Vergadering commissie Inwonerszaken en Samenleving

POSTADRES

BEZOEKADRES

Postbus 250

T

0297 29 16 16

3640 AG Mijdrecht

F

0297 28 42 81

Croonstadtlaan Verbruggen

E

[email protected]

3641 AL Mijdrecht

I

www.derondevenen.nl

Vergadering commissie Inwonerszaken en Samenleving Datum:

1 december 2014

Tijd:

19.30 uur

Plaats:

Raadzaal

Registratienummer: Voorzitter:

De heer J.P. van Diemen

Griffier:

Mevrouw E.C.M. den Hartogh

Raadsleden:

Mevrouw M.M. Verbruggen-Ezendam (Ronde Venen Belang), de heer C.P.M Klein (Ronde Venen Belang), mevrouw Y. Welter (VVD), de heer F. Lugtmeijer (VVD), de heer E. Doorn (D66), de heer T. Klinkhamer (D66), de heer W.H.P. Stam (ChristenUnie-SGP), de heer W. Kroese (ChristenUnie-SGP), mevrouw L. Minnee (Lijst 8 Kernen), de heer S. Koorn (Lijst 8 Kernen), mevrouw S. Borgstede (CDA), mevrouw M.C. de Korte – Verhoef (CDA), de heer J.C.A. van Kessel (PvdA-GroenLinks-LokaalSociaal), de heer P.C. Kroon (PvdAGroenLinks-LokaalSociaal)

Meesprekers:

Mevrouw C. van der Linden (Stichting Meerbad)

Wethouders:

De heer A.S. Dijkstra, de heer A. Goldhoorn

Ambtenaren:

Mevrouw J. de Hondt, mevrouw J. van Egmond, mevrouw S. Lezaar, mevrouw A. de Jong

Notulist

Mevrouw K. de Beer

Notulen 1

Opening De voorzitter opent de vergadering om 19.30 uur en verwelkomt alle aanwezigen.

2

Spreekrecht inwoners Er hebben zich geen inwoners aangemeld.

3

Vaststellen agenda De heer Lugtmeijer merkt op dat het subsidiebeleid op het programma staat voor januari of februari. De nota Cultuur heeft veel raakvlakken met het subsidiebeleid en daarom wil hij dit agendapunt graag uitstellen en te zijner tijd met het subsidiebeleid behandelen. De commissie stemt ermee in om het agendapunt van deze agenda af te halen.

Mevrouw Minnee wil voor donderdag het posterbeleid graag op de agenda te zetten. Dit is al in het presidium aangekondigd. De voorzitter schrijft het op, maar mevrouw Minnee moet donderdag ook zelf verzoeken om dit punt op de agenda te zetten. De agenda wordt met voornoemde wijziging vastgesteld. 4.

Vaststellen notulen van de commissies Inwonerszaken & Samenleving van 10 november 2014 De notulen worden ongewijzigd vastgesteld.

5.

Overige punten a. Haalbaarheidsonderzoek naar een beperkte zwemvoorziening in Abcoude, raadsvoorstel 0056/14 Voorgesteld wordt geen verder onderzoek te doen naar een zwemvoorziening in Abcoude. Er is een inspreker voor dit onderwerp: mevrouw Van der Linden. Zij is bestuurslid van het zwembad in Abcoude. Zij pleit voor een volwaardig haalbaarheidsonderzoek dat recht doet aan de motie die is aangenomen, aan het credo van het coalitieakkoord en aan de steunbetuigingen van de bevolking en de ondernemers en de sportverenigingen. Onderwerpen die in het haalbaarheidsonderzoek behandeld moeten worden zijn: de financiën. Er kan bijvoorbeeld anders naar de beschikbare gemeentelijke gelden worden gekeken. Zwemmen is immers meer dan alleen een sport. Zwemmen helpt ook preventief tegen gezondheidsklachten. Ook de opbrengst van de grondverkopen en de toenemende OZB-inkomsten door nieuwbouw in Abcoude kunnen worden aangewend als financiering. Externe financieringsmogelijkheden kunnen ook bekeken worden. Zo kunnen verschillende exploitanten worden benaderd. Verder moet men nagaan wie de doelgroepen zijn. Mevrouw Van der Linden mist de gebruiker in de visie van de gemeente. Zo is bijvoorbeeld een samenwerking met Ouder Amstel en het Amstelbad mogelijk. Samenwerking kan ook met de Kees Bonzaal in Abcoude die aan vervanging toe is. Een onafhankelijke deskundige moet het haalbaarheidsonderzoek uitvoeren. Pas na dit onderzoek kan de raad een gedegen besluit nemen. Er is dan ook meer bestuurlijke rust die de besluitvorming ten goede komt. Mevrouw Borgstede is geïnteresseerd in de samenwerkingsmogelijkheden met Ouder Amstel. Mevrouw Van der Linden zegt dat er gesprekken zijn gevoerd met zwemvereniging De Snippen. Verder is het bestuur van het zwembad nog niet concreet benaderd. Mevrouw Borgstede merkt op dat er op de leisurekavel een ondernemer zou komen die misschien een zwemvoorziening wilde creëren. Mevrouw Van der Linden heeft hier niets van gehoord. De heer Lugtmeijer wil weten of er contact is geweest met de wethouder naar aanleiding van de motie die de raad over dit onderwerp heeft ingediend. Welke pogingen zijn ondernomen?

Commissie Inwonerszaken en Samenleving d.d. 1 december 2014

2

Mevrouw Van der Linden antwoordt dat er na de aanname van deze motie een gesprek is geweest met de toenmalige wethouder. Deze wethouder heeft het onderwerp toen naar zich toe getrokken en beloofd mevrouw Van der Linden op de hoogte te houden. Daarna is er een kennismakingsgesprek geweest met wethouder Dijkstra. Naar aanleiding van dit gesprek is er een manifest opgesteld, maar er is niet over het onderzoek gesproken. Het was wel duidelijk dat de financiën een punt van zorg waren. De heer Van Kessel merkt op dat in 2012 met een flitsactie 33.000 euro is ingezameld. Kan mevrouw Van der Linden een inschatting maken of op lange termijn de betrokkenheid van inwoners en ondernemers zou kunnen resulteren in een autonome financieringsstroom? Mevrouw Van der Linden weet – omdat zij het aanspreekpunt is geworden – dat veel mensen het zwembad belangrijk vinden. Het zou zomaar kunnen zijn dat zij geld zullen geven, maar zij kan niets met zekerheid zeggen. De heer Van Kessel stelt dat mevrouw Van der Linden na aanname van de motie in januari een gesprek met de wethouder heeft gehad. Heeft zij toen haar wensen neergelegd? Klopt het dat haar stichting nooit een inhoudelijke bijdrage heeft geleverd aan het haalbaarheidsonderzoek terwijl dit wel de intentie was? Mevrouw Van der Linden antwoordt dat het klopt dat er nooit gebruik gemaakt is van de expertise van Stichting Meerbad Abcoude. De wethouder stelde zich afwachtend op. De heer Van Kessel betreurt het dat er weinig inhoudelijk contact is geweest. De heer Klein merkt op dat als alternatief het Bijlmerbad wordt genoemd op 7 km afstand. Mevrouw Van der Linden zegt dat dit zwembad niet 7 maar 9 km verder weg is en het 33 minuten kost om hier met het OV te komen. Veel bezoekers van het Meerbad komen nu op de fiets of lopend. Verder heeft het Bijlmerbad betaald parkeren en dat is onprettig. De openingstijden zijn van 7.30 tot 10.00 uur voor banenzwemmen en een aantal middagen voor recreatief zwemmen. De heer Klein leest dat in het stuk wordt gesproken over twee afmetingen voor het zwembad. Mevrouw Van der Linden vindt dat men alle doelgroepen moet bedienen. Met een klein bad lukt dit niet; deze afmeting is vlees noch vis. De heer Stam concludeert dat er dus minimaal een 25-meterbad zou moeten komen. Waar zit het financiële voordeel bij een eventuele samenwerking met het Amstelbad? Er blijven dan twee baden bestaan. Hoe concreet zijn de particuliere initiatieven? Is iemand bereid om 200.000 of 300.000 euro beschikbaar te stellen? Mevrouw Van der Linden antwoordt dat mensen niet zijn benaderd, omdat de kaders niet duidelijk zijn. Dit kan het college meenemen in een gedegen haalbaarheidsonderzoek.


3

De heer Doorn meent dat dit vragen zijn die in het onderzoek beantwoord moeten worden. Deze vragen van de heer Stam moeten door het college beantwoord worden. De heer Stam stelt dat de opmerkingen van mevrouw Van der Linden vragen oproepen. Mevrouw Van der Linden zegt dat zij een aantal suggesties heeft gedaan om mee te nemen in het onderzoek. In dat kader zijn de opmerkingen gemaakt. De voorzitter bedankt mevrouw Van der Linden voor haar komst en haar inbreng. Eerste termijn De heer Stam wil weten hoe de wethouder Stichting Meerbad Abcoude heeft betrokken bij de besluitvorming. Het lijkt of de reactie van het college lauw is geweest. Mevrouw Borgstede wil graag een verduidelijking over een mogelijke samenwerking met Ouder Amstel. Hier is in de stukken niets over terug te vinden. Hoe is de situatie bij de leisurekavel? Is er met deze ondernemer gesproken? Mevrouw Borgstede heeft het gevoel dat zowel mevrouw Van der Linden als de gemeente wacht op kaders en dat investeerders zich niet aandienen omdat er onduidelijkheid is. De heer Klein merkt op dat als alternatief een zwembad wordt aangeboden dat 9 km verderop ligt. Is het niet te gemakkelijk om zwemmers daarnaartoe te verwijzen? De heer Lugtmeijer ziet dat er vooral is gekeken naar de financiële consequenties. Wat is er gebeurd tussen het moment dat de motie over dit onderwerp is ingediend en het aanbieden van dit stuk? Hoe is het voorliggende stuk tot stand gekomen? Hoe is de motie geïnterpreteerd? De heer Van Kessel vindt het bevreemdend dat er staat dat het haalbaarheidsonderzoek is uitgevoerd met betrokken partijen. Waarom is Stichting Meerbad Abcoude er niet bij betrokken? Waarom beperkt de wethouder zich in het financiële onderzoek tot de rol van de gemeente, terwijl in het verleden ook geld is geïnvesteerd door de bewoners zelf? In de stukken verwijst de wethouder naar de wenselijkheid van het behoud van de voorzieningen in de verschillende kernen. Dit staat niet in verhouding met dit voorstel. Mevrouw Minnee is benieuwd naar de reactie van wethouder over de opmerking die mevrouw Van der Linden heeft gemaakt over de spreiding van de kosten over verschillende onderdelen van de begroting. De heer Doorn vindt het wrang dat er wordt gesproken over de sluiting van het zwembad op hetzelfde moment dat de eerste paal van een nieuw te bouwen appartementencomplex de grond in gaat. Deze woningen zouden er mede komen om het bad open te houden. Wat zijn de mogelijkheden binnen de financiële kaders die er zijn? Er is een globaal onderzoek gedaan dat de kwestie en de maatschappelijke waarde van het zwembad geen recht doet. Het zwembad is belangrijk voor de oudere senioren in het kader van bewegen en preventie. Op de vragen over het zwembad in Mijdrecht is een uitgebreider antwoord gekomen dan op de motie. Er is een gebrek aan zwemwatercapaciteit en andere zwembaden zijn niet vergelijkbaar. Het Bijlmerbad is


4

ook vol; verenigingen kunnen niet zomaar elders gaan zwemmen. Bijvoorbeeld zwemvereniging De Snippen traint in Abcoude omdat zij elders niet terechtkan. Sluiting van het zwembad betekent het einde van twee zwemverenigingen en het is ook maar de vraag of andere evenementen blijven bestaan. De heer Doorn heeft de wethouder gewezen op de businesscase van Vianen. Hier is een sportcomplex ontwikkeld zonder inmenging van de gemeente. De heer Doorn ziet deze suggestie niet terug in de stukken. De fractie van D66 geeft dit voorstel geen steun. Ook vindt de fractie van D66 het vreemd dat Stichting Meerbad Abcoude er niet bij is betrokken. Waar is het hier misgegaan? Wethouder Dijkstra antwoordt dat de commissie het gevraagde haalbaarheidsonderzoek heeft gekregen. Het was de wens van de raad dat het college zou nagaan of een zwembadvoorziening haalbaar en uitvoerbaar zou zijn. Het antwoord van het college is dat dit financieel niet haalbaar is. Een basiszwembad kost minstens 2 miljoen euro en een groter zwembad 4 miljoen euro. Andere opties zijn niet genoemd in het voorstel, want deze vielen nog duurder uit. Het college is van mening dat als verder wordt gegaan met de ontwikkeling van een zwembad in Abcoude, er kaders moeten worden gesteld onder meer ten aanzien van de grootte, het aantal kleedkamers en het aantal parkeerplaatsen. Als dit helder is, kan men met andere partijen aan de slag gaan om een concreet plan te tekenen. Alle partijen zijn in afwachting van de kaders van de gemeente. Het college acht het niet haalbaar om een opdracht te geven aan een ontwikkelaar of architect om een zwembad te ontwikkelen zolang er geen financiële kaders door de raad zijn meegegeven. Mevrouw Borgstede meent dat bij het doen van een haalbaarheidsonderzoek men toch de eisen waaraan het zwembad moet voldoen, moet weten. Het college heeft alleen globaal gekeken. Wethouder Dijkstra stelt dat voor het college de eerste randvoorwaarde is dat men voldoende financiële middelen heeft om het verder te kunnen onderzoeken. Bij aanname van de motie was niet duidelijk dat het zwembad minstens 2 miljoen euro zou kosten. Er is wel degelijk gekeken naar de vereisten waaraan het zwembad moet voldoen, zoals de verwarming of het aanbrengen van een bewegend gedeelte. Voor het minimale plaatje is meer nodig dan de gemeente kan dragen. De heer Van Kessel meent dat de heer Dijkstra uitgaat van een gemeentezwembad. Waarom is er niet direct gekeken naar andere financieringsmogelijkheden? Waarom is er geen contact geweest met Stichting Meerbad Abcoude? De wethouder heeft begrepen dat er contact is geweest tussen Stichting Meerbad Abcoude en zijn voorganger. Zijn eerste prioriteit in het onderzoek was om contact te zoeken met Stichting Meerbad Abcoude. Hij is dan ook op bezoek geweest bij de stichting. Men heeft toen over het haalbaarheidsonderzoek gesproken. Hij heeft Stichting Meerbad Abcoude niet uitgenodigd om mee te doen aan het haalbaarheidsonderzoek omdat dit onderzoek ging over de vraag of de exploitatie van een zwembad binnen de kaders haalbaar was. Toen werd al snel duidelijk dat dit niet haalbaar is. Mevrouw Borgstede stelt dat de wethouder nog steeds hetzelfde zegt. Waarom is er niet gesproken met Stichting Meerbad Abcoude over mogelijke initiatieven?


5

Wethouder Dijkstra zegt dat de 33.000 euro die is binnengehaald voor het langer openhouden van het zwembad duidt op betrokkenheid bij de inwoners van Abcoude. Het college is er echter niet van overtuigd dat – ook met de inspanningen van Stichting Meerbad Abcoude – men voor de lange termijn kan verwachten dat er een forse bijdrage uit de gemeenschap van De Ronde Venen komt voor het zwembad. Als Stichting Meerbad Abcoude op korte termijn 200.000 of 300.000 euro kan opbrengen, ligt de situatie weer anders. De exploitatiekosten van het huidige zwembad bedragen 170.000 euro op jaarbasis, de onderhoudskosten 120.000 euro en de kapitaallast 1 miljoen euro. Twee zwembaden in een gemeente is financieel niet haalbaar. De heer Doorn vindt het onbehoorlijk dat het zwembad in Mijdrecht er nu bijgehaald wordt. Inwoners hebben hiervoor al moeten boeten door het betalen van een OZB-verhoging. Qua maatschappelijke waarde is dit zwembad in Abcoude belangrijk. Er is alleen naar de kosten gekeken. Vergelijk dat met de case in Vianen, waar de gemeente niet anders dan in de grond belang heeft. Er hadden andere ingangen gevonden kunnen worden. Wethouder Dijkstra zegt dat er in het kader van de leisurekavel gesprekken zijn geweest met een ondernemer: een installatiebedrijf. Zij zouden mee willen investeren in het zwembad, maar geven wel aan dat de bouwkosten bij de gemeente komen te liggen. Dus dit is geen financieel voordelige situatie. De kavel heeft nog steeds een leisurebestemming, maar er zijn nog geen initiatieven gekomen. Het college heeft de spreiding van de kosten wel overwogen. Spreiding doet echter niets af aan de kosten die een zwembad met zich meebrengt. De heer Doorn stelt dat de wethouder alleen kijkt naar de eigen begroting. Preventie in het kader van gezondheid kan ook worden meegenomen. Dit is een maatschappelijke waarde. Waarom is dit niet gekwantificeerd? Wethouder Dijkstra ziet in het manifest dat Stichting Meerbad Abcoude heeft opgesteld zeer veel voordelen staan van een zwembad. In dit manifest wordt onder meer de maatschappelijke waarde benoemd. Dit doet echter niets af aan het feit dat er geen geld voor is. Maatschappelijke waarden zijn lastig uit te rekenen. Volgens de heer Doorn zijn er vast kengetallen van te vinden. De wethouder betwijfelt dit. Hij heeft geen gesprek gehad met Ouderkerk over het zwembad. De heer Klein betwijfelt of het Bijlmerbad de capaciteit heeft om de gebruikers van het Meerbad op te vangen. Wethouder Dijkstra meent dat het geregeld voorkomt dat sportvoorzieningen door de buren worden gebruikt. Dat geldt ook voor zwembaden. Er zijn geen gesprekken gevoerd met de omliggende zwembaden. Er zullen bewegingen op gang komen, maar hoe groot die zijn is onbekend. De wethouder weet dat de waterpolovereniging niet op het gewenste tijdslot kan oefenen, maar wel later op de avond. Op de piektijden ’s avonds en in de namiddag zijn de zwembaden behoorlijk bezet. In de ochtend en de voormiddag heeft elk zwembad ruimte.


6

Tweede termijn De heer Van Kessel is niet tevreden over de uitvoering van de motie. Zijn fractie wil daarom de komende raadsvergadering een motie indienen. Het plan is onvoldoende met betrokken partijen uitgewerkt. Daarnaast zijn de mogelijkheden van een privaat of publiek-privaat zwembad niet onderzocht. Daarom wil de fractie alsnog een haalbaarheidsonderzoek met een breder kader. De heer Stam wil weten hoe groot de heer Van Kessel de kans acht dat een particuliere partij hier geld in wil steken. Abcoude is een kleinere gemeenschap. De heer Van Kessel vindt het in ieder geval een grondig onderzoek waard. De heer Doorn stelt dat de belangstelling er in het verleden wel was, maar de oude gemeente is hier niet op ingegaan. Hij vindt dat het college het voorstel terug moet nemen en moet gaan kijken of er in de diepte nog wat gevonden kan worden. Bijvoorbeeld door te kijken naar de case in Vianen. De heer Stam maakt bezwaar tegen de herhaalde verwijzingen naar Vianen en merkt op dat er vast wel meer voorbeelden zijn behalve de situatie in Vianen. Moet het college die allemaal onderzoeken? De heer Doorn stelt dat de case wat betreft het inwonersaantal relevant is. In Vianen wonen 20.000 mensen, in De Ronde Venen 44.000 en er is hier een groter bereik in de omgeving. Daarbij bestaat er wel een model om de maatschappelijke waarden van zwembaden te bepalen. Mevrouw Minnee sluit zich aan bij de heer Van Kessel en de heer Doorn. Het haalbaarheidsonderzoek is met de Franse vlinderslag gedaan. De heer Stam meent dat alles neerkomt op het geld dat men wil betalen. Deze quickscan geeft aan dat men moet kiezen voor een 25-meterbad. Variant 2 of 3 kost 268.000 euro per jaar. De vraag is of de raad dit budget beschikbaar wil stellen. Als de raad dit niet wil, kan men een lager bedrag beschikbaar stellen. Pas als dit duidelijk is, kan de wethouder aan de slag. Daarom verzoekt de heer Stam de commissieleden om na te gaan wat zij als budget in een motie vast willen leggen. De heer Van Kessel vindt dat de wethouder eerst een gedegen onderzoek moet doen. Wethouder Dijkstra begrijpt dat de raad het een niet volledig onderzoek vindt. Hij vindt het verhaal van de heer Stam de meest reële optie. Hij heeft een kader nodig voor een vervolgonderzoek. Als het voorstel wordt ingetrokken, ontbreekt de noodzaak voor de raad om een uitspraak te doen. Hij is er niet van overtuigd dat er een andere uitkomst uit nieuw onderzoek komt. De wethouder wil een zwembad dat breed gedragen wordt door de bevolking. Voor een groot deel zal dit uit particulier geld moeten komen. Daarom stelt hij voor om eerst na te gaan of er een groot maatschappelijke draagvlak voor is. De samenleving in Abcoude moet een grotere bijdrage leveren. Voor vervolgonderzoek is een uitspraak van de raad nodig. Dan is er een


7

opening om te praten met ontwikkelaars en de bevolking van Abcoude. Hij wil een mandaat van de raad. De gemeente zou meer moeten bijdragen dan de 61.000 euro van nu. De voorzitter vraagt of het stuk naar de meningsvormende raad kan worden doorgeleid. De fracties van ChristenUnie-SGP, Ronde Venen Belang, CDA en VVD stemmen hiermee in. De fracties van D66, Lijst 8 Kernen en PvdA-GroenLinks-LokaalSociaal stemmen hier niet mee in. De voorzitter concludeert dat de meerderheid van de commissieleden voor doorgeleiding naar de meningsvormende raad is. Het voorstel wordt hier geagendeerd. b. Vaststellen van het beleidsplan Participatiewet 2015 en de verordeningen in verband met de Participatiewet, raadsvoorstel 0062/14 De heer Klein wil weten wie de jobcarving uitvoert en hoe dit gaat. De Gemeenschappelijke Regeling PAUW Bedrijven lijkt een doodlopende weg. Is er een exitregeling? Vrijwilligers worden niet meer betaald. Is de inschatting dat zij ermee gaan stoppen? Mevrouw Welter wil graag een toelichting op hoe het vaststellen van de nieuwe verordening zich verhoudt met het intrekken van een andere verordening. Dit ook met betrekking tot het onderliggende beleidsplan. In de toekomst wordt ingezet op de relatie met werkgevers. Wat doet men nu concreet met werkgevers om mensen aan het werk te krijgen? Hoe gaat men deze werkgevers lokaal bereiken? Er gaat een toename komen van de zwaardere groepen. Hoe krijgt men de lichtere groepen aan het werk? Kan de wethouder het risicobedrag meer concreet aangeven? Hoe gaat men ervoor zorgen dat men hier ruimschoots onder blijft? Waar is het communicatieplan? In Purmerend wordt gewerkt met jobhunters. Mevrouw Welter is gecharmeerd van deze aanpak. Is deze ook geschikt voor De Ronde Venen? De heer Doorn is ook benieuwd naar het tijdstip waarop de raad mag meepraten. Evaluatie op jaarbasis is lang als men het heeft over een overgangsjaar. Hij leest niet uit de notitie hoe het verdergaat met de PAUW Bedrijven. Is er bij de ondernemers het gevoel dat zij ook iets kunnen betekenen? Het is goed dat er een tegenprestatie wordt gevraagd, maar worden de werkplekken hiervoor wel beoordeeld? De heer Doorn kent situaties waar bijstandsgerechtigden overvraagd worden. Op pagina 24 worden mogelijke instrumenten genoemd. Waar moet men dan aan denken? Gaat de uitkeringsaanvraag via het wijkteam of via het loket van de gemeente? Mevrouw De Korte heeft veel vragen naar aanleiding van het voorstel. Zij stelt dat als alle genoemde getallen worden doorgerekend, men het budget met 1 miljoen euro per jaar kan overschrijden. Hoeveel overschrijding van het budget verwacht het college? Is het geregeld dat mensen een coach en een aanspreekpunt bij de gemeente krijgen? Jongeren zonder startkwalificatie kunnen gebruikmaken van de Wwb. Hoe houdt de wethouder contact met scholen om jongeren toch aan een startkwalificatie te helpen? Over hoeveel ex-Wajongers krijgt De Ronde Venen de verantwoording? Hoeveel mensen moeten in de nieuwe situatie gebruikmaken van de voedselbank? Hoeveel asielzoekers zitten in de Wwb? In hoeverre heeft Vluchtelingenwerk een rol in hun re-integratie? In hoeverre zijn er al afspraken met werkgevers over banen voor mensen met een beperking en een afstand tot de arbeidsmarkt? Heeft de gemeente hier zelf plekken voor gerealiseerd? Er is sprake van vier klantgroepen. Jonge mensen moeten volgens mevrouw De Korte eerst geholpen worden. Is het mogelijk hier met jobcoaching


8

rekening mee te houden? Mensen mogen een opleiding op mbo 2-niveau volgen. Dat zijn mensen die niet veel kans maken op de arbeidsmarkt. Mogen mensen eventueel een hogere opleiding volgen? Er is sprake van een proefplaatsing voor drie maanden en werkgevers moeten afzien van een proeftijd. Waarom is er geen proeftijd van een jaar voor de werkgevers? De tegenprestatie is belangrijk, zolang er geen stageplek is. In het stuk staat dat er soms geen activiteiten voorhanden zijn. Deze zijn toch altijd wel te bedenken? De heer Doorn doet de suggestie om dit soort technische vragen voortaan schriftelijk te stellen. Mevrouw De Korte heeft een aantal vragen die zij had overgeslagen. Zij zal deze schriftelijk stellen. De heer Van Kessel vindt dat klantgroep 3 belangrijk is om zich op te richten. De meeste nieuwelingen vanuit de Wsw – waaronder de Wajongers – komen hierin terecht. De heer Van Kessel begrijpt dat het UWV verantwoordelijk is voor hun keuring. Blijft dit in de toekomst zo? Wat is de relatie met het UWV nadat de Wajonger bij de gemeente is gekomen? Het lijkt hem een goed idee om dit proces te monitoren door het volgen van mensen die zich aanmelden. Zo kan men zien of het aanbod effect heeft. Het bevreemdt dat er nog een visie gemaakt moet worden met betrekking tot de PAUW Bedrijven. Waarom is deze er nog niet? Wil de wethouder de PAUW Bedrijven inschakelen voor andere klantgroepen dan de Wsw? Gaat de wethouder ook kijken naar arbeidsmogelijkheden binnen het onderwijs, welzijnsinstellingen en verzorgingshuizen? Horen deze sectoren er naast het bedrijfsleven ook niet bij? De heer Koorn heeft ook gezien dat het communicatieplan ontbreekt. Hij wil dit graag ontvangen voor de raadsvergadering. Ook wil hij graag een halfjaarlijkse evaluatie, na een jaar gevolgd door een klanttevredenheidsonderzoek. Ook de fractie van Lijst 8 Kernen heeft zorgen over de situatie bij de PAUW Bedrijven. Is de toekomst van deze werkgever gegarandeerd? De heer Stam heeft veel technische vragen en zal daaruit een selectie maken. Er is een categorie mensen die niet naar werk kan worden begeleid. Hoe is de visie van het college ten aanzien van beschut werk? De financiën zijn een zoekplaatje in het stuk. Hoe ziet het totale financiële plaatje van alle regelingen eruit? Deze vraag mag schriftelijk worden beantwoord. Het beleidsplan was verhelderend om te lezen. Wanneer was het concept klaar? De heer Stam had het graag eerder gehad. Wat wordt de administratieve last voor de ondernemers? De heer Stam ziet het nodige aan bureaucratie in het stuk. Op pagina 21 wordt gesproken over de arbeidsmatige dagbesteding, vooral voor klantgroep 3. De heer Koolhaas van De Kweektuin heeft vorige keer in de commissie ingesproken. Wat is de positie van de lokale dienstverleners in dit kader? Welke afspraken zijn gemaakt? Op pagina 28 staat dat een arbeidskundig onderzoek nodig kan zijn om aanpassingen op de werkplek vast te stellen. Gaat het alleen over de werkplek of ook over de loonwaarde en het arbeidsvermogen? Wie bepaalt de mogelijkheden en de beperkingen van mensen? Wat behelst de verordening Individuele inkomenstoeslag? De heer Stam denkt dat deze is bedoeld voor mensen die niet in staat zijn om te werken. Klopt dit? Heeft de verordening met betrekking tot de bijzondere bijstand een aanpassing nodig naar aanleiding van deze verordeningen?


9

Wethouder Goldhoorn zegt ten aanzien van jobcarving dat het werkgeverspunt Groot Amsterdam de expertise heeft om functies te splitsen in delen, zodat ook mensen met minder mogelijkheden dit werk kunnen uitvoeren. De regeling met de PAUW Bedrijven is een aflopende zaak, want er komen geen nieuwe Wsw’ers bij. Er is nog geen exitregeling. De PAUW Bedrijven hebben wel veel expertise, daarom is men met de deelnemers van de Gemeenschappelijke Regeling aan het onderzoeken wat het beste is voor cliënten, de gemeenten en de organisatie PAUW Bedrijven. De prioritering is ook in die volgorde. Men is hier nog niet uit. Afgesproken is dat de subregio’s ieder voor zich dit voor hun situatie gaan bekijken. De Ronde Venen heeft aangedrongen op zorgvuldigheid. Men wil geen expertise van bijvoorbeeld de PAUW Bedrijven verloren laten gaan. Gemeenten mogen vrijwilligers niet betalen als zij bijstand ontvangen. Andere partijen mogen dit ook niet als het gaat om bijstandsgerechtigden. Andere vrijwilligers mogen wel een vergoeding ontvangen. Naar aanleiding van de vraag over het vaststellen en intrekken van verordeningen licht mevrouw Van Egmond toe dat de verordening Kinderopvang wordt ingetrokken omdat hier geen wettelijke grondslag meer voor is. De verordening met betrekking tot de Wet inburgering is ingetrokken omdat deze wet door onderwijsuitvoeringsorganisatie DUO in plaats van de gemeente wordt uitgevoerd. Wethouder Goldhoorn geeft aan dat men mensen op verschillende manieren uit een uitkeringssituatie wil krijgen. Onder meer door werkgevers lokaal te benaderen. Dit gebeurt via het werkgeverspunt Groot Amsterdam. Verder gaat een jobhunter alle vacatures bekijken op mogelijkheden voor werkzoekenden. Daarnaast gaat de gemeente in elk werkgeversoverleg duidelijk maken dat mensen die uit een uitkering gehaald moeten worden op zichzelf goede arbeidskrachten zijn en dat er veel instrumenten zijn om hen gelijkwaardig te maken aan reguliere werkkrachten met minimumloon die via een uitzendbureau worden aangenomen. Er zijn hierover veel misverstanden bij werkgevers. De wethouder merkt dat door persoonlijke gesprekken werkgevers te overtuigen zijn van de kwaliteiten van werkzoekenden. Mevrouw Welter vindt dat het lijkt alsof de maatregelen van het toeval afhangen. Zij wil een meer structurele aanpak. De wethouder repliceert dat men vanaf 2010 bezig is met accountmanagement. Men benadert bedrijven, er is een jobhunter en daarnaast is men in gesprek met werkgeversorganisaties om duidelijk te maken dat deze mensen even goed zijn. De wethouder ziet zeker ook dat laatste als zijn persoonlijke taak. Werkgevers zitten niet op deze groep mensen te wachten. Hun imago moet dus worden verbeterd. Behalve jongeren zijn er ook veel ouderen die aan het eind van de Wsw-regeling raken. Dit is een zorgpunt, want in deze categorie zit de toename. Het risicobedrag wordt op pagina 38 toegelicht. Door voor elke klant een klantgerichte aanpak te schrijven, wordt geprobeerd hen te bemiddelen. Mevrouw Van Egmond licht toe dat er een algemeen communicatieplan is voor de herstructurering van het sociaal domein. Vanuit dat idee wordt er een avond voor inwoners georganiseerd over alle transities. Mensen met een uitkering worden aangeschreven en geïnformeerd op speciale ochtenden. Er worden ook individuele gesprekken met hen gevoerd.


10

Deze gesprekken zijn ook in het kader van de herbeoordeling en zullen plaatshebben in het eerste halfjaar van 2015. Mevrouw Welter hoopte dat de communicatie ook toe zou zien op de werkgevers. Mevrouw Van Egmond zegt dat sinds 2010 het werkgeverspunt met de satelliet Amstelveen vorm heeft gekregen. Vanuit die structuur worden nieuwsbrieven verzonden en worden werkgevers benaderd. Naast de wettelijke communicatie, communiceert het werkgeverspunt ook over de lokale situatie. De wethouder stelt dat net als in Purmerend De Ronde Venen ook werkt met jobhunters. Elke drie maanden zal er een overzicht komen van het aantal mensen die in een uitkeringssituatie zitten. Wat betreft het organiseren van de tegenprestatie gaat de gemeente eerst uit van de eigen kracht. Mensen krijgen tijd voor het vinden van een passende tegenprestatie. Als de gemeente daarna moet zoeken, zal men wel kijken of de tegenprestatie passend is. De aanmelding als werkzoekende verloopt via www.werk.nl. Daarna volgt een intake met het wijkteam. Voor de vraag die mevrouw De Korte heeft gesteld, verwijst de wethouder naar de berekening die is gegeven op pagina 38. De wethouder licht toe dat het risico niet verdwijnt, maar wel wordt beperkt. Voor de Participatiewet is er een integrale klantmanager aangesteld die deelneemt in het wijkteam. De jobcoach gaat in de bedrijven zelf kijken hoe een bepaalde functie kan worden aangepast om deze geschikt te maken voor een duurzame plaatsing. Wat betreft de monitoring van jongeren met een startkwalificatie is er een samenwerkingsverband met het regionale meld- en coördinatiepunt. Voor de regio Amsterdam houdt de klantmanager de startkwalificatie van jongeren in de gaten. Nieuwe Wajongers worden de verantwoordelijkheid van de gemeente. Wajongers die worden herkeurd, blijven bij het UWV. Er komen vier mensen die niet volledig arbeidsongeschikt zijn naar De Ronde Venen. Er is geen inzicht in hoeveel mensen gebruikmaken van de voedselbank. De voedselbank heeft eigen bestedingsnormen; ook mensen met een hoog inkomen kunnen hier gebruik van maken. Hetzelfde geldt voor zzp’ers. Er is geen aparte administratie van ex-asielzoekers, maar dit is in principe ook niet relevant. Elke nationaliteit moet aan het werk. Als stichting Vluchtelingenwerk een re-integratietraject uitvoert, is dit ingekocht. De wethouder weet niet hoeveel mensen zij begeleiden. De wethouder zegt toe deze aantallen schriftelijk naar de commissie te sturen. Bedrijven zijn zelf verantwoordelijk voor het creëren van banen voor mensen met een arbeidsbeperking. De gemeente gaat zelf tot 2024 op basis van de huidige personeelsaantallen 8,1 fte plaatsen in overleg met de personeelsorganisatie. Een opleiding op mbo 2-niveau is de kortste weg naar werk en dat is het doel van het opleidingsaanbod. Een ander opleidingsniveau is mogelijk als mensen een startkwalificatie hebben. Een activiteit die als tegenprestatie kan dienen, kan het vaststellen van de visstand in de Vinkeveense plassen zijn. Daar is geen begeleiding voor nodig en de gemeente geeft de voorkeur aan activiteiten die per individu niet veel geld kosten. Klantgroep 3 is een belangrijke categorie, ook de ouderen. Er wordt nu gekeken of de expertise van PAUW Bedrijven voor andere dan Wsw-activiteiten kan worden ingezet. De wethouder wil graag een klanttevredenheidsonderzoek laten doen.


11

De heer Koorn vraagt zich af hoe stabiel de PAUW Bedrijven zijn. Kunnen zij voor de komende tien jaar doorgaan zonder veel extra geld? Volgens de wethouder hoeft er op dit moment geen geld bij. Het aantal mensen dat vastzit in de Wsw neemt af. Daarom wordt er gekeken naar de PAUW Bedrijven als instrument voor andere soorten arbeidsinschakeling. Het belang van de cliënt staat voorop, dan komt het belang van de gemeente en als laatste dat van de PAUW Bedrijven. De heer Stam wil weten wie het belang van de cliënt bepaalt. De wethouder zegt dat dit ligt binnen de expertise van de PAUW Bedrijven, maar ook het college zal dit in de gaten houden. Mevrouw Van Egmond licht toe dat ten aanzien van beschut werk de programmaraad heeft geadviseerd te wachten tot na de algemene maatregel van bestuur van het ministerie. Voor volgend jaar verwacht men dat één persoon van deze voorziening gebruik zal maken. In het eerste half jaar van 2015 komt men terug met voorstellen. Wethouder Goldhoorn geeft verder aan dat het genoemde budget de beste inschatting is die men kan maken, afgezien van gelden die de gemeente krijgt voor het inkomensgedeelte. Het is inderdaad jammer dat de stukken niet eerder zijn toegestuurd. Door een communicatiemisverstand is het niet door de griffie naar de raad gestuurd. Het college betreurt dit. De administratieve rompslomp wordt niet groot voor ondernemers. Veel administratief werk blijft bij de gemeente liggen, bijvoorbeeld door het detacheren van mensen. De gemeente heeft hiervoor net als een detacheringsbureau tools in handen. De gemeente voert deze taken uit om de drempel voor ondernemers laag te houden. Er is een afspraak gemaakt met de heer Koolhaas van De Kweektuin. Deze afspraak is samen met wethouder Spil, want in het kader van de Wmo liggen daar de meeste kansen voor deze voorziening. De Kweektuin is onderdeel van de zorgboerderijen die zijn gecontracteerd. De loonwaardebepaling wordt door het UWV gedaan volgens bepaalde criteria. Mevrouw Van Egmond voegt toe dat wat betreft het arbeidsdeskundig onderzoek het nieuw is dat de gemeente werkplekaanpassingen kan doen. Nu doet het UWV dit. De verwachting is dat dit weinig gaat voorkomen; daarom wil de gemeente gebruikmaken van de expertise van het UWV. Tweede termijn De heer Stam geeft aan dat zijn vragen over de verordeningen zijn blijven liggen. Wie is de accountmanager? Deze functionaris zou er zijn voor de werkgevers. Ook mist de heer Stam een sollicitatie- en presentatietraining in het plan. Hoe kijkt de wethouder aan tegen social enterprise? De heer Klein merkt op dat verschillende variabelen in de verordeningen zijn ingevuld door de gemeente. Als men kijkt naar de verordening van Wassenaar, wordt daar acht uur tegenprestatie


12

gevraagd. De Ronde Venen gaat uit van twaalf uur tegenprestatie. Wat is de gedachtegang hierachter? Mevrouw De Korte wil weten hoe de klantgroepen worden verdeeld. Is er meer urgentie voor de ene of voor de andere groep? Is er een categorisering als het gaat om begeleiding? De heer Doorn ziet op pagina 34 dat er sprake is van het doorlopen van tijdelijke contracten. Is dit opgelegd binnen de regelgeving? Maken deze contracten deel uit van de 15 fte uit de Begrotingsraad? Mevrouw Lezaar geeft aan – naar aanleiding van de vragen van de heer Stam over de verordeningen – dat de inkomenstoeslag iets anders is ingeregeld. Personen die een uitkering hebben zonder uitzicht op inkomensverbetering maar wel hun best doen om dit te realiseren, komen in aanmerking. Dat is de toevoeging in artikel 6. Wat betreft de bijzondere bijstand merkt mevrouw Lezaar op dat dit valt onder het armoedebeleid. In de verordening is beschreven dat dit op individueel niveau moet worden gedaan; dit mag niet meer categoriaal. Dit komt terug in de beleidsregel bijzondere bijstand. Hier komt nog een vervolg op. Bijzondere bijstand valt eigenlijk nooit onder verordeningen. Volgend jaar komt er een armoedebeleidsplan. De wethouder beaamt dat de klantmanager er is voor de uitkeringsgerechtigden. De accountmanager werkt voor het bedrijfsleven via het werkgeversservicepunt. Mensen krijgen steun bij sollicitatie en presentatie. Wethouder Goldhoorn hoort graag wat de heer Stam verstaat onder social enterprise. De heer Stam zegt toe de wethouder informatie hierover toe te sturen. Naar aanleiding van de vragen van de heer Klein geeft de wethouder aan dat de gedachtegang is dat de gemeente er alles aan doet om mensen aan het werk te krijgen of te activeren. Daar staan sancties tegenover: Mensen die niet mee willen werken, mogen dit ook weten. Als iemand 30 jaar is en nog 37 jaar in de bijstand moet zitten, is dit geen perspectief. De gemeente gaat echter niet expliciet kijken naar leeftijd, want iedereen komt in aanmerking om uit de uitkering te komen. Iemand van 30 jaar maakt wel een grotere kans op de arbeidsmarkt dan iemand van 62 jaar oud. De uitbreiding van het aantal fte bij Sociale Zaken is onderdeel van de 15 fte waarover is gesproken in de Begrotingsraad. De voorzitter concludeert dat het voorstel naar de meningsvormende raad kan. c. Bovenregionale risicodeling jeugdzorg, raadsvoorstel 00/14 Voorgesteld wordt in te stemmen met de voorgelegde risicodeling. De voorzitter geeft aan dat het college ervoor heeft gekozen om dit stuk niet als raadsvoorstel, maar als een informatienota aan te bieden. Hij vraagt wethouder Dijkstra dit besluit toe te lichten. Wethouder Dijkstra licht toe dat het college besloten heeft om het stuk als een informatienota aan te bieden nadat ambtelijk goed is gekeken of de juiste insteek was gekozen. Men is toen tot


13

de conclusie gekomen dat een informatienota meer op zijn plaats is gezien het gegeven dat de raad kaderstellend en het college uitvoerend is. De afspraken die nu gemaakt worden, krijgen pas vorm in 2015. Als het stuk nu als een voorstel wordt gepresenteerd, wordt de raad eigenlijk gevraagd een blanco cheque in te vullen. Daarom is besloten om de verantwoording bij het college te houden. De raad kan daarna controleren. De heer Klinkhamer verwijst naar pagina 2, punt 1 over de kosten voor het gebruik van de ingekochte capaciteit. Is er bij Jeugdzorg wel op capaciteit ingekocht en is dit alleen voor 2015 of ook voor 2016 gedaan? De heer Koorn wil weten of en wanneer er een evaluatiemoment komt. De heer Kroon meent dat er tekorten kunnen ontstaan als het Rijk voor een regio een verkeerde inschatting heeft gemaakt. Kan de gemeente druk uitoefenen op het Rijk als hier fouten zijn gemaakt? Wethouder Dijkstra antwoordt dat het gaat over bedragen voor een jaar. Ook de regionale transitiearrangementen gelden voor een jaar. In de loop van het jaar gaat men kijken hoe zaken zich ontwikkelen en wordt er ook gekeken naar de budgetten van 2016 en naar de risicodeling. Bij de jaarrekening is er een evaluatiemoment. Mevrouw De Jong voegt toe naar aanleiding van de risicodeling dat de risico’s bovenregionaal worden verdeeld. Met alle zes de deelnemers wordt er geëvalueerd. De wethouder licht verder toe dat op basis van de corrigeerde getallen van 2012 de budgetten worden vastgesteld. Als deze getallen niet stroken met de werkelijkheid, moet dit worden besproken met de staatssecretaris. Als dit geldt voor De Ronde Venen, gaat men ook dit traject in. Er is een landelijk budget om calamiteiten op te vangen. Mevrouw De Jong verduidelijkt dat deze vorm van risicodeling van cluster 1 gaat over de gesloten jeugdzorg. Deze zorg komt in kleine aantallen voor, waardoor kleine afwijkingen een groot effect hebben. Daar is het Rijk niet verantwoordelijk voor, maar vier of zes kinderen in de gesloten jeugdzorg hebben kan 200.000 euro per jaar schelen. De heer Koorn wil weten in hoeverre er een vrije keuze is waar men Jeugdzorg afneemt. Als iemand kiest voor een zorggaanbieder buiten het gebied, hoe verhoudt dat zich dan tot de risicodeling? De heer Klinkhamer brengt in dat er nu op capaciteit wordt ingekocht. Blijft dit zo of wordt het budget anders ingezet zodat er wat meer speling is? Wanneer mocht blijken dat de risicodeling goedkoper kan, kan men dan andere partijen kiezen om de risico’s mee te delen? Mevrouw Borgstede was verbaasd dat hetzelfde stuk in 2013 aan de raad is gepresenteerd. Waarom heeft de commissie dit stuk niet eerder gekregen?


14

De wethouder antwoordt mevrouw Borgstede dat over de aanlevering van het stuk in de regio is gesproken. Andere regio’s hebben de raad al vorig jaar een besluit laten nemen. Deze raden hebben in feite een blanco cheque afgegeven. Binnen De Ronde Venen controleert de raad achteraf. De raad is niet eerder geïnformeerd omdat de discussie op regionaal niveau nog niet was uitgekristalliseerd. Mevrouw De Jong voegt toe dat men had gehoopt dat men een voorstel kon neerleggen met bedragen. Helaas was dit niet mogelijk. Wat betreft de keuze voor een buitenregionale zorgaanbieder merkt zij op dat cluster 1 meestal een gedwongen kader heeft en er geen mogelijkheid is om zelf te kiezen. Wethouder Dijkstra geeft aan dat een samenwerking met Noord-Holland voorlopig niet aan de orde is. Voor de komende drie jaar is afgesproken om de zorginkoop met Utrecht-West te doen. Daarna ligt de keuze opnieuw voor. De heer Lugtmeijer zegt dat met betrekking tot de inkopen in 2015, 2016, 2017 is gezegd dat er volgend jaar weer een keuze is. Zo heeft wethouder Spil het altijd toegelicht. Wethouder Dijkstra ontkent dit en meent dat er is gezegd dat de komende drie jaar inkopen worden gedaan via Utrecht-West. Er kunnen wel nieuwe arrangementen worden afgesproken na een jaar, maar deze worden wel ingekocht via Utrecht-West. De wethouder zegt toe hierover te overleggen met wethouder Spil en hier schriftelijk op terug te komen. De heer Klinkhamer meent ook dat voor 2016 is toegezegd dat er keuzevrijheid zou zijn, omdat men dan de transformatie ingaat. Nu hoort hij dat de komende drie jaar bij Utrecht-West wordt ingekocht. Mevrouw De Jong zegt dat men ook binnen Jeugdzorg flexibel in plaats van een vastgesteld aantal trajecten kan inkopen, zodat er wat speling ontstaat. Ook waar arrangementen worden ingekocht is vrij. Er is alleen afgesproken om in 2016 samen in te kopen met Utrecht-West. Dit kan ook zorg zijn die in Amsterdam wordt geleverd. De wethouder zegt toe voor het kerstreces een antwoord op de vragen over de samenwerking met Utrecht-West te geven. De heer Lugtmeijer wil het antwoord graag voor de eerstvolgende raad. De wethouder geeft aan dat dit lastig is, maar zal het antwoord zo snel mogelijk geven. De resultaten komen terug bij de evaluatie van eind 2015. Mevrouw Borgstede vindt dit erg laat. Wethouder Dijkstra antwoordt dat een jaar vrij kort is om goed te kunnen evalueren. In principe kan de commissie per kwartaal de ontwikkeling in de risicodeling zien. Men heeft tijd nodig om inzicht te krijgen in de ontwikkelingen. De wethouder stelt voor om in het derde kwartaal van 2015


15

terug te komen met een evaluatie. Dan kan men de resultaten van een half jaar in de evaluatie betrekken. De heer Koorn merkt op dat iedereen verbaasd is over het feit dat er voor drie jaar wordt ingekocht met Utrecht-West. Kan de raad daaraan nog iets veranderen? De voorzitter zegt dat dit onderwerp is afgesloten en hij niet opnieuw het debat hierover wil heropenen. d. Nota kunst en cultuur en uitvoeringsplan 2013-2016, raadsvoorstel 0050/14 Voorgesteld wordt de nota Kunst en Cultuur 2014-2018 ‘delen en beleven’ vast te stellen. Dit punt wordt doorgeschoven naar de vergadering waarin ook het subsidiebeleid wordt behandeld. 6.

Overige punten a. Terugblik bijeenkomst Sociaal Domein van 19 november jl. In het presidium is afgesproken om na de vergadering van de werkgroep Sociaal Domein in de commissie Inwonerszaken/Samenleving daarop terug te kijken en te bespreken wat er bestuurlijk mee wordt gedaan. Mevrouw Borgstede is verbaasd over de agendering van dit punt. Dit zou niet in de commissie besproken worden. Er is sprake van een misverstand. Mevrouw Minnee voegt toe dat in het presidium is afgesproken dat het in de brainstormgroep wordt behandeld en niet in de commissie. De voorzitter zal terugkoppelen naar het presidium dat een agendapunt verkeerd is geagendeerd.

7.

Voortgang en overige ontwikkelingen a. Toezeggingen De heer Lugtmeijer geeft aan dat hij al regelmatig heeft gevraagd om de planning en de wijze van afdoening van verschillende toezeggingen. Hij zal het nu op een andere manier proberen en per toezegging om de planning en de wijze van afdoening vragen: Wat is de planning en wijze van afdoening van toezegging 192? Wat is de planning en wijze van afdoening van toezegging 210? Wat is de planning en wijze van afdoening van toezegging 149? Wil het college werkelijk dat hij zo alle toezeggingen afgaat? Hij wil graag de toezegging dat er voor de commissievergadering in januari duidelijkheid over is. De heer Doorn wil weten of er sprake is van een transformatieagenda bij Jeugdzorg, welke slagen er gemaakt worden en hoe de raad hierbij wordt betrokken. De heer Stam merkt op dat toezegging 149 hem intrigeerde in het kader van de participatiediscussie.


16

De heer Koorn komt terug op het punt dat er een besluit is genomen om voor drie jaar contracten samen met Utrecht-West aan te gaan. Kan de raad dit veranderen en wat zijn hiervan de consequenties? Wethouder Goldhoorn beaamt dat het lang heeft geduurd, maar volgende week worden veel toezeggingen in het college behandeld en wordt de raad geïnformeerd. Het college gaat werken aan het wegwerken van alle achterstanden. Wethouder Dijkstra geeft aan dat met de Jeugdzorgaanbieders maandelijks overleg is over de stappen die nodig zijn voor de transformatie. Er komt een marsroute naar een jeugdpreventieplan. Dit ligt begin januari bij de commissie. Er is sprake van een transformatieagenda. Met de DUOgemeenten is afgesproken om drie jaar met Utrecht-West in te kopen en daarna te bezien of de zorg in DUO-verband kan worden overgenomen. Contracten worden voor een jaar afgesloten. b. Informatieuitwisseling Mevrouw Borgstede wil een suggestie doen aan wethouder Goldhoorn als voorbereiding voor de behandeling van de kunst- en cultuurnota. Kan de wethouder voor de samenstelling van een taskforce voor het centrum niet alleen naar traditionele partijen kijken, maar ook naar mensen die dingen vanuit een andere invalshoek bekijken? Bijvoorbeeld kunstenaars. Wethouder Goldhoorn is blij dat mevrouw Borgstede er zo over denkt. Hij neemt de suggestie mee. Mevrouw De Jong wil de commissie graag wijzen op de actie Serious Ambtenaar in het kader van de Serious Request-actie van radiostation 3FM. De actie wordt uitgebreid met raadsleden en wethouders. Zij nodigt aanwezigen uit hieraan mee te doen. 8.

Sluiting De voorzitter sluit de vergadering om 23.00 uur. Aldus vastgesteld in de raadscommissie Inwonerszaken en Samenleving van 2015. De griffier,


de voorzitter,

17

Vergadering commissie Inwonerszaken en Samenleving

Recommend Documents