Rabobank Industrie Update December 2015 De maandelijkse Rabobank Industrie Update geeft een selectie van ontwikkelingen en nieuwsberichten in de industrie van de afgelopen maand1. De onderwerpen zijn voorzien van Rabobank commentaar en gegroepeerd naar vier trends die wij zien in de Nederlandse industrie: Noodzaak tot innovatie, Duurzaamheid als gegeven, Continue internationale (markt)dynamiek, en Resource onzekerheid2. Het laatste deel betreft macro economische ontwikkelingen en kerncijfers voor de Nederlandse industrie. De Rabobank Industrie Update en andere Rabobank publicaties zijn ook te vinden op de Rabobank Kennis app (iOS en Android devices). Noodzaak tot innovatie Additive Industries presenteert eerste industriële 3D metaalprint systeem Op 17 november jl. presenteerde Additive Industries het eerste ‘echte’ industriële 3D metaalprint systeem op FormNext, de internationale beurs/conferentie voor additive technologies en machine bouw in Frankfurt. Met het MetalFAB1- 3D metaalprint systeem, is een significante prestatieverbetering bereikt wanneer dit vergeleken wordt met bestaande systemen. Hierdoor is het mogelijk om op industriële schaal 3D metalen te printen. Met maximaal vier lasers, een gïintegreerde oven en meerdere bouwkamers is de MetalFAB1 is één van de grootste metaalprinters van dit moment. In december start Additive Industries met een BETA programma voor klanten; vier systemen zijn inmiddels gereserveerd door klanten uit de lucht- en ruimtevaart, high tech machinebouw en gereedschapfabricage.
1 Zie pagina 3 voor de gebruikte bronnen.
Commentaar Rabobank Wij, en met ons velen, hebben al meerdere malen bericht over de mogelijkheden en toekomst van 3D printen. Vaak worden er consumententoepassingen als voorbeeld gebruikt terwijl de industriële B2B markt in potentie vele malen groter is. Op kleine schaal is er al heel veel mogelijk, maar soms wordt vergeten dat de stap van prototypes naar industrieel gebruik, een forse stap is die lang kan duren. Additive Industries laat nu zien dat ze systemen kan leveren voor industrieel gebruik. Hiermee zal het 3D metaalprinten tractie krijgen en zal er naar verwachting een versnelling in gebruik komen. Al met al een mooie stap voorwaarts en ook nog eens van een Nederlands bedrijf.
2 Zie pagina 4 voor een korte toelichting op de vier trends.
Page 1 of 5
Duurzaamheid als vast gegeven Energiebesparing binnen de industrie Recent publiceerde ECN de resultaten van een kwalitatief onderzoek binnen de industrie. De vraag hoe beslissingen worden genomen die invloed hebben op energie-efficiëntie staat in dit rapport centraal. Een belangrijke conclusie is dat een direct (financieel) belang de belangrijkste drijfveer is voor energiebesparing. Prikkels zoals beleid of klantwensen zijn zwak en raken niet direct het bedrijfsbelang. Het doel van bijvoorbeeld 2% energiebesparing per jaar wordt bij de meeste bedrijven niet doorvertaald naar een doelstelling op projectniveau, zoals nieuwe apparatuur. En als er aan energiemanagement wordt gedaan, is het succes grotendeels afhankelijk van 1 of enkele ‘koplopers’ binnen een onderneming die gesteund worden door de directie/management.
energiebesparende technologiën dan stijgt de besparing naar circa 50%. Volgens McKinsey kunnen bedrijven daarmee gezamenlijk USD 600 miljard aan energiekosten besparen. De mogelijkheden per bedrijf zijn uiteraard sterk afhankelijk van het bedrijf zelf en de sector waarin deze actief is. Onderstaande tabel uit het rapport geeft het aandeel van de energiekosten in de operationele kosten.
Energy cost % of overall operating costs Steel
30%
Pulp and paper
15%
Power
75%
Mining
25%
Consumer goods Oil refining
15% 7%
Chemical
30%
Cement Advanced industries
35% 15%
Commentaar Rabobank Het gebruik van energie is onontbeerlijk in de meeste industriële processen, zoals we ook al stelde bij het vorige artikel. Het besparen er op is niet alleen vanuit milieuoogpunt van belang, maar reduceert ook de operationele kosten. De vraag is natuurlijk wat de omvang is van de benodigde investeringen. McKinsey beoordeelt in haar rapport de maatregelen op ondermeer terugverdientijd en is mede om die reden een leeswaardig rapport voor Nederlandse bedrijven.
Commentaar Rabobank Het aandeel hernieuwbare energie was volgens het CBS in 2014 ‘slechts’ 5,6%. Volgens Europese afspraken moet dit aandeel in 2020 op 14% liggen. Enerzijds kan dit bereikt worden door meer hernieuwbare energie te genereren, anderzijds ook door het terugbrengen van het totale energieverbruik. En hier valt nog veel te halen voor de industrie. Zo is aardgas onmisbaar voor de sector, maar tegelijkertijd kan het rendement van de installaties nog verbeterd worden. Ook is er sprake van verspilling in productieprocessen door bijvoorbeeld lange omsteltijden, overbewerkingen of interne logistieke handelingen. Smart Industry en de slimme toepassing van technologieën helpt de Nederlandse industrie niet alleen in termen van kwaliteit en maatwerk, maar kan zeker ook een bijdrage leveren aan een verdere verduurzaming van de productie.
“Greening the future” In het rapport Greening the future beschrijft McKinsey concrete energiebesparende maatregelen en technologiën die ingezet kunnen worden door bedrijven in de industrie. McKinsey becijfert dat door het nemen van operationele maatregelen de energiekosten met 10-20% omlaag kunnen. Als daarbovenop ook nog eens investeringen worden gedaan in
Met de huidige lage olieprijs en dus lage energieprijs zullen bedrijven zich afvragen of een investering nog wel loont, danwel hoeveel langer de terugverdientijd is geworden. Wij stellen echter dat het niet alleen gaat om reductie van operationele kosten, maar ook om het minder gevoeilig worden voor de volatiliteit van de olieprijs. Zeker in energie-intensieve sectoren is dit een extra argument.
Continue (internationale) marktdynamiek Technologische industrie:groei 2015 valt lager uit De Nederlandse economie klimt uit het dal. Maar uit de FMEconjunctuurenquête najaar 2015 blijkt dat het economisch herstel nog steeds broos is. Ondernemers in de technologische industrie hebben hun omzetverwachting voor 2015 fors neerwaarts bijgesteld en zijn minder positief over het economisch klimaat. De werkgelegenheid maakt een pas op de plaats. FME voorzitter Ineke Dezentjé Hamming-Bluemink roept op tot samenwerking en vernieuwing voor een hogere groei in de industrie. Ondernemers in de technologische industrie verwachten in 2015 een gemiddelde omzetgroei van 2½%. Dit is fors lager dan in het voorjaar, toen nog een groei van 5½% voor dit jaar werd verwacht. Dezentjé: “Het economische herstel blijft broos. Page 2 of 5
Slechts een kleine meerderheid van onze bedrijven verwacht dit jaar omzetgroei te realiseren en bijna een kwart van de ondernemers voorziet een krimp van de omzet.” In 2015 blijft de omzet nog onder het niveau van 2008. Maar voor de iets langere termijn zijn de ondernemers uit de technologische industrie positiever gestemd. Voor 2016 wordt een omzetgroei van 4½% verwacht en voor 2017 wordt rekening gehouden met een nog iets hogere groei van 5%. Het totale personeelsbestand in de technologische industrie (vast en flex) blijft zowel in 2015 als 2016 ongeveer gelijk. Naar verwachting neemt het aantal flexkrachten af en neemt het aantal vaste contracten toe met 1½% dit jaar en 3½% in 2016.
Contactgegevens Henri Cocu Sectorspecialist
[email protected] Sander Halsema Sectorspecialist
[email protected] Arnold Hardonk Sectorspecialist
[email protected] Corné Kranenburg Sectorspecialist
[email protected]
Bronnen voor deze uitgave zijn: ECN, Ensoc, FME, McKinsey.
De ondernemers in de technologische industrie voorzien op de langere termijn een groot tekort aan technici, dit door de forse uitstroom van mensen die met pensioen gaan en te weinig instroom van afgestudeerden. Het tekort aan technici wordt ook gezien als een grote groei belemmeringen. Meer dan de helft (54%) van de ondervraagde ziet dit als een groot probleem.
Commentaar Rabobank Vooruitkijken blijft lastig. Op grond van het macro-economisch beeld en de relatief hoge standen van vooruitlopende indicatoren als PMI (Nederland en Europa) en producentenvertrouwen (CBS) ligt een hogere groei in de maakindustrie al geruime tijd in de lijn der verwachtingen. Maar de werkelijkheid (met bescheiden groeicijfers) is vooralsnog anders. Eén van de oorzaken is het moeizaam op gang komen van de bedrijfsinvesteringen. Dit heeft alles te maken met de lange periode van economische tegenwind die achter ons ligt. In veel sectoren ligt het productieniveau momenteel nog op of onder dat van 2008, waardoor bedrijven de toenemende productie nog met de bestaande productiecapaciteit kunnen realiseren. Het is dan ook niet vreemd dat bedrijven eerst nog een toename van de vraag en een stijging van de bezettingsgraad willen zien om zich voldoende zeker te voelen in het opschroeven van de investeringen. Andere factoren die van invloed kunnen zijn op de groei in de maakindustrie zijn de tegenvallende overheidsinvesteringen in de Eurozone, de zwakkere groei in opkomende landen en het lage investeringsniveau in sectoren als chemie en offshore. De lage stand van de Euro kan de vraag juist positief beïnvloeden. Hoopgevend is de door de geënquêteerden verwachte omzetgroei in 2016 en 2017 (resp. 4,5% en 5%) en de groei van het aantal vaste contracten bij medewerkers.
Page 3 of 5
Toelichting vier trends in de industrie Vier trends in de Nederlandse industrie Rabobank onderscheidt vier trends die de Nederlandse industrie nu en in de toekomst gaan vormgeven. Bedrijven in de Nederlandse industrie zullen hierop acteren om hun marktpositie te behouden of verder uit te bouwen.
Onderscheid op prijs voor Nederlandse industrie veelal onmogelijk
Industrie is de innovatieve sector in de economie
Oplossen Grand Societal Challenges maakt innovatie nodig
Sneller
Opgelegd door overheid, afnemer en concurrent
Efficiëntere productie, minder grondstoffen, duurzame producten, closing the loop
Geen concurrentiefactor, maar vereiste
Sneller
Azië (China) belangrijkste industriële macht: omvang en kennisontwikkeling
Reshoring van industrie in Westerse landen: kosten, kwaliteit, logistiek
Concurrentie tussen (internationale) kennisclusters en ketens
Prijsvolatiliteit grondstoffen en energie
Schaarste aan grondstoffen (Rare Earth Metals)
Problematisch tekort technisch personeel
Sneller Noodzaak tot innovatie
Duurzaamheid een gegeven
Continue internationale dynamiek
Resource onzekerheid
Drie ontwikkelingen in de mondiale economie Naast de bovengenoemde vier trends zien we drie ontwikkelingen waar alle sectoren en bedrijven mee te maken hebben of krijgen: sneller, complexer en meer onzeker. Grotendeels worden deze ontwikkelingen gedreven door ontwikkelingen in de ICT. In het afgelopen decennium was dit met name relevant in meer consumentgerichte sectoren, zoals retail en media. Voor de nabije toekomst zal dit echter ook de industrie steeds meer raken. De veranderingen leiden er toe dat meer wendbaarheid van organisaties wordt vereist. Dit zal resulteren in een noodzakelijke flexibilisering van business models. Indien bedrijven dit niet doen dan bestaat de kans dat concurrenten en nieuwkomers afkomstig uit andere sectoren bedrijven voorbijstreven.
Sneller
Kortere levensduur van bedrijven
Kortere product life cycles
Kortere time-tomarket
Sneller opeenvolgende technologieën
Cross sectorale concurrenten
Symbiose van technologieën
Opkomst van digital value networks
Personalised products and services
Marktleiderschap en schaal geven geen garantie meer
Geen brand Loyalty
Big Data geeft ook meer variabelen
Geopolitieke verschuivingen
Sneller
Complexer Complexer
? Meer onzeker
Meer onzeker
Page 4 of 5
Kerncijfers Producentenvertrouwen en orderpositie Zowel het Nederlandse producentenvertrouwen als de 8
108
6
106
4
104
2
102
0
100
orderpositie kenden een toename in november. Hiermee blijven ze op een relatief hoog niveau staan en de dalende trend van de afgelopen maanden van het producentenvertrouwen is een halt toegeroepen (bron: CBS). De NEVI-PMI maakt daarentegen melding
-2
98
-4
96
van een kleine daling naar 53,5 in november (53,7 in
-6
94
oktober). Positief is dat er sprake is van de grootste
92
stijging van de werkgelegenheid in de Nederlandse
-8 01/01/2013
01/01/2014
01/01/2015
Producentenvertrou wen (LH)
industrie sinds april 2011 volgens NEVI-PMI. Het aantal
Orderpositie (RH)
nieuwe orders steeg voor de 29e maand op rij, echter de stijging in november is de kleinste geweest in deze
Bron: CBS; November 2015 laatst beschikbare data
periode.
Groei industriële productie in Nederland, Duitsland, Eurozone en de VS (JoJ) De figuur hiernaast geeft de JoJ groei van de
6%
industriële productie. In Nederland was deze - na
4%
enkele maanden op een lager niveau - weer rond de
2%
2% groei in oktober. In de VS zien we dat de productie
0%
een continue dalende trend kent. En ook De Duitse industriële productie komt lager uit. De verwachtingen
-2%
van analisten over 2015 en 2016 is voor de Eurozone -4%
circa 2% productiegroei (JoJ) (bron: Consensus Forecasts). De industrie in de VS komt - volgens de
-6% 01/01/2013
01/01/2014 Nederland
01/01/2015 Duit sland
verwachtingen - op hetzelfde uit. Dit betekent voor de
VS
VS wel een verlaging t.o.v. de afgelopen jaren. De internationale macro economische omgeving lijkt
Bron: Datastream; oktober 2015 laatst beschikbare data
momenteel te verslechteren (zoals in China).
Groei industriële productie per subsector van afgelopen 4 maanden (JoJ, 3M gemiddelde) Chemical 16%
Transport equipment
High tech
Steel & other metals
Paper
De figuur hiernaast geeft het 3-maandsgemiddelde van de productiegroei in de periode juli t/m oktober. Deze grafiek laat beter dan de vorige grafiek de trend
12%
zien. De breed gedragen dalende trend die we vorige
8%
maand waarnamen, wordt voortgezet. Nagenoeg alle
4%
van de geselecteerde subsectoren ondersteunen dit. Opvallend daarbij is de zeer scherpe daling die de
0%
machinebouw laat zien. Temeer deze subsector in
-4% -8% Manufacturing
Nederland de afgelopen jaren bovengemiddeld presteerde. Het is echter lastig om op basis van de Rubber and plastics
Metal products
Machinery
Textiles
Bron: CBS; Rabobank; productiegroei (JoJ) 3M gemiddelde laatste 4 maanden; oktober 2015 laatste data
laatste gegevens harde conclusies te trekken aangezien het voorlopige cijfers van het CBS betreft.
Deze publicatie is een uitgave van Rabobank International. De in deze publicatie gepresenteerde visie is gebaseerd op gegevens uit door ons betrouwbaar geachte bronnen die worden genoemd in de bronvermelding. Deze bronnen zijn op zorgvuldige wijze in onze analyse verwerkt. Rabobank International aanvaardt echter geen enkele aansprakelijkheid voor het geval dat de in deze publicatie neergelegde gegevens of prognoses onjuistheden bevatten noch voor eventuele (zet-)fouten en onvolledigheden. Het betreft algemene informatie die aan veranderingen onderhevig is. Aan de verstrekte informatie kunnen geen rechten worden ontleend.
Page 5 of 5