gemeente Eindhoven
Raadsnummer o8.Rz8oo.oox Inboeknummer o8bstozzzr Dossiernummer SpS.zoS sr oktober zoo8
Raads inforrnatiebrief Betreft update veiligheidsanalyse oktober 2008. Inleiding In het voorjaar 2008 hebben wij de ’Analyse veiligheid 2007 en aanpak 2008’ vastgesteld en aan uw raad aangeboden. Over de analyse is bij de behandeling in de commissie jeugd, gezin, onderwijs, sport en cultuur de afspraak gemaakt dat er jaarlijks in april een nieuwe analyse komt, met een tussentijdse update in oktober. Op verzoek van uw raad zullen in de analyses zoveel mogelijk ’smart’ taak- en doelstellingen worden opgenomen. De eerstvolgende analyse waarin de doelen meer ’smart’ worden weergegeven zal die van april 2009 zijn. Nieuwe taak- en doelstellingen zullen worden ontleend aan het tweede’Gemeenschappelijk werkplan gemeentepolitie- openbaar ministerie 2009’, waarvan het concept in december dit jaar volgens planning aan de Driehoek zal worden aangeboden. In de bijlage treft u de Tussentijdse update aan. De oorspronkelijke tekst van de Analyse veiligheid 2007 (april 2008) is gehandhaafd. Nieuwe cijfers, ontwikkelingen en acties zijn omwille van de herkenbaarheid en leesbaarheid weergegeven binnen grijs gemarkeerde kaders. Besluit van college van burgemeester en wethouders Wij hebben besloten in te stemmen met de update Veilig heidsanalyse oktober 2008.
Argumenten Niet van toepassing.
Ter inzage gelegde stukken Analyse veiligheid 2007 en aanpak 2008: tussentijdse update oktober 2008. Burgemeester en wethouders van Eindhoven,
G. Peeters, loco-secretaris
Raadsnummer O8.RZ8OO.OOZ
vh08017102
Analyse veiligheid oktober 2007
Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling Sector veiligheid April 2008
Inleiding Conform afspraak ontvangt de raad ÃćâĆňâĂİ voor het eerst in oktober 2008 ÃćâĆňâĂİ een update van de analyse veiligheid.
In de analyse ziet u de beginanalyse van april 2008 als gewone tekst. Als update ziet u de tekst binnen de kaders. Op die manier valt te vergelijken in welke richting de ontwikkelingen gaan op het gebied van
veiligheid.
Actuele veiligheidsanalyse Voor u ligt een update van de veili ghei dsproblematiekin de stad, naar de stand van eind augustus 2008 (poli ti estati ti eken iran de eerste 2 trimesters) en het stedelijk beeld en de aanpak naar de situatie van media
oktober 2008. Qp termijn zullen meer ’smart’geformuleerde doelstellingen worden opgenomen. Deze zullen worden ontleend aan het tweede ’Gemeenschappelijk werkplan gemeente-polti e-openbaar ministerie 2009". Hetconcept iran dit werkplan zalin december ditj aar aan de Driehoek worden aangeboden.
In het algemeen kunnen we vaststellen dat het (opnieuw) beter gaat met de veiligheid in de stad. Dit meten we af aan de recente politiecijfers over 2007 (eerste 2 trimesters van 2008) en uit de laatste meting 2007 van onze tweejaa rlijkse enqu etc ’Leefbaa rheid en veilig h ei d’. Om met de laatste meting te beginnen: mensen voelen zich minder onveilig in de stad en in hun woonomgeving en het slachtofferschap van vermogensdelicten neemt af. Dit geldt echter niet voor vormen van geweld en vernieling. (Figuur 1) De volgende Leefbaarheid en Vei li gheid-meti ng wordt eersti n 2009 gerapporteerd. Figuur 1. Kerncijfers uit de enquete Leefbaarheid en Veiligheid )aar
2001 2003 2005 2007 4370 3220 7053 5093
verloedering en overlast verloedering overlast
5,0 4,7 3,9 4,1 3,2 3,1 3,0 3,0
verm ogendelicten en dreiging
vermogensdelicten d ie I g In g
1,6 1,8 1,2
veiligheid
fe dat zich weleens onveilig voelt 37,8 44,1 38,1 34,4 fe dat zich weleens onveilig voelt in de
eigen buurt
27,1 31,9 26,0 23,’I
perceptie va n buurt pro b lemen:
vermogensdelicten
4,7 4,9 4,5 4,1
perceptie van buurtproblemen:
dreiging lpog ing tot) inbraa k
100 97
9,7 9,0
autocriminahteit (diefstal uiten vanaf auto en vernieling auto)
26,7 24,8 26,7 24,2
fietsdiefstal
15 7 141 143 132
geweldsdelicten
5,2 4.8 6,0 5.6
vernielingen
1 0,9 10,0 ’I 1,1 1 1,4
De politiecijfers geven een vergelijkbaar beeld: slachtofferschap van vermogensdelicten neemt af, terwijl meer mensen slachtoffer worden van geweld en bedreiging. Overlast door jeugd neemt tot en met 2007 trendmatig toe, met 15 % vanaf 2004. (Figuur 2) Figuur 2
2608 (prognose’ ) 1724 393’l diefstal uit beclrij f
225 fl etsen diefstal
3186 3M2
3309
mishandeling
1453
overlast door j eugd ovel last llfn1 horeca/ uitgaan overlast ivm drank/drugs
1639
"Prognose is gebaseerd op GIDS-cijfers tot en met het 2’trimester (3 I-8) 2008. Cijfers van de eerste tri mesters zijn li neai r geextrapoleerd. zonder rekening te (kunnen) houden met seizoenseffecten.
Qm een statistischeinschatting te geven van het verwachte cri minali tei tsbeeldis de tabel samengesteld met bovenstaande cijfers tot en met 2007, aangevuld met een prognose van de poli tiecij fers voor het hele l
Met slagen om de arm en rekening houdend met het gegeven dat hetjeugdoverlast-’seizoen’toch vooralin de zomermaanden ligt, wordt di tjaar geen verdere stijging van dej eugdoverlastme jdi ngen verwacht. Eerder zal sprake zijn van circa 10 9o minder meldingen. Een bemoedigende ontwikkeling. Het algemene cri mi nali tei tsbeeld lijkt op basis van deze extrapolatie evenmin te verslechteren. Mogejlj ke of
verwachte negatieve ontwikkelingen zien we bij fi etsendi efstal en inbrakenl n bij gebouwen van
woningen. O v erlas tmeldi ngen i vm drank en/of drugs lijken ook verder toe te nemen. Fi etsendi efstali s een zeer laagdrempeli g delict, waarvoor de gelegenheid rondom fi etsconcen tra ti esi n de stad groot is. (Met name worden veel goede fietsen gestolen, di ei n de fi etsenstalli ngen tussen ’zwerf- en weesfietsen’staan (fietsen die langere tijd afgesloten buiten staan, vaak met slappe banden etc.). i/anafhet voorjaar zijn we daarom gestart met fjyeracties om periodiek concentraties van tientallen van deze ’zwerf- en
weesfietsen’rondom fietsenstallingenin de binnenstad te verwijderen en op te slaan cq. te vernietigen. Dit geeft bijvoorbeeld bij het station een overzichtelij ker en minder verloederd beeld van de fietsenstalli ngen en fietsconcentraties en werkt drempelverhogend tegen fietsendiefstal.
LVi e plegen delicten? In Eindhoven komt 1,5 % van de inwoners van 12 jaar en ouder in de politiestatistieken voor als verdachte. Hiervan komt 1,2% voor rekening van autochtone stadbewoners, die op hun beurt 73% van de totale Eindhovense populatie uitmaken.
De cijfers die hieronder de revue passeren zijn gebaseerd op gevalideerde cijfers van het Korps Landelijke Politiediensten (KLPD) over 2006. Meer recente cijfers zijn nog niet beschikbaar. In dit overzicht is ook nog
geen rekening gehouden met een relatief jonge trend die de politie signaleert. Bezoekers en tijdelijke bewoners van de stad uit nieuwe EU-lidstaten lijken een grotere impact te krijgen op vormen van overlast en vermogenscriminaliteit. Van alle Ei ndhovena ren boven de 12jaar wasin 2007 14o/o verdachte van een misdrijf. i/oor hetj aar 2007 vinden we de hoogste percentages verdachten, van hoog naar laag bij Antillianen, Afrikanen, Marokkanen, Joegosla ven en S uri nam ers.
In 2007 zij n er meer Antilliaanse verdachten dan i n 2006 (1 16 tegen g2). Di t wil nog niet zeggen dat de
Antillianen crimineler zijn geworden, hetis waarschij nlil ker dat er meer Antilliaanse delinquenten bij de poli ti ei n beeld zijn gekomen.
Personen ui t het voormalige Oostblok scoren op de rangorde van verdachten niet significant hoger dan de Eindhovenaren gemiddeld doen. Nietteminis er vanui t de optiek overlastin toenemende mate aandacht voor deze ’nieuwe europese arbeidsmigranten’in de stad, Een analyse met betrekking tot aantallen, landen van herkomst, vormen van huisvesti ng/daklooshei d, werk, zorg, maar ook vrijetijdsbesteding en verslaving is nu in voorbereiding, met medewerking van het Regionaal Coordinatiepunt Eraudebestrij ding (RCF) en 8ITE.
Gekeken naar de vijf grotere bevolkingsgroepen komen we voor alle delicten op de volgende rangschikking, waarbij tussen haakjes het aandeel van de bevolkingsgroep in de Eindhovense bevolkingssamenstelling is aangegeven.
Antillianen/Arubanen
4,9 ’/a (1,1 ’Yo)
Marokkanen Surinamers Turken
4,4 ’/a (2,5 ’Yo)
3,6 o/a (1,7 9o) 2,8 ’/a (4,6 ’Yo)
Deze cijfers betekenen dat Antilliaanse/ Arubaanse mensen zich in verhouding tot hun aandeel in de bevolking het meest met delicten blijken in te laten, gevolgd door mensen van Surinaamse en Marokkaanse herkomst.
Om beter zicht te verkrijgen in de participatie van de sterker in criminaliteit vertegenwoordigde bevolkingsgroepen, is het van belang te kijken naar de verschillende leeftijdsgroepen en verschillende delicten.
Cijfers over onderscheiden leeftijdsgroepen en hun aandeelin gepleegde delicten zijn over2007nog niet voorhanden. Eris echter geen reden om aan te nemen dat hierin ten opzichte van 2006 significante verschuivingen zijn opgetreden, zodat we ui t gaan van de geldigheid van onderstaande gegevens. Leeftijdsgroep 12 tot 17j aar Als we allereerst de leeftijdgroepen in ogenschouw nemen dan zien we dat met name de jongeren van 12 tot 17 jaar sterk vertegenwoordigd zijn in de politiestatistieken. We zien de volgende verdeling ontstaan, waarbij tussen haakjes de verhoudingsfactor is vermeld ten opzichte van het aandeel van de groep in de bevolking. Omdat het aandeel in de criminaliteit niet genuanceerd is naar het aandeel van de leeftijdsgroep in de totale bevolking, is dit verhoudingsgetal indicatief.
Antillianen/ Arubanen Marokkanen Surinamers Turken
6,3 ’/a (factor 5,7) 10,4 o/o (factor 4,2)
4,2 ’/a (factor 2,5) 13,2 a/o (factor 2,9)
Voor andere leeftijdsgroepen (18 tot 24 en 25 jaar en ouder) loopt de participatie in criminaliteit en ook de verhoudingsfactor sterk terug. Dit geldt echter niet voor mensen uit Antilliaanse/ Arubaanse kring. Zij houden zich langdurig met het plegen van delicten bezig. Daderprofi el Antilliaanse/ Arubaanse en Marokkaanse jongeren komen uit de criminaliteitsstatistieken als meest zorgelijk naar voren. Een daderprofiel is voor deze groepen niet eenvoudig en eenduidig te geven. Er zijn wel kenmerken bekend die een rol spelen in gebrekkige integratie en die in combinatie vaak ten grondslag ligt aan problemen met criminaliteit. Voor Antillianen/ Arubanen speelt een groot aantal factoren een rol zoals recente migratie naar Nederland met onvoldoende opleidingsniveau, opgroeien in een eenoudergezin (moeder) of bij familie, veel wisselingen in huisvesting, hoge schooluitval, contacten met eilandgenoten met een criminele leefstijl veelal verweven met cocainehandel, verwerpen of wantrouwen van ’witte’ overheidsbemoeienis, schulden door een dure leefwijze enzovoort. Voor Marokkaanse jeugd geldt dat men kampt met een identiteitsprobleem door de dubbele nationaliteit, men last heeft van een negatief imago in de Nederlandse (en Eindhovense-) samenleving en daaruit ook regelmatig het plegen van delicten rationaliseert, er niettemin geen sprake is van een homogene groep, er weinig informele contacten met autochtone leeftijdsgenoten zijn, er sprake is van hoge schooluitval, er problemen zijn met het krijgen en houden van werk, partnerkeuze vrijwel alleen plaatsvindt binnen dezelfde bevolkingsgroep, men deel uitmaakt van een ’eer- en schaamtecultuur’, het sociale leven zich vaak buiten met de ’peers’ afspeelt enzovoort.
Welkejongeren veroorzaken overlast? In het afgelopen jaar zijn de partners van het Veilig heidshuis op meerdere momenten en plekken in de stad geconfronteerd met verhoogde overlast van groepen jongeren. De statistieken ondersteunen de praktijk zoals we die afgelopen jaar aan den lijve hebben ervaren. (Figuur 3) Hoewel de overlastmeldi ngenjeugd over di tjaar (2QQB) lijken af te nemen,is trendlij n nog steeds negatief. Overlast vanjeugd blijft een punt van aandacht en zorg. I%at we meer dan incidenteel zieni n dej eugdg roepen,is dat kinderen van i Q tot 12j aar of soms nog jonger worden aangetroffen. Soms tot ’s avonds heel laat. Hierover worden de ouders en betrokken professionals geinformeerd. Bij de politie worden de mogelijkheden onderzocht om zeerjeugdigen mee naar het politiebureau te nemen en de ouders te bellen om ze aan het bureau te komen ophalen. Figuur 3. Poli ti ecj ifers overlast
Vormen van overlast 2004-2008 overlast door jeugd 2GGG
overlast ivm horeca/ uitgaan
overlast ivm drank/ drugs
1GGG
overlast prostitutie ÃćâĆňâĂİ Lineair (overlast door
5GG
jeugd) ÃćâĆňâĂİ Lineair (overlast ivm
horeca/ uitgaan) ÃćâĆňâĂİ Lineair (overlast
pros titutie) ÃćâĆňâĂİ Lineair (overlast ivm
dra nk/ drugs)
Er hebben zich tot het voorjaar van 2008 een zestal problematische jeugdgroepen in de stad gemanifesteerd (Rapenland/ Mensfort, de Bennekel, Genderbeemd, Genderdal, Vlokhoven, Vaartbroek/ Eckart), waarop in afstemming met het Centrum voor Jeugd en Gezin zo adequaat mogelijk is gereageerd. Concreet ging het in deze groepen over 186 jongeren, van wie er 44 behoren tot wat we doorgaans de ’harde kern’ noemen. Deze 44 zijn opgepakt voor het plegen van delicten en een groot aantal van hen is inmiddels veroordeeld. Een behoorlijk aantal onder hen behoorde tot de groep Marokkaanse risicojongeren. Na incidenten rond deze groepen en onmiddellijk ingrijpen en doorpakken op de ’meelopers’ is de rust rondom deze groepen uiteindelijk weergekeerd. De individuele leden van de groepen zijn echter niet losgelaten, waarover verderop meer. In de zomer 2008 lijken de overlastproblemen met bekende en nieuwe groepen (6enderdal, VlokhovenâĂđ Blixembosch, Rapenland) te verergeren. Met name worcft het straatbeeld rondom de groepin Rapenland in casusoverlegi n beeld als de groep Woensel zui d (Rapenland), explosief en meer cri mi neel van aard. Vanafseptemberis een tijdelijkinterventieteam gestart datzich tot 1 mei 2009 richt op de aanpak van de40 jongeren die deel uitmaken van de groep in Rapenland. De meeste van dejongeren zijn van Marokkaanse komaf.
Eris een pand gehuurd aan de Thorvaldsenlaanin het gebied, van waaruit naar dejongeren wordt gewerkt, waarj ongeren werk, politie, Jeugdzorg (j eugdbeschermi ng), Woonbedrij f, stichting Sport en Sociale Begeleiding en gemeente elkaar ontmoeten, waar gesprekken met dejongeren, hun ouders en buurtbewoners worden gevoerd en waar bovendi en het casusoverleg over de groep wordt gehouden. Met de aanpak op locatie krijgt heti nterventi eteam een gezicht naar dejongeren en hun woonomgevi ng. Dejongerenin kwestie wordeni n verband met hun bejegening onderscheidenin 3 groepen: de harde kerngroep (1 1), zijnde dejongeren die betrapt zijn op het plegen van delicten en dus via het strafrecht worden aangepakt; de groep ris/ cojongeren (12) van wie vermoed wordt dat ze zich ook met het plegen van delicten bezig houden; en de preventie- ofzorggroep (9),jongeren die meedoen met de groep maar nog geen delicten plegen. Bij de bespreking van de groeps/eden wordt dankbaar gebruik gemaakt van het informatie en Documenta ti ecentrum i n het Vei li ghei dshui s, dat het casusoverleg met vastgelegde persoonsi nforma ti e
ondersteunt, Hieruit blijkt bijvoorbeeld dat tussen verschillende groepeni n de stad verbindingen en famili ebanden bestaan. Heti nterventieteam blijft tot mei 2009 actief. Dan moet de overlast van de groep tot het verleden behoren en daarvoor moeten allejongeren c q. hun gezinnenin een ondersteunings- ofhandhavingstraj ectzitten. In het naj aaris vanuit het Veiligheidshuis extraingezet op de aanpak van de overlast van met name Anti /li aansi Arubaanse dealers enjunks aan het Stationsplein zuid, Dealpraktij ken rondom het station en vooral de toeloop tot ’s nachts aan toe van meerderejongereni n de leerplichtige leeftij d, waren de aanleiding voor extrainzet. Ondersteund door fysieke maategelen als extra verlichting, cameratoezicht en een handhavi ngsactie van de politie begin oktober is een lijst opgesteld van aan- en rondom het station verbl/Jvende dealers en runners. De lijst di e bestaat ui t enkele tientallenjongeren en volwassenen tot ca, 40 jaar, die afkomsti g zijn uit de stad maar ook van buiten, wordt besproken i n een hiervoor met de partners opgestart casuso verleg. We zijni n gesprek met de v plantwoordelij ken voor de veel plegeraanpak om tenminste enkele van de harde kern dealersl overlastgevers als veelpleger te kunnen behandelen. De eerste effecten zijn al zichtbaar, de overlast is sterk vermi nderd en verplaa tsi ng van de deal pro ktij ken doet zich beperkt voor. Er zij n signalen dat er ook verplaatsing naar buiten de staden de regio plaatsvindt, Datis de reden dat er op korte termijn periodiek herhaalde expertmeetings worden belegd tussen gemeenten en
politiekorpsenin Brabant en Limburg, waarin bewegingin deoverlastvandeze groepenzal warden besproken.
Drugsgerelateerde criminaliteit Veel vermogenscriminaliteit in de stad is drugsgerelateerd, zonder bij benadering te kunnen aangeven welk deel wel en welk deel niet. Drugsgerelateerde criminaliteit is hardnekkig van aard, omdat de motivator voor het plegen van delicten gelegen is in het ’scoren’. Onze populatie geprioriteerde veelplegers of ’draaideorcriminelen’ die in de casosoverleggen wordt besproken )62) (ca. ggd of reeds in de)SD-maatrege) is geplaatst (31) (42) âĂđ is voor het grootste gedeelte drugsverslaafd. Meer dan de helft van deze groep is echter ook relatief zwakbegaafd. Het terugdringen van deze vorm van criminaliteit is anders dan bij gelegenheidscriminaliteit voor zijn succes grotendeels afhankelijk van de mate waarin we er op middellange termijn in slagen om de veelplegers in een speciaal detentietraject te krijgen, en op de lange termijn mensen blijvend uit hun verslavingsgerelateerde leefstijl te halen. Naast de geprioriteerde veelplegers kennen we een ’masterlijst’ die in 2007 een kleine 600 Eindhovense delinquenten bevatte. Ook hiervoor is van de zijde van de veiligheidspartners veel en toenemende aandacht geweest. We hebben de overtuiging dat de veelplegeraanpak die we hanteren een gunstig effect heeft op het terugdringen van de vermogenscriminaliteit. De harde aanpak van veelplegers is noodzakelijk om de criminaliteit terug te dringen, maar zeker zo belangrijk is de nazorg die aan (ex)gedetineerden wordt geboden om een geslaagde reintegratie mogelijk te maken. Verdere voortgang in het terugdringen van drugsgerelateerde criminaliteit verwachten we van de onlangs door Novadic-Kentron gestarte medicinale heroinebehandeling. Per augustus 2OQ8 waren hier 8 verslaafden in behandeling.
Overlast verslaafden en daklozen Overlast van verslaafden en daklozen is van alle tijden en herkennen we ook in onze stad. Hoewel deze overlast trendmatig afneemt (figuur 3) zagen we in 2007 een hausse aan meldingen van overlast van dak- en thuisloze dra nkverslaafden. Dit speelde gedurende enkele weken in het najaar, in het stadsdeel Woensel zuid en la ter op en nabij het Franz Leharplei n. We zien dit duidelijk terug in de statistieken. Het probleem met zo’n 20 probleemdrinkers is volledig in kaart gebracht en er zijn passende korte termijnmaatregelen getroffen (verruiming tijden nachtopvang, afspraken met de groep door Novadic-Kentron en Neos, perspectief op een definitieve voorziening). Ten aanzien van de ambulante groep ’drunkies’zij ni n het kader van de Krachtwij kenaanpak door ikiovadicKentron 3 outreachende veilighei dswerkers aangesteld, di e de ’drunki es’in de stad leren kennen, de groepen opzoeken, hierover contact onderhouden met omwonenden en buurtondernemers en bovenal de opdracht hebben overlast te voorkomen of beperken. De resultaten van deze aanpak zijn zeer bemoedigendi n het straatbeeld. De komende maanden zal moeten worden onderzocht ofhet licht toenemende aantal meldingen ’overlasti vm drank/drugs’mede door deze doelgroep (zie figuur 2 en 3) wordt veroorzaakt of wellicht een registratie-effect vormt van de vergroteinzet op de groep.
Georganiseerde criminaliteit Georganiseerde criminaliteit manifesteert zich niet makkelijk in een zichtbare vorm van sociale onveiligheid. We komen echter uitwassen in de vorm van hennepplantages tegen, waaruit soms blijkt dat de betrokkenen die worden betrapt onder druk verleid zijn of door financiele nood door criminele ’zetbaasjes’ van de georganiseerde hennepteelt. Afgelopen jaar heeft BITE 62 panden (53) op hennep gecontroleerd, waarbij in bijna 70 procent hennepteelt werd aangetroffen. Vormen van verwevenheid van de onderwereld met de legale bovenwereld zijn strafrechtelijk en bewijstechnisch gezien delicaat en complex en leiden niet makkelijktot oplossing door ingrijpen van politie en openbaar ministerie. Anders ligt het met de mogelijkheden in het bestuurlijke instrumentarium, zo blijkt ook uit de eerste verkenningen en ervaringen in het project Emergo in de Amsterdamse binnenstad. Bestuurlijk instrumentarium als de wet Bibob wordt hier ingezet om grip te krijgen op de georganiseerde misdaad.
Het college van B en W heeft besloten om te koersen op het naar Eindhoven halen van een van de 5 in het
land te vestigen ’Regionale expertisecentra bestuurlijke aanpak georganiseerde criminaliteit’ (RIEC), om zo ook op dit vlak vooruitgang te kunnen boeken. Inmiddelsis bekend geworden dat Ei ndhoveni n aanmerking komt voor vestiging van een RIEC. Inmi ddels worden ambtelij k voorbereidingen voor een opzet getroffen, Gelijktijdig zal ook de toepassing van het instrument Hibob worden versterkt. In di t kaderis vermeldenswaard dat erin de lopende herinrichting van de gemeentelij ke organisatie aan wordt gewerkt om alle onderdelen op het vlak vanintegrale veili ghei d, openbare orde en veiligheid en complexe handhavingsonderdelen te bundelenin een sector.
Inzet van camera’ s Na aanwijzing door de burgemeester van de gebieden waar cameratoezicht mogelijk is, november 2007, zal het college naar verwachting in april 2008 besluiten om het cameratoezicht uit te breiden met een 14-tal cameraposities in- en rond de binnenstad. Nieuwe cameraposities zijn nodig op advies van de politie, om hotspots in het centrum (18 Septemberplein, fietstunnels, Beursgebouw, Stratumseind) van extra ogen te voorzien. Cameratoezicht treedt niet in de plaats- of gaat niet ten koste van functioneel politietoezicht. Camera’s worden uitgekeken in het politiebureau Stratum-Gestel, onder auspicien van de politie. Cameratoezichtisinmiddels operationeel met 29 cameraposities, voor continuering in 2009 wordt eind oktober besluitvorming voorzien.
Balans tussen repressie en preventi e Het past in het gemeentelijk veilig heidsbeleid om repressie altijd waar mogelijk te koppelen aan zorg en preventie. Daar hebben ook de partners van het Veiligheidshuis hun handtekening onder gezet. Het gebeurt in de praktijk bij nagenoeg alle problemen die we tegenkomen. Om een aantal voorbeelden te noemen met betrekking tot de veiligheidsproblemen die in deze analyse de revue passeren: Draaideurcriminelen worden tijdens en na detentie geholpen om op het rechte pad te blijven, meer dan 80 ’/o van alle gedetineerden is in beeld met het oog op opvang, huisvesting, inkomen en andere leefgebieden, vrouwelijke gedetineerden krijgen extra ondersteuning om te voorkomen dat de gezinssituatie thuis onder de detentie lijdt enzovoort. De (na)zorg voor gedetineerden en ex-gedeti neerden wordt verder versterkt omdat we via de Pl si n het land steeds meer Eindhovense clientenin beeld krijgen. We streven naar een 700 En rnformatieposi tre over detentielocaties en trjdstippen waarop Ei ndhovense gedetineerdenin vrij beid worden gesteld, zodat wei n de sfeer vani nkomen en huisvesting aan alle teugkerende exgedetineerden de randvoorwaarden voor succesvolle rei ntegra ti e kunnen bieden. Overlastgevende jeugd wordt in beeld gebracht en gehouden, niet alleen op groepsniveau (Jeugdgroepen in Beeld), maar ook individueel. In casusoverleg wordt getracht voor elk van de probleemjongeren een dossier aan te leggen en tot maatwerk in de hulpverlening te komen, niet alleen voor de jongere maar zo nodig ook voor het gezin. Een voorbeeld hiervan vormt de ’Groep van 59’, afkomstig uit Woensel zuid. We leveren hiervoor als gemeente de sturende en stuwende kracht door een projectleider ’risicojeugd’, die in november 2007 bij de Sector veiligheid is aan esteld. Het Centrum voor Jeu d en Gezin is actief betrokken. Deinterventie-aanpak die sinds kort wordt gehanteerd op de groep Woensel zuid (zie boven) levert de eerste effecten op, si nds deinzet en de maatregelen tegen de harde kerngroepi s de overlast aanmerkelijk minder geworden. Gelet op de resultaten blijkt eens te meer dat deze en andere vormen van frontlij nsturing een daadkrachtiginstrument vormen om grote problemen klein te houden ofsnel tot beheersbare proporties terug te brengen. Het blijft zaak om op andere voorkomende urgente overlastsi tuaties met een maatwerkaanpak actueel in te springen, maar daarnaastis het zeker ook van belang dat het Veili gheidshuis actief
participeert binnen de uitvoering van buurtcontracten, zoals diezij n afgeslotenin Ylokhoven en
lagershoef. We hebben een aantal Marokkaanse jongeren aangehouden voor delicten binnen overlastgevende hanggroepen. We beperken ons niet tot harde aanpak, maar formuleren vanuit de vastgestelde problemen samen met de partners een brede aanpak in een Raamplan Marokkaanse risicojongeren, waarvan we de uitwerking en aansturing hebben georganiseerd bij de Sector Onderwijs en jeugd (Centrum voor Jeugd en Gezin) door hier een projectleider’Marokkaanse risicojeugd’ aan te stellen. Het college gaat naar verwachting eind oktober 2008 de maatregelen in dit Plan van aanpak vaststellen. Het Plan omvat een viertal projectlijnen die de gehele ketenaanpak van licht (o.m. stimuleren vroeg- en voorschoolse educatie (vve) en opvoedi ngsondersteuni ng) tot zwaar (strafrech telij ke aanpak en onder meer gezi nscoachi ng onder drang en dwang) omvat. Gedurende het afgelopenjaaris naar de doelgroep ali n de geest van di t plan gewerkt. Het plan kent een looptijd van@J aaf.
We hebben een Programma Aanpak Antillianen problematiek in uitvoering, waarin op een outreachende wijze zo’n 100 tot 130 risicojongeren per jaar worden opgezocht en getracht wordt deze in een traject naar schuldsanering, school of werk te krijgen (Rumbo Nobo), waarin enkele risicojongeren kunnen worden opgevangen bij Vast en Verder van het Leger des Heils, waarin 22 jongeren woonbegeleiding krijgen in een viertal opvanghuizen van de Stichting MAJ en waarin het MAJ-maatjesproject jongeren coacht en begeleidt op alle leefgebieden. Gelet op de aanpak die nu loopt op de 5 tati onsomgevi ng ÃćâĆňâĂİ intensivering van toezicht en handhaving
op de groeiende dealerpopulatie-, is het zaak om werk te maken van een verbreding van de Rumbo Mobolij n binnen het beleidsprogramma voor Antilliaans/Arubaanse risicoj ongeren. Rumbo Nobo richt zich tot op heden op een outreachende wijze, dus vindplaatsgericht op contacten met- en traj ecttoeleiding van hoogrisicojongeren, Hierin dient versterking plaats te vindenin menskrachten methodiek, om de criminele- of harde kerngroep beter te kunnen vinden, binden en niet meer los te laten. Een en anderis conform de aanbevelingen van de rapportage van de Taskforce Antilli anenproblematiek aan de mi nister en zal naar verwachting vanaf2009 ook met nj ksmiddelen worden ondersteund. Qp di t moment vindt eeninventarisatie plaats van in het land beproefde methodieken, aan de hand waarvan de Eindhovense aanpak verbreed en verbeterd kan worden.
Aanpak in 2008 31 Maart jongstleden is het ’gemeenschappelijk werkplan Gemeente-Politie-Openbaar Ministerie’ aan de Raadscommissie BEZ aangeboden. De hierin met de kernpartners in veiligheid afgesproken maatregelen zijn gebaseerd op de overlast en criminaliteit die over 2007 in beeld is gebracht.
Deaanpaklooptinmiddelsgrotendeelsconform planning. Het’Voortgangsberichtgemeenschappelijk werkplan 2008 gemeente-politie-openbaar ministerie’, opgemaakt naar de situatie van 31 augustus 2008isin eersteinstantie geadresseerd aan het driehoeksoverleg, de opdrachtgever van het gemeenschappelijk plan, Het wordt 29 oktober 2008in het driehoeksoverleg besproken.