Rabobank Industrie Update September 2015 De maandelijkse Rabobank Industrie Update geeft een selectie van ontwikkelingen en nieuwsberichten in de industrie van de afgelopen maand1. De onderwerpen zijn voorzien van Rabobank commentaar en gegroepeerd naar vier trends die wij zien in de Nederlandse industrie: Noodzaak tot innovatie, Duurzaamheid als gegeven, Continue internationale (markt)dynamiek, en Resource onzekerheid2. Het laatste deel betreft macro economische ontwikkelingen en kerncijfers voor de Nederlandse industrie. De Rabobank Industrie Update en andere Rabobank publicaties zijn ook te vinden op de Rabobank Kennis app (iOS en Android devices). Noodzaak tot innovatie “3D-printing zet de schoenenwereld op zijn kop” Na het faillissement van de winkelketen House of Shoes gaan de gebroeders Krol van Nimco een moderne fabriek bouwen. Ze zullen, met behulp van 3D-printers, orthopedische en maatschoenen maken. “Over een jaar of drie zet die techniek de schoenenwereld op zijn kop”, voorspelt Max Krol. Momenteel komt eenderde van alle verkochte orthopedische schoenen in Nederland uit de Nimco-fabriek.
Commentaar Rabobank: 3D-printing zal in onze ogen niet alleen de schoenenwereld op z’n kop zetten. In veel branches waar klantspecifiek maatwerk nodig is, biedt deze technologie ongekende mogelijkheden. Prototypes kunnen efficiënt en met minimale kosten worden vervaardigd. Daarnaast kunnen (high value) spareparts met een korte time-tomarket worden geleverd. En tot slot: producten kunnen (exact) worden aangepast aan de specifieke behoefte van de klant of eindgebruiker. 3D-printing vraagt veel kennis op het gebied van design, ontwerp, materialen, machines en het printproces om te komen tot de gewenste kwaliteit. In dat licht is het uiterst zinvol dat opgedane kennis wordt gebundeld en wordt uitgewisseld om Nederland ook op dit gebied nog meer op de kaart te zetten. Maar zeker ook noodzakelijk om Nederlandse bedrijven te helpen met de vraag: wat voegt 3d printing eigenlijk toe in mijn productieproces? Wat levert het op als ik een onderdeel kan printen in vergelijking met het gebruik van conventionele technieken? Ecosystemen/ kennisclusters zoals Brightlands Chemelot Campus, Addlab en 3D Makers Zone zien wij als belangrijke katalysator in dit proces.
Krol is naar eigen zeggen al jaren bezig met het verbeteren van de 3D-printtechniek. “Het printen duurt nu nog te lang”, zegt hij tegen het FD. “We gaan straks eerst de mal voor de schoenzool vervangen door een 3D-geprint exemplaar. Misschien kunnen we later zelfs de hele zool printen.”
1 Zie pagina 3 voor de gebruikte bronnen.
2 Zie pagina 4 voor een korte toelichting op de vier trends.
Page 1 of 5
Smart Industry, Smart Bridges Rijkswaterstaat en TNO kondigden onlangs aan door te gaan met het ‘slimme brug’ project tot 2017. In 2013-2014 is een pilot gestart op de Van Brienenoordbrug waarbij met de inzet van slimme sensoren en een bijbehorend geavanceerd monitoringsysteem, de toestand van de brug continu wordt gemonitord. Het doel van het project is om de gebruiksduur van de brug te verlengen en te bepalen wanneer groot onderhoud of zelfs renovatie nodig is en door middel van het monitoringsysteem geld (en overlast) te besparen met inspecties.
Respondenten in de maakindustrie melden de grootste omzetgroei uit IoT. Gemiddeld leveren investeringen in deze sector een omzetgroei van 28,5% op. Daarna profiteren banken en financiële dienstverleners het meest van hun IoTinvesteringen – Financial Services ziet een impact op omzet van 17,7%, gevolgd door Media & Entertainment met een impact van 17,4%. Automotive haalt de laagste inkomstengroei met slechts 9,9%.
TNO heeft hiervoor een geavanceerd monitoringsysteem ontwikkeld dat de conditie van het staal kan bepalen. Sensoren kunnen geluid van kleine scheurtjes in het staal meten; als de scheurtjes groeien produceren ze een bepaald geluid waarbij het monitoringsysteem aantal en locatie kan meten. Met behulp van slimme algoritmen en modellen kan vervolgens worden voorspelt hoeveel scheurtjes ontstaan en van welke omvang ze zijn. Commentaar Rabobank: Wij zijn van mening dat IoT in het bedrijfsleven één van de belangrijkste game changers wordt. De enorme digitalisering van producten én processen is niet meer te remmen. Dit leidt in combinatie met een scala aan technologische innovaties tot nieuwe productiemethoden en businessmodellen. Bedrijven dienen daarom op tijd hun de bakens te verzetten om te voorkomen dat ze door andere bedrijven, ook ‘start-ups’, worden ingehaald. Of zoals Chandrasekaran (TCS) concludeert: “Leiders in alle branches en sectoren moeten nu nadenken over de vraag waar de kansen en mogelijkheden voor hun bedrijf liggen in een wereld van slimme, via internet verbonden ‘dingen’.”
Commentaar Rabobank: Weer een bijzonder voorbeeld van Smart Industry in de Nederlandse praktijk. En hoewel het hier niet om een industrieel bedrijf gaat, vinden we dit toch een mooie toepassing van enkele typische Smart Industry elementen: Sensoren, Connected en IT modellen. Als de pilot succesvol is, kan het systeem ook voor andere bruggen en andere staalconstructies worden gebruikt. En wellicht dat er ook alternatieve toepassingen te bedenken zijn zoals het monitoren van machines in productieomgevingen.
Internet of Things omarmen levert omzetgroei op Uit een revent verschenen onderzoek van Tata Consultancy Services (TCS) blijkt dat 16% van de omzetgroei van bedrijven die investeren in IoT een gevolg zijn van die IoT-investeringen. Het rapport- ‘Internet of Things: The Complete Reimaginative Force’ - Het rapport brengt de impact van Internet of Things (IoT) technologieën binnen een groot aantal sectoren in kaart en is gebaseerd op de input van bijna 800 managers wereldwijd.
Continue (internationale) marktdynamiek Naar meer kleinschalige flexibele productie in de chemie In haar white paper "Small-scale flexible plants - towards a more agile and competitive EU chemical industry" pleit TNO voor de komst van kleinschalige en flexibele fabrieken in de chemiesector in Europa. TNO ziet de volgende drivers achter deze ontwikkeling: korte time-to-market, snellere respons op de vraag van de klant, mogelijkheden om actief te worden in emerging markets en reductie van capex risico's. De meeste huidige kleinschalige, flexibele chemiefabrieken worden gebruikt in een R&D of pilot omgeving. Echter, TNO stelt dat er langzaam maar zeker ook meer commerciele initiatieven in NW-Europa te vinden zijn. Uiteindelijk zouden deze fabrieken een uitweg kunnen zijn voor veelgeplaagde Europese chemiesector.
Page 2 of 5
Flexibiliteit is overigens op meerdere fronten mogelijk c.q. noodzakelijk, namelijk op het gebied capaciteit, product, innovatie, locatie en feedstock (grondstoffen).
Commentaar Rabobank: We hebben al vaker geschreven over re-shoring: naar lagelonenlanden verdwenen productie komt weer terug naar westerse landen (als tegenhanger van offshoring). In dat kader gaat het meestal over de VS. Overigens zijn er ook geluiden dat de Amerikaanse reshoring overtrokken wordt. In Europa loopt het sowieso minder vaart. De Europese fietsindustrie heeft eerste initiatieven genomen voor de reshoring van productieactiviteiten. Het voorbeeld van de Britse textielindustrie laat zien dat reshoring ook in andere sectoren tot de mogelijkheden gaat horen. Saillant detail daarbij is dat de textielindustrie één van de eerste sectoren was die productie ging ‘offshoren’.
Contactgegevens Henri Cocu Sectorspecialist
[email protected] Sander Halsema Sectorspecialist
[email protected]
Commentaar Rabobank: Ten opzichte van andere chemieregio's heeft Europa een aantal concurrentienadelen, zoals beperkte grondstofbeschikbaarheid, beperkte marktomvang (i.v.g.t. Azie), stricte wet- en regelgeving, hogere loonkosten en hogere grondstofprijzen. De huidige lage olieprijzen geven de Europese chemie wat meer lucht op de korte termijn. Op de langere termijn is kleinschalige flexibele productie inderdaad een belangrijke ontwikkeling. Niet alleen past dit binnen een bredere ontwikkeling in de industrie naar flexibilisering, maar het past ook bij het innovatieve karakter van de Europese chemie. Wellicht de grootste kansen voor flexibele, kleinschalige, decentrale productie liggen in de biobased chemicals. De verwachting is dat biobased chemicals productie op lokaal niveau zal plaatsvinden; nabij de bron. Daarnaast zullen minder schaalvoordelen bestaan, omdat het gebruik van kapitaalintensieve installaties die kunnen omgaan met hitte en druk nauwelijks noodzakelijk meer zullen zijn.
Arnold Hardonk Sectorspecialist
[email protected] Corné Kranenburg Sectorspecialist
[email protected]
Bronnen voor deze uitgave zijn: FD, Consultancy.nl, FT
Na 35 jaar groeit de Britse textielindustrie weer De Financial Times berichtte onlangs over de Britse textielindustrie. Na 35 jaar daling en stagnatie laat deze sector weer groei zien. Het artikel geeft drie oorzaken hiervan aan. Ten eerste stijgen de productiekosten in de lagelonenlanden. Ten tweede vragen retailers om steeds kortere levertijden om collecties tijdig te kunnen vernieuwen. En tot slot staat het embleem "Made in Britain" voor meer kwaliteit. Vooral de regio rondom Manchester (Cottonopolis) waar de meeste textielindustrie is gevestigd, profiteert hiervan. Inmiddels vindt, hoewel nog mondjesmaat, ook export plaats; bijvoorbeeld naar Hong Kong. Page 3 of 5
Toelichting vier trends in de industrie Vier trends in de Nederlandse industrie Rabobank onderscheidt vier trends die de Nederlandse industrie nu en in de toekomst gaan vormgeven. Bedrijven in de Nederlandse industrie zullen hierop acteren om hun marktpositie te behouden of verder uit te bouwen.
Onderscheid op prijs voor Nederlandse industrie veelal onmogelijk
Industrie is de innovatieve sector in de economie
Oplossen Grand Societal Challenges maakt innovatie nodig
Sneller
Opgelegd door overheid, afnemer en concurrent
Efficiëntere productie, minder grondstoffen, duurzame producten, closing the loop
Geen concurrentiefactor, maar vereiste
Sneller
Azië (China) belangrijkste industriële macht: omvang en kennisontwikkeling
Reshoring van industrie in Westerse landen: kosten, kwaliteit, logistiek
Concurrentie tussen (internationale) kennisclusters en ketens
Prijsvolatiliteit grondstoffen en energie
Schaarste aan grondstoffen (Rare Earth Metals)
Problematisch tekort technisch personeel
Sneller Noodzaak tot innovatie
Duurzaamheid een gegeven
Continue internationale dynamiek
Resource onzekerheid
Drie ontwikkelingen in de mondiale economie Naast de bovengenoemde vier trends zien we drie ontwikkelingen waar alle sectoren en bedrijven mee te maken hebben of krijgen: sneller, complexer en meer onzeker. Grotendeels worden deze ontwikkelingen gedreven door ontwikkelingen in de ICT. In het afgelopen decennium was dit met name relevant in meer consumentgerichte sectoren, zoals retail en media. Voor de nabije toekomst zal dit echter ook de industrie steeds meer raken. De veranderingen leiden er toe dat meer wendbaarheid van organisaties wordt vereist. Dit zal resulteren in een noodzakelijke flexibilisering van business models. Indien bedrijven dit niet doen dan bestaat de kans dat concurrenten en nieuwkomers afkomstig uit andere sectoren bedrijven voorbijstreven.
Sneller
Kortere levensduur van bedrijven
Kortere product life cycles
Kortere time-tomarket
Sneller opeenvolgende technologieën
Cross sectorale concurrenten
Symbiose van technologieën
Opkomst van digital value networks
Personalised products and services
Marktleiderschap en schaal geven geen garantie meer
Geen brand Loyalty
Big Data geeft ook meer variabelen
Geopolitieke verschuivingen
Sneller
Complexer Complexer
? Meer onzeker
Meer onzeker
Page 4 of 5
Kerncijfers Producentenvertrouwen en orderpositie Het Nederlandse producentenvertrouwen bleef in
10
augustus rond hetzelfde niveau als de maanden ervoor 5
(bron: CBS). Ditzelfde geldt voor de orderpositie. Beide staan op een hoog niveau wat aangeeft dat
0
Nederlandse producenten positief gestemd zijn over -5
de nabije toekomst. De NEVI-PMI cijfers van augustus laten echter een wat minder goed beeld zien, namelijk
-10
een daling van 56,0 in juli naar 53,9 in augustus. Dit -15 2012 Jan uary
2012 July
2013 Jan uary
2013 July
2014 Jan uary
2014 July
Producer confidence
2015 Jan uary
2015 July
betekent dat de productie nog steeds groeit maar op een lager groeipad (laagste sinds maart 2015). Alle
Order intake
deelindicatoren staan op een lager niveau.
Source: CBS; August 2015 latest data available
Groei industriële productie in Nederland, Duitsland, Eurozone en de VS (JoJ) De groei van de industriële productie in Nederland 8%
houdt dezelfde tred als die in de Eurozone en in
6%
Duitsland. De verwachtingen van analisten voor 2015
4%
en 2016 is rond 2% productiegroei (JoJ) (bron: Consensus Forecasts). De industrie in de VS komt -
2%
volgens de verwachtingen - op hetzelfde uit. Dit 0%
betekent echter wel een verlaging t.o.v. de afgelopen jaren (zie grafiek links). De internationale macro
-2%
economische omgeving lijkt momenteel te
-4% 2011
2012
NLD
2013
Germany
Eurozon e
2014
2015F
2016F
verslechteren (zoals China). Dit zal uiteindelijk ook haar
US
weerslag hebben op de Nederlandse industrie die sterk exportgericht is.
Source: Consensus Forecasts, August 2015
Groei industriële productie per subsector van afgelopen 4 maanden (JoJ, 3M gemiddelde) Chemical 12%
Transport equipment
High tech
Steel & other metals
Paper
De figuur hiernaast geeft het 3-maandsgemiddelde van de productiegroei in de periode maart t/m juni. Deze grafiek laat beter dan de vorige grafiek de trend
8%
zien. De productiegroei van de Nederlandse industrie 4%
stijgt licht maar blijft vooralsnog 'hangen' rond de nullijn. Positief is dat de groei in juni fors was met 7,0%
0%
(JoJ). Dit weerspiegelt zich nog maar beperkt in de
-4%
figuur hiernaast aangezien die uitgaat van een -8% -12% Manufacturing
driemaands gemiddelde. Daarnaast kennen de meeste subsectoren een opwaartse trend; ook de chemie Rubber and plastics
Metal products
Machinery
Textiles
Source: CBS; Rabobank; production growth (YoY) 3M average of last 4 months; June 2015 latest data
hoewel daar nog steeds sprake is van een productiedaling.
Deze publicatie is een uitgave van Rabobank International. De in deze publicatie gepresenteerde visie is gebaseerd op gegevens uit door ons betrouwbaar geachte bronnen die worden genoemd in de bronvermelding. Deze bronnen zijn op zorgvuldige wijze in onze analyse verwerkt. Rabobank International aanvaardt echter geen enkele aansprakelijkheid voor het geval dat de in deze publicatie neergelegde gegevens of prognoses onjuistheden bevatten noch voor eventuele (zet-)fouten en onvolledigheden. Het betreft algemene informatie die aan veranderingen onderhevig is. Aan de verstrekte informatie kunnen geen rechten worden ontleend.
Page 5 of 5