NOTULEN vergadering Commissie Ruimtelijke Zaken Gemeente Boxmeer d.d. 3 november 2003
Aanwezig:
dhr G.J.H. Bolink (VVD), dhr J. Smeets (SLZB), mw A.C.A.M. van Hest (SP), dhr B.C.M. Moeskops (SP), dhr W.M.C. Hofmans (VDB), dhr J.L.A. van de Kerkhof (CDA), dhr G.H.J. Kusters (LOF/ Dorpslijst Oeffelt), dhr G.E.Th. Vos (CDA), dhr M. van de Weem (LOF/Belangengroep Rijkevoort), dhr P.F. van der Zande (LOF/Politiek Beugen), dhr M. Klaassen (LOF/Lijst Overloon) , dhr J.A.Th.M. Welbers (PK 2002), J. Dinnessen (BB ’86)
Afwezig:
dhr P.M.J.M. Arts (LOF/Lijst Overloon), dhr L. Dekkers (SLZB), dhr A.G.M. Stiphout (LOF/BB’86), mw Willems-Cornelissen (LOF/Maaskant fractie)
Voorzitter: Commissiegriffier:
dhr H.A.N.M. van den Elsen dhr A.W.J.M. Cornelissen
Portefeuillehouder:
dhr M.P.M. Oudenhoven
Verslag:
Buro Service Overasselt, mw M.R.H.M. de Meijer
0.
Opening
De voorzitter opent de vergadering om 19.30 uur. Hij heet de aanwezigen van harte welkom en legt de procedure van de bijeenkomst uit. De bijeenkomst is bedoeld voor het verkrijgen van informatie voorafgaand aan de commissievergadering van 24 november die zal leiden tot een advies over het plaatsen van windturbines. Op 11 december zal de raad het voorstel behandelen.
1.
Gastsprekers
Gastspreker dhr O. Hoes, lid van Gedeputeerde staten van Noord-Brabant over het provinciaal beleid inzake windenergie en ruimtelijke ordening. Gastspreker prof. dr. ir. G.A.M. van Kuik van de Technische Universiteit Delft over de mogelijkheden van windenergie. Gastspreker dhr dr. J.C. Hanekamp van de Stichting Heidelberg Appeal Nederland over de beperkingen van windenergie.
2.
Gelegenheid tot het stellen van vragen aan de gastsprekers
1 Notulen vergadering commissie RZ gemeente Boxmeer 3 november 2003
Dhr Kusters begrijpt dat een spreiding noodzakelijk is om zoveel mogelijk kans op wind te hebben en vraagt waarom 1) die spreidingsmogelijkheden niet op locaties worden gezocht waar de meeste kans op windvang is en dus ook op het hoogste rendementen; 2) men ook on-shore locaties zoekt. Dhr Van Kuik antwoord dat spreiding zeer belangrijk is, want uit metingen blijkt dat geografische spreiding van opgesteld windvermogen helpt. Als men in Nederland de turbines wil plaatsen op locaties waar het hoogste rendement te verkrijgen is, is dit aan de kust waardoor men echter ook het meest gevoelig is van het wegvallen van de wind. Dit is een van de redenen waarom tegenwoordig ook naar het binnenland gekeken wordt. Een andere reden is dat het tegenwoordig mogelijk is om windenergie op te wekken in het binnenland. De vraag is dan waarom men dit niet zou doen als men aan de 1500 megawatt te komen. Het is een kwestie van het maken van een keuze. Dhr Kusters vraagt of er bij die keuze alleen wordt gekeken naar de technische mogelijkheid, terwijl er geen afweging wordt gemaakt ten aanzien van de aantasting van het landschap. Dhr Van Kuik antwoordt dat meerdere dingen meespelen. Er komt altijd een samenwerking tot stand komt tussen de plannen van de regionale en/of overheid en de lokale projectontwikkelaars. Als er geen lokale projectontwikkelaars zijn die er brood in zien, gebeurt er niets. Het is een mix van argumenten, zowel van politiek strategische aard als van economische aard. Dhr Smeets vraagt waarom energiebesparing niet wordt gezocht in brandstofbesparende activiteiten als het innemen van Pet-flessen enzovoorts. 17% van onze brandstof wordt immers gebruikt voor het vervaardigen van voedsel en daarvan wordt méér dan de helft, bijna 10 à 11%, gebruikt voor het verpakken van voedsel. Dhr Hoes antwoordt dat er in het verleden allerlei convenanten zijn afgesloten met de verpakkingsindustrie om zo energiezuinig bezig te zijn. Het is inderdaad heel verrassend te zien hoeveel men in zijn eigen huishouden kan besparen op energiegebruik. Daarnaast zijn de provincie en ook de VNG van mening dat men ook bezig moet zijn met duurzame energievoorziening. De provincie faciliteert slechts hierin, net als de gemeente doet om bijvoorbeeld een agrarisch bedrijf in staat te stellen om neveninkomsten te hebben. Tegenover de investering van € 60 miljard voor windenergie stelt dhr Smeets het bedrag van € 1 miljard voor de afvalinzameling. Dhr Hoes vindt dit gedeeltelijk een gelegenheidsargument. Zo gemakkelijk kun men zich er niet vanaf maken. Men probeert met elkaar, ieder binnen zijn eigen mogelijkheden, iets te doen. Dhr Smeets heeft in de rapporten van de Nederlandse Windenergievereniging gelezen dat er grote onnauwkeurigheden kunnen zijn in de metingen naar het nachtelijk lawaai van hoge windturbines. Deze kunnen liggen in de orde van grootte van 3 dB of meer. Dhr Van Kuik antwoordt dat het gegeven van de onnauwkeurige metingen in Groningen hem bekend is waar in Duitsland grote windturbines zijn gebouwd vlak bij de grens van Nederland. De Rijksuniversiteit Groningen heeft metingen verricht die erop neerkomen dat de windturbines veel te veel lawaai produceren. Dit is later weer door een ander bureau onderzocht. De wetenschappers van het RUG hebben het geluid gemeten op een manier zoals die niet gestandariseerd is. Dit is deels te verwijten want zij hadden dit kunnen weten maar deels kan dit niet verweten worden want voor een goede geluidsmeting is de medewerking nodig van de mensen die de windturbines drijven en de eigenaren hadden medewerking geweigerd. Dit veroorzaakt een onzekerheid van 3 dB. Dhr Smeets heeft begrepen dat niet alleen de medewerking van de eigenaren wordt gevraagd maar ook kan een meting alleen verricht worden als de rest van de windturbines stil gezet is. Dit dient over een periode van twee dagen te geschieden, hetgeen in de praktijk bijna onmogelijk is. Dhr Van Kuik antwoordt dat dit waar is maar toch anders ligt. De manier waarop de geluidssterkte van één windturbine wordt gemeten, is internationaal afgesproken. Vervolgens wordt dit verrekend aan het aantal windturbines dat in het park staat, maar de meting geschiedt aan één windturbine. De normen zijn afgesproken. De meting heeft wel degelijk waarde. De Hinderwet gaat uit van de belasting die op een gevel komt, waarbij er normen zijn voor ’s nachts en overdag, en de bepaling van de bronsterkte van de windturbine. Bij de gevelbelasting wordt alles opgeteld voor de situatie ‘s nachts. Dhr Smeets heeft in een artikel in de ConsumentenGids door dhr dr J.H.F. Jansen van het Nationaal Kritisch Platform Windenergie gelezen dat een windturbine van 1 MW per jaar 175 miljoen kWh opbrengt hetgeen de energie voor 31 personen is. Hij vraagt of dit waar is. Dhr Van Kuik antwoordt dat het in ieder geval méér is dan 31 personen. Het valt echter niet te ontkennen dat wind een dunne en zelfs bijna de dunste energiebron is. Er zijn veel machines nodig voor een significant gebruik. Waar het om gaat is dat men zich moet afvragen of het zinvol is voor nu én voor de toekomst. Het gaat inderdaad om een langdurige inspanning maar hij is ervan overtuigd dat het in de loop van deze eeuw een zinnige optie wordt. 2 Notulen vergadering commissie RZ gemeente Boxmeer 3 november 2003
Dhr Moeskops heeft begrepen dat het de bedoeling is om in 2020 7500 MW te hebben waarvan 6000 op zee en 800 al bestaand op land en vraagt waarom de resterende 700 niet op het park op zee verkregen kan worden. Dhr Hoes antwoordt dat dit zeker mogelijk is. Er is afgesproken dat alle provincies een bepaalde inspanning zullen doen naar gelang hun mogelijkheden, waardoor er voor Limburg andere afspraken zijn gemaakt dan voor Noord-Holland waar hogere percentages capaciteit zijn vastgesteld vanwege het feit dat daar meer mogelijkheden zijn dan in Limburg. De techniek schrijdt voort en dus zijn er meer mogelijkheden voor Brabant. De 115 MW die voor Noord-Brabant is bepaald, is een mix tussen wat minder mogelijkheden aan de ene kant van Brabant en wat meer mogelijkheden aan de andere kant van Brabant. Het is duidelijk dat het gaat om politiek bestuurlijke keuzes maar het kan niet op één plek gedaan worden. De provincie kiest niet voor solitaire molens maar wil er graag een aantal bij elkaar. Dhr Van Kuik antwoordt dat er voor het resterende aantal MW zeker turbines op zee gebouwd kunnen worden. Men heeft dan minder turbines nodig omdat ze op zee doorgaans groter zijn. Het zal echter op zee zeker niet goedkoper zijn op korte termijn, want energie op zee is duurder vanwege het transport. Dhr Hanekamp antwoordt dat een park op zee 50% efficiënter is dan een park op land. Echter, een windmolenpark in zee ligt niet in het verschiet, want realisatie is zeer kostbaar, temeer daar men het moet verkavelen naar het net aan land. Mw Van Hest vraagt waarom dhr Hanekamp van mening is dat heel veel kleine beetjes weinig helpen. Dhr Hanekamp antwoordt dat, als men 20% van de totale Nederlandse productie in zee zet, daar 6 à 10 GW uit komt. Als het dan gaat om brandstofbesparing, heeft men daarmee 5% te pakken. Het is een buitengewoon droevig resultaat als men dergelijke grote nationale investeringen doet om er slechts 5% of 7% reductie in termen van brandstofbesparing mee te behalen. Iets dergelijks is alleen te realiseren binnen een belastingstelsel maar, zelfs als de brandstofprijzen zouden stijgen, heeft men een heel groot probleem om het windpark überhaupt te laten renderen. Als men discussieert in de context van energievoorzieningen in Europa met mensen die in de regering zitten of in het bedrijfsleven, komt kernenergie ineens naar voren in termen van kost-efficiency, duurzaamheid, lange termijn productie en bedrijfszekerheid. Als men de productiekosten van kernenergie vergelijkt met die van windturbines, vallen windturbines heel snel af. Het is een politieke keuze om het een of het ander te doen, maar in termen van brandstofbesparing helpen alle kleine beetjes niet. Als het gaat om kosteneffectiviteit, economisch gezien, zou men heel snel voor kernenergie kiezen. Landen als Finland, Zwitserland en Frankrijk hebben er al voor gekozen voor en ook in Japan wordt bijgebouwd. Het zou hem niet verbazen als kernenergie de grote winnaar zou zijn, zeker als het gaat om besparing van fossiele brandstoffen. Dhr Smeets vraagt of dhr Hanekamp hiermee zegt dat, als Nederland 60 miljard investeert in het windmolenpark op zee, daarmee slechts 5% tot 7% brandstof bespaart. Dhr Hanekamp antwoordt dat dit park 20 procent van de energievoorziening zal leveren en inderdaad slechts 5 tot 7% brandstofbesparing oplevert. Zijn stelling zou zijn dat dit vooral een politieke wens is, veel minder een economische wens. Dhr Smeets begrijpt hieruit dat geen enkele econoom een dergelijke investering zal aangaan. Dhr Hanekamp beaamt dit. Men ziet dat andere landen die kant al opgaan en opnieuw kernenergie op de agenda zetten. Dhr Van Kuik bestrijdt dat er een bedrag van 60 miljard met het windmolenpark in zee gemoeid zou zijn. Het KNIVI heeft een schatting gemaakt van 15 tot 20 miljard voor 6000 MW waarmee men kan voorzien in 15% van de Nederlandse elektriciteitsproductie. Mw Van Hest vraagt dhr Hanekamp wat het kost om een duurzaam geproduceerde kWh te maken, rekening houdend met alle kosten en vraagt dhr Van Kuik op het antwoord van dhr Hanekamp te reageren. Dhr Hanekamp antwoordt dat in de externe studie van de Europese Commissie alle kosten zijn berekend van het bouwen tot het afbreken van een centrale. Hierin blijkt dat, als men CO2 als een serieus probleem beschouwd, kernenergie er als beste uitkomt in termen van CO2 uitstoot. Het punt is dat dit in de productiekosten van een kWu altijd al meegerekend is. Dhr Van Kuik antwoordt dat de studie waar dhr Van Kuik naar verwijst, een gerenommeerde studie is die nog steeds loopt. Wat de rentabiliteit betreft is Denemarken de koploper op het gebied van windenergie. Denemarken heeft alle kleine beetjes opgeteld, zit op 20% van de landelijke energieproductie en gaat daarmee aan hun Kyoto verplichting voldoen. Dus zij hebben wel weten te bewerkstelligen dat zij hun CO2-reductie materialiseren via windenergie. Het moet dus kunnen. Dhr Van de Weem stelt dat de discussie over wel of geen windenergie een lastige is want de drie sprekers verkondigen drie meningen. Hij vraagt 1) of het straks niet zo zal zijn dat men overgeleverd is aan de grilligheden van de grote bedrijven die op het netwerk de dienst uitmaken; 2) wat de provincie gaat doen als de provinciale doelstellingen niet gehaald worden. Dhr Hoes antwoordt dat de provincie in het geval men er niet uitkomt in het overleg tussen provinciaal en gemeentebestuur, wellicht 3 Notulen vergadering commissie RZ gemeente Boxmeer 3 november 2003
tot aanwijzing zal moeten overgaan, als de provincie wordt gehouden aan landelijke convenanten. Omdat dit een weg is die de provincie vooralsnog zeker niet wil inslaan, probeert de provincie iedereen ervan te overtuigen om op vrijwillige basis dit soort activiteiten te ontwikkelen, zeker waar het heel kansrijke locaties betreft. Hij heeft het gevoel dat er in Brabant nog steeds voldoende draagvlak is voor windenergieprojecten en voor biomassa en zonne-energie maar het draagvlak van enige jaren geleden lijkt af te brokkelen. Uiteindelijk zal de gemeente moeten kiezen wel of geen windenergie, wel of niet faciliteren. De provincie Noord-Brabant is voor ruim 30% aandeelhouder in Essent en heeft in die hoedanigheid discussies over stroomleveranties en de te geven zekerheden. Men kan ervan op aan dat er landelijk genoeg afspraken worden gemaakt die in de wet- en regelgeving worden vastgelegd hoeveel capaciteit er beschikbaar moet zijn en hoeveel reservecapaciteit er beschikbaar moet zijn zodat de consument verzekerd kan zijn van een continue stroomlevering. Dhr Van Kuik antwoordt dat er veel ongerustheid bestaat over het teloorgaan van de eens zo mooie elektriciteitsvoorziening in Nederland, toen alles goed onder controle was. De maatschappij heeft gekozen voor een vrije energiemarkt met alle consequenties van dien. In Nederland is er niemand meer verantwoordelijk voor de totale energiebezorging. Er bestaat geen instantie die beslist of er wel of niet een energiecentrale bijgebouwd moet worden. Dit wordt overgelaten aan de markt. De enige die verantwoordelijk is voor de stabiliteit is Tennet. Dhr Van der Zande heeft begrepen dat de kostprijs van windenergie tot beneden de € 0,03 per kWh moet dalen terwijl voor de komende drie jaar slechts een reductie van 3% verwacht wordt. Dhr Van Kuik antwoordt dat men op de beste plekken tegen de € 0,03 aanzit. Er zijn geen exacte getallen te noemen want er zijn teveel variabelen. Als het doel van lager dan € 0,03 niet reëel zou zijn, zou hij er niet voor gaan. Dhr Van der Zande constateert dat windenergie vandaag de dag niet rendabel is maar wel schoon en de moeite waard om verder te ontwikkelen en vraagt of het niet beter is om de verdere ontwikkeling op kleine schaal voort te zetten voordat windenergie op grote schaal wordt ingezet. Dhr Van Kuik antwoordt dat de grootste productie van windenergie in Denemarken is. De toegenomen kennis van windenergie draagt voor 25% bij aan de kostenreductie terwijl de grootste kostendaling voortkomt uit schaalvergroting. De verdere ontwikkeling van windenergie profiteert dus juist van de grotere schaal. Dhr Van der Zande vraagt hoe het feit dat het rendement van windenergie discutabel is en derhalve alleen op de beste locaties gebruikt zou moeten worden, te rijmen valt met het feit dat dhr Hoes de Boxmeerse situatie omschrijft als een schoolvoorbeeld. Dhr Hanekamp antwoordt dat hier de politieke filter tussen zit. Als deze weggehaald wordt, moet men constateren dat de € 0,03 per kWh niet gehaald worden. Dat is ook duidelijk want windturbines worden met belastinggeld neergezet. Dit betekent dat niet zozeer de markt maakt dat er in Boxmeer windturbines worden neergezet, maar belastinggeld. Near-shore is gewoon niet de beste manier om windmolens neer te zetten als het gaat om kosteneffectiviteit, los van de CO2 reductie. De Kyoto doelstelling in Denemarken is overigens ook een kwestie van CO2-handel die in Europa driftig op gang is gekomen. Dhr Hoes antwoordt dat hij met een schoolvoorbeeld voor de provincie heeft gedoeld op de ruimtelijke kwaliteit in het landschap. Een vijftal projecten is aan elkaar gekoppeld langs de snelweg waarbij men in het landschap vrij natuurlijke lijnen kan aangeven. Dit is tot stand gekomen in goed en intensief overleg tussen provincie, initiatiefnemers en gemeente en ook de milieubeweging staat erachter. Dhr Van der Zande stelt dat windturbines erg zichtbaar zijn en het landschap veranderen. Dhr Hoes is het met hem eens. Als men kiest voor opstellingen bij bedrijventerreinen of langs infrastructuur, volgt men in ieder geval de onnatuurlijke lijnen die toch al in het landschap getrokken zijn. Dhr Van de Kerkhof vraagt wat er in heel Brabant in de pijplijn zit wat duurzame energie betreft. Dhr Hoes antwoordt dat er voor 200 MW aan plannen ligt maar ze zijn niet allemaal hard. Een groot gedeelte verkeert in het stadium waarin ze ook in Boxmeer verkeren. Het probleem is dat op dit moment de gemeenten naar elkaar kijken en menen dat zij hun plannen niet hoeven te verwezenlijken als andere gemeenten het doen. Hij zal de commissie een overzicht doen toekomen van de verschillende projecten die in Brabant spelen. Dhr Van de Kerkhof vraagt wanneer de transportcapaciteit op orde zal zijn, in de tijd gezien en internationaal gezien. Dhr Van Kuik antwoordt dat hij niet weet wanneer de capaciteit in Europa voldoende zal zijn om ongelukken te voorkomen. Het verloop van het vrijmaken van de energiemarkt en de reactie van de partijen erin, is niet meer stuurbaar, hetgeen nu eenmaal inherent is aan het loslaten van die controle. Dhr Hanekamp antwoordt dat het koppelnet was bedoeld om calamiteiten op te vangen maar het is plotseling een handelmechanisme geworden. Het enige dat duidelijk is, is dat het net 4 Notulen vergadering commissie RZ gemeente Boxmeer 3 november 2003
daar niet op gebouwd is en dat er hard aan gewerkt moet worden. De vraag is dan vervolgens wie het betaalt want er is nu eenmaal een liberale markt. Dhr Van de Kerkhof vraagt wat dhr Hanekamp bedoelde met het feit dat reservecapaciteit nog een onderwerp van discussie was. Dhr Hanekamp antwoordt dat een en ander in de praktijk betekent dat men oude centrales eruit gooit dan wel nieuwe centrales moderniseert of bij bouwt. Wat de reservecapaciteit voor noodgevallen betreft zal men met 20 of 30% voldoende hebben. Bij het opstellen van een windmolenpark of een centrale kan men nooit uitgaan van het volledige vermogen dat men eruit haalt. Bij windmolens is het heel opzichtig omdat men daar nooit verder komt dan 60% in ideale omstandigheden. In die zin zou het in de context van Noord-Brabant niet onverstandig zijn om niet te spreken over 200 MW opgesteld vermogen want dat krijgt men er nooit uit, maar over wat men er gemiddeld genomen uit zou kunnen krijgen. Wat feitelijk aan het net geleverd zal worden, ligt immers aanzienlijk lager dan 200 MW. De Kema Windmeter geeft een indicatie van hoe dit eruit zal gaan zien. De 200 MW zou dan feitelijk 40 MW betekenen en hier moet altijd andere capaciteit tegenover staan om het überhaupt stabiel te houden. Dhr Vos vraagt 1) wie bepaalt of een windmolen uitgezet moet worden bij slagschaduw of teveel lawaai; 2) waarom het niet mogelijk is om op een industrieterrein bijvoorbeeld een hectare te reserveren voor de windturbines omdat een behoorlijke gedeelte van de energie nodig is voor de bedrijven. Dhr Van Kuik antwoordt dat er een paar redenen zijn waarom windturbines uitgezet worden. Teveel wind is er een. Het stopzetten van de machine om hinderredenen als slagschaduw is van tevoren uit te rekenen, maar wie het besluit neemt om de machine uit te zetten, weet hij niet. Dhr Moeskops vraagt of het ook mogelijk is dat gemeenten windturbines exploiteren. Dhr Hoes antwoordt dat iedere gemeente in principe windmolens mag exploiteren. Verder kan een bepaald gedeelte van een bedrijventerrein worden gereserveerd voor windturbines. Het geluid dat de molens maken, wordt meegenomen in het totale geluidsvolume dat beschikbaar is voor een bedrijventerrein. Er zijn derhalve onderhandelingen gaande met het ministerie van VROM of er extra geluidsvolume mag komen op een bedrijventerrein ten behoeve van energie of dat er een aparte bepaling gaat komen dat dit buiten de geluidsruimte van een bedrijventerrein valt. Dhr Smeets vraagt hoe de waardevermindering van omliggende gronden wordt verrekend als er schadeclaims worden ingediend op grond van vermindering van woongenot en andere neveneffecten. Dhr Hoes antwoordt dat hij kan zich niet voorstellen dat op grond van de huidige plannen in de gemeente Boxmeer, er veel planschade zal zijn. Als dit wel het geval is, zal men er met elkaar naar moeten kijken. Dhr Smeets vraagt naar het verschil tussen windmolens en windturbines. Dhr Van Kuik antwoordt dat voor de oude Nederlandse windmolens de term windmolens is gereserveerd, terwijl de nieuwe machines windturbines zijn genoemd. Dhr Smeets vraagt naar het zogeffect dat ontstaat als windturbines in lijn worden gezet. Dhr Van Kuik antwoordt dat het het beste is om een lijnopstelling te maken die loodrecht staat op de gemiddelde windrichting. Er bestaan minimum afstanden tussen windturbines maar het is mogelijk dat wanneer windturbines precies in elkaars zog staan, ze een op een uitgezet moeten worden. Dhr Moeskops vraagt 1) wat het maximum is aan de grootte van windturbines; 2) of er sprake is van verkregen rechten wanneer een eigenaar na twintig jaar een bestaande windturbine wil vervangen. Dhr Van Kuik antwoordt dat een vuistregel is dat de diameter (van tip naar tip) ongeveer even groot is als de ashoogte. In Duitsland is er veel vraag naar grote windturbines die als bijkomend voordeel hebben dat het toerental lager is dan kleinere. De grootte van de windturbines wordt bepaald door de beschikbaarheid van hijskranen en de bestaande technologie. Dhr Hoes meent dat bij sloop en nieuwbouw van een windturbine een nieuwe bouwvergunning aangevraagd moet worden.
3.
Spreekrecht voor burgers
Inspreker: dhr T. Arts, namens Werkgroep Windmolens Rijkevoort Geachte leden van de commissie Ruimtelijke Zaken van de gemeente Boxmeer, geacht college, geachte genodigden, Wij, als Werkgroep Windmolens Rijkevoort, willen hier graag gebruik maken van het spreekrecht inzake de plannen tot het plaatsen van windturbines in de gemeente Boxmeer. Als inwoners van Rijkevoort, en dus van uw gemeente, waren wij na afloop van de raadsvergadering, gehouden op 2 oktober jl., geschrokken. Vooral door het feit dat er door de Belangengroep Rijkevoort 5 Notulen vergadering commissie RZ gemeente Boxmeer 3 november 2003
de indruk gewekt werd dat er onder de Rijkevoortse bevolking weinig tot geen weerstand zou zijn tegen de windturbineplannen binnen de gemeente Boxmeer. Naar ons idee is deze er wel degelijk! Daarom hebben wij het initiatief genomen om de bevolking te voorzien van informatie en een eerste inventarisatie te doen onder de Rijkevoortse bevolking. Door middel van het retourneren van een verspreide flyer is de bevolking in de gelegenheid gesteld zijn mening kenbaar te maken. Onder de tot nu toe terug ontvangen flyers zijn echter alleen nog maar tegenstanders. Bij ons is dan ook de vraag gerezen hoe de eerder genoemde indruk ontstaan zou kunnen zijn. Naar onze mening ligt hier zeker de geringe mate van informatieverstrekking aan ten grondslag. In het algemeen is er slechts zeer beperkt ruchtbaarheid gegeven aan de plannen met betrekking tot het plaatsen van een groot aantal windturbines binnen de gemeentegrenzen, nog afgezien van het feit hoe kolossaal deze wel niet zouden kunnen worden. Verder worden directe buurtbewoners door initiatiefnemers benaderd en eenzijdig van informatie voorzien. In een aantal gevallen wordt hen zelfs een financiële vergoeding in het vooruitzicht gesteld om de te verwachten negatieve effecten die een windturbine zou kunnen veroorzaken, te compenseren. Een dergelijke overeenkomst houdt echter ook in dat er door de bewoners afgezien wordt van iedere bezwaar- of beroepsmogelijkheid met betrekking tot het te initiëren windturbineproject. Recentelijk hebben we mogen constateren dat ook milieuverenigingen hun mening gewijzigd hebben. Zij zijn de mening toegedaan dat wij als gemeente moeten weten waar we met z’n allen over praten en over moeten beslissen. Deze mening deelden wij ook toen we voor het eerst kennis namen van de plannen. Maar, met de intussen opgedane kennis en vergaarde informatie, zijn wij tot de conclusie gekomen dat windturbines van het beoogde formaat geheel niet in onze landschappelijke omgeving thuishoren. De positieve bijdrage is minimaal, maar de negatieve effecten zijn enorm op velerlei vlakken. Wij hopen op een voortschrijdend inzicht en een vooruitziende blik van de Boxmeerse politiek en verwachten dat de politici zich ook in Boxmeer niet laten leiden door krachten die zich afspelen op de achtergrond om de plannen toch nog vlot te trekken. Laat u goed informeren en kies voor een leefbare omgeving voor u en uw burgers.
Inspreker: dhr J. Broeren Geachte aanwezigen, ik ben de heer Broeren en ik woon in Rijkevoort. Ik ben een van de initiatiefnemers van windpark Rijkevoort en ben al een tiental jaren actief in windenergie. Ik wil de commissie bedanken voor de tijd die ik krijg om onze kant van de initiatieven te mogen belichten. Ik wil kort ingaan op de argumenten die de tegenstanders van windenergie hanteren. Daarbij ga ik in op de volgende elementen: Windenergie levert geen bijdrage aan de energieproductie en is geen juiste politieke keuze geweest; Er zijn andere alternatieve energiebronnen; Horizonvervuiling, geluid, slagschaduw, veiligheid en planschade; Windenergie levert geen bijdrage aan de energieproductie. Volgens de tegenstanders van windenergie levert deze energiebron een te verwaarlozen gedeelte van onze totale energiebehoefte op. Ik ben het met de tegenstanders eens dat dit aandeel nog veel te klein is. Ik wil wel voorop stellen dat de discussie op wereldniveau en Nederlands politiek niveau al lang gevoerd is. De politieke keuze is gemaakt. Zo werkt dat nu eenmaal in een democratie. De tegenstanders doen voorkomen alsof men in Nederland “weer” de verkeerde keuze heeft gemaakt. Er wordt daarbij onder andere gewezen naar de aanleg van de Betuwelijn. Een vergelijking die echt nergens op gebaseerd is. In bijvoorbeeld Duitsland en Denemarken is het aandeel windenergie in de totale energieproductie veel groter. In Schleswig Holstein wordt 45 % van het totale energieverbruik geleverd door windturbines. In de meeste Europese landen wordt windenergie door de overheden ondersteund. Als ik de tegenstanders goed begrijp, zijn al deze regeringen ontoerekeningsvatbaar te verklaren. De tegenstanders refereren in hun artikelen aan windturbines die 5 tot 10 jaar geleden zijn gebouwd. Een windturbine van 600 kw was in die periode de grootste turbine. Op dit moment draaien er windturbines met een generator van 4,5 - 5 MW. Er heeft dus een enorme technische ontwikkeling plaatsgevonden. De windturbines in de initiatieven in Boxmeer zijn in staat per turbine voor gemiddeld 1500 gezinnen groene energie te maken. Voorwaar geen geringe hoeveelheden! 6 Notulen vergadering commissie RZ gemeente Boxmeer 3 november 2003
Er zijn andere energiebronnen. De tegenstanders roepen dat er anderen alternatieven zijn. Welke zijn dat? zonne-energie is 15 tot 25 keer zo duur als windenergie. Op dit moment geen optie. Iets met waterkracht? In Nederland zonder veel niveauverschillen geen optie. Biomassa? Volgens veel tegenstanders ook geen optie. Welke alternatieven blijven dan over? Wat opvalt is dat een aantal tegenstanders van windenergie voor kernenergie is. In heel europa inclusief Frankrijk wil men deze energievorm in ieder geval niet uitbreiden. Zelf in Frankrijk gaan stemmen op om over te gaan tot sluiting van de centrales. Het veiligheidsrisico wordt als te omvangrijk gezien. Laten wij aan de gemiddelde Boxmeerse inwoner de vraag eens stellen waar zij of hij de voorkeur aangeeft: aan een kerncentrale of aan een aantal windturbineparken. Ik denk het antwoord al te weten. Horizonvervuiling, geluid, slagschaduw en planschade Horizonvervuiling is een volstrekt subjectief item. De een vindt een turbine mooi en de ander vindt hem lelijk. De lokale tegenstanders hebben de horizonvervuiling geprobeerd weer te geven in een folder, in de krant en op hun websites. Dat men qua vergelijking van de hoogte een windturbine projecteert naast een kerktoren is nog tot daaraan toe. Maar dat men doet voorkomen alsof een windturbine aan de voet een omvang heeft van meer dan 10 tot 15 meter is volslagen onzin. Ook vergist men zich in het op de juiste wijze weergeven van de wieken. Volgens de “plaatjes” zijn deze voorzien van rode fluorescerende banden, hetgeen in Nederland volstrekt verboden is. De fabrikanten doen er juist van alles aan om de windturbines qua kleurstelling en anti schitter coating zoveel mogelijk tegen zijn achtergrond te laten wegvallen. Tijdens de excursie is wel gebleken dat de hoogte van windturbines met het menselijk oog niet in te schatten is. Wat het geluid en slagschaduw betreft gelden wettelijke normen waaraan een initiatief dient te voldoen. Indien wij daaraan niet voldoen, wordt er geen windpark gebouwd. Opvallend was dat tijdens de excursie iedereen verbaasd was over het lage geluidsniveau van de turbines. Ik lees en hoor van de tegenstanders dat windturbines gevaarlijke projectielen in het landschap zouden zijn. Prachtige foto’s worden aangereikt. Wat zij vergeten te vertellen is dat het hier bijna zonder uitzondering gaat om windturbines ouder dan 10 jaar. In die periode werden er zelfs windturbines in een garage in elkaar gelast. Die tijd ligt ver achter ons. Er zijn nu grote professionele organisaties die voor kwalitatief zeer hoogwaardige producten zorgen. Rijkswaterstaat heeft er om veiligheidstechnische redenen geen problemen mee dat een windturbine op de vluchtstrook van een autosnelweg wordt gebouwd. Dit is gebeurd in Rotterdam. De reden dat zij dit niet meer toestaan, is ontleend het verkeersveiligheidsaspect. Mensen kijken tijdens hun rit omhoog en niet door de voorruit. Planschade is een mogelijke waardevermindering van woningen en ligt normaal gesproken op het bordje van de gemeente. In alle gevallen zal in de trajecten samen met de gemeente door een planschadebureau een planschaderapport worden opgesteld. Indien blijkt dat een woonobject in aanmerking komt voor planschade, zullen de initiatiefnemers met de betreffende eigenaar / bewoner trachten tot een oplossing te komen. De gemeente verleent dan niet eerder een vergunning dan dat wij met de belanghebbenden tot die oplossing zijn gekomen. Tenslotte, wil ik als een van de initiatiefnemers een dringend beroep op u doen uw beslissing zoveel mogelijk op objectieve en rationele gronden te nemen. Voor een objectieve besluitvorming zult u informatie nodig hebben van een onafhankelijke partij. Wij begrijpen dat emoties een grote rol kunnen spelen. Als initiatiefnemers hebben wij samen met de gemeente getracht te luisteren naar de omwonenden om eventuele problemen opgelost te krijgen. Wij hebben getracht onze informatie zo objectief mogelijk aan te reiken. Naar nu blijkt, proberen de tegenstanders met alle middelen het bouwen van het windturbinepark te voorkomen. De vraag die nu aan de orde komt. is de volgende: Is het opportuun en raadzaam dat de gemeente zich laat leiden door bijna alleen op emoties gebaseerde argumenten? Is voor u een bijeenkomst in Beugen voldoende om een eerder met unanimiteit aangenomen voorstel te heroverwegen? Ik ben van mening dat u zich dat met uw raad 2½ jaar geleden had moeten realiseren. U bent toen door middel van een excursie en een presentatie voorgelicht. De feiten en omstandigheden zijn wel degelijk in een voor u positieve richting verschoven. Van circa 50 windturbines naar 28! Het is voor mij volkomen onbegrijpelijk dat u naar aanleiding van een bijeenkomst in Beugen besluit tot een stand still situatie. Daarnaast willen wij hier ook benadrukken dat de initiatiefnemers bijna volledig bestaan uit inwoners / ondernemers uit Boxmeer. De initiatiefnemers hebben ook belangen. Jarenlange voorbereiding en kosten zijn tot op heden gemaakt om deze projecten daadwerkelijk te realiseren. Voor deze initiatief7 Notulen vergadering commissie RZ gemeente Boxmeer 3 november 2003
nemers bestaat de beloning van al hun inspanningen in tijd en geld uit de exploitatie. U, raad, heeft ook een verantwoordelijkheid ten opzichte van deze initiatiefnemers. Ik wil de leden van de commissie en de gemeenteraad alle wijsheid toewensen om tot een voor alle partijen aanvaardbare en objectieve beslissing te komen. Last but not least, wind komt van de natuur en wat is er mooier dan 100% groene stroom te halen uit wat de natuur geeft. Wat kan daar nu op tegen zijn?
Inspreker: mw J. Goossens Geachte commissie, windenergie is een zeer duurzame vorm van energieopwekking. Het is heel schoon, raakt nooit op, geeft geen uitstoot of afval, er is geen grondstof voor nodig. Ongeveer anderhalf miljoen huishoudens in Nederland hebben ingetekend voor groene stroom. In de zaal zitten veel mensen die groene stroom willen afnemen. In Nederland wordt niet voldoende groene stroom opgewekt voor al deze huishoudens. Groene stroom wordt nu gekocht van Duitse windturbines. De Brabantse Milieufederatie en Milieuvereniging Land van Cuijk komen niet alleen op voor duurzame energieopwekking, duurzame ontwikkeling, maar ook voor een hindervrij leefmilieu. Er zijn drie factoren van belang in de Boxmeerse windturbine-discussie: dat is geluid, slagschaduw, en invloed op het landschap. Geluidsoverlast is te objectiveren in decibellen en wordt door wetgeving tot een minimum beperkt. De excursies hebben ons geleerd dat de mensen inderdaad verbaasd waren over het zeer beperkte geluid van de grote windturbines. Slagschaduw kan zeer hinderlijk zijn. Daarom is bij wet geregeld dat op een moment, dat de slagschaduw een woning zou treffen, de windturbine automatisch stil moet komt te staan. Dit gebeurt eenvoudig, computergestuurd. De hoge turbines hebben invloed op het landschap. Daarom is er zorgvuldig nagedacht over de locaties. Toch zijn veel mensen verontrust over de invloed op hun leefomgeving en het landschap. De duurzame, schone windenergie vinden wij van groot wereldbelang. De gemeente Boxmeer wil een duurzaam beleid voeren. Ook veel burgers spannen zich in voor een duurzame samenleving, zijn betrokken wereldburgers. Een uiting hiervan zijnde LA2I-werkgroepen in onze gemeente. De Brabantse Milieufederatie en Milieuvereniging Land van Cuijk vinden dat er toch een begin gemaakt moet worden met plaatsing van windturbines in onze gemeente. Door te beginnen met een cluster windmolens, op locaties die tot nu nauwelijks weerstand hebben opgeroepen, kan de werkelijke invloed op het landschap worden ervaren. Na enige tijd kan dan de ervaring van de inwoners worden geëvalueerd en kan de Boxmeerse politiek een uitspraak doen over een eventueel vervolg. Tot slot: de windturbines staan er ongeveer 20 jaar. In die tijd zouden de Boxmerenaren de gelegenheid moeten hebben om te participeren in het project. Immers, bij lasten horen ook lusten. Dank voor uw aandacht.
Inspreker: mw M. Evers Geachte toehoorders, ik ben Monique Evers, één van de 5 agrarische initiatiefnemers van het project Maarsven / A73 bestaande uit 6 molens. Namens hen voer ik hier het woord. Allereerst hartelijk dank aan de commissie RZ voor de tijd die we krijgen om ook ons verhaal bij u neer te leggen. Als projectgroep zijn we van start gegaan op basis van het unaniem raadsbesluit van 2001 en van de quick scan. Deze is tussentijds aangepast door de provincie, zodat de A73 als geschikte locatie in beeld kwam. Er zijn windberekeningen gemaakt. Voor onze locatie uiterst positief. Er is een rendementsberekening gemaakt. Ook positief, de banken willen financieren, dus dat zit ook goed. Er is een landschappelijk inpasbaarheidsonderzoek gedaan. Was ook positief. Er is een geluidsrapportage gemaakt, ook positief. Een slagschaduwrapport, positief. Een rapportage over de logistiek, hoe komen de molens op de plek? Ook positief, het kan zonder noemenswaardige problemen. Overleg en informatiebijeenkomsten met de buurt gehouden, al in een vroeg stadium en ook verdergaand in het traject mensen op de hoogte gehouden. Alles positief. Daarbij moet ik wel de kanttekening maken dat aan ons project geen direct aanwonenden zitten. We kregen medewerking van de provincie. De ppc gaf een positief advies. Medewerking van de gemeente, positief tijdens het traject. Telkens overleg en stappenplannen gemaakt. Zelfs de burgemeester was positief over ons project. We kregen medewer8 Notulen vergadering commissie RZ gemeente Boxmeer 3 november 2003
king van de BMF en de plaatselijke milieuvereniging. Ook zij moesten keuzes maken. Zij hebben de voors en tegens vanuit hun belang afgewogen (milieu / landschap / dieren) Dit bovenstaande samenvattend, wat ligt ons dan nog in de weg? We staan op het punt om het project in de procedure te brengen, zoals afgesproken en ook uitgelegd in de bijeenkomst georganiseerd door de gemeente op 4 juni j.l. Vandaar dat we dan ook niet begrijpen hoe een gedeelte van de gemeenteraad - notabene door ons gekozen om onze belangen te behartigen - in een keer alles van tafel wil vegen? Hebben jullie onze plannen en de rapporten die eronder liggen, ook bestudeerd? Volgens mij niet want dan was ook u tot de conclusie gekomen dat er bij ons project geen bezwaren zijn. Er zijn geen omwonende gelegen aan het traject die op wat voor manier dan ook last zouden kunnen hebben van de molens. Zij staan vrij. Wat voor een feitelijke argumenten liggen dan ten grondslag voor uw besluit?? Voor mij zijn deze nog steeds niet duidelijk. Behalve dat men een bijeenkomst in Beugen aangrijpt om te zeggen dat er geen enkel draagvlak is binnen de gemeente Boxmeer? Weet u wie er aanwezig waren? Wie het georganiseerd had? Was iedereen in staat gesteld om te komen? Volgens mijn informatie waren er toch een groot aantal tegenstanders, woordvoerders die niet eens uit onze gemeente waren. Ook hun website heb ik even bezocht en wat blijkt? 14 reacties waarvan nog 5 positief ook. Daarbij komt nog dat er onder alle inwoners van de gemeente een mooie gele brief is verspreid tegen windenergie. Hoeveel reacties beste raadsleden /commissieleden heb u ieder uit uw eigen dorp hierover ontvangen? Dat wil ik dan toch nog even verifiëren naar de bijeenkomst in Boxmeer van 4 juni georganiseerd door de gemeente. Er was een zeer hoge opkomst, mensen uit de gehele gemeente waren aanwezig. Voorstanders, geïnteresseerden, omwonenden, belanghebbenden, tegenstanders, er kwamen vragen en er kwamen negatieve geluiden maar alles was netjes afgehandeld. Iedereen kreeg de kans om zijn zegje te doen. Tenslotte komen de plannen volgends de officiële weg in procedure en kunnen reële bezwaarmakers hier hun argumenten kwijt, dus niet op basis van emotie. Daarmee wil ik zeggen dat de gemeenteraad naar aanleiding van de hoge opkomst de goede positieve sfeer een besluit kon nemen dat er wel degelijk draagvlak is onder de inwoners van Boxmeer. Anders was die bijeenkomst heel anders verlopen. Ook de busrit georganiseerd door de gemeente was een groot succes. Voor mij was het ook onvoorstelbaar dat men aan de lijve ondervindt hoe minimaal het geluid is van die windmolens. Ikzelf woon langs de A73 en dat geluid overstemt wel honderd keer het geluid van de windmolens. Ook de hoogte van de masten. Men zag het verschil niet tussen 65 en 90 meter. U als raadslid / commissielid had dit mee moeten maken. Dan had u voor uzelf ook een objectieve mening kunnen vormen. De enige reden die overblijft, zou kunnen zijn: dan maar alles van tafel, einde discussie, dat is de gemakkelijkste weg! Laat een ander het probleem maar opknappen. Maar ik heb nog een aspect. In de totale projecten doen een groot aantal agrarische ondernemers mee, inwoners van de gemeente. Zij hebben u gekozen om ook voor hun belangen op te komen. • Wij boeren tuinders zijn de afgelopen jaren geconfronteerd met een onbetrouwbare overheid. Dan zus, dan weer zo. Het heeft veel emotioneel en financieel leed teweeg gebracht in de sector. Van onze lokale overheid mogen we toch wel een constant beleid verwachten? Beleid waarop we investeren en kunnen ondernemen? • er zijn vele milieu-inspanningen verricht, alhoewel voor de buitenwereld niet altijd zichtbaar. Een windmolen is ook een milieu-investering. Als wij dat doen, is het zichtbaar en goed voor het milieu en ons imago. • Dhr Paul Rupp, gedeputeerde van de provincie, zei onlangs nog in het kader van de reconstructie: De boeren leveren het meeste in. Wij als partners, dus ook u, zijn verplicht om voor de dragers van het platteland (de boeren) nieuwe economische peilers te zoeken. Nou,. een windmolen zou voor ons bedrijf zo’n peiler kunnen zijn. • als laatste, maar misschien ook de belangrijkste. Wij hebben geld, tijd en energie geïnvesteerd om te komen tot waar we nu zijn. Dit alles met uw medeweten en een actieve rol van de gemeente. Het kan dan toch niet zomaar zijn dat alles van tafel gaat? Wij vinden dat er goede argumenten en feiten liggen om de projecten te kunnen realiseren. Ook u hebt uw verantwoordelijkheid. Ook wil ik nog even als laatste wat positieve punten noemen richting de gemeente. Wat levert het de gemeente op? Gezien de huidige perikelen aangaande de OZB denk ik dat de molens ook voor u een financiële bijdragen kunnen leveren. Denk u maar eens aan de leges / opstal / OZB. Heb u al eens uitgerekend over wat voor een bedrag we dan praten? Het geeft de gemeente Boxmeer een positief imago. Iets 9 Notulen vergadering commissie RZ gemeente Boxmeer 3 november 2003
wat we hard nodig hebben naar de eigen bevolking maar ook naar de buitenwereld. De gemeenteraad die beslist op basis van feiten en onderbouwde argumenten, kiest voor de ontwikkeling van duurzame energie die hun verantwoordelijkheid neemt kijkend naar het algemeen belang en de toekomst van onze kinderen. Hier zou menig gemeente jaloers op zijn. Ook onze inwoners zouden blij zijn als daardoor de OZB niet verhoogd hoeft te worden. Als laatste heb ik misschien nog een idee voor u. Misschien moet u er gewoon een toeristische trekpleister van maken. Mensen de molens laten zien. Je kunt er een lift in bouwen. Overloon wordt als toeristische poort gevormd. Kijk eens hoeveel mensen daar komen. 250.000 in het Zoo Park. Deze willen best een kijkje gaan nemen in zo’n molen. Maak er een topattractie van. Het trekt toeristen dus geld voor de gemeente en andere ondernemers, denk aan de horeca. De gemeente staat dan ook weer positief op de kaart en er zijn wel positieve dingen aan een windmolen, maar je moet ze wel willen zien. Ik eindig met een oude slogan: een goed milieu begint bij jezelf.
Inspreker: dhr J. van Gessel Windenergie blijkt een uniek samenspel te zijn tussen het grote geld en de milieulobby. Andere sprekers hier gaan over milieu en techniek, in wezen van ondergeschikt belang. Voor de een is de wereld rond, voor de andere plat, maar ze bedoelen iets anders met ‘hun wereld’. De onze is de streek in Brabant met de typische Brabantse kernkwaliteiten: ‘rust, ruimte en natuur”. Zie het streekplan en andere provinciale rapporten. Ik wil het met u hebben over (1) ordinair geld, (2) de verwoestende invloed op de ruimtelijke kwaliteit van het Land van Cuijk en (3) het bespelen van ons, de “boertjes van buiten”. Waarom zijn de initiatiefnemers zo gretig en laten zij hun privé voordeel prevaleren? Zij hebben terecht de geschiedenis erbij gehaald, zij hebben onrecht als ze zeggen dat zij zelf of de gemeente informatie heeft verschaft tot nu toe. Is hen een worst voorgehouden? Ons landschap moet hen toch ook wat kunnen schelen? Waarom in de brief van 10 oktober jl. objectiviteit claimen, terwijl anderen beschuldigd worden van puur emotioneel gedrag? Misschien vergeten dat er drie bijeenkomsten waren, in Beugen met de gemeente, in Haps een hele grote en weer opnieuw in Beugen? De regering treft blaam, naast de provincie, maar zeker ook Boxmeer, dat eerder met het vergaren van kennis en standpunten had moeten beginnen en dan eerder tot afblazen had kunnen besluiten. Boxmeer kent géén strategisch beleid. Wij stellen soms speerpunten vast zonder een samenhangende visie te hebben. Wij zien de werkgelegenheid bovenmodaal afkalven. Wij denken via de reconstructie wat te kunnen redden. Wij zeggen dat recreatie en toerisme ook een speerpunt van beleid is en wij allen gaan donderdag a.s. in de gemeenteraad werk en economie heilig verklaren etc. etc. Maar Boxmeer, datzelfde Boxmeer, liep gedwee achter een plan aan dat (1) het gehele landschap verwoest, (2) wonen, werken en recreëren zwaar in kwaliteit degradeert en (3) het aanzien van de streek voor mensen en bedrijven op de tocht zet. Daar mag u anders over denken. Daar zit een stuk emotie in maar dat moet u eens proberen boven tafel te krijgen. Het gaat hier wel om een investering van tussen (25x2) € 50 miljoen tot (28x2,5) € 70 miljoen. Industriële mastodonten, 140m hoge turbines met kerken in de buurt van 45m in Beugen, 54m in Boxmeer en 62m hoog in Cuijk. Wie betaalt deze onrendabele zotternij? Wie durft de helft van Brabant’s MW-quotum hier in Boxmeer te situeren? Wie is er hier nu gek? De banken en kapitaalverstrekkers noemen dat “onze Hoera-clubs”, die via lobbywerk zeer goed milieu aan kapitaal hebben weten te koppelen: duurzaam, veilig en schoon aan subsidies, aftrek belastingen en ruimte voor rendement. Politiek Nederland wil, kortzichtig altijd, scoren bij het publiek, alhoewel ook daar het tij ernstig begint te keren. Even Boxmeer dus nog binnenhalen Vaak zijn het mega-investeerders-clubs (die ook de kleintjes wat gunnen) die investeren in turbines, hoe meer hoe beter. De bank wil vanwege het energieleveringscontract en de instemming en de subsidies van de staat best het nodige lenen, wel driekwart. Nu heeft de lobby van milieu en kapitaal bereikt dat zulk een investering in zeer korte tijd mag worden afgetrokken van de belastingen, tot voor kort zelfs direct van de inkomstenbelasting (EINP, EIA en VAMIL regelingen). In twee jaar werd de hele investering dubbel terugverdiend! Met o.a. de C02-reductie subsidie en een fiscaal goede structuur van het industrieterrein met turbines is het feest voor particulier en ondernemer. Hoezo, goed voor het milieu? Geld en opbrengst, en niets anders is aan de orde. De CV, de stille vennootschap, die we kennen van de schepen en van de films was al opgericht voor de molens en 10 Notulen vergadering commissie RZ gemeente Boxmeer 3 november 2003
werd nog net op tijd afgelast wegens veel te lange procedures en maatschappelijk groeiend verzet, ook in de dorpen... Hoe kwamen de “Hoera-clubs” voor windturbines dan tot stand? Waar komt de drive vandaan? Wie kreeg de regering voor zijn kar gespannen jaren geleden? Vestas (turbines, de grootste ter wereld, Denemarken) was tot 97/98 voor 85% eigendom van een Nederlandse bank. Dat weten velen van u niet. Voorzitter van de Raad van Commissarissen was een Nederlandse bankier en of wij handelsjongens zijn. Dus marketing plannen, speerpunten, oorlogsteams, hoe en wie aan te vallen, en vooral, wie eerst? Ook Nederland dus. De argeloze provincialen, met name het Noorden, Zuiden en Flevoland voorop, staan het wel toe. Het milieucircuit was “hot’, de politiek zou fatsoenlijk lijken. Niemand in de politiek rekent immers zelf, en Den Haag ging om. Geld uittrekken, niet voor warmtepompen, zonneboilers- of panelen of brandstofcellen – de echte economische dragers - , nee turbines. De windmolenjongens zijn zeer goede marketeers gebleken, en wij Hollanders zijn nog steeds niet vies van geld. Helemaal niet als het op het conto van een goede milieudaad geschreven kan worden. Wat is nou mooier dan sloten geld verdienen én een goede daad verrichten? Of het echt wat oplevert? Hoe marginaal is windenergie, en dan vooral bij ons hier? Zie alle studies en analyses. Kijk naar het “Mekka” Denemarken waar de regering drie offshore parken niet meer subsidieert. Zij wil de eigen internationale concurrentiepositie ten gevolge van veel te dure windenergie niet meer vergokken. Kijk naar de OZB - waardedaling en planschadeclaims die in Nederland reeds succes hebben. Termunterzijl en Boazum, als je die uitgesproken gerechtshofarresten vertaalt naar de Boxmeerse situatie, betekenen zij een mogelijke planschade van tussen € 4 miljoen (100 huizen ad € 40.000 bij een 20% waardedaling vanaf € 200.000) en € 21 miljoen (300 huizen ad € 72.000 bij een 30% waardedaling vanaf € 240.000). U zoekt maar op lnternet. Vijf minuten spreektijd, voor een catastrofe van 50 jaar, wie is hier nu emotioneel of gek? Het gaat dus, vertel ik u, helemaal niet alleen om het milieu, en ook de Brabantse Milieu Federatie moet zijn oogkleppen afdoen. Met geld van een ander spelen (wie verzint het, paar keer € 2,5 miljoen ‘proberen” en dan verder kijken) is al erg, het landschap als milieudienaar verwoesten is onvergeeflijk. Alleen in kustgebieden, daar waar niemand woont, hebben windturbines een bestaansrecht. Niet dus op de Wadden, waar het echt waait, of andere toeristische gebieden! Kom eens op mijn zeilboot ‘s nachts bij draaiende molens!
Inspreker: dhr R. Jonkhals, Windmolens Noord Geachte commissie, ik wil volstaan met het opsommen van de feiten die deze locatie Sassenkamp zo’n unieke locatie maken. Er is weinig bebouwing aan de Sassenkamp waardoor er weinig slagschaduw hinder is en weinig geluidhinder omdat hij langs de A73 ligt. Daarnaast ligt de locatie parallel aan de hoogspanningsleiding waardoor het bestaande lijnenspel versterkt wordt. Voorts is het zo dat de locatie loodrecht staat op de hoofdwindrichting waardoor men een heel compact park kan bouwen. De slagschaduw kan automatisch afgeschakeld worden, want op de objecten die er last van hebben, kan een sensor worden geplaatst die de slagschaduw registreert en de windturbine automatisch wordt uitgeschakeld. Dit komt overigens niet zo heel vaak voor. Geluidhinder wordt volgens gangbare methodieken gemeten en waarschijnlijk wordt het geluid van de windturbines overstemt door het lawaai van de A73. Bovendien is het zo dat als het harder waait, het geluid haast niet waarneembaar is. De locatie langs de A73 is één van de beste locaties in Nederland, ook vanwege de nabijheid van de infrastructuur, een schakelstation en de ligging naast de A73. Hij pleit ervoor om er in ieder geval iets van te realiseren want het zou doodzonde zijn om dit niet te doen.
Inspreker: dhr J. Martens, mede-initiatiefnemer Den Oksel Geachte commissie, beste aanwezigen, graag wil ik gebruik maken van de gelegenheid om namens de initiatiefnemers enkele zaken onder de aandacht te brengen. Mijn naam is Jan Martens en ik ben degene die het dichtst bij het initiatief woont, minder dan 400 meter, en de enige die binnen de milieuvoorwaarden binnen de cirkel zit. Wij zitten hier vanavond bijeen om te discussiëren over hoe verder met de windturbine-projecten in de gemeente Boxmeer. Dit naar aanleiding van de SP-motie betreffende de heroverweging van het raadsbesluit van 14 juni 2001. Gaarne neem ik u even mee terug naar deze datum. De toenmalige gemeenteraad en raadscommissie Ruimtelijke Zaken, die qua personele bezetting niet zoveel ver11 Notulen vergadering commissie RZ gemeente Boxmeer 3 november 2003
schilde van de huidige samenstelling, namen toen het unanieme besluit tot medewerking aan de initiatieven, zoals die genoemd werden in de WEOM - quickscan. Voorafgaande aan dit raadsbesluit is er door een groot aantal raadsleden een excursie gemaakt naar een drietal windparken in Duitsland en is de quickscan toegelicht in de gemeenteraad en de commissie Ruimtelijke Zaken. Ik zou zeggen: een gedegen voorbereiding, zodat men goed op de hoogte was van de consequenties van een dergelijk belangrijk raadsbesluit. Beslist een goede zaak! Na het raadsbesluit van 2001 zijn we als initiatiefnemers aan de slag gegaan met medewerking van het college van B en W en ambtelijke ondersteuning. Vele tientallen vergaderingen volgden en plannen kwamen en verdwenen vervolgens weer in de prullenbak. Uiteindelijk zijn we na veel overleg met ambtenaren en college van B en W en na het consulteren van landschapsarchitectenbureau Croonen uit Rosmalen en overleg met de provincie gekomen tot de huidige initiatieven. Bovendien werden de plannen besproken met BMF en regionale milieugroeperingen, en iedereen was positief. Vervolgens hebben we het initiatief genomen om huiskamergesprekken te organiseren met alle omwonenden van D’n Oksel en een vertegenwoordiging van de Dorpsraad Beugen. Hier waren best wat kritische reacties te horen, maar geen onoverkomelijke zaken, en ook best begrijpelijk. Ook de gemeente houdt even later een voorlichtingsbijeenkomst. Ook hier enkele kritische geluiden, maar iedereen is vóór windenergie. Er wordt vervolgens een busreis georganiseerd door de gemeente Boxmeer voor alle bewoners, die op minder dan 1 km afstand van de snelweg wonen. Het reisdoel was een park met turbines van verschillende hoogtes – tot meer dan 90 meter hoogte toe - en van verschillende fabrikaten. De conclusies waren: 1. Het geluidsniveau valt mee, zoals vanavond al meerdere malen genoemd is. 2. De hoogte van de mast is moeilijk in te schatten, met andere woorden, men ziet geen verschil tussen hoogtes van bijvoorbeeld 80 of 100 meter. Tot slot organiseert de Dorpsraad uit Beugen een voorlichtingsbijeenkomst met voor- en tegenstanders. Wij als initiatiefnemers worden niet uitgenodigd. Wij merken op dat daar een groot aantal ongenuanceerde en onjuiste uitspraken worden gedaan. De stemming is gemaakt en de bijeenkomst loopt uit de hand. De week daaropvolgend volgt het raadsbesluit van 2 oktober. Men wil een heroverweging van het raadsbesluit van juni 2001, met als argument dat er sprake zou zijn van een totaal andere ontwikkeling. Wij bestrijden dit ten zeerste. Ook in 2001 werd al gesproken over turbines van 80 tot 90 meter hoogte (zie ook het WEOM-rapport).Ook het aantal turbines is ten opzichte van de WEOM-rapportage van 2001 met de helft verminderd. Verder constateren wij dat de nieuwste generatie turbines verbeterd zijn qua rendement, geluidsproductie en landschappelijke inpassing. Dus allemaal positieve ontwikkelingen. Verder wijzen wij erop dat we voldoen aan alle wettelijke regels behorende bij een project als dit, zoals geluidniveau en een slagschaduwrapportage. Dan horen wij nog veel geluiden dat windenergie te duur zou zijn, dat er te veel subsidie op deze locaties zou worden gegeven en dat windparken thuishoren op zee, dus ver weg. Windenergie kost ons over een periode van 20 jaar inclusief subsidie en sloop rond € 0,05 per kWh. Energie opgewekt door middel van fossiele brandstoffen kost ongeveer € 0,04 per kWh. Wat daarbij echter wordt vergeten zijn de maatschappelijke kosten. De klimaatverandering en andere bij-effecten van de verbranding van fossiele brandstoffen leidt tot maatschappelijke kosten van minimaal € 0,02. Totaal betekent dit dus € 0,06. De subsidieregeling in Nederland is net als in andere landen zo geconstrueerd dat een windpark in het westen van Nederland uiteindelijk net zoveel subsidie ontvangt als een windpark hier in het oosten. Nederland wijkt daarin niet af van andere landen. Voor windparken op zee geldt dat zij veel lastiger en dus veel duurder te ontwikkelen zijn. De subsidieregeling op zee kost een veelvoud van de subsidieregeling op land. U zult mij vragen: Wat hebben de inwoners van deze gemeente aan deze initiatieven? Wij hebben als bewoners van deze aardbol een verantwoordelijkheid in de richting van onze nakomelingen met betrekking tot het milieu en het besparen van fossiele brandstoffen. Wij als inwoners van Boxmeer hebben eenzelfde verantwoordelijkheid als een inwoner van een gemeente in Flevoland. Ook wij moeten een bijdrage leveren. Daarnaast hebben wij gesproken met een bank over een intekenmogelijkheid op een obligatielening voor de inwoners van de gemeente Boxmeer. Zij ontvangen dan een gegarandeerde rente op hun coupon. Afgesproken is dat er in het traject door middel van een advertentie in een huis-aan-huis blad een inventarisatie wordt gehouden over de belangstelling. Op deze wijze denken wij het draagvlak verder te kunnen vergroten. 12 Notulen vergadering commissie RZ gemeente Boxmeer 3 november 2003
Aan u als commissie vanavond de taak om een advies te formuleren voor de gemeenteraad van november a.s.. Wij hopen als initiatiefgroep dat u de argumenten goed beoordeelt en u zonodig laat bijstaan door externe onafhankelijke deskundigen om zo te komen tot een verstandig besluit dat recht doet aan alle belanghebbenden. Dank u wel.
Inspreker: mw R. Willems, Werkgroep Windmolens Beugen Geachte leden van de commissie Ruimtelijke Zaken van de gemeente Boxmeer, geacht college, geachte genodigden, wij als Werkgroep Windmolens Beugen, willen graag gebruik maken van het spreekrecht inzake de plannen tot het plaatsen van windturbines in de gemeente Boxmeer. Iedereen heeft recht op een eigen mening, ook inzake het oplossen van de milieuproblemen die een vervelend neveneffect zijn van onze moderne economie. Een economie die zonder energie grotendeels stil zal vallen. Dit maakt het oplossen van het milieuprobleem dan ook uiterst complex. Aan de ene kant moeten we er alles aan doen om, als tijdelijk bewoner van deze aarde, goed om te gaan met het milieu en spaarzaam te zijn met de aanwezige natuurlijke hulpbronnen. Aan de andere kant moeten we er als Nederland B.V. voor zorgen dat onze economie blijft draaien zodat we de levensstandaard die we in lange tijd hebben opgebouwd en met zijn allen koesteren, in stand kunnen houden. De nu bekende energievoorraden zijn eindig, terwijl onze behoefte aan energie stijgt met de welvaart. Dus er moet naar alternatieven gezocht worden, dat is duidelijk. In de eerste plaats voor onszelf om een leefbare omgeving te behouden, waar schone lucht en schoon water vanzelfsprekend zijn. Verder natuurlijk ook om de economie draaiend te houden. We mogen niet op een energiecrisis af stevenen doordat we door onze natuurlijke hulpbronnen heen raken. iedereen heeft recht op zijn eigen mening; ook inzake windenergie. Toch hebben wij gemerkt dat de meeste mensen een te rooskleurig beeld hebben van deze alternatieve energievorm. Dit beeld wordt gevormd op basis van de informatie die ons allen via diverse media ter ore komt. Informatie die vaak te eenzijdig is om er echt een objectief beeld van te krijgen. De meerderheid van de bevolking die zich bewust is van de milieuproblematiek zal op de vraag: Ben jij voor milieuvriendelijke energieopwekking met windmolens? positief antwoorden. De negatieve bijeffecten van windenergie, die tegenwoordig wordt opgewekt met behulp van gigantische turbines, worden hierbij vaak vergeten, omdat hierover weinig in de openbaarheid komt. Het wordt echter anders als de gemeente waarin je woont, samen met de buurgemeenten en de provincie, gaat kijken naar de mogelijkheid om een grootschalig windmolenpark te ontwikkelen. Je gaat dan op zoek naar objectieve informatie. Hierbij kom je een overvloed aan wetenschappelijke artikelen tegen die windenergie als grootschalige alternatieve energiebron helemaal onderuit halen. Niet alleen Nederlandse publicaties, maar ook uit landen als Denemarken en Duitsland. Landen die als voortrekker gezien worden als het over windenergie gaat en uit eigen ervaring kunnen spreken. Iedereen heeft recht op een eigen mening, ook inzake een windmolenpark in de gemeente Boxmeer. Toch hopen wij, geachte leden van de commissie, dat u, op basis van de informatie die u de afgelopen maanden hebt doorgenomen en op basis van de informatie die u vandaag wordt verstrekt, tot de conclusie komt dat een windmolenpark niet thuis hoort in de gemeente Boxmeer. Kies voor een leefbare omgeving voor u en uw burgers en laat u niet met deze plannen in. De investeringen zijn gigantisch, de milieuwinst marginaal, terwijl de nadelen voor de directe omgeving niet te overzien zijn, als deze reusachtige bouwwerken hier in het landschap verrijzen. Er zijn betere manieren om het milieu een dienst te bewijzen dan met de bouw van een windmolenpark in de gemeente Boxmeer. U bewijst de gemeente Boxmeer en omgeving en niet in de laatste plaats het milieu de grootste dienst door stelling te nemen tégen deze plannen.
4.
Toelichting door wethouder Oudenhoven over de stand van zaken m.b.t. het onderzoek naar de consequenties van handhaving dan wel intrekking van het principebesluit
Wethouder Oudenhoven geeft een korte toelichting op het uitgereikte chronologische overzicht met betrekking tot windturbines in de gemeente Boxmeer.
13 Notulen vergadering commissie RZ gemeente Boxmeer 3 november 2003
5.
Sluiting
Niets meer aan de orde zijnde, sluit de voorzitter de vergadering om 23.30 uur.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de commissie Ruimtelijke Zaken op 2 februari 2004. De voorzitter,
De griffier,
(H.A.N.M. van den Elsen)
(A.W.J.M. Cornelissen)
14 Notulen vergadering commissie RZ gemeente Boxmeer 3 november 2003