gemeente Eindhoven
Raadsnummer 09.R3I52.OOI Inboeknummer ogbstoogzg Dossiernummer 924.304 8 juni zoog
Raads inforrnatiebrief Betreft evaluatie UMTS-beleid gemeente Eindhoven.
Inleiding Op 24 oktober 2006 is door ons een gewijzigd UMTS beleid Van strikte voorzorg naar zwakke voorzorg’ vastgesteld. De aanleiding voor deze keuze was het COFAM II onderzoek. Dit onderzoek toont aan dat er op korte termijn geen aanwijzingen zijn dat straling van UMTS zendmasten gezondheidsklachten veroorzaakt. Daarnaast toont het onderzoek aan dat er geen wetenschappelijke aanwijzingen bestaan dat gezondheidseffecten op de langere termijn te verwachten zijn.
Afgesproken is dit beleid na twee jaar te evalueren. Wij hebben besloten deze evaluatie in het 1’ kwartaal van 2009 uit te voeren, met de volgende opdracht: evalueren van het beleid ’Van strikte voorzorg naar zwakke voorzorg’; daarbij relevante partijen als de GGD, het Nationaal Antennebureau en de georganiseerde bewoners te betrekken; analyseren van de landelijke en Europese ontwikkelingen; een vergelijking maken met een aantal gemeenten die het strikte voorzorgprincipe nog wel hanteren, zoals Tilburg en Breda; inzicht geven in het aantal antennemasten dat sinds november 2006 geplaatst is en de rol van de diverse betrokkenen (gemeente, omwonenden, de bedrijven die antennemasten plaatsen, etc.).
Tevens is besloten de evaluatie door middel van een raadsinformatiebrief aan u aan te bieden. De evaluatie is bijgevoegd. Wij zijn uiteraard graag bereid de evaluatie met u te bespreken.
De actiegroep Stoorzenders Eindhoven heeft opmerkingen gemaakt over een concept-versie van de evaluatie. Stoorzenders Eindhoven zal geinformeerd worden over de definitieve versie van de evaluatie en de reactie op hun opmerkingen op de concept-evaluatie.
Raadsnummer 09.RQI52.OOI
Besluit van college van burgemeester en wethouders Wij hebben besloten: 1. de Evaluatie UMTS-beleid gemeente Eindhoven vast te stellen; 2. het in 2006 vastgestelde UMTS-beleid te continueren; 3. de acties in paragraaf 5 van de evaluatie uit te voeren (dekking vindt plaats uit de middelen van Brabant Veiliger, afkomstig van het ministerie van VROM): een gemeentelijk aanspreekpunt voor UMTS; vanuit dit aanspreekpunt wordt ook de communicatie gecoordineerd; overleg met providers op basis van het plaatsingsplan en vervolgens actief zoeken naar communicatiemomenten met betrokken buurtbewoners; in 2009 op een aantal nader te bepalen locaties metingen met betrekking tot stralingsniveaus uitvoeren; gebruik van een deel van de gemeentelijke internetsite voor informatie over UMTS;
4. de gemeentelijke reactie op de opmerkingen van Stoorzenders Eindhoven d.d. 13 april 2009 op de concept-evaluatie d.d. 31 maart 2009 vast te stellen;
Argumenten De Gezondheidsraad concludeert dat er geen aanwijzingen zijn op basis van kwalitatief hoogwaardige onderzoeken dat de elektromagnetische velden van UMTSzendmasten op korte of lange termijn gezondheidseffecten hebben. De stralingsniveau’s in Nederland blijven ruim binnen de door het Rijk opgestelde normen. De gemeente Eindhoven sluit aan bij de conclusies van de Gezondheidsraad en het daarop gebaseerde Rijksbeleid. Het UMTS-beleid van de gemeente Eindhoven dat in het jaar 2006 is vastgesteldÃćâĆňâĂİ de zwakke vorm van voorzorg ÃćâĆňâĂİ hoeft daarom niet gewijzigd te worden.
De juiste vorm op het gebied van communicatie/informatieavonden rondom zendmasten is nog niet helemaal gevonden. In veel gesprekken, onder andere met burgers, werd aangegeven dat de burgers onvoldoende en vaak te laat geinformeerd zijn op het gebied van zendmasten. Dit zorgt voor wrijving en onvrede. Om te waarborgen dat dit in de toekomst wel gebeurt, wordt een aantal acties uitgevoerd: een gemeentelijk aanspreekpunt voor UMTS (de afdeling Milieu van de sector ORVM). Vanuit dit aanspreekpunt zal ook de communicatie gecoordineerd
worden; overleg met providers op basis van het plaatsingsplan en vervolgens actief zoeken naar communicatiemomenten met betrokken buurtbewoners; gebruik van een deel van de gemeentelijke internetsite voor informatie over UMTS.
Raadsnummer 09.RQI52.OOI
Tenslotte zullen in 2009 op een aantal nader te bepalen locaties (in overleg met Stoorzenders Eindhoven) metingen m.b.t. stralingsniveaus uitgevoerd worden, zodat de ongerustheid over deze niveaus zoveel mogelijk weggenomen worden. Ter inzage gelegde stukken Beantwoording minister Cramer d.d. 27 januari 2009 van kamervragen van het lid Poppe over elektromagnetische straling Jaarbericht Elektromagnetische velden van de Gezondheidsraad d.d. 19 maart 2009, samenvatting Resolutie Vlaams Parlement betreffende niet-ioniserende straling, aangenomen in de plenaire vergadering d.d. 7 januari 2009 Reactie d.d. 13 april 2009 van actiegroep Stoorzenders Eindhoven op conceptevaluatie UMTS-beleid gemeente Eindhoven d.d. 31 maart 2009 Gemeentelijke visie op reactie d.d. 13 april 2009 van actiegroep Stoorzenders Eindhoven Brief aan Stoorzenders Eindhoven over definitieve versie evaluatie UMTS-beleid
gemeente Eindhoven.
Burgemeester en wethouders van Eindhoven,
A. Brunninkhuis, secretaris
LA09017271
gemeente Eindhoven
Evaluatie UMTS-beleid gemeente Eindhoven
Openbare Ruimte, Verkeer & Milieu
April 2009
April 2009 Evaluatie UMTS-beleid gemeente EindhovenOpenbare Ruimte, Verkeer & MiHeu
Co/ofon
Uitgave Gemeente Bndhoven Openbare Ruimte, Verkeer & hhilieu
Datum
April 2009
April 2009 Evaluatie UiviTS-beleid gemeente EindhovenOpenbare Ruimte, Verkeer 8 hhilieu
Inhoudsopgave
1. Inleiding.. 2. Getneentelljke rol bij plaatsing UMTS-zendmasten. 3. Evaluatie van het beleid ’Van strikte voorzorg naar zwakke voorzorg’ ...7
4. Evaluatie uitvoering gemeentelijk UIVITS-beleid .
5. Te ondernemen acties.
April 2009 Evaluatie UMTS-beleid gemeente EindhovenOpenbare Ruimte, Verkeer 5 Milieu
1. inleiding Op 24 oktober 2006 is door het college van B&W een gewijzigd UMTS beleid Van strikte voorzorg naar zwakke voorzorg’ vastgesteld. De aanleiding voor deze keuze was het COFAM li onderzoek, Dit onderzoek toont aan dat op korte termijn geen aanwijzingen zijn dat straling van UMTS zendmasten gezondheidskiachten veroorzaakt. Daarnaast toont het onderzoek aan dat er ook geen wetenschappelijke aanwijzingen bestaan dat gezondheidseffecten op de langere termijn te verwachten zijn,
Afgesproken is dit beleid na twee jaar te evalueren. Het college van B&W heeft besloten deze evaluatie in het l’ kwartaal van 2009 uit te voeren en af te ronden, met de volgende opdracht: evalueren van het beleid ’Van strikte voorzorg naar zwakke voorzorg’; daarbij relevante partijen als de GGD, het Nationaal Antennebureau en de georganiseerde bewoners te betrekken; analyseren van de landelijke en Europese ontwikkelingen; een vergelijking maken met een aantal gemeenten die het strikte voorzorgprincipe nog wel hanteren, zoals Tilburg en Breda; inzicht geven in het aantal antennemasten dat sinds november 2006 geplaatst is en de rol van de diverse betrokkenen (gemeente, omwonenden, de bedrijven die antennemasten plaatsen, etc.). Het college van B&W heeft tevens besloten de evaluatie in het 2’ kwartaal door middel van een raadsinformatiebrief aan te bieden aan de gemeenteraad,
Terugblik Het beleid van zwakke voorzorg is van procedurele aard en heeft betrekking op de instemmingprocedure en informatievoorziening van bewoners en omwonenden bij de plaatsing van UMTS-zendmasten. Het gemeentelijke beleid sloot hiermee aan bij het landelijke beleid. De gemeente heeft dus in plaats van strikte voorzorg gekozen voor zwakke voorzorg. De achtergrond van deze beleidswijziging was, dat op basis van de toenmalige wetenschappelijke inzichten geen gezondheidskundige argumenten waren die pleitten tegen vergunningverlening of voor nader te stellen eisen aan UMTS-antennes.
Met college wilde echter wel tegemoet komen aan percepties van onrust en onzekerheid, die bij bewoners kunnen bestaan/ontstaan. Het college heeft daarom besloten een zwakke, maar duidelijke vorm van voorzorg te hanteren. Destijds is daarom besloten dat:
klachten van ongeruste bewoners en omwonenden actief in behandeling worden genomen. Deze klachten kunnen dan als signaal dienen voor evaluatie en eventuele nadere standpuntbepaling. De GGD krijgt hiertoe een actieve monitorings- en signaleringsfunctie; de gemeente wetenschappelijk onderzoek en landelijke ontwikkelingen bij gaat houden, zodat bewoners op basis van recente inzichten geTnforrneerd kunnen
worden; de gemeente bij communicatie over risico’s ook aandacht besteedt aan eventuele wetenschappelijke onzekerheden,
April 2009 Evaluatie UIVITs-beleid gemeente EindhovenOpenbare Ruimte, Verkeer a hhllieu
ln deze evaluatie wordt allereerst de gemeentelijke rol bij plaatsing UMTSzendmasten toegelicht. Hier wordt ook een overzicht gegeven van het aantal geplaatste masten in de afgelopen jaren. Daarna wordt op basis van gesprekken met relevante partijen, een analyse van landelijke en Europese ontwikkelingen en contacten met andere gemeenten het beleid Van strikte voorzorg naar zwakke voorzorg’ geÃńvalueerd. in het laatste onderdeel (Gemeentelijke verantwoordelijkheid) wordt de uitvoering van het in 2006 geformuleerde beleid geÃńvalueerd.
2. Gemeentelijke rol bij plaatsing UMTS-zendmasten De gemeente is bij concrete plaatsingen van UMTS-zendrnasten niet altijd actief betrokken. Zij is namelijk gebonden aan de bepalingen uit het Antenneconvenant tussen het rijk, de operators en de VNG. Hierin zijn afspraken gemaakt over sitesharing. Dit is de afstemming met gemeenten over plaatsing van (vergunningvrije) installaties met behulp van een plaatsingsplan en de plaatsing van installaties op
woongebouwen en procedureafspraken daarover. Onder UMTS-installaties verstaat de gemeente Eindhoven, in aansluiting op de formulering zoals die in het Antenneconvenant gehanteerd wordt voor antenneinstallaties in het algemeen: een installatie voor mobiele telecommunicatie, bestaande uit antenne(’s), antennedrager, bedrading en apparatuur of techniekkast(en) met bijbehorende bevestigingsconstructie, Op basis van het Antenneconvenant wordt onderscheid gemaakt in antennes waarvoor de reguliere bouwvergunningprocedure geldt, bouwwerken waarvoor de lichte procedure geldt en bouwwerken die zijn uitgezonderd van de bouwvergunningplicht. Dit leidt tot het volgende: antennes hoger dan 40 meter zijn regulier bouwvergunningplichtig; antenne-installaties (inclusief mast en techniekkast) met een hoogte van meer dan vijf meter tot maximaal 40 meter, zijn opgenomen in de lijst van bouwwerken waarvoor een!icht regime (Woningwet) van toepassing is; onder voorwaarden is voor antenne-installaties (inclusief mast en techniekkast) met een hoogte van vijf meter of minder, geen vergunning nodig (Woningwet). V e r g unni ng p li cb ti ge inst p l l a ti es
Het regulier of licht- bouwvergunningpiichtig zijn, heeft op zich niet zoveel betekenis en geeft alleen aan welke termijnen van de Woningwet van toepassing zijn en aan welke eisen uit het Bouwbesluit mag worden getoetst. In geval van concrete verzoeken om plaatsing van UMTS-masten waarvoor de gemeente een vergunning moet verlenen is, in 2006, besloten dat: informatiebijeenkomsten voor bewoners en omwonenden georganiseerd worden, (zo nodig) samen met de GGD en het Nationaal Antennebureau. Tijdens deze bijeenkomst wordt voldoende aandacht besteed aan gezondheidseffecten en de percepties ervan. Daarnaast verstrekt de gemeente voldoende informatie over vergunningszaken en technische en juridische zaken; omwonenden goed geinformeerd worden en tijdig worden betrokken bij de plaatsing van zendmasten;
Apnl2009 Evaluatie UIVIT5-beleid gemeente EindhovenOpenbare Ruimte, Verkeer & Mnieu
de gemeente zich ervoor inspant, dat de informatie over feitelijk geplaatste antennes voor de inwoners van Eindhoven toegankelijk is en blijft (via www. Antennebureau.nl).
Vergunningvrij einstallaties Vergunningvrije installaties worden niet getoetst aan het bestemmingsplan en/of redelijke eisen van welstand. Hooguit kan in overleg worden verzocht aandacht te besteden aan de visuele inpasbaarheid. Dit beperkt zich echter tot de kleurstelling van de techniekkast en toebehoren. Over de locatie zelf kan niet worden
gediscussieei’d. Plaatsing op nroongef?ouwen Antenne-installaties mogen, onder voorwaarden, zonder vergunning op
woongebouwen worden geplaatst, Hierbij moet een instemmingsprocedure worden gevolgd waarbij bewoners van een woongebouw de mogelijkheid hebben zich uit te spreken over de voorgenomen plaatsing Wanneer de vereniging van eigenaren heeft ingestemd, blijft een dergelijke procedure achterwege. Instemming van de Bewoners van een Woongebouw met plaatsing van de Vergunningvrije antenne-installatie(s) waarop de instemmingprocedure betrekking heeft is verkregen, tenzij de telling "uitwijst dat de volstrekte meerderheid van het aantal verspreide antwoordformulieren geldig is geretourneerd met daarop ingevuld het antwoord "nee" op de vraag of instemming wordt verleend." (tekst Convenant in het kader van het Nationale Antennebeleid inzake vergunningvrije antenne-installaties voor mobiele telecommunicatie).
Geplaatste antennemasten sinds 2006 Met het plaatsten van UMTS zendmasten is begonnen in 2003. Begin 2009 stonden in de gemeente Eindhoven 199 UMTS-masten, Het aantal nieuw geplaatste UMTS-zendmasten neemt de laatste tijd overigens sterk af. In 2007 werden nog 26 masten bijgeplaatst, in 2008 nog maar zes. De gemeente Eindhoven heeft in de afgelopen jaren twee rollen vervuld. De rol van de sector Grond & Vastgoed is wel/niet toestemming verlenen aan het gebruik van gemeentelijke eigendommen voor het plaatsen van UMTS zenders en het sluiten van contracten hieromtrent. De rol van de sector Vergunningen, Toezicht & Handhaving (VTH) is het behandelen van aanvragen om bouwvergunningen. Bedrijven die zendmasten plaatsen gaan op zoek naar een mogelijke locatie in een gebied waar plaatsing gewenst /noodzakelijk is. Zij kiezen hierbij bij voorkeur een mast waar geen vergunning voor nodig is, Een vergunningprocedure wordt pas opgestart als er geen alternatieven zijn, In 2007 en 2008 is de gemeentelijke sector Grond & Vastgoed betrokken geweest bij vijf UMTS-zenders die in hoogspanningsmasten zijn geplaatst, de sector VTH is betrokken geweest bij vier zendmasten waarvoor een bouwvergunning noodzakelijk was.! n parag raa f ’Gemeentelijke verantwoordelijkheid’ wordt de communicatie over deze vier zendmasten geÃńvalueerd.
April 2009 Evaluatie UhhTS-beleid gemeente EindhovenOpenbare Ruimte, Verkeer 5 ivtillieu
3. Evaluatie van het beleid ’Van strikte voorzorg naar zwakke voorzorg’ Elektromagnetische velden zijn al meer dan een eeuw bekend. iedereen wordt elke dag blootgesteld aan elektromagnetische velden. Niet alleen in de nabijheid van een antenne, ook bij het gebruik van een mobiele telefoon of bij radio- en tv-ontvangst, Maar bijvoorbeeld ook bij het passeren van een anti-diefstaipoortje of gewoon door straling van de zon.
De kernvraag uit 2006: "Zijn er aanwijzingen dat de elektromagnetische velden van UMT5-zendmasten op korte of lange termijn gezondheidseffecten hebben?" is als uitgangpunt voor de evaluatie van het gemeentelijk beleid genomen.
Actiegroep ’5toorzenders Eindhoven’ ln het gesprek dat met de actiegroep ’Stoorzenders Eindhoven’ is gevoerd, geeft de actiegroep aan bezorgd te zijn over de gezondheidseffecten op met name lange(re) termijn, omdat niet overtuigend is aangetoond dat deze gezondheidseffecten er niet zijn, Tevens geeft de actiegroep aan niet principieei tegen zenders (zoals bijvoorbeeld voor UMTS, GSM of TV) te zijn, maar vooralbezorgd te zijn over de hoogte van de
straiingsniveaus (onder andere door cumulatie van straling van diverse zenders) op bepaalde locaties. De ambitie van de actiegroep is dan ook te zorgen dat de stralingsniveaus voor de bevolking van Eindhoven overal in Eindhoven niet hoger zijn dan echt nodig is. De actiegroep verwijst naar andere landen en regio’s (zoals Vlaanderen) in Europa waar, ook op basis van deze overwegingen, een lagere maximale stralingsnorm wordt gehanteerd dan in Nederland.
GGD, het Nationaal Antennebureau en de Gezondheidsraad Gesproken is tevens met de GGD, het Nationaal Antennebureau en de Gezondheidsraad,
Het standpunt van deze organisaties is duidelijk: er zijn geen aanwijzingen voor gezondheidseffecten op korte of lange termijn van de elektromagnetische velden van UMTS-zendrnasten,
Dit standpunt verwoordt minister Cramer in haar antwoord op 27 januari 2009 (zie bijlage) naar aanleiding van kamervragen van het lid Poppe over elektromagnetisChe straling. Met name de antwoorden op de vragen 2-4 en 6 geven inzicht in het standpunt van het Rijk (op basis van adviezen van de Gezondheidsraad en het Kennisplatform Elektromagnetische velden). Zij geven aan dat er geen aanleiding is om "in het algemeen het beleid ten aanzien van blootstelling aan elektromagnetische velden te wijzigen en in het bijzonder de ln Nederland gehanteerde grens- en advieswaarden te heroverwegen". Dat wordt nogmaals bevestigd in het op ’l9 maart 2009 gepubliceerde Jaarbericht Elektromagnetische velden van de Gezondheidsraad (bijlage). Volgens de raad wijst geen enkel kwalitatief hoogwaardig onderzoek tot op heden op gezondheidsproblemen door blootstelling aan de zogeheten radiofrequente velden in de woonomgeving. De raad schrijft in het jaarbericht dat het beeld dat uit de
April 2009 Evaluatie UtVtT5-beleid gemeente EindhovenOpenbare Ruimte, Verkeer@ iVtitieu
bruikbare gegevens naar voren komt, is "dat er geen oorzakelijk verband is tussen blootstelling en het optreden van gezondheidsklachten als hoofdpijn, migraine, vermoeidheid, slapeloosheid, concentratie problemen, jeuk en warrntesensaties." De raad adviseert daarom nog meer aandacht te geven aan voorlichting.
Gemeente Tilburg Een aantal gemeenten voert een ander UMT5-beleid dan de gemeente Eindhoven, Zo is het beleid van bijvoorbeeld de gemeente Tiiburg meer gebaseerd op strikte voorzorg (ook ai hanteren zij deze term daar niet), Gebleken is dat ook deze gemeente in de praktijk slechts een geringe invloed heeft op de plaatsing van masten, invloed heeft een gemeente alleen ais een vergunning aangevraagd moet worden (wat in slechts een klein aantal gevallen nodig blijkt te zijn). Bij een vergunningaanvraag spelen gezondheidseffecten geen rol, omdat niet is aangetoond dat deze effecten er zijn. De gemeente Tilburg heeft een aantal juridische procedures gevoerd om meer invloed uit te kunnen oefenen op de plaatsing van vergunningvrije masten. Die procedures zijn echter uiteindelijk niet succesvol geweest. Op basis van de ervaringen van deze gemeente wordt aan de gemeente Eindhoven geadviseerd vooral in te zetten op een duidelijke communicatie als masten geplaatst worden en te zorgen voor hen aanspreekpunt binnen de gemeentelijke organisatie voor het onderwerp UMT5, Dat aanspreekpunt binnen de gemeente moet ook kunnen doorverwijzen naar bijvoorbeeld de GGD en het Antennebureau voor informatievragen,
(Nationale) overheden Een aantal andere (nationale) overheden binnen Europa voert ander beleid op het gebied van elektromagnetische straling dan de Nederlandse overheid, Een recent voorbeeld is de resolutie die het Vlaams Parlement op 7 januari 2009 in de plenaire vergadering heeft aangenomen, waarin zij besluiten dringend werk te maken van het invoeren van een Vlaamse norm, die het toegelaten niveau van de elektrische veldsterkte voor hoogfrequente bronnen vastlegt op een grenswaarde van 3 V/m (Volt per meter)...". Het parlement baseert zich in haar beslissing op het ALARAprincipe: de straling zou As Low As Reasonably Achievabie moeten zijn. Op nationaal niveau ligt de norm in Belgie overigens op 20,7 V/m. De internationaal aanbevolen limiet voor UMT5 is 61 V/m,
Die limiet wordt ook in Nederland gehanteerd. Het Agentschap Telecom voert steekproefsgewijs veldsterkternetingen uit met als doel controle op de geldende blootstellingslimieten. in de praktijk blijkt in Nederland (zie de beantwoording van minister Cramer) de blootstel! ing op publiek toegankelijke plaatsen te variÃńren van 0,5 tot 2 V/m.
Dit wordt bevestigd voor de Eindhovense situatie door metingen die in 2005 zijn uitgevoerd. Het Agentschap Telecom heeft destijds een veldsterkte gemeten van ten hoogste 1,8 V/m. ln de periode 2005 ÃćâĆňâĂİ 2007 is Aten keer een veldsterkte van meer dan 6 V/m gemeten.
Het bleek hier te gaan om een meting van 10 V/m boven in een kerktoren in Vaikenburg. De veldsterkte nam met toenemende afstand van het paneel snel af en de hoogst gemeten veldsterkte ligt nog steeds ruim beneden de blootstellinglimiet,
April 2009 Evaluatie UMTS-beleid gemeente EindhovenOpenbare Ruimte, Verkeer ik Milieu
Het Vlaamse parlement heeft overigens op ’I 8 december besloten dat meer onderzoek naar de effecten van elektromagnetische straling nodig is. Dit omdat zij, net als de Nederlandse Gezondheidsraad, geen kwalitatief hoogwaardig onderzoek kennen dat aantoont dat UMTS-straling (of GSM-straling) gezondheidseffecten heeft,
Conclusie Er zijn geen aanwijzingen op basis van kwalitatief hoogwaardige onderzoeken dat de eiektromagnetische velden van UMTS-zendmasten op korte of lange termijn
gezondheidseffecten hebben, De straiingsnlveau’s in Nederland blijven zeer ruim binnen de door het Rijk
opgestelde normen. Het UMTS-beleid van de gemeente Eindhoven dat in het jaar 2006 is vastgesteld ÃćâĆňâĂİ de
zwakke vorm van voorzorg - hoeft daarom niet gewijzigd te worden.
4. Evaluatie uitvoering gemeentelijk UMTS-beleid De bovenstaande conclusie neemt echter niet weg, dat een deel van de inwoners van Eindhoven zich zorgen maakt over de gezondheidseffecten van UMTS-straling. Bezorgdheid die de gemeente uiteraard serieus neemt, Voor alle ingrepen in de openbare ruimte en alle maatschappelijke onrust is de gemeente in zijn volle breedte vaak het eerste aanspreekpunt voor de bewoners: soms worden zowel wethouders, raadsleden als ambtenaren aangesproken over een te plaatsen UMTS-zendmast. Vanuit de rol als aangesprokene moet de gemeente voor zichzelf nagaan of er vormen te bedenken zijn waarbij ze een actieve rol speelt in de wisselwerking tussen operators en inwoners. De gemeente kan niet de verantwoordelijkheid van de verschillende instanties overnemen, maar wel vanuit een bemiddelende rol actief informeren over wat gaat gebeuren en wat dat betekent, De gemeente Eindhoven heeft daarom in 2006 besloten dat goede communicatie over (plaatsing van) zendmasten belangrijk is. Dit sluit aan bij het advies van de Gezondheidsraad, De uitvoering van het UMTS-beleid is dan ook bekeken tijdens de evaluatie.
Een aantal communicatietrajecten van de afgelopen twee/twee5nhalf jaar rondom zendmasten beschrijven we kort:
1, Theresiakerk Met communicatieprotocol met betrekking tot zendmasten was destijds nog niet klaar, waardoor de vergunning al verleend was. De omwonenden hadden alleen de wettelijke inspraak. De avond was alleen ter informatie, het was een plenaire informatieavond. Naast een aantal medewerkers van de gemeente (VTH en Communicatie) waren ook het Antennebureau, GGD en KPN aanwezig. Met verspreidingsgebied voor deze informatie bijeenkomst bleek achteraf te klein te zijn (ongeveer ’i 50 meter rondom de mast). ’Late communicatie’ en ’risico’s met betrekking tot gezondheid’ waren de belangrijkste struikelblokken vanuit de buurt.
2, Croy De informatieavond met betrekking tot de TV-mast in Croy was ook plenair. De opkomst was hoog, ongeveer 200 mensen. Dit komt mede doordat er sprake was van
April 2009 Evaluatie UivlTS-beleid gemeente EindhovenOpenbare Ruimte, Verkeer & Milieu
storing op de tv’s rondom de mast. De mast is opvallend door de belichting en de hoogte. Daarnaast was er een vertegenwoordiging van de gemeente (VTH en Communicatie), Antennebureau, GGD en KPN, ’Late communicatie’, ’storing van tv’ en ’risico’s met betrekking tot gezondheid’ waren de belangrijkste struikelblokken vanuit de buurt. 3. F l o ra plein
Deze infOrmatieavOnd bestond Uit een inlOOpavOnd met vier heeken Ook de actiegroep Stoorzenders had een eigen informatiestand. De avond was dus niet plenair. Vertegenwoordigd waren de gemeente (VTH en Communicatie), Antennebureau, GGD en de betrokken provider.’Zicht’ en ’rIsico’s met betrekking tot gezondheid’waren de belangrijkste struikelblokken vanuit de buurt.
4. Blixembosch Deze informatieavond bestond uit een inloopavond met vier hoeken. Het was dus geen plenaire informatleavond. De actiegroep Stoorzenders was hier niet aanwezig, De opkomst was laag, dit komt waarschijnlijk doordat de mast achter bomen etc. staat, waardoor deze niet goed opvalt. Hierdoor hebben weinig mensen er ’last’ van. Eerst had deze mast een tijdelijke vergunning, deze is daarna overgezet naar een permanente vergunning.
Conclusie De juiste vorm op het gebied van communicatie/informatieavonden rondom zendmasten is nog niet helemaal gevonden. Dit blijkt uit bovenstaande comrnunlcatietrajecten en de gevoerde gesprekken. In veel gesprekken, onder andere met burgers, werd aangegeven dat de burgers onvoldoende en vaak te laat geinformeerd zijn op het gebied van zendmasten, Dit zorgt voor wrijving en onvrede, Orn te waarborgen dat dit in de toekomst wel gebeurt, wordt een aantal acties uitgevoerd,
April 2009 Evaluatie UMTS-beleid gemeente EindhovenOpenbare Ruimte, Verkeer & Milieu
5. Te ondernemen acties De gemeente gaat, als ondersteuning van de in 2006 geformuleerde doelstellingen, een aantal acties ondernemen: een gemeentelijk aanspreekpunt voor UMTS. Vanuit dit aanspreekpunt zal ook de communicatie gecodrdineerci worden;
overleg providers; in 2009 op een aantal nader te bepalen locaties metingen m.b.t. strallngsniveaus uitvoeren; gebruik van een deei van de gemeentelijke internetsite voor informatie over UMTS.
Deze acties worden hieronder toegelicht,
flfn gemeentelijk oanspreekpunt Binnen de gemeentelijke organisatie komt een aanspreekpunt voor zendmasten: een medewerker van de afdelin Milieu van de sector 0 enbare Ruimte Verkeer & Milieu Vanuit dit punt worden ook andere disciplines, zoals communicatie, aangestuurd. Hierdoor ontstaat overzicht en wordt duidelijk wanneer gecommuniceerd moet worden. Zodat de, in 2006 op dit punt geformuleerde, ambities goed uitgevoerd
worden. Wetenschappelijk onderzoek en landelijke ontwikkelingen bijhouden, zodat bewoners op basis van recente inzichten geinformeerd kunnen worden, hoort bij de taken van dit aanspreekpunt Actieve communicatie vindt plaats bij masten waarvoor een vergunning nodig is en waar de gemeente Eindhoven dus een rol heeft. Maatwerk daarbij is belangrijk. Per situatie wordt bekeken welke manier van communiceren het meest passend is. De kernwoorden hierbij zijn tijdig, actief en open, ’Tijdig’ betekent: op hetjuiste moment komend. Kortweg betekent het dus: op tijd communiceren. Door met de providers (aanbieders van mobiele telefonie) in gesprek te gaan, weet de gemeente waar en wanneer de mast geplaatst wordt. Door te communiceren op het moment dat de vergunning wordt aangevraagd, worden de burgers op tijd betrokken in het proces en tijdig geinformeerd. ’Actief’ geeft aan dat de gemeente qua communicatie een actieve rol moet nemen als een vergunning wordt aangevraagd, ’Open’ geeft aan: eerlijken transparant. Hierbij is het van belang dat de gemeente de gevoelens van inwoners met betrekking tot zendmasten herkent en erkent. Overleg p r o vid er s
In Eindhoven wordt direct na ontvangst van het jaarlijkse plaatsingsplan een overleg gepland met betrokken providers waarbij met name de afdeling Stedenbouw van de sector ORVM ingaat op de zogenaamde zoekgebieden (dit zijn cirkels op het piaatsingsplan waarbinnen een geschikte locatie voor de plaatsing van een antenne wordt gezocht). Tijdens dit overleg wordt besproken in hoeverre locaties geschikt zijn en waar een alternatieve locatie is gewenst.
April 2009 Evaluatie UhllTS-beleid gemeente Eindhoven>penbare Ruimte, Verkeer & bhilieu
Vervolgens wordt, in overleg met de gemeentelijke wijkco5rdinatoren, actief gezocht naar communicatiemomenten met de betrokken buurtbewoners. Wat gaat er gebeuren? Wat betekent dat? Bij wie kan men terecht voor vragen? Deze informatie moet worden opgezet in nauw overleg met operators, GGD en het Antennebureau. Voor vergunning plichtige zendmasten wordt daarbij de volgende procedure gehanteerd: de aanvraag van de vergunning wordt gepubliceerd in ’Groot Eindhoven’, ’Eindhoven Dichterbij’. Hierbij moet duidelijk zijn dat het een zendrnast betreft; bewoners in de omgeving (deze kan per situatie verschillen, maar zal in overleg met de sector Gebiedsontwikkeling in principe ruim worden gekozen) ontvangen een wijkinfo en de actiegroep Stoorzenders een brief, waarin de gemeente hen attent maakt op de vergunningaanvraag en ze eventueel uitnodigt voor een informatie bijeenkomst. Daarbij wordt ook gewezen op de mogelijkheid om bezwaar te maken tegen de aanvraag; een informatiebijeenkomst waarin het beleid, en de procedure van de gemeente Eindhoven voor zendlnstallaties wordt toegelicht. Rol van de gemeente (indien mogelijk is de verantwoordelijk wethouder aanwezig) is het informeren over de randvoorwaarden en het bestemmingsplan, Daarnaast zijn er vragen te verwachten over de mogelijke gezondheidsrisico’s. Om deze vragen te beantwoorden is het verstandig om een onafhankelijk expert (zoals een afgevaardigde van het Ministerie van VROM of de GGD) bij de bijeenkomst uit te nodigen; bewoners die bezwaar indienen op de vergunningsaanvraag ontvangen persoonlijk bericht over de verdere procedure en de uitkomst van de vergunningsaanvraag; als de vergunning wordt verleend komt er een advertentie in Groot Eindhoven (verzameladvertentle) en ontvangen de bezwaarmakers daarvan bericht; als de vergunning niet wordt verleend ontvangen de bezwaarmakers hiervan bericht. De uitvoering van dit communicatietraject wordt aangestuurd door de afdeling Milieu in samenwerking met de comrnunicatiemedewerker van de sector VTH.
Ui tvoeren metingen De gemeente Eindhoven gaat ervan uit dat ook in Eindhoven de stralingsniveaus overeenkomen met de niveaus zoals die door minister Cramer genoemd werden (op publiek toegankelijke plaatsen variatie van 0,5 tot 2 V/m). De actiegroep Stoorzenders heeft echter aangegeven bezorgd te zijn over de hoogte (eventueel door cumulatie) van stralingsniveaus in Eindhoven. in overleg met de actiegroep en het Agentschap Telecorn kan daarom in 2009 op een aantal plekken in Eindhoven een meting uitgevoerd worden, zodat deze ongerustheid zoveel mogelijk weggenomen kan worden, Hierover overlegt de gemeente met de actiegroep Stoorzenders Eindhoven,
Gebruik van een deel von de gemeentelijkeinternetsite voorinformotie over UM75 De gemeente gaat een deel van haar internetsite inrichten met informatie over UMTS. Men heeft op deze pagina ook de mogelijkheid om te reageren of vragen te stellen,
April 2009 Evaluatie UMTS-beleid gemeente EindhovenOpenbare Ruimte, verkeer & Mitieu
Duidelijk moet zijn dat de gemeente veel informatie bij anderen vandaan moeten halen, maar dat de gemeente dat graag doet voor haar inwoners. De gemeente heeft intensieve contacten met operators, met de GGD en met Juristen. Vragen en/of klachten die binnen komen, worden geÃŕnventariseerd en geanalyseerd om zodoende patronen te herkennen en daar actief op in te spelen, bij voorkeur in gezamenlijkheid met de operators. Indien noodzakelijk brengt de gemeente relevante kwesties onder de aandacht bij het rijk. Op basis van bestaand informatiemateriaal en veelvoorkornende vragen, zaf een aparte webpagina worden ingericht. Hierachter zit een archief van achterliggende documenten over bijvoorbeeld vretenschappeiijk onderzoek en landelijke ontwikkelingen, waarbij steeds duidelijk moet zijn wie de afzender is van de informatie (met bijbehorende publicatiedatum). ln het Antenneconvenant staat dat bij pfaatsfng van zendmasten alfe operators in Nederland ervoor zorgen dat de biootstellingslimieten op openbaar toegankelijke plaatsen niet worden overschreden, De blootste llingslimieten per zendmast zijn voor alle burgers te vinden in het register van het Nationaal Antennebureau (www.antennebureau.nl), De gemeente spant zich in om deze informatie blijvend toegankelijk en actueel te houden voor haar inwoners,
Bronnen: Beantwoording minister Cramer d.d. 27 januari 2009 van kamervragen van het fid Poppe over elektromagnetische straling Jaarberlcht Elektromagnetische velden van de Gezondheidsraad d.d. 19 maart 2009, samenvatting Resolutie Vlaams Parlement betreffende niet-ioniserende straf ing, aangenomen in de plenaire vergadering d.d. 7 januari 2009
Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 2008 ÃćâĆňâĂİ 2009
Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, gnet de daarop door de regering gegeven antwoorden
1344 Vragen van het lid iaoppe (SP) aan de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Uilieubeheer over elektromagnetische straling. (Ingezonden 28 november 2008) 1
Hoe beoordeelt u de voorlopige uitkomsten van een vorige maand gepubliceerd Europees onderzoeksprogramms Interphone waarin wordt geconstateerd dat er een statistisch verband bestaat tussen jarenlang mobiel bellen en tumoren?’ 2
Wat is uw reactie over de uitspraak van het Europees Parlement dat het nodig is om opnieuw naar blootstellingsnormen te kijken voor een hoogfrequente straling? 3
Zijn er vanuit Nederland wetenschappelijke instellingen, bedrijven en/of overheden betrokken geweest bij het Europees onderzoek? Zo ja, welke zijn dat en op welke wijze zijn zij betrokken? 4 Geven recente ontwikkelingen in de wetenschap en de uitspraak van het Europees Parlement aanleiding om
evenals in Belgie, Italie en Liechtenstein ook in Nederland de blootste l)in g enormen te verlagen’ ?
Zo neen, waarom niet? Zo ja, bent u bereid het hoger plaatsen van antennes in steden te bevorderen? 5 Bent u bereid in navolging van Zweden elektro-agergie als officie(e aandoening te erkennen? Zo neen, waarom niet? Zo ja, bent u ook bereid de getroffenen tegemoet te komen bij het aanschaffen van middelen ter
bescherming? 6
Heeft u inmiddels meer inzicht in hat aantal mensen in Nederland dat mogelijk klachten heeft als gevolg van elektromagnetische straling? Zo ja, hoeveel mensen met klachten zijn er? Zo neen, bent u bereid dit nader te onderzoeken? ? Kunt u de Kamer tussentijds informeren over de voortgang van de door u geinitieerde onderzoeken door het Kennisplatform Elektromagnetische Velden? Zo ja. wanneer kan de Kamer de rapportage tegemoet zien? Zo neen, waarom niet? ’ Finandeel Dagblad 2S November 200@ >NR gepubliceerd ln Dagblad Trouw: De Verdieplrig, 4 eepternbar 2008.
Antwoerd Van minister Cranger (Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Ivlilieubeheer) (ontvangen 2? januaffi 2009), Zie ook
Aanhangsel Handelingen, vergader)aar 2008-2009, nr. 1095 Met onderzoeks programma
Interphone is bedoeld om vast te stellen of het gebruik van mobiele telefoons een verhoogd risico op kanker veroorzaakt. Binnen het prOgrarnma wOrdt een aantal zOgenaarnde ecaged:OntrOIÂż StudieS
uitgevoerd in verschillende landen volgens hetzelfde protocol. De
volgende hersentumoren worden onderzocht: glioma, mening(oma, acoustic neuroma en tumoren san de parotid klier, Het is het grootste epidemiologische onderzoek naar deze tumoren en mobiels telefonie tot nu toe.
Het Interphone programma ls bijna afgerond, Er zijn tot nu toe diverse
onderzoeken gepubliceerd, waarvan 12 publicaties van individuele landen en 3 gepooide analyses; hierbij zijn samengevoegde data afkomstig van verschillende onderzoeken geanalyseerd. In oktober jl. is een feitelijke
tussentijdse beschrijving van de verschillende resultaten uitgekomen.
Kl/934790 2080908970 090ettirrrr1344 ISSit 0921 . 7398 S du ui t geVe re
’s.drevenhege 2009
Tweede Kamer, vergaderjaar 2008-2009, Aanhangsel
2826
Deze is opgesteld door IARC (international Agency for Research on Geneer) en bevat geen conclusies waarin aangegeven wordt dst er duidelijke aanwijzingen zijn dat het gebruik van een mobiele telefoon leidt tot een verhoogd risico op hersentumoren. In de tussentijdse beschrijving wordt onder meer vermeld dst in 1 gepooide analyse een toegenomen kans is gevonden op glioma en in een andere gepooide analyse acoustic neurinoma aan de belzijde ns meer dan tien jaar mobiel bellen. Nadrukkelijk wordt hierbij aangegeven dat het niet duidelijk is of de toegenomen kans daadwerkelijk veroorzaakt is door het belgedrag of dst het een kunstmatig gevolg is,van vertekende herinnering van het belgedrag door mensen met een tumor (iicaseÂż) en mensen zonder tumor fÂńcontrolÂż), De tussentijdse
beschrijving van de Interphone resultaten wordt vaak gedeeltelijk geciteerd in de media doordat deze laatste belangrijke constatering wordt weggelaten. De beschdjving iefdt dan tot verkeerde conclusies. Overigens wordt in de andere publicaties binnen het Interpho na programma geen verhoging van het aantal hersentumoren in relatie tot mobiel beffen geconstateerd. 2
Het Europees Parlement is van mening dat de huidige blootstelling limieten verouderd zijn. Zij verzoekt daarom de Raad om herziening hiervan en vaststelling vsn strengere blootstellinglimieten voor alle apparaten die radiofrequente elektromagnetische velden uitzenden. Ook adviseert het Europees Parlement de EU commissie om lidstaten op ts roepen blootstelling aan elektrornagnegsche velden te beperken. De resolutie is mede gebaseerd op het Biolnitiative rapport waarvan het Europees Parlement Âństerk onder de indruk isÂż,
in de brief die ik u in november jl, over het Biolnitiative rapport heb gestuurd [TK2008-2009, 2756’f, nr, 37] heb ik, mede namens mijn collega’ s. de minister van Economische Zaken en de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, aangegeven dat ik van mening bsn dat dit rapport geen basis vormt om in het algemeen het beleid ten aanzien van blootstelling aan elektromagnetische velden te wijzigen en in het bijzonder de in Nederland gehanteerde grens- en
advieswaarden te heroverwegen. Deze mening heb ik gebaseerd op reacties van de Gezondheidsraad als ook het Kennisplatform Efektrornagnetische velden en gezondheid. Beiden geven ondermeer aan dat het Biolnitiative rapport geen objectief en gebalanceerd beeld van de huidige stand van de wetenschap geeft. Ik merk overigens op dat een resolutie vsn het Europees Parlement door de Europese Commissie in behandeling wordt genomen en niet
lk merk overigens op dat het kabinet de zorgen binnen de maatschappij met betrekking tot de mogelijke gezondheidseffecten van elektromagnetische vefden sedeus neemt. Mede daarom is het beleid gebaseerd Op wetenschappelijke informatie en het voorzorgbeginsef. BeSluiten Over de tOepasSing Van het voorzorgbeginsel zijn politiek van aard. Het beginsel wordt toegepast indien er op grond van een voorlopige maar gedegen risico evaluatie, aanwijzingen zijn voor potentieel gevaar, maar het bestaan, de omvang en de gevolgen hiervan niet volledig kunnen worden
3
aangetoond wegens onvoldoende of onzekere wetenschappelijke gegevens, Orn een goede invulling te kunnen blijven geven aan het
door de Bdstaten. De Commissie heeft tot nu toe geen reactie gegeven naar aanieiding van de resolutie,
Nee, De onderzoeken in het kader van het interphone programma zijn uitgevoerd in Australie, Canada, Denemarken, Duitsland, Finland, Frankrijk. Iaragf, Itali6, Japan, Nieuw Zeeland, Noorwegen, Verenigd Koninkrijk en Zweden. 4
Zoals ook in de brief asn uw Kamer over het Biofnitiatfve-rapport (TK 2008-2009, 2758, nr. 37j is aangegeven zijn er op basis van wetenschappelijke informatie geen aanwfjzingen voor een potentieel gevaar van langdurige blootstelling aan veldsterktes die in de leefom geving voorkomen, Daarom zie ik geen aanleiding om blootstellinglirnieten te verlagen. Bovendien zijn de veldsterktes (van antennes) waaraan de bevolkfng wordt blootgesteld, in Nederland substantieel lager dan de huidfge blootstellinglirnieten. De blootslelling op publiek toegankelijke plaatsen varieert van 0,5 tot 2 Volt/meter, De
internationaal aanbevolen limiet voor UMTS is 61 Volt/meter, De gemeten
velden liggen dus ver beneden deze maximale waarden. Het hoger plaatsen van zendmasten voor mobfele netten zsl niet leiden tot lagere waardes van de elektromagnetische velden, eerder het tegendeel. Want de afstand tussen zender en de mobiele telefoon neemt daarmee toe en daarmee het zendvermogen. Hogere zendvermogens zorgen voor navenant hogere blootstellingniveaus. Daarnaast komen hiermee het welstandsperapectief en de bouwvergunningvrijheid van antennes lager dan 5 meter in het geding.
voorzorg beginsel blijft het kabinet zich op de hoogte stellen van de
wetenschappelijke ontwikkelingen zodat hier rekening mee kan worden gehouden. Dit gebeurt in het algemeen via kennisinstituten en het Kennisplatform Elektromagnetische velden en gezondheid en in het bijzonder via de Gezondheidsraad. Zoals aangegeven in mijn brief san de Kamer van 11 november 2008 (DGIVI/SVS/2008102059) zai ik de
Gezondheidsraad vragen te adviseren over het Belgisch wetenschappelijk onderzoek. 5
Het erkennen van elektro-allergfe (en van aandoeningen in het algemeen) als officie ie aandoening, behoort niet tot de verantwoordelijkheden van ministeries. Met betrekking tot een aanspraak op een vergoeding in het kader van de Zorgverzekeringswet wordt bepaald of het zorg betreft zoals zorgverleners die Âńplegen te biedenÂż, Het erkennen van ziekten is daarvoor niet noodzakelijk, Het ministerie van VROM laat zich in de beoordeling van de effecten van elektromagnetische velden leiden door de adviezen van de Gezondheldsraad. Deze adviezen zijn gebaseerd op analyse van bestaande wetenschappelijke literatuur. Tot op heden geeft de literatuur geen aanleiding om te veronderstellen dat er gezondheidsaffecten zouden zijn. 6
Bij het meldpunt Gezondheid en Milieu zijn over een pediode van twaalf jaar ca. 820 klachten
ontvangen van mensen die
Tweede Kamer, vergaderjaar 2008-2009, Aanhangsel
2826
gezondheidsklachten hebben die zij in verband brengen met blootstel!ing aan elektromagnetische velden. Er zijn ca. 300 personen lid van de stichting EHS (Elektro Hyper Sensitiviteit) die de belangen van deze groep behartigt. Binnen het
onderzoeksprogramma Elektromagnetische velden en gezondheid is ruimte voor onderzoeken in deze richting. Het Kennisplatform Elektromagnetische velden en gezondheid zal in de eerste helft van 2009 een kennisbericht uitbrengen over elektrogevoeligheid in de Nederlandse context.
webslte zo goed mogelijk te informeren over de voortgang van het o nderzoeksp rog ra mm a, o.a. door
het plaatsen van samenvattingen voor leken. De eerste 5 door ZonMw gehonoreerde projecten lopen nu een jaar. Noemenswaardige resultaten worden op zijn vroegst in de loop van 2009 verwacht en eventuele conclusies zullen tegen het eind van deze projecten in 2010 gemaakt
kunnen worden,
7
Het onderzoeksprogramma wordt beheerd door ZonlVlw. De ingediende
onderzoeksvoorstellen worden een onafhankelijke internationale commissie van deskundigen beoordeeld. Indien voldaan wordt aan de gestelde criteria voor goed wetenschappelijk onderzoek worden de voorsteilen gehonoreerd, Op dit moment zijn elf
onderzoeksvoorsteilen gehonoreerd. Deze hebben betrekking op: ÃćâĆňâĂİ individue) e blootstelling aan
elektromagnetische velden (EMV); - lichamelijke opwarming door EMV; ÃćâĆňâĂİ blootsteiling aan EMV bij kindsren; ÃćâĆňâĂİ risi co perceptie van EMV; ÃćâĆňâĂİ invloed van EMV op het
afweersysteem; ÃćâĆňâĂİ effect van EIVIV op embryonale
ontwikkeling; - groot epidemiologisch onderzoek naar EMV en gezondheid; ÃćâĆňâĂİ aspecifieke gezondheidsklachten in
relatie tot EMV;
- EMV en ons afweersysteem; - invioed van MRI-gerelateerde EMV op beroepsgroepen; ÃćâĆňâĂİ en een leerstoel epiderniologie
gezondheidseffecten blootstelling EMV.
Voor een overzicht van de gehonoreerde onderzoeken wordt u verwezen naar de website van ZonMw (www.zonmw.nl/emv). Communicatie over de lopende onderzoeken vindt plaats door de onderzoekers zelf via publicaties in wetenschappelijke tijdschriften en deelname aan conferenties. Het Kennis platform Elektromagnetische velden en gezondheid, waar ZonIViw lid van is, heeft vervolgens de mogelijkheid in te gaan op de resultaten door middel vsn een kennisbericht. Hiernaast streeft ZonMw ernaar het publiek op zijn
Tweede Kamer, vergaderjaar 2008-2009, Aanhangsel
2827
Elektromagnetische velden: Jaarbericht 2008
Electromagnetic Fields: Annual Update 2008
G e zortdh e ida raad Hee lt h Counoil of the N ether(ende
Aan de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
Onderwerp : Aanbieding Ele@romagnefiscife velden; Jaarbericlff 2008
Uwkenmerk :Ons kenmerk . U 5104/EvR/mj/673-P]
Bijlagen : l
Datum : 19 maart 2009 Geachte minister, De commissie Elek(romagnetische velden van de Gezondheidsraad heeft onder meer tot taak geregeld te rapporteren over actuele wetenschappelijke ontwikkelingen met betrekking tot mogelijke gezondheidseffecten van blootstelling aan elektromagnetische velden, De commissie heeft hiervoor de vorm van het Jaarbericht gekozen (dat ook altijd getoetst wordt door de Beraadsgroep Straling en gezondheid van de Gezondheidsraad). Bij deze ontvangt u de vijfde publicatie in deze reeks. Tevens is dit advies vandaag aangeboden aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de staatssecretaris van Economische zaken. De commissie beschrijf in het Jaarbericht 2008 uitgebreid hoe en volgens welke criteria zij wetenschappelijke informatie beoordeelt en met welke zorgvuldigheid zij hierbij te werk gaat. Bij het afzonderlijk bespreken van de relatie tussen elektromagnetische velden en hersenactivitelt dn tussen elektromagnetische velden en gezondheidsklachten concludeert de commissie voor beide onderwerpen dat er geen aanwijzingen zijn dat blootstelling aan alledaagse niveaus van radiofrequente elektromagnetische velden tot gezondheidsproblemen leidt. Omdat de klachten die sommige mensen toeschrijven aan een dergelijke blootstelling vooral gerelateerd lijken te zijn aan de veronderstelling blootgesteld te worden, lijkt het raadzaam nog meer aandacht te schenken aan voorlichting.
e Visser Vice-voorzitter
Bezoekadrea Parnasausplein 5 25ti VX Den Haag Telefoon (D70) 34D 57 30
E-mail.’
[email protected]
Postadres Postbus 15052 2500 BB Oen Haag Telefax (07D) 340 75 23 www.gr.nl
Elektromagnetische velden : Jaarbericht 2008
de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport de staatssecretaris van Economische Zaken
de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Nr, 2009/02, Den Haag, 19 maart 2009
De Gezondheidsraad, ingesteld in 1902, is een adviesorgaan met als taak de regering en het parlement ’voor te lichten over de stand der wetenschap ten aanzien van vraagstukken op hel gebied van de volksgezondheid en het gezondheids(zorg)onderzoek’ (art, 22 Gezondheidswet), De Gezondheidsraad ontvangt de meeste adviesvragen van de bewindslieden van Volksgezondheid, Welzijn k Sport; Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening k Milieubeheer; Sociale Zaken A Werkgelegenheid, Landbouw, Natuur k Voedselkwaliteit en Onderwijs, Cultuur k. Wetenschap. De raad kan ook op eigen imtiatief adviezen uitbrengen, en ontwikkelingen of trends signaleren die van belang zijn voor het overheidsbeleid. De adviezen van de Gezondheidsraad zijn openbaar en worden als regel opgesteM door multidisciplinaire commissies van ÃćâĆňâĂİ op persoonlijke titel benoemde ÃćâĆňâĂİ Nederlandse en soms buiten]andse deskundigen,
8
De GezondheMsraad is lid van het Enropean Science Advisory Network for Heahh (EnSANH), een Europees netwerk van wetenschappelijke adviesorganen.
De Gezondheidsraad is lid vao het Jnternational Network of Agencies for Health Technology Assessment (INAHTA), een internationaal samenwerkingsverband van organisattes die zich bezig honden met healrh rechrro/okay assessmenr.
Ih’A HTA
U kunt het advies downloaden van www.gr.nl.
Deze publicatie kan als volgt worden aangehaald: Gezondheidsraad. Elektromagnetische velden: Jaarbericht 2008. Den Haag: Gezondheidsraad, 2009; publicatienr. 2009/02. auteursrecht voorbehouden 1SSN: 1871-3875
Samenvatting 9
I.l
Inleiding 13 Achtergrond /3
1.2
Functie van het Jaarbericht /4
1.3
Opzet van dit Jaarbericht 14 Toekomstige activiteiten 14
1.4
2 2,1
2,2 2.3 2.4 2.5
Uitgebrachte adviezen 2007/2008 15 Signalement MRI 2007 /5 Briefadvies onderzoeken mobiele telefonie 2007 /6 Briefadvies hoogspanningslijnen 2007 16 Briefadvies hoogspanningslijnen 2008 17 Briefadvi es Biolnitiative rapport 2008 18
3
Hoe beoordeelt de commissie wetenschappelijke gegevens? 19
3,1
Inleiding 19
3.2 3.3 3.4 3.5 3.6
Belang van de kwaliteit van onderzoek /9 Criteria bij de beoordeling van onderzoek 2/ Interpretatie van epidemiologisch onderzoek 22 Vertekening door publicatie 28 Waarde van observaties over ziekteclusters 28
Inhoud
3,7 Belang van onderzoek naar biologische effecten 29 4
Radiofrequente elektromagnetische velden en hersenactiviteit (humaan onderzoek) 31
4.I
Inleiding 31
4,2 4.3 4.4 4.5 4,6
Elektrische activiteit in de hersenen 32 Gehoor en evenwicht 35 Plaatselijke doorbloeding van de hersenen (regional cerebral blood flow, rCBF) 35 Cognitief functioneren 35 Conclusie 36
5
Radiofrequente elektromagnetische velden en gezondheidsklachten 37
5,1
Inleiding 37
5.2 5.3 5.4 5.5
VJachten en psychologische verklaringsrnodeflen 38 Hoe vaak komen de klachten voor? 40 Is er een oorzakelijk verband? 40
Conclusie 47 Literatuur 49
A
Bijlage 61 De commissie 63
Electrornegnetic Fields. Annual Update 2O08 85
Elektromagnetische velden: Jaarbericht 2ppg
Samenvatting
Dit is het vijfde 3aarbericht van de commissie Elektromagnetische velden. Haast een kort overzicht van de in de verslagperiode uitgebrachte adviezen, geeft de commissie een uitvoerige toelichting op de werkwijze en methoden die zij gebruikt bij het analyseren van de wetenschappelijke gegevens. Daarna belicht zij twee thema’s: de invloed van radiofrequente elektromagnetische velden op herseaactiviteit en het verband tussen blootstell ing aan dergelijke velden en het optreden van gezondheidsklachten.
Hoe beoordeelt de commissie informatie De commissie baseert haar conclusies over de effecten van blootstelling aan elektromagnetische velden op de gezondheid op wetenschappelijke gegevens, Bij het interpreteren daarvan is het van groot belang inzicht te hebben in de kwaliteit van het onderzoek, de wijze waarop het is opgezet, en in de wijze waarop de gegevens zijn verzameld en geanalyseerd. De commissie weegt de kwaliteit van een onderzoek zwaar mee in de analyse. Om tot een oordeel te komen ofhet al of niet bestaan van een verband of efiect plausibel is, hanteert de commissie een aantal specifiek omschreven criteria. In de totaalanalyse nemen epidemiologische onderzoeken een bijzondere plaats in, omdat ze kijken naar effecten op de mens. Tezamen met experimentele
Samenvatting
onderzoeken aan mensen leggen ze daarom veel gewicht in de schaal, Een probleem met epidemiologisch onderzoek is echter dat het vaak moeilijk is om een oorzaak-gevolgrelatie vast te steilen, onder meer doordat de uitkomst van een epidemiologisch onderzoek om verschillende methodologische redenen vertekend kan zijn en dus een onjuiste indruk kan geven van een verband tussen blootstelling en effect. Bij het beoordelen van epidemiologisch onderzoek kijkt de commissie daarom altijd naar mogelijk verstorende factoren; deze worden in het advies uitgebreid besproken. Uiteindelijk baseert de commissie haar conclusies op alle wetenschappelijke informatie die haar over een bepaald onderwerp ter beschikking staat, dat wil zeggen, zowel gegevens uit epidemiologisch als uit experimenteel onderzoek met mensen, proefdieren of gekweekte cellen, Daarbij neemt zij de wetenschappelijke waarde van de individuele onderzoeken afzonderlijk in aanmerking. Op die manier komt zij tot een oordeel dat gebaseerd is op de weighr-of-eviderrce, een methode die de wetenschappelijke wereld beschouwt als het meest relevant en die ook door andere commissies van deskundigen wordt gehanteerd,
Biologische versus gezondheidseffecten Een meercellig organisme zoals de mens is geen eenvoudige optelsom van individuele cellen of weefsels, maar heeft een meerwaarde die onder meer ligt in de beschikbaarheid van mechanismen die mogelijk schadelijke invloeden en omstandigheden neutraliseren. Deze mechanismen zorgen voor de handhaving van de zogenoemde homeostase, de primaire levensregulatiefunctie van een meercellig organisme. Een effect op een biologisch systeem hoeft dus niet noodzakelijkerwijs te leiden tot een negatief effect op de gezondheid. Een gezondheidseffect treedt pas op als de homeostase niet meer kan worden gehandhaafd, dat wil zeggen als een biologisch effect potentieel schadelijk is voor de gezondheid en niet of onvoldoende gecompenseerd kan worden.
Hersertactiviteit Wanneer een mobiele telefoon tijdens het bellen tegen het hoofd wordt gehouden, worden de hersenen blootgesteld aan de door het apparaat uitgezonden elektromagnetische velden, met name in het deel van de hersenen dat het dichtst bij de telefoon ligt. De afgelopen jaren zijn er vele onderzoeken uitgevoerd naar mogelijke effecten hiervan op het functioneren van de hersenen,
10 Elektromagnetische velden: Jaarbericht 200S
In sommige onderzoeken zijn subtiele vrsanderingen waargenomen in natuurlijke elektrische processen in de hersenen onder invloed van blootstelling aan de elektromagnetische velden afkomstig van een mobiele telefoon. Deze effecten zijn echter uiterst gering en zijn, voor zover bekend, niet van invloed op de gezondheid. Onderzoeken naar effecten op het cognitief functioneren geven geen eenduidig beeld: sommige onderzoeken vinden geringe en omkeerbare effecten, andere geen effect. Gehoor- of evenwichtfuncties lijken niet beinvloed te worden door mobiele telefoonsignalen. Kortom: er zijn enkele effecten gevonden op hersenfuncties, maar er zijn geen aanwijzingen dat deze duiden op, of kunnen leiden tot gezondheidseffecten,
Klachten Het aantal mensen dat een grote verscheidenheid aan gezondheidsklachten toeschrijft aan allerlei bronnen van elektromagnetische velden in huis en op het werk, lijkt toe te nemen. Gerapporteerd worden bijvoorbeeld hoofdpijn en migraine, vermoeidheid, slapeloosheid, concentratieproblemen, jeuk en warmtesensaties. Ook het aantal mensen dat zich op grond van dergelijke klachten als elektrogevoelig beschouwt, lijkt te groeien. Als veroorzakers van deze klachten worden vooral mobiele telefoons, basisstations en DECT draadloze telefoons genoemd, en tegenwoordig ook steeds vaker draadloze computernetwerksystcrnen.
De klachten waar het hier om gaat komen in dc algemene bevolking erg veel voor. Vaak kan er geen medische verklaring voor gevonden worden; in dat geval wordt doorgaans gesproken over lichamelijk onverklaarde klachten. Er zijn zowel in de leefomgeving als in het laboratorium onderzoeken gedaan naar een mogelijk verband tussen blootstciling aan radiofrequente elektromagnetische velden en het optreden van gezondheidsklachten, Verscheidene van die onderzoeken waren echter niet goed opgezet en zijn daarom niet bruikbaar. Het beeld dat uit de wel bruikbare wetenschappelijke gegevens naar voren komt, is dat er geen oorzakelijk verband is tussen blootstelling aan radiofrequerrte elektromagnetische velden en het optreden van lichamelijk onverklaarde klachten. Wel is er een verband tussen de klachten en de verorrdersrelling blootgesteld te worden en daarmee naar alle waarschijnlijkheid de mate van risicoperceptie, Dat doet overigens niets af aan het feit dat die klachten er zijn en om cen oplossing vragen.
Samenvatting
12 Elektromagnetische velden: Jaarbericht 2008
Stuk 1996 (2008-2009) ÃćâĆňâĂİ Nr, 1
VLAAMS PARLEMENT 1
(
VOORSTEL VAN RKSOLUT1E ÃćâĆňâĂİ van mevrouw Joke Schauvliege, de heren Patrick Lachaert eu Bart Martens, mevrouw Hse De Wachter en de heren Rudi Daems en Jan PeumansÃćâĆňâĂİ
betredende niet-ioniserende straling
5076
LEE
Stuk 1996 (2008-2009) ÃćâĆňâĂİ Nr. I
2
TOELICHTIN G DAlvtES EN HEREhl,
Naar aanleiding van verschillende vragen om uitleg, het voorstel van decreet van de heren Rudi Daems en Eloi Glorieux betreffende de bescherming van het leefmilieu tegen de eventuele schadelijke effecten en de hinder van niet-ioniserende stralingen (Par/. S/. Vl. Pari. 2005-06, nr. 937/I) en in opvolging van
het voorstel van resolutie van mevrouw Riet Van Cleuveubergen, de heren Joachim Coens en Eric Van Rompuy en mevrouw Ingrid van Kessel betreffende de inplanting van GSM-masten (Par/. St. Vl. Pari, 2000-01, nr. 418/4), organiseerde de Commissie voor I.eefmilieu en Natuur, Landbouw, Visserij en Platte-
landsbeleid en Ruimtelijke Ordening en Onroerend Erfgoed op 24 januari, 10 april en I 5 mei 2008 een hoorzitting over blootstel]ing aan niet-ioniserende stralingen. De sprekers tijdens de eerste hoorzitting van 24 januari waren de heren Robby Berloznik en Willy Weyns van het Vlaams Instituut voor Wetenschappelijk en
Technologisch Aspectenonderzoek (viWTA), professor Victor V, Moshchalkov, van het departement Natuurkunde en Sterrenkunde van de Katholieke Universiteit Leuve en professor Stefaan Van Gooi, van de dienst Kindergeneeskunde van het Universitair Ziekenhuis (UZ) Gasthuisberg, De sprekers tijdens de hoorzitting van 10 april waren professor Franz Adlkofer, van de Stiftung fur Verhalten und Umwelt uit Munchen en Dr, Wouter Duetz
van het Kcnnisplatform Veilig Mobiel Netwerk. Namens de Hoge Gezondheidsraad namen professor emeritus Andre Vander Vorst, professor emeritus Walter Van Loock en doctorandus Dirk Adang het woord.
De sprekers tijdens de hoorzitting van 15 mei waren de heren Xavier Dekeuleneer, Christof Ohvier en Luc Windrnolders van het GSM Operators’ Forum.
Door de diversiteit van de sprekers die aan bod kwamen tijdens de hoorzittiug kreeg het parlement een degelijk overzicht van de verschillende aspecten met
betrekking tot niet-ioniserende straling. Op basis van het verslag van deze hoorzitting (Pari. St, Vl. Pari, 2007-08, nr, 1724/1) wensen de indieners van het voorliggend voorstel van resolutie een nieuwe impuls te geven aan het maatschappelijk debat, het
onderzoek, de voorlichting en de regelgeving met betrekking tot niet-ioniserende straling door de verschillende regeringen op te roepen werk te maken van een degelijk beleid ter zake.
Joke SCHAUVLIEGE Patrick LACHAERT Bart MARTENS
Else DE WACHTER Rud) DAEMS
Jan PEUMANS
3
VOORSTEL VAN RESOLUTlE Het Vlaams Parlement,
Stuk 1996 (2008-2009) ÃćâĆňâĂİ Nr. l
vraagt de Vlaamse Regering:
1’ met betrekking tot informatieverstrekking aan de bevolking:
gelezen het verslag van de hoorzitting over bloot-
steHing aan niet-ioniserende stralingen van de Commissie voor Leefmilieu en Natuur, Land-
a) voldoende informatie te verstrekken en toelichting te geven bij de verschillende stra-
bouw, Visserij en Plattelandsbeleid en Ruimtelijke Ordening en Onroerend Erfgoed;
lingsniveaus, waaraan burgers al dan niet
gelet op het voorstel van resolutie van mevrouw Riet Van Cleuvenbergen, de heren Joachim Coens
b) de inwoners en consumenten te informeren en te sensibiliseren over eenvoudige tips die
en Eric Van Rornpuy en mevrouw Ingrid van
de blootstelling aan straling kunne ver-
Kessel betreffende de inplanting van GSM-masten, aangenomen door de plenaire vergadering op
minderen, zoals het gebruik van een handsfree kit, het verwijderen van elektronische apparaten op het nachttafeltje, het ontraden van het gebruik van mobiele telefonie in de trein, bus, tram of auto enzovoort;
23 mei 2001;
overwegende het voorstel van decreet van de heren Rudi Daems en Eloi Glorieux betreffende de bescherming van het leefmilieu tegen de eventuele schadelijke effecten en de hinder van niet-
ioniserende stralinge;
bewust worden blootgesteld;
c) bijzonder belang te hechten aan het ontraden van het gebruik van babyfoons en het gebruik van mobiele telefoons door kinderen;
gelet op de ongerustheid van omwonenden bij de
inplanting van nieuwe bronnen van niet-ioniserende straling, zoals onder meer gsm-masten, en de vragen die rijzen bij de vergunningsprocedures voor nieuwe installaties;
gelet op het gebrek aan objectieve informatie en het gebrek aan kennis bij de bevolking over nietioniserende straling; gelet op de hiaten in de kennis over de blootstelling aan en de mogelijke gevolgen van niet-ioniserende straling;
gelet op de grotere beschikbaarheid van langdurige epidemiologische onderzoeken en de resultaten van deze studies en het beschikbaar komen
2’ met betrekking tot wetenschappelijk onderzoek:
a) het wetenschappelijk onderzoek ter zake uit te breiden naar de concrete blootstelling aan en de mogelijke gevolgen van niet-ioniserende straling in gebouwen, met bijzon-
dere aandacht voor gevoelige groepen en het nodige gevolg te geven aan de aanbevelingen uit deze studies;
b) een doorgedreven opvolging en inventarisatie van epidemiologisch onderzoeken wereldwijd en hiervan jaarlijks een onafhankelijke verslaggeving op te maken en chikbaar te stellen;
van synthesestudies, zoals het ’Bioinitiative Report’; gelet op de gekende risico’ s, verbonden aan hoog-
spanningsleidingen, en de wetgeving ter zake in sommige ons omringende landen;
c) het eigen onderzoek, bijvoorbeeld door het Steunpunt Milieu en Gezondheid, naar de blootsteHing aan en de effecten van nietioniserende straling te versterken en te integreren in het beleid;
sterk rekening houdend met het voorzorgsprincipe en het ALARA-principe (As Low As Reasonably
3’ met betrekking tot controle op de stralings-
Achievable) met betrekking tot niet-ioniserende straling;
lingsnormen tijdens en na het plaatsen van zendantennes en tussentijdse controles uit te
emissies verder toezicht te houden op de stra-
Stuk 1996 (2008-2009) ÃćâĆňâĂİ Nr. l
laten voeren naar de reele stralingsemissies, zowel door de afdeling Milieuinspectie van het
departement Leefmilieu, Natuur en Energie, als door het Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie (BIPT) met verzoek aan de federale regering om dit grondig op te laten volgen;
4’ met betrekking tot de inplanting van zendmasten:
a) in het kader van de implementatie van de nieuwe norm (cf. infra) afstandsregels te bepalen die onder meer rekening houden of gedifferentieerd worden in relatie tot de aanwezigheid van kwetsbare groepen, zoals
Gewest en zoals voorgesteld door de Hoge Gezondheidsraad, en aanvuBend 0,6 V/m als streefwaarde in te voeren; 7’ aan de bevoegde overheden te vragen:
a) ervoor te zorgen dat de emissie van nietioniserende straling van toestellen duidelijk geindiceerd wordt en geafficheerd wordt, in het bijzonder op de verpakking en reclame voor mobiele telefoons, DECT-toestellen, WiFi-installaties, en dergelijke;
b) controles uit te voeren naar de correcte naleving tot indicatie van de stralingsni-
bij scholen, kinderdagverblijven, zieken-
veaus en naar de correctheid van de geafficheerde stralingsniveaus van toestellen;
huizen, rust- en verzorgingstehuizen enzovoort;
c) streng toezicht te houden op de naleving van de code van goede praktijk betreffende
b) de website www.sites,bipt.be, waar de loca-
de plaatsing van zendantennes en na te
tie van de zendmasten te raadplegen is,
gaan of deze code geactualiseerd dient te worden naar aanleiding van de implementatie van nieuwe technieken, zoals UMTS
permanent te actualiseren en beter toegankelijk te maken voor het grote publiek;
(Universal mobile telecominunications c) de plaatsing van nieuwe zendmasten, die op
dit moment niet vergunningsplichtig zijn, onderheving te maken aan een rneldingsplicht en waarbij de aanvrager van de zendmast, indien de gemeente dit wenst, instaat voor de organisatie van een infoavond voor
de omwonenden in aanwezigheid van de aanvrager;
system);
d) er over te waken dat in het kader van de ontwikkelingsplannen voor het hoogspanningsnet, hoogspanningsleidingen zoveel mogelijk ondergronds worden aangelegd rekening houdend met alle mogelijkheden die dc recente technologisciie ontwikkelingen biede ;
S’ met betrekking tot hoogspanningsleidingen: e} na te gaan op welke wijze het ondergronds
a) in het kader van adviesverlening en regel-
geving maximaal aan te sturen op het ondergronds aanleggen van hoogspanningsleidingen;
brengen van hoogspanningsleidingen kan bijdragen tot een gezondere leefomgeving en het ondergronds brengen van hoogspanningsleiding op te laten nemen in de ontwikkelingsplannen van Elia,
b) in het andere geval afstandregels in te voeren voor nieuwe bouwvergunningen in relatie tot de veldsterkte van bestaande boogspanningsleidingen, rekening houdend met de adviezen van de Hoge Gezondheidsraad;
Joke SCHAUVLIEGE Patrick LACHAERT Bart MARTENS
Else DE WACHTER
6’ met betrekking tot de normering voor nietioniserende stralingen dringend werk te maken van het invoeren van een Vlaamse norm, die het toegelaten niveau van de elektrische veldsterkte voor hoogfrequente bronnen vastlegt op een grenswaarde van 3 V/m, naar analogie met de norm van het Brusselse Hoofdstedehjke
Rudi DAEMS Jan PEUMANS
Reactie Stoorzenders Eindhoven op de concept evaluatie UMTS-beleid gemeente Eindhoven
Algemene opmerkingen Een evaluatie dient om vast te stellen wat er goed of fout ging met betrekking tot een bepaald proces. Deze evaluatie blijft op een aantal punten steken in een beschrijving van de feiteiijke standpunten en gebeurtenissen, zonder dat daar enige conclusie over goed of fout aan verbonden wordt. Daarnaast wordt in deze evaluatie een onderscheid gemaakt tussen evaluatie van het beleid zelf en de uitvoering ervan. Wat ons betreft hoeft dit onderscheid niet gemaakt te worden. Evaluatie van beleid houdt naast evaluatie van de uitgangspunten automatisch ook evaluatie van de uitvoering in. En als de uitgangspunten fout zijn, dan kan de uitvoering dat niet meer goedmaken,
Deze evaluatie gaat alleen over het beleid van de gemeente ten aanzien van UMTS. Ons inziens moet het gemeentelijk beieid voortaan veel breder getrokken worden. Het beleid moet betrekking hebben op alie bronnen van elektromagnetische straling. Dus naast UMTS moet het beleid ook gaan over GSM, Digitenne, C2000, DECT, Edge, WLAN, WiFi en de recent ontwikkelde nieuwe standaarden zoals Wii. Daarbij moet rekening gehouden worden met het feit dat de ene mast vaak niet vergelijkbaar is met een andere: b.v.-1 Digitenne (=80kW) zendmast is vergelijkbaar met een park van 1000 UMTS (100W) masten. C2000 masten onttrekken zich aan alle controle, Hier heeft de gemeente nagenoeg geen inbrengl
Deze evaluatie biedt volgens eigen zeggen "een analyse van landelijke en Europese ontwikkelingen". Nergens in de evatuatie wordt echter de vergadering van het Europese Parlement d.d. 4 september 2008 vermeld waarin met overgrote meerderheid van stemmen besloten werd om de normen ten aanzien van elektromagnetische straling drastisch naar beneden bij te stellen. In aanmerking genomen dat Nederland in Europa behoort tot de landen die de hoogste normen hanteren, is dit besluit van groot belang voor de Eindhovense situatie, Ook de recente verklaring van vijftig erkende Nederlandse artsen waarin een toename van gezondheidsklachten in verband wordt gebracht met de verhoogde aanwezigheid van elektromagnetische straling in de woonomgeving wordt niet genoemd. Voor wat betreft de gezondheidsaspecten schaart deze evaluatie zich achter de conclusies van de Gezondheidsraad, Mogelijke effecten van elektromagnetische straling op de lange termijn blijven dus buiten beschouwing. De Gezondheidsraad doet hier namelijk geen uitspraken over. ln deze evaluatie wordt geen aandacht besteed aan de afstand van de masten tot woningen of gebouwen waar kwetsbare doelgroepen wonen of verblijven. Hoewel de algemene stralingsnorm voldoende bescherming zou moeten bieden, is het toch logisch om ÃćâĆňâĂİ zeker op plaatsen waar de straling hoger ligt dan de streefwaarde ÃćâĆňâĂİ extra voorzorgsmaatregelen in te bouwen, Het getuigt van voorzichtig beleid om dan geen
masten te plaatsen op locaties waar juist de meest kwetsbare groepen gedurende lange periodes aan straling worden blootgestetd, Deze voorzorgsmaatregel wordt ai in diverse landen toegepast (bijvoorbeeld in Zwitserland en Itali8), Concreet houdt men een minimum afstand aan van 300 meter ten opzichte van ziekenhuizen, scholen, kinderopvangcentra en bejaardentehuizen. GSM- en UMTS masten worden nu in Eindhoven zonder voorbehoud geplaatst bovenop scholen, ziekenhuizen, bejaardentehuizen en in de buurt van or&hes en woongebieden. Dat terwijl zieken, kinderen en bejaarden gelden als de meer kwetsbare groepen gelden voor elektromagnetische straling, Zelfs het Antennebureau erkent dat de gemiddelde elektromagnetische straling minder wordt wanneer antennes verder weg geplaatst worden en dat de gemiddelde veldsterkte nog veel verder te verlagen is zonder dat de mobiele telefonie in gevaar komt. Opmerkingen over ’inleiding’ 88W heelt in 2006 eenzijdig het Raadsbesluit tot strikte voorzorg (2004) teruggedraaid. De gemeenteraad is in dat besluit niet gekend en werd gefnformeerd middels een raadsinformatiebrief, Als reden daarvoor werd opgegeven dat dit besluit tot wijziging van beleid werd genomen onder tijdsdruk van een gerechtelijke procedure. Ons inziens bood de periode van juni tot oktober 2006 echter voldoende kans om de gemeenteraad naar behoren te informeren en het beleid door de gemeenteraad te laten vaststellen, "bestaan/ontstaat" moet zijn: "bestaan/ontstaan"
"een zwakke maar duidelijke vorm van voorzorg" moet zijn: "een zwakke vorm van voorzorg"
Opmerkingen over ’Gemeentelijke rol bij plaatsing UMTS-zendmasten’ Ons inziens dient dit hoofdstuk zich niet te beperken tot UMTS-zendmasten, maar hoort het de plaatsing van alle UMTS-zendapparatuur te behandelen.
Niet alleen verg unningsvrije maar ook vergunningspiichtige installaties worden in Eindhoven niet getoetst aan het bestemmingsplan, Zie het voorbeeld van de vergunning voor plaatsing van de UMTS-zenders in de toren van de St. Theresiakerk.
Vergunningsplichtige installaties worden niet gecontroleerd door de gemeente Eindhoven. Dat betekent dat er door providers naar believen zenders bijgepiaatst kunnen worden.
Naar aanleiding van de voorgenomen gemeentelijke inspanning "dat de informatie over de feitelijk geplaatste antennes voor de inwoners van Eindhoven toegankelijk is en blijft" moet in deze evaluatie worden opgemerkt dat de informatie op www.antennebureau.nl over een aantal antennes die in Eindhoven geplaatst en in werking gesteld zijn aantoonbaar onjuist is. Als er al sprake is geweest van enige gemeentelijke inspanning op dit gebied, dan heeft deze niet tot het gewenste resultaat geleid. Foute informatie is nog erger dan geen informatie,
in het Antenneconvenant wordt niet gesteld dat niet teruggezonden formulieren automatisch als "ja" stem beschouwd mogen worden. Deze instemmingsprocedure overigens brengt met zich mee dat in een bepaald geval iemand die zestig meter van een vergunningsvrije installatie woont zich kan uitspreken tegen plaatsing ervan, terwijl iemand die twintig meter van een vergunnlngspichtige installatie woont daar niets tegen kan ondernemen. Dit feit alieen al zou reden voor de gemeente Eindhoven moeten zijn om het Antenneconvenant niet klakkeloos te volgen. Met het plaatsen van UMTS-antennemasten is niet begonnen in 2004 maar in 2003, Het aantal van 199 UMTS-masten zegt ons niets; we zouden willen weten hoeveel UMTS-zenders er in Eindhoven zijn, Graag zouden we ook meetgegevens over de veldsterkte willen zien. Voorts zouden we willen weten hoeveel van deze zenders er vergunningsvrij en hoeveel er vergunnlngsplichtlg zijn.
Opmerkingen over ’Evaluatie van het beleid ’Van strikte voorzorg naar zwakke voorzorg’
Actiegroep Stoorzenders Eindhoven is vooral bezorgd over de hoogte van de strallngsniveaus, onder andere door cumulatie. De ambitie is te zorgen dat de stralingsniveaus voor de bevolkln van Eindhoven niet hoger zijn dan echt nodig. Met name dient daarbij te worden gelet op kwetsbare bevolkingsgroepen als kinderen, zieken en ouderen. Daartoe is het noodzakelijk dat de gemeente de strallngsnormen drastisch naar beneden bijstelt, metingen verricht en daarmee toezicht houdt op de handhaving van de toegestane veldsterktes. Zelfs bij een beleid van zwakke voorzorg zou toezicht moeten worden gehouden op de handhaving van de toegestane normen. Daarnaast wijst Stoorzenders Eindhoven op het esthetisch belang (zendrnasten ontsieren de stad) en het economisch belang (zendinstallaties veroorzaken een daling van de WOZ waarde; een Nederlandse rechter kende onlangs een waardeverlaging toe van 15 4k,).
In het Jaarbericht 2008 van de Gezondheidsraad is op p. 21 sprake van gebleken reproduceerbaar onderzoek" als kwaliteitscrlterium. Het Cofam II onderzoek, waarop staatssecretaris Van Geel zijn beleid baseert, is echter nooit gereproduceerd. Daarbij komt dat de staatssecretaris nooit inzage heeft gehad in het hele Cofam II rapport, Bovendien is het Cofam li onderzoek uitgevoerd met een groep proefpersonen die geen doorsnede van de bevolking vertegenwoordigt. Alleen al deze feiten zouden voor de gemeente Eindhoven aanleiding moeten zijn om zich niet klakkeloos achter de staatssecretaris en de Gezondheidsraad te scharen, Er wordt in deze evaluatie nogal de nadruk gelegd op de geringe invloed die een Nederlandse gemeente heeft om zich te onttrekken aan het landelijk beieid. Het voorbeeld van het Tilburgse beleid iaat zien dat daarmee ook resultaten geboekt kunnen worden, Deze gemeente heeft in ieder geval al een gerechtelijke procedure gewonnen, Op 22 augustus 2007 heeft de rechter in Breda (LJN:BB3566, Rechtbank Breda, 01/675 WRO) de gemeente Tilburg in het gelijk gesteld bij het weigeren van een zendinstallatie. Bovendien heeft Tilburg onlangs nog eens geweigerd een aantal providers vergunning te verlenen voor het plaatsen van
zendinstallaties in woonwijken. Het mag dan zo zijn dat er in Tilburg geen succes is geboekt met een aantal vergunningsvrije installaties, voor wat betreft vergunningsplichtige installaties heeft het Tilburgse beleid van strikte voorzorg wel degelijk effect. De internationaal aanbevolen limiet voor UMTS is gebaseerd op de zgn. ICNIRP richtlijnen. De afkorting ICNIRP staat voor International Comrnission on Non-lonizing Radiation Protection. Het is juist deze limiet die het Europees Parlement (zie hierboven onder ’Algemeen’) drastisch verlaagd wil hebben en die een groot aantal Europese landen al uit eigen beweging heeft verlaagd. Recente metingen in Eindhoven ontbreken. De Eindhovense metingen uit 2005 waarvan in de evaluatie sprake is, zijn bij Stoorzenders Eindhoven niet bekend. We vragen ons af waar deze gepubliceerd zijn. Minister Cramer spreekt van gemeten waarden tussen 0,5 en 2 V/m op publiek toegankelijke plaatsen, maar het Antennebureau heeft gemeten waarden van 5 V/m gepubliceerd. Als we verder kijken dan alleen de straling van UMTS, dan wordt het beeld steeds verontrustender. Het meetverslag van TUV Rheinland rondom de Croy zendmast (betaald door de gemeente Eindhoven) toont 20,7 V/m op het verzorgingscentrum De Genderhof! Tot slot zij opgemerkt dat binnen in woonhuizen niet wordt gemeten.
De harnvraag die we ons als Stoorzenders Eindhoven stellen is de volgende. Als het inderdaad zo is, zoals deze evaluatie in navolging van de Gezondheidsraad stelt, dat er geen kwalitatief hoogstaand onderzoek is, dat aantoont dat GSM- of UMTS straling gezondheidseffecten heeft, is er dan wel dito onderzoek dat aantoont dat er geen gezondheidseffecten op de lange termijn zijn? Zo nee, op welk hoogwaardig onderzoek is ons nationale beleid dan gebaseerd? Wij beweren ÃćâĆňâĂİ en met ons recent vijftig erkende Nederlandse artsen ÃćâĆňâĂİ dat er wel degelijk signalen zijn dat een overvloed aan elektromagnetische straling op de lange duur
gezondheidseffecten heeft, Wij denken dat deze effecten zich nu al beginnen te manifesteren, niet alleen bij mensen die een verhoogde gevoeligheid hebben voor deze straling, maar ook bij normale mensen. De conclusie van deze evaluatie is ons inziens onjuist. Hij zou als volgt moeten worden geformuleerd Uit betrokkenheid bij het welzijn van haar burgers dient de gemeente Eindhoven het beleid van zwakke voorzorg zo spoedig mogelijk terug te draaien naar een duidelijk omschreven vorm van strikte voorzorg". Opmerkingen over ’Evaluatie uitvoering gemeentelijk UMTS-beleid’
Het mag dan zo zijn dat wethouders, raadsleden en ambtenaren aangesproken worden door verontruste bewoners, er moet wel bij gezegd worden dat dat aanspreken niet veel uithaalt. De wethouders laten weten dat het beleid van zwakke voorzorg ongewijzigd blijft, verreweg de meeste raadsleden laten het na om een duidelijk standpunt over het gemeentelijk UMTS-beleid in te nemen, de ambtenaren verlenen vergunningen, geven daar op een verkeerde manier bekendheid aan en werken klachten- en bezwaarprocedures af waarvan de uitkomst al bij voorbaat vast lijkt te staan. Onze nieuwe burgemeester tot slot, degene die zegt zozeer prijs te stellen op contact met zijn burgers, geeft keer op keer niet thuis en verwijst na enig aandringen naar zijn wethouders. ln de raadsinformatiebrief van 21 november 2006 zijn geen doelstellingen geformuleerd, maar slechts een aantal actiepunten, Bij het uitvoeren hiervan is de gemeente in gebreke gebleven. Anders dan in de voorliggende evaluatie wordt gesuggereerd, houdt de uitvoering van het gemeentelijk beleid van zwakke voorzorg meer in dan alleen communicatie over verstrekte vergunningen, In 2006 beloofde BBW het volgende. "Wij zullen dan ook;
- klachten van ongeruste bewoners en omwonenden actief in behandeling blijven nemen, zodat zij als signaal kunnen dienen voor evaluatie en eventuele nadere standpuntbepaling. De GGD krijgt hiertoe een actieve monitorings- en signaleringsfunctie; - wetenschappelijk onderzoek en landelijke ontwikkelingen bijhouden, zodat we op basis van recente inzichten bewoners kunnen informeren; - bij communicatie over risico’s ook aandacht besteden aan eventuele wetenschappelijke onzekerheden, (bij vergunningsplichtige UMTS zendmasten) zullen wij: - informatiebijeenkomsten voor bewoners en omwonenden organiseren (...) ; - ervoor zorgen dat omwonenden goed worden geÃŕnformeerd en tijdig worden betrokken bij de plaatsing van zendmasten; - ons ervoor inspannen dat de informatie over feitelijk geplaatste antennes voor de inwoners van Eindhoven goed toegankelijk is en blijft
Indien (in de nabije toekomst) nieuwe informatie over goed wetenschappelijk onderzoek naar mogelijke gezondheidseffecten van UMTS-zendmasten beschikbaar is, zullen wij op basis van zorgvuldigheid van bestuur het standpunt dat nu wordt ingenomen opnieuw bezien,"
Ons commentaar op deze voornemens is het volgende: ÃćâĆňâĂİ Klachten van bewoners moeten altijd door een gemeente in behandeling worden genomen. Dit hoeft niet
apart beloofd te worden, Wat betekent het overigens dat dat ’actief gebeurt? Van de rol die de GGD hier krijgt toebedeeld hebben we nog nooit wat gemerkt. En waarom zou de GGD deze taken moeten uitvoeren?
Om de Gezondheidsraad eventueel te kunnen weerspreken? - Hierop aansluitend: waarom moet de gemeente Eindhoven wetenschappelijk onderzoek en landelijke ontwikkelingen bijhouden? Dat doet de Gezondheidsraad toch al? En de gemeente schaart zich toch achter de conclusies van de Gezondheidsraad? - Er is in geen van de genoemde voorbeelden van communicatietrajecten aandacht besteed aan gezondheidsrisico’s, Er is slechts veelvuldig gewezen op het ontbreken van gedegen wetenschappelijk onderzoek dat gezondheidsrisico’s aantoont, - Drie van de genoemde informatiebijeenkomsten zuilen hieronder elk apart besproken worden, In het algemeen hierover het volgende. Deze bijeenkomsten lijken onderdeel van het goed informeren van omwonenden, maar ze worden desondanks apart genoemd. De misvatting is dat door middel van informatiebijeenkomsten over plaatsing van UMTS-installaties onrust wordt weggenomen. Het omgekeerde lijkt eerder het geval; communicatie van een fout beleid maakt dat beleid niet goed; het vergroot de onrust, Orn "omwonenden te betrekken bij de plaatsing van zendmasten" lijkt ons overiigens helemaal teveei gevraagd! - Dat de informatie over feitelijk in Eindhoven geplaatste zendmasten niet deugt, is hierboven al besproken. - Zoals al gezegd; de gemeente hoeft ook geen nieuwe informatie over goed wetenschappelijk onderzoek bij te houden als ze zich blijft scharen achter het standpunt van de Gezondheidsraad. Hoe is het in 2006 door B&W geformuleerde beleid van zwakke voorzorg dus per saldo uitgevoerd? Slechts door middel van een aantal (hoeveel in totaal?) communicatietrajecten over vergunningsplichtige installaties. In alle in de evaluatie genoemde trajecten vond de communicatie met de omwonenden pas plaats nadat de vergunning was verleend, sommige gevaHen zelh nadat de mast al was geplaatst, ln het geval van het Floraplein werd de informatieavond zelfs georganiseerd vijf jaar nadat de zendmast was geplaatst! Met betrekking tot de communicatie over de plaatsing van UMTS-zenders in de toren van de St. Theresiakerk heeft de gemeente na een informele en een formele klachtenprocedure moeten toegeven dat er onzorgvuldig en qua aantal omwonenden ook niet toereikend is geinformeerd. Achteraf moet ook nog worden geconstateerd dat er niet is gecommuniceerd over wanneer de installatie geplaatst werd en wanneer hij in werking werd gesteld. De ongerustheid in de wijk is alleen maar groter geworden,
Tijdens de Croy informatieavorid werd van de zijde van de gemeente gemeld dat de informatieverplichting van de gemeente alleen maar voor UMTS-masten gold en niet voor een mast van Digitenne. Volgens die redenering hoort dit voorbeeld dus ook niet thuis in deze evaluatie. Maar omdat wij vinden dat het Eindhovens beleid moet worden uitgebreid naar alle soorten apparaten die elektromagnetische straiing teweeg brengen, willen we nog even verder ingaan op deze avond over de mast van Croy. Niet alleen de storing op de tv’s rondom de mast was reden voor de hoge opkomst, maar vooral de vele gezondheidsklachten en de esthetische vervuiling! Vertegenwoordigers van de GGD en de KPN waren niet aanwezig, Slapeloosheid en oorsuizingen zijn nog steeds veel gehoorde klachten van mensen die dicht bij de mast wonen. Deze klachten verdwijnen bij verblijf op een andere plaats, bijvoorbeeld tijdens een vakantie. Het wordt de gemeente zeer kwalijk genomen dat er geen communicatie vooraf heeft plaatsgevonden. De storing van tv is nog steeds niet opgelost. Ook hier is de onrust alleen maar toegenomen,
Over de bijeenkomst voor omwonenden van het Floraplein wordt niet vermeld dat deze informatieavond pas vijf jaar na plaatsing van de mast gehouden is, Veel bewoners waren dan ook van mening dat deze avond geen zin meer had omdat aan het gegeven, de reeds jaren lang aanwezige mast, niets meer te veranderen zou zijn. Het feit dat de mast al deze jaren niet conform de vergunning geplaatst was en het laatste jaar zelfs zonder een enkele vergunning werd door een vertegenwoordiger van de gemeente op deze avond als niet belangrijk gekwalificeerd. Bij omwonenden van het Floraplein is naast het gezondheidsaspect vooral de onverschilligheid van de gemeente een doorn in het oog, Het behoeft nauwelijks betoog dat we het met de conclusie over de uitvoering van bovenstaand beleid niet
eens zijn. De juiste vorm van communicatie is nog helemaal niet gevonden en zai ook niet gevonden worden als het beleid niet wijzigt. De woorden "wrijving en onvrede" kunnen beter vervangen worden door "maatschappelijke onrust en wantrouwen jegens de gemeentelijke overheid". Opmerkingen over ’Te ondernemen acties’ Over de te ondernemen acties tot slot nog het volgende, in 2006 werden, zoals hierboven al vermeld, geen doelstellingen geformuleerd, Het valt op dat twee van de in deze evaluatie voorgestelde acties zich weer richten op de communicatie, terwijl het beleid onveranderd blijft. De betrokken bewoners worden niet genoemd, Wij zouden kiezen voor een beleid van strikte voorzorg en een daarbij geformuleerd beleid van handhaving, Daarbij moet tijdig gecommuniceerd worden, dus in ieder geval op het moment dat er een vergunningsaanvraag is ingediend. Het woord bijvoorbeeld kan hier worden weggelaten. Maar beter ncg zou al over het plaatsingsplan (" overleg met de providers’) kunnen worden gecommuniceerd, Daarbij zou moeten worden aangetoond waarom een locatie geschikt is. De beste locatie is immers die waar zo min mogelijk mensen wonen. De "nabije omgeving" kan exact omschreven worden: alle bewoners binnen een straal van tweehonderd meter van een zendinstallatie. In de zinsnede "een eventuele inforrnatiebijeenkomst" kan "eventuele" worden weggelaten. De verantwoordelijke wethouder hoort gewoon aanwezig te zijn, zonder voorbehoud. De laatste drie actiepunten uit de voorgestelde procedure voor vergunningspiichtige zendmasten kunnen worden weggelaten. Deze behoren tot de normale taken van een gemeente. Wij zijn zeer voor het uitvoeren van metingen op een aantal nader te bepalen locaties in Eindhoven, maar we betwijfelen of deze de onrust onder omwonenden weg kunnen nemen. Ook het informeren over UMTS vla de gemeentelijke lnternetsite zal niet bijdragen tot vermindering van deze onrust. Als de gemeente het standpunt van de Gezondheidsraad blijft volgen, dan hoeft er bovendien niet "veel informatie bij anderen vandaan gehaald te worden. Wat knippen en plakken en klaar is Eindhoven. We twijfelen er niet aan dat de gemeente "dat graag doet voor haar inwoners". Het heeft niet onze voorkeur dat de gemeente "in gezamenlijkheid met de operators" vragen en klachten inventariseert en analyseert Beter zou dat kunnen gebeuren in overleg meteen afvaardiging van Eindhovense burgers, De "blootstelllingslimieten" waarvan sprake is, zijn de door ons bewiste 61 V/m. Voor wat betreft de accuraatheid van de gegevens over Eindhovense UMTS-innstallaties blijven we het Antennebureau nauwgezet volgen.
Eindhoven, 13 april 2009 Actiegroep Stoorzenders Eindhoven
gemeente Kindhaven
Evaluatie UMTS-beleid gemeente Eindhoven Gemeentelijke visie op reactie actiegroep Stoorzenders Eindhoven
Openbare Ruimte, Verkeer 8 Milieu
A pri I 2009
April 2009 visie op reactie actiegroep Stoorzenders Eindhoven Openbare Ruimte, Verkeer & Milieu
Colofon Uitgave Gemeente Eindhoven Openbare Ruimte, Verkeer & Milieu
Datum April 2009
April 2009 visie op reactie actiegroep Stoorzenders Eindhoven Openbare Ruimte, Verkeer & Milieu
Inhoudsopgave
1. Algemene opmerkingen.
2. Inleiding. 3. Gemeentelijke rol bij plaatsing UMTS-zendmasten. 4. Evaluatie van het beleid "Van strikte voorzorg naar zwakke voorzorg’......8
5. Evaluatie uitvoering gemeentelijk beleid. 6. Te ondernemen acties.
April 200g visie op reactie actiegroep Stoorzenders Eindhoven Openbare Ruimte, Verkeer 8 Milieu
Gemeentelijke visie op reactie d.d. 13 april 2009 van actiegroep Stoorzenders Eindhoven op concept-evaluatie UMT5-beleid gemeente Eindhoven d.d 31 maart 2009
De inhoudelijke punten ln de reactie van Stoorzenders Eindhoven zijn ln de onderstaande paragrafen samengevat (de integrale reactie ls als bijlage bijgevoegd). in elke paragraaf wordt de reactie van de gemeente Eindhoven gegeven op de punten van de actiegroep Stoorzenders Eindhoven.
1. Algemene opmerkingen
Actiegroep 5toorzenders Eindhoven De evaluatie gaatalieen over het beleid van de gemeente tenaanzien van UMTS, Het gemeentelijk beleid moet voortaan veel breder getrokken worden. Het beleid moet betrekking hebben opalle bronnen van elektromagnetische straling, zoals GSM, Digitenne, C2000, DECT, Edge, WLAN,WiFl en Wii.
De vergadering van het Europese Parlement d.d.4 september 2008,waarin met overgrote meerderheid van stemmen besloten werd om de normen ten aanzien van elektromagnetische straling drastisch naar beneden bij te stellen, wordt nergens in de evaluatie vermeld. De recente verklaring van vijftig erkende Nederlandseartsen waarin een toename van gezondheidsklachten in verband wordt gebracht met de verhoogde aanwezigheid van elektromagnetische straling in de woonomgeving is niet betrokken bij de evaluatie. Voor wat betreft de gezondheidsaspecten schaart de evaluatie zich achter de conclusies van de Gezondheidsraad. Mogelijke effecten van elektromagnetische straling op de lange termijn blijven daarom buiten beschouwing. De Gezondheidsraad doet hier namelijk geen uitspraken over. In de evaluatie wordt geen aandacht besteed aan de afstand van de masten tot waar kwetsbare doelgroepen verblijven, Het getuigt van voorzichtig beleid om geen masten te plaatsen op locaties waar juist de meest kwetsbare groepen gedurende lange periodes aan straling worden blootgesteld.
Gemeente Eindhoven Voor wat betreft de gezondheidseffecten op langere termijn van elektromagnetische straling verwijzen wij naar het antwoord dat Minister Cramer geeft aan de kamer op 27 januari 2009 (bijlage bij de evaluatie): "Zoals ook in de brief aan uw Kamer over het Biolnitiative-rapport [TK 2008-2009, 27561, nr. 37] is aangegeven zijn er op basis van wetenschappelijke informatie geen aanwijzingen voor een potentieel gevaar van langdurige blootstelling aan veldsterktes die in de leefomgeving voorkomen. Daarom zie ik geen aanleiding om blootstelllng limieten te verlagen." Zij gaat in die beantwoording ook in op de resolutie van het Europees parlement:
April 2009 visie op reactie actiegroep StoorzenderS Eindheven Openbare Ruimte, Verkeer 8 Milieu
"Dit betreft een resolutie van het Europees Parlement die door de Europese Commissie in behandeling wordt genomen en niet door de lidstaten. De Commissie heeft tot nu toe geen reactie gegeven naar aanleiding van de resolutie," Voor wat betreft de bovenstaande verklaring van de Nederlandse artsen: Dit betreft een oproep aan de regering om de blootstelling van de bevolking aan elektromagnetische velden te verlagen en om een bewustere omgang met elektrische en draadloze technologie te stimuleren. Ook willen ze dat beleid wordt gebaseerd "op alie wetenschappelijke onderzoeken die gepubliceerd zijn in internationale wetenschappelijke tijdschriften’, zonder dat een selectie wordt toegepast zoals de Gezondheidsraad doet. De artsen presenteren geen concrete onderzoeksresultaten.
De gemeente Eindhoven respecteert het oordeel van de Gezondheidsraad en minister Cramer en heeft daarom geen aanleiding, zoals in de evaluatie aangegeven, te veronderstellen dat UMTS-straling op korte of lange termijn gezondheidseffecten heeft. De gemeente Eindhoven heeft op basis van deadviezen van de Gezondheidsraad en het Rijksbeleid geen aanleiding om beleid te formuleren voor alle elektromagnetische straling of voor (niet-)plaatsing op locaties waar kwetsbare groepen zich bevinden.Op basis van huidige regelgeving kan bovendien niet getoetst worden op gezondheldsrisico’s.
2. Inleiding Actiegroep Stoorzenders Eindhoven 88W heeft in 2006 eenzijdig het Raadsbesluit tot strikte voorzorg (2004) teruggedraaid, De gemeenteraad is in dat besluit niet gekend en werd geYnformee rd middels een raad sinformatie brief. Als rede n daarvoor werd opgegeven dat dit besluit tot wijziging van beleid werd genomen onder tijdsdruk van een gerechtelijke procedure. Ons inziens bood de periode van juni tot oktober 2006 echter voldoende kans om de gemeenteraad naar behoren te informeren en het beleid door de gemeenteraad te laten vaststellen, bestaan/ontstaat" moet zijn: "bestaan/ontstaan". een zwakke maar duidelijke vorm van voorzorg moet zijn: een zwakke vorm van VOO l’ZO I g .
Gemeente Eindhoven Naar onze mening is de gemeenteraad in het jaar 2006 correct geinformeerd. In de definitieve versie van de evaluatie is bestaan/ontstaat" gewijzigd in "bestaan/ontstaan".
De zinsnede een zwakke maar duidelijke vorm van voorzorg" is overgenomen uit het in 2006 geformuleerde beleid. Naar onze mening correspondeert deze zinsnede goed met de ambities die in het beleid geformuleerd zijn.
April 2009 visie op reactie actiegroep Stoorzenders Eindhoven Openbare Ruimte, Verkeer & Ivliaeu
3. Gemeentelijke rol bij plaatsing UMTS-zendmasten
Actiegroep Stoorzenders Eindhoven Dit hoofdstuk dient zich niet te beperken tot UMTS-zendmasten, maar hoort de plaatsing van alle UMTS-zendapparatuur te behandelen. Niet alleen vergunningvrije maar ook vergunningplichtige installaties worden in Eindhoven niet getoetst aan het bestemmingsplan.Zie het voorbeeld van de The resiakerk.
Vergunningplichtige installaties worden niet gecontroleerd door de gemeente Eindhoven. Dat betekent dat er door providers naar believen zenders bijgeplaatst kunnen worden. De informatie op www.antennebureau.nl over een aantal antennes die in Eindhoven geplaatst en in werking gesteld zijn is aantoonbaar onjuist, In het Antenneconvenant wordt niet gesteld dat niet teruggezonden formulieren automatisch als ’ja" stem beschouwd mogen worden. Deze instemmingsprocedure overigens brengt met zich mee dat in een bepaald geval iemand die zestig meter van een vergunningvrije installatie woont zich kan uitspreken tegen plaatsing ervan, terwijl iemand die twintig meter van een verg unningplichtige installatie woont daar niets tegen kan ondernemen, Dit feit alleen ai zou reden voor de gemeente Eindhoven moeten zijn om het Antenneconvenant niet klakkeloos te volgen. Met het plaatsen van UMTS-antennemasten is niet begonnen in 2004 maar in 2003, Het aantal van ’( 99 UMTS-masten zegt ons niets; we zouden willen weten:
o hoeveel UMTS-zenders er in Eindhoven zijn; o meetgegevens over de veldsterkte willen zien; o hoeveel van deze zenders er vergunningvrij en hoeveel er verg unningplichtig zijn.
Gemeente Eindhoven De gemeente heeft alleen een rol bij plaatsingen van zendmasten. En dat ook slechts, zoalsaangegeven in de evaluatie, in een beperkt aantal gevallen. In de evaluatie zal opgenomen worden dat de gemeente onder ’UMTS-installaties’ verstaat (in aansluiting op de formulering zoals die in het Antenneconvenant gehanteerd wordt voor antenne-installaties in het algemeen): een installatie voor mobiele telecommunicatie, bestaande uit antenne(’s), antennedrager, bedrading en apparatuur of techniekkast(en) met bijbehorende bevestigingsconstructie, De gemeente Eindhoven toetst aanvragen voor vergunningplichtige installaties wel degelijk aan het bestemmingsplan. Voor de mast in de Theresiakerk is een bouwvergunning aangevraagd. De aanvraag is getoetst aan het bestemmingsplan zoals dat voor alle bouwvergunningen gebeurt. Er is een ontheffing van het bestemmingsplan verleend. Op basis hiervan is de bouwvergunning verleend. De gemeente Eindhoven controleert inderdaad niet hoeveel zenders een mast heeft. Het aantalzenders is ook niet vergunningplichtig. Stoorzenders Eindhoven heeft aangegeven bezorgd te zijn over cumulatie van straling door het plaatsen van diverse zenders op Hn mast. Uit het antwoord van minister Cramer blijkt dat de bezorgdheid
Apri} 2009 visie op reactie actiegroep Stoorzenders Eindhoven Openbare Ruimte, Verkeer 8 Mi/ieu
De gemeente Eindhoven heeft geen aanwijzingen dat de informatie op www,antennebureau niet juist is. Stoorzenders Eindhoven heeft ook geen concrete gegevens aangeleverd waaruit dit blijkt. De visie van Stoorzenders Eindhoven heeft wellicht te maken met onbekendheid met de bepalingen van het Antenneregister (waarom bepaalde masten er (nog) niet op staan): De antenne in de mast is nog niet in werking, In het register staan alleen antennes die zijn aangezet. Pas als de antenne in werking Is, zal hij worden opgenomen In het register. De antenne ls pas onlangs aangezet. Het Antennereglster wordt elk kwartaal ververst met de nieuwste gegevens. Pas daarna zal de nieuwe antenne in het register zichtbaar zijn. Het register toont de antenne wel, maar laat hem op de kaart zien ergens ln de buurt van het werkelijke opstelpunt. Soms ls er een afwijking tussen de werkelijke coordinaten en de getoonde plaats in het Antenneregister. Over het algemeen zal die afwijking niet meer dan enkele tientallen meters zijn. Het Antennebureau probeert in overleg met de mobiele operators voortdurend om de kwaliteit van de coordinaten in het register verder te verbeteren. Het is geen antenne voor mobiele telefonie of landelijke omroep. In het register zijn alleen antennes voor landelijke omroep en antenne-installaties voor mobiele telefonie opgenomen Andere antennes, zoals bijvoorbeeld lokale- en regionale omroepantennes, antennes van zendamateurs, en antennes ten behoeve van marifoonverkeer, mobilofoonverbindingen of nationale hul pdlensten (C2000) staan (nog) niet in het register vermeld. Er ls een wet in voorbereiding die er uiteindelijk voor moet zorgen dat ook deze antennes in het Antenneregister opgenomen kunnen worden. Voor wat betreft de instemmingsprocedures het volgende. in het Antenne-convenant is inderdaad een meer genuanceerde tekst opgenomen dan dat niet teruggezonden formulieren automatisch als "ja" stem beschouwd mogen worden," De meer genuanceerde tekst is opgenomen ln de evaluatie. De lnstemmingsprocedure voor vergunningvrije installaties geldt alleen voor de bewoners/eigenaren van het pand waarop een vergunning vrije installatie wordt geplaatst. Omwonenden hebben hierin geen rol. Dit is wel het geval bij plaatsing van vergunningplichtige Installaties; ln dat geval kan men als omwonende bezwaar maken. In de definitieve versie van de evaluatie is overgenomen dat de plaatsing van UMTSantennemasten in 2003 is begonnen. Het overzicht van UMTS-zenders is te vinden op de site van het Antennereglster.
Meetgegevens zijn te vinden ln het rapport’Veilige veldsterktes 2005 -2007’op de site van het Antenneregister. Daarnaast is op deze slte nog een rubriek te vinden over ’veldsterktes bij u in de buurt’. Hierin staat het rapport van een meting bij een locatie in Eindhoven (Beverloweg).
Apru 2009 visie op reactie actiegroep Stoorzenders Eindhoven Openbare Ruimte, Verkeer a IViilieu
Bovengenoemde bronnen betreffen steekproefsgewijze metingen. Er zijn geen metingen beschikbaar van alle zenders.Via het antennereglster kunnen omwonenden overigens meer informatie opvragen over een bepaalde GSM/UMTS-installatie. Zoals in de evaluatie aangegeven wil de gemeente Eindhoven in overleg met Stoorzenders Eindhoven graag op een aantal locaties in Eindhoven metingen uitvoeren. Zoals in de evaluatie is aangegeven was vanaf het jaar 2006 voor vier masten een
bouwvergunning noodzakelijk.
4. Evaluatie van het beleid "Van strikte voorzorg naar zwakke voorzorg’
Actiegroep Stoorzenders Eindhoven Actiegroep Stoorzenders Eindhoven is vooralbezorgd over de hoogte van cte stralingsniveaus, onder andere door cumulatie. De ambitie is te zorgen dat de stralingsniveaus voor de bevolkin van Eindhoven niet hoger zijn dan echt nodig. Met name dient daarbij te worden gelet op kwetsbare bevolkingsgroepen als kinderen, zieken en ouderen, Daartoe is het noodzakelijk dat de gemeente: o de stralingsnormen drastisch naar beneden bijstelt;
o metingen verricht; o en toezicht houdt op de handhaving van de toegestane veldsterktes. De gemeente Eindhoven moet niet klakkeloos achter het standpunt van de staatssecretaris en de Gezondheidsraad staan, Het mag dan zo zijn dat er in Tilburg geen succes is geboekt met een aantal vergunningvrije installaties, voor wat betreft vergunningplichtige Installaties heeft het Tilburgse beleid van strikte voorzorg wel degelijk effect. Als verder gekeken wordt dan alleen de straling van UMTS, dan wordt het beeld steeds verontrustender. Het meetverslag van TUV Aheinland rondom de Croy zendmast (betaald door de gemeente Eindhoven) toont 20,7 V/m op het verzorgingscentrum De Genderhofl In woonhuizen wordt niet wordt gemeten. Hamvraag: Als het inderdaad zo is, zoals deze evaluatie in navolging van de Gezondheidsraad stelt, dat er geen kwalitatief hoogstaand onderzoek is, dat aantoont dat GSM- of UMTS straling gezondheidseffecten heeft, is er dan wel dito onderzoek dat aantoont dat er geen gezondheidseffecten op de lange termijn zijn? Op welk hoogwaardig onderzoek [met betrekking tot gezondheidseffecten op lange termijn} ls ons nationale beleid gebaseerd? Het gemeentelijk beleid zou als volgt geformuleerd moeten worden: o "Uit betrokkenheid bij het welzijn van haar burgers dient de gemeente Eindhoven het beleid van zwakke voorzorg zo spoedig mogelijk terug te draaien naar een duidelijk omschreven vorm van strikte voorzorg". o Met een daarbij geformuleerd beleid van handhaving, o Daarbij moet tijdig gecommuniceerd worden, dus in ieder geval op het moment dat er een verg unningsaanvraag is ingediend.
April 2009 visie op reactie actiegroep Stoorzenders Eindhoven Openbare Ruimte, Verkeer 5 Milieu
Gemeente Eindhoven De onderstreepte passages (onder andere en voor de bevolkin van Eindhoven zijn overgenomen in de definitieve versie van de evaluatie. Voor wat betreft:
o Het naar beneden bijstellen van de stralingsnormen:hierop ls hierboven ingegaan. o Het uitvoeringen van metingen: in de evaluatie wordt besloten dat deze ln overleg met Stoorzenders Eindhoven uitgevoerd zullen worden (zie ook hieronder in de paragraaf "Uitvoering gemeentelijk beleid ), o Toezicht houdt op de handhaving van de toegestane veldsterktes: zoals in de evaluatie aangegeven voert het Agentschap Telecom steekproefsgewijs metingen uit. En blijkt uit die metingen dat de veldsterktes ruim binnen de toegestane waarden blijven, Het woord’klakkeloos’ vinden wij niet van toepassing. In het kader van de evaluatie Is nadrukkelijk breder gekeken dan het Nederlandse beleid. Zoals de evaluatieaangeeft en uit de contacten met de gemeente Tilburg is gebleken heeft ook deze gemeente slechts een beperkte invloed op de plaatsing van zendmasten omdat niet getoetst wordt op gezondheidseffecten. Voor wat betreft het rapport van TUV Rheinland het volgende. De aangehaalde waarde betreft de maximale waarde die gemeten ls op het dak van verzorgingscentrum De Genderhof. De meting vond piaats vlak naast een mast met GSWUMTS zenders (en valt ruim binnen de togestane maximale waarde). De door TUV Rhelniand uitgevoerde metingen op alle andere locaties (die voor publiek bereikbaar zijn) komen uit op veel lagere maximale waarden (de hoogst gemeten waarde is hier 1,8). Overigens vond ook een meting binnen plaats.
Voor wat betreft het standpunt van de Gezondheidsraad verwijzen wij naar de bovenstaande paragraaf l, Algemene opmerkingen. Het gemeentelijk beleid wordt, zoa ls in de evaluatie en hierboven al is uitgelegd, niet aangepast conform de bovenstaande wens van Stoorzenders Eindhoven. Voor wat betreft het onderwerp’communicatie’, hierop wordt in de onderstaande paragraaf ingegaan.
April 2009 Visie op reactie actiegroep Stoorzenders Eindhoven Openbare Ruimte, Verkeer 8 Milieu
5. Evaluatie uitvoering gemeentelijk beleid
Actiegroep 5toorzenders Eindhoven Klachten van bewoners moeten altijd door een gemeente in behandeling worden genomen. Dit hoeft niet apart beloofd te worden. Wat betekent dat de gemeente klachten ’actief’in behandeling neemt? Van de rol die de GGD hier krijgt toebedeeld hebben we nog nooit wat gemerkt, En waarom zou de GGD deze taken moeten uitvoeren? Orn de Gezondheidsraad
eventueel te kunnen weerspreken? Waarom moet de gemeente Eindhoven wetenschappelijk onderzoek en landelijke ontwikkelingen bijhouden? Dat doet de Gezondheldsraad toehal? En de gemeente schaart zich toch achter de conclusies van de Gezondheidsraad? Er is in geen van de genoemde voorbeelden van communicatietrajecten aandacht besteed aan gezondheidsrjsico’s, Er is slechts veelvuldig gewezen op het ontbreken van gedegen wetenschappelijk onderzoek dat gezondheidsrisico’s aantoont, De communicatie in de gevallen Floraplein,St. Theresiakerk en Croy ls niet goed
verlopen. Het is een misvatting dat door middel van informatiebljeenkomsten over plaatsing van UMTS-installaties onrust wordt weggenomen. Het omgekeerde lijkt eerder het geval, communicatie van een fout beleid maakt dat beleid niet goed; het vergroot de onrust.Om "omwonenden te betrekken bij de piaatsing van zendmasten" lijkt ons overigens helemaal teveel gevraagd! De 3 informatiebijeenkomsten worden apart besproken in de reactie. Niet vermeld is dat de bijeenkomst voor omwonenden van het Florapieln pas vijf jaar na plaatsing van de mast gehouden is.
Gemeente Eindhoven Klachten moeten inderdaad altijd in behandeling genomen worden. Het in 2006 gebruikte woord ’actief’ interpreteren we vooral als ’voortvarend’. in de evaluatie gebruiken wij het woord ’actief’ ook in de paragraaf ’Te ondernemen acties’. Maar hier wordt vooral gedoeld op het als gemeente niet alleen reageren op signalen uit de gemeente, maar vooral ookzelf initiatief nemen op communicatief gebied. Het bijhouden van literatuur, landelijke ontwikkelingen en contact hierover met de GGD is naar onze mening noodzakelijk voor een goede communicatie. In het verleden is wel degelijk aandacht besteed aan gezondheidsrisico’s in de communicatietrajecten. Uw zinsnede slechts veelvuldig gewezen op het ontbreken van gedegen wetenschappelijk onderzoek dat gezondheidsrisico’s aantoont" duidt hier ook op. Voor wat betreft de communicatie over plaatsing UMT5-masten: zoals de evaluatie concludeert is de gemeente Eindhoven niet tevreden over hoe die is verlopen. Daarom wordt sterker op die communicatie ingezet. Actieve communicatie vindt plaats bij masten waarvoor een vergunning nodig is en waar de gemeente Eindhoven dus een rol heeft, Maatwerk daarbij is belangrijk. Per situatie wordt bekeken welke manier van communiceren het meest passend is.
April 2009 visie op reactie actiegroep Stoorzenders Eindhoven Openbare Ruimte, Verkeer & Milieu
Stoorzenders Eindhoven geeft aan dat zij de zinsnede "omwonenden te betrekken bij de plaatsing van zendmasten" teveel gevraagd vinden. Hiermee bedoelen we dat we open willen communiceren richting de omwonenden en dit ook tijdig doen. Dus ruimschoots voordat de mast/zeitders geplaatst worden. De bouwvergunning voor de UMTS-mast nabij het Floraplein is verleend in 2003. Daarna is de mast geplaatst. Uit controles naar aanleiding van klachten en bezwaren is gebleken is dat de UMTS-mast is opgericht in afwijking van de verleende bouwvergunning omdat deze op enkeie meters afstand is geplaatst van de vergunde bouwlocatie. Om de situatie te kunnen legaliseren is er een nieuwe bouwaanvraag ingediend voor de plek waar de mast staat. Eind 2008 lag een ontwerp beschikking ter inzage en in die periode is de informatie bijeenkomst gehouden (dat is inderdaad vijf jaar na plaatsing).Er is een behoorlijk aantal zienswijzen ingediend. Door enkele bewoners is een planschadeverzoek ingediend. Dit moet eerst worden afgehandeld voordat de bouwvergunning definitief gemaakt kan worden. Dit betekent dat op dit moment nog steeds geen definitieve bouwvergunning is verleend,
6. Te ondernemen acties
Actiegroep Stoorzenders Eindhoven Stoorzenders Eindhoven kiest voor een beleid van strikte voorzorg en een daarbij geformuleerd beleid van handhaving, Het woord bijvoorbeeld’ kan worden weggelaten in de zinsnede "dat bijvoorbeeld de vergunning wordt aangevraagd". Communicatie over het plaatsingsplan van de providers zou goed zijn.
In dezinsnede een eventuele informatiebijeenkomst kan eventuele"worden weggelaten. De verantwoordelijke wethouder hoort gewoon aanwezig te zijn, zonder voorbehoud. Stoorzenders Eindhoven is zeer voor het uitvoeren van metingen op een aantal nader te bepalen locaties in Eindhoven, maar betwijfelt of deze de onrust onder omwonenden weg kan nemen. Ook het informeren over UMTS via de gemeentelijke internetsite zal niet bijdragen tot vermindering van deze onrust. Het heeft niet de voorkeur van Stoorzenders Eindhoven dat de gemeente in gezamenlijkheid met de operators" vragen en klachten inventariseert en analyseert, Beter zou dat kunnen gebeuren in overleg met een afvaardiging van Eindhovense burgers.
Gemeente Eindhoven Zoals in de evaluatie geconcludeerd wordt kiest de gemeente voor een ander beleid dan door Stoorzenders Eindhoven wordt gewenst. Communicatie is maatwerk. Het woord ’bijvoorbeeld’ is daarom opgenomen zodat duidelijk is dat commuriicatie op verschillende momenten kan plaatsvinden. Het is voor de gemeente niet mogelijk te communiceren over het plaatsingsplan, Dit is een, uit concurrentieoverwegingen, vertrouwelijk plan van de providers.
April 2009 visie op reactie actiegroep Stoorzenders Eindhoven Openbare Ruimte, Verkeer & Milieu
Het woord ’eventuele’ bij informatiebijeenkomst hebben wij in de definitieve versie van de evaluatie verwijderd. Niet gegarandeerd kan worden, ’zonder voorbehoud’, dat de verantwoordelijke wethouder bij alle informatiebijeenkomsten aanwezig is. In overleg met Stoorzenders Eindhoven wordt op een aantal plaatsen het strallngsniveau gemeten. De gemeente hoopt wel degelijk dat hiermee onrust weggenomen wordt als aangetoond wordt dat het stralingsniveau binnen de wettelijke normen valt. De gemeente kiest er bewust voor te gaan communiceren via de website. Dit is een middel dat iedereen, die beschikking heeft over een computer met internet, kan raadplegen op ieder moment van de dag. Dit wil niet zeggen dat er alleen gecommuniceerd wordt via de website. Zoals aangegeven willen we hierin maatwerk leveren en dat per situatie bekijken. Maar de overall communicatie bestaat uit het gebruik van de website. Het is hierbij inderdaad van belang, dat de informatie die hier op staat daadwerkelijk klopt. Het is daarom de taak van de gemeente om de informatie die hierop wordt geplaatst of de sites waarnaar door wordt gelinkt (bijvoorbeeld het www,antennebureau.nl te controleren, voordat de informatie gepub! icee rd wordt. Ook bij operators worden klachten ingediend, De gemeente vindt het belangrijk op de hoogte te zijn van die klachten en die te kunnen analyseren, Door geen contact hierover te hebben met de operators, wordt een belangrijk deel informatie gemist.
gemeente Eindhoven
Retouradres Postbus 998, S6oo AZ Eindhoven
Stoorzenders Eindhoven t.a.v. dhr. WJ. Renders
Zeelste rstraat 142
5652 EN Eindhoven
Behandeld door J. Bemelmans Telefoon (oso) 238 ss 94
Uw brief vau Uw kenmerk Ons kenmerk ORVM/oguitraS46 3)uni soog
Betreft evaluatie UMTS-beleid gemeente Eindhoven
Geachte heer Renders, Bijgaand ontvangt u ter informatie de evaluatie van het UMTS-beleid van de gemeente Eindhoven, die door het college van B&W op 8juni 2009 is vastgesteld. Op basis van uw reactie van 13 april op het concept van 31 maart van de evaluatie hebben wij de evaluatie op enkele onderdelen aangepast, De volledige reactie op uw opmerkingen van ’)3 april is ook door het college van B&W op 26 mei vastgesteld en vindt u bijgevoegd.
De evaluatie is door middel van een raadsinformatiebrief aangeboden aan de gemeenteraad.
hoogachtend,
R.TJ. Rjinen
hoofd
jbe/LA0901 7346
Besoekadres Kennedyplein soo
Postadres Postbus 998 s6oo Az Eindhoven