NOTULEN vergadering Commissie Ruimtelijke Zaken Gemeente Boxmeer d.d. 22 maart 2004
Aanwezig:
dhr P.M.J.M. Arts (LOF/Lijst Overloon), dhr G.J.H. Bolink (VVD), mw H. van den Brand-van Kempen (VDB), dhr P. Cuijpers (LOF/Belangengroep Rijkevoort), mw A.C.A.M. van Hest (SP), dhr J.L.A. van de Kerkhof (CDA), dhr G.H.J. Kusters (LOF/ Dorpslijst Oeffelt), dhr J. Smeets (SLZB), dhr A.G.M. Stiphout (LOF/BB ’86), dhr F. Verstraelen (PK 2002), dhr G.E.Th. Vos (CDA), dhr T.J.G. Weenink (SP), dhr P.F. van der Zande (LOF/Politiek Beugen),
Voorzitter: Griffier:
dhr H.A.N.M. van den Elsen dhr A.W.J.M. Cornelissen
Portefeuillehouders:
mw G.G.M. Vermeent, dhr G. Moes, dhr M.P.M. Oudenhoven
Ambtenaren: Insprekers:
dhr J. Lenssen, dhr J. van der Velden (punt 7) dhr Coppens (agendapunt 5) dhr Van Deijl, mw Evers, dhr Van Gessel, dhr Van de Heuvel, dhr Jacobs, dhr Kerkhof, dhr Martens, dhr Schaap, dhr Thijssens, mw Willems (agendapunt 4)
Verslag:
Buro Service Overasselt, mw W.J.J. Verheijen-Verkroost
0.
Opening
De voorzitter opent de vergadering om 19.00 uur en heet de aanwezigen van harte welkom.
1.
Definitieve vaststelling van de agenda
De agenda wordt conform vastgesteld.
2.
Spreekrecht voor burgers
Dhr Coppens spreekt namens de Bouwgroep Dorpsraad Holthees-Smakt betreffende agendapunt 5, Stand van zaken Volkshuisvestingsplan 2004 en meerjaren bouwprogramma 2004/2014. De Bouwgroep wil raad- en commissieleden duidelijke informatie verstrekken waarom er bezwaar is gemaakt tegen het volkshuisvestingsplan 2004 en het meerjarenbouwplan 2004-2014. Er is een rapport waar de woningbehoefte huis aan huis geïnventariseerd is voor de komende 10 jaar. Het rapport is voor iedereen ter beschikking. Het rapport verstrekt medio mei 2003 aan portefeuillehouder, de heer Oudenhoven, en gepubliceerd in een Boxmeers Weekblad op 25 juni 2003. Volkshuisvestingslan 2004 en het Meerjarenbouwplan 2004-2014 gepubliceerd op historische cijfers. Rapport Woningbehoefteonderzoek Dorpsraad Holthees-Smakt is niet gelezen of het is gelezen en er is niets mee gedaan. Huidige bestemmingsplan reeds volledig bebouwd of kavels zijn verkocht. De inbreidingslocaties, boerderijsplitsingen die door de gemeente aangegeven zijn, zijn door ons huis-aan-huis onderzocht. Conclusie: op midden, kort en lange termijn slechts één locatie ter beschikking binnen nu en 5 jaar. Het betreurt ons dat de gemeente alsnog gesprekken gaat voeren met de eigenaren van deze inbreidingslocaties en deze onder druk wil zetten. Dit noemen wij een vorm van chantage. Hieruit blijkt dat wij als Dorpsraad niet serieus genomen wordt. Tenslotte vragen wij ons af of deze inbreidingslocatie wel voor onze doelgroepen bestemd is. Recentelijk hebben wij nog in het makelaarskrantje kunnen lezen dat één van deze inbreidingslocaties door een of andere makelaar te koop is aangeboden voor € 230.000,-. Dus absoluut niet voor onze doelgroep, de starters. De
1 Notulen vergadering commissie RZ gemeente Boxmeer 22 maart 2004
woningbouwvereniging Vierlingsbeek is niet bereid huur, huurkoop of sociale woningbouw in Holthees te realiseren. Afgelopen jaar, 2003, is het inwoneraantal Holthees-Smakt met 21 inwoners afgenomen ondanks dat er meer woningen zijn gebouwd. Dit geeft dus duidelijk een stuk vergrijzing aan en het aantal inwoners per woning vermindert. Hetgeen ook onderschreven wordt door de vereniging van kleine kernen Noord-Brabant. De basisschool is uitgebreid en een extra leerkracht is aangetrokken om onze 80 leerlingen goed onderwijs te geven. Momenteel is door de Gedeputeerde van de Provincie, de heer Rupp, geschreven: iedereen moet de mogelijkheid geboden worden om in de eigen gemeenschap te kunnen blijven wonen. Grensoverschrijdend denken en handelen. Gemeente mag plannen maken naar eigen behoefte. Van al deze uitspraken zien wij niets terug in onze gemeenschap Holthees-Smakt. Willen wij onze jeugd en ouderen een toekomst bieden in onze gemeenschap, dan zal er een bestemmingsplan ontwikkeld moeten worden voor de lange termijn, waarin alle facetten meegenomen worden en zeker de starters. Het contingentenverhaal vinden wij, als Bouwgroep van de Dorpsraad, flauwe kul. Er moet gebouwd worden als de behoefte er is en als er geen behoefte is, moet er absoluut niet gebouwd worden. Er is een convenant gesloten met de dorpsen wijkraden om een betere samenwerking te krijgen. Wij denken dat deze samenwerking, wat ons betreft, op de wip staat. Alles wat wij tot nu toe gedaan hebben is niet gelezen, of gelezen en weggegooid of men gaat het alsnog onderzoeken. Dus, wij komen ongeloofwaardig over en worden door de gemeente niet serieus genomen. Wij hopen alsnog dat onze inspanningen ten aanzien van onze gemeenschap niet voor niets zijn geweest en zien gaarne een reactie tegemoet. Dank u. Dhr Van Deijl: Geachte voorzitter en commissieraadsleden. Ik ben projectontwikkelaar van windparken, werkzaam bij MULTIWIND B.V. en treed op als adviseur van Windpark Rijkevoort. Ik heb reeds in de vorige eeuw in 1998 in Oost-Brabant naar geschikte windlocaties gezocht. In 1999 hebben we een verzoek gedaan tot ontwikkeling van een windpark aan Maarsven. Op dit eerste initiatief heeft de Gemeente Boxmeer toentertijd positief gereageerd. De gemeente Boxmeer had nog geen windbeleid ontwikkeld en is toen over de zaak gaan nadenken. Er werd een Quickscan uitgevoerd en Stedenbouwkundigburo Croonen ingeschakeld. Ondertussen waren wij in samenwerking met de grondeigenaren van WP Rijkevoort ook begonnen aan de ontwikkeling van dit windpark en later met het windpark Laageind. In overleg met gemeente en Provincie werden de plannen Maarsven en Laageind teruggetrokken en werd aIleen maar het windpark Rijkevoort voortgezet. Omdat de raad in 2001 besloten heeft achter de ontwikkeling van windenergie in Boxmeer te staan, is de projectontwikkeling in een stroomversnelling gekomen en sloten ook andere projectontwikkelaars met hun plannen aan. De laatste drie jaren hebben gemeente en Provincie met hulp van een stedenbouwkundig bureau en de projectontwikkelaars, de plannen die nu voorliggen, ontwikkeld. De directie van WP Rijkevoort heeft aan aIle wensen voldaan, die tijdens deze projectontwikkeling door gemeente of Provincie via het stedenbouwkundig bureau werden opgelegd. De plannen zij diverse malen aangepast. Uiteindelijk is een plan ontstaan, wat slechts uit vier windturbines bestaat en aan aIle wettelijke en planologische voorwaarden voldoet. Wij en de directie WP Rijkevoort hebben zich steeds gericht naar de wensen, die vanuit de gemeente en Provincie op ons afkwamen. De samenwerking is naar ons in ziens altijd voortreffelijk geweest. Wij nemen aan dat na het eerder genomen Raadsbesluit en na het zorgvuldig voorbereidend onderzoek de Raad nu dan ook zal besluiten tot het opstarten van de bouwprocedure. In onze rechtsstaat hebben we in wetten de bouwvergunningsprocedure zeer goed geregeld. De wetten zijn zo opgezet, dat iedere betrokken persoon en groep, bezwaren kan maken tegen in zijn ogen foutieve plannen. Tijdens deze vergunningsprocedure zijn maatregelen ingebouwd om aanpassingen of verbeteringen mogelijk te maken. Wij hebben als projectontwikkelaar, en nu spreek ik ook namens de directie van WP Rijkevoort, er recht op na deze jarenlange voorbereiding, dat deze procedure gevolgd gaat worden. De belangengroepen hebben alle gelegenheid in deze procedure hun meningen naar voren te brengen. De rechtsstaat waarborgt ons, dat in betwiste gevallen, de rechter een uitspraak doet. Op deze wijze wordt aan ieder goed recht gedaan. Wij maken resoluut bezwaar tegen uitvoering van een zogenaamd proefproject, waarbij slechts een projectontwikkelaar en een partij bevoordeeld wordt en de rest van de partijen in de wachtkamer worden gezet. Daarnaast hebben wij na 6 jaar recht op, te weten waar wij aan toe zijn en wensen we niet in een procedure te geraken die door getouwtrek nog jaren kan duren en waarvan de einduitslag zeer ongewis is. Heel Brabant kijkt met ons mee, wat in de komende weken hier besloten gaat worden. Het besluit van de raadsleden is ook belangrijk, omdat een positief besluit van de raad een positief effect heeft op de andere windenergieprojecten in Brabant. De doelstelling waarvoor Rijk en de Provincie getekend hebben, kan dan behaald worden. Mw Evers: Geachte commissie/raad, wij zijn op het moment aangekomen dat er knopen doorgehakt moeten worden. Het gaat nu niet meer om de discussie windenergie in zijn algemeenheid. Er zijn twee keuzes. U verwijst alle initiatieven naar de prullenbak en kiest dan tevens voor de gang naar de rechter, schadeclaims initiatiefnemers. Of u neemt uw bestuurlijke verantwoordelijk en bekijkt samen welke weg er bewandelt dient te worden. Met andere woorden, u heeft verschillende mogelijkheden aangereikt gekregen om dit verhaal tot een goed einde te brengen, voor zowel tegenstanders, voorstanders en de inwoners van Boxmeer. Als u voor optie 1 kiest, de rechtsgang, wordt dit het zoveelste debacle voor Boxmeer, de brandweer, Bouten en nog actueel het gemeentehuis, zal windmolens in de rij aan mogen sluiten. Realiseert u zich dat u de burgers in onze gemeente op voorhand opzadelt met een nog groter begrotingstekort? Als u voor de rechtsgang kiest, zet u geld in dat u niet heeft. Kennen de gewone burgers in Boxmeer de consequenties van een ‘nee’ tegen windmolens in Boxmeer. Als zij mochten kiezen tussen a. tegen windmolens met het eventuele gevolg een hogere OZB of men kiest voor windmolens, wat de gemeente ook nog eens enkele tonnen per jaar oplevert. Dan is de keus voor de inwoners, de consument, niet moeilijk, die kiest het goedkoopste. Wij als initiatiefnemers zijn bereid om voor de planschade, als die er mocht zijn, op te komen. En leggen dit niet neer bij de gemeenschap. Als u voor de rechtsgang kiest, betaalt u samen, met de actiegroep (sorry, werkgroep Beugen), de daaruit voortvloeiende kosten dan ook zelf? En ontziet u daarmee de gewone burger, maar ook de voorstander. Durft u dat aan? Want met het geld van een ander is het altijd makkelijk werken. Ga voor uzelf nog maar eens heel goed na wat er de afgelopen jaren is gebeurd en de rol die u als raadslid hierin heeft gehad. U allen heeft van het begin af aan volledige positieve medewerking verleend. U was op de hoogte van de plannen, stimuleerde ons vergunningen aan te vragen, men zag het zelfs als een opsteker voor Boxmeer. Het voortraject is geheel doorlopen, met uw medeweten. U liet het gebeuren. En dan toch nee zeggen? Mensen, zo werkt dat niet en kan het niet. Zo vind ik de werkwijze van de actiegroep Beugen ook absoluut laag bij de grond en zonder enig respect getuigen. Dat men initiatiefnemers afschildert als een stelletje criminelen. Er wordt letterlijk gezegd: er wordt gelobbyd door bedrijven en agrarische initiatiefnemers, hierbij worden alle middelen gebruikt en schrikt men er zelfs niet voor terug om individuele tegenstanders door intimidatie, bedreiging of omkoping de mond te snoeren. Met alle respect, voor of tegen, dit hebben wij niet verdiend, hier distantiëren wij ons van. Het geeft wel aan hoe omgegaan wordt met normen en waar-
2 Notulen vergadering commissie RZ gemeente Boxmeer 22 maart 2004
den door de actiegroep Beugen. Door hun felheid en optreden is men bezig hele dorpsgemeenschappen in tweespalt te brengen. Mensen die liever buiten de discussie bleven, worden meegesleurd in een strijd. Oh ja, men noemt zich werkgroep, maar in mijn ogen is actiegroep een passender benaming. Beste mensen, tot slot. U vraagt zich dikwijls af: hoe komen wij dichter bij onze kiezers, de bevolking? Beste mensen, kijkt u eens naar uzelf, de inwoners van Boxmeer zijn de politiek zat. Als je de moeite neemt om te luisteren hoor je het overal, op straat, in de winkels, maar wil je het horen, het is dan zus, dan zo, het ene debacle na het andere. U allen heeft het zo druk met elkaar in negatieve zin, dat er van gezamenlijk opbouwen van Boxmeer weinig terecht komt. Mensen, ons interesseren de poppetjes niet. Jullie allemaal zijn de vertegenwoordiging van de bevolking van Boxmeer. Laten we nu met zijn allen eens aan het bouwen beginnen. Neem uw verantwoording, houd op om elkaar telkens via de media zwart te maken. Gedraag u als volwassenen. Laat zien aan de bevolking, maar ook aan de buitenwereld dat we gezamenlijk bouwen aan Boxmeer. Dat moet het doel zijn. Dank u, voor uw aandacht. Dhr Van Gessel: Voor het behoud van het Brabantse platteland in het land van Cuijk. ledereen in Nederland is voor schone, duurzame energie, geen misverstand. Ook voor windenergie dus, mits op de juiste locaties. Ais het windaanbod ter plaatse echter beperkt is, en dientengevolge gigantische turbines nodig zijn om nog iets te renderen, houdt elk vergelijk op. Wie wel eens in Friesland, Overijssel of rond het IJsselmeer fietst, loopt of zeilt herkent vanaf verre de enorme schoorstenen van de Diemer- en Flevo-electriciteitscentrales. Torens tot 130m hoog, waaronder je een industrieel complex verwacht als DSM, Hoogovens, Shell of de bedoelde centrales. Kennelijk nodig voor de economie, fnuikend voor het landschap. Zou zo'n industriële gigant in het Land van Cuijk geplaatst mogen worden? De in Boxmeer beoogde turbines worden nog hoger, aldus elk gevoel voor landschappelijke beleving en uitstraling vernietigend. De Brabantse kernkwaliteiten "Rust, Ruimte en Natuur", even zovele peilers onder de komende reconstructie, met kracht bepleit in het Streekplan, worden verkracht. Geen enkel gevoel voor de menselijke maat en schaal der dingen. De visuele dominantie en grootindustriële uitstraling staan haaks op de, door een overgrote meerderheid van de inwoners van het land van Cuijk onderschreven waarden van een natuurlijk landschap, cultuurhistorie (tussen Peel en Maas) en gewenste bloei van milieu, recreatie en toerisme. Juist in het land van Cuijk wordt heel veel energie en geld gestopt in projecten ter verbetering en bescherming van fauna, flora en milieu, passend in een toeristisch perspectief. Weggooien dan maar? De geplande turbines zijn normaliter vanaf ruim 20 kilometer afstand te zien: het gaat dus niet alleen het aangrenzende gebied of woonkern aan, doch uitdrukkelijk de gehele streek. De Vestas – dat is de wind molenfabrikant – professionals en hun zgn. initiatiefnemers waren ons in kennis, lobby en slagkracht jaren voor! Gauw een raadsbesluit nemen, u hoorde dat straks met dreigementen, voor men wakker wordt. Het grote geld lokte; wie in wind wil beleggen kan bij mij een brochure inzien, 18% rendement. De informatie waarover wij nu beschikken wijkt belangrijk af van die ten tijde van eerdere besluitvorming. De voorstelling van zaken destijds, en de uitvoeringsplannen van nu, staan haaks op elkaar. Ik heb verder geen zin in te gaan in slagschaduw, geluid, afbrekende wieken, u mag ze van mij hebben. Waar blijven GS en de Staten van Brabant die middels het CDA een symposiumachtige bijeenkomst in dit voorjaar hebben toegezegd? Brabants Landschap heeft duidelijke taal gesproken (5 nov 2003), de BMF ligt in een spagaat (waarom zo luid Geert, gebrek aan argumenten?), het RMB hoor je helemaal niet meer. Het gaat om een breed, aantoonbaar draagvlak bij de totale bevolking. Daar helpt dus geen enquête meer, want dan ga je verantwoordelijkheden afschuiven naar niet geëquipeerde burgers. Iedereen is voor schone energie, als u het maar simpel vraagt, zie de Boxmeerse Raad in 2001. Gaan we dan de rest van de burgers drie jaar uitleg verschaffen soms? Kennelijk gaat eigenbelang voor dat van de gehele gemeenschap van het Land van Cuijk, ook voor dat van de agrariërs die aan toerisme en recreatie straks wat extra's willen verdienen. Het is al gezegd, na de affaires Brandweer, Bouten en Burgemeester organiseren de op achterstand gezette tegenstanders van windturbines zich nu regionaal, provinciaal en landelijk. Kennis wordt vergaard, juridische steun wordt ingekocht. Zin in nieuwe, alles verscheurende conflicten de komende tien jaar, gemeenteraad van Boxmeer? Welk belang, anders dan dat van enkele financieel betrokkenen, dacht u te dienen? Bezint eer ge begint. Dhr Van de Heuvel: Geachte commissie. VNG, Provincie en centrale overheid hebben afspraken gemaakt over de verdeling van de gewenste megawatts windenergie per provincie, met als enig uitgangspunt het windaanbod zoals dit gedurende een periode van 30 jaar is geregistreerd. Voor alle duidelijkheid, in Oost-Brabant en Noord-Limburg is gedurende die periode het geringste windaanbod vastgesteld. Wat kan er voortvloeien uit het gemeenteraadsbesluit van juni 2001, in principe medewerking te verlenen aan initiatieven tot plaatsing van windturbines. Meer niet. Dat was het toen. Wat wist men toen van windaanbod, windturbines, van rendementen, van de impact op de omgeving. Ik meen te mogen stellen: heel weinig. In vergelijking tot de informatie die men nu beschikbaar heeft, zo goed als niets. De start van de oeverloze discussie is begonnen. Al voor 2001, misschien al in 1998, zijn initiatiefnemers van start gegaan, geadviseerd door de heren die al leefden van wind, om hunprojecten van de grond te krijgen. Big business. Ook nog te verkopen als een steentje bijdragen aan het milieu. Zoals men in Duitsland zo treffend kan formuleren: mir kommen die tränen. Er verschijnen windscanrapporten. Niet alleen in Boxmeer. En ziedaar, er wordt vastgesteld: er is wind. Waar eerder al vaststond dat die er niet was. Te laat en ook nog bij toeval komt deze ontwikkeling in de openbaarheid en gaan de burgers zich stukje bij beetje realiseren wat er gaande is. Pas dan komt de gemeente met een voorlichtingsavond. Er volgt een stortvloed van rapporten van deskundigen, voor en tegen. Meer rapporten van weer andere deskundigen. En verdere voorlichtingsbijeenkomsten. Kortom, voor en tegenstanders formeren zich voor the battle of Boxmeer. Ook onafhankelijke instanties, zoals Brabants Landschap, geven duidelijk hun mening tegen de plaatsing van turbines in Boxmeer. De weerstand tegen de projecten neemt toe en de initiatiefnemers gaan over tot hun laatste redmiddel: dreiging en leggen een schadeclaim op tafel, natuurlijk geheim. Deze claim moet weer worden beoordeeld door juristen en hun bevindingen, natuurlijk ook geheim, liggen inmiddels op tafel. Uit een artikel in de krant meen ik te kunnen concluderen dat deze claim op zo goed als niets blijkt te berusten, laten we zeggen: een briesje in een glas water. Meer is ook niet mogelijk met het windaanbod in de gemeente. De stichting Energie 2050, wie verschuilt zich achter deze veelbelovende naam, doet een laatste, zogenaamde informatiepoging. Alleen voorstanders zijn aanwezig. En, naar nu blijkt, op kosten van de belastingbetaler, teneinde de raadsleden zodanig te beïnvloeden dat zij alsnog voor turbines zullen stemmen. Mijn overtuiging is dat men in 2050 zal zeggen: hoe is het mogelijk dat we in 2003 en 2004 ons zo met windenergie hebben beziggehouden. Als de overheid dan toch windenergie wil afdwingen, ondanks het feit dat men in Noord-Duitsland al tot de conclusie is gekomen een foutieve beslissing met de plaatsing te hebben genomen, dan stel ik met Essent voor voorkeur voor molenparken in zee. Het is vooral deze toe-
3 Notulen vergadering commissie RZ gemeente Boxmeer 22 maart 2004
passing van energiewinning die een grote toekomst in Nederland wordt toebedacht. Nadeel: iets duurder in aanleg. Voordelen: veel kleinere turbines, centraal onderhoud, hoogste rendement, geen enkel deskundigenrapport meer nodig, buiten de trekvogelroute, grootste acceptatie bij de burgers, einde oeverloze discussie. Ik wens de commissie toe een goed advies uit te brengen en de raadsleden, voor zover aanwezig, een wijze besluitvorming. Dhr Jacobs: Geachte leden van de commissie Ruimtelijke Zaken van de gemeente Boxmeer. Groene stroom en de daarvoor benodigde windmolens, daar gaat het vanavond over, als u het agendapunt 4 van de agenda van deze avond in behandeling neemt. Men wil ten goede van het milieu de uitstoot van CO2 terugdringen. Of die echt nodig is, daar zijn de terzake kundige geleerden het met elkaar niet over eens. Het kan volgens professoren en hoogleraren goed zijn dat wij over 50 jaar een ijstijd hier gaan krijgen en dat ligt dan niet aan de uitstoot van CO2, maar aan het veranderen van de warme golfstroom in de Indische Oceaan. De tuinbouw dreigt met de rechter, CO2 doelstelling veel te scherp. Kop in de krant van 16 maart 2004. De sector zou willen groeien met 10% tot in 2010. In plaats van deze geplande groei, moet men rekening houden met 25% vermindering. De uitstoot van CO2 door de glastuinbouw mag in 2010 5,1 miljoen ton zijn. Indien deze sector aan de eis moet blijven voldoen, verdwijnen er 40.000 arbeidsplaatsen en een omzetverlies van € 1,6 miljard. De glastuinbouw moet 33% uitstoot verminderen ten opzichte van de hoeveelheid uitstoot kooldioxide in 1990, terwijl andere sectoren met een gemiddelde van 11% uitstoot mogen toenemen. Discrepantie en onzekerheden alom. Indien wij investeringen willen doen in wat voor zaken dan ook, dan stelt men zich altijd de vraag: bereik ik met de inzet van een bepaalde hoeveelheid euro’s ook mijn doel en op welke termijn bereik ik mijn doel en op hoeveel tijd moet ik rekenen dat ik mijn geïnvesteerde euro’s weer terug heb verdiend. In het huis aan huis blad, uitgegeven door Essent, staat geschreven op pag 18, onder de kop Terugblik op groene stroom, het volgende: Essent is de uitvinder van groene stroom. Essent heeft als eerste in 1995 in samenwerking met Wereld Natuurfonds Groene Stroom geïntroduceerd op de Nederlandse markt. Inmiddels hebben meet dan 750.000 klanten gekozen voor Groene Stroom van Essent, waarmee een substantiële bijdrage wordt geleverd aan bet tegen gaan van klimaatverandering. Dankzij de bijdrage van aIle Groene Stroom klanten wordt de uitstoot van een hoeveelheid CO2 vermeden waar normaal gesproken een hoeveelheid bos voor nodig is ter grootte van het totale bosoppervlak in Nederland. Essent levert met het grootste duurzame productiepark in Nederland de grootste bijdrage aan CO2 reductie, door de inzet van duurzame bronnen in ons land. Nu ter verduidelijking of verheldering zo u wilt. Na diverse malen getelefoneerd te hebben met de afdeling persvoorlichting is er eindelijk door een redacteur, aan mij het een en ander verduidelijkt. We hebben zojuist gehoord dat er een substantiële bijdrage geleverd wordt aan het tegengaan van klimaatverandering, nu de substantie is uitgedrukt in een percentage van de totale uitstoot CO2, veel minder dan 1 schamele procent. Strikt genomen dienen wij hier te spreken over promille. Het bosoppervlak ter grootte van bet bosoppervlak in Nederland zet nagenoeg dezelfde hoeveelheid CO2 vast. Wat leert ons deze verduidelijking? Geen euro' s te investeren in een zaak, die zo slecht rendeert. Want het doel dat men wilde bereiken, terugdringing van CO2, wordt bij lange na niet gerealiseerd. Hoe komt het dat er desondanks het niet te realiseren doel er toch personen en ondernemingen zijn die hiervoor euro' s vrij willen maken? Dit kan alleen maar op basis van gekunstelde geldstromen vanuit de overheid naar deze personen en ondernemingen, wat overigens enkelingen zijn, terwijl belastinggelden ten goede dienen te komen aan grote groeperingen binnen onze maatschappij. Geachte commissieleden aan u de taak om een goed advies uit te brengen aan uw gemeenteraad, in mijn betoog heb ik het alleen maar gehad over investeren en het te bereiken doel, deze waarden stroken niet met elkaar, dus niet investeren zou dan een logische conclusie moeten zijn, afzien van windmolens hier, overigens was dit ook een opmerkelijke opmerking van Essents zijde, windmolenparken van ons staan alle aan of in de zee. Invalshoeken als landschap en mensen en draagvlak onder de bevolking zijn zeker aspecten die u in uw beslissing dient mee te wegen. Woensdag 17 maart 2004 is er motie ingediend door Paul de Krom/VVD in de Tweede Kamer met als strekking maak duidelijk aan de Nederlandse Belastingbetaler wat er aan euro's uitgegeven gaat worden voor bet geplande park ter grootte van 6000 Megawatt in zee. Deze motie is kamerbreed aangenomen, dus u mag verwachten dat er door de centrale overheid in Den Haag zeer kritisch omgesprongen gaat worden met deze belastinggelden. In Duitsland en Denemarken komt men nu ook terug op de eerder ingeslagen weg, de stroomkosten rijzen de pan uit. Deze kosten betalen de burgers ieder voor zich terwijl de subsidie gaat naar enkelingen. Dank voor uw aandacht en we gaan over tot de orde van de dag. Dhr Kerkhof: Geachte voorzitter, ik spreek als lid van de dorpsraad St Anthonis. Allereerst heeft het ons verbaast en vind ik het eigenlijk bijzonder jammer dat de dorpsraad nooit bij de plannen is betrokken. Bij de dorpsraad is dan ook geen draagvlak voor het windmolenplan. We zien geen voordelen voor St Anthonis, terwijl de maatschappelijke weerstand alleen maar toeneemt. Wat meer aandacht voor de burgers was hier wellicht op zijn plaats. Waarom krijgen bijvoorbeeld de plaatselijke overheidsgebouwen geen gratis stroom, zodat ook de overige burgers er wat aan hebben. Daarnaast plaatsen we vraagtekens bij de opstellingsvorm van de molens. Voorgesteld wordt om series van 5 of 6 molens te plaatsen. Een deskundige van HasKoning gaf onlangs aan dat één lange lijn vanuit ruimtelijk oogpunt logischer is. Het gehele traject langs de A73 kan dan beduidend korter worden. Waarom voor deze opstellingsvorm is gekozen is ons niet duidelijk. Hopelijk is het niet om de MER-procedure te omzeilen. Nu zijn wij bang dat men uitgaat van meerdere kleinschalige opstellingen terwijl feitelijk sprake is van een grootschalig plan van 28 molens. Wij vrezen dat de molens grote gevolgen hebben voor het milieu. Met name inpassing in het landschap baart ons zorgen. Voor ten minste 20 tot 30 jaar zullen de windmolens het uitzicht bepalen en dominant aanwezig zijn. Wij willen minimaal pleiten voor het doorlopen van de MER-procedure. Hierin moet worden aangegeven welke criteria en afwegingen bij het inrichtingsplan een rol spelen. U als gemeente kunt om een dergelijke procedure verzoeken. Ik dank u voor uw aandacht. Dhr Martens: Geachte commissie, beste aanwezigen. Als vertegenwoordiger van de initiatiefnemers van het plan D’n Oksel wil ik graag hier mijn bijdrage leveren aan de discussie. De productie van windenergie met moderne windmolens in Boxmeer is nog onbekend. En zoals vaker maakt onbekend onbemind. Natuurlijk is vrijwil iedereen voor het gebruik van duurzame energie wat ook blijkt uit de animo voor groene stroom. Natuurlijk is ook vrijwel iedereen het er over eens dat voor Nederland het gebruik van windenergie eigenlijk het enige alternatief is omdat andere alternatieven zoals waterkracht en zonne-energie in ons land te weinig opbrengen.
4 Notulen vergadering commissie RZ gemeente Boxmeer 22 maart 2004
Maar als de plannen concreter worden, krijgt ook vrijwel iedereen last van het zogenaamd NIMBY-effect (not in my backyard). Ik neem aan dat het ook geldt voor de voortuin. Wat dat betreft is er weinig onderscheid. Duurzame energie moet, en natuurlijk moet Boxmeer daar aan meedoen. Maar waarom moet ik er dan last van hebben? En dan worden er argumenten bij gezocht om te verklaren dat windenergie helemaal niet zo goed is. Ik zal er een aantal noemen. Windenergie is niet rendabel, windmolens maken een enorme herrie en dan vooral ’s nachts als je wilt slapen, je wordt tot op tientallen kilometers gek van de slagschaduw, windmolens werken als gehaktmolens voor vogels, windmolens tasten het landschap aan. Op een aantal wil ik nader ingaan. Vanwege de tijd beperk ik het. Windmolen rendabel? Het is duidelijk dat een windmolen van 2 Megawatt stroom produceert voor 1600 gezinnen. Wij vinden dat een goed rendement. Wat het geluid betreft, als voorstander willen wij niet ontkennen dat windmolens geluid produceren en daarom zijn er ook strenge regels aan de maximale geluidsproductie aan de hoeveelheid geluid dat ’s nachts gemaakt wordt op de gevel van een woning in de stad danwel in het buitengebied. En alle plannen die gemaakt worden zullen aan deze strenge normen moeten voldoen. Wat betreft slagschaduw, er is natuurlijk slagschaduw, maar hooguit tot maximaal 1000 mtr afstand en niet altijd. Allereerst zal de zon moeten schijnen. Er zal wind moeten zijn en de wind zal uit een dusdanige richting moeten waaien dat de wieken vrijwel haaks op de stand van de zon staan. Dat komt niet vaak voor. Als die situatie zich voordoet en er ligt een woning in de slagschaduw, dan wordt door de computer in de windmolen de molen eenvoudigweg stopgezet. Als de molen niet draait, is er ook geen sprake van slagschaduw. Aantasting van het landschap dan? Moderne windmolens zijn groot, dat valt niet te ontkennen, maar juist omdat ze groot zijn heb je er niet veel van nodig. Om een voorbeeld te geven: wanneer inplaats van 3 Megawatt windturbines op 100 mtr ashoogte er molens van 850 KW op een masthoogte van 50 mtr worden geplaatst, dan zou je om tot een gelijke productie te komen aan electriciteit, er 40 in plaats van 8 moeten plaatsen in hetzelfde gebied. Dat is een effect dat visueel een veel grotere inbreuk maakt dan een beperkt aantal grotere windturbines. Of er dan sprake is van aantasting van het landschap, molens worden altijd geplaatst in overleg met een landschapsarchitect waardoor een zorgvuldige inpassing mogelijk is en zelfs de eigenschappen van het plaatsingsgebied benadrukt kunnen worden. Je kunt er over twisten of windmolens mooi zijn of niet, dat is een kwestie van smaak, dus daar zullen we maar niet over twisten. Graag wil ik nog van deze gelegenheid gebruik maken om erop te wijzen dat door de tegenstanders met name de actiegroep Beugen meerdere malen argumenten gebruikt zijn in folders, voorlichtingsbijeenkomsten en gesprekken met inwoners welke kant noch wal raken, alles met het doel te voorkomen dat er in Boxmeer windmolens worden geplaatst. Zelfs zijn ze zover gegaan in een brief aan de raadsleden te insinueren dat de voorstanders gebruik zouden maken van intimidatie, bedreiging en omkoping. Een gedragswijze die wij ten sterkste afkeuren. Argumenten dienen de doorslag te geven. Zojuist is ook nog gesteld door de heer Van den Heuvel dat de initiatiefnemers gedreigd hebben met claims. Dat is absoluut onwaar. De gemeente heeft een onderzoek opgestart om mogelijke claims te inventariseren. Dat is heel iets anders. Wij zijn dan ook van mening dat bij een zorgvuldige afweging voor of tegen windenergie naar argumenten geluisterd moet worden. NIMBY-effecten dienen geen basis te zijn voor beslissingen van dit soort projecten. Wij zijn van mening dat op deze manier geen enkel project door zal gaan. Wij vertrouwen erop dat de commissie op de door de gemeenteraad ingeslagen weg voortgaat en nader onderzoek naar de toepassing van windenergie in Boxmeer zal blijven ondersteunen. Dank u wel. Dhr Schaap: Geachte commissie en aanwezigen. Na de bijeenkomst in Beugen ben ik als bewoner hard wakker geschud van wat het betekent, windmolens in onze omgeving. Als bewoner maak ik mij zorgen over de besluitvorming voor windmolens en daarom wil ik ook graag hier mijn stem laten horen. Ik denk dat er heel veel bewoners zijn zoals ik. Daarnaast wil ik zeggen dat ik helemaal niets met de werkgroep Windmolens te maken heb, ook al ben ik wel positief over alle informatie die zij gegeven hebben. Als eerste wil ik daarom toch nog even een paar dingen zeggen. Windmolens in Boxmeer, wat betekent dat aan rendement? Ik heb het na afloop van de vorige commissievergadering nog eens uitgerekend voor mij zelf. Het betekent een opbrengst van, let wel, 1.4% van een conventionele centrale. Daar hebben wij 28 windmolens voor nodig in ons landschap hier. Dan vraag ik me af: willen we dat wel? Dat is nagerekend door de heer Hanekamp van HAN en het is ook nagerekend door de professor Kuijk, die zelfs een voorstander is van windenergie. Het is maar 1.4% van een conventionele centrale. Daarnaast was er tijdens die bespreking ook gedeputeerde Hoes aanwezig en hij zei, en dan citeer ik letterlijk: “dat de windmolens een mooie symbolische waarde hebben om te laten zien dat we goed bezig zijn”. Hij had het helemaal niet over rendement. Helemaal niet. Dus de conclusie die ik daarvan geleerd heb is: het levert nagenoeg geen energie op. Maar wat dan wel? Onherstelbare schade aan het landschap. Als ze eenmaal staan dan blijven ze natuurlijk wel staan. Daar komen wij nooit meer vanaf. Daar moet u wel over nadenken. Daarom wil ik aan de commissie vragen: overweeg goed waar je mee bezig bent. Wat betekent het? Windmolens hebben bijna geen rendement. De schade aan het milieu is aanzienlijk. Hoe denk je in een gebied waar de windmolen staat vervolgens nog recreatie te kunnen ontwikkelen en dat willen we toch in ons buitengebied? Ik heb ze trouwens in de Verenigde Staten zien staan, nog veel grotere parken, daar wandelt echt helemaal niemand. Ook heel belangrijk, en dat gaat mij niet eens zelf aan, maar realiseer het je eens wat het betekent als je naast zo’n windmolen woont en je hebt daar niet in geïnvesteerd. Ik denk wel dat je kunt gaan verhuizen, want je bent mooi de pineut met een windmolen van 140 mtr hoog. Dus daarom, als bezorgde bewoner, denk goed na commissie, voordat jullie een besluit nemen. Ik vind het echt schandalig. Dhr Thijssens: Ik spreek als een van de initiatiefnemers, ook namens Windpark Rijkevoort. Geachte commissieleden, Als agrarische ondernemers in de gemeente Boxmeer zijn wij blij, dat de gemeenteraad ons een kans heeft gegeven het draagvlak van onze agrarische onderneming te verbreden. Te verbreden door gezamenlijk met andere agrarische ondernemers, die, hetzij akkerbouwer, hetzij melkveehouder, mee te werken aan het realiseren van windenergie in Boxmeer. Agrarische ondernemers zijn al zeer lange tijd betrokken bij het milieu: we leven er van. Het streven de samenleving duurzamer te maken daar weten we veel van. We zijn dan ook blij, dat we nu in staat zijn een bijdrage te leveren aan een duurzame samenleving door de productie van elektriciteit door middel van windenergie. Het rijk en de provincies hebben dan wel mooi afgesproken, dat er in 2010 1500 MW aan windenergie geplaatst moet zijn, het moet echter wel gebeuren door het particulier initiatief. De gemeenten zijn hierbij belangrijk, want zij verstrekken de noodzakelijke vergunningen. Je kunt dan natuurlijk gaan muggenziften of een molen 80 meter, 100 meter of 150 meter hoog moet zijn, maar wanneer je vindt dat windenergie een bijdrage kan leveren aan de productie van duurzame energie en aan de productie van schone energie, dan is dit niet zo belangrijk meer. Tegenstanders van windenergie voeren allerlei argumenten aan om geen windmolens te plaatsen. Het belangrijkste argument is, vind ik, een erg egoïstisch argument: ze willen zo'n windturbine niet zien. Ze zijn voor hun rust op het platte land komen wonen. En die rust wordt nu al verstoord door boeren, die 's morgens vroeg met hun trekkers gaan rijden. Die 's zomers als het stil is hun beregeningsinstallaties aan zetten en die tot overmaat van ramp ook nog eens enorme windmolen willen gaan
5 Notulen vergadering commissie RZ gemeente Boxmeer 22 maart 2004
plaatsen, waar ze ook nog eens geld aan gaan verdienen. De tegenstanders mogen er alleen maar naar kijken en zich er aan ergeren. Als initiatiefnemers vinden wij het prima, dat mensen tegen windenergie zijn, maar gebruik dan de juiste argumenten. Als je een actie wilt beginnen, ga dan geen mensen onder druk zetten om een bezwaarschrift tegen windenergie te laten tekenen. Laat geen fotoreportages in de krant plaatsen die in niets lijken op de werkelijke plannen die we gemaakt hebben. We zijn ons er van bewust, dat bet plaatsen van windmolens gevolgen zal hebben op het landschap. Maar door een goede landschapsarchitect in de hand te nemen, kan dat effect zelfs positief worden, omdat de lijnen in bet landschap benadrukt kunnen worden. Uit de excursie hebben we kunnen zien, dat het een geweldig mooi effect geeft, wanneer een aantal grote windmolens langzaam staan te draaien. Ik vind het effect vergelijkbaar met de windmolens in Kinderdijk. Weliswaar op een andere schaal met modernere molens, maar het past prima in het Nederlandse landschap. Windmolens plaatsen in de gemeente Boxmeer heeft gevolgen, maar de voordelen wegen op tegen de nadelen. Wanneer mensen rust willen, zullen ze moeten accepteren dat er, om voor sommigen rust te krijgen, anderen moeten werken. En als we werken, maken we geluid, zeker in de politiek. Wij hopen dan ook, dat de commissie de ingeslagen weg door de gekozen gemeenteraad voortzet en door gaat met het onderzoek naar windenergie in Boxmeer. Bedankt. Mw Willems: Geachte leden van de Commissie Ruimtelijke Zaken van de gemeente Boxmeer, Geacht College, Geachte belangstellenden. Er is de laatste maanden al heel wat gepraat en geschreven over de plaatsing van windturbines in de gemeente Boxmeer. Alles wat er gezegd zou moeten worden is gezegd en de feiten zijn bekend. Bekend is dat: Windturbines geplaatst worden om de uitstoot van CO2 terug te dringen. Iedereen dit in principe een goed idee vindt. Dit idee echter vaak gebaseerd is op eenzijdige informatie vanuit de overheid en energiegiganten. Windturbines afhankelijk zijn van de wind. De gemeente Boxmeer, qua wind, in een van de slechtste gebieden van Nederland ligt. Windturbines aan de kust of op zee door een beter windregime meer opleveren en dus effectiever zijn, ook voor het milieu. Windturbines door de onbetrouwbaarheid van de wind nooit het alternatief voor grijze stroom kunnen zijn. Windturbines veel geld kosten bij de bouw en de exploitatie. Windturbines daardoor meer draaien op subsidie dan op windkracht. Dit niet erg zou zijn als daarmee de CO2 uitstoot verminderd zou kunnen worden. Het door wetenschappers is aangetoond dat windenergie nooit een serieuze energiebron kan worden. Dit weer alles te maken heeft met de onbetrouwbaarheid van de wind. De initiatiefnemers hier toch 28 gigantische turbines willen neerzetten. Dit betekent dat er 28 palen van zo'n 100 meter geplaatst moeten gaan worden met daaraan een rotor van circa 80 meter, dus een totale hoogte van 140 meter. Dit voor Boxmeer betekent dat zij in haar eentje een groot deel van de Brabantse doelstelling voor haar rekening neemt. Met hetzelfde geld aan de kust een veel grotere milieuwinst te behalen is met kleinere turbines. De initiatiefnemers zich meer uitputten in juridische termen en het bedenken van claimstrategieën als in het geven van argumenten waarom de windmolens er zouden moeten komen. Het persoonlijk financieel gewin hier duidelijk prevaleert boven de zorg voor de natuur en de leefomgeving. De provincie in de media net doet of de Boxmeerse plannen hen niet interesseert. Er achter de schermen flink gelobbyd en gebruncht wordt. Er voor de provincie veel op het spel staat als door Boxmeer, op basis van harde feiten, een duidelijk nee gestemd wordt. Er nu aangestuurd wordt op een pilotproject om toch vooral niet met lege handen uit de strijd te komen. Een pilotproject niet meer nodig is want die zijn er al verschillende in Nederland. De hoogste windturbine in Nederland ondertussen 176 meter hoog is. Men daar in het Groningse ook kan onderzoeken wat de effecten zijn van zo'n reusachtige turbine op de leefomgeving. Er ook al voldoende ervaring is met overlast van lagere turbines. Als men op zoek gaat naar deze ervaringen hartverscheurende persoonlijke drama's tegen komt. Men op gemeenteraadsleden stuit die, als ze een tweede kans zouden krijgen, NOOIT meer zouden instemmen met de plaatsing van windturbines door de overlast die ze veroorzaken. Het voor Boxmeer nog niet te laat is. Boxmeer de eerste gemeente kan worden die door voortschrijdend inzicht terugkomt op een principe besluit. Dit juridisch ook kan, getuigd van inzicht en zeker geen blamage is. Boxmeer hiermee de eerste gemeente kan worden die het belang van haar burgers verkiest boven dat van een enkele initiatiefnemer. Boxmeer en haar bewoners hierdoor verschoond blijven van negatieve effecten als geluidsoverlast, slagschaduw en reductie van het woongenot. De eigenaars van onroerend goed weer onbezorgd kunnen zijn over een mogelijke waardevermindering van hun bezit. De gemeente met geconfronteerd wordt met planschadeclaims. De gemeente met geconfronteerd wordt met een jaarlijks terugkerende lagere OZB opbrengst. Boxmeer haar landelijke uitstraling behoudt. Dit goed is voor de alternatieve economische dragers in de regio als recreatie en toerisme. Dit ook door de buurgemeenten erg gewaardeerd zal worden. Boxmeer met een duidelijk nee tegen windmolens ook een bijdrage levert aan de impuls om te zoeken naar betere en vooral effectievere manieren om de CO2 uitstoot terug te dringen. Beste commissieleden, kies voor Boxmeer, kies voor het milieu, zeg NEE tegen windturbineplannen op Boxmeers grondgebied. Werkgroep Windmolens Beugen.
3.
Vaststelling van de notulen van de vergadering van de commissie Ruimtelijke Zaken van 2 februari 2004
De notulen van de vergadering worden ongewijzigd vastgesteld.
4.
Uitbrengen van een advies aan de raad m.b.t. de heroverweging van het raadsbesluit d.d. 14 juni 2001 inzake vaststelling quickscan windenergie
Dhr Van de Kerkhof merkt op dat men voor een heroverweging staat van een raadsbesluit. Hij hoopt niet dat dit een gewoonte wordt. Niet alle commissieleden hebben dezelfde volledige informatie. De commissieleden van het CDA ontbreekt het ook aan de nodige informatie. Het is daarom ook niet 6 Notulen vergadering commissie RZ gemeente Boxmeer 22 maart 2004
mogelijk een juiste afweging te maken over dit punt. Voor latere besluitvorming heeft hij graag antwoord op enkele vragen. Is de gemeente niet verplicht aanvragen voor planologische inpassing, die kunnen leiden tot plaatsing van windmolens in procedure te brengen? Zeker ook daar de raad en het college tot voor kort positief met de initiatiefnemers meedachten en dit hen ook kenbaar maakten. Kunnen planschades ook in de toekomst afgewenteld worden op de initiatiefnemers van windenergie en ook de schade aan het wegennet welke door zwaar transport veroorzaakt zou worden tijdens eventuele plaatsing van windmolens? Als door gewijzigde inzichten en techniek over bijvoorbeeld 25 jaar windmolens overbodig zouden zijn, wat gebeurt er dan met deze bouwwerken? Hoe is de relatie vliegverkeer en windmolens? Is het denkbaar dat meer en zwaarder vliegverkeer de gemeente Boxmeer zal mijden als er windmolens geplaatst zouden zijn? De voorzitter merkt op dat het de bedoeling is nu tot een advies te komen, het was beter geweest de vragen van tevoren te stellen. Dhr Kusters stelt dat hij gedurende de discussie van de afgelopen maanden geconstateerd heeft dat op het terrein van windenergie er voor- en tegenstanders zijn met dezelfde hoge opleidingsgraad op dit vakgebied. De belangrijkste conclusies die getrokken kunnen worden zijn simpel. Uit diverse wetenschappelijke publicaties, zoals iedereen die erbij betrokken is weet hoe omvangrijk de rapporten, adviezen en publicaties zijn, blijkt dat windenergie een miljardenverslindende operatie is die geen milieuwinst oplevert. Het landschap krijgt een opdonder van jewelste, waartegen de direct betrokkenen terecht fel ageren. Men heeft het over slagschaduw, geluidsoverlast, dalende prijzen van het onroerend goed. Allemaal zaken die zwaarder wegen dan de zogenaamde voordelen, want die heeft hij nog steeds niet kunnen ontdekken. Het gaat om meer dan alleen de belangen van de direct betrokkenen. Het gaat om de vraag of de politiek bereid is de leefsituatie van deze mensen, van toekomstige inwoners van Boxmeer, en last but not least, het landschap te slachtofferen aan de voornamelijk financieel zakelijke belangen van de mensen die betrokken zijn bij de bouw van windturbines. Er is geen sprake van een geslaagde ontwikkeling van windenergie. Er kan dan ook geen sprake van zijn dat burgers gevraagd worden offers te brengen voor de realisatie van deze megaprojecten. Er is geen enkel draagvlak voor de plaatsing van windturbines. Alle brieven, emails en dergelijke wijzen uit dat er alleen maar tegenstanders zijn. Tijdens de brunch waren er alleen voorstanders, tegenstanders waren niet uitgenodigd. De voorstanders hebben een financieel belang en geen enkel hoogverheven doel waarvoor men zou moeten zwichten. De milieuwinst werd wel genoemd, maar is een illusie gebleken. Er worden pogingen gedaan de bezwaren af te kopen. De weerstand is echter zeer groot. De mensen vechten zich liever kapot dan dat ze hun levensgeluk laten afkopen. De aantasting van de persoonlijke levenssfeer, verwoesting van hun levensgeluk, komt te weinig aan bod. Hij probeert zich voor te stellen dat hij in zelfde positie verkeert als de mensen die in de invloedsfeer van de windturbines komen te wonen. Hij is daarbij geholpen door een raadslid uit de gemeente Opdam. Daar heeft eenzelfde discussie plaatsgevonden. Bij de voorstanders waren ook mensen die in de invloedsfeer van de windturbines zouden komen wonen. Nu er twee windmolens staan wonen die mensen er nog steeds omdat ze de woningen niet kwijt kunnen. Dit zijn geen incidenten. Wat hij gehoord heeft zijn persoonlijke drama’s die hem zeer aangegrepen hebben. De ellende is niet te overzien. Raads- en commissieleden kunnen van hem de namen krijgen van de direct betrokken, zodat iedereen zichzelf op de hoogte kan stellen van de drama’s die zich daar afspelen. Juist in het Land van Cuijk wordt heel veel energie en geld gestopt in projecten ter verbetering en bescherming van fauna, flora en milieu. Streekplannen, ecologische verbindingszones, Structuurvisies en Reconstructieplannen getuigen daarvan. Als de gemeente een woonwijk wil bouwen, moet elke das, elke inheemse kikker, elke salamander in beeld worden gebracht. Kapitalen worden uitgegeven om deze dierenbelangen te beschermen. Waarvoor? Om mensen een dak boven hun hoofd te geven. Dat heeft men er voor over, want de burgers vragen erom. Daar is de zaak in balans. En wat gebeurt er nu als het om eigen inwoners gaat die aan windmolens moeten komen? Toch doordrukken, terwijl bekend is dat er geen enkele milieuwinst te behalen is, terwijl bekend is dat er massaal tegenstand is, terwijl bekend is dat er alleen maar een financieel zakelijk belang is van enkele initiatiefnemers. Natuurlijk moet dat niet gebeuren. Dat zou de wereld op zijn kop zijn. Als volksvertegenwoordiger ben je dan verkeerd bezig. Hij wenst op te komen voor de belangen van de mensen die men in het ongeluk stort door voor windmolens te stemmen. Er moet een dikke streep onder gezet worden. Als dat niet gebeurt, zijn de gevolgen een desastreuze aantasting van de onvervangbare open landschappen, vermindering van de waarde van het onroerend goed, vogelslachtoffers en dergelijke, maar vooral, en dat is het belangrijkste, worden de inwoners slachtoffer van een volstrekt onrealistische milieudoelstelling en zwicht men voor het grote geld. Hij kan zich niet voorstellen dat bij de ontwikkeling van woongebieden er zoveel aandacht is voor de bescherming van dieren. Gebieden waar niet eens gebouwd mag worden omdat daar een 7 Notulen vergadering commissie RZ gemeente Boxmeer 22 maart 2004
of andere pad of das zit, maar vervolgens is er geen oog voor de mensen en worden er torenhoge, veel last veroorzakende windmolens neergezet. Boxmeer staat in de top 10, laat dat zo blijven. Dhr Cuijpers geeft aan dat de Belangengroep Rijkevoort altijd voorstander is geweest van duurzame energie. Vanuit de Rijkevoortse bevolking heeft de Belangengroep tot voor kort nooit tegenspraak vernomen. Voor windenergie is in de gemeente Boxmeer een grote toekomst weggelegd, mede doordat de A73 volledig van noord tot zuid door de langgerekte gemeente loopt. Allerlei instanties hebben ook hun medewerking verleend. Men zegt dat het de beste locatie van Oost-Brabant is. Echter, zulke grote turbines hebben ook een keerzijde, welke door diverse werkgroepen tegen windmolens de laatste maanden naar buiten is gebracht: slagschaduw, geluidsoverlast en de hoogte van de turbines zijn de belangrijkste argumenten. De initiatiefnemers kunnen de eerste twee weerleggen. Slagschaduw: automatische stilstand. Geluidsoverlast: op 400 mtr nog geen 40 dB. Wat de initiatiefnemers niet kunnen weerleggen is dat de 100 mtr ashoogte wel wat hoog is. Al is dit voor het blote oog niet waarneembaar. De werkgroep tegen windmolens uit Rijkevoort is een paar keer bij de vergadering van de Belangengroep geweest. De werkgroep heeft aangegeven een enquête te willen houden onder de Rijkevoortse bevolking. De Belangengroep wilde een onafhankelijke enquête, gezamenlijk uitgevoerd met de initiatiefnemers en de werkgroep tegen windmolens. Het belang van een onafhankelijke enquête is door allen onderschreven. Nadat dhr Van de Weem, raadslid namens de Belangengroep, ernstig ziek werd, heeft de werkgroep tegen windmolens uit Rijkevoort besloten het heft in eigen handen te namen. Na wekenlang eenzijdig artikelen te schrijven in het dorpsblad is er naar de mening van de Belangengroep Rijkevoort een gekleurde enquête gehouden. De Belangengroep Rijkevoort distantieert zich dan ook uitdrukkelijk van de enquête en spreekt verontwaardiging uit tegen de werkgroep over hun manier van samenwerking. In de laatste bijeenkomst van de Belangengroep hebben alle aanwezige leden, zo’n 20, zich voor de initiatieven uitgesproken indien deze inpasbaar zijn in het gebied. Daar de windmolenparken de MER-procedure nog moeten doorlopen, zal daarna duidelijk worden welke wel en welke niet door kunnen naar het vergunningentraject. De Belangengroep Rijkevoort heeft in de raadsvergadering van 8 april a.s. geen stem, toch vraagt hij namens de Belangengroep Rijkevoort aan de raadsleden van Boxmeer een goed afgewogen besluit te nemen. Het advies van de Belangengroep Rijkevoort aan de gemeenteraad van Boxmeer is: alle parken de MER-procedure te laten doorlopen en de dan overgebleven parken het vergunningentraject in te laten gaan. Zo krijgen voor en tegenstanders genoeg kansen hun visie te laten horen en zal er recht gedaan worden aan de belangen van de voor- en tegenstanders. Dhr Smeets begrijpt dat er 564 enquêtes uitgedeeld zijn in Rijkevoort. Blijkbaar zijn er 10 niet uitgedeeld want er zijn 574 woningen. 64% heeft de enquête ingediend, daaruit blijkt dat 72% tegenstanders is van de windmolens. Hij vraagt of dhr Cuijpers vindt dat de Belangengroep met zijn standpunt voor de belangen van Rijkevoort opkomt, gezien deze uitslag. Dhr Cuijpers antwoordt dat een enquête pas zin heeft als het eerlijk verloopt. Als wekenlang in het dorpsblad negatieve artikelen verschijnen is de uitslag van de enquête niet reëel. Dhr Smeets merkt op dat de inwoners van Rijkevoort op bijvoorbeeld internet de juiste informatie kunnen krijgen. Dhr Van der Zande merkt op dat over dit onderwerp het afgelopen half jaar al veel gesproken is door voor- en tegenstanders. De aanzet tot dit alles komt van het protocol van Kyoto: stabiliseren van emissies in 2000 op het niveau van 1990. Er is een aantal bindende doelstellingen geformuleerd. Ook zou het geratificeerd moeten worden. Helaas, de grootste naties, Rusland en Amerika, hebben dat nog steeds niet gedaan. Het Nederlandse beleid is 6% CO2-reductie, 5% duurzame energie en 33% energiebesparing in 2020 t.o.v. van 1995. De provincie Noord-Brabant heeft zijn beleid erop gebaseerd, vandaar de 120 Megawatt vermogen aan windturbines in 2010. Het grootste deel van de CO2uitstoot – het broeikaseffect – wordt veroorzaakt door de natuur, slechts een klein gedeelte door de mens. Alles wat er op dit moment aan windenergie is in Nederland is minder dan 1% besparing op brandstofverbruik en uitstoot van schadelijke gassen. Bezien op de totale CO2-uitstoot is het nog minder. Wetenschappelijk gezien is men het ook niet helemaal eens over het broeikaseffect. Over het rendement van windturbines stelt hij dat er een verschil is tussen geïnstalleerd vermogen en het rendement. Het geïnstalleerde vermogen is tevens het maximaal vermogen en dat is in Nederland alleen bij windkracht 7. In het binnenland zijn windmolens op geen enkele wijze kosteneffectief. M.b.t. de horizonvervuiling geeft hij weer wat het Brabants Landschap letterlijk heeft geschreven: “onacceptabele aantasting, visuele uitstraling, verticaliteit en dominantie van de windturbines conflicteert met de aanwezige landschappelijke kwaliteit en de uitgangspunten en mogelijkheden op het gebied van natuur, landschap, ecologie, cultuurhistorie, recreatie en toerisme.” M.b.t. waardevermindering stelt hij dat er al planschadeclaims-processen zijn gevoerd, met name in Friesland. Hetzelfde heeft zich ook voorgedaan in Duitsland. In Denemarken zijn de laatste tijd een aantal initiatieven teruggedraaid van8 Notulen vergadering commissie RZ gemeente Boxmeer 22 maart 2004
wege de hoge productiekosten. Ook in het Streekplan is gezegd dat Boxmeer een agrarische gemeente is, behoud van bestaande waarden is belangrijk, impuls voor toerisme en recreatie. Als Boxmeer nog wil uitbreiden, kan dat alleen maar naar het westen, naar het oosten ligt een harde lijn, daar komt men niet overheen. Als langs die westelijke lijn de windmolens geplaatst worden, blokkeert de gemeente zichzelf. M.b.t. planschadevergoeding voor bouwers van windmolens stelt hij dat er een uitspraak is van de rechter dat overeenkomsten daarover juridisch niet mogelijk zijn omdat er eerst wetgeving zal moeten zijn. Roepen dat planschade vergoed wordt zonder dat bekend is hoe, moet beter onderbouwd worden. Windmolen moeten alleen geplaatst worden als er maatschappelijk draagvlak is. Dhr Arts geeft aan dat de lijst Overloon, in nauwe samenwerking met Maaskantfractie, al geruime tijd worstelt met het fenomeen windmolens. Men is er nog niet uit. In het recente verleden is er een soort tussenstand naar buiten gekomen, maar de laatste ontwikkelingen – diverse brieven – moeten nog met de fractie besproken worden. Binnen de fractie zijn er enkele leden met principiële bezwaren tegen windenergie, maar dit is geen meerderheid. Maatschappelijk draagvlak zal zwaar wegen. Een referendum ziet de fractie niet zitten omdat de burgers niet van volledige informatie voorzien kunnen worden. Zijn fractie kan in deze vergadering nog geen advies afgeven. Mw Van den Brand merkt op dat zij niet praat vanuit een blanco situatie, maar vanuit een reële situatie waarin de gemeenteraad in juni 2001 zichzelf gemanoeuvreerd heeft. Het VDB heeft zich ook verdiept in de juridische kant van het verhaal. Financiële zakelijke belangen zijn er niet alleen voor de initiatiefnemers, maar ook voor de gemeente Boxmeer. Het is jammer dat de burgers er pas zo laat bij betrokken zijn. Er ligt nu een raadsbesluit en VDB maakt zich ernstig zorgen dat de gemeente Boxmeer bij het niet naleven van het vertrouwensbeginsel een zware sigaar gaat roken, op financieel gebied. Indien bij de vrijstellingsprocedure conform artikel 19 blijkt dat er veel maatschappelijke weerstand is op basis van gegronde argumenten, heeft de gemeente Boxmeer een gegronde reden initiatieven af te wijzen, waarbij de positie van de initiatiefnemers op een schadeclaim naar haar idee sterk verzwakt zal zijn. Niet op basis van het feit dat het VDB zo graag 28 windmolens in de gemeente Boxmeer zou zien, maar omdat de gemeente bij afwijzing zonder meer met schadeclaims geconfronteerd zal worden waar de gemeente de financiële risico’s zelf zal moeten dragen omdat een WAverzekering daar niet in voorziet. VDB wil uitdrukkelijk uitsluiten dat de planschade op wat voor manier dan ook voor rekening van de gemeente Boxmeer zou komen. Het is wachten op de Reparatiewet Verrekening Planschade die vermoedelijk in juni 2004 vastgesteld zal worden. In de tussentijd kunnen risico’s uitgesloten worden door het vaststellen van beleidsregels inzake toetsing van planologische initiatieven aan economische uitvoerbaarheid. Naar haar beleving kunnen daarmee de risico’s afgetimmerd worden. VDB hoopt op een voortvarende aanpak in de besluitvorming in het belang van de initiatiefnemers maar ook om vertragingsschade te voorkomen. Het meest verstandige besluit wat de gemeenteraad kan nemen is om voor alle projecten een MER te laten maken. Al wat daar positief uitkomst kan in een artikel 19-procedure gebracht worden. Mocht uit die procedures blijken dat het maatschappelijk draagvlak ontbreekt, dan is er een gegronde reden tot afwijzing. Deze procedure doet het meest recht aan voor- en tegenstanders van windenergie en het beperkt de financiële risico’s die de gemeente Boxmeer loopt. Dhr Verstraelen geeft aan dat ook zijn fractie geworsteld heeft met de materie. Er spelen erg veel belangen, belangen van initiatiefnemers, bewoners, milieu, landschappelijke waarde, recreatie en toerisme, gemeente en het maatschappelijk draagvlak. Iedereen is voor schone energie, maar de vraag is of de windmolens dan in Boxmeer geplaatst moeten worden, er zijn veel gunstiger plekken zoals de zee. Als men op een gegeven moment het voornemen heeft geuit aan de gang te gaan met windmolens, is het misschien verstandig meer de nadruk te leggen op de voorwaarde waaronder men de windmolens zou willen plaatsen. Onderzocht zou moeten worden wat de burgers vinden van het initiatief. Het draagvlakonderzoek zou een zodanige vorm moeten hebben, dat er ook een juridische basis mee gelegd kan worden. Een procedure zal er uiteindelijk toe leiden dat getoetst wordt of de zaken zorgvuldig zijn verlopen. Hoe moet een draagvlakonderzoek uitgevoerd worden? De dorspraden naar een mening vragen is niet voldoende omdat daar al een enorme verdeeldheid is. Hij stelt voor te komen tot een draagvlakonderzoek in de vorm van een referendum. Dit hoeft niet kostbaar te zijn omdat dit aangesloten zou kunnen worden bij het moment van de Europese verkiezingen op 10 juni a.s. M.b.t. de planschade vindt zijn fractie dat er niet eerder initiatieven gehonoreerd moeten worden alvorens bekend is hoe de planschade verhaalt kan worden op de initiatiefnemers. Als er ooit windmolens komen, dan wil zijn fractie die onder de strikte voorwaarde plaatsen van niet meer dan de genoemde 28 en ook niet hoger dan de masthoogte die indertijd was vastgesteld, 40-60 meter. 9 Notulen vergadering commissie RZ gemeente Boxmeer 22 maart 2004
Dhr Smeets merkt op m.b.t. de planschade dat gezien alle gesprekken hierover in het verleden dit niet mogelijk is. Ing H. Halkema, 30 jaar verbonden geweest aan de TH te Delft, zegt over de doelmatigheid van windmolens: een forse windmolen zal niet meer vermogen opleveren dan de motor van een middenklasse auto of een redelijk grote motorfiets kan opbrengen. De voorstanders zullen dit nooit vertellen. Als alles in overweging genomen wordt wat er geschreven wordt over de stroomvoorziening in de toekomst, dan blijkt het windmolengebeuren een grote luchtballon te zijn. Mw Van Hest geeft aan dat in 2001 de raad in principe heeft gezegd planologische medewerking te gaan verlenen aan eventuele initiatieven tot het plaatsen van windmolens. Het is nu geen blanco situatie. Daarnaast is het gegeven dat de gemeenteraad en college alleen maar te oordelen hebben over een vrijstellingsverzoek dat binnen kom voor wijziging van het bestemmingsplan op grond van artikel 19 lid 1. Verder moeten alle initiatieven, subsidies en schades e.d. door de initiatiefnemers geregeld worden. De raad heeft maar een beperkte insteek. In principe is men iedere vorm van alternatieve energie. Maar in Boxmeer dient men ook rekening te houden met andere belangen. Het volgende uitgangspunt is volgens haar een goed advies in deze commissie. De SP denkt dat een gefaseerde medewerking aan vrijstellingsprocedures mogelijk moet zijn, afhankelijk van de zienswijzen, bedenkingen, bezwaren die er gemaakt worden bij de eerste en dan de volgende aanvragen van artikel 19 lid 1 WRO. Bij die ontwikkelingen kan er rekening gehouden worden met het draagvlak in de juridische context. Bij iedere aanvraag kan vervolgens opnieuw bekeken worden of die aanvraag voor artikel 19 lid 1 onoverkomelijke bezwaren oplevert. Bij iedere aanvraag zal er een MER gemaakt moeten worden waardoor eventuele risico’s beter in beeld komen. Daarnaast is er altijd een milieuvergunning nodig waar belanghebbenden op in kunnen spreken. Vooralsnog lijkt het het beste vast te houden aan de hoogte van 80-90 meter (inclusief de wiek) uit het besluit van 2001. De bezwaren van Defensie en de eventuele Flora- en Faunawet-perikelen kunnen dan ook meegewogen worden. Voor dit gegeven zou het verstandig zijn dat het delegatiebesluit aangepast wordt zodanig dat de raad, wat de windturbines betreft, de planologische afwikkeling als haar bevoegdheid beschouwt en het niet langer gedelegeerd is aan het college. Op die manier heeft iedereen een kans in te spreken en zijn persoonlijke bezwaren in te brengen in het traject om te komen tot een vrijstelling of geen vrijstelling. Daarnaast kunnen het bestuur en de initiatiefnemers ervaring opdoen met de bezwaren die er leven. Het haalt een stuk onrust uit de bevolking. M.b.t. de planschadeafwikkeling die ingevolge artikel 49 WRO op de gemeente terecht zou komen stelt zij dat er in 2003 in jurisprudentie gezegd is dat eventuele overeenkomsten dienaangaande niet geldig zouden zijn. Er is inmiddels een noodwet in de maak die medio 2004 van kracht zou worden. Mocht het langer duren voordat de wet in werking treedt, dan is het belangrijk zoveel mogelijk randvoorwaarden te stellen zodat de gemeente niet voor een financieel fiasco komt te staan. Het is belangrijk dat de raad beleidsregels vaststelt waarbij de grootst mogelijke voorwaarde wordt geschapen dat de planschadeclaims niet bij de gemeente terechtkomen. De initiatiefnemers hebben aangegeven dat zij de planschadeafwikkeling op hun bordje willen nemen. Het is belangrijk dat juridisch goed dicht te timmeren. Als de raad beleidsregels vaststelt, dan heeft dit als voordeel dat er een gedegen risicoanalyse gemaakt wordt waardoor partijen weten waar men aan begint. Dit biedt de grootst mogelijke zekerheid voor de gemeente. Na een aantal verduidelijkende vragen van dhr Verstraelen, dhr Van de Kerkhof en dhr Smeets licht zij toe dat het standpunt van de SP is een gefaseerde medewerking onder voorwaarden. Er kan dan ervaring opgedaan worden met de ingediende zienswijzen, bedenkingen en bezwaren die er gemaakt worden en de ontwikkelingen in het draagvlak en de juridische context. Vrijstellingsverzoeken in het kader van artikel 19 lid 1 zullen door de gemeente in behandeling genomen moeten worden. Door burgers zullen dan zienswijzen en bezwaren ingediend worden. Er komt dan een voortraject en eventueel later een natraject bij de rechter en de commissie Bezwaar en Beroepschriften en de Provincie. Hier ziet zij de juridische context. Ook is er een ontwikkeling in het draagvlak omdat zo duidelijk wordt wat de motivatie van mensen is. M.b.t. de MER stelt zij dat het opgesplitst is in kleinere eenheden waardoor er geen MER-procedure nodig zou zijn. Zij is van mening dat college en raad kunnen zeggen dat voor ieder gebiedje er een aparte MER-procedure moet komen. Voor alle 28 windturbines moet bekeken worden wat er in de MER staat. M.b.t. de beslissingsbevoegdheid stelt zij dat deze nu gedelegeerd is aan het college. Deze materie is echter zo belangrijk dat het van belang is dat de raad er zoveel mogelijk bij betrokken wordt. Of de noodwet, die voorzien wordt voor mei 2004, het haalt is niet te voorzien. Iedere gemeente is aan het bekijken hoe een en ander geregeld kan worden m.b.t. eventuele planschadeprocedures omdat niet gewacht kan worden tot de noodwet er is. Zij stelt voor beleidsregels op te stellen zodat e.e.a. dichtgetimmerd is. 10 Notulen vergadering commissie RZ gemeente Boxmeer 22 maart 2004
Dhr Bolink stelt dat in een tweetal commissievergaderingen de voors en tegens van windenergie uit de doeken is gedaan. De VVD heeft hieruit de volgende conclusies getrokken. Voor de initiatiefnemers is het een behoorlijke aanvulling op hun inkomsten. Het is echter zo dat windenergie op dit moment zonder subsidie geen rendabele stroom kan produceren. Of dit in de toekomst wel mogelijk is, is zeer discutabel. Indien windenergie een substantieel deel van de elektriciteitsbehoefte moet overnemen, zal dit een zeer groot aantal turbines vergen, met alle gevolgen voor het gebruik van het land en de bewoners. Subsidiegelden die aan het voorliggende voorstel worden uitgekeerd, kunnen volgens de VVD beter worden ingezet om tot een andere vorm van energiebesparing of opwekking te komen. Met de plaatsing van de turbines zal het landschap in de gemeente, zeer drastisch veranderen en de VVD vindt dit ongewenst. De VVD is tegen plaatsing van windturbines en is voor herziening van het raadsbesluit van 14 juli 2001, ook al vindt men dat het geheel van de besluitvorming niet de schoonheidsprijs verdient. De voorzitter geeft aan dat de informatie voor ieder commissielid ter inzage lag. De samenvatting van de juridische consequenties is pas recentelijk verstrekt en het is denkbaar dat men daarover niet met de achterban heeft kunnen spreken. De raadsleden kennen het volledige dossier, commissieleden kunnen daar wellicht ook antwoorden op nog openstaande vragen verkrijgen. Dhr Van de Kerkhof geeft aan dat er geheime rapporten zijn waar commissieleden niet over kunnen beschikken. De voorzitter antwoordt dat er een samenvatting is gemaakt die de essentie raakt, waarvan de raadsleden in meerderheid hebben aangegeven dat deze voldoende is om tot een goed advies te komen. Dhr Cuijpers heeft die samenvatting niet gezien en vindt dat hij niet tot een goed advies kan komen. Dhr Verstraelen wil graag in tweede instantie van de fracties vernemen hoe men juridisch het standpunt wil onderbouwen. Dhr Cuijpers merkt op dat dhr Smeets het geen probleem vond dat ondernemers de financiële schade uit eigen zak zouden moeten betalen. Dhr Smeets geeft aan dat er een brief is van 20 januari 2001 waarin het college schrijft aan de initiatiefnemers dat alle initiatieven voor eigen rekening zijn totdat de raad heeft besloten. Dat is het ondernemersrisico. Dhr Cuijpers vraagt dhr Smeets verduidelijking over zijn opmerking dat de windmolens maar een rendement van 1% hebben. Dhr Smeets geeft aan dat er inderdaad niet meer rendement is. Dhr Van der Zande stelt dat een aantal partijen zich drukker maakt over de financiële consequenties dan over de consequenties voor de woonomgeving en het individuele leefgenot. Ook de consequenties voor natuur en milieu komen kennelijk pas op de tweede plaats. Afwijzing levert weliswaar schadeclaims op door de initiatiefnemers. Maar wat de raad heeft besloten is in principe medewerking te verlenen aan initiatieven tot het plaatsen van windturbines. Voor de schadeclaims is hij niet zo bang. Een onkostenvergoeding voor uitgevoerde werkzaamheden moet volgens hem mogelijk zijn. Dhr Verstraelen is van mening dat het niet zo eenvoudig ligt als dhr Van der Zande nu aangeeft. Hij denkt dat de financiële consequenties groot kunnen zijn en dat de bevolking van Boxmeer daar uiteindelijke de dupe van is. Het moet juridisch zo gespeeld worden dat de gemeente geen risico loopt. Misschien is het beter te besluiten niet het initiatief terug te draaien, maar het gewoon laten doorlopen en als gemeente op de voorwaarden fixeren. Over de voorwaarden is een duidelijk voorbehoud gemaakt m.b.t. het draagvlak. Hij zou willen insteken op het onderzoeken van het draagvlak. Daarmee kan men het standpunt onderbouwen. Mw Van den Brand merkt richting dhr Smeets op m.b.t. het ondernemersrisico dat als er geen gewekt vertrouwen zou zijn, hij gelijk zou hebben. In deze situatie vindt zij het ongenuanceerd om daarover op die manier over te oordelen. M.b.t. een draagvlakonderzoek stelt zij dat het VDB in het algemeen positief is over het houden van het referendum, in dit geval duidelijk niet. Het betreft een zeer complexe materie. Het VDB wil zich houden aan de vastgestelde maximale hoogte in het raadsbesluit van juni 2001. Als de raad besluit te gaan heroverwegen, dan is het goed dat de raad zelf een beslissing neemt inzake de vrijstellingsprocedure. M.b.t. de juridische consequenties stelt zij dat bij het door laten gaan van de initiatieven het risico, zeker na het vaststellen van de reparatiewet verrekening planschade, volledig op de initiatiefnemers afgewenteld worden. Als de gemeente zonder gegronde redenen weigert, dan zullen alle risico’s voor rekening van de gemeente komen. Zij zou in dat geval van de andere partijen willen horen waar de gemeente de dekkingsmiddelen vandaan zou moeten halen om die schadeclaims te kunnen vergoeden. Of is er een tweede megabezuinigingsronde nodig? Dhr Smeets geeft aan dat dhr Hanekamp op een bijeenkomst heeft aangegeven dat er altijd een backup nodig is van 1 op 1. Hij is van mening dat dit niet nodig is. Verder geeft hij aan dat er nu gesproken wordt over financiën en juridische termen en procedures, maar waar aan voorbijgegaan wordt 11 Notulen vergadering commissie RZ gemeente Boxmeer 22 maart 2004
is het belang, het welzijn en de gezondheid van de Boxmeerse burger. Hij vindt dit totaal onderbelicht in de discussie. Mw Van Hest merkt op dat Nederland een dichtbevolkt land is, eenieder heeft wel ergens last van, een snelweg, een boerderij, een windmolen. Die last zal men voor lief moeten nemen. Er is inderdaad een aantasting van het landschap, maar dat is al aangetast door de aanleg van de A77 en de A73. Volgens haar kan een aantal windmolens wel geplaatst worden. Dit zou volgens haar gefaseerd moeten gebeuren, waarbij bekeken moet worden wat de impact is. Zij stelt voor te beginnen met een project waar de minste problemen zullen komen. Dhr Van de Kerkhof begrijpt dat men allemaal voorstanders is van duurzame energie. Hij heeft echter geen enkel alternatief gehoord. Dhr Smeets geeft aan dat hij een voorstel heeft gedaan aan RWS om door middel van het gebruik van de wrijving van wegen energie op te wekken. Dhr Van de Kerkhof merkt op geen rekening te kunnen houden met zaken die hem niet bekend zijn. Als men echt voor duurzame energie is, dan zou men in een welvarend land als Nederland, gezien de steeds groeiende energiebehoefte, er ook meer mee moeten doen. Nu wordt er een project in Boxmeer voorgesteld waarmee een bijdrage geleverd kan worden aan duurzame energie. Hij is ervan overtuigd dat windenergie niet dé oplossing is, maar gevoegd bij andere initiatieven een deeloplossing kan zijn. Kijkend naar de toekomst, wil hij voor zijn kinderen en kleinkinderen een duurzaam bestaan. Hij vraagt of de gemeente Boxmeer zich niet kan profileren als een milieuvriendelijke, duurzame gemeente. Als bestuurders heeft men die verantwoordelijkheid. Dhr Kusters zegt m.b.t. de opmerkingen over de procedures dat dit pas hoofdstuk 2 is. De vraag is of men duurzame energie wil in de vorm van windturbines. Hij constateert dat het geen alternatief is, de opbrengsten zijn minimaal. In 2001 is er volgens hem een inspanningsverplichting aangegaan, geen resultaatverplichting. Je kunt je afvragen of de voorbereidingskosten die de initiatiefnemers gemaakt hebben voor vergoeding in aanmerking komen. Hij mist van de anderen de constatering dat er geen draagvlak is. Hij is er niet voor een referendum te houden. De enige conclusie die hij kan trekken is: begin hier niet aan! De voorzitter concludeert dat er geen unaniem standpunt is van de commissie. Hij stelt voor deze bespreking als een discussiestuk aan de raad aan te leveren. 5.
Mededelingen
Mededelingen van het college a. Stand van zaken Volkshuisvestingsplan 2004 en meerjaren bouwprogramma 2004/2014 Wethouder Oudenhoven vertelt dat de volgende commissievergadering, 24 mei, het Volkshuisvestingsplan besproken zal worden, waarna het in de raadsvergadering van juni vastgesteld zal worden b. Inzameling grof tuinafval Wethouder Vermeent licht toe dat in het collegeprogramma opgenomen is dat er gekeken zou worden naar een extra ophaalronde in de groei- en snoeiperiode. In januari 2004 heeft het college hierover een brief ontvangen van het RNB aan wie dat verzoek is gedaan. Er is een geschat bedrag hiervoor aangegeven omdat men niet precies weet hoeveel afval er opgehaald worden. Dit jaar is er echter geen ruimte in het investeringsprogramma. Bij de begrotingsdiscussie kan besloten worden of dit wel of niet meegenomen wordt. De kosten zijn duidelijk. Dhr Van der Zande vraagt of de kosten nader gepreciseerd kunnen worden. Wethouder Vermeent antwoordt dat in de brief het bedrag aangegeven wordt van € 63.250,- voor een eenmalige jaarlijkse huis-aan-huis ophaalronde voor snoeiafval. Dhr Vos merkt op dat hij 550 uren erg veel vindt. Hij is van mening dat dat loonkosten een groot deel van het bedrag zijn, hij wil er graag een specificatie van hebben. Dhr Lenssen antwoordt er geen bedrag gegeven kan worden omdat nog niet bekend is hoe ingezameld gaat worden. Er kan om een andere specificatie gevraagd worden, maar het blijft een schatting. Dhr Bolink wil ook graag een goede onderbouwing hebben. De voorzitter concludeert dat toegezegd wordt dat de informatie nagevraagd wordt. c. Stand van zaken Centrumplan Wethouder Moes geeft aan dat er diverse persberichten geplaatst zijn. De commissie en raadsleden zijn hiervan op de hoogte gesteld. Tevens heeft men of een uitnodiging gekregen voor of is op de hoogte gesteld van een informatiebijeenkomst die vorige week heeft plaatsgevonden. Het college heeft een besluit genomen het plan opnieuw inhoudelijk ter discussie te stellen. De afgelopen tijd is er 12 Notulen vergadering commissie RZ gemeente Boxmeer 22 maart 2004
een aantal ontwikkelingen geweest dat van invloed kan zijn op het totale centrumplan zoals destijds vertaald was in het bestemmingsplan. Niet alles wordt overgedaan, de discussie loopt hierover. Een aantal thema’s blijft overeind, een groot deel van het huidige bestemmingsplan blijft overeind. Naar een aantal aspecten moet kritisch gekeken worden. Er moet gebouwd worden in de kern van Boxmeer. Er is een aantal maatregelen genomen tot een aantal projecten. Het project van Voermans is naar voren gehaald, dat zal middels een artikel 19 vrij snel tot realisatie gebracht kunnen worden. Er zijn contacten met de Provincie en de Provincie is bereid binnen 8 weken een antwoord te geven als er een verzoek voor een artikel 19 binnenkomt. Dhr Vos zegt dat hem opgevallen is tijdens de informatieavond dat vaak het woord herbezinnen gebruikt werd. Hij heeft hieruit geconcludeerd dat men nog geen duidelijkheid over het plan heeft. Hij vraagt of het klopt dat er nog een huis is dat afgekeurd is in de Veerstraat. Wethouder Moes antwoordt dat hij de laatste vraag moet doorverwijzen. M.b.t. het herbezinnen stelt hij dat de kleine projecten via een artikel 19-procedure doorgevoerd kunnen worden. Dit betreft ongeveer 130 woningen die vrij snel gerealiseerd kunnen worden. Het mobiliteitsplan vergt nog enige tijd en er zal goed naar gekeken moeten worden. Dhr Smeets geeft als advies mee een pendelbusdienst in het leven te roepen. Wethouder Moes kent het fenomeen. In Venlo is het ook toegepast. Dhr Kusters merkt op dat het goed communiceren door het college pas gebeurd is nadat hij een brief geschreven heeft n.a.v. het krantenbericht wat verschenen is. In het krantenbericht worden zaken genoemd waarvan hij zich afvraagt hoe dit in een keer kan. De inkt van het bestemmingsplan is nog niet droog of het is al weer verouderd. Hij wil weten wat het gekost heeft en wat het gaat kosten en wat de motieven zijn om dit allemaal zo te doen. Hij vindt dat hier in de commissie of in de raad over gesproken moet worden. Hij heeft een ontvangstbevestiging gekregen van zijn brief waarin staat dat hij voor half mei antwoord zal krijgen. Dat lijkt hem erg lang. De trein loopt al, als je als raad nog iets wil zeggen ben je in feite te laat. Hij vindt het slecht wat hier gebeurd. Men had eerst maar de commissie moeten komen, nu is dat niet mogelijk. Wethouder Moes antwoordt dat er nog geen kosten gemaakt zijn. Met de brief van de heer Kusters wordt serieus omgegaan. Dhr Stiphout is van mening dat de wethouder eerst naar de commissie en raad had moeten komen en er had volgens hem een krediet gevraagd moeten worden voor het herzien van het plan. Wethouder Moes antwoordt dat de planning in beeld gebracht wordt en wat de kosten ervan zijn. Er zal geen actie ondernomen worden die geld kost alvorens er een voorstel naar de raad/commissie is gegaan hieromtrent. Hij is van mening dat de vorige commissievergadering een nota voorgelegen heeft waarin 4 senario’s stonden vermeld. Mw Van Hest is van mening dat het oude bestemmingsplan nu nog geldt. Zij vraagt of daar nog een voorbereidingsbesluit op ligt en hoe lang dat nog geldig is. Wethouder Moes antwoordt dat op het huidige bestemmingsplan, wat op formele gronden niet goedgekeurd is, een jaar bescherming ligt. Als die bescherming er af gaat betekent het dat het oude bestemmingsplan 1992 weer geldt. Dhr Lenssen antwoordt richting dhr Vos dat, vanwege het feit dat de publicatie rond het centrumplan niet had plaatsgevonden en ook de Provincie niet gecontroleerd had of die publicatie bij de stukken zat, de Provincie in de stukken is gaan kijken en tot de ontdekking is gekomen dat bestemmingsplan Het Zand, waar dhr Vos op doelde, ook niet op de juiste wijze gepubliceerd is. Dat is een formele reden om het bestemmingsplan niet goed te keuren. Daarnaast heeft men ambtelijk van de Provincie begrepen dat er nog andere redenen waren om het bestemmingsplan niet goed te keuren en die hadden een cultuurhistorische achtergrond. Er is vandaag hierover nog contact geweest met de Provincie, zodra de volledige informatie er is, zal de commissie zo snel mogelijk geïnformeerd worden.
6.
Wegenbeheer/bermenonderhoud
Dhr Smeets merkt op dat hij pas hedenmiddag informatie heeft gekregen en hij stelt voor dit punt door te schuiven naar de volgende commissie. Dhr Van de Kerkhof merkt op dat de kritische opmerkingen in het vragenuurtje gesteld zijn. Vanuit de commissie zijn de afgelopen 1,5 jaar steeds dezelfde vragen en bezwaren naar voren gebracht aangaande bermen. Met name de weg tussen Boxmeer en Rijkevoort en de rondweg, is er slecht aan toe. Er ontstaan levensgevaarlijke situaties. Hij is van mening dat men op dit moment maar voor één oplossing kan kiezen: die gevaarlijke stukken moeten duurzaam en snel gerepareerd worden. Hij vindt 13 Notulen vergadering commissie RZ gemeente Boxmeer 22 maart 2004
dat in de toekomst bij aanbesteding van wegen de afwerking van bermen en kanten meegenomen moeten worden. Wethouder Moes deelt de uitgesproken zorg. Hij vindt het echter iets te zwart-wit uitgedrukt. Hij is regelmatig op de genoemde wegen gaan kijken en kent de situatie daar. Het feit is echter dat er 700 km berm is en dat de raad € 37.000,- voor het onderhoud beschikbaar heeft gesteld. Binnen de afdeling is de vraag uitgezet hoe er meer geld gecreëerd kan worden om de bermen verantwoord te onderhouden. Een mogelijkheid is om bij een reconstructie een aantal bermen in de directe omgeving mee te nemen. Dit zal echter altijd eerst terugkomen in de raad. Dhr Van der Zande stelt dat de uren en de werktuigen het meeste geld kosten. Hij stelt voor dat er duurzamere materialen gebruikt moeten worden. Zoals het nu gedaan is, is het weggegooid geld. Het zand wordt er vrijwel direct door zware landbouwwerktuigen weer uitgereden. Dhr Stiphout merkt richting dhr Smeets op dat de commissie op 4 november al eenzelfde brief gehad heeft. Als bij het onderhoud bermen geen gebroken steenpuin gebruikt wordt, maar zand, dan is bekend dat dit de volgende dag opnieuw moet gebeuren. Op korte termijn is het volgens hem mogelijk om met lage kosten de bermen redelijk goed te herstellen. Er moet echter geen rommel gebruikt worden. Wethouder Moes zegt dat het op de actielijst van de hoofden Ruimte en Ruimtelijk Beheer staat. Er vindt nu een nadere uitwerking plaats hoe meer middelen gegenereerd kunnen worden om de grootste knelpunten opgelost kunnen worden. Ook zal gekeken worden hoe met de bestaande middelen, de grootste knelpunten opgelost kunnen worden. Dhr Cuijpers merkt op dat op de doorgaande weg Boxmeer-Rijkevoort de middenlijn weggelaten is omdat dit een visuele versmalling geeft, maar door het weglaten van de middenlijn is het zo dat bij slechtere weersomstandigheden mensen vaker van de weg afraken en wordt de berm eerder slecht. Hij zou ervoor zijn de middenlijn weer terug te brengen. Wethouder Moes zegt toe dat hij de suggestie meeneemt. Dhr Stiphout merkt op dat gebroken puin veel problemen op zal lossen en het is niet veel duurder dan het zand. Dhr Lenssen antwoordt dat het gebroken puin niet de juiste oplossing biedt. Hij vraagt of de raad extra budget beschikbaar wil stellen voor het onderhoud van de bermen. Een voorstel met een concrete invulling hiertoe zou naar de commissie kunnen komen. De commissie behoudens dhr Smeets gaat hiermee akkoord.
7.
Toelichting door mw L. van Doesburg en gelegenheid tot het stellen van verduidelijkende vragen over de vast te stellen Welstandsnota
Mw Van Doesburg geeft een toelichting aan de hand van lichtbeelden. De hand-out van de presentatie wordt na afloop uitgereikt. Dhr Vos spreekt de hoop uit dat de kosten minder zijn door de samenwerking van 5 gemeenten. Hij begrijpt dat Boxmeer straks onderverdeeld is in plankaarten. Hij vraagt of er ook een relatie is met de bestemmingsplannen. Mw Van Doesburg antwoordt dat het niets met elkaar te maken heeft. Voor Welstand geldt voor het gehele gebied hetzelfde. Er is wel een link gelegd met de Beeldkwaliteitplannen. Dhr Lenssen vult aan dat bij elke herziening van een bestemmingsplan ook bekeken wordt of de Welstandsnota aangepast moet worden. Dhr Vos zou bij de jaarlijkse verslaglegging graag vermeld zien hoe lang zaken duren. Wethouder Oudenhoven antwoordt dat dat in de evaluatie meegenomen wordt. Dhr Vos vraagt hoeveel leden de Welstandscommissie telt en hoe vaak vergadert deze commissie. Dhr Van der Velden antwoordt dat er momenteel een onderscheid is tussen een kleine en een grote Welstandscommissie. In de grote commissie zitten 4 leden, architecten. Dhr Van de Kerkhof vraagt onder welke criteria bedrijfsgebouwen vallen. Mw Van Doesburg antwoordt dat voor bedrijfsgebouwen bebouwingstypen opgesteld zijn. Wethouder Oudenhoven geeft aan dat nadere vragen ook op de afdeling neergelegd kunnen worden, gezien de tijd. Dhr Stiphout heeft begrepen dat men terug kan vallen op de oude regel. Zijn daar criteria voor vastgelegd? Mw Van Doesburg antwoordt dat dat niet kan, op het moment dat het voldoet aan het raamwerk wat zij mede hebben bepaald, moet het ook goedgekeurd worden. Redelijke eis van welstand is het belangrijkste. Als dit er inzet, maar het val niet binnen het raamwerk, dan heeft Welstand een uit14 Notulen vergadering commissie RZ gemeente Boxmeer 22 maart 2004
weg. Dhr Van der Zande vraagt of, als de sneltoets niet blijkt te werken, de doorlooptijd dan 6 + 12 weken wordt. Dhr Van der Velden antwoordt dat de sneltoetscriteria alleen van toepassing zijn op lichte bouwvergunningen. Deze moeten binnen 6 weken afgehandeld worden. De 12 weken-termijn hoort expliciet thuis bij de reguliere bouwvergunning. Dhr Van Stiphout vraagt waarom die Welstandscommissie niet afgeschaft wordt. Mw Van Doesburg antwoordt dat als er geen Welstandsnota is, er niet getoetst kan worden aan Welstand. Dit betekent dat beeldkwaliteitplannen dan geen waarde hebben. Het is wel mogelijk, maar er is dan niets meer om aan te toetsen. Dhr Lenssen vult aan dat de raad zelf beeldkwaliteitplannen heeft vastgesteld om een bepaalde kwaliteit in een gebied te waarborgen. Dhr Van der Zande zegt dat gesproken wordt over verantwoording door de Welstandscommissie. Hij vraagt of er ook een evaluatie door marktpartijen plaatsvindt. Dhr Lenssen antwoordt dat er geen evaluatie door marktpartijen plaatsvindt. Dhr Van der Zande vraagt waarom de aannemers niet in de klankbordgroep hebben gezeten. Dhr Van der Velden antwoordt dat er wel aannemers in vertegenwoordigd waren. Dhr Smeets vraagt of men verplicht is een Welstandsnota te hebben. Dhr Lenssen antwoordt dat men wel een Welstandsnota moet hebben, maar de gemeente kan welstandsvrij verklaard worden. Het effect is dat er dan niet getoetst wordt op Welstand. Mw Van Hest merkt op dat als er een Welstandsnota is en er wordt een bouwvergunning aangevraagd die getoetst moet worden, conform artikel 44 woningwet. Dan komt er een advies van de Welstandscommissie aan B&W. Wat B&W dan nog doet is volgens haar niet opportuun. Vroeger kon B&W gemotiveerd afwijken van het welstandsadvies. Dhr Van der Velden antwoordt dat die mogelijk blijft bestaan. Bouwplannen worden voor advisering voorgelegd aan de Welstandscommissie die de bouwplannen beoordeelt aan de Welstandsnota. Als er concreet aanleiding zou zijn, kan men afwijken van het Welstandsadvies.
8.
Uitbrengen van een advies aan de raad over een voorstel tot beschikbaarstelling van een krediet voor de revitalisering van het dorpshart Oeffelt
Dhr Kusters heeft naar de financiële opzet gekeken. Op pg 22 staat: in het Investeringsprogramma 2004 met jaarschijf 2003. Volgens hem moet dat zijn Investeringsprogramma 2003, jaarschijf 2003. Een gedeelte van de kapitaalslasten voor de investering van € 285.000,- wordt gedekt door gebruik te maken van de stelpost doorgeschoven investeringen uit 2002. Hij wil dit nader gespecificeerd zien. Als er subsidie wordt ontvangen, komt dit dan bij het bedrag wat er staat, wordt er dan meer geïnvesteerd? Hij kan zich herinneren dat er een bepaalde volgorde is aangegeven tijdens de inspraakavonden, het kerkplein werd genoemd en het gebied rondom de supermarkt. Opgemerkt werd dat men uit moest kijken want straks is er aangepast kerkplein maar geen geld meer voor de overige aanpassingen. In het voorstel staat het omgekeerde. Het is hem niet duidelijk. Verder is niet duidelijk op welke termijn de invulling rond de supermarkt zijn beslag krijgt. Hij wil graag het exacte scenario weten gekoppeld aan het financiële verhaal. Dhr Vos merkt op dat hij dezelfde vragen had m.b.t. de financiën. Al vanaf 2001 staat dit op het Investeringsschema, het is hoog tijd dat ermee begonnen wordt. Omdat het een Ceres-project is, moet men voorzichtig zijn met het oppakken van dit project. Hij vindt dat er kritisch naar de invulling en de kosten gekeken moet worden. Mw Van den Brand merkt op m.b.t. de Ceres-subsidie dat het VDB dit deel in mindering wil brengen op het gemeentelijk aandeel. Dhr Kusters vraag naar de reden hiervan. Mw Van den Brand antwoordt dat er al € 285.000,- gereserveerd is. Blijkbaar is dat voldoende. Dhr Kusters merkt op dat het maar een fractie is van wat er opgeknapt moet worden. Dhr Lenssen verduidelijkt dat een aantal kernen in de gemeente opgeknapt zou worden. Deze zijn benoemd, Beugen, Overloon, Sambeek en Oeffelt. Voor elke kern is in principe NLG 750.000,- gereserveerd. Dat bedrag was niet gereserveerd op de feitelijke kosten. Voor Sambeek is voor de jaarschijf 2003 de helft van het bedrag gereserveerd en voor 2004 de andere helft. Voor Oeffelt is dat 2002 en 2003. Voor Beugen was dat 2001 en 2002. Dat betekent dat er voor Oeffelt beschikbaar stond de helft van het bedrag in 2002 en de helft in 2003. Samen is dat in guldens 750.000,-. Er zijn plannen uitgewerkt voor Oeffelt. Om het totale gebied te herinrichten is die NLG 750.000,- te weinig. Dit bedrag wordt nu door de raad beschikbaar gesteld, dat is dan een keerzijdefinanciering om bij Ceres hetzelfde bedrag te krijgen om meer middelen beschikbaar te krijgen om een groter gebied uit te kunnen voeren dan thans is voorzien. Welke gebied precies 15 Notulen vergadering commissie RZ gemeente Boxmeer 22 maart 2004
uitgewerkt wordt ligt aan de Ceres-subsidie en de beschikbare middelen. M.b.t. het bouwproject Lietingsestraat wordt er gesproken met een ontwikkeling. Het gebied wat er voor ligt, het plein, zal samen met de bouwontwikkelingen opgeknapt moeten worden en valt buiten het voorstel. Dhr Kusters stelt dat dat een geheel nieuwe ontwikkeling is. Hij begrijpt nu dat de ontwikkelaar die aanpassing moet gaan betalen. Dit staat niet in het voorliggende voorstel. Dhr Lenssen antwoordt dat bij elk bouwproject waar een grote ruimtelijke ingreep plaatsvindt de ontwikkelaar de aanpassing van de openbare ruimte moet betalen. Dhr Verstraelen vraagt of er duidelijkheid is over de termijn waarop Ceres-gelden wel of niet binnen komen. De financiële situatie van de gemeente Boxmeer is inderdaad zo dat niet over de grens heen geïnvesteerd kan worden. Daar waar het met sobere middelen opgeknapt kan worden, moet dat niet nagelaten worden. De situatie bij het kerkplein in Oeffelt vindt hij niet zodanig dat het meegenomen moet worden met de reconstructie van Oeffelt. Er moeten bewust keuzes gemaakt worden. Dhr Kusters zal dit doorgeven aan de dorpsraad. Men kan er dan meteen mee ophouden. Hij vindt het ongelofelijk wat hij nu hoort. Dhr Verstraelen stelt dat de dorpsraad uiteraard advies geeft, maar er zijn maar beperkte financiële middelen. Binnen de financiële mogelijkheden moet het optimale plan gemaakt worden. Dhr Kusters stelt dat de dorpsraad dat aangegeven heeft. Dhr Verstraelen merkt op dat het niet de dorpsraad is die beslist, maar de raad van Boxmeer. Wethouder Moes antwoordt dat de raad gevraagd is, in het verre verleden, middelen te reserveren. Hij is op beide inspraakavonden geweest en daar is aangegeven welk bedrag door de raad goedgekeurd is. Via de dorpsraad zijn er wensen geventileerd. De plannen vergen echter een hoger bedrag dan de middelen die de raad beschikbaar heeft gesteld. Bekeken is of er een mogelijkheid was om subsidiegelden aan te vragen, bijvoorbeeld bij Ceres. Als er een Ceres-subsidie komt, kan er meer gedaan worden voor Sambeek en Oeffelt. Als er een Ceres-subsidie komt, betekent dit niet dat er vanuit de gemeente minder geld naartoe zou kunnen. De subsidie wordt gebaseerd op de gemeentelijke bijdrage. Dhr Smeets vraagt waarom er sprake is van een onderhandse aanbesteding. Dhr Lenssen antwoordt dat onderhandse aanbesteding betekent dat je zelf op basis van je eigen criteria aannemers selecteert die mogen inschrijven. Op basis van het aanbestedingsbeleid heeft de raad besloten niet te kiezen voor een openbare aanbesteding bij dit soort werken. Openbare aanbesteding heeft het nadeel dat de werken vrij veel begeleiding vergen bij de uitvoering. Het is geen gebruikelijke aanbestedingsvorm in de gemeente Boxmeer. Mw Van den Brand geeft aan dat het VDB voor sober en doelmatig uitvoeren is. Het bevreemdt haar dat dhr Kusters bijna van zijn stoel valt als hij hoort dat de ontwikkelaar een deel van de aanpassing van de openbare ruimte moet betalen. In de praktijk is dit vrij gebruikelijk. M.b.t. de Ceres-subsidie is het VDB van mening dat, gezien de financiële positie van de gemeente, het goed is de subsidie terug te leiden naar de algemene middelen. Wethouder Moes licht toe dat dit niet mogelijk is, de subsidie is afhankelijk van de investering door de gemeente. Mw Van den Brand is er voor een maximumplafond te stellen aan het investeringsbedrag inclusief de subsidie. Het netto-investeringsbedrag van de gemeente wordt dan lager. Dhr Kusters stelt dat er al jaren gereserveerd is. Hij vindt het ongepast dat nu over een verlaging gesproken wordt omdat er eventueel een subsidie zou komen. Als een deel van de revitalisering op het bordje van de ontwikkelaar wordt gelegd betekent dit dat de ontwikkeling ook afhankelijk wordt van de bereidheid van de ontwikkelaar. Dit is nooit zo afgesproken. Als er sprake is van een bijdrage van de ontwikkelaar, dan moet daar over worden onderhandeld. Dhr Lenssen stelt dat niet de revitalisering van de Lietingsestraat op het bordje van de projectontwikkelaar ligt, maar door de bouwontwikkelingen moet het openbaar gebied aangepast worden en net als bij andere bouwontwikkelingen wordt hierover onderhandeld met de ontwikkelaars. Advies: Het is een B-stuk. Het VDB is tegen. De SLZB is tegen i.v.m. onderhands aanbesteden. De overigen fracties zijn positief.
9.
Uitbrengen van een advies aan de raad over een voorstel tot beschikbaarstelling van een krediet voor de revitalisering van het dorpshart Sambeek
Dhr Vos begrijpt dat dit plan nog niet zo lang loopt. Er is in 2003 en 2004 geld voor gereserveerd. Ook voor dit plan is een Ceres-subsidie aangevraagd wat hij een goede zaak vindt. Gezien de financiële 16 Notulen vergadering commissie RZ gemeente Boxmeer 22 maart 2004
positie van de gemeente wil hij toch nog eens kritisch naar dit plan kijken of het door moet gaan. Wat hem betreft zou het geld beter voor de bermen besteed kunnen worden. Dhr Stiphout merkt op dat het plan groter is dan in eerste instantie bedoeld was. Hij wil graag wat duidelijkheid over wat nu precies de bedoeling is. Mw Van den Brand geeft aan hetzelfde commentaar te hebben als bij het voorgaande voorstel. Dhr Lenssen antwoordt dat de kern Sambeek als laatste kern benoemd is. Het past wel in het beleid. Vandaar dat de raad besloten heeft voor 2003 en 2004 een bedrag hiervoor op te nemen. Er is een groter gebied gedefinieerd. Als er zekerheid is over de beschikbare middelen, wordt bekeken welk gebied en hoe groot het aan te pakken gebied zal worden. Hij hoopt in mei/juni meer duidelijkheid te hebben over de Ceres-subsidie. Wethouder Moes zegt dat er voorbereidend werk is verricht, het past niet richting de burgers om nu het gereserveerde geld over te hevelen naar de bermaanpassingen. Advies: VDB (Ceres-subsidie terug naar algemene middelen) en SLZB zijn tegen (dhr Smeets heeft problemen met onderhands aanbesteden). Het CDA onthoudt zich van advies. De overige fracties zijn voor het voorstel. Het zal worden geagendeerd als B-stuk.
10.
Ingekomen stukken
Ter kennisneming a. Raadsmemorandum b. Verkenning 2003-2015 van het Integraal gemeentelijk Verkeer- en Vervoerplan c. Memo niet meer verkopen huurwoningen te Oeffelt d. Rapport VROM-inspectie naar toepassing, naleving en handhaving VROM-wet en regelgeving alsmede het plan van aanpak naar aanleiding van dit onderzoek d.d. 16 december 2003 e. Brief d.d. 26 februari 2004 van P. Stigter inzake onderhoud Lange Heggen f. Notitie Huisvesting ten behoeve van mantelzorg g. Brochure Provincie Noord-Brabant “de koers van de keten” Dhr Kusters wil punt 10.c. terugzien in de commissie en raad. Hij verwijst voor zijn motivatie naar een reeds gezonden brief hierover. Dhr Van der Zande neemt aan dat, als het naar commissie en raad komt, het besluit uitgesteld wordt. Wethouder Oudenhoven antwoordt dat het in het Volkshuisvestingsplan meegenomen zal worden. Het besluit zal uitgesteld worden tenminste totdat bespreking in de commissie heeft plaatsgevonden.
11.
Rondvraag
Dhr Bolink zou m.b.t. de stand van zaken bestemmingsplannen toegevoegd willen zien hoe men in het hele traject loopt. Hoever is men op dit moment? De raad heeft in oktober vorig jaar geld beschikbaar gesteld voor het opknappen van de parkeermogelijkheden bij het station in Boxmeer. Dit zou voor het eind van het jaar gebeuren. Het is nu eind maart en er is nog niets gebeurd. Waaraan ligt de vertraging en wie is de oorzaak? Dhr Stiphout vraagt naar de stand van zaken m.b.t. het Weijerpark. Hij heeft wat zorgwekkende verhalen gehoord. Dhr Van de Kerkhof vraagt of er een tijdslimiet aan de vergadering gesteld kan worden. De voorzitter geeft aan dat de vragen via het raadsmemorandum beantwoord worden.
Sluiting Niets meer aan de orde zijnde, sluit de voorzitter de vergadering om 23.30 uur. 17 Notulen vergadering commissie RZ gemeente Boxmeer 22 maart 2004
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de commissie Ruimtelijke Zaken op 24 mei 2004. De voorzitter,
De griffier,
(H.A.N.M. van den Elsen)
(A.W.J.M. Cornelissen)
Afspraken en toezeggingen: 1. 2.
3.
4. 5. 6.
7. 8. 9.
M.b.t. het inzamelen van groftuinafval zal een nadere specificatie gevraagd worden van de kosten voor een extra inzamelronde. Het voorstel m.b.t. het volkshuisvestingsplan 2004 en meerjarenbouwprogramma kan geagendeerd worden voor de commissievergadering van 24 mei 2004 en de raadsvergadering van 17 juni 2004. De commissie ruimtelijke zaken zal zodra mogelijk geïnformeerd worden wanneer de volledige informatie beschikbaar is waarom het bestemmingsplan Het Zand door de provincie niet zal worden goedgekeurd. Wethouder Moes zal de suggestie bestuderen om weer een middenlijn aan te brengen op het wegdek. De commissie RZ verwacht een voorstel van het college waarin middelen worden aangewezen om het bermenonderhoud op niveau te kunnen brengen. Het memo aangaande het niet meer verkopen van huurwoningen te Oeffelt wordt geagendeerd voor de commissievergadering in mei en de raad van juni 2004. Tot dat moment wordt het besluit van het college aangehouden. Gevraagd wordt aan de stand van zaken bestemmingsplannen (BBT) toe te voegen hoe men in het hele traject loopt. Gevraagd wordt waar de vertraging van de uitvoering van het opknappen van de parkeermogelijkheden bij het station in Boxmeer door veroorzaakt is. Gevraagd wordt naar de stand van zaken m.b.t. de herinrichting van het Weijerpark.
18 Notulen vergadering commissie RZ gemeente Boxmeer 22 maart 2004