NOTULEN van de vergadering van de commissie Inwonerszaken d.d. 25 februari 2003
Aanwezig:
mw E.J. Beerten-Pex (SP), dhr A.P.J. van Duren (LOF/Belangengroep Rijkevoort), dhr H.A.N.M. van den Elsen (VVD), dhr P. Francissen (PK 2002), mw W.A.G.M. Hendriks-van Haren (LOF/Dorpslijst Oeffelt), dhr J.L.A. Hermanussen (VDB), dhr C.J.M. Janssen (CDA), dhr M.C.G. Klaassen (LOF/Lijst Overloon), mw W.A.T.C. Kuijpers (LOF/BB’86), mw W.T. Liebrand (SP), dhr A.F. Ulijn (CDA), dhr P.F. van der Zande (LOF/Politiek Beugen)
Voorzitter: Portefeuillehouders:
dhr F.A.M.Th. Verstraelen dhr E.G.M. Roemer dhr J.A. de Graaf mw B. Vermeent
Griffier:
dhr A.W.J.M. Cornelissen
Insprekers:
dhr W. Mars (stichting noodopvang vluchtelingen Boxmeer) en dhr R. Fierst (stichting cultureel erfgoed)
Op uitnodiging:
dhr A. van der Pas (seniorenraad) en dhr T. Janssen (stichting VONK)
Verslag:
Buro Service Overasselt, mw C. Peters
AAN DE ORDE IS: 0.
Opening
De voorzitter opent de vergadering en heet alle aanwezigen van harte welkom.
1.
Definitieve vaststelling van de agenda
Er zijn twee verzoeken van burgers om te mogen inspreken. De voorzitter stelt in verband daarmee voor de agendapunten 13 en 7 na punt 5 te plaatsen De agenda wordt met bovenstaande wijziging vastgesteld.
2.
Spreekrecht
Dhr Fierst introduceert de stichting cultureel erfgoed. Het initiatief slaat aan bij de bevolking. Men streeft ernaar de activiteiten zelf te kunnen bedruipen, met name de museale activiteit. Die bestaat uit het houden van tentoonstellingen. Men heeft afgelopen jaar twee tentoonstellingen georganiseerd. De ervaringen waren goed. Men zou in Sambeek gebruik maken van de pastorie. De kosten om die tot een museum te verbouwen, waren heel hoog. Het bouwbureau van het bisdom vond dat men
1 Verslag vergadering commissie Inwonerszaken d.d. 25 februari 2003
commerciële huur zou moeten betalen. Er zou een medehuurder zijn. Dan waren de kosten middels sponsoring en een bijdrage van de gemeente op te brengen geweest. Onlangs heeft men van het kerkbestuur gehoord dat men het pand niet kon betrekken, want de medehuurder heeft afgezien van huur. Op verzoek van het college schenkt men aandacht aan de mogelijkheden die de Weijer biedt. Het kerkbestuur wilde een huurder voor de langere termijn. De Weijer heeft onderzocht of men twee tentoonstellingen per jaar kan organiseren. Dat is door de tentoonstellingscommissie en de kunstcommissie akkoord bevonden. Woensdag heeft men een gesprek met het bestuur. Men hoopt dan een schema te kunnen opstellen. Daarnaast streeft men naar een permanente expositie. Dhr Mars spreekt in namens de stichting noodopvang vluchtelingen Boxmeer. Hij doet het woord voor vier mensen die zich onafhankelijk van elkaar, op verschillende manieren en om verschillende redenen hebben ingezet ter ondersteuning van instanties die belast waren met de opvang van asielzoekers. Men had in de loop der tijden contact met de ambtenaren van de IND en advocaten. Zo was men getuige van de groeiende problematiek van mensen die van overheidswege belast zijn met vluchtelingenwerk. Het vreemdelingenvraagstuk is in de afgelopen jaren dermate toegenomen, dat onder druk van de bevolking de overheid genoodzaakt werd tot het nemen van stringente maatregelen. Die maatregelen leiden niet tot een oplossing, want noch voor de oorzaak van het probleem noch voor de gevolgen daarvan kan men de overheid verantwoordelijk stellen. De asielzoeker zelf wordt verantwoordelijk gehouden voor zijn vluchtgedrag en moet zelf de consequenties dragen van het procederen tegen de uitwijzing door de IND. In de beleidsstukken van de gemeenten leest men dat het voor de gemeenten minder eenvoudig ligt, omdat de gemeente voor iedere inwoner een zorgtaak heeft. Bovendien worden de gemeenten belast met de negatieve consequenties, een sterke toename van het aantal daklozen met inbegrip van de daarmee verbonden problemen t.a.v. openbare orde, veiligheid en gezondheidsrisico’s. Als men mensen uit de bevolking op particulier initiatief aanspreekt, tonen velen zich bewust van hun eigen verantwoordelijkheid, die men een morele zorgtaak zou kunnen noemen. Velen zijn echter van mening dat de overheid die zorgtaak van hen heeft overgenomen. Zo is men gekomen tot een situatie waarin sceptici spreken over een spel waarin iedereen de ander de bal toespeelt en zelf de bal tracht af te houden. Dat doet echter geen recht aan mensen die zich tot nu toe belast wisten met het vreemdelingenvraagstuk en naar hun beste vermogen hebben gewerkt. Juist bij hen beluistert men de wens tot en de vraag naar samenwerking. Dhr Mars wijst op de beleidsnota van INLIA d.d. 16 mei en van VONK d.d. 3 november. Deze stichtingen doen niet alleen een beroep op gemeenten, maar ook op particulieren. Mensen vragen zich af of hun streven niet al te naïef is. Dat mag wel zo zijn, maar geloven dat de zaken worden opgelost zonder dat streven, is nog veel naïever. Wel weet men, wil men op dit gebied iets zinnigs en goeds tot stand brengen, dat samenwerking een eerste vereiste is. Op advies van groepen die met daadwerkelijke hulpverlening bezig zijn, heeft men de activiteiten ondergebracht in een stichting. Als stichting hoopt men vertrouwen en steun te krijgen, niet alleen materieel, maar ook t.a.v. het onderzoek naar wettelijke regelingen en de bijstand door diensten van de overheid. Als stichting kan men ook een beroep doen op deelname van de bevolking. Zonder steun van en samenwerking met de gemeente is de inzet zinloos. Men wil graag vrijwilliger blijven en geen onbezoldigd ambtenaar worden, want men gelooft in de waarde van het particuliere initiatief. Als stichting loopt men ook anderen voor de voeten. Men wil voorkomen dat asielzoekers die willen terugkeren naar eigen land, in de illegaliteit verdwijnen. Men kan hen ondersteunen om te voorkomen dat zij afglijden naar een mensonwaardig bestaan en de terugkeer naar eigen land daadwerkelijk te kunnen aangaan.
3.
Vaststelling van de notulen van de commissie Inwonerszaken van 14 januari 2003
Dhr Van Duren wijst erop dat de tweede inspreker dhr De Vlam heet. De notulen worden met bovenstaande correctie vastgesteld. Afspraken en toezeggingen: 1. Wethouder De Graaf zegt toe dat hij eind deze week een afspraak met de clubs zal hebben en dat er in een periode van 2 tot 4 maanden een voorstel zal voorliggen. Wethouder De Graaf zegt dat het is gebeurd. Men is ermee bezig.
2 Verslag vergadering commissie Inwonerszaken d.d. 25 februari 2003
2. Dhr Van den Nieuwenhuizen zal schriftelijk of de volgende commissievergadering terugkomen op de vraag van dhr Janssen n.a.v. het jaarverslag van Pantein. Dit punt blijft staan. 3. Er wordt teruggekomen op de eventuele plaatsing van een skatebaan. Dit punt blijft staan. Mw Kuijpers verzoekt om doornummering van het boek. De griffier zegt dat het over twee vergaderingen aldus geregeld kan zijn.
4.
Ingekomen stukken en mededelingen, te weten:
a. Discussienota kunst- en cultuurbeleid De voorzitter vraagt wat het traject t.a.v. dit stuk is. Dhr Van Duren vraagt hoe deze nota rijmt met het agendapunt t.a.v. de stichting voor behoud historische en cultureel erfgoed. c. Conceptverslag van de adviescommissie sociale zaken van 8 juli 2002 De voorzitter pleit ervoor de verslagen van die commissie zo actueel mogelijk voorhanden te hebben, omdat het bij de advisering handig zou zijn. h. Memo m.b.t. fietsenstalling station NS Boxmeer Mw Hendriks heeft een brief gezien van de NS waarin deze hun verbazing uitspraken over de houding van de gemeente Boxmeer, omdat zij de indruk hadden dat de portefeuillehouder het helemaal eens was met het standpunt van de NS. Zij verzoekt om nadere uitleg van de portefeuillehouder. De voorzitter wijst erop dat er een uitnodiging ligt van het bestuur van de Meander voor een minisymposium inzake de Meander op 10 maart a.s. van 15.00 tot 19.00 uur in cultureel centrum de Weijer. Men dient zich daarvoor op te geven voor 1 maart a.s. Tevens ligt er een aanbod van de GGD om een toelichting te geven over onderwerpen rondom openbare gezondheid en lokaal gezondheidsbeleid. De voorzitter zal met het presidium bekijken of dit te agenderen is. Op maandag 17 maart a.s. is er een conferentie “Kennis, kennis, kennis!” door het regionaal platform arbeidsmarktbeleid in Noordoost-Brabant. Daarvan liggen er brochures. a. Stand van zaken De Meander Wethouder De Graaf zegt dat op 10 maart 2003 een symposium wordt gehouden. Het financiële stuk komt pas 1 april a.s. ter inzage. Voor dhr Klaassen behelst het probleem meer dan wat op 10 maart aan bod komt. Hij heeft al geruime tijd aandacht gevraagd voor de wachtlijstproblematiek. Die wordt volgens hem niet op 10 maart opgelost. Wethouder De Graaf zegt dat op 10 maart daaraan aandacht wordt geschonken. Het DB en het AB zijn bezig in kaart te brengen hoe het moet worden opgelost. Mw Hendriks vraagt door wie het symposium wordt betaald. Als dit door de Meander wordt betaald, stelt zij voor de borrel en het buffet te laten vervallen. Men kan beter wachtlijsten oplossen. De uitnodiging kwam op zeer korte termijn. Wethouder De Graaf zegt dat eerder een uitnodiging van de gemeente is uitgegaan. Borrel en buffet zijn eenvoudig doch voedzaam. b. Accommodaties Wethouder De Graaf deelt een nieuwe planning uit die door RO is gescreend. Daarop staan minder accommodaties, omdat men bezig is alle accommodaties in kaart te brengen. Als de raad de planning goedkeurt, kan men uitvoeren wat er staat. Voor 24 maart a.s. is een afspraak gemaakt met de jeugd in Overloon in verband met plaatsing van een jeugdhuis op het Gildeterrein. Eerder zal er een afspraak zijn met de direct betrokken buurtbewoners. Mw Hendriks zou graag zicht hebben op de planning t.a.v. de Weijer. Wethouder De Graaf antwoordt dat de Weijer terugkomt op de lijst inventarisatieproblematiek huisvesting van accommodaties. Mw Hendriks vraagt of men te horen krijgt wanneer het in kaart is gebracht. Er is spoed, omdat de problematiek al heel lang speelt. Wethouder De Graaf antwoordt dat men niet alles in een jaar kan oplossen. De problematiek wordt onderkend.
3 Verslag vergadering commissie Inwonerszaken d.d. 25 februari 2003
Dhr Van der Zande vraagt of de planning ook is besproken met de nieuwe huurder van gemeenschapshuis Beugen. Wethouder De Graaf antwoordt dat de exploitant van het gemeenschapshuis zaken doet met de nieuwe huurder. Op voorstel van het bestuur heeft men haast gemaakt. De bloedbank kan na het verwijderen van twee muurtjes reeds aan de slag. Men zal meer opknappen dan de bedoeling was. Dat kost meer tijd. Dat wordt met het bestuur van het gemeenschapshuis gecommuniceerd. Mw Kuijpers vraagt of het bestuur van de stichting jeugd op de hoogte is gebracht van de reactie van de provincie en wat men er vervolgens mee gaat doen. Wethouder De Graaf antwoordt dat de afdeling in gesprek is met de dorpsraad, het bestuur en de jeugd van Vortum.
5.
Oprichting Ouderenraad
Voor de bijdrage van dhr Van der Pas zie bijlage. Dhr Francissen vraagt wat de noodzaak van de oprichting van een seniorenraad is naast S.W.O.G.B., KBO en dergelijke. Dhr Van der Pas antwoordt dat de S.W.O.G.B. een doelinstelling is die gericht werk doet. De seniorenraad is een adviesorgaan dat wil inspreken op beleid dat de gemeente gaat realiseren. Iedereen is welkom bij de werkgroep. Dhr Klaassen mist de invloed van en terugkoppeling naar de achterban bij mensen die zich niet kunnen legitimeren vanuit een gezelschap. Hij vraagt hoe dat wordt geregeld. Dhr Van der Pas zegt dat het nog een onopgelost punt is. Dhr Van den Elsen vindt het een goed initiatief. Het gaat om een leeftijdsgerelateerde raad. Hij geeft het college in overweging voor de jongerenraad een soortgelijk convenant te kiezen. Hij denkt dat de commissie zou moeten nadenken over een algemeen convenantprotocol om dat vervolgens toe te spitsen op de dorpsraden, want ook daar speelt de vraag naar de terugkoppeling. Dhr Van der Pas zegt dat een ontwerpconvenant, het protocol en het reglement bij B & W liggen. Op 10 januari j.l. heeft men een gesprek gehad. A.s. donderdag heeft men weer een gesprek. Hij denkt dat het moeilijk is de jongerenraad en de seniorenraad volgens hetzelfde convenant te laten werken. Dhr Van der Zande vraagt om een consequente aanduiding van de raad. Dhr Van der Pas zegt dat het om een seniorenraad gaat. Dhr Van der Zande vraagt een nadere toelichting op de afwijzing van een budgetsubsidiëring. Dhr Van der Pas denkt dat ambtelijke ondersteuning makkelijker is, vooral gedurende de eerste jaren. De mensen moeten het werk leren. Men kan niet inschatten wat externe krachten kosten. Het gaat niet zozeer om de kosten als om de ambtelijke ondersteuning. Dhr Francissen vraagt of het niet gaat lijken op onbezoldigd ambtenaar. Dhr Van der Pas antwoordt ontkennend. Men is een onafhankelijk adviesorgaan namens de ouderen van de gemeente Boxmeer. Wethouder Vermeent noemt de onderwerpen die in de gesprekken met de werkgroep, die is voortgekomen uit de KBO, zijn gepasseerd. In de kern Boxmeer komen steeds meer niet aan een ouderenorganisatie gebonden mensen. T.a.v. de adviescommissie sociale zaken of monumentenzorg zit men met een zelfde probleem. Dat kan men ondervangen door het houden van openbare vergaderingen en het goed verspreiden van informatie. Zij hoopt dat het ook bij de ongebonden burger gaat leven. Ook zij moeten een lid van de seniorenraad kunnen aanspreken. De werving van de ongebonden leden kan volgens de wethouder het meest eerlijk via een advertentie gebeuren. Het college wil de onafhankelijkheid waarborgen. 200 uur ambtelijke ondersteuning is heel veel. Wel kan men het splitsen bijvoorbeeld in de aanwezigheid van een beleidsmedewerker ouderen bij vergadering om stukken toe te lichten en andere zaken. N.a.v. een vraag van mw Hendriks licht dhr Van der Pas toe dat de seniorenraad om 50 uur ambtelijke ondersteuning heeft gevraagd, namelijk 10 vergaderingen van 2,5 uur en evenveel voorbereidingstijd. Wethouder Vermeent zegt dat dit een nieuw voorstel is. Het college stelt werken met een budget voor, zodat de seniorenraad bij derden deskundigheid kan inkopen of begeleiding kan inhuren. Met een eigen budget kan men dit zelf bepalen. Er moeten geen onduidelijkheden blijven bestaan. De S.W.O.G.B. heeft een uitvoerende taak, maar ook hen kan advies worden gevraagd over beleid. Op 27 februari a.s. komen de lijn naar de wijk- en dorpsraden, de SWOGB, het budget, ambtelijke ondersteuning, de werving van de kandidaten en de ongebonden leden aan de orde. De wethouder verwacht dat men pas in september kan starten. Mw Hendriks stelt voor de wensen van de seniorenraad en die van het college op papier te hebben en dat commissie en raad zich uitspreken over hoe men vindt dat het zou moeten zijn. Dan is men er
4 Verslag vergadering commissie Inwonerszaken d.d. 25 februari 2003
volgens haar het snelst. De voorzitter denkt dat de seniorenraad i.o. en het college de gesprekken moeten voortzetten. Wethouder Vermeent zegt dat het niet zozeer en verschil van visie is, alleen wil men dit grondig doen. Dan moet men alle aspecten meenemen. Bovendien beslist de werkgroep dit niet zelf, maar koppelt het iedere keer terug. Dat kost tijd. Dhr Van der Pas zegt dat het afspreken van een tijdspad tot 1 september wenselijk is. De voorzitter concludeert dat men de laatste vergadering voor de zomervakantie als streefdatum neemt. Dhr Klaassen herhaalt zijn zorg t.a.v. de participatie van ongeorganiseerde ouderen. Mensen zullen waarschijnlijk op persoonlijke titel in de commissie plaatsnemen. Wethouder Vermeent benadrukt dat men het ouderenbeleid voor alle ouderen voor ogen heeft. Mensen in diverse gemeentelijke adviescommissies hebben geen achterban. Dhr Klaassen vindt dat de ouderen zich moeten organiseren. Dhr Van den Elsen vraagt of de vergaderingen openbaar zijn. Dhr Van der Pas antwoordt bevestigend. Dhr Van den Elsen vindt dat op 27 februari ook moet worden nagedacht over eventueel dubbele vertegenwoordiging bijvoorbeeld in dorpsraad en in seniorenraad. Mw Hendriks stelt voor, als men er voor de zomer niet uitkomt, het in de commissie te brengen. De voorzitter vindt het een goed voorstel. Dhr Ulijn vindt het een goed voorstel. Op 10 maart a.s. weet men het standpunt van de KBO.
13.
Kaderstelling m.b.t. uitgeprocedeerde asielzoekers in de gemeente Boxmeer
Dhr Janssen spreekt in namens de stichting V.O.N.K. Hij complimenteert de gemeente dat zij de stichting reeds in een vroeg stadium bij de gemeentelijke beleidsvorming heeft betrokken. In oktober was nog geen sprake van een particuliere stichting voor noodopvang van uitgeprocedeerde asielzoekers. Men is bijzonder blij met die stichting. De reactie op de gemeentelijke notitie is na consultering van diverse groepen tot stand gekomen. Op sommige punten verschilt men van mening met de gemeente. Het enige fundamentele geschilpunt was dat de gemeente de regeling alleen wilde toepassen op mensen die onder de oude wet vallen. V.O.N.K. vindt dat men moet helpen, als mensen in een procedure recht hebben op opvang, maar die niet krijgen, of als door het ontzeggen van opvang enorm schrijnende situaties ontstaan. Wethouder Vermeent vraagt wat de commissie procedureel wil. De voorzitter stelt voor in eerste instantie verhelderende vragen te stellen en in tweede instantie aan te geven hoe men met de problematiek wil omgaan en wat men vindt dat het college moet doen. Dhr Van den Elsen leest dat er twee vormen van schrijnende situaties zijn: iemand die ernstig ziek is en iemand die gaat bevallen. Hij vraagt of er nog andere schrijnende situaties zijn en hoe wordt bepaald wat daaronder valt. Hij vindt het vervelend dat men niet weet hoe groot de groep is. Wethouder Vermeent antwoordt dat het om voorzieningloze gevallen gaat. Voor haar is iemand uitgeprocedeerd, wanneer werkelijk niets meer loopt. Als men uit de rijksvoorziening is gegaan, men geen opvang en geld meer krijgt en op straat leeft, kan men nog in een procedure zitten. Mw Hendriks zegt dat het rijksbeleid is dat mensen de uitslag moeten afwachten in het land van herkomst. Als mensen niet terug kunnen of geen papieren hebben, dan is er een stichting die opvang biedt. Dhr Janssen zegt dat het niet zo is dat iedere asielzoeker die is uitgeprocedeerd, aanspraak kan maken op een of andere opvang. Het IOM heeft heel erg beperkte mogelijkheden om mensen heel erg kort op te vangen. Mensen die langer op papieren moeten wachten, kunnen niet zomaar aanspraak maken op opvang. Dhr Van den Elsen zegt dat het rijksbeleid is ontstaan op basis van democratie. Dat moet men respecteren. Hij vindt het niet consequent dat men bijvoorbeeld t.a.v. een bouwstoffenbeleid tegen gedogen en voor handhaving is, maar hier kiest voor gedogen. Hij vraagt of de wethouder het eens is met de zienswijze dat dit tegen de democratische grondbeginselen is en dat het indruist tegen andere vormen van handhaven. Wethouder Vermeent merkt op dat hier mensen met het bouwstoffenbesluit worden vergeleken. Zij wil niet dat die mensen op straat leven. Dhr Van den Elsen herhaalt zijn vraag. De voorzitter zegt dat uitgangspunten kunnen verschillen. Hij pleit ervoor zich te beperken tot de inhoud van de notities. Dhr Van der Zande vraagt wat “korte termijn” is en hoe men met de langere termijn omgaat. Dhr Janssen zegt dat de groep van de dubbele aanvragers achterhaald is. De tweede groep zijn de mensen die nog in de procedure zitten, maar hun recht op opvang hebben verloren. De derde groep
5 Verslag vergadering commissie Inwonerszaken d.d. 25 februari 2003
werkt mee aan terugkeer, maar heeft langer nodig dan de 28 dagen. Die groep zal altijd blijven bestaan. Dhr Van der Zande vraagt wat de status van de eerste gevallen in de gemeente Boxmeer is. Wethouder Vermeent kan geen precieze aantallen en niet de duur van de opvang geven. Dhr Van der Zande zegt dat er ook na twee keer drie maanden schrijnende gevallen kunnen zijn. Hij vraagt hoe strikt men zich aan die termijn houdt. Wethouder Vermeent laat het antwoord open. Zij vraagt de commissie om kaders te stellen. Zes maanden was de gemiddelde tijd van een procedure. Inmiddels is de tijd al weer veel langer. Zij suggereert een toetsing na zes maanden. De mogelijkheid tot verlenging moet er volgens haar zijn, totdat de uitslag er is. Dhr Van der Zande zegt dat dan de nota anders moet worden geformuleerd. Hij vraagt of de gemeente deskundigen raadpleegt. Wethouder Vermeent antwoordt bevestigend. Dhr Janssen zegt dat V.O.N.K. vaak nog dezelfde dag door de gemeente wordt geraadpleegd. Dhr Van der Zande denkt dat V.O.N.K. niet de instantie is die gaat over de vraag in hoeverre mensen meewerken aan terugkeer en welke regels voor hen gelden. Daarover gaan de VD, IND en COA. Hij vraagt of die instanties worden geraadpleegd. Dhr Janssen antwoordt dat het om drie overheidsorganisaties gaat. Pas als iemand door hen tot uitgeprocedeerde wordt verklaard, komt iemand binnen de beleidskaders van deze notities en komt V.O.N.K. in actie op basis van haar deskundigheid. Zij raadplegen het landelijk bureau in Amsterdam voor de laatste stand van zaken in een land. Dhr Van der Zande vraagt welk standpunt het college t.a.v. de adviezen van V.O.N.K. inneemt. Wethouder Vermeent heeft de adviezen tot nog toe opgevolgd. De nota is tot stand gekomen na een interpellatie. Zij heeft V.O.N.K. om een reactie gevraagd. Het college heeft hierover geen standpunt ingenomen, omdat men raad en commissie wilde vragen kaders te stellen. Het is een ambtelijke notitie. Dhr Janssen vraagt om hoeveel schrijnende gevallen het gaat. Daaraan kan men geld relateren. Wethouder Vermeent dacht dat het om vijf of zes mensen gaat. Mw Liebrand vraagt of het klopt dat het gaat om mensen die slachtoffer zijn geworden van het falende rijksbeleid en dat mensen die nu asiel aanvragen binnen een half jaar helderheid hebben. Dhr Janssen zegt dat dit het streven is, maar niet klopt. De IND heeft een te grote achterstand. Hij heeft zich met name erop gericht mensen in aanmeldcentra zo snel mogelijk af te wijzen. Omdat men met de mensen die in de procedure terechtkomen, zo veel achterloopt, heeft men ervan afgezien mensen na drie jaar automatisch een status te geven. Dhr Janssen vermoedt dat de ambtenaar is afgegaan op de doelstelling van het rijksbeleid, namelijk dat de nieuwe wet geen schrijnende gevallen meer zou opleveren. Er zijn situaties te bedenken die over drie jaar schrijnende gevallen opleveren. Wel zal het aantal gevallen afnemen. Dhr Van Duren is erg verbaasd dat de wethouder niet weet om hoeveel mensen het nu gaat. Hij vraagt wat de status van de stichting noodopvang vluchtelingenwerk Boxmeer wordt. Wethouder Vermeent hoorde vandaag dat de stichting is opgericht. Men gaat ervan uit dat de stichting wordt gesubsidieerd door de gemeente en dat zij zorgt voor feitelijk eetgeld en een dak boven het hoofd. De stichting geeft uitvoering aan gemeentelijk beleid. Dhr Van Duren is verbaasd dat er in de gemeente Boxmeer geen woonruimte meer beschikbaar is. Wethouder Vermeent zegt dat het klopt. Mw Kuijpers vraagt waarop de bedragen voor leefgeld van de gemeente zijn gebaseerd en wat de kosten in het afgelopen jaar zijn geweest. Er staat onderstreept dat het om een maximum van zes maanden gaat. Wethouder Vermeent antwoordt dat het leefgeld is gebaseerd op het leefgeld op grond van de voorwaardelijke vergunning tot verblijf. V.ON.K. hanteert andere normen. Mw Hendriks vraagt waarom men op andere bedragen uitkomt. Wethouder Vermeent zegt dat de bedragen in St. Anthonis beduidend lager zijn. Die bedragen zijn wellicht gebaseerd op een soort bijstandsuitkering. Dhr Janssen zegt dat de stichting noodopvang St. Anthonis nog moet evalueren of het bedrag voldoende was. Mw Kuijpers herhaalt haar verzoek om volledig inzicht in de financiële aspecten. De voorzitter stelt voor dat dit in de notulen wordt opgenomen. Mw Kuijpers vindt dat men nooit moet toestaan dat mensen in het illegale circuit verdwijnen. Dhr Janssen zegt dat het niet illegaal is een uitgeprocedeerde thuis op te vangen of in een hotel te vestigen. Dhr Francissen zegt dat de COA tot voor kort het oude klooster in Zandbeek had gehuurd. Daar zitten nu nog maar enkele mensen. Daar is qua woonruimte nog een hele boel te halen. Dhr Van Duren zegt dat men het beleid in de regio op elkaar moet afstemmen. Anders komen mensen naar Boxmeer, omdat daar schrijnende gevallen worden geholpen. Wethouder Vermeent
6 Verslag vergadering commissie Inwonerszaken d.d. 25 februari 2003
zegt dat in beide notities sprake is van Boxmeerse situaties. Men loopt zeker niet voor. Dhr Van den Elsen schetst een geval dat in zijn ogen echt schrijnend is. Wethouder Vermeent antwoordt dat het om iemand moet gaan die is ingeschreven in Boxmeer. De voorzitter stelt voor dat het college thans op basis van hetgeen in de commissie naar voren is gebracht een voorstel aanreikt hetwelk de commissie c.q. de raad kan gebruiken om te komen tot vaststelling van de gwenste kaders met daarin eventueel opgenomen enkele beleidskeuzes. Dhr Klaassen denkt dat uit de gevoerde discussie duidelijk de kaders kunnen worden gedestilleerd. De notitie kan aan de hand daarvan tot een voorstel worden omgewerkt. Mw Hendriks denkt dat de stichting noodopvang een heel ander licht kan werpen op het onderwerp. De commissie gaat akkoord met het voorstel van de voorzitter.
7.
Voorstel tot beschikbaarstelling van een bijdrage aan de Stichting tot behoud van het historisch en cultureel erfgoed voor de gemeente Boxmeer
Dhr Francissen memoreert de geschiedenis van het punt. Hij vindt het kwalijk dat zo veel enthousiasme in de kiem wordt gesmoord en dat het zo lang heeft moeten duren, voordat zo iets in de raad ter sprake is gebracht. Wethouder De Graaf zegt dat er geen beleid was om de stichting financieel te steunen. Een tentoonstelling in Zandbeek is gesubsidieerd. Daarop kwam een vervolggesprek en is men tot de conclusie gekomen dat men per expositie betaalt en een bijdrage voor de huur van Zandbeek à € 7.000,- voor 2003 zou leveren. Dhr Francissen vraagt hoe zich dat verhoudt tot de nota kunst- en cultuurbeleid. Wethouder De Graaf antwoordt dat de stichting prominent in de nota is opgenomen. Het beleid wordt nog kaderstellend aangeboden en staat los van dit verzoek dat een ad hoc oplossing is om de stichting op weg te helpen. Dhr Francissen vraagt wat men voor de toekomst kan verwachten. Wethouder De Graaf wijst op de nota. Dhr Van Duren leest voor dat de gemeente op korte termijn geen initiatieven zal ondernemen tot realisatie van een museum. Wethouder De Graaf beaamt dit, maar de gemeente zal een particulier initiatief altijd ondersteunen. Hij herhaalt dat er geen beleid was en de aanvraag ad hoc moest worden gehonoreerd. Dhr Van Duren vraagt hoe deze subsidie rijmt met het weigeren van subsidie aan andere instellingen die zich bezig houden met cultuur. Wethouder De Graaf wijst op de kunst- en cultuurnota. De stichting is overkoepelend voor elf dorpen. Volgens de nota gaat daar de subsidie naar toe. Die stichting moet het geld vervolgens verdelen. Dhr Janssen meent dat zich meer stichtingen op hetzelfde terrein bewegen. Hij vraagt of er voldoende overleg is geweest tussen de verschillende verenigingen. Wethouder De Graaf antwoordt ontkennend. Dhr Ulijn vraagt of de € 7.000,- puur een bijdrage aan de huur voor een ruimte is en of dat straks in de cultuurnota wordt opgenomen. Wethouder De Graaf legt uit dat, zolang de cultuurnota niet door de raad is goedgekeurd, men ad hoc aanvragen zal houden. Dhr Hermanussen vindt dat men moet voorkomen dat de post onvoorzien straks leeg is. Dhr Van Duren merkt op dat bij het besluit een bijdrage van € 59.250,- wordt genoemd. De voorzitter zegt dat dit wordt gecorrigeerd in 9.250,-. Mw Liebrand zegt dat de som voor 2003 op € 4.500,uitkomt en niet op € 5.000,-. Mw Kuijpers zegt dat het LOF de bijdrage voor de expositieruimte nog nader wil bestuderen. De commissie adviseert positief over het stuk. Het is een B-stuk. De voorzitter schorst de vergadering gedurende enkele minuten.
6.
Convenant dorpsraden
Wethouder Roemer zegt dat op verzoek van de wijk- en dorpsraden een aantal afspraken is vastgelegd. Een eerste convenant is 1998 ontstaan. Na vier jaar heeft een symposium plaatsgevonden. Op basis daarvan is geconcludeerd dat een soort kanteling dient plaats te vinden van reactie op voornemens van de gemeente naar het vervullen van een eigenstandige rol waarbij de
7 Verslag vergadering commissie Inwonerszaken d.d. 25 februari 2003
gemeente een van de partners is. Daarvoor dient een wijk- en dorpsraad een eigen agenda op te stellen. Er is een eerste concept van een nieuw convenant opgesteld waarin de status, bevoegdheden en taken van de wijk- en dorpsraden, de beschikbare middelen, de afspraken over het functioneren en hoe met name op het gebied van informatieverschaffing en overleg afspraken dienen te worden gemaakt, worden vastgelegd. Op 10 maart a.s. wordt het besproken in het partneroverleg met vertegenwoordigers van de wijk- en dorpsraden. Daarna zal een tweede concept worden geschreven. Hij hoopt de volgende keer te kunnen mededelen wanneer het conceptconvenant naar de raad wordt gestuurd. De voorzitter vraagt of het mogelijk is het huidige stuk ter inzage te leggen. Wethouder Roemer denkt dat het in deze fase alleen tot verwarring kan leiden. Er zullen na 10 maart behoorlijk veel wijzigingen komen. De voorzitter verzoekt het tweede concept ter inzage te leggen. Wethouder Roemer gaat akkoord met het voorstel. Dhr Van den Elsen vraagt waarom niet eerst een pakket van eisen door de raad kan worden vastgesteld waarmee het uitvoerend orgaan het veld ingaat. Mw Hendriks sluit zich daarbij aan. In het dualisme stelt de raad de kaders. De voorzitter vindt dat het goed is dat een stuk informatie die er bij het ambtelijk apparaat en het college is, wordt gemobiliseerd op grond waarvan er voorstellen, alternatieven of suggesties komen, waarover de raad zich kan uitspreken. Het college moet in de gesprekken aangeven dat het niet besluit, maar het voorstel aan de raad voorlegt. Mw Hendriks had het op prijs gesteld als ook het eerste concept ter bespreking aan de commissie was voorgelegd. Zij wil voorkomen dat het straks helemaal is afgekaart door het college en de wijk- en dorpsraden en de raad straks een andere mening is toegedaan. Wethouder Roemer zegt dat men een aantal kaders heeft waarop men doorborduurt: de kaders die het college in het eerste convenant heeft gesteld, de conclusies van het college, ondersteund door het symposium, en ten derde de kaders die door de meerderheid in het raadsprogramma zijn ondersteund. Nu probeert men met het veld een stuk voor te bereiden dat men aan de raad voorlegt. Dhr Van den Elsen verzoekt op te nemen dat de vergaderingen van de wijk- en dorpsraden openbaar zijn. Hij vraagt of er een soort klankbordgroep komt of dat de portefeuillehouder toeziet op de raden. Zijn voorkeur heeft het laatste. Hij acht het niet wenselijk dat een dorps- en wijkraad politiek actief is. In het convenant moeten duidelijke criteria worden gesteld waarmee een dorps- en wijkraad zich bemoeit. “Relevante onderwerpen” moet worden gedefinieerd. Hij vraagt hoe men toetst dat de leden van de dorps- en wijkraad een goede afspiegeling zijn van de inwoners van de kernen. Hij acht een kostenraming wenselijk. Dhr Klaassen verzoekt om argumenten voor herziening van het convenant. Acceptatie gaat gelijk op met informatie. Dat geldt ook voor de commissie, als men over een convenant gaat spreken. Dhr Van der Zande sluit zich daarbij aan. Als men een zo breed mogelijk draagvlak wil creëren, moet men zo vroeg mogelijk met betrokkenen overleggen. Daarmee worden veel vragen overbodig. Dhr Van Duren zegt dat men in Rijkevoort geen dorpsraad heeft. Hij vraagt of men daar verstoken blijft van informatie en of men niet kan meepraten over een convenant met het oog op een eventueel toekomstige dorpsraad. Wethouder Roemer antwoordt dat de vergaderingen ten allen tijde openbaar zijn. T.a.v. controle leeft het idee dat iemand van het ambtelijk apparaat verantwoordelijk is t.a.v. afspraken tussen de gemeente Boxmeer en de wijk- en dorpsraden met betrekking tot procedures. Het idee van een klankbordgroep onder leiding van de gemeentesecretaris leeft. De dagelijkse controle gebeurt tussen de voorzitters van de wijk- en dorpsraden, afdelingshoofden en de portefeuillehouders. T.a.v. informatieverstrekking denkt men louter en alleen aan afstemming van de agenda’s, niet aan het verstrekken van complete plannen. De criteria dienen in het convenant vermeld te staan. Het is een adviserend orgaan dat de gemeente ook helpt bij informatieverstrekking en het polsen van de burgers. Het is altijd aan het college of de raad om de besluiten te nemen en de adviezen te wegen. Het is een goede manier om de politiek zo dicht mogelijk bij de mensen te krijgen en hen te betrekken bij de leefbaarheid van hun wijk of kern. De kostenraming zal uiteraard worden vermeld. De wethouder verwacht weinig verandering in verhouding tot voorafgaande jaren waarin het budget was gerelateerd aan de grootte van de kern / wijk. De enige beperking voor lidmaatschap van een wijk- of dorpsraad is dat betreffende personen geen lid mogen zijn van de gemeenteraad of een raadscommissie. Eventueel bestaat er ook een leeftijdscriterium. Het convenant moet worden herzien, omdat dit was afgesproken. Het oude convenant was een groeimodel. Op het symposium zijn zaken naar voren gekomen die moeten leiden tot aanpassing van het convenant. Na vijf jaar is actualisatie zinnig. De wijk- en dorpsraden zijn qua omvang, kennis en vaardigheden gegroeid. T.a.v. de informatie aan de commissie herhaalt de wethouder dat het voorleggen van het eerste concept tot verwarring had
8 Verslag vergadering commissie Inwonerszaken d.d. 25 februari 2003
kunnen leiden. Het was een ambtelijke notitie. De situatie van Rijkevoort heeft de aandacht. Men probeert elke gelegenheid aan te grijpen om te kijken of in Rijkevoort een dorpsraad kan worden opgericht. Als dat niet lukt, zal men bij elk agendapunt dat de kern Rijkevoort aangaat, moeten afwegen hoe men mensen uitnodigt om in gesprek te gaan. De griffier zegt dat de burgemeester sinds bijna een jaar t.a.v. burgerparticipatie een uitdrukkelijke taak heeft. Daarover zal hij een burgerjaarverslag moeten opstellen. Daar zal het toezicht eerder passen dan bij de ambtelijke organisatie. Wethouder Roemer denkt dat het twee zaken zijn die naast elkaar lopen. Verantwoording afleggen over burgerparticipatie is een taak van de burgemeester. Als afspraken zijn vastgelegd in een convenant en geaccordeerd door de raad, moet men ervan uitgaan dat die worden nageleefd. Ook daarop zal controle moeten zijn. Die interne controle bedoelde hij. Dhr Van den Elsen vindt het vreemd dat een dorpsraadlid rechtstreeks met het ambtelijk apparaat en MT-lid mag spreken en een gemeenteraadslid niet. Hij stelt voor te overwegen de dorpsraden aan de raadsgriffier te koppelen. Dhr Van der Zande neemt aan dat de opmerkingen van de Gedeputeerde t.a.v. het convenant worden meegenomen in de afwegingen. Dhr Van Duren proeft een ongelijkheid van burgers doordat voor dorps- en wijkraden projectsubsidies ter beschikking staan. Rijkevoort wordt daarin ontzien. Dat lijkt hem niet goed. Hij begrijpt dat mensen met een politieke kleur zitting mogen hebben in de dorpsraad. Wethouder Roemer gaat ervan uit dat iedereen in Nederland een politieke kleur heeft. Het criterium is dat men geen lid is van de gemeenteraad of een raadscommissie. Men moet zijn rollen kunnen scheiden. Dhr Francissen complimenteert de wethouder met het streven om in elk dorp een dorpsraad van de grond te krijgen. In een aantal dorpen staat de dorpsraad op het punt te stoppen. Men moet blij zijn als mensen zich willen inzetten voor hun dorp. Men moet niet teveel tijd verspillen aan een convenant. Wethouder Roemer neemt de opmerkingen van de Gedeputeerde mee. Hij was het niet met alles eens. T.a.v. de projectsubsidiëring probeert men te bewaken dat er geen verschillen zijn tussen de elf kernen. Dit punt komt terug in de volgende commissievergadering.
8.
Voorstel m.b.t. budgetsubsidie 2003 + flexwetkosten 2003 S.W.O.G.B.
Dhr Klaassen spreekt namens het grootste gedeelte van het LOF. Er is nog steeds sprake van een korting in het kader van de ophoging van de eigen bijdrage van € 3.500,-. Daar is men in principe tegen. Men mist de onderbouwing en vindt dat het S.W.O.G.B. dat bedrag niet in het kader van de eigen bijdrage mag verhalen. Hij zou graag de doelstelling van de S.W.O.G.B. willen vernemen. Hij wil de bedragen graag aan de doelstelling toetsen, want die zijn aan de hoge kant. Dhr Van den Elsen vraagt n.a.v. de conclusie op blz. 2 van het voorstel of er een ander tijdstip is waarop de subsidie wel kan worden verminderd. Dhr Ulijn denkt dat men niet onder de subsidiëring uitkomt. Er staat dat de indexering pas vanaf 2004 wordt uitgekeerd, terwijl 2002 op 100 is vastgesteld. Hij vindt het overzicht heel overzichtelijk en uitvoerig. Hij vindt de flexwet heel erg duur. Het heeft te maken met het uitvoeren van een aantal activiteiten door beroepskrachten. Vroeger deden vrijwilligers dat, maar dat mag niet meer. Wethouder Vermeent beaamt dat de flexwet vrij duur is. Het contract loopt tot eind oktober. Men wil naar een regionale afspraak en kijken naar een goedkopere oplossing. Er ligt weerstand bij de S.W.O.G.B.. Zij vindt dat het Meer Bewegen Voor Ouderen meerwaarde heeft. Als het echter goedkoper kan, moet het ook goedkoper. De reden waarom de indexering pas volgend jaar wordt meegenomen, zal zij uitzoeken. Dhr Ulijn zegt dat in het overleg tussen de gemeente en de S.W.O.G.B. is besproken om het ook over 2003 uit te betalen. Daarover is men niet tot overeenstemming kunnen komen. Wethouder Vermeent vervolgt dat de raad in meerderheid vorig jaar heeft toegestemd in de korting van € 3.500,-. De € 8.000,- is opgenomen in de begroting. Dat kan worden ingevoerd in het nieuwe contractjaar. Het contract liep sneller dan de bezuiniging. Zij hoopt volgend jaar vóór 1 april met het budget te kunnen komen. Dhr Klaassen zegt dat er tegenstellingen in het beleid van de S.W.O.G.B. zitten t.a.v. de € 3.500,-. Daarom kan hij het beleid niet onderschrijven. Hij herhaalt zijn vraag naar de doelstelling. Wethouder Vermeent stelt voor dat de commissie het contract krijgt. De doelstelling is het uitvoeren van gemeentelijk beleid.
9 Verslag vergadering commissie Inwonerszaken d.d. 25 februari 2003
Mw Kuijpers mist de vermelding van het restant van de post onvoorzien in het voorstel. BB ’86 zal akkoord gaan met het voorstel. Wethouder Vermeent meent dat het saldo negatief is. De gegevens zullen worden verstrekt. De commissie adviseert in meerderheid positief. Het LOF blijft tegen de korting op de eigen bijdrage. Het is een B-stuk.
9.
Voorstel tot beschikbaarstelling van een krediet ten behoeve van het RIO voor de begroting van het jaar 2003
Dhr Van den Elsen vraagt hoeveel aanvragen van Boxmeer voor € 1,23 mln zijn behandeld en of het niet slimmer zou kunnen zijn een eigen bedrijfsarts in dienst te nemen. Mw Liebrand vraagt of de nieuwe herintakes in de 10 % groei zitten. Mw Hendriks vraagt of er inmiddels een bestuurslid vanuit het Land van Cuijk is en, zo ja, wie dat is. Het bevreemdt het LOF nogal dat men niet eerder van het hogere bedrag is uitgegaan. De raming van het bestuur was veel hoger. Ook de redenering in verband met de formatie is vreemd. Het RIO heeft geen wachtlijsten. Mw Hendriks vraagt uit welke pot de aanvulling van € 36.849,05 wordt betaald. Bij de oprichting van het RIO in 1997 werd gezegd dat het de gemeente niet meer mocht kosten. Nu rijzen de kosten de pan uit. De gemeenschappelijke regelingen zouden allemaal onder de loep worden genomen. Volgens haar moet men naar een goedkoper alternatief kijken. Wethouder Roemer zal het antwoord op de vraag van dhr Van den Elsen moeten uitzoeken. Men heeft in het verleden vaker discussies gehad over voldongen feiten bij gemeenschappelijke regelingen. Men moet met name de kwaliteit van het product voor ogen houden en een zo zuiver mogelijke kosten-batenanalyse maken. De afgelopen jaren is uitgegaan van een toename van indicatiestellingen van 3,5 %. In 2000 en 2001 is gebleken dat de groei veel groter was. De activiteiten zijn wel goed uitgevoerd, alleen was er voor 2001 een negatief saldo doordat men meer werk heeft verricht dan men had begroot. Dat krijgen de gemeenten als voldongen feit op hun bord. In juli 2002 is besproken hoe men met die groei omgaat. Een veel groter voorstel van het RIO is kritisch bekeken. Men ging akkoord met een veel geringer mate van uitbreiding van management en ondersteuning. Als dat aantoonbaar te weinig is, dient het RIO dit van tevoren aan te tonen. Men mag ook de komende jaren uitgaan van een groei van 10 %. De begroting lag in concept al klaar, voordat het besprokene in het college en in de raad kwam. De gemeente Boxmeer zit nu in het bestuur namens het Land van Cuijk. Tegelijk met de notulen zal een aangepast voorstel worden verzonden, want het stuk t.a.v. de financiën ontbreekt. Het bedrag is gehaald uit de post onvoorzien structureel. De griffier komt aan een negatief saldo van € 15.000,- voor de post onvoorzien structureel. Mw Liebrand wil benadrukken dat het hard nodig is dat er uitbreiding in de ondersteuning komt. Dhr Ulijn zegt dat men de groei had kunnen voorzien. Men spreekt in Brabant al jaren over een dubbele vergrijzing. Het product is inderdaad goed, maar organisaties zeggen al te gemakkelijk dat zij geld tekort komen voor het management. Men moet de vinger aan de pols houden. Mw Hendriks vraagt n.a.v. een artikel over het RIO Nijmegen hoe dit RIO indiceert bij echtparen, of de partner mee mag naar een verzorgingshuis. Zij vindt dat beiden naar een verzorgingshuis moeten kunnen en hoopt dat het RIO zodanig indiceert. Wethouder Roemer deelt die mening, maar zal de praktijk navragen. Dhr Ulijn zegt dat het ook te maken met de AWBZ. De vraag is wie de achterblijvende partner opvangt, als die geen huisvesting meer heeft. Wethouder Roemer deelt de zorg en zal het meenemen. De commissie adviseert in meerderheid positief over het stuk. Dhr Van den Elsen onthoudt zich. Het is een B-stuk.
10.
Voorstel tot wijziging van de gemeenschappelijke regeling Integrale Bedrijven Noordoost-Brabant
Dhr Van den Elsen vraagt of het mogelijk is dat men halverwege het strategisch plan kan aanpassen en vervolgens de begroting niet haalt. Wethouder Roemer zegt dat in het verleden verzelfstandiging is afgesproken. Het voorstel is conform die afspraak. Volgens mw Hendriks staat dit los van de subsidies van de gemeente. Het bedrijf doet het heel goed.
10 Verslag vergadering commissie Inwonerszaken d.d. 25 februari 2003
De commissie adviseert positief over het voorstel. Het is een A-stuk.
11.
Voorstel tot vaststelling onderwijshuisvesting 2003
van
het
programma
en
overzicht
voorzieningen
Dhr Francissen vraagt hoe het staat met de aanleg van de inbraakinstallatie bij het Elzendaal College en of de openbare school in Overloon een dependance van de school in Boxmeer is. Mw Kuijpers vraagt hoe het staat met de plannen van de Scholengemeenschap Stevensbeek met de locatie Boxmeer, waarom voor de niet voor vergoeding in aanmerking komende aanvragen weer geld wordt gevraagd en hoe het geheel wordt bekostigd. Dhr Janssen vraagt n.a.v. blz. 3 van de toelichting of de brandweer of het college sancties oplegt. Mw Beerten vindt dat het lang geduurd heeft, voordat het programma dat in juni j.l. is vastgesteld, in de raad komt. Wethouder Roemer stelt voor de aanvraag bij de Laurentiushof te wijzigen in “Uitbreiding permanent voor huisvesting 15e groep” vanwege de forse teruggang van asielzoekerkinderen. De planning was dat het programma in november in de raad zou komen, maar het stuk was ergens op een bureau blijven liggen. Met de scholen is afgesproken dat zij daarvan geen last zouden hebben. Het Elzendaal College kan een offerte voor een inbraakinstallatie indienen en overgaan tot installatie. De Scholengemeenschap Stevensbeek is zelf nog aan het nadenken over hun toekomstplannen. Men heeft een deel van de huisvesting teruggehaald naar Stevensbeek vanwege geringe aanmelding voor de locatie Boxmeer. Er gebeurt heel veel vanwege het niet doorgaan van fusies. Men zet de zaken nu op een rijtje en is in gesprek met de gemeente voor zover het huisvesting betreft. De wethouder weet niet waarom scholen voorzieningen een tweede keer hebben aangevraagd. De bekostiging komt uit rijksgelden. Uiteindelijk legt het college, c.q. de burgemeester sancties op na zwaarwegend advies van de brandweer. De commissie adviseert positief over het voorstel. Het is een A-stuk.
12.
Voorstel tot instemming met het Beleidsplan 2003 – 2006 Wet voorzieningen gehandicapten (Wvg)
Wethouder Roemer deelt mede dat het college positief heeft gereageerd op het advies van de adviesgroep sociale zaken. Mw Hendriks zegt dat het LOF zich kan vinden in een verhoging van het aantal vergoede kilometers tot 1500 km voor die mensen die geen gebruik kunnen maken van het CVV. Degenen die wel daarvan gebruik kunnen maken, moeten dit doen en geen extra vergoeding krijgen. Bij de uitgangspunten CVV moet worden aangevuld dat het ook geldt voor mensen die geen gebruik willen maken van het CVV. T.a.v. de voorzieningen wijst zij erop dat in het verleden is gezegd dat een fiets met hulpmotor geen extra voorziening voor een gehandicapte is en daarom niet moet worden vergoed in het kader van de Wvg. Zij vraagt wie bepaalt wat “relatief kleine verschillen in prijs” zijn. Men is altijd uitgegaan van de goedkoopste adequate voorziening. Dat moet men blijven doen. Zij vreest ambtelijke willekeur. Volgens haar staan op pagina 16 onterecht euro en moeten het gulden zijn. In de titel van 4.4.1. moet “woonvoorzieningen” “rolstoelvoorzieningen” zijn. Mw Hendriks mist een stuk over de financiële consequenties. Mw Liebrand complimenteert de portefeuillehouder met de nota, want daarin wordt vrij breed aan de wensen van de mensen tegemoet gekomen. Zij is blij dat de liften zijn opgenomen. Dhr Hermanussen vraagt wat de gemeente eraan doet om aangepaste huurwoningen te behouden voor de doelgroep en of het mogelijk is iemand een verhuisverplichting op te leggen, ook in overleg met naburige gemeenten. Dhr Francissen sluit zich aan bij mw Liebrand. Hij zou graag cijfers over het gebruik van de CVV willen vernemen. Dhr Ulijn zegt dat de aanpassing een streven naar maatwerk betreft. In het algemeen vindt hij dat de gemeente een goed beleid voert. Wethouder Roemer denkt dat er met het LOF een verschil van mening is over hoe om te gaan met het CVV. Mw Hendriks vindt de verhoging naar 1500 km voor de mensen die niet kunnen kiezen,
11 Verslag vergadering commissie Inwonerszaken d.d. 25 februari 2003
heel reëel. Volgens wethouder Roemer ligt daar precies het verschil. Het bedrag voor de autoaanpassing zal hij uitzoeken. Men is bezig met het actualiseren van het overzicht van aangepaste woningen. Het is ten allen tijde maatwerk. Een leegstaande woning zal men proberen voor de doelgroep te behouden. Hij zal navragen of er nieuwe cijfers t.a.v. het CVV zijn. T.a.v. de fiets met hulpmotor vindt het college dat die wel moet kunnen worden verstrekt in plaats van een scootermobiel. Het is fors goedkoper. Volgens mw Hendriks zou men zich dan kunnen afvragen of mensen goed geïndiceerd zijn. Wethouder Roemer vervolgt dat hij uitgaat van maatwerk en een zo positief mogelijke insteek van het gemeentelijk apparaat om te regelen dat goed maatwerk wordt geleverd. Op het moment dat daarover klachten komen, hoort hij die graag. Waar het onhelder is, beslist B & W. Dat geldt ook voor de afhandeling van klachten en bezwaren. Er is regulier overleg met het afdelingshoofd. Het voorgestelde plan past binnen de begroting. Mw Liebrand denkt dat men met een fiets met hulpmotor een hometrainer thuis kan uitsparen. Het is een B-stuk.
14.
Rondvraag
Dhr Van den Elsen vraagt of het klopt dat de subsidie voor het islamitisch ontmoetingscentrum is stopgezet en, zo ja, waarom dat zo is. Er is een particulier initiatief om een nieuw islamitisch ontmoetingscentrum op te richten. Hij vraagt of B & W daar welwillend tegenoverstaat. De voorzitter zegt dat de vraag wordt meegenomen. Mw Kuijpers zou graag willen weten hoe het met de honk- en softbalvereniging, de Weijer, de Pauluskerk, de Verkootstraat, de nota lokaal gezondheidsbeleid en het Hoge Koor staat. Wethouder Roemer zegt dat wethouder De Graaf in overleg is met het bestuur van de Weijer. Het ligt in de lijn der verwachting dat de gemeente de Pauluskerk koopt. Men is de voors en tegens aan het afwegen. De Verkootstraat is voor tijdelijke huisvesting van een aantal onderdelen aangepast. Als het nodig is, kan het punt voor de volgende vergadering worden geagendeerd. Over de nota lokaal gezondheidsbeleid is uitvoerig gediscussieerd in het portefeuillehoudersoverleg. Iedereen kwam tot de conclusie dat het geen zin heeft op elkaar te wachten en dat iedere gemeente haar eigen beleid zal maken. De antwoorden t.a.v. de honk- en softbalvereniging en het Hoge Koor komen via de notulen.
8.
Sluiting
Niets meer aan de orde zijnde, sluit de voorzitter de vergadering om 23.15 uur en dankt alle aanwezigen voor hun inbreng.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de commissie Inwonerszaken op 1 april 2003. De voorzitter,
De griffier,
(F.A.M.Th. Verstraelen)
(A.W.J.M. Cornelissen)
12 Verslag vergadering commissie Inwonerszaken d.d. 25 februari 2003
Afspraken en toezeggingen: 1.
Dhr Van den Nieuwenhuizen zal schriftelijk of de volgende commissievergadering terugkomen op de vraag van dhr Janssen n.a.v. het jaarverslag van Pantein.
2.
Er wordt teruggekomen op de eventuele plaatsing van een skatebaan.
3.
De financiële aspecten van de noodopvang vluchtelingen zal bij de toezending van de notulen bekend zijn.
4.
Het tweede conceptconvenant t.a.v. de wijk- en dorpsraden komt ter inzage te liggen. Het onderwerp wordt voor de volgende vergadering opnieuw geagendeerd.
5.
Wethouder Vermeent zal navragen waarom de indexering t.a.v. de S.W.O.G.B. pas volgend jaar wordt meegenomen. Het contract van de S.W.O.G.B. met de gemeente zal worden verstrekt. Het saldo van de post onvoorzien zal worden vermeld.
6.
Wethouder Roemer zoekt uit hoeveel aanvragen van Boxmeer voor € 1,23 mln door het RIO zijn behandeld. Er komt een gecorrigeerd voorstel.
7.
Wethouder Roemer zal navragen hoe het RIO bij echtparen indiceert.
8.
Wethouder Roemer laat uitzoeken welke bedragen voor de autoaanpassing (Euro’s of guldens) gelden.
9.
Wethouder Roemer zal navragen of er actuele cijfers met betrekking tot het CVV zijn.
10.
De vraag inzake het islamitisch ontmoetingscentrum wordt meegenomen. Hierover wordt nog bericht.
11.
De stand van zaken t.a.v. de honk- en softbalvereniging en het Hoge Koor wordt in de notulen opgenomen.
13 Verslag vergadering commissie Inwonerszaken d.d. 25 februari 2003