Rabobank Industrie Update Maart 2015 De maandelijkse Rabobank Industrie Update geeft een selectie van ontwikkelingen en nieuwsberichten in de industrie van de afgelopen maand1. De onderwerpen zijn voorzien van Rabobank commentaar en gegroepeerd naar vier trends die wij zien in de Nederlandse industrie: Noodzaak tot innovatie, Duurzaamheid als gegeven, Continue internationale dynamiek, en Resource onzekerheid2. Het laatste deel betreft macro economische ontwikkelingen en kerncijfers voor de Nederlandse industrie. De Rabobank Industrie Update en andere Rabobank publicaties zijn ook te vinden op de Rabobank Kennis app (iOS en Android devices). Noodzaak tot innovatie Advanced analytics in de chemie Het is voor producenten in de industrie met complexe operaties vaak lastig om de productie te optimaliseren. Chemieproducenten zijn hier een goed voorbeeld van. Deze producenten worden geconfronteerd met een groot aantal complexe variabelen zoals volatiele kosten en prijzen, meerdere productielocaties, en productie met diverse combinaties van grondstoffen. McKinsey geeft in een recente publicatie aan dat het een grote chemieproducent heeft ondersteund middels advanced analytics om het productieproces van de grootste productielocatie te optimaliseren. In een datamodel zijn meer dan 600 beslissingsvariabelen opgenomen ten aanzien van verkoop, productie, grondstoffen, performance, markten etc.
1 Zie pagina 3 voor de gebruikte bronnen.
Volgens McKinsey zijn er mogelijkheden om de EBIT met meer dan 50% te verhogen. Het model is nu ook geïmplementeerd op de andere productielocaties van het chemiebedrijf.
Commentaar Rabobank: Sinds de Hannover Messe van 2014 staat Smart Industry (Industrie 4.0) op de kaart. Feitelijk gaat Smart Industry over de steeds verdergaande industriële automatisering. Het geavanceerd gebruik van ICT en data is hierbij van cruciaal belang. Veelal wordt gedacht dat Smart Industry vooral gericht is op de ontwikkeling van een nieuwe productieinfrastructuur, maar het voorbeeld van McKinsey laat zien dat we het ook breder kunnen trekken. Immers, substantiële winst blijkt – in de beschreven case althans – behaald te kunnen worden in een bestaande productieomgeving zonder forse investeringen in het productieproces zelf. Uiteraard zal het voorbeeld niet in dezelfde mate van toepassing zijn op alle bedrijven in de industrie, maar het geeft wel stof tot nadenken: we moeten de optimalisatie van de huidige productie niet vergeten. Nauw hiermee verbonden is een ander voorbeeld dat we tegenkwamen in de chemie. Amerikaanse onderzoekers van de University of Minessota hebben een rekenmodel ontwikkeld dat het zoeken van hulpstoffen voor chemische processen aanmerkelijk efficiënter maakt. In combinatie met het gebruik van een supercomputer leidt dit tot grote voordelen. Hoofdonderzoeker Ilja Siepman: “Met de supercomputer van het Argonne National Laboratory doen onze simulaties in één dag het werk dat voorheen decennia aan laboratoriumonderzoek zou kosten.”
2 Zie pagina 4 voor een korte toelichting op de vier trends.
Page 1 of 6
Frauenhofer ontwikkelt modulaire 3D-printkop Frauenhofer ILT heeft een modulair concept ontwikkeld waarmee de capaciteit van een SLM-machine (selective laser melting) snel en relatief goedkoop vergroot kan worden om grotere producten te 3D-printen. Ook de opbouwsnelheid ligt aanzienlijk hoger.
De onderzoekers van het Frauenhofer ILT in Aken laten de tot nog toe gebruikte scanner helemaal weg uit de nieuwe machine. Ze integreren de diodelaser direct in de printkop. Elke diodelaser is individueel aan te sturen. In het prototype zijn 5 laserstralen beschikbaar voor het smelten van poeder, bijvoorbeeld metaal. Het voordeel van dit multispotsysteem is dat het totale vermogen eenvoudig vergroot kan worden door meerdere diodelasers in te bouwen, zonder dat aanpassingen nodig zijn in de besturingssoftware voor de belichting. Ook kun je je met dit concept eenvoudig het totale bouwvolume van de SLMmachine vergroten, door meerdere van deze koppen te combineren of door de lineaire as waarlangs de kop beweegt te verlengen. De printkop beschikt over een eigen systeem voor beschermgas. Hierdoor blijft de hoeveelheid beschermgas gelijk, ook al vergroot je het bouwvolume. Het instituut gaat de technologie nu verder doorontwikkelen. Commentaar Rabobank: Met deze belangrijke ontwikkeling kan tegemoet gekomen worden aan de vraag vanuit de industrie naar verdere flexibilisering en opschaling van de productie, in dit geval van het 3 printen zelf. Ook het formaat van het werkstuk wordt minder een belemmering.
Duurzaamheid als een gegeven Tassen van kunststof hebben de laagste milieuimpact TNO heeft op verzoek van het Kennisinstituut Duurzaam Verpakken een LCA (levenscyclusanalyse) uitgevoerd naar de milieuimpact van draagtassen. Hierbij zijn13 verschillende boodschappentassen van verschillend materiaal op 18 milieueffecten vergeleken. Uitgegaan is 2kg en 10kg in aankopen waarbij sommige tassen meerdere malen gebruikt konden worden. Uiteindelijk is de milieuimpact uitgedrukt in schaduwkosten. Hierdoor kunnen de tassen met elkaar vergeleken worden op milieuimpact.
Uit de vergelijking komt naar voren dat kunststoftassen een lagere milieuimpact hebben dan tassen van andere materiaalsoorten, zoals katoen, jute en papier. De laagste milieuimpact is weggelegd voor tassen van gerecycled kunststof. Volgens het onderzoek kent de papieren ‘hemdtas’ de hoogste milieuimpact. Commentaar Rabobank: De resultaten van dit onderzoek lijken op het eerste oog niet te stroken met de heersende opinie: papier is beter dan plastics. Een belangrijk deel van het verschil in milieuimpact van de verschillende materialen wordt veroorzaakt door ‘landgebruik’, ofwel bodemverarming. Hierin scoren katoen en jute bijvoorbeeld minder goed. Het nadeel van papieren tassen is dat ze slechts een zeer beperkt aantal keer kunnen worden gebruikt. Zwerfafval is niet als milieuimpact opgenomen in het onderzoek aangezien er geen goede methodiek voor handen is om dit te bepalen. Mocht dit wel een rol spelen in het onderzoek dan is de impact van de kunststoftassen hoger, maar waarschijnlijk nog steeds lager dan die van andere materiaalsoorten.
Continue internationale dynamiek Buitenlandse investeringen in NL: industrie blijft achter De Netherlands Foreign Investment Agency (NFIA) rapporteerde op 9 maart, dat buitenlandse investeerders het afgelopen jaar voor EUR 3,2 miljard in de Nederlandse economie hebben geïnvesteerd. Dit recordbedrag kwam terecht in 187 projecten waaronder hoofdkantoren (zoals het Europees hoofdkantoor van Netflix), productiefaciliteiten en datacenters (waaronder die van Google). In totaal leverde dit meer dan 6.000 banen in Nederland op.
Page 2 of 6
Onderstaande figuur geeft de herkomst van de projecten weer (bron: NFIA).
Opvallend is dat met name de ICT, Life sciences en de gezondheidssector hiervan geprofiteerd hebben en de industrie in veel mindere mate. De chemische industrie deed het met een kleine 900 banen nog het beste binnen de gehele industrie. De digitale infrastructuur, het hoge opleidinsniveau en de aantrekkende economie werken als een magneet op buitenlandse investeerders aldus minister Kamp. De Verenigde Staten en China zijn samen goed voor ongeveer de helft van het aantal gecreeerde banen een aantal projecten. Opvallend is dat Europese landen het afgelopen jaar amper in Nederland hebben geïnvesteerd. Commentaar Rabobank: Een recordbedrag aan buitenlandse investeringen is natuurlijk goed nieuws. Het feit dat deze investeringen nauwelijks haar weg vinden naar grote industriesectoren zoals industriële technologie en elektronica (samen minder dan 350 banen) is teleurstellend. De goede ICT infrastructuur van Nederland lijkt veel aantrekkingskracht uit te oefenen als vestigingsplaats voor hoofdkantoren en sales functies alsmede datacenters, maar dus minder op de industrie. De hoge kwaliteit van de digitale infrastructuur (zie ook rapport Deloitte/Rabobank over de digitale infrastructuur) biedt o.i. echter ook goede kansen voor smart industry initiatieven, dus hopelijk wordt 2015 wederom een recordjaar en dan ook met veel investeringen in de industrie!
Rabobank publicaties Branchebarometer Grafimedia Voor 2015 verwacht Rabobank een omzetdaling van circa 2% (2014: -5%). De grafische industrie verkeert in dynamisch vaarwater. Enerzijds door druk op volumes én prijzen, anderzijds door verandering in klantbehoeften als het gaat om de inzet van druk/print. Daarmee gepaard gaat het ontstaan van nieuwe producten, diensten en ondernemingen op het snijvlak van druk, print, media en dienstverlening. En die ‘nieuwe’ diensten worden nog niet altijd herkend in de markt en/of doorberekend in de prijs. Veel klanten snijden intussen in hun budgetten voor reclame en marketing en de vraag naar papier neemt af door digitalisering van grafimedia-producten. Door de overcapaciteit in de branche en doordat veel ondernemers hun productieapparaat draaiende willen houden, is er sprake van forse druk op de marges. Door toenemende digitalisering en de toepassing van nieuwe technologieën, ontstaan er echter ook volop kansen voor bedrijven in de grafische sector. Lees meer over het perspectief op middellange termijn en de belangrijkste kansen en trends in de BrancheBarometer Grafische industrie.
Bronnen voor deze uitgave zijn: Frauenhofer.de, 3D-Print Magazine, EIB, Duurzaambedrijfsleven.nl, TNO, McKinsey, NFIA.
Contactgegevens Henri Cocu Sectorspecialist
[email protected] Sander Halsema Sectorspecialist
[email protected] Arnold Hardonk Sectorspecialist
[email protected] Corné Kranenburg Sectorspecialist
[email protected]
Page 3 of 6
Toelichting vier trends in de industrie Vier trends in de Nederlandse industrie Rabobank onderscheidt vier trends die de Nederlandse industrie nu en in de toekomst gaan vormgeven. Bedrijven in de Nederlandse industrie zullen hierop acteren om hun marktpositie te behouden of verder uit te bouwen.
Onderscheid op prijs voor Nederlandse industrie veelal onmogelijk
Industrie is de innovatieve sector in de economie
Oplossen Grand Societal Challenges maakt innovatie nodig
Sneller
Opgelegd door overheid, afnemer en concurrent
Efficiëntere productie, minder grondstoffen, duurzame producten, closing the loop
Geen concurrentiefactor, maar vereiste
Sneller
Azië (China) belangrijkste industriële macht: omvang en kennisontwikkeling
Reshoring van industrie in Westerse landen: kosten, kwaliteit, logistiek
Concurrentie tussen (internationale) kennisclusters en ketens
Prijsvolatiliteit grondstoffen en energie
Schaarste aan grondstoffen (Rare Earth Metals)
Problematisch tekort technisch personeel
Sneller Noodzaak tot innovatie
Duurzaamheid een gegeven
Continue internationale dynamiek
Resource onzekerheid
Drie ontwikkelingen in de mondiale economie Naast de bovengenoemde vier trends zien we drie ontwikkelingen waar alle sectoren en bedrijven mee te maken hebben of krijgen: sneller, complexer en meer onzeker. Grotendeels worden deze ontwikkelingen gedreven door ontwikkelingen in de ICT. In het afgelopen decennium was dit met name relevant in meer consumentgerichte sectoren, zoals retail en media. Voor de nabije toekomst zal dit echter ook de industrie steeds meer raken. De veranderingen leiden er toe dat meer wendbaarheid van organisaties wordt vereist. Dit zal resulteren in een noodzakelijke flexibilisering van business models. Indien bedrijven dit niet doen dan bestaat de kans dat concurrenten en nieuwkomers afkomstig uit andere sectoren bedrijven voorbijstreven.
Sneller
Kortere levensduur van bedrijven
Kortere product life cycles
Kortere time-tomarket
Sneller opeenvolgende technologieën
Cross sectorale concurrenten
Symbiose van technologieën
Opkomst van digital value networks
Personalised products and services
Marktleiderschap en schaal geven geen garantie meer
Geen brand Loyalty
Big Data geeft ook meer variabelen
Geopolitieke verschuivingen
Sneller
Complexer Complexer
? Meer onzeker
Meer onzeker
Page 4 of 6
Kerncijfers
Producentenvertrouwen en orderpositie 6
106
4
104
2
102
0
100
Het producentenvertrouwen is positief, maar daalt al enige maanden. Dit is vooral het gevolg van een gestaag dalende ‘verwachte bedrijvigheid’. Het producentenvetrouwen is opgebouwd uit (i) orderpositie, (ii) verwachte bedrijvigheid en (iii)
-2
98
-4
96
producentenvertrouwen kende daarentegen een
-6
94
stijging. Dit is positief voor de vooruitzichten voor de
-8 1-3-2011
1-3-2012
1-3-2013
Producer confidence (LH)
92 1-3-2015
1-3-2014 Order position (RH)
oordeel over voorraden. Het Duitse
Nederlandse industrie. De Nederlandse orderpositie blijft stabiel op een hoog niveau. Dit blijkt ook uit de NEVI-PMI cijfers die een sterke positie laten zien van binnenlandse en buitenlandse orders.
Source: Datastream; February 2015 latest data available
Groei industriële productie in Nederland, Duitsland en de VS (JoJ) De productiegroei in de Nederlandse industrie (JoJ)
8%
komt echter niet overeen met het positieve sentiment
6%
van de afgelopen maanden. Ook in januari was de
4%
productiegroei negatief: -1,4% JoJ. Wederom was een
2%
belangrijke negatieve rol weggelegd voor de
0%
chemiesector in Nederland (zie volgende figuur). De
-2%
Duitse productie was in januari net als in december
-4%
circa 1%. De industrie in de VS blijft op een hoog productiegroeiniveau. In China is sprake van een
-6% 1-5-2012
1-5-2013 NL
1-5-2014 Germany
lichte krimp van de industriële activiteiten in maart:
US
49,2 (bron: HSBC, China Manufacturing PMI). De afgelopen maanden schommelt de Chinese PMI rond
Source: Datastream; December 2014 latest available data
de 50.
Groei industriële productie per subsector van afgelopen 4 maanden (JoJ, 3M gemiddelde) 8%
Chemical
High tech
Steel & other metals
6%
Paper
van de productiegroei in de periode november t/m
Transport equipment
4% 2%
januari. Deze grafiek laat beter dan de vorige grafiek de korte termijn trend zien. De Nederlandse industrie daalde in januari verder. Hieraan is vooral de
0%
chemiesector debet. Als vroegcyclische sector kan dit
-2%
betekenis hebben voor andere subsectoren in de
-4%
industrie. Echter, de chemie heeft ook te maken met
-6%
een structureel lastige positie. Dit kan voor een deel
-8% -10% Manufacturing
De figuur hiernaast geeft het 3-maandsgemiddelde
de verklaring zijn van de daling. Daarnaast valt de Rubber and plastics
Metal products
Machinery
Textiles
Source: CBS; Rabobank; production growth (YoY) 3M average of last 4 months; January 2015 latest data
daling in de machinebouw op., hoewel de daling in deze sector de bodem lijkt te hebben bereikt..
Page 5 of 6
Uitgelicht: bouwmaterialenindustrie In 2015 zal de bouwproductie voor het eerst sinds jaren een krachtige groei laten zien (+3%). De groei zet ook in 2016 door (+2,5%). Vooral de nieuwbouw van woningen kent de komende jaren een dynamisch herstel. De in 2014 fors aangetrokken vergunningenafgifte zal de nieuwbouwproductie in 2015 sterk aanwakkeren. In 2015 en 2016 bedraagt de groei ongeveer 10% per jaar. In historisch perspectief is deze groei hoog, maar in niveau is de productie ook in relatie tot de huishoudensgroei nog laag. Het herstel van de utiliteitsbouw zet in 2015 en 2016 door. Het herstel is gematigd, mede als gevolg van de onderbenutting en leegstand van gebouwen in delen van de marktsector. In 2015 neemt de totale utiliteitsbouwproductie met 2½% toe, waarna de groei in 2016 iets afzwakt tot 2%. In 2015 neemt de gww-productie met 1% toe, waarbij het onderhoud iets achterblijft. In 2016 groeit de GWW-productie met 1,5%. De groei komt vanuit investeringen door bedrijven en activiteiten rond woningbouwlocaties. De investeringen van het Rijk en gemeenten staan nog onder druk. Commentaar Rabobank De bouwmaterialenindustrie heeft een aantal lastige jaren achter de rug. Het aantrekken van de bouwconjunctuur zal veel bedrijven goed doen. Kansen liggen er vooral voor bedrijven die goed inspelen op aspecten als duurzaamheid, prefabricage, materiaalinnovatie en optimalisering van de logistiek richting bouwplaats. Gelet op het prille herstel en het niveau van de bouwproductie zal er voorlopig wel sprake zijn van sterke prijsconcurrentie.
Deze publicatie is een uitgave van Rabobank International. De in deze publicatie gepresenteerde visie is gebaseerd op gegevens uit door ons betrouwbaar geachte bronnen die worden genoemd in de bronvermelding. Deze bronnen zijn op zorgvuldige wijze in onze analyse verwerkt. Rabobank International aanvaardt echter geen enkele aansprakelijkheid voor het geval dat de in deze publicatie neergelegde gegevens of prognoses onjuistheden bevatten noch voor eventuele (zet-)fouten en onvolledigheden. Het betreft algemene informatie die aan veranderingen onderhevig is. Aan de verstrekte informatie kunnen geen rechten worden ontleend.
Page 6 of 6