baten Verschil Begroting 2014 -/- Begroting 2013
Waarvan resultaatbestemming:
Storting (+) /onttrekking (-) reserves
-73,2
-104,0
-107,0
-110,0
-113,0
-116,0
Saldo:
Verschillenanalyse (begroting 2014-begroting 2013)
Voordelig
Nadelig
Beschikbaar uit Kadernota 2013 Eenmalig begroting 2013 Hogere taakstellende opdracht op uitvoeringskosten gemeentelijk verkeer- en vervoerplan in 2013 Lagere energiekosten door lagere inkoop
14 10
Eenmalig begroting 2014 Structureel begroting 2014 Uren inclusief overhead
24
Kapitaallasten
3
Overige verschillen
2
Totaal verschil
15
38 23
Er zijn geen incidentele lasten en/of baten opgenomen.
40
3.4 Wegbeheer Wat omvat het deelprogramma?
Relevante beleidsnota’s
Wegbeheer, wegonderhoud en openbaar vervoer.
G nadelig emeentelijk verkeer- en vervoersplan (GVVP) Beleidsplan Openbare verlichting 2011- 2017
Wat willen we bereiken? (doeltreffendheid)
Wat gaan we daar voor doen tot en met 2017?
Wegen, staten en pleinen zijn zodanig onderhouden dat ze minimaal voldoen aan de objectieve kwalificatie ‘matig’ volgens de CROW richtlijn. Er zijn ook geen toegekende schadeclaims als gevolg van onvoldoende onderhoud.
Door goede inspecties blijven we de kwaliteit van de wegen monitoren. Op basis van die kwaliteit vindt onderhoud plaats om de gebruiksveiligheid te waarborgen.
Voor dit jaar benoemen we de volgende speerpunten Er zijn geen speerpunten te benoemen. Bestaand beleid wordt voortgezet.
Hoe gaan we dit meten? Maatschappelijk effect Borgen dat elke weggebruiker zich op een normale manier kan verplaatsen van A naar B.
Buslijnverbindingen
Indicator Klachtenmeldingen wegbeheer. Systeem is in opbouw waarbij nu de definities zijn opgesteld. In 2011 heeft registratie conform opgestelde definities plaatsgevonden.
2012 gerealiseerd 388
2013
2014
Meetbaar doel
140 meldingen afgehandeld binnen 24 uur
130
24 meldingen binnen 1 week
24
Aantal klachten. CROWinventarisatie in prioriteit geselecteerd op mate van onveiligheid.
78 meldingen langere termijn
70
Onderhoudskwalificatie van wegen
Asfalt: Voldoende Elementen: goed
Asfalt: Goed. Elementen goed
Asfalt: voldoende Elementen: goed
Aantal lijnverbindingen
3 (plus buurtbus)
3 (plus buurtbus
3 (plus buurtbus
Geen meetbaar doel aangewezen
41
Rekening 2012
Begroting 2013 (na wijz.)
2014 (primitief)
2015
2016
2017
Lasten
1.615,8
1.987,7
1.371,6
1.377,0
1.371,1
1.375,0
Baten
-347,9
-426,0
-5,0
-5,0
-5,0
-5,0
1.267,9
1.561,7
1.366,6
1.372,0
1.366,1
1.370,0
-195,1
voordelig
Wat mag het kosten? Bedragen x € 1.000
Saldo lasten -/- baten Verschil Begroting 2014 -/- Begroting 2013
Waarvan resultaatbestemming:
Storting (+) /onttrekking (-) reserves
40,0
-400,0
0,0
0,0
0,0
0,0
Saldo:
Verschillenanalyse (begroting 2014-begroting 2013)
Voordelig
Nadelig
Beschikbaar uit Kadernota 2013 Bijdrage aan de provincie voor aanpassing kruising Hoogstraat/Bosschebaan
400
Dekking via de vrije investeringsreserve
400
Ophoging budget wegonderhoud
21
Dekking via bijdrage van Reggifiber voor aanleg glasvezelnetwerk
21
Eenmalig begroting 2013 Aanpassing bushaltes voor minder validen
200
Eenmalig begroting 2014 Structureel begroting 2014 Uren inclusief overhead
4
Kapitaallasten Overige verschillen
1
Totaal verschil
621
426
195
Als incidenteel aan te merken lasten en baten
Detachering medewerker wegbeheer t/m 2015
Detachering medewerker wegbeheer t/m 2015
42
Lasten 2014
2015
16,0
16,0
Baten 2014
2015
16,0
16,0
2016
2017
2016
2017
BURGER, BESTUUR EN BEDRIJFSVOERING
Programma 4. Burger, bestuur en bedrijfsvoering Wat omvat het programma? Deelprogramma’s Portefeuillehouder 4.1 Dienstverlening burgerlijke stand en bevolking Mr. J.C.M. Pommer / A.H.M. Maas E.H.J.M. Mathijssen 4.2 Bestuursorganen, -ondersteuning en representatie Mr. J.C.M. Pommer 4.3 Bestuurlijke samenwerking Mr. J.C.M. Pommer 4.4 Strategisch beleid Mr. J.C.M. Pommer / E.H.J.M. Mathijssen 4.5 (bedrijfsvoering) Risicobeheer E.H.J.M. Mathijssen 4.6 (bedrijfsvoering) Budgetcyclus Mr. J.C.M. Pommer 4.7 (bedrijfsvoering) Middelenbeleid Mr. J.C.M. Pommer / A.H.M. Maas H.T.M. van Roosmalen / E.H.J.M. Mathijssen
4.1 Dienstverlening burgerlijke stand en bevolking Wat omvat het deelprogramma?
Relevante beleidsnota’s
Het deelprogramma heeft betrekking op de basisadministratie personen en adressen (GBA).
Beveiliging- en privacyhandboek GBA, reisdocumenten en rijbewijzen.
Wat willen we bereiken? (doeltreffendheid)
Wat gaan we daar voor doen tot en met 2017?
De gemeente zal zich ontwikkelen tot een klantcontactcentrum (KCC) dat dient als frontoffice voor burgers en bedrijven met vragen aan de overheid. Het streven is om tijdens het eerste contact met de gemeente 65% van alle vragen correct te beantwoorden. Deze doelstelling moet in 2015 gerealiseerd zijn
Met de samenwerkende gemeenten Haaren, Vught en Boxtel wordt een eenduidige werkwijze ontwikkeld voor de opzet van het KCC.
Een ander belangrijk onderdeel is de modernisering van de GBA (mGBA). Doel is het tot stand brengen van de Basisregistratie Personen en migratie van gemeenten en afnemers naar de voorzieningen van het nieuwe stelsel (BRP). In 2015 moet de aansluiting voltooid zijn.
Voor dit jaar benoemen we de volgende speerpunten Voorbereidingen mGBA.
Hoe gaan we dit meten? Maatschappelijk effect
Indicator
2012 gerealiseerd
2013
2014
Meetbaar doel
Inwoners kunnen vertrouwen op juiste registratie persoonsgegevens.
Fouten binnen wettelijke normen.
Tevredenheid inwoners t.a.v. burgerlijke stand.
Rapportcijfer (enquête huwelijken).
Gemiddeld rapportcijfer 8
Rapportcijfer 8
Rapportcijfer 8
Rapportcijfer 8.
Benchmark Waar staat je gemeente.nl
Vergelijking dienstverlening tussen 210 gemeenten
Gemiddeld rapportcijfer 8
Voldoende rapportcijfer
Voldoende rapportcijfer
Rapportcijfer moet voldoende zijn
Goedkeurende audit
43
Rekening 2012
Begroting 2013 (na wijz.)
2014 (primitief)
2015
2016
2017
Lasten
1.148,4
1.306,8
1.120,6
1.111,3
1.132,9
1.168,7
Baten
-520,8
-609,6
-472,9
-432,8
-461,1
-497,2
627,7
697,2
647,7
678,5
671,8
671,5
-49,5
voordelig
Wat mag het kosten? Bedragen x € 1.000
Saldo lasten -/- baten Verschil Begroting 2014 -/- Begroting 2013
Waarvan resultaatbestemming:
Storting (+) /onttrekking (-) reserves
0,0
-68,8
-66,6
-63,8
-62,4
0,0
Voordelig
Nadelig
Saldo:
Verschillenanalyse (begroting 2014-begroting 2013) Beschikbaar uit Kadernota 2013 Eenmalig begroting 2013 Update GBA
43
Eenmalig begroting 2014 Structureel begroting 2014 Vervallen budget inburgering meicirculaire 2013
28
Vervallen kosten inburgering via OptimIsd
46
Vervallen inkomsten inburgering via OptimIsd
46
Raming afdrachten rijbewijzen bijgesteld
22
Raming afdrachten paspoorten bijgesteld
5
Raming afdrachten identiteitskaarten bijgesteld
6
Raming leges rijbewijzen bijgesteld
85
Raming leges paspoorten bijgesteld
13
Raming leges identiteitskaarten bijgesteld
8
Lagere kosten trouwambtenaren
4
Doorbelasting Ple1n belasting WBI
38
Uren inclusief overhead onder andere vanwege vermindering formatie
81
Kapitaallasten Overige verschillen
1
Totaal verschil
238
188
50 Als incidenteel aan te merken lasten en baten
Documentverstrekking
Documentverstrekking
44
Lasten 2014
2015
2016
2017
-16,0
-32,0
-22,0
9,0
Baten 2014
2015
2016
2017
-65,0
-103,0
-74,0
23,0
4.2 Bestuursorganen, bestuurlijke ondersteuning en presentatie Wat omvat het deelprogramma?
Relevante beleidsnota’s
Dit deelprogramma heeft betrekking op de gemeentelijke bestuursorganen (raad, college en burgemeester), op de bestuurlijke communicatie en representatie en op de (elektronische) dienstverlening.
Protocollenboek representatie. Beleid informatievoorziening 30-05-2006. Intentieverklaring Raad in ontwikkeling 20-05-2010 Communicatiebeleid 2012
Wat willen we bereiken? (doeltreffendheid)
Wat gaan we daar voor doen tot en met 2017?
Wij willen een gemeente zijn die goed communiceert en interactief handelt. Communicatie is tweerichtingsverkeer. Hieronder verstaan we enerzijds dat we inwoners duidelijk informeren over de keuzes die we maken en waarom we dat doen. Anderzijds betekent het ook dat we naar hen luisteren en kijken of en zo ja hoe we ideeën, gedachten, voorstellen en wensen van inwoners kunnen inpassen in ons beleid. We betrekken inwoners bij beleidsvorming en –uitvoering. We richten ons dus steeds meer op burgerparticipatie en werken doelgroepgericht.
Burgerparticipatiebeleid en uitvoering hiervan wordt door het cluster communicatie opgezet, uitgezet en begeleid binnen de gemeentelijke organisatie. Daarnaast begeleiden we dit proces ook naar buiten toe.
De gemeenteraad heeft de ambitie zijn werkwijze voortdurend te ontwikkelen. De werkgroep Raad in ontwikkeling die daarvoor is opgericht blijft in 2014 voortbestaan.
De werkgroep Raad in ontwikkeling zal in de tweede helft van 2013 de evaluatie van de afgelopen raadsperiode ter hand nemen. Dit zal begin 2014 resulteren in aanbevelingen voor verbetering van de werkwijze van de raad, die ter besluitvorming aan de nieuwe raad (april 2014) wordt voorgelegd.
Voor dit jaar benoemen we de volgende speerpunten Speerpunt voor wat betreft de gemeenteraad zijn in 2014 de raadsverkiezingen en introductie nieuwe raad. Tevens is de digitalisering van de informatievoorziening voor de raad zeer belangrijk. En verkiezingen Europees Parlement.
Hoe gaan we dit meten? Er worden geen meetbare gegevens benoemd.
Wat mag het kosten? Bedragen x € 1.000 Lasten Baten Saldo lasten -/- baten
Rekening 2012
Begroting 2013 (na wijz.)
2014 (primitief)
2015
2016
2017
2.273,6
2.736,0
2.524,4
2.424,1
2.349,1
2.311,3
-182,9
-258,3
-206,0
-168,6
-196,9
-116,1
2.090,7
2.477,7
2.318,4
2.255,5
2.152,2
2.195,2
-159,3
voordelig
Verschil Begroting 2014 -/- Begroting 2013
Waarvan resultaatbestemming:
Storting (+) /onttrekking (-) reserves
-95,5
-162,7
-110,4
-73,0
-151,3
-70,5
Saldo:
45
Verschillenanalyse (begroting 2014-begroting 2013)
Voordelig
Nadelig
Beschikbaar uit Kadernota 2013 Eenmalig begroting 2013 Overheveling budget rekenkamer van 2012 naar 2013
11
Tijdelijke vervanging wethouder in 2013
45
Overheveling budget programma Dienstverlening van 2012 naar 2013
87
Eenmalig begroting 2014 Verkiezingen gemeenteraad
40
Verkiezingen gemeenteraad: kosten afscheid e.d.
10
Verkiezingen europarlement
40
(Hogere) onttrekking reserve wegens becijferd tekort begroting Ple1n I&A 2012-2016
18
Structureel begroting 2014 Uren inclusief overhead
17
Kapitaallasten
15
Overige verschillen: - opgelegde taakstelling gemeenteraad
50
- lagere salariskosten gemeenteraad door bijstelling indexering
7
- taakstelling reductie wethouders
50
- vervallen wachtgelden 2 voormalige wethouders
75
- deze wachtgelden werden onttrokken aan de reserve wachtgelden bestuurders
75
- hogere kosten pensioenen voormalige wethouders door toename aantal
11
- voordeel doordat deze pensioenen onttrokken worden aan de reserve pensioenen
11
- verhoging budget uitvoering taken NUP-GBO e.d.
86
- vervallen budget bijdrage samenwerking ICT/REGEO (in programma dienstverlening)
28
- overige kleine verschillen
7
Totaal verschil
421
262
159 Als incidenteel aan te merken lasten en baten Lasten 2014 Verkiezingen gemeenteraad
40,0
Verkiezingen gemeenteraad
10,0
Verkiezingen europarlement
40,0
Verkiezingen provinciale staten
2015
2016
2017
40,0
Verkiezingen 2e kamer
40,0
EDV onttrekking reserve tbv samenwerking EDV mutaties reserve
46
50,0
50,0
Baten 2014
2015
2016
EDV onttrekking reserve tbv samenwerking
17,9
54,5
81,8
EDV mutaties reserve
75,0
75,0
2017
4.3 Bestuurlijke samenwerking Wat omvat het deelprogramma?
Relevante beleidsnota’s
Inventarisatie van bestaande intergemeentelijke samenwerking en uitgangspunten voor de toetsing van nieuwe intergemeentelijke samenwerking.
Rekenkameronderzoek Sturing en controle op gemeenschappelijke regelingen (2007). Kadernota’s en begrotingsvoorstellen gemeenschappelijke regelingen (2013). Adoptieregeling toetsing jaarstukken gemeenschappelijke regeling. (2008) Nota Verbonden Partijen (2008).
Wat willen we bereiken? (doeltreffendheid)
Wat gaan we daar voor doen tot en met 2017?
Met samenwerking tussen gemeenten 4 van de Meierij willen we bereiken:
Vanaf 2014 richten we ons op de voorbereiding van de definitieve besluitvorming in de gemeenteraden over de Meierijsamenwerking.
• • • • •
Vermindering van de kwetsbaarheid Professionalisering door schaalvergroting kennisdeling verbeterde service aan de klant spreiding van risico’s
Na de besluitvorming (juli 2014) richten we ons op de verwerking richten we ons op de verwerking van de besluitvorming en de vormgeving van de samenwerking.
Hierin zullen kostenreductie, kwaliteit, kwetsbaarheid, lokale kleur en kort bij de klant (de zogenaamde 5 k’s) centraal gesteld worden. Medio 2014 zal besluitvorming door de nieuwe gemeenteraden plaats vinden over de Meierijsamenwerking. Regio Brabant Noord-Oost (5 sterrenregio) Met samenwerking tussen gemeenten, bedrijfsleven, onderwijs en andere overheden willen we bereiken dat de regio sterk op de kaart komt te staan. Een sterke regio is immers ook goed voor onze inwoners, bedrijven en instellingen. De besturing van de regio dient slagvaardig te kunnen zijn met zo min mogelijk bestuurlijke drukte.
Regio Brabant Noord-Oost Uitwerken van de besluiten die de gemeenteraden over de regio hebben genomen oktober 2013. Inbreng van onze gemeente in de regio gezamenlijk organiseren binnen de Meierijsamenwerking, zodat inbreng efficiënter geleverd kan worden.
Voor dit jaar benoemen we de volgende speerpunten Het voorbereiden van het samenwerkingsverband van de 4 van de Meierij. Gecoördineerde inbreng van de (4) Meierijgemeenten in de samenwerking Brabant Noord-Oost.
47
Hoe gaan we dit meten? Maatschappelijk effect Vermindering van de kwetsbaarheid, uitvoering taken, het garanderen van een acceptabel kostenniveau met een hoog kwaliteitsniveau van de door de gemeente te leveren producten.
Indicator Ontwikkeling bijdrage per inwoner van de verschillende samenwerkings -verbanden ook in overeenstemming met kostenontwikkeling gemeente.
2012 gerealiseerd Kostenontwikkeling is gelijk aan de ontwikkeling van de kosten binnen de gemeente
2013
2014
Meetbaar doel
Kosten gelijke tred met ontwikkeling gemeente
Kosten gelijke tred met ontwikkelingen gemeente
Kostenontwikkeling maximaal gelijk aan kostenontwikkeling binnen gemeentelijke begroting, voor 2014 vastgesteld op 0%.
Opm. Veiligheidsregio Brabant Noord
-1,5%
-2,47%
- 2%
BHIC
3,7%
+ 7%
- 2,5%
Harmonisatie bijdragen
GGD
-7,4%
-1,5%
+2%
Taakstellende bezuiniging
0%
0%
-
RAV
Optimisd (excl. programma’s)
18%
WSD
Stadsgewest
48
-10,9%
Taakstelling
Vanaf 2011 geen gemeentelijke bijdrage
-2% Door onzekere ontwikke-lingen (Lente-akkoord) is dit nog niet bekend.
0%
Bijdrage bestuurskosten
0%
0%
Afbouw Vlagheide
Rekening 2012
Begroting 2013 (na wijz.)
2014 (primitief)
2015
2016
Lasten
62,8
96,0
24,6
40,9
40,9
15,9
Baten
-15,8
0,0
-24,0
-48,0
-140,0
-140,0
47,0
96,0
0,6
-7,1
-99,1
-124,1
-95,4
voordelig
Wat mag het kosten? Bedragen x € 1.000
Saldo lasten -/- baten Verschil Begroting 2014 -/- Begroting 2013
2017
Waarvan resultaatbestemming:
Storting (+) /onttrekking (-) reserves Saldo:
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
Voordelig
Nadelig
Verschillenanalyse (begroting 2014-begroting 2013) Beschikbaar uit Kadernota 2013 Taakstelling samenwerkingsverbanden
24
Eenmalig begroting 2013 Het budget samenwerking is opgebouwd uit een groot aantal mutaties in de diverse samenwerkingsverbanden. Het budget 2013 bedraagt na begrotingswijzigingen
52
Eenmalig begroting 2014 Zoals gezegd onder het voorgaande kopje is het budget samenwerking opgebouwd uit een groot aantal mutaties in diverse samenwerkingsverbanden. Het budget voor 2014 is
15
Het verschil t.o.v. het budget 2013 wordt voornamelijk veroorzaakt door af- en bijramingen voor de Ple1n-samenwerkingsverbanden. Structureel begroting 2014 Uren inclusief overhead
34
Kapitaallasten Overige verschillen Totaal verschil
110
15
95
Als incidenteel aan te merken lasten en baten
Stelpost voor bestuurlijke samenwerking
Lasten 2014
2015
2016
2017
8,7
25,0
25,0
0,0
Er zijn geen incidentele baten opgenomen.
49
4.4 Strategisch beleid Wat omvat het deelprogramma?
Relevante beleidsnota’s
Strategisch beleid.
Zieners 2025.
Wat willen we bereiken? (doeltreffendheid)
Wat gaan we daar voor doen tot en met 2017?
Door het ontwikkelen van een toekomstvisie spelen we, tijdig en in goede samenhang met de diverse beleidsvelden, in op maatschappelijke veranderingen en veranderende vragen en eisen van inwoners.
Visie aanpassen op basis van de “Visie Goed leven, goed werken: mensen maken De Meierij”, zoals deze nader wordt uitgewerkt door de Meierijgemeenten. Bovendien zullen de uitkomsten verwerkt worden van de economische visie die in 2013 is opgesteld voor onze gemeente.
Voor dit jaar benoemen we de volgende speerpunten Actualiseren van de visie Zieners van 2025. Deelname aan het onderzoek “Waar staat je gemeente?”.
Hoe gaan we dit meten? Maatschappelijk effect
Indicator
2012 gerealiseerd
2013
2014
Meetbaar doel
Aan de hand van een visie tijdig inspelen op maatschappelijke veranderingen.
Integrale vastgestelde beleidsvisie.
Beschikbaar zijn van een actuele strategische visie.
Geactualiseerde visie beschikbaar
Geactualiseerde visie beschikbaar
Actuele strategische visie.
Wat mag het kosten? Bedragen x € 1.000
Rekening 2012
Begroting 2013 (na wijz.)
2014 (primitief)
2015
2016
2017
Lasten
26,7
2,5
2,8
2,9
2,9
2,9
Baten
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
26,7
2,5
2,8
2,9
2,9
2,9
0,3
nadelig
Saldo lasten -/- baten Verschil Begroting 2014 -/- Begroting 2013
Waarvan resultaatbestemming:
Storting (+) /onttrekking (-) reserves
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
Saldo:
Gelet op de omvang en de inhoud van de financiële verschillen wordt bij dit deelprogramma geen financiële verschillenanalyse gepresenteerd. Er zijn geen incidentele lasten en/of baten opgenomen.
50
4.5 (bedrijfsvoering) Risicobeheer Wat omvat het deelprogramma?
Relevante beleidsnota’s
Risicomanagement en het beheersbaar maken van de risico’s.
Nota weerstandsvermogen 2005/2006.
Wat willen we bereiken? (doeltreffendheid)
Wat gaan we daar voor doen tot en met 2017?
Wij waarborgen de continuïteit van de bedrijfsvoering binnen de gemeente. Calamiteiten voorkomen wij en maken deze zonodig op voorhand beheersbaar. De vermogenspositie van de gemeente is goed en wordt beschermd. Daar waar risico’s zijn, worden ze tijdig herkend, beschreven en beoordeeld en waar noodzakelijk afdoende verzekerd.
De risicoanalyse is gericht op de nieuwe zaken en ontwikkelingen binnen de gemeente. De risico’s van de grondexploitatie hebben bijzondere aandacht. Elke 2 jaar voeren wij een organisatiebrede risicoinventarisatie uit. De laatste keer is dit in april 2013 afgerond.
Voor dit jaar benoemen we de volgende speerpunten Er zijn geen speerpunten benoemd voor (bedrijfsvoering) Risicobeheer.
Hoe gaan we dit meten? Maatschappelijk effect Een gemeente met een betrouwbaar imago die geen onverwachte financiële tegenvallers presenteert.
Indicator Verhouding tussen omvang van de geïnventariseerde risico’s tot het beschikbare primaire weerstandsvermogen.
Wat mag het kosten? Bedragen x € 1.000 Lasten Baten Saldo lasten -/- baten
2012 gerealiseerd
2013
2014
Meetbaar doel
106%
126%
102
Minimaal 100% dekking
Rekening 2012
Begroting 2013 (na wijz.)
2014 (primitief)
2015
2016
2017
79,5
63,0
62,2
63,0
64,4
65,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
79,5
63,0
62,2
63,0
64,4
65,0
-0,8
voordelig
Verschil Begroting 2014 -/- Begroting 2013
Waarvan resultaatbestemming:
Storting (+) /onttrekking (-) reserves
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
Saldo:
Gelet op de omvang en de inhoud van de financiële verschillen wordt bij dit deelprogramma geen financiële verschillenanalyse gepresenteerd. Er zijn geen incidentele lasten en/of baten opgenomen.
51
4.6 (bedrijfsvoering) Budgetcyclus Wat omvat het deelprogramma?
Relevante beleidsnota’s
Budgetcyclus.
Verordeningen op basis van de artikelen 212 en 213a van de gemeentewet. De betreffende nota’s zijn actueel.
Wat willen we bereiken? (doeltreffendheid)
Wat gaan we daar voor doen tot en met 2017?
Er is een gemeentebegroting en –rekening die voldoen aan de wettelijke eisen en aan de uitgangspunten van Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdgebonden (SMART). Hierdoor fungeert de begroting daadwerkelijk als kaderstellende nota en de jaarrekening als middel voor verantwoording en controle. We bouwen op een goede en evenwichtige wijze de instrumenten op binnen de budgetcyclus, zodat de raad en college tijdig, volledig en juist over zowel beleidsinhoudelijke als bedrijfsmatige informatie beschikken om de gemeente op hoofdlijnen te kunnen besturen. Als blijkt dat er aanpassingen noodzakelijk zijn zullen die door tussenkomst van een nieuw te vormen Werkgroep Ombouw Begroting dan wel de Controlecommissie worden doorgevoerd.
Met de raad is de afspraak gemaakt dat we na de verkiezingen van 2014 de instrumenten voor de P&Ccyclus opnieuw zullen beoordelen. In eerste aanleg zullen we dit bespreken met de Werkgroep Ombouw Begroting. Vooralsnog gaan we uit van de huidige instrumenten: * Kadernota 2014 mei 2014 * jaarrekening 2013 mei 2014 * begroting 2015 oktober 2014 De informatie over het verloop van 2014 zal mondeling in oktober verstrekt worden.
Voor dit jaar benoemen we de volgende speerpunten Er zijn geen speerpunten benoemd voor (bedrijfsvoering) Budgetcyclus.
Hoe gaan we dit meten? Maatschappelijk effect Heldere kaders voor de uitvoering van beleid door het college.
Indicator Begroting die voldoet aan eisen SMART.
Wat mag het kosten? Bedragen x € 1.000 Lasten Baten Saldo lasten -/- baten
2012 gerealiseerd
2013
2014
Meetbaar doel
90% doelstellingen SMART geformuleerd.
90% doelstellingen SMART geformuleerd.
90% doelstellingen SMART Geformuleerd.
P&Cyclus die tot tevredenheid functioneert van het controlerende orgaan.
Rekening 2012
Begroting 2013 (na wijz.)
2014 (primitief)
2015
2016
2017
117,9
124,7
119,1
120,6
123,3
124,4
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
117,9
124,7
119,1
120,6
123,3
124,4
-5,6
voordelig
Verschil Begroting 2014 -/- Begroting 2013
Waarvan resultaatbestemming:
Storting (+) /onttrekking (-) reserves
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
Saldo:
Gelet op de omvang en de inhoud van de financiële verschillen wordt bij dit deelprogramma geen financiële verschillenanalyse gepresenteerd. Er zijn geen incidentele lasten en/of baten opgenomen.
52
4.7 (bedrijfsvoering) Middelenbeleid Wat omvat het deelprogramma?
Relevante beleidsnota’s
Personeel en organisatie, informatievoorziening en automatisering, juridische zaken, facilitaire zaken en huisvesting.
Begroting 2014 werkeenheid I & A PLE1N Begroting 2014 werkeenheid P & O PLE1N
Wat willen we bereiken? (doeltreffendheid)
Wat gaan we daar voor doen tot en met 2017?
We streven naar een effectief en efficiënt functionerende gemeentelijke organisatie die • vraaggericht is en weet wat de klant wil; • de verantwoordelijkheden en bevoegdheden laag in de organisatie heeft gelegd; • zoveel mogelijk “klaar terwijl u wacht” producten levert; • flexibel is en kan inspelen op maatschappelijke ontwikkelingen, trends en ICT-ontwikkelingen. Kortom, het doel van de ambtelijke organisatie is het verlenen van een kwalitatief optimale dienstverlening aan de burgers en het professioneel ondersteunen van de gemeentelijke bestuursorganen.
Dit is een continue proces dat voortdurend de aandacht heeft. Door middel van afzonderlijke trajecten wordt getracht in te spelen op de ontstane situatie.
De onderdelen personeel en organisatie, informatievoorziening en automatisering, facilitaire zaken, juridische zaken en huisvesting staan direct of indirect ten dienste van de dienstverlening aan de burger.
Personeel en organisatie • Uitvoeren strategische personeelsplanning, ombuigingen op de formatie en overige personeelsbudgetten incluis; • Harmoniseren van arbeidsvoorwaarden binnen PLE1N; • Ontwikkeling van e-HRM te weten het kanaliseren van de dienstverlening door PLE1N P & O op basis van click-call-face; • Binnen PLE1N uniformeren van werkprocessen, alsook specialiseren van de P & O-beleidsadviseurs. Facilitaire aangelegenheden • Uitvoering geven aan de ombuigingen ingevolge tranche I t/m V; • Ontwikkelen inkoopfunctie centraal, decentraal en intergemeentelijk door de doorontwikkeling van de deelname in het inkoopplatform Noord-Oost Brabant (INOB) Juridische zaken • Verder vorm en inhoud geven aan de opgestarte samenwerking op het terrein van de rechtsbescherming; • Vorm en inhoud geven aan een beoogd intern juridisch beraad;
De taakvelden personeel en organisatie en I & A, zijn met ingang van 1 januari 2012 ondergebracht in het samenwerkingsverband PLE1N, tussen Haaren, SintMichielsgestel en Sint-Oedenrode. Met betrekking tot het taakveld personeel en organisatie, is Sint-Michielsgestel opdrachtgever. Opdrachtnemer is de gemeente Haaren. Met betrekking tot het taakveld I & A, is de gemeente Sint-Michielsgestel opdrachtnemer. De gemeenten Haaren en Sint-Oedenrode, zijn de opdrachtgevers. Uiteraard neemt elke gemeente ook zelf nog af.
De PLE1N Werkeenheid I&A is de facilitaire ICTorganisatie van en voor de gemeenten Haaren, SintMichielsgestel en Sint-Oedenrode. De ontwikkeling bestaat uit 3 fasen. Na het samenbrengen van de mensen uit de 3 organisaties in 2012 (fase 1) en de 3 systemen in 2013 (fase 2), is vanaf 2014 (fase 3) gericht op de uniformering van alle gebruikers-applicaties. Deze uniformering dient ingezet te worden voor alle grotere applicaties, zodat in 2015 alle grotere applicaties gelijk zijn. Ook bij de invulling van nieuwe applicaties zal direct standaardisatie toegepast worden.
I & A PLE1N • Uniformeren gebruikersapplicaties; • Ondersteuning invoering NUP (Nationaal Uitvoering Programma); • Doorontwikkeling kwaliteit werkeenheid I&A: projectmatig werken en invoering methodieken (bijv. ITIL); • Informatiebeveiliging; • Invoering nieuwe basisregistraties
Documentaire Informatie Voorziening (DIV) In het kader van samenwerking Meierij - Opzetten kwaliteitsmanagement voor DIV-taken zodat taken van DIV meetbaar worden.
DIV • Meten en weten; • Trainen (incompany); • Opzetten kwaliteitmanagement DIV-taken.
53
Zijn er voor dit jaar speerpunten te benoemen? Personeel en organisatie Harmoniseren van arbeidsvoorwaarden. Facilitaire zaken Doorontwikkeling inkoopfunctie Juridische zaken Intergemeentelijke samenwerking en verbetering kwaliteit door intern beraad. Documentaire informatie voorziening Meten, weten, trainen en managen. I & A PLE1N Doorontwikkelen en verbeteren kwaliteit dienstverlening, met als speerpunten het Nationaal Uitvoeringsprogramma (NUP) en verdere ontwikkelingen basisregistraties. Voorts uniformeren van gebruiksersapplicaties.
Hoe gaan we dit meten? Maatschappelijk effect
Indicator
2012 gerealiseerd
2013
2014
Meetbaar doel
Formatie.
157,4
153
152
Bench 204 fpl
Ondersteunende formatie Verhouding formatie/ ondersteunende formatie.
44
43
42
28,2%
28,1%
27,6%
Leidinggeven.
6,5
6,5
6,5
Span of control.
26
23
23
Niet lager dan 20 fpl
Werkplekdeling gemeentehuis
90%
90%
90%
90%
Facilitaire zaken
Gecentraliseerd facilitair beheer en beleid.
3
3
3
T.b.v. alle locaties
Huisvesting. Gemeentehuis Gemeentehuis Gemeentewerf Gemeentewerf Brnd.w.kaz. Berl. *)
Kwaliteit huisvesting. Nieuwbouw 2007 Staat van onderhoud Nieuwbouw 1997 Staat van onderhoud Nieuwbouw 2001 Staat van onderhoud Nieuwbouw 2011 Staat van onderhoud
goed
goed
goed
Niet ouder dan 20 jr.
goed
goed
goed
Idem
goed
goed
goed
Idem
goed
goed
goed
Idem
Een organisatie die kwalitatief en kwantitatief in staat is goede diensten te leveren. Organisatie
Brnd.w kaz SMG *) * Worden mogelijk in de loop van 2014 in eigendom overgedragen.
54
Maximaal 30%
Wat mag het kosten? Bedragen x € 1.000
Rekening 2012
Begroting 2013 (na wijz.)
2014 (primitief)
2015
2016
2017
Lasten
3.339,1
2.050,0
2.168,4
1.994,5
1.498,5
1.362,0
Baten
-1.076,8
-1.170,5
-912,1
-902,1
-892,1
-882,1
2.262,3
879,5
1.256,3
1.092,4
606,4
479,9
376,8
nadelig
Saldo lasten -/- baten Verschil Begroting 2014 -/- Begroting 2013
Waarvan resultaatbestemming:
Storting (+) /onttrekking (-) reserves
-1.030,4
-870,5
-549,6
-539,6
-529,6
-519,6
Saldo:
Verschillenanalyse (begroting 2014-begroting 2013)
Voordelig
Nadelig
Beschikbaar uit Kadernota 2013 Overheveling van 2012 uitvoeringsbudget economische zaken
14
Heroverweging bestaand beleid knelpuntenbudget personeel Onttrekking uit reserve heroverweging bestaand beleid knelpuntenbudget personeel
200 200
Tijdelijk beperken budget professionalisering inkoop (taakstelling 2013)
25
Eenmalig begroting 2013 In 2013 is in verband met de economische crisis een beschikking over de reserve economische zaken geraamd van
450
Overheveling van 2012 uitrol Verseon, dekking uit VIR
29
Eenmalig begroting 2014 Structureel begroting 2014 Lagere kapitaallasten huisvestingskosten
28
Overige verschillen - mutatie taakstelling personeel tranche I t.o.v. begroting 2013 na wijziging
20
- vervallen onttrekking reserve wachtgelden i.v.m. bereiken pensioengerechtigde leeftijd - de taakstelling korte termijn wordt conform meerjarenbegroting jaarlijks verhoogd
18 85
- de taakstelling uren kostendekkende activiteiten wordt conform meerjarenbegroting eveneens jaarlijks verhoogd
50
Lagere dekking uit de reserve P&O - aanvullende taakstelling uitvoeringskosten verkeer/vervoer Overige kleine verschillen
10 13 6
Saldo kostenplaatsen Totaal verschil
33 402
779
55
Specificatie interne producten: Salariskosten: Periodieken en uitloopschalen
95
Premiestijging ca. 0,5% van brutosalarissen
48
Overgang 2 medewerkers naar de Omgevingsdienst Overige formatieverlagingen
113 92
Tijdelijk personeel
33
Effect nieuw voor oud personeel
29
Overgang naar bovenformatief
24
Overige verschillen op salarissen
61
Overige interne producten: Lagere bijdrage aan Ple1n P&O
72
Taakstelling stopzetten catering bedrijfsrestaurant vanaf 2014
30
Lagere kosten operationele ICT-dienstverlening o.a door lagere kosten inhuur personeel (doorbelasting door Ple1n I&A)
237
Opbrengst verkoop vrachtwagen
26
Vervallen kosten uitrol Verseon
29
Lagere bijdrage aan Ple1n Belastingen
43
Kapitaallasten interne producten
17
Doorbelastingen Totaal verschil Per saldo Er zijn geen incidentele lasten en/of baten opgenomen.
56
389 1.071
1.448 377
EDUCATIE, CULTUUR EN WELZIJN
Programma 5. Educatie, cultuur en welzijn Wat omvat het programma? Deelprogramma’s Portefeuillehouder 5.1 Huisvesting onderwijs A.H.M. Maas 5.2 Lokaal Onderwijsbeleid A.H.M. Maas 5.3 Kinderopvang A.H.M. Maas 5.4 Sociaal Cultureel Werk A.H.M. Maas 5.5 Bibliotheekvoorziening A.H.M. Maas 5.6 Vormings- en ontwikkelingswerk A.H.M. Maas / Mr. J.C.M. Pommer 5.7 Sportvoorzieningen A.H.M. Maas 5.8 Kunst, Cultuur en Oudheid A.H.M. Maas
5.1
Huisvesting onderwijs
Wat omvat het deelprogramma?
Relevante beleidsnota’s
Het deelprogramma heeft betrekking op huisvesting basisonderwijs, speciaal onderwijs en voortgezet onderwijs.
Integraal huisvestingsplan 2010 – 2014 Accommodatieplan
Wat willen we bereiken? (doeltreffendheid)
Wat gaan we daar voor doen tot en met 2017?
Dat kinderen en jongeren in de leeftijd van 0-18 jaar in een adequate huisvesting hun ontwikkelingsperiode in een doorgaande lijn kunnen doorbrengen. Voor de leeftijd van 0-12 jaar in accommodaties waarin meerdere partners via gezamenlijk gebruik hun activiteiten
Uitvoering geven aan het IHP 2010 Onderzoek naar vorming educatief cluster Gestel-West Herstructurering bestaande schoolgebouwen Berlicum Onderzoek naar educatief cluster De Wegwijzer Vervolg geven aan werkgroep huisvesting Elde College In 2013 ingebruikname educatief cluster Gestel-Oost
uitvoeren. Voor de scholen voortgezet en speciaal onderwijs in daarvoor geschikte functionele ruimten en voorzieningen. Voor dit jaar benoemen we de volgende speerpunten In gebruikname educatief cluster Den Dungen Oplossing voor huisvesting Elde College
Hoe gaan we dit meten? Maatschappelijk effect
Indicator
2012 gerealiseerd
2013
2014
Meetbaar doel
Behouden VO met adequate huisvesting
Aantal scholen VO
2
2
2
Aantal scholen VO
Een ononderbroken ontwikkeling voor kinderen van 0 t/m 12 jaar.
Aantal educatieve clusters
3
1
-
Realiseren van 3 educatieve clusters.
2
57
Rekening 2012
Begroting 2013 (na wijz.)
2014 (primitief)
2015
2016
2017
Lasten
3.542,5
3.190,5
2.619,7
2.864,5
2.877,3
2.726,6
Baten
-1.125,3
-714,0
-37,4
-37,4
-37,4
-37,4
2.417,2
2.476,5
2.582,3
2.827,1
2.839,9
2.689,2
105,8
nadelig
Wat mag het kosten? Bedragen x € 1.000
Saldo lasten -/- baten Verschil Begroting 2014 -/- Begroting 2013
Waarvan resultaatbestemming:
Storting (+) /onttrekking (-) reserves
576,6
-714,0
-37,4
-37,4
-37,4
-37,4
Saldo:
Verschillenanalyse (begroting 2014-begroting 2013)
Voordelig
Nadelig
Beschikbaar uit Kadernota 2013 Budget buitenruimte educatief cluster SMG-Oost
668
dekking uit reserve
668
Eenmalig begroting 2013 Eenmalig begroting 2014 Structureel begroting 2014 Stelpost lasten verzekeringen, belastingen en onderhoud Irenestraat Lagere huurkosten schoolstraat vanwege realisatie educatief cluster
15 70
Verwerking fiscaliteit WSD sporthallen
58
Bijdragen vanwege realisatie educatieve clusters Den Dungen en SMG-Oost
131
Lagere reservering vanwege realiseren educatieve clusters Den Dungen en SMG-Oost
27
Uren inclusief overhead
13
Kapitaallasten Overige verschillen Totaal verschil
18 6 784
890 106
Er zijn geen incidentele lasten en/of baten opgenomen.
58
5.2 Lokaal Onderwijsbeleid Wat omvat het deelprogramma?
Relevante beleidsnota’s
Lokaal onderwijsbeleid ( zie paragraaf Jeugd) en leerlingenvervoer.
Nota Samen werken aan groei 2011-2014 Verordening leerlingenvervoer 2013.
Wat willen we bereiken? (doeltreffendheid)
Wat gaan we daar voor doen tot en met 2017?
Het onderdeel “lokaal onderwijsbeleid “ wordt weergegeven in paragraaf 5.4
Volwasseneneducatie: Het rijksbudget wordt ingezet bij het ROC Koning Willem 1 College en bij ROC De Leijgraaf (Veghel) voor cursussen voor laaggeletterden, zowel op de locatie in Den Bosch als bij Partis, waar een Leerpunt is gevestigd. Uit onze eigen middelen is er een taaltraject voor allochtone vrouwen bij Partis.
Doel van participatie, meer specifiek volwasseneneducatie, is het bieden van mogelijkheden tot een actieve en volwaardige deelname in de samenleving (sociaal en economisch) voor mensen in een achterstandssituatie zoals inburgeraars, baanlozen en autochtone volwassenen met een taal- of leerachterstand. Volwasseneneducatie kan enerzijds zijn basiscursussen voor volwassenen en anderzijds ‘tweede kans-’onderwijs voor voortijdig schoolverlaters (Vavo). Leerlingenvervoer: veilig en doelmatig vervoer bieden aan leerlingen die niet zelfstandig van en naar school kunnen volgens de criteria van de Verordening leerlingenvervoer.
Leerlingenvervoer: We bekostigen voor 119 leerlingen het vervoer van en naar school. Op dit moment (mei 2013) is de verdeling in bekostigingsoort als volgt: 21 vrij besteedbaar budget 15 bekostiging op declaratiebasis 8 fietsvergoedingen 3 fietsvergoedingen i.c.m. vergoeding OV 8 vergoeding OV met begeleiding 63 aangepast taxivervoer In augustus 2013 treden de nieuwe contracten met de vervoersbedrijven in werking (looptijd 4 jaar met 2 x 1 jaar verlenging)
Voor dit jaar benoemen we de volgende speerpunten Volwasseneneducatie: voortzetting Leerpunt Leerlingenvervoer: bevorderen zelfstandigheid leerling, maatwerk voorzieningen
Hoe gaan we dit meten? 2012 gerealiseerd
2013
2014
Meetbaar doel
Aantal afgeronde opleidingen in relatie tot aantal cursisten
67
90%
90%
90% afgeronde opleidingen
Aantal toekenningen: - Fietsvergoeding - Kosten openbaar vervoer - Vergoeding eigen auto - Toekenning taxivervoer
119
119
119
Aantal toegekende vervoersvoorzieningen
Maatschappelijk effect
Indicator
Zelfstandig economisch en /of maatschappelijk functioneren Leerlingenvervoer: Ononderbroken leerweg voor leerlingen in regulier en speciaal(basis)onderwijs, meer verantwoordelijkheid voor ouders en meer zelfstandigheid voor de leerling
59
Rekening 2012
Begroting 2013 (na wijz.)
2014 (primitief)
2015
2016
2017
Lasten
729,8
642,6
722,5
685,4
687,2
688,0
Baten
-148,7
-66,7
-203,0
-203,1
-203,3
-203,5
581,1
575,9
519,5
482,3
483,9
484,5
-56,4
voordelig
Wat mag het kosten? Bedragen x € 1.000
Saldo lasten -/- baten Verschil Begroting 2014 -/- Begroting 2013
Waarvan resultaatbestemming:
Storting (+) /onttrekking (-) reserves
0,0
-30,0
0,0
0,0
0,0
0,0
Voordelig
Nadelig
Saldo:
Verschillenanalyse (begroting 2014-begroting 2013) Beschikbaar uit Kadernota 2013 Overheveling uit 2012 voor stimuleringsregeling educatieve clusters SMG
30
dekking uit onderwijsreserve
30
Eenmalig begroting 2013 Eenmalig begroting 2014 Structureel begroting 2014 Taakstelling leerlingenvervoer
90
Uren inclusief overhead
33
Kapitaallasten Overige verschillen
1
Totaal verschil
120
64
56
Als incidenteel aan te merken lasten en baten Lasten 2014 Budget maatschappelijke stage Er zijn geen incidentele baten opgenomen.
60
39,0
2015
2016
2017
5.3 Kinderopvang Wat omvat het deelprogramma?
Relevante beleidsnota’s
Dit deelprogramma heeft betrekking op peuterspeelzalen, kinderopvang en buitenschoolse opvang.
-Handhavingsbeleid Kinderopvang, Buitenschoolse opvang, gastouderopvang en peuterspeelzalen -Nota jeugd- en onderwijsbeleid ‘Samen werken aan groei’ 2011-2014
Wat willen we bereiken? (doeltreffendheid)
Wat gaan we daar voor doen tot en met 2017?
Voor de jeugd van 0-12 jaar zijn er voldoende en kwalitatief goede opvangmogelijkheden. Er is een goede onderlinge samenwerking die de doorgaande ontwikkelingslijn stimuleert.
Daarvoor blijft de GGD toezicht houden en zal de gemeente blijven handhaven. Echter bij kleine overtredingen zal zowel GGD als gemeente mee denken met kinderopvang en peuterspeelzalen om geconstateerde overtredingen op te lossen. Ook zullen er in 2014 vaker onaangekondigde bezoeken plaatsvinden zodat kwaliteit gewaarborgd blijft. Het risicogestuurd toezicht dat momenteel van toepassing is op kinderopvang en gastouderbureaus geldt vanaf 2014 ook voor het peuterspeelzaalwerk. De voorschoolse voorzieningen maken onderdeel uit van de zorgstructuur.
Voor dit jaar benoemen we de volgende speerpunten Voor VVE gaan wij in 2013 een trainer opleiden binnen gemeente Sint-Michielsgestel. De trainer kan dan vanaf 2014 nieuwe medewerkers binnen kinderopvang en peuterspeelzalen opleiden en certificeren. Op die manier kunnen we ook zelf lokaal opfrisbijeenkomsten organiseren in plaats van dure adviesbureaus inhuren. Aanvankelijk wilden we peuterarrangementen door gecombineerde groepen met kinderopvang- en peuterspeelzaalkinderen organiseren. Vanwege strenge wet- en regelgeving zijn er helaas onvoldoende tot geen mogelijkheden om in samenwerking met kinderopvangorganisaties peuterarrangementen aan te bieden die voor beide partijen kostenverlagend kunnen werken. Het peuterspeelzaalwerk wordt financieel gezond. Eind 2013 zal de gemeenteraad beslissen over de toekomst van het peuterspeelzaalwerk in Sint-Michielsgestel. In 2014 zal de werkwijze uitermate goed gemonitord en geëvalueerd worden. Zorgteams 0-6 jarigen door ontwikkelen vanuit CJG.
Hoe gaan we dit meten? Maatschappelijk effect
Indicator
2012 gerealiseerd
2013
2014
Meetbaar doel
Een ononderbroken ontwikkeling voor kinderen 0-12 jr.
% kinderdagverblijven en peuterspeelzalen dat zorgt voor warme overdracht naar de basisschool
100%
100%
100%
Controleren of voor elk kind het overdrachtsformulier wordt besproken.
Kwaliteit kinderopvang is gewaarborgd.
% inspectierapporten van de GGD die niet verontrustend zijn
76% 13 waarschuwingen 7 aanwijzingen 1 last onder dwangsom
85%
85%
Handhavingsacties die nodig zijn n.a.v. inspectierapporten van de GGD.
61
Rekening 2012
Begroting 2013 (na wijz.)
2014 (primitief)
2015
2016
2017
Lasten
287,1
301,2
252,7
250,8
249,8
250,4
Baten
-92,3
-84,7
-21,6
-22,0
-22,3
-22,8
Saldo lasten -/- baten
194,8
216,5
231,1
228,8
227,5
227,6
14,6
nadelig
Wat mag het kosten? Bedragen x € 1.000
Verschil Begroting 2014 -/- Begroting 2013
Waarvan resultaatbestemming:
Storting (+) /onttrekking (-) reserves
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
Saldo:
Verschillenanalyse (begroting 2014-begroting 2013)
Voordelig
Nadelig
Beschikbaar uit Kadernota 2013 Eenmalig begroting 2013 Eenmalig begroting 2014 Structureel begroting 2014 Uren inclusief overhead
17
Kapitaallasten Overige verschillen
2
Totaal verschil
2
17 15
Als incidenteel aan te merken lasten en baten Er zijn geen incidentele lasten opgenomen.
Rente verstrekte geldleningen
62
Baten 2014
2015
2016
2017
20,0
15,0
10,0
5,0
5.4 Sociaal-cultureel werk Wat omvat het deelprogramma?
Relevante beleidsnota’s
Dit deelprogramma heeft betrekking op sociaal-culturele activiteiten en het jeugd- en jongerenwerk.
Subsidieprogramma 2013-2016. Nota Jeugd en Onderwijsbeleid 2011-2014 “Samen werken aan groei”.
Wat willen we bereiken? (doeltreffendheid)
Wat gaan we daar voor doen tot en met 2017?
Een samenhangend geheel aan voorzieningen en activiteiten voor de jeugd (0-23 jaar) en hun opvoeders.
Een nieuw jeugd- en onderwijsbeleid opstellen met daarin de nieuwe taken in de jeugdzorg.
Voor dit jaar benoemen we de volgende speerpunten -Implementatie transitie jeugdzorg. -Pilot wijkgericht werken. -Maatschappelijke stage coördinatie (binnen Partis) afbouwen. Stopt met ingang van schooljaar 2014-2015. -Evalueren jeugd- en onderwijsbeleid 2011-2014 en voorbereiden nieuwe beleidsnota.
Hoe gaan we dit meten? Maatschappelijk effect
Indicator
Opvoeders en kinderen zijn beter geïnformeerd over het ondersteuningsaanbod.
Op laagdrempelige wijze informatie en adviesfunctie vormgeven en licht pedagogische ondersteuning bieden
Leerlingen VO maatschappelijk bewuster maken
Goed afgestemde zorg voor kinderen.
2012 gerealiseerd
2013
2014
Meetbaar doel
Vraagafhankelijk Loket +71%
+ 10% t.o.v. 2012
+ 10% t.o.v. 2013
Telefonische en digitale vragen afgehandeld en / of doorverwezen
Aantal leerlingen die maatschappelijke stages volgen (per schooljaar)
283 (waarvan 151 bemiddeld door Partis)
240
100
Wettelijk verplichte leerlingen
Signaalgevers en de zorgcoördinatie zijn op elkaar afgestemd
Is gedaald vanwege zorgteams, dus minder gebruik instrument
Gelijk aan 2012
Gelijk aan 2013
Aantal ketenregistraties in ‘Zorg voor Jeugd’
63
Wat mag het kosten? Bedragen x € 1.000
Rekening 2012
Begroting 2013 (na wijz.)
2014 (primitief)
2015
2016
2017
Lasten
188,5
167,0
155,3
190,7
192,3
193,0
Baten
-67,8
-7,4
-7,4
-7,6
-7,6
-7,6
Saldo lasten -/- baten
120,7
159,6
147,9
183,1
184,7
185,4
-11,7
voordelig
Verschil Begroting 2014 -/- Begroting 2013
Waarvan resultaatbestemming:
Storting (+) /onttrekking (-) reserves
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
Voordelig
Nadelig
Saldo:
Verschillenanalyse (begroting 2014-begroting 2013) Beschikbaar uit Kadernota 2013 Eenmalig begroting 2013 Decentralisatie-uitkering invoeringskosten jeugdzorg
32
Eenmalig begroting 2014 Invoering decentralisatie jeugdzorg meicirculaire 2013
16
Structureel begroting 2014 Uren inclusief overhead
5
Kapitaallasten Overige verschillen
1
Totaal verschil
33
21
12
Als incidenteel aan te merken lasten en baten Lasten 2014 Invoeringskosten jeugdzorg
16,0
Uitvoeringsnota JJB - Plaza Cultura
20,0
Uitvoeringsnota JJB - Bos-impuls
30,0
Er zijn geen incidentele baten opgenomen.
64
2015
2016
2017
5.5 Bibliotheekvoorziening Wat omvat het deelprogramma?
Relevante beleidsnota’s
Het deelprogramma omvat de bibliotheken
Subsidieprogramma 2013 t/m 2016 (Stimulans tot Meedoen) Accommodatieplan
Wat willen we bereiken? (doeltreffendheid)
Wat gaan we daar voor doen tot en met 2017?
Onze bibliotheken zijn bedoeld voor informatievoorziening en als ontmoetingsplek voor onze inwoners. Ook het bieden van ontspanning behoort tot de basisdoelen van de bibliotheek.
Daarvoor gaan wij de bibliotheken als basisvoorziening handhaven. Zij worden ondergebracht in de gemeenschapshuizen nieuwe stijl (Kulturhus).
Voor dit jaar benoemen we de volgende speerpunten Het handhaven van de bibliotheekvestigingen in onze gemeente in de vorm van kleinere multifunctionele voorzieningen die een plaats krijgen in het Kulturhus.
Hoe gaan we dit meten? Maatschappelijk effect
Indicator
De bibliotheek is een ontmoetingspunt.
Aantal bezoekers van de openbare bibliotheek
Wat mag het kosten? Bedragen x € 1.000
2012 gerealiseerd 159.385
Rekening 2012
2013
2014
Meetbaar doel
150.000
150.000
Groei van het aantal bezoekers tot 150.000 na realisatie van het Kulturhusconcept
Begroting 2013 (na wijz.)
2014 (primitief)
2015
2016
2017 506,5
Lasten
558,4
654,1
523,6
510,9
498,1
Baten
-13,3
-128,1
-13,4
-13,7
-14,0
-14,3
Saldo lasten -/- baten
545,1
526,0
510,2
497,2
484,1
492,2
-15,8
voordelig
Verschil Begroting 2014 -/- Begroting 2013
Waarvan resultaatbestemming:
Storting (+) /onttrekking (-) reserves
0,0
-115,0
0,0
0,0
0,0
0,0
Voordelig
Nadelig
Saldo:
Verschillenanalyse (begroting 2014-begroting 2013) Beschikbaar uit Kadernota 2013 Overheveling uit 2012 verplaatsing en bijdrage ICT bibliotheek dekking reserve cultuurzaken dekking reserve realisatie Kulturhusconcept Eenmalig begroting 2013 Eenmalig begroting 2014 Structureel begroting 2014 Verlaging subsidies bibliotheek Uren inclusief overhead Kapitaallasten Overige verschillen Totaal verschil
115 15 100
13 3
131 16
115
Er zijn geen incidentele lasten en/of baten opgenomen.
65
5.6 Vormings- en ontwikkelingswerk Wat omvat het deelprogramma?
Relevante beleidsnota’s
Kunstzinnige vorming, beheer en exploitatie van gemeenschapshuizen en vrijwilligerswerk.
Subsidieprogramma 2013-2016. Raadsbesluit met betrekking tot Kulturhusen september 2009. Accommodatieplan Nota welzijn en maatschappelijke ondersteuning: Samen verantwoordelijk voor samen leven
Wat willen we bereiken? (doeltreffendheid)
Wat gaan we daar voor doen tot en met 2017?
Kulturhusen (gemeenschapshuizen) dienen de ontmoetingplekken te worden in onze dorpen. Door middel van het samenwerkingsconcept (gezamenlijk gebruik van ruimten en organiseren van activiteiten) wordt de betrokkenheid tussen de gebruikers onderling maar ook voor de bezoekers / inwoners verder versterkt. Dit draagt bij aan de leefbaarheid van de dorpen.
De ontwikkeling van kulturhusen in de gemeente SintMichielsgestel uitvoeren. In Berlicum is het kulturhus gerealiseerd. Voor het kulturhus in Den Dungen is gekozen voor een huurconstructie in Litserborg. Eigenaar van dit nieuwe zorgcentrum is Brabant Wonen en wordt mede gehuurd door zorginstelling Vivent. De verdere ontwikkeling van het kulturhus in Sint-Michielsgestel.
Wij stellen burgers in de gelegenheid zich op een breed terrein te ontwikkelen via het aanbod bij de Meierijse instelling Kunsteducatie (MiK) en Partis, de brede welzijnsinstelling, en ook via amateurverenigingen. Toch zal hierin het accent verschuiven naar participatie, om ervoor te zorgen dat burgers voor wie dit niet vanzelfsprekend is ook mee kunnen doen. Voor de gemiddelde inwoner verwachten we dat vormingsen ontwikkelingswerk steeds meer tot eigen verantwoordelijkheid behoort.
De subsidie van Partis wordt t/m 2017 jaarlijks lichtelijk afgebouwd. De korting geldt voor het culturele deel. Als BWI heeft Partis juist een grote rol in de decentralisaties. De MIK moet een aanzienlijke bijdrage leveren in de taakstellende bezuiniging op het subsidieprogramma. Dit zal gevolgen hebben voor de dienstverlening van de MIK. De dienstverlening zal zich vooral richten op kunsteducatie voor jongeren.
Voor dit jaar benoemen we de volgende speerpunten - Evaluatie Plaza Cultura (i.v.m. nota jeugd- en onderwijsbeleid waarin cofinanciering is opgenomen). - Partis pilot Wijkgericht Werken (uiteraard i.s.m. andere partijen). - Realisatie nieuwbouw Litserborg, oplevering 1e kwartaal 2014. In samenwerking met Vivent oprichten van beheersstichting Listerborg Den Dungen. - Vervolgtraject kulthurhus De Huif in Sint-Michielsgestel
Hoe gaan we dit meten? Indicator
Ontwikkeling en ontspanning inwoners
Aantal cursisten MiK
452
--
--
Aantal cursisten Partis
740
720
700
1
0
1
Introductie Kulturhus concept in maatschappelijke voorzieningen
66
2012 gerealiseerd
Maatschappelijk effect
Aantal voorzieningen
2013
2014
Meetbaar doel Handhaven aantal cursisten
Aantal kulturhusen
Wat mag het kosten? Bedragen x € 1.000
Rekening 2012
Begroting 2013 (na wijz.)
2014 (primitief)
2015
2016
2017
2.015,2
1.529,8
1.434,7
1.416,2
1.378,9
1.250,1
Lasten Baten Saldo lasten -/- baten
-754,2
-277,5
-169,1
-194,8
-144,8
-135,6
1.261,0
1.252,3
1.265,6
1.221,4
1.234,1
1.114,5
13,3
nadelig
Verschil Begroting 2014 -/- Begroting 2013
Waarvan resultaatbestemming:
Storting (+) /onttrekking (-) reserves
-19,6
-227,4
-118,1
-142,8
-92,0
-81,8
Saldo:
Verschillenanalyse (begroting 2014-begroting 2013)
Voordelig
Nadelig
Beschikbaar uit Kadernota 2013 Eenmalig begroting 2013 Eenmalig begroting 2014 Verlaging subsidies kunstzinnige vorming en muziekonderwijs
14
Verlaging subsidie BWI - Brede Welzijnsinstelling
9
Lagere onttrekking uit de reserve gemeentelijke subsidies
110
Lagere exploitatiebijdrage Den Durpsherd
10
Structureel begroting 2014 Uren inclusief overhead
56
Kapitaallasten
2
Overige verschillen
10
Totaal verschil
99
112 13
Als incidenteel aan te merken lasten en baten
Subsidie De Huif (tijdelijk t/m 2015)
Lasten 2014
2015
37,0
37,0
48,3
40,7
34,1
Baten 2014
2015
2016
37,0
37,0
48,3
40,7
2016
2017
Subsidie De Huif beschikking reserve Gem. Subsidies Exploitatiebijdrage Den Durpsherd Beschikking over reserve GHNS expl. bijdrage Durpsherd Uitvoering nota JJB Bos-impuls
30,0
2017
Subsidie De Huif Subsidie De Huif beschikking reserve Gem. Subsidies Exploitatiebijdrage Den Durpherd Beschikking over reserve GHNS expl. bijdrage Durpsherd
34,1
Uitvoering nota JJB Bos-impuls
67
5.7 Sportvoorzieningen Wat omvat het deelprogramma?
Relevante beleidsnota’s
Dit deelprogramma heeft betrekking op ontwikkeling van sportvoorzieningen en stimulering van sportactiviteiten in de gemeente.
Accommodatieplan. Privatisering binnen- en buitensportaccommodaties. Subsidieprogramma.
Wat willen we bereiken? (doeltreffendheid)
Wat gaan we daar voor doen tot en met 2017?
- Via een aanbod van sportaccommodaties en -activiteiten voor jong en oud de mogelijkheid bieden om georganiseerd of ongeorganiseerd aan sport te doen - Verenigingen stimuleren om jeugdsport te organiseren
Kwalitatieve en kwantitatieve instandhouding van het gemeentelijke accommodatiebestand. Continuering beheer en exploitatie door WSD van de sporthallen. Via de stimuleringsubsidie kunnen verenigingen een vergoeding ontvangen voor extra sportaanbod Implementatie van het programma ‘Sjors Sportief’ Inventariseren mogelijkheden buurtsportcoaches
Voor dit jaar benoemen we de volgende speerpunten In 2013 (-2014) oplevering en in gebruik name nieuw sportpark in Den Dungen Inventarisatie en inspectie accommodaties sportcomplexen Evaluatie WSD 1e jaar beheer en exploitatie overeenkomst Opstarten van ‘Sjors Sportief’: alle verenigingen verzorgen proeflessen voor basisschoolkinderen In 2013 (-2014) afronden haalbaarheidsonderzoek naar buurtsportcoaches.
Hoe gaan we dit meten?
68
Maatschappelijk effect
Indicator
Gemeentelijke en private accommodaties bieden mogelijkheid tot gezonde sport en ontspanning
Aantal binnensport accommodaties (sporthallen)
2012 gerealiseerd
2013
2014
Meetbaar doel
3
3
3
Aantal sportparken (voetbal korfbal, hockey)
9
10
10
Aantal private sportaccommodaties (tennis, maneges, jeu de boules, gilden en fietscross/MTB)
-
17
17
Toezicht houden op kwaliteit van geprivatiseerde accommodaties
Georganiseerde jeugdsport in verenigingsverband
-
4.100
4.100
36 clubs en ruim 4.100 jeugdleden
Adequaat beheer en kwaliteit bewaking van de binnen- en buitensport accommodaties.
Rekening 2012
Begroting 2013 (na wijz.)
2014 (primitief)
2015
2016
2017
Lasten
1.414,3
1.352,4
1.591,7
1.486,5
1.449,0
1.442,4
Baten
-263,8
-173,7
-188,7
-189,8
-190,9
-192,0
1.150,5
1.178,7
1.403,0
1.296,7
1.258,1
1.250,4
224,3
nadelig
Wat mag het kosten? Bedragen x € 1.000
Saldo lasten -/- baten Verschil Begroting 2014 -/- Begroting 2013
Waarvan resultaatbestemming:
Storting (+) /onttrekking (-) reserves
-55,8
-57,3
-70,7
-70,7
-70,7
-70,7
Saldo:
Verschillenanalyse (begroting 2014-begroting 2013)
Voordelig
Nadelig
Beschikbaar uit Kadernota 2013 Overheveling budget dakveiligheid sporthallen uit 2012
43
Eenmalig begroting 2013 Effect vertragen kunstgrasveld
13
Eenmalig begroting 2014 Verlaging subsidies sportaccommodaties
15
Structureel begroting 2014 Uren inclusief overhead
26
Toename kapitaallasten als gevolg van realisatie Jacobskamp
272
Overige verschillen
3
Totaal verschil
74
298 224
Als incidenteel aan te merken lasten en baten
Exploitatiebijdrage beheer binnensportaccommodaties
Lasten 2014
2015
22,0
19,0
2016
2017
Er zijn geen incidentele baten opgenomen.
69
5.8 Kunst, cultuur en oudheid Wat omvat het deelprogramma?
Relevante beleidsnota’s
Dit deelprogramma heeft betrekking op kunst, cultuur, monumenten en archeologie.
Subsidieprogramma 2013 t/m 2016 (Stimulans tot Meedoen) Notitie kunst en cultuur. Gemeentelijk archeologiebeleid en waarden kaarten 2010. Subsidieverordening gemeentelijke monumenten gemeente Sint-Michielsgestel 2008. Erfgoedverordening gemeente Sint-Michielsgestel 2010. Rijksmonumentenlijst. Gemeentelijke monumentenlijst.
Wat willen we bereiken? (doeltreffendheid)
Wat gaan we daar voor doen tot en met 2017?
Door middel van cultuureducatie willen wij leerlingen van de basisscholen al in een vroeg stadium in contact brengen met meerdere vormen van cultuur. Kunst willen wij zichtbaar en toegankelijk maken voor al onze inwoners.
Hiervoor ondersteunen wij de marktplaats cultuureducatie (Plaza Cultura) samen met het (primair) onderwijsveld (50% - 50%). Activiteiten binnen de amateur kunst willen wij stimuleren vanuit het fonds kunst en cultuur.
Behoud van cultuurhistorisch waardevolle waarden in de gemeente Sint-Michielsgestel.
Archeologie heeft een prominente plek bij de verlening van vergunningen, waarbij getoetst wordt a.d.h.v. de archeologische waardekaart van de gemeente.
Voor dit jaar benoemen we de volgende speerpunten Uitvoering regeling Cultuureducatie met Kwaliteit Uitwerking gevolgen besluit intrekken subsidieverordening gemeentelijke monumenten voor het gemeentelijke monumentenbeleid.
Hoe gaan we dit meten? Maatschappelijk effect
2012 gerealiseerd
2013
2014
Aantal openbaar toegankelijke activiteiten.
4
5
4
Aantal activiteiten.
Aantal kunstwerken.
1
1
1
Aantal kunstwerken.
Gemeentelijke monumenten blijven in stand.
Aantal gemeentelijke monumenten.
126
130
130
Behouden van het aantal gemeentelijke monumenten.
Goed advies voor eigenaren van cultuurhistorisch waardevolle objecten.
Aantal uitgevoerde restauraties/verbouwingen.
17
15
14
Aantal adviezen voor eigenaren van cultuurhistorische objecten.
Zo min mogelijk verstoringen op het gebied van archeologie.
Aantal uitgevoerde archeologische onderzoeken.
9
25
35
Zorgen voor uitvoering van archeologische onderzoeken.
Genieten van kunst.
70
Indicator
Meetbaar doel
Wat mag het kosten? Bedragen x € 1.000
Rekening 2012
Begroting 2013 (na wijz.)
2014 (primitief)
2015
2016
2017
Lasten
297,8
660,8
326,0
300,4
295,3
296,2
Baten
-120,8
-326,4
-82,7
-82,8
-82,8
-82,9
177,0
334,4
243,3
217,6
212,5
213,3
-91,1
voordelig
Saldo lasten -/- baten Verschil Begroting 2014 -/- Begroting 2013
Waarvan resultaatbestemming:
Storting (+) /onttrekking (-) reserves
-22,1
-261,2
-17,5
-17,5
-17,5
-17,5
Saldo:
Verschillenanalyse (begroting 2014-begroting 2013)
Voordelig
Nadelig
Beschikbaar uit Kadernota 2013 Overheveling 2012 kunstproject
30
Dekking reserve cultuurzaken
30
Overheveling 2012 Ruine Seldensate
162
Dekking uit reserve monumentenzorg
162
Overheveling 2012 bijdrage monumentenzorg
52
Dekking uit reserve monumentenzorg
52
Eenmalig begroting 2013 Eenmalig begroting 2014 Structureel begroting 2014 Uren inclusief overhead
88
Kapitaallasten Overige verschillen
3
Totaal verschil
335
244
91
Als incidenteel aan te merken lasten en baten Lasten 2014 Uitvoering nota JJB Plaza cultura
27,0
Abonnement monumentenwacht
7,5
2015
2016
2017
7,5
Er zijn geen incidentele baten opgenomen.
71
72
ZORG EN MAATSCHAPPELIJKE DIENSTVERLENING
Programma 6. Zorg en maatschappelijke dienstverlening Wat omvat het programma? Deelprogramma’s Portefeuillehouder 6.1 Bijstandverlening E.H.J.M. Mathijssen 6.2 Uitstroombevordering E.H.J.M. Mathijssen 6.3 Maatschappelijk werk en zorg A.H.M. Maas / E.H.J.M. Mathijssen
6.1 Bijstandsverlening Wat omvat het deelprogramma?
Relevante beleidsnota’s
Dit deelprogramma omvat Bijstand levensonderhoud, in het kader van de WWB, IOAW, IOAZ, Bijstand besluit zelfstandigen (BBZ) en minimabeleid.
Verordening minimabeleid Toeslagenverordening WWB Maatregelenverordening WWB Toeslagenverordening WIJ Maatregelenverordening WIJ Verordening langdurigheidstoeslag 2009
Wat willen we bereiken? (doeltreffendheid)
Wat gaan we daar voor doen tot en met 2017?
Het klantgericht, effectief en efficiënt verstrekken van uitkeringen voor levensonderhoud. Verder richten we ons op het bieden van inkomensgarantie en overige inkomensondersteunende regelingen aan hen die tijdelijk niet of niet volledig in eigen levensonderhoud kunnen
Doelstelling gemiddeld klantenbestand van maximaal 990 klanten. Invulling blijven geven aan Hoogwaardige Handhaving. Het beleid op het gebied van terugvordering en verhaal van bijstandskosten blijft gericht op verhoging van baten en zo efficiënt mogelijk debiteurenbeheer. Het realiseren van een incassoratio vorderingen van 15%, en voor fraudevorderingen van 10%. Het debiteurenbeheer Bbz bedrijfskapitaal is er op gericht om meer ontvangsten te genereren dan de landelijke norm voor alle deelnemende gemeenten. Voorbereidingen worden getroffen voor de adequate invoering van de wettelijke huishoud uitkeringstoets per 2015.
voorzien.
Voor dit jaar benoemen we de volgende speerpunten Implementatie Participatiewet
Hoe gaan we dit meten? 2012 gerealiseerd
2013
2014
Meetbaar doel
Aantal aanvragen minimaregelingen
57%
+13%
+ 13%
bereik 70% van minima
Aantal uitkeringen WWB
176
197
197
Aantal uitkeringen WWB
Maatschappelijk effect
Indicator
Terugdringen armoede via minimabeleid Mensen kunnen zelfstandig in hun levensonderhoud voorzien
73
Rekening 2012
Begroting 2013 (na wijz.)
2014 (primitief)
2015
2016
2017
Lasten
3.827,1
3.999,3
4.412,0
4.414,9
4.426,4
4.437,9
Baten
-2.460,3
-2.483,9
-2.803,0
-2.824,5
-2.765,6
-2.703,1
1.366,7
1.515,4
1.609,0
1.590,4
1.660,8
1.734,8
93,6
nadelig
Wat mag het kosten? Bedragen x € 1.000
Saldo lasten -/- baten Verschil Begroting 2014 -/- Begroting 2013
Waarvan resultaatbestemming:
Storting (+) /onttrekking (-) reserves
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
Saldo:
Verschillenanalyse (begroting 2014-begroting 2013)
Voordelig
Nadelig
Beschikbaar uit Kadernota 2013 Eenmalig begroting 2013 Eenmalig begroting 2014 Uitvoeringskosten Optimisd
12
Kosten bijstandsverlening WWB Inkomsten bijstandsverlening WWB
302 319
Kosten bijzondere bijstand algemeen
131
Structureel begroting 2014 Uren inclusief overhead
32
Kapitaallasten Overige verschillen Totaal verschil
351
445 94
Er zijn geen incidentele lasten en/of baten opgenomen.
74
6.2 Uitstroombevordering Wat omvat het deelprogramma?
Relevante beleidsnota’s
Het deelprogramma heeft betrekking op uitstroombevordering, sociale werkvoorziening en inburgering.
Participatieverordening
Wat willen we bereiken? (doeltreffendheid)
Wat gaan we daar voor doen tot en met 2017?
Het beleid van OptimIsd is erop gericht dat iedere burger in staat is zelfstandig te voorzien in zijn eigen behoeften en naar vermogen te participeren in de arbeidsmarkt en de Nederlandse samenleving. OptimIsd ondersteunt mensen bij werk, activering, inburgering en educatie. Uitgangspunt hierbij is dat eenieder werkt naar vermogen.
175 klanten op trede 4 en 5 bemiddelen naar fulltime-en parttime werk of opleiding. Bij het opstellen van werkprojecten gebruik maken van de extra subsidiemogelijkheden ter bestrijding van de werkloosheid onder jongeren. Het streven is om per gemeente twee projecten te starten vanuit Social return-afspraken. Diagnose-instrument verder ontwikkelen, waarbij zoveel mogelijk wordt aangesloten bij de regionale ontwikkelingen. Groepsgewijze sollicitatietrainingen en arbeidstrainingen inzetten bij klanten ter vergroting van hun arbeidspotentieel en in kaart brengen van kwaliteiten en belemmeringen. Ook hierbij wordt rekening gehouden met de regionale ontwikkelingen. Instrument Tegenprestatie inzetten waarbij de samenwerking met de BWI’s geïntensiveerd wordt. Aansluiten bij het aanbod van netwerkpartners, BWI, ROC’s en Vluchtelingenwerk bij activeringsprojecten.
Voor dit jaar benoemen we de volgende speerpunten Matchen op bestaande vacatures Projecten met werkgevers Project Schoon Heel en Veilig Social Return afspraken met de vier Optimisd gemeenten Diagnose instrumenten Activeringstrajecten
Hoe gaan we dit meten? Maatschappelijk effect
Indicator
Meer mensen zijn zichtbaar aan het werk of bezig met scholing
Aantal reintegratietrajecten
Allochtonen zijn beter ingeburgerd
Aantal inburgeraars
2012 gerealiseerd
2013
2014
Meetbaar doel
421
80%
175
Aantal mensen naar betaald werk (175)
35
35 inburgeraars volgen een inburgeringstraject
40% 146
85
In de doelstellingen van de begroting 2013 zijn percentages opgenomen. Voor 2014 is het aantal trajecten geen doel meer. Doel is, 175 mensen naar betaalt werk te leiden.
75
Wat mag het kosten? Bedragen x € 1.000
Rekening 2012
Begroting 2013 (na wijz.)
2014 (primitief)
2015
2016
2017
Lasten
5.408,1
5.280,5
5.591,9
5.578,1
5.567,6
5.557,3
Baten
-5.315,9
-5.251,5
-5.534,4
-5.520,1
-5.509,0
-5.498,4
92,3
29,0
57,5
58,0
58,6
58,9
28,5
nadelig
Saldo lasten -/- baten Verschil Begroting 2014 -/- Begroting 2013
Waarvan resultaatbestemming:
Storting (+) /onttrekking (-) reserves Saldo:
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
Voordelig
Nadelig
Verschillenanalyse (begroting 2014-begroting 2013) Beschikbaar uit Kadernota 2013 Eenmalig begroting 2013 Eenmalig begroting 2014 Structureel begroting 2014 Uitstroombevordering Kinderopvang
7
Uren inclusief overhead
22
Kapitaallasten Overige verschillen Totaal verschil
0
29 29
Er zijn geen incidentele lasten en/of baten opgenomen.
76
6.3 Maatschappelijk werk en zorg Wat omvat het deelprogramma?
Relevante beleidsnota’s
Het deelprogramma heeft betrekking op algemeen maatschappelijk werk (AMW), school maatschappelijk werk (SMW), ouderenzorg en maatschappelijke ondersteuning.
Beleidskader Welzijn en Maatschappelijke Ondersteuning 20122015: Samen verantwoordelijk voor samen leven Subsidieprogramma 2013-2016.
Wat willen we bereiken? (doeltreffendheid)
Wat gaan we daar voor doen tot en met 2017?
We willen bereiken dat alle inwoners van onze gemeente zelfredzaam zijn en volwaardig deel kunnen nemen aan de samenleving. Inwoners hebben in de eerste plaats zelf de verantwoordelijkheid om dit te organiseren. Kwetsbare burgers die de deelname niet zelf kunnen organiseren worden hierin door de gemeente ondersteund. We ondersteunen door het aanbieden van algemene en individuele voorzieningen.
Het algemeen maatschappelijk werk zorgt in opdracht van de gemeente voor eerstelijns psychosociale hulp. De dienstverlening van het algemeen maatschappelijk werk omvat onder meer: 24-uurs crisisdienst, bemoeizorg, internethulpverlening, cursussen, slachtofferhulp, schoolmaatschappelijk werk, het jeugdpreventie-programma en de aanpak huiselijk geweld.
Algemene voorzieningen zijn het algemeen maatschappelijk werk (AMW), school maatschappelijk werk (SMW), het Steunpunt Mantelzorg en welzijnswerk voor ouderen. Het maatschappelijk werk dient als vangnet voor en biedt ondersteuning aan inwoners die de controle over de zelfstandige deelname aan het maatschappelijke leven hebben verloren of dreigen te verliezen, met als doel het herstellen van die controle.
De individuele Wmo-voorzieningen (de huishoudelijke hulp, vervoermiddelen, woonvoorzieningen, rolstoelen en hulpmiddelen) vormen een vangnet om burgers te compenseren en volwaardig te kunnen laten deelnemen aan de samenleving. De gehandicaptenparkeerkaarten (GPK’s) en de gehandicaptenplaatsen (GPP’s) zijn aanvullende individuele vervoer ondersteuningsmiddelen. De ondersteunende begeleiding (OB) zal in 2015 van de AWBZ naar de Wmo over komen. Wij willen dit proces samen met regio-gemeenten (de Meierij) handen en voeten geven en voor de burgers, de zorgaanbieders en de subsidiepartijen zo soepel mogelijk laten verlopen. Uw raad zullen we tijdens het AWBZWmo-proces informeren en consulteren, daar waar nodig zal besluitvorming worden voorgelegd. We willen zoals in de “richtinggevende nota” (raad juni 2012) al aangegeven nadrukkelijk onze regierol nemen.
Door subsidiëring van ketenpartners biedt de gemeente ouderen en mantelzorgers maatschappelijke onder-steuning. De dienstverlening van het Steunpunt Mantelzorg aan mantelzorgers omvat: informatie en advies, preventie van overbelasting, respijtzorg, buurtnetwerk voor de ondersteuning aan dementerende en het onder-steunen van zwaarbelaste mantelzorgers. De dienstverlening van de Stichting Welzijn Ouderen omvat: informatie en advies, activerend huisbezoek, senioren Trefen Ontmoetingspunten, signalering, personenalarmering, maaltijdenservice, telefooncirkels, activiteitengroepen, bezoekgroep, zondagsoos (i.s.m. andere partijen). De gemeente Sint-Michielsgestel neemt in haar dienst-verlening haar regierol. We bieden een passend pakket individuele Wmovoorzieningen aan onze burgers. Het loket WegWijs verstrekt, naast het geven van professionele informatie en advies, individuele voorzieningen op basis van maatwerk. De verschuiving van claimgericht naar een oplossingsgericht handelen zal de komende jaren (nog) verder worden uitgerold. We zullen vanuit eigen kansen en zelfredzaamheid met onze burgers arrangementen (oplossingen) blijven ma-ken. Daarbij zullen wij door “sturing-aan-de-voordeur” en door monitoring/bijsturing proberen de (Wmo)dienstverlening op het huidige nivo van “sober doch humaan” te borgen en zo betaalbaar te houden. D.w.z. binnen de begroting respectievelijk de egalisatiereserve proberen we de 0-lijn te houden. In onze notitie “investeren”, is genereren” gaven wij al aan op welke wijze (regierol/ kennisniveau/inventiviteit en creativiteit) wij dit naar de toekomst denken te kunnen borgen.
We willen met “sturing-aan-de-voordeur” (loket WegWijs) greep houden op de kwaliteit van de zorg/ dienstverlening en als mede op de kosten van de Wmo.
De (decentralisatie) transitie AWBZ-Wmo zal in Meierij-verband verder vorm krijgen. We zullen uw raad in het AWBZ-Wmo-proces informeren en consulteren.
We willen met creativiteit, inventiviteit en vernieuwend denken (incl. monitoring) samen met (zorg) aanbieders en maatschappelijke organisaties (dit ondanks bezuinigingsdruk) de dienstverleningskwaliteit proberen te borgen.
Regionaal worden waar mogelijk verbindingen gelegd met de transitie Jeugd en de Participatiewet (laatste staat on hold). Samen met de burgers, de zorgaanbieders, de subsidiepartijen en de Adviesraad Wmo zullen wij de transitie-uitdagingen (ondanks forse bezuinigingsdruk) aangaan. We zullen creatief /inventief en vernieuwend zoeken naar goedkopere oplossingen terwijl we toch de dienstverleningskwaliteit proberen te borgen. Onze uitdaging is meer doen met minder geld. Dit door de regierol te (blijven) nemen, te monitoren en waar nodig bij te sturen. Zo willen wij greep houden op de kwaliteit van de (zorg)dienstverlening en als mede de Wmo-kosten. Meedoen en wederkerigheid van zowel burgers als van diverse (subsidie) maatschappelijke partijen respectievelijk de (zorg)organisaties sluit bij die filosofie aan. Daar waar (zorg)organisaties en/of (subsidie) partijen niet in onze filosofie en toekomstvisie mee kunnen en/of willen gaan zullen wij onze relatie in herover-weging moeten nemen.
77
Voor dit jaar benoemen we de volgende speerpunten - Door welzijnsorganisaties wordt ingezet op participatie, normaliseren, eigen kracht en zelfredzaamheid, netwerkondersteuning i.p.v. hulpverlening. - Hulpverlening aan bijzondere groepen (regievoering en coördinatie van zorg). - Effectiever en efficiënter welzijnswerk door: • meer te richten op de vraag achter de vraag; • uit te gaan van de eigen kracht van de burger; • burgers actief te benaderen; • professionele ondersteuning en het (informele) sociale netwerk van de burger in optimale verhouding; • integraal, ontschot en resultaat gericht te werken; • samenwerking te zoeken met andere partijen in het brede welzijnswerk en • ruimte te geven aan de professional in zijn benadering van de burger. - Met (nog) meer inventiviteit/creativiteit, samen met (zorg)aanbieders en maatschappelijke organisaties, zoeken naar goede (zorg) arrangementen (oplossingen) tegen lagere kosten. Daarin de lijn van “sturing-aan-de-voordeur” (WegWijs) voorzetten, de huisbezoeken continueren, onze regierol (incl. monitoring) nemen. - De burgers en de maatschappelijke-/zorgorganisaties in het AWBZ-Wmo-transitieproces verder meenemen in de verschuiving (De Kanteling en Het Gesprek) van “vraaggericht denken naar een oplossingsgericht handelen (arrangement).
Hoe gaan we dit meten? Maatschappelijk effect
Indicator
2012 gerealiseerd
2013
2014
Meetbaar doel
Door psychosociale begeleiding en ondersteuning kunnen inwoners weer zelfstandig deelnemen aan het maatschappelijke verkeer.
Informatie en adviesvragen
53
-
100
100
Hulpvraag algemeen maatschappelijk werk
95
-
70
70
Hulpvraag multiproblem huishouden
29
-
30
30
% hulpvragen succesvol afgerond
69%
-
75%
75%
% hulpvragen zonder wachttijd
93%
-
74%
74%
Door SMW op scholen is het AMW wordt zwaardere problematiek voorkomen.
Hulpverlening leerlingen basisonderwijs
199
-
85
85
Hulpverlening leerlingen voortgezet onderwijs
67
-
35
35
Door ondersteuning kunnen mantelzorgers hun zorgtaken beter uitvoeren
Aantal huisbezoeken
108
108
108
n.v.t.
Telefonische en e-mail dienstverlening
419
419
419
n.v.t.
Op afspraak
170
170
170
n.v.t.
Wmo-vangnet bieden als alle eigen mogelijkheden (zelfredzaamheid) zijn uitgeput
Aantal individuele ver-strekkingen en collec-tieve voorzieningen.
1.798
1.895
1.998
Bezwaarschriften Wmo gegrond <1,5%
Wmo-klanttevredenheid in-dividuele voorzieningen waarborgen d.m.v. jaarlijkse, 2-jaarlijkse en / of tussentijdse KTO’s bij onze Wmo-aanbieders
Klanttevredenheids-onderzoeken (KTO’s) HH: 1X per 2 jaar Hulpm: jaarlijks + 3 mnd Vervoer: jaarlijks Woonvoorz: structureel na oplevering
7 HV 2 Welzorg 1 PZN 1 Chambers
6 HV 2 Welzorg 2 PZN 1 Chambers
6 HV 2 Welzorg 1 PZN 1 Chambers
De uitkomst van KTO’s van Wmoaanbieders moet steeds voldoende zijn.
Klachten minimaal houden
Klachten minimaal houden
Bij klachten: een tevreden klachtenafwikkeling
Jaarlijkse graadmeter onder alle gemeenten
--
Deelname in 2013 met doel in top 100 blijven
Deelname in 2014 met doel in top 100 blijven
Meetbaar aan plaats in Top-100 van de andere gemeenten.
Kwaliteitsonderzoek Stichting Vraagwijzer ‘waar staat het Wmo loket/-beleid en dienstverlening” (TOP-100 van Wmo loketten)
78
Wat mag het kosten? Bedragen x € 1.000
Rekening 2012
Begroting 2013 (na wijz.)
2014 (primitief)
2015
2016
2017
5.080,0
5.353,2
5.501,1
5.444,3
5.455,7
5.426,7
Lasten Baten Saldo lasten -/- baten
-572,7
-485,8
-691,0
-760,4
-760,5
-760,5
4.507,3
4.867,4
4.810,1
4.683,9
4.695,2
4.666,2
-57,3
voordelig
Verschil Begroting 2014 -/- Begroting 2013
Waarvan resultaatbestemming:
Storting (+) /onttrekking (-) reserves
24,1
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
Saldo:
Verschillenanalyse (begroting 2014-begroting 2013)
Voordelig
Nadelig
Beschikbaar uit Kadernota 2013 Overheveling invoeringsbudget transitie AWBZ - Wmo
61
Eenmalig begroting 2013 Taakstelling transitie AWBZ - Wmo
129
Eenmalig begroting 2014 Structureel begroting 2014 Aanvulling budget Wmo meicirculaire 2013
9
Uren inclusief overhead in verband met vermindering tijdelijke formatie
122
Kapitaallasten Overige verschillen
12
Totaal verschil
195
138
57
Als incidenteel aan te merken lasten en baten Lasten 2014
2015
2016
Mutatie scootmobielen (meicircualire 2013)
80,0
57,0
41,0
Invoeringsbudget transitie WMO
69,0
2017
Er zijn geen incidentele baten opgenomen
79
80
VOLKSGEZONDHEID EN MILIEU
Programma 7. Volksgezondheid en milieu Wat omvat het programma? Deelprogramma’s Portefeuillehouder 7.1 Gezondheidszorg A.H.M. Maas 7.2 Afvalverwerking en –verwijdering E.H.J.M. Mathijssen 7.3 Rioolbeheer A.H.M. Maas 7.4 Milieu E.H.J.M. Mathijssen /H.T.M. van Roosmalen
7.1 Gezondheidszorg Wat omvat het deelprogramma?
Relevante beleidsnota’s
Het deelprogramma heeft betrekking op algemene gezondheidszorg, jeugdgezondheidszorg en verslavingszorg.
Beleidskader Welzijn en Maatschappelijke Ondersteuning 2012-2015: Samen verantwoordelijk voor samen leven Subsidieprogramma 2013-2016.
Wat willen we bereiken? (doeltreffendheid)
Wat gaan we daar voor doen tot en met 2017?
Wij streven naar het voorkómen en het vroegtijdig opsporen van gezondheidsproblemen onder de bevolking en naar bescherming en bevordering van het lichamelijk, geestelijk en sociaal welbevinden van de bevolking.
Op basis van de Wet Publieke Gezondheid worden met het oog op de collectieve preventie van gezondheidsproblemen ieder jaar, dus ook in 2014, de volgende taken uitgevoerd: • Medische milieukunde • Technische hygiënezorg • Infectieziektebestrijding • Epidemiologie • Gezondheidsbevordering • Bevolkingsonderzoeken • Monitoren en jaarlijkse verslaglegging m.b.t. de resultaten van het regionale gezondheidsbeleid. Binnen het gezondheidsbeleid is er speciale aandacht voor jeugd van 0 tot 19 jaar. In het kader van de Jeugdgezondheidszorg voeren we jaarlijks activiteiten uit op de terreinen: monitoring en signalering, gezondheidsvoorlichting, vaccinatie, screening en onderkenning van gezondheidsbedreigende factoren in sociale en fysieke omgeving.
Zijn er voor dit jaar speerpunten te benoemen? De belangrijkste ketenpartner bij de uitvoering van gezondheidsbeleid is de GGD Hart voor Brabant. In samenspraak met de andere deelnemers in deze gemeenschappelijke regeling zijn o.a. de volgende speerpunten benoemd: - Verbeteren van gezondheid van risicogroepen (lage SES) om gezondheidsverschillen te verkleinen, ook bij volwassenen en ouderen. - Vergroten van de fysieke en sociale veiligheid van de bevolking vanuit de publieke gezondheidstaak. - Inzetten van effectieve preventieve zorg op maat om toestroom van jeugd naar zwaardere zorg te verminderen. - Bieden van gezondheidsinformatie en beleidsadvies op maat op het niveau van populaties en/of gebieden.
81
Hoe gaan we dit meten? 2012 gerealiseerd
2013
2014
Meetbaar doel
Ervaart eigen gezondheid als goed
91%
89%
89%
89%
Voelt zich psychisch gezond
90%
86%
86%
86%
Bescherming en bevordering van lichamelijk, geestelijk en sociaal welbevinden volwassenen 65 jaar en ouder
Ervaart eigen gezondheid als goed
71%
73%
73%
73%
Bescherming en bevordering van lichamelijk, geestelijk en sociaal welbevinden jongeren 0 – 19 jaar
Gezondheid kind (heel) goed (oordeel ouder)
99%
96%
96%
96%
Maatschappelijk effect
Indicator
Bescherming en bevordering van lichamelijk, geestelijk en sociaal welbevinden volwassenen 19 - 64 jaar
Wat mag het kosten? Bedragen x € 1.000 Lasten Baten Saldo lasten -/- baten
Rekening
Begroting
2014
2012
2013 (na wijz.)
(primitief)
2015
2016
2017
911,1
1.051,8
1.050,0
1.050,1
1.050,6
1.050,7
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
911,1
1.051,8
1.050,0
1.050,1
1.050,6
1.050,7
-1,8
voordelig
Verschil Begroting 2014 -/- Begroting 2013
Waarvan resultaatbestemming:
Storting (+) /onttrekking (-) reserves Saldo:
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
Gelet op de omvang en de inhoud van de financiële verschillen wordt bij dit deelprogramma geen financiële verschillen analyse gepresenteerd. Er zijn geen incidentele lasten en/of baten opgenomen.
82
7.2 Afvalverwerking en -verwijdering Wat omvat het deelprogramma?
Relevante beleidsnota’s
Dit deelprogramma omvat afvalverwijdering en de daarbij horende kostendekking.
Afvalstoffenverordening Uitvoeringsbesluit Afvalstoffenverordening 2013 Verordening Afvalstoffenheffing 2004
Wat willen we bereiken? (doeltreffendheid)
Wat gaan we daar voor doen tot en met 2017?
Huishoudelijk afval doelmatig en duurzaam inzamelen en verwerken tegen zo laag mogelijke kosten en volgens het principe ‘de vervuiler betaalt’ met een 100% kostendekkendheid van de exploitatie.
Het aangaan dan wel behouden van doelgerichte contracten door middel van het voortzetten ervan of het opnieuw aanbesteden van een opdracht.
Voor dit jaar benoemen we de volgende speerpunten Optimaliseren van informatievoorzieningen over afval aan burgers: Door het invoeren van een afval app wordt aangesloten bij de sociale media en technische mogelijkheden van deze tijd. Via pop-ups worden bewoners die zich daarvoor aanmelden o.a. geïnformeerd wanneer ze welke afvalstroom aan straat kunnen aanbieden en ander actueel afval-nieuws. Dit sluit aan bij het interactief aanbieden van informatie aan de burgers.
Hoe gaan we dit meten? Maatschappelijk effect
Indicator
2012 gerealiseerd
2013
2014
Meetbaar doel
Milieuverantwoorde verwerking.
Het hergebruik gesplitst in afvalstromen afgezet tegen wettelijke taakstelling.
Conform wettelijke voorschriften
Conform wettelijke voorschriften
Conform wettelijke voorschriften
Wettelijk regime
Door een goed functionerend inzamelsysteem voorkomen we stank, overlast, verontreiniging e.d.
Bij alle aansluitingen het huishoudelijk afval inzamelen
100%
100%
100%
Klachtenregistratie: minder dan twee klachten/ meldingen per kwartaal
Het plastic verpakkingsafval in toenemende mate in te zamelen (breng- en haalsysteem) en te hergebruiken
Totaal aangeboden hoeveelheid plastic verpakkingsafval
Toename van 8,9 % tov ingezamelde hoeveelheid in 2011 (totaal ingezameld: 142,3 ton)
Toename van circa 6 % tov ingezamelde hoeveelheid in 2012
Toename van circa 3 % tov ingezamelde hoeveelheid in 2013
Registratiesysteem: stijging van gemiddeld circa 6 % ingezameld kunststof verpakkingsafval in de jaren 2012 - 2014.
Aangeboden restafval ieder jaar reduceren
Hoeveelheid ingezameld restafval uit de restcontainers
Afname van 4,8%tov ingezamelde hoeveelheid in 2011 (totaal ingezameld: 3558 kg)
Afname van circa 3% tov ingezamelde hoeveelheid in 2012
Afname van circa 1,5% tov ingezamelde hoeveelheid in 2013
Registratiesysteem: afnamen van gemiddeld circa 3 % ingezameld restafval in de jaren 2012 - 2014.
83
Wat mag het kosten? Bedragen x € 1.000
Rekening 2012
Begroting 2013 (na wijz.)
2014 (primitief)
2015
2016
2017
Lasten
2.309,1
2.335,2
2.296,0
2.313,8
2.325,0
2.334,1
Baten
-2.309,1
-2.335,2
-2.296,0
-2.313,8
-2.325,0
-2.334,1
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
voordelig
Saldo lasten -/- baten Verschil Begroting 2014 -/- Begroting 2013
Waarvan resultaatbestemming:
Storting (+) /onttrekking (-) reserves
96,1
-305,2
-240,4
-305,3
-276,6
-268,9
Saldo:
Verschillenanalyse (begroting 2014-begroting 2013)
Voordelig
Nadelig
Beschikbaar uit Kadernota 2013 Eenmalig begroting 2013 Eenmalig begroting 2014 Structureel begroting 2014 Verwerking van effect BTW gesloten exploitaties
30
Hogere opbrengsten afvalstoffenheffing conform tarievenbeleid 2013 -2023
26
Lagere onttrekking uit de egalisatiereserve afvalverwerking (100% kostendekkendheid)
65
Uren inclusief overhead 17
Totaal verschil
73
Er zijn geen incidentele lasten en/of baten opgenomen.
84
8
Overige verschillen
73
7.3 Rioolbeheer Wat omvat het deelprogramma?
Relevante beleidsnota’s
Dit deelprogramma omvat het totale rioolbeheer en de daarbij behorende kostendekking.
Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan 2010- 2014 (vastgesteld 20 mei 2010) Gemeentelijk Waterplan (vastleggen visie waterbeleid lange termijn). Water beheersplan (waterschappen). Provinciaal Water huishouding plan. Lozingsbesluit WVO huishoudelijk afvalwater. Lozingsbesluit Bodembescherming.
Wat willen we bereiken? (doeltreffendheid)
Wat gaan we daar voor doen tot en met 2017?
De aanleg, het beheer en het onderhoud van het rioolstelsel voldoet aan de normen van het Rijk en de wettelijke verplichtingen.
Het verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan 2010- 2014 is leidend voor het gemeentelijke beleid. In 2015 zal het GRP inhoudelijk worden herzien en zullen de geplande, grootschalige rioolvervangingen op wijkniveau integraal worden gecombineerd met afkoppelplannen. Een en ander binnen de regionale afspraken werkeenheid De Meierij omtrent doelmatig (afval) waterbeheer. De gecombineerde plannen zullen binnen de filosofie van doelmatig waterbeheer de basis vormen voor de gefaseerde uitvoeringsprogramma’s.
Voor dit jaar benoemen we de volgende speerpunten In dit jaar zullen regionale afspraken worden gemaakt om op het gebied van kosten, kwaliteit en kwetsbaarheid op bepaalde onderdelen van riool- en waterbeheer te komen tot een hogere doelmatigheid. Een en ander conform de uitgangspunten vanuit de samenwerking Doelmatig Waterbeheer De Meierij (2011) volgend uit het landelijke Bestuursakkoord Water.
Hoe gaan we dit meten? 2012 gerealiseerd
2013
2014
Meetbaar doel
Alle panden zijn aangesloten op de riolering of lozen hun afvalwater via een wettelijk voorgeschreven IBA systeem.
100%
100%
100%
Percentage aangesloten panden.
Klachtmeldingen rioolbeheer. Systeem is in opbouw waarbij nu de definities zijn opgesteld.
318
260 binnen 24 uur
260 binnen 24 uur
Verstopping riool en drukriool storing
8 binnen 1 week
8 binnen 1 week
controle functionele werking riool, verstopte straatkolk
6 binnen 1maand
6 binnen 1 maand
controle functionele werking riool
9%
9%
Aantal afgekoppelde panden t.o.v. aanwezige panden
Maatschappelijk effect
Indicator
Door een goed functionerend rioolstelsel voorkomen we stank, wateroverlast, verspreiding van besmettelijke ziekten en water- en bodemverontreiniging.
In 2011 heeft registratie conform opgestelde definities plaatsgevonden.
Afgekoppeld hemelwater.
8%
85
Wat mag het kosten? Bedragen x € 1.000
Rekening 2012
Begroting 2013 (na wijz.)
2014 (primitief)
2015
2016
2017
Lasten
1.740,8
1.767,0
1.762,2
1.780,2
1.843,0
1.908,9
Baten
-1.740,8
-1.767,0
-1.762,2
-1.780,2
-1.843,0
-1.908,9
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
voordelig
Saldo lasten -/- baten Verschil Begroting 2014 -/- Begroting 2013
Waarvan resultaatbestemming:
Storting (+) /onttrekking (-) reserves
517,3
411,4
474,6
390,9
556,1
501,6
Saldo:
Verschillenanalyse (begroting 2014-begroting 2013)
Voordelig
Nadelig
Beschikbaar uit Kadernota 2013 Naar voren halen van rioolkredieten die niet geactiveerd worden
87
Eenmalig begroting 2013 Eenmalig begroting 2014 Structureel begroting 2014 Verwerking van effect BTW gesloten exploitaties
44
Lagere opbrengsten afvalstoffenheffing conform tarievenbeleid 2013 ev
5
Hogere storting in de egalisatiereserve riolering (100% kostendekkendheid)
63
Uren inclusief overhead Kapitaallasten Overige verschillen Totaal verschil Er zijn geen incidentele lasten en/of baten opgenomen.
86
3 23 5 115
115
7.4 Milieubeleid Wat omvat het deelprogramma?
Relevante beleidsnota’s
Het deelprogramma omvat het uitvoeren van algemeen milieubeleid en het uitvoeren en ontwikkelen van lokaal milieubeleid met betrekking tot externe veiligheid, bodem, water, lucht, geluid en duurzame ontwikkeling (klimaatbeleid). Vergunningverlening Wabo Onderdeel milieu en milieumeldingen
Projectenboek Duurzaamheidsbeleid 2013-2014 Bodembeheernota en bodemkwaliteitskaart
Wat willen we bereiken? (doeltreffendheid)
Wat gaan we daar voor doen tot en met 2017?
Optimale Wabo Vergunningverlening (onderdeel milieu)
Jaarlijks opstellen van een Uitvoeringsprogramma Toezicht en Handhaving
Kwalitatief goede uitvoering van milieutaken
Binnen de capacitaire mogelijkheden volgens het Uitvoeringsprogramma werkzaamheden uitvoeren een en ander in relatie met het werkplan Omgevingsdienst Brabant Noord (OD-BN) voor wat betreft het verplicht overgedragen basistakenpakket milieu.
Adequate uitvoering van taken die voortvloeien uit het projectenboek Duurzaamheidsbeleid 2013-2014, de milieuwetgeving en de Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht. Dit om een veilige en gezonde woon- en leefomgeving in stand te houden, waarbij veiligheid, het behoud van een goede milieu kwaliteit en -in algemene zin - duurzaamheid als leidend principe gehanteerd wordt.
Optimaliseren van de werkprocessen. Coördinatie en afstemming tussen lokale taken en taken welke zijn belegd bij de OD-BN. Gezamenlijk met de Meierijgemeenten Vught, Haaren en Boxtel, opstellen en uitvoeren van een kwaliteitsplan/ verbeterplan op basis van het landelijk ingevoerde Kwaliteitstool 2.1. voor VTH taken (wettelijk vast te stellen in 2015) voor wat betreft de achterblijvende toezichtstaken milieu. Uitwerken van de projecten op basis van het vastgestelde projectenboek Duurzaamheidsbeleid gemeente SintMichielsgestel 2013-2014, met name de uitwerking van het businessplan voor het project Biomassaplein en de inspanning om Fairtrade gemeente te worden.
Voor dit jaar benoemen we de volgende speerpunten • • •
De ontwikkelingen Meierijsamenwerking VTH taken (achterblijvende milieutaken) volgen en een actieve bijdrage leveren aan een mogelijke totstandkoming hiervan Optimaliseren van de werkprocessen. Coördinatie en afstemming tussen lokale taken en taken welke zijn belegd bij de OD-BN. Het uitwerken van de projecten uit het projectenboek Duurzaamheidsbeleid.
Hoe gaan we dit meten? Maatschappelijk effect
Indicator
2012 gerealiseerd
2013
2014
Meetbaar doel
Duurzame ontwikkeling - Klimaatbeleid
Verminderen CO2uitstoot, percentage duurzame energie opgewekt in gemeente, uitvoeren gerichte projecten
10
10
Conform projectenboek
Per project bepaald in projectenboek.
87
Maatschappelijk effect
Indicator
2012 gerealiseerd
2013
2014
Meetbaar doel
Bedrijfsvoering bij inrichtingen in overeenstemming met Wet milieubeheer en Wabo
Afwikkeling aanvragen en meldingen Wet milieubeheer en Wabo.
51
50
15 Dit betreft de achterblijvende milieutaken. Vergunningen en meldingen worden grotendeels afgewikkeld door de OD-BN
Aantal ingediende aanvragen of meldingen.
Bodembeheer.
(Historische) bodemsaneringen.
0
1
1
Aantal gevallen van bodemverontreiniging, waarbij bodemsanering noodzakelijk is.
Rekening 2012
Begroting 2013 (na wijz.)
2014 (primitief)
2015
2016
2017
Lasten
784,2
414,1
414,4
417,0
399,8
401,7
Baten
-425,5
-1,7
-1,8
-1,8
-1,8
-1,8
358,6
412,4
412,6
415,2
398,0
399,9
0,2
nadelig
Wat mag het kosten? Bedragen x € 1.000
Saldo lasten -/- baten Verschil Begroting 2014 -/- Begroting 2013
Waarvan resultaatbestemming:
Storting (+) /onttrekking (-) reserves Saldo:
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
Verschillenanalyse (begroting 2014-begroting 2013)
Voordelig
Nadelig
Beschikbaar uit Kadernota 2013 Bijdrage aan de omgevingsdienst door overgang 1,9 fte
113
Eenmalig begroting 2013 Eenmalig begroting 2014 Structureel begroting 2014 Uren inclusief overhead (m.n. door overgang van formatie naar de omgevingsdienst)
97
Overige verschillen
16
Totaal verschil
113
113
Als incidenteel aan te merken lasten en baten
Overeenkomst RMB milieu Er zijn geen incidentele baten opgenomen.
88
Lasten 2014
2015
22,0
22,0
2016
2017
Ruimtelijke ordening, volkshuisvesting EN ECONOMISCHE ONTWIKKELING
Programma 8. Ruimtelijke ordening, volkshuisvesting en economische ontwikkeling Wat omvat het programma? Deelprogramma’s Portefeuillehouder 8.1 Ruimtelijke ontwikkeling H.T.M. van Roosmalen 8.2 Volkshuisvesting E.H.J.M. Mathijssen / A.H.M. Maas 8.3 Economische zaken A.H.M. Maas / H.T.M. van Roosmalen 8.4 Grondexploitatie H.T.M. van Roosmalen 8.5 Grondbeheer A.H.M. Maas
8.1 Ruimtelijke ontwikkeling Wat omvat het deelprogramma?
Relevante beleidsnota’s
• Het vaststellen van gedigitaliseerde bestemmingsplannen en overige ruimtelijke plannen voor nieuwe ontwikkelingen. • Het actualiseren van bestemmingsplannen voor bestaande gebieden in de vorm van een
• • • • •
bestemmingsplan of beheersverordening. • Coördinatie van ruimtelijke ontwikkelingen met een zo hoog mogelijk maatschappelijk rendement. • Daarnaast omvat het programma ook de omgevingsvergunning onderdeel bouwen en slopen.
Structuurvisie Sint-Michielsgestel 2025; Structuurvisie Buitengebied (2010); Woonvisie 2011-2025; Nota Grondbeleid (2011); Beleidslijn uitgangspunten toepassing afwijkingen van het bestemmingsplan ex art. 2.12 lid 1a sub 3 Wabo (2011); • Beleidslijn planologische kruimelgevallen gemeente Sint-Michielsgestel (2011). • Welstandsnota (2013) • Bestemmingsplan buitengebied (is opgenomen onder programma 1 Groene gemeente)
Wat willen we bereiken? (doeltreffendheid)
Wat gaan we daar voor doen tot en met 2017?
• Ruimtelijke en maatschappelijke ontwikkelingen mogelijk maken. • Ruimtelijke plannen ontwikkelen voor een zo groot mogelijk gebied met een logische en stedenbouwkundige samenhang en een zo ruim mogelijke flexibiliteit die kunnen voldoen aan zich wijzigende maatschappelijke omstandigheden. • Ruimtelijke plannen ontwikkelen die digitaal uitwisselbaar en openbaar raadpleegbaar zijn.
• In de periode 2014-2017 de vaststelling van bestemmingsplannen of beheersverordeningen voor het stedelijke gebied van Berlicum, Gemonde en Den Dungen. • Uitvoeren distributieplanologisch onderzoek centrum Berlicum. • Vaststelling bestemmingsplan Beekveld Berlicum. • Vaststelling bestemmingsplan Spijt Noord SintMichielsgestel. • Vaststelling bestemmingsplan Kentalis. • Actualisatie uitvoeringsschema Structuurvisie.
Optimale Wabo Vergunningverlening (onderdeel bouwen)
Gezamenlijk met de Meierijgemeenten Vught, Haaren en Boxtel, opstellen en uitvoeren van een kwaliteitsplan/ verbeterplan op basis van het landelijk ingevoerde Kwaliteitstool 2.1. voor VTH taken (wettelijk vast te stellen in 2015) Optimaliseren van de kwaliteit (inhoud en proces) door inbedding van een kwaliteitsplan Bouwregelgeving (toetsing en toezicht)
89
Voor dit jaar benoemen we de volgende speerpunten Optimaliseren van het gehele integrale vergunningenproces. Meer samenwerking doorvoeren met gemeentelijke partners (Ple1n en Meierijgemeenten) en de Omgevingdienst Brabant Noord Het Toetsing en toezicht kwaliteitsplan Bouwregelgeving daarop aanpassen en optimaliseren. Start met actualisatie bestemmingsplannen voor stedelijk gebied van Berlicum, Gemonde en Den Dungen in de vorm van bestemmingsplannen of beheersverordeningen. Vaststelling bestemmingsplan Beekveld.
Hoe gaan we dit meten? Maatschappelijk effect inder administratieve lasten voor bedrijven en burgers. Verbetering van dienstverlening.
Ruimtelijke kaders waarbinnen de plaatselijke samenleving zich zo optimaal mogelijk kan ontwikkelen.
90
Indicator
2012 gerealiseerd
2013
2014
Meetbaar doel
Wabovergunningen totaal 445
Wabo vergunningen en meldingen totaal 390
Aantal verwerkte aanvragen omgevingsvergunning conform de wettelijke voorschriften.
Aantal afgegeven (geïntegreerde) Omgevings vergun-ningen (bouwen, wonen, monumenten, ruimte, natuur en milieu)
310
Actuele structuurvisies
2
2
2
Vaststellen integrale structuurvisie.
Vigerende gedigitaliseerde bestemmingsplannen < 10 jaar
80%
80%
90%
Alle vigerende bestemmingsplannen zijn gedigitaliseerd en < 10 jaar.
Activiteiten: Bouwen 325 Slopen 60 Afw best. plan 20 Monum. 10 Kap/Aanleg 25 Brandveil 5
Activiteiten Bouwen algemeen 270 en meldingen 120
Wat mag het kosten? Bedragen x € 1.000
Rekening 2012
Begroting 2013 (na wijz.)
2014 (primitief)
2015
2016
2017
Lasten
1.711,5
1.344,9
1.412,8
1.428,7
1.437,6
1.374,1
Baten
-1.241,8
-1.005,0
-795,0
-810,0
-825,0
-765,0
469,8
339,9
617,8
618,7
612,6
609,1
277,9
nadelig
Saldo lasten -/- baten Verschil Begroting 2014 -/- Begroting 2013
Waarvan resultaatbestemming:
Storting (+) /onttrekking (-) reserves
41,4
-275,0
-75,0
-90,0
-105,0
-45,0
Voordelig
Nadelig
Saldo:
Verschillenanalyse (begroting 2014-begroting 2013) Beschikbaar uit Kadernota 2013 Bezuinigingsmaatregel: beschikking over egalisatiereserve legesopbrengsten in 2013
200
Eenmalig begroting 2013 Eenmalig begroting 2014 Structureel begroting 2014 Uren inclusief overhead
66
Kapitaallasten Overige verschillen: lagere opbrengst leges bouwaanvragen
10
Overige kleine verschillen
2
Totaal verschil
0
278 278
Als incidenteel aan te merken lasten en baten
Financiering komplannen
Lasten 2014
2015
2016
75,0
75,0
75,0
Baten 2014
2015
2016
75,0
75,0
75,0
2017
Financiering komplannen tlv Vermogensreserve
2017
Financiering komplannen Financiering komplannen tlv Vermogensreserve
91
8.2 Volkshuisvesting Wat omvat het deelprogramma?
Relevante beleidsnota’s
Het deelprogramma heeft betrekking op het volkshuisvestingsbeleid.
• Woonvisie gemeente Sint-Michielsgestel 2011-2025; • Verdiepingsslag op de Woonvisie 2012; • Uitvoeringsnota Woningbouw 2013; • Woningbouwprogramma; • Structuurvisie.
Wat willen we bereiken? (doeltreffendheid)
Wat gaan we daarvoor doen tot en met 2017?
Doel is een kwantitatief en kwalitatief goede woningvoorraad in de gemeente Sint-Michielsgestel. Hierbij gaat de aandacht uit naar verschillende doelgroepen zoals starters en senioren. Extra aandacht gaat uit naar mensen die niet zelf in hun woonbehoefte kunnen voorzien.
• Monitoring landelijke en regionale ontwikkelingen in de woningmarkt; • Communicatie met provincie, gemeenten en woningcorporaties versterken en onderhouden; • M.b.t. de doelgroep: * starters: het gesprek aangaan met woningcorporaties en marktpartijen; * senioren: een verdere uitwerking van het thema wonen, welzijn en zorg.
Voor dit jaar benoemen we de volgende speerpunten In het voorjaar van 2014 wordt de Uitvoeringsnota Woningbouw 2014 (ter kennisgeving) aangeboden aan de raad. Hierin wordt de stand van zaken m.b.t. het woningbouwprogramma omschreven en worden de speerpunten voor het aankomend jaar bepaald. Hierin zal in ieder geval het onderwerp Wonen en Zorg meegenomen worden.
Hoe gaan we dit meten? Onderstaande tabel brengt de woningbouwplanning tot en met 2025 in beeld. Deze tabel sluit aan bij de Uitwerking van de Motie van 25 oktober 2012 en de Uitvoeringsnota Woningbouw 2013 (vastgesteld mei 2013). De eerste drie kolommen geven de behoefte aan type woningen per dorp weer, zoals vastgesteld in de Verdiepingsslag voor woningbouw (vastgesteld 2012). Voor Gemonde is de verwachting dat tot 2025 circa 70 woningen nodig zijn, met name in de particuliere sector. Dit dorp is daarom niet verder uitgesplitst.
92
Maatschappelijk effect
Indicator
Een kwantitatief en kwalitatief goede woningvoorraad in de gemeente Sint-Michielsgestel
Behoefte aan nieuwbouw per dorp volgens Verdiepingsslag 2012
SintMichielsgestel
2012
Berlicum
2013
2014
Meetbaar doel Plancapaciteit 2013-2025
Den Dungen
Realisatie
Verwacht
Verwacht
Hard 20132021
Zacht 20132025
Huuroriëntatie Sociaal EGZ (<665)1
60
30
25
-
-
22
22
28
Sociaal MGZ (<665)
40
40
25
-
-
-
44
-
(Middel)duur EGZ (>665)
25
15
10
-
-
-
17
-
-
-
(Middel)duur MGZ (>665) Totaal
20
15
10
(145)
(100)
(70)
45
60
30
-
34
-
(22)
(117)
(28)
11
86
42
Kooporiëntatie Goedkoop EGZ (< 215.000)
-
24
Goedkoop MGZ (< 215.000)
25
35
25
-
-
6
6
24
Middelduur EGZ (215-350)
65
60
30
-
36
20
171
163
Middelduur MGZ (215-350)
25
20
10
-
-
33
157
-
Duur EGZ (> 350.000)
60
45
25
9
31
28
254
137
Duur MGZ (> 350.000)
15
20
10
3
-
-
36
-
(235)
(240)
(130)
-
(91)
(98)
(710)
(366)
380
340
2002 827
394
Totaal Totale behoefte Totaal aan plannen Realisatie nieuwbouw Projecten
12
91
120
Particuliere initiatieven
18
5
Ruimte voor Ruimte
2
4
2
56
Zorgwoningen
32
91
44
135
Tot 2025 staan er 1.221 woningen in de planning, waarvan 827 harde (groene) plannen en 394 zachte (oranje/rode) plannen. Hierin zijn de Ruimte voor Ruimte en zorgwoningen niet meegenomen. Deze woningen tellen namelijk niet mee voor het opgelegde woningbouwcontingent van de provincie. Deze is tot het jaar 2021 vastgesteld op 985 te bouwen woningen. Met een harde plancapaciteit van 827 woningen tot 2021, betekent dit dat er nog zachte plancapaciteit benut kan worden. Welke projecten dat zullen zijn is uitgewerkt in de eerder genoemde Motie van 25 oktober 2012. Jaarlijks wordt gemonitord welke plannen daadwerkelijk zijn gerealiseerd en welke niet. Dit wordt uitgewerkt in de Uitvoeringsnota Woningbouw. Daarin is gedetailleerde informatie per project na te lezen. De huurtoeslaggrens is per 1-1-2013 verhoogd van € 664,66 naar € 681,02 Exclusief 120 woningen i.v.m. aanwijzing Den Dungen als stedelijk concentratiegebied.
1
2
93
Wat mag het kosten? Bedragen x € 1.000
Rekening 2012
Begroting 2013 (na wijz.)
2014 (primitief)
2015
2016
2017
Lasten
336,9
351,4
341,8
338,0
335,0
330,7
Baten
-303,9
-301,0
-296,7
-292,3
-287,8
-283,1
33,1
50,4
45,1
45,7
47,2
47,6
-5,3
voordelig
Saldo lasten -/- baten Verschil Begroting 2014 -/- Begroting 2013
Waarvan resultaatbestemming:
Storting (+) /onttrekking (-) reserves
-75,4
-75,4
-75,4
-75,4
-75,4
-75,4
Saldo:
Verschillenanalyse (begroting 2014-begroting 2013)
Voordelig
Nadelig
Beschikbaar uit Kadernota 2013 Eenmalig begroting 2013 Eenmalig begroting 2014 Structureel begroting 2014 Uren inclusief overhead
6
Kapitaallasten
6
Overige verschillen
7
Totaal verschil
12
7
5
Als incidenteel aan te merken lasten en baten Er zijn geen incidentele lasten opgenomen. Baten 2014 Beschikking over de reserve kostendekkende act. leges
94
2015
2016
2017
15,0
30,0
45,0
8.3 Economische Zaken Wat omvat het deelprogramma?
Relevante beleidsnota’s
Markten en Standplaatsen en Economische aangelegenheden.
Standplaatsenbeleid. Marktverordening. Nota detailhandel en horeca kern Sint-Michielsgestel. Horecabeleidsplan. Ruimtelijke plannen. Toeristisch Recreatief Ontwikkelingsplan. Economisch Actieplan 2013-2018. (Op moment van schrijven in ontwikkeling)
Wat willen we bereiken? (doeltreffendheid)
Wat gaan we daar voor doen tot en met 2017?
Een goed ondernemersklimaat waarbij de relatie tussen ondernemers en de gemeente wordt versterkt en beter wordt samengewerkt. Op deze manier wordt er een belangrijke bijdrage geleverd aan de lokale werkgelegenheid en de leefbaarheid van de gemeente.
Het zorgdragen voor een goede bezetting van de weekmarkten met instandhouding van een gevarieerde branchering. Gemeente en ondernemers geven samen uitvoering aan het economisch actieplan 2013 – 2018
Voor dit jaar benoemen we de volgende speerpunten Speerpunten zijn de thema’s en geformuleerde acties die voort kunnen komen uit het in ontwikkeling zijnde economisch actieplan 2013-2018. Voorbeelden van thema’s zijn: Versterking groene kwaliteit en recreatieve opties, een dynamische economie, alle talenten benutten, actieve samenwerking, ja, mits beleid.
Hoe gaan we dit meten? Maatschappelijk effect
Indicator
2012 gerealiseerd
2013
2014
Meetbaar doel
Een goed ondernemersklimaat waarbij ondernemers de gemeente als partner ervaren waardoor er een aanzienlijke bijdrage wordt geleverd aan de lokale werkgelegenheid en de leefbaarheid van de gemeente.
Een proactieve accountmanager bedrijven, die een brugfunctie vervult tussen ondernemers en gemeente die makelt en schakelt, regisseert, faciliteert en ondernemers ondersteunt.
1
1
1
Structurele inzet van de accountmanager bedrijven
Bijeenbrengen en verbinden van partijen door deelname in het ondernemersplatform
9
9
9
Dekkingsgraad aantal ondernemersorganisaties in het platform.
Sterkere organisatiegraad van ondernemersverenigingen.
380
400
420
Aantal ondernemers lid van een ondernemersvereniging
Verbeterde dienstverlening door inrichten diensten en bedrijvenloket via de gemeentelijke website
1
1
1
678
700
720
Actuele en volledige informatie op de nieuwe website Aantal lezers van de ondernemerskrant
Stimuleren van de economie in de vorm van nieuwe projecten of producten
3
3
3
Afgeleverde projecten of producten. (Vanaf 2013 uit het economisch actieplan 2013 – 2018)
95
Wat mag het kosten? Bedragen x € 1.000
Rekening 2012
Begroting 2013 (na wijz.)
2014 (primitief)
2015
2016
2017
Lasten
151,2
189,9
148,6
150,0
152,6
153,5
Baten
-41,8
-48,3
-49,1
-50,9
-51,8
-52,6
Saldo lasten -/- baten
109,4
141,6
99,5
99,1
100,8
100,9
-42,1
voordelig
Verschil Begroting 2014 -/- Begroting 2013
Waarvan resultaatbestemming:
Storting (+) /onttrekking (-) reserves
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
Saldo:
Verschillenanalyse (begroting 2014-begroting 2013)
Voordelig
Nadelig
Beschikbaar uit Kadernota 2013 Overheveling uitvoeringsbudget economische zaken van 2012
14
Eenmalig begroting 2013 Eenmalig begroting 2014 Structureel begroting 2014 Uren inclusief overhead
27
Kapitaallasten Overige verschillen Totaal verschil
1 42 42
Er zijn geen incidentele lasten en/of baten opgenomen.
96
0
8.4 Grondexploitatie Wat omvat het deelprogramma?
Relevante beleidsnota’s
Het deelprogramma omvat (strategische) grondverwerving en grondexploitatie.
Nota Grondbeleid. Rapportage grondexploitaties.
Wat willen we bereiken? (doeltreffendheid)
Wat gaan we daar voor doen tot en met 2017?
Door middel van ruimtelijke ontwikkelingen en grondexploitaties verwezenlijken wij gemeentelijke doelstellingen op het gebied van volkshuisvesting (woningdifferentiatie en voldoende betaalbare woningen), economie (groei werkgelegenheid), recreatieve voorzieningen en het veiligstellen van natuurgebieden. Verder kan de gemeente winstgevende projecten verevenen met onrendabele projecten in bestaand stedelijk gebied. Dit past bij onze ambitie om als initiator en katalysator op te treden bij ontwikkelingen die vanuit de markt niet of nauwelijks tot stand komen, bijvoorbeeld bij een forse herontwikkel opgave of de aanleg van
De gemeente voert conform de Nota Grondbeleid voornamelijk een passieve grondpolitiek. De gemeente verhaalt alle exploitatiekosten (kostenverhaal). Naast de exploitatiekosten vraagt de gemeente aan de initiatiefnemer een financiële bijdrage voor ruimtelijke ontwikkelingen (groen- en cultuurfonds). Evalueren en actualiseren van het vastgestelde prijzenbeleid.
sportvoorzieningen. Voor dit jaar benoemen we de volgende speerpunten In het bijzonder uitvoering geven aan de plannen Jacobskamp, Centrumplan en Schoolstraat.
Hoe gaan we dit meten? 2012 gerealiseerd
2013
2014
Meetbaar doel
Aantal te verwerven gronden (per locatie)
0
0
0
Verwerven van gronden t.b.v. nieuwe ontwikkelingen.
Aantal grondexploitaties
8
6
6
Actief werken met exploitatieopzetten bij gebiedsontwikkelingen.
Maatschappelijk effect
Indicator
Ruimtelijke ontwikkelingen met een zo hoog mogelijk maatschappelijk rendement. Ruimtelijke ontwikkelingen met een zo hoog mogelijk maatschappelijk rendement.
Rekening 2012
Begroting 2013 (na wijz.)
2014 (primitief)
2015
2016
2017
Lasten
5.754,7
5.646,1
16.116,4
10.766,4
5.623,7
6.280,7
Baten
-5.597,4
-5.411,3
-15.779,4
-10.422,6
-5.345,6
-5.998,1
157,4
234,8
337,0
343,8
278,1
282,6
102,2
nadelig
Wat mag het kosten? Bedragen x € 1.000
Saldo lasten -/- baten Verschil Begroting 2014 -/- Begroting 2013
Waarvan resultaatbestemming:
Storting (+) /onttrekking (-) reserves
2.753,1
0,0
3.364,1
1.003,2
0,0
0,0
Saldo:
97
Verschillenanalyse (begroting 2014-begroting 2013)
Voordelig
Nadelig
Beschikbaar uit Kadernota 2013 Eenmalig begroting 2013 Eenmalig begroting 2014 De exploitatieopzetten zijn gebaseerd op de voorstellen zoals deze in mei 2013 aangeboden zijn. Zie voor de grondexploitaties de paragraaf Grondbeleid. Structureel begroting 2014 Uren inclusief overhead
52
Kapitaallasten Overige verschillen: Verlaging taakstelling kostendekkende activiteiten grondexploitatie conform meerjarenbegroting
50
Totaal verschil
0
102 102
Als incidenteel aan te merken lasten en baten Lasten 2014 Grondexploitatie winstnemingen Grinsel Triestpad
883,4
Grondexploitatie winstnemingen De Zeelder
119,8
2015
1.452,2
Grondexploitatie winstnemingen Milrooijseweg
883,4
Grondexploitatie winstnemingen De Zeelder Grondexploitatie winstnemingen Schoolstraat
2017
2016
2017
1.911,9 Baten 2014
Grondexploitatie winstnemingen Grinsel Triestpad
2016
1.452,2
Grondexploitatie winstnemingen Milrooijseweg Grondexploitatie winstnemingen Schoolstraat
98
2015
119,8 1.911,9
8.5 Grondbeheer Wat omvat het deelprogramma?
Relevante beleidsnota’s
Het deelprogramma heeft betrekking op het beheer van gemeentelijke eigendommen.
Nota Grondbeleid. Beleidsnotitie Reststroken. Rapportage pachtzaken. Rapportage onrechtmatig grondgebruik.
Wat willen we bereiken? (doeltreffendheid)
Wat gaan we daar voor doen tot en met 2076?
Gemeentelijke eigendommen verhuren of verpachten als daarmee een publiek belang is gediend. Dit doen we op verantwoorde wijze en tegen een marktconforme prijs. Eigendommen waarmee geen publiekbelang is gediend, verkopen we.
Reststroken waarmee geen publiek belang is gediend, aanbieden aan de aangrenzende eigenaar. Tegen wederrechtelijk gebruik van gemeentegrond wordt opgetreden.
Voor dit jaar benoemen we de volgende speerpunten Er zijn geen speerpunten te benoemen. Bestaand beleid wordt voortgezet.
Hoe gaan we dit meten? Maatschappelijk effect
Indicator
Agrariërs kunnen gronden pachten tegen vergoeding.
Aantal verpachte gronden
2012 gerealiseerd
2013
2014
Meetbaar doel
16
14
14
Eenjarige pachtovereenkomsten aangaan met agrariërs.
8
9
9
Zesjarige pachtovereenkomsten aangaan.
Burgers beschikken over extra tuinoppervlak.
Aantal verkochte reststroken
3
5
5
Verzoeken om reststroken te kopen, honoreren.
Burgers realiseren een woning op eigen kavel.
Aantal verkochte bouwkavels
0
0
0
Bouwkavels verkopen aan inwoners.
Wat mag het kosten? Bedragen x € 1.000
Rekening 2012
Begroting 2013 (na wijz.)
Lasten
284,7
Baten
-238,1 46,7
Saldo lasten -/- baten
2014 (primitief)
2015
2016
2017
178,7
110,0
111,0
112,8
113,5
-96,8
-105,2
-81,8
-83,5
-85,1
81,9
4,8
29,2
29,3
28,4
-77,1
voordelig
Verschil Begroting 2014 -/- Begroting 2013
Waarvan resultaatbestemming:
Storting (+) /onttrekking (-) reserves
139,9
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
Saldo:
99
Verschillenanalyse (begroting 2014-begroting 2013)
Voordelig
Nadelig
Beschikbaar uit Kadernota 2013 Eenmalig begroting 2013 Eenmalig begroting 2014 Structureel begroting 2014 Uren inclusief overhead: afname door het niet invullen van de vacature beleidsmedewerker grondexploitatie
71
Kapitaallasten hogere opbrengst van pachten en huren
8
Overige verschillen
2
Totaal verschil
79
2
77
Als incidenteel aan te merken lasten en baten Er zijn geen incidentele lasten opgenomen.
Opbrengst verkoop OG/Reststroken
100
Baten 2014
2015
25,0
25,0
2016
2017
FINANCIËN
Programma 9. Financiën
Wat omvat het programma? Deelprogramma’s Portefeuillehouder 9.1 Budgettaire positie E.H.J.M. Mathijssen / A.H.M. Maas 9.2 Vermogenspositie E.H.J.M. Mathijssen
9.1 Budgettaire positie Wat omvat het deelprogramma?
Relevante beleidsnota’s
Het deelprogramma heeft betrekking op de budgettaire positie, de risico’s en het weerstandsvermogen, de lokale heffingen en treasury.
Financiële verordening gemeente Sint-Michielsgestel (raadsbesluit november 2011) en geformuleerde beleidskaders opgenomen in Kadernota 2012, en de uitwerking hiervan in vastgestelde uitvoeringsnota’s.
Wat willen we bereiken? (doeltreffendheid)
Wat gaan we daar voor doen tot en met 2017?
Evenwichtige begroting in relatie tot alle gemeentelijke beleidsvelden.
Jaarlijks worden in de maand mei voorafgaande aan het begrotingsjaar de uitgangspunten en beleidskaders voor de op te stellen begroting vastgesteld geformuleerd in de Kadernota. Met de vaststelling van Kadernota 2013 is de afweging gemaakt tussen beleidswensen en financiële mogelijkheden in de (meerjaren)begroting.
Voor dit jaar benoemen we de volgende speerpunten We blijven onze financiële positie monitoren en zullen waar mogelijk acties ondernemen om eventuele tekorten op te vangen/te voorkomen.
Hoe gaan we dat meten? In de Kadernota 2013 hebben wij voor de eerste keer een financieel dashboard geïntroduceerd. Het onderdeel budgettaire positie wordt in dit deelprogramma weergegeven. Normenkader budgettaire positie
Voldoet
Vraagt nadrukkelijk aandacht
Zorgwekkend
Begrotingsevenwicht
Structureel
Begroting sluit meerjarig.
Ongedekt tekort is < € 0,5 mln.
Ongedekt tekort is ≥ € 0,5 mln.
Incidenteel
Geen incidentele tekorten.
Incidenteel tekort is < € 0,5 mln Incidenteel tekort is ≤ € 0,5 mln.
Flexibiliteit
Ombuigingsmarge ≥2% begroting
Ombuigingsmarge <1% begroting
Ombuigingsmarge is nagenoeg nihil
Ombuigingen
Implementatie volgens plan
Incidentele verliezen op ombuigingen
Structurele verliezen op ombuigingen
Belastingdruk
Gemiddeld of beneden gemiddeld
Bovengemiddeld incidenteel
Bovengemiddeld structureel
Belastingcapaciteit (OZB)
Gelijk of beneden macro-norm
Boven macro-norm incidenteel
Boven macronorm structureel
Materieel evenwicht
Incidentele lasten ≥ incidentele baten
Incidentele baten > incidentele lasten (incidenteel)
Incidentele baten > incidentele lasten (structureel)
Risicofunctie budget
Risicobeslag uit budgetcapaciteit
≤50% risicobeslag uit budgetcapaciteit.
≤25% risicobeslag uit budgetcapaciteit.
101
Jaren
2014
2015
2016
2017
Toelichting
Begrotingsevenwicht
Structureel
Begroting is met inbegrip van maatregelen structureel sluitend.
Incidenteel
Incidentele tekorten in 2015 (€ 0,7 mln) en
Beïnvloedbaarheid budgetten
Na tranche V is de beïnvloedingsmarge op budgetten nihil.
Ombuigingen
Implementatie volgens planning/incidenteel is sprake van verlies.
Belastingdruk
In 2014 een gemiddelde belastingdruk. Vanaf 2015 monitoren.
Belastingcapaciteit (OZB)
Verhoging per jaar met 3,5%. Macronorm 2014 bedraagt 2,45%. Voor de jaren daarna nog niet bekend.
Materieel evenwicht
De incidentele baten zijn in evenwicht met incidentele lasten.
Risicofunctie budget
Lopende begroting biedt beperkte mogelijkheden voor het opvangen van risico’s.
Ook in 2014 verwachten wij in aanmerking te komen voor het reguliere “repressieve toezicht”. De beoordeling wordt gebaseerd op het structureel in evenwicht zijn van onze begroting. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de overzichten van incidentele baten en lasten zoals bij elk deelprogramma opgenomen. Op basis hiervan wordt bepaald of sprake is van een structureel sluitende exploitatie (relatie structurele baten en structurele lasten).. Zoals te doen gebruikelijk wordt het exploitatieresultaat gemuteerd in de Vrije investeringsreserve (VIR). Dit vindt plaats in het jaar t+1. In dit kader is het van belang dat er formele besluitvorming ligt met betrekking tot taakstelling. De omvang van de nog te realiseren taakstellingen bedraagt in 2017 nog structureel € 1,4 miljoen. Tabel 9.1.1 Taakstelling 2013
2014
2015
2016
2017
-393,7
-637,9
-1.154,1
-1.429,1
In € 1.000,-
Resultaat, resultaatbestemming en resultaat na bestemming Onder het resultaat wordt verstaan het saldo van lasten en baten en onder resultaatbestemming wordt verstaan de mutaties in/aan reserves (het Eigen vermogen). De begroting 2013 en de meerjarenramingen 2014-2016 laten het volgende verloop zien: Tabel 9.1.2 In € 1.000 Resultaat Resultaatbestemming (mutatie reserves) Resultaat na bestemming
2014
2015
2016
2017
2.733,2 (positief) 2.373,1 (storten) 360,1
-793,0 (negatief) -102,2 (onttrekken) -690,8
-831,6 (negatief) -954,1 (onttrekken) 122,5
-1.829,9 (negatief) -2003,3 (onttrekken) 173,4
Overschot
Tekort
Overschot
Overschot
Een specificatie van de resultaatbestemming is opgenomen in de Financiële begroting. Ten opzicht van de Kadernota 2012 kan het verloop van het resultaat na bestemming als volgt worden weergegeven: Tabel 9.1.3. In € 1.000
2014
2015
2016
2017
Resultaat Kadernota 2013
-8,.7
-1.503.4
-227,5
100,9
Afwijkingen/mutaties
368,8
812,6
350,0
72,5
Begroting 2014/2017
360,1
-690,8
122,5
173,4
Een specificatie van de afwijkingen/mutaties opgenomen in de Financiële begroting.
102
Rekening 2012
Begroting 2013 (na wijz.)
2014 (primitief)
Lasten
664,8
2.014,7
Lasten (Onvoorzien)
756,6
-137,4
Baten
-28.075,1
Saldo lasten -/- baten
-26.653,7
Wat mag het kosten? Bedragen x € 1.000
2015
2016
2017
861,2
791,6
994,2
2.531,6
360,1
-690,8
122,5
173,4
-29.343,5
-28.969,7
-27.550,0
-27.794,5
-29.256,4
-27.466,2
-27.748,4
-27.449,2
-26.677,8
-26.551,4
-282,2
voordelig
Verschil Begroting 2014 -/- Begroting 2013
Waarvan resultaatbestemming:
Storting (+) /onttrekking (-) reserves Saldo:
715,6
-161,0
-26,0
4,0
-1,0
-1.409,5
Voordelig
Nadelig
Verschillenanalyse (begroting 2014-begroting 2013) Beschikbaar uit Kadernota 2013 Afromen reserve EDV in 2013
50
Afromen reserve WOZ in 2013
41
Eenmalig begroting 2013 De taakstelling niet indexeren van de budgetten is verwerkt op productniveau in 2014 Stelpost sportpark Jacobskamp is vervallen in verband met realisatie sportpark in 2013
75 264
Eenmalig begroting 2014 Stelpost realisatie Eldecollege
100
Stelpost Gemeenschapshuizen nieuwe stijl
41
Areaaluitbreiding groen, verlichting en wegen
10
Structureel begroting 2014 Lagere opbrengst toeristenbelasting, aanpassing aan de feitelijke situatie Aanpassing tarief OZB met 3,5%
21 168
Effecten BCF gesloten exploitaties riolering en afval Treasury, rente en financieringseffecten
30 37
Mutatie algemene uitkering op basis van: - de meicirculaire 2013 - effect vervallen doorschuifregeling BTW Veiligheidsregio - effect begroting Optimisd - effect aanpassing aantallen
468 50 117 38
Uren inclusief overhead Kapitaallasten
12 21
Overige verschillen Post onvoorzien op basis van het resultaat 2013
4 -137
Post onvoorzien op basis van het resultaat 2014 Totaal verschil
360 1.026
744
282
103
Als incidenteel aan te merken lasten en baten Lasten 2014 Rente aantrekken kortlopende geldleningen
2015
2016
2017
35,0
Rente langlopende geldleningen
164,0
119,3
75,4
34,1
Financieringsresultaat (administratief)
594,2
350,1
198,6
86,3
Brug over Dommel (VIR)
420,0
Inrichting openbaar terrein EC DD (VIR)
667,5
Tijdelijk huisvesting EC Den Dungen (Res. GHNS)
166,0
Afbouw Schuurkerkpad (VIR) Post onvoorzien
Afromen reserve WOZ Algemene uitkering Financieringsresultaat (administratief)
104
321,0 360,1
-690,8
122,5
173,4
Baten 2014
2015
2016
2017
66,6
63,8
62,4
1.217,3
-168,2
51,8
16,4
594,2
350,1
198,6
86,3
Afschrijvingsreserve
27,0
27,0
27,0
27,0
Afschrijvingsreserve
14,0
14,0
14,0
14,0
Brug over Dommel (VIR)
420,0
Inrichting openbaar terrein EC DD (VIR)
667,5
Tijdelijk huisvesting EC Den Dungen (Res. GHNS)
166,0
Afbouw Schuurkerkpad (VIR)
321,0
9.2 Vermogenspositie Wat omvat het deelprogramma?
Relevante beleidsnota’s
Dit deelprogramma omvat de vermogenspositie.
Financiële verordening gemeente Sint-Michielsgestel (verordening op basis van artikel 212 van de gemeentewet); Vastgestelde beleidskaders Kadernota 2012 Nota weerstandsvermogen/risicomanagement 2005;
Wat willen we bereiken? (doeltreffendheid)
Wat gaan we daar voor doen tot en met 2017?
Wij streven naar voldoende vermogen om onze maatschappelijke doelstellingen te realiseren, inclusief een solide financiële positie.
Wij blijven onze vermogenspositie, mede in relatie tot onze exploitatie, monitoren.
Voor dit jaar benoemen we de volgende speerpunten De komende jaren zullen wij hoge prioriteit geven aan behoud en herstel van onze vermogenspositie. Met ingang van Kadernota 2012 worden de financiële beleidskaders, op basis van de herziene financiële verordening van artikel 212 gemeentewet, eenmaal per raadperiode in de kadernota ter vaststelling aangeboden. Tussentijds kan, via de Kadernota, aanvulling of wijziging van het vastgestelde financiële beleid plaatsvinden. In Kadernota 2012 zijn door de raad de volgende financiële beleidskaders geformuleerd en vastgesteld: • Afschrijven & activeren • Rente • Reserves & voorzieningen • Weerstandsvermogen & risicomanagement • Lokale heffingen • Financiering & treasury Er vindt een heroriëntatie plaats van de vastgestelde beleidskaders opgenomen in de Kadernota 2012.
Hoe gaan wij dit meten? In de kadernota 2013 hebben wij voor de eerste keer een financieel dashboard geïntroduceerd. Het onderdeel vermogen wordt in dit deelprogramma weergegeven. Normenkader reserves onderdeel financiële functie
Voldoet
Vraagt nadrukkelijk aandacht
Zorgwekkend
Reserves
Omvang
Ontwikkeling reserves ≥ bench
Ontwikkeling reserves ≥80% bench
Ontwikkeling reserves <80% bench
Aanwendbaarheid
≥10% omvang reserves flexibel
<10% omvang reserves flexibel
<5% omvang reserves flexibel
Investeringsfunctie
Omvang VIR jaar X + 3 ≥ € 5 mln.
Omvang VIR jaar X + 3 < € 5 mln.
Omvang VIR jaar X + 3 < € 1 mln.
Financieringsfunctie
≥50% vaste activa gefinancierd met reserves
<50% vaste activa gefinancierd met reserves
<25% vaste activa gefinancierd met reserves
Inkomensfunctie
Financieringssaldo structureel op niveau
Financieringssaldo incidenteel onder niveau
Financieringssaldo structureel onder niveau
Risicofunctie vermogen
Beslag uit primair weerstandsvermogen
Beslag uit primair + secundair. weerstandsvermogen
Beslag overstijgt weerstandsvermogen
105
2014
2015
2016
2017
Toelichting
Reserves
Omvang
Ontwikkeling reserves: op ≥80% van de geprognosticeerde bench.
Aanwendbaarheid
Nagenoeg alle reserves zijn in planperiode bestemd of beklemd.
Investeringsfunctie
De Vrije investeringsreserve is verstrekt maar heeft nog steeds een beperkte omvang.
Financieringsfunctie
De vaste activa zijn voor ≥80% gefinancierd met eigen vermogen
Inkomensfunctie
In de planperiode ontwikkelt het financieringssaldo zich stabiel.
Risicofunctie vermogen
Risicobeslag afgedekt door primair + secundair weerstand vermogen.
Vermogenspositie Het vormen en hebben van eigen vermogen is geen doel op zich. Het vermogen staat ten dienste van het Openbaar bestuur om in tijden, dat het ons economisch minder goed gaat, de kwaliteit van het voorzieningenniveau te kunnen behouden. Ook het volgen van de bench i.c. het volgen de ontwikkeling van de gemiddelde vermogenspositie van vergelijkbare gemeenten is geen doel op zich. Toch is en blijft het noodzakelijk om ook de ontwikkeling van het eigen vermogen in een beleidskader te blijven plaatsen. Anders wordt de vorming en het behoud van eigen vermogen een resultante van toevalligheden. Daarom nemen wij het signaal, dat onze vermogenspositie zich substantieel (73% in 2013) beneden de bench ontwikkelt, serieus, maar wij zien tegelijkertijd het halen van de bench niet als dogma. In tegenstelling tot platte doelstellingen, zoals “de bench halen” leiden maatschappelijke doelstellingen tot aanzienlijk meer inspiratie, inventiviteit, creativiteit en daadkracht, ook al moet er eerst “weer gespaard worden”, om invulling te kunnen geven aan deze ambities. Daarom zal “spaarzin en spaarvermogen”, zowel in eigen huis, als in onze maatschappelijke en sociale omgeving, die we bedienen, een speerpunt van beleid gaat vormen. Dat betekent, dat nog meer belang gehecht moet worden aan een goede koersbepaling, omdat sparen nou eenmaal tijd in beslag neemt. De komende jaren zullen wij hoge prioriteit geven aan behoud en herstel van onze vermogenspositie. Dat is geen sinecure, omdat een van de belangrijkste voedingsbronnen t.b.v. het eigen vermogen te weten de financiële grondexploitatie door malaise op de vastgoedmarkt en afnemende woningbouw, blijvend onder druk zal staan. Tegelijkertijd zullen we de komende tijd ook de inhoudelijke functies van ons eigen vermogen meer indringend dan tot nu toe, bestuderen. Dit is belangrijk, om met weliswaar “minder middelen” toch het maximale bereiken. Verloop van de reservepositie In de onderstaande tabel is het verloop van de reservepositie, het eigen vermogen, weergegeven. Ter indicatie wordt het verloop van de reservepositie weergegeven in vergelijking met die van alle gemeenten en gemeenten van een vergelijkbare omvang. Tabel Verloop van de reservepositie Bijgewerkt tot de bekende mutaties tot en met 6 juni 2013 Stand per 1 januari van elk jaar: Bedragen in € 1.000 2014
2015
2016
2017
Risicoreserve
4.410
4.410
4.410
4.410
Vermogensreserve
5.109
6.957
6.682
6.407
Totaal risicoreserves
9.519
11.367
11.092
10.817
2.179
2.449
3.492
2.688
Overige reserves
Vrije investeringsreserve
18.882
18.754
18.345
16.159
Totaal vermogenspositie
30.580
32.571
32.929
29.664
Exploitatiesaldi worden in het jaar na vaststelling van de jaarrekening gemuteerd in de reservepositie.
106
Negatieve reserves In de planperiode ontstaan enkele negatieve reserves te weten: • Gemeentelijke subsidies • BCF reserve Wij zullen het verloop blijven monitoren en indien noodzakelijk en wenselijk voorstellen doen deze tekorten op te heffen. De vergelijkende cijfers Als uitgangspunt hebben wij de vergelijkende cijfers genomen van onze cijfers op basis van deze begroting en de CBS cijfers 2011. De CBS cijfers zijn gecorrigeerd in 2012 met € 180 per inwoner en is gebaseerd op het rapport van de VNG van 10 januari 2012 in verband met verwachte verliesnemingen grondexploitaties. Dit geeft het volgende beeld:
Wat mag het kosten? Bedragen x € 1.000 Lasten Baten Saldo lasten -/- baten
Rekening 2012
Begroting 2013 (na wijz.)
2014 (primitief)
2015
2016
2017
232,5
33,7
30,6
27,3
23,8
209,6
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
232,5
33,7
30,6
27,3
23,8
209,6
-3,1
voordelig
Verschil Begroting 2014 -/- Begroting 2013
Waarvan resultaatbestemming:
Storting (+) /onttrekking (-) reserves Saldo:
231,8
31,5
28,5
25,2
21,7
207,4
Gelet op de omvang en de inhoud van de financiële verschillen wordt bij dit deelprogramma geen financiële verschillen analyse gepresenteerd. Er zijn geen incidentele lasten en/of baten opgenomen.
107
108
De paragrafen A. Lokale heffingen B. Weerstandsvermogen C. Onderhoud kapitaalgoederen D. Financiering E. Bedrijfsvoering F. Verbonden partijen G. Grondbeleid
109
110
Paragraaf A. Lokale heffingen 2014 De paragraaf lokale heffingen biedt een overzicht van het beleid voor de lokale lasten. Rekening houdend met de geldende voorschriften ingevolge het Besluit begroting en verantwoording gemeenten en provincies (BBV) komen achtereenvolgens de volgende aspecten aan de orde. 1. Geraamde inkomsten 2. Beleid voor de lokale heffingen 3. Overzicht op hoofdlijnen van de diverse heffingen 4. Lokale lastendruk 5. Kwijtscheldingsbeleid Algemeen De gemeente draagt een maatschappelijke verantwoordelijkheid om te voorkomen dat de gemeentelijke belastingdruk als geheel en/of de jaarlijkse stijgingen afzonderlijk de als zodanig aanvaardbare normen overschrijden en leiden tot negatieve beeldvorming. De normen als zodanig worden bepaald door het tijdsbeeld. De bij deze begrotingsbehandeling behorende concrete voorstellen tot tariefsaanpassingen voor het jaar 2014 worden op de gebruikelijke wijze via afzonderlijke raadsvoorstellen ter besluitvorming voorgelegd. Samenwerking Per 1 januari 2012 is de samenwerking PLE1N-belastingen operationeel. Deze werkeenheid is ondergebracht bij de gemeente Sint-Oedenrode. De aanslagoplegging en invordering van de volgende belastingen zijn ondergebracht in de werkeenheid: • Onroerende zaakbelastingen • Hondenbelasting • Toeristenbelasting • Rioolheffing • Afvalstoffenheffing In verband met de opgestarte samenwerking zullen in 2013, ingaande het belastingjaar 2014, voorstellen gedaan worden tot harmonisatie van aanslagoplegging, invorderingsregels en kwijtscheldingsregels. Tevens vindt in 2013 onderzoek plaats naar de uitvoering door middel van één heffingenpakket om een geïntegreerde aanslagoplegging te realiseren. Hierdoor zal de invordering, voor het eerst in 2014, van de afvalstoffenheffing en het rioolrecht niet meer via Brabant Water plaats vinden. Ten tijde van de samenstelling van deze begroting was nog geen duidelijkheid over de wijze waarop de aanslagoplegging en de invordering voor het jaar 2014 uitgevoerd zal worden.
1.
Geraamde inkomsten
Omschrijving In € Onroerende zaakbelastingen
Geraamde inkomsten 2013
Voorstel tarief aanpassingen
Geraamde netto inkomsten 2014
4.311.500
3,50%
4.479.500
Toelichting
Hondenbelasting
105.000
2%
107.000
Basis van kohier 2012
Toeristenbelasting
70.400
2%
49.000
Basis van kohier 2012
Afvalstoffenheffing
1.591.000
1.597.400
Basis tarievenbeleid 2013-2023
Rioolheffing
1.743.800
2%
1.738.700
Bouwleges
730.000
2%
720.000
Afname volume
Secretarieleges
486.900
2%
404.500
Afname volume
45.900
2%
46.700
Marktgelden Totaal
9.084.500
9.142.800
111
2.
Beleid voor de lokale heffingen
Op 10 november 2011 heeft de gemeenteraad de “Financiële verordening gemeente Sint-Michielsgestel” vastgesteld. Hierin is vastgesteld dat de gemeenteraad in het eerste jaar na aanvang van een nieuwe raadsperiode - of zo spoedig mogelijk daarna - in de kadernota de (bijgestelde) beleidskaders en regels vaststelt, als bedoeld in artikel 212 van de gemeentewet. Deze beleidskaders zijn voor de eerste keer in de Kadernota 2012 opgenomen en vastgesteld. Ten aanzien van de verschillende belastingen zijn de volgende kaders gesteld en van toepassing voor de Begroting 2014: De tarieven Onroerende zaakbelastingen worden gebaseerd op een opbrengstentaakstelling. De opbrengst wordt jaarlijks tot en met 2018 met 3,5% verhoogd. Het verloop van het tarief geeft het volgende beeld: Waarde mutatie WOZ woningen (verlaging 5,7%) en opbrengst taakstelling 3,5%: 9,2% Waarde mutatie WOZ niet-wonimngen (verlaging 4,4%) en opbrengst taakstelling 3,5%: 7,9% Dit wijkt af ten opzicht van de vastgestelde macronorm van 2,45% (bron: meicirculaire 2013) voor het belastingjaar 2014. De tarieven Hondenbelasting worden met 2% verhoogd en passen binnen/sluiten aan op het landelijke beeld. Het tarief Toeristenbelasting wordt gebaseerd op het gemiddelde tarief Toeristenbelasting in Nederland. In 2013 is het tarief echter op landelijk niveau met 10% gestegen. Deze stijging is in deze begroting nog niet verwerkt. Wij willen dit afhankelijk laten zijn van de uitkomsten en de financiering van het Economisch Actieplan. De tarieven Afvalstoffenheffing zijn gebaseerd op het bijgestelde tarievenbeleid en is van toepassing voor de jaren 2013-2023. Het tarief Rioolheffing is verhoogd met het inflatiepercentage van 2% en gebaseerd op het in mei 2012 vastgestelde GRP. De grondslagen die voortvloeien uit toepassing van de legesverordening zijn maximaal kostendekkend. De leges bouwvergunningen (omgevingsvergunningen) worden geëgaliseerd ten opzichte van de hiervoor begrote bedragen. Begrotingstechnisch wordt niet geëgaliseerd.
112
3.
Overzicht op hoofdlijnen diverse heffingen
Hieronder wordt een overzicht gegeven van het verloop van de tarieven en de basis van de in de Begroting 2014 verwerkte opbrengsten. Alle tarieven in € 2013
Voorstel tarieven 2014
Voor de eerste hond
46,20
47,28
Voor elke tweede en volgende hond
67,92
69,24
227,40
231,96
Belasting Hondenbelasting
Besluit tarieven 2013 Raad 25-10-2012
Per kennel voor geregistreerde honden bij de raad van beheer op kynologisch gebied in Nederland Toeristenbelasting per persoon
Raad 25-10-2012
Per overnachting
1,38
1,41
Groepen > 10 personen 12-18 jaar
0,21
0,22
Groepen > 10 personen 0-12 jaar
0,12
0,13
- basisbedrag
131,72
131,76
- incidentele korting basisbedrag
50,00-
-50,00
Afvalstoffenheffing:
Raad 25-10-2012
- per lediging 60 liter container
1,45
1,46
- per lediging 140 liter container
3,38
3,41
- per lediging 240 liter container - appartementencomplex Rioolrecht:
5,84 99,24
113,28
115,56
0,33
0,34
Raad 25-10-2012
- basisbedrag - bedrag per m3 verbruikt water Onroerende zaakbelastingen *)
5,80 99,12
Raad 9-2-2013
als percentage van de WOZ-waarde: tarief gebruiker niet-woningen
0,07810
0,10253
tarief eigenaar woningen
0,10794
0,11663
tarief eigenaar niet-woningen
0,12485
0,16189
*) Op basis van de meicirculaire 2013 wordt een waardedaling verwacht van 5,7% voor woningen en 4,4% voor niet-woningen. Uit voorzichtigheid wordt een opslag van 20% toegepast. In de raadsvergadering van februari 2014 wordt een voorstel gedaan tot vaststelling van de definitieve tarieven 2014.
113
4.
Lokale lastendruk
Bij de beoordeling van de gemiddelde belastingdruk worden de Afvalstoffenheffing, de Rioolheffing onderdeel woningen en de Onroerendezaakbelasting woning betrokken. Het gemiddelde wordt gebaseerd op het aantal woonruimten in de gemeente. Tenzij bij afzonderlijk raadsbesluit hiervan wordt afgeweken, mag de lokale lastendruk niet meer bedragen dan het gemiddelde in de provincie Noord-Brabant. Overzicht belastingdruk 2010-2014 Jaar
*) In €
Bron
Totaal in €
2010
663
coelo
574
**)
OZB In €
**) %
275
Riolering In €
**) %
122
Afval In €
**) %
178
Toelichting rekening
2011
671
coelo
591
3,0%
283
3,0%
126
3,5%
182
2,6%
rekening
2012
671
coelo 2011
583
-1,4%
299
5,7%
130
3,5%
154
-15,8%
rekening
2013
671
coelo 2011
575
-1,4%
309
3,3%
132
1,0%
134
-12,5%
begr. 2013
2014
671
coelo 2011
580
1,0%
315
2,0%
133
1,0%
132
-1,5%
begr. 2014
*) is de provinciale belastingdruk **) Procentuele stijging ten opzichte van jaar t-1
5. Kwijtscheldingsbeleid Het gemeentelijke kwijtscheldingbeleid is vastgelegd in de Leidraad Invordering gemeentelijke heffingen 2010. Vanaf het belastingjaar 2011 is er sprake van geautomatiseerd verleende kwijtschelding. Dat wil zeggen dat diegenen, die in 2013 kwijtschelding kregen, voor de belastingjaren 2011 en 2012 óók automatisch kwijtschelding krijgen. Dit echter onder het voorbehoud dat in periode 01-01-2013 tot en met 31-12-2015 een herbeoordeling kan plaatsvinden indien: • in deze periode een inkomen boven bijstandsniveau is verkregen of de financiële situatie is verbeterd; • de gezinssamenstelling wijzigt; • men binnen een jaarlijkse, steekproefsgewijze controle valt. In de 1e twee gevallen is men verplicht dit te melden. Voor het jaar 2015 worden alle aanvragen opnieuw beoordeeld en geldt de werkwijze zoals hiervoor geschetst. Voor 2014 wordt het aantal kwijtscheldingen geraamd op 130, waarvan +/- 15 ook voor de hondenbelasting. De geraamde kwijtscheldingsbedragen 2014 zijn daarmee: Hondenbelasting: € 700,Afvalstoffenheffing: € 48.300,Rioolheffing: € 20.000,-
114
Nederland gemiddeld Gemeentelijke woonlasten 2013
Bedrag
Mutatie (%)
Eénpersoonshuishouden
630
2,0
Meerpersoonshuishouden
697
1,9
Tarief woningen (%)
0,1091
3,3
Tarief niet-woningen (%)
0,3883
2,9
Tarief éénpersoonshuishouden
213
-0,4
Tarief meerpersoonshuishouden
264
-0,2
Tarief éénpersoonshuishouden
167
3,0
Tarief meerpersoonshuishouden
183
2,8
0,14
-33,5
Kosten paspoort
50,24
3,3
Kosten rijbewijs
43,55
2,0
Kosten identiteitskaart
41,79
4,5
Kosten uittreksel gba
9,70
4,2
1,59
9,1
61,56
1,9
Rangnummer meerpersoonshuishouden Onroerendezaakbelasting (ozb)
Reinigingsheffing woningen
Kwijtschelding Kwijtscheldingsnorm (%) Rioolheffing woningen
Kwijtschelding gebruiker Kwijtscheldingsnorm (%) Heffingskorting Bedrag Burgerzaken
Toeristenbelasting Bedrag per overnachting Hondenbelasting Bedrag voor één hond
Bron: Coelo digitale atlas 2013
115
Sint-Michielsgestel Gemeentelijke woonlasten 2013
Bedrag
Mutatie (%)
Eénpersoonshuishouden
581
-0,8
Meerpersoonshuishouden
679
-0,4
Rangnummer meerpersoonshuishouden (nummer 1 heeft de laagste lasten)
149
Onroerendezaakbelasting (ozb) Tarief woningen (%)
0,1079
4,5
Tarief niet-woningen (%)
0,2030
11,9
Tarief éénpersoonshuishouden
116
-16,0
Tarief meerpersoonshuishouden
183
-10,3
Reinigingsheffing woningen
Kwijtschelding mogelijk Kwijtscheldingsnorm (%)
Ja 100
Rioolheffing woningen Tarief éénpersoonshuishouden
128
2,2
Tarief meerpersoonshuishouden
158
2,4
Kwijtschelding mogelijk Kwijtscheldingsnorm (%)
Ja 100
Heffingskorting Bedrag
0,00
n.v.t.
Kosten paspoort
50,35
3,4
Kosten rijbewijs
36,80
2,1
Kosten identiteitskaart
41,90
4,6
Kosten uittreksel gba
8,75
2,3
1,38
15,0
46
3,8
Burgerzaken
Toeristenbelasting Bedrag per overnachting Hondenbelasting Bedrag voor één hond
Bron: Coelo digitale atlas 2013
116
Paragraaf B. Weerstandsvermogen en risicobeheersing Het beleid Op 10 november 2011 heeft de gemeenteraad de “Financiële verordening gemeente Sint-Michielsgestel” vastgesteld. Hierin is opgenomen dat de gemeenteraad in het eerste jaar na aanvang van een nieuwe raadsperiode – of zo spoedig mogelijk daarna – in de kadernota de (bijgestelde) beleidskaders en regels vaststelt, als bedoeld in artikel 212 van de gemeentewet. Op basis van die vastgestelde beleidskaders en regels draagt het college zorg voor de uitvoering. Uitvoeringsnota’s worden ter kennisname aan de gemeenteraad gebracht. Wat is een risico In de literatuur en in de praktijk zijn er verschillende opvattingen over wat een risico is. Het is dan ook noodzakelijk om een eenduidige definitie te geven. Voor de risicoanalyse wordt er vanuit gegaan dat een risico bestaat uit drie elementen: • • •
Gebeurtenis: activiteit of gegeven met (financiële) gevolgen Kans: de inschatting of deze gebeurtenis zich zal voordoen Effect: de consequentie(s) van het optreden van het risico
Risico: Het verschil tussen uitgangspunten en de afwijking op die uitgangspunten dat zich, gegeven een bepaald reëel scenario, op termijn kan voordoen. Het risicomanagement Met betrekking tot het risicomanagement zijn de volgende doelstellingen geformuleerd: a. de continuïteit van de bedrijfsvoering binnen de gemeente waarborgen; b. het voorkomen en beheersbaar maken van calamiteiten; c. bescherming van de vermogenspositie van de gemeente; d. de verzekerbaarheid van de gemeente garanderen en/of vergroten en e. het beschermen van het imago van de gemeente. Inmiddels zijn stappen gezet voor de verdere ontwikkeling van het risicomanagement. De stappen die eerder geformuleerd zijn, bestaan uit de volgende fasen: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
risico-inventarisatie opstellen; analyseren en beoordelen van risico’s; risicoprofiel van de gemeente opstellen; verdieping op specifieke risicogebieden; risicobeheer uitvoeren met gekozen maatregelen; verzekeringsbeleid bepalen; invullen van het organisatorische kader en implementatie.
Al bij de presentatie van de nota “weerstandsvermogen en risicomanagement 2005” is een aanzet gemaakt om de bekende risico’s weer te geven en te beheersen. Ook in 2014 wordt invulling gegeven aan de realisering van de verschillende fasen, te weten: Periodiek worden de risico’s geïnventariseerd en in een risicomatrix opgenomen en bewaakt. Deze matrix ziet er als volgt uit: Beoordeling gebied
Omschrijving voorval
Gevolgen
Frequentie
Verantwoordelijke
Maatregel
Op basis van de geformuleerde uitgangspunten zijn de risico’s gekwantificeerd en gekwalificeerd. Het weerstandsvermogen is in relatie gebracht met de omvang van de risico’s.
117
Het weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen wordt omschreven als het vermogen om financiële risico’s op te kunnen vangen om zo het structurele takenpakket (het bestaande beleid, de normale bedrijfsvoering) van de gemeente te kunnen voortzetten. Het gaat hierbij om de waarborgen van de continuïteit. De gevolgen van nieuw beleid vallen hier niet onder. Het minimale weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen weerstandscapaciteit en de risico’s waarvoor geen voorzieningen of bestemmingsreserves zijn gevormd. Het minimale of gewenste weerstandsvermogen is vaak een politieke keuze. Beleidskader Voor het percentage risicodekking wordt in meerjarig perspectief naar een dekking van minimaal 100% gestreefd.
Het primaire weerstandsvermogen: Het secundaire weerstandsvermogen:
De Algemene (risico)reserve. De Vermogensreserve.
Beleidskader Het streven is om het risicobeslag te kunnen dekken door het primaire weerstandsvermogen. Omdat dit nog niet mogelijk is, kan/mag gebruik gemaakt worden van het secundaire weerstandsvermogen.
Weerstandscapaciteit. De weerstandscapaciteit bestaat uit de incidentele en structurele weerstandscapaciteit. Bij de incidentele capaciteit gaat het om de mogelijkheid tot opvangen van calamiteiten en eenmalige tegenvallers zonder dat het invloed heeft op voortzetting van taken op het vastgestelde niveau. Met de structurele capaciteit worden de middelen bedoeld die permanent ingezet kunnen worden om tegenvallers in de lopende exploitatie op te vangen zonder dat dit ten koste gaat van uitvoering van de bestaande taken. De volgende middelen worden tot de weerstandscapaciteit gerekend: • Incidenteel: post onvoorzien, algemene (risico) reserve en stille reserves • Structureel: eventuele begrotingsruimte en onbenutte belastingcapaciteit. Post Onvoorzien Een eventueel exploitatieresultaat wordt in overeenstemming met bestaand beleid gestort in de Vrije Investeringsreserve. Stille reserves In theorie behoren de stille reserves tot de weerstandscapaciteit. Met vaststelling van de vorige nota’s reserves & voorzieningen is besloten om de stille reserves niet langer tot de weerstandscapaciteit te rekenen om o.a. de volgende redenen: • De waardering van de stille reserves is vaak discutabel en op basis van schattingen • Stille reserves zijn vaak niet op korte termijn in geld om te zetten. Deze argumenten zijn nog steeds van toepassing. Om deze reden wordt in deze herziening van het beleidskader geadviseerd om dit beleidskader ongewijzigd voort te zetten Onbenutte belastingcapaciteit Toen de gemeente Sint-Michielsgestel een bovengemiddelde belastingheffer was, was als doelstelling geformuleerd: een gemiddelde belastingheffer te zijn in Noord-Brabant. Nu Sint-Michielsgestel onder dat gemiddelde is beland wil de gemeente dit niveau vasthouden en/maar zeker niet hoger uitkomen dan het Brabants gemiddelde. Tot het Brabantse gemiddelde is er een belastingcapaciteit van ongeveer € 500.000,00. Deze wordt achter de hand gehouden ten behoeve van eventuele crisismaatregelen. Daarmee wordt, voor de weerstandscapaciteit, de ruimte van de onbenutte belastingcapaciteit eigenlijk teruggebracht tot nul. Beoordeling weerstandsvermogen Op basis van de ontwerpbegroting 2014 bedraagt het primaire weerstandsvermogen bij ongewijzigd beleid per 1 januari 2014 naar verwachting € 4.410.000,00. De benoemde risico’s zijn gekwantificeerd en gekwalificeerd. De risico-omvang wordt becijferd op € 9.364.100,00.
118
Conclusie De benoemde risico’s kunnen in 2014 opgevangen worden door het primaire en secundaire weerstandsvermogen. In november 2007 is een update van de nota reserves en voorzieningen vastgesteld. Het loskoppelen van het secundaire weerstandsvermogen is onderdeel van de besluitvorming geweest. Vooralsnog is deze loskoppeling niet realistisch. Wij zijn echter geen voorstander van het inzetten van het secundaire weerstandsvermogen. Weerstandsvermogen telkens per 1 januari van het jaar:
Bedragen in € 1.000
2014
% van het risico
2015
% van het risico
2016
% van het risico
2017
% van het risico
Risicoreserve
4.410
47,10
4.410
47,10
4.410
47,10
4.410
47,10
Vermogensreserve
5.109
54,56
6.957
74,29
6.682
71,36
6.407
68,42
Totaal
9.519
101,66
11.367
121,39
11.092
118,46
10.817
115,52
Een overzicht van het verloop van alle reserves en voorzieningen -inclusief toelichting- is opgenomen in het ter inzage gelegde bijlagenboek. Kwalificering en kwantificering van de risico’s De volgende uitgangspunten hebben aan de kwalificering en kwantificering ten grondslag gelegen: •
Kwalificatie van de risico’s volgens een laag, midden en hoog risicoprofiel;
Om tot een kwalificatie te kunnen komen worden de volgende uitgangspunten gehanteerd: Hoog risicoprofiel:
Het risico heeft zich in de laatste 6 jaren tot heden meer dan 2 keer voorgedaan en er zijn verwachtingen/prognoses dat het risico zich ook na het rapportagemoment zal voordoen. Wegingsfactor 75% Midden risicoprofiel: Het risico heeft zich in de laatste 6 jaren tot heden voorgedaan. Er zijn geen concrete verwachtingen dat het risico zich na het rapportagemoment zal voordoen. Wegingsfactor 50% Laag risicoprofiel: Het risico heeft zich in de laatste 6 jaren niet voorgedaan maar kan niet worden uitgesloten. Wegingsfactor 25% Het risicobeslag wordt aan de hand van het risicoprofiel als volgt berekend: 1. Gelet op het ontbreken van voldoende structurele middelen worden de risico’s financieel vertaald naar een incidenteel beslag; 2. Risico’s met een structureel karakter nominaal baseren op een periode van 6 jaren en hierbij uitgaan van de stelling dat na die periode structurele dekkingsmiddelen beschikbaar zullen zijn; 3. Het noodzakelijke weerstandsvermogen baseren op de kwantificering van de risico’s rekening houdende met de kwalificatie en weging van die risico’s (laag 25%, midden 50% en hoog 75%).
119
Het totale gekwantificeerde noodzakelijke weerstandsvermogen wordt becijferd op € 9,3 mln en kan als volgt worden onderbouwd: Risico kwantificering en kwalificatie begroting 2013 Programma
Laag
Midden
3.400.000
1.500.000
Hoog
Product
Deelprogramma Algemeen Taakstellingen
div.
Burger, bestuur en bedrijfsvoering 4
4.2
1
Wisseling bestuur
p.m.
211
4
4.4
1
Ontwikkelingen strategisch beleid
p.m.
601
4
4.5
1
Alg. prijs- en loonsomkosten ontwikkeling
p.m.
881
4
4.7
1
Ziekterisico’s
4
4.7
3
Aansprakelijkheid eigenaar
4
4.7
4
Onderhoud gebouwen
4
4.7
6
Eerder realiseren investeringen
800.000 100.000 1.126.600
622 625 627
1.000.000
661
Educatie, cultuur en welzijn 5
5.1
1
Huisvesting onderwijs
605.600
307
420.000
501
Volksgezondheid en milieu RO, VHV en economische aangelegenheden 8
8.1
1
Planschade claims
Financiën 9
9.1
1
Algemene uitkering
9
9.1
2
Macronorm OZB en belastingheffing
9
9.1
3
Garanties instellingen/verenigingen
650.000
883
Div.
Div.
Gemeenschappelijke regelingen
600.000
div.
Omvang benoemde risico’s
8.4
120
2
2.500.000
750.000
870
330.000
6.802.200
5.330.000
1.650.000
Wegingsfactoren risico’s
25%
50%
75%
Gewogen risico-omvang
1.700.600
2.665.000
1.237.500
Grondexploitatie
3.761.000
Totaal
9.364.100
771
Benoeming en bepaling omvang van de risico’s: Op grond van de geformuleerde uitgangspunten zijn risico’s geïnventariseerd, gekwalificeerd en gekwantificeerd. Taakstellingen: De door de raad vastgestelde ombuigingsoperatie is ter uitwerking in handen gesteld van het college. De taakstellingen dienen gerealiseerd te worden op de navolgende onderdelen: • • • • •
Personeel Reguliere budgetten Bestaand beleid Saneren subsidies Overig
Risicoprofiel: laag /midden
Omvang van het risico € 4.900.000,00 (2013 – 2018)
Programma Burger, Bestuur en Bedrijfsvoering 4.2 01: Wisseling van bestuur en nabestaandenverplichtingen Wisselingen van het bestuur kunnen leiden tot wachtgeldverplichtingen. Voor de lopende verplichtingen zijn financiële middelen beschikbaar. Voor nieuwe gevallen is geen budget beschikbaar. Risicoprofiel: laag
Omvang van het risico p.m.
4.4 01: Ontwikkeling strategisch beleid Een nieuwe visienota 2025 wordt samengesteld. Nieuw beleid wordt niet als risicofactor aangemerkt.. Risicoprofiel: laag
Omvang van het risico p.m.
4.5 01 Beheersing van de prijs- en loonsom ontwikkelingen De prijzen en loonsom kosten zijn bevroren op het prijspeil 2012. Er kunnen zich toch ontwikkelingen voordoen dat er niet aan te ontkomen is een verhoging te moeten betalen. Anderzijds kunnen er door de economische situatie aanbestedingsvoordelen behaald worden. Hiervoor is een crisisbudget beschikbaar van 5 maal € 200.000,00. Het risico wordt daarom p.m. geraamd. Voor het loonsom kosten budget moet er rekening mee gehouden worden dat een stijging van 1%, leidt tot een lastenverzwaring van € 100.000,00. Risicoprofiel: laag
Omvang van het risico p.m.
4.7 01 Ziekterisico’s De gemeente kent als werkgever het zogenaamde eigen risico bij ziekte, dat wil zeggen dat bij langdurige ziekte van personeel de doorbetaling van salaris voor rekening van de gemeente komt. Normaal ziekteverzuim (± 4%) is binnen de planning van de werkzaamheden opgevangen. Bovenmatig ziekteverzuim ± 1% (met gedeeltelijke vervanging) kan niet meer opgevangen worden binnen het budget incidentele loonruimte. Voor de eventuele vervanging van langdurig ziek personeel zijn geen middelen gereserveerd. Mede door een aangescherpt ziekteverzuimbeleid wordt het risico kleiner. Het totale ziekteverzuim wordt geschat op 6-7%. Dit percentage is gelijk aan het landelijke gemiddelde. Hierdoor is 1,0 -1,75% niet gedekt. Ofwel 156 fte a € 62.000,00 * 1,375% * 6 jaren. Risicoprofiel: hoog
Omvang van het risico € 800.000,00
121
4.7 03: Aansprakelijkheid als eigenaar Gelet op de maatschappelijke ontwikkelingen moeten we er van uitgaan, dat de gemeentelijke overheid als eigenaar, onderhoudsplichtige en dergelijke steeds vaker geconfronteerd wordt met aansprakelijkstellingen. Risicoprofiel: hoog
Omvang van het risico € 100.000,00
4.7 04 Onderhoud gebouwen Op basis van de nieuwe meerjarenplanning (eind 2009) zijn de voorzieningen op niveau. Periodiek zal beoordeeld moeten en blijven worden of het onderhoud bekostigd kan worden uit de voorziening en de stortingen. Nieuwe wetgeving kan leiden tot onderhoudsbijstellingen. De visie op het onderhoud is gebaseerd op het uitvoeren van het onderhoudsniveau zoals eerder vastgesteld. Nieuwe ontwikkelingen kunnen van invloed zijn op het onderhoudsniveau. Om een goed inzicht te kunnen verkrijgen of de voorziening voldoende is en blijft zou er een meerjarig (30/40 jaar) onderhoudsplan opgesteld moeten worden. Vooralsnog wordt er vanuit gegaan dat de voorziening niet structureel toereikend is. In het najaar wordt de voorziening opnieuw beoordeeld. Deze bedraagt per 01-01-2013 € 1.126.554,00 Risicoprofiel: laag
Omvang van het risico € 1.126.600,00
4.7 06 Voorgenomen investeringen en achterblijven realisatie Alle voorgenomen investeringen zijn doorgeschoven naar 2017. Door de gemeenteraad is uitgesproken dat de oorspronkelijke planning toch zoveel als mogelijk gerealiseerd moet worden. Dit kan leiden tot incidentele tekorten in de komende jaren (periode 2014 t/m 2017). Risicoprofiel: midden
Omvang van het risico € 1.000.000,00 (gecumuleerd effect)
Programma Educatie, cultuur en welzijn 5.1 01 Integraal huisvestingsplan onderwijs Het Integrale Huisvestingsplan Onderwijs is laatstelijk in 2011 vastgesteld. De onderhoudsprognose voor het primair onderwijs is geactualiseerd voor deze planperiode. Nieuw beleid wordt niet als risicofactor aangemerkt Om een goed inzicht te kunnen verkrijgen of de voorziening voldoende is en blijft zou er een meerjarig (30/40 jaar) onderhoudsplan opgesteld moeten worden. Vooralsnog wordt er vanuit gegaan dat de voorziening niet structureel toereikend is. De stand van de voorziening per 1-1-2013 bedraagt € 605.600,00 Risicoprofiel: laag
Omvang van het risico € 605.600,00.
Programma RO, VHV en economische aangelegenheden 8.1 01 Claims waardevermindering als gevolg van wijziging bestemmingsplannen Een groeiend aantal claims planschade worden ingediend. Bureaus die als bemiddelaar optreden, op basis van het no-cure-no-pay principe, zijn daar mede debet aan. Getracht wordt eventuele claims af te wentelen op de aanvragers van de wijziging van bestemmingsplannen. De risico’s zijn beperkt. De planschadevergoeding over de afgelopen jaren bedroeg gemiddeld € 70.000,00 Het in te schatten risico is daarom 6 * € 70.000,00. De mogelijke claims Spekstraat en Boerenbond zijn hierin niet meegenomen. Wij verwachten dat deze claims op basis van externe advisering niet gehonoreerd zullen worden. Risicoprofiel: laag
122
Omvang van het risico € 420.000,00
8.4 02 Grondexploitatie In het Meerjaren programma Grondbedrijf functie (MPG) zijn de risico’s geïnventariseerd. De uitgevoerde risicoanalyse heeft geleid tot een totaal gewogen risicobeslag van € 3.761.000,00. Voor de onderbouwing van dit bedrag wordt verwezen naar de risicoanalyse MPG van februari 2013. Risicoprofiel: gewogen
Omvang van het risico € 3.761.000,00
Programma Financiën 9.1 01 Algemene Uitkering De mutaties in de Algemene Uitkering worden steeds omvangrijker. De risico’s nemen hiermee toe. De gevolgen van de economische situatie blijken een steeds grotere invloed te hebben op de omvang van het gemeentefonds. In de berekening zijn de gevolgen van de meicirculaire 2013 verwerkt.. Binnen de Algemene uitkering staat de verdeling steeds meer onder druk. Enkele wijzigingen die hierbij een rol spelen zijn: • herverdeling van het gemeentefonds op basis van gewijzigde kostenoriëntatie (verwachting in 2014); • herverdeling als gevolg van de wijziging van de omschrijving woongebouw (verwacht in 2014); • discussie over het opheffen/wijzigen van het BTW-compensatiefonds; • rijksbezuinigingen en de effecten hiervan op het gemeentelijke niveau; • de effecten van de Wet HOF (Houdbaarheid overheidsfinanciën (zie de paragraaf Financiering onderdeel 1.2.2); • de drie doordecentralisaties; Wijzigingen in verdelingen of overheveling leveren in principe maximaal een effect op van € 15,00 per inwoner per jaar. Oplopend naar € 30,00 in het 2e jaar en € 45,00 in het derde jaar en daarna volledig op te vangen in de eigen begroting. Dit is een totaal risicobeslag van € 2.500.000,00 met een profiel midden. Daarnaast is de winstwaarschuwing voor het accres 2014 van dien aard dat we een risico willen opnemen van € 750.000,00 met een hoog risicoprofiel Risicoprofiel: midden Omvang van het risico € 2.500.000,00 hoog € 750.000,00
9.1 01.2 Macronorm OZB en belastingheffing Onroerende zaakbelastingen in relatie tot de Algemene uitkering Gelijktijdig met de opheffing van de onroerende zaakbelasting gebruikers woningen heeft het rijk macronormen gesteld voor de maximale verhoging van de OZB-tarieven. De macronorm voor het jaar 2014 is vastgesteld op 3,5% (meicirculaire 2013). Bij de bepaling van het percentage worden het inflatiepercentage, de economische groei, de areaaluitbreiding betrokken. Voor het jaar 2014 wordt dit percentage gecorrigeerd tot 2,45% (meicirculaire 2013) in verband met overschrijdingen van de macronorm 2012 en 2013. De waardeontwikkeling voor de woningen bedraagt naar verwachting -/- 5,7% en voor de niet-woningen -/4,4% waardepeildatum 1 januari 2013 in vergelijking met die van een jaar eerder. Reactie van de minister op gestelde vragen door de Tweede kamer (14 februari 2012) “Indien uit de definitieve cijfers blijkt dat er in 2012 een overschrijding van de macronorm OZB heeft plaatsgevonden, zal in het zogenoemde Bestuurlijk overleg financiële verhoudingen (Bofv) dat wij als fondsbeheerders regulier in het voorjaar met de vertegenwoordigers van de medeoverheden voeren, mede op basis van de analyse van de ontwikkeling van de OZB in 2012, een bestuurlijke weging plaatsvinden. Een van de mogelijke uitkomsten kan dan zijn dat gezien de macronorm besloten wordt tot een evenredige uitname uit het gemeentefonds. Dit is conform de geldende spelregels die met de VNG en in samenspraak met de Tweede Kamer rond de bestuurlijke macronorm OZB zijn vastgesteld.” Hondenbelasting De rechter heeft de heffing van de hondenbelasting gekoppeld aan de uitgaven en hiermee de belasting als een doelbelasting aangemerkt. Tegen deze uitspraak is beroep aangetekend. Vooralsnog gaan wij er vanuit dat uiteindelijk de heffing (dekkingsmiddel) als een algemene heffing gehandhaafd zal blijven.
123
Legesheffing Als gevolg van de vorming van de Regionale uitvoeringsdiensten (RUD) is onduidelijkheid ontstaan over de heffing van leges bij aanvragen van omgevingsvergunningen. Dit onderzoek wordt nog opgestart. Wij verwachten eventuele verliezen opgevangen zullen worden door een lagere bijdrage aan de RUD. Risicoprofiel: midden
Omvang van het risico € 330.000,00
9.1 03 De gemeente heeft zich in het verleden garant gesteld voor de betaling van rente en aflossingen van door instellingen en verenigingen afgesloten geldleningen. Weliswaar wordt het risico door de gemeente geminimaliseerd door de jaarlijkse toetsing van de jaarstukken, maar het is een toetsing achteraf. Een reserve/voorziening voor eventuele verliezen is niet gevormd. De totale garantiestelling bedraagt ongeveer € 13.000.000,00. Het risico wordt becijferd op 5% van de totale garanties. De laatste 6 jaren is er geen beroep op gedaan. Daarom wordt deze als laag gekwalificeerd Risicoprofiel: laag
Omvang van het risico € 650.000,00
Div. 0.1 Gemeenschappelijke regelingen Voor de Veiligheidsregio wordt een risico opgenomen van € 100.000,00. De taakstelling zijn hierboven verwerkt. Risicoprofiel: laag
124
Omvang van het risico € 600.000,00
Paragraaf C. Onderhoud Kapitaalgoederen 1. De paragraaf betreffende het onderhoud van kapitaalgoederen bevat tenminste de volgende kapitaalgoederen: a. wegen; b. riolering; c. water; d. groen; e. gebouwen. 2. Van de kapitaalgoederen, bedoeld onder 1 worden aangegeven: a. het beleidskader; b. de uit het beleidskader voortvloeiende financiële consequenties; c. de vertaling van de financiële consequenties in de begroting.
Onze gemeente heeft een groot buitengebied. Verder zijn in het binnengebied veel gemeentelijke voorzieningen die van belang zijn bij de wijze waarop mensen hun woon- en werkomgeving dan wel hun omgeving om te recreëren beleven. De kwaliteit van de kapitaalgoederen zoals gebouwen, wegen, riolering, openbare verlichting en groen, worden mede bepaald door de wijze waarop deze worden beheerd en onderhouden. Het beleid van onze gemeente op dit terrein is vastgelegd in diverse beleid- dan wel beheersplannen. Wegen Het jaarlijks onderhoud van wegen is gekoppeld aan een periodieke controle van het wegenbestand. De bedragen zoals die in de begroting zijn opgenomen zijn voldoend om de kwaliteit te handhaven. De lasten voor het beheer, uitvoering en regulier onderhoud voor wegbeheer bedragen afgerond € 710.000,-(exclusief kapitaallasten en apparaatskosten). Het beleid op het gebied van openbare verlichting is verwoord in het Openbare Verlichtingsplan 2011-2017. In overeenstemming met het beleid zullen de doorgaande wegen binnen en buiten de kom herverlicht worden naar wit licht. Deze operatie wordt begin 2015 afgerond waarna we starten met het vervangen van de openbare verlichting in het buitengebied naar LED. Eind 2017 is de gehele herverlichtingsopgave in onze gemeente afgerond. Het reguliere onderhoud en beheer van de openbare verlichting wordt door derden uitgevoerd. De lasten die hieruit voortvloeien zijn opgenomen in de begroting. Voor 2014 wordt rekening gehouden met een bedrag van € 130.000,- aan onderhoudslasten (exclusief energie, kapitaalslasten en apparaatskosten). Voor 2014 zijn de volgende extra budgetten opgenomen in de exploitatie: Voor de uitvoering van de jaarschijf van het herverlichtingsplan 2014 € 45.000,-. Riolering Het beleid en beheer van de riolering is vertaald in het verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan (vGRP) voor de periode 2010- 2014. Dit plan is vastgesteld in 2010 en dient als basis voor de bepaling van de hoogte van de rioolheffing. Het totaal van de lasten riolering (inclusief kapitaallasten , apparaatskosten en btw) bedraagt afgerond € 1.277.000,00 Hier staat tegenover dat de opbrengst van de rioolbelasting in principe een gelijk bedrag is. Ten behoeve van een eventueel saldo (positief of negatief) is een egalisatiereserve in het leven geroepen, zodat dit onderdeel budgettair neutraal in de begroting is opgenomen. In overeenstemming met het vastgestelde beleidskader (kadernota 2013) zijn alle nog niet in uitvoering genomen investeringen doorgeschoven naar de jaarschijf 2017. Water Met gemeenten, waterschappen, provincies en RWS is de door Europa opgelegde resultaatsverplichting over chemie en ecologie van oppervlaktewater inzichtelijk gemaakt en vertaald in concrete maatregelen voor de periodes 2010-2015 en 2016-2027. Vanwege de landelijke bezuinigingen is in overleg met waterschap Aa en Maas ( kartrekker) besloten het vastgestelde pakket aan ecologische maatregelen op haar grondgebied terug te brengen. Waterschap Aa en Maas concentreert zich nu zelfstandig op EVZ Groote Wetering. De gemeente participeert financieel niet. Het waterschap zal de schriftelijke verantwoording verzorgen. We beschikken naast dit alles over een verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan waarin de zorgplichten voor afvalwater, hemelwater en ondiepe grondwater overeenkomstig de huidige wetgeving zijn beschreven.
125
Als laatste wordt de invulling van het Bestuursakkoord Water genoemd waarin met de 9 Meierij gemeenten en 2 waterschappen middels samenwerking naar doelmatig beheer in de (afval) waterketen wordt gestreefd waarbij actoren als kosten, kwaliteit en kwetsbaarheid leidend zijn. Groen Het groenbeleidsplan dat een periode omvat van 2000 – 2015 geeft inzicht in zowel de beleidsmatige als de beheersmatige wijze van de groenvoorzieningen. In totaliteit wordt uitgegaan van een oppervlakte van ± 52 ha. De reguliere uitgaven die verband houden met het beheer worden jaarlijks in de begroting geraamd op basis van bestekken. De uitvoering van deze bestekken wordt grotendeels uitbesteed. Voor het regulier onderhoud en beheer van het openbaar groen is voor 2014 een bedrag beschikbaar van afgerond € 733.000,- (exclusief apparaatskosten). Gebouwen Voor het beheer van gebouwen (exclusief woningen) zijn onderhoudsplannen opgesteld. Jaarlijks vindt er een storting in de betreffende onderhoudsvoorziening plaats die is gebaseerd op de onderliggende onderhoudsplannen . De stortingen in de voorziening bedragen in 2014 voor gebouwen € 666.300,- en voor schoolgebouwen € 89.800,-. De geplande uitgaven in 2014 bedragen voor gebouwen € 637.000,- en voor schoolgebouwen € 367.000,00. De onderhoudsvoorzieningen zijn op niveau en worden elk jaar beoordeeld op toereikendheid.
126
Paragraaf D. Financiering De paragraaf betreffende de financiering bevat in ieder geval de beleidsvoornemens ten aanzien van het risicobeheer en de financieringsportefeuille. 1. Inleiding 1.1 Algemeen Met ingang van 1 januari 2001 (en laatstelijk gewijzigd 1 januari 2009) is de Wet Financiering Decentrale Overheden (Wet FIDO) in werking getreden. In het besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten is de gemeente verplicht om een zogenaamde treasuryparagraaf op te nemen. Treasury, kortweg het beheren van geld- en kapitaalstromen, neemt bij de decentrale overheden een belangrijke plaats in. Diverse affaires in het verleden en de financiële/economische crisis hebben het belang benadrukt dat het bestuur heeft bij een verantwoorde uitvoering van de treasuryfunctie. De Wet FIDO stelt regels voor het beheer van de treasury. Deze wet bevat normen voor het beheersen van risico’s op kort- en langlopende geldleningen, de kasgeldlimiet en de renterisiconorm. Voorts worden de decentrale overheden verplicht een treasurystatuut op te stellen en moet een treasuryparagraaf in de begroting en het jaarverslag opgenomen worden. Hiermee wordt het belang van de treasuryfunctie door de wetgever bevestigd. Op 10 november 2011 heeft de gemeenteraad de “Financiële verordening gemeente Sint-Michielsgestel” vastgesteld. Hierin is vastgesteld dat de gemeenteraad in het eerste jaar na aanvang van een nieuwe raadsperiode - of zo spoedig mogelijk daarna - in de kadernota de (bijgestelde) beleidskaders en regels vaststelt, als bedoeld in artikel 212 van de gemeentewet. Deze beleidskaders zijn voor de eerste keer in de Kadernota 2012 opgenomen en vastgesteld. 1.2 Ontwikkelingen Voor het jaar 2014 worden enkele ontwikkelingen doorgevoerd die van invloed zijn op de treasuryfunctie. In juni waren de uitvoeringsregels hiervan nog niet bekend. 1.2.1 Schatkist bankieren Eén van de maatregelen uit het Regeerakkoord van het kabinet is de invoering van het verplicht schatkistbankieren door decentrale overheden. Dit houdt in dat gemeenten, provincies, waterschappen en door hen op basis van de wet Gemeenschappelijke regelingen opgerichte openbare lichamen de middelen die zij (tijdelijk) niet nodig hebben voor de uitoefening van hun taken en verantwoordelijkheden – met andere woorden hun overtollige middelen – aanhouden in de schatkist. Middelen kunnen worden aangehouden via een rekening-courant of in één of meer deposito’s. Middels een regeling van de betrokken ministers worden zaken omtrent de uitvoering vastgesteld. Het wetsvoorstel is op 8 februari 2013 verstuurd naar de Tweede Kamer. Invoering is voorzien uiterlijk eind 2013. 1.2.2 Wetsvoorstel Houdbaarheid overheidsfinanciën Deze wet is de uitwerking van recente afspraken op Europees niveau met betrekking tot de overheidsfinanciën. Op Europees niveau zijn afspraken gemaakt over het Stabiliteit- en Groeipact en richtlijnen met minimum eisen vastgesteld waaraan het begrotingsmechanisme van het Rijk en medeoverheden moet voldoen. Doelstelling van de wet is het bevorderen van economische groei en financiële stabiliteit door het opnemen van een strikte begrotingsdiscipline in de regelgeving. Het rijk en de medeoverheden dragen daarin samen de verantwoordelijkheid voor het beheersen van de Europese normen wat tot uitdrukking komt in de beheersing van het EMU saldo. Uit de meicirculaire 2013: Op 23 april 2013 heeft de Tweede Kamer der Staten-Generaal met een ruime meerderheid ingestemd met het wetsvoorstel houdbare overheidsfinanciën. De Wet Houdbare overheidsfinanciën (Hof) stelt dat de decentrale overheden een gelijkwaardige inspanning leveren bij het streven om te voldoen aan de Europese begrotingsdoelstellingen. De wet kwantificeert deze gelijkwaardige inspanning echter niet, maar stelt dat deze wordt ingevuld door na aanvang van een nieuw kabinet in een bestuurlijk overleg een EMU-saldopad voor de gezamenlijke decentrale overheden af te spreken. Op 18 januari 2013 hebben het Rijk en de decentrale overheden een financieel akkoord gesloten. Onderdeel daarvan is genoemd saldopad voor de EMU-macronorm voor de gezamenlijke decentrale overheden (zie tabel 8.8).
127
Tabel 8.8
2013
2014
2015
2016
2017
Ambitie voor EMU-saldo medeoverheden gezamenlijk, in procenten bbp
-0,5
-0,3
-0,3
-0,2
-0,2
Afgesproken tekortnorm voor deze kabinetsperiode, cf Wet Hof, in procenten bbp
-0,5
-0,5
-0,5
(-0,4)
(-0,3)
CPB-raming EMU-saldo decentrale overheden
-0,4
-0,3
-0,3
-0,2
-0,2
Voor de ambitie is aangesloten bij de CPB-raming ten tijde van het Regeerakkoord, die laat zien waarop het saldo van de medeoverheden volgens de modellen van het CPB zou uitkomen door uitvoering van het Regeerakkoord. Bij de norm is daar bovenop een marge ingebouwd. Als de ambitie dus onverhoopt niet gerealiseerd wordt, hoeven de decentrale overheden niet direct maatregelen te nemen. In het voorjaars-Bofv 2015 wordt bezien of op basis van de dan beschikbare realisaties de in tabel 8.8 geprojecteerde daling in 2016 en 2017 verantwoord en mogelijk is. In het financieel akkoord is ook afgesproken dat deze kabinetsperiode van een sanctie wordt afgezien zolang er geen sanctie uit Europa volgt. Hiernaast wordt op termijn invulling gegeven aan een schuldennorm. Deze zal mogelijk op termijn op Rijksniveau maximaal 60% van het BNP mogen bedragen. Voor gemeenten zal dit naar verwachting vertaald worden naar 60% van het begrotingstotaal. Voor onze gemeente betekent dit bij een begrotingstotaal van ongeveer 62 miljoen euro een maximale schuldpositie van maximaal € 37 miljoen. Onze huidige schuldpositie bedraagt per 1 januari 2014 ongeveer € 10,4 miljoen. 1.3 Onderdeel financieel dashboard De financieringspositie is onderdeel van het financieel dashboard voor de onderdelen: • Financieringspositie • Spreiding renterisico’s • Voldoen aan de EMU-norm Hiervoor verwijzen wij naar het financiële dashboard zoals opgenomen onder deelprogramma 9.1. 2. Financieringspositie Het geïnvesteerde vermogen, dat zijn de boekwaarden van alle geactiveerde investeringen, bedraagt per 1 januari 2014 € 34,6 miljoen (was jaarrekening 2012 per 31 december 2012 € 31,5 miljoen). Het geïnvesteerde vermogen in grondexploitatie en strategische grondaankopen, dat zijn de boekwaarden van alle geactiveerde uitgaven verminderd met ontvangsten, bedroeg per 1 januari 2013 € 13,2 miljoen Het schuldrestant van de van derden aangetrokken langlopende geldleningen bedraagt per 1 januari 2014 € 10.434.000,00 (was jaarrekening 2012: € 13.537.100,00). Het schuldrestant van de aan derden verstrekte langlopende geldleningen bedraagt per 1 januari 2014 € 2.680.000,00 (was jaarrekening 2012: € 2.784.000,00 ). 3. Risicobeheer In de Wet FIDO wordt gestreefd naar het beheersen van risico’s. Onder risico’s wordt verstaan koersrisico’s, valutarisico’s, kredietrisico’s, liquiditeitsrisico’s en renterisico’s. 3.1 Koers- en valutarisico’s spelen in onze gemeente geen enkele rol. Transacties in vreemde valuta doen zich sporadisch voor en wij nemen slechts deel in het aandelenvermogen van enkele semi-overheid gerichte instellingen zoals de Bank Nederlandse Gemeenten en NV Brabant Water. Dit aandelenbezit is niet gebaseerd op winstoogmerk. Wij vinden de risico’s op deze aandelen te verwaarlozen. De aandelen worden gewaardeerd tegen de historische kostprijs. 3.2 De risico’s die voortvloeien uit een mogelijke waardedaling van de vorderingenpositie door het (niet) tijdig na kunnen komen van de verplichtingen door de tegenpartij (kredietrisico) zijn beperkt. In het treasurystatuut is bepaald dat enkel gelden uitgezet mogen worden bij financiële instellingen die minimaal een zogenaamde dubbele A-rating hebben.
128
3.3 Aan diverse verenigingen en instellingen zijn garantstellingen en waarborgen voor betalingsverplichtingen die voortvloeien uit geldleningen afgegeven. Jaarlijks beoordelen wij de exploitaties en balansen van de instellingen. Per 1 januari 2013 bedraagt het totaal aan gewaarborgde geldleningen ruim € 6,0 miljoen euro. Hiernaast hebben wij achtervang overeenkomsten afgesloten met de Stichting Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). Deze borgstellingen hebben betrekking op het aantrekken van vaste langlopende geldleningen door woningstichtingen in het kader van (her)financiering van bestaande gewaarborgde geldleningen. Nieuwe kapitaaluitbreidingen worden door de corporaties aangetrokken met een borgstelling in de vorm van een achtervang overeenkomst tussen de gemeente en het WSW. Het totaal aan gewaarborgde geldleningen bedraagt ongeveer € 42 miljoen. Ook worden en zijn gemeentegaranties door het Hypotheekfonds Nederlandse Gemeenten (HNG) verstrekt voor hypotheken aan particulieren. Ook met dit fonds zijn achtervang overeenkomsten afgesloten. De gemeente is bij deze garanties 2e borgsteller. Het rijk heeft deze garanties in 2012 overgenomen. Hoewel de risico’s en het beroep op de achtervang toenemen door de huidige economische crisis zijn wij als gemeente nog niet aangesproken op onze borgstellingen. 3.4. Wij voeren een actief debiteurenbeheer op grond van een gestructureerd invorderingsproces. Voor wat betreft de publieke vorderingen hebben wij in 2006 een leidraad invordering gemeentelijke belastingen vastgesteld. Hiermee wordt de rechtszekerheid van de belastingbetaler verder geborgd omdat er sprake is van een transparant en eenduidig beleid. Deze leidraad wordt jaarlijks geactualiseerd. Voor wat betreft de civiele vorderingen is op 16 november 2004 een reglement invordering openstaande civiele vorderingen vastgesteld. Jaarlijks wordt de omvang van de voorziening dubieuze debiteuren bepaald. De omvang van de oninbare debiteuren en de voorziening is beperkt. De voorziening bedroeg bij de laatst vastgestelde jaarrekening (2012) ongeveer € 85.500,00 (was jaarrekening 2011: € 68.000,00). De voorziening debiteuren ISD OptimIsd bedroeg € 312.800,00 (was jaarrekening 2011: €322 .000,00). Wij verwachten geen aanvullende maatregelen te moeten treffen in verband met de effecten die voortvloeien uit de economische crisis. 4. Kasgeldlimiet Voor het beheersen van de renterisico’s op de korte termijn moet de gemeente de uitgangspunten van de kasgeldlimiet hanteren. De kasgeldlimiet is het bedrag dat de gemeente maximaal als gemiddelde netto vlottende schuld over een periode van 3 maanden mag hebben. Deze bedraagt maximaal 8,5% van de jaarbegroting. De totale begroting van onze gemeente bedraagt ongeveer € 62 miljoen. De kasgeldlimiet bedraagt voor onze gemeente in 2014 ongeveer 5,5 miljoen euro. 5. Renterisiconorm De renterisiconorm heeft als doel om het renterisico bij herfinanciering te beheersen/te spreiden. Per 1 januari 2009 is met de aanpassingen van de Wet FIDO de renterisiconorm vereenvoudigd. De renterisiconorm is per 1 januari 2009 direct gerelateerd aan het budgettaire risico. De (nieuwe) renterisiconorm houdt in, dat de jaarlijks verplichte aflossingen en renteherzieningen niet meer mogen bedragen dan 20% van het begrotingstotaal. Per saldo bedraagt onze netto aflossingsverplichting afgerond 14 euro ton (aflossingsverplichting opgenomen geldleningen € 15 ton - en aflossingsverplichting verstrekte geldleningen € 1 ton-). In het ter inzage liggende bijlagenboek is een overzicht opgenomen van de langlopende opgenomen en langlopende verstrekte geldleningen.
129
Berekening renterisiconorm Bedragen * 1.000 euro 1
2014
2015
2016
2017
Renteherzieningen
2
Aflossingen
1.448
1.448
1.457
929
3
Renterisico (1+2)
1.448
1.448
1.457
929
4
Rente risiconorm
12.400
5a
Ruimte onder renterisiconorm (4>3)
10.952
5b
Overschrijding renterisiconorm (4<3)
4a
Begrotingstotaal
4b
Percentage regeling
4
Rente risiconorm (4a*4b/100
62.000 20% 12.400
6. Liquiditeitsbegroting In het begrotingsproces wordt financieringsruimte geclaimd en is het in het belang van een solide liquiditeitsbegroting om deze lasten zo voorspoedig mogelijk op te nemen. Door omstandigheden (procedures, personele capaciteit, economische omstandigheden e.d.) vertragen voorgenomen plannen niet zelden en ontstaat een afwijkend financieringsbeeld, uiteraard met de bedoeling om de begroting daar zo snel mogelijk op aan te passen. Bij de vaststelling van de Kadernota 2011 is besloten om vanaf de begroting 2012 alle beschikbaar gestelde kredieten en overige uitgaven door te schuiven naar de laatste jaarschijf van de begrotingsperiode (voor de begroting 2014 is dit formeel de jaarschijf 2017), Budgetten zijn wel opgenomen in de begroting. Op basis hiervan is de liquiditeitspositie samengesteld. Uitgesproken is dat ondanks deze verwerking de werkzaamheden volgens planning ter hand genomen moeten worden. Wij realiseren ons dat hiermee de feitelijke financieringspositie geen recht wordt gedaan. In verband met de onzekerheden, te weten de gevolgen van de economische crisis ten aanzien van de grondexploitatie en het nog ontbreken van een concreet (haalbaar) realisatie- en verkoopplan met betrekking tot de educatieve clusters en gemeenschapshuizen nieuwe stijl, wordt de financieringsbehoefte strak en op de voet gevolgd. Op het moment, dat de beeldvorming m.b.t. de concrete financieringsbehoefte van deze ontwikkelingen tot stand is gekomen, zullen wij bovengenoemde liquiditeitbegroting daarop aanpassen en beoordelen óf en in hoeverre wij, gelet op de lage rente voor vaste geldleningen, zullen anticiperen op de toekomstige behoefte aan vast geld. Vooralsnog voorzien wij gelet op de aangetrokken geldleningen in 2010 en 2011 geen noodzaak tot het opnieuw aantrekken van langlopende geldleningen. Eventueel noodzakelijke financiering zal daarom met het aantrekken van kortlopende geldleningen opgevangen worden.
130
Liquiditeitsprognose begroting 2013 e.v. (naar de toestand einde dienstjaar) Op basis van gegevens 21 juni 2013 In miljoen euro 2013
Vermoedelijk financieringspositie ultimo 2013
2014
2015
2016
2017
-6,4
-8,2
-3,9
-1,4
1,4
1,4
1,4
0,9
1,7
0,1
-0,8
-/-0,4
5,0
Mutaties exploitatie, investeringen, grondexploitatie etc. Aflossing geldleningen opgenomen en verstrekte geldlening Nog niet opgenomen geplande uitgaven investeringen 5,0 Totale financieringsbehoefte cumulatief Financieringssaldo
-5,0
-6,8
5,0
0,0
-6,8
-7,6
-8,0
tekort
tekort
overschot
overschot
overschot
Alle investeringen opgenomen in de gehonoreerde wensenlijst en de geplande uitgaven voorzieningen zijn hierin opgenomen. 7. EMU-saldo Op Europees niveau zijn afspraken gemaakt dat het EMU-tekort (het gezamenlijke begrotingstekort van het rijk, lokale overheden en sociale fondsen) per land niet meer dan 3% mag bedragen. Gebleken is dat lokale overheden bijdragen aan dit tekort. De Wet FIDO, gewijzigd per 1 januari 2009, geeft de minister van financiën aanwijzigsbevoegdheden met betrekking tot het EMU-saldo. Tevens is de mogelijkheid opgenomen om de gemeenten boetes op te leggen in verband met het te laat en/of van onvoldoende kwaliteit aanleveren van de EMU-gegevens (elk kwartaal, jaarrekening en begroting). Aan de gemeenten is opgedragen jaarlijks in de begroting een EMU rapportage op te nemen. De becijfering moet volgens een bepaalde manier opgebouwd worden. In het bijlagenboek is een overzicht van het EMU-saldo volgens CBS structuur opgenomen. Het EMU-saldo bedraagt op basis van deze ontwerpbegroting indicatief (in € mln) 2014: -/- 6,4 (overschot) 2015: -/--8.2 (overschot) 2016: -/- 3,9 (overschot) 2017: -/- 1,4 (overschot) Wij blijven hiermee onder de norm zoals weergegeven onder de tabel 8.8 zoals opgenomen onder paragraaf 1.2.2. Ook blijven wij hiermee onder het eerder door het rijk vastgestelde referentiebedrag voor onze gemeente.
131
Paragraaf E. Bedrijfsvoering De bedrijfsvoering heeft betrekking op zowel het ambtelijke als ook het bestuurlijke deel van onze gemeentelijke organisatie. De bedrijfsvoering is een ondersteunende activiteit voor de uitvoering van de overige programma’s. Een belangrijk onderdeel is een meer bedrijfsmatige benadering van de ondersteuning. Hierdoor is het mogelijk om op een efficiënte wijze met de door het bestuur beschikbaar gestelde hulpmiddelen om te gaan. Het inrichten en bewaken van een doelmatig management control systeem is hier onmisbaar. Relatie met het Programma Burger, Bestuur en Bedrijfsvoering. Onder het programma Burger, Bestuur en Bedrijfsvoering begroten we de specifieke kosten van bedrijfsvoering. Dat is nodig omdat het niet mogelijk is in een paragraaf. Het onderscheid tussen het programma en deze paragraaf is: - het programma beantwoordt de vraag of op de diverse deelterreinen de kwantitatieve en kwalitatieve inzet van middelen door het college is gewaarborgd. - De paragraaf vermeldt de speerpunten van inhoudelijk beleid met betrekking tot de bedrijfsvoering en is daardoor breder, gedetailleerder en beschouwelijker van opzet dan het programma. Personeel en organisatie Het jaar 2014 zal in het teken staan van de verdere harmonisatie van de arbeidsvoorwaarden binnen de PLE1N-gemeenten. Ook wordt aandacht besteed aan de invoering van het E-hrm systeem. In de dienstverleningsovereenkomst is er rekening mee gehouden dat we op termijn met een vermindering van het aantal fte’s toekunnen mits aan en aantal randvoorwaarden is voldaan. Een daarvan is dat we op een juiste wijze invulling kunnen geven aan het “click-call-face-systeem”. Om aan deze voorwaarde te kunnen voldoen is het van het grootste belang dat we onder meer het E-hrm systeem operationeel hebben. Ook zal in 2014 nog aandacht worden besteed aan de uniformering van een functiebeschrijving Informatisering en automatisering De activiteiten die worden opgepakt zijn gebaseerd op de dienstverleningsovereenkomst. Op basis daarvan zal in 2014 een begin worden gemaakt met de uniformering van de gebruikersapplicaties. Tevens zal in 2014 de verdere invoering van een aantal basisregistraties opgepakt worden. Samenwerking De Meierij-gemeenten. De samenwerking met de gemeenten Vught, Boxtel, Haaren en Sint-Michielsgestel zal in 2014 een volgend stadium ingaan. Als de zaken volgens planning verlopen, zal het bedrijfsplan worden afgerond en zal een voorstel worden voorbereid tot het aangaan van een gemeenschappelijke regeling. Na de vaststelling van het bedrijfsplan zal de structuur van de gemeenschappelijke regeling worden opgesteld waarna de inpassing van de medewerk(st)ers zal starten. Op dit moment gaan we er nog vanuit dat de startdatum van 1-12015 haalbaar is. PLE1N. Gekoppeld aan de ontwikkelingen zoals hiervoor zijn beschreven zal er ten aanzien van de samenwerking binnen PLE1N ook keuzes gemaakt moeten worden. In het bijzonder de positie van de gemeente SintOedenrode is hierbij cruciaal. In het bijzonder de herindeling tussen Schijndel en Sint-Oedenrode is hiervoor bepalend.
132
Procedure beschikken over budget Flexibiliteit Inleiding Als gevolg van jaren achterheen ombuigen, ontbreekt de marge ofwel flexibiliteit binnen de gemeentebegroting, om vorm en inhoud geven aan ombuigingstranche V, aanvullend te kunnen ombuigen op de reguliere budgetten en personeel. Kadernota 2013 Om toch aanvullend structureel € 600.000,- en € 382.000,- te kunnen ombuigen op respectievelijk de reguliere budgetten en personeel, is in de ontwerpkadernota 2013 voorgesteld om – ten laste van de vermogensreserve - voor de periode 2014 t/m 2018 jaarlijks een budget van € 200.000,- op de begroting op te voeren als incidentele crisismiddelen om frictiesituaties op te lossen. Op 30 mei j.l. heeft de gemeenteraad hiermee ingestemd door het vast stellen van de kadernota 2013. Doelstelling budget In algemene zin moet worden voorkomen, dat de gemeente door het uitputten van budgetten wanprestatie pleegt, zijn wettelijke verplichtingen niet kan nakomen, onwerkbare situaties ontstaan e.d. Deze omstandigheden duiden we als frictiesituaties. Als frictie-situaties zijn onder andere te beschouwen: • Opvangen langdurige ziekte in geval werkvoorraden níet (langer) kunnen blijven liggen. • Oplossen van pieken in werk, dat níet kan blijven liggen; • Opvangen van prijs-compensatie-bepalingen in langlopende contracten, in het geval de budgetbeheer er niet in is geslaagd om het contract aangepast te krijgen en er ook anderszins geen mogelijkheden meer zijn om binnen het budget te blijven. Achterliggende gedachte Inzet tot en met 2018 van een jaarlijks budget flexibiliteit, is alleen verantwoord als tegelijkertijd het structureel uitgavenbeslag naar beneden wordt gebracht, primair door goedkoper in te kopen, schaalvoordelen te realiseren door onder andere intergemeentelijke samenwerking e.d. en secundair – indien noodzakelijk - door verlaging van volumes en/of kwaliteit. Uiteraard wordt ook gezocht naar mogelijkheden om de inkomsten te vergroten/verhogen. Procedure 1. In 2014 t/m 2018, wordt jaarlijks – ten laste van de Vermogensreserve - een budget flexibiliteit ten bedrage van € 200.000,- op de begroting gebracht. 2. Het jaarlijks budget wordt door het college van burgemeester en wethouders uitsluitend aangewend in het belang van het voorkomen dan wel oplossen van frictiesituaties ten gevolge van ombuigingen. 3. Overschrijding van het jaarbudget is niet toegestaan. Ingeval van dreigende overschrijding, wordt de gemeenteraad door het college van burgemeester en wethouders onmiddellijk geïnformeerd en vraagt aanvullend budget. 4. Het beheer van het budget flexibiliteit wordt niet gemandateerd, maar blijft berusten bij het college. De gemeentecontroller voert of laat administratie voeren. De wethouder primair verantwoordelijk voor financiën, is pen- en woordvoerder. 5. Voorstellen om te beschikken over het budget Flexibiliteit, worden voor advies voorgelegd aan het managementteamoverleg en gaan daarna voor besluitvorming naar het college. 6. Behoudens de overschrijdingen ingevolge lid 3, wordt de gemeenteraad inzake de bestedingen van het jaarbudget als volgt door het college geïnformeerd: a. voor wat betreft het lopende jaar, onder een afzonderlijk hoofdstuk of paragraaf in de ontwerpkadernota (mei); b. voor wat betreft het lopende jaar, zowel mondeling als schriftelijk bij de najaarsnota (oktober); c. voor wat betreft het afgelopen jaar, onder een afzonderlijk hoofdstuk of paragraaf in de jaarrekening. 7. Overschot op het jaarbudget, wordt teruggestort in de Vermogensreserve; het totale budget, van € 1 mln. gerekend over 5 jaren, blijft dan vooralsnog in stand. 8. In de loop van 2013 en 2014, brengt het college van burgemeester en wethouders de structurele baten en lasten planmatig, reëel en aantoonbaar in evenwicht door het structureel uitgavenbeslag naar beneden te brengen, primair door goedkoper in te kopen, het verzilveren van schaalvoordelen door intergemeentelijke samenwerking e.d. en secundair – indien noodzakelijk - door het verlagen van volumes en/of kwaliteit. Uiteraard wordt ook gezocht naar mogelijkheden om de inkomsten te vergroten/ verhogen. Door middel van de ontwerpkadernota’s 2014 en 2015 en mogelijk ook op een andere wijze, zal het college van burgemeester en wethouders de gemeenteraad hieromtrent informeren.
133
Paragraaf F. Verbonden partijen Een verbonden partij is een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente een bestuurlijk en een financieel belang heeft. Bestuurlijk belang betekent zeggenschap, hetzij uit hoofde van vertegenwoordiging in het bestuur hetzij uit hoofde van stemrecht. Onder deelneming verstaan wij een participatie in een besloten of naamloze vennootschap, waarin de gemeente aandelen heeft. Van een financieel belang is sprake als bij een faillissement van de verbonden partij het ter beschikking gestelde bedrag niet verhaalbaar is en als er aansprakelijkheid bestaat tot een bepaald bedrag als de verbonden partij zijn verplichtingen niet nakomt. In deze paragraaf bij de begroting 2014 beschrijven wij de visie met betrekking tot verbonden partijen. Dit is van belang, omdat de verbonden partijen beleid uitvoeren dat tot de verantwoordelijkheid van de gemeente behoort. Daarnaast levert de gemeente een financiële bijdrage aan de verbonden partij en is er een financieel risico. Sint-Michielsgestel is deelnemer in Gemeenschappelijke Regelingen en heeft daarnaast aandelen in privaatrechtelijke ondernemingen. Op grond van het ‘Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten’ bevat de paragraaf verbonden partijen ten minste: a. de visie op verbonden partijen in relatie tot de realisatie van de doelstellingen die zijn opgenomen in de begroting b. de beleidsvoornemens omtrent verbonden partijen. Hieronder volgt een opsomming van de verbonden partijen waaraan Sint-Michielsgestel deelneemt. Gemeenschappelijke regelingen Stadsgewest ’s-Hertogenbosch GGD hart voor Brabant Veiligheidsregio BHIC RAV WSD OptimIsd Regionaal bureau Leerplicht Regionale Uitvoerings Dienst Deelneming in naamloze vennootschappen Bank Nederlandse Gemeenten Bouwfonds Waterleidingmaatschappij Oost Brabant Deelneming in verenigingen Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) Pseudo-deelneming MIK Centrum voor de kunsten Openbare bibliotheek de Meierij Juvans Maatschappelijk werk en dienstverlening Overige samenwerking Plein 5 sterren regio Streekraad het Groene Woud
134
Naam GR
Vestigingsplaats
Activiteit, Visie en beleidsvoornemens
Bestuurlijk belang
Financieel belang bijdrage gemeente
Stadsgewest ’s-Hertogenbosch
Postbus 103, 5480 AC Schijndel
Activiteit: beheer voormalige stortplaats de Vlagheide Visie: beheer tot overdracht aan de provincie Beleidsvoornemen: spoedige afbouw bevorderen tegen zo laag mogelijke kosten
De burgemeester is lid van het algemeen bestuur.
Het Stadsgewest heeft grote reserves die nodig zijn voor de overdracht van de voormalige stortplaats aan de provincie. Een eventueel nadelig vermogen bij overdracht komt ten laste van de deelnemende gemeenten Voor 2014 wordt geen gemeentelijke bijdrage voorzien. Eventuele bestuurskosten worden betaald uit daarvoor ingestelde reserves.
GGD Hart voor Brabant
Postbus 3024 5003 DA Tilburg
Activiteit: een bijdrage leveren aan de publieke gezondheidszorg; Visie: Door samenwerking in de vorm van een openbaar lichaam de publieke gezondheidszorg inclusief jeugdgezondheidszorg behartigen; Beleidsvoornemen: de samenwerking continueren
De portefeuillehouder Volksgezondheid, de heer A. Maas, is lid van het algemeen bestuur
Activiteit: doelmatige voorbereiding en uitvoering van georganiseerde en gecoördineerde, waar mogelijk integrale hulpverlening door brandweer, geneeskundige hulpverlening en gemeenschappelijk meldcentrum. Visie: Samenwerking versterkt de mogelijkheden van gecoördineerde en georganiseerde hulpverlening; Beleidsvoornemen: De samenwerking in de Veiligheidsregio BrabantNoord continueren.
De burgemeester is lid van het algemeen bestuur.
Veiligheidsregio Brabant-Noord
Postbus 218 5201 AE ‘s-Hertogenbosch
De GGD heeft een eigen vermogen, voornamelijk in algemene en bestemmings reserves, van ruim € 9 mjn. Voor 2014 is een negatief resultaat voorzien van € 371.107, hetgeen wordt gedekt met een onttrekking aan de bestemmingsreserve Voor 2014 is een gemeentelijke bijdrage van € 744.880 voorzien. Hiervan is € 339.982 bestemd voor Jeugdgezondheidszorg (voorheen Vivent)
Portefeuillehouder Volksgezondheid, de heer A. Maas, is plaatsvervangend lid.
De begroting voor 2014 laat een tekort zien van € 1.586.000. Dit wordt gedekt door een onttrekking aan de reserves brandweer. Sint-Michielsgestel betaalt over 2014 een totale bijdrage van € 1.212.177.
135
Naam GR
Vestigingsplaats
Brabants Historisch Informatie Centrum
Postbus 81 5201 AB ’s-Hertogenbosch Zuid-Willemsvaart 2 5211 BN ‘s-Hertogenbosch
Regionale Ambulancevoorziening Brabant Midden – West - Noord (RAV)
Postbus 3024 5003 DA TILBURG
WSD
Postbus 173 5280 AD BOXTEL Schouwrooij 20 5281 RE BOXTEL
136
Activiteit, Visie en beleidsvoornemens
Bestuurlijk belang
Financieel belang bijdrage gemeente
Activiteit: het beheer van archiefbescheiden en collecties; Visie: door samenwerking kan deskundigheid worden geboden tegen de minst mogelijke kosten; Beleidsvoornemen: de samenwerking BHIC voortzetten.
De burgemeester is lid van het bestuur.
De algemene reserve bedraagt 8.7% van het totaal van de deelnemersbijdragen
Activiteit: Het verzorgen van ziekenvervoer en noodhulp ambulancevervoer; Visie: door samenwerking kunnen professionele en betaalbare ambulancediensten worden verzorgd. Beleidsvoornemen: de samenwerking RAV voortzetten
Portefeuillehouder volksgezondheid, de heer A. Maas, is lid van het algemeen bestuur.
De begroting is structureel dekkend.
Activiteit: Gezamenlijke uitvoering van de sociale werkvoorziening en overige gesubsidieerde arbeid Visie: Door samenwerking kan professionele begeleiding naar aangepast werk tegen betaalbare kosten worden gerealiseerd. Beleidsvoornemen: De samenwerking voorzetten en waar mogelijk in het kader van social return werkgelegenheid scheppen voor mensen met een achterstand op de arbeidsmarkt.
De portefeuillehouder Welzijn de heer E. Mathijssen is lid van het Dagelijks Bestuur van de WSD
De gemeente maakt het ontvangen SW-budget één-opéén over aan de WSD.
De begroting is structureel sluitend. De bijdrage van SintMichielsgestel aan BHIC over 2014 bedraagt € 104.100. Er wordt een efficiëncykorting van 2,5% ingeboekt ten opzicht van de begroting 2013.
Er wordt geen bijdrage van de gemeenten gevraagd.
De deelnemende gemeenten betalen een bijdrage in de bestuurs- en indicatiekosten ter grootte van € 114,39, zijnde de gemiddelde bijdrage per arbeidsjaar. (totale kosten / totaal aantal arbeidsjaren volgens taakstelling) De bijdrage van de gemeente Sint-Michielsgestel over 2014 bedraagt € 23.970
Naam GR
OptimIsd Intergemeentelijke sociale dienst
Regionaal bureau Leerplicht
Vestigingsplaats
Postbus 421 5460 AK VEGHEL Frisselsteinstraat 6 5461 AD VEGHEL
p/a gemeente SintMichielsgestel Postbus 10.000 5270 GA SINTMICHIELSGESTEL
Activiteit, Visie en beleidsvoornemens
Bestuurlijk belang
Activiteit: Gezamenlijke behartiging van belangen op het gebied van de sociale zekerheidswetgeving. Verstrekking van uitkeringen aan gerechtigden en de aanpak van misbruik en oneigenlijk gebruik van uitkeringen. Visie: Door samenwerking kan professionele hulp worden verleend tegen betaalbare kosten. Beleidsvoornemen: De samenwerking met de gemeenten Schijndel, Veghel en Bernheze voorzetten
De portefeuillehouder Welzijn de heer E. Mathijssen is lid van het Dagelijks Bestuur (voorzitter) van OptimIsd
Activiteit: Samenwerking op het gebied van uitvoering, toezicht en handhaving van de Leerplichtwet. Visie: door samenwerking kan of effectieve en efficiente wijze het toezicht en de handhaving van de Leerplichtwet worden gerealiseerd. Beleidsvoornemen: De samenwerking voortzetten vanuit een GR waarbij de gemeente Sint-Michielsgestel als centrumgemeente deelneemt.
Het college van burgemeester en wethouders is verantwoordelijk voor het Regionaal Bureau Leerplicht.
Financieel belang bijdrage gemeente De kosten die met de programma’s Inkomen, Participatie, Voorzieningen en ondersteuning gepaard gaan worden één op één doorbetaald aan OptimIsd. Voor de kosten van bedrijfsvoering wordt een verdeelsleutel gehanteerd op basis van het aantal inwoners en het aantal klanten van de gemeente. Voor het jaar 2014 wordt een resultaatbijdrage van € 729.440 begroot en een bijdrage in de kosten van bedrijfsvoering van € 902.664.
De portefeuillehouders Onderwijs van de deelnemende gemeenten voeren overleg gericht op overeenstemming.
De totale kosten van het Regionaal Bureau Leerplicht worden voor een deel gedekt uit een bijdrage RMC (€ 162.000) en een onttrekking van de reserve RMC (€ 25.000). Voor 2014 wordt rekening gehouden met een bijdrage van de deelnemers naar rato van het aantal 4-23 jarigen per gemeente. De bijdrage van de gemeente Sint-Michielsgestel over 2014 wordt begroot op € 69.3063,83 De RMC-reserve bedraagt op 1-1-2013 € 230.979,96 (balansverplichting)
Regionale Uitvoeringsdienst: Omgevingsdienst Brabant Noord
p/a Regionaal Milieubedrijf Postbus 88 5430 AB CUIJK
Activiteit: Het verzorgen van adequate advisering op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving bij bedrijven. Visie: Met samenwerking kan deskundigheid worden gebundeld en eenduidige uitvoering worden gegeven aan toezicht en handhavingstaken Beleidsvoornemen: De samenwerking voortzetten en waar mogelijk uitbreiden.
Portefeuillehouder Ruimtelijke ontwikkeling, is lid van het Algemeen Bestuur. Burgemeester J. Pommer is aangewezen als zijn plaatsvervanger.
Deze gemeenschappelijke regeling wordt in 2013 opgericht. Bij het opstellen van dit overzicht zijn er nog geen begrotingsgegevens bekend. De bijdrage van de gemeente Sint-Michielsgestel over het jaar 2013 wordt op basis van een voorlopige berekening begroot op € 192.085
137
Vennootschap
Vestigingsplaats
Activiteit, Visie en beleidsvoornemens
Bestuurlijk belang
Financieel belang bijdrage gemeente
NV Bank Nederlandse Gemeenten (BNG)
Postbus 30305 2500 GH DEN HAAG
Activiteit: verleent bancaire diensten; Visie: de gemeente neemt deel aan en bankiert bij voorkeur bij een financiële instelling die bekend is met het lokaal openbaar bestuur en die als zodanig van financiële soliditeit getuigt in de vorm van een triple-A rating. Beleidsvoornemen: gelet op de wijze waarop BNG het openbaar belang behartigt, laten wij het aandelenbezit BNG zijn duurzame karakter behouden. Er is geen aanleiding om van huisbankier te veranderen
De gemeente is houder van 21.060 aandelen met een nominale waarde van € 2,50 per
De nettowinst na belastingen over 2012 bedroeg € 332 mjn. Er vindt een dividend pay-out van 25% plaats: per aandeel € 1,49
Activiteit: Brabant Water produceert, transporteert en levert water voor huishoudelijk en industrieel gebruik. Zodoende heeft Brabant Water een belangrijke functie in de openbare drinkwatervoorziening. Visie: De gemeente neemt als aandeelhouder deel in de n.v. Brabant Water. Beleidsvoornemen: Er bestaat geen voornemen om de huidige positie in de nv. Brabant Water te wijzigen.
De gemeente is houder van 24.970 aandelen (nominaal á 0,10) = € 2.970,00
Koninginnengracht 2 2514 AA DEN HAAG
Brabant Water
138
Postbus 1068 5200 BC ‘s-Hertogenbosch
aandeel. Totaal uitstaande aandelen: 55.690.720 De gemeente wordt bij de Algemene vergadering voor Aandeelhouders vertegenwoordigd door de burgemeester. Deze bevoegdheid kan worden gemandateerd aan een wethouder.
De burgemeester vertegenwoordigt de gemeente bij de AvA. Deze bevoegdheid kan worden gemandateerd.
De gemeente heeft 4 langlopende leningen afgesloten met BNG. Zie hiervoor de staat van langlopende leningen, bijlage bij de begroting.
In verband met een onderzoek naar de afwikkeling van een schadeclaim bij de overdracht van TWM wordt een risicowaarschuwing afgegeven. Uitgangspunt voor minimale solvabiliteit is 45%. Uit de geconsolideerde jaarrekening over 2012 blijkt een solvabiliteit van ruim 53%. De uitbetaling van de schadeclaim kan een risico zijn voor de minimum solvabiliteit. Over 2012 had Brabant Water een positief bedrijfsresultaat van € 39.384.000 Dit zal worden toegevoegd aan de Algemene Reserve. Er vindt geen uitbetaling aan aandeelhouders plaats.
Pseudodeelneming Subsidierelatie
Vestigingsplaats
Activiteit, Visie en beleidsvoornemens
Bestuurlijk belang
Financieel belang bijdrage gemeente
MIK Kunsteducatie
Postbus 80 5480 AB SCHIJNDEL
Activiteit: het verzorgen van muzikale basisvorming en overige kunstonderwijs Visie: De Stg MIK verzorgt muzikaal, cultureel en kunstonderwijs aan jeugd en volwassenen. Hiermee levert Stg MIK een belangrijke bijdrage aan de basisvorming. Beleidsvoornemen: Stg. MIK ontvangt een prestatiesubsidie volgens het subsidieprogramma.
In het portefeuille houders-overleg cultuur een onderwijs vindt overleg met overige subsidiënten plaats over prestatie en vergoeding
Stg MIK ontvangt over 2013 een prestatiesubsidie van € 284.086
Activiteit: De bibliotheek is een reëel en virtueel laagdrempelig marktplein voor iedereen door een vrije toegang te creëren naar lezen, informeren en ontmoeten. Inzet en faciliteiten zijn gericht op betekenisgeving, duiding en plaatsing in de context. Visie: Met het subsidiëren van de Openbare bibliotheek draagt de gemeente bij aan het bereiken van de doelstelling: De bibliotheek draagt bij aan een lezende, lerende, zichzelf ontwikkelende, goed geïnformeerde en democratische samenleving. Beleidsvoornemen: De bibliotheek ontvangt een prestatiesubsidie volgens het subsidieprogramma.
In een prestatieovereenkomst wordt de tegenprestatie voor het subsidiebedrag geregeld. De prestatie overeenkomst voor 2013 is, op het moment van het opstellen van deze paragraaf nog niet ondertekend.
De Openbare Bibliotheek de Meierij ontvangt over 2013 een prestatiesubsidie van € 452.921
Activiteit: het verrichten van intake en interventie en begeleiding voor personen die zonder deze hulp niet (goed) maatschappelijk kunnen functioneren; Visie: Juvans biedt een sociaal vangnet voor kwetsbare burgers, het versterkt de zelfredzaamheid, eigen kracht en netwerkfunctie, het verleent hulp aan bijzondere groepen. Daarbij ondersteunt Juvans onderwijs, gezin en opvoeding en draagt het bij aan de veiligheid. Beleidsvoornemen: De inzet van Juvans continueren tegen lagere kosten.
In een prestatieovereenkomst wordt de tegenprestatie voor het subsidiebedrag geregeld.
Juvans ontvangt over 2013 een prestatiesubsidie van € 299.560
Steeg 9K 5482 WN SCHIJNDEL
Openbare Bibliotheek de Meierij
Postbus 139 5260 AC VUGHT
Juvans Maatschappelijk werk en dienstverlening
Postbus 17 5201 AA SINTMICHIELSGESTEL
Dorpsstraat 28 5261 CK VUGHT
Orthenseweg 2-D 5212 XA ‘s-Hertogenbosch
Er was in 2012 een positief exploitatiesaldo van € 60.165. Dit bedrag is toegevoegd aan de algemene reserve. Voor 2013 wordt een dekkende begroting verwacht.
De prestatie overeenkomst 2013 is nog niet ondertekend.
139
Paragraaf G. Grondbeleid Drie fasen in exploitatie Conform de Nota Grondbeleid gaan we uit van drie fasen in exploitatie. Gronden niet in exploitatie • Er is geen duidelijk beeld van de feitelijke ontwikkeling. De kosten of opbrengsten komen in deze fase rechtstreeks ten laste/gunste van de exploitatie in hetzelfde jaar. • De kosten en opbrengsten worden niet geactiveerd op de balans. • In 2014 zijn er geen gronden ‘niet in exploitatie’. Gronden nog niet in exploitatie • Binnen de planperiode (periode van de gemeentelijke begroting) zal zowel een exploitatieopzet als een bestemmingsplan gerealiseerd worden. • De gronden zullen op korte termijn naar de volgende fase ‘gronden in exploitatie’ overgaan. • De kosten en opbrengsten worden geactiveerd op de balans. • In 2014 zijn er geen gronden ‘nog niet in exploitatie’. Gronden in exploitatie Er ligt een exploitatieopzet en een bestemmingsplan aan ten grondslag. De kosten en opbrengsten worden geactiveerd op de balans. In 2014 zijn de complexen in onderstaande tabel ‘in exploitatie’: Complexen
Laatst vastgeteld door de raad
Reeds geboekte winsten
Reeds genomen verliezen
Winsten 2012 naar de VIR
Nog te verwachten resultaat na 2012 per complex o.b.v. eindwaarde
Verwachte einddatum
Grinsel Triestpad 2e fase
Jaarrek 2007
373.000
Grinsel Triestpad 3e fase
mei-13
1.190.500
2014
Milrooijseweg
mei-13
712.400
2015
Zeelder
mei-13
79.800
2015
Centrumplan
mei-13
6.413.500
0
2018
Schoolstraat
mei-13
2.123.300
2014
Jacobskamp
mei-13
756.200
2018
Grinsel Triestpad Bestemmingsplan is onherroepelijk. Het plangebied is bouwrijp. Alle uitgeefbare gronden in fase 3 zijn aan de ontwikkelaar overgedragen. Met de bouw van de eerste woningen is gestart. In 2014 wordt het gebied woonrijp gemaakt. Het complex wordt in 2014 afgesloten. Risico’s Mogelijk worden er nog planschadeverzoeken ingediend.
140
Milrooijseweg Voor het bedrijventerrein zijn alle gronden al uitgegeven. In de grondexploitatie Milrooijseweg zit de uitgifte van drie bouwterreinen ter plaatse van de scoutingaccommodatie. Kavels kunnen worden uitgegeven nadat de scouting is verplaatst (accommodatieplan). In het bestemmingsplan Kom Middelrode – Milrooijseweg is de mogelijkheid opgenomen om de scouting te verplaatsen naar het sportcomplex De Brand. Bij de verplaatsing van de scouting moet het ter plaatse geldende bestemmingsplan Berlicum Zuid gewijzigd worden in een woonbestemming. Daarna kan de grond bouwrijp worden gemaakt en de grond worden verkocht. Het complex wordt in 2015 afgesloten. Risico’s Mogelijke risico’s zijn de vertraging in verband met de afhankelijkheid van de verplaatsing van scouting, de situatie op de woningmarkt en mogelijke planschadeverzoeken. Zeelder Besloten is om de verkoop van de kavel aan te houden tot er meer bekend is over de ontwikkeling betreffende de sporthal De Run in het kader van het accommodatieplan. Afhankelijk van het accommodatieplan kan de kavel in 2015 worden verkocht. Het complex wordt in 2015 afgesloten. Risico’s Mogelijke risico’s zijn de vertraging in verband met de afhankelijkheid van de planvorming rond sporthal De Run, de situatie op de woningmarkt en mogelijke planschadeverzoeken. Centrumplan De gemeenteraad heeft op 25 februari 2010 een nieuw bestemmingsplan vastgesteld. Het bestemmingsplan is per 16 mei 2012 onherroepelijk. De Schijndelseweg is verlegd. Het bouwrijp maken, de gronduitgifte en woonrijpmaken vindt fasegewijs plaats. In 2018 wordt het complex afgesloten. Risico’s Mogelijke risico’s zijn: • vertraging met betrekking tot de tijdelijke huisvesting van de openbare bibliotheek, waardoor de ontwikkeling van dat plandeel later tot stand kan komen; • de effecten van de economische crises en de situatie op de woningmarkt; • leegstand en onvoorziene exploitatielasten ten aanzien van het Hoefijzer en het voormalig gemeentehuis. Schoolstraat Het nieuwe educatieve cluster Norbertus in de gebiedsontwikkeling Schoolstraat is in gebruik genomen, alsmede de daarboven gelegen appartementen voor mensen met een beperking. De oude Norbertusschool dient gesloopt te worden. Ook worden dan de panden Kerkwijk 30 tot en met 30c gesloopt. De bibliotheek is in 2012 gehuisvest in de verbouwde Durpsherd. Afsluiting van het complex vindt eind 2014 plaats. Risico’s De planschade is afgewenteld op de ontwikkelaar. Het risico bestaat uit een latere ontvangst van de grondopbrengst vanuit de ontwikkelaar. Jacobskamp Het bestemmingsplan is in februari 2012 onherroepelijk geworden. Medio 2018 wordt het complex afgesloten. Eind 2012 is gestart met realisering van het sportcomplex. In de tweede helft van 2013 nemen de sportverenigingen het sportcomplex in gebruik. Op het huidige sportcomplex en het tussenliggende gebied worden gefaseerd ca. 288 woningen gerealiseerd. In 2013 is gestart met de bouw van de eerste woningen. Risico’s Mogelijke risico’s zijn: • de effecten van de economische crisis en de situatie op de woningmarkt met als gevolg een aanpassing van de fasering; • hoogte opbrengsten als gevolg van residuele grondwaardeberekening; • gezien de omvang van het project zal naar verwachting planschade worden geclaimd.
141
Samenvattend Er zijn zes exploitatieopzetten met naar verwachting vijf positieve resultaten. Het complex Centrumplan heeft naar verwachting een negatief resultaat (vanwege verliezen uit het verleden). Nota Grondbeleid De Nota Grondbeleid is op 23 juni 2011 vastgesteld. De gemeente voert voornamelijk een passieve grondpolitiek voor niet-strategische locaties met betrekking tot de ligging, de kwaliteit of bij risicovolle projecten. Bij potentiële winstgevende gebiedsontwikkelingen kiest de gemeente voor een actieve grondpolitiek. Uitleggebieden zijn voornamelijk winstgevend. Het accent ligt op het voeren van een passieve grondpolitiek. Bij een ruimtelijke ontwikkeling, waar een passieve grondpolitiek wordt gevoerd, verhaalt de gemeente alle kosten op de initiatiefnemer. Daar waar mogelijk vraagt de gemeente ook nog een financiële bijdrage boven op de exploitatiekosten. Bij een ruimtelijke ontwikkeling, waar een actieve grondpolitiek wordt gevoerd, zijn de exploitatiekosten en winst in de uitgifteprijs verwerkt. Structuurvisie In 2011 heeft de gemeenteraad de structuurvisie vastgesteld. Door het vaststellen van de structuurvisie kan er naast een exploitatiebijdrage ook een financiële bijdrage worden verhaald. De gemeente int bij de initiatiefnemers van ruimtelijke projecten een financiële bijdrage. De hoogte van de financiële bijdrage (groen- en cultuurfonds) is in het grondprijzenbeleid opgenomen en door burgemeester en wethouders vastgesteld. Winst- en verliesneming Bij een actieve grondpolitiek krijgt de gemeente te maken met het nemen van winst en verlies. Op het moment dat we een verlies constateren, nemen wij het verlies meteen. In principe wordt de gehele winst van een grondexploitatie genomen bij afsluiting van de grondexploitatie, tenzij het mogelijk is om op verantwoorde wijze al vooruitlopend op de afsluiting een deel van de winst te nemen. Voorwaarde is dat er daadwerkelijk sprake moet zijn van gerealiseerde winsten in de grondexploitatie en dat die uit oogpunt van verantwoorde bedrijfsvoering (rekening houdend met nog te realiseren kosten en opbrengsten) ook genomen kunnen worden. Hiervoor heeft de gemeenteraad in de Nota Grondbeleid, beleid vastgesteld. Deze methode biedt de mogelijkheid om ieder jaar winst te nemen, waardoor deze winst sneller en gelijkmatiger is in te zetten om pieken in opbrengsten te verkleinen. Winsten en verliezen in relatie met reserves/voorzieningen Een eventueel batig saldo van de grondexploitatie wordt toegevoegd aan de Vrije Investerings Reserve. Verliezen worden direct (wettelijke verplichting) genomen in het dienstjaar wanneer zij voorzienbaar zijn. Grondprijzen Gemeente Sint-Michielsgestel heeft als doel grond te kopen volgens marktconforme prijzen. Afhankelijk van de onroerende zaak past de gemeente een taxatiemethode toe. De vaste grondprijzen en de financiële bijdrage worden jaarlijks door het college herzien. Pachtgronden Alle aan pacht gerelateerde zaken besteden wij uit aan een derde.
142
Financiële begroting Begroting 2014 Meerjarenramingen 2015-2017
1. Uitgangspunten Begroting 2014 2. Overzicht van baten en lasten en de resultaatbestemming per programma 3. Mutaties na Kadernota 2013 4. Onvoorzien, algemene dekkingsmiddelen en BTW-compensatiefonds 5. Overzicht van jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume 6. Gehonoreerde wensen 7. Voortgang realisatie taakstellingen 8. Geïnventariseerde wensen
BIJLAGEN A. Doorkijk ontwikkelingen resultaat tot en met 2025 B. Overzicht incidentele baten en lasten C. Integraal Financieel Dashboard
143
144
1. Uitgangspunten Begroting 2014 De Begroting 2014 en de meerjarenramingen zijn gebaseerd op de uitgangspunten zoals deze bij de Kadernota 2013 zijn vastgesteld. Alle geaccordeerde taakstellingen zijn verwerkt in de begrotingscijfers. De formele begroting bestaat uit 2014 en 3 jaarschijven (2015 t/m 2017). Gelet op de onzekere financiële en economische ontwikkelingen geven wij ook een doorkijk tot 2025, waarbij rekening gehouden wordt met de uitwerking van eerder genomen besluiten.
Ten behoeve van de samenstelling van deze begroting zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd.
De algemene uitgangspunten a. De begroting van baten en lasten: de meerjarenbegroting is structureel en reëel in evenwicht. b. Zichtdekkingen zijn in principe alleen van strategische betekenis. Er zijn geen zichtdekkingen opgenomen in de begroting. c. Criteria voor winstneming: m.b.t. de grondexploitatie: 1. Winstneming kan slechts plaatsvinden per individueel complex indien een vastgesteld (onherroepelijk) bestemmingsplan voor de betreffende exploitatieopzet beschikbaar is; 2. Winstneming kan slechts plaatsvinden indien geen of beperkt afzetrisico aanwezig is, indien meer dan 70% van de verkopen van het betreffende complex gerealiseerd is, en/of als gerealiseerd aangemerkt kan worden (voldaan aan contractuele verplichtingen); 3. Goede/degelijke kostenraming beschikbaar is van nog te maken kosten per complex; 4. Verliezen worden direct genomen in het dienstjaar wanneer zij voorzienbaar zijn. Bij de beoordeling van tussentijdse winstneming wordt rekening gehouden met in het verleden genomen verliezen op het betreffende complex. 5. Bij de samenstelling van de jaarrekening wordt de te nemen winst bepaald/genomen. Bij de begroting geldt als uitgangspunt dat geen tussentijdse winsten genomen kunnen worden, er wordt wel rekening gehouden met al genomen winsten zoals bij de jaarrekening is bepaald. In de begrotingen tot en met 2013 en in deze (ontwerp)begroting 2014 zijn geen nieuwe winsten genomen, die niet voldoen aan bovengenoemde criteria. Evenmin worden verwachte winsten ingezet ter oplossing van algemene begrotingsproblematiek. d. De structurele en incidentele inzet van het begrote financieringssaldo is in de begrotingen tot en met 2013 en in de (ontwerp)begroting 2014 opgenomen in overeenstemming met de geformuleerde beleidskaders zoals opgenomen in de Kadernota 2012. e. Het afschrijvingsbeleid is geformuleerd, is actueel en voldoet aan de toezichtcriteria. In de begrotingen vanaf 2012 is het afschrijvingsbeleid toegepast in overeenstemming met de geformuleerde beleidskaders zoals opgenomen in de Kadernota 2012. f. De onderhoudsvoorzieningen zijn op peil. Voor de onderhoudsvoorzieningen Schoolgebouwen en Natuurgrasvelden worden nieuwe planningen in 2013 opgesteld. g. De gemeentelijke belastingen worden in overeenstemming met het bestaande beleid (basis Kadernota 2012) ingebed. h. Overschotten worden toegevoegd aan de post onvoorzien. Als bij de jaarrekening het overschot gerealiseerd is, zal dit voor 50% gestort worden in de Vermogensreserve en 50% toegevoegd worden aan de Vrije investeringsreserve. In het geval van tekorten, worden deze afgedekt door te beschikken over de Vrije investeringsreserve. In en voorafgaand aan het exploitatiejaar worden beheersmaatregelen getroffen om eventuele tekorten om te buigen tot een sluitende begroting.
145
1.1 Specifieke uitgangspunten/kaders
KDN 2013
Begroting 2014
Begroting 2014
Begroting 2014
Begroting 2014
2013
2014
2015
2016
2017
1)
28.040
28.160
28.190
28.220
28.250
2)
11.133
11.229
11.349
11.404
11.514
11.839
11.935
12.055
12.110
12.220
5.939
5.939
5.939
5.939
5.939
3 -/- 0,75
3 -/- 0,75
3 -/- 0,75
Basis Omschrijving Aantal inwoners (per 1-1) Aantal woningen (per 1-1) Aantal woonruimten (per 1-1) Aantal hectares (per 1-1)
3)
Aantal wethouders in fte’s Taakstelling vanaf april 2014
4)
3
3 -/- 0,75
Aantal formatieplaatsen in fte’s
5)
155,23
153,48
152.,20
150,4
149.,87
Stelpost verhoging loonsomkosten
6)
0%
1%
1%
1%
1%
0%
0%
0%
0%
0,%
7)
0% 0% 0%
0% 0% 0%
0% 0% 0%
0% 0% 0%
0,5% 1,75% 1,5%
8)
1,5% 1%
1% 1%
1,5% 1%
2% 1%
2,5% 2%
Rente‑niveau – lang
4%
4%
4%
4%
4%
Rekenrente
4%
4%
4%
4%
4%
Verwerkt
Verwerkt
Verwerkt
Verwerkt
Verwerkt
Recht op periodieke verhoging is opgenomen. Prijspeil (inflatie) materiele kosten Inflatiepercentage aan reserves Budgetcompensatie aan reserves Gecorrigeerde budgetcompensatie Rente-niveau ‑ kort (aantrekken) Rente‑niveau ‑ kort (uitzetten)
Areaaluitbreiding overig in % 9) Taakstellende zichtdekkingen
10)
Leges
11)
2%
2%
2%
2%
2%
11)
2%
2%
2%
2%
2%
3,5% 3,5%
3,5% 3,5%
3,5% 3,5%
3,5% 3,5%
3,5% 3,5%
Hondenbelasting
2%
2%
2%
2%
2%
Toeristenbelasting
2%
2%
2%
2%
2%
Basis tarievenbeleid 2012-2012
100% Basis tarievenbeleid 2013-2023
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
2,0%
2,0%
2,0%
2,0%
2,0%
Privaatrechtelijke tarieven Woonlastenbeleid Onroerendezaakbelasting woningen Onroerende zaakbelasting niet-woningen
Afvalstoffenheffing (dekkingspercentage) Stijgingspercentage tarieven Rioolrecht (dekkingspercentage) Stijgingspercentage tarieven Inflatiepercentage
146
12)
1.2 Toelichting 1. Per 1 januari 2013 bedroeg het aantal inwoners 28.040 In het kader van de samenstelling van de beleidsnota Visie 2025 is onderzoek gedaan naar de eventuele mutaties in de bevolkingsgroei. Door de provincie is een doorkijk over de groei van de bevolking opgenomen in het rapport ‘De bevolking- en woningbehoefte prognose Noord-Brabant (actualisering 2008)’. De prognoses zijn bijgesteld. Wij gaan uit van een beperkte groei van de bevolking in de planperiode op grond van de geplande woningbouw. Daarna zal de groei stagneren op het niveau van ongeveer 28.300 inwoners. Dit beeld sluit aan met scenario 2 van de woonvisie van april 2011. De gemiddelde groei vanaf 1996-2012 bedraagt ongeveer 35 inwoners per jaar. Het verloop van de bevolkingsgroei kan als volgt worden weergegeven, telkens per 1 januari van het jaar: 1996 27.470 inwoners 2013: 28.040 inwoners 2014: 28.190 inwoners 2017: 28.250 inwoners 2. Woonruimten: als uitgangspunt dient de opgave aan het CBS per 1 januari 2013. Dit is 11.133 woningen, exclusief de capaciteit voor bijzondere woongebouwen (614), exclusief het aantal recreatiewoningen (44) en exclusief de wooneenheden (48). Totaal bedroeg het aantal wooneenheden per 1 januari 2013: 11.839. Per 1 januari 2015 zal een nieuw regime gelden met betrekking tot de norm woonruimte. Deze wordt gebaseerd op de informatie uit de BAG (basisadministratie adresgegevens). Wij gaan uit van een toename van het aantal woonruimten met gebaseerd op het volkshuisvestingsplan. 3. Oppervlakte gemeente: gegevens zijn gebaseerd op de CBS‑cijfers per 1‑1‑2013. Er worden voor 2011 en volgende jaren geen correcties verwacht. Land: 5.845 ha Water: 94 ha Totale omvang gemeente: 5.939 ha Rekening is gehouden met de overdracht van grondgebied aan de gemeente ’s-Hertogenbosch. 4. Formatie college: er wordt uitgegaan van de bezetting zoals deze na de verkiezingen van 2010 is bepaald. Het aantal wethouders bedraagt drie en in fte 3. Vanaf de nieuwe verkiezingen is een taakstelling tot vermindering van het aantal fte wethouder opgenomen van 0,75 fte. 5. Ambtelijke organisatie: voor het jaar 2014 wordt uitgegaan van een formatie van 153,48 fte. In deze formatie is opgenomen: 14 fte voor de werkeenheid I&A (samenwerking gemeenten Haaren, Sint-Oedenrode en de gemeente SintMichielsgestel; 3,96 fte voor de eenheid Leerplichtbureau (samenwerking gemeenten Schijndel, Vught, Haaren en SintMichielsgestel). Deze formatie is in financiële zin afgedekt binnen de begroting. Er is geen formatie opgenomen voor de taken die door andere eenheden uitgevoerd worden zoals belastingen(Sint-Oedenrode), P&O (Haaren) en OptimIsd.
147
Verloop van de formatie t/m 2017 in fte
2014
2015
2016
2017
Begroting 2014 (inclusief gerealiseerde personeelsplanning 2011)
153,48
152,20
150,4
149.87
Inclusief nog niet gerealiseerde strategisch personeelsplanning 2011
154.48
151,95
150,79
146,36
6. Loon- en prijsontwikkelingen Loonontwikkeling De CAO heeft een looptijd van 1 juni 2011 tot en met 31 december 2012. De onderhandelingen voor een nieuwe CAO zijn nog niet afgerond. Er is rekening gehouden met de laatst vastgestelde CAO. Hiernaast is rekening gehouden met een bevriezing van de CAO lonen voor de jaren 2013 en 2014. Voor alle jaren is rekening gehouden met de rechten zoals periodieke verhogingen en uitloopschalen. Er zijn geen budgetten opgenomen voor premieontwikkelingen. Voor de jaren vanaf 2015 is rekening gehouden met een loonsomstijging van 1%. Prijsontwikkeling Over het jaar 2012 bedroeg de inflatie 2,5%. Voor 2013 wordt een inflatiepercentage verwacht van ongeveer 1,5% tot 2,0%. In de Kadernota 2013 zijn de budgetten bevroren op het niveau van september 2012. Vanaf 2018 wordt compensatie weer toegepast. 7. Toevoegingen reserves In de Kadernota 2012 zijn de percentages opnieuw vastgesteld. De budgetcompensatie is vastgesteld op 3,5% (volledig vrij aan te wenden reserves). De gecorrigeerde budgetcompensatie is bepaald op 3,0% (=75% van de budgetcompensatie (alleen van toepassing op de Algemene risicoreserve). De inflatiecompensatie is vastgesteld op 1%. Bij de vaststelling van de Kadernota 2013 is besloten het budget- en inflatiepercentage tot en met 2016 op 0% te stellen. Voor het jaar 2017 wordt 50% toepast van het beleidskader en vanaf 2018 wordt deze volledig hersteld. 8. In de begroting is een paragraaf Treasury opgenomen. Verwacht wordt dat de rente binnen Europa tijdelijk op het huidige niveau zal blijven en daarna langzaam een opwaartse beweging zal vertonen. De hoogte van de consolidatierente en de rekenrente, wordt ingegeven door het percentage op basis van de rente fixe 15 jaren, afgerond naar boven op een vol procent. Kortgeld is nog steeds goedkoop. Wij verwachten dat de rente voor leningen korter dan 1 jaar ongeveer 1,5% zal bedragen (dit is gelijk aan de rekening courantrente BNG) oplopend in 2017 naar 2,5%. Rentebeleggingen op korte termijn geven naar verwachting maximaal 1%. Voor de jaren na 2017 wordt dit percentage geraamd op maximaal 1,5%. De rekenrente is bepaald op 4,0%. 9. Onderhoud- en exploitatiekosten ten gevolge van areaaluitbreiding worden opgevangen binnen bestaande budgetten. De kosten voor areaaluitbreiding zijn gebaseerd op de gemiddelde kosten binnen de bestaande budgetten vanaf 2011.
148
10. Alle structurele taakstellingen zijn of gerealiseerd, of in financiële zin afgevoerd. Alle formeel door de gemeenteraad vastgestelde taakstellingen zijn opgenomen in deze (ontwerp)begroting. Een voortgangsrapportage van alle nog resterende taakstellingen is weergegeven onder hoofdstuk 7 van de financiële begroting. 11. De leges worden verhoogd Hierbij wordt rekening gehouden met een dekkingspercentage van 100, waarbij geldt dat de dekking niet meer dan 100% mag zijn. De bedragen in de huidige begroting zijn verhoogd met 2,0%. Begrotingstechnisch worden de privaatrechtelijke tarieven verhoogd met 2,0%, tenzij contractueel anders is overeengekomen. Voor zover het profijtbeginsel nadrukkelijker kan worden toegepast, worden afzonderlijke voorstellen gedaan. 12. Er wordt geen nota lokale heffingen gepresenteerd. Er zijn geen afwijkingen ten opzichte van het eerder geformuleerde beleid en dat leidt op basis van een opbrengsttaakstelling tot de volgende stijgingspercentages van de tarieven:
Jaar 2012 2013 2014 2015 2016 2017
Onroerende zaak belastingen
Rioolrecht
3,5% 3,5% 3,5% 3,5% 3,5% 3,5%
3,5% 2,0% 2,0% 2,0% 2,0% 2,0%
Afvalverwijdering Wordt gebaseerd op het tarievenbeleid 2013-2023
Toeristenbelasting
HondenBelasting
15% 15% 2% 2% 2% 2%
2% 2% 2% 2% 2% 2%
De tarieven OZB voor 2013 zijn vastgesteld in de raadsvergadering van februari 2013. De tariefstijging voor 2014 (op basis van een opbrengsttaakstelling) is vastgesteld op 3,5% (gepland 3,5%). Voor de jaren vanaf 2014 wordt rekening gehouden met een percentage van 3,5. Het tarief rioolrecht wordt gebaseerd op de berekening van het GRP (Raad mei 2012) en wordt tot de eerstvolgende update verhoogd met maximaal het inflatiepercentage. De tarieven afvalstoffenheffing worden gebaseerd op het gewijzigde geformuleerde tarievenbeleid 20132023. Een bijstelling van het tarievenbeleid wordt voorbereid en afzonderlijk tijdens de behandeling van deze begroting aangeboden. De tarieven afvalverwijdering en riolering zijn inclusief compensabele btw. De tarieven hondenbelasting stijgen met 2% (op basis van een opbrengsttaakstelling). Het tarief toeristenbelasting wordt gebaseerd op het gemiddelde tarief Toeristenbelasting in Nederland en stijgt met 2% In 2013 is het tarief echter op landelijk niveau met 10% gestegen. Deze stijging is in deze begroting nog niet verwerkt. Wij willen dit afhankelijk laten zijn van de uitkomsten en de financiering van het in voorbereidng genomen Economisch Actieplan. 13. Investeringen in de tijd Besloten is (Kadernota 2011) alle investeringen te plaatsen in de laatste jaarschijf van de begroting. Ter uitvoering van dit besluit zijn alle gehonoreerde en nog niet in uitvoering genomen investeringen doorgeschoven naar de laatste formele jaarschijf (2017).
149
2. Overzicht van baten en lasten en de resultaatbestemming per programma
Programma Lasten
Begroting 2013 (na wijz.)
2014 (primitief)
2015
2016
2017
1. Groene gemeente
3.633,5
3.547,1
2.767,0
2.722,4
2.488,5
2.499,3
2. Handhaving
1.003,7
1.123,4
1.056,0
1.038,9
1.048,8
1.057,3
3. Integrale veiligh. en bereikbaarheid
4.318,1
4.882,7
4.311,3
4.317,4
4.260,5
4.260,9
4. B urger, bestuur en bedrijfsvoering
7.048,0
6.379,0
6.022,1
5.757,3
5.212,0
5.050,2
5. E ducatie, cultuur en welzijn
9.033,6
8.498,4
7.626,2
7.705,4
7.627,9
7.353,2
14.315,2
14.633,0
15.505,0
15.437,3
15.449,7
15.421,9
7. V olksgezondheid en milieu
5.745,2
5.568,1
5.522,6
5.561,1
5.618,4
5.695,4
8. R O, Volkshuisvesting, en Economische ontwikkeling
8.239,1
7.711,0
18.129,6
12.794,1
7.661,7
8.252,5
6. Z org en maatsch. dienstverlening
9. Financiën
897,4
2.048,4
891,8
818,9
1.018,0
2.741,2
Totaal lasten
54.233,7
54.391,1
61.831,6
56.152,8
50.385,5
52.331,9
Baten
-1.391,9
-1.048,7
-250,9
-250,9
-16,7
-16,7
2. Handhaving
-416,5
-290,3
-372,0
-349,7
-351,4
-353,1
3. Integrale veiligheid en bereikbaarheid
-477,2
-566,8
-147,0
-150,3
-153,6
-156,9
4. B urger, bestuur en bedrijfsvoering
-1.796,2
-2.038,4
-1.615,0
-1.551,5
-1.690,1
-1.635,4
5. E ducatie, cultuur en welzijn
-2.586,2
-1.778,5
-723,3
-751,2
-703,1
-696,1
6. Z org en maatsch. dienstverlening
-8.348,9
-8.221,2
-9.028,4
-9.105,0
-9.035,1
-8.962,0
7. V olksgezondheid en milieu
-4.475,5
-4.103,9
-4.060,0
-4.095,8
-4.169,8
-4.244,8
8. R O, Volkshuisvesting, en Economische ontwikkeling
-7.422,9
-6.862,4
-17.025,4
-11.657,6
-6.593,7
-7.183,9
9. Financiën
-28.075,1
-29.343,5
-28.969,7
-27.550,0
-27.794,5
-29.256,4
Totaal baten
-54.990,2
-54.253,7
-62.191,7
-55.462,0
-50.508,0
-52.505,3
-756,6 overschot
137,4 tekort
-360,1 overschot
690,8 tekort
-122,5 overschot
-173,4 overschot
1. Groene gemeente
Saldo lasten -/- baten: Na resultaatbestemming (incl. mutatie reserves)
150
Rekening 2012
Waarvan resultaatbestemming
Rekening 2012
Begroting 2013 (na wijz.)
2014 (primitief)
2015
2016
2017
1. Groene gemeente
234,6
-795,0
0,0
0,0
0,0
0,0
2. Handhaving
-31,0
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
3. Integrale veiligheid en bereikbaarheid
-33,2
-504,0
-107,0
-110,0
-113,0
-116,0
-1.125,9
-1.102,0
-726,6
-676,4
-743,3
-590,1
479,1
-1.404,9
-243,7
-268,4
-217,6
-207,4
24,1
0,0
0,0
0,0
0,0
0,0
613,4
106,2
234,2
85,6
279,5
232,7
2.858,9
-350,4
3.213,7
837,8
-180,4
-120,4
Programma Mutatie reserves: Saldo storting (+) / onttrekking (-) reserves
4. B urger, bestuur en bedrijfsvoering 5. E ducatie, cultuur en welzijn 6. Z org en maatsch. dienstverlening 7. Volksgezondheid en milieu 8. R O, Volkshuisvesting, en Economische ontwikkeling 9. Financiën Totaal mutatie reserves:
947,4
-129,5
2,5
29,2
20,7
-1.202,1
3.967,4 Storten
-4.179,6 Onttrekken
2.373,1 Storten
-102,2 Onttrekken
-954,1 Onttrekken
-2.003,3 Onttrekken
Een specificatie van alle mutaties in de verschillende reserves in de Begroting 2014 is hierna weergeven.
151
152
Jaarlijkse onttrekking cf specificatie
EDV verwerking projectfinanciering Inflatie/budgetcompensatie Afschrijvingslast nieuwbouw gemeentehuis Egalisatie kostendekkende activiteiten
Terugdraaien verhoging legesopbrengsten
Afschrijvingslast noodunits Elde Realisatie tijdelijke huisvesting SMG-Oost (periode 5 jaren) Inrichting openbare ruimte educatieve clusters Egalisatiefunctie gemeentelijke subsidies versie mei 2013 Afschrijvingslast De Moerkoal t/m 2024 Oplossing knelpunten De Huif t/m 2015
Exploitatiebijdrage Den Durpsherd (80%)
Afschrijvingslast kunstgrasvelden Afschrijvingslast verplaatsing Jong Nd./ Dupke t/m 2029 Afschrijvingslast verplaatsing GEKO t/m 2034 Cultuur kunstprojecten Afschrijvingslast renovatiekosten Toren SMG
4,2
4,2 4,2 4,7 4,7
4,7
5,1 5,1
5,6
5,7 5,7
5,8 5,8
5,7
5,6 5,6
5,6
5,1
3,3 4,1 4,2
VJN 2010, gemeentelijk verkeersveiligheidsplan (gvvp) VJN 2010 herverlichtingsplan (hvp) Ingezet ter dekking kosten samenwerking Jaarlijkse storting ten laste van exploitatie
Omschrijving
3,3
Deelprogramma
Resultaatbestemming per programma Bedragen in € 1.000,-
50,0
45,0
2014 Bij
12,5 5,0
28,3
26,7 15,7
48,3
5,0 37,0
27,9
26,9 10,5
75,0 17,9 239,6 110,0
112,5
45,0 66,6
62,0
Af
50,0
45,0
2015 Bij
12,5 5,0
28,3
26,7 15,7
40,7
5,0 37,0
60,1
26,9 10,5
15,0
54,5 239,6 100,0
113,5
46,0 63,7
64,0
Af
45,0
2016 Bij
12,5 5,0
28,3
26,7 15,7
34,1
5,0 0,0
52,9
26,9 10,5
30,0
81,8 239,6 90,0
114,5
47,0 62,4
66,0
Af
45,0
2017 Bij
12,5 5,0
28,3
26,7 15,7
5,0 0,0
76,8
667,5
26,9 10,5
45,0
239,6 80,0
115,5
48,0
68,0
Af
Reserve cultuurzaken Reserve afschrijvingen
Reserve afschrijvingen
Reserve gemeentelijke subsidies Reserve afschrijvingen Reserve gemeentelijke subsidies Reserve Kulturhusconcept gebouwelijk Reserve afschrijvingen Reserve afschrijvingen
bestuurders Reserve automatisering Reserve automatisering Reserve afschrijvingen Reserve personeel en organisatie Reserve personeel en organisatie Reserve afschrijvingen Reserve Educatieve clusters gebouwelijk Vrije investeringsreserve
Vrije investeringsreserve Reserve WOZ Reserve pensioenverplichtingen bestuurders Reserve pensioenverplichtingen
Vrije investeringsreserve
153
Vrijval BCF algemene dekking aanvulling
Inflatie/budgetcompensatie Afbouw Schuurkerpad Knelpuntenbudget Kadernota 2013 Langzaamverkeersbrug centrum SMG Inzet subsidie fietspad Hoogstraat t/m 2018 Inzet uit stelpost renovatie toren t/m 2017
9,1
9,1 9,1 9,1 9,1 9,1 9,1 4.368,7
28,5
75,0
20,0 100,0 2.123,3
1.190,5
225,1
36,6
474,6
2014 Bij
Onttrekken
Storten
1.721,4 -102,2
1.619,2 2.373,1
1.995,6
14,0 27,0
14,0 27,0
60,0
75,0 75,4
305,3
Af
200,0
25,2
105,0
28,5 142,5 712,4 6,7 33,3 79,8
390,9
2015 Bij
200,0
60,0
331,4
75,0 75,4
240,4
Af
In het ter inzage liggende bijlagenboek is het verloop van de reserves opgenomen.
8,4 8,4 8,4 8,4 8,4 8,4 8,4 8,4 8,4 8,4 9,1
8,4
Totaal aan stortingen en onttrekkingen Saldo resultaatbestemming
BCF-effect GRP 2010 Financiering komplannen (egalisatie) Rente en aflossing Grex storting t.l.v. exploitatie Grinsel Triestpad Grex 05-2012 storting t.l.v. exploitatie Grinsel Triestpad Grex 05-2013 storting t.l.v. exploitatie Grinsel Triestpad Grex storting t.l.v. exploitatie Milrooijseweg Grex storting t.l.v. exploitatie Milrooijseweg Grex storting t.l.v. exploitatie Milrooijseweg Grex storting t.l.v. exploitatie De Zeelder Grex storting t.l.v. exploitatie De Zeelder Grex storting t.l.v. exploitatie De Zeelder Grex storting t.l.v. exploitatie Schoolstraat Grex storting t.l.v. exploitatie Schoolstraat Grex storting t.l.v. exploitatie Schoolstraat Grex storting t.l.v. exploitatie Schoolstraat Storting BCF investering riolering
7,3 8,1 8,2 8,4
8,4
Exploitatiesaldo jaarschijf meerjarig
Omschrijving
7,2
Deelprogramma
722,8
21,7
100,0
556,1
2016 Bij
Onttrekken
-954,1
1.676,9
14,0 27,0
200,0
60,0
75,0 75,4
276,6
Af
854,0
207,4
100,0
501,6
2017 Bij
Onttrekken
-2.003,3
2.857,3
321,0 200,0 420,0 14,0 27,0
60,0
75,4
268,9
Af
Reserve cultuurzaken Reserve groenfonds Vrije investeringsreserve Reserve cultuurzaken Reserve groenfonds Vrije investeringsreserve Reserve cultuurzaken Reserve groenfonds Vermogensreserve Vrije investeringsreserve Reserve BTWcompensatiefonds Reserve BTWcompensatiefonds Diverse reserves Vrije investeringsreserve Vermogensreserve Vrije investeringsreserve Reserve afschrijvingen Reserve afschrijvingen
Vrije investeringsreserve
Reserve groenfonds
Reserve afvalverwijdering/verwerking Reserve rioolbeheer Vermogensreserve Reserve HNG Reserve cultuurzaken
Afwijkingen ten opzichte van de begroting 2013 na wijzigingen In de programma’s zijn de verschillen tussen de begrotingscijfers 2014 ten opzichte van de begrotingscijfers 2013 na wijzigingen geanalyseerd. Er is een sluitende analyse gepresenteerd per deelprogramma. Deze is als volgt opgebouwd: • beschikbaar gesteld uit de Kadernota 2013; • eenmalig beschikbaar gesteld in de begroting 2013; • eenmalige afwijkingen ontwerpbegroting 2014; • afwijkingen structureel ontwerpbegroting 2014; • aangevuld met eventueel politiek bestuurlijk te benoemen afwijkingen. • hiernaast is bij elk deelprogramma een overzicht opgenomen van incidentele baten en lasten (verplicht op basis van de gewijzigde regelgeving)
154
3. Mutaties na de Kaderontwerpbegroting 2013 Voor het inzicht verstrekken wij bij elke bestuursrapportage het verloop van het resultaat. Hieronder treft u een overzicht aan van het verloop van het resultaat vanaf de ontwerpbegroting 2013 en de extrapolatie op basis van de geformuleerde uitgangspunten. Alle bedragen in € 1.000,Negatieve bedragen zijn negatieve effecten Resultaat begroting 2013 RB 10-2012-Afval tarievenbeleid (1e wijz.) RB 10-2012 Vaststellen grex basis okt. 2012 ( 2e wijz.) RB 10-2012 Najaarsnota 2012 (3e wijz.)
2014
2015
2016
2017
-494,4
-893,2
-152,2
-187,5
-
-
-
-
-
-
-
-
-385,0
-266,2
-256,8
-114,6
RB 11-2012 Vaststellen subsidieplafond 2013 (4e wijz.)
-
-
-
-
RB 10-2012 Vervallen uitvoeringsbudget TROP (5e wijz)
-
-
-
-
870,7
-344,0
181,5
201,2
-
-
-
-
RB 05-2013 Kadernota 2013 (6e wijz) RB 05-2013 Vaststellen grex basis mei 2012 (7e wijz.) Resultaat na Kadernota 2011 en overige besluiten Mutaties Ontwerpbegroting 2014 *) Resultaat ontwerpbegroting 2014 stand post onvoorzien
-8,7
-1.503,4
-227,5
100,9
368,8
812,6
349,5
72,5
360,1
-690,8
122,5
173,4
Overschot
Tekort
Overschot
Overschot
*) een toelichting op de mutaties volgt hierna.
Specificatie van de mutatie na de verwerking van de Kadernota 2013. Analyseverschillen ten opzichte van de Kadernota 2013 Effecten weergegeven op de post onvoorzien Alle bedragen in € 1,000
2014
2015
2016
2017
-8,7
-1.538,4
-297,5
25,9
35,0
70,0
75,0
-8,7
-1.503,4
-227,5
100,9
Effecten Algemene uitkering
528,7
754,3
448,8
197,4
Bijstelling opbrengst toeristenbelasting (aantallen)
Stand bij Kadernota 2013-2018 Effecten uitwerking amendementen bij behandeling kadernota 2013 Stand bij Kadernota 2013-2018
-21,8
-21,9
-22,2
-22,4
Afwijkingen financiering en kapitaallasten
79,1
258,6
110,5
107,8
Afwijking aantallen documentverstrekking
-77,2
-107,4
-95,6
-34,1
11,1
10,8
21,2
9,4
Effecten loonkosten
-48,9
-36,8
-35,4
-9,3
Effecten BCF gesloten exploitaties
-37,0
-44,0
-52,0
-49,0
8,4
13,3
-48,1
-100,0
5,5
5,5
5,5
5,5
Bijstelling effecten indexering (niet realiseerbaar)
-79,1
-28,8
17,3
-32,8
Afwijkingen ten opzichte van de Kadernota 2013
368,8
812,6
349.5
72,5
Resultaat Begroting 2014
360,1
-690,8
122,5
173,4
Overschot
Tekort
Overschot
Overschot
Effecten samenwerking Ple1n en RBL
Effect begroting OptimIsd (inclusief effect AU) Vervallen vervanging klepelmaaier in 2015 Vervallen bijdrage RAV
9,0
155
De grootste afwijkingen hebben wij hieronder toegelicht. A. De meicirculaire 2013 Met dagtekening van 12 juni 2013 hebben wij u geïnformeerd over de ontwikkelingen in de Algemene uitkering. Hiernaast heeft bijstelling van aantallen plaatsgevonden op basis van de laatst bekende gegevens. B. Toeristenbelasting Als amendement op de Kadernota 2013 is besloten de Toeristenbelasting te handhaven. Het aantal belastbare overnachtingen blijft achter met de aanname. De aantallen zijn gebaseerd op de cijfers uit 2012-2013. C. Afwijking financiering en kapitaallasten Op basis van de laatste gegevens zijn de kapitaallasten en de financieringskosten opnieuw berekend. De afwijkingen ontstaan door vertragingen, lage rentestand, de exploitatieresultaten en de inflatie/ budgetcompensatie aan de reserves. D. Documentverstrekking Het aantal te verstrekken documenten wijkt af van de eerdere meerjarenramingen. Werd deze in het verleden meer gebaseerd op het gemiddelde van historische gegevens, in deze begroting hebben wij die gebaseerd op de actuele cijfers. Het betreffen de effecten op de reisdocumenten en de rijbewijzen. E. Effecten BTW-compensatiefonds Mede door het niet indexeren van compensabele budgetten wordt aan kostendekkende activiteiten minder BTW toegerekend. Hierdoor vervalt ook het voordeel van de reguliere exploitatie. F. OptimIsd De effecten zijn gebaseerd op de vastgestelde Begroting 2014 van OptimIsd. Hierin is de toename van de Algemene uitkering verwerkt. G. Niet haalbare indexering Afwijking van de aanname van niet indexering lasten en indexering baten met maximaal 2%.
156
4. Onvoorzien, algemene dekkingsmiddelen en BTW-compensatiefonds In deze paragraaf geven we de algemene dekkingsmiddelen weer van de inkomsten en de lokale heffingen, waarvan de besteding niet gebonden is. Hieronder vallen voor onze gemeente: de algemene uitkering, dividend, saldo financieringsfunctie, de heffingen onroerende zaakbelastingen, toeristenbelasting en hondenbelasting. Deze middelen kennen geen vooraf bepaald bestedingsdoel. Ze zijn vrij besteedbaar. Overzicht algemene dekkingsmiddelen (*1.000 euro) Algemene dekkingsmiddelen Onroerende zaakbelastingen
2014
2015
2016
2017
4.479,5
4.653,5
4.834,5
5.022,5
Toeristenbelasting
49,0
50,0
51,0
52,0
Hondenbelasting
107,0
109,0
111,0
113,0
21.777,7
20.392,0
20.612,0
20.576,6
Gemeentefonds (algemene uitkering) Dividend
29,6
29,6
29,6
29,6
477,0
507,0
502,0
512,0
360,1
-
122,5
173,4
27.279,9
25.723,1
26.262,6
26.449,5
Overige eigen middelen (BCF KDA) Saldo financieringsfunctie Onvoorzien Totaal
Lokale heffingen Hieronder vallen de onroerende zaakbelastingen, de toeristenbelasting en de hondenbelasting. Onroerende zaakbelastingen De totale opbrengst OZB is gebaseerd op de WOZ-waarden en de tarieven van alle panden zoals deze per 1 januari van elk belastingjaar vastgesteld worden. De waarde voor de vaststelling van de aanslagen 2014 is gebaseerd op de waardepeildatum 1 januari 2013. Op basis van de Kadernota 2013 bedraagt de jaarlijkse stijging van de opbrengst 3,50%. Omdat de WOZ-waarden per 1 januari 2013 nog niet bekend zijn, is gebruik gemaakt van geïndexeerde WOZ-waarden van het oude tijdvak. De tarieven zullen (voor zover wettelijk mogelijk) op basis van de waardemutaties aangepast worden opdat de taakstellende opbrengst 2014 gerealiseerd wordt. Toeristenbelasting Met ingang van 2005 heffen we toeristenbelasting. Hondenbelasting Met ingang van 2006 heft onze gemeente hondenbelasting. Gemeentefonds (algemene uitkering) Op basis van de meicirculaire 2013 en de prognoses voor de maatstaven heeft de becijfering van de uitkering uit het gemeentefonds plaatsgevonden. Dividend Van de Bank Nederlandse Gemeenten en NV Brabant Water ontvangen we jaarlijks dividend. Overige eigen middelen We hebben geen eigen middelen die niet opgenomen zijn in de begroting. Saldo financieringsfunctie Het financieringsresultaat wordt functioneel verantwoord. Toevoeging aan de reserves (inflatiepercentage, budgetcompensatie, gecorrigeerde consolidatierente en uitzonderingsrente) verloopt via de exploitatie.
157
Effecten BTW compensatiefonds (BCF) Het BCF is ingevoerd per 1 januari 2003. In administratief technische zin is de werking van het BCF volledig in de organisatie ingebed. De BCF op de onderdelen afval en riolering is in de tarieven opgenomen. Geraamd voor 2014: Afval: € 330.000,- Riolering exploitatie € 72.000 - Riolering investeringen € 75.000, Deze BTW wordt ten laste van de exploitaties afval en riolering gebracht en ten gunste van het programma 9 Financiën, deelprogramma 9.1 budgettaire positie. In het kader van eerdere dekkingsplannen is besloten om de BCF Riolering investeringen te storten in de reserve BCF, onder gelijktijdige onttrekking van structureel € 60.000,. De omvang van deze onttrekking is gebaseerd op de BCF riolering investeringen in meerjarig perspectief . Onvoorzien Het exploitatieoverschot na bestemming is geraamd onder het programma financiën en niet onderverdeeld per programma.
158
5. Overzicht van jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume Staat van salarissen en sociale lasten begroting 2014 Staat B2
Organisatie-eenheid afdeling/
Formatie secretarie
Overige
Aantal personen
Toelagen/ uitgaven
1
Netto salarissen en sociale lasten (= incl. kolom 3/9)
3/9
18
Bestuur
Raadsleden (exclusief wethouders)
21,00
21
14.500
292.500
Commissies (functioneel)
15.800
Burgemeester
1,00
1
8.829
138.500
Wethouders
3,00
3
23.613
269.000
Voormalige wethouders: wachtgelden
1
6.000
Voormalige wethouders: pensioenen
20
112.400
Totaal secretarie
153,46
190
9.558.200
Overig
Trouwambtenaren
8.000
153,46
10.400.400
Totaal generaal
159
6. Gehonoreerde wensen Omschrijving investering in € 1.000,-
2014
2015
2016
2017
2018
Tractor en hulpmiddelen Zoutstrooier klein/natzoutstrooier
35,0
Sneeuwploeg klein
12,0
Sneeuwploeg groot (geplande vervanging 2018)
30,0
Zoutstrooier groot (geplande vervanging in 2015)
35,0
Pick-ups
95,0
Pick-ups
90,0
Dienstauto in 2017
30,0
Trekker met hulpmiddelen in 2017
50,0
Kipkar
20,0
Programma 3, Integrale veiligheid en bereikbaarheid Langzaamverkeersbrug, Sint Michielsgestel
420,0
Programma 5, Educatie, cultuur en welzijn Verbouw/nieuwbouw Eldecollege Onderwijskundige vernieuwingen
400,0
Tijdelijke HV Educatief cluster Den Dungen
166,0
Inrichting openbaar gebied EC Den Dungen
667,5
Vervanging kunstgrasmat HC De Brand
215,0
Programma 7, Volksgezondheid KRW (Waterspoorkwaliteit) Vervanging persleiding
65,0
GRP 2010 aanleg riool Gemonde GRP 2010 opheffen berging Boomstraat
13,0
GRP 2010 afkoppelen Halder
16,0
GRP 2010 jaarschijf 2013-2016
956,0
GRP 2010 hoge drukreiniger
360,0
18,0
GRP 2010 hoge drukreiniger GRP 2010 hoge drukreiniger GRP 2010 actualisering GRP GRP 2010 jaarschijf 2013-2016
488,5
GRP 2010 jaarschijf 2013-2016
33,0
Totaal investeringen
160
0
0
0
3.778,0
189,0
626,0
Jaarlijkse lasten in € 1,000 Bedrijfsvoering automatisering
2014 4,00%
2015 4,00%
2016 4,00%
2017 4,00%
2018 4,00%
Tractor en hulpmiddelen Zoutstrooier klein/natzoutstrooier
5,8
Sneeuwploeg klein
2,0
Sneeuwploeg groot (geplande vervanging 2018)
4,2
Zoutstrooier groot (geplande vervanging in 2015)
4,9
4,8
Pick-ups
14,4
13,9
Pick-ups
13,6
13,2
Dienstauto in 2017
4,2
4,1
Trekker met hulpmiddelen in 2017
8,3
8,0
Kipkar
3,0
2,9
Programma 1, Groene gemeente Areaaluitbreidng groen, wegen en verlichting
50,0
60,0
70,0
80,0
90,0
Areaaluitbreiding programma groene gemeente (KDN 2011)
30,0
30,0
30,0
30,0
30,0
Programma 3, Integrale veiligheid en bereikbaarheid Langzaamverkeersbrug, Sint Michielsgestel
420,0
Langzaamverkeersbrug, Sint Michielsgestel (Dekking: VIR)
-420,0
Langzaamverkeersbrug, Sint Michielsgestel
10,0
10,0
100,0
100,0
42,0
40,9
Programma 5, Educatie, cultuur en welzijn Verbouw/nieuwbouw Eldecollege
100,0
100,0
100,0
Onderwijskundige vernieuwingen Tijdelijke HV Educatief cluster Den Dungen
166,0
Tijdelijke HV Educatief cluster Den Dungen (Dekking: Reserve EC)
-166,0
Inrichting openbaar gebied EC Den Dungen
667,5
Inrichting openbaar gebied EC Den Dungen (Dekking: VIR) Kulturhusconcept, opbouwend budget
-667,5 41,0
10,0
250,5
287,0
298,0
0
0
0
22,9
22,4
4,2
4,2
Budget ter compensatie waardevermindering OG Vervanging kunstgrasmat HC De Brand
50,0
Programma 7, Volksgezondheid Vervanging perleiding GRP 2010 aanleg riool Gemonde GRP 2010 opheffen berging Boomstraat GRP 2010 afkoppelen Halder
0
0
0,7
0,7
0,9
0,9
GRP 2010 jaarschijf 2013-2016
54,2
73,9
GRP 2010 jaarschijf 2013-2016
52,1
71,0
GRP 2010 jaarschijf 2013-2016
2,0
2,0
736,9
855,3
Generaal totaal
221,0
200,0
450,5
161
7. Overzicht van restant taakstellingen uit ombuigingsoperatie
€ 1.000
2014
2015
2016
2017
Stopzetten bedrijfsrestaurant
30,0
30,0
30,0
30,0
28,0
28,0
28,0
24.,0
48,0
60,0
60,0
PLE1N I&A deel 40% Taakstelling op samenwerkingsverbanden Taakstelling op samenwerkingsverbanden PLE1N
80,0
80,0
Heroverweging bestaand beleid gemeentelijke subsidies
100,0
Reductie kosten bestuur en griffie
45,0
70,0
70,0
70,0
Reductie wethouders
50,0
75,0
75,0
75,0
5,0
5,0
5,0
Internationalisering 135,0
135,0
135,0
135,0
Personeel
Leerlingenvervoer
24,7
96.,9
496,1
546,1
Professionalisering inkoop
85,0
150,0
175,0
300,0
393,7
637,9
1.154,1
1.429,1
Voortgangsrapportage van de nog resterende taakstellingen Stopzetten bedrijfsrestaurant Het contract met de WSD is per eerstvolgende verlengingsdatum, te weten 1 januari 2014, opgezegd. Alternatieven voor deze ombuiging worden onderzocht. PleIn I&A Betreft het restant voor de gemeente Sint-Michielsgestel van de werkeenheid Ple1n I&A. Deze is gebaseerd op de begroting van de Ple1n werkeenheid I&A. Taakstellingen samenwerkingsverbanden Nog niet verzilverd. Gemeentelijke subsidies In het najaar van 2012 is het nieuwe subsidiebeleid en –programma voor de periode 2013 tot 2017 door de raad vastgesteld. In dit nieuwe beleid is een bezuiniging van ruim € 200.000 op de gemeentelijke subsidies verwerkt. In deze ontwerpkadernota wordt voorgesteld om geen indexering toe te passen tot en met 2017 en om vanaf 2017 additioneel € 100.000 te bezuinigen op het subsidieprogramma. Door tot 2017 te wachten met extra bezuinigingen krijgen verenigingen en organisaties de gelegenheid om de al lopende bezuinigingen tot 2017 te kunnen realiseren. Tevens krijgen ze tijd om zich voor te bereiden op de volgende tranche van bezuinigingen. Hiermee wordt het risico verkleind dat er voorzieningen volledig gaan verdwijnen. In de periode tot 2017 krijgt de gemeente te maken met de overheveling van rijkstaken. De budgetten voor deze taken gaan met een aanzienlijke korting over naar de gemeenten. Concreet gaat het over de transities Awbz, jeugdzorg en de Participatiewet. Om deze transities met minder rijksmiddelen toch goed uit te kunnen voeren is een krachtig en goed georganiseerd maatschappelijk veld (nulde-lijn) noodzakelijk. Om deze reden moeten algemeen toegankelijke sociaal-maatschappelijke voorzieningen die noodzakelijk zijn voor een goede invoering en uitvoering van de transities in deze bezuinigingsronde worden ontzien. Het gaat hierbij om voorzieningen zoals ouderenwerk, jongerenwerk, maatschappelijk werk en mantelzorgondersteuning.
162
Raad en griffie In het presidium van 17 december 2012 is een lijst van mogelijke bezuinigingen op de raadsbudgetten samengesteld. Er is toen een voorbehoud gemaakt voor het verlagen van de raadsvergoeding. Hierover moet nog definitief worden besloten in relatie tot de te behalen bezuinigingen door papierarm/digitaal werken (wat levert dat op en wanneer kan het ingaan). Leerlingenvervoer De aanbestedingsprocedure voor het leerlingenvervoer voor de jaren 2013 t/m 2017 (met 2 x een verlengingsoptie voor een jaar) verkeert in de gunningsfase. Op basis van de uitgebrachte offertes is de verwachting dat de jaarlijkse besparing € 121.000 bedraagt. Dit is uiteraard afhankelijk van het aantal leerlingen dat per taxi vervoerd zal worden en de scholen waarnaar vervoerd wordt. Aanvragen om leerlingenvervoer worden niet toegekend op basis van beschikbaar budget, maar op basis van de criteria in de Verordening leerlingenvervoer 2013. Onderwijs/accommodaties Ten laste van de onderwijshuisvesting is voor het jaar 2017 een taakstelling Ontgroening opgenomen van € 100.000,-. De taakstelling Ontgroening is gebaseerd op het teruglopende aantal leerlingen dat door de prognoses weergegeven wordt. Door het teruglopende aantal leerlingen is de verwachting dat er leegstand optreedt in de bestaande schoolgebouwen en dat de leegstaande ruimten door bijvoorbeeld verhuur aan derden een opbrengst genereren en/of dat een herschikking van schoolgebouwen zou plaats vinden.. Echter is er voor gekozen om elke locatie tot een educatief cluster om te vormen. Afgesproken is dat de leegstand in scholen niet formeel teruggevorderd wordt, maar in te zetten voor ruimten voor kinderopvang en peuterspeelzaal. De investeringen die gedaan moeten worden om dit te realiseren worden door voornoemde partijen al zelf gedragen. Daarnaast krijgt de gemeente een vergoeding per leerling van het rijk. Leegstand in schoolgebouwen levert geen besparing op in de gemeentebegroting, omdat het onderhoud aan de gebouwen hetzelfde blijft, het zou op termijn eerder een tekort geven. Daarnaast is ervoor gekozen om een aantal schoolgebouwen te vervangen en hiervoor nieuwbouw te realiseren. In deze nieuwbouw is rekening gehouden met het dalende aantal leerlingen, waardoor er de komende jaren geen leegstand op zal treden. Bovendien is de markt dermate veranderd, dat leegstaande klaslokalen niet gewild zijn voor verhuur tegen een marktconforme prijs aan andere partijen. Dus de theorie om inkomsten te genereren zou in praktijk toch al niet opgaan. Gelet op bovenstaande toelichting is de ontgroeningstaakstelling van € 100.000, - in 2017 niet haalbaar. Deze was haalbaar indien er geen nieuwe schoolgebouwen gebouwd werden, er geen beleid was gemaakt voor het vormen van educatieve clusters en rekening was gehouden met de vergoeding per leerling door het rijk. De taakstelling van € 100.000, - wordt meegenomen in de nieuwe bezuinigingsvoorstellen voor accommodaties die op dit moment worden gedaan. Taakstelling reductie wethouders Na de verkiezingen zullen de beoogde coalitiepartijen naar verwachting rekening houden met deze taakstelling. Personeel De uitvoering van de strategische planning 2011 verloopt volgens plan. In het kader van ombuigingstranche V is aanvullend een taakstelling op personeel opgenomen oplopend tot € 382.000 in 2018. Wij achten het haalbaar om de omvang van het management, alsook de omvang van specifieke functies terug te brengen. De inbesteding en digitale dienstverlening moeten leiden tot lagere personeelskosten in fysieke dienstverlening. Net als in 2011 is geschied, zullen wij hiervoor een strategisch plan ontwikkelen, uitgaande van meerdere scenario’s, zoals de mogelijke samenwerking in de Meierij.
163
8. Geïnventariseerde wensen In € 1.000,-
Investering
Exploitatie effect
550,0
35,0
Wensen Aanleg fietsbrug in het verlengde van de Runweg Herinrichting Mercuriusplein
p.m.
Risicodekking beslag WMO
-
p.m.
Risicodekking terugloop legesinkomsten
-
p.m.
350,0
28,0
Basis accommodatieplan: Korte termijn Verplaatsing scouting Berlicum *) Verbetering toegankelijkheid De Moerkoal Herindeling buitensport
p.m. 300,0
300,0
Aanleg kunstgrasvelden voetbal **)
1.000,0
1.000,0
Binnensport Berlicum/Middelrode
3.000,0
240,0
Middellange termijn
Verplaatsing Scouting Petrus Donders Aanpassing financiering Zwembad
p.m. Budgettair neutraal
Educatief cluster Den Dungen/Maaskantje
p.m.
Aanvullend budget realisatie Elde
p.m.
Lange termijn Educatief cluster Sint-Michielsgestel West
2.300,0
Multifunctionele accommodatie Gemonde
p.m.
Uitbreiding gebouw De Moerkoal
p.m.
Centralisatie tenniscomplexen Sint-Michielsgestel
p.m.
135,0
Reconstructie Loofaert en deel Wamberg in 2018
500,0
45,0
Vervanging vrijvervalriolering
352,0
Budgettair neutraal
Vervanging IBA’s 17 stuks in 2018
51,00
Budgettair neutraal
Kwaliteitsimpuls peuterspeelzaalwerk (Volledig VVE)
25,0
Samenwerking Brabant Noord-Oost (plusregio)
85,0
Samenwerking in de Meierij
*) Wordt afgevoerd i.v.m. de denkrichting zoals aangegeven bij de uitwerking motie grondexploitatie.. **) Een raadsvoorstel staat gepland voor de vergadering van september 2013
164
Bijlagen A. Doorkijk resultaatontwikkelingen (tot en met 2025) Aanvullende ombuigingen korte termijn (voor 2017 realiseren) Aanvullende ombuigingen langere termijn (na 2017) Resterende mogelijkheden uit het overleg van 7 maart 2013 B. Overzicht incidentele baten en lasten C. Integraal financieel dashboard
In de bijlagen worden overzichten verstrekt om inzicht te verkrijgen in de financiële ontwikkelingen en de mogelijke lange termijn maatregelen.
165
166 -27,0 174,0 -75,0
Vervallen incidentele dekking (budget Toren SMG)
Verhoging OZB met 3,5%
Indexering materiele kosten 2018 1%
Resultaat begroting 2014-2017
Aanvullende ombuigingen korte termijn (voor 2017 realiseren) **) afhankelijk van de invulling uit de 1e tranche
-690,8 Tekort
360,1 Overschot
0
p.m. p.m.
Reductie papierverbruik e.d. door verdere digitalisering **)
Vervallen kasontvangsten en betaling (volledig digitaal)
Overschot
122,5
0
p.m.
Overschot
173,4
0
p.m.
p.m.
Overschot
69,5
0
p.m.
Tekort
-70,5
0
p.m.
p.m.
-140,0
Ombuiging samenwerking regeerakkoord
Aanvullende ombuigingen korte termijn (voor 2017 realiseren)
p.m.
-44,3
Overige afwijkingen
2019
Aanname dat indexeringen lasten en baten elkaar opvangen.
-50,0
Verkiezingen 2018
-124,1
-50,0
Loonkostenontwikkelingen (periodieken en 1% loonkosten)
-10,0
Stelpost voor afwaardering OG GHNS
100,0
Areaaluitbreiding jaarschijf 2018
p.m.
72,5
100,9
2018
50,0
p.m.
350,0
100,9
75,0
25,9
2017
25,0
812,6
-227,5
70,0
-297,5
2016
Effect lange termijn maatregelen bevriezing budgetten
0
368,8
-1.503,4
35,0
-1.538,4
2015
Effect organisatieaanpassingen
Effect personeelsplan
Verschillenanalyse zoals weergegeven onder hoofdstuk 3
Stand bij Kadernota 2013-2018
-8,7
-8,7
Stand bij Kadernota 2013-2018
Effecten uitwerking amendementen bij behandeling kadernota 2013
2014
Bedragen in € 1,000,-
Bijlage A Doorkijk resultaatontwikkelingen (tot en met 2025)
Tekort
-210,5
0
p.m.
p.m.
-280,0
p.m.
2020
Tekort
-350,5
0
p.m.
p.m.
-420,0
p.m.
2021
Tekort
-490,5
0
p.m.
p.m.
-560,0
p.m.
2022
Tekort
-630,5
0
p.m.
p.m.
-700,0
p.m.
2023
Tekort
-770,5
0
p.m.
p.m.
-840,0
p.m.
2024
Tekort
-910,5
0
p.m.
p.m.
-980,0
p.m.
2025
167
0,0
p.m.
2017
p.m.
2018
2019
0,0
0,0
0,0
505,0
*) hierbij is beperkt rekening gehouden met de grondexploitatie omdat deze al een structurele taakstelling in zich heeft.
100,0
0,0
270,0
Substitutie ruimte oud voor nieuw
0,0
110,0
100,0
0,0
60,0
60,0
Vervallen bijdrage exploitatie zwembad
Inzetten bestaand beleid (voor zover nog omkeerbaar)
60,0
60,0
Aanvullende ombuigingen langere termijn (realiseerbaar na 2017)
60,0
60,0
60,0
60,0
Heroverweging functie aanjaagfunctie TROP en Ec. Zaken 60,0
75,0
Voortzetten bestaand beleid verhoging tarieven OZB met 1,5% boven inflatie 150,0
75,0 10,0
p.m.
150,0
5,0
p.m.
100,0
Herziening reststrokenbeleid (o.a. verhoging prijzen)
p.m.
Visie ontwikkeling handhaving (niet structureel maar op afroep)
p.m.
60,0
2020
Ter versterking vermogenpositie verkoop OG na aantrekken markt
50,0
Effecten beleidswijzigingen (zoals passieve grondpolitiek) *)
p.m.
p.m.
2016
30,0
2015
Harmoniseren en versoberen arbeidsvoorwaarden
2014
Vorming van een intergemeentelijke ambtelijke organisatie
Niet inzetbaar i.v.m. aanmerken als zichtdekking
Aanvullende ombuigingen langere termijn (realiseerbaar na 2017)
100,0
100,0
640,0
60,0
225,0
15,0
75,0
p.m.
175,0
p.m.
90,0
2021
100,0
100,0
750,0
60,0
300,0
20,0
75,0
p.m.
175,0
p.m.
120,0
2022
100,0
100,0
860,0
60,0
375,0
25,0
75,0
p.m.
175,0
p.m.
150,0
2023
100,0
100,0
970,0
60,0
450,0
30,0
75,0
p.m.
175,0
p.m.
180,0
2024
100,0
100,0
1.080,0
60,0
525,0
35,0
75,0
p.m.
175,0
p.m.
210,0
2025
Ombuigingen op lange termijn uit overleg 7 maart 2013
168
Algemeen
Nader te onderzoeken
Besparen op co-financiering
Bestuur
Nader te onderzoeken
Communicatie en representatie
Dienstverlening
Nader te onderzoeken
Avondopenstelling en raadsvergadering gelijktijdig
Eigendommen
Nader te onderzoeken
Afstoten / anders exploiteren Engelenstede
Eigendommen
Nader te onderzoeken
Afstoten / anders exploiteren Meerse plas
Eigendommen
Nader te onderzoeken
Uitnutting gemeentehuis in de daluren
Openbare ruimte
Nader te onderzoeken
Uitverkoop openbaar groen
Openbare ruimte
Nader te onderzoeken
Heroverwegen speeltoestellenbeleid
Openbare ruimte
Nader te onderzoeken
Opschorten project GVVP
Openbare ruimte
Nader te onderzoeken
Heroverwegen project Gestel Groene Gemeente
Openbare ruimte
Nader te onderzoeken
Bosje van Wouters ontwikkelen
Personeel
Nader te onderzoeken
Onderzoek naar seniorenbeleid (fiscale effecten)
RO
Nader te onderzoeken
Afzien brug over de Dommel in Sint-Michielsgestel
RO
Nader te onderzoeken
Vrijspelen oude begraafplaats aan de Oude schoolstraat en herontwikkelen
Samenwerking
Nader te onderzoeken
Harmoniseren avondopenstellingen
Accommodaties
Op te nemen in herziening visie 2025
Onderzoeken combi gemeenschapshuizen, scholen etc.
Accommodaties
Op te nemen in herziening visie 2025
Heroverwegen wijze van exploiteren voorzieningen
Accommodaties
Op te nemen in herziening visie 2025
Verschuiving functies van accommodaties
Algemeen
Op te nemen in herziening visie 2025
Schrappen “Allure” als motto
Dienstverlening
Op te nemen in herziening visie 2025
Dienstverlening bijstellen van 7,5 naar 6
Dienstverlening
Op te nemen in herziening visie 2025
Steunpunt Berlicum sluiten
Openbare ruimte
Op te nemen in herziening visie 2025
Instandhouding voorzieningen met hulp van burgers
Openbare ruimte
Op te nemen in herziening visie 2025
Uitvoering onderhoud delegeren aan andere partners/bewoners
Sociaal
Op te nemen in herziening visie 2025
Inboeten kwaliteit WMO
Sociaal
Op te nemen in herziening visie 2025
WMO/AWBZ transformeren van specifiek naar generiek
Sociaal
Op te nemen in herziening visie 2025
Integratie bijstand/wmo/transities
B. Overzicht incidentele baten en lasten Uitgangspunt toezicht: materieel begrotingsevenwicht Bij de beoordeling door de toezichthouder of de begroting structureel in evenwicht is, wordt gebruik gemaakt van het overzicht van incidentele baten en lasten. Door middel van inzicht in de incidentele baten en lasten wordt het materiële begrotingsevenwicht beoordeeld: worden de structurele lasten gedekt door structurele baten. Dit geldt voor zowel het bestaande beleid als het in de begroting opgenomen nieuwe beleid. Met het inzicht in incidentele lasten en baten wordt dan, ook meerjarig, het structurele begrotingssaldo inzichtelijk gemaakt. Door de toezichthouder wordt vervolgens beoordeeld hoe het materiële begrotingsevenwicht zich verhoudt tot het formele begrotingsevenwicht. Dit geeft o.a. een indicatie hoe de begroting in het meerjarig perspectief sluitend is gemaakt en het realiteitsgehalte en volledigheid van in de begroting opgenomen ramingen van lasten en baten. Regelgeving BBV Op basis van de regelgeving opgenomen in het BBV is het overzicht van incidentele baten en lasten een onderdeel van de begrotingsstukken. Met ingang van 1 januari 2013 wordt de regelgeving in het BBV voor inzicht in incidentele lasten en baten verder uitgebreid. Met ingang van de begroting 2014 worden de incidentele baten en lasten opgenomen bij de programma’s. Het BBV geeft echter geen harde definitie van de begrippen incidenteel en structureel. Ook in de praktijk is het onderscheid niet altijd even scherp te trekken. Notitie Commissie BBV Om eenduidige toepassing van regelgeving opgenomen in het BBV te bevorderen heeft de Commissie BBV daarom de notitie ‘incidentele en structurele baten en lasten’ opgesteld in januari 2012. Hiervoor is het Gemeenschappelijk Financieel Toezichtskader (beleidskader gehanteerd door de toezichthouder) en de voorgestelde modernisering van het Financieel Toezicht als uitgangspunt gehanteerd. In de notitie wordt het onderscheid tussen incidenteel en structureel op basis van de volgende vier verduidelijkingen in een aantal praktijk voorbeelden nader uitgewerkt: 1. Indien bestaand structureel beleid, niet zijnde een tijdelijke geldstroom, binnen de termijn van drie jaar een wijziging ondergaat dan worden de daarmee samenhangende lasten of baten in het begrotingsjaar niet als incidenteel aangemerkt. Bijvoorbeeld in het kader van de bezuinigingen besluit de gemeente in jaar t+3 geen subsidies meer te verstrekken; de daarmee samenhangende lasten worden in t+2, t+1 en t nog als structureel beschouwd. 2. N a afloop van een begrotingsjaar zullen bij het opmaken van de jaarrekening altijd wel enige (relevante) verschillen tussen de werkelijkheid en de begroting blijken. Het is van belang dat bij de analyse ex BBV artikel 28, lid a wordt bezien in hoeverre er alsnog sprake is geweest van niet begrote incidentele baten en lasten. Budgetverschillen op activiteiten betreffende structureel bestaand beleid blijven naar hun aard “structureel”. 3. T oevoegingen aan en onttrekkingen uit de reserves worden als incidenteel beschouwd, tenzij het gaat om reguliere onttrekkingen aan financieringsreserves c.q. dekkingsreserves (kapitaallasten) of om onttrekkingen uit een daartoe toereikende (bestemmings)reserve gedurende een periode van minimaal 3 jaar met als doel het dekken van structurele lasten. 4. M eerjarige tijdelijke geldstromen waarvan de eindigheid vastligt vanwege een raadsbesluit en/of een toekenningsbesluit klasseren als incidentele baten en lasten, ook als de geldstroom (nog) langer is dan 3 jaar. In de programmabegroting vormen de incidentele baten en lasten een onderdeel van de ‘analyse op hoofdlijnen’ en is tevens weergegeven welk deel van de budgetten als incidenteel aangemerkt worden. Een totaal overzicht hebben wij opgenomen in het ter inzage liggende bijlagenboek. De totalen incidenteel: In € 1,000,-
2014
2015
2016
2017
2018
Totaal incidentele lasten
6.241,9
1.421,0
589,6
1.877,3
875,7
Totaal incidentele baten
6.511,4
1.775,1
510,7
1.791,2
770,2
Saldo lasten -/- baten
-269,5
-354,1
78,9
86,1
105,5
De incidentele lasten en baten zijn op hoofdlijnen in evenwicht.
169
C. Financieel dashboard Wij presenteren u een compact overzicht van onze financiële positie. Onder programma 9 is de uitwerking van de budgettaire positie en vermogenspositie opgenomen. Hierbij hebben wij als vertrekpunt genomen het dashboard financiële functie zoals voor de eerste keer gepresenteerd in de Kadernota 2013. Hierin zijn verschillende uitgangspunten geformuleerd om snel en compact inzicht te geven in financiële stabiliteit, weerbaarheid en flexibiliteit door middel van een dashboard. Hiervoor is een normenkader geformuleerd. Dit normen kader is uitgewerkt en leidt uiteindelijk tot een samenvattend beeld. Conclusie: na alle maatregelen is onze stabiliteit verbeterd. De begroting is meerjarig sluitend, voor het jaar 2015 wordt een tekort voorzien. Invulling wordt gegeven aan de noodzakelijke ombuigingen. Ook voeren wij een terughoudend tarievenbeleid. De weerbaarheid heeft de nodige aandacht nodig. Onze flexibiliteit is en blijft zorgwekkend. Samenvattend beeld dashboard financiële functie gemeente Sint-Michielsgestel
Voldoet
Behoeft nadrukkelijk aandacht
Zorgwekkend
Stabiliteit Flexibiliteit Weerbaarheid
Vermogen om planmatig, evenwichtig, solide, transparant en in overeenstemming met de wettelijke kaders financieel beleid voor te bereiden, uit te voeren en te beheren. Vermogen van de gemeente om zich snel te kunnen aanpassen aan veranderende omstandigheden Vermogen om voorziene (en onvoorziene) risico’s op te kunnen vangen.
Domeinen
2014
2015
2016
2017
Samenvattende toelichting Sinds het begin van de crisis in 2008, zijn voor de periode t/m 2017 vier ombuigingstranches doorgevoerd met een totaalbeslag van ca. € 6,0 mln.
De implementatie verloopt volgens planning. De ombuigingen als gevolg van de kadernota 2013 moeten uiteraard nog uitgewerkt worden. Er wordt weliswaar ingrijpend bezuinigd, maar wel planmatig. Budgetten worden tot 2018 bevroren op het prijspeilniveau van 2012; voorts wordt additioneel bezuinigd op personeel. Voor frictiesituaties zijn incidentele gelden voorhanden. De begroting 2014 is structureel sluitend. Malaise vastgoedmarkt kan leiden tot vertraging in gronduitgifte en aanvullende verliezen tot gevolg hebben.
Na jaren van ombuigen, zijn de marges om op de budgetten te kunnen ombuigen, verdwenen. De grenzen van aansprakelijkheid, contractbreuk e.d. zijn bereikt. De budgettaire begrotingspositie biedt geen mogelijkheid om het becijferde risicobeslag op te vangen. Besloten is om m.b.v. incidentele crisisbudgetten, schade door aansprakelijkheid, wanprestatie e.d. te voorkomen. Onze reserves zijn bestemd of beklemd. De Vrije investeringsreserve is iets verbeterd maar behoeft nog steeds aandacht. De belastingheffing is begrensd door het rijk (macro-norm) en maximum van 100% kostendekkendheid (leges).
Het becijferde risicobeslag kan weliswaar niet opgevangen worden vanuit de budgettaire begrotingspositie, maar wel door het eigen vermogen. De risico’s m.b.t. de transities AWBZ, jeugdzorg en participatiewet, zijn nog niet gekwantificeerd. Ten behoeve van verliezen grondexploitatie is geen Algemene Bedrijfsreserve voorhanden. De verliezen komen ten laste van het algemene weerstand- vermogen. Op risicoparagraaf van de begroting 2014 is € 3,7 mln voor risicobeslag ingevolge de lopende grond-exploitaties opgenomen. Het verloop van de grondexploitaties wordt voortdurend gemonitord.
Stabiliteit
Flexibiliteit
Weerbaarheid
170
Uitwerking normenkader dashboard financiële functie S
= Stabiliteit
F
= Flexibiliteit
W
= Weerbaarheid
Domein
Jaren
2014
2015
2016
2017
Toelichting
Begrotingsevenwicht
S
Structureel
Begroting is met inbegrip van maatregelen structureel sluitend.
S
Incidenteel
Incidentele tekorten in 2015 (€ 0,7 mln) en
F
Beïnvloedbaarheid budgetten
Na tranche V is de beïnvloedingsmarge op budgetten nihil.
S
Ombuigingen
Implementatie volgens planning/incidenteel is sprake van verlies.
S
Belastingdruk
In 2014 een gemiddelde belastingdruk. Vanaf 2015 monitoren.
F
Belastingcapaciteit (OZB)
Verhoging per jaar met 3,5%. Macronorm 2014 bedraagt 2,45%. Voor de jaren daarna nog niet bekend.
S
Materieel evenwicht
De incidentele baten zijn in evenwicht met incidentele lasten.
W
Risicofunctie budget
Lopende begroting biedt beperkte mogelijkheden voor het opvangen van risico’s.
Reserves
S
Omvang
Ontwikkeling reserves: op ≥80% van de geprognosticeerde bench.
F
Aanwendbaarheid
Nagenoeg alle reserves zijn in planperiode bestemd of beklemd.
F
Investeringsfunctie
De Vrije investeringsreserve is verstrekt maar heeft nog steeds een beperkte omvang.
S
Financieringsfunctie
De vaste activa zijn voor ≥80% gefinancierd met eigen vermogen
S
Inkomensfunctie
In de planperiode ontwikkelt het financieringssaldo zich stabiel.
W
Risicofunctie vermogen
Risicobeslag afgedekt door primair + secundair weerstand vermogen.
Ratio’s
S
Solvabiliteit
Verhouding eigen vermogen/totaal vermogen ≥0,60.
S
Financieringspositie
Financieringsoverschot ingevolge liquiditeitsbegroting.
S
Spreiding renterisico’s
Voldaan wordt aan de wettelijke renterisiconorm.
F
Voldoen EMU-norm
Referentiewaarde € 3 mln.
Voorzieningen
S
Voldoen verplichtingen
In planperiode kan aan (onderhouds)verplichtingen worden voldaan
Grondexploitatie
S
Strategische grondpositie
Voorraad strategische gronden ontwikkelt zich ≤ € 1mln.
S
In exploitatie genomen
W
Voorziene risico’s
In exploitatie genomen gronden neemt volgens planning gestaag af. Begroting 2014 € 3,7 mln; is > dan 25% van gronden in exploitatie.
171
Normenkader dashboard Financiële functie gemeente Sint-Michielsgestel
Voldoet
Vraagt nadrukkelijk aandacht
Zorgwekkend
Begrotingsevenwicht
Structureel
Begroting sluit meerjarig.
Ongedekt tekort is < € 0,5 mln.
Ongedekt tekort is ≥ € 0,5 mln.
Incidenteel
Geen incidentele tekorten.
Incidenteel tekort is < € 0,5 mln
Incidenteel tekort is ≤ € 0,5 mln.
Flexibiliteit
Ombuigingsmarge ≥2% begroting
Ombuigingsmarge <1% begroting
Ombuigingsmarge is nagenoeg nihil
Ombuigingen
Implementatie volgens plan
Incidentele verliezen op ombuigingen
Structurele verliezen op ombuigingen
Belastingdruk
Gemiddeld of beneden gemiddeld
Bovengemiddeld incidenteel
Bovengemiddeld structureel
Belastingcapaciteit (OZB)
Gelijk of beneden macro-norm
Boven macro-norm incidenteel
Boven macronorm structureel
Materieel evenwicht
Incidentele lasten ≥ incidentele baten
Incidentele baten > incidentele lasten (incidenteel)
Incidentele baten > incidentele lasten (structureel)
Risicofunctie budget
Risicobeslag uit budgetcapaciteit
≤ 50% risicobeslag uit budgetcapaciteit.
≤ 25% risicobeslag uit budgetcapaciteit.
Ontwikkeling reserves ≥ bench
Ontwikkeling reserves ≥80% bench
Ontwikkeling reserves <80% bench
Reserves Omvang Aanwendbaarheid
≥ 10% omvang reserves flexibel
< 10% omvang reserves flexibel
< 5% omvang reserves flexibel
Investeringsfunctie
Omvang VIR jaar X + 3 ≥ € 5 mln.
Omvang VIR jaar X + 3 < € 5 mln.
Omvang VIR jaar X + 3 < € 1 mln.
Financieringsfunctie
≥ 50% vaste activa gefinancierd met reserves
< 50% vaste activa gefinancierd met reserves
< 25% vaste activa gefinancierd met reserves
Inkomensfunctie
Financieringssaldo structureel op niveau
Financieringssaldo incidenteel onder niveau
Financieringssaldo structureel onder niveau
Risicofunctie vermogen
Beslag uit primair weerstandsvermogen
Beslag uit primair + secundair. weerstandsvermogen
Beslag overstijgt weerstandsvermogen
Eigen vermogen/Totaal vermogen ≥ 0,50
Eigen vermogen/Totaal vermogen < 0,50
Eigen vermogen/Totaal vermogen < 0,25
Ratio’s Solvabiliteit Financieringspositie
Structureel financieringsoverschot
Incidenteel financieringstekort
Structureel financieringstekort
Spreiding renterisico’s
Voldoen aan renterisiconorm
Incidenteel niet voldoen aan renterisiconorm
Structureel niet voldoen aan renterisiconorm
Voldoen aan EMU-norm
Beslag ≤ dan EMU-norm
Beslag incidenteel > dan EMUnorm
Beslag structureel > dan EMUnorm
Dekking 100%, inclusief beoogde kwaliteit
Dekking < 100%, bijsturen op kwaliteit
Dekking <100%, bijsturen op kwaliteit + beslag op algemene middelen
Strategische grondpositie
Voorraad ≤ € 1 mln.
Voorraad > € 1 mln.
Voorraad ≥ € 2,0 mln
In exploitatie genomen
Voorraad ≤ € 5 mln.
Voorraad ≤ € 10 mln.
Voorraad > € 10 mln.
Voorziene risico’s
≥ 25% gronden in exploitatie
≥10% van gronden in exploitatie
<10% van gronden in exploitatie
Voorzieningen Voldoen verplichtingen
Grondexploitatie
172