az groeninge Kortrijk
Informatiebrochure voor nieuwe verpleegkundigen en studenten
3B1 pneumo
Campus LOOFSTRAAT
Versie juni 2012
1
Welkom
Het team van de eenheid 3B1 pneumo heet je van harte welkom. Wij zullen ons best doen omdat jij je zo snel mogelijk thuis voelt in de groep. Deze brochure bied je een eerste kennismaking met onze eenheid. Op de volgende pagina’ s vind je een overzicht van de gebruiken, modaliteiten en afspraken zodat je je op een vlugge en aangename manier kan inwerken op onze afdeling. Uiteraard staan niet alle details in deze brochure. Als je nog vragen of meer informatie wenst, kan je altijd terecht bij een collega. Geef ons gerust een seintje, want jouw opvang en begeleiding behoren tot ons takenpakket en zijn ook onze verantwoordelijkheid. We wensen je alvast veel werkgenot en veel succes.
Voornaamste stelregel: Als je twijfelt, vraag dan hulp ! Doe dit beter te vroeg dan te laat !
2
Inhoudstafel 1. Voorstelling van de eenheid 1.1 Opbouw van de eenheid 1.2 Doelstellingen 1.3 Bezoekuren 1.4 Werken op pneumologie 1.4.1 Werkuren 1.4.2 Verantwoordelijke zorgmanager en verpleegkundigen 1.5 De artsen en de meest voorkomende pathologieën 1.5.1 Artsen 1.5.2 Pathologieën 2. Een dag op de afdeling 3. Specifieke informatie 3.1 Algemene afspraken omtrent het toeren 3.2 Frequent gebruikte afkortingen op de afdeling 3.3 Kortverblijf pneumo/Centrum voor slaap en waak 4. Procedures 4.1 4.2 4.3 4.4
De De De De
meest meest meest meest
voorkomende voorkomende voorkomende voorkomende
onderzoeken ingrepen materialen technieken
5. Patiëntenvoorlichting 6. Communicatie 6.1 Telefonie 6.2 Informatica 6.3 Interne communicatie
3
7. Personeelsinformatie 7.1 Dienstrooster 7.2 Overuren 7.3 Verlof 7.4 Ruilen van shift of verlofdagen 7.5 Ziekte 7.6 Vorming 7.7 Evaluatiegesprek 8. Aandachtspunten 8.1 8.2 8.3 8.4
Opvang van patiënt en familie Correct invullen van het patiëntendossier Controle van de apotheek Identificatie van de patiënt
9. Persoonlijke notities 10. Studenten
4
1. Voorstelling van de eenheid 3B1 1.1
Opbouw van de afdeling De eenheid 3B1 pneumo bevindt zich op de 3de verdieping in campus LS. We liggen tussen enerzijds de eenheid 3B2 pneumo en de eenheid 3A neurologie. Er zijn 11 patiëntenkamers: 2 eenpersoonskamers, 7 tweepersoonskamers en 2 gemeenschappelijke kamers. Iedere kamer is voorzien van een aansluiting voor O2, perslucht, vacuüm, een beloproepsysteem, adequate verlichting, radio en TV en een sanitaire ruimte met lavabo en toilet. We beschikken tevens over een uitgebreide spoedkast die zich in de apotheek ruimte bevindt, geïntegreerd in de verpleegpost. Alle klein verpleegmateriaal wordt ook in dit lokaal ondergebracht. Op de desk bevinden zich de monitors van de 4 slaaplabo’s. De eenheid kortverblijf pneumo bevindt zich ook binnen onze muren, is eigenlijk een annex. Deze omvat 10 bedden die enkel in de week gebruikt worden.
1.2
Doelstellingen van de eenheid Een kwaliteitsvolle zorg toedienen is het motto van iedere verpleegeenheid. Hierbij wacht je als verpleegkundige een belangrijke taak. Wees steeds bedacht dat we op onze afdeling de patiënt (en zijn familie) centraal stellen. Je werkt binnen een multidisciplinair team om de patiënt een optimale fysische, psychische, sociale en morele zorg te bieden.
1.3
Bezoekuren Er zijn twee bezoekmomenten voorzien namelijk van 10.00 uur tot 12.00 uur, van 14.00 uur tot 20.00 uur. Als verpleegkundige ben je tijdens het bezoekuur bereikbaar om een aanspreekpunt te zijn voor de familie. Juwelen worden zo snel mogelijk afgedaan en meegegeven met de familie, ook de SIS-kaart en identiteitskaart zijn hier na inschrijving niet nodig. Het is wel belangrijk te noteren in het verpleegdossier wat en met wie je iets hebt meegegeven. 5
1.4
Werken op pneumologie 3B1 LS. 1.4.1 Werkuren De verschillende shiften zijn: Vroegdienst 8 uur Vroegdienst 6 uur Dagdienst 8 uur Dagdienst (D2)8 uur Dagdienst 6 uur Avonddienst 8 uur Nachtdienst 10 uur onderbroken 8 uur onderbroken 8 uur
06:30 uur – 15:00 uur 06:30 uur – 12:30 uur 08:00 uur – 16:30 uur 07:30 uur – 16:00 uur 08:00 uur – 14:30 uur 12:45 uur – 21:00 uur 20:45 uur – 06:45 uur 7u30-11u30/16-20 uur 08-12 uur / 17-21 uur
Minimale bezetting per shift (weekdagen): Voormiddag : 4 verpleegkundigen Avonddienst: 2 verpleegkundigen Nachtdienst: 1 verpleegkundige Dagdienst bureau : 1 verpleegkundige Logistieke assistente: tijdens de week (08u00 – 16u30) Die zorgt voornamelijk voor ondersteuning (het aanvullen van materiaal, linnen verzorgen, hulp bij transport, op- en afdienen maaltijden, …). Dit ontslaat de verpleegkundige niet om waar mogelijke ook logistieke ondersteuning te bieden. Er wordt gewerkt volgens het model van geïntegreerde verpleegkunde, dus met patiëntentoewijzing die vermeldt staat op het desbetreffende document. De vroegdienst is verantwoordelijk voor de medicatietoediening en is zo eindverantwoordelijke voor een correcte zorg. Per shift is er 1 shiftverantwoordelijke die de taken van het afdelingshoofd overneemt wanneer deze niet aanwezig is.
6
1.4.2
Verantwoordelijke zorgmanager en verpleegkundigen Zorgmanager zorggroep
Claire Bryon tel. 056 63 60 E-mail:
[email protected] Hoofdverpleegkundige
Francis Bekaert tel. 056 63 13 35 E-mail:
[email protected] Adjunct-hoofdverpleegkundige
Fabienne Van Meerhaeghe tel. 056 63 13 00 E-mail:
[email protected] 7
Weekendverantwoordelijken
Kurt Van Respaille tel. 056 63 13 00 E-mail:
[email protected] Referentieverpleegkundigen
Hef en til: Hilde Vandorpe Informatica: Kurt Van Respaille Palliatieve zorgen: Kurt Van Respaille Ziekenhuishygiëne: Mieke Vanderbeken Materiaal: Marleen De Jonghe en Hilde Vandorpe Geriatrie: Bruno Carrijn en Deplancke Tine Dienst zingeving: Ann Clarysse Apotheek: Pijn: Dewaele Fien Wondzorg: Hilde Vandewalle en Lepere Kyrina
Andere Teamleden
Debue Greta: verpleegkundige Dejaeger Hilde: verpleegkundige Folens Geertrui: hulpverpleegkundige Ghyselen Kristien: nachtverpleegkundige Houthaeve Mieke: slaap laborante Houttekier Saskia: dag- en nachtverpleegkundige Vandersmissen Urielle: verpleegkundige Vuylsteke Linda: nachtverpleegkundige 8
De Jonghe Marleen: logistieke medewerker Vercruysse Veerle: vrijwilligster Frere Frans: vrijwilliger Laridon Isabelle: mobiele equipe Tsyrkunova Natalia: mobiele equipe Vansteenkiste Greet: mobiele equipe Lefevre Eline: mobiele equipe
Stagementoren
Sofie Devos
Ann Clarysse
1.5. De artsen en meest voorkomende pathologieën 1.5.1 Artsen
dr. René Deman, diensthoofd pneumologie tel. 056 63 3350 E-mail/
[email protected]
Dr. M.Leys dr. S.Derijcke 056/63 3355 056/63 3351
dr. B.Gheysens dr. M.Haerens 056/63 3352 056/63 3353 9
dr. S.Maddens 056/63 3354
1.4.3
Pathologieën
Infecties van de lagere luchtwegen - ook luchtweginfecties genoemd - komen vaak voor. Het lichaam kan ze meestal goed bestrijden als men een paar dagen het bed houdt, maar sommige kunnen ernstiger of chronisch worden.
-
Allergische Reactie : reactie van het immuunsysteem op lichaamsvreemde stoffen zoals stuifmeelkorrels, voedsel, medicatie, e.a….
-
Asbestose : stoflong door asbeststof= interstitieel longlijden met gekende oorzaak
-
Astma : benauwdheid, belemmering in de doorgankelijkheid van de kleinere luchtwegen
-
Bronchitis : een ontsteking van de grote vertakkingen of bronchi.
-
COPD : Chronic Obstructive Pulmonary Diseases Verzamelnaam voor chronische, irreversibele, diffuse vernauwingen van de luchtwegen
-
Emfyseem : de wanden van de longblaasjes (alveolen) worden geleidelijk vernietigd, waardoor het lichaam moeilijk zuurstof kan opnemen. Emfyseem is soms erfelijk, maar de meest voorkomende oorzaak is roken!
-
Longcarcinoom : longkanker, synoniem van carcinoma bronchiale. Kwaadaardig gezwel in de long. Dit gezwel ontstaat uit het longweefsel zelf of door uitzaaiing vanuit een elders in het lichaam gelegen gezwel. De primaire tumors vinden hun oorsprong in het slijmvlies van de luchtpijptakken.
-
Longembolie : afsluiting in een longslagadertak door een prop die met het bloed is meegevoerd.
-
Longinfarct : afsterven van een gedeelte van de long als dit geen bloed meer ontvangt.
-
Longoedeem : uittreden van vocht uit de longcapillairen in de longblaasjes en de kleine luchtpijptakken, meestal als gevolg van hartzwakte. Symptomen zijn : ernstige kortademigheid en ophoesten van roze, schuimend vocht.
-
Pneumonie : Ontwikkelt zich wanneer een bacteriële of virale infectie een overproductie van slijm veroorzaakt (slijm houdt de luchtwegen vochtig). Teveel slijm maakt dat u moet hoesten, terwijl door een ontsteking de luchtwegen zich 10
vernauwen, u zich buiten adem en niet goed voelt. Mensen met een longontsteking verliezen meestal hun eetlust en voelen zich ziek en koortsig. Ze lijden ook aan slijmhoest, ademnood en een beklemd gevoel op de borst. Pleuritis : de infectie heeft zich verspreid naar de borstvliezen. Ontsteking van de pleura = het weivlies dat de binnenzijde van de borstkas en de buitenkant van de longen bekleedt. -
Pneumothorax: ingeklapte long. De aanwezigheid van lucht in een pleuraholte of in beide holten, waardoor een long invalt. Een spontane pneumothorax ontstaat doordat er enkele zwakkere plekken in het longopp. aanwezig zijn, waardoor lucht vanuit de longblaasjes in de pleuraholte komt. Een symptomatische pneumothorax is het gevolg van een ernstige longkwaal. Daarbij treedt plotselinge pijn in de zijde, kortademigheid en soms droge hoest op.
-
Silicose : steenlong, een longaandoening veroorzaakt door het inademen van fijnverdeeld siliciumdioxide= interstitieel longlijden met gekende oorzaak
-
Slaapapneu syndroom: een slaapstoornis waarbij tijdens de slaap perioden voorkomen van ademstilstand. Dit kan een obstructieve (OSAS) of een centrale (CSAS) oorzaak hebben.
-
TBC: tuberculose veroorzaakt door de tuberkelbacil. De ziekte is genoemd naar de bij patiënten op diverse plaatsen gevonden knobbeltjes : de tuberkels. De meeste infecties vinden plaats via de lucht.
2. Een dag op de eenheid 3B1 pneumo Vroegdienst: 06u45 – 15u00 06u30 – 07u00
07u00 – 07u30
De patiëntentoewijzing bekijken(opgemaakt door de verantwoordelijke), deze bepaalt welke verpleegkundige verantwoordelijk is voor welke patiënt. Overdracht nachtdienst naar 1 vroegdienst die noteert de bijzonderheden om overdracht te geven om 8u. De vroegdiensten controleren de medicatie per os, IM, SC en IV van 8 en 10u. Ronddelen van medicatie per kant 11
07u30 – 08u00
08u00 – 08u20
08u20 – 11u00
11u00 – 11u30
11u30 – 12u00
12u00 – 12u45
De nodige aërosols en puffs geven (ook navragen aan patiënt) Nakijken wie nuchter voor onderzoeken. Start verzorging - Logistieke brengt eetkar mee + blauwe map - De vroegdienst die overdracht kreeg, dient insuline toe en helpt opdienen - Ieder helpt patiënten eten geven. - Het ontbijt van patiënten die nuchter moeten blijven (onderzoek) wordt in de keuken geplaatst. - Overdracht door vroegdienst. - Afdienen starten door logistieke (dienborden van vorige maaltijden uit keuken op kar plaatsen - Ontbijt verder afdienen - Ochtendverzorging in 2 groepen - Invullen en paraferen verpleegdossiers - Na de verzorging staat iedereen in voor het aanvullen van zijn verzorgingskar - De logistieke hulp of verpleegkundige haalt de soep - Orders artsen uitvoeren -
Aërosol toediening per kant Ronddelen medicatie per os van 12u, aërosol stoppen, Glycemie-controle door 1 vpk, onderling afspreken (maar 1 toestel) Logistieke hulp, dag- of vroegdienst haalt de maaltijdkar Opdienen van de maaltijd(gebeurt gezamenlijk) Eten geven van patiënten Min. 2 vpk gaan eten, vooraf belangrijke info doorgeven Eventueel zware patiënten reeds in bed leggen voor de maaltijd Afdienen + medicatie zij-infusen 12u stoppen De logistieke of verpleegkundige brengt de maaltijdkar naar de keuken VPKn geven patiënten goed houding voor middagrust, (gezamenlijk) en toediening medicatie IV/SC. Dagdiensten en verantwoordelijke gaan eten Indien tijd over, de infusen klaar maken voor 14u Verpleegdossiers afwerken Avonddienst: 12u45 – 21u00 12
12u45 – 13u30
13u30 – 14u15
14u15 – 16u00
16u00 – 17u30
17u30 – 18u15 18u15 – 19u00 19u00 – 21u00
-
Avonddiensten controleren medicatie van 16, 18 en 20 u Overdracht van vroegdienst/verantwoordelijke naar avonddienst Toewijzen patiënten volgens hetzelfde principe Verantwoordelijke geeft verdere aanvullingen Logistieke hulp of vrijwilliger haalt koffiekar en bedienen de patiënten (vanaf 14u00) medicatie wegbergen (apotheek) Avonddienst vervangen perfusies van 14u Namiddagverzorging (conform noden patiënt met minimale frictie) Verpleegdossiers schrijven Aërosoltoedienng Ronddelen medicatie en aërosol’s stoppen Glycemie controles Eventueel zware patiënten reeds in bed leggen voor de maaltijd Opdienen avondmaal (dit gebeurt gezamenlijk) Eten avonddiensten Afdienen van de maaltijd Avondtoer , med. Toedienen, aërosols Zonodig rond 20 u bedlegerige patiënten gezamenlijk nog eens positioneren en/of verversen. Verpleegdossiers aanvullen en paraferen Overdracht dagdienst naar nachtdienst
Nachtdienst: 20u45 – 06u45 20u45 – 21u00 21u15 – 06u15
-
24u
-
Overdracht van avonddienst naar nachtdienst 1ste toer; controle patiënten, goede houding geven en evt verversen, nachtlampjes aansteken, rust creëren Glycemie-controle 22u IV medicatie voor 24 - 4 – 6 u klaarleggen Medicatie voor volgende 24u klaarzetten + aanrekenen Op zondag-,dinsdag- en donderdagavond alle medicatiebladen uithalen en nieuwe terug plaatsen voorzien van ID-klevers. Op donderdag bestellen voor gans het weekend. 2de toer; medicatie toediening, controle infusen, verder klaarzetten 13
2u
-
medicatie Vervangen infusen, 1ste deel nachtverslagen schrijven
4u
-
3de toer
5u45 – 06u30
-
6u30 – 06u45
-
Medicatie toediening, Urinedebieten volgblaadjes vervangen, zo ook fixatie glycemie-controle, opschik linnenkar en verzorgingskar, nachtverslagen afwerken, aërosols klaarzetten en vervangen na 1 week, PC verpleegpost uitzetten Overdracht van nachtdienst naar vroegdienst
3.Specifieke informatie 2.1
Algemene afspraken omtrent het toeren Controle van vitale en fysische parameters Volgende parameters worden genoteerd Bloeddruk Pols Zuurstofsaturatie en zuurstoftoediening
Temperatuur (minimum twee maal/dag) Gewicht bij opname of eerste dag en elke week Urinedebiet (zo geen diurese, plaats je een /) Stoelgang Pijn 14
Patiëntenzorg primeert op alles, patiëntenadministratie primeert op algemene neventaken.
Controle en toedienen van medicatie en infusen Infusen infuussnelheid (ml/uur) bij elke ronde Packed cells of andere bloedderivaten noteren: OK vermelden Medicatie via zij-infuus wordt nagekeken
Medicatie + posologie correct noteren vb. Emconcor mitis 5 mg co 1 x 1 /dag PO
Controle bloedafname’s Dagprofiel via POCTtoestel nuchter: voor ontbijt 12u00: voor middagmaal 18u00: voor avondmaal 22u00
2.2
Controle van verbanden: oa katheters, thoraxdrain,… Contactname met patiënten Controle drukpunten en wisselhouding Controle incontinentie Observatie en schriftelijke rapportage na elke shift
Frequent gebruikte afkortingen op de afdeling ABGW AH AHT ALO AMI AV AV-block AVVZ BD / RR BIPAP CABG CIPAP
Arteriële bloedgassen Ademhaling Arteriële hypertensie Acuut longoedeem Acuur myocardinfarct armvene Atrium-ventriculair block Arm aan verzadigde vetzuren Bloeddruk Bilevel positieve airway pressure Coronary artery bypass grafting (= coronaire overbruggingen) Continuous positive airway pressure 15
COPD CARA CPR CVD DM DNR EBUS EKG EFO FiO2 FFP FIBRO GCS LBTB LF M NB NRM NIBD OSAS PC PM PCI
Chronic obstructieve pulmonary disease Chronische aspecifieke respiratoire aandoening Cardiopulmonaire reanimatie Centraal veneuze druk Diabetes mellitus Do not reanimatie (NTR= niet te reanimeren) Endobronchial Ultrasound Elektrocadiogram Elektrofysiologisch onderzoek zuurstoffractie Fresh frozen plasma Fibroscopie(=bronchoscopie) Glascow coma schaal Linker bundeltakblok Longfunctie masker Neusbril Non-rebreathing masker Niet-invasieve bloeddruk Obstructief slaap apnoe syndroom Packed cells Pacemaker Percutane coronaire interventie
PTCA RSP (non) STEMI SOPP
Percutane transluminale coronaire angioplastie Restrosternale pijn (non) ST-elevatie myocardinfarct Stabiele oplossing van plasmaproteïnen
T° TOE T° / temp VF VKF VT ZA
Transoesophagale echografie Temperatuur Ventrikelfibrillatie Voorkamerfibrillatie ventrikeltachycardie zoutarm
16
3.3. Kortverblijf pneumo/Centrum voor slaap en waak Het kortverblijf beschikt over 10 bedden in 7 kamers waarvan 4 kamers speciaal ingericht zijn tot slaaplabo. Deze kleine eenheid bevindt zich als annex op onze eenheid 3B1 waarvan ze de keuken deelt. Op logistiek vlak is er zo een nauwe samenwerking. De patiënten die er opgenomen worden, kunnen we in 4 groepen opdelen. Ze komen voor toediening chemotherapie, voor investigaties, voor toediening immunoglobulines of voor een slaapstudie. De verpleegkundigen die er werkzaam zijn, zijn tevens ingeschakeld op de beide pneumoafdelingen. De monitors van de slaaplabo’s bevinden zich in onze verpleegpost. De drie slaaplaborante’s werken zo ook deeltijds op de eenheid 3B1.
4. Procedures Hieronder vind je een opsomming van de meest voorkomende relevante items van toepassing op onze afdeling. Voor de volledige inhoud van de procedures hieromtrent verwijzen we naar intranet – procedureboek.
17
4.1
De meest voorkomende onderzoeken
Allergietesten Bronchoscopie/fibroscopie Coloscopie CT – diversen CT – thorax Cyclo-ergospirometrie Duplex onderste ledematen ECG Echocardiografie EEG Gastroscopie Longfunctietesten NMR Petscan Pleurapunctie RX – diversen RX – thorax Sputumculturen Urineculturen VQ scan
4.2
De meest voorkomende ingrepen Aangezien 3B1 een inwendige afdeling is, komen er niet veel chirurgische ingrepen voor. Wel gebeuren er soms voorbereidingen voor bepaalde operaties, zoals : Lobectomie Pneumectomie Thoracoscopie Mediastinoscopie
4.3
De meest voorkomende materialen
Infuus- en spuitpompen Spuitpomp Braun perfusor compact 18
Spuitpomp Graseby 3500 (anesthesie pomp) Chemopomp Baxter Colleaque Infusomat Braun (vol. pomp)
4.4
ECG toestel 2 PC’ s in bureel + printer 2 saturatiemeters Manometers O2 Perslucht Vacuum Voedingspomp Flocare infinity Tillift aspiratietoestel…
De meest voorkomende technieken
Afnemen van ECG Afnemen van sputumcultuur, faecescultuur en urinecultuur Aspireren Assisteren bij een pleurapunctie Bereiden en vervangen van infusen (+ medicatie) Bijhouden van vochtbalans Bloedafname Inhalatie- en zuurstoftherapie Klaarmaken van medicatie IV, IM en SC Monitoring : zuurstofsaturatie Nachtelijke oxymetrie Plaatsen van een perifere katheter Toedienen cytostatica Wondverzorging Zorgen aan centrale katheter/poortkatheter Zorgen aan een perifeer katheter Zorgen aan blaassonde, suprapubische- , maag- en pegsonde Zorgen aan patiënt met tracheacanule/tracheastomie Zorgen bij thoraxdrainage
19
5 Patiëntenvoorlichting De afdeling pneumologie vindt het belangrijk dat patiënten en familie goed zijn ingelicht. Hiervoor zijn verschillende patiëntenfolders beschikbaar. Let wel, een folder vervangt nooit de mondelinge uitleg van de arts of verpleegkundige.
6 Communicatie 6.1
Telefonie Pneumologie Artsen dr. dr. dr. dr. dr. dr.
R. Deman S. Derijcke B. Gheysens M. Haerens S. Maddens M. Leys
consultatie pneumologie pneumologie 3B1 LS pneumologie 3B2 LS kortverblijf pneumo slaapcentrum pneumo-oncoverpleegkundige Rookstopbegeleiding
Volledige en begrijpbare informatie schept vertrouwen bij de patiënt. 20
056/63 056/63 056/63 056/63 056/63 056/63
3350 3351 3352 3353 3354 3355
056/63 056/63 056/63 056/63 056/63 056/63 056/63
3340 1300 1330 3345 3346 3358 6908
6.2
Afdelingsgerelateerde afdelingen Spoedopname Medische beeldvorming NMR nieuw / oud CT scan Laboratorium CCU/Stroke-Unit/Medium-Care
056/63 056/63 056/63 056/63 056/63 056/63
Noodnummers Brand Interne MUG Security
9977 9999 9966
6112 4000 4544 4070 4200 1740
Informatica (IT) Binnen az groeninge zijn de informaticatoepassingen in opmars. We beschikken over vaste PC’ s en twee laptop’s op trolley’s. De PC’s worden enkel gebruikt voor professionele doeleinden. Iedere medewerker werkt met zijn/haar eigen login (persoonlijk paswoord + login). Volgende IT toepassingen zijn in gebruik: EPD (= elektronisch patiëntendossier) in ontwikkeling Cyberlab (elektronisch labovoorschrift) Intranet KWS (klinisch werkstation met geïntegreerd medisch dossier)
6.3
Interne communicatie Mondelinge en schriftelijke communicatie zijn heel belangrijk op een eenheid. Zo kunnen er duidelijke afspraken gemaakt worden en voorkomt men misverstanden. Volgende tools zijn hiervoor beschikbaar: Opnameboek patiënten Verslagen dienstnota’ s Verslagen teamoverleg Verslagen werkgroepen en referentieverpleegkundigen 21
Boek verlofaanvragen Verschillende procedure’s op intranet Lijst met contactgegevens personeel Twee infoborden: algemene informatie ziekenhuisgerelateerd + variabord Patiëntenoverdracht Bij aanvang van iedere shift Bij ontslag naar andere afdeling: mondelinge overdracht + dossier volgt de patiënt Bij ontslag naar ander ziekenhuis: transferblad Bij ontslag naar huis: ontslagformulier Intranet: ziekenhuisbreed
7 Personeelsinformatie 7.1
Dienstrooster Op onze afdeling werken we met een 8-wekensysteem (= roulement) dat telkens terugkomt. Bij de opmaak werd rekening gehouden met het “gezond verroosteren”. Voor de verlofperiode (juli-augustus) kan hiervan afgeweken worden in overleg tussen hoofdverpleegkundige en verpleegkundige(n). Het dienstrooster is beschikbaar tegen de 20e van iedere maand.
7.2
Overuren De gemaakte overuren worden genoteerd in een speciale map (datum, aantal minuten of uren, reden, handtekening collega). Dit wordt ook opgenomen in de PEPregistratie. De overuren kunnen terug genomen worden in onderling overleg met de hoofdverpleegkundige en/of met de collega’ s die op dit moment op de afdeling aanwezig zijn. Bij het terugnemen ervan wordt dit ook genoteerd in dezelfde map.
22
7.3
Verlof Je kan jouw verlofdagen aanvragen door deze te noteren in het wensenboek en dit tegen de 1e dag van de maand voor de maand erop (bvb. tegen 1 mei voor de maand juni). Verlofdagen kunnen enkel gegeven worden wanneer je ze vooraf hebt aangevraagd. In de mate van het mogelijke zal met jouw wensen rekening gehouden worden. Wanneer dit niet lukt zal de hoofdverpleegkundige dit vooraf met jou bespreken. Je mag natuurlijk ook afspreken met een collega om te ruilen.
7.4
Ruilen van shift of verlofdagen Er mag steeds geruild worden van shift of verlofdag met een collega. Je dient wel de wijziging te noteren op het uurrooster en de hoofdverpleegkundige wordt ook op de hoogte gebracht. Ook de hoofdverpleegkundige kan je vragen om te wisselen van shift of verlofdag om de continuïteit op de afdeling te verzekeren (bvb. bij ziekte van een collega). Indien er ‘gezondigd’ wordt tegen het gezond roosteren moet een daartoe opgemaakt document ingevuld en ondertekend worden.
7.5
Ziekte
Overuren dienen verantwoord te zijn ! Wees eerlijk en collegiaal.
Indien je wegens ziekte niet tijdig aanwezig kan zijn op het werk, moet je (persoonlijk of via derden) de adjunct of hoofdverpleegkundige (bij afwezigheid: de zorgmanager) verwittigen. Na het bezoek aan een arts wordt de hoofdverpleegkundige (bij afwezigheid: de zorgmanager) verwittigd van het aantal toegekende dagen. Dit geldt ook wanneer je het werk vroeger hervat. Indien de afwezigheid langer duurt dan 24 uur, dien je het geneeskundig getuigschrift te bezorgen aan jouw hoofdverpleegkundige (bij afwezigheid: de zorgmanager). Hierop staat vermeld: aanvangsdatum ziekte, vermoedelijke einddatum, verlaten van de woonst al dan niet toegelaten.
23
Indien de arbeidsongeschiktheid de aanvankelijk voorziene datum overschrijdt, moet je de hoofdverpleegkundige (bij afwezigheid: de zorgmanager) verwittigen, voor het einde van de eerste periode. Na elke ziekteperiode van minstens vier weken moet je vooraf de hoofdverpleegkundige (bij afwezigheid: de zorgmanager) en de arbeidsgeneeskundige dienst (Provikmo) verwittigen, alvorens het werk te hervatten. Het bewijs van werkhervatting (kaartje) bezorg je aan de personeelsdienst, zodat zij dit ingevuld aan het ziekenfonds kunnen overmaken. 7.6
Vorming Om de kwaliteit te verzekeren van de gezondheidszorg die we onze patiënten bieden, rekenen we op enthousiaste en competente medewerkers. Wij stimuleren en ondersteunen initiatieven van medewerkers om aan interne of externe opleidingen, lezingen, langlopende opleidingen, voortgezette opleidingen, enz. deel te nemen. Medewerkers moeten zelf het initiatief nemen en hebben de opdracht om zich minstens acht uur per kalenderjaar bij te scholen. Wie houder is van een bijzondere beroepstitel oncologie dient 15 uur per kalenderjaar te volgen. De groeipool zorgt ervoor dat je in dit ziekenhuis een mooi en toenemend aanbod van vormingsactiviteiten vindt in verschillende deelgebieden. De aankondiging van alle interne georganiseerde opleidingen worden op het intranet gepubliceerd en de doelstelling en inhoud ervan kan je daar raadplegen. Alle aanvragen voor interne en externe bijscholingen verlopen via de groeipool. Je kunt er ook terecht voor inlichtingen betreffende de diverse opleidingen. De hoofdverpleegkundige is de sleutelfiguur bij het maken van een keuze uit het grote opleidingsaanbod. Hij kent de doelstellingen van de afdeling en de nood aan opleiding. Hij stimuleert de medewerkers om het aangeleerde op de werkvloer toe te passen en kennis en vaardigheden aan elkaar door te geven. De hoofdverpleegkundige bepaalt of een opleiding ‘noodzakelijk - meerwaarde – geen meerwaarde’ is voor het goed functioneren op de afdeling. Geef zelf eerlijk aan of je een opleidingsbehoefte of andere begeleiding nodig hebt.
7.7
Evaluatie gesprek Een evaluatiegesprek is een gesprek tussen jou en je hoofdverpleegkundige waarin zowel de voortgang t.o.v. de doelstellingen, als eventuele knelpunten, de interne samenwerking, de sfeer, enz. kan besproken worden. Het is rechtstreeks gelinkt aan je functieomschrijving. Het biedt je de mogelijkheid alle zaken aan de orde te stellen die rechtstreeks of onrechtstreeks met je werk te maken hebben. 24
Daarnaast is het gesprek ook bedoeld om te praten over aspecten die je verder wil ontwikkelen en je loopbaanperspectieven. In het evaluatiegesprek worden er afspraken gemaakt die genoteerd worden om ze verder gemakkelijk te kunnen opvolgen. Het gesprek wordt jaarlijks met iedere medewerker georganiseerd.
8 Aandachtspunten 8.1
Opvang van patiënt en familie Een opname op de eenheid gaat gepaard met emoties en gevoelens: angst, onzekerheid, onrust, verdriet, opstandigheid, kwaad zijn, … Verpleegkundigen dienen veel aandacht te besteden aan dit aspect van de zorgverlening en moeten op een professionele manier kunnen omgang met deze gevoelens. Denken we maar aan het slechtnieuwsgesprek die oncologische patiënten krijgen of patiënten opgenomen met een terminale COPD. Samen met de artsen proberen we de patiënt en familie zo goed mogelijk te ondersteunen. Op dit vlak wordt er samengewerkt met het supportteam. We kunnen ook beroep doen op de ondersteuning van een multidisciplinair team zoals psychologen, sociaal verpleegkundigen, dienst zingeving en spiritualiteit, … Natuurlijk is het heel belangrijk dat je in moeilijke situaties ook kunt terugvallen op de steun van je collega’ s.
8.2
Correct invullen van het patiëntendossier Een correct ingevuld verpleegdossier is niet alleen van belang naar informatieoverdracht. Op basis van het verpleegdossier wordt de MVG score bepaald. Correct ingevuld dossier = correcte weergave van de zorgzwaarte = correcte MVG = tools om de dienst optimaal te organiseren. Hieronder vindt U enkele items die bij het invullen van het verpleegdossier dagelijks de aandacht verdienen. -
Elke zorg aftekenen fluo is NIET gelijk aan aftekenen bij het begin van elke shift T° noteren
25
-
-
-
8.3
8.4
mondtoilet kan enkel gescoord worden bij gebruik van vb corsodyl (mondstatus noteren in het verslag of bij het item zorg; “mondstatus OK” is niet voldoende) wisselhouding: noteren Re – Li – Rug. Belangrijk in het scoren van de wisselhouding is dat de nortonscore dagelijks bepaald wordt (niet aanduiden in fluo maar aftekenen) EMOTIES: altijd weergave in het verslag R110: uitleg a familie, patiënt, uitleg over onderzoek, … R130: opvang bij overlijden, rea, … voeding: minimum 2 hulp bij eten/ drinken, maximum 3 hulp bij eten en drinken transport: vermelden hoe (met bed) en naar waar gewicht: altijd verschil noteren Stg/mictie aftekenen hoe: bedpan, urinaal, toezicht, … Stg: vermelden minstens 1 x per dag: zo geen stg vermelden “stg –“ Medicatie voluit schrijven: vb actrapid ipv Actr Medicatie aftekenen; ook wanneer je infusen vervangt. Infusen: C + Oké + soort catheter + waar Verband, ook al bleef het dicht aftekenen L 100 en kort verslag Toediening zuurstof: aftekenen masker, neusbril, …
Controle van de apotheek -
controle of de geleverde medicatie klopt met de apotheeklijst
-
controle verdoving (maandelijks worden de medicatie-bladen naar de apotheek gestuurd)
-
controle temperatuur (iedere maand nieuw formulier starten + opsturen naar apotheek formulier vorige maand)
-
om een goede controle mogelijk te maken noteren de nachtdiensten (bij het klaarzetten van de medicatie) alle medicatie op het blad die dezelfde ochtend naar de apotheek gestuurd wordt. Afspraak: altijd directe registratie in apotheekmap indien medicatie uit de dienststock genomen wordt.
Identificatie van de patiënt -
De patiënt draagt steeds een identificatiebandje. Er kan altijd via het onthaal van spoed of de receptie een nieuw bandje aangevraagd worden.
-
het medicatiepotje op kamer wordt zo goed mogelijk geïdentificeerd. 26
9 Persoonlijke notities
10 Studenten Voorwoord: Graag willen we jullie van harte welkom heten voor een stage op onze dienst. Op de afdeling Pneumologie komen uiteindelijk ook andere ziekteaandoeningen voor en dit vraagt een ruime kennis en kunde van verpleegkundigen.
27
We willen je graag laten kennismaken met deze verscheidenheid. Je vervolgens de ruimte geven te groeien in kennis en kunde. Je laten proeven van de verantwoordelijkheid die je, als afgestudeerd verpleegkundige, zult dragen.’t Is een boeiend en leerrijk pad. Ontdek het! . Doelstellingen: Voor alles is de basishouding: “de patiënt staat centraal” hier echt geldend. Elke verpleegkundige krijgt per shift de verantwoordelijkheid over een bepaald aantal patiënten. Dat houdt in: de eigenlijke patiëntenzorgen, de administratie en enkele algemene taken. Het spreekt voor zich dat het de patiënt zelf is, die onze allereerste prioriteit verdient. Die hele stageperiode kun je rekenen op de hulp en steun van de mentor, wordt gecheckt of je ten volle weet waar je mee bezig bent. Met andere woorden: ’t is belangrijk, bij elke handeling, dat je weet waarom je iets doet. Wij zijn vooral gemotiveerd om jullie te laten groeien tot verpleegkundigen met een hart voor de patiënt, met gevoel voor verantwoordelijkheid en met een praktisch organisatietalent. Op de werkvloer zijn die dingen namelijk onontbeerlijk. Verwachtingen naar jullie toe: Uiteraard zou het handig zijn, mocht je de opgedane theoretische kennis op gebied van pneumologie heropgefrist hebben alvorens je op stage komt. Het zal je helpen om vlotter met de praktijk om te gaan, en je kunt op die manier meer uit je stage halen: datgene te weten komen wat je werkelijk wilt weten en leren. Wees ook eerlijk met ons: een open communicatie is heel belangrijk. Alle bedenkingen, vragen of problemen zijn welkom. Je kunt terecht bij de stagementoren of andere leden van het team. Je bent zelf verantwoordelijk voor de nodige feedback, mondeling en schriftelijk. Ook je eigen administratie (het stageboek) behoort tot jouw verantwoordelijkheden. We vragen je de dienst te bellen bij afwezigheid: 056/63.1300, en wij willen graag jullie telefoonnummer zodat wij jullie kunnen bellen. Je kan de dienst te contacteren omtrent de te werken uren. 28
Enkel nog dit …
Wanneer je deze bundel hebt doorgenomen , zit je waarschijnlijk met vragen en onzekerheden. Aarzel niet om naar ons toe te komen. Ook wij hebben het ganse inwerktraject moeten doorlopen. Met een goede ingesteldheid, motivatie en de ondersteuning van jouw collega’ s wordt dit zeker een boeiende uitdaging. We zijn ervan overtuigd dat ook wij van jou kunnen leren. Aarzel dus nooit om ook jouw nieuwe, verfrissende ideeën kenbaar te maken.
29