Programmabegroting 2012
Colofon
Delft, oktober 2011 Programmabegroting 2012 Samenstelling Hoogheemraadschap van Delfland Foto omslag Kustversterking bij Scheveningen Fotograaf Peter van Oosterhout Hoogheemraadschap van Delfland Phoenixstraat 32 Postbus 3061 2601 DB DELFT tel: 015-2608108 www.hhdelfland.nl
Programmabegroting 2012
2
Delfland in kengetallen
Omschrijving Oppervlakte van het gebied van Delfland Aantal inwoners Aantal gemeenten (gedeeltelijk) binnen Delfland Aantal huishoudens Begroting 2012 Exploitatiekosten Exploitatie opbrengsten Exploitatieresultaat Investeringsvolume Leningenportefeuille Watergangen in beheer Primaire watergangen Secundaire watergangen Polderwater Boezemwater Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal Aantal
boezemgemalen inlaatgemalen circulatiegemalen poldergemalen mobiele pompen permanent geplaatst sluizen stuwen
Aantal/eenheid 440 km2 1.400.000 14 465.000
€ 239.344.000 € 214.608.000 -/- € 24.734.000 € 40.400.000 € 470.000.000 4.325 1.182 3.143 3.700 625
kilometer kilometer kilometer kilometer kilometer 6 2 3 195 6 9 1.944
Aantal windmolens Aantal oppervlaktewater zuivering Aantal polders Aantal peilvakken Lengte primaire waterkering Lengte regionale waterkering
5 1 81 502 54 kilometer 689 kilometer
Aantal afvalwaterzuiveringsinstallaties Aantal rioolpersgemalen Lengte rioolpersleidingen
4 34 165 kilometer
Programmabegroting 2012
3
Programmabegroting 2012
4
Inhoud 1
2
3
4
5
Samenvatting .......................................................................................................... 7 1.1 Inleiding .......................................................................................................... 7 1.2 Financiële analyse op hoofdlijnen ........................................................................ 7 1.3 Hoofdpunten per programma ............................................................................. 9 Programma‟s ......................................................................................................... 13 2.1 Programma Schoon water ................................................................................ 13 2.2 Programma Voldoende water ............................................................................ 17 2.3 Programma Stevige dijken ............................................................................... 21 2.4 Programma Gezuiverd afvalwater...................................................................... 25 2.5 Programma Instrumenten ................................................................................ 29 2.6 Programma Organisatie ................................................................................... 33 2.7 Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien ........................................................ 39 Paragrafen ............................................................................................................ 41 3.1 Ontwikkelingen .............................................................................................. 41 3.2 Uitgangspunten en normen .............................................................................. 43 3.3 Kostentoerekening ......................................................................................... 45 3.4 Financiering ................................................................................................... 47 3.5 Bestemmingsreserves en voorzieningen ............................................................. 51 3.6 Weerstandsvermogen ...................................................................................... 53 3.7 Waterschapsbelastingen .................................................................................. 57 3.8 Verbonden partijen ......................................................................................... 61 3.9 EMU-saldo ..................................................................................................... 63 Financiële overzichten ............................................................................................ 65 4.1 Tabel kosten en opbrengsten ............................................................................ 65 4.2 Voorgenomen investeringen ............................................................................. 67 4.3 Overzicht programma‟s naar taken .................................................................... 69 Lijst van begrippen en afkortingen ........................................................................... 71
Programmabegroting 2012
5
Programmabegroting 2012
6
1 Samenvatting 1.1 Inleiding De achtergrond waartegen de programmabegroting 2012 en de programmaplannen 2012 worden opgesteld, is de motie Dijkema van november 2009. Op grond van deze motie zijn de doelstellingen van het WBP 2010-2015 uitgespreid over een langere periode, is een herijking van de werkmethoden van Delfland gestart en is het strategische uitgangspunt neergelegd van een sluitende exploitatie in 2014 en een positief vermogen in 2018. Om dit te bereiken is onder andere het maximale investeringsvolume teruggebracht van € 95 miljoen naar gemiddeld € 55 miljoen per jaar. Ook zijn bezuinigingen doorgevoerd in de exploitatie waaronder de personele kosten. Deze bezuinigingen lopen op tot € 18 miljoen in 2014. Het uitspreiden van de doelstellingen, het introduceren van de nieuwe werkmethoden en het doorvoeren van de bezuinigingen leiden vanaf 2011 in toenemende mate tot spanning in de organisatie. Voor het jaar 2012 wordt deze spanning zichtbaar in capaciteitstekorten in het werkproces, met name op het gebied van beleid- en instrumentariumontwikkeling, planvorming en regulering en toezicht. In 2012 worden de knelpunten opgevangen binnen het totaal van de taakstellende bezuinigingsopgave tot 2014. Daarmee blijft het mogelijk de programmadoelstellingen voor 2012 te realiseren, maar kan niet worden voorkomen dat de organisatie in het aankomende jaar in het licht van de bezuinigingsopgave aanloopt tegen de grenzen van wat nog haalbaar is. Voor nieuwe belangrijke dossiers, zoals de doortrekking van de A4, de Rotterdamse baan en de nieuwe tunnel onder de Nieuwe Waterweg, maar ook voor bestuurlijke ontwikkelingen in het gebied van Delfland, zoals rond het Waterkader Haaglanden en de Metropoolregio, moet aanvullende capaciteit beschikbaar worden gesteld. En voor de realisatie van de programmadoelen voor de jaren 2013 tot en met 2015 zal een analyse moeten plaatsvinden naar de haalbaarheid. Hiervoor wordt de kadernota voor het jaar 2013 gebruikt.
1.2 Financiële analyse op hoofdlijnen Exploitatie Uit de nieuwe meerjarenraming 2012-2016 blijkt dat in de jaarschijf 2014 nog steeds sprake is van een sluitende exploitatie. Exploitatiesaldi 2012-2016 ( * € 1 miljoen)
2012
2013
2014
2015
2016
Saldi meerjarenraming 2012-2016
-24,7
-2,4
11,4
12,8
14,7
In deze prognose is de structurele bezuiniging van € 18 miljoen verwerkt. Nog niet verwerkt is een eventuele bijstelling van het resultaat over het lopende jaar 2011. Ten slotte moet bij de ontwikkeling van de exploitatiesaldi een voorbehoud gemaakt worden ten aanzien van verslechterende economische omstandigheden, blijvende onzekerheid op de financiële markten, verdergaande bezuinigingen door het Rijk en mogelijke tegenvallers als gevolg hiervan. In de onderstaande tabel zijn de saldi van de meerjarenraming 2012-2016 verdeeld naar de diverse programma‟s. Tabel meerjarenbegroting 2012-2016 saldi per programma (bedragen * € 1.000) Programma Schoon water Voldoende water Stevige dijken Gezuiverd afvalwater Instrumenten
Programmabegroting 2012
Rekening 2010
Begroting 2011*
2012
2013
2014
2015
2016
-2.689
-3.143
-3.321
-3.323
-3.624
-3.641
-3.992
-41.883
-33.803
-38.058
-37.643
-38.035
-38.574
-40.116
-9.605
-9.804
-11.242
-11.199
-12.285
-14.445
-14.903
-112.432
-110.668
-113.069
-112.295
-113.585
-115.073
-116.378
-12.822
-9.578
-9.054
-8.739
-8.472
-8.501
-8.561
7
(bedragen * € 1.000) Programma
Rekening 2010
Begroting 2011*
2012
2013
2014
2015
2016
Organisatie: Heffing en invordering Bestuur,externe communicatie en crisisorganisatie Bedrijfsvoering Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Totaal (- = nadelig) * na Burap 2
-5.474
-5.513
-5.505
-5.897
-6.029
-6.164
-6.164
-5.468
-5.634
-5.644
-5.595
-4.959
-4.924
-4.971
-24.921
-24.938
-23.836
-24.637
-22.884
-24.093
-24.866
169.548
165.004
184.996
206.938
221.254
228.183
234.634
-45.746
-38.077
-24.734
-2.389
11.381
12.768
14.682
Bezuinigingen In de meerjarenraming is een structurele bezuiniging van in totaal € 18 miljoen verwerkt. Deze bezuinigingen betreffen zowel salariskosten als materiële kosten. In de onderstaande tabel wordt de invulling van de de bezuinigingen weergegeven. Invulling bezuinigingen (bedragen * 1 miljoen)
2011
2012
2013
2014
Ingevuld personeel
€
1,1
€
4,7
€ 5,4
€ 6,3
Ingevuld materieel
€
5,3
€
7,2
€ 8,5
€ 9,5
Totaal ingevuld
€
6,4
€ 11,9
€ 13,9
€ 15,8
Totale taakstelling
€ 18,0
Stelpost
€ 2,2
De conclusie is dat de invulling van de bezuiniging op schema ligt. Voor de jaren 2013 en 2014 dient de personele invulling nog wel te worden afgerond. Afgesproken is om jaarlijks de personele invulling van de taakstelling voor het volgende jaar te bepalen. Voorlopig is in 2014 hiervoor een stelpost opgenomen. Investeringen In de Kadernota 2011 is naar aanleiding van de motie Dijkema het maximale jaarlijkse investeringsvolume van Delfland verlaagd van € 95 miljoen naar gemiddeld € 55 miljoen. Binnen dit maximale volume moeten de doelstellingen van de programma‟s in de lopende planperiode tot 2015 behaald kunnen worden. Op grond van de realisatie van de investeringen in het jaar 2010 is duidelijk geworden dat de daadwerkelijke jaarlijkse investeringen bij het maximale volume nog achterblijven. De vertragingen in de planningen houden verband met de toegenomen complexiteit. De eerdergenoemde gebiedsintegraliteit van de opgaven van Delfland zorgt ervoor dat een grotere mate van afhankelijkheid bestaat van andere partijen en dat meer afstemming van plannen nodig is dan voorheen. De aan de plannen verbonden vergunningstrajecten kennen bovendien een groter afbreukrisico. Ten behoeve van de Programmabegroting 2012 zijn de investeringsramingen van de programma‟s tegen het licht gehouden. Daaruit zijn voor 2012 de volgende investeringsramingen per programma voortgekomen. Investeringsraming 2012 (* € 1 miljoen) Raming per programma
Schoon water 2,8
Voldoende water 10,6
Stevige dijken 13,4
Gez. afvalwater 12,6
Instrumenten
Organisatie 0
1,0
De in de tabel opgenomen investeringsramingen zijn voor 2012 getoetst op realisme en haalbaarheid in de planvorming en uitvoering. Dat laat onverlet dat zich onvoorziene gebeurtenissen kunnen voordoen die zich vertalen in een afwijking in de realisatie. De totale raming voor 2012 bedraagt circa € 40 miljoen. Voor 2013 en verder wordt vooralsnog een jaarlijks investeringsvolume gehanteerd van € 55 miljoen. In de kadernota 2013 zullen deze bedragen afgestemd worden op de beoogde doelrealisatie in de programma´s.
Programmabegroting 2012
8
1.3 Hoofdpunten per programma In het licht van een duurzaam financieel beleid heeft in de Kadernota 2011 een grondige herbezinning plaatsgevonden op de doelen en het tempo waarin die doelen moeten worden gerealiseerd. Het implementeren en het borgen van de herbezinningen in de vorm van bezuinigingen en formatiereductie zullen enkele jaren vergen. De programmabegroting 2012 is daarvan het tweede jaar. In de paragrafen per programma, verderop in deze programmabegroting, worden de keuzen vertaald naar doelen, resultaten en prestatie-indicatoren voor 2012. Programma Schoon water De doelen voor het programma Schoon water vinden hun grondslag in de volgende twee beleidssporen: Het Waterbeheerplan 2010-2015, zoals vastgesteld in november 2008 door de verenigde vergadering (VV); De Kadernota 2011, zoals vastgesteld in de VV van juni 2010, evenals het daaruit voortvloeiende implementatieplan en veegbesluit. Terwijl de eerste vooral de ambities van Delfland benadrukt, stelt de tweede daar de huidige financieel-economische realiteit tegenover. Dit is samengevat in het programmaplan 20112015. Kort samengevat, de WBP doelstellingen zijn hierdoor niet bijgesteld, er is alleen sprake van fasering in de tijd. Dit wil zeggen dat niet alle WBP doelstellingen voor de waterkwaliteit in deze planperiode worden bereikt, maar in een volgende planperiode. De beleidsdoelstelling verwoord in het WBP om te voldoen aan de chemische kwaliteitseisen blijft voor deze planperiode wél overeind. En omdat ‟wat moet dat moet‟ zal Delfland de resultaatverplichting blijven nakomen zoals is opgenomen in het Stroomgebiedbeheerplan 2010-2015 (KRW). Daarnaast wordt er binnen de dossiers Zwemwater en Vismigratie geprioriteerd binnen een taakstellend budget. Er is bovendien nog een taakstellend budget voor lokale knelpunten toegevoegd omdat Delfland weliswaar verplichtingen heeft vanuit de Europese Kaderrichtlijn Water, maar ondanks dat kunnen nu lokaal knelpunten voorkomen waar Delfland ook een verantwoordelijkheid voor heeft als waterkwaliteitsbeheerder. Kadernota 2012 In de Kadernota 2012 is de lijn van het vorige programmaplan verder verfijnd en geconcretiseerd voor 2012. Belangrijke toevoeging is dat Delfland hierin kiest om in het proces rondom het afleiden van ecologische doelen voor de overige (niet KRW) wateren terughoudendheid te betrachten. De intentie is om in de planperiode 2010-2015 geen opgave vast te stellen voor de overige wateren, bovenop de reeds vastgestelde waterkwaliteitsopgaven in het WBP. Op basis van deze uitgangspunten kunnen nu de doelen voor de komende planperiode worden samengevat. Daartoe wordt binnen het programma Schoon water onderscheid gemaakt in de volgende vijf programmalijnen: Chemische waterkwaliteit Ecologische waterkwaliteit ZwemwaterenVismigratie Lokale knelpunten. Programma Voldoende water Het programma Voldoende water gaat over een goede waterhuishouding voor zowel grond- als oppervlaktewater. Door het watersysteem goed in te richten, te beheren en te onderhouden, ligt er in de reguliere situatie een efficiënt watersysteem, verkleint Delfland de kans op wateroverlast en zorgt Delfland voor een goede aanvoer van water. Klimaatverandering en verstedelijking plaatsen Delfland voor nieuwe uitdagingen bij het waterkwantiteitsbeheer. Kortom, Delfland zet in op een functioneel, veilig en veerkrachtig watersysteem voor nu en voor de toekomst.
Programmabegroting 2012
9
Om dit te bereiken zijn er vier programmalijnen geformuleerd: Optimaal regulier beheer Voorkomen wateroverlast boezem Voorkomen wateroverlast polder Goede zoetwatervoorziening. Deze onderverdeling vloeit voort uit het Waterbeheerplan 2010-2015 (WBP 4). Voor het programmadoel wateroverlast vanuit het WBP is een verdeling gemaakt tussen wateroverlast in boezem en polders. Dit, omdat de realisatiestrategieën voor deze twee programmadoelen wezenlijk verschillen zijn. Programma Stevige dijken Doelen van dit programma zijn het verbeteren van primaire en het toetsen van keringen, het in stand houden van de kerende het actueel houden van beleid en legger en beheerregister onderzoek, kennisontwikkeling en het stimuleren van innovaties de programmadoelen.
risicovolle regionale keringen, functie van de waterkeringen, en het actief participeren in ten bate van het behalen van
Binnen het programma Stevige dijken zijn de volgende drie programmalijnen geformuleerd: Primaire waterkeringen Regionale waterkeringen Overige waterkeringen. Programma Gezuiverd afvalwater In het Waterbeheerplan 2010 – 2015 zijn de doelen geformuleerd: Delfland blijft voldoen aan alle wettelijke eisen voor het transporteren en zuiveren van afvalwater en het verwerken van zuiveringsslib. Het beheer van de afvalwaterketen is doelmatiger en duurzamer geworden. Delfland heeft nog meer inzicht in de werking en de kosten(opbouw) van de afvalwaterketen. De doelen van programma Gezuiverd afvalwater laten zich onderbrengen in drie programmalijnen: Transporteren Zuiveren Doelmatigheid. Programmalijn Transporteren Transporteren van door gemeenten aangeboden afvalwater naar de afvalwaterzuiveringsinstallaties. Doel: Delfland voldoet aan de afnameverplichting die gezamenlijk is vastgesteld door Delfland en gemeenten Voldoen aan de afnameverplichting houdt in dat het door gemeenten aangeboden afvalwater wordt ontvangen en getransporteerd naar de afvalwaterzuiveringsinstallaties. Het transportsysteem heeft een begrensde maximale capaciteit. Bij grote aanvoerhoeveelheden bestaat altijd de mogelijkheid dat een keer overgestort wordt op oppervlaktewater. Het streven bij deze programmalijn is om zoveel als mogelijk het aangeboden afvalwater te transporteren en daarbij het optreden van overstorten te beperken. Programmalijn Zuiveren Zuiveren van het aangeboden afvalwater en verwerking van het vrijkomend slib. Zuiveren en slibverwerking zijn onderworpen aan wettelijke regels. Doel: Voldoen aan de wettelijke eisen voor zuiveren en slibverwerking Het naar de afvalwaterzuiveringsinstallaties getransporteerd afvalwater wordt gezuiverd. Het gezuiverde effluent wordt geloosd op oppervlaktewater. Bij het zuiveren ontstaat zuiveringsslib. De verwerking van het zuiveringsslib valt ook onder de programmalijn Zuiveren. Decentraal zuiveren van afvalwater door middel van IBA‟s (Individuele Behandeling van Afvalwater) valt ook onder deze programmalijn. Voor zuiveren en slibverwerking zijn veel wettelijke eisen van toepassing. Het doel van de programmalijn Zuiveren is om volledig te voldoen aan alle gestelde eisen. Indien betere
Programmabegroting 2012
10
zuiveringsprestaties dan de eisen een negatieve invloed hebben op de kosten wordt gekozen voor het zo laag mogelijk houden van de kosten. Programmalijn Doelmatigheid Verbeteren van de prijs-prestatieverhouding van het zuiveringsbeheer. In eerste instantie wordt gekeken naar de prijs-prestatieverhouding van het zuiveringsbeheer waar Delfland verantwoordelijk voor is. Dit is vanaf het overnamepunt waar gemeenten afvalwater aanbieden tot en met het lozen van het effluent. In tweede instantie wordt gekeken naar de laagste kosten in de hele afvalwaterketen, inclusief de gemeentelijke riolering. Energiebesparing is een onderdeel van deze programmalijn. Doel: Verbeteren van de prijs-prestatie verhouding De prijs-prestatieverhouding, uitgedrukt in euro‟s per VE (vervuilingseenheid) en per kubieke meter, is een maat voor de doelmatigheid van alle zuiveringsactiviteiten als geheel. Het doel van deze programmalijn is om de kosten zover mogelijk omlaag te brengen, binnen de wettelijke eisen en met zo min mogelijk overlast voor de burger en het milieu. De programmalijn omvat alle projecten en activiteiten die hoofdzakelijk dit doel dienen. Samenwerken in de afvalwaterketen is een breed begrip. Samenwerken is geen doel op zich, maar een middel om doelen te bereiken. Op veel onderdelen van het programma Gezuiverd afvalwater is samenwerking met gemeenten nodig om de doelen te bereiken. In de programmabeschrijving worden steeds de te bereiken doelen beschreven. Bij samenwerkingsafspraken wordt gestreefd naar duidelijke afspraken, met kaders en sancties. Het Waterbeheerplan 2010-2015 en de andere basisdocumenten geven doelen aan voor de periode tot en met 2015. Duurzaamheid vormt een randvoorwaarde. Bij alle werkzaamheden is van belang dat de overlast voor burgers en milieu minimaal is. Resultaten programma Het transporteren en zuiveren van afvalwater is in hoofdzaak een continu verlopende activiteit. Het grootste deel van de activiteiten heeft een exploitatiekarakter. Om het resultaat te behalen wordt een proces doorlopen. Programma Instrumenten De doelstelling van het programma Instrumenten is de doelmatige en effectieve ontwikkeling, inzet en uitvoering van (een mix van) instrumenten om de inhoudelijke programmadoelen te bereiken en wettelijke taken uit te voeren. De doelen van het programma Instrumenten laten zich onderbrengen in drie programmalijnen: Gebiedsgericht samenwerken Regulering en toezicht Communicatie. Resultaten Per programmalijn zijn de volgende resultaten benoemd: Resultaten programmalijn Gebiedsgericht samenwerken Delfland zet meer in op meekoppelen met ruimtelijke plannen van derden om slimmer en met minder geld de doelen van Delfland te bereiken. Accountmanagement ondersteunt de bestuurlijke overleggen, de gebiedsagenda is daarbij een behulpzaam overzicht. De watersysteemanalyses worden gebiedsgericht en flexibel ingezet en ondersteund door 3Di. Ook in 2012 zal Delfland niet meewerken aan nieuwe waterplannen en daar waar noodzakelijk en een duidelijke meerwaarde is, zal Delfland wel meewerken aan het actualiseren van uitvoeringsprogramma‟s. Het wateradvies wordt proactief uitgevoerd. Het aantal complexe plannen (zoals Rotterdamse baan) waarvoor coördinatie nodig is, zal toenemen. Resultaten programmalijn Regulering en toezicht De basisinspanning van regulering en toezicht vindt plaats om te voldoen aan wettelijke eisen ten aanzien van het in stand houden van het watersysteem. Het toezicht vindt plaats daar waar de meeste risico‟s zijn en bijgedragen wordt aan de inhoudelijke doelen van Delfland. Vanuit
Programmabegroting 2012
11
het programma Schoon water wordt extra inzet gevraagd voor de aansluitstrategie van de glastuinbouw op de riolering. De inhoudelijke sturing op dit extra toezicht vindt plaats vanuit het desbetreffende inhoudelijke programma. Het afhandelen van calamiteiten behoudt daarbij de hoogste prioriteit. Resultaten programmalijn Communicatie Relevante doelgroepen kennen de doelen, kerntaken en dienstverlening van Delfland. Deze doelgroepen vinden Delfland deskundig en nuttig, waardoor draagvlak ontstaat. Burgers en ondernemers begrijpen waarvoor ze belasting betalen. Delfland zet in 2012 in op het verbeteren van de reputatie van Delfland. Op basis van de uitkomsten van een nulmeting in de tweede helft van 2011, wordt beoordeeld welke doelstelling(en) voor het verbeteren van de reputatie smart zijn te formuleren. Verder wil Delfland optimaal gebruik maken van digitale middelen/media. Dit betekent een optimale inzet van social media. Hierbij maakt Delfland in toenemende mate gebruik van (bewegende) beelden. Ten slotte zet Delfland in op effectiviteit en kostenbewustzijn. Daarom onderzoekt het de effectiviteit van onze communicatie-middelen. Op basis daarvan wordt de inzet van de communicatiemiddelen bezien en het communicatiebeleid zo nodig aangepast. In ieder programma is een communicatieparagraaf opgenomen. De aansturing daarvan vindt plaats vanuit de inhoudelijke programma‟s. De uitwerking per kwartaal is opgenomen in de communicatiekalender. Programma Organisatie Doelen programma De doelstelling van het programma Organisatie is „een volwaardige ondersteuning van alle programma’s van Delfland door het zijn van een effectieve en efficiënte overheidsorganisatie’. Het programma organisatie betreft niet alleen de ontwikkeling van de bedrijfsvoering, maar ook de ontwikkeling van de gehele organisatie. Om dit te bereiken is het programma Organisatie opgedeeld naar drie programmalijnen: Sturing Organisatieontwikkeling Ondersteunende producten. Daarmee combineren we de veranderagenda uit 2011 (en het verandertraject) en de diverse werkzaamheden die binnen Delfland op ondersteunend gebied worden verricht. Programmalijn Sturing Met betrekking tot sturing is de volgende hoofddoelstelling geformuleerd: De sturing van Delfland is volledig geïmplementeerd volgens het besturingsmodel van Delfland en gericht op een duurzame en toekomstbestendige organisatie. Dit is uitgewerkt in een aantal subdoelstellingen: Programmasturing is de dominante sturingslijn binnen Delfland; Een toekomstbestendige koersbepaling en positionering van Delfland, in relatie tot Delflandse concern- en programmadoelen, onder andere door het anticiperen op en beïnvloeden en verbinden van in- en externe ontwikkelingen; Het vergroten van de vernieuwingskracht van Delfland door samen beter en slimmer de programmadoelen van Delfland op doelmatige wijze te bereiken; Het behalen van de doelstellingen uit het klimaatakkoord Unie-Rijk. Programmalijn Organisatieontwikkeling Met betrekking tot sturing is de volgende hoofddoelstelling geformuleerd: Delfland blijft efficiënt en effectief door de interne organisatie aan te passen aan veranderende omstandigheden. Programmalijn Ondersteunende producten Voor de ondersteunende producten (en dienstverlening) zijn twee hoofddoelstellingen geformuleerd. De financiële huishouding van de organisatie is op korte en op lange termijn op orde en er is een efficiënte en effectieve ondersteuning aan de programma’s van Delfland door een optimale afstemming van vraag en aanbod van de ondersteunende producten.
Programmabegroting 2012
12
2 Programma’s 2.1 Programma Schoon water Binnen het programma Schoon water is een onderscheid gemaakt in de volgende vijf programmalijnen: Chemische waterkwaliteit Ecologische waterkwaliteit Vismigratie Zwemwateren Lokale knelpunten. De onderstaande tabellen geven per programmalijn de doelen, resultaten en prestatieindicatoren weer. Doelen, resultaten en prestatie-indicatoren Programmalijn Chemische Waterkwaliteit Doel Resultaat Chemische waterkwaliteit voldoet aan Chemische waterkwaliteit in Delfland voldoet normen beleidsdoelstelling WBP aan normen volgens BKMW (besluit kwaliteitseisen monitoring water) en RMKW (regeling monitoring kaderrichtlijn water) en aan WBP-normen voor N en P Uitvoering jaarlijkse onderhouds baggerprogramma (programma Voldoende water) Prestatie-indicator In 2012 zal het N-gehalte in de West- en Oostboezem respectievelijk 4,2 en 2,4 mg/l bedragen Baggeren 396 ha Programmalijn Ecologische Waterkwaliteit Doel Resultaat Realiseren ecologische voorzieningen Realisatie 17,7 ha natuurvriendelijke oevers in aangewezen waterlichamen (NVO) in aangewezen waterlichamen Uitvoering jaarlijkse onderhouds baggerprogramma (programma Voldoende water) Prestatie-indicator In 2012 zullen geen NVO en vispaaiplaatsen worden gerealiseerd Programmalijn Vismigratie Doel Binnen het watersysteem van Delfland vrije vismigratie mogelijk maken
Resultaat Zo veel mogelijk van de dertig vismigratieknelpunten, maar op zijn minst de acht benoemde KRW-knelpunten oplossen binnen taakstellend budget Bij groot onderhoud aan pompen en gemalen wordt installatie visvriendelijk gemaakt, voor zover doelmatig
Prestatie-indicator In 2012 worden minimaal 2 vismigratie-knelpunten opgelost Bij 80% van de renovatie en nieuwbouw van gemalen worden deze vispasseerbaar gemaakt en bij 100% visveilig
Programmabegroting 2012
13
Programmalijn Zwemwater Doel Aangewezen zwemwaterlocaties moeten geschikt zijn voor zwemmen
Resultaat Voldoen aan bacteriële normen EUzwemwaterrichtlijn op 17 locaties In 2015 slechts bij hoge uitzondering tijdelijk zwemverbod a.g.v. blauwalg op zes afgesproken locaties
Prestatie-indicator In 2012 worden op de 6 plassen in totaal gedurende 30 weken negatieve zwemadviezen en waarschuwingen gegeven Programmalijn Lokale knelpunten Doel Aanpakken en voorkomen overlast binnen taakstellend budget
Resultaat Zoveel mogelijk afgesproken lokale knelpunten worden opgelost binnen taakstellend budget
Prestatie-indicator 100% oplossen van halfjaarlijks vastgestelde lijst van lokale knelpunten Bij uitvoering van aangewezen maatregelen m.b.t. lokale knelpunten worden naar tevredenheid van melders opgelost Bij de prestatie-indicatoren moet in acht worden genomen dat zij in sommige gevallen zijn gebaeerd op te behalen resultaten in 2015 welke naar 2012 zijn geëxtrapoleerd. Wat mag het kosten? Exploitatie: Programma Schoon water (bedragen * € 1.000)
Jaar rekening 2010
Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2011 na 2012 2013 2014 2015 2016 Burap 2
Lasten Directe kosten Toegerekende salarissen Rente en afschrijving
1.825
1.710
1.719
1.630
1.605
1.485
1.486
928
1.139
1.389
1.395
1.365
1.155
1.173
21
294
213
298
654
1.001
1.333
2.774
3.143
3.321
3.323
3.624
3.641
3.992
Directe opbrengsten
-85
0
0
0
0
0
0
Totaal baten
-85
0
0
0
0
0
0
2.689
3.143
3.321
3.323
3.624
3.641
3.992
Totaal lasten Baten
Netto lasten programma
Investeringen: In de onderstaande tabel is het geraamde bruto investeringsbedrag voor 2012 opgenomen. Tabel geraamde investeringen Schoon water (bedrag * € 1 miljoen) 2012 Schoon water
Programmabegroting 2012
2,8
14
Uitgangspunt bij de investeringen voor het programma Schoon water is de KRWresultaatsverplichting. Deze Europese richtlijn stelt dat Delfland eind 2015 17,7 ha natuurvriendelijke oevers en 10,3 ha vispaaiplaatsen heeft aangelegd, evenals het uitvoeren van een aantal onderzoeken en vispasseerbaar maken van een achttal vismigratieknelpunten. In totaal is binnen het programma een investeringsbudget beschikbaar van € 40 miljoen. Binnen het programma dient de KRW-resultaatsverplichting met prioriteit te worden aangepakt. Vanuit de risico-analyse in het programma zijn beheersmaatregelen geformuleerd om te voorkomen dat dit doel niet bereikt wordt, belangrijk daarbij is dat bij eventuele knelpunten tijdig bestuurlijk zal worden geëscaleerd. Risicomanagement Wat betreft het risicomanagement wordt uitgegaan van drie niveaus waarop het programmamanagement betrekking heeft: beneden: risico‟s die ontstaan door individuele activiteiten of investeringen binnen het programma; binnen: risico‟s die ontstaan door het waterschap zelf (bijvoorbeeld door eigen beleid); buiten: risico‟s die ontstaan buiten het waterschap (bijvoorbeeld door externe partijen). Voor het programma Schoon water is een eerste quickscan verkenning van mogelijke risico‟s uitgevoerd. Dit levert het volgende inzicht op: Risico Beneden
Beheersmaatregel
Maatregelen blijken niet (helemaal) het gewenste effect te hebben
Specifieke communicatie, onderzoekprogramma hierop afstemmen, interne en externe controles inbouwen
Kosten ecologische voorzieningen (NVO‟s, VVP‟en, vismigratie) zijn groter dan voorzien
Tijdige escalatie/verantwoording naar bestuur, voortgangsgesprekken en rapportages
Aanpakken van lokale knelpunten/ zwemwatermaatregelen oogt weinig zinvol, te weinig zinvolle lokale knelpunten Beperkte capaciteit/flexibiliteit, waardoor nieuwe opdrachten leiden tot fasering van anderen; leidt tot later of niet bereiken doelen
Volgen van inventarisatie, tijdig bestuurlijk escaleren
Samenwerking binnen het programma
Afspraken proactief tussen teams borgen, issues bespreken in programmateam
Afspraken proactief tussen teams borgen
Binnen Buiten Gebiedspartners komen gemaakte afspraken met betrekking tot hun bijdrage (ecologische voorzieningen/zwemwateren) niet na of zijn niet te maken Te weinig gebiedskansen voor ecologische voorzieningen (NVO‟s, VVP‟en) Draagvlak voor ecologische voorzieningen is binnen gebied te laag Externe wet- en regelgeving verzwaart bereiken van doelstellingen programma Aangelanden houden zich stelselmatig niet aan de regels (NVO‟s, lozingen)
In vroeg stadium inschakelen bestuurders, regelmatig contact met gebiedspartners over Schoon water-issues
Invasieve exoten belemmeren doelrealisatie KRW Economische tij verlaagt de prioriteit voor waterkwaliteitsverbetering
Nader onderzoek, monitoring
Programmabegroting 2012
Tijdig onderzoek naar alternatieven (ecologisch beheer, beïnvloeding Brussel) Specifieke communicatie-strategie Ambtelijke en bestuurlijke beïnvloeding in bepaalde gremia Communicatie, voorlichting, goede relatie met aangelanden onderhouden, handhaving, regels versoepelen (of zodanig beïnvloeden)
Bestuurlijk overleg, beïnvloeding wet- en regelgeving, eigen bestuurlijke profilering
15
Programmabegroting 2012
16
2.2 Programma Voldoende water Binnen het programma Voldoende water is een onderscheid gemaakt in de volgende vier programmalijnen: Optimaal regulier beheer Voorkomen wateroverlast boezem Voorkomen wateroverlast polder Goede zoetwatervoorziening. De onderstaande tabellen geven per programmalijn de doelen, resultaten en prestatieindicatoren weer. Doelen, resultaten en prestatie-indicatoren Programmalijn Optimaal regulier beheer Doel Resultaat Het op orde houden van het Een kwantitatief goed functionerend bestaande watersysteem watersysteem, zoals vastgelegd in de legger Waarborgen van het tijdig kunnen afvoeren van overtollige neerslag en indien nodig tijdig kunnen aanvoeren van water Het bereiken van het vastgestelde peil door het inzetten van de daartoe ingerichte objecten. Daarnaast het verschaffen van een betrouwbaar en representatief beeld van de hydrologische hoedanigheid De belangen van Delfland ten aanzien van Voldoende water veilig stellen Delfland heeft en ontwikkelt actueel beleid en instrumenten ten aanzien van het beheer van het watersysteem Delfland benut en ontwikkelt de kennis om het watersysteem op een efficiënte en indien mogelijk innovatieve manier te beheren en te onderhouden Prestatie-indicator In 2012 is 83% peil op orde. Programmalijn voorkomen wateroverlast boezem Doel Resultaat Het boezemsysteem voldoet in 2015 Het verbeteren van het boezemwatersysteem aan de normering vanuit het NBW om te voldoen aan de gestelde norm Goed beeld op de werkelijke knelpunten en mogelijke oplossingsrichtingen, gerelateerd aan de wettelijk vastgelegde norm Prestatie-indicator In 2012 wordt nul kilometer opgelost maar zijn wel 11 projecten onderhanden.
Programmalijn voorkomen wateroverlast polder Doel Resultaat In 2050 voldoen alle polders aan de Het verbeteren van het polderwatersysteem NBW normering. Om dat te bereiken om te voldoen aan de gestelde norm zijn in 2015 de grootste (grootste Het uitbreiden van operationele kunstwerken kans op grote wateroverlast) die een bijdrage leveren indien nodig aan het knelpunten opgelost afvoeren en aanvoeren van water van of naar
Programmabegroting 2012
17
het polderwatersysteem Het beïnvloeden van planvorming van derden en het maken van afspraken over de maatregelen ter bestrijding en/of acceptatie van wateroverlast en het oplossen van knelpunten in het watersysteem Goed beeld op de werkelijke knelpunten en mogelijke oplossingsrichtingen, gerelateerd aan de wettelijk vastgelegde norm Prestatie-indicator In 2012 worden 12 knelpunten opgelost en zijn 83 knelpunten onderhanden. Programmalijn goede zoetwatervoorziening Doel Resultaat Delfland zet zich in voor een Het aan te voeren zoetwater is van voldoende (kosten)effectieve zoetwaterkwaliteit voorziening nu en in de toekomst Het beheer van het watersysteem van Delfland is beter ingericht om in droge periodes goed te functioneren Prestatie-indicator In 2012 wordt het zoutgehalte van 200 mg/liter van het in te laten water nul keer overschreden.
Wat mag het kosten? Exploitatie: Programma Voldoende water (bedragen * € 1.000)
Jaar rekening 2010
Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2011 na 2012 2013 2014 2015 2016 Burap 2
Lasten Directe kosten
20.795
15.032
14.432
14.280
14.057
13.877
13.877
7.057
6.462
6.300
6.097
5.937
6.069
6.115
Rente en afschrijving
14.502
12.649
17.515
17.455
18.230
18.817
20.313
Totaal lasten
42.354
34.143
38.247
37.832
38.224
38.763
40.305
Directe opbrengsten
-471
-340
-189
-189
-189
-189
-189
Totaal baten
-471
-340
-189
-189
-189
-189
-189
41.883
33.803
38.058
37.643
38.035
38.574
40.116
Toegerekende salarissen
Baten
Netto lasten programma
Investeringen: In de onderstaande tabel is het geraamde bruto investeringsbedrag voor 2012 opgenomen. Tabel geraamde investeringen Voldoende water (bedrag * € 1 miljoen) 2012 Voldoende water
Programmabegroting 2012
10,6
18
Risicomanagement Wat betreft het risicomanagement wordt uitgegaan van drie niveaus waarop het programmamanagement betrekking heeft: beneden: risico‟s die ontstaan door individuele activiteiten of investeringen binnen het programma; binnen: risico‟s die ontstaan door het waterschap zelf (bijvoorbeeld door eigen beleid); buiten: risico‟s die ontstaan buiten het waterschap (bijvoorbeeld door externe partijen). Voor het programma Voldoende water zijn de risico‟s hieronder weergegeven: Risico Beneden Samenwerking binnen het programma Vertraging in de doelstelling van het programma Vergunningen en bestemmingsplannen
Prestatie-indicatoren niet voldoende Te lange doorlooptijd van projecten Hogere kosten
Efficiëntie verlies peilbesluiten/WGS Risico‟s in projecten, ontwerpfouten, vergunningen, bodemverontreiniging schade, een omgeving die niet mee wil werken, constructiefouten Binnen Beschikbare capaciteit van personeel Besluitvorming rond investeringsprojecten Optreden van een calamiteit Onduidelijkheid in de sturingslijn met betrekking tot de programma‟s De juiste informatie komt niet bij de juiste mensen, medewerkers zijn onvoldoende betrokken Buiten Vertraging omdat de Provincie niet meewerkt bij de normaanpassing met effect op de besluitvorming bij gemeenten en marktpartijen Geen draagvlak voor maatregelen bij externe partijen Externe factoren, geen invloed op andere overheden zoals gemeenten, de slechte marktsituatie en de economische crisis
Programmabegroting 2012
Beheersmaatregel Aan de hand van goede communicatie (hoofdstuk 9 programmaplan) dit verbeteren Probleem en gevolgen voorleggen bij directie, D&H en VV Door vroegtijdige inzet van procescapaciteit en een goede planning en overzicht van procedures is risico te beperken Prestatie-indicatoren worden in 2012 verder uitgewerkt Bij besluitvorming nadenken over uitvoeringsstrategie Probleem en gevolgen voorleggen bij directie, D&H en VV; daarnaast door middel van nacalculatie ramingen verbeteren Onderwerp uitwerken in evaluatie peilbesluiten Interne werkproces en controle daarop verbeteren
Probleem en gevolgen voorleggen bij directie, D&H en VV Kwaliteit van stukken en voorbereiding verbeteren Met opzet van programmaplan sturing op doelen de lange termijn bewaken Aan de hand van goede communicatie (hoofdstuk 9 programmaplan) dit verbeteren Aan de hand van goede communicatie (hoofdstuk 9 programmaplan) dit verbeteren
Zowel op projectniveau, als directieniveau als bestuurlijk niveau wordt over dit onderwerp het gesprek aangegaan met de provincie Inzetten van goede (project) communicatie Met opzet van programmaplan sturing op doelen de lange termijn bewaken
19
Programmabegroting 2012
20
2.3 Programma Stevige dijken Binnen het programma Stevige dijken is een onderscheid gemaakt in de volgende drie programmalijnen: Primaire waterkeringen Regionale waterkeringen Overige waterkeringen. De onderstaande tabellen geven per programmalijn de doelen, resultaten en prestatieindicatoren weer. Doelen, resultaten en prestatie-indicatoren Programmalijn primaire waterkeringen Doel Verbetering Zwakke Schakels en afgekeurde dijkvakken derde toetsronde Landelijke toetsing van primaire keringen is uitgevoerd In stand houden kerende functie primaire waterkeringen
Delflands beleid is actueel en de beleidcyclus is gesloten. De legger en het beheerregister worden actueel gemaakt en gehouden
Resultaat Delflandse kust: 2011 Scheveningen: 2011 1,1 km verbeteren: 2015 Derde ronde plus uitgevoerd: 2017 Dagelijks onderhoud Buitengewoon onderhoud Preventieve maatregelen Muskusrattenbestrijding Actualiseren beleid Actualiseren legger zeewering Legger Delflandsedijk Actualiseren beheerregister
Actief participeren in onderzoek en stimuleren innovaties Prestatie-indicator In 2012 is circa 53 van de 54 kilometer (98%) op orde en wordt nul kilometer opgelost
Programmalijn regionale waterkeringen Doel Verbetering risicovolle regionale keringen De eerste ronde van de toetsing regionale keringen is uitgevoerd
In stand houden kerende functie regionale waterkeringen
Delflands beleid is actueel en de beleidcyclus is gesloten. De legger en het beheerregister worden actueel gemaakt en gehouden Actief participeren in onderzoek en stimuleren innovaties
Programmabegroting 2012
Resultaat 34 km risicovolle kering voldoet in 2015 aan de norm Eerste ronde uitgevoerd: - grondlichaam: 2012 - niet waterkerende objecten en kunstwerken: 2020 Dagelijks onderhoud 40 km buitengewoon onderhoud Preventieve maatregelen Muskusrattenbestrijding Actualiseren beleid Actualiseren legger Standpunt hogere veiligheidsklasse Actualiseren beheerregister Onderzoek naar innovatieve onderhoudsmogelijkheden
21
Prestatie-indicator In 2012 zal circa 16 van de 34 kilometer risicovolle keringen (46,6%) op orde zijn. Er wordt 2 kilometer opgelost Programmalijn overige waterkeringen Doel Verbeteringsprojecten overige waterkeringen Toetsing overige keringen In stand houden kerende functie overige waterkeringen
Delflands beleid is actueel en de beleidcyclus is gesloten. De legger en het beheerregister worden actueel gemaakt en gehouden
Resultaat
Dagelijks onderhoud Buitengewoon onderhoud Preventieve maatregelen Muskusrattenbestrijding Actualiseren beleid Actualiseren legger Actualiseren beheerregister
Actief participeren in onderzoek en stimuleren innovaties Prestatie-indicator In 2012 zijn geen verbeteringswerken gepland
Wat mag het kosten? Exploitatie: Programma Stevige dijken (bedragen * € 1.000)
Jaar rekening 2010
Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2011 na 2012 2013 2014 2015 2016 Burap 2
Lasten Directe kosten
3.923
5.759
5.962
5.760
5.818
6.141
6.216
Toegerekende salarissen
1.582
1.639
1.655
1.592
1.544
1.618
1.641
Rente en afschrijving
4.146
2.469
3.688
3.910
4.986
6.749
7.109
Totaal lasten
9.651
9.867
11.305
11.262
12.348
14.508
14.966
Directe opbrengsten
-46
-63
-63
-63
-63
-63
-63
Totaal baten
-46
-63
-63
-63
-63
-63
-63
9.605
9.804
11.242
11.199
12.285
14.445
14.903
Baten
Netto lasten programma
Investeringen: In de onderstaande tabel is het geraamde bruto investeringsbedrag voor 2012 opgenomen. Tabel geraamde investeringen Stevige dijken (bedrag * € 1 miljoen) Stevige dijken Overig
2012 7,9
HWBP
5,5
Totaal
13,4
Programmabegroting 2012
22
Toelichting Delfland heeft afspraken met de Provincie gemaakt dat alle regionale waterkeringen in 2020 voldoen aan de wettelijke eisen. Daarbij is afgesproken dat de meest risicovolle keringen al in 2015 aan de norm voldoen. Hieronder valt 40 km regionale keringen die niet voldoen aan de vereiste hoogte conform de legger (buitengewoon onderhoud). Het ophogen van kaden is in de meeste gevallen levensduurverlengend omdat een overhoogte wordt aangelegd. Hierdoor is het mogelijk dat deze kosten vanuit het investeringsbudget mogen worden gedekt. Het totale investeringsbudget voor het programma Stevige dijken bedraagt 68 miljoen euro. Dit bedrag is bestemd voor onder meer het verbeteren van 34 km risicovolle regionale keringen. Er is rekening mee gehouden dat een deel van de kaden alsnog goedgekeurd konden worden. Volgens de huidige inzichten is voor de lopende en de op te starten kadeverbeteringsprojecten een bedrag nodig van circa 52 euro miljoen. Naast de kadeverbeteringsprojecten is/zijn ook verbeteringen van kunstwerken in waterkeringen en compartimenteringskeringen vanuit het programma betaald. Hiermee is een bedrag gemoeid van circa 1,4 miljoen euro. Aan de gemeente Westland wordt een bijdrage betaald van 0,5 miljoen euro voor het plaatsen van een damwand in De Lier. In totaal – op basis van de huidige inzichten – is met uitvoering van het programma een bedrag gemoeid van circa 54 miljoen euro. Binnen het programma is er derhalve ruimte om het ophogen van de risicovolle keringen (geraamd op een bedrag tussen 6 en 10 miljoen euro) vanuit het investeringsbudget te bekostigen. Risicomanagement Wat betreft het risicomanagement wordt uitgegaan van drie niveaus waarop het programmamanagement betrekking heeft: beneden: risico‟s die ontstaan door individuele activiteiten of investeringen binnen het programma; binnen: risico‟s die ontstaan door het waterschap zelf (bijvoorbeeld door eigen beleid); buiten: risico‟s die ontstaan buiten het waterschap (bijvoorbeeld door externe partijen). Voor het programma Stevige dijken zijn de risico‟s hieronder weergegeven: Risico Beneden Opgave bepaling niet gereed
Ongewenste samenloop met projecten in de omgeving Gebrek aan benodigde mankracht op enig tijdstip Exploitatiebudget te laag Schade ten gevolge van werkzaamheden aan eigendommen van derden Ruimtelijke projectrisico‟s Grondwaterkeringen doorgaans niet in eigendom van Delfland Eigenaren willen geen medewerking verlenen bij de verkoop van gronden Discussie over aan te houden normen of richtlijnen
Programmabegroting 2012
Beheersmaatregel Stappenplan parallel aan toetsing starten voorbereiding; de scope van het project beter managen en de toets eerder in het proces brengen Duidelijke inventarisatie lopende en toekomstige werkzaamheden Strakke sturing en ad-hoc oplossen; prioriteitenlijst opstellen en zo nodig inhuren externe capaciteit Plan van aanpak buitengewoon onderhoud en uitwisseling investeringsbudget Onderzoek aansprakelijkheid en schade afhandeling Goede inventarisatie; ruimte in planning opnemen in combinatie met vooronderzoek Een adequate grondverwervingsstrategie Meer geld bieden in onderhandeling; grondruil aanbieden; onteigeningsprocedure starten Naar bevinden handelen
23
Nieuwe normering en richtlijnen Binnen Programmamanager heeft geen overzicht Besluitvorming niet tijdig Onvoldoende gekwalificeerd personeel
Geen duidelijke focus Discussie over uit te voeren maatregel
Beschikbare capaciteit van personeel Buiten Bezwijken waterkering tijdens werkzaamheden Geen extern draagvlak voor maatregelen
Ruimtelijke ontwikkeling belemmert uitvoering kadeverbetering/ -ophoging
Programmabegroting 2012
Geen
Voldoende ondersteuning organiseren, duidelijke taakverdeling Besluitvorming tijdig oppakken; proces van besluitvorming vereenvoudigen Organisatiestrategie; beleid arbeidsmarkttoelage, inhuren externe capaciteit Duidelijke doelformulering Voldoende variantenstudies aanbieden en rolvastheid van ambtelijke staf; bestuurder vroegtijdig betrekken Probleem en gevolgen voorleggen bij directie, D&H en VV Goede inventarisatie, inhuur kwalitatief goede aannemer Omgeving betrekken; heldere besluitvorming, keuze op basis van argumenten Inventarisatie ontwikkelingen en tijdige afstemming of bijsturing planning
24
2.4 Programma Gezuiverd afvalwater Binnen het programma gezuiverd afvalwater is een onderscheid gemaakt in de volgende drie programmalijnen: Transporteren Zuiveren Doelmatigheid. De onderstaande tabellen geven per programmalijn de doelen, resultaten en prestatieindicatoren weer. Doelen, resultaten en prestatie-indicatoren Programmalijn transporteren Doel Delfland voldoet aan de afnameverplichting die gezamenlijk is vastgesteld door Delfland en gemeenten
Resultaat Aanleg of aanpassing transportsysteem Onderhoud en technisch beheer Transporteren Financieel afwikkelen Actualiseren afnameverplichting Monitoren transportsysteem Beoordeling transportsysteem Kennis transportproces
Prestatie-indicator Het percentage waarvoor is voldaan aan de door Delfland en gemeenten samen vastgestelde afnameverplichting Programmalijn zuiveren Doel Voldoen aan de wettelijke eisen voor zuiveren en slibverwerking
Resultaat Aanleg of aanpassing van de installaties Onderhoud en technisch beheer Zuiveren (operationeel beheer) Slib verwerken Financieel afwikkelen Monitoren omgeving Monitoren zuiveringsprestatie Bepalen te verwachten hoeveelheden en kwaliteit Beoordelen geschiktheid van de installaties Kennis zuiveringproces
Prestatie-indicator De mate waarin wordt voldaan aan alle wettelijke eisen op het gebied van zuiveren van afvalwater en verwerken van zuiveringsslib
Programmabegroting 2012
25
Programmalijn doelmatigheid Doel Verbeteren van de prijs/prestatie verhouding
Resultaat Optimalisatiestudie (OAS) uitgevoerd voor zuiveringsgebied De Groote Lucht Buffer De Lier Uitvoeren energie- efficiencyplan MJA-3 Implementatie Unie-VNG akkoord Beheer meetgegevens Delfland heeft in samenwerking met slibverwerkingsbedrijf HVC de totale slibketen in beeld gebracht Terugwinning grondstoffen Delfland doet mee aan de landelijke benchmark Deelname aan innovatie-activiteiten Optimalisatiestudies
Prestatie-indicator De kosten van het zuiveringsbeheer in euro per vervuilingseenheid (VE)
Wat mag het kosten? Exploitatie: Programma Gezuiverd afvalwater (bedragen * € 1.000)
Jaar rekening 2010
Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2011 na 2012 2013 2014 2015 2016 Burap 2
Lasten Directe kosten Toegerekende salarissen Rente en afschrijving Totaal lasten
74.400
76.190
76.376
77.234
77.592
78.603
3.261
3.495
3.298
3.216
3.249
3.089
79.578 3.116
38.052
45.108
45.947
44.484
45.472
46.200
45.588
115.713
124.793
125.621
124.934
126.313
127.892
128.282
Baten Directe opbrengsten
-3.281
-14.125
-12.552
-12.639
-12.728
-12.819
-11.904
Totaal baten
-3.281
-14.125
-12.552
-12.639
-12.728
-12.819
-11.904
112.432
110.668
113.069
112.295
113.585
115.073
116.378
Netto lasten programma
Het programma Gezuiverd afvalwater staat geheel ten dienste van de taak Zuiveringsbeheer. Voor deze taak ontstaat over 2012 het volgende beeld: Zuiveringsbeheer
Begroting 2012
(bedragen * € 1.000) Netto lasten programma Gezuiverd afvalwater Netto lasten programma‟s Instrumenten en Organisatie (aandeel zuiveringsbeheer)
113.069 13.818
Totaal lasten zuiveringsbeheer
126.887
Netto-opbrengst belastingen zuiveringsbeheer
108.240
Nadelig jaarresultaat zuiveringsbeheer
Programmabegroting 2012
18.647
26
Investeringen: In de onderstaande tabel is het geraamde bruto investeringsbedrag voor 2012 opgenomen. Tabel geraamde investeringen Gezuiverd afvalwater (bedrag * € 1 miljoen) 2012 Gezuiverd afvalwater
12,6
Risicomanagement Wat betreft het risicomanagement wordt uitgegaan van drie niveaus waarop het programmamanagement betrekking heeft: beneden: risico‟s die ontstaan door individuele activiteiten of investeringen binnen het programma; binnen: risico‟s die ontstaan door het waterschap zelf (bijvoorbeeld door eigen beleid); buiten: risico‟s die ontstaan buiten het waterschap (bijvoorbeeld door externe partijen). In onderstaande tabel worden de risico‟s en de beheersmaatregelen aangegeven. Risico Beneden Onvoldoende gekwalificeerde mensen Een groot bouwproject wordt duurder dan verwacht Uitval zuivering of transport Bijdrage van gemeente voor gemaal Scheveningen is duidelijk lager dan voorzien Groot onderhoud gemaal Scheveningen (gemeld in Burap) Breuk van een transportleiding Te weinig oog voor innovatie
Binnen De beschikbare capaciteit van geschikte mensen Extra bezuinigingen Onrust Investeringsbudget van het programma wordt overschreden
Buiten Exploitatie bijdrage ontwikkeling gebied (gemeld in Burap) Kosten voor afwikkeling Jaagpadleiding (gemeld in Burap) Juridisch geschil inzake kosten calamiteit (gemeld in Burap) Niet doorgaan van akkoord tussen de Unie en de VNG
Programmabegroting 2012
Beheersmaatregel Aandacht voor behoud van kennis, doelen heroverwegen Aandacht voor projectmanagement; aandacht voor financiële aspecten Reserve voorzieningen, calamiteitenplannen maken Voorkomen: uitzoeken hoe de afspraak is voor de bijdrage Vermijden extra vertragingen bij bouw nieuw gemaal Check technische staat van leiding Innovatie integreren in de reguliere werkzaamheden
Benodigde capaciteit in beeld brengen, problemen bespreken Bespreken problemen, bijstellen doelen Budgetbewaking, selectie van projecten, bewaking van de budgetten van individuele projecten
Voldoende bestuurlijke aandacht besteden aan de afwikkeling Voldoende bestuurlijke aandacht besteden aan de afwikkeling Voldoende aandacht besteden aan de afwikkeling Aandacht besteden aan implementatie akkoord Unie-VNG
27
Programmabegroting 2012
28
2.5 Programma Instrumenten Doelen programma De doelstelling van het programma Instrumenten is de doelmatige en effectieve ontwikkeling, inzet en uitvoering van (een mix van) instrumenten om de inhoudelijke programmadoelen te bereiken en wettelijke taken uit te voeren. Binnen het programma instrumenten is een onderscheid gemaakt in de volgende drie programmalijnen: Gebiedsgericht samenwerken Regulering en toezicht Communicatie. De onderstaande tabellen geven per programmalijn de doelen, resultaten en prestatieindicatoren weer. Doelen, resultaten en prestatie-indicatoren
Programmalijn gebiedsgericht samenwerken Doel Resultaat Dellfland voert ruimtelijke planvormingsactiviteiten uit, levert inbreng in planvorming van derden en maakt afspraken om een voor 2012 vastgesteld deel van de Delflandse opgaves te realiseren.
Watersysteemanalyses De watersysteemanalyses worden gebiedsgericht en flexibel ingezet daar waar nodig om inzicht te krijgen in de knelpunten binnen het watersysteem en mogelijke oplossingen. Bijvoorbeeld bij de urgente polder binnen het programma Voldoende water. Voor 2012 zijn de watersysteemanalyses geprogrammeerd in het programma Voldoende water. Momenteel is de watersysteemanalyse Westland voorzien, alsmede enkele kleine analyses als onderdeel van gebiedsprocessen.
Delfland ontwikkelt en actualiseert instrumenten waarmee het efficiënt, transparant en digitaal kan werken: een 100% digitale front-office watertoets eind 2013.
Ruimtelijke plannen/ruimtelijke ontwikkelingen Delfland speelt tijdig in op ruimtelijke ontwikkelingen door derden, zodat het de voor dat gebied bepaalde doelstellingen uit de inhoudelijke programmaplannen zo efficiënt en effectief mogelijk worden gerealiseerd. Waterplannen Delfland werkt in principe niet mee aan nieuwe waterplannen, wel wordt in 2012 meegewerkt aan de actualisatie van enkele uitvoeringsprogramma van waterplannen (zie bijlage 4 programmaplan). De inzet van het instrument waterplan wordt door de programma‟s bepaald. In overleg met de programma‟s wordt de inzet en inhoud uitgewerkt, bepaald en besloten. Watertoets/wateradvies Uitvoeren van de watertoets op binnengekomen ruimtelijke plannen binnen de wettelijke termijnen (doorlopend); Verbeteren van de dienstverlening (incl. front-office) en digitalisering watertoetsproces (100% portaal eind 2013). Complexe plannen van derden Eénduidige inbreng vanuit Delfland bij complexe ruimtelijke plannen van derden om het belang van Delfland efficiënt en effectief te borgen (doorlopend). In bijlage 5 programmaplan is een overzicht opgenomen in complexe projecten van derden die zijn voorzien in 2012. De inzet op deze projecten wordt door de programma‟s bepaald met een leidend belang. Bijdrageregelingen Eind 2012 95% financiële afronding van de toezeggingen bijdrageregelingen voor het stimuleren van realisatie van de rioleringsopgave van gemeenten. Accountmanagement Bestuurlijke overleggen zijn optimaal gefaciliteerd en voorbereid (doorlopend). Gebiedsagenda De gebiedsagenda is geactualiseerd (doorlopend); Op basis van een plan van aanpak is in 2012 het activiteitenoverzicht („kubus‟) geborgd in de organisatie.
Programmabegroting 2012
29
Beleidsagenda Jaarlijks is de beleidsagenda geactualiseerd (2012). De beleidsagenda biedt een geprioriteerd overzicht van beleidsonderwerpen en – instrumenten uit de inhoudelijke programma‟s. Modelinstrumentarium ontwikkelen Door ontwikkeling van 3Di als modelleringsinstrument gedetailleerde en realistischer beelden verkrijgen bij de casestudies Oranjepolder en Rijswijk-Zuid. Door inzet van 3Di bij effectstudies kunnen doelgerichter en samen met gebiedspartners maatregelen worden bepaald. Subsidies optimaal benutten Toetsen van subsidiemogelijkheden voor projecten, er lopen twee EFROaanvragen (doorlopend); Kennis en innovatieagenda en –projecten koppelen aan subsidiemogelijkheden (doorlopend).
Prestatie-indicator % in planvorming gegeven opgaven vanuit de inhoudelijke programma‟s gerealiseerd % digitaal behandelde watertoetsen Programmalijn regulering en toezicht Doel Resultaat Delfland zorgt voor 25% minder regeldruk in 2015, heeft zijn beleidsinstrumenten op orde en levert met regulering binnen de wettelijke termijnen en toezicht op naleving een bijdrage aan de doelstellingen van de inhoudelijke programma‟s
Programmabegroting 2012
Regulering Vergunningsaanvragen en meldingen voor algemene regels zijn binnen de wettelijke termijnen afgehandeld (doorlopend); Algemene regels zijn volgens de beleidsagenda vastgesteld (ten behoeve van Stevige dijken, Voldoende water en Schoon water) en leiden ertoe dat minimaal 100 aanvragen voor vergunningplichtige activiteiten worden vrijgesteld door algemene regels (2012); Landelijke regelgeving o.a. op het gebied van emissies van de glastuinbouw (ten behoeve van Schoon water) worden adequaat beïnvloed om de realisatie van de doelstellingen uit de inhoudelijke programma‟s te ondersteunen (doorlopend); Wet- en regelgeving evenals preventiemogelijkheden worden actief onder de aandacht gebracht van doelgroepen met voorlichting (ten behoeve van diverse programma‟s). Beleidsinstrumentarium op orde In 2012 is het beheerregister voor waterkeringen gereed. Op basis van een plan van aanpak is het proces van gegevensbeheer op orde en geborgd in de organisatie. Dit leidt tot besparing in geld en capaciteit (2012 en verder); De processen en producten van regulering, toezicht en handhaving voldoen minimaal aan de wettelijke eisen (BOR) (doorlopend). Loketfunctie Meldingen van incidenten, klantvragen en aanvragen van vergunningen c.q. meldingen ten behoeve van algemene regels worden conform de vastgestelde kwaliteitscriteria continu ontvangen, geregistreerd en uitgezet in de organisatie waarbij de afhandelingtermijnen worden bewaakt (doorlopend); Het werkproces voor indienen en afhandelen van vergunningaanvragen en meldingen is geoptimaliseerd en sluit aan bij het omgevingsloket online „OLO‟ (2012); Eind 2012 zijn de mogelijkheden van een bredere (organisatiebrede) inzet van het loket nader onderzocht. Toezicht op basis van risicoanalyse Het toezicht is uitgevoerd en geprioriteerd op basis van een risicoanalyse. In deze risicoanalyse is bepaald welke ingrepen en welke doelgroepen het grootste risico, op lange en korte termijn, vormen voor het Delflandse watersysteem (grotendeels ten behoeve van inhoudelijke programma‟s): o Regulier toezicht voor het in stand houden van het watersysteem en de waterkeringen (prioriteit bij risicovolle waterdossiers en grondwatervergunningen, preventie extreme omstandigheden droogte/neerslag). De inspanning voor het reguliere toezicht is in 2012 minder dan gepland om prioriteit te geven aan het toezicht aansluiting glastuinbouw op de riolering. Dit is een bewuste keuze met een acceptabel verhoogd risico op naleving. Minder toezicht vindt plaats op lozingscontroles, nautisch toezicht, één van de twee taskforces niet oppakken, minder beleidsontwikkeling, minder communicatie, lage inspanning op toezicht natuurvriendelijke oevers); o Onder aansturing van Schoon water: 90% van de gerioleerde percelen glastuinbouw is aangesloten;
30
Onder aansturing van Stevige dijken: handhaving van ongewenste kadevreemde objecten; o Onder aansturing van Voldoende water: in principe geen (nieuwe) prioriteiten; o De mogelijkheden tot verdere digitalisering van de verwerking van toezichtgegevens en het beschikbaar stellen van informatie in het veld zijn nader verkend en zo mogelijk uitgebreid op basis van de resultaten van een pilot in 2011. Nautisch beheer en vaarwegbeheer Aan de nautische taken wordt uitvoering gegeven op basis van de bestuurlijke ambitie van de Zuid-Hollandse waterschappen. De provincie beziet uiterlijk 2012 of de toebedeling van het vaarwegbeheer moet veranderen; Op de naleving van de Delflandse verkeersbesluiten wordt toezicht gehouden op basis van een eind 2011 bestuurlijk vast te stellen ambitie. o
Prestatie-indicator Meldingen op totaal vergunningen plus meldingen % afgehandelde vergunningen binnen wettelijke termijnen % handhavingsproces voldoet aan de wettelijke eisen Programmalijn communicatie Doel Resultaat Delfland draagt met communicatie bij aan de reputatie van Delfland bij burgers en stakeholders en maakt daarbij optimaal gebruik van digitale middelen
Corporate communicatie Vergroten van de reputatie en naamsbekendheid van Delfland; Bekendheid inwoners en stakeholders met de kerntaken van Delfland. Versterken loketfunctie Op basis van in 2011 opgestelde notitie over e-dienstverlening inrichten van de front-office dat 100% digitale dienstverlening biedt t.a.v. de elementen watertoets, vergunningverlening en vindbaarheid van regelgeving (2012). Hierbij wordt aansluiting gezocht bij het onderwerp „eoverheid‟ dat is opgenomen in het programma Organisatie.
Prestatie-indicator Reputatie (%) bij burgers en stakeholders (nader in te vullen o.b.v. nulmeting 2011) Wat mag het kosten? Exploitatie: Programma Instrumenten (bedragen * € 1.000)
Jaar rekening 2010
Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2011 na 2012 2013 2014 2015 2016 Burap 2
Lasten Directe kosten
6.388
2.679
2.622
2.540
2.317
2.274
2.282
Toegerekende salarissen
6.870
6.807
6.361
6.135
6.092
6.167
6.220
108
92
71
64
63
60
59
13.366
9.578
9.054
8.739
8.472
8.501
8.561
Rente en afschrijving Totaal lasten Baten Directe opbrengsten
-544
0
0
0
0
0
0
Totaal baten
-544
0
0
0
0
0
0
12.822
9.578
9.054
8.739
8.472
8.501
8.561
Netto lasten programma
Investeringen: Binnen dit programma zijn voor 2012 geen investeringen geraamd.
Programmabegroting 2012
31
Risicomanagement Wat betreft het risicomanagement wordt uitgegaan van drie niveaus waarop het programmamanagement betrekking heeft: beneden: risico‟s die ontstaan door individuele activiteiten of investeringen binnen het programma; binnen: risico‟s die ontstaan door het waterschap zelf (bijvoorbeeld door eigen beleid); buiten: risico‟s die ontstaan buiten het waterschap (bijvoorbeeld door externe partijen). Voor het programma Instrumenten wordt het volgende overzicht gegevens: Risico Meer gebiedsprocessen, meer capaciteit nodig binnen team Ruimtelijke planvorming dan beschikbaar Extra toezicht aansluiten glastuinbouw, extra capaciteit nodig of minder toezicht, ander toezicht waardoor Delfland daar grotere risico‟s loopt Extra toezicht derden door meer over te laten aan derden (bijvoorbeeld baggeren), extra capaciteit nodig of minder toezicht ander toezicht waardoor Delfland daar grotere risico‟s loopt Coördinatie in (complexe) projecten is niet belegd; ontbreken van de beschikbare capaciteit en/of financiën; de gemaakte kosten worden niet doorberekend aan derden
Programmabegroting 2012
Beheersmaatregel Oplossingsrichting: binnen en tussen programma‟s faseren; Alternatieve keuzes; Dialoog programmamanager, -hoofd en teamleider; Focussen op „lean and mean‟(efficiënt proces); Kanaliseren van portefeuillehoudersvragen. Oplossingsrichting binnen middelen van Delfland Inzet overcapaciteit concernbreed bijvoorbeeld PIB naar B&O; Flexibilisering van interne regels en procedures op het gebied van personeelsbeleid om creatiever, sneller en makkelijke capaciteitsvraagstukken op te lossen; Convenant uitwisseling personeel omringende waterschappen; Invullen vacatureruimte met inachtneming taakstelling; Mogelijkheden benutting investeringsruimte verkennen (activeren uren medewerkers) met inachtneming wettelijk kaders (BBVW); Benutting frictiekosten bij voldoen aan geldende criteria, alleen indien tijdelijk, omdat medewerkers na overplaatsing nog niet volledig ingegroeid zijn.
32
2.6 Programma Organisatie Binnen het programma Organisatie is een onderscheid gemaakt in de volgende drie programmalijnen: Sturing Organisatieontwikkeling Ondersteunende producten. De onderstaande tabellen geven per programmalijn de doelen, resultaten en prestatieindicatoren weer. Doelen, resultaten en prestatie-indicatoren Programmalijn Organisatieontwikkeling Doel Resultaat De sturing van Delfland is volledig geïmplementeerd volgens het besturingsmodel van Delfland en gericht op een duurzame en toekomstbestendige organisatie Programmasturing is leidend binnen In 2012 is programmasturing geïncorporeerd Delfland in het concernbrede besturingsmodel (taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden) en gekoppeld aan de P&C-cyclus (programmaplannen aan Kadernota en Begroting en programmarapportages aan Burap) In 2012 zijn bevoegdheden en verantwoordelijkheden in het kader van programmasturing verwerkt in de mandaatregeling De procesbeschrijvingen voor programmasturing worden in 2012 geaudit en de aanbevelingen worden verwerkt Programmasturing wordt jaarlijks geëvalueerd en de aanbevelingen worden verwerkt Een toekomstbestendige koersbepaling en positionering van Delfland, in relatie tot Delflandse concern- en programmadoelen, onder andere door het anticiperen op en beïnvloeden en verbinden van in- en externe ontwikkelingen
Het vergroten van de vernieuwingskracht van Delfland door samen beter en slimmer de programmadoelen van Delfland op doelmatige wijze te bereiken
Het behalen van de doelstellingen uit het klimaatakkoord Unie-Rijk
Programmabegroting 2012
Strategische koers van Delfland is ieder jaar tijdig (t.b.v. Kadernota) bepaald In 2012 is er een actuele en gedragen concernstrategie Strategische aspecten binnen de programma‟s van Delfland worden voldoende meegenomen Optimaal benutten van de mogelijkheden van het netwerk voor de realisatie van de strategische doelen van Delfland Er is een actuele kennis- en innovatieagenda Er is in 2012 centrale regie op kennisontwikkeling en innovatie door een innovatie- en kennisprojecten overzicht Er is in 2012 minimaal één programma overstijgend innovatieproject gestart Delfland is in 2012 actief in alle relevante kennis- en innovatienetwerken In 2012 is het kennisloket operationeel 2% energiebesparing per jaar tussen 2005 en 2020 (totale waterschap)
33
30% reductie van broeikasgassen in 2020 ten opzichte van 1990 40% eigen duurzame energiewinning in 2020, energieneutraal in 2050 Streven naar 100% duurzame inkoop in 2015 Reductie van afvalstromen en waar mogelijk resterende afvalstromen nuttig hergebruiken Voor 2027 streven naar klimaatbestendige watersystemen en waterkeringen en bijdragen aan klimaatbestendige gebiedsontwikkeling Prestatie-indicator Het besturingsmodel is in 2014 volledig geïmplementeerd Volgens overeengekomen planning realisatie doelstellingen klimaatakkoord Unie-Rijk Programmalijn Organisatieontwikkeling Doel Delfland blijft efficiënt en effectief door de interne organisatie aan te passen aan veranderende omstandigheden
Resultaat Een actuele en gedragen concernstrategie Vooruitlopend op de vermindering van acht naar vijf sectoren zijn de plannen in 2012 gerealiseerd Formatietaakstelling voor 2013 is in 2012 ingevuld en geformaliseerd In 2012 is een visie op „Het Nieuwe Werken binnen Delfland‟ vastgesteld Met de inzet van instrumenten als vacaturerem, mobiliteit en beperking inhuur externen wordt het aantal medewerkers waarvan gedwongen afscheid moet worden genomen in het kader van de formatiereductie, zoveel mogelijk beperkt In 2012 is de centralisatie van diverse functies (KAM-functionarissen, functioneel (applicatie)beheer, bedrijfskundigen, juristen) doorgevoerd In 2012 is het onderzoek naar de passende organisatievorm voor PIB gereed Het organisatievoorstel op basis van het onderzoek B&O en BC&C wordt in 2012 geïmplementeerd Het management development programma en gewenst gedrag wordt in 2012 verder uitgerold in de organisatie. Kerncompetenties en gewenst gedrag zijn daarbij onderdeel van de Planning-Voortgang-Beoordelings gesprekken. Voor een aantal ondersteunende producten is in 2012 een producten- en dienstencatalogus ingevoerd/geactualiseerd.
Prestatie-indicator Volgens overeengekomen planning formatietaakstelling Delfland ten opzichte van peildatum 1 januari 2010 Voortgang realisatie vermindering aantal sectoren en teams binnen Delfland De mate waarin de doelen van Delfland (alle programma‟s) worden gerealiseerd
Programmabegroting 2012
34
Programmalijn Ondersteunende producten Doel Resultaat De financiële huishouding van de organisatie is op korte en op lange termijn op orde De organisatie en het bestuur worden Tijdige en betrouwbare rapportages op team-, optimaal ondersteund door de centrale sector- en programmaniveau conform P&C regie en bewaking van de planningkalender 2012 en de informatiebehoefte voor en controlcyclus en de daarbij lijn- en programmasturing behorende informatievoorziening Bestuurlijke sturings- en verantwoordingsinformatie over doelen, resultaten en prestaties, in lijn met programmasturing (programmaplannen gekoppeld aan Kadernota en Begroting en programmarapportages aan Burap) Een adequate administratieve organisatie en interne controle op het niveau van processen, projecten en instructies In 2012 is 50% van de huidige procesbeschrijvingen in lijn gebracht met programmamanagement Een tijdige en betrouwbare informatievoorziening vanuit het financiële systeem Gids Bestuurlijke prestatie-indicatoren (op niveau van outcome of output) worden in 2012 gebruikt in de bestuurlijke programmasturing en -verantwoording De financiële huishouding van de Een structureel sluitende begroting en organisatie stelt de organisatie in meerjarenraming staat om doeltreffend, doelmatig en Een verklaring van rechtmatigheid over de rechtmatig haar taken uit te voeren financiële administratie en de inkoopadministratie Eind 2012 is een risicomanagementsysteem gereed dat in relatie staat tot het beleid inzake het weerstandsvermogen Het gegevensbeheer met betrekking tot vastgoed en financiële vaste activa is in 2012 op elkaar afgestemd, waardoor de informatie voorziening en de daarop gebaseerde beheersing en verantwoording is verbeterd Er is een efficiënte en effectieve ondersteuning aan de programma‟s van Delfland door een optimale afstemming van vraag en aanbod van de ondersteunende producten. De organisatie wordt optimaal De ondersteuning op HRM door onder andere ondersteund op HRM door beleidskaderontwikkeling en advisering beleidskaderontwikkeling en management voldoet aan de landelijke wet en implementatie landelijke regelgeving, regelgeving. advisering management en beheer en Het beheer en de uitvoering van de uitvoering personeels- en personeels- en salarisadministratie is tijdig en salarisadministratie betrouwbaar Het (juridisch) vastgoed en Het juridisch vastgoed registratiebestand is contractbeheer is adequaat eind 2012 compleet en actueel In 2012 wordt het erfpachtmodel 2012 AV 2012 gehanteerd als kader voor nieuwe erfpachtcontracten, tenzij bij heruitgifte/verlenging van contracten
Programmabegroting 2012
35
Het handelen van Delfland is juridisch in orde en Delfland maakt optimaal gebruik van instrumenten die de Waterwet biedt
Realisatie van de facilitaire dienstverlening is op een zodanig niveau dat de organisatie kan functioneren, waarbij soberheid en zakelijkheid voorop staan
Delfland optimaal digitaal in 2015
Optimaliseren van de ondersteuning van het besluitvormingsproces (ambtelijk en bestuurlijk) en van de ondersteuning van het algemeen en dagelijks bestuur
Programmabegroting 2012
toepassing van Model AV 1995 is vereist Gronden en gebouwen die in 2012 niet (meer) bijdragen aan het realiseren van de doelstellingen van Delfland zijn in 2012 in de verkoop gezet Voor een aantal van de standaard dienstverleningsproducten worden in 2012 uniforme werkwijzen en modellen ontwikkeld en ingevoerd Eenvoudige juridische vraagstukken worden in het primaire proces zelf opgelost In 2012 worden 100% van de bezwaren en klachten conform de wetgeving en binnen de daarin genoemde termijnen afgehandeld De archieven van Delfland zijn in goede, geordende en toegankelijke staat, waarbij de basis op orde is en het cultuurhistorisch erfgoed (roerende goederen) is toegankelijk voor het publiek Het onderhoud aan gebouwen in eigendom (kantoren en dienstwoningen) wordt conform het meerjaren onderhoudsplan uitgevoerd Bij het afsluiten van nieuwe contracten wordt meer samengewerkt met andere waterschappen met als doel het bereiken van schaalvergroting en kostenvoordeel binnen de facilitaire dienstverlening De visie op de strategische Huisvesting voor de periode 2012-2020 is in 2012 gereed Het uitvoeringsplan voor de huisvesting Informaticalaan is in 2012 gereed De IC Technische infrastructuur is op het door de organisatie in het Meerjaren Automatiseringsplan vastgestelde niveau In 2012 wordt gewerkt onder vastgestelde architectuur (Strategisch Informatieplan) In 2013 zijn contacten en contracten met leveranciers verbeterd en gecentraliseerd (Strategisch Informatieplan) Verbeterde sturing op Het Waterschapshuis, waardoor financiële bijdrage en voor Delfland relevante producten van het Waterschapshuis meer in verhouding zijn Verdere verkenning samenwerking op het gebied van informatievoorziening met andere waterschappen en overheden Het Document Management Systeem is in 2012 geoptimaliseerd ingericht waardoor het gebruik is verbeterd De verzending van de stukken is tijdig en compleet Kwaliteit van de bestuurlijke stukken is verbeterd Ondersteuning van de portefeuillehouders is op maat De verslaglegging van het algemeen bestuur is adequaat
36
Een goed getrainde crisisorganisatie met een relevant extern netwerk
Jaarlijks uitgevoerde systeemoefening met Beleidsteam (BT) en Operationeel Team (OT) Alle in 2012 geplande actiecentrumoefeningen en/of trainingen zijn uitgevoerd Het informatiemanagement tijdens calamiteiten is in 2012 verbeterd (digitaal) Goed onderhouden contacten in de veiligheidsregio‟s en met overige partners in de rampenbestrijding Crisisbeheersingsplan is actueel Calamiteitenorganisatie is in 2012 opgeleid en getraind, de bezetting (inclusief het dijkleger) is op peil
Prestatie-indicator Een goedkeurende accountantsverklaring over het jaar t-1 Het realiseren van een nullijn in de exploitatie in 2014 Een positieve reservestand (inclusief bestemmingsreserve) in 2018
Wat mag het kosten? Exploitatie: Programma Organisatie (bedragen * € 1.000)
Jaar rekening 2010
Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2011 na 2012 2013 2014 2015 2016 Burap 2
Lasten Directe kosten
30.342
22.100
30.175
32.966
31.840
32.742
33.124
Toegerekende salarissen
14.333
11.968
11.509
11.414
11.404
11.549
11.673
2.995
3.381
3.473
3.176
2.057
1.633
1.207
47.670
37.449
45.157
47.556
45.301
45.924
46.004
Directe opbrengsten
-11.807
-1.364
-10.172
-11.427
-11.429
-10.743
-10.003
Totaal baten
-11.807
-1.364
-10.172
-11.427
-11.429
-10.743
-10.003
Netto lasten programma
35.863
36.085
34.985
36.129
33.872
35.181
36.001
Rente en afschrijving Totaal lasten Baten
Investeringen: In de onderstaande tabel is het geraamde bruto investeringsbedrag voor 2012 opgenomen. Tabel geraamde investeringen Organisatie (bedrag * € 1 miljoen) 2012 Organisatie
1,0
Risicomanagement Wat betreft het risicomanagement wordt uitgegaan van drie niveaus waarop het programmamanagement betrekking heeft: beneden: risico‟s die ontstaan door individuele activiteiten of investeringen binnen het programma; binnen: risico‟s die ontstaan door het waterschap zelf (bijvoorbeeld door eigen beleid); buiten: risico‟s die ontstaan buiten het waterschap (bijvoorbeeld door externe partijen).
Programmabegroting 2012
37
Voor het programma Organisatie zijn de volgende risico‟s en beheersmaatregelen benoemd. Risico Het magement voelt zich onvoldoende verantwoordelijk voor het bereiken van het veranderresultaat Er ontstaat een kloof tussen management en werkvloer, waardoor de verandering niet wordt gerealiseerd
Onvoldoende mobiliteit binnen de organisatie en extern, waarbij het behoud van kwaliteit lastig is en de personele lasten onvoldoende afnemen De formatiereductie zorgt er voor dat het realiseren van de Delflandse doelen meer onder druk komen te staan
Programmabegroting 2012
Beheersmaatregel Met iedere manager worden afspraken gemaakt over zijn/haar bijdrage aan het verandertraject Het MD-programma stimuleert leidinggevenden om de kloof te verkleinen. Op team- en individueel niveau wordt gebruikt gemaakt van teamoverleggen en PVBgesprekken om de aansluiting te behouden. Daarnaast wordt met een communicatietraject ondersteuning geboden om medewerkers te informeren en te betrekken Actieve begeleiding bij het zoeken naar andere functies (in- en extern). Daarnaast het bieden van uitdagingen aan medewerkers waardoor kwaliteit behouden kan blijven, eventueel met gebruik van secundaire arbeidsvoorwaarden zoals opleidingen In iedere begrotingscyclus wordt continu gekeken naar de gevolgen van de formatiereductie voor het realiseren van de doelen. Dit begint bij de voorbereiding op de Kadernota t+1. Daarbij wordt ook gekeken naar de mogelijkheden om op andere wijze de Delflandse doelen te realiseren
38
2.7 Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Doelen programma Doelen van dit programma zijn het tijdig, juist en volledig verantwoorden van alle belastingopbrengsten en het opnemen van posten voor onvoorzien (wettelijk verplicht), voorzieningen en reserves. Resultaten Jaarlijks worden de belastingverordeningen (watersysteemheffing, waterzuiveringsheffing, verontreinigingsheffing, leges en precario) door de VV vastgesteld. De uitvoering van het heffen en invorderen van deze belastingen zijn onderbracht bij de Regionale Belastinggroep (RBG). Afspraken hierover zijn onder meer vastgelegd in het tussen Delfland en de RBG afgesloten prestatiecontract. Jaarlijks neemt Delfland in zijn begroting bedragen op voor onvoorzien, (zo nodig) voorziene frictiekosten en voorzieningen. Mutaties in de reserves maken in ieder geval onderdeel uit van de besluitvorming in de VV met betrekking tot de bestemming van het resultaat van de jaarrekening. Prestatie-indicatoren Deze zijn voor wat betreft het opleggen en invorderen van de belastingaanslagen vastgelegd in het met de RBG afgesloten prestatiecontract. In dit contract is aangegeven hoe, waarover en wanneer de RBG verantwoording aflegt aan Delfland. Wat mag het kosten? Exploitatie: Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien
Jaar rekening 2010
Begroting 2011 na Burap 2
Begroting 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
(bedragen * € 1.000)
Lasten Directe kosten Toegerekende salarissen
5.394
10.401
6.637
1.737
1.737
1.500
1.500
0
0
0
0
0
0
0
Rente en afschrijving
-1.039
0
0
878
922
1.838
3.266
Mutatie reserves en voorzieningen Onvoorzien
81.960
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Totaal lasten
86.315
10.401
6.637
2.615
2.659
3.338
4.766
Directe opbrengsten
-173.439
-175.405
-191.632
-209.554
-223.913
-231.521
-239.499
Mutatie reserves en voorzieningen Totaal baten
-82.424
0
0
0
0
0
0
-255.863
-175.405
-191.632
-209.554
-223.913
-231.521
-239.499
-169.548
-165.004
-184.995
-206.939
-221.254
-228.183
-234.733
Baten
Netto lasten programma
Programmabegroting 2012
39
Programmabegroting 2012
40
3 Paragrafen 3.1 Ontwikkelingen Deze paragraaf gaat over nieuwe algemene ontwikkelingen in de meerjarenraming 2012-2016 ten opzichte van de huidige meerjarenraming 2011-2015 voor zover niet elders in deze programmabegroting genoemd. Met name in het hoofdstuk Samenvatting wordt al ingegaan op de voortgang van eerdere ontwikkelingen om geld en inhoud meer met elkaar in balans te brengen. Hierbij valt te denken aan de „Actie Storm‟ (bijdrage aan het HWBP) en de ambitiebijstelling vanuit de Kadernota 2011, inclusief een jaarlijks oplopende structurele bezuiniging op de exploitatie van 18 miljoen euro, te realiseren in 2014. De vermogenspositie zou in 2018 op orde moeten zijn. Bij de verschillende programma‟s zijn de voor dat programma specifieke (nieuwe) ontwikkelingen weergegeven. Troonrede 2011 De groei van de economie voor 2012 wordt geraamd op 1%, maar de koopkracht zal dalen. De totale staatsschuld loopt op en de inflatie wordt geraamd op 2% (in deze programmabegroting is gerekend met 1,5%). De zogenaamde spoedwet van € 100 miljoen zal in 2012 worden vervangen door een nieuwe wet over het HWBP. Nieuw is de komst van een Deltaprogramma met als slogan: “geen plannen na een ramp, maar plannen ter voorkoming van een ramp”. Het plan is gestart met een probleemverkenning en het bepalen van de opgave voor de korte, middellange en lange termijn. Een belangrijk onderdeel hierbinnen is het HWBP waarvoor de waterschappen een financiële bijdrage leveren. Voorts zijn de volgende voor Delfland relevante punten in de troonrede genoemd: 1. Het kabinet komt met voorstellen om het aantal bestuurders bij waterschappen fors te verminderen. Niet duidelijk is wanneer; 2. Het kabinet gaat voort met verdergaande decentralisatie richting waterschappen, terwijl tegelijkertijd door middel van het bestuursakkoord bezuinigingen en doelmatigheid winst moet worden behaald; 3. Waterveiligheid is belangrijk, zowel in het Deltaprogramma als de begroting zijn diverse projecten en innovatieve maatregelen voorzien. In 2012 wordt onder meer de Delflandse kust volgens het bestuursakkoord verder versterkt; 4. De waterschapsverkiezingen 2012 worden uitgesteld tot 2014, omdat het kabinet komt met voorstellen voor indirecte verkiezing door gemeenteraden. De Unie van Waterschappen pleit evenwel voor directe verkiezingen. In het bestuursakkoord is afgesproken dat de Waterschapswet wordt herzien op dit punt; 5. Niet duidelijk is hoe de voorgenomen temporisering van de Kaderrichtlijn Water (2011-2015 in totaal € 150 miljoen) doorwerkt in het regionaal waterbeheer en de te behalen KRW doelen voor waterschappen. In 2012 zullen de effecten in beeld worden gebracht; 6. In 2012 wordt de grondwaterbelasting afgeschaft. Totale opbrengst € 178 miljoen; 7. Afbouw innovatie programma‟s Pieken in de Delta van € 15 miljoen in 2012 tot € 113 miljoen in 2016. De waterschappen willen regionale samenwerking voor innovaties voortzetten in de topsector Water; 8. In 2012 wordt gestart met onderhandelingen over een nieuw Gemeenschappelijk Landbouwbeleid dat in 2014 in werking moet treden; 9. Het begrotingstekort volgens de Europese richtlijn moet uiterlijk in 2013 binnen de norm van 3% BBP komen. Nederland realiseert dit streven in 2012. Bestuursakkoord daarentegen vraagt om meer te investeren terwijl de wet HOF het huidige EMU aandeel in het BBP (0,8%) terug wenst te brengen tot maximaal 0,5% voor decentrale overheden; 10. Het kabinet heeft het voornemen om een bankenbelasting in te voeren. De Unie heeft duidelijk gemaakt dat dit ook de sectorbanken (BNG en NWB) zal raken, terwijl zij geen risico vormen en niet debet zijn aan de financiële crisis; 11. De bedrijfsvoering van decentrale overheden moet slimmer in kosten en menskracht worden georganiseerd. Zie hiervoor het bestuursakkoord Water en de Actie Storm; 12. Waterschappen gaan, naast het Rijk, zelf investeren in de primaire waterkering. Op het gebied van de waterketen zal meer met gemeenten worden samengewerkt;
Programmabegroting 2012
41
13. De totale inzet op het thema Water bedraagt in 2012 € 181 miljoen. Voor integraal waterbeheer is dat € 100 miljoen en voor drinkwater en sanitatie € 81 miljoen; 14. In het Bestuursakkoord Water is vastgelegd dat het streven is gericht op een gematigde ontwikkeling van lokale lasten. Alhoewel niet direct relevant voor een waterschap is interessant te vermelden dat de macronorm OZB voor gemeenten voor 2012 is vastgesteld op 3,75% (inflatie van 2,5% en BBP groei van 1,25%); 15. Er is een wetsvoorstel in voorbereiding om nutsbedrijven vrijstelling te geven voor het heffen van precariorechten. Onduidelijk is of waterschappen worden gecompenseerd door deze afschaffing. Bestuursakkoord Water In mei 2011 is het Bestuursakkoord Water getekend door staatssecretaris Atsma, van het ministerie van Infrastructuur en Milieu, en de voorzitters van alle betrokken partijen. Waterschappen, gemeenten, provincies, drinkwaterbedrijven en het Rijk hebben concrete afspraken gemaakt over het waterbeleid in Nederland. Het belangrijkste doel van dit akkoord is om met minder kosten en minder bestuurlijke drukte Nederland de komende jaren droog en veilig te houden. Dit is een belangrijke stap vooruit, gezien de uitdagingen waarvoor de watersector staat. In het akkoord hebben de waterschappen meer taken en verantwoordelijkheden gekregen. Tarief ongebouwd Staatssecretaris Atsma heeft in september 2011 besloten om de aanpassing van het belastingstelsel voor de waterschappen een jaar te vervroegen: van 2014 naar 2013. In 2012 wordt daarom naar verwachting door de verenigde vergadering een nieuwe kostentoedelingsverordening vastgesteld op basis van nieuwe wetgeving. Sinds de invoering van het huidige belastingstelsel in 2009 bestaat een knelpunt bij de toe te rekenen kosten aan de agrariërs (de zogenaamde „weeffout‟). In het nieuwe belastingstelsel bestaan naar verwachting mogelijkheden om de weeffout voor de agrariërs op te lossen. Vooruitlopend daarop verlaagt Delfland het tarief voor de agrariërs in 2012 uit eigen middelen.
Programmabegroting 2012
42
3.2 Uitgangspunten en normen Voor het opstellen van de Programmabegroting 2012 en de hierop aansluitende meerjarenraming tot en met 2016 zijn verschillende uitgangspunten en normen gehanteerd. De belangrijkste zijn hieronder uitgewerkt. Inflatie Voor alle jaren is uitgegaan van een indexering van 1,5%, overeenkomstig het besluit bij de Kadernota 2012. Loonkosten Uitgegaan is van een jaarlijkse loonstijging van 1,5% vanaf 2012. De huidige CAO loopt tot en met 2011. Doorberekening personeelskosten aan externen Voor de opgave van personeelskosten in verband met externe subsidieaanvragen en voor het leveren van diensten aan derden wordt een uurtarief berekend gebaseerd op de salarisschaal van de medewerker en een opslag van € 38,29 voor overheadkosten. De toe te passen uurtarieven op basis van salarisschalen zijn opgenomen in onderstaande tabel. Schaal/component
5
6
7
8
9
10
11
12
13
Loonkosten
26,48
30,24
34,60
39,11
44,05
49,34
55,14
62,24
68,76
Overhead
38,29
38,29
38,29
38,29
38,29
38,29
38,29
38,29
38,29
Uurtarief
64,77
68,53
72,89
77,40
82,34
87,63
93,43
100,53
107,05
Onvoorzien en frictiekosten Op basis van de eerder in de Kadernota 2011 geschetste ontwikkelingen en gekozen uitgangspunten (maximum investeringsvolume en bezuinigingsoperatie) is financiële ruimte opgenomen voor frictiekosten (2011 10 miljoen euro en 2012 5 miljoen euro). Voor de komende jaren wordt een claim verwacht bij de verdere invulling van de formatiereductie. De hoogte van deze toekomstige claims is uiteraard niet precies te voorzien. Het is te voorzien dat het voor 2011 geldende budget niet volledig zal worden benut. Een voorstel met betrekking tot het niet benutte deel zal naar verwachting bij de jaarrekening 2011 aan de orde komen. Daarnaast is in de meerjarenraming een centrale post van 0,5 miljoen euro voor onvoorziene kosten opgenomen en een post van 1 miljoen euro voor onvoorziene personeelskosten als gevolg van wijzingen in de budgetteringsprocedures. Beide posten zijn gebaseerd op ervaringscijfers en ongewijzigd ten opzichte van de meerjarenraming 2011-2015. Bruto investeringen In het kader van het voorzichtigheidsprincipe zijn de bruto investeringsuitgaven geraamd in plaats van de netto investeringsuitgaven. Dat wil zeggen dat er geen rekening is gehouden met mogelijke ontvangen subsidies en/of bijdragen. Exploitatie of investering Alle uitgaven groter dan 50.000 euro en een levensduur van meer dan één jaar worden als investering aangemerkt. Alle andere uitgaven komen rechtstreeks ten laste van de exploitatie. Een en ander is specifiek uitgewerkt in de recent door de VV vastgestelde Nota Activabeleid. Activeren van bouwrente De bouwrente wordt gedurende de projectperiode voor een vast percentage van 3,8% toegerekend aan de projecten. Activeren van manuren Alle directe uren van het Project en Ingenieursbureau (PIB) worden door middel van tijdschrijven toegerekend aan de projecten.
Programmabegroting 2012
43
Indirecte kosten De ondersteunende producten, zoals management, huisvesting en automatisering, worden door middel van specifieke verdeelsleutels (bijvoorbeeld: uren, kosten, werkplekken) doorbelast naar de primaire producten. Voor wat betreft de producten heffing en invordering uiteraard alleen voor zover de gemeenschappelijke regeling op belastinggebied van Schieland en de Krimpenerwaard en Delfland gebruikt maakt van deze ondersteunende producten. Afschrijvingen Overeenkomstig de door de VV vastgestelde Nota Activabeleid wordt afgeschreven vanaf het eerste boekjaar na het afsluiten van de nazorgfase. Investeringen worden lineair afgeschreven. Belastingen Voor de berekening van de belastingtarieven zijn door de RBG de volgende aannames gehanteerd: Het aantal huishoudens stijgt gemiddeld met 0,3% per jaar. Momenteel loopt een volledigheidsonderzoek van de bestanden waarbij gebruik wordt gemaakt van de gegevens van onder meer het inlichtingenbureau. Eind 2011 kan worden bezien of de gehanteerde eenheden moeten worden bijgesteld. Voor wat betreft de economische waarde is aansluiting gezocht bij de (iets hogere) werkelijke cijfers over 2010 en de verwachting dat de waarde voor woningen 1 á 2% zal dalen in 2012. Per saldo is de waarde ongewijzigd gehouden. De ramingen voor ongebouwd zijn aangepast aan de realisatiecijfers over 2010. Dit betekent met name meer hectares voor het overig ongebouwd ten opzichte van de eerdere aannames. Het aantal vervuilingseenheden (woningen) sluit aan bij de hiervoor genoemde ontwikkeling van het aantal huishoudens. De omvang van het aantal vervuilingseenheden bij de grote vervuilende bedrijven is licht aangepast. De verwachting is dat in 2012 circa 40.000 huishoudens voor kwijtschelding in aanmerking zullen komen (ingezetenenomslag en zuiveringsheffing woningen). Dit aantal is ook voor de verdere jaren gehanteerd. Het bedrag voor oninbaar (huishoudens) is wederom gesteld op 1,8% van de begrote opbrengst en is gebaseerd op ervaringsgegevens. Voor beide onderdelen zijn in 2011 projecten gestart die een substantiële verandering kunnen aanbrengen in het totaal van de kwijtschelding en de hoogte van de oninbaarheid. Bij het samenstellen van deze begroting zijn nog te weinig harde feiten voorhanden om wijzigingen aan te brengen in de prognoses. In de loop van het 4e kwartaal 2011 zal meer informatie beschikbaar zijn om een goede prognose te maken van het totaal kwijtschelding.
Programmabegroting 2012
44
3.3 Kostentoerekening
1
Kosten en opbrengsten worden zoveel mogelijk direct ten laste of ten gunste gebracht van een product. Een belangrijke uitzondering zijn de personeelskosten: deze kosten worden via een verdeelsleutel van uren doorbelast aan de producten. De volgende stap is de verdeling van de ondersteunende producten (bijvoorbeeld: management, huisvesting, automatisering) via specifieke verdeelsleutels (bijv. uren, kosten, werkplekken) naar de primaire producten. Uiteindelijk zijn de onderstaande primaire producten verdeeld over de taken watersysteembeheer en zuiveringsbeheer op basis van de volgende verdeelsleutel:
Programma
Producten
A Schoon water
B Voldoende water
C Stevige dijken D Gezuiverd afvalwater
E Instrumenten
F Organisatie: I. Heffing en invordering F Organisatie: II. Bestuur, communicatie en crisisorganisatie G Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien
Systeem beheer
Zuiverings beheer
Aanleg en onderhoud watersystemen
100%
0%
Baggeren en sanering waterbodems
100%
0%
Monitoring watersystemen
100%
0%
Aanleg en onderhoud watersystemen
100%
0%
Baggeren en sanering waterbodems Beheer hoeveelheid water
100% 100%
0% 0%
Beheersinstrumenten watersystemen
100%
0%
Monitoring watersystemen
100%
0%
Aanleg en onderhoud waterkeringen
100%
0%
Beheersinstrument waterkering
100%
0%
Afvalwaterbehandeling door derden Getransporteerd afvalwater
0% 0%
100% 100%
Gezuiverd afvalwater
0%
100%
Verwerkt slib
0%
100%
Handhaving keur
75%
25%
Handhaving Wvo
75%
25%
Externe communicatie Rioleringsplannen en subsidies lozingen
75% 75%
25% 25%
Vergunningen en keurontheffingen
75%
25%
Heffing en invordering
60%
40%
Bestuur en calamiteitenzorg
80%
20%
100%
0%
0%
100%
Opbrengsten watersysteemheffing Opbrengsten zuiveringsheffing Mutaties reserves watersysteemheffing
100%
0%
Mutaties reserves zuiveringsheffing
0% 100%
100% 0%
0%
100%
Belastingopbrengsten watersysteemheffing Belastingopbrengsten zuiveringsheffing
1
De kostentoerekening is mede gebaseerd op het advies van de Unie van Waterschappen.
Programmabegroting 2012
45
Programmabegroting 2012
46
3.4 Financiering Inleiding De kaders voor het treasurybeleid van het Hoogheemraadschap van Delfland zijn vastgelegd in de wet Financiering Decentrale Overheden (Wet Fido), de Verordening Beleids- en Verantwoordingsfunctie (ex artikel 108 Waterschapswet), het Waterschapsbesluit, het treasurystatuut en het treasuryprotocol. In deze paragraaf worden de financiering van Delfland en de consequenties ervan weergegeven in het licht van deze kaders. Beleid Delfland Het treasurybeleid van het Hoogheemraadschap van Delfland heeft als voornaamste doelstelling het beheersen van financiële risico‟s en het minimaliseren van de rentekosten van de aangetrokken of nog aan te trekken financiële middelen (artikel 3 Treasurystatuut). Bij de financieringsactiviteiten zal, teneinde te voorzien in de vermogensbehoefte, zoveel mogelijk gebruik worden gemaakt van kort geld. Hierbij kan gedacht worden aan rekeningcourantkrediet en kas- of daggeldleningen. De reden om juist op deze wijze te financieren komt omdat de te betalen rente voor kort geld over het algemeen lager is dan die voor lang geld. Bovendien kunnen fluctuaties zorgen voor een situatie met een overschot aan liquide middelen. Het maximum dat op deze wijze gefinancierd mag worden, wordt gevormd door de kasgeldlimiet. Wanneer bij een optimale benutting van de kasgeldlimiet nog niet volledig in de vermogensbehoefte is voorzien, resteert de mogelijkheid tot het aantrekken van lang geld. Indien aannemelijk kan worden gemaakt dat dit tekort aan financieringsmiddelen van tijdelijke aard is, kan en zal bij de provincie (voor één of meerdere kwartalen) ontheffing worden gevraagd zodat nog niet tot het aantrekken van een langlopende geldlening hoeft te worden overgegaan. Wanneer toch blijkt dat een langlopende geldlening aangetrokken dient te worden, zal de meerjarige liquiditeitsplanning in ogenschouw worden genomen om te voorkomen dat Delfland (tijdelijk) overliquide zal geraken. Bij de keuze van de rentevaste termijn van een aan te trekken geldlening zal de situatie op de kapitaalmarkt (en de renteverwachting) bepalend zijn. Risicobeheer Kasgeldlimiet In de wet Fido is vastgelegd dat de kortlopende financiering wordt beperkt door middel van de kasgeldlimiet. Voor waterschappen is deze limiet vastgesteld op 23% van het begrotingstotaal op 1 januari van het betreffende jaar. Voor 2012 betekent dit een kasgeldlimiet van 23% van € 240 miljoen is € 55,2 miljoen. Bij de huidige marktrente (extreem lage kortlopende rente) zal maximaal gebruik worden gemaakt van financiering met kortlopende geldmiddelen. Renterisico De renterisico‟s op de vaste schuld worden ingekaderd door middel van de renterisiconorm. Het uitgangspunt voor het invoeren van de renterisiconorm is het streven naar een spreiding van de looptijden van langlopende geldleningen met als doel een beperking van renterisico‟s. Het bedrag aan aflossingen en het leningbedrag, dat in aanmerking komt voor renteherziening mag in het betreffende jaar de renterisiconorm niet overschrijden. Deze norm wordt berekend als 30% van het begrotingstotaal per 1 januari van het begrotingsjaar. Voor 2012 betekent dit een renterisiconorm van 30% van € 240 miljoen is € 72 miljoen. In de huidige leningenportefeuille is voor 2012 een aflossing voorzien van drie geldleningen voor in totaal € 29 miljoen zodat Delfland binnen de renterisiconorm zal blijven. Ook voor de jaren na 2012 wordt op basis van de huidige leningenportefeuille geen overschrijding van de renterisiconorm voorzien. Derivaten Delfland maakt geen gebruik van derivaten in die zin dat posities ingenomen worden op grond waarvan risico‟s gelopen worden.
Programmabegroting 2012
47
Kredietrisico Doordat in 2012 naar verwachting geen sprake zal zijn overtollige gelden is geen sprake van een kredietrisico. Koersrisico De aandelen die Delfland in bezit heeft (onder andere van de Nederlandse Waterschapsbank) worden niet op een beurs verhandeld en zijn daarom niet onderhevig aan koersrisico‟s. Valutarisico Delfland handelt niet in vreemde valuta waardoor ook hier geen risico op wordt gelopen. Kasbeheer Rekening-courant Door Delfland wordt jaarlijks bij de Nederlandse Waterschapsbank (NWB) een kredietlimiet voor de rekening-courant aangevraagd. Voor 2012 zal de maximale kredietlimiet 60 miljoen euro bedragen. Door de zeer lage rekening-courantrente wordt maximaal gebruik gemaakt van de ruimte van de kredietfaciliteit bij de NWB. Ontwikkelingen Lange rente Op de geld- en kapitaalmarkt was in 2011 sprake van een situatie waarbij de percentages voor kortlopende geldleningen aanzienlijk lager waren dan de percentages voor langlopende financiering. In september 2011 bedroeg het rentepercentage voor een fixe-lening met een looptijd van 30 jaar 4,14 % (begin 2010: 4,85 %) en voor een lineaire lening 3,8 % (begin 2010: 4,5 %). Korte rente Gedurende het jaar 2011 is de rente voor 1-maands kasgeldleningen opgelopen van 0,86% begin januari tot 1,16% begin september. Ten opzichte van de percentages voor de langlopende financiering is het nog steeds aantrekkelijk om te financieren met kortlopende geldleningen. Waterschapsfinanciering Leningenportefeuille Op 1 september 2011 bestond de leningenportefeuille uit 25 leningen met een totaalbedrag van 470 miljoen euro. Het gemiddelde rentepercentage van deze geldleningen bedraagt 4,65%. In deze leningenportefeuille bevinden zich 11 leningen met een restantschuld van 190 miljoen euro, welke in de jaren 2011 t/m 2015 zullen worden afgelost en waarvoor herfinanciering plaatsvindt tegen een rentepercentage van 4,795%. Het college heeft hiertoe op 10 juni 2008 een besluit genomen gelet op de hoge rentepercentages van deze leningen (gemiddeld 5,61%). Liquiditeitsprognose Op basis van het investeringsprogramma 2012 en het tekort op de exploitatiebegroting wordt verwacht dat in 2012 voor een bedrag van circa 100 miljoen euro aan extra geldmiddelen zal moeten worden aangetrokken. Financiering Zoals eerder in deze paragraaf is vermeld wordt de financieringsbehoefte over 2012-2016 zoveel mogelijk ingevuld met kortlopende geldleningen. In de onderstaande tabel wordt de financieringsbehoefte over 2012-2016 cijfermatig weergegeven.
Programmabegroting 2012
48
Tabel financieringsbehoefte 2012-2016 Financieringspositie (bedragen * € 1 miljoen)
Ultimo 2011
Ultimo 2012
Ultimo 2013
Ultimo 2014
Ultimo 2015
Vaste activa
956
965
975
989
1.006
Opgenomen leningen
471
471
471
471
471
Langlopende leaseverplichtingen
282 60
276 60
270 60
264 60
258 60
29
-2
-10
-7
-3
Totaal te financieren
842
805
791
788
786
Financieringsoverschot (+)/tekort (-/-)
114
160
184
201
220
Rekening courant krediet Eigen financieringsmiddelen reserves
Voor de toerekening van de betaalde rente aan de geactiveerde investeringen en het onderhanden werk wordt gerekend met een rekenrente. Over 2012 bedraagt deze rekenrente voor de toerekening aan de exploitatie 4,0% oplopend naar 4,6% in 2016 en wordt aan het onderhanden werk een vast percentage van 3,8% toegerekend. Het verschil tussen de werkelijk betaalde rentekosten en de toegerekende rente, het zogenaamde renteresultaat vormt onderdeel van het exploitatieresultaat en wordt verrekend met de egalisatiereserve renteomslag. De onderstaande tabel geeft een cijfermatige weergave van het renteresultaat over de jaren 2012-2016. Tabel renteresultaat Omschrijving (bedragen * 1 miljoen)
2012
2013
2014
2015
2016
Rentekosten langlopende geldleningen
21,9
21,4
21,2
20,7
20,4
Rentekosten kortlopende geldleningen
0,8
0,9
1,1
1,2
1,2
Rentekosten financieringstekort
5,0
7,4
8,9
10,1
11
Dividend
-0,6
-0,6
-0,6
-0,6
-0,6
Totaal rentelasten
27,1
29,1
30,6
31,4
32,0
Toegerekend aan Exploitatie (kapitaallasten staat vaste activa)
24,0
25,2
27,5
30,9
33,0
3,9
5,3
5,2
4,4
3,5
27,9
30,5
32,7
35,3
36,5
0,8
1,4
2,1
3,9
4,5
Onderhanden werk (geactiveerde rente) Totaal toegerekend Renteresultaat (positief =voordeel)
Programmabegroting 2012
49
Programmabegroting 2012
50
3.5 Bestemmingsreserves en voorzieningen Deze paragraaf bevat een overzicht van de vermogensbestanddelen die niet behoren tot het weerstandsvermogen. Dit zijn de egalisatiereserves, de bestemmingsreserves en de voorzieningen. De algemene reserves maken onderdeel uit van de weerstandscapaciteit en komen daarom in de volgende paragraaf aan de orde. Egalisatie- en bestemmings-reserves (bedragen afgerond) Egalisatiereserve gebouwd
Stand
282.000
Egalisatiereserve ongebouwd
299.000
Reserve onderhoud bruggen Totaal
Vermindering
Stand 31-12-2012
2.988.000
Egalisatiereserve ingezetenen
Egalisatiereserve renteomslag
Vermeerdering
1-1-2012 925.000 5.000
2.063.000 287.000
899.000
- 600.000
1.115.000
1.115.000
300.000
300.000
4.984.000
5.000
925.000
3.165.000
Egalisatiereserves gebouwd, ingezetenen en ongebouwd De afwijking van de belastingopbrengsten tussen de oorspronkelijke begroting en de gerealiseerde cijfers wordt jaarlijks bij de jaarrekening per categorie verrekend met elk van de egalisatiereserves. De reserves worden meerjarig ingezet bij de tariefberekening. In afwijking hiervan is de vermindering bij de categorie ongebouwd bij de berekening van het tarief 2012 volledig ingezet. Daarnaast is gerekend met een extra onttrekking van € 600.000 ten laste van deze reserve. Dit bedrag zal in de jaren 2013-2016 weer ten laste van de categorie ongebouwd worden gebracht. Deze mutaties hebben derhalve geen enkele invloed op de tarieven van de overige categorieën. De effecten voor de tarieven 2012 is weergegeven in paragraaf 3.7 Waterschapsbelastingen. Egalisatiereserve renteomslag Uitgangspunt is een jaarlijks vaste renteomslag. Calculatieverschillen die hierdoor ontstaan worden gestort in of onttrokken aan deze reserve. Op basis van de bij het opstellen van de begroting bekende inzichten wordt voor 2012 een storting van € 800.000 geraamd. Reserve onderhoud bruggen Voor het (achterstallig) onderhoud van over te dragen bruggen aan de gemeenten MiddenDelfland en Westland is een reserve opgenomen.
Voorzieningen (bedragen afgerond)
Stand
Vermeerdering
Vermindering
1-1-2012 Voorziening wachtgeld
Stand 31-12-2012
1.160.000
1.160.000
Voorziening bijdrage slibverbrandingsinstallatie
6.988.000
850.000
6.138.000
Voorziening onderzoek en ontwikkeling Voorziening baggeren Totaal
175.000
175.000
3.230.000
5.200.000
5.200.000
3.230.000
11.553.000
5.200.000
6.050.000
10.703.000
Voorziening wachtgeld De voorziening wachtgeld dekt de toekomstige wachtgeldaanspraken van ex-medewerkers en collegeleden.
Programmabegroting 2012
51
Voorziening bijdrage slibverbrandingsinstallatie Deze voorziening is gevormd met het ontvangen subsidiebedrag voor de bouw van de slibverbrandingsinstallatie. Ter dekking van de kapitaallasten wordt jaarlijks een bedrag van € 850.000 onttrokken. Voorziening onderzoek en ontwikkeling De Nota Activabeleid is op 16 december 2010 door de VV vastgesteld. Daarmee is een nieuwe „Voorziening onderzoek en ontwikkeling‟ gevormd. Deze voorziening is bedoeld voor het afdekken van het risico dat investeringsbeslissingen voor onderzoek en ontwikkeling uiteindelijk niet tot een vast activum leiden. Op basis van een eerste berekening en onderbouwing is bij de tweede bestuursrapportage 2011 een bedrag van € 175.000 in de voorziening gestort (programma Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien). Voorziening baggeren Op basis van een beheerplan baggeren is in de verenigde vergadering van 16 december 2010 een voorziening voor baggerkosten gevormd. Vanaf 2011 wordt jaarlijks een bedrag van € 5,2 miljoen (inclusief een raming voor de personeelskosten) ten laste van de exploitatie in de voorziening gestort. De werkelijke uitgaven komen ten laste van de voorziening. Op basis van de actualisatie en de onderbouwing van het beheerplan op de toekomstige uitgaven van het baggeren zal de storting in de voorziening jaarlijks worden aangepast.
Programmabegroting 2012
52
3.6 Weerstandsvermogen Algemeen Delfland vindt het wenselijk de risico‟s die van invloed zijn op de bedrijfsvoering beheersbaar te maken. De hiertoe opgestelde nota Risico‟s en weerstandsvermogen is in de verenigde vergadering van 25 november 2010 vastgesteld. Het uitgangspunt van de nota is het stellen van kaders voor het te voeren beleid voor risico‟s en weerstandsvermogen waarbij de volgende besluiten zijn genomen: De nota Risico‟s en weerstandsvermogen wordt eenmaal per vier jaar geactualiseerd en vastgesteld; De beschikbare weerstandscapaciteit bestaat uit de algemene reserves en de post onvoorzien; Gestreefd wordt naar een ratio van het weerstandsvermogen tussen 1,0 en 1,4; De paragraaf weerstandsvermogen van de diverse planning en control producten geeft inzicht in de relatie tussen de resultaten van de risicoanalyse, het actuele weerstandsvermogen en het benodigde weerstandsvermogen; In elk voorstel aan de verenigde vergadering wordt een expliciete risicoafweging gemaakt. Door het vaststellen van een risicoratio wordt een deel van het eigen vermogen afgezonderd in de algemene reserves weerstandsvermogen. Het instellen van deze reserves is geregeld in de herziene nota Reserves en voorzieningen die eveneens in de verenigde vergadering van 25 november 2010 is vastgesteld. In deze paragraaf wordt aandacht besteed aan de risico‟s die Delfland loopt en het vermogen om deze risico‟s op te kunnen vangen. Het gaat hier vooral om de risico‟s die financiële gevolgen kunnen hebben. Risico’s Waterschappen zijn wettelijk verplicht om de risico‟s die ze lopen in kaart te brengen en beleid te ontwikkelen om deze risico‟s af te dekken. Een deel van de risico‟s wordt afgedekt door afgesloten verzekeringen of gevormde voorzieningen. Momenteel zijn alleen voor het programma Gezuiverd afvalwater de risico‟s financieel onderbouwd en is de kans van optreden aangegeven. Voor de overige programma‟s zijn de risico‟s wel benoemd maar nog niet gekwantificeerd. Er wordt naar gestreefd op korte termijn de financiële gevolgen van zoveel mogelijk risico‟s inzichtelijk te maken. Het maximale bedrag van de geïnventariseerde risico‟s bedraagt € 43,5 miljoen. Doordat de risico‟s niet allemaal tegelijk en maximaal zullen optreden is een risicosimulatie uitgevoerd. Op basis van deze simulatie blijkt dat de risico‟s kunnen worden afgedekt met een bedrag van € 9,4 miljoen. Exploitatietekorten De programmabegroting 2012-2016 geeft inzicht in hoeverre de exploitatie op termijn sluitend is. Indien sprake is van tekorten moet -net als bij risico‟s- een beroep worden gedaan op de weerstandscapaciteit. (bedragen * € 1 miljoen) Jaarlijks tekort/overschot
Totaal 20122016 11,8
2012
2013
2014
2015
2016
-24,7
-2,4
11,4
12,8
14,7
Op termijn is sprake van een sluitende begroting waardoor geen bedrag voor risico‟s hoeft te worden meegenomen. Beschikbare weerstandscapaciteit De beschikbare weerstandscapaciteit van Delfland bestaat uit het geheel aan middelen dat de organisatie daadwerkelijk ter beschikking heeft om de risico‟s financieel af te dekken. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen de incidentele weerstandscapaciteit en de structurele weerstandscapaciteit.
Programmabegroting 2012
53
De incidentele weerstandscapaciteit is het vermogen om calamiteiten eenmalig op te vangen. Het zijn de direct aan te wenden middelen voor financiële tegenvallers. Voor Delfland zijn dit de volgende reserves: Algemene reserve weerstandsvermogen Watersysteem; Algemene reserve weerstandsvermogen Zuivering. Conform de vastgestelde nota Risico‟s en weerstandsvermogen worden de bestemmingsreserves niet meegerekend omdat een onttrekking uit deze reserves een direct gevolg heeft voor de dekking van kosten in meerjarenperspectief. Ook worden de stille reserves niet meegerekend. De structurele weerstandscapaciteit betreft de middelen die permanent kunnen worden ingezet om tegenvallers op te vangen zonder dat dit ten koste gaat van de uitvoering van de bestaande taken. Het betreft hierbij voor Delfland de post Onvoorzien in de begroting. De beschikbare weerstandscapaciteit per 1 januari van ieder jaar is in onderstaande tabel weergegeven. Beschikbare weerstandscapaciteit per 1-1 (bedragen * € 1 miljoen)
2012
2013
2014
2015
2016
Onvoorzien Algemene reserve weerstandsvermogen Watersysteem
0,5
0,5
0,5
0,5
0,5
-3,3
-9,4
-5,8
1,3
7.8
Algemene reserve weerstandsvermogen Zuivering
16,7
-1,9
-7,9
-3,7
2,6
Totaal beschikbare weerstandscapaciteit
13,9
-10,8
-13,2
-1,9
10,9
Benodigde weerstandscapaciteit De benodigde weerstandscapaciteit bestaat uit de afdekking van het op basis van een simulatie berekende bedrag van risico‟s en de begrotingssaldo over de periode 2012 tot en met 2016. De benodigde weerstandscapaciteit blijkt uit onderstaande tabel. Benodigde weerstandscapaciteit per 1-1-2012
Bedrag * € 1 miljoen 9,4
Concernbreed risicoprofiel op basis inventarisatie
Beoordeling weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen wordt beoordeeld op grond van een bestuurlijk vastgestelde ratio tussen enerzijds de beschikbare weerstandscapaciteit en anderzijds de risico‟s waarvoor geen voorzieningen zijn getroffen of verzekeringen zijn afgesloten plus de negatieve exploitatiesaldi van de meerjarenbegroting 2012-2016. De berekening van het weerstandsvermogen van Delfland per 1 januari 2012 luidt als volgt: Beschikbare weerstandscapaciteit Ratio weerstandsvermogen = Benodigde weerstandcapaciteit
=
13,9 9,4
= 1,48
Om het weerstandsvermogen te kunnen beoordelen dient te worden vastgesteld welke ratio Delfland als gewenst nastreeft. Hiertoe wordt gebruik gemaakt van onderstaande waarderingstabel. Waarderingscijfer
Ratio weerstandsvermogen
Betekenis
A
2,0 < x
B
1,4 < x < 2,0
Ruim voldoende
C
1,0 < x < 1,4
Voldoende
D
0,8 < x < 1,0
Matig
E
0,6 < x < 0,8
Onvoldoende
F
Programmabegroting 2012
x < 0,6
Uitstekend
Ruim onvoldoende
54
Delfland streeft een ratio na van het weerstandsvermogen van tussen de 1,0 en 1,4. Bij de bovenstaande berekening van de actuele ratio dient te worden aangetekend dat er op dit moment nog geen volledige risico-inventarisatie en analyse beschikbaar is. De gepresenteerde risicoratio geeft dientengevolge een vertekend beeld, en het is dan ook niet reëel te veronderstellen dat de ratio op korte termijn naar het gewenste niveau gebracht kan worden. Dit neemt niet weg dat door het actief toepassen van risicomanagement het mogelijk moet zijn hier actief op te sturen.
Programmabegroting 2012
55
Programmabegroting 2012
56
3.7 Waterschapsbelastingen Belastingeenheden Belastingsoort
Eenheid
2012
2013
2014
2015
2016
Watersysteemheffing: * ingezetenen
Huishoudens
471.700
473.100
474.500
475.900
477.300
WOZ (mln)
139.900
139.900
139.900
139.900
139.900
* ongebouwd (overig)
Hectare
15.400
15.400
15.400
15.400
15.400
* ongebouwd (wegen)
Hectare
4.800
4.800
4.800
4.800
4.800
* natuur
Hectare
1.200
1.200
1.200
1.200
1.200
Verontreinigingsheffing
Verv.eenheid
500
500
500
500
500
Zuiveringsheffing
Verv.eenheid
1.385.600
1.388.800
1.392.000
1.395.200
1.398.400
* gebouwd
De vermelde aantallen huishoudens en vervuilingseenheden zijn vóór aftrek van kwijtschelding en oninbaar. Voor kwijtschelding is jaarlijks rekening gehouden met circa 40.000 huishoudens en 80.000 vervuilingseenheden. Het kwijtscheldingsbeleid is gebaseerd op de 100%-norm. Opbrengsten, jaarresultaat en algemene reserve Onderstaande tabel geeft voor zowel het watersysteembeheer als het zuiveringsbeheer een overzicht van de ontwikkeling van de waterschapsbelastingen, de jaarresultaten en algemene reserve. Voor de watersysteemheffing is tot en met 2013 gerekend met een jaarlijkse opbrengststijging van 8,5% (daarna 4%) en voor de zuiveringsheffing met 10% (daarna 2014 9% en 2015 3%).
Belastingopbrengst, jaarresultaat en reserves (x 1.000 euro)
2012
2013
2014
2015
2016
a. Watersysteembeheer Watersysteemheffing: * ingezetenen (netto)
48.070
52.206
54.220
56.370
58.654
* gebouwd
28.540
31.051
32.621
34.100
35.855
* ongebouwd (overig)
1.834
2.688
2.794
2.904
3.018
* ongebouwd (wegen)
1.143
1.676
1.742
1.810
1.881
8
9
9
9
10
* natuur Verontreinigingsheffing
43
47
51
52
54
Totaal netto belastingopbrengst watersysteem
79.552
87.583
91.336
95.141
99.364
Jaarresultaat
- 6.087
3.617
7.146
6.497
6.189
Verloop reserve (cumulatief, ultimo)
- 9.429
-5.812
1.334
7.831
14.020
b. Zuiveringsbeheer
109.324
120.256
131.080
135.011
139.060
Totaal netto belastingopbrengst zuivering
109.324
120.256
131.080
135.011
139.060
Jaarresultaat
- 18.649
- 6.007
4.234
6.270
8.492
- 1.909
- 7.916
- 3.682
2.588
11.080
Verloop reserve (cumulatief, ultimo)
Programmabegroting 2012
57
Op grond van wet- en regelgeving dient het laatste jaar van de meerjarenraming structureel sluitend te zijn met positieve reserves. De financiële positie van Delfland voldoet hieraan. In 2014 ontstaat voor beide taken een positief jaarresultaat. De vermogenspositie is vanaf 2015 positief. Leges en precario In de meerjarenraming is gerekend met jaarlijkse belastingopbrengsten voor leges en precario van 300.000 euro respectievelijk 282.000 euro. Tarieven Hieronder volgt een gespecificeerde berekening van de tarieven 2012 en de uitwerking van de tarieven voor verschillende categorieën van belastingbetalers.
Watersysteemheffing (basis opbrengst 2011 en stijging opbrengst van 8,5%) Taakkosten cf. kostentoedelingsverordening in €
Ingezetenen
Gebouwd
Ongebouwd
Natuur
47.466.000
27.759.699
600.000
1.763.000
4.928
-925.295
-898.581
48.070.928
28.597.404
2.977.809
7.911
423.900
139.900.mln
15.400(ha)
1.200 (ha)
(huishoudens)
(woz-waarde)
4.800 (ha)
111,975
0,0198%
155,056
b. Specifieke kosten categorie
1,415
0,0013%
c. Egalisatiereserves categorie
0,012
-0,0007%
-35.943
113,402
0,0204%
119,112
Specifieke kosten (verkiezingen en WOZ gemeente) Egalisatiereserves categorie (jaarrekening 2007-2010) Totaal Aantal netto belastingeenheden
3.876.390
7.911
Tarieven a. Taakkosten
Totaal tarief
6,593
6,593
Het tarief ongebouwd voor 2012 is verlaagd door de volledige inzet van de beschikbare egalisatiereserve ongebouwd én een extra onttrekking van € 600.000 ten laste van deze reserve. Laatstgenoemd bedrag zal in de jaren 2013-2016 weer ten laste van de categorie ongebouwd worden gebracht. Deze mutaties hebben derhalve geen enkele invloed op de tarieven van de overige categorieën.
Zuiveringsheffing (basis opbrengst 2011 en stijging opbrengst van 10%) a taakkosten cf. kostentoedelingsverordening in € b aantal netto vervuilingseenheden Tarief (= a/b)
Woningen en bedrijven 109.324.000 1.284.100 85,14
Verontreinigingsheffing (tarief is wettelijk gekoppeld aan zuiveringstarief) a taakkosten cf. kostentoedelingsverordening in € b aantal netto vervuilingseenheden Tarief (= a/b)
Programmabegroting 2012
43.000 500 85,14
58
Tabel ontwikkeling tarieven 2012-2016
2
2012
2013
2014
2015
2016
Watersysteembeheer Stijging opbrengst
8,5%
8,5%
4,0%
4,0%
4,0%
113,40
122,78
127,16
131,86
136,85
0,0204%
0,0222%
0,0233%
0,0244%
0,0256%
Tarief ongebouwd per ha.
119,11
165,96
172,82
179,96
188,42
Tarief ongebouwd per ha. (wegen)
238,22
331,92
345,64
359,92
376,84
6,59
7,17
7,46
7,76
8,08
85,14
93,44
101,62
104,44
107,34
10,0%
10,0%
9,0%
3,0%
3,0%
85,14
93,44
101,62
104,44
107,34
Tarief ingezetenen per huishouden Tarief gebouwd in proc. economische waarde
Tarief natuur per ha. Tarief verontreinigingsheffing per v.e.
Zuiveringsbeheer Stijging opbrengst Tarief woningen en bedrijven per v.e.
Deze tariefsberekening is gebaseerd op de huidige kostentoedelingsverordening, de ontwikkeling van de belastingeenheden (zie hiervoor), de afwikkelingen per categorie over voorgaande jaren (egalisatiereserves) en de voorgestelde procentuele opbrengststijging als gevolg van de verwachte kostenontwikkeling in de komende jaren. Naar verwachting zal in 2012 de kostentoedelingsverordening worden aangepast aan nieuwe wetgeving. Deze verordening zal vanaf 2013 van kracht worden. Tabel voorbeelden te betalen bedragen 2012-2016 2012
2013
2014
2015
2016
% stijging 2012
Alleenwonend, geen eigenaar
198,54
216,22
228,78
236,30
244,19
7%
Meer personen, geen eigenaar
368,82
403,10
432,02
445,18
458,87
8%
Alleenwonend, woning WOZwaarde € 250.000
249,54
271,72
287,03
297,30
308,19
7%
Meer personen, woning WOZwaarde € 250.000
419,82
458,60
490,27
506,18
522,87
8%
Bedrijfspand, WOZ-waarde € 5 mln, 100 v.e.
9.534,00
10.454,00
11.327,00
11.664,00
12.014,00
8%
Veeteeltbedrijf, 25 ha
2.977,75
4.149,00
4.320,50
4.499,00
4.710,50
- 16%
Openbare landweg, 25 ha
5.955,50
8.298,00
8.641,00
8.998,00
9.421,00
- 16%
164,75
179,25
186,50
194,00
202,00
Natuurterrein, 25 ha
7%
2
Voor de jaren 2013-2016 is –in afwachting van nieuwe wetgeving en besluitvorming door de VV- de huidige kostentoedeling gehanteerd.
Programmabegroting 2012
59
Programmabegroting 2012
60
3.8 Verbonden partijen Het aangaan van banden met (verbonden) derde partijen komt altijd voort uit het publiek belang. Verbindingen met derde partijen zijn een manier om een bepaalde publieke taak uit te voeren. Per partij (een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie) is sprake van een financieel en een bestuurlijk belang. Financieel belang: „een aan de verbonden partij ter beschikking gesteld bedrag dat niet verhaalbaar is indien de verbonden partij failliet gaat onderscheidenlijk het bedrag waarvoor aansprakelijkheid bestaat indien de verbonden partij haar verplichtingen niet nakomt‟. Bestuurlijk belang: „zeggenschap, hetzij uit hoofde van vertegenwoordiging in het bestuur hetzij uit hoofde van stemrecht‟. Hieronder wordt een overzicht gegeven van de met Delfland verbonden partijen en de eventuele ontwikkelingen voor 2011. Voor een meer volledig overzicht van relevante gegevens met betrekking tot de verbonden partijen wordt verwezen naar de lijst van verbonden partijen die op 28 oktober 2010 samen met de Nota verbonden partijen in de verenigde vergadering is behandeld en die jaarlijks wordt geactualiseerd. Overzicht verbonden partijen: Nederlandse Waterschapsbank NV (NWB) Gemeenschappelijke Regeling Slibverwerking Holding IOPW NV Ontwikkelingsmaatschappij „Het nieuwe Westland‟ BV Ontwikkelingsmaatschappij „Het nieuwe Westland‟ CV Gemeenschappelijke Regeling Regionale Belastinggroep (RBG) Gemeenschappelijke Regeling Beheer Grondwateronttrekking Delft Noord Gemeenschappelijke Regeling Aquon Gemeenschappelijke Regeling Het Waterschapshuis Unie van Waterschappen Gemeenschappelijke Regeling Muskusrattenbestrijding Ten aanzien van verbonden partijen zijn de volgende belangrijke ontwikkelingen en risico‟s voor 2012 voorzien: Gemeenschappelijke Regeling Delta Waterlab Per 1 juli 2011 is de Gemeenschappelijke Regeling Delta Waterlab vervallen en overgegaan in de nieuwe Gemeenschappelijke Regeling Aquon. De nieuwe GR is een samenvoeging van drie waterschapslaboratoria. In de GR nemen zeven waterschappen deel. Holding IOPW NV en Ontwikkelingsmaatschappij ‘Het nieuwe Westland’ BV/CV De provincie Zuid-Holland treedt mogelijk terug als participant. Gevolg is minder eigen en vreemd vermogen, respectievelijk 2,6 miljoen en 7,8 miljoen euro. Door de huidige recessie krimpt de woningmarkt in het duurdere segment. Hierdoor is er op de middellange termijn sprake van minder winst, met als gevolg minder rendement op het eigen vermogen dan de beoogde 15% (contractueel 11%). Bij verdere doorzetting van de recessie ontstaat een minder zekere positie als gevolg van circa 10% minder totaal vermogen. Voor het overige worden er voor 2012 geen belangrijke ontwikkelingen voorzien. Ditzelfde geldt voor (financiële) risico‟s.
Programmabegroting 2012
61
Programmabegroting 2012
62
3.9 EMU-saldo Begroting 2012
Begroting 2011
EMU/exploitatiesaldo
- 24.386.000
- 60.267.701
Investeringsuitgaven (bruto)
- 68.300.000
- 74.400.000
46.904.000
58.842.736
5.200.000
2.200.000
- 40.582.000
- 73.624.965
Afschrijvingen Toevoegingen aan voorzieningen tlv exploitatie Totaal EMU-saldo
Programmabegroting 2012
63
Programmabegroting 2012
64
4 Financiële overzichten 4.1 Tabel kosten en opbrengsten Rekening
Begroting
2010
2011
2012
2013
2014
2015
2016
Externe rentelasten
22.350
27.322
27.653
29.690
31.104
31.982
32.606
Afschrijvingen van activa
41.664
58.843
46.904
45.019
44.929
45.427
45.926
Salarissen huidig personeel en bestuurders
27.451
31.188
28.665
28.527
28.834
29.454
30.305
Sociale premies
4.543
5.353
5.571
5.578
5.633
5.689
5.745
Overige personeelslasten
2.162
2.579
2.410
2.393
2.447
2.569
2.579
Personeel van derden
7.507
1.590
1.527
1.347
1.347
1.347
1.347
Duurzame gebruiksgoederen Overige gebruiksgoederen en verbruiksgoederen
976
1.392
1.382
1.434
1.373
1.444
1.387
1.163
1.452
1.252
1.255
1.274
1.294
1.294
Energie
2.597
2.684
2.547
2.547
2.547
2.567
2.567
Huren en rechten
1.130
1.044
1.175
1.152
774
776
777
56.196
60.723
58.881
59.906
61.021
62.225
63.543
Leasebetalingen operational lease Pachten en erfpachten Verzekeringen Belastingen
4
4
4
4
4
4
4
280
282
282
282
282
282
282
2.109
2.114
2.137
2.140
2.141
2.141
2.141
Onderhoud door derden
14.477
16.829
13.134
13.365
13.299
13.102
13.107
Overige diensten door derden
37.874
34.013
32.420
32.575
32.288
32.885
33.496
18
0
0
0
0
0
0
4.719
762
839
836
838
839
618
Bijdragen aan bedrijven Bijdragen aan overheden Bijdragen aan overigen Toevoeging aan voorzieningen en reserves Onvoorzien Lasten voorgaande jaren Doorbelastingen kostensoorten
51
95
135
135
135
135
135
85.201
2.352
6.026
6.575
7.272
9.009
9.621
0
11.500
6.400
1.500
-600
-600
-600
5.371
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
317.843
262.121
239.344
236.260
236.942
242.571
246.880
Externe rentebaten
-224
-206
-203
-203
-203
-203
0
Dividenden en bonusuitkeringen
-551
-550
-550
-550
-550
-550
-550
Baten i.v.m. salarissen en sociale lasten
-172
0
0
0
0
0
0
Verkoop van grond
-476
0
0
0
0
0
0
Totaal kosten
Verkoop van duurzame goederen
-5
0
0
0
0
0
0
Verkoop van overige goederen
-151
-150
-150
-150
-150
-150
-150
Opbrengst uit grond en water
-569
-501
-501
-501
-501
-501
-501
Huuropbrengst uit overige eigendommen
-119
-95
-95
-95
-95
-95
-95
-12.459
-12.023
-11.720
-11.807
-11.896
-11.987
-12.081
-1.839
-1.034
-1.041
-1.041
-1.041
-1.041
-235
-923
-140
-140
-140
-140
-140
-140
-173.145
-187.595
-203.861
-223.110
-238.795
-247.130
-256.057
Kwijtscheldingen
9.918
10.421
11.270
12.344
13.206
13.676
14.169
Oninbaarverklaringen
1.164
2.581
2.792
3.049
3.286
3.411
3.542
Diensten voor derden Bijdragen van overheden Bijdragen van overigen Waterschapsbelastingen totaal
Onttrekkingen aan voorzieningen Onttrekkingen aan reserves
-940
0
0
0
0
0
0
-82.798
-1.999
-1.835
-1.835
-1.611
-1.481
-1.056
Geactiveerde lasten
-8.808
-10.563
-8.576
-9.832
-9.833
-9.148
-8.408
Totaal opbrengsten
-272.097
-201.854
-214.610
-233.871
-248.323
-255.339
-261.562
45.746
60.267
24.734
2.389
-11.381
-12.768
-14.682
Exploitatieresultaat ( - = voordeel )
Programmabegroting 2012
65
Programmabegroting 2012
66
4.2 Voorgenomen investeringen De voor 2012 opgenomen investeringsramingen zijn getoetst op realisme en haalbaarheid in de planvorming en de uitvoering. Dat laat onverlet dat zich toch nog onvoorziene gebeurtenissen kunnen voordoen die zich vertalen in een afwijking in de realisatie. De totale raming voor 2012 bedraagt circa € 40 miljoen. Voor 2013 en verder wordt vooralsnog een jaarlijks investeringsvolume gehanteerd van gemiddeld € 55 miljoen. In de kadernota 2013 zullen deze bedragen afgestemd worden op de beoogde doelrealisatie in de programma´s. In de tabel wordt een overzicht gegeven van de geraamde investeringen over 2012 voor de verschillende programma‟s. Programma (bedragen * € 1 miljoen) Schoon water
2012 2,8
Voldoende water
10,6
Stevige dijken
13,4
Gezuiverd afvalwater
12,6
Organisatie Totaal
Programmabegroting 2012
1,0 40,4
67
Programmabegroting 2012
68
4.3 Overzicht programma’s naar taken (voor doorbelasting bedrijfsvoering) – bedragen * € 1 miljoen. De onderstaande tabel geeft de verdeling van de saldi van de programma‟s naar de hoofdtaken Watersysteemheffing (Ws) en Zuiveringsheffing (Zh) weer. Programma
Rekening 2010 Ws
Schoon water
Zh
Begroting 2011
Totaal
Ws
Zh
Begroting 2012
Totaal
Ws
Zh
Begroting 2013
Totaal
Ws
Zh
Totaal
2,6
0,1
2,7
2,1
0,2
2,3
3,3
0,0
3,3
3,3
0,0
3,3
41,6
0,3
41,9
36,3
0,3
36,6
38,1
0,0
38,1
37,6
0,0
37,6
Stevige dijken Gezuiverd afvalwater
9,6
0,0
9,6
9,4
0,0
9,4
11,2
0,0
11,2
11,2
0,0
11,2
0,0
112,4
112,4
0,0
140,5
140,5
0,0
113,1
113,1
0,0
112,3
112,3
Instrumenten
9,6
3,2
12,8
6,4
2,2
8,6
6,8
2,3
9,1
6,6
2,2
8,7
2,7
2,8
5,5
2,8
2,8
5,6
3,3
2,2
5,5
3,5
2,4
5,9
4,2
1,3
5,5
5,8
1,7
7,5
4,5
1,1
5,6
4,5
1,1
5,6
16,2
8,7
24,9
25,1
12,3
37,4
15,6
8,2
23,8
16,3
8,3
24,6
-68,3
-101,3
-169,6
75,9
111,7 -187,6
-76,8
-108,2
-185,0
-86,7
18,2
27,5
45,7
12,0
6,1
18,6
24,7
-3,6
Voldoende water
Organisatie: Heffing/invordering Bestuur,externe communicatie en crisisorganisatie Bedrijfsvoering Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Totaal
Programma
48,3
Begroting 2014 Ws
Schoon water
Zh
60,3
Begroting 2015
Totaal
Ws
Zh
Totaal
Ws
Zh
Totaal
0,0
3,6
3,6
0,0
3,6
4,0
0,0
4,0
Voldoende water
38,0
0,0
38,0
38,6
0,0
38,6
40,1
0,0
40,1
Stevige dijken Gezuiverd afvalwater
12,3
0,0
12,3
14,4
0,0
14,4
14,9
0,0
14,9
0,0
113,6
113,6
0,0
115,1
115,1
0,0
116,4
116,4
6,4
2,1
8,5
6,4
2,1
8,5
6,4
2,1
8,6
3,6
2,4
6,0
3,7
2,5
6,2
3,7
2,5
6,2
4,0
1,0
5,0
3,9
1,0
4,9
4,0
1,0
5,0
15,2
7,7
22,9
16,0
8,1
24,1
16,7
8,2
24,9
-90,2
-131,1
-221,3
-93,2
-135,0
-228,2
-96,0
-138,7
-234,6
-7,1
-4,2
-11,4
-6,5
-6,3
-12,8
-6,2
-8,5
-14,7
Organisatie: Heffing en invordering Bestuur,externe communicatie en crisisorganisatie Bedrijfsvoering Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Totaal
Programmabegroting 2012
6,0
Begroting 2016
3,6
Instrumenten
-120,3 -206,9
69
2,4
Programmabegroting 2012
70
5 Lijst van begrippen en afkortingen 3Di Dit is een project waarin wordt gewerkt aan een systeem dat sneller, nauwkeuriger en realistischer informatie levert, combineert en visualiseert voor waterbeheerders. Activa Overzicht van bezittingen en vorderingen op de balans. Afschrijving Jaarlijkse afboeking van een deel van de boekwaarde van een geactiveerd goed. De jaarlijkse afschrijving brengt de waardevermindering van het actief tot uitdrukking. De afschrijving wordt ten laste gebracht van de rekening, samen met de toegerekende rente (samen ook wel kapitaallasten genoemd). Balans Overzicht van bezittingen en vorderingen enerzijds (activa) en het vermogen en schulden anderzijds (passiva). BBVW Het Besluit Begroting en verantwoording Waterschappen bevat de comptabiliteitsvoorschriften voor waterschappen. Hierin staat aan welke voorwaarden begrotingen en verantwoordingen moeten voldoen. Doel is eenduidige financiële stukken, zodat de verenigde vergadering en toezichthouders (provincie en CBS) weten wat ze lezen. Het BBVW is vanaf 2009 van kracht en probeert de financiële verslaglegging van waterschappen zoveel mogelijk te richten naar de financiële spelregels in de private sector. Begrotingswijziging Een aanpassing van ramingen in de begroting gedurende het jaar waarin de begroting in uitvoering is. Begrotingswijzigingen worden door de verenigde vergadering vastgesteld. Bestemmingsreserve Reserve waaraan door de verenigde vergadering een specifieke bestemming is gegeven. DBFO-contract Design Build Finance and Operate. Contract gesloten met Delfluent in het kader van de PPS met Delfluent voor de uitvoering van de zuiveringstaak in de Haagse regio. Dotatie Toevoeging aan reserve of voorziening. GRP Basis rioleringsplan. Eigen vermogen Dat deel van het vermogen dat in eigen bezit is, Op de balans zijn dat aan de passief zijde de algemene reserve, de bestemmingsreserves en een eventueel voordeling exploitatieresultaat. Egalisatiereserve Een aangehouden reserve voor het opvangen van schommelingen in de bedrijfsvoering of tarieven. FES Fonds Economische Structuurversterking. Financiering De wijze waarop het hoogheemraadschap in de behoefte aan geld en kapitaal voorziet: het geldbeheer. Uitgaven en inkomsten gaan niet altijd gelijk op en voor investeringen wordt in
Programmabegroting 2012
71
principe geld geleend. Daardoor kunnen overschotten of tekorten ontstaan. Op de geld- en kapitaalmarkt wordt zonodig geld uitgezet of aangetrokken. Gemeenschappelijke regeling Een publiekrechtelijke samenwerkingsvorm, op basis van de Wet gemeenschappelijke regelingen, tussen gemeenten en/of waterschappen en/of provincies en/of het Rijk. Ook private partijen kunnen aan deze samenwerkingsvorm meedoen. Het is een (vergaande) vorm van een verbonden partij. GGOR Grond- en Oppervlaktewaterregime. GRP Gemeentelijk rioleringsplan. IBA Individuele Behandeling Afvalwater. In gebruik op locaties die niet op gemeentelijke riolering zijn aangesloten. Investeringsplan Het overzicht met alle investeringen die in de begroting zijn opgenomen en die door middel van een krediet worden gefinancierd. Kapitaallasten Lasten voor afschrijving en rente op activa. Kostensoort Indeling van baten en lasten naar aard, Voorbeelden van kostensoorten zijn personele uitgaven, kapitaallasten, rentebaten, heffingen en retributies. Kredieten Het beschikbaar stellen van financiële middelen door de verenigde vergadering voor het doen van een investering. Aan de lening wordt rente toegekend. Samen met de afschrijving lasten vormen deze de kapitaallasten. KRW Europese Kaderrichtlijn Water. MJA-3 Convenant MJA3: Meerjarenafspraak energie-efficiency 2001 – 2020. NVO Natuurvriendelijke oevers. OAS Optimalisatiestudie afvalwatersysteem. Onttrekking Verlaging van een reserve of voorziening. Passief Overzicht op de balans met eigen en vreemd vermogen. Planning en control Het proces waarbij aansturing van de organisatie plaatsvindt door het formuleren van doelen, het aangeven van termijnen, het beschikbaar stellen van middelen, het aanwijzen van verantwoordelijken, het volgen van de uitvoering, het normeren van de gewenste effecten, het meten van resultaten en het informeren van alle betrokkenen. De jaarlijks terugkerende werkzaamheden die samenhangen met het opstellen, bespreken, bewaken en verifiëren van budgetten in het kader van de begrotingscyclus.
Programmabegroting 2012
72
PPS Publiek private samenwerking. Daar waar de overheid met marktpartijen samenwerkt om iets te realiseren en waar bepaalde samenwerkingsvormen voor bedacht worden. Een voorbeeld binnen Delfland is de zuiveringsinstallatie in de Harnaschpolder. Programmabegroting Het overzicht van geraamde (verwachte) kosten en opbrengsten in een bepaald jaar, opgezet volgens de begrotingsvoorschriften (BBVW). De begroting wordt jaarlijks door de verenigde vergadering vastgesteld. De door de verenigde vergadering (jaarlijks in november) vastgestelde begroting wordt ook wel primitieve begroting genoemd. In de loop van het jaar waarin de begroting wordt uitgevoerd worden er wijzigingen op aangebracht (die door de verenigde vergadering worden vastgesteld). Daarom zal de uiteindelijke begroting per 31 december afwijken van de primitieve begroting. De begroting wordt ingedeeld in een aantal programma‟s, waarbinnen de doelstellingen zijn geformuleerd, die veelal voortvloeien uit het coalitie akkoord. RBG De Regionale Belastinggroep. Deze instantie is belast met de heffing en invordering van de waterschapsbelastingen. Reserve Een bedrag dat is gereserveerd voor het doen van toekomstige uitgaven. De reserves staan op de balans en maken onderdeel uit van het eigen vermogen. Er zijn twee soorten van reserves: Algemene reserves voor uitgaven waarvan aard en omvang nog niet bekend zijn. Binnen Delfland zijn dat de reserve weerstandsvermogen en de algemene reserve; Bestemmingsreserves: reserve waaraan een specifieke bestemming is gegeven. SGBP Stroomgebiedbeheerplan. SSK Standaard Systematiek Kostenramingen. Subsidies Een bijdrage van een derde om een bepaalde activiteit te ondersteunen. De verstrekker stelt meestal voorwaarden aan besteding en verantwoording van de subsidiegelden. Treasury Het beheer van geldstromen, zoals het aantrekken of het (tijdelijk) wegzetten van gelden. Voorzieningen Een gereserveerd aandeel voor toekomstige uitgaven waarvan de aard en de omvang in meer of mindere mate bekend zijn of om fluctuaties in (exploitatie)kosten op te vangen. Voorzieningen staan op de balans en vormen geen onderdeel van het eigen vermogen. VPP Vispaaiplaatsen. Vreemd vermogen Dat deel van de passief zijde van de balans dat geen eigen vermogen is. Dat zijn voorzieningen, leningen en openstaande crediteuren. Weerstandscapaciteit De mate waarin het de verenigde vergadering vrij staat om tegenvallers (niet begrote kosten) te dekken door financiële middelen vrij te maken zonder direct te hoeven bezuinigen. Weerstandsvermogen Het vermogen van Delfland om ook in ongunstige tijden haar activiteiten te kunnen voortzetten.
Programmabegroting 2012
73