Masarykova univerzita Filozofická fakulta Ústav germanistiky, nordistiky a nederlandistiky Nizozemský jazyk a literatúra Mária Barteková
Herinneringscentra toegespitst op jeugdvoorlichting over de Tweede Wereldoorlog in de periode 2004-2014
Bakalářská diplomová práce
Vedoucí práce: Mgr. Sofie Rose-Anne W. Royeaerd, M.A.
2014
Prehlasujem, že som diplomovú bakalársku prácu vypracoval/a samostatne s využitím uvedených zdrojov a literatúry.
Ik verklaar hiermee dat ik deze Bachelorscriptie zelfstandig heb geschreven. Alle literatuur en bronnen, die ik gebruikt heb, zijn in de literatuurlijst opgenomen.
Mária Barteková
Dankwoord Op deze plek wil ik graag Mgr. Sofie Rose-Anne W. Royeard, M.A. bedanken voor haar waardevolle adviezen, correcties en vooral voor haar geduld tijdens de begeleiding van mijn scriptie. Verder wil ik alle docenten aan de afdeling Nederlandistiek bedanken voor hun hulp en motivatie.
Inhoudsopgave Inleiding ............................................................................................................................................ 6 1. Herinneringscentra gericht op jeugdvoorlichting over de Tweede Wereldoorlog ....................... 8 2. Nederlands Auschwitz Comité ................................................................................................... 11 2.1 Doelstelling ........................................................................................................................... 11 2.2 Activiteiten ............................................................................................................................ 11 2.2.1 Educatieve dagen ............................................................................................................ 12 2.2.2 Posteractie tegen racisme ............................................................................................... 13 3. Stichting Bevrijding ´45.............................................................................................................. 14 3.1 Doelstelling ........................................................................................................................... 14 3.2 Activiteiten ............................................................................................................................ 14 3.2.1 International Youth Conference ..................................................................................... 15 4. Stichting Oorlogs- en Verzetscentrum Groningen...................................................................... 17 4.1 Doelstelling ........................................................................................................................... 17 4.2 Activiteiten ............................................................................................................................ 17 4.2.1 Onderwijsprojecten ........................................................................................................ 18 4.2.1.1 Lesboeken ................................................................................................................ 18 4.2.1.2 “De Tweede Wereldoorlog dichterbij in de stad Groningen” ................................. 20 4.2.1.3 Leskisten .................................................................................................................. 20 4.2.2 Andere projecten ............................................................................................................ 21 4.2.2.1 Digitale reconstructie van het Scholtenhuis ............................................................ 22 4.2.2.2 Documentaires ......................................................................................................... 23 5. Het Nationaal Comité 4 en 5 mei................................................................................................ 26 5.1 Doelstelling ........................................................................................................................... 26 5.2 Activiteiten ............................................................................................................................ 27 5.2.1 Onderwijsprojecten ........................................................................................................ 27 5.2.1.1 “Adopteer een Monument” ...................................................................................... 27 5.2.1.2 “Dichter bij 4 mei”................................................................................................... 28 5.2.1.3 Gastlessen ................................................................................................................ 29 5.2.2 Andere projecten ............................................................................................................ 30 5.2.2.1 Nationale Herdenking .............................................................................................. 30 5.2.2.2 Bevrijdingsfestivals ................................................................................................. 31 6. Vergelijking van educatieve projecten ....................................................................................... 34
6.1 Doel ....................................................................................................................................... 34 6.2 Doelgroep .............................................................................................................................. 34 6.3 Werkwijze ............................................................................................................................. 35 7. Conclusie .................................................................................................................................... 37 8. Literatuurlijst .............................................................................................................................. 38 Bijlage ............................................................................................................................................. 44 Gedichten .................................................................................................................................... 44
Inleiding Op 1 september 1939 viel het Duitse leger Polen binnen. Deze gebeurtenis wordt gezien als het begin van de Tweede Wereldoorlog in Europa. (KDSV 2007: 14) Vervolgens werd ook Nederland betrokken in de oorlog. Op 10 mei 1940 stak het Duitse leger de Nederlandse grens over en slaagde erin om de strategisch belangrijke punten in Nederland te veroveren. (Jordan & Wiest 2006: 31) Aangezien de situatie niet meer veilig was, vluchtte koningin Wilhelmina met haar familie en de Nederlandse regering naar Londen waar de Nederlandse regering in ballingschap werd gevormd. (KDSV 2007: 51) Na het bombardement van Rotterdam op 14 mei 1940 capituleerde Nederland. (KDSV 2007: 48) Op deze dag begon de vijf jaar durende Duitse bezetting van Nederland. Na de Tweede Wereldoorlog ontstond er behoefte aan de herinnering aan oorlogsslachtoffers. In Nederland werd er veel centra in het leven geroepen die deze herinnering levend zouden houden. In sommige andere door de oorlog getroffen landen, bijvoorbeeld in Slowakije, bestaan er daarentegen geen speciale herinneringscentra. De herdenkingen
van
de
Slowaakse
oorlogsslachtoffers
worden
vooral
door
de
gemeentebesturen of de overheid georganiseerd. De oude militaire begraafplaatsen of monumenten worden bijvoorbeeld meestal door diverse instituten voor militaire geschiedenis of individuen verzorgd. (Barát 2008) Het verschil tussen Nederland en Slowakije is duidelijk. Het bestaan van de herdenkingscentra lijkt me nuttig en om die redenen richt ik me in deze scriptie op deze Nederlandse organisaties. Het doel van deze scriptie is meer bepaald een overzicht te geven van de educatieve projecten van deze herinneringscentra in de periode 2004-2014 en deze projecten met elkaar te vergelijken. De centrale vraag luidt hoe deze organisaties ernaar streven om het onderwerp bij jongeren onder de aandacht te brengen. Over deze Nederlandse herdenkingscentra worden er bijna geen boeken geschreven en uitgegeven. Dit verklaart waarom ik me in deze scriptie vooral op de officiële webpagina´s van deze organisaties baseer. In het eerste deel van deze scriptie geef ik een algemeen overzicht van de Nederlandse organisaties voor oorlogsherinnering. Ik verklaar waarom deze organisaties tot 6
stand kwamen en wat hun doelstelling en functie is. In Nederland bestaat er een groot aantal herinneringscentra. Om deze organisaties overzichtelijk te beschrijven en de diversiteit van deze organisaties te laten zien, verdeel ik deze herinneringscentra in drie groepen. Uit elke categorie kies ik één of twee instellingen waar ik in de volgende hoofdstukken dieper op inga. In de hoofdstukken 2, 3, 4 en 5 richt me ik respectievelijk op de volgende herinneringscentra: het Nederlands Auschwitz Comité, de Stichting Bevrijding ´45, de Stichting Oorlogs- en Verzetscentrum Groningen en het Nationaal Comité 4 en 5 mei. Deze hoofdstukken
hebben
een
gemeenschappelijke
structuur.
Eerst
laat
ik
de
onstaansgeschiedenis van de onderzochte organisaties zien. Verder vat ik de doelen, activiteiten en projecten van deze vier organisaties samen. Geselecteerde projecten behandel ik uitgebreiden in aparte paragrafen waarin ik achtereenvolgens inga op de doelstelling, het thema, de doelgroep en de werkwijze van deze projecten. Deze projecten hebben gemeen dat informatie erover goed beschikbaar is en dat het bereik ervan breed is. Deze projecten kunnen het grote publiek aanspreken. In sommige hoofdstukken laat ik meer projecten zien dan in de andere hoofdstukken. Het aantal besproken projecten per organisatie hangt met de grootte van de organisatie samen. In het laatste hoofdstuk vergelijk ik de geselecteerde projecten qua thematiek, doel, doelgroep en werkwijze.
7
1. Herinneringscentra gericht op jeugdvoorlichting over de Tweede Wereldoorlog Van
de
bevrijding
tot
heden
werden
er
in
Nederland
verschillende
herdenkingscentra in het leven geroepen. Er zijn diverse redenen voor de oprichting van deze organisaties maar in de eerste plaats bestaan ze om oorlogsslachtoffers te herdenken. Tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn ongeveer vijftig miljoen mensen overleden. In Nederland zijn er ongeveer 250.000 mensen om het leven gekomen waarvan 14.000 Nederlandse soldaten. (Jordan & Wiest 2006: 250) Er zijn twee redenen waarom het aantal slachtoffers zo groot was. Ten eerste had de Tweede Wereldoorlog een racistische achtergrond. Miljoenen mensen werden gedeporteerd, gemarteld en vermoord. Ten tweede vochten soldaten niet alleen op het slagveld. Er werden ook steden gebombardeerd waardoor het aantal burgerdoden groter werd. De verhouding tussen militaire doden en burgerdoden was tijdens de Eerste Wereldoorlog vijfenzeventig tot één. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was deze verhouding nul komma acht tot één, aldus František Cséfalvay. [in KDSV 2007:9] De organisaties die gericht zijn op de herdenking van de Tweede Wereldoorlog, zijn niet alleen in de gebeurtenissen uit het verleden geïnteresseerd. Enerzijds herdenken deze stichtingen de slachtoffers van de oorlog. Anderzijds willen ze de hedendaagse situatie beïnvloeden en vergelijkbare gewapende conflicten voorkomen. Met het tweede doel hangt de jeugdvoorlichting over de Tweede Wereldoorlog samen. Deze stichtingen proberen de jeugd over de Tweede Wereldoorlog voor te lichten door gebruik te maken van verschillende educatieve projecten en activiteiten. Het verband tussen jeugdvoorlichting en de herdenkingscentra wordt ook door Nederlandse politici behandeld. E. Borst-Eilers, oudminister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, schreef in het Brief van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport in 2001 dat “de herinneringscentra [...] niet alleen de functie van monument [vervullen], maar streven ook educatieve doelen na.” (KS15) Om een beter beeld te krijgen van de Nederlandse herinneringscentra onderscheid ik deze organisaties op basis van de hoofddoelen in drie groepen. De eerste categorie bestaat uit instellingen die als hoofddoel de herdenking van de slachtoffers van de Jodenvervolging en het racisme hebben. De herdenking van oorlogsslachtoffers en oorlogsgebeurtenissen die 8
in een bepaalde stad of plaats hebben plaatsgevonden, is de bedoeling van de instellingen die tot de tweede groep behoren. De laatste groep bestaat uit organisaties die de herinnering van alle Nederlandse organiseren. Het eerste comité dat ik onder de loep neem, is het Nederlands Auschwitz Comité. Uit de naam blijkt dat deze organisatie tot de eerste groep behoort. Dit comité streed in de naoorlogse jaren voor een rechtvaardige behandeling van de daders en de slachtoffers van de Jodenvervolging. (NAC) Auschwitz was tijdens de Tweede Wereldoorlog één van de bekendste en grootste concentratiekampen ter wereld. In 2012 werd dit voormalige kamp door ongeveer 1,4 miljoen mensen uit de hele wereld bezocht. (TASR) Daaruit blijkt dat een groot aantal mensen in dit onderwerp geïnteresseerd is. Nederlanders staan ook niet onverschillig tegenover de herdenking van overleden Joden. Een groot aantal mensen neemt deel aan de Holocaust Auschwitz Herdenking (cf. 2.2) en ook aan andere projecten en activiteiten van het Nederlands Auschwitz Comité. (Anoniem 2010) Om die redenen besteed ik mijn aandacht aan dit comité. Andere vergelijkbare stichtingen die tot de eerste groep behoren zijn het Comité Vrouwenconcentratiekamp Ravensbrück, de Stichting Hollandsche Schouwburg en de Anne Frank Stichting. De tweede groep bestaat uit herinneringscentra die in een bepaalde stad gevestigd zijn; hun activiteiten en doelen hangen vooral met de geschiedenis van deze stad samen. Tot deze groep behoren bijvoorbeeld de Stichting Sporen van de Oorlog Mill en de Stichting Bevrijding ´45 die in Apeldoorn actief is. In Groningen zijn er twee regionale herdenkingscentra gevestigd, namelijk de Stichting Oorlogs- en Verzetscentrum Groningen en de Stichting Herdenking 4 mei Groningen. De Stichting Bevrijding ´45 werkt met vergelijkbare Canadese instellingen samen. (SB) Door middel van deze internationale samenwerking en diverse projecten krijgen jonge mensen uit Nederland, Canada en andere landen kans om kennis te maken met jongeren uit verschillende culturen. Verder krijgen ze informatie over de oorlogsgebeurtenissen, onder andere over de bevrijding van Apeldoorn dat door Canadese soldaten bevrijd werd. (ibidem) De Stichting Oorlogs- en Verzetscentrum Groningen trok mijn aandacht omdat deze stichting de jeugd onder andere via media probeert voor te lichten. Door middel van internet
of
televisie
werden
een
groot
aantal
educatieve
projecten
over
oorlogsgebeurtenissen toegankelijk gemaakt voor jongeren. Om die redenen focus ik in 9
hoofdstukken 3 en 4 op de Stichting Bevrijding ´45 en de Stichting Oorlogs- en Verzetscentrum Groningen. De centrale doelstelling van organisaties die tot de laatste groep behoren is de herdenking van alle Nederlandse slachtoffers en oorlogsgebeurtenissen. De volgende organisaties maken deel uit van deze groep: de Stichting Herdenking Gevallenen en Slachtoffers in Nederlands-Indië, het NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies en het Nationaal Comité 4 en 5 mei. De beschrijving van het Nationaal Comité 4 en 5 mei komt aan de orde in hoofdstuk 5. Deze instelling heb ik gekozen omdat die “de eerstaangewezen organisatie bij vragen rond herdenken en vieren” is. (NC) De tweede reden waarom het Nationaal Comité 4 en 5 in deze scriptie voorrang krijgt is dat deze organisatie in heel Nederland actief is en de projecten van dit comité veelzijdig zijn, diverse doelen en werkwijzen hebben en op het grote publiek gericht zijn. (ibidem)
10
2. Nederlands Auschwitz Comité Het oudste door mij gekozen Nederlandse comité dat zich met jeugdvoorlichting over de Tweede Wereldoorlog bezighoudt is het Nederlands Auschwitz Comité. Deze organisatie werd in 1956 door J. Alvares Vega, Ro en Lou Corper, Eva en Jacques Furth en anderen in het leven geroepen. (NAC) In die tijd was er in Nederland behoefte aan getuigen in de processen tegen oud-nazi´s. Het Nederlands Auschwitz Comité werd opgericht om deze getuigen te zoeken. In de volgende jaren werden de doelen en taken van deze organisatie uigebreid. (ibidem)
2.1 Doelstelling Ik focus op drie doelstellingen die het Nederlands Auschwitz Comité heeft. De eerste doelstelling is de herdenking van de Holocaust. Met dit doel hangt ook de jeugdvoorlichting samen. (NAC) Ten tweede heeft dit comité als doel het algemene principe van niet-discriminatie te steunen. (ibidem) Dat omvat “de handhaving van de grondrechten, zoals weergegeven in artikel 1 van de Nederlandse Grondwet.” (ib.) De laatste maar zeker niet minst belangrijke doelstelling die dit comité heeft, is de strijd tegen de aantasting van mensenrechten. (ib.)
2.2 Activiteiten Het Nederlands Auschwitz Comité organiseert verschillende activiteiten en projecten die een voorlichtingsfunctie vervullen. (NAC) Uit deze activiteiten heb ik er twee uitgewerkt, namelijk de educatieve dagen in het kader van de Holocaust Memorial Day en de posteractie tegen racisme. In de volgende paragrafen geef ik informatie over deze twee projecten. De reden voor mijn keuze voor deze twee activiteiten is dat deze projecten meer op de jeugd gericht zijn dan de andere activiteiten van dit comité. De andere projecten van het Nederlands Auschwitz Comité zijn de Nationale Auschwitz Herdenking, de “Nooit Meer Auschwitz lezing” en de reis naar Auschwitz. De Nationale Auschwitz Herdenking vindt jaarlijks op de laatste zondag van januari plaats. Op deze dag worden alle slachtoffers 11
van de Holocaust herdacht. (ib.) De “Nooit Meer Auschwitz lezing” wordt ook elk jaar georganiseerd door deze instelling. Deze lezing over het gevaar van oorlog en genocide wordt door een prominente spreker gehouden. (ib.)
2.2.1 Educatieve dagen Op 1 november 2005 werd “de bevrijdingsdatum van Auschwitz [...] tot een dag van herdenking” uitgeroepen door Kofi Annan. Deze herdenking wordt ook de “Holocaust Memorial Day” genoemd. (NAC) Op die dag herdenkt men de mensen die tijdens de Holocaust en andere genociden om het leven gekomen zijn. Als gevolg van de invoering van deze herdenking worden jaarlijks educatieve dagen voor studenten en scholieren door het Nederlandse Centrum voor Holocaust en Genocidestudies georganiseerd. (ibidem) Tijdens deze dagen kunnen jongeren aan diverse activiteiten en projecten meedoen. In 2007 werkte het Nederlands Auschwitz Comité samen met het Nederlandse Centrum voor Holocaust en Genocidestudies aan de organisatie van de educatieve dagen voor jongeren. (ib.) De voorzitter van het Nederlands Auschwitz Comité, Jacques Grishaver, vertelde toen persoonlijke verhalen over genocides en de Holocaust en liet zien dat de Tweede Wereldoorlog en racisme nog altijd actuele onderwerpen zijn. (Van Diggelen 2007) Aan de hand van deze verhalen trokken de studenten en de verteller parallellen tussen het verleden en het heden. Volgens Mustapha Dahe, een wiskundedocent die samen met zijn studenten de educatieve dagen bezocht, was er een paar jaar geleden een probleem met anti-semitisme in Amsterdam. Om die reden vond hij het belangrijk dat het gevaar van het hedendaagse racisme door Grishaver benadrukt werd. (ib.) Het andere doel was om de jongeren te laten zien dat er een proces voorafgaat aan een genocide. Als jongeren zich daarvan bewust worden, blijven ze waakzaam. (JV2007: 10) In verband met dit proces werd het belang van menselijkheid en verantwoordelijkheid getoond. Volgens Marjolein van Diggelen, die voor NRC Handelsblad verslag deed van het het gebeuren, waren de meeste scholieren onder de indruk van deze verhalen. (Van Diggelen 2007) Na de verhalen volgden een workshop en een disscusie waarin jongeren hun eigen mening over dit onderwerp konden geven. (NAC)
12
De doelgroep van dit project waren jongeren tussen 15 en 25. (JV2007: 10) Volgens Maria van Haperen, de initiator van het Centrum voor Holocaust en Genocidestudies, zijn deze jongeren op “een leeftijd waarin ze bezig zijn met goed en fout en het ontwikkelen van hun identiteit”. (Van Diggelen 2007)
2.2.2 Posteractie tegen racisme
De tweede activiteit die ik gekozen heb is de postertactie tegen racisme. Deze campagne is in 2005 van start gegaan. Het Nederlans Auschwitz Comité begon een paar weken voor de Auschwitz Herdenking posters in de openbare vervoermiddelen, stations en op andere plekken te plaatsen. (NAC) De boodschap van deze campagne klonk “Nooit meer racisme, nooit meer Auschwitz” en was voor alle generaties bedoeld, maar de focus lag vooral op de jongere generatie. (ib.) Op de poster stond het motto “Racisme raakt ook mij” en “Nooit meer Auschwitz” en er werden gezichten van mensen uit verschillende etnische groepen afgebeeld. De parallel tussen de oorlogstijd en het heden werd duidelijk getoond. Dit project benadrukte dat men een les uit het verleden moet trekken met als doel “bewustwording en verdraagzaamheid te bewerkstelligen bij alle groepen in de hedendaagse samenleving”. (ib.)
13
3. Stichting Bevrijding ´45 De Stichting Bevrijding ´45 is vooral in Apeldoorn en in de omgeving van deze stad actief. (SB) De naam van deze stichting verwijst naar de bevrijding van Apeldoorn op 17 april 1945. Zowel Apeldoorn als andere steden in Nederland werden door Canadese soldaten bevrijd. (ib.) De Canadese veteranen wilden naar Nederland teruggaan om de bevrijding te herdenken en vieren. Het idee van de internationale samenwerking en herdenking van oorlogsslachtoffers werd in 1984 door de toenmalige burgemeester van Apeldoorn gesteund. Er ontstond een behoefte aan een verantwoordelijke organisator van deze internationale herdenking. Daarom werd in 1984 de Stichting Bevrijding ´45 opgericht. (ib.) Vanaf dit jaar vindt deze herdenking jaarlijks in Apeldoorn plaats. (ib.)
3.1 Doelstelling Het hoofddoel van de Stichting Bevrijding ´45 bevat de organisatie van herdenkings-, bevrijdings- en voorlichtingsactiviteiten in Apeldoorn en omgeving. (SB) Volgens deze stichting worden hiermee de oorlogsgebeurtenissen levend gehouden en de jeugd wordt voorgelicht. (ib.)
3.2 Activiteiten De Stichting Bevrijding ´45 is bij verschillende grote en kleine projecten betrokken. Deze stichting bestaat uit zeven werkgroepen en elke groep is verantwoordelijk voor de vervulling van een bepaalde taak. (SB) Het merendeel van deze taken staat in verband met de organisatie van verschillende herdenkingen die in de omgeving van Apeldoorn plaatsvinden. (ib.) Op de officiële webpagina van de Stichting Bevrijding ´45 zijn er verder kleinere projecten voor de jeugd beschikbaar. Hier kunnen scholieren bijvoorbeeld hun eigen gedichten, tekeningen en foto´s naar versturen. (ib.) Deze “kunstwerken” met oorlogsthematiek zijn dan op deze pagina te zien. Om een goed kunstwerk te creëren moeten jongeren eerst iets over het onderwerp weten; dat kan een motivatie voor ze zijn om
14
meer over de oorlog te leren. Op die manier worden jongeren op creatieve wijze over de Tweede Wereldoorlog voorgelicht. (ib.)
3.2.1 International Youth Conference Eén van de zeven werkgroepen draagt de naam “International Youth Conference” en zijn taak is de organisatie van een gelijknamig project. (SB) Deze conferentie trekt de aandacht van jonge mensen uit de hele wereld. De International Youth Conference ging in 2005 van start en dit project wordt elk lustrumjaar door de bovengenoemde werkgroep georganiseerd. Deze conferentie duurt ongeveer tien dagen en vindt plaats in het begin van mei. (IYC) De bedoeling van de International Youth Conference is voorlichting van jongeren over de Tweede Wereldoorlog en de gevolgen daarvan. (V1) De doelgroep die de Stichting Bevrijding ´45 door middel van de conferentie wil bereiken, bestaat uit jongeren tussen 15 tot 18. (IYC) Deze jonge mensen komen uit verschillende Europese en niet-Europese landen. In het eerste jaar namen er 65 studenten aan de International Youth Conference deel. (Johnston 2005) Deze deelnemers kwamen uit Nederland, Duitsland, Canada, Groot-Brittannië, Frankrijk, Bosnië en Herzegovina, Hongarije, Letland en Oekraïne. (Schlüßler 2005) De International Youth Conference in 2010 werd bezocht door studenten uit Nederland, Duitsland, Canada, Indonesië, China en Denemarken. (V1) Tijdens deze bijeenkomst praten de deelnemers over diverse oorlogsgebeurtenissen, de bevrijding en over de betekenis van herdenking en vrijhei. (V1) Verder worden er allerlei workshops, lezingen en discussies aan jongeren aangeboden. (ib.) Discussies zijn een goede voorbereiding voor jongeren op mogelijke toekomstige situaties. (Kotrba & Lacina 2007: 101) Door middel ervan leren studenten communiceren, hun eigen mening presenteren en die van anderen accepteren. In 2010 kregen de jonge deelnemers de taak om een filmpje te maken waarin ze hun eigen mening over vrijheid en herdenking konden geven. Aan het eind van de conferentie werden de filmpjes in het stadhuis van Apeldoorn door de jongeren gepresenteerd. (V1) Volgens
een
deelnemer
was
de
boodschap
van
deze
filmpjes
dat
we
de
oorlogsgebeurtenissen niet vergeten mogen en we voor onze vrijheid moet vechten. (ib.) 15
Tijdens de volgende conferentie die in 2015 plaatsvindt, gaan studenten over gewapende conflicten maar ook over alledaagse ruzies praten, aldus de organisators van de International Youth Conference. (IYC) In combinatie met andere activiteiten zal dat jongeren helpen om zichzelf en het gedrag van anderen beter begrijpen. (ib.) Tijdens de conferentieweek zullen ze deel aan verschillende uitstapjes en activiteiten nemen. Jongeren zullen bijvoorbeeld een voormalig concentratiekamp en het Anne Frank museum bezoeken en deelnemen aan de Dodenherdenking op 4 mei en aan het Bevrijdingsfestival op 5 mei. (ib.)
16
4. Stichting Oorlogs- en Verzetscentrum Groningen Van Apeldoorn verplaats ik mijn aandacht naar Groningen, waar de Stichting Oorlogs- en Verzetscentrum Groningen, ook OVCG genoemd, is gevestigd. Deze organisatie werd op 18 november 1991 opgericht. Er bestond al een stichting die OVCG voorafging. Die werd Stichting Verzetsdocumantatie voor de provincie Groningen genoemd en werd in 1981 door Paul Houwen, die deelnam aan het verzet, in het leven geroepen. (OVCG) Zijn zoon is de huidige voorzitter van de Stichting Oorlogs- en Verzetscentrum Groningen. (ibidem) Van een kleine stichting is OVCG tot een erkend regionaal herinneringscentrum uitgegroeid. In tegenstelling tot de Stichting Herdenking 4 mei Groningen en andere regionale herinneringscentra organiseert de Stichting Oorlogs- en Verzetscentrum Groningen een groter aantal voorlichtingsprojecten. (SG)
4.1 Doelstelling
Zowel de stichter van de Stichting Oorlogs- en Verzetscentrum Groningen als veel andere inwoners van Groningen hebben de oorlogsterreur aan den lijve ondergevonden. Dat is één van de redenen waarom OVCG de verzameling van oorlogsdocumenten en de herinnering aan de oorlogstijden en –gebeurtenissen in Groningen als het belangrijke doel vermeld. De educatieve projecten hebben als doel de herinnering aan de oorlogstijd in Groningen levend te houden, de jeugd over dit onderwerp voor te lichten en gelijkaardige conflicten voor te komen. (OVCG)
4.2 Activiteiten
De meeste activiteiten van de Stichting Oorlogs- en Verzetscentrum Groningen zijn op de jonge inwoners van de stad en gemeente Groningen gericht. Deze deel ik verder in twee groepen in. Tot de eerste groep behoren activiteiten die met onderwijs en scholen verbonden zijn. De tweede groep bevat projecten die niet direct met scholen samenwerken maar toch educatieve doelen hebben.
17
4.2.1 Onderwijsprojecten De Tweede Wereldoorlog is 69 jaar geleden beëindigd. Volgens de Stichting Oorlogs- en Verzetscentrum Groningen is dat vooral voor de jongere generatie al lang geleden. (OVCG) Deze stichting wil de visie van jongeren op de Tweede Wereldoorlog veranderen en de erfgoededucatie en historische kennis van jonge mensen uitbreiden. (ibidem) Om die redenen begon deze organisatie met de scholen in de provincie Groningen samen te werken, diverse lespaketten te ontwikkelen en onderwijsprojecten te organiseren. (ib.) Om de beste kwaliteit te bereiken, werkten er ook docenten geschiedenis mee aan de voorbereiding van de lesmaterialen. (ib.) In de volgende paragrafen ga ik in op drie projecten van de Stichting Oorlogs- en Verzetscentrum Groningen.
4.2.1.1 Lesboeken
De Stichting Oorlogs- en Verzetscentrum Groningen heeft voor scholieren in het basisonderwijs drie lesboeken voorbereid. Het eerste is 4 mei herdenken en 5 mei vieren in de
stad
Groningen.
(OVCG)
De
thema´s
van
het
boek
zijn
belangrijke
oorlogsgebeurtenissen die zich in Groningen afspeelden. (ib.) 4 mei herdenken en 5 mei vieren in de stad Groningen is bestemd voor huidige jeugd. Daardoor is de stijl van dit boek aangepast aan de moderne tijd. De belangrijke oorlogsgebeurtenissen zijn in het boek door middel van strips, authentiek beeldmateriaal, korte teksten en opdrachten behandeld. (ib.) Wat de opdrachten betreft, wordt in dit boek een speciale methode gebruikt, namelijk de methode “Meervoudige Intelligentie”. (LM) Er wordt rekening gehouden met het feit dat elk kind op een andere manier werkt en zijn talenten gebruikt. Deze methode maakt het dus mogelijk voor scholieren om deze bepaalde talenten te gebruiken. (Bijkerk & Van der Heide 2006: 1) Scholieren van groep 7 en 8, voor wie dit boek bedoeld is, moeten bijvoorbeeld een gedicht schrijven, een bevrijdingslied verzinnen of een klein monument maken. (OVCG) De bedoeling van deze opdrachten is via een spel meer kennis over de oorlog te verkrijgen. (ib.) Als gevolg daarvan worden deze opdrachten door kinderen niet als een plicht maar als vermaak gezien. (Kotrba & Lacina 2007: 94) Bovendien zijn deze opdrachten interactief en de creativiteit van kinderen wordt 18
erdoor geprikkeld. Verder beïnvloeden de spelende jongeren elkaar en ze leren samen communiceren. (Kotrba & Lacina 2007: 98) In dit geval krijgen kinderen dus niet alleen geschiedenis- maar ook communicatiekennis. De conclusie is dat de kinderen zich aangesproken voelen en niet meer passief zijn. (Bijkerk & Van der Heide 2006: 1) De basisscholen kunnen niet alleen gratis exemplaren van 4 mei herdenken en 5 mei vieren in de stad Groningen krijgen maar ook het tweede boek, Even stilstaan bij een oorlogsmonument in de stad Groningen, aanvragen. (OVCG) Dit boek wordt in de klas gebruikt en het onderwerp ervan hangt samen met het project “Adopteer een Monument” van het Nationaal Comité 4 en 5 mei. (cf. 5.2.1.1) Dit project maakt het mogelijk dat scholen een monument kunnen adopteren. Daarna moeten ze dit monument verzorgen. Verhalen die men in het boek Even stilstaan bij een oorlogsmonument in de stad Groningen kan vinden, gaan over de monumenten die in de omgeving van Groningen staan. De bedoeling van deze verhalen is de interesse van basisscholen voor adoptie van monumenten te verhogen. (OVCG) Het laatste lesmateriaal dat door de Stichting Oorlogs- en Verzetscentrum Groningen uitgegeven werd, is Dwingend Drukwerk. De eerste publicatie van Dwingend Drukwerk werd in 2004 uitgegeven maar dit materiaal wordt nog altijd herdrukt. (ib.) Dit onderwijsproject is bedoeld voor jongeren, die op het VMBO, de HAVO of het VWO zitten. (ib.) Dwingend Drukwerk wordt in de klas gebruikt en jongeren krijgen informatie over de doeltreffende nazi-propaganda tijdens de oorlog maar ook over het gebruik van propaganda in onze tijd. (CC) Ze leren wat de doelen van propaganda zijn en hoe een boodschap met behulp van het gebruik van bepaalde kleuren of letters uitgedragen wordt. Bovendien leren scholieren hoe ze de werkwijze van propaganda kunnen herkennen. (OVCG) Tijdens de les krijgen ze de opdracht om hun eigen propaganda-affiche te maken. (ib.) Via dit project wijst de Oorlogs- en Verzetscentrum Groningen erop dat het belangrijk is van het verleden te leren en zich in de toekomst niet te laten beïnvloeden door verschillende vormen van propaganda. (ib.)
19
4.2.1.2 “De Tweede Wereldoorlog dichterbij in de stad Groningen”
De Stichting Oorlogs- en Verzetscentrum Groningen probeert de kwaliteit van het onderwijs niet alleen door middel van boeken te verbeteren. Het tweede project, “De Tweede Wereldoorlog dichterbij in de stad Groningen”, trok mijn aandacht omdat het leerproces zich buiten de school afspeelt. (OVCG) Dit project is voor basisschoolleerlingen uit de stad Groningen bedoeld, meer bepaald voor groepen 7 en 8. (CC2) Scholen uit de gemeentes in de provincie Groningen kunnen deelnemen aan een gelijknamig project “De Tweede Wereldoorlog dichterbij in de regio”. (OVCG) Dit project wordt elk jaar in een andere gemeente georganiseerd en ongeveer 800 jongeren nemen er deel aan. (CC2) De thema´s van deze twee activiteiten zijn de gebeurtenissen die zich tijdens de oorlog in Groningen en in de omgeving ervan afspeelden. (ib.) Volgens de Stichting Oorlogs- en Verzetscentrum Groningen weten sommige jongeren niet dat de Tweede Wereldoorlog ook het leven in hun stad beïnvloedde en daarom probeert deze stichting meer inzicht in dit onderwerp te geven. (OVCG) Jongeren nemen deel aan het programma dat uit een presentatie over archiefstukken en oude dingen uit de oorlogstijd, een vertoning van een film, een bezoek aan historische plekken in de stad en een lezing van verhalen van oorlogsslachtoffers bestaat. (OVCG) Net zoals tijdens de educatieve dagen in het kader van Holocaust Memorial is het levensverhaal een belangrijk deel van “De Tweede Wereldoorlog dichterbij in de stad Groningen”. (ibidem) De organisator is verder van mening dat door middel van het verhaal leerlingen een betere kans krijgen om de oorlog te begrijpen en benadrukt het volgende: “Via deze methodiek zullen kinderen met andere ogen naar hun stad kijken, en bewust worden van het oorlogserfgoed wat [sic] dichtbij huis is te vinden.” (ib.)
4.2.1.3 Leskisten
Het zwaartepunt van het laatste onderwijsproject van de Stichting Oorlogs- en Verzetscentrum Groningen is een leskist die een paar voorwerpen uit de oorlog bevat en voor een maand gehuurd worden kan. (OVCG) Elk van de vijf kisten heeft zijn eigen thematiek, namelijk collaboratie, verzet, propaganda, jodenvervolging en het dagelijkse 20
leven. (ib.) Deze kisten worden in de les gebruikt en de oude objecten worden door de leraar geïntroduceerd. (ib.) Dit project is toegespitst op basisschoolleerlingen in de bovenbouw. (ib.) Deze leerlingen kunnen alle objecten uit de kisten zien, uitproberen en voelen. Verder krijgen ze bijbehorende opdrachten. “De originele objecten prikkelen de nieuwsgierigheid en maken de beleving van de oorlogsperiode tastbaar en een stuk reëler voor de kinderen”, aldus de stichting. (ib.) De rol van de zintuigen staat hier dus centraal. (ib.) Dankzij deze kisten kunnen leerlingen voelen hoe het leven tijdens de oorlog was en dat is “een waardevol hulpmiddel” in het geschiedenisonderwijs. (ib.)
4.2.2 Andere projecten
In deze paragraaf richt ik mijn aandacht op de educatieve projecten van de Stichting Oorlogs- en Verzetscentrum Groningen waarbij deze organisatie minder nauw met scholen samenwerkt. Tot deze groep projecten behoren de volgende: “de Tweede Wereldoorlog in 100 voorwerpen”, Scholtenhuistrilogie, de virtuele reconstructie van het Scholtenhuis, het documentaireproject en “Niet Weggooien!” (OVCG) De virtuele reconstructie van het Scholtenhuis, het documentaireproject en gedeeltelijk ook de “Tweede Wereldoorlog in 100 voorwerpen” proberen jongeren door middel van de media over de oorlogsthematiek voor te lichten. (ib.) Daarom focus ik in de volgende paragrafen op de eerste twee projecten. De andere projecten van Stichting Oorlogs- en Verzetscentrum Groningen beschrijf ik in het kort in de volgende alinea´s. Stichting Oorlogs- en Verzetscentrum Groningen werkt samen met andere herinneringscentra. Door de samenwerking tussen OVCG en het Nationaal Comité 4 en 5 mei kwam ook de tijdelijke tentoonstelling “Tweede Wereldoorlog in 100 voorwerpen” tot stand. (WOII) Deze tentoonstelling werd op 4 februari 2014 door koning WillemAlexander feestelijk geopend. (Funnekotter 2014) Honderd woorwerpen werden uit diverse musea naar de Kunsthal in Rotterdam samengebracht en aan het publiek vertoond. Volgens de OVCG bevat elk voorwerp zijn eigen verhaal, persoonlijke herinneringen en emoties. (ibidem) De tentoonstelling duurde tot 5 mei 2014 maar de tentoonstellingsobjecten zijn op
21
het internet nog steeds te zien. (WOII) Dat kan aantrekkelijk zijn voor mensen die deze tentoonstelling in Rotterdam niet konden bezoeken. (ib.) De voormalige directeur van de Stichting Oorlogs- en Verzetscentrum Groningen, Monique Brinks, begon in 2008 met een wetenschappelijke studie naar het Scholtenhuis. (OVCG) Het Scholtenhuis was tijdens de oorlog het hoofdkantoor van de Duitse bezetters en er werd een groot aantal mensen verhoord, gefolterd en vermoord. (ib.) Na de oorlog werd het gebouw verwoest. Brinks heeft twee boeken over dit huis geschreven en het derde boek zal in 2015 verschijnen. (ib.) De Stichting Oorlogs- en Verzetscentrum Groningen doet verder aan een ander project mee. Het nationale project “Niet Weggooien!” wordt door de Stichting Oorlogs- en Verzetscentrum
Groningen, het
NIOD
Instituut
voor Oorlogs-, Holocaust- en
Genocidestudies en andere instellingen georganiseerd en de bedoeling ervan is originele voorwerpen uit de oorlogsjaren te beschermen. (NIOD) Omdat deze oude voorwerpen als een culturele nalatenschap voor de jongeren kunnen gezien worden, proberen deze stichtingen samen het verlies van deze materialen te voorkomen. (OVCG)
4.2.2.1 Digitale reconstructie van het Scholtenhuis
Eén van de interactieve projecten die de Stichting Oorlogs- en Verzetscentrum Groningen organiseert, is de digitale reconstructie van het Scholtenhuis. (OVCG) De studie over het Scholtenhuis waarmee Monique Brinks in 2008 begon, gaf aanleiding tot een driedimensionale reconstructie van het Scholtenhuis. (ib.) Met behulp van de grondplannen, blauwdrukken, gesprekken met ooggetuigen, foto´s, films en archiefdocumenten was het mogelijk om dit huis digitaal te reconstrueren. (ib.) Het doel van dit project was om de bezoeker te laten zien hoe de binnenkant van dit huis eruit zag. (Stiger 2010) Het resultaat daarvan kan men op de officiële webpagina van het Scholtenhuis zien. Bij het openen van deze website verschijnt er een korte film over het Scholtenhuis. Daarna wordt het hele gebouw in de vorm van een plattegrond getoond. (ib.) Als men op een kamer klikt, verschijnt er een interactieve video. Op deze video´s worden ingerichte kamers en acteurs getoond die Duitse officiers of secretaressen spelen. (SH) In elke kamer zijn er objecten aan te klikken. Als men op een voorwerp klikt, wordt er een verhaal over dit object verteld. 22
Bovendien is het mogelijk om op deze pagina originele documenten te lezen of interviews te bekijken. (Stiger 2010) Op die manier is het Scholtenhuis “zo realistisch mogelijk nagemaakt.” (OVCG) In 2009 won dit project de Gouden Reiger, de prijs voor audiovisuele en interactieve media. (SH) In het jaar daarop kreeg de digitale reconstructie van het Scholtenhuis de Geschiedenis Online Prijs voor de beste historische webpagina in Nederland. (Stiger 2010) In datzelfde jaar eindigde dit project op de derde plek bij de European Design Awards en in 2012 werd deze reconstructie met de German Design Award 2012 bekroond. (SH) Niet alleen uit het aantal prijzen maar ook uit het aantal bezoekers van de webpagina blijkt dat het project interessant is. Volgens het Jaarverslag 2012 van de Stichting Oorlogs- en Verzetscentrum Groningen hebben bijna 100.000 mensen deze webpagina bezocht en het aantal bezoekers neemt nog altijd toe. (Houwen 2012) De organisator concludeert verder dat studenten die hun profielwerkstuk over de thematiek van de Tweede Wereldoorlog in Groningen schrijven, deze webpagina appreciëren. (ibidem) De interesse van jongeren voor de digitale reconstructie van het Scholtenhuis was volgens de Stichting Oorlogs- en Verzetscentrum Groningen de aanleiding voor een tweede onderwijsapplicatie. (OVCG) In 2011 kreeg de de Stichting Oorlogs- en Verzetscentrum Groningen financiële steun van het Nationaal Fonds voor Vrede, Vrijheid en Veteranenzorg om deze nieuwe onderwijsapplicatie over het Scholtenhuis te creëren. (Houwen 2012) De makers die de digitale versie van het Scholtenhuis tot leven hebben gebracht, houden zich met deze taak bezig. (OVCG) Het resultaat zal een applicatie in de vorm van een computerspel zijn. Tijdens het spel zullen jongeren ook kennis over het Scholtenhuis krijgen. (ibidem) Dit educatief project zal in 2015 klaar zijn en de doelgroepen ervan zullen groepen 7 en 8 van het basisonderwijs en de eerste drie klassen van het voortgezet onderwijs zijn. (ib.)
4.2.2.2 Documentaires
Niet alleen internet maar ook televisie wordt door de Stichting Oorlogs- en Verzetscentrum Groningen als een middel van jeugdvoorlichting gebruikt. In 2011 begon 23
deze organisatie documentaireseries over de Tweede Wereldoorlog te produceren. (Houwen 2012) Het eerste documentaireproject was “Verhalen uit het Groninger Verzet” en deze serie was in 2012 te zien op TV Noord. Deze documentaireserie richt zich op het leven in de stad Groningen en haar omgeving tijdens de Tweede Wereldoorlog. (ib.) Volgens de stichting zijn “de films [...] geen huiskamerinterviews, maar interviews op plekken die de geschiedenis doen herleven.” (Houwen 2012) De geschiedenis wordt door middel van verhalen van ooggetuigen aan de televisiekijkers getoond. In de documentaireserie werden drie levensverhalen besproken. (OVCG) Het eerste verhaal gaat over Geert Jan Herder. Deze man is op zoek naar informatie over zijn opa, communistisch voorman Geert Sterringa. Het tweede verhaal bespreekt het levensverhaal van Arthur Clayton, een Britse soldaat. Zijn vliegtuig stortte in Nederland neer maar het Nederlandse verzet heeft hem geholpen en hij heeft de oorlog overleefd. (ib.) De hoofdpersoon van het laatste verhaal is Siet Tammens. Tijdens de oorlog hielp ze de joden onderduiken. (ib.) “Verhalen uit het Groninger Verzet” werd door een groot aantal mensen bekeken. (ib.) Als gevolg daarvan werd in 2013 een tweede documentaireserie “Bevrijders van Groningen” door de Stichting Oorlogs- en Verzetscentrum Groningen geproduceerd. (ib.) De protagonisten in deze documentaireserie zijn vooral de soldaten die Groningen in 1945 hebben bevrijd. Om een beter beeld te krijgen van hun levensverhaal laten de makers van de film niet alleen verhalen over de bevrijding maar ook het familieleven van deze soldaten zien. (ib.) “Bevrijders van Groningen” bestaat ook uit drie delen. Het eerste deel draagt de naam “Band of Brothers – bruierschap.1 Fred en Stanley Butterworth”. Deze twee Canadese broers vechten voor de bevrijding van Groningen. (ib.) “Vergeten bevrijder: Edward Szczerbinski” is de naam van de tweede documentaire. Dit verhaal gaat over een Poolse soldaat die voor de bevrijding van Groningen vocht en na de oorlog niet terug naar Polen kon gaan. (ib.) De laatse van de drie documentaires stelt het verhaal van Hans Spiering, een kind van een Canadese soldaat, centraal. (ib.) Deze films worden door de Stichting Oorlogs- en Verzetscentrum Groningen als educatieve activiteiten ingezet. (Houwen 2012) De doelgroep bevat niet alleen de oudere televisiekijkers die geïnteresseerd in de Tweede Wereldoorlog zijn maar ook jonge mensen die hier niet veel over weten. (ibidem) Met dit project willen de producenten erop wijzen 1
Bruierschap – Gronings dialect. AN - broederschap
24
dat de Tweede Wereldoorlog ook in de eenentwintigste eeuw invloed op ons leven heeft. (OVCG)
25
5. Het Nationaal Comité 4 en 5 mei In dit hoofdstuk behandel ik de laatste van de vier door mij geselecteerde stichtingen, namelijk het Nationaal Comité 4 en 5 mei. Het Nationaal Comité 4 en 5 mei kwam tot stand op 27 november 1987. Deze oprichting is te danken aan het Koninklijk besluit van de toenmalige Koningin Beatrix. (NC) De naam van deze stichting hangt met twee belangrijke data samen, namelijk met 4 en 5 mei 1945. Op 4 mei 1945 werd de capitulatie van het Duitse leger in Nederland door Duitse admiraal Hans-Georg von Friedeburg getekend. Op 5 mei werd deze capitulatie officieel erkend en Nederland was bevrijd. (KDSV 2007: 430) Op 4 en 5 mei organiseert het Nationaal Comité 4 en 5 mei respectievelijk de “Nationale Herdenking” en de “Nationale Viering van de Bevrijding”. (NC) In het eerste hoofdstuk heb ik al geconstateerd dat dit herinneringscentrum in elke provincie van Nederland actief is. Verder is dit comité één van de belangrijkste hedendaagse stichtingen die bij de herdenking van Nederlandse slachtoffers en van de viering van de vrijheid in Nederland actief zijn.
5.1 Doelstelling Het Nationaal Comité 4 en 5 mei is bijna 27 jaar actief in Nederland. Tijdens zijn bestaan zijn er diverse doelen bijgekomen. (NC) De hoofdtaken van deze organisatie hangen samen met de herdenking van Nederlandse slachtoffers en de viering van de vrijheid in Nederland. Het Nationaal Comité 4 en 5 mei kreeg deze taken van de rijksoverheid. Sindsdien geeft dit comité “richting, inhoud en vorm” aan de organisatie van deze gebeurtenissen. (ib.) De jeugdvoorlichting over de Tweede Wereldoorlog is het tweede doel van dit comité. Het laatste doel van het Nationaal Comité 4 en 5 mei is het stimuleren van samenwerking. Dit comité werkt samen met diverse lokale en nationale partijen, andere vergelijkbare stichtingen en de rijksoverheid. (ib.)
26
5.2 Activiteiten De projecten van het Nationaal Comité 4 en 5 mei die op de jeugd toegespitst zijn, kunnen in twee groepen verdeeld worden. (NC) De eerste groep bevat projecten waarbij dit comité direct met scholen samenwerkt. De projecten van de tweede groep hebben wel een educatief karakter maar de school speelt er geen belangrijke rol in.
5.2.1 Onderwijsprojecten Het Nationaal Comité 4 en 5 mei werkt met Nederlandse scholen samen. Scholen kunnen elk jaar gratis het boek Vrijheid geef je door bestellen dat geschikt is voor leerlingen van groep 7. (KS16) Verder kunnen de scholen deelnemen aan diverse projecten en een groot aantal andere lesmaterialen over de oorlog en bevrijding van het Nationaal Comité 4 en 5 mei bestellen. Lesmaterialen worden gerangschikt op groep, thema en lesformaat. (LM) Wat de groep betreft, zijn er materialen voor de volgende onderwijsniveaus beschikbaar: basisonderwijs, VMBO, HAVO, VWO en PABO. (ib.) De populairste thema´s van lesmaterialen zijn de oorlog, bezetting, collaboratie en verzet. (ib.) Lesformaten variëren van fietstochten en wandelingen tot museumbezoeken, stripverhalen, gastlessen, films en andere. (ib.) In de volgende paragrafen focus ik op de projecten “Adopteer een Monument”, “Dichter bij 4 mei” en gastlessen. Deze projecten hebben een nationaal karakter en bereiken veel jongeren. (NC) 5.2.1.1 “Adopteer een Monument”
Na de Tweede Wereldoorlog werden er in Nederland ongeveer 3.500 oorlogsmonumenten
gebouwd.
(NC)
Deze
monumenten
herdenken
belangrijke
gebeurtenissen en alle mensen die tijdens de oorlog om het leven kwamen. De aandacht van gemeenten, organisaties en burgers voor deze monumenten neemt in de laatste jaren toe. (ib.) Het project ging van start in 1985 toen de Stichting Februari ´41 het idee kreeg om de monumenten door basisscholen te laten adopteren en verzorgen. In januari 2004 droeg de 27
Stichting Februari ´41 het project “Adopteer een Monument” aan het Nationaal Comité 4 en 5 mei over. (KM) Dit project is bedoeld voor alle basisscholen in Nederland. (NC) Ongeveer 1430 scholen hebben al een monument geadopteerd. (V2) Scholen die aan dit project meedoen houden hun eigen lokale herdenking. Bij deze herdenking zijn leerlingen uit groep 7 en 8 aanwezig. (NC) De organisatie van de herdenking hangt af van de school en het monument moet door leerlingen en leraren tijdens het jaar onderhouden worden. Jongeren dragen verantwoordelijkheid voor een monument en daardoor leren ze verantwoordelijk te zijn voor andere dingen die belangrijk zijn in hun leven. Om dit project aantrekkelijker voor jongeren te maken heeft het Nationaal Comité 4 en 5 mei de opdracht aan Jacques Vriens, de kinderboekenschrijver, gegeven om een verhaal over de adoptie van een monument te schrijven. (V3) Daarna las Vriens het verhaal “De Gesp” voor in de klas en voerde hij met leerlingen een discussie over de Tweede Wereldoorlog en het belang van herdenking. (ib.) Dit verhaal staat op de webpagina van het Nationaal Comité 4 en 5 mei te downloaden. Leerlingen krijgen van het Nationaal Comité 4 en 5 mei ook digitale les en een gratis handboek met lessen en werkbladen over de adoptie van monumenten. (NC) Als jongeren actief
deelnemen
aan
deze
activiteiten,
verbeteren
ze
hun
kennis
over
de
oorlogsgebeurtenissen die in hun eigen stad plaatsvonden. 5.2.1.2 “Dichter bij 4 mei” “Dichter bij 4 mei” is een dichtwedstrijd die sinds 1998 elk jaar door het Nationaal Comité 4 en 5 mei wordt georganiseerd en alleen voor het voortgezet onderwijs bedoeld is. (NC) Door middel van deze wedstrijd worden niet alleen geschiedeniskennis maar ook literatuurkennis van deelnemers verbeterd. (ib.) Als studenten er deel aan willen nemen, moeten ze een gedicht schrijven. Het thema van dit gedicht staat in verband met de herdenking van Nederlandse oorlogsslachtoffers en de erfenis van de Tweede Wereldoorlog. (Ekkers & De Leur) Deze wedstrijd heeft drie stadia. Jongeren moeten eerst over het thema nadenken. Ze nemen deel aan diverse workshops om hun creativiteit te prikkelen en kennis over het onderwerp te verbeteren. (KW) Pas daarna schrijven ze een gedicht in 160 tekens. Vervolgens worden jongeren geselecteerd voor de wedstrijd en de 28
winaar wordt door een jury gekozen. (ib.) Elk jaar neemt deze wedstrijd in andere provincie plaats. Jongeren uit alle provincies kunnen hun gedichten inzenden, maar de winnaar komt uit deze op voorhand aangeduide provincie. (NC) Deze student leest het winnende gedicht tijdens de Nationale Herdenking op de Dam in Amsterdam voor. (Ekkers & De Leur) Drie andere jongeren dragen hun gedichten in de voormalige concentratiekampen tijdens de herdenking op 4 mei voor. (KW) Dit jaar stond de provincie Drenthe centraal en 260 jongeren namen deel aan deze wedstrijd. (Anoniem 2014) De winnares, Nienke Woltmeijer, droeg tijdens de herdenking op de Dam haar gedicht “De stille getuige” voor. (ibidem) De lezing loopt meestal probleemloos maar in 2012 ontstond er ophef over het winnende gedicht. Twee jaar geleden heeft de jury het gedicht van Auke de Leeuw uit de provincie Noord-Brabant tot het beste gedicht gekozen. (Haakman 2012) Het gedicht “Foute Keuze” ging over de oudoom van Auke die bij het Duitse leger diende en dit gedicht zou tijdens de Nationale Herdenking op Dam voorgedragen worden. (ib.) De keuze van het Nationaal Comité 4 en 5 mei werd door diverse organisaties bekritiseerd, onder andere door het Nederlands Auschwitz Comité. (Remie 2012) Aangezien de protesten en discussies hevig waren, besloot het comité het gedicht “Foute Keuze” door een ander gedicht te vervangen. (Coevert 2013) Sindsdien is het Nationaal Comité voorzichtig wat de keuze van gedichten betreft. (ibidem) Beide gedichten zijn in de bijlage te vinden.
5.2.1.3 Gastlessen Het Nationaal Comité 4 en 5 mei beschikt over lesmaterialen die verschillende lesformats kunnen hebben, bijvoorbeeld een digitale les, film of een stripverhaal. (NC) Aangezien het aantal lesformats groot is, kan ik niet elk apart beschrijven. Daarom beschrijf ik er slechts één, namelijk de gastles. Het Nationaal Comité 4 en 5 mei werkt met diverse organisaties samen. Samen maken ze het mogelijk om een gastdocent naar een school te sturen. Daardoor kunnen kinderen nieuwe impulsen en informatie over interessante onderwerpen krijgen in een ruimte waaraan ze gewend zijn. (ib.) De gastdocenten geven les rond het thema van de Tweede Wereldoorlog, andere oorlogen en vrijheid. Zowel leerlingen uit het basisonderwijs als studenten uit het voortgezet onderwijs 29
kunnen deze gastles krijgen. (ib.) Een gastles bestaat uit een lezing van de gastdocent en daarna volgt een discussie. (LM) Wie de gastdocent hangt af van het thema van gastles en de organisatie die de gastdocent naar een school stuurt. De gastsprekers zijn bijvoorbeeld de veteranen of de ooggetuigen van diverse oorlogen. (ib.)
5.2.2 Andere projecten
In de volgende paragrafen neem ik de Nationale Herdenking en de Bevrijdingsfestivals onder de loep omdat deze activiteiten een nationaal karakter hebben, veel aandacht van de media krijgen en het aantal Nederlanders dat geïnteresseerd in deze gebeurtenissen is, heel groot is.
5.2.2.1 Nationale Herdenking
Op 4 mei vind de Nationale Dodenherdenking in Nederland plaats. Elk jaar worden er discussies gevoerd over wie op deze dag herdacht mag worden en wie niet. Daaruit blijkt dat dit onderwerp nog altijd gevoelig is. Meestal wordt de herdenking van Duitse soldaten en Nederlanders die bij de Waffen-SS dienden, besproken. (Funnekotter 2013) In 2013 stelde het Nationaal Comité 4 en 5 mei dat de Duitse soldaten en Nederlanders die bij het Duitse leger dienden tijdens deze herdenking niet herdacht mogen worden. De aanleiding van deze proclamatie was de ophef over het winnende gedicht “Foute Keuze”. (Coevert 2013) Officieel worden op deze dag alle Nederlandse slachtoffers herdacht die “sinds het begin van de Tweede Wereldoorlog zijn omgekomen in oorlogen en bij vredesoperaties”. (Boon 2013) De Nationale Herdenking in Amsterdam begint met de herdenkingsbijeenkomst in De Nieuwe Kerk. Er zijn 1700 mensen aanwezig van wie de meesten overlevenden van de oorlog, hun familieleden en leden van herinneringscentra zijn. (NC) Tijdens deze bijeenkomst wordt er elk jaar een literaire voordracht gehouden. Harry Mulisch droeg de eerste lezing in 1992 voor en in de volgende jaren werden de toespraken door andere bekende auteurs zoals Marga Minco of Geert Mak gehouden. In 2014 werd de lezing door Jan
Terlouw,
een
oud-politicus
en
schrijver,
gedragen.
(ib.)
Tijdens
de 30
herdenkingsbijeenkomst zijn ook jongeren actief, namelijk het Nationaal Kinderkoor dat elk jaar een nieuwe compositie zingt. Geïnteresseerde mensen die niet naar deze herdenkingsbijeenkomst kunnen gaan, kunnen deze gebeurtenis live op de televisie volgen. (ib.) Na de bijeenkomst volgt de Nationale Herdenking op de Dam. Het merendeel van de Amsterdammers komt hier op af en neemt deel aan de herdenking. (Korporaal 2008) Iets voor acht uur wordt de eerste krans voor Nederlandse oorlogsslachtoffers door koning Willem Alexander en koningin Máxima bij het Nationaal Monument op De Dam gelegd. (Boon 2013) Stipt om acht uur ´s avonds is heel Nederland twee minuten stil. Verder wordt het Wilhelmus gezongen en een gedicht door de winnaar van de wedstrijd “Dichter bij 4 mei” voorgelezen. (ibidem) Na de voordracht van het winnende gedicht komt de tweede spreker aan bod. Deze houdt een toespraak over het thema herdenking en is van de nationale statuur. Elk vijf jaar wordt deze rede door minister-president gehouden. In 2014 werd Eberhard van der Laan, de burgemeester van Amsterdam, uitgenodigd om op de Dam te spreken. (NC) De Nationale Herdenking is voor elke Nederlander bedoeld. Deze gebeurtenis wordt door de media gevolgd en bekende personen werken aan een reclamecampagne mee. (ib.) Ze leggen uit waarom ze op 4 mei om acht uur ´s avonds twee minuten stil zijn. In het algemeen trekken bekende Nederlanders de aandacht van jongeren en vervullen een voorbeeldfunctie. Als ze aan de reclamecampagne meedoen, is de kans hoger dat jongeren zich het belang van de herdenking van oorlogsslachtoffers realiseren. Annechien Steenhuizen, een Nederlandse presentatrice, en Gers Pardoel, een Nederlands rapper, deden bijvoorbeeld in 2014 aan deze campagne mee. Volgens ze moet iedereen tijdens de twee minuten stilte beseffen dat vrijheid niet vanzelfsprekend is. (ib.)
5.2.2.2 Bevrijdingsfestivals
Op 5 mei, een officieel erkende feestdag, wordt jaarlijks in het hele land de bevrijding van Nederland en het leven in vrijheid gevierd. (Noordegraaf, Steen & Frissen 2012a: 6) In de eenentwintigste eeuw zijn er nog altijd gewapende conflicten in de wereld en de mensenrechten geschonden worden. Daarom wordt op deze dag gewezen dat de 31
vrijheid niet vanzelfsprekend is en men ervoor moet strijden. (Noordegraaf, Steen & Frissen 2012b: 7) Het Nationaal Comité 4 en 5 mei is verantwoordelijk voor de organisatie van activiteiten die op deze dag plaatsvinden, namelijk de 5 mei-lezing, de Bevrijdingsfestivals en het 5 mei-concert. (NC) De 5 mei-lezing wordt jaarlijks door een belangrijke gast voorgedragen en in dezelfde provincie georganiseerd waar de dichtwedstrijd “Dichter bij 4 mei” plaats neemt. (cf. 5.2.1.2) Nadat de lezing gehouden wordt, wordt de traditioneel bevrijdingsvuur ontstoken die de overgaan van de herdenken naar de vieren symboliseert. (ib.) In 2005 werd de 5 mei-lezing bijvoorbeeld door de toenmalige Prins WillemAlexander geschreven en gelezen. Hij riep de jongeren op om de waarde van vrijheid te beseffen en aan de discussie over dit onderwerp deel te nemen. Sindsdien wordt elk jaar op deze dag een gesprek gevoerd tussen de gastspreker en studenten uit verschillende scholen. (ib.) In 2014 werd de toespraak door Mary Robinson, de voormalig Ierse president en Hoge Commissaris voor de Mensenrechten, in Assen gehouden. (ib.) De gebeurtenis die de viering van de vrijheid afsluit is het 5 mei-concert op de Amstel. Het is een concert van diverse artiesten en orkesten dat gratis voor iedereen is. (ib.) Dit concert wordt door een groot aantal mensen bezocht en de opname ervan wordt door meer dan 1 miljoen televisiekijkers bekeken. (ib.) Niet alleen het 5 mei-concert maar ook de Bevrijdingsfestivals zijn heel populair. Sinds 1994 word dit festival in elk van de twaalf provincies georganiseerd. De festivals nemen in de volgende steden plaats: Groningen, Leeuwaarden, Assen, Zwolle, Almere, Wageningen, Utrecht, Amsterdam, Haarlem, Den Haag, Rotterdam, Vlissingen, Den Bosch en Roermond. (BF) Tegenwoordig is het Bevrijdingsfestival het grootste eendaagse Nederlandse festival. Elk jaar worden deze festivals door één miljoen mensen bezocht. (Van den Dool 2013) Het hoofdthema van deze festivals is de viering van de vrijheid. (NC) Deze festivals worden meestal door jongeren bezocht. Tijdens de Bevrijdingsfestival treden diverse bekende Nederlandse muziekgroepen, zangers en zangeressen op. (ib.) Maar de belangrijkste personen tijdens deze optredens zijn de “Ambassadeurs van de Vrijheid”. Die worden elk jaar door het Nationaal Comité 4 en 5 mei gekozen. Tijdens zijn optreden praten ze over de vrijheid en onvrijheid in de wereld. Ze zijn aanwezig bij elk Bevrijdingsfestival. Dit is te danken aan helikopters van Defensie die ze naar alle festivals 32
kunnen vervoeren. (BF) Voor 2014 zijn Kensington, Douwe Bob en Gers Pardoel tot de “Ambassadeurs van de Vrijheid” verkozen. (NC) Deze Nederlandse musici spreken de jongere generatie aan. Als ze over zo´n belangrijk thema spreken is de kans groter dat jongeren zich het belang van vrijheid realiseren.
33
6. Vergelijking van educatieve projecten In het vorige deel van deze scriptie ben ik ingegaan op de projecten van vier Nederlandse herinneringscentra. In dit deel van de scriptie vergelijk ik deze projecten qua doelen, doelgroepen en werkwijze. Door middel van deze vergelijking wil ik de verschillen tussen de gekozen organisaties en projecten laten zien.
6.1 Doel De vier organisaties, namelijk het Nederlands Auschwitz Comité, de Stichting Bevrijding ´45, de Stichting Oorlogs- en Verzetscentrum Groningen en het Nationaal Comité 4 en 5 mei, hebben gelijkaardige doelen, namelijk de herdenking van Nederlandse slachtoffers, de viering van de vrijheid en de verbetering van de kennis van de jeugd over de Tweede Wereldoorlog. Sommige projecten van deze organisaties gaan dieper in op deze doelen. Het doel van de Leskisten en documentaireseries is bijvoorbeeld de voorlichting over het leven van gewone mensen tijdens de oorlog. Het doel van activiteiten die door het Nederlands Auschwitz Comité georganiseerd worden, is de herdenking van de Joodse slachtoffers en de voorlichting over het thema van de Jodenvervolging en het concentratiekamp Auschwitz. (NAC) Groningen en zijn omgeving staat centraal wat de doelen van de projecten van de Stichting Oorlogs- en Verzetscentrum Groningen betreft. (OVCG)
6.2 Doelgroep
De besproken projecten zijn vooral voor de schoolgaandse jeugd bedoeld. Uit de samenvatting blijkt dat de projecten hetzij leerlingen uit basisscholen hetzij scholieren van het voortgezet onderwijs voorlichten. De volgende projecten zijn op basisscholen gericht: de “Tweede Wereldoorlog dichterbij in de stad Groningen”, de leskisten en het project “Adopteer een Monument”. Hetzelfde aantal projecten is op studenten tussen 14 en 19 gericht. Tot deze groep behoren de International Youth Conference, de educatieve dagen in het kader van de Holocaust Memorial Day en de wedstrijd “Dichter bij 4 mei”. De 34
lesboeken en gastlessen zijn zowel voor basisonderwijs als voor voortgezet onderwijs geschikt. Vijf projecten hebben geen bepaalde doelgroep. Deze activiteiten trekken de aandacht van jongeren maar ook van andere generaties: de posteractie tegen racisme, de digitale reconstructie van het Scholtenhuis, de documentaires, de Nationale Herdenking en de Bevrijdingsfestivals.
6.3 Werkwijze
Jeugdvoorlichting over de Tweede Wereldoorlog wordt door elk van de vier stichtingen als een heel belangrijke taak beschouwd. In deze paragraaf laat ik zien hoe deze organisaties ernaar streven om de jeugd voor te lichten. Eerst geef ik aandacht aan het contact tussen de organisaties en jongeren. Daarna laat ik zien welke projecten de creativiteit van jongeren verbeteren. Tot slot richt ik mijn aandacht op projecten die vernieuwende voorlichtingsmethoden gebruiken. Uit de samenvatting blijkt dat er drie soorten van contact tussen organisaties en jongeren bestaat. Ten eerste kan het contact tussen studenten en een vertegenwoordiger van een organisatie direct en persoonlijk zijn. Tijdens de educatieve dagen in het kader van de Holocaust Memorial Day las de voorzitter van het Nederlands Auschwitz Comité de verhalen voor en de studenten luisterde naar hem. Daarna volgde een discussie. Een ander voorbeeld van direct contact tussen een stichting en de jeugd is de International Youth Conference. Beide groepen werken hier samen. Ook tijdens de projecten “De Tweede Wereldoorlog dichterbij in de stad Groningen”, “Dichter bij 4 mei” en de gastlessen ontmoeten de jongeren vertegenwoordigers van de bovengenoemde organisaties. De tweede mogelijkheid is dat het contact tussen een stichting en jongeren niet direct is maar door middel van een andere persoon verkregen wordt. Een herinneringscentrum ontwikkelt lesmaterialen die door een leraar aan studenten uitgelegd worden. Tot deze groep projecten behoren de lesboeken, de leskisten en het project “Adopteer een Monument”. De laatste mogelijkheid is dat een stichting door middel van de media de aandacht van de jongere generatie probeert te trekken. De voorbeelden daarvan zijn de volgende
35
activiteiten: de posteractie tegen racisme, de digitale reconstructie van het Scholtenhuis en de documentaireserie. Het merendeel van de besproken projecten prikkelt de creativiteit van jongeren. We kunnen drie groepen projecten onderscheiden. De eerste groep bestaat uit projecten die opdrachten voor jongeren bevatten. Deze opdrachten moeten op een creatieve wijze opgelost worden. De deelnemers van de International Youth Conference, de wedstrijd “Dichter bij 4 mei” en de lezers van de drie lesboeken moeten iets creëren om de bijbehorende opdrachten uit te voeren. Jongeren verbeteren hun creativiteit niet alleen door middel van opdrachten. Studenten moeten tijdens een les of een discussie op creatieve wijze reageren. Tot de groep projecten die jongeren laten reageren, behoren de volgende projecten: de educatieve dagen in het kader van de Holocaust Memorial Day, “De Tweede Wereldoorlog dichterbij in de stad Groningen”, de leskisten, “Adopteer een Monument” en de gastlessen. De projecten de “Nationale Herdenking”, de posteractie tegen de racisme en de Bevrijdingsfestivals behoren tot de laatste groep. Wat deze projecten betreft, is de creativiteit van jongeren niet van belang. De Nederlandse politica E. Borst-Eilers was van mening dat educatieve methoden in het algemeen een nieuw karakter zullen krijgen. In een brief aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal schreef ze dat “in de eerste plaats [...] de jeugd [blijft] veranderen, wat ertoe uitnodigt om de voorlichtingsmethoden steeds aan te passen.” (KS15) De huidige Nederlandse jeugd is opgegroeid met internet en technische uitvindingen. (Kreutzer, Hoek van Dijke & De Jong 2013: 9) Daaruit blijkt dat de twee grote media, het internet en de televisie, in de eenentwintigste eeuw een belangrijke rol in de voorlichting van jongeren kunnen spelen. Uit de samenvatting blijkt dat vooral de International Youth Conference, de digitale reconstructie van het Scholtenhuis, beide documentaireseries, de wedstrijd “Dichter bij 4 mei” en de Bevrijdingsfestivals moderne voorlichtingsmethoden gebruiken.
36
7. Conclusie De Tweede Wereldoorlog is een gevoelig thema. Er werd op het slagveld gevecht, steden werden gebombardeerd en een veel mensen kwamen om het leven. Het aantal oorlogsslachtoffers in de hele wereld is enorm. Om een vergelijkbare oorlogen voor te komen is jeugdvoorlichting over de Tweede Wereldoorlog heel belangrijk. In deze scriptie heb ik me in de projecten van de Nederlandse herdenkingscentra over de Tweede Wereldoorlog verdiept. Ik heb een overzicht gegeven van diverse Nederlandse herinneringscentra en de doelen, doelgroepen, thema´s en werkwijzen van educatieve projecten samengevat. Daarna heb ik deze projecten vergeleken. Uit deze vergelijking blijkt dat de projecten in veel aspecten gelijkaardig zijn. De besproken projecten hebben gelijkaardige thema´s en doelstellingen. Dit zijn de relatie tussen de Tweede Wereldoorlog en het heden, het herdenken van slachtoffers en de viering van de vrijheid. Wat de doelgroep betreft, zijn er verschillen tussen de geselecteedre projecten. Sommige projecten zijn bedoeld voor basisschoolleerlingen. Andere projecten zijn voor jongeren van 14 tot 19 geschikt. Bovendien bevat een aantal projecten van sommige herdenkingscentra opdrachten voor basisschoolleerlingen evenals voor studenten. De samenvatting laat ons zien dat er ook projecten zijn zonder een bepaalde doelgroep. Ik stelde de vraag hoe deze organisaties de jeugd over het onderwerp oorlog voorlichten. De meerderheid van de herinneringscentra gebruikt creative en vernieuwende werkwijzen om de jeugd voor te lichten. Vaak is er een vertegenwoordiger van een instelling aanwezig tijdens de projecten. Samenvattend kan ik stellen dat de manier waarop Nederlandse herdenkingsorganisaties de hedendaagse jeugd over de gevaren van de oorlog voorlichten, creatief, modern en meestal ook persoonlijk is.
37
8. Literatuurlijst Boeken en artikelen Anoniem 2010 – Anoniem, “Herdenking in de kou”, NIW, Online artikel. PDF. [Online beschikbaar op http://www.auschwitz.nl/files/04022010-NIW-Auschwitz-herdenking.pdf geraadpleegd op 4 februari 2010] Anoniem 2014 – Anoniem, “18-jarige wint dichtwedstrijd 4 mei”, NOS.nl, Online artikel. [Online beschikbaar op http://nos.nl/artikel/622978-18jarige-wint-dichtwedstrijd-4mei.html geraadpleegd op 14 maart 2014] Barát 2008 – A. Barát, “Vojenské cintoríny strážia mier”, Pravda.sk, Online artikel. [Online beschikbaar op http://spravy.pravda.sk/domace/clanok/160072-vojenske-cintoriny-straziamier/ geraadpleegd op 28 december 2008] Bijkerk & Van der Heide 2006 – L. Bijkerk, W. van der Heide, “Werkvormen en Meervoudige Intelligenties (MI)”, Houten: Bohn Stafleu van Loghum, Online publicatie. 2006. [Online beschikbaar op http://www.edufit.nl/publicaties/publicatieseducatie/werkvormenenmeervoudigeintelligenties.pdf] Boon 2013 – L. Boon, “Terugkijken: de Nationale Dodenherdenking op de Dam”, nrc.nl, Online artikel. [Online beschikbaar op http://www.nrc.nl/nieuws/2013/05/04/livemeekijken-de-dodenherdenking-op-de-dam/ geraadpleegd op 4 mei 2013] Coevert 2013 – A. Coevert, “Comité 4 en 5 mei: Duitse soldaten worden niet herdacht”, nrc.nl, Online artikel. [Online beschikbaar op http://www.nrc.nl/nieuws/2013/05/02/comite4-en-5-mei-duitse-soldaten-worden-niet-herdacht/ geraadpleegd op 2 mei 2013] Ekkers & De Leur – R. Ekkers, T. de Leur, “Dichter bij 4 mei – Poëzie wedstrijd”, Het Nationaal Comité 4 en 5 mei, Lesbrief. PDF. [Online beschikbaar op http://www.4en5mei.nl/documenten/Onderwijs/lesbrief-db4m.pdf] Funnekotter 2013 – B. Funnekotter, “Ook de discussie over 4 mei is een ritueel geworden”, nrc.nl, Online artikel. [Online beschikbaar op 38
http://www.nrc.nl/handelsblad/van/2013/mei/02/ook-de-discussie-over-4-mei-is-eenritueel-geworden-1243359 geraadpleegd op 2 mei 2013] Funnekotter 2014 – B. Funnekotter, “De knikkers van Anne Frank”, nrc.nl, Online artikel. [Online beschikbaar op http://www.standaard.be/cnt/dmf20140204_00963223 geraadpleegd op 4 februari 2014] Haakman 2012 – D. Haakman, “15-jarige maker omstreden gedicht: ik heb niemand willen kwetsen”, nrc.nl, Online artikel. [Online beschikbaar op http://www.nrc.nl/nieuws/2012/04/26/maker-omstreden-gedicht-ik-heb-niemand-willenkwetsen/ geraadpleegd op 26 april 2012] Houwen 2012 – D. J. Houwen, “Stichting Oorlogs- en Verzetscentrum Groningen Jaarverslag 2012”, Online publicatie. PDF. [Online beschikbaar op http://www.google.cz/url?sa=t&rct=j&q=&esrc=s&source=web&cd=1&cad=rja&uact=8& ved=0CCwQFjAA&url=http%3A%2F%2Fwww.ovcg.nl%2Fuploads%2Ffckconnector%2F 1faebd70-55f4-4f22-ba9f8709373f8524&ei=orZKU4X2D8GqtAaV0oGIDQ&usg=AFQjCNHPV5_JQPZRSWebO1 QIcZyAcYW7_w&bvm=bv.64542518,d.Yms] Johnston 2005 – M. Johnston, “With The Greatest Gratitude”, Legion Magazine.com, Online artikel. [Online beschikbaar op http://legionmagazine.com/en/2005/07/with-thegreatest-gratitude/ geraadpleegd op 1 juli 2005] Jordan & Wiest 2006 – D. Jordan, A. Wiest, Atlas druhej svetovej vojny. Fakty o bojových stretnutiach najväčšej vojny v histórii. Praha: Ottovo Nakladatelství, s.r.o., 2006 JV2007 – “Centrum voor Holocaust en genocide studies. Jaarverslag 2007/2008”, Online publicatie. PDF. [Online beschikbaar op http://www.niod.nl/sites/niod.nl/files/JaarverslagCHGS0708.pdf] KDSV 2007 – Kronika druhej svetovej vojny. Bratislava: Fortuna Libri, 2007.
39
Korporaal 2008 – A. Korporaal, “Typisch Amsterdams – Herdenken”, Online artikel. [Online beschikbaar op http://www.amsterdam.nl/?ActItmIdt=126617 geraadpleegd op 29 april 2008] Kotrba & Lacina 2007 – T. Kotrba, L. Lacina, Praktické využití aktivizačních metod ve výuce. Brno: Barrister & Principal, 2007. Kreutzer, Hoek van Dijke & De Jong 2013 – P.Kreutzer, N. Hoek van Dijke, M. De Jong, Samen leren, het onderwijs volgens generatie Z. NIOT, 2013. Online publicatie. PDF. [Online beschikbaar op http://www.kennisnet.nl/fileadmin/contentelementen/kennisnet/Leerlingfeedback/NIOT_O nderzoeksrapport_lr.pdf] KS15 – E. Borst-Eilers, “Nr.15. Brief van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport”, Kamerstuk, 29 maart 2001. [Online beschikbaar op https://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/19958/kst-1995815?resultIndex=2&sorttype=1&sortorder=4] KS16 – C. I. J. M. Ross-van Dorp, “Nr. 16 Brief van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport”, Kamerstuk, 24 februari 2005. [Online beschikbaar op https://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/19958/kst-1995816?resultIndex=1&sorttype=1&sortorder=4] Noordegraaf-Eelens, Steen & Frissen 2012a – L. Noordegraaf-Eelens, M. Steen, P. Frissen, Het vieren van vrijheid. Den Haag: NSOB, 2012. Online publicatie. PDF. [Online beschikbaar op http://www.nsob.nl/wp-content/uploads/NSOB_het-vieren-vanvrijheid_web_DEF.pdf] Noordegraaf-Eelens, Steen & Frissen 2012b – L. Noordegraaf-Eelens, M. Steen, P. Frissen, Leven in niet vanzelfsprekende vrijheid. Den Haag: NSOB, 2012. Online publicatie. PDF. [Online beschikbaar op http://www.nsob.nl/wp-content/uploads/NSOB_Leven-in-nietvanzelfsprekende-vrijheid_web_DEF.pdf] Remie 2012 – M. Remie, “Van der Laan: gedicht over SS’er foute keuze Comité 4 en 5 mei”, nrc.nl, Online artikel. [Online beschikbaar op 40
http://www.nrc.nl/nieuws/2012/06/22/van-der-laan-gedicht-over-sser-foute-keuze-comite4-en-5-mei/ geraadpleegd op 22 juni 2012] Schlüßler 2005 – J. Schlüßler, “60 Jahre Frienden. Internationale Jugend Konferenz in Holland zum Gedenken an 60 Jahre Frieden”, Online artikel. 2005. [Online beschikbaar op http://www.gms-net.de/gesamt/html/body_60_jahre_kriegsende.html] Stigter 2010 – B. Stigter, “De weg weten tijdens de oorlog”, nrc.nl, Online artikel. [Online beschikbaar op http://www.nrc.nl/handelsblad/van/2010/februari/05/de-weg-weten-tijdensde-oorlog-11846843 geraadpleegd op 5 februari 2010] TASR – “Osvienčim zaznamenal vlani rekordnú návštevnosť”, SME.sk, Online artikel. [Online beschikbaar op http://www.sme.sk/c/6206254/osviencim-zaznamenal-vlanirekordnu-navstevnost.html# geraadpleegd op 6 januari 2012] Van den Dool 2013 – P. van den Dool, “Bevrijdingsdag 2013: naar welk Bevrijdingsfestival ga jij morgen toe?”, nrc.nl, Online artikel. [Online beschikbaar op http://www.nrc.nl/nieuws/2013/05/04/bevrijdingsdag-2013-naar-welk-bevrijdingsfestivalga-jij-morgen-toe/ geraadpleegd op 4 mei 2013] Van Diggelen 2007 – M. Van Diggelen, “Scholieren horen persoonlijke verhalen tijdens de Holocaust-herdenking. De meesten zijn onder de indruk. ʻDat meisje had mijn zusje kunnen zijn.ʼ”, nrc.nl, Online artikel. PDF. [Online beschikbaar op http://www.auschwitz.nl/files/HMD_2007_NRC.pdf geraadpleegd op 27 januari 2007] Officiële webpagina´s BF – De officiële webpagina van de Bevrijdingsfestivals http://www.bevrijdingsfestivals.nl/ CC – De officiële webpagina van het expertisecentrum Cultuurclick Groningen, artikel over Dwingend Drukwerk http://www.cultuurclickgroningen.nl/aanbod/overzichtaanbod/detailpagina/q/id/31/titel/dwingend-drukwerk CC2 – De officiële webpagina van het expertisecentrum Cultuurclick Groningen, artikel over “De Tweede Wereldoorlog Dichterbij in de stad Groningen” 41
http://www.cultuurclickgroningen.nl/aanbod/overzichtaanbod/detailpagina/q/id/37/p/4/titel/de-tweede-wereldoorlog-dichterbij-in-de-stadgroningen IYC – De officiële webpagina van de International Youth Conference 2015 http://iyc2015.nl/ KM – De officiële webpagina van de Stichting Kindermonument http://kindermonument.org KW – De officiële webpagina van het Kamp Westerbork, artikel “Finale Dichter bij 4 mei in Westerbork”. 13 maart 2014 http://www.kampwesterbork.nl/nl/museum/nieuws/detail.html?id=38991#/index LM – De officiële webpagina van het Nationaal Comité 4 en 5 mei, onderdeel Lesmateriaal over Oorlog en Vrede http://www.lesmateriaaloorlogenvrede.nl/ NAC – De officiële webpagina van het Nederlands Auschwitz Comité http://www.auschwitz.nl NC – De officiële webpagina van het Nationaal Comité 4 en 5 mei http://www.4en5mei.nl/ NIOD – De officiële webpagina van het NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies http://www.niod.nl OVCG – De officiële webpagina van de Stiching Oorlogs- en Verzetscentrum Groningen http://www.ovcg.nl/ SB – De officiële webpagina van de Stichting Bevrijding ´45 http://www.apeldoornendeoorlog.nl SG – De officiële webpagina van de Stichting 4 Mei Herdenking Groningen http://www.4meigroningen.nl/ SH – De virtuele reconstructie van het Scholtenhuis http://www.scholtenhuis.nl WOII – De webpagina over de Tweede Wereldoorlog http://www.tweedewereldoorlog.nl
42
Video´s V1 – anoniem, “Jongeren staan stil bij vrijheid”. TV Apeldoorn Nieuws. Video. [Online beschikbaar op https://www.youtube.com/watch?v=u2eWkGn9A1E geraadpleegd op 7 mei 2010] V2 – Wade, L., “Adopteer een Monument – Het Nationaal Comité 4 en 5 mei”. Het Nationaal Comité 4 en 5 mei. Video. [Online beschikbaar op https://www.youtube.com/watch?v=NxIfpVUHGxE geraadpleegd op 16 oktober 2012] V3 – “Adopteer een Monument met Jacques Vriens”. Het Nationaal Comité 4 en 5 mei. Video. [Online beschikbaar op https://www.youtube.com/watch?v=2L36fhe9nls geraadpleegd op 11 november 2013]
43
Bijlage
Gedichten Winnende gedicht van “Dichter bij 4 mei” 2012 Auke de Leeuw 'Foute Keuze' Mijn naam is Auke Siebe Dirk Ik ben vernoemd naar mijn oudoom Dirk Siebe Een jongen die een verkeerde keuze heeft gemaakt Koos voor een verkeerd leger Met verkeerde idealen Vluchtte voor de armoede Hoopte op een beter leven Geen weg meer terug Als een keuze is gemaakt Alleen een weg vooruit Die hij niet ontlopen kan Vechtend tegen Russen Angst om zelf dood te gaan Denkend aan thuis Waar Dirk z'n toekomst nog beginnen moet Zijn moeder is verscheurd door de oorlog Mama van elf kinderen, waarvan vier in het verzet zitten En een vechtend aan het oostfront Alle elf had ze even lief Dirk Siebe kwam nooit meer thuis Mijn naam is Auke Siebe Dirk Ik ben vernoemd naar Dirk Siebe Omdat ook Dirk Siebe niet vergeten mag worden. Bron: Haakman 2012 – D. Haakman, “15-jarige maker omstreden gedicht: ik heb niemand willen kwetsen”. nrc.nl. Online artikel. [Online beschikbaar op http://www.nrc.nl/nieuws/2012/04/26/maker-omstreden-gedicht-ik-heb-niemand-willenkwetsen/ geraadpleegd op 26 april 2012]
44
Winnende gedicht van “Dichter bij 4 mei” 2014 Nienke Woltmeijer “De stille getuige” De boom aan de rails Omringd door prikkeldraad Torende boven het wachtershuisje Geworteld in grond van ellende De boom hoorde de doffe knallen Rook de mist van angst Zag een uitzichtloze weg Wanhoopte een eindeloze strijd Troostend het kind met verdriet Omarmend de vrouw in wanhoop Bemoedigend de man zonder uitzicht Beschermend hen zonder schuilplaats Bladeren fluisteren de herinnering Takken vertellen het verhaal De bast verzacht de pijn De wortels vangen de tranen De boom vertelt het verhaal van toen Het staat gekerfd en wordt nooit vergeten Bron: Anoniem 2014 – Anoniem, “18-jarige wint dichtwedstrijd 4 mei”. NOS.nl. Online artikel. [Online beschikbaar op http://nos.nl/artikel/622978-18jarige-wint-dichtwedstrijd-4mei.html geraadpleegd op 14 maart 2014]
45