gemeente Eindhoven
Raadsnummer o8. Rz 6 gg. Oor Inboeknummer o8bstorzgz Dossiernummer 8z6.4oz zg juni zoo8
Raads inforrnatiebrief Betreft convenant "Kinderen doen mee in Eindhoven".
Inleiding Staatssecretaris Abouta leb van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft de ambitie om het aantal kinderen dat om financiele redenen niet maatschappelijk participeert, met de helft terug te brengen. Hiervoor stelt hij in 2008 en 2009 ’ 40 miljoen ter beschikking, bovenop de armoedegelden. Vanaf 2010 wordt ditzelfde bedrag vrijgemaakt, maar wordt het integraal meegenomen in de algemene verhoging van de armoedegelden per gemeente. Eindhoven krijgt in 2008 en 2009 E 674.000,ÃćâĆňâĂİ per jaar extra. Dit geld komt ten goede aan de algemene middelen.
Tijdens een wethoudermiddag in januari 2008 waren de reacties van gemeenten positief. Om de ambitie waar te maken wil de staatssecretaris daarom met elke gemeente een convenant afsluiten, waarin ook de gemeenten zich committeren aan deze ambitie. Bij de "Verzamelbrief februari" hebben de colleges van de gemeenten dit convenant ontvangen. Hierin is naast de politieke ambitie een aantal afspraken gemaakt over de inzet van de gemeente, de inzet vanuit het ministerie van SZW, het meten van effecten en het delen van kennis. Eind mei 2008 werd bekend dat op maandag 30 juni 2008 de ondertekening plaatsvindt tijdens een grote landelijke bijeenkomst. Omdat het convenant, zowel landelijke alsook in Eindhoven, een integraal veld beslaat, te weten het inkomensveld (WZI) en het jeugdveld (MO) zijn zowel de wethouder van jeugd en gezin alsook de wethouder van maatschappelijke zorg, financien, personeel en organisatie hierbij betrokken. Samen zullen zij namens Eindhoven het convenant met de staatssecretaris ondertekenen.
Besluit van college van burgemeester en wethouders Wij hebben besloten 1 aan te sluiten bij de ambitie van de Staatssecretaris SZW door: a het inzetten op het verdubbelen van participatie van kinderen en jongeren, met name voor hen die zich in een financiele achterstandsituatie bevinden;
Raadsnummer O8.RZ6g j.ooZ
b een nulmeting doen naar de participatiegraad van Eindhovense kinderen die zich in een (financiele) achterstandsituatie bevinden, jaarlijks monitoren en die gegevens aanleveren aan de staatssecretaris; c het convenant "Kinderen doen mee in Eindhoven" samen met de staatssecretaris tekenen op de landelijke bijeenkomst die plaatsvindt op 30 juni 2008. 2 de concrete invulling van het convenant in een plan van aanpak, dat gereed is in oktober 2008, uit te werken en dat in het vierde kwartaal van 2008 aan de staatssecretaris wordt aangeboden.
Argumenten l.a Sluit aan bij de ambities van de coalitiein Eincfhoven
In Eindhoven willen we een ongedeelde stad. iedereen moet mee kunnen doen. Aan kinderen en jongeren wordt speciaal aandacht besteed. Dit gebeurt eigenlijk op vele beleidsterreinen zoals (beroeps)onderwijs, sport en techniek, en vanuit de gemeentelijke programma’ s, zoals: Actieve Jeugd, Arbeidsmarktbeleid, Sport en bewegen, Educatieve agenda, Brainport, Diversiteit, Meedoen (inclusief aanbevelingen Taskforce Armoede) en de Krachtwijken. De insteek van Eindhoven is vooral gericht op participatie en het ontwikkelen van talenten. In het convenant gaat het vooral om kinderen die niet participeren om financiele redenen. In Eindhoven ligt de ambitie dus hoger: we willen dat alle kinderen in onze stad kunnen participeren en hun talenten kunnen ontwikkelen. Elke belemmering is een reden om extra inspanningen te doen, niet alleen de financiele belemmeringen. 1.b Een nulmeti ng en moni tori ng zijn nodig om de ui tgangssi tua ti e en de voortgang in
kaart te brengen Op dit moment zijn er geen specifieke gegevens over de mate van participatie van kinderen uit arme huishoudens, of zelfs uberhaupt van kinderen in een achterstandsituatie, welke dat ook is. Om onze inspanningen te richten en de impact van de inspanningen te kunnen meten moeten we inzicht hebben in de startsituatie en de ontwikkelingen. Wat we precies willen meten kunnen we nog zelf invullen. Dat we willen meten en de staatssecretaris over deze metingen periodiek zullen informeren staat opgenomen in het convenant.
1.c Aanwezigheid van de gemeente Eindhoven bij de eenmalige landelijke bijeenkomst waarin de convenanten tussen de staatssecretaris en gemeenten worden ondertekend, doet recht aan de ambitie die Eindhoven zichzelfstelt. Het zou een gemiste kans zijn als Eindhoven, gezien haar ambities met betrekking tot jeugd, armoede en participatie, zich op dit thema niet profileert ten overstaan van de staatssecretaris en andere gemeenten.
Raadsnummer O8.RZ6g j.oOZ
2 Door de tijdsdruk in verbandmetde ondertekening van het convenant, vindt de concrete ui twerking later plaats. Gezien de beperkte tijd die er is voordat het convenant getekend wordt, zal de concrete invulling van het convenant in oktober 2008 in een plan van aanpak aan het college voorgelegd worden. Tevens hebben we zo de mogelijkheid om nog met een apart voorstel te komen over de begrotingswijziging en bestedingsvoorstellen.
Ter inzage gelegde stukken Convenant "Kinderen doen mee in Eindhoven". Brief staatssecretaris Aboutaleb aan college van burgemeester en wethouders. Overzicht extra geld per gemeente armoedebestrijding 2008 en 2009.
Burgemeester en wethouders van Eindhoven,
A. Brunninkhuis, secretaris
KB08007124
CONVENANT
Kinderen doen mee in Eindhovenl Partijen,
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de heer A. Aboutaleb, handelend als bestuursorgaan, hierna te noemen: ’de Staatssecretaris’,
Het College van burgemeester en Wethouders van de gemeente Eindhoven, handelend als bestuursorgaan van de gemeente Eindhoven, te deze vertegenwoordigd door mevrouw Marri5t Mittendorff, wethouder Jeugd 8 gezin en de heer Hans-Martin Don, wethouder van maatschappelijke zorg, financiÃńn, personeel en organisatie, hierna te noemen: ’de gemeente Eindhoven, Overwegende dat: in Nederland 381.GOO kinderen opgroeien in een gezin met een laag inkomen’; een laag inkomen van de ouders kan leiden tot sociale uitsluiting van het kind; kinderen in arme gezinnen niet dezelfde kansen hebben als kinderen uit rijke gezinnen. Komen het vo(gende overeen:
Artikel 1. Doelstellin De gemeente Eindhoven en de Staatssecretaris hebben de gezamenlijke ambitie om het aantal kinderen dat om financiÃńle redenen niet maatschappelijk participeert, met de helft terug te brengen. Om die ambitie te reaiiseren maken zij een aantal afspraken.
Artikel 2. Inzet van de emeente Eindhoven 1. De gemeente- Eindhoven streeft ernaar dat alle kinderen en jongeren hun talenten kunnen ontplooien en kunnen participeren in de samenleving. 2. De gemeente Eindhoven heeft tevens de ambitie om maatschappelijke participatie voor ai/e kinderen bereikbaar te maken, en juist voor die kinderen die wellicht niet direct in aanmerking komen voor inkomensondersteunende maatregelen maar op grond van andere factoren wel degelijk kansen moeten krijgen. 3. De gemeente Eiridhoven streeft er al jaren naar om armoede in het algemeen te voorkomen, maar heeft hierbij extra aandacht en inzet voor de gezinnen met kinderen, omdat de gemeente de stelling ondersteunt dat een laag gezinsinkornen kan leiden tot sociale uitsluiting van kinderen en dat arme kinderen dan ook niet dezelfde kansen krijgen als hun leeftijdgenoten. De inzet van de gemeente Eindhoven is erop gericht om de bestaande maatregelen te intensiveren, ondersteuning te bieden voor particuliere initiatieven en een aanzet te geven voor nieuwe activiteiten op die gebieden waar voorzieningen ontbreken, specifiek gericht op deze kinderen.
Aantal kinderen < 15 jaar dat in 2005 in een huishouden leefde met een inkomen onder de lage inkomensgrens (SCP/CBS Armoedemonitor 2007)
De gemeente Eindhoven vindt dat financiÃńle redenen geen belemmering voor kinderen mogen zijn om volwaardig mee te doen in onze samenleving. ln de gemeente Eindhoven zijn ongeveer 4000 kinderen die leven in een huishouden dat op of onder de armoedegrens zit . De gemeente Eindhoven wil er naar streven om deze jongeren te betrekken bij de maatregelen die reeds in de gemeente Eindhoven aanwezig zijn en wil tevens bezien welke nieuwe maatregelen op grond van hun vraag aangeboden zou kunnen worden.
Artikel 3. inzet van de Staatssecretaris 1. De Staatssecretaris vindt dat alle kinderen dezeifde kansen en mogelijkheden moeten krijgen om hun talenten te ontwikkelen, bijvoorbeeld bij een sportvereniging of op de muziekschool. Ook kinderen in arme gezinnen moeten maatschappelijk kunnen participeren. 2. Eerder zijn in het Deelakkoord participatie met de VNG bestuurlijke afspraken gemaakt om armoede en schulden te bestrijden. In het verlengde van deze bestuurlijke afspraken wil de Staatssecretaris de maatschappeHjke participatie van kinderen in arme gezinnen een extra impuls geven door financiÃńle drempels voor deze kinderen te verminderen of weg te halen. 3. De Staatssecretaris heeft de ambitie om het aantal kinderen dat om financiÃńle redenen niet participeert met de helft terug te brengen en stelt in 2008 4 40 miljoen en in 2009 C 40 miljoen extra beschikbaar aan gemeenten via de algemene uitkering van het Gemeentefonds om deze ambitie te realiseren.
Artikel 4. Nadere afs raken 1.
De gemeente Eindhoven zet zich in om het aantal kinderen in arme gezinnen dat niet maatschappelijk participeert met de heg terug te brengen. Deze ambitie heeft betrekking op kinderen in de leeftijd van 4 tot 18 jaar in gezinnen met een inkomen tot 120% van het Wettelijk Minimumloon (WML). Ook kinderen die buiten deze definitie vallen vanwege een theoretisch hoger inkomen van de ouders (maar met problematische schulden) of kinderen die om welke andere reden dan ook niet kunnen participeren, willen wij graag mee laten tellen in onze doelstellingen. De afgesproken inzet van de gemeente Eindhoven in het kader van dit convenant is een onderdeel van haar bredere participatie ambitie, waar het armoedebeleid onderdeel van uitmaakt. In bijlage 2 volgt een verdere uiteenzetting van deze ambitie, met name gericht op kinderen en gezinnen. De gemeente Eindhoven streeft ernaar om kinderen in arme gezinnen voorzieningen te bieden, waardoor zij meer deel uit kunnen maken van de maatschappij. Deze voorzieningen kunnen deels in natura worden verstrekt, maar ook andere vormen zijn denkbaar en niet uitgesloten zolang ze maar bijdragen aan het ontwikkelen van hun talenten en een duurzame participatie. 3 De gemeente Eindhoven werkt samen met sportverenigingen en cultuurinstellingen, scholen, centrum voor jeugd en gezin opdat de activiteiten elkaar versterken en zoveel mogelijk gebruik wordt gemaakt van de lokale bestaande voorzieningen en de (vrije) keuzemogelijkheid voor kinderen zo groot mogelijk wordt gelaten Waar voorzieningen ontbreken, spant de gemeente zich in om samen met het middenveld een passend aanbod te ontwikkelen. Hiervoor kunnen bestaande subsidieregelingen en uitkeringen vanuit sport- en cultuurbeleid worden benut. ’ Aantal thuiswonende kinderen dat in 2006 in een huishouden leefde met een inkomen op of onder de inkornensgrens (Armoedernonitor van de gemeente Eindhoven van 2006)
De gemeente Eindhoven streeft naar activiteiten die een duurzame impact hebben. De effecten van het beleid worden met de Staatssecretaris gezamenlijk periodiek geÃńvalueerd en zo nodig worden de afspraken aangepast. In dit convenant wordt in bijlage 2 de inzet van de gemeente Eindhoven beschreven. Reeds bestaande voorzieningen en maatregelen zullen aangevuld worden met nieuwe initiatieven en aanpakken. in het vierde kwartaal van 2008 wordt de staatsecretaris geinformeerd over de nadere uitwerking van dit nieuwe totaalpakket. 6. De gemeente Eindhoven meet op verschillende wijzen het gebruik van de inkomensvoorzieningen middels stadsmonitor, armoedemonitor en GGD-monitor. Een nul-meting waarbij specifiek de inkornenssituatie van een huishouden gerelateerd wordt aan de mate van participatie van de kinderen uit dat huishouden, is momenteel niet voorhanden. De gemeente Eindhoven zal zich ervoor inzetten deze nulmeting gestalte te geven en sluit dienaangaande graag aan bij de door de staatssecretaris beoogde te ontwikkelen landelijke nulmeting. 7. Ook al is de gemeentelijke nulmeting nog niet voorhanden, de gemeente Eindhoven zal bij voorbaat het huidige beleid intensiveren, en streven naar het behalen van de doelstelling om het participeren van arme kinderen op elke wijze te stimuleren.
Artikel 5. Meten van effecten De Staatssecretaris wil inzicht in het aantal kinderen dat gebruik maakt van participatiebevorderende maatregelen op gemeentelijk niveau. Hierbij gaat het vooral om deelname aan sport en cultuur. De gemeente Eindhoven zal, gebruikmakend van de intensivering dan wel de methodiek van de landelijke nulmeting, een beeld geven van het aantal kinderen dat per 31 december 2007 gebruik maakt van maatregelen van de gemeente en de daarmee gemoeide financi5le inzet in 2007. In de gemeente Eindhoven zijn ongeveer 4000 kinderen aanwezig die in een huishouden leven dat op of rond de armoedegrens zit. Vervolgens maakt de gemeente Eindhoven voor de jaren 2008, 2009 en 2010 voor 1 maart van respectievelijk 2009, 2010 en 2011 de financiÃńle inzet en het aantal bereikte kinderen inzichtelijk, met als peildatum respectievelijk 31 december 2008, 2009 en 2010. De gegevens van de gemeente Eindhoven zullen worden afgezet tegen het aantal kinderen in arme gezinnen in de gemeente Eindhoven zodat het effect van de extra middelen gemeten kan worden.
De gemeente Eindhoven verschaft genoemde gegevens aan de Staatssecretaris. De gemeente Eindhoven en de Staatssecretaris maken voor 1 november 2008 afspraken over welke informatie de gemeente hiervoor gaat leveren. Hierbij wordt aangesloten bij de beleidsinformatie die het college van B&W zeC nodig heeft voor beleidsmonitoring en -evaluatie en verantwoording in het kader van dit convenant aan de gemeenteraad, zodat er geen sprake zal zijn van een extra administratieve belasting van de gemeente.
Artikel 6. Kennis delen 1. Een landelijk beeld van het aantal kinderen dat om financiÃńle redenen niet maatschappelijk participeert, ontbreekt op dit moment. De Staatssecretaris laat daarom een landelijke nulmeting uitvoeren om te komen tot een goed beeld van het aantal kinderen dat (peildatum 31 december 2007) om financi5le redenen niet
participeert; deze meting zal in 2011 herhaald worden (peildatum 31 december 2010). De landelijke nulmeting zal zo veel mogelijk aansluiten bij de definities en resultaten van gemeenten. 2. De Staatssecretaris heeft behoefte aan een meer diepgaande analyse van wat sociale uitsluiting en armoede voor kinderen betekent. Samen met de Minister voor Jeugd en Gezin zal de Staatssecretaris een onderzoek laten uitvoeren naar de factoren die aan armoede en sociale uitsluiting ten grondslag liggen omdat op dit moment geen volledig en actueel beeld van de omvang en achtergronden van armoede en sociale uitsluiting bij kinderen bekend is. Hierbij is het ook van belang om de langere termijngevolgen van armoede bij kinderen onderzoeken. 3. De Staatssecretaris zal de mogelijkheden die er zijn voor gemeenten om de ambitie te realiseren verkennen en breed bekend maken onder gemeenten. In ieder geval zal de Staatssecretaris hiertoe het gesprek aangaan met (koepel)organisaties uit de sport, cultuur en ondeiwijssector (waaronder NOC*NSF, de Cultuurformatie, de Kunstconnectie, de Kunstfactor, het Jeugdsportfonds en de stichting Leergeld).
Artikel 7. Inwerkln tredin en loo 5 d Dit convenant treedt in werking met ingang van de dag na ondertekening door beide partijen en vervalt per 1 januari 2011, Na 1 januari 2011 blijven de bepalingen van dit convenant van kracht voor zover dit voor de afwikkeling van het convenant noodzakelijk is. Artikel 8. lhno zl in 1. Elke partij kan de andere partijen schriftelijk verzoeken het convenant te wijzigen. De wijziging behoeft de schriftelijke instemming van beide partijen.
2. Partijen treden in overleg binnen twee weken nadat een partij de wens daartoe aan de andere partij schriftelijk heeft medegedeeld. 3. De wijziging en de verklaringen tot instemming worden in afschrift als bijlage aan het convenant gehecht.
Artikel 9. 0 enbaarheid Binnen vier weken na ondertekening van het convenant wordt de tekst daarvan gepubliceerd in de Staatscourant.
Aldus overeengekomen en in tweevoud ondertekend: Plaats:
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de heer A. Aboutaleb,
De gemeente Eindhoven, namens deze, mevrouw Marri6t Mittendorff en de heer Hans-Martin Don
Bijlage 1: Deelakkoord participatie ln het kader van het Deelakkoord participatie SZW-VNG dat onderdeel uitmaakt van het Bestuursakkoord met gemeenten zijn afspraken gemaakt om armoede en schulden te bestrijden. De afspraken houden in dat: o Aangestuurd wordt op gerichte bijstand in natura voor gezinnen met kinderen, waarbij het beleid gericht dient te zijn op de kosten voor schoolgaande kinderen, voor zover niet voorzien in een voorliggende voorziening (te denken valt hierbij aan computers, vervoer, sport en cultuur). o De langdurigheidstoeslag wordt gedereguleerd. Gemeenten leggen in een verordening vast onder welke voorwaarden burgers recht op een langdurigheidstoeslag hebben. o Gemeenten het armoedebeleid zoveel als mogelijk invullen in de vorm van materiÃńle voorzieningen gericht op participatie. o Het streven is niet-gebruik voor alle gemeentelijke regelingen tegen te gaan. Daarnaast wordt onderzocht hoe het niet-gebruik via bestandskoppelingen teruggebracht kan worden. o De samenwerking tussen partners op lokaal en regionaal niveau bevorderd wordt en goede praktijkvoorbeelden actief onder de gemeenten verspreid worden, Zo zal de samenwerking tussen gemeenten en lokale voedselbanken verbeterd worden met het doel bezoekers van voedselbanken gebruik te laten maken van gemeentelijke voorzieningen. o Gemeenten grote terughoudendheid betrachten bij het verlenen van leenbijstand. Gemeenten worden hierbij gestimuleerd op inventieve wijze om te gaan met de mogelijkheid om de verplichting tot betaling van deze schuld kwijt te schelden, gekoppeld aan de inspanning van de cliÃńnt op het terrein van re-integratie.
>Jlage 2: Sociaal programma van de gemeente Einclhoven Participatiein Eindhoven ln het coa! itieakkoord "Eindhoven H.n" van de gemeente Eindhoven spreken de coalitiepartijen nadrukkelijk de ambitie uit van een ongedeelde stad op sociaalmaatschappelijk gebied. We willen hier onconventioneel, creatief, gezamenlijk en vooral dichtbij de burgers, dus wijkgericht, vorm aan geven. En daar zijn we al mee begonnen. Eindhoven is niet voor niets onlangs door de FNV uitgeroepen tot de meest sociale stad van Nederland. Dit vanwege de zeer brede inzet van minimagelden en de algemene focus op armoedebeleid en participatie voor alle inwoners binnen onze gemeente. Ook de Taskforce Armoede mag in dit kader niet onvermeld blijven, waarbij Hndhoven op baanbrekende wijze het armoedebeleid heeft geÃńvalueerd en is gekomen tot aanbevelingen voor vernieuwend armoedebeleid. Naast de meest sociale stad van Nederland wordt onze regio ook aangeduid als Brainport Deze naam is gekregen door de grote concentratie toptechnologie en kennisindustrie in de regio wat weer bijdraagt tot economische en sociale ontwikkeling binnen de regio. Iedereen die er woont, werkt, studeert, onderneemt en leeft profiteert daarvan. Concreet wordt onder andere de nadruk gelegd op onderwijskansen voor jongeren en reductie van de (jeugd)werkloosheid, Zoals uit bovenstaande beschrijving geconstateerd mag worden willen wij in de gemeente Eindhoven kansen voor Iedereen, omdat wij meedoen voor elke burger van essentieel belang vinden binnen onze samenleving. De algemene focus is dan ook gericht op participatie in de brede zin van het woord. Armoedebestrijding is uiteraard een belangrijk onderdeel van deze focus. Bestrijding van armoede is een vanzelfsprekendheid binnen onze gemeente en zal dankzij de aanbevelingen van de Taskforce Armoede een nieuw impuls gaan krijgen. De maatregelen rondom armoedebestrijding en brede rnogeiijkheden rondom inkomensvoorzieningen zien wij als voorwaardenscheppend om tot participatie te komen. Participatie geldt als uiteindelijk hoogste doet, waarbij alle inwoners, maar ook de maatschappelijke organisaties worden aangesproken, worden uitgenodigd en geinspireerd zullen worden om deel uit te maken van onze boeiende samenleving. Alleen samen, waarin ieder verantwoordelijkheid neemt en kansen benut, kunnen we die sociaalmaatschappelijk ongedeelde stad vormgeven. Omdat onze samenleving bestaat uit onder andere sportieve activiteiten, culturele ontwikkelingen en technologische vaardigheden, zijn deze gebieden bij uitstek geschikt om hier kansen te bieden voor iedereen die wil participeren en zijn talenten wil ontwikkelen. Kinderen en participatie: onzejeugdi s onze toekomst De gemeente Eindhoven wil dat iedereen, en zeker de kinderen binnen onze gemeente, de eigen talenten kan ontdekken, ontplooien en vergroten. Wij denken dan bijvoorbeeld aan het ontwikkelen van talenten op verschillende vlakken, zoals sportieve activiteiten, culturele activiteiten en het ontwikkelen van talenten binnen de technische sector, Omdat wij ons realiseren dat het ontwikkelen van talenten niet voor iedereen een vanzelfsprekendheid is, willen wij onze focus vooral richten op de kinderen waarbij deze kansen minder aanwezig zijn. Wij willen dat omdat het niet zo mag zijn dat een kind zijn talenten niet kan ontwikkelen juist vanwege een gebrek aan geld in het gezin. Los van de financiÃńle belemmeringen zijn er ook kinderen die vanwege sociale- of demografische factoren belemmeringen ondervinden. Hierbij kan gedacht worden aan het eenvoudigweg minder gewend zijn om gebruik te maken van de geboden faciliteiten, het ontbreken van voorbeeldfuncties en -rollen of vanwege het feitelijk woonachtig zijn in bijvoorbeeld een krachtwijk of anderszins aandachtswijk waarbij minder gebruik kunnen maken van voorzieningen rechtstreeks gekoppeld is aan een lager aanbod in deze wijken.
Hoe vvillen we deze kinderen bereiken? Wij gaan vooral activiteiten ontwikkelen in de krachtwijken en andere wijken waar veel kinderen zitten die aandacht nodig hebben. Dichtbij de kinderen, samen met ouders, maatschappelijke organisaties en scholen gaan we als gemeente vooral inzetten op doen en durf. Dus vooral concrete activiteiten die direct renderen voor de kinderen en waarbij een onconventionele aanpak van harte welkom ls.
Bij de jongere kinderen is het van belang om nadrukkelijk de ouders ln dit proces te betrekken. Mogelijk dat in een nog vroeger stadium zelfs gebruik gemaakt kan worden van andere kanalen, zoals consultatiebureau’s en huisartsen. Bij de wat oudere jeugd zal de school een rol kunnen spelen bij het aanbieden van de geschikte activiteiten, en ook een signalerende functie hebben richting de koppeling van de activiteiten aan die kinderen die het juist het meeste nodig hebben. Tevens kan gedacht worden aan meer communitybased werken met coach en buddy programma’ s.
Kernwoorden die essentieel zijn voor de aanpak zijn: zorgen dat kinderen bereikt worden, samenwerken bij signalering (frontlinie) en uitvoering, burgers en organisaties aanspreken op hun verantwoordelijkheid en uitnodigen om samen mee te bouwen, vertrouwen en ruimte geven voor nieuwe initiatieven vanuit kinderen en bewoners, aanwezig en toegankelijk zijn dichtbij (outreachend) de kinderen en tot slot inzetten op bouwen van nieuwe netwerken voor deze kinderen door kinderen en burgers zelf (community based). Mfat willen vve voor deze kinderen betekenen? De gemeente Eindhoven heeft zoals gezegd een breed scala aan
inkomensondersteunende maatregelen ontwikkeld, waarbij speciale aandacht is voor maatregelen voor kinderen, zoals het Jeugdsportfonds, een computervergoeding, schoolkostenvergoeding en gratis toegang tot het lokale openbaar vervoer. Wij zijn ruimhartig in ons beleid en bieden dit outreachend aan om zoveel mogelijk onderbenutting tegen te gaan. Daarnaast willen wij echter juist een verbreding op de focus van enkel armoedebeleid en meer inzetten ep het ontwikkelen van de talenten van onze jeugd. Daarom stimuleren wij ook de particuliere initiatieven die gericht zijn op het deel laten nemen van de groep kansarme kinderen binnen onze gemeente in de breedste zin van het woord, waarbij juist op gebied van sport, kunst en cultuur en techniek de kansen geboden moeten worden. Er zal door de gemeente naar worden gestreefd om deze maatregelen de komende jaren te intensiveren en ook de aandacht te behouden op het ontwikkelde beleid binnen onze gemeente, waarbij specifieke aandacht is op intergemeentelijk niveau voor een betere samenwerking. Hoe gaan vve verder?
Middels bovenstaande beschrijving van de insteek die in de gemeente Eindhoven wordt gemaakt mag duidelijk zijn dat wij zondermeer aansluiten bij het streven van de staatssecretaris om gelijke kansen te bieden aan kinderen uit arme gezinnen en hen mogelijkheden te bieden om hun talenten te ontplooien, ongeacht het inkomen van de ouders of de situatie waar de kinderen ln zitten. In het najaar van 2008 zullen wij met een concreet aanbod komen hoe de bestaande voorzieningen uitgebreid kunnen worden, waar intensivering zal komen op bestaand beleid, en welke vragen er liggen waarop we voorzieningen en activiteiten willen ontwikkelen om op deze vraag tegemoet te treden.
Verdeling eXtra middelen armaedebeetrijding 2008 en 2MQ (rnOtie Varl Geel) Afgerond op duizenden euro’s (door afronding wijkt de som van de eenheden af van het totaaf) Indicatieve verdeling cf. sub cluster bijzondere bijstand gemeentefonds per november 2007 Gemeenten worden in de meiclrculair e gemeentefonds van 2008 over toevoeging en de verdeling van het budget 2008 en 2009 gernformeerd.
gemeente bedrag in euro’s Aa en Hunze Aalburg
Aalsmeer Aalten Abcoude Achtkarspelen
Alblasserdam Albrandswaard Alkemade Alkmaar Almelo Aimere Alphen aan den R Alphen-Chaam Ameland Amersfoort Amstelveen Amsterdam An dijk
Anna Paulowna Apeldoorn Appingedam Arcen en Velden Arnhem
Assen Asten Baarle-Nassau Baarn Barendrecht Bame veld Bedum
Beek Beemster Beesef Beilingwedde Bennebroek Bergambacht Uergeijk Bergen L Bergen NH Bergen op Zoom Berkelland
Bernheze Bemisse Best Beuningen Beverwijk Binnenmaas
33.000 8.000 20.000 33.000 6,000 67.000 32.000 21.000 10.000 260.000 279.000 473.000 98.000 5.000 2.000 302.000 103,000 4.2G1.000 6.000 15.000 328.000 34.000 7.GDD
716.GGG
186.000 17,000 9.000 39.000 23.000 42.000 14.000 26.000 6.000 20.000 20.000 3.000 6.000 16.000 15.000 35,000 141,000 47.000 26,000 10,000 38.000 37,000 81.GGO
21.0GO
Bladel Blaricum Bloemendaal Boarnsterhim Bodegra ven Boekel Bolsward Borger-Odoorn Home
Borsele Boskoop Boxmeer Boxtel Breda
Breukelen Brlelle Bronckhorst Brummen Brunssum Bunnik Bunschoten Buren Bussum Capelle aan den I Castricum Coevorden Cranendonck Cromstrijen Cuijk Culemborg Dalfsen Dantumadeel De Bilt
De Mama De Ronde Venen De Woklen Delft Delfzijl
Den Helder Deurne Deventer Diemen Dinkelland Dirksland Doesburg Doetinchem Dongen Dongeradeel Dordrecht Drechterland Drimmelen Dronten Druten Duiven
Echt-Susteren Edam-Volendam
12,000 7.00O
13.000 28,000 18.000 6.000 26.000 45,000 29.000 20.000 19.0OO 31,0OO
44.000 479.OOO
10.000 16.000 29.000 20.000 98.000 8.000 15 000 18.000 44.000 199.000 26.000 78.000 23.000 12.000 39.000 51.000 16,000 47,000 50.000 27.000 31.000 23.000 302.000 90.000 186.000 43.000 249.000 50,000 14.000 7.000 28.000 119,000 29.000 61.000 453,000 15,000 19.000 58,000 22.000 33.000 56.000 22.000
Ede Eemnes Eemsmond Eersel Eijsden Eindhoven Elburg Emmen Enkhuizen Enschede Epe Ermelo Etten-Leur Ferwerderadiel Franekeradeel Gaasterlan-Sleat Geertruidenberg Geldermaisen Geldrop-Mierlo Gemert-Bakei Gennep
Giessenlanden Gilze en Rijen
Goedereede Goes Goirle Gorlnchem Gouda Graafstroom
Graft-De Rijp
Grave Groesbeek Groningen Grootegast Gulpen-Wittern
Haaksbergen Haaren Haadem Haademmerliede Haademmermeer Halderberge Hardenberg Harderwijk Hardinxvefd-Gies, Haren Harenkarspel Harlingen Hattem
Heemskerk Heemstede Heerde Heerenveen Heerhugowaard Heerlen Heeze-Leende Heiloo
168.000 7.000 46,000 15.000 14.000 674.000 18,000 322,000 31.000 607.000 37.000 30,000 58.000 17.000 45.000 10.000 26.000 24.000 69,000 35.000 26.000 8.000 31,000 10.000 74.00D 25.000 69.000 180.000 4.000 4.000 16.000 33.000 1.035,000 18.000 19.000 28.000 9,000 399.00D 4.000 137.0GO
39.000 70.000 60.000 11.000 21.000 13.000 50,000 11.000 75.000 31.000 14.000 101.000 65.000 467.GGO
12.000 21,000
Helden Hellendoorn Hellevoetsluis Helmond Hendrik-Idc-Amb Hengelo 0 Het Bildt
Heumen Heusden Hiliegom Hilvarenbeek Hilversum Hof van Twente Hoogeveen Hoogezand-Sapp Hoorn Horst aan de Maa Houten Huizen Hulst I Jsselstein
Jacobswoude Kampen Ka pelle Katwijk
Kerkrade Kessel Koggenland Kollumedand en I’ Korendijk Krimpen aan den Laarbeek Landerd Landgraaf
Landsmeer Langedijk Lansingerland Laren Leek Leerdarn Leeuwarden Leeuwarderad cel Leiden Leid erdorp Leid schendam-Vc Lelystad I emsterland Leudai
Leusden Liesveld Lingewaal Lingewaard I isse Uth
Littenseradlel I ochem
15.000 39,000 83.000 265.000 17.000 218.000 26.000 21.000 56.000 20,000 10,000 167.000 39.000 125.000 128.000 153.000 25.000 38.000 66.000 34.000 49.000 7.000 78.000 10.000 56.000 200.000 3.000 ’i 3.000
27.000 9.000 42.000 22,000 11.000 114.000 9.000 26,000 36.000 7.000 35.000 32.000 472.000 14.000 361.000 31.000 ’I65.000 227,000 26.000 37.000 23,000 6.000 9.000 59.000 16.000 4.000 12.000 35.000
Loenen Loon op Zand Lopik Loppersum
Losser Maarssen Maasbree Maasdonk Maasdriei Maasgouw Maassluis Maastricht Margraten Marum Medemblik
Meerlo-Wanssum Meerssen Meijel
Menaldumadeel Menterwolde Meppel Middelburg Middelharnis Midden Orenthe Midden-Oeltland Mill en Sint Huber Millingen aan de f Moerdijk Montferland Montfoort U Mook en Middehu Moordrecht Muiden N aarden
Neder-Behnae Nederiek Nederweert Neerijnen Niedorp
Ni efn
Nieuwerkerk a/d l Nieuwkoop
Nieu ekkerland Nijefurd Nijkerk Nijmegen
Noord-Beveland Noord enveld
Noordoostpolder Noordwijk Noordwijkerhout Nuenen c.a. Nun speet Nuth
Oegstgeest Oirschot
8.000 23,000 9.000 24.000 27.000 50,000 9,000 8.000 19.000 29 000 80.000 422.000 13.00G
18,000 24.000 4.000 28.000 4.0GO
16,000 32.000 68.000 118.000 16,000 42,000 9.000 9.000 9.000 36.000 51.000 7.000 8.000 10.000 7.000 15.000 19.000 17,000 11.000 10.000 10.000 125,000 ’lT.GGG ’T.OGG
18,000 31.000 745,000 8.000 48.000 72.000 27,000 11.000 28.000 23,000 25.000 16,000 11.000
Oisterwijk
Oldebroek Oldenzaal Olst-Wij ha
Ommen Onderbanken Oost Gelre Oosterhout Oostllakkee Ooststellingwerf Oostzaan Opmeer Opsta ria nd
Oss Oud-Seijerland Oude f Jsselstreel Ouder-Amstel Ouderkerk Oudewater Overbetuwe Papendrecht Pekela Pijnacker-Nootdor Purmerend Putten
Raalte Reeuwijk Reiderland Reimerswaal Renkum Renswoude Reusel-De Mierde Rheden Rhenen Ridderkerk Rijnwaarden Rijnwoude Rijssen-Wclten Rijswijk Roerdalen Roermond Roosendaal Rotterdam Rozenburg Rozendaal Rucphen Schagen Scheemda Schermer Scherpenzeel Schiedam Schiermonnikoog Schijndel Schinnen Schoonhoven Schouwen-Duivel
25.000 18.000 56.000 19.00D
15.000 15.000 27.000 88,000 ’l2.000 48.000 6.000 8.000 46.000 150.000 26.000 56,000 13,000 5.000 7.000 56.000 43,000 41,000 29.000 150.000 17.000 36.000 8.000 25.000 28.000 51.000 3,000 8.000 94.000 28.000 76.000 17.000 11.000 34.000 127.000 30.000 168.000 165.000 4.058.000 23.000 1,000 35.000 33.000 24.000 3,000 4.000 282 DOD
1.000 24.00D
21.000 21.000 46.000
Sevenum ’s-Gravenhage ’s-Hertogenbosch Simpelveld Sint-Anthonis Sint-Michieisgestc Sint-Oedenrode
Sittard&eleen Skarsterlan Sfiedrecht Slochteren Sluis Smallingerland Snaak Soest Someren Son en Brauget
Spijkenisse Stadskanaal Staphorst Stede Broec Steenbergen Steenwijkeriand Stein Strijen Ten Boer
Terneuzen Terschelling Texel Teylingen Tholen Tiel Tilburg
Tubbergen Twenterand Tynaario Tytsjerksteradiel Ubbergen Uden Uitgeest Uithoorn Urk Utrecht
Utrechtse Heuveh
Vaals Valkenburg aan d Valkenswaard Veendam Veenendaal Veere Veghel Veidhoven Velsen Venlo Venray Vianen
5,000 2,314.000 381.000 16.000 8.000 25.000 14.000 324.0OD
34.000 36.0OD
23.000 35.0OO
165.000 106.000 63.000 20.000 18.000 217,000 104.000 8.000 29.000 30,000 74.000 38.000 7.000 8.000 127,000 4,000 15.000 21.000 32.000 99.000 594.000 12.000 40 000 33.000 42.000 14.000 69.000 10.000 24.000 14.000 987,000 57.000 34.00 O
33.000 56.000 86.000 125.000 16,000 39.0OD
55.000 118,000 271.000 65.000 27.000
Vlaardingen Vlagtwedde Vlieland Vlissingen Vliet Voer endaal
Voorschoten Voorst Vught Waalre Waatwijk Wad dinxveen
Wageningen
Wassenaar Waterland Weert
Weesp Werkendarn Wervershoof West Maas en VA Westerveld Waste rvoort Westland Weststeliingwerf Westvoome Wierden Wieringen Wieringermeer Wijchen Wljdemeren Wijk bij Duurstede Win schoten Win sum
Wlnterswijk
Woensdrecht Woerden Wormerland Woudenberg Woudrichem Wunseradiel VPymbritseradiel
Zaanstad Zaltbommel Zandvoort Zederik Zeevang Zeewolde Zeist Zevenaar Zevenhuizen-Mos
242.000 26.000 1,000 158,000 7.000 15.000 26.000 24,000 28.000 19.000 70.000 26.000 83.000 31.000 13.000 98.000 32.000 21.000 7.000 17,0GO
21,000 35.0GO
86.000 51.0OO
11,000 21.000 12.000 15.000 52.000 18 000 23.000 B2.000
27.000 48.000 27.000 42.000 17.000 8,000 10.000 1B.OOO
16.000 332,GOO
28.000 38.000 8.000 4.000 21.000 120.00G
Zoetermeer Zoeterwoude Zuidhorn
55,000 8.000 13.000 271,000 5.000 21.000
Zundert Zutphen
127.000
Zijpe
1B.OOG
Zwartewaterland Zwijndrecht Zwoile Totaal
19.000 83.000 313.000 4O.OOO.OOG
W Mintscerle vsn Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Postbus 30804
College van BA W
2OOS LV Den, Maag
Anna van Hannovelatraat 4 Teleform (Ors) 333 44 44 Pax (070) 333 40 33
vrww .ni
corrtaclpersoon J.M. Day oocttrklenummer (070) 333 58 20
orra aanmerk w@B/BAK/08/7361
Faxnummer (070) 333 40 84
e-mas
[email protected] O de Participatie van arme kinderen Geacht College, Ik vind het van belang dat kinderen gelijke kansen krijgen om hun talenten te ontplooien, ongeacht het inkomen van hun ouders. Arme kinderen moeten ook mee kunnen doen. Op 10 december 2007 heb ik in een brief aan de Tweede Kamer aangekondigd in 2008 en 2009 jaarlijks 40 miljoen euro extra aan gemeenten beschikbam te stellen voor de bestrijding van armoede bij kinderen.’ Met dat geld wil ik bereiken dat meer kinderen uit arme gezinnen deelnemen aan sport, cultuur of andere activiteiten, Het is mijn ambitie het aantal kinderen dat maatschappelijk niet meedoet om redenen van armoede deze kabinetsperiode met de helA terug te brengen. ik heb dan ook aan de Tweede Kamer gemeld begin 2008 met geineenten afspraken te maken in een convenant "Kinderen doen meel" om deze ambitie te realiseren. Tijdens een Wethouderstniddag op 28 januari 2008 bleken de aanwezige wethouders hier zeer positief tegenover te staan. Op 14 februari 2008 heb ik het eerste convenant "Kinderen doen mee!" met de gemeente Rotterdam ondertekend. Bij de "Vetzameibrief februari" heeR u dit convenant ontvangen. In dit convenant is naast de politieke ambitie een aantal afspraken gemaakt over de inzet van de gemeente, de inzet vanuit mijn departement, het meten van effecten en het delen van kennis, Met deze brief roep ik ook u op om er, via een convenant tnet mij als basis, voor te zorgen dat arme kinderen ook in uw gemeente mee kunnen doen. Ik realiseer mtj dat met het afsluiten van een convenant deze ambitie natuurlijk niet direct gerealiseerd is. Sterker nog, dat is ook niet mogelijk. Het is slechts het begin. Wanneer u uw politieke ambitie uitspreekt in een convenant moet deze nog vertaald worden naar de eigen organisatie. Het moet onderdeel gemaakt worden van het armoedebeleid en thema’s op het terrein van participatie van kinderen in arme gezinnen ÃćâĆňâĂİ zoals sport, onderwijs, cultuur en ’ Dit geM komt bovenop de eerder door het kabinet structureel beschikbaar gestcMe middelen voor
annocdcbestrijding cn schuldhulpverlening die vanaf 2G11 oplopen tot 80 miljoen euro. In de mcic 2GG8 van het Gemeentefonds zal de toevoeging van hct extra geM worden verwerkt in hct verdcclstclseL Dc bedragen pr geinccnte staan op hct gemccntclokct (zie http;//gcmccrntc(oketszw,nl).
h ://does.minszw,nl/ 190/2008/ l90 2GG8 3 11537. f
ons kenmerk WAB/BEzK/08/7361
jeugdbeleid- moeten met elkaar in verband gebracht worden, Ook krijgt u, naast de extra middelen voor kinderen in armoede, vanaf 1 januari 2009 verruimde mogelijkheden voor gerichte ondersteuning van gezinnen met schoolgaande kinderen. U kunt in ieder geval rekenen op een actieve inzet van mijn kant. Samen met mijn collega’ s van GDRW, VWS, Jeugd en Gezin en W%I zal ik ook op rijksniveau de verbinding van thema’s op het terrein van participatie van kinderen in arme gezirmen maken. De ambitie om kinderen in arme gezinnen te laten deelnemen aan sport en cultuur sluit goed aan op zowel lokaal als landelijk beleid op het terrein van sport, cultuur en onderwijs. Bijvoorbeeld op het gebied van cultuur en school en het Actieplan Cultuurbereik; zo zou met de extra middelen voor kinderen in armoede een bijdrage kunnen worden geleverd worden aan de cultuurparticipatie van deze kinderen. Ook wordt jeugdparticipatie in overleg met jongerenorganisaties en ongeorganiseerde jongeren bevorderd; activiteiten van jongerenorganisaties zoals de Nationale Jeugdraad dragen hieraan bij. Vanuit het sportbeleid zijn al veel uitkeringen beschikbaar, die de gemeente uitstekend kan benutten om het sportaanbod voor kinderen uit arme gezinnen te vergroten of verbeteren. In het kader van de wijkaanpak kunnen gemeenten de wijk kindvriendelijker maken. Om de gezinsvriendelijkheid te vergroten wordt op dit moment vanuit verschillende departementen gewerkt aan de nota gezinsbeleid, die dit najaar aan de Tweede Kamer verstuurd zal worden. Vooral in de gezinnen komen immers de verschillende beleidsveMen bij elkaar. Zo kan vanuit het armoedebeleid de vraag van kinderen in arme gezinnen naar sport en cultuuractiviteiten verhoogd worden en vanuit sport en cultuurbeleid het aanbod verder ontwikkeld worden. Gemeenten kunnen er op sturen dat instellingen die voorzieningen aanbieden voor jongeren (sport, cultuur, scholen, maar ook centra voor jeugd en gezin) elkaar versterken. Waar voorzieningen ontbreken, moet er een passend aanbod komen.
Zoals u weet worden de extra middelen toegevoegd aan de algemene uitkering van het Gemeentefonds. U bepaalt zelf /soc de middelen ingezet worden. Dit sluit aan bij mijn wens, en de wens van gemeenten, om ruimte te bieden aan een effectieve lokale invulling, Ik vertrouw erop dat u het belang ervan inziet om alle kinderen, rijk of arm, de kans te geven zich te ontplooien. En dat met dit geld arme kinderen daadwerkelijk bereikt worden, liefst in natura en concrete zaken zoals cen lidmaatschap van ecn sportclub of muziekschooL Orn de effecten van de extra middelen op gemeenteljik niveau tc kunnen meten heb ik inzicht nodig in het aantal kinderen dat binnen de gemeente gebruik maakt van participatiebevorderende maatregelen. In het kader van het convenant vraag ik gemeenten dan ook een beeld te geven van het aantal kinderen in arme gezinnen dat gebruik maakt van deze maatregelen en de daarmee gemoeide financiÃńle inzet. Die gegevens kunnen gemeenten afzetten tegen het aantal kinderen in arme gezinnen; dit aantal zal ik u via het CBS aanleveren (gezinnen met kinderen tot aan 120 % van het sociale mimmum), Uitgangspunt bij de monitoring is dat de administratieve belasting voor de gemeente zoveel beperkt wordt; de gemeente zal kunnen volstaan met (een deel van) de informatie aan mij te leveren, die het college van Bk W zelf nodig heeft voor beleidsmonitoring en ÃćâĆňâĂİ evaluatie en verantwoording
aan de gemeenteraad. Tevens laat ik een landeljike nuhneting uitvoeren naar het aantal
ons kenmerk W@B/BAK/08/7361
kinderen dat om fmanciPle redenen niet participeert door het SCP, Hierbij gaat het om een omvangrijk onderzoek waarbij circa 2000 gezinnen zullen worden geÃŕnterviewd. De resultaten hiervan zullen op zijn vroegst eind 2008 beschikbaar zijn. Een vervolg onderzoek wordt eind 2010 uitgevoerd. Met deze gegevens kan het effect van het beleid op landeljik niveau bepaald
worden. Gelet op mijn toezegging aan de Tweede Kamer en de plaatsgevonden verkenning onder wethouders/gemeenten stel ik voor de komende periode de volgende fasering voor. De eerste fase is die van het uitspreken en vastleggen van onze gezamenlijke politieke ambitie in een convenant. In de tweede fase vertaalt u deze ambitie door in gemeentelijk beleid en lokale uitvoering in samenwerking met daarbij ÃćâĆňâĂİ naar uw inzicht ÃćâĆňâĂİ te betrekken organisaties. Ik weet
dat velen van u daarvoor al geformuleerd en in gang gezet beleid kunnen benutten. Toch vraag ik u ook na te gaan of een meer integrale benadering van de participatie van kinderen in uw gemeenten ook in de context van verruimde c.q. te verruimen mogelijkheden van armoedebeleid nieuwe kansen kan bieden, Samen met de betrokken departementen, de VNG, Divosa en (koepel)organisaties uit de sport, cultuur en onderwijssector werk ik aan het leggen van verbindingen op centraal niveau waaronder een gezamenhjk aanbod om u in de komende periode te ondersteunen. Dit aanbod zal zo goed mogelijk worden afgestemd op uw concrete behoeften. Om te voorzien m de eerste behoeflen organiseer ik ten behoeve van uw gemeentelijke contactpersoon op 10 april (Eindhoven), 16 april (Utrecht) en 24 april (Zwolle) regionale ondersteuningsbijeenkomsten. Meer informatie over deze bijeenkomsten vindt u in bijlage I, Tevens vindt u in bijlage 2 een eerste overzicht van organisaties die u kunnen
on unen bij het waarmaken van de ambitie om meer kinderen te laten meedoen. Het is mijn streven de convenanten op een zo kort mogelijke termijn met u af te sluiten. Met verschillende gemeenten is de ambtelijke voorbereiding hiervoor gestart. De VNG heeA onlangs aangegeven niet namens alle gemeenten een convenant te willen tekenen. Zij ondersteunt mijn ambitie, maar vindt het gelet op het lokale karal&r van de convenanten, beter dat ik deze zelf met alle gemeenten afsluit. Ik kan mij hierin vinden. Om dit proces echter enigszins te faciliteren stuur ik bij deze brief een format voor een convenant mee. Dit format kunt u gebruiken om binnen uw gemeente de ambitie op het terrein van participatie van arme kinderen te bespreken. Het format is niet bedoeld als blauwdruk, alhoewel vele gemeenten hebben aangegeven de voorliggende tekst als vertrekpunt te kunnen onderschrijven. U kunt echter zelf bepalen op welke onderdelen het convenant aangepast dient te worden. Ik roep u op om aan de hand van dit format een convenant op te stellen voor uw gemeente en kijk uit naar de ondertekeningf
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
(A. Aboutaleb)
om mmea W@B/BAK/08/7361
8ijlage 1 Informatie regionale bijeenkameten Tijdens de bijeenkomsten kunt u terecht met praktische vragen, zoals: Wat is nodig om het convenant na te komen, hoe/wat gaan we meteu7 Hoe bereiken we de doelgroep en wat zijn de mogelijkheden7 Zijn er concrete voorbeeMen om meer kinderen te laten deelnemen7 Samen met betrokken departementen, de VNG, Divosa en (koepel)organisaties uit de sport, cultuur en onderwijssector wordt het programma nader ingevuld. Vanzelfsprekend kunt u ook voorafgaand aan de bijeenkomsten terecht met vragen.
Data en locaties 10 april Sandton Hotel Emdhoven 10.00-14.00 uur, aanmelden voor 1 april 16 april Utrecht 10.00-14.00 uur (locatie nog vast te stellen), aanmelden voor 4 april 24 april Hotel Wientjes, Zwolle 10.00-14.00 uur, aanmelden voor 14 april
Contactpersonen bij SZW:
om W&B/B&K/08/7361 Bijlage 2 In deze bijlage treft u een kleine selectie aan van organisaties die u van dienst kunnen zijn om meer kinderen te laten deelneinen aan sport en cultuur. Deze lijst is niet limitatief en zal de komende periode uitgebreid worden met organisaties die zich melden.
Jeugdsportfonds Nederland Het Jeugdsportfonds stelt financiÃńle middelen beschikbaar die bestemd zijn voor kinderen en jongeren tot 18 jaar die om 6nanci81e reden geen lid kunnen worden van een sportvereniging. Een beroep op het Jeugdsportfonds kan uitsluitend worden gedaan door personen die op een professionele wijze zijn betrokken bij de opvoeding van een jeugdige. Dit kan bijvoorbeeld zijn een hulpverlener, jongerenwerker of docent. Let op: ouder(s) en kinderen/jongeren kunnen geen aanvraag doen!
Het Jeugdsportfonds biedt gemeenten de mogelijkheid om via een lokaal Jeugdsportfonds en de door haar ontwikkelde systematiek overheidsmiddelen en private middelen in te zetten om kinderen in een financiele achterstandssituatie te laten sporten. Dit gebeurt via het aanvraagregistratiesysteem op www.jeugdsportfonds.nl. Het Jeugdsportfonds werkt op een effectieve niet bureaucratische manier waardoor, na aanmelding, een kind of jongere binnen drie weken kan gaan sporten. Op dit moment zijn er 22 Jeugdsportfondsen actief. Inzet is om eind 2008 een landelijke dekking te verkrijgen evenals het CBF-Keurmerk. In 2007 zijn 7000 kinderen via het Jeugdsportfonds lid geworden van de sportclub. Contact gegevens:
Hame Postma: directeur Jeugdsportfonds 06- 5137 l 373 harrie. ’eu ds ortfonds,nl Rernbert Groenman: projectleider Organisatie rembert. enman ’eu ds ortfonds.nl 06-53289708
Kunstfactor, sectorinstituut voor de amateurkuust Kunstfactor is de landelijke organisatie voor de ontwikkeling en promotie van amateurkunst en onafhankelijke spil tussen overheid en sector, Kunstfactor is het kennisinstituut waar maatschappelijke organisaties, kunstinstellingen, opleidingen, kader en overheden informatie en advies over amateurkunst kunnen inwinnen. Wij bieden inforinatie en advies over de amateurkunst en zijn actief betrokken bij reflectie, kwaliteitsverbetering en de ontwikkeling van de in&astructuur in de kunstsector. Andere taken zijn onderzoek, documentatie, archivering, afstemming en coordinatie. Kunstfactor is gesprekspartner voor overheden, beleidsmakers en opinievormers en sthnuleert het debat over de betekenis van de amateurkunst. Kunst en Samenleving, Kunst en Onderwijs, diversiteit en de brede schoolontwikkeling hebben onze specifieke aandacht. Wij zijn van mening dat elk kind gedurende de schoolperiode in de gelegenheid gesteld moet worden om actief met kunst en kunstbeoefening bezig te zijn.
ons kenmerk W%B/BIVAK/08/7361
Kunstfhctor adviseert en informeert onder andere onderwijsinstellingen, kinderopvangorganisaties, woningcooperaties en gemeentelijke en provinciale overheden. De adviezen gaan over de mogelijkheden die de amateurkunst- en de kunsteducatiesector bieden om kinderen en jongeren in ing te brengen tnet kunstbeoefening, zowel op school als na school, in de vrije tijd. Kunstiactor beschikt over een uitgebreid netwerk in alle kunstdisciplines: muziek, dans, theater, beeldende en multimediakunst en schrijven. Kunstfactor ontwikkelt i.s.rn. het MSB het project VMBO on the move. Leerlingen van VMBO-scholen krijgen danslessen om hen meer te laten bewegen. Deze activiteiten vinden zowel tijdens als na school plaats. Conracr gegevens. Mes Rosenboom, Oudegracht 25, Postbus 452, 3500 AL Utrecht, 030 233 4255,
w.rosenboom kunstfactor.nl
Kuastconnectie, branchevereniging voor kunsteducatie en kunstbeoefening Kunstconnectie is de landelijke branche- en werkgeversvereniging van instellingen voor kunsteducatie en kunstbeoefemng. Leden zijn de lokale/regionale Centra voor de Kunsten (creativiteitscentra en muziekscholen) en de provinciale instellingen voor kunst k, cultuur met een ondersteunmgstaak voor de kunsteducatie en/of ateurkunst. Kunstconnectie biedt informatie en advies over de positionering en het beleid van de
instellingen voor ducatie en is actief betrokken bij beleidsontwikkeling, promotie, certificering, kwaliteitsverbetering en de ontwikkeling van de infrastructuur in de kunsteducatie. Andere taken zijn belangenbehartiging, collectief organiseren van de branche, afsluiten en implementeren van een arbeidsvoorwaardenregeling en ondersteuning van de 200 lidinstellingen. Kunstconnectie beschikt over een overzicht van alle instellingen voor kunsteducatie in Nederland en hun activiteiten. Conraetge gevens: Feruie Willems, Postbus 365 3500 AJ Utrecht, 030 ÃćâĆňâĂİ 230 37 40, www.kunstconnectie.nl
f.willems stconnectie.nl. Stichting Leergeld Participeren in de samenleving - kunnen meedoen is voor kinderen en jongeren van groot belang voor hun ontwikkeling. Ontwikkeling op vele konten: kennis, sociaal, emotioneel, fysiek. Helaas moeten we constateren dat meedoen niet voor alle kinderen is weggelegd. Hun ouders zijn niet in staat de extra in rekening gebrachte kosten voor meedoen te betalen, bijv. voor schoolse activiteiten als schoolkampen/reisjes, ouderbijdragen, maar ook voor schoolmaterialen, PC, een timmerkist; voor het lid zijn van een sportclub, van scouting, voor het meedoen aan zwemlessen, aan ballet of muziek. Niet altijd voorzien wetten of gemeentelijke regelingen in een oplossmg van dit probleem. Door het hele land is Stichting Leergeld (particuliere vrijwilligersorganisatie) actief en realiseert dat kinderen/jongelui wel
ons Wk,B/BAIV08/7361 kunnen meedoen. Want niet kunnen meedoen is slecht voor kinderen en dat blijft zelden zonder gevolgen voor de samenleving. Leergeld fungeert als laatste vangnet voor ouders om de financiÃńle belemmering voor meedoen te helpen oplossen. Daarbij hanteert Leergeld een preventie insteek: "liever nu een beetje geld voor leren en meedoen dan later collectief duur Leergeld betalen". Zij doet dat voor alle onderwijs gerelateerde activiteiten en voor sociale vaardigheden stimulerende activiteiten, o.m. in de categoriet!n sport, hobby’s ÃćâĆňâĂİ bijv. scouting en kunstzinnige vorming -dansen, ballet,
muziek, e.d. Leergeld vindt dat elke kind aan Wn activiteit naar keuze, moet kunnen deelnemen. Belangrijke Leergeld-formule kenmerken: Vangnet, local-for-local, kind centraal, huisbezoek door ervaringsdeskundigen, Rn-loket-functie aan huis, structured eerst inzetten van voorliggende voorzieningen voor evt. benodigde aanvullingen uit eigen middelen; snelheid in handelen, zakelijk georganiseerd met behoud van warmhartige hulpverlening,
nu meedoen is straks meetellen"
Contacrgegevens: Robert Hanrath, directeur, 013- 545 16 56,
el
NGC*NSF NOC*NSF is de koepel voor de georganiseerde sport in Nederland en ondersteunt het streven om de sport in Nederland toegankelijk te laten zijn voor elke Nederlander ongeacht zijn woonplaats. NOC*NSF constateert dat de sportverenigingen onder grote druk staan en dat daarmee deze toegankelijkheid ter discussie staat, Samen met de sportbonden beijvert NOC’NSF zich er dan ook voor om de sportverenigingen te versterken. NOC’NSF zal haar expertise beschikbaar stellen om een goede ’sportanalyse’ per gemeente te kunnen maken, waarna NOC NSF zich samen met de sportbonden zal inzetten voor een stevig aanbod op maat vanuit de bestaande of zo nodig vernieuwde sportinfrastructuur. Vooral voor dit laatste zal de sport wel een stevig beroep moeten kunnen doen op de inzet en ondersteuning van de betrokken gemeente.
Contactgegevens: Esler Helthuis, 026-4834457,
Postbus 302 6800 AH Arnhem
ons kenmerk W%B/88QV08f7361
Format CONVENANT
Kinderen doen meel Parfijen,
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de heer A. Aboutaieb, handelend als bestuursorgaan, hierna te noemen: ’de Staatssecretaris’,
m- "-" c - ""* " s- -"W’-
Het College van burgemeester en Wethouders van de gemeente, handelend als
+ vrethouder, hierna te noemen: ’de gemeente
Overwegende dat: in Nederland 381.000 kinderen opgroeien in een gezin met een laag inkomen ; een laag inkomen van de ouders kan leiden tot sociale uitsluiting van het kind; kinderen in arme gezinnen niet dezelfde kansen hebben als kinderen uit rijke gezinnen,
Komen het volgende overeen;
Artikel 1. Doehtellin De gemeente en de Staatssecretaris hebben de gezamenlijke ambitie om het aantal kinderen dat om financiÃńle redenen niet maatschappelijk participeert, met de helft terug te brengen. Om die ambitie te realiseren maken zij een aantal afspraken.
’ Aantal kinderen < 15 jaar dat in 2005 in een huishouden leekle met een inkomen onder de lage inkornensgrens (SCF/CBS Armoedemonitor 2007)
ons kenners W%B/BAK/08/7361
Artikel 3. inzet van de Staatssecretaris De Staatssecretaris vindt dat alle kinderen dezelfde kansen en mogelijkheden moeten krijgen om hun talenten te ontwikkelen, bijvoorbeeld bij een sportvereniging of op de muziekschool. Ook kinderen in arme gezinnen moeten maatschappelijk kunnen participeren. 2. Eerder zijn in het Deelakkoord participatie met de VNG bestuurlijke afspraken
gemaakt om armoede en schulden te bestrijden (zie bijlage). In het verlengde van deze bestuurlijke afspraken wil de Staatssecretaris de maatschappelijke participatie van kinderen in arme gezinnen een extra impuls geven door financiÃńle drempels voor deze kinderen te verminderen of weg te halen. 3. De Staatssecretaris heeft de ambibe om het aantal kinderen dat om 5nanci5le
redenen niet participeert met de helft terug te brengen en stelt in 2008 6 40 miljoen en in 2009 6 40 miljoen extra beschikbaar aan gemeenten via de algemene uitkering van het Gemeentefonds om deze ambitie te realiseren.
in om het aantal kinderen in arme gezinnen dat niet
maatschappelijk participeert met de teru te brengen. De doelgroep
betreft alle kinderen in de leefti d van ’aar in ezinnen met een
inkomen tot +g van . De
afgesproken inzet van de gemeente in het kader van dit convenant is een onderdeel van haar bredere armoedebeleid (bijlage 2) . 2. De gemeente Q verstrekt waar mogelijk voorzieningen in natura aan kinderen in arme gezinnen. 3. De gemeente + werkt samen met de sportverenigingen en cultuurinstellingen, scholen, centra voor jeugd en gezin opdat de activiteiten elkaar versterken en zoveel mogelijk gebruik wordt gemaakt van de lokale bestaande voorzieningen en de (vrije) keuzemogeNjkheid voor kinderen zo groot mogelijk wordt gelaten. Waar voorzieningen ontbreken, spant de gemeente zich in om samen met het middenveld een passend aanbod te ontwikkelen. Hiervoor kunnen bestaande subsidieregelin en en uitkeringen vanuit sport- en cultuurbeleid worden benut. De gemeente + streeft naar activiteiten die een duurzame impact hebben. De effecten van het beleid worden met de Staatssecretaris gezamenlijk periodiek geÃńvalueerd en zo nodig worden de afspraken aangepast.
Artikel 5. Meten van effecten 1. De Staatssecretaris wil inzicht in het aantal kinderen dat gebruik maakt van participatiebevorderende maatregelen op gemeentelijk niveau. Hierbij gaat het vooral om deelname aan sport en cultuur. 2. Van de gemeente Q wordt gevraagd een beeld te geven van het aantal kinderen arme gezinnen dat per 31 december 2007 gebruik maakt van maatregelen van de gemeente en de daarmee gemoeide financiÃńle inzet in 2007. Deze gegevens maakt de gemeente voor 1 juli 2008 inzichtelijk. Vervolgens maakt de gemeente
ons kenmerk WEB/BAK/08/7361
+ voor de jaren 2008, 2009 en 2010 voor 1 maart van respectievelijk 2009, 2010 en 2011 de financi8e inzet en het aantal bereikte kinderen inzichtelijk, met als peildatum respectievelijk 31 december 2008, 2009 en 2010.
3. De gegevens van de gemeente zullen worden afgezet tegen het aantal kinderen in arme gezinnen in de gemeente tot 120 % van het sociaal minimum zodat het effect van de extra middelen gemeten kan worden.
4. De gemeente verschaft genoemde gegevens aan de Staatssecretaris. De gemeente en de Staatssecretaris maken afspraken over weike informatie de gemeente gaat leveren. Hierbij wordt aangesloten bij de beleidsinformatie die het college van BSW zelf nodig heeft voor beleidsmonitoring en evaluatie en verantwoording in het kader van dit convenant aan de gemeenteraad, zodat er geen sprake zal zijn van een extra administratieve belasting van de gemeente.
Artikel 6. Kennis delen 1. Een landelijk beeld van het aantal kinderen dat om financiele redenen niet maatschappelijk participeert, ontbreekt op dit moment. De Staatssecretaris laat daarom een landelijke nulmeting uitvoeren om te komen tot een goed beeld van het aantal kinderen dat (peildatum 31 december 2007) om financiele redenen niet participeert; deze meting zal in 201 1 herhaald worden (peildatum 31 december 2010). De landelijke nulmeting zal zo veel mogelijk aansluiten bij de definities en resultaten van gemeenten. 2. De Staatssecretaris heeft behoefte aan een meer diepgaande analyse van wat sociale uitsluiting en armoede voor kinderen betekent. Samen met de Minister voor Jeugd en Gezin zal de Staatssecretaris een onderzoek laten uitvoeren naar de factoren die aan armoede en sociale uitsluiting ten grondslag figgen omdat op dit moment geen volledig en actueel beeld van de omvang en achtergronden van armoede en sociale uitsluiting bij kinderen bekend is. Hierbij is het ook van belang om de langere termijngevolgen van armoede bij kinderen onderzoeken. 3. De Staatssecretaris zal de rnogefijkheden die er zijn voor gemeenten om de ambitie te realiseren verkennen en breed bekend maken onder gemeenten. ln ieder geval zal de Staatssecretaris hiertoe het gesprek aangaan met (koepel)organisaties uit de sport, cultuur en onderwijssector (waaronder NOC*NSF, de Gultuurformatie, de Kunstconnectie, de Kunstfactor, het Jeugdsportfonds en de stichting Leergeld).
Artikel 7. inwerkin tredin en loo fi d Dit convenant treedt in werking met ingang van de dag na ondertekening door beide partijen en vervalt per 1 januari 2011. Na 1 januari 201 ’l blijven de bepalingen van dit convenant van kracht voor zover dit voor de afwikkeling van het convenant noodzakelijk is.
ons kenmerk W%B/BCIQ08/7361
Artikel 8. Wi i in 1. Elke partij kan de andere partijen schriftelijk verzoeken het convenant te wijzigen. De wijziging behoeft de schriftelijke instemming van beide partijen. 2. Partijen treden in overleg binnen twee weken nadat een partij de wens daartoe aan de andere partij schriftelijk heeR medegedeeld. 3. De wijziging en de verklaringen tot instemming worden in afschrift als bijlage aan het convenant gehecht,
Artikel 9. O enbaarheid Binnen vier weken na ondertekening van het convenant wordt de tekst daarvan gepubliceerd in de Staatscourant.
Aldus overeengekomen en in tweevoud ondertekend: Piaats:
Datum:
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de heer A. Aboutaleb,