gemeente Eindhoven
Raadsnummer O8. R24II. OOI Inboeknummer oybstorag4 Dossiernummer zq januari zoo8
Raads inforrnatiebrief Betreft Jaarverslag welstandscommissie 2006. 1 Inleiding Krachtens artikel 12b van de Woningwet is het maken van een jaarverslag een verplichting van de welstandscommissie. Daarnaast staat in artikel 12c van de Wet dat burgemeester en wethouders eenmaal per jaar aan de gemeenteraad een verslag voorleggen waarin zij tenminste uiteenzetten hoe ze is omgegaan met de welstandsadviezen die door de commissie zijn verstrekt. Daarnaast moet het college onderbouwd aangeven in welke gevallen geen advies aan de welstandscommissie is gevraagd, in welke gevallen ze het advies van de commissie niet heeft overgenomen, in welke gevallen handhavend is opgetreden en hoe vaak hierbij bestuursdwang is toegepast. Deze twee jaarverslagen vullen elkaar aan en zijn daarom in een verslag samengevoegd. Het resultaat daarvan voor het verslagjaar 2006 ligt nu voor u.
In het jaarverslag wordt teruggeblikt op de werkwijze van de commissie in 2006 en op de toetreding van drie nieuwe leden ter vervanging van drie eerder afgetreden leden. Vervolgens wordt een overzicht gegeven van het aantal welstandsbeoordelingen en de verdeling daarvan tussen positieve en negatieve adviezen. Uit de cijfers blijkt dit laatste percentage al jaren tussen de 20 en 25o/o te liggen. Ook
worden de plannen benoemd die door de commissie als bovengemiddeld in hun categorie werden beoordeeld. In de categorie lichte bouwvergunningen is 51o/o ambtelijk getoetst door de secretarissenn.
In twee gevallen is een eigenaar aangeschreven in het kader van artikel 19 van de Woningwet wegens een situatie die in ernstige mate in strijd is met redelijke eisen van welstand. Er is in dit kader in 2006 geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om over te gaan tot bestuursdwang. Voorts wordt en beeld geschetst van de sta psgewijze aanvulling van de welstandsnota met gebiedsgerichte welstandscriteria. In 2006 zijn voor zeven gebieden criteria vastgesteld door de raad en voor negen andere zijn criteria vrijgegeven voor inspraak en is die inspraak ook afgerond.
Raadsnummer O8. RZqZZ. OOZ
In een hoofdstuk over de nevenactiviteiten van de welstandscommissie wordt vooral ingegaan op de deelname aan het kwaliteitsteam Meerijk. Tenslotte wordt gewezen op een tweetal knelpunten. Als eerste genoemd is de stagnatie in de doorloop van een dossier inzake een ongevraagd advies van de commissie aan het college. Als tweede wordt, net als in het jaarverslag 2005, gewezen op het gebrek aan handhaving in gevallen van illegale reclame-uitingen en het ontbreken van een adequate reclamenota.
2 Besluit van college van burgemeester en wethouders Wij hebben op 30 oktober 2007 besloten: 1 kennis te nemen van dit jaarverslag; 2 ongevraagde adviezen van de commissie onverwijld aan het college moeten
worden voorgelegd; 3 dat een reclamenota moet worden voorbereid.
3 Ter inzage gelegde stukken Jaarverslag welstandscommissie 2006.
Burgemeester en wethouders van Eindhoven,
A. Brunninkhuis, secretaris
BG07013903
4e <emeenee Zindhoven
Welstaodsrarnmissie 3aarversIag 2006
jaarverslag Welstandscommissie 2OO6
Inhoud: 1, inleiding 2, Samenstelling en werkwijze
3. Beoordelingen 4, De houding van het college inzake de adviezen van de welstandscommissie
S. De welstandstoets bij lichte bouwvergunning
6. Aanschrijvingen en bestuursdwang
7. Welstandsnota
8. Nevenactiviteiten
9. Knelpunten
Welnandscommissie
Het maken van een jaarversiag behoort vanaf 1 januari 2M3, de datum waarop de nieuwe Woningwet in werking is getreden, tot een verplichting van zowel de welstandscomrnissie als het college van burgemeester en wethouders. immers in artikel 12b van die wet staat dat de welstandscommissie eenmaal per Jaar aan de gemeenteraad een verslag voorlegt van de door haar verrichte werkzaamheden. Daarnaast staat in artikel 12c van de Wet dat burgemeester en wethouders eenmaal per jaar aan de gemeenteraad een verslag voorleggen waarin zij tenminste uiteenzetten hoe ze is omgegaan met de welstandsadviezen die door de commissie zijn verstrekt. Daarnaast moet het coHege onderbouwd aangeven m welke gevallen geen advies aan de weistandscomrnissie is gevraagd, in welke gevallen ze het’advies van de commissie niet heeft overgenomen, in welke gevallen handhavend is opgetreden en hoe vaak hierbij bestuursdwang is toegepast. Deze twee jaarverslagen vullen elkaar aan en zijn daarom in k&n verslag samengevoegd. Het resultaat daarvan voor het verslagjaar 2006 ligt nu voor u.
Wel sta ndseorrs missie
Samenstelling en werkwijze ln de Woningwet 2003 wordt over de welstandscommissie gesproken alÂż een onafhankelijke commissie die aan burgemeester en wethouders advies uitbrengt omtrent de vraag of het uiterlijk van een bouwwerk waarvoor een bouwaan vraag is ingediend voldoet aan redelijke eisen van welstand. De leden van de welstandscornmissie zijn allen betrokken of deskundig op het gebied van architectuur, stedenbouw of een ander specialisme van belang. Hun betrokkenheid of deskundigheid kan worden afgewogen aan hun staat van dienst binnen deze vakgebieden. Dat kan zijn in de ontwerppraktijk, maar evenzeer in het onderwijs, de journalistiek, het openbaar bestuur of het bedrijfsleven. Daarnaast is het van belang dat de leden affiniteit hebben met de stad Eindhoven en daarmee ook enigszins bekend zijn. Voorop staat dat zij een plan naar waarde kunnen schatten en daarover op professionele wijze een afgewogen oordeel kunnen formuleren. Eigen stijlvoorkeuren en opvattingen dienen daarbij buiten beschouwing te blijven. Ook moeten zij hun oordeel en de totstandkoming daarvan op heldere en begrijpelijke wijze kunnen verwoorden, zowel in de richting van architecten en ontwerpers als een minder deskundige opdrachtgever. In deze contacten is een respectvolle, stimulerende en bemiddelende opstelling onontbeerlijk. De leden zijn volledig onafhankelijk. Dat wil zeggen dat zij hun welstandswerkzaarnheden niet verrichten in een vast dienstverband bij de gemeente Eindhoven. Onafhankelijkheid betekent In dit verband niet alleen vrij van het college van burgemeester en wethouders, maar ook van de opdrachtgevers van de te beoordelen bouwplannen. Dat houdt dus in dat geen beoordeling over eigen werk mag plaats vinden en dat een lid van de commissie geen opdracht mag aanvaarden tot het verbeteren van een in de commissie behandeld ontwerp. Ook enige geografische afstand kan bijdragen aan deze onafhankelijkheid, hoewel dit weer op gespannen voet staat met de wens dat leden van de commissie enigszins bekend zijn met de stad Eindhoven. Er is daarom gekozen voor een mengvorm, waarbij enkele leden van de commissie afkomstig zijn uit de stad of de omliggende regio en de overige leden juist daarbuiten wonen en werken. De samenstelling van de commissie was in 2006 als volgt: De heer F. van Beers (burgemeester van Mill/St. Hubert, later van Boxtel), voorzitter Mevrouw dr.6. Andela (architectuurhistorica, Rotterdam) De heer ir. L van den Burg (architect, Eindhoven) De heer ir. LP. Kerstens (architect, Arnhem) De heer D. Boonstra (architect, Eindhoven) De heer T. B5hier (architect, Budei) Mevr. Ir. H. Blank (stedenbouwkundige, Rotterdam)
Op 1 januari 2006 zijn de heren Bahler en Boonstra als Iid toegetreden tot de commissie. Op 1 april 7006 volgde de benoeming van mevrouw Blank als Iid, vraarmee de cornrnissie weer geheel op sterkte is gebracht.
De commissie wordt ambtelijk ondersteund door twee secretarissen: ir. A. van Dijk en ing. A. Langenberg. Voor een goede afstemming met de Monumentencornmissie is de heer Van den Burg Iid van beide commissies.
welstandscommissie
De importantie en complexiteit van de aangeboden plannen zijn uiteraard niet altijd van dezelfde orde: een kantorencomplex is niet te vergelijken met een vrijstaande woning of nog extremer, een dakkapeL De secretaris selecteert de plannen dan ook in eerste instantie naar omvang, complexiteit en importantie en agendeert deze plannen voor de vergadering van respectievelijk de grote, halve of kleine commissie. Volgens de Woningwet 2003 is openbaarheid van deze vergaderingen verplicht. Voor de grote, plenaire vergaderingen wordt een vorm gehanteerd waarin op een goede wijze kan worden omgegaan met de vereiste openbaarheid enerzijds en beslotenheid anderzijds voor plannen die nog in een fase van vooroverleg zitten. Daartoe zijn de vergaderingen gesplitst in een openbaar en een besloten deei. Het openbare cleel wordt frequent bezocht door de pers en soms door enkele andere belangsteNenden. De overige vergaderingen worden, ondanks de openbaarheid, slechts bezocht door belanghebbenden die hebben verzocht hun plan te mogen toelichten, dan wei om een toelichting op het welstandsadvies hebben gevraagd.
De omvangrijke bouwplannen en plannen die van duidelijk belang zijn voor het aanzicht :an de stad, worden behandeld in de grote commissie, Daarin hebben alle leden van de commissie zitting en zij komt tenininste een maal per maand bijeen. Ook structuurvisies, ontwerpbestemmingsplannen en voorlopige en/of definitieve stedenbouwkundige plannen (VOSP, DOSP) worden soms aan de commissie ter consultatie voorgelegd. Als adviseur bij deze plenaire vergadering zijn aanwezig ir. R, Rijnen. namens de sector Strategie. De sector Bouw- en Woningtoezicht heeft een vast adviseurschap in de persoon van de heer ir.C. Donkers. De halve commissie bestaat uit een vast, door de grate commissie aan te wijzen, commissielid en een roulerend lid en wordt bijgestaan door de secretaris, Hiermee is de continuTteit in de beoordeling gewaarborgd. De advisering is in deze gevallen gemandateerd aan de leden van de halve commissie. Tijdens deze bijeenkomsten worden middelgrote bouwplannen behandeld alsmede kleinere plannen die een zekere samenhang en afstemming dienen te vertonen. Hierbij valt te denken aan vrijstaande woningen in de individuele vrije sector, waarvoor uitgangspunten zijn vastgelegd die de samenhang binnen het gehele complex moeten bevorderen. In geval van twijfel kan de beoordeling worden aangehouden en het plan worden doorverwezen naar de grote commissie. De halve commissie komt tenminste driemaal per maand bijeen. De kleirie commissie bestaat uit een vast, door de commissie aan te wijzen lid, bijgestaan door de secretaris, De advisering valt ook in deze gevallen onderhet mandaat van de grote commissie. Het gemandateerd afdoen van bouwplannen geldt voor de wet niet als een reguliere vergadering van de welstandscomrnissie.
De kleine commissie komt vier maal per maand bijeen, afhankelijk van het aantal aangeboden plannen. Behandeld worden kleine of middelgrote bouwwerken of grotere plannen die in een finaal stadium van de welstandstoets verkeren. Fveneens kan in deze setting het door de grote commissie verlangde nader overleg plaatsvinden of een toelichting gegeven worden door en op verzoek van architect of opdrachtgever. Ook van hieruit kunnen plannen, in geval van twijfel, worden doorverwezen naar een van beide andere commissies. De secretaris legt een en ander vast in een verslag. Tenslotte is er nog een kleine commissie die zich buigt over de aanvragen om reclamevergunning. Deze commissie heeft dezelfde samenstelling als de kleine commissie. De vergaderingen zijn onregelmatig, want afhankelijk van het sterk fluctuerende aanbod van piannen. Nu een aantal jaren met de weistandsnota is gewerkt acht het college de tijd rijp voor een evaluatie, Deze zal niet beperkt blijven tot de nota op zichzelf. Besloten is om naast de inhoud van de nota ook het gehele werkterrein van de commissie en het secretariaat te betrekken in dit onderzoek. De resultaten daarvan zullen
aan het eind van het tweede kwartaal van 2007 aan het college worden aangeboden.
In het verslagjaar 2006 heeft een visitatie van de commissie plaats gehad in opdracht van de Federatie Welstand. Deze visitatie maakte onderdeel uit van een onderzoek onder 40 welstandscommissie verspreid over het land. Dit onderzoek heeft geleid tot een eindrapportage over de bevindingen. Dit rapport zal worden betrokken bij de bovengenoemde evaluatie va n het Eindhovende welstandstoezlcht.
Beoordelingen Op basis van de bovengenoemde werkwijze kan de commissie de grote stroom aanvragen verwerken en de plannen de aandacht geven die ze verdienen. Voor 2005 levert dit de volgende cijfers opr
qaderinjfen
2004 2005
13 12
65 59
Aantal beoordelingen
2002 2003 2004 2005 2006
117 101 94 70 94
604 493 518 573 597 2131 1824 1358 1148 1326
28 41
29 98 146 157 162
146 152
2881 2516 2543 2739 2989
427 791 810 Het aantal beoordelingen is dit jaar met 9Ss gestegen. Met geringere aantal kleine commissievergaderingen heeft niets te maken met het aantal verg aderuren van die commissie want dat is licht gestegen. Ook zijn meer adviezen in die vergaderingen afgegeven.
Hoewel de indruk wel eens bestaat dat het aantal negatieve beoordelingen de positieve zou overheersen ioochenstraffen de cijfers deze misvatting:
2003 % 2004 2881 100 2516 100 2543 100 2739 100 2989
Aantal beoordelingen 2002 Totaal Akkoord
2176 76 1692 67 1794 71 1694 62 1812
niet akkoord 616 21 529 21 503 20 663 24 713
bevinding 90 3 203 8 224 9 300 11 438
Het percentage negatieve beoordelingen is stabiel gebleven. Wel is er andermaal sprake van een toename van het aantal bevindingen. Das din geeR de walste n dscommissie haar inhoudelijke commentaar op een bouwinitiatief, zonder dat daaraan een waardeoordeel als akkoord of niet akkoord wordt gekoppeld. Een bevinding wordt ook geformuleerd wanneer een gesprek plaats vindt over wijzigingen van een plan, zonder dat deze wijzigingen al ondubbelzinnig op papier zijn vastgelegd. Dat het aantal bevindingen hoog is bij veel negatieve beoordelingen is dan ook te begrijpen. De stijging is te verldaren omdat steeds meer aanvragers in een zeer vroeg stadium van hun bouwinitiatief de wel standscommissie consulteerz Het aantal gesprekken vertoont dan ook een stijgende lijn.
Wslnandscommissie
Voor bijzondere plannen spreekt de Âńommissie haar waardering uit in de vorm van een "stip". Zij geeft daarmee aan dat zij van oordeel is dat het plan de potentie heeft oin, afhankelijk van de uitvoering, in aanmerking te kunnen komen voor een nominatie voor de architectuurprijs van de gemeente Eindhoven, de Dirk Roosenburgprijs. Opgemerkt wordt overigens dat uit oogpunt van zorgvuldigheid geen stippen worden gegeven aan plannen die zijn OntWOrpen dOOr leden van de WelStandscemmissie. in 2005 heeft de commissie deze stip uitgereikt aan de volgende plannen:
06/0182
06/0453
putten (ongenummerd), kavel 009
Heezerweg 2’I 3 Eindhoven
verbouwen en uitbreiden van een woning
bouwen van een woning AANVRAGER/ivlELOER: CT J,5engers
06/0508
AANVRAGER/ivlELOER. G.al, Konig
06/0288
Rivierstraat 15 Eindhoven
putten (ongenummerd), kavel 023
bouwen van een woning
verbouwen en uitbreiden van een woning
AANVRAGER/AIIELDER: E. van Rommel
AANVRAGER/IVIELDER; R, Roxs
ARCHITECT: Architecten-En-En
06/0461
05/1878
Putten
Huijgensiaan 22 Eindhoven
Bouwen woning
verbouwen en uitbreiden van een woning AANVRAGER/iviELOER: A J.H. Ir)aas
AANVRAGERAIELDER;L Slegers ARCHITECT: Van Helmond Zuidam
ARcHITEcT: Architektenburo Boon a Siagter
06/I 136
04/’I 467
lievendaaiseweg (ongenurnrnerd)
het rijsven, kavel 005
bouwen van een cafetaria
bouwen van een woning
AANYRAGER/IIIIELOER:A,w,T, Sanders
AANVRAGER/iviELOER: L Kerkhofs
05/1673
05/1585
bosrijk (ongenummerd), 2e fase
meerhoven, bosrijk (ongenummerd)
bouwen van 33 woningen
bouwen van 20 woningen fase I
AANVRAGER/IVIELOERr stam+ Oe Koning
AANVRAGER/IVIELDER: Stam w Oe Koning
Vastgoed B.V.
Vastgoed B.V.
ARCHITECT. Tarra Architectuur En Stedebouw
ARCHITECTr Bedaux De Brouwer Architecten
06/0342
Ruwenberg 15 Eindhoven
verbouwen en uitbreiden van een woning AANYRAGER/ivlELDER: kil J JUI. Bijnen
Maast de beoorclelingen binnen de gemeente Eindhoven zijn in het jaar 2006 vier verzoeken binnengekomen voor een second opinion in een andere gemeente. Dit gebeurde rsrsn maal op verzoek van die gemeente, de andere keren op verzoek van de aanvrager of een bezwaarmaker. Burght 64 te Veidhoven
Oude Provindale weg 13, Hapert
Bouwen dakkapeilen, dakopbouw en overkapping
Bouwen appartementengebouw
AANVRAGER: Achmea Rechtsbijstand
AANVRAGER: ARAG Rechtsbijstand
Vaarsenhof 12, Asten
Boordseweg, Nuenen
afwijken van bouwvergunning
Second opinion inzake materialisatie woning
AANVRAGER: Koch & van den Heuvel Advocaten
AANVRAGER: Gemeente Nuenen
In overleg met de Fecieratie Welstand is overigens een protocol voor dit soort verzoeken afgesproken. Dit houdt in dat verzoeken orri een second opinion en het advies daarover altijd aan de Federatie zullen worden gemeld. Dit om te voorkomen dat voor een plan net zo lang adviezen worden gevraagd tot het advies de gewenste inhoud heeft. Dit protocol is ook vastgelegd in de welstandsnota.
Welstandscommissie
De houding van het college inzake de adviezen van de welstandscornrnissie Zoals in de inleiding reeds is vermeid zal in dit jaarverslag worden opgenomen op weike wijze burgemeester en wethouders in het jaar 2006 zijn omgegaan met de welstandsadviezen. Geconstateerd kan worden dat het coHege alle aan haar uitgebrachte adviezen van de welstandscommissie onverkort heeft overgenomen.
Advisering bij lichte bouwvergunningen In artikel 48 van de Woningwet is bepaald dat burgemeester en wethouders niet verplicht zijn een aanvraag voor licht-vergunningplichtige bouwwerken voor te leggen aan de welstandscommissie. Zij zullen in elk geval zelf een oordeel moeten vellen of deze gevallen voldoen aan redelijke eisen van welstand. In 2006 is van deze mogelijkheid geen gebruik gemaakt Alle aanvragen om bouwvergunning zijn voorgelegd aan de welstandscornmissie, Zoals hiervoor reeds opgemerkt, is op basis van de welstandsnota de secretaris van de welstandscommissie gemandateerd om in bepaalde gevallen een welstandsadvies af te geven. In 2006 is dat voor wat betreft de lichte bouwvergunningen in 488 van de 966 gevallen gedaan. Dit houdt in dat 51% van de lichte bouwvergunningen door de secretaris is getoetst. Overigens zijn deze adviezen steeds door de welstandscommissie achteraf formeel vastgesteld.
Aanschrijvingen en bestuursdwang Artikel 19 van de Woningwet biedt aan burgemeester en wethouders de mogelijkheid om eigenaars van bouwwerken of standplaatsen aan te schrijven wanneer dat eigendom in ernstige mate in strijd is met redelijke eisen van welstand. In het jaar 2006 is er tweemaal gebruik gemaakt van die bevoegdheid. in het geval van Reisdoriweg 2 was dat naar aanleiding van het bouwen van een schutting langs de openbare weg. Bij het pand Brussellaan 9a omdat de gehele voorgevel met reclarnepanelen was bedekt. Nadat een in een aanschrijving ex artikel 19 WW genoemde termijn is verstreken en niet tot aanpassing of sloop van hetgeen in ernstige mate in strijd is met redelijke eisen van welstand, kan volgens de Woningwet over worden gegaan tot bestuursdwang. Van deze mogelijkheid is in het jaar 2006 geen gebruik gemaakt.
We(sta ndsnota Door het secretariaat van de welstandscommissie wordt onder verantwoordelijkheid van de sector Strategie, gewerkt aan nota’s inzake redamebeleid en welstandsbeleid. Deze laatste is in de Woningwet 2003 verplicht gesteld. Dit houdt! n dat uiterlijk op 1 juli 2004 een dergelijke nota door de gemeenteraad moet zijn vastgesteld. Het eerste deel, waarin de werkwijze van de commissie is beschreven, is op 2 juni 2003 door de gemeenteraad vastgesteld. Het tweede deel, waarin de algemene en objectgerichte criteria zullen worden omschreven, is door de raad vastgesteld op lg april 2004 Daarmee is voldaan aan de wettelijke verplichting tot het vaststellen van een welstandsnota. Daarmee is de Bndhovense welstandsnota echter nog niet compleet. Het derde deel met gebiedsgerichte criteria wordt gebiedsgewijs uitgewerkt en in procedure gebracht. Aangezien daartoe geen wettelijke verplichting bestaat kan dit na 1 juli 2004 stapsgewijs plaatsvinden. In dit verslagjaar 2006 zijn in dat kader gebiedsgerichte criteria voor Geert Grootestraat e.o., St. Gerarduspiein e.o., Poelhekkelaan e.o., Schuttersbosch, Burghplan Zuidoost, Italiaanse buurt West en Roverbruidegom door de raad vastgesteld op 6 juni 2006. Voorts zijn voor de gebieden Antony van Leeuwenhoek-laan e.o., )an van Eyckgracht, Floraplein/Floralaan Oost, Schrijversbuurt, Den Elzent, Vliegende Koffer e.o., Eeuwig Licht, Italiaanse buurt oost en Grasstrook de concept gebiedsgerichte criteria door het college vrijgegeven voor inspraak. De stukken met betrekking tot dezegebiedenhebben ter visie gelegen van1 juni tot en met 30juni 2006. Daarnaastzijn in die periode voor de gebieden Antony van Leeuwenhoeklaan e.o., Schrijversbuurt, De Bergen en Den Elzent inspraaka vonden gehouden. Voor de bewoners van de overige gebieden is geen inspraakavond gehouden. Zij hebben de concepttekst allen toegezonden gekregen. De geibiedsgerichte criteria voor al de genoemde gebieden zal in het voorjaar van 2007 ter vaststelling aan de raad worden aangeboden.
Nevenactiviteiten Twee leden van de welstandscommissie hebben zitting genomen in het Kwaliteitstearn Meerrijic Deelname aan dit team kan een adequaat middel zijn om directer tijdens het ontwerpproces te kunnen sturen, met de bedoeling te helpen het niveau van het plan hoger te krijgen dan al verwacht wordt en tegelijk het proces te stroomlijnen omdat de welstandsvertegenwoordigers al tijdens het ontwerpproces de zaken die belangrijk zijn voor welstand kunnen inbrengen. De ervaringen met het kwaliteitsteam tot dusver zijn zeer positief (van twee zijden) en worden gezien als een vergaande vorm van implementatle van het beleidsvoornemen "van toetsen naar sturen, Wet zou tevens kunnen worden gezien als een andere vorm van supervisie. Hu niet uitgevoerd door ken persoon maar door een team, ln de welstandsnota is nadrukkelijk vastgelegd dat een supervisor geen vooruitgeschoven post van de welstandscommissie is. Op gezette tijden zal het kwaliteitsteam dan ook de plannen aan dewelstandscommissie ter toetsing moeten voorleggen, waarbij de coinmissie haar autonome positie behoudt. De rol van de twee commissieleden in het kwaliteitsteam is dan ook niet die van gemandateerden, maar van deskundigen die zeer goed op de hoogte zijn van de positiesen standpunten binnen de welstandscornmissie. Vanuit die rol kan ook constant en zeer adequaat naar de voitailige commissie worden teruggekoppeld.
Desgevraagd heeft de commissie mevrouw Andela afgevaardigd als jurylid voor de ontwerpprijsvraag inzake een muzlekkiosk op het Trudoplein.
De voorzitter heeft deelgenomen aan een door Omroep Eindhoven georganiseerde televisiediscussie over welstand. Aanleiding hiervoor was de reclame aan het pand Media Markt.
rrl I PS IuIL [ I p % 7IPI r Iil(ll 4 al ll Yarr I I l t I rl i r )J+p t J +IIIQ
Knelpunten fn haar vergadering van S april 2006 heeft de commissie besloten het college een ongevraagd advies te verstrekken inzake de kunstobjecten van Ponti, Negri en Gast op het voormalige Piazzaplein. Op 28 april 2006 heeft de secretaris hiertoe een dossier in routing gebracht. Toen in december van het verslagjaar bleek dat dit dossier de dienst nog altijd niet had verlaten, heeft de voorzitter tijdens het reguliere overleg met de wethouder, haar dit persoon Vijk overhandigd met het verzoek om het cotiege daar ken is van te laten nemen. In dit verband merkt de commissie op van oordeel te zijn dat een ongevraagd advies het college zou moeten kunnen bereiken zonder enige ambtelijke interventie. Reeds in het jaarverslag van 2003,2004 en 2005 is het knelpunt inzake illegaal aangebrachte reclame genoemd. Hierin heeft zich in het verslagjaar 2006 geen verandering voorgedaan en wordt daarom andermaal gememoreerd. Te meer omdat geconstateerd moet worden dat van een intensievere controie inmiddels nauwelijks nog sprake is. Het aantal illegale reclame-uitingen neemt dan ook toe. Daarbij moet ook nog eens worden bedacht dat de kwaliteit van reclame-uitingen toch al niet op een hoog peil staat. Dat blijkt uit het feit dat bij dit soort aanvragen het percentage negatieve adviezen met 36%, hoger ligt dan de 23% bij de gewone bouwaanvragen. In het gunstigste geval kan hier via een vergunningaanvraag achteraf nog regulerend worden opgetreden. Dat proces verloopt echter niet altijd even gemakkelijk en legt onnodige druk op het werk van de kleine commissie. Slechter nog voor de stad zijn die gevallen waarin in het geheel niet handhavend wordt opgetreden met alle gevolgen van dien Oe oorzaak van dit illegaal handelen is lang niet altijd gelegen in onwetendheid. Uaker is hier sprake van een mentaliteit waarbij bewust de wettelijke verplichting tot een aanvraag wordt genegeerd. De reclame wordt eerst aangebracht en vervolgens wordt achteraf geprobeerd een vergunning te krijgen, En vaak zelfs dat nog niet, illustratief in deze zaak is de situatie in het vernieuwde Winkelcentrum VYoensek ln een vroeg stadium zijn hier in opdracht van de eigenaar door de architect duidelijke reclarneregels opgesteld voor alle winkels en alle denkbare posities. Deze regels worden door de welstandscornmissie gehanteerd bij de beoordeling van aanvragen. Merkwaardig genoeg blijkt de eigenaar van het winkelcentrum deze regels niet altijd even consequent naar de huurders te communiceren en wanneer dat wei gebeurt worden de regels vaak genegeerd. Nu in veel gevallen de reclame ook nog eens wordt aangebracht zonder de gemeentelijke vergunningen, is het resultaat dat een deel van de redame volgens de regels is aangebracht en een ander deel dat illegaal en afwijkend van de regels is gerealiseerd. Dit laatste zorgt weer voor irritatie bij de eerste groep en onbegrip bij de goedwillende aanvragers van wie het ontwerp wordt afgekeurd. De welstandscominissie probeert hier in haar contacten met reclamebedrijven wel aandacht aan te besteden, maar dergelijke acties zijn te kleinschalig om effect te ressorteren. Bovendien zien reciamebedrijven het niet als positief voor hun omzet om opdrachtgevers te bewegen om vooraf een vergunning te vragen. Door de voorgenomen afschaffing van de reclamevergunningen zal deze problematiek naar verwachting alleen nog maar worden versterkt De vaststelVing van een reclamenota en een daaraan gekoppelde publiciteitscampagne zou hier wellicht meer kunnen betekenen.