Griffie
Commissie voor Cultuur en Samenleving Datum commissievergadering
: 9 september 2011
Document nummer
: : : : : :
Behandelend ambtenaar Directie/bureau Nummer commissiestuk Datum Bijlagen
2791172 E. Huizen / J. Mulder Sociale en Culturele Ontwikkeling/ Bureau Cultuur CS-0013 15 augustus 2011 3
Onderwerp:
Uitgangspunten beleid infrastructuur podiumkunsten en beeldend & multimedia Voorstel van GS aan PS:
X
Ter bespreking in het kader van uw X
vertegenwoordigende rol kaderstellende rol controlerende rol
Europa paragraaf
Nee _____________________________________________________________________________________ Opmerkingen van het Presidium/Griffie:
Griffier van Provinciale Staten, namens deze,
mevrouw W.J.M. van de Wiel
Bijlagen: 1. Brief van de statenfracties provincie Noord-Brabant, d.d. 21 juni 2011 2. BrabantBod 3. Cijfers podiumkunstenplan 2009-2012
1
Notitie ten behoeve van: Commissie voor Cultuur en Samenleving 1. Inleiding
We staan aan de vooravond van een nieuwe vierjarige cyclus van het provinciale podiumkunstenplan. De systematiek van de regeling vraagt om duidelijke en tijdige besluitvorming vanwege de noodzaak om parallel te lopen met de beleidscyclus en subsidieprocedures van het Rijk. Naar aanleiding van de door het Rijk voorgestelde bezuinigingen op de Brabantse infrastructuur podiumkunsten en beeldende kunst & multimedia (hierna genoemd: culturele infrastructuur) en de consequenties hiervan voor de Agenda van Brabant, heeft GS de uitgangspunten van het reguliere beleid op de lange termijn opnieuw onder de loep genomen. De afgelopen jaren is er intensief overlegd en structureel samengewerkt met het culturele veld en de betrokken overheden binnen BrabantStad. Het doel hiervan is om gezamenlijk een sterke culturele infrastructuur voor onze provincie te behouden. Dit heeft geresulteerd in het BrabantBod, waarin alle partijen binnen BrabantStad het belang van een gezamenlijke aanpak onderschrijven. Dit BrabantBod is u eerder toegezonden is. Het bovenstaande maakt het komende halfjaar cruciaal voor de toekomst van de culturele infrastructuur in Noord-Brabant. Het reguliere proces en de huidige ontwikkelingen moeten vertaald worden naar een nieuwe regeling en de systematiek van samenwerking (inhoud). In deze kaderstellende notitie vraagt GS de statencommissie CS om de hiernavolgende uitgangspunten vast te stellen voor de nieuwe regeling, zodat deze dit najaar gepubliceerd kunnen worden in het provinciaal blad. Begin 2012 komen wij bij uw commissie terug voor een inhoudelijke discussie over de opdracht die GS geeft aan de Adviescommissie Kunsten. Op basis hiervan beoordeelt de adviescommissie de ingediende presentaties van de instellingen in het voorjaar van 2012. In het najaar 2012 worden de subsidies definitief vastgesteld door GS en informeren wij de statencommissie CS. 2. Introductie: vigerend beleid Koepelnota Cultuur
In de huidige Koepelnota Cultuur is het provinciale cultuurbeleid vastgelegd. De provincie draagt bij aan een kwalitatief sterk en levendig cultureel klimaat. Het beleid richt zich op meerdere onderdelen van cultuur, waaronder de ontwikkeling en versterking van het aanbod en de afname van podiumkunsten in Noord-Brabant. Het doel van de meerjarige activiteitensubsidies podiumkunsten is om Brabantse instellingen in de gelegenheid te stellen het podiumkunstaanbod in Brabant te ontwikkelen en de Brabantse infrastructuur te versterken1. 1
Rijk, provincies en gemeenten hebben een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de culturele infrastructuur in
Nederland: •
gemeenten zijn verantwoordelijk voor accommodaties voor (podium)kunsten en financiering van het beheer van gemeentelijke collecties en musea;
•
de provincie is verantwoordelijk voor lokaal overstijgende cultuur producerende instellingen. Daarbij zet zij zich in voor (spreiding van) culturele activiteiten in de regio;
•
het rijk waarborgt een kwalitatief hoogstaand aanbod aan instellingen van (inter-)nationale betekenis.
Rijk, gemeenten en provincies hebben regelmatig overleg met elkaar. Bij dit overleg zijn betrokken: Interprovinciaal Overleg (IPO); Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG); G3: de 3 grote steden, Amsterdam, Rotterdam en Den Haag. Het rijk kiest voor afspraken voor vier jaar in convenanten (uitruil) met landsdelen.
2
http://www.brabant.nl/politiek-en-bestuur/provinciale-staten/vergaderstukken-en-besluiten-ps-encommissies/ps.aspx?qvi=27334 Regulier podiumkunstenplan (2009-2012)
Het podiumkunstenplan ondersteunt het hiervoor beschreven doel. Elke vier jaar wordt opnieuw een afweging gemaakt over de invulling van de culturele infrastructuur, de criteria en de toekenning van de subsidies vanuit het beschikbare budget. Dit gebeurt op basis van de presentatie van plannen door Brabantse instellingen aan GS en het advies van de door haar ingestelde Adviescommissie Kunsten. Het reguliere podiumkunstenbeleid 2009-2012 bestaat uit de volgende elementen: • projectsubsidies voor stimuleren van bijzondere kunstprojecten in Noord-Brabant (subsidieregeling bkkc): van bijzondere films met een Brabantse component (bijv. films van stichting Zuidenwind) tot theatervoorstellingen van nieuw talent (bijv. Wolfsjong, Afslag Eindhoven, Hotel Witlox, Stranger than Paranoia, Guerilla dansprojecten); • meerjarige activiteitensubsidies op het terrein van de professionele kunsten aan 24 instellingen: 6 festivals (bijv. Storioni festival, Incubate); 2 concoursen (bijv. Internationaal Vocalisten Concours); 13 gezelschappen/ensembles (bijv. Matzer, Artemis, Cappella Pratensis) en 3 productiehuizen (bijv. Muzieklab Brabant); • meerjarige programmeringsubsidies: stimulans aan vijf podia (bijv. Verkadefabriek, Het Speelhuis) om Brabantse gezelschappen in het programma op te nemen; • meerjarige makerssubsidies: vier nieuwe makers krijgen de kans zich in Brabant te ontwikkelen, zoals Helma Melis (dans); Pia Meuthen (dans); Theatergroep Cargo; Ambiance Tracks (muziekcomposities). Hiermee worden jaarlijks honderden voorstellingen gemaakt met een bovenlokale betekenis (te zien in een groot aantal Brabantse theaters en op festivals) waarmee duizenden Brabanders worden bereikt. Daarnaast zijn deze producties landelijk en internationaal te zien. GS wordt voor het toekennen van meerjarige subsidies geadviseerd door de Adviescommissie Kunsten. Deze commissie bestaat uit negen experts die kijken naar artistieke inhoud en haalbaarheid om publiek te bereiken. In haar advies houdt de adviescommissie rekening met ondermeer: • de spreiding van de activiteiten over Brabant en bereik van publiek: het Zuidelijke Toneel heeft 11.700 bezoekers voor haar voorstellingen in Brabant en is met haar jaarlijkse festival “Hartstocht” in meerdere Brabantse steden te zien; • diversiteit in de disciplines (dans, theater, muziek en mengvormen): muziekfestival November Music (verstrekt compositieopdrachten in Brabant en buitenland en verzorgt uitvoeringen in het kader van het festival; kennispartner voor hedendaagse muziek), Theater Festival Boulevard (nationale en internationale voorstellingen op het terrein van dans, theater en muziek), Danshuis Station Zuid (heeft met voorstellingen een bereik over heel Zuid-Nederland en heeft meerdere makers onder één dak); • verschillende functies binnen de infrastructuur (productie jeugd, werkplaats/productiehuis): Productiehuis Brabant (begeleidt jaarlijks tien talentvolle makers), dansgezelschap TRASH (belangrijk dansgezelschap voor Brabant met een grote internationale status) en jeugdtheatergezelschap Artemis (kwaliteit landelijk erkend met meerdere prijzen en voert educatieve projecten met scholen uit in Brabant). Jaarlijks wordt GS door de gesubsidieerde instellingen geïnformeerd over de realisatie van de activiteiten en het bereik in Brabant. We constateren dat onze middelen een belangrijke bijdrage leveren aan een groot en gevarieerd cultureel aanbod in Noord-Brabant waarmee een breed Brabants publiek wordt bereikt.
3
Agenda van Brabant stelt cultuur centraal
•
•
•
In de Agenda van Brabant is uitgesproken dat Noord-Brabant haar economische toppositie in Europa wil versterken. Daarvoor is een goed leef- en vestigingsklimaat van essentieel belang. Dat vereist - naast een goede ruimtelijk economische infrastructuur - een culturele basisinfrastructuur van hoog niveau. Een scherpe focus op de eigen taken laat onverlet dat de opgave in de komende jaren vraagt om een hechte samenwerking in uiteenlopende netwerken en partnerschappen. De investeringsstrategie vanuit de Agenda van Brabant betreft maatschappelijke investeringen voor de lange termijn, t.b.v. de structuurversterking van o.a. het sociaal-culturele kapitaal van Brabant. Het bestuursakkoord voor de periode 2011-2015, Tien voor Brabant, geeft in 10 paragrafen de hoofdlijnen van beleid weer. Het neemt de "Agenda van Brabant" tot basis en als uitgangspunt. Op het terrein van cultuur wordt geïnvesteerd in o.a. de culturele infrastructuur, BrabantStad Culturele Hoofdstad en cultuurhistorisch waardevolle complexen. In het kader van de Agenda van Brabant is besloten tot bezuinigingen ook op het terrein van cultuur. Het betreft hier met name de structurele subsidierelaties, in het bijzonder de steunfuncties. Over de voortgang wordt de statencommissie CS periodiek geïnformeerd.
Financieel kader en consequenties aflopend beleid bestuursperiode 2007-2011
•
•
•
Het budget van het podiumkunstenplan 2009-2012 is € 4,5 miljoen p/j voor de meerjarige subsidies, inclusief € 1,5 miljoen p/j tijdelijke middelen vanuit het bestuursakkoord 20082011. Voor de periode 2013-2016 is structureel in de provinciale begroting € 3 miljoen p/j opgenomen. Het budget voor Beeldende Kunst en Vormgeving (mandaat bkkc) is € 632.000,- p/j. Per 2012 eindigt de tijdelijke BKV-regeling en blijft er € 52.000,- p/j beschikbaar voor het beleid. Het budget projectsubsidies professionele kunsten (mandaat bkkc) was de afgelopen periode € 1,2 miljoen p/j. Per 2012 wordt er 25% gekort op basis van de taakstelling voor de bezuinigingen vanuit Agenda van Brabant, resteert 0,9 miljoen per jaar.
De bezuinigingen vanuit het Rijk plus de taakstelling vanuit de Agenda van Brabant en het aflopen van tijdelijke middelen uit het vorige bestuursakkoord, maken dat wij de komende periode minder kunnen bijdragen aan de culturele infrastructuur en daardoor scherpe keuzes moeten maken. We verwachten dat de knelpunten concreet zichtbaar worden bij de advisering van de Adviescommissie Kunsten over toekenning van subsidies over de periode 2013-2016. De ambities 2018Brabant moeten hierin meegewogen worden. 3. Nieuwe ontwikkelingen
Op 10 juni maakte de staatssecretaris Zijlstra van het ministerie van OC&W zijn bezuinigingsvoorstellen voor de periode 2013-2016 bekend aan de Tweede Kamer. In de brief 2 die door onze statenfracties aan de voorzitter van de vaste Kamercommissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is overhandigd, wijst PS op de scheve verdeling van de middelen vanuit het Rijk voor cultuur over Nederland. Brabant ontvangt nu 3% van de beschikbare rijksmiddelen, dat bedrag wordt per 2013 gehalveerd. Uw statenfracties wijzen op het grote belang van cultuur voor een goed economisch vestigingsklimaat en de Brabantse economie. 2
Zie bijlage 1, brief van statenfracties Provincie Noord-Brabant
4
Het Rijk is voornemens de rijksbijdrage cultuur voor Brabant per 2013 terug te brengen van €13 miljoen naar € 6 miljoen p/j.3 (bijv. rijkssubsidie stopt voor jeugddansgezelschap De Stilte, Danshuis Station Zuid en de andere twee productiehuizen, rijkssubsidie Het Brabants Orkest halveert). Een aantal van de getroffen instellingen wordt door het Rijk per 2013 doorverwezen naar het landelijke Fonds Podiumkunsten (bijv. Europees Keramisch Werkcentrum, NIAF en De Stilte). Bij dit fonds wordt echter tegelijkertijd ook het budget verlaagd en het systeem van vierjarige subsidies afgeschaft. Dit betekent een stapeling van bezuinigingen. De procedure voor het cultuurbeleid 2013-2016 van het Rijk is als volgt: • Uitgangspunten cultuurbeleid en de ministeriële regeling, Tweede Kamer september 2011; • Regeling meerjarige subsidies Basis Infrastructuur (BIS), indientermijn voor instellingen is naar verwachting oktober 2011 - februari 2012; • Subsidies voor instellingen in de Basis Infrastructuur (BIS) worden op Prinsjesdag 2012 bekend gemaakt; • Fonds Podiumkunsten maakt de subsidieregelingen 2013 medio november 2011 bekend. 4. Samenwerking met partners: BrabantBod
Het afgelopen jaar heeft naar aanleiding van de vaststelling van de Agenda van Brabant, met als kerntaak cultuur, intensief overleg plaatsgevonden met het culturele veld en gemeenten in NoordBrabant. Met het BrabantBod4, de ‘kunst van het samenwerken’ tussen gemeenten, provincie en het culturele veld, beogen we een compacte, slagvaardige culturele infrastructuur met een betere afstemming tussen vraag en aanbod, waarbij het publiek centraal staat. Met het BrabantBod slaan we een brug tussen de noodzaak met minder geld de kracht van een goede infrastructuur overeind te houden en de doorontwikkeling van de Brabantse culturele infrastructuur voor de cultuurnotaperiode 2013-2016. Met het BrabantBod hebben de overheden en culturele sector van BrabantStad de intentie uitgesproken om samen te werken aan de bovenstaande ambitie. Tevens is het verzoek gedaan aan de staatssecretaris om met ons samen te werken. 5. Het BrabantBod als vertrekpunt voor beleid; wat gaan we doen
GS wil het BrabantBod als vertrekpunt nemen voor de uitgangspunten van het beleid ten aanzien van de culturele infrastructuur in de komende periode 2013-2016. Deze uitgangspunten zijn: • Overheden en culturele sector nemen een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de culturele infrastructuur in Brabant. • De drie overheden, de fondsen en culturele instellingen stemmen hun beleid af. • Tussen makers en podia vindt goede afstemming plaats, door het bij elkaar brengen van vraag en aanbod. • Verbinding van de culturele infrastructuur met het onderwijs en de economische kracht van Brabant (kennis, innovatie en de toepassing daarvan). Daarbij is ons streven gericht op (inter-) nationale excellentie, research & development, creatief ondernemerschap, educatie en breed publieksbereik. • Investeren in een compacte, slagvaardige infrastructuur bestaande uit drie sectorale clusters: toneel & dans, muziek en beeldend & multimedia. Daarbij wordt gebruik gemaakt van krachtenbundeling, zowel inhoudelijk als organisatorisch. Dit alles vanuit het principe dat een keten pas sterk is en draagkracht heeft als alle schakels stevig verbonden zijn. 3 4
Zie bijlage 3 cijfers podiumkunstenplan 2009-2012 Zie de bijlage 2 BrabantBod
5
Een ketenbenadering (onderwijs, makers, productie, podia, publiek) voor alle drie de clusters. In compacte netwerken komen de huidige functies en taken van BIS- en daarmee gerelateerde instellingen, samen op een vernieuwende, toekomstgerichte en voor het publiek zinvolle en aantrekkelijke manier. Talentontwikkeling, research en development, internationale excellentie en het creatief ondernemerschap aan de ene kant en educatie en breed publieksbereik aan de andere kant, worden door alle spelers in het veld in samenwerking met de verschillende overheidslagen gewaarborgd om de keten het noodzakelijk reliëf te geven. Op deze manier wordt een bijdrage geleverd aan de economische kracht van Brabant, met een focus op kennis, innovatie, creativiteit en de toepassing daarvan. •
6. Uitgangspunten beleid infrastructuur podiumkunstenplan; hoe doen we dat
1. De provincie streeft naar het behoud van alle ketenfuncties in Brabant maar repareert in principe geen rijksbezuinigingen. Van beleid gericht op individuele instellingen gaan we naar beleid dat gericht is op de keten 5 met de functies (onderwijs, makers, productie, podia, publiek) en werken we in drie sectorale clusters 6. Dat betekent dat we ons niet primair richten op (het behoud)van) instellingen. 2. Bij de beoordeling van aanvragen, in het kader van het podiumkunstenplan, kijken we niet uitsluitend naar artistieke visie en kwaliteit, maar is er aandacht voor meerdere kwaliteiten zoals het maatschappelijke belang dat zich uitdrukt in de relatie met de omgeving (onderwijs, economie en publiek). 3. We stimuleren meer samenwerking als middel om kwalitief hoogwaardige culturele infrastructuur te behouden in Noord-Brabant. Zelf werkt de provincie samen met de culturele sector door makers en afnemers van de kunsten direct te betrekken bij de beleidsontwikkelingen, zodat vanaf het begin betrokkenheid van en input vanuit het veld beschikbaar is. De rondetafelgesprekken, die eerder met vertegenwoordigers uit de culturele sector zijn gevoerd, zijn hiervan een voorbeeld. 4. De provincie richt zich met meerjarige ondersteuning op de bovenlokale culturele basisinfrastr basisinfrastructuur infrastructuur. uctuur. 5. Met incidentele middelen stimuleren we vernieuwingen vernieuwingen op het gebied van de professionele kunsten. 6. Samen met de B5-partners ontwikkelen we een gezamenlijke inhoudelijke (en financiële) agenda over de inrichting van de culturele infrastructuur van Brabant. Deze gemeenschappelijke agenda krijgt reeds vorm in het gezamenlijke BrabantBod en in de ambitie van BrabantStad om in 2018 culturele hoofdstad van Europa te worden. De culturele infrastructuur is een essentiële onderlegger voor de ambitie 2018Brabant. Vraag aan commissie CS: - Kunt u instemmen met de bovenstaande uitgangspunten? 7. Vervolg
GS werken op basis van de bovenstaande uitgangspunten en richtinggevende uitspraken van de commissie CS het (podium)kunstenplan uit. Het komend halfjaar gebruiken wij voor overleg met de culturele sector en leggen wij een concept voor aan de Adviescommissie Kunsten.
5 6
Met keten wordt bedoeld de functies binnen het kunstenveld: onderwijs, makers, productie, podia, publiek. Met clusters wordt bedoeld een groep samenwerkende instellingen binnen een kunstdiscipline.
6
Dit halfjaar wordt cruciaal voor de toekomst van de culturele infrastructuur in Noord-Brabant. Het reguliere proces moet vertaald worden naar een nieuwe systematiek van samenwerking waarin de sterke kanten van iedere participant optimaal ingezet worden, zodat met minder geld (vanuit het rijk en de fondsen) een succesvolle culturele functieketen voor Brabant gewaarborgd blijft. Na de sluitingsdatum van de regeling, medio februari 2012, wordt een opdracht aan de Adviescommissie Kunsten verstrekt. Voorafgaand hieraan leggen wij de het concept voorstel voor de opdracht aan de adviescommissie aan uw statencommissie voor. Met deze opdracht beoordeelt de Adviescommissie Kunsten de ingediende presentaties van de instellingen in het voorjaar van 2012 en adviseert zij GS ter besluitvorming. De provincie loopt in haar systematiek gelijk met het Rijk, ten behoeve van de instellingen. Dit betekent dat de volgende planning voor ons proces wordt gevolgd, parallel aan de het rijksproces (zie paragraaf 3): • najaar 2011 publiceren regeling podiumkunstenplan 2013-2016 (basis: structurele middelen €3 miljoen p/j); • indientermijn subsidieaanvragen november 2011 - februari 2012; • beoordeling Adviescommissie Kunsten (februari - juni 2012) over de kwaliteit van de presentaties van instellingen, functies en clusters; • besluitvorming subsidies door GS medio september - november 2012. Beoogd effect:
Vaststellen uitgangspunten voor nieuw beleid culturele infrastructuur en podiumkunstenplan
’s-Hertogenbosch, 15 augustus 2011, Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant
7
BrabantBod DE KUNST VAN HET SAMENWERKEN
1
Het BrabantBod is een samenwerking Gemeente: Eindhoven, Breda, Tilburg, Helmond en ’s-Hertogenbosch; BIS: HZT, Productiehuis Brabant, Theater Artemis, HBO, Station Zuid, De Stilte, Muzieklab Brabant, ekwc, MU, Niaf; November Music; Brabants Kenniscentrum voor Kunst en Cultuur; Provincie Noord-Brabant april 2011
2
BrabantStad BrabantStad is het stedelijk netwerk van de vijf grote Brabantse steden Breda, Eindhoven, Helmond, ’s-Hertogenbosch, Tilburg en de provincie Noord-Brabant. In deze mozaïekmetropool wordt sinds 2001 samengewerkt op sociaal, economisch en cultureel gebied. BrabantStad is de tweede economische regio van Nederland (20% BNP), het strategisch knooppunt van drie belangrijke, internationale verkeersassen richting Ruhrgebied, Euregio en Vlaamse Ruit. Als tweede grootstedelijk gebied naast de Randstad is BrabantStad één van de kerngebieden voor kunst en cultuur. Vanuit de hechte samenwerking is het initiatief voortgekomen BrabantStad te kandideren voor de titel Culturele Hoofdstad van Europa 2018 onder het motto ‘2018Brabant, de kunst van het samenleven’. Doel van het BrabantBod Met het BrabantBod doen overheden en culturele sector van BrabantStad het Rijk een voorstel voor samenwerking in de culturele hoofdstructuur. Een investering in Brabant is een investering in de toekomst van Nederland. Met het BrabantBod slaan we een brug tussen de noodzaak met minder geld de kracht van een goede infrastructuur in Nederland overeind te houden en de doorontwikkeling van de Brabantse culturele infrastructuur voor de cultuurnotaperiode 2013-2016. Met het BrabantBod, de ‘kunst van het samenwerken’ tussen steden, provincie en het culturele veld, beogen we een compacte, slagvaardige infrastructuur met een betere afstemming tussen vraag en aanbod. BrabantStad biedt In BrabantStad nemen overheden en culturele sector een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de culturele hoofdstructuur in Brabant. We streven naar afstemming in beleid tussen de drie overheden, de fondsen en culturele instellingen. Met het doel aanbod en vraag bij elkaar te brengen garanderen we een goede afstemming tussen makers en podia. We verbinden de culturele infrastructuur met het onderwijs en de economische kracht van Brabant (kennis, innovatie en de toepassing daarvan). Daarbij is ons streven gericht op (inter-) nationale excellentie, research & development, creatief ondernemerschap, educatie en breed publieksbereik. We investeren in een compacte, slagvaardige infrastructuur bestaande uit drie sectorale clusters: toneel & dans, muziek en beeldend & multimedia. Voor alle drie de clusters gaan we uit van de ketenbenadering (onderwijs, makers, productie, podia, publiek). In compacte netwerken komen de huidige functies en taken van BIS- en daarmee gerelateerde instellingen, samen op een vernieuwende, toekomstgerichte en voor het publiek zinvolle en aantrekkelijke manier. BrabantStad vraagt We vragen erkenning voor BrabantStad als geografisch kernpunt in Nederland. We vragen een bijdrage die recht doet aan het belang van BrabantStad als grootstedelijk gebied. We vragen een oplossing voor de ongewenste gevolgen van de subsidie-uitruil uit de Kunstenplanperiode 2009-2012. We vragen de staatssecretaris om over bovenstaand BrabantBod met ons in gesprek te gaan.
3
ONDERBOUWING Huidige situatie culturele hoofdstructuur In Noord-Brabant wonen 2,4 miljoen mensen, waarvan 820.000 in Breda, Eindhoven, Helmond, ’sHertogenbosch en Tilburg. Brabant is de tweede economische regio van Nederland (20% BNP). De culturele hoofdstructuur van BrabantStad vormt de basis om kunst en cultuur te maken, te produceren, te presenteren en voor het publiek toegankelijk te maken. Brabant kent momenteel 10 Basis Infrastructuurinstellingen (BIS), dit is inclusief Het Brabants Orkest dat momenteel een zogenoemd langjarig subsidieperspectief heeft. Daarvoor wordt minder dan 3% van de rijksmiddelen voor kunst en cultuur beschikbaar gesteld. De BIS-instellingen zijn van groot belang voor de culturele ketens in BrabantStad. In de cultuurnotaperiode 2009-2012 investeren de vijf genoemde gemeenten en de provincie jaarlijks circa € 166 miljoen in de culturele hoofdstructuur (BIS- en andere instellingen). De bijdrage van de provincie bedraagt circa € 40 miljoen, die van de vijf steden gezamenlijk circa € 126 miljoen. Dit is exclusief de investeringen voor het programma 2018Brabant. Het Rijksbudget voor cultuur bedraagt € 870 miljoen waarvan circa € 13 miljoen beschikbaar is voor Brabant. Dit bedrag is opgebouwd uit € 12,3 voor de BIS-instellingen en € 0,9 miljoen vanuit het Fonds Podiumkunsten (FPK). Bijdrage aan Brabantse BIS-instellingen 2009-2012 (x € 1000,-) Instelling Rijk provincie ’09
gemeente ’09
Ekwc
870
50
115
MU Art Foundation
211
45
333
NIAF
435
100
100
1017
260
25
De Stilte
269
206
92
Theater Artemis
851
81
73
6.141
308
89
238
144
11
2.416
308
94
390
350
43
12.764
1.844
975
Station Zuid
Het Brabants Orkest Muzieklab Brabant Het Zuidelijk Toneel Productiehuis Brabant totaal
Sinds de verhuizing van Het Zuidelijk Toneel naar Tilburg is de gemeentelijke bijdrage € 475.000,-
4
Bijdrage aan instellingen met meerjaren subsidies van FPK (x€1000,-) Instelling FPK ’09 provincie ’09
gemeente ’09
November Music Int. Vocalisten concours
211 53
167 57
33 145
150 110
206 194
437 29
48
36
25
73
67
11
277
113
25
97
139
15
35
45
25
Theaterfestival Boulevard Matzer Gipsy Festival Paul van Kemenade Trash Drie ons Cement
Overzicht uitruil Bij de invoering van de BIS in 2009 bestond voor vier Brabantse instellingen (voornamelijk podia en musea) geen mogelijkheid meer voor vierjarige subsidie bij het ministerie of het fonds. Over de financiering van deze instellingen zijn voor de periode 2009-2012 afspraken gemaakt tussen OCW, provincie en gemeenten. Het betreft bij de gemeenten de volgende instellingen en uitruilbedragen: De Toonzaal ’s-Hertogenbosch (circa € 75.000,-), Graphic Design Museum Breda (circa € 600.000,-), Museum Jan Cunen Oss (circa € 50.000,-) en Paradox Tilburg (circa € 100.000,-). Voor de provincie Noord-Brabant zijn in de totale uitruilconstructie de volgende BIS-instellingen betrokken: Theater Artemis ’s-Hertogenbosch en Station Zuid Tilburg. Wij vragen hier nadrukkelijk aandacht voor bij de ombuigingsplannen voor het nieuwe stelsel.
BrabantBod: Clusters BrabantStad zet stevig in op een compacte, slagvaardige infrastructuur bestaande uit drie sectorale clusters: toneel & dans, muziek en beeldend & multimedia. De in Noord-Brabant historisch en organisch gegroeide culturele infrastructuur heeft een unieke, culturele constellatie opgeleverd, waarbij een aantal organisaties nationaal en internationaal erkenning genieten. Hierin is de gehele keten van belang: onderwijs, makers, productie, podia, publiek en festivals. Er valt winst te halen uit krachtenbundeling, zowel inhoudelijk als organisatorisch. Dit alles vanuit het principe dat een keten pas sterk is en draagkracht heeft als alle schakels stevig verbonden zijn. Daarom werken we in BrabantStad aan compacte netwerken waarin de huidige functies en taken van BIS- en daaraan gerelateerde instellingen samenkomen op een vernieuwende, toekomstgerichte en voor het publiek zinvolle en aantrekkelijke manier. Talentontwikkeling, research en development, internationale excellentie en het creatief ondernemerschap aan de ene kant en educatie en breed publieksbereik aan de andere kant worden door alle spelers in het veld in samenwerking met de verschillende overheidslagen gewaarborgd om de keten het noodzakelijk reliëf te geven. Op deze manier wordt een bijdrage geleverd aan de economische kracht van Brabant, met een focus op kennis, innovatie en de toepassing daarvan. Hieronder presenteren we een uitwerkingsrichting van de drie genoemde clusters waarbij we opmerken dat de eigenheid van de verschillende sectoren leidt tot andere uitwerkingsvormen.
5
Toneel & dans cluster De afgelopen decennia is er door de verschillende steden en de provincie, samen met makers en instellingen, hard gebouwd aan een volwaardige infrastructuur voor toneel en dans. Dit bestel is, zoals feitelijk overal in Nederland, organisch gegroeid als optelsom van vele grote en kleine instellingen, producerend of presenterend. Ondanks de grote diversiteit en hoge kwaliteit van dit alles laat het publieksbereik helaas te wensen over. Er wordt veel geproduceerd maar lang niet alles wordt gretig afgenomen door de podia; er wordt veel gereisd en gespeeld maar lang niet alle zalen zitten vol genoeg. De instellingen benutten om allerlei redenen lang niet alle kansen om die 2,4 miljoen inwoners stevig aan zich te binden. De Brabantstad/BIS-instellingen stellen vast dat deze tijd om nieuwe antwoorden vraagt en nemen gezamenlijk het heft in eigen hand om toneel en dans steviger te verankeren in de samenleving en om een nieuwe hoofdstructuur voor toneel en dans in Brabantstad te realiseren. De nieuwe hoofdstructuur heet voorlopig: het Huis van het Zuiden. Een huis met allure dat (inter)nationaal opzien baart. De oprichting van het Huis van het Zuiden kent twee hoofddoelen: 1 het verhogen van de artistieke kwaliteit; 2 een bredere inbedding in de maatschappij en substantieel meer publiek. Huis van het Zuiden is een organisatie die zorg draagt voor een aantal taken op het gebied van toneel en dans: - ontwikkelen van repertoire voor de grote en kleine zalen; - talentontwikkeling en R&D; - community art, het samenwerken met het amateurveld en andere maatschappelijke domeinen; - educatie en participatie; - internationalisering. Het Huis van het Zuiden zal: - een belangrijke nationale en internationale speler met allure zijn, een grootstedelijk gebied als BrabantStad waardig; - meer en efficiëntere organisatiekracht creëren; - de kwaliteit van de verschillende bedrijfsonderdelen, zoals de marketing, verhogen; - een stevige partner zijn voor het onderwijs en de podia en festivals; - veel betekenen voor andere initiatieven op het gebied van podiumkunsten en het amateurveld; - de samenwerking met het bedrijfsleven serieus vormgeven. In dit huis komen vele functies en taken samen die voor de podiumkunsten van levensbelang zijn. Er worden nieuwe toneelstukken geschreven, grote repertoirevoorstellingen, groepsstukken en vlakke vloervoorstellingen gemaakt; voorstellingen die eerst bij bewezen succes lang kunnen doorspelen. Er worden experimenten opgezet die soms geniaal slagen en soms genadeloos maar ruimhartig mislukken. Talentvolle makers, spelers en andere professionals kunnen zich vrij bewegen in dit huis en ontplooien zich optimaal. De deur staat wagenwijd open voor iedereen die rondom dit huis woont, ook voor amateurs die willen meemaken of zich willen scholen en voor liefhebbers op zoek naar verdere verdieping. Er worden talloze, drukbezochte voorstellingen geproduceerd voor alle mogelijke publieksgroepen - van jonge kinderen tot senioren, van incidentele bezoekers tot fanatieke diehards op alle denkbare plekken en in alle denkbare circuits. Dat publiek komt van heinde en verre, terwijl veel van de voorstellingen ver over de lands- en taalgrenzen reiken. Het Zuidelijk Toneel, Productiehuis Brabant en Danshuis Station Zuid zien grote kansen en hebben de intentie uitgesproken om samen op te gaan in het Huis van het Zuiden. Een huis dat bedacht is op mogelijke uitbouw in de komende jaren, dat open en transparant is en zich nauw verbindt met zijn naaste buren. Ook de instellingen die in BrabantStad specifiek voor de jeugd werken, Theater Artemis en De Stilte, zien goede mogelijkheden in een intensievere samenwerking met elkaar en met de andere producerende instellingen, als naaste buur of zelfs als bewoner van het nieuwe huis. Naast artistiek-inhoudelijke redenen om samen te bouwen aan een nieuw huis, zien we ook veel mogelijkheden om een professionaliserings- en efficiencyslag te maken door gebruik te maken van
6
één backoffice, die ook haar diensten kan inzetten voor andere, kleinere organisaties op het gebied van de podiumkunsten in Brabant. Deze backoffice kan bestaan uit de afdelingen: marketing, verkoop, internationalisering, fondsenwerving en mecenaat, productie en techniek, administratie, ICT en P&O. Het Huis van het Zuiden streeft nadrukkelijk een intensieve samenwerking met de podia en festivals na. Inmiddels zijn hier gesprekken over gestart. De belangrijkste podia in Brabant hebben al aangegeven dat ze graag mee willen werken om de kloof tussen de productie en distributie te dichten, om vraag en aanbod meer op elkaar af te stemmen, en in gezamenlijkheid het publieksbereik substantieel te vergroten. Daarnaast zijn de participanten van het beoogd Huis van het Zuiden gesprekken begonnen met de Fontys Hogescholen en via de Fontys met de Toneelacademie Maastricht. Zowel Fontys als het Huis van het Zuiden hebben uitgesproken dat ze de opleidingen en de beroepspraktijk zo dicht mogelijk tegen elkaar aan willen leggen. Door de samenwerking met de podia en de beroepsopleidingen willen we de hele keten, van opleiding tot presentatie, zo optimaal mogelijk met elkaar samen laten werken.
Muziek cluster Noord-Brabant kent een gevarieerde infrastructuur in de muzieksector en er zijn tal van klein- en grootschalige initiatieven die ieder hun eigen segment binnen het aanbod beheren. Alle vervullen een waardevolle functie en vormen ankerpunten van een uitgebreide infrastructuur. Met Muziekgebouw Frits Philips Eindhoven heeft Brabant één van de vier grote klassieke podia van het land. Andere voorzieningen zijn De Toonzaal, Concertzaal Tilburg en bijzondere evenementen als Tromp, Internationaal Vocalisten Concours en Storioni. In de popsector spreken 013, de Effenaar, Mezz en festivals als Roadburn en Incubate tot de verbeelding. Op het gebied van de eigentijdse avontuurlijke muziek kent Brabant onder meer Paradox, één van de vier ankerpunten van de Nederlandse jazz, het internationaal georiënteerde hedendaagse muziekfestival November Music en het Mundial en Gypsy festival. Binnen deze context zijn de BIS-instellingen, Muzieklab Brabant en Het Brabants Orkest cruciaal vanwege hun kwaliteitsimpulsen aan de culturele infrastructuur. Het Brabants Orkest vertegenwoordigt een symfonische traditie en ambieert daarnaast een genreoverstijgende rol in de samenwerking met andere podiumkunstdisciplines en niet-symfonische muziekgenres. Muzieklab is een genreoverschrijdend platform voor de ontwikkeling van vernieuwende muziekproducties en speelt een belangrijke rol bij de talentontwikkeling binnen de muzieksector. Daarbij verbindt Muzieklab onderwijs, makers podia en publiek. Er ligt voor de muzieksector een grote uitdaging om het (landelijke) aanbod beter aan de afname te koppelen. Daarvoor gaan producerende en inkopende organisaties, makers, podia en festivals, nauw samenwerken. Daarbij geven de in Brabant aanwezige kennisinstituten, universiteiten en hogescholen, vernieuwende impulsen aan de organisatorische en (bedrijfs)economische kennis van de culturele organisaties. Dit moet leiden tot meer efficiëntie en effectiviteit in de muzieksector. Aan de basis van de muzikale infrastructuur staat het muziekonderwijs, met muziekscholen, talentklassen en kunstvak onderwijs als het conservatorium en de Rock Academy van Fontys Hogescholen. Daarmee vormt het onderwijs een goede culturele voedingsbodem voor talentontwikkeling en het internationaal concurrerende muziekaanbod.
Beeldend & Multimedia BrabantStad zet stevig in op beeldende kunsten en multimedia. Daaronder verstaan we de beeldende en toegepaste kunst alsmede de eigentijdse av en beeldcultuur. Multimediale disciplines horen bij BrabantStad. De in Noord-Brabant historisch en organisch gegroeide verbinding tussen vrije en toegepaste kunst en technologische innovaties heeft een unieke, nationaal en internationaal erkende culturele constellatie opgeleverd. Hierin is de hele keten van belang: academies, makers, musea, internationale werkplaatsen, presentatie-instellingen en festivals. Binnen BrabantStad legt iedere
7
gemeente accenten om zowel aanbod als afname te versterken. Daarmee maakt BrabantStad de keten sterk en krijgen alle onderdelen van de keten optimale aandacht. Een mogelijkheid voor de toekomst: de provincie garandeert één sterke grafische werkplaats, één digitale werkplaats, één 3-dimensionale werkplaats, één multimedialab en één keramische werkplaats op hoog niveau verdeeld over de steden. De steden zorgen op hun beurt dat ze ieder op dynamische wijze ruimte bieden aan tenminste enkele presentatieplatforms en kunstenaarsinitiatieven die de doorstroom van jong talent mogelijk maken en in een (inter)nationale context plaatsen. Instellingen die tot de nieuwe basisinfrastructuur behoren, dienen te zorgen voor zowel lokale en regionale als ook landelijk en internationaal erkende excellentie en/of talentontwikkeling, research en development, creatief ondernemerschap en internationalisering. Bovendien zijn educatie en een breed publieksbereik, waar geëigend, speerpunt van beleid. De niet alleen voor Brabant nieuwe benadering van discipline-overstijgende multimedia verkeert in een ontkiemend stadium. Niettemin blijkt de praktijk van het veld hierin nu al ver voor te lopen op het beleid. Dit maakt het juist op dit moment kansrijk om een inhoudelijke slag in deze richting te maken. Op termijn zal een krachtenbundeling als deze organisatorisch en financieel voordeel opleveren door clustering en vergaande samenwerking. Op dit moment telt Brabant uiteenlopende spelers in de 'multimediale' basisinfrastructuur die ook door het rijk worden erkend: sundaymorning@ekwc, MU en NIAf. Daarnaast is het Graphic Design Museum in dit veld een speler van landelijk belang, die door haar ontstaansgeschiedenis weliswaar geen deel uitmaakt van de basisinfrastructuur in de cultuurnota 2009-2012, maar daar gezien haar rol en betekenis wel aanspraak op maakt. Zowel MU als het Graphic Design Museum zijn presentatie-instellingen die beantwoorden aan meerdere criteria die de staatssecretaris voor de beleidsontwikkeling van de cultuurnota 2013-2016 wil hanteren. Er is sprake van een breed cq jong publieksbereik, cultureel ondernemerschap en participatie en educatie staan hoog in het vaandel. Beide zijn van internationale betekenis en versterken het geografisch kernpunt Brabantstad op een uitgesproken en unieke manier met hun presentaties en samenwerkingsgezindheid. Voor sundaymorning@ekwc en NIAf geldt dat research & development, internationale excellentie en talentontwikkeling onomstotelijk voorop staan en ook in de komende jaren verder zullen worden uitgebouwd. Dit in nauwe connectie met de creatieve industrie in de regio en in geval van het NIAf de AV-makelaar en de A2/AV as. Voeg daarbij dat deze vier instellingen goede contacten onderhouden met maatschappelijke domeinen, economie, innovatie en ruimtelijke ontwikkeling, alsmede met grootschalige dan wel specifiek gerichte festivals en evenementen als de Dutch Design Week, STRP festival, Incubate, Playgrounds, International Film Festival Breda, Breda Photo en het Graphic Design Festival en er is sprake van een vruchtbare constellatie van functies, rollen en publieksbereik die het BrabantBod een duidelijke richting naar de toekomst geeft.
8
Cijfers podiumkunstenplan 2009-2012: subsidieverhoudingen overheden bij provinciaal gesubsidieerde instellingen (bijlage bij paragraaf 2 Introductie: vigerend beleid)
Naam
Discipline
Standplaats
Totale baten 2011
Rijk
FPK of FPPM
Provincie
Gemeente
Rijk
% subsidie op
% subsidie op
% subsidie op
% subsidie op
totale
totale begroting totale
totale
begroting
begroting
aan de instelling
aan de instelling
(pj)
(pj)
FPK of FPPM
Provincie
Gemeente
subsidie 2011 subsidie
subsidie
subsidie 2011
aan instelling
2011 aan
2011 aan
aan instelling
(pj)
instelling (pj)
instelling (pj)
(pj)
Aanvullende opmerkingen
per instelling
begroting aan
aan de
de instelling (pj) instelling (pj)
Stichting RAZ Stichting TRASH
Dans Dans
Helmond Tilburg
147.939 666.800
0% 0%
0% 40%
72% 18%
0% 4%
0 0
0 263.664
106.689 117.384
0 Fonds 2011 onbekend 25.000 Oorspronkelijke subsidie, voor uitruil met Rijk (excl. index en 25.331 € 23.000 danstrainingen) 95.000 142.470 91.390 8.000 Subsidie is vanuit uitruil € 73.519 (excl. index), oorspronkelijk bijdrage 358.000 provincie nihil
Stichting Zuidelijke Dansvoorziening Stichting de Stilte NIAF Het Brabants Orkest (HBO) Stichting Cappella Pratensis
Dans Dans jeugd Film Muziek Muziek
Tilburg Breda Tilburg Eindhoven s-Hertogenbosch
1.948.422 1.009.800 783.745 8.129.329 221.163
39% 27% 62% 75% 0%
0% 0% 0% 0% 9%
13% 21% 13% 4% 19%
1% 9% 18% 1% 4%
759.643 268.800 489.084 6.078.709 0
0 0 0 0 20.325
250.000 213.684 103.050 320.634 42.260
Toonzaal
Muziek
s-Hertogenbosch
564.500
13%
5%
0%
63%
73.519
29000
0
Stichting Paul van Kemenade Quintet Muziek
Tilburg
208.638
0%
35%
33%
5%
0
72.670
69.531
10.437
Stichting Muzieklab Brabant (MLB)
Muziek
Tilburg
554.913
42%
0%
27%
2%
235.400
147.963
10.800
Stichting Tromp Muziek Biënnale
Muziek concoursEindhoven
218.716
0%
0%
12%
51%
0
0
26.416
112.300 Let op: 2-jarig festival
Internationaal Vocalisten Concours Stichting Storioni International Chamber Music Festival Stichting November Music Stichting Alfa (International Gipsy Festival) Stichting Incubate Opera Zuid Stichting Matzer Stichting Drie Ons Stichting Tegentijd (United-C) Het Zuidelijk Toneel Stichting Productiehuis Brabant (PHB) Stichting Festival Cement
Muziek concourss-Hertogenbosch
371.500
0%
14%
16%
44%
0
53.000
59.724
163.000 Let op: 2-jarig festival
Muziek festival Eindhoven Muziek festival s-Hertogenbosch
325.615 522.000
0% 0%
0% 41%
11% 33%
25% 6%
0 0
0 211.470
36.154 173.139
80.000 33.000
Tilburg Tilburg Maastricht s-Hertogenbosch Tilburg Eindhoven Tilburg
374.400 678.061 2.793.393 674.164 378.878 340.625 3.866.656
0% 0% 50% 0% 0% 0% 68%
13% 10% 0% 26% 26% 11% 0%
10% 12% 11% 31% 38% 34% 8%
7% 9% 3% 5% 4% 25% 8%
0 0 1.397.260 0 0 0 2.625.056
47.000 70.000 0 175.000 97.326 36.685 0
36.900 79.983 319.873 207.737 144.031 115.975 318.785
24.500 62.500 75.000 35.000 14.771 85.815 295.000
Theater / Dans s-Hertogenbosch Theater festival s-Hertogenbosch
957.460 333.305
44% 0%
0% 11%
35% 14%
5% 7%
423.481 0
0 35.000
339.037 48.052
50.160 22.887
Stichting Theaterfestival Boulevard Stichting hetpaarddatvliegt
Theater festival s-Hertogenbosch Theater jeugd Eindhoven
2.129.250 216.716
0% 0%
7% 0%
10% 42%
21% 28%
0 0
150.508 0
212.912 90.666
436.830 60.000
Stichting theater Artemis
Theater jeugd
1.305.492
37%
0%
38%
6%
479.617
0
500.000
Muziek festival Muziek festival Muziek theater Theater Theater Theater Theater
s-Hertogenbosch
Oorspronkelijke subsidie, voor 74.600 uitruil met Rijk (excl. index)
Richtbedragen kunnen afwijken vanwege index, verschil aanvragen 2011 en definitieve vaststellingen. HBO cijfers 2010 (jaarverslag). Gemeente subsidies kunnen uit meerdere componenten bestaan.
22-08-2011 12:34