NOTULEN van de vergadering van de commissie Inwonerszaken Gemeente Boxmeer d.d. 23 maart 2004
Aanwezig:
Afwezig::
mw E.J. Beerten-Pex (SP), dhr A.P.J. van Duren (LOF/Belangengroep Rijkevoort, dhr H.A.N.M. van den Elsen (VVD), dhr P.H.G. Francissen (PK 2002), mw W.A.G.M. Hendriks-van Haren (LOF/Dorpslijst Oeffelt), dhr C.J.M. Jansen (CDA), dhr M.C.G. Klaassen (LOF/Lijst Overloon), mw W.A.T.C. Kuypers (LOF/BB’86), mw W.T. Liebrand (SP), dhr E.A.W. Smits (VDB), dhr A.F. Ulijn (CDA), dhr P.F. van der Zande (LOF/Politiek Beugen) dhr J.T.T. Smeets (SLZB)
Voorzitter: Griffier:
dhr F.A.M.T. Verstraelen dhr A.W.J.M. Cornelissen
Portefeuillehouders: Ambtenaren:
dhr J.A. de Graaf, mw G.G.M. Vermeent en dhr E.G.M. Roemer dhr P. van den Nieuwenhuizen, dhr J. Stiphout
Inspreker:
dhr Volleberg, voorzitter Adviescommissie Sociale Zaken, onderdeel Cliëntenraad (agendapunt 7 en 10)
Verslag:
Buro Service Overasselt, mw M. van der Loo
AAN DE ORDE IS: 0.
Opening
De voorzitter opent de vergadering om 19.00 uur en heet alle aanwezigen van harte welkom.
1.
Definitieve vaststelling van de agenda
De agenda wordt conform voorstel vastgesteld.
2.
Spreekrecht voor burgers
Dhr Volleberg vraagt nadrukkelijk om een zorgvuldige behandeling van agendapunt 10 Wet Werk en Bijstand, zeker nu het gaat om de beleidsmatige en beheersmatige consequenties van de wet met daaraan gekoppeld de nota Keuzemogelijkheden WWB. De Cliëntenraad heeft de materie zorgvuldig doorgenomen en verzoekt de commissie IZ haar advies over te nemen dan wel met zorg te overwegen zodat armoede en sociale achterstand in Boxmeer verminderd wordt. Ook vraagt hij aandacht voor agendapunt 7 Computerprojecten voor uitkeringsgerechtigden, een idee van de Cliëntenraad. De Cliëntenraad vraagt een positieve benadering zodat zij verder kunnen gaan met de uitvoering van het project. Hij nodigt de commissie- en raadsleden uit om de openbare vergaderingen van de Cliëntenraad bij te wonen zodat zij kunnen zien wat de Cliëntenraad en alle vrijwilligers voor de gemeente betekenen en kunnen betekenen. Op verzoek van de heer Klaassen zullen de data van de vergaderingen van de Cliëntenraad via de griffier bekend worden gemaakt. 1 Verslag vergadering commissie Inwonerszaken Boxmeer d.d. 23 maart 2004
3.
Vaststelling notulen vergadering commissie inwonerszaken van 6 januari 2004
Het verslag wordt ongewijzigd vastgesteld. De door dhr Francissen ingebrachte opmerking komt in de rondvraag aan de orde.
4.
Mededelingen
4a. Stand van zaken peuterspeelzaal Overloon: Wethouder De Graaf deelt mee dat er diverse constructieve gesprekken zijn gevoerd. De peuterspeelzaal Overloon wordt geconfronteerd met tekorten. Bij de onderhandelingen stond de vraag centraal of hetzelfde model gehanteerd zou kunnen worden als bij de peuterspeelzaal in Boxmeer van toepassing is. Het blijkt dat dit mogelijk is met de bezuiniging van € 3000,-, het optrekken van de ouderbijdrage en het dan te dekken tekort van ruim € 6000,-. Als er wordt gekozen voor andere modellen, levert dit nagenoeg geen positief verschil op voor de gemeente. In week 14 bespreekt het college een uitgewerkt voorstel waarbij de lijn van Boxmeer wordt gehanteerd overeenkomstig het raadsbesluit van februari. Dhr Van den Nieuwenhuizen voegt eraan toe dat de vaste kosten voor 100% gesubsidieerd zullen worden en dat voor de variabele kosten een verhouding 70 – 30 gehanteerd wordt waarbij 70% voor rekening van de stichting komt. Dit zal gedekt worden door de ouderbijdragen die hiervoor enigszins verhoogd moeten worden. Het resterende percentage komt voor rekening van de gemeente door middel van een subsidie. Dhr Klaassen heeft van het bestuur van de stichting begrepen dat de inhoudelijke discussie en de argumenten die eraan ten grondslag liggen ten aanzien van de bestaande problemen, een geheel ander karakter hebben. Hij is dan ook van mening dat de gemeente ook moet openstaan voor een andere oplossing, want het hoeft niet zo te zijn dat de verhouding 70-30 ook van toepassing is in Overloon. Hij stelt voor om de inhoudelijke problematiek in de volgende commissievergadering toe te lichten en te kijken hoe deze opgelost kan worden. De oplossing ligt niet ver van de 70-30 verhouding af maar het dekt niet geheel de lading. Dhr Van den Nieuwenhuizen antwoordt dat het voorstel inhoudt voor 2004 het hele bedrag eenmalig af te dekken. De aard van de problematiek is zodanig dat het model dat in Boxmeer gehanteerd wordt, ook toepasbaar is op Overloon omdat deze grotendeels dezelfde oorzaak heeft, namelijk CAO-stijging of andere loonkostensoort en het achterblijven van de ouderbijdrage. In het overleg hebben gemeente en bestuur van de stichting overeenstemming bereikt over de toepassing van het Boxmeerse model. Mw Hendriks is verbaasd dat het voorstel niet in de raad besproken zal worden vanwege de financiele consequenties ervan. Dhr Van den Nieuwenhuizen antwoordt dat het voorstel uitgaat van het in februari genomen raadsbesluit. De toepassing van de lijn die voor Boxmeer gold, is geen andere dan die voor Overloon wordt gebruikt. Het gaat om een bedrag van € 6000,- en het is normaal om dit via de Berap voor te stellen. De voorzitter meent dat er bij de behandeling in de raadsvergadering van februari sprake is geweest van een bijzondere positie in Overloon en dat een en ander nog bekeken zou worden. De griffier zegt dat wethouder De Graaf in de vorige raadsvergadering heeft toegezegd dat het college in de eerstvolgende commissievergadering een oplossing zou aandragen voor peuterspeelzaal ‘Het Smurfje’ in Overloon. De voorzitter stelt voor om voor de wijze van afhandeling een keuze te maken tussen enerzijds ermee instemmen dat het model van Boxmeer ook wordt toegepast in Overloon of anderzijds het voorstel als een raadsvoorstel voorgelegd krijgen. Na stemming kiest de meerderheid voor de eerste optie en dus voor afhandeling door het college. Het door het college te nemen besluit wordt doorgeleid naar de commissie en via de Berap zal de raad verder worden geïnformeerd. 4b. Notitie vraagpunten beleidskader instandhouding binnensportaccommodaties Wethouder De Graaf deelt mee dat onderhandelingen hebben plaatsgevonden over de exploitatie van binnensportaccommodaties conform de bestaande kaders van het beleidsnota Instandhouding Binnensportaccommodaties. De voorgestane oplossingen dienen per dorp vormgegeven te worden. Indien bijvoorbeeld Stichting Actief wordt ingeschakeld voor het beheer, is dit volgens het college de best denkbare en werkbare oplossing gegeven de omstandigheden. De stichting heeft weliswaar een regionaal werkgebied maar zij is lokaal werkzaam. Eventuele andere voorstellen vanuit de raad zullen 2 Verslag vergadering commissie Inwonerszaken Boxmeer d.d. 23 maart 2004
bij de verdere uitwerking worden betrokken en een evaluatie zal aan de commissie worden voorgelegd zodra alle zaken zijn afgerond. Mw Hendriks twijfelt aan het inzetten van Stichting Actief omdat de gemeente zal moeten bijbetalen, als er tekorten zijn. Zij vraagt het voorstel te bespreken over hoe een en ander vorm gegeven kan worden. Wethouder De Graaf antwoordt dat er een misverstand is ontstaan omdat de Stichting Actief dacht dat zij alleen zou worden ingehuurd voor het schoonmaken en niet voor de exploitatie. Hij heeft de indruk dat het op niets zal uitlopen vanwege de door mw Hendriks geschetste problemen. Dhr Klaassen vindt het van belang om op te merken dat de raad uitgangspunten heeft geformuleerd in het kader van het beheer van sporthallen. Hetgeen de wethouder aangeeft, voldoet niet geheel aan deze geformuleerde uitgangspunten. Wethouder De Graaf antwoordt dat de stichting Avance een aparte beheerstichting wil oprichten. Als men kijkt naar de gemaakte afspraken, vraagt hij zich of de garanties met een andere stichting net zo dichtgetimmerd zullen zijn als met Avance Beheer. Dhr Van der Zanden stelt dat de nota gewag maakt van een “onafhankelijke stichting” terwijl de stichting Avance Beheer toch enigszins een dubbele pet op heeft. Als er geen andere oplossing gevonden kan worden, zal het waarschijnlijk wel zo gedaan moeten worden maar dan wel met hele goede afspraken dat de andere verenigingen die de zaal ook gebruiken, hiervoor voldoende ruimte blijven houden, ook in prime time. Bij navraag heeft hij begrepen dat de gemeente, als zij onderhandelingen aangaat met bestaande stichtingen zoals de stichting van het gemeenschapshuis, eerder zou moeten kijken hoe men met elkaar een goede oplossing kan vinden en niet een kant en klaar voorstel zou moeten voorleggen. Wethouder De Graaf ziet niet het gevaar dat dhr Van der Zanden ziet, want in het voorstel is een tweejaarlijks gebruikersoverleg opgenomen en na twee jaar kan de overeenkomst verbroken worden, als de gemeente niet tevreden is. De gemeente heeft geen dictaat opgelegd maar heeft in Sambeek en Beugen partners gezocht. Uiteindelijk is Avance naar voren gekomen en samen met deze partij is het stuk opgesteld. 4c. Beleidsnota Volksgezondheid Wethouder De Graaf deelt mee dat als gevolg van de reorganisatie en de noodzakelijk te stellen prioriteiten de voorbereiding van de nota vertraging heeft opgelopen. Waarschijnlijk zal de nota in juni of juli gereed zijn. Mw Hendriks meldt dat de nota al op 1 januari opgesteld had moeten zijn. 4d. Asielzoekersbeleid Wethouder Vermeent deelt mee dat de gemeente Boxmeer geen nieuwe asielzoekers erbij krijgt. De Iraanse familie die de gemeente in het verleden heeft opgevangen, heeft een verblijfsvergunning gekregen. Het rijksbeleid is in beweging en in de eerste helft van het jaar krijgen mensen te horen of ze mogen blijven of niet. Het Rijk zal dan moeten zorgen voor vertrekcentra. Dhr Klaassen begrijpt dat het college nu geen nieuw beleid wil formeren maar wil afwachten wat de overheid gaat doen en daarbij aansluiten. Zo lang er geen nieuw beleid is, is het bestaande beleid leading. Dit betekent dat het college invulling geeft aan het begrip ‘schrijnende gevallen’. Dhr Francissen vraagt om hoeveel mensen het gaat. Wethouder Vermeent zal de commissie hierover informeren. Volgens mw Hendriks was de eindconclusie van de discussie in de raad dat het college met een nieuw voorstel zou komen. Tijdens het vragenuurtje heeft de LOF gevraagd naar de stand van zaken omtrent dit voorstel en heeft de wethouder geantwoord zoals zij ook nu heeft geantwoord. De LOF heeft voor dit standpunt begrip maar had graag die duidelijkheid gehad.
5.
GG Hart van Brabant
a.
Toelichting door dhr J. Fikke van de GGD op de begroting van 2005;
Dhr Francissen meent dat de kosten van de GGD fors zullen toenemen als het beleid van minister Hoogervorst om 110.000 verpleeghuisbedden terug in de wijk te zetten wordt geëffectueerd. Hij vraagt hoe de begroting dan tot stand is gekomen. Dhr Fikke antwoordt dat de GGD alleen preventieve taken heeft. Ook mw Liebrand denkt dat de kosten zullen toenemen bijvoorbeeld doordat het ambulancevervoer zal toenemen. Zij vraagt of er in dit verband gedacht wordt aan een open-eind financiering, Dhr Fikke antwoordt dat er voor het ambulancevervoer extra gelden zijn toegezegd. Bovendien wor3 Verslag vergadering commissie Inwonerszaken Boxmeer d.d. 23 maart 2004
den de kosten voor het ambulancevervoer gedrukt door spoedvervoer te combineren met besteld vervoer. Dhr Van der Zanden vraagt wat de ontwikkelingen voor 2005 concreet betekenen. Dhr Fikke antwoordt dat getracht zal worden de kwaliteit van de dienstverlening zo mogelijk te verbeteren maar in ieder geval op bestaand niveau te handhaving zonder verdere lastenverhoging voor de gemeente. Er zal zelfs sprake zijn van een lastenverlaging. Mw Hendriks meent dat deze lastenverlaging nog lager kan uitvallen als de gemeente bij het maatwerk zou kiezen voor een minder dienstenpakket dan het huidige. Dhr Fikke antwoordt dat dit niet het geval is omdat de gemeente Boxmeer met de GGD heeft afgesproken voor een bepaald budget maatwerk af te nemen. Wethouder De Graaf voegt eraan toe dat het college overleg wil plegen met de raad over de invulling van het maatwerk. Dhr Klaassen vraagt een toelichting op de koppeling tussen enerzijds de salariskostenverhoging van € 325.000,- als gevolg van het formatie-onderzoek en anderzijds een kostenverhoging van € 600.000,in het kader van de ABP-afdrachten. Dhr Fikke antwoordt dat beide tegenvallers los van elkaar staan. Dhr Klaassen begrijpt dat in de toekomst de creativiteit van de organisatie op het gebied van het binnenhalen van werk bij derden een rol kan spelen voor de premieafdracht en vraagt hoe deze creativiteit verhoogd kan worden. Dhr Fikke antwoordt dat hierover regelmatig discussies plaatsvinden. Soms wordt er dan gedacht aan het vergroten van de keuzevrijheden bij het maatwerk en soms aan het versmallen van het pakket. 5b. Ter voorlopige kennisneming een voorstel tot wijziging van de gemeenschappelijke regeling GGD en een schrijven m.b.t. uitstel behandeling gemeenschappelijke regelinge GGD; Er zijn geen opmerkingen. 5c.
Aankondiging GGD-vergadering Commissie Begroting en Rekening juni 2004
De stukken worden nog besproken in de commissievergadering.
6.
Plan van aanpak kaderstellende nota Ouderenbeleid
Wethouder Vermeent licht het voorstel kort toe. Dhr Van der Elsen vraagt waarom het voorstel pas 22 juni wordt behandeld terwijl de conceptrapportage al gereed is. Wethouder Vermeent antwoordt dat de discussie in de klankbordgroep wordt gevoerd aan de hand van een stuk dat iedere keer door een beleidsmedewerker wordt geschreven. Het gaat dus niet om een nota. Dhr Ulijn vindt het belangrijk dat er een geactualiseerde notitie komt. De kaderstelling is daarbij van groot belang want er dient een goede oplossing te komen voor de ouderen van nu, maar ook voor de toekomstige generaties. Dhr Van Duren is bezorgd over de krappe planning en vraagt zich af of voor de interactie met ouderen over de kaders een gelukkig tijdstip gekozen is. Wethouder Vermeent antwoordt dat de basisschoolvakantie pas laat in juli valt. In die maand kan er gewoon gewerkt worden. Mw Beerten is blij met het initiatief. De voorzitter schorst de vergadering van 20.30 tot 20.40 uur.
7.
Computerproject voor uitkeringsgerechtigden
Mw Hendriks stelt namens de LOF dat er sprake is van een beleidswijziging die altijd door de raad moet worden goedgekeurd. Omdat een en ander al is uitgevoerd, vraagt zij hierop een reactie. Gezien de doelgroep lijkt het niet reëel om te stellen dat, wanneer een cursus niet wordt gevolgd, de kosten worden verhaald op de cliënt. De LOF meent dat er sprake is van een vorm van discriminatie wanneer uitkeringsgerechtigden met kinderen tot 18 jaar onderdeel van de doelgroep mogen zijn maar niet mensen met eenzelfde inkomen met kinderen tot 18 jaar die geen uitkering hebben. Zij vraagt 1) waarom het project eenmalig is want, als men meent dat mensen recht hebben op een computer, hebben zij dat recht langer dan slechts voor de duur van het project; 2) wat de kosten van het project zijn geweest; 3) een toelichting op de Stimuleringsregeling activering en uitstroom ABW. 4 Verslag vergadering commissie Inwonerszaken Boxmeer d.d. 23 maart 2004
Dhr Jansen vraagt of er rekening wordt gehouden met extra kosten voor de aanschaf van internet. Dhr Ulijn vraagt hoe groot het fonds Stimuleringsregeling is en hoeveel cliënten aan het project hebben deelgenomen. Mw Liebrand vindt het een prima project dat een vervolg zou moeten krijgen. De SP is van mening dat tussen de drie onder De Doelgroep genoemde criteria geen ‘óf’ zou moeten staan maar ‘en’. Dhr Francissen vraagt 1) hoe de kosten en welke kosten verhaald worden als een cliënt de cursus niet volgt; 2) hoeveel mensen waarschijnlijk een beroep zullen doen op de regeling; 3) hoe men omgaat met uitkeringsgerechtigden met kinderen die net iets ouder dan 18 jaar zijn; 4) of rekening wordt gehouden met de kosten van een ADSL-aansluiting. Dhr Smits vraagt 1) hoe de cursus wordt terugbetaald als mensen hem hebben afgerond; 2) of de cursus geheel of gedeeltelijk moet worden terugbetaald als een cliënt dankzij de cursus een betaalde baan krijgt; 3) waarom geen goede, gebruikte computers beschikbaar worden gesteld. Wethouder Roemer antwoordt dat het computerproject nog moet starten. Het project is in de fase van het informeren en het opvragen van offertes. Het project is ingegeven door de WWB en het uitgangspunt zal zijn dat er op stringente voorwaarden maatwerk geleverd zal worden op basis van individuele aanvragen. Als men kijkt bij de doelgroep, ziet men bepaalde achterstanden ontstaan. Binnen de Bijstandswet zijn er tal van mogelijkheden en regelingen om te voorkomen dat deze achterstanden ontstaan, want ze veroorzaken problemen op sociaal gebied, op scholen (kinderen) en op de arbeidsmarkt. In het beleidsplan 2003 dat door de raad is aanvaard, stond het project aangekondigd. Het college moet het achterstandbeleid en het activeringsbeleid richting arbeidsmarkt zo goed mogelijk invulling geven en het computerproject past uitstekend binnen de door de raad vastgestelde kaders. Vervolgens kan de raad beoordelen of het college daarin geslaagd is. Als er sprake is van verwijtbaar gedrag is, dient de cliënt de kosten van de cursus terug te betalen. Zaken die meerkosten met zich meebrengen zoals internetgebruik, komen voor rekening van de cliënten. Bij elke wet- en regelgeving zijn er grensgevallen maar de grens moet ergens getrokken worden. Er is niets mis met goede, gebruikte computers maar, als de gemeente zaken kan doen met leveranciers voor nieuwe computers, zijn deze gegarandeerd goed. Bovendien kost het veel tijd en werk om gebruikte machines eerst volledig te controleren. Als mensen werk vinden dankzij de computercursus, vraagt de gemeente geen geld terug want dan is het beoogde doel bereikt. De gemeente investeert bij alle reïntegratietrajecten in mensen om de afstand tot de arbeidsmarkt te verkleinen. Dhr Stiphout voegt eraan toe dat het project in eerste instantie is ingezet in de vorm van categoriale bijstandverlening. Omdat dit per 1 januari 2004 niet meer mag, heeft het college gemeend het project te moeten voortzetten en aanvragen te beoordelen op basis van bijzondere bijstandcriteria. Mw Hendriks begrijpt niet waarom het college een peildatum heeft gesteld, als het doel van het project is het voorkomen of wegwerken van achterstanden. Wethouder Roemer antwoordt dat het project eventueel vervolgd kan worden, als blijkt dat het project de beoogde resultaten heeft. De door mw Hendriks gewenste verbreding zal hij in het college bespreken als het project succesvol is en de financiële consequenties overzien kunnen worden. Dhr Van der Elsen stelt dat gemeenschapsgelden worden ingezet om een bepaald resultaat te bereiken. Hierbij mogen naast voorwaarden als het hebben van een bepaalde leeftijd of het krijgen van een uitkering, ook voorwaarden worden gesteld in de zin van het zich willen inzetten. Dit ontbreekt in het stuk. Hij vraagt hoe gemeten zal worden dat het beoogde doel, namelijk het reduceren van achterstand, bereikt is, zodat de raad achteraf kan toetsen. Wethouder Roemer antwoordt dat het absoluut onderdeel van het voorstel is dat cliënten zich inzetten. De betreffende cliënten zijn allen bij de gemeente bekend. Een aantal zaken is goed te meten. Mensen die niet over computervaardigheden beschikken, kunnen straks een digitaal rijbewijs of diploma laten zien. Omdat het gaat om individuele aanvragen en de mensen bekend zijn, is ieder traject volgbaar en worden veel zaken besproken. Het evaluatierapport zal aan de commissie ter beschikking worden gesteld. Dhr Van der Elsen vraagt of de commissie Inwonerszaken kaders zal kunnen stellen op basis van het evaluatierapport. Wethouder Roemer antwoordt dat de raad al kaders heeft gesteld voor het sociaal beleid van de gemeente. De raad heeft vastgelegd dat achterstanden moeten worden bestreden en dat preventieve maatregelen moeten worden genomen. De raad heeft kaders gesteld op het gebied van sociale activering, van verkleining van de afstand tot de arbeidsmarkt. Van het college mag worden verwacht dat het alle middelen inzet om deze doelen te realiseren. Mw Hendriks zegt dat de raad de grens heeft gelegd bij 115%. Wat dat betreft voert het college niet uit wat de raad heeft besloten. Dhr Francissen complimenteert de wethouder met dit plan en ziet de uitkomsten graag tegemoet. Hij stelt voor om de organisatie waar een uitkeringsgerechtigde als vrijwilliger werkt, de computer te laten 5 Verslag vergadering commissie Inwonerszaken Boxmeer d.d. 23 maart 2004
betalen en de cursus door de gemeente te laten verzorgen. Wethouder Roemer antwoordt dat de Cliëntenraad heel veel energie en werk in de voorbereiding van het project hebben geïnvesteerd. Mw Beerten staat achter het project waarbij gemeenschapsgelden ook aan de gemeenschap ten goede komen. Mochten een cliënt erdoor aan het werk komen, bespaart het de gemeente € 50.000,-. Dhr Ulijn vindt dat het project getuigt van creativiteit om invulling te geven aan de door de gestelde kaders. Het initiatief past in de huidige tijd en hopelijk kan het in de toekomst uitgebreid worden. Dhr Van der Zanden vraagt 1) of de Stimuleringsregeling activering en uitstroom ABW een jaarlijkse of eenmalige bijdrage is; 2) waarom het college niet overgaat tot verbreding of continuering, als het fonds zoals hij heeft begrepen, € 2 ton bedraagt en er sprake is van een jaarlijkse bijdrage. Hij vraagt aandacht voor het feit dat computergebruik kan leiden tot een sociaal isolement. Wethouder Roemer antwoordt dat het onderwijsveld inspeelt op het probleem van het sociaal isolement als gevolg van computergebruik. Het is zeker een reëel gevaar. Het activeringsbudget bedraagt in totaal € 2 ton voor 4 jaar. Om te voorkomen dat verwachtingen worden gewekt, is er gekozen voor een pilot project. Als de resultaten goed zijn en het project haalbaar is, kan verbreding en/of continuering aan de orde zijn. Dhr Van Duren vraagt of 1) het begrote bedrag voor de computerles reëel is en 2) de configuratie niet uitgebreid moet worden met een printer. Wethouder Roemer antwoordt dat een printer bij de configuratie inbegrepen is. Bij de begroting is uitgegaan van een gemiddelde maar de verwachting is dat het bedrag reëel is. Mw Hendriks is van mening dat het college de raad een voorstel had moeten voorleggen en dat een peildatum niet gesteld mag worden gezien de beoogde doelstelling. De LOF neemt het stuk voor kennisgeving aan, heeft lof voor het initiatief maar keurt de wijze van handelen van het college af.
8.
Uitbrengen van advies raad over voorstel tot vaststelling van de Gemeenschappelijke Regeling Kleinschalig collectief vervoer Brabant-Noordoost
Het valt dhr Ulijn op dat het CVV in stuk maar één keer wordt genoemd, terwijl het WGV-vervoer toch een belangrijke drager is. Hij vraagt 1) wat bedoeld wordt met ‘verzoektaken’ in artikel 5; 2) of met ‘secretaris’ in artikel 10 wordt bedoeld een ambtelijk secretaris of een andere secretaris; 3) om een toelichting op de stemverhouding; 4) of het bestuur ook taken en bevoegdheden heeft op het gebied van het regionaal busvervoer. Wethouder Roemer antwoordt dat het voorstel het bepalen van de rechtsvorm betreft, maar niet gaat over inhoud en uitgangspunten. Deze zijn exact hetzelfde als de beleidsmakers in 2001 beoogd hebben. De secretaris moet gezien worden als een ambtelijke ondersteuning. In de besprekingen heeft hij zich sterk gemaakt om de stemverhouding op 14 : 10 te krijgen want in de eerste versie had de provincie een meerderheid van stemmen. Overigens financiert de provincie het CVV voor 2/3 en heeft derhalve het recht op een behoorlijke stem in het geheel. Provinciale Staten gaat over het schrappen of knippen van buslijnen. Dhr Jansen vraagt wat de kosten zijn als de secretaris zich laat bijstaan (artikel 11). Wethouder Roemer antwoordt dat de begroting voorziet in de kosten. Het gaat om specifieke kennis die ingehuurd moet kunnen worden. Dhr Klaassen stelt dat de gemeente niet kan budgetteren op het feit dat de secretaris desgevraagd zal worden bijgestaan. De LOF is van mening dat er een kader gesteld moet worden dat het regelen in een rechtsvorm geen enkele financiële consequentie mag hebben. Wethouder Roemer antwoordt dat dit niet het geval is. Dhr Francissen vraagt waarom de beheersorganisatie in Uden is gevestigd. Mw Hendriks antwoordt dat Oss te duur was. De commissie gaat unaniem akkoord .
9.
Convenant wijk- en dorpsraden
Er zijn geen opmerkingen.
10.
Keuzemogelijkheden Wet Werk en Bijstand
6 Verslag vergadering commissie Inwonerszaken Boxmeer d.d. 23 maart 2004
Dhr Smits vraagt waarop het verwachte overschot, dat 7% lager is dan het landelijk gemiddelde, is gebaseerd (pagina 66); 2) of de gemeente of het ministerie de langdurigheidstoeslag bepaalt. Wethouder Roemer antwoordt dat het ministerie de landurigheidstoeslag bepaalt en dat het verwachte overschot een prognose is. Dhr Smits vraagt waarom de ‘Raming 2004’ in tabel 2 verschilt van die in tabel 4. Wethouder Roemer antwoordt dat beide bedragen hetzelfde zouden moeten zijn. Het juiste bedrag staat in tabel 4. Andere correcties en aanvullingen zijn: In tabel 3 2004 gehuwden een bedrag van € 462,-, 2004 alleenstaande ouders € 415,- en 2004 voor alleenstaanden € 324,-. Dhr Smits vraagt een toelichting op de bijzin “…, die nu een categoriale vergoeding ontvangen, …” (pagina 68). Wethouder Roemer antwoordt dat de categoriale regelingen per 1 januari zijn afgeschaft maar dat categoriale bijstand voor 65-plussers wel mogelijk blijft. Dhr Smits staat niet achter bezuinigingen op het reïntegratiebudget (pagina 69) vanwege de moeite die het kost om deze mensen aan het werk te krijgen. Wethouder Roemer antwoordt dat het bezuinigingen van het Rijk betreft. Dhr Van der Elsen had de financiële gevolgen graag inzichtelijk gehad. Wethouder Roemer antwoordt dat de financiële gevolgen momenteel moeilijk zijn aan te geven. In zijn algemeenheid durft hij te stellen dat, als het huidige beleid doorvertaald wordt naar de WWB, dit past binnen het beschikbare budget. Dhr Van der Elsen vraagt of het voorliggende stuk betrokken wordt in de komende bezuinigingsronde. Wethouder Roemer antwoordt dat dit het geval is. Het stuk bevat keuzemogelijkheden. Dhr Van der Elsen vraagt of behandeling van het stuk eigenlijk niet zou moeten worden uitgesteld totdat zaken financieel duidelijk zijn. Wethouder Roemer antwoordt dat het stuk is gebaseerd op middelen die de gemeente hiervoor rechtstreeks van het Rijk krijgt. Dhr Jansen vraagt of de gemeente mensen kan verplichten om vrijwilligerswerk te doen. Wethouder Roemer antwoordt dat dit wettelijk mogelijk is. Dhr Jansen vraagt wat de vrijlatingsregeling inhoudt. Dhr Stiphout antwoordt dat een gedeelte van de korting van inkomsten wordt vrijgelaten. Onderwerp 1: Toeslagen en verlagingen De LOF wil optie 3 kiezen, omdat werk in de WWB sterk wordt benadrukt. Als een cliënt op een gegeven moment niet voldoet aan gemaakte afspraken, moet de gemeente de mogelijkheid hebben om sterkere verlagingen toe te passen. Dhr Stiphout merkt op dat het gaat om het verminderen en het aanscherpen van de toeslagen en verlagingen van de reguliere maandelijkse uitkeringen inclusief eventuele toeslagen. Het gaat niet om sancties. De LOF kiest in dat geval optie 1. VDB: geen voorkeur; VVD optie 3; PK2002, de LOF, SP en CDA: optie 1. Onderwerp 2: Minimabeleid De LOF kiest optie 1 om dubbeling met de langdurigheidstoeslag te vermijden. De LOF wil de categoriale bijstand voor 65plussers handhaven ondanks het feit dat de langdurigheidstoeslag bij hen van toepassing is. Dhr Stiphout zegt dat het gaat om het complete minimabeleid inclusief de huidige bijzondere bijstand. Hiervan is de categoriale bijstand geschrapt met uitzondering van de 65plussers. Uit de bestandsgegevens blijkt het dan om 15 à 20 mensen te gaan waarvoor de complete regeling in stand kan worden gehouden met uitzondering van de bijdrageregeling schoolgaande kinderen. Men is aan het onderzoeken of de mogelijkheid kan blijven bestaan dat iemand in het kader van de bijzondere bijstand een bijdrage krijgt voor het deelnemen aan een sportclub. Gemeentes volgens de wet geen vrije bedragen meer mag uitgeven. De bedragen moeten voldoen aan criteria van algemene bijstand, inkomen en vermogen. Daarnaast mogen het maximale bedragen zijn, aantoonbare kosten en ze moeten gecontroleerd worden. De LOF wil op dit punt een nuance aanbrengen want tegenover de bijdrageregeling sociale en culturele activiteiten en de bijdrageregeling schoolgaande kinderen staat de langdurigheidstoeslag. Dhr Stiphout licht toe dat de langdurigheidstoeslag geen vorm van een eindejaarsuitkering is. Hij kan eenmaal in de twaalf maanden op elk moment van het jaar worden aangevraagd. De doelgroep is niet dezelfde als de 288 personen die het vorig jaar hebben aangevraagd en zal zeer beperkt zijn. De LOF kiest optie 2 als dit niet leidt tot dubbelingen. VDB, PK2002, SP, CDA en de LOF: optie 2; VVD: optie 1. Onderwerp 3: Bijzondere bijstand SP, CDA en de LOF optie 1, VVD en VDB optie 2, PK2002: optie 3 7 Verslag vergadering commissie Inwonerszaken Boxmeer d.d. 23 maart 2004
Onderwerp 4: Algemeen geaccepteerde arbeid VDB, VVD en de LOF: optie 1; CDA en SP: optie 2; PK2002: optie 3. Onderwerp 5: Doelgroepenbeleid SP: optie 1; VDB, PK2002, CDA en de LOF: optie 2; VVD: optie 3. Onderwerp 6: Gesubsidieerde arbeid VVD, PK2002, SP, CDA en de LOF: optie 1; VDB: optie 2. Onderwerp 7: Werken met behoud van uitkering VVD en SP: optie 2; VDB, PK2002, CDA en de LOF: optie 3. De LOF vraagt om de mogelijkheid te onderzoeken om mensen die een uitkering hebben, met behoud van deze uitkering tijdelijk, zelfs verplicht, werk te laten verrichten, bijvoorbeeld in dienst van de gemeente. De voorzitter antwoordt dat het altijd zal moeten gaan om maatwerk zodat dit bij het maken van het persoonlijk plan moet worden meegenomen. De LOF zegt dat de cliënt verwittigd moet worden dat de mogelijkheid van het verplicht te werk gesteld worden, aanwezig is. Onderwerp 8: Premietoeslag voor activering VDB, PK2002, SP, CDA en de LOF: optie 1; VVD: optie 2. Onderwerp 9: Terugvordering PK2002 en SP optie 1; CDA, de LOF, VDB en VVD optie 2. Onderwerp 10: Verhaal op onderhoudsplichtigen PK2002 en SP: optie 1; CDA,VVD en VDB en de LOF: optie 2. Onderwerp 11: Afstemming SP: optie 1; VDB, VVD, PK2002, CDA en de LOF: optie 2. Wethouder Roemer zal zich op de gegeven adviezen beraden waarna het stuk in de raadsvergadering van 8 april kan worden vastgesteld. Vervolgens worden de zaken in detail uitgewerkt en zullen de eerste drie verordeningen voor de zomervakantie worden opgesteld en de laatste twee erna. Bij het vaststellen van de verordeningen kunnen fracties een definitief standpunt innemen. De verordeningen worden voor twee jaar vastgesteld en het is aan de raad om méér evaluatiemomenten vast te stellen.
11.
Uitbrengen van een advies aan de raad over een voorstel tot uitbreiding Palet met naschoolse dagbehandeling te Boxmeer
Dhr Smits constateert dat La Salle zelf de financiële risico’s draagt. Mw Liebrand ondersteunt het voorstel. De SP heeft de indruk dat La Salle de kosten uiteindelijk terugbetaalt. De aanbouw wordt multifunctioneel gebruikt. Dhr Jansen is het eens met het voorstel maar vraagt zich af of er reële mogelijkheden zijn voor een andere financiering. Dhr Van der Zanden zegt dat het feit dat de gemeente het tekort financiert van € 112.288,-, waar een huurcontract van 12,5 jaar tegenover staat met de jaarlijkse kapitaallasten van € 6.500,- over een annuïteit van veertig jaar, veronderstelt dat La Salle na 12,5 jaar ophoudt en de gemeente eraan tekort komt. Hij vraagt hierop een toelichting evenals op het feit dat de uitbreiding die bedoeld is voor Palet maar ook voor La Salle, veel duurder is dan de vergoeding ervoor. Dhr Van den Elsen stelt dat het tekort een bedrag van € 112.288,- bedraagt maar dat dit ook € 250.000,- had kunnen zijn. Hij vraagt of men dit laatste bedrag dan ook had verrekend in een jaarlijkse huur. Ook vraagt hij waarom de kinderen niet worde opgevangen in de te ontwikkelen bredeschool die immers vlakbij Palet is. Wethouder Roemer antwoordt dat het een enorme aanwinst voor Boxmeer is dat La Salle zich wil vestigen in de stad. Het gaat altijd om de opvang van kinderen van Palet die op medische indicatie worden opgevangen. De gemeente is niet financieel verantwoordelijk voor de huisvesting van deze vorm van opvang maar het feit dat zaken thans gecombineerd kunnen worden en gebruik kan worden gemaakt van wederzijdse expertise, is een groot voordeel. Het is niet mogelijk om de kinderen onder 8 Verslag vergadering commissie Inwonerszaken Boxmeer d.d. 23 maart 2004
te brengen bij andere kinderen vanwege de indicatie voor heel specifieke medische opvang. De meerkosten worden volledig doorberekend naar La Salle en hetgeen de gemeente voorfinanciert, wordt in 12,5 jaar terugbetaald. Er zijn legio mogelijkheden om de uitbreiding te financieren en de voorgestelde manier is er één van. Deze manier is zeker legitiem, omdat de gemeente La Salle graag wil binnenhalen. Dhr Van der Zanden vraagt naar de gevolgen van financiering voor de gemeente, want 12,5 keer € 7.000,- is geen € 112.288,- en dan zijn de rentelasten niet berekend. Wethouder Roemer zegt toe dit te laten bekijken en hier bij de notulen inzicht in te geven, alsmede over de meerkosten. Als La Salle vertrekt na 12,5 jaar, zijn er twee mogelijkheden: de ruimte besteden aan het onderwijsveld zelf of aan andere huurders die dicht bij het onderwijsveld zitten. Het stuk wordt als A-stuk geagendeerd.
12.
Ingekomen stukken
Dhr Van den Elsen stelt voor het raadsmemorandum te bekijken. De voorzitter antwoordt dat dit een zaak voor de agendacommissie is.
13.
Rondvraag
Dhr Francissen heeft geen antwoord gekregen op de vraag die hij in de vorige vergadering heeft gesteld over het verloop van de procedure als mensen de kinderopvang niet kunnen betalen. Dhr Van den Nieuwenhuizen antwoordt dat mensen die de kinderopvang niet kunnen betalen, hiervoor een beroep kunnen doen op de bijzondere bijstand. Het voorstel is gedaan om het tekort voor 2003 te dekken uit het Fonds Sociale Vernieuwing in verband met doelmatigheid van diensten. Peuterspeelzaalwerk is een instelling die zich ook richt op achterstanden. Dhr Van der Zanden deelt mee dat een overleden persoon een heffing Rioolrecht heeft ontvangen. Wethouder Roemer vraagt hem om de details door te geven want dit mag niet voorkomen. Mw Kuypers vraagt naar 1) de uitspraak over een tweede kunstgrasveld van de hockeyclub en 2) de stand van zaken met betrekking tot de huurovereenkomst van de Keystones Steelers. Dhr Van den Nieuwenhuizen antwoordt dat 1) de commissie BBS het college adviseert om het bezwaarschrift van de hockeyvereniging gegrond te verklaren; 2) er een nieuwe huurovereenkomst is. De onderhandelingen met de voetbalvereniging Holthees zijn nog niet afgerond. Niets meer aan de orde zijnde sluit de voorzitter de vergadering om 22.40 uur. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de commissie Inwonerszaken op 25 mei 2004. De voorzitter,
De griffier,
(F.A.M.T. Verstraelen) (A.W.J.M. Cornelissen) ________________________________________________________________________________ Toezeggingen en afspraken: 1. Inzicht geven in de financiële gevolgen van de uitbreiding Palet en aan de notulen toevoegen. 2. De data van de vergaderingen van de Cliëntenraad zullen via de griffier bekend worden gemaakt aan de raads- en commissieleden. 3. Het college zal overeenkomstig de ingezette lijn een besluit nemen mbt het Smurfje, dit ter kennis brengen van de commissie inwonerszaken en de raad via de berap informeren. 4. De beleidsnota volksgezondheid zal in juni (uiterlijk juli) 2004 worden aangereikt. 5. Wethouder Vermeent zal laten weten hoeveel asielzoekers moeten worden uitgezet c.q. schrijnende gevallen zijn. 6. Wethouder Roemer biedt drie verordeningen voor en twee verordeningen na de zomervakantie 2004 aan ter vaststelling van het uitvoeringsbeleid WWB. 9 Verslag vergadering commissie Inwonerszaken Boxmeer d.d. 23 maart 2004