az groeninge Kortrijk
Informatiebrochure voor nieuwe verpleegkundigen en studenten
Afdeling: NEUROLOGIE 2 OF C.1.N
Campus: KENNEDYLAAN
[ Hier komt een foto van de afdeling ]
Inhoudstafel Welkom ................................................................................................................................................... 3 1.
Voorstelling van de afdeling ............................................................................................................ 4 1.1
Opbouw van de afdeling ........................................................................................................ 4
1.2
Doelstelling van de afdeling ................................................................................................... 5
1.3
Bezoekuren van de afdeling ................................................................................................... 5
1.4
Werken op de afdeling........................................................................................................... 5
1.4.1
Werkuren ........................................................................................................................... 5
1.4.2
Verantwoordelijke zorgmanager en verpleegkundigen .................................................... 6
1.5
De artsen en de meest voorkomende pathologieën op onze afdeling ................................. 9
1.5.1
Artsen .............................................................................................................................. 10
1.5.2
Pathologieën………………………………………………………………………………………………….......12
2.
Een dag op de afdeling .................................................................................................................. 13
3.
Specifieke informatie..................................................................................................................... 16 3.1.
4.
Algemene afspraken omtrent het toeren ............................................................................ 16
3.1.1
Algemene afspraken patiëntentoer door verpleegkundige………………………………..……...16
3.1.2
Algemene afspraken rond het toeren met de arts………………………………………………………16
3.1.3
Algemene afspraken bij een opname en ontslag………………………………………………..………16
3.2.
Frequent gebruikte afkortingen op de afdeling................................................................... 17
3.3.
Patiëntendossier…………………………………………………………………………………………………………… 17
3.3.1
Documenten ..………………………………………………………………………………………………………… 17
3.3.2
Aandachtspunten…………………………………………………………………………………………………….. 18
Procedures..................................................................................................................................... 19 4.1.
De meest voorkomende onderzoeken ................................................................................ 19
4.2.
De meest voorkomende ingrepen ....................................................................................... 19
4.3.
De meest voorkomende materialen .................................................................................... 19
4.4.
De meest voorkomende technieken.................................................................................... 20
5.
Patiëntenvoorlichting .................................................................................................................... 21
6.
Communicatie ............................................................................................................................... 22 6.1.
Telefonie .............................................................................................................................. 22
1
7.
8.
9.
6.1.1.
Afdelingsgerelateerde afdelingen ................................................................................... 22
6.1.2
Noodnummers…….……………………………………………………………………………………………………..23
6.2.
Informatica (IT) .................................................................................................................... 23
6.3.
Buizenpost............................................................................................................................ 24
6.4.
Interne communicatie.......................................................................................................... 24
Personeelsinformatie .................................................................................................................... 25 7.1.
Dienstrooster ....................................................................................................................... 25
7.2.
Overuren .............................................................................................................................. 25
7.3.
Verlof.................................................................................................................................... 25
7.4.
Ruilen van shift of verlofdagen ............................................................................................ 25
7.5.
Ziekte.................................................................................................................................... 26
7.6.
Vorming................................................................................................................................ 26
7.7.
Evaluatiegesprek .................................................................................................................. 27
Aandachtspunten .......................................................................................................................... 28 8.1
Correct invullen van het verpleegdossier……………..……………………………………………………… ..28
8.2
Apotheek ………………………………..…………………………………………………………………………………. 28
8.3
Orde en netheid …………………………………………………………………………………………………………
28
8.4
Kleurencodes en afkorting arts ………………………………………………………………………………
29
8.5
Patiëntenoverzicht
…………………………………………………………………………………………………… 29
Persoonlijke notities ...................................................................................................................... 30
10. Studenten ...................................................................................................................................... 32
2
Welkom Welkom op Neurologie 2, campus Kennedylaan. Waarschijnlijk is dit een dienst waar je, of wat angstig, of vol enthousiasme naar uitkijkt. Laat het je vooral niet afschrikken, het valt allemaal best mee. Wij zijn bereid om heel wat energie te steken in de opleiding van nieuwe collega’s en studenten. We zullen je zoveel mogelijk ondersteunen en begeleiden om je vlot te laten inwerken op onze dienst. Je krijgt een peter of meter aangesteld, die je gedurende een hele periode zal bijstaan, tot je voldoende vertrouwd bent met deze dienst, zijn werking en gewoontes. Deze brochure bied je een eerste kennismaking met onze afdeling. Op de volgende pagina’ s vind je een overzicht van de gebruiken, modaliteiten en afspraken zodat je je op een vlugge en aangename manier kan inwerken op onze afdeling. Uiteraard staan niet alle details in deze brochure. Als je nog vragen of meer informatie wenst, kan je altijd terecht bij een collega. Geef ons gerust een seintje, want jouw opvang en begeleiding behoren tot ons takenpakket en zijn ook onze verantwoordelijkheid. We wensen je alvast een leerrijke en aangename loopbaan of stage toe.
3
1.
Voorstelling van de afdeling
1.1
Opbouw van de afdeling De afdeling Neuro 2 bevindt zich op de 1e verdieping, route 320 campus KL. De afdeling bestaat uit 30 bedden: 8 eenpersoonskamers en 11 tweepersoonskamers. Onze afdeling bestaat uit een U -vorm met aan de buitenzijde de patiëntenkamers en aan de binnenzijde de dienstlokalen. Alle patiëntenkamers bevinden zich langs de buitenzijde van de afdeling. Elk bed is voorzien van een eigen badkamer (toilet+ lavabo), kast, koelkast, kluis, TV en radio, beloproep systeem, aansluiting voor O2, perslucht, vacuüm, adequate verlichting en een reanimatieknop. De eenpersoonskamers zijn uitgerust met een douche op de kamer. Op onze gang is er een douche beschikbaar voor de patiënten uit een tweepersoonskamer en een bad met plafondlift. Langs de binnenzijde van de afdeling bevinden zich de verpleegpost, het overdrachtslokaal, het bureel van de hoofdverpleegkundige, het slob, de linnenkamer, de voorraadkamer en een bergruimte. Het voorraadlokaal is ingericht zodat op een vlotte manier het verpleegkundige materiaal gevonden kan worden en wordt wekelijks door de medewerkers van de logistieke dienst aangevuld. In de overdrachtsruimte zijn er kleine kastjes met een postvakje voorzien voor elke medewerker van de afdeling. De verpleegpost bestaat uit een administratief gedeelte en een medicatieruimte, waar de medicatie van de voorraad en de persoonlijke medicatie per patiënt zich bevindt. De maaltijden van de afdeling worden opgewarmd volgens het steamplicity-principe (stoommaaltijden).
1.2
Doelstelling van de afdeling Wij streven ernaar om op een patiëntvriendelijke manier onze zorgverlening uit te voeren waarbij het charter van een patiëntvriendelijk az groeninge ons streefdoel is. Via het verpleegmodel van integrerende verpleegkunde waarbij de verpleegkundige instaat voor de totaalzorg van de patiënt wordt de zorg verleend aan de hand van
4
patiëntentoewijzing tijdens de shiften, een geïntegreerd patiëntendossier en overdrachten. Als verpleegkundige beschik je over een belangrijke taak. Wees steeds bedacht dat we op onze afdeling de patiënt en zijn familie centraal stellen. Je werkt binnen een multidisciplinair team om de patiënt een optimale fysische, psychische, sociale en morele zorg te bieden.
1.3
Bezoekuren van de afdeling Onze afdeling is toegankelijk van 10 tot 12 uur en van 14 tot 20 uur. Wanneer er familie wenst bij te waken bij een patiënt kan hierop een uitzondering gemaakt worden. Patiënten en familie kunnen van 8 tot 16.30 uur steeds terecht bij de afdelingsverantwoordelijke, na deze uren is de verantwoordelijke verpleegkundige voor hen beschikbaar.
1.4
Werken op de afdeling
1.4.1
Werkuren De verschillende shifts zijn: Tijdens de week: Verantwoordelijke: Vroegdienst: Vroegdienst (6uur): Vroegdienst (4uur): Dagdienst: Dagdienst (4uur): Avonddienst:
08.00u - 16.30u 06.30u - 15.00u 06.30u - 12.30u 06.30u - 10.30u 08.00u - 16.30u 08.00u - 12.00u 12.45u - 21.00u
Tijdens het weekend: Vroegdienst: Dagdienst: Avonddienst 1(A1): Avonddient 2 (O): Avonddienst:
06.30u - 15.00u 08.00u - 16.30u 07.30u - 12.00u en 16.00u - 19.30u 08.00u – 12.00u en 16.30 – 20.30u 12.45u – 21.00u
5
1.4.2
Verantwoordelijke zorgmanager en verpleegkundigen Zorgmanager zorggroep Mevr. Smessaert Katrien 056/63 66 50 Email:
[email protected]
Hoofdverpleegkundige Mevr. Veys Leen 056/63 12 05 Email:
[email protected]
Weekendverantwoordelijke Mevr. Tanghe Els E-mail:
[email protected]
Weekendverantwoordelijke Mevr. Vanpanteghem Isabelle E-mail:
[email protected]
6
Referentieverpleegkundigen Aankoopdienst: Tant Christine Apotheek: Dienst zingeving: Tant Christine Fixatiemateriaal: Geriatrie: Dejaeger Lieve Hef en til: Dewulf Sofie Informatica: Tant Christine Materiaal: Bourgois Bart Meter en Peter: Demyttenaere Els – Vanpanteghem Isabelle Palliatieve zorgen: Deconinck Deborah Pijn: Bourgois Bart vervangt voor Deborah Deconinck Verpleegdossier: Tanghe Els - Vanpanteghem Isabelle – Tant Christine Wondzorg: Tanghe Els Ziekenhuishygiëne: Tanghe Els
7
Stagementoren
Vanpanteghem Isabelle
Carrissemeaux Stefanie
Demyttenaere Els
Willaert Stefanie
8
Logistieke assistente
Govaere Marleen
Demulder Sofie
9
1.5
De artsen en de meest voorkomende pathologieën op onze afdeling
1.5.1
Artsen
Diensthoofd Neurologie Dr. Bourgeois Paul
Dr. Bruneel Bart
Dr. Meersman Guy
10
Dr. Lastra Luc
Dr. Peeters Dirk
Dr. Vanderdonckt Patrick
Dr. Vanhee Frederik
11
1.5.2
Pathologieën ALS Alzheimer dementie Cerebrale bloeding CIDP Commotio cerebri Contusio cerebri CVA CVS Depressie Discus hernia Dystonie Encephalitis Epilepsie Ethyl Fibromyalgie Guillain-Barré Herpes zoster Hersentumoren Intoxicatie Ischialgie Lewy-body-dementie Multiple Sclerose Meningitis Migraine Parkinson Parkinsonisme Pneumonie Polyneuropathie Psychose Schedeltrauma TIA Urinaire infectie Verwardheid Zenuwpijn Ziekte van Lyme
12
2. Een dag op de afdeling 06.30-06.45 06.45-07.15
07.15-08.00
08.00-08.30 08.30-10.30
10.30-11.00
11.00-11.15
11.15-12.00 12.00-13.00
Vroegdienst: 06u30 – 15u00 Overdracht van nachtdienst naar vroegdienst (per toegewezen kant luisteren) Controleren medicatie per os tem 14u00. IV-SC-IM medicatie uit bakken halen tem 14u00 (pas aftekenen in fiche na toediening!!!) Medicatie ronddelen en toedienen op correcte uur, aërosol aanleggen. Ga ook eens langs bij patiënten die geen medicatie krijgen. Bloedafnames eventueel afwerken. Beloproepen beantwoorden steeds dect bijhouden!!!! Accutrend nemen indien nodig. Patiënten installeren voor ontbijt – gordijnen openen. Hulp bij voorbereiden ontbijt. (potjes openen, boterhammen smeren, etc..) Hulpbehoevende patiënten eten geven. Evt noteren op voedingsblad logo. Ontbijt ronddelen dat op voorhand wordt klaargemaakt. Overdracht geven per kant. Ochtendverzorging (toiletzorg + andere zorgen uitvoeren – patiënt op toilet helpen – parameters nemen – bedlinnen verversen). Aandacht voor identificatiebandje van patiënt. Dect bijhouden per kant. Patiënten opzetten (beloproepsysteem in handbereik van patiënt leggen) Orde en netheid in kamer creëren (teveel aan glazen en drinkbekers meenemen, nachtkastje en tafel reinigen met anios). Medicatie geven op het juiste tijdstip. Verslag en parameters onmiddellijk invullen (vergeet het wondzorgverslag niet) de toegediende zorgen aftekenen (indien je de fiche hebt) – zorgen plannen voor de volgende dag – medicatie doorschrijven. Eventueel opnames/overnames doen. Verpleegdossiers en verzorgingskar niet onbewaakt in de gang laten staan. Verpleegfiches verder aanvullen – verzorgingskar aanvullen – vuilniszakken en linnenzakken samenbinden (cfr. Logistieke assistente) Controleren van vuil slob (cfr. Logistieke assistente) Netheid keuken (cfr. Logistieke assistente) Medicatie ronddelen – controle inname indien nodig (vermelden op cassette) Patiënt goed positioneren voor tijdens de maaltijd (slikproblematiek) Accutrend nemen indien nodig. Middagmaal bedelen en hulp bieden. (vlees snijden – hulpbehoevende patiënten eten geven) Middagtoer: patiënt op toilet plaatsen – incontinentiemateriaal controleren – patiënt naar bed helpen Verpleegfiches verder aanvullen en doorschrijven
13
12.45-13.00 13.00-13.45 13.45-16.15
16.15-16.30
16.30-17.00 17.00-17.45 17.45-18.00 18.00-20.15
20.15-20.45
20.45-21.00
Avonddienst: 12u45 – 21u00 Controleren medicatie – medicatiebriefjes schrijven Patiëntenoverdracht Op dinsdag multidisciplinair patiëntenoverleg. Avonddiensten halen medicatie tem 21u uit medicatiebakken. 1 dagdienst doet de controle van het accu-check toestel. Koffie geven aan hulpbehoevende patiënten. Namiddagverzorging door avond -, vroeg- en dagdienst: patiënt naar toilet helpen – incontinentiemateriaal controleren en verversen – parameters nemen patiënten opzetten in de zetel – tijd maken voor een babbel met de patiënt of familie. Medicatie dat wordt geleverd per patiënt opbergen. Medicatie op het juiste tijdstip geven en aftekenen in verpleegfiche. Dect bijhouden. Korte overdracht van verantwoordelijke naar de avonddiensten. Bijzonderheden van namiddagverzorging worden aan de verantwoordelijke gemeld. Ronddelen medicatie en medicatie toedienen. Accutrend nemen indien nodig. Avondmaal bedelen – Hulpbehoevende patiënten helpen Pauze voor de avonddienst (te splitsen) Avondverzorging: patiënten naar toilet helpen – incontinentiemateriaal controleren en zn. verversen – patiënten terug naar bed helpen – afwijkende parameters controleren – … Medicatie geven en aftekenen in verpleegfiche. (Verpleegfiches meenemen tijdens avondverzorging) Verpleegfiches verder aanvullen. Avondblad maken met bijzondere parameters – beknopte info nieuwe opnames – resultaten van gebeurde onderzoeken Overdracht van avonddienst naar nachtdienst.
14
20.45-21.00 21.00
22.00 ? uur
24.00 ? uur
04.00 ? uur
05.30-06.30
06.30-06.45
Nachtdienst: 20U45-06u45 Overdracht van avonddienst naar nachtdienst per toegewezen kant. Medicatie tot 24.00u uit medicatiebakken halen 1° toer: Verversen – WH geven – Kamer opruimen Patiënt nog iets nodig? – Perfusies controleren Medicatie toedienen Accutrend nemen. Na 1° toer: klaarleggen medicatie voor volgende dag (van 00u tot 24u)PO - IV -SC – IM Op maandag nieuw aërosolmasker klaarleggen en zuurstofleiding klaarleggen voor patiënten die deze therapie krijgen. Medicatie bestellen en medicatiebladen aanvullen per patiënt. Telling perfusies en paracetamol op maandag- en donderdagnacht. 2° toer: idem eerste toer Nachtverslagen schrijven Medicatie geven op juiste tijdstip. Medicatiefiches doorschrijven. Tijd maken om te eten. 3° toer: idem 1° en 2° toer Aanvullen nachtverslagen Medicatie geven op juiste tijdstip. Medicatiefiches doorschrijven (indien tijd) Bloedafnames Patiëntenoverzicht afdrukken voor de vroeg- en de dagdiensten. Ontbijt- en middagmaal afdrukken via orbis. Nachtkar opruimen en vuilnis- en linnenzakken dichtknopen. Overdracht geven naar de vroegdiensten per toegewezen kant. Roze medicatiemap en teruggave medicatie meenemen naar depot apotheek. Cave koelkastmedicatie ( post-it aan deur bevestigen)
Patiëntenzorg primeert op alles, patiëntenadministratie primeert op algemene neventaken
15
3.
Specifieke informatie
3.1
Algemene afspraken omtrent het toeren
3.1.1
Algemene afspraken patiëntentoer door verpleegkundige De verpleegkundige is verantwoordelijk voor een aantal toegewezen patiënten. In het kader van patiëntveiligheid werken we bij het uitvoeren van handelingen bij de patiënt via de ABC procedure en hebben we oog voor handhygiëne. De patiënt draagt steeds een identificatiebandje en een reservebandje wordt in het verpleegdossier voorzien. Er kan altijd via het onthaal een nieuw bandje aangevraagd worden. Contactname met patiënten is belangrijk tijdens het toeren, je staat open voor vragen/gesprek (ook met familie) Controle parameters Controle en toedienen van medicatie en infusen o Vermelden van startuur en einduur op de infuuszakken o Infuuszak tekenen met kleine identificatieklever patiënt o Op regelmatige tijdstippen de insteekplaats van het infuus controleren en eventueel de indruppelsnelheid via de dial-a-flow aanpassen. Medicatie en posologie correct noteren op de verpleegfiche: cfr procedure. Bloedafnames worden uitgevoerd door de nachtdienst en/of de vroegdienst naargelang de drukte op de afdeling. Controle drukpunten en wisselhouding Controle incontinentie Patiëntendossier wordt telkens volledig ingevuld. Patiëntendossier en verzorgingskar wordt mee in kamer genomen.
3.1.2
Algemene afspraken rond het toeren met de arts Overdag(van 8u – 16u30) toert de verantwoordelijke met de arts. Wijzigingen worden genoteerd op het orderblad en uitgevoerd. Verpleegkundige en arts ondertekenen het orderblad.(initialen) De arts ondertekent dagelijks de medicatiefiche en het orderblad.(initialen)
3.1.3 Algemene afspraken bij een opname en ontslag Checklijst opname en ontslag voorzien op bureaublad PC.
16
3.2
Frequent gebruikte afkortingen op de afdeling AAT = algemene achteruitgang AC = anti-co AH-kiné = ademhalingskinesitherapie ALS = amyotrofe laterale sclerose BERA = auditief geëvokeerde potentialen BB = bedbad BS = blaassonde Caps = capsule Co = comprimé CT = computer tomografie CVA = cerebro vasculair accident CVK = centraal veneuze katheter CVS = chronisch vermoeidheissyndroom CWZ = cervicale wervelzuil DVT = diepe veneuze trombose DWZ = dorsale wervelzuil EKG = electrocardiogram Epi = epilepsie IM = intramusculair IV = intraveneus IZ = intensieve zorgen K + E = kiné + ergo Logo= logopedie LWZ = lumbale wervelzuil MEP = motorische geëvokeerde potentialen
3.3
MR = magnetische resonantie NOK = niet op kamer NPO = niets per os O2 = zuurstof OL = onderste ledematen OR = onregelmatig P = pols PC = poortkatheter PM = pacemaker PO = per os PST = palliatief support team Ptt = protrombinetijde RR = bloeddruk SC = subcutaan SEP = sensorische geëvokeerde potentialen SL = sublinguaal SPS = suprapubische sonde TOE = transoesophagale echografie TUC = thicken up (indikking) UWI = urineweginfectie Vg = voorgeschiedenis VIM = veilig incident melden VKF = voorkamerfibrillatie WH = wisselhouding ZZ = zelfzorg
Patiëntendossier 3.3.1 Documenten 1. Anamnese/ status praesens: 3onderdelen nml. het identificatieblad – de anamnese paramedisch – de anamnese medisch 2. Schema thuismedicatie 3. Orderblad 4. Aanvraagformulier 5. Paramedisch ontslagformulier 6. Verpleegdossier: medicatieblad/ zorgenblad 1/zorgenblad2 Parameterblad 7. Educatiefiche 8. Checklist definitieve transfer
17
3.3.2 Aandachtspunten Het patiëntendossier is identiek voor alle chirurgische en inwendige afdelingen. De medisch-technische diensten gebruiken hun eigen dossier. Het gebruik van het dossier kan teruggevonden worden in de procedure. Aandachtspunten: Elk document van het verpleegdossier wordt voorzien van een kleine patiëntenklever. De 3 luiken van het anamneseblad worden zo volledig mogelijk ingevuld gedurende de eerste 24u van het verblijf van de patiënt op de afdeling. Aanvullingen gedurende de opname zijn steeds mogelijk. ’s Morgens en ’s nachts wordt systematisch een verslag ingevuld. Bij bijzonderheden tijdens de namiddag- en avondverzorging wordt dit ook gedaan. Initialen noteren tijdens de shiften op alle formulieren. Gedurende de eerste 24 uur dat de patiënt op de afdeling verblijft, moet het screeningsdocument voeding, valrisico en geriatrisch zorgprofiel worden ingevuld of aangevuld. Het witte blad wordt achteraan in de verpleegfiche bewaard, de gele doordruk wordt in de voorziene map geplaatst voor de diëtiste. Correct noteren van medicatie. Vervangen van leidingen van CVK, perifeer gebeurt volledig om de 4 dagen. Op maandag worden aërosolmaskers en zuurstofleidingen vervangen. Onderzoeken aangevraagd en uitgevoerd worden op het parameterblad genoteerd. De te plannen onderzoeken worden overgenomen naar het nieuwe blad. Het noteren van de scores gebeurt op de voorziene documenten. Bij fixatie van een patiënt worden de correcte documenten ingevuld en wordt de observatie genoteerd. De voorbije scorebladen worden achteraan in de fiche bewaard, het scoreblad van de dag zelf ligt op de kamer.
18
4.
Procedures
4.1
De meest voorkomende onderzoeken EEG EMG LP Botscan Botdensitometrie CT Hersenen CT LWZ Dat-scan DSA Duplex Halsvaten CT Angio HV Duplex OL TOE Gastroscopie Coloscopie Echo Abdomen VEP SEP BERA RX Thorax RX Abdomen CT Abdomen MR Hersenen MR full spine Glycemiecontrole
4.2
De meest voorkomende ingrepen Niet van toepassing
4.3
De meest voorkomende materialen Aspiratietoestellen Infuus- en spuitpompen Actieve tillift Passieve tillift Plafondlift Voedingspomp Anti - decubitusmateriaal
19
4.4
De meest voorkomende technieken Bloedafname Plaatsen perifeer infuus Aanprikken poortkatheter Toedienen intraveneuze medicatie Plaatsen maagsonde Toedienen bloedderivaten Toedienen lavement Glycemiecontrole Toedienen insuline Assisteren bij een lumbaal punctie
20
5.
Patiëntenvoorlichting De afdeling vindt het belangrijk dat patiënten en hun familie goed zijn ingelicht. Hiervoor zijn verschillende patiëntenfolders beschikbaar. Let wel, een folder vervangt nooit de mondelinge uitleg van de arts of de verpleegkundige. Enkele folders ter beschikking: Ziekte van Parkinson CVA Gastroscopie De STAP SP- Revalidatie MRSA Veilig en humaan fixeren Internet ...
Volledige en begrijpbare informatie schept vertrouwen bij de patiënt.
21
6.
Communicatie
6.1
Telefonie 6.1.1 Afdelingsgerelateerde afdelingen Afdeling Neurologie 2 Hoofdverpleegkundige
056/63 12 05
Afdeling
056/63 12 00
Dect voorkant
056/63 12 14
Dect achterkant
056/63 12 15
Dect nachtdienst
056/63 12 06
Logistieke
056/63 12 10
Voedingshostessen
056/63 55 88
Diëtiste
056/63
Sociale dienst
056/63 68 67
Consultatie neurologie en artsen Consultatie
056/63 34 20
Dr. Bourgeois
056/63 34 30
Dr. Bruneel
056/63 34 31
Dr. Lastra
056/63 34 32
Dr. Meersman
056/63 34 33
Dr. Peeters
056/63 34 34
Dr. Vanderdonckt
056/63 34 35
Dr. Vanhee
056/63 34 36
Assistente Gent
056/63 48 40
Assistente Leuven
056/63 48 41
22
Afdelingsgerelateerde afdelingen Neurologie 1(KL)
056/63 11 00
Neurologie 1(LS)
056/63 15 60
CCU
056/63 17 40
Leie 3
056/63 28 00
Leie 4
056/63 28 30
Apotheek
056/63 50 32
Radiologie KL
056/63 40 00
MR
056/63 40 07
Laboratorium
056/63 42 00
Dienst nucleaire
056/63 41 20
Psychiatrie
056/63 36 60
Urologie
056/63 38 00
Vloerhostessen NM
056/63 56 21
6.1.2 Noodnummers - Brand - Interne MUG - Security
6.2
9977 9999 9966
Informatica (IT) Binnen AZ Groeninge zijn de informaticatoepassingen in opmars. We beschikken over vaste PC’s en een laptop voor het afdelingshoofd. De PC’s worden enkel gebruikt voor professionele doeleinden. Iedere medewerker werkt met zijn/haar eigen login (persoonlijk paswoord + login). Volgende IT toepassingen zijn in gebruik: Orbis Cyberlab Intranet KWS
23
6.3
Buizenpost De bedoeling is om zoveel mogelijk via de buizenpost te versturen waardoor er belangrijke stappen gespaard worden. Dit kan zijn: labostalen, documenten voor andere diensten,… De lijst met nummers bevindt zich vooraan de buizenpost. Enkele aandachtspunten hierbij: Hulzen goed sluiten voor het verzenden. Maximum 1 kg per huls Eerst nummer invoeren en daarna pas buis in buizenpost plaatsen. Geen waardevolle voorwerpen (identiteitskaart, geld, sleutels, …) Geen vloeistoffen tenzij in daarvoor voorziene bescherming Alle stalen verzenden met nodige bescherming (plastiek zakje) Nooit stalen verzenden met mogelijks besmettingsgevaar (ontvanger niet altijd gekend)
6.4
Interne communicatie Mondelinge en schriftelijke communicatie zijn heel belangrijk op de afdeling. Zo kunnen er duidelijke afspraken gemaakt worden en voorkomt men misverstanden. Volgende tools zijn hiervoor beschikbaar: Verslagen teamoverleg Verslagen werkgroepen en referentieverpleegkundigen Lijst met contactgegevens personeel Agenda verlofaanvragen Agenda onderzoeken Infobord overdrachtslokaal Patiëntenoverdracht: - Bij aanvang van iedere shift - Bij transfer naar andere afdeling: mondelinge overdracht + dossier volgt patiënt - Bij transfer naar ander ziekenhuis: transferblad - Bij ontslag naar huis: ontslagformulier Intranet: ziekenhuisbreed Persoonlijke webmail regelmatig controleren Teamvergadering
24
7 Personeelsinformatie 7.1
Dienstrooster Op onze afdeling werken we met een 4-wekensysteem (=roulement) dat telkens terugkomt. Bij de opmaak werd rekening gehouden met het gezond verroosteren. Voor de verlofperiode (juli - augustus)kan hiervan ietwat afgeweken worden in overleg tussen hoofdverpleegkundige en verpleegkundig(n). Het dienstrooster is beschikbaar tegen de 20ste van iedere maand.
7.2
Overuren De gemaakte overuren worden genoteerd in een speciale map (datum, aantal minuten of uren, reden, handtekening collega) en op het uurrooster. Dit wordt ook opgenomen in de PEP- registratie. De overuren kunnen terug genomen worden in onderling overleg met de hoofdverpleegkundige en/of met de collega die de hoofdverpleegkundige vervangt bij afwezigheid. Bij het terugnemen ervan wordt dit ook genoteerd in dezelfde map.
Overuren dienen verantwoord te zijn! Wees eerlijk en collegiaal.
7.3
Verlof Je kan jouw verlofdagen aanvragen door deze te noteren in de verlofagenda. Verlofdagen kunnen enkel gegeven worden wanneer je ze vooraf hebt aangevraagd. In de mate van het mogelijke zal met jouw wensen rekening gehouden worden. Wanneer dit niet lukt zal de hoofdverpleegkundige dit vooraf met jou bespreken. Je mag natuurlijk ook afspreken met een collega om te ruilen.
7.4
Ruilen van shiften of verlofdagen Er mag steeds geruild worden van shift of verlofdag met een collega. Je dient wel de wijziging te noteren op het bijgevoegd blad en de hoofdverpleegkundige wordt ook op de hoogte gebracht. De hoofdverpleegkundige of verantwoordelijke noteert dan de wijziging op het uurrooster. Ook de hoofdverpleegkundige kan je vragen om te wisselen van shift of verlofdag om de continuïteit op de afdeling te verzekeren (bvb. bij ziekte van een collega). Er moet steeds een wisseldocument ingevuld en ondertekend worden.
25
7.5
Ziekte Indien je wegens ziekte niet tijdig aanwezig kan zijn op het werk, moet je (persoonlijk of via derden) de hoofdverpleegkundige (bij afwezigheid: het medisch diensthoofd) verwittigen. Na het bezoek aan een arts wordt de hoofdverpleegkundige (bij afwezigheid: het medisch diensthoofd) verwittigd van het aantal toegekende dagen. Dit geldt ook wanneer je het werk vroeger hervat. Indien de afwezigheid langer duurt dan 24 uur, dien je het geneeskundig getuigschrift te bezorgen aan jouw hoofdverpleegkundige (bij afwezigheid: aan het medisch diensthoofd). Hierop staat vermeld: aanvangsdatum ziekte, vermoedelijke einddatum, verlaten van de woonst al dan niet toegelaten. Indien de arbeidsongeschiktheid de aanvankelijk voorziende datum overschrijdt, moet je de hoofdverpleegkundige (bij afwezigheid: het medisch diensthoofd) verwittigen, voor het einde van de eerste periode. Na elke ziekteperiode van minstens vier weken moet je vooraf de hoofdverpleegkundige (bij afwezigheid: het medisch diensthoofd) en de arbeidsgeneeskundige dienst (Provikmo) verwittigen, alvorens het werk te hervatten. Het bewijs van werkhervatting (kaartje) bezorg je aan de personeelsdienst, zodat zij dit ingevuld aan het ziekenfonds kunnen overmaken.
7.6
Vorming Om de kwaliteit te verzekeren van de gezondheidszorg die we onze patiënten bieden, rekenen we op enthousiaste en competente medewerkers. Wij stimuleren en ondersteunen initiatieven van medewerkers om aan interne of externe opleidingen, lezingen, langlopende opleidingen, voortgezette opleidingen, … deel te nemen. Medewerkers moeten zelf het initiatief nemen en hebben de opdracht om zich minstens acht uur per kalenderjaar bij te scholen. De groeipool zorgt ervoor dat je in dit ziekenhuis een mooi en toenemend aanbod van vormingsactiviteiten vindt in verschillende deelgebieden. De aankondiging van alle interne georganiseerde opleidingen worden op het intranet gepubliceerd en de doelstelling en inhoud ervan kan je daar raadplegen. Alle aanvragen voor interne en externe bijscholingen verlopen via de groeipool. Je kan er ook terecht voor inlichtingen omtrent de diverse opleidingen. De hoofdverpleegkundige is de sleutelfiguur bij het maken van een keuze uit het grote opleidingsaanbod. Zij kent de doelstellingen van de afdeling en de nood aan opleiding bij elke medewerker. Zij stimuleert de medewerkers om het geleerde op de werkvloer toe te passen en kennis en vaardigheden aan elkaar door te geven. De hoofdverpleegkundige bepaalt of een opleiding ‘noodzakelijk – geen meerwaarde’ is
26
voor het goed functioneren op de afdeling. Geef zelf eerlijk aan of je een opleidingsbehoefte of andere begeleiding nodig hebt. De gehele procedure rond opleiding vind je terug op het intranet.
7.7
Evaluatiegesprek Een evaluatiegesprek is een gesprek tussen jou en je hoofdverpleegkundige waarin zowel de voortgang t.o.v. de doelstellingen, als eventuele knelpunten, de interne samenwerking, de sfeer, … kunnen besproken worden. Het is een opvolgingsgesprek dat je in staat stelt alle zaken aan de orde te stellen die rechtstreeks of onrechtstreeks met je werk te maken hebben. Daarnaast is het gesprek ook bedoeld om te praten over aspecten die je verder wil ontwikkelen en je loopbaanperspectieven. In een evaluatiegesprek wordt geen oordeel uitgesproken, er worden wel afspraken gemaakt die genoteerd worden om ze verder makkelijk te kunnen opvolgen. Het gesprek wordt jaarlijks met iedere medewerker georganiseerd.
27
8.
Aandachtspunten
8.1
Correct invullen van het patiëntendossier Een correct ingevuld verpleegdossier is niet alleen van belang naar informatieoverdracht. Op basis van het verpleegdossier wordt de MVG-score bepaald. Correct ingevuld dossier = correcte weergave van de zorgzwaarte = correcte MVG = meer tools om de dienst optimaal te organiseren. Hieronder vind je enkele items die bij het invullen van het verpleegdossier dagelijks de aandacht verdienen. Elke zorg aftekenen. Fluor is NIET gelijk aan aftekenen Mondtoilet kan enkel gescoord worden bij gebruik van bv. corsodyl (mondstatus noteren in het verslag of bij het item zorg; “mondstatus OK” is NIET voldoende) Wisselhouding: belangrijk in het scoren van de wisselhouding is dat de nortonscore dagelijks bepaald wordt (niet aanduiden in fluo maar aftekenen) Voeding: minimum 2 hulp bij eten/drinken, maximum 3 hulp bij eten en drinken Transport: vermeld hoe (met bed) en naar waar Vochtbalans Stg/mictie aftekenen hoe: bedpan, urinaal, toezicht,… Stg: vermelden minstens 1x per shift: zo geen stoelgang vermelden “stg-“ Medicatie voluit schrijven in fiche: vb morfine ipv M+ Medicatie aftekenen Verband, ook al bleef het dicht aftekenen L100 en kort verslag Toediening zuurstof: aftekenen masker, neusbril,…
8.2
Apotheek Controle of de meegegeven medicatie klopt met de apotheeklijst Bij het wegsteken controle of de inhoud klopt Invullen blad verdoving in verdovingskast bij uithalen morfine en terugsteken na levering. Indien blad is gebruikt: maandelijks opsturen naar de apotheek Controle temperatuur koelkast medicatie: dagelijks (iedere maand nieuw formulier starten + opsturen naar apotheek formulier vorige maand)
8.3
Orde en netheid Op de afdeling wordt veel belang gehecht aan orde en netheid. De verzorgingskarren zijn voorzien van labels waarop vermeld staat welk materiaal aanwezig mag zijn in de
28
laden. Na elke shift wordt verwacht dat de verantwoordelijke verpleegkundige van die kant de kar gaat invullen.
8.4
Kleurencode arts Iedere arts heeft zijn eigen kleurencode (bol of vierkant) op de zijkant van de fiche. Geel: Dr. Bourgeois Blauw: Dr.Bruneel Wit: Dr. Lastra Rood: Dr. Meersman Groen: Dr. Peeters Roze: Dr. Vanderdonckt Oranje: Dr. Vanhee
8.5
Patiëntenoverzicht Beknopte informatie van de patiënt wordt genoteerd in het patiëntenoverzicht in orbis. De reden van opname vul je in bij de verpleegkundige anamnese, bij snelinfo vul je alle andere gegevens in.
29
9 Persoonlijke notities
30
31
10
Studenten
10.1 Verwelkoming Van harte welkom op onze dienst. Indien je met vragen zit, stel dan zeker niet uit om hierover te spreken met iemand van ons. Probeer zoveel mogelijk oefenkansen te benutten en wees niet angstig wanneer het eens wat minder gaat, je bent hier immers om bij te leren, al doende leer je het beste! Je mag het ons steeds vragen wanneer je informatie wenst i.v.m. je opdracht of indien je een onderzoek wenst bij te wonen. We hopen dat je een leerrijke en aangename stage mag hebben en wensen je alvast alle succes toe.
10.2 Evaluatie van de student Dagelijks wordt iedere student gekoppeld aan een verpleegkundige. Het is de bedoeling dat de student zoveel mogelijk initiatief neemt, om vaardigheden te leren, een gesprek aan te gaan… Na iedere werkshift vult de student een feedbackformulier in en geeft dit aan de verpleegkundige waarmee hij/zij heeft samengewerkt. We doen allemaal ons best om de evaluatie zo snel mogelijk in te vullen. Iedere student krijgt een stagementor toegewezen. Deze verpleegkundige is verantwoordelijk voor het invullen van de tussentijdse- en eindevaluatie. Het is de bedoeling dat de student dit ZELF komt vragen aan de verpleegkundige (beter een paar dagen op voorhand). Alle feedbackformulieren worden dan meegegeven aan de stagementor, zodat hij/zij een correct beeld kan vormen over de student. De tussentijdse- en eindevaluatie zal overlopen worden met de student.
32
Enkel nog dit …
Wanneer je deze bundel hebt doorgenomen, zit je waarschijnlijk met vragen en onzekerheden. Aarzel niet om naar ons toe te komen. Ook wij hebben het ganse inwerktraject moeten doorlopen Met een goede ingesteldheid, motivatie en de ondersteuning van jouw collega’s wordt dit zeker een boeiende uitdaging. We zijn ervan overtuigd dat ook wij van jou kunnen leren. Aarzel dus nooit om ook jouw nieuwe, verfrissende ideeën kenbaar te maken.
33