vergadering zittingsjaar
C91 – CUL11 2012-2013
Handelingen
Commissievergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media van 22 januari 2013
2
Commissievergadering nr. C91 – CUL11 (2012-2013) – 22 januari 2013 INHOUD
Vraag om uitleg van de heer Veli Yüksel tot mevrouw Ingrid Lieten, viceministerpresident van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Innovatie, Overheidsinvesteringen, Media en Armoedebestrijding, over de mogelijkheid die studiogasten van de VRT wordt geboden om reclame te maken voor eigen verkoopsproducten - 534 (2012-2013)
3
Vraag om uitleg van de heer Bart Tommelein tot mevrouw Ingrid Lieten, viceminister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Innovatie, Overheidsinvesteringen, Media en Armoedebestrijding, over de oprichting van het Vlaams Instituut voor de digitale Archivering en ontsluiting van het Audiovisueel erfgoed (VIAA) - 586 (2012-2013)
6
Vraag om uitleg van de heer Bart Tommelein tot mevrouw viceminister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister Overheidsinvesteringen, Media en Armoedebestrijding, over downloaden van Vlaamse tv-producties - 590 (2012-2013) Vraag om uitleg van de heer Jurgen Verstrepen tot mevrouw viceminister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister Overheidsinvesteringen, Media en Armoedebestrijding, over downloaden van Vlaamse content - 615 (2012-2013)
Ingrid Lieten, van Innovatie, het illegaal
Ingrid Lieten, van Innovatie, het illegaal
Vraag om uitleg van de heer Bart Tommelein tot mevrouw Ingrid Lieten, viceminister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Innovatie, Overheidsinvesteringen, Media en Armoedebestrijding, over de toespraken op de nieuwjaarsreceptie van de VRT - 614 (2012-2013)
12
18
■
Vlaams Parlement – 1011 Brussel – 02/552.11.11 – www.vlaamsparlement.be
Commissievergadering nr. C91 – CUL11 (2012-2013) – 22 januari 2013
3
Voorzitter: de heer Philippe De Coene Vraag om uitleg van de heer Veli Yüksel tot mevrouw Ingrid Lieten, viceministerpresident van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Innovatie, Overheidsinvesteringen, Media en Armoedebestrijding, over de mogelijkheid die studiogasten van de VRT wordt geboden om reclame te maken voor eigen verkoopsproducten - 534 (2012-2013) De voorzitter: De heer Yüksel heeft het woord. De heer Veli Yüksel: Voorzitter, collega’s, minister, in de eerste helft van 2010 hadden wij over gelijkaardige feiten een discussie, naar aanleiding van Starbucks en de grote Van de Veire-koffieshow in de Ochtendshow. Op maandag 10 december was actrice Nathalie Meskens, een van de beste actrices die in Vlaanderen rondlopen, samen met haar echtgenoot Jeroen Van Dyck te gast in het VRT-programma Café Corsari. In een item van ruim twaalf minuten hadden ze het over hun liefde voor Thailand, hun restaurant en het kookboek dat ze net hadden geschreven. Zowel het restaurant als het boek kwam uitgebreid aan bod, en de naam en titel werden herhaaldelijk uitgesproken en in beeld gebracht. Eerder zat Nathalie Meskens op 19 november in Reyers Laat om het te hebben over haar magazine Nathalie. Ook daar werd gesproken over het restaurant en het boek. Op de website van deredactie.be verscheen een artikel met verwijzingen naar het fragment en vermelding van de naam van het restaurant. Dit is slechts één voorbeeld. Er zijn in VRT-programma’s nog andere mensen aan het woord gelaten over hun magazines en dergelijke, om Goedele bij naam te noemen. Studiogasten krijgen ruim de tijd om op de openbare omroep gratis reclame te maken voor hun eigen ‘verkoopsproducten’. Deze praktijk roept vragen op over de neutraliteit van de openbare omroep en de toepassing van de regelgeving rond reclamevoering en productplacement. U zult zich allemaal herinneren dat daarover in de beheersovereenkomst een duidelijke passage is opgenomen. Op pagina 10 lezen we: “In haar opdracht is de VRT niet gedreven door commerciële en politieke belangen.” Minister, ontving de VRT klachten over dit specifieke geval? Werd hierover een klacht ingediend bij de Vlaamse Regulator voor de Media (VRM)? Welke voorschriften en richtlijnen hanteert de openbare omroep met betrekking tot de mogelijkheid die studiogasten wordt geboden om hun eigen verkoopsproducten in de kijker te plaatsen? Strookt het aangehaalde geval met deze voorschriften en richtlijnen? De voorzitter: Minister Lieten heeft het woord. Minister Ingrid Lieten: Mijnheer Yüksel, noch de VRT noch de VRM ontving over dit specifieke geval klachten. Als het vermelden van commerciële producten een vorm van commerciële communicatie is, dan volgt de VRT de regels met betrekking tot commerciële communicatie en de eigen richtlijnen inzake productplaatsing, die in het eigen huis gelden en die strenger zijn dan deze die wij in het decreet hebben opgenomen. Dat is het geval indien tegenover de vermelding een betaling of een andere vergoeding zou staan. Als dat niet het geval is, geldt de redactionele autonomie van de VRT. Voor programma’s van de VRT-nieuwsdienst vermeldt het redactiestatuut, met inbegrip van de deontologische code: “Product placement en sponsoring zijn verboden in programma’s van de nieuwsdienst. (…) Er moet in programma’s of tekstpagina’s van de nieuwsdienst plaats zijn voor een kritische journalistieke analyse of evaluatie.” Bij de VRT-nieuwsdienst waakt de hoofdredactie dan ook over de redactionele verantwoording voor het vermelden van commerciële producten, eventueel ook, indien nodig, na advies van de deontologische adviesraad. Voor niet-nieuwsprogramma’s vermeldt het
4
Commissievergadering nr. C91 – CUL11 (2012-2013) – 22 januari 2013
Programmacharter, dat dan als basis geldt: “Alle mogelijke onderwerpen kunnen vanuit alle mogelijke invalshoeken zonder terughoudendheid aan bod komen zolang daar goede redactionele redenen voor zijn. (…) Wanneer we merknamen vermelden in programma’s, is dat redactioneel verantwoord.” De redactionele verantwoording voor het vermelden van commerciële producten wordt bewaakt door de netmanager, eventueel na advies van de manager beroepsethiek of de programmacharterraad. De bezigheden van bekende Vlamingen hebben onvermijdelijk soms betrekking op commerciële projecten. Dat geldt bijvoorbeeld voor een acteur die geïnterviewd wordt omdat hij een nieuwe film uitbrengt, of een zanger die een nieuwe cd heeft gelanceerd. Het is dan ook volgens de VRT normaal dat in talkshows aandacht gaat naar bekende Vlamingen en hun activiteiten, zoals het uitbrengen van nieuwe boeken of cd’s of andere creatieve bezigheden. Dat geldt zeker ook voor talkshows die vallen onder de verantwoordelijkheid van de nieuwsdienst, zoals Reyers Laat, of voor andere talkshows, die niet vallen onder de verantwoordelijkheid van de nieuwsdienst, zoals Café Corsari. De programma-items met betrekking tot Nathalie Meskens in Reyers Laat en Café Corsari vallen niet onder de definities van commerciële communicatie. Er is geen enkele sprake van een commerciële deal. Er is geen vergoeding ‘whatsoever’ afgesproken als return. De programma-items waren volgens de VRT redactioneel verantwoord: dat een actrice in combinatie met haar job een restaurant uitbaat, is een gegeven waarvan de betrokken redacties hebben geoordeeld dat er interesse voor bestaat bij het publiek. Het was op dat moment ook in de actualiteit via andere nieuwsdragers. De programmamakers hebben daarom geoordeeld dat er voldoende redactionele redenen waren om ook de naam van het restaurant en ook het boek van Nathalie Meskens te vermelden, zonder dat dit zou vallen onder de regels voor product placement. De voorzitter: De heer Yüksel heeft het woord. De heer Veli Yüksel: Minister, ik ging er uiteraard van uit dat er geen afspraken waren tussen Nathalie Meskens en de VRT-programma’s Reyers Laat en Café Corsari. Het zou nogal flagrant zijn indien dit een geval van product placement zou zijn. U herinnert zich de vorige discussie, over Starbucks. Toen ging het ook niet over product placement. Er werden toen ook geen afspraken gemaakt en er werd ook niets betaald aan de VRT. Maar u hebt toen hier in de commissie gezegd: “De programmakers zullen erop toezien dat de luisteraars en gasten die in de uitzending live aan het woord komen secuur worden geselecteerd zodat een merknaam niet te pas en te onpas wordt vermeld. Hiermee is duidelijk aangegeven dat de VRT ook zelf vindt dat enkele grenzen zijn overschreden en dat men daarover ook acties zal opzetten in de interne controle en opvolging, om het overschrijden van die grenzen in de toekomst te vermijden.” Een BV die een boek schrijft of iets anders doet: bij het minste worden ze opgevoerd. Een reportage van twaalf minuten over een restaurant en een kookboek: dat ruikt naar product placement, ook al zijn het de programmamakers die dat op basis van redactionele autonomie beslist hebben en dat verantwoorden. U hebt naar aanleiding van de Starbucksaffaire ook gezegd dat de programmamakers redactionele autonomie hadden en konden beslissen. Ze hadden u gezegd dat het zo gebeurd was. Ik vind dat we daar bij de openbare omroep voorzichtiger mee moeten omspringen. U ging daar in maart 2010 mee akkoord. Er zou op worden toegezien, er zou controle komen om incidenten te vermijden. Salamander, een nieuw programma, draagt de naam van een schoenmerk en de sponsor. We kunnen ons daar vragen bij blijven stellen. Ik zou willen oproepen dat de beheersovereenkomst – vooral in het geval-Meskens – wordt gerespecteerd en dat de programmamakers voorzichtig zijn. Ze moeten natuurlijk de redactionele argumentatie en
Commissievergadering nr. C91 – CUL11 (2012-2013) – 22 januari 2013
5
afweging maken, maar keer op keer en in verschillende programma’s kort op elkaar komt ze weer aan de beurt. Voor mij is dat gratis reclame op de kap van de belastingbetaler. De voorzitter: De heer Verstrepen heeft het woord. De heer Jurgen Verstrepen: De sponsoring en commercialisering van de openbare omroep is altijd een beetje ondoorzichtig geweest. Herinner u de serie van Tom Waes met het vliegtuig van Jetairfly. Om het laatste moment heeft men beslist om die ‘pp’ in beeld te brengen, en de zaak was opgelost. Ik vind dat men zo niet alles kan oplossen. We hebben dan nog altijd geen inzicht in de gesloten deals. In verband met Nathalie Meskens moeten we misschien wat meer oog hebben voor de connecties met bepaalde geprivilegieerde persgroepen. Meskens heeft een eigen magazine gekregen, ze was niet de eerste, en toevallig gaat het altijd om dezelfde uitgeverij, namelijk Sanoma. Sanoma heeft een trackrecord bij de openbare omroep dat ver in de tijd teruggaat. Ik heb geen slecht karakter, maar ik vind het toch vreemd dat altijd dezelfde groepen – zoals De Standaard – altijd diezelfde connectie hebben met contentprogramma’s van de openbare omroep. Daar moeten we meer oog voor hebben. Dat is commercialisering van de openbare omroep. Ik weet wel hoe dat allemaal ineen zit. Dat heeft zijn geschiedenis met Van Thillo aan de ene kant en Sanoma en De Standaard aan de andere kant. Dat pad wordt nog altijd bewandeld. Ik treed de heer Yüksel gedeeltelijk bij. Het wordt echter moeilijk om niemand meer uit te nodigen die een boek geschreven heeft. Dan zijn de programma’s van tegenwoordig gewoon leeg. Ik vrees dat dat een moeilijk te bewandelen weg is. De voorzitter: Minister Lieten heeft het woord. Minister Ingrid Lieten: U hebt gelijk, mijnheer Verstrepen, er mag geen collusie zijn met andere mediaspelers. Ik wil dat de VRT dat bewaakt en ik zal dat als aandachtspunt doorgeven. Ik ben het niet eens met u, mijnheer Yüksel. Er is een groot verschil tussen het incident met Starbucks en dit voorval. Kunstenaars, regisseurs, auteurs worden nu eenmaal geïnterviewd. Daarmee wordt hun werk kenbaar gemaakt. Ik zie daar geen graten in. Dat is in overeenstemming met de regels die zijn afgesproken met de VRT. Ik vind het wel goed dat we daar telkens over praten in deze commissie. U hebt gelijk, we moeten de schemerzone in het oog houden. Het is goed dat u hier de aandacht op vestigt zodat we met elkaar kunnen spreken. Is dit nog correct of niet? Dat debat moeten we hier voeren. We moeten met elkaar overleggen. De voorzitter: De heer Yüksel heeft het woord. De heer Veli Yüksel: Minister, collega’s, begrijp me niet verkeerd, ik ben niet tegen het interviewen van auteurs of kunstenaars. Als we in dit geval alles crossmediaal optellen, twee programma’s en de website, krijg ik de indruk dat er meer aan de hand is dan toeval en journalistieke of redactionele vrijheid en argumenten. Als je verder kijkt naar de verbanden, wordt inderdaad de indruk gewekt dat men hier volgens bepaalde principes werkt, en dat moet de openbare omroep absoluut vermijden. Wij moeten daarop toezien. In 2010 hebt u de interne controle en opvolging vooropgesteld. Wat zijn daar vandaag de concrete resultaten van? Welke richtlijnen zijn er voor de VRT? Minister Ingrid Lieten: Ik heb u de guidelines en richtlijnen meegedeeld die in het programmacharter en de deontologische code staan. Er zijn interne afspraken gemaakt om die richtlijnen te bewaken.
6
Commissievergadering nr. C91 – CUL11 (2012-2013) – 22 januari 2013
De voorzitter: De vraag om uitleg is afgehandeld. ■ Vraag om uitleg van de heer Bart Tommelein tot mevrouw Ingrid Lieten, viceministerpresident van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Innovatie, Overheidsinvesteringen, Media en Armoedebestrijding, over de oprichting van het Vlaams Instituut voor de digitale Archivering en ontsluiting van het Audiovisueel erfgoed (VIAA) - 586 (2012-2013) De voorzitter: De heer Tommelein heeft het woord. De heer Bart Tommelein: Minister, op 21 december 2012 gaf de Vlaamse Regering groen licht voor de oprichting van het Vlaams Instituut voor Audiovisuele Archivering (VIAA), onder de vleugels van vzw Waalse Krook en in samenwerking met iMinds. Volgens uw beleidsbrief mogen we ook spreken van ‘Digitaal Archief Vlaanderen’, maar VIAA ligt goed in de mond. (Gelach) De oprichting van VIAA is al enkele jaren voorwerp van debat en krijgt al een tijdje de aandacht van deze commissie. Het digitaliseren, archiveren, annoteren en ontsluiten van audiovisueel materiaal is immers een belangrijke opdracht om ons cultureel erfgoed niet verloren te laten gaan. Ook in het kader van de opmaak van de huidige beheersovereenkomst met de VRT werd erover gesproken. Daar werd toen een akkoord bereikt dat de VRT, in afwachting van de oprichting en de operationele werking van VIAA, het digitaliseringsproject DIVA (Digitaal VRT-Archief) zou voortzetten. Het DIVA-project werd indertijd gefinancierd via de middelen die verworven werden met de verkoop van het zenderpark en de veiling van de etherfrequenties en met de verkoop van grond in Wolvertem. DIVA heeft de VRT uiteindelijk in drie jaar tijd zo’n 6 miljoen euro gekost. De opvolger van DIVA, het VErDi-project (VRT Erfgoed Digitaal), loopt tot eind dit jaar en streeft ernaar 160.000 uren extern te digitaliseren en 15.000 uren intern. In totaal zou dat zo’n 4,4 miljoen euro over de twee jaar bedragen. Dat heeft de VRT meegedeeld in een interessante informatiesessie tijdens het bezoek van deze commissie aan de VRT. Ik was er zelf niet bij, maar ik had mijn spionnen ter plaatse. (Gelach) Ook naar aanleiding van de weigering van de Private Omroep Federatie (POF), eind 2011, om aan het VIAA verder te willen meewerken, uit onvrede met de beheersovereenkomst, werd in deze commissie over het instituut gedebatteerd. Alles bleef toen nog wat onduidelijk. Vandaag zou de oprichting dan toch een feit zijn. Dat betekent concreet dat de VRT haar VErDi-project binnenkort kan stopzetten en overdragen naar deze nieuwe instelling. Vrijdag mochten we ook vernemen dat tegen 15 maart 2014 alle noodzakelijke stappen in kaart moeten zijn gebracht voor de eventuele verzelfstandiging van het VIAA. Naar verluidt zou de Vlaamse Regering in een eenmalige investeringssubsidie voorzien voor iMinds, om te investeren in een gemeenschappelijke basisinfrastructuur voor digitalisering, conservering en archivering van het audiovisuele materiaal in Vlaanderen. De VRT sprak over 11,8 miljoen euro verspreid over twee jaar, verdeeld als volgt: 4 miljoen euro voor de infrastructuur, 3,6 miljoen euro voor de werking en 4,2 miljoen euro voor de digitalisering. U sprak daarnet over 7,8 miljoen euro. Ter vergelijking: het Nederlandse Beeld & Geluid kent een budget van 22 miljoen euro per jaar. De openbare omroep liet echter ook weten dat er nog geen engagement is voor de toekomst, noch een langetermijnperspectief. Veelzeggend waren ook de woorden van de voorzitter van de raad van bestuur tijdens de bespreking van het VRT-jaarverslag 2011, enkele maanden geleden. De samenwerking bleek toch niet zo gratuit te zijn. Mijn vriend Van den Brande liet zich toen duidelijk ontvallen dat de VRT niet bereid zou zijn op te gaan in een nieuw instrument, wanneer het dat niet mee zou kunnen sturen. Dat was zeer duidelijk.
Commissievergadering nr. C91 – CUL11 (2012-2013) – 22 januari 2013
7
Vrijdag werd ook duidelijk wat de opdracht nog is. Volgens directeur Lena De Meerleer is voor de volgende vijf jaar minstens 25 miljoen euro nodig voor het resterende VRT-archief alleen. Ik heb dan nog niets gezegd over het audiovisuele erfgoed bij de private spelers. Bovendien liet mevrouw De Meerleer duidelijk weten dat hoe langer het duurt om alles te archiveren, hoe meer geld er uiteindelijk nodig zal zijn. Uitstel is met andere woorden alleen maar het bemoeilijken van de situatie. De vraag rijst ook in hoeverre de aangepaste infrastructuur die het VIAA nodig heeft, ook niet door de VRT kan worden aangeleverd. Hetzelfde geldt voor een team van gespecialiseerde medewerkers. We hebben ondertussen al meer van de VRT vernomen dan van de minister zelf. We kunnen misschien vragen om te wisselen, dat u voorzitter van de raad van bestuur van de VRT wordt, en de heer Van den Brande in uw plaats komt zitten. Ik zou u toch graag volgende vragen willen stellen. Hoe zal de werking van VIAA er concreet uitzien? Wat zijn de opdrachten, de operationele doelstellingen en de middelen, zowel financieel, technisch, als qua personeel? Welke constructie zal worden opgezet tussen iMinds, Waalse Krook en VIAA? Welke concrete afspraken zijn er met de VRT en de commerciële zenders gemaakt, en misschien ook met de regionale zenders? Het gaat onder meer over afspraken aangaande taakverdeling, valorisering en ontsluiting van het archief, auteursrechtenproblematiek en financiering. Welk businessmodel zal worden ontwikkeld met betrekking tot de ontsluiting van het archief? Welke specifieke afspraken worden met de VRT in het bijzonder gemaakt over het gespecialiseerde DIVA-team en de DIVA-infrastructuur? Wanneer zet de VRT het VErDiproject, opvolger van DIVA, stop? Wat gebeurt er met de resterende middelen? Hoeveel van de 2,2 miljoen euro op jaarbasis in 2012 en 2013 werd nog niet aangewend? Welke eenmalige investeringssubsidie voor basisinfrastructuur wordt uitgetrokken? Wat zullen de jaarlijkse werkingsmiddelen zijn vanwege de Vlaamse Regering? Is de Vlaamse Regering van plan in een wettelijk depot voor audiovisueel materiaal in Vlaanderen te voorzien? De voorzitter: De heer Wienen heeft het woord. De heer Wim Wienen: Ik sluit me aan bij deze vraag. Naar aanleiding van de informatie die we vorige vrijdag bij de VRT hebben gekregen, heb ik daarover een interpellatie ingediend. Ik had de vraag van de heer Tommelein over het hoofd gezien en zal mijn interpellatie dan ook intrekken. Minister, dit is problematisch. Verschillende leden van deze commissie hebben destijds het VRT-archief bezocht en de kelder waar een gekoelde ruimte is waar een en ander wordt bewaard. We hebben toen vastgesteld hoe prangend de situatie is. Het is een uniek en enorm groot archief. Het is audiovisueel erfgoed dat daar wordt bewaard en dat op termijn wordt ontsloten voor het onderwijs en voor particulieren. Men verwijt me altijd dat ik negatief ben over de VRT, maar ik vind dat de VRT op dit vlak een serieuze inspanning heeft gedaan. Men heeft verschillende beeldbanden van de ondergang kunnen redden. Intussen heeft men al ettelijke honderdduizenden uren materiaal kunnen digitaliseren. Daarom was het ook logisch dat in afwachting van VIAA dit project werd voortgezet. Daardoor is DIVA VErDi geworden met 2,2 miljoen euro. Voor het werk dat nog op de plank ligt, is dat niet overdreven, volgens de VRT. Daarbij komt dat de VRT heel duidelijk heeft gezegd dat de VRT na december 2013 in niets meer voorziet voor het verder digitaliseren en annoteren van dat grote beeld- en geluidsarchief. Het is ook niet duidelijk in hoeverre VIAA de opdracht die het in dezen heeft, aankan. Ik wil nogmaals benadrukken hoe uniek en waardevol het VRT-archief is. Het kan dan toch niet de bedoeling zijn om dat volledig onder te brengen in VIAA en er hen dan hun plan mee te laten trekken. Daarvoor is dat archief te waardevol. De heer Tommelein heeft het gehad over de cijfers: 11,8 miljoen euro voor VIAA in zijn geheel voor twee jaar. Voor infrastructuur was voorzien in ruim 4 miljoen euro, voor de
8
Commissievergadering nr. C91 – CUL11 (2012-2013) – 22 januari 2013
werkingsmiddelen in 3,6 miljoen euro. Voor de digitalisering van het archief bleef nog 4,2 miljoen euro over. Ik vermoed dat de digitalisering van het archief niet alleen het VRT-archief beslaat, maar ook de andere archieven die zullen worden ondergebracht in de samenwerking van VIAA. Men krijgt dus minder budget voor dat immense werk dat nog op de plank ligt. Ik denk dat er op dit moment een probleem is om dit rijke en unieke VRT-archief te bewaren. Mensen van de VRT hebben er ook op gewezen dat het duurder wordt naarmate het langer duurt. Dat bleek ook heel duidelijk tijdens de vergadering. Hoe gaat de Vlaamse Regering daarmee om? Moeten we niet nagaan of er geen bijkomende maatregelen nodig zijn om het VRT-archief, dat uniek en heel waardevol is, te vrijwaren van de ondergang? De voorzitter: De heer Vandaele heeft het woord. De heer Wilfried Vandaele: We hebben vrijdag inderdaad heel wat informatie gekregen tijdens het werkbezoek aan de VRT. De heer Tommelein kon daar helaas niet bij zijn. We hebben hem gemist – maar niet in die mate dat het een invloed had op de gezelligheid. Na DIVA inderdaad VErDi, en dan is de vraag die we ook bij de VRT hoorden: wat dan? Er liggen nog 140.000 uren video te wachten op digitalisering, 65.000 uren audio en 24.000 film. De kostprijs daarvan wordt geraamd op 25 miljoen euro. Minister, hoe ziet u het traject verder lopen? We horen immers van specialisten dat met name het Betacammateriaal zeer vergankelijk is en snel moet worden aangepakt. De voorzitter: De heer Caron heeft het woord. De heer Bart Caron: Minister, dit is een terechte vraag. Ik heb in deze commissie bij de bespreking van de beleidsbrieven het belang hiervan al meermaals onderstreept. De nota die de VRT-directie tijdens het werkbezoek heeft toegelicht, was verhelderend. Maar daardoor wordt de problematiek nog groter in plaats van kleiner. Dat is het gevoel dat ik bij die nota heb. Minister, wat mij ongerust maakt, is de uitspraak van de heer Van den Brande dat de VRT niet bereid zou zijn om op te gaan in dat nieuwe instrument. Ik zou heel graag van u de draagwijdte van die uitspraak kennen. Bedoelt hij daarmee dat de VRT dan geen kosten meer kan maken voor archivering? Bedoelt hij daarmee dat de VRT haar archief niet zomaar wil overdragen aan een digitaal archief? Wat bedoelt hij precies? Wat is de draagwijdte van zijn woorden? Er zijn verschillende facetten. Zo hangt er een kostprijs aan dat verhaal. Verder is er ook een soort maatschappelijke verantwoordelijkheid die de VRT heeft als bewaarder van het belangrijkste beeld- en geluidserfgoed in Vlaanderen. Ik zou willen dat de VRT met volle goesting en veel overtuiging aan dat instituut meewerkt, al was het maar vanwege de maatschappelijke verantwoordelijkheid die ze ter zake heeft. Ik zou niet willen dat we straks worden geconfronteerd met een instituut van digitaal beeld en geluid dat finaal minder werkingsmiddelen zou hebben dan wat de VRT vandaag inzet voor haar eigen archivering. Dit mag geen afleidingsmanoeuvre zijn, geen verschuiving van verantwoordelijkheid zonder dat daar een belangrijk instituut van komt. Wanneer we de vergelijking maken met de Nederlandse situatie, dan stellen we vast dat we een grote achterstand hebben. Minister, is dat een hoopvol perspectief? Wat is de houding van de VRT daarin? Gaan de partners van de POF voluit mee in dat verhaal of doen ze niet of gereserveerd mee? De voorzitter: De heer Yüksel heeft het woord. De heer Veli Yüksel: Ik wil deze vraag om uitleg onderschrijven, ik heb het daar ook over gehad tijdens de begrotingsbesprekingen. Ondertussen heeft de Vlaamse Regering een beslissing genomen en geld uitgetrokken voor dit project. Vrijdag zei de VRT heel duidelijk dat, hoe langer men hiermee wacht, hoe meer geld ze nodig zal hebben. Dat was de boodschap van de mensen van de VRT.
Commissievergadering nr. C91 – CUL11 (2012-2013) – 22 januari 2013
9
De voorzitter van de raad van bestuur, de heer Van den Brande, heeft daar ook allusie op gemaakt in zijn nieuwjaarstoespraak. Misschien is u dat ontgaan, mijnheer Tommelein, want uw volgende vraag om uitleg gaat over de uitspraken van de VRT-top. Hij heeft gezegd: “We staan voor een cruciale fase, want een beperkte ploeg bij de VRT is bezig met het digitaliseren en annoteren van ons audiovisueel erfgoed. Dat behoort tot onze maatschappelijke opdracht, evenwel zonder dat daarvoor de nodige middelen zijn uitgetrokken. In de lopende beheersovereenkomst staat dat dit probleem ten laatste eind 2013 moet worden opgelost. De tijd dringt en door veroudering dreigen een aantal stukken te vergaan. Graag doe ik dan ook een dringende oproep om ons historisch erfgoed niet teloor te laten gaan.” Ik onderschrijf deze oproep. De VRT heeft berekend dat ze nog ruim zes jaar nodig heeft om alles te kunnen digitaliseren. Vandaag werken daar een kleine dertig mensen voltijds aan. Wat gebeurt er met die mensen? Worden die mee opgenomen in iMinds, zodat ze verder aan hun project kunnen werken? Ze hebben een cijfer gegeven ter vergelijking, dat misschien niet helemaal opgaat. De NOS, afdeling beeld en geluid, trekt voor de periode 2007-2014 154 miljoen euro uit voor archivering, waarbij 250 voltijdse equivalenten worden tewerkgesteld. Maar goed, dat is niet ons streefdoel. Ons streefdoel moet zijn dat het archief en audiovisueel erfgoed veilig wordt gesteld. Wat met die personeelsleden? Eind 2013 hebben ze geen toekomst. Dit project zou dan worden ondergraven. Graag duidelijkheid hierover, minister. De voorzitter: Minister Lieten heeft het woord. Minister Ingrid Lieten: Ik wil even de geschiedenis herhalen. Ik heb in de commissie al herhaaldelijk aangegeven hoe we zoekende zijn en waren om de archiveringstaak en de ontsluiting van ons audiovisueel erfgoed tot een goed einde kunnen brengen. Dat is niet alleen het audiovisueel erfgoed dat bij de VRT zit. Ik ben wat teleurgesteld dat ik in al deze vragen alleen maar over de VRT hoor spreken. Dat verbaast me van sommige mensen. Van in het begin heb ik gezegd: laten we proberen de taak van archivering en ontsluiting, die mensen, middelen en technologie nodig heeft, op het Vlaamse niveau te organiseren, en dienstbaar te maken voor alle culturele instellingen, voor andere, ook kleinere partners die de taak hebben om als een goed huisvader hun archieven te bewaren en liefst ook te ontsluiten, maar die dikwijls veel minder toegang hebben tot grote budgetten en tot mensen en middelen. Daarom heb ik in overleg met de regering en enkele collega’s aan de Waalse Krook gevraagd een stuurcomité in te stellen. We hebben gevraagd om een concept, een visie, een plan van aanpak uit te schrijven. In dat stuurcomité zaten verschillende partners, en zeker ook de VRT. Ze hebben verschillende keren gerapporteerd aan de Vlaamse Regering over een manier waarop dit zou kunnen worden aangepakt. De Vlaamse Regering heeft daar feedback op gegeven. De plannen zijn bijgestuurd, zeker ook budgettair. Laten we eerlijk zijn, deze Vlaamse Regering moet keer op keer met een begroting naar dit parlement komen, waarbij we altijd moeten zeggen dat er geen extra budgetten zijn, integendeel, dat er besparingen zijn in alle beleidsdomeinen. Vanuit die optiek hebben we gevraagd de plannen bij te sturen en te downsizen, omdat ik het belangrijk vond te kunnen opstarten. Uiteindelijk is het plan van aanpak unaniem goedgekeurd door het stuurcomité, met inbegrip van alle partners. Dat is ook wat ik aan de Vlaamse Regering heb voorgelegd in samenspraak met de minister van Cultuur en met minister Bourgeois, bevoegd voor het onroerend erfgoed. Ik ben de regering en mijn collega-ministers zeer dankbaar, want we hebben onvoorzien toch nog middelen kunnen vrijmaken voor de opstart van dit VIAA. Die middelen zijn niet niks, het zijn middelen die onmiddellijk zijn vrijgegeven. Het gaat uiteindelijk over 7,8 miljoen euro voor de werking en om de digitaliseringsprojecten uit te voeren in de eerstvolgende jaren. Minister Schauvliege en ikzelf voegen daar elk nog eens 2 miljoen euro aan toe voor de opbouw van investeringen in infrastructuur en materiaal om het allemaal te kunnen doen. Ik
10
Commissievergadering nr. C91 – CUL11 (2012-2013) – 22 januari 2013
ben heel blij en dankbaar dat ik, samen met mijn collega’s, in die middelen heb kunnen voorzien. Daarin was in de begroting niet voorzien. Het was een van onze hete hangijzers. We waren ons allemaal bewust van de timing en de tijdsdruk, en van de maatschappelijke noodzaak om dit te doen. Er is een concept gekomen dat werd gedragen. Uiteindelijk heeft de Vlaamse Regering daarvoor extra middelen vrijgemaakt. Het Vlaams Archiveringsinstituut moet de hoeksteen vormen voor een Vlaamse archiveringsstrategie, niet alleen op het vlak van de audiovisuele archivering maar op termijn ook in het licht van de toenemende noden aan digitale archivering van Vlaamse overheden en publieke organisaties. Het Archiveringinstituut kan op dit vlak door schaalvergroting, kennisbundeling en de opbouw van expertise zorgen voor een grotere efficiëntie, maar ook garanties bieden voor de veilige en duurzame opslag en ontsluiting. De opdracht van het Archiveringsinstituut valt uiteen in drie onderdelen. Er is ten eerste de digitalisering van bestaand en bedreigd analoog audiovisueel materiaal, zowel van de publieke omroep als van de private en regionale omroepen en de cultuur- en erfgoedsector. Naast de digitalisering moet ook rekening worden gehouden met de bewaring van ‘digital born’ materiaal, dat er nu ook al is. De opdracht omvat ook de duurzame bewaring van het gedigitaliseerde en digitaal geboren materiaal. Ten slotte is er de ontsluiting van dit materiaal, in eerste instantie naar openbare bibliotheken, maar ook naar het onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. Dat alles moet uiteraard gebeuren in samenwerking met de bestaande organisaties. De Vlaamse Regering heeft hiervoor de nodige middelen uitgetrokken. We hebben dit gedaan met een eenmalige subsidie aan iMinds. Het werk is geleverd door het stuurcomité. iMinds treedt opnieuw op als vehikel en als koepel om hier opnieuw een ‘pied à terre’ te kunnen organiseren. iMinds vzw moet de opstart van het Vlaams Archiveringsinstituut voor een deel faciliteren, en hiervoor als neutrale speler de nodige technische infrastructuur opbouwen en een team samenstellen. Het Archiveringsinstituut zal tijdelijk, de eerste twee jaar, geen eigen rechtspersoon hebben, maar in de praktijk een onderdeel vormen van iMinds. Dit maakt een snelle opstart mogelijk, en daaruit kan een eigen rechtsstructuur groeien. Ondertussen worden wel alle stappen genomen om een verzelfstandiging van het Archiveringsinstituut voor te bereiden. Op het einde van de periode van twee jaar zullen alle aangekochte materialen en de aangegane overeenkomsten en engagementen, die, naar ik hoop, nu zullen worden aangegaan met verschillende partners, onder meer de VRT, worden overgedragen aan een nieuwe rechtspersoon. De vzw Waalse Krook zal in dit proces als klankbord en toezichthouder functioneren, en samen met iMinds de opstart van het VIAA mogelijk maken. Het is ook binnen de vzw dat we het stuurcomité hebben gehad, en dat heel dat denkproces is gebeurd, waarbij heel veel partners zijn samengekomen. Ik ben hen heel dankbaar omdat ze die visieteksten hebben voorbereid. Ze zijn daarmee naar de Vlaamse Regering gekomen. Zij hebben gewerkt aan een goed draagvlak voor die visieteksten. We organiseren dat met een addendum aan het convenant, dat we al hebben met iMinds. Zo is die opdracht geformaliseerd en verduidelijkt. Er zal tevens op basis daarvan een samenwerkingsovereenkomst worden afgesloten tussen de vzw Waalse Krook en iMinds vzw, ten einde dat verder mogelijk te maken en de rol- en taakverdeling van eenieder daarin uit te spreken. iMinds vzw heeft 7,8 miljoen euro gekregen. Ik heb ook 2 miljoen euro gereserveerd vanuit het Financieringsfonds voor Schuldafbouw en Eenmalige Investeringsuitgaven (FFEU). In 2013 komt er ook nog eens 2 miljoen euro van minister Schauvliege uit het Fonds Culturele Infrastructuur (FoCI) als bijdrage om de financiering hiervan mogelijk te maken.
Commissievergadering nr. C91 – CUL11 (2012-2013) – 22 januari 2013
11
Het stuurcomité heeft in uitgebreid overleg met onder andere de VRT, de Vlaamse Media Maatschappij (VMMa) en de regionale omroepen de visieontwikkeling en de plannen van aanpak geschreven. Hier werden al een aantal principes met betrekking tot taakverdeling en ontsluiting besproken en afgetast. Die kunnen nu verder worden geconcretiseerd. Het is de bedoeling dat we tegen september 2013 een concreet plan hebben over de samenwerking tussen de VRT en het Archiveringsinstituut. Het is niet de bedoeling dat het archief een verdienmodel gaat ontwikkelen dat de valorisatie door de contenteigenaars zelf in de weg zal staan. Indien er een model wordt ontwikkeld, zal dat steeds in samenspraak gebeuren met de contenteigenaars. In de eerste plaats wordt natuurlijk gemikt op een gratis ontsluiting van de content naar het grote publiek via, onder andere, de openbare bibliotheken, en naar het onderwijs en de onderzoeksgemeenschap. Zoals u terecht hebt opgemerkt, mijnheer Tommelein, zijn de eigenaars van de ‘dragers’ van het audiovisueel archief ook niet de enige rechtenhouders. Er zal dus ook overleg nodig zijn, bijvoorbeeld met de beheersmaatschappijen van auteursrechten. De oprichting van het VIAA komt voor de VRT net op tijd. Het VErDi-project, het digitaliseringsproject dat de opvolger is van het Digitaal VRT-Archief, heeft als einddatum eind 2013. Ik hoop dat er de volgende maanden intensief overleg komt tussen de VRT en het VIAA om af te spreken welke vormen van samenwerking zij plannen, voor welke zaken de VRT een beroep wil doen op het VIAA, wat ze afspreken over de rechten, wie wat gaat doen. Zo moeten VIAA en VMMa of de regionale zenders of andere partners die een beroep willen doen op de middelen en de kennis die wij daar bundelen, met elkaar afspraken maken. Wij hebben dit georganiseerd vanuit een maatschappelijke opdracht. Nu staan wij aan de start van de operationalisering hiervan. Collega’s, ik wil niet vooruitlopen op de standpunten die de VRT in die onderhandelingen zal innemen. Ik wil die onderhandelingen alle kansen laten. Het gaat om twee organen die, in het kader van de missie van het VIAA, kunnen bekijken hoe zij zullen samenwerken. Zij zijn geen vreemden voor elkaar aangezien de VRT mee in het stuurcomité zat dat heel de visieontwikkeling voor het VIAA heeft uitgewerkt. Laat ons voor de rest de partners alle kansen geven. Het is een zoektocht. Er komen technologische issues bij te pas, financiële issues, issues van rechtenuitwisseling en rechtenbeheer. Dat moet allemaal worden uitgeklaard en besproken. Ik heb er alle vertrouwen in dat de partners dit allemaal tot een goed einde zullen brengen. De voorzitter: De heer Tommelein heeft het woord. De heer Bart Tommelein: Minister, ik vond het een ontzettend mooie vraag. Maar ik kom tot de vaststelling dat zij te vroeg en te goed is gesteld. Zelfs als je afwezig bent, kun je aanwezig zijn op zo’n bijeenkomst op de VRT. Ik neem nota van het feit dat alles in de opstartfase zit, dat alles wordt uitgezet, dat de afspraken zullen worden gemaakt en dat ik genoodzaakt zal zijn om u in januari 2014 een stand van zaken te vragen. Minister, komt er ook een wettelijk depot voor audiovisueel materiaal in Vlaanderen? Minister Ingrid Lieten: Het is inderdaad denkbaar dat het Vlaams Instituut als basis kan dienen voor zo’n depot. De wenselijkheid daarvan is ook nog het voorwerp van onderhandeling. Het is niet uitgesloten. De voorzitter: De heer Wienen heeft het woord. De heer Wim Wienen: Voorzitter, ik ben een beetje verbaasd door de goedgunstigheid van de heer Tommelein ten aanzien van de minister. Ik ken hem zo niet. Ik ben hiermee minder tevreden. Minister, ik heb u in de jaren dat ik deel uitmaak van dit gremium nog nooit zo’n passieve houding weten aannemen ten aanzien van een dergelijk project. (Opmerkingen van minister Ingrid Lieten)
12
Commissievergadering nr. C91 – CUL11 (2012-2013) – 22 januari 2013
Het komt erop neer dat iedereen maar tevreden moet zijn. (Opmerkingen van minister Ingrid Lieten) U hebt extra middelen gepland, u dankt uw collega’s in de Vlaamse Regering. De plannen moeten maar worden aangepast, en daarmee gedaan. Ik concludeer de facto, gelet op wat de VRT vrijdag heeft verteld, dat u zich erbij neerlegt dat een deel van het VRT-archief niet bewaard zal blijven. Verder wilt u de partners de kans geven om te overleggen. U hoopt op intensief overleg tussen de VRT en VIAA. Wat als dat niet lukt? Is het dan helaas pindakaas, het VRT-archief wordt niet ontsloten, er gebeurt verder niets mee? De VRT heeft duidelijk gemaakt dat het in 2013 gedaan is. De VRT zat in de stuurgroep en heeft daar mee over onderhandeld. U hebt er dan ook vertrouwen in dat ze fantastisch gaan overleggen met VIAA. Ik vind het raar dat de VRT daar op een werkbezoek van de commissie Media zo’n punt van maakt en de parlementsleden oproept om een lans te breken voor het behoud van het VRT-archief. Nu draai ik in de politiek al een tijdje mee, maar als een Luc Van den Brande een dergelijke oproep doet, vermoed ik dat hij een bedoeling heeft. Dan vermoed ik dat Van den Brande, ergo de VRT, er niet zo’n vertrouwen in heeft dat het overleg zal slagen. Men heeft duidelijk getoond dat men bang is voor wat er verder met het archief gaat gebeuren. En u zegt: we zullen wel zien in de loop van het jaar, in september kijken we wel verder. Ik vind dat een eigenaardige houding van een minister. De VRT staat onder uw voogdij en houdt een smeekbede bij de parlementsleden. Dan vermoed ik dat er iets fout loopt. De voorzitter: De vraag om uitleg is afgehandeld. ■ Vraag om uitleg van de heer Bart Tommelein tot mevrouw Ingrid Lieten, viceministerpresident van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Innovatie, Overheidsinvesteringen, Media en Armoedebestrijding, over het illegaal downloaden van Vlaamse tv-producties - 590 (2012-2013) Vraag om uitleg van de heer Jurgen Verstrepen tot mevrouw Ingrid Lieten, viceminister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Innovatie, Overheidsinvesteringen, Media en Armoedebestrijding, over het illegaal downloaden van Vlaamse content - 615 (2012-2013) De voorzitter: De heer Tommelein heeft het woord. De heer Bart Tommelein: Voorzitter, minister, het illegaal uploaden, aanbieden en downloaden van audiovisuele werken is een onvermijdelijk gevolg van de manier waarop nieuwe media en hun gebruikers werken. We hebben het zopas gehad over mediawijsheid. Ook deze problematiek moet hieraan worden gekoppeld. Weten dat aan audiovisuele werken auteursrechten en inkomstenmodellen verbonden zijn, behoort tot de zogenaamde kennis. Ernaar handelen door niet alles illegaal te downloaden, is een attitude die zich bij de meeste gebruikers van internet en nieuwe media moet ontwikkelen. Mediawijsheid is dus zeer ruim. Voor de Vlaamse zenders betekent dit fenomeen dat hun programma’s, fictieseries in het bijzonder, vaak terug te vinden zijn op het wereldwijde web, zonder dat er betaald wordt of zonder gekoppelde reclame. Op die manier wordt serieus geraakt aan de reguliere inkomsten, via uitgesteld kijken op televisie of op internet, al dan niet betalend of gekoppeld aan reclame-inkomsten.
Commissievergadering nr. C91 – CUL11 (2012-2013) – 22 januari 2013
13
Zowel tijdens het bezoek van de commissie aan de VMMa als aan de VRT werd zeer duidelijk gesteld dat fictiereeksen soms bijzonder hoge kijkcijfers kennen in uitgesteld kijken en on demand kijken. Ik dacht dat het aantal bij een programma als Code 37 zelfs tot bijna 40 procent opliep. YouTube is een bekend platform waar verschillende series te bekijken zijn. Een programma als FC De Kampioenen, waarvan je zou verwachten dat iedereen dit nu toch al driehonderd keer gezien heeft, is perfect te zien op dit platform. Toch valt er met YouTube te spreken. Kijk maar naar heel wat films en series, vooral uit de Verenigde Staten, die aanvankelijk op de website terug te vinden waren, maar vandaag niet meer. Vandaag is dit in vele gevallen onmogelijk gemaakt en staat er duidelijk vermeld: “Due to copyright rules we can’t upload full video here.” Maar uiteraard wordt niet alleen YouTube hiervoor als platform gebruikt, ook heel wat andere websites komen hiervoor in aanmerking. Vaak wordt een netwerk opgezet van verschillende aanbieders, via zogenaamde ‘torrent links’. Vooral The Pirate Bay is hier zeer bedreven en actief in. The Pirate Bay kwam al meermaals in contact met het gerecht, maar slaagt er telkens opnieuw in op een nieuwe manier op het internet actief te zijn. Veel hangt af van het land waar het plaatsen van hun piratenservers niet als problematisch wordt beschouwd. De VMMa liet enkele weken geleden weten dat ze streng optreden als ze ontdekken dat hun content illegaal verspreid wordt, waarbij ze het indienen van een strafklacht niet uit de weg gaan. De VRT daarentegen reageerde heel wat minder vastberaden: “We zullen kijken wat we hier tegen kunnen ondernemen.” Ik veronderstelde dat de VRT, acht jaar na de oprichting van YouTube, wel wist welke stappen ze wel of niet kan of wil ondernemen. Daarom diende ik deze vraag om uitleg in. Ondertussen konden we deze week vernemen dat de drie grote Vlaamse zenders, VRT, VMMa en SBS samen een advocaat onder de arm hebben genomen om een niet al te slimme Nederlander een strafklacht aan te smeren. Die Nederlander stelde immers dat hij niet wist dat het uploaden van televisieseries illegaal was. Ook bij onze buren hebben ze blijkbaar veel nood aan een duidelijk mediawijsheidbeleid. Hij heeft in ieder geval zijn activiteiten al stopgezet. Het vooruitzicht van 100.000 euro geldboete of een gevangenisstraf zal niet in de smaak gevallen zijn. Uiteraard is dit waarschijnlijk slechts een kleine garnaal in een zee van vissen. Vraag is dan ook op welke manier de VRT en de Vlaamse zenders hier een actieve strategie ontwikkelen om dergelijke piraterij tegen te gaan en aldus hun businessmodel te kunnen beschermen. Wat is de strategie die de VRT volgt tegenover het illegaal uploaden, aanbieden en downloaden van programma’s waar zij de rechten op heeft? Hoeveel inkomsten schat de VRT op jaarbasis mis te lopen door dit fenomeen? In welke mate is er samenwerking tussen de Vlaamse omroepen en de Belgian Anti-piracy Federation (BAF)? Welke afspraken heeft de VRT met Google, eigenaar van YouTube, over het illegaal aanbieden van programma’s waar de VRT de rechten van in bezit heeft? De voorzitter: De heer Verstrepen heeft het woord. De heer Jurgen Verstrepen: Minister, het zou me verbazen als u daar iets zou kunnen aan doen, maar ik ga het u toch vragen. De heer Tommelein heeft de hele situatie geschetst. De zenders hebben zich verenigd en klacht ingediend tegen onbekenden. We weten nu wel wie de links plaatst, maar er bestaan nog altijd heel veel links. Dat is niet uitsluitend een Vlaams probleem. Ook via Twitter vindt men nog altijd de links naar een dergelijke download. Dat downloaden zorgt voor een zware financiële dobber voor de zenders, hebben we vernomen. Ik zie niet in hoe ze het gaan aanpakken. Ze proberen de man in kwestie te isoleren en willen hem met een voorbeeldstraf aanpakken. Dat is er dan maar één. Er valt wel
14
Commissievergadering nr. C91 – CUL11 (2012-2013) – 22 januari 2013
iets te zeggen voor de aanpak in onze buurlanden. De Vlaamse aanpak is al eens uitgeprobeerd. Daar wil ik toe komen. Als we vertrekken van de vraag: is de content illegaal op YouTube en het Googleconsortium geplaatst? Dan zitten we al vast. Een Franse rechtbank heeft vorig jaar geoordeeld dat Google niet verantwoordelijk is voor de content op socialevideodiensten. TF1 eiste in die zaak 141 miljoen euro omdat video en content van TF1 te zien waren zonder vergoeding van de omroep. Er zijn dus precedenten. Dit wordt geen gemakkelijke kwestie. Google is trouwens ook verwikkeld in zaken in Italië en de Verenigde Staten. Van Nederland bestaan er wel cijfers. 30 procent van de bevolking downloadt films en muziek. Men zou een campagne kunnen ontwikkelen voor die groep. Ik vrees dat we daarmee ook gaan vastlopen. Een film downloaden is volgens sommigen niet illegaal, onder strikte voorwaarden. Dat vindt ook Patrick Van Eecke. Dat geldt als het een kopie is voor thuis, en men hem niet online deelt. Een campagne tegen downloaden zou dus geen zin hebben, want downloaden mag op die manier. Ik wil alleen maar aantonen dat we in een heel moeilijke situatie zitten. We kunnen alleen optreden tegen uploaden, want dat is illegale verspreiding. In 2010 was er al een verdubbeling van het aanbod van Vlaamse content met illegale links. Het is vreemd dat ze nu pas optreden. Het probleem bestaat dus al veel langer. Blijkbaar is het volume nu veel groter, maar niet veel meer dan toen. In Nederland hanteren de zenders een andere aanpak tegen illegale downloads. Daar lanceerde de publieke omroep bijvoorbeeld het platform uitzendinggemist.nl, waar je de programma’s gratis kunt herbekijken, al dan niet voorafgegaan door reclame. Dat systeem is volgens heel wat media-experten veel efficiënter om de piraterij aan banden te leggen dan de repressieve aanpak waar we nu in Vlaanderen voor kiezen. Musicmetric stelde onlangs in een rapport dat het aantal downloads via BitTorrent meestal hoger ligt in landen waar geen legale streamingdienst bestaat. Ook dat is al een duidelijke vingerwijzing: als je het niet legaal aanbiedt, zal de illegale markt groot genoeg aanwezig zijn. Als je dan over de openbare omroep spreekt, gefinancierd met overheidsgeld, zou het dan niet nuttiger zijn om ook die content legaal en gratis aan te bieden? Er is al voor die content betaald, dus waarom zou een Vlaming er nog eens voor moeten betalen? Die discussie hebben we in de vorige legislatuur ook al gevoerd, over ‘Net gemist’ en hoe je als openbare omroep moet omgaan met content op aanvraag. Aan de andere kant heb je natuurlijk de commerciële zenders, die over concurrentievervalsing spreken. Als zij het gratis doen, hebben wij geen marktmodel, stellen zij. Ik denk dat we dat geval per geval moeten bekijken. Maar het zou een piste kunnen zijn, vooraleer we andere richtingen inslaan. Minister, bent u het ermee eens dat dit een probleem is voor de Vlaamse zenders? Zo ja, wat zou u kunnen doen? We zitten immers ook met het federale niveau, als het gaat over downloaden. Er liggen momenteel wetsvoorstellen in dat verband in het parlement. Hebt u een idee op welke manier men zich tegen dit fenomeen kan beschermen? Wilt u met de VRT bespreken dat men eens nadenkt over een of ander model om de illegale content te blokkeren, door zelf legale zaken aan te bieden zonder meerprijs? De voorzitter: Minister Lieten heeft het woord. Minister Ingrid Lieten: Collega’s, net als andere rechtenhouders probeert de VRT te strijden tegen het illegale gebruik van haar programma’s. Ze is van oordeel dat dergelijke inbreuken niet getolereerd kunnen worden. In dat kader heeft de VRT dan ook een overeenkomst gesloten met YouTube over het gebruik van het ‘content verification system’ van YouTube. Daarmee kan de VRT manueel bestanden opladen in de backend van YouTube en kan
Commissievergadering nr. C91 – CUL11 (2012-2013) – 22 januari 2013
15
YouTube via scanning identieke bestanden, die opgeladen zijn door gebruikers, identificeren en weren of verwijderen van de website. Er zijn evenwel tal van andere sites waar illegaal gekopieerde content ter beschikking wordt gesteld, zoals de torrentsites, waarvan sprake in het artikel in De Morgen. De bestrijding van dergelijke sites is moeilijk. De strijd tegen The Pirate Bay is een voorbeeld dat aangeeft dat de juridische middelen om dergelijke inbreuken efficiënt, snel en duurzaam aan te pakken, vooralsnog ontoereikend zijn. Het gaat hier om een duidelijke internationale problematiek. Het is dan ook aangewezen dat de problematiek minstens op het niveau van de EU wordt aangepakt. Dat neemt niet weg dat de VRT ook ten aanzien van de torrentsites actie zal nemen. De omroepen willen daarbij hun acties coördineren. Zo hebben de VRT, de VMMa en SBS een gezamenlijke strafklacht ingediend tegen een internetpiraat die programma’s illegaal op het internet plaatste, specifiek tegen de persoon of personen achter de websites gelinkt aan de Twitter-account @ShowGemist, wegens inbreuken op de auteurswet. De VRT kan op dit moment niet ramen hoeveel inkomsten de VRT op jaarbasis misloopt door dit fenomeen. De BAF is een vzw die in 1985 is opgericht door de Belgische videoproducenten ter bestrijding van namaak en piraterij. Ondertussen zijn zij uitgegroeid tot een organisatie die zowel in België als in Luxemburg strijdt tegen namaak en piraterij van films, tv-series, muziek, boeken en videogames. Daarbij hanteert men een dubbele aanpak, met enerzijds informatiecampagnes en anderzijds juridische acties. De BAF informeert over de risico’s van het illegale online aanbod, het bestaan van legale alternatieven, de gevolgen van piraterij, hoe men illegale producten kan herkennen enzovoort. Daartoe wordt geïnvesteerd in campagnes gericht op jongeren, videotheken, bedrijven, scholen en dergelijke meer. Daarnaast onderneemt de BAF ook juridische acties tegen piraten, meer bepaald mensen die doelbewust illegale producten verhandelen of auteursrechtelijk beschermde bestanden via internet verspreiden. Tot de leden van de BAF behoren platenmaatschappijen, film- en gamebedrijven. Op dit ogenblik heeft de VRT geen samenwerking met de BAF, en ook de Vlaamse Media Maatschappij stelt dat er op dit ogenblik geen actieve samenwerking is tussen de BAF en de VMMa. Men staat er wel voor open om te onderzoeken op welke manier een mogelijke samenwerking tussen de BAF en de omroepen de gemeenschappelijke strijd tegen de piraterij op de meest optimale manier zou kunnen ondersteunen. De BAF heeft sinds enkele jaren een samenwerkingsakkoord met zowel de Vlaamse Onafhankelijke Televisie Producenten (VOTP) als de Vlaamse Film Producenten Bond (VFPB). Het doel van die samenwerking is de bestrijding van het illegale online aanbod van Vlaamse films en televisieproducties. Dat gebeurt enerzijds door op continue basis het internet te scannen om ongeoorloofde uploads van hun auteursrechtelijk beschermde werken op te sporen en zo snel mogelijk te laten verwijderen door de sites waarop ze worden aangeboden. Daarnaast neemt de BAF ook juridische acties tegen uploaders die grote hoeveelheden bestanden of prerelease titels – dus voor de officiële release op tv, dvd of in de bioscoop – op internet zetten, alsook tegen Belgische eigenaars van websites waarop zulke bestanden worden aangeboden. Ik ben mij bewust van de problematiek, en uit de respons die ik van de omroepen kreeg naar aanleiding van deze vraag, bleek nogmaals de ernst ervan. Door het illegaal downloaden lopen onze Vlaamse zenders, zowel publieke als private, ontegensprekelijk inkomsten mis met betrekking tot hun waardevolle en dure content. De problematiek is niet nieuw. Tegenwoordig is het echter heel eenvoudig om programma’s op
16
Commissievergadering nr. C91 – CUL11 (2012-2013) – 22 januari 2013
te nemen en van een settopbox af te halen zonder aan kwaliteit in te boeten. Ook het illegaal downloaden van de opgenomen content via internet wordt steeds eenvoudiger door de BitTorrent-technieken die tegenwoordig worden toegepast en die veel sneller en performanter zijn dan vroegere technieken. Dat maakt dat het fenomeen vandaag ongetwijfeld grotere proporties aanneemt dan vroeger. Gebruikers van die illegale manieren om content te bekijken zullen niet betalen om een gemiste aflevering te herbekijken, wat de inkomsten uit video on demand en dvd-inkomsten doet dalen. Niet enkel de omroepen, maar ook de andere rechtenhouders zullen daarvan de financiële gevolgen ondervinden. Zo heb ik van de BAF cijfers gekregen met betrekking tot de illegale uploads van Vlaamse filmproducties en Vlaamse televisieproducties. Het gaat over de uploads die getraceerd werden. De illegale downloads ervan zijn zeer moeilijk te traceren, omdat de websites die downloads bijna nooit vermelden, maar de BAF vermoedt dat per upload er een paar duizendtal downloads zijn van internetgebruikers die de content dus bekijken. Uit de cijfers van de BAF blijkt dat het aantal uploads van Vlaamse filmproducties tussen 2011 en 2012 steeg van 20.408 naar 58.097 en dat de uploads van Vlaamse televisieproducties tussen 2011 en 2012 stegen van 14.311 naar 18.064. De cijfers spreken dus voor zich, zeker met betrekking tot filmproducties die illegaal geüpload worden. De federale Auteurswet is uiteraard het relevante wettelijke kader. De richtlijn betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten in de informatiemaatschappij – de ‘Informatiemaatschappij richtlijn’ – die de Europese Unie in 2001 heeft aangenomen, wijzigde die Auteurswet. De bewuste richtlijn harmoniseerde een reeks exclusieve rechten die de online distributie dekken van beschermde werken en prestaties. België heeft die richtlijn omgezet bij wet van 22 mei 2005. Conform de richtlijn zijn de volgende exclusieve rechten betrokken bij het ter beschikking stellen en ontvangen van auteursrechtelijk beschermde werken via het internet. Daar hoort het exclusieve reproductierecht bij, zoals gedefinieerd in artikel 2 van de richtlijn. Die heeft betrekking op alle vormen van reproductie gemaakt in het proces van online aanbieden. In die context omvat het recht van reproductie het recht om het werk te reproduceren door het maken van digitale kopieën. Daar hoort ook het exclusieve recht bij van mededeling, aan het publiek omschreven in artikel 3 van de richtlijn en verder gepreciseerd in de overweging van de richtlijn die geldt voor elke mededeling van de werken die wordt gedaan aan de leden van het publiek die niet aanwezig zijn op de plaats van oorsprong van de mededeling. Tot slot hoort daar ook het exclusieve recht bij van beschikbaarstelling voor het publiek dat betrekking heeft op on-demandservices en is toegekend aan auteurs, uitvoerende kunstenaars, producenten van fonogrammen en van eerste vastleggingen van films en aan omroeporganisaties. De omzetting van de richtlijn in de Belgische Auteurswet leverde de omroepen de volgende rechten op, overeenkomstig artikel 44 van de Auteurswet: het rechtstreeks of later uitzenden van hun uitzendingen, daaronder begrepen de doorgifte via de kabel en de mededeling aan het publiek per satelliet; de reproductie van hun uitzendingen door welk procedé ook, daaronder begrepen de distributie van vastleggingen van haar uitzendingen; de mededeling van hun uitzendingen op een voor het publiek toegankelijke plaats tegen betaling van toegangsgeld; de beschikbaarstelling voor het publiek van de vastleggingen van hun uitzendingen op zodanige wijze dat deze voor leden van het publiek op een door hen individueel gekozen plaats en tijd toegankelijk zijn. Wanneer een internetgebruiker een programma post op een website zonder toestemming van de omroeporganisatie, pleegt hij of zij bijgevolg een inbreuk op artikel 44 van de Auteurswet. Omdat het vaak onbegonnen werk blijkt om te achterhalen wie er achter een bepaalde website schuilgaat, is het ook mogelijk om de tussenpersonen van wie de diensten gebruikt worden
Commissievergadering nr. C91 – CUL11 (2012-2013) – 22 januari 2013
17
om inbreuken te plegen, aan te spreken. Overeenkomstig artikel 8.3 van de Informatiemaatschappijrichtlijn zorgen de lidstaten ervoor dat de rechthebbenden kunnen verzoeken om een verbod ten aanzien van een tussenpersoon wiens diensten door een derde worden gebruikt om inbreuk te maken op een auteursrecht of naburige rechten. Dit artikel werd omgezet in de Belgische regelgeving door artikel 86ter van de Auteurswet. Tegen inbreuken op het auteursrecht kan men via burgerrechtelijke procedures optreden en ingeval van kwaadwillige of bedrieglijke inbreuken ook via strafrechtelijke procedures. Op burgerrechtelijk vlak is er de mogelijkheid van het kortgeding, de vordering tot staking of een klassieke vordering ten gronde. Ten slotte kan men ook via het strafrecht proberen om piraterij te beteugelen door een strafklacht in te dienen tegen de inbreukmakende partij, iets wat afgelopen vrijdag dus is gebeurd. De onderzoeksrechter kan in het kader van die procedure maatregelen bevelen, maar uiteraard kan het een zekere tijd duren voor de rechter tot een eindvonnis komt. Naast het juridische kader bestaan er een aantal technologische beveiligingsmogelijkheden die omroepen kunnen gebruiken om hun programma’s te beschermen. Deze technieken zijn echter niet 100 procent waterdicht gebleken tegen hackers die ook steeds slimmer worden. Het is duidelijk dat dit een internationale problematiek is. Ook op Europees niveau vindt er over deze problematiek een actueel debat plaats. Er loopt momenteel een publieke raadpleging over de efficiëntie van procedures en de toegang tot maatregelen in elk van de lidstaten om inbreuken tegen de intellectuele eigendomsrechten tegen te gaan. U kunt dit vinden op de website: http://ec.europa.eu/internal_market/consultations/2012/intellectualproperty-rights_en.htm. In dit debat wordt eveneens de vraag gesteld of het begrip ‘tussenpersoon’ of ‘intermediary’ niet moet worden uitgebreid naar andere partijen die eveneens geld verdienen via de inbreukmakende websites. Ik ben net als u bezorgd over deze problematiek en ik volg deze materie met veel belangstelling op, maar ik moet binnen mijn bevoegdheden de beperkingen erkennen en ik ben niet bevoegd voor intellectuele eigendom. Zoals ook blijkt uit de berichtgeving van de afgelopen dagen met betrekking tot de klacht die de VRT, de VMMa en SBS samen hebben ingediend tegen die twitteraccount, is dit op de eerste plaats een zaak die gaat over inbreuken op auteursrecht en valt dit dus onder de bevoegdheid van mijn federale collega van Economie. Ik zal echter niet nalaten mijn collega te wijzen op de bezorgdheden die leven en ook in deze commissie zijn uitgedrukt. In de context van de technologische beveiligingsmaatregelen en het ‘digital rights’management, kan de sector ook altijd bekijken of zij een onderzoeksproject naar meer performante beveiligingssystemen willen indienen. Dat kan bijvoorbeeld bij iMinds of het Media Innovatie Centrum (MiX). Dat veronderstelt dus wel dat de spelers van de sector zelf het initiatief zouden nemen en een voorstel in die zin formuleren. Tot slot wil ik via mijn mediawijsheidsbeleid bekijken hoe de Vlaamse mediagebruiker verder gesensibiliseerd kan worden rond het grote belang van auteursrechten voor media. Als mediagebruikers hebben we immers allemaal een verantwoordelijkheid op te nemen. De heer Bart Tommelein: Dank u, minister. Ik heb met belangstelling naar uw uitgebreid antwoord geluisterd. Twee zaken vallen me op. Uiteraard moet er een Europese aanpak komen. Als ik het ‘op zijn Peeters’ mag uitdrukken: we zijn een topregio en we hebben de meest performante openbare omroep van Europa, dus wij moeten toch aan de kar trekken. Alle gekheid op een stokje: wat me het meest intrigeert, is dat er geen enkele overeenkomst bestaat tussen de VRT en de BAF. Dat lijkt me echt eigenaardig. We zouden een overeenkomst moeten hebben, als ik zie wie er allemaal wel een overeenkomst heeft en onze openbare omroep dan niet. De heer Jurgen Verstrepen: Ik dank u ook voor uw antwoord, minister. Het moet effectief internationaal worden bekeken. Ik wil toch van de gelegenheid gebruikmaken om te vragen
18
Commissievergadering nr. C91 – CUL11 (2012-2013) – 22 januari 2013
dat we de piste van het aanbod eens bekijken: op welke manier wordt het aangeboden aan de Vlaming? Ik heb daarvoor geen sluitend model. Die piste is in het verleden ook al bediscussieerd of er werd een aanzet toe gegeven in de commissie. Bepaalde zaken die de VRT sowieso heeft, zou je via een platform kunnen aanbieden, waardoor die illegale download volledig overbodig wordt. Dat zie je ook in het cijfermateriaal dat er nu is. In landen die het aanbieden – zij het voor een marginale kost, als er een probleem van wordt gemaakt dat het gratis is – zie je een terugval, omdat die markt verdwijnt. Dan moet je ook met de commerciële zenders aan tafel zitten, want dan komen de gevoeligheden weer boven, omdat je aan de ene zijde budgetten vanuit de overheid aan de openbare omroep geeft. Als het gaat over eigen productie, die al gefinancierd is met overheidsgeld, kun je eigenlijk toch stellen dat een kijker van de openbare omroep het recht heeft om dat gratis te herbekijken – er is al eens voor betaald. Ik weet dat ze bij de VRT op hun achterpoten staan als ze dit horen, omdat zij natuurlijk verdienmodellen zien om centen te recupereren. Telenet of Belgacom zullen dat ook niet graag horen, omdat zij hun modellen daar ook op bouwen, met zaken als ‘Ooit gemist’. Er zit een ‘share’ in dat model. De vraag is: is het überhaupt wel nodig? De voorzitter: De vragen om uitleg zijn afgehandeld. ■ Vraag om uitleg van de heer Bart Tommelein tot mevrouw Ingrid Lieten, viceministerpresident van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van Innovatie, Overheidsinvesteringen, Media en Armoedebestrijding, over de toespraken op de nieuwjaarsreceptie van de VRT - 614 (2012-2013) De voorzitter: De heer Tommelein heeft het woord. De heer Bart Tommelein: Voorzitter, minister, collega’s, januari is de tijd van de nieuwjaarsrecepties en de grote en al dan niet interessante speeches. We kunnen er als politici ongetwijfeld allemaal over meepraten. Ook op de VRT werd op 11 januari een nieuwjaarsreceptie georganiseerd met bijbehorende toespraken. De CEO verwees naar het bereik, dat met 17.000 kijkers extra steeds groter wordt, terwijl het marktaandeel heel lichtjes daalde. Mevrouw De Preter gaf ook haar visie op zendertrouw weer, waarmee ze de VRT-medewerkers wou wijzen op het belang om te blijven investeren in de kijkers, luisteraars en de surfers. En ook de voorzitter van de raad van bestuur haalde lovende woorden boven. Peptalk en trots moeten er zijn op een geslaagde nieuwjaarshappening. Ik heb daar allemaal geen problemen mee. En het zou er nog aan mankeren dat zelfs de CEO en de voorzitter van de raad van bestuur het belang van hun bedrijf niet in de verf zouden zetten. Maar één opmerking was er volgens mij te veel aan, en dan nog wel van de voorzitter, de heer Luc Van den Brande, die zelf jaren het politieke metier heeft beoefend en als voormalig ministerpresident zeer goed weet welke de taken van de politiek zijn en welke de taken van de mensen van de raad van bestuur en het management van de VRT. Hij zei letterlijk het volgende: “Voor wie met de gedachte speelt om de positie van de VRT te herijken, omdat we het misschien te goed doen: ik waarschuw u dat we dit echt niet kunnen aanvaarden in het belang van de Vlaming, de informatie, de duiding en het ruimer palet waar de mensen recht op hebben.” U zult zeggen: wie het schoentje past, trekke het aan. Inderdaad, het klopt dat ik en mijn fractie, samen met enkele andere collega’s het meest kritisch zijn voor de werking van de VRT. Dat is ook onze plicht. ‘It is the duty of the opposition to oppose.’ Dat komt door onze overtuiging en door het feit dat wij steeds de belangen van het hele medialandschap in ogenschouw willen nemen.
Commissievergadering nr. C91 – CUL11 (2012-2013) – 22 januari 2013
19
Ik heb er dan ook geen probleem mee dat de heer Van den Brande ons eigenlijk viseert. Het siert de heer Van den Brande ook dat hij opkomt voor zijn bedrijf, maar hij zal wel moeten aanvaarden wat een meerderheid in dit huis, in deze politieke cenakels wil vastleggen in deze en toekomstige beheersovereenkomsten. Het is de Vlaamse Regering die een beheersovereenkomst, waarin de algemene doelstellingen en middelen voor de VRT worden vastgelegd, al dan niet goedkeurt, de Vlaamse Regering die door een meerderheid van dit parlement wordt gesteund, vertegenwoordigers van de 6 miljoen aandeelhouders van de VRT. Als voorzitter van de raad van bestuur zeggen dat hij een herijking niet zal aanvaarden, vind ik er dan ook over. Minister, ik vind dit geen wijze uitspraak en betreur dat ten zeerste. Ik vraag me dan ook af of u dit ook doet. Al is hij een voormalig minister-president, ik vind dat de voorzitter van de raad van bestuur zijn boekje te buiten gaat met de waarschuwing aan het adres van zijn opvolgers in deze assemblee. Minister, hebt u daarover dezelfde mening of niet? De voorzitter: Minister Lieten heeft het woord. Minister Ingrid Lieten: Mijnheer Tommelein, ik heb daar niet dezelfde mening over. Ik vind niet dat de voorzitter zijn boekje te buiten is gegaan. Ik lees dat hij de naleving van de beheersovereenkomst die is afgesloten, in het licht stelt en de goede uitvoering ervan door de VRT wil benadrukken. Ik lees ook dat hij wil dat alle partijen de gemaakte afspraken hierover blijven respecteren. Ik zie dat duidelijk passen binnen zijn taak als voorzitter van de raad van bestuur, waar hij natuurlijk de belangen van de VRT moet dienen. Ik neem daar geen aanstoot aan en zie niet in waar de voorzitter zijn boekje te buiten zou zijn gegaan. De voorzitter: De heer Tommelein heeft het woord. De heer Bart Tommelein: In mijn betoog heb ik verschillende keren gezegd dat het zijn plicht is om zijn beleid en de positie van zijn bedrijf te ondersteunen en te bepleiten. Daar heb ik geen probleem mee. Maar als je de zin letterlijk leest, is dit een waarschuwing aan het adres van de politici, en dat, minister, is onaanvaardbaar. Ik word er in het parlement regelmatig op attent gemaakt dat we ons boekje te buiten gaan, dat we ons niet mogen moeien met programmering, dat elk zijn taak heeft. Dat geldt ook voor de voorzitter van de raad van bestuur. Hij heeft zijn taak, wij hebben onze taak. Als hij denkt dat de voorzitter van de raad van bestuur en de raad van bestuur de beheersovereenkomst zullen bepalen, en zullen bepalen welke positie de VRT in het toekomstige medialandschap heeft, en u vindt dat goed, dan heb ik daar twijfels over. Het is dit parlement dat zal bepalen welke positie de VRT in de toekomst zal hebben, en niet het bedrijf zelf. Minister Ingrid Lieten: Mijnheer Tommelein, nu trekt u conclusies uit wat ik heb gezegd, die niet kloppen. U zou beter moeten weten omdat u goed genoeg weet dat ik ter voorbereiding van de beheersovereenkomst een visietekst publiek heb gemaakt, dat we daarover ook hier hebben gediscussieerd, dat we evaluatierapporten hebben gevraagd, en dat de VRT zeker de beheersovereenkomst niet heeft geschreven zoals zij dat wil. Het is het resultaat van zorgvuldige onderhandelingen, ook met de collega-ministers in de Vlaamse Regering. Ik heb me in mijn daden en in de feiten nooit opgesteld als zou de VRT zelf haar beheersovereenkomst kunnen schrijven. Het is altijd een onderhandeling binnen het decreet dat het kader schept. Daar hebt u gelijk in. Ook in de toekomst zal dat zo zijn. Ik lees de woorden van de voorzitter niet zoals u ze leest. De heer Bart Tommelein: Ik lees ze anders, en ik waarschuw de heer Van den Brande dat ik dat ook in de toekomst niet zal aanvaarden. Als we willen herijken, dan zullen we dat doen. Ik hoop voor hem dat Open Vld dan niet in een volgende meerderheid zit. Minister Ingrid Lieten: Dat is duidelijk. De voorzitter: De vraag om uitleg is afgehandeld. ■