Masarykova univerzita Filozofická fakulta Ústav germanistiky, nordistiky a nederlandistiky Nizozemský jazyk a literatura
Lýdia Kleknerová
“Tussen de muren van Zuid-Afrika” Utopische en dystopische elementen in Tikkop van Adriaan van Dis Bakalářská diplomová práce
Vedoucí práce: Lic. Sofie Rose-Anne W. Royeaerd, M.A.
2014
Prohlašuji, že jsem diplomovou práci vypracovala samostatně s využitím uvedených pramenů a literatury.
Ik verklaar hiermee dat ik deze Bachelorscriptie zelfstandig heb geschreven. Alle bronnen en literatuur die ik gebruikt heb, zijn in de literatuurlijst opgenomen. Lýdia Kleknerová
Dankbetuiging
Graag wil ik Lic. Sofie Rose-Anne W. Royeaerd, M.A. bedanken voor haar waardevolle raadgeving, correcties, hulp en geduld tijdens de begeleiding van mijn scriptie.
Inhoudsopgave
Inleiding ...................................................................................................................................... 5 1 Het Zuid-Afrika van na de apartheid ....................................................................................... 7 1.1 Inleiding ............................................................................................................................ 7 1.2 De bevrijding van het apartheidsregime ........................................................................... 7 1.3 Armoede ........................................................................................................................... 9 1.4 Werkloosheid .................................................................................................................. 11 1.5 Onderwijs ....................................................................................................................... 11 1.6 Criminaliteit .................................................................................................................... 12 1.7 Aidsprobleem ................................................................................................................. 14 1.8 Conclusie ........................................................................................................................ 15 2 Utopie en dystopie in de literatuur ........................................................................................ 16 2.1 Utopische literatuur ........................................................................................................ 16 2.1.1 Kenmerken van utopische literatuur ........................................................................ 17 2.2 Dystopische literatuur ..................................................................................................... 19 2.2.1 Kenmerken van dystopische literatuur .................................................................... 21 2.3 Gelijkenissen en verschillen ........................................................................................... 22 3 Analyse .................................................................................................................................. 25 3.1 Adriaan van Dis en zijn verhouding tot Afrika .............................................................. 25 3.2 Een beknopte samenvatting ............................................................................................ 26 3.3 Dystopische elementen in Tikkop .................................................................................. 27 3.3.1 De dichotomie tussen blanke en zwarte inwoners ................................................... 28 3.3.2 De representatie van het “nieuwe” Zuid-Afrika ...................................................... 30 3.3.3 Donald als een dystopische held .............................................................................. 31 3.3.4 Hendrik als symbool van ontnuchtering .................................................................. 32 3.3.5 Brieven aan een gevangene ..................................................................................... 33 3.4 Utopie in dystopie ........................................................................................................... 34 3.5 De verwijzing naar de Europese maatschappij ............................................................... 35 Conclusie .................................................................................................................................. 36 Bibliografie ............................................................................................................................... 38 Bijlage....................................................................................................................................... 43
Inleiding
Een bevrijd land en toch was het er gevaarlijker dan waar ook ter wereld. (Van Dis 2010:50)
Zuid-Afrika is al jaren bevrijd. Op 27 april 2014 viert het land 20 jaar democratie maar de gevolgen van het apartheidsregime, dat in Zuid-Afrika tussen de jaren 1948 en 1990 van kracht was, zijn nog steeds zichtbaar. De roman Tikkop van Adriaan van Dis speelt zich in het nieuwe, bevrijde Zuid-Afrika af. Het boek gaat over twee oude vrienden, Donald en Mulder, die in de jaren zeventig samen deel uitmaakten van de anti-apartheidsbeweging. Veertig jaar later gaat Mulder op bezoek bij Donald, die in een klein Zuid-Afrikaans dorpje woont. Daar ontdekt hij langzamerhand dat het nieuwe Zuid-Afrika niet zo veel veranderd is. In deze scriptie staat de problematiek van het huidige Zuid-Afrika centraal, meer bepaald de postapartheidsproblemen van dit land en de representatie ervan in de roman Tikkop. Ik onderzoek in hoeverre er dystopische en utopische elementen te ontdekken zijn.
Mijn scriptie is ingedeeld in drie onderdelen. In het eerste hoofdstuk bespreek ik de situatie in Zuid-Afrika na de bevrijding van het apartheidsregime. Verder beantwoord ik de vraag wat de bevrijding eigenlijk voor de bevolking heeft opgeleverd. Zuid-Afrika worstelt nog steeds met veel problemen. In deze scriptie besteed ik aandacht aan armoede, werkloosheid, het onderwijssysteem, criminaliteit en het aidsprobleem.
In het tweede hoofdstuk komen utopische en dystopische literatuur aan bod. Ik vestig de aandacht niet alleen op de kenmerken van beide genres maar ook op gelijkenissen en verschillen tussen die twee. Terwijl utopische werken een visie op de ideale samenleving laten zien, wordt in de dystopische literatuur een pessimistisch beeld van de toekomst geschetst. In de 21ste eeuw worden steeds meer boeken uitgegeven die dystopische elementen bevatten. Met behulp van een dystopie kunnen auteurs bestaande sociale omstandigheden bekritiseren, zoals het ook in Tikkop gebeurt. Journalist Eina van der Merwe heeft in haar recensie over de Afrikaanse vertaling van dit boek geschreven dat af en toe “de blik van een buitenlander nodig [is] om de waarheid over het nieuwe Zuid-Afrika op te schrijven” (Dis). En dat is precies wat Van Dis met zijn boek wilde bereiken. Hij laat in zijn boek zien dat
Zuid-Afrika met meer problemen worstelt dan de wereld misschien denkt. Hij zei in een interview: “Ik heb er fictie van gemaakt maar er zit ook waarheid in” (Kottman 2010).
Het derde hoofdstuk is gewijd aan de roman Tikkop. Inspiratie voor dit deel heb ik vooral gevonden in een artikel van prof. Steward van Wyk van University of the Western Cape, getiteld '“De souteneur van zoveel kwaads:” Utopiese en distopiese elemente van die “Nuwe Suid-Afrika” in Tikkop (Adriaan van Dis)'. In dit hoofdstuk onderwerp ik de roman Tikkop aan een analyse waarin ik dystopische en utopische elementen onderzoek die in het boek voorkomen.
1 Het Zuid-Afrika van na de apartheid
1.1 Inleiding Op 27 april 1994 kwam er na 46 jaar een einde aan het apartheidsregime in Zuid-Afrika. Na decennia van onrecht en onderdrukking heeft Zuid-Afrika een progressieve grondwet aangenomen met onder andere vrijheid van meningsuiting en vrijheid van beweging. Het is begrijpelijk dat de situatie niet van de ene op de andere dag kan veranderen. De gevolgen van het apartheidsregime zijn ook nu nog steeds zichtbaar. Er bestaan veel problemen waarmee Zuid-Afrika te kampen heeft en waarmee de bevolking dagelijks geconfronteerd wordt.
Het hoofdpersonage in Tikkop dat tijdens zijn studietijd in Parijs bij een antiapartheidsgroepering betrokken was, gaat naar de Kaap om zijn oude vriend te bezoeken. Hij maakt daar kennis met het nieuwe, bevrijde Zuid-Afrika. Hij ontdekt snel dat het niet het land is waarvoor hij in het verleden gestreden heeft: “Het nieuwe ZuidAfrika was een beet in zijn kuit, verborg zich achter hoge muren, dook naar verboden schelpen, hoereerde en snoof zich stom.” (63)1
Om Tikkop beter te kunnen begrijpen, bespreek ik in dit hoofdstuk de situatie in ZuidAfrika - het land waarin het boek zich afspeelt. Eerst beschrijf ik hoe de apartheid ten einde gekomen is. Dan ga ik na welke sporen het apartheidsregime heeft achtergelaten.
1.2 De bevrijding van het apartheidsregime De apartheid was het sociale en politieke systeem van rassensegregatie dat tussen 1948 en 1990 in Zuid-Afrika van kracht was. Het is meer dan zestig jaar geleden toen de Nasionale Party2 de verkiezingen van 1948 won en aan de macht kwam. Het was een overwinning voor de blanke Afrikaners en tegelijkertijd een nachtmerrie voor de zwarte Zuid-Afrikanen. Bas Kromhout, historicus en journalist, schrijft in een artikel over de
1 2
In deze scriptie verwijs ik naar het boek Tikkop met paginanummer. Een conservatieve Zuid-Afrikaanse politieke partij.
7
apartheid in Zuid-Afrika dat met deze verkiezingen “een wreed sociaal experiment” begon. (Kromhout 2008) De rassenscheiding was in Zuid-Afrika natuurlijk niets nieuws. Al vóór 1948 woonden blanken en zwarten in aparte wijken, ze gebruikten verschillende treinwagons en ook afzonderlijke openbare toiletten. (ibidem) Tijdens de periode van de apartheid kwamen er echter honderden wetten bij die vooral het leven van de zwarte Zuid-Afrikanen beheersten. De apartheid beïnvloedde veel aspecten van het leven in Zuid-Afrika. De apartheidswetten hadden onder andere te maken met sport, bewegingsvrijheid, godsdienst en recht van vergadering en organisatie. (kaapstadmagazine.nl) Het systeem zorgde voor een voorkeurpostitie van de blanken.
Op 27 april 2014 viert Zuid-Afrika de 20ste verjaardag van de democratie in het land. Twintig jaar eerder werden in Zuid-Afrika de eerste verkiezingen gehouden waaraan burgers van alle rassen mochten meedoen. Pas na jaren van internationale druk en onrust besloot Zuid-Afrika een einde te maken aan de apartheid. Zoals werd verwacht, won het ANC (het Afrikaans Nationaal Congres) met 62 procent van de stemmen en Nelson Mandela werd de eerste zwarte president van Zuid-Afrika. Deze datum is nu een officiële feestdag in Zuid-Afrika, de zogeheten Freedom Day.
Mandela’s inauguratie als president in 1994 was een gebeurtenis die bijgewoond werd door wereldleiders als de Amerikaanse vice-president Al Gore, de Britse prins Philip en ook Fidel Castro van Cuba. (Worden 2012:156) Het “nieuwe Zuid Afrika” werd onmiddelijk internationaal erkend en de nadruk in het land werd gelegd op het bouwen van een nieuwe natie. (ibidem) In 1996 voerde de nieuwe regering een grondwet in die één van de meest liberale in de wereld was. (ibidem) Mandela benadrukte het belang van het creëren van een natie gebaseerd op de beginselen van de Freedom Charter:
We have triumphed in the effort to implant hope in the breasts of the millions of our people. We enter into a covenant that we shall build the society in which all South Africans, both black and white, will be able to walk tall, without any fear in their hearts, assured of their inalienable right to human dignity – a rainbow nation at peace with itself and the world. (Mandela 1994)
8
De vorming van een democratische grondwet was een belangrijke stap vooruit, maar het was alleen het begin van een lange weg naar een democratische samenleving. De rechterlijke macht, de bureaucratie, het leger, de politie en gemeentebesturen werden allemaal door de blanken gedomineerd die in een racistische omgeving opgevoed waren. (Thompson 2000:265-266) Het land verkeerde in slechte staat met een enorme kloof tussen arm en rijk. De meeste blanke Zuid-Afrikanen waren goed opgeleid en goed gehuisvest, terwijl de zwarte bevolking arm was, slecht opgeleid en onder gebrekkige levensomstandigheden woonde. (ibidem) Thompson vergelijkt de situatie van de zwarte bevolking met die van de meerderheid van de inwoners van tropisch Afrika. (idem:266) Hij wijst verder op het feit dat de levensomstandigheden van de kleurlingen en Indiase leden van de bevolking ergens tussen de blanken en de zwarten in lagen. (in Thompson:266) In de volgende paragrafen bekijk ik of er na 20 jaar democratie in Zuid-Afrika veranderingen opgetreden zijn, meer bepaald op het gebied van armoede, werkloosheid, onderwijs, criminaliteit en het aidsprobleem.
1.3 Armoede De huidige inwoners van Zuid-Afrika hebben het misschien beter dan hun ouders en grootouders maar de aanhoudende economische ongelijkheid blijft één van de grootste problemen van het huidige Zuid-Afrika. Hana Horáková, een Tsjechische specialiste in Afrikaanse studies, wijst op het feit dat Zuid-Afrika een verdeeld land blijft waar enorme verschillen tussen de steden en het platteland bestaan. (2007:152) Ook ondanks zichtbare vooruitgang op bepaalde gebieden, is de sociaal-economische ontwikkeling in Zuid-Afrika heel ongelijk. Er bestaan niet alleen grote verschillen tussen de steden en het platteland, maar ook nog altijd tussen de bevolkingsgroepen.
Om een beter zicht te krijgen op de situatie in Zuid-Afrika, gebruik ik hier gegevens van Visi Gumede, hoogleraar en hoofd van de Thabo Mbeki African Leadership Institute, die de levensomstandigheden van Zuid-Afrikanen onderzocht. (Gumede in Hofmeyr 2011:103-104) Ik bespreek meer bepaald twee tabellen uit dit onderzoek, die allebei in de bijlage opgenomen zijn. De respondenten kregen twee vragen. De eerste vraag luidde: Hoe zou u uw eigen levensomstandigheden in 2011 beschrijven? In de tweede tabel (ibidem) zijn antwoorden te vinden op de vraag: Hoe zou u de levensomstandigheden van de mensen uit uw gemeenschap in het jaar 2011 9
beschrijven? (ibidem) Ze konden kiezen uit de volgende mogelijkheden: “uitstekend”, “vrij goed”, “gaat wel”, “slecht” en “ik weet het niet”.3
De eerste tabel geeft een overzicht van de perceptie van Zuid-Afrikanen van hun persoonlijke levensomstandigheden. Nationaal en binnen elk van de bevolkingsgroepen, heeft ongeveer een kwart van de respondenten hun levensomstandigheden of als uitstekend of als vrij goed beschreven. Vooral de blanke bevolkingsgroep heeft voor deze antwoorden gekozen. Maar de meerderheid van de respondenten, namelijk 73 procent, beschrijft hun levensomstandigheden of als gaat wel of als slecht. Uit deze gegevens blijkt dat er grote verschillen bestaan tussen de antwoorden van blanken ten opzichte van de antwoorden van andere bevolkingsgroepen. Bijna 20 procent van de Zuid-Afrikanen beschouwt hun levensomstandigheden als slecht – 2,8 percent van de blanke respondenten staat hier in schril contrast met 23 procent van de zwarte ZuidAfrikanen. Het is het opvallendste verschil dat in deze tabel te vinden is.
In
de
tweede
tabel
beschrijven
de
Zuid-Afrikaanse
respondenten
de
levensomstandigheden van de mensen uit hun directe omgeving in 2011. Uit deze tabel blijkt dat de blanken de levensomstandigheden van hun buren als beter beschouwen dan alle andere bevolkingsgroepen. De vrijheid heeft niet opgeleverd dat alle burgers van Zuid-Afrika in gelijkheid en in dezelfde levensomstandigheden met elkaar samenwonen. Er bestaat een sterke overlap tussen ras en armoede en deze twee kunnen niet van elkaar gescheiden worden.
Ondanks de kloof tussen blank en zwart en rijk en arm, hebben er zich ook positieve ontwikkelingen voorgedaan. Tussen 1993 en 2008 is de Zuid-Afrikaanse middenklasse meer dan verdubbeld: de middenklasse steeg van 7% in 1993 tot 14% in 2008, wat een stijging is van 3,1 miljoen Zuid-Afrikanen tot 5,4 miljoen. In dezelfde periode daalde de blanke middenklasse van 4,2 miljoen naar 3 miljoen. De reden voor deze ontwikkeling is niet alleen de stijging naar de hogere klasse, maar ook de emigratie van veel blanken. 85% van de Zuid-Afrikaanse bevolking blijft arm, terwijl 87% van de blanke ZuidAfrikanen tot de hogere klassen behoren. (Goldman Sachs 2013:22)
3
“Very well off”, “living comfortably”, “struggling but getting by”, “very poor” en “don’t know.”
10
1.4 Werkloosheid Voor het grootste deel van de afgelopen tien jaar hadden slechts ongeveer twee volwassenen op de vijf in Zuid-Afrika werk terwijl de wereldwijde norm ongeveer drie op vijf is. (Hofmeyr 2011:5) De hoge werkloosheidscijfers blijven de achilleshiel van de Zuid-Afrikaanse economie. Aan het einde van 2011 zat een kwart van de bevolking zonder werk. (Hofmeyr 2011:24)
De situatie is bijzonder ernstig vooral bij jongeren waarvan meer dan 70 procent geen werk kan vinden. (Hofmeyr 2011:24) Ongeveer twee derde van de werklozen zijn jonge mensen tussen 18 en 35 en de werkloosheid raakt vaker vrouwen dan mannen. (Strategienota 33) Het grote probleem is het onderwijsbeleid van het verleden en ook het feit dat de geschoolde Zuid-Afrikaanse bevolking vaak naar andere landen emigreert. (ibidem)
Luirink (2013:34) stipt aan dat ook de werkloosheid onder blanken toegenomen is, namelijk van 3 naar 5,7%. Deze situatie wordt onder andere veroorzaakt door “positieve discriminatie”, die deel uitmaakt van het Black Economic Empowerment (BEE). Het is een Zuid-Afrikaans overheidsprogramma dat “middels positieve discriminatie de jarenlange economische overheersing van de blanke minderheid [wil] rechttrekken”. (Peters 2013) Daardoor heeft een pas afgestudeerde blanke minder kans om een baan te krijgen dan een pas afgestudeerde zwarte persoon. (ibidem)
1.5 Onderwijs De werkloosheid in Zuid-Afrika is nauw verbonden met het onderwijs. Hun inefficiënte onderwijssysteem vormt een belangrijk obstakel voor het creëren van meer arbeidsplaatsen. Hoewel de toegang tot onderwijsinstellingen is toegenomen, zijn de resultaten niet bevredigend. (Hofmeyr 2011:48) Armoede en werkloosheid raken vooral mensen met onvoldoende opleiding. De huidige situatie is dat bijna 10 procent van de Zuid-Afrikaanse volwassenen niet kunnen lezen. Analfabetisme bij vrouwen is 2 procent hoger dan bij mannen en komt vaker voor bij de zwarte bevolking dan bij de andere bevolkingsgroepen. (idem:90)
11
Tijdens het apartheidsregime kregen de blanken de beste opleiding. Als tweede volgden dan Indiërs en kleurlingen. De zwarten kregen de opleiding van de slechste kwaliteit. (Horáková 2011:156) Onder meer vanwege positieve discriminatie bestaat er in ZuidAfrika grote behoefte aan geschoolde zwarte werknemers. Werkgevers moeten zich aan quotums4 houden en ze hebben personeel van goede kwaliteit nodig. Maar ze hebben moeite om geschoold personeel te vinden omdat er gewoon niet genoeg mensen met voldoende kwalificaties zijn. (ibidem) Horáková noemt meerdere redenen voor de slechte situatie in Zuid-Afrika. Ten eerste is er wanorde in veel Zuid-Afrikaanse scholen. Ten tweede zijn leerboeken voor scholen vaak onbetaalbaar. Het derde probleem wordt gevormd door leraren met onvoldoende kwalificaties. (idem:157) De situatie blijft dus nog altijd problematisch.
1.6 Criminaliteit Een ander probleem waaronder het nieuwe Zuid-Afrika gebukt gaat, is de groeiende onveiligheid. Toen de Citizens' Council for Public Security and Criminal Justice een studie publiceerde over de 50 meest gewelddadige steden in 20115, stonden er ook 4 Zuid-Afrikaanse steden in. (Berlinger 2012) In de top 50 bevonden zich Johannesburg (50), Durban (49), Port Elizabeth (41) en Kaapstad (34). (ibidem)
Het grote aantal misdrijven heeft een invloed op het alledaagse leven van de ZuidAfrikaanse bevolking. Degenen die over voldoende financiële middelen beschikken, bouwen barricades rond hun huizen in een poging om hun bezittingen en levens te beschermen. Mensen sluiten ook contracten met private instellingen die bescherming tegen inbraak bieden. (Horáková 2007:155) In sommige gebieden hebben ze zelfs een zogeheten neighbourhood watch, bestaande uit vrijwilligers. (idem:156)
Autodiefstallen vormen de meest voorkomende vorm van criminaliteit in Zuid-Afrika. (ibidem) Horáková (2007:156) noemt twee bestaande vormen van diefstallen: nice
4
Bedrijven met een jaarlijkse omzet boven een half miljoen euro “moeten een kwart van hun aandelen aan zwarte aandeelhouders verkopen, raden van bestuur en managementlagen moeten deels worden gevuld door zwarte burgers, en bij sommige vacatures krijgen zwarte kandidaten voorrang”. (Peters 2013) 5 De rangschikking is gebaseerd op moorden per hoofd van de bevolking in 2011. (Berlinger 2012)
12
hijacks en hijacks. Het woord “nice” betekent hier dat de slachtoffers het incident overleven. Als het om een hijack gaat, heeft het incident tragische gevolgen. (ibidem)
Verkrachtingen komen ook vaak voor. Volgens het Zuid-Afrikaanse ISS (Institute for Security Studies) wordt Zuid-Afrika bestempeld als “the rape capital of the world”. (Jewkes 2012) Dit lelijke label is helaas gerechtvaardigd omdat het aantal verkrachtingen hier ongewoon hoog is. De afgelopen jaren wordt ook de term “corrective rape” steeds meer gebruikt. Met de “corrective rape” proberen mannen door verkrachting de seksuele geaardheid van lesbiennes te “repareren”. Er worden meer dan tien lesbiennes per week verkracht in Kaapstad, (Fihlani 2011) wat in contrast staat met het feit dat Zuid-Afrika het enige Afrikaanse land is waar het homohuwelijk gelegaliseerd is. De grondwet verbiedt discriminatie op grond van seksuele geaardheid maar vooroordelen zijn alomtegenwoordig. (Fihlani 2011)
Volgens het rapport van het South African Institute of Race Relations (southafricanews 2012) werden er in Zuid-Afrika in 2010/116 44 moorden, 181 seksuele misdrijven, 278 overvallen en 678 inbraken per dag gepleegd. De politie arresteerde gemiddeld 413 mensen per dag in verband met drugsgerelateerde criminaliteit. (ibidem) Ook de overbevolking in de gevangenis, die met 52 procent groeide, vormt een probleem. (ibidem)
In de bijlage is een gedetailleerde tabel opgenomen die 20 verschillende misdrijven laat zien, onder andere moorden, moordpogingen, diefstallen en drugsgerelateerde misdrijven. In de tabel worden de criminaliteitscijfers tussen 1994 en 2011 vergeleken. (ibidem) Moorden en moordpogingen daalden respectievelijk met 52 en 55 procent maar in het algemeen is het optreden van misdrijven met 3 procent gestegen. (ibidem) Terwijl er minder moorden gepleegd werden, nam het aantal seksuele misdrijven met bijna 50 procent toe. (ibidem)
De meest opvallende groei is te zien bij drugsgerelateerde criminaliteit met een stijging van 228,1 procent. Als tweede volgt rijden onder invloed van alcohol en drugs met een
6
De data van 2010/11 zijn afkomstig uit het jaarverslag van de politie, namelijk van 1april 2010 tot 31 maart 2011. (southafricanews 2012)
13
toename van 159,5 procent. (ibidem) Hoewel de verbeteringen zeker de aandacht verdienen, heeft Zuid-Afrika nog een lange weg te gaan.
1.7 Aidsprobleem De aidsproblematiek is internationaal één van de meest besproken Zuid-Afrikaanse problemen hoewel het thema in dit land in zekere mate taboe blijft. Zuid-Afrika is het land met het grootste aantal mensen besmet met het hiv-virus. (unaids 2012:9) Uit statistische gegevens blijkt dat de meerderheid van mensen die met het hiv-virus besmet zijn, gevormd wordt door de zwarte bevolking. (Horáková 2007:154) De zwarte bevolking
heeft
in
het
algemeen
de
laagste
levensverwachting
van
alle
bevolkingsgroepen: gemiddeld 45 jaar, in tegenstelling tot 62 jaar bij gekleurde en 74 jaar bij blanke mensen. (Hofmeyr 2011:90)
De slechte situatie werd onder andere veroorzaakt door het passieve aidsbeleid van de ANC-regering. De voormalige president van Zuid-Afrika, Thabo Mbeki, heeft in zijn uitspraken de ernst van de situatie onderschat. Hij heeft het verband tussen hiv en aids ontkend en hij heeft bovendien geweigerd om antiretrovirale geneesmiddelen op de markt te brengen (ibidem). Hij heeft ook publiekelijk verklaard dat aids een westerse ziekte is dat een stereotiep en racistisch beeld van Zuid-Afrika geeft en dat antiretrovirale geneesmiddelen giftig zijn. (Worden 2012:161) Dit toont de slechte stand van zaken in de gezondheidszorg. Manto Tshabalala-Msimang, de voormalige minister van Volksgezondheid, raadde aan in plaats van antiretrovirale geneesmiddelen in te nemen wortelgroenten, knoflook, citroen en olijfolie te eten. (in Horáková 2007:154)
Na het controversieel aidsbeleid van Mbeki is er in de laatste jaren eindelijk succes geboekt in de aidsbestrijding. De situatie verbetert langzaam. Volgens het rapport van de Amerikaanse organisatie UNAIDS uit het jaar 2011, zijn nieuwe hiv-infecties in het land met 41% gedaald. (unaids 2012:9) Een andere belangrijke stap was de beslissing van de regering om de antiretrovirale behandeling goed te keuren. Zuid-Afrika verbeterde de toegang tot de medische diensten met een toename van 75% in de laatste twee jaar. (idem:17) Een gevolg daarvan is dat de levensverwachting van veel ZuidAfrikanen met een paar jaar is toegenomen.
14
1.8 Conclusie In de vorige paragrafen heb ik een beeld van het bevrijde Zuid-Afrika geschetst. Het land neemt de eerste plaats in op de ranglijst van meest ongelijke landen ter wereld. (Luirink 2013:34) De afstand tussen rijke en arme mensen is groot. Het onderwijs bevindt zich in een crisis vooral omdat het personeel niet genoeg kwalificaties heeft. (ibidem) En ondanks het feit dat Zuid-Afrika de meest ontwikkelde economie van het zuiden van Afrika heeft (Strategienota 33), hebben miljoenen mensen geen werk. Het land heeft het grootste antiretrovirale behandelingsprogramma ter wereld (Strategienota 9), maar de gezondheidszorg blijft in een slechte staat. Zuid-Afrika is ook nog niet veilig. Het aantal verkrachtingen en moorden is onrustbarend hoog. En ook corruptie is alomtegenwoordig in het land. (Luirink 2013:34)
15
2 Utopie en dystopie in de literatuur In dit hoofdstuk komen twee begrippen aan bod, namelijk utopie en dystopie. Ik defineer hier beide termen en ik besteed aandacht aan wat kenmerkend is voor utopische en dystopische literatuur. Verder beschrijf ik de bekendste utopische en dystopische werken, de gelijkenissen en verschillen tussen beide genres, hun populariteit en het belang voor de huidige maatschappij.
Om een goed beeld te krijgen van deze twee genres, baseer ik mij in dit hoofdstuk onder meer op het boek Dystopian Literature: A Theory and Research Guide (1994) van M. Keith Booker, “Dystopia Blog Series” van Robison Wells en de webpagina “Utopia and Dystopia”. Naar dit hoofdstuk zal ik dan verwijzen in mijn analyse waarin ik utopische en dystopische elementen in het boek Tikkop bespreek.
2.1 Utopische literatuur Al in de oudheid zijn er verschillende utopische beschrijvingen te vinden met een politieke visie op de ideale samenleving, bijvoorbeeld het Bijbelse boek Jesaja, het Gilgamesj-epos en Plato’s Politeia. (Bork2) In zijn werk beschrijft Plato een ideale staat waarin burgers gescheiden worden in verschillende klassen, geregeerd door de machtigste heersers. Eén van hun belangrijkste doelstellingen is om armoede te elimineren. (Utopian Society) Het woord “utopie” werd voor de eerste keer gebruikt in 1516 door de Engelse humanist en filosoof Thomas More. (Ferris2) In zijn werk Utopia (1516) beschrijft hij een ideale staat. De letterlijke betekenis van het woord “utopia” is “geen plaats”.7 Utopieën beschrijven vaak een eiland waar alles perfect is. (Ferris2) Volgens het Algemeen letterkundig lexicon is utopische literatuur een vorm van literatuur “waarin een verzonnen ideale samenleving wordt beschreven.” (Bork2) Utopische verhalen spelen zich dus af op plaatsen waar het leven en de samenleving aanzienlijk beter zijn dan in de echte wereld. (Wells2) 7
De term “utopia” komt uit het Griekse ou-topos (eu = geen, topos = plaats). Het kan ook een woordspel zijn op eu-topos, wat “goede plaats” betekent. Het woord “dystopia” is afgeleid van het Griekse dys-topos (dys = slecht, topos = plaats), slechte plaats dus. (Bork2)
16
Utopieën komen in verschillende literaire genres voor, onder andere in romans, essays en toneelstukken. (Hodrová 1987:80) De term “utopie” ligt ergens tussen filosofie en literatuur. (ibidem) Utopieën beschreven oorspronkelijk verhalen die zich in een fictieve plaats en tijd afspeelden. (ibidem) Vanaf de 19de eeuw begon de invulling van de term “utopie” steeds ingewikkelder te worden. In de 20ste eeuw hebben we zelfs te maken met het vermengen van utopie met sciencefiction. (ibidem) Utopieën worden dan ook vaak geassocieerd met dit genre. Deze vermenging ontstond omdat utopieën zich vaak “in een sterk geavanceerd technisch ontwikkelde samenleving of op andere planeten” afspelen. (Bork2)
Tot de belangrijkste utopische werken rekenen we Looking Backward (1888) van de Amerikaanse auteur Edward Bellamy, A modern utopia (1905) en The Shape to Things to Come (1933) van de Britse schrijver H.G. Wells en The Dispossessed (1974) van de Amerikaanse schrijfster Ursula K. Le Guin. (What is Utopia) Utopische werken zijn in Nederland en België vooral geschreven door auteurs zoals Willem van Haren, Hendrik Smeeks en Betje Wolff. (Bork2)
2.1.1 Kenmerken van utopische literatuur Het utopische verhaal speelt zich meestal af op een afgelegen plaats waar mensen volgens de principes van deze plaats leven. (What is Utopia) We kunnen meerdere soorten utopische samenlevingen onderscheiden (Utopian Society). Ecologische utopieën zijn samenlevingen die in een perfecte balans met de natuur willen leven. In economische utopieën hebben burgers banen van hun keuze en leven ze in een samenleving met een gelijke verdeling van goederen en zonder geld. In politieke utopische samenlevingen leeft de bevolking van de hele wereld in perfecte harmonie. In religieuze
utopieën
bestaat
er
alleen
één
gemeenschappelijke
godsdienst.
Wetenschappelijke utopieën spelen zich af in de toekomst waar de technologie en de wetenschap voor een hoge levensstandaard van de burgers zorgen, bijvoorbeeld een lang leven, of zelfs de afwezigheid van dood, armoede en ziektes. (ibidem)
In deze paragraaf baseer ik me vooral op de masterproef van Ineke Vanobbergen van de Universiteit Gent, Van droom naar nachtmerrie: Over de utopie en de dystopie (2008-
17
09). Ze karakteriseert de kenmerken van utopieën als volgt8: insularisme, totalitarisme, collectief geluk, zuiverheid, het belang van opvoeding en onderwijs, geweld en conservatisme en de relatie tot de hedendaagse maatschappij. (Vanobbergen 200809:10-16) In de volgende alinea’s licht ik deze kenmerken nader toe.
Het eerste kenmerk is het insularisme. In de utopie is er geen sprake over geschiedenis of toekomst. (Vanobbergen 2008-09:10) De utopische samenleving bevindt zich al in een ideale toestand en daarom bestaat er geen behoefte om iets te veranderen. (idem:11) Het gebied waar de utopie zich afspeelt, kan zowel in tijd als in ruimte onbereikbaar zijn. (idem:10) Contact met dit utopische gebied kan alleen via een reis of een droom opgenomen worden. (idem:10) Het totalitarisme treedt vaak in utopieën op. De utopische maatschappij stelt belang in de gemeenschap en niet in het individu. (Vanobbergen 2008-09:12) Het individu maakt deel uit van een groter geheel. (ibidem) Alles wordt gelijk verdeeld, bijvoorbeeld de arbeid. In de meeste utopische romans is er geen vrijheidsbeginsel te vinden, zelfs geen liefde en seksualiteit. (idem:12) Zo blijft de gemeenschap zonder “gevaarlijke” elementen. Utopische romans worden ook gekenmerkt door het belang van het detail en worden tot in de kleinste bijzonderheid beschreven. (idem:12) Het lijkt op een totalitair regime, waar alles goed functioneert “als elk detail en onderdeel zijn juiste plaats kent”. (idem:12)
In de utopische roman heeft iedereen zijn taak en lijkt gelukkig. (In Vanobbergen 200809:13) Er is geen armoede en ook geen hebzucht. (ibidem) De staat organiseert het geluk en het collectieve geluk van de maatschappij staat boven het individuele geluk. (idem:13-14) Persoonlijke verlangens en behoeften worden onderdrukt. (idem:14) Utopiërs streven naar zuiverheid. (Vanobbergen 2008-09:14) In een utopie is er vaak een strikte scheiding tussen de bevolking (vaak “wij”, de inwoners, en “zij”, de buitenstaanders) waarbij de ene groep bijvoorbeeld de vuile klusjes opknapt zodat de tweede groep “schoon” kan blijven. (ibidem) Zuiverheid heeft te maken met het
8
Vanobbergen heeft zich bij het samenstellen van de belangrijkste utopische kenmerken gebaseerd op de boeken Schrijven over morgen (1995) van L. Stynen en De erfenis van de utopie (1998) van H. Achterhuis.
18
uitsluiten van anderen en zo kan zuiverheid makkelijk tot zuivering leiden. (idem:1415) Zuivering kan ervoor zorgen dat een utopie in een dystopie verandert. (Vanobbergen 2008-09:14) In veel utopieën komt ook het belang van opvoeding en onderwijs aan bod. Opvoeding en onderwijs zijn belangrijk voor de toekomst. (Vanobbergen 2008-09:15) Door opleiding kunnen de utopiërs controle krijgen over hun toekomstige leiders. (ibidem) Dit element heeft te maken met de zuiverheid. Utopieërs proberen kinderen zo rein mogelijk op te voeden. (ibidem)
In een utopie wordt alles door een strikt systeem geregeld dat geen afwijkingen toelaat. (ibidem) Daarom komt geweld en conservatisme vaak voor. Het systeem moet blijven zoals het is, ook als geweld nodig is om de orde te handhaven. (idem:16) Een utopische maatschappij heeft geen behoefte aan vernieuwingen of verbeteringen omdat verondersteld wordt dat de maatschappij al perfect is. (idem:16) Het geweld en de waarheid zien we niet door de ogen van een inwoner, maar meestal door die van een buitenstaander. (Wells4) De dystopische elementen blijven dan niet langer verborgen. (In Vanobbergen 2008-09:16)
In utopische verhalen wordt vaak een beeld geschetst dat een tegenstelling vormt met de hedendaagse maatschappij en een beter alternatief van deze maatschappij laat zien. (ibidem) Veel utopische werken ontstaan “uit ontevredenheid over de hedendaagse maatschappij”. (Vanobbergen 2008-09:16) Bij het lezen van een utopisch werk is het nodig om aan de relatie tot de huidige maatschappij te denken. (ibidem) De utopische werken kunnen ook een beter alternatief van een historische realiteit beschrijven. (ibidem)
2.2 Dystopische literatuur Na de Eerste Wereldoorlog begonnen utopieën somberder en pessimistischer te worden. (Bork2) Dit feit had vooral te maken met de opkomst van totalitair-politieke stelsels, onder andere in Rusland of het facisme in Italië en Duitsland. (ibidem) Ook de snelle ontwikkeling van de techniek werd niet alleen meer als positief gezien. (ibidem) Een samenleving in de utopische literatuur kan in het verleden maar ook in de toekomst 19
geplaatst worden. (ibidem) Utopieën krijgen na de Eerste Wereldoorlog vaak een waarschuwend karakter met het beeld van de mens als slachtoffer van een te snelle ontwikkeling. (ibidem) De benaming “dystopie” is in dit geval meer geschikt. Het woord “dystopia” komt van het Griekse “dys”, wat “slecht” betekent, en “topos”, wat “plaats” is. De betekenis van het woord is natuurlijk meer dan “een slechte plaats”. De dystopie is volgens het Algemeen letterkundig lexicon “[h]et tegengestelde van de utopische literatuur”. (Bork1) Zoals uit voorgaande paragraaf blijkt, zijn de utopie en de dystopie echter met elkaar verbonden en is de grens tussen hen soms moeilijk te trekken. Eerst vestig ik de aandacht op de definitie van de dystopie en de bekendste dystopische literaire werken. Dan beschrijf ik een aantal kenmerken die in dystopische literatuur voorkomen. Gelijkenissen en verschillen tussen de utopie en de dystopie bespreek ik in paragraaf 2.3.
De eerste dystopische elementen zijn al te vinden in het oude Griekenland in een satirische reactie van Aristophanes op het utopisme van Plato. (Booker 1994:5) Eén van de bekendste dystopische werken is het boek 1984 (1948) van de Britse schrijver George Orwell, dat als een waarschuwing tegen totalitaire regimes gezien kan worden. Een ander voorbeeld is een kritiek op de Sovjet-Unie We (1920) van de Russische auteur Jevgeni Zamjatin of boeken zoals Do Androids Dream of Electric Sheep? (1968) van de Amerikaanse auteur Philip K. Dick, Children of Men (1992) van de Engelse schrijver P.D. James, The Giver (1993) van de Amerikaanse auteur Lois Lowry en de dystopische sciencefiction-roman Brave New World (1931) van de Brit Aldous Huxley. (Ferris 27-29) In de Nederlandstalige literatuur zijn de bekendste voorbeelden van dystopieën Blokken (1931) van F. Bordewijk en Het reservaat (1964) van Ward Ruyslinck. (Bork1)
Robison Wells, een Amerikaanse schrijver, wijst op het feit dat het niet zo gemakkelijk is om de dystopie te definiëren. (Wells1) Hij noemt twee redenen. De eerste is dat de definitie van het woord “dystopie” soms verward wordt met de definitie van het literaire genre. (ibidem) De vertaling van het Griekse woord “dystopia” is “een slechte plaats”. Sommige mensen beweren dan dat alle boeken die zich op “een slechte plaats” afspelen, tot de dystopie behoren. (ibidem) De tweede reden is dat de dystopische literatuur tot een grote trend is uitgegroeid. (ibidem) Het gebeurt vaak dat een boek dat bijvoorbeeld 20
tot de post-apocalyptische literatuur behoort, ten onrechte wordt geclassificeerd als dystopische literatuur. (ibidem) De beste definitie voor dystopie is volgens Wells “[u]topia with a fatal flaw”. (Wells1) Alle klassieke dystopieën, zoals The Giver, 1984 of Brave New World, tonen werelden die naar een perfecte samenleving streven maar daar een verschrikkelijke prijs voor betalen. (ibidem) Dystopische verhalen kunnen heel verschillende gebeurtenissen beschrijven. In We zijn huizen gemaakt van glas om de privacy te beperken. Miljoenen bijen sterven in Do Androids Dream of Electric Sheep?, wat tot een ernstig probleem leidt omdat bijen een belangrijke rol voor de mensheid spelen. In Children of Men komen verschillende oneerlijke praktijken en misbruik voor. In het boek The Giver verlaten jonge volwassenen armere landen op zoek naar een beter leven. Maar één van de gevolgen is dat ze de banden met hun eigen erfgoed verliezen. Soms vergeten ze hun eigen taal te spreken. In Brave New World worden massaal verdovende middelen verkocht. (Ferris 27-29) Alle deze dystopische verhalen gaan over een maatschappij waar iets mis is gegaan en waar de droom over een perfecte samenleving niet werd bereikt.
2.2.1 Kenmerken van dystopische literatuur Terwijl in utopische werken doorgaans een visie op de ideale samenleving wordt uitgewerkt, wordt in de dystopische literatuur vaker een negatief beeld van de toekomst geschetst dat gezien kan worden als waarschuwing voor de gevolgen van bepaalde maatschappelijke ontwikkelingen. (Bork1) In de dystopische literatuur speelt de samenleving en sociale structuur een belangrijke rol. (Wells3) Wells beschouwt de samenleving als het meest essentiële en centrale element van een echt dystopisch verhaal. (ibidem)
De personages van een dystopisch boek ontberen vaak bepaalde vrijheden en krijgen alleen beperkte informatie. (ibidem) Het merendeel van de informatie wordt namelijk verborgen voor het publiek. (ibidem) Soms is vrijheid niet het enige wat weggenomen wordt. In The Giver bijvoorbeeld zijn mensen de mogelijkheid verloren om plezier of pijn te ervaren. (ibidem) In We dragen mensen identieke kleren en in plaats van namen, hebben ze nummers waardoor ze hun persoonlijke identiteit verliezen. (ibidem) De staat 21
treedt vaak op met totalitaire controle. In dystopieën is er ook de illusie van een perfecte wereld aanwezig. (ibidem) Het doel van de samenleving is ondanks alles om een rustige en stabiele wereld te creëren. (ibidem) Niet al deze elementen zijn in elke dystopie aanwezig, maar ze zijn de belangrijkste segmenten van dit genre.
Met behulp van een dystopische held kunnen lezers inzicht krijgen in de samenleving in een dystopisch verhaal. (Wells4) Het gebeurt vaak dat deze held een geheim of vertrouwelijke informatie ontdekt. Hij voelt zich gevangen of geïsoleerd en is meer ideologisch dan praktisch ingesteld en bereid om grote risico’s te nemen. (ibidem) Dystopische protagonisten zijn vooral rebellen en ze besluiten vaak om een revolutie te beginnen, informatie te verspreiden of gewoon te ontsnappen. (ibidem) Deze held is bijna nooit een buitenstaander. Protagonisten die buitenstaanders zijn, kunnen we vaker in utopische verhalen vinden. (ibidem)
2.3 Gelijkenissen en verschillen Zowel bij de utopie als bij de dystopie is het vaak onmogelijk om het verhaal in een bepaalde tijd en ruimte te situeren wat voldoet aan de kenmerken van het insularisme. (Vanobbergen 2008-09:19) Utopieën en dystopieën bevatten soortgelijke elementen, zoals bijvoorbeeld de technologie en wetenschap. (What is Utopia) In utopische verhalen wordt geavanceerde technologie gebruikt om de levensomstandigheden van de bevolking te verbeteren, bijvoorbeeld door de afwezigheid van dood en lijden. In dystopische verhalen is de technologie alleen beschikbaar voor de groep mensen die aan de macht is om hun macht te verhogen. (What is Utopia) In utopische en dystopische verhalen is er één heerser of één groep mensen aanwezig die alle macht uitoefent. (Vanobbergen 2008-09:20) Terwijl in de utopie niemand te vinden is die aan zijn of hun macht twijfelt, veronderstellen personages in de dystopie dat deze heerser corrupt is of corrupt zal worden. (ibidem) Ook het totalitarisme komt niet alleen in utopieën maar ook in dystopieën voor. (Vanobbergen 2008-09:19) Maar de dystopie laat in grotere mate zien dat de maatschappij niet perfect is. Onvolkomenheden van de maatschappij worden niet verhuld en de lezer kan een goed beeld van deze dystopische wereld krijgen. (ibidem)
22
Het collectief geluk treedt ook op maar in dystopieën zijn er altijd personages die dit geluk niet delen. (idem:20)
Zuiverheid is een ander element dat vaak in beide genres voorkomt. Wat voor de ene groep een utopie is, kan voor anderen een beangstigende dystopie zijn. (idem:20) Als utopische denkers veel belang aan zuiverheid hechten, eindigt dat vaak gewelddadig, bijvoorbeeld als het over de zuiverheid van één ras gaat. (idem:20) Utopische gedachten kunnen dan snel in dystopieën ontaarden.
Bij het belang van opvoeding en onderwijs zijn er geen grote verschillen tussen beide genres, alleen dat in dystopische werken getoond wordt “dat het opvoedings- of onderwijssysteem niet deugt”. (Vanobbergen 2008-09:20) Een andere gelijkenis die in beide genres voorkomt, is de relatie tot de hedendaagse maatschappij. (ibidem) De utopische roman kan bestempeld worden als “een afspiegeling [...] van de eigen maatschappij”, terwijl we de dystopische roman “een uitvergroting van onze samenleving” kunnen noemen. (ibidem)
Wells geeft aan dat er een probleem is met het lezen van utopische fictie vanuit een modern perspectief. (Wells2) De utopische verhalen ontberen een belangrijk element, namelijk conflict. (ibidem) Zij presenteren naar zijn mening een theoretische wereld als sociaal commentaar. (ibidem) De dystopie kan dan gezien worden als een reactie op de utopie. Hij wijst verder op het feit dat utopische fictie naar de huidige maatschappelijke problemen kijkt en zich voorstelt hoe ze opgelost kunnen worden terwijl de dystopische fictie toont hoe ze nog erger kunnen worden. (ibidem) Hij noemt de dystopische literatuur een “reactionary genre for a dissatisfied audience”. (ibidem) Of de auteur voor een dystopische of een utopische wereld kiest, heeft waarschijnlijk te maken met zijn kijk op de wereld die optimistisch of pessimistisch kan zijn. (What is Utopia)
Booker geeft aan dat we dystopische literatuur geen specifiek genre kunnen noemen, maar liever “a particular kind of oppositional and critical energy or spirit”. (Booker 1994:3) Er bestaat volgens hem een groot aantal literaire werken die dystopische “energieën” bevatten. (ibidem) Het kan dus gemakkelijk gebeuren dat er dystopische elementen te vinden zijn in een boek dat niet tot de dystopische literatuur behoort.
23
(ibidem) Zelfs realistische kritieken van bestaande sociale omstandigheden hebben een dystopisch potentieel. (ibidem)
24
3 Analyse In dit hoofdstuk onderwerp ik de roman Tikkop aan een analyse. Ik onderzoek hier namelijk de elementen van dystopie en utopie die in de roman voorkomen. Deze roman beantwoordt niet aan alle kenmerken die tot de dystopie of de utopie behoren. Het is ook niet mijn bedoeling om Tikkop als een dystopische of utopische roman te bestempelen maar het valt niet te ontkennen dat er dystopische en utopische elementen in het verhaal aanwezig zijn. Dat wil ik in dit hoofdstuk laten zien.
Voordat ik aan de analyse begin, bespreek ik eerst Adriaan van Dis en zijn verhouding tot Afrika. Als tweede volgt een samenvatting van Tikkop. In de volgende paragrafen behandel ik enkele dystopische en utopische elementen die in de roman voorkomen.
3.1 Adriaan van Dis en zijn verhouding tot Afrika Adriaan van Dis (1946) groeide in Bergen op waar hij als het enige kind van een Indische Nederlander en een boerenmeisje uit Breda werd geboren. Behalve schrijven is hij journalist en televisiepresentator. In de lage landen is hij vooral bekend om zijn literaire praatprogramma Hier is... Adriaan van Dis (1983-1992). Al tijdens zijn studie werkte hij als redacteur bij NRC Handelsblad. Als schrijver werkt hij vooral met twee thema’s, namelijk Nederlands-Indië en Zuid-Afrika.9
Van Dis schreef veel reisliteratuur, bijvoorbeeld Het beloofde land (1990) over een ontdekkingstocht door de Karoo in Zuid-Afrika, In Afrika (1991) en Waar twee olifanten vechten – Mozambique in oorlog (1992). In 2008 presenteerde hij de zevendelige tv-reeks Van Dis in Afrika, waar hij door zuidelijk Afrika reisde. Hij heeft ook de Van Riebeeck-penning gekregen van de Nederlands-Zuidafrikaanse Vereniging en wel voor zijn “langdurige bijdrage aan de culturele en taalkundige betrekkingen tussen Nederland en Zuid-Afrika, die zich kenmerkt door onder meer zijn doctoraalscriptie over Breyten Breytenbach, zijn romans Het beloofde land en Tikkop,
9
Biografische gegevens over Adriaan van Dis zijn van de pagina www.adriaanvandis.nl overgenomen.
25
de met de Nipkowschijf bekroonde tv-serie Van Dis in Afrika en zijn vele krantenartikelen”.10 Dit alles impliceert dat Afrika, en vooral Zuid-Afrika, invloed op zijn werk heeft. “Ik heb een hele vreemde band met zwarte mensen,” zei hij bijvoorbeeld in een interview met Bart Luirink. (Luirink) Als kind al raakte hij gefascineerd door Afrika. Uit deze verwondering ontstond later betrokkenheid toen hij in de jaren zeventig in Zuid-Afrika ging studeren. (ibidem) Daar heeft hij voortreffelijk Afrikaans leren spreken. Adriaan van Dis' liefde voor Zuid-Afrika en ook voor de Afrikaanse taal komen ook in Tikkop duidelijk naar voren. Dit blijkt vooral uit de prachtige natuurbeschrijvingen en het grote aantal zinnen in het Afrikaans: Ja, dis ’n geweldige land hierdie, ’n land van dansende volstruise, biltong, braaivleis, heerlike wyne, die lekkerste kos, die voorste wildtuine, spoggerige eethuise, o, dis so’n prachtige en wye land. (48)
3.2 Een beknopte samenvatting Tikkop werd door critici in het algemeen goed ontvangen. Jeroen Vullings noemt het boek een semi-autobiografische roman die “een aanmerkelijk plezierige [...] leeservaring [biedt]”. (Vullings 2011) Aan de andere kant is het volgens Arnold Heumakers geen “markante roman”. (Heumakers 2011) Eén van de meest enthousiaste recensies verscheen in De Tijd, waar Frank van Dijl het boek als “[m]isschien de beste Van Dis ooit” bestempelde. (Van Dijl 2010) Volgens Pieter Steinz serveert Van Dis in het boek de harde werkelijkheid van “een dog-eat-dog-samenleving”. (Steinz 2010) Hij noemt Van Dis de Nederlandse Graham Greene:
Tikkop is rijker, dieper en ook humoristischer dan zich in duizend woorden laat samenvatten. [...] Van Dis is onze eigen Graham Greene, een schrijver-reiziger die verre buitenlanden gebruikte als brandpunt voor morele kwesties en zo wist te raken aan the heart of the matter. (ibidem) Ook in Zuid-Afrika is de Afrikaanse vertaling van het boek goed ontvangen want “[s]oms is de blik van een buitenlander nodig om de waarheid over het nieuwe Zuid10
“Laudatio Adriaan van Dis: 23 april 2011 Marmerzaal KIT, Amsterdam”. Geraadpleegd via http://www.adriaanvandis.nl/result_interview.asp?Id=23.
26
Afrika op te schrijven.” (Eina der Merwe in Dis) Het boek werd behalve naar het Afrikaans (Tikkop) ook naar Deens (Tik), Engels (Betrayal) en Italiaans (Tradimento) vertaald. De roman kwam in 2010 uit en werd voor de Libris Literatuur Prijs 2011 genomineerd. Tikkop was ook te vinden op de longlist van de AKO Literatuurprijs 2011.
Tikkop gaat over twee vrienden die in de jaren zeventig in Parijs betrokken waren bij de strijd tegen de apartheid. Mulder, één van hen, is vanwege een aantal beroertes een deel van zijn herinneringen aan die tijd kwijt. Na een ontmoeting in Parijs met zijn oude vriend Donald, een blanke Zuid-Afrikaan, werd hij uitgenodigd om naar Zuid-Afrika te komen om zijn herinneringen aan vroeger op te halen. Na zijn aankomst ontdekt hij langzamerhand dat het nieuwe Zuid-Afrika niet zo veel veranderd is. Mulder en Donald vragen zich af wat er van hun dromen is uitgekomen. De blanken wonen nog altijd gescheiden van de zwarte Afrikaners en verschuilen zich in hun villa’s achter hoge muren.
De titel van het boek is een verwijzing naar Hendrik, een drugsverslaafde, die ze samen proberen te redden. Hij is de zoon van een gekleurde oesterverkoopster en een Chinese matroos. Zoals veel andere jongens in het dorp, is hij verslaafd aan de goedkope drug met de naam “tik”11. “Het was een gangsterdrug. Tik vrat je hersens weg. Je geheugen. Je gevoel. Je geweten.” (39) Donald en Mulder proberen hem samen te laten afkicken en op het rechte pad te brengen.
3.3 Dystopische elementen in Tikkop Van Wyk wijst erop dat de term dystopie vooral gebruikt wordt als verwijzing naar toekomstromans en sciencefiction maar het kan ook van toepassing zijn op eigentijdse romans. (Van Wyk 2011:58) Dat laatste gaat op voor Tikkop, dat duidelijk geen toekomstroman, noch scienfictionboek is. Zoals al aangegeven, is de genre-aanduiding “dystopie” de laatste jaren in opmars. Meer dan ooit tevoren wordt in de media over de “boosdoeners” gesproken zoals bijvoorbeeld milieuproblemen, criminaliteit, een ongelijke welvaartsverdeling en de drugsproblematiek. Dat veroorzaakt bij mensen 11
“Tik is de Zuid-Afrikaanse naam voor crystal meth, een zware en verslavende vorm van speed.” (Posthumus 2014)
27
zorgen over hun toekomst en verklaart ook de toenemende populariteit van dystopie in de literatuur.
Met het gebruik van dystopische elementen kan de auteur proberen om een samenleving te laten zien die slechter is dan de samenleving waar de lezer in leeft. (In Van Wyk 2011:58) Op deze manier kan de roman een waarschuwend karakter krijgen. Klassieke dystopieën, zoals bijvoorbeeld 1984 en Brave New World, tonen werelden die naar een perfecte samenleving streefden maar daar een prijs voor moesten betalen. (Wells1) In Tikkop krijgen we het beeld van het nieuwe Zuid-Afrika na de bevrijding. Van Dis, die voor hij begon te schrijven een maandenlang onderzoek in Zuid-Afrika heeft gedaan, probeert met dit boek de realiteit van het bevrijde Zuid-Afrika aan Europanen te laten zien. De huidige situatie in het “nieuwe” land toont dat alle utopische plannen van het verleden mislukt zijn.
3.3.1 De dichotomie tussen blanke en zwarte inwoners Tikkop is gesitueerd in een naamloos visserdorpje aan de West-Kaap. Dit dorpje, waar ook Donald woont, is eigenlijk in tweeën verdeeld. Boven op de duinen leven de blanken en beneden aan de onveilige kustlijn woont de arme zwarte bevolking. De blanken verschuilen zich achter hoge muren met schrikdraad. De raciale ongelijkheid bestaat nog altijd. De plaats waar het vissersdorp ligt, noemt Donald het “onderdorp” (29). Als Mulder vraagt of de vissers die plaats zelf hebben uitgekozen, vertelt Donald hem dat de vissers vroeger hoog in de duinen woonden, “tot de Apartheid ook in het dorp werd ingevoerd: alle vissers achter de haven. Sociale reconstructie heette dat [...]”. (29) Maar ook na het afschaffen van de apartheid blijft de situatie onveranderd. Als Mulder met de oesterverkoopster Charmein praat, zegt ze dat ze in werkelijkheid niet bevrijd zijn. (53) Ze denkt dat het vroeger tijdens de apartheid in het onderdorp beter was: “Vroeger zaten daar nog lampen in de lantaarns, vroeger kon je daar als vrouw ’s avonds veilig lopen, vroeger was daar geen kind aan de tik.” (53-54)
De Nederlander Mulder gaat in het visserdorpje tijdelijk wonen op uitnodiging van zijn oude vriend Donald. Hij wil in het dorpje kennis maken met het nieuwe Zuid-Afrika. Donald overtuigt Mulder om naar zijn huis, dat het grootste huis op de duinen is (8), te komen wonen omdat “[g]rijskoppen als jij en ik in een veilige buurt [horen]” (8). 28
Mulder weigert zijn aanbod en besluit om in een klein huisje te wonen. Het huis is eenvoudig ingericht ook omdat mensen zonder luxe veiliger wonen (7) - zo zegt een briefje achtergelaten door de makelaar. Hij woont tussen de blanken maar met uitzicht op het vissersdorp en de haven waar de zwarten wonen. Een wasmachine heeft hij ook maar die gebruikt hij om zijn waardevolle spullen in te verstoppen. (21) En hij moet aan de “legers” van mieren wennen die door zijn kamers marcheren. (10)
De ruimte speelt in de roman een belangrijke rol. Vanwege het gesplitste dorpje is de ongelijkheid van de bevolking beter zichtbaar. De duinen creëren “een kloof” tussen de blanken en de zwarten. Terwijl de blanken zich veilig in hun villa’s verschuilen, wonen de zwarten laag, dichtbij de zee, “kwetsbaar voor regens en springtij” (29). Hoe dichterbij bij de zee, hoe meer de huizen verkrotten en de lucht ruikt naar stront en pis. (24) “De school was afgebrand. Ook de lantaarnpalen waren gesloopt, maar er hingen wel stroomdraden tussen de daken, luie slingers van zinkplaat tot zinkplaat.” (24)
De voorstelling van de Zuid-Afrikaanse bevolking in Tikkop is vol van stereotypen. De blanken worden gekarakteriseerd als bange mensen die hoge muren bouwen om zich daarachter voor de zwarten te verstoppen. In de representatie van de zwarte bevolking bestaat volgens Van Wyk (2011:61) eveneens een dichotomie. Aan de ene kant zijn er vissers, “bewakers van Afrikaans” (ibidem). “Zij spreken een prachtig Afrikaans, ze halen de mooiste woorden uit hun netten op [...]” (31), schrijft Van Dis. Aan de andere kant zijn er onder andere de perlemoensmokkelaars en tikverslaafden, die in staat zijn om alles te doen voor een beetje tik.
Ook Donald, die in het verleden tegen de apartheid streed, woont nu in een villa in een wijk voor blanken. Hij zou misschien graag tussen de vissers willen wonen, maar het zou daar te gevaarlijk zijn voor hem. Zuid-Afrika is al jaren bevrijd, maar de zwarten blijven in het onderdorp wonen, terwijl de blanken vanuit hun villa’s op de duinen op hen neerkijken. Volgens mij wil Van Dis door de voorstelling van de bevolking en de indeling van het dorpje laten zien dat er tussen de zwarten en de blanken nog grote verschillen bestaan. Met de bevrijding is de omgang tussen de verschillende bevolkingsgroepen niet veranderd.
29
3.3.2 De representatie van het “nieuwe” Zuid-Afrika Niet alleen de zwarte bevolking, maar ook de blanken zijn ontevreden. Als Mulder samen met zijn buurvrouw Stienie met de auto naar een huisarts in het zogeheten Distriksdorp rijdt, is het ongeveer honderd kilometer ver. “We leven ver van de beschaving... geen behoorlijke winkels, geen dominee, geen hoger onderwijs, bioscoop, sportveld,” (35) klaagt ze. Het is niet zo gemakkelijk om in Zuid-Afrika op te groeien. Ook haar drie zonen leven nu in Australië omdat er voor hen in Zuid-Afrika geen toekomst was. “They can’t get good jobs here you know,” (38) voegt ze eraan toe. Stienie wijst ook op een ander probleem met betrekking tot de zwarte bevolking. Er zijn veel ongehuwde moeders in het dorp omdat ze dan met de kinderen een beetje geld van de staat kunnen krijgen (42). Jonge mensen gebruiken geen condooms en veel meisjes zijn al voor hun zestiende zwanger. En alsof dat nog niet genoeg is, zijn ze vaak ook aan tik verslaafd. Later op die dag wordt de tas van de buurvrouw uit de auto gestolen (46). “Ja dis ’n geweldige land, waar anders skiet hulle jou brein pap vir ’n cell phone?” (48)
Iedereen in de blanke buurt kent wel iemand die Zuid-Afrika voorgoed heeft verlaten. Zuid-Afrika is niet voor iedereen. Eén van de buurmannen van Stienie constateert dat er ongeveer één miljoen van hen naar Londen verhuisden (48). En ook als men een krant opendoet, is er alleen maar negatieve informatie:
Het bloed van de student die op klaarlichte dag in een park met negen messteken om het leven werd gebracht – zomaar. Het bloed van duizenden aangerande vrouwen en mannen. Het bloed dat vloeide in de taxioorlogen. Het bloed van een zeven maanden zwangere vrouw die door een autodief in de buik werd geschoten en daarna een lam kind ter wereld bracht. Het koude bloed van kadavers die in lijkenhuizen werden gemold voor morbide rituelen. Nieuws waar de voorpagina’s van rilden. (49) En dat is niet alles. Elke dag sterven duizenden mensen aan aids. En na de dood krijgen ze geen rust omdat sommige dieven zich in Zuid-Afrika voor kisten interesseren. “Geweldig, het land waar een kist een tweede leven krijgt.” (49) Met de politiek gaat het niet beter. Als iemand rijk wil worden, gaat het nergens anders zo snel - maar alleen door stelen, bedriegen en corruptie. Zuid-Afrika wordt in Tikkop geschetst als een land dat met echte problemen kampt: “Een kansenland, waar een schoolhoofd drugs aan zijn leerlingen verkocht en de helft van de jeugd de kans liep slachtoffer van een misdrijf te 30
worden.” (49) Mulder herinnert zich ook het verhaal van een schoolmeisje. Op een dag werd ze door een jeugdbende verkracht. Na een week lieten ze haar gaan. Maar toen ze naar de politie ging, werd ze “veelvuldig door bewakers en agenten in haar kont geneukt.” (49)
Zuid-Afrika wordt hier dus getoond als een land waar verkrachtingen vaak voorkomen en waar het gemakkelijk is om met drugs in contact te komen, ook als het om kinderen op school gaat. En de politie wordt ook niet als betrouwbaar en geloofwaardig gezien. “Een bevrijd land en toch was het er gevaarlijker dan waar ook ter wereld.” (50)
3.3.3 Donald als een dystopische held Van Wyk (2011:58) noemt Donald een “ontnugterde Afrikaner-intellektueel”. Zijn dromen over het nieuwe bevrijde Zuid-Afrika zijn niet uitgekomen. Nieuwe bewindhebbers gedragen zich net als die oude tijdens de apartheidsregering; ze zijn even corrupt en opportunistisch. De nieuwe zwarte machthebbers willen zich gewoon nog meer verrijken ten koste van de arme vissers. Donald probeert iets te doen voor de zwarte bevolking, maar in de vissersgemeenschap is hij geïsoleerd. Hij voldoet aan een aantal kenmerken van een dystopische held. Vooral door hem en Mulder krijgen we een beter inzicht in de samenleving in het visserdorpje. Dystopische protagonisten voelen zich vaak geïsoleerd of gevangen. Donald beantwoord ook aan dit kenmerk – in het dorpje gedragen de vissers zich vijandig tegenover hem en hij voelt zich daar geïsoleerd, alsof hij daar niet hoorde. Dystopische helden zijn bijna nooit buitenstaanders, zoals we ook bij Donald kunnen zien. Ook in Parijs hoorde Donald niet echt bij de “comrades” (212). En nu woont hij weliswaar tijdelijk in het dorp waar hij niet bij de zwarten noch bij de blanken hoort in een land dat hem niet wil. (212) Donald is teleurgesteld en vraagt zich af of hij trots kan zijn op Zuid-Afrika. “Moet ik trots zijn op corrupte leiders, op tienduizenden schoolkinderen zonder leerboek, op zelverrijking en haat tegen buitenlanders.” (212) Met deze zinnen refereert Donald aan een aantal problemen waaronder Zuid-Afrika gebukt gaat, onder andere de corruptie en het slechte onderwijs. Hij verwijst ook naar het
slechte onderwijssysteem.
In dystopieën wordt
vaak getoond dat
het
onderwijssysteem niet deugt. Donald gaat verder op in de positie van de blanken in het 31
nieuwe Zuid-Afrika. Als Mulder hem vraagt of de situatie in Europa beter is, geeft Donald een ontkennend antwoord, “maar in Europa kan je in onschuld leven, in ZuidAfrika draag je als blanke een verleden met je mee.” (212)
Zoals al aangegeven, zijn dystopische helden vaak meer ideologisch dan praktisch ingesteld. Ze besluiten vaak om een revolutie te beginnen of om iets te veranderen. In de jaren zeventig in Parijs probeerde Donald samen met Mulder om iets te doen tegen de apartheid maar na de jaren van democratie ziet hij dat het eigenlijk weinig heeft uitgehaald. In Zuid-Afrika is er met de democratie niet zo veel veranderd.
3.3.4 Hendrik als symbool van ontnuchtering Donald wenst iets te doen. Daarom ontfermt hij zich samen met Mulder over Hendrik, een jonge drugsverslaafde. Hendrik leeft met zijn moeder Charmein in het laagste deel van het onderdorp. (97) Mulder en Donald besluiten samen om Hendrik te laten afkicken in Donalds huis. “Als Hendrik het haalt, komt ’t allemaal weer goed.” (187) Ze denken dat het beter is om iets kleins te doen dan niks. Ze willen dat onder meer bereiken door Hendriks eetgewoontes te veranderen en veel te zwemmen. Maar Mulder vraagt zich af of het genoeg is “om een verslaving uit te zweten, zit het niet dieper?” (166) Deze zin is naar mijn mening ook een verwijzing naar de situatie in het nieuwe Zuid-Afrika. De apartheid werd al lang geleden afgeschaft, maar veel blijft ongewijzigd. Er moet meer veranderd worden dan de wet. De bevolking van het vissersdorp is boos. Waarom zouden twee blanke mannen voor een “bruin seun” (170) zorgen? Volgens hen gedraagt zich Donald als een baas van het dorp. Tenslotte gaat Hendrik ervandoor, met de laptop van Mulder. Hendrik werkt in het boek als een symbool van hun ontnuchtering van het land. Ook ondanks het feit dat Mulder liever tussen de zwarte vissers zou willen wonen, verschuilt hij zich achter hoge muren met schrikdraad zoals alle andere blanken: Een paar uur later kwam de sleutelsmid uit Distriksdorp. Alle sloten werden vernieuwd, er zou een nieuwe garagedeur komen, en aan drie kanten schrikdraad, vier draden hoog. Armed Response werd gebeld – gespierde vetnekken die huizen van de rijken op een bewakingssysteem aansloten. (203)
32
Hun droom over een toekomst voor Hendrik is niet uitgekomen. Hendrik kan naar mijn mening gezien worden als een symbool voor het “nieuwe” Zuid-Afrika en voor de strijd tegen de apartheid in Parijs. Deze eindigde ook met een teleurstelling. Mulder, die naar het land kwam om te zien hoe het met het bevrijde Zuid-Afrika gaat, overtuigt nu Donald om “dat fokken dorp” (206) te verlaten. “Hendrik was een lost case.” (207) Hun inspanning leidde alleen maar tot een teleurstelling. Het eindigde met Hendrik zoals met hun dromen over Zuid-Afrika.
3.3.5 Brieven aan een gevangene Aan het begin van het boek haalt Mulder een kaartje van een prikbord in een supermarkt in Distriksdorp (40), dat een verzoek is van een gevangene die met iemand wil corresponderen. Over dit kaartje is er aan het einde van de roman sprake als Mulder besluit om een brief aan deze gevangene te schrijven. Voordat hij het land verlaat, wil hij nog iets doen. Hij weet niet of hij dat uit schuldgevoel doet of uit solidariteit maar hij heeft het gevoel dat hij die brief moet schrijven. “Gast in het duurste hotel van het land is begaan met man in gevangenis. Mooie troost.” (214) Na twee brieven waarmee hij niet tevreden is, lukt het hem bij een derde poging om de “juiste” brief te schrijven. “Waarom heb je je laten pakken?” (214) Met deze zin begint de eerste brief. Volgens Van Wyk (2011:62) is deze brief vol leedvermaak. Verder schrijft Mulder over zijn uitzicht over de Tafelberg vanuit “het duurste hotel van het land.” (214) Dan beschrijft hij zijn dromen waarin hij kan vliegen; maar eenmaal wakker heeft hij het gevoel dat hij gevangen zit. “Ja, ook in vrijheid zitten we gevangen.” (214) Met deze zin maakt Van Dis volgens mij een toespeling op de huidige situatie in Zuid-Afrika. Het begin van de democratie veranderde veel maar zoals uit het eerste hoofdstuk van mijn scriptie blijkt, kampt Zuid-Afrika nog steeds met een aantal problemen. Het einde van de segregatie was een grote stap naar voren maar ook na 20 jaar van vrijheid voelen mensen zich “gevangen”. Deze laatste zin schrapt hij onmiddelijk. Naar mijn mening wil hij niet over negatieve dingen schrijven zoals bijvoorbeeld in de media gebruikelijk is. Dit heeft volgens hem geen zin want “[d]e waarheid biedt een gevangene geen ontsnapping.” (215)
33
“Jij zit vast in een land dat ik heb helpen bevrijden (215)”: met deze woorden begint Mulders tweede poging. Hij wilde een held zijn maar hij was te bang en te lui. Toen hij tot de “comrades” behoorde, stelde hij zich veel van het bevrijde Zuid-Afrika voor:
Een Zuid-Afrika met burgerrechten voor iedereen, geen namaak-Europa, maar een Afrikaans land dat alle vooroordelen over het continent zou verpletteren, met goede scholen, en genoeg nationaal verstand om ook een zooitje blanken en plaats te gunnen. (215) Maar de werkelijkheid zag er anders uit. Toen de vrijheid eindelijk kwam, maakte het de mensen bang want ze moesten plotseling alles met anderen delen. Onmiddelijk hebben ze muren opgetrokken: “Overal muren: langs wegen, om de steden, om huizen, om henzelf.” (215) Volgens Mulder leefden mensen in Zuid-Afrika te lang gescheiden. Ze kwamen niet in contact met de anderen. Maar na de bevrijding zijn de verhoudingen tussen de zwarten en de blanken niet veranderd. “Clichés. Prullenbak.” (215) Ook met de tweede brief is hij ontevreden. Volgens Van Wyk (2011:62) is deze tweede brief gesteld “in die toon van ontnugtering”. Mulder voelt zich teleurgesteld omdat hij zich het bevrijde land waarvoor hij streed anders heeft voorgesteld. Tikkop gaat in tegen naïve voorstellingen over een democratisch Zuid-Afrika.
De derde poging om een brief te schrijven is eindelijk een succes. Hij schrijft een brief over de directeur van de Fraternité12, Duriez. Deze Duriez heeft een paar keer in de gevangenis gezeten. Mulder schrijft: “De gevangenis zit in ons hoofd. Het breekijzer ook.” (217) Hij neemt hier afstand van zijn fanatisme. In tegenstelling tot de eerste twee brieven, is deze meer idealistisch, dromend van de toekomst en utopisch van inhoud. (Van Wyk 2011:62) “Fantaseer je vrij. Verzin een uitzicht achter je muur.” (217) Mulder suggereert met deze zinnen dat het denken van mensen veranderd kan worden.
3.4 Utopie in dystopie Zoals uit het onderstaand citaat blijkt, is de dystopie soms als een waarschuwing nodig om over een betere toekomst te kunnen dromen: “[D]ystopian warnings of impending
12
“een organisatie die ballingen en dissidenten uit de derde wereld klaarstoomde voor taken in hun nog te bevrijden landen” (216)
34
nightmares are ultimately necessary to preserve any possible dream of a better future.” (Booker in Van Wyk 2011:63) Dystopieën tonen vaak hoe de huidige maatschappelijke problemen nog erger kunnen worden. (Wells2) In Tikkop is het anders. Met het boek probeert Van Dis om een beeld van het huidige Zuid-Afrika te geven als een land dat met veel problemen kampt. Maar er zit ook hoop in het boek.
Een voorbeeld ervan is te vinden aan het einde van Mulders derde brief aan de gevangene, waarin hij schrijft: “Verzin een toekomst, voor jezelf, voor je land. En klaag niet over verloren tijd. Tijd kan je niet verliezen. Tijd is er.” (215) De toekomst van het land hangt af van de bevolking. Aan het einde van het boek zit Mulder in het vliegtuig. Hij praat met de man naast hem die Mulder zegt dat hij bang is dat de zwarten het in Zuid-Afrika echt voor het zeggen krijgen. (220) “Dat is wel de bedoeling,” zegt Mulder. (220) Er moet meer veranderd worden dan de grondwet, namelijk het denken van mensen. Tijdens zijn geheugenreis ontdekte Mulder dat hij naar de wereld moet kijken zoals die is: “Onrechtvaardig. Mooi soms. (219)”. Zuid-Afrika is nog altijd een jong land waar in de toekomst veel kan worden veranderd. “Achter het sap glimmerde ook een betere toekomst - het land koesterde grote verwachtingen. (218)”
3.5 De verwijzing naar de Europese maatschappij Het is duidelijk dat Tikkop over het huidige Zuid-Afrika gaat, ongeveer 20 jaar na de afschaffing van de apartheid. Maar er zijn ook een paar verwijzingen naar de Europese samenleving te vinden. Als Mulder en Donald samen in een restaurant eten, zijn alle gasten wit en alle bediendes zwart. “Dat eet toch niet lekker,” zegt Mulder. Donald reageert daarop met “Zeg je dat ook in Parijs? Met al die illegalen in de keuken.” (118) Ook andere landen kampen met problemen, niet alleen Zuid-Afrika.
Van Dis vestigt in de roman ook aandacht op de Nederlandse maatschappij. De tweede verwijzing bevindt zich aan het einde van Tikkop als Mulder in het vliegtuig zit en een Nederlandse krant opendoet. “Islam, veel islam en angst voor de toekomst.” (220) Deze zin moeten we natuurlijk lezen in de context van Nederland en de verhouding van de Nederlandse bevolking met de immigranten, vaak moslims. 35
Conclusie Tikkop is een boek dat vragen oproept. Is er met het afschaffen van de apartheid iets in Zuid-Afrika veranderd? Rassenscheiding is niet langer in de grondwet vastgelegd maar in de praktijk is het anders. Ook twintig jaar na de val van de apartheid wordt ZuidAfrika door sociale en raciale segregatie getekend. Het gaat slecht met het “bevrijde” land. In Tikkop staat de drug “tik” centraal maar het is niet de enige “boosdoener” in het vissersdorp. De burgemeester is corrupt, de vissers zijn arm, blanken emigreren naar andere landen en er heerst misdaad. Zo ziet Van Dis’ visie op het nieuwe Zuid-Afrika eruit.
Is het pessimisme van Adriaan van Dis gerechtvaardigd? Als antwoord op deze vraag kan het eerste hoofdstuk van mijn scriptie dienen waarin ik de huidige problemen van het land besproken heb. Het beeld van Zuid-Afrika dat Van Dis in zijn boek schetst, kan ook als een reactie gezien worden op het “toeristische” beeld ervan, een “namaakEuropa” die westerse waarden volgt: [...] de Kaap zoals veel blanken hem graag zagen: een Europese Kaap – een toonbeeld van de eigen beschaving. De Kaap van La Bri, Dieu Donné, Domaine d'Ivoir... Afrika was weggeploegd. Hier geen krotten en bedeljongens die bij een stoplicht ongevraagd je auto kwamen wassen. (127) In deze scriptie onderzocht ik in welke mate het beeld van Zuid-Afrika in Tikkop dystopisch is en of er ook elementen van utopische verhalen te vinden zijn. Uit mijn analyse blijkt dat het boek aan een aantal kenmerken van de dystopie voldoet. Eén van de hoofdpersonages kan als een dystopische held gezien worden. En een kloof tussen de blanken en de zwarten gecreëerd door de duinen, de voorstelling van de bevolking en het representatie van Zuid-Afrika hebben ook met de dystopie te maken. Tikkop laat zien dat de Zuid-Afrikaanse samenleving toe is aan verandering. De samenleving en sociale structuur, die volgens Wells de centrale elementen van een echt dystopisch verhaal vormen, spelen in het boek een belangrijke rol. (Wells3) Ik verwijs naar Booker (1994:3) die veronderstelt dat alle boeken die een soort kritiek van sociale omstandigheden bevatten, een dystopisch potentieel hebben.
36
Dystopieën en utopieën ontstaan vaak uit de ontevredenheid over bepaalde maatschappelijke ontwikkelingen. De dystopie kan dan voor een schrijver ook als “wapen” fungeren. Tikkop kan gezien worden als een politieke aanklacht tegen de huidige situatie in Zuid-Afrika. Met het boek appelleert Van Dis aan sociale en morele vraagstukken en probeert om de lezer hierover aan het denken te zetten.
37
Bibliografie Berlinger 2012: Joshua Berlinger, “The 50 Most Dangerous Cities In The World”, 2012. Geraadpleegd op 29 maart 2014 via http://www.businessinsider.com/most-dangerouscities-in-the-world-2012-10?op=1.
Booker 1994: M. Keith Booker, Dystopian Literature: A Theory and Research Guide. Westport, Connecticut – London: Greenwoord Press, 1994, p. 1-9. Geraadpleegd op 28 februari 2014 via http://edwardsenglish112.files.wordpress.com/2011/02/intro-todystopian-lit.pdf.
Bork1: G.J. van Bork, D. Delabastita, H. van Gorp, P.J. Verkruijsse en G.J. Vis, “dystopie”. In Algemeen letterkundig lexicon, 2012. Geraadpleegd op 28 februari 2014 via http://www.dbnl.org/tekst/dela012alge01_01/dela012alge01_01_00794.php.
Bork2: G.J. van Bork, D. Delabastita, H. van Gorp, P.J. Verkruijsse en G.J. Vis, “utopische literatuur”. In Algemeen letterkundig lexicon, 2012. Geraadpleegd op 28 februari 2014 via http://www.dbnl.org/tekst/dela012alge01_01/dela012alge01_01_02765.php. Dis: Anoniem, “Tikkop ook ik Zuid-Afrika goed ontvangen”, z.j. Geraadpleegd op 29 maart 2014 via http://www.adriaanvandis.nl/result_nieuws.asp?Id=2317.
Ferris: Harley Ferris, A Study in Dystopian Fiction. Jacksonville University, z.j. Geraadpleegd op 3 maart 2014 via http://www.ju.edu/JRAD/Documents/ferrisdystopian_fiction_final.pdf. Fihlani 2011: Pumza Fihlani, “South Africa's lesbians fear 'corrective rape'”, 2011. Geraadpleegd op 5 februari 2014 via http://www.bbc.co.uk/news/world-africa13908662. Goldman Sachs 2013: Anoniem, “Two Decades of Freedom: What South Africa Is Doing With It, And What Now Needs To Be Done”, 2013. Geraadpleegd op 10 januari 38
2014 via http://www.goldmansachs.com/our-thinking/focus-on/growth-markets/colincoleman/20-yrs-of-freedom.pdf. Heumakers 2011: Arnold Heumakers, “Alleen maar sensatie is lang niet genoeg”. In: NRC Handelsblad, 5 mei 2011. Geraadpleegd op 1 maart 2014 via http://www.literom.knipselkranten.nl/IndexJs?165901. Hodrová 1987: Daniela Hodrová, Poetika české meziválečné literatury. Praha: Československý spisovatel, 1987, p. 80-104. Geraadpleegd op 16 maart 2014 via http://www.ucl.cas.cz/edicee/data/sborniky/1987/PCML/5.pdf.
Hofmeyr 2011: Jan Hofmeyr, From Inequality to Inclusive Growth: South Africa's pursuit of shared prosperity in extraordinary times. Cape Town: The Institute for Justice and Reconciliation, 2011. Geraadpleegd via www.aleph.muni.cz. Horáková 2007: Hana Horáková, Národ, kultura a etnicita v postapartheidní Jižní Africe. Hradec Králové: Gaudeamus, 2007. Jewkes 2012: Rachel Jewkes e.a., “What we know – and what we don't: Single and multiple perpetrator rape in South Africa”, 2012. Geraadpleegd op 30 januari 2014 via http://www.issafrica.org/uploads/CQ41Jewkes.pdf. kaapstadmagazine.nl: Anoniem, “Apartheid in de praktijk”, z.j. Geraadpleegd op 16 december 2013 via http://www.kaapstadmagazine.nl/geschiedenis-zuidafrika/apartheid-in-de-praktijk/125_22_17813. Kottman 2010: Pieter Kottman, “'Ik ben een bang mens'”, 2010. Geraadpleegd op 20 maart 2014 via http://nrcboeken.vorige.nrc.nl/interview/%E2%80%98ik-ben-een-bangmens%E2%80%99. Kromhout 2008: Bas Kromhout, “Apartheid in Zuid-Afrika”. In: Historisch Nieuwsblad, 2008, nr. 3. Geraadpleegd op 16 december 2013 via http://www.historischnieuwsblad.nl/nl/artikel/25107/apartheid-in-zuid-afrika.html.
39
List of Dystopian Literature: Anoniem, “List of Dystopian Literature – Dystopian Novels”, z.j. Geraadpleegd op 16 maart 2014 via http://www.utopiaanddystopia.com/dystopian-fiction/dystopian-literature-list/. Luirink: Bart Luirink, “Veel te wit, een gesprek met Adriaan van Dis”. Geraadpleegd op 1 maart 2014 via http://www.bartluirink.nl/artikelen/bange-man-een-gesprek-metadriaan-van-dis. Luirink 2013: Bart Luirink, “Het nieuwe Zuid-Afrika”. In: ZAM Magazine, 2013, jrg. 67, nr. 10, p. 32-36. Geraadpleegd op 20 februari 2014 via https://www.zammagazine.com/images/pdf/20131000_is_art_luirink.pdf. Mandela 1994: Nelson Mandela, “Statement of Nelson Mandela at his Inauguration as President”, 1994. Geraadpleegd op 19 februari 2014 via http://www.anc.org.za/show.php?id=3132. Peters 2013: Rik Peters, “Zuid-Afrika na Mandela”. In: KIJK, 2013. Geraadpleegd op 29 maart 2014 via http://www.kijkmagazine.nl/artikel/zuid-afrika-na-mandela/. Posthumus 2014: Niels Posthumus, “De massamoordenaar van Zuid-Afrika heet tik”. In: TROUW, 2014. Geraadpleegd op 10 mei 2014 via http://www.trouw.nl/tr/nl/4496/Buitenland/article/detail/3589892/2014/02/04/Demassamoordenaar-van-Zuid-Afrika-heet-tik.dhtml. southafricanews 2012: Anoniem, “Crime statistics in South Africa”, 2012. Geraadpleegd op 1 maart 2014 via http://southafricanews.wordpress.com/2012/01/23/crime-statistics-in-south-africa/. Steinz 2010: Pieter Steinz, “Hier serveert men de werkelijkheid”. In: NRC Handelsblad, 17 september 2010. Geraadpleegd op 1 maart 2014 via http://www.literom.knipselkranten.nl/IndexJs?128531. strategienota: Anoniem, “Strategienota voor ontwikkelingssamenwerking tussen Vlaanderen en Zuid-Afrika 2012-2016”, z.j. Geraadpleegd op 20 februari 2014 via 40
http://www.vlaanderen.be/int/sites/iv.devlh.vlaanderen.be.int/files/documenten/Strategi enota%20Zuid-Afrika%20Vlaanderen%202012-2016.pdf. unaids 2012: Anoniem, “UNAIDS World AIDS Day Report 2012”, 2012. Geraadpleegd op 2 februari 2014 via http://www.unaids.org/en/media/unaids/contentassets/documents/epidemiology/2012/gr 2012/JC2434_WorldAIDSday_results_en.pdf. Utopian Society: Anoniem, “Utopian Society – Utopias Types”, z.j. Geraadpleegd op 2 maart 2014 via http://www.utopiaanddystopia.com/utopia/utopian-society/. Van Dijl 2010: Frank van Dijl, “Verscheurd land”. In: HP/De Tijd, 1 oktober 2010. Geraadpleegd op 1 maart 2014 via http://www.literom.knipselkranten.nl/IndexJs?136531. Van Dis 2010: Adriaan van Dis, Tikkop. Amsterdam – Antwerpen: Augustus, 2010. Van Wyk 2011: Steward van Wyk, '“De souteneur van zoveel kwaads”: Utopiese en distopiese elemente van die “Nuwe Suid-Afrika” in Tikkop (Adriaan van Dis)'. In: Tydskrif vir Nederlands en Afrikaans, 2011, 18de jaargang, nr. 2. Geraadpleegd op 12 november 2013 via http://www.savn.org.za/images/stories/documents/TNA/TNA%202011_2.pdf.
Vanobbergen 2008-09: Ineke Vanobbergen, Van droom naar nachtmerrie: Over de utopie en de dystopie. Universiteit Gent (Masterproef), 2008-09. Geraadpleegd op 10 maart 2014 via http://www.scriptiebank.be/sites/default/files/1c1c76137bb5923d53dc8c2397b5b475.pd f. Vullings 2011: Jeroen Vullings, “De Keniaan en de verteller”. In: Vrij Nederland, 30 april 2011. Geraadpleegd op 1 maart 2014 via http://www.literom.knipselkranten.nl/IndexJs?165036.
41
Wells1: Robison Wells, “Dystopia Blog Series: What is Dystopia?”, 2011. Geraadpleegd op 1 maart 2014 via http://www.robisonwells.com/2011/05/dystopiablog-series-what-is-dystopia/. Wells2: Robison Wells, “Dystopia Blog Series, Day Two: The History of Dystopia”, 2011. Geraadpleegd op 1 maart 2014 via http://www.robisonwells.com/2011/05/dystopia-blog-series-day-two-the-history-ofdystopia/. Wells3: Robison Wells, “Dystopia Blog Series, Day 3: Elements of Dystopia”, 2011. Geraadpleegd op 1 maart 2014 via http://www.robisonwells.com/2011/05/dystopiablog-series-day-3-elements-of-dystopia/. Wells4: Robison Wells, “Dystopia Blog Series Day Four: Elements of the Dystopian Hero”, 2011. Geraadpleegd op 1 maart 2014 via http://www.robisonwells.com/2011/05/dystopia-blog-series-day-four-elements-of-thedystopian-hero/. What is Utopia: Anoniem, “What is Utopia? - Definition”, z.j. Geraadpleegd op 2 maart 2014 via http://www.utopiaanddystopia.com/utopia/utopia-definition/.
Worden 2012: Nigel Worden, The Making of Modern South Africa: Conquest, Apartheid, Democracy. Hoboken, N.J.: John Wiley & Sons Inc, 2012. Geraadpleegd via www.aleph.muni.cz.
42
Bijlage
Tabel 1 (Hofmeyr 2011:104) How would you describe your own living conditions in 2011? Total
White
Asian/Indian
Coloured Black
Very well off
4.6%
9.20%
2.20%
3.50%
4.00%
Living comfortably
19.9%
36.80%
32.10%
24.60%
16.10%
Struggling but getting by
53.8%
47.70%
52.50%
55.90%
54.70%
Very poor
19.2%
2.80%
12.10%
12.20%
23.00%
Don´t know
2.5%
3.50%
1.10%
3.80%
2.20%
Tabel 2 (Hofmeyr 2011:104) How would you describe the living conditions of most people in the community where you live in 2011? Total
White
Asian/Indian Coloured
Black
Very well off
4.1%
12.4%
3.0%
1.2%
3.1%
Living comfortably
18.8% 42.8%
28.7%
17.8%
14.5%
Struggling but getting by
51.5% 31.0%
51.3%
53.9%
54.7%
Very poor
22.1% 5.7%
14.5%
23.7%
24.9%
Don´t know
3.5%
2.5%
3.3%
2.8%
8.1%
43
Tabel 3 (southafricanews.wordpress.com 2012) Statistics and trends. National crime trends. National crime figures, 1994/95 and 2010/11 (actual numbers) Type of crime Contact crimes (crimes against the person) Murder Attempted murder All sexual offences Assault GBH (This refers to assault with intent to inflict grievous bodily harm.) Common assault Robbery with aggravating circumstances Common robbery Contact-related crimes Arson Malicious damage to property Property-related crimes Burglary of residential premises Burglary of business premises Theft of motor vehicles and motorcycles Theft out of motor vehicles Stock theft Crimes heavily dependent on police action for detection Illegal possession of firearms and ammunition Drug-related crime Driving under the influence of alcohol or drugs Other serious crimes Other theft Commercial crime Shoplifting Total
1994/95
2010/11
Change
25 965 26 806 44 751 215 671
15 940 15 493 66 196 198 602
-38.6% -42.2% +47.9% -7.9%
200 248 84 785 32 659
158 891 101 463 54 883
-7.2% +19.7% +68.0%
10 948 123 305
6 533 125 327
-40.3% +1.6%
231 355 87 600 105 867 183 367 47 287
247 630 69 082 64 504 123 091 30 144
+7.0% -21.1% -39.1% -32.9% -36.3%
10 999
14 472
+31.6%
45 928 25 699
150 673 66 697
+228.1% +159.5%
386 292 63 056 66 302 2 018 890
368 095 88 388 78 383 2 071 487
-4.7% +40.2% +18.2% +2.6%
44